universiteit gent faculteit letteren en wijsbegeerte

68
UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE ____________________ Academiejaar 2009 2010 La Via Campesina: een analyse van hedendaags globaal boerenverzet Willem Maertens Promotor: Prof. Dr. Eric Vanhaute Scriptie voorgedragen tot het behalen van de graad van Master in de Geschiedenis

Upload: others

Post on 16-Oct-2021

9 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Page 1: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE

UNIVERSITEIT

GENT FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE

____________________

Academiejaar 2009 – 2010

La Via Campesina: een analyse van hedendaags globaal boerenverzet

Willem Maertens

Promotor: Prof. Dr. Eric Vanhaute

Scriptie voorgedragen tot het behalen van de graad van Master in de Geschiedenis

Page 2: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE

1

Page 3: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE

2

Woord van dank

Het schrijven van deze thesis is niet iets dat ik op eigen houtje heb volbracht, integendeel. Eerst en

vooral wil ik hier Prof. Dr. Eric Vanhaute, mijn promotor, bedanken voor zijn enthousiaste hulp,

constructief advies, vragen en zeker ook voor zijn geduld.

Daarnaast dank ik ook mijn ouders die me voldoende vertrouwen schonken om opnieuw te gaan

studeren en me daarbij ten volle steunden. Ik wil ook Diete bedanken voor het luisteren, helpen

denken en voor alle steun; Tom voor zijn kritische oog; en ook mijn broers, zussen en vrienden voor

de ontspanning en commentaar die ze mij schonken.

Page 4: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE

3

Inhoudstafel

Woord van dank ...................................................................................................................................... 2

Inleiding .................................................................................................................................................. 6

1. Probleemstelling .......................................................................................................................... 6

2. Methodologie ............................................................................................................................. 10

2.1 Werkwijze ............................................................................................................................... 10

2.2 Bronnen ................................................................................................................................... 11

2.3 Voorafgaande opmerkingen .................................................................................................... 14

deel I: Peasants en hun verzet in de traditionele wetenschappelijke literatuur ..................................... 18

1. Peasantries ................................................................................................................................. 18

2. Boerenverzet .............................................................................................................................. 21

2.1 De eisen ................................................................................................................................... 21

2.2 Mobilisatie ............................................................................................................................... 23

2.4 Organisatie ............................................................................................................................... 25

2.5 Praktijk? ................................................................................................................................... 27

2.6 De tegenstanders ...................................................................................................................... 30

2.7 De resultaten ............................................................................................................................ 31

deel II: Boeren en hun verzet vandaag - La Via Campesina ................................................................. 33

1. De Via Campesina: een historische schets ................................................................................ 33

2. Peasantries vandaag ................................................................................................................... 35

3. Boerenverzet .............................................................................................................................. 38

3.1 De eisen ................................................................................................................................... 38

3.2 Mobilisatie ............................................................................................................................... 42

3.3 Organisatie ............................................................................................................................... 46

3.4 Praktijk .................................................................................................................................... 50

3.5 De tegenstanders ...................................................................................................................... 52

3.6 De resultaten ............................................................................................................................ 54

III. Conclusie ......................................................................................................................................... 56

1. De confrontatie .......................................................................................................................... 56

2. Verklaringen en conclusies........................................................................................................ 58

3. Slotbedenkingen ........................................................................................................................ 61

Bibliografie ............................................................................................................................................ 64

1. Boeken ....................................................................................................................................... 64

2. Tijdschriftartikelen .................................................................................................................... 65

3. Bijdrages in een verzamelwerk ................................................................................................. 66

Page 5: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE

4

4. Onuitgegeven verhandelingen ................................................................................................... 66

VAN DEN ABEELE, C. (promotor: VANHAUTE, E.). De Russische peasant en de collectivisatie in de

jaren 1930: het traditionele verzet tegen oppressie en exploitatie, of een unieke casus? S.l., 2009, s.n..

136 p. ..................................................................................................................................................... 66

5. Websites .................................................................................................................................... 66

Page 6: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE

5

Page 7: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE

6

Inleiding

1. Probleemstelling

Biologisch geteelde groenten, fairtrade-koffie of chocolade en dergelijke meer zijn tegenwoordig

bijzonder hip. Zelfs de Boerenbond begint potentieel te zien in duurzame en biologische landbouw.1

Daar waar dit soort eisen aan voedselproductie een aantal jaar geleden een omweg naar de wereld- of

natuurvoedingswinkel betekenden kan men nu voor bio en fairtrade ook terecht in een gewone

supermarkt. Voor ‗bewuste‘ consumenten is het bijzonder logisch dat kleine boeren aan de andere kant

van de wereld een eerlijke prijs krijgen voor hun producten, die ze bij voorkeur op een duurzame

manier telen. Wanneer boeren uit heel Europa met hun tractoren de straten van Brussel blokkeren

kunnen ze doorgaans op veel minder sympathie rekenen. Wie ligt er de dag van vandaag nog wakker

van wat de boeren nu weer te klagen hebben? Toen in september 2009 Waalse boeren herhaaldelijk

miljoenen liters melk op hun akkers goten omdat de prijs die ze er van hun afnemers voor krijgen hun

kosten niet dekt waren sommige reacties zelfs eerder vijandig. En wanneer boeren op een top van de

World Trade Organization (hierna WTO) – of die nu doorgaat in Europa, in Cancun of in Hong Kong

– massaal protesteren en het op veldslagen met de ordediensten uitloopt, lijkt dat eerder ver van ons

bed, en toch ook wel een beetje overdreven allemaal. Al is dergelijk boerengeweld toch meer te

begrijpen naarmate het verder van ons eigen bed plaatsvindt.

Desondanks slagen boeren er blijkbaar toch in om met hun protest regelmatig het nieuws te halen, in

eigen land maar soms ook ver daarbuiten. En termen zoals ‗kleine boeren‘, ‗eerlijke handel‘ en ‗lokale

productie‘ doen bij veel mensen wel een belletje rinkelen. Boeren zijn op verschillende manieren zeer

actueel.

Dat was ook het geval in de tweede helft van de jaren 1960. Toen had dat echter weinig te zien met

boerenbetogingen en nog minder met eerlijke handel. De Verenigde Naties (hierna UN) fungeerde op

dat moment als een nieuw internationaal kader van een type dat er voor de Tweede Wereldoorlog niet

geweest was; en de mondiale verhoudingen waren ten gevolge van die Tweede Wereldoorlog en de

snelle dekolonisatie, die er in grote delen van de wereld op volgde, fundamenteel veranderd. In de UN

moesten die veranderingen hun beslag krijgen. De visie die daarvoor werd gehanteerd was de

‗moderniseringstheorie‘, en het industriële Westen gold als te volgen voorbeeld. ‗Onderontwikkelde‘

landen, waaronder veel voormalige kolonies, zouden in die visie middels onderwijs, industrialisatie en

de vrije markt snel hun achterstand kunnen inhalen. Een groot deel van de bevolking van de

‗ontwikkelingslanden‘ waren boeren. Wat hun plaats in het hele plaatje was, bleek niet zo duidelijk.2

Op dat moment was de green revolution al volop aan de gang.3 De gangbare mening was dat de

peasantry als dusdanig gewoon zou verdwijnen en opgaan in de industriële sector. Toch werden

wetenschappers geconfronteerd met de onwetendheid over boeren, boerengemeenschappen en

aanverwante onderwerpen. Hoewel het moderniseringsverhaal in theorie mooi klonk, bleek de praktijk

al snel minder rooskleurig. Veel van de nieuwe regimes bleken bijzonder corrupt, en het mag dan ook

niet verbazen dat daar vrij snel verzet tegen rees, en dan vooral binnen de landen zelf.

1 http://www.boerenbond.be/Home/Persberichten/tabid/1359/ArtikelID/14257/language/nl-BE/Default.aspx,

laatst geraadpleegd op 04/08/2010 2 SHANIN, T. Defining Peasants, p. 336-337

3 De green revolution was de wereldwijde introductie van een nieuw agrarisch model in de jaren 1940, gebaseerd

gebruik van een aantal specifieke zaden in combinatie met chemische meststoffen en pesticiden. Op die manier

kon men overgaan naar grootschalige monoculturen, die industrieel beheerd kunnen worden. Zie hiervoor:

ROSSET, P. ‗Lessons from the Green Revolution‘, op: http://www.foodfirst.org/media/opeds/2000/4-

greenrev.html, laatst geraadpleegd op 17/07/2010

Page 8: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE

7

Guerillabewegingen floreerden her en der, en in analogie met de leer van Mao probeerden vele van die

bewegingen een draagvlak te creeëren onder het gewone volk. En doorgaans waren grote delen van het

gewone volk boeren. Het revolutionaire potentieel van de Chinese boeren was op die manier al eerder

succesvol gemobiliseerd en benut door Mao Zedong.4 Een andere grote reden waarom peasants in de

jaren 1960 plotseling bijzonder belangwekkend werden bevonden, was de cruciale bijdrage van

Vietnamese boeren aan de oorlog in hun land. ‗During these years, ―the raggedy little bastards in black

pajamas‖ – as United States military officers referred to their new enemies – have not only fought to a

standstill the mightiest military machine in history, but caused many an American to wonder, silently

or aloud, why ―our‖ Vietnamese do not fight like ―their‖ Vietnamese, why ever new recruits replenish

the ranks of an army destroyed many times over in our dispatches and news communiqués.‘5 Ook in

de academische wereld rezen hier vragen bij. Al snel ontwaarde men andere ‗Vietnams‘ – in Cuba,

Guatemala en de Dominicaanse Republiek was het vroeger al misgelopen met de Amerikaanse

strategie; en in elk van die gevallen bleken de boeren een beslissende invloed gehad te hebben. De

vraag was hoe dat mogelijk was.6

Rond de eeuwwisseling 19e – 20

e eeuw ontstond er in Oost- en Centraal Europa een levendige

wetenschappelijke interesse in de peasantry als onderwerp voor onderzoek. De intelligentia, zelf vaak

nationalistisch van inborst en pro-modernisering ‗faced massive peasantries – the poorest and most

oppressed segment of their people.‘7 Het bleef trouwens niet alleen bij onderzoek: ‗Ideologies and

policies turned attention to the peasant majorities as the major object, the possible carrier of the main

bottle-neck of the necessary change.‘8 Ook de boeren zelf deden inspanningen om op het politieke

toneel actief te worden. Rond de Eerste Wereldoorlog waren in de regio (Polen, Bulgarije, Roemenië,

Rusland) een aantal grote, zelfs transnationale boerenbewegingen actief. Ook in de Duitse

academische wereld werd de interesse naar de boeren gewekt, hetgeen resulteerde in een aantal

geschriften van onder meer Marx, Weber, Sombert, Kautsky, Buchner en David. In Denemarken

onstonden autonome rurale coöperatieve bewegingen die succesvolle vernieuwingen in de agrarische

sector ontwikkelden en implementeerden. Deze boeiende dynamieken kwamen echter abrupt tot een

einde in de jaren 1920 – 1930. Boerenbewegingen werden verpletterd onder het gewicht van de

dictaturen en het agrarisch beleid dat zij voerden, en ook de wetenschappelijke interesse werd, zeker in

de USSR, aan banden gelegd.9 In het tegen die tijd sterk geïndustrialiseerde West-Europa werd over

boeren gedacht en geschreven als zijnde teloorgaande relicten van vroegere, premoderne tijden. Dat

schrijven gebeurde voornamelijk in het Engels, en ‗The word ‗peasant‘ was assigned in the English

language to its medieval context. Seemingly offensive to modern eyes and to the people so called, it

was excluded from modern scholarly discourse, from policy making en from expert advice.‘10

Eind

jaren 1960 werd pijnlijk duidelijk dat het decennialange negeren van de boeren in het

wetenschappelijk onderzoek een vergissing was geweest. Er was wel degelijk hoge nood aan

4 MCWILLIAMS, W.C. en PIOTROWSKI, H. The World since 1945. A History of International Relations. Boulder,

London, 2005, Lynne Rienner Publishers, p. 353 5 WOLF, E.R. Peasant Wars of the Twentieth Century. New York, 1969, Harper & Row, p. ix

6 WOLF, E.R. Peasant Wars of the Twentieth Century, p. x

7 SHANIN, T. Defining Peasants: essays concerning rural societies, expolary economies, and learing from them

in the contemporary world. Oxford, 1990, Blackwell, p. 6 8 SHANIN, T. Defining Peasants, p. 6

9 SHANIN, T. Defining Peasants, p. 6

10SHANIN, T. Defining Peasants, p. 6. Ook Desmarais vestigde herhaaldelijk de aandacht op het feit dat de term

peasant zoals die gebruikt wordt in de Angelsaksische literatuur een vrij beperkte betekenis heeft die teruggaat

op het feodalisme. De termen paysan of campesino zijn in se breder, maar zelfs deze verwijzen naar de

peasantry als overblijfsel van het verleden. Zie hiervoor DESMARAIS, A. A. La Via Campesia. Globalization and

the power of peasants. Nova Scotia, Londen, 2007, Fernwood Publishing, Pluto Press, p. 195

Page 9: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE

8

onderzoek naar de peasantry wilde men iets kunnen begrijpen van de toenmalige ontwikkelingen. ‗A

new theoretical armoury was rapidly set up consisting of some of the old and partly forgotten texts by

Znaniecki, Marx, Lenin, Sorokin, Kroeber […] and a few more.‘11

Van groot belang was de vertaling

(naar het Engels) van het pas ontdekte Grundrisse van Karl Marx in 1964, en van het werk van de

Russische econoom Alexander Vasilevich Chayanov in 1966. In de daaropvolgende jaren werden een

aantal basiswerken over peasants en over peasant resistance geschreven, grotendeels vanuit

antropologische hoek.

Al bij al heerst er bij die klassieke auteurs vrij grote consensus over wat nu precies de peasantry is en

wat haar plaats in de wereld is. Met gevleugelde woorden schreef Eric Wolf in 1966 ‗This book is

concerned with those large segments of mankind which stand midway between the primitive tribe and

indrustrial society.‘12

Het boek, getiteld ‗Peasants‘, is ‗[…] first of all, concerned with a phase in the

evolution of human society.‘13

Ook Eric Hobsbawm zag in zijn onderzoek naar social banditry de

peasant society als thuishorend ‗between the evolutionary phase of tribal and kinship organization, and

modern capitalist and industrial society, but including the phases of disintegrating kinship society and

the transition to agrarian capitalism.‘14

Elders stelde hij zelfs ‗The most dramatic and far-reaching

social change of the second half of this century, and the one which cuts us off for ever from the world

of the past, is the death of the peasantry.‘15

Theodor Shanin schreef hierover ‗Modernity and

capitalism came to Europe with the triple revolution of industrialization, of citizenship within a nation

state, and of the spread of a secular, mathematics-bound science of practical application. In its most

fundamental self-images this was a world without peasants; indeed, depeasantization became a major

index of modernization.‘16

In zijn werk ging Shanin wel in tegen het idee dat kapitalisme

depeasantation impliceert.17

Binaire opposities van het type ‗before and after capitalism; before

rationality and after rationality; before class struggle and after class struggle‘ zijn volgens hem geen

nuttig instrument voor het onderzoeken van de peasantry. ‗Even more, ‗like every social entity,

peasantry exists in fact only as a process.‘18

Desalniettemin situeert ook hij de ‗small producers‘

society‘ historisch ‗in the intermediate period between tribal-nomadic and industrializing societies.‘19

Boeren zijn dus, volgens de klassieke literatuur, gedoemd om als dusdanig te verdwijnen – iets wat

Marx zelf reeds had voorspeld.20

Landbouw werd verwacht een zaak te worden van agrarische

ondernemers, die met behulp van moderne technologie op industriële wijze gewassen en vee zouden

produceren op grote schaal.

Veertig jaar nadat het toen kersverse onderzoeksveld werd bestormd zijn boeren echter aanweziger

dan ooit, en op een manier die vroeger ondenkbaar leek. Destijds zou niemand geloofd hebben dat

boeren capabel waren om over de landsgrenzen heen samen te werken, laat staan dat ze het met succes

konden opnemen tegen een grote internationale instelling van het formaat van de WTO. Nochtans

11

SHANIN, T. Defining Peasants p. 8 12

WOLF, E. R. Peasants. New Jersey, 1966, Prentice-Hall, p. vii 13

idem 14

HOBSBAWM, E. J. Bandits. Londen, 1969, Weidenfield & Nicolson, p. 14 15

HOBSBAWM, E. J. The Age of Extremes: The Short Twentieth Century 1914 – 1991. Londen, 1994, Abacus, p.

289 16

SHANIN, T. Defining Peasants, p. 5 17

SHANIN, T. ‗Measuring Peasant Capitalism: The Operationalization of Concepts of Political Economy‘, in:

HOBSBAWM, E.J. (ed.). Peasants in History: Essays in Honour of Daniel Thorner. Oxford, 1980, Oxford

University Press, p. 83 18

SHANIN, T., geciteerd uit VANHAUTE, E. 19

SHANIN, T. Defining Peasants, p. 29 20

DESMARAIS, A. A. La Via Campesia. Globalization and the power of peasants. Nova Scotia, Londen, 2007,

Fernwood Publishing, Pluto Press, p. 195

Page 10: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE

9

waren boeren opvallend aanwezig in de massale protesten tegen de WTO in Seattle, Cancún, Hong

Kong en Genève. Vele boeren bekritiseren openlijk het globale economische systeem en dan vooral de

manier waarop de agrarische sector daarin ingewerkt is. Dergelijke kritieken zijn op zich natuurlijk

niet verbazingwekkend. Tenslotte betreft het een systeem waarin peasants overbodig worden geacht,

en dat in rurale regio‘s de nodige problemen met zich meebrengt. Bovendien is het een systeem dat

absoluut niet duurzaam genoemd kan worden, dat gepaard gaat met de snelle teloorgang van

biodiversiteit en dus ook met de verwoesting van hun overlevingsbasis. Dat de boeren daar niet

gelukkig mee zijn spreekt voor zich. Opvallend is wel de openbaarheid en vooral de kracht waarmee

de boeren hun ongenoegen uiten, en de trots op hun boer-zijn waarmee dat gepaard gaat. Voor hen

staat het blijkbaar niet ter discussie dat er altijd boeren geweest zijn en altijd boeren zullen zijn.

Bovendien leveren ze niet alleen kritiek. Boeren brengen alternatieve modellen aan die ze ook zelf in

praktijk proberen te brengen, met variërende gradaties van succes. De focus daarbij varieert: lokaal en

nationaal, zoals bijvoorbeeld de Zapatistas in Mexico, of de Maoïstische rebellenbeweging van de

Naxalieten in India; maar ook regionaal en zelfs mondiaal, zoals bijvoorbeeld het netwerk campesino

a campesino in Latijns-Amerika en La Via Campesina.21

Het ziet er met andere woorden niet

onmiddellijk naar uit dat de peasantries van deze wereld op sterven na dood zijn.

Dit alles roept vragen op bij een aantal vooronderstellingen van de klassieke literatuur over peasants.

Vooreerst lijken de onderzoekers zich vergist te hebben in de houdbaarheid van boeren. De boeren

werden geacht te verdwijnen, maar dat lijkt op heden niet aan de orde. Maar hoe komt dat? Hoe is het

mogelijk dat boeren van over de hele wereld op vandaag op verschillende niveaus veerkrachtig,

koppig en trots het hoofd bieden aan een globaal systeem dat lijnrecht ingaat tegen hun levenswijze;

een systeem dat hun leefwereld radicaal overhoop heeft gegooid? Een moeilijke vraag, waar niet

snelsnel een antwoord op gevonden kan worden. Velen zijn van mening dat er op vandaag geen

‗echte‘ peasants meer bestaan22

– iets wat door de feiten tegengesproken wordt. Blijkbaar moeten de

klassieke uitgangspunten op vandaag opnieuw bevraagd worden, wat gepaard gaat met de nodige

discussie. En dus zijn peasants de jongste jaren weer een brandpunt van wetenschappelijke interesse.

Veel echte antwoorden heeft dit recente onderzoek nog niet opgeleverd, al zijn wel een aantal

interessante denkpistes geopend. Een groot gedeelte van de recente literatuur is echter gewijd aan het

zoeken naar de wortels van hedendaagse boerenbewegingen of aan het mislukken van het (neoliberaal

geïnspireerde) ontwikkelingsprogramma.23

Veel aandacht wordt ook besteed aan het concept food

sovereignty.24

De recente voedselcrisis, gelinkt aan de reeds bestaande ecologische crisis en de

financiële crisis zijn daar zeker niet vreemd aan. Ook het jarenlange falen van internationale

instellingen om een steekhoudende, coherente visie over de voedselproblematiek en recenter de

klimaatcrisis te formuleren, laat staan adequate acties te ondernemen speelt hierin een rol.

Boerenverzet op zich staat tot dusver niet bovenaan op de wetenschappelijke agenda.

21

Zie bijvoorbeeld: SHAH, A. en PETTIGREW, J. ‗Windows into a revolution. Ethnographies of Maoism in South

Asia.‘ In: Dialectical Anthropology, Vol. 33, nrs. 3&4 (December 2009). pp. 225-251; ROSS, J. Zapatistas:

making another world possible. Chronicles of resitance 2000-2006. S.l., 2006, Nation Books. 385p.; HOLT-

GIMENEZ, E. Campesino a Campesino: Voices from Latin America's Farmer to Farmer Movement for

Sustainable Agriculture. Oakland, 2006, Food First Books. 226 p. 22

EDELMAN, M. ‗The Persistence of the Peasantry.‘ in: NACLA Report on the Americas, Vol. 33, Nr. 5

(maart/april 2000), p. 15 23

zie bijvoorbeeld: MCMICHAEL, P. ‗Peasant Prospects in the Neoliberal Age.‘ in: New Political Economy. Vol.

11, nr. 3 (September 2006). pp. 407-418; ROSS, E. B. ‗Malthusianism, Capitalist Agriculture, and the Fate of

Peasants in the Making of the Modern World Food System.‘ in: Review of Radical Political Enemics. Vol. 35,

nr. 4 (herfst 2003). pp. 447-461

24 zie bijvoorbeeld: PATEL, R. ‗Food Sovereignty.‘ in: Journal of Peasant Studies. Vol. 36, nr. 3. (juli 2009). pp.

663-706

Page 11: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE

10

Niet alleen academici zijn zich bewust van de noodzaak om de klassieke aannames in vraag te stellen.

Ook boeren zelf proberen bewust en nadrukkelijk hun boer-zijn te herdefiniëren, in het licht van de

hedendaagse context. Op die manier leveren ze ook kritiek op de lacunes die in de gangbare ideeën

vervat zitten, en geven ze zelf en bewust impulsen aan de discussies op academisch niveau. Termen en

woorden zijn nooit neutraal, en daar zijn ook de boeren zich van bewust. Karen Pedersen, voorzitster

van de Canadese National Farmers Union (NFU)-vrouwen tussen 2002 en 2005 bracht het als volgt

onder woorden: ‗The language around us is changing all the time. Historically, we were peasants.

Then when that term came to mean ―backward‖ we became ―farmers‖. In these day ―farmer‖ has the

connotation of inefficiency and we are strongly encouraged to be more modern, to see ourselves

instead as managers, business people or entrepreneurs capable of handling increasingly larger pieces

of territory. Well, I am a farmer and I am a peasant. […] I am reclaiming the term peasant because I

actually believe that small is more efficient, it is socially intelligent, it is community orientated. Being

a peasant stands for the kind of agriculture and rural communities we are striving to build.‘25

Dit onderzoek focust specifiek op boerenverzet – een onderwerp dat ook in de traditionele literatuur op

veel aandacht kon rekenen. De waarde van die literatuur werd vorig jaar nog aangetoond door Céline

Van Den Abeele. In haar eindverhandeling toetste ze de theoriën aan het verzet van Russische

peasants tegen de collectivisatie in de jaren 1930. Die casus bevestigde grotendeels het beeld dat in de

klassieke literatuur bestaat over boeren en hun verzet. In haar conclusie formuleerde Van Den Abeele

echter serieuze bedenkingen op bij de bruikbaarheid van die traditionele literatuur bij onderzoek naar

de boerenverzet op vandaag. Terechte twijfel, zoals ook blijkt uit wat hierboven reeds aangetoond

werd. Mijn bedoeling is nagaan in hoeverre die klassieke werken nog van nut zijn, eventuele lacunes

of misvattingen in de literatuur op het spoor te komen, en al doende hopelijk ook nieuwe vragen en

mogelijkheden te ontdekken.

Dit onderzoek wil echter ook, misschien in de eerste plaats, een helder beeld schetsen van wat

hedendaags boerenverzet is; het waarom en het hoe van boerenweerstand in kaart brengen en nagaan

en wat hen dat oplevert. Hedendaags boerenverzet neemt echter vele vormen aan. Hier wordt één

specifieke manifestatie onderzocht: de transnationale boerenbeweging (hierna TAM) La Via

Campesina.26

Bijzondere aandacht gaat daarbij uit naar de interne dynamiek van de Via Campesina en

de manier waarop verschillende niveaus (lokaal, nationaal, internationaal) zich tot elkaar verhouden en

met elkaar verbonden zijn. Tot nog toe is naar deze aspecten van TAM‘s zeer weinig tot geen

systematisch onderzoek gevoerd.27

Dit onderzoek wil dan ook een eerste poging zijn om deze

dynamieken bloot te leggen. De inzichten die daarbij opgedaan worden laten ook toe, middels

confrontatie met de traditionele literatuur, op zoek te gaan naar continuïteiten of het gebrek daaraan in

de verzetspraktijk. In hoeverre is boerenverzet op vandaag hedendaags? Betreft het hier iets nieuws, of

zijn er grote parallellen met de manier waarop boeren een eeuw geleden hun belangen behartigden of

hun ongenoegen uitten? En hoe kunnen we gelijkenissen of het gebrek daaraan verklaren?

2. Methodologie

2.1 Werkwijze

25

DESMARAIS, A. A. La Via Campesia. Globalization and the power of peasants., p. 196 26

in de literatuur wordt hiervoor de term ‘Transnational Agrarian Movement‘, afgekort TAM gebruikt. 27

BORRAS, S. M. JR., EDELMAN, M. en KAY, C. ‗Transnational Agrarian Movements: Origins and Politics,

Campaigns and Impact.‘ in: Journal of Agrarian Change. Vol. 8, nr. 2&3 (april en juli 2008), p. 179-180

Page 12: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE

11

Om op deze vragen een antwoord te vinden hanteer ik een comparatieve aanpak. In een eerste luik van

het onderzoek wordt, op basis van de klassieke literatuur aangaande peasant resistance, een

theoretische analyse gemaakt van boerenverzet zoals dat eind 19e, begin 20

ste eeuw nog bestond in

West-Europa en Noord-Amerika; en zeker tot na de eerste helft van de 20e eeuw in de rest van de

wereld, voornamelijk Latijns-Amerika en Azië. Daarna wordt op analoge wijze een analyse gemaakt

van het boerenverzet zoals dat op vandaag ingevuld en vormgegeven wordt door de Via Campesina.

Deze beweging vormt om drie redenen een interessante casus. Ten eerste is het de grootste

internationale boerenbeweging die op dit moment bestaat; bovendien is het de eerste boerenbeweging

die verzet voert op mondiale schaal – of dat toch ambieert; en tenslotte is het ook één van de best

gedocumenteerde boerenbewegingen tot dusver.

Zowel in het eerste, als in het tweede deel worden dezelfde aspecten van boerenverzet onderzocht.

Telkens wordt begonnen met het nagaan wie de peasants zijn en wat hun voornaamste kenmerken

zijn. Vervolgens wordt gekeken hoe hun verzet gestalte krijgt: wat zijn hun eisen of welke belangen

proberen ze te vrijwaren, welke factoren spelen een rol in de mobilisatie van boeren, hoe en door wie

wordt het verzet georganiseerd, wat voor acties ondernemen boeren, tegen wie of wat en, tenslotte,

met welk resultaat?

In het derde luik worden beide analyses systematisch met elkaar geconfronteerd, om dan, waar

mogelijk, op zoek te gaan naar verklaringen voor de resultaten die dat oplevert; en zo tot conclusies te

komen.

2.2 Bronnen

Het eerste deel van deze thesis is, zoals gezegd, gebaseerd op de klassieke literatuur aangaande

peasant resistance. Daarbij gebruik ik voornamelijk de werken van Eric Wolf, James Scott en Eric

Hobsbawm. Céline Van Den Abeele onderbouwde en rechtvaardigde deze keuze vorig jaar nog

uitvoerig in het kader van haar eindverhandeling.28

Met uitzondering van Scott‘s Weapons of the weak

handelen alle gebruikte werken over boerenverzet in het algemeen en niet over een specifieke casus.

Voor dit onderzoek is dit erg handig. Daarenboven vullen de werken van Wolf, Scott en Hobsbawm

elkaar thematisch mooi aan: Scott onderzocht voornamelijk het alledaags verzet, in Weapons of the

Weak in het licht van de impact die de green revolution en het kapitalisme hebben op het leven van de

boeren in een Maleisische dorpsgemeenschap, elders algemener; Hobsbawm focuste voornamelijk op

een aantal specifieke en grootschaliger vormen van boerenverzet, zoals social banditry; en Wolf

tenslotte analyseerde revolutionair boerenverzet. Voor een uitvoerige bespreking van de inhoud en

academische ontvangst van elk van deze werken verwijs ik naar de eindverhandeling van Céline Van

Den Abeele.29

Belangrijk om hier te vermelden is dat elk van deze auteurs de peasantry benadert

vanuit een marxistisch uitgangspunt. Dit verklaart ten dele ook de pessimistische en denigrerende

ondertoon die in hun werken af en toe opduikt. Marx zelf zag in het industriële arbeidersklasse een

nieuwe kracht die een revolutie mogelijk zou maken, daar waar statische boerengemeenschappen, toch

al duizenden jaren de meerderheid van de bevolking, daar zelfs nooit in de buurt van kwamen.

