tijdvak 1 jagers & boeren ( - 3000 v. chr)piramide genoemd. hiërarchische opbouw van de...

21
Tijdvak 1 Jagers & Boeren ( - 3000 v. Chr) Artefacten Voorwerpen door de mens gemaakt. Band Vorm waarin een groep jagers/verzamelaars samenleeft. Meestal niet meer dan 100 personen. Carrying Capacity Draagkracht van een gebied om voor een groep jagers/verzamelaars voldoende op te leveren om van te bestaan. Contextuele archeologie: Opvatting dat archeologen onderzoek moeten doen naar de unieke omstandigheden waaronder mensen hebben geleefd en bepalen in hoeverre deze omstandigheden het leven van deze mensen hebben beïnvloed. Continuïteit Een ontwikkeling zet zich voort. Creationisten Dat zijn mensen die geloven dat de aarde en alles wat hierop leeft het gevolg zijn van een Gecreëerde schepping. Cultuurhistorische archeologie Opvatting dat archeologen prehistorische culturen aan de hand van uiterlijke kenmerken moeten beschrijven. Discontinuïteit Een ontwikkeling wordt definitief doorbroken. Egalitair De verschillen tussen mensen zijn beperkt. Elitair Behorend tot een bevoorrechte groep. Evolutietheorie Leer van Charles Darwin waarbij hij er van uitgaat dat de mens langzaam is ontstaan uit aapachtigen. Gedomesticeerd Dat wil zeggen dat mensen zelf gewassen konden laten groeien, dieren tam maken en deze zelf fokten. Genetische manipulatie Erfelijke eigenschappen van gewassen en dieren worden door de mens aangepast. Etno-archeologie Het bestuderen van groepen/stammen die nu ook nog leven van jacht en het verzamelen. Hiërarchie Opbouw van de staat naar macht en/of inkomen, ook wel sociale piramide genoemd. Hiërarchische opbouw van de samenleving De bevolking bestond uit verschillende groepen. Elke groep had bepaalde (voor)rechten en plichten. Bovenaan stond een vorst. De eerste verschillen tussen de mensen waren ontstaan door successen in de landbouw. Historisch denken Veranderingen op de juiste manier in de tijd plaatsen en op een correcte wijze beoordelen of waarderen. Hypothese Vooronderstelling, een voorlopig antwoord op een onderzoeksvraag. Irrigatielandbouw Dor de kunstmatige bevloeiing van water vergrootte men de opbrengst van de landbouw. Logogrammen Schrift van herkenbare afbeeldingen. Rond 3300 voor Christus gebruikt door de Soemeriërs. Megalithische culturen Zijn culturen waarvan de mensen grote (monumentale) bouwwerken van zwerfkeien ( megalieten) maakten. Mesopotamië Komt uit het Grieks en betekent tussen de rivieren. men bedoelt er het huidige Irak en delen van Syrië en Iran mee. Monotheïsme Een cultuur waarin men maar één God vereert. Motief Doel dat wordt nagestreefd. Neolithische revolutie De ontdekking van de landbouw. Nomadisch bestaan Rondtrekkend bestaan. Ohala-cultuur Cultuur die was ontstaan aan de oevers van het meer van Galilea(in het huidige Israël), in het Paleolithicum, ongeveer 20.000 jaar geleden De Oase theorie Theorie van Gordon Childe: de Laatste IJstijd zorgde ervoor dat het klimaat in het Nabije Oosten droger werd. Mensen (en dieren) trokken naar plaatsen waar water voorradig was. Daar gingen zij over op het domesticeren van gewassen en dieren om te kunnen overleven. Oorzaak Waardoor iets ontstaan is. Paleoantropologen Wetenschappers die onderzoek doen naar de oorsprong en ontwikkeling van mensachtigen en de mens. Polytheïsme Een cultuur waar men meer dan één God vereert.

Upload: others

Post on 12-Aug-2020

1 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Page 1: Tijdvak 1 Jagers & Boeren ( - 3000 v. Chr)piramide genoemd. Hiërarchische opbouw van de samenleving De bevolking bestond uit verschillende groepen. Elke groep had bepaalde (voor)rechten

Tijdvak 1 Jagers & Boeren ( - 3000 v. Chr) Artefacten Voorwerpen door de mens gemaakt.

Band Vorm waarin een groep jagers/verzamelaars samenleeft. Meestal niet meer dan 100 personen.

Carrying Capacity Draagkracht van een gebied om voor een groep jagers/verzamelaars voldoende op te leveren om van te bestaan.

Contextuele archeologie:

Opvatting dat archeologen onderzoek moeten doen naar de unieke omstandigheden waaronder mensen hebben geleefd en bepalen in hoeverre deze omstandigheden het leven van deze mensen hebben beïnvloed.

Continuïteit Een ontwikkeling zet zich voort.

Creationisten Dat zijn mensen die geloven dat de aarde en alles wat hierop leeft het gevolg zijn van een Gecreëerde schepping.

Cultuurhistorische archeologie

Opvatting dat archeologen prehistorische culturen aan de hand van uiterlijke kenmerken moeten beschrijven.

Discontinuïteit Een ontwikkeling wordt definitief doorbroken. Egalitair De verschillen tussen mensen zijn beperkt. Elitair Behorend tot een bevoorrechte groep.

Evolutietheorie Leer van Charles Darwin waarbij hij er van uitgaat dat de mens langzaam is ontstaan uit aapachtigen.

Gedomesticeerd Dat wil zeggen dat mensen zelf gewassen konden laten groeien, dieren tam maken en deze zelf fokten.

Genetische manipulatie Erfelijke eigenschappen van gewassen en dieren worden door de mens aangepast.

Etno-archeologie Het bestuderen van groepen/stammen die nu ook nog leven van jacht en het verzamelen.

Hiërarchie Opbouw van de staat naar macht en/of inkomen, ook wel sociale piramide genoemd.

