van ggo tot nano

2
138 VOEDINGSSTOFFEN VOEDINGSCLAIMS EINDELIJK DOORGELICHT De meeste voedingsmiddelen in de winkelschappen zijn sterk bewerkt en bevatten daardoor heel wat additieven. Lees de etiketten op margarines, bereide vleeswaren, soepen en sauzen er maar eens op na. Om een bepaald product zoals yoghurt of ontbijtgranen positief te laten opvallen voegen de fabrikanten gezondheidsbevorderende stoffen toe: probiotische yoghurtculturen of ijzer en vitamines. Op de verpakking prijken dan beweringen of claims zoals ‘cholesterolverlagend’, ‘verbetert de natuurlijke weerstand’, ‘light’ of ‘vetarm’. Consumentenorganisaties klagen al jaren aan dat veel van deze claims ronduit misleidend zijn. Sinds 2007 is er een Europese wetgeving van kracht die stelt dat elke claim wetenschappelijk onderbouwd moet zijn, ook voor voedingssupplementen. Ondertussen heeft het Europese Voedselagentschap EFSA 4000 ingediende claims onderzocht: slechts één vijfde heeft een positief advies gekregen en is zo op een goedgekeurde lijst beland. Zo kregen de claims voor gezondheidsbevorderende micro- organismen in pre- en probiotica een negatief advies, maar is de toevoeging van plantensterolen en -stanolen aan bepaalde margarines wel effectief bevonden voor het be- strijden van een te hoge cholesterol. Wil een producent een goedgekeurde claim op een product aanbrengen, dan moet die claim vergezeld zijn van een verwijzing naar het belang van een gevarieerde en evenwichtige voeding. Een biologisch verwerkt product mag niet worden aange- prezen als ‘gezond’ enkel en alleen omdat het bio is. Geen enkel voedingsmiddel is op zich gezond, maar slechts een onderdeel van een heel voedingspatroon. Een bioproduct moet wel voldoen aan de Europese biowetgeving en dus minstens 95% biologisch geteelde ingrediënten bevatten en slechts een beperkt aantal additieven. Op een volko- renproduct kan bijvoorbeeld wel staan dat het ‘van nature’ vezelrijk is. GGO: KNUTSELEN MET VOEDING OP MICROSCHAAL Uitvinders van nieuwe voedingstechnieken of ingrediënten zullen aanhalen dat ze in het verlengde liggen van al lang toegepaste, nuttige en vertrouwde technieken zoals het maken van wijn of azijn uit druiven, het gebruik van gist en desem in brood of het laten fermenteren van melk voor de bereiding van yoghurt en kaas. Voor een aantal tech- nieken is dat ook zo. Bij de nieuwste biotechnologie, de genetische modificatie, staat het uitgangspunt wel erg ver af van de natuurlijke processen: de gewenste eigenschap- pen in ggo’s (genetisch gewijzigde organismen) ontstaan niet door procedés die in de natuur kunnen gebeuren, maar door in te grijpen in het wezen van het organisme. Een gen is een stuk erfelijk materiaal in een organisme dat mee verantwoordelijk is voor één bepaalde eigenschap, bijvoorbeeld de smaak van een appel. Met de klassieke veredeling kan men via gericht kruisen en natuurlijke selectie eigenschappen combineren binnen een bepaalde soort, bijvoorbeeld van twee variëteiten appels. Met gene- tisch gemodificeerde organismen brengen wetenschappers een bijzondere eigenschap van de ene soort over op een andere (transgenese), wat in de natuur normaal gezien niet kan. Men brengt bijvoorbeeld een schimmelwerend gen van een ui in een appel. Of een gen van een vis komt in een aardbei terecht om deze laatste te beschermen tegen de koude. Dat opent ongekende perspectieven, maar houdt ook risico’s in. Sinds kort past men genetische modificatie toe op orga- nismen van eenzelfde soort (cisgenese), bijvoorbeeld bij de aardappel. Genen uit een wilde aardappelvariant worden ingeplant in rassen die voor consumptie zijn bestemd. Bedenkingen van consumentenorganisaties en de milieubeweging • Etikettering: wanneer producten meer dan 0,9% ggo’s bevatten (bijv. slaolie gemaakt van genetisch gemodifi- ceerde soja) moet dat op het etiket worden vermeld. Zo ook bij veevoeder waarin diezelfde soja is gemengd. Maar Van ggo tot nano Gezond zonder claims Een gouden raad van journalist Michael Pollan: mijd voedingsproducten die beweren goed te zijn voor de gezondheid. Natuurlijk voedsel heeſt geen claim nodig. a

