Kennisportfolio H3 Bob van der Zandt Klas 2C

Engels H3

Het schrijven van minutes ; De opzet en structuur van minutes :

Format Minutes

Minutes should have the following layout:

a subject, location, time and date of the

meetingblist of participants and their occupationsc summary of the chairperson’s introductiond summary of opinions and suggestions

exchanged e action points decided upon, people

assigned to each action and deadlines

givenf location, date and time of next meeting

Language StylesThe style of language is quite formal. Sentences should be short, clear, concise and easy to read. It is important to summarise only the most important points, not include everything that was said.

Long speeches made at meetings should be summed up, using bullet points for clarity. The minutes of even a long meeting should not be longer than one page.

HRM H3

FOMBRUN-model ; Centrale model binnen HRM, gaat over personeelsmanagement, komt voort uit (HR)strategie en missie.

Instroom ; Werving, Selectie en Introductie

Doorstroom ; Prestatie staat centraal, Beloning, Beoordeling, Ontwikkeling en Vitaliteit- en gezondheidsbeleid.

Je kan doorstromen naar een hogere functie, naar lager of hetzelfde niveau.

Doorstroom is hoe je bekijkt hoe je mensen in organisatie behoudt, kan ook door extern naar de maatschappij te kijken.

Uitstroom ; Ontslag, Exitgesprek en Outplacement

Beheersing van personeelsstromen

Organisatie (Instroom) :

· Lifelong employment ; Identificeren zich echt met het bedrijf, dit is tegenwoordig niet heel echt meer het geval. Medewerkers die langere periode bij een bedrijf werken

· Up-or-Out systeem ; Of promotie of je wordt vriendelijk verzocht/gemotiveerd om te vertrekken. Geen promotie is weg, cultuur is dat je alleen maar aan jezelf denkt en er is een hoge werkdruk. Heeft invloed op bedrijf en type mensen dat je aantrekt. VB: Accountantskantoor

· In-and-Out systeem ; Uitzendbureau/Detacheringsbureau. Er moet project gedaan worden, hiervoor mensen te kort, dus mensen nodig voor dit ene project en hiervoor ingezet en daarna weer weg.

· Mixed systeem ; Combinatie van de bovenstaande drie

·

Duurzame inzetbaarheid (Employability) ; Ervoor zorgen dat iedereen langer, gezonder en productiever aan het werk blijft.

Gaat over huidig en toekomstig werk, zowel verantwoordelijkheid van medewerker en van organisatie

Gericht managen van mobiliteit van medewerkers/kwaliteiten/talenten

Intern het managen van:

· Kwalitatieve inzetbaarheid ; Op verschillende afdelingen kunnen werken

· Functionele mobiliteit ; Ongeveer hetzelfde als kwalitatieve inzetbaarheid

· Geografische mobiliteit ; Bereidheid om te verhuizen voor werk

· Kwantitatieve inzetbaarheid ; Flexibiliteit om op verschillende uren en tijdstippen te werken

· Opleidingsbereidheid ; Wil je opgeleid worden?

· Veranderingsbereidheid ; Geen zin in bepaalde verandering, dan is het trekken aan een dood paard, dan kun je beter afscheid van elkaar nemen

Extern managen van:

· Externe mobiliteit

Randvoorwaarde bij inzet doorstroominstrumenten : Communiceren (Door leidinggevende, Formeel/Informeel en via Werkoverleg) en Motiveren (Best passende omgeving creëren voor je ontwikkelen en presteren van je medewerkers).

Twee elemententheorie van Theorie van Herzberg

· Hygienische factoren ; Zorgen ervoor dat je niet ontevreden bent (VB: Slecht salaris voor baan van je leven). Loon, Arbeidsomstandigheden, Werktijden, Secundaire arbeidsvoorwaarden, Zorgen ervoor dat je niet meer ontevreden bent, maar juist tevreden.

· Motivatoren ; Uitdaging in je werk, erkenning, verantwoordelijkheid, doorgroeimogelijkheid en inhoud van werk

Twee aparte dingen van elkaar

Werkintrinsieke motivatie ; Komt vanuit je zelf, zelfmotivatie

Werkextrinsieke motivatie ; Factoren daar omheen, bijvoorbeeld salaris/voorwaarden/omstandigheden

Empowerment ; Geeft medewerker invloed over zijn eigen leven. Werkgever geeft mogelijkheid aan werknemer invloed uit te oefenen op eigen werkomgeving. Kan door teams anders op stellen, aparte opdrachten geven en minder controles uitvoeren.

Employer Branding ; Wat vinden mensen op de arbeidsmarkt van jou als werkgever, hoe goed ben je?

Je probeert een voorkeurspositie te bemachtigen, Hoe bekend ben je en hoe bekend in positieve of negatieve zin ben je bekend op de arbeidsmarkt?

P van People ; Zorgen voor goed werkgeverschap (Employer Branding) en Zorgen voor duurzame inzetbaarheid

Michigan Model / HR-cyclus ;

Managers hebben als doel personen te selecteren, die het beste in staat zijn te presteren in een bepaalde functie of binnen de organisatie.

Organisaties beoordelen de prestatie van hun medewerkers om onder meer beloning en ontwikkeling medewerkers te bepalen.

Organisaties proberen medewerkers te motiveren/stimuleren door hun beloning te koppelen aan hun prestatie.

Ook stimuleren organisaties de ontwikkeling van medewerkers om hen in staat te stellen nu en in de toekomst beter te presteren.

Prestatie beïnvloedt alle componenten van de HR-cyclus of wordt erdoor beïnvloed.

Competentie ; Combinatie van kennis, vaardigheden, persoonskenmerken en (motivatie) die iemand nodig heeft voor een succesvolle uitoefening van een functie of taak.

Verticale integratie is het opnemen in het bedrijfsproces van een andere stap uit de productieketen in het bedrijfsproces.

Horizontale integratie is meerdere activiteiten op hetzelfde niveau in verschillende productieketens geïntegreerd.

Competentiemanagement is het systematisch ontwikkelen en gericht inzetten van competenties van de medewerkers om doelstellingen organisatie te realiseren.

Performance Management is het sturen op organisatiedoelen en resultaten

PM-cyclus ; Planningsgesprek -> Voortgangsgesprek -> Beoordelingsgesprek

Verschil Performance Management en Competentiemanagement is dat PM meer gericht is op eindresultaat en CM meer gericht op ontwikkeling

Functioneringsgesprek is samen kijken naar hoe beide partijen ernaar kijken, dan een POP opstellen voor verbetering en dan in een beoordelingsgesprek hierop terugkijken hoe het uiteindelijk gegaan is.

Naast Beoordelen, Belonen en Ontwikkelen is ook Vitaliteits- en Gezondheidsbeleid (Arbobeleid) een doorstroominstrument.

Vitaliteits- en Gezondheidsbeleid gaat over :

· Arbeidsomstandigheden

· Ziekteverzuim en voorkoming ervan

· Terugkeer naar het werk na een ziekte

Heeft relatie met :

· Goed werkgeverschap ; Employer Branding

· Goed ondernemerschap ; Kosten door verzuim zo laag mogelijk houden

Dit heeft weer te maken met prestatie en met duurzame inzetbaarheid (= Bij voorkoming van verzuim erg van belang, door duurzaam in te zetten)

Drie relevante wetgeving die van belang zijn bij Vitaliteits- en Gezondheidsbeleid ;

· Arbowet ; Veiligheid, Gezondheid en Welzijn medewerker

· WIA (Voorheen WAO) ; wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen

Wet Verbetering Poortwachter ; Wet om de WIA-instroom omlaag te krijgen, verantwoordelijkheid ligt bij werkgever.

De verzuimdrempel (mate waarin werknemers zich ziekmelden)omhoog, dus minder snel ziekmelden.

Hersteldrempel omhoog, dus sneller terug op het werk.

