chantalkoelewijn.weebly.comchantalkoelewijn.weebly.com/.../8/47486735/stageverslag.docx · web...

24
Stageverslag HBO –Verpleegkunde Jaar 4 Naam student: Chantal Koelewijn Klas: LV14 – 4AMC3 Nummer: 500634805 Studiegids nummer: 4512SBVEOP Aantal woorden: 4231 Inleverdatum: 16-02-2015 Stage afdeling: H4Z Kraamafdeling Instelling: Academisch Medisch Centrum, Amsterdam

Upload: others

Post on 22-Jan-2020

2 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

StageverslagHBO –Verpleegkunde

Jaar 4

Naam student: Chantal KoelewijnKlas: LV14 – 4AMC3 Nummer: 500634805Studiegids nummer: 4512SBVEOPAantal woorden: 4231Inleverdatum: 16-02-2015

Stage afdeling: H4Z KraamafdelingInstelling: Academisch Medisch Centrum, AmsterdamPraktijkbegeleider: Marion van der Vis [email protected] Werkbegeleider: Tessa Möring [email protected] LOS docent: Bonita Meek [email protected] SLB docent: Caroline Roberts-Quast [email protected] Stage periode: 03-09-2014 t/m 13-02-2014

InhoudsopgaveInleiding..................................................................................................................................................3

Het leerproces........................................................................................................................................4

Rode draad.............................................................................................................................................7

Competentie ontwikkeling.....................................................................................................................8

Voorbeelden van leermomenten...........................................................................................................8

Analyse en conclusie, geplande activiteiten en plannen van aanpak...................................................10

Analyse en conclusie, positieve en negatieve factoren op uitvoering en behaalde resultaten............10

Aandachtspunten.................................................................................................................................11

Bijlagen.................................................................................................................................................12

Tussenevaluatie................................................................................................................................12

Eindevaluatie....................................................................................................................................13

Absentielijst......................................................................................................................................17

Feedbackformulier leerdoelen.........................................................................................................18

2

InleidingMijn naam is Chantal Koelewijn, ik studeer HBO-verpleegkunde aan de Hoge school van Amsterdam. Ik zit nu in mijn vierde jaar. Dit stageverslag schrijf ik aan de hand van mijn stage die ik de afgelopen 22 weken heb gelopen. Dit was in het Academisch Medisch Centrum. Als ik terug kijk op mijn stage periode kan ik zeggen dat ik een ontzettend leuke tijd heb gehad. Ik heb veel nieuwe dingen geleerd, vaardigheden in de praktijk kunnen uitvoeren en gegroeid tot beginnend verpleegkundige.

Het doel van dit stageverslag is om een goed beeld te krijgen van mijn leerproces, dingen die ik heb gedaan en geleerd. Daarom komen er een aantal onderdelen aanbod in dit verslag waaraan te zien is hoe ik te werk ben gegaan met mijn leerdoelen en wat ik eraan heb gedaan. Hieronder vertel ik wat er in mijn stageverslag allemaal staat.

Als eerste reflecteer ik op mijn leerproces, dit is beschreven in termen van voornemens, proces en resultaat. Daarna vertel ik mijn rode draad in het leerproces. Na de rode draad vertel ik hoe mijn competentie ontwikkeling is geweest. Dan komen er 5 voorbeelden van leermomenten, deze voorbeelden zijn patiëntsituaties waarbij ik uitleg waarom ik juist deze situatie het meeste leerrendement heeft opgeleverd. Als vijfde onderdeel geef ik een analyse en een conclusie met betrekking tot geplande activiteiten en plannen van aanpak die succesvol waren of niet. Ook positieve en negatieve factoren benoem ik die invloed hebben gehad op de uitvoering en behaalde resultaten. Daarna vertel ik welke beroepscompetenties nog onvoldoende zijn ontwikkeld en vertel ik mijn aandachtspunten voor het afstuderen. Deze punten passen bij de analyse en conclusie die ik hierboven heb benoemd. Als laatste heb ik bijlages toegevoegd.