Diezelfde bijklank van achterlijkheid en ondergang zien we ook hier en daar bij Wolf, Scott en

Hobsbawm. Shanin nuanceert in zijn werk meer. Zoals gezegd ziet hij de verspreiding van het

kapitalisme niet als het definitieve einde van de peasantry; al blijft dat einde wel een vaststaand feit.

28

VAN DEN ABEELE, C. (promotor: VANHAUTE, E.). De Russische peasant en de collectivisatie in de jaren 1930:

het traditionele verzet tegen oppressie en exploitatie, of een unieke casus? S.l., 2009, s.n., pp. 27-39 29

ibidem

Page 13: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE

12

Hij bekritiseert ook het bestaan van een ‗revolutionaire klasse‘, en benadrukt het belang van de sociale

en historische context voor het genereren van revolutionair potentieel bij bepaalde groepen in de

samenleving. Het marxistische denkkader vertaalt zich niet alleen in een aantal premissen, maar ook in

het gebruik van een aantal theoretische categoriën zoals het concept ‗klasse‘ – iets dat in realiteit

onbestaande is, zoals ook Scott in zijn werk benadrukt.30

Voor onderzoek naar boerenverzet is het

concept trouwens nog minder accuraat dan anders, want, aldus Wolf, ‗peasant interests – especially

among poor peasants – often crosscut class alignments. Rich and poor peasants may be kinfolk, or a

peasant may be at the same time owner, renter, share-cropper, laborer for his neighbors and seasonal

hand on a nearby plantation. Each different involvement aligns him differently with his fellows and

with the outside world.‘31

Groepen in de samenleving zijn nooit massieve, homogene eenheden;

derhalve is een dergelijke invulling ook onbruikbaar voor historisch onderzoek.32

Zoals gezegd zijn er nog zeer weinig antwoorden op de vragen die het hedendaags boerenverzet

opwerpt. Om een volledig beeld te kunnen krijgen van boerenverzet op vandaag moest ik de mosterd

dus elders vandaan halen. Een aantal uitzonderingen waarvan de belangrijkste hieronder toelicht

worden daar gelaten is het tweede deel van mijn onderzoek gebaseerd op materiaal dat de Via

Campesina zelf ter beschikking stelt op haar website. Het betreft dus eersterangs bronnenmateriaal dat

door de boerenbeweging zelf wordt verpreid, en de primaire bedoeling daarvan is zeker niet onderzoek

vergemakkelijken. Omzichtigheid is dan ook geboden. Dat geldt echter evenzeer voor de rest van de

gebruikte bronnen. Gezien de actualiteit van het boerenverzet en de verwevenheid ervan met andere

zeer actuele fenomenen, zoals de voedsel- en hongerproblematiek en bij uitbreiding het hele

ontwikkelingsdebat; de klimaatproblematiek en alle ecologische crisissen die er ten dele aan te wijten

zijn; de economische crisis; enzovoort; is het niet verbazingwekkend dat niet alleen academici hier

onderzoek naar doen. Ook andere actoren, zoals NGO‘s en activisten zijn actief in het veld. Daarin

speelt de grote toegankelijkheid en verspreidbaarheid van informatie een grote rol. Hoewel al deze

onderzoekers een eigen, specifieke agenda hebben, zijn de grenzen tussen wetenschappers en

activisten niet altijd duidelijk te trekken. En dat geldt ook voor de relatie die elk van hen heeft met de

bewegingen die bestudeerd worden. Ook dit spanningsveld moeten we dus in het achterhoofd houden

bij onderzoek naar boerenverzet.33

Het lijkt mij dan ook nuttig om hier de achtergrond van de

belangrijkste bronnen toe te lichten alvorens het eigenlijke onderzoek te beginnen.

Het werk van Anetta Aurélie Desmarais, en dan vooral haar La Via Campesina. Globalization and the

power of peasants, verschenen in 2007, is bij dit onderzoek zeer nuttig gebleken. Desmarais reikt van

zeer nabij een gedetailleerd, veelzijdig en betrokken antwoord aan op de vragen over het hoe en

waarom van de Via Campesina. Desmarais doceert aan het Department of Justice Studies van de

universiteit van Regina. Ze werkt vooral rond voedselsoevereiniteit en daaraan gekoppeld ook rond

globalisering en agrarian change. Ze maakt ook deel uit van een gemeenschappelijk

onderzoeksproject met de Via Campesina, zetelt in het adviesorgaan van het Journal of Peasant

Studies en is lid van de Canadian Association of Food Studies.34

Desmarais stamt uit een Canadese

boerenfamilie en was zelf veertien jaar boerin in Saskatchewan, in Canada. In het kader van een

30

SCOTT, J. Weapons of the Weak: everyday forms of peasant resistance. New Haven, 1987, Yale University

Press, p. 296-297 31

WOLF, E. R. Peasants, p. 289-290 32

zo waarschuwt Gita Deneckere, gelezen in: VAN DEN ABEELE, C. (promotor: VANHAUTE, E.). De Russische

peasant en de collectivisatie in de jaren 1930, p. 18 33

zie hierover: EDELMAN, M. ‗Synergies and tensions between rural social movements and professional

researchers.‘ in: Journal of Peasant Studies. Vol. 36, nr. 1 (januari2009). pp. 245-265 34

http://www.arts.uregina.ca/prospective-students/faculty-research/annette-desmarais, laatst geraadpleegd op

11/07/2010

Page 14: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE

13

project van de Oxfam Canada Farmers Brigade trok ze eind jaren 1980 naar Nicaragua om daar

boeren te leren hun machines preventief te onderhouden. Na deze ervaring ging ze werken als

coördinatrice van het Oxfam Global Agriculture Project dat de Canadese National Farmers Union

hielp duurzame relaties uit te bouwen met boerenbewegingen in de hele wereld. Vanuit deze positie

was ze nauw betrokken bij de oprichting van de Via Campesina en werkte ze ook als technisch

personeel voor de beweging. In 1997 werd het project waarvoor ze werkte echter grondig hertekend.

Desmarais wou echter verder actief meewerken aan de noodzakelijke veranderingen in rurale

gebieden. Daarom deed ze de Via Campesina een voorstel: ‗[…] I approached the movement with the

idea of doing doctoral research on and with the movement. At the time the Via Campesina was going

into its fifth year, and its leadership agreed that research focused on the movement might be useful in

determining its strengths and weaknesses and possibly signaling ideas for future directions.‘35

La Via Campesina: the birth and evolution of a transnational social movement verscheen begin dit

jaar. Het artikel biedt een gestructureerde analyse van de geschiedenis van de Via Campesina tot op

heden. Het fungeerde daardoor als nuttig kader om de informatie die ik op de website van de beweging

vond te ordenen en in een juist perspectief te plaatsen. Het artikel is van de hand van María Elena

Martínez-Torres en Peter M. Rosset. Martínez-Torres participeert als faculteitslid aan het Ambiente y

Sociedad (milieu en samenleving) -onderzoeksprogramma van het Centro di Investicaciones y

Estudios Superiors en Antropologia Social (CIESAS-Sureste) in Chiapas, Mexico. Ze is ook

geassocieerd aan het Center for the Study of the Americas (CENSA) in Berkely, in de USA. Daarnaast

is ze ook de directrice van Desarrollo Alternitivo (DESAL), een Mexicaanse NGO die werkt rond

alternatieve ontwikkeling.36

Rosset verricht momenteel onderzoek aan het Centro de Estudios para el

Cambio en el Campo Mexicano in Oaxaca, Mexico. Het centrum houdt zich bezig met het bestuderen

van agrarian change. Rosset is ook mede-coördinator van het Land Research Action Network

(LRAN), een organisatie waar de Via Campesina nauw mee samenwerkt. Hij is geaffilieerd aan de

University of California en evenals Martinez geassocieerd aan het CENSA, allebei in gevestigd in

Berkely. Voorheen was hij ook co-directeur van FoodFirst, het Institute for Food and Development

Policy. In de jaren 1980 leidde hij een aantal duurzame landbouwprojecten in Centraal-Amerika.

Daarenboven doceerde hij reeds aan een hele resem instellingen: Stanford University, de University of

California, de Universidad Nacional Agraria in Nicaragua, de Universidad Agraria de La Habana

(ISCAH), de Universidad Central in Las Villas, Cuba en het Centro Agronómico Tropical de

Investigación y Enseñanza (tropisch centrum voor agrarisch onderzoek en opleiding, CATIE) in Costa

Rica. Tenslotte zetelt hij ook in de raad van bestuur van Focus on the Global South, een NGO met

hoofdzetel in Thailand die zich bezighoudt met het analyseren van neoliberale globalisering en

militarisering met als doel het ontmantelen van repressieve economische en militaire structuren, het

vormgeven van alternatieven, en het promoten van demilitarisering en peace-building.37

Een derde belangrijke bron is het artikel La Via Campesina and its Global Campaign for Agrarian

Reform van Saturnino M. Borras Jr. In dit artikel schetst Borras, gebaseerd op één specifieke

campagne, hoe de Via Campesina in praktijk te werk gaat. Daardoor onderbouwt hij een aantal

evoluties die Martínez-Torres en Rosset in hun artikel bespreken. Bovendien legt hij ook een aantal

spanningen bloot waarmee de Via Campesina intern te maken heeft en zal blijven hebben. Borras heeft

35

DESMARAIS, A. A. La Via Campesia. Globalization and the power of peasants, p. 18-19 36

http://sureste.ciesas.edu.mx/Investigacion/lineas%20de%20investigacion/ambiente%20y%20sociedad.html,

laatst geraadpleegd op 11/07/2010 en http://www.ohioswallow.com/author/Maria+Elena+Martinez-Torres, laatst

geraadpleegd op 11/07/2010 37

http://www.fernwoodpublishing.ca/author/Peter-M-Rosset/, laatst geraadpleegd op 11/07/2010 en

http://www.gdnet.org/cms.php?id=organization_details&organization_id=2093, laatst geraadpleegd op

11/07/2010

Page 15: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE

14

een zetel aan de vakgroep International Development Studies aan de Saint Mary’s University in

Halifax, in Canada. Professioneel is hij vooral geïnteresseerd in agrarische hervormingsprogramma‘s,

in rurale sociale bewegingen, in de relaties tussen de staat en de maatschappij, tussen rurale

gemeenschappen en globaliseringsprocessen, maar ook in nationale en transnationale verhoudingen

tussen de rurale gebieden en de steden, en in conflicten en geweld die te maken hebben met

grondbezit. Borras is echter ook een activist die deel uitmaakte van een aantal rurale bewegingen op de

Filipijnen en sedert de vroege jaren 1980 ook daarbuiten. Hij was nauw betrokken bij de oprichting

van de Via Campesina en zetelde van bij de oprichting van de beweging in 1993 tot 1996 in de

International Coordinating Comission (hierna ICC). Hij werkte reeds nauw samen met een aantal

overheids- en ontwikkelingsinstellingen en onofficieel ook met een aantal NGO‘s, iets wat hij ook op

heden nog steeds doet.38

Tenslotte, en van een heel andere orde, moet hier ook nog Boerengeluk, boerenverdriet vermeld

worden. Dit boek is zeker geen wetenschappelijk werk. Het bestaat uit drie delen. Het eerste deel is

geschreven door Renaat Devreese, een boer uit Klemskerke, in de Vlaamse polders. Het is het zijn

verhaal, het gaat over hoe zijn geiten tijdens de mond- en klauwzeercrisis in 2001 nodeloos stuk voor

stuk afgeslacht werden. Hier zijn echter deel twee en vooral deel drie van belang; geschreven door

Koen Dhoore en Relinde Baeten. Het ene deel handelt over de verdeeldheid onder boeren over

vaccinatie van hun dieren, het andere deel gaat over wat de auteurs noemen ‗boerenlandbouw‘. In deze

delen worden een aantal belangrijke aspecten van peasant agriculture zoals ook de Via Campesina die

ziet opgelijst. Het boek is uitgegeven door de Stichting Boerenlandbouw, een samenwerking tussen

het Steunfonds Reigershof, dat naar aanleiding van het doden van de hele veestapel van Devreese

werd gesticht; de Vereniging voor Ecologisch Leven en Tuinieren (VELT); en het Vlaams Agrarisch

Centrum (hierna VAC). Het VAC is als lid van de Coordination Paysanne Européenne (CPE) ook lid

van de Via Campesina. Vanzelfsprekend heb ik dit boekje niet gebruikt als bron voor mijn onderzoek

naar boerenverzet. Wel heb ik er enkele keren uit geput om een illustratie te vinden van een lokale

uiting van een bepaald kenmerk van de Via Campesina dat ik middels andere bronnen duidelijk kan

onderbouwen. Dat geldt ook voor de referenties naar specifieke acties van het VAC.

2.3 Voorafgaande opmerkingen

Een eerste verduidelijking gaat over de termen die hier gebruikt worden om peasants te benoemen. In

de hoofdzakelijk Engelstalige wetenschappelijke literatuur wordt consequent een duidelijk

onderscheid gemaakt tussen peasants en farmers, waarbij peasants hun stiel uitoefenen met als

uitgangspunt de noden van hun eigen huishouden en farmers een marktgerichte economische logica

volgen.39

In het Nederlands bestaat echter alleen de term ‗boeren‘. Wanneer ik deze gebruik, doe ik dat

tenzij anders aangegeven in de betekenis van peasants.

Ten tweede wil ik ‗verzet‘ presiceren. Het is een woord dat een hele resem associaties oproept, maar

de realiteit is vaak minder romantisch en evenmin spectaculair. Om dat scherp te stellen geef ik hier

enkele bedenkingen, afkomstig van James Scott. Voor hem is het cruciale en bepalende element om te

kunnen spreken van verzet intentie, ook al zijn intenties vaak moeilijk of onmogelijk te achterhalen:

‗For many forms of peasant resistance, we have every reason to expect that actors will remain mute

38

http://www.smu.ca/academic/arts/ids/documents/BorrasComprehensiveC.V.9A.pdf, laatst geraadpleegd op

11/07/2010 39

WOLF, E. R. Peasants, p. 2

Page 16: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE

15

about their intentions. Their safety may depend on silence and anonimity; the kind of resistance itself

may depend for its effectiveness on the appearance of conformity; their intentions may be so

embedded in the peasant subculture and in the routine, taken-for-granted struggle to provide for the

subsistence and survival of the household as to remain inarticulate. The fish do not talk about the

water.‘40

.

Verzet is ‗[…] any act(s) by member(s) of a subordinate class that is or are intended either to mitigate

or deny claims (for example, rents, taxes, prestige) made on that class by superordinate classes (for

example, landlords, large farmers, the state) or to advance its own claims (for example, work, land,

charity, respect) vis-à-vis those superordinate classes.‘41

Volgens Scott heeft het teveel focussen op

‗daden‘ van verzet weinig nut, enerzijds omdat het zeer moeilijk is om bewijzen te vinden voor de

intenties die aan de daad ten grondslag liggen, anderzijds omdat verschillende motieven kunnen

meespelen en het dus niet altijd uit te maken is of de wil om verzet te plegen de grootste trigger is.42

Volgens Scott kan verzet ook een secundair doel zijn, of zelfs helemaal geen doel maar eerder een

neveneffect. Die gedachte verder uitwerkend, stelt hij het onderscheid in vraag dat in de literatuur vaak

gemaakt wordt tussen ‗real resistance‘ en ‗token, incidental, of epiphenomenal activities‘ in vraag.

Daarbij wordt ‗echt verzet‘ gezien als ‗(a) organised, systematic, and cooperative, (b) principled or

selfless, (c) has revolutionary consequences, and/or (d) embodies ideas or intentions that negate the

basis of domination itself‘43; en ‗symbolisch verzet‘ als ‗(a) unorganized, unsystematic, and individual,

(b) opportunistic and self-indulgent, (c) have no revolutionary consequences, and/or (d) imply, in their

intention or meaning, an accommodation with the system of domination.‘44

Die strakke tweedeling

gaat volgens Scott volledig voorbij aan het wezen van peasant resistance. Het element eigenbelang is

een cruciaal onderdeel van het verzet van ‗peasants and proletarians‘.45

De gevolgen van een daad die

primair het eigenbelang van één boer dient halen doorgaans het systeem niet onderuit, maar op lange

termijn en op grote schaal kunnen dergelijke daden wel een ernstig ondermijnend effect tot gevolg

hebben.46

Ook ‗revolutionair‘ is een term die best vooraf verhelderd wordt. Mijn invulling hiervan is gebaseerd

op het onderscheid dat Hobsbawm maakt tussen revolutionair en reformitistisch. ‗The principle is

quite clear. Reformists accept the general framework of an institution or social arrangement, but

consider it capable of improvement or, where abuses have crept in, reform; revolutionaries insist that it

must be fundamentally transformed, or replaced.‘47

Dat verschil is belangrijk omdat het ook een

invloed heeft op de manier waarop het verzet georganiseerd wordt, op de ontwikkeling van een

strategie en van tactieken om die strategie in praktijk om te zetten, enzovoorts. Alhoewel het

onderscheid eenvoudig overkomt, is het in praktijk niet altijd even makkelijk te maken. Niet alleen

vanwege ‗the reluctance (which is universal in politics) of people to accept accurate descriptions

whose implications they do not like; […]‘48

, maar ook omdat er binnen sociale bewegingen nagenoeg

altijd een constante wisselwerking tussen deze twee uitersten bestaat. Reformisten moeten namelijk

een idee hebben over wat en hoe hervormd moet worden, wat kan uitmonden in revolutionaire ideeën;

40

SCOTT, J. Weapons of the Weak: everyday forms of peasant resistance, p. 301 41

SCOTT, J. Weapons of the Weak: everyday forms of peasant resistance, p. 290 42

idem, p. 290-291 43

idem, p. 292 44

ibidem 45

idem, p. 291 46

idem, p. 295-296 47

HOBSBAWM, E. J. Primitive Rebels. Studies in Archaic Forms of Social Movement in the 19th

and 20th

centuries. Manchester, 1959, Manchester University Press, p. 10 48

ibidem

Page 17: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE

16

omgekeerd moeten revolutionairen ook nadenken over de bestaande samenleving en hoe ze met die

samenleving als uitgangspunt een revolutie met voldoende draagkracht willen opzetten. Bij

onverwachts succes kunnen reformisten zich gewaar worden van ontluikende revolutionaire

gevoelens, bij bijzonder weinig slaagkansen kunnen revolutionairen zich feitelijk als reformisten

opstellen, enzovoort.49

Hoewel niet altijd scherp te trekken is deze tweedeling toch nuttig om een

correct en volledig beeld krijgen van verzet.

Tenslotte verdraagt ook de term globalisering enige duiding. Het is een omstreden term die

uiteenlopende connotaties en invullingen met zich meedraagt. Sommigen achten het concept

onbruikbaar en stellen voor alternatieven te zoeken.50

Maar zoals ook de bovenstaande opmerkingen al

duidelijk maken zijn termen altijd aanvechtbaar, nooit neutraal, en altijd een bron van spanningen.

Alternatieve benamingen zoeken voor reeds bestudeerde processen biedt dan ook geen uitweg.

Nuttiger is het duidelijk te stellen wat precies verstaan wordt onder bepaalde termen. Volgens Jan-

Frederik Abbeloos is globalisering een proces van interactionele schaalvergroting en toenemende

impact van deze interactie op het sociale en individuele leven.51

Het is een actief proces waarin

verschillende actoren een rol spelen. ‗De belangrijkste zijn (multinationale) bedrijven,

kapitaalsgroepen, staten en politieke instellingen, cultureel-religieuze bewegingen en internationale

drukkingsgroepen zoals de antiglobaliseringsbeweging. Maar ook individuen spelen een grote rol door

[…] het actief gebruiken van technologische mogelijkheden in het ‗globaliseren‘ van hun sociaal

netwerk.‘52

Maar globalisering is ook een historisch proces. Voor sommigen begon het 5000 jaar

geleden, voor anderen 500, 150 of 30 jaar geleden. ‗Het is moeilijk om de rol te minimaliseren van de

koloniale en commerciële expansie tijdens de lange 16e eeuw, de industriële en imperialistische

expansie in de late 19de

eeuw, en de globale financiële expansie in de late 20ste

eeuw. Verschillende

historici mogen het ene versnellingsmoment al meer naar waarde schatten dan het andere, elke periode

heeft bijgedragen tot het vervullen van de technologische, politieke en culturele voorwaarden die ons

toelaten om vandaag een muisklik verwijderd te zijn van de ‗global village‘.‘53

In dit onderzoek is

vooral het laatste versnellingsmoment van belang. Voor de jaren 1970 vonden de contacten

voornamelijk plaats tussen natiestaten. Vanaf de jaren 1970 ontstaan steeds meer natie-overkoepelende

systemen. Processen van internationalisering en multinationalisering die reeds eerder aan de gang

waren worden sindsdien versterkt door het toenemen van wereldwijde stromen kapitaal en informatie

zonder tussenkomsten van de staat. ‗Geld, maar ook goederen worden natieloos, een product wordt

‗made in the world‘. Beslissingen zijn niet meer geografisch traceerbaar of beïnvloedbaar. De

nationale politiek verliest de greep op de economie.‘54

Deregulering is het wondermiddel van dit

neoliberale model: ‗economische deregulering, met een toenemende druk op de 20ste

-eeuwse sociale

verzorgingsstaat, met een groeiende delokalisatie van bedrijven en met een kleinere impact van de

georganiseerde arbeidersbeweging. Ten tweede financiële deregulering, met het in real time beleggen

van geld wereldwijd en een grotere onzekerheid (en grotere fluctuaties) op de kapitaalmarkten. Dit

gaat samen met, ten derde, een politieke deregulering, met het verdwijnen van politieke zekerheden,

zowel nationaal (de grote nationale partijen) als internationaal (de Koude Oorlog, bezegeld met de val

49

HOBSBAWM, E. J. Primitive Rebels, p. 11-12 50

zie bijvoorbeeld Cooper, F. What is the concept of globalization good for? An African historian‘s perspective.,

in: African Affairs 51

VANHAUTE, E. en ABBELOOS, J-F. ‗Op zoek naar de wortels van de globale wereld: globalisering

als historisch verhaal.‘ in: Hermes. Tijdschrift van de Vlaamse Vereniging Leraren Geschiedenis. Vol. 13

(2009). p. 63 52

idem, p. 65 53

idem, p. 66-69 54

idem, p. 68

Page 18: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE

17

van de Berlijnse Muur in 1989).55

Zoals zal blijken is de traditionele literatuur aangaande peasants en

hun verzet vooral geschreven voor of in de prille beginjaren van deze recentste versnellingsfase van

het globaliseringsproces. Hierop wordt verder ingegaan in het besluit van dit onderzoek.

55

ibidem

Page 19: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE

18

deel I: Peasants en hun verzet in de traditionele wetenschappelijke

literatuur

1. Peasantries

Zoals gezegd, gaf de heruitgave van een deel van het werk van Chayanov in 1966 een belangrijke

impuls aan het onderzoek naar peasants. Zijn aandacht ging vooral uit naar de boerenfamilie als

productie- en consumptie-eenheid. Voor Chayanov is de peasant economy primair gericht op het

tegemoetkomen aan de eigen noden van de boerenfamilie. ‗The first fundamental characteristic of the

farm economy of the peasant is that it is a family economy. Its whole organization is determined by

the size and composition of the peasant family and by the coordination of its consumptive demands

with the number of its working hands.‘56

En ‗Such a unit has very special motives for economic

activity and also a very specific conception of profitability.‘57

Daarin zit, zoals reeds gezegd, ook het

verschil dat in de literatuur traditioneel gemaakt wordt tussen peasants en farmers: peasants

produceren primair (maar niet alleen maar) in functie van hun eigen behoeften, al kan produceren voor

de markt daar ook een onderdeel van zijn, terwijl farmers gezien worden als agrarische ondernemers,

die een kapitalistische logica hanteren.58

Ook Eric Wolf ziet peasants niet als bedrijfsleiders: ‗…he

[de peasant] runs a household.‘59

Wolf definieert de peasantry meer dan Chayanov als een deel van de bredere samenleving waarin ze

leven. Een peasant household, zelfs al zou het volledig zelfvoorziend zijn, bestaat niet los van die

maatschappelijke context en kan dus ook niet als dusdanig bestudeerd worden. ‗… peasants, however,

are rural cultivators whose surpluses are transferred to a dominant group of rulers that uses the

surpluses both to underwrite its own standard of living and to distribute the remainder to groups in

society that do not farm but must be fed for their specific goods and services in turn.‘60

De peasant

produceert dus voedsel, niet alleen voor zichzelf en zijn familie, maar voor een groter deel van de

bevolking. Systematisch wordt echter een deel van zijn opbrengsten geclaimd door dominante groepen

in de samenleving. Dat deel wordt aangeduid met de term rente. De vorm die deze rente aanneemt kan

uiteenlopend zijn. Ook de ongelijke machtsverhoudingen tussen de peasants en de machthebbers

kunnen verschillende vormen aannemen. Dat verklaart voor Wolf de heterogeniteit die zo typisch is

voor de peasantry. Voor Hobsbawm situeert een boerengemeenschap zich tussen twee ideaaltypes,

met aan de ene kant de mid-19e eeuwse communaal georganiseerde peasantry van Centraal-Rusland;

en aan de andere kant de eveneens mid-19e eeuwse Franse boeren, wier bestaan zich afspeelde binnen

een kader van wetten en burgerlijke instellingen.61

Hoe dan ook, de peasant is dus ‗subject to

asymmetrical power relations which make a permanent charge on his production.‘62

Dat onderscheidt

hem volgens Wolf ook van wat hij noemt primitive cultivators en geeft de peasant zijn plaats binnen

de beschaafde wereld. Die assymetrische machtsverhoudingen worden pas ten gronde verankerd in de

maatschappij bij het tot stand komen van een staat. De staat is voor Wolf het kader waarbinnen een

peasantry kan bestaan, omdat een staat ervoor zorgt dat de machtsverhoudingen tussen peasantry en

56

WOLF, E. R. Peasants, p. 14 57

CHAYANOV, A. V., in: THORNER, D., KERBLAY, B. en SMITH, R.E.F. A. V .Chayanov on the Theory of Peasant

Economy. Homewood, 1966, Irwin, p. 1 58

zie ook WOLF, E. R. Peasants, p. 2 59

WOLF, E. R. Peasants, p. 2 60

idem, p 3-4 61

HOBSBAWM, E.J. ‗Peasants and Politics‘ in: Journal of Peasant Studies. Vol. 1, nr. 1 (oktober 1973), p. 4-5p.

