voor opdrachtgevers en relaties nr. 1 jaargang 15 | juni 2020 · nr. 1 jaargang 15 | juni 2020. 04...

21
Communicatie Meer ruimte ECB De schuldige? DNB Dialoog voorop Risicobereidheid Meer begrip dan we denken Digitalisering Met persoonlijke aandacht voor opdrachtgevers en relaties nr. 1 jaargang 15 | juni 2020

Upload: others

Post on 21-Jul-2020

3 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Page 1: voor opdrachtgevers en relaties nr. 1 jaargang 15 | juni 2020 · nr. 1 jaargang 15 | juni 2020. 04 | Evenwichtig en uitlegbaar Het nieuwe pensioenstelsel moet allereerst evenwichtig

Communicatie Meer ruimte ECB De schuldige?DNB Dialoog voorop Risicobereidheid Meer begrip dan we denken

Digitalisering Met persoonlijke aandacht

voor opdrachtgevers en relaties

nr. 1 jaargang 15 | juni 2020

Page 2: voor opdrachtgevers en relaties nr. 1 jaargang 15 | juni 2020 · nr. 1 jaargang 15 | juni 2020. 04 | Evenwichtig en uitlegbaar Het nieuwe pensioenstelsel moet allereerst evenwichtig

04 | Evenwichtig en uitlegbaarHet nieuwe pensioenstelsel moet allereerst evenwichtig zijn, óók voor ondernemingspensioenfondsen. Ze dragen dus actief bij aan de uitwerking, vertelt Wouter van Eechoud van Stichting Pensioenfonds IBM Nederland.

08 | We hebben iets uit te leggen Er is meer begrip voor pensioenrisico’s dan velen denken. Onderzoeker Peter Zegwaart geeft pensioenfondsen daarbij wel een dringend advies: ‘Geef deelnemers pensioenles!’

16 | Dialoog wezenlijk voor toezichtCindy van Oorschot, divisiedirecteur Toezicht Pensioenen bij DNB, gaat in op de intensiteit van het toezicht en de uitdagingen voor de komende tijd. De dialoog tussen toezichthouder en fondsen is daarbij volgens haar onmisbaar.

22 | In de wandelgangen Nog net voor hij de pensioensector inruilt voor diverse persoonlijke projecten, deelt directeur Pensioenbeheer, Erik Bakker, zijn visie op de digitalisering van pensioen­dienstverlening.

24 | Een leerproces voor beide partijenDigitalisering is een feit. Ook in de pensioenwereld. Maar hoe gebruik je de mogelijkheden, zonder de kwaliteit van je dienstverlening uit het oog te verliezen? Emeritus hoogleraar Jan van Dijk deelt zijn ervaring.

30 | Ruimte én verantwoordelijkheidMinister Koolmees wil pensioenfondsen meer ruimte geven om hun deelnemers te activeren. Diedeelnemers willen persoonlijke informatie én persoonlijk advies. Allerlei initiatieven in de hele pensioenketen spelen al op deze behoefte in.

36 | De schuld van de ECB?De afgelopen jaren wees de beschuldigende vinger regelmatig naar de Europese Centrale Bank. Terecht? Historicus Jonne Harmsma, bekend van zijn biografie over Jelle Zijlstra, schetst de historische context.

DRIELUIK ||| Pensioenwensen De manier waarop de deelnemer van vandaag gefaciliteerd wil worden verschilt behoorlijk. De dienstverlening moet verschillende doelgroepen aanspreken. Deze drie verhalen van deelnemers illustreren dat.

14 | Cocky van den Heiligenberg laat het graag over aan professionals

20 | Raïsa Knibbe wil uitgebreide informatie en advies

34 | Fred Richter houdt de touwtjes het liefst zelf in handen

2 3

342014 8

We hebben iets uit te leggen

16

Dialoog wezenlijk voor

toezicht

Een vroege lente

De voorbereiding van deze editie van Blauw startte vroeg in het jaar. Doel was om de gebruikelijke papieren editie begin april uit te brengen. Was, want vlak voordat Blauw naar de drukker zou gaan, kwamen we door het coronavirus in de nieuwe wereld terecht. Daarom besloten we enkele artikelen vast digitaal aan onze lezers aan te bieden. Een werkwijze die we blijven voortzetten. Nu we weer een aantal weken verder zijn, presenteren we graag alsnog een gedrukte versie.

De nieuwe wereld leidde tot minder aandacht voor de uit­ werking van het pensioenakkoord. Hoe was het ook weer met het pensioenakkoord? In het nieuwe stelsel zou het mogelijk worden om in 40 jaar met een maximale pensioenpremie van 27% een aanspraak van 80% van het gemiddelde loon op te bouwen. Al snel bleek dat met de huidige rekenrente en set van parameters niet mogelijk. Iets moet dus wijken.

Bij pensioenopbouw draait het altijd om 3 elementen. Wat moet de hoogte van de aanspraak of ambitie zijn? Welke premie wil je daarvoor betalen? En welk risico wil je daarbij lopen? Van Guus Boender heb ik geleerd dat als je aan 1 van deze 3 elementen iets verandert, het gevolgen heeft voor in ieder geval 1 van de andere 2. Ik dacht meteen aan deze wijze les toen de berichten naar buiten kwamen over een belangrijke doorbraak in het Haagse debat. Het idee is om de zekerheid van de nominale pensioenaanspraak los te laten en ook af te stappen van de rekenrente, zoals we die nu kennen.

Ik wil niet te vroeg juichen, maar de neiging is wel groot. We zijn in de afgelopen jaren in Nederland aan modelverdwazing gaan lijden met ons financiële toetsingskader. We deden alsof dat rekenmodel de werkelijkheid was en dat doen we nog. Zelfs bij een rente van onge­veer nul, houden we er aan vast. Het model was natuurlijk niet voor dergelijke renteniveaus ontworpen. Net zo min als voor rentes van 10% of meer.

De doorbraak in het debat getuigt van realiteitszin. Realiteitszin, die door de huidige crisis wellicht nog wordt versterkt. Pensioenopbouw was altijd onzeker, is onzeker en zal onzeker zijn. Het idee dat je over een termijn van 60 jaar of meer zekerheid kunt bieden, heb ik nooit begrepen. Tegelijkertijd weet je wel dat bij een jaarlijkse pensioenpremie van 20 à 25% en gemiddelde historische rendementen de opbouw van een adequaat pensioen heel goed mogelijk is.

Pensioen is en blijft een mooie arbeidsvoorwaarde. Hopelijk kan de discussie nu snel worden afgerond, zodat er meer tijd is voor onze core business: goed zorgen voor onze pensioendeelnemers. Dit betekent luisteren naar wat ze graag willen en informatie aanbieden op een manier die bij hen past. In deze editie leest u daar meer over.

Toine van der Stee

Blauw is het relatiemagazine voor opdracht gevers en relaties van Blue Sky Group. In Blauw vindt u onder werpen die te maken hebben met pensioen, in de breedste zin van het woord. Onderwerpen die prikkelen en u uitdagen de dialoog met ons aan te gaan.

Colofon | Redactie Blue Sky Group | Tekst Bauke ter Braak, Land van Maas en Taal, Toine van der Stee | Art direction, ontwerp & illustraties Frissewind | Fotografie Don Wijns | Druk Aeroprint.

Wilt u Blauw niet langer ontvangen? Of wilt u juist meer informatie van Blue Sky Group ontvangen? Ga naar www.blueskygroup.nl/voorkeuren om uw voorkeuren te wijzigen. Volg Blue Sky Group ook via LinkedIn

Snel op de hoogte zijn van nieuwe en actuele artikelen?

Meld u dan aan voor de e-mail-nieuwsbrief en krijg persoonlijk bericht als er een nieuw artikel beschikbaar is op de website via www.blueskygroup.nl/voorkeuren

Page 3: voor opdrachtgevers en relaties nr. 1 jaargang 15 | juni 2020 · nr. 1 jaargang 15 | juni 2020. 04 | Evenwichtig en uitlegbaar Het nieuwe pensioenstelsel moet allereerst evenwichtig

BLAUW JUNI 2020

4 5

Het pensioenakkoord moet straks in de praktijk allereerst evenwichtig zijn.

Oók voor de ongeveer twee miljoen deelnemers van ondernemingspensioenfondsen. Dat komt niet

per se vanzelf goed, vertelt Wouter van Eechoud van Stichting Pensioenfonds IBM Nederland, kortweg SPIN.

Vandaar dat ondernemingspensioenfondsen actief bijdragen aan de uitwerking

van het akkoord.

Wouter van Eechoud is Executive Director en bestuurslid bij Stichting Pensioenfonds IBM Nederland. Voorheen was hij onder meer werkzaam bij het onderdeel Toezicht grote pensioenfondsen van De Nederlandsche Bank.

Uitwerking pensioenakkoord:

Evenwichtig en uitlegbaar

‘ Wij vinden het belangrijk om op te komen voor de belangen van de grote minderheid van circa twee miljoen deelnemers.’

Page 4: voor opdrachtgevers en relaties nr. 1 jaargang 15 | juni 2020 · nr. 1 jaargang 15 | juni 2020. 04 | Evenwichtig en uitlegbaar Het nieuwe pensioenstelsel moet allereerst evenwichtig

UITWERKING VAN HET PENSIOENAKKOORD: HOE WERKT DAT?

Vorig jaar juni bereikte het kabinet na negen jaar een akkoord over het nieuwe pensioen-stelsel met vakbonden en werkgevers. Een belangrijke eerste stap, maar het moeilijkste moest nog komen: de uitwerking van dit akkoord. Hieraan wordt hard gewerkt in een complexe overlegstructuur waarin het kabinet en de sociale partners samenwerken. Deze structuur kent vier lagen:

1. Bestuurlijk overleg, verantwoordelijk voor de monitoring van de uitwerking van het gehele pensioenakkoord. Afvaardiging: de minister en de voorzitters van FNV, CNV, VCP en VNO/NCW, MKB-Nederland en LTO.

2. De stuurgroep, binnen de pensioenkaders besluitvormend op een aantal thema’s, waarbij bij afwijking van het pensioenakkoord wordt geëscaleerd naar het bestuurlijk overleg. De stuurgroep monitort de voortgang van het totale proces van de afspraken uit het pensioenakkoord. Afvaardiging: DG Werk (voorzitter) en afvaardiging van drie personen vanuit het kabinet (waaronder de voorzitter), de bonden en de werkgevers. Daarnaast zijn er adviserende leden vanuit DNB, AFM, CPB, Pensioenfederatie en het Verbond van Verzekeraars.