3

Het leerprocesLeerdoel 1 – Competentie 1“Ik kan na 5 weken 1 hoog complexe patiënt* verzorgen onder begeleiding en volledig in kaart brengen tijdens een casus bespreking”

Voornemens: Tijdens mijn vorige stages heb ik nooit met kraamvrouwen en pasgeborene gewerkt, dat was voor mij nu allemaal nieuw. Wel had ik eerder complexe patiënten verpleegd. Mijn voornemen was om rustig de afdeling te leren kennen door de eerste week intensief met een begeleider mee te lopen en hierna rustig zelf aan de slag te gaan. Tevens wilde ik mee lopen bij een hoog complexe patiënt zodat ik haar kon uitwerken voor een casus bespreking.

Proces: Aan het begin van mijn stage was het erg rustig, hierdoor kon ik rustig begeleid worden om de afdeling te leren kennen. Ook mocht ik onder begeleiding een hoog complexe patiënt verplegen. Deze patiënt heb ik met twee mede studenten uitgewerkt in een casus bespreking en gepresenteerd tijdens de LOS bijenkomst. De samenwerking bij deze opdracht ging erg goed.

Resultaat: Ik vond het aan het begin heel moeilijk om te wennen aan de afdeling. Ik voelde mij absoluut niet zeker omdat ik naar mijn idee weinig kennis had voor een kraamafdeling. Uiteindelijk ging dit week na week steeds beter en ben ik gegroeid naar een beginnend verpleegkundige die goed kan werken op de kraamafdeling. Ik kan nu zelfstandig 3 midden complexe patiënten verzorgen inclusief baby’s. Ook zwaar complexe patiënten kan ik nu aardig zelfstandig verplegen. Hier en daar heb ik nog hulp nodig omdat ik bepaalde dingen nog niet gedaan heb, hier vraag ik dan ook altijd hulp bij.

Leerdoel 2 “ Ik kan na 16 weken een klinische onzekerheid uitwerken door middel van een PICO en deze bespreken tijdens een dossierbespreking.”

Voornemens: Op school heb ik al regelmatig gewerkt met klinische onzekerheden en dit opgezocht door middel van een PICO. Dit heb ik alleen nog nooit hoeven bespreken tijdens een dossierbespreking. Mijn voornemens waren om op tijd met mijn mede studenten te overleggen welke klinische onzekerheid we wilde gaan uitwerken en dit zo eerlijk mogelijk te verdelen.

Proces: Deze opdracht heb ik ook samen met twee mede studenten uitgewerkt. Bij de opdracht hiervoor ging de samenwerking erg slecht, hier heb ik ze meerdere keren op aangesproken en gelukkig ging het bij deze opdracht weer een stuk beter, de verdeling was eerlijk. Het was een zelfverzonnen casus waarbij de klinische onzekerheid was of een speen wel of geen invloed had op de borstvoeding.

Resultaat: Deze opdracht hebben we uiteindelijk gepresenteerd tijdens de LOS bijeenkomst in week 16 en 16 januari hebben wij dit gepresenteerd op de afdeling als klinische les. Bij alle bij de presentaties kregen wij goede feedback en uiteindelijk hebben wij voor deze opdracht een goed gekregen.

4

Leerdoel 3 – Competentie 3“Ik kan na 7 weken een kraamvrouw volledig informeren, adviseren en voorlichten tijdens een ontslag gesprek.”

Voornemens: Voorlichting, advies en informatie zijn belangrijke taken van een verpleegkundige. Om deze taken onder de knie te krijgen heb ik een leerdoel opgesteld om deze patiënten groep te informeren, voorlichten en adviseren. Mijn voornemens waren om veel informatie op te zoeken over de kraamvrouw na ontslag en van de pasgeborene. Ik wilde mee kijken bij collega’s hoe zij en ontslag gesprek voeren en vraag informatie aan mijn begeleiders.

Proces: Het duurde even voor ik dit leerdoel kon aftekenen omdat er voor mij weinig mogelijkheden waren aan het begin om een ontslag gesprek te voeren. Ik ben gaan letten op de patiënten die er lagen en heb ervoor gezorgd dat ik de patiënten kreeg die een ontslag gesprek zouden moeten krijgen. Hierdoor heb ik dit leerdoel uiteindelijk, na de 7 weken, kunnen afronden. Regelmatig liggen er patiënten op de afdeling die geen Nederlands kunnen en dat zorgt ervoor dat dit in het Engels moet. Dit heeft er ook voor gezorgd dat het bij mij iets langer duurde om dit leerdoel te behalen omdat mijn Engels niet fantastisch is en ik dit ook eng vond om te doen.