Dit is het geval bij een goed arbobeleid

Dit moet je melden bij je directe leidinggevende, leidinggevende zal doorvragen wat er precies aan de hand is.

Verder belt de leidinggevende een paar keer per week naar de zieke of geeft aandacht, om medewerker snel terug te laten komen.

Deze wet is verantwoordelijk voor dat het ziekteverzuim aanzienlijk afneemt.

Doel van het arbobeleid is de tijdelijk en langdurige arbeid te voorkomen, heeft betrekking op veiligheid, gezondheid en welzijn.

(Werk)Belasting ; Hoeveelheid werk die er is

Belastbaarheid ; Hoeveelheid werk die een medewerker aan

Werkdruk is werkbelasting versus belastbaarheid

Wanneer je te hoge taakeisen ervaart en te weinig ruimte hebt om je eigen werk te sturen, wordt er stress veroorzaakt volgens, Job-Demand-Control-model van Karasek

Vitaliteit en Gezondheid kan via goede arbeidsvoorwaarden, verhoudingen, inhoud en omstandigheden (4A’s) door de werkgevers gestimuleerd worden.

Ziekteverzuim is afwezigheid om gezondheidsredenen, tot 6 dagen is kort, tot 6 weken is gemiddeld en tot 6 maanden is lang.

Frequentie is hoe vaak je ziek bent.

Ziekteverzuim is lager bij kleinere bedrijven (door meer verantwoordelijkheid) en bij een economische slechte tijd, dit omdat mensen dan blij zijn met een baan en te bang zijn om ontslagen te worden.

Terugkeer naar het werk na ziekte, is vaak gedeeltelijke werkhervatting en re-integratie via WIA.

Of Uitstroom.

Lijn tussen werk en privé steeds meer vervaagd, dit wordt Het Nieuwe Werken genoemd.

HNW :

Bricks ; Invulling / Ontwerp van werkplekken

Bytes ; Gebruik / Toepassen nieuwe technologie

Behavior ; Veranderingen in aansturing en gedrag

Uitgangspunt HNW ; Op elk tijdstip, op elke plaats, op elke manier kunnen werken

Voordelen ; Vrijheid en Minder van hetzelfde te hoeven doen

Nadelen ; Verandering in bedrijfsproces en andere uren werken

HNW ; Werken op zelfgekozen tijd en plek

VS

Het oude werken ; Werken op kantoor binnen vaste tijden

HNW ; Resultaten van het werk zijn belangrijk

VS

Het oude werken ; Gaat om aanwezigheid en je uren te maken

HNW is combinatie vier principes ;

· Tijd- en plaatsonafhankelijk werken

· Sturen van medewerkers op resultaat

· Vrij toegang tot en gebruik van kennis, ervaringen en ideeen

· Flexibele arbeidsrelaties

Vernieuwd de inrichting van arbeidsorganisaties

Link HNW en Duurzame inzetbaarheid ; Ze gaan zich extra verantwoordelijk voelen voor hun eigen ontwikkeling (Empowerment), Waarmee ze zich blijven ontwikkelen en aantrekkelijk blijven voor de arbeidsmarkt.

Voordelen HNW:

· Hogere tevredenheid en betrokkenheid

· Verhogen productiviteit

· Verbeterde samenwerking

· Beter benutten van kennis

· Versterken innovatiekracht

· Aantrekkelijke werkgeversimago

· Verhogen klanttevredenheid

· MVO en duurzame inzetbaarheid

· Besparing op huisvesting

· Bespraken op reis- en verblijfkosten

· Besparen door minder mensen

Nadelen HNW:

· Extra druk en compensatiedrang

· Vraagt veel discipline

· Minder sociale contacten

· Meer nadruk op resultaten: prettig?

· Risico lichamelijke klachten

HNW geldt niet voor alle bedrijven, is afhankelijk van de branche/het bedrijf etc.

Uitstroom is onderdeel Strategische Personeelsplanning ; Gaat om het bepalen van het optimale niveau van uitstroom

Drie factoren hier van belang ;

· Hoeveelheid en aard van werkzaamheden die in een organisatie moeten worden uitgevoerd (werkaanbod) ; Markt (Vraag naar producten/diensten) en Zelf gecreëerde (andere) behoefte aan personeel

· Behoefte aan verandering en vernieuwing ; (Nieuwe kennis nodig of niet?)

· Aard van functies ; (Sleutel of Routinefuncties, Leidinggevenden of niet) / (Mate van schaarste van competenties)

Door deze drie factoren wordt het optimale niveau van uitstroom bepaalt

Externe mobiliteit ; Proces met als resultaat dat medewerker of groep medewerkers de organisatie verlaat, Doorstroom kan ook uitstroom zijn op afdelingsniveau

Doelen uitstroom ;

Korte termijn ; Afhandelen specifieke uitstroombeslissing

Lange termijn ; Optimaliseren uitstroom als onderdeel van strategische personeelsplanning Duurzame inzetbaarheid

Exitgesprek gaat over redenen van de uitstroom

Maatregelen om uitstroom te verminderen (vaak in krappe arbeidsmarkt van belang) ;

· Inhoud werk aanpassen

· Beloning

· Opleiding

· Studiekostenbeding

· Loopbaanmogelijkheden

· Levensfasenbeleid

Deze tools sluiten weer aan bij duurzame inzetbaarheid (= langdurig behouden van medewerkers in organisatie)

Eventuele nadelen van uitstroom die kunnen optreden zijn :

· Kosten ; Daling productiviteit, Overname door anderen, Kosten voor zoeken vervanger

· Verlies kennis en ervaring ; Vertrekker gaat naar concurrent

· Traditionele opvatting over arbeidsrelatie, die nu kapot gaat (Geen lifetime employment)

· Gevoelig onderwerp ; Moeilijk om direct iemand op gedrag aan te spreken

Eventuele kansen voor organisatie op het gebied van uitstroom zijn :

· Voor organisatie ; Ruimte om te sturen, Impuls voor vernieuwing, Interne doorstroom, Kosten drukken

· Voor individu ; Betere baan, Nieuwe leermogelijkheden/uitdagingen

· Voor achterblijvers ; Doorstroommogelijkheden, Leermogelijkheden en Afnemende spanningen

Redenen uitstroom ;

· Vrijwillig

· Ziekte of Arbeidsongeschiktheid

· Pensioen

· Onvrijwillig (Niet door ziekte)

Gedwongen (onvrijwillig)

· Individueel

· Collectief : Meer dan 20 werknemers in drie maanden (Gaat meestal via vakbond)

Vrijwillig

· Gewenst of ongewenst voor organisatie

· Ongewenst heeft nadelen ; Kennisverlies en Kosten

Outplacement , is dat je krijgt te horen dat je binnen bepaalde tijd ontslagen zal worden, zodat je al kan kijken naar iets nieuws of je wordt ontslagen en begeleid naar een nieuwe baan.

Is alleen bij meerjarencontract/vast contract, bij tijdelijk contract alleen een exitgesprek.

Uitstroom overwegingen vanuit organisatie ;

· Strategisch ; Welke werkzaamheden doen we wel of niet meer/ of zelf of anders

· Operationeel ; Welke medewerker zetten we wel of niet in (Onvoldoende functioneren Onvrijwillig ontslag)

Uitstroom overwegingen individu ;

· Gerelateerd aan werkinhoud

· Gerelateerd aan persoonlijke informatie

· Conjunctuur ; Krappe arbeidsmarkt of Ruime arbeidsmarkt

Vrijwillig ontslag

Kosten en Baten gedwongen ontslag ;

· Collectief ; Kosten eenmalig, Baten jaarlijks

· Individueel ; Meestal alleen emotionele baten , Lasten veel lager

Afhandeling van de uitstroom ; Bij vrijwillig ontslag

· Opzegtermijn cao (Minimaal 1 maand)

· Beperken van vrijheid na vertrek door relatie- en/of concurrentiebeding

Afhandeling uitstroom ; Bij onvrijwillig (gedwongen) ontslag

· Ontslagrecht

· Ontslagbescherming vanuit individu

Afhandeling uitstroom bij collectief ontslag ;

· Afspiegelingsbeginsel

· Ontslagvergoeding ; Transitievergoeding = Zak geld

· Sociaal plan

Afspiegelingsbeginsel ;

· Werknemers die je wil ontslaan verdeel je in groepen met uitwisselbare functies (= groepen die vergelijkbaar zijn wat betreft functie-inhoud, vereiste kennis/vaardigheden, competenties, niveau etc.)

· Dan verdeel je deze in vijf leeftijdsgroepen

· Ontslagen zodanig dat voor en na ontslagen de leeftijdsopbouw per groep verhoudingsgewijs ongeveer zelfde blijft (afspiegeling gelijk)

· Per leeftijdscategorie LIFO (Last in, First out)

Sociaal plan = Collectieve regeling met maatregelen die de nadelige gevolgen van ontslag voor personeel moeten verzachten

Bestaat uit :

· Afvloeiingsregeling ; VB: Transitievergoeding bieden, opzegtermijn verminder, kosten kwijtschelden

· Outplacement

· Mobiliteitscentrum

· Opleiding en training gericht op arbeidsmarkt

· Ondersteuning bij starten eigen bedrijf

Survivorsyndroom ; Overblijvers niet blij dat hun vrienden/collega’s weggestuurd zijn, hierdoor daalt de motivatie van het personeel dat wel mag blijven.

Bovendien moeten ze meer werk doen om de afname van het personeel op te vangen.

Logistiek H3

Logistiek concept, hierdoor loopt het soepeler binnen een organisatie.

Logistiek concept is gebaseerd op strategie van organisatie, vanuit daar de logistieke doelstellingen opgemaakt en daaruit weer het logistieke concept opgemaakt.

Grondvorm = Inrichting fabriek

Besturingssysteem (2 Manieren van versturen) = Push (Markt komt naar jou als bedrijf toe) of Pull (Haalt de markt naar jou toe, begint alvast met maken wanneer er orders zijn)

Informatiesysteem = Welke informatiestromen en wanneer?

Personele organisatie = Personeel met taken en bevoegdheden

Integraal bepaal je hoe je logistiek binnen jou bedrijf eruit ziet

Productiegrondvormen

Continue fabricage ;

Productieproces van tevoren vastgesteld en ingericht.

Producten hebben bepaalde logica in handelingen.

Bepaalde stroom door fabriek heen.

Productie volgens vaste werkwijze, gekenmerkt door vaste werkwijze, met repeterende werkzaamheden Kan eentonig worden hierdoor

Geen tussenvoorraden, productieproces loopt continue door.

Machines kunnen wel stil liggen, als ene machine sneller dan de ander loopt

VB: Heineken in fles

Functionele fabricage ;

Productieproces is op basis van functies ontworpen en ingericht

Technologie als indelingscriterium.

Gelijksoortige bewerkingen in één groep bij elkaar.

Seriegewijze productie i.v.m. omsteltijden (bij verschillende producten, verschillende instellingen nodig).

Routing door fabriek naar product kan dus verschillen, er is complexere manier om aan te sturen nodig.

Volgorde is dus nader te bepalen.

Hierbij wel tussenvoorraden, VB: Meubelfabriek, minder gestandaardiseerd werk.

Dit door dure machines en minder volume.

Volgorde wordt nader bepaald door verschillende bewerkingen aan verschillende producten.

Afstemming van de machines op elkaar kan daardoor complex zijn.

Dit is het verschil met continue, waar de volgorde wel een en hetzelfde is.

Groepsgewijze fabricage ;

Ontwerp en inrichting van productieproces volgen de orderstroom.

Werken in teams, verantwoordelijk voor uitvoering van de hele order.

Productieproces wordt in cellen gedaan, elke cel is verantwoordelijk voor het uitvoeren van het hele product.

Hoeft niet naar andere cel over te leveren.

Dit vereist een expertise van een team, geeft bepaalde vrijheid, want je kunt beslissingen nemen.

Hierover wel verantwoordelijkheid die je hebt

Hier een groep met een product bezig.

Hier wel vaste volgorde en stroomrichting, bij functionele is dit niet.

Hier geen tussenvoorraden, bij functionele is dit wel.

Meer gespecialiseerde producten.

Verschillen met continue fabricage ; Meer gespecialiseerde producten en kleinere volumes

Verschillen met functionele fabricage ; Meer flow(stroom), geen tussenvoorraden.

Bill of material (BOM) is een stuklijst en somt alle grondstoffen en onderdelen op die nodig zijn om één (standaard) eindproduct te maken.

BOM wordt gemaakt en er wordt mee gewerkt door inkoper, magazijnmedewerker of productiemedewerker.

BOM is erg van belang in productiebedrijven.

BOM kan ook stuk stamgegevens in ERP-systeem zijn, die informatie naar verschillende afdelingen toezendt.

MRP-I systeem is een set rekenregels in het systeem waarmee de werkelijke toekomstige behoefte aan materiaal en grondstoffen kan worden berekend voor eindproducten.

Wat is de behoefte aan materialen zodat ik mijn productieplan uit kan voeren?

Is een pushsysteem, want je kijkt al naar wat je nodig hebt om te starten met het productieproces

Bij MRP-I wordt er operationeel ingekocht, dit houdt in zorgen dat je op het juiste moment de juiste spullen hebt.

Nadeel van MRP-I is dat dit berekeningssysteem net doet alsof er in de productieomgeving altijd oneindige capaciteit aanwezig is.

Wat je ook plant het systeem zal voorstellen voor inkooporders geven, ook als je het niet zou kunnen produceren.

Daarvoor is later een oplossing gekomen, namelijk de MRP-II.

MRP-I hield zich vooral bezig met material planning.

MRP-II is een combinatie van capacity- en material planning.

Push (Westerse methode) = Produceren op voorraad

Pull (Oosterse methode) = Reageren op een verandering van de marktvraag

Taichi Ohno bedenker van het Toyota Production System (TPS, Pull).

Hij zegt dat overproductie verspilling is, vanuit hier heeft hij bedacht dat de klant aan het productieproces moet trekken, zodat hij zelf niet met voorraad komt te zitten (Pull-methode).

Just in Time concept (Net voordat bewerking plaats moet vinden, komen materialen aan, net op tijd) is gebaseerd op ;

Jidohka is bepaalde autonomie van productiemedewerker, die mogelijkheid heeft productielijn zelf stil te leggen als er fouten in de productie zitten.

Deze fout moet dan opgespoord worden en definitief opgelost worden, zodat deze niet meer voorkomt.

Hierdoor komt er een hoge focus op kwaliteit te liggen, technische ondersteuningen na ontdekken van fout is een must

Bestaat ook nog uit pull-productie (Kanban), deze werkt alleen in omgeving voor hogere volumes met een zekere regelmaat.

Bij jidohka wordt productielijn stilgelegd totdat fout definitief opgelost is.

Heeft grote impact, hoge kosten.

Maar hoge kosten heb je ook als er slechte kwaliteit van de producten is.

Technische ondersteuning helpt bij oplossen van de fout.

Grote nadruk op kwaliteit bij dit principe

Bij kanban (pull-productie) ;

Vraag begint vanuit de klant, reactie komt pas op gang als er vraag is (Pull).

Bij Push ontstaan voorraden, bij Pull niet daar wordt er gereageerd op de marktvraag.

Bij Push (= Westerse methode) wordt er gewoon op voorraad geproduceerd, hierdoor voorraden.

Bij Pull (= Oosterse methode) wordt er pas gereageerd als er vraag is.

Pull-Mechanisme ; Producten worden fabriek uitgetrokken door de klant

Onderdelen gaan pas naar de volgende schakel in het productieproces als daar behoefte aan is, hierdoor voorkomt men voorraadverspillingen.

JIT functioneert met behulp van KANBANS = Kaartjes (Soort communicatiemiddel)

Ieder bakje onderdelen heeft een kanban (met vermelding inhoud), als inhoud bakje bij volgende productieschakel verbruikt wordt, wordt de kanban teruggestuurd.

Deze kanban is dan het signaal dat er weer geproduceerd mag worden.

Kanban kun je ook richting de toeleverancier gebruiken

Theory of Constraints ; Theorie van de knelpunten

Productieproces moet een flow zijn, en zou gelijkmatig over het productiebedrijf moeten verlopen

Als je vanaf bovenaf naar productie kijkt, kun je zien waar het proces stilstaat, waar het knelpunt zich bevindt, en waar voorraden ontstaan en dit wil je niet.

Je wilt geen bottlenecks, je wilt alles wat je bedrijf verlaat dat dat omzet genereert.

Dit gaat het best als je stromen hebt, waar flink wat uit de fabriek komt

Langzaamste onderdeel in productieproces bepaalt snelheid van het gehele proces.

Die langzaamste schakel (bottleneck) wil je vinden en wil je oplossen of verbeteren, zodat het gehele proces sneller verloopt.

Als alles even snel loopt, hebben we geen bottleneck (= Flow), dan is er geen onderdeel aan te wijzen die langzamer loopt dan die anderen.

Los de bottleneck op, en ga op zoek naar de volgende

Voor de bottleneck, wordt veel voorraad verzameld, maar bij de bottleneck stopt het.

Dus als je je output wil verbeteren van je fabriek, moet je je bottleneck oplossen.

Dit is een continue verbeterproces

5 Stappenplan bij de TOC ;

1. Spoor de bottleneck op

2. Zorg dat je orders hebt

3. Zorg dat alles zo goed verloopt en stroomt

4. Verbeter het

5. Ga opnieuw zoeken naar een nieuwe bottleneck

Is een westers besturingssysteem

Informatiesysteem is vaak een ERP-systeem (Enterprise Resources Planning)

Is een uitbreiding op MRP-systemen

Is een standaard informatiesysteem die verantwoordelijk is voor de integrale ondersteuning van de activiteiten binnen een organisatie.

ERP-systeem werkt met geintegreerde software ; gegevens hoeven slechts één keer ingevoerd te worden.

Structuur ERP-systeem ; Een centrale database met daaromheen een schil van applicaties voor verschillende functionaliteiten (Productie, HRM, Inkoop, Distributie etc.)

Is heel erg groot voordeel, alle afdelingen kunnen tegelijk dingen zien en doen.

Hart is de database, alle informatie die je hebt kun je nog vastleggen.

Als een iemand bijvoorbeeld een nieuwe klant geregistreerd heeft, kan iedereen (elke afdeling) dit meteen zien en ermee werken.

Distributielogistiek gaat om het opslaan en vervoeren van standaardproducten naar de consument.

Dingen die je doet bij distributielogistiek moeten ook altijd meetbaar zijn.

Grondvorm ; Waar plaatsen van magazijnen, Waar centrale voorraad, Waar zijn de uiteindelijk nieuwe winkels.

Bij Grondvorm vraag je je af waar je dit allemaal gaat plaatsen vanuit de organisatie

DRP-I is een set rekenregels in het systeem waarmee de werkelijke toekomstige behoefte aan herbevoorrading van magazijnen (tussenvoorraadpunten) en uiteindelijk winkels in een keten kan worden berekend voor eindproducten.

Systeem rekent en denkt mee

Moet redeneren vanuit consument richting leverancier door de winkels heen.

Is van belang dat producten er dan in winkels liggen als er vraag naar is.

Hierbij berekend wanneer magazijnen in het proces bevoorraad moeten zijn.

Kunt berekenen wanneer ze in het regiomagazijn liggen, en wanneer ze bij winkels liggen, wanneer je transport moet regelen om zo uiteindelijk genoeg in de winkels te hebben liggen.

Is push-systeem ; Want je beslist zelf hoeveel je van de producten wil hebben liggen in de winkel.

Op basis van planningen wordt er gewoon geleverd, is het westerse idee dat de winkels volgeduwd worden.

DRP-II is herbevoorrading van je winkels en magazijnen, maar houdt wel rekening met je capaciteiten.

Of je zorgt dat je capaciteit aangepast wordt, of dat je gaat verlagen

Als je elkaar gunt, liggen jou producten altijd in de winkel, is iedereen tevreden, en heb je uiteindelijk een win-win voor iedereen.

Dan heb je uiteindelijk samen een groter marktaandeel = Pie Growing

Pie Sharing is een groot geheel, eigenlijk moet je samenwerken maar allebei wil je meer verdienen en dus minder kosten.

Waardoor je elkaar niks gunt en dus eigenlijk als klant misgrijpt.

Ketenintegratie – Samenwerking binnen de keten

4 verschillende soorten vormen samenwerken ;

Eerste is simpelste manier samenwerken, hoe hoger nummer, hoe hoger de intensiteit van de samenwerking.

Fysieke samenwerking ; Basisafspraken, VB: Zelfde maat pallet hanteren. Blijkt vaak nog lastig genoeg, niet iedereen wil hieraan. Hoe groter je bent hoe makkelijker je dit kan afdwingen.

Informatieintegratie ; EDI-verbindingen. Tussen twee bedrijven kun je elektronische verbinding leggen waarover je informatie kunt versturen. Kan niet bij elkaar in systeem kijken. Gaat niet automatisch je systeem in, moet het wel downloaden per mail bij EDI-verbinding. Is wel sneller want komt uit database de informatie van het andere bedrijf.

Besturingsinformatie ; Geef je al meer weg van je bedrijf, VB: Iedere avond weet je hoeveel bij elke kassa van dat product bijvoorbeeld verkocht is. Dit is wel interessant voor de planningen. Als basis voor toekomstige verkopen. Bij besturingsinformatie vertrouw je elkaar meer.

Grondvorm integratie ; Gaat over inrichting van je proces. VB: Magazijnen in elkaar schuiven, fabricage van deel product bij ander bedrijf geregeld.

Is meest intense vorm samenwerken, VB: In jou fabriek, een kantoortje van de ander

Kwaliteit H3

Kwaliteit van een product of dienst, zowel intern als extern geleverd, is de mate, waarin het geheel van eigenschappen voldoet aan de gebruiksverwachtingen van de afnemer, begrensd door de prijs, die hij wil betalen en de levertijd die hij wil accepteren.

Integrale Kwaliteitszorg (IKZ)

Alle onderdelen van de organisatie zijn bij kwaliteitszorg betrokken, alle kwaliteitsaspecten hebben invloed op elkaar.

Verschillende soorten kwaliteitsbenaderingen ;

· Transcedente benadering ; Filosofisch, Gevoel, Ervaring Subjectief

· Productbenadering ; Wat kan je allemaal meten aan het product?, Meetbaar, Tastbaar, Hoeveelheid, Verschillen

· Gebruiksgerichte benadering ; Gebruiker bepaald hoe kwaliteit ervaren wordt, Niet iedereen zelfde mening, Smaak, Eisen

· Productiegerichte benadering ; Het maakproces is belangrijk, zo klein mogelijke uitval

· Waardebenadering ; Prijs t.o.v. Prestatie

Reliability = Betrouwbaarheid na de levering, Hoe lang blijft de kwaliteit bestaan?

Verschillende kwaliteitsdenkers

Deming

· Meten is weten en Gissen is missen

· Beheersen van organisatorische processen leidend tot structurele kwaliteitsverbetering

· Regelkring (PDCA-cirkel) ; Plan, Do, Check, Act

· Op kwaliteit van de medewerker gericht

Juran

· Voldoe aan de verwachtingen van de afnemers en focus je op kosten ; Kosten VS Baten

· Kwaliteitskosten = Preventiekosten, Beoordelingskosten en Faalkosten

· Zorgen voor optimale situatie tussen hoeveelheid controleren en beoordelingen om te zorgen voor zo minimaal mogelijke kwaliteitskosten

Crosby

· Er bestaat maar een optimaal kwaliteitsniveau, namelijk zero defects (nul fouten)

· Kwaliteit is preventie

· Kwaliteit is een houding

· Kwaliteitskosten als functie van tijd

· Kwaliteit meten door de kosten van niet voldoen te berekenen

· Zero defects programma

Streven naar 0 fouten, als je dat doet dan zal je bedrijf steeds beter worden

Imai

· Kaizen methodiek ; Verbeter en innoveer, zonder ophouden en iedereen erbij betrokken

· Kwaliteitszorg ; Moeizaam, Jaren durend en in kleine stappen

· Basisprincipes ; Deming cirkel ; Regelkring , Voortdurend meten en terugkoppelen , Werken met kwaliteitskringen

Taguchi

· Kwaliteit niet alleen bepaald door het proces, maar ook door het ontwerp

· Een slecht ontwerp leidt tot hoge kosten

· Besteed al aandacht aan kwaliteit tijdens het ontwerpen van het product, om fouten te voorkomen

KSF (Kritische succesfactoren)

· Sleutelfactoren, waar de organisatie goed in moet zijn om haar strategische doelstellingen te bereiken. Ook wel voorwaarden genoemd

· KSF’en komen rechtstreeks vanuit doelen en strategie organisatie

· KSF’s moeten vervolgens meetbaar gemaakt worden

Vanuit Doel KSF , VB: Klanttevredenheid bij KLM

Succes bepaald door doelstellingkeuze, die bedrijf hier zelf in maakt

Key-prestatie-indicator

· Afgeleid van KSF

· Variabelen die sturing op proces mogelijk maken

· Kwantitatief gemaakt door de prestaties te meten met prestatie-indicatoren (PI’s)

· Afgezet tegen vastgestelde normen/targets

· Maken sturing in het proces mogelijk

Vanuit KSF KPI PI

Conform verwachting / belofte = Kwaliteit

Minder dan verwachting / belofte = Kwaliteitstekort

Meer dan verwachting / belofte = Excellente kwaliteit

Model waarmee je de kwaliteit van diensten kan verbeteren is het servqual-model (gap-model) ;

Klant heeft behoefte en spreekt zich uit over verwachte dienstverlening.

Verwachting wordt wel beïnvloed door mond-tot-mond reclame en door eerdere ervaringen (+ persoonlijke behoefte), en wat degene zelf roept over zijn diensten.

Levert kwaliteit als wat wordt waargenomen voldoet aan de verwachting.

Klant verwacht iets en management verwacht iets anders van de verwachting van de klant, dan is er hier een gap tussen verwachtingen klant en bedrijf, Gap 1.

Als je kwaliteit wil leveren, moet je de verschillende gap’s dichten om uiteindelijk te voldoen aan de verwachte dienstverlening.

Gap 1 ; Hoe denkt het management over de verwachtingen van de klant?

Gap 2 ; Hoe vertaalt het management deze denkbeelden naar kwaliteit (specificaties) van de te leveren dienst?

Gap 3 ; Verschil tussen kwaliteit (specificaties) en de werkelijk geleverde dienst

Gap 4 ; Verschil tussen geleverde dienst en beloofde dienst

Gap 5 ; Het verschil tussen de door de klant verwachte kwaliteit en de door de klant werkelijk ervaren kwaliteit = Resultante van Gap 1 t/m Gap 4

Als je alle gaps hebt weggewerkt dan heb je geen gap 5 meer, Als je er een wegwerkt dan wordt de gap 5 kleiner

Ander model voor kwaliteit diensten is customer service assessment scale

Bestaat uit twee dimensies ;

· Procedurele dimensie (Procedural) ; Werkwijze ; Hoe is het geregeld met als er iets mis is met kwaliteit, door regels en procedures

· Menselijke dimensie (Convivial) ; Dienstbetoon ; Hoe is het met de aandacht van de klant geregeld?

Ideaal beeld is rechtsonder, Full Balance = Goede procedures en Heel erg klantvriendelijk

Derest zijn typen waar het nog niet helemaal optimaal is.

Linksboven Freezer ; Procedure nog niet helder, duurt lang. Onvriendelijk behandeld.

Rechtsboven Factory ; Procedure is goed op orde, Nog niet heel vriendelijk geholpen wordt.

Linksonder Friendly Zoo ; Er zijn niet echt procedures om te helpen, Maar je doet wel je best om die klant goed te helpen.

Verbeterprogramma : Lean

Value ; Kijken naar product/dienst dat je levert, hier kunnen producten zijn die waarde toevoegen of geen waarde toevoegen voor de klant.

Value stream ; Waar ga ik dingen die waarde hebben voor de klant, waar doe ik dingen die geen waarde hebben voor de klant, als dingen geen waarde hebben deze weglaten.

Flow ; Dingen die geen waarde hebben voor de klant proberen weg te laten.

Pull ; Hoe kan ik meer op klantvraag gaan produceren?

Perfection ; Alles wat je verbeterd hebt ook blijft in het bedrijf, als je dan weer vooraan begint kan je het in een bedrijf steeds beter maken.

Lean focust zich op het wegnemen van ;

· Muda (Verspillingen)

· Mura (Ongelijkmatigheid / Flow)

· Muri (Overbelasting van mensen of machines)

8 Verspillingen (Muda) van Lean ;

· Overproductie ; Produceert meer dan klantvraag

· Wachten ; Wachten en ongeplande stilstand

· Transport ; Verplaatsen van materialen/producten

· Overprocessing ; Product wordt te lang bewerkt, onnodige bewerkingen

· Voorraad ; Onnodige grondstoffen en (tussen)voorraad

· Beweging ; Zoeken en onnodig lopen/verplaatsen

· Fouten ; Fouten, Afkeur, Scrap of Slechte kwaliteit

· Onbenutte kennis ; Niet gebruiken van aanwezige kennis/kunde

Balanced Scorecard = Methode voor verbeteren van kwaliteit, maakt gebruik van kritieke succesfactoren

Balans tussen ;

· Financieel – Niet financieel

· Lange termijndoelstellingen – Korte termijndoelstellingen

· Intern perspectief – Extern perspectief

· Kwantitatieve indicatoren – Kwalitatieve indicatoren

Moet ervoor zorgen dat alles in balans is

Voordelen van controle ; Kwaliteit omhoog

Nadelen controle ; Kosten, Geld en Tijd en Lost niks op Zal de keer daarna weer fout kunnen gaan

Controle achteraf ;

· Alle producten die uit fabriek komen keuren, zijn ze goed of niet?

· Alleen producten die op eind goed zijn, worden naar klant toegestuurd

Fouten kunnen gemaakt worden bij die keuring, VB: Door machine of menselijke fout

Hierbij scheiding tussen inspectie en doen (Denken VS Doen)

Kwaliteitsdienst bepaalt kwaliteit van output

Gaat niet om kwaliteitsverbetering

Controle tijdens proces ;

· Bij iedere fabricagestap kijken of het op dat moment voldoet

Voordeel is tijdig fouten opsporen

Van 100% controle naar steekproeven in de lijn

Krijgt betrouwbare resultaten

Slechte producten worden al in een vroeg stadium afgekeurd

Gaat nog steeds niet om procesverbetering

Risico’s hierbij ;

· Partij die eigenlijk goed genoeg is alsnog afkeuren (Producentenrisico)

· Partij ten onrechte goedgekeurd (Consumentenrisico)

Controle vooraf ;

· Zoeken naar laagste kwaliteitskosten bestaan uit faalkosten en preventiekosten

Gereedschapskist van Deming ;

Fouten in proces die je niet direct ziet, alsnog kunt verbeteren en boven water kan krijgen.

1A ; Visgraatdiagram

Oorzaken of oplossingen van het probleem identificeren en structureren

Oorzaken opsporen voor de knelpunten/problemen

1B ; Oorzaak-Relatiediagram

Je zoekt op waar veel lijntjes naar een punt komen, daar zit waarschijnlijk het probleem, bijvoorbeeld bij werkdruk.

2 ; Lijndiagram

Meten en begrijpen van het proces, controleren van verbeteringen.

Kijken welk nummer hoge uitval heeft, dan dit nummer aanpakken, i.p.v. een nummer met een laag percentage uitval

3 ; Controlekaart

Bedoeld om te kijken of processen goed beheerst worden, waar dat niet is kunnen fouten in het systeem zitten.

UCL = Upper control limit

CL = Control limit

LCL = Lower control limit

Alles moet tussen rode stippellijnen blijven, hierbuiten kan er iets fout gaan dus alarm slaan dan. Ook als er 6 of meer punten dezelfde richting op gaan, bijvoorbeeld als 6 steeds naar een hoger punt, dan is het foute boel en moet er actie ondernomen worden, kijken wat er aan de hand is.

Als er tien puntjes boven gemiddelde lijn liggen, is proces wel stabiel, maar ligt het gemiddelde te hoog, hier dan weer actie ondernemen om bijvoorbeeld temperatuur oven te laten dalen.

4 ; Histogram ; Waarde die je meet indelen in categorieën

5 ; Pareto-analyse ; Paar oorzaken die groot deel van het totaal vormen en veel kleinere oorzaken die samen klein deel van het totaal vormen

6 ; Stroomdiagram

7 ; Spreidingsdiagram ; Gebruiken als je denkt dat dingen met elkaar verband houden, maar je weet niet precies meer hoe het in elkaar zit

VB: Meer frisdrank verkocht bij hogere temperatuur (= seizoensinvloeden)

Soorten certificatie ;

· Producten- en dienstencertificatie (Intiele keuring, Typekeuring, VB: CE-merk ; Veiligheid, Gezondheid, Milieu, Consumentenbescherming) VB: Fairtrade keurmerk

· Certificatie van personen (Vakbekwaamheid ; VB: Adviseur, Keurslager, Piloot)

· Procescertificatie (VB: Duurzaam geproduceerd)

· Kwaliteitssysteemcertificatie (Inhoud en effect van regels en procedures ; VB: ISO)

Drie spelers bij certificering ;

· Raad voor de Accreditatie (Criteria vaststellen, Toezicht)

· Certificerend bedrijf (Onafhankelijk, Onpartijdig, Verklaring afgeven ; VB: KEMA Nederland, LRQA, BVQI, KWH)

· Te certificeren bedrijf

Certificeringsprogramma’s ;

· First party certificatie (Zelfcertificatie)

· Second party certificatie (Afnemer keurt leverancier, vanuit klant gezien)

· Third party certificatie (Onafhankelijk)

Recht H3

Rechtshandeling zijn menselijke handelingen met een beoogd rechtsgevolg, met jou handelen wil je rechten en plichten scheppen.

Hieruit vloeit een overeenkomst voort

Bij onrechtmatige daad is het een gevolg van een feitelijke handeling van iemand.

Uit feitelijke handeling vloeit een onrechtmatige daad voort

Art. 6:162 BW is de basis voor de onrechtmatige daad, hierin staan de vereisten van de onrechtmatige daad vernoemd ;

1. Onrechtmatige daad (lid 2)

A ; De onrechtmatigheid ontplooit zich door :

· Inbreuk op recht van een ander ; Inbreuk op eigendom van iemand anders, VB: Je trapt een voetbal tegen een auto aan, en hierdoor deuk in de auto, zo schade toegebracht aan iemands eigendom

· Doen of nalaten in strijd met een wettelijke plicht ; Strafrecht, VB: Iemand mishandelen, dit mag niet en staat in de Wet vermeldt, Deze gaat vaak samen met inbreuk op recht van een ander.

· Doen of nalaten in strijd met maatschappelijke zorgvuldigheid ; Staat niet in de wet, maar wel in strijd met maatschappelijk verkeer, Iedereen weet uit waarden en normen dat het niet helemaal rechtmatig is. VB: Gevoelige info doorspelen tussen bedrijven of het omkopen van een medewerker

Iemand moet wel onrechtmatig gehandeld hebben jegens een ander !

Bij doen of nalaten in strijd met maatschappelijke zorgvuldigheid, is het kelderluikcriteria van belang ; Toetsingsgronden Kelderluikcriteria :

· Mate van waarschijnlijkheid dat het slachtoffer het gevaar niet tijdig onderkent

· Kans op een ongeval

· Ernst van de mogelijke gevolgen

· Bezwaarlijkheid van te nemen veiligheidsmaatregelen

Afweging van belangen bekijken (Pleger VS Benadeelde)

B ; Onrechtmatig behoudens : Rechtvaardigingsgronden:

· Overmacht in de zin van noodtoestand, Art. 40 Sr

· Noodweer, Art. 41 lid 1 Sr

· Wettelijk voorschrift, Art. 42 Sr

· Bevoegd gegeven ambtelijk bevel, Art. 43 lid 1 Sr

· (Buiten wettelijke) Het ontbreken van de materiele wederrechtelijkheid

Als er aan een van deze gronden voldaan wordt, handel je meestal vanuit een noodsituatie en handel je dus niet onrechtmatig

2. Toerekening (lid 3)

Moet toerekenbaar zijn aan de andere partij, moet rechtstreeks aansprakelijk aan de persoon zijn, verwijtbaar handelen

Kan sprake zijn van schuld- of risicoaansprakelijheid

Bij schuld op heterdaad iemand betrappen, kun je deze aansprakelijk stellen (zelf verantwoordelijk)

Bij risico is behalve als iemand jonger dan 18 is, dan reken je toe aan iemand die voor diegene verantwoordelijk is.

VB: Werkgever verantwoordelijk voor werknemer, Baasje verantwoordelijk voor schade die hond verricht

Schuldaansprakelijkheid is als je zelf schade aanricht.

Als je verantwoordelijk bent voor iemand anders die schade heeft aangericht is sprake van risicoaansprakelijkheid.

VB: Als iemand verwijtbaar richting jou gehandeld heeft, Voetballen in buurt auto’s en dat hierdoor schade aangericht kan worden

3. Schade (lid 1)

Twee soorten schade (Art. 6:95 BW) :

· Vermogensschade ; Op geld waardeerbaar

· Ander nadeel (o.a. immateriële schade ; Art. 6:106 BW) ; VB: Letselschade, je breekt bijvoorbeeld iets (dit is wel lastig aantoonbaar)

4. Causaal verband (lid 1)

Causaal verband tussen gedraging wat plaatsgevonden heeft en waardoor schade is ontstaan.

Koppeling onrechtmatige daad en schade

Wordt bepaald aan hand voorzienbaarheid en redelijkheid, als bijvoorbeeld iemand zelf schuld heeft aan onrechtmatigheid wordt dit hierin meegenomen (Art. 6:98 BW)

5. Relativiteitseis (Art. 6:163 BW)

Had de overtreden wet mede de bedoeling de belangen van het slachtoffer te behartigen?

Is norm van de Wet waarop je beroep doet, moet jou beschermen en niet de ander

Als aan alle eisen voldaan is, is er sprake van een onrechtmatige daad

Aansprakelijkheid voor ondergeschikten, Art. 6:170 BW

Werkgevers zijn risico-aansprakelijk voor hun ondergeschikten mits :

· In dienst & werkzaam in beroep of bedrijf (lid 1)

Fout van een ondergeschikte

Kans op fout vergroot door opgedragen taak

Opdrachtgever moet zeggenschap over gedraging hebben gehad

· In dienst van natuurlijk persoon & niet werkzaam in beroep/bedrijf (lid 2)

Fout van ondergeschikte

Ter vervulling van de aan hem opgedragen taak

Enige uitzondering is alleen als werknemer bewust roekeloos handelt.

Werkgeversaansprakelijkheid Art. 7:658 BW

Aansprakelijkheid werkgever richting eigen werknemers.

Werkgever heeft vergaande verplichting dat werknemer zijn werk veilig kan uitvoeren (VB: Instructies, Deze moet werkgever goed geregeld hebben).

Art. 7:658 lid 1 BW ; Hier staat in wat werkgever moet doen, zodat werknemer zijn werk veilig kan uitoefenen.

Als dit niet gedaan wordt, dan moet werkgever schade vergoeden aan de werknemer

Art. 7:658 lid 2 BW ; Als werkgever geen voorzorgsmaatregelen heeft getroffen, is werkgever aansprakelijk voor schade die een werknemer lijdt.

Behalve als werkgever heel veel voorzorgsmaatregelen getroffen heeft, is hij niet aansprakelijk.

Zorgplicht is centraal begrip hierbij ; Is werkgever aansprakelijk voor schade die werknemer geleden heeft?

Art. 7:658 lid 3 BW ; Is dwingend recht, dus als werkgever zijnde kan hiervan niet worden afgeweken.

Art. 7:658 lid 4 BW ; Geldt ook als je in opdracht van anderen werkzaam bent, VB: ZZP’er die in opdracht van een bedrijf bepaalde werkzaamheden uitoefent, ten behoeve van deze groep moeten ook voorzorgsmaatregelen geregeld zijn.

Art. 7:658 BW + Criteria jurisprudentie

1. Zorgverplichting van de werkgever

Schending : Zijn de publiekrechtelijke voorschriften niet of onvoldoende in acht genomen?

VB: Bij bedienen gevaarlijke machines ; Genoeg instructies gegeven?, Werknemer geschikt om machine te bedienen?, Voldoende maatregelen getroffen of risico in te dekken?

Werkgever is aansprakelijk als deze instructies/zorgverplichting ontbreekt

Werkgever moet risico regelmatig door communiceren richting de werknemer, dit is een constant proces wat in een bedrijf gedaan moet worden.

Hangt af van de gevaren waarmee men te maken heeft

Bewijslast zorgplicht ligt bij de werkgever, tegenargumenten waarom wel aan zorgplicht voldaan.

Causaal verband tussen schade en ongeval en Causaal verband tussen schending zorgplicht door werkgever en ongeval.

Heeft het niet in acht nemen van de veiligheidsmaatregel, de kans op schade, in aanmerkelijke mate vergroot?

Hierin werknemer bewijslast, werkgever mag wel tegenbewijs leveren dat hij wel aan veiligheidsvereisten heeft voldaan. Bewijslast word snel aangenomen bij schending zorgplicht.

Verweermiddel werkgever ; Ongeval waarschijnlijk ook gebeurd, indien de vereiste maatregelen wel waren genomen

Opzet / Bewuste roekeloosheid ; Werkgever vaak aansprakelijk, tenzij werknemer roekeloos gehandeld heeft

Werknemer moet onmiddellijk voorafgaande aan het ongeval, van het roekeloze karakter van zijn gedraging bewust zijn geweest

Schuldaansprakelijkheid, met omkering bewijslast.

Samenvatting van de criteria ;

Werknemer bewijst ;

· Schade

· Causaal verband ; Tussen schade en ongeval (makkelijk te bewijzen) en Tussen ongeval en schending zorgplicht (Snel aangenomen)

· Bedrijfsongeval

Werkgever kan zich verweren door te bewijzen dat ;

· Zorgverplichting wel is nagekomen

· Er sprake is van opzet of bewuste roekeloosheid bij de werknemer

Productaansprakelijkheid (Art. 6:185 BW)

Moet naar producent voor de aansprakelijkheid, deze moet jou schade gaan vergoeden.

Je kunt alle leveranciers die deelfabricaten leveren aansprakelijk stellen.

Productaansprakelijkheid is aansprakelijkheid wanneer je valt en zelf schade hebt geleden.

Producent die aansprakelijk gesteld kan worden (Art. 6:187 lid 2 t/m 4 BW) ;

· Fabrikant van eindproduct, onderdeel of van een grondstof

· Quasi-producent

· Importeur in de EG ; Eventueel leverancier

Product die aansprakelijk gesteld kan worden (Art. 6:187 lid 1 BW)

· Roerende zaak

· Elektriciteit

Gebrek (Art. 6:186 BW)

· Gebrek die je bij normaal gebruik niet zal verwachten, niet de veiligheid die men mag verwachten

Gelet op :

· Presentatie

· Redelijkerwijs te verwachten gebruik

· Tijdstip waarop product in verkeer werd gebracht

Schade (Art. 6:190 BW)

· Gevolgschade ; Moet minimaal 500 euro zijn, dan kun je naar producent toe en hem aansprakelijk stellen ; Lager dan 500 euro kun je naar winkelier toe, en moet deze het oplossen en is deze dus aansprakelijk

· Persoonsschade

· T.A.V. Consumenten ; Zaaksschade

· Minimale schade ; 500 euro

Samenvatting criteria

Benadeelde bewijst (Art. 6:188 BW)

· Schade

· Gebrek

· Causaal verband ; Tussen geleden schade en gebruik product

Producent kan tegenbewijs leveren door

· Verweren als vermeld in Art. 6:185 lid 1 sub a t/m f BW ; Bijvoorbeeld doordat wel handleiding bij product is geleverd, dus dan wel aan zorgplicht voldaan

Gevolgen voor ondernemer ; Beperken risico’s door ;

· Regelmatige kwaliteitscontroles zodat je op tijd actie kan ondernemen

· Bedingen opnemen in algemene voorwaarden

· Goede aansprakelijkheidsverzekering

Indien sprake is van gebrek (Art. 6:185 BW) dan is verkoper niet aansprakelijk voor gevolgschade, tenzij:

· Verkoper het gebrek kende

· Verkoper afwezigheid van het gebrek toegezegd

· Zaaksschade onder 500 euro

· Schade aan het gebrekkige product betreft

Art. 7:24 BW (Gevolgschade)

Indien sprake van gebrek (Art. 6:185 BW), dan bezitter niet aansprakelijk, tenzij:

· Zaaksschade onder 500 euro

· Gebrek later is ontstaan

Art. 6:173 BW

Art. 6:162 BW ‘restartikel’ als Art. 6:185 BW niet van toepassing is , bijvoorbeeld bij ;

· Zaaksschade in bedrijfsmatige uitoefening

· Er is geen sprake van een product

· Er is geen sprake van een gebrek als bedoeld in Art. 6:185 BW

Bij gebrekkige producten (Art. 6:185 BW), als je niet weet of je het allemaal aan kunt tonen is het algemene artikel (Art. 6:162 BW).

Drie verschillende overeenkomsten :

· Aanneming van werk (Art. 7:750 e.v. BW) ; Is eenmalige opdracht, werk van stoffelijke aard tot stand gebracht, Iemand die jij een opdracht geeft.

· Overeenkomst van opdracht (Art. 7:400 e.v. BW) ; Gaat over niet stoffelijke aard, Wordt bijvoorbeeld een dienst geleverd die niet tastbaar is. VB: Accountantskantoor die jaarrekeningen opstelt.

· Arbeidsovereenkomst (Art. 7:610 e.v. BW)

Arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd ;

Eindigt na datum die in OVK is opgenomen ; Zit einddatum aan en eindigt dus van rechtswege

Arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd ;

Begindatum (Geen einddatum)

Pensioendatum (AOW) is geen strikte einddatum, maar er kan wel worden opgezegd vanwege pensioengerechtigde leeftijd (Art. 7:669 lid 4 BW).

Algemene beeindigingsmogelijkheden ;

· Dood werknemer (Art. 7:674 BW)

· Opzegging tijdens proeftijd (Art. 7:676 BW)

· Ontslag op staande voet (Art. 7:677, 7:678 en 7:679 BW)

· Wederzijds goedvinden (Art. 7:670b BW)

Beeindiging arbeidsovereenkomst bepaalde tijd ;

Normaal : Eindigt van rechtswege

Aanzegplicht : 1 Maand voor einde opzeggen

Sanctie : Vergoeding of verlenging contract

Tussentijds opzeggen is niet mogelijk, tenzij afgesproken.

Sanctie: Doorbetalen tot einde contract.

Beeindiging arbeidsovereenkomst onbepaalde tijd ;

Werkgever en werknemer kunnen beide opzeggen

Twee mogelijkheden werkgever ;

· Werkgever heeft schriftelijke instemming werknemer. Werknemer kan binnen 14 dagen zonder reden wel herroepen

· Werkgever heeft geen toestemming werknemer: Toestemming UWV of ontbinding door kantonrechter

Toestemming UWV of ontbinding kantonrechter

Voorwaarden:

· Redelijke grond voor beendiging

· Herplaatsing binnen redelijke termijn is niet mogelijk

Wanneer welke instantie:

UWV ; Bij bedrijfseconomische redenen of bij ziekte langer dan twee jaar. Als je ontslag aanvraagt en je die krijgt, kun je je personeel ontslaan. Iemand moet wel twee jaar ziek zijn geweest en niet veelvuldig ziek (beter-ziek-beter-ziek), want dan kan het ontslag anders en eerder.

Kantonrechter ; Bij disfunctioneren en overige gronden Ontbinding dus geen opzegging. Persoonsgebonden redenen dus. Moet dan wel onderbouwen waarom het niet goed gaat met werknemer, en kantonrechter beslist dan of werkgever mag opzeggen of niet.

Opzeggingswijze, Art. 7:672 BW

· Aan het einde van de maand

· Rekening houdend met opzegtermijn

Of je nou op 1 of 27 februari te horen krijgt of je contract opgezegd wordt, wordt maart altijd de opzegtermijn. De maand waarin opgezegd wordt, wordt niet meegerekend met de opzegtermijn.

Situaties waarin niet opgezegd mag worden : Art. 7:670 en 7:670a BW

Transitievergoeding (Art. 7:673 – 7:673d BW) ;

Zowel bij opzegging als ontbinding

Als werknemer minimaal twee jaar in dienst is

Werknemer 18 jaar of ouder

Tenzij ernstige verwijtbaarheid of initiatief werknemer

Hoogte vergoeding ;

1/3 maandsalaris per dienstjaar, na 10 jaar ½ maandsalaris per dienstjaar

Maximaal 75.000 of maximaal jaarsalaris (als dat hoger is)

Lager te stellen bij slechte financiële situatie werkgever

Kosten voor bijzondere trajecten mogen in mindering gebracht worden (bijv. Outplacement)

Aanvullende vergoeding bij ernstige verwijtbaarheid (Art. 7:673 lid 9 BW)

Is dwingend recht

Geen transactievergoeding ;

Werknemer jonger dan 18 jaar

Einde arbeidsovereenkomst op of na AOW leeftijd/andere pensioenleeftijd

Ernstige verwijtbaarheid werknemer

Werkgever en werknemer kunnen in hoger beroep bij Gerechtshof en in cassatie bij Hoge Raad tegen vonnis (Art. 7:683 BW).

Omgevingsrecht ;

Gaat over bescherming fysieke leefomgeving

Je mag niet zomaar iets veranderen in een omgeving, want uitbreiden in bijvoorbeeld productie kan ook leiden tot meer uitstoot.

Wabo (Wet algemene bepalingen omgevingsrecht) is belangrijkste wet, Uitwerking staat in besluit omgevingsrecht (Bor) en Ministeriele regeling omgevingsrecht (Mor).

Een omgevingsvergunning voor een geheel project, voor alle deelactiviteiten dus.

Bij elke verandering moet je toestemming hebben van de gemeente.

Vergunningsplichtige activiteiten ;

· Omgevingsvergunning nodig voor plaatsgebonden projecten

· Project bestaat uit een of meer activiteiten

· Art. 2.1 en 2.2 Wabo beschrijven vergunningsplichtige activiteiten

Art. 2.1 Wabo regels vanuit centrale overheid en Art. 2.2 Wabo regels vanuit gemeente en provincie

Twee activiteiten van belang ;

· Activiteit bouwen

· Activiteit milieu, VB: Door productie, boven toegestane CO2 uit.

Vergunning voor activiteit milieu ;

· Vergunningplicht in Art. 2.1 lid 1 onder e Wabo

· Voor het oprichten, veranderen, of in werking hebben van een inrichting

· Indien inrichting nadelige gevolgen heeft voor het milieu

· Categorieën van inrichtingen met nadelige gevolgen staan opgenomen in het Besluit omgevingsrecht

Soms is het zo dat je en een bouwvergunning en een milieuvergunning aan moet vragen.

Milieu alleen aanvragen, wanneer het bekend is voor je dat je boven norm gaat komen van een eerdere vergunning.

Toetsingskader voor activiteiten milieu ; Art. 2.14 Wabo

· Algemene weigeringsgrond is belang bescherming milieu

· Uitgangspunt is niet weigering, maar verbinden van voorschriften om nadelige gevolgen milieu te voorkomen ; Om hier alsnog vergunning te kunnen verlenen, vanuit overheid meedenken naar mogelijke oplossing om het plan alsnog door te kunnen laten gaan.

· Doel- of middelvoorschriften (VB: Voor voorkomen teveel uitstoot)

Vergunning activiteit bouwen ;

· Geeft recht bouwwerk op te richten uit te breiden of te verbouwen

· Bouwwerk ; Constructie, Enige omvang, (in)direct verbonden met grond, Bedoeld om blijvend te functioneren

· Kleinere bouwwerken uitgesloten van vergunningsplicht in Bor

· Vergunningsplicht in Art. 2.1 lid 1 onder a Wabo

· Toetsingskader in Art. 2.10 lid 1 Wabo

Toetsingskader activiteit bouwen ; Art. 2.10 lid 1 Wabo

Vier soorten weigeringsgronden ;

(1) Strijd met bouwbesluit ; Technische toets bouwplan op gebied

Veiligheid

Gezondheid

Bruikbaarheid

Energiezuinigheid

Moet beter zijn dat het voorgaande

(2) Strijd met bouwverordening ; VB: Parkeergelegenheid ; Moet wel gelegenheid zijn voor klant om te kunnen parkeren met auto

(3) Strijd met bestemmingsplan ;

Bestemmingsplan bevat goed ruimtelijke ordening

Is het bouwplan op locatie toegestaan? VB: Teveel uitstoot van gassen

Ontheffingsmogelijkheden

(4) Strijd met redelijke eisen welstand ;

Betreft uiterlijk bouwplan

Welstandscomissie adviseert, of het er wel of niet mag komen

VB: Monumentale panden worden hierbij extra beschermt, hierin mogen niet zomaar veranderingen in aangebracht worden.

Past het gebouw op deze plek waar het gebouwd wil gaan worden? VB: Een grote uitstoottoren past niet midden in de stad.

Toetsing is bij gemeentelijke bepalingen tegen Burgermeester en Wethouders (BMW).

Alleen anders als het tegen de overheid bepalingen zijn.