3. Voorbereidingsgroep, bereidt alle stukken van de werkverbanden voor en voorziet deze van advies voordat deze naar de stuurgroep gaan. Afvaardiging: Directeur AV (voorzitter) en afvaardiging van drie personen vanuit het kabinet (waaronder de voorzitter), de bonden en werkgevers. Dit zijn over het algemeen deskundigen op beleidsniveau.

4. Technische werkverbanden, waarin feitelijk de uitwerking plaatsvindt. De werk - verbanden zijn op thema ingericht en bestaan uit inhoudelijk experts onder regie van beleidsmedewerkers van SZW/Pensioenbeleid.

Daarnaast is er een klankbordgroep met ouderen en jongeren en een wetenschappelijk beraad met diverse hoogleraren. Zodra het pensioenakkoord volledig is uitgewerkt gaat SZW aan de slag met het opstellen van conceptwetgeving die naar verwachting per 2022 ingaat. Sociale partners, besturen en pensioenfondsen krijgen dan enkele jaren de tijd om een nieuwe pensioenafspraak overeen te komen, waarna pensioenuitvoeirngsorganisaties deze kunnen implementeren.

BLAUW JUNI 2020

76

‘Ondernemingspensioenfondsen (OPF’en) staan er gemiddeld beter voor dan bedrijfstakpensioenfondsen, en het beeld is juist onder OPF’en divers. Goed gefinan­cierde fondsen, met een gezonde dekkings­graad, hebben naar verhouding minder last van de problemen die het nieuwe pen­sioencontract beoogt op te lossen. En tege­lijkertijd kunnen we op een aantal vlakken juist wél last krijgen van de veranderingen die het akkoord met zich meebrengt. Een ‘one size fits all’ oplossing zit altijd wel ergens te ruim of te krap. Wij willen dat het ons als OPF’en ook goed past.’

Bestaand en nieuw naast elkaarVan Eechoud: ‘Voor ons is het belangrijk dat er geen te abrupte wijzigingen optre­den in OPF­specifieke elementen van de financiële opzet en dat die ook naast de nieuwe contracten kunnen blijven bestaan. Het huidige contract is voor een deel van de OPF’en prima werkbaar.

alle verplichtingen is voldaan.’Een essentiële verandering is de komst van een leeftijdsonafhankelijke premie, en de degressieve opbouw. ‘Dat die komt is een gegeven, daar verandert niets meer aan. Maar bij OPF’en speelt de doorsnee­problematiek niet, we berekenen de pre­mie op individueel niveau. Welke conse­quenties het voor de bij OPF’en betrokken werkgevers en deelnemers heeft, zal sterk afhangen van het maximale premieniveau en de te hanteren overgangstermijnen. Daar zijn we dus scherp op, we streven ook daar naar ruimte en flexibiliteit.’

Welke rente?In de discussie over het pensioenstelsel ging het altijd al over de te hanteren rente en eigenlijk is dat nog steeds zo, stelt Van Eechoud vast. ‘Elk contract dat gebaseerd is op aanspraken kent een probleem in een lage rente­omgeving. Dat is ook nu een kernpunt in de discussie: welke rente

En het al dan niet invaren in een nieuw contract is daarbij in de eerste plaats de verantwoordelijkheid van pensioenfonds­besturen, na overleg met sociale partners. Dat is het uitgangspunt en daar houden we graag aan vast.’

Langlopende afsprakenDit voorkomt ook dat er langlopende afspraken met de werkgever worden doorkruist. Er zijn bijvoorbeeld fondsen waar de werkgever een bijstortingsver­plichting heeft als het erg tegenzit. Van Eechoud: ‘In het nieuwe contract past zoiets niet, maar je wilt niet dat het zomaar een onbruikbaar instrument wordt. Voor de betrokken deelnemers is het in elk geval belangrijk dat het in stand kan blijven. En als fonds met een aanzien­lijke buffer voer je de discussie over aan wie die nu eigenlijk toekomt (en de vraag of de werkgever daar nog een plek in heeft) liefst pas op het moment dat aan

gaan we hanteren en wat doen we als (ook ingegane) pensioenen moeten worden gekort? Want als de risicovrije rente zo laag is als nu, dan zijn pensioenaanspra­ken gewoon enorm duur. Die problematiek (en de bijbehorende verdelingsproblema­tiek) kennen we bijvoorbeeld niet meer bij defined contribution-contracten.’

Aanhouden buffersEen andere zorg van de OPF’en is wat er met de opgebouwde buffers van beter gefinancierde fondsen gebeurt. Het ambi­tiecontract gaat ervan uit dat er geen buf­fers worden aangehouden, dat er direct wordt gekort en dat overschotten worden uitgedeeld. Van Eechoud: ‘Ik snap de gedachte dat een buffer, als je streeft naar transparantie, misschien niet het aller­beste idee is. Maar moeten we die dan in één klap uitkeren? Onze dekkingsgraad is nu naar verwachting ruim voldoende om ook op lange termijn onze verplichtingen

na te komen. Wat daar meespeelt is bovendien dat de sponsor met een bijstor­ting vaak een belangrijke bijdrage kan hebben geleverd aan de opbouw van buf­fers, en die bijdrage verdwijnt dan uit het zicht. In zo´n geval kan discussie over acute terugstorting ertoe leiden dat er in één keer veel geld uit het systeem ver­dwijnt en dat komt de zekerheid op lan­gere termijn niet ten goede. Het respecte­ren van bestaande aanspraken is daarom essentieel.’

Risico van regeldichtheidEr is in de ogen van Van Eechoud ook nog een ander risico. ‘Het pensioenveld is een zeer complex geheel, met vele belangen. Wij vinden het belangrijk om op te komen voor de belangen van de grote minderheid van circa twee miljoen deelnemers, zodat de consequenties van de komende nieuwe wetgeving ook voor onze deelnemers acceptabel uitwerken. En zodat we er

daarbij ook voor kunnen zorgen dat het straks administratief uitvoerbaar is, en dat we het ook goed kunnen uitleggen aan onze deelnemers.’

Samen naar totaalresultaatDe uitwerking van het akkoord zal volgens Van Eechoud zichtbaar maken hoe onze­ker en duur pensioen is, en dat sommige wensen bij nader inzien misschien niet haalbaar zijn. ‘Dat is confronterend en kan best wel verklaren waarom er tien jaar gepraat is voor de huidige contouren van een nieuw stelsel er waren. Maar het akkoord is er. Dus laten we er nu met z’n allen vooral voor zorgen dat we tot een evenwichtig totaalresultaat komen. Ik heb tot nu toe het idee dat er goed naar onze zorgen en argumenten wordt geluis­terd. Maar het verschil zit hem soms in kleine details, dus het blijft onze aandacht houden om samen met de andere partijen te komen tot goede oplossingen.’ ◊

‘ Laten we er nu met z’n allen vooral voor zorgen dat we tot een evenwichtig totaalresultaat komen’

Page 5: voor opdrachtgevers en relaties nr. 1 jaargang 15 | juni 2020 · nr. 1 jaargang 15 | juni 2020. 04 | Evenwichtig en uitlegbaar Het nieuwe pensioenstelsel moet allereerst evenwichtig

BLAUW JUNI 2020

8 9

Peter Zegwaart doet al ruim 40 jaar gedragsonderzoek in de financiële sector. Hij heeft een aanpak ontwikkeld, waarmee hij nu al voor zo’n 60 pensioenfondsen de risicobereidheid van deelnemers en gepensioneerden in beeld heeft gebracht.

Meer begrip voor risico’s dan gedacht, maar we hebben

iets uit te leggen

Fervente zekerheidszoekers kunnen tegenwoordig de gekste garanties krijgen:

naast de bekende zon- of sneeuwgaranties, kun je ook een walvis-of een berggorilla garantie

bestellen bij je vakantie. Of een naald-vast-garantie bij je kerstboom, een ‘gas-los-garantie’ op je CV-ketel, een bloei- en groeigarantie op je bloembollen of juist

een niet-bloeigarantie op de bamboe in je tuin…

Voor pensioenen weten we dat garanties niet altijd te realiseren zijn. Gelukkig komen de conclusies van talrijke gedragsonderzoeken

ons te hulp. Deelnemers blijken veel minder afwijzend te staan tegenover pensioenrisico’s dan gedacht. Maar: dan moeten ze wel begrijpen waarom

die risico’s nodig zijn. En voor dát zover is moeten er nog heel wat misverstanden worden opgehelderd.

Page 6: voor opdrachtgevers en relaties nr. 1 jaargang 15 | juni 2020 · nr. 1 jaargang 15 | juni 2020. 04 | Evenwichtig en uitlegbaar Het nieuwe pensioenstelsel moet allereerst evenwichtig

BLAUW JUNI 2020

10 11

Onderzoeker Peter Zegwaart ziet steeds weer dat mensen best begrip hebben voor risico’s of andere lastige situaties, als ze maar snappen wat het probleem is. Als ze weten dat er met hun geld belegd moet worden om er meer van te kunnen maken, begrijpt iedereen dat daar risico’s aan verbonden zijn. En als deelnemers zien dat meer risico de kans op een hoger pensioen vergroot, stijgt de risicobereidheid snel. Twee derde neemt dan beperkte tussentijdse fluctuaties op de koop toe. Slechts een derde wil dit risico afbouwen naarmate de pensioendatum nadert.

Risicobereidheid amper gebonden aan opleiding, leeftijd, cultuur of sociale klasse Zegwaart: ‘Uit bijna al mijn onderzoeken komt naar voren, dat er maar weinig structurele verschillen bestaan in risicobereidheid tussen groepen mensen. De keuze voor bijvoorbeeld een grote zekerheid en dan maar een lager pensioenbedrag heeft veel meer te maken met karaktereigenschappen van het individu, dan in demogra­fische of economische ken­merken. Er zijn wel verschillen tussen deelnemers met een hogere en een lagere opleiding, maar die zijn minder groot dan je zou verwachten. Wat wel

opvalt: vrouwen zijn structureel risicomijdender dan mannen. En deelnemers in een ondernemingspensioen­fonds laten vaker een grotere risicobereidheid zien dan deel­nemers in een bedrijfstak­pensioenfonds. Dat heeft vooral te maken met het grotere vertrouwen in en sterkere band met zo’n OPF.

Jongeren, tot zo’n 35 jaar kiezen verrassend vaak voor zekerheid. Dat doen ze omdat de toekomst in hun ogen ongewis is: wat gaat er met de AOW gebeuren, zijn er straks nog wel voldoende mensen om hun pensioen te betalen, zijn de beleggers wel te vertrouwen? Een onzekere

toekomst met een onzeker pensioen, waar ze zelf geen enkele invloed op hebben, is in de ogen van die jongeren te veel van het goede. Liever een zeker, maar lager pensioen dan mogelijk helemaal geen pensioen, redene­ren ze. En dat is jammer, omdat juist jongeren met hun lange beleggingshorizon zo veel moge­lijk risico zouden moeten nemen!

Veel misverstanden Veruit de meeste deelnemers hebben geen idee wat er met hun premie gebeurt. En dat is een gewillige voedingsbodem voor partijen die graag het beeld schetsen dat onze pensioenpotten onbeheerd op straat liggen en dat iedereen hierin mag graaien, behalve de deelnemers zelf. Het

woord “korten” werkt inmiddels als een rode lap op een stier. Het goede nieuws is: we kunnen mensen voor een groot deel geruststellen. De werkelijkheid is veel positiever dan de meesten denken. Het slechte nieuws: mensen geloven niet (meer zomaar) wat pensioenfondsen zeggen. De onzekerheid en de wilde verhalen die de laatste jaren in de media en de politiek de ronde doen, hebben het vertrouwen in de pensioen­sector ernstig geschaad. Opvallend is wel, dat het eigen pensioenfonds in verhouding toch nog behoorlijk veel vertrouwen krijgt, aanzienlijk meer dan dat in het pensioenstelsel in Nederland. ›

‘ Het goede nieuws is: we kunnen mensen voor een groot deel geruststellen. De werkelijkheid is veel positiever dan de meesten denken. Het slechte nieuws: ze geloven niet (meer zomaar) wat pensioenfondsen zeggen.’

Meestal is de boosheid over pensioen gebaseerd op enorme misverstanden. Zo denken veel mensen:

• Dat met hun premie het pensioen van de huidige gepensioneerden betaald wordt.

• Dat hun pensioenpremie op een spaarrekening wordt gezet en dat zij blij mogen zijn als ze hetzelfde bedrag terugkrijgen, als ze met pensioen gaan.

• Dat met hun inleg enorme salarissen aan bestuurders worden betaald, die onnodige risico’s nemen met hun pensioen.

• Dat zij door slechte beleggingsresultaten hun hele pensioen kunnen kwijtraken.

• Dat er voor hen, als zij met pensioen gaan, niets meer over is.

Page 7: voor opdrachtgevers en relaties nr. 1 jaargang 15 | juni 2020 · nr. 1 jaargang 15 | juni 2020. 04 | Evenwichtig en uitlegbaar Het nieuwe pensioenstelsel moet allereerst evenwichtig

BLAUW JUNI 2020

12 13

Liever collectief en solidair, dan individueel Een collectieve aanpak heeft nog steeds de voorkeur van zo’n 90%, net als het delen van vooral de beleggings­ en langlevenrisico’s door solidaire afspraken. Individuele pensioenpotten worden eerder als een last gezien dan als een lust. Mensen vinden dit te moeilijk en ervaren het als vervelend om zich te moeten verdiepen. Een bedrag van 100.000 euro in hun eigen pensioenpot zegt hun weinig als ze niet weten hoeveel pensioen hun dat straks per maand zal opleveren en wat ze ervoor kunnen kopen. De ervaringen met beschikbare premieregelingen laten zien, dat deelnemers bijna altijd kiezen voor de default of de middencategorie van het risicoprofiel. Daarom is het zo belangrijk dat pensioenfondsen een default­ of gemiddeld risicoprofiel aanbieden, dat goed past bij de risicobereidheid van de deelnemerspopulatie. Als de keuze voor een risicoprofiel eenmaal is gemaakt blijft die meestal ook zo. Een individuele regeling gaat dus niet vanzelf leiden tot meer betrokkenheid of keuzeactiviteit. Het nieuwe pensioenakkoord maakt de situatie helaas niet

bepaald stabieler. Als de dekkingsgraad van een fonds onder de honderd komt, wordt er direct gekort. Boven de 100% wordt er standaard geïndexeerd. Het pensioen wordt dus veel bewegelijker. De heftigheid van de reacties op het voornemen om te korten doet het ergste vrezen voor het draagvlak straks!

Deelnemers willen na hun pensionering vooral verder kunnen leven zoals ze gewend zijn. Daar hebben ze hard voor gewerkt en mensen zien dat bijna als een verworven recht. Een kleine tegenvaller in de hoogte van het pensioen zeggen de meesten wel te kunnen opvangen, zeker als daar op langere termijn behoud van koopkracht tegenover staat.

‘ Geef deelnemers pensioenles!’ Zegwaart betreurt het dat de meeste pensioenfondsen eigenlijk nooit goed hebben uitgelegd wat ze doen. ‘De pensioensector heeft tientallen jaren een soort rookgordijn in stand gehouden tussen hen en de deelnemers’, zegt hij. ‘Het leek lang ook niet zo nodig om deelnemers lastig te vallen met die ingewikkelde

pensioenkost. Ze waren er niet erg in geïnteresseerd, hadden weinig te kiezen en de vooruit­zichten waren zeer rooskleurig. Pas toen lage rentestanden en hoge levensverwachtingen de verhouding tussen debet en credit langdurig onder druk zetten, werd duidelijk dat er ook risico’s verbonden zijn aan zo’n riant pensioen.

Pensioenfondsen moeten daarom echt beter gaan uitleggen wat zij doen’, vindt Zegwaart. ‘Zet de feiten op een rij: wat zijn de misverstanden en hoe zit het wel? Niet één keer, maar steeds weer opnieuw. Gedoseerd en in korte, eenvoudige statements. Zoals:“Wat doen wij met uw pensioenpremie? Waarom doen wij dat en wat zijn de risico’s daarbij?” Leg uit dat je als deelnemer iedere ingelegde euro bij je pensioen in drie­ of viervoud terugkrijgt. “Wat gebeurt er als pensioenfondsen moeten korten? Over hoeveel geld hebben we het dan?” Op deze manier kun je proberen de schade in het vertrouwen zoveel mogelijk te repareren en de deelnemer ervan overtuigen dat zijn pensioenfonds verstandig omgaat met risico’s.’ ◊

‘ Opvallend is wel, dat het eigen pensioenfonds ondanks alles toch nog behoorlijk veel vertrouwen krijgt.’

‘ Jongeren, tot zo’n 35 jaar kiezen verrassend vaak voor zekerheid. Dat doen ze omdat de toekomst in hun ogen ongewis is.’

Page 8: voor opdrachtgevers en relaties nr. 1 jaargang 15 | juni 2020 · nr. 1 jaargang 15 | juni 2020. 04 | Evenwichtig en uitlegbaar Het nieuwe pensioenstelsel moet allereerst evenwichtig

14

BLAUW JUNI 2020

15

‘Geef mij een zo goed mogelijk pensioen’ Cocky van den Heiligenberg had samen met haar man zeven jaar een woningstoffeerderij. Zo’n 15 jaar geleden besloot zij buschauffeur te worden. Zij werkt nu bij Connexxion en bouwt vanaf haar 35e pensioen op. Over vijf jaar gaat zij met pensioen.

‘Ik denk dat mijn pensioenfonds het wel goed doet,’ zegt Cocky. ‘Tenminste, dat wens ik te geloven omdat dat beter is voor mijn gemoedsrust? En ik kan er ook weinig aan veranderen. Ik hou het best goed bij hoor, of ik zelf iets moet of mag doen. Zo heb ik een paar jaar geleden gebruikgemaakt van een regeling om 20 procent minder te gaan werken en toch hetzelfde pensioen op te bouwen. Dat was ter compensatie van de zware belasting door onze wisseldiensten en de toegenomen stress en risico’s. Maar echt invloed uitoefenen, bijvoorbeeld op hoe er belegd wordt, vind ik lastig. Hoeveel risico je moet nemen om genoeg rendement te maken? Dat weet ik niet. Of het pensioenfonds die wijsheid wel in pacht heeft weet ik ook niet, maar ze kunnen er allicht meer van zeggen dan ik. En ik wil best graag een klimaatvriendelijk pensioen, maar niemand weet hoeveel dat kost en wat het oplevert voor het milieu. Dus hoe zou ik een keuze kunnen maken?’

Wat verwacht je van je pensioenfonds? ‘Ik hoop dat zij zorgen dat ik straks een zo hoog mogelijk pensioen krijg. Ik

snap best dat dit niet zo simpel is als het klinkt, maar ik zie het wel als hun opdracht om dat zo goed en eerlijk mogelijk te doen. En om mij te laten weten wat ze doen en waarom, zodat ik snap waarom het goed of slecht gaat. Ik wil het ook graag weten als bijvoorbeeld mijn pensioenleeftijd verandert. Het is wel fijn dat ik ook altijd zelf op mijnpensioenoverzicht.nl kan kijken hoe ik ervoor sta. Omdat ik pas vanaf mijn 35e ben gaan opbouwen is mijn pensioenbedrag niet volledig, maar ik heb straks ook niet zoveel meer nodig.

Vrienden van ons zijn nog steeds ondernemers en hebben zelf belegd voor hun pensioen, maar dat heeft niet al te veel opgeleverd. Ik zou van zelf beleggen veel te onrustig worden. En je moet sterk in je schoenen staan om het vol te houden. Toen wij nog een eigen bedrijf hadden is het er feitelijk ook nooit van gekomen.

Ik vind het eerlijk gezegd wel prettig zo: ik kan zeggen wat ik belangrijk vind en professionals doen daarmee wat ze moeten doen. Het is uiteindelijk net als met voetbal: als het mis gaat weet iedereen ineens hoe het had gemoeten.’

DRIELUIK ||| PensioenwensenUit onderzoek onder onze deelnemers blijkt dat zij gemak heel belangrijk vinden in de dienstverlening rond hun pensioen. Ze willen gefaciliteerd worden, maar de manier waarop verschilt. We zien globaal drie groepen. Een deel van de deelnemers wil ontzorgd worden en wil dat hun pensioenfonds zoveel mogelijk voor hen regelt. Een tweede groep wil graag persoonlijke begeleiding bij het maken van keuzes. En een derde groep wil graag zoveel mogelijk invloed houden op het pensioen en zelf de controle houden. De dienstverlening moet dus veel verschillende doelgroepen aanspreken. Deze drie verhalen van deelnemers illustreren dat.

‘ Ik wens te geloven dat mijn pensioenfonds het goed doet.’

Page 9: voor opdrachtgevers en relaties nr. 1 jaargang 15 | juni 2020 · nr. 1 jaargang 15 | juni 2020. 04 | Evenwichtig en uitlegbaar Het nieuwe pensioenstelsel moet allereerst evenwichtig

BLAUW JUNI 2020

1716

Cindy van Oorschot is sinds ruim een jaar divisiedirecteur Toezicht Pensioenen bij De Nederlandsche Bank. Daarvoor heeft ze bij DNB verschillende management­functies vervuld.

‘ Ik wil niet dat fondsen een drempel ervaren om met ons het ge-sprek aan te gaan. Ik wil het graag weten als dat wel zo is, zodat we er met elkaar uit kunnen komen.’

Begin dit jaar deed De Nederlandsche Bank uit de doeken wat in 2020 de hoofdlijnen zullen zijn in het toezicht op de pensioenfondsen. Cindy van Oorschot, divisiedirecteur Toezicht Pensioenen, praat door over de intensiteit van het toezicht en over de uitdagingen voor de komende tijd, zoals de uitwerking van het pensioenakkoord. De dialoog tussen toezichthouder en fondsen is daarbij volgens haar onmisbaar.

Page 10: voor opdrachtgevers en relaties nr. 1 jaargang 15 | juni 2020 · nr. 1 jaargang 15 | juni 2020. 04 | Evenwichtig en uitlegbaar Het nieuwe pensioenstelsel moet allereerst evenwichtig

BLAUW JUNI 2020

18 19

Hoe kijk je aan tegen de toegenomen intensiteit van het toezicht?‘Die signalen over hoge regeldichtheid hoor ik natuurlijk ook. Het is nooit fijn als er de hele tijd iemand over je schouder meekijkt. Allereerst: wij hebben een wettelijke taak, er staan normen in de wet die moeten worden nageleefd. Vervolgens is het de vraag hoe je dat toezicht inricht. Wij werken met een risicogebaseerde benadering, passend bij een specifiek fonds. We houden rekening met de aard, omvang en complexiteit van een fonds. Zowel aan de asset­ als verplichtingenkant (denk aan type regeling en rijpheid). Waar dat nodig is, zitten we met ons toezicht dichter op het fonds.Een fonds waar het over het algemeen goed gaat, zal minder last van ons hebben. We komen wel om de zoveel tijd kijken, maar dat kan ook in de vorm van self­assessments en steekproefsgewijs. We passen binnen het toezicht verschillende technieken en instrumenten toe. Alle pensioenfondsen en PPI’s hebben een toezichtagenda voor 2020. Op deze kalender krijgen we soms feedback, dat kan in een aantal gevallen leiden tot een aanpassing.’

Wat zijn de belangrijkste redenen voor de toegenomen regeldichtheid?‘De pensioensector is het laatste decennium geconfronteerd met veel nieuwe wetgeving. Ik zou niet willen zeggen dat dat allemaal komt door de financiële crisis, het is ook het logische gevolg van maatschappelijke ontwikkelingen, de wereld om ons heen verandert. En dat is nog niet klaar, de hervorming van het pensioenstelsel komt er immers ook aan. De contouren hiervan staan er, maar hoe het in de praktijk allemaal uitpakt moet nog blijken. The devil is in the details. Ik hoop dat dat in de loop van dit jaar duidelijk wordt, dat die uitwerking er voor de zomer is en dat in de tweede helft van het jaar de wetgeving volgt. Die vormt de basis voor ons toezicht.’

Voor kleine fondsen kunnen de regeldichtheid en het bijbehorende toezicht relatief belastend zijn. Is er een relatie met het besluit van fondsen om te liquideren?‘We evalueren consequent wat de overwegingen zijn van een fonds om te liquideren. Dan blijkt dat de intensiteit van het toezicht zelden dé reden is om er een punt achter te zetten. Belangrijke argumenten zijn wel zorgen over de continuïteit, zowel financieel als qua governance, of een zeer vergrijsd deelnemersbestand. En dat bovendien in het licht van alle veranderingen die er nog aan komen.’

Niet alle normen zijn meetbaar aan de hand van harde cijfers. Hoe gaat DNB om met de zogenoemde open normen?‘Ook daarover zoeken we de dialoog met de sector, zeker in het geval van nieuwe wetgeving. Een goed voorbeeld is wat we doen op het gebied van ESG, dus verantwoord en duurzaam beleggen. We gaan daarover dit jaar nadrukkelijk met de fondsen in gesprek .’

Waar let een toezichthouder op als het gaat om ESG?‘Twee aspecten zijn relevant. Ten eerste de concrete invulling van het duurzaam beleggingsbeleid, en of daarbij rekening is gehouden met hoe de deelnemers hierover denken. En ten tweede uit het oogpunt van risico: hoe gaat een fonds om met de beleggingsrisico’s die voortvloeien uit klimaatverandering? Het zou raar zijn als die paragraaf in je risk assessment leeg zou zijn.Er is op dit gebied veel beweging. Dat zag ik ook op ons pensioenseminar, waar we koplopers op dit terrein aan het woord lieten om zo kennis en ervaring te delen. De groep achterblijvers slinkt duidelijk. Ik merk dat er grote belangstelling is voor dit thema, plus de bereidheid om van elkaar te leren.’

Het gaat in het toezicht ook over ‘board dynamics’, hoe het eraan toegaat in de bestuurskamers. Waarom is dat belangrijk?‘Je kunt in kaart brengen wat er op de bestuursagenda staat, hoe het inhoudelijk wordt voorbereid, op welke manier en hoe daadkrachtig en afgewogen een bestuur tot besluitvorming komt. Een enkele keer schuiven we aan om te zien hoe een bestuur als groep functioneert. Want het gaat niet alleen om individuele kwaliteiten en kwalificaties, maar ook om het collectief. Onze observaties daarover koppelen we terug. Besturen stellen dat trouwens op prijs en vragen er soms ook actief om. En het is sowieso gebruikelijk – en heel gezond ­ voor professioneel opererende besturen om hun eigen functioneren van tijd tot tijd kritisch onder de loep te (laten) nemen.’

Wat is er bereikt met het toezicht op pensioenfondsen de afgelopen jaren?‘De sector is allereerst sterk geprofessionaliseerd. Die professionalisering is in de eerste plaats de verdienste van de pensioenfondsen zelf, DNB heeft daar een aanjagende rol gespeeld. Verder zijn we het gesprek aangegaan over de toekomstbestendigheid van fondsen. Dat proces zal de komende jaren nog verder doorzetten. Een ander belangrijk onderwerp wat we op de agenda hebben gezet is verandervermogen, noodzakelijk om de uitdagingen

van de komende jaren te kunnen aangaan. Denk aan de overgang naar een nieuw contract, en de consequenties voor de pensioenadministraties en meer specifiek de wendbaarheid van IT­systemen.’

Wat zijn de pijlers voor het toezicht op pensioenfondsen in 2020?‘Tijdens ons jaarlijks pensioenseminar hebben we onze thema’s voor 2020 toegelicht en hebben we daarover de dialoog met de sector opgezocht. Het jaarlijks seminar was hiervoor in een nieuw jasje gestoken, met de keuze voor de Van Nellefabriek in Rotterdam. De financiële situatie van fondsen is door de lage rente nog steeds zorgelijk, met die realiteit hebben we te maken. En daar komt de stelselhervorming nog bij, met de uitwerking van het nieuwe contract. Het is dus een uitdagende omgeving voor fondsbesturen. Wij zien erop toe dat fondsen onder deze lastige omstandigheden voldoen aan wet­ en regelgeving voor wat betreft de financiële opzet. Dat betekent dat de premie­inleg en eventuele wijzigingen in de premiesystematiek moeten passen binnen het wettelijk kader. We zullen scherp zijn waar het fondsen betreft die mogelijk met een MVEV­korting worden geconfronteerd en erop toezien dat eventuele kortingen juist, beheerst en evenwichtig

worden doorgevoerd. Minister Koolmees heeft verlichting geboden voor 2020, maar fondsen moeten goed onderbouwen of ze van die mogelijkheid gebruik maken en waarom dat evenwichtig is. Een ander thema betreft de invulling en werking van de drie sleutelfuncties. De opzet bij de grotere fondsen is vorig jaar goedgekeurd ­ zij moesten eerder klaar zijn. Daar gaan we dit jaar kijken hoe het werkt; bij de kleinere fondsen hoe ze het willen opzetten.’

Wat mogen de pensioenfondsen van De Nederlandsche Bank verwachten?‘Een paar sleutelbegrippen staan voor mij centraal. Als toezichthouder willen we alert zijn, open en transparant, en efficiënt. We verlangen veel van fondsen, we willen ook tijdige antwoorden en rapportages. Tegelijkertijd legt dat bij ons de verantwoordelijkheid om ook efficiënt te opereren, en open en transparant te communiceren over wat we vinden en waar we voor staan. Ik wil niet dat fondsen een drempel ervaren om met ons het gesprek aan te gaan. Ik wil het graag weten als dat wel zo is, zodat we er met elkaar uit kunnen komen. Ik vind dat extra belangrijk gezien de veranderingen die er nog aan komen, de stelselhervorming voorop.’ ◊

‘ De sector is sterk geprofessionaliseerd. Dat is in de eerste plaats de verdienste van de pensioenfondsen zelf.’

Page 11: voor opdrachtgevers en relaties nr. 1 jaargang 15 | juni 2020 · nr. 1 jaargang 15 | juni 2020. 04 | Evenwichtig en uitlegbaar Het nieuwe pensioenstelsel moet allereerst evenwichtig

BLAUW JUNI 2020

2120 21

‘Geef mij inzicht en ondersteuning’Raisa Knibbe is 30, strategisch vastgoedadviseur en nu bijna een jaar consultant bij Fakton b.v. Zij en haar vriend verwachten in de zomer hun eerste kind en hebben in februari een nieuw huis gekocht. Ze willen zich breed oriënteren op de mogelijkheden om pensioen op te bouwen.