Resultaat: Op het einde van de stage voelde ik mij zelfverzekerd op het moment dat ik een ontslag gesprek voer. De meeste vragen van patiënten kon ik dan ook beantwoorden en dit gaf mij een vertrouwd gevoel. De laatste tijd kreeg ik ook vaker van patiënten te horen dat zij niet door hadden dat ik een student was. Dit beschouw ik als een groot compliment en dit vergroot mijn zelfverzekerdheid.

Leerdoel 4 – Competentie 4“Ik kan na 19 weken zelfstandig de ster dienst* op de afdeling draaien”

Voornemens: Tijdens mijn vorige stage heb ik regelmatig de sterdienst geobserveerd. Zelf ben ik nog nooit een sterdienst geweest. Ik wilde met dit leerdoel de coördinatie goed onder controle zien te krijgen. Mijn voornemens waren om mee te lopen met verpleegkundige die de sterdienst waren en vragen aan hen te stellen. Vervolgens wilde ik dit dan zelf gaan proberen.

Proces: Op het einde van mijn stage ben ik begonnen met de sterdienst draaien. Ik had al eerder met verpleegkundige gewerkt die de sterdienst hadden en kon zo observeren hoe zij het deden. Mijn begeleider had met mij doorgenomen wat mijn taken waren en ik zou alles met haar overleggen.

Resultaat: Ik ben drie keer de stipdienst geweest en een hiervan was een erg drukke maar wel leuke/intensieve dienst. Zelf had ik 2 patiënten, zij waren allebei nog erg hulp behoevend, en een student mee. Ik werd vaak gebeld voor mogelijke opnames, dit heb ik overlegd met mijn begeleider. Na deze dienst heb ik nabesproken met mijn begeleider en zij vond dat ik het erg goed gedaan had voor een eerste keer plus 2 hulp behoevende patiënten en een student.

5

Leerdoel 5 – Competentie 8“ Ik kan na 9 weken een voorstel voor kwaliteitsverbetering schrijven op divisie/instellingsniveau en deze werk ik dan uit doormiddel van een literatuuronderzoek”

Voornemens: Tijdens mijn vorige stage had ik onderzoek verricht naar bestaande protocollen. Hier heb ik informatie over opgezocht omdat de protocollen onduidelijk en niet volledig waren. Uiteindelijk heb ik mijn onderzoek gepresenteerd tijdens een klinische les. Ik had dus een vergelijkbaar iets al eerder gedaan. Mijn voornemens waren om te kijken wat er wel en niet goed gaat en dit overleggen met mijn twee mede studenten. De bedoeling was dat we dit zouden onderzoeken, uitwerken en te presenteren tijdens de LOS bijeenkomst.

Proces: Na een paar weken viel het mij op dat er helemaal geen Diclofenac gegeven wordt aan patiënten met een epiduraal. Ik vind dat heel gek want tijdens mijn andere stage heb ik dit wel mogen doen. In plaats van Diclofenac wordt er standaard opiaten gegeven. Ik denk dat het gebruik van opiaten verminderd kan worden door als nog Diclofenac te geven aan patiënten die een epiduraal hebben. Hierover ben ik zelf onderzoek gaan doen omdat ik het interessant vind om te weten. Uiteindelijk heb ik hier een verslag en een voorstel over geschreven en dit gepresenteerd.

Resultaat: Het samenwerken bij deze opdracht ging niet van een leien dakje en ik heb de mede studenten ook hier op aan gesproken. Ik ben absoluut niet goed ik boos/streng worden omdat ik bang ben dat zij mij dan onaardig vinden. Gelukkig is dit goed gegaan en hebben we het verslag ook ingeleverd en is beoordeeld met een voldoende.

Leerdoel 6 – Competentie 9“Ik kan na 15 weken zelfstandig een leerling begeleiden en ik heb de afdeling geanalyseerd betreft de gegeven werkbegeleiding”

Voornemens: Tijdens mijn vorige stage heb ik de laatste 2 weken af en toe een eerste jaars geneeskunde student begeleid. Dit was dan voornamelijk dat ik hem mee nam omdat hij zelf niks mocht doen. Vorig jaar heb ik op school het vak werkbegeleiding gehad. Dit was alleen theoretisch. Verpleegkunde studenten heb ik zelf nooit begeleid op de werkvloer. Mijn voornemens waren om veel terug te koppelen naar mijn werkbegeleider om te overleggen hoe het gaat met zijn/haar leerproces en hoe ik dit goed kan aanpakken.