Hiërarchische opbouw van de samenleving

De bevolking bestond uit verschillende groepen. Elke groep had bepaalde (voor)rechten en plichten. Bovenaan stond een vorst. De eerste verschillen tussen de mensen waren ontstaan door successen in de landbouw.

Historisch denken Veranderingen op de juiste manier in de tijd plaatsen en op een correcte wijze beoordelen of waarderen.

Hypothese Vooronderstelling, een voorlopig antwoord op een onderzoeksvraag.

Irrigatielandbouw Dor de kunstmatige bevloeiing van water vergrootte men de opbrengst van de landbouw.

Logogrammen Schrift van herkenbare afbeeldingen. Rond 3300 voor Christus gebruikt door de Soemeriërs.

Megalithische culturen Zijn culturen waarvan de mensen grote (monumentale) bouwwerken van zwerfkeien ( megalieten) maakten.

Mesopotamië Komt uit het Grieks en betekent tussen de rivieren. men bedoelt er het huidige Irak en delen van Syrië en Iran mee.

Monotheïsme Een cultuur waarin men maar één God vereert. Motief Doel dat wordt nagestreefd. Neolithische revolutie De ontdekking van de landbouw. Nomadisch bestaan Rondtrekkend bestaan.

Ohala-cultuur Cultuur die was ontstaan aan de oevers van het meer van Galilea(in het huidige Israël), in het Paleolithicum, ongeveer 20.000 jaar geleden

De Oase theorie

Theorie van Gordon Childe: de Laatste IJstijd zorgde ervoor dat het klimaat in het Nabije Oosten droger werd. Mensen (en dieren) trokken naar plaatsen waar water voorradig was. Daar gingen zij over op het domesticeren van gewassen en dieren om te kunnen overleven.

Oorzaak Waardoor iets ontstaan is.

Paleoantropologen Wetenschappers die onderzoek doen naar de oorsprong en ontwikkeling van mensachtigen en de mens.

Polytheïsme Een cultuur waar men meer dan één God vereert.

Page 2: Tijdvak 1 Jagers & Boeren ( - 3000 v. Chr)piramide genoemd. Hiërarchische opbouw van de samenleving De bevolking bestond uit verschillende groepen. Elke groep had bepaalde (voor)rechten

Prehistorie Voorgeschiedenis De tijd waarin er geen schriftelijke bronnen zijn. Deze wordt ingedeeld in 1) Steentijd; 2) Bronstijd; 3) IJzertijd.

Primaire Bron Bron uit de tijd van de gebeurtenis.

Processuele Archeologie Opvatting dat archeologen ontwikkelingen (processen) uit het verleden moeten beschrijven en verklaren. Hierin zouden wetmatigheden moeten worden herkend.

Protohistorie Schriftelijke bronnen zijn nog zo schaars dat een goede reconstructie van het verleden niet mogelijk is in de overgang tussen prehistorie en historie.

Redistributie Herverdeling van, hier wordt de oogst bedoeld Secundaire Bron Een bron uit later tijd over een vroegere gebeurtenis. Secondary Products Revolution De bijproducten-revolutie.

Sedentaire revolutie Na de ontdekking van de landbouw gaan mensen op een vaste plek wonen.

Sedentair gemeenschap Een vast verblijf- of standplaats hebben.

Soemerisch Schrift Dit wordt ook wel spijkerschrift genoemd van wege de vorm van de tekens.

Sociale verschillen De samenleving wordt in groepen ingedeeld naar kennis/macht en of inkomen.

Stadstaten Kleine staten bestaande uit een stad met het omringende platteland. Gemiddeld 10.000 inwoners.

Steentijd Deze wordt onderverdeeld in a) Oude Steentijd: Paleolithicum; b) Midden Steentijd: Mesolithicum; c) Nieuwe Steentijd: Neolithicum.

Tijd en Plaatsgebondenheid Een mening van een persoon wordt niet alleen bepaald door de achtergrond van deze persoon. ook de tijd of de plaats kunnen de mening veranderen.

Tell Heuvels ontstaan door ruïnes van steden boven op elkaar. These Een bewezen feit/stelling. Virilokale vestigingsregel De vrouw vestigde zich bij de man.

Vruchtbare Halve Maan Een boogvormig gebied in het Midden Oosten, waar rond 11.000 voor Christus de landbouw is ontstaan. van hieruit werd de landbouw naar Europa verspreid.

Ziggurat Een soort tempel die naast een religieuze functie ook een economische functie had.

Page 3: Tijdvak 1 Jagers & Boeren ( - 3000 v. Chr)piramide genoemd. Hiërarchische opbouw van de samenleving De bevolking bestond uit verschillende groepen. Elke groep had bepaalde (voor)rechten

Tijdvak 2 Grieken & Romeinen (3000 v. Chr – 500 n. Chr)

Agamemnon Koning over Mycene en Argos de machtigste van de Griekse vorsten. Voerde oorlog tegen Troje.

Alexander de Grote Macedonische generaal die het Perzische rijk onderwierp en het Hellinisme verspreidde.

Aphrodite Griekse God van de liefde. Werd bij de Romeinen Venus genoemd. Ariovistus Germaanse vorst. Aristocratie Regering door een groep mensen. Aristocraten Grootgrondbezitters die als groep politieke macht uitoefenden. Aspasia Vriendin van Pericles. Athene Grootste stadstaat Griekenland. Autocratie Regering door één persoon. Bestuursvorm Athene Eerst een aristocratie en een koning, daarna democratie Carneades Griekse Sofistische filosoof.

Centurio Was een rang in het Romeinse leger. De centurio had het bevel over een centuria. Zo'n centuria bestond uit ongeveer honderd man en daarom is een andere naam voor de centurio ook wel honderdman.

Cicero Romeinse schrijver, politicus en filosoof. Cleopatra Koningin van Egypte, van Griekse afkomst.

