voorwoord - katechetikakatechetika.be/wp-content/uploads/die-heilige-taube/die... · 2016. 9....
TRANSCRIPT
2
VOORWOORD Sander Briers
Beste Katechetikanen,
Het moment waarop u allen hebt zitten wachten is aangebroken. De pennen zijn leeg en de toetsen
zijn stuk. Na een maandenlange zomerslaap waarbij hij in zijn nest op nieuwe artikels broedde is hij
er weer: Die Heilige Taube.
Die Heilige Taube is het kringblad van en voor theologiestudenten. Ze plaatst zich hierbij in een lange
traditie die kwaliteitsvolle artikels afwisselt met ludieke onderwerpen. Gaande van de meest
hoogstaande neo-scholastieke discussies tot gesprekken met klein pierke.
Met deze eerste editie zijn reeds enkele doelstellingen behaald, waaronder: van theologiestudenten.
Vele artikels komen van onze studenten zelf. Ze schrijven hun verhaal, ze delen hun kennis en
vermaken hun medemens.
Na deze korte inleiding is het hoog tijd om met lof te zwaaien naar diegene die dat verdienen. Dank
aan alle artikelschrijvers, want zonder hun was er geen Heilige Taube, maar ook dank aan alle lezers,
want zonder hun was er ook geen Heilige Taube.
Een verdere voorstelling behoeft deze editie niet. Om sierlijk met een gepast citaat van Shakespeare
af te sluiten: If it is true that 'good wine needs no bush', 't is true that a good play needs no epilogue.
NIEUWKOMERS Sander Briers
Het nieuwe academie jaar is na een deugddoende, of zwoegende, zomervakantie weer van start
gegaan. We begroeten naar jaarlijkse gewoonte nieuwe theologen in spé. Bestaande uit generatie
studenten, verkorte bachelors en meer! Sommige beginnen er jong aan, andere hebben al een meer
gevorderde leeftijd.
Toch kan het altijd nog beter. In Kenia begon Kimani Maruge op 84-jarige leeftijd aan zijn lagere
schoolcarrière. Zo heeft hij ook een plaatsje verworven in het Guinnes Book of Records als de oudste
persoon die dit merkwaardige studietraject begon. Maruge wou zijn studies aanvatten voor twee
redenen: om geld te kunnen tellen en, jawel, om de Bijbel te kunnen lezen.
3
HET MTC Tom Vandenbroecke
De eerste editie van ons kringblad in een nieuw academiejaar heeft altijd veel weg van een soort
onthaalbrochure. Daarom zou ik jullie in dit artikel kennis willen laten maken met het gebouw dat samen
met je kot zal wedijveren voor de award ‘meest tijd in doorgebracht tijdens carrière in Leuven’: het MTC.
PDS, CoVe, CuDi, KriCo, Loko,… zet je maar schrap, de afkortingen zullen je de komende jaren rond de
oren vliegen! Zo ook MTC, drie letters die evenveel betekenen als Maria-Theresiacollege. Het herbergt het
overgrote deel van de lokalen waarin je les zult krijgen, maar evengoed 5 aula’s (één grote, de ‘Grote
aula’, en vier kleine: de ‘Kleine Aula’, de ’01.03’, de ’00.03’ en de ’00.14’), een heleboel kantoren, een
gang waarop de volledige Bijzondere Faculteit Kerkelijk Recht te vinden is, een lokaal met een
koffieautomaat (0,80 cent voor een bekertje, spotprijs) en twee frisdrankautomaten (0,90 cent of 1,30
cent voor een blikje afhankelijk van welke automaat je kiest), en natuurlijk: de kringlokalen van
Katechetika en Saints!
Het Maria-Theresiacollege zou in 1583 gesticht zijn door een groep jezuïeten. Na een tweehonderd tal
jaar werd de jezuïetenorde in 1773 (tijdelijk) vriendelijk bedankt voor hun diensten door paus Clemens
XIV, waarna het college allerlei functies kreeg. Van verblijfplaats voor oud-studenten theologie (1778),
ziekenhuis (1801), opslagplaats (1810) tot faculteit Chemie (1816),… en allemaal vonden ze het nodig om
een deel van het MTC te verbouwen. In 1825 liep het hier dan ook nog eens vol met filosofen, en aan hen
hebben we de bouw van de Grote en Kleine Aula te danken. Bedankt denkertjes! Pas in 1835 kreeg het
MTC effectief de naam MTC. De oerlelijke, ongemakkelijke schuur op de parking van het CoVe, ’00.14’,
kwam er dan weer in 1897. En sindsdien is er volgens inventaris.onroerenderfgoed.be op wat renovaties
na niet zoveel meer veranderd aan de algemene inplanting van de gebouwen. Ofwel heeft men de site
voor het laatst geüpdatet in 1897, dat kan natuurlijk ook.
Goed tot zover een kleine historische invalshoek, maar wel eentje dat ons een mogelijke reden geeft voor
het hoge doolhof-gehalte van de faculteit. Gedurende je hele carrière zal je zelf op zoek moeten gaan
naar lokalen en anderen de weg wijzen, maar dat is bevorderlijk voor de sociale cohesie lijkt men hier aan
de faculteit te denken, dus blijft de lokaalnummering een grote chaos. Ook het ontbreken van een grote
gang op het eerste en een deel van het tweede verdiep om ongestoord aan een lokaal te geraken speelt
in het voordeel van dat verdwalen en levert hilarische situaties op als ‘F*ck, ik moet aan de andere kant
zijn’. Waarna je weer helemaal naar beneden mag, over het binnenplein moet lopen, om nog eens 5
minuten later aan te komen in je les.
Afkorting, geschiedenis, doolhof,… even denken wat het MTC nog typeert. O ja, twee zaken: allereerst is
er de Groene Poort waarmee je ongetwijfeld al kennis hebt mogen maken. Niet alleen tijdens de
onthaalweken, maar gedurende je hele Leuvenleven zal het een veelgebruikte afspreek - en
ontmoetingsplek blijven. Samen op stap naar dit, samen vertrekken naar daar, ik kan nu al voorspellen: de
Groene Poort zal the place to be zijn! En omdat er geen enkele school bestaat zonder een groot mysterie,
ook het MTC heeft er één! Wie ze zijn en wat ze doen is onduidelijk, maar dat ze er zijn staat als een paal
boven water: de Wandelgangen. Niemand heeft ze ooit gezien, en iedereen zegt er nooit mee gesproken
te hebben, maar toch zijn ze graag geciteerde bronnen. De Wandelgangen weten namelijk alles over
iedereen en vooral die dingen die eigenlijk niet geweten mogen zijn. Wees er dus maar zeker van als
iemand zegt “Volgens de wandelgangen…” dat er pittig nieuws zal volgen!
Zo, tot zo ver een korte schets van de plek waar je in de komende jaren zowat alle emoties die in een
mensenleven kunnen passeren zult ervaren. Het MTC, een plek die voor altijd diep in m’n hart zal zitten,
4
maar ach, daar er geen toiletten zijn in het CoVe (true story, was de architect vergeten ofzo), kom ik
geregeld nog wel eens langs!
TONEEL KATECHETIKA: “REPETEREN, PLEZIER EN NOG EENS PLEZIER” Lindsy Desmet & Eline Vandendriesche
Watisdattoneel? Toneel volgens Wikipedia: Een toneelstuk is een literair genre, meestal bestaand uit een dialoog
tussen verschillende personages, dat bedoeld is als theater waarbij het voor een publiek opgevoerd
wordt door acteurs (toneelspelers). Aristoteles definieerde een toneelstuk onder meer als "een
nabootsing van een handeling en niet de handeling zelf”. Aan de hand hiervan is goed te duiden
wanneer iets theater (toneel) is en wanneer niet.
Toneel volgens Katechetika: Plezier maken met degene die eenzelfde doel als jij hebben, waarbij je
elke week samenkomt en een engagement aangaat.
Kanikdaaraanmeedoen?
Ja, dat kan! We verwachten vooral een groot engagement. Eens je erin zit, is afze ggen niet meer
mogelijk. Het is een pluspunt als je wat kan acteren, maar de regisseuse (vrijgezel) vormt je wel tot
een toptalentje.
Magikwatalgemeneinfo?
Elk jaar wordt het IFTF georganiseerd (Interfacultair Theaterfestival). Hierbij doen verschillende
kringen aan mee en strijden ze om verschillende prijzen. Zo wonnen we vorig jaar een prijs voor
beste teaser en een prijs voor beste vrouwelijke bijrol (Eline Vandendriessche) . Maar het gaat meer
dan om prijzen: we treden 3 of 4 keer op, maken een poster, verkopen kaarten, repeteren de week
op voorhand diehard en we zijn vooral tof. Zo repeteerden we vorig jaar de volledige tweede week
van de paasvakantie: lastig, maar écht supertof!
Isdataltijdzoserieus?
Neen, zo maakten we al een onedirection-videoclip en is de drank nooit ver weg.
Gaikdatweltofvinden?
Geen twijfel mogelijk, het is elk jaar één van de
hoogtepunten van het Katechetika-werkjaar.
Duswatalsiknuwilmeedoen?
In het begin van het jaar zullen de
Cultuurverantwoordelijken (Lindsy & Eline) meegeven
wanneer de eerste toneelvergadering is. Daarop
zullen we het stuk beslissen dat we spelen en wie
allemaal meedoet.
Isdatmeerdaneenschooltoneeltje?
Het is écht toneel, geen vrij podium.
Isderegisseusetof?
Zeer zeker én vrijgezel.
5
EEN EERSTE DAG IN HET GEVANGENISWEZEN . . Xenia Geysemans
Mijn handen geklemd aan het stuur, rijbewijs nog maar net behaald, beginnersstress zeker aanwezig.
Het is half acht, en ik sta al even in de file. Veel te laat beseffende, dat ik gedurende vijf minuten het
gehele kruispunt blokkeerde, reed ik verder richting de strafinrichting te Merksplas, terwijl de vele
vakantiegangers richting Zaventem trokken. Ik arriveerde, veel te vroeg, aan de gevangenis, en ik
moest meteen door een metaaldetector, ook werd mijn handtas gecontroleerd. Dit was al de tweede
link naar de luchthaven van Zaventem en het zalige niets doen, doch voor mij gelden nu andere
prioriteiten en de vakantiesfeer wordt nog even uitgesteld. Op dit moment begint voor mij, in het
kader van mijn toekomstige masterstudie theologie, een avontuur als hulp-aalmoezenier in het
geïsoleerde gevangeniswezen.
Kinderlijk naïef had ik gehoopt om enige theologische hoogstandjes te bediscussiëren met enkele
gedetineerden, maar na mijn ervaringen van de eerste dag bleek al snel dat ik deze ambitie lichtelijk
moest bijstellen. De gesprekken die gevoerd werden waren doordrongen van emoties,
toekomstplannen en moeilijk verteerbare trauma’s, ook allerlei problemen van praktische, familiale
of relationele aard werden uitvoerig besproken. Het geloof an sich kwam echter nauwelijks ter
sprake, alhoewel de aalmoezenier toch af en toe in deze richting probeerde te sturen. Zo vroeg er
bijvoorbeeld iemand of het mogelijk was om een paternoster te kunnen krijgen, wat voor mij een
duidelijk teken was dat deze mensen zinzoekend door het leven willen gaan. Wat me opviel is dat er
vooral een “klik” moet zijn tussen de gedetineerde en de aalmoezenier, en deze vertrouwensband
lijkt mij belangrijker dan de eigenlijke geloofskwestie. Daarom zouden we kunnen stellen dat het
belang van de strak afgelijnde grenzen tussen de verschillende godsdiensten niet prioritair is. Zo was
er iemand die overtuigd protestants was, maar toch bij de katholieke aalmoezenier zijn verhaal ging
vertellen.
‘s Middags maakte ik kennis met enkele vrijwilligers en andere aalmoezeniers. We hadden immers
een vergadering, en we startten deze met een Bijbelverhaal namelijk “De Barmhartige Samaritaan”,
met achteraf een korte reflectie hierover. De heteronome verantwoordelijkheid en de naastenliefde,
die Jezus beoogt en boven de wet stelt, komen sterk aanbod in deze parabel en zijn tevens een bron
waar de hedendaagse aalmoezeniers uit moeten putten om hun roeping, met aandacht voor de
zwaksten van de maatschappij, in te vullen. Overigens was het zeer duidelijk dat de aalmoezeniers,
die aanwezig waren op de vergadering, op één lijn stonden wat betreft de pastorale zorg voor de
gedetineerden. Zij leggen duidelijk de klemtoon op de vriendschap, de medemenselijkheid en de
verbondenheid met de persoon in kwestie. Daarom zouden we deze vorm van pastoraat het
evenmenselijk pastoraat of het presentiepastoraat kunnen noemen, waar de pastor optreedt als een
gesprekspartner, metgezel of als medemens, en zijn pijlen richt op het humaniseren van de
samenleving en het helpen ontwikkelen van mensen. De gelijkwaardigheid en de wederkerigheid zijn
6
ook belangrijke waarden die hoog in het vaandel gedragen worden. Waarde lezers van dit tijdschrift,
neem hieraan maar eens een voorbeeld! ;)
Ik mocht ook al zelf enkele gesprekken voeren, en er was toch wel één gesprek, dat ik waarschijnlijk
nooit zal vergeten. Een jongeman had voor mij tekeningen gemaakt en verhalen geschreven in
verband met de Griekse mythologie, want hij dacht dat dit me betere punten zou bezorgen op
school. Op zich is dit een zeer vriendelijke geste, maar wat als dit escaleert? Deze jongen is van
nature blijkbaar zeer aanhankelijk en wordt snel verliefd. Het viel al snel op dat deze jongen ook
gevoelens voor mij begon te krijgen, vermoedelijk zag hij in mij een surrogaat-iemand van uit zijn
verleden of iemand die past in zijn denkwereld. Kunnen we in zo’n geval de gesprekken nog voort
zetten in de toekomst? Het is zeer belangrijk dat je als pastor je grenzen duidelijk stelt en je niet laat
beïnvloeden. Een pastor moet er zich ook voor behoeden om, gewild of ongewild, zeker geen
misbruik te maken van zulke situaties, want aldus zou de pastor een te grote machtspositie kunnen
opbouwen tegenover de gedetineerde in kwestie. Kortom, vrouwelijk aalmoezenier is niet meteen
het evidentste beroep, maar gezien de strenge kerkregels betreffende vrouwen in de kerk is dit
zowat de enige mogelijkheid om als vrouw enig gefundeerd religieus werk te verrichten.
Ook sprak ik een veroordeelde, en hij zei me iets dat me op één of andere manier geraakt heeft
omdat het mijzelf recentelijk ook vaak bezig houdt:
“Voor je 30ste verjaardag kom je verscheidene kruispunten tegen en kan je verschillende
wegen inslaan. Hopelijk sla je niet de slechtste wegen in, het blijft je immers tekenen voor
heel je verdere leven. Het leven is een soort leerschool, maar vooral een zoektocht”.
De onzekerheid die het leven beheerst, maakt me vaak neerslachtig. Ook de constante vraag: “Hoe
kan ik weten welke wegen ik moet inslaan en welke wegen bijgevolg het best berijdbaar zijn?” waart
rond in mijn hoofd. Kortom, twijfel is een bestanddeel van alle facetten van het leven, waar we mee
moeten leren leven tegen wil en onwil. Mensen zullen steeds nadenken over levensvragen, hopelijk
kan ook hier de theologie enig antwoord bieden. Dit was tevens ook, drie jaar geleden, mijn
motivatie om Godgeleerdheid te gaan studeren…
’s Avonds werd er een viering, niet alleen door de aalmoezeniers maar ook door enkele vrijwilligers,
zeer zorgvuldig voorbereid! Dit werd jammer genoeg niet door iedereen voldoende geapprecieerd.
Vele cipiers voelden zich duidelijk niet beschaamd om even in de krant te lezen tijdens de viering, en
bleken onomfloerst weinig interesse te tonen. Je kon dan ook duidelijk zien dat de meeste cipiers, de
vieringen enkel zien als een verplicht nummertje, als extra werk en niet als een moment van rust en
bezinning voor iedereen. Ik vind het zeer bedroevend dat zij hier niet wat meer respect voor kunnen
opbrengen, helaas. Natuurlijk zijn deze mensen broodnodig, want zonder de voorgeschreven
veiligheidsregels zouden de vieringen niet kunnen doorgaan. Ik herinner me nog toen ik ter
communie ging, dat er meteen een cipier rechtstond en me volgde op afstand. Ik voelde me veilig,
maar tegelijkertijd bezorgde dit me een onaangenaam gevoel.
7
Ik vind het werkelijk fantastisch, in tegenstelling tot de hierboven vermelde cipiers, dat er nog
mensen zijn in deze maatschappij die zich bekommeren om de armen, de zwakkeren, de
uitgestotenen of de vreemdelingen. Zo’n altruïsme kunnen we ons nog maar moeilijk inbeelden in
egocentrische tijden waarin we kost wat kost verantwoordelijkheid voor de Ander willen vermijden.
Mijns inziens, zouden we zoveel mogelijk moeten proberen ons het lot van de Ander aan te trekken,
en ons inzetten voor het geluk van de Ander. De heteronome filosofie van Levinas kan hierbij een
handig hulpmiddel zijn. In de confrontatie met het “Gelaat van de Ander”, kunnen we niet anders
dan onszelf terug te trekken en de Ander volledig bij te staan in zijn zorgen en zijn behoeften.
Jammer genoeg heeft de doorsnee postmoderne mens hier geen oog meer voor, de aandacht voor
het eigen subject zal altijd blijven primeren…
Persoonlijk denk ik dat het pastor-zijn in een gevangenis, een ietwat idealistische instelling en een
zeker inlevingsvermogen vraagt. Ook is het belangrijk dat de pastor de vele problemen en
schrijnende verhalen van de gedetineerden niet mee naar huis neemt. We zouden dus kunnen
zeggen dat de mogelijkheid om te relativeren sterk aanwezig moet zijn, anders is deze job maar
moeilijk vol te houden. Toch is het ook zeer belangrijk om een zekere gezonde afstand te bewaren
met de gedetineerden. Ook een confronterende houding naar de gesprekspartner toe is zeker
geoorloofd. Wat ook van een niet te onderschatten belang is, is een optimistische antropologie en
een gelovige houding. Deze laatste kan een extra (intrinsieke) motivatie zijn om dit zijnsberoep tot
een goed einde te brengen.
De eerste dag was alleszins al een aangename ervaring gekruid met enkele schrijnende verhalen en
bijna empatische gevoelens van mijnentwege. We mogen nooit vergeten dat we de gedetineerden
niet mogen identificeren met hun daden, diaboliseren is immers uit den boze. We zijn tenslotte
allemaal maar mensen, geschapen naar het imago dei, in een samenleving waarin de aalmoezenier
optreedt als een figuur van liefde, vertrouwen en hoop!
KATECHETIKA IS.... .
LINDSY DESMET
... thuiskomen, ontkateren, opstaan, gevoed worden, uitzweten, praesidiumen,
fakbarren, verkledeninbarbie, ontmoeten, vaarwellen, stressen, spotten, muzieken,
verdikken, alcoholiseren, rusten, actioneren, emotioneel, passioneel, scoren,
nogmeerscoren, bruisend, vriendschappen, haarkammen, discussies, verjaardagen,
sjarelen, alles en zoveel meer.
TOM VANDENBROECKE
… een bastion van kameraadschap. Een plek waar je jezelf kan zijn en worden, waar het
8
volgende pintje altijd net dat tikkeltje beter smaakt dan het vorige en waar een samenvatting voor dat
ène moeilijke vak nooit veraf is. Katechetika is LE(U)VEN.
RECTORFS Sander Briers & Sandra Cools
Enkele maanden geleden was hij haast niet uit het nieuws weg te denken. Professor Kerkelijk Recht
Rik Torfs stapte uit de politiek om zich verkiesbaar te stellen als rector van de KULeuven. Heden ten
dage vervult hij dit ambt waarover al zo veel geschreven is in de pers. Die Heilige Taube ging naar het
rectoraat om daar een frisse Rik Torfs aan te treffen, met als doel: “Wat is de nieuwe rector zijn visie
op de studenten, in het bijzonder die van de faculteit Theologie en Religiewetenschappen.”
Wat zal het effect op de faculteit Theologie en Religiewetenschappen zijn van uw
aanstelling tot rector?
“Wel, het effect is al zeker dat er een rector is die veel sympathie heeft voor het religie uze dus ook
voor uw faculteit. Maar ook een rector die zeer bewust is van het belang van levensbeschouwing
voor een universiteit in haar geheel. Laten we zeggen dat het er toch niet slecht uitziet voor jullie.
Ik vind het heel belangrijk, ook afgezien van het feit dat ikzelf erg in religie geloof, dat de universiteit
in de gebieden waarin ze een zeer grote traditie heeft, zoals filosofie, theologie en uiteraard ook
kerkelijk recht, niet opgeeft. We kunnen ons perfect in nieuwe dingen bekwamen, maar waar we
vroeger sterk in waren mogen we zeker niet laten schieten.”
Hoe ziet u uw functie als rector? Een sterk leidersfiguur, een bemiddelaar, als vriend van
de student… ?
“We zitten hier aan een universiteit, je moet dus iedereen overtuigen wil je echt vooruit komen met
bepaalde ideeën, dat is evident. Het is een hele horizontale bestuursstructuur. Maar om mensen
horizontaal te overtuigen moet je wel bepaalde leiderschapskwaliteiten hebben. Dus in dat opzicht
ben ik wel van plan de universiteit te verenigen, om een heel sterk wij-gevoel te creëren, om ons ook
naar de buitenwereld te willen verdedigen. Wat ik ook zou willen doen is samen met andere
universiteiten en rectoren de positie van de universiteiten tegenover de overheid en de samenleving
veilig stellen. Dus in die zin hoop ik het ook niet al te slap gaan aan te pakken. Maar ondertussen kan
je ook vriend zijn van de student, waarom niet. Een bemiddelaar moet je zeker zijn, want we hebben
hier zeer talentvolle mensen, die daarom ook niet altijd even gemakkelijk zijn, gelukkig!”
9
Heeft u als politicus zaken geleerd die u kunnen helpen als rector?
“Ja, absoluut wel. Ik denk dat het zeer belangrijk is omdat je in de politiek toch ook leert om te
lobbyen, medestanders te zoeken, de essentie van ideeën overeind te houden terwijl u naar
compromissen zoekt. Dus in feite is het ook een vorm van samenwerking in de politiek met mensen
die niet helemaal hetzelfde denken als jezelf. Natuurlijk heb ik aan de politiek ook een heel groot
netwerk overgehouden dat ik met plezier ter beschikking stel aan de universiteit. Dus ik ben ook op
de leeftijd gekomen waar ambities niet meteen meer hoeven en dat dus uw ervaring ten dienste
kunt stellen aan derden.
Uw openingmail kende een humoristische toets. Het deed ons denken aan de Rik Torfs die
we in de slimste mens zagen.
“Die persoon ga je vaak weer zien. Het is niet omdat je
rector bent dat je plotseling serieuzer moet zijn dan anders.
Ik ben altijd wantrouwig ten opzichte van ernstige mensen,
dan denk ik: wat hebben die te verbergen? Dus als je je
goed in uw vel voelt moet je niet te serieus zijn, het leven is
te mysterieus om het te verhullen achter een gelaat van
pseudo-ernst.”
“Humor is zeer belangrijk voor mij, en ik denk voor
iedereen. Uiteindelijk begrijpen we van het leven niets, en
humor is een manier om daarmee te leren leven.”
Zal je het lesgeven niet missen?
“Ik zal het niet moeten missen, want ik ga nog één vak op
mij nemen. Ik hoop dat ik het goed volhoud, wat niet
gemakkelijk is met deze agenda. Kerkelijk recht is een stuk
uit mijn leven, ik doe het al jaar en dag, dat ga ik dus niet
laten schieten. Er zullen wel enkele vakken van mij moeten
worden overgenomen maar ik ga het niet opgeven.”
Hoe zag u de studenten evolueren, als student, daarna als prof en nu als rector?
“Er is zeker verandering. Zelf ben ik als docent meer met oudere mensen in contact gekomen,
kerkelijk recht is doorgaans meer voor bejaarde mensen, maar je ziet bij de gewone
generatiestudenten wel een verschil. In mijn studententijd zou het uitgesloten geweest zijn om je in
10
te schrijven aan de universiteit vergezeld van je ouders. Nu moest ik op de eerste dag de studenten
groeten en zag allemaal mooi geconserveerde, iets oudere vrouwen, wat de mama’s van de
studenten bleken te zijn. Het is een heel andere sfeer geworden. Studenten worden door alles
afgeleid, nu gaan die massaal samen studeren in bibliotheken omdat ze zich op hun kot blijkbaar niet
meer kunnen concentreren. Dat zijn allemaal veranderingen die er zijn en ook voor een stuk met de
tijdsgeest mee evolueren. Dat je iets minder zelfstandig wordt en sneller afgeleid heeft te maken met
een complexere wereld, maar in wezen zijn de mensen hetzelfde, maar externe factoren maken dat
mensen wat anders zijn dan vroeger.”
Ziet u die evolutie positief of negatief?
“Ik vind dat normaal. Iedereen is een kind van zijn tijd. Ik denk dat er in wezen niets verandert, het
zijn allemaal gedragswijzen, of je nu op kot of in de bibliotheek gaat studeren, u moet toch studeren.
Elke tijd maakt zijn kinderen en de kinderen maken hun tijd, het is een wisselwerking. Maar ik vind
het fijn om in deze tijd te leven want hadden we een eeuw geleden geboren geweest, hadden we nu
al dood geweest, en dat is ook niet fijn. “
Heeft u nog een goede raad voor onze nieuwe theologiestudenten?
“Ik zou zeggen: blijf vooral u zelf. Laat u niet te hard meeslepen door wat andere mensen van je
verwachten. Durf ook op moeilijke momenten te zeggen dat je die hebt. Wat ik altijd straf vond van
mijn eigen studententijd is dat je niet mocht zeggen dat je eenzaam was, terwijl nu uit onderzoek
blijkt dat er veel eerstejaarsstudenten zich toch eenzaam voelen. Wel, zeg dat gewoon, dat is geen
schande, het is zelfs normaal.”
Tenslotte had Rik Torfs nog lovende woorden voor de naam van ons kringblad
“Ik vind het fantastisch dat jullie een blad hebben met de naam Die heilige Taube. Dat is tenminste
een titel, dat kan niet genoeg aangemoedigd worden. Ook vooral omdat het niet in een taal is
waarvoor je een attestering moet hebben die desalniettemin begrijpelijk is, en mooi voor dat soort
dingen. Fantastisch.”
“Ik sta achter jullie en ook achter de faculteit. Soms was er wel wat rivaliteit tussen theologie en
kerkelijk recht, wij zijn het kleinere broertje, maar u kunt absoluut op mij rekenen.”
11
EEN NIEUWE (VOETBAL)TEMPEL Sosa .
Het is eindelijk zo ver, België heeft een nieuw gebouw waar 20.000 mensen hun religie kunnen
beleven. Voor iedere rechtschapen christen begint te watertanden: het gebouw is een stadion, de
gelovigen zijn supporters en de religie is koning voetbal.
In Gent werd na jaren van praten en plannen op 1 jaar tijd een, al zeg ik het zelf, prachtig nieuw
stadion uit de grond gestampt waar om de 2 weken gemiddeld 15.000 supporters hun helden/goden
kunnen aanmoedigen en vereren. Het is het eerste nieuwe stadion in België en het zou de voorbode
moeten zijn voor een hele reeks stadions die gebouwd zullen worden, en dit kan het Belgische
voetbal enkel ten goede komen.
De Ghelamco arena werd officieel geopend tijdens een galamatch tussen KAA Gent en VfB Stuttgart
1893, een wedstrijd die verassend genoeg gewonnen werd door de thuisploeg. Naast de puike
prestatie op het veld, vielen vooral de negatieve punten van het stadion op. Zo waren er problemen
met het veld en met het cashless paymentsysteem, een systeem waardoor je met een abonnement
of een kaart kan betalen zonder cash geld te gebruiken.
Ook de nagelnieuwe grasmat werd net voor de galamatch vervangen, maar het mocht niet baten
want eind augustus doken er alweer nieuwe problemen op. Ook tijdens de eerste thuismatch van de
competitie werkte het cashless paymentsysteem niet optimaal, mensen die hun kaart online
opgeladen hadden konden niet direct betalen met hun abonnement.
Nu zijn we enkele weken verder en kunnen we stellen dat de kinderziektes uit het stadion verdwenen
zijn. Sterker nog, het stadion begint een reputatie te krijgen bij de supporters en de tegenstanders.
De eerste twee wedstrijden werden steeds gewonnen door de thuisploeg in de laatste 5 minuten van
de wedstrijd.
Maar genoeg over het voetbal en de problemen van het stadion. Het dient gezegd dat de Ghelamco
Arena een voorbeeld is voor heel België. Het is een perfecte mengeling tussen milieubewustzijn en
architecturale vernieuwing. Ecologisch is het een verbetering omdat men gebruik maakt van
13.000m² aan zonnepanelen om energie op te wekken en omdat het regenwater wordt opgevangen
in reservoirs om te hergebruiken voor de besproeiing van het veld en het sanitair in het stadion.
Architecturaal is het een vernieuwing omdat de buitenzijde van het stadion bestaat uit lampjes
waardoor het stadion van kleur kan veranderen (vergelijkbaar met de Allianz Arena van Bayern
Munchen).
Hopelijk is dit een signaal voor de andere clubs om ook op de wagen te springen en een nieuw
stadion te bouwen, zo kan onze competitie groeien en worden onze Belgische clubs misschien een
vaste waarden op het Europese toneel.
12
MAG MEN KERKEN GEBRUIKEN VOOR BURGERLIJKE .
PLECHTIGHEDEN? Sandra Cools
Op 7 september verscheen het in alle mogelijke kranten: Dirk Van Mechelen van Open Vld wil
kerkgebouwen gebruiken voor burgerlijke plechtigheden. Op die manier wilde hij enerzijds dat
kerkgebouwen terug meer gebruikt zouden worden en anderzijds dat een burgerlijke aangelegenheid
zoals een huwelijk of een afscheidsplechtigheid op een mooiere locatie dan een zaaltje van de
gemeente zou kunnen doorgaan.
Uitgestorven parochies
Dat kerken in Vlaanderen steeds minder bezoekers trekken is oud nieuws. In 2009 ging nog amper
5,4% van de Vlamingen wekelijks naar de zondagsmis. In 2010 werd voorspeld door Marc Hooghe,
politicoloog aan de K.U.Leuven, dat kerken tegen 2016 zelfs helemaal leeg zouden zijn. Er zijn al vele
parochies ‘uitgestorven’, waardoor de bijbehorende parochiekerk leeg staat. Andere parochies
moeten het stellen met slechts een tiental parochianen en de wekelijkse omhaling is verre van
genoeg om de kerk te onderhouden.
Herbestemmen en medegebruiken
Dirk van Mechelen ziet de huidige situatie als een ideale gelegenheid om kerken een nieuwe of
bijkomende bestemming te geven. Hij wil kerken openstellen voor burgerlijke aangelegenheden zoals
begrafenissen en huwelijken. Op die manier zou men dus kerken herbestemmen of medegebruiken.
Kerken kunnen hun oorspronkelijke religieuze functie wel behouden. Ze zouden gewoon tussen de
lijst van mogelijke locaties staan voor burgelijke aangelegenheden.
Say what? Herbestemmen:
Een parochiekerk die niet meer voor religieuze
activiteiten gebruikt wordt, kan aan de eredienst
onttrokken worden en een nieuwe functie krijgen.
Hiervoor is een kerkrechtelijke procedure nodig en
alleen de bisschop kan hierover beslissen.
Medegebruiken:
De terbeschikkingstelling van het kerkgebouw
voor religieuze activiteiten van andere katholieke
of christelijke geloofsgemeenschappen.
13
Extra luister en geld
Van Mechelen beseft zelf ook dat het niet gemakkelijk is om dit voorstel in de praktijk om te zetten.
Niet alleen de aard, omvang en specifieke inrichting van een kerkgebouw kunnen voor moeilijkheden
zorgen, maar daarnaast hebben ook veel kerken nog een beschermd statuut. Toch vindt hij het de
moeite waard om een reactie te vragen van de lokale kerkbesturen. Hij is ervan overtuigd dat een
kerkgebouw extra luister kan geven. De huidige locaties laten vaak te wensen over en een kerk zou in
dat geval een mooie oplossing zijn. Ook voor de kerken zelf zit er een voordeel aan verbonden: op die
manier zouden ze terug meer inkomsten moeten betalen. Dit laatste is uiteraard ook in het belang
van de belastingbetaler, een belangrijke doelgroep voor Open Vld, die dan niet langer mee moet
opdraaien voor de kosten van kerkgebouwen.
Richtlijnen Ondertussen hebben de lokale kerkbesturen al gereageerd met een brief waarin de Vlaamse
bisschoppen enkele richtlijnen geven voor het gebruik van kerken. “Parochiekerken worden niet ter
beschikking gesteld voor niet-christelijke rituelen of vieringen (zoals burgerlijke uitvaart, burgerlijk
huwelijk of riten van een niet-christelijke godsdienst). Omwille van buitengewone omstandigheden
kan in afzonderlijke gevallen een uitzondering worden toegestaan. Hiervoor is de voorafgaandelijke
schriftelijke toelating van de bisschop vereist”. Wel kunnen kerken gebruikt worden voor
maatschappelijke doelstellingen zoals tentoonstellingen of lessen. Dit noemt men multi-functioneel
gebruik. Een herbestemming kan alleen als de bisschop akkoord is met de nieuwe bestemming.
JASPER VANDECRUYS ILLUSTRATION .
Wellicht is de illustratie op de cover van deze
maand je opgevallen en waarschijnlijk heb je ook
opgemerkt dat die vervormde kop die van onze
rector Rik Torfs moet voorstellen. Inderdaad, ‘Die
heilige taube’ heeft karikatuurartiest Jasper
Vandecruys kunnen strikken! Deze Kempische
tekenaar heeft een grote passie voor het maken
van karikaturen, waarbij hij opvallende kenmerken
van personen sterk overdrijft en hun unieke
persoonlijkheid weet vast te leggen op een
efficiënte en humoristische manier. Om meer van
zijn werk te zien, surf je best eens naar zijn
Facebookpagina, getiteld ‘Jasper Vandecruys
Illustration’ (of jaspervdc.blogspot.com). Hier kun je
zien dat er al aardig wat internationale iconen en BV’s
uit zijn potloden, inktpenselen en digitaal tekentablet
gevloeid zijn. Vandecruys nam vorige zomer trouwens
deel aan Eurocon 2013 in Wenen, een conventie waar
enkele van ’s werelds beste en bekendste
karikaturisten samenkomen om er enkele dagen (en
nachten) te tekenen, schilderen, presentaties en workshops geven en het
tegen elkaar opnemen in bepaalde wedstrijden. Zeker in het oog houden, zou ik dus zeggen.
14
WERELDJONGERENDAGEN: CONTEXTUALISERING EN .
CARNAVALSDANSERESSEN Ivo Kalverboer
Nadat ik teruggekeerd was uit Rio van de Wereldjongerendagen (WJD) vroegen velen mij wat ik van
bepaalde uitspraken van de Paus vond die hij gedurende die tijd had gedaan. Ik moest hen
antwoorden dat ik in het geheel geen flauw idee had waar zij het in de verste verte over hadden.
Naast een zwevend wit solideo’tje op honderd meter afstand omgeven door een haag van hysterie
en onverstaanbare preken in het Portugees, heb ik in Rio nagenoeg niets meegekregen van de
opvolger van Petrus. Dit gezegd hebbende kan ik uitleggen waar de massabijeenkomsten voor
jongeren werkelijk om draaien. Dat de Paus ons zijn Apostolische zegen geeft en mooie woorden
(s)preekt is natuurlijk fantastisch en met veel plezier heb ik zijn homilie terug in Nederland nagelezen
op het internet, maar het meest belangrijke van de WJD, het cruciale, dat is ontmoeting. Het mag
een wonder heten dat uit alle continenten en contexten jongeren samenvloeiden om hun geloof in
de Drie-ene God te belijden. Het contrast tussen twee geloofsbelevingen dat ontstaat door
contextualisering zorgt voor ruimte om zaken in een nieuw licht te plaatsen.
En dat hebben we geweten. De WJD-reis van het bisdom Breda en Rotterdam had twee
bestemmingen: een voorprogramma in Suriname (wegens historische banden) en het grote
evenement in Rio de Janeiro. Het zijn twee gebieden waar de Kerk jong is en waar de beleving veel
uitbundiger is dan in het vermoeide en vaak stijve West-Europa. Suriname is een ‘Sunshine Paradise’
waar men de vreugde van het geloof gestalte weet te geven binnen de liturgie. Nu was de liturgie in
de kathedraal zeer ingetogen. Op wat geklap en een zeer uitbundig Alleluia na bleef het allemaal vrij
Westers, maar, zo heb ik mij door enkele locals laten vertellen, is een Mis in de parochiekerken een
waar dansfestijn met steeldrums; het moet je ding zijn. Enfin, het volstaat te zeggen dat ik een week
lang euforisch gestemd was, werkelijk high on Suriname.
Die lijn werd in Brazilië doorgetrokken toen we op een van de eerste avonden verzeild raakten op
een parochiefeest. Nu denken wij daar in het Westen over als een triestige bijeenkomst in een
triestig zaaltje, maar in Brazilië huurt men gewoon een troep carnavalsdanseressen in, vergezeld van
mensen die weten hoe men met percussie omgaat. Mocht u zich zorgen maken dient u te weten dat
de uitbundigheid goed christelijk werd omkaderd; tussen de nummers door bad men Weesgegroeten
en zei men allerlei stichtelijke zaken.
Naast ontmoetingen tussen verschillende culturen zijn er natuurlijk ook de ontmoetingen met
medereizigers. Dat deze wel erg vérstrekkende gevolgen kunnen hebben, daarvan getuigt het
fenomeen van het zogenaamde WJD-koppel. Het gaat hier om twee WJD-reizigers die na het
evenement besluiten het contact vast te houden en intiemer te maken. Gedurende de weken dat ik
weg was zijn er vele koppels ontstaan en heb ik meerdere verloofde en getrouwde stellen ontmoet.
Men moet natuurlijk oppassen met zaken te suggereren, maar het lijkt wel alsof de WJD onder
andere bedoeld zijn om te zorgen voor katholieke kindertjes…
Wellicht werd het wonder van de WJD het beste onthuld tijdens de nachtwake op Copacabana.
Miljoenen pelgrims hadden hun slaapmatje neergelegd op het strand om de volgende dag de H. Mis
te mogen vieren met Paus Franciscus. Om vier uur ’s nachts schoot ik wakker uit mijn slaap en keek ik
rond; het was muisstil. Miljoenen mensen lagen ondanks het zo goed als afwezig sanitair en een
15
karige maaltijd in alle rust en stilte samen op een strand in afwachting van de opgang van de zon die
ons zou verlichten bij het vieren van de Eucharistie. Het was als een voorafspiegeling van wat ons nog
te wachten staat.
Een Nederlandse pelgrim in dialoog met de Braziliaanse cultuur
KATECHETIKA IS.... .
FIEN VANDAMME
... een groep vrienden waar je altijd bij terecht kunt wanneer je vragen of
problemen hebt. In het kringlokaal vind je altijd wel iemand om mee te praten
tussen twee lessen door en dat leidt altijd tot heel gezellige momenten.
JONAS SANEN
Leuk, fijn, plezier, liefde, vrienden, studie, rust, dronkenschap, feestjes en
onzedelijkheid.
16
TOM @ THOMAS Tom Vandenbroecke
Een nieuw academiejaar betekent altijd heel wat verschuivingen binnen Katechetika. Functies
verdwijnen, andere komen er bij, sommige veranderen van inhoud en enkele gevestigde waarden
blijven. Zo ook met de mensen die verantwoordelijk zijn voor die functies: een deel verdwijnt,
anderen nemen de fakkel over van voorgangers, sommige gaan iets anders doen en nog anderen
blijven doen waar ze goed in zijn. Zo kreeg ook ons kringblad, ik noem het even kringblad want de
naam is in de loop der jaren zo vaak veranderd dat ik er geen flauw benul van heb hoe ze het dit jaar
gaan noemen, een nieuwe functieverantwoordelijke. Een bijzonder prestigieuze
functieverantwoordelijke zelfs als ik de plannen zo hoor en ik hoop dan ook oprecht dat wanneer ik
dit stukje tekst in het kringblad herlees (ja, ik ben zo iemand die z’n eigen teksten nog eens leest als
ze gedrukt zijn) het verbleekt tussen de genialiteit van de stukken ervoor en erna. Moest dit eerste
kringblad van academiejaar 2013-2014 zoals verwacht een pareltje geworden zijn: Sander, moatje,
keep up the good work! Moest het op een tegenvaller van formaat uitgedraaid zijn: Sander, we
moeten dringend een hartig woordje praten.
Goed, tot zover wat je als een inleiding zou kunnen beschouwen. In wat volgt ga ik twee dingen
proberen te doen: mezelf voorstellen (wat je als het gedeelte ‘Tom’ kunt beschouwen) en daarna
mijn werk op de faculteit uit de doeken doen (logischerwijs zal dat dan het gedeelte ‘Thomas’ zijn).
Om toch enigszins een spanningsboog in te bouwen in dit schrijfsel zal ik dan, bij wijze van conclusie,
uitleggen wat het ultieme doel van deze wederkerende rubriek1 is. Niet dat ik mezelf hoger acht dan
het project waar ik me elke dag voor inzet, maar persoonlijk vind ik het altijd fijner om eerst te weten
wie iemand is en daarna wat iemand doet. De eerste student die naar me toe komt met de woorden
‘Ik studeer rechten, ik ben Pieter’ laat ik vriendelijk weten dat ik hem voor de rest van zijn carrière in
Leuven als ‘rechten’ zal aanspreken. Je snapt wel wat ik bedoel.
Goed, de meesten van jullie weten wie ik ben en wat ik doe. Voor wie me enkel kent als “die met z’n
zwart haar, z’n veel te grote bril en dito voorhoofd en z’n veel te groot lawaai” kan dit een
aangename uitbreiding zijn van JE BEKROMPEN DENKPATROON, voor de nieuwkomers een
vriendelijk ‘aangenaam kennismaken’ waarbij ik dan die persoon ben die veel te veel over zichzelf
vertelt. Ik ben Tom, 23, Roeselarenaar in oorsprong,
Leuvenaar in wording. Ik heb een job aan de faculteit
en daarna loop ik net iets teveel rond in pretparken (en
bedrijven die dingen voor pretparken maken) en ben ik
zot van, zet je schrap: Disney, Burton, Studio100,
graphic novels, goochelaars, musicals, terrasjes,
parkjes, stukjes wereld zien en alles wat je kan doen
met een televisietoestel. Kortom: een groot klein kind
dat langzaam maar zeker aan het ontdekken is wat het
betekent om volwassen te zijn en hoe je je dan moet
gedragen. Over de roddels die aan de faculteit de ronde
1 Omdat een volwaardige tekst volgens de faculteit niet zonder voetnoten kan, hierbij dus ook eentje:
wederkerend is natuurlijk onder voorbehoud. Mocht uit jullie publieke opinie blijken dat mijn schrijftalent even geniaal is als de plot van Hobgoblins 2, dan bedank ik graag voor een volgend stukje.
17
doen over mezelf (Katechetika en roddels gaan hand in hand, dus ik maak me geen illusies) kan ik
zeer duidelijk zijn: de roddels in mijn voordeel kloppen, die in mijn nadeel zijn verzonnen.
Vijf jaar lang heb ik met volle teugen, letterlijk en figuurlijk, genoten van het studentenleven en ben
ik er onderweg in geslaagd een bachelor- en masterdiploma Godgeleerdheid op te scharrelen en iets
wat je kan beschrijven als de helft van een lerarendiploma. De weg naar dat laatste diploma werd
vorig jaar tijdelijk onderbroken door een mooie aanbieding om aan de faculteit het beste van mezelf
te geven voor het ‘Thomas’-project, waar ik sinds februari tijdens de werkuren te vinden ben. Je
hoeft echter niet ongerust te zijn, ondertussen is het traject op weg naar een diploma bij de
lerarenopleiding weer hervat en gecombineerd met een fulltime job belooft dat nog vuurwerk te
geven tot januari, maar ach, een beetje gezonde stress is altijd fijn.
De nieuwsgierige lezer zit momenteel al op het puntje van zijn stoel om te weten te komen wat het
‘Thomas’-project juist is. Thomas is een online-platform, ook wel website genoemd, voor en door
godsdienstleerkrachten en iedereen die met het godsdienstonderwijs begaan is.
De site zag in 2002 het levenslicht door toedoen van professor Didier Pollefeyt, tegenwoordig
vicerector Onderwijsbeleid aan deze universiteit. Ondanks het gigantische takenpakket dat het
vicerectorschap met zich meebrengt blijft hij het project leiden, alsook de lerarenopleiding en het
onderzoek naar katholieke identiteit dat aan de faculteit loopt. Professor Pollefeyt, het Centrum
Academische Lerarenopleiding, de studenten en IT’ers van de faculteit (tot die laatste mag je mezelf
rekenen) en de vele bezoekers van Thomas slaagden er samen in om de site in 11 jaar tijd te laten
uitgroeien tot een referentie binnen het godsdienstonderwijs. Thomas wordt dan ook gebruikt door
mensen met allerlei functies binnen het veld: van inspecteur-adviseurs tot leerlingen in de klas, van
godsdienstleerkrachten tot mensen die in het schoolpastoraat betrokken zijn. Ik weet het, het klinkt
als een promopraatje van een fondsenwerver, en dan nog geen goeie ook, maar geloof me: we
krijgen dagelijks +/- 5000 individuele bezoekers over de digitale vloer, hebben 34000 geregistreerde
leden, verzenden een nieuwsbrief die meer dan 15000 mensen bereikt en hebben meer dan 30000
18
pagina’s informatie klaar staan (wie iets van websites kent weet dat dat erg veel is voor een niche-
website).
De inhoud voor Thomas wordt aangeleverd door godsdienstleerkrachten zelf, studenten van onze
faculteit (ja, ook jij zult ooit tijdens je opleiding een In de kijker, film- en/of bijbelfiche mogen maken
en in interactie treden met andere bezoekers), medewerkers van het Centrum Academische
Lerarenopleiding,… Samen met mijn collega’s Jan en Stijn zorgen wij als IT’ers er dan voor dat er een
toch enigszins logische structuur in die 30000 pagina’s aan inhoud te vinden is en ontwikkelen en
verbeteren we de vele instrumenten en databanken die op Thomas te vinden zijn. Geen gemakkelijke
opgave, geloof me. Wanneer je de site voor het eerst bezoekt zal je overdonderd zijn en je weg niet
zo gemakkelijk vinden. Vergelijk het een beetje met de Maurits Sabbebibliotheek: het duurt eventjes
voor je er je weg in vindt, maar eenmaal je het wat kent, vind je er in no-time een schat aan
informatie. En ondertussen proberen wij het geheel overzichtelijker, gebruiksvriendelijker en visueel
aantrekkelijker te maken. Thomas bestaat uit veel te veel om uit te leggen, ik zou zeggen, ga het
vooral eens zelf ontdekken…
Tijdens je opleiding zal je bij verschillende vakken in contact komen met Jan, Stijn of mezelf om je
elementen van Thomas uit te leggen die in die fase van pas kunnen komen. Ik kan je alvast vertellen
dat we verschillende databanken hebben met impulsen die je goed zal kunnen gebruiken: foto’s,
video’s, liedjes, boeken, links, gebeden, gedichten, tijdschriftartikels, spelletjes… die relevant zijn
voor het godsdienstonderwijs, instrumenten om later na te gaan hoe leerlingen tegenover het vak
staan en hoe hun levensbeschouwelijke identiteit vordert, ‘In de kijkers’ die maandelijks een thema
tot op het bot uitspitten, losse impulsen die je in je lessen kunt gebruiken… Films en Bijbelverhalen
worden besproken in fiches, je kunt alle leerplannen voor het godsdienstonderwijs raadplegen en
wanneer je een vraag hebt kan je die op Thomas stellen waarna godsdienstleerkrachten hun ervaring
met je delen. Dagelijks plaatsen we in onze ‘scroller’ op de startpagina interessante dingen uit de
actualiteit en elke maand sturen we een nieuwsbrief uit met alle nieuwigheden die die maand op
Thomas verschenen zijn (wees gerust, als student van onze faculteit krijg je hem elke maand
toegestuurd zodat je zeker niks hoeft te missen). En uiteraard, voor de ietwat ‘gevorderde’ studenten
onder jullie, allemaal geschikt om op een hermeneutisch communicatieve manier mee aan de slag te
gaan.
Speciaal voor jullie zal ik in elke editie van dit kringblad een geanimeerd overzicht bieden van wat er
nieuw te vinden is op Thomas. Waarom? Omdat ik het zie als een extra kans om jullie de weg te
tonen in die schatkamer die Thomas is voor het godsdienstonderwijs. En omdat niemand de
puppyogen van Sander iets kan weigeren, daarom ook ja.
Tot de volgende!
Tom
-> Fanmail en vragen zijn altijd welkom op [email protected]
-> Non-sense over Disney, Burton, Studio100, graphic novels, goochelaars, musicals, terrasjes, parkjes, stukjes
wereld en alles wat je kan doen met een televisietoestel via facebook.com/tomvandenbroucke
19
ARCHIEF: KATECHETIKA EN HET SPEKPATER-SCHANDAAL . Anton Milh
Onze kring kent een zeer rijk verleden, wat tot een wonderlijk archief leidt. Deze jaargang is Anton
Milh de verzorger van deze traditie, en zorgt hij ervoor dat ook wij daartoe kunnen behoren. Maar
onbekend is onbemind, vanuit die leuze haalt Anton elke uitgave een stukje Katechetika uit de
vergeetput. Met in deze editie: het Spekpaterschandaal.
In december 1981 publiceerde het weekblad Humo een artikel met als titel ‘Het Spekpater
schandaal’, dat destijds een grote commotie veroorzaakte. Maar waarover ging dit artikel en wat is
de band met onze geliefde kring?
De ‘Spekpater’ was de bijnaam van pater Werenfried Van Straaten (1913-2003), norbertijn van de
abdij van Tongerlo. Na de Tweede Wereldoorlog wilde hij de vele katholieke vluchtelingen in
Duitsland en Oost-Europa helpen. In het begin had hij hierbij vooral spirituele bijstand op het oog.
Zogenaamde ‘rugzakpriesters’ werden uitgerust met mobiele altaren en kapellen waarmee ze de
katholieke vluchtelingen bijstonden in hun uur van nood. De focus verbreedde zich echter al snel tot
humanitaire hulp. De pater trok prekend door het land met zijn ‘miljoenenhoed’ in de hand, deze
hoed werd namelijk na zijn preek doorgegeven en dan door de aanwezige gelovigen tot over de rand
gevuld met geld. Na een toespraak voor de katholieke landbouwersvrouwen zei hij dat hij van hen
geen geld wou, maar spek. De actie was zo’n succes dat vanaf dan tonnen spekken oostwaarts
werden gestuurd. Zo kwam Werenfried dus aan zijn smakelijke bijnaam.
De twee organisaties die door hem werden gesticht, Oostpriesterhulp/Kerk in Nood en Bouworde
kennen tot op vandaag een groot succes en zijn uitgegroeid tot internationale hulporganisaties. Het
succes van Oostpriesterhulp bleef echter niet onbesproken. De inkomsten liepen op tot in de
miljarden Belgische franks per jaar. Het (linkse) weekblad Humo – destijds onder leiding van de
bekende hoofdredacteur Guy Mortier – legde een dossier aan waaruit moest blijken dat het
sponsorgeld van de pater niet overal in even goede handen terecht kwam. Zo werd de pater in het
artikel van december 1981 er achtereenvolgens van beticht met het geld in de eerste plaats politiek
te bedrijven, banden te hebben met de CIA, de invloed van de bevrijdingstheologie in Latijns-Amerika
te willen bestrijden, de “goedgelovigen op hun weekste plekken [te bespelen] ... hij praatte de kerk
eerst murw en toverde hen dan hun portefeuille uit hun broekzak”, kwistig en spilzuchtig te zijn
tegen zijn gelofte van armoede in, aan te pappen met mensen met extreem-rechtse ideeën etc., etc.
Een hele boterham dus om op vier tijdschriftpagina’s te bewijzen, zeker wanneer de stijl vaak het Dag
Allemaal-niveau evenaart (er moet wel toegegeven worden dat de pater een rabiaat anti-communist
was). Humo werd aangeklaagd wegens laster en eerroof en de pater schreef in de loop van 1982 een
boekje om de aanklachten uit het artikel te weerleggen. Hier komt onze kring in het verhaal:
“Katechetika, de studentenkring van de teologische fakulteit te Leuven, houdt eraan i.v.m.
bovenstaande zaak [de zaak W. van Straaten vs. Humo], waarmede ze zich omwille van de pastorale
implicaties en de grote impact van deze organisatie in de katholieke wereld beziggehouden heeft,
haar wedervaren met beide partijen te vermelden” (persbericht, voorjaar 1982). Onze kring voelde
zich geroepen om zowel de pater als de mensen van Humo uit te nodigen naar Leuven om hun kant
20
van het verhaal aan de studenten uit te leggen. In de correspondentie met Humo wordt hierbij
vermeld dat “eventueel nog andere personen kunnen uitgenodigd worden om een mogelijke steriele
discussie te vermijden en zo de polariteit te doorbreken”. Als mogelijke moderator werd aan Gui
Polspoel (toen journalist bij de Openbare Omroep) gedacht. Van de Spekpater werd een mondeling
akkoord verkregen, Humo wenste echter niet in te gaan op deze uitnodiging (pas “zodra de zaak
juridisch in het reine getrokken is, ben ik bereid tot deelname aan een forumgesprek”, aldus Guy
Mortier himself). Ook de Spekpater trok zijn deelname in en van een debat kwam aldus niets in huis.
Deze hele geschiedenis toont wel aan dat onze kring bijzonder betrokken was op de actualiteit en
zich het wel en wee van een caritatieve organisatie als Oostpriesterhulp bijzonder aantrok
KATECHETIKA IS... .
MARLIES MAERTENS
... alles wat een student verlangt: plezier, studiegenot, studietips, cursusdienst,
ontspanning, uitgaan, cultuur, verkleden, alles op z'n kop zetten, proffen leren
kennen, samen vieren, samen verdriet hebben, maar bovenal: vrienden voor
het leven!
TIJS VANDEMEULEBROECKE
...vallen en opstaan circuleren en toch altijd rechtdoor gaan vergeven en soms
ook eens vergeten is als broer en zus, altijd wel eens spanning en toch steeds
een eeuwige liefde.
MARIET GROUWELS
...een grote familie, een vriendengroep, iedereen staat altijd voor elkaar klaar en
we werken samen om het beste van onze studies en studentenleven te maken!
21
KRUISWOORDPUZZEL
Horizontaal
4. Heeft ogen maar kan niet zien
6. Veertiende en koning van de zon
7. Tien geboden
8. Stad met paus naast Rome
9. Niet weg te krijgen uit de faculteit
14. Van links naar rechts én van rechts naar links
15. Bekendere naam van Russisch staatsman
Dzoegasvili
16. Onderwijzing van Jezus op zekere hoogte
18. De verblijfplaats van de doden bij de joden
Verticaal
1. Stad waar Augustinus bisschop was
2. Tweede wet
3. Schilderachtig dier
4. Land waaruit Leopold I afkomstig was
5. Bijnaam van Werenfried Van Straaten
10. Duits voor Pasen
11. Hoe meer ik droog, hoe natter ik word
12. Apocrief evangelie op het internet
13. Boeddhisme is een ...............godsdienst
17. Berlijnse gekookte varkenspoot
22
MAGREB MIEKE Mieke Mortier
Liefste Leuvenaartjes,
Tot jullie spreekt een wereldburger in spé, een ware kosmopoliet die tracht de zeven zeeën te
bevaren, de hoogste bergen (met behulp van de nodige puffertjes en astma-pauzes) te beklimmen en
de dichtbegroeidste oerwouden te doorploegen. Dit alles zijn plannen die zich in de tijdspanne van
een heel leven - dat hopelijk nog lang zal duren - dienen te voltrekken. Mijn eerste stop op weg naar
de totale wereldverovering was India, en dit in het kader van onze geliefde opleiding! Het was een
trip die mijn ogen, mijn hart en mijn longblaasjes heeft geopend. De Indiareis smaakte enkel naar
meermeermeer, zoals het onze kapitalistische en materialistische samenleving typeert.
Al snel begon ik op zoek te gaan naar een nieuw buitenlands avontuur, en dan liefst ééntje van lange
duur! Voor ik het goed en wel besefte kon ik al uitkijken naar een volgende bestemming aan de
horizon: Magisch Marokko.
Na vijf fantastische jaren studeren aan de beste faculteit van de wereld, werd het voor mi j tijd om
met mijn hoofd uit de boeken te vluchten, en de wijde wereld in te trekken. Het is voor een
godsdienstwetenschapper (religiestudiër vind ik mooier klinken, maar dat is helaas geen echt woord.
Toch geef ik het jullie even mee!) natuurlijk ook uitermate boeiend om in een cultuur te vertoeven
waar een andere religie heerst dan hetgeen we in ons belgenlandje gewoon zijn. India kende religies
in alle maten, vormen en soorten, Marokko daarentegen houdt het bij de Islam. De Islam is een
religie waar we allen denken veel over te weten, maar in werkelijkheid wordt zelfs onze theologische
visie gekleurd door media of persoonlijke ervaring (behalve als je uit West-Vlaanderen komt, zoals ik,
want daar bestaat de Islam nog niet). Daarom leek het me bijzonder waardevol om voor een tijdje in
een Islamland te verblijven, en de religie op die manier van binnenuit te leren kennen en te beleven.
Het is echter duur en niet altijd even vanzelfsprekend om voor een lange periode op reis te gaan en
daar zomaar een beetje rond te lummelen in een ver land. Ik zocht dus naar een uitdaging die mij,
een prikkelgestoorde enthousiasteling, kon bezighouden én tegelijk iets kon bijleren. Zo gezegd, zo
gedaan, ik schreef me in voor een langetermijn-bouwkamp met de organisatie 'Bouworde vzw', wat
zoveel wil zeggen als 2,5 maand meedraaien als vrijwilliger in een Marokkaanse stad en daar in ruil
kost, inwonen en een fenomenale ervaring voor terug te krijgen. De naam 'Bouworde' kan nogal
misleidend zijn, gezien dit het beeld van waterputten, schooltjes en veel cement oproept. In
werkelijkheid ga ik 'sociaal bouwen'. Dit houdt in dat ik meedraai in een opvangcentrum voor
straatkinderen die uit moeilijke milieus komen en vaak veel problemen hebben, waardoor ze niet
gemakkelijk naar school kunnen gaan. Het is de taak van mijzelf en de zeven andere vrijwilligers om
de kinderen onder de clichés 'Don't be a fool, stay in school' en 'Drugs are bad, M'kay' van de straat
en in het onderwijs te krijgen. Dit wordt sowieso een heel confronterende taak, omdat het nooit
makkelijk is om kinderen zo te zien worstelen in het leven. Aan de hand van spel en leermomenten
proberen wij de kinderen zoveel mogelijk kind te laten zijn, en ze de liefde te geven die het leven hen
soms vergeet te doneren.
Op zich klinkt dit allemaal heel nobel, menslievend en altruïstisch, maar het is ook zo, en dat mag niet
vergeten worden, dat ik hier vooral zelf veel uit ga proberen leren. Dat ik me openzet voor een
23
cultuur, religie en taal die ik niet ken, en dat ik me ga trachten te laten verrassen door al het moois,
boeiends en interessants dat Marokko me te bieden heeft. Zo'n uitdaging ga je niet aan als je er zelf
geen graantje van kan meepikken, en als je er zelf niets denkt uit te halen. Het is niet altruïstisch om
eens weg te willen uit dit belgenlandje, weg van examens, school, thesissen, de regen, het
studentenleven, de sleur van alledag, ... maar het kan wel fraai deugd doen!
Ik denk dat ik na afloop opnieuw ga kunnen beginnen aan die alledaagse sleur met een nieuwe bril,
die op kaleidoscopische wijze (de SLO heeft mijn hersenen danig aangetast) verruimd en veranderd
naar onze zelfde wereld kan kijken. Reizen zorgt ervoor dat je boeiende verhalen kunt vertellen, dat
je mensen ontmoet, en dat je het gevoel hebt dat je je dagen op deze planeet nuttig slijt! Of ik de
felbegeerde gemoedsrust en ultieme levensvreugde daar zal ontdekken lijkt me onwaarschijnlijk,
maar elke stap in die richting is alvast een juiste! Ik ga er van genieten met alle teugen die ik heb of
kan aftroggelen aan superlage prijzen, en ik hoop dat het me een beter mens maakt.
Over elf weken ben ik terug, en dan vervoeg ik jullie weer in een drinkgelag naar keuze, om daar bij
te praten over vanalles en nog wat! Geniet van jullie semester in dit ongetwijfeld succesvolle en
boeiende jaar, en vergeet niet om je volledig te smijten in mijn plek!
Mijn Marokkaans avontuur valt te volgen op volgend adres:
http://miekemortier.wix.com/marokko2013taroudant
Veel liefs, knuffels en zoentjes,
Mieke 'Marokko' Mortier
24