Proces: Tien weken heb ik samen met een mede student een leerling begeleid. Tijdens deze begeleiding ben ik er achter gekomen hoeveel energie en tijd dit kost. Onze student was ook een student die veel tijd en aandacht nodig had. Wij hebben veel gesprekken gevoerd met hem, Tessa en Marion omdat er bij hem veel aandacht/verbeter punten waren. Het is een bijzondere jongen die erg zijn best doet maar heel veel structuur, hulp en een zetje nodig heeft. Ik ben ontzettend intensief hiermee bezig geweest omdat ik wel wil dat hij zijn stage haalt. Het begeleiden op de werk vloer kost ook een hoop tijd en dit is soms lastig als je het druk hebt.

Resultaat: Naar mijn idee ben ik een goede werkbegeleider geweest omdat ik zijn leerproces nauwlettend in de gaten hield en altijd heb overlegt over mijn bevindingen. De opdracht werkbegeleiding is uiteindelijk ook met een 7 beoordeeld.

6

Persoonlijk leerdoel 1“Tijdens de gehele stage ga ik regelmatig hardop klinisch te redeneren”

Voornemens: Tijdens mijn vorige stage is dit dan ook ter sprake gekomen op mijn eindevaluatie. Er werd aangegeven dat ik meer hardop moet klinisch redeneren. Mijn voornemens waren om zelf meer aan te geven dat ik wil klinisch redeneren of dat mijn begeleider mij moet uitdagen dit te doen.

Proces: Aan het begin van mijn stage heb ik regelmatig klinisch geredeneerd met mijn begeleiders. Dit gaf ik dan aan, aan het begin van de dienst of zij begonnen uit zichzelf om mij uit te dagen. Ik vind dit altijd moeilijk omdat ik bang ben dat ik het verkeerde antwoord geef en dit dan dom gevonden wordt.

Resultaat: Later in de stage voelde ik mij zekerder over mijn antwoorden. Ook ben ik veel bezig geweest om met mijn student klinisch te redeneren. Dit vind ik leuk om te doen maar wel lastig om niet meteen al het goede antwoord te gaan geven.

Persoonlijk leerdoel 2“Tijdens de gehele stage kom ik voor mij zelf op en geef ik aan wat ik wel en niet wil”

Voornemens: Elk jaar heb ik als leerdoel dat ik assertiever moet zijn en zelfverzekerder. Ik laat soms nog over mij heen lopen omdat ik niet wil aan geven dat ik ergens niet mee eens ben. Of dat ik graag iets anders wil doen maar geen nee durf te zeggen. Ik ben snel bang voor iemand zijn reactie. Mijn voornemens waren om direct voor mij zelf op te komen, lukt dit niet dan moet ik dit bespreekbaar maken met mijn begeleider.

Proces: Naar mijn idee ben ik assertief geweest met aangeven wat ik wel en niet wil. Ik voel mij hier ook veilig om aan te geven of ik iets wel of niet wil.

Resultaat: Normaal gesproken durf ik mijn mond de eerste periode niet open te trekken en kijk ik heel erg de kat uit de boom. Tijdens deze stage heb ik hier weinig last van gehad. Ik kon vrij snel mezelf zijn omdat ik het een leuke en gezellige afdeling vind. Dit zorgt ervoor dat ik ook voor mij zelf durf op te komen. Ik voel mij zeker op de afdeling en ook serieus genomen waardoor ik sneller voor mij zelf durf op te komen.

Rode draadMijn rode draad deze stage was voornamelijk mijzelf ontwikkelen als beginnend verpleegkundige. De eerste paar weken ben ik veel bezig geweest met oriënteren en later ben ik mij bezig gaan houden met het zelfstandig worden en werken op niveau. Dit houd ik dat ik zelfstandig te werk kan gaan en het aantal patiënten kan verplegen wat een gediplomeerd verpleegkundige ook kan. Tevens heeft mijn stagewerkplan ook een grote rol gespeeld. Deze zorgde ervoor dat ik mij hield aan mijn planning en er zo voor zorgde dat ik al mijn opdrachten op tijd af had. Ik ben erg actief geweest in het zelfstandig worden en ontwikkelen als beginnend verpleegkundige en in het behalen van mijn leerdoelen.

