wordpress.com · web view7 ik spreek nederlands tijdens de lessen. 8 ik kan op een beschrijvende...
TRANSCRIPT
School 1B PAV
LEERPLANDOELEN
Check hieronder wat je allemaal moet kennen en kunnen na afloop van dit thema. Je kan de doelstellingen die je bereikt hebt, telkens afvinken. Op het einde van het thema krijg je een rapportje met de bereikte doelen mee. Zo weet je waar je nog extra aandacht moet aan besteden.
Leerplandoel Leerling Leerkracht
Domein : functionele taalvaardigheid
Kijk- en luistervaardigheid
3 Ik kan informatie in een tekst opzoeken.
4 Ik kan informatie uit een luisterfragment halen.
5 Ik kan op de afgesproken manier naar mijn leerkracht en klasgenoten luisteren.
Spreekvaardigheid
7 Ik spreek Nederlands tijdens de lessen.
8 Ik kan op een beschrijvende manier spreken tijdens de lessen.
10 Ik druk me expressief uit tijdens het spreken.
11 Ik houd me aan de afspraken tijdens het voeren van een gesprek tijdens de lessen.
Leesvaardigheid
13 Ik lees bepaalde woorden foutloos en zonder herhaling.
14 Ik kan een eenvoudige tekst hardop lezen en begrijpen.
2
School 1B PAV
15 Ik kan beschrijvende informatie uit een tekst halen.
16 Ik kan instructies in een tekst ordenen en structureren.
17 Ik kan eenvoudige teksten beoordelen.
Schrijfvaardigheid
20 Ik heb een goede schrijfhouding en een duidelijk en goed leesbaar handschrift.
21 Ik kan eenvoudige woorden en zinnen op- en overschrijven.
23 Ik kan een boodschap neerschrijven volgens de vooropgestelde structuur.
24 Ik kan teksten verzorgen rekening houdend met een aantal afspraken.
26 Ik breid mijn woordschat uit.
Domein : taalbeschouwing
29 Ik kan woorden correct spellen en benoemen (persoonsvorm, onderwerp, lidwoord, …)
30 Ik kan reflecteren aan de hand van het OVUR-principe.
3
School 1B PAV
Domein : functionele rekenvaardigheid
Basisvaardigheden
33 Ik kan met een zakrekenmachine optellen, aftrekken, vermenigvuldigen, delen en een percent nemen van een getal.
34 Ik kan rekenen met en zonder kommagetallen.
35 Ik kan het gemiddelde berekenen.
Schaal / percent
41 Ik kan met een plan en een plattegrond werken.
Domein : functionele informatieverwerking
Informatie vinden, selecteren en interpreteren
67 Ik kan enkele verkeers- en informatieborden en pictogrammen verklaren.
68 Ik kan uit aangereikte historische en/of actuele bronnen informatie halen.
Informatie beoordelen
69 Ik kan bepalen of de informatiebronnen betrouwbaar zijn.
Domein : organisatiebekwaamheid
Organisatie eigen leven
70 Ik kan enkele begrippen in verband met tijd juist gebruiken.
4
School 1B PAV
Domein : Tijd en ruimte
Actualiteit en het dagelijkse leven
77 Ik kan historische periodes en door de leerkracht aangeboden gebeurtenissen en hun datum op een tijdsband plaatsen.
79 Ik kan het dagelijks leven en de tijdsbesteding vandaag vergelijken met die van mijn ouders en grootouders.
80 Ik kan de tijdsbesteding in de eigen streek vergelijken met die in andere gebieden.
Situeren – oriënteren
88 Ik kan een atlas juist gebruiken.
90 Ik kan enkele plaatsen op een stratenplan van de gemeente van mijn school aanduiden en de route uitstippelen van de ene plaats naar de andere.
Ik en de maatschappij
97 Ik kan het schoolreglement en de afspraken in eigen woorden uitleggen.
5
School 1B PAV
SYMBOLEN
Onderstaande symbolen komen steeds terug in de themabundeltjes. We verklaren ze even:
Je moet een opdracht uitvoeren Spelend leren
Een prikker wijst op belangrijke dingen
Voor deze opdracht gebruik je een computer
Enkel voor snelle werkers Je werkt alleen
Benodigd materiaal Je werkt per 2
Voor deze oefening mag je je rekenmachine gebruiken Groepswerk
Doe-activiteiten Hoekenwerk
6
School 1B PAV
MATERIAAL
Je hebt een aantal dingen steeds nodig tijdens de lessen PAV. Zet een kruisje bij wat je nog niet hebt in je boekentas.
Materiaal Nog meebrengen
Een blauwe, zwarte, rode en groene balpen
Een meetlat
Een rekenmachine
Kleurpotloden en stiften
Een schaar en een lijmstift
Een schrijfpotlood
Een gom
Een slijper
Je ringmap met je themabundeltjes In de klas bewaren
Een woordenboek In de klas
Een atlas In de klas
Je goed humeur en je gezond verstand
7
School 1B PAV
PAV
WAT IS PAV?
Op je lessenrooster zag je vast en zeker PROJECT ALGEMENE VAKKEN staan. Afgekort spreken we van PAV. Voortaan maken we geen onderscheid meer tussen de algemene vakken, zoals Nederlands, wiskunde, geschiedenis, aardrijkskunde, natuurwetenschappen…
Tijdens PAV zullen er vanuit bepaalde thema’s taal- en rekenvaardigheden worden aangeleerd en je krijgt ook maatschappelijke vorming. In dit nieuwe vak zal je dus zowel leren om zo weinig mogelijk schrijffouten te
maken, leren berekeningen maken die je praktisch kan toepassen, leren hoe onze maatschappij eruit ziet…
PAV is ook een beetje als een praktijkvak. Je bent voortdurend bezig; alleen, in kleine groepjes of met de hele klas. Je hoeft niet altijd dingen uit je hoofd te leren, maar vooral leren door te doen.