4-5 62

WOLF, E. R. Peasants, p 9

Page 20: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE

19

machthebbers onpersoonlijker en abstracter worden: ‗Thus, it is only when a cultivator is integrated

into a society with a state – that is, when the cultivator becomes subject to the demands and sanctions

of power-holders outside his social stratum – that we can appropiately speak of peasantry.‘63

Staatsvormingsprocessen zijn bijzonder variabel, hetgeen dan logischerwijze ook opgaat voor de

machtsverhoudingen binnen de staten en dus ook voor de relatie tussen de peasantry en de andere

groepen in de samenleving.64

Een belangrijk kenmerk van de boerengemeenschap wordt door Hobsbawm benadrukt: een zekere

mate van collecitiviteit, vooral op het lokale vlak. Deze collectiviteit maakt het ontstaan van grote

sociale verschillen binnen de lokale gemeenschap onwaarschijnlijk. Dat wil evenwel niet zeggen dat

boerengemeenschappen egalitair zouden zijn, de collectiviteit remt het onstaan van een permanente

sociale differentiatie af.65

De peasant moet constant de eisen die hem van bovenaf worden opgelegd afwegen tegen de noden

van zijn huishouden. Daarbij wegen de eigen noden doorgaans het zwaarst door, ook al moet ook

tegemoet gekomen worden aan de eisen die aan de boer gesteld worden. Dit wordt door Wolf het

peasant dilemma genoemd. Er zijn voor peasants twee manieren om met dit spanningsveld om te

gaan: ofwel wordt de output verhoogd, ofwel wordt de consumptie van het peasant household

verminderd, afhankelijk van de situatie. Beide strategiën kunnen ook gecombineerd worden. 66

Zoals

hierboven aangegeven wees Chayanov al op het feit dat een peasant family afhankelijk is van het

evenwicht tussen haar consumptie en hetgeen ze produceert, maar Wolf situeert dit wenselijke

evenwicht in de ruimere samenleving waarvan de peasantry deel uitmaakt: ‗The existence of a

peasantry thus involves not merely a relation between peasant and nonpeasant, but a type of

adaptation, a combination of attitudes and activities designed to sustain the cultivator in his effort to

maintain himself and his kind within a social order which threatens that maintenance.‘67

Dat impliceert

overigens geenszins dat de peasantry de speelbal van die samenleving zou zijn, want ‗the peasant

retains – in his control of land and his capacity to raise crops on it – both his autonomy and his

capacity to survive when others, more delicately dependent upon the larger society, find such survival

difficult.‘68

De ideeën van Chayanov en Wolf worden gecombineerd in de defenitie die Theodor Shanin

ontwikkelde voor peasants: ‗Peasantry consists of small agricultural producers who, with the help of

simple equipment, and the labour of their family, produce mainly for their own consumption and for

the fulfillment of obligations to the holders of political and economic power.‘69

Hij werkt die definitie

systematisch uit. Vooreerst wijst hij op de specifieke relatie die de peasantry bindt aan het land dat ze

bewerkt en/of bezit, of dat eigendom nu gebaseerd is op de lokale traditie of op een wettelijk

eigendomsrecht dat door de staat bepaald werd. Aan dat land ontleent de peasantry, zoals ook Wolf

opmerkt, een zekere mate van autonomie. De family farm is ook voor Shanin ‗the basic unit of peasant

ownership, production, consumption and social life.‘70

De sociale structuur van de familie bepaalt dan

ook de arbeidsverdeling, maar ook de maatschappelijke status van elk individu is afhankelijk van de

status van zijn/haar familie en zijn/haar positie binnen die familie. De centrale positie die de familie

inneemt in een peasantgemeenschap kan moeilijk overschat worden: ‗The defining nature of family

63

WOLF, E. R. Peasants, p. 11 64

ibidem 65

HOBSBAWM, E.J. ‗Peasants and Politics‘, p. 4-5 66

WOLF, E. R. Peasants, p. 13 67

idem , p. 17 68

ibidem 69

SHANIN, T. Defining Peasants, p. 24 70

idem, p. 25

Page 21: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE

20

membership lies in full participation in the life of the farm unit, […] Family solidarity provides the

basic network for mutual aid, control and socialization. […] The life on a family-farm determines the

patterns of peasants‘ everyday actions, relationships and values.‘71

Om de plaats van de peasantry binnen de ruimere samenleving te schetsen maakt Shanin gebruik van

het concept klasse. Daarbij ziet hij de peasant als ondergeschikt aan de overheid, maar ook aan de

markt. De maatschappelijke positie van de peasantry wordt gekenmerkt door spanning ‗in their being,

on the one hand, a social class (one of low ‗classness‘ and on the whole dominated by other classes)

and, on the other, ‗a different world‘ – a highly self-sufficient ‗society in itself‘, bearing the elements

of a separate, distinctive and closed pattern of social relations.‘72

Recenter haalt Frank Ellis de kenmerken aan die ook hierboven al werden besproken, maar legt de

focus vooral op de relaties van de peasantry met de markt. Zijn definitie: ‗Peasants are households

which derive their livelihoods mainly from agriculture, utilise mainly family labour in farm

production, and are characterised by partial engagement in input and output markets which are often

imperfect and incomplete.‘73

Dat laatste slaat op het feit dat ‗Markets for some factors of production

may not exist, for others may be fragmented or distorted, and market information may be highly

imperfect. This contrasts with family farm enterprises operating in markets which are at least fully

formed, even though not perfect in the strict economic sense.‘74

Hoewel ook Ellis het huishouden gebruikt als basiseenheid voor onderzoek naar de peasantry merkt

hij op dat hieraan ook tekortkomingen vastzitten, want ‗[…] this obscures a number of important

matters concerning the economic relationships between people within the household, and this applies

especially to the role and status of women in peasant societies.‘75

Inderdaad komen vrouwen in de

traditionele literatuur over de peasantry nauwelijks aan bod, zoals ook Van Den Abeele vorig jaar

constateerde.76

Ook in de definitie van peasants die Eric Vanhaute hanteert komen dezelfde elementen terug.

Peasants zijn voor hem ‗members of rural, agricultural households, who control the land they work,

either as tenants or as smallholders, who are organized generally in households and in village

communities that meet most of their subsistence needs (production, exchange, credit), who pool

different forms of income, and who are ruled by other social groups, which extract a surplus either

directly via rents, via (non-balanced) markets, or through control of the state power (taxation).77

Samenvattend kunnen we dus stellen dat boeren in de traditionele literatuur gezien worden als

voedselproducenten die gebonden zijn aan de grond die ze bewerken, en die maatschappelijk

georganiseerd zijn in huishoudens en lokale gemeenschappen. Ze voorzien hoofdzakelijk in hun eigen

behoeften, en een deel van wat ze produceren wordt systematisch overgeheveld naar andere groepen in

de samenleving.

71

SHANIN, T. Defining Peasants, p. 26 72

idem, p. 35 73

ELLIS, F. Peasant economics: farm households and agrarian development. Cambridge, 2000, Cambridge

University Press, p. 13 74

ibidem 75

idem, p. 15 76

VAN DEN ABEELE, C. (promotor: VANHAUTE, E.). De Russische peasant en de collectivisatie in de jaren 1930.

p. 69 77

VANHAUTE, E. ‗The End of Peasantries? Rethinking the Role of Peasantries in a World-Historical View‘ in:

Review – Fernand Braudel Center for the Study of Economies, Historical Systems, and Civilizations. Vol. 31, nr.

1 (2008), p. 42

Page 22: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE

21

2. Boerenverzet

2.1 De eisen

Eensgezind worden in de literatuur direct eigenbelang of het bestrijden van schrijnend onrecht naar

voor geschoven als zijnde de twee voornaamste redenen voor peasants om verzet te plegen. En

meestal gebeurt dat vanuit een realistische kijk op hun eigen leefwereld. De doelen van boerenverzet

zijn doorgaans niet zozeer gericht op wat wenselijk is, alswel op wat realistisch en haalbaar is in een

bepaalde situatie.78

Het veiligstellen van het eigen belang betekent in het geval van de peasantry vaak de bestaande

maatschappelijk organisatie zoveel mogelijk intact houden en tegelijkertijd proberen om dat systeem

zoveel mogelijk in hun voordeel te buigen in verschillende situaties. Ze eisen landhervormingen of

kanten zich er tegen, proberen de rentes te beïnvloeden of trachten veranderingen tegen te houden

omdat die mogelijk het bestaande maatschappelijke evenwicht onderuit halen, enzovoort. Het doel van

de boeren is doorgaans ‗working the system to their minimum disadvantage‘79

Wanneer onrecht aangeklaagd wordt of rechtvaardigheid geeïst wordt betreft het meestal excessen.

‗[…] It [banditry] protests not against the fact that peasants are poor and oppressed, but against the

fact that they are sometimes excessively poor and oppressed. Bandit-heroes are not expected to make a

world of equality.‘80

Het rechtvaardigheidsgevoel dat bij peasants sterk leeft, wortelt meestal in een

sterk geïdealiseerd en selectief overgeleverd verleden en is ingebed in de volksreligie en, bij

uitbreiding, - cultuur.81

Dat volkse gevoel voor rechtvaardigheid strookt lang niet altijd met de visie

die de autoriteiten voor ogen hebben. Verzet hangt dan ook nauw samen met de perceptie op bepaalde

gebeurtenissen. Wat vanuit overheidsstandpunt diefstal is, kan door lokale bevolking gezien worden

als een terugnemen van wat iemand rechtens toekomt. Ook de interpretatie van situaties en

gebeurtenissen kan dus een reden voor verzet zijn.82

Op eenzelfde manier is het verleden ook bepalend voor de kijk die peasants hebben op de hele

maatschappij waarin ze leven. Ook daarbij wordt een geïdealiseerde kijk op het verleden gebruikt om

de tegenwoordige toestand aan af te meten. De selectieve en rooskleurige kijk op het verleden levert

dus de basis voor een idee over de wereld zoals die hoort te zijn. Deze reconstructie gebeurt in functie

van de tegenwoordige toestand. Het mag dus niet verrassen dat uit het verleden vooral de elementen

worden gepuurd die in het heden van nut zijn voor de peasantry.83

Het gevoel van eigenwaarde van peasants en hun wil om erkend te worden kunnen ook verzet

motiveren. Dat betekent de verwerping van de manier waarop de dominante groepen in de

samenleving zichzelf profileren, maar ook van de manier waarop deze groepen de peasants

beoordelen. Verzet gaat dus niet alleen over materiële zaken of over rechtvaardigheid, maar ook over

reputatie, over status en over de culturele identiteit van peasants. Het gaat, anders gezegd, over de

78

SCOTT, J. Weapons of the Weak, p. 326 79

idem, p. 301 80

HOBSBAWM, E. J. Primitive Rebels, p. 24 81

WOLF, E. R. Peasants, p. 107 82

SCOTT, J. Domination and the art of resistance: hidden transcripts. New Haven, 1990, Yale University Press,

p. 188-190 83

SCOTT, J. Weapons of the Weak, p. 179, 345-346

Page 23: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE

22

manier waarop de dagdagelijkse omgang geschiedt. Erkenning en respect worden vaak als minstens

even belangrijk of zelfs belangrijker aangevoeld dan materiële welstand of inkomen.84

De eisen die door peasants gesteld worden, hebben dus meestal betrekking op hun directe situatie

(materieel, economisch, juridisch, sociaal). Dat wil niet zeggen dat ze zich daarom niet bewust zouden

zijn van de wereld buiten hun gemeenschap. Het haalbare is nu eenmaal vaak makkelijker te bereiken

dan het wenselijke, zoals hierboven al werd gezegd.85

Volgens Wolf primeert voor de peasant het

welzijn van zijn eigen huishouden. Daardoor is hij van nature geneigd ‗[…] to subordinate larger,

long-term interests to narrower, short-term ones.‘86

Die logica gaat op wat betreft haalbaarheid en

ambitie van het verzet, maar is er ook de oorzaak van dat de focus van het verzet meestal lokaal is.

Zelfs als de eigenlijke problemen groter zijn of van buitenaf komen wordt gezocht naar een bruikbare

zondebok, die binnen het bereik van de peasantry ligt – en dus lokaal gevonden moet worden.

Een vierde mogelijke oorzaak van peasant resistance is dromen van een betere wereld. Nochtans zijn

alle auteurs het er over eens: peasants zijn zeker geen geboren revolutionairen.87

De redenen daarvoor

komen hieronder nog uitgebreid aan bod. Maar uitzonderlijk, in tijden van ernstige ontwrichtingen van

de bestaande orde, wanneer de peasantry ‗[…] is not allowed to relapse into its traditional narrow

concerns […]‘88

zorgt het immer smeulende verlangen naar een betere, rechtvaardige wereld soms

voor de vonk die nodig is om het verzet te doen ontploffen.89

Ontwrichtingen zijn bijvoorbeeld zware

provocaties of repressie, economische, ecologische, sociale of politieke crisissen, de invoering van

nieuwigheden, bijvoorbeeld nieuwe technologie of hogere belastingen, die het leven van de gewone

boer bemoeilijken, enzovoort. En ‗Even those who accept exploitation, oppression and subjection as

the norm of human life dream of a world without them […].‘90

Peasants mogen dan niet met de

revolutie in het hart geboren zijn, eenmaal een rebellie losbarst zijn het wel gedoodverfde anarchisten,

aldus Wolf. Op zo‘n momenten komen de de droombeelden van een mythisch verleden waarin alles

beter was, die in het gewone leven al zo‘n grote rol spelen, nog meer naar voor.91

Op zo‘n momenten

floreren ook utopische toekomstbeelden en milleniaristische bewegingen; en durven peasants vechten

voor een betere wereld. Het lokale niveau wordt overstegen, en wat in normale tijden onhaalbaar

wordt geacht, met name de bredere maatschappelijke orde veranderen of wegvegen en vervangen, lijkt

dan plots tot de reeële mogelijkheden te behoren.92

Soms wordt het bestaande maatschappelijke bestel

bij het uitbreken van een opstand zelfs niet in vraag gesteld, maar neemt het verzet dusdanige vormen

aan dat het uiteindelijk toch onderuit gehaald wordt.93

Externe figuren, maar ook bepaalde delen van

de peasantry zelf kunnen in zo‘n situaties fungeren als katalysatoren en eventueel het aanwezige

ongenoegen voorzien van een ideogische en/of zelfs revolutionaire lading. Hierop wordt verder dieper

ingegaan.

84

idem p. 236-239 85

SCOTT, J. Weapons of the Weak, p. 181, 326, 348 86

WOLF, E. R. Peasants, p. 91 87

HOBSBAWM, E. J. Bandits, p. 21 88

WOLF, E. R. Peasants, p. 108 89

ibidem 90

HOBSBAWM, E. J. Bandits, p. 22 91

WOLF, E.R. Peasant Wars of the Twentieth Century, p. 295 92

SCOTT, J. Weapons of the Weak, p. 332; WOLF, E.R. Peasant Wars of the Twentieth Century, p. 295;

HOBSBAWM, E. J. Primitive Rebels, p. 6 93

SCOTT, J. Weapons of the Weak, p. 344

Page 24: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE

23

2.2 Mobilisatie

De visie van Scott op boerenverzet indachtig is het niet verrassend dat er vaak niet echt sprake is van

mobilisatie voorafgaand aan de meest voorkomende vormen van everyday resistance. Een belangrijk

onderdeel van dat everyday resistance is echter wel het creeëren en vrijwaren van een sociale ruimte

waarin wat Scott noemt het hidden transcript, het onofficiële politieke discours van een bepaalde

groep uit de samenleving (in casu de peasantry) aangaande de maatschappelijke verhoudingen en de

alledaagse consequenties daarvan, kan gedijen.94

In dat opzicht is er dus een vrijwel permanente

mobilisatie. In dat proces speelt ook de volkscultuur een grote rol. Zoals hierboven al aangegeven

geeft ze de peasants een kader om de wereld waarin ze leven te beoordelen. Daarmee samenhangend

biedt de volkscultuur, waarvan ook het hidden transcript deel uitmaakt, ook een kader voor al dan niet

individueel verzet, en geeft ze tegelijkertijd ook betekenis aan dat verzet.95

De volkscultuur genereert

op die manier een zeer moeilijk te doorbreken solidariteit onder de boeren.

Als het aankomt op mobilisatie voor collectieve acties heeft de peasantry een aantal voordelen. Ze

staat in voor het grootste deel van de voedselproductie, boeren leven wijd verspreid over het platteland

en ze hebben een groot numeriek gewicht.96

Boeren delen bovendien een vage notie van boer-zijn die

soms de basis kan vormen voor solidariteit over de grenzen van de eigen gemeenschap heen. Volgens

Scott is het ervaren van dezelfde of gelijkaardige problemen hierbij essentieel. Het gedeelde besef van

boer-zijn is volgens de traditionele auteurs echter te zwak om duurzame solidarititeit te genereren.97

Hun aandeel in de voedselproductie geeft boeren een redelijk autonome positie ten opzichte van

andere maatschappelijke groepen. Dat geldt vooral voor wat Wolf noemt de middle peasants en voor

boeren die in afgelegen gebieden die buiten de controle van de overheden liggen leven. In

tegenstelling tot rijke boeren, wier belangen over een groter gebied verspreid zijn, en arme boeren en

landloze arbeiders, die afhankelijk zijn van die rijkere boeren om in hun onderhoud te voorzien, zijn

de middle peasants zo goed als zelfvoorziend en dus niet afhankelijk, en zijn al hun belangen

geconcentreerd binnen één gemeenschap.98

Boeren die in perifere gebieden leven zijn doorgaans ook

autonomer vermits zij ook minder onderhevig zijn aan controle vanuit de machtscentra. Dat effect is

nog sterker waar dergelijke groepen peasants ook op etnisch of linguistisch vlak afwijken van hun

omgeving.99

‗Yet this recruitment of a ―tactically mobile peasantry‖ among the middle peasants and the

―free‖ peasants of peripheral areas poses a curious paradox. This is also the peasantry in whom

anthropologists and rural sociologists have tended to see the main bearers of peasant tradition.

If our account is correct, then – strange to say – it is precisely this culturally conservative

stratum which is the most instrumental in dynamiting the peasant social order. This paradox

dissolves, however, when we consider that it is also the middle peasant who is relatively the

most vulnerable to economic changes wrought by commercialism, while his social relations

remain encased within the traditional design. His is a balancing act in which his balance is

continuously threatened by population growth; by the encroachment of rival landlords; by the

loss of rights to grazing, forest, and water; by falling prices and unfavorable conditions of the

market; by interest payments and foreclosures. Moreover, it is precisely this stratum which

most depends on traditional social relations of kin and mutual aid between neighbors; middle

94

SCOTT, J. Domination and the art of resistance, p. 123, 134-135 95

SCOTT, J. Weapons of the Weak, p. 34 96

SHANIN, T. Defining Peasants, p. 150 97

SCOTT, J. Domination and the art of resistance, p. 223-224 98

WOLF, E.R. Peasant Wars of the Twentieth Century, p. 291 99

idem, p. 293

Page 25: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE

24

peasants suffer most when these are abrogated, just as they are least able to withstand the

depredations of tax collectors or landlords.‘100

Bovendien zijn in een boerensamenleving bepaalde delen van de bevolking in hoge mate fysiek

mobiel. Dat geldt bijvoorbeeld voor land- en seizoensarbeiders, gewapende mannen die aangesteld

zijn om velden te bewaken, smokkelaars en herders; maar ook voor groepen die niet echt geïntegreerd

zijn in de samenleving zoals migranten, soldaten, deserteurs en ex-militairen. 101

Het mag dan ook niet

verbazen dat een boerensamenleving een gunstig klimaat is voor banditry, en zeker wanneer de

maatschappelijke orde ontregeld is.102

Bandits onderhouden doorgaans nauwe banden met de

peasantry, of maken er deel van uit – vaak is het voor peasants die het hoofd nauwelijks boven water

kunnen houden een kleine stap naar banditry bij wijze van aanvullend inkomen. Hobsbawm verwoordt

het als volgt: ‗It is obvious that in such environments there are not only plenty of men who can cut

loose, at least for a period, from the rural economy, but who must look for other sources of income.‘103

Voor de boeren behoren bandits tot hun ‗kamp‘, het zijn bondgenoten en zelfs helden.104

Ze spelen dan

ook vaak een grote rol in de volkscultuur.105

Verhalen en mythes over legendarische bandieten

scherpen het rechtvaardigheidsgevoel van de boeren aan, maar geven hen ook een voorbeeld van hoe

ze zich kunnen verzetten tegen de machthebbers.106

Typevoorbeeld van een social bandit is Robin

Hood.107

Bij grote crisissen kunnen bandietenbendes dienen als katalysatoren en een primitieve

structuur bieden voor grootschaliger verzet. Op die organisatorische kant wordt in een volgende punt

verder ingegaan.

Wel nog van belang om hier te vermelden zijn de rituelen die bandits – net zoals alle andere

menselijke organisaties – hanteren om de eigenheid en eenheid van hun groep te versterken. Dit is een

onderwerp dat alleen bij Hobsbawm aan bod komt, en dan nog niet toegespitst op bendes in de

boerensamenleving. Hij onderscheidt vier ‗soorten‘ rituelen, te weten initiatierites, ceremoniële

rituelen bij pereodieke bijeenkomsten (benadrukken en herbevestigen de eenheid), praktische rituelen

(bijvoorbeeld geheime tekens en wachtwoorden) en symboliek (bijvoorbeeld een vlag of een

symbolisch teken).108

Nochtans kan het bestuderen van dergelijke rituelen ook veel inzichten bieden

aangaande verzet.109

Er zijn echter nog een aantal factoren die van belang zijn voor de eventuele mobilisatie van peasants.

Zoals gezegd, is volgens Wolf de positie van de landowning middle peasantry belangrijk bij rebelliën.

Dat heeft niet alleen te maken met hun autonomie en kwetsbaarheid, maar ook met het feit dat het

vooral de middle peasants zijn die beïnvloedt worden door het stedelijke proletariaat. Arme boeren en

landloze arbeiders die naar de steden en/of de fabrieken trekken verbreken hun band met het

platteland. ‗The middle peasant, however, stays on the land and sends his children to work in town; he

is caught in a situation in which one part of the family retains a footing in agriculture, while the other

undergoes ―the training of the cities‖ […]. This makes the middle peasant a transmitter also of urban

100

WOLF, E.R. Peasant Wars of the Twentieth Century, p. 291- 292 101

HOBSBAWM, E. J. Bandits, p.25 – 29, HOBSBAWM, E. J. Primitive Rebels, p. 29, SHANIN, T. Defining

Peasants, p. 153 102

HOBSBAWM, E. J. Primitive Rebels, p. 24 103

HOBSBAWM, E. J. Bandits, p. 25 104

WOLF, E. R. Peasants, p. 106; HOBSBAWM, E. J. Bandits p. 31, 85, 109 - 112 105

HOBSBAWM, E. J. Bandits p. 112 - 115 106

idem p. 112 - 115 107

HOBSBAWM, E. J. Primitive Rebels, p. 4; HOBSBAWM, E. J. Bandits p. 15 108

HOBSBAWM, E. J. Primitive Rebels, p. 151 - 152 109

Bijvoorbeeld bij het onderzoeken van stedelijke revoltes tijdens de Late Middeleeuwen gaat recent veel

aandacht uit naar de rituelen die door zowel opstandelingen als overheden gehanteerd worden, met interessante

resultaten. Zie hiervoor bijvoorbeeld het onderzoek van Jelle Haemers of Elodie Lecuppre-Desjardin

Page 26: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE

25

unrest and political ideas.‘110

Volgens Wolf is deze link trouwens belangrijk voor het tot stand komen

van een revolutionair klimaat: ‗It is probably not so much the growth of an industrial proletariat as

such which produces revolutionary activity, as the development of an industrial work force still

closely geared to life in the villages. Thus it is the very attempt of the middle and free peasant to

remain traditional which makes him revolutionary.‘111

Shanin wijst er nog op dat de dienstplicht die moderne legers voorziet van personeel een belangrijke

factor is. De dienstplicht doorbreekt de afzondering van de boerengemeenschappen, biedt de peasantry

een mogelijkheid om de wereld te bekijken vanuit een nationaal kader – ruimer dus dan het lokale.

Bovendien leert de dienstplichtige peasant vaardigheden zoals ‗[…] organisation, complex

cooperative action, coordination, modern techniques and military skills. The army provides him with a

hierarchical institution in which he may rise as a leader and receive the training necessary for it.‘112

Wolf en Shanin zien echter ook een aantal beperkingen van de peasantry als het aankomt op

mobilisatie. Boeren leven gesegmenteerd in families, lokale gemeenschappen en clans. Ze werken

relatief geïsoleerd, en binnen een gemeenschap spelen er diverse, vaak uiteenlopende belangen.113

En

‗peasant interests – especially among poor peasants – often crosscut class alignments. Rich and poor

peasants may be kinfolk, or a peasant may be at the same time owner, renter, share-cropper, laborer for

his neighbors and seasonal hand on a nearby plantation. Each different involvement aligns him

differently with his fellows and with the outside world.‘114

Dat maakt het moeilijk om een coherent

eisenpakket met een groot draagvlak naar voor te schuiven.115

Het duidelijk verwoorden en verdedigen

van belangen wordt trouwens ook bemoeilijkt door de gebrekkige vaardigheden, beperkte ervaring en

kennis van peasants inzake participatie in ‗decision-making beyond the bamboo hedge of his

village‘.116

Ook vereist de boerenstiel jaarlijks dezelfde werkroutine. Wanneer die niet gevolgd wordt,

heeft dat niet alleen gevolgen op het moment zelf, maar heeft dat ook een impact op de toekomst van

het huishouden.117

Rebelleren tijdens het oogstseizoen is dus geen optie.118

Bovendien kunnen

peasants crisissen ten dele opvangen dankzij de uitweg die substence farming biedt en door het

opvangnet dat verwantschap en solidariteit binnen de gemeenschap hen biedt. Een crisis die ten dele

opgevangen kan worden maakt de nood of wil voor verzet minder groot.119

De peasantry wordt ook

beperkt door een ‗Technological backwardness, especially in the field of communications, weaponry

and tactical expertise […]‘.120

2.4 Organisatie

Zoals reeds aangegeven is een van de belangrijkste kenmerken van de meest voorkomende vormen

van boerenverzet precies het feit dat er geen organisatie voor nodig is. Hierbij gaat het dan over wat

Scott aanduidt als everyday forms of resistance, zoals (systematisch) roddelen, karaktermoord,

110

WOLF, E.R. Peasant Wars of the Twentieth Century, p. 292 111

ibidem 112

SHANIN, T. Defining Peasants, p. 153 113

idem, p. 150; WOLF, E.R. Peasant Wars of the Twentieth Century, p. 289 114

WOLF, E. R. Peasants p . 289 - 290 115

SHANIN, T. Defining Peasants, p. 150, WOLF, E.R. Peasant Wars of the Twentieth Century, p. 289 116

WOLF, E.R. Peasant Wars of the Twentieth Century, p. 290 117

idem, p. 289 118

HOBSBAWM, E.J. ‗Peasants and Politics‘, p. 9-10,12 119

WOLF, E.R. Peasant Wars of the Twentieth Century p. 289 120

SHANIN, T. Defining Peasants, p. 150

Page 27: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE

26

enzovoort. Maar ook over verwaarlozing van dieren en materiaal, over diefstal, brandstichting, en

dergelijke meer. De volkscultuur speelt bij dergelijke activiteiten wel een coördinerende rol. Met de

woorden van Scott: ‗[…] the peasant subculture helps to underwrite dissimulation, poaching, theft, tax

evation, avoidance of conscription, and so on. While folk culture is not coordination in the formal

sense, it often achieves a ―climate of opinion‖ which, in other more institutionalized societies, would

require a public relations campaign.‘ 121

Bovendien is die volkscultuur ook het kader waarbinnen deze

vormen van verzet betekenis krijgen.122

Deze beide functies hangen natuurlijk nauw samen. De

volkscultuur kan ook fungeren als een soort ruw draaiboek voor verzet in gevallen van acute lokale

crisissen.123

De peasantry wordt in de literatuur niet of nauwelijks capabel geacht zichzelf te vertegenwoordigen of

te organiseren. Dat idee vinden we al terug bij Marx124

. Hobsbawm wijst op de rol die lokale notabelen

vaak opnemen als het aankomt op vertegenwoordigen van de plaatselijke boeren.125

Wanneer het

verzet het alledaagse niveau overstijgt is er wel nood aan organisatie, maar die organisatie is vaak erg

rudimentair en gebaseerd op het charisma van individuen.126

Hierboven werd reeds gesproken over

bandit-bendes die op het platteland opereren. Dergelijke bendes zijn meestal heel kleine groepen,

verenigd onder een charismatisch leidersfiguur, die lokaal opereren. Zoals gezegd hebben dergelijke

bendes zeer nauwe banden met de peasantry.127

Vaak zijn deze bandits niet de enigen die buiten de

lijntjes van de wet kleuren. Ook andere soorten groeperingen, zoals bijvoorbeeld de grotere bendes die

op regionale schaal crimineel actief zijn maar niet dezelfde nauwe verbintenis met de peasantry

onderhouden zijn actief, zij het vooral in periodes van grote maatschappelijke onrust.128

Gemeenschappelijk is bij alle varianten de rudimentaire organisatievorm en het charisma van de

leidersfiguren. Vaak zijn dat individuen die binnen de gemeenschap een eerder marginale positie

bekleden, vaak gekoppeld aan een beroep dat een grote fysieke mobiliteit mogelijk maakt.

Voorbeelden zijn soldaten, ex-militairen, deserteurs, herders, gewapende bewakers, smokkelaars, maar

eventueel ook seizoensarbeiders en vreemdelingen.129

Hierboven werd er ook al gewezen op het feit dat in boerensamenlevingen grote delen van de

bevolking vrij snel te mobiliseren zijn in tijden van nood. En in dergelijke periodes kunnen de bendes

dienen als ‗[…] the symbol, even the spearhead, of resistance by the whole of the traditional order

against the forces which disrupt and destroy it.‘130

Het is in dergelijke periodes dat ‗Large numbers of

peasants become bandits.‘131

De gebrekkige organisatie in kleine groepen, eigen aan dergelijke bendes,

gecombineerd met de mobiliteit en de banden met de peasantry blijkt dan niet alleen zwakte maar ook

ten dele een voordeel. ‗The social essence of guerilla warfare is that it offers the most suitable form for

armed peasant action. […] Yet the essentially peasant character of guerilla warfare explains not only

its strengths but also its weaknesses – the segmentation, the lack of crystallized ideology and aims, and

the lack of stable membership.‘132

Hoe welig de banditry echter ook mag tieren, het is geen

121

SCOTT, J. Weapons of the Weak, p. 300 122

idem, p. 300-301 123

BERCÉ, Y.M., gelezen in: VAN DEN ABEELE, C. (promotor: VANHAUTE, E.). De Russische peasant en de

collectivisatie in de jaren 1930, p. 42 124

MARX, K. The Eighteenth Brumaire of Louis Bonaparte. Londen, 1926, George Allen & Unwin, p. 138 125

HOBSBAWM, E.J. ‗Peasants and Politics‘, p.12 126

HOBSBAWM, E. J. Bandits, p. 21 127

idem, p.13-14 128

idem, p. 31-32 129

idem, p. 25-28 130

idem, p. 21 131

HOBSBAWM, E. J. Primitive Rebels, p. 85 132

SHANIN, T. Defining Peasants, p. 154

Page 28: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE

27

systematische, gecoördineerde en doelgerichte vorm van verzet. Het revolutionair potentieel ervan is

dan ook bijzonder gering. ‗Banditry is therefore likely to come into peasant revolutions as one aspect

of a multiple mobilization, and knowing itself to be a subordinate aspect, except in one sense: it

provides fighting men and fighting leaders.‘133

Voor Hobsbawm vallen bandits per defenitie onder de

noemer reformistisch.134

Vaak beginnen peasant guerilla units – wel revolutionair van inborst – hun

activiteiten wel op dezelfde manier als gewone bandits.135

Alle auteurs zijn het erover eens dat de peasantry niet in staat is om grootschalig, langdurig en

georganiseerd verzet op poten te zetten. Daarvoor mankeert leiderschap, maar ook een

gemeenschappelijke ideologie of een gezamenlijk na te streven programma op een grotere schaal dan

het lokale niveau. Dit tweede aspect impliceert ook meteen dat figuren die die tekortkomingen willen

overbruggen van buiten de peasantry zelf moeten komen. Het revolutionair gehalte van boeren wordt

gering geacht. Daarenboven zijn volgens alle auteurs zijn externe figuren of groepen een zo goed als

noodzakelijke voorwaarde om de peasantry zover te krijgen dat ze participeert aan een echte revolutie.

