vervolgonderzoek merkbaarheidsscan huisartsen • gebruik van diverse his-systemen, waaronder...
TRANSCRIPT
Rapportage
Vervolgonderzoek
Merkbaarheidsscan Huisartsen
Noortje Molenaar & Joanne Amse
5 september 2017
Inhoud
1. Aanleiding en doelstelling onderzoek
2. Onderzoeksopzet
3. Onderzoeksresultaten
o Voorschrijven genees- en hulpmiddelen
o Verwijzingen
o Declaratieverkeer
o Overige maatregelen
4. Conclusies
5. Aanbevelingen
Bijlage 1. Knelpunten geïncludeerd in huidig onderzoek
Bijlage 2. Nieuwe/andere knelpunten
3
1. Aanleiding en doelstelling
onderzoek
AanleidingUitkomsten eerder onderzoekMerkbaarheidsscan Eerstelijn (Mei 2017)
• Begin 2017 heeft Q-Consult Zorg voor het ministerie van VWS een
Merkbaarheidsscan Eerstelijn uitgevoerd.
• In de merkbaarheidsscan is onder andere onderzocht in hoeverre de
maatregelen genomen in het kader van ‘Het roer gaat om’ hebben geleid tot
een vermindering van de ervaren regeldruk bij huisartsen.
Opmerkelijke uitkomsten eerder onderzoek
• Uit de enquête van het eerdere onderzoek (n = 200) kwamen enkele
opmerkelijke uitkomsten:
o 76% van de huisartsen ervaart (nog) geen vermindering van de
regeldruk n.a.v. de genomen maatregelen.
o 86% van de huisartsen is wel bekend met de genomen maatregelen.
• Uit de onderzoeksdata valt niet te verklaren waarom deze grote groep
huisartsen (nog) geen effect ervaart van de genomen maatregelen t.a.v. de
ervaren regeldruk.
5
Doelstelling
Huidig onderzoek
Doelstelling
Het doel van het onderzoek is:
“Meer inzicht verkrijgen in de oorzaken waarom een grote groep huisartsen (nog) geen effect ervaart van de genomen maatregelen in het kader van ‘Het roer gaat om’ ter vermindering van de ervaren regeldruk.”
In bijlage 1 zijn de maatregelen weergegeven die geïncludeerd zijn in het huidige onderzoek.
Deelvragen
Om meer inzicht te verkrijgen in de oorzaken waarom een grote groep huisartsen (nog) geen effect ervaart van de genomen maatregelen, zijn de volgende deelvragen geformuleerd:
• Welke oorzaken zijn mogelijk van invloed geweest op het wel/niet ervaren van het effect van de genomen maatregelen ter vermindering van de regeldruk?
• Wat zijn aanbevelingen om de effecten van de maatregelen te vergroten?
6
2. Onderzoeksopzet
Plan van aanpak (1)
8
1. Keuze
steekproef
2. Voorbereiden
en coördineren3. Uitvoering
4. Analyse en
rapportage
De onderzoeksopzet bestond uit de volgende stappen:
Gedurende het onderzoek heeft een afvaardiging van de branchepartijen bijgedragen aan
het onderzoek middels het aanleveren van contactgegevens van huisartsen en
zorgverzekeraars voor de interviews en het geven van feedback op de conceptrapportage.
Deze afvaardiging bestond uit een vertegenwoordiging van ZN, VGZ, NZa, LHV, VPH,
InEén, NHG en het ministerie van VWS.
Plan van aanpak (2)
Keuze steekproef• Huisartsen zijn benaderd via brancheverenigingen (LHV en VPH) en het eigen netwerk Q-Consult Zorg.
Zorgverzekeraars zijn benaderd via ZN.
• Bij de samenstelling van de steekproef van de huisartsen is rekening gehouden met de volgende aspecten:
o Huisartsen in een groepspraktijk vs. huisartsen in een solopraktijk
o Huisartsen die alleen patiënten behandelen vs. huisartsen met (kennis van) neventaken zoals inkoop en declaratie
o Spreiding van huisartsen over Nederland
o Aantal werkzame jaren als huisarts
• Bij het selecteren van de te interviewen zorgverzekeraars is met name gekeken naar de functie en de kennis over de inkoop, declaratie en contractering.
• Vanwege het kwalitatieve, verdiepende karakter van dit onderzoek is gekozen voor een beperkte steekproef onder de huisartsen en zorgverzekeraars. Hiermee wordt een algemeen beeld geschetst en wordt niet getracht uitputtend te zijn.
Uitvoering interviews• Kwalitatief onderzoek middels 11 interviews met huisartsen en 3 interviews met zorgverzekeraars (medewerker
backoffice en inkopers).
• Afhankelijk van de taken die de huisarts en zorgverzekeraar uitvoert en de bekendheid met de maatregelen, zijn enkele of alle maatregelen in het kader van ‘Het roer gaat om’ besproken.
• Interviews zijn telefonisch afgenomen in de periode 1 augustus 2017 t/m 17 augustus 2017. De gemiddelde duur van de interviews was 45 minuten.
• Het doel van de interviews met huisartsen en zorgverzekeraars is het achterhalen bij welke maatregelen huisartsen geen verbetering ervaren ten aanzien van de regeldruk en wat hiervan de oorzaak is.
9
Analyse (1)
• De mogelijke oorzaken van het niet-merken van het effect van de maatregelen zijn
gerangschikt naar de vier categorieën oorzaken van de PRISMA-methodiek
(Prevention Recovery Information System for Monitoring and Analysis).
o Organisatorische oorzaken
o Menselijke oorzaken
o Technologische oorzaken
o Overige oorzaken
• De PRISMA-methodiek is een veel gebruikte methodiek voor systematische
(incidenten)analyse. De methodiek is bij uitstek geschikt om trends en patronen te
constateren in oorzaken van incidenten en/of terugkerende gebeurtenissen op basis van
kwalitatieve gegevens.
• In de tabel op de volgende sheets is een overzicht weergegeven van de mogelijke hoofd-
en suboorzaken van het niet-merken van het effect van de maatregelen die als
uitgangspunt hebben gediend voor de analyse.
10
Analyse (2)
* TVB’s = Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden
11
Hoofdoorzaak Suboorzaak Oorzaak Uitleg oorzaak
Organisatie Intern TVB's De administratieve handeling wordt niet uitgevoerd door de huisarts zelf,
waardoor de impact van de maatregel met name merkbaar is voor ondersteuners
van de huisarts (o.a. praktijkondersteuners, assistenten, zorgadministratie).
Frequentie inzetten waarnemers De huisarts maakt niet/nauwelijks gebruik van waarnemers.
Extern Aantal preferente zorgverzekeraars De huisarts heeft maar één preferente zorgverzekeraar
Keten - ziekenhuis Het ziekenhuis is niet bekend met de maatregel.
Keten - GGZ De GGZ is niet bekend met de maatregel.
Keten - apotheek De apotheek is niet bekend met de maatregel.
Keten - hulpmiddelenleverancier De hulpmiddelenleverancier is niet bekend met de maatregel.
Keten - paramedici De paramedici zijn niet bekend met de maatregel.
Keten - interne communicatie De maatregel vraagt om afstemming binnen de organisatie waardoor nog niet
iedereen op de hoogte is van de maatregel.
Verschillen tussen zorgverzekeraars De maatregel is verschillend geimplementeerd per verzekeraar.
Invoering Wmo De maatregel loopt door elkaar met de invoering van de Wmo
Mens Gedrag Pro-activiteit - huisarts De huisarts gaat niet op zoek naar de bron van het probleem en/of spreekt de
ander niet aan.
Verminderen administratieve last voor patiënt De huisarts wil de patiënt niet belasten met de wijziging t.a.v. de maatregel
Eigen werkwijze De huisarts heeft lokale/regionale werkafspraken die samenhangen met de
maatregel waardoor de administratieve last m.b.t. de maatregel minder is.
Kennis Informatie verkrijgen De maatregel is niet bekend bij de huisarts, omdat hij/zij niet actief kennis heeft
genomen van de nieuwe maatregel/nieuwe werkwijze (ontvanger)
Informatie verstrekken De maatregel is niet bekend bij de huisarts, vanwege onvolledige, niet tijdige
en/of onduidelijke overdracht van informatie (verzender).
Ervaring & gewenning Ervaring uit het verleden De huisarts merkt dat maatregel in de praktijk niet werkt.
Gewenning De huisarts moet merken dat er een nieuwe werkwijze is ingevoerd door terug te
krijgen dat het nog niet goed loopt.
Analyse (3)
12
Hoofdoorzaak Suboorzaak Oorzaak Uitleg oorzaak
Technologie Automatisering Maatregel geautomatiseerd De impact van de maatregel is niet/nauwelijks merkbaar door ondersteuning van
het HIS.
Functioneren automatisering De maatregel is geautomatiseerd, maar blijkt in de praktijk toch nog wel is niet
goed te werken.
Overig Tijd & frequentie Frequentie impact maatregel De maatregel heeft maar één keer per jaar effect en heeft daarom minder impact
op de ervaren regeldruk.
Tijdstip invoering maatregel De maatregel is pas onlangs ingevoerd door overheid of verzekeraar.
Verduidelijking
werkwijze
Geen verandering in werkwijze, enkel verduidelijking De maatregel betreft geen verandering in werkwijze, enkel een verduidelijking
van reeds gemaakte afspraken.
Patientpopulatie Frequentie patientpopulatie
De maatregel heeft met name impact op een bepaalde patientpopulatie die zich
(niet) frequent aandient bij de desbetreffende huisartsenpraktijk, b.v. ouderen.
Associatie Associatie specifiek product
De huisartsen hebben een negatieve of neutrale associatie met de maatregel,
omdat zij administratieve lasten ervaren ten aanzien van een specifiek product.
3. Onderzoeksresultaten
Inleiding
Op de volgende pagina’s worden de onderzoeksresultaten van het onderzoek
gepubliceerd. Er wordt gestart met een korte schets van de interviewees.
Na de schets van de interviewees worden per thema de volgende onderwerpen
uitgelicht:
• Belangrijkste oorzaken van het niet merkbaar zijn van de effecten van de
maatregel (organisatorisch, menselijk, technologisch en overig)
• Voorbeelden m.b.t. individuele maatregelen
De visie van de huisartsen en zorgverzekeraars over de oorzaken van het niet
merkbaar zijn van de effecten van de maatregelen is vergelijkbaar. Daarom is
ervoor gekozen om in de presentatie van de resultaten geen onderscheid te
maken tussen de resultaten van beide groepen.
14
Kenmerken interviewees
Interviewees huisartsen
De steekproef van de 11 geïnterviewde huisartsen is als volgt samengesteld:
• 0 – 30 jaar ervaring als huisarts.
• 6 groepspraktijken, 3 solopraktijken, 1 waarnemer, 1 POH.
• 8 huisartsen met directe (kennis van) neventaken, zoals inkoop en declaratie,
3 huisartsen zonder directe (kennis van) neventaken.
• Gebruik van diverse HIS-systemen, waaronder Medicom, Promedico ASP, MicroHis X en MIRA.
Interviewees zorgverzekeraars
De 3 geïnterviewde medewerkers van zorgverzekeraars zijn als volgt te omschrijven:
• Afkomstig van twee zorgverzekeraars.
• Administratief relatiebeheerder, eerste zorginkoper, zorginkoper integrale zorg.
• Allen bekend met administratieve processen, zoals contractering en declaratie.
15
Verschillen in beleving regeldruk
De beleving t.a.v. regeldruk verschilt per huisarts. Sommige huisartsen geven
aan dat het er bij hoort als praktijkhouder. Andere huisartsen benadrukken de
toenemende regeldruk. Deze verschillende beelden kunnen mede de ervaren
regeldruk beïnvloeden.
16
Huisarts 1: “Huisartsen zijn in het
huidige zorglandschap zorgverlener
én ondernemer met de
bijbehorende randvoorwaarden en
administratie. Er zijn veel regels
aan verbonden. Dit gaat niet
veranderen. Hierbij moet je je
afvragen: Doe je alles zelf of kun je
hierover werkafspraken maken
en/of afstemming zoeken met
andere (collega-)huisartsen? Als je
deze regels niet aan kan, ga dan in
loondienst. Veel huisartsen zijn niet
geschikt voor een solopraktijk.”
Huisarts 2: “De praktijkbelasting wordt steeds groter
vanwege: 1) steeds meer complexe en veeleisende
vragen van patiënten, de zorgvraag wordt langer,
complexer en veeleisender. 2) Steeds meer ouderen,
de zorg complexer. Toename van aantal ouderen
wordt het moeilijker, 3) steeds meer multidisciplinair
overleg. Intern bij gemeente ook nog ontbreken van
kennis over zorgpraktijk. Er is geen erkenning en
begrip voor de ontwikkelingen.”
A. Voorschrijven genees- en
hulpmiddelen
OnderzoeksresultatenMaatregel 1. Medische noodzaak
De volgende oorzaken zijn genoemd voor het niet-merken van de effecten van de
maatregel:
Organisatorische oorzaken• Bekendheid, afstemming en implementatie in de keten (externe organisatie)
o De apotheek is niet bekend met de maatregel.
Menselijke oorzaken• Eigen werkwijze
o De huisarts heeft lokale/regionale werkafspraken die samenhangen met de maatregel
waardoor de impact van de maatregel minder is.
18
Maatregel 1. Medische noodzaak – Generiek voorschrijven
Huisarts 1: “We schreven ook al voor de invoering van de
maatregel veel medicatie generiek voor. Hierdoor is er bij ons niet
veel veranderd en ervaren wij hiervan geen administratieve last.”
Oorzaak: Eigen werkwijze
OnderzoeksresultatenMaatregel 2. Speciale voeding en dieetpreparaten
De volgende oorzaken zijn genoemd voor het niet-merken van de effecten van de maatregel:
Organisatorische oorzaken• Interne organisatie
o De administratieve handeling wordt niet uitgevoerd door de huisarts zelf, waardoor de impact van de maatregel met name merkbaar is voor ondersteuners van de huisarts (o.a. praktijkondersteuners, assistenten, zorgadministratie).
• Bekendheid, afstemming en implementatie in de keten (externe organisatie)
o De hulpleverancier is niet bekend met de maatregel.
o De paramedici zijn niet bekend met de maatregel.
o De maatregel is verschillend geïmplementeerd per verzekeraar.
Overige oorzaken• Associatie specifiek product
o De huisartsen hebben een negatieve of neutrale associatie met de maatregel, omdat zij administratieve lasten ervaren ten aanzien van een specifiek product, in dit geval het aanvragen van bijvoeding (Nutridrink).
19
Maatregel 2. Speciale voeding en
dieetpreparaten –
Eigen leveranciers
Huisarts 1: “Verschillende
verzekeraars hebben verschillende
afspraken gemaakt met (eigen)
leveranciers. Het werkt bij elke
verzekeraar weer anders met
machtigingen, verwijzingen naar de
apotheek, vergoedingen, formulieren,
etc. Het kost veel tijd om op de
websites van de zorgverzekeraars
deze afspraken te achterhalen.
Oorzaak: Bekendheid, afstemming
en implementatie in de keten
OnderzoeksresultatenMaatregel 3. Geneesmiddelen in Baxter-rol
De volgende oorzaken zijn genoemd voor het niet-merken van de effecten van de maatregel:
Menselijke oorzaken
• Eigen werkwijze
o De huisarts heeft lokale/regionale werkafspraken die samenhangen met de maatregel waardoor de impact
van de maatregel minder is.
Overige oorzaken
• Patiëntpopulatie
o De maatregel heeft met name impact op een bepaalde patiëntpopulatie die zich (niet) frequent aandient bij
de desbetreffende huisartsenpraktijk, namelijk ouderen.
20
Maatregel 3. Geneesmiddelen in Baxter-rol – Eigen overzicht Baxtermedicatie
Huisarts 1: “Wij draaien periodiek extra controlelijsten uit van de apotheker voor complexe patiënten met complexe casuïstiek die
gebruik maken van geneesmiddelen in een Baxter-rol. Wij doen dan geen controle op grove fouten, maar meer een algemene check
op medicatie en baxters. Dit doen wij voornamelijk om overzicht te houden. Op deze manier hebben wij dus onze eigen check op de
Baxterrol, los van de maatregel.”
Oorzaak: Eigen werkwijze
OnderzoeksresultatenMaatregel 4. Gespecificeerde geneesmiddelen
De volgende oorzaak is genoemd voor het niet-merken van de effecten van de maatregel:
Technologische oorzaken
• Automatisering
o De impact van de maatregel is niet/nauwelijks merkbaar door ondersteuning van het HIS.
21
Maatregel 4. 23 gespecificeerde geneesmiddelen – HIS Medicom
Huisarts 1: “Wij werken met Medicom. Hierin vult het systeem na de probleemanalyse en het recept de
ICPC code automatisch in. Wij hoeven dit niet zelf in te vullen.”
Oorzaak: Automatisering
OnderzoeksresultatenMaatregel 5. Stoppen met roken medicatie
De volgende oorzaken zijn genoemd voor het niet-merken van de effecten van de
maatregel:
22
Maatregel 5. Stoppen met roken-medicatie –
Verdeling taken, verantwoordelijkheden en
bevoegdheden
Huisarts 1: “In het eerste jaar begeleid je
minder patiënten met dit soort dingen. Op het
gebied van motiverende gespreksvoering moet
je hiervoor meer in thuis zijn. Ook worden de
SMR-gesprekken meer uitgevoerd door
praktijkondersteuners.”
Oorzaak: Interne organisatie
Organisatorische oorzakenInterne organisatie
o De administratieve handeling wordt niet
uitgevoerd door de huisarts zelf, waardoor de
impact van de maatregel met name merkbaar
is voor ondersteuners van de huisarts (o.a.
praktijkondersteuners, assistenten,
zorgadministratie).
Overige oorzakenPatiëntpopulatie
o De maatregel heeft met name impact op een
bepaalde patiëntpopulatie die zich (niet)
frequent aandient bij de desbetreffende
huisartsenpraktijk, namelijk rokers.
OnderzoeksresultatenMaatregel 6. Verbandmiddelen langdurige wondzorg
De volgende oorzaken zijn genoemd voor het niet-merken van de effecten van de maatregel:
Organisatorische oorzaken
• Bekendheid, afstemming en implementatie in de keten (externe organisatie)
o De apotheek is niet bekend met de maatregel.
o De maatregel is verschillend geïmplementeerd per verzekeraar (zie quote maatregel 2).
Overige oorzaken
• Patiëntpopulatie
o De maatregel heeft met name impact op een bepaalde patiëntpopulatie die zich (niet) frequent
aandient bij de desbetreffende huisartsenpraktijk, namelijk ouderen.
23
Maatregel 6. Verbandmiddelen langdurige wondzorg –
Vestigingsplek huisarts
Huisarts 1: “Wij zijn een praktijk in opbouw. Wij zijn gevestigd in een
VINEX-wijk met relatief weinig ouderen en veel jongeren en
gezinnen. Wij hebben hier dus nog niet zoveel mee te maken gehad.”
Oorzaak: Patiëntpopulatie
OnderzoeksresultatenMaatregel 7. Hulpmiddelen chronische aandoeningen (1)
De volgende oorzaken zijn genoemd voor het niet-merken van de effecten van de
maatregel:
Organisatorische oorzaken
• Bekendheid, afstemming en implementatie in de keten (externe organisatie)
o De hulpmiddelenleverancier is niet bekend met de maatregel.
o De maatregel is verschillend geïmplementeerd per verzekeraar (zie quote maatregel 2).
o De maatregel loopt door elkaar met de invoering van de Wmo.
24
Maatregel 7. Hulpmiddelen chronische aandoeningen – Incontinentiemateriaal
Huisarts 1: “Een patiënt wil incontinentiemateriaal. De huisarts gaat de apotheek bellen om te kijken waar iemand
verzekerd is en welke firma gecontacteerd moet worden. We hebben dit eerst zelf bijgehouden maar dit verandert zo
snel, dus het heeft geen zin om zelf bij te houden. Nu bellen we dus elke keer de apotheek om te overleggen. Ook speelt
mee dat dit soort zaken maar voor korte duur worden voorgeschreven.”
Oorzaak: Bekendheid, afstemming en implementatie in de keten
OnderzoeksresultatenMaatregel 7. Hulpmiddelen chronische aandoeningen (2)
Overige oorzaken
• Tijd & frequentie
o De maatregel heeft maar één keer per jaar effect en heeft daarom minder impact op de
ervaren regeldruk.
• Patiëntpopulatie
o De maatregel heeft met name impact op bepaalde patiëntpopulaties (namelijk ouderen) en
de huisarts bedient deze groep niet.
25
B. Verwijzingen
OnderzoeksresultatenMaatregel 8. Vereiste informatie verwijsbrief
De volgende oorzaken zijn genoemd voor het niet-merken van de effecten van de
maatregel:
27
Maatregel 8. Vereiste informatie verwijsbrief –
Wat is er veranderd?
Huisarts 1: “De informatie staat al automatisch in
de verwijsbrief. We werken veel meer met
Zorgdomein (doorkoppeling van het HIS). Hierin
maak je een verwijsbrief die alle benodigde
informatie uit het HIS haalt en die online verstuurd
wordt naar de patiënt. Op de verwijsbrief staan
aanwijzingen voor de patiënt en/of de actie die de
patiënt moet ondernemen, bijv. "U wordt gebeld" of
"U moet zelf bellen".
Huisarts 2: “Dit was al geen probleem en is nu ook
geen probleem. Ik herken de verbetering niet.”
Oorzaak: Automatisering & verduidelijking
werkwijze
Technologische oorzakenAutomatisering
o De impact van de maatregel is niet/nauwelijks
merkbaar door ondersteuning van het HIS.
Overige oorzakenVerduidelijking werkwijze
o De maatregel betreft geen verandering in
werkwijze, enkel een verduidelijking van reeds
gemaakte afspraken
OnderzoeksresultatenMaatregel 9. Afgeven verwijzing
De volgende oorzaken zijn genoemd voor
het niet-merken van de effecten van de
maatregel:
Organisatorische oorzaken
• Bekendheid, afstemming en
implementatie in de keten (externe
organisatie)
o Het ziekenhuis is niet bekend met de
maatregel.
Menselijke oorzaken
• Vermindering administratieve last voor
patiënt
o De huisarts wil de patiënt niet
belasten met de wijziging t.a.v. de
maatregel.
28
Maatregel 9. Afgeven verwijzing – (Jaarlijkse)
controle
Huisarts 1: “Alle verwijzingen waarbij er geen klinische
beslissing plaatsvindt, zou ik niet hoeven te tekenen. Ik doe
hier helemaal niks bij, behalve de administratieve
handeling. Ik ben wel bevoegd, maar ik heb het zelf niet
bedacht, bijv. de jaarlijkse controle van de logopedist, de
oogarts of KNO-arts”
Huisarts 2: “Dit gaat nog redelijk vaak fout, met name in
relatie tot patiënten met late complicaties na bijvoorbeeld
een operatie. Wanneer een complicatie kort na de operatie
optreedt dan weet de patiënt nog dat hij bijvoorbeeld
contact op moet nemen met de internist. Als dit langer
geleden is dan zegt het ziekenhuis dat er een nieuwe
verwijzing nodig is van de huisarts.”
Oorzaak: Bekendheid, afstemming en implementatie
in de keten
OnderzoeksresultatenMaatregel 10. Verwijzen specialistische GGZ (1)
De volgende oorzaken zijn genoemd voor het niet-merken van de effecten van de maatregel:
Organisatorische oorzaken
• Bekendheid, afstemming en implementatie in de keten (externe organisatie)
o De GGZ is niet bekend met de maatregel.
Menselijke oorzaken
• Pro-activiteit huisarts
o De huisarts gaat niet op zoek naar de bron van het probleem en/of spreekt de ander niet aan.
• Vermindering administratieve last voor patiënt
o De huisarts wil de patiënt niet belasten met de wijziging t.a.v. de maatregel.
Overige oorzaken
• Tijd & frequentie
o De maatregel is pas onlangs ingevoerd door overheid of verzekeraar.
29
OnderzoeksresultatenMaatregel 10. Verwijzen specialistische GGZ (2)
30
Maatregel 10. Verwijzen specialistische GGZ – Kennis en toepassing van de maatregel
Huisarts 1: “De GGZ is onbekend met de maatregel. De kennis mist dat ze de aanpassing van BGGZ
naar SGGZ of andersom zelf mogen doen, waardoor patiënten actief zelf worden terugverwezen naar de
huisarts. In de praktijk merk ik dat als patiënten van de BGGZ naar de SGGZ gaan, dat ze dan weer bij
mij terugkomen.”
Huisarts 2: “Het wordt nog bij herhaling gevraagd. Ik pas mij dan aan en schrijft een nieuw formulier uit
met juiste bewoording. Je wilt de patiënt er niet mee belasten en doet het daarom zelf maar.”
Oorzaak: Bekendheid, afstemming en implementatie in de keten & pro-activiteit
C. Declaratieverkeer
OnderzoeksresultatenMaatregel 11. Foutief afgewezen declaraties
Maatregel 12. Foutief afgewezen gecombineerde declaraties (1)
De volgende oorzaken zijn genoemd voor het niet-merken van de effecten van de
maatregel:
Organisatorische oorzaken
• Interne organisatie
o De administratieve handeling wordt niet uitgevoerd door de huisarts zelf, waardoor de
impact van de maatregel met name merkbaar is voor ondersteuners van de huisarts (o.a.
praktijkondersteuners, assistenten, zorgadministratie).
• Bekendheid, afstemming en implementatie in de keten (externe organisatie)
o De maatregel is verschillend geïmplementeerd per verzekeraar.
o De maatregel vraagt om afstemming binnen de organisatie waardoor nog niet iedereen op
de hoogte is van de maatregel.
32
Maatregel 11 & 12. Foutief afgewezen (gecombineerde) declaraties – Zorgadministratie
Huisarts 1: “Het declaratieverkeer is belegd bij de financiële administratie (zorgadministratie). Wij doen zelf de controles of het klopt of
niet. De zorgadministratie doet de controle met de zorgverzekeraar. Ik zie zelf de afwijzingen niet.”
Huisarts 2: “Wij hebben hier met name last van met kleine verzekeraars. Grote verzekeraars keuren het over het algemeen wel goed.”
Oorzaak: Interne organisatie
OnderzoeksresultatenMaatregel 11. Foutief afgewezen declaraties
Maatregel 12. Foutief afgewezen gecombineerde declaraties (2)
Menselijke oorzaken
• Pro-activiteit huisarts
o De huisarts gaat niet op zoek naar de bron van het probleem en/of spreekt de ander niet
aan.
• Kennis
o De maatregel is niet bekend bij de huisarts, omdat hij/zij niet actief kennis heeft genomen
van de nieuwe maatregel/nieuwe werkwijze (ontvanger).
o De maatregel is niet bekend bij de huisarts, vanwege onvolledige, niet tijdige en/of
onduidelijke overdracht van informatie (verzender).
• Gewenning en ervaring
o De huisarts moet merken dat er een nieuwe werkwijze is ingevoerd door terug te krijgen dat
het nog niet goed loopt.
o De huisarts merkt dat maatregel in de praktijk niet werkt.
33
OnderzoeksresultatenMaatregel 11. Foutief afgewezen declaraties
Maatregel 12. Foutief afgewezen gecombineerde declaraties (3)
34
Maatregel 11 & 12. Foutief afgewezen (gecombineerde)
declaraties – Gemak
Huisarts 1: “We boeken het tweede consult op de volgende dag om
van het gedonder af te zijn en geen terugkoppeling van afwijzing
te ontvangen.”
Oorzaak: Pro-activiteit huisarts
Maatregel 12. Foutief afgewezen gecombineerde declaraties –
Maatregel implementeren
Verzekeraar 1: “Bij meerdere contacten op 1 dag moet je het advies
van het ‘Het roer gaat om’ volgen en alle contacten in 1
declaratiebestand invullen. Doe je dit niet (namelijk de contacten
verdelen in meerdere bestanden), dan worden de declaraties
afgewezen. In het begin zorgt dit voor irritaties, maar na enkele
afwijzingen hebben huisartsen door hoe het werkt en komt het
minder voor.”
Oorzaak: Gewenning en ervaring
OnderzoeksresultatenMaatregel 13. Foutief afgewezen declaraties inschrijftarief en
moduletarief
De volgende oorzaken zijn genoemd voor het niet-merken van de effecten van de maatregel:
Organisatorische oorzaken
• Interne organisatie
o De administratieve handeling wordt niet uitgevoerd door de huisarts zelf, waardoor de
impact van de maatregel met name merkbaar is voor ondersteuners van de huisarts (o.a.
praktijkondersteuners, assistenten, zorgadministratie).
Technologische oorzaken
• Automatisering
o De maatregel is geautomatiseerd, maar blijkt in de praktijk toch nog weleens niet goed te
werken.
35
OnderzoeksresultatenMaatregel 14. Declaraties waarnemers
De volgende oorzaken zijn genoemd voor het niet-merken van de effecten van de maatregel:
Organisatorische oorzaken
• Interne organisatie
o De administratieve handeling wordt niet uitgevoerd door de huisarts zelf, waardoor de
impact van de maatregel met name merkbaar is voor ondersteuners van de huisarts (o.a.
praktijkondersteuners, assistenten, zorgadministratie).
o De huisarts maakt niet of nauwelijks gebruik van waarnemers.
Technologische oorzaken
• Automatisering
o De impact van de maatregel is niet/nauwelijks merkbaar door ondersteuning van het HIS.
36
Maatregel 14. Declaraties waarnemers – Frequentie inzetten
waarnemers
Verzekeraar 1: “Het effect verschilt in hoeverre je veel waarnemers
inzet als huisarts zijnde.”
Oorzaak: Interne organisatie
OnderzoeksresultatenMaatregel 15. Afgewezen declaraties overstap zorgverzekeraar (1)
De volgende oorzaken zijn genoemd voor het niet-merken van de effecten van de maatregel:
Organisatorische oorzaken
• Interne organisatie
o De administratieve handeling wordt niet uitgevoerd door de huisarts zelf, waardoor de
impact van de maatregel met name merkbaar is voor ondersteuners van de huisarts
(o.a. praktijkondersteuners, assistenten, zorgadministratie).
Overige oorzaken
• Verduidelijking werkwijze
o De maatregel betreft geen verandering in werkwijze, enkel een verduidelijking
van reeds gemaakte afspraken
37
OnderzoeksresultatenMaatregel 15. Afgewezen declaraties overstap zorgverzekeraar (2)
38
Maatregel 15. Afgewezen declaraties overstap zorgverzekeraar
Huisarts 1: “We voeren eerst een ION-check/COV-check uit voordat de declaratie wordt uitgevoerd.
Begin januari is het nog een potje. Na doorloop van de checks worden de declaraties eind januari
verstuurd. Als we het eerder doen dan is het teveel werk met crediteren en opnieuw declareren.”
Verzekeraar 1: “We adviseren huisartsen om in januari pas aan het einde van de maand te declareren.”
Verzekeraar 2: “De patiënt kan hele maand januari gebruiken om te switchen. Dan heb je een probleem
als huisarts.”
Oorzaak: Beleid & Patiëntpopulatie
D. Overige maatregelen
OnderzoeksresultatenMaatregel 16. Digitaal volgsysteem
De volgende oorzaak is genoemd voor het niet-merken van de effecten van de maatregel:
Technologische oorzaken
• Automatisering
o De maatregel is geautomatiseerd, maar blijkt in de praktijk toch nog niet goed te werken.
40
Maatregel 16. Digitaal volgsysteem
Huisarts 1: “Voor nieuwe modules kun je kruisjes zetten bij andere verzekeraars dat zij die module ook
moeten vergoeden. Soms dan heb je een vinkje gezet, maar dan gaat de declaratie toch niet goed. Hier
moet je weer achteraan bellen.”
OnderzoeksresultatenMaatregel 17. Afgewezen declaratie indicatie Wlz
De volgende oorzaken zijn genoemd voor het niet-merken van de effecten van de maatregel:
Overige oorzaken
• Tijd & frequentie
o De maatregel is onlangs pas ingevoerd door overheid of verzekeraar.
• Patiëntpopulatie
o De maatregel heeft met name impact op een bepaalde patiëntpopulatie die zich (niet)
frequent aandient bij de desbetreffende huisartsenpraktijk, namelijk nieuwe Wlz-cliënten.
41
OnderzoeksresultatenMaatregel 18 t/m 20. Overige maatregelen (1)
De overige maatregelen betreffen het aanleveren informatie zorginkoop (maatregel 18), de contracten
zorgverzekeraars (maatregel 19) en de kwaliteitsindicatoren ketenzorg (maatregel 20).
De volgende oorzaken zijn genoemd voor het niet-merken van de effecten van de maatregel:
Organisatorische oorzaken
• Interne organisatie
o De administratieve handeling wordt niet uitgevoerd door de huisarts zelf, waardoor de impact
van de maatregel met name merkbaar is voor ondersteuners van de huisarts (o.a.
praktijkondersteuners, assistenten, zorgadministratie).
• Bekendheid, afstemming en implementatie in de keten (externe organisatie)
o De huisarts heeft maar één preferente zorgverzekeraar
Overige oorzaken
• Tijd & frequentie
o De maatregel is onlangs pas ingevoerd door overheid of verzekeraar.
o Verduidelijking werkwijze
o De maatregel betreft geen verandering in werkwijze, enkel een verduidelijking van reeds
gemaakte afspraken
42
OnderzoeksresultatenMaatregel 18 t/m 20. Overige maatregelen (2)
43
Maatregel 19. Contracten zorgverzekeraars – Tijdstip
van invoeren
Verzekeraar 1: “Huisartsen met meerdere verzekeraars
hebben het meeste baat bij het hanteren van uniforme
contracten waarin gekozen wordt voor één formulering van
artikelen waar iedereen mee te maken heeft. De contracten
voor 2016/2017 waren echter reeds afgesloten ten tijde van
de invoering van de maatregel. Met de inkoop van 2018 zal
het effect van deze maatregel dus pas zichtbaar zijn.”
Oorzaak: Tijd & frequentie
Maatregel 20. Kwaliteitsindicatoren
– Taken verantwoordelijken en
bevoegdheden
Huisarts 1: “Deze informatie draai ik
niet zelf uit. POH's doen hierin de
voorbereiding.”
Oorzaak: Interne organisatie
4. Conclusies
Inleiding
Het doel van het onderzoek is:
“Meer inzicht verkrijgen in de oorzaken waarom een grote groep
huisartsen (nog) geen effect ervaart van de genomen maatregelen in het
kader van ‘Het roer gaat om’ ter vermindering van de ervaren regeldruk.”
Op basis van de resultaten kunnen conclusies getrokken worden ten
aanzien van het niet merken van de effecten van de maatregelen.
Vanwege het kwalitatieve, verdiepende karakter van dit onderzoek en
de beperkte steekproef wordt een algemeen beeld geschetst en wordt
niet getracht uitputtend te zijn.
45
Conclusie (1)
Op basis van de resultaten kunnen de volgende conclusies getrokken worden waarom een grote groep huisartsen (nog) geen effect ervaart van de genomen maatregelen ter vermindering van de ervaren regeldruk:
• Alle betrokken huisartsen in dit onderzoek zijn bekend met het ‘Het roer gaat om’ en kennen meerdere of alle maatregelen van het programma. Dit komt overeen met het eerdere onderzoek Merkbaarheidsscan Huisartsen (mei 2017). Als reden voor de bekendheid wordt benoemd dat huisartsen regelmatig geïnformeerd zijn over ‘Het roer gaat om’ via bijvoorbeeld de LHV.
• De meeste huisartsen erkennen dat de (meeste) maatregelen van ‘Het roer gaat om’ hebben geleid tot een vermindering van de ervaren regeldruk.
• Er is niet één hoofdoorzaak aan te wijzen waarom huisartsen (nog) geen effect ervaren van de genomen maatregelen ter vermindering van de ervaren regeldruk, ondanks dat de maatregelen wel in gang zijn gezet.
• De meest genoemde oorzaken waarom huisartsen (nog) geen effect ervaren van de genomen maatregelen ter vermindering van de ervaren regeldruk waren:
o De administratieve handeling van de betreffende maatregel wordt niet uitgevoerd door de huisarts zelf, waardoor de impact van de maatregel met name merkbaar is voor ondersteuners van de huisarts (o.a. praktijkondersteuners, assistenten, zorgadministratie).
o De samenwerkende partijen in de keten rondom de huisartsen (o.a. ziekenhuis, GGZ, apotheek, hulpmiddelenleverancier, paramedici, zorgverzekeraar) zijn niet of onvoldoende bekend met de maatregel, waardoor de oude werkwijze van vóór de maatregel wordt aangehouden.
o De maatregel is niet volledig geïmplementeerd bij de huisarts dan wel in de keten. Men spreekt elkaar hier niet of onvoldoende op aan, waardoor de oude werkwijze van vóór de maatregel wordt aangehouden.
46
Conclusie (2)
De mate waarin de oorzaken waarom een grote groep huisartsen (nog) geen effect ervaart van de genomen maatregelen te beïnvloeden zijn, varieert:
• Een deel van de oorzaken is een logisch gevolg van de wijze waarop huisartsen georganiseerd zijn en/of de patiëntenpopulatie die zij bedienen.
o Deze oorzaken zijn niet of moeilijk beïnvloedbaar, waardoor de huisartsen niet of nauwelijks effect ervaren van de genomen maatregelen.
• Een deel van de oorzaken is een gevolg van de onvolledige implementatie van de genomen maatregelen bij de huisartsen en/of de ketenpartijen, waardoor de ‘oude werkwijze’ van vóór de maatregel wordt aangehouden.
o Deze oorzaken zijn wel beïnvloedbaar door daadwerkelijk uitvoering te geven aan de ‘nieuwe werkwijze’ ten gevolge van de maatregel. Dit geldt zowel voor de huisartsen zelf als de ketenpartijen.
Tevens zal een deel van de effecten van de genomen maatregelen ter vermindering van de ervaren regeldruk pas het komend jaar merkbaar worden vanwege het tijdstip van het invoeren en/of de jaarcyclus van de bedrijfsvoering. Dit geldt met name voor de maatregelen betreffende de zorginkoop- en verantwoording.
47
5. Aanbevelingen
Inleiding
Op basis van de conclusies kunnen aanbevelingen op verschillende
niveaus worden gedaan. Ten eerste worden algemene aanbevelingen
gedaan om de merkbaarheid van de maatregelen te verhogen. Ten
tweede worden aanbevelingen gedaan voor specifieke thema’s,
maatregelen. Tot slot worden tips gegeven aan huisartsen om de
impact van de maatregelen te vergroten.
49
Aanbevelingen (1)Op basis van de conclusies worden de volgende aanbevelingen gedaan om de merkbaarheid van de
maatregelen te verhogen:
Algemeen
• Werkgroep: Meer bekendheid genereren van de maatregelen bij de organisaties in de keten.*
• Huisartsen en zorgverzekeraars: Het bevorderen van de feedback- en aanspreekcultuur tussen de
organisaties in de keten* bij het niet (juist) opvolgen van de getroffen maatregelen om een lerend
effect te creëren.
• Huisartsen en zorgverzekeraars: Het bevorderen van het gesprek tussen de organisaties in de keten*
over het proces, de uitvoering en de gevolgen van de maatregelen voor hun eigen bedrijfsvoering
en elkaars afhankelijkheden hierin.
• Huisartsen en zorgverzekeraars: Indien van toepassing, daadwerkelijk uitvoering geven aan de
‘nieuwe werkwijze’ ten gevolge van de genomen maatregel.
• Werkgroep: De merkbaarheid van de maatregelen met de oorzaak ‘Verduidelijking werkwijze’ in
2018 nogmaals evalueren, omdat dan pas de merkbaarheid van de maatregelen duidelijk wordt in
de praktijk.
* Met organisaties in de keten worden ziekenhuizen, paramedici, GGZ-instellingen, hulpmiddelenleveranciers,
apotheken bedoeld.
50
Aanbevelingen (2)
Voorschrijven genees- en hulpmiddelen
• Werkgroep: Uitzoeken in hoeverre de regeldruk rondom bijvoeding (Nutridrink) verminderd kan
worden.
Declaratieverkeer
• LHV: Meer bekendheid genereren van de maatregelen betreffende het declaratieverkeer,
bijvoorbeeld door de declareerwijzer nogmaals rond te sturen.
• Huisartsen: Het actief verkrijgen van informatie over (wijzigingen) in declaratieverkeer.
• Zorgverzekeraars: Onderzoeken hoe huisartsen effectief geïnformeerd kunnen worden over
(wijzigingen) in declaratieverkeer.
• Huisartsen, zorgverzekeraars en brancheverenigingen: Neem bij het horen van problemen rondom
de automatisering van het declaratieverkeer contact op met de softwareleverancier.
51
Tips voor huisartsenHieronder zijn de tips weergegeven die door de interviewees zelf zijn aangedragen om het effect van de
genomen maatregelen ter vermindering van de ervaren regeldruk te vergroten:
52
Declaratieverkeer• Zorgverzekeraar: “Maak gebruik van de declaratiewijzer van de LHV om na te gaan wat er wel/niet gedeclareerd kan
worden en op welke wijze.”
• Zorgverzekeraar: “Zorg dat je zo snel mogelijk akkoord geeft op de contracten via Vecozo.”
• Zorgverzekeraar: “Onderzoek de mogelijkheden voor het gebruik maken van praktijkmanagers vanuit zorgverzekeraars
voor het oppakken van de niet-patiëntgebonden zaken.”
• Zorgverzekeraar: “Neem contact op met zorgverzekeraars bij praktijkoverdracht. Samen kan gekeken worden hoe de
administratie zo gemakkelijk mogelijk geregeld kan worden.”
Overige maatregelen• Huisarts: “Maak een onderverdeling in deelgebieden tussen huisartsen die verantwoordelijk zijn voor het aanleveren
van de algemene, proces gerelateerde informatie en huisartsen die verantwoordelijk zijn voor het aanleveren van de
inhoudelijke informatie over patiëntgroepen en ziektebeelden t.b.v. de zorginkoop.”
• Huisarts: “Maak een handleiding voor collega-huisartsen in de praktijk in begrijpbare taal met minder juridische,
bestuurlijke termen voor het aanleveren van de benodigde informatie voor de zorginkoop: Welke modules wil je
hebben en welke voorinformatie heb je hiervoor nodig?”
• Zorgverzekeraar: “Stap als huisarts over van eenjarige naar tweejarige overeenkomsten, waardoor de piekbelasting
aangaande de zorgverkoop beter verdeeld kan worden.”
• Zorgverzekeraar: “Vraag meer openheid en duidelijkheid over het proces rondom de inkoop van de zorgverzekeraar en
zorg dat je aan tafel zit op het moment dat de inhoudelijke discussie gevoerd wordt.”
Bijlage 1.
Knelpunten geïncludeerd in
huidig onderzoek
Knelpunten geïncludeerd in huidig onderzoek (1)
54
Knelpunt Maatregel
A. Voorschrijven van genees- en hulpmiddelen
1. Medische noodzaak
Voorschrijven recepten op medische noodzaak (met
uitzondering van geneesmiddelen zoals vermeld in bijlage 2 van
ZN)
Per 1 januari 2016 zijn geen aanvullende formulieren meer nodig bij een
recept op ‘medische noodzaak’
2. Speciale voeding en dieetpreparaten
Voorschrijven recepten voor speciale voeding en
dieetpreparaten
Per 1 januari 2016 kan speciale voeding worden voorgeschreven zonder
een aanvullend formulier
3. Geneesmiddelen in Baxter-rol
Verstrekking geneesmiddelen in Baxter-rol
Per 1 januari 2016 hoeft de huisarts de aflevering van geneesmiddelen in
een Baxter-rol nog maar één keer te machtigen
4. 23 gespecificeerde geneesmiddelen
Voorschrijven één van 23 gespecificeerde geneesmiddelen
Per 1 januari 2016 is vermelding van de ICPC-code op recepten niet langer
een vereiste. Er is één uitzondering, namelijk voor de 23 geneesmiddelen
5. Stoppen met roken-medicatie
Voorschrijven stoppen-met-roken medicatie
Per 1 januari 2016 is bij het voorschrijven van stoppen-met-roken
medicatie vermelding van de letters SMR op een recept voldoende.
Huisartsen hoeven daarnaast geen aanvullend formulier aan te leveren
6. Verbandmiddelen langdurige wondzorg
Voorschrijven van verbandmiddelen bij langdurige wondzorg
Per 1 januari 2016 kunnen huisartsen verbandmiddelen voor langdurige
wondzorg voorschrijven zonder een aanvullend formulier
7. Hulpmiddelen chronische aandoeningen
Aanvragen hulpmiddelen bij chronische aandoeningen
Per 1 januari 2016 hoeven huisartsen de aanvraag voor hulpmiddelen voor
chronische aandoeningen niet meer jaarlijks opnieuw te ondertekenen
B. Verwijzingen
8. Vereiste informatie verwijsbrief
Invullen vereiste informatie op een verwijsbrief zoals reden van
verwijzing, AGB-code en type verwijzer
Naast de normale informatie over de reden van verwijzing, is in de
verwijsbrief vermelding van de AGB-code en het type verwijzer vereist. Per
1 januari 2016 wordt geen aanvullende informatie meer gevraagd
9. Afgeven verwijzing
Afgeven verwijzing naar de specialist voor patiënten waarvoor
behandeling voor dezelfde aandoening langer doorloopt
Zolang een patiënt onder behandeling blijft van een medisch specialist
voor dezelfde aandoening of kwaal (en dus niet is terugverwezen naar de
eerste lijn) hoeft de huisarts geen nieuwe verwijzing af te geven
10. Verwijzen specialistische GGZ
Verwijzing naar specialistische ggz voor patiënten in basis ggz
De eerder gemaakte afspraak roept veel vragen op in het veld. Daarom is
de werkgroep Bureaucratie & administratieve lasten in gesprek met GGZ
Nederland om meer helderheid te kunnen bieden
Knelpunten geïncludeerd in huidig onderzoek (2)
55
Knelpunt MaatregelC. Declaratieverkeer
11. Foutief afgewezen declaraties
Verwerken van foutief afgewezen declaraties voor meerdere contacten voor
één patiënt op dezelfde dag
De regelgeving staat meerdere declaraties voor één patiënt op dezelfde dag niet in de
weg. Om afwijzing te vermijden (zoals in het verleden regelmatige gebeurde), wordt
geadviseerd dergelijke declaraties in één declaratiebestand aan te bieden. Wanneer er
toch een afwijzing volgt, kan de huisarts het beste direct contact opnemen met de
verzekeraar
12. Foutief afgewezen gecombineerde declaraties
Verwerken van foutief afgewezen gecombineerde declaraties van consult en
verrichtingen
De regelgeving staat gecombineerde declaraties niet in de weg. Wanneer er toch een
afwijzing volgt, kan de huisarts het beste direct contact opnemen met de verzekeraar
13. Foutief afgewezen declaraties inschrijftarief en moduletarief
Verwerken van foutief afgewezen declaraties waarbij het inschrijftarief en
het moduletarief zijn gekoppeld en het inschrijftarief als eerste is
gedeclareerd
Voor de koppeling van module- en inschrijftarieven gelden geen aanvullende
voorwaarden
14. Declaraties waarnemers
Declaraties van waarnemers en vermelden van AGB-code
Waarnemers kunnen op declaraties volstaan met vermelding van de AGB-code van de
contractant. Dat wil zeggen: de code van de praktijk houdende huisarts voor wie zij
waarnemen of de code van diens praktijk
15. Afgewezen declaraties overstap zorgverzekeraar
Verwerken van declaraties die zijn afgewezen omdat patiënten zijn
overgestapt naar een andere zorgverzekeraar na een jaarovergang
Wanneer een patiënt bij de jaarovergang overstapt naar een andere verzekeraar is het
helaas niet helemaal uit te sluiten dat declaraties worden afgewezen. De overstap is in
die gevallen nog niet verwerkt.
D. Overig
16. Communicatie preferente Zorgverzekeraar
Communicatie over afspraken van de preferente zorgverzekeraar aan
andere zorgverzekeraars
Per 1 januari 2016 hoeft de huisarts het contract met zijn preferente zorgverzekeraar
niet meer zelf naar andere zorgverzekeraars door te sturen. Wanneer een huisarts zijn
zorgverzekeraar daarvoor toestemming geeft, wisselen zorgverzekeraars de preferente
contracten onderling digitaal uit
17. Afgewezen declaratie indicatie Wlz
Verwerken van declaraties die zijn afgewezen omdat de patiënt een
indicatie heeft voor de Wet langdurige zorg van het CIZ wat niet bekend is
bij de huisarts
CIZ gaat automatisch een indicatie verstrekken aan de huisarts
18. Aanleveren informatie zorginkoop
Aanleveren van informatie ten behoeve van zorginkoop aan
zorgverzekeraar
Afspraken werkgroep ‘Samenwerking en Gelijkwaardigheid’ en gebruik
zorginkoopportaal Vecozo
19. Contracten zorgverzekeraars
Doornemen van afgesloten contracten van verschillende verzekeraars
Uniformering van de structuur en generieke elementen van huisartsencontracten
20. Kwaliteitsindicatoren ketenzorg
Aanleveren van informatie voor kwaliteitsindicatoren voor de ketenzorg
Terugbrengen van aantal indicatoren tot 8 kwaliteitsindicatoren per keten
Bijlage 2.
Nieuwe/andere knelpunten
Nieuwe/andere knelpunten (1)
Hoewel het niet binnen de scope van het huidige onderzoek valt, zijn door de geïnterviewde huisartsen een aantal nieuwe/andere knelpunten aangedragen. Ter informatie worden deze hieronder weergegeven. Deze lijst is niet uitputtend.
Voorschrijven van genees- en hulpmiddelen
• Machtigingen voor materialen, o.a. incontinentiemateriaal
“Op de website van de leverancier moet ik een online machtiging aanmaken. Ik moet inloggen en de patiëntgegevens handmatig invoeren. De leverancier neemt vervolgens direct contact op met de patiënt en vraagt wat nodig is. De leverancier beoordeelt de aanvraag. Het incontinentiemateriaal wordt vervolgens middels een koerier bij de patiënt thuis gebracht. Hierdoor heb ik geen zicht meer op welke materialen precies worden verstrekt en wanneer deze materialen bij de patiënt bezorgd worden.”
• Aanvragen van bijvoeding Nutridrink
“Huisarts 1: “Om Nutridrink te bestellen moet je een beslisboom aflopen. Ik heb geleerd van een andere huisarts dat je onderaan moet beginnen, namelijk bij het gewenste antwoord. Vervolgens werk je naar boven om te kijken hoe je tot het gewenste antwoord kan komen.”
“Huisarts 2: “Wij mogen Nutridrink niet uitschrijven zonder betrokkenheid en fiat van diëtiste. De diëtiste wil bijv. de zwaar gehandicapte patiënt dan toch zien voor goedkeuring.”
57
Nieuwe/andere knelpunten (2)
Hoewel het niet binnen de scope van het huidige onderzoek valt, zijn door de
geïnterviewde huisartsen een aantal nieuwe/andere knelpunten aangedragen. Ter
informatie worden deze hieronder weergegeven. Deze lijst is niet uitputtend.
Verwijzingen
• Doorverwijzingen in de GGZ
“Binnen Zorgdomein is het vaak moeilijk om binnen de GGZ de juiste afdeling en/of persoon
te vinden in de lijst welke je moet hebben. Niet alle velden zijn goed ingevuld in het
Zorgdomein. Bij ingewikkelde casussen moet je af en toe drie keer verwijzen voordat je
iemand goed hebt doorverwezen.”
58