vriendschap zonder verplichtingen

1

Click here to load reader

Upload: huub-vaassen

Post on 27-Jun-2015

190 views

Category:

Documents


1 download

DESCRIPTION

Artikel over sociale media in Dagblad de Limburger van 11-01-2011.

TRANSCRIPT

Page 1: Vriendschap Zonder Verplichtingen

dinsdag, 11 januari 2011

VRIENDSCHAPVRIENDSCHAP zonder verplichtingenSociale netwerken als Hyves, Facebook enTwitter pretenderen dat je altijd in contactbent met je vrienden. Maar stellen dievriendschappen ook iets voor. Of gaat hetvooral om zelfpromotie?

Hdoor Dick Hofland

H ij citeert Aristoteles,de Griekse wijsgeer.‘Wie veel vriendenheeft, heeft geenvrienden’. Jos deMul, filosoof, heeft

zijn bedenkingen over de waardevan meer dan honderd vriend-schappen die mensen gemiddeldhebben op netwerken als Hyves,Facebook en Twitter. „Het isvriendschap light, net als bij fris-drank. Vriendschap zonder ver-plichtingen. Je kunt er heel makke-lijk in en uit. En op internet is dathelemaal makkelijk: met één klik.”

Het aantal vriendschappen op desociale internetsites groeit explo-sief. Hyves begon zes jaar geleden,is vooral actief in Nederland entelt nu ruim negen miljoen leden.Voor Facebook, dat net zo lang be-staat, zijn het er iets meer dantwee miljoen. Deze site werkt ech-ter wereldwijd en telt in totaalruim zeshonderd miljoen leden.Twitter, de jongste loot aan destam, moet het vooralsnog doenmet zo’n 300.000 Nederlandse le-den. Er zijn nog meer vergelijkba-re sites, maar die zijn specialisti-scher of minder bekend, zoals Lin-kedIn, Schoolbank, Partyfloc, Net-log en MySpace.Al deze netwerken hebben eennieuwe dimensie gegeven aanmenselijke relaties. Hyves profi-leert zich zelfs als de site waar je al-tijd in contact bent met je vrien-den. Brengen deze relaties op af-stand mensen dichter bij elkaar ofleiden ze juist tot meer eenzaam-heid? Stellen die vriendschappenwel iets voor of zijn ze niet meerdan een handig hulpmiddel zoalsde telefoon?Essentiële vraag is dan natuurlijk:wat is vriendschap? Door de tijdheen bestaat hierover een vrij een-duidig beeld: dingen delen. Datkunnen activiteiten zijn, interes-ses. En vaak intieme gedachten.Filosoof De Mul: „Aristoteles vonddat het voornamelijk ging om het

delen van activiteiten. Rond 1800,de tijd van de Romantiek, ver-schuift dat naar het delen van in-tieme gedachten. Dan is vriend-schap het delen van je diepste ge-voelens: alles tegen elkaar vertel-len. Bij een filosoof als Kant hoeftdat niet per se in elkaars aanwezig-heid te zijn. In die tijd schrijvenvrienden elkaar vooral veel brie-ven waarin ze gevoelens delen.Over alles, ook seksualiteit, zij hetin die tijd nog tussen de regelsdoor.”Er zijn, ruwweg, drie soortenvriendschap. De eerste is geba-seerd op nut. Je sluit vriendschapomdat je via de ander bijvoorbeeldhogerop kunt komen in je werk ofomdat de ander erg geliefd is endat dan ook op jou afstraalt. Dat isgeen langdurige vriendschap. Zo-dra het voordeel voorbij is, is ookde vriendschap voorbij.De tweede soort is gebaseerd opplezier, genot. Omdat het gewoonfijn is, bijvoorbeeld om samennaar de kroeg te gaan. Als die re-den wegvalt, eindigt de vriend-schap. De Mul: „Deze vriendschap-pen duren wel langer dan voordeel-vriendschappen.”De derde vorm is de meest nobele,want die is gebaseerd op welwil-lendheid. Je waardeert het karak-ter van de ander en om die redenword je vriend. De Mul: „Dit noe-men we doorgaans ware vriend-schap. Vrienden door dik en dun.Ook als je elkaar tien jaar niet hebtgezien en de ander staat ineensvoor je deur, dan ben je meteenweer vriend.”Er is onderzoek gedaan naar hoe-veel vrienden Nederlanders heb-ben die op deze laatste vorm zijngebaseerd. Dat zijn er tussen dedrie en zes. Een onderzoek vandrie Amerikaanse psychologenlaat zien dat mensen in de VS tus-sen 1986 en 2006 minder ‘echtevrienden’ hebben gekregen: vanvier naar twee. Een kwart melddezelfs helemaal geen vrienden tehebben.De Mul relativeert die cijfers. „Deonderzoekers gaven onder andereals reden dat mensen het heel ergdruk hebben gekregen en geen tijdvoor hechte vriendschappen heb-ben. Dat mensen individualisti-scher zijn geworden, meer op zich-zelf en minder sociaal. In Neder-land lijkt daar echter aanzienlijkminder sprake van.”Hij verwijst naar sociologen alsJan Willem Duyvendak en MennoHurenkamp, die hier veel over heb-ben gepubliceerd. Zij bestempelende individualisering in Nederland

als een mythe. Volgens deze weten-schappers is er veeleer sprake vanhet veranderen van gemeenschap-pen. In de negentiende eeuw wa-ren die nog zeer hecht, met allevoor- en nadelen van dien, zoalshechte sociale banden, maar ookmet soms verstikkende sociale con-trole. Gemeenschappen zijn methet verstrijken der jaren vluchtigergeworden. Je hebt makkelijker toe-gang, ze zijn minder zwaar en vrij-blijvender geworden. Je kunt erook makkelijker uit, er afstand vannemen.We zijn, concludeert De Mul, nietminder sociaal geworden, maar desociale contacten zijn anders vanaard geworden. Lichter, vluchtiger.Dat zien we terug in de sociale net-werken. „Facebook is eigenlijkmeer een bekendennetwerk daneen vriendschapsnetwerk. Het aan-tal echte vrienden is in Nederlandechter nauwelijks afgenomen.”Marjolijn Antheunis, universitairdocent sociale aspecten van nieu-we media, spreekt in dit verbandeerder over connecties dan overvriendschappen. Ze maakt een ver-deling tussen strong ties en weakties. „Van de sterke banden heb jeer tussen de twee en tien. Dat zijnechte, hechte vriendschappen. De

zwakke banden zijn kennissen, col-lega’s en dergelijke. Dat zijn nietde vrienden die je belt als je pro-blemen hebt.” Op sociale netwer-ken, zegt ze, kun je heel goedevrienden hebben met wie je ooknaar het café gaat, op vakantie, uiteten. „De weak ties zie je soms ofbijna nooit. Bijvoorbeeld vriendenvan de middelbare school.”

Omdat op internet de drempel la-ger is dan in het werkelijke, fysiekeleven, voeg je gemakkelijk mensentoe aan je netwerk. Antheunis:„Op dit soort sites komen geregeldineens mensen langs. Hé, dat isPiet, met wie ik vroeger nog hebgevist. Het wordt zichtbaar, terwijlje zulke mensen in het echte levenvrijwel nooit meer tegenkomt. Enomdat de drempel lager is, vraag jeook sneller iets. Het is niet meerdan een communicatiemiddel.”De mens heeft door de eeuwenheen altijd behoefte gehad contact

te onderhouden met anderen. Datnieuwe media zoals Hyves en Face-book daarbij zo succesvol zijn, isniet alleen omdat het makkelijk is,maar ook omdat het een ideaalmiddel is om jezelf te presenteren.Doordat die mogelijkheid er nu is,valt het ineens op dat mensen zozijn, stelt Antheunis. „Maar ver-moedelijk zijn we altijd al zo ge-

weest. Als jij vroeger premierMark Rutte had geïnterviewd, hadje het misschien ook wel tegen ie-dereen willen vertellen, maar datkon toen niet. Nu wel. De socialenetwerken voldoen aan een be-hoefte van de mens.”Je kunt je er bovendien op je bestemanier onderscheiden. Vooral jon-geren hebben dat heel sterk, bij-zonder willen zijn. „Op internet isdat heel makkelijk. Je kunt je daarprofileren, jezelf oppimpen, jekunt je identiteit stylen.”Studies hebben aangetoond dat

profielen op sociale netwerksitesovereenkomen met de werkelijkeidentiteit van de profielhouder.Volgens Antheunis komt dat on-der meer doordat deze sites open-baar zijn en al je vrienden eropstaan. Het heeft geen zin je andersvoor te doen voor je vrienden, om-dat zij wel weten wie je bent.„Je hebt op internet wel meer con-trole over je eigen positie dan inde fysieke wereld, bijvoorbeelddoor een iets mooiere foto op jepagina te plaatsen. In het echte le-ven kan dat niet. Je kunt dus welis-waar optimaliseren wie je bent,dat betekent helemaal niet dat hetniet echt is. In het dagelijkse leven,op mijn werk, in het café, zul jeme ook niet aantreffen zoals ikben als ik net wakker word. Daarzitten mijn haren netjes en ge-bruik ik make-up. In de echte we-reld is wel het non-verbale belang-rijker. Denk aan iets als blozen.Dat soort dingen ontbreekt wel opinternet.”Vrienden, connecties, hoe je hetook noemt, vriendschap op inter-net lijkt nogal een narcistische be-zigheid. Uit een klein onderzoekonder 130 Amerikaanse studentenbleek recent bijvoorbeeld dat dege-nen met narcistische trekjes meer

vrienden op Facebook hebben danmedestudenten. Twitter, Hyves enFacebook bestaan ook vooral uitmededelingen. Het zijn verkaptevormen van zelfpresentatie.Antheunis wijst er echter op dater via internet wel degelijk sprakeis van veel communicatie en hetdelen van gevoelens. Soms nogmeer dan in het echte leven.„Communicatie via sites als Twit-ter en de wie-wat-waar-tjes via Hy-ves zijn niet meer dan mededelin-gen, dat betekent niet dat devriendschappen narcistisch zijn.”Internetvriendschappen, zegt filo-soof De Mul enigszins schertsend,lijken in veel opzichten op devriendschap zoals je die met eendier kunt hebben. „Met een dierdeel je veel. Een zekere interesse,bijvoorbeeld door het bos hollen.Maar het is eenrichtingsverkeer. In-tieme gedachten deel je ook nietwerkelijk, maar het is vaak welduurzaam.”Mensen besteden er aardig wattijd aan, maar er zijn eigenlijk wei-nig pure online- vriendschappen,ofwel mensen die elkaar onlineontmoeten en daar blijven. ZowelDe Mul als Antheunis benadruktdat de meeste vriendschappen opde sociale netwerken vriendschap-

pen zijn tussen mensen die elkaaral in de fysieke wereld hebben ont-moet.De Mul: „Internet is daarin een ex-traatje, meer een aanvulling daneen vervanging.” Antheunis:„Bijna alle vrienden en connectieszijn offline ontstaan in de fysiekewereld. Ongeveer 14 procent ont-staat online. Het grootste deelstopt of gaat elkaar ook in de fysie-ke wereld zien.”Met andere woorden: ze zijn zo-veel waard als ze waard zijn. Datveel mensen, vooral oudere genera-ties die er niet mee zijn opge-groeid, zich er niettemin zorgenover maken, is volgens Antheunisheel logisch. „Als er nieuwe din-gen zijn, ontstaat er altijd zorg.Dat zag je met de komst van de te-levisie en de telefoon ook. Toendacht men ook dat mensen elkaarnooit meer zouden zien. Die heleindividualisering en de zorgendaarover zijn begonnen met dekomst van de televisie. In absolutetermen zijn we door de komst vanalle nieuwe mogelijkheden nieteenzamer geworden. Het is sociaalkapitaal. Op internet kunnen men-sen steun vinden. Bij verdriet, bijhet vinden van een baan. Maar hetis uiteindelijk niet meer of minderdan een communicatiemiddel. Hetis chitchatten over het echte leven.En het is zeer toegankelijk.”Voor zover de wetenschap het nuheeft onderzocht, hebben de socia-le netwerken, ondanks alle beden-kingen en neveneffecten, volgenszowel De Mul als Antheunis eenpositief effect op het sociaal levenvan degenen die er gebruik vanmaken. Het geeft ze een impuls.Ze vinden het een prettige maniervan communiceren.Het blijkt ook dat, als mensen el-kaar online kunnen vinden, ze el-kaar in het echte leven ook aardi-ger vinden. Er is een hoop ruisweg, omdat je meer van elkaarweet. Je onthult meer over jezelf.Daardoor kom je meer over de an-der te weten. „Dan werkt het in-eens wel wederkerig, precies zoalsvriendschap hoort te zijn.”Het is volgens De Mul nog tevroeg om te zeggen dat er een ver-andering plaatsvindt. Maar wieweet, filosofeert Antheunis, heb-ben we over veertig, vijftig jaar al-leen nog maar op deze manier con-tact met anderen. „Momenteel isde behoefte aan face-to- face con-tact nog te groot. Ondanks alle mo-gelijkheden van de sociale mediaontmoeten mensen elkaar nogsteeds het liefst in het echt.”

‘Mensen ontmoeten elkaarnog steeds het liefst in het echt’

Omdat op internet de drempel lager

is dan in het werkelijke, fysieke leven, voeg je gemakkelijk mensen toe aan je netwerk. Zo heb je op Hyves of Facebook al gauw honderd ‘vrienden’.foto Archief MGL