Boeren ambiëren met hun verzet, zoals gezegd, niet de maatschappelijke orde te verwoesten. Zelfs

wanneer er al volop gerebelleerd wordt door de boeren zijn het dus externen die dit verzet kunnen

capteren en tot een revolutie kunnen maken.136

Een duidelijke visie op wat dergelijke leiders kenmerkt

is er evenwel niet. Wolf heeft het over ‗rootless intellectuals‘ die in de overgang naar de moderniteit

opgang maken;137

voor Shanin kan ‗a hard core of professional rebels‘ als redder in nood fungeren.138

Scott benadrukt ook dat revolutionaire visionairen aansluiting moeten vinden bij de ideeën die leven

onder de bevolking en moet beantwoorden aan de sociale en culturele verwachtingen.139

Veel verder

raakt geen van de vier auteurs.

Zoals gezegd, kunnen bepaalde delen van de peasantry vanwege hun grotere autonomie of

blootstelling aan alternatieve ideeën over maatschappelijke orde, zoals de middle peasantry, of

exmilitairen onder de boeren, eventueel fungeren als geleiders voor revolutionaire ideeën en bijdragen

aan het ontstaan en verspreiden van een revolutionair klimaat.140

Op die manier wordt de hegemonie

van de dominante groepen doorbroken en wordt het ook voor de armere delen van de peasantry een

mogelijkheid om voluit te revolteren.141

Maar dit komt erg weinig voor: ‗Under special historical

circumstances of overwhelming material deprivation, the legal protection of open political action, or a

breakdown in the institutions of repression (more rarely, all there), the peasantry can and has been

become an organised, political, mass movement. Such circumstances are, however, extremely rare and

usually short-lived – even if they contribute to a revolution.‘142

2.5 Praktijk?

Scotts definitie van verzet indachtig valt een hele waslijst praktijken hieronder te categoriseren. Een

aantal aspecten, vooral van de meer spectaculaire uitwassen, kwamen hierboven al aan bod. Maar de

133

HOBSBAWM, E. J. Primitive Rebels, p. 87 134

idem, p. 6 135

HOBSBAWM, E. J. Bandits p. 85 136

SCOTT, J. Weapons of the Weak, 242, 345 137

WOLF, E.R. Peasant Wars of the Twentieth Century, p. 289 138

SHANIN, T. Defining Peasants, p. 154 139

SCOTT, J. Domination and the art of resistance, p. 123 - 124 140

WOLF, E.R. Peasant Wars of the Twentieth Century, p. 290 - 291 141

SCOTT, J. Weapons of the Weak, p. 297 142

ibidem

Page 29: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE

28

overgrote meerderheid van het verzet is niet spectaculair, gebeurt niet openlijk en behoeft geen

noemenswaardige mobilisatie of organisatie – het vindt plaats onder het bereik van de traditionele

radars, die voornamelijk gefocust zijn op collectieve actie. Scott verwoordt het als volgt: ‗If they

[forms of resistance] are open, they are rarely collective, and, if they are collective, they are rarely

open.‘143

En daarvoor ziet hij een aantal redenen. Vooreerst grijpen veranderingen op verschillende

manieren in in het leven van de peasantry. Soms plotseling en radicaal, met gevolgen voor het leven

van grote delen vande bevolking, soms gradueel en met een impact die beperkt blijft tot bepaalde

delen van de bevolking. Daarenboven zijn er meestal ook groepen die voordelen ondervinden van de

veranderingen. De lust en de noodzaak om verzet te bieden is dus nooit bij iedereen op hetzelfde

moment aanwezig of even groot. Ten tweede is er nagenoeg altijd een ultiem alternatief voor diegenen

die het slachtoffer dreigen te worden van een bepaalde ontwikkeling: vluchten. ‗As Moore reminds us

in quite another context, ―throughout the centuries one of the common man‘s most frequent and

effective responses to oppression has been flight‖.‘144

En tenslotte speelt ook repressie, en – zeker

even belangrijk – de angst ervoor, een grote rol. De verwachting en vrees van repressieve reacties op

eventueel verzet, gecombineerd met de noodzaak om te voorzien in de behoeften van alledag – en de

mogelijkheid om in die behoeften te voorzien komt in het gedrang wanneer er repressief opgetreden

wordt – zetten een serieuze rem op de bereidheid en op de mogelijkheid van boeren om te

rebelleren.145

Met ‗repressie‘ doelt Scott niet zozeer op ‗large-scale brutality and morbid fear‘, hoewel

excessen voorkomen, maar wel op ‗the steady pressure of everyday repression backed by occasional

arrests, warnings, diligent police work, legal restrictions, and an Internal Security Act that allows for

indefinite preventive detention and proscribes much political activity.‘146

Dergelijke routine repression

bakent grenzen af ‗that no wary peasant would deliberately breach.‘147

Maar sommige grenzen zijn erg moeilijk te trekken of te bewaken. Een van de meest voorkomende

vormen van wat Scott als verzet, ziet wordt gepleegd door middel van woorden. Daarvoor kunnen de

peasants zich baseren op het publiek gangbare discours en de rol van de dominante groepen daarin,

om daar eigen interpretaties en nuances aan toe te voegen. Die invalshoek laat hen toe op een

behoorlijk veilige manier toch publiek hun mening te ventileren. Het bestaan van een hidden

transcript maakt het de boeren echter ook mogelijk om in het geheim eigen, alternatieve politieke

ideeën te cultiveren. In de anonieme schemerzone die tussen deze twee uitersten ligt in kunnen

peasants het dominante discours ondergraven en alle gebeurtenissen een eigen interpretatie geven.

Flarden van het hidden transcript circuleren zonder duidelijke bron en voorzien het publieke discours

van een dubbele bodem.148

Verzet uit zich hier in de vorm van geruchten, roddels, achterklap,

karaktermoord, bijnamen, anonieme bedreigingen, discussies, liegen, rituele gebaren, verhaaltjes,

grappen, liederen, eufemismen, metaforen, enzovoort.149

Scott gebruikt de term ‗infrapolitics‘: ‗By this

I mean to designate a wide variety of low-profile forms of resistance that dare not speak in their own

name.‘150

In uitzonderlijke gevallen, wanneer het tot een plotse uitbarsting komt, wordt het hidden

trancript in volle publieke sfeer geuit. Dat betekent een rechtstreekse aanval op de dominante groepen

of figuren in de gemeenschap; en er wordt dan ook zo goed als altijd repressief op gereageerd. Als dat

143

idem, p. 242 144

idem, p. 245 145

idem p. 242-246 146

idem, p. 274 147

idem, p. 277 148

SCOTT, J. Domination and the art of resistance, p. 18-19 149

SCOTT, J. Domination and the art of resistance, p. 19 150

idem, p. 19

Page 30: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE

29

niet gebeurt is dat immers een vrijbrief om het hart nog wat meer op de tong te binden of om over te

gaan tot daden.151

Ook passiviteit is een courante strategie voor boerenverzet. Dankzij het numerieke overwicht van de

peasantry kan het ook een bijzonder efficiënte strategie zijn. Bovendien kan doelbewuste passiviteit

gecamoufleerd worden door al dan niet echte traagheid of onbegrip – weigeren een bevel te begrijpen

is een bijzonder efficiënte methode om het niet uit te voeren, wanneer het niet gewoon genegeerd kan

worden.152

Passiviteit hoeft niet noodzakelijk een weigering te impliceren. Boeren kunnen het werk dat

van hen verwacht wordt, maar ook de dieren of het materiaal waarmee dat gepaard gaat verwaarlozen

of hun taken opzettelijk inefficiënt uitvoeren. Ze kunnen bepaalde figuren gewoon ontlopen,

doelbewust bepaalde winkels niet meer vereren met hun klandizie, afwezig zijn op bepaalde

(trouw)feesten, niet komen opdagen voor bepaalde werkjes – al dan niet met een reden, bijvoorbeeld

al dan niet reeële ziekte, enzovoort.153

Passiviteit is volgens Shanin ‗a specific contribution to politics,

elaborated, sophisticated and articulated as it became by Tolstoy and Gandhi.‘154

Die twee

voorbeelden tonen aan dat onderworpenheid geen weerloosheid impliceert. De sociale structuur van de

peasantry is uitstekend geschikt voor het gebruik van passiviteit als middel voor verzet. Maar er is

ook een mogelijke keerzijde aan de passiviteit van de boeren: het kan een remmende factor zijn. ‗On

the other hand, the infuence of conservative peasant ‗apathy‘ has often proved decisive for the victory

of the ‗establishment‘ over revolutionaries.‘155

Dit passief verzet wordt aangevuld met een hele resem ondermijnende activiteiten van uiteenlopende

aard, gaande van het schrijven van formele protestbrieven of het bekladden van symbolen van de

tegenstanders, belastingen ontduiken, levensmiddelen achterover drukken; over sabotage (bijvoorbeeld

van materiaal en machines, maar ook wegen blokkeren met omgehakte bomen), stropen, diefstal,

kraken en het doden van vee; tot brandstichting, het op touw zetten van boycots, het bezetten van land

en banditisme.156

Meestal proberen de peasants rechtstreekse confrontaties te vermijden. Vaak kunnen

ze een logische verklaring ophangen voor wat er misgelopen is – Scott heeft het over ‗the kind of

resistance that ―covers its own tracks‖.‘157

Af en toe echter komt het borrelende ongenoegen tot

uitbarsting in rellen. Wraakgevoelens zijn daarvoor een vaak voorkomende trigger – al spelen ze ook

mee in het dagdagelijks verzet. Die wraakgevoelens zijn er ook de reden voor dat dergelijke

uitbarstingen vaak gepaard gaan met bloedvergieten en destructiviteit.158

Moorden zijn niet

uitzonderlijk op dergelijke momenten.159

Wanneer het tot een uitbarsting komt wapenen de boeren

zich, en van die wapens wordt ook gebruik gemaakt. Meestal blijven dergelijke rellen vrij beperkt in

omvang, maar soms slagen de machthebbers er niet in ze snel genoeg de kop in te drukken en escaleert

de situatie. Zoals gezegd, is de meest efficiënte manier voor boeren om te rebelleren op grote schaal

guerilla-oorlogvoering. Dergelijke rebelliën zijn echter uitzonderingen, en nog uitzonderlijker zijn

revoluties.

151

idem, p. 19 152

HOBSBAWM, E.J. ‗Peasants and Politics‘, p. 13, 20 153

SCOTT, J. Weapons of the Weak, pp. XVII, 22, 33, 227-230, 248-251, 265, 273, 282 154

SHANIN, T. Defining Peasants, p. 153 155

ibidem 156

SCOTT, J. Domination and the arts of resistance, p. 188 157

idem p. 281 158

HOBSBAWM, E. J. Primitive Rebels, p 25-26 159

BERCÉ, Y.M., gelezen in: VAN DEN ABEELE, C. (promotor: VANHAUTE, E.). De Russische peasant en de

collectivisatie in de jaren 1930, p. 52

Page 31: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE

30

2.6 De tegenstanders

Hierboven werd reeds gewezen op het feit dat peasants wel degelijk weet hebben van de wereld buiten

hun lokale gemeenschap.160

Maar op dezelfde manier waarop de boeren eisen formuleren die ook

haalbaar en realistisch zijn, kiezen ze ook tegenstanders die binnen hun bereik zijn. In de overgrote

meerderheid van de gevallen zijn dat lokale figuren. Dat is niet vreemd: hoe wijdverspreid en

grootschalig bepaalde processen ook zijn, de veranderingen worden op persoonlijk, concreet vlak; in

hun specifieke vorm en hun directe impact op het dagelijkse leven ervaren.161

Zelfs wanneer de boeren

wel de overheid of andere actoren die op een hoger niveau dan de gemeenschap waarin zijzelf leven

verantwoordelijk houden wordt de rekening gepresenteerd aan leden van de gemeenschap. Want, aldus

Scott, die zijn – in tegenstelling tot de echte verantwoordelijken – wel ‗within moral reach‘.162

Hoewel

een dergelijke personificatie van problemen zeer eenvoudig en ongenuanceerd kan overkomen is ze

toch in zekere mate terecht. Het zijn immers keuzes van individuen die ervoor zorgen dat grotere

processen ook ingang vinden binnen de lokale gemeenschap, en vaak worden die keuzes als

moedwillig verraad gericht tegen de arme boeren gezien.163

‗The village poor thus choose to direct

their anger primarily at those from whom they have some claim to consideration, however tenuous.‘164

Bovendien is het moeilijk verzet te bieden aan iets dat ervaren wordt als een abstract proces dat zich

boven ieders hoofd ontvouwt. Wanneer personen met de vinger kunnen worden gewezen is actie

ondernemen wel een optie.165

Opvallend hierbij is dat ingeweken vreemdelingen vaak buiten schot

blijven, ook als ze dezelfde praktijken toepassen als de lokaal geboren en getogen ‗schuldigen‘. Dat

komt omdat vreemdelingen niet als een deel van de gemeenschap worden beschouwd – ‗Appeal and

betrayal are concepts that are, quite simply, inapplicable beyond the frontiers of an imagined

community.‘166

Leden van de gemeenschap kunnen daarentegen op hun verantwoordelijkheden

worden gewezen. Soms gebeurt dit zonder de expliciete bedoeling verzet te plegen.167

Scott wijst er op

dat sommige van de praktijken die onder de noemer verzet geplaatst kunnen worden niet rechtstreeks

gericht zijn tegen de oorzaak van het probleem, maar eerder als doel hebben een uitweg te creeëren uit

een problematische situatie, hetgeen niet vreemd is gezien het verzet van boeren meestal bedoeld is

om de noodzakelijke behoeften van hun huishouden te vrijwaren. Bovendien is het risico vaak kleiner

dan bij een actie die rechtstreeks gericht is tegen de oorzaak van het probleem. Stropen is hier een

voorbeeld van – volgens Scott is het een verschijnsel dat omgekeerd evenredig is aan de prijs van het

graan.168

Iedereen die een mogelijke bedreiging vormt voor het dagdagelijkse leven van de peasantry is een

potentieel slachtoffer van boerenverzet. Geliefkoosde doelwitten voor banditisme zijn bijvoorbeeld

advocaten, prelaten en luie monikken, woekeraars, handelaars, buitenlanders.169

Ook voorwerpen die

de stabiliteit van de boerengemeenschap zouden kunnen ondermijnen worden geviseerd. ‗And

destruction […] is not simply a nihilistic release, but a futile attempt to eliminate all that would

prevent the construction of a simple, stable, peasant community: the products of luxury, the great

enemy of justice and fair dealing. For destruction is never indiscriminate. What is useful for poor men

160

SCOTT, J. Weapons of the Weak, p. 181, 326, 348 161

idem, p. 43, 348 162

idem, p. 161 163

idem, p. 176 -177, 181-183, 347 164

idem, p. 183 165

idem, p. 347-348 166

idem, p. 168-169 167

idem, p. 266-269 168

SCOTT, J. Weapons of the Weak, p. 35 169

HOBSBAWM, E. J. Primitive Rebels, p. 22

Page 32: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE

31

is spared.‘170

Opmerkelijk is nog dat in vroegere tijden de legitimiteit van de koning zelden in vraag

werd gesteld. In tegendeel zelfs, de koning werd gezien als de belichaming van rechtvaardigheid. ‗[…]

in a profound sense his [de bandit] and the sovereign‘s interest, justice, is the same.‘171

De tegenstanders kunnen zich echter ook binnen het kamp van de peasantry zelf bevinden. Vaak

kunnen individuele boeren er voordeel uit halen om, tegen het algemeen belang, de kant te kiezen van

de dominante groepen. Collaboratie is verleidelijk en de elites proberen het te stimuleren.172

Toch

komt collaboratie in de literatuur weinig aan bod. Hobsbawm vermeldt, zonder er echt op in te gaan,

dat ook de overheden peasants kunnen ronselen en inzetten voor banditisme. Daarvoor gebruikt hij de

termen ‗landlord‘s bandits‘ of ‗state‘s bandits‘.173

Verder gaat geen van de auteurs echt in op het

fenomeen. Scott besteedt wel aandacht aan de manier waarop (vermeende) collaborateurs tot de orde

geroepen worden. Een belangrijke voorwaarde voor het succes van verzet is solidariteit onder de

plegers ervan. Het mag dan ook niet verbazen dat diegenen die teveel tegemoet komen aan de

verwachtingen van de elites daar ook op afgerekend worden.174

Zoals gezegd wordt verzet in

belangrijke mate gecultiveerd in de sociale ruimte die de onderworpen boeren delen. Die ruimte laat

hen ook toe afvalligen tot de orde te roepen. De methodes daarvoor kennen we al: laster en achterklap,

geruchten verspreiden, geroddel, karaktermoord, vervloekingen, minachtende of afkeurende gebaren,

het onlopen van de geviseerde, (fysieke) intimidatie, geweld; enzovoort.175

In de context van een

kleine gemeenschap kan een dergelijke aanpak verwoestende gevolgen hebben voor diegene die eraan

ten prooi valt. Met andere woorden, ook ten opzichte van ‗gelijken‘ is het voor boeren vaak uitkijken

geblazen. Deze agressieve vorm van sociale controle die de solidariteit en de eenheid onder de boeren

moet vrijwaren, wordt door Scott aangeduid als ‗domination within domination‘.176

2.7 De resultaten

De minst spectaculaire methodes die boeren hanteren om zich te verzetten, de everyday forms of

resistance die hierboven al werden toegelicht, worden door de auteurs als meest efficiënt gezien.177

De

preciese impact van deze aanpak valt evenwel moeilijk na te gaan.178

Af en toe kan de peasantry

middels solidariteit en eensgezindheid overwinningen op haar conto schrijven, al is de kans reeël dat

die op termijn uitgehold worden door de elitaire groepen.179

De voorwaarde van solidariteit, die bijna

uitsluitend binnen een kleine gemeenschap kan vervuld worden, maakt het bijzonder moeilijk om

grote veranderingen tegen te gaan. Eventueel kan verzet wel de invoering ervan vertragen, of de

gevolgen ervan uitstellen of voorkomen, maar het is even mogelijk dat het verzet geen effect sorteert.

Ook de boeren zelf zijn zich bewust van het feit dat hun kansen op succes gelimiteerd zijn. Dit beeld

van boerenverzet lijkt erg mager. Het is echter belangrijk om hierbij de positie van de arme peasantry

als uitgangspunt te nemen. Het stelen van een beetje rijst verandert op zich niets aan de ongelijkheid

die binnen een gemeenschap aanwezig is, maar voor diegene die het zich toeeigent betekent het het

verschil tussen honger en een beetje minder honger. Bovendien, zo stelt Hobsbawm, heeft een

170

idem, p. 26 171

idem, p. 22 172

SCOTT, J. Domination and the art of resistance, p. 129 173

HOBSBAWM, E. J. Primitive Rebels, p. 13 174

SCOTT, J. Weapons of the Weak, p. 198 175

iSCOTT, J. Domination and the art of resistance, p. 26, 130-131, 191 176

SCOTT, J. Domination and the art of resistance, p. 26, 130-131, 191 177

SCOTT, J. Weapons of the Weak, p. 282; HOBSBAWM, E.J. ‗Peasants and Politics‘, pp. 16-17, 20 178

SCOTT, J. Weapons of the Weak p. 282 179

idem, p. 219

Page 33: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE

32

dergelijk akkefietje op zich misschien weinig impact op het systeem, maar wanneer dergelijke

individuele akkefietjes op grote schaal en op lange termijn voorkomen kunnen ze wel degelijk een

bijzonder ontregelend effect sorteren – en daardoor mogelijkheden creeëren voor ambitieuzer

verzet.180

Al bij al is zelfs het succes van de everyday forms of resistance dus twijfelachtig.

Zekerheid is er bij alle auteurs wel over het falen van pogingen om grootschaliger verzet te plegen.

Banditisme heeft relatief weinig impact op de maatschappelijke orde. Zoals aangegeven heeft dat

zowel te maken met de ideologische als met de organisatorische aspecten ervan. De tijd waarin een

bende actief kan blijven is afhankelijk van haar ambities. Volgens Hobsbawm is de meeste bendes een

relatief kort leven, ongeveer twee jaar,beschoren - al zijn er uitzonderingen bekend die het merkelijk

langer uitzingen.181

De vage notie van peasantness die onder de boeren leeft, maakt het zoals gezegd

wel mogelijk dat verzet zich over een groter gebied verspreidt, maar is niet sterk genoeg om een

duurzame basis te leveren voor het volharden in de boosheid. Rellen, revoltes en rebelliën, op welke

schaal ook, worden vroeg of laat, en meestal vroeg, de kop ingedrukt. Uitzonderlijk kunnen dergelijke

opstanden de kiem zijn van een revolutie, maar extern leiderschap wordt daarvoor onontbeerlijk

geacht. En bovendien zijn de boeren na de revolutie doorgaans slechter af dan ervoor. De doelen van

de revolutionaire kern zijn niet dezelfde als die van de peasantry, al is het vaak hun participatie die een

beslissende impuls geeft aan het welslagen van de revolutie.182

180

SCOTT, J. Weapons of the Weak, pp. 29-30, 183, 229,241, 248, 252-255; HOBSBAWM, E. J. Bandits, p. 19 181

HOBSBAWM, E. J. Primitive Rebels, p. 19 182

WOLF, E. R. Peasants, p. 109

Page 34: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE

33

deel II: Boeren en hun verzet vandaag - La Via Campesina

1. De Via Campesina: een historische schets

Dit toen gebeurde. De Uruguay-ronde van de GATT naderde zijn einde, wat zou resulteren in het

ontstaan van de WTO. Dat had ook repercussies voor het landbouwbeleid en de landbouw tout court

wereldwijd. Vele peasants uit alle hoeken van de wereld hadden tegen die tijd al ervaren wat het

neoliberalisme voor de landbouw betekende.

Vooral in Latijns-Amerika had het neoliberalisme een tijdlang ongehinderd opgang gemaakt als

beleidskader. Tijdens de jaren 1970 en 1980 werden staten – vaak onder druk van de SAP‘s opgelegd

door internationale instellingen – verondersteld af te slanken. Nog meer dan voorheen wonnen de

steden in de ogen van de machthebbers en de politieke partijen aan belang ten koste van het platteland.

Ook de banden die politici tot dan toe onderhouden hadden met landbouwersorganisaties –

voornamelijk uit electorale overwegingen in een systeem dat op corporatische wijze functioneerde –

verwaterden.183

En dat had gevolgen: ‗Conditions for peasant farmers went from bad to worse […] As

political parties and their domesticated organisations became increasingly irrelevant for rural peoples,

a new generation of peasant organizations came to the fore.‘184

Deze nieuwe peasant organisations

verwierpen het cliëntelisme en het corporatisme dat hun voorgangers niets opgeleverd had, en stelden

zich onafhankelijk en autonoom op. Hun eisen waren radicaler. Ze wilden een herstel van de

staatstructuren, gekoppeld aan structurele aanpassingen.185

‗In the 1980s and 1990s the greatest

problem peasant organisations faced was the rapid decline of crop and livestock prices, largely due to

globalisation, felt through market-opening under structural adjustment and free trade agreements like

the General Agreement on Tarrifs and Trade (GATT), WTO, and the North American Free Trade

Agreement, as well as the budget-cutting and free market conditionality forced on their governments

by the World Bank and International Monetary Fund. This came on top of the displacement that had

already occurred under World Bank, USAID, and Green Revolution-driven, forced-pace

‗modernization‘ in the immediately preceding period of time.‘186

Al snel werd duidelijk dat de

problemen niet op te lossen waren in de context van een land. De nieuwe peasant organisations

begonnen een netwerk uit te bouwen dat nationale grenzen oversteeg. In 1981 werd in Managua, in

Nicaragua, de Continental Conference on Agrarian Reform and Peasant Movements georganiseerd. Er

waren peasant organizations van verschillend allooi aanwezig: revolutionaire groeperingen, nationale

bewegingen en onafhankelijke bewegingen. Tot 1989 werd er jaarlijks een continentale peasant

meeting op touw gezet, en vanaf 1989 werd een gelijkaardig proces op gang getrokken in Colombia,

waarna een jaarlijks peasant conferences werden georganiseerd tot 1992. Op deze conferenties werd

de basis gelegd voor ‗what was becoming a transnational peasant movement.‘187

In de vroege jaren

1990 werd ook de Coordinadora Latinoamericana de Organizaciones del Campo (GLOC), een

regionale voorspiegeling van de Via Campesina, gesticht.188

183

MARTINEZ-TORRES, M. E. en ROSSET, P. M. ‗La Via Campesina: the birth and evolution of a transnational

social movement.‘ in: Journal of Peasant Studies. Vol. 37, nr. 1 (januari 2010). pp. 151-152 184

idem, p. 152 185

MARTINEZ-TORRES, M. E. en ROSSET, P. M. ‗La Via Campesina: the birth and evolution of a transnational

social movement.‘, p. 152 186

idem, p. 153 187

idem, pp. 153-154 188

idem, p. 155

Page 35: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE

34

Ook in Azië, Europa en Noord-Amerika waren de gevolgen van de neoliberalisme op de landbouw

duidelijk voelbaar geworden voor vele peasants en boeren. Ook in deze regio‘s waren

landbouwersorganisaties tot de conclusie gekomen dat een aanpak over de grenzen heen noodzakelijk

was om voldoende tegenwicht te kunnen bieden aan het dominante model. De roots van de Via

Campesina liggen voornamelijk in Latijns-Amerika, maar ‗[…]we are starting to overcome that. […]

The LVC began in Latin America, so it was very Latin American at the beginning. But as it grows and

matures, it is becoming less Latin American. This is normal. – African peasant leader.‘189

De effectieve grondslag voor de Via Campesina werd in 1992 gelegd tijdens het tweede congres van

de Unión Nacional de Agricultores y Ganaderos in Managua, Nicaragua. Vertegenwoordigers van acht

landbouwersorganisaties afkomstig uit Centraal-Amerika, het Caraïbisch gebied, Europa, Canada en

de USA waren daar aanwezig. Er werd gezocht naar wat farming families in deze verschillende regio‘s

gemeenschappelijk hebben. De vertegenwoordigers verklaarden de banden tussen hun organisaties te

willen versterken en om te proberen relaties aan te knopen met landbouwersorganisaties wereldwijd.

Belangrijkste doelstelling hierbij was een alternatief zoeken voor de op neoliberale leest geschoeide

agrarische industrie. Dit alles werd opgenomen in de Managua Declaration190

.

Een jaar later ging in Bergen, België een follow-up conferentie door, waarop 46 leiders van

landbouwersorganisaties aanwezig waren. Hier werd de Via Campesina officieel opgericht. Het

initiatief voor deze conferentie kwam van de Paulo Freire Stichting, een Nederlandse NGO. Bedoeling

van de PFS was het opzetten van een internationaal farmer-driven onderzoeksproject rond alternatief

landbouwbeleid. De aanwezige leiders van landbouwersorganisaties hadden ruimere doelen. Zij

wilden vanuit de bestaande bewegingen een internationale peasant- and farmbeweging op poten

zetten. Die divergerende agenda‘s zorgden voor spanningen tussen de PFS en de aanwezige leiders

van landbouwersorganisaties – spanningen die uiteindelijk onhoudbaar zouden blijken. Daarop wordt

verder uitvoerig ingegaan.

Op 16 mei 1993 werd een officiële slotverklaring van de conferentie in Bergen opgetekend die

voortbouwde op de Managua Declaration. De Via Campesina ‗emerged in explicit rejection of neo-

liberal agricultural policies and as a direct response to the GATT negotiations‘ exclusion of the

concerns, needs, and interests of people who actually work the land and produce the world‘s food.‘191

Dat weerklinkt ook in de Mons Declaration:

‗As a response to the current irrational and irresponsible logic of production and to the

political decisions which support it, we propose the following basic conditions in order to

bring about an agricultural development which is ecologically sustainable, socially just and

which allows the producer real access to the wealth s/he generates day in [and] day out:

1. The right of small farmers to a living [in the] countryside; this implies the full right of

farmers to their own autonomous organizations and the recognition of their social importance

in the definition and implementation of development in general, and rural development in

189

idem, p. 153 190

De Managua Declaration werd ondertekend door de vertegenwoordigers van de Asociación de

Organizaciones Campesinas Centroamericanas para la Cooperación y el Desarrolo (ASOCODE), de Winward

Islands Farmers (WINFA), de Canadian National Farmers Union (NFU), de National Farmers Union (NFU-

USA), de Coordination Paysanne Européenne (CPE), de Coordinadora de Organizaciones de Agricultores y

Ganaderos (COAG-Spanje), de National Farmers Union (Noorwegen) en de Dutch Farm Delegation

(Nederland). zie hierover: MARTINEZ-TORRES, M. E. en ROSSET, P. M. ‗La Via Campesina: the birth and

evolution of a transnational social movement.‘, p. 156 en DESMARAIS, A. A. La Via Campesia. Globalization and

the power of peasants, p. 76 191

DESMARAIS, A. A. La Via Campesia. Globalization and the power of peasants, p. 77

Page 36: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE

35

particular.