Consul Er waren er in Rome twee om te voorkomen dat één persoon de macht greep. Waren voorzitter van de Senaat en aanvoerder van het leger. Werden voor één jaar benoemd.

Democratie Een regering door het volk. Dictator Alleenheerser. Directe Democratie Iedereen die stemrecht heeft mag zijn stem uitbrengen.

Elbe-politiek Poging van Caesar Augustus om het Germaanse gebied tot aan de Elbe te veroveren.

Emerita Augusta (Merida) Een kolonie in Spanje van voornamelijk Romeinse veteranen (oud-soldaten).

Epos Een lang verhaal in de vorm van een gedicht over mensen die heldendaden hebben verricht.

Etrusken Volk dat een koninkrijk vormde voordat Rome zich ontwikkelde tot het Romeins Imperium. (753-509)

Euripides Tragedieschrijver in Athene van de vijfde eeuw voor Christus. Filhellinisme Positieve houding tegenover de Griekse cultuur. Hannibal Cartaagse generaal die de Romeinen schrik aanjoeg. Hasdrubal Cartaagse commandant in Spanje.

Hellenistische cultuur Een onderdeel van de Griekse cultuur, namelijk de Griekse cultuur van ca. 330-30 v. Chr.

Heloten De bevolking van het gebied veroverd door de Spartanen die voor de dagelijkse voorzieningen zorgden.

Herodotus Vader van de geschiedschrijving (485-420). Hippocrates Vader van de medische wetenschap (460-380). Hopliet Soldaat te voet. Imperialisme Het veroveren van een moederland van veel koloniën.

Keizer

Oorspronkelijk een eigennaam. Augustus, de eerste keizer (30 v.Chr. - 14 n.Chr.), heette officieel Caesar [uitspraak: Kaisar]. Toen latere keizers (ook als ze geen familie waren) Caesar Augustus achter hun naam gingen zetten, werd Caesar een titel. De keizer was de machtigste man in het Romeinse Rijk: zijn uitspraken golden als wet, hij was opperbevelhebber van het leger en had de kas om het leger te betalen, hij kon alle andere besluiten tegenhouden met zijn veto-recht.

Latium De streek in Italië waar Rome ligt.

Legioen Het Romeinse leger werd ingedeeld in legioenen. Een legioen bestond uit ongeveer 5000 soldaten

Limes Grenssysteem van legioenskampen, kleinere kampen (castella) en

Page 4: Tijdvak 1 Jagers & Boeren ( - 3000 v. Chr)piramide genoemd. Hiërarchische opbouw van de samenleving De bevolking bestond uit verschillende groepen. Elke groep had bepaalde (voor)rechten

wachttorens. Metoikos Inwoner van Athene uit een andere stad. Had geen stemrecht Oligarchie Raad van ouderen. (oligos = weinig) Participeren Deelnemen aan.

Peleponnesische oorlogen Oorlog tussen de stadstaten Athene en Sparta en hun bondgenoten (431-404). Sparta won uiteindelijk.

Pericles Veldheer en staatsman van Athene.

Perioken Inwoners van plaatsen rond Sparta. Hadden alleen zelfbestuur, geen volledig burgerrecht.

Plato Atheense filosoof.

Plutarchos

Plutarchos was een Griek. Hij leefde van ca. 50 - 120 n.Chr., toen Griekenland deel was van het Romeinse keizerrijk. Behalve levensbeschrijvingen van beroemde Grieken en Romeinen heeft hij ook veel filosofische werken geschreven. In de tijd dat Plutarchos schreef, waren bijna alle genres erg beïnvloed door retorica: hoe je schreef was minstens net zo belangrijk als wat je schreef.

Pnyx Heuvel in Athene waar de volksvergadering werd gehouden.

Proconsul Het jaar nadat je consul was, kreeg je een provincie toegewezen om te besturen namens de consul (pro consule).

Polybius Griekse geschiedschrijver. Poseidon Griekse God van de zee. Werd bij de Romeinen Neptunes.

Punische oorlogen

De eerste Punische Oorlog ( 264-241 voor Chr.) werd gewonnen door de Romeinen. Hierdoor kregen ze Sicilië in handen. In de tweede Punische Oorlog (218- 201 voor Christus) kreeg Rome te maken met Hannibal. Deze voerde 14 jaar oorlog in Italië tegen Rome en hij won steeds. Rome werd door hem niet aangevallen en uiteindelijk werd Hannibal door Cartago teruggeroepen. De Romeinen versloegen de Cartagers in Afrika en sloten eeen gunstige vrede.

Protagoras Een van de belangrijkste Sofisten. Vriend van Pericles. Queastor Hoogste financiële functionaris in Rome.

Regering van dertig Na de overwinning van Sparta in 404 v. Chr. regeerden zij over Athene. In 403 verdwenen ze weer en werd de democratie hersteld.

Senaat

Raad van 600 leden (vóór de eerste eeuw 300, tijdens Caesar 900). Zuiver juridisch gezien was de senaat een adviesorgaan, maar omdat er alleen maar rijke oud-bestuurders inzaten, was het eigenlijk de senaat die regeerde. Dat kwam ook omdat de ambtstermijn van consuls en andere magistraten maar één jaar was. De senaat was de constante factor in de Romeinse politiek. Dat veranderde pas in de loop van de eerste eeuw v. Chr. toen de legeraanvoerders steeds belangrijker werden.

Slag in het Teutoburgerwoud

Vond plaats in 9 na Chr. De Germanen versloegen daar de Romeinse commandant Varus met zijn drie legioenen.

Socrates Filosoof, tegenstander van de Sofisten. Speelde een belangrijke rol in de Atheense politiek. Werd gedwongen de gifbeker te drinken.

Sofisten Rondtrekkende redenaars. Gaven cursussen op het gebied van filosofie, politiek en communicatie.