7

Competentie ontwikkelingZorgverlener:Mijn eerste twee leerdoelen waren gekoppeld aan competenties van de zorgverlener. Ik ben tijdens mijn stage er actief geweest met deze competenties. Ik heb veel handelingen kunnen uitvoeren, intensief bezig geweest in de zorg en ik heb continue preventief gewerkt. Ik ben erg gegroeid in betreft deze competentie.

Regisseur:Tijdens deze stage ben ik veel bezig geweest met de competentie coördineren. Omdat ik wilde werken aan het worden van een beginnend verpleegkundige is het goed kunnen coördineren erg belangrijk. Het zelfstandig worden en kunnen delegeren is een belangrijk onderdeel wat ik tijdens deze stage heb geleerd. Ook het zijn van de stipdienst en dus de afdeling coördineren heb ik geleerd.

Ontwerper:Tijdens deze stage ben ik minder bezig geweest met de rol als ontwerper. Wel heb ik aan de competentie ontwerpen van kwaliteitszorg gewerkt door onderzoek te doen naar een klinische onzekerheid en dit vervolgens te presenteren op de afdeling in de vorm van een klinische les.

Coach:Tien weken heb ik samen met een mede student een eerste jaars student begeleid. Ik ben dus intensief bezig geweest met de competentie werkbegeleiding. Ik heb geleerd dat dit erg veel tijd en energie kost. Wel vond ik het ontzettende leuk en leerzaam. De competentie coach heb ik behoorlijk kunnen ontwikkelen deze stage en dat is mij dan ook zeker gelukt.

Beroepsbeoefenaar:Naar mijn idee heb ik mij tijdens deze stage kunnen bewijzen als een ijverige student. Ik kon op het eind van de stage zelfstandig te werk gaan. Dit bewijst dat ik in mijn rol als beroepsbeoefenaar ben gegroeid. Ook voor deze competentie kan ik mijn klinische les gebruiken om mijn deskundigheid bij te dragen.

Voorbeelden van leermomentenVoorbeeld 1 – PsychosociaalNa ongeveer 6 weken heb ik drie avonden de 2 patiënten zelfstandig verpleegd. Een van deze dames ik bekend met allerlei systeemziektes en waaronder een tracheastenose. Mvr is erg moeilijk te intuberen door de tracheastenose en dus is er besloten om bij mvr een primaire sectio te doen. Nadat haar kindje geboren is zagen ze verschillende afwijkingen in het gezicht en blijkt het geslacht nog onduidelijk te zijn. Tevens moet het kindje naar de neonatologie omdat het kindje niet goed zelfstandig kan ademhalen. Tijdens het verblijf op de neonatologie wordt de klinisch geneticus erbij gehaald om onderzoek te doen naar een mogelijk syndroom. Toen mvr nog zwanger was werd er tijdens de echo’s niks opgemerkt, dit komt voor haar en haar partner dus als een enorme klap aan.Tijdens een dienst ben ik bij deze mvr en haar partner veel langs geweest om met hun te praten over de situatie. Ik heb gevraagd hoe het met hen gaat en hoe zij met dit nieuws omgaan, met wie praten ze erover en kunnen ze samen er wel goed over praten. Ik ben best een tijd met hen in gesprek geweest en kon ook na afloop zeggen dat het een goed gesprek was. Ik vind dit dan ook een

8

leerzaam moment geweest omdat het psychosociale erg belangrijk is maar vaak wordt vergeten. Ik vind het altijd moeilijk om hierover te beginnen en het gesprek ook gaande te houden maar zodra je het vertrouwen hebt gewonnen gaat het gesprek een stuk makkelijker.

Voorbeeld 2 – EngelsTijdens de eerste paar weken van mijn stage was ik druk bezig om mijn leerdoel ontslag gesprek te behalen. Ik had dit nog niet vaak gedaan en zocht bewust patiënten uit die nog een ontslag gesprek zouden moeten krijgen. Ik had tijdens een avonddienst een mvr die spontaan bevallen was van haar kindje, de planning is dat zij met ontslag gaat de volgende dag alleen moet er nog een ontslag gesprek gevoerd worden bij haar. Wat ik niet wist is dat deze dame geen Nederlands spreekt, ik moest dus het gesprek in het Engels voeren. Ik keek onwijs tegen dit gesprek op omdat ik nog aan het oefenen was met het ontslag gesprek en ik vind dat mijn Engels niet goed is. Het gesprek zelf liep niet erg soepel doordat ik erg nerveus was, woorden wist ik niet en hierdoor vergat ik ook een paar punten om te bespreken. Na afloop heb ik dit na besproken met mijn begeleider en zij benoemde dat ik relaxter mag worden en over de drempel heen moet stappen betreft het Engels spreken. Na deze situatie heb ik uiteindelijk vaker patiënten gehad die geen Nederlands spraken en waar ik dus ook de hele tijd Engels moest spreken. Hier ben ik dan ook zeker in gegroeid doordat er op deze afdeling geregeld patiënten lagen die Engels spreken en ik dit dus ook echt moest doen.