SCHOOLGERIEF
Voor PAV werken we hoofdzakelijk met themabundels. Daarom zal je geregeld een bundeltje bladen krijgen. Zo’n bundeltje is dan tegelijk je werkschrift en je handboek. Houdt deze bladen zorgvuldig bij in een map. Werk steeds ordelijk en draag zorg voor je materiaal.
Aan het begin van elk themabundeltje staat wel materiaal je tijdens de lessen steeds moet meebrengen.
8
School 1B PAV
TIJD OM KENNIS TE MAKEN!
WIE BEN IK?
Vul de tabel in.
Gegevens Mijn antwoord
Voornaam
Achternaam
Geboortedatum + leeftijd
Geboorteplaats + geboorteland
Woonplaats
Lievelingsvak op school
Lievelingskleur
Lievelingsfilm
Lievelingsliedje
Lievelingsboek
Hobby’s
Minst leuke vak op school
Je krijgt een sjabloon met een dobbelsteen van de leerkracht. Knip de dobbelsteen uit en versier hem volgens jouw persoonlijkheid. Vouw de flapjes om en lijm de dobbelsteen nadien in elkaar.
Stel jezelf voor aan de klas met behulp van je zelfgemaakte dobbelsteen en de informatie uit de tabel.
9
School 1B PAV
SPEEDDATING
Aangezien de meeste leerlingen elkaar nog niet kennen, spelen we een spelletje speeddating. Voordat je hier aan kan starten, ga je voor jezelf minstens 5 vragen noteren. Deze vragen ga je uiteindelijk stellen aan je klasgenoten.
Mijn 5 vragen:
1. ___________________________________________________________________________
___________________________________________
2. ___________________________________________________________________________
___________________________________________
3. ___________________________________________________________________________
___________________________________________
4. ___________________________________________________________________________
___________________________________________
5. ___________________________________________________________________________
___________________________________________
Je maakt in de klas 2 cirkels, 1 buitencirkel en 1 buitencirkel. Er moeten telkens 2 leerlingen tegenover elkaar zitten. Van zodra de leerkracht een signaal geeft, krijg je 1 minuut de tijd om zo veel mogelijk van je vragen te stellen aan je klasgenoot tegenover jou. Na 1 minuut schuif je door. Dit herhalen we tot iedereen aan de beurt is geweest. Uiteindelijk wisselen de 2 cirkels en doen we hetzelfde.
10
School 1B PAV
KLASBINGO
Tijd voor een spelletje bingo! Hieronder staat een tabel. In elk vakje staat een bepaald kenmerk.
Straks loop je allemaal door elkaar in de klas. Je mag aan elkaar enkel ja/nee-vragen stellen. Als je een kenmerk hebt ontdekt, schrijf je de naam van de leerling (of leerkracht) mee in het vakje.
De eerste die bij alle kenmerken een naam heeft staan is gewonnen.
Doet niet aan sport
Is linkshandig Doet een balsportKan goed met de computer werken
Helpt in het huishouden
Heeft een huisdier
Speelt een instrument
Heeft 1 of meerdere broers
Danst graag Kijkt graag films Vindt school leukKomt met de fiets
naar school
Heeft 1 of meerdere zussen
Leest graag boeken
Komt met bus of tram naar school
Gaat regelmatig naar het
buitenland
M&M-SPEL
11
School 1B PAV
De leerkracht komt dadelijk rond met een zak M&M’s. Je mag er 5 nemen, maar nog niet meteen opeten! Elke kleur staat voor een bepaalde vraag die je moet beantwoorden. Heb je de vraag beantwoord, mag je je M&M opeten en gaan we naar de volgende leerling. Als iedereen zijn 5 M&M opgegeten heeft, is het spel gedaan.
De betekenis van elke kleur :
- Rood : iets wat je afgelopen vakantie gedaan hebt.
- Oranje : iets wat je leuk vind op/aan school.
- Geel : iets wat je helemaal niet leuk vind op/aan school.
- Groen : iets dat je graag in je vrije tijd doet.
- Bruin : iets over toen je nog klein was.
- Blauw : iets waar je trots op bent.
12
School 1B PAV
MIJN SCHOOL
EEN PLATTEGROND VAN DE SCHOOL
Je krijgt van de leerkracht een plattegrond van de school. Hier horen enkele opdrachten bij.
1. Kleur de lokalen waar je les zal krijgen rood. Schrijf in elk lokaal ook het vak dat je zal krijgen.
2. Duidt in het blauw aan waar je moet naartoe gaan als het brandalarm afgaat. 3. Kleur in het groen waar je moet zijn als je studie hebt. 4. Kleur de toiletten in het oranje.5. Kleur in het paars het secretariaat. 6. Kleur de trappenhallen in het grijs. 7. Kleur het bureau van de leerlingenbegeleidster in het geel.
WANDELING DOOR DE SCHOOL
Je gaat nu met je leerkracht op wandel door de school. Je maakt kennis met het secretariaat, de leerlingenbegeleidster, de fietsenkelder, de studiezaal, de verschillende vaklokalen, de sportzaal, de mediatheek, de schooltuin, de speelplaats.
Op verschillende plaatsen houden we halt om enkele belangrijke afspraken te overlopen.
13
School 1B PAV
Welke pictogrammen ben je tijdens de wandeling allemaal tegengekomen? Teken ze en schrijf de betekenis erbij.
Pictogram Betekenis
_______________________________
_______________________________
_______________________________
_______________________________
_______________________________
_______________________________
_______________________________
_______________________________
_______________________________
_______________________________
_______________________________
_______________________________
_______________________________
_______________________________
_______________________________
_______________________________
_______________________________
_______________________________
_______________________________
_______________________________
14
School 1B PAV
WAAR LIGT DE SCHOOL?
Wat is het adres van de school? _______________________________________
In welke gemeente ligt de school? _____________________________________
Duid de school aan op de kaart van deze gemeente.
Duid ook onderstaande items aan met een cijfertje :
1) De dichtstbijzijnde tramhalte
2) De dichtstbijzijnde bushalte
3) Fort van Merksem
4) Rode loop
5) Het zwembad
6) Carrefour
7) Park van Merksem
8) De bioscoop
15
School 1B PAV
In welke provincie ligt Merksem? ______________________________________
Kleur deze provincie in het rood op de kaart van België.
Kleur de overige provincies volgens onderstaande kleurencode.
- West-Vlaanderen : blauw
- Oost-Vlaanderen : groen
- Limburg : oranje
- Vlaams-Brabant : paars
- Waals-Brabant : grijs
- Henegauwen : geel
- Namen : roze
- Luxemburg : bruin
Welke provincie is er overgebleven? ___________________________________
16
School 1B PAV
WIE IS WIE OP SCHOOL?
DE LEERKRACHTEN IN 1B
Speel een spelletje memory. Je gaat aan elk vak een leerkracht proberen te combineren. Zo weet je snel wie iedereen is. Let op, niet alle leerkrachten zijn voor iedereen van toepassing.
Maak de juiste combinatie.
Frans ⃝� ⃝� Mr. StaelsPAV ⃝� ⃝� Mr. BaertTechniek ⃝� ⃝� Mevr. CourtelLO ⃝� ⃝� Mevr. FranckMO ⃝� ⃝� Mr. DenauxPO ⃝� ⃝� Mevr. BassezB&R ⃝� ⃝� Mr. UguzIslam ⃝� ⃝� Mr. RazzokNCZ ⃝� ⃝� Mevr. LenaersKatholieke godsdienst
⃝� ⃝� Mr. Willemot
Welke leerkracht is er overgebleven? ___________________________________
Wat doet deze leerkracht? ____________________________________________
________________________________________________________________
________________________________________________________________
________________________________________________________________
ANDERE BELANGRIJKE MENSEN OP SCHOOL
17
School 1B PAV
1. De directeur : _______________________________________________
2. Het secretariaat : ____________________________________________
___________________________________________________________________________
___________________________________________
3. Het economaat : _____________________________________________
4. De leerlingenbegeleiding : ______________________________________
JE KLASTITULARIS
Wie is je klastitularis? ______________________________________________
Waar kan je bij je klastitularis voor terecht? ____________________________
________________________________________________________________
________________________________________________________________
CLB
Wie is de contactpersoon van het CLB bij ons op school? _____________________
Waar kan je bij het CLB voor terecht? ___________________________________
________________________________________________________________
________________________________________________________________
18
School 1B PAV
MIJN SCHOOLAGENDA
Op school leven veel mensen samen. Leerlingen, leraren, personeel, maar ook je ouders horen erbij. Daarom zijn duidelijke afspraken en een goede planning heel belangrijk. Je hebt verschillende leraren. Zij geven allemaal op een ander moment opdrachten. Voor jou is het handig om een goede planning op te stellen.
Benodigd materiaal:
o Een balpen
o Je schoolagenda met je lessenrooster
o Een rekenmachine
Los onderstaande vragen op.
1. Noteer om te beginnen de naam en het volledige adres van onze school.
________________________________________________________________________________________________________________________________
2. Je bent ziek en je moet de school verwittigen dat je niet kan komen. Welk telefoonnummer moet je intoetsen? ____________________________
3. Waar en wanneer moeten je ouders je schoolagenda ondertekenen?
________________________________________________________________________________________________________________________________
4. Hoeveel leerkrachten heb je? Wat is de naam van de leerkrachten?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
19
School 1B PAV
5. Hoeveel lesuren heb je? __________________________________________
6. Hoeveel lesuren heb je iedere leerkracht gemiddeld?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
7. Hoeveel lesuren kan je per dag maximum hebben? ______________________
8. Hoeveel lesuren heb je per week? ___________________________________
9. Hoeveel minuten duurt de voormiddagpauze? _________________________
10.Hoeveel minuten duurt de middagpauze? _____________________________
Even controleren :
20
Je schoolagenda…
… wordt gebruikt voor opmerkingen aan je ouders.
… wordt gebruikt om je taken en lessen in te schrijven, zodat je alles op tijd kunt afgeven of studeren. Je gebruikt hem ook om je boekentas te maken.
… moet wekelijks door je ouders nagekeken en ondertekend worden.
… wordt ook ingevuld als je afwezig was.
Het gemiddelde berekenen :
Gemiddelde = aantal lesuren .
aantal leerkrachten
School 1B PAV
Heb je volgende opdrachten (onder toeziend oog van je leerkracht) uitgevoerd? Zet een kruisje in het vakje indien de opdracht klaar is. Maak de onafgewerkte opdrachten nu af.
o Eerst blad ingevuld met naam, klas, adres, telefoonnummer, klastitularis?
o Lessenrooster ingevuld?
o Voor de maand september per dag de vakken genoteerd?
o Agenda gekaft?
o Etiket op je agenda met naam, klas en klasnummer?
o Naam, klas en klasnummer op de rug van je ringmap?
De leerkracht heeft kaftpapier en etiketten in de klas ter beschikking. Indien je klaar bent met de eerste 3 opdrachten mag je je agenda zelf kaften. Je leerkracht heeft stappenplannen met foto’s ter beschikking zodat je weet wat je moet doen.
21
School 1B PAV
MIJN BOEKENTAS
Afhankelijk van de vakken die je hebt, moet je elke dag iets specifieks in je boekentas steken. Zo heb je voor LO een turnzak of zwemgerief nodig, voor PO je schetsboek, voor MO je blokfluit, … .
Maak een lijstje met de spullen die je moet meebrengen naar school. Gebruik onderstaande tabel. Zo ben je steeds in orde.
Maandag Dinsdag Woensdag
- Schoolagenda- Schrijfgerief- _______________- _______________- _______________- _______________- _______________
- Schoolagenda- Schrijfgerief- _______________- _______________- _______________- _______________- _______________
- Schoolagenda- Schrijfgerief- _______________- _______________- _______________- _______________- _______________
Donderdag Vrijdag
- Schoolagenda- Schrijfgerief- _______________- _______________- _______________- _______________- _______________- _______________
- Schoolagenda- Schrijfgerief- _______________- _______________- _______________- _______________- _______________- _______________
22
School 1B PAV
MIJN SCHOOLRAPPORT
Ongeveer elke maand krijgt je een rapport. Dit rapport toont je vorderingen doorheen het schooljaar. Voor elk vak staan er een aantal doelen die je voor die periode behaald moet hebben. Ook punten op taken en toetsen staan erin vermeld.
De doelen worden met een kleurencode beoordeeld. Jijzelf zal deze doelen ook telkens moeten beoordelen. Zo leer je jezelf goed inschatten en kom je niet voor verassingen te staan.
De kleurencodes :
Doel behaald Doel nog niet helemaal behaald Doel niet behaald
Naast de vakken, word je ook op sociale vaardigheden beoordeeld. De vaardigheden die elke maand terugkomen zijn :
Doel Beoordeling leerling
Beoordeling
leerkracht
Ik kom op tijd naar school.
Ik ben in orde met het gevraagde materiaal.
Ik studeer mijn lessen en maak mijn huiswerk.
Ik vul mijn agenda in en laat deze tekenen door mijn ouders.
Ik ben vriendelijk en respectvol tegenover mijn klasgenoten en leerkrachten.
Ook het aantal afwezigheden en te laat komen, word in je rapport vermeld.
23
School 1B PAV
MIJN KLAS
ATTITUDES IN DE KLAS
Je krijgt een lijstje met een heleboel attitudes in de klas. Maak in groepjes van 4 een top 10 van attitudes die jullie belangrijk vinden in de klas. Je mag ook eigen attitudes gebruiken i.p.v. diegenen op het lijstje. Daarna is het tijd om te debatteren.
1. ________________________________________________________
2. ________________________________________________________
3. ________________________________________________________
4. ________________________________________________________
5. ________________________________________________________
6. ________________________________________________________
7. ________________________________________________________
8. ________________________________________________________
9. ________________________________________________________
10. ________________________________________________________
Mogelijke attitudes :
Beleefd zijn – respect – vriendelijkheid – stiptheid – in orde zijn – rustig zijn – geen ruzie maken – netheid – samenwerken – ordelijkheid – doorzettingsvermogen –
flexibiliteit – zin voor initiatief
24
School 1B PAV
POST-IT SPEL
De leerkracht geeft aan elke leerling 4 post-its. Daarna schrijft ze 4 vragen op het bord. Schrijf voor elke vraag een antwoord op een post-it. Kom ze nadien aan het bord bij de juiste vraag hangen. We bespreken de antwoorden nadien klassikaal.
De vragen zijn als volgt:
1. Hoe kan jij zorgen voor een goede sfeer in de klas?2. Hoe kan de leerkracht zorgen voor een goede sfeer in de klas?3. Welke straf moet een leerling krijgen die zich niet gedraagt in de klas?4. Welke beloning moeten leerlingen krijgen die rustig zijn en goed meewerken?
KLASREGELS
Welke regels vind jij belangrijk in een klas? Noteer er minstens 5.
1. ______________________________________________________________________________________________________________________
2. ______________________________________________________________________________________________________________________
3. ______________________________________________________________________________________________________________________
4. ______________________________________________________________________________________________________________________
5. ______________________________________________________________________________________________________________________
Ontwerp in groepjes een poster waarin de klasregels duidelijk zichtbaar zijn. Geef de poster een plekje in de verschillende klaslokalen.
25
School 1B PAV
MIJN DROOMKLAS
Maak in groepjes van 2 een maquette van je droomklas. Je krijgt hiervoor gekleurd papier/karton en ander knutselgerief ter beschikking. Je gebruikt een schoendoos, die als de muren van je lokaal dienen. Vergeet niet dat er een deur en ramen zijn in het lokaal.
Je kan onderstaand vierkant gebruiken om een schets van je lokaal te maken.
SCHOOL VROEGER EN NU
26
School 1B PAV
EVEN VERGELIJKEN…
Een 100 à 200-tal jaar geleden ging het er in het onderwijs anders aan toe dan vandaag de dag. Schoolgebouwen en klaslokalen zagen er anders uit. Lessen werden op een andere manier gegeven dan dat wij nu gewoon zijn. Kinderen die iets uitgespookt hadden, kregen vaak een ander soort straf dan wij in de 21 ste
eeuw. En in die tijd werd er nog een groot onderscheid gemaakt tussen jongens en meisjes en tussen rijk en arm.
Hieronder vind je een aantal schooltermen van vroeger en nu. Plaats de termen in de juiste tijdsperiode.
computer, hoekenwerk, lijfstraffen, kale muren, lei en griffel, smartboard, kringgesprek, veel uit het hoofd leren, jongensschool, tipp-ex, meisjesschool,
gemengde school, internet, website, Eastpak rugzak, rekenschrift, kopieermachine, met 40 in de klas, 10 tot 20 leerlingen per klas, ‘s zaterdags les,
naar school tot 14 jaar, bic, geen schoolplicht
Vroeger Nu
____________________________
____________________________
___________________________
____________________________
____________________________
____________________________
__________________________
____________________________
EEN VERHAAL UIT 1493
27
School 1B PAV
Lees de tekst en los de bijbehorende opdrachten op.
“Noem me Gregoor”
De lessen beginnen weer. Jan stapt in zijn nieuwe klompen en stopt een appel en wat brood in zijn zak.
“Hier! Een geldstuk om de meester te betalen”, zegt zijn vader. Jan pakt het geld aan en loopt in de richting van het kasteel. Algauw staat hij bij een armzalig huisje aan de voet van de toren. Een groep jongens wachten voor de deur. Dan verschijnt er een oude man.
“Naar binnen”, zegt hij op onvriendelijke toon. Binnen is het somber. Er zijn geen tafels. Tegenover de stoel van de meester staan alleen wat banken. Net als de anderen gaat Jan zitten.
“Ik wil geen kik horen”, gromt de meester. Hij bergt het geld op dat hij kreeg en de les begint. Op een houten bordje laat hij letters zien: “Herhaal samen met mij: A, E, I, O, U …” De hele ochtend herhaalt Jan letters tot ze hem voor de ogen dansen.
Rond de middag zoekt Jan buiten een plaatsje om er zijn appel en het brood op te eten. Een kind met kortgeknipt, blond haar komt naast hem zitten. “Kom je graag naar school?” vraagt het kind nieuwsgierig. “Pffff, al die letters, ik vind het moeilijk”, zucht Jan. “Ik wil kunnen lezen en schrijven”, zegt het blonde kind. “Net zoals de jongens!”
Jan schrikt. Hij kijkt naar het smalle gezicht, de blauwe ogen en de lachende mond. “Maar … jij bent … een meisje! Meisjes gaan niet naar school.” “Het is een geheim. Ik heet Johanna, maar je moet me Gregoor noemen. Ik heb mijn haar kortgeknipt om er als een jongen uit te zien.”
28
School 1B PAV
Na de middag leren de kinderen met een griffel letters schrijven op een stuk lei. Jan zit naast Johanna. Het is een slim kind, haar letters zien er prachtig uit. “Heel goed, Gregoor!” zegt de meester als hij voorbij hun bank loopt. Dan draait hij zich naar de andere kinderen en bromt: “Kijk, bende stommelingen! Deze jongen hier leert snel. Hij zal het ver brengen …”
Onderweg naar huis lopen Jan en Johanna hand in hand. “Ik vind het fijn dat je net zoals ik naar school kunt”, zegt Jan.
“Er komt een dag dat alle meisjes naar school kunnen”, zegt Johanna. “Ik ben er zeker van!”
Nu zijn we in het jaar _____________ .
Het verhaal speelt zich af in het jaar _____________ .
Hoe lang is dat geleden? Kleur het juiste bolletje.
O ongeveer 400 jaar O ongeveer 500 jaar O ongeveer 600 jaar
Kleur de juiste periode op de tijdlijn en benoem deze.
3500 VC 800 VC 500 1500 1789 1945
Vul het schema aan met behulp van de tekst.
NU VROEGER
29
School 1B PAV
Ik doe sportschoenen aan. Ik doe _____________________ aan.
In mijn brooddoos zitten boterhammen, een koek en een stuk fruit.
Ik mijn zak zitten ________________ en _____________________ .
Ik kom bij het schoolgebouw aan. Ik kom aan bij _________________ .
De klas is mooi en gezellig ingericht.Tegenover de stoel van de meester staan alleen ________________ .
We schrijven met een balpen in een schrift.
De kinderen schrijven met een _______________ op een __________________ .
De leerkracht verandert regelmatig van lesonderwerp.
De hele ochtend _______________ . Jan ziet de letters voor zijn ogen dansen.
“Stilte a.u.b.”, zegt de meester.“Ik wil ________________ horen”,
______________ de meester.
30
School 1B PAV
NAAR SCHOOL IN 1930
Luister terwijl de leerkracht de brief die een grootvader schreef, voorleest en beantwoord daarna de vraagjes.
Brief van opa
Dag beste leerlingen,
Ik las laatst in de schoolkrant hoe het bij jullie op school gaat. Jullie hebben een hele toffe school. Bij mij op school vroeger ging het heel anders. Ik zal jullie een paar dingen vertellen over de school van vroeger.
Vroeger hadden wij geen pennen en schriften. Wij schreven toen met een griffel op een lei. Een lei was gemaakt van een bepaald soort steen. Er zat een lijst omheen. De griffel was een soort krijtje. Ieder kind had een eigen lei, griffel en sponzendoos. In die doos zat een vochtig sponsje. Daarmee kon je fouten wegvegen of je lei schoon vegen als hij vol was. Later kwamen er ook wel schriften en kroontjespennen. In elke schoolbank zat een potje met inkt. Over het potje zat een schuifje. Als je niet aan het schrijven was moest dat dicht. Iedereen had ook een inktlap. Daaraan veegde je de kroontjespen af als je klaar was.
De meisjes kregen in die tijd andere lessen dan de jongens. Zij leerden breien en naaien. Als je acht jaar was moest je een sok kunnen breien en gaten kunnen stoppen. Jongens hadden vaker gym, dit gebeurde op het schoolplein want een gymzaal was er toen nog niet. In de klas hadden we ook geen verwarming. Er stond een kachel in de klas waar kolen in werden gestookt. Ik ging vroeger samen met een paar andere jongens wat eerder naar school om de kachel te vullen of om het as weg te brengen. Daarvoor kregen wij dan een paar centen per dag.
31
School 1B PAV
Vroeger had je een armenschool en een burgerschool. Kinderen van rijke ouders gingen naar de burgerschool en de arme kinderen gingen naar de armenschool. Die was gratis. Voor de burgerschool moest je schoolgeld betalen.
Vroeger zaten de kinderen met z'n vieren naast elkaar in banken en je kon de tafels niet verplaatsen, en als je straf kreeg, moest je een bordje om je nek hangen waarop ezel stond geschreven of ezelsoren dragen en dan in de hoek van de klas gaan staan.
Ook waren de ramen heel hoog, naar buiten kijken kon haast niet. Wij moesten wij altijd heel netjes zitten met onze armen over elkaar, voeten naast elkaar en de rug recht.
Wij kregen wel dezelfde lessen op school als jullie nu. Maar het gebeurde wel op een andere manier. Lezen gebeurde altijd hardop en klassikaal. Als je goed was mocht je niet verder lezen, want dan kreeg je straf. Er waren ook niet zoveel boeken, zoals er nu zijn. Dus werden de boeken vaak nog een keer gelezen. Ook waren de verhalen minder leuk dan nu. Schrijven was vroeger veel belangrijker dan nu, iedereen moest zijn pen op dezelfde manier vasthouden. Vaak werd er aan schoon schrijven gedaan. Dan moesten we met onze vinger in de lucht gaan schrijven. Met rekenen moesten wij altijd heel veel rijtjes met geldsommen maken, koopmansrekenen noemden ze dat. Verder moesten we altijd alle tafels uit ons hoofd kennen.
Zo gingen er nog veel meer dingen anders dan nu bij jullie op school. Ik wou dat ik nog eens voor één dag jong kon zijn en ondervinden hoe het is om vandaag de dag school te lopen. Helaas pindakaas (heb ik van mijn kleindochter geleerd)!
Groeten, Opa Leo
32
School 1B PAV
1. Zoek in de brief van Leo 4 verschillen tussen school vroeger en school vandaag.
- _______________________________________________________________
- _______________________________________________________________
- _______________________________________________________________
- _______________________________________________________________
2. Welke 2 soorten scholen waren er?
________________________________________________________________
3. Hoe moesten de jongeren aan hun bank zitten?
________________________________________________________________
________________________________________________________________
4. Leg uit: “Meisjes kregen in die tijd andere lessen dan jongens”
________________________________________________________________
________________________________________________________________
5. Wat gebeurde er als je gestraft werd?
________________________________________________________________
________________________________________________________________
6. Waarom ging Leo ’s morgens vaak wat eerder naar school?
________________________________________________________________
________________________________________________________________
33
School 1B PAV
INTERVIEW MET JE OUDERS EN GROOTOUDERS
Stel onderstaande vragen aan één van je grootouders en één van je ouders.
Vragen Grootouder Ouders
1. In welk jaar werd je 12 jaar?
_______________________
_______________________
_______________________
_______________________
2. Naar welke school ging je
toen?
_______________________
_______________________
_______________________
_______________________
3. Was dit een gemengde
school?
_______________________
_______________________
_______________________
_______________________
4. Wat was je lievelingsvak?
Waarom?
_______________________
_______________________
_______________________
_______________________
5. Welk van vond je niet leuk?
Waarom?
_______________________
_______________________
_______________________
_______________________
6. Wat aten jullie als lunch?
_______________________
_______________________
_______________________
_______________________
7. Hadden jullie huiswerk?
_______________________
_______________________
_______________________
_______________________
8. Waren de leerkrachten streng?
_______________________
_______________________
_______________________
_______________________
34
School 1B PAV
SCHOOL IN DE WERELD
OP ONDERZOEK
Jij en je buur krijgen een pagina uit het boek "jouw school-mijn school". Vul samen de fiche in. Schrijf enkel sleutelwoorden! Met de fiche ga je over de school vertellen aan de klas.
De school van ____________ (____ jaar) uit __________________________
Wanneer begint/eindigt de school?
__________________________________________
__________________________________________
Welke talen spreekt men op school?
__________________________________________
__________________________________________
Welke vakken krijgen de kinderen?
__________________________________________
__________________________________________
Krijgen de kinderen eten op school? Wat?
__________________________________________
__________________________________________
Wat vinden jullie leuk/niet leuk aan de school?
__________________________________________
__________________________________________
SCHOLEN OVERAL TER WERELD
35
School 1B PAV
In welk land zijn deze foto's genomen? Schrijf het juiste land onder elke foto.
Kies uit: Afghanistan, Ethiopië, India, Brazilië, China, Noord-Ierland
_______________________________ ______________________________
_______________________________ ______________________________
_______________________________ ______________________________
Kleur de landen op de wereldkaart. Benoem ze.
36
School 1B PAV
DE MOBIELE SCHOOL
37
School 1B PAV
Bekijk het filmpje via onderstaande website en los de bijbehorende opdrachten op.
https://www.ketnet.be/karrewiet/in-de-wereld/karrewiet-in-bolivia/mobiele-school
1. Vul de tekst aan met de volgende woorden:
hoek, karretje, stad, vrijdag, geld, snoepjes, leerrijk, dag, Bolivia, straat, armste, klas, spelletjes
Claudia is 11 jaar oud. Ze woont en werkt in ____________________ Bolivia is één van de ________________ landen van Latijns-Amerika.
Claudia leeft de hele _______________ op straat.
Ze verkoopt ________________ om haar familie te helpen.
Ze heeft weinig tijd over om naar school te gaan.
Elke ________________ komt de mobiele school naar de ________________ waar Claudia woont. De mobiele school is een ________________ met een schoolbord en honderden ________________ .
De kinderen hebben geen ________________ meer nodig.
Ze kunnen gewoon op de ________________ van de straat naar school.
De spelletjes zijn heel leuk en ________________ . De kinderen kunnen het moeilijke leven op ________________ even vergeten. Claudia is altijd blij als de mobiele school voorbijkomt.
Jammer genoeg kunnen de kinderen maar één dag per week naar school. De andere dagen moeten ze de straat op om ________________ te verdienen.
2. Duid Bolivia aan op de wereldkaart (p. 37) .
3. Teken en kleur de vlag van Bolivia in het vakje.
38
School 1B PAV
4. Wat is de mobiele school?
________________________________________________________________
________________________________________________________________
5. Wanneer gaat Claudia naar school?
________________________________________________________________
6. Wat doet Claudia als ze niet naar school gaat?
________________________________________________________________
7. Wat doe jij als je niet naar school gaat?
________________________________________________________________
8. Doe jij ook iets om je familie te helpen? Wat?
________________________________________________________________
KLOKLEZEN
39
School 1B PAV
De tijdstippen waarop de lessen beginnen, verschillen waarschijnlijk met de uren die jullie gewoon waren. Om er zeker van te zijn dat jullie altijd overal op tijd zijn, gaan we oefenen op kloklezen.
Om de tijd af te lezen gebruiken we een klok. Er zijn 2 soorten klokken :
_____________________________ _____________________________
DE ANALOGE KLOK
Een analoge klok heeft 3 wijzers :
1. De grote wijzer geeft de ___________________________ aan.
2. De kleine wijzer geeft de ______________________ aan.
3. Soms is er nog een derde wijzer : ___________________________ .
Welke tijd geeft onderstaand klokje aan?
_________________________________________________
EEN UUR
40
School 1B PAV
Een uur bedraagt ___________________ minuten.
Kleur 1 volledig uur netjes in het groen in op de klok.
41
School 1B PAV
EEN HALF UUR
Een half uur bedraagt ____________ minuten.
Kleur nu netjes in het blauw een half uur in op de klok.
42
School 1B PAV
EEN KWARTIER
Een kwartier bedraagt ______________ minuten.
Kleur netjes in het rood een kwartier in op de klok.
43
School 1B PAV
DRIEKWARTIER
Driekwartier bedraagt ____________ minuten.
Kleur netjes in het oranje driekwartier in op de klok.
44
School 1B PAV
OEFENINGEN
Je krijgt een klokje van de leerkracht. De leerkracht gaat een heleboel opdrachtjes geven en het is aan jou om de juiste tijd op je klokje aan te duiden.
We maken de oefeningen rond tijd op de aparte werkblaadjes. Je werkt op je eigen tempo. Er zijn oefeningen voor beginners, gevorderden en experten.
We sluiten af met een quiz met ons klokje. Goed oefenen is dus de boodschap!
DE DIGITALE KLOK
Ook de digitale klok geeft de tijd weer:
1. Het getal voor de 2 puntjes geeft de ________________ aan.
2. Het getal na de 2 puntjes geef de ________________________ aan.
De digitale klok geeft wel / geen seconden aan.
Welke tijd geeft onderstaand klokje aan?
____________________________________________
ACTUA
45
School 1B PAV
ORIËNTEREN
Sla de krant open, bekijk het nieuwsbericht, kijk naar een nieuwsuitzending,… Telkens je dit doet, vindt je wel een artikel rond onderwijs. Het wordt tijd om dit eens van dichtbij te bekijken.
VERKENNEN
Je werkt per twee. Je surft naar www.hln.be . Je kiest een artikel rond onderwijs naar keuze en gaat dit volledig bekijken. Je beantwoordt de vragen.
UITVOEREN
Wat is de titel van jullie artikel? ______________________________________
________________________________________________________________
Wie heeft jullie artikel geschreven? ____________________________________
Wanneer is het artikel gepubliceerd? __________________________________
Over wie of wat gaat het artikel? ______________________________________
Over welke winkel gaat het artikel? ____________________________________
Hoeveel tussentitels heeft het artikel? __________________________________
Welke? __________________________________________________________
________________________________________________________________
________________________________________________________________
In welk land speelt jullie artikel zich af? ________________________________
Vat het artikel in 5 zinnen samen.
46
School 1B PAV
__________________________________________________________________________________
__________________________________________________________________________________
__________________________________________________________________________________
__________
Waarom hebben jullie dit artikel gekozen?
__________________________________________________________________________________
______________________________________________
Geef jullie mening over het artikel.
__________________________________________________________________________________
__________________________________________________________________________________
____________________________
REFLECTEREN
Noem 2 dingen die je goed gedaan hebt : _______________________________
________________________________________________________________
Noem 2 dingen waar je nog aan moet werken : __________________________
________________________________________________________________
EXTRAATJES VOOR SNELLE WERKERS
WOORDZOEKER
47
School 1B PAV
In het rooster zitten 20 woorden verborgen. Duid ze aan.
S S H K V O M S S K T S P K P O W O E
E C D A A U W B V O R I K L B D V I I
A G H N F A J K L P O E D A R V B V T
W M A O A B T J O F P R H S W C O Q N
Q B O L O L C S D A P L G T A G E N A
K N S L E L R I I V A O F I R P K G K
V J J Q P O R E E U R O J T M C E H A
L C P I K I T E D B H H P U D N N L V
C D P Y H Z D E G E B C C L D X T I N
A Z A P N X K J I L N S U A J R A G D
L O O H C S P I V D E T B R U U S E Z
N G M E Y E J W A O U M O I L E R B N
S T R A F S T U D I E T E S N T E E N
O U D E R C O N T A C T S N E C D U E
S T A A L P L E E P S P Y K T E U M R
V Z J F N X E O N F O N J Q Q R T Q E
G G E L T A K U F P A M O L P I D N D
T A A I R A T E R C E S Q U V D R Z U
S N E M A X E Z P E N N E N Z A K E T
D S D P I M W K H B K J U I G C A P S
DE EEUWIGDURENDE KALENDER
48
School 1B PAV
Los de vragen op aan de hand van de eeuwigdurende kalender.
Misschien weet je het, omdat je ouders het je verteld hebben. Maar ook dan nog kan je controleren of het klopt. Aan de hand van de eeuwigdurende kalender die je hieronder vindt, kan je berekenen op welke dag van de week jij geboren bent. Los eerst klassikaal de voorbeeldvraag op. Bereken nadien op dezelfde manier je geboortedag.
VOORBEELDVRAAG:
Daisy is geboren op 10 juli 1982.
Zoek onder A het geboortejaar van Daisy (1982).
Ga van daaruit op dezelfde lijn naar de geboortemaand onder B (juli). Welk cijfer staat daar? __________
Tel bij dat cijfer de dag van de geboortedatum van Daisy op. Die dag is de _______
Maak nu de som: _________ + __________ = _____________
Zoek nu onder C het cijfer van de uitkomst.
De dag die je hebt teruggevonden, is Daisy’s geboortedag’.
Noteer in een volzin op welke dag Daisy geboren is. __________________________________________________________________________________
______________________________________________
Eeuwigdurende kalender 1901 – 2099
A Jaren B Maanden C Weekdagen
49
School 1B PAV
1901-2000 2001-2099 J F M A M J J A S O N D
25 53 81 09 37 65 93 4 0 0 3 5 1 3 6 2 4 0 2 Zo 1 8 15 22 29 36
26 54 82 10 38 66 94 5 1 1 4 6 2 4 0 3 5 1 3 Ma 2 9 16 23 30 37
27 55 83 11 39 67 95 6 2 2 5 0 3 5 1 4 6 2 4 Di 3 10 17 24 31
28 56 84 12 40 68 96 0 3 4 0 2 5 0 3 6 1 4 6 Wo 4 11 18 25 32
01 29 57 85 13 41 69 97 2 5 5 1 3 6 1 4 0 2 5 0 Do 5 12 19 26 33
02 30 58 86 14 42 70 98 3 6 6 2 4 0 2 5 1 3 6 1 Vr 6 13 20 27 34
03 31 59 87 15 43 71 99 4 0 0 3 5 1 3 6 2 4 0 2 Za 7 14 21 28 35
04 32 60 88 16 44 72 5 1 2 5 0 3 5 1 4 6 2 4
05 33 61 89 17 45 73 0 3 3 6 1 4 6 2 5 0 3 5
06 34 62 90 18 46 74 1 4 4 0 2 5 0 3 6 1 4 6
07 35 63 91 19 47 75 2 5 5 1 3 6 1 4 0 2 5 0
08 36 64 92 20 48 76 3 6 0 3 5 1 3 6 2 4 0 2
09 37 65 93 21 49 77 5 1 1 4 6 2 4 0 3 5 1 3
10 38 66 94 22 50 78 6 2 2 5 0 3 5 1 4 6 2 4
11 39 67 95 23 51 79 0 3 3 6 1 4 6 2 5 0 3 5
12 40 68 96 24 52 80 1 4 5 1 3 6 1 4 0 2 5 0
13 41 69 97 25 53 81 3 6 6 2 4 0 2 5 1 3 6 1
14 42 70 98 26 54 82 4 0 0 3 5 1 3 6 2 4 0 2
15 43 71 99 27 55 83 5 1 1 4 6 2 4 0 3 5 1 3
16 44 72 00 28 56 84 6 2 3 6 1 4 6 2 5 0 3 5
17 45 73 01 29 57 85 1 4 4 0 2 5 0 3 6 1 4 6
18 46 74 02 30 58 86 2 5 5 1 3 6 1 4 0 2 5 0
19 47 75 03 31 59 87 3 6 6 2 4 0 2 5 1 3 6 1
20 48 76 04 32 60 88 4 0 1 4 6 2 4 0 3 5 1 3
21 49 77 05 33 61 89 6 2 2 5 0 3 5 1 4 6 2 4
50
School 1B PAV
22 50 78 06 34 62 90 0 3 3 6 1 4 6 2 5 0 3 5
23 51 79 07 35 63 91 1 4 4 0 2 5 0 3 6 1 4 6
24 52 80 08 36 64 92 2 5 6 2 4 0 2 5 1 3 6 1
Zoek nu de dag waarop jij geboren bent. Ga op dezelfde manier te werk als bij de zoektocht naar Daisy’s verjaardag.
- Geboortedatum: ____________________________________
- Berekening: ________________________________________
- Antwoord: Ik ben geboren op een ______________________
Bereken ook op welke weekdag mevrouw Van Rompaey geboren is. Haar geboortedatum is 28 april 1981.
- Geboortedatum: ____________________________________
- Berekening: ________________________________________
- Antwoord: Ik ben geboren op een ______________________
Met de eeuwigdurende kalender kunnen we niet alleen in het verleden kijken, maar ook in de toekomst. Zoek volgende dag eens op.
Op welke dag van de week valt Kerstmis in 2045?
- Berekening: ________________________________________
- Antwoord: Kerstmis valt in 2045 op een __________________
DOOLHOF
51
School 1B PAV
52