universiteltsbibli'c:>th'eek um nlllllll1111 iii ii 360000 … hattinga... · 2012. 7....

91
UNI VERSITelTSBI BLI'C:>TH'EEK UM 111111111 IIIIIUllntfllflllill 11111111111111 nlllllll 1111 III II 360000 01326055 Dit is in het bijzonder'g"eschreven voorouderen. Eengoede kwaliteit van hun bestaan vereist namelijk meer informatie over het wezen en de betekenis van zelfredzaamheid. Maar ook degenen die mantelzorg verlenen (partner, kinderen, buren) zijn gebaat met een helder beeld van de mogelijkheden en grenzen van hulp. In Nederland neemt, evenals trou wens in de meeste andere West-. europese landen, de vergrijzing hand over hand toe. Nu de financiele middelen begrensd blijken te zijn, is meer aangewe- zen. Bij goede toepassing neemt de kwaliteit van het toe, in plaats van an Daarom is dit boek zowel voor ouderen lIs hulpverle- Hers - die aIleen maar goed op zelfredzaamheid kunnen inspelen als ze er van weten - waardevol. De auteur; prof. dr. J. c. M. Hattinga Verschure, heeft al veel gepubliceerd, bij De Tijdstroom onder andere 'Het verschijnsel z()rg' (1981). Ais hoogleraar aan de Rijksuniversiteit Utrecht heeft hij de zorgkunde Hattinga Verschure is inmiCldels 73. - en schrijft dus zeff als oudere. . ,/ I J j MG EBF 167

Upload: others

Post on 22-Jan-2021

6 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Page 1: UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM nlllllll1111 III II 360000 … Hattinga... · 2012. 7. 6. · UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM 111111111 IIIIIUllntfllflllill 11111111111111 nlllllll1111

UNI VERSITelTSBI BLI'C:>TH'EEK UM

111111111 IIIIIUllntfllflllill 11111111111111nlllllll 1111 III II360000 01326055

Dit b~ek is in het bijzonder'g"eschreven voorouderen. Eengoedekwaliteit van hun bestaan vereist namelijk meer informatie over hetwezen en de betekenis van zelfredzaamheid. Maar ook degenen diemantelzorg verlenen (partner, kinderen, buren) zijn gebaat met eenhelder beeld van de mogelijkheden en grenzen van hulp.In Nederland neemt, evenals trouwens in de meeste andere West-.europese landen, de vergrijzing hand over hand toe. Nu de financielemiddelen begrensd blijken te zijn, is meer zelfredz~amheidaangewe­zen. Bij goede toepassing neemt de kwaliteit van het ~rstaan toe, inplaats van an Daarom is dit boek zowel voor ouderen lIs hulpverle­Hers - die aIleen maar goed op zelfredzaamheid kunnen inspelen alsze er vee~ van weten - waardevol.

De auteur; prof. dr. J. c. M. Hattinga Verschure, heeft al veelgepubliceerd, bij De Tijdstroom onder andere 'Het verschijnselz()rg' (1981). Ais hoogleraar aan de Rijksuniversiteit Utrecht heefthij de zorgkunde ontwikk~ld.Hattinga Verschure is inmiCldels 73.- en schrijft dus zeff als oudere. .

,/

~;

IJj~

MGEBF167

Page 2: UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM nlllllll1111 III II 360000 … Hattinga... · 2012. 7. 6. · UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM 111111111 IIIIIUllntfllflllill 11111111111111 nlllllll1111

------------------------ Text continues after this page ------------------------

This publication is made available in the context of the history of social work project.

See www.historyofsocialwork.org

It is our aim to respect authors’ and publishers’ copyright. Should you feel we violated those, please do get in touch with us.

Deze publicatie wordt beschikbaar gesteld in het kader van de canon sociaal werk.

Zie www.canonsociaalwerk.eu

Het is onze wens de rechten van auteurs en uitgevers te respecten. Mocht je denken dat we daarin iets fout doen, gelieve ons dan te contacteren.

------------------------ Tekst gaat verder na deze pagina ------------------------

Page 3: UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM nlllllll1111 III II 360000 … Hattinga... · 2012. 7. 6. · UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM 111111111 IIIIIUllntfllflllill 11111111111111 nlllllll1111

•\

" -

ZELFREDZAMEOUDEREN

J.C.M. Hattinga Verschure

1987

UITGEVERSMAATSCHAPPIJ DE TIJDSTROOMLOCHEM - GENT

Page 4: UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM nlllllll1111 III II 360000 … Hattinga... · 2012. 7. 6. · UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM 111111111 IIIIIUllntfllflllill 11111111111111 nlllllll1111

r!

OP-GEGEVENS KONINKLIJKE BIBLIOTHEEK, DEN HAAG

Hattinga Verschure, J.C.M.

Zelfredzame ouderen / J.C.M. Hattinga Verschure. - Lochem [etc.] : De Tijdstroom. - Ill.Met lit.opg.ISBN 90-352-1175-8SISO 324 UDC 364-053.9 NUGI 735Trefw.: ouderen.

© 1987 by Uitgeversmaatschappij De Tijdstroom bY, LochemAile rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave magworden verveelvoudigd, opgeslagenin een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enigewijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieen, opnamen, ofenig andere manier,zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.Voor zover het maken van kopieen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel16BAuteurswet 1912 jO het Besluit van 20 juni 1974, 5t.b. 351, zoals gewijzigd bij het Besluitvan23 augustus 1985, 5t.b. 471 en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijkverschuldigde vergoedingen te voldoen aan de 5tichting Reprorecht (postbus 882, 1180AWAmstelveen). Voor het ovememen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen,readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) dient men zich tot deuitgever te wenden.

D/1987/2966/25

j

ZELFREDZAME OUDEREN

AI tussen 55 en 65 jaar begint tegenwoordigje 'derde levensfase' en wordje tot de ouderen gerekend. Die fase is haast even lang geworden als deeerste fase, de jeugdjaren, of de tweede fase, de arbeidsjaren. Ze is metmeer een soort toegift maar een wezenlijk bestanddee1 van een mensenle­Yen, met eigen identiteit en levensopgave, net als de eerste en tweede fase.De jongeren moeten veelleren en een plaats in de maatschappij proberente veroveren.De werkenden zitten vast aan werktijden en plichten en de stress van zichte handhaven of verder vooruit te komen.De ouderen hebben steeds meer hun eigen opgaven en stress ontdekt: hetintact houden van hun levenslust en hun zelfredzaamheid om hun bestaanprettig maar ook menselijk; nuttig en waardig af te ronden.Die zelfredzaamheid betreft dus het lichamelijke maar ook het geestelijkeen sociale vlak. Dat gebeurt met louter door zelfzorg maar in goedsamenspel met mantelzorg in zijn vele vormen en zo nodig ook metberoepszorg. Ret is dit brede concept van zelfredzaamheid dat wij in ditboek willen invuIlen. Ik kon daarbij putten uit meerdere bronnen: mijnwetenschappelijke onderzoekingen sinds 1970 over het zorgen, velewetenschappelijke publikaties in binnen- en buitenland, de nota's encommentaren betreffende het overheidsbeleid inzake' zorgvernieuwing,talrijke reacties in kranten en tijdschriften.Tenslotte wi! ik graag dank brengen aan de volgende personen die hetmanuscript kritisch hebben doorgelezen en tal van nuttige suggesties enaanvullingen gaven: mijn echtgenote mevrouw C.M. Rattinga Verschure­Smulders die met mij al 45 jaar mantelzorg-ervaring deelt; mijn broerChris als alleenwonende zelfredzame 80-jarige; mijn dochter Beatrijs,verpleegkundig docente aan een centrale opleiding voor ziekenverzorgen­den, pastor Marinus van den Berg, auteur; Drs. M. Knapen, socioloog,wetenschappelijk onderzoeker aan het Instituut voor Toegepaste Sociolo-

Page 5: UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM nlllllll1111 III II 360000 … Hattinga... · 2012. 7. 6. · UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM 111111111 IIIIIUllntfllflllill 11111111111111 nlllllll1111

6 ZELFREDZAME OUDEREN

gie te Nijmegen, met name ook over het zorgvermogenj Dr. C. Kilip­scheer, gerontoloog aan de Vrije Universiteit te Amsterdam, Prof.Dr.Guus Schrijvers, gezondheidseconoom en Drs. Jan Maarten Boot, me­disch socioloog, beiden verbonden aan het Instituut voor AlgemeneGezondheidszorg van de Rijksuniversiteit te Utrecht.Met het oog op vlotte leesbaarheid van dit boek, heb ik afgezien van eenvolledig noten- en referentieapparaat.

\

INHOUD

HOOFDSTUK 1. ZELFZORG EN MANTELZORG 'IN DE LIFT' 11

1. Op jezelf wonen 11 f ~~.~L,2. De ommezwaai 11 ~

3. Nieuw regeringsbeleid 144. AIleen maar voorzieningen? 155. Vooral de ouderen 16

HOOFDSTUK 2. ZELFZORG.VOORWAARDE VOOR ;ZELFSTANDIG BESTAAN 19

1. Het bewegingsapparaat 192. Botten sterk houden 203. Soepele gewrichten 214. Spieren en zenuwen 215. Heel de machinerie 226. De bijkomende 'spin-of' 237. Waar ligt de grens 238. Bewegingsefficiency 249. Sleutel voor zelfredzaamheid 26

10. Matthijsje 2611. Rusten en inslaaptrucs 2712. Nieuws over de slaap '28

...-1? 13. De gevreesde ADL-stoornissen 2914. Verlies voork6men 3115. Draagkracht vergroten, draaglast verkleinen 3216. Zorg voor de zintuigen 3417. Het dikke lijf 35

Page 6: UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM nlllllll1111 III II 360000 … Hattinga... · 2012. 7. 6. · UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM 111111111 IIIIIUllntfllflllill 11111111111111 nlllllll1111

8 INHOUD INHOUD 9

18. Veiligheid in huis 36 ~19. Huishoud-zorg 4120. Het geheugen 46

-? 21. Blijven zitten of verhuizen 49 ~,

HOOFDSTUK 3. ZELFZORG VOOR DE KWALITEIT VAN HETBESTAAN 52

A. Zorg voor de 'grote dingen' 52B. Tegengaan van ziekten 54 ,\1. Zelfcontrole 542. Gezondheidsbedreigende gewoonten 56~. Het 'life-capital' 61

C. Zorg voor 'leefbaarheid' 611. Comfort 612. Luxe 643. Tijdsbesteding 644. Alleen-zijn 665. Afwenden van eenzaamheid 676. Geldzaken 70

. D. Ouderen en hun liefdes-kring 70. '1. Liefde en seksualiteit 712. Een nieuwe partner? 723. De kinderen 734. De kleinkinderen 75

E. Existentiele zelfzorg 761. Een levensdoel 762. De voltooiing 783. Een toekomst als oudere 794. Verwachting en vervulling 805. Welvaart en welzijn 81

@Het emotionele spanningsveld 817. Geloven 82

·'S. Zelfzorg rond het levenseinde 84C~. En dan? 86'10. Schokkende gedachten 88

HOOFDSTUK 4. MANTELZORG 91

1. Het simpele zorgen 912. Wat is mantelzorg precies? 92 "3. Wat kan mantelzorg allemaal? 924. De genoten 945. Netwerken 956. Welke mantelzorger zorgt waarvoor? 997. Waarom doen mensen al die moeite? 1038. Wederkerigheid van zorgveilening 1079. Is mantelzorg niet ouderwets? 110

10. De toekomst van mantelzorg 11211. Kunnen zelfzorg en mantelzorg schadelijk zijn? 115

HOOFDSTUK 5. ZELFREDZAAMHEID IN DE KNEL 117

1 Help, help! '1172. Familieconsultatie: zelfredzaamheids-consultatie 117

--C:r-~Uet medisch hulpvraagbesluit 1194-:-/Het bewegingsapparaat wi! niet meer 1225. Hulp bij ADL-functies 1246. Thuisverpleging en thuisverzorging 1267. Ouderdomsdepressie 1278. Dementie en zelfredzaamheid 1279. Zelfhulpgroepen en patientenverenigingen 132

10. Vrijwilligershulp 136(~:Mante~Org bij een levenseinde 138

l!3J_~]:wocl40

HOOFDSTUK 6. THUIS KAN HET ZO NIET LANGER 144

il~. IjIJ ji .' A. De alternatieven 144>.:~ II B. Beschermd wonen 145IUII 1. Service-flats 146~~1\ 2. Aanleunhuisvesting 146

3. Samenwonen 147N"(0

Page 7: UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM nlllllll1111 III II 360000 … Hattinga... · 2012. 7. 6. · UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM 111111111 IIIIIUllntfllflllill 11111111111111 nlllllll1111

10 INHOUD

, 4. Woongroep; woongemeenschap 148

;,1",;,',',- 5. Het besluit nemen 149if C. Het verzorgingshuis 150;::.:"j~ 1. Levenscontinuiteit 152'i.f 2. De 'woon-carriere' 153:,

D. Het verpleeghuis 154Het leefbaar verpleeghuis 156

1. ZELFZORG EN MANTELZORG'IN DE LIFT'

HOOFDSTUK 8. MEER INFORMATIE 167

De overgrote meerderheid van de ouderen woont zelfstandig.Uit onderzoek is gebleken dat verreweg de meeste ouderen ook grotevoorkeur geven aan zelfstandig wonen. Daar worden veel redenen voorgenoemd. Allereerst de grote vrijheid die je dan hebt, maar ook hetkunnen behouden van je inboedeI is van groot beIang, want die vormt hetherkenbare thuis dat vaak in alIerIei opzichten je Ievensgeschiedenisweerspiegelt. Thuis, dat is je eigen 'nest'. Daar gelden de regels die je zeIfstelt: zo netjes ofzo rommeIig als je het zeIf prettig vindt. Mensen hebben­net als dieren - een oerbehoefte aan een stukje eigen ruimte, een'territorium'.Nu is daar bijgekomen dat de regering dit zelfstandig wonen ook is gaanbevorderen. Het is veeI moeilijker geworden om in een verzorgingshuis teworden opgenomen. Als gezonde oudere kan je het weI vergeten!

1. 'OP JEZELF WONEN'1. 'Laat maar!' 1572. Het pietluttige bestaan? 1593. Speelse zorg 1604. De doods-keuze 1625. De tegenpolen 1646. 'Geluk' 165

HOOFDSTUK 7. ZAL IK ER WAT MEE DOEN? 157,\

A. Adressen 1671. Hulpinstanties vIakbij 1672. Gezond bestaan: meer info 1673. Veiligheid in huis: meer info 1684. Technische huIpmiddelen 1685. Ouderen-tijdschriften 168

B. Boeken 169

2. DE OMMEZWAAI

REGISTER 174 Dat is niet altijd zo geweest. In de jaren zestig en zeventig kon iedereoudere die er wat moeite voor deed, weI in een verzorgingshuis komen; ineen 'bejaardenoord' zoals de term officieelluid.de. Rond 1~8~,woon~~.?an

ook in Nederland 14,5 % van de 65-plussers ill een tehUls.IJn BelgIe enFrankrijk was men zover niet gegaan. Daar was het maar 5 % en in hetrijke Duitsland zelfs maar 4,5 %! ) ,Wij hadden dus bijna driemaal zoveel van die kostbare voorzieningen danonze buurlanden. De kosten liepen dan ook vreselijk hoog op. In 1983

Page 8: UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM nlllllll1111 III II 360000 … Hattinga... · 2012. 7. 6. · UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM 111111111 IIIIIUllntfllflllill 11111111111111 nlllllll1111

r

12 ZELFZORG EN MANlELZORG IN DE LIFf ZELFZORG EN MANlELZORG IN DE LIFf 13

samen met zijn directe omgeving en hoge prioriteit krijgen. Halverwegebovendien omdat bij economische teruggang de kosten voor de gemeen­schap te zwaar worden. Op den duur ondraaglijk zwaar. De verzorgings­staat doet dus een beroep op haar burgers om meer dan voorheen hunpersoonlijke aandeel te leveren in het verwerkelijken van een welzijns­samenleving. Dat is de kern waar heel de grote koersverandering omdraait. Het moet een evenwichtig samengaan worden van de (wat ci

beperktere) verzorgingsstaat met een (versterkte) zorgzame samenleving.Die zorgzame samenleving betekent dus niet dat 'de mensen nu aan hunlot worden overgelaten'. Politici die het er teveel van moeten hebben om'leuke dingen voor de mensen te doen', willen dat nog weI eens beweren.Maar in aIle westerse landen zie je eenzelfde ommezwaai, of ze nu eenconservatieve, centrum- of linkse regering hebben.De hele veranderingsbeweging kunnen we schetsmatig als voIgt weerge­ven:

gaven we in Nederland, aIleen voor de bejaarden boven 75jaar, per jaar al11.7 miljard gulden nitvoor hun gezondheidszorg en dienstverlening. In dehele sector van de gezondheidszorg werkten er in 1985 al rond de 450.000mensen en waren de kosten opgelopen tot boven "de 40 miljard gulden.Hebben we in Nederland dan met geld gesrileten? Welnee! We kondenhet doen want onze economie bloeide en we hadden bovendien een stelgasbellen waardoor de miljarden bij tientallen nit de grond spoten.Bovendien waren wij niet de enigen die dit beleid voerden. Het gebeurdein aIle westerse industrielanden, maar wij moesten wel weer zo nodig'vooroplopen'. De verzorgingsstaat was een blinbnd ideaal dat we aan hetverwezenlijken waren. Het leek erop dat het ei\J.de in zicht kwam vanarmoe, beper~ge~, lijden en onzekerheid.(De technologie met zijncomputers, chips, mertransplantaties, hartoperaties, special care-afdelin­gen en super-specialisten leek eindeloze mogelijkheden te kunnen schep­pen. De levensverwachting nam steeds verder toe. Dedood leek weI op devlucht .gedre~en en het ~a~ds paradij~ binnen handbereik) . .Maar m de Jaren tachtig IS er een ommezwaai op gang gekomen. Deeconomie zakte een beetje inrNiet dat we 'de buikriem' moesten gaanaanhalen, maar. het besef begon door te dringen dat er geen bomenkunnen blijven bestaan die tot in de hemel groeien. Als er wind opsteekt,dan gaan juist die het eerst te~en de vlakte. En niet louter omdat het

, onbetaalbaar begon te worden)

I~ee, we kwamen voor ee~ grote verrassing te staan. Hoe beter je ouderengmg verzorgen en hoe mmder ze hoefden te doen hoe meer ze in hun

l:l gedrag achteruit blek~n te gaan! Uit grote onderzo~kingenop gerontolo­gisch gebied,(yooral door de Bonner school in West-Duitsland~kwamvastte staan dat ouderen die totaal verzorgd werden en zelfniets meer hoefdente doen, inboetten aan lichamelijk en geestelijk prestatievermogen,vergeleken met eenzelfde groep leeftijdgenoten die zich thuis zelf kondenen moesten redden. Zelfredzaamheid bleek beter en gezonder dan demeest uitgebreide verzorging. Onze voorouders wisten dat aIlang. Hetklinkt heel aardig om 'iemand in de watten te leggen' maar het loopt uit op'rust-roest'.Kortom, de verzorgingsstaat begon zijn grenzen te ontdekken. Ze had veelbittere nood weggenomen, maar ze bleek niet in staat om verder te komenop de weg die van welvaart naar welzijn zou moeten leiden. Halverwegekan ze komen door het scheppen van goede voorwaarden voor welzijn.Maar dan moet dat welzijn verder worden geschapen door de mens zelf,

beweging van links naar rechts

venorgingsstaat wat afzwakken

zwaartepunt op genezen

minder passief consumentzijn van zorgverIening

afslanking beroepsverIening

minder rekenen op betermaken .door de dokter

minder bedden en 'plaatsen'in dure verblijfsinstellingen

minder kosten maken in degezondheidszorg

minder afhankelijk van vreemden

zorgende samenleving versterken

zwaartepunt op voork6men

meer deelhebben in het zorgendoor zelfzorg en mantelzorg, oJ?basis van eigen verantwoordeliJkheid .

meer zelfredzaamheid

meer zelfzorg om gezond te blijven

bij hulpbehoefte meer thuiszorg kun­nen krijgen (zelfzorg + mantelzorg+ beroepszorg uit de 'eerste lijn')

minder premies en belastingvoor de burger

meer zorg in eigen leefmilieu

Page 9: UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM nlllllll1111 III II 360000 … Hattinga... · 2012. 7. 6. · UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM 111111111 IIIIIUllntfllflllill 11111111111111 nlllllll1111

14 ZELFZORG EN MANIELZORG IN DE LIFT

r

ZELFZORG EN MANfELZORG IN DE LIFT 15

III.1j

j

I

(Dat is allemaal gauw gezegd, maar het scheppen van een zorgzamesamenleving stuit op grote belemmeringen. Individualisme en anonimiteitbedreigen het herstel van mantelzorg in zijn vele verschijningsvormen.Consumptisme heeft bovendien zijn eigen bekoring. Het gaat dus om eenmaatschappelijke ommezwaai, die tientallen ~en vergt om zich tevoltrekken. Daar zijn er trouwens nu al 15 vano~In 1972 was mijn eigenwetenschappelijk onderzoek aan de Rijksuniverslteit van Utrecht zovergevorderd dat ik een artikel kon publiceren, getiteld: 'Ontwikkeling vanzorgcriteria voor herstructurering van de gezondheidszorg', en bij diegelegenheid het woord mantelzorg invoerde. Bijna tien jaar duurde het,voordat men in brede kring notitie begon te i\lemen van zelfzorg enmantelzorg en de Nederlandse overheid de bakens ging verzetten.Tegenwoordig zijn ze uit de leerplannen van allerlei opleidingen al nietmeer weg te denken!)

3. NIEUW REGERINGSBELEID

Gedragen door de geschetste inzichten, de dringende noodzaak om deuitgaven van de verzorgingsstaat weer in evenwicht te brengen met haarinkomsten, en gesteund door het feif dat bijvoorbeeld ook de Wereld­gezondheidsorganisatie haar beleid in -de nieuwe richting ontwikkelde,gooide de Nederlandse overheid het roer om. In tal van nota's wordt aanhet veranderingsproces gestalte gegeven. Er wordt een wetteIijk instru­mentarium geinaakt om de overmatig gegroeide omvang van de instellin­gen in te perken. In de nota Bouwstenen bejaardenbeleid (1982) wordtgesignaleerd dat de te sterke ontwikkeling in de sectoren van deberoepszorg de zeIfzorg en mantelzorg van bejaarden heeft doen vermin­deren. In de nota VoIksgezondheidsbeIeid bijbeperkte middelen (1983)wordt gezegd: 'Zorg die nodeloos afhankeIijk maakt, moet met het oog ophet belang van de patient, worden vervangen door zorg die de eigenactiviteiten en het benutten van resterende mogelijkheden stimuleert'. Inde nota Flankerend bejaardenbeleid wordt zelfzorg, mantelzorg envrijwiIligerszorg onder de titel van 'informele zorg' als onmisbaar naast de'formele' beroepszorg gesteld. Nota 'Zorg voor ouderen, nota 2000': stapvoor stap gaat het beleid verder in de geschetste richting.Heel wat ouderen worden bezorgd en soms zelfs verontwaardigd als zehoren over de beperkingen die bijvoorbeeld aan verzorgingshuizen gesteid

worden. Maar laten we vooral ook kijken naar de maatregelen die ergenomen worden opdat ouderen, ook als zich handicaps gaan voordoen,beter in staat zullen zijn om langer zelfstandig te kunnen blijven wonen. Endat willen de meesten van ons nu juist zo gra~g!

Er komen steeds meer geschikte woningen voor ouderen, waaroververderop' meer. De dienstverlening in de 'eerstelijn'; de thuishulp enthuiszorg, wordt stap voor stap uitgebreid en versterkt. Het is uiteindelijkde bedoeling dat gelden die vrijkomen doordat minder verslonden wordtdoor de kostbare verblijfsvoorzieningen, (deels) ter beschikking komenvan nieuwe hulpmiddele{~oals alarmeringssyst~me~,betere ~~n:oers­mogelijkheden voor gehanilicapte ouderen, ontwikkelmg van WlJkdlenst­verlening vanuit tehuizen, maaltijdvoorzieningen, enzovoort~ In 1984 wasdaar 28 miIjoen voor beschikbaar, in 198550 miIjoen, in 1986 75 miIjoenendat lijkt voorlopig zo te blijven. Als wij als ouderen ons meer bewustworden dat wij tezamen een groot kiezerSVOIk vormen, kunnen wijbovendien op dit beleid veel meer invloed uitoefenen dan nu het geval is,bijvoorbeeld via de programma's van politieke partijen.

4. AILEEN MAAR VOORZIENINGEN?

Nee, nee! Want dan zitten we nog helemaal op de toer van deverzorgingsstaat! Voor een succesvolle maatschappij-verandering is hetnodig dat de burgers hun zeIfzorg weer beter gaan behartigen en op eennieuwe manier beter met elkaar omgaan en voor elkaar zorgen. Eenoudere mens kan meestal veellanger zelfstandig bIijven als hij zijn zelfzorgopnieuw volop de kans geeft om met alle mogeIijkheden die onze tijdbiedt, optimaal te functioneren. Dat· geldt zowel voor de Iichamelijk~zelfzorg als voor de psychische, emotionele zelfzorg. Ook de zorg om'erblJte blijven horen' en je relaties goed te houden met de mensen waarop jedagelijks bent aangewezen, is een .hoogst belangrijke opgave. Zelfzorg,samen met mantelzorg, vormt de basis van de zelfredzaamheid. Als weedaar met uithalen wat er redelijkerwijs inzit, plaatsen we onszelf in degevarenzone van onnodige afhankelijkheid en veroorzaken we onnodigekosten die door andere Nederlanders verdiend moeten worden. Want alleberoepszorgverlening voor ouderen zou ook in de toekomst voor velennog onbetaalbaar zijn, als ze met voor het grootste deel betaald werd doorhet Nederlandse yolk dat hier belasting voor moet opbrengen.

Page 10: UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM nlllllll1111 III II 360000 … Hattinga... · 2012. 7. 6. · UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM 111111111 IIIIIUllntfllflllill 11111111111111 nlllllll1111

r 16 ZELFZORG EN MANIELZORG IN DE LIFT ZELFZORG EN MANIELZORG IN DE LIFT 17

Aantal opnamen per 100.000 van de bevolking naar leeftijd, 1982.

Volgens de 'middenvariant' van de vooruitberekening zal het percentage65-plussers 'steeds verder stijgen en in het jaar 2000 al 13,3 % van deNederlandse bevolking uitmaken, terwijl de stijging van het aantalhoogbejaarden nog veel sterker zal zijn. Men spreekt dan ook van dubbelevergrijzing. Veel meer 'oude-oudeten' dus.

En nu de 'zorgconsumptie'. Als illustratie geef ik hier de grafiek over hetjaar 1982 waarin te zien is hoeveel Nederlanders er dat jaar in eenziekenhuis werden opgenomen, uitgesplitst per leeftijdsgroep. Boven 50jaar begint dat aantal sterk te stijgen en boven 70 jaar nog sterker. (Dr.Hoogendoorn)

x 1000 opnamen72 .

70 1.0 je e 70.027

26

124

22

20

18

+L()<Xl

en(0

J,(0

enL()

J,L()

en{\J

J,{\J

en

I

\

o en

6

4

2

o

16

14

12

10

8

Wat voor alle Nederlanders geldt, gaat in het bijzonder op ,voor deouderen. Daar zijn twee redenen voor:a. Er komen steeds meer ouderen. De lasten die zij veroorzal<:en, moeten

grotendeels gedragen worden door de werkende bevolking, zoals deouderen die vroeger zelf gedragen hebben voor hun kinderen enbejaarden.

b. Hoe ouder een bevolkingsgroep, hoe meer behoeften die krijgt aanallerlei zorgverlening die de zelfredzaamheid teboven gaat.

Goede zelfzorg, goede mantelzorg, bij gezondheid, bij ziekte en tegenslag,wat houdt dat allemaal in? Die invulling is verschillend naar geIang deleeftijd. Wat zijn de sterke en de zwakke kanten van zelfredzaamheid vande oudere mens. Kan je zeIfredzaamheid versterken of vergemakkelijkennaarmate de omstandigheden dat vergen? Kortom, hoe kan ik eraanbijdragen om in deze veranderende maatschappij mijn eigen zelfstandig­heid en welzijn alS oudere nu en in de toekomst zo goed mogelijk op peil tehouden? Want zeIfredzaamheid gaat om grote dingen. Niet enkeI om'handige zorgfoefjes', maar ook om de hele wijze van bestaan.

5. VOORAL DE OUDEREN

In 1986 waren er ruim een miljoen mensen tussen de 65 en 75 jaar inNederland en bijna driekwart miljoen boven de 75 jaar! Maar debeleidsmensen kijken nog veel bezorgder naar de bevolkingsprognoses.

Om hoeveel mensen gaat dat dan? Je kunt nu al vrij nauwkeuriguitrekenen hoeveel 'oude-ouderen' we hebben en hoe die aantallen zichontwikkelen in de komende tientallen jaren. We moeten een onderscheidmaken tussen 'oude-ouderen' en 'jonge-ouderen', want het begrip oudereis de laatste tiental jaren sterk uitgebreid. Vroeger was de grens 65 jaar,namelijk de pensioenleeftijd. Maar nu is dat anders, want er zijn tal van'VUT-ouderen', 'TVG-ouderen' en mensen die weliswaar in de WAO zijnterechtgekomen maar in de dagelijkse bezigheden nog heel goed meekun- .nen. Deze 'jonge-ouderen' moeten we dus maar liever met meerekenen.Verreweg de meesten zijn zelfredzaam. Maar bij toenemende leeftijd gaathet aantal zeIfredzamen afnemen en neemt de consumptie van beroeps­zorg toe. Om hoeveel65-plussers gaat het dan en om hoeveeI75-plussers?

I1

\

Page 11: UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM nlllllll1111 III II 360000 … Hattinga... · 2012. 7. 6. · UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM 111111111 IIIIIUllntfllflllill 11111111111111 nlllllll1111

18 ZELFZORG EN MANTELZORG IN DE LIFT

I

Van de 685.000 ouderen boven 75jaar, die Nederland in 1983 telde, is bijnade helft nog geheel zelfredzaam. Maar anderzijds betekent het, dat tochmaar liefst 350.000 van hen een voortdurend beroep doen op voorzienin~

gen voor hulp, tot de dood toe. Die dood is dan vaak nog een heel eind weg.AIs men de leeftijd van 80 jaar bereikt heeft, dan is de levensverwachtingvoor mannennog 6.4 jaar en voor vrouwen 7.8 jaar.Er komen dus meer ouderen en die zullen bovendien per ouderegemiddeld meer zorgbehoeften hebben. Dat gaat dus dubbel-op! AI diezorgverlening legt nu al eenzware last op de schouders van de werkendebevolking. In de toekomst kan ze eronder bezwijken als we nu de bakensniet gaan verzetten. Vandaar de roep, aIlerwege\om zelfredzame oude­reno

2. ZELFZORG.VOORWAARDE VOORZELFSTANDIG BESTAAN

1. HET BEWEGINGSAPPARAAT

'Ik kan nog goed uit de voeten, dus ik heb verder geen behoefte aaninformatie'. Jammer, als iemand dat zegt, want het gaat er niet om ofhetnu op het 50ste of60ste of70ste jaar nog goed werkt, maar ofhet goed blijftwerken tot het einde toe! Zo niet, dan is dat vaak bijzonder zuur voor delaatste levensjaren. Je hebt immers je bewegingsapparaat nodig voor aIlegewone dagelijkse levensverrichtingen die mensen nu eenmaalliever nietdoor een ander willen laten doen, zoals aan- en uitkleden, toiletgang, zelfje bord leegeten, enzovoorts. Toch dus maar kijken hoe je het 1;>ewegings­apparaat in een zo goed mogelijke conditie kunt houden.Het bestaat uit vier soorten onderdelen: botten, gewrichten, spieren enzenuwen. Elk daarvan is onmisbaar en elk van de vier kan gestoord raken.Bij ouder worden neemt het prestatievermogen van het bewegingsappa­raat af, ook in volle gezondheid. Dat weet iedereen en daarom slaan we dehanden in elkaar van verbazing als Joop Zoetemelk op zijn 38ste nogwereldkampioen wielrennen wordt. De afname van de capaciteit is dusgeen kwestie van een 'ouderdoms-stoornis'! Ze begint al in de late jeugd.Maar je merkt het in het dagelijks leven meestal pas op hogere leeftijd. Defunctievermindering gaat over de hele linie. De botten worden op denduur breekbaarder omdat hun kalkgehalte veI1:l:1IDdert. De spierenworden slapper en dunner, zodat je minder kracht kunt zetten. Degewrichten vertonen vaak slijtage op hun kraakbeenvlakken, waardoor zewat pijnlijk en stijver worden. We spreken van arthrose of reumatischekl~n zonder dat er nu van een echte ziekte sprake is. En tenslotte dezenuwen. Ze vormen het besturingsstelsel van het bewegingsapparaat.Dat wordt er ook al niet beter op. Zenuwontstekingen of hersenaandoe­ningen ~nen een zenuwfunctie geheel of gedeeltelijk uitschakelen.

Page 12: UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM nlllllll1111 III II 360000 … Hattinga... · 2012. 7. 6. · UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM 111111111 IIIIIUllntfllflllill 11111111111111 nlllllll1111

20 ZELFZORG. VOORWAARDE VOOR ZELFSTANDIG BESTAAN ZELFZORG. VOORWAARDE VOOR ZELFSI'ANDIG BESTAAN 21

Maar aIleen al het afnemen van onderhuids vet, zoaIs we bij ouderemensen aan armen en benen vaak zien, heeft tot gevolg dat ze minderveilig zijn 'ingepakt' en meer last hebben van druk op de zenuwdraden, watleidt tot tintelen en 'slapen' van handen of voeten.

2. BOTTEN STERK HOUDEN

Voor elk van de vier onderdelen van het bewegingsapparaat kunnen wetijdig iets doen om ze 'in .conditie' te houden. •AIlereerst de botten. Uit talrijke onderzoekinge~wetenwe dat een orgaan [,dat onvoldoende gebruikt wordt, achteruit gaat. Hoe meer we dus sillzitten en ons onnodig laten verzorgen, hoe slechter dat is voor hetbotstelseI. De gewone belasting met dagelijkse bezigheden is het beste.Dat is afWisseIena en op die manier worden alle botten op hun beurtbelast. Wandelen hoort daar ook bij. Maar overdrijving deugt ook met! Erhoeft helemaal met gejogged of getrimd te worden. Veel beter is het omervoor te zorgen dat die arme botten met heel de dag tien of twintig kiloextra vet onnodig moeten voortslepen. Denk eens aan die acme ruggewer­vels waar die dikke buik en dikke billen aanhangen. En dan de kwestie vanhet kalkgehalte. De.__s.~e.r.!c!e._:y.~!u!e botten berust op hun gehalte aancalciumfosfaat. Op hogere leeftijd wit er nogal eens wat van die kalkverloren gaan. Ais je oudere mensen lang in bed legt en de botten dus metbelast worden, kan dat verlies heel hard gaan. Zo zelfs, dat er zoveel kalkmet de urine verloren gaat dat er merstenen door ontstaan! Voldoendebeweging houdt ontkalking tegen. Het innemen van allerlei kalkprepa­raten is in de mode gekomen nu die botontkalking - osteoporose ­algemener bekendheid heeft gekregen. Zo steeg de verkoop van kalk­preparaten in de Verenigde Staten in .zes jaar tijds van 18 miljoen dollarnaar 240 miljoen per jaar! Helpt dat? Welnee! AIleen als iemandjarenlangte weinig kalk in zijn voedsel had, heeft extra kalkgebruik zin. Wie normaalvoldoende melk en kaas gebruikt, krijgt kalk genoeg binnen. Intussen gaathet wetenschappelijk onderzoek naar osteoporose intensief voort, wanteen botfractuur is voor oudere mensen vaak rampzalig. De chirurg Dr. vanMourik vermeldde dat er in Nederland elk jaar zo'n 10.000 ouderen hunheup breken. Daarvan overlijden er in de eerste maand met minder dan1000 en na 3 maanden zijn daar nog eens 700 sterfgevallen bijgekomen!Hij zegt. dat we op nog betere chirurgische behandelmethoden met

-moeten rekenen en dringt er}!let klem op aan dat mensen 'ervoor waken0EI geen heupfractuur te krijgen. Als we over veiligheid komen te spreken,krijgt dit natuurlijk volle aandacht. Meer dan de inbreker die een oudeman of vrouw doodslaat. Dat is natuurlijk!afschu:welij~, maar het gebeurtmisschien maar tien keer in een heel jaar en dan staan de kranten er volvan. Maar van die 1700 doden door heupfractuur hoorje haastmets! Dat isgeen sensationeel nieuws en dus ontsnapt het maar al te gemakkelijk aande aandacht. Tot je er op een keer bijhoort! De laatste tijd schijnt hetpercentage heupfract~renmet dodelijke afloop wat te dalen. Maar toch!

3. SOEPELE GEWRICHTEN

Ook daar kunnenwe weI iets aan doen. AIlereerst is het belangrijk om tewaken voor overbelasting. Daar komt natuurlijk dus weer het lichaamsge­wicht op de proppen. Wie 15 kg overgewicht heeft, loopt als het ware dehele dag rond met 2 volle emmers water! Als iemand het voor zijn beroep16 uur per dag zou moeten doen, zouden de kranten er schande vanspreken. Vooral de talrijke gewrichtjes van ODZe wervelkolom worden dante zwaar belast, maar ook de heup-, kriie- en voetgewrichten.Geregeld normaal gebruik van ODZe gewrlchten m het gewone huiselijkebezigzijn, doet ze goed. Net als warmte. De politiecommissaris uit dedetectiveverhalen van J.H. van de Wetering gunt zich graag een lekkerwarm bad als hij teveelgewrichtspijnen heeft. Kraken van gewrichten isnog geen reden om naar de dokter te gaan, maar pijnlijke gewrichten diebovendien warm aanvoelen zijn dat weI. Dan is er ontsteking en moeten zebehandeld worden.

4. SPIEREN EN ZENUWEN

Ook hier weer hetzelfde liedje. Wie ze te weinig gebruikt omdat hij zich'stijf of juist 'slap' voelt, laat de spieren de kans om verder achteruit tegaan. Daardoor word je nog stijver ofnog slapper en zo hobbel je onnodigbergaf. Als er een ding zeker is, dan is het de slogan: ',activiteit is leven'.Opdie grond wordt in de verpleeghuizen ook zo veel gedaan aan oefenthera­pie en activiteiten. AIleen is het dan'Voor veel mensen alte laat! 'Goedblijven' is met enkel boffen! Het is ook goed geinformeerd zijn over de

Page 13: UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM nlllllll1111 III II 360000 … Hattinga... · 2012. 7. 6. · UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM 111111111 IIIIIUllntfllflllill 11111111111111 nlllllll1111

22 ZELFZORG. VOORWAARDE VOOR ZELFSTANDIG BESTAAN ZELFZORG. VOORWAARDE VOOR ZELFSTANDIG BESTAAN 23

dingen waar het op aankomt. ~n wie dan verzucht: 'Oh, a1s ik maar opmezelf kan blijven wonen', die moet het er dan tijdig voor overhebben omecht zorg te dragen voor het bewegingsapparaat. Voor veel functies kandat dus heel goed, voor andere minder. Aan het 'kabelnet' van jezenuwstelsel kan een mens niet zoveel doen. Veel ouderen nemen nu endan eens een paar weken elke dag een dragee 'vitamine B-complex forte'.Ik doe dat zelf ook, als internist. Ik weet dat er collega's zijn die daar deschouders over ophalen. Maar kwaad kan het niet e.n ik ben er in iedergeval van verzekerd dat een voor mijn zenuwstelsel schadelijk vitaminete­kort is uitgesloten.Voor de werking van de hersenen kunnen we wel ~eel be1angrijke dingendoen. Het voork6men van een hersenbloeding. is daar een be1angrijkvoorbeeld van. Een oude vriend schreef me: 'Ik heb moeten afhaken, tengevolge van... - je raadt het nooit - obstipatie! Bij te hard persen heb ik eenCVA-tje* gekregen! Gelukkig is het licht, zodat de verlamming niet totaalis.'

Hoge bloeddruk verhoogt het gevaar van een hersenbloeding, maar diekan tegenwoordig meestal met succes bestreden worden met geneesmid­delen en licht dieet. De elektronische bloeddrukmeter maakt het boven­dien mogelijk om de bloeddruk zelf te controleren in rust en bijinspanning, zodat men beter weet waar men aan toe is, dan alleen door deincidentele meting van de huisarts.

5. HEEL DE 'MACHINERIE'

We hebben nu de vier onderdelen bekeken, maar hoe staat het met detotaliteit van het bewegingsapparaat? De verhouding tussen diverseonderdelen bli'kt van oot belan . Dat treedt bij zware belasting aan hetlicht Een gespierde man van 'in de vijftig' wilde indruk maken op zijndochter en haar vriendinnen. Hij was een schuurtje aan het herstellen endrukte toen uit alle macht de wat doorgezakte nokbalk omhoog om er eenstut onder te plaatsen. Krak! Een ruggewervel begaf het en werd in elkaargedruky De spieren waren dus sterker dan de botten. Vaak zijn de spierenook sterker dan het hart, dat bij grote spierprestatie voor hun verhoogdebloedvoorziening zwaar moet pompen. Het hart begeeft het dan, eerder

• Vakterm voor hersenbloeding: cerebro-vasculair-accident.

dan de spieren!Het advies moet dan ook luiden: houdt je bewegingsapparaat flink enregelmatig aan de gang, maar vermijdt altijd om het tot het uiterste tebelasten(Een geregeld gehouden korte wan,deling is beter dan nu en daneen grotewandeling omjezelfenje omgeving te bewijzen hoe fit je nog welbent. Verder is alle huiselijke werk en lichter tuinwerk uitstekend. Ik vindhet een beetje kunstmatig als men speciale oefeningen ofbejaardengym­nastiek gaat doen, zonder eerst het gewone bovenstaande natuurlijkebewegingspatroon ten volle te benutten. Maar als 'geleide bewegingsacti­viteit' heeft het weI degelijk zin!De mogelijkheden die daarin zitten, zijnuitgewerkt door de 'Landelijke Stichting Meer Bewegen voor Ouderen',Nieuwe Gracht 69a, 3512 LG Utrecht:'l. /

(6. DE BIJKOMENDE 'SPIN-OF)

Een regelmatige belasting van het bewegingsapparaat brengt nog eenheleboel andere voordelen mee, want de spieractiviteit stimuleert dewerking van verscheidene andere organen. De bloedsomloop wordtgeactiveerd en het hart blijft daardoor in betere conditie (tenzij die wordtafgebeuld door overmatige 'prestatie'-inspanning). De ademhalingwordtkrachtiger, zonder dat de inspanning tot hijgen hoort te leiden. De darmenworden tot actie geprikkeld en de eetlust aangescherpt. Een gezondevermoeidheid vraagt daarna om gezond uitrusten. De slaap kan door goed~edoseerde inspanning sterk worden bevorderd. .l Tenslotte nog een aardig aspect: wanneer men in c1ubverband of alleen

maar samen met anderen zijn activiteiten pleegt - bijvoorbee1d wandelin­gen maken ~ kan dat het sociale contact versterken. Gezelligheid envriendschappelijkheid zijn voorbehoedmiddelen tegen eenzaamheid. Zul­ke sportieve club-activiteiten blijken in Nederland op grond van recentetellingen maar bescheiden ontwikkeld te zijn. Het is gebleken dat maareenderde van de 65-plussers aan clubsport deelneemt zoals gezamenlijkwandelen, joggen, zwemmen of fietsenl

~ WAAR LIGT DE GRENS}

Hoe weet een mens nu hoe ver hij met zijn inspanning gaan kan. Daarvoor

Page 14: UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM nlllllll1111 III II 360000 … Hattinga... · 2012. 7. 6. · UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM 111111111 IIIIIUllntfllflllill 11111111111111 nlllllll1111

24 ZELFZORG. VOORWAARDE VOOR ZELFSTANDIG BESfAAN ZELFZORG. VOORWAARDE VOOR ZELFSfANDIG BESfAAN 25

III

bestaat een aardig simpel rekenmodelletje dat iedereen zelf voor elk vanzijn functies gebruiken kan:

draaglasthet quotient - _

draagkracht

Als beiden even groot zijn, is het quotient dus 1. Last en kracht zijn inevenwicht. Het quotient mag niet boven'de 1 komen. De last is dan groter51an de draagkracht. Dat zou voortploeteren betekenen tot je erbijneervalt. Als het quotient dichtbij maar onder de 1blijft is het goed. Daarligt de grens. Er is dan ook geen onder-belastin~die tot de 'rust-roest'­situatie kan leiden. Als mensen erop gaan letten, k,nn~nze voor.verrew~gde meeste functies zelf heel goed waarnemen waar die grens ligt. Als Jehem overschrijdt wordt dat ervaren als onprettig. Ais het quotient watonder de 1 ligt wordt de activiteit ervaren als prettig en weldadig. G~edoefenen wil zeggen, een activiteit opvoeren tot het quotient de 1 bereikt,maar niet overschrijdt. . .

(Bij' het ouder worden neemt voor heel wat functies. de draagkrachtonmerkbaar af. In mijn 73ste jaar gekomen lnkt het met meer om 100meter te hollen om een bus te halen. Vroeger ging het makkelijk, maardaarna werd het hijgen en een bonkend hart. Je weet door zulkeoverschrijdingen waar de grens voor een bepaalde functie is komen teliggen1

~. BEWEGINGSEFFICIENCYj

Als de draagkracht van het bewegingsapparaat afneemt, kan je een aantaldingen die je nog graag wilt doen, niet of moeilijk volbrengen. De vraagkomt aan de orde of daar nog iets aan te doen is, behalve 'forceren'. Hetantwoord daarop is bewegingsefflciency. Onder de term 'ergonomie' heeftzich dat tot een heel vakgebied ontwikkeld en in de leerstof voorziekenverzorgenden wordt daar al enige aandacht aan besteed. Toch is deergonomie ~og vooral gericht op het bedrijfsleven, omdat efficientbewegen arbeidsbesparend is en dus de prodnktiekosten verlagen kan.Helaas is op ergonomisch gebied nog te weinig aandacht en onder~.oek

gewijd aan de bewegingen die nodig zijn voor de Algemene DageliJkseLevensverrichtingen (ADL) en het huiselijke werk. Door ergotherapeuten .wordt er wel heel wat aan gedaan, maar haast altijd pas als er flinkestoornissen zijn, zoals bij mensen die in een verpleeghuis verblijven. Waar

het om gaat, kan ik illustreren met een voorbeeld. .(Een oude man ~oet 's morgens ui~ zijn bed. !:ij is nogal stijf en draait Z1c~

moeizaam op ZIJn rug en duwt zlch met ZIJn armen omhoog totdat hlJovereind zit. Nu zijn benen buiten beq brengen en verder overeindkrabbelen, deels door zich op te trekken aan een beddepost, deels doorzich op te duwen. He he, hij staat. Nou ja, ochtendstijfbeid dus. Het zalstraks weI wat soepeler gaan'Een andere oude man deed dat heel anders. Hij kende het verhaal van hetwijnvat uit de verleden tijd nog. 'Een voerman en zijn knechtje ~llOe~ten

een groot zwaar vat wijn op een wagen laden. Dat lnkt ons nOO1t, zel dejongen, maar de voerman lachte. Hij haalde een lege jute-zak en roIde hetvat daar op. Ieder pakte twee punten van de zak en een-twee-hup, daarschoot met een flinke ruk het vat omhoog in de vrachtwagen'. Sjouwershebben vaak uit ervaring weet van ergonomische principes, die op demechanica berusten. In dit geval gaat het om het 'vis-a-tergo-principe': alseen zwaar voorwerp in beweging is gebracht, wil het die bewegingvoortzetten. Het wijnvat werd niet in de wagen getild maar geslingerd. Tileens een zware boodschappentas vol aardappelen en fruit op de aanrecht.Loodzwaar! Maar geefdie tas een zwaaiende beweging, iets achterwaartsen dan vooruit en hup, daar staat hij moeiteloos op de tafel.De oude man ging dit principe toepassen. Hij sloeg de dekens van zich afen draaide zijn benen buiten de bedrand. Toen trok hij zijn knieen enonderbenen hoog op, strekte ze en zwaaide ze naar beneden. Hup, daarstaat hij ineens en vrijwel moeiteloos naast zijn bed. AIleen door diebeenzwaai met 'aangespannen buikspieren wordt hij door de zwaarte­kracht zelf als het ware uit bed getild. Mensen moeten zich dit alles tijdigaanwennen, als ze geen last hebben van duizeligheid bij het opstaan en niet 'te pijnlijk zijn in spieren of gewrichten) . .Het lijkt ingewikkeld als je het beschrijft, maar het is doodeenvoudlg als Jehet eenmaal kunt. Beschrijf maar eens nauwkeurig het schillen van eenappel. Dat vereist ook tien regels, terwijl het niets om het lijf heeft. Maarmen moet zich zulke 'kunsten' natuurlijk tijdig aanwennen als men nog fiten kwiek genoeg is. Dan kunnen zulke 'ergonomische trucs' als d.:zebedzwaai een belangrijke mogelijkheid vormen om door letterhJkeverlichting van de draaglast, het evenwicht met een geringe draagkrachttoch nog intact te houden.

Page 15: UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM nlllllll1111 III II 360000 … Hattinga... · 2012. 7. 6. · UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM 111111111 IIIIIUllntfllflllill 11111111111111 nlllllll1111

r 26 ZELFZORG. VOORWAARDE VOOR ZELFSTANDIG BESTAAN ZELFZORG. VOORWAARDE VOOR ZELFSTANDIG BESTAAN 27

9. SLEUTEL VOOR DE ZELFREDZAAMHEID

Ik heb zoveel aandacht besteed aan het bewegingsapparaat omdat het deeerste en voornaamste sleutel voor de zelfredzaamheid is. Als je bewe­gingsapparaat het af laat weten, hoe moet het dan met de boodschappen,met het hniselijke werk, het eten, de was. Nou, daar is nog weI eenoplossing voor te vinden, maar moei1ijker wordt het wanneer men nietmeer in staat is om zonder hulp nit bed te komen, je te wassen, je aan- enuit te kleden of aIleen naar het toilet te gaan!Ret is de moeite waard om wat over te hebben vooe je bewegingsapparaat.Ret Centraal Bureau voor de Statistiek heeft daa\ interessant materiaalover verzameld. ,Ret blijkt nit tellingen dat een kwart van de mannenboven 80 jaar moeite heeft om zonder hulV de bQYknge.no.em.de...AbL­f1l.J.1cties te verrichten ep. bi~ de helft van de vrouwen boven 80 ja~!

IWat ~e in h~t voorgaande geprobeerd hebben, is een schets te geven vanIwat m vakJargon genoemd kan worden 'preventie van mobiliteits-'jinvaliditeit'. Wanneer zelfzorg op dit terrein tijdig wordt opgepakt en/goede gewoonten het bewegingsapparaat langer valide houden, zullen deIinvaliditeitspercentages van hoogbejaarden in de toekomst aanzienlijkIkunnen dalen. Ronderden miljoenen guldens zijn daardoor per jaar tebesparen, maar als u daar lak aan hebt is er altijd nog het volgende.

()

00. MATTRIJSJE)

(op een ochtend wordt de 2Yz-jarige Matthijsje door zijn moeder uit zijnbedje getild om hem vlug aan te kleden, want ze heeft haast. De te1efoonrinke1t. Als ze terugkomt ligt Matthijs weer netjes onder zijn dekentje enkijkt haar verwijtend aan. Bijna plechtig slaat hij het dek terug, staat op,klimt over de rand en staat weer klaar om aangekleed te worden. Zelfopstaan ~us! Rij kan het toch! Nou dan, dan moet hij toch niet geholpenworden! )Zulke dingen zelf doen als je kan, zo gauwje het kan, en zo langje het kan,dat zit in de aard van een mens. Mensen vinden het doodgewoon envanze1fsprekend. Maar vraag eens hoe mensen het vinden, die het nietlanger zelf kunnen! Ik heb ze bij honderden meegemaakt en daarom benik dit boek begonnen met het be1angrijkste principe van zelfredzaamheid:houd tijdig je bewegingsapparaat op peil!

11. RUSTEN EN 'INSLAAP-TRUCS' (eCR'5t \:<.)

Slapen gaat zo maar niet! Allereerst moet natuurlijk gezorgd worden voorgoede omstandigheden (tijd, stilte, donker, goed bed, prettige kussensetc.). Ondanks dat aIles heb ik tal van patienten gehad die klaagden dat zeniet slapen konden. Als ik ze dan verder onderzocht, bleek vaak dat ze zichoverdag niet of onvoldoende moe maakten. Rusten zonder datje iets hebtuitgevoerd heeft niets te maken met uit-rusten. Rust hoort bij activiteit,zoals zwemmen bij water hoort. Ret rusten krijgt dan een duidelijkelement van behaaglijke ontsparining. Door te zorgen voor je bewegings­apparaat zorg je dus tegelijk voor betere kansen op goede rust en goede~laap. Er ZlJn natuurhJk meer factoren dan lichamelijke moeheid, die deslaap bepalen. Om te beginnen zijn er veel ouderen die vooral moeitehebben met inslapen. Gedachten blijven maar woelen; grote en kleinezorgen spoken rond in je hoofd zonder lijn of zin en zonder tot eenoplossing te komen. Om te kunnen inslapen, moet het brein 'leeggemaakt'worden. Daar bestaan trues voor, zoals 'schaapjes teIlen' of een gebedeindeloos herhalen(Een goede inslaap-truc is het advies van de befaamdeAmerikaanse sociaal-psychiater Paul Watzlawick. Rij is een echte 'dwars­denker' zoals Edward de Bono die zo boeiend beschreven heeft.. Watzla­wick zegt: 'Je moet helemaal geen moeite doen om in slaap te komen, wantdan lukt het juist nietl' J e gaat maar liggen te verlangen dat de slaap komten je gaat liggen draaien. Je krijgt de kriebels en je benen willen niet stilblijven liggen. Je krijgtsteeds meer het land en zo komt er van inslapentotaal niets terecht. Fout, zegt Watzlawick. Je moet het heel anders doen,want de mens is nu eenmaal een bokkig wezen dat juist een andere kant opwil dan zijn baas graag heeft. Ga in bed liggen, doe het l1s:p-j:.t!!.t en..P.!9.~Lnu eens o1!U!iet in sla.ap.l.e...v.aIle.n.~be(;ra:usJe(;ge;opente houden. In

? de kamer zijn wat schaduwen te zien, maar daar ben je gauw opiiitgekeken. Bovendien krijgen je ogen moeite om die vage beelden teblijven samenvoegen. Ze worden er moe van en willen niets liever dandichtvallen. Maar dat mag niet! Met moeite houd je ze open. 'Klaas Vaak'uit onze kinderjaren strooit er zand in en ongemerkt zeil je weg. De trucwerkt deels omdat je geest bezig is om alsmaar die ogen open te moetenhouden. Waardoor er geen plaats is voor het chaotisch warrelen van de

r!edachter9 '~en andere 'truc' stamt nit de Boeddhistische oefeningen. Ga liggen, lichtuit, en let bewust en~concentree.rdon.£: ei~~deJ!lh~!1g,In-uit-iJ,l-t.llt...

Page 16: UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM nlllllll1111 III II 360000 … Hattinga... · 2012. 7. 6. · UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM 111111111 IIIIIUllntfllflllill 11111111111111 nlllllll1111

r28 ZELFZORG. VOORWAARDE VOOR ZELFSTANDIG BESrAAN ZELFZORG. VOORWAARDE VOORZELFSfANDIG BESrAAN 29

met al de gevoelens die je spieren en heel het liehaam daarbij beleven. Het. wordt gebruikt als een inleiding tot meditatie om het ongewenste

gedaehten-geritsel te doen ophouden en de geest 'leeg' te maken.AI helpen inslaaptrucs maar in de helft van de gevallen, dan kunnen er toehnog 650.000 65-plussers plezier van hebben!)

12. NIEUWS OVER DE SLAAP

Eenderde van ons leven slapen we en in het andere tweederde kan onshumeur en onze levenslust flink bedorved worden als het slapen sleehtgaat. Omdat veel oudere mensen klagen over slaapstoornissen, zullen weer hier meer over vertellen.

o De laatste tientallen jaren zijn we over de slaapproeessen heel wat meeraan de weet gekomen door het voortdurend, urenlang meten van dezwakke elektrisehe stroompjes van de hersenen bij slapende mensen. Eenvele uren durend elektro-eneephalogram. Dr. Romijn vertelt over zulkonderzoek. De slaap blijkt niet enkel in gang gezet te worden door hetgaan liggen in bed, met zo groot mogelijke liehamelijke en geeste1ijkeontspanning. Er is nog een .tweede impuls nodig, namelijk vanuit de'slaapkernen' die in de hersenstam gelegen zijn en die werken als ~~n soort ­'biologisehe klok'. Dat biologiseh ritme kent iedereen die weleens naarAzie ofAmerika is gevlogen uit ervaring. De biologisehe klok is door hettijdsversehil van zeven tot tien uur dan flink in de war. Is een mens eenmaalin slaap dan blijken er twee 'soorten' slaap te zijn, die elkaar afwisselen: de'rustige slaap' en de 'droomslaap'. De rustige, vaak diepe slaap, wordt-­normaal een keer of vijf per naeht onderbroken door een korte periodevan meer oppervlaIdcige droomslaap. Dat geheurt vooral in de nanaeht.Die rustige slaap, gekarakteriseerd door zogenaamde delta-golven in hetEEG, blijkt bevorderd te worden door flinke activiteiten gedurende dedag. Veel ouderen (en jongeren evengoed) weten dat ook uit ervaring.Onderzoekers noemen die rustige slaap ook weI de 'restauratieve' slaap(Oswald, Moruzzi). Tijdens die slaap kunnen de lichaamsfuneties ziehherstellen, en ook de hersensehors die heel de dag duizenden prikkelsheeft verwerkt kan tot rust komen. De rustige slaap is dus heel belangrijk,maar ook de droomslaap l)lijkTeigenfiiiieties te bezitten die onmisbaarzijn. Ze doet bijvoorbeeld de gevoeligheid voor stress afnemen. Ookdempt ze de agressiviteit en in het algemeen heeft ze een stabi!iseJ."ende _

invloed op het gevoelsleven.Slapen is dus niet louter uitrusten, maar is ook een vitaal ordeneJldgebeuren en.daarmee een unieke onmisbare levensfunctie. Wat is het dus

. belangrijk om alle zeilen bij te zetten om goede slaap te bevorderen. Datkan het gemakkelijkst door overdag zoveel mogelijk aetief te zijn. Eengoede, rustige slaapomgeving is eveneens belangrijk. Bij geluidsoverlastzijn oropax ofoordoppen nuttig als men die verdragen kan. Over de 'trues'om de gedachtenwerveling tot rust te brengen, heb ik al gesproken. Als ditallemaal niet helpt, blijven er nog twee mogelijkheden over.pe slaapker­nen in de hersenen kunnen zwak functioneren. Dan is er reden om met dehuisookter te overleggen over het gebruik van slaapmiddelen. Mogadon inlage dosis is·bijvoorbeeld heel onschadelijk, op hoge uitzonderingen na.De individuele gevoeligheid voor slaapmiddelen is heel verschillend, dushet kan best zijn dat de ene mens op een half tabletje slaapt als een roos ende andere op twee tabletten nog geen oog dichtdoet. De onsehadelijkeslaapmiddelen moeten dus individueel uitgeprobeerd worden. AIs meneen paar goede heeft, is afwisseling in perioden bovendien nog aan tebevelen, om gewenning aan een enkel middel te voork6men. De laatste,maar niet zo zeldzame mogelijkheid is, dat de slaapstoornis van neuroti­sehe aard is. Ze wordt in stand gehouden als uiting van veelal onbewusteinnerlijke vitale onoplosbare spanning doordat conflieten tussen verlan­gens en onmogelijkheden niet tot oplossing werden gebraeht, maarweggedrongen naar het onbewuste. Vandaaruit kunnen ze 'wraak nemen'door op allerlei wijzen signalen te geven in de vorm van gestoordfunctioneren. Dat kan betekenen dat je last hebt van hartklaehten (hij eenoverigens volkomen normaal hart), spijsverteringsstoornissen, psyehischeversehijnselen als 'pleinangst' of claustrofobie, en ook slaapstoornissen.Een psyehotherapeut zal dan wel eens hulp kunnen bieden bij het totbewustzijn brengen van die interne levensspanning. De gevolgen, zoals deslapeloosheid, kunnen dan ook verdwijnen.

13. DE GEVREESDE ADL-STOORNISSEN

IOnder die Algemene Dagelijkse Levensverriehtingen worden de 'hande­G Hngen aan het lijP verstaan. Bah! Dat klinkt zelfs al onaangenaam. Daar

hoor je niet over te praten. Dat is intiem en gaat niemand iets aan. Tochgaat het om de meest gewone zaken van het bestaan die iedere mens, wie

Page 17: UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM nlllllll1111 III II 360000 … Hattinga... · 2012. 7. 6. · UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM 111111111 IIIIIUllntfllflllill 11111111111111 nlllllll1111

r

30 ZELFZORG. VOORWAARDE VOOR ZELFSTANDIG BESTAAN

f\,

ZELFZORG. VOORWAARDE VOOR ZELFSTANDIG BESTAAN 31

hij ook is, elke dag zelf doet: opstaan, wassen, haren doen, toiletgang,aankleden, je eten in je mond steken, uitkleden. Wat is daar dan zobijzonder aan'(De befaamde socioloog Norbert Elias heeft boeiendeonderzoekingen gedaan over de cultuurveranderingen in dit opzicht,sedert de Middeleeuwen. AI die natuurlijke functies van het lijf werdeneeuw na eeuw steeds meer getrokken in de strikte prive-sfeer. Ze werdenbeleefd als 'intiem'. Er ontstond een sociale druk die ze uitstootte uit degewaarwording. 'Ret hoort niet; het is vies; men schaamt zich ervoor,bijvoorbeeld als men op theevisite weg moet naar het toilet.' Daarmeeverdween een stuk normaalleven 'achter de coulissen'. Ret verdween uitde gesprekken. Wie praat er nu over zijn of haar\mtlasting? Dat is toch'ordinair' en hoogst ongemanierd? De ADL werd een soort 'enclave'waarin ze heimelijk hoort te bestaan~

Ret niet meer zelf kunnen zorgen voelr een of meer ADL-functies wordtdoor de mensen dan ook vaak ervaren als een verschrikkelijk verlies aanwaardigheid. Ret is voor velen haast onverdraaglijk wanneer anderemensen hun toiletprodukten zien en zij zich moeten laten helpen metafpoetsen, aan- en uitkleden, wassen, enzovoorts.(Wat wonderlijk eigen-

o lijk! In een land waar de boeren miljoenen emmers mest verwerken en degroenten or onze tafels zo mals zijn, omdat ze flink in diezelfde mest zijnopgegroeidJMaarhet is nu eenmaal zo, dat wij terecht zijn gekomen met

_onze hele cultuur in een uiterste aan privacy-verlangen.Er komt nog iets bij. Wie aIleen woont, wordt bij ADL verlies toenemendatbankelijk van anderen buitenshuis. AIs die atbankelijkheid te grootwordt, kan het niet langer, en dat betekent het einde van de zelfredzaam-

oheid en van het'eigen nest'(In Vlaanderen is door G. Dooghe enmedewerkers bij 100 alleenwonende ADL-gestoorden een onderzoek

ADL-activiteit zonder moeite met moeite onbekwaam% % %

uitgaan 10

~) ~J ,Q~\--'~. trappen 10in huis lopen 52 6aankleden 46 42 12voeten verzorgen 14 12 74wassen 46 34 20Iicht huish. werk 44 36 20zwaar huish. werk 6 94koffie of thee zetten 68 24 8warme maaltijd klaarmaken 45 20 35

!i

I

Ik~

1,

I.~

jI

gedaan naar hun functioneren. De tabel geeft daar een overzicht van)

IMensen snakken' ernaar om zelfredzaam te blijven, maar ze doen 'ermeestal te weinig voor. Er zijn twee hoogstbelangrijke groepen vanmogelijkheden om tot op zeer hoge leeftijd ofiliever nog tot de dood toe,voldoende zelfredzaam te blijven:Ii) alles doen om te voork6men dat de ADL-functies verloren gaan;@bij stoornissen van ADL-functies de draaglast verkleinen en/of dedraagkracht vergroten; zie bijvoorbeeld ook de mogelijkheden van een

() alarmeringssysteem.

14. VERLIES VOORKOMEN@

Niet voor niets is er zoveel aandacht gewijd aan het bewegingsapparaat.Dat is en blijft een hoofdzaak bij het voork6men vanADL-verlies. Maar eris veel meer aan te doen, voordat de nood aan de man (of aan de vrouw!)komt. '\Allereerst gaat het daarbij om een goede woonsituatie. Goed betekenthier: gemakkelijk om in te leven en goed gelegen, dicht bij kinderen,famille of goede vrienden (of vriendinnen!) en dicht bij een koopbuurt.Daar zitten heel wat kanten aan, zodat we aan dit onderwerp nog een aparthoofdstukje wijden. . 2

Vervolgens gaat het om het niet verwaarlozen van beginnende ziekten.Maar al te vaak wordt een nieuwverschijnsefargedaanmet het stopwoord~dat het natuurlijk slijtage is en dat je nu eenmaal ouder wordt. Er is in onzecultuur ook weI vaak een angst voor de ontdekking van een ziekte!Wanneer moet een mens hurp vragenaan-denmsarts en he-eThet apparaatvan de moderne geneeskunde? Roogst belangrijke kwestie. Zie verderbladzijde 119. Dan zijn er nog de zintuigstoornissen. Door te sterkeafname van reuk, gehoor en vooral gezichtsvermogen kan de zelfredzaam­heid zwaar worden aangetast. Daarover spreken we nader oQ pag 34 e.v.Onder dit alles zit, als de heipalen onder een huis, de mate van levenswil en 3levenslust. Die zijn vaak aangeboren, maar hangen ook sterk ervan af ofmen zich nog een levensdoel kan en wil stelIen. Depressie en beginnendedementie kunnen de levenswil aantasten. Op pag 127 behandelen we dezebelangrijke gezichtspunten.

Page 18: UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM nlllllll1111 III II 360000 … Hattinga... · 2012. 7. 6. · UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM 111111111 IIIIIUllntfllflllill 11111111111111 nlllllll1111

32 ZELFZORG. VOORWAARDE VOOR ZELFSTANDIG BESTAAN 1 ZELFZORG. VOORWAARDE VOOR ZELFSTANDIG BESTAAN 33

@15. DRAAGKRACHT VERGROTEN, DRAAGIAST VERKLEINEN

Op deze plaats wi! ik nu graag aandacht besteden aan de tweede groep vanmogelijkheden om 'ADL-valide' te blijven. Hoe kunnen we de draag­kracht vergroten en/ofde draaglast verkleinen om toch, ondanks stoornis­sen, ADL-valide te blijven?Iedereen in een goede rolstoel weet wat ik bedoel. Je hoeft immers niet tekunnen lopen om ergens te komen. Wat voor lopen geldt, is ooktoepasbaar op allerlei andere functies. Ik laat hier een hele reeks tipsvolgen.- 'Ik ben in mijn ligbad gevaarlijk uitgegleden t\n ik durf er niet meer zelf

in- en vooral uit te komen.' Advies: stop ligbad en neem voortaan eendouche, liefst met een handgreep in de douchecel om je aan vast tehouden.

- 'Ik kan mijn haren niet meer zelf doen, want ik ben stijf en pijnlijk inmijn schouders.' Advies: naar de kapper met die klacht en uitkienen ofer een andere haardracht mogelijk is, die geen handelingen vereist dievoor mij onmogelijk zijn geworden.

- 'Mijn vingerszijn reumatisch. Ik kan geen knopen meer dicht- ofopenmaken.' Advies: knopen vervangen door ritssluiting ofklittenband.Bovendien: vingeroefeningen doen onder toezicht van een ergothera­peut. Misschien gaat het over.

- 'Ik kan mijn schoenen moeilijk aankrijgen en mijn veters niet meerstrikken.' Advies: lange schoenlepeL om makkelijk in de schoen tekomen en veterloze schoenen kopen, bijvoorbeeld 'instappers' metelastische wreefband, of schoenen met elastische veters.

- 'Ik kan een hemd niet meer over mijn hoofd krijgen.' Advies: vermakenvan het kledingstuk zodat het als jasje kan worden aangetrokken. "-

- 'Ik kan mijn water niet goed meer ophouden.' Advies: ga regelmatig'opde klok', voordat een plotselinge aandrang optreedt die met weerstaan­kan worden. Een polshorloge met wekkersignaal kan daarbij uitkomstbieden. Helpt het met, dan zijn er tegenwoordig allerlei praktischezakjes aan te brengen aan catheter of uritip. De wijkverpleging kan"daarin adviseren.

- 'Ik ben incontinent voor ontlasting.' Mijn vraag luidt dan: waarom? Wati~ precies de oorzaak. Die kan van allerlei zijn. Te korte 'ophoud'':fijd";moeilijk opstaan en lopen, zodat men te lange tijd nodig heeft om in hettoilet te komen; te lang prutsen met kleren, enzovoorts. Ret is altijd van

belang om zorgvuldig na te Oaten) gaan, door wijkverpleging en/ofergotherapeute; hoe het met die incontinentie nu precies in elkaar zit.Er is dan toch nogal eens iets aan te doen want er zijn tegenwoordig talvan materialen voor opvang. Voor mensen die verder in een goedeconditie zijn, nog veel sociale contacten hebben en geestelijk ernstiglijden onder die incontinentie zou ik als uiterste redmiddel zelfs een'stoma' in overweging geven, een kunstmatige uitgang aan de buikzijde,die door een weinig ingrijpende operatie tot stand gebracht kan worden.Omdat er in Nederland vele stoma-patienten zijn, levert de industrieuitstekende opvangzakjes enaanpassingsapparatuur waardoor hetleven normaal door kan gaan, ook in sociaal opzicht.

(- 'Ik kan mijn voedsel met meer naar de mond brengen. Ze moeten mevoeren als een kind.' Bij diepgaande dementie is daar dan weinig aan tedoen, maar wanneer iemand deze stoornis heeft ten gevolge van sterkbeven of verlamming is er weI degelijk nog iets te beginnen. Een vriendvan me die last had van sterk beven had zichzelf geholpen met een Iusom de rechterpols, die hij op zijn knie kon vasthouden met zijnlinkerhand. Daardoor kon hij het beven van zijn rechterhand zo goedonderdrukken dat hij keurig zonder morsen in gezelschap een borrelmee kon drinken. In geval van gedeeltelijke verlamming is er vanelektronische steunapparatuur voor de armbewegingen nog weI iets teverwachten.

- 'Ik kan niet behoorlijk meer kauwen.' Jammer, want dat had voorkomenkunnen worden doorbetere zorg voorhet gebit of door tijdig eenkunstgebit te nemen. Als daar om welke reden ook nu niets meer aan tedoen is, moet men het voedsel aanpassen. Gemalen eten is vaak minderaantrekkelijk. Ret wordt dan dus 'zachte kost' zoals brood zonder korst,banaan etc. Er is voorts een aantrekkelijk alternatief in de vorm vandikke soepen. Ret best bekend zijn de voedzame zwaardere soortenerwtensoep, bonensoep, minestrone en 'extra gevulde' maaltijdsoepenuit blik. Als het lichaamsgewicht aan de krappe kant gehouden moetworden zijn zulke soepen vaak te voedzaam. Voor dikke soepen metlage calorische waarde komen de in Nederland minder gebruikelijkegroentencremes in aanmerking. Groente wordt daartoe in ruim bouil­lon goed gaargekookt. Dan wordt een staafmixer (al voor plm. 55 guldente koop) gedurende ongeveer een minuut in de pan gestoken. Retrazendsnel draaiende mesje verdeelt de groente zo fijn dat de soep erzonder verdere toevoeging romig van wordt. Als groente komen vooral

Page 19: UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM nlllllll1111 III II 360000 … Hattinga... · 2012. 7. 6. · UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM 111111111 IIIIIUllntfllflllill 11111111111111 nlllllll1111

34 ZELFZORG. VOORWAARDE VOOR ZELFSTANDIG BESIAAN ZELFZORG. VOORWAARDE VOOR ZELFSTANDIG BESIAAN 35

i

in aanmerking bloemkool, tomaten, wortelen met uien, broccoli,enzovoorts. De staafmixer (al voor ca 55 gulden te koop) is een heelgeschikt apparaat, want die hoeft niet in. eIkaar gezet en uit eIkaargenomen te worden. Na atloop even onder de kraan afspoelen is ~eswat er nodig is. Wanneer de voedingswaarde wat hoger mag ZlJn,kunnen een paar aardappels ofwat macaroni meegekookt worden. Zulkeen soep geeft een gevuld gevoel, maar is toch heel geschikt om slank teblijven (of te worden). Veel ~ensen zijn benauwd voor 'scherpekruiderij' of wagen het er niet op om een snufje cayennepeper of watdruppels tabasco aan zo'n soep toe te voegen. Jammer, want datverhoogt nu juist de smaak en prikkelt de stijsvertering)

Wat ik met deze opsom~ingvooral op het oog heb, is het ontkrachten vande idee: 'Er is ADL-invaliditeit en nu kan het thuis dus met langer'. Metaangepaste competente zelfzorg is er vaak nog heel wat te bereiken en danhebben we bet nog niet eens geliaa over de ouderen m een meerpersoons­huishouden, die met een schijntje aan hulp van hun partner ADL­moeilijkheden beter kunnen opvangen, zodat echte invaliditeit van dezelfredzaamheid kan worden afgewend.

16. ZORG VOOR DE ZINTUIGEN 'cJ-J

Van onze vijf zintuigen blijken het zien en het horen het belangrijkste tezijn voor zelfredzaamheid. Vooral de als 'staar' veel voor~omendeooglenstroebelingbeperkt het gezichtsvermogen met als gevolg met alleenmoeilijk lezen, maar ook het gevaar van .~truikelen ~et. botbreuk alsgevolg. Een staaroperatie is een betrekkeliJk eenvoudige mgreep en ~etroebele ooglens kan meteen vervangen worden door een held~r plasticlensje. De dikke ontsierende staarbril van vroeger hoeft dus ook met meer.

Altijd tijdig laten doen dust

Ernstige doofheid maakt voor alleenwonenden het thuis blijven wonenmoeilijk, want bel en telefoon hoor je dan niet meer. Ret tijdig nemen vaneen gehoorapparaat is essentieel. Wacht niet totje e~ te oud voor bent ener te onhandig mee omgaat om er nog het volle profiJt ~an te hebben. Alsbij bepaalde doofheidsoorzaken een gehoorapparaat met werkt, kan men

toch nog thuis blijven wonen, door het belsignaal te versterken of tevervangen door een voldoend lichtsignaal.

Bij ouderen komt nogal eens voor dat de reukzin verdwiint. Dan ruikt mendus met ofeten bedorven is ofdat er iets aanbrandt, de kachel rookt, ofdatmen het gas open heeft laten staan. In een flatgebouw overkwam dit eenalleenwonende man die zich verder uitstekend redden kon en erg naar zijnzin woonde. Na de derde maal in vijf weken liepen de buren te hoop. Zebeschouwden hem terecht als een gevaar voor ontploffmg of brand. Reteind van het liedje was dat hij zeer tegen zijn zin in een verzorgingshuismoest worden geplaatst.In zuIke gevallen kan een 'zorghond' uitkomst bieden, mits de bewonervan honden houdt en ermee kan omgaan. De hond wordt dan getraind ophet signaleren van brandlueht ofgaslucht door waarsehuwend te blaffen entegen zijn baas op te springen. In Amerika wordt de 'signaalhond' allangtoegepast. Ze kunnen natuurlijk ook voor doyen worden opgeleid om eensignaal te geven als de bel gaat. In Nederland is in 1985 de 'StichtingZorghond' opgericht die zulke trainingen ten behoeve van en samen metouderen ter hand heeft genomen. Ret seeretariaat van de stichting isgevestigd Koperwiekstraat ,14, 5451 XN Mill (N.Br.).

~7.,RET DIKKE LIJ~

Wat is nu precies het normale gewicht voor mij, man of vrouw, op mijnleeftijd? Dat is immers erg belangrijk met het oog op de persoonlijkeIevensverwaehting. Al vele jaren werd voor het antwoord op deze vraag de,'index van Broca' gebruikt, die Iuidt: het ideale liehaamsgewicht is deIichaamsiengte in em, min 100 em. Ret dan verkregen getal is het aantalkilogrammen dat je mag wegen. Iemand van 176 em mag dus 76 kg wegen.De Amerikaanse Ievensverzekeringsmaatschappijen met hun tientallenmiljoenen verzekerden hebben nu echter uitgerekend dat de statistisehmaximale Ievensverwaehting onder het ideale Broea-gewieht ligt. IdeaalbIijkt te zijn: voor mannen 10 % eronder en voorvrouwen 15 %.Waar u nu precies zit met uw liehaamsgewicht, kunt u uitrekenen met de'Quetelet-index'. Neem uw lichaamsiengte in meters en bereken er hetkwadraat van. Neem uw oehtend-liehaamsgewichi in kg (zonder kleren,nuchter en na toiletgang). Deel het gewieht door het gevonden kwadraat

Page 20: UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM nlllllll1111 III II 360000 … Hattinga... · 2012. 7. 6. · UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM 111111111 IIIIIUllntfllflllill 11111111111111 nlllllll1111

36 ZELFZORG. VOORWAARDE VOOR ZELFSfANDIG BESfAAN ZELFZORG. VOORWAARDE VOOR ZELFSfANDIG BESfAAN 37

18. VEILIGREID IN HUIS

van uw lichaamslengte. Meteen rekentuigje is het ook voor de moeizamerekenaars in een minuut gebeurd~ Ret getal dat eruit komt, heeft devolgende betekems (zowel voor man als vrouw, en ongeacht de leeftijd):

onder 1919-2021-252525-3030-40boven 40

= te mager= ideaal= 'normaal'=komt ongeveer overeen met het Broca-gewicht= te dik= vetzucht= ziekelijke vetzucht \

toe bijdragen om het gevoe1 van onveiligheid te verminderen. Het isbovendien van grootbelang om tijdig hulp te kunnen vragen als menplotseling als alleenwonende onwel zou worden. We geven daarom eenoverzicht van alarmsystemen op pag 39.

2. Onveilig wonen vormt de grote ~oofdoorzaakvan de ongevallen. Retverstandigste is om de bier volgende lijst van meest voorkomende gevarenter hand te nemen en eens en vooral alles langs te lopen en die gevaren afte wenden door de nodige veranderingen aan te brengen. Dat zal wat geldkosten, maar men mag weI bedenken dat elke dag dat men na een ongevalin het ziekenhuis zou moeten verblijven minstens 400 gulden kost. A1s wegraag praten over solidair zijn in het dragen van de kosten, mag anderzijdsook verlangd worden dat wijze1f solidair zijn door de kans op onge1ukkenzoveel mogelijk te verminderen. .

Veel ouderen zijn thuis onveiliger dan gijzelaars in Libanon! Overdreven?De media raken met uitgepraat over die 15 of 20 gijzelaars in Libanon diemisscbien vermoord zullen worden. Dat is natuurlijk ook heel erg. Maarniemand hoor je praten over de yijf a zes ouderen die er per dag inNederland sterven door een ongeval in hun eigen huis. Elk jaar wordenrmm 125.000 ouderen in ziekenhuizen behandeld voor gevolgen van eenongeval in hun huis. Als er een terrein is, waar we met goede zelfzorg veele!lende en dood kunnen voorkomen, dan is het bier!We moeten drie zaken onderscheiden: onveilig gevoel, onveilig wonen enonveilig.gedrag'-.

1. Een onveilig gevoel heeft op zichzelf weinig te maken met objectieveonveiligheid. Je krijgt het a1s je leest en hoort wat er allemaal aan inbrakenen agressie in onze maatschappij gebeurt ook als jeveilig woont met goedebrand- . en inbraakbeveiliging. Bij alleenwonenden is het gevoel vanonveiligheid vaak een vertaling van hun gevoe1 van eenzaamheid. Retonveiligheidsgevoel kan soms ondraaglijk groot worden. Vroeger was i:leroutine-oplossing dan 'naar het verzorgingshuis'. Nu wordt meer gedachtaan gaan samenwonen of een hond nemen. Een goed opgevoedewaakzame hond is dan te beschouwen als een soort 'zorghond' tegen hetonveiligheidsgevoel. Voor ouderen die op hun alleen-zijn erg gesteld zijn,is een hond een betere oplossing dan het gaan samenwonen met eenander. Ook het aanbrengen van een alarmeringsmogelijkheid kan er zeer

- ,;"

b.L.. ::,~ -'--\6

Gevaar van uitglijden of stntikelen- Zijn er gladde vloeren met zeil, vinyl of tegels? Dan moeten die stroef

gemaakt worden. Kamerbreed kunststof vloerbedekking is met ergduur en aan te bevelen, ook voor een badkamer. Vraag naar antistatischmateriaal. Mocht dit om welke reden dan ook niet worden uitgevoerd,dan moeten ten minste ~osliggende kleedjes worden verwijderd en dezolen van alle schoeise1 (ook pantoffe1s) antislip worden gemaakt. Een'hakkenbar' doet het, waar je bijstaat (op een been dus).Bij moeilijk opstaan is het gebruik van een ligbad vaak gevaarlijk. Ret isbeter om dan een douche te gebruiken. Een handgreep aan de muur isdaarbij een extra beveiliging. Een stevig bankje brengt uitkomst bijvoeten wassen. Wil men toch een ligbad gebruiken, dan moet dit antislipgemaakt worden, waarvoor allerlei kleef- of noppenmateriaal voorweimg geld verkrijgbaar is.Drempels eventuee1 laten wegnemen. Ais er in de woning op- enafstapjes voorkomen, dan bekijken of daar iets aan te doen is. Zo met,dan minstcns zorgen voor goede verlichting. Hetzelfde ge1dt voortrappen, vooral het trapgat. Zuinigheid bedriegt bier de wijsheid! EenTL-buis of moderne spaarlamp verbruiken in een donkere ganggedurende heel de dag niet meer dan een of twee dubbeltjes aan stroom.Een dag ziekenhuis kost 4000 dubbeltjes. .Bi~ enige onzekerheid met lopen, is het aanbrengen in gangen, douche,todet, enzovoorts, van wat handgreepstangen verstandig. Is er een

Page 21: UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM nlllllll1111 III II 360000 … Hattinga... · 2012. 7. 6. · UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM 111111111 IIIIIUllntfllflllill 11111111111111 nlllllll1111

F.--!,I

II 38 ZELFZORG. VOORWAARDE VOOR ZELFSIANDIG BESTAAN

'f"I

ZELFZORG. VOORWAARDE VOOR ZELFSTANDIG BESrAAN 39

Ii

II:Ii

makkelijke en stevig vastzittende trapleuning? Zit er een loper op detrap, dan moet die stevig vastzitten. Een losse roe is vaak de oorzaak vaneen emstige valpartij. Zonder loper kunnen de treden te glad zijn.Antislip-strips dienen dan te worden aangebracht. Geef de bovenste enonderste tree een heldere lichte kleur.

- Menigeen heeft in de schemer 'zijn nek gebroken' over kleine tafeltjes,cheridonnetjes, tabouretjes of andere kleine meubeltjes die in de loopstaan of (bijvoorbeeld door een kleinkind) op onverwachte plaatsen zijnneergezet. Is het toch niet tijd om, na overleg met de kinderen offamilie,eens een flinkeopruiming van overtollig meubilair te houden. Hetmaakt ook het onderhoud veel makkelijkerr---

Gevaar van verwannings- en elektrische apparaten- Hebt u centrale verwarming, is er dan ook een abonnement opjaarlijkse

controle en schoonmaak, ook van de schoorsteen?Hebt u een kachel in de kamer en/of geiser met afvoer in de badruimte,worden die dan ook jaarlijks bij abonnement gecontroleerd? Als mengeen abonnement heeft bij een installateur, pleegt controle vergeten teworden. Menigeen is op die manier aan zijn einde gekomen en doodgevonden in bed of bad.Zijn de elektrische snoeren nog goed en niet verdroogd? Zijn ze ge­aard?Wat voor kook- en verwarmingsapparaten zijn er in huis. Zijn die nogveilig?Hebt u een eenvoudig brandblusapparaat in huis?

3. Onveilig gedrag. Ook in de best beveiligde woonomgeving kan zich nogeen ongeval of zelfs sterfgeval \'oordoen door onveilig gedrag. Allereerstdoor onveilig omgaan met VUUl;.

Rook nooit in bed of als u slaperig bent.Zet geen losse straalkachel ergens neer.Gooi een asbak nooit leeg in een prullemand.Nooit wasbenzine, terpentine of spiritus gebruiken in de buurt van eenvlam (ook waakvlam!).Spuitbussen niet gebruiken in de buurt van vuur.Niet koken met wijde mouwen (van kimono of peignoir).Schaf een 'kookwekker' aan, die na verloop van de ingestelde tijdsignaleert, zodat u niet telkens wat laat aanbranden, als dat een paar keer

door vergeetachtigheid gebeurd is.Zorg dat een elektrische deken uit wordt gezet en leg er nooit een kussenop.Er zijn nog enkele andere gevaren:Menigeen maakt een)~_evaarlijkeval na het klimmen op een stoel ofbankjeom bijvoorbeeld iets te doen aan een gordijnrail of om een schilderij hoogop te hangen. Is er een stevig trapje in huis; of nog beter, laat een zoon,dochter of buur zo'n karweitje voor u doen. Tenslotte: vergissing metmedicijnen. De namen op de etiketten zijn soms moeilijk leesbaar en deplastic potjes lijken allemaal op elkaar. Merk uw medicijnpotjes met eenviltstift!

lIs dit allemaal niet wat overdreven? Laten we dan nog even kijken naar delomvang van die gevaren)volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek

stierven er in 1984 5936 mensen in Nederland aan de gevolgen van eenongeval of vergiftiging. Daarvan waren er 2509 boven de 65 jaar.Bedrijfsongevallen spelen voor ooze leeftijdsgroep nauwelijks een rol.Ongevallen zijn voor 65-plussers op drie na de voomaamste doodsoor-

&aak. En dat terwi.i!iuist deze doodsoorzaak door goede zelfzorg het bestej:e .YQQLk61l!.<mj~

Alarmsystemen

Vooral alleenwonenden moeten ervoor zorgen dat ze een of andere vormvan alarmsysteem hebben. Het kan van vandaag op morgen zonder kostenop een allereenvoudigste manier.

(In een straat in Den Haag wonen een alleenwonende man van 79 jaar en-een alleenwonende vrouw van 82 jaar tegenover elkaar. Ze leerden elkaarbij het boodschappen doen kennen en werdenvriendelijke buren. Op eenkeer lazen ze allebei een krantenbericht over een alleenwonende man ineen flatje die daar al ruim 14 dagen dood op de grond lag voordat hijwerdgevonden. Ze bekenden elkaar dat ze voor zoiets zelf eigenlijk ook wel eenbeetje bang waren. Het kan je toch overkomen. Zo kwamen ze tot deafspraak van een 'gordijnsignaal'. Elke avond deden ze allebei voor eenvan de ramen de overgordijnen dicht en elke morgen deden ze datzelfdegordijn weer open. De afspraak was dat ze bij elkaar zouden gaan kijkenals 's avonds het gordijn niet dichtging of's morgens na 11 uur nog nietopen was. Ze gaven elkaar een huissleutel. Als een van hen eens een paar

Page 22: UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM nlllllll1111 III II 360000 … Hattinga... · 2012. 7. 6. · UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM 111111111 IIIIIUllntfllflllill 11111111111111 nlllllll1111

F:1

II'

40 ZELFZORG. VOORWAARDE VOOR ZELFSTANDIG BESTAAN ZELFZORG. VOORWAARDE VOOR ZELFSTANDIG BESTAAN 41

II

I

II

dagen weggaat geeft hij of zij bericht aan de ander, die dan meteen debrievenbus leegmaakt en een oogje op het huis houdt. Ze voel~\n zichallebei veiliger en hun gordijnsignaal werkt nu al jarenlang goed)

Een andere eenvoudige mogeIijkheid is het aanleggen van een belletjenaar de buren, als je daar 'goed' mee bent en geregeld mee omgaat. Datheeft alleen maar zin als bij de buren geregeld iemand in huis is.Een telefoon is voor alleenwonenden geen luxe. Er is dan makkelijkercontact te maken bij onraad. .Een telefooncirkel kan ook heel nuttig zijn. Ee\J. aantal ouderen spreekt afom elkaar elke dag op een vaste tijd in een vasti:\volgorde op te bellen. Datkost dus een gesprtIge per dag per oudere. Als niet wordt opgenomen,wordt de 'voorzitter' gebeld die dan afgesproken maatregelen neemt(meteen gaan kijken; beroepshulp inroepen, enzovoorts). De afspraak kanworden uitgebreid door ze ook te gebruiken om tussentijds bijstand in teroepen.

~anneer de gezondheidstoestand sterk is achteruitgegaan moet een~~iarmeringssysteemaan veel hoger eisen gaan voldoen, wil een alleenwo­

nende nog redeIijkerwijs thuis kunnen blijven. Het alarmeringssysteem bijADL-gestoorden, moet dan ook gebruikt kunnen worden om hulp­diensten op te roepen, zoals gezinszorg, verpleging, tafeItje-dekje, ofmedische hulp. Om na een val of plotseling onwel zijn benut te kunnenworden moet de bewoner een zendertje op het lichaam dragen waarvan hijdan enkel de knop nog maar hoeft in te drukken. Daardoor wordenachtereenvolgens enkele voorgeprogrammeerde telefoonnummers ge­beld. Dat kunnen bij voorkeur zijn: eerst een naast familieIid die dicht inde buurt woont, of een goede vriend of buur. Geven die allen geen gehoordan komt pas het nummer van een alarmcentrale aan de beurt. Doorwekelijks op vaste tijd een 'proefalarm' af te spreken, weet men dat hetsysteem intact is en blijft. Het enige nadeel van ditsysteem is, dat het nogalduur is. Uit een onderzoek in BeIgie, waarbij een honderdtal ADL­gestoorden was betrokken, kunnen belangrijke conclusies worden getrok­ken. 85 van de 100 deelnemers voelden zich thuis veiliger. In de totaal15.000 mens-dagen dat het systeem werd geevalll.eerd deed zich 12 keereen echte alarmoproep voor, waardoor langdurig hulpeloos op de grondIiggen kon worden voorkomen'j

19. HUISHOUD-ZORG

Zelfredzaamheid vereist, naast de 'zorg voor het Iij£' ook de zorg om eenhuishouden draaiende te houden. Lang voordat ADL-functies uitvallen,levert het huishouden voor 'oude-ouderen' al weI wat probleempjes op,vooral oli een of meer van de volgende gebieden: schoonhouden,boodschappen doen, verwarming, warme maaltijd klaarmaken, zorg voorhet wasgoed en administratieve rompslomp.Net als bij alle andere zorgfuncties moet ook hier weer de vraag gesteldworden: kunnen we, nu de draagkracht afneemt, de draaglast van eenfunctie verkleinen.

Schoonhouden

Dat- wordt veel minder werk als men tijdig zorgt dat er minder schoon tehouden is. Een te grote wonmg IS anders een ware ramp, net als een tevolle woning. Allereerst komt dus de vraag: 'kunnen we ni~t eens eenflinke opruiming houden'. Een inboedel loopt ongemerkt vol in eenmensenleven, zodat veel ouderen propvolle kamers hebben. Je vindt hetzonde om iets weg te doen, want elk ding heeft zijn eigen verhaal, zodat jeals het ware een stuk levensgeschiedenis tastbaar om je heen hebt. Maardat geIdt lang niet voor aIle spullen. Het is praktisch om eens een Iijst temaken van watje best zou willen missen. Neem die dan eens met kinderenof reIaties door. Er kunnen dingen bij zijn die ze graag willen hebben, ofook 'ouderwetse prullen' die heel kostbaar zijn[Zo yond iemand naast eenvuilnisbak een ouderwets pastel-portret en nam'bet mee. Het bleek van deberoemde schilderes Therese Schwarz te zijn en werd door een deskun­dige op 2000 gulden getaxeerd)Een goede manier om te kiezen, is jezelfdevraag stellen of je het voorwerp de laatste paar jaren ooit nog gebruikthebt. Voor kasten, vooral in de keuken, kan dat leiden tot een groteopruiming. Er komt meer overzicht en ook plaats om dingen weg te zetten.Gezinsverzorgsters kunnen hele verhalen vertellen over de bewaar-manievan sommige ouderen, die hun woongemak er~stigheeft aangetast. Staater geen onnodige 'troep' dan is het schoonhouden natuurlijk veeleenvoudiger. Let erop dat vloeren nooit 'in de was' gezet worden, want hetglimmen betekent immers ook: gevaarlijk glad. Met de moderne schoon­maakmiddelen zijn keuken, badkamer en toilet in een handomdraaischoon te houden als er zo min mogeIijk losse dingen staan. Ook het

Page 23: UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM nlllllll1111 III II 360000 … Hattinga... · 2012. 7. 6. · UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM 111111111 IIIIIUllntfllflllill 11111111111111 nlllllll1111

Boodschappen

Zorg voor de warme maaltijden

moderne huishoudmateriaal kan het werk zeer vergemakkelijken. Vegersmet lange stee~ aangepaste lichte stofzuigers etc. etc.

Ik ken ouderen die m~ar tweemaal per week een warme maaltijd koken,maar dan ineens genoeg voor VIer keer. Een portie wordt opgegeten endrie ingevroren. ' In het vriesvak zitten dan altijd ongeveer 14 klare

43ZELFZORG. VOORWAARDE VOOR ZELFSTANDIG BESTAAN

maaltijden met een tiental variaties. Het koken is op die manier goedkoopen kost weinig werk. Veel meelspijzen laten zich goed invriezen, met nameklare aardappelpuree, gekookte witte rijst en klare nasi goring alsook niette gaar gekookte spaghetti en macaroni. Door de· meelspijzen af tewisselen hoeven er slechts zelden aardappelen geschild en gekookt teworden. Iilvriezen van groenten is evenmin een probleem. Een magne­tron-oventje is voor de bereiding een plezierige luxe, want men hoeft pasvlak vqor de warme maaltijd de diepvriesdoosjes te pakken. De meelspijsen groente is in zo'n oven in een paar minuten tot binttenin ontdooid en innog een paar minuten heet op tafel, terwijl het schaaltje waar ze inzittenkoel blijft en met de hand kan worden aangepakt. Voor de kleinere beursis er de tefal-hapjespan, waarin op een treefje de puree, groente eneventueel ook het vlees makkelijk op de gewenste temperatuur wordengebracht. Zo'n pan kan gewoon omgespoeld worden, zodat er maar eenkleine vaatwas ontstaat.Voor de snelle en makkelijke bereiding van vlees, dat daarbij bovendienextra mals en sappig blijft, vind ik een Franse methode ideaal. Het vleeswordt in plakken gesneden van ongeveer anderhalve cm dikte en op flinkvuur in een tefal-koekepan met een klein kluitje boter in ongeveer eenminuut dichtgeschroeid en aangebraden. Dan omkeren en in nog een paarminuten is het klaar. Als je erin prikt mag er geen rood sap meer uitkomen.Langer braden bederft het resultaat. De plakken kunnen in de hapjespanop temperatuur gehouden worden. Ik was verbaasd en enthousiast overhet goede resultaat met onder andere kipfilet, varkensfilet, schouder­karbonade en dergelijke. Maar ook lever en nier, in zulke plakjes gesnedenen na een paar uur in melk geweekt te hebben, laten zich (na afdrogen) opdeze manier uitstekend in een paar minuten klaarmaken en zijn danverrassend mals. Ik heb dit bescbreven omdat vlees zo vaak op ouderwetsemanier veel te lang wordt gebakken, gebraden, gesudderd. Mijn manierheeft alle voordelen tezamen: makkelijk, vlug, lekker, mals (dus beter tekauwen) en licht verteerbaar.Met de beschreven 'trues' is de bereiding van een warme maaltijd voor eenof twee personen een geringe belasting, die slechts 20 tot 30 minuten vergt.Ook ouderen met flinke stoornissen van het bewegingsapparaat, kunnenop zulk een vereenvoudigde wijze nog heel goed koken. Wanneer mendesnoods ook nog eens voor een paar maal per week een beroep doet op'tafeltje-dekje' of een maaltijd neemt in een naburig dienstencentrum ofverzorgingshuis, hoeft de voedselbereiding haast nooit een reden te zijn

:l1

1I

II

ZELFZORG. VOORWAARDE VOOR ZELFSTANDIG BESTAAN42

Boodschappen doen veel ouderen met een lijstje en een klein wagentje.Een koelkastje met een zo ruim mogelijk vriesvak is een grote verlichtingvoor het boodschappen doen. De kosten komen er ruim uit, want men kangrotere verpakkingen kopen die voordeliger zijn en meer gebruik makenvan aanbiedingen van goedkope groente, vlees, enzovoorts. Een voor­waarde is, dat men nog goed ruiken kan, zodat \len bewaarde levensmid­delen op hun geur kan controleren. Door de betere bewaarmogelijkheidhoeft men minder vaak op boodsdiappen mt en kan men toch 'versekwatiteif-hebben:-Zu'-blijft in plastic verpakt brood in de diepvries langverso Wanneer men er dagelijks de sneetjes uithaalt die men die dag nodigheeft, is ook voor de alleenwonende het probleem van oudbakken broodopgelost zonder dagelijkse boodschap.Het lijkt nog maar een kwestie van jaren en het boodschappen-doen gaatelektronisch gebeuren met hulp vaIl; een computertje, zo groot als eenbroodrooster, dat op de telefoon is aangesloten. In Frankrijk is dat al geenscience-fiction meer. Daar waren in 1987 al 4.5 miljoen mensen op het'minitel-systeem' aangesloten. Het is daarmee het grootste videotekst­netwerk ter wereld. Je kan er in toenemende mate je bestellingen meedoen en het wachten is nog slechts op een programma dat speciaal aan debehoeften van ouderen is aangepast en op het erbij horende bezorg­systeem.

Anderzijds: zolangje kan is het goed om het zelf te blijven doen en als hetecJ1t niet gaai, IS het booaschappen aoen t:YPIsch lets aat gescliikte buren ofvfiJWilllgers wt de straat best op nch Willen nemen. Verlang aJIijaaekassabon, met wt wantrouwen maar gewoon omdat dat zo hoort. Niet voorniets is er het spreekwoord: 'de gelegenheid maakt de dief'.

7rn

If'

11

II

Page 24: UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM nlllllll1111 III II 360000 … Hattinga... · 2012. 7. 6. · UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM 111111111 IIIIIUllntfllflllill 11111111111111 nlllllll1111

44 ZELFZORG. VOORWAARDE VOOR ZELFSfANDIG BEsrAAN ZELFZORG. VOORWAARDE VOOR ZELFSTANDIG BEsrAAN 45

•i.1

1

1

'I,:;!

om het thuis niet langer zelf te kunnen redden.

Nog iets over het dieet. Dat is teveel een gemedicaliseerd begripgeworden. Het feit dat iemand overgevoelig is voor bijvoorbeeld mosseleno~ voor a~dbeien en daar jeukende uitslag van krijgt als hij of zij die eet,wi! nog met zeggen dat ze 'op een dieet staat'. Goed onderscheidenmoc~en worden, de persoonIijke stijl en keuze van eten enerzijds en eenmedlsch noodzakeIijk dieet anderzijds. De persoonIijke voedseIkeuze iseen kwesti~ van lekker of niet Iekker vinden, en dingen eten waarva:il jeweet dat zeJe goed bekomen. Daarbij natuurIijk ook nalaten om voedsel te~ten dat j~ slecht bekomt. Er zit een stuk opvoe~g en gewoontevormingID. De strikte 'medische dieten' zijn in het verleden veel te makkeIijk en tevaak 'voorgeschreven'. Er is 'gesmeten' met 'zoutloos' en zoutarm dieet'slakkenarm' of juist slakkenrijk, vetarm dieet en ga maar door! Laat d~vreugde van een prettige maaltijd u niet te vlug en te makkeIijk afnemen!Er zijn maar een paar ziekten waarbij het nauwkeurig navolgen van eenmedisch dieetvoorschrift strikt geboden is. Verreweg de meeste dietenhebben de toets van de wetenschappelijke kritiek op den duur niet kunnendoorstaan. Overleg eens met uw huisdokter! Als er sprake is van een dieetbij suikerziekte, galblaasaandoening, dumpingsyndroom of onvoldoendenier- ?f leverfunctie zal hij uw dieet als noodzakeIijk of wenseIijkbevestIgen. Maar heel veel andere dieten zullen kunnen verdwijnen, zoalshet verfoeide zoutloze dieet in de meeste gevaIlen. Ook dat maakt hetbereiden van de warme maaltijd voor heel wat ouderen makkeIijker enaangenamer.

Zorg voor warmte

z:org VOor warmte is voor ouderen extra belangrijk, omdat de 'kachel' van~fwisseling met toenemen<leleeltlJd zachter gaat branden. Men is¥auwer KOliWeIijk vergeleken met jonge mensen. Toch moet de Iichaams­~emperatuur oP.37~aden C gehouden worden. Een centrale verwarmingtn de hele womng IS de mooiste oplossing. Dlt IS ID ons land, bliJkenssteekproeven, gerealiseerd voor ruim 1/3 van de 65-plussers. De anderetweederde moet het dus nog doen met gashaard, oIiehaard, elektrischekachel of met kolenkacheI. Vooral beide laatste hebben hun bezwarendoor respectieveIijk brandgevaar en kans op kolendampvergiftiging.Stookkosten kunnen een zware last vormen bij bescheiden inkomen. Juist

dan kan een elektrische deken een uitkomst bieden, vooral in winterseperioden met strenge kou. Men moet dan (j,en eIektrische onderdekennemen. Warmte stijgt immers op, zodat een bovendeken meer warmteverliest naar de bovenlucht. De warmte van de onderdeken stijgt op langshet Iichaam dat erop Iigt en wordt dus maximaal benut. De gedachte heeftlang standgehouden dat elektrische dekens gevaarIijk zijn en bovendieneen luxe artikeI. Dat klopt niet meer. Er worden in Nederland per jaarrond 150.000 elektrische dekens gekocht. Ze gaan gemiddeld acht jaarmee. Meer dan een miljoen Nederlanders gebruikt dus een elektrischedeken! Het Nederlands fabrikaat werkt met een transformator die op 1, 2of 3 gesteld kan worden en naast het bed onder handbereik staat. De prijsis minimaal f 130,-- voor een eenpersoons onderdeken, merk Inventum,maar er zijn er al te koop vanaf 59 gulden, die toch goed en veilig zijn. Debeveiliging van de dekens is afdoende. Je hoort nooit van kortsluiting, laatstaan van ernstige ongevallen door elektrische stroom. Er is aIleen hetgevaar van oververhitting als de deken lang wordt aangezet voordatiemand in bed Iigt en dan zijn warmte niet kwijt kan doordat er teveeldekens en kussens op bed liggen, of wanneer men ze vergeet uit tezetten.Elk jaar leidt dit wel ruim 50 keer tot een brandje!' De eIektrisch~

deken is ideaal, mits altijd gelet wordt 0 aanzettenen zergeetac tIge eenwonen en moeten er dus extra mee oppassen of

desnoods van het gebruik afzien.Is de aanschaf eemilaal gedaan, dan heeft men een buitengewoon zuinigewarmtebron in huis. Onder twee wollen dekens zal men bij onverwarmdeslaapkamer en vrieskoukunnen volstaan met de deken op stand 2 te zettenom een hele nacht een heerlijk warm bed te hebben. Om v66r het naar bedgaan het hele bed te verwarmen, zet men de deken 15-20 minuten op stand3. Het verbruik van elektriciteit bedraagt: stand 1: 15 watt; stand 2: 29 watten stand 3: 40 watt. Bij de huidige elektriciteitstarieven zijn de kosten vooreen hele winternacht op stand 2 rond 7 cent! De elektrische dekens kunnenbij 40 graden C met de hand worden gewassen. Er gebeurt niets mee, alsiemand eens bij ongeluk een plas erop kwijtraakt. Bij incontinentie kanmen gewoon over de onderdeken heen een dun vel plastic leggen, zodatook dan de deken benut kan worden. Kortom, voor ouderen is er geenbetere en goedkopere verwarming voor de nacht dan de elektrischeonderdeken.

De zorg voor de was en de 'papieren rompslomp' blijken volgens ons eigen

Page 25: UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM nlllllll1111 III II 360000 … Hattinga... · 2012. 7. 6. · UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM 111111111 IIIIIUllntfllflllill 11111111111111 nlllllll1111

1" 46 ZELFZORG. VOORWAARDE VOOR ZELFSfANDIG BESTAAN ZELFZORG. VOORWAARDE VOOR ZELFSTANDIG BESTAAN 47

onderzoek incidenteel te zijn, bijvoorbeeld'eeris per een tot twee weken endan maar weinig tijd te vergen. Steeds zageh we dat het eerste door eenfamilielid ofbuur werdyerzorgd, eventueel in een wasserette. Ret tweedeis van intiemer aard.! Ret gaat omje inkomen en hetbetalen vanrekeningen, belasting, diverse gemeentelijke kosten, eozovoorts. Meestalblijkt een van de ~derendie kleine zorg op zicb te nemen als het voor deoudere te belastend wordt.

20. RET GEREUGEN

Een laatste functie die voldoende intact moet~jn om thuis te kunnenblijven wonen is het geheugen, vooral aIs het a:tIeenwonenden 15etrefr.Jegeheugen laat je wei eens in de steek, als je bijvoorbeeld niet op een naamkunt komen van een goede bekende. Dat heeft iedereen, onafhankelijkvan leeftijd. Ret gaat hier echter om zodanig geheugenverlies dat het dezelfredzaamheid in gevaar brengt. Roe zit het nu precies met datonthouden en kun je er iets aan doen.Om te beginnen kun je niet spreken van 'het geheugen' alsof het om eenenkeIe ongecompliceerde functie gaat. Voor debestunng van oozehandelingen vaIlen we terug op vier soorten 'geheugenfuncties', die we nuna elkaar de revue laten passeren.

1. Ret reflex-geheugen. Daar is sprake van als je een bepaalde handelingzo vaak hebt verricht, dat ze als routine is 'ingeslepen'. Je hersens komener niet meer aan te pas. ~e denkt er niet bij na en verricht de handelingautomatisch. Ret loopt 'over je ruggemerg'. Dat gaat op voor eenvoudigedagelijkse handelingen, zoals het schakelen in de auto, het schillen vanaardappeIen, ~andelen, fietsen, enzovoorts. Je gedachten zijn daar nietbij, zeggen we dan. Veel van ons gewone bezigzijn wordt door dat reflex­geheugen gestuurd. Dat raakt dus niet of weinig gestoord als hersenfunc­ties sterk worden aangetast, zoaIS bl] dementle het geval kan zijn. Bijdemente mensen IS daardOor bij goede observatie vaak zelfs het vroegereberoep nog te herkennen, zeggen verpleegkundigen.

2. !let korte-termijn geheugen. Ik ben bezig en loop naar de slaapkamerom iets te halen. Maar als ik daar ben, weet ik waarachtig niet meer wat iker moest meenemen. Waar was ik ook alweer mee bezig? 0 ja, met dat

,,

bandje te plakken. Juist! Ret nagelschaartje moest ik dus hebben. Ie~~rkent dat weI uit eigen ervaring. Bij ouderen is het vooral dit korte-terml}ngeheugen dat nogal eens minder wordt, zonder dat dit een aanwijzing ~sdat je een beetje dement begint te worden. .

3. Ret vetgelijkings-geheugen. Ret straatbeeld van een buurt waar je va~kkwam, kan je niet nauwkeurigbeschrijven of tekenen. Als je dat beeld wiltoproepen lukt dat niet. Ret blijft erg vaag. Maar zodra je er komt, her~~nje die straat met absolute zekerheid uit duizend~n ~dere strat~n._Er bliJkttte:Q. soort 'geheugenplaatje' van te bestaan dat Z1~hmet ~aat proJecte.~en ~seen soort dia, maar waarvan het bestaan pas bliJkt als Je de werkeliJkheldin beeld krijgt. Dan komt het als het ware tevoorschijn en k~ met ~a~werkelijkheidsbeeld vergeleken worden. Zulk een 'herkenmn~s-chipbestaat voor aIle zintuiglijke indrukken. Voor stemmen en mUZlek heelduidelijk! Je herkent een stem uit duizenden, meestal zonder te wetenwaaraan je die nu precies herkent. Je herkent een muziekstuk maar je zouniet in staat zijn geweest om de melodie ,zelf te z~gen ~f t~. spelen. .We hebben honderd-duizenden van zulke herkennmgs-chlps mons bremopgeborgen. Als daar veel van naar de knoppen gaan door een sto~rnisvanonze hersencellen, wordt het herkennen Q:us gestoord. J!LF~et met meerwaar je bent. Ais het plaatje van je eigen wooing stuk is, herken je die nietmeer al woonde je er 50 jaar. Als de herkennings-chips vanbekenden stukgaan: herken je de ander niet meer, zelfs al is zo iem~d je eigen kind ?fpartner. Ret zijn voora1 de stoornissen van dit herke~~-~eheugen ~~eje bij dementie zo treffen. We spreken dan van desonentatle m plaats,tl]d

en persoon,

4. Het repro-geheugen. Ontzettend veel gegevens kunnen we naarverkiezing uit dit geheugen oproepen. Het is of je een video- ofaudiocassette opzet. Dit geheugen kan gegevens produceren, ook zondervergelijking met de buitenwereld. Door dit geheugen kan een musicus eensonate spelen zonder muziekblad en een spreker een onderwerp behande­len zonder een tekst voor zich te hebben. B~j ouderen plegen heel oude'cassettes' die om zo te zeggen onderop lagexl,-ilailiooven te komen enzichweer ~akkelijkerte ~.§.~nteren.Dat heeft met achter~tgangmets temaken. In dit opzicht blijkt het repro-geheugen joist weer sterker teworden. Allerlei jeugdherinneringen komen je weer glashelder voor ogen.Ik-vindaat eigenlijk erg boeiend.

Page 26: UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM nlllllll1111 III II 360000 … Hattinga... · 2012. 7. 6. · UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM 111111111 IIIIIUllntfllflllill 11111111111111 nlllllll1111

48 ZELFZORG. VOORWAARDE VOOR ZELFSTANDIG BESTAAN ZELFZORG. VOORWAARDE VOOR ZELFSTANDIG BESTAAN 49

,I

i

i'.I'i,I

I!i.'III

Wat kunnen we nu doen aan 'geheugensteuntjes', om zolang mogelijkzelfstandig te kunnen blijven? In de eerste plaats wijs ik dan op de. zorg ~)

voor regelmaat. Een dagorde is op zich al wenselijk voor een aantal C.lichamelijke functies. Vaste tijden van opstaan, eten, toiletgang, wandeIen,slapen gaan, zijn goed voor 'de regelmaat van het lichamelijk functione­ren', maar bovendien geven ze structuur aan een dag. Dat kan ook voor hetgeheugen een steun betekenen. AIle routine vereist minder bewustnadenken. Ze gaat 'vanzelf, ze 'slijpt in'. Door zich tijdig een dagorde aante wennen schept men een voorwaarde om langer zelfstandig te kumienblijven.

\Het korte-termijn geheugen leent zich heel goed voor beter functioneren.We moeten dan het 'actiesignaal' versterken, of met andere woorden onsv09memen om iets te gaan doen sterker inprenten. Ik heb het nagel­schaartje nodig en zeg nu uitdrukkelijk tot mijn geheugen: nageIschaartje,nagelschaartje! Wanneer ik dan in de slaapkamer kom, weet ik het nogprecies. Als je van die versterkte inprenting een gewoonte maakt, spaart8,)het onrust en ergernis. .

Dan het repro-geheugen. Ook dat is "oor een (klein) deel op te vangen. Eris een eenvoudige keuze: 6f je vergeet van alles, 6f je werkt met een vastnotitieblokje, waar je telkens een lijstje in bijhoudt van wat je nog moet 6>doen aan boodschappen, enzovoorts. Dat boekje moet op een vaste plaatsin pak of tas zitten, anders is het telkens kwijt. Notities op losse papiertjesis een foute methode. Sommige ouderen met slecht geheugen hebben erhun zakken vol mee, en kunnen ze niet meer vinden of zijn vergeten dat zetijdig een lijstje gemaakt hadden.Een andere invalshoek is het gebruik van 'opfrissers'. Fotoboeken,reisherinneringen, brieven, een dagboek, enzovoorts, dat alles kan helpenom bepaalde beeIden door hernieuwde inprenting in het geheugen watbeter in stand te houden.Het is onverstandig om telkens - als een soort test - je beslist een bepaaldenaam te willen herinneren. 'Hoe heette noli die kapper toch ook alweer diegrootvaders baard vroeger altijd kwam bijknippen?'. Het wordt soms eenkwellende obsessie om zo'n naam weer naar boven te krijgen; terwijl het ervolstrekt Diets toe doet en niemand erin geinteresseerd is. Het is de moeitewaard om er eeD gewoonte van te maken om jezelf eens op je rug tekloppen en te zeggen: 'Laat maar'.

Is het functioneren van geestelijke functies door oefeningen te trainen enintact te houden? Ik denk dat het er net zo mee gaat als met onze spieren.Als je ze niet gebruikt neemt hun kracht af en als je ze geregeId flinkgebruikt blijft hun werking in goede conditie. Maar een gestoorde spier isdoor oefening maar tot op zekere hoogte te herstellen of intact te houden.Het is dus' heel goed om mee te blijven doen; te lezen.; een krant of

.( tijdschrift bij te houden; eens een kruiswoordpuzzle op te lossen. Maar eenDuits boek dat 'Gehirnjogging' heet en dat met wat opgeklopte zwak­wetenschappelijke pretenties van alles als 'hersen-oefeningen' aanbiedt,vind ik voorlopig ronduit onzin. Neem dan, als u daarvoor voelt, net zo liefeen nummer van Denksport.

De meeste moeite heb ik met het vergelijkings-geheugen. Als dat.verregaand begint uit te blussen, wordt de grens naar de ziekte vanAlzheimer overschreden en is een stuk zelfzorg weggevallen dat we paskunnen herkennen als beIangrijk zodra het bij iemand weg is. De grens vanzelfzorg is dan voor de alleenwonende al gauw overschreden. In eentweepersoonshuishouden blijft de zelfredzaamheid langer intact, omdatde defecte zelfzorg voor een groot deel door toegenomen mantelzorg vande partner kan worden opgevangen. Als partner heb je dan weI voorlich­ting, steun en begeIeiding nodig van beroepskrachten. Ook de hulp vanbuur ofvriend om de mantelzorger nu en dan als 'oppas' eens een tijdje afte lossen is dan onmisbaar.

21. BLIJVEN ZITTEN OF VERHUIZEN

Veel mensen moeten wonen in of bij de plaats waar hun werkkring is.VQor ouderen met pensioen geldt dat niet meer en die kunnen gaan wonenwaar ze en Een dokter die een flinke spaarcent had, zag zijn droom invervulling gait. toen hij een fijne, niet te grote bungalow kon kopen aan hetLago Maggiore, om er zijn oude dag door te brengen. Hij kende die buurtvan vakanties en was er dol op. De brieven liepen de eerste maanden overvan enthousiasme. Maar binnen twee jaar kwamen we hem in Utrechttegen. Hij was definitief terug. Het was mooi geweest maar toch weI saai,want al zijn banden met familie, vrienden, buren, bekenden en collega'swaren doorgesneden geweest. Op het panorama was hij uitgekeken. Hijgenoot weer van de drukte van zijn oude straat') .

Page 27: UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM nlllllll1111 III II 360000 … Hattinga... · 2012. 7. 6. · UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM 111111111 IIIIIUllntfllflllill 11111111111111 nlllllll1111

r]!I 50 ZELFZORG. VOORWAARDE VOOR ZELFSTANDIG BESTAAN ZELFZORG. VOORWAARDE VOOR ZELFsrANDIG BESTAAN 51

I~1

lets anders is het als ouderen 's winters een paar maanden aan een van devele costa's in Spanje gaan wonen, waar talrijke Nederlanders heengaan.Op vele plaatsen loopt hun aantal op tot wel20 % van de 'bewoners'. Menneemt dan als het ware zijn sociale relaties mee. Maar verder: verhuizenom fijn buiten te gaan wonen lijkt haast altijd mooier dan het is. Treur dusniet als het onbetaalbaar voor u is.

De aard van de woning speelt eveneens een grote rol. De kinderen zijn hethuis uit en als men al niet veel eerder zijn wonen had aangepast aaiJ. debehoeften van het tweepersoonshuishouden, gaat het 'bijhouden' van hette grote huis een toenemende last vormen. \\\lning en woonbehoeftenpassen nog maar slecht bij elkaar. Wordt het met hoog tijd om naar een'ideale ouderen-woning' te verhuizen? De Federatie van LandelijkeSamenwerkende bejaardenoorden' samen met de COSBO, het Ministerievan WVC en verscheidene andere instanties hebben veel geld bijeengebracht om een groot onderzoek te laten uitvoeren naar de woonbehoef­ten van ouderen. Er ligt nu een dikke stapel rapporten op tafel. Voor velenals een verrassing blijkt daaruit dat de ideale woning VOOl- ouderen nietbestaat. Gelukkig ! Ouderen zijn gewone mensen met allerlei verschil­le;nde wensen en allerlei verschillende woonbehoeften. Deels is hun wonena"fliankelijk van geld, toeval, voorkeur, beschikbaarheid of gewenning.Zoals ieder mens een eigen levensgeschiedenis heen, zo is er ook eeneigen woongeschiedenis. Wel kwam er naast andere belangrijke punten alsinteressant gegeven uit, dat het op de eerste plaats gaat om dea~ngepastheid van de woning aan de behoeften van oudere mensen inallerlei levensomstandigheden. De vraag is.dus"niet: 'hoe mooi, ideaaI-ofgroot woont u', maar 'is er een voldoende evenwicht tussen uw woon­behoeften en uw huidige woon-accommodatie'? Is dat evenwicht naarverwachting ook voor de toekomst aanwezig? Met andere woorden: als hetzelfredzaamheidsvermogen, bij klimmende jarenwellicht gaat afnemen, isde woning dan nog altijd makkelijk genoeg leefbaar?Er is een tweede belangrijk punt, namelijk de wijziging van het beleid vande overheid inzake ouderen. Vroeger was de mate van beroeps-hulpver­Iening die iemand krijgen kon, gekoppeld aan zijn soort woning, als voIgt:thuis - heel weinig beroepshulpverzorgingshuis - meer beroepshulpverpleeghuis - veel beroepshulpMen heeft de bezwaren van opname in een instelling goed onderkend. De

mogelijkheden om hulpverlening aan huis te krijgen, zijn voortdurendtoegenomen. Het is dus mogelijk geworden om ook bij toenemend verliesvan zelfzorgvermogen, toch thuis te kunnen blijven nil de verminderdezelfredzaamheia door meer bero~p§lJ.tJ1pkan worden aangevuld, Voor dekeuze: 'blijf zitten waar je zit' moet ieder voor zich de volgende puntenafwegen:- Ben ik, toen de kinderen uit huis gingen, tijdig verhuisd zodat ik toen al

een kleinere makkelijke woning heb gekozen, die nu goed bevalt? Zoniet, dan toch eventueel alsnog verhuizen naar een kleine woning.

- Kan de huidige woningzonder te grote kosten aangepast worden ingeval van gedeeltelijke invaliditeit? (denk aan traplift, grootte van hettoilet, ruimtevoor manoeuvreren met rolstoel, enzovoorts). Zo ja, danis de woning zeer gunstig voor ouderen, in dit opzicht.

- Mensen verhuizen nogal eens op goed bedoeld aandringen van hunkinderen, vooral na het verlies van de partner. Dit blijkt vaak toch geengoede oplossing want er treden belemmeringen op in de rouwverwer­king en er ontstaan nieuwe problemen vanuit toegenomen contactar­moede. Bent u zich ervan bewust dat u na de verhuizing voor de opgavestaat om tal van contacten opnieuw te moeten gaan ontwikkelen(leveranders, buren, vrienden, kennissen, adressen waar je voor vanalles terecht kan, etc.?) ,

- Wonen er thans volwassen kinderen in de buurt en goede vrienden?Hcbt u prettige contacten met de buren? Zo ja, dan is dat eenzwaarwegend argumeI;lt om niet weg te trekken. .

- Bent u in de buurt echt langdurig ingeburgerd en liggen uw winkelsdichtbij? Dan liefst blijven.

- Is de huidige woning wat kosten betreft gunstig, in verhouding tot hetinkomen? Zo ja, argument voor blijven.

- Is er een bewonersvereniging - bijvoorbeeld in een flatgebouw - die bijhulpbehoefte kan bemiddelen of over vrijwilligers beschikt. Ook weereen positief gegeven.

- Mensen hebben de eigenschap om aan de slechte kanten van een huiszwaarder te tillen dan ze in werkelijkheid wegen, en de goede kanten vaneen andere woning die ze zouden willen hebben, te idealiseren. We zijnweer terug bij de droombungalow aan het Lago Maggiore.

Page 28: UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM nlllllll1111 III II 360000 … Hattinga... · 2012. 7. 6. · UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM 111111111 IIIIIUllntfllflllill 11111111111111 nlllllll1111

- het tegengaan van ziekten, zowel op lichamelijk als psycho-sociaalgebied, ..

- verhogen van de 'leefbaarheid' van het bestaan,- de banden met de anderen,- de 'existentiele' zelfzorg.Ret is als het ware een 'waardenvolle ui':

3. ZELFZORG VOORDEKWALITEITVAN BET BESTAAN

ZELFZORG VOOR DE KWALITEIT VAN HEY BESTAAN 53

;i

A. ZORG VOOR DE GROTE DINGEN .

Roe belangrijk goede beweeglijkheid, goede ADL en huiselijke zelfred­zaamheid ook zijn, ze horen toch thuis in het vlak waar ook de dieren voorzorgen: het voortbestaan en het nest.. Echte menselijke zelfzorg gaat veelverder. Deze heeft met het mens-zijn te maken. Met 'humaniteit' in eenbrede betekenis. 'De roeping van de mens is mens te zijn', zegt Multatuli.Ret stond in 1987 nog op zijn postzegel.Ret gaat dan om de grote dingen van het menselijk bestaan: om gezondfunctioneren, niet louter lichameHjk, maar ook geesteHjk en sociaal; om de'leefbaarheid' van het bestaan, om Hefde geven en ontvangen; om deander; de voltooiing van je bestaan; om de zorg het zicht op transcendenteverten met kwijt te raken. Ret gaat ook om de rijkdom van hetgevoelsleven. Sleutelwoorden zijn bier: aandacht, vreugde, voldoening,aanpassing, bewondering, poezie, gezelligheid, humor, schoonheid, rust,dankbaarheid, luxe, zelfrespect, spel, lach, betrokkenheid, leedverwer­king, luisteren, kunnen afstaan, berusting, ontroering, zingeving, voltooi­ing.Deze kostbaarheden zijn niet te koop. Sommigevallen je als rijpe vruchtenin d.e schoot; voor andere moet je zorgdragen door voorwaarden tescheppen, waarop ze tot bloei kunnen komen. En altijd is vereist, dat eenmens zich bewust is van het bestaan van al deze rijkdommen, die zo weinigte maken hebben met geld en bezit.Wat is dan het geheim om deze grote dingen van het menselijk bestaan temogen beleven? Wat zijn die voorwaarden? Waarin bestaat dan dat'bewustzijn'? Rond de waardevolle kern van zorg voor 'Hjf en nest' liggenals de schillen van een ui de bewuste lagen van zorg:

tegengaan van ziekten

huiselijke zorg

Gzorg voor de banden

met de anderen

'existentiele zelfzorg'

Afb.1.

Van binnenuit zullen we schil na schil gaan onderzoeken op zijn zelfzorg­mogelijkheden.

Page 29: UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM nlllllll1111 III II 360000 … Hattinga... · 2012. 7. 6. · UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM 111111111 IIIIIUllntfllflllill 11111111111111 nlllllll1111

,I'

54 ZELFZORG VOOR DE KWALITEIT VAN HEr BESTAAN ZELFZORG VOOR DE KWALITEIT VAN HEr BESTAAN 55

iII

'I,

ii',I

I,i

1:1,11

1

~I!

B. TEGENGAAN VAN ZIEKTEN

'Mijn gezondheid is mijn grootste schat!' 0 ja? Is dat met eokel maar eenloze kreet? Als dat waar was zon gezondheid de meest bepalende factorzijn voor de kwaliteit van ons bestaan. Uit het grote onderzoek naar deleefsituatie van de Nederlandse bevolking komt dat helemaal met zotevoorschijn. Ofschoon het aantal mensen met 'kwalen' boven 65 jaargestadig toeneemt met de leeftijd, zien we de tevredenheid over de eigengezondheideven'eens·toenemenIDatl;eieIcent-datmensenm-etgestoordegezondheid, door aanpassing en met te hoge velWachtingen, heel goed entevreden met een chromsche ziekte of handicap \unnen leven(yan de 75­plussers vindt 52 % zijn gezondheid goed tot heel goed en nog eens 35 %vindt dat het weI gaat. Slechts 9 % vindt het met zo best en 4 % klaagt overslechte gezondheid. Deze 'tevredenheids-score' is heel wat gunstiger dande objectieve metingen van gezond functioneren in die hogere leeftijds­groepen0Mocten we dan dus maar rustig met de pet gooien naar de zoi-g voor onzegezondheid? Dat is weer wat anders! De doden hebben hun stem immersmet kunnen uitbrengen, en er zijn er heel wat die met wat meer zorg nogbest in leven zonden kunnen zijn. Het gaat om .twee dingen: hetontsnappen aan allerlei factoren die de gezondheid becJ.re1gen. Dat lijstjezuBen we verderop langslopen. Maar eerst spreKen we over ~e m~~jk­heden tot zelfcontrole.

1. Zelfcontrole

Adriaanse schrijft in 'Leeft Nederland o.k.?' dat gebleken is dat 87 % vande Nederlanders verantwoordelijk wi! zijn voor de eigen gezondheid. Wathoudt dat dan precies in voor oudere mensen? Is ziek worden dan geengevolg van erfelijke aanleg en/of slechte leefomstandigheden. Een infectiekan je toch bij toeval oplopen? En hoe zon je kanker willen voork6men?Inderdaad kan met alles, maar door zelfcontrole kan mem@...~~kte veelvroeger aanleiding geven om de dokter eens te raadplegen. Door tijdigingrijpen is dan menig mensenleven te redden. De volgende punten zijndaarbij van belang gebleken:

1. Duidelijke, vrij plotselinge veranderingen van lichaam§.f!m~ties, zoalseetlust, toiletgang, dorst, enzovoorts, die_geen~uidelijke r~del!Jl~~-

_~en~vr~gen om oplettendheid. Is de verandering opvallend en blijft zeeen paar weken duren, dan is een bezoek aan de huisarts aan tebevelen.(Als iemand bijvoorbeeld meer dorst krijgt dan bij of zijgewend was (en meer gaat plassen) kan dat een aanwijzing zijn vooreen beginnende suikerziekte. Verandering van de regelmaat van detoiletgang of van de ontlasting zelf, zonder een reden (zoals bijvoor­beeld verandering van voedsel, ofreizen), vraagt eveneens om medischadvies)

2. Iedereen heeft op zijn lichaam bier of daar wei een of meer donkere'moedervlekjes'. Die zijn volsttekt onschuldig, maar als ze zich ineensopmerkelijk gaan vergroten, kan dat komen door kwaadaardigeontaarding. Vlug naar deoOlCter!

3. Op een dagvoel je opeens hier of daar een knobbeltje. Het bekendst isde borstkanker, maar elk knobbeltje is gelukkig nog geen kanker. Dehuisarts kent de wegen om dat uit te maken.

4. Vermindering van lichaamsgewicht bij onveranderde leefwijze vereistaltijd aandacht. Blijf je in gewicht afnemen terwijl je wat meer bentgaan eten? Is er bovendien een' onverklaarbare lusteloosheid enmoeheid gedurende de laatste weken of hooguit maanden, die niet opextra slaap en ontspanning reageert, dan is het zaak om niet metmedisch onderzoek te wachten. Kanker kan in een vroeg stadium nogvaak goed worden uitgeschakeld. Wie zichzelf met smoesjes zoethoudt, heeft zich dan met zelden 'de das omgedaan'. Het is aan teraden om een goede personenweegschaal op de slaapkamer te hebben.Elke week's morgens wegen na opstaan en ledigen van blaas en darm,natuurlijk zonder iets aan. Als men dat steeds op dezelfde manier doet,kan men het gewicht goed in de gaten houden (ook het stijgen na eenvakantie met teveellekker eten!). Loop niet meteen naar de dokter alshet eens een kilo minder is. Blijft het minderen en voel je je niet fit, danis het wat anders!

5. Bloed in de urine of bij de ontlasting vormt altijd een reden om de~dOJcterTeraadpleg~n.Maar al te vaak heb ik patienten gezien diench

tijden lang hadden zoetgehouden met een smoesje, omdat ze eigenlijkmet naar de dokter durfden: 'Het zal weI een gesprongen adertje zijn'.'Het zal weI een aambei zijn'. Ja, ja! Maar het was kanker van deendeldarm die uitstekend te verhelpen zou zijn geweest!

Page 30: UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM nlllllll1111 III II 360000 … Hattinga... · 2012. 7. 6. · UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM 111111111 IIIIIUllntfllflllill 11111111111111 nlllllll1111

,I'

56 ZELFZORG VOOR DE KWALITEITVAN HET BESTAAN ZELFZORG VOOR DE KWALITEIT VAN HET BESTAAN 57

,I

meer narigheid mee op de hals als men een 'zenuwpees' of 'pietlut' is, dieelke dag elk verscliiJnseltJe aan fiet lichaam zorgelijkenn-erveuS"ziL waar tenemen.HetspreeKWOoroljesTaatniet voor niets:-'de-mens-die-1ijdt hetmeest:-door 't lijden dat hij vreest, en nimmer op komt dagen...'. Nee hoor!Aistublieft het gezonde verstand erbij houden. Zelfcontrole moet eensimpele gewoonte zijn, zoiets als het halen van boodschappen.

~. Gezondheidsbedreigende gewoonten

Wie graag voor zijn gezondheid iets over wilohebben, kan met enkeleadviezen uit wat nu voIgt zijn voordeel doen. \ .

@j Vermijden van verkoudheid en griepEr wordt te veel gezoend en dan daarna gezegd: 'Eigenlijk moest ik je nietzoenen want ik heb een flinke kou'. Men weet vaak heel goed van wie men 'een verkoudheid of griep heeft opgedaan. Op jongere leeftijd is hetmeestal alleen maar vervelend, maar op oudere leeftijd zijn er duidelijkmeer gevaren voor vervelende complicaties zoals longontsteking, cara,bijholten-ontsteking en verlies van het reukvermogen. Als er een verkoud­heids- of griepepidemie heerst, pas dan op voor mensenmassa's, vooral inbesloten ruimten, en pas op voor onnodig contact. Verkouden kinderendoen hun ouders bepaald geen plezier als ze ter ere van het verjaarsbezoekopa ongewild aansteken met hun gemene verkoudheid door goedbedoeldgezoen.Neem op oudere leeftijd elk jaar in november een spuit influenza-vaccin.Ret geeft geen absolute bescherming, maar vermindert weI de infectie­kans.

WAls een verkoudheid is 'blijven hangen' blijft men hoesten en slijmopgeven. Oudedagskwaal? Jazeker, als het wordt verwaarloosd. Erontwikkelt zich een chronische bronchitis met zijn diverse complicaties,zoals te sterke uitzetting van het longweefsel (emfyseem) en te grotebelasting van het hart. Ret vage pakket van hart-longstoornissen, bekendals CARA, tast de vitaliteit en de levensverwachting aan. Roe eerder dearts wordt ingeschakeld, hoe meer kans dat deze chronische ontwikkelingvoorkomen kan worden.

(s)C.!rronische bijholten-ontstekingOp de neusholte sluiten verschillende andere met slijmvlies bekledeholten in de schedel aan, zoals de beide kaakholten, de voorhoofdsholte ende diepgelegen zeetbeenholte. Een zwaardere neusverkoudheid kan indeze holten een ontsteking veroorzaken en die wil nogal eens chronischworden. :bat is erg vervelend, want niet alleen pijnlijk of hinderlijk, maarvaak ook oorzaak van verlies van reukvermogen.

n @Obstipatie is bij ouderen een veel gehoorde klacht. Ze mo~t niet aIleenV worden vermeden omdat ze lastig is, maar vooral ook omWIIle van twee

------- "1o complicaties: als eerste aambeien, die door pijn en bloedverlies st~rend

zijn, maar als tweede is er de verhoogde1cans op een ~otere of klemerebloeding in de hersenen, doordat door het zware persen de bloeddruk daaroploop~. Men perst zlch niet aIleen een rood hoofd, maar ook 'rodehersenen'.Obstipatie voork6men is vooral mogelijk door het nemen van wat meerflinke lichaamsbeweging en daarnaast het gebruik van laxerend, vezelrijkvoedsel, zoals 'grof brood, rabarber, ongeschild fruit, rauwkost, stoof- ofverse pruimen, enzovoorts. Ret advies van een dietiste kan heel nuttig zijn.Als dit alles onvoldoende helpt, is het verstandig om met de huisarts teoverleggen en (nu en dan) laxeermiddelen te gaan gebruiken. Daarbijmoet bedacht worden dat gewenning aan een laxeermiddel pleegt teontstaan bij langer gebruik. Ik raad dan ook aan om twee of drieverschillende laxeermiddelen te gebruiken; elke twee weken een ander.

QDe lever is een orgaan waar de meeste mensen weinig van merken. Rijheeft dan ook een groot weerstandsvermogen en wordt niet gauw ziek,maar hij kan weI worden vergi.ftigd, namelijk door te hoog alcohol­gebruik. Wat is dat, te hoog? Als men gemiddeld vijf of meer glazen perdag gebrull<t is dat te hoog. Ret gaat er dan Diet om wat dat voor glazenzijn. In elk standaardglas zit 10 gram zuivere alcohol, of het nu een borrel,een glas wijn of een glas bier betreft. Wie die gewoonte een jaar of vijfvolhoudt, kan rekenen op een lelijke beschadiging van zijn lever. Die is opden duur levensbedreigend na veel onaangename langdurige ziektever­schijnselen, want de lever heeft als normale taak (onder andere) omallerlei gifstoffen uit het lichaam onschadelijk te maken door chemischeomzettingen. Onvoldoende leverfunctie maakt van je lichaam een gitbelt.Ret probleem is in Frankrijk en de Verenigde Staten reusachtig, en het

Page 31: UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM nlllllll1111 III II 360000 … Hattinga... · 2012. 7. 6. · UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM 111111111 IIIIIUllntfllflllill 11111111111111 nlllllll1111

58 ZELFZORG VOOR DE KWALITEIT VAN HET BESTAAN ZELFZORG VOOR DE KWALITEIT VAN HET BESTAAN 59

o

neemt in Nederland steeds toe. Een kleine 800.000 Nederlanders leeft?oven de 'vijf-glazen-grens'! Alcohol en zijn gevolgen (ook in het verkeer)IS.~aanbehoren tot cen van de vijfvoornaamste doodsoorzaken. Ja, ja, enWIJ maar zeggen: 'Gezondheid is mijn grootste schat'. Roe staat het erbijmet de ouderen? Gunstig op het eerste gezicht. Ret onderzoek naar deleefsituatie van de Nederlandse bevolking uit 1980 leert, dat het aantal'drinkers' met de leeftijd afneemt. Van de 75-plussers gebruikt 48 % geenalcohol. Dat zegt de optimist, maar de pessimist antwoordt: '52 % dusweI!' Maar dan toch niet allemaal vijf glazen per dag. De laatste jarenneemt het alcoholgebruik onderouderen echter sterk toe. Depressie,geblokkeerde rouwverwerking, eenzaamheid, \illemaal blijkbaar eenreden om naar de fles te grijpen. Dr. Dikkenberg denkt dat er veel meerprobleemdrinkers onder bejaarden voorkomen, dan uit de statistiekenblijkt. Vijftien procent van de bejaarden zou zelfs overmatig veel drinken!Als u wilt weten hoeveel u drinkt, is het niet voldoende om de schouders opte halen en te zeggen: 'Och, een paar glaasjes per dag'. Nee! Dan moet er'geturfd' worden. Streep het aan in uw agenda of nog beter: vraag uwpartner om dat eens ongemerkt een paar weken voor u te doen. Dan pasweet u het! Tegenover de arts wordt alcoholgebruik vaak weggemoffeld!Bespaar u een nare leverpunctie of ~en zwarepsychiatrische stoornis envertel het precies.

f. Zelfbeschadiging door medicijnen

Dit komt helaas vaker voor dan menigeen denkt. Heel wat oudere mensendie met vage klachten op mijn spreekuur kwamen, heb ik kunnen genezendoor hen aan te raden om met al hun medicijnen te stoppen, behalve meteen of twee die blijkens onderzoek echt onmisbaar waren. Dat komt doorhet opstapelingsverschijnsel.(Men heeft ooit eens van zijn huisarts eenmedicijn gekregen tegen opstipatie en 'de zenuwen'. Van de .internistwaren er twee medicijnen tegen te hoge bloeddruk. Na verhuizing kwamereen tablet bij van de gynaecoloog wegens opvliegingen en de cardioloogschr~ef wat voor tegen hartklachten. Nunog een slaaptablet erbij, watrenmes tegen het Zuur en men heeft een kast vol flesjes en doosjes staanJElk geneesmiddel kent zijn complicaties en schade bij langdurig gebruik.Bovendien bernvloeden verschillende middelen elkaar op ingewikkeldewijze die lang niet altijd precies bekend is. En dan zijn er nog deonverwacht ernstige reacties bij ogenschijnlijk totaal onschuldige tablet­ten. Zo zijn er nogal wat sterfgevallen en maagperforaties in de vaklitera-

tuur beschreven door het gebruik van aspirien~es!

Van de 75-plussers blijkt 68 % geregeld medicijnen te gebruiken. Als u alverscheidene jaren meerdere medicijnen slikt is het verstandig om heel deverzameling eens mee te nemen naar de huisarts, zodat hij u kan aanradenwat verder wel en wat niet meer· in te nemen.

g. Riskant etenGarnalen, tartaar en filet-americain horen in Nederland tot 'riskantvoedsel', omdat ze meer kans hebben om gevaarlijke darmbacterien te_bevatten. Darminfe-cties door besmet voedselnemen in Europa de tweedeplaats in op de ranglijst van infecties, zegt de Wereldgezondheidsorgani­satie. Iedereen die er gereisd heeft, weet dat vooral in de zuidelijkeEuropese landen opgepast moet worden, al gaat het in snel tempo beter,vergeleken met zo'n twintigjaar geleden. Een andere klemmende vraag is,hoe het zit met al die kankerverwekkende stoffen in het voedsel. Als jegeregeld de krant en populaire bladen leest ga je geloven dat er haast nietsmeer is dat je veilig kan eten. Om kanker te vermijden, kies je dan voor dehongerdood! Laten we het allemaal eens nuchter bekijken. Veel chemi­sche stoffen die bij dierproeven 'kankerverwekkend' zijn, vertonen dieeigenschap aIleen statistisch, dat wi! zeggen er krijgt alleen een wat hogerpercentage van de proefdieren kanker (dus lang niet allemaal!), en hetverschijnsel doet zich meestal voor bij hoge dosering, veel hoger dan wijooit in ons voedsel gebruiken. Geen paniek dus. Om kanker te krijgen is ersteeds een samenspelvan verschillende factoren nodig. Ik noem er drie alsvoorbeeld: een aangeboren aanleg voor veranderingen in het DNA van decelkernen; vermindering van de immunologische afWeer tegen zulkeveranderingen; een uitwendige prikkel die bestaan kan in een chronischeontsteking of vergiftiging (rook bij longkanker) of aanwezigheid· vankankerbevorderende stoffen in het voedsel.In 1986 heeft in ons land de Voedingsraad veel aandacht aan zulk soortstoffen besteed. Men denkt wel dat door voedingsmiddelen het 'uitbreken'van kanker bevorderd kan worden ali; de andere factoren eveneensaanwezig zijn. Maar het is nog niet zQver dat de wetenschap dat verbandpreciezer kan aangeven. In de Verenigde Staten is een ruwe schattinggemaakt, waarbij gedacht wordt dat in eenderde van de gevallen vankanker, de voeding invloed heeft gehad op het verschijnen ervan. Inverschillende groentesoorten (bloemkool, broccoli) zouden stoffen v66r­komen die juist het ontstaan van kanker weer zouden tegenhouden. Maar

Page 32: UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM nlllllll1111 III II 360000 … Hattinga... · 2012. 7. 6. · UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM 111111111 IIIIIUllntfllflllill 11111111111111 nlllllll1111

60 ZELFZORG VOOR DE KWALITEIT VAN HEr BESI'AAN ZELFZORG VOOR DE KWALITEIT VAN HEr BESI'AAN 61

ook bier is men nog niet zover gevorderd dat er echt deugdelijke adviezente geven zijn. Ret is dus een dankbaar niemandsland voo~ fantasten,kruiden. en voedselprofeten, alsmede voor goedgelovigen om met allerleidieten te wapperen.

Maar nu het cholesterol? Krijgje da~ een hartinfarct van? Ach nee! Na 20jaar van allerlei biochemisch en voedingsonderzoek zijn de geleerden daarnog niet uit. Niet omdat er geen goed onderzoek is uitgevoerd, maaromdat nu weI vaststaat dat het nooit om een enkele oorzaak gaat, zoalsverhoogd cholesterol in het bloed. Net als bij kaDker moet er een heel stelfactoren op een gegeven moment s~en ga~werken voor het fataalwordt. De Voedingsraad heeft dan ook in haar 'Advies Richtlijnen GoedeVoeding'in 1986 geen absolute verboden 'afgekondigd', maar haar groteonderzoek afgesloten met zeven raadgevingen die in het kort neerkomenop het volgende:1. Zorg dat je niet te dik wordt (wisten we al).2. Eet gevarieerd. Niet alsmaar van hetzelfde.3.. Neem weinig dierlijk vet. We moeten in Nederland een kwart minder

vet eten en tegelijk meer plantaardige onverzadigde vetten (zoalsbijvoorbeeld becel).

4. Minder cholesterol gebiuiken. Ret huidige consumptieniveau wordtals maximaal beschouwd. Zuinig dus met eieren, schaaldieren enorgaanvlees.

5. We moeten meer meelspijzen eten als we het vetgebruik verminderen.Bruinbrood is goed.

. 6. Matig zijn met alcohol (wisten we ook al).7. Matig met keukenzout. Vooral voor oudere mensen is het interessant

dat bij laag zoutgebruik de botontkalking langzamer gaat. Datbetekent niet 'zoutloos of zoutarm' dieet. Het huidige normalegemiddelde zoutgebruik van negen gram per persoon per dag be­schouwt de Voedingsraad als nog juist aanvaardbaar maximum.Gewoon een beetje kalm·aan met zout is dus al voldoende.

Over deze adviezen bestaat intussen zowel in Nederland als in deVerenigde Staten grote overeenstemming (consensus·conferenties in1987). Ret ziet er bovendien naar uit dat er eindelijk een middel isgevonden om de cholesterolproduktie in het lichaam te blokkeren: hetlovostatin, dat onder de merknaam Mevacor in de Verenigde Staten in dehandel komt. Dat zou heel belangrijk kunnen worden.

3. Het 'life-capital'

Dat .begrip is tegenwoordig 'in'. Iedere mens heeft als het ware een'levenskapitaal'. Sommigen kregen maar heel weinig, bijvoorbeeld dooraanleg, hongersnood of epidemieen, en dat was dus vlug op. Ze stierven alals baby of kleuter! Voor ieder mens is dat 'levenskapitaal' verschillend.Wij ouderen hadden er veel van, want anders waren we nu geen levendeouderen. Maar de vraag is voor ons vooral: 'Wat doen we met het restant?'Hoe groot dat is valt alleen statistisch te zeggen, maar met individueel. Datkamt mede door de wijze van omgaan met ons eigen restant 'life·capital'.In het voorgaande heb ik een hele reeks maatregelen genoemd die iemandzich als gewoonte kan aanwennen, zodat bij dan zuinig met zijn levenskapi·taalomspringt. Je kan het ook letterlijk snel 'opsouperen', en je kan erzelfs mee smijten. Dat is een persoonlijke keuze. Wie het elke dag als eenvrek zit te bewaken en erover zeurt, wordt er neurotisch van en dan is hetniet de moeite waard! Een gezonde plezierige levensstijl die het optimalegedragspatroon als gewoonte heen mgeleefd, is voor ouderen een alsnog.haalbare toestand en als d<it lukt, draagt het weI degelijk bij tot de kwaliteitvan het eigen bestaan.

C. ZORG VOOR 'LEEFBAARREID'

De derde schil van onze 'waarden-volle' ui hebben we de leefbaarheidgenoemd. Daarbij gaat het om allerlei dingen die op zichzelf Diet zo striktD,QedzakelijkZijn aIS eten of aarikleden, maar om anes wat het leven onderdegegeven omstandigheden prettiger, aangenamer, gemakkelijker kilnmaken. Ik vind het een lelijk woord, maar het is nu eenmaal ingeburgerd.Uit dit ~jdse veld groeperen we een aantalwaarnemin~nen onderz9~..!~­

resultaten in vier onderwerpen:1. comfort2. luxe3. tijdbesteding4. ~norsamen.

1. Comfort

Dat is wat anders dan luxe. Ret betekent veeleer woangemak, gerieflijk·-----------

Page 33: UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM nlllllll1111 III II 360000 … Hattinga... · 2012. 7. 6. · UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM 111111111 IIIIIUllntfllflllill 11111111111111 nlllllll1111

heid. Het begrip is pas in de achttiende eeuw ontstaan en komt van'comfortare', troosten. Voordien was wonen niet zo comfortabel. Wie ineen plaggenhut woonde had het niet zo gerieflijk. Maar als je in eeneeuwenoud mooi kasteel rondloopt merk je al gauw dat je daar 's wintersook voor geen geld zou willen wonen! Meer en meer is het huis een soort'woon-J1lachine' geworden waaraan we heel wat eisen zijn gaan stellen wathet.~om~ortbet~eft:privacy(geen inkijk), intimiteit, huiselijkheid, gemak­keliJkheId, effiClent in het gebruik, niet gehorig, enzovoorts.Comfort is meer een kwestie van vindingrijkheid en han<Ilgheid dan vangeld, al maakt dat laatste het wel makkelijker. Een oude Amsterdammervergrootte zijn comfort toen hij een nog goed\ rieten leunstoel die in'Zuid' bij het groot vuil stond, meesleepte naar zijn kamer. Een anderheeft volop ?eld ma~ is zo .gew~~.geraakt aan ongemakkelijke kleinig­~eden, dat hIJ het erblJ laat zitteI\\.BIJ een alleenwonende oude vriend gingIk eens op bezoek. De deur ging met luid piepende scharnieren open namoeizaam gedraai aan de ronde deurknop. De kamerdeur klemde. Hetraam tochtte vervelend in mijn rug. Ik at bij hem en ergerde me aan zijnbotte messen. Ik moest de korstjes van mijn boterham gewoon doorzagen.Het was verder heel gezellig. Hij scheen er weinig last mee te hebben,~aar mopperd~weI op een paar:~zijn kleine ongeriefjes. Handigwas hijmet en omdat ik zelf van karweItjeS houd, bood ik aan om een volgendekeer wa.t gereedschap mee te nemen en een middagje te komen knutselen.Eerst Wilde hij dat natuurlijk niet, maar ik haalde hem toch maar over. Eenmaand later v:rsc~een ik met een k~ffertje met flink wat gereedschap.Eerst met krUlpohe langs de scharmeren. Deur open, deur dicht deuropen, het gegil verdwijnt en de deur gaat lichter. De andere kamerdeurenen kastd.euren nu ook maar. Hij bekijkt het wat argwanend. Maar als ik deronde bInnendeurknop van zijn huisdeur heb vervangen door de rechtedeurkruk die ik daarvoor heb meegebracht en hem zijn huisdeur laatprobercn, slaat hij om als een blad aan een boom. Dit is fantastisch! Metzijn ou?e handen kon hij vooral's morgens die verdraaide ronde deurknophaast met omgedraaid krijgen sinds hij niet hard genoeg meer knijpen kon.I~ ga ent~ousiast verder. Samen tillen we de kamerdeur nit zijn schar­meren. HIj klemt vooral aan de onderkant doorlichte verzakking. Met debandschuurmachine zijn er in een paar minuten 4 millimeter af. Samen dedeur weer afhangen. Ziezo. Nu een paar meter tochtstrip hier en daar in der~:unsponningen..D~ de roestvrij stalen kartelmessen even langs deslIJpsteen halen die In de boortol is gezet. Heel de middag ben ik met

plezier beziggeweest. We drinken een borrel op zijn verhoogde comfort.Het kostte vrijwel niets. Hij is er helemaal door opgefleurd. Het zijn aIdlekleinigheden samen, die bepalt<nd ziin voor gemak of ongemak en vapIveIe mep.~~J{.~1 degelijk w;lt~!8aken p.§bQen m.et.•de..k,waliteit v~~6estaan. Zulk 'klusjeswerk' is echt iets voor vrijwilligers. Het komt eranders nattiurlijk nooit van om een timmerman, een schilder en eenbehanger te laten komen. Het zou die middag dan bovendien al gauweenpaar honderd gulden zijn gaan kosten!)

Comfort hangt ook samen met vindingrijkheid. Om onder het eten niettelkens te moeten opstaan om het zout te pakken, of nog een mes, een'bottenbordje' of een servetje is de 'comfortkast' naast de eettafel eenpraktisch voorbeeld van wat ik bedoeItZulk een kast moet niet meer dan25 cm diep zijn en ongeveer 45 cm bree~. Manshoog is al meer dan genoeg.am de 15 tot 20 cm is er een legplank, onderaan op groter hoogte zodat erbijvoorbeeld een prullemand in kan staan. Er zitten dan dus een zestallegplankjes in en geen deurtje ervoor. Tegen de muur gemonteerd waar deeettafel staat, naast de stoeI waarop de etende zit, heeft die alles bij dehand. Want op de plankjes staan de borden, kopjes, glazen, liggen demessen, lepels, vorken, servetjes. En verder alle kleinigheden die onderhet eten nodig zijn, als een paar kruiderijtjes, het medicijntje, enzovoorts.Vraag niet hoeveel opstaan en geloop zo'n comfortkastje bespaart. Datgaat vooral tellen als het wat moeizamer gaat. Te koop is zo'n kastjemeestal (nog) niet, maar een handige doe-het-zelver maakt het in een paaruur voor een paar tientjes aan materiaal in precies de gewenste breedte enhoogte.~Dit verhaal is als voorbeeld bedoeId waarmee ikzelf nog dagelijks goedeervaring opdoe. Aardig is het om zelf voor de eigen specifieke behoeftenaangepaste comfort-hulpjes te bedenken. Je vindtaltijd weI mensen die

, bereid zijn ze te maken.Interessant is het, wanneer je voor meer comfort voelt en er wat geld voorover hebt, alle dingen in hnis op hun gemak van functioneren tebcoordelen en eens te vergelijken met de moderne industriele produkten.Vooral de komende jaren zullende eIektronische apparaten die hethuishouden in allerlei opzicht vergemakkelijken, een nog grotere vluchtgaan nemen. Op die manier kan zelfzorg, ook bij functie-vermindering,veellanger worden uitgeoefend.

63ZELFZORG VOOR DE KWALITEIT VAN HET BESTAANZELFZORG VOOR DE KWALITEIT VAN HET BESTAAN62

I, i~

'jI'j'

'jI-IIIr1rl:

I!Ii11ilII:

I

Page 34: UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM nlllllll1111 III II 360000 … Hattinga... · 2012. 7. 6. · UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM 111111111 IIIIIUllntfllflllill 11111111111111 nlllllll1111

3. Tijdsbesteding

Voor heel wat ouderen is de morgen van elke nieuwe dag als een donkergat. Niets is er wat lokt tot opstaan. Een zinnig bezigzijn is niet in hetverschiet. Een dag van eindeloze verveling gaat zich traag voortslepen naareen grauw en nutteloos einde. Een harde uitspraak luidt: 'Ze proberen detijd te doden tot ze zelf door de tijd gedood worden'. Voor mensen metzware geestelijke of lichamelijke invaliditeit kan je je daar best inverplaatsen, al zullen we in hoofdstuk 5 en meer nog in 6 kunnen zien, dat

Die hceft met meer gemak ofgerieflijkheid heel weinig te maken. Toch zeide beroemde schrijver Oscar Wilde eens: 'De diepste behoefte van hetmenselijk bestaan is luxe'. Luxe betekent ~eelde, het bijzondere, of ookovervloed. In de zin van 'het bijzondere' kan ik Wilde heel goed volgen. Elkmens wil ergens graag iets bijzonders zijn of hebben; iets dat een andernietheeft en waar je dan persoonlijk trots op kunt ziit(Ik bracht eens vooreen eenvoudige dorpsjongen van 17 jaar als cadeautje een wonderlijk metgoud en glimmers versierd kopje van een Ja,vaans meisje mee, typischprodukt van de souvenir-industrie. Venukt riq> hij uit: 'Da heeft er geenene!') Ondanks aIle ideologische leuzen over de gelijkheid van aIlemensen, willen we zelf jUist van elkaar te onderscheiden zijn. Heelinconsequent verfoeien we een uniform, zoals Mao voor heel het Chineseyolk invoerde! Nee, iedereen kleedt zich graag op zijn eigen manier, eenbeetje anders dan de anderen. Luxe is het om in een bepaald opzicht ietsbijzonders te hebben. Men hoeft zich niet in weelde te baden ofmet geld tekunnen smijten om iets bijzonders te hebben. Veel verzamelingen hebbeniets bijzonders en die kun je dus met trots laten kijken. Hobbyisten­knutselaars maken soms heel bijzondere dingen zoals poppenhuizen vansigarebandjes of molens geplakt van lucifers. Daar komt een foto van ineen plaatselijk blad. Dan heb je echt iets bijzonders. Zorgen voor hier endaar een kleine luxe in je bestaan is even leuk als een vroeg zwellende knopin een struik aan het einde van de winter. Straks ga ik een 'luxe broodje'eten. Dat is aIleen maar luxe omdat ik het niet elke dag eet. Kleinebijzonderheden, kleine luxes, dat hood bij de zorg voor de kwaliteit van jebestaan en het kan best ook al moet je een stapje terug doen wat je geldbetreft.

ook daar nog weI iets aan te doen is. Maar voor ouderen die het gelukhebben nog in redelijk goede conditie te zijn en geen grote zorgen hebbenover hun middelen van bestaan, is het doodjammer dat door dielusteloosheid de kwaliteit van hun bestaan zozeet in de vernieling gaat.'Wat heb ik van dit leven nog te verwachten?' hoor je dan zeggen. Nou,elke nieuwe dag dus! Elk uur geeft de kansen om iets aardigs, gezelligs,nuttigs of goeds te doen. Wanneer men dit perspectief weer zou willeninvullen is een bezoek aan een bewoner van een verpleeghuis meestal eenflinke prikkel. Als je jezelf dan vergelijkt met velen die je daar ontmoet endie graag met je zouden willen ruilen, kan de motivatie 'om er wat van temaken' sterk toenemen. Je gaat er dan weer voor zorgen dat je dag prettigen zinnig besteed gaat worden. Dat is niet gemakkelijk, want tot aan hetpensioen had de dag steeds 'het werk' als ruggegraat. Je moest er zo laatzijn; dan waren er tijdvullende bezigheden, een koffie- en middagpauze enaan het eind van de middag thuis, met eten, de kinderen, de televisie ennaar bed. Na het pensioen valt die regelmaat weg. Je moet dan zelfs!!uctuur gaan geven aan je tijdsbesteding, opdat de dagen niet gaanrammeIeiLEen dagprogramma maken voor jezelf heeft dat ten doel. Hetmoet een steuntje zijn en niet een dwangbuis. Van belang is om deregelmaat van maaltijg~!l<v~.,yasteE.l!!1tep.,aante houden. Over het belangvanziiIk een rege1maat voor de lichaamsfun~b'ik'algeschreven. Vanbijzonder belang is het verder om rond te kijken naar een paar aardigeclubs ofverenigingen in de buurt, waar je lid van kan worden. Dat geeft watvaste verplichtingen van bijeenkomsten en vergaderingen. Je treft erandere mensen, vaak met dezelfde problemen, en daaruit kunnen ookweer contacten voortvloeien. Dan is er de tijd voor lichamelijke activitei­ten, zoals een wandeling of meedoen aan ouderengymnastiek of bood­schappendoen. Kies voor boodschappen, vooral in supermarkten, destillere uren. In de drukke middagpauzes zijn er heel wat werkendemensen die juist dan gauw even hun boodschappen moeten doen en zwaarhet land hebben als een stroom trage ouderen aan de kassa's veel tijd vergtmet afrekenen en inpakken. Natuurlijk, ik weet het wel, wij-hebben alsouderen het recht om boodschappen te doen wanneer wij dat willen, maarlaten we daar niet kinderachtig over doen en liever vrijwillig zoveelmogelijk rekening houden met andere mensen. Dat is beschaving!Zo valt een dagschema heel goed op te bouwen met stukken 'vrije tijd' erindie elke dag weer anders en naar behoefte gevuld kunnen worden.Langzamerhand ontstaat een nieuwe dagroutine en dat kan veel bijdragen

65ZELFZORG VOOR DE KWALITEIT VAN HEr BESTAAN

rIII

I

ZELFZORG VOOR DE KWALITEIT VAN HET BESTAAN

2. Luxe

64

Page 35: UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM nlllllll1111 III II 360000 … Hattinga... · 2012. 7. 6. · UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM 111111111 IIIIIUllntfllflllill 11111111111111 nlllllll1111

66 ZELFZORG VOOR DE KWALITEIT VAN BET BESfAAN \ ZELFZORG VOOR DE KWALITEIT VAN BET BESfAAN 67

:',

"

aan de leefbaarheid van het bejaarde bestaan. Wanneer lusteloosheid ennietsdoen en maar zitten te zitten voortkomt uit een depressie, is het goedom de huisarts erin te betrekken. Er is heel wat aan te doen!

4. AIleen zijn

Onze oude koninginWilhelmina schreefeen boek onder de titel 'Eenzaammaar niet alleen'. Arme Wilhelmina! Roe heerlijk als je kunt zeggen:'Alleen maar met eenzaam'. Maar al te vaak worden die twee begrippen opeen hoop gegooid en dat is heel onjuist. AlleeRwonend wi! helemaal metzeggen dat je dan ook eenzaam bent.(Het is \iok geen vers~hijnsel datspeciaal bij oudere mensenvoorkomt. Vaak is het een keuze, die berust opeen sterk verlangen naar privacy en vrijheid. Vroeger was dat anders. In deMiddeleeuwen was er ook in onze Westerse wereld een sterk gemeen­schapsgevoel. Ret eigen-ik was veel meer verweven met de anderen dannu het geval is. Wie in het verre Oosten reist vindt zo'n gemeenschapslevennog in volle bloei. Maar al eeuwenlang is ons gevoe!sleven steeds meer ee~prive-aangelegenhetdgeworden:J?e 'pijnlijkhei~sdrempel'van het,bI)elkaar zijn is steeds hoger geworden (Norbert Elias). S~haamte en gene?:ijn toegenomen, zowel wat betreft het lijf als het levenslot. Veel menSenzijn dus liever alleen of doen geen moeite om weer ~et anderen te !m-ansamenwonen Ret alleen-wonen is in onze samenlevmg dan ook enormtocgenomcn.'Ret Centraal Bureau voor de Statistiek vermeldde dat er.in1971 (afgerond) 450.000 mensen in Nederland een eenpersoonshUls­houden hadden. Ruim tienjaar later, in oktober 1981, waren dat er 998.000geworden en we ~tten nu al flink over het miljoen. In b?vengenoemdjaarbestond minder dan de helft vande alleenwonenden mt 65-plussers. Betblijkt dus helemaal niet waar te zijn dat a~eenwonen .(en eenz~am~eid)iets is wat bij de ouderdom hoort! Ret samenwonen IS bo~endien ill dearbeidzamejarenveel makkelijker, want een van de partners IS dan de heledag naar zijn of haar werk en de kinderen zijn naar school. De drukte vanhet samenzijn beperkt zich tot maaltijd en avond. Maar twee ouderenzittcn vaak de hele dag 'op elkaars bovenIip'. .Alleenwonend wi! helemaal met zeggen dat iemand dus ook 'alleenstaand'is. De betekems die Van Dale aan het woord alleenstaand toekent: 'met toteen groep behorend', geldt voor eenzaamheid, meer dan voor alleenwo­nend. Vee1 alleenwonenden horen wel degelijk bij allerlei groepen enhebben volop sociale contacten. Kortom, de leefbaarheid van het bestaan

wordt door alleenwonen met aangeta,st en in veel gevallen er zelfsaanzienlijk door verhoogd.Ret alleenwonen op hogere leeftijd, bijvoorbeeld boven 80 jaar, heeftechter als ernstig bezwaar dat men kwetsbaar is als er hulp nodig is. Datkan zijn door een kortdurende ziekte, en dan is het meestal wel op tevangen met wat hulp van familie, buren en gezinszorg. Moeilijker wordthet bij chronisch functieverlies. Daaraan is hoofdstuk 5 gewijd. Maarvooral de acute ramp, zoals een hartaanval, beroerte of gebroken been,vraagt om tijdige voorziening door het zorgen voor een goede alarme­ringsmogelijkheid (zie daarvoor bladzijde 40).

Heel anders wordt het als iemand 'alleen overblijft' enhelemaal met graagalleen wil wonen. In 1984 leefden er van de Nederlanders boven 75 jaarongeveer 100.000 als gehuwden, maar er waren er bijna 340.000 diealleenwoonden als weduwen, weduwnaars, ongehuwden en gescheidenen.Er is bovendien een groot verschil tussen mannen en vrouwen: een mantegen drie vrouwen! Dat komt ook omdat vrouwen gemiddeld zeseneen­halfjaar ouder plegen te worden dan mannen, terwijl bovendien een oudeman blijkbaar makkelijker weer een partner kan vinden dan een ouderevrouw. Er zijn dus heel wat oudere vrouwen die tegen hun zin alleenwonen, ten gevolge van partnerverlies. Dan is eenzaamheid een dreigendgevaar.

q Onze samenleving is vaak onbarmhartig. Er wordt al gauw gefantaseerden geroddeld als een alleenwonende weduwe met een zekere regelmaateen man op bezoek heeft. Ook dat, werkt eenzaamheid in de hand!In de toekomst verwacht men een vermindering van hartziekten enhersenbloedingen. Mannen tussen 55 en 75 jaar zijn daar vaker hetslachtoffer van dan vrouwen. Een aanzienlijke daling in de sterfte door dieziekten, kan een grote invloed gaan krijgen op het verschil in degemiddelde levensduur tussen mannen en vrouwen. Dat betekent: naarverhouding een kleiner aantal oude weduwen. Maar het gaat dan wel overeen periode van de komende 25 jaar.

5. Afwenden van eenzaamheid

Partncrverlies is een van de grootste rampen die een oud paar treffen kan.'Niet degene die het eerst sterft IS dood, maar aeanIrer-die-a:1feenoverblijft', is een oude Indiaanse zegswijze. Er voIgt een rouwproces dat

Page 36: UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM nlllllll1111 III II 360000 … Hattinga... · 2012. 7. 6. · UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM 111111111 IIIIIUllntfllflllill 11111111111111 nlllllll1111

68 ZELFZORG VOOR DE KWALITEIT VAN HEr BESTAAN ZELFZORG VOOR DE KWALITEIT VAN HEr BESTAAN 69

vele maanden duren kan. Datkan ertoe bijdragen dat contactenge1eidelijkverschralen. Ook contacten die de partner had valIen weg. Ret huis is tegroot geworden en het bed te breed. Eenzaam word je, als je niemandmeer hebt om eeht naar je te luisteren; als je.je levensvreugde enperspectief, samenmetwanhoop en verdriet inje hart hebt ingemetse1d ener met niemand meer over praten kan. Dan is veel van de leefbaarheid vanhet bestaan verloren: gegaan!Omdat het tegengaan van eenzaamheid zo be1angrijk is, heeft men er delaatste jaren veel onderzoek aan besteed. In 1981 verscheen de publikatie'Eenzaamheid onder de oudere bevolking in Nederland'. Daaruit bleek totverrassing van veel mensen, dat~enzaamheido\der ouderen minder vaak_voorkomt dan verwacht werd. Slechts 4 op de 100 ouderen voelt zich ~voortdurend eenzaam en 15 % nu en dan eens. Dat betekent dat heel veelouderen de slag van partnerverlies te boven weten te komen. Dat gebeurtniet zonder meer door mensen om je heen te hebben. Vit bovengenoemdonderzoek bleek bijvoorbeeld ook dat ouderen in tehuizen niet'mindeimaar juErvaIcer problemenhe~eenzaamIield! Hetbiijkt'~ri­gens erg'van-"'ae--'sT'-ee-raIte~ha;:;:ge~~-gcl~"{iict';ooralIe ouderen ofalle tehuizen. Laos gebabbel in een conversatiezaal helpt er niet tegen.Wat dan weI?

- Allereerst is het rouwproces van het grootste belang. Ret verwerken vaneen verlies heeft vele kanten. We gaan daar dieper op in op pagina 86.-Dan is er de vraag of iemand in staat is om zijn ofhaar sociale contactenin stand te houden en ze1fs uit te breiden. Eenzaamheid is immers 'de wegkWijt zijn naar en van het hart van andere mensen'. Sommige mensenhebben het daar makkelijk mee als zevan nature warm zijn en charmeuitstralen. Anderen sluiten veel moeilijker aan; je zou ze 'sociaal-invalide'kunnen noemen. Als je weinig familie hebt, die bovendien veraf woont enkil van aard is, heeft men van die kant weinig te verwachten. OpvalIend is,dat in de Verenigde Staten vee1 oudere vrouwen veel betere en nauwererc1aties onderhouden met vrienden en buren dan met hun eigen familie. InNederland constateerde Dr. Knipscheer dat weduwen vaak teleurgesteldzijn over hun .contact met faniilieleden._Opkf<pI!.h!i V~srytstel!~n dat v~~l

~~~l~n~enu kitWre!tp.E.QJ2£~_9~~~~~,~~,~~2eD,:.):~£!lda.~§.~et.~eJ!lillg~Q!~n,,,"Om je relaties te onderhouden en uit te bouwen, is een vragende enaandacht-opeisende houding funest. Ook hier is weer 'dwars-denken'

nodig! Wie aandacht en begrip wi! ontvangen en ook echt nodig heeft,mOl;:tb~nnen om zelf aandacht en begrip te geven aan een ander die erbehoefte aan heeft! Je kim-meestal nie"Czomaar met je emotioneleproDlemen aankomen"bij iemand met wie je niet nauw verbonden bent.Eerst is er dan meer zakelijk contact nodig. Dat kan makkelijk gevondenworden door lid te worden van een club, vereniging of deelname in eengroepsreis. Dat heeft mijns inziens de voorkeur boven de wat ergrechtstreekse methoden als 'kennismakingsavond voor alIeenstaanden' ofeen advertentie voor een vriend of vriendin. Overigens kan dat natuurlijkook een weg zijn. Knipscheer raa:dt aan om de kring van contacten, ookbuiten de familie, met zorg uit te breiden, zodat je een sociaal netwerkkrijgt met voldoende draagvlak, liefst nog v66r het overlijden van departner.- Eenzaamheid wordt versterkt door teleurstelling en verbittering. JunstalIstelde al in 1966 vast dat te hoge verwachtingen ten opzichte van jeomgeving funest zijn. Velen vragen zich ook wanhopig af: 'Wat heb ik nuverder nog voor toekomst? Nu hij er niet meer is, verliest mijn leven zijnzin. Ik ben een fiets geworden waar een wie1 af is'.Alles is dan op een kaartgezet alsof het leven zelf geen opgave zou zijn en alsof er geen anderemensen bestaan die veel voor mij betekenen, en ik voor hen! De vraagnaar het doel vanhet bejaaide bestaan komt met grate klem naar voren.- Tenslotte is er dan nog de eenzaamheid als zeltbestraffmg. Er kan eendlepe teleurstelling achter zitten over een levensloop. Ret 'zwelgen in zijnellende' is dan een VOrIn van leven en voor sommigen een perversgenoegen. 'Laat mij maar! Oud en lelijk! Niemand kijkt nog naar mij om!'.Wonderlijk is het verschijnsel dat eenzame mensen soms van een huisdiergeweldige troost en gezelligheid ontvangen. Een goed opgevoede hondmet voldoende gehoorzaamheidstraining betekent dan een geweldigekameraad. Rij neemt je zoals je bent en laat zijn waardering luide blijkenals je aardig tegen hem bent. Rij kletst, roddelt en zeurt niet en zegt Dietsterug. Rij komt niet met vragen of verwijten, maar is tevreden als hij zijneten krijgt en uitgelaten wordt. Zijn trouw en aanhankelijkheid doen eenmens goed. Velen praten dan ook met hun hond. Ret zorgen voor eenhuisdier voorziet ook weer in een behoefte. Mensen zorgen graag ergensvoor, bewust en vaker nog onbewust, en dat zorgen geeft een gevoel van.zinnig bezig te zijn. Iemand heeft je nodig. Er is een aantal gevalIen bekendwaarbij totaal in zichzelf gekeeide (autistische) psychiatrische patienten,waarmee jarenlang geen menselijk contact gemaakt kon worden, met een

Page 37: UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM nlllllll1111 III II 360000 … Hattinga... · 2012. 7. 6. · UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM 111111111 IIIIIUllntfllflllill 11111111111111 nlllllll1111

6. Geldzaken

D. OUDEREN EN HUN LIEFDESKRING: PARTNER, KINDEREN,KLEINKINDEREN,

De volgende schil van onze 'waarden-volle ui' omvat een heel anderzorgveld: liefde en zorg voor, met en van je dierbaren.

71ZELFZORG VOOR DE KWALITEIT VAN REI' BESTAAN

Liefde wordt wat al te vaak gekoppeld aan seksueIe activiteit. Iedereenweet dat het omgekeerde evenmin juist is. Bij een jong stel gaan liefde enseksualiteit natuurlijk weI in sterke mate samen, maar die verbinding overeen heel mensenleven te verwachten of te verlangen strookt niet met dewerkelijkheid. Die werkelijkheid is dat de seksuele potentie bij de manheel Jang kan blijven bestaan maar steeds- -iiieer .fu- -kJ:a:chtameemt.Sommigen bejammeren dat en wijten geringere sekSualiteitsbehoeftenvan ouderen aan het strenge taboe waarmee seks vroeger omgeven was.Dat speelt in de huidige generatie hoogbejaarden natuurlijk ook nog eenbelangrijke rol. Ret lijkt mij onbillijk om reclame te maken voor seksueleactiviteit van bejaarden als zou dit zo gezond en vitaal zijn en ouderen op teroepen om ook nog over hun diepgewortelde achterdocht ofafkeuring vanseks heen te stappen. Ret 'blije vrijen' zoals in 'Leven met de jaren' zoduidelijk wordt aangeprezen, kan natuurlijk gelden voor een deel der'jongere ouderen' dat daarvoor voelt, maar daarmee mogen de veleouderen die daar niet voor voelen, met worden veroordeeld als slachtof­fers van ouderwetse taboes. De kwestie is daarvoor bovendien veel teingewikkeld.Beter is het de verschillende aspecten die met elkaar samenhangen eensop een rijtje te zetten en dan te kijken hoe die verschillende factoren in deloop der jaren veranderen en welke invloed dat heeft op hun samenhang.Ik noem dan: liefde, erotiek, libido, potentie, orgasme, voortplanting, zorgvoor elkaar. Bij eenjong stel dat pas getrouwd is ofgaat samenwonen zijnde eerste vijf factoren tezamen allen in sterke mate in het spel. Maar levenals·in de 'wittebroodsweken' van vroeger heeft zijn grenzen. Ret kussen,vrijen, stoeien en paren gaat wat afnemen en er komt een meuw elementsteeds sterker naar voren: men gaat uit liefde voor elkaar zorgen. Datzorgen is niet louter een bezigzijn met het verwerven van inkomen ensociale zekerheid of met schoonmaken of eten koken of zorgen voorgezelligheid en ontspanning. Het neemt voor een deel de rol over van hetliefde bedrijven. Daar kan je tenslotte niet aan een stuk door 24 uur langdag na dag mee bezig zijn. De liefde bedrijven is - op eenander vlak - tevergelijken met het glimlachen. Dat kan je met blijven doen, want hetwordt onhe"rroepelijk grijnzen. Toewending tot elkaar heeft meer pijlen opzijn boog. Wat altijd blijft en voortdurend geleverd kan worden is zorgvoor elkaar, bezorgdheid, zorgzaamheid, als voortdurend teken van de

1. Liefde en seksualiteit

\)

ZELFZORG VOOR DE KWALITEIT VAN REI' BESTAAN

In Nederland is er geen oudere die moet sterven van de honger, de kou ofgebrekaan zorg. Daarvoor bestaat er een voldo\nd pakket van voorzienin­gen dat in menig opzicht tot de beste van de hele wereld behoort. Zo warener in tal van plaatsen tijdens strenge kou-perioden extra voorzieningenzoals bijvoorbeeld een 'wintertelefoon'. De leefbaarheid van het bestaanhoeft dan ook wijwel nooit door geldzorg te worden aangetast, tenzij mener slecht mee omgaat of verder wit reiken dan zijn arm lang is. Veeleerbestaan er zorgen, dat op hoge ouderdom de spaarpot of het vermogennog altijd fatsoenlijk beheerd zullen worden. Oppassen voor aardigeneefjes. Ik heb er een met bijna 20 mille uit het verpleeghuis zien stappen.De AOW van tante over meerdere jaren ging in een poenige tweedehandssportwagen plus de bijpassende meiden. Ook zijn er heel wat lieden die opgoedgelovige ouderen parasiteren. Ret komt zelfs weIeens onder hulpver­leners voor en er bestaat zelfs een naam voor: 'uitnemers'. Er zijnmeerdere mogelijkheden om goed met geld te blijven omgaan. Allereersteen onkreukbaar familielid. Verder kan men ook met een bank eenbeheersovereenkomst ;~;an.Wie er meer over moet weten, vindt dat inhet boekje: 'Bejaard, hoe en wat', dat handelt over recht en raad in al zulkezaken (Uitg. KluwerjTeleboek, 1986).

hond zachtjesaan 'aan de praat' raakten. In de Verenigde Staten wordt,meer dan bij ons, aandacht besteed aan die gunstige mogelijkheden vanhonden. Door de al genoemde 'Stichting De Zorghond' worden doorvrijwilligers zulke honden·voor en samen met ouderen opgeleid. Ook voorandere huisdieren geldt hetzelfde, maar meestal toch inveel mindere matedan voor honden. Weg met de eenzaamheid dus!

70

Page 38: UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM nlllllll1111 III II 360000 … Hattinga... · 2012. 7. 6. · UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM 111111111 IIIIIUllntfllflllill 11111111111111 nlllllll1111

liefde tot eIkaar. Als eenpaar het samen door de jaren heen heeftvolgehouden, zie je met het toenemen van de jaren het seksueIe belevenvan de liefde zich steeds meer sublimeren naar een rijpe liefdevolle zorgvoor eIkaarmet een diep begrip en in grote verbondenheid. Het is danhelemaal met zo belangrijk of er al dan met nog gepaard wordt en hoedikwijIs en hoe leuk. Het is dit beeld van oudgeworden ouders dat eenjonge generatie kan boeien door zijn rijkdom van gevoeIsleven en dewaardigheid van zijn eenvoud.Het afnemen van libido en potentie wordt door veel ouderen dan waarlijkmet enkel als aftakeling ervaren, maar ook als een weldadige rust na hetvroeger vaak zo onstuimige spel van gevoekns. Het leven wordt ermakkelijker op. Het hoeft allemaal niet meer zo nodig. De angst van deman om 'niet klaar te komen' valt weg. Het ideaal 'om zo lang mogelijkpotent te blijven' kan bijgezet worden in de oneehte verzameling van dekunstmatige jong-doenerij met kleding, gedrag en plastisehe operaties omrimpels weg te nemen en borsten op te hangen.Ik vind weinig reden om trots te zijn op ouderdom, maar ook weinig redentot beklag. De oude dag komt met gebreken en het is vervalsing van defeiten om dat weg te moffelen. Als er reden is om je met te beklagen energens trots op te zijn dan is het om je slimme en handige, goedontwikkelde zelfzorg waarmee je de beperkingen moedig tegemoet treedten heel lang de baas blijft.Het beeld dat ik gesehetst heb is er een dat vaak voorkomt en min ofmeerdieht komt bij een ideaalbeeld. Dat wil met zeggen dat andere beIevingminder waard zou zijn of benepen of ongepast frivool. Laat ieder toch deruimte voor eigen invulling van de grote belevemssen van liefde, seksuali­teit en zorg. Anders ontstaat betutteling naar een ander uiterste toe.Jammer dat in dat aardige boek 'Leven met de jaren' de bijdrage overseksualiteit zo eenzijdig is in dit opzicht. 3. De kinderen

met bij de pakken neer te zitten. Een nieuwe partner? Waarom niet? Hetgaat toch op die leeftijd vooral om het wederzijdse zorgpatroon? Maar oh,wat is er nog veel dom vooroordeel, bij ouderen en ook bij de jongeren!Pastor Marinus van den Berg tekende het volgende gebeuren op in eengroepje bejaardenverzorgsters. Iemand in de groep vertelde:('Een halfjaar geleden belde mijn 82-jarige moeder op die in een verzorgingshuiswoont. Ze is al vele jaren weduwe. Ik merkte dat er wat was en hetklonkals het verhaal van een zestienjarige: Ik moet jullie wat vertellen, missebienvinden jullie het weI wat vreemd, maar ik heb iemand leren kennen. Hetwas even stil. Ik wist met zo gauw wat ik zeggen moest. Toen zei mijnmoeder aan de andere kant van de lijn: Maar we doen geen rare dingen.Daar keken ze toch weI van op in die groep! Er werd gepraat en gelaehen.'Er wordt op zuIke liefdes argwanend of afwijzend gereageerd. Ookouderen zeIf kunnen bier vaak maar moeilijk mee omgaan. Hier moet nogveel veranderen aan taboes en ook sehijnvroomheid en betutteling doorjongeren! Voor liefde en betrokkenheid tot een medemens is het nooit telaat! Een vrouw van 82 jaar heeft volgens de statistieken nog eenlevensverwachting van mim 5 jaar! Of het nu trouwen wordt of samenwo­nen of een 'lat-relatie' is etbisch niet erg relevant. Ret is beter om hetallereerst te beoordelen op bijvoorbeeld erfrecht-aspecten. Ais ziehvragen voordoen,kan men veel vinden (niet alles) in het boekje 'Nooit teoud voor liefde' door Kerekhoffs (what's in a name!), dat versehenen is inde serie pastorale handreiking bij uitgeverij Voorhoeve te Den Haag.')Ais seksualiteit grotendeels zijn betekems heeft verloren voor oudepartners, waarom zouden dan ook twee oudere vrouwen niet veel vakereen partnerschap aangaan? Zij horen immers vaak tot de grote groep vangedwongen alleenwonenden!

73ZELFZORG VOOR DE KWALITEIT VAN HE!' BESTAANZELFZORG VOOR DE KWALITEIT VAN HE!' BESTAAN72

.2. Een nieuwe partner?

Als je partner gestorven is enje alleen achterblijft, kan het rouwproees weleen of meer jaren duren eer de wond zich sluit. Het lidteken zal en mag eraltijd blijven maar het leven gaat verder. Volgens de levensverwaehtings­tabellen van het CBS heeft een Nederlandse man die 65 jaar oud isgeworden, gemiddeld nog 14 jaar voor de boeg en een vrouw van dieleeftijd nog 18,5jaar! Genoeg om nog een flink stuk toekomst te hebben en

De Amerikaanse psycholoog Maslow heeft in zijn bekende pyramide vanmenselijke waarden natuurlijk ook liefde een belangrijke plaats gegeven.Daarin heeft hij het geven van !iefde hoger gewaardeerd dan he_tontvangen. Voor ouderen zit daar een belangrijke aanwijzing in. Het blijktimmers keer op keer dat het vragen om aandacht en liefde, ook van jeeigen kinderen, weimg ziTI heeft. Liefde is met te koop; ze is metal<:rwiiig5aar en Je kunt er ook met om bede1en. Liefde ontstaat tussenmensen doordat ze geschonken wordt aan eIkaar op basis van de

Page 39: UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM nlllllll1111 III II 360000 … Hattinga... · 2012. 7. 6. · UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM 111111111 IIIIIUllntfllflllill 11111111111111 nlllllll1111

74 ZELFZORG VOOR DE KWALITEIT VAN HEr BESTAAN ZELFZORG VOOR DE KWALITEIT VAN HEr BESTAAN 75

';;

duizendvoudig verschillende prikkels die het geven van liefde uitlokken.Tussen ouders en kinderen bestond meestal een echte liefdesband toendie kinderen nog klein waren en afhankelijk. Maar dat wil niet zeggen datdie band vanzelf intact blijft als kinderen volwassen worden. IntegendeeI,liefde en haat liggen vlak tegen elkaar als twee kanten van een medaille.Vaak zal dan ook de band tussen ouders en kinderen verkoelen en ze kanoak weer warmer worden. Vooral als je ouder wordt is een goedeIjefdesband met je kinderen van grote emotionele waarde. Die band magdus best gecultiveerd worden. D,at gebeurt op een heel eenvoudigemanier: je kinderen nog alsmaar liefde blijven geven en zoeken naarmogelijkheden om ze goed te doen. Daar hoorfbemoeizucht engelijkheb­berij heel beslist niet bij. Maar van overgroot belang is in de eerste plaatseen echte warme eerlijke belangstelling voor ze. Voor hun tegenslagen en

....§."!!.£,cessen, voor hun zorgen en hun vakanties. Als ze bij je kunnen en willenkomen uitpraten, dan zit het goed. Ret ligt dan op onze weg om veel teluisteren en niet te gauw met allerlei adviezen te komen. Ook voor oudersgeldt dat ongevraagd advies aan hun kinderen vaak meer bederft danverenigt. AIleen wanneer kinderen zelf om advies vragen, moet het naarbeste weten gegeven worden onder uitdrukkelijk beding dat ze zelfmoeten beslissen enje het ook best vindt als ze je advies niet overnemen.Het opdringen van je eigen normen is een zekere methode om van elkaarte vervreemden. Want onze normen van netheid, gezinsopbouw, opvoe- ,

f ding, samenleven, luxe, enzovoorts, zijn vaak zo anders dat ze niet meerpassen op een jongere generatie. De Amerikaanse sociaal-psychiaterWatzlawick beschrijft het volgende verrukkelijke verhaaI.~'Een vader enmoeder kwamen elke paar weken op bezoek bij hun pasgetrouwdedochtcr.Hct ergerde ze mateloos dat het huis een troep was en deaanrecht beladen met een vaat van een week, terwijlhet leuke nieuweautootje bestofd en modderig in de tuin stond. Keet' op keer zei de moederenthousiast en vriendelijk: Zeg EIly, zal ik jou eens gezellig helpen en devaat eens lekker wassen? en dan zei de vader: en dan zal ikjouw autootjeeens een lekkere wasbeurt geven. Maar het jonge stel vond dat stierlijkvervelend want als ze werkelijk prijs op orde en netheid stelden, zouden zedaar zelf wel voor gezorgd hebben. De zorg van de ouders werd elke keergcvoeld als een stil verwijt aan hun levensstijI. Ze hielden best wel van diemensen maar hun vorm van liefde maakte ze stapelgek. Als ze weg warenkwam er heel wat ruzie uit voort en het jonge stel riep het advies vanWatzlawick in.i)Heel eenvoudig! De psychiater raadde aan om het

volgende te zeggen zodra de ouders weer kwamen. Hij: 'Ra pa, f~ndat jeer bent. Ik dachtzo, nou, mijn wagentje mag weI weer eens een flinkewasbeurt hebben'. En intussen zij: 'Dag moeder, ga je mee naar dekeuken, dan kan je een flinke vaat wassen. Dat doe je toch zo graag. Ik hebweI van een week bewaard!'. Resultaat: beide ouders perplex. 'Nou zeg,maar daarvoar zijn we niet gekomen! Nu goed dan, dim zet ik een lekkerkopje thee en gaan we gezellig wat kletsen'. Wat hebben ze gelachen metz'n vieren toen alIes werd uitgesproken.Maar niet overal heb je de beschikking over zulk een originele raadgeverals Watzlawick. Als je je kindereti liefde wilt geven is het niet genoeg omechte toewending voor ze te hebben vanuit je hart, maar het is dan ooknodig dat je je eigen normen niet op hen toepast, meer luistert dan overjezelfpraat en hen geen hulp opdringt waar ze niet om vragen. Een warmehartelijke liefdevolle relatie tussen ouders en kinderen is voor beidepartijen iets heelkostbaars en het is dus volop de moeite waard om daargrote zorg aan te besteden.

4. De kleinkinderen

Met kleinkinderen ligt het ~eer anders. In deze wereld met zijn talIozeprikkels, TV-kinderprogramma's en stripverhalen is de rol van grootou­ders in vergelijking met vroeger sterk verbleekt. Zij zijn niet meer devertellers van geheimzinnige sprookjes, van eeuwenoude verhalen en vangebeurtenissen uit hun lang vervlogen jeugd, niet meer de zangers van dehonderden kinderliedjes die vele geslachten v66r ons hebben gezongen.Ze horen er minder bij. Maar ouderen hebben weI nog altijd diebijzondere liefde voor hun kleinkinderen, die heel diepe wortels'heeft. Inhen herken je immers jezelf terug in je prille jeugdjaren. In hun warmevertrouwelijkheid beleef je de vitaliteit van jong leven. Ze lijken insommige opzichten op je, want ze 'hebben wat van je'. En niet zo weinigook! Een kwart van de genen, het erfelijke materiaal waaruit al decelkernen van hun lichaam bestaan,001svan jou afkomstig! Je leeft inwaaraclltige zi'iiffihenvoort~Ze zijn-een stukjeoJilie°twi~onsterfelijk­heid van je eigen persoon. Veel ouderen voelen bewust of onbewust diebindingen met hun kleinkinderen sterk aan.Maar ze zijn in deze sterk dynamische maatschappij zo ver van onsweggedreven. Bij een groot onderzoek naar mantelzorgers van ouderenmet toenemende handicap kwamen we slechts hoogst zelden de hulp van

Page 40: UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM nlllllll1111 III II 360000 … Hattinga... · 2012. 7. 6. · UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM 111111111 IIIIIUllntfllflllill 11111111111111 nlllllll1111

1. Een levensdoel

KDE LAATSTE 'SCHIL': EXISTENTrFU E ZEI,PZORQ

een kleinkind tegen voor bescheiden taken als boodschappen doen ofeenswat schoonmaken in huis of tuin van de grootouders. Jammer. Ouderskunnen daar iets aan proberen te doen als ze met de kleinkinderen in debuurt van grootouders wonen. Ook is er veel verdriet bij grootouders diehun kleinkinderen niet meer (mogen) zien nadat de ouders gescheidenzijn. Het overbruggen van de generatiekloof kan bevorderd worden doorgeschikte bejaardenhuisjes en flatjes in nieuwbouw- en renovatiewijken te'sprenkelen' tussen de gewone nieuwbouw. Dat is een advies vanuit degerontologie. Grootouders en kJeinkinderen worden dan tenminste nogbuurtbewoners. .. .

\

77ZELFZORG VOOR DE KWALITEIT VAN HEr BESTAAN

.gegeven zou zijn, is het toch weI een magere en trieste zaak, vergeleken bijde andere leeftijden. Daar zijn de doelen zo helder als kristal.In de jeugdjaren, de eerste fase, is het doel de groei en ontplooiing. Lerenop de scholen; 1eren door te spelen; leren door confrontatie met het leven.In de arbeidsfase, de volwassen jaren, de tweede, centrale fase van hetmensenbestaan, is het doel ook volstrekt duidelijk. Als we het ontdoen vanalle mooie verhullende woorden, gaat het altijd om geld en macht. Massa'sgeld bij de rijken; geld om van te kunnen leven en rondkomen bij demeesten. Macht in het groot bij politici, industrielen, magnaten en machtin het klein die uitgeoefend wordt in het huishouden als men in de grotemaatschappij machteloos is. Geld en macht hebben de begeerde nasleepvan weelde, status, namaak'chique', het yuppi-bestaan van de succes-manen de 'ster'.En dan onze derde levensfase? Is het dan werkelijk niets meer dannagenieten? Is het dan niets beters en hogers dan de strijd tegen~ftakelingJHoe redelijk deze doelen op zich ook zijn, het is toch eigenlijkniet veel meer dan 'tweede keuze', vergeleken met de twee voorgaande1evensfasen.Ligt er een rijker perspectief in die'existentiele zelfzorg'? Daar is veel overgedacht en geschreven. De Franse fllosoof Teilhard de Chardin heeft eengrote stoot gegeven met zijn nadenken over de verdere ontwikkeling vanhet mensdom. Is het niet het meest typische kenmerk van de mens dat hijeen bewustzijn heeft? Hij kan afstand nemen van de dingen, erovernadenken en hun mogelijkheden ontwikkelen, steeds verder tot erongelooflijke technologieen ontstaan, waar we nog iedere dag versteld vanstaan. Maar de mens kan bovendien afstand nemen van zichzelf en zijneigen bewustzijn bekijken. Net als met de dingen om hem heen kan hij ookzijn eigen bewustzijn verder ontwikkelen! Daar is rust voor nodig en stilte.Dat is veel moeilijker voor hen die beheerst worden door de jacht op gelden macht, of zeg maar gewoon, die in hun volwassen bestaan in beslaggenomen worden door hun verplichtingen, taken, werkzaamheden en dedaarbij noodzakelijke ontspanning om voort te kunnen.Voor ODS ouderen in de derde levensfase geldt die beklemming niet! Wijhebben de rijkdom van de tijd, om onsz~lfdie kostbaarheden te gunnen,die in onze maatschappij zo zeldzaam zijn geworden: stilte en rust. Sttlteen rust om iets mee te doen; om ons bewustzijn kans te bieden om zichzelfte beschouwen. Om de witte plekke'n in ons bestaan te ontdekken die wenooit eerder hebben ingevuld. Om op te houden methet wegmoffelen van

ZELFZORG VOOR DE KWALITEIT VAN HEr BESTAAN76

In de ouderdom komt er meer tijd tot nadenken. Het geheugen wordtmeestal wel minder, maar de geest kan in menig opzicht rijker en sterkerworden dan ooit. Ursula Lehr beschrijft in haar boek 'Psychologic van deouderdom' de vele onderzoekingen die in Bonn verricht zijn. Daar kwamfrappant uit tevoorschijn dat oudere mensen dikwijls beter in staat zijn danjongeren om meer abstract en dleper over de betekenis van hUn leven enbet leven in het algemeen na te denken. Daarmee komen we dan ook ophet laatste gebied van onze zelfzorg: het willen bezig zijn met diep teoverdenken, te ervaren en gevoelsmatig te doorgronden, de zin van onsleven en van alles om ons heen. Die hoogste en meest wezenlijke zelfzorgwordt daarom wel 'existentielezeIfzorg' genoemd (Hildebrand).Waarom leven wij eigenlijk in die derde levensfase. Heeft dat een doel?Als je met pensioen gaat lijkt het zo duidelijk: vakantie! Een vakantie diealsmaar niet ophoudt. Tot de dood toe! Je kan het ook~emen:werkeloos.Je bent uitje baan gezet omdatjongeren aan de beurt zijn. En de toekomstbetekent meestal toch een steeds minder kunnen?! Dan is\het enige waterop zit, nog zoveel mogelijk profiteren van de welvaart, zolangje nog kan.Geniet ervan. De wereld is een grote kermis met draaimolens, snoep- endranktenten en verderop het knallen in de schiettenten, maar daar gaanwe niet naar toe. Is dat het dan? Lol, afleiding, reisjes, plezier tot het op isen de aftakeling ons in bed jaagt als een wrak. Alsjeblieft een spuit nu, wantlijden hoort er niet bij! Ais daarmee heel dezin van onze derde levensfase

Page 41: UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM nlllllll1111 III II 360000 … Hattinga... · 2012. 7. 6. · UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM 111111111 IIIIIUllntfllflllill 11111111111111 nlllllll1111

78 ZELFZORG VOOR DE KWALITEIT VAN HEr BESTAAN'\

ZELFZORG VOOR DE KWALITEIT VAN HEr BESTAAN 79

2. De voltooiing

3. Een toekomst als ondere

Nu het 'oudere'-zijn vaak al met 55 of 60 jaar begint, is de levensverwach­ting in de derde Ievensfase gemiddeld een twintigtal jaren! Om de eigengemiddelde kans op diverse leeftijden te weten, heeft het CBS de volgendetabel gemaakt:

Ret wi! niet zeggen dat je recht op die jaren hebt, maar dat je kans· diegrootte-orde heeft (voor iedereen die langer leeft dan het gemiddelde gaateen ander eerder dood).De meeste ouderen hebben dus een zee van tijd voor zich. Een zee vanverveling met hier en daar wat 'afleiding' en dan maar wachten op de dood.Dat is het meest bedroevende negatieve toekomstperspectief dat denk­baar is. Zelf kan een mens aan die toekomst een positieve gestalte geven.Er zijn al verscheidene symposia gewijd geweest aan 'de toekomst van hetoud worden' en steeds komen daar gelijkluidende conclusies uit: maakwat

31,218,2

7,9

25,913,7

6,2.

gem. levensverwachting in jaren (in 1985)mannen vrouwen

leeftijd

50,565,580,5

dingen. Maar de keuze hoeft helemaal niet gemaakt te worden, want hetverdere leven is geen of/of, maar ook hier weer en/en. En de 'kermis vande welvaart', en de stilte van de voltooiing. Wat kan er bij.dat voltooien zoalonze zorg vragen? Als ik dat overdenk wi! ik graag de volgendeonderwerpen aan de orde steIlen, niet omdat ze de enige zijn, maar omdatze voor haast iedereen geldeD., die zich waarachtig wi! verdiepen in delaatste zin en betekenis van vele dingen en vooral van zichzelf:- een toekomst als oudere,- verwachting en vervuI1ing,- welvaart en welzijn,- emotioneel conflict,

geloven,- zorg rond het levenseinde,- en dan?,- schokkende gedachten.

gedachten en feiten die 008 niet aanstaan. Om de conflicten die inonsIeven nog bestaan eens opnieuw te bekijken met de milde blik van eengrotere me08elijke rijping. Om de schoonheid van natuur en kunst eensrustig en intens waar te nemen. Ret is bekend dat mensen die viak voorhun sterven staan, alles om zich heen vaak met een grote gretigheidenintensiteit in zich opnemen. Waarom zouden we dat niet nn al proberen.Er is tijd om te mediteren en tijd zelfs om te bidden. Tijd om te lezen envan een gedicht te genieten en bovenal tijd om ernaar uit te zien wat je nogvoor anderen kunt betekenen. Kortom, het doel van de derde levensfasetekent zicb af, gevangen in een enkel woord: 9f1. voltooiing.

\

De schets van 008 'levens-schilderij' hebben we in onze jeugd opgezet enze is in forse kleuren krachtig uitgewerkt in ons volwassen bestaan. Ret iseen klein of een groot schilderij geworden en er kan van aIles opstaan,maar dat doet er nu niet meer toe. Nu gaat het er nog om het af te werken,het te voltooien door nog witte plekken in te vullen en overbodigheden wegte werken. Menig detail kan verder worden verfijnd en de kIeuren kunnendieper worden. Een kostelijke opgave voor wie er de smaak van te pakkenkrijgt.De dieren zitten niet met zulke vragen. Wij hebben er onherroepelijk meete maken, juist omdat we mens zijn. Als we in onszelf bereid zijn om stiltete kiezen om te kunnen denken en om te proberen voor onze eigenvoltooiing te zorgen, zijn we minder dier en meer mens! Dat is trouwenspas echte gezondheid in de volle zin van het woord, en niet aIleen maar 'hetontbreken van ziekte'.(Ret is zoals mijn vriend Jan Piet Kuiper, hoogleraaraan de Vrije Universiteit van Amsterdam het omschreef: 'Gezondheid is

.Eet op weg zijn naar de aanvaarding van eigen Ieven en eigen dood, daarbiigroeiend in vermogen om de grenzen van het individuele bestaan in Iiefde

jeOVCfSclirijden'. Sommigen-zu:iIen zeggen: 'elitair verhaaltje', vooral alsze weinig zijn omgegaan met mensen die dichtbij hun sterven stonden)Maar de vraag is wel redelijk: 'Moet dit nou zo nodig voor iedereen?'Welnee! Laat niemand zich schuidig voelen die er gewoon geen zin inheeft. Jammer dan. Moeten we ophouden met het weIvaartsfeest? Mogenwe geen 'afleiding' meer? Precies, daar zit het hem in! Afleiding,amusement, gezellig kletsen, kaartje leggen, borreltje drinken, voor de TVplakken. Als dat het aileen maar is, dan worden we afgeleid van de grote

Page 42: UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM nlllllll1111 III II 360000 … Hattinga... · 2012. 7. 6. · UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM 111111111 IIIIIUllntfllflllill 11111111111111 nlllllll1111

80 ZELFZORG VOOR DE KWALITEIT VAN HET BESTAAN ZELFZORG VOOR DE KWALITEIT VAN HET BESTAAN 81

III

!

I!

van die derde levensfase. Blijf Diet ronddwalen in het struikgewas van jeherinneringen of rondhangen op de kermis van alledaagse verstrooiing. Eris nog zoveel te doen! Boeken te over die informatie geven over allerleihobbies en activiteiten, zodat we er hier Diet verder op behoeven in tegaan. Maar vooral: ,er is aan ons bestaan nog zoveel te voltooien en daargaan de volgende bladzijden over.

4. Verwachting en vervuIling

Als we onze verwachtingen hoog stellen en we hebben zelf voor een grootdeel de mogelijkheden in de hand om ze te ver\ullen, dan leiden hogeverwachtingen vaak tot grote inzet en krachtsinspanning met mooieresultaten. Voor ouderen ligt dat anders.AIs je verwachting op Diets berust, of is aap.gepraat door een politiekepartij, of aIleen maar berust op een vaag idee van eindeloze 'vooruitgang',is de kans groot dat de vervulling tegenvalt. Dat maakt mensen ontevre­den. Hoe hoger je verwachtingen, hoe meer kans dat de vervulling veellager uitvalt. Nog groter ontevredenheid dus. Veel beter is het omverwachtingen laag te steIlen, dan kan de feitelijke vervulling ook niettegenvallen. Grote staatslieden als Churchill wisten dat heel goed. In 1940zei hij tot het Britse volk:'het eDige dat ik te bieden heb is bloed, zweet entranen'. En wilt hebben ze zich ingespannen en veel bereikt.Menig huwelijk ging kapot omdat de partners er veel te hoge verwachtin­gen van hadden en door 'rozegeur en maneschijn' Diet heengekekenhadden naar het saaie leven van alledag, de tekortkomingen en detegenslagen. En dan de verwachtingen in onze weIvaartstaat van dezestiger en zeventiger jaren! Velen verwachtten jaarlijks een toename vanhun loon met een aantal procenten. Dat gebeurde ook en toen verwachttemen jaarlijks toename van die toename! Toener eenbescheiden deuk inde economie kwam, was het Diet de feitelijke levensstandaard die echtachteruit ging, maar de hoog opgeschroefde verwachting kwam Diet uit.De grootste onvrede kon zo ontstaan bij de grootste welvaart. AIs ouderenmogen wij de wijsheid bezitten om er gewoon zeIf voor te zorgen dat wijonze verwachtingen Diet opschroeven of door anderen te hoog latenopjutten. Het opkloppenvan de ouderdom als zulk een enorm leuke enfijne levensfase smeekt eenvoudig om teleurstelling.Dieht bij het evenwicht tussen verwachting en vervulling ligt dat tussenwillen en kunnen. Hoe meer we willen wat we Diet (meer) kunnen, hoe

I,

meer we het gevoeI van tekortschieten en aftakeling bij onszelfversterken.Dat geeft weer schuldgevoelens die op een of andere manier verwerktmoeten worden. Of het leidt tot depressie waardoor we nog veel mindergaan uitvoeren, zelfs van alles wat we nog best zouden kunnen.

5. Welvaarf en welzijn j

Zo vaak ontmoet ik eindeloos kankerende ouderen die zich diepontevreden voeIen met alles: met de koffie die duur is, of altijd even slechtals men in eeJ;1 inrichting verblijft; met de hulpverleners waar van alles aanmankeert; met de regering die erop uit is om je te plukken en te villen; metde jeugd die God noch gebod kent, en ga maar door.Wie in~de sociale geschiedeDis duikt komt al gauw te weten dat bejaardennooit'en te Dimmer in het verleden het over de hele linie zo goed gehadhebben als nu. am onze AOW te kunnen uitbetalen wordt door hetNederlandse yolk heel wat aan zweetdruppeIs gestort! Onze eigen zorgvoor wat meer tevredenheid zal het levensgeluk van veel ouderen kunnenverhogen, hun geloofwaardigheid en redelijkheid vergroten en de relaties,met de werketiae-'generatie ten goede komen. De idee die ik vaak'tegenkwam: 'Wij ouderenhebben in de zestiger en zeventiger jaren zelfdie welvaart gemaakt en nu hebben we recht op de vruchten'. Kom nou!De welvaartsgolf was het meestal die ons gemaakt heeft en van devruchten profiteerden we vaak al een kwart eeuw!

6. Het emotionele spanningsveld

Het is onfatsoenlijk in onze Westerse samenleving om emoties te hebben.Als een man huilt in gezelschap weet Diemand zich een houding te gevenen iedereen vindt het afschuwelijk. AIs een vrOUW bij een uitvaart luidekreten van verdriet zou slaken vinden we dat 'onbeheerst' en zouden weons geen raad weten. Precies! Emoties horen bij ons 'beheerst' te worden.Je leert dat al van jongs af. 'Beheers je alsjeblieft eenbeetje zeg. Je moetflink zijn'. AI die onderdrukking heeft vaak geleid tot sterke psychischespanningen en emotionele conflicten die met man en macht onderdruktmoesten worden. Als een epidemie van geestelijke stoornis, werd neuroseen neurotisch gedrag een verbreide kwelling in onze westerse samenle­ving. Hoeveel mensen worden er weI geplaagd door dwangmatig hande­len!

Page 43: UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM nlllllll1111 III II 360000 … Hattinga... · 2012. 7. 6. · UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM 111111111 IIIIIUllntfllflllill 11111111111111 nlllllll1111

82 ZELFZORG VOOR DEKWALIlEIT VAN Her BESI'AAN ZELFZORG VOOR DE KWALIlEIT VAN HEr BESI'AAN 83

I

II

Gelukkig breekt het inzicht door dat onderdrukking van emoties en lusteneen verkeerde cultuur is geweest. We moeten ze ook niet zonder meer devrije loop laten, maar aanvaarden dat ze er nu eenmaal zijn, en leren ommet ze te 'onderhandelen'. De cuItuur-psycholoog Prof. Han Fortmannschrijft in zijn boek 'Heel de mens': 'want verdringen van ooze donkerezijde helpt even weinig als iemand te onthoofden omdat hij last vanmigraine heeft'. Laatje emoties voor een veel groter stuk vrijl Eens 'flinkjanken' doet een mens goed. Het is als het doorspoelen van je 'psychischetoilet'. Lusten kunnen gesublimeerd worden door ze over te hevelen naarandere, meer acceptabele niveaus van lustbevr~diging. Fortmann's raadom je leven ook vanuit diepere lagen gestalte t' geven is een prachtigezelfzorg-opgave die veel mensen geholpen heeft.

7. Geloven ,

Geloven doet iedereen! De een gelooft in zichzelf, de ander in eenideologie, een derde gelooft in de toekomst en ga zo maar door. Maar hierwil ik het hebben over 'Het Geloven': verrijzenis uit de dood, eeuwigpersoonlijk bestaan, God.Afgemeten aan het zogenaamde k~rkelijke leven, is in Nederland dezegelovigheid sterk afgenomen. Toen de wetenschappen steeds meeronthulden over ons leven, ooze wereld, het heelal, zag het ernaar uit dat dekerken ons zoetgehouden hadden met sprookjes over schepping, hemel,hel, eeuwigheid en tenslotte God. Met verbijstering nemen we voortdu­rend kennis van de macht van de mens over de natuur. Geheim na geheimwordt ontsluierd. Van chemische verbinding naar molecuul, naar atoom,maar proton, elektron, charm, het oneindig kleine. En ook van onze aarde,de planeten, ons zonnestelsel, de melkweg, miljarden melkwegen, ont-

. staan en vergaan van sterren, de 'big bang', deoneindigheid van het heelal.En nergens is God te vinden!Is hij werkelijk dood? Het verstand staat stileMaar het hart is niet onder de indruk! Dat vraagt om andere oneindig­heden. Het kent goedheid en liefde met al zijn aardse beperking en hethunkert naar hun uitersten, oneindige goedheid, oneindige liefde. Wekennen onrechtvaardigheid, openlijk en geheim en we hopen vanuit eenoer-instinct op uiteindelijke gerechtigheid die ooit al het goede zallonenen al het kwade bestraffen. We kennen maar al te goed de grens van dedood, maar hopen en verlangen dat over die grens (:en onvoorstelbaarmaar beloofd land moet liggen.

Niemand weet dat het er is, maar er is ook niemand die weet dat het er nietis. Hier begint de wereld van geloven die besloten ligt in het mensenhart.Geloven is er in de wereld overal en in aIle tijden· geweest:- als verklaring van de verschijnselen in de natuur, die zich aandienden als

geheimen.als zingeving aan leven en sterven van de mens,

- als pakket van gedragsnormen,- maar bovenal om uiteindelijk voor een onmetelijke Grootheid voor

altijd vol eerbied ons hoofd te mogen buigen in dankbare verrukteaanbidding.

Daar is vreselijk mee geprutst. We hebben bij dat geloven ons veel te langmet kletspraat tevreden gesteld. Het begrip eeuwigheid hebben we onssteeds voorgesteld als een alsmaar langer durende tijd. Het begrip 'heme!'gaven we een plaats en weI 'boven', maar dat klopt helemaal niet met hetbeeld van een oneindige en onveranderlijke Godheid. Het gaat om totaalandere categorieen dan die wij kennen van deze wereld. God is slechtsdenkbaar als we ooze begrippen 'tijd' en 'ruimte' laten varen. Er is in hetbegrip eeuwigheid geen 'nu' en 'straks'. En omdat er geen nu en straksbestaat, kan er ook geen verandering bestaan, want veranderen betekentdat het nu 'zus' is en straks 'zo'. Als er geen begrip 'ruimte' bestaat, is erook geen hier of daar.Omdat het geheel buiten ons voorstellingsvermogen ligt, kunnen wij onseen persoonlijk bestaan na de dood in die totaal andere bestaanswijze inGod ook helemaal niet indenken. Voor wie erin geloven kan, gaat bet omzo ondoorgrondeliik geheimenis dat geloven aIleen maar kan zijn, een zichnederig buigen voor de Onuitspreekbare. Christus' Openbaring, als eenbrug tussen die twee werelden, moest verwoord worden in de woorden enbeelden van mensen. Van toen, en voorzichtig en eerbiedig vertaald, naarmensen van nu.

In alle religies is rond het centrale gegeven een grotere of kleinerehoeveelheid gedragsregels geweven die helderheid moeten scheppen over'goed en kwaad'. Vaak zijn zulke regels misbruikt om macht te krijgen overde medemens door tijdelijke en plaatsgebonden wetten te verkondigen alseeuwige en universele wetten en ze vervolgens in eindeloze casulstiek tegaan uitsplitsen tot er een dicht woud van pietluttige geboden en verboden'overbleef. Het zicht op geloven werd dan behoorlijk verduisterd!

Page 44: UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM nlllllll1111 III II 360000 … Hattinga... · 2012. 7. 6. · UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM 111111111 IIIIIUllntfllflllill 11111111111111 nlllllll1111

.):

I 84 ZELFZORG VOOR DE KWALITEIT VAN HEr BESrAAN ZELFZORG VOOR DE KWALITEIT VAN HEf BESTAAN 85J

Te kunnen geloven is een groot geschenk van barmhartigheid. Ik heb alsarts vroeger honderden malen een sterfbed meegemaakt. Het waren de .oude diepgelovige mensen die met een vaak ontroerend gemak hun levenals het ware 'uit handen' gaven. Religie, men kan het natllurlijk verachte­lijk wegsmijten als een versleten vod uit een verleden tijd. Men kan ervoorvluchten zoals velen vluchtten in de gedachte aan sterven en dood: 'Toezeg, weet je niks gezelligers om over te praten?'. Maar iemand diewaarachtige zorg heeftvoor de voltooiing van zijn bestaande~~e;dingen dan. aan doperwtjes, schoonmaakmiddelen en bridge-kaar~-

Daar denk je dan 66k over nat Is het niet tekenend voor onzematerialistische tijd, dat die zorg zich meestal uitsluitend beperkt tot hetsluiten van een uitvaartverzekering en bij aanwezigheid van goederen, deerfrechtelijke regeling daarvan door middel van testament en codicils. Datis aIlemaal heel nuttig, maar er zijn toch weI belangrijker dingen om ooktijdig bij sill te staan en voor te zorgen. Vroeger had men er meer begripvoor dat oude mensen geleerd hadden om te sterven. Ze hadden stap voorstap al heel veel ingeleverd. Een volwassene is immers al 'gestorven' aanzijn. kinderjaren. Zijn jeugd met zijn speelsheid, bnschuld, vanzelfspre­kendheid en luchtkastelen is dood. Een lege plek vol weemoed blijft in jeleven achter. Dat beetje bij beetje afsterven, inleveren van stukken vanjebestaan, gaat het hele leven door. Een vrouw rond 50 jaar sterft aan haarvruchtbaarheid, onze schoonheid en kracht van .lichaamsbouw, gezicht,gave huid wordt beetje bij beetje ingeleverd. Wie met 60 of 65 jaar metpensioen wordt gestuurd, sterft aan zijn baan!Zo verliezen we stap voor stap een stuk van ons leven, ook als kinderen vanons heengaan door de dood, maar ook een beetje door vertrek uit huis enzeker als ze zich vanje afwenden. In de hogere ouderdom lever je stukje bijbeetjc nog veel meer in: je gezichtsvermogen en gehoor kan minderen, jebeweeglijkheid, je geheugen, je verstand. Het sterven is niet meer dan hetlaatste wat dan nog ingeleverd kan worden: de rest van je leven. Eenschrale troost misschien maar bij nader inzien toch niet gering, want jebent oud mogen worden. Ik heb in mijn hele leven maar twee patienten opeen verschrikkelijke manier zien sterven. Allebei waren het mannen in hetbegin van hun vijftiger jaren die elk net de top hadden bereikt. De een wasals jongmaatje begonnen en hij had net de lange klim voltooid naar de post

8. Zelfzorg rond het levenseinde \

van directeur van zijn fIrma. De andere precies zo, toen ze beiden doorkanker werden geveld.Maar als oude mensen sterven hebben ze vaak de troost van de afrondingvan hun leven. Het is goed zo! Haast steeds zie ik rust komen en zich erbijneerleggen. Een mens is er 'klaar' voor.Waarom hier schrijven over zo'n'akelig' onderwerp? Omdat de dood niet langer meer taboe is en het duskan zonder te schokken. Maar vooral omdat de stervenservaringenbespreekbaar enbeschrijfbaar zijn geworden en grote troost en informatiekunnen geven. Prachtigvind ik eri Stellweg's stervensverhaal 'Deze aardeverlaten' van uitgeverij Ambo uit 1975; of het ontroerende boekje datAnne Philipe schreef over het sterven van haar man 'Niet meer dan eenademtocht' van uitgeverij Bruna uit 1971; of Renate Rubinstein's 'Nee hebje' over haar chronische dodelijke ziekte, uitgeverij Meulenhoff, 1985. Erzijn er nog veel meer te noemen. Wie bij dit aIles tijdig stilstaat, wordt doorhet sterven van een dierbare of bij de mededeling van eigen aanstaandedood niet onverwacht getroffen als door een bliksem.Bij een sterven zijn meer mensen betrokken dan aIleen de stervende. Deachterblijvenden krijgen een rouwproces te verwerken. Moet het dan nieteen echt geweldig punt van zorg zijn voor ons aIlen om die laatste fasesamen zo door te maken dat zowel stervende als later de rouwenden daarveel steun uit ontvilngen? We weten nu uit ervaring dat, als het enigszinskan, het sterven thuis in de vertrouwde omgeving, grote voorkeur verdient.Een paar citaten uit het boekje van Cri Stellweg: 'Bij jullie zitten!Aangekleed en weI. AI is het maar een half uurtje iedere dag.' 'Ik wit julliedicht bij me hebben. Ik ben teveel aIleen geweest. Wou aIleen zijno' En dande echtgenote die weer haar draai krijgt als haar man thuis is en ze watdoen kan. Ze komt haar dagen door met nog een beetje voor hem tezargen! Zorgen, dat heerlijke zorgen dat als een melodie van de liefde istussen twee mensen die van elkaar houden.AlS de dood nadert verdiepen zich vaak de belevenissen. De herinneringenlichten op als kristaI. De vreugde om de doodgewone dingen als eenboterham, een bloem, het morgenlicht. Het is bij het verlaten dat we deverbijsterende schoonheid van deze aarde soms het diepst ervaren.Bezig blijven; erbij blijven, zolang het maar enigszins kan, dat is voor veelstervenden een goede weg. Ik hoop dat vee! mensen het de Vlaamseschrijver Felix Timmermans mogen nazeggen:

Page 45: UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM nlllllll1111 III II 360000 … Hattinga... · 2012. 7. 6. · UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM 111111111 IIIIIUllntfllflllill 11111111111111 nlllllll1111

86 ZELFZORG VOOR DE KWALITEIT VAN HEr BESTAAN ZELFZORG VOOR DE KWALITEIT VAN HEr BESTAAN 87

, I

'Ik ben de steenen pijpdie elk uur breken kanen elken dag voor Ueen nieuwe zeepbel blaast'.

9. En dan?

'Het is gebeurd; ze is dood. Morsdood! Nee, denk ik! Niet voor de dodezelf en niet voor de nabestaanden. Er is nog het lijk. Dat moet toch'opgeruimd' worden? Verbrand of begraven. Maar is het daarmee uit?Is het lijk een nutteloos restant? Het is toch het\allermeest persoonlijkedat van deze levende voor ons is overgebleven! Als het totaal verdwenen is,door crematie enuitstrooiing in zee, heeft mijn verdriet geen ankerplaatsmeer. Ik kan haar nergens meer vinden en overal waar ik zoek vind ik haarleegte.Een moeder bewaart de haarlok van haar kleuter. Het eerste schoentjewordt in brons vereeuwigd. Maar het lichaam dat zolang en zo dicht bij mijis geweest, heb ik laten 'weggooien'.Met die dood is het niet opgehouden. De herinneringen vullen mijn hoofd.Haar en mijn kinderen gaan dezelfde wegen. Haar dingen zijn mijdierbaar. Haar grafbezoek ik om er te mijmeren en om te bidden en omvoor haar nog een beetje te zorgen als ik de bladeren wegveeg en debegonia's plant langs de rand.'

Een urn of een graf kan een kostbaarheid zijn om de rouw te kunnenverwerken. Eeuw na eeuw hebben mensen hun tekens gel'la~st op deg:aven van hen die ze liefhadden ofdie bewonderd werden. De dode houdtzijn eigen plekje op deze aarde. Wij betwisten het hem niet omdat we opdie grond een koe willen laten lopen, of er zo nodig nog meer mms op .verbouwen of er nog een weg of een pretpark bij willen maken. Urnen engraven in eindeloze variatie tussen oud geboomte zijn het grote verhaalvan vroeger. Niet het afstandelijke boekje, maar de echte ontmoeting.Hier vindt een mens de zeldzaamste waarden die in deze drukte haastverdwenen zijn: rust,stilte, afstand tot je eigen bestaan nemen, nadenken,relativeren. Hier zijn de vogels naartoe gevlucht en groeien nog zeldzameplanten. Hier wacht de verwondering om elke hoek. De steles en zerkenvan vroeger dragen de geheimtaal van de symbolen die wij vergeten :4.i!Sgetuigen van geloof, van verwachting, hoo~!!.stit:!g, lijd~ moed,

dankbaarheid, die woordeloos ruimte laten voor debloei van ons gemoedzonder het te beknellen in teksten.

Toen de dood nog taboe was, werd het kerkhofveracht. De kortzichtigheidvan bestuurders legde er het dictaat van de geestdodende uniformiteitoverheen. Om urnen te plaatsen was er niet meer geld dan voor eenfietsenhok.De laatste tijd gaat men de zorg rond het einde weer in zijn waardeherkennen. In de kranten en tijdschriften zijn dood, rouw, urn en grafweerteruggekomen in de aandacht. Er moet heel wat hersteld worden, want vaneen gave troostrijke cultuur rond dood en rustplaats is veel teloor gegaan.In 1986 is in het leven geroepen 'de Terebinth, Stichting tot herstel vanzorg rond dood en rustplaats', adres: Postbus 1218,9701 BE Groningen.Als je als oudere een uitvaart hebt bijgewoond, denk je weleens bij jezelf:'hoe zou ik willen dat het met mij gebeurt?'. Je kan dan informatiesinwinnen bij uitvaartverzekering of een uitvaartcentrum. Er wordt Daarhet oordeel van de mensen die daar jaren werken, tegenwoordig weer veelmakkelijker en vrijer over gepraat. Er zijn tal van mogelijkheden. 'Het kanmij geen bliksem schelen wat ze met me doen nadat ik ben uitgestapt',hoor je weleens zeggen. Maar is het niet de moeite waard om ook eens nate gaan hoe je latere nabestaimden erover denken! Het is straks hun rouw!Welke vrijheid van keuze biedt uw verzekering? Wilt u begrafenis ofcrematie. Moet in dat laatste geval de as worden uitgestrooid of liever ineen urn in een colombarium geplaatst. Hoe denken partner en/ofkinderen daarover. Is er een adreslijst voor het toesturen van rouwcirculai­res? Aan wie moet er kennis worden gegeven van het overlijden? Moetener advertenties geplaatst worden? Aan wie moet de zorg voor de uitvaartworden toevertrouwd? WeI of geen kerkdienst? Door wie bij voorkeur?,enzovoorts. Daar kan je toch maar niet ineens zonder meer je nabestaan­den mee opzadelen! Als die worden overvallen door de dood van eendierbaar naast familielid is het vreselijk moeilijk voor ze.Wie graag echt orde wil stellen op deze Zaken, doet er verstandig aan om,behalve het maken van een testament en eventuele codicils aangaande hetbezit, ook iemand aan te wijzen die de zorg voor deuitvaart op zich zalnemen (per handgeschreven codicil) en voorts zelf de verlangde gang vanzaken vast te leggen in een wilsbeschikking. Die kan bij .een notarisgedeponeerd worden. AIle stukken moeten in 66I.l map bij elkaargehouden worden. Er zijn verzekeringen waarbij men een formulier voor

Page 46: UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM nlllllll1111 III II 360000 … Hattinga... · 2012. 7. 6. · UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM 111111111 IIIIIUllntfllflllill 11111111111111 nlllllll1111

88 ZELFZORG VOOR DE KWALITEIT VAN HEr BESTAAN ZELFZORG VOOR DE KWALlTEIT VAN HET BESfAAN 89

zuIk een wilsbeschikking kan krijgen (bijvoorbeeld 'de Facultatieve',Postbus 80532, Den Haag), eli waar die na invulling geregistreerd kanworden.

10. Schokkende gedachten

In de filosofie zijIi beel de twintigste eeuw krachtige stromingen ontstaandie zich beziggebouden bebben met de diepste betekenissen van hetzorgen; van zelfzorg, van zorg voor de ander. We mogen daar aan bet slotvan dit boofdstuk niet aan voorbijgaan. Zorg is geen vrijblijvend bezigzijnin de marge van bet bestaan, maar vormt er qe kArn van. Het is vooraI defenomenoloog Heidegger geweest, die al in de twintiger jaren van dezeeeuw met zijn standaardwerk 'Sein und Zeit' grote diepte beeft bereikt inde vragen van de zelfzorg. Hij ontwaart bij zijn analyse allerlei vormen vanzijn. In de eerste plaats wordt bet zijn gekenmerkt door bet in-de-wereId­zijn. De mens is 'in de wereld geworpen', betgeen betekent dat hij, met zijrispecifieke erfelijke en sociale gegevenheden, moet leven in de wereId zoalshij die aantreft. Of ze bem past wordt bem niet gevraagd. Hij moet erinleven, of bij wil of met. Erg belangrijk is, dat bet zijn-in-de-wereld eenvoortdurend kunnen zijn is, oftewel DOg Diet zijD wat de mens later weIkan worden. Dat kunnen zijn is dus niets anders dan de mogelijkbeid (enopgave, zorgvolle opgave) tot realisatie van zijn eigen unieke menselijkeontwerp.Zo is, door bet kunnen zijn, de zorg tot verwerkelijking wezenselement vanbet zijn zelf geworden. Echt mens zijn is niet mogelijk zonder dezebekommering, impliciet of expliciet doorleefd, waarmee de mens gecon­fronteerd wordt als opgave. Het kunnen zijn is dus op zicb zorg. Deze isgeen automatisme, geen gedetermineerd proces zoals bet kunnen zijn vaneen eikel, die alleen maar een eik kan worden of vergaan.Deze bekommeringen van de mens die zicb omzet in bandeIen, op beteigenlijke niveau van zijn mens-zijn, is de uitvoering van bet zelfontwerpvan de mens. Bij Heidegger vallen menselijk bestaan en zorg dus samen.Het woord zelfzorg vindt Heidegger dan ook 'dubbelop'. Het woord zorgomvat in zijn fIlosofie bet totaal: verleden, beden en toekomst van bet in­de-wereld-zijn. Heideggers analyse van de zorg voor persoonlijke ont­plooiing van een mens belicht echter bijna uitsluitend de individuele mens.Maar de mens is een sociaal wezen. Hij voltrekt zijn eigen menswordingmet en door de andere mens.

In recentere fJ.1osofische stromingen komt de betekems van 'de ander'sterk naar voren. Habermas vindt zelfzorg in laatste instantie met alleenzorg voor zelf-bestemming, maar ook zorg voor 'mee-bestemmen'. Datboudt een deelhebben in aan de mogelijkheden van de gemeenscbap enaan haar besluitvorming. De zorg van de mens is daarmee noodzakelijker­wijs ook gei-icbt op bet welzijn van de ander.Ook de oudere moet zorgen dat hij meedoet en meebeslissen kan over dezaken van maatscbappij en algemeen belang, en niet enkel zijn eigengescheiden deeltje daarvan. Wij moeten ons daarin niet laten ontmoedi­gen met dooddoeners als 'Bemoei je er niet meer mee', of 'Laat bet noueens aan anderen Gongeren) over', of 'Pas op jezelf! Je maakt je te druk'.Dat zijn benaderingen die ertoe bijdragen om de ouderen in de apartheidte drijven; ben verantwoordelijkbeid af te nemen en ze tenslotte tot eenprobleem te verklaren. 'Ret Bejaarden Probleem'.

Veel verder nog gaat de befaamde Franse fJ.1osoof Emanuel Levinas,boogleraar in de fIlosofie aan de Sorbonne te Parijs en eredoctor van deRijksuniversiteit te Leiden. 'Nooit van geboorq' zegt menigeen, terwijliedereen de gekke-bekkentrekker Andre van Duin kent, Kijk! Dan is bytevenwicbt tussen 'kermis' en 'bumaniteit' tocb eenaardig eind zoek!Niemand boeft zo nodig de werken van Levinas te bestuderen. Ik vind zerazend moeilijk en. moet zijn teksten drie keer overlezen voor ze tebegrijpen. Maar zijn boodschap zou weI in ieders oren moeten klinken!Rij ziet de ander als 'ik'. Je vervangt als bet ware de ander door je eigenzeIf! In bern of baar ~er~e..~__kje eigen zorgen, lusteI.!, sp~nnjE:~_.

teleurstellingen en vreugden. In bet gezicht van de ander spiegelen zicb de!!~~~~-;a!U~~~~~}1Y~~bl!..ar!J.eid.Vanuit zuIk een waaracbtige 'verVan­ging', substitutie, van de ander door mijzelf kom' ik tot de meestfundamentc1e menselijke relatie en tot het diepste begrip van bet bestaanvan de ander. En allesb~~en hetekent alles v~~ven! Zo kan Levinasals jood, zelfs een menselijke brug slaan naar een moordende SS-er in eenconcentratiekamp!In deze diepten van denken bereikt het begrip zelfzorg zijn uiterstegrenzen. Het wordt belder dat bet met gaat om een egoistiscb bezigzijnmet jezelf, maar om een E[ootse opgave om in alles meer mens te worden,dus ook meer medemeDS. Zonder bet volgende boofdstuk over mantelzorgzou dit boek dan ook hinken op een been. Want gave zelfzorg slmt in, datmen intens met anderen communiceert en zorg uitwisselt. Een sterk en,

Page 47: UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM nlllllll1111 III II 360000 … Hattinga... · 2012. 7. 6. · UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM 111111111 IIIIIUllntfllflllill 11111111111111 nlllllll1111

90 ZELFZORG VOOR DE KWALrrnIT VAN HEr BESTAAN

III

fijn spinsel van 'zorgdraden' tussen mensen die bij elkaar horen: mantel­zorg.

\

4. MANTELZORG

1. RET SIMPELE ZORGEN

'Greetje doe je mantel aan', roept moeder, 'het is veel te koud'. Letterlijke'mantel'zorg! Een kleinigheid die tien seconden kost. Kan Greetje er Dietzelf op letten, want ze is al14 jaar? Jawel, maar ze vergat het, en dat terwijlze met haar astmatische aanleg zo vatbaar is voor kouvatten en bronchitismet wekenlange nasleep van thuis ziek liggen. Een typisch voorbeeld. Dezorg van de moeder was in tijd en inspanning maar een kleinigheid, maarvoor de dochter had dat kleine zorgje overgrote betekenis. Zo is het vaakmet mantelzorg.

In een gewone huishoud-situatie van twee of meer mensen kan je hetfunctioneren van mantelzorg het beste bekijken. Allereerst is er dewerkverdeling, waarbij ieder lid een deel van de zorg vanzelfsprekenduitvoert. Men zorgt voorelkaar en zichzelf in een meestal evenwichtigweefsel van kleine taken: boodschappen doen, eten koken, schoonhouden,kindcren aan- en uitkleden, de was doen, maar ook aanspraak, informatie,gezelligheid, comfort, veiligheid, sociale controle en ga maar door. Datalles is in het dagelijks leven z6 vanzelfsprekend dat er geen aandacht aanwordt besteed. Dat gebeurt pas wanneer mantelzorg zwaarder wordtbelast, zoals bij de zorg voor kleine kinderen, bij ziekte en invaliditeit en bijvermindering van zelfzorgvermogen bij ouderen. Vanaf het begin van dezeventiger jarenben ik deze mantelzorg gaan bestuderen. Er is een zee vaninformatie ontstaan. Daarbij is een van de hoofdzaken dat mantelzorgvoor het zo lang mogelijk intact blijven van de zelfredzaamheid op oudereleeftijd van het grootste belang blijkt te zijn. Daarom wijden we er dit helehoofdstuk aan.

Page 48: UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM nlllllll1111 III II 360000 … Hattinga... · 2012. 7. 6. · UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM 111111111 IIIIIUllntfllflllill 11111111111111 nlllllll1111

92 MANIELZORG MANTELZORG 93

m~'~i~I! I

(I

2. WAT IS MANTELZORG PRECIES

Het gaat altijd om zorg die mensen aan elkaar geven. Het is steeds zorgenvoor een ander of door een ander. Van zelfzorg is ze dus duidelijk teonderscheiden. Het is ook geen zorg die iemand verleent op grond van zijnberoep en dus tegen betaling. Dat is professionele of beroepszorg.In mantelzorg zit het element van vrijwilligheid. Is vrijwilligerswerk danmantelzorg? Nee, want dan draaien we de zaak om. AIle werk dat vrijwilliggebeurt is daarom nog geen mante1zorg. Partners zorgen vanzelfsprekenden wederzijds voor elkaar als ze samenwonen. Maar daarmee zijn ze metelkaars vrijwilligers! Geen echtgenote zal 00\1: zeggen: ik zit in hetvrijwilligerswerk, want ik zorg voor mijn man. Zo komt er bij hetbestuderen van zorg onder allerlei omstandigheden in de werkelijkheid,langzamerhand een heel nauwkeurige omschrijving uit van wat nu Wel enwat niet verstaan moet worden onder mantelzorg. De defmitie luidt dan:'Mantelzorg is aile zorg die genoten in een klein sociaal netwerk aanelkaar geven op basis van vanzelfsprekendheid en bereidheid totwederkerigheid'.Ik heb graag dat men met lichtvaardig ofslordig met zo'n defmitie omgaat.Ze is een vrucht van jarenlang onderzoek en met zo maar eens eventjesopgeschreven. Houd je de defmitie met streng vast, dan ontstaat allerleivaagheid en begripsverwarring. Laten we elk element van de defmitie nueens verder invullen. Allereerst dan dus de vraag wat 'alle zorg' inhoudt.

3. WAT KAN MANTELZORG ALLEMAAL

De verdeling van huishoudelijk werk over meerdere personen betekentnatuurlijk een verlichting van de zelfzorg, omdat veel taken efficienterkunnen worden volbracht (zoals bijvoorbeeld boodschappen doen, etenkokell). Dat mantelzorg daarnaast een corrigerende en stabiliserendeinvlocd kan uitoefenen hebben we al gezien bij Greetje en haar mantel.Bovendien is een dagorde veel makkelijker te handhaven, want een aantaldingen pleegt men gezamenlijk te doen en daar moeten dus afspraken ofgewoontes over bestaan. Verder is het duidelijk dat mantelzorg dezelfzorg aanvult wanneer die nog tekortschiet, zoals bij een kleuter dienog met aankleden enclen geholpen moet worden, of Wanneer zelfzorg isafgenomen, zoals bijvoorbeeld bij een handicap het geval kan zijn.

Opvallend is dat dikwijls met een kleine hoeveelheid mantelzorgbelangrij­ke resultaten kunnen worden verkregen. AIleen maar de hulp bij opstaan,aan- en uitkleden kan betekenen dat een huisgenoot met een handicapzelfredzaam en dus thuis kan blijven.Maar dit waren 'alleen maar' materiele aspecten van mantelzorg. Hoebelangrijk die ook zijn, ze vormen toch maar een deel van het helezorgveld. Dikwijls zijn de emotionele en andere psychische kanten vanmantelzorg nog veel belangrijker. Want allereerst temidden van zijngenoten, zijn 'dierbaren', beleeft een mens zich als sociaal wezen. Datgeldt in het bijzonder voor ouderen als ze met meer in het maatschappelij­ke arbeidsproces zijn opgenomen. Met hen wordt intimiteit en betrokken­heid op elkaar beleefd. Rier is het 'nest' waar je geborgenheid en begripkunt vinden. Hier kunnen de gevoelens het best geuit worden; gevoelensvan frustratie, woede, of teleurstelling die een mens kwijt moet aan eenander. Of gevoelens van blijdschap en enthousiasme die naar buitenmoeten; die gedee1d moeten worden met een ander. Hier kan ook verdrietstil en woordeloos met elkaar gedragen worden. Hier hoopt een mensbevestiging te vinden; liefde te geven en te ontvangen; aandacht te gevenen te krijgen. Dat alles is een utopie als de genoten met, zo goed ze maarkunnen, hun aandeel in de mantelzorg bijdragen. Hoeveel wil en kan menvan elkaar verdragen? Hoeveel consideratie heeft men met elkaar? AIleenals mensen functioneren op een voldoende mveau van bewustzijn en maarmet reageren zoals beesten op elkaar kunnen en mogen doen, gaat hetgoed met mante1zorg. Ze is dan een onschatbare bijdrage aan hetmenselijke welzijn.Geen wonder dat in de 'Nota 2000' die in 1986 door het Ministerie vanWVC is uitgebracht, geschreven staat: 'Gezondheid in een zeer brede zinvan het woord, wordt positief beinvloed door gezinsrelaties en andereprimaire relaties, waarbij men kan denken aan een goede verzorging(regelmatig en gezond eten, lichaamshygiene, hulp en verzorging bijziekte) als aan psychische behoeften (gezelligheid, aanspraak, troost,advies, opvang van stress, bevestiging) waarin in gezinsverband beter zouworden beantwoord'.Zodra bij een huisgenoot vermindering van functioneren emstiger vormengaat aannemen, en vooral wanneer de zelfzorg van iemands algemenedagelijkse levensverrichtingen (ADL) gestoord raakt, kan de gewonemantelzorg onder zware druk komen te staan. Omdat ouderen vaker eenchronische ziekte of handicap hebben dan de jongere mensen in de

Page 49: UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM nlllllll1111 III II 360000 … Hattinga... · 2012. 7. 6. · UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM 111111111 IIIIIUllntfllflllill 11111111111111 nlllllll1111

94 MANTELZORG MANIELZORG 95

~I~I

1

,1

:1, I

;1

J

samenleving, staat juist bij veel oudere mensen de mantelzorg onder zware~uk.Verzorg maar eens dag na dag en nacht na nacht, 365 dagen per jaar,Je demente man! Of een man zijn invalide vrouw in haar rolstoel.Mantelzorg is heel mooi, maar het heeft zijn grenzen! Zoals alles. Wat kannog weI en wat kan beslist Diet meer? Roe moet het dan verder? Dat is eenhoofdstuk apart dat hierna voIgt. Nu wil ik eerst alle aandacht richten opde redelijk normale, gewone mantelzorg van ouderen.

4. DE GENOTEN

1\~at zijn natuurlijk allereerst echt-genoten en/of huis-genoten. Ouders,kinderen, partners, mensen die het dagelijkse leven delen rond een tafel ofook in een bed. Dat is het meest functionele en bestendigste netwerk vanop elkaar betrokken mensen. Ret wordt dan ook het primaire netwerkgenoemd. Dat primaire mantelzorgnetwerk van huisgenoten die samenle­ven en samenwonen is eeuwenlang ijzersterk geweest. Ret brokkelt inonze jaren wat af. Ret gemiddeld aantal kinderen per paar is kleinergeworden. Er zijn veel meer scheidingen. Ret aantal alleenwonenden issterk toegenomen. Sommigen roepen dan ook: 'Mantelzorg? Schei tochuit! Dat is toch uit de tijd! Dat kan helemaal Diet meer'. Dan antwoord ik:'Bij de borrel kun je zo'n mening verkondigen, maar als we de zaak serieuswillen bekijken moeten we om te beginnen de leeftijdsgroepen onder­scheiden'. Of de huidige jeugd over dertig jaar nog veel mantelzorg zalh~bben, laat ik hier voorlopig buiten beschouwing, want we hebben het indlt boek over de ouderen van nu. Laten we wat onsbetreft eens naar deofficiele statistieken kijken. Ik neem de tellingen per 1 januari 1986.Er leefden in Nederland 1.004.584 mensen in de leeftijd van 65 tot 75jaar.Daarvan waren er bijna 651.933 gehuwd levenden. De ongehuwdesamenlevers en woners komen daar nog bij. Bij de ouderen boven 75 jaarzijn "eel van die huishoudens eenpersoons geworden door het overlijdenvan een partner. Op 1 januari 1986 waren er in Nederland 725.162 mensenboven 75 jaar. Daarvan waren er nog altijd 265.998 gehuwd levend! Met deongehuwd samenwonenden mee, kom je dus op een grootte-orde van dehelft uit! Dat het aantal samenwonende ouderen zonder huwelijk geengering aantal is blijkt uit het onderzoek· van de leefsituatie van deNederlandse bevolking van 1982. Vande mannen tussen 75 en80jaar leeft82 % in meerpersoons-huishoudens en boven de 80 jaar nog 74 %. Voor

vrouwen liggen die percentages veellager, respectievelijk 47 % en 36 %.Waar zoveel ouderen kunnen steunen op het geven en ontvangen vanmantelzorg door een partner is het dus echt weI de moeite waard om er dithoofdstuk aan te besteden. Dat geldt nog temeer omdat een mens meergenoten heeft dan alleen zijn huisgenoten. Er is dus ook een minder'dichtbij' netWerk, dat we een 'secundair sociaal netwerk' noemen. Daarinvinden we meestal vroegere huisgenoten, met name de nu volwassenkinderen, buurtgenoten en vrienden. De alleenwonenden zijn voor hunzelfredzaamheid aangewezen, naast meer zelfzorg, op de mantelzorgvanuit hun secundaire netwerk. Dat is dan niet zelden extra goedontwikkeld.Bij goede zelfzorg, aangevuld met mantelzorg, is het voor de meesteouderen mogelijk om heel lang zelfredzaam te blijven en daardoor het'eigen nest' te kunnen blijven behouden, vaak tot diep in de tachtig of zelfsin de negentig jaren.

5. NETWERKEN

AIle mensen met wie iemand persoonlijke relaties onderhoudt diewederzijdse zorg voor elkaar' (kunnen) inhouden, behoren tot iemands'sociale netwerk',zoals we dat hier bij mantelzorg bezigen. Omdatouderen voor hun mantelzorg in eerste instantie op hun sociale netwerkzijn aangewezen, moeten we aan die netwerken aandacht besteden.

'I

Hoe sterk zijn mantelzorg-netwerken?

Ret 'primaire netwerk' pleegt z6 sterk te zijn dat het levenslang meegaat,want de relaties die de leden van zo'n netwerk met elkaar verbinden,bestaan meestal uit meerdere banden. Echtgenoten (en partners) zijnveelal verbonden door banden van liefde voor elkaar. Daarbij komenseksuele banden en het hebben van gezamenlijke kinderen. Tussen oudersen kinderen bestaan banden van bloedverwantschap, afhankelijkheid enwederzijdse verplichtingen. Men woont samen onder een dak en deelt metelkaar het dagelijks leven. Dat is Diet geheel vriJblijvend. Er zijn ookjuridische banden. Tenslotte is er nog de verbondenheid aan elkaarsIevenslot. Ais een lid werkloos wordt, ziek of invalide, heeft dat meestalgrote gevolgen voor de andere leden van het netwerk. Ondanks al de

Page 50: UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM nlllllll1111 III II 360000 … Hattinga... · 2012. 7. 6. · UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM 111111111 IIIIIUllntfllflllill 11111111111111 nlllllll1111

Hoe groot zijn die netwerken?

wederwaardigheden van het bestaan, houden zulke netwerken in hetmerendeel van de gevaIlen het tientaIlen jaren uit!Netwerk-Ieden kunje 'gekregen' hebben of gekozen. Een kind 'krijgt' zijnouders en heeft ze niet kunnen kiezen. Ook de ouders krijgen het kind enmoeten maar afwachten of ermee te leven is. Partners kiezen elkaar enmet vricnden is dat net zo, maar buren nemen een tussenpositie in. Het iseen vrij toevaIlige groep mensen die bij elkaar in de buurt woont, maar opgrond van keuze gaan mensen meestal slechts met een deel van de burengeregeld om.

97MANfELZORG

gaan samenwonen op louter economische motieven vaak misloopt. Derelatie is dan niet sterk genoeg om tegenslag van een der partners tekunnen dragen. Men is gaan samenwonen met het oog op voordeel, en nuontstaat ten gevolge van ziekte of handicap een nadeel, zodra een derpartners extra mantelzorg behoeft.Opbouw van een groter primair netwerk wordt geprobeerd door degenendie besloten om samen een 'woongemeenschap' op te zetten. Dat gebeurtmeestal op heel idealistische grond, maar de hamvraag is, hoeveel anderebanden er in de nieuwe relaties vervlochten kunnen worden. De afspraaktot wederzijdse zorgverlening (tot een duidelijk omschreven grens) is vanvitaal belang. De verlichting van zelfzorg door de efficientie van het samendoen van een aantal huiselijke taken is eveneens van betekenis. Maar ikdenk dat zonder echte vriendschapsbanden het samenwonen toch vaak opden duur niet lukken zal. Een tussenweg is dan om veel minder dan in eengezamenlijk huishouden 'op elkaars bovenlip' te gaan zitten. De hoeveel­heid privacy die elk der leden van een woongemeenschap heeft, zal vaakbepalend zijn voor de mogelijkheid tot voortbestaan.

Die hebben meestal een andere doelstelling dan wederzijdse zorgverle­ning. Maar dat neemt niet weg dat het lidmaatschap van clubs enverenigingen een goede mogelijkheid biedt om met gelijkgezinde mensenin contact te komen. Daaruit ontwikkelt zich vaak een vriendschap en datheeft weI degelijk consequenties voor mantelzorg. Zo kan bijvoorbeeldeen echte behulpzame buren- en vriendenkring ontstaan binnen debewonersvereniging van een groot flatgebouw.Veel dichter lOnd het mantelzorgbegrip liggen de clubs en verenigingendie specifieke zorgbelangen van hun leden nastreven. Hier ligt nog eengroot veld om te ontwikkelen. De vele patientenverenigingen en ouderen­clubs zijn al een eind op weg gegaan, maar er liggen nog grote takenonvervuld. Het gaat in eerste instantie vooral om grotere invloed en machtvan ouderen op het maatschappelijk gebeuren. Niet alleen op landelijkniveau of in gemeentelijke overheidskwesties hebben de ouderen te weiniginvloed, maar meer nog op buurtniveau. 'De man was nu 83 jaar en hijredde het best in zijn kleine flat, ook nu zijn vrouw al vier jaar geledengestorven was. Ik bezocht hem, een oude kennis, een zorgvuldig enhoffelijk man die grote verdiensten had in zijn vroegere sociale functies.

Verenigingen en clubs

MANfELZORG96

De primaire netwerken zijn heel wat kleiner geworden dan vroeger. Hetaantal kinderen per gezin is veel kleiner geworden. Door het grote aantalechtscheidingen is er eveneens een tendens tot kleinere primaire netwer­ken. Daar komt nog bij dat er een veel grotere mobiliteit in onzemaatschappij is ontstaan. Kinderen blijven niet in hun geboortedorp ofstadsbuurt, maar vinden banen in het hele land of daarbuiten. AIs oudersoud zijn, worden ze nog maar zelden 'omstuwd' door hun volwassenkinderen en de kleinkinderen die bij ze in de buurt wonen.De primaire netwerken zijnvoor een groot deel 'gegeven'. Je had driekinderen en daar blijft het nu al bijna 40 jaar bij. Ze zijn definitief. Maar desecundaire netwerken zijn weI rekbaar! Oude vrienden krijg je niet meerbij, maar nieuwe kan je elke dag maken. Met je buren kan je aIle contactontwijken of omgekeerd met velen een goede relatie aanknopen. Deomvang van het secundaire netwerk heeft een mens zelfin de hand; ook ophogere leeftijd kan men zijn sociale netwerk nog heel goed uitbreiden. Ikheb daar verbazingwekkende voorbeelden van gezien.

Maar kan men dan niet een nieuw primair netwerk scheppen? Natuurlijk!Wanneer een man of vrouw na partnerverlies aIleen overblijft, wordt inheel wat gevaIlen een nieuwe re1atie aangegaan die tot samenwonen leidt.Is die nu te vergelijken met het oorspronkelijke sociale netwerk? Meestalis het aantal banden in zulke relaties kleiner. AI is de onderlinge liefde ooknog zo groot, ze is niet meer in staat om tezamen nieuw leven te scheppen,en de band tussen partners via hun gezamenlijke kinderen is heel sterk.Vaak hebben beide nieuwe partners ieder hun eigen inkomen. Men is indit opzicht dus onafhankelijk van elkaar. Het is overigens gebleken dat het

i-

I"'."

II!~I,I

Page 51: UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM nlllllll1111 III II 360000 … Hattinga... · 2012. 7. 6. · UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM 111111111 IIIIIUllntfllflllill 11111111111111 nlllllll1111

98 MANTELZORGMANTELZORG 99

I,!'It

Hij was wat neerslachtig en bij een kop thee kwam het verhaal eruit. Eenjong stel, tweeverdieners, was vier maanden geleden zijn bovenburengeworden. Ze waren gek op muziek. Vaak ging oorverdovend geschetteren gebonk tot 12 uur 's nachts door. Hij had ze daarover al eensaangesproken, maar het hielp niet. Toen een paar feestjes in weekends totde ochtend duurden en hij geen oog meer dichtdeed, zowel van het kabaalals van de ergernis, schreef hij een keurige brief dat dit toch echt niet kon.Het antwoord was niet meegevallen. Ret zou 'hun een zorg zijn of hij nietsliep. Als het hem niet beviel, moest hij oprotten. Zij hadden toch zeker'ook het recht om te leven zoals zij dat wilde:q? Ouwe zak.'Twee maanden later was hij weggepest uit ee,\ flat waar hij twintig jaargewoond had.'De man was met zijn 83 jaar iets aan de oude kant om actie teondernemen. Maar door VUT en andere maatregelen zijn e; steeds meer'jongere ouderen'. Is men vitaal en actief genoeg, dan ligt het op de wegvan de ouderen, globaal zo ongeveer tussen 60 en 75 jaar, om meergemeenschap te scheppen in hun directe woonomgeving. Bewonersver­enigingen opzetten waar ze nog niet bestaan in flatgebouwen en woon­complexen, straatclubs en buurtverenigingen opzetten, dubvorming metallcrlei doe!. Mooi is het om een pakket gezamenlijke zakelijke belangente behartigen. Zoals in het geval van mijn oude vriend de kwestiegeluidsoverlast en de daarbij horende afspraken over woongedrag. Eenvereniging kan daarbij kracht zetten, een particulier niet. Daar bovenopkan zulk een vereniging een gezelligheidskarakter hebben, wat deondcrlinge verhoudingen van de buren eveneens zeer ten goede komt.Hier ligt een groot veld voor activiteit door vitale ouderen, medegemotiveerd door onze bezwaren tegen maatschappelijke uitwassen.

Abram de Swaan, hoogleraar in de verzorgings-sociologie, gaat nogverder. Hij denkt aan het gezamenlijk stichten van grotere belangengroe­pen met zo'n 2000 leden, die aandatht kan besteden aan bijvoorbeeld dehele zorgsituatie van ouderen in een stadswijk of dorp. Zulke 'congrega­ties' zouden waarschijnlijk in een grote behoefte'kunnen voorzien en aanveel ouderen het gevoel van machteloosheid en uitgeteld zijn kunnenontnemen. Als we nu bovendien nog denken aan hetvrijwilligerswerk in dezorgverlening, dan hebben we heel het veld van de 'informele zorg' bijelkaar met zelfzorg als de onmisbare kern en daaromheen de 'lagen' waarwijzelf in deelnemen en van waaruit we zorg kunnen ontvangen.

Afb.2.

6. WELKE MANTELZORGER ZORGT WAARVOOR?

Het primaire netwerk

'Hij is 73 jaar en staat nu werkelijk bijna stijfvan de reuma. Zijn vrouw is 67jaar. Ze is flink en sterk en kan hem gelukkig met alles helpen. Met liefdehelpt ze hem omhoog van het toilet en poetst hem af. 'Dat zie ik onzebuurvrouw nog zo gauw niet doen', lacht hij.Nee, precies. Intieme zorg wordt geleverd in het primaire netwerk:ec~tgenoten, partners. Met volwassen kinderen gaat het ook nog, m,aar almmder frequent. In het huishouden horen de basisfuncties van het lijf

Page 52: UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM nlllllll1111 III II 360000 … Hattinga... · 2012. 7. 6. · UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM 111111111 IIIIIUllntfllflllill 11111111111111 nlllllll1111

Te vaak wordt aIleen maar gedacht aan hulp in de huishoudingof hulp 'aanhet lijf. Maar als de validiteit niet al te zeer in het slop is geraakt, zijn ookde contacten op gevoelsmatig niveau van het grootste belang voor hetwelbevinden. Die hulp kost vaak maar weinig moeite en tijd. Ret gaat nietenkel om bezoek, maar veeleer om contact en aandacht. Zo kunnen demoderne cornmunicatiemiddelen zonder persoonlijke aanwezigheid aleen belangrijke psychische steun geven. Dat begint al met brievenschrijven en foto's sturen. Sneller en wederzijdser werkt een telefoon-

thuis: kleine kinderen op een potje, vuile luiers, natte broek en het voerenmet kleine hapjes zijn er niet vreemd in de kindertijd. Als het moet,worden ze opnieuw van stal gehaald in de oude dag. De warmte envertrouwdheid van cen goede lange relatie zijn nodig om je dan niet teschamen voor de ander, want er kunnen grote emotionele drempelsbestaan.AIle intieme dingen 'aan het lijP horen thuis in dit primaire mantelzorg­ne,twerk. Ret is het enige dat ADL-stoornissen van langere duur thuis kanopvangen. Vraag overigens niet hoe zwaar dat gaat vallen!

Als het oude paar drie wintermaanden aan de S~ansekust zit, is het nodigdat de post wordt behandeld en rekeningen betaald. Zulk een fmandeleadministratie hoort ook tot de intimiteit van de naaste familie. Meestalzorgt daar een van de kinderen ofschoonkinderen voor. Een kwartiertje inde week. Maar dat kleine beetje zorg is oh zo belangrijk voor hunwelbevinden. Met de buren zijn ze op heel goede voet, maar hienileehebben ze toch niets te maken.In een onderzoek van lange adem, over een periode van 12 jaar, heeftThomae de mantelzorg gevolgd van kinderen voor hun ouders. Rij merktedat met het ouder worden de hulp wat betreft het huishouden en defmanden afnam, maar zorg voor hun lichamelijke problemen toenam ofgelijkbleef. Ret behoefte-element van de ouderen is duidelijk herkenbaar.Ankersrnit yond dat ouderen van 55-60jaar in 5 %van de gevallen hulp vanhun kinderen ontvingen. Dat liep op tot 31 % voor ouderen boven 80 jaar.Knipscheer onderzocht de zorgsituatie van 455 ouderen en yond dat allenweI een primaire mantelzorgrelatie hadden. Bij 18 van hen was datoverigens maar een persoon. De Belgische onderzoeker Dooghe yond datin Belgie 80 % van de ouderen hun kinderen hadden als eerste of tweede

-mantelzorger.

101MANI'ELZORG

Met buren, vrienden en verdere familieleden IS de inhoud van de

gesprek. De technologie heeft voor de naaste toekomst nog heel wat meerin petto. De videofoon, waarbij men niet alleen met elkaar praten kan,maar elkaar tegelijkertijd ook ziet, is technisch allang mogelijk. Ret gaatveeleer nog om de kosten en om de massaproduktie. Devideo-apparatuurvindt snelle verbreiding. Nu ook in enkele jaren het zelf opnemen vanallerlei familiegebeurtenissen binnen massa-bereik aan het komen is,sturen kinderen aan hun ouders de videoband met het verjaarsfeestje, dereis ofwat dan ook, waar die ouders zelfniet bij konden zijn. Voor een deelwordt door de technologie aldus opgeheven wat er aan contact door desterkere beweeglijkheid van de bevolking teloor is gegaan. Ret hierbeschreven verschijnsel hee.ft al een naam gekregen ook: 'intimiteit opafstand'.De relatie van ouders met hun nageslacht is veel meer waard dan alleenhun eventuele hulp. Ret feit dat zij er zijn; het volgen van hun lotgevallen;de hoop op verbetering en de vreugde en trots op behaald succes van hunkinderen is een belangrijk stuk geestelijke, emotionele levensvulling. Deouders daaraan deel te laten hebben als vertrouwenslieden is een gunstvan de kinderen, die voor de ouderen veellevensvoldoening pleegt in tehouden. Ik moet hierbij weI opmerken, dat je als ouder zulk een relatievaak niet cadeau krijgt. Je moet ze verdienen, allereerst doordat jewaarachtige belangstelling hebt voor het wel en wee van je kinderen zoalszich dat ontwikkelt volgens hun normen, die zo vaak van de onze afwijken.Die belangstelling mag zich niet uiten in het alsmaar geven van adviezen.Integendeel! Geen ongevraagd advies en veel geduldig echt luisteren enmeeleven. Van belang is ook, dat wij als ouderen voorzichtig zijn metovermatig op de kinderen te willen steunen. Je moet je altijd afvragen ofhet verantwoord is. Een dochter of schoondochter met opgroeiendekinderen en een baan heeft het vaak echt te druk. Als ze in alle liefde eenstuk mantelzorg voor de ouders op zich neemt, kan ze haar eigen gezin enontplooiing tekort doen en dat is niet goed. Mantelzorg moet altijd gerichtzijn op het belang van beiden en daarmee stroken.Ret is dan ook beslist verkeerd om bij de kinderen als het ware te bedelenen te zeuren om aandacht en zorg. Zij zijn het die vanuit hun Ievenssituatiede grenzen stellen aan wat ze nog wel willen en kunnen doen.

Secundaire netwerken

MANlELZORG100

Page 53: UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM nlllllll1111 III II 360000 … Hattinga... · 2012. 7. 6. · UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM 111111111 IIIIIUllntfllflllill 11111111111111 nlllllll1111

102 MANTELZORG MANfELZORG 103

tI

mantelzorg veelal van andere aard. Daarin is ten opzichte van vroeger desterkste verandering gekomeh. Echte wederzijdse burenplichten vind jepraktisch niet meer, zeker niet in de steden. In de grote torenflatgebouwengebeurt het maar al te vaak dat men zijn buren zelfs na jaren nog niet kenten volstaat met een benepen knikje naar elkaar in de lift. Maar het zieternaar uit dat we dat dal van vereenzaming achter ons gaan laten..Naarmate er meer bewonersverenigingen komen, vormen de zakelijkecontacten de basis om met elkaar 'aan te praat' te raken. En dan gaat hetoude spreekwoord weer gelden: 'Een goede buur is beter dan een verrevriend'.Als familiebanden minder goed functioneren, k\nnen relaties met burenen vrienden een intiemer karakter krijgen, vooral inzake vertrouwelijk- ..heid aangaande de eigen levenssituatie.In de Verenigde Staten blijken alIeenwonende oudere vrouwen meer enbetere zorgcontacten te onderhouden met buren en dichtbij wonendevrienden, dan met hun familieleden. Het onderzoek 'De leefsituatie van deNederlandse bevolking' (kerngegevens 1980) geeft ook hierover belangrij­ke informatie.Bij de 75-plussers heeft63 % van de mannen en maar 49 % van de vrouwenwekelijks vertrouwelijk contact met naaste familie. Met vertrouwelijkcontact wordt gedoeld op de bespreekbaarheidvan levensproblemen. Metvrienden en kennissen heeft zulk contact eveneens plaats, maar mannenzijn daar met 38 % terughoudender in terwijl vrouwen met 51 % naarvrienden en kennissen minstens zo open zijn met hun vertrouwelijkheid alsten opzichte van hun naaste familie.Het beeld dat we schetsen is globaal en zeker niet van toepassing op elkindividueel geval! Samenvattend kan echter weI gezegd worden, datintieme zorg 'aan het lijf vrijwel uitsluitend gebeurt door primairemantelzorgers. Zorg voor het huishouden wordt oak door hen verricht;maar vooral buren nemen hier vaak een aandeel in. Vrienden zijnbelangrijk, maar niet als het 'verre vrienden' zijn, behalve wanneer'intimiteit op afstand' bestaat. De affectieve behoeften kunnen nooit beterdan door de eigen partner en kinderen worden verzorgd. Aan de behoeftetot vertrouwelijkheid kan ook heel goed voldaan worden in het contact metburen en vrienden.

De 'buitenkring'

De kring rond het mantelzorgnetwerk, bestaand uit clubs en verenigingenvoor voornamelijk ouderen, gericht op alIerlei belangen zoals het omgaanmet bepaalde chronische ziekten, gezamenlijke bewoning van een com­plex, buurtverenigingen ·en later wellicht ook 'congregaties', ~oorzien intwee grote gebieden van belangen, die anders tussen wal en schip zoudenvalIen:1. macht door het aantal, waardoor een groep zijn maatschappelijke

belangen en ook die van individuele leden beter kan behartigen danvoor de enkeling mogelijk is. Zij fungeren als het ware als'vakbonden'voor ouderen;

2. informatie, vooral wanneer het gaat om bepaalde ziekten. Dat geldtdus in het bijzonder voor patientenverenigingen. Zij behartigen debelangen van hun groep in de maatschappij, bijvoorbeeld de bereik­baarheid van gebouwen en openbaar vervper voor rolstoelrijders.

Zelthulpgroepen

De persoonlijke situatie van het individu kan in een vereniging natuurlijkniet voldoende steun en zorg ontvangen. Die vraagt om een eigen kleinnetwerk van genoten. Mensen die aan eenzelfde aandoening of handicaplijden zijn daardoor een nieuw soort genoten geworden, namelijklotgenoten. Ze hebben niet alIeen hun ziekteverschijnselen gemeen of demoeilijkhedenmet hun handicap, maar·ook het leven daarmee in zijn velemateriele envooral ook emotionele consequenties.Aan dit relatiefnieuwesoort mantelzorgnetwerk zullen· we nader aandacht besteden in hetvolgende hoofdstuk, waar het gaat om het omgaan met zodanige ziekte,stoornis of handicap dat de zelfredzaamheid in de knel komt.

7. WAAROM DOEN MENSEN AL DIE MOElTE?

Vanzelfsprekendheid

Dr. Tempelman is in 1987 te Groningen gepromoveerd op onderzoekin­gen naar het welbevinden bij 1200 oudere mensen. Van hen yond 80 % datze in een staat van goed welbevinden leefden. Daarvoor bleek een van de

Page 54: UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM nlllllll1111 III II 360000 … Hattinga... · 2012. 7. 6. · UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM 111111111 IIIIIUllntfllflllill 11111111111111 nlllllll1111

voornaamste factoren te zijn, de zelfredzaamheid. De prijs die met goedezelfzorg en mantelzorg wrdt verkregen is niet gering. Toch is dat meestalniet de bewuste overweging die tot zelfzorg en mantelzorg leidt.Aan duizenden oudere mensen is in allerlei onderzoeksprojecten ge­vraagd waarom ze eigenlijk voor elkaar zorgden. Velen waren over diewaag verbaasd. Er werd geantwoord: 'Dat is toch vanzelfsprekend?', 'wijhoren toch bij elkaar' en 'ik heb alles voor hem over, hij zou het immersvoor mij ook hebben!'. De zorg voor elkaar van mensen die hun 'nest'delen, blijkt zo oud te zijn als de mensheid en je vindt hem in allerleiculturen over de hele wereld. A.L. Boon zegt: 'Net begin van beschaving isrekening te houden met een ander'. \ Mantelzorg nit Herde?

omdat het te zwaar of te ingewikkeld geworden is. Ze verwijst naar dedirect voor elkaar gevoelde solidariteit: het vanzelfsprekende van mantel­zorg in het primaire netwerk. Dat is een onmiskenbaar hoofdmotief en ikheb het dan ook als kenmerkend in de defmitie opgenomen. We willen hetwel en bovendien moetenwe nu ook, nu er door de overheid gesnoeidwordt en veel zuiniger omgesprongen met het opnemen in tehuizen.Ret is begrijpelijk dat een regering het alternatiefvan de zelfredzaamheidgretig heeft opgepakt. AIle regeringen van de westerse landen hebben dattrouwens gedaan, of ze nu conservatief, liberaal, of socialistisch waren.

105MANfELZORGMANIELZORG104

I~..

I~I.~!

B

Bezuiniging .

Uit tal van onderzoekingen, ook uit mijn eigen zorgonderzoek van v6ar deoliecrisis van 1973, was al gebleken dat een teveel aan vertroetelendeberoeps-zorgverlening vaak een ongunstige invloed had op de vitaliteit enhet welbevinden van ouderen. Maar daarmee was het beleid natuurlijk nogniet meteen om. Er waren heel wat maatschappelijke krachten die hetaanvaarden van de nieuwe inzichten ten aanzien van zelfredzaamheidblokkeerden, met het minst nit de kringen van de beroeps-zorgverle­nenden. Pas toen er noodzakelijk bezuinigd moest worden, werden demogelijkheden en waarden van betere zelfzorg en mantelzorg als het ware'herontdekt' en in het beleid van de overheid opgenomen. Geen wonder,want het was' zowel beter als goedkoper dan de oude oplossing van'opbergen in tehuizen'.Ret ministerie van WVC bekende zich uitdrukkelijk tot een zelfredzaam­heidsbeleid in de brief over het ouderenbeleid, waarin het schrijft: 'Ditkabinet streeft naar een accentverlegging van een anonieme collectiefgefmancierde solidariteit die als gevolg van de budgettaire situatie en dedemograflsche ontwikkeling onbetaalbaar dreigt te worden, naar deindividueel en in de gemeenschap gevoelde en persoonlijk tot uitvoeringgebrachte op intermenselijke relaties gebaseerde solidariteit'. Vlijm­scherpe 'stadhuistaal' met een interessante boodschap. Er staat niet datmen de verzorgings- of verpleeghuizen zou willen afschaffen! Nee, deregering wi! het accent verleggen en dus minder nadruk op tehuizen enmeer op zelfredzaamheid. Tehuizenmoeten er natuurlijk zijn, maar danaIleen voor degenen die thuis onmogelijk langer kunnen worden verzorgd

Gaat het bij mantelzorg dan niet uiteindelijk om liefde voor de ander,naastenliefde? Dat kan er wel bijkomen maar in de eerste plaats is en blijfthet toch een natuurlijke vorm van wederzijdse zorg voor elkaar om samente kunnen overleven, waar de enkeling het niet redden zou. Dat is de kernvan de zaak. Dat houdt dus 6()~ een p.~l!ijkstuk eigenbelan,g.m: Mantelzorgis ouder dan de Bijbel en ouder dan het Christendom. Dat die debetekenis, inhoud en motivatie van mantelzorg verrijkt hebben is alleenmaar gelukkig en versterkend. Ret brengt het begrip op een Jioger niveau

. n:i~~r-~ookopdat niveallmagen moet de simpele oersterke natuurlijkebasis niet worden 'weg-gesublimeerd'.Speelt pure opofferende liefde dan geen rol. Nou en of! Hoe vaak heb ikniet gezien dat een partner of een dochter zorgde en ploeterde voor eenoude vader of moeder, tot ze er zelf bijna onderdoor gingen. 'Zijn vrouwhad gezegd: ik val er liever dood bij neer dan dat ik het opgeef', vertelt JetKunkeler. In het primaire netwerk zijn de liefdevolle re1aties vaakongelooflijk sterk. Je kunt daarbij ook beslist niet zeggen dat 'eigenbelang'in onze technisch-materiele zin de enige drijfveer is van menselijkhandelen. Abram de Swaan lijkt mij in dit opzicht beslist te pessimistisch.

_Elke ideologie, elke religie heeft - letterlijk - meeslepende eigenschappen.Zij allen kennen martelaren die liever stierven dan zich van die ideologielos te maken. Liefde voor en gebondenheid aan een ideaalbeeld is dansterker dan de angst voor lijden en dood. Ook hier dus geen eenzijdigheid!Mantelzorg is niet enkel de natuurlijke kern van 'overlevings-maximali­satie' en ook niet louter een verheven naastenliefde-beoefening volzelfverloochening .en dienstbaarheid.

Page 55: UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM nlllllll1111 III II 360000 … Hattinga... · 2012. 7. 6. · UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM 111111111 IIIIIUllntfllflllill 11111111111111 nlllllll1111

Uit eigenbelang?

Los van de wijze van omgaan van twee samenwonende partners, geldt inhet algemeen dat een zorgbehoevende zijn mantelzorg bevordert als hijgewoon een prettig mens probeert te zijn. Als je voor een oude zuremopperige, eeuwig ontevreden vader of moeder moet zorgen, moet deverbondenheid weI erg groot zijn om dat te kunnen en willen volhouden.

107MANTELZORG

Die zijn meestal niet eens bewust. Ze verschillen in betekenis van geval totgeval. Maar hun veelheid maakt weI duidelijk dat mantelzorg, ook nu nog,een ijzersterk zorg-arrangement is.

8. WEDERKERIGHEID VAN ZORGVERLENING

Die is niet aan tijd gebonden of aan 'hoeveelheid' zorg. Het is dus niet eensoort handel. Samen met de socioloog Windig heb ik het verschijnse1 eensverder uitgeplozen.Bij 'handel' moet de prestatie evenredig zijn met de be1oning. Bijmantelzorg niet. De wederkerigheid kan pas na vele jaren tevoorschijn!.omen. Ouders zorgen voor de opvoeding van hun kleintjes. Een halveeeuw later zorgen die kinderen voor 'de oude dag' van hun onders. In dedefinitie van mantelzorg spreken we dan ook van de 'bereidheid totwederkerigheid'. Het blijkt verder dat je mantelzorg ook niet als eenwederzijds 'geschenk' kunt opvatten. Daarvoor is z;e te weinigvrijblijvend.De wederkerigheid berust in diepste wezen op de verbondenheid metelkaar. Bij de zorg van ouders voor hun jonge kinderen doen zich weinigvragen voor.Maar hoe zit het met de torg van grote kinderen voor hun bejaardeouders? In vele culturen zou men die vraag absurd vinden. Denkbijvoorbee1d aan de miljard Chinezen: 'Mijn ouders hebben voor mijgezorgd toen ik klein was en er veel offers voor over gehad om me groot tebrengen. Nu is de tijd gekomen dat ik offers zal brengen om ze zorg tegeven tot ze waardig hun einde bereikt hebben.' Dat is waar en heel mooi,maar wij zijn geen Chinezen. Hun cultuur draagt al duizenden jaren hetstempel van de leer van Confusius, waarin het ouderlijk gezag tot hun doodtoe grote betekenis blijfthouden. In ons land is het dan ook niet verstandigom aIleen op dit soort wederkerigheid van mantelzorg te blijven bouwen.Er zijn heel wat moge1ijkheden om ook als oudere 'iets terug te doen'. De

J[ote charme van mantelzorg is immers dat men beurtelings of tegelijkelkaars hulpverlener is, omdat men te1kens zo goed mogelijk in elkaars

'behOclten voorziet. Socfologei1llOemen zo'; re1atie symmetrisch. Maarsommigen maken vaIl hun partner "een verzorgetide op een eenzijdigewijze en dat is een asymmetrische relatie. Ook de relatie van beroepshulp­verlener naar hulpvrager is asymmetrisch: 'Juffrouw, wilt u alstublieft...',zuster zou u even kunnen helpen...'. Je moet maar afwachten of ze tijd

MANrELZORG106

Uit kameraadschap?

Dr. Fokkens komt in zijn proefschrift tot de uitspraak dat mantelzorgvoortspruit uit 'goede verstandhouding' tussen mensen. Er is een kame­raadschappelijke band en men aanvaardt elkaar wederzijds. Wat speelt bijdie aanvaarding een centrale rol? Ik denk uit vee1 waarnemingen tekunnen concluderen dat het gaat om twee elkaar aanvullende eigen­schappen: oplettendheid en verdraagzaamheid...b1s i.e opl~!.~.nd bent,bemerk je de stemming van de ander en weet je tijdig of je de ander.,yervee1t of irriteert. A1s er bovendien verdraagzaamheid is;wordelldetekorten van de ander niet te zwaar getild. W~eer de twee partners ineen relatie allebei deze eigenschappen nastreven, zijn de voorwaardenvervuld om heel lang ongestoord engelukkig met elkaar te blijven omgaan.Als mijn vrouw of kinderen dit lezen, zullen ze wel grinniken. Ret isallemaal makke1ijker gezegd dan gedaan en ik ben zelfnatuurlijk ook geenheilige. Ret gaat er dan ook niet om of die twee eigenschappen compleeten perfect aanwezig zijn, maar of er altijd weer opnieuw serieus naargestreefd wordt om ze in praktijk te brengen.

Waarom zou dat niet mogen? Je bent er meestal helemaal niet bij gebaatwanneer je partner iets zou overkomen. Mensen die van elkaar houden,hebben er wat voor over om elkaar zo lang mogelijk bij zich te mogenhebben. Dat doet niets af aan het feit dat zorgen ook een teken van .verbondenheid en liefde is aan de ander.Tenslotte zit in mantelzorg altijd de noodzaak ingebakken tot wec!~!!~!~L,heid, al komt daar soms weinig meer van terecht als een der pl1!tners eenzware handicap krijgt. De wederkerigheid is zo essentieel dat wij die in dedefmitie van mantelzorg opgenomen hebben en er nu apart aandacht aanmoeten besteden. Uit al het bovenstaande is intussen weI duidelijk datmante1zorg wordt gegeven op grond van een hele bundel van motieven.

Page 56: UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM nlllllll1111 III II 360000 … Hattinga... · 2012. 7. 6. · UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM 111111111 IIIIIUllntfllflllill 11111111111111 nlllllll1111

De Quderen hebben nog heel wat meer mogelijkheden tot wederkerigheid.Ais je maar vindingrijk bent. Zo vertelde een grootmoeder het volgende:'Mijn kinderen zijn volwassen en ze wonen Diet meer in deze stad. Ik houzo graag goed contact met ze, maar een verjaars- en kerstwens is toch zoweinig. Nu lees ik nogal wat tijdschriften en samen met de buren hebbenwe drie kranten. Ik ben toen op het idee gekomen om voor mijn kinderenen kleinkinderen een.soort knipse1dienst op te zetten. Hun hobbies ken iknatuurlijk. Op ieders gebied knip ik uit kranten en tijdschriftende

hebben. Heeft ze je trouwensweI gehoord? Geduldig zijn dus tot ze komt.De macht is ongelijk verdeeld. De hulpverlener is in wezen machtig, dehulpvrager machteloos. Omdat bij mantelzorg de hulpverlening weder­kerig is, is de gelijkheid van beide partijen veel beter gewaarborgd. Als jeechter als oudere veel meer hulp vanje mantelzorgers nodig hebt is het vangroot belang om je af te vragen wat je,als hulpontvanger voor de anderkunt terugdoen. We hebben al gezien dat de mantelzorg die genotenelkaar kunnen geven, op heel verschillende Diveaus kan liggen. De ouderekan vaak weinig mantelzorg op lichamelijk en huiselijk Diveau teruggevenaan de verzorgende. Maar die heeft dikwijis weI behoeften op psychischgebied. Allereerst is interesse in het leven van 4e verzorgende van grootbelang. Mensen willen graag eens 'uitpraten' en dan is een waarachtigluisterend oor een belangrijke dienst die je verleent. Je dient alS'praatpaal'. Andere prettige dingen om terug te krijgen zijn: waarderingVQor je hulp, voldoening omdat die echt veel te betekenen heeft voor deoudere (die kan mede daardoor immers thuis blijven), nu en dan eens eenechte attentie of een cadeautje.Een mens moet bIijven zoeken naar wederkerigheid. als hij van zijngenoten zorg ontvangt. We zagen dat in het voorgaande al even bij hetgeven van waarachtige aandacht eD, belangstelling voor de kinderen, zichvooral uitend in het luisteren naar hun problemen. Dat is beter dan steedsmaar terug te vaIlen op de eigen moeilijkheden, klachten, pijntjes ofpijnen, enzovoorts. Geduldig luisteren heeft symbool-karakter. Het geeftde verteller het prettige gevoel belangrijk te zijn, vertrouwelijk te kunnenzijn, er echt gelijkwaardig bij te horeo, toewending te ontvangen en zicheens door een diepergaand gesprek van zijn zorgen en spanningen tekunnen ontlasten. Dan hoeven er heus geen oplossingen te wordenaangedragen, want voor heel wat problemen bestaan die gewoon Dieteens!

artikelen dIe ze interesseren. Zodra ik voor een kind of kleinkind eenaardig stapeltje k:qipsels heb, stuur ik het toe met een briefje. Dat wordtgeweldig op prijs gesteld. Oma denkt aan je en doet wat voor je hobby. Hetis zo'n kleine moeite en nog gezellig ook. Bovendienben ik de kranten metmeer oplettendheid gaan lezen.'Er bestaatgeen 'spoorboekje' voor liefde en hartelijkheid. Een mens moetzelf zijn 'trein' bedenken.

109

De mogelijkheden van ouderen om zorg te geven aan anderen zijn nogveel te weinig ontwikkeld. Op. een internationale bijeenkomst overouderen en hun familie, gehouden te Milaan in 1982, werd er overgeklaagd dat overal in de westerse wereld de oudere mensen vooralworden gezien als zorg-behoevenden. Nu onder ouderen ook mensenworden verstaan van 50 of 60 jaar is dat al helemaal te gek. Haast aIleouderen, tot op zeerhoge leeftijd, blijven in staat om hulp te ge~en aan hungenoten. Valide ouderen kunnen natuurlijk veel meer doen. De knutse­lende opa die komt behangen, schilderen ofandere werkzaamheden doenbij kind, buur of vriend kan met meer recht op hun wederkerigheidrekenen als hij zelf meer hulp nodig gaat krijgen. De hulp die ouderengeven kunnen, kan heel ver gaan. In veel culturen als bijvoorbeeld inMidden-Amerika, maar ook wel in Indonesie, de Philippijnen, de SovjetUnie enzovoorts, worden kleinkinderen vaak door de grootouders min ofmeer geadopteerd en opgevoed. Dat is maar gelukkig ook, want devoortplanting wi! er nogal eens wat slordiger zijn, zodat menige jongeongetrouwde dochter met een 'verrassing' thuiskomt. .Maar gaat het bijons zoetjesaan ook Diet een beetje die kant op?Al hoeft het zover niet te gaan, toch kan de rijkdom aan kennis en ervaringvan vele ouderen, aan de jongere generatie op veel ruimer schaal tengoede worden gebracht. Ruth Noller beschrijft in haar boek 'A voiced.scarf een systeem van 'mentoring' waarbij ouderen alS mentor, ofbegeleider, fungeren voor jongeren. Op sommigevakgebieden gebeurt dathier en daar in Nederland ook al op kleine schaal. Zulk een systeemverdient grote aandacht. Waarom denken wij bij de vraag naar bijscholing,herscholing of het bijbrengen van ervaring toch nog altijd uitsluitend aanhet 'formele systeem' van scholen, cursussen, enzovoorts, en niet aan het'informele systeem' waarbij de vele hoogstbekwame ouderen aanjongerendaarbij hulp bieden. Niet aIleen zou dat van groot nut kunnen zijn vooroverdracht van kennis en kunde, maar het zou ook een bijdrage kunnen

MANIELZORGMANIELZORG108

Ii'f

Page 57: UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM nlllllll1111 III II 360000 … Hattinga... · 2012. 7. 6. · UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM 111111111 IIIIIUllntfllflllill 11111111111111 nlllllll1111

110 MANfELZORG MANfELZORG 111

zijn aan het herstel van relaties tussen de ouderen en de jeugdigen.In Nederland kenden we al eeuwenlang het gilde-wezen, waarin ouderenhun kunde en informatie overdroegen aan de jonge generatie. Is daar nietmeer van te herstellen? Er is al zo'n goed begin mee gemaakt!

Als er gesproken wordt over het 'zorgvermogen' in de samenleving, gaande gedachten en het onderzoek natuurlijk allereerst uit naar het vermogenom 'informele zorg' aan ouderen te verstrekken die in enigerlei opzichthulp behoeven. De keerzijde van de medaille: het zorgvermogen vanouderen ten behoeve van de jongere generl\ties, is nog even weinigonderzocht als de achterkant van de maan. \De J apanners zijn ons - verdraaid nog aan toe - liierin alweer de baas metslimme creatieve oplossingen. Ze hebben een plan opgesteld dat 'zilverenColumbus' werd genoemd. De Japanse ambassadeur in Spanje maaktekennis met de Nederlandse en Duitse 'bejaardendorpen' aan de Spaansezuidkust, en dat bracht hem op een idee. Waarom niet grote aantallenoudere Japanners naar ontwikkelingslanden met gunstig klimaat en lagekosten van levensonderhoud laten verhuizen en ze daar dan bovendiengebruiken om goedkoop marktonderzoek te doen en free-lance of part­time steun te geven aan Japanse exportbedrijven? De gepensioneerdenbeschikken immers nog vaak over' een schataan kennis op gebied vanmarketing, technologie, management, geschoolde arbeid, enzovoorts. Dieidee is in Japan als programma opgepakt, allereerst gericht op Brazilie,maar oak op Australie, Canada en Spanje.Op zulk een wijze zijn ouderen niet louter een fmanciele last voor een volk,maar krijgen zij de kans om zich nuttig te maken, tegelijk met een beteremogelijkheid tot prettig en boeiend leven in een veranderde omgeving enop een hoger welvaartspeil. Ik heb nog niet gehoord van Nederlandsebedrijven die voor de openkomende marktin EEG-verband· in Spanjegebruik maken van de mogelijkheden die er in de kolonies van detienduizenden oudere Nederlanders in Spanje liggen. Het zou een aardigevorni van maatschappelijke we-derkerigheid kunnen worden.

9. IS MANTELZORG NIET OUDERWETS?

Is het niet een terugval naar primitievere toestanden van vroeger? Maar. hoe was' het 'vroeger'? Ik heb nogal wat onderzoek gedaan naar

mantelzorg in de zeventiende tot de negentiende eeuw in Brabantsedorpen. Na een zware dagtaak zaten, reusachtige boerenfamilies met hunkinderen, ongetrouwde familieleden, knechtjes en meidjes rond deo~afgeruimdetafe!. Er moest geploeterd worden om de kost te verdienen.Elke schouder die dragen kon, moest onder het boerenwerk, hethuishouden en onder tegenslag van ziekte en handicap. Daarbij kon je niet

opvoorzieningen rekenen;want die waren er praktisch niet. Oude mensenen chronisch zieken werden thuis verzorgd. De grote omvang van degezinnen liet dat ook weI toe. Zwaardere taken vroegen om uitbreidingvan de mantelzorg. Allereerst de_fam.ilieleden uit de omg~~g, en deburen. Daar waren ongeschrevenwetten over, die de wederzijdse verplich­tingen rege1den, een soort adat. Je hielp elkaar bij het zwaarste werk zoalsploegen, hooien, oogsten. Als je geen flinke os bezat maar enkel eenmager paardje, werd het hitje van de buurman mee voor de ploeg gezet, enomgekeerd. Zo kon je het samen redden. Als .de dood toesloeg en degezinsleden als verlamd waren, nam heel de buurt de reeks van taken 0lL­zich tot en met de begrafenis.In onze tijd is het meeste daarvan verdwenen. Een boer met modernelandbouwmachines bewerkt meer akkers op z'n eentje dan vroeger vijfgrote gezinnen aankonden. ~r is gezins~~rg bij ziekte, toegankelijkheidvan allerlei gezondheidsvoorzieningen als ziekenhuis of verpleeghuis

'Zonder dat men gerufueerd wordt, een steifgevaI wordt volledig verzorgdop basis vaiile -Uifvaaitpolls.---------- _

Wat niet verdwenen is, dat is de betekenis van het 'nest', al is het dan veelkleiner geworden en heeft het een paar van zijn functies verloren. Door deuithuizigheid van beide werkende partners, door schoolmaaltijden enkindercreches is het vaak niet meer constant bewoond, maar het is dantoch minstcns een 'avond- en nachtnest' gebleven. Voor ouderen neemt debetekenis van het nest juist sterk toe. Vroeger was vader de hele dag naarzijn werk en had moeder de handen vol aan zorg voor IOnderen enhuishouden. Bij ouderen zijn die beide levenstaken weggevallen en heeftmen meer tijd voor elkaar. Men kan de lichtere taakjes van het bestaan nusamen verrichten. Het netwerk is kleiner geworden. Meestal maar tweegenoten. Er is veel meer comfort ontstaan door supermarkt, CV, vrieskast,moderne kookmethoden, klare maaltijden, weggooi-spulleIi enhuishoudapparaten. De toch allichtere dagelijkse last is daardoor nog veelverder afgenomen. Dat kan je goed zien aan de ve1e vrije tijd die ouderemensen hebben. Zelfzorg en mantelzorg zijn ten opzichte van vroeger dus

Page 58: UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM nlllllll1111 III II 360000 … Hattinga... · 2012. 7. 6. · UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM 111111111 IIIIIUllntfllflllill 11111111111111 nlllllll1111

112 MANTELZORG MANTELZORG 113

~i

~

Ii.,I

IIII~ I

II

veel competenter geworden door de hulpmiddelen van wetenschap entechnologie. Dat betekent dat ze ook gericht kunnen worden op hogeredoelstellingen danvroeger. Was het vroeger 'ploeteren en de kerk', nu is ereen,heel scala van psychische en sociale zelfzorg en mantelzorg, die we inde vorige hoofdstukken al breeduit besproken hebben. Daar komt nog bijdat zich allerlei meuwe soorten mantelzorgnetwerken hebben ontwikkeld,zoals bijvoorbeeld de zelfuulpgroepen.Bovendien is over zelfzorg en mantelzorg in de modeme tijd heel wat telezen. De mensen weten tegenwoordig veel meer over dingen als gezondvoedsel, verstandige leefgewoonten, de werking van het menselijk li­chaam,.het gebruik van medicijnen, het nut van teweging, de verplegingvan zieken en de opvang van handicaps. De competentie van zelfzorg enmantelzorg kan nog verder toenemen. H~t gerontologische symposium inMilaan heeft met klem erop aangedrongen dat ouderen hierin zelf meeractief worden. Als belangrijke studie-thema's werden genoemd: meer;weten over zelfuulpgroepen, betere communicatie tussen de generatiesbevorderen en meer zo:r:g rond sterven en dood. Voor een optimalekwaliteit van het bestaan van oudere mensen is het kennisnemen van meerinformatie over heel het terrein van de 'informele zorg' op den duur steedsmeer onmisbaar. Vanuit deze gedachtengang is trouwens dit boekgeschreven. Het wordt belangrijk geacht dat zelfzorg en mantelzof!~veelvaker een gespreksthema vormen tussen genoten van een netwerk, en ooktussen ouderen onderling.Bij deze overwegingen moet nog gevoegd worden dat er tegenwoordig, integenstelling tot vroeger, allerlei voorzieningen bestaan die voor iedereentoegankelijk zijn, zoals gezinszorg, wijkverpleging, maatschappelijk wetk,het hele gezondheidszorgsysteem. Mantelzorg hoeft dus niet meer hettobben te zijn van vroeger, maar moet en kan tijdig versterking krijgen vanberoepshulp. Het is dus met 'terug naar vroeger', maar veeleer 'vooruit,,Baar competenter en krachtiger informele zorg, in goede samenwerkingmet de zorg uit de beroepsvoorzieningen als dat echt nodig zou zijn'.

10. DE TOEKOMST VAN MANTELZORG

Er zijn nogal wat onderzoekers die menen dat mantelzorgvoor ouderen inde toekomst steeds verder zal gaan afbrokkelen. Om te beginnen zal hetaantal hoogbejaarden steeds meer gaan stijgen. Er zijn nu al 88.600

mannen en 181.400 vrouwen in Nederland boven de 80jaar. De last zal duszwaarder kunnen worden.Uit het gebruik van gezondheidszorgvoorzieningen weten we dat bijtoenemende ouderdom de behoefte aan hulp statistisch toeneemt. Bijblijvend onherstelbaar functievetlies betekent mantelzorg zorg tot en metde dood van de hulpvrager. Voor een oude partner en voor kinderen zalzulk een zorg vaak te zwaar worden. Daar komt nog bij dat de gezinnensteeds kleiner zijn geworden. Vroeger waren er grote gezinnen met veelkinderen om de ouders nog eens te helpen en nu weinig kinderen, dus wegmantelzorg; Het lijkt heel juist, maar blijkt toch maar oppervlakkige praatte zijn. De sterke daling van het geboortecijfer dateert van de zestigerjaren. De gezinnen na die tijd werden klein, voordien nog met! Dat wi!zeggen dat mensen die in het jaar 2000 80 jaar oud worden, hun gezinhebben opgebouwd voor 1960. In hetjaar 2000 geldt dat argument van hetkIdne kindertal dus nog met. Dat gaat pas aan de orde komen over een 15­tal jaren. Maar hoe zal het daarna gaan?

Een gevaar is het afnemen van het aantal huwelijken. Volgens het CBSzullen er in Nederland in 1990 rond 46 % van de mensen gehuwd zijn en in2000 is dat gedaald naar rond 42 % (vooruitberekening, middenvariant,Statistisch Zakboek 1986). Maar het huwelijk als institutie is geen zuivercriterium meer voor de telling van het samenleven en/ofsamenwonen meteen partner! En van dat laatste hangt toch af, ofde belangrijke mantelzorgvan partners mogelijk is. Bovendien moeten we er rekening mee houdendat het samenwonen van ouderen zich ook veel vaker zal kunnen gaan

, voordoen bij oudere vrouwen onderling. Bij afnemende welvaart zal mendoor samen een woning te bewonen het consumptieniveau van vee! andere

• bege~~sy.r::l._l!!"Q!g~ zak~!LQPp~i!JglDn~!L.ll.Q:mlen. De overheid kansamenwonen stimuleren door er bepaalde voordelen aan te verbinden. Ikben van de argnmenten tegen zelfredzaamheid bepaald nog niet onder deindruk, al is de verkruimeling van de westerse samenleving, gepaard·aaneen sterk individualisme, onmiskenbaar en bedenkelijk. Maar wie durft tebeweren dat de wal het schip met keren zal? Er is bovendien eenopmerkelijke trend om allerlei werkjes zelf op te knappen. De doe-het­zelf-winkels bloeien en waarom zou de doe-het-zelf-zorger met op dezestroom meegenomen worden?Maar wat bleek nu uit een Rotterdams onderzoek onder ouderen vanenkele jaren geleden1,70 % wit, als er zorg 'van buiten' nodig is, die liever

Page 59: UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM nlllllll1111 III II 360000 … Hattinga... · 2012. 7. 6. · UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM 111111111 IIIIIUllntfllflllill 11111111111111 nlllllll1111

van beroepshulp (gezinszorg, bejaardenhelpers, enzovoorts) dan van huneigen kinderen. Voor IichameIijke en huiselijkezorg"iSdat geen wonder alsze geheel ofgrotendeels door 'de regering' betaald wordt en men rechtenkan lateR gelden en eisen stellen. Maar nu dat krapper wordt en je zelfsteeds meer mO,et bijdragen, zou ik dat onderzoek nog weleens over willen

. doen.

Een andere opmerking is: mantelzorg w6rdt bij hoge ouderdom enzwaarder invaliditeit voor partner en/of kindere~ een veel te gr6te

,belasting. Ja, dat is waar. Er mag geen morele druk ontstaan om dezorgbehoevende per se thuis te houden, met schi\Idgevoelens als dat nietlanger kan. Maar we hoeven de verzorgingsstaat gelukkig niet op tedoeken! Als hetthuis echt te zwaar wordt zaI er beroepshulp beschikbaarzijn, hetzij als 'thuisverpleging', hetzij door opname in een instelIing.Komen er dus geleidelijk veel meer alleenwonende hoogbejaarden dieopgenomen zOliden moeten worden, dan is het des te belangrijker dat detalrijke 'jonge ouderen' langer en vaker kunnen thuisblijven.

De hoogleraar verpleeghuisgeneeskunde professor Michels wijst nog opeen andere ontwikkeling. Toen er .nog grote gezinnen waren was hetjongste kind vaak pas in de' twintig als de vader zeventig werd. Nu degemiddelde huwelijksleeftijd lager is geworden en het tweekinds-gezinregel, is ,het jongste kind veeleer tegen de veertig als de vader zeventigwordt. Ze zit, zegt hij, dan nog zelf in de kinderen als de ouders hulp nodiggaan krijgen. Maar die situatie verandert ten goede als de ouders pas eenjaar of wat later hulp van een kind nodig zoudenhebben, doordat ze huneigcn zelfredzaamheid op een hoger niveau hebben weten te brengen.Menige moeder van 40-45 jaar heeft haar twee kinderen al volwassen en

.._-~~t huis uit. Vaak eenkwestie van een-;;aar j;;u. dus.-• _ • __" _¥~ , ••.~_ . ~ ~_.~_. ~••_~_~ x~ . ,~. ._, ,,~ __

115MANTELZORG

Kortom, het ziet er toch niet zo somber nit voor mantelzorg van ouderen.De .geron~~loog Dr. Knipscheer heeft veel onderzoek gedaan op ditgebled. HIJ meent dat de bereidheid van kinderen om mantelzorg aan.Q!!.ders te verlenen groter is dan thans feitelijk al beoefend wordt. Menvindt het in het aIgemeen nog aItijd heel normaal. Ook Bevers (1981) komttot die bevinding. .Ouderen en hun gezin, dat is eeuwenlang een belangrijk relatiepatroongeweest. Dat vervluchtigt zo maar niet in een enkele generatie! Knip­scheer heeft een boeiend overzicht geschreven over de 'historie van hetfamilieverband' (1984). Het blijkt dat het nogal bewierookte drie­generatie-gezin helemaal niet zo algemeen was als weI werd vooronder­s~eld. Het gezin is~ ,:ezen het 'kerng~zin':vader, moeder en opgroeiendekmderen. Dat zag Je m Engeland al smds de zestiende eeuw. Eigenlijk isdat ook heel begrijpelijk. Het heeft' zelfs diepe biologische fundering.Vissen kunnen kuitschieten met 20 miljoen bevruchte eitjes. Zorg voorzulk een grote nakomeIingschap is dan overbodig. De meesten wordenopgegeten en een paar van de kwieksten overleven het weI. Maar hoeminder 'jongen' er zijn, hoe meer noodzaak er is voor een sterkegezinsband. Je ziet dat bijvoorbeeld al prachtig bij onze zangvogels. Er iseen onmiskenbare relatie tussen: meer en langduriger opvoedingszorgerierzijds en meer stabiele· gezinsstructuur anderzijds. Zoiets is eentranscultureel gegeven. Het laat zich door cultuurveranderingen niet ofmaar marginaal aantasten.Tot slot:. veel kritiek op mantelzorg, heeft alleen maar betre~g op~mantelzorgon~er druk', dus wanneer een lid van een mantelzorgnetwerknaar vcrhouding uitzonderIijk veel zorg vereist van een ander lid ofvan hetnetwerk. In wezen is dat een uitzonderingspositie, waarvan de frequentiewcliswaar met de leeftijd toeneemt, maar die toch slechts toepasbaar is opeen minderheid, ook van hoogbejaarden.

MANIELZORG114

Dan is er nog het tijdsbezwaar. ,Zorgen hoorde tot het rolgedrag van de,,::ouw. Steeds meer vrouwen hebben ee_~_?-~a.E-_~~.d~ dus geen of weinigtIJd om ook nog eens wat mantelzorg aan een ouder te geven. Ja ja,natuurlijk, maar. als we dit argument op tafef leggenmoeten~ daarmetcen naast leggen dat door arbeidstijdverkorting, vervroegde uittre­ding, sterke toeneming van deeltijd-arbeid en door structurele werkloos­heid, er geweldige nieuwe vrijetijds-ruimte is ontstaan. Bovendien begintook de man in sterker mate deel te nemen in de huiselijke zorgtaken.

11. KUNNEN ZELFZORG EN MANTELZORG SCHADELIJKZIJN?

Nou en of! Het zou onzin zijn om ze te gaan idealiseren. Het gaat om .menselijk handelen en aile menselijk handelen kan schadelijk zijn. Eten isnuttig maar niemand zaI het willen of kunnen afschaffen omdat het somsmisbruikt wordt door verkeerd eten of vooral teveel eten met tal van

Page 60: UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM nlllllll1111 III II 360000 … Hattinga... · 2012. 7. 6. · UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM 111111111 IIIIIUllntfllflllill 11111111111111 nlllllll1111

116 MANIELZORG

ernstige gevolgen. Zo is het natuurlijk ook met zelfzorg en mantelzorg.Zij kunnen schadelijk zijn bij onbekwaam toepassen. Als iemand zelf zijnziekte wit gaan behandelen kan hij grote fouten maken. Op psychischgebied kunnen door foute zelfzorg neurosen ontstaan. Dat komt omdatelk mens conflicten heeft die vaak onoplosbaar zijn, bijvoorbeeld het~anningsveld tussen lustbeleving en normbesef, of russen willen enkunnen. Wanneer men met zelfzorg aan ZUlke coiiflicten probeert te .ontsnappen door ze te verdringen, kan dat vaak Ieiden tot neurotischegedragingen. Het ligt niet aan zelfzorg op zich, maar aan te geringecompetentie van zelfzorg om met het desbetretfende probleem om te

ta:~antelzorgkan ontsporen. Al in mijn boek ~t 1-977 'Het verschijnselzorg' heb ik daarop gewezen en als ontsporingen genoemd 'apeliefde'!waarbij men als het ware geterroriseerd wordt door de liefde (en daarmeezorg) van een partner (of ouder);, privacy·verlies dat een ongewenstbijprodukt kan zijn van burenhulp ('er wordt teveel gekletst'); zorgtiranniewaarbij geldingsdrang van de zorgverlener een negatief motief vormt, of'zorg uit medelijden, waarbij door dat medelijden, vaak met de bestebedoelingen, de zorgontvanger in de put wordt geholperi. .

In de sociale psychiatrie is het eenbekend gegeven, dat geestesziektenkunnen ontstaan vanuit relatiestoornissen, met name bij mensen diedaarvoor gevoelig zijn. Maar het feit dat onder sommige omstandigheden,psychiatriscb,e schade kan ontstaan, kan nimmer een reden zijn omzelfzorg of mantelzorg in het algemeen af te wijzen. Veeleer moet dooronderzoek worden vastgesteld waarom en wanneer zulke schade kanoptreden en hoe dat vermeden kan worden. Wat zijn de 'kwetsbaarheids­factoren'. Juist deze lenen zich voor een preventieve benadering, zegt dehoogleraar in de sociale psychiatrie Dr. Gersons· (1986). Caplan enLindemann stellen in hun crisistheorie, dat psychische problemen zichaltijd in de context van sociale netwerken afspelen en daarom ook bijvoorkeur door, of indie netwerken dienen te worden opgelost. Dat houdtde feitelijke erkenning in Van het mogelijk schadelijke karakter van eenmantelzorgnetwerk en tegelijkertijd een erkenning van zijn moge1ijketherapeutische betekenis onder begeleiding van een. psychiater.

5. ZELFREDZAAMHEID IN DE KNEL

1. HELP, HELP

Op een dag gaat het gewoonweg echt niet meer, samen of op je eentje. Ermoet raad geschaft worden. Wat nu?Als het niet langer zo gaat, moet allereerst bekeken worden hoe dat komt.Men moet geen paniekbesluiten nemen: 'Het gaat met vader niet meer endus maar opnemen in een verzorgingshuis of een verpleeghuis'. Afbraakvan heel zijn 'nest' is dat. Alles weg alsofhij al dood is. Nee, een paar foto'sen kleinigheden mag hij nog naar het verpleeghuis meenemen..In het boek 'Innovations in care for the elderly' (Vanden Heuvelj­Schrijvers, 1986) wijst Knipscheer op andere mogelijkheden. Als het

_ moeilijk wordt met de zelfredzaamheid van de ouder(s), heeft het ziTI omeen 'familieconsultatie' te houden. In 1983 hebben Kuijpers en Bengtsoneen 'familysupport cycle;:~oaelontworpen.De behoefte aan aanvullendeberoepshulp boven op de tekortschietende zelfredzaamheid moet eensnauwkeurig besproken worden en daarnaast de capaciteit die bij demantelzorgers aanwezig is. Wat zijn de grenzen? Hoe staat het metgevoelens van verplichting die wellicht de draagkracht van mantelzorgersteboven gaan? Wat en hoeveel beroepshulp kan bijspringen? Zulk eenberaad schept duidelijkheid en kan er veel toe bijdragen dat de ouder(s)zich thuis toch nog kunnen blijven handhaven.

2. FAMILIE-CONSULTATIE; ZELFREDZAAMHEIDS·CONSULTATIE

Ook bij mantelzorg kan op den duur 'bedrijfsblindheid' ontstaan. Wan­neer 'het niet meer gaat' is een gesprek nodig met mensen die meerafstand hebben ten opzichte van de situatie.· Het moeten verstandige

Page 61: UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM nlllllll1111 III II 360000 … Hattinga... · 2012. 7. 6. · UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM 111111111 IIIIIUllntfllflllill 11111111111111 nlllllll1111

118 ZELFREDZAAMHEID IN DE KNEL ZELFREDZAAMHEID IN DE KNEL 119

I

mensen zijn die kunnen Iuisteren en niet meteen met alleriei goede raadkomen aandraven: een naast familielid, een goede buur ofvriend waarmeemen al vertrouwelijk omging. Daarnaast is er bij zulk een consultatiebeslist ook beroepsdeskundigheid nodig. Omdat het· over verzorgings­vragen gaat, moet niet in de eerste plaats aan de huisarts gedacht worden,maar veeleer aan iemand uit de gezinsverzorging ofwijkverpleging die deberoepsmogelijkheden en voorwaarden van thuishulp en thuisverpleginggoed overziet. Samen met zorgbehoevende en mantelzorger(s) zijn er dandus drie tot vier andere personen bij het beraad betrokken. Omdat hetgeen echt familieberaad is, maar over de zelfredzaamheid gaat waarin ookanderen dan familieleden deelnemen, spreek ik\iever van 'zelfredzaam­heidsconsuitatie' .Hoe moet die consuitatie worden aangepakt? In ieder geval niet ineensnaar allerlei oplossingen gaan speuren, maar altijd eerst nader uitzoekenwat er nu precies allemaal aan schort en waarom er om hulp werd

_geroepen. Hoe erg zijn de stoornissen van de zelfredzaamheid .als je zeeens probeert te bekijken door een wat objectievere bril.Ziekte-ervaring is immers heel verschillend. Iemand die depressief is zalziekteverschijnselen veel zwaarder aanvbelen dan iemand die vol levens­lust is. En dan de vraag hoe invalide iemand is. Daarbij kan je Diet alsgezonde bij jezelf te rade gaan. Validiteit is een relatieve grootheid. Eenhavenwerker is invalide als hij Diet meer tillen kan, maar een boekhouderis het als hij niet meer tellen kan. Een heel oud iemand hoeft niet meerzoveel! Als wij hem of haar allang als 'invalide' beschouwen, kan hij vaaknog best in zijn ADL voorzien en enkele kleine huiselijke taken uitvoeren.Als er een of meer kleine taken niet meer verricht kunnen worden, lijkt hetsoms of heel het kleine zorgsysteempje instort. Maar als we goed kijken,zou het best op zijn pootjes blijven als er bijvoorbeeld driemaal per weekeen warme maaltijd werd bezorgd en tweemaal per week iemand hethuisje eens een paar uurtjesbijhield.

Ook kan onder de klachten het echte motief schuilgaan. Onzekerheid eneenzaamheid zijn abstractere begrippen dan moeite met lopen, pijn,stijilieid en sufheid. Wat zit achter de crisissituatie nu precies. Dat is geennieuwsgierigheid, maar een noodzakelijke start om tot de juiste hulpverle­ning te kunnen komen. Dikwijis is de hulpbehoevende niet degene die'help, help' roept, maar de mantelzorger (-ster) die het Diet langer aankan.En dan is er nog de bekende. 'zelfvervullende l!.rofetie'. Je vaardigheden

nemen af: je wordt bestempeld als oud en versleten doorhulpverlenenden'l je ontwikkelt de bijpassende rol van arme zieke afhankelijke persoon: je

verwaarloost je vaardigheden: je identificeert jezelf als zieke of gehandi­capte: je vaardigheden laat je verder vervallen, enzovoorts.

Is er voorts misschien ook sprake van een verwaarloosd ziekteproces? Zovaak wordt een klacht of stoornis aan ouderdom toegeschreven, terwijl bijmedisch onderzoek blijkt dat het gaat om een goed te genezen ziekte.Ook kunnen er allerlei· stoornissen zijn ontstaan waarvoor technischemidde1en een oplossing zouden kunnen bieden.Tensiotte moet ook de vraag gesteld worden of er wellicht emotione1eproblemen in het spel zijn, of dat men overspannen verwachtingen heeftvan de mantelzorger(s).Om uit deze wirwar van mogelijkheden te komen, moet over voldoendeinformatie beschikt worden. Om dan vervolgens tot een oplossing van deproblemen te geraken, die de beste beloften inhoudt voor het we1bevindenvan de betrokkenen, is weer andere informatie nodig. In dit hoofdstukhebben we getracht om al de benodigde informatie bijeen te brengen.

3. HET MEDISCH HULPVRAAGBESLUIT

Wanneer geen of nauwelijks recent contact met de huisarts is geweest,doet zich de vraag voor:'Zal ik naar de dokter gaan of Diet?'. Dat besluitkan een bevrijdend gevoel geven, maar het kan ook dodelijk zijn! Er kantijdig een goed te behandelen ziekte worden gevonden, maar anderzijdsbergt medisch onderzoek, vooral op specialistisch gebied en in hetziekenhuis, ook grote gevaren in zich. Twee gevallen:

'Hij was 63 jaar en genoot maar net van zijn vervroegd pensioen toen hijbloed in zijn urine zag. Hij schrok er erg van en ging snuffelen op debibliotheek in een medische encyclopedie. Allerlei griezeligs stond erinover blaasgezwellen of prostaatkanker, maar ook dat urine weleens roodkan worden door het eten van rode bieten. Opgelucht haalde hij adem. Indat haringslaatje van eergisteren zaten toch stukjes biet. Geen nood dustIn de volgende dagen leek het minder te worden en daarna weer eens eenkeer erger. In de encyclopedie stond er niet bij hoe lang de uitscheidingvan bieteJikleurstofweI kon doorgaan. Zijn angst was naar de achtergrond

Page 62: UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM nlllllll1111 III II 360000 … Hattinga... · 2012. 7. 6. · UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM 111111111 IIIIIUllntfllflllill 11111111111111 nlllllll1111

120 ZELFREDZAAMHEID IN DE KNEL ZELFREDZAAMHEID IN DE KNEL 121

Ii

I

geduwd en hij veroorloofde die niet om terug te komen. Voor zijn vrouwhield hij het geheim. Ze zou anders vast en zeker gaan zeuren over naar dedokter gaan. Toen het een maand verder was en er weer duidelijk bloed tezien was, yond hij dat hij nu voor gek zou staan als hij alsnogmet zijn klachtop de proppen kwam. Pijn had hij trouwens niet in het minst. Een kleinadertje gesprongen misschien?Toen hij twee jaar later stierf aan hersen-metastasen van zijn prostaat­kanker was dat erg jammer. Want men had hem heel goed kunnengenezen in het beginstadium. Weer een weduwe erbij!'

Bij onverwachte verschijnseIen is een bezoek aan\Ie huisdokter altijd aante bevelen. Een mens zoekt zelfnu eenmaal steeds naar de minst griezeligeverklaring. Als ik patienten ontving met bloed bij hun ontlasting zeiden zeaItijd: 'Het za1 een gesprongen adertje zijn', of 'ik heb weleens eenaambei'. Maar bij inwendig onderzoek yond ik herhaaldelijk een laagzit­tende endeldarmkanker die dan nog uitstekend behandeld kon worden~

Maar het kan ook anders!

'Ze was 77 jaar en erg kwiek voor haar leeftijd,maar nu was ze in debeginnende schemer toch lelijk gestruikeld over een treedje en had ergepijn aan haar pols. Naar de dokter dus. De pols leek verstuikt, maar dehuisdokter liet voor de zekerheid een foto maken. Gelukkig niet gebroken.Bij het gesprek werd de dokter ineens opmerkzaam. Hij keek in haarpupillen. Ja, haar gezichtsvermogen was wei erg achteruit gegaan. Er waseen beginnende troebelingvan de ooglenzen te zien. Staar. Nu werd die valineens duidelijk. De huisarts gaf het uitstekende advies om die te latenopereren. Dat kostte maar weinige dagen opname en de operatie gaattegenwoordig heel eenvoudig.Haar pols was nu en dan eventjes onregelmatig, merkte de zuster. Deoogarts liet voor de zekerheid even een cardiogrammetje maken. Dat zager niet normaal uit en de hartspecialist werd in consult geroepen. Die yondovername voor verder onderzoek naar zijn afdeling nodig. Dat onderzoekviel niet meet Na een week begon mevrouw de kluts wat kwijt te raken.Wat was er toch allemaal aan de hand? Een internist was erbij gekomenwant haar bioedbezinking was erg verhoogd. Geen wonder, want ze wasmaar net beter van een flinke verkoudheid, maar daar was niet naargevraagd.Het ene onderzoek na het andere! Er werden diverse afwijkingen

gevonden bij de chemische bepalingen. Na ruim een maand werd zeontslagen met een fraaie en lange reeks diagnoses en nieuwe ooglenzen.Maar ze was'afgebrand' en uitgeblust. De huisdokter wist niet wat hij zag!Eens te meer dacht hij: 'Wat is opnamein een ziekenhuis toch gevaarlijkvoor oude mensen. Als het al strikt nodig is, blijf ik voortaan als eenwaakhond opletten dat men er niet meer gaat doen dan afgesproken.' Het~-eenoi;merkcliffgoe(1elullsarts!'

Over de juiste vraag naar medische hulp is heel wat onderzoek gedaan.Voor ouderen is de stand van zaken als voigt samen te vatten.- Er zijIl; 'dok!~ers~I()J.?ers' en'niet-IoEers'. Het eerste is inhet algemeen af

te raden. . .- Bij een nieuw verschijnsel waar men geen raad mee weet, even aanzien,

bijvoorbeeld enkele dagen tot een week, en eventueel een huismiddeltjenemen.Gaat het in die korte tijd niet weg, dan naar een goede huisarts gaan.'Goed' betekent: voldoende tijd en aandacht voor oudere mensen;oplettend op vroege verschijnselen van een ernstige ziekte diebehandeIbaar is; vooral ook aandacht voor het functioneren enwelbevinden van de patient; zeer terughoudend met ziekenhuisopname,vooral voor 'observatie'.·Vraag zo nodig raad aan de wijkverpleegkundige die de huisartsen goedkent.

- Laat u niet te makkelijk in een ziekenhuis opnemen! Als het dringendwordt aangeraden, mag men gerust vragen of er een onderzoekplan isen ofde kans voidoende groot is, dal de behandeling succesvol is met het

~oog op toeneming van zelfredzaamheid en wel~viiiaen:- Hoe sta je in het leven? Als gelovig mens van lioge ouderdom, die het

langzamerhand wel voor gezien houdt, mede op grond van een of meeronherstelbare handicaps? Bij afname van de doodstaboe, neemt ook deVbehoefte af om 'alles' nog voor een verder voortbestaan te laten doen

) (Norbert Elias). Er is dus ook een heel bewuste keuze mogelijk om zichverder niet te laten behandeIen, behalve dan 'palliatier, dat wit zeggen,gericht op het verlichten van de verschijnselen, maar zonder deoorzaken weg te nemen.

- Het is nu nog te vaak ~o dat als een ingreep technisch nog weI zoukunnen maar niet gebeurt (bijvoorbeeld harttransplantatie, anderegrote chirurgische ingrepen), dat niet wordt ervaren als Ieed maar als

Page 63: UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM nlllllll1111 III II 360000 … Hattinga... · 2012. 7. 6. · UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM 111111111 IIIIIUllntfllflllill 11111111111111 nlllllll1111

122 ZELFREDZAAMHEID IN DE KNEL ZELFREDZAAMHEID IN DE KNEL 123

onrecht. De slogan 'iedereen heeft altijd en onder alle omstandighedenrecht op elke behandeling die technisch mogelijk is', heeft inmiddelsveel van zijn kracht verloren. Te vaak staan moeiten en kosten in geenenkele verhouding tot het resultaat: een droevig wrak dat nog een paarmaanden langer drijvende wordt gehouden.

Het is wetenschappelijk vastgesteld dat veel specialisten tijdens zieken­huisopnamen van ouderen, veel te veel onderzoek (laten) verrichte~. In deleidinggevende JAMA (Journal of the American Medical Association)wordt daar vanuit de medische professie zelf emstig voor gewaarschuwd.Daar zijn schokkende cijfers over! Zo bericht Jlrof. Weinberg dat bijvrouwen boven de 85 jaar baarmoederoperaties worden gedaan in 20 %van de gevallen in de ene woonplaats, en in 80 % 'Van de gevallen in eenandere woonplaats. Medici kijken dus tegen de 'noodzaak' van eenbehandeling vaak heel verschillend aan! Ais een grote ingreep voor eenoudere patient wordt aangeraden is het verstandig een 'second opinion' tevragen van een onafhankelijk tweede specialist.Geldt dit nu niet uitsluitend voor Amerika? Nee. De 'Commissie Dekker'die de regering moest adviseren in 1987 over de gezondheidszorg in onsland, heeft eveneens gewezen op de overmatige onderzoekneiging vanmedische specialisten met de' daaraan verbonden enorme kosten.Het is helaas nog altijd een vrome wens dat huisartsen meer en beteregeriatrische scholing krijgen. Het specialisme geriatrie is al vanaf dezestiger jaren in discussie. Velen, waaronder ik, hebben hard gevochtenvoor erkenning, maar die is laat afgekomen en heeft in de ziekenhuizenonvoldoende vaste voet gekregen. Organisaties van ouderen moetensterke politieke druk gaan uitoefenen om bun specialisme meer kans te 'geven.

4. HET BEWEGINGSAPPARAAT WIL NlET MEER

, Het neemt bij ouderen altijd wel wat in kracht af, maar nu hebben we dantoch te doen met echt emstige stoornissen. ZelfredzaamheidsaantastinK_kan bijvoorbecld ontstaan door emstiger vormen van reuma (Nederlandtelt 300.000 reumapatienten), toenemende stoornissen van bet zenuwstel­~ toenemende har~nsufficientie, zware arthrose, en als plotseling~

stoomis een CVA: een 'beroerte'. Wat nu?

Allereerst de vraag of door middel van een technisch apparaatGe) defunctie voldoende hersteld kan worden. Beginnen we bij het eenvoudigste.'Een oude moecler zat bedroefd in haar keuken. Ze had een CVA gehadenheel haar linker lichaamshelft was nu uiterst zwak. Een appel, eenaardappel kon ze met haar linkerhand 'niet meer vasthouden. Ze kon dusniets meer schillen. De zoon die op bezoek kwam had een helder idee. Hijsloeg twee flinke spijkers in de keukentafel, een paar centimeter vanelkaar, kneep de koppeneraf en prikte er een aardappel op. Klaar! Methaar rechterhand kon ze hem goed schillen!' Een mens gelukkig makenmet twee spijkers. DraagkrachtvergrQting!

Hulpapparaten zijn zo oud als de mensheid. De stok om op te steunen,maar ook de al eeuwenoude bril. In ooze eeuw van ongelooflijketechnische vooruitgang, is ook het aantal en de soort van aanpassingsappa­raten sterk toegenomen. Heel eenvoudig.zijn nog maar de kleding- en~~~!1p"assin&.j~_.!J.andgreepaanpassingaan vorken, messen enE~~s,.~a~p_assingvan ~e won.!nginrichting door wegnemen van drempels,verlage.n van de aanrecht, deErkn~pvervanging, armkranen, ,trapl®e,beves~iging,v~ J~_~~gr~n. De eerste aandacht is uitgegaan naargehandicapten in het algemeen en nog te weinig specifiek gericht opondersteunende apparatuur'voor bejaarden, maar daar zit weI verande­ring in. Mevrouw Ir. C. Stephan schreef al in 1983 een rapport 'Ontwerpenvoor bejaarden', later gevolgd door het SWOKA-rapport 'Innovatie voorbejaarden' (Mw. Ir. A. Zuidberg).Het gaat er daarbij om, bestaande produkten meer op ouderen af testemmen. Een loodzware koekepan vervangen door een veellichtere; zulksoort dingen ook. In mijn kaartsysteem tel ik niet minder dan 162 kaartenmet aangepast~paraten! Bij specifieke behoeften moet men zichwenden tot· een orthopedisch centrum of een firma in verplegingsarti­kelen. Hoe praktisch een aantal van die 'hulpstukken' ook is, toch bewijzenze hun nut aIleen maar als de gebruiker nog voldoende levenslust heeft omeraan te wennen en te willen leren om ermee om te gaan. Dat adaptatie­vermogen moeten we met onderschatten. In de laatste wereldoorlog is nogeens duidelijk gebleken wat voor_~eldige aanpassingsmogelijkhedenmensen hebben als de nood echt aan de man komt.Toch is dit alles nog maar het bescheiden begin. Het Koninklijk Instituutvan Ingenieurs heeft in 1985 een symposium gebouden over gezondheids­techniek. We mogen in de naaste toekomst hele reeksen nieuwe kunstor-

Page 64: UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM nlllllll1111 III II 360000 … Hattinga... · 2012. 7. 6. · UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM 111111111 IIIIIUllntfllflllill 11111111111111 nlllllll1111

124 ZELFREDZAAMHEID IN DE KNEL ZELFREDZAAMHEID IN DE KNEL 125

ganen verwachten. Daarvan is de pacemaker, die in het lichaam wordtingeplant om het hartritme te regelen, al jaren gemeengoed geworden,evenals de nieuw in te brengen heupgewrichten. Steeds meer zullen demensen gaan wennen aan vervanging van gestoorde lichaamsfuncties doortechnische apparaten om die functies over te nemen. De orthopedischechirurgie is daarin al een flink eind gevorderd.

5. HULP BIJ ADL-FUNCTIES

In het algemeen is mantelzorg bij gestoorde AD&functies voor langeretijd alleen maar op te brengen door de partner. Maar dan is dat meestaleen zware opgave, die alleen maar vol te houden is als er een goedzorgplan is opgemaakt. Een 'aflossings-regeling' kan soulaas bieden, maaronze eigen onderzoekingen wijzen in zuIke omstandigheden vaak op'monopolisering' van de zorg. De partner heeft zich dan zo met die zorg·vervlochten dat hij of zij die niet meer uit handen wi! geven. Om toch debroodnodige verlichting te kunnen bewerkstelligen bestaa~ er een reeksvan mogelijkheden waaruit samen een keus gemaakt moet worden.- Vooral de alleenwonende zal eerder dan een paar geconfronteerd

worden met behoefte aan hulp van derden. Hier moet dus gezinszorg,bejaardenhulp, wijkverpleging en dergelijke voor da~~.Jhyislul1p.inspringen. Bij het onderwerp 'thuishulp' wordt dit nader uitgewerkt.Op hulp uit het secundaire mantelzorgnetwerk mag niet gerekendworden, tenzij het om kortdurende overbrugging gaat.

- Als het om incontj.nentie gaat, het onvermogen om urine en/ofontlasting op te houden, moet vaak een onterecht schaamtegevoeloverwonnen worden en allereerst de huisarts om hulp gevraagd worden.Niet zelden ~s.door oefe~ of een ingreeQ het I1robleem.QI1.1~IQsse.n..

- Bekeken moet worden of al reeds gebruik wordt gemaakt van geschikte'luier-soorten'. De apotheker heeft daar voorlichtingsmateriaal over.De kosten zijn vaak voor rekening van ziekenfonds of verzekering tebrengen, maar het is verstandig om dat na te vragen, want ze kunnenflink oplopen! Er bestaan alIerIei aangepaste soorten opvangmateriaal.

- Er bestaat mogelijkheid tord~g!?~handelinKin een verI1leegQ!!i~.Dat isvooral beIangrijk als de kans erin zit dat de zorgbehoevende doorergotherapie en andere methoden weer zover kan worden opgeknaptwat de zelfzorg betreft, dat het thuis weer beter gaat.

- Meer en meer komt 001.< gewone 'dag-opvang' voor als er niets meer metbehandeling te verbeteren is. Als dat eIke week een paar dagen gebeurt,is de mantelzorg daardoor aanzienlijk ontlast en de kans groter dat mende situatie thuis weer redelijk aankan. Het verschil met dagbehandelingis, dat het hier alleen maar gaat om huisvesting en verzorging door de,dag h~.f?n, en niet meer om het toepassen van enigerlei behandeling. Hetzal in toenemende mate een taak van verzorgingshuizen kunnenworden.

- Ook moet gedacht worden aan weekend-opnamen en vakantie-ollnamein een verzorgingshuis. De ~~lzorger kan dan eens een paarweekends in ·de maand vrij hebben voor zichzelf en ook eens een paarweken per jaar met vakantie. Zulk soort 'gefractioneerde' opnamen hebik al in 1971 aanbevolen ter verlichting van de mantelzorger, maar deontwikkeling is traag gegaan en begint nu, in 1987, pas wat van de grondte komen.

- Van groot beIang is ook dat de mantelzorger voor advies en begeleidingterug kan valIen op een deskundige. Dat kan nu nog de huisarts zijn, ofeen dienstencentrum voor ouderen. Maar in de toekomst zal dit werkzich weI verder moeten gaan ontwikkelen. In de Verenigde Staten is datal aan de gang. Vooral door ver~undi~nworden er met succes'verzorgingsadviescentra' opgezet. Die zijn erop ingesteld om advies enbegeleiding te geven tegen betaling. Het tarief ligt dan heel wat lagerdan dat van de arts, zodat het voor veel ouderen betaalbaar is. Menspreekt weI, een beetjeplagend, van 'Florep.ce Nig!J.Jl!!gale B.V.'s'.

In het hoofdstuk over zelfzorg heb ik telkens verwezen naar advies: vaneen erg.Qtherapeut, een fysiotherapeut, een dietist, een ziekenverzQr:­gende, een verpleegkundige. Het zou mooi zijn wanneer die allen in de

• toekomst samenwerkteuin 'verzOJ;gingsadviescentra vO~!'.2.!!.<Jeren'. Nu ismen nog te veel aangewezen op een veelheid van instanties. Onder hethoofd 'sociaal-maatschappelijk werk' vind je in de Gouden Gids van dePIT steeds weI een hele verzameling in de wat grotere steden.De mogelijkheden om met meer of minder ondersteuning vanuit beroeps­hulpverlening zich toch thuis te kunnen handhaven, nemen ook voortdu­rend toe.

Page 65: UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM nlllllll1111 III II 360000 … Hattinga... · 2012. 7. 6. · UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM 111111111 IIIIIUllntfllflllill 11111111111111 nlllllll1111

126 ZELFREDZAAMHEID IN DE KNEL ZELFREDZAAMHEID IN DE KNEL 127

6. TRUISVERPLEGING EN TRUISVERZORGING

Door verschuiving van het zwaartepunt van verzorging en verpleging vaninstellingen naar de woningen van de mensen thuis, staat de overheid voortwee grote consequenties. Beperk het voortdurend bijbouwen van nieuweinstellingen en breek af wat er overtollig is of geef het een anderebestemming. Dat is een kant van de medaille. De andere kant hebben wehier boven al aangeduid. Er moet een duidelijk herkenbaar systeemkomen voor beroepshulp thuis~ want die wordt nu nog door allerleioverlappende en soms concurrerende instanties gegeven, zonder dat ersprake is van een voldoende afstemming van de hilpverleningscapacitei­ten op de diverse behoeften. Ret wordt een moeilijke zaak! Er ligt eenadvies van de Ziekenfondsraad ter tafel uit 1984, dat nog een verkennendkarakter draagt. De Raad zat flink in de mist want ze verklaarde nogonvoldoende zicht te hebben op tal van aspecten van de thuisverpleging.Ze tobde natuurlijk met allerlei regelgeving, verspreide fmanciering, .gebrek aan samenwerking en vage scheidslijnen tussen de bestaandevoo~zieningen. In 1985 verscheen een volgend rapport, ditmaal van deNatlOnale Raad voor de VoIksgezondheid. Ret advies van deze raad vanseptember 1985 kwam al een stuk verder. Vit een onderzoek van hetSociaal Cultureel Planbureau is gebleken dat in he~emeen doorpatienten en hun omgeving pas dan een beroep op professionele hulp~dt g_~aaI!,_._~~neer h~~~ig~n m2gelij~J1eden .ell. I!!!9delen als

onvoldoende worden ervare~. Eerst zelfzorg en mantelzorg tot aan de(redelijke en niet uiterste) grens van hun kunnen. Belangrijk is vooral datde Raad de aanbeveling doet om enerzijds de competentie van mantelzorgte vergroten, en anderzijds de mantelzorger zodanig te ontlasten dat diezijn of haar zorg redelijkerwijs kan voortzetten. Ik ben blij met dieaanbeveling, want in een wetenschappelijk onderzoek dat in 1983 en 1984onder mijn leiding heeft plaatsgevonden, was dat een van de hoofdconclu­sies. Ret is soms ontroerend maar ook schokkend hoe geweldig veel eenpartner voor de· ander over heeft, jaar in jaar uit.In de Nota 2000 van het Ministerie van WVC en in het raI!port vandeCommissie Dekker, uit 1986 en 1987,wordt aanintegratie en uitbouwvande thuiszorg nu verder gestalte gegeven.

7. OUDERDOMSDEP~ESSIE.

Depressiviteit, neerslachtigheid, als gevolg van verdriet of zorgen om hetbestaan vanjezelf,je partner, je kinderen, de maatschappij die je meer enmeer tegenstaat, is een normale menselijke reactie. Ze wordt pas ziekeIijkals het niet lukt om ze te verwerken en te boven te komen. Daar heb je hetdus weer: de draaglast neemt toe en de geestelijke draagkracht is niet sterkgenoeg en kan dus instorten.Ook hier weer allereerst zelfzorg en mantelzorg. Niet opkroppen maaruithuilen en uitpraten., En d~ een flinke reis met een niet te grote

.reisgroep. Dat werkt vaak als een milde hersenspoeling door de velenieuwe indrukken en het geeft contacten met nieuwe mensen. Daar zijn eraltijd weI, bij wie je ineens je hart kunt uitstorten. In zuIke gunstigesituaties neemt de draagkracht toe, terwijl het verdriet gerelativeerd wordtjoor tijd, afstand en afleiding. Op die manier kan door goede informelezorg menige echte, ziekelijke depressie tijdig voorkomen worden. Moeilij­ker is het wanneer het gaat om een depressie die uit aanleg voortkomt, een'vitale depressie'. Maar ook hier is heel wat preventie mogelijk door goedezelf- en mantelzorg. Roe 'normaler' men blijft functioneren als oudere watbetreft wonen, dagindeling, activiteiten, contacten met familie, buurt envrienden, hoe minder kans dat een vitale depressie doorzet. Mocht dietoch niet tegen zijn te houden, dan is tegenwoordig een psychiatrischebehandeling vaak succesvol.Tot slot is er de depressie die ontstaat als iemand bemerkt dat hij of zijgeestelijk achteruit gaat: het zelf gewaar worden van een beginnendedementie.

8. DEMENTIE EN ZELFREDZAAMHEID

'Eraf raken, kinds worden, je benul verliezen'. Een schrikbeeld voor veleoudere mensen. 'Ret is best prettig om oud te worden, als je hoofd maargoed blijft', zeggen veel mensen. Over dementie zijn in het Nederlandsetaalgebied tientallen boeken geschreven. Ret spreekt erg tot de verbeel­ding en veel ouderen zijn er dan ook mee bezig. Dat blijkt bijvoorbeeld weIuit het feit dat de, roman van BernIef, 'Rersenschimmen', in 1984uitgekomen, in· 1986 al aan zijn zeventiende druk toe was. Prachtigbeschrijft hij hoe een man van 71 jaar dement begint te worden. Rij begint

Page 66: UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM nlllllll1111 III II 360000 … Hattinga... · 2012. 7. 6. · UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM 111111111 IIIIIUllntfllflllill 11111111111111 nlllllll1111

128 ZELFREDZAAMHEID IN DE KNEL

rZELFREDZAAMHEID IN DE KNEL 129

allerlei kleine huishoudelijke dingetjes te vergeten. Kleine herinneringenuit het verleden gaan zijn gedachtenwereld overheersen. Hij wordtonzeker en in heldere perioden 'breekt hij zijn hoofd' over wat er toch methem gaande is. De 'korte inprenting' zakt weg, zodat je vergeet wat je 15seconden geleden van plan was te gaan doen. Dat hebben we allemaalweleens en het is met typisch voor dementie. Veel belangrijker is het dat destapels 'herkenningsbeelden' waarmee de computer van onze hersenenvoortdurend de werkelijkheid vergelijkt, begint te verbleken en in flardengaat. Een theekopje wordt dan gezien als een wit plekje met een krulletjeeraan, waarvan de naam en functie vervlogen zijnpmdat het herkennings­beeId waarmee we het vergelijken, verloren is ge~aan. Wanhopig en danweer lachend probeer je de fladderende snippers ervan te vangen entelkens heb je een stukje en licht herkenning van iets ineens even op. Maarhet verscheuren van de beelden gaat voort, tot je niets en niemand meerkan herkennen en onder in de stapel slechts de oudste beeIden overblijvenin de leegte van een ongrijpbare wereId.Het is in het verhaal vlug verlopen. Dat komt vooral voor bij echte ziektenvan de hersenen, waarbij de hersencellen worden aangetast. Vaak is dat deziekte van Alzheimer, maar ook kan het gebeuren door andere oorzaken,bijvoorbeeld doordat zich een gezwel in de hersenen ontwikkelt. Ook metde modernste medische therapieen is er meestal geen genezing tebereiken. Maar behalve deze organische dementie-vormen zijn er geluk­kig ook andere. Vaak gaat het om 'functionele' dementie of 'pseudo­dementie', waar je weI wat aan kan doen! Vooral wat betreft hetvoork6men ervan. Daar moeten we het dus vooral over hebben.Zelfredzaamheid om dementie te voorkomen. Hoe werkt dat? De eerste,heel voorname mogelijkheid hebben we al eerder bekeken: voorkom datje vereenzaamt. Ie kan het in de eerste plaats zelf voorkomen d0.2E<contacten te zoeken en op te bouwen, niet door erom te vragen maar doormet anderen actief iets te gaan doen enje remmingen te overwinnen. Ookmantelzorg vanuit de omgeving van iemand die vereenzaamt, kan hiergeweldig heilzaam zijn. Dr. Hoogerwerf schrijft: 'De invloed van vereen­zaming, van gebrek aan medemenselijke contacten, kan niet gemakkelijkoverschat worden'. Maar er is veel meer!

Mensen die geestelijk wat kwetsbaarder zijn geworden, moet je zo veelmogelijk in hun vertrouwde omgeving laten. Zelfs een opname in eenziekenhuis, waar je ineens omringd bent door uitsluitend vreemde mensen

en een vreemde omgeving, kan leiden tot de instorting van iemands geest.Die was dan als een keurig kaartenhuis dat een 'windstoot' niet verdragenkan. Zo'n 'windstoot' is ook een plotselinge persoonlijke ram);!, EencolIega die veel functies in zijn welbestede leven had bekleed was metemeritaat gegaan. Opgewekt en met veel plezier was hij begonnen omallerlei gegevens te ordenen en een autobiografie te schrijven, toen zijnhuis afbrandde en hij alles verloor. Hij raakte in een diepe depressie eneen half jaar later was hij weggezakt in een zware dementie en moest hijworden opgenomen.Een vrouw van 73 verloor haar partner. Ze kwam haar verdriet met teboven.Ze 'begon te malen'. Kan je daar dan iets aan doen? Soms niet,soms weI. Probeer zo langje geest helder is, je met al te zeer te hechten aanje dierbare dingen. Probeer uit het ziekenhuis weg te blijven, bijvoorbeeld

door dat rotmatje waar je al eens bijna over struikeIde eruit te gooien. Eenheup breken betekent immers ziekenhuisopname. Doe geen boodschap­pen als het buiten glad is. Dat is nu echt iets om vriendelijk aanje buren tevragen. Zulke eenvoudige dingen.

Dan zijn er nog d~ lichamelijke oorzaken die dementie als nasleep kunnenhebben. Uit heel wat onderzoek is komen vast te staan dat het hier zelfsom weI twee tot drie op de tien gevallen gaat. Allereerst noem ik de'ongezonde leefwijze'. Daarmee is hier vooral bedoeld, onverstandigeeenzijdige voeding met, vitaminegebrek, te weinig eiwitvoeding, geenafwisseling en het voortdurend gebruik van te veel alcohol. Dat vinden diehersencellen niet prettig, want die hebben hun eigen stofwisselingseisen.Het gebruik van geneesmiddelen meer dan strikt nodig· is, kan ook dewerking van hersencellen storen.

Ook zuurstof hebben ze in voldoende hoeveelheid nodig. Als ze daarvan teweinig krijgen is dat schadelijk Dat kan gebeuren bij ernstiger bloedar­moede, want het bloed vervoert immers de zuurstofvan de longen naar dehersenen. Als de longfunctie gestoord is of de bloedcirculatie, kan dat eensoortgelijk effect hebben. Kortom, als er verschijnselen ontstaan die opeen beginnende dementie wijzen, is een grondig poliklinisch lichamelijkonderzoek beslist aan te raden.Wie hier nu kennis neemt van al die verschijnselen, heeft een flinke kansop de 'candidaten-ziekte' zoals die vroeger genoemd werd bij de opleidingtot arts. Je hoort de symptomen van een ziektebeeld en denkt bijjezelf,

Page 67: UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM nlllllll1111 III II 360000 … Hattinga... · 2012. 7. 6. · UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM 111111111 IIIIIUllntfllflllill 11111111111111 nlllllll1111

'verdorie, dat heb ik ook'. Geheugenverlies? Jazeker, vaak als ik iets gahalen kom ik in de andere kamer en denk, 'wat moet ik hier ook alweerhebben'. En namen onthouden gaat ook al moeilijk. En ik denk vaker aanmijn jeugd terug.

Is er dan echt wat aan de hand, of beelden we ons wat in?Een 34-jarige man zegt: 'Ach Elly, hoe heette toch ook weer dat aardigemens in onze reisgroep die altijd die groene jurk droeg?' Zij: 'Ja, och hoeheette die, ik kan het honderd keer zeggen'. Na een half uur roept ze:'Annebelle heette ze. Ret valt me ineens in'. Een 14-jarige man zegt: 'AchAnna, hoe heette toch ook weer dat aardige meJ%;...' enzovoorts.Ret jonge stel zal geen moment denken dat ze 'dement' aan het wordenzijn; het oude stel kijkt elkaar bezorgd aan en denkt: 'mijn geheugen gaattoch weI achteruit'.Moeilijker nieuwe dingen onthouden hoort weI bij de ouderdom, maar datheeft niets met dementie te maken! Ret is jammer wanneer mensen tengevolge van meer informatie, zich spookbeelen op de hals gaan halen. Nietvoor niets bestaat het bekende rijmpje: 'De mens die lijdt het meest, doorhet lijden dat hij vreest...'.

Uit het bovenstaande kleine· overzicht is al duidelijk dat het eigenlijkonjuist is om v~ 'dementie' te spreken alsof dat een bepaalde ziekte zouzijn. Er zijn zoveel oorzaken en zoveel stadia, en zoveel soorten en zoveel

~ haast onmerkbare overgangen van 'normaal' (wat is dat trouwens) naarabnormaal (en waar begint dat dan?), dat het onmogelijk is om het aantal'gevallen' te tellen. De psycholoog Brouwer noemt dementie dan ook een'vuilnisbak-begrip'. Ret verschijnsel is bovendien niet aan de 65-plusIeeftijd gebonden en kan op veel jongere Ieeftijd voorkomen. Ret is dusniet zonder meer een 'ziekte van de oude dag'. Roeveel 'kans' heb je eropboven de 70 jaar? Van de rond 1.900.000 65-plussers in 1990 zal circa 1 opde 10 ,lijden aan een of andere psychische stoornis. Slechts een deeldaarvan zal het etiket 'dement' opgeplakt krijgen. Daarvan is echtereenderde niet 'echt dement', dat wi! zeggen lijdende aan de ziekte vanAlzheimer. Een punt dat wat meer houvast biedt is het aantal bejaardendat opgenomen is in een psychogeriatrisch verpleeghuis. Dat is van eengrootte-orde van 1 op de 100 65-plussers. Ret blijkt dus dat de kans dat een65-plusser dement wordt, minder is dan 1 op 10. Ret is verder niet zo datde kans gelijk oploopt met de Ieeftijd en je dus meer 'Alzheimers' zou zien

131ZELFREDZAAMHEID IN DE KNEL

Vergelijken we de verschillende cijfers dan blijkt dat maar een betrek­kelijk klein gedeelte van de demente bejaarden in verpleeghuizenverblijft.De meesten wonen dus nog thuis. De hoogstbelangrijke vraag is nu: Roekan dat? Roeveel zelfzorg is er dan nog en wat presteert mantelzorg hier?Dat verschilt van geval tot geval en is sterk afhankelijk van het stadiumwaarin de zieke verkeert.In het begin zijn meestal de korte inprentingsstoornissen het opvallendst.Rij wordt 'vergeetachtig; maar dan weI zo erg dat allerlei dagelijkse

.handelingen erdoor gestoord kunnen worden. Geen boodschappen doen;weg kwijtraken; afspraken vergeten; vergeten wat je aan het doen was. Er

..,9ntstaat door de vergeetachfigheid ook een· verlies van tijdsbesef endagverloop. Ret geWone dagjnachtritme kan zelfs helemaal omkeren. Als~k niet enkel namen, maar ook gezichten vergeten worden, kunnen geen

nieuwe contacten gemaakt worden. Zelfzorg voor ADL-functies is nog.geheel ofgrotendeeis intact, maar mantelzorg moet toch 'het stuur' van de_12ati~!.QvememeE'Del~ant~~.or.gerzit op een foute toer als hij of zij depatient voortdurend corrigeert. Zo van 'Maar pa, je weet toch wel dat ik

-~sterennog bij :re-WM. En nou zeg je dat je me in geen jaren gezienhebt. Verdorie, de sigaar die je daar zit te roken heb ik eergisteren nogvoor je meegebracht'. Ergernis bij de een, ergernis en schaamte bij deander. Nee, een liefdevol 'mee-demen' met de patient, daar gaat het om.j\anvullen wat hij mist en~aaroverhij tbbt, ook al is hij dat even later weervergeten. Ais een oude vrouw zeurt over een beloofd bezoek van haar aldertig jaar geleden gestorven moeder, is het beter om te zeggen dat zebinnenkort vast en zeker komt, dan het te gaan ontkennen. Die belofteverdwijnt ook weer in de duisternis en morgen wordt de vraag herhaald~

Gecft niet! Geduld en liefdeyol sturende begeleiding maken een mantel­zorger tot een waarachtige zegen voor een lijder aan dementie.

naarmate de mensen ouder worden. Rond het zeventigste jaar treedt deziekte het vaakst open bij ouder worden neemt de kans dat je het alsnogkrijgt, langzaam af, om na het tachtigste jaar weer te gaan klimmen. In dekranten vind ik nogal eens verontrustende berichten die voor de komendejaren 'een epidemie van dementie' voorspellen. Dat is halfverteerdekletskoek! E~ komen steeds meer hoogbejaarden en als gevoig daarvanneemt het aantal Iijders aan dementie toe, bij volstrekt gelijkblijvendekans. Je zou dus eigenlijk moeten spreken van een, 'epidemie van

_ hoogbejaarden'.

ZELFREDZAAMHEID IN DE KNEL130

Page 68: UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM nlllllll1111 III II 360000 … Hattinga... · 2012. 7. 6. · UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM 111111111 IIIIIUllntfllflllill 11111111111111 nlllllll1111

132 ZELFREDZAAMHEID IN DE KNEL ZELFREDZAAMHEID IN DE KNEL 133

Moeilijker wordt het wanneer stoornissen dieper worden. Ondraaglijkeonrust, achterdocht, karikaturale uitgroei van de vroegere minder gun­stige karaktereigenschappen, spraakverval tot brabbelen met weinigwoorden, neiging tot vervuiling en riskant gedrag gaan de mantelzorgerzwaar en soms tot het uiterste belasten. Maar ttloeten die arme patientendan niet allemaal worden opgenomen? Het is thuis toch niet te doen?

.Laten we niet te gauw en te makkelijk oordelen. Door opname gaan zevrijwel zeker verder achteruit en wordt er onzegbaar en onuitspreekbaarverdriet geleden. Maar de mantelzorgers zijn dan toch maar mooi van een .last verlicht! Ja, maar pastor Marinus van den B6rg wijst op schuldgevoe­lens die hij in zuIke omstandigheden heeft waarg\nomen. De mantelzor­ger ervaart immers vaak in de zorg voor een demente partner ofsoms ookouder een geweldige levensopgave. WeI is het dringend nodig om demantelzorgers zelf een flinke steun te geven, niet eukel vanuit familie envrienden, maar ook vanuit begeleiding en hulp door beroepskrachten.Als ook deADL-functies van de patient het laten afweten, wordt hethandhaven in diens eigen omgeving meestal onmogelijk en moet opnameplaatsvinden. Het is overigens verbazend waartoe een familie in staat is,onder gunstige omstandigheden. Het boek van de broers Jury 'Een manwordt oud en sterft' is in tekst en foto's een schokkende getuigenis hoe erghet was en hoe gewoon het ook allemaal eigenlijk afliep. Wie meer wi!weten van de belevenissen van mantelzorgers moet het kleine boekje eenslezen met interViews door Mia Duijnstee: 'Ze lacht nog weI als ze me ziet'.Een man vat zijn relaas over zijn vrouw heel helder samen:'pementie is een proces dat heel verschrikkelijk begint. Angsten, onrust, .twijfel, verwardheid, paniek. Als je zo moet sterven zou dat vreselijk zijn.Maar de natuur is genadig. Ze zorgt dat alles wegvalt en daarmee·verdwijnt ook de angst voor wat de toekomst brengen zal. Met wat er isovergebleven zijn we gelukkig. Gelukkiger dan toen ze nog konJopen enalle dagen huilde. Toch twijfelde toen niemand aan de kwaliteit van haarbestaan. Nu weI.'Het boek 'Psychogeriatrie thuis', van Duijnstee, Erkens en Sipsma (uitg.Versluys, Almere, 1987.) kan mantelzorgers veel informatie en steungeven.

9. ZELFHULPGROEPEN EN PATIENTENVERENIGINGEN

We moeten nu nog spreken over een bijzonder netwerk van genoten dat

pas eind van de zestiger jaren in opkomst kwam: het lotgenoten-netwerk.Ais mensen getroffen worden door eenzelfde moeilijk levenslot, of eenramp zoals het plotselingverlies van een kind of door een chronischeziekte die men verder door het leven moet meetorsen, dan kunnensontacten en gesprekken met andere mensen met eenzelfde probleem een

...geweldige steun betekenen. Men is genoten geworden door eenzelfde lot,en dat blijkt een grote verbondenheid te kunnen geven. Ret oudespreekwoord 'gedeelde smart is halve smart' is werkzaam. Je voelt je nietmeer alleen met je probleem. Er komt bovendien ook heel wat praktischeinformatie uit voort. Mensen kunnen 'hun hart luchten'. Als je een nieuwelotgenoot steun geeft vanuit je eigen belevenis en ervaringen is datbovendien voor jezelfook heel heilzaam. De helper wordt door het helpenvan een ander, ook zelf geholpen (Riesmann).Een kringetje van lotgenoten bestaat al als er twee zijn. Duizendlotgenoten vormen een patientenvereniging. Maar het meest werkzaam isde kleine groep van 5 tot 10 personen. Die worden naar Amerikaansvoorbeeld 'ze~'!!!p'~oepen:genoemd. Er zijn tegenwoordig zelfhulpgroe­pen voor allerlei ziekten, afwijkingen en levensmoeilijkheden. Wat voormogelijkheden liggen er hier voor ouderen?We beperken ons tot zelfhulpgroepen die er bestaan. Ze kunnen alsvoorbeeld dienen, want op dit gebied kunnen nog 'honderd bloemenbloeien' en het mooie is dat iedere oudere die met een levensprobleemkampt, zelf het initiatief kan nemen om een zelfhulpgroep te vormen.Daar is niemands toestempling voor nodig. Ret lukt met alleen maar watcreativiteit en enthousiasme.Roc werkt dat dan? Ret is niet een soort 'vereniging' met een voorzitter.Dan magje allemaal pas wat zeggen als je aan de beurt bent en dan moetener leden geworven worden en contributies betaald. Niets daarvan._Re:.tisheel vrijblijvend en informeel. Men komt bij eIkaar, liefst bij iemand thuis.Dat moet men afspreken en men praat er met elkaar en als je bepaaldevragen hebt dan kan je die voorleggen aan een echte collega, die methctzelfde tobt als waar jezelfmee zit. Dat geeft vaak heel veel steun om demoeilijkheden te verwerken. Het verlicht als het ware je draaglast. Ermoeten dus geen 'deskundigen' aan zo'n groepje meedoen. De deelne­mers zelf zijn de deskundigen, want zij hebben allen ervaring metecnzelfde probleem. Een arts of een verpleegkundige kan eens een keerals gast worden uitgenodigd, maar meer ook niet. Zo'ngroepje hoeft nietjarcnlang te blijven bestaan. Er gaan mensen weg die het niet meer nodig

Page 69: UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM nlllllll1111 III II 360000 … Hattinga... · 2012. 7. 6. · UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM 111111111 IIIIIUllntfllflllill 11111111111111 nlllllll1111

134 ZELFREDZAAMHEID IN DE KNEL ZELFREDZAAMHEID IN DE KNEL 135

hebben en er komen misschien nieuwe bij. Als voorbeeld nemen we eenzelfhulpgroep van mantelzorgers van een demente partner.Die hebben een heel zware opgavel Eerst een hele tijd van 'gespartel'tegen geheugenverlies. Je vertrouwt de ander niet meer met het gas, met

,-uitgaan en de vergeetachtigheid bij boodschappen doen. Je kan haast niet. meer weg. Als het erger wordt en er een diepe terugval in het verledenkomt .naar lang gestorven ouders die maar niet op bezoek willen komen, ofals je na 41 jaar huwelijk door je partner niet meer herkend wordt, dan isdat een loodzware opgave. Die opgave wordt met bewonderenswaardigetoewijding in ons land door tienduizenden volbracht, ieder op zijn eentje.Kleine groepjes van zuIke mantelzorgers in dor' of wijk bij eIkaar in debuurt, bleken enorm veel troost, steun, informatie en hulp bij eIkaar tekunnen vinden. Dit gebeurt nog op veel te kleine schaal. Dienstencentra,wijkverpleegkundigen, pastores, bejaardenhelpsters en gezinsverzorgsterskunnen helpen met het doorgeven van adressen van lotgenoten, zodat ze,als ze dat willen, eIkaar kunnenvinden. Vreemden blijken eIkaar vaak nogbeter te begrijpen en te kunnen helpen dan familieleden.Nog een voorbeeld, van mensen met reuma. Onder de ouderen vormenpatienten met reuma en arthrosen een heel grote groep. In Nederlandlijden er rond 300.000 aan reuma. Daarvan zijn er 30.000 aan huis en zelfsdeels aan bed gekluisterd. Wat hebben ze van eIkaar veel te lerenl En ook

.hun mantelzorgers. Duizend dingen van alledag die geen dokter ofverpleegster je zo helder kan vertellen. Een oude vriend van me (68)schrijft: 'De meeste steun en troost ondervind ik als reumapatient van mijn'mede-lijders', die ik niet alleen bij de therapie tref, maar ook vaak opbijeenkomsten van de plaatselijke vereniging van reuma-patienten. Vanhun ervaringen trek ik profijt; hun succes tegenover een ongunstigeprognose van de specialist is mijn hoop. Misschien zal ook ik gaan behorentot de groep van hen bij. wie de reuma rond 70 jaar wordt 'uitgeblust':vergroeiing en machteloosheid blijven, maar de pijn is weg. Zo niet, dankan iJ< met 'gewone' reuma, goed bij mijn verstand, toch nog heel oudworden'..Sluit je dus niet op, maar slillt je aaolGemeenten kunnen voor weinig geld zelfhulpgro~pen stimuleren. Zostelde de gemeente Eindhoven aan de 108 zelfhulpgroepen in die stad vrijevergaderruimte ter beschikking alsmede alle porto voor benodigdebriefwisseling etc. Een mooi precedent!Behalve zelfhulpgroepen zijn er ook de patientenverenigingen. Er bestaatbijvoorbeeld een Diabetes Vereniging Nederland. Mevrouw Pennings

heeft aan 'mijn' instituut bij de Utrechtse universiteit in opdracht van dievereniging een onderzoek gedaan naar zelfzorg van diabetes-patienten.Het bleek dat mensen die contact hebben metde internist en de vereniginghet meest aan zelfzorg voor hun ziekte doen. Dat is belangrijk, want zelfkiln je het vaakst controleren of je bloedsuiker in orde is. 12 % van deondervraagden controleert alleen het suikergehalte in de urine. Dat istegenwoordig onvoldoende. Men kan zelf ook de bloedglucose heel goedvaststellen. De meerderheid van de suikerpatienten die insuline gebruikendoet dat ook. Je bent daardoor minder angstig, hebt minder kans opcomplicaties wat het gezichtsvermogen, de nieren en wat de bloedvoorzie­ning van de benen betreft, en hoeft minder vaak te worden opgenomen.Maar de informatie over de bloedsuikerregulatie moet dan weI heel goedzijn. ~"!~.~oor~ljs.h!ffig.EL!-(Q,g!ilg,,,zoals de DVN bieden kan, staat eensuikerpatient er minder goed voor.Hier hebben we dus eep patientencontact waarbij niet de emotionelebehoeften en levensvragen op de voorgrond staan, maar veeleer techni­sche voorlichting. Zorgwekkend is, dat naarmate mensen ouder worden,ze meer gaan 'sloffen' met hun zelfzorgl Ook blijkt dat hoe lager iemandsopleiding is, hoe minder hij tot zelfzorg gemotiveerd is. Dat hoeft nu tochook niet meer, jezelf discrimineren!Gelukkig is 'ouderdomsdiabetes' veelal lichter van aard dan jeugd­diabetes, maar bij de tegenwoordige behandelingsmethoden kunnen~--

jeugd-diabetici ook oud worden. Dus!Voor allerlei ziekten, halldicaps en maatschappelijke problemen bestaanzelfhulpgroepen en/of verenigingen. Maar dat kan iedereen met eenminder vaak voorkomend probleem zelf weI vinden iri de boekjes metadressen of van de huisarts of specialist te weten komen.Er zijn nu twee verschillende soorten groeperingen aan de orde geweest:de kleine, vrijblijvende, plaatselijke 'praatkringen' die de echte zelfhulp­groepen zijn, en daarnaast de patientenverenigingen. Die zijn dus veelformeler. Je moet er lid van worden en contributie betalen. Ze hebbenmeestal een eigen tijdschrift of nieuwsbrief. De verenigingen hebbenmogelijkheden en doelstellingen die van de zelfhulpgroepen verschillen.Ze zijn instrumenten van macht. Ze kunnen druk uitoefenen op depublieke opinie en op de politiek, want ze zijn vertegenwoordigendelichamen van veel mensen met een bepaald groepsbelang. Het geven van

.informatie kunnen ze natuurlijk ook goed doen. Maar ze missen datgenewat nu jnist de echte, kleine zelfhulpgroep het beste kan: een mens nit zijn

Page 70: UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM nlllllll1111 III II 360000 … Hattinga... · 2012. 7. 6. · UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM 111111111 IIIIIUllntfllflllill 11111111111111 nlllllll1111

136 ZELFREDZAAMHEID IN DE KNEL ZELFREDZAAMHEID IN DE KNEL 137

eenzaamheid halen en grote morele en emotionele steun bieden door hetintieme persoonlijke contact met lotgenoten. Verenigingen doen er goedaan, als ze hun leden opwekken om ter plaatse zelfbulpgroepen te stichtenendaarbij behulpzaam te zijn. Lid zijn van een patientenvereniging;meedoen met een zelfbulpgroep; dat zijn de duidelijkste voorbeelden vanwat ik al eerder genoemd heb en aanbevolen: competentie-verhoging vanje eigen zelfzorg en mantelzorg.

10. VRIJWILLIGERSHULP

\Als zelfredzaamheid in de knel raakt, zijn er nog meer hulpgroepen danwe al genoemd hebben: het toenemende aantal mensen die vrijwillig een(kleine) taak op zich nemen, want er zijn in de groeiende thuiszorg nogheel wat gaatjes te vullen. Omdat bovendien de geldstroom voor dezeontwikkeling beperkt is, moet een groter beroep gedaan worden op'vrijwilligers. In de gezondheidszorg is dat niet zo verrassend, want er zijndaar altijd al veel vrijwilligers geweest. Bovendien zijn er in het verledenvrijwilligers-initiatieven geweest, die zozeer in eenbehoef~evoorzagen dater nieuwe beroepen uit voortkwamen! Er moet dus een gemakkelijke'verstrengeling' mogelijk zijn van vrijwilligerswerk en beroepsuitoefening.De Rijksoverheid is het vrijwilligerswerk in de tachtiger jaren flink gaanstimuleren, zoals uit heel wat nota's en rapporten blijkt. Voor ouderengaat de hulp van vrijwilligers nu al, en veel sterker nog in de toekomst, eensteeds grotere factor worden die het mogelijk maakt om het thuis tekunnen blijven bolwerken. In de Raagse stadsgids vind ik bijvoorbeeldonder het hoofd "maatschappelijk hulpbetoon' een hele reeks vanburenhulpgroepen vermeld. Uitstekend! Er wordt over zulk 'initiatiefvanburgers' (Van der Marck, 1984) tegenwoordig veel onderzoek gedaan engeschreven (zie bijvoorbeeld 'Vrijwilligers tussen betaald en huishoudelijkwerk' ~an E. van Luijk en R. de Bruijn). Deze onderzoekers zeggen: 'Debeperkte fmanciele midde!en kunnen het voor de overheid ondoenlijkmaken om in de toekomst op een vergelijkbare schaal als tot du~ven:;;h~gevaI is via subsidiering van beroepszorg in allerlei maatschanp~lj.jke

~~,~hoeften t~.voorzien.. Deze.vE~!~~z.i~,~t.~!!~c!-~g~!!-!2t.~~J~.e,~nning~.Lde vraag of in de toekomst het georganiseerde vrijwilligerswerk, althansvoor een deel,'eenaIternatierzoiikluine~zijn v~C;;h~tbet;iide;~kk-d; ,

<:steer van de verzorgende-seCtor.,...·- -,~. " .-.,. ' ',' ",.,.. , ~.

Er is immers werkloosheid, terwijl er tal van behoeften aan hulp, zorg enwerk onbevredigd blijven, omdat beroepswerk voor haast alle particulie­ren onbetaalbaar is, en nu eindelijk ook voor de overheid. Deze uitsprakenzijn niet louter de mening van een paar onderzoekers. Ze zijn neergelegdin een rapport van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid.'Daar heb je het dus al', zegt een aantal beroepszorgverleners, 'onze banengaan eraan'. J e draait dan echter de zaak om. Banen die nu al niet betaaldkunnen worden, laat staan in de toekomst, blijven niet onbezet maarkunnen hopelijk door uitbreiding van het vrijwilligerswerk toch vervuldworden, zeer ten voordele van het toenemende leger van de zeer oudemensen van 80,90,100 jaar. Ik overdrijf niet. Er waren op 1januari 1986 al43.781 Nederlanders boven de 9O! In hetjaar 2000 moet gerekend wordenop circa een half miljoen mensen boven de 80 jaar!

Is vrijwilligerswerk eigenlijk toch niet onbillijk? Dat denk ik niet. De heIetechnologie leidt er immers toe dat we steeds meer met steeds mindermensen kunnen produceren., Dat betekent dat er uiteindelijk een groteherverdeling van arbeid zal moeten komen. In de overgangsperiode dieweI tientallenjaren kan duren, zal het vrijwilligerswerk het groeiend gat inde zorgverlening kunnen en moeten vullen. Daarom zullen ook vee! vitaleouderen naar vermogen eraan moeten deelnemen. Dat is dan bijzondergunstig, want vrijwilligerswerk is in veeI opzichten welzijnsvormend, ookvoor de vrijwilliger zelf. Ret heeft veel gemeen met een hobby. Je bent eractief mee.bezig zodat de rust-roest-regeI geen kans krijgt. Ret geeft eenstuk zin aan je bestaan; je beleeft er vaak voldoening aan; het levert vee!sociale contacten op; het kan heel afwisselend zijn. I;:en bezwaar is wei datde dikwijls zwaarste, onaangenaamste en moeilijkste zorg blijft liggen voorde beroepsmensen!Er zijn al tal van vrijwilligersorganisaties, zoals de Unie Van Vrijwilligers,de Zonnebloem, bejaardensocieteiten, Tafeltje-dek-je, gymdubs voorouderen, vriendschappelijk huisbezoek, klussenclubs voor ouderen indorp of stadswijk, meewerken aan dienstencentra, enzovoorts. Maar netals in de eerstelijns beroepszorg is ook hier de versnippering te groot.Daardoor is hulpverlening door vrijwilligers voor menige oudere moeilijkh~~kenbaar en moeilijk te vinden. Ret wemelt nog van de kastjes en-mureil...·Dorps.:-en···WlltdDformatiepunteii;·opgezet-en· bemand door,.~ijwilligers~··zoua.en·-·liieriii~grote'ver6etering kunnen brengen. Een

. utopie? Op Java vond ik ze haast overall Met keurige telling en registratie

Page 71: UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM nlllllll1111 III II 360000 … Hattinga... · 2012. 7. 6. · UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM 111111111 IIIIIUllntfllflllill 11111111111111 nlllllll1111

138 ZELFREDZAAMHEID IN DE KNEL ZELFREDZAAMHEID IN DE KNEL 139

van wat er in dessa of kampong aan behoeften bestond· en wat er aanhulpverlening beschikbaar was. En denk niet dat het maar om amateurs­gedoe ging. Ik vond er moderne Amerikaanse boeken over statistischemethoden! En wij maar kibbelen en touwtrekken in plaats van de handenineen te slaan, minstens op het gebied van informatie- en registratie­punten!

Zijn ouderen weI te porren voor club- en verenigingswerk? Braam c.s.vermelden in hun boek 'Ouderen in Nederland' dat ongeveer eentiendevan de ouderen tussen 65 en 75 jaar vaak aan verenigingsactiviteitendeelneemt. Bij 75-plussers is dat de helft lager. B, clubs en societeiten ishet deelnamepercentage iets lager. Dat is dus niet erg veel. Ondanks hetfeit dat ouderen meer tijd hebben, blijken ze er meestal in dit opzichtminder mee te doen dan de middelbare leeftijdsgroepen die zoveel mindertijd ter beschikking hebben.

11. MANTELZORG BIJ EEN LEVENSEINDE

Iemand kan nog zo graag thuis willen sterven, maar dat kan toch enkelmaar als er mantelzorgers zijn die dat aandurven. Het is zoveel makkelij­ker om het van je af te zetten. 'Het is thuis toch niet te doen. Al die ellende

.en r0!U£slomp kan toch hel__l niet! In het ziekeDhuis is hij toch veelbeter af. Daar hebben ze verstand van wat er gebeuren moet. Stervensbe­geleiding en zoo Heel ingewikkeld. Ik heb weleens iets gelezen over allerleistadia van Kubler-Ross. Maar bovendien, ik kan er totaal niet tegen!'Iedereen zal daar begrip voor hebben. Maar aan de andere kant, thuissterven heeft zoveel positieve waarden voor de stervende. A1s familiebesluit om de zorg voor de laatste levensperiode van eendierbare op zichte nemen, komt al gauw een aantal vragen. Hoe moeten we helpen enwaarv90r moeten we zorgen. Bestaan daar cursussen voor? Dat zijnvragen van het verstand, maar ik denk dat het allerbelangrijkste is om tedoen wat het hart een mens ingeeft. Misschien is er aan een sterfbed wei ­niets belangrijkers dan er stil naast te zitten en je hand op die van destervende te leggen. Geen woorden kunnen zo sterk zijn als de levens~

stroom die uitgaat van een .warme liefdevoll~aanraking, Het is hetvoortdurende stille symbool van nabijheid en liefde. Maar v66r het echte'sterfbed' er is, kan er nog zoveel tussen mensen gebeuren. Hoe goed is het

als in rust en vrede alles geregeld kan worden wat er te regelen is en bij kandragen aan een waardig levenseinde en een waardig omgaan met de dode,als daaraan 'de laatste eer' bewezen moet worden.·

Mantelzorgrond een levenseinde moet niet door een hele drom familiele­den worden: gedaan.,Een of twee personen blijkt meestal het beste. Allesmoet liefst zo lang mogelijk zo gewoon mogelijk doorgaan. AIs het nodig iskunnen gezinszorg, wijkverpleging en huisarts bijspringen. Moet ergewaakt worden, dan is het zaak dat de mantelzorger(s) zich niet totaaluitputten door dat ook allemaal zelf te willen doen. Dan is een beroep opandere familieleden, een goede buur of vriend op zijn plaats.De laatste levensfase, de 'terminale fase', kan soms'maanden en maandenduren. Uit een onderzoek van Keane en medewerkers bleek dat terminale----" ,_..... . --""

k~ke'p~tj~n!~Q.Aa..arvangeI11i<!c:l,eld 80 % vande.tijd thuis verblijvenen!paal- 20 %in hetrlekeiiliws:D'e z7);gkim ausniet aIiee~zWaar maar"ook .!~gdE.I"igzijn. Steeds ~e~riser daarbij begeleiding en steun teverkrijge~van'buiteii: Die is niet enkel op de vertrekkende gericht, maar evenzeer opde mantelzorgers. Er is bijvoorbeeld een 'Stichting terminale thuiszorgAmsterdam', een landelijke 'Stichting Nederlandse Hospice beweging' diein aIle stedeI\. 'Hospice-groepen' wit oprichten. Die werkt weer nauwsamen met de 'Stichting Nederlands Centrum voor begeleiding bijTerminale zorg'. Prachtig als dat allemaal verder uitgroeit, maar aan deandere kant moeten we oppassen dat we het sterven niet 66k alweer te veelgaan professionaliseren. Zo in de Gouden Gids: stervensbegeleiding alseen 'artikel' dat je aan'schaft, tussen stereo-apparaten en steunzolen in.

/ "" .";) -' .. ;"t / .' .

Bij de ~t?!~ep.~~!!!I>~~~le~,:.~~.:mdik niet steeds een pastor' v~;·rrI.~ld. CD fC,!f2, ,Merkwaardtg, want JUlst btJ net naderen van het gehetm van de dood _vraagt een mens vaak naar 'de dingen' die je niet zien kan, noch be~iipen. _Oak wie niet kerkelijk is mag een beroep op een pastor doen.Pastores en religieuzen deden eeuwenlang hun stervensbegeleiding ter ereGods en om niet. Uit het rapport van de Stichting Terminale ThuiszorgAmsterdam bereken ik de begeleidingskosten 'per geval' op rond 5000gulden. Toch ook weer iets om even bij stil te staan. Ook zonderprofessionele begeleiding stierf volgens een onderzoek van het CBS in198148 % van de overledenen in een instelling en 44 % thuis, althansnietin een insteIling. Van 8 % was de plaats van het sterven niet bekend.

Page 72: UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM nlllllll1111 III II 360000 … Hattinga... · 2012. 7. 6. · UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM 111111111 IIIIIUllntfllflllill 11111111111111 nlllllll1111

140 ZELFREDZAAMHEID IN DE KNEL ZELFREDZAAMHEID IN DE KNEL 141

t>

De zorg voor hun dode is de laatste zorg die genoten geven kunnen, de'laatste eer'. Daar is eeuwenlaIig veel aandacht aan besteed, maar met detaboe rond de dood werd het lijk een nare bijkomstigheid. Ret diende zosnel en geruisloos mogelijk weggewerkt te worden in een koel-Ia van eenrouwcentrum. Vaak was er meer aandacht voor de vraag wat er met opa'santieke kast ging gebeuren dan met opa's lijk. Lijk zegje trouwens niet,want dat klinkt te griezelig; het heet 'stoffelijk overschot'. Ret isovergeschoten. Waar moet je dan je 'laatste eer' aan bewijzen? Entrouwens, hoe moet dat dan? Er is geen echt ritueel meer voor. Bijcrematies een toespraakje, een paar muziekstukjes, een bedankje en eenreceptie met broodjes, terwijl de kist op het po<!\um is blijven staan.Ret zijn de eeuwen door vooral de religies geweest die rituelen rond dooden uitvaart hebben gedragen. Rituelen, ouder zelfs dan de mensheid, wantverankerd in de natuur, zelfs al bij de dieren. Rituelen rond sterven endood helpen om de verschrikking en het monsterlijke ervan leefbaar temaken; ze in cultuur te brengen zoals de boer een woest stuk land voldoornstruiken weet om te vormen tot een akker die vruchten voortbrengt.We zullen weI weer uit de woestijn komen om nieuwe wegen te ontdekkenin het omgaan met sterven, dood, uitvaart, rouw, en misschien ook welweer de rijkdom en troost van oude"wegen hervinden.

12. 'ZORGMIX'

Wanneer meerdere 'soorten' hulpverleners bij iemands zorg betrokken~ij~, spreken'"we" van ;zorgmix'. Rierbij zijn vaak de krachten mt het veld~ii-de'zorgzame s"ameDfevrng nauw vervlochten met die van de verzor­gingsstaat. Oat is in zijn huidige omvang nog vrij nieuw en sterk inontwikkeling. De namen 'thuiszorg' en 'thuisverpleging' ruiken nog naarde politieke keuken waarin ze gebakken zijn. Ze vragen om nadereinvu~g.

Voor ouderen die noodgedwongen hun 'zorgmix' zien toenemen, is hetnuttig om er wat meer van te weten, want er bestaat nog veel misverstand.Wat kan onder allerlei belemmeringen nog wel door zelfzorg gebeuren enwat met. Roe ver kan mantelzorg gaan en welke grens moet beslist metoverschreden worden. Wat kunnen vrijwilligers weI en niet en wat is beslisthet eigen domein van diverse vormen van beroepszorg?We hebben in het voorgaande hier al over gesproken in het algemeen,

maar de kwestie is gecoinpliceerder omdat je met kan spreken over 'deouderen' en met over 'de zorg'. Om de zaken wat meer op een rijtje tekrijgen en daarmee tot een schematisch overzicht te kunnen komen, gaanwe allereerst 'de bejaarden' uitsplitsen in groepen. Ik gebruik daarvoor deindeling uit een groot onderzoek naar de noden van bejaarden door deLeuvense professor Delesie, waarbij de verschillende "leefsituaties alsuitgangspunt zijn genomen.

Ouderen in verschillende leefsituaties1. alleenwonenden, aangepast en zelfredzaam2. partners, aangepast en zelfredzaam3. alleenwonendenmet lichamelijk functieverlies4. alleenwonenden met geestelijk functieverlies5. partners waarvan een met lichamelijk functieverlies6. partners waarvan een met geestelijk functieverlies7. 'welgestelde' ouderen8. ouderen met ADL-stoornissen

Welke van de verschillende zorgsoorten vormen dan de 'zorgmix' bij elkeleefsituatie, en wat is globaal ieders bijdrage daarin.De 'zorgmix' per groep ouderen kunnen we nu schematisch in kolommenweergeven (zie bIz. 142).

D ze1fzorg

a secundaire mantelzorg door verdere familie, buren of vrienden

I£t] mantelzorg door inwonenden

mberoepszorg thuis

~ vrijwilligershulp

_ complexe beroepszorg thuis (thuisverpleging)

Ben kolom geeft de relatieve verhouding aan tussen de diverse zorgsoorten in dedesbetreffende groep ouderen. Het 'gemiddelde' is afgebeeld. Naarmate een stoornis lichteris neemt het (witte) veld van de zelfzorg toe, en omgekeerd.

Page 73: UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM nlllllll1111 III II 360000 … Hattinga... · 2012. 7. 6. · UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM 111111111 IIIIIUllntfllflllill 11111111111111 nlllllll1111

142 ZELFREDZAAMHEID IN DE KNEL ZELFREDZAAMHEID IN DE KNEL 143

1 en 2. Zonder beroepszorg voorzien ze geheel in hun zorgbehoeften.3. AIleen thuis te handhaven als beroepszorg, vrijwilligershulp en vol-

doende secundaire mantelzorg bijspringen. .j.--,-A,"Is 3, maa: in versterkt.e ma~e, vooral door de 'bewakings'-behoefte.~)1>e zorgmlX bestaat hler mt veel mantelzorg met stenn van het

secundaire netwerk, tesamen met inzet van het thuisverplegings­systeem (verplegende, verzorgende, fysiotherapeut, arts, enzovoorts).

6. Verschilt van de situatie van de alleenwonende, omdat veel mantelzorgbeschikbaar is. De zorg kan niet, zoals onder 2, geheel aan mantelzorgworden overgelaten, want dan is de zorger te zeer aan huis gebondenen wordt de taak te zwaar.

7. Iemand die het betalen kon, kocht zoveel hulp als hij of zij wenste(huishoudster, werkster, enzovoorts). Vergeleken met 2 is daardoorminder zelfzorg en mantelzorg nodig. We weten nu dat zoiets geengezonde leefwijze voor ouderen is. Ret opnemen van ouderen in eenverzorgingshuis zoals ook zonder noemenswaard functieverlies in hetverleden gebeurde, leek heel mooi (iedereen kon 'welgesteld' Ieven),maar is ongunstig gebleken. Ret vergt bovendien onnodig en onge­wenst veel beroepshulp.

8. AIleen thuis te handhaven met veel mantelzorg, gesteund doorkrachtige thuisverpleging. '

\

1 2 3 4alleenw. partner alleenw. alleenw.,aangepast aangepast met Iich. met psych.

functieverl. functieverl.

Zorgmix-kolommen voor de diverse groepen zelfstandig wonende ouderen

~partner metzwaar Iich.functieverl.

6partner metpsychJschfunctieverl.

7welgesteldeoudere (totvoorkort)

8partner metADL-stoor­nissen

Page 74: UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM nlllllll1111 III II 360000 … Hattinga... · 2012. 7. 6. · UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM 111111111 IIIIIUllntfllflllill 11111111111111 nlllllll1111

het ook: het kan zo niet langer. Een ernstige reden die zich plotseling kanvoordoen, is het verlies van de Qartner door dood of invaliderende ziekteterwijl de ander juist afuankelijk was van de mantelzorg van die partner, ofdoor gebrekkige zelfzorg niet gewend was om voldoende voor zichzelf tekunnen opkomen.

6. THUIS KANHET ZO NIETLANGER

I,

, .

THUIS KAN HEr ZO NIEr LANGER 145

A. DE ALTERNATIEVEN

\Een noodkreet of een afgewogen besluit? Meestal het eerste. Betzelfredzame bestaan is volgehouden en maar steeds meer volgehouden,tot op het tandvlees, in de vage hoop op een vage uitkomst: ineens weerwat beter gaan; of uitkomst door de dood, of een 'wonder'. Maar eindelijkkomt dan toch de noodkreet: 'Ik vind het vreselijk maar ik kan hetonmogelijk langer aan!'. De zelfzorg en het beetje mantelzorg van dealleenwonende knappen af. De mantelzorg van de partner stort in. Ookmet alle hulp 'van buiten' kan het zo niet doorgaan. Ret gaat er overigensniet enkel om ofhet technisch nog kan, maar ook ofhet leven op deze wijzenog de moeite waard is. De kwaliteit van het bestaan van zorgvrager enmantelzorger zijn mede in het geding.Maar waarom ging het eerst nog weI en nu niet meer? Ais je dat nagaatblijken er hele reeksen redenen te zijn die meestal samen de doorslaggeven door een 'druppel' die erbij komt. De bekende druppel die de

, emmer doet overlopen, al heeft ze op zichzelf niet veel te betekenen. 'Rethuis is te groot. Er moet een grote reparatie gebeuren aan het dak. Ik kandaar niet meer tegenop'. 'We wonen te eenzaam. Ik ben bang. De wereldwordt steeds onveiliger'. 'Pas nog is een man vermoord van 83 jaar om hemte beroven'. 'Er is bij ons nu al voor de tweede keer ingebroken. Ik hebgeen, rust'. 'We wonen veel te v,er van de kinderen vandaan'. 'Ik kan deboodschappen niet meer doen op deze grote afstand'. 'Je komt nooit meerin het stadscentrum. Je vervreemdt totaal van de wereld'. 'Ret is voor dezuster en de dokter veel te lastig om hier te komen. Dagbehandeling isprachtig maar voor mij veel te ver weg'. De man heeft zijn heup gebrokenen is een paar maanden niet in staat om voor zijn invalide vrouw te zorgen.Een stokoude vrouw is incontinent geworden. De dementie is te diepgeworden. De mantelzorger is na vier jaren zorg totaal op. Iedereen vindt

Weggaan is een zware beslissing, wantje staat voor de keuze: je huis enjevrijheid en je inboe_del voor een groot deel inleveren en in eell'ill~iChiIili-'

gaan. Ret klinkt als een veroordeling tot 'levenslang', want niemandverwacht dat hij nog ooit weer'op zichzelf zal wonen'. Je gaat meestal naareen inrichting voor altijd, tot je er door de achterdeur wordt uitgedragen.Moet datnu, of is er nogruimte voor iets anders? Ja, die is er. Vooral in detachtiger jaren is men zich steeds meer gaan toeleggen op allerlei'tussenvoorzieningen', tussen 'thuis' eli 'inrichting'. Vele soorten wonin­gen, want er zijn vele soorten mensen met vele soorten noden en er moetdus gekozen kunnen worden. Al die woonvormen vatten we samen onderde term 'beschermd wonen'.Denk niet te gauw dat het wonen niet zo'n belangrijke rol' in heel detoestand speelt. Uit onderzoek is gebleken (Moeskops e.a., 1983) datverreweg de meeste ouderen tevreden zijn met hun woning. Ook al vindenwe die volgens huiqige normen moeizaam en onpraktisch. Men is eraangewend en weet dan niet beter.

B. BESCRERMD WONEN

Ret RIW-instituut voor Volkshuisvestingsonderzoek van de TechnischetJniversiteit Delft, heeft in samenwerking met de 'Federatie LandelijkeSamenwerking Bejaardenoorden' (LSB) en tal van andere organisaties opgebied van de ouderenzorg ook onderzoek verricht naar beschermd -'wonen. Bovendien zijn er in heel West-Europa allerlei initiatieven enexperimenten over beschermd wonen in gang. Er is dus een zee vaninformatie. In het volgende zetten we alles eens op een rijtje. Debeschermde woonvormen zijn als het ware toegesneden op de behoeftenzoals we die hierboven hebben opgesomd. Die zijn niet louter tebevredigen door een ander soort woning, maar daarbij spelen nog meerfactoren een belangrijke rol, zoals mogelijkheid van medebewoning,zorgafspraken, nabijheid beroepszorg, geografische ligging, uitzicht, vei-

Page 75: UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM nlllllll1111 III II 360000 … Hattinga... · 2012. 7. 6. · UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM 111111111 IIIIIUllntfllflllill 11111111111111 nlllllll1111

146 THUIS KAN HEr ZO NIEr LANGER THUIS KAN HEr ZO NIEr LANGER 147

ligheid, kosten, enzovoorts.De voornaamste overweging voor verhuizing naar een beschermdewoonvorm blijkt te zijn, de combinatie van een zelfstandige woonruimtemet de garantie van hulpverlening, steeds wanneer die nodig is.

1. Service-flats

In deze tussenvorm woont men nog zelfstandig maar koopt daar tegelij­kertijd een _hoeve~lhei(gienstverleningbij, zoals bijvoorbeeld maaltijd­voorziening, schoonhouden flat, bewassing. Maar meer zorg bij toene­mende lichamelijke of geestelijke invaliditeit\moet toch veelal vanbuitenshuis komen. Hoe meer gemeenschappelijke ruimten er zijn en hoemeer hulpverlening, des te meer gaan de service-flats lijken op hetverzorgingshuis oude stijl, maar dan voor beter gesitueerden in fmancieelopzicht.

2. 'Aanleun'-huisvesting

De verzorgings- en verpleeghuizen zijn natuurlijk niet sill blijven zittentoen het getij ging keren. Ze gingen z,ich bezinnen op h~t ma~~.!1 ~~ w~l!::._

.Enitsl in_~!!- ook l:.l;!,iten de eigen gebou~~!l. Daar kan je dan toch nog veelvan je privacy bewaren en ookje inboedel geheel ofgrotendeels behouden,terwijl men vanuit 'het huis' de soort en hoeveelheid hulpverlening kankrijgen die als aanvuIIing op eigen zelfzorg en mantelzorg nodig is.Men heeft de ~en dus omgedraaid. In de tehuizen was alles gebaseerdop beroeps-zorgverlening. Zelfzorg en mantelzorg zaten in de marge. Diehoefden toen niet en waren maar lastig voor de organisatie die natuurlijkhet makkelijkste werken kan met standaard-pakketten van hulpverlening.In deze tussenvormen is het juist andersom. Alles wat zelfredzaan:heidnog kan, moet intact blijven. De beroepszorg neemt· de zwaardere ofspecifieke klussen over, die thuis niet langer konden worden opgevangen.Deze tussenvoorzieningen vind je onder allerlei namen, zoals aanleunwo­ningen, kangoeroe-woningen (het 'jong' zit veilig bij moeder in de buidelen hoeft niet hulpeloos rond te springen), ADL-clusterwoningen, enzo­voorts.Het is te verwachten dat bij verdere ontwikkeling er duidelijke richtlijnenvan de overheid zullen komen met betrekking tot de fmanciering van dekosten, de kwaliteit van de voorzieningen en de condities om naar zulk een

woning te kunnen verhuizen. Ja, het is een verhuizing en nog geen'opname'.

3. Samenwonen

Een alleenwonende kan zich bij functieverlies minder goed en minder langthuis handhaven dan een paar. Als er al een flinke invaliditeit is ontstaanwordt het heel moeilijk om nog tot een samenwoningsrelatie over te gaan:Maar ·als er nog behoorlijke validiteit bestaat bij de twee toekomstigewoonpartners, is samenwonen natuurlijk makkelijker te realiseren.Er zijn verschillende 'modellen'. Men kan bijvoorbeeld iemand 'opkamers' nemen, zodat elk zijn vrijheid behoudt, maar daarbij weI een(wederzijdse) zorgafspraak maken. Het is een nogal zakelijk model.Moeskops hoorde daar meningen over van twee alleenstaande vrouwen:'Nee, het is weI eens voorgesteld. Dan ga je er verder over nadenken. Retlawaai staat me niet aan. De trap en de overloop zouden teveel te lijdenhebben. Je sleutel moet je geven en wie weet aan welke vreemden die

. wordt doorgegeven'. Deze mevrouw stond dus duidelijk niet 'voor hetblok'. Maar het is wel zo, dat als ze echt voor het blok zou komen te zitten,het meestal te laat is om dan nog een medebewoonster te vinden. Deandere·mevrouw zei: 'Dat lijkt me een goed idee. We kunnen dan sameneten en drinken betalen. Ik heb de grote slaapkamer over, want ik slaapzelf in de kleine'. Een economisch motief is natuurlijk niet slecht, maar hetis toch gebleken meestal te mager te zijn.Samenwonen moet een echte 'symbiose' zijn. Ieder moet voldoendeprivacy behouden en moet verscheidene belangen hebben, zoals behoefteaan veiligheid, aanspraak, hulp voor de ene, woonvoordeel voor de andere.

,En dan nog geldt alles wat we al in het hoofdstuk over mantelzorg. besproken hebben.Reel het veld van samenleven, samenwonen en van voordeurdelen is inonze samenleving sterk in beweging. Dat komt vooral dooidat velen eenformele huwelijkssluiting op tal van gronden nalaten of afwijzen en doorde veelbesproken 'woningdelers-regeling' voor bijstandsclienten. Er ont­staan daardoor allerlei nieuwe regelingen en wettelijke kaders. Retsamenwonen of voordeurdelen door ouderen krijgt nog te weinig aan­dacht als een van de oplossingen voor veel probIemen in een vergrijzendesamenIeving. Er bestaan ook nogal wat morele drempels bij veeIkerkelijke mensen en weerstandsgevoelens bij kinderen. Soms speelt

Page 76: UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM nlllllll1111 III II 360000 … Hattinga... · 2012. 7. 6. · UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM 111111111 IIIIIUllntfllflllill 11111111111111 nlllllll1111

148 TIIUIS KAN HET ZO NIET rANGER TIIUIS KAN HET ZO NIET rANGER 149

onverwerkte rouw daarbij een belangrijke rol. Maar wij kunnen alsouderen al heel wat informatie putten uit de studies die op dit terreingewijd zijn aan de jongere generaties (bijvoorbeeld '1 + 1 == samen',Wetenschappelijk Instituut van het CDA, 1986, rapport, 168 biz.).

4. Woongroep, woongemeenschap

Verhuizen naar een woongroep, ook dat kan alleen als men het tijdig doet,voordat sprake is van te grote hulpbehoevendheid. Het beleven van eensamenzijn dat zin heeft uit een oogpunt van menselijk contact, dat warmteschenkt, geborgenheid en nieuwe mantelzorgrela~es die beveiliging gevenbij niet te zwaar functieverlies, vormen het pakket van ideeen en idealendat een aantal oudere mensen aantrekt. Daartegenover staat een sterkeschroom om de stap naar zulk een weinig vrijblijvende manier van leven temaken (Houben, Moeskops e.a.). Of men in die richting wi! gaan, hangtdus erg af van persoonlijke voorkeur. Er is met zulke 'woongroepen vanbejaarden' al heel wat ervaring opgedaan. Bad Segeberg in Duitsland heeftin Nederland het initiatief aan het rollen gebracht. Daar was eengemeentelijk bejaardenoord oude stijl omgezet in een woongemeenschapwaar een veertigtal bewoners meteen gemiddelde leeftijd van 82 jaarsamen een tuinderij-bedrijf zijn gaan runnen voor eigen behoeften. Datbezige leven deed de bewoners goed en het leidde ertoe dat ze minderleunden op de werkende bevolking, want ze kostten gewoon minder.Een zelfredzame gemeenschap van oudere mensen die allerlei zorg zeI!'__

.ter hand !1eemt oE..h~selijk ~bie<h.vormt een soort 'macro~zin'.Ze kanvergeleken worden met kleine kloostergemeem;c~a~-F~arin,_de F.1J2!!::.niken ook alle. zorg samen dragen, inclusief die voor hun zieken en ..

_.sehandicapte bejaarden. In allerlei variaties ontstonden in Nederlandsoortgelijke initiatieven: Genemuiden, de Halmen in Twente, Herpen ental van andere. Het was natuurlijk vallen en opstaan in zulk een beginfase.De Boogerd in Hoorn wil 'een grote mate van zelfstandig Wonen koppelenaan een door de bewoners gedragen zorgstructuur'. Wil zo'n opzet lukkendan moet ze van de ouderen zelf uitgaan. Het besef en de bereidheidmoeten zo sterk zijn dat men bij elkaar gaat wonen om k geveu...J<il:'W.krijgen. Wie er gaat wonen, aIleen om ervan te profiteren, past er niet enkan de sfeer verpesten. Wie er gaat wonen om er mee bezig te zijn, mee tedoen ell alles goed te laten verlopen,veel voor anderen over heeft, die magverwachten of minstens hopen om zelf ook vee! terug te krijgen als dat

lichamelijk of geestelijk nodig mocht worden. Teveel formele regelingenwerken belemmerend.Maar ook als aan deze volstrekte basisgegevens wordt voldaan, blijven ernog heel wat variaties mogelijk, waardoor het uiteindelijke succes bepaaldwordt. Wat is de beste schaal, met andere woorden, waar liggen degrenzen Vall 'te groot' of 'te klein'? Waar hangen die vanaf? Hoeveelhulpbehoevendheid kan in een woongemeenschap worden opgevangen?

_Waar ligt het evenwicht tussen voldoende privacy en voldoende samen-.zijn? Zitten daar grote verschillen in tussen de mensen?

.Kortom, wonen in een woongemeenschap van ouderen kan mogelijk eengeweldig toekomstperspectief bieden, maar het is nog sterk in ontwikke­ling. Voor ondernemende ouderen met pioniersbloed een prachtigeopgave! Voor kwetsbare ouderen nog te pril om het risico te nemen. Voormensen die het thuis niet meer kunnen bolwerken lijkt het vooralsnogalleen maar uitkomst te kunnen bieden als de invaliditeit niet ligtoplichamelijk gebied, laat staan de ADL betreft, maar het vooral gaat om hetniet langer kunnen verdragen van het aIleen zijn.

5. Het besluit nemen

Ais eenmaal besloten is: 'Zo gaat het thuis onmogelijk nog langer', dan iser dus al aardig wat ruimte om een 'tussenvorm' te kiezen. Dat kan eenmens meestal nog maar een keer in zijn of haar leven doen. Afhankelijkvan persoonlijke voorkeur, levenslust, nog overgebleven intacte functies,en vooral soort en mate van de behoefte aan beroepshulp, moet de 'ideale'keuze gemaakt worden, voordat je kunt kijken wat daarvan in feite terealiseren vall. De volgende vragenlijst kan daarbij van dienst zijn:1. Met hoeveel ruimte zou men toekomen. Beter nog is de vraag: met hoe

weinig ruimte. Afstand doen van heel wat inboedel, als men uit eenruime woning komt, zal heel verstandig zijn en vaak noodzakelijk. Eenmens is geneigd om ondoordacht al te veel dingen achter zich aanteslepen, een leven lang. Al is het pijnlijk, dit is een goed moment om ookhier een keuze te maken.

2. Met wat voor soort mensen zou je het liefst omgaan?3. Wat voor soort en hoeveelheid 'inbreng' wordt er door de 'groep' van je

verwacht. Kan je die welleveren en ben je daartoe bereid?4. Hoeveel prijs stelt men op de omgeving? Is een aardig uitzicht

belangrijk? Een gezellige straat met vertier? Kan men er dan ook tegen

Page 77: UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM nlllllll1111 III II 360000 … Hattinga... · 2012. 7. 6. · UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM 111111111 IIIIIUllntfllflllill 11111111111111 nlllllll1111

150 THUIS KAN HEr ZO NIEr !ANGER THUIS KAN HEr 20 NIEr !ANGER151

als er verkeers- en/ofnachtelijk lawaai is? Ofzit men liever buiten, aande stadsrand?

5. Hoe makkelijk moet het wonen nog zijn om zo zelfredzaam ~oge~~kteblijven? Zit je voldoende dicht bij een koopcentrum? ~lcht bl~ dekinderen? Liefst dicht bij je oude vertrouwde woonbuurt ofm het elgen

b~ .6. Vaak het belangrijkste van alles: zit je vlak bij.de hulpverlenmg, zodat

die dag en nacht bij de hand is als het nodig mocht zijn?7. Tot slot: hoe is de fmanciele positie. HoeveeI armslag heeft men zelfen

in hoeverre is men afhanke1ijk van het financieringsstelsel van desociale zekerheid. Ofje het jammer vindt of :l\elfs schandalig, ook hiergeIdt dat wie geld op zak heeft, meer kan kopen. De gemeenschap kanzorgen dat niemand honger lijdt, maar loopt niet meer rond metgouden horloges voor de liefhebbers.. ..

Het is dus een heel 'mandje vol' overwegmgen, die Je beter zo goedmogelijk van tevoren kan overdenken en overleggen met andere mensen,dan later spijt te hebben van een verkeerd besluit.

C. HET VERZORGINGSHUIS

Moeten we hierover spreken in een boek over zelfredzaamheid? Ja, nuweI, want ten opzichte van vroeger is er veeI aan het veranderen. Je komter niet meer in a1s je nog voldoende gezond en zelfredzaam bent. Hetwordt dus geleidelijk een 'licht soort verpleeghuis', uitsluitend bestemdvoor ouderen die het thuis echt niet meer redden en geen tussenvormkunnen vinden of als alleenwonende het ook daar niet kunnen bolwerken.De rond 1600 verzorgingshuizen in Nederland zitten dus de laats~ejaren~een maalstroom van verarideringen. Nog in 1981 verscheen een Handlel­ding voor directeuren van verzorgingstehuizen' waarin ~een s~rake ~as

van aandacht voor de feitelijke problematiek van ouderen m een mst~llmg,

noch sprake van enigerlei veranderingsstrategie! In behoudende krmgenvan onze samenleving wordt nog wei 'moord en brand' geschreeuwd, zelfsom bouw van nog meer verzorgingshuizen, opgrond van volstr~kt

aanvechtbare wachtlijst-tellingen. Ouderen zelf hebben opk weI angstlgezorg voor 'afbraak' van de voorzieningen. Daar is overigens geen sprakevan! Die indruk is gewekt door het opheffen van enkele ~ad~quate

kleinere tehuizen en een bouwstop voor nieuwe. Maar wat er m felte aan

de hand is, is iets heeI anders. Mensen kunnen niet langer wordenCijjgeiiOiilen wnder dat hun ze!.fredzaamheidsverlies dat vereist. In 1978

woonden 86 van de 1000 65-plussers in een verzorgingshuis. In totaal ginghet toen dus om 155.000 plaatsen. Die worden niet opgeheven en debewoners worden er niet uitgezet. Geen "gedwotigen ontslagen', maarnatuurlijk verloop. Daardoor is een geleidelijke inkrimping mogeIijk vanhet aantal plaatsen. De toenmalige nota BejaardenbeIeid van de regeringnam als streefgetal een daling tot 70 plaatsen per duizend 65-plussers in1985. Dat is niet gehaald. Onofficieel mikt men op 76/100(fin f~I5e-

.'image' hij de Nederlandse bevolking, dat heel veel bejaarden in verzor­gings- en verpleeghuizen moeten wonen, is er flink naast, Negen van detien ouderen wonen heel gewoon thuis!

l'k'e hoor! Onze verzorgingsstaat wilCfe verzorgingshuizen laten bestaanen dat past heel goed bij de zorgzame sametileving, waarin iedereen zijnzeIfredzaamheid zo goed mogelijk intact houdt. Het gaat veeleer om eendiepgaande functieverandering, doordat hetverzorgingshuis ou~e stijl een,soort 'licht verpleeghuis' aan het worden is. Directeur Van Oosten heeftdan ook gelijk als hij schrijft: 'Liever in totaal minder plaatsen, maar danwei per plaats voldoende beroepshulp ter beschikking'.

De verzorgingshuizen beginTIen flink op de vernieuwingstoer te komen.Huize, of liever gezegd 'wooncentrum' Beerendonck te Vetilo was eenvoortouw-nemer. Het 'gestichts'-model waarbij de bewoners zich haddente voegen naar de regels en organisatie van 'het huis' werd vervangen doorhet 'bewoners-model',_ waarbij de woon- en hulpbehoeften van ouderen,~vooral individuele ouderen, normbepalend moesten worden. Ga ermaar eens aanstaan! Dat betekent bouwkundige ingrepen, 'zorgQI! maar.­versterking van nog aanwezige zelfzorg en mantelzorg waargp beroeI!s-

..)ulp flexibel. ~oet inspele!!".en aanvullen. Het betekent vooral eenmentaliteitsverandering van zowel bewoners als ~oneeL Zulk eenopgave voor het heI~ verzorgingshuisbestel in Nederland vergi eentijdsduur van een halve generatie. Stap voor stap, over een periode van tientot twintig jaar. Overal zie je nieuw initiatief zich ontplooien, tegen destroom van formele moeilijkheden in. In Eindhoven is de 'Kronehoef totstand gebracht, waar bejaardenflats gecombineerd zijn met verzorgings­huis-faciliteiten voor zwaar verzorgingsbehoevenden (meermalen per daghulp nodig, bij opstaan, aankleden, eten, huishoudelijk werk, badbeurt).AIleen een zware hulpbehoevendheid (incontinentie, voeren, diepere

Page 78: UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM nlllllll1111 III II 360000 … Hattinga... · 2012. 7. 6. · UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM 111111111 IIIIIUllntfllflllill 11111111111111 nlllllll1111

152 TIIUIS KAN HEr ZO NIEr LANGER TIIUIS KAN HEr ZO NIEr rANGER 153

dementie) vereist nog verpleeghuisopname.Een ander experiment is het opzetten van 'satellieten'. De instelling vormt(of wordt gevormd door) 'dependances' van kleine schaal, bijvoorbeeld30-40 bewoners, met een centraal servicecentrum die de satellietenondersteunt. In de Krimpenerwaard is men al vergevorderd met diegedachte. Liever in vier dorpen een voorziening voor 30 mensenIIlet alleprimair n~dige beroepshulp ter. plaatse en ondersteuning vanuit eencentraal punt, dan een groot tehuis met 120 verzorgings- en verpleegplaat­sen. Kleinschalige opzet en dichtblJ je oude woongebled waar Je vnenden,

, buren, bekenden en vaak ook nogeen kind van Je woonf. Dat is heelbelangrijk, want je verliest dan minder van je ma\ttelzorgnetwerk en blijftin een vertrouwde .omgeving. In dit initiatiefis eveneens van belang dat eenverzorgingshuis en verpleeghnis de scherpte van hun grens wat latenvervagen door samen onder een dak te gaan.

1. Levens-continuiteit

Vroeger betekende opname in een verzorgingshuis en meer nog in eenverpleeghuis, verlies van een groot deel van de identiteit. Je werd als hetware 'op de grote hoop geveegd': allemaal oud, .allemaal niet langerzelfstandig. Nu is men veel meer rekening gaan houden met de persoondie wordt opgenomen dan met 'het geval'. Kortom, de nivelleringsdrift isook hier tot bedaren aan het komen.Men blijft dus wat men was. De mensen zijn immers verschillend. De eenwil klaverjassen en de ander schaken, de een is gek op een mopje en deander op klassieke muziek, de een wil een nieuw boek lezen over fIlosofieen de ander wil nog geen krantje lezen. Dat mag toch? Maar dan moet jedie mensen niet dwingen om alsmaar met elkaar te moeten omgaan. Dat isin het gewone maatschappelijke leven 66k niet het geval. Zoals je daar demensen kunt onderscheiden in 'cultuurlagen' naargelang hun belangstel­ling en geestelijke bagage, zo is dat in het verzorgingshuis ook. Laat dusieder in zijn eigen waarde, maar zorg dat allen zonder nitzonderingevenveel respect krijgen. W61 verschillen erkennen maar geen discrimina­tie en kliekvorming. Dr. Marcoen te Leuven heeft hierover belangrijkonderzoek verricht dat de betekenis van de 'biografische' zorgbenaderingonderbouwt.Door heel deze ontwikkeling zal het beslnit om naar een verzorgingshuiste moeten gaan worden verlicht, want de ingreep in het vertrouwde

bestaan kan kleiner zijn. De overgang kan verder worden versoepeldwanneer tevoren een periode van enkele weken als 'logeerverbliif-in hetverzorgingshuis kan worden doorgebracht.'yan het grootste belang is ook,dat na opname het mantelzorgnetwerk intact wordt gehouden. Het gaatniet aan om te zeggen 'ziezo, moeder zit goed en weI in het verzorgingshuisen nu doen ze daar alles voor haar wat ze nodig heeft'. Ja, lichamelijk weI,al is een helpende hand van familie en vrienden heel welkom. Maargeestelijk kan het verzorgingshuis met doen, wat voor mantelzorgers~elfsprekendi~~ez~~en intimiteit van de ouqe band beleven;~.J~~~.~.~~J~_.no&.l?elan~fellingk.!iig!~~~gals het meL~deren~~Jst~~~!lggegz..,a.a~jst..!lli1~uit de.Jg;mgx.an.m..ens.en..'..~~,i~ kell.!:.Als het zo toegaat, hoeven de mantelzorgers ook niet meer hetbittere schuldgevoel te hebben waar Marinus van den Berg over scbreef:'Ik heb het gevoel dat ik hem in de steek laat'.

2. De wooncarriere

'Wooncarriere' vind ik een leuk nieuw woord. Carriere werd alleen maargebruikt voor je levensloop in beroep en bedrijf. Maar je 'woon­levensloop' is voor velen ook heel be1angrijk. In de loop der jaren zijn dewooncarrieres in Nederland sterk veranderd. V66r de Tweede Wereld­oorlog zag die er schematisch meestal nit als voIgt:

levens- kind jong arbeids- ouderetijdperk volwassene leeftijd

bijbehorende thuis met lang bij eigen bij kln-woonsituatie velen, maar ook ouders in- (huur)wo- deren in-

vaak in een in- wonend; ning wonend ofrichting zoals vaak ook weinig mo- in eigenkostschool, wees- na trou- bie!. Het kleinhuis, zwakzinni- wen 'nest' was huisje ofgeninrichting continu 'van de

bewoond armen'ineen'gesticht'

Page 79: UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM nlllllll1111 III II 360000 … Hattinga... · 2012. 7. 6. · UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM 111111111 IIIIIUllntfllflllill 11111111111111 nlllllll1111

154 'IHUIS KAN HET ZO NIEI' LANGER TIIUIS KAN HEr ZO NIET LANGER 155

D. RET VERPLEEGRUIS

In 1986 waren er in Nederland 327 verpleeghuizen met in totaal bijna50.000 bedden. De Nederlandse bevolking brengt daar jaarlijks eenbedrag voor op van 3402 miljoen gulden. Die kosten willen en kunnen weopbrengen om de ouderen die er Iichamelijk of geestelijk z6 slecht aan toe

Ook op grond van de veranderde wooncarrieres, is het overheidsbeleidnog zo gek niet, gericht op het scheppen van meer mogelijkheden om deoude dag zolang mogelijk thuis en zelfstandig te kunnen doorbrengen. Retis niet louter te duiden als een mode of een bezuinigingsmanoeuvre, maarbetekent veeleer het inspelen op het veranderende cultuurpatroon, waarinvrijheid en onafhankelijkheid zuIke hoge waarden vormen.

Nu is het vaker: zijn dat ze thuis echt niet langer te verplegen zijn, zo goed moge1ijk op tevangen. Er zit am het verpleeghuiswezen weI een erg zorgelijke kant. Achtjaar geleden ten opzichte van 1986 bedroegen de jaarlijkse kosten van hetverpleeghuiswezen nog maar de helft. Bovendien doet zich een verhoogdelevensverwachting voor, juist van de 'oude-ouderen'. In het jaar 2000 zalhet aantal 65-plussers in ons land de 2 miljoen overschrijden. Dehoogbejaarden, boven de tachtig, overschrijden het aantal van 4OO.000! Bijhen neemt dezelfredzaamheid statistisch sterk af en zij hebben dus veelmeer beroepshulp nodig dan de 'jong-bejaarden'. AIleen al dementie, diebij de 'jong-bejaarden' voorkonit in 2 op de 10Q mensen, zal bij dehoogbejaarden 20 op de 100 treffen. Ret is duidelijk dat alle zeilen moetenworden bijgezet om te zorgen dat ook in de toekomst de ernstigstegevallen van hulpbehoevendheid opgenomen kunnen worden. Dat is eenzaak van regeringsbeleid, maar daar aIleen kom je er niet mee. Ret is ookeen zaak die heel de Nederlandse bevolking aangaat en vooral alleouderen. Ret is een kwestie van solidariteit om er samen voor te zorgendat het met de verpleeghuisvoorziening niet de spuigaten uitloopt.Ik som hier het hele Iijstje op van alles waarin die solidariteit dan bestaat:1. yoork6men van Iichamelijk functieverlies door een betere levens;tijf

(minder ongevanen;m~derzieken door roken, alcohol, drugs, over­voeding en overspannen werktempo).

2. Voork6men van secundaire dementie, zoals beschreven in hoofdstuk5.

3..Tijdige oefening_in betere zelfzorg in geval van functieverlies, met alleten dienste staande middelen.

4. Zorgen voor een voldoend ~antek9rgnetwerk.Bij het toenemendaantal kwetsbare alleenwonenden wordt alleen al door het ontbrekenvan voldoende mantelzorg een overmatig beroep op de instellingen inde hand gewerkt.

5. Omzetting van de verzorgingshuizen van verblijfsaccommodatie voornog voldoende zelfredzame ouderen tot 'lichte verpleeghuizen'.

6. Afbouwvan de overdreven 'therapeutische' paramedische poppenkastin de verpleeghuizen. Mensen moeten er verzorgd en rustig hunlevenseind kunnen doorbrengen, zonder de verplichting om voortdu­rend aan allerlei 'therapie' mee te hoeven doen. AIleen als vanbepaalde behandeling duide1ijk profijt is te verwachten, mag dieworden toegepast. Voor verreweg demeeste behandelingen is van eenwetenschappelijk verantwoorde effect-evaluatie geen sprake.

zelfstan­digwonendaileen ofmet part­ner, kleinen aange­past.Ont­wikkeling t'

naar meercollecti­viteit ineigensoor­tige woon­accommo­datieszoolstussen­voorzie­ningenwoonge­meen­schappen,verzor­gings- enverpleeg­huis

oudere

eigenwoning,kortduren­derwantmeer mo­bie!.'nest'w6rdt meer

\ 'slaap-huis'

arbeids­leeftijd

vroeg zelf­standig,aileen ofmetvriend/vriendin

jongvolwassene

kind

thuis metweinigen,niet ininrichtingmaar lieverin pleeggezin

levens­tijdperk

woonsituatie

I

Page 80: UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM nlllllll1111 III II 360000 … Hattinga... · 2012. 7. 6. · UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM 111111111 IIIIIUllntfllflllill 11111111111111 nlllllll1111

156

Bet leetbaar verpleeghuis

lHillS KAN HEf ZO NIEf LANGER

7. ZAL IK ER WAT MEE DOEN?

Intussen zijn ook in de verpleeghuizen de veranderingsprocessen in vollegang. De cultuur en leefsfeer, die vaak erg institutioneel was, verschuift inhuiselijke en persoonlijke richting. De mens komt meer centraal te staan.Er komt meer ruimte om de eigen mantelzorgers van een bewoner meer telaten deelnemen in de verzorgingstaken. Dat bevordert de goede ver­standhouding· en houdt hun sociale netwerk beter intact Er komenbewonersraden en familieraden, waardoor wederzijds begrip tussenverzorgenden en hun famille enerzijds en de zo~~erlenendenanderzijdsversterkt kan worden. "Bij de vraag naar een meer leetbaar milleu moet met louter aan deverzorgden gedacht worden, maar ook aan de zorgverleners! Ret zijnveelal jonge mensen die taken op zich genomen hebben die respectafdwingen. Zij staan vaak onder grote psychische druk door hun intensieveontmoeting met veel levensverdriet, onmacht en aftakelin&.-Ret is dangeen wonder als ze in hun vitaliteit soms ongeremd zijn of hun hartafsluitenvoor verdriet en lijden dat ze omringt, omdat je anders geen levenhebt Ret is van belang als verzorgden daar wat meer bij stilstaan. De sfeerin huis wordt verpest als ouderen hun verdriet gaan afreageren op jongeverzorgenden. Geen wonder dat die hen dan gaan beschouwen als hunnatuurlijke vijanden.Ook voor de zwaarst gehandicapten is het nog vaak heel goed mogelijk omhun restant zelfzorg te·vervullen en bovendien goed mee te werken met deberoepszorgverlenenden, zodat hun taak zoveel mogelijk wordt verlicht

In de laatste hoofdstukken is de hoeveelheid 'tips' en adviezen kleinergeworden, in vergelijking met algemene informatie. Dat is geen toeval. Ikvind het beneden de waardigheid van ouderen om alleen maar aardigeleuke tipjes te krijgen en opwekkende schouderklopjes. Ouderen hebbener recht op om aile informatie te krijgen die bruikbaar is om zelf eenoordeel te kunnen vormen over de maatschappelijke ontwikkelingen inhun eigen sector.

Van de Oeral tot de Ierse zee geldt het spreekwoord: 'Je kunt een paardweI naar het water brengen maar jekan het met laten drinken'. We zijn nuaan de waterkant gekomen en het is verder mijn zaak niet ofhet 'paard' alof met drinken wi!. Ret is weI van belang om de verschillende keuzemo­gelijkheden eens op een rijtje te zetten en dan te kijken naar deconsequenties die een keuze heeft, of in ieder geval kan hebben, zowelvoor de lengte en kwaliteit van het eigen bestaan als wat betreftconsequenties voor de gemeenschap.

1.LAATMAAR

Er zijn mensen die zeggen dat het hen niets kan schelen. De meestenzollen met eens informatie willen hebben over zaken die hun gezondheidraken. Je moet er inderdaad nogal wat voor over hebben: je Ievensstijl eropinstellen; contacten opbouwen en onderhouden met anderen; dit moet zosen dat moet zo; dit mag niet en dat mag weI. Barst! 'zeggen heel watmensen. 'Ret hoeft van mij allemaal met Ik zal weI zien wat er van komt.'We leven in een vrije maatschappij, dus er sta~tgeen boete op teveel eten,teveel roken, teveel drinken, riskant gedrag, nalatigheid in het omgaanmet functieverlies, enzovoorts.Maar: 'Ik zal wel zien' betekent met aileen de statistischmet zekerheidbewezen verkorting van je levensduur. Dat moet iedereen dan zelf maarweten. Maar het betekent ook vaak een onnodige aftakeling van dezelfredzaamheid die hoge kosten tot gevoig heeft voor de gezondheidszorgen het verzorgingsstelsei. Dat gaat dus ook anderen aan! Als wij van dehele samenleving de solidariteit verlangen en verwachten, dat onze oudedag ook fmancieel zo Ieetbaar mogeIijk wordt gemaakt, dan mag desamenleving van de ouderen verwachten dat die zich van de mogelijk-

Page 81: UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM nlllllll1111 III II 360000 … Hattinga... · 2012. 7. 6. · UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM 111111111 IIIIIUllntfllflllill 11111111111111 nlllllll1111

158 ZAL IK ER WAT MEE DOEN? ZAL IK ER WAT MEE DOEN? 159

heden op de hoogte stellen en hun eigen bijdrage leveren om met dieouderdom zo redelijk mogelijk om te gaan. Bij solidariteit denken we altijdalleen maar aan 'de sterken voor de zwakken'. Maar waarom is het 66kniet: 'de zwakken voor de sterken'? De 'zwakken' kunnen heel veel doenom de 'sterken' niet nodeloos te belasten! Reel dit boek is daar vol van. Ikdenk dat de keuze om het er maar bij te laten zitten, op zijn zachtst gezegdeen asociale keuze is.Al sinds de Renaissance is de gemeenschapscultuur gaan verbleken en isde mens zich los gaan maken van zijn omgeving. Toen ontstondenbijvoorbeeld ook pas de persoonlijke portretten, Wtaar de mens niet langeronderdeel was van de omringende wereld, maar helt landschap nog slechtsfunctioneerde als achtergrond voor zijn IK (Lemaire). De IK-cultus iseeuw na eeuw verder uitgegroeid tot een sterk individualisme dat despreekwijze in het leven heeft geroepen van 'ikke, ikke, ikke en de rest kanstikken'. Dat kan een reden zijn voor 'laat maar'.

Is misscbien ook een van de redenen om je gezondheid te verwaarlozen,het verstoorde levensperspectief in onze west~rse maatsch~ji? Ret istoch eigenlijk geen leven in een nucleair tijdperk waar dat leven alleenvoortbestaat doordat tussen de grootmachten slechts evenwicht bestaat inhet elkaar bedreigen met een atomaire holocaust; een leven ook waarinkd~g~kswordtgeconfronteerd met corruptie-schandalen, onderdruk­king, nitbniting, martelingen, hongersnood, terrorisme en de gesel van de;e;]doosheid. Bij jongeren is dit stellig een van de verklaringen voor eenlevensstijl die vernielend inwerkt op gezondheid, maar in vele interviewsmet ouderen kwam ik dit toch maar zelden tegen. Ouderen hechten aanhun bestaan! Ze hechten er vaak zelfs hartstochtelijk aan! Ofschoon zeniet bereid waren om zich offers te getroosten en enige beperkingen op teleggen om hun gezondheid te behouden, schreeuwen ze vaak moord enbrand als ze dan getroffen worden door een ernstige ziekte. Een zwaarhartinfarct, kanker! Alles en alles moet gemobiliseerd worden: opnames,grote operaties, de professor erbij, desnoods een harttransplantatie, wathet ook kost doet er met toe. Hij moet 'gered' worden (de gemeenschapbetaalt weI).Wat een krankzinnige inconsequentie! Een ongezonde levensstijl aan deene kant en een gezondbeidszorg van 40 miljard gulden per jaar om deboeI op te dweilen. Dweilen dan met de kraan open.Al deze overwegingen hebben ertoe geleid dat ik de volgende grondstel-

ling moet poneren over de gezondheidszorg:llet recht op gezondheid, vastgelegd in het beroemde Atlantische Chartermoet niet allereerst vertaald wordell als een 'recht op een dokter en eenziekenhuis', maar als een recht op de mogelijkheden tot goede zelfzorgvoor gezondheid. . ...... M -

Diemogdijkheden bestaan nit drie sectoren:1. Voldoende welvaart oxq genoeg te eten te hebben, genoeg kleding te

hebben en te kunnen wonen en werken op een menswaardige wijze(dat is vrijwel bereikt).

2. Genoeg gezamenlijke zorg voor het milieu, zodat de tyfus- en cholera­ontlasting niet door de open goten stroomt in de steegjes waarin onzekinderen spelen (dat is bereikt). Maar ook genoeg zorg dat onsvoedsel, ons water, onze bod~J:!l ~n onze lucht niet vergiftigd en verpestworden door het afval van onze activiteiten (daar wordt aan gewerkt).

3. En last but not least:voldo~Q!!!!~~het omgaan en in standhouden van je eigen gezondheid, in de diverse levensfasen van eenmens. Voor de meest kwetsbare levensfase van de ouderdom (na hetzuigelingenjaar) heb ik getracht in dit boek die informatie bijeen tebrengen.

Alles overzienddenkik: 'Nee, wij zijn nietvrij inonze keuze!'. We horen teletten op onze gezondbeid en er binnen het redelijke wat voor te doen enwat voor te laten, of we zin hebben of niet! Er kan geen straf op gesteldworden. Een 'no-claim-korting' - zoals op auto's - zie ik nog niet haalbaarop de premies voor je gezondheidszorg. Ret is 'alleen maar' het moreeIbesef, dat in staat is om ons gedrag te bepalen.

2. RET PIETLUTTIGE BESTAAN?

Is het alternatiefdan dus een pietluttig bestaan van regeltjes en verboden?'Piet, doe je dikkere das maar om want er staat zo'n schraal windje! Zou jemaar Hever niet heIemaal thuisblijven?' 'Neem een lekkerglaasje voor heteten. 0 nee, alcohol is de pest voor de mensheid. Mijn levercellen zoudenvervetten en op den duur zou ik een cirrhose krijgen.' 'Doe de deur dichtwant Jan zit weer zo'n ellendige sigaret te roken in zijn kamer. Ik kan hetbier ruiken door de spruitjeslucht heen! Straks hoest ik me nog kapot vande longkanker.'

Page 82: UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM nlllllll1111 III II 360000 … Hattinga... · 2012. 7. 6. · UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM 111111111 IIIIIUllntfllflllill 11111111111111 nlllllll1111

160 ZAL IK ER WAT MEE DOEN? ZAL lK ER WAT MEE DOEN? 161

Het verlangen om actief te kunnen blijven, kan een sterke motivatie zijnvoor een goede gezonde levensstijl. Veel ouderen, vooral de 'jong-ouden'met VUT of andere redenen voor vervroegd beeindigen van een verplichtarbeidsbestaan, vinden het heerlijk om in de maatschappij nog van alles tedoen.cVaak zit daar een 'status-drift' achter, vooral bij degenen die inJ~idendefuncties bezig zijn geweest. Op allerlei wijzen maken ze zich nogverdienstelijk in de maatschappij. Het merkwaardige is dat je prestatiever­mogen niet afneemt door het te belasten, maar er juist door intact wordtgehouden. Wie zich niets aantrekt van de domme mening dat oudemensen nu eenmaal aItijd 'aftakelen', maar de kracht heeft om door tegaan zal soms tot op zeer hoge leeftijd grote prestaties kunnen blijvenleveren. Gisteren hoorde ik'de stramme, wat kromme 73-jarige beroemdepianist Jorge Bolet een briljant concert weggeven. Enwie heeft Horowitzniet horen spelen, 83 jaar oud, bij zijn triomfale toerneedoor de Sovjet­Unie en West-Europa? Niet al~en is het gegeven om op hoog niveau teblijven presteren, maar er zijn toch heel veel voorbeelden. ArthurRubinstein, Herbert von Karajan. Maar ook op bestuurlijk gebied! Ikdenkaan Paus Joannes XXIII en vele andere pausen, aan Ronald Reagen enheel de vroegere club van het Kremlin-politbureau, of we daar nu zogelukkig mee zijn of niet. In de schilderkunst denk ik aan Granma Mosesals een verrukkelijk voorbeeld. Ze had in haar jonge jaren weI graag enmooi getekend, maar daar was in haar drukke leven verder niets meer vangekomen. Ze begon in haar zeventiger jaren weer te schilderen omdathuishoudelijk werk haar tezwaar werd! Toen ze in haar 101ste jaar stierfhad ze 135 schilderijen gemaakt die haar een wereldfaam bezorgd hebben.Mits zonder zich overmatig in te spannen, is het blijven presteren voor wiedat kan en vooral wil, een greep naar voldoening en voortzetting van een

, gezond bestaan. Het motiveert om de eigen zelfredzaamheid in alleopzichten op peil te blijven houden. Zo was het werken aan dit boek voor

Ik ken mensen die een brievenweger naast hun bord hebben staan enprecies alles afwegen wat ze eten. Ze zeggen: 'Dan weet je tenminsteprecies hoeveel je eet en blijft het niet in het vage. Ik heb een boek overdieten en nou weet ik precies van alles hoeveel calorieen erin zitten',enzovoorts.Is dit het altematief? Een neurotisch bezig zijn met gemier over jegezondheid? Ik gruw ervan! Het eigen bestaantje wordt verheven tot hetkernpunt van het heelal, maar je horizon vemauwt zich tot een engcirkeltje. -

\3. SPEELSE ZORG

Laat ik maar liever vertellen van mijn eigen keuze. Doe ik zelf alles wat ikin dit boek heb aanbevolen? Welnee hoor! Net als haast ieder ander heb ikdaar gewoon geen zin in. Ik houd van eieren en eet daar meer van datiwordt aangeraden. Een sigaar kan minder kwaad dan sigaretten engelukkig vind ik die ook lekkerder. Nu ik kortademig word, regel ik welmijn inspanning veel beter dan vroeger. Zoetjes aan ga ik meer letten opregelmatige beweging en probeer ik 'trues' uit om moeilijke bewegingen(opstaan uit een laag bed) anders en handiger te gaan doen. Veel meer danvroeger heb ik tijd en aandacht voor buren en vrienden. Ik bekijk ze milderen heb er graag wat voor over, met in het achterhoofd toch weI de prettigebijgedachte van het 'intact houden van een voldoende mantelzorg­netwerk'.Kortom, ik heb gekozen voor het sl":'els omgaan met al die adviezen. Veelblijkt er dan zonder moeite toch goed van pas te komen. Ik denk graag aanhet oude spreekwoord: 'Het walletje bij het schuurtje houden'. Demiddenweg. Niet te star de 'regels' volgen maar ze ook niet aan mijn laarslappen. Wat er dan gaat ontstaan is 'nieuwe gewoontenvorming'. Ik denker niet meer bij na, maar let vanzelfsprekend en ongemerkt op allerlei vandie dingen die ik boven noemde. Kortom, er ontwikkelt zich in betrekkelijkkorte tijd een nieuwe levensstijl wat gezondheid betreft. De keuzen krijgenin die nieuwe stijl hun nieuwe plaats, zoals zo overzichtelijk te zien is in hetschema van prof. Oostvogel:

zelfzorgmantelzorgthuiszorgpoliklinischdagbehandelingin de buurtkortdurendkwaliteit

liever danliever danliever danliever danliever danliever danliever danliever dan

mantelzorgprofessionele zorginstitutionele zorgklinischopnameverder weglangdurigkwantiteit

Page 83: UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM nlllllll1111 III II 360000 … Hattinga... · 2012. 7. 6. · UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM 111111111 IIIIIUllntfllflllill 11111111111111 nlllllll1111

162 ZAL IK ER WAT MEE DOEN? ZAL IK ER WAT MEE DOEN? 163

mij een heel karwei, maar het heeft bijgedragen aan mijn vitaliteit, inplaatsvan die uit te putten.

4. DE DOODS-KEUZE

Een vaak onbewust, geheim doodsverlangen kan zich van allerlei mid­delen bedienen. Een van die middelen is het nalaten van goede zorg voor jegezondheid. Een onbewust. doodsverlangen kan heel goed bestaan naast

.~ verlangen om oud te worden. Het 'witte ~n ~,~Tzwarte eaard' trekkeDsamen de kar van ons bestaan. Ais het doodsverl~gengaat overheersen,sterft allereerst de levenslust. Je partner is gestorven. Men weet zich geenraad meer. Een kind is verkeerd gegaan. De laatste kaarten van hetluchtkasteel van je leven zijn omgeklapt. Je ziet geen sprankje licht meer inje toekomst. Niets verschaft meer vreugde. Gedachten aan zelfdodingspelen door je hoofd. Dan gaat vaak stap voor stap een proces op gangkomen dat men 'latente euthanasie' kan noemen. Je bekortje leven, nietdoor een enkele daad die direct de dood tot gevolg heeft. Dat vergt heelwat moed, barre wanhoop, paniek en bij tallozen het overschrijden van eenlaatste grote morele barriere. Nee, je .bekort je leven door een hele reekskleine nalatigheden of handelmgen die geen van alle op zich d6delijk zijn,maar die tezamen het leven schaden. Men doet juist alles niet wat in ditboek wordt aanbevolen. Alcohol is dan nuttig, overmatig gebruik vanzenuw- en slaapmiddelen, nalaten van een noodzakelijk dieet, riskantgedrag. Maar deze latente euthanasie is niet sensationeel. Je leest er nietover in de kranten en het is dus niet belangrijk.

De 'echte' euthanasie is weI voortdurend in de kranten. Dan gaat het dusniet om het nalaten van een levensverlengende medische behandelingonder omstandigheden waarbij de kwaliteit van het bestaan tot eenminimum of tot nul is gedaald. Daarover bestaat al lang voldoendeovereenstemming.Nee, het gaat dan om het leven afsnijden, om dood-maken. Merkwaardigis het, dat dit probleem zo totaal verschovenis naar de randgegevens: dejuridische kanten en de wetgeving. De kern van het vraagstuk ligt heelergens anders! De~ote vraag waar alles om draait is toch:'Is lijden, bitter liiden, onverenigbaar met de kwaliteit van het bestaan?' 'Isverval en aftakeling, die wij als gezonden afschuwelijk vinden om te

moeten aanschouwen, ook even afschuwelijk en negatief voor de getrof­fene?' 'Is langzaam naar de dood toeleven alleen maar een gruwel diemoet worden ingekort?'Al tweeduizend jaar is daar een antwoord op en het komt niet eens vanuithet Christendom of vanuit welke religie ook, maar vanuit de kristalhel­dere, moedige waarneming. Al uit de Griekse oudheid stamt de zegswijze:pathein = mathein, lijden = rijpen. Ontelbaar door de eeuwen heen zijnde mensen die rijper en meer menselijk zijn geworden door hunlijden,verdriet, tegenslag, dan door hun succes, rijkdom, aanzien, welvaart. Het

Christendom heeft daar nog een nieuwe dimensie aan toegevoegd: hetlijden als het losgeld voor verlossing. Is dat alles een wrede fIlosofie? Nee,want er bestaat een kostbaar eeuwenoud recept.Roe meer liefde en zorgwe aan de lijdende geven, hoe draaglijker het wordt. Hoe minder de

-lijdende'mefzijn eigen lijden~bezig is, hoedr~ker het wordt. Hoe meerwe lijden iets gewoons vinden, dat bij het leven hoort en waarover eenmens niet moet zeuren of zich beklagen, hoe draaglijker het wordt.In het Oosten bestaat die wijsheid nog. In de Moslem-wereld vind je ze.Maar omdat wij de kern-waarheden kwijt zijn, is de consequentie, devlucht in de dood. Dat moet natuurlijk niet met een bijl of revolvergebeuren, want dat is te direct. We verstoppen het gewoon onder het momvan een 'medische behandeling'. De dokter (na ernstig beraad) schrijft erkeurig een recept voor uit; de apotheker haalt het 'medicijn' van een nieuwschap waar 'euthanatica' op staat, naast het schap van de 'laxantia'.Vroeger noemden we dat nog gewoon de '~ergifkast'.

Maar is de dood dan geen verlossende weldaad? Ja, dat is ze 66k! Ik heb inmijn leven als internist niet zelden een zucht van verlichting geslaakt als degoede dood deverloren patient eindelijk in zijn armen genomen had, maarhet is hoogst zelden voorgekomen dat ik haast mijn haren uittrok vanellende en de bekoring van 'de laatste spuit' in mij opkwam.Behalve de lijdende en diens sterven, is er ook nog de familie. Wat zijn deconsequenties voor hen die achterblijven en de actieve euthanasie hebbenbewilligd en meebeleefd? Dokter Bos heeft daar met klem op gewezen enmevrouw Henriette van Haaren schrijft: 'Drie jaar na een euthanasie opeen van de leden van ons gezin, na een gezamenlijk thuis doorleefdziekbed, heb ik nog steeds geen vrede met het gebeurde. Euthanasiebetekende in de praktijk het dood laten maken van een bewust levendgeliefd iemand'. Zulke schuldgevoelens en diepvretende vragen zijn nogheel wat anders dan de schuld die men voelt wanneer een mantelzorger

Page 84: UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM nlllllll1111 III II 360000 … Hattinga... · 2012. 7. 6. · UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM 111111111 IIIIIUllntfllflllill 11111111111111 nlllllll1111

164 ZAL IK ER WAT MEE DOEN? ZAL IK ER WAT MEE DOEN? 165

zijn dierbare verzorgde naar een tehuis moet brengen.Het besluit om over te gaan tot het doden, actieve euthanasie, heeft dusheel wat kanten. Er is ook nog de morele kant. Mag een mens ooit zulk eenbesluit nemen? Veel Christenen zullen dat met een categorisch neebeantwoorden. Maar dat betekent niet dat zij het besluit niet zoudenmoeten respecteren van anderen, die geen religieuze of morele drempelsterzake hebben. Deze groep is verplicht tot een zorgvuldige afweging,want het gaat om het ![ootste en laatste goed van een mens: zijn leven zelf.Familie dient erbij betrokken te worden en het oordeel van tweevertrouwensartsen gevraagd en vooral ook het oOl'deel van rijpe verpleeg­kundigen of verzorgenden die bij de zieke nau'"betrokken waren. Zijmaakten diens lijden het meest van nabij mee en hebben daardoor meestaleen beter zicht op de spanningen en het lijden dan de arts die het moethebben van de 'snapshots' tijdens zijn korte bezoeken, zijn diagnose enprognose.

5. DE TEGENPOLEN

Het meest verbazende vind ik de extreme verschillen in onze maatschappijwat betreft het omgaan met leven en dood. Bij alle gelijkheid en nivelleringbestaat bier de meest ongelooflijke ongelijkheid. In het ene huis valt deoproep van de abortus-kliniek in de brievenbus; in het huis ernaast wordtreikhalzend uitgezien naar de 'behandeling' van het implanteren van eeneitje en worden er geen kosten en moeite gespaard om een reageerbuis­baby te kunnen krijgen, als dat allukken wI. In het ene huis wordt de spuitgevuld om een wrak leven te beeindigen met een dodelijke injectie; in hethuis ernaast wordt met spanning de oproep afgewacht voor een harttrans­plantatie om een ander wrak leven eenjaartje te verlengen tegen zodanigekosten voor de gemeenschap dat zo'n behandeling slechts bij uitzonderingmogel~jk is. Zulke uitersten kunnen sl~chts bestaan bij extreem individua:lisme. Men noemt dat dan yerhuU!<Jl..~phJrif.Q~enlevi.!!g'.Dat isin zich eentegensp;aak: een samenleving zonder samen! Niet enkel eenverschil van meningen, maar een versnippering van waarden en gewoon­ten.

Ais er geen algemeen aanvaarde gewoonten en waarden bestaan ont­breekt ook de basis om een handelwijze nauwkeurig te formaliseren doormiddel van een wet. De tegenover elkaar staande standpunten raken in

een eindeloos geharrewar en touwtrekken. De wetgever handelt dan wijsals hij een behoudend standpunt uit het verleden blijft innemen, maarterwille van de tolerantie afwijkend handelen onder duidelijk omschrevenvoorwaarden gedoogt en dus 'door de vingers ziet', totdat de ontwikkelingin de bevolking zelf zover is voortgeschreden dat een meer algemeenaanvaarde benadering (weer) is uitgekristalliseerd. Ik ben gelukkig metzulk een terughoudendheid ten opzichte van het 'vrijgeven' van actieveeuthanasie, alleen al omdat vele duizenden ouderen in ziekenhuis ofverpleeghuis d~ niet meU?~)fize~dhart arts of verpleegstereen spuit zienvullen of vol wantrouwen raken als ze hun familie met elkaar zien

.l1ui,§,~erwijl het ~isschien maar ging over hun verjaarscadeautje!

6. 'GELUK'

Gelukkig ben je als je mooi bent, jong, gezond, stralend, dansend,feestend, met gladde huid en glanzend haar, sexy, rijk, aantrekkelijk.Kortom, de yuppie-maatschappij van de rijke geslaagde jongeren. Nou,dan kunnen we het als ouderen dus wei vergeten. Of is dit droombeeId uitster-reclames en tv een show die met echt geluk weinig heeft uit te staan?Ik lees met ontroering in oat meesterlijke kleine boek van Solzjenitsyn'Een dag van Ivan Denisovitsj'. De hongerige balling sjouwt zich een breukin de ijzige Siberische steppe, gedwongen werkzaam in een bouwproject.Doodongelukkig? Maarhet werk vlot lekker die dag. Het zwoegen maakthem een beetje warm en hij trof een werkplek in de luwte. Misschien krijgtde ploeg straks een meevallertje: een schep extra van de dunne avond­slobber omdat ze zo goed zijn opgeschoten. Ivan Denisovitsj heeft eengelukkige dag.In de sociale wetenschappen is dat alles nader bestudeerd. Levy enGuttman komen tot de conclusie dat alles wat met geluk en welbevinden tem~ken heeft, afuankelijk is van iemands levenshouding, meer dan vaniemands leefsituatie. Is een mens in staat om zich aan te passen aan een

-ongunstige situatie (zoals bijvoorbeeld beperkingen door functieverlies bijo~deren) dan groeit zijn tevredenheid. Weet hij zich te schikken in hetonvermijdelijke, dan groeit zijn tevredenheid. Er niet op zitten kankeren;niet blijven zitten jammeren, niet de hele tijd aan je ongeIuk zitten blijvenkluiven. Andere functies die nog goed zijn verder ontwikkelen, waardoorje e~n verzwakte functie kunt compenseren. Geen dingen willen doen

Page 85: UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM nlllllll1111 III II 360000 … Hattinga... · 2012. 7. 6. · UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM 111111111 IIIIIUllntfllflllill 11111111111111 nlllllll1111

166 ZAL IK ER WAT MEE DOEN?

waarbij je een verzwakte functie extra nodig hebt, dan groeit je tevreden-heid. .

Geluk is geen jachtbuit. Je kunt het niet vangen. Niemand heeft het beterbeschreven dan de sociaal-psyclllater Paul Watzlawick; die verrukkelijke'dwars-denker' in zijn boek 'Geluk is ook niet alles'. Kijk eens naar dedierentuin, zegt de auteur. Daar ligt een tijger, beschermd tegen allegevaar, honger en ziekte. Hij hoeft niet meer op jacht. Overal is voorgezorgd. Maar het gevolg is een droeve tijger die alle kenmerken gaatvertonen van de menselijke neuroticus en psychisch gestoorde. Spottendraadt Watzlawick aan om met te proberen om je ~eluk te zoeken, maarjuist het tegendeel.\Zoekje ongeluk op en blaas het op. Hoe meer je hetopblaast hoe belachelijker het wordt. Je gaat dat zelf zien en je ongelukrelativeren. 'Een mens is ongelukkig omdat hij niet weet dat hij gelukkigis.' Dat is alles!Entin, leest u dat boekje maar als u er zin in hebt. Het is natuurlijk weer· ,een kant van de zaak, maar weI een heel originele en onthullende. AIleandere kanten bIijven overeind. Zorg goed want het geeft voldoening.Probeer jezelf in een prettige situatie te manoeuvreren want dat is 66knooit weg. Doe meer voor een ander dan je van plan was en voel je er goedbij. Luier genoeg als er werkelijk ook wat uit te rusten valt. Kortomen/en/en! Dan verbleekt tenslotte de Ieugen dat aIle andere mensengelukkiger zijn en beter-af dan ik.

Schei maaruit, zeggen sommige wetenschappers, want aan ouderen kunjeniets meer leren. Maar de beroemde Amerikaanse psycholoog Rogersheeft een hele beweging losgemaakt, gericht op levenslange ontwikkeling.Geen defaitisme van het soort: ik ben die ik nu eenmaal ben. Ikben nu tochte oud om nog iets te leren. Onze beroemde Erasmus schreef al in 1518:,'Het is geen fabel, maar door meerdere getuigen bevestigd dat de mens de~~,omszwakte als een siangenhuid kan afstropen en zich weer

, ve.~~gen kan'.

8. MEER INFORMATIE

A.ADRESSEN

Er is over ouderen en alles wat ze nodig zouden kunnen hebben, natuurlijknog een zee van verdere informatie beschikbaar. Het zou met moeilijkvoor me zijn om nu 50 bladzijden met adressen en boeken op te schrijven.Maar daardoor zou het voor u juist moeilijker worden om de weg daarin tevinden. Liever heb ik daarom gekozen voar beperking tot kerninformatieonder diverse omstandigheden.

1. Waar kan ik al die hulpinstanties vinden nu ik zo gauw mogelijk hulpnodig heb?

Natuurlijk niet bij de landelijke bonden of besturen!- Uw huisarts weet het of kan het vinden.

Gezinszorg? Kijk in uw telefoongids.Wijkverpleging nodig? Kijk naar adres en telefoonnummer op uwlidmaatschapskaart. .Dienstencentrum, indien ter plaatse aanwezig, vindt u in de telefoon­gids. Bel het dichtstbijzijnde voor nadere informatie.In de Gouden Gids onder het hoofd 'sociaal-maatschappelijk werk' zijnook vaak veel gegevens te vinden, bijvoorbeeld over. dagopvang,hulpdiensten en diverse bureaus en centra ter plaatse.Grotere plaatsen hebben vaak een 'Stadsgids'. Kijk bijvoorbeeld onder'maatschappelijke dienstverlening'.

2. Gezond bestaan

Als men over bepaalde aspecten verdergaand dan in dit boek beschreven,nadere en uitgebreidere informatie wit hebben, is het nuttig om de folder

Page 86: UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM nlllllll1111 III II 360000 … Hattinga... · 2012. 7. 6. · UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM 111111111 IIIIIUllntfllflllill 11111111111111 nlllllll1111

168 MEER INFORMATIE MEER INFORMATIE 169

'boeken, bladen, brochures' aan te vragen bij de NFB: NederlandseFederatie vOOr Bejaardenbeleid, Eisenhowerlaan 114, 2517 KM DenHaag, tel. 070-54.49.02.Zij hebben een 'Seniorenreeks' van 16 brochures (f 7,50 per stuk), overallerlei onderwerpen zoals bijvoorbeeld 'Wijs op reis', 'Orde op zaken',enzovoorts. Verder een reeks 'Ouderen aktiewijzer', 'Ouderen en weten­schap', 'Leeftijd specifiek', enzovoorts.

3. Het onderwerp veiligheid verdient extra aandacht" want vooral na het69ste jaar stijgt het percentage ongevalIen thuis brtitengewoon sterk. VanaIle dodelijke ongevalIen (exclusief het verkeer) trA"t bijna driekwart dezeouderen, vooral de vrouwen! Een studie van het Veiligheidsinstituut'Ernst en omvang van ongevallen in de privesfeer' door drs. W. Rogmans(115 bIz.) geeft een helder beeld van de ernst (adres Veiligheidsinstituut:Postbus 5665,1007 AR Amsterdam).De brochures 'Veilig op leeftijd' en een aantal kleinere over brandveilig­heid, koolmonoxyde, enzovoorts, zijn verkrijgbaar bij 'Stichting Consu­ment en Veiligheid', Postbus 5169, 1007 AD Amsterdam. Deze geven talvan praktische tips.

4. Technische hulpmiddelen

Er is een voortdurende ontwikkeling op dit gebied. Het is verstandig ombij enigerlei functieverlies, zich zelf op de hoogte te stellen van mogelijk­heden. Firma's hebben daar meestal weI brochures over. Een aardigoverzicht geeft onder andere de firma L. Raap b.v., Liendertseweg 114,3815 BJ Amersfoort. Het wordt op aanvraag gratis toegezonden en geefteen geillustreerd overzicht van honderden hUlpmiddelen, waarvan vele bijgestoorde zelfzorg-functies van groot nut kunnen zijn. Soortgelijkeinformatie kan men ook opvragen aan de Stichting VoorlichtingscentrumGehandicapten, Larenseweg 174,1223 AA Hilversum.Het Nationaal Reumafonds geeft een specifiek boekje uit: 'Handigehulpmiddelen'. Adres voor aanvrage: Statenlaan 128, 2582 GW Den Haag.

5. Tijdschriften, speciaal voor ouderen, oIl. het niveau van vakblad, dusniet gerichtop verstrooiing maar juist op allerlei nieuwe informatie overalles wat de derde levensfase betreft:

- 'Leeftijd', uitg. Ned. Fed. Bejaardenbeleid, Eisenhowerlaan 114,2517KM Den Haag, Dit is een maandblad. Ab.prijs f 50,-- per jaar. Voor 65+en studenten f 40,-- per jaar. Doelgroep bejaarden.

- 'Senior'. 14-daags tijdschrift voor het ouderenwerk in Nederland enVlaanderen, abo prijs f 81,50. Administratie: postbus 1918, 1200 BXHilversUm. Doelgroepen: beleid en beroepshulpverleners. Interessantvoor ouderen die achter de schermen willen kijken.

B. BOEKEN

Er zijn honderden boeken die van belang zijn voor het leven en deproblemen van de derde levensfase. Ze zijn voor een ieder gratistoegankelijk, want de meeste openbare bibliotheken hebben er een aantalvan.Omdat de inzichten aangaande de derde levensfase in het begin van detachtiger jaren over een breed front zijn gaan veranderen, heb ik mijnkeuze vooral gericht op boeken die na 1979 verschenen zijn. Eenboekenlijst van een negentigtal nummers, voornamelijk uit de zeventigerjaren, is te vinden in het boek 'Leven met de jaren', onder redactie vanHarriet Freezer (7de druk 1982). De boeken heb ik ingedeeld in driecategorieen:1. Hoofdzakelijk populair, praktisch. Men hoeft er weinig ontwikkeling

voor te hebben om ze te kunnen lezen.2. Wat diepgaander dan de eerste categorie. Iedereen met wat meer

ontwikkeling dan lagere school kan van deze boeken profijt hebben.3. Vakliteratuur op HBO- en academisch niveau.

Categorie 1

M. Stoppard, Gezondheidsgids voor 50-plussers. Zomer en Keuning, 321pag.Een soort gezondheidsencyclopedie met per onderwerp informatie eneventueel praktische tips.

Harriet Freezer (red.), Leven met de jaren. Gottmer, 171 pag.Vooral over het gezonde bestaan als oudere veel praktische deugdelijkeinformatie, niveau Libelle. Heel eenvoudig en makkelijk leesbaar, ook nog

Page 87: UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM nlllllll1111 III II 360000 … Hattinga... · 2012. 7. 6. · UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM 111111111 IIIIIUllntfllflllill 11111111111111 nlllllll1111

170 MEERINFORMATIE MEER INFORMATIE 171

voor het licht dementerende 'opaatje' en daardoor wat kneuterig van toon.Weinig diepergaande en achtergrond-informatie.

Doet U mee? Gezelschapsspelen en gespreksstof voor ouderen. Intro, 74pag.

Populair boekje voor tijdpassering voor vooral hoogbejaarden en bewo­ners van verpleeghuizen.

Marinus van den Berg, Zorgen als beroep. Intro, 66 pag. .Over ~e leef- en.~rvaringswereld van zieken- en bejaarden-verzorgenden.Het IS belangrlJk dat ouderen die regelmatig"contact hebben metverzorgenden, daar o6k eens kennis van nemen.

J. Bernlef, Hersenschimmen. Querido, 160 pag.Roman over een bejaard echtpaar waarvan de man geleidelijk dementwordt. In de tekst zijn diverse verhalen vermeld over de belevenissen rond·stervensprocessen.

Categorie 2

Bejaard. Hoe en wat. Deeltje in de serie 'Recht en Raad'. Kluwer/­Teleboek, 121 pag.De formele kanten van geldzaken, verzekeren, zelfstandig wonen, thuis­hulp, bejaardenoord, verpleeghuis. Ouidelijke informatie over regels terzake.

A.J. Herzberg en R.C. Kwant e.a., Hoezo te oud? Over ouder worden enzingeving. De Horstink, Amersfoort, 160 pag. I

Bundel opstellen van oudere Nederlanders over hun beleving van het oudzijn.

T. Valkenburg, Ouder worden, een gave en een opgave. Kok, Kampen.

J. Munnichs en H. Nies (red.), Ouder worden, Een eigen verantwoorde­lijkheid. Ambo, Baarn, 103 pag.Vijf psycho-gerontologen over zinvolle u;.vulling van de ouderdoms­opgaven.

H. Diesfeldt, Te oud om te leren? Serie Cahiers Ouderdom en levensloop.Over mogelijkheden, onmogelijkheden en methoden.

. C. Tempelman, Identiteit en identiteitsproblemen bij ouder wordende;mensen. Serie: Cahiers Ouderdom en levensloop.Via vragen wordt het identiteitsaspect uitgewerkt. Begrijpelijk geschre­ven. (Ik vind het een goede grap ten opzichte van mijn opgroeiendekleinkinderen. 'Opa heeft 66k zijn identiteitscrisis.)

Marinus van den Berg, Als ouderdom pijn doet... Serie Pastoralehandreiking. Voorhoeve, 102 pag.Over de gevoelsbeleving van ouderen en familieleden bij tegenslag en\rerlies.

T. Valkenburg, Bejaarden in het ziekenhuis. De Tijdstroom.Over gevoelsbeleving van opgenomen ouderen. Voor hulpverlenendenmaar ook onthullend voor patienten en hun bezoek. .

K. Smulders, Ouderdom en Voeding. Serie Cahiers Ouderdom enlevensloop.Over de persoonlijke, sod-ale en culturele kanten van het eten.

Paul Watzlawick, Geluk is ook niet alles. Van Loghum Slaterus, 92 pag.Een verrukkelijk gek boekje over het oeverloze nut van ongeluk en hoedaar mee om te gaan.

Harold Kushner, Niets meer te wensen en toch niet gelukkig. UitgeverijTen Have, Baarn, 1985.

Marinus van den Berg, Afscheid serieus nemen. Voorhoeve, 118 pag.Bij het verwerkenvan verlies, bijvoorbeeld van een partner, kan dit boekjeeen grote steun zijn.

Marinus van den Berg, Als je maar gezond bent. Uitg. De Zonnebloem,postbus 2100, 4800 CC Breda, 24 pag.

JA.M. Gray en H. McKenzie, Zorgen voor ouderen. Uitgeverij Intro,Nijkerk, 1987, 159 pag. Vooral gericht op allen die voor ouderen zorgen.

Page 88: UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM nlllllll1111 III II 360000 … Hattinga... · 2012. 7. 6. · UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM 111111111 IIIIIUllntfllflllill 11111111111111 nlllllll1111

172 MEER INFORMATIE MEER INFORMATIE 173

Aardige informatie, voor Nederland aangepast door H. Buyssen.

Categorie 3

Ursula Lehr, Psychologie van de ouderdom.Vanuit gerontologisch onderzoek ontwikkelde belangrijke inzichten.

J.C.M. Hattinga Verschure, Het verschijnsel zorg. De Tijdstroom, 175pag.In dit boek heb ik de onderzoeksresultaten verzaIljleld over 'het zorgen' eneen ontwerp gemaakt voor het vakgebied 'zorgku\1de'. Veel van wat hierbeschreven is, vindt in 'het verschijnsel zorg' zijn meer theoretische enwetenschappe1ijke fundering.

W. van den Heuvel en G. Schrijvers (red.), Innovations in care for theelderly. De Tijdstroom, 176 pag.De diepgaande vernieuwingen in de zorg voor gezondheid van ouderenworden op wetenschappelijk niveau door verschillende onderzoekersbehandeld. .

Abram de Swaan, De mens is de mens een zorg. Meulenhoff, 251 pag.Opstellen over de samenhangen tussen de brede maatschappelijkeveranderingen en de intieme beleveniswereld van de mensen die metelkaar die ontwikkelingen meemaken.

Comelis Verhoeven, Een verleden als bezit. Serie Cahiers Ouderdom enlevensloop.Filosoferen over het verleden alS bepalend en beperkend voor mogelijk­heden en beloften en daardoor ook voor de inhoud van ons bestaan en derijpheid van onze persoon.

J. Naafs, Leven in tehuizen: een leven waard? Serie Cahiers Ouderdom enlevensloop, 148 pag.Levensloopaspecten van het wonen met als laatste halte het verzorgings­of verpleeghuis. Betekenis van het wonen, situatie en relaties.

Gezondheid als uitgangspunt. Nota 2000 in het kort. Staatsuitgeverij, 139pag.

Een leesbare verkorte tekst van de grote, lange-termijn beleidsnota vanhet Ministerie van WVC over de vooruitzichten in de gezondheidszorg enhet daarop af te stemmen overheidsbeleid.

Zorgvemjeuwing door structuurverandering. Van Loghum Slaterus, 144pag.Rapport van het Wetenschappelijk Instituut van het CDA. Voor lezers diepolitiek geinteresseerd zijn in gezondheids- en zorgbeleid en om de hoekwillen kijken in de politieke keuken.

Page 89: UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM nlllllll1111 III II 360000 … Hattinga... · 2012. 7. 6. · UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM 111111111 IIIIIUllntfllflllill 11111111111111 nlllllll1111

REGISTER

aanleun-huisvesting, 145aanpassingsvennogen, 122ADL-stoornissen, 26- gene voor, 29- opvang van, 123- soorten en frequentie van, ~Oalarmsystemen,39alleen-zijn, 66alleenstaand, 66Alzheimer, ziekte van, 129angst, 36

beenderstelsel, 20bejaardenoord, zie verzorgingshuis, 149bewegingsapparaat, 19- hulpapparaten, 122bewegings-efficiency, 24bewustzijnsverhoging, 77boodschappen doen, 42buren, 100

cholesterol en vaatziekten, 60clubs, %comfort, 61congregaties (de Swaan), 97

dagpro~a,65

dementie,- frequentie, 129- preventie van, 127- thuisverzorging, 130diepvries, 43doodskeuze, 161

doofheid, 34draagkracht,24- vergroteA van, 32draaglast, 24- verkleinen van, 32droomslaap, 28

eenpersoonshuishoudens, 66eenzaamheid, afwenden van, 67elektrische deken, 45emoties,81ergonomie, 24euthanasie,- aetieve, 161- latente, 161existentiele zelfzorg, 76

familie-consultatie, 116f.I1osofische stromingen, 88

geheugenfuncties, 46geheugen,- korte termijn-, 46- repro-, 47- vergelijkings-, 47geldzaken, 70geloven,82geluk, 164genoten,93gevoelskwaliteiten, 52g~chtmdachten,21gezondheid, recht op, 158graf en rouwverwerking, 86

REGISTER

heupfraetuur, 20hiernamaals, 83huisarts, hulp van, 120huishoudzorg, 41hulpmiddelen, technische, 167hulpvraag, analyse van de, 117hulpvraagbesluit, medisch, 118

ik-cultus, 157incontinentie, 32infonnatie, adressen, 166infonnele zorg, 14inslaaptrucs, 27

kauwstoornissen, 33kinderen, relaties met de, 73kleinkinderen, 75k-waliteit van het bestaan, 52

laatste eer bewijzen, 139leefbaarheid, 61levenscontinuiteit, 151levensdoel, 76levenseinde, en zelfzorg, 84levensstijl, 160leverfuneties, 57levensverwachting in jaren; 79levens-voltooiing, 78lichaamsgewicht, nonnaal, 35liefde,70life-capital, 60luxe, 63lijden, zin van, 162

maaltijden, snelbereiding, 43-warme,42maatschappijverandering, 13mantelzorg algemeen, 90- aetieradius, 91- afbrokkeling, 112- gevaren van, 114- motivaties tot, 102- ontlasten van, 116, 123

175

- ouderwets? 109- overzicht van, 98- primair netwerk van, 98- secundaire netwerken van, 100- wederkerigheid van, 106mantelzorgers, van een demente partner, 133

netwerken, sociale, 94nieuwe partner?, 72obstipatie, 57osteoporose, 20ouderdomsdepressies, 126ouderen,- acht leefsituaties, 140- boeken met verdere infonnatie, 168- flankerend beleid, 14- freelance werk, 109- hoge prestaties, 160- regeringsbeieid, 14- samenwonen van, 146- toekomst van, 79- zorg voor anderen, 108

partnerverlies, 67patientenverenigingen, 134preventie van 'kou vatten', 56reflexgeheugen, 46reukstoornissen, 35rouwverwerking, 86rusten,27rust-roest, 12

samenleving zonder samen, 163senioren, boekenreeks, 167service-flats, 145sexualiteit, 71slaap, restauratieve, 28slaapmiddelen, 29slaap-processen, 28solidariteit, 154, 156spieren,22staar,34sterven,

Page 90: UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM nlllllll1111 III II 360000 … Hattinga... · 2012. 7. 6. · UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM 111111111 IIIIIUllntfllflllill 11111111111111 nlllllll1111

'J

176

- mantelzorg bij het, 138- pastorale zorg bij het, 138- thuis, 137

telefooncirkel, 40Terebinth, 87thuisverpleging, 125thuisverzorging, 125tijdsbesteding, 64tijdschriften voor ouderen, 168

uitglijden, 37urn en rouwverwerking, 86

veiligheid'- brandgevaar, 38---- inboedel, 38- in huis, 36- reeks 'tips', 37- meer informatie, 167verenigingen, 96vergiftiging door medicijnen, 58verhuizen- bezwaren, 49- besluitvorming, 51verpleeghuis,- veranderingen in, 155- zorgverleners in, 155verpleeghuiswezen, omvang van, 153verwaarlozen van gezondheid, 157verwachting en vervulling, 80verzorgingsadviescentra, 124verzorgingshuis, 149verzorgingsstaat, 12vetzucht, 35voedselvergiftiging, 59vrienden, 101vrijwilligershulp, thuis, 135vrijwilligerswerk door ouderen, 136

welvaartsgolf, 81wilsbeschikking, laatste, 87wonen, zelfstandig, 11

REGISTER

woningkeuze, criteria voor, 148wooncarriere, 152woongroep, 147

zelfcontrole op ziekteverschijnselen, 54zelfhulpgroepen, 131, 102zelfredzaamheid,- competentieverhoging, 111- omschrijving van, 5- consultatie, 116zelfzorg,- d~elstellingenfiguur, 53- ge\.aren van, 114

,- pietluttige, 158- soorten, 15- speelse, 159ziekenhuisopname, gevaren van, 119ziektenpreventie, 54zorgconsumptie, 17zorghond, 35zorgmix, 139 .zorgzame samenlev.ing, 13

Page 91: UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM nlllllll1111 III II 360000 … Hattinga... · 2012. 7. 6. · UNIVERSITelTSBIBLI'C:>TH'EEK UM 111111111 IIIIIUllntfllflllill 11111111111111 nlllllll1111

------------------------ end of text ------------------------

This publication is made available in the context of the history of social work project.

See www.historyofsocialwork.org

It is our aim to respect authors’ and publishers’ copyright. Should you feel we violated those, please do get in touch with us.

Deze publicatie wordt beschikbaar gesteld in het kader van de canon sociaal werk.

Zie www.canonsociaalwerk.eu

Het is onze wens de rechten van auteurs en uitgevers te respecten. Mocht je denken dat we daarin iets fout doen, gelieve ons dan te contacteren.

------------------------ einde van de tekst ------------------------