Spartiaten: Zwaarbewapende soldaten die de bovenlaag van de maatschappij vormden in Sparta. De enige burgers met rechten.

Staatsvorm Sparta Mengvorm monarchie, oligarchie (raad van ouderen) en democratie(volksvergadering).

Theseus

Volgens de Mythen was Theseus de koning die alle inwoners van Attica heeft samengebracht in de polis Athene en die het politieke systeem heeft ingesteld. hij werd ook beschouwd als de grondlegger van de democratie in Athene.

Tyrannos

In de Griekse geschiedenis een staatsvorm (vooral in de 7e en 6e eeuw), waarbij één persoon de macht greep met steun van het volk. Het woord 'tyrannos' had bij de Grieken aanvankelijk niet de negatieve betekenis die tiran nu bij ons heeft.

Page 5: Tijdvak 1 Jagers & Boeren ( - 3000 v. Chr)piramide genoemd. Hiërarchische opbouw van de samenleving De bevolking bestond uit verschillende groepen. Elke groep had bepaalde (voor)rechten

Wetenschap Het proefondervindelijk vaststellen van wetmatigheden. Zeus Griekse oppergod werd bij de Romeinen Jupiter genoemd.

Page 6: Tijdvak 1 Jagers & Boeren ( - 3000 v. Chr)piramide genoemd. Hiërarchische opbouw van de samenleving De bevolking bestond uit verschillende groepen. Elke groep had bepaalde (voor)rechten

Tijdvak 3 Ridders & Monniken (500 – 1000) Abdij Klooster van reguliere geestelijken. Abdis Vrouwelijk hoofd abdij. Abt Mannelijk hoofd abdij Alcuines Leraar verbonden aan de Palts te Aken.

Astrolabium Een werktuig dat hielp bij de plaatsbepaling op zee. Uitvinding door islamitische astrologen.

Autarkie Zelfvoorzienend. Bakr, Aboe Eerste opvolger Mohammed. Bonifacius Missionaris, werd in Dokkum door de Friezen in 734 vermoord.

Byzantijnse Rijk Benaming van het Oost-Romeinse Rijk in de Tijd van Monniken en Ridders.

Capitularium Is te vergelijken met een wet. Cavalerie Soldaten te paard. Civilisatieproces De mensen werden beschaafd door een elite. Clovis (458-511) Koning van het Frankische Rijk. Continent Vasteland van Europa.

Dhimmi-status De eigen religie werd door de moslims erkend, maar men mocht niet trouwen met islamitische burgers.

Domein Fors landgoed. Einhart Biograaf van Karel de Grote. Feodum Leen. Gebeurtenis Is iets wat op een moment en plaats gebeurt.

Godfried en Siegfried Twee koningen van de Noormannen die vanuit Asselt bij Roermond tochten ondernamen.

Granada, Sevilla en Cordoba

Steden in Spanje die centra waren van islamitische cultuur en wetenschap.

Hedsjra Begin islamitische jaartelling. Hypothese Een voorlopig antwoord, veronderstelling. Iberisch schiereiland Het huidige Spanje en Portugal. Infanterie Soldaten te voet.

Jihad Volgens Mohammed de heilige plicht om de Islam te verspreiden. Heilige oorlog van de Islamieten.

Kalifaat Een gebied dat veroverd was door Arabische moslims. Kalief Vorst en leider van de gelovigen. Kaliefen Opvolgers van Mohammed. Karel de Grote (742-814) Breidde het Frankische Rijk verder uit. Karel de Kale (840-877) Kleinzoon van Karel de Grote, keizer van 875-877.

Karolingische minuskel Nieuw lettertype op bevel van Karel de Grote ontwikkeld om makkelijker teksten te copiëren.

Karolingische Renaissance De culturele opbloei tijdens de regering van Karel de Grote. Klooster Woonplaats voor monniken en nonnen. Koran Heilig boek islamieten. Kroniek Soort geschiedenisverhaal. Kroondomeinen Immense landgoederen, in het bezit van de koning.

Leenheer Gaf grond in leen aan een leenman in ruil waarvoor deze de leenheer bijstond.

Leenman Kreeg als beloning grond te leen van de leenheer in ruil voor militaire steun.

Lijfeigenen Waren persoonlijk gebonden met hun lijf, aan hun heer. Lodewijk de Vrome (778-840) zoon van Karel de Grote erfde Karels Rijk.

Maliënkolder Hemd van kleine metalen ringetjes dat bescherming bood tegen de vijandelijke wapens.

Markgraven Oefenden toezicht uit in de grensmarken.

Page 7: Tijdvak 1 Jagers & Boeren ( - 3000 v. Chr)piramide genoemd. Hiërarchische opbouw van de samenleving De bevolking bestond uit verschillende groepen. Elke groep had bepaalde (voor)rechten

Middeleeuwen

Tijd van 500-1500. Deze term is pas in de Renaissance in gebruik genomen. Men dacht dat de tijd toen had stilgestaan. nu denken we daar anders over. Is onder te verdelen in: Vroege Middeleeuwen: 500-1000 Tijd van Monniken en Ridders; Hoge Middeleeuwen: 1000-1300 Tijd van Steden en Staten; Late Middeleeuwen: 1300:1500 Tijd van Steden en Staten.

Ontwikkeling In een verschijnsel vindt er een duidelijke verandering plaats.

Palts Een groot verstrekt agrarisch complex met een bestuurlijke functie, centrum van een domein.

Pepijn de Korte III (714-768) Hofmeier die de laatste Merovingische koning had afgezet. Het begin van de Karolingers.

Personaliteitsbeginsel Iedereen werd bij een rechtszaak gevonnist volgens de regels van het volk of de groep waartoe hij behoorde.

Politieke instabiliteit Wie de macht had wordt steeds betwist en aangevochten. Polytheïstische religie Godsdienst waar men meerdere goden vereert.

Reconquista Herovering door de christenen van Spanje op de islamieten zou tot 1492 duren.

Renaissance Betekent vooral extra aandacht voor de geschriften uit de (klassieke) oudheid. Daaruit vloeit een nieuwe denkwijze over de positie van de mens voort, meer individualistisch en minder gebaseerd op geloof.

Rentmeester Toezichthouder op een domein. Romaanse bouwstijl Zware muren en kleine ronde ramen. Romeinse villa's Grote agrarische bedrijven die graan verkochten.

Scriptoria Schrijfateliers van de Paltsen en de grote kloosters waarbij men handschriften mooi versierde en overschreef.

Sjiieten Stroming binnen de Islam die vindt dat geestelijke leiders direct moeten afstammen van Mohammed.

Slag bij Poitiers Karel Martel versloeg hier in 732 het islamitische leger.

Soennieten Stroming binnen de Islam die vindt dat geestelijke leiders niet direct hoeven af te stammen van Mohammed.

Standensamenleving Stand wordt bepaald door afkomst, familie en bezit. Hoe hoger de stand hoe meer politieke macht.

'Tienden' Soort belasting waarbij de boeren 10 procent van hun oogst of jongvee aan de Kerk afstonden om kerken en kloosters en priesters te onderhouden.

Tol Belasting welke geheven werd met het recht van doortocht. Tweedelig domein Een deel hoorde bij de Vroonhof, de rest was van de horige buren.

Vazal Een vrij man van nederige afkomst die door de koning in zijn hofhouding werd opgenomen vanwege juridische kennis of krijgsmanschap. Hij legde een eed af.

Verschijnsel Bestaat uit een aantal gebeurtenissen of omstandigheden.

Verdrag van Verdun In 843 werd het Frankische Rijk door de kleinzonen van Karel de Grote in drieën gedeeld.

Vroege Middeleeuwen Tijd van Monniken en Ridders (500-1000) Vroonhof Grote boerderijgebouwen van de heer.

Willibrord Verspreidde vanuit Engeland het Christendom in de Nederlanden en vestigde zich in Utrecht.

Zendgraven Ingesteld door Karel de Grote. Edelmannen die rondreisden om toezicht te houden in de graafschappen.

Page 8: Tijdvak 1 Jagers & Boeren ( - 3000 v. Chr)piramide genoemd. Hiërarchische opbouw van de samenleving De bevolking bestond uit verschillende groepen. Elke groep had bepaalde (voor)rechten

Tijdvak 4 Steden & Staten (1000 – 1500) Centralisering Besturen vanuit een centraal punt. Concilie Bisschoppenvergadering.

Drieslagstelsel

Uitbreiding van het tweeslagstelsel. In plaats van de helft braak te laten liggen laat men nu een derde van de landbouwgrond per jaar braak liggen. Voordeel is dat daardoor het aandeel van de grond in gebruik voor de landbouw toeneemt met 1/6.

Excommuniceren Buiten de Kerk plaatsen. Expansie Uitbreiding. Feodalisme Leenstelsel. Gebeurtenis Evenement dat op een bepaald moment plaatsvindt. Geschilpunt Beide partijen zijn het over een bepaalde zaak niet eens.

Gilden Vereniging van ambachtslieden van hetzelfde beroep die samenwerkten op het gebied van opleiding en te stellen eisen aan producten.

Groot Privilege Verleende gunsten door Maria van Bourgondië. Handel Het ruilen van producten voor andere producten of voor geld. Het Gemeen Stedelingen die niet tot het patriciaat behoren. Hoge Middeleeuwen 1000-1300. Investituurstrijd Strijd om de macht tussen de Paus en de Keizer.

Kanunnik Een wereldlijk rooms-katholieke priester die deel uitmaakt van het kapittel van een kathedrale kerk.

Kerkelijke Ban Uitspraak van de Paus waarbij het verboden werd deel te nemen aan de sacramenten omdat men buiten de kerk werd geplaatst.

Keurvorsten De zeven aanzienlijkste vorsten in Duitsland. erkent door de keizer. Late Middeleeuwen 1300-1500. Motieven Persoonlijke beweegredenen. Ontwikkeling Een reeks van gebeurtenissen met een sterk onderling verband. Oosters Schisma Scheuring binnen de christelijke kerk.

Orde van het Gulden Vlies Opgericht door Filips de Goede in 1430 om de hoge edelen aan zich te binden.

Patriarch Kerkelijke leider oosterse kerken Privilege Gunst/voorrecht. Schepenen Bestuurders van een stad. Standenmaatschappij 1e stand Geestelijkheid; 2e stand adel; 3e stand burgerij.

Strategische huwelijken Politiek van de Bourgondische hertogen gebiedsuitbreiding te realiseren door de juiste huwelijkspartners te kiezen.

Tijd van steden en staten Tweede helft van de Middeleeuwen 1000-1500.

Tol Belasting die geheven werd waardoor men het recht op doortocht kreeg.

Tweeslagstelsel Systeem van gebruik van het land door het ene jaar de helft braak te laten liggen en de andere helft voor de landbouw te gebruiken.

Uniformering In het hele gezagsgebied dezelfde regels laten gelden.

Vlaamse Primitieven Vlaamse schilders die echt niet primitief of eenvoudig schilderden. Hier wordt dus juist bedoeld de toepassing van nieuwe technieken door de schilders. Voorbeeld: jan van Eyk.

Page 9: Tijdvak 1 Jagers & Boeren ( - 3000 v. Chr)piramide genoemd. Hiërarchische opbouw van de samenleving De bevolking bestond uit verschillende groepen. Elke groep had bepaalde (voor)rechten

Tijdvak 5 Ontdekkers & Hervormers (1500 – 1600) Acte van Verlatinghe 1581: Noordelijke gewesten zwoeren Filips II af als vorst.

Beeldenstorm Ontstond in 1566 in Vlaanderen en verspreidde zich over de Nederlanden. Men sloeg letterlijk de beelden in de katholieke kerken stuk.

'Bloetplakkaat' Maatregel uitgevaardigd door Karel V waarbij elke aanhanger van de Hervorming met de doodstraf werd bedreigd.

Bureaucratie

Calvijn 1509-1564 Net als Luther streed hij tegen de wantoestanden in de christelijke kerk.

Centralisatie Het streven om een land vanuit een centraal punt te besturen. Constitorie Kerkenraad in de protestantse kerk.

Contrareformatie Katholieke tegenactie opgericht door de Rooms Katholieke Kerk tegen de Reformatie.

Diaz, Bartholomeus Zeilde in 1488 als eerste langs Kaap de Goede Hoop. Dissidenten Zij die zich keren tegen de officiële leer. 'Empyreum' De plek in de ruimte waar God zich bevond. Erasmus, Desiderius 1466-1536 Belangrijkste humanist uit de Nederlanden (Rotterdam).

Filips II Zoon van Karel V. erfde de Nederlanden en Spanje + de overzeese gebiedsdelen.

Gutenberg, Johan Uitvinder boekdrukkunst (blokdruk). Hagepreken Preken in het open veld door calvinistische dominees.

Hertog van Alva Opvolger van Margaretha van Parma. Ook wel de ijzeren hertog genoemd door zijn optreden.

Hervorming Ook wel Reformatie genoemd. Beweging in gang gezet door Luther en Calvijn tegen de mistoestanden in de christelijke kerk. Leidde tot de afsplitsing van de protestanten.

Humanisme Wijsgerige stroming met het accent op het individu. Index Lijst van voor katholieken verboden boeken. Inquisitie Rechtbank van de Rooms Katholieke Kerk.

Karel V Keizer van het Habsburgse Rijk die in 1555 zijn macht overdroeg aan zijn zonen.

Luther 1483-1546 kwam in opstand tegen de wantoestanden in de christelijke kerk door middel van zijn 95 stellingen.

Magalhaes Maakte als eerst de doortocht van de Atlantische Oceaan naar de Stille Oceaan, onder Zuid Amerika door.

'Moederkerk' Rooms-Katholieke Kerk More, Thomas 1478-1535 Engelse humanist en staatsman, schrijver van Utopia. Opstand Strijd van de Noordelijke gewesten tegen het Spanje van Filips II. Pacificatie van Gent In 1576 besloten alle gewesten zich aaneen tegen Spanje.

Parma, Margaretha van Landvoogdes van de Nederlanden. plaatsvervanger van de vorst (halfzuster van Filips II).

Particularisme Wens van de gewesten om de middeleeuwse voorechten te behouden.

Petrarco, Francesco 1304-1374 Grondlegger Humanisme. Plantijn Belangrijkste drukker van de Nederlanden (Antwerpen).

Portolaankaart Gebruikt door zeevaarders vanaf de dertiende eeuw. Deze kaarten bevatten instructies voor schippers.

Predesdinatieleer Leerstuk van de goddelijke voorbestemming van mensen, hetzij tot eeuwig heil, hetzij van verdoemenis.

Ptolemaeus Geleerde uit de oudheid, astronoom, wiskundige en geograaf. Schreef in de 2e eeuw na Christus de Geographia waarin hij belangrijke

Page 10: Tijdvak 1 Jagers & Boeren ( - 3000 v. Chr)piramide genoemd. Hiërarchische opbouw van de samenleving De bevolking bestond uit verschillende groepen. Elke groep had bepaalde (voor)rechten

maatstaven voor het maken van een kaart bepaalde. Raad van Beroerten Speciale rechtbank ingesteld door de hertog van Alva.

Raad van State Adviesorgaan van Karel V waarin juristen politieke adviezen gaven aan karel V.

Raadspensionaris Secretaris Staten Generaal, soort minister van Buitenlandse Zaken van de Republiek

Renaissance Hergeboorte klassieke Oudheid. Ontstond eind veertiende eeuw in Italië. Benadrukte de individualiteit van de mens en de schoonheid van het leven en het menselijk lichaam.

Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden

In 1588 stoppen de Noordelijke gewesten de zoektocht naar een nieuwe monarch en besluiten tot het uitroepen van de Republiek.

Sacramenten Gewijde handelingen binnen de christelijke kerk.

Smeekschrift der edelen 1566 Edelen vragen aan Margaretha van Parma de kettervervolgingen te matigen.

'Spaanse furie' Muitende Spaanse soldaten komen in Antwerpen in opstand ten koste van 7000 Antwerpse levens.

Synode Vergaderingen van kerkenraden (consistories). Tiende Penning Een belasting van tien procent op de verkoop van roerende goederen. Tijd van Ontdekkers en Hervormers 1500-1600

Tonsuur Kaal geschoren kruin van een monnik.

Trente, Concilie van 1545 Bijeenkomst van de bisschoppen waar de Contrareformatie werd ingesteld.

Unie van Atrecht Drie Waalse gewesten sluiten in 1579 een overeenkomst met de Spanjaarden.

Unie van Utrecht De zeven noordelijke gewesten besluiten in 1579 gezamenlijk de strijd tegen Spanje voort te zetten.

Vasco da Gama Bereikte in 1498 het huidige India.

Verdrag van Tordesillas 1494 Spanje en Portugal verdeelden onderling de wereld. Portugal kreeg de heerschappij over Azië. Spanje over grote delen van Zuid-Amerika.

Vulgaat De Latijnse tekst van de Bijbel die sinds het jaar 400 gold als de officiële Bijbelvertaling.

'Zonale kaart' Verdeeld de aardbol in zeven zones.

Page 11: Tijdvak 1 Jagers & Boeren ( - 3000 v. Chr)piramide genoemd. Hiërarchische opbouw van de samenleving De bevolking bestond uit verschillende groepen. Elke groep had bepaalde (voor)rechten

Tijdvak 6 Regenten en Vorsten (1600 – 1700)

Absolutisme De koning had absolute macht en vond dat hij die macht van God gekregen had.

Akte van Navigatie 1651 Poging van de Engelsen de eigen koopvaardijvloot in een voordelige positie te manoeuvreren door toepassing van het protectionisme.

Autarkie Zelfvoorzienend.

Colbert Franse minister en de vader van het mercantilisme ook wel Colbertisme genoemd.

Constitutionele monarchie De rechten van de koning werden vastgelegd in de grondwet.

'De Jure Belli ac Pacis' 'Over het recht van oorlog en vrede': boek van Hugo de Groot. Vormde de basis voor het moderne volkenrecht.

'Drapeniers' Mensen die het gehele productieproces van de textiel beheersten. Factorij Handelsnederzetting op overzees grondgebied. Fluitschip Schip met geringe diepgang.

Fronde, de Verzetsbeweging in Frankrijk tegen de toenemende belastingdruk en het absolutisme.

Galjoot Schip met een geringe diepgang.

Generaliteitslanden Gewesten die rechtstreeks bestuurd werden door de Staten Generaal: Zeews-Vlaanderen, Noord-Brabant en delen van Limburg.

Gouden eeuw Zeventiende eeuw; Tijd van Regenten en vorsten.

Handelskapitalisme Kooplieden investeerden hun kapitaal in de overzeese handel om zoveel mogelijk winst te maken.

'Hongi-tochten' Tochten van VOC-ambtenaren om op de eilanden het bestuur uit te oefenen, recht te spreken en om nieuwe aanplant van kruidnagelen te vernielen.

Mazarin Kardinaal, die tijdens Lodewijk XIV jeugd namens hem regent was over Frankrijk totdat deze zelf het koningschap op zich kon nemen.

Mercantilisme Het streven naar een positieve handelsbalans waardoor het staatsbezit kon toenemen.

Moedernegotie Handel waarmee het meeste geld werd verdiend. Monarchaal-dynastieke belangen Dat zijn belangen die te maken hebben met het koningshuis.

Monopolie Alleenhandelrecht. Monotheïstische godsdienst Godsdienst waarin men één God vereert.

Predestinatie De opvatting dat God alles voorbestemd had en dat er uitverkoren waren om het Rijk Gods te betreden.

'Prinsgezinden' Steunden de stadhouders, de Oranjes. Deze vonden eigenlijk dat ze recht hadden op de soevereine (koninklijke) macht.

Protectionisme Bescherming van de eigen markt.

Raadspensionaris Secretaris van de Staten Generaal, soort minister van Buitenlandse Zaken.

Rampjaar 1972 Frankrijk, Engeland, Munster en Keulen verklaarden de oorlog aan de Republiek.

Regenten Kleine groep van burgers die de macht uitoefenden.

Remonstrantie Een betoog waarin men opvattingen uiteenzet en steun van de overheid vraagt.

'Staatsgezinden' Zij vonden dat de Gewestelijke Staten en Staten-Generaal het hoogste gezag toekwamen

Stapelmarkt Plaats waar goederen worden opgeslagen en doorverkocht Statenbond Een samenwerkingsverbond van grotendeels zelfstandige gewesten. 'Tractatis-Theologico- Politicus

Boek van Spinoza waarin hij diepgaande kritiek uitte op de Bijbel, daarbij toonde zich een groot voorstander van de democratie.

Vrede van Breda 1667 Nieuw Amsterdam ging daarbij over in Engelse handen en

Page 12: Tijdvak 1 Jagers & Boeren ( - 3000 v. Chr)piramide genoemd. Hiërarchische opbouw van de samenleving De bevolking bestond uit verschillende groepen. Elke groep had bepaalde (voor)rechten

Suriname in Nederlandse handen. Vroedschap Het stadsbestuur

Page 13: Tijdvak 1 Jagers & Boeren ( - 3000 v. Chr)piramide genoemd. Hiërarchische opbouw van de samenleving De bevolking bestond uit verschillende groepen. Elke groep had bepaalde (voor)rechten

Tijdvak 7 Pruiken & Revoluties (1700 – 1800) Allegorie Symbolische voorstelling van ideeën door middel van personen.

Amerikaanse Vrijheidsoorlog De strijd van de 13 Britse koloniën aan de Oostkust van Noord Amerika, tegen Engeland, die eindigde in de oprichting van de Verenigde Staten.

Bataafs-Franse Tijd

1795-1813. Onder te verdelen in: Bataafse Republiek: 1795-1806 Koninkrijk Holland: 1806-1810 o.l.v. koning Lodewijk Napoleon (broer van Napoleon) Nederland provincie van Frankrijk: 1810-1813

Bill of Rights Aanvulling op de Amerikaanse grondwet waarin elke staatsburger principiële grondrechten werden gegarandeerd.

Code Napoleon Nieuw wetboek ingesteld door Napoleon in 1806.

Congres Wetgevende macht in de Verenigde Staten. bestaat uit de Senaat (2 leden per staat) en het Huis van Afgevaardigden(450 afgevaardigden gerelateerd aan het aantal inwoners per staat).

Droit devin Het was de goddelijke wil dat de koning regeerde.

Driehoekshandel Suiker, katoen en tabak werden naar Europa gebracht. Van daaruit werden geweren, stoffen en aardewerk naar Afrika gevoerd en van daaruit slaven naar het Caribische gebied vervoert.

Empirisme Onderzoek door zintuiglijke waarneming/ervaring.

Founding Fathers De stichters van de Verenigde Staten, de eerste 13 koloniën leiden naar de onafhankelijk van Engeland.(o.a. Thomas Jefferson, John Adams, Benjamin Franklin).

Globalisering Handelsnetwerken strekten zich over de hele wereld uit.

Hooggerechtshof Hoogste gerechtelijk orgaan in de Verenigde Staten. Bestaat uit 9 leden die voor het leven worden benoemd. Hier worden wetten getoetst aan de grondwet.

Leer van de Volkssoevereiniteit

Het volk was soeverein. Dat wil zeggen er stond geen enkele macht boven.

Milities Gewapende eenheden. Patriotten Revolutionaire beweging in de Republiek ontstaan in 1780.

Trias Politica De leer van de driedeling der staatsmachten in wetgevende, uitvoerende en gerechtelijke macht. (Montesquieu).

Verlicht despotisme Alles voor het volk, niets door het volk.

Washington Generaal in de onafhankelijkheidsoorlog en eerste president van de Verenigde Staten. De hoofdstad van de VS is naar hem genoemd.

Page 14: Tijdvak 1 Jagers & Boeren ( - 3000 v. Chr)piramide genoemd. Hiërarchische opbouw van de samenleving De bevolking bestond uit verschillende groepen. Elke groep had bepaalde (voor)rechten

Tijdvak 8 Burgers & Stoommachines (1800 – 1900) Arbeidsproductiviteit De productie per arbeider per tijdseenheid.

Autarkie Zelfvoorzienend; zoveel mogelijk voorzien in de eigen behoeften van een land.

Census Alleen die mannen mochten een stem uitbrengen die aan bepaalde voorwaarden voldeden(bijvoorbeeld de hoogte van het inkomen).

Coalitie Samenwerkingsverband tussen partijen in de 2e Kamer die elkaar steunen in een coalitieregering.

Communistische fase Eindfase waarin een klasseloze maatschappij ontstaat.

Communistisch Manifest Boek van Karl Marx en Friederich Engels waarin ze aangaven hoe de positie van de arbeiders verbeterd zou kunnen worden.

Cumulatiefase De bezittende klasse wordt steeds rijker. Concentratiefase De rijkdom van de bezittende klasse neemt steeds meer toe.

Confessionelen Mensen die hun politieke opvattingen op hun religieuze overtuigingen baseerden.

Congres van Wenen Werd gehouden in 1815. Hierbij werd het machtsevenwicht in Europa herstelt na de nederlaag van Napoleon. dat machtsevenwicht zou tot 1914 blijven bestaan.

Democratisering Strijd voor meer invloed op het bestuur van een land. Dictatuur van het Proletariaat

De Proletariërs zouden de Bourgeoisie onder dwang moeten heropvoeden.

Districtenstelsel Bestond in Nederland tot 1918. het land was in kiesdistricten verdeeld en ieder district mocht een parlementslid kiezen die dat district vertegenwoordigde.

Drucker, Wilhelmina Een van de voorvechters van het feminisme in Nederland.

Emancipatie Het streven van achtergestelde groepen om een gelijkwaardige plaats in de samenleving te verkrijgen.

Engagement Een verbintenis die aangegaan is; Zich verbinden aan

Feminisme beweging die ontstond in de westerse wereld na 1870, die opkwam voor de rechten van vrouwen.

Historisch Materialisme

Op wetenschappelijk verantwoorde manier toonde Marx aan dat de hele geschiedenis door er altijd een bezittende klasse en een niet-bezittende klasse was geweest. Daaruit trok hij de conclusie dat er een revolutie door de arbeiders diende plaats te vinden wilde men dit veranderen.

Klassenstrijd Tussen de beslissende klasse en de niet-bezittende klasse (proletariaat) zou door uitbuiting een strijd bestaan.

Loyaliteit Loyaal zijn, dat wil zeggen: trouw blijven aan aangegane verbintenissen en gemaakte afspraken.

Polariseren Het laten ontstaan of toenemen van spanningen en tegenstellingen tussen groepen.

R.H.B.S. Rijks Hogere Burger Scholen Schoolstrijd, einde van 1917 Financiële gelijkstelling openbaar en bijzonder onderwijs.

Smith, Adam Een van de klassieke economen. Schrijver van 'Inquiry into the Nature and Causes of the Wealth of Nations (1776)'. Zijn theorie was o.a. de basis van het liberalisme.

Sociaal-democraten Niet door revolutie maar door evolutie der klassenloze maatschappij dichterbij brengen via het parlementaire systeem.

Sociale kwestie Het verbeteren van de leef- arbeidsomstandigheden van de arbeiders.

Socialisatiefase Overgangsfase waarin alle productiemiddelen gemeenschappelijk bezit worden.

Tijd van Restauratie 1815-1848

Verelendungsfase Volgens Marx toonde de geschiedenis aan (historisch materialisme) dat de arbeiders het steeds slechter kregen. In de praktijk klopte dit echter niet. De arbeiders (proletariërs) kregen het steeds beter.

Page 15: Tijdvak 1 Jagers & Boeren ( - 3000 v. Chr)piramide genoemd. Hiërarchische opbouw van de samenleving De bevolking bestond uit verschillende groepen. Elke groep had bepaalde (voor)rechten

Tijdvak 9 Wereldoorlogen (1900 – 1950)

Accommoderen Mensen passen zich zo goed en zo slecht aan de ontstane situatie aan.

Agressor De aanvallende partij. Annexeren Het in bezit nemen van land. Antisemitisme Jodenhaat. Blitzkrieg Een snelle gemechaniseerde oorlog.

Brest-Litovsk, vrede van In maart 1918 sloten de Russen deze vrede met de Duitsers. Deze kregen zo grote stukken land in handen en konden de troepen nu verplaatsen naar het Westfront.

Dawesplan

De VS gaven in 1923 financiële steun (kortlopende leningen) aan Duitsland. Hiermee kon men de industrie weer opbouwen waardoor Duitsland in staat werd gesteld de herstelbetalingen te financieren uit de groei van de Duitse economie.

Discontinuïteit

Een breuk in de geschiedenis. Voorbeeld: