vvtz week 1 hfst 1
DESCRIPTION
Geriatrische zorgvragerTRANSCRIPT
HOOFDSTUK 1 DE GERIATRISCHE ZORGVRAGER
BBL
DOCENT M. HOEK-KEMNA
Verzorgen van oudere/geriatrische zorgvragers
Periode 3, week 1.
Periode 3, week 1.
1 uur branche Verpleeg- verzorgingshuiszorg en thuiszorg, zorgcategorie Geriatrische zorgvrager.
LessentabelToets vindt plaats na periode 3 en 4 en na per. 5 en 6
Periode 3 (4) Periode 4 (5) Periode 5 en 6
(6 en 7)
Na de zomervakantie
10 x 1 uur VVTZHoorcollege & vaardigheid
10 x 1 uur VVTZHoorcollege & vaardigheid
10 x 1 uur VVTZHoorcollege & vaardigheid
Inhoud van deze les:
Periode 3, week 1.
Uit Nu Zorg: Branche verzorgen van oudere/geriatrische zorgvrager.
Hoofdstuk 1 Oudere zorgvrager
Ouder worden of ouder zijnProcessen en kenmerken van het ouder worden Lichamelijke veranderingen bij het ouder wordenPsychische aspecten van verouderingSociale veranderingen
Processen en kenmerken van het ouder worden
Periode 3, week 1.
Het is belangrijk kennis te hebben van de veranderingen die op oudere leeftijd optreden.
Waarom ?
DraagkrachtDraaglast
Filmpje ( 10 min.)
De kunst van het ouder worden.filmpje
We worden twee keer zo oud als honderd jaar We worden twee keer zo oud als honderd jaar geleden, maar we worden ook op steeds jongere geleden, maar we worden ook op steeds jongere leeftijd beschouwd als oudere. Dat heeft, met de leeftijd beschouwd als oudere. Dat heeft, met de vergrijzing in het kielzog, een hoop vergrijzing in het kielzog, een hoop maatschappelijke gevolgen. maatschappelijke gevolgen.
Periode 3, week 1.
LevensloopLevensfaseLevensperspectief (waardoor wordt dit beinvloedt?)
Periode 3, week 1.
Biologische leeftijd Kalenderleeftijd
Periode 3, week 1.
Veroudering op lichamelijk gebied
Leeftijd in jaren
Processen en kenmerken van het ouder worden
Processen en kenmerken van het ouder worden
Endogene veroudering:
Veroudering op
orgaan-, cel- en
moleculair niveau.
Bijvoorbeeld;
Exogene veroudering :
Leefstijl
Omgeving
Exogene factoren hebben invloed op de endogene, genetisch bepaalde veroudering
Periode 3, week 1.
Het verouderingsproces
Lichamelijke veranderingenPsychische veranderingenSociale veranderingen
Periode 3, week 1.
2. Het lichamelijke verouderingsproces
Organen functioneren minder
Spieren en huid worden slapper
Zintuigen worden slechterBotten brozer en
gewrichten stijverLichaam houdt minder
water vast en meer vetReacties worden trager
Periode 3, week 1.
Lichamelijke veroudering
Hart en bloedvatenDe bloedvaten worden minder soepel en de
hartspier wordt stugger. De kransslagaders die om het hart lopen, kunnen door arteriosclerose verstopt raken.
Periode 3, week 1.
Longen
De longblaasjes verliezen langzaam hun elasticiteit. In de slap geworden longblaasjes kan zich gemakkelijk vocht ophopen wat een prima milieu vormt voor de groei van bacteriën.
Periode 3, week 1.
Maagdarmkanaal
De gevoeligheid voor geur en smaak neemt af en er wordt minder speeksel geproduceerd.
In de maag neemt de productie van maagzuur af en de aanmaak van pepsine, een stof die belangrijk is voor de spijsvertering.
Er wordt minder ijzer en vitamine B12 uit de voeding gehaald en er kunnen tekorten ontstaan.
Doordat het maagslijm verandert, worden ouderen gevoeliger voor bijwerkingen van medicijnen.
Periode 3, week 1.
Lever , Nieren en urinewegen
Lever: De bloeddoorstroming in de lever neemt af. De afvalstoffen van medicijnen worden daardoor trager afgebroken door de lever.
Nieren en urinewegenDe omvang van de nieren en het vermogen om
bloed te filteren nemen af. Ook neemt de blaascapaciteit af. De nieren spelen naast de lever een rol in de uitscheiding van de afvalstoffen van medicijnen. Ook kunnen incontinentieproblemen ontstaan.
Periode 3, week 1.
Bewegingsapparaat en Zintuigen
Bewegingsapparaat: je ziet dat ouderen meer een voorovergebogen houding hebben. Ook is hun looppatroon stijver en trager en neemt de loopsnelheid af. Veroudering heeft invloed op de motoriek. We noemen dat de ouderdomsmotoriek.
Zintuigen
Periode 3, week 1.
3 Psychische aspecten
De cognitieve veranderingen, functies die met het denken te maken hebben
GeheugenLeervermogenWaarnemingDenken en snelheid
van denkenDe intelligentie neemt
weinig af
Periode 3, week 1.
Hoe kan je de oudere helpen bij problemen met het geheugen?
Periode 3, week 1.
In een goede lichamelijke en emotionele toestandHersenen trainenInformatie levendiger maken daardoor onthoud je
beterGeheugen steuntjes gebruikenOudere het vertrouwen geven dat hij het wel kan
4 Sociale veranderingen
Periode 3, week 1.
Leereenheid 5, praktijksituatie 2 dhr. De Nooi
Periode 3, week 1.
Meneer de Nooi maakt weinig contact met zijn medebewoners.
A. Hoe ziet het huidige sociale netwerk van meneer de Nooi eruit?
B. Welke invloed heeft de gezondheidssituatie van meneer de Nooi op zijn mogelijkheid tot het leggen en onderhouden van contacten?
C. Wat doe je om te achterhalen of meneer de Nooi behoefte heeft aanmeer of andere contacten?
D. Op welke manier kun jij meneer de Nooi stimuleren tot contacten en relatievorming?
Antwoorden
Periode 3, week 1.
1a drie zonen, twee wonen ver weg, de andere dichtbij maar heeft een drukke baan; communiceren
1b niet mobiel en daardoor afhankelijk van anderen, tremoren en overmatige speekselvloed.
1c communiceren1d activiteiten voorstellen en vragen wat hij wil
uitleggen aan mede cliënten wat er aan de hand is (eventueel)