Voorbeeld 3 – Fluxus Aan het begin van mijn stage mocht ik een dienst met mijn begeleider mee lopen op de verloskamers, hier heb ik toen twee bevallingen gezien. Bij de tweede bevalling kreeg de dame na de bevalling een Fluxus (meer dan 1000ml bloedverlies), er werd toen op de nood bel gedrukt omdat mvr buiten bewust zijn raakte. Ik heb tijdens deze situatie voornamelijk gekeken wat iedereen deed. Achteraf heb ik deze situatie met meerdere begeleiders na besprokene en klinisch geredeneerd. Dit was allemaal onwijs leerzaam. Op het eind van mijn stage mocht ik nog een paar dagen mee lopen op de verloskamers en ook toen heb ik een bevalling bijgewoond waar een vrouw een fluxus kreeg. Op dit moment mocht ik meehelpen om de situatie zo goed mogelijk te laten verlopen. Ik wist door de vorige keer en door het klinisch redeneren met mijn begeleiders wat er allemaal gedaan moest worden en zo kon ik uit mijzelf al spullen klaar leggen voor de verpleegkundige en voor de arts. Na de dienst heb ik weer met mijn begeleider dit na besproken en zij vond het leuk om te zien dat ik zelf al wist wat er nodig was en dat ik mijn steentje kon bijdragen. Ik vond dit ook absoluut een leuke ervaring.

Voorbeeld 4 – Tussenevaluatie studentTien weken lang ben ik samen met een mede student de vaste begeleider geweest van een eerste jaars student. Samen met deze mede student heb ik alle taken uitgevoerd van een werkbegeleider waaronder een tussenevaluatie. Alle eerste jaars studenten worden tijdens hun tussenevaluatie beoordeeld op hun professioneel gedrag. Bij onze student was deze opdracht niet voldoende. In overleg met de praktijkbegeleider hebben wij de punten benoemd die wij niet voldoende vonden, hier was de praktijkbegeleider het mee eens. Samen met een begeleider hebben wij voor de tussenevaluatie een gesprek gehad met de eerste jaars student om hem voor te bereiden op een twijfel voor zijn professioneel gedrag. Een paar dagen later was de officiële tussenevaluatie van de student. Ik vond het ontzettend spannend omdat we nu ook de docent van de student moesten vertellen en overtuigen waarom de student een twijfel zou krijgen en geen voldoende. Van te voren hadden wij alle bewijs stukken opgeschreven wat er wel en niet goed ging en waarom wij dus

9

gekozen hebben voor een twijfel. Het gesprek vond ik erg goed gaan, we konden onze argumenten duidelijk benoemen en dit werd dan ook serieus genomen. Na dit gesprek hebben wij het kort na besproken met de praktijkbegeleider en de docent van de student. Als feedback kregen wij mee dat we het goed voorbereid hadden alleen dat we moeten opletten dat het gesprek niet te negatief wordt. Dit moment vond ik erg leerzaam, ik zag erg op tegen een “slecht nieuws gesprek”. Toch pakte iedereen het goed op waardoor het wel een goed gesprek werd. Hierdoor vond ik het gesprek dat daarop volgde een stuk minder eng. Het hele werkbegeleidingsproces was ontzettend leuk, intensief en leerzaam.

Voorbeeld 5 – StipdienstZoals al eerder benoemd in het verslag had ik als leerdoel om de stipdienst te zijn. Tijdens een dagdienst op het eind van mijn stage besloot ik om de stipdienst te zijn. Tevens kreeg ik 2 patiënten die nog hulpbehoevend waren en er liep een eerste jaars student met mij mee. Aan het begin van de dienst was het al best druk maar toch heb ik met mijn begeleider kort kunnen door bespreken wat mijn taken zijn als stipdienst. Ook zou ik elk telefoontje terugkoppelen aan mijn begeleider en overleggen wat de mogelijkheden zijn. Ik had een onwijs drukke dienst vanwege mijn patiënten, student en de vele aanmeldingen via de telefoon. Alle telefoontjes heb ik kunnen beantwoorden en kunnen plannen met behulp van mijn begeleider. De zorg van mijn patiënten heb ik ook goed kunnen coördineren en kunnen uitvoeren. Na deze dag heb ik de dienst na besprokene met mijn begeleider. Zij gaf aan dat ik het voor de eerste keer prima heb gedaan, ik heb de sein netjes beantwoord en goed over de planning van de afdeling nagedacht en gecontroleerd. Wat ik als aandachtspunt heb mee gekregen is dat ik de volgende keer geen student mee neem en beter kijk wat voor patiënten ik zelf heb. Ik vond dit een erg leerzaam moment omdat je normaal gesproken voornamelijk bezig bent met je eigen planning/coördinatie en als stipdienst moet je dit ook doen maar ook voor de afdeling.

Analyse en conclusie, geplande activiteiten en plannen van aanpakTijdens mijn stage ben ik, zoals ik al eerder aangaf, aan het begin voornamelijk bezig geweest het werken in de zorg als beginnend verpleegkundige. Ik heb mij hier de eerste weken op gefocust omdat ik dit erg belangrijk vond. Toen ik mijn draai had gevonden op de afdeling ben ik begonnen aan mijn opdrachten. Niet elk leerdoel heb ik behaald voor de aangegeven week in mijn stagewerkplan. Dit kwam onder andere door de rust die er soms was op de afdeling. Ook gingen sommige opdrachten niet erg gemakkelijk omdat de samenwerking niet soepel verliep. Uiteindelijk heb ik alle opdrachten goed kunnen afronden. Helaas is het niet gegaan zoals mijn planning was. Echter vind ik dit niet een groot probleem, ik ben zelf verantwoordelijk voor mijn opdrachten en deze heb ik behaald.

Analyse en conclusie, positieve en negatieve factoren op uitvoering en behaalde resultatenBeginnend met de negatieve punten. Wat ik lastig vond was dat het erg rustig was de eerste weken op de afdeling, hierdoor kan je weinig zien of doen om zo snel in te komen op de afdeling. Ook had ik veel avonddiensten wat ik ook als negatief zie. In dagdiensten moet je meer voor de kraamvrouwen dan in een avonddienst. Dit heeft naar mijn idee ervoor gezorgd dat ik pas laat zelfstandig was. Positief vind ik dat de afdeling zich houd aan het principe leerwerkplaats. Ondanks dat aan het begin hier nog niet echt aan gehouden werd, werd dit naar mate de stage vorderde beter. Hierdoor

10

werden wij als studenten vrijer gelaten en konden wij meer ons leerproces sturen. Ik heb veel kunnen samenwerken met mijn mede studenten wat ook erg belangrijk is. Ook vind ik het positief dat het personeel op de afdeling ontzettend vriendelijk is en je serieus neemt ondanks dat je een student bent. Ik vind dat erg belangrijk omdat dit je zelf vertrouwen vergroot. Ik voelde mij niet meer echt student maar een collega ondanks dat ik voor alles nog bij ze terecht mocht komen als ik vragen had.

Aandachtspunten Aandachtspunten die ik mee wil nemen voor het afstuderen is dat ik beter moet leren samenwerken. Ik ben sinds het afgelopen jaar best wel een pietje precies geworden, hierdoor vertrouw ik niet altijd iemand anders zijn werk. Als ik goed wil samenwerken moet ik dit wat losser kunnen laten en op iemand kunnen vertrouwen. Ik moet het bespreekbaar maken met de personen waarmee ik samenwerk wat ik van hen verwacht en zij van mij. Aandachtspunten voor mij als beginnend beroepsbeoefenaar blijft het leerdoel dat ik voor mij zelf moet op durven komen. Straks ben ik geen student meer maar verpleegkundige, ik kan dan niet meer op een begeleider terug vallen als mij iets niet bevalt. Ook wil ik meenemen dat ik moet blijven delegeren, ik kan niet alles in mijn eentje oplossen, ook niet als ik verpleegkundige ben.

11

Bijlagen

Tussenevaluatie

12

Eindevaluatie

13

14

15

16

Absentielijst

17

Feedbackformulier leerdoelen

18

19