Upload: velt-vzw

Post on 21-Jul-2016

227 views

Category:

Documents


7 download

DESCRIPTION

www.velt.nu

TRANSCRIPT

Page 1: Van GGO tot nano

voEdINGSSToffEN 139 138 voEdINGSSToffEN

voEdingsclaims EindElijk doorgElichtDe meeste voedingsmiddelen in de winkelschappen zijn sterk bewerkt en bevatten daardoor heel wat additieven. Lees de etiketten op margarines, bereide vleeswaren, soepen en sauzen er maar eens op na. om een bepaald product zoals yoghurt of ontbijtgranen positief te laten opvallen voegen de fabrikanten gezondheidsbevorderende stoffen toe: probiotische yoghurtculturen of ijzer en vitamines. op de verpakking prijken dan beweringen of claims zoals ‘cholesterolverlagend’, ‘verbetert de natuurlijke weerstand’, ‘light’ of ‘vetarm’. Consumentenorganisaties klagen al jaren aan dat veel van deze claims ronduit misleidend zijn.

Sinds 2007 is er een europese wetgeving van kracht die stelt dat elke claim wetenschappelijk onderbouwd moet zijn, ook voor voedingssupplementen. ondertussen heeft het europese Voedselagentschap eFSA 4000 ingediende claims onderzocht: slechts één vijfde heeft een positief advies gekregen en is zo op een goedgekeurde lijst beland. Zo kregen de claims voor gezondheidsbevorderende micro-organismen in pre- en probiotica een negatief advies, maar is de toevoeging van plantensterolen en -stanolen aan bepaalde margarines wel effectief bevonden voor het be-strijden van een te hoge cholesterol. Wil een producent een goedgekeurde claim op een product aanbrengen, dan moet die claim vergezeld zijn van een verwijzing naar het belang van een gevarieerde en evenwichtige voeding.

een biologisch verwerkt product mag niet worden aange-prezen als ‘gezond’ enkel en alleen omdat het bio is. geen enkel voedingsmiddel is op zich gezond, maar slechts een onderdeel van een heel voedingspatroon. een bioproduct moet wel voldoen aan de europese biowetgeving en dus minstens 95% biologisch geteelde ingrediënten bevatten en slechts een beperkt aantal additieven. op een volko-renproduct kan bijvoorbeeld wel staan dat het ‘van nature’ vezelrijk is.

ggo: knutsElEn mEt voEding op microschaalUitvinders van nieuwe voedingstechnieken of ingrediënten zullen aanhalen dat ze in het verlengde liggen van al lang toegepaste, nuttige en vertrouwde technieken zoals het maken van wijn of azijn uit druiven, het gebruik van gist en desem in brood of het laten fermenteren van melk voor

de bereiding van yoghurt en kaas. Voor een aantal tech-nieken is dat ook zo. bij de nieuwste biotechnologie, de genetische modificatie, staat het uitgangspunt wel erg ver af van de natuurlijke processen: de gewenste eigenschap-pen in ggo’s (genetisch gewijzigde organismen) ontstaan niet door procedés die in de natuur kunnen gebeuren, maar door in te grijpen in het wezen van het organisme.

een gen is een stuk erfelijk materiaal in een organisme dat mee verantwoordelijk is voor één bepaalde eigenschap, bijvoorbeeld de smaak van een appel. Met de klassieke veredeling kan men via gericht kruisen en natuurlijke selectie eigenschappen combineren binnen een bepaalde soort, bijvoorbeeld van twee variëteiten appels. Met gene-tisch gemodificeerde organismen brengen wetenschappers een bijzondere eigenschap van de ene soort over op een andere (transgenese), wat in de natuur normaal gezien niet kan. Men brengt bijvoorbeeld een schimmelwerend gen van een ui in een appel. of een gen van een vis komt in een aardbei terecht om deze laatste te beschermen tegen de koude. Dat opent ongekende perspectieven, maar houdt ook risico’s in.

Sinds kort past men genetische modificatie toe op orga-nismen van eenzelfde soort (cisgenese), bijvoorbeeld bij de aardappel. genen uit een wilde aardappelvariant worden ingeplant in rassen die voor consumptie zijn bestemd.

Bedenkingen van consumentenorganisaties en de milieubeweging• Etikettering: wanneer producten meer dan 0,9% ggo’s

bevatten (bijv. slaolie gemaakt van genetisch gemodifi-ceerde soja) moet dat op het etiket worden vermeld. Zo ook bij veevoeder waarin diezelfde soja is gemengd. Maar

Van ggo tot nano

het vlees van de dieren die ermee worden vetgemest moet niet worden voorzien van de vermelding dat het ggo’s kan bevatten. De keuzevrijheid van de consument wordt hierdoor ingeperkt. eén zekerheid: in biologische producten mogen geen genetisch gewijzigde ingrediën-ten noch hun afgeleiden worden gebruikt.

• Verspreiding in het milieu: pollen van transgene planten die zich in de natuur verspreiden via lucht of water kunnen verwante planten via kruisbestuiving besmetten. Deze verspreiding van gewijzigde genen is onomkeerbaar. Dat vormt een probleem voor de biologische landbouw: bioteelten zullen nog moeilijk ggo-vrij kunnen blijven wanneer er in de buurt genetisch gemodificeerde gewas-sen worden verbouwd.

• Biodiversiteit: door het gebruik van ggo’s in de landbouw neemt de uniformiteit van de gewassen toe ten koste van de biodiversiteit (verscheidenheid in plantengroei).

• Maatschappelijk: bedrijven die geïnvesteerd hebben in gentechnologisch onderzoek willen hun investeringen zien opbrengen. Zij doen dat door een patent te nemen op hun ontdekking. iedereen die nadien het erfelijk veranderd materiaal wil gebruiken moet rechten betalen. in de praktijk ziet een klein aantal multinationals zo hun positie verstevigd. Arme derdewereldlanden worden hierdoor nog meer afhankelijk van het rijke noorden.

• Voedselzekerheid: een vaak gehoord argument voor de introductie van ggo-gewassen is het recht op voedsel voor de explosief groeiende wereldbevolking. Hierbij wordt echter voorbijgegaan aan de belangrijkste oorza-ken van honger: scheve handelsverhoudingen, ongelijke spreiding van de welvaart, oorlog en corrupte regimes. Tekenend is dat wereldwijd maar liefst 40% van de graan- en sojaoogst in de voederbakken van dieren belandt, voor de vleesproductie en de viskweek.

dE piEpklEinstE: nanonanodeeltjes hebben afmetingen van enkele miljoensten van een millimeter: de schaal van atomen en moleculen. Sinds het eind van vorige eeuw kunnen ingenieurs de atomen van bijvoorbeeld koolstof zo schikken dat ze bollen (buckyballs) of buisjes (nanotubes) vormen. Deze laatste zijn bijzonder licht en buigzaam maar tegelijk honderd keer sterker dan staal. De verrassende eigenschappen zijn te verklaren doordat nanodeeltjes in verhouding tot grotere brokjes een grotere

oppervlakte bezitten ten opzichte van hun volume en ze dus meer kans hebben om te reageren met hun omgeving. ondertussen zijn er al meer dan duizend – vooral techni-sche – toepassingen op de markt in zonnecrèmes, vlekbe-stendige stoffen, lichte auto-onderdelen, bouwmaterialen, verven en sportartikelen.

De eerste onderzoeken naar de mogelijke risico’s van na-nopartikels in levende wezens spreken van ontstekingsre-acties in longblaasjes, die worden veroorzaakt door inge-ademde nanodeeltjes. Men trekt een parallel met de schade die asbestvezels in longweefsel aanrichten. nu nano-in-grediënten ook in voeding beginnen op te duiken moeten wetenschappers zich buigen over de effecten van nano-deeltjes in het maag-darmkanaal, de opname ervan in het bloed en vandaar zelfs in de hersenen of via de placenta in ongeboren kinderen.

een voorbeeld van een toepassing van nanotechnologie in voeding is het onschuldige antiklontermiddel silica (e551, Sio2) dat men vaak gebruikt in allerlei kant-en-klare mixen. in nanovorm presteert silica nog beter; de consument moet bijvoorbeeld nog maar even roeren in de melk-met-becha-melmix om een mooie gladde saus te krijgen. Het neder-landse rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (riVM) heeft al nanosilica kunnen aantonen in negen van twaalf geteste producten, waaronder pannenkoekenmix, aspergesoep en koffiecreamer.

Vroeg of laat komt er dus de vraag van een producent van biologische kruidenmixen of hij dat nieuwe wonderlijke antiklontermiddel ook mag gebruiken. Aangezien nano in de algemene wetgeving nog wacht op een passende defi-nitie en een richtlijn voor de etikettering, is het ook nog wachten op een aanpassing van de wetgeving voor biolo-gische producenten. Voor bioForum Vlaanderen, de sec-tororganisatie voor biologische landbouw en voeding, is de zaak duidelijk: nanomaterie is synthetisch en ze past dus niet in biologische voeding. Het verbod op nanodeel-tjes is al opgenomen in het lastenboek van biogarantie®.

Gezond zonder claimsEen gouden raad van journalist Michael Pollan: mijd

voedingsproducten die beweren goed te zijn voor de gezondheid. Natuurlijk voedsel heeft geen claim nodig.

a

Page 2: Van GGO tot nano

voEdINGSSToffEN 139 138 voEdINGSSToffEN

voEdingsclaims EindElijk doorgElichtDe meeste voedingsmiddelen in de winkelschappen zijn sterk bewerkt en bevatten daardoor heel wat additieven. Lees de etiketten op margarines, bereide vleeswaren, soepen en sauzen er maar eens op na. om een bepaald product zoals yoghurt of ontbijtgranen positief te laten opvallen voegen de fabrikanten gezondheidsbevorderende stoffen toe: probiotische yoghurtculturen of ijzer en vitamines. op de verpakking prijken dan beweringen of claims zoals ‘cholesterolverlagend’, ‘verbetert de natuurlijke weerstand’, ‘light’ of ‘vetarm’. Consumentenorganisaties klagen al jaren aan dat veel van deze claims ronduit misleidend zijn.

Sinds 2007 is er een europese wetgeving van kracht die stelt dat elke claim wetenschappelijk onderbouwd moet zijn, ook voor voedingssupplementen. ondertussen heeft het europese Voedselagentschap eFSA 4000 ingediende claims onderzocht: slechts één vijfde heeft een positief advies gekregen en is zo op een goedgekeurde lijst beland. Zo kregen de claims voor gezondheidsbevorderende micro-organismen in pre- en probiotica een negatief advies, maar is de toevoeging van plantensterolen en -stanolen aan bepaalde margarines wel effectief bevonden voor het be-strijden van een te hoge cholesterol. Wil een producent een goedgekeurde claim op een product aanbrengen, dan moet die claim vergezeld zijn van een verwijzing naar het belang van een gevarieerde en evenwichtige voeding.

een biologisch verwerkt product mag niet worden aange-prezen als ‘gezond’ enkel en alleen omdat het bio is. geen enkel voedingsmiddel is op zich gezond, maar slechts een onderdeel van een heel voedingspatroon. een bioproduct moet wel voldoen aan de europese biowetgeving en dus minstens 95% biologisch geteelde ingrediënten bevatten en slechts een beperkt aantal additieven. op een volko-renproduct kan bijvoorbeeld wel staan dat het ‘van nature’ vezelrijk is.

ggo: knutsElEn mEt voEding op microschaalUitvinders van nieuwe voedingstechnieken of ingrediënten zullen aanhalen dat ze in het verlengde liggen van al lang toegepaste, nuttige en vertrouwde technieken zoals het maken van wijn of azijn uit druiven, het gebruik van gist en desem in brood of het laten fermenteren van melk voor

de bereiding van yoghurt en kaas. Voor een aantal tech-nieken is dat ook zo. bij de nieuwste biotechnologie, de genetische modificatie, staat het uitgangspunt wel erg ver af van de natuurlijke processen: de gewenste eigenschap-pen in ggo’s (genetisch gewijzigde organismen) ontstaan niet door procedés die in de natuur kunnen gebeuren, maar door in te grijpen in het wezen van het organisme.

een gen is een stuk erfelijk materiaal in een organisme dat mee verantwoordelijk is voor één bepaalde eigenschap, bijvoorbeeld de smaak van een appel. Met de klassieke veredeling kan men via gericht kruisen en natuurlijke selectie eigenschappen combineren binnen een bepaalde soort, bijvoorbeeld van twee variëteiten appels. Met gene-tisch gemodificeerde organismen brengen wetenschappers een bijzondere eigenschap van de ene soort over op een andere (transgenese), wat in de natuur normaal gezien niet kan. Men brengt bijvoorbeeld een schimmelwerend gen van een ui in een appel. of een gen van een vis komt in een aardbei terecht om deze laatste te beschermen tegen de koude. Dat opent ongekende perspectieven, maar houdt ook risico’s in.

Sinds kort past men genetische modificatie toe op orga-nismen van eenzelfde soort (cisgenese), bijvoorbeeld bij de aardappel. genen uit een wilde aardappelvariant worden ingeplant in rassen die voor consumptie zijn bestemd.

Bedenkingen van consumentenorganisaties en de milieubeweging• Etikettering: wanneer producten meer dan 0,9% ggo’s

bevatten (bijv. slaolie gemaakt van genetisch gemodifi-ceerde soja) moet dat op het etiket worden vermeld. Zo ook bij veevoeder waarin diezelfde soja is gemengd. Maar

Van ggo tot nano

het vlees van de dieren die ermee worden vetgemest moet niet worden voorzien van de vermelding dat het ggo’s kan bevatten. De keuzevrijheid van de consument wordt hierdoor ingeperkt. eén zekerheid: in biologische producten mogen geen genetisch gewijzigde ingrediën-ten noch hun afgeleiden worden gebruikt.

• Verspreiding in het milieu: pollen van transgene planten die zich in de natuur verspreiden via lucht of water kunnen verwante planten via kruisbestuiving besmetten. Deze verspreiding van gewijzigde genen is onomkeerbaar. Dat vormt een probleem voor de biologische landbouw: bioteelten zullen nog moeilijk ggo-vrij kunnen blijven wanneer er in de buurt genetisch gemodificeerde gewas-sen worden verbouwd.

• Biodiversiteit: door het gebruik van ggo’s in de landbouw neemt de uniformiteit van de gewassen toe ten koste van de biodiversiteit (verscheidenheid in plantengroei).

• Maatschappelijk: bedrijven die geïnvesteerd hebben in gentechnologisch onderzoek willen hun investeringen zien opbrengen. Zij doen dat door een patent te nemen op hun ontdekking. iedereen die nadien het erfelijk veranderd materiaal wil gebruiken moet rechten betalen. in de praktijk ziet een klein aantal multinationals zo hun positie verstevigd. Arme derdewereldlanden worden hierdoor nog meer afhankelijk van het rijke noorden.

• Voedselzekerheid: een vaak gehoord argument voor de introductie van ggo-gewassen is het recht op voedsel voor de explosief groeiende wereldbevolking. Hierbij wordt echter voorbijgegaan aan de belangrijkste oorza-ken van honger: scheve handelsverhoudingen, ongelijke spreiding van de welvaart, oorlog en corrupte regimes. Tekenend is dat wereldwijd maar liefst 40% van de graan- en sojaoogst in de voederbakken van dieren belandt, voor de vleesproductie en de viskweek.

dE piEpklEinstE: nanonanodeeltjes hebben afmetingen van enkele miljoensten van een millimeter: de schaal van atomen en moleculen. Sinds het eind van vorige eeuw kunnen ingenieurs de atomen van bijvoorbeeld koolstof zo schikken dat ze bollen (buckyballs) of buisjes (nanotubes) vormen. Deze laatste zijn bijzonder licht en buigzaam maar tegelijk honderd keer sterker dan staal. De verrassende eigenschappen zijn te verklaren doordat nanodeeltjes in verhouding tot grotere brokjes een grotere

oppervlakte bezitten ten opzichte van hun volume en ze dus meer kans hebben om te reageren met hun omgeving. ondertussen zijn er al meer dan duizend – vooral techni-sche – toepassingen op de markt in zonnecrèmes, vlekbe-stendige stoffen, lichte auto-onderdelen, bouwmaterialen, verven en sportartikelen.

De eerste onderzoeken naar de mogelijke risico’s van na-nopartikels in levende wezens spreken van ontstekingsre-acties in longblaasjes, die worden veroorzaakt door inge-ademde nanodeeltjes. Men trekt een parallel met de schade die asbestvezels in longweefsel aanrichten. nu nano-in-grediënten ook in voeding beginnen op te duiken moeten wetenschappers zich buigen over de effecten van nano-deeltjes in het maag-darmkanaal, de opname ervan in het bloed en vandaar zelfs in de hersenen of via de placenta in ongeboren kinderen.

een voorbeeld van een toepassing van nanotechnologie in voeding is het onschuldige antiklontermiddel silica (e551, Sio2) dat men vaak gebruikt in allerlei kant-en-klare mixen. in nanovorm presteert silica nog beter; de consument moet bijvoorbeeld nog maar even roeren in de melk-met-becha-melmix om een mooie gladde saus te krijgen. Het neder-landse rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (riVM) heeft al nanosilica kunnen aantonen in negen van twaalf geteste producten, waaronder pannenkoekenmix, aspergesoep en koffiecreamer.

Vroeg of laat komt er dus de vraag van een producent van biologische kruidenmixen of hij dat nieuwe wonderlijke antiklontermiddel ook mag gebruiken. Aangezien nano in de algemene wetgeving nog wacht op een passende defi-nitie en een richtlijn voor de etikettering, is het ook nog wachten op een aanpassing van de wetgeving voor biolo-gische producenten. Voor bioForum Vlaanderen, de sec-tororganisatie voor biologische landbouw en voeding, is de zaak duidelijk: nanomaterie is synthetisch en ze past dus niet in biologische voeding. Het verbod op nanodeel-tjes is al opgenomen in het lastenboek van biogarantie®.

Gezond zonder claimsEen gouden raad van journalist Michael Pollan: mijd

voedingsproducten die beweren goed te zijn voor de gezondheid. Natuurlijk voedsel heeft geen claim nodig.

a