2. The right to a diversified agriculture which guarantees, as a matter of priority, a supply of

healthy, high quality food for all peoples in the world, based on a profound respect for the

environment, for a balanced society and for effective access to the land.

3. The right of every country to define its own agricultural policy according to the nation‘s

interest and in concertatión with the peasant and indigenous organizations, guaranteeing their

real participation.‘192

De Via Campesina profileert zich als een ‗[…] autonomous, pluralist and multicultural movement,

independent of any political, economic, or other type of affiliation.‘193

Ondertussen - zestien jaar na de

oprichting - zijn 148 boerenorganisaties, afkomstig uit 69 verschillende landen, lid van de Via

Campesina.194

Hoe en met welke accenten deze boeren zichzelf als dusdanig profileren en hoe zij

handen en voeten geven aan hun ongenoegen zijn de vragen waarop hieronder een antwoord wordt

gezocht.

Voor de volledigheid moet hier ook vermeld worden dat de Via Campesina niet de eerste noch de

enige internationale landbouwersbeweging is. Sinds 1946 bestaat ook de International Federation of

Agricultural Producers (hierna: IFAP). Deze organisatie claimt alle boeren ter wereld te

vertegenwoordigen. werkt nauw samen met verschillende internationale instituten, zoals bijvoorbeeld

de UN, de Wereldbank, de WTO, enzovoort. Voornaamste bedoeling van de IFAP is voedseltekorten

helpen voorkomen. De strategiën die ze daarvoor gebruikt en de visie die erachter zit staat echter vaak

lijnrecht tegenover wat de Via Campesina wil. De Via Campesina onderscheidt zich dan ook bewust

van de IFAP en verwerpt haar opvattingen over de agrarische sector.195

2. Peasantries vandaag

‗[…] Their demise was welcomed by capitalists, by national and development planners, indeed, by

virtually everyone but the peasants themselves.‘196

De boeren zijn – tegen alle verwachtingen in –

terug van nooit weggeweest, en ze zijn teruggekomen op eigen kracht. Nochtans waren veel academici

al tot de conclusie gekomen dat peasants op vandaag niet meer bestaan.197

Maar, aldus Marcel Carreon

Mundo, ‗[…] There have always been campesinos. What did not exist before were investors,

industrialists, political parties, etc. Campesinos have always existed and they will always exist. They

will never be abolished.‘198

Er zijn niet alleen nog boeren op deze wereld, ze zijn bovendien trots op

hun boer-zijn. ‗Peasants and farmers belonging to the Via Campesina are proudly declaring an

alternative identity: they declare themselves to be ‗peasants‘.‘199

De vraag is dan natuurlijk wat

peasants dan wel zijn. Het antwoord klinkt zeer eenvoudig: boeren zijn ‗mensen van het land‘. ‗If you

actually look at what ‗peasant‘ means, it means ‗people of the land‘. Are we Canadian farmers ‗people

of the land‘? Well, yes, of course. And it‘s important to take that language back … We too are

peasants and it‘s the land and our relationship to the land and food production that distinguishes us …

192

ibidem 193

http://viacampesina.org/en/index.php?option=com_content&view=category&layout=blog&id=27&Itemid=44,

laatst geraadpleegd op 04/08/2010 194

idem 195

DESMARAIS, A. A. La Via Campesia. Globalization and the power of peasants., p. 85-90 196

idem, p. 195 197

EDELMAN, M. ‗The Persistence of the Peasantry.‘, p. 15 198

DESMARAIS, A. A. La Via Campesia. Globalization and the power of peasants, p. 190 199

idem, p. 195

Page 37: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE

36

We‘re not part of the industrial machine. We‘re much more closely linked to the places where we

grow food and how we grow food, and what the weather is there… The language around this matters.

It begins to make us understand that ‗people of the land‘, - peasantry everywhere, the millions of small

subsistence peasants with whom we think we have so little in common – identifies them and it

identifies us. They‘re being evicted from their land, and that decimates their identity and their

community. And we‘re also being relocated in our society. The language? As long as you keep us in

separate categories and we‘re the highly industrialized farmers who are sort of quasi-business

entrepreneurs and they‘re the subsistence peasants, than we can‘t see how closely we are and all our

issues are linked.‘200

Het begrip ‗boer‘ wordt door de Via Campesina dan ook zeer ruim

geïnterpreteerd: ‗Whether you are a peasant, paysan, paysanne, campesino, campesina, small farmer,

agricultor, agricultora, productor, productora, rural worker, or indigenous peasant - all have

embraced and have been embraced by the Via Campesina.‘201

Dit alles klinkt erg eenvoudig, maar het impliceert meer dan men op het eerste zicht zou denken.

Vooreerst zit er een stevige politiek-maatschappelijke lading in vervat. ‗This place-bound identity, that

of ―people of the land‖, reflects the belief that they have the right to be on the land. They have the

right and obligation to produce food. They have the right to be seen as fulfilling an important function

in society at large. They have the right to live in viable communities and the obligation to build

community. All of the above form essential parts of their distinct identity as peasants; in today‘s

politicized globalization articulating identity across borders based on locality and tradition is a deeply

political act.‘202

Inherent aan dit alles is dus ook een diepgewortelde afwijzing van de ‗moderne‘, op

neo-liberale leest geschoeide geïndustrialiseerde landbouw.203

Maar het impliceert meer. ‗La Via

Campesina‘s peasant identity reflects a deep attachment to culture. The production, distribution,

preparation, consumption and celebration of food are all fundamental to rural cultures.‘204

En het is

deze gemeenschappelijke cultuur met wortels van duizenden jaren oud die het mogelijk maakt om de

enorme diversiteit die binnen de Via Campesina aanwezig is te overstijgen – hoe dat in praktijk

gebracht wordt komt verder nog aan bod.

De boeren van de Via Campesina zijn er zich ten zeerste van bewust dat neutrale termen niet bestaan.

Dat bleek hierboven al uit het citaat van Nettie Wiebe, waarin twee keer gerefereerd wordt aan het

belang van taal en termen. ‗Via Campesina‘ is dan ook niet per toeval Spaans, en de hoofdreden is niet

het belang van de Latijns-Amerikaanse roots van de beweging. Hoewel bij de oprichting ernstig

overwogen werd om een Engelse vertaling als naam aan te nemen kozen de boerenleiders uiteindelijk

toch voor Spaans. Peasant heeft namelijk een negatieve connotatie, omdat de term in de

Angelsaksische literatuur traditioneel gebruikt wordt voor middeleeuwse boeren – ‗peasant‘ betekent

ook achterlijk en behorend tot het verleden. Farmer dekt als term niet de lading die de Via Campesina

met haar alternatieve agrarische model voorstelt. Ook belangrijk bij de beslissing was de overweging

dat er op het Engelse platteland geen peasants meer bestaan. Het waren trouwens vooral de

afgevaardigden uit Groot-Brittannië die de Engelse vertaling als ongepast beschouwden.205

De Via

Campesina gaat dus zeer bewust om met het kiezen van termen en de invulling die ze er aan geeft.

200

aldus Nettie Wiebe, zie: DESMARAIS, A. A. ‗The Power of Peasants: Reflections on the Meanings of the Via

Campesina.‘ in: Journal of Rural Studies. Vol. 24, nr. 2 (april 2008), p. 140 en DESMARAIS, A. A. La Via

Campesia. Globalization and the power of peasants, p. 195 201

DESMARAIS, A. A. La Via Campesia. Globalization and the power of peasants, p. 196 202

DESMARAIS, A. A. ‗The Power of Peasants: Reflections on the Meanings of the Via Campesina.‘, p. 140 203

zie hierover ook: MCMICHAEL, P. ‗Peasants Make Their Own History, But Not Just as They Please…‘ in:

Journal of Agrarian Change. Vol. 8, nr. 2&3, (april en juli 2008), p. 206-207 204

DESMARAIS, A. A. ‗The Power of Peasants: Reflections on the Meanings of the Via Campesina.‘, p. 141 205

DESMARAIS, A. A. La Via Campesia. Globalization and the power of peasants., p. 195-196

Page 38: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE

37

Karen Pedersen, geciteerd in de inleiding, heeft het over ‗reclaiming this language‘ wanneer ze

zichzelf als Canadese boerin peasant én farmer noemt.206

De boeren weten zeer goed dat zij bepaalde

concepten een andere lading meegeven dan er in de academische wereld aan toegekend wordt. Ze

weten dat de invulling die zij geven aan ‗peasants‘ ingaat tegen het idee dat er op vandaag geen

peasants meer zouden zijn en indien toch, niet voor lang meer. Het herdefiniëren is een belangrijk

onderdeel van hun verzet, want het heeft rechtstreeks te maken met hun identiteit als boer – een

identiteit die ze zelf willen invullen. Op die manier trekken ze ook een aantal premissen van het

wetenschappelijke debat in twijfel. Maar, zo zegt Emiliano Cerros Nava, executive comission member

van de Uníon Nacional de Organizaciones Regionales Campesinas Autónomas (UNORCA) in

Mexico: ‗This debate in the literature is a fabrication at a higher level, by those who know more. In the

countryside, out there, there is no such debate. We continue being peasants. That‘s the way it is.‘207

Opmerkelijk is de nadruk die in de invulling die de Via Campesina geeft aan de term ‗peasants‘

gelegd wordt op vrouwen. Natuurlijk, ‗Rural women play a critical role in agricultural production and

in maintaining the economic and social fabric of rural communities.‘208

Die nadrukkelijke aandacht

voor vrouwen en hun positie was er binnen de Via Campesina nog niet van bij het begin. In de

Managua Declaration van 1992 wordt niet verwezen naar vrouwen of gender, in de Mons Declaration

van 1993 – bij de stichting van de Via Campesina – slechts één keer. Wel werd gesteld dat vrouwen en

jongeren een bijzonder belangrijke rol spelen in landbouwersorganisaties, en werd er gesproken van

‗the need to guarantee their full participation‘.209

In de praktijk werden daar echter geen

noemenswaardige stappen toe gezet. Dat zorgde voor de nodige ergernis bij boerenvrouwen uit

verschillende organisaties. ‗The women who gathered in Tlaxcala had struggled for years in their own

communities and organizations to integrate gender issues in debates around agricultural policy. For

most, this was an ongoing struggle waged at the local, national, and regional levels. In Tlaxcala

women delegates demanded no less at the international level, and the Via Campesina was driven to

take direct actions in this area.‘210

Na heftige debatten werd uiteindelijk een speciale commissie rond

vrouwen in de Via Campesina opgericht. Dit was voor de meeste vrouwen geen doel op zich – het

bestaan van een comissie impliceert immers niet noodzakelijk gelijkberechtiging. De comissie werd

gemandateerd om de specifieke noden en belangen van de vrouwen binnen de Via Campesina te

onderzoeken; om strategiën, mechanismen en een actieplan uit te werken om gelijke

vertegenwoordiging en participatie van vrouwen op alle niveaus van de Via Campesina te creeëren; en

om communicatie- en coördinatiekanalen op poten te zetten onder de vrouwelijke leden van de Via

Campesina.211

Officieel heet de commissie de Via Campesina Women‘s Working Group, in praktijk

wordt er meestal naar gerefereerd als de Via Campesina Women‘s Comission.212

De oprichting van

deze comissie was niet zozeer een eindpunt alswel een begin. Het belang van deze focus op vrouwen

en gender wordt duidelijk uit de positieve reacties van vrouwelijke peasant leaders op de oprichting

en het bestaan van de Via Campesina Women‘s Comission. Aanvankelijk richtte de comissie zijn

aandacht voornamelijk op de drie Latijns-Amerikaanse regio‘s (Centraal Amerika, Zuid-Amerika en

het Caraïbisch gebied). In Azië werd in augustus 1999, in de aanloop naar de 3e conferentie van de

Via Campesina de Asian Peasant Women‘s Workshop gehouden in Bangkok in Thailand. De

Aziatische boerinnen wisselden er hun ervaringen uit en formuleerden een aantal gemeenschappelijke

206

idem, p. 196 207

DESMARAIS, A. A. ‗The Power of Peasants: Reflections on the Meanings of the Via Campesina.‘, p. 140 208

DESMARAIS, A. A. La Via Campesia. Globalization and the power of peasants., p. 161 209

idem, p. 162 210

ibidem 211

DESMARAIS, A. A. La Via Campesia. Globalization and the power of peasants, p. 162 - 163 212

idem, p. 163

Page 39: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE

38

aandachtspunten.213

Voorafgaand aan de 3e top van de Via Campesina eind 2000 in Bangalore, India,

werd de eerste International Women‘s Assembly georganiseerd. De vrouwelijke peasants stelden er

een minimumprogramma op waarin gesteld werd ‗that for the meaningful participation of women the

Via Campesina must, at a minimum:

guarantee 50 percent participation of women in all decision-making levels and activities of the

Via Campesina

maintain and strengthen the Women‘s Comission

ensure that all Via Campesina documents, training events, and discourse go beyond sexist

contents and machista language.‘214

Op de onmiddellijk daarop volgende top in Bangalore werd de beoogde 50% vrouwelijke

aanwezigheid nog niet gehaald, al waren er merkelijk meer vrouwen aanwezig op vorige edities. Op de

top werd wel de Via Campesina Gender Position Paper goedgekeurd, ‗which clearly put women and

gender issues at the heart of the movement.‘215

Daarbij werd de nadruk vooral gelegd op gelijkheid en

mensenrechten, economische rechtvaardigheid en sociale ontwikkeling.216

Op de top werd bovendien

vastgelegd dat voortaan uit elke regio twee regionale coördinatoren, een man en een vrouw, zouden

zetelen in de ICC. correctie nog nodig De vrouwelijke coördinatoren werden geacht voorafgaand aan

ICC-meetings samen te komen – zij vormen samen de Women‘s Commission – maar werden dus ook

ingeschakeld in de algemene werking van de Via Campesina.217

Dit alles liep niet van een leien dakje,

en zoals vaak verandert de praktijk trager dan de theorie gewijzigd wordt. 218

De positie van de

vrouwen binnen de Via Campesina is dan ook een permanent aandachtspunt.219

‗Peasants,‘ zoals de Via Campesina die term invult, omvat dus een grote diversiteit aan rurale

groepen. Het enige onderscheid dat door de beweging strikt gemaakt wordt, is dat tussen industriële

agrarische ondernemers en alle andere mensen die betrokken zijn in de agrarische voedselproductie,

namelijk de boeren. Die brede invulling wordt bovendien nog meer opengetrokken door de

inclusiviteit van het concept food sovereignty. Met dit concept rijkt de Via Campesina, onder andere

via het International Planning Committee for Food Sovereignty, de hand aan een bont allegaartje

sociale bewegingen en NGO‘s.220

‗Food sovereignty is a big tent, and the definition [zie hieronder]

reflects that very well indeed. The idea of a ‗big tent‘ politics is that disparate groups can recognise

themselves in the enunciation of a particular programme.‘221

Dit concept en de basis die het de Via

Campesina biedt voor bondgenootschappen komen hieronder nog aan bod.

3. Boerenverzet

3.1 De eisen

De Via Campesina schuift als haar voornaamste doelstelling naar voor ‗to develop solidarity among

small farmer organizations in order to promote gender parity and social justice in fair economic

213

idem, p. 196 214

idem, p. 172 215

idem p. 176 216

ibidem 217

idem, p. 172 218

zie hierover DESMARAIS, A. A. La Via Campesia. Globalization and the power of peasants, pp. 178 - 181 219

idem, p. 177-178 220

http://www.foodsovereignty.org/new/whoweare.php, laatst geraadpleegd op 18/07/2010 221

PATEL, R. ‗Food Sovereignty.‘ in: Journal of Peasant Studies. Vol. 36, nr. 3. (juli 2009), p. 666

Page 40: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE

39

relations; the preservation of land, water, seeds and other natural resources; food sovereignty;

sustainable agricultural production based on small and medium-sized producers.‘222

Daarbij worden

een aantal duidelijke klemtonen gelegd. Hierboven werd reeds een fragment van de slotverklaring van

de stichtingsvergadering in Bergen in 1993 opgenomen. Door de jaren heen zijn die accenten verder

uitgewerkt en verfijnd. Op vandaag stelt de Via Campesina:

‗What do we defend?

Peasant, family farm-based production. La Via Campesina promotes a model of peasant or

family-farm agriculture based on sustainable production with local resources and in harmony

with local culture and traditions. Peasants and farmers rely on a long experience with their

locally available resources. We are capable of producing the optimal quantity and quality of

food with few external inputs. Our production is mainly for family consumption and domestic

markets.

People‘s food sovereignty. Food sovereignty is the RIGHT of peoples, countries and states

unions to define their agricultural and food policy without ―dumping‖ agricultural

commodities into foreign countries. Food sovereignty organizes food production and

consumption according to the needs of local communities, giving priority to production for

local consumption. Food sovereignty includes the right to protect and regulate the national

agricultural and livestock production and to shield the domestic market from the dumping of

agricultural surpluses and low-price imports from other countries. Landless people, peasants,

and small farmers must get access to land, water, and seed as well as productive resources and

adequate public services. Food sovereignty and sustainability are a higher priority than trade

policies.

Decentralized food production and supply chains. The current industrialized agribusiness

model has been deliberately planned for the complete vertical integration and to dominate all

agriculture activities. This model exploits workers and concentrates economic and political

power. La Via Campesina advocates a decentralized model where production, processing,

distribution and consumption are controlled by the people the communities themselves and not

by transnational corporations.‘223

Een productiemodel dat gebaseerd is op boerenlandbouw; voedselsoevereiniteit en decentralisatie van

voedselproductie en –distributie zijn de drie onderling verbonden strijdpunten die steeds terugkeren.

De doelstellingen die de basis hiervoor vormen zijn duurzaamheid op alle vlakken (ecologisch,

sociaal, cultureel maar ook economisch) en het vrijwaren van de sociale controle op voedsel en

voedselproductie. Food sovereignty, voedselsoevereiniteit, is het centrale concept waarrond de Via

Campesina zijn concrete eisen vormt. De beweging gebruikt het als speerpunt voor de lancering van

het landbouwmodel dat ze wil implementeren. Het concept werd voor het eerst naar voor geschoven

op de Wereldvoedseltop in Rome, in 1996, als een alternatief voor ‗food security‘ – een term die de

sociale controle op voedsel niet incalculeert.224

Voor de Via Campesina kan er geen sprake zijn van

voedselveiligheid zolang er geen voedselsoevereiniteit is. ‗Long-term food security depends on those

who produce food and care for the natural environment. As the stewards of food producing resources

we hold the following principles as the necessary foundation for achieving food security. … Food is a

222

http://viacampesina.org/en/index.php?option=com_content&view=category&layout=blog&id=27&Itemid=44,

laatst geraadpleegd op 04/08/2010 223

http://viacampesina.org/en/index.php?option=com_content&view=category&layout=blog&id=27&Itemid=44,

laatst geraadpleegd op 04/08/2010 224

PATEL, R. ‗Food Sovereignty.‘, 665

Page 41: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE

40

basic human right. This right can only be realized in a system where food sovereignty is guaranteed.

Food sovereignty is the right of each nation to maintain and develop its own capacity to produce its

basic foods respecting cultural and productive diversity. We have the right to produce our own food in

our own territory. Food sovereignty is a precondition to genuine food security.‘225

Natuurlijk vertaalt de Via Campesina in de praktijk van haar verzet deze drie grote strijdpunten in zeer

concrete eisen en statements naargelang de eisen van het moment. Om een impressie te geven van

waar de beweging daarbij klemtonen en accenten legt is hieronder een stuk van de slotverklaring van

het World Forum for Food Sovereignity opgenomen. De Via Campesina was mede-initiatiefnemer en

-organisator van deze conferentie, die in 2007 plaatsvond in Nyéléni, in Mali.

‗What are we fighting for? A world where…

…all peoples, nations and states are able to determine their own food producing systems and

policies that provide every one of us with good quality, adequate, affordable, healthy, and

culturally appropriate food;

...recognition and respect of women‘s roles and rights in food production, and representation

of women in all decision making bodies;

…all peoples in each of our countries are able to live with dignity, earn a living wage for their

labour and have the opportunity to remain in their homes;

...where food sovereignty is considered a basic human right, recognised and implemented by

communities, peoples, states and international bodies;

…we are able to conserve and rehabilitate rural environments, fish stocks, landscapes and

food traditions based on ecologically sustainable management of land, soils, water, seas,

seeds, livestock and other biodiversity;

…we value, recognize and respect our diversity of traditional knowledge, food, language and

culture, and the way we organise and express ourselves;

…. there is genuine and integral agrarian reform that guarantees peasants full rights to land,

defends and recovers the territories of indigenous peoples, ensures fishing communities‘

access and control over their fishing areas and eco-systems, honours access and control over

pastoral lands and migratory routes, assures decent jobs with fair remuneration and labour

rights for all, and a future for young people in the countryside;...where agrarian reform

revitalises inter-dependence between producers and consumers, ensures community survival,

social and economic justice and ecological sustainability, and respect for local autonomy and

governance with equal rights for women and men...where it guarantees the right to territory

and self-determination for our peoples;

...where we share our lands and territories peacefully and fairly among our peoples, be we

peasants, indigenous peoples, artisanal fishers, pastoralists, or others;

…in the case of natural and human-created disasters and conflict-recovery situations, food

sovereignty acts as a kind of ―insurance‖ that strengthens local recovery efforts and mitigates

negative impacts... where we remember that affected communities are not helpless, and where

strong local organization for self-help is the key to recovery;

...where peoples‘ power to make decisions about their material, natural and spiritual heritage

are defended;

... where all peoples have the right to defend their territories from the actions of transnational

corporations;

225

ibidem. Voor een kritische analyse van het concept ‗food sovereignty‘, zie: PATEL, R. ‗Food Sovereignty.‘ pp.

663-706

Page 42: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE

41

What are we fighting against?

Imperialism, neo-liberalism, neo-colonialism and patriarchy, and all systems that impoverish

life, resources and eco-systems, and the agents that promote the above such as international

financial institutions, the World Trade Organisation [een veelgestelde eis van de Via

Campesina is landbouw en voedselproductie uit het bevoegdhedenpakket van de WTO

halen226

], free trade agreements, transnational corporations, and governments that are

antagonistic to their peoples;

The dumping of food at prices below the cost of production in the global economy;

The domination of our food and food producing systems by corporations that place profits

before people, health and the environment;

Technologies and practices that undercut our future food producing capacities, damage the

environment and put our health at risk. Those include transgenic crops and animals, terminator

technology, industrial aquaculture and destructive fishing practices, the so-called white

revolution of industrial dairy practices, the so-called ‗old‘ and ‗new‘ Green Revolutions, and

the ―Green Deserts‖ of industrial bio-fuel monocultures and other plantations;

The privatisation and commodification of food, basic and public services, knowledge, land,

water, seeds, livestock and our natural heritage [bijvoorbeeld door middel van intellectual

property rights 227

];

Development projects/models and extractive industry that displace people and destroy our

environments and natural heritage;

Wars, conflicts, occupations, economic blockades, famines, forced displacement of people and

confiscation of their land, and all forces and governments that cause and support them; post

disaster and conflict reconstruction programmes that destroy our environments and capacities;

The criminalization of all those who struggle to protect and defend our rights;

Food aid that disguises dumping, introduces GMOs into local environments and food systems

and creates new colonialism patterns;

The internationalisation and globalisation of paternalistic and patriarchal values that

marginalise women, diverse agricultural, indigenous, pastoral and fisher communities around

the world.‘228

Wat opvallend naar voor komt is de radicale en hartstochtelijke verwerping van het op vandaag

dominante agrarische productiemodel en de institutionele verankering ervan. De Via Campesina

beperkt zich duidelijk niet tot het aanklagen van een aantal mistoestanden. De beweging benadrukt

veeleer de structurele mankementen die aan die mistoestanden ten grondslag liggen. Een bijsturing

hier en daar wordt duidelijk niet gezien als een valabele oplossing. Dat brengt ons bij een tweede

opvallende aspect van de stellingen die door de Via Campesina verdedigd worden: de beweging

schuift zelf oplossingen naar voor. De Via Campesina stelt een volledig alternatief productiemodel

naar voor, een model dat ecologische, sociale, culturele en economische duurzaamheid nastreeft en

waarbij ook bijzonder veel aandacht uitgaat naar waarden, tradities, diversiteit en solidariteit. Zoals

gezegd wordt dit hele model opgehangen aan het concept voedselsoevereiniteit. Dit radicale alternatief

226

DEVREESE R., DHOORE K. en BAETEN, R. Boerengeluk, boerenverdriet.s.l., 2004, Stichting Boerenlandbouw,

p. 72; EDELMAN, M. ‗Bringing the Moral Economy back in… to the Study of 21st-Century Transnational Peasant

Movements.‘ in: American Antropologist. Vol. 107, nr. 3 (januari 2008), p. 338 227

zie onder meer: DESMARAIS, A. A. La Via Campesia. Globalization and the power of peasants., p. 50 228

Via Campesina, Declaration of Nyéléni, 2007,

http://viacampesina.org/en/index.php?option=com_content&view=article&id=282:declaration-of-

nyi&catid=21:food-sovereignty-and-trade&Itemid=38, laatst geraadpleegd op 27/06/2010

Page 43: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE

42

dat de Via Campesina belichaamt staat lijnrecht tegenover het systeem dat vandaag wijdverspreid is.229

Wanneer we de lijst hierboven overlopen wordt het ook snel duidelijk dat wat de Via Campesina

afwijst, eist, claimt en voorstelt zeker niet alleen gevolgen zou hebben voor het agrarische segment

van de samenleving(en), hoewel de primaire doelen wel tot deze sector behoren.

Belangrijk om hier nog te vermelden is dat de Via Campesina haar eisen expliciet linkt aan belangrijke

globale problemen zoals bijvoorbeeld de wereldwijde voedselcrisis van 2008, die het jaar erop

gevolgd werd door de financiële crisis; of de klimaatproblematiek.230

Ook in reacties op actuele

gebeurtenissen over de hele wereld schuift de Via Campesina haar standpunten en eisen onomwonden

naar voor. Voorbeelden daarvan zijn bijvoorbeeld de reacties op de aardbeving in Haïti in januari

2010, waarna de Via Campesina massaal protest op de been bracht tegen de invoer van GMO‘s bij

wijze van noodhulp door USAID231

; en recenter op de aanval van het Israëlisch leger op een konvooi

schepen met hulpgoederen voor de Palestijnen in de Gazastrook. Toen kloeg de Coordination

Européenne Via Campesina de beperkte toegang aan die Palestijnze boeren in de Gazastrook krijgen

tot hun velden en tot water.232

3.2 Mobilisatie

De Via Campesina is een mondiale beweging van boeren en boerenorganisaties. Die vormen

allerminst een homogene groep. Verschillen in klasse, ideologische en politieke opvattingen en

uiteenlopende meningen en tradities inzake politieke representatie, evenals grote culturele verschillen

zorgen voor een immense diversiteit binnen de Via Campesina.233

Bovendien zijn boeren gebonden

aan de grond die ze bewerken.234

Boeren van over de hele wereld samenbrengen rond een

gemeenschappelijk programma waarin ze zich allemaal herkennen heeft dus veel voeten in de aarde.

Daarvan waren de boerenleiders zich van bij aanvang van bewust. Van bij de oprichting van de Via

Campesina probeert de beweging met wisselend succes om van die diversiteit een belangrijke sterkte

te maken – ‗building unity within diversity‘, met de woorden van Desmarais.235

Cruciaal daarbij is het

zoeken naar wat wel gemeenschappelijk is.

De boeren vinden elkaar in de eerste plaats in hun gedeelde identiteit als peasants, zoals ook hierboven

al uitgebreid gestaafd werd. Binnen de Via Campesina wordt hard gewerkt om die collectieve

229

voor een systematische vergelijking: zie MARTINEZ-TORRES, M. E. en ROSSET, P. M. ‗La Via Campesina: the

birth and evolution of a transnational social movement.‘, pp. 166-168 en DESMARAIS, A. A. La Via Campesia.

Globalization and the power of peasants., pp. 69-70 230

http://viacampesina.org/en/index.php?option=com_content&view=article&id=796:feeding-the-world-and-

cooling-the-planet-la-vcampesinas-fifth-international-conference&catid=45:5-maputo-2008&Itemid=68, laatst

geraadpleegd op 04/08/2010 231

http://viacampesina.org/en/index.php?option=com_content&view=article&id=930:haitian-peasants-march-

against-monsanto-company-for-food-and-seed-sovereignty&catid=49:stop-transnational-

corporations&Itemid=76, laatst geraadpleegd op 04/08/2010 232

http://viacampesina.org/en/index.php?option=com_content&view=section&layout=blog&id=7&Itemid=29,

laatst geraadpleegd op 04/08/2010;

http://viacampesina.org/en/index.php?option=com_content&view=article&id=788:via-campesina-position-on-

financial-crisis&catid=37:world-bank-a-imf--out&Itemid=58, laatst geraadpleegd op 04/08/2010 233

BORRAS, S. M. JR. ‗La Via Campesina and its Global Campaign for Agrarian Reform.‘ in: Journal of

Agrarian Change. Vol. 8, nr. 2&3 (april en juli 2008), p. 271-282; DESMARAIS, A. A. La Via Campesia.

Globalization and the power of peasants., p. 27 234

DESMARAIS, A. A. La Via Campesia. Globalization and the power of peasants,. p. 152 235

BORRAS, S. M. JR. ‗La Via Campesina and its Global Campaign for Agrarian Reform.‘, p. 282-283;

DESMARAIS, A. A. La Via Campesia. Globalization and the power of peasants., p. 27-33

Page 44: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE

43

identiteit te versterken. Er wordt veel aandacht besteed aan het uitwisselen van de ervaringen,

overtuigingen en meningen van alle boerenleiders. Dat gebeurt intensief op regionaal niveau – een

voorbeeld is de actiekaravaan rond food sovereignty die door Azië trok en waarvan zelfs een deel

Europa aandeed236

– en om de drie à vier jaar op de internationale conferenties. Tot nog toe gingen die

door in Bergen, België in 1993; in Tlaxcala, Mexico in 1996; in Bangalore, India in 2000; in Itaici,

Brazilië in 2004; en in Maputo, Mozambique in 2008.237

Belangrijk is zeker dat ook de vrouwen- en

jongerenorganisatie van de Via Campesina in de aanloop naar die algemene conferenties hun eigen top

organiseren, respectievelijk sedert 2000 en 2004. ‗At these events, peasant and farm leaders

acknowledge differences, move on to establish some common ground, solidify a collective identity,

and arrive at a consensus on strategies and actions.‘238

Beslissingen binnen de Via Campesina worden

genomen bij consensus en met respect voor de autonomie van alle organisaties. Die moeten allemaal

de specifieke noden en belangen van hun basis behartigen. Het mag dan ook niet verbazen dat ‗This is

a slow process, especially as peasant organisations, in contrast to NGO‘s, do not respond quickly, yet

time has shown that this method builds the strong basis of trust that is so important for collective

action.‘239

De Via Campesina probeert de gedeelde peasant-identiteit ook op cultureel vlak invulling te geven.

Daarvoor beroepen ze zich op een duizenden jaren oude traditie die alle boeren. ‗In de landbouw, de

agri-cultuur ligt de hele menselijke cultuur besloten. Landbouw is wat ons tienduizend jaar geleden tot

cultuurwezens heeft gemaakt, die tijd kregen voor iets anders dan jagen en verzamelen. De

boerenlandbouw draagt daar in alles de sporen van.‘240

Daaraan wordt een sterk gevoel van trots en

verwevenheid met de hele samenleving gekoppeld. Dat uit zich in uitspraken zoals ‗A country could

survive without lawyers, but how could it survive without farmers? What would people eat?‘241

Zoals

Torres en Rosset stellen: ‗There is a strong feeling that peasants are ‗for humanity‘, yet have long been

excluded from the cultural projects of most countries.‘242

Of: ‗Naast deze ‗historische‘ aspecten levert

de boerenlandbouw ook een belangrijke actuele bijdrage aan de samenlevingsopbouw. In onze ‗open‘

boerenlandbouwbedrijven kunnen onze medeburgers nog zien en leren hoe voedsel tot stand komt, en

beseffen dat voedsel niet kan gemaakt worden, maar ontstaat. Op boerenlandbouwbedrijven ontstaan

voortdurend ontelbare, steeds nieuwe contacten tussen boeren en niet-boeren, en tussen niet-boeren

onderling, bijvoorbeeld in de vele hoevewinkels.‘243

Deze historisch gewortelde culturele en sociale

identiteit wordt ook bij het begin van elke bijeenkomst van de Via Campesina opnieuw tot uiting

gebracht en gevoed door een mística. Dat is een ritueel dat de Via Campesina overgenomen heeft van

het MST244

, waarbij telkens boeren uit één van de regios hun geschiedenis, peasant roots en ook

actuele problemen door middel van theater, dans, of liederen delen met de boeren uit de andere

236

EDELMAN, M. ‗Bringing the Moral Economy back in… to the Study of 21st-Century Transnational Peasant

Movements.‘ in: American Antropologist. Vol. 107, nr. 3 (januari 2008), p. 340 237

http://viacampesina.org/en/index.php?option=com_content&view=article&id=251:united-in-the-

vcampesina&catid=33:3-bangalore-2000&Itemid=55, laatst geraadpleegd op 05/07/2010; DESMARAIS, A. A. La

Via Campesia. Globalization and the power of peasants., p. 32 238

DESMARAIS, A. A. La Via Campesia. Globalization and the power of peasants., p. 32 239

MARTINEZ-TORRES, M. E. en ROSSET, P. M. ‗La Via Campesina: the birth and evolution of a transnational

social movement.‘ in: Journal of Peasant Studies. Vol. 37, nr. 1 (januari 2010), p. 164 240

DEVREESE R., DHOORE K. en BAETEN, R. Boerengeluk, boerenverdriet, p. 69 241

MARTINEZ-TORRES, M. E. en ROSSET, P. M. ‗La Via Campesina: the birth and evolution of a transnational

social movement.‘, p. 165 242

ibidem 243

DEVREESE R., DHOORE K. en BAETEN, R. Boerengeluk, boerenverdriet, p. 69-70 244

Movimento dos Trabalhadores Rurais Sem Terra, een Braziliaanse organisatie van landloze boeren die al

sinds het begin lid is van de Via Campesina

Page 45: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE

44

regios.245

Daarbij worden – symbolisch – onder andere zaden, aarde, water en vuur gebruikt. Het doel

van deze místicas is ‗to create a strong sense of belonging and commitment.‘246

Het is een bijzonder

krachtig middel, omdat het de boeren helpt om de taalproblemen te overstijgen.247

De belangrijke rol

die Latijns-Amerikaanse boerenorganisaties gespeeld hebben bij het ontstaan van de Via Campesina

komt ook tot uiting in de groene boerenpetjes, pañuelos – de typische sjaaltjes waarin de leden van de

Via Campesina zich uitdossen wanneer ze tot actie overgaan. Maar ‗The mística and the use of our

symbols (hats, bandannas, flags, bags, etc.) are very important to create a sense of cohesiveness among

people from such diverse and different cultures who do not speak common languages. It makes us feel

part of the same family. – North American family farm leader.‘248

Bovendien wordt het Spaans waarin

de slogans (―La lucha continua”, ―Viva la Via Campesina” en dergelijke meer249

) doorgaans geroepen

worden recent aangevuld met Thaise, Indonesische en nog meer anderstalige varianten. Naast de

groene boerenpetjes hebben sinds 2002 (de World Food Summit: Five Years Later) ook Aziatische

punthoedjes hun intrede gedaan.250

Ook liederen en dans spelen een belangrijke rol in het omgaan met

de diversiteit en het creeëren van een eenheid middels de diversiteit die overduidelijk aanwezig is.251

De gemeenschappelijke identiteit waaraan de Via Campesina zo hard werkt wordt ook gevoed en

gesterkt doordat alle boeren uiteindelijk, ondanks alle verschillen in hun speciefieke situaties, dezelfde

tegenstanders bekampen. Dit aspect van het peasant-zijn is ook nooit ver te zoeken, zoals reeds blijkt

uit een aantal van de hierboven opgenomen citaten. De boeren delen niet alleen hun boer-zijn, maar ze

delen ook de strijd tegen een agrarisch model dat in zowat alle opzichten tegenovergesteld is aan hun

stiel en hoe zij die willen bedrijven.252

De tegenstanders komen echter later nog uitvoerig aan bod.

Een derde krachtig bindmiddel, naast het boer-zijn en de gemeenschappelijke tegenstanders, is hoop.

Rafael Alegria, boerenleider uit Honduras en voormalig medewerker van het internationaal

operationeel secretariaat van de Via Campesina, legt dat als volgt uit: ‗I think that what really unites us

is a fundamental commitment to humanism because the antithesis of this is individualism and

materialism.... The common problems of land, production, technology, markets, ideological formation,

training, poverty - all of these we have in common. But what also unites us are great aspirations. We

are all convinced that the current structures of economic, political, and social power are unjust and

exclusionary. What unites us is a spirit of transformation and struggle to change these structures all

over the world. We aspire to a better world, a more just world, a more humane world, a world where

real equality and social justice exist. These aspirations and solidarity in rural struggles keep us united

in the Vía Campesina.‘253

Toch vereist het creeëren van eenheid en tegelijkertijd het versterken van de slagkracht van de

beweging een constante inspanning op alle niveaus van de Via Campesina. Daarbij gaat het niet alleen

over uitwisselen van ervaringen, maar ook over het opleiden van mensen en het versterken van de

245

DESMARAIS, A. A. La Via Campesia. Globalization and the power of peasants., p. 188 246

MARTINEZ-TORRES, M. E. en ROSSET, P. M. ‗La Via Campesina: the birth and evolution of a transnational

social movement.‘, p. 164 247

DESMARAIS, A. A. La Via Campesia. Globalization and the power of peasants., p. 188 248

MARTINEZ-TORRES, M. E. en ROSSET, P. M. ‗La Via Campesina: the birth and evolution of a transnational

social movement.‘, p. 163 249

DESMARAIS, A. A. La Via Campesia. Globalization and the power of peasants., p. 184 250

idem, p. 184-185 251

idem, p. 188 252

voor een systematische vergelijking: zie MARTINEZ-TORRES, M. E. en ROSSET, P. M. ‗La Via Campesina: the

birth and evolution of a transnational social movement.‘, pp. 166-168 en DESMARAIS, A. A. La Via Campesia.

Globalization and the power of peasants., pp. 69-70 253

http://viacampesina.org/en/index.php?option=com_content&view=article&id=251:united-in-the-

vcampesina&catid=33:3-bangalore-2000&Itemid=55, laatst geraadpleegd op 06/07/2010

Page 46: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE

45

lokale boerenorganisaties. ‗We need to emphasize internal training now. We must create the

conditions under which there are ever more people (cadre) with the skills and capacity to intervene in

the reality they are confronted with. We need to strengthen our organizations at the local level. We

need to promote organizational processes. We need to develop a plan to strengthen the organizing

capacity of our member organizations. We already have training schools, schools of political

formations, as with the MST, Central America, and the Latin American women‘s school. This effort

should build an internal culture of mobilization. We need to train cadre at all levels of our

organizations. Right now many of organizations are weak because they have few skilled cadre at the

local and regional levels, they have few ‗batters‘ who can step to the plate. – Latin American peasant

leader.‘254

Ook waar het gaat over het opleiden van mensen biedt de diversiteit binnen de Via

Campesina mogelijkheden. Zo zijn er bijvoorbeeld uitwisselingsprojecten tussen organisaties van

verschillende regios. Voorbeelden zijn het NFU en Nicaragua, of het VAC en Kwazulu-Natal.255

De slogan van de Via Campesina luidt ‗Globalize the Struggle – Globalize Hope!‘ De boodschap van

de beweging moet dus ook mondiaal verspreidt worden. ‗To globalize the struggle against injustice

and neoliberalism worldwide, La Via Campesina has two important dates:

1. 17th of April: The international peasant struggle day. People all around the world will

commemorate the killing of 19 peasants struggling for land reform in Eldorado dos Carajas

(Brazil) on April 17, 1996.

2. 10th of September: The international struggle day against WTO. On that date in 2003, Mr. Lee

Kyun Hae, a Korean peasant, stabbed himself to death during a massive protest against the

WTO in Cancun, Mexico. He was holding a banner saying ―WTO kills farmers‖.‘256

Bovendien, ‗Following numerous discussions within and among its eight regions, the Via Campesina

began to focus its work on eight key themes that resonate at the local, national, and global levels: food

sovereignty, agrarian reform, genetic resources and biodiversity, human rights, gender and rural

development, developing a sustainable peasant agricultural model, migration (urban/rural and

international), and farm workers‘ rights.‘257

De beweging heeft rond een aantal van die thema‘s

campagnes op poten gezet om boeren van over de hele wereld te bereiken en te mobiliseren: de Global

Campaign for Agrarian Reform; Seeds: Heritage of Rural Peoples in the Service of Humanity, de

Campaign to End All Forms of Violence Against Women en de Campaign for an International Charter

of Peasant Rights.258

Die thema‘s zijn vanzelfsprekend niet overal en voor iedereen even belangrijk;

maar ‗What is important is that all regions of the Via Campesina acknowledge the validity and

importance of these issues for peasants around the world and dedicate themselves to supporting

struggles around these themes.‘259

254

MARTINEZ-TORRES, M. E. en ROSSET, P. M. ‗La Via Campesina: the birth and evolution of a transnational

social movement.‘, p. 163 255

DESMARAIS, A. A. La Via Campesia. Globalization and the power of peasants., pp. 18-19;

http://www.vacvzw.be/index.php?option=com_content&task=view&id=49&Itemid=78 laatst geraadpleegd op

01/07/2010 256

the international peasant voice, laatst geraadpleegd op 01/07/2010. zie ook: DESMARAIS, A. A. La Via

Campesia. Globalization and the power of peasants, p. 155 en de ViaCampesina mobilisation kit,

http://viacampesina.net/downloads/PDF/MK2K9-EN-2.pdf laatst bekeken op 02/07/2010 257

DESMARAIS, A. A. La Via Campesia. Globalization and the power of peasants, p. 152 258

MARTINEZ-TORRES, M. E. en ROSSET, P. M. ‗La Via Campesina: the birth and evolution of a transnational

social movement.‘, p. 164 259

DESMARAIS, A. A. La Via Campesia. Globalization and the power of peasants ., p. 152

Page 47: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE

46

Ook de lokale mobilisatiecampagnes van de organisaties die deel uitmaken van de Via Campesina zijn

hier van belang. Een voorbeeld van een dergelijke lokale campagne is de recente affichecampagne van

het VAC om de lage prijs voor hun (melk)producten aan te klagen.260

Bij dit alles dient ook gewezen op het feit dat de mogelijkheden inzake communicatie sinds de

oprichting van de Via Campesina enorm zijn toegenomen, ook voor boeren. ‗When Via Campesina

was formed in 1993, electronic mail was just beginning to be introduced to the NGO world, and back

then there were very few peasant movements that were able to use the new technology. […] The

advent of free web-based email and free access to documents on more and more websites opened up

new opportunities for (trans)national peasant groups to communicate quickly and to find and share

crucial information. In more recent years, Skype and text messaging have become yet another

important, relatively affordable means by which TAM [transnational agrarian movements] activists

can easily connect and communicate with each other across an enlarged space-time continuum.‘261

Daarenboven is ook de kostprijs van luchtverkeer de afgelopen jaren gedaald, wat ook peasant-

activisten een veel grotere mobiliteit biedt.262

De Via Campesina is er tot nog toe in geslaagd een vrij stabiele eenheid te creeëren onder boeren uit

alle kanten van de wereld; al vergt dat voortdurende inspanning. Die gemeenschappelijkheid is echter

niet alleen van belang voor de samenhang en sterkte van de globale beweging. Ook de individuele

organisaties worden versterkt door de dynamiek binnen de Via Campesina.263

De uitwisseling van

kunde, kennis en ervaringen is een verrijking op cultureel en praktisch vlak, maar dat is niet het enige.

Boeren van over de hele wereld krijgen de kans hun eigen specifieke situatie beter te begrijpen, soms

zelfs hun belangen beter te zien dankzij het globale kader dat de Via Campesina hen biedt.264

De

moeite die de Via Campesina zich troost om haar leden permanent te mobiliseren creeërt een

dynamiek waarbij alle niveaus van de beweging, van lokaal tot globaal, elkaar verrijken en versterken.

Dit alles neemt de spanningen die binnen de beweging bestaan niet weg. Wel slaagt de beweging er tot

nog toe in om die spanningen een plaats te geven te overstijgen.

3.3 Organisatie

Bij de oprichting van de Via Campesina in 1993 werd onmiddellijk een permanente structuur

uitgebouwd. Er werden vijf geografische regios afgebakend, die telkens één vertegenwoordiger

mochten afvaardigen naar de International Co-ordinating Commission (hierna ICC), die twee maal

per jaar samenkomt. De vertegenwoordigers kwamen toen uit het MST voor Zuid-Amerika; uit

ASOCODE voor Centraal-Amerika, het Caraïbisch gebied en Noord-Amerika; uit peasant-

Solidarinosc voor Oost-Europa; uit de KMP voor Azië, en uit het de CPE voor West-Europa.265

Er

werd een technisch secretariaat (International Operative Secretariat, hierna IOS) opgezet,

aanvankelijk bemand door de PFS, maar sinds 1994 overgenomen door de ICC van de Via Campesina

zelf.266

Het hoe en waarom daarvan komt hieronder nog aan bod. Volgens een rotatiesysteem wordt

260

http://www.vacvzw.be/index.php%3Foption%3Dcom_content%26task%3Dview%26id%3D144%26Itemid%3

D28+vac+affichecampagne&cd=2&hl=nl&ct=clnk&gl=be laatst geraadpleegd op 24/06/2010 261

BORRAS, S. M. JR. ‗La Via Campesina and its Global Campaign for Agrarian Reform.‘, p. 267 262

ibidem 263

DESMARAIS, A. A. La Via Campesia. Globalization and the power of peasants., p. 139-141 264

ibidem 265

DESMARAIS, A. A. La Via Campesia. Globalization and the power of peasants., p. 76 266

idem, p. 97-98

Page 48: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE

47

het IOS beurtelings ondergebracht bij één van de regio‘s. Ondertussen werd het aantal regio‘s

uitgebreid van vijf naar negen: Afrika 1, Afrika 2 , Noord-Amerika, Zuid-Amerika, Oost- en Zuidoost

Azië, Zuidelijk Azië, Centraal Amerika, Cuba en het Caraïbisch gebied, en Europa.267

Het ICC bestaat

momenteel uit achttien afgevaardigden, uit elke regio een vrouw en een man.268

Daarnaast zijn er een

aantal thema-gerelateerde international working commissions, ook telkens bestaande uit een vrouw en

een man uit elk van de negen regio‘s. Op dit moment bestaan tien commissies die zich respectievelijk

bezighouden met Agrarian Reform, Food Sovereignty and Trade, Biodiversity and Genetic Resources,

Climate Change and Peasant Agriculture, Human Rights, Sustainable Peasant Agriculture, Migration

and Farm Workers, Women and Gender Parity, Education and Training en Youth.269

Hierbij is het belangrijk te benadrukken dat‗[…] one of the central features that characterises the

organization is the in-principle absence of a policy-making secretariat. Integral to the functioning of

the Via Campesina is the absence of a sovereign authority dictating what any member organization or

country can do. […] Yet no organization can be part of the Via Campesina without subscribing to the

organisation‘s principles.‘270

Met andere woorden, de autonomie van de organisaties die lid zijn van de

Via Campesina wordt ook op organisatorisch vlak gevrijwaard. Hierboven werd al geschetst hoe

binnen de beweging bijzonder veel aandacht gaat naar hoe de diversiteit tot een sterkte kan uitgewerkt

worden. Dat weerspiegelt zich duidelijk ook in de organisatorische structuur van de Via Campesina.

Belangrijke inhoudelijke en organisatorische beslissingen worden bovendien op basis van overleg en

algemene consensus gemaakt, zoals ook hierboven al aangegeven. Dat is vaak een moeizaam proces

dat veel tijd kost, maar het is ook deze aanpak die de Via Campesina een sterke basis biedt. ‗By taking

the time to build consensus among members, La Via Campesina has avoided the severe internal splits

that have crippled many other transnational political alliances and coalitions, though differences and

internal struggles do exist.‘271

En dat laatste mag zeker niet genegeerd worden. Tussen 2004 en 2008

steeg het aantal lidorganisaties van de Via Campesina met 41%.272

Een dergelijke snelle aangroei

maakt het soms moeilijk om acties op touw te zetten en tegelijkertijd de eenheid binnen de beweging

te versterken. Maria Elena Martinez-Torres en Peter Rosset schreven hierover: ‗La Via Campesina

realises that the external political space it has occupied at the international level is disproportionally

large compared to its own degree of internal political and organizational development, that in some

sense it has been more successful than expected, and has gotten ahead of itself. Thus the decision is

made to focus on catching up internally, giving extra effort to internal training for member

organizations, on strengthening operational mechanisms, and on building regional secretariats to

insure sustained regional and local engagement.‘273

De macht die de organisaties op elk vlak behouden kan ook een remmende factor zijn, omdat daardoor

lokale of regionale belangen kunnen primeren op het belang van de Via Campesina als globale

267

http://viacampesina.org/en/index.php?option=com_wrapper&view=wrapper&Itemid=71 laatst geraadpleegd

op 01/07/2010 268

DESMARAIS, A. A. La Via Campesia. Globalization and the power of peasants., p. 172 269

http://viacampesina.org/en/index.php?option=com_content&view=section&layout=blog&id=5&Itemid=27

laats geraadpleegd op 02/07/2010; MARTINEZ-TORRES, M. E. en ROSSET, P. M. ‗La Via Campesina: the birth and

evolution of a transnational social movement.‘, p. 163 270

PATEL, R. ‗Food Sovereignty.‘, p. 669 271

MARTINEZ-TORRES, M. E. en ROSSET, P. M. ‗La Via Campesina: the birth and evolution of a transnational

social movement.‘, p. 164 272

http://viacampesina.org/en/index.php?option=com_content&view=article&id=251:united-in-the-

vcampesina&catid=33:3-bangalore-2000&Itemid=55, laatst geraadpleegd op 05/07/2010 273

MARTINEZ-TORRES, M. E. en ROSSET, P. M. ‗La Via Campesina: the birth and evolution of a transnational

social movement.‘, p.163

Page 49: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE

48

beweging. Een voorbeeld is de manier waarop beslist wordt of een bepaalde organisatie lid mag

worden van de Via Campesina of niet. Die wordt niet genomen door de Via Campesina, maar door de

organisaties per regio. Daardoor is het mogelijk dat organisaties die in feite perfect deel zouden

kunnen uitmaken van de Via Campesina geweigerd worden omdat organisaties uit dezelfde regio die

wel reeds lid zijn hen niet willen toelaten om hun eigen positie te versterken.274

Bovendien veranderen

de posities van de verschillende organisaties ook doorheen de tijd. Bijvoorbeeld het Centraal-

Amerikaanse ASOCODE, het Filipijnse DKMP en het Poolse Solidarnosc-Rural waren in het begin

van de jaren 1990 belangrijke spelers in hun respectievelijke regio‘s, maar op de dag van vandaag

vertegenwoordigen ze nauwelijks nog iemand. Solidarnosc-Rural moest zelfs de Via Campesina

verlaten na de conferentie in Tlaxcala.275

Het kan dan ook geen kwaad om hier te benadrukken dat de Via Campesina zeker niet spreekt voor

alle boeren. Vooreerst vertegenwoordigt de beweging lang niet alle boeren en plattelandswerkers uit

de regio‘s waar ze actief is. In Rusland, Centraal-Azië, China, het Midden-Oosten en Noord-Afrika is

ze zelfs gewoon niet actief.276

Bondgenoten zijn voor elke beweging, ook voor een mondiale zoals de Via Campesina, noodzakelijk.

De Via Campesina waakt er angstvallig over met welke organisaties ze in zee gaat. Bijzonder

wantrouwen geldt daarbij NGO‘s, die trouwens ook geen lid kunnen worden van de Via Campesina.

Nochtans kunnen NGO‘s bijzonder nuttige partners zijn voor een transnationale boerenbeweging. Ze

zijn de meest stabiele verstrekkers van fondsen en hebben vaak toegang tot gebieden waar de

beweging zelf geen contacten heeft.277

Naast de belangrijke organisatorische verschillen tussen NGO‘s

en grassroots-based peasant movements278

ligt de verklaring voor het diepe wantrouwen vooral in het

feit dat ‗When the Via Campesina surfaced, the international space was also filled by numerous

national and international development NGOs as well as research institutions working on issues of

agriculture and food security. Because many of these NGOs worked closely with rural organizations –

and even though the NGOs had not been given the mandate – they often found themselves

―representing‖ and speaking ―on behalf‖ of and defending the interests of peasants and small-scale

farmers in the international arena. Even with the best of intentions, this type of interlocution can often

lead to misrepresentation. Farming people often did not recognize ther own voices when they were

communicated back to them.‘279

Vele organisaties die betrokken waren bij de oprichting van de Via

Campesina hadden slechte ervaringen met samenwerking met NGO‘s. Vaak volgen NGO‘s vooral hun

eigen agenda, bijvoorbeeld bij onderhandelingen – waarbij zelden boeren en boerenleiders betrokken

worden – of bij het verwerven en spenderen van financiële ondersteuning.280

De Via Campesina zelf

kreeg als eerste tegenstander, nog voor de oprichting ervan, een NGO. Bij de top in Managua in 1992

en ook bij de follow-up daarvan was de Nederlanse Paulo Freire Stichting (hierna PFS) nauw

274

BORRAS, S. M. JR. ‗La Via Campesina and its Global Campaign for Agrarian Reform.‘, p. 275 275

BORRAS, S. M. JR., EDELMAN, M. en KAY, C. ‗Transnational Agrarian Movements: Origins and Politics,

Campaigns and Impact.‘, p. 184 276

http://viacampesina.org/en/index.php?option=com_wrapper&view=wrapper&Itemid=71, laatst geraadpleegd

op 06/07/2010; BORRAS, S. M. JR., EDELMAN, M. en KAY, C. ‗Transnational Agrarian Movements: Origins and

Politics, Campaigns and Impact.‘, p. 184 277

BORRAS, S. M. JR., EDELMAN, M. en KAY, C. ‗Transnational Agrarian Movements: Origins and Politics,

Campaigns and Impact.‘, p. 197 278

MARTINEZ-TORRES, M. E. en ROSSET, P. M. ‗La Via Campesina: the birth and evolution of a transnational

social movement.‘, p. 157-158; DESMARAIS, A. A. La Via Campesia. Globalization and the power of peasants.,

p. 90-91 279

DESMARAIS, A. A. La Via Campesia. Globalization and the power of peasants., p. 90 280

DESMARAIS, A. A. La Via Campesia. Globalization and the power of peasants., p. 90-92; MARTINEZ-TORRES,

M. E. en ROSSET, P. M. ‗La Via Campesina: the birth and evolution of a transnational social movement.‘, p. 157-

158

Page 50: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE

49

betrokken. Reeds bij de voorbereiding van wat de eerste conferentie van de Via Campesina, in Bergen,

zou worden rezen er spanningen tussen de betroken boerenleiders en de PFS. Knelpunten waren de

bestaansreden van de Via Campesina, wie zou beslissen over lidmaatschap en welke rol NGO‘s in de

organisatie toebedeeld zouden krijgen. Voor de PFS moest de Via Campesina een internationaal

onderzoeksprogramma voor boerenorganisaties worden, waarvan ook de IFAP deel kon uitmaken. De

essentie van de top in Managua was voor de boerenleiders echter de duidelijke formulering van de

noodzaak om een alternatief ontwikkelingsprogramma, tegengesteld aan het dominante neoliberale

model, op poten te zetten. Dat alternatief moest gefundeerd en vormgegeven worden door collectieve

analyses, gezamenlijke acties en solidariteit onder boerenorganisaties in Noord en Zuid.

Het mag dan ook niet verbazen dat het al op de eerste dag van de top in Bergen fout liep, vooral toen

bleek dat de PFS in een publicatie een maand op voorhand de Via Campesina had verkocht als een

onderzoeksproject en op die basis ook al geldschieters had gezocht. Voor de boerenleiders was dit

onderzoeksproject een mogelijk aspect van een veel groter opzet. Zij vonden dat zij de controle over

de inhoud en het verloop van de conferentie hoorden te krijgen en wijzigden de agenda. ‗Most

importantly, they sought to form a farmer-led, autonomous peasant and farm movement of progressive

organizations that would strive to build the capacity to articulate joint positions and policies in

opposition to the neo-liberal model advocated by many national governments and international

institutions. Many of the farm leaders gathered in Mons did not see IFAP as an ally. Indeed, they saw

the formation of the Via Campesina as a much needed and radical alternative to the IFAP.‘281

Uiteindelijk verlieten de afgevaardigden vande PFS de conferentie, die werd overgenomen door de

aanwezige boerenleiders. De net opgerichte Via Campesina verzocht de PFS om de rol van technisch

secretariaat van de beweging op zich te nemen, maar de spanningen bleven oplopen. In April 1994

zaten vertegenwoordigers van de ICC samen met het bestuur van de PFS om nog eens nadrukkelijk uit

te leggen wat ze van de PFS verwachtte – tevergeefs, want de PFS bleef de Via Campesina zien als

een platform met als doel onderzoek en het op gang trekken van projecten. Maar het doel van de

boerenleiders in Bergen was ‗creating an international, farmer-driven, autonomous peasant and farm

movement. In Mons farmers had taken ownership of the Via Campesina, and then they had spent the

following year giving the movement shape, form, and content to fit their needs.‘282

Nadat de PFS in

een brief had gesuggereerd dat de Coordination Paysanne Européenne (hierna CPE) haar

bevoegdheden als algemeen coördinator van de Via Campesina haar boekje te buiten ging283

nam de

ICC de taken van de PFS over.284

Het wantrouwen van de boerenbeweging tegenover NGO‘s is dan

ook niet verbazingwekkend. In haar beginjaren was het voor de Via Campesina van het grootste

belang om zelf een autonome positie te veroveren en die te vrijwaren. ‗They [de peasants] take their

seat at the table in their own name, pushing aside NGOs and others who had previously ‗spoken on

behalf‘ of rural peoples, with the clear message that ‗we are here and we can speak for ourselves‘.‘285

In die aanvangsjaren sloot de Via Campesina geen bondgenootschappen af. Na de derde conferentie

van de beweging in Bangalore in 2000 begon de Via Campesina zelf allianties aan te gaan met andere

bewegingen die dezelfde vijanden onder vuur namen en nemen. Tegen die tijd was de beweging

aanzienlijk sterker geworden, waardoor ze de zoektocht naar bondgenoten kon beginnen vanuit een

machtspositie. Tussen 2000 en 2003 verwierf de Via Campesina een leiderspositie binnen de ‗civil

281

DESMARAIS, A. A. La Via Campesia. Globalization and the power of peasants., p. 94 282

idem, p. 96 283

‗Unfortunately… the CPE seems to have confused its role as general coordinator of La Via Campesina iwht

that of being promoter for a new peasant grouping.[…].‘ DESMARAIS, A. A. La Via Campesia. Globalization and

the power of peasants., p. 95-96 284

idem, p. 90-98 285

MARTINEZ-TORRES, M. E. en ROSSET, P. M. ‗La Via Campesina: the birth and evolution of a transnational

social movement.‘, p. 157

Page 51: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE

50

society‘. De beweging is sinds 2002 ook deel van het Wereld Sociaal Forum dat het jaar daarvoor voor

het eerst plaatsvond in Porto Alegre, in Brazilië.286

Vanuit die leiderspositie werkt de Via Campesina samen met een select aantal NGO‘s. Dit zijn onder

andere FoodFirst Information and Action Network (FIAN), Land Research and Action Network

(LRAN), het Nederlandse Oxfam-Novib en de Inter-Church Organization for Development

Cooperation (ICCO). Deze laatste twee bieden financiële ondersteuning.287

Daarnaast maakt de Via Campesina ook deel uit van het netwerk van International Planning Comittee

(IPC) for Food Sovereignty. De Via Campesina voert een duidelijk beleid dat erop gericht is allianties

uit te bouwen met plattelandsbewegingen uit andere sectoren, en het IPC for Food Sovereignty biedt

daarvoor een bruikbaar uitgangspunt. ‗To date, however, Via Campesina has been able to work more

closely with peasant women, fisherfolk and indigenous peoples and less with organized rural workers,

despite […] how fundamental the alliance of farmers and rural workers would be in the struggle agains

neoliberalism.‘288

Het uitbouwen van dergelijke allianties wordt bemoeilijkt door het feit dat de

belangen van de verschillende soorten bewegingen elkaar vaak doorkruisen, wat ervoor zorgt dat ze

met elkaar moeten concurreren bij het verwerven van een achterban of financiële steun van NGO‘s.289

Tenslotte onderhoudt de Via Campesina ook bondgenootschappen op basis van thematische

eensgezindheid. ‗These are usually multi-class and multi-sectoral alliances, cutting across the rural-

urban and global north-south divides.‘290

Voorbeelden zijn de campagnes tegen GMO‘s, of de Global

Campaign for Agrarian Reform waarbij de via Campesina onder meer samenwerkt met FIAN en

LRAN.291

3.4 Praktijk

Voorafgaand op dit luik wil ik er op wijzen dat de opsomming van voorbeelden zeker niet volledig is.

Mijn bedoeling is vooral een gefundeerde impressie geven van de manier waarop de Via Campesina

actie voert. Daarom zocht ik voorbeelden die elkaar aanvullen om zo een zo correct mogelijk beeld te

verkrijgen, veeleer dan een volledige opsomming te proberen te maken.

De Via Campesina hanteert diverse strategiën voor haar verzet. De WTO, de Wereldbank, het IMF en

dergelijke meer, en recenter ook TNC‘s worden door de beweging gezien als ‗clear enenemies‘. De

aanpak die daarvoor gehanteerd wordt is ‗not dialogue, just demonstrate resolute opposition.‘292

Onder

andere talrijke betogingen en protestmarsen; maar ook blokkades en bezettingen, bijvoorbeeld van de

haven van Mangalore in India eind 2009; hongerstakingen; brandstichtingen; het ontmantelen van een

vestiging van Mc Donalds in Frankrijk in 1999; het storten van tonnen aarde en de aanleg van velden

daarop in het centrum van steden waar internationale tops van bijvoorbeeld de WTO doorgaan zijn

286

idem, p. 160 287

BORRAS, S. M. JR., EDELMAN, M. en KAY, C. ‗Transnational Agrarian Movements: Origins and Politics,

Campaigns and Impact.‘, p. 197 288

idem, p. 198; http://www.foodsovereignty.org/new/focalpoints.php laatst geraadpleegd op 06/07/2010 289

BORRAS, S. M. JR., EDELMAN, M. en KAY, C. ‗Transnational Agrarian Movements: Origins and Politics,

Campaigns and Impact.‘, p. 198 290

ibidem 291

idem, p. 198; BORRAS, S. M. JR. ‗La Via Campesina and its Global Campaign for Agrarian Reform.‘, p. 265-

266 292

MARTINEZ-TORRES, M. E. en ROSSET, P. M. ‗La Via Campesina: the birth and evolution of a transnational

social movement.‘, p. 160; BORRAS, S. M. JR. ‗La Via Campesina and its Global Campaign for Agrarian

Reform.‘, p. 268

Page 52: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE

51

voorbeelden van hoe dat in praktijk ingevuld wordt.293

‗This resistance took an extreme turn on

September 10, 2003—the first day of the Fifth Ministerial Meeting of the World Trade Organization

(WTO) held in Canc n, Mexico—with the tragic death of the Korean farm leader, Lee Kyung Hae.

Lee, along with 120 other Koreans, had joined the V a Campesina delegation in Canc n in an effort to

get the WTO out of agriculture. Wearing a sign that read "WTO kills farmers," Lee walked up to the

high wire fence that had been built to "protect" trade negotiators from protestors and stabbed himself

to death.‘294

Protest zonder draagvlak sorteert echter geen effect, en dat weten ook de boerenleiders van de Via

Campesina. Daarom worden naast, en vaak samenhangend met de hierboven opgesomde vormen van

protest ook acties georganiseerd waarbij de nadruk ligt op het informeren en mobiliseren van de

publieke opinie. Voorbeelden daarvan zijn film- en discussieavonden, exposities, muziekoptredens,

conferenties, symbolische seed exchange-acties, workshops allerhande, conferenties, de aanleg van

groentetuinen in stadsparken, publieke maaltijden met biologisch geteelde voedingswaar, het

organiseren van een ‗GMO-free cafetaria‘ in de universiteit van Eberswalde bij Berlijn,

flyercampagnes zoals de reeds vermelde affichecampagne van het VAC, enzovoort.295

De Via

Campesina probeert ook druk te zetten op bepaalde instanties om haar belangen te verdedigen.

Voorbeelden hiervan zijn petitiecampagnes, open brieven naar overheden en instellingen; maar er zijn

ook meer symbolische voorbeelden, zoals de actie van het Canadese NFU waarbij boeren zaden

opstuurden naar parlementairen in een campagne tegen Monsanto, een van de grote TNC‘s die zich

bezighoudt met landbouw en GMO‘s.

Doorgaans hanteert de Via Campesina een strategie van protest en confrontatie, maar af en toe, en

alleen bij welbepaalde instituten kiest de beweging voor een diplomatische aanpak of stelt ze zich zelfs

coöperatief op.296

‗In general, they [de Via Campesina] tend to favour the UN system that adheres to a

‗one country – one vote‘ representation mechanism, which helps to explain its critical but

collaborative relationships with some groups within the Food and Agriculture Organisation of the UN

(FAO) and the International Fund for Agricultural Development (IFAD).‘297

Met deze organisaties is

de Via Campesina bereid te onderhandelen, mee te werken en zelfs gezamenlijke initiatieven en

projecten op touw te zetten.298

Meestal probeert de Via Campesina daarbij het debat van een

theoretish-technische invalshoek te verschuiven naar het morele terrein van goed en kwaad. ‗This has

293

http://viacampesina.org/en/index.php?option=com_content&view=article&id=937:india-bku-farmers-protest-

all-over-uttar-pradesh&catid=21:food-sovereignty-and-trade&Itemid=38, laatst geraadpleegd op 04/08/2010;

http://viacampesina.org/en/index.php?option=com_content&view=article&id=930:haitian-peasants-march-

against-monsanto-company-for-food-and-seed-sovereignty&catid=49:stop-transnational-

corporations&Itemid=76, laatst geraadpleegd op 04/08/2010;

http://viacampesina.org/en/index.php?option=com_content&view=article&id=470:via-campesina-supports-anti-

gmos-hunger-strikers&catid=22:biodiversity-and-genetic-resources&Itemid=37 en

http://viacampesina.org/en/index.php?option=com_content&view=article&id=472:france--victory-for-the-anti-

gmo-hunger-strikers&catid=22:biodiversity-and-genetic-resources&Itemid=37, laatst geraadpleegd op

05/07/2010; DESMARAIS, A. A. La Via Campesia. Globalization and the power of peasants., p. 137 294

http://viacampesina.org/en/index.php?option=com_content&view=article&id=251:united-in-the-

vcampesina&catid=33:3-bangalore-2000&Itemid=55, laatst geraadpleegd op 05/07/2010 295

http://viacampesina.org/en/index.php?option=com_content&view=article&id=903:list-of-worldwide-actions-

for-april-17-2010-&catid=26:17-april-day-of-peasants-struggle&Itemid=33, laatst geraadpleegd op 04/08/2010 296

MARTINEZ-TORRES, M. E. en ROSSET, P. M. ‗La Via Campesina: the birth and evolution of a transnational

social movement.‘, p. 162 297

ibidem; BORRAS, S. M. JR. ‗La Via Campesina and its Global Campaign for Agrarian Reform.‘, pp. 268-269 298

BORRAS, S. M. JR. ‗La Via Campesina and its Global Campaign for Agrarian Reform.‘, p. 269

Page 53: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE

52

proven to be an effective strategy for shifting the terms of the debate on many of the issues that La Via

Campesina addresses.‘299

Grofweg vallen de acties van de Via Campesina dus op te delen in twee categoriën. Enerzijds zijn er

op confrontatie gerichte campagnes die op lokaal, nationaal en internationaal vlak worden gevoerd

tegen bepaalde instituties en tegen TNC‘s; anderzijds stelt de Via Campesina zich coöperatief op

tegenover andere instellingen. ‗These two broadly different types of approaches […] are seen as

mutually reinforcing. Negotiations with other agensies would be weak without the real threat that Via

Campesina can actually resort to militant forms of actions against them; conversely, purely ‗expose

and oppose‘ actions without intermittent negotiations would project the movement as unreasonable.‘300

De Via Campesina is niet alleen actief op het internationale toneel. De beweging bestaat uit

organisaties die actief zijn op lokaal en nationaal vlak, en dus wil en moet ze ook op die niveaus nauw

betrokken zijn. Het is op het lokale vlak dat het hele opzet van de Via Campesina gegrondvest moet

worden. ‗Thus, the Vía Campesina helps strengthen local struggles for greater access to and control

over productive resources such as land, credit, seeds, and water; it also helps marginalized peoples

have a greater say in defining community and national agriculture policies. For example, when the

tsunami hit some coastal areas of Asia on December 26, 2004, the Vía Campesina quickly responded

by launching an international fund-raising campaign. A crucial component of this campaign is that the

Vía Campesina—led by the Federation of Indonesian Peasant Unions (FSPI), the new Operational

Secretariat of the Vía Campesina based in Jakarta—is distributing resources directly to local

organizations of fisherfolk and peasant families so that they can define their own priorities concerning

relief and reconstruction.‘301

Belangrijk bij alle acties van de Via Campesina is de mediatisering ervan.302

Een cruciaal hulpmiddel

daarbij waarvan de beweging het gebruik zelf in handen heeft is het internet. Van alle acties en

bijeenkomsten waarbij de beweging betrokken is worden aankondigingen, verslagen en

beeldmateriaal, press releases, officiële verklaringen, enzovoorts verspreid via de website van de Via

Campesina, maar ook door middel van een elektronische nieuwsbrief.303

Het internet maakt het

mogelijk om alle individuele acties te bundelen in een mondiale beweging. De Via Campesina

publiceert ook dossiers over onderwerpen zoals de link tussen industriële landbouw en

klimaatopwarming, case studies over de schending van mensenrechten in Brazilië door Syngenta,

maar ook gebundelde uitgaves van beleidsdocumenten van de beweging. Ook voor de verspreiding

hiervan is het internet cruciaal. De meeste van die publicaties kunnen trouwens gedownload worden

van de website van de Via Campesina.304

3.5 De tegenstanders

Zoals uit de eisen van de Via Campesina duidelijk naar voor komt is de vijand die de beweging

probeert onderuit te halen het globaal dominante neo-liberale economische systeem. ‗The Via

299

MARTINEZ-TORRES, M. E. en ROSSET, P. M. ‗La Via Campesina: the birth and evolution of a transnational

social movement.‘, p. 162 300

BORRAS, S. M. JR. ‗La Via Campesina and its Global Campaign for Agrarian Reform.‘, p. 268-269 301

http://viacampesina.org/en/index.php?option=com_content&view=article&id=251:united-in-the-

vcampesina&catid=33:3-bangalore-2000&Itemid=55, laatst geraadpleegd op 06/07/2010 302

BORRAS, S. M. JR. ‗La Via Campesina and its Global Campaign for Agrarian Reform.‘, p. 269 303

tussen begin oktober 2009 en begin juli 2010 ontving ik 46 nieuwsbrieven per email van de Via Campesina 304

http://www.viacampesina.org/en/index.php?option=com_content&view=section&layout=blog&id=8&Itemid=

30, laatst geraadpleegd op 05/07/2010

Page 54: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE

53

Campesina emerged in explicit rejection of neo-liberal agricultural policies and as a direct response to

the GATT negotiations‘ exclusion of the concerns, needs, and interests of people who actually work

the land and produce the world‘s food.‘305

Zoals reeds gezegd werd de beweging opgericht op het

moment dat de GATT-onderhandelingen ten einde liepen en de WTO als permanent orgaan met

bevoegdheden over landbouw werd gevestigd. In eerste instantie richt de Via Campesina zijn acties

dan ook tegen de institutionele ankers van het systeem, zoals de WTO, de Wereldbank, het IMF, de

G8, enzovoort. Naast rechtstreekse acties tegen deze instellingen zelf neemt de Via Campesina ook de

programma‘s die ze propageren en opleggen onder vuur.

In wezen gaat de strijd die de Via Campesina voert dieper dan verzet tegen deze internationale

instituten. In de slotverklaring van de 5e conferentie van de Via Campesina in Maputo, Mozambique in

2008 wordt gesteld: ‗These crises [de voedselcrisis, de klimaatcrisis, de energiecrisis en de financiële

crisis] have common origins in the capitalist system and more recently in the unrestrained de-

regulation in various spheres of economic activity, as part of the neo-liberal model, which gives

priority to business and profit. In the rural zones of the world, we have seen a ferocious offensive of

capital and of transnational corporations (TNCs) to take over land and natural assets (water, forests,

minerals, biodiversity, land, etc.) […]‘306

Het probleem is dus voor de Via Campesina structureel

aanwezig in het kapitalistische systeem. De belangrijkste actoren in dat kapitalistische systeem, naast

de instellingen die hierboven reeds vermeld werden en fungeren als institutineel anker en behoerders

van het systeem, zijn transnationale ondernemingen. En, aldus de Maputo Declaration, ‘Our

reflections have made it clear to us that multinational corporations and international finance capital are

our most important common enemies, and that as such, we have to bring our struggle to them more

directly. They are the ones behind the other enemies of peasants, like the World Bank, the

International Monetary Fund (IMF), the World Trade Organisation (WTO) and the FTAs and EPAs,

neoliberal governments, as well as aggressive economic expansionism, imperialism and militarism.

Now is the time to redouble our struggle against FTAs and EPAs, and against the WTO, but this time

more clearly indicating the central role played by the TNCs.‘307 En dus richt de Via Campesina zijn

pijlen ook op de grote transnationale ondernemingen die actief zijn in de agro-industrie, en dan in het

bijzonder op Monsanto, Syngenta, Du Pont, Bayer, Cargill, BASF en Dow.308

Voor de volledigheid moet hier ook nog vermeld worden dat de organisaties en bewegingen die lid

zijn van de Via Campesina de strijd ook voeren op lokaal, nationaal en regionaal vlak. Daar worden

naast TNC‘s nog andere tegenstanders bekampt, zoals bijvoorbeeld de lokale, regionale, en nationale

overheden.309

De Via Campesina fungeert dus ook als globaal kader waardoor deze ‗kleinschaliger‘

verzetspogingen niet geïsoleerd zijn, maar deel uitmaken van coherent verzet op alle niveaus.

305

DESMARAIS, A. A. La Via Campesia. Globalization and the power of peasants, .p. 77 306

http://viacampesina.org/en/index.php?option=com_content&view=article&id=623:declaration-of-maputo-v-

international-conference-of-la-via-campesina&catid=47:declarations&Itemid=70, laatst geraadpleegd op

04/07/2010 307

idem 308

MARTINEZ-TORRES, M. E. en ROSSET, P. M. ‗La Via Campesina: the birth and evolution of a transnational

social movement.‘, p. 165, DESMARAIS, A. A. La Via Campesia. Globalization and the power of peasants., p. 50 309

PATEL, R. ‗International Agrarian Restructuring and the Practical Ethics of Peasant Movement

Solidarity.‘ in: Journal of Asian and African Studies. Vol. 41, nr. 1&2., p.89 - 90; MARTINEZ-TORRES,

M. E. en ROSSET, P. M. ‗La Via Campesina: the birth and evolution of a transnational social

movement.‘, p. 169

Page 55: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE

54

Ook het IFAP en vele NGO‘s worden door de Via Campesina als tegenstanders gezien, zij het van een

andere orde dan de hierboven besproken doelwitten. Beide kwamen reeds eerder aan bod, daarom

wordt er hier niet dieper op ingegaan.

3.6 De resultaten

Even rondkijken in de doorsnee supermarkt volstaat om te weten dat de Via Campesina nog lang niet

al zijn doelstellingen heeft kunnen waarmaken. Daaruit concluderen dat bijna 17 jaar mondiaal

coherent boerenverzet op alle niveaus tot niets geleid heeft zou echter voorbijgaan aan een aantal

belangrijke verwezenlijkingen die de boeren van de Via Campesina op hun conto mogen schrijven.

Vooreerst zijn de boerenleiders van de Via Campesina erin geslaagd van onderuit een onafhankelijke

beweging uit te bouwen waarin hun respectievelijke organisaties en bewegingen zich thuis voelen en

herkennen zonder daarbij hun autonomie te verliezen. Torres en Rosset noemen de Via Campesina ‗an

international alliance of peasant and family farmer organisations‘ die lokale, nationale en regionale

organisaties samenbrengt om ook op internationaal verzet te kunnen bieden; maar ‗La Via Campesina

is also a transnational social movement, with roots in Latin America, that has been able to create an

international peasant discourse and identity in tune with the times, without trying to build a political

party structure.‘310

En, aldus Desmarais, ‗Reclaiming the meaning of peasant is perhaps one of the Via

Campesina‘s most important accomplishments.‘311

Met andere woorden, het bestaan van de Via

Campesina als internationale boerenbeweging mag al een succes genoemd worden.

Bovendien is de beweging erin geslaagd om ondanks, of correcter, dankzij de diversiteit waardoor ze

gekenmerkt wordt een geloofwaardig alternatief te construeren voor het dominante neoliberale

agrarische model en dat ook als dusdanig naar voor te schuiven.312

Al moet hierbij ook opgemerkt

worden dat consequent zijn in de praktijk soms moeilijk is. Zo gebruiken vele leden van de MST,

vooral in het zuiden van Brazilië genetisch gemodifieerd zaad voor sojabonen. Nochtans is het MST

één van de organisaties die deel is van de Via Campsina, en beide zijn nadrukkelijk tegen het bestaan

en derhalve ook tegen het gebruik van GMO‘s.313

De impact van het verzet dat de Via Campesina voert is moeilijker in te schatten. Het spreekt voor zich

dat sommige vormen van verzet direct resultaat opleveren. Het platbranden van velden waarop GMO‘s

gekweekt worden, bijvoorbeeld314

; of gigantische protestacties met bijzonder ontregelend effect bij

vergaderingen van de WTO-top zoals in Cancun, Hong Kong, Genève, enzovoort, met als gevolg

uitstel van de onderhandelingen.315

Dergelijke acties kunnen dan wel erg vervelend en hinderlijk zijn,

ze halen het systeem niet onderuit. Ze houden de druk wel op de ketel en fungeren als een serieuze

310

MARTINEZ-TORRES, M. E. en ROSSET, P. M. ‗La Via Campesina: the birth and evolution of a transnational

social movement.‘, p. 169 311

DESMARAIS, A. A. La Via Campesia. Globalization and the power of peasants., p. 196 312

MARTINEZ-TORRES, M. E. en ROSSET, P. M. ‗La Via Campesina: the birth and evolution of a transnational

social movement.‘, p. 169 313

WITTMAN, H. ‗Reworking the metabolic rift: La Via Campesina, agrarian citizenship, and food sovereignty.‘

in: Journal of Peasant Studies. Vol. 36, nr. 4 (oktober 2009), p. 818 314

http://www.viacampesina.org/en/index.php?option=com_content&view=article&id=930:haitian-peasants-

march-against-monsanto-company-for-food-and-seed-sovereignty&catid=49:stop-transnational-

corporations&Itemid=76, laatst geraadpleegd op 04/08/2010 315

http://viacampesina.org/en/index.php?option=com_content&view=article&id=197:the-fall-of-the-

wto&catid=24:10-years-of-wto-is-enough&Itemid=35, laatst geraadpleegd op 07/07/2010

Page 56: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE

55

stok achter de deur bij de onderhandelingen die de Via Campesina voert met andere actoren op het

internationale niveau, zoals de FAO.

Misschien biedt een concreet voorbeeld veruit de beste mogelijkheden om een beeld te krijgen van de

impact van de Via Campesina op internationaal beleidsniveau. Saturnino M. Borras Jr. onderzocht

nauwkeurig de Global Campaign for Land Reform (GCAR) die de Via Campesina in 1999 – 2000 op

gang trok als reactie op de toenmalige visie op landhervorming, waarbij oriëntatie op de markten

centraal stond – de zogenoemde Market-Led Agrarian Reform (MLAR).316

De GCAR was bijzonder

belangrijk voor de ontwikkeling van de Via Campesina. De campagne zorgde voor een versnelling van

het globaal linken (Borras gebruikt hiervoor de term externalisation) van lokale en nationale

knelpunten, wat de Via Campesina als beweging sterker maakte; de Via Campesina moest ook op zoek

naar bondgenoten om de campagne te ondersteunen – bondgenoten die ze vond in FIAN en LRAN; en

de twee voorgaande processen maakten het duidelijk formuleren van gemeenschappelijke belangen en

een gemeenschappelijk doelwit noodzakelijk. De GCAR zorgde er ook voor dat moderne

communicatie- en transportmogelijkheden snel ingang vonden in de Via Campesina. Dit alles hielp de

beweging om een autonome positie te verwerven, onafhankelijk van de IFAP en NGO‘s allerhande; en

om diverse actievormen te combineren tot een eigen coherente strategie.317

Borras onderzocht de

impact van de campagne aan de hand van vijf domeinen. De Via Campesina slaagde er met de GCAR

in om bepaalde impulsen te geven aan het debat over landhervormingen, zowel op het internationale

vlak als lokaal. Ten dele genereerde de campagne zelfs een (zij het minimale) verandering in het

gedrag van bepaalde actoren zoals de FAO en de IFAD. Geweld op het platteland, nochtans een lokaal

doelwit van de campagne lijkt, echter niet afgeremd. De Via Campesina slaagde er evenmin in beloftes

van beleidsmakers los te weken of structurele veranderingen op internationaal noch op lokaal vlak op

gang te initiëren. Zeer weinig of geen effect sorteerde de campagne in het domein ‗affecting policy‘.318

Dit voorbeeld bevestigt dat de Via Campesina er op eigen kracht in geslaagd is een autonome positie

te verwerven op internationaal vlak. Vanuit deze positie weet ze met succes haar alternatief model te

lanceren en te verdedigen. Tot nog toe verandert dat echter niets structureels aan de werking van het

globale systeem, maar enkele actoren lijken wel oren, zij het voorzichtige oren, te hebben naar

bepaalde aspecten van het discours van de Via Campesina.

316

BORRAS, S. M. JR. ‗La Via Campesina and its Global Campaign for Agrarian Reform.‘, p. 261-262 317

BORRAS, S. M. JR. ‗La Via Campesina and its Global Campaign for Agrarian Reform.‘, 262-269 318

idem, p. 269-273

Page 57: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE

56

III. Conclusie

1. De confrontatie

De grote verschillen tussen tussen de klassieke wetenschappelijke kijk op de peasantry en op peasant

resistance en de manier waarop boeren zich op vandaag profileren komen al duidelijk tot uiting bij het

betekenis geven aan de term ‗peasant‘. In de traditionele literatuur zijn peasants een specifieke

categorie van landbouwers, duidelijk onderscheiden van farmers en landarbeiders. Hun plaats binnen

de maatschappij wordt sterk bepaald door de onderworpen positie die ze innemen – hetgeen zich uit in

de extractie van een deel van wat ze produceren. De boeren die deel uitmaken van de Via Campesina

maken alleen een onderscheid tussen industriële ondernemers en boeren, ongeacht of het nu peasants

in de klassieke zin van het woord, farmers, dan wel landloze boeren of gewone landarbeiders betreft.

Daarbij wordt een zware nadruk gelegd op het feit dat ook vrouwen tot de peasantry behoren en zeker

een evenwaardige positie innemen. Ze zien voedselproductie voor de hele samenleving als een van

hun kerntaken, als een essentiële dienstverlening, en dus zeker niet als een gevolg van een

ondergeschikte maatschappelijke positie – wel integendeel. Zowel in de literatuur als in het discours

van de hedendaagse boer wordt de specifieke relatie van de peasantry met het land dat ze bewerkt

benadrukt. Voor de Via Campesina heeft die relatie grote politieke implicaties.

De theoretische literatuur stelt dat boeren voornamelijk in het geweer komen om hun direct

eigenbelang te verdedigen of onrechtvaardige excessen aan te klagen, eisen stellen met betrekking op

hun onmiddellijke alledaagse leefwereld en slechts in uitzonderlijke gevallen ambiëren de structuur

van de samenleving grondig te hertekenen. Voor de Via Campesina is dat laatste voor de een

noodzakelijke voorwaarde om haar belangrijkste bedoelingen te vervullen. De Via Campesina eist niet

alleen, ze biedt ook een alternatief voor de bestaande toestand. Eigenwaarde en het claimen van een

bepaalde maatschappelijke positie zijn, hoewel anders ingevuld, wel drijfveren voor verzet die zowel

in de literatuur als in de stellingen van de Via Campesina doorklinken.

Wat duidelijk naar voor komt bij het aspect mobilisatie is de cruciale rol die cultuur in dit proces

speelt. In de traditionele literatuur wordt de volkscultuur gezien als mobiliserend instrument; en

binnen de Via Campesina wordt zeer veel nadruk op gelegd op het creëren van een

gemeenschappelijke identiteit gebaseerd op gedeelde culturele wortels. Dat is geen overbodige luxe.

‗Boeren‘ is een categorie die zeer diverse ladingen dekt. In de literatuur wordt dat gezien als een factor

die efficiënt verzet onmogelijk maakt. Diametraal tegenovergesteld is de visie hierover die de Via

Campesina huldigt. Voor de beweging is diversiteit een van de grote sterktes, al moet daarvoor hard

gewerkt worden. Veel meer aandacht wordt in de literatuur echter besteed aan de mogelijkheden voor

fysieke mobilisatie van boeren. Daarbij worden vooral bepaalde delen van de peasantry, en dan met

name middle peasants en boeren uit afgelegen gebieden gezien als mobiliseerbaar. Een eerste

oppervlakkige kijk op de verschillende organisaties die lid zijn van de Via Campesina leert dat deze

groepen op vandaag niet per se in een meer voordelige positie hebben dan anderen. Bij de organisaties

die nauw betrokken waren bij het ontstaan van de Via Campesina speelde de Braziliaanse Movimento

dos Trabalhadores Rurais Sem Terra (MST) zeker een even prominente rol dan de Indische Karnataka

Rajya Raitha Sangha (Karnataka State Farmers Association, KRRS), hoewel landloze boeren in de

literatuur als minder mobiliseerbaar worden bestempeld dan middle peasants.319

Boeren uit ‗afgelegen

319

PATEL, R. ‗International Agrarian Restructuring and the Practical Ethics of Peasant Movement Solidarity.‘, p.

73; MARTINEZ-TORRES, M. E. en ROSSET, P. M. ‗La Via Campesina: the birth and evolution of a transnational

social movement.‘, p. 155

Page 58: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE

57

gebieden‘ lijken op vandaag zelfs minder mobiliseerbaar in het licht van de verzetsstrategie die de Via

Campesina hanteert dan hun collega‘s die meer geïntegreerd zijn in de geglobaliseerde wereld.320

In de

literatuur wordt gesuggereerd dat er vooral gemobiliseerd wordt in tijden van crisis, en zelden

langdurig. De Via Campesina probeert haar leden en boeren tout court permanent te mobiliseren. Dat

gebeurt door middel van actiedagen, opleidingen, campagnes, enzovoort.

De tegenstelling tussen literatuur en het boerenverzet van de Via Campesina komt waarschijnlijk het

sterkst naar voor wanneer het gaat over organisatie. In de literatuur wordt er van uitgegaan dat boeren

niet in staat zijn om verzet effectief te organiseren. Als er al een rudimentaire structuur op poten wordt

gezet is dat te danken aan lokale charismatische figuren. Het ontbreekt boeren aan leiderschap en meer

nog aan visie. Doeltreffende organisatie kan dan ook alleen maar als externe figuren of groepen deze

in handen nemen. De Via Campesina daarentegen profileert zich al van bij haar ontstaan als een

autonome boerenbeweging. De Paulo Freire Stichting (PFS) die zich daar niet wou bij neerleggen

werd aan de kant gezet. De beweging heeft een duidelijke organisatorische structuur die nadrukkelijk

van onderuit opgebouwd is. Het ICC wordt niet geacht de koers van de Via Campesina te bepalen,

maar fungeert als een ondersteunend en coördinerend orgaan dat de autonomie van het lokale niveau

moet garanderen. De ICC dient te zorgen voor een globaal kader voor lokaal verzet. De boeren

beslissen per regio zelf welke boerenorganisaties mogen toetreden, en de Via Campesina waakt

zorgvuldig over haar autonome positie bij het aangaan van bondgenootschappen.

De praktische uiting van het ongenoegen van boeren zoals in de literatuur geschetst lijkt ook vandaag

overeind te blijven bij verzet op lokaal niveau. Brandstichten, sabotages en dergelijke meer komen op

vandaag nog altijd vrij frequent voor. Maar wanneer de Via Campesina actie onderneemt op grotere

schaal worden er andere taktieken gehanteerd: massale protestacties en manifestaties worden

gecombineerd met een coöperatieve opstelling ten opzichte van bepaalde instellingen. De agressievere

lokale acties verlenen kracht aan de Via Campesina als mondiale beweging, terwijl in de omgekeerde

richting het bestaan van een mondiale beweging legitimerend werkt voor het verzet op lokaal vlak.

Belangrijk is dat de Via Campesina ook zelf probeert om een maatschappelijk draagvlak te creëren

voor haar eisen. Acties maken daarom vaak gebruik van symbolische elementen of worden

gecombineerd met uiteenlopende methodes om het verzet te kaderen. Het allergrootste verschil is

echter de openbaarheid van het verzet van de Via Campesina. De beweging probeert zelfs zoveel

mogelijk publiciteit te geven aan haar acties of aan de acties van haar leden, en maakt daarbij gebruik

van moderne communicatiemiddelen. De beweging zet dus bewust één van de belangrijkste aspecten

van everyday forms of resistance zoals Scott daar invulling aan geeft overboord.

Hoewel de literatuur erkent dat de boeren doorgaans wel weten wat de diepere oorzaak is voor de

problemen die zij direct ervaren wordt het ongenoegen toch doorgaans verhaald op lokale personen,

omdat deze binnen het bereik van de boeren zijn. De Via Campesina daarentegen bestrijdt een globaal

systeem. Het verzet wordt op alle niveaus tegelijkertijd gevoerd. Niet alleen lokaal, maar ook over de

landsgrenzen heen, overal waar de beweging voet aan de grond heeft. Internationale instellingen die

dat systeem institutioneel verankeren en multinationale corporaties die binnen dat systeem tot de

belangrijkste actoren gerekend worden zijn daarbij de primaire doelwittten.

Het succes van het boerenverzet wordt in de literatuur op zijn best als minimaal en tijdelijk gezien. De

Via Campesina kan tot nog toe evenmin definitieve overwinningen op zijn conto schrijven, maar toch

320

zie hierover: MALSEED, K. ‗Where There is No Movement: Local Resistance and the Potential for

Solidarity.‘ in: Journal of Agrarian Change, Vol. 8, nrs. 2 & 3 (april en juli 2008). pp. 489-514

Page 59: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE

58

lijkt het verzet van de beweging te lonen. De beweging is er echter wel in geslaagd boeren op een

duurzame manier te organiseren, een effectieve strategie uit te werken en een stem te worden die

invloed heeft op wat op het internationale toneel besproken wordt en hoe. Bovendien slaagt de

beweging er ook in om op bijzonder hardnekkige wijze directe confrontaties aan te gaan met wat ze

beschouwt als clear enemies. Ook daarin mag de Via Campesina een aantal succesjes die vooral

symbolisch gewicht in de schaal werpen op haar naam zetten – getuige daarvan bijvoorbeeld het

herhaaldelijk opschorten van WTO-onderhandelingen ten gevolge van het uit de hand lopen van

massale protestmanifestaties waarin ook de Via Campesina opmerkelijk aanwezig was, en ook in de

toekomst wellicht zal zijn.

Tussen het boerenverzet zoals dat uit de traditionele literatuur naar voor komt en het boerenverzet

zoals de Via Campesina dat vandaag invult lijken dus weinig overeenkomsten te trekken. Voor een

aantal aspecten van het verzet van de Via Campesina zijn de kiemen wel reeds in de literatuur terug te

vinden. Dat geldt met name voor de motivaties van boeren om in opstand te komen en de

tegenstanders die ze selecteren. In de literatuur wordt duidelijk beklemtoond dat boeren doorgaans wel

weet hebben van grotere systemen en actoren en van de diepere oorzaken van hun specifieke

problemen, maar ook beseffen niet de middelen te hebben om daar adequaat op te reageren. Daarom

wordt een lokale vertaling van oorzaken op een ander niveau gezocht. De Via Campesina daarentegen

valt met haar verzet echter primair die achterliggende structuren en actoren aan. Als mondiale

organisatie met een sterke verwevenheid met het lokale niveau is de beweging dan ook in staat die

strijd op elk niveau te voeren. In het licht van het beeld dat in de literatuur bestaat van de peasantry is

het zelfs al ondenkbaar dat boeren een dergelijke beweging weten uit te bouwen.

2. Verklaringen en conclusies

Voor een groot deel kunnen deze verschillen verklaard worden aan de hand van de contexten waarin

boeren veertig à vijftig jaar terug en boeren vandaag leefden en leven. De traditionele werken

aangaande peasant resistance werden grotendeels geschreven tussen het einde van de jaren 1960 en

begin jaren 1980. Zoals in de inleiding gezegd was het de periode van de dekolonisatie, van de

Vietnam-oorlog, en van de green revolution. Het ontwikkelingsdenken bepaalde in grote mate de

manier waarop de belangrijke mogendheden, met de USA voorop, en internationale intstellingen de

wereld na de Tweede Wereldoorlog probeerden te organiseren. Bedoeling was om zo snel mogelijk de

‗achterblijvers‘ op het veld zich te laten ontwikkelen tot moderne, competitieve staten die konden

participeren aan de vrije markt. De Koude Oorlog maakte dat niet alleen wenselijk, maar zelfs

noodzakelijk – althans vanuit het standpunt van de Westerse naties: hoe groter de vrije markt, hoe

kleiner de ademruimte voor het communistische alternatief, de planeconomie.321

Het model dat daarbij

als voorbeeld gold was het 19e-eeuwse traject dat het Westen, en primair West-Europa, had gevolgd

bij het ‗ontsnappen‘ aan het oude economische model, waarin de agrarische sector de belangrijkste

sector was – een model dat geassocieerd werd en vaak nog steeds wordt met inefficiëntie en

hongersnood.322

Daarbij werd voorbijgegaan aan de verwoestende consequenties die de West-

Europese ‗ontsnapping‘ had op de agrarische sector, op het ecologisch evenwicht en op de lokale

321

MCWILLIAMS, W.C. en PIOTROWSKI, H. The World since 1945., p. 43-45 322

VANHAUTE, E.‘From famine to food crisis. What history can teach us about local and global food crises.‘, te

verschijnen, p. 3-4

Page 60: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE

59

bevolking in de koloniale gebieden.323

Vooral in de USA, Canada en Australië werd door

schaalvergroting en monocultuur de basis gelegd voor een nieuw agrarisch model: landbouw, op

industriële leest geschoeid.324

Voor de Tweede Wereldoorlog werden de agrarische opbrengsten van

de geïndustrialiseerde landbouw in de deze gebieden vooral richting West-Europa geëxporteerd.

Tussen 1950 en 1970 hertekenden de USA, de nieuwe grootmacht, dat plaatje grondig. De

landbouwoverschotten werden voortaan geredigeerd richting ‗its informal empire of postcolonial

states on strategic perimeters of the Cold War. Food aid subsidised wages, encouraging selective Third

World industrialisation, and securing loyalty against communism and to imperial markets.

‗Development states‘ internalized the model of national agro-industrialisation [zoals dat onder andere

in de USA bestond325

], adopting Green Revolution technologies, and instituting land reform to dampen

peasant unrest and extend market relations into the countryside.‘ Had het Europese

ontwikkelingstraject op het eind van de 19e eeuw her en der al desastreuze gevolgen met zich

meegebracht in de kolonies, de gevolgen die het opleggen van dit traject als model met zich

meebrachten waren nog erger.326

Agro-industrie, gebaseerd op grootschalige monocultuur

gecombineerd met chemische meststoffen en pesticiden – de green revolution-landbouw – maakte veel

hogere opbrengsten mogelijk dan kleine boeren konden produceren. Die hogere productie zou, in het

licht van het ontwikkelingsverhaal, een uitweg bieden in het hongervraagstuk waarmee grote delen

van de wereld nog steeds kampten. Op hetzelfde moment ‗agribusiness elaborated transnational

linkages between national farm sectors, which were subdivided into a series of specialized agricultures

linked by global supply chains (e.g., the transnational animal protein complex linking

grain/carbohydrate, soy/protein, and lot-feeding.)‘327

McMichael vat deze aan elkaar gelinkte

processen als volgt samen: ‗In other words, as the ‗development project‘ universalized the ‗national‘

model of economic development as a key to completion of the state system, following decolonization,

at the same time a ‗new international division of labour‘ in agriculture began to form around

transnational commodity complexes.‘328

Voor peasants was in dit model geen plaats, het ‗[…] ‖skims‖

the peasants until their basis of survival becomes to weak […].‘329

In de conclusie van zijn Peasant Wars of the Twentieth Century analyseert Wolf uitgebreid de enorme

impact die de verspreiding van het kapitalisme had op boerengemeenschappen in rurale

samenlevingen. Naast ecologische problemen en groeiende overbevolking op het platteland genereerde

het kapitalisme bij zijn verspreiding ook een crisis in de machtsuitoefening binnen samenlevingen.

Onvermijdelijk, aangezien volgens Wolf economische veranderingen altijd voorlopen op de

transformaties van de sociale orde die ze onontkoombaar maken. Een dergelijke overgangsperiode

zindert dan ook van de maatschappelijke spanningen, waarbij nieuwe spelers de facto reeds

belangrijke spelers worden en de oude elites hun macht langzamerhand ondergraven zien als ze niet

opnieuw weten te verankeren. In een dergelijke context falen volgens Wolf de traditionele methodes

van de boeren om te reageren op maatschappelijke problemen, en ‗the peasant rebellions of the

twentieth century are no longer simple responses to local problems, if indeed they ever were. They are

but the parochial reactions to major social dislocations, set in motion by overwhelming societal

323

idem, p. 5-7 324

MCMICHAEL, P. ‗A food regime genealogy.‘ in: Journal of Peasant Studies. Vol. 36, nr. 1. (januari 2009), p.

141 325

ibidem 326

VANHAUTE, E.‘From famine to food crisis. What history can teach us about local and global food crises.‘, te

verschijnen, p. 10; 327

MCMICHAEL, P. ‗A food regime genealogy.‘, p. 141 328

ibidem 329

VANHAUTE, E. ‗The End of Peasantries? Rethinking the Role of Peasantries in a World-Historical View‘, p.

55

Page 61: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE

60

change. the spread of the market has torn men up by their roots […].‘330

Ofwel klampen de boeren zich

dan hardnekkig vast ‗to their traditional institutions, increasingly subverted by the forces which they

were trying to neutralize‘331

; ofwel gaan ze op zoek naar nieuwe antwoorden. Geen van beide

mogelijkheden leek echter veel succes te bieden, zoals in deel I uitvoerig werd aangetoond. Tot dan

toe waren boeren er niet in geslaagd om op eigen houtje effectief het hoofd te bieden aan de

systematische ondermijning van hun overlevingsbasis, laat staan alternatieven te formuleren. In feite

leken de boeren er zelfs niet toe te komen verder te denken dan ‗the bamboo hedge of the village‘.332

In de literatuur wordt een gebrek aan leiderschap en organisatie daarvoor als voornaamste oorzaak

naar voor geschoven. Bij revoluties was de peasantry wel vaak een beslissende factor, wat het belang

van extern leiderschap lijkt te bevestigen; maar doorgaans betekende dat uiteindelijk een verandering

van kwaad naar erger voor de boeren. De al dan niet marxistisch geïnspireerde vooronderstellingen

van de auteurs aangaande de boeren werden dus ogenschijnlijk direct bevestigd door de toenmalige

actuele ontwikkelingen. Het zag er naar uit dat de boeren gewoon overbodig geworden waren en

spoedig ten verzwolgen zouden worden in de wereldwijde transformaties.

Een indruk die nog versterkt werd toen vanaf de jaren 1980 het neoliberalisme het dominante

denkkader werd. In het neoliberale denken is ontwikkeling niet langer vooral een zaak van staten,

maar van de markt. De taak van de staat beperkte zich voortaan vooral tot het garanderen van de

werking van die markt. Overheidsapparaten en bureaucratiën moesten afslanken en zich richten op het

ondersteunen van de economie. Hierboven werden de gevolgen hiervan voor de maatschappelijke

positie van de boeren reeds besproken.333

Maar de neoliberale invulling van het ontwikkelingsdenken

versterkte ook de ‗transnational commodity complexes‘ die in de decennia daarvoor vanuit de agro-

industrie ontstaan waren, ‗[…] incorporating new regions into animal protein chains (e.g. China and

Brazil), consolidating differentiated supply chains including a ‗supermarket revolution‘ for priviliged

consumers of fresh fruits and vegetables, and fish, and generating populations of displaced slum-

dwellers as small farmers leave the land.‘334

Vanhaute voorziet deze beschrijving van McMichael met

cijfers: ‗Between 1950 and 2010 the rural population declines, from 71% to 49%. The numbers of

agricultural population (families living predominantly from agricultural income) drop even more, from

65% in 1950 to 42% in 2000, and they are expected to drop to 38% by 2010 (FAO).‘335

McMichael

ziet sedert de jaren 1980 een ‗emerging global food/fuel agricultural complex‘, dat voorziet in de

massaproductie en –distributie van standaardgoederen. En er is nog meer. Hoewel de verwoestende

gevolgen van de green revolution – onder andere bodemdegradatie, afnemende opbrengsten, en het

vernietigen van biodiversiteit – ondertussen onweerlegbaar duidelijk geworden zijn, en in de praktijk

ook reeds gebleken is dat productie niet de oplossing is voor het hongerprobleem, heeft de agro-

industrie een opvolger klaar. Deze tweede green revolution belooft miraculeuze opbrengsten

afkomstig van genetisch gemanipuleerde zaden – big business in de agro-industrie.

Deze globalisering van de voedselproductie in al zijn facetten van zaad tot de supermarkt vergroot

echter ook de gevoeligheid voor problemen. Triest bewijs daarvan is de voedselcrisis van 2008, waar

in het Westen weinig van doorgedrongen is, maar die wel degelijk ernstige gevolgen had. ‗[…] we

have apparantly moved into a new era of more volatile, wildly fluctuating commodity prices. […]

These kind of fluctuations are largely due to the deregulation of international trade in foodstuffs, the

privatization of grain and other food markets within countries, and, more recently, the entry of

330

WOLF, E.R. Peasant Wars of the Twentieth Century, p. 295 331

idem, p. 282 332

HOBSBAWM, E. ‗Peasants and Politics‘ 333

zie hierboven, p. 30 334

MCMICHAEL, P. ‗A food regime genealogy.‘, p. 141 335

WOLF, E.R. Peasant Wars of the Twentieth Century., p. 50

Page 62: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE

61

speculative capital into commodity trading. Several points are worth mentioning about this type of

market. First, the more a market fluctuates, the more small producers, farmers in this case, are hurt.

Large farmers have financial reserves to weather a price drop and wait for the next upswing, while a

proportion of peasants and family farmers are wiped out every time prices crash. Second, the prices

that farmers get for their crops may drop, but the prices that consumers pay for their food are ―sticky‖;

that is, they go up and ―stick‖, hardly ever dropping again, no matter what raw materials like corn and

wheat may cost. This is a function of corporate power in the marketplace. Finally, even when crop

prices were up in 2007 and 2008, small farmers scarcely benefited, as rising costs of petroleumbased

inputs like fertilizer ate up their earnings, as did the predatory and monopolistic practices of

commodity corporations. The unregulated market created by deregulation, privatization, and free trade

hurts both farmers and consumers, while benefiting TNCs, the private sector, and speculators of all

kinds.‘336

Dit alles lijkt het reeds lang geleden bezegelde lot van de boerengemeenschappen nog eens extra te

verzekeren. Maar de boeren blijken taaier dan gedacht, en de globalisering droeg niet alleen

verwoesting in zich. Zoals gezegd vergrootten de globaliseringsprocessen de kloof tussen stad en

platteland. Contradictorisch genoeg gaf deze verdere marginalisering van de rurale gebieden een duw

in de rug van een aantal jonge autonome boerenorganisaties.337

Bovendien stelde de snelle

verspreiding van moderne (communicatie)technologie, en dan vooral de bijna simultane opgang van

computers en internet, deze organisaties in staat om ook over de landsgrenzen heen verwante geesten

te zoeken en er een duurzame relatie mee uit te bouwen.338

En de boeren grepen hun kans. Hierboven

werd reeds uitvoerig belicht hoe dergelijke contacten aan de basis lagen voor het ontstaan van de Via

Campesina. Het ontstaan en bestaan van de Via Campesina legt echter ook een aantal misvattingen

bloot die in de traditionele literatuur aanwezig zijn. Boeren hebben blijkbaar niet echt behoefte aan

externe leiders om een doeltreffende organisatie uit te bouwen, wel integendeel. Van groter belang

blijken communicatiemiddelen – iets wat Shanin reeds inzag.339

Het idee dat het bewustzijn van een

gedeelde peasantness maar zwak leeft onder de boeren, en dus geen basis kan vormen voor

daadkrachtig en grootschalig verzet, wordt eveneens weersproken door de feiten. Hoewel het moeite

kost blijkt de gedeelde identiteit van boeren zelfs een bijzonder grote bron van kracht te zijn.

3. Slotbedenkingen

Zoals gezegd is een van de belangrijkste doelstellingen van dit onderzoek een beeld schetsen van

hedendaags boerenverzet. Dat is ten dele gelukt. Toch liggen hier nog heel wat mogelijkheden voor

verder onderzoek. De Via Campesina is een beweging die in grote delen van de wereld leden heeft. De

omvang van dit onderzoek laat niet toe om voor elk van deze regio‘s op zoek te gaan naar de

historische wortels van het boerenverzet en de resultaten daarvan met elkaar te vergelijken. Dergelijk

onderzoek zou de wisselwerking tussen de verschillende niveaus binnen de Via Campesina verder

kunnen verhelderen. Bovendien zou het ook nieuwe en diepere inzichten kunnen bieden inzake het

bestaan en functioneren van boerengemeenschappen, niet alleen in het verleden, maar ook vandaag.

336

Rosset,P. food sov in lat am: confronting p. 18 337

MARTINEZ-TORRES, M. E. en ROSSET, P. M. ‗La Via Campesina: the birth and evolution of a transnational

social movement.‘, p. 152 338

BORRAS, S. M. JR. ‗La Via Campesina and its Global Campaign for Agrarian Reform.‘, p. 267 339

SHANIN, T. Defining Peasants, p. 150

Page 63: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE

62

Op die manier kan dergelijk onderzoek ook een bijdrage betekenen bij het ontwikkelen van

noodzakelijke nieuwe theoretische kaders.

Bovendien is het belangrijk te onthouden dat de Via Campesina lang niet overal vertegenwoordigd is.

Zoals gezegd is de beweging niet actief in Rusland, Centraal-Azië, China, het Midden-Oosten en

Noord-Afrika. Dat wil niet alleen zeggen dat de Via Campesina niet dé spreekbuis is voor alle boeren

ter wereld, maar ook dat de manier waarop de Via Campesina verzet vorm geeft niet noodzakelijk

representatief is voor hedendaags boerenverzet in het algemeen. Kevin Malseed verrichte

veldonderzoek naar boerenverzet in Birma, een land waar boeren geen organisatorische structuur

kunnen uitbouwen om hun verzet te coördineren vanwege het dictatoriale militaire bewind. De boeren

werken er vaak wel nauw samen met de Karenrebellen. Hoewel Malseed ook mogelijkheden ziet voor

samenwerking met de Via Campesina is die er vandaag niet.340

Het beeld dat Malseed schetst van het

verzet van de Birmaanse boeren heeft op het eerste zicht veel meer gemeenschappelijk met het beeld

van boerenverzet dat in de traditionele literatuur heerst dan met het beeld dat hierboven geschetst

wordt van het verzet van de Via Campesina. Bovendien bestaan er in de gebieden waar de Via

Campesina wel actief is ook organisaties die geen lid zijn van de beweging, die in sommige gevallen

zelfs belangrijker zijn dan de lokale organisaties die wel lid zijn van de Via Campisina.341

Met andere

woorden: de Via Campesina biedt dan wel een bijzonder interessante invalshoek voor onderzoek naar

hedendaags boerenverzet, dergelijk onderzoek moet zeker aangevuld worden met onderzoek naar

andere vormen van boerenverzet vandaag wil het bijdragen aan een correcter en vollediger zicht op dit

onderwerp.

340

MALSEED, K. ‗Where There is No Movement: Local Resistance and the Potential for Solidarity.‘ pp. 507-512 341

bijvoorbeeld de Naxalieten in India. zie hierover:

Page 64: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE

63

Page 65: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE

64

Bibliografie

1. Boeken

DESMARAIS, A. A. La Via Campesia. Globalization and the power of peasants. Nova Scotia, Londen,

2007, Fernwood Publishing, Pluto Press. 238 p.

DEVREESE R., DHOORE K. en BAETEN, R. Boerengeluk, boerenverdriet.s.l., 2004, Stichting

Boerenlandbouw. 102 p.

ELLIS, F. Peasant economics: farm households and agrarian development. Cambridge, 2000,

Cambridge University Press. XVIII + 309 p.

HOBSBAWM, E. J. Bandits. Londen, 1969, Weidenfield & Nicolson. 128 p.

HOBSBAWM, E. J. Primitive Rebels. Studies in Archaic Forms of Social Movement in the 19th and 20

th

centuries. Manchester, 1959, Manchester University Press. VII + 208 p.

HOBSBAWM, E. J. The Age of Extremes: The Short Twentieth Century 1914 – 1991. Londen, 1994,

Abacus. XII + 627 p.

HOLT-GIMENEZ, E. Campesino a Campesino: Voices from Latin America's Farmer to Farmer

Movement for Sustainable Agriculture. Oakland, 2006, Food First Books. 226 p.

MARX, K. The Eighteenth Brumaire of Louis Bonaparte. Londen, 1926, George Allen & Unwin. S.p.

MCWILLIAMS, W.C. en PIOTROWSKI, H. The World since 1945. A History of International Relations.

Boulder, London, 2005, Lynne Rienner Publishers. 617 p.

ROSS, J. Zapatistas making another world possible Chronicles of resitance 2000-2006. S.l., 2006,

Nation Books. 385p.

SCOTT, J. Weapons of the Weak: everyday forms of peasant resistance. New Haven, 1987, Yale

University Press. XII + 389 p.

SCOTT, J. Domination and the art of resistance: hidden transcripts. New Haven, 1990, Yale

University Press. XVIII + 251 p.

SHANIN, T. Defining Peasants: essays concerning rural societies, expolary economies, and learing

from them in the contemporary world. Oxford, 1990, Blackwell. VI + 348 p.

THORNER, D., KERBLAY, B. en SMITH, R.E.F. (eds.) A. V .Chayanov on the Theory of Peasant

Economy. Homewood, 1966, Irwin. LXXV + 317 p.

WOLF, E. R. Peasants. New Jersey, 1966, Prentice-Hall. XII + 116 p.

WOLF, E.R. Peasant Wars of the Twentieth Century. New York, 1969, Harper & Row. XXIII + 328 p.

Page 66: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE

65

2. Tijdschriftartikelen

BORRAS, S. M. JR. ‗La Via Campesina and its Global Campaign for Agrarian Reform.‘ in: Journal of

Agrarian Change. Vol. 8, nr. 2&3 (april en juli 2008). pp. 258-289

BORRAS, S. M. JR., EDELMAN, M. en KAY, C. ‗Transnational Agrarian Movements: Origins and

Politics, Campaigns and Impact.‘ in: Journal of Agrarian Change. Vol. 8, nr. 2&3 (april en juli 2008).

pp. 196-204

BORRAS, S. M. JR. ‗Agrarian change and peasant studies: changes, continuities and challenges – an

introduction.‘ in: Journal of Peasant Studies. Vol. 36, nr. 1 (januari 2009). pp. 5-31

EDELMAN, M. ‗The Persistence of the Peasantry.‘ in: NACLA Report on the Americas. Vol. 33, Nr. 5

(maart/april 2000). pp. 14-49

EDELMAN, M. ‗Bringing the Moral Economy back in… to the Study of 21st-Century Transnational

Peasant Movements.‘ in: American Antropologist. Vol. 107, nr. 3 (januari 2008). pp. 331-345

EDELMAN, M. ‗Synergies and tensions between rural social movements and professional researchers.‘

in: Journal of Peasant Studies. Vol. 36, nr. 1 (januari2009). pp. 245-265

HOBSBAWM, E.J. ‗Peasants and Politics‘ in: Journal of Peasant Studies. Vol. 1, nr. 1 (oktober 1973).

pp. 3-22

MALSEED, K. ‗Where There is No Movement: Local Resistance and the Potential for Solidarity.‘ in:

Journal of Agrarian Change, Vol. 8, nrs. 2 & 3 (april en juli 2008). pp. 489-514

MARTINEZ-TORRES, M. E. en ROSSET, P. M. ‗La Via Campesina: the birth and evolution of a

transnational social movement.‘ in: Journal of Peasant Studies. Vol. 37, nr. 1 (januari 2010). pp. 149-

175

MCMICHAEL, P. ‗Peasant Prospects in the Neoliberal Age.‘ in: New Political Economy. Vol. 11, nr. 3

(September 2006). pp. 407-418

MCMICHAEL, P. ‗Peasants Make Their Own History, But Not Just as They Please…‘ in: Journal of

Agrarian Change. Vol. 8, nr. 2&3, (april en juli 2008). pp. 205-228

MCMICHAEL, P. ‗A food regime genealogy.‘ in: Journal of Peasant Studies. Vol. 36, nr. 1. (januari

2009). pp. 139-169

PATEL, R. ‗International Agrarian Restructuring and the Practical Ethics of Peasant Movement

Solidarity.‘ in: Journal of Asian and African Studies. Vol. 41, nr. 1&2. (2006). pp. 71-93

PATEL, R. ‗Food Sovereignty.‘ in: Journal of Peasant Studies. Vol. 36, nr. 3. (juli 2009). pp. 663-706

ROSS, E. B. ‗Malthusianism, Capitalist Agriculture, and the Fate of Peasants in the Making of the

Modern World Food System.‘ in: Review of Radical Political Enemics. Vol. 35, nr. 4 (herfst 2003).

pp. 437-461

SHAH, A. en PETTIGREW, J. ‗Windows into a revolution. Ethnographies of Maoism in South Asia.‘ In:

Dialectical Anthropology, Vol. 33, nrs. 3&4 (December 2009). pp. 225-251

Page 67: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE

66

VANHAUTE, E. ‗The End of Peasantries? Rethinking the Role of Peasantries in a World-Historical

View‘ in: Review – Fernand Braudel Center for the Study of Economies, Historical Systems, and

Civilizations. Vol. 31, nr. 1 (2008). pp. 39-59

VANHAUTE, E. en ABBELOOS, J-F. ‗Op zoek naar de wortels van de globale wereld: globalisering

als historisch verhaal.‘ in: Hermes. Tijdschrift van de Vlaamse Vereniging Leraren Geschiedenis.

Vol. 13 (2009). pp. 62-69

VANHAUTE, E. ‗From famine to food crisis. What history can teach us about local and global food

crises.‘, te verschijnen, 18 p.

WITTMAN, H. ‗Reworking the metabolic rift: La Via Campesina, agrarian citizenship, and food

sovereignty.‘ in: Journal of Peasant Studies. Vol. 36, nr. 4 (oktober 2009). pp. 805-826

3. Bijdrages in een verzamelwerk

SHANIN, T. ‗Measuring Peasant Capitalism: The Operationalization of Concepts of Political

Economy‘, in: HOBSBAWM, E.J. (ed.). Peasants in History: Essays in Honour of Daniel Thorner.

Oxford, 1980, Oxford University Press. pp. 89–104

4. Onuitgegeven verhandelingen

VAN DEN ABEELE, C. (promotor: VANHAUTE, E.). De Russische peasant en de collectivisatie in de

jaren 1930: het traditionele verzet tegen oppressie en exploitatie, of een unieke casus? S.l., 2009, s.n..

136 p.

5. Websites

ROSSET, P. ‗Lessons from the Green Revolution‘, op: http://www.foodfirst.org/media/opeds/2000/4-

greenrev.html, laatst geraadpleegd op 17/07/2010. Ook te vinden op:

http://www.soc.iastate.edu/sapp/greenrevolution.pdf, laatst geraadpleegd op 17/07/2010

www.boerenbond.be

www.foodfirst.org

www.arts.regina.ca

http://sureste.cieas.edu.mx

www.ohioswallow.com

www.fernwoodpublishing.ca

www.gdnet.org

Page 68: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE

67

www.smu.ca

www.viacampesina.org

www.foodsovereignty.org

www.vac-vzw.be

www.viacampesina.net