Raisa: ‘Wij waren alle financiële zaken op een rij aan het zetten, toen we erachter kwamen dat ik nu zelf helemaal geen pensioenpremie betaal. Mijn vriend betaalt wel een eigen bijdrage en die heeft - waarschijnlijk daardoor - een hogere pensioenverwachting dan ik terwijl zijn salaris op dit moment nog lager is dan het mijne. Ik heb er behoorlijk veel vertrouwen in dat mijn werkgever een goede deal heeft gesloten, want zij zorgen goed voor hun medewerkers. Maar ik wil wel begrijpen hoe het komt dat mijn pensioen (relatief) zo laag uitpakt en wat ik daaraan kan doen.’

Wat verwacht je van je pensioenfonds? ‘Ik heb een gesprek aangevraagd met iemand van het pensioenfonds. Ik wil

graag dat diegene mij uitlegt hoe mijn pensioen in elkaar zit en wat de mogelijkheden zijn om extra te sparen. Zowel binnen als buiten het pensioenfonds, en wat de voor- en nadelen zijn van die opties. Wij willen het ook zelf goed snappen en dan samen beslissen hoe we het beste pensioen op kunnen bouwen. Eerlijk gezegd zie ik het nu niet zo zitten om zelf te gaan beleggen, omdat ik denk dat dat veel tijd kost en onrust geeft. En we hebben de komende jaren genoeg om ons mee bezig te houden! Dus misschien kies ik voorlopig wel voor bijstorten in mijn huidige pensioenregeling.

Uiteindelijk willen we niet helemaal afhankelijk zijn van één partij, dus de kans is groot dat we ook een deel zelf zullen gaan opbouwen. Misschien kunnen we ons huidige huis wel als extra “pensioenpot” aanhouden, maar we weten nog niet of en hoe we dat kunnen financieren. Al met al hebben we best veel vragen aan het pensioenfonds en we willen dezelfde vragen ook nog aan een andere onafhankelijke partij stellen.

Ik vind de verhalen die ik op de website van het pensioenfonds zie nog wel behoorlijk vaag. Mijnpensioenoverzicht.nl vind ik wel heel fijn, omdat je daar zonder commerciële praatjes ziet wat de feiten zijn. Eigenlijk zouden pensioenfondsen zoiets ook op hun eigen website moeten hebben. Met een rekentool die laat zien wat je (waarschijnlijk) krijgt als je met pensioen gaat en wat het verschil is als je extra gaat sparen. Zoiets zou mij nog meer vertrouwen geven.’

DRIELUIK ||| PensioenwensenUit onderzoek onder onze deelnemers blijkt dat zij gemak heel belangrijk vinden in de dienstverlening rond hun pensioen. Ze willen gefaciliteerd worden, maar de manier waarop verschilt. We zien globaal drie groepen. Een deel van de deelnemers wil ontzorgd worden en wil dat hun pensioenfonds zoveel mogelijk voor hen regelt. Een tweede groep wil graag persoonlijke begeleiding bij het maken van keuzes. En een derde groep wil graag zoveel mogelijk invloed houden op het pensioen en zelf de controle houden. De dienstverlening moet dus veel verschillende doelgroepen aanspreken. Deze drie verhalen van deelnemers illustreren dat.

‘ Ik wil graag dat mijn pensioenfonds mij uitlegt hoe mijn pensioen in elkaar zit en wat de mogelijk-heden zijn om extra te sparen.’

Page 12: voor opdrachtgevers en relaties nr. 1 jaargang 15 | juni 2020 · nr. 1 jaargang 15 | juni 2020. 04 | Evenwichtig en uitlegbaar Het nieuwe pensioenstelsel moet allereerst evenwichtig

In de wandelgangen | Visie op digitaliseringIn de rubriek ‘in de wandelgangen’ vertellen medewerkers van Blue Sky Group wat hen bezig houdt.

‘Ik koester de enorme voordelen van digitalisering, maar ik ben ervan overtuigd, dat de contacten met onze deelnemers nooit helemaal gedigitaliseerd zullen kunnen worden. Daarvoor is pensioen te gecompliceerd en veel te belangrijk voor een groot deel van een mensenleven.’

Wat vind je de belangrijkste voordelen? ‘De voordelen van vergaande digitalisering zijn groot. Ook op pensioengebied. Zo is de privacy beter gewaarborgd en ligt alles direct vast. Je kunt door middel van STP (straight through processing) efficiënter werken en kosten verminderen. De investering is ook groot, maar die verdient zich terug. Gebruikers raken steeds meer gewend aan het digitaal kopen en regelen van producten en diensten en willen vaak ook zoveel mogelijk zelf online regelen.’

Hoe ver moet digitalisering bij pensioenen gaan?‘Met een goed ontworpen en klantvriendelijk programma kun je digitaal heel ver gaan. Hoe ver, dat hangt af van leeftijd, opleidingsniveau, het karakter van de deelnemer en de complexiteit van zijn situatie. Maar we merken ook dat de groep waarvoor de digitale ontwikkeling te hard gaat, groter wordt. En dat zijn niet alleen ouderen.’ Maar de ontwikkelingen gaan steeds sneller…‘Daarom pleit ik voor een soort “digitale stoptrein” waar pensioendeelnemers op ieder gewenst moment uit moeten kunnen stappen. Ze moeten altijd contact op kunnen nemen met iemand die er verstand van heeft. Via de telefoon of in een persoonlijk gesprek. Een goede pensioenregeling is maatwerk en daardoor vrijwel altijd complex. Bovendien is het heel lastig om 30 jaar te overzien en de gevolgen van een beslissing kunnen groot zijn.’ Kan kunstmatige intelligentie die complexiteit niet aan? ‘Niet helemaal. Bij intermenselijk contact hoor of zie je het ongemak van de ander als er iets niet duidelijk is. Dat is essentieel om te zorgen dat diegene bewust de best mogelijke keuze kan maken op dat moment. Dat is ook heel belangrijk voor het vertrouwen in het pensioenfonds.

De aftopping van het pensioen maakt het alleen nog maar belangrijker om zelf goed te snappen waar je als deelnemer mee bezig bent. Je eigen verantwoordelijkheid groeit en je moet beslissingen nemen die je nooit hebt hoeven te nemen. Daarbij moeten we mensen blijven helpen, soms digitaal en soms van mens tot mens.’

Ik zeg de pensioenwereld vaarwel ‘1 juli 2020 is mijn laatste werkdag bij Blue Sky Group. Ik ga dan allerlei persoonlijke projecten oppakken, waarvoor ik in de afgelopen elf jaar geen tijd heb gehad. Zo ga ik eindelijk het kinderboek proberen te schrijven, dat al jaren in mijn hoofd zit. Verder coach ik graag mensen en probeer ingewikkelde problemen tussen mensen bij bedrijven op te lossen.

Ik zie met trots hoe Blue Sky Group een groot en professioneel bedrijf is geworden. We hebben ondanks de uitdagende omstandigheden een eigen plek in de markt verworven met goede voor­uitzichten en een opvallend positief imago in de pensioensector. Vooral fondsen die een kwalitatief goed pensioen aanbieden voelen zich bij ons thuis.

Zij willen graag een goede service voor hun deelnemers en een wat grotere betrokkenheid bij het bestuur. Door de groei van de afgelopen jaren kan Blue Sky Group hen dit heel betaalbaar aanbieden. Naast KLM blijken erg veel andere bedrijven hieraan behoefte te hebben. Ik vertrek dan ook met een zeer goed gevoel!’

Erik Bakker is één van de vier directeuren van Blue Sky Group, zijn aandachtsgebied is pensioenbeheer. Voordat hij met pensioen gaat en de pensioensector inruilt voor diverse persoonlijke projecten, geeft

hij zijn visie op de digitalisering van pensioendienstverlening.

Pensioen is geen tas boodschappen

22

BLAUW JUNI 2020

23

Page 13: voor opdrachtgevers en relaties nr. 1 jaargang 15 | juni 2020 · nr. 1 jaargang 15 | juni 2020. 04 | Evenwichtig en uitlegbaar Het nieuwe pensioenstelsel moet allereerst evenwichtig

BLAUW JUNI 2020

24 25

De pensioenwet verplicht pensioenfondsen om correct, duidelijk en evenwichtig informatie te verstrekken, die aansluit op de behoeften van

de deelnemer. Steeds vaker doen we dit digitaal. Maar hoe doseren we dit goed en hoe weten we of deelnemers onze informatie goed begrijpen? Willen mensen wel met een computer praten? En wat doet vergaande

digitalisering met onze band met de deelnemers?

Een leerproces voor beide partijen

Digitale dienstverlening

Jan van Dijk is emeritus hoogleraar Communicatiewetenschap en Sociologie van de Informatiesamenleving aan de Universiteit Twente en was tot voor kort wetenschappelijk directeur van het Center for e­Government Studies. Hij adviseert organisaties als Belastingdienst en UWV over communicatie en dienstverlening.

Page 14: voor opdrachtgevers en relaties nr. 1 jaargang 15 | juni 2020 · nr. 1 jaargang 15 | juni 2020. 04 | Evenwichtig en uitlegbaar Het nieuwe pensioenstelsel moet allereerst evenwichtig

BLAUW JUNI 2020

26 27

Menselijke blokkades op het digitale pad Zo’n 10 tot 20 procent van de bevolking weigert iets met digitale dienstverlening te doen. Angst en onbe­kendheid zijn vaak de redenen. Een grotere groep dan 20 procent heeft te weinig digitale vaardigheden.Als dienstverleners hun systemen ook voor deze groepen gebruiksvriendelijk maken zal dat percenta­ge steeds lager worden. Veruit de meeste mensen willen het wel proberen, maar ook zij stranden vaak halverwege, waardoor ze alsnog moeten bellen. Dat komt vaak door:

Onzekerheid Hoe beter mensen in de basis snappen hoe hun pensioen werkt, hoe eerder ze er ook digitaal mee aan de slag durven gaan. Vaak zien we dat men­sen, ook als ze een programma succesvol hebben doorlopen, toch nog even bellen met de service­desk om te vragen of ze het goed hebben gedaan. Als iemand van de organisatie dat bevestigt, zijn ze gerust. Ook al is dat misschien een student die er niet veel meer van weet dan zijzelf.

Gebrek aan interactie Tijdens een gesprek zegt er meestal iemand af en toe ‘ja’ of geeft een ander bevestigend teken. Dit gevoel dat er iemand met je meedenkt en oplet of het goed gaat, is voor veel mensen belangrijk. Bij digitale dienstverlening missen ze dat gevoel en dat kan hen onzeker maken. Dit zou je voor een deel kunnen ondervangen door zo nu en dan (of alleen aan het einde) een samenvatting te geven: “U gaat nu X en Y veranderen. Dat betekent dat u … enz. Klopt het dat u dit wilt?”Toch zal dit de menselijke interactie niet helemaal kunnen vervangen. Telefonisch contact zal een rol van betekenis blijven spelen.

Onbegrijpelijke taalVeel teksten zijn te moeilijk. Die van de overheid zijn onderzocht: maar liefst 40 procent (!) is onbe­grijpelijk voor 40% van alle Nederlanders. Deels komt dit door het (soms onnodig) dichttimmeren met juridische taal, maar het komt ook vaak door onkunde om eenvoudig op te schrijven wat je be­doelt. Dat is hinderlijk en ontmoedigend voor de gebruiker, maar het zorgt er ook voor dat mensen weer naar de telefoon grijpen. Daarom moet er veel meer aandacht komen voor duidelijke taal.

Een beetje dwingen magVan Dijk weet uit ervaring dat de meeste mensen niet afwijzend staan tegenover digitalisering. Hij zegt: ‘Er is genoeg begrip voor de noodzaak van digitalise­ring, maar je moet mensen vaak wel een beetje dwingen om echt gebruik van iets nieuws te maken. Dat kan door het nieuwe communicatiekanaal snel­ler, gemakkelijker en goedkoper te maken en het oude minder aantrekkelijk. En dat mag best, want je moet nu eenmaal eerst de voordelen van iets erva­ren, wil je het kunnen omarmen. En er zijn mensen die toch al liever op eigen tempo een digitaal systeem raadplegen dan dat zij iemand aan de lijn krijgen die allerlei moeilijke vragen stelt. Mensen willen gewoon snel een goed antwoord op hun vraag. Als een com­puter dat kan geven, gaan ze die zeker gebruiken.

Digitalisering is een leerproces voor beide partijen. Mensen regelen al behoorlijk veel online. Toch grijpen ze nog heel snel naar de telefoon als er iets onver­wachts gebeurt. En dat moet ook altijd kunnen. We moeten iedere klant bedienen op een manier die bij hem of haar past. Leeftijd, intelligentie en opleidings­niveau spelen een rol, maar ook de situatie waarin iemand zich bevindt. Is hij gescheiden en vaak van werkgever veranderd, heeft hij kinderen of een eigen bedrijf? En karakter natuurlijk, de een is nu eenmaal eerder bereid iets onbekends uit te proberen dan de ander. Maar over het karakter zullen pensioenfondsen doorgaans niet veel informatie hebben, dus moeten ze werken met de meer feitelijke gegevens.

De grote uitdaging voor dienstverleners is: hoe inte­greer je online media in het geheel van communica­tiekanalen? Dit zoeken naar de juiste mix van tele­foon, website, e­mail, apps, nieuwsbrieven, social media en persoonlijk contact noem ik kanalen­

management. Welk kanaal mensen ook kiezen, ze moeten de juiste informatie krijgen om te kunnen beslissen over hun pensioenopbouw. Digitale media lenen zich hier prima voor omdat je mensen door een systeem kunt leiden en hen stap voor stap de informatie kunt geven die ze nodig hebben. De Be­lastingdienst slaagt erin om op die manier de vaak complexe informatie te verstrekken op de momenten dat het relevant is voor de klant. Het is wel een feit dat de informatie die je ‘onderweg’ geeft, vaak weer nieuwe vragen oproept.

Je kunt ook denken aan cursussen voor onder meer ouderen. Je kunt hen leren met het programma om te gaan, maar – minstens zo belangrijk ­ ook inhoude­lijke kennis bijbrengen op een voor die groep begrijpelijke manier. Mensen met een handicap kun je tegemoetkomen door de webrichtlijnen voor ge­handicapten te volgen en er zijn allerlei aanpassingen op de markt, afhankelijk van het soort handicap.’

›‘ We moeten mensen met zachte dwang leren hoe ze onze digitale systemen moeten gebruiken. Maar ze moeten wel altijd terug kunnen keren naar de kanalen die ze al kennen: e-mail, telefoon of een persoonlijk gesprek. Veel dienstverleners willen uit kostenoverweging het gebruik van deze “oude” kanalen zoveel mogelijk beperken, maar ze blijven noodzakelijk. Ook voor de loyaliteit en de vertrouwensband tussen klant en dienstverlener.’

‘ Mensen willen gewoon snel een goed antwoord op hun vraag. Als een computer dat kan geven, gaan ze die gebruiken.’

Page 15: voor opdrachtgevers en relaties nr. 1 jaargang 15 | juni 2020 · nr. 1 jaargang 15 | juni 2020. 04 | Evenwichtig en uitlegbaar Het nieuwe pensioenstelsel moet allereerst evenwichtig

BLAUW JUNI 2020

28 29

Er is veel te winnenDigitalisering gaat in sneltreinvaart verder en een goed werkende digitale dienstverlening is een mini­mum eis geworden. Mensen zullen steeds minder bereid zijn om aan de telefoon op hun beurt te wach­ten of om langs te komen aan een balie. Maar er is voor pensioenfondsen ook enorm veel te halen. Op het gebied van efficiëntie en kostenbesparing, maar ook in klantenbinding door een correcte en snelle dienstverlening.

Chat­bots kunnen daarbij ingezet worden om de bovenste laag vragen ‘af te romen’. Hoe vaker ze snel met een goed antwoord komen, hoe vaker mensen ze zullen gebruiken. Ook deze technieken moeten nog verder groeien en verbeteren, zodat de interactie met de chat­bot zinvoller wordt. Er zal ook steeds meer artificial intelligence in deze programma’s worden gebruikt.

Pensioenfondsen moeten hun data veel en veel beter gaan gebruiken. Ze weten vaak heel veel van hun deelnemers, maar doen er niets mee. Zij kunnen basisprofielen maken van allerlei groepen deel­ nemers (standaard, een of meer keren gescheiden, meerdere werkgevers gehad, enzovoorts) Daar kunnen weer allerlei deelprofielen aan gehangen worden met opleidingsniveau, inkomen, bezit, hoe ver iemand voor zijn pensioen zit, beleggingsvoor­keuren, informatiebehoeften en ga zo maar door.

Hoe meer informatie je van deelnemers hebt en mag gebruiken, hoe gemakkelijker je het voor hen kunt maken. Met vooraf ingevulde formulieren of waar­schuwingen als ze in actie moeten komen, maar je kunt ook digitaal hun persoonlijke opties schetsen en de consequenties van een eventuele vervolgstap.

Maar ook veel te verliezenDigitalisering is niet zaligmakend. Je kunt dienstver­lening niet vergelijken met het verkopen van een product. Financiële zaken zijn heel persoonlijk en belangrijk voor mensen. Bovendien is pensioen in­gewikkeld, en het lijkt er voorlopig niet makkelijker op te worden. De persoonlijke band die je opbouwt door geduldig iets uit te leggen zorgt voor vertrouwen en loyaliteit. Door het verlies van alle persoonlijke contacten wordt je als organisatie gemakkelijker inwisselbaar voor een concurrent die mooie beloften doet. Sommige bedrijven proberen klanten aan zich te binden door hen doorlopend berichten te sturen waarin staat hoe belangrijk zij zijn. Dit heeft maar zeer beperkt effect en kan ook averechts werken. Digitalisering kan door efficiency en kostenbespa­ring ook ruimte scheppen om meer persoonlijke aandacht te schenken aan klanten. Die aandacht kun je soms via de digitale kanalen overbrengen, maar lang niet altijd.’ ◊

‘ Door het verlies van alle persoonlijke contacten wordt je als organisatie gemakkelijker inwisselbaar.’

‘ Pensioenfondsen moeten hun data veel en veel beter gaan gebruiken.’

Page 16: voor opdrachtgevers en relaties nr. 1 jaargang 15 | juni 2020 · nr. 1 jaargang 15 | juni 2020. 04 | Evenwichtig en uitlegbaar Het nieuwe pensioenstelsel moet allereerst evenwichtig

BLAUW JUNI 2020

30 3130

Meer ruimte, meer

verantwoordelijkheidPensioenfondsen krijgen meer ruimte én meer

verantwoordelijkheid om hun deelnemers te activeren, eventueel in samenwerking met ketenpartners of andere

partijen. Dat heeft minister Koolmees geschreven in de aanbiedingsbrief bij de evaluatie van de

Wet Pensioencommunicatie. Deelnemers willen persoonlijke informatie én persoonlijk advies. Dat gebeurt trouwens al steeds meer. Allerlei initiatieven in de hele pensioenketen

spelen op deze behoefte in.

complexe wereld

Page 17: voor opdrachtgevers en relaties nr. 1 jaargang 15 | juni 2020 · nr. 1 jaargang 15 | juni 2020. 04 | Evenwichtig en uitlegbaar Het nieuwe pensioenstelsel moet allereerst evenwichtig

BLAUW JUNI 2020

32 33

Pensioenfondsen zoeken al verbredingPensioenfondsen mogen geen advies geven over andere produc­ten dan de regelingen die ze zelf uitvoeren. Daardoor zijn de meeste pensioenfondsen terug­houdend en beperken ze zich tot de eigen regelingen. Maar een groeiend aantal pensioenfondsen pakt het breder aan, betrekt de gegevens van de website mijnpen­sioenoverzicht.nl en kijkt ook naar het totale inkomens­ en uit­gavenpatroon van deelnemers. Die gegevens komen vaak van het CBS en het Nibud.Pensioenfonds Zorg en Welzijn heeft bijvoorbeeld de Toekomst­verkenner, die de gegevens ver­zamelt van de Belastingdienst, mijnpensioenoverzicht.nl en UWV. ABP introduceerde in de zomer van 2019 de module ‘Helder Overzicht & Inzicht’ binnen hun ‘mijn­omgeving’. Dit biedt deelnemers snel inzicht in de balans tussen inkomsten en uitgaven later. De bij het fonds bekende inkomsten en een schat­ting van de uitgaven zijn al inge­vuld. In totaal hebben inmiddels zo’n 1,8 miljoen ABP’ers toegang. Binnenkort start een campagne om de bekendheid te vergroten. Nu maken al ongeveer 100.000 mensen gebruik van de tool.Het Pensioenfonds Medisch Specialisten (SPMS) biedt de gratis Financiële Scan aan, in de vorm van een inventarisatie­gesprek, een rapportage en een eindgesprek. Onafhankelijke financieel planners maken voor de deelnemer een complete analyse van de financiële situatie na pen­sionering. Ook bestaande lijfren­tes, kapitaalverzekeringen, onroe­rend goed en overige vermogens­

gramma beoogt de persoonlijke financiële situatie van vliegers inzichtelijk te maken en zo hun keuzes te vergemakkelijken. Deelnemers moeten zich goed voorbereiden en alle relevante informatie verzamelen, ook over hun gewenste levensstandaard, en krijgen vervolgens tegen sterk gereduceerde kosten twee gesprek­ken met een externe Wft­gecertificeerde expert. Ruud Stegers, vice­president en pensioenspecialist van de VNV: ‘We zitten nu op dertig deel­ nemers per maand en we zijn voortdurend volgeboekt. Onze leden stellen het zeer op prijs, omdat het programma hande­lingsperspectief biedt, ze weten aan welke knoppen ze kunnen draaien.’

WerkgeversIn verschillende cao’s en branches is al geregeld dat medewerkers recht hebben op een vorm van financieel advies. Voorbeelden zijn retail non­food, de NS en de zuivelindustrie. Vaak gaat het om een individueel budget dat onder meer kan worden besteed aan een individueel financieel advies.Een groeiend aantal werkgevers maakt daarbij gebruik van Tiptrack. Dit is een door werkge­versvereniging AWVN ontwik­keld online platform voor duur­zame inzetbaarheid gebaseerd op vijf pijlers waarvan ‘geldzaken’ er één is. Nederlandse werknemers hadden in 2019 zeker 1,6 miljard euro beschikbaar voor zaken als opleiding, loopbaanoriëntatie, financiële scans en andere zaken die onder duurzame inzetbaarheid (DI) vallen. Het via cao’s beschik­bare geldbedrag is sinds 2013 verdubbeld, aldus de AWVN.

aspecten komen bijvoorbeeld aan bod, evenals de persoonlijke wensen van de deelnemer. Jeroen Steenvoorden, directeur van SPMS: ‘Wij vinden dat die complete analyse voorwaarde is om inzicht te kunnen bieden, ook omdat het pensioen alleen niet toereikend is voor medisch specialisten. We hebben in 2019 ongeveer 200 Financiële Scans gemaakt. We merken dat het ook goed is voor de binding van deel­nemers met het fonds. Het geeft SPMS trouwens gelijktijdig inzicht in de wensen van de deelnemers.’

Wisselend beeld bij vakbondenVakbonden zijn wisselend actief als het gaat om individueel pensioenadvies. Chris Driessen van de FNV geeft aan: ‘Wij heb­ben geen financieel advies func­tie; dat vereist Wft­gecertificeerde adviseurs. Wel verzorgen we veel pensioenavonden voor leden en geven we advies bij geldzorgen. Binnen pensioenfondsen zorgen we er zo goed mogelijk voor dat er daar pensioenconsulenten zijn die advies kunnen geven.’ En Ivo Slikkerveer, Teammanager Pensioenen van De Unie zegt: ‘Van tijd tot tijd sporen we groe­pen leden aan om over hun balans van inkomen en uitgaven na hun pensionering na te denken. We nodigen ze uit voor een persoon­lijk gesprek. We hebben geen gecertificeerde adviseurs, dus we adviseren niet over producten. Maar wel over het soort oplossin­gen waaraan leden zouden kunnen denken.’De Vereniging Nederlandse Verkeersvliegers (VNV), heeft een Personal Financial Insight­programma opgezet. Het pro­

‘ Particulieren kunnen ook op eigen initiatief een beeld krijgen van hun financiële situatie na hun pensionering. Het Nibud biedt bijvoorbeeld diverse reken-tools. Zo is er de Pensioen-schijf-van-vijf.’

Openbare bronnenParticulieren kunnen ook op eigen initiatief een beeld krijgen van hun financiële situatie na hun pensionering. Het Nibud biedt bij­voorbeeld diverse rekentools. Zo is er de Pensioenschijf­van­vijf, ontwikkeld door het Nibud in samenwerking met Wijzer in Geldzaken. Die biedt inzicht in inkomen en uitgaven na pensio­nering. Ook zaken als hypotheek en vermogen worden daarin mee­genomen. Met het Geldplan Pensioen, ook van het Nibud, kan iemand in een kwartier een persoonlijk actieplan voor zijn pensioensituatie maken. Karin Radstaak, woordvoerder van het Nibud: ‘Wij vinden het belangrijk dat de drempel voor financieel advies zo laag mogelijk is. Het zou helpen als werkgevers, pensioenuitvoerders en organisa­ties voor zelfstandigen bijvoor­beeld eens in de vijf jaar een financieel inzichtgesprek bieden over inkomsten en uitgaven, nu en na hun pensionering.’

Financieel plannersEn uiteraard zijn er de financieel planners waar iedereen tegen betaling terecht kan voor een gedetailleerd persoonlijk finan­cieel plan met concrete adviezen. Sterk afhankelijk van de situaties kost zo’n plan al gauw 500 euro. Er zijn werkgevers die korting geven op het maken van een financieel plan. De Federatie Financieel Planner roept werk­gevers en vakbonden op om het aanbieden van financiële planning aan werknemers te bespreken tijdens cao­onderhandelingen. Een nieuw pensioenstelsel legt volgens de FFP meer gewicht op de zorgplicht van werkgevers. ◊

Meer vrijheid voor effectieve communicatieMinister Koolmees wil dat pensioenuitvoerders effectiever worden in de manier waarop zij communiceren met hun deelnemers. Dit zijn in het kort zijn belangrijkste beleidsvoornemens:• Het UPO-format is niet langer verplicht. Pensioenuitvoerders mogen

voor hun verplichte jaarlijkse pensioenoverzicht een vrije vorm kiezen, die beter aansluit op de kenmerken en behoeften per doelgroep.

• Het verplichte format van het ‘Pensioen 1-2-3’ wordt afgeschaft. De bekendheid is laag en door de verplichte uniformiteit kan een pensioenuitvoerder de vormgeving en begrijpelijkheid van deze basisinformatie niet optimaal afstemmen op de behoefte en kenmerken per doelgroep.

• Onderzocht zal worden of pensioenfondsen, in plaats van verplicht toesturen, aan deelnemers mogen melden dat bepaalde informatie beschikbaar is. Het is dan aan de deelnemers om die informatie online te bekijken, of op papier te laten toesturen. Dat laatste blijft een recht van deelnemers.

• Deelnemers moeten concreter gestimuleerd en aangespoord worden om na te (laten) gaan hoeveel inkomen zij naar verwachting zullen hebben en of dit inkomen voldoende is. Daarbij zijn ook gegevens gewenst over het te verwachten latere uitgavenpatroon, waarover bijvoorbeeld het Nibud beschikt. Experimenten voor innovatie en effectieve activatiemethoden juicht de minister toe.

• De minister wil met de pensioensector bespreken welke wettelijke drempels hij kan wegnemen om digitale informatie van de pensioen-uitvoerder aan de deelnemer te verbeteren. Er is bijvoorbeeld nog steeds informatie, die pensioenuitvoerders verplicht op papier moeten verstrekken.

• Minister Koolmees vindt het jammer dat derdepijlerproducten nog steeds ontbreken in mijnpensioenoverzicht.nl. Hij gaat met de Stichting Pensioenregister overleggen over de doorontwikkeling van mijnpensioenoverzicht.

Page 18: voor opdrachtgevers en relaties nr. 1 jaargang 15 | juni 2020 · nr. 1 jaargang 15 | juni 2020. 04 | Evenwichtig en uitlegbaar Het nieuwe pensioenstelsel moet allereerst evenwichtig

34

BLAUW JUNI 2020

35

‘ Het liefst zou ik vrij zijn om mijn pensioen helemaal naar eigen inzicht op te bouwen.’

‘Geef mij de ruimte om het zelf te doen’ Fred Richter is 57 en heeft een mooie sales carrière in de IT achter de rug en werkt nu 14 jaar bij Microsoft Nederland als partner development manager. Hij zou het liefst helemaal zelf zijn pensioen opbouwen.

Fred: ‘Mijn pensioen is opgebouwd bij verschillende werkgevers. Ik heb een deel laten overschrijven naar een volgend pensioenfonds en een deel stopgezet. Ik heb ook ooit een koopsompolis gekocht om extra te sparen. Maar ik geloof niet dat het allemaal erg veel heeft uitgemaakt. Het rendement vind ik bij geen van de fondsen indrukwekkend. Ook ten opzichte van de rest van de markt niet. Ik beleg nu al een jaar of 20 zelf met een deel van mijn pensioen en met wat ik daar verder voor beschikbaar heb. Dat bevalt mij prima.

Wat verwacht je van je pensioenfonds? Eerlijk gezegd zou ik het liefst vrij zijn om mijn pensioen helemaal naar eigen inzicht op te bouwen. Ik zou dan alles zelf beleggen, omdat iedere partij die ertussen zit nu eenmaal geld kost. Nu beleg ik een deel met heel weinig risico, in defensieve beleggingsfondsen en een deel in specifieke doelen met wat meer volatiliteit, zoals ASML. De laatste tien jaar voor mijn pensioen bouw ik het risico langzaam af. Ik denk dat het mij aanzienlijk meer pensioen had opgeleverd als ik dit vanaf het begin zo had kunnen doen.

Ik ben er wel van overtuigd dat je mensen moet blijven verplichten om pensioen te sparen, want anders gebeurt er te vaak niets. Maar als het moet, kunnen mensen veel meer zelf doen dan je denkt. Het hele pensioensysteem zou volgens mij wel een stuk eenvoudiger kunnen. Waarom koppelen we niet een pensioenpot aan het BSN nummer, waarin iedereen verplicht iedere maand een deel van zijn inkomen stort? Iedereen kan dan zelf kiezen door wie hij zijn pensioen wil laten opbouwen. En voor wie zelf niets wil doen, kun je altijd een eenvoudige default optie aanbieden. Misschien met een basisdeel in een standaard fonds met een stabiel risico. Voor alles wat daar bovenuit komt mag je zelf beslissen hoe je het belegt. Wie alles bij één fonds wil onderbrengen kan dat doen, en wie klimaatneutraal of in vastgoed wil beleggen kan ook zijn gang gaan. Volgens mij ben je dan van heel veel gezeur af en komen de beste pensioenaanbieders vanzelf bovendrijven. Misschien moet er dan wel een vergelijkingswebsite komen die de resultaten, de dienstverlening en de kosten van pensioenaanbieders vergelijkt. Gemaakt door een onafhankelijke partij, bijvoorbeeld de AFM.’

DRIELUIK ||| PensioenwensenUit onderzoek onder onze deelnemers blijkt dat zij gemak heel belangrijk vinden in de dienstverlening rond hun pensioen. Ze willen gefaciliteerd worden, maar de manier waarop verschilt. We zien globaal drie groepen. Een deel van de deelnemers wil ontzorgd worden en wil dat hun pensioenfonds zoveel mogelijk voor hen regelt. Een tweede groep wil graag persoonlijke begeleiding bij het maken van keuzes. En een derde groep wil graag zoveel mogelijk invloed houden op het pensioen en zelf de controle houden. De dienstverlening moet dus veel verschillende doelgroepen aanspreken. Deze drie verhalen van deelnemers illustreren dat.

Page 19: voor opdrachtgevers en relaties nr. 1 jaargang 15 | juni 2020 · nr. 1 jaargang 15 | juni 2020. 04 | Evenwichtig en uitlegbaar Het nieuwe pensioenstelsel moet allereerst evenwichtig

BLAUW JUNI 2020

36 37

Is alles de schuld van

de ECB?

Als het in de afgelopen periode ging om de dreigende kortingen bij veel pensioenfondsen, dan

wees de beschuldigende vinger al snel naar de centrale banken, en in het bijzonder de Europese Centrale Bank.

Vanwege het opkoopprogramma en de renteverlaging. Maar is het echt zo zwart-wit? Historicus Jonne Harmsma, bekend

van zijn biografie over bankpresident Jelle Zijlstra, schetst een geschiedkundige context.

Jonne Harmsma promoveerde in november 2018 bij het Biografie Instituut van de Rijksuniversiteit Groningen op zijn biografie van oud­premier en oud­bankpresident Jelle Zijlstra (1918­2001), als boek verschenen onder de titel ‘Jelle zal wel zien’. Hij werkt bij het Centrum voor Parlementaire Geschiedenis aan de Radboud Universiteit Nijmegen en is docent aan de Universiteit Utrecht.

Page 20: voor opdrachtgevers en relaties nr. 1 jaargang 15 | juni 2020 · nr. 1 jaargang 15 | juni 2020. 04 | Evenwichtig en uitlegbaar Het nieuwe pensioenstelsel moet allereerst evenwichtig

BLAUW JUNI 2020

38 39

Hoe zijn we beland in de huidige situatie?‘De basis voor ons huidige monetaire stelsel is gelegd in 1944 in Bretton Woods in New Hampshire, waar dat jaar de United Nations Monetary and Financial Conference werd gehouden. Het systeem is naar die plaats genoemd. Het systeem voorzag in vaste wisselkoersen en de (her)invoering van een goudkoppeling. Het legde het fundament voor een stelsel van vrijhandel en samenwerking dat zo’n 25 jaar succesvol is geweest. Door snel groeiende dollar­overschotten, de snel opkomende euro­dollarmarkt en de crises van de jaren zeventig, zoals de olie­crisis, kwam de ordelijkheid van het monetaire stelsel onder toenemende druk. De valuta­

koersen gingen zweven en het financiële systeem kreeg steeds meer gewicht. In de jaren tachtig en negentig stond de strijd tegen inflatie centraal in het financieel­economische beleid. Sleutel­begrippen waren privatisering, bezuiniging en hervorming van de welvaartsstaat. Jelle Zijlstra, president van de Nederlandsche Bank van mei 1967 tot december 1982, noemde dat het “ware evangelie” voor bestendige groei en stabiliteit.’

Waardoor is het misgegaan?‘Centrale banken zoals DNB verkondigden hun beleid vanuit een stabiel systeem met vaste spelregels. Het monetaire stelsel van 1944 had twee strategische

doelen: vaste wisselkoersen en nationale beleidsvrijheid. Zoals het “trilemma” van de drie uitdagingen voor de internationale economie stelt, ging dit ten koste van het derde mogelijke doel: vrij kapitaalverkeer. Toen het stelsel van vaste wisselkoersen in de jaren zestig begon te wankelen, de euro­dollarmarkt ontstond en Bretton Woods in 1971 definitief ten onder ging, veranderde alles. Vrij kapitaalverkeer ging ten koste van nationale beleids­vrijheid en tegelijkertijd voltrok zich een ingrijpende globalisatie. De beknotte nationale beleids­vrijheid ging daardoor extra knellen. Ook de Brexit moet je plaatsen in die context van de ‘shock of the global’. De strijdkreet van Boris Johnson, ‘take back control’, is daarop het antwoord. Hij appelleert aan het gevoel dat

‘ In de EU is de verhouding tussen de financiële sector en de reële economie op z’n kop komen te staan.’

Had de ECB andere maatregelen moeten nemen?‘Er is de laatste paar jaar excep­tioneel beleid gevoerd in excep­tionele tijden. Er moest ook wel iets gebeuren, al lopen de meningen uiteen of dit de beste weg is. Maar dat de ‘whatever it takes’­aanpak van Draghi iets nieuws zou zijn, of typisch Italiaans, of helemaal op eigen houtje, dat klopt niet. In de VS werden al eerder soortgelijke maatregelen genomen, en dat gebeurt nog steeds, om dezelfde reden en vanuit dezelfde gedachte. Bovendien handelt Draghi niet alleen, er zitten veel mensen omheen. Het lijkt alsof het beleid van de ECB nu plotseling politiek van aard is geworden, een geluid dat ook klonk rond de benoeming van Draghi’s opvolgster. Maar dat beeld is onjuist. In mijn proef­schrift verdedig ik de stelling dat het denken en het beleid van centrale banken vanaf het begin sterk normatief was, en dus politiek. Hoewel Zijlstra en zijn mede­centraal bankiers zich presenteerden als onafhankelijke experts, lieten zij zich ook toen leiden door een politiek­econo­mische visie en een wereldbeeld.’

Maar nu zijn er dus wel barsten gekomen in het bastion.‘Het is nieuw en tekenend dat mensen als Klaas Knot en de topman van de Bundesbank

kritiek hebben op de ECB. Ook dat komt doordat het beleid van de ECB minder strookt met dat traditionele streven naar zuinigheid en stabiliteit, met name in landen als Nederland en Duitsland. En de positie is in het algemeen ook onder druk komen te staan door de kredietcrisis.’

Maar wat moet er nu gebeuren, zodat die burger er wel weer iets positiefs van gaat merken?‘Dat is natuurlijk de ‘billion dollar question’. Het belangrijkste is volgens mij dat er wordt nagedacht over de huidige balans tussen die drie overkoepelende strategische doelen: wisselkoersen, kapitaalverkeer en nationale beleidsvrijheid. Is de huidige opzet nog wel dienstig aan het algemeen belang? Het bereiken van diplomatieke consensus over een dergelijke systeemverandering is natuurlijk uiterst lastig. Probleem is ook dat de veranderingen zich in de afgelopen decennia stapje voor stapje voltrokken. Terwijl echte systeemveranderingen doorgaans alleen lukken na ingrijpende gebeurtenissen, na een grote schok, zoals in 1944.Wat dat betreft lijkt het wel op de klimaatdiscussie: het is een reusachtig en uiterst complex probleem dat over een lange periode is ontstaan. Er wordt eindeloos over gepraat en het lukt maar mondjesmaat om echt fun­damentele stappen te zetten.’ ◊

de Britten hun land zijn kwijt­geraakt aan ongrijpbare krachten. De nationale sentimen­ten waren ook duidelijk toen er harde maat­regelen tegen Griekenland werden genomen.’

Wat was de positie van de centrale banken?‘Dezelfde Jelle Zijlstra vergeleek centrale banken met de recht­spraak als vierde, onafhankelijke macht binnen de bekende trias politica, dus zo onafhankelijk mogelijk van de wispelturige politiek. Maar door de crisis van 2008 kantelde dit beeld van groot vertrouwen in de onafhankelijke centrale bank volledig: de centraal­bankiers hadden niet opgelet, ze hadden de crisis niet zien aankomen of het zelfs in de hand gewerkt.’

Is het monetaire beleid van de ECB een vloek of een zegen voor burgers?‘In de EU is de verhouding tussen de financiële sector en de reële economie op z’n kop komen te staan. Er zijn grote geldstromen op gang gekomen waardoor we niet in een neerwaartse deflatie­spiraal zijn terechtgekomen, dus dat is dan de zegen. Maar al dat geld is onvoldoende doorgestroomd naar de reële economie – dat is de vloek. Terwijl het daar wel om begonnen was: na jarenlange stilstand de motor weer op gang te brengen.’

‘ Dat de ‘whatever it takes’-aanpak van Draghi iets nieuws zou zijn, of typisch Italiaans, of helemaal op eigen houtje, dat klopt niet.’

Page 21: voor opdrachtgevers en relaties nr. 1 jaargang 15 | juni 2020 · nr. 1 jaargang 15 | juni 2020. 04 | Evenwichtig en uitlegbaar Het nieuwe pensioenstelsel moet allereerst evenwichtig

www.blueskygroup.nl

‘Een "one size fits all"

oplossing zit altijd wel ergens te ruim

of te krap.’Wouter van Eechoud

LEES VERDER OP PAGINA 4

‘Meestal is boosheid

over pensioen gebaseerd op

enorme misverstanden.’

Jan van DijkLEES VERDER OP

PAGINA 24

‘De groep waarvoor de

digitale ontwikkeling te hard gaat, wordt groter.’

Erik BakkerLEES VERDER OP

PAGINA 22

‘Het beleid van centrale banken

was vanaf het begin sterk normatief, en dus politiek.’

Jonne HarmsmaLEES VERDER OP

PAGINA 36

‘Veruit de meeste deelnemers hebben

geen idee wat er met hun premie

gebeurt.’Peter Zegwaart

LEES VERDER OP PAGINA 8

‘Ik wil niet dat fondsen een drempel ervaren

om met ons het gesprek aan te gaan.’Cindy van Oorschot

LEES VERDER OP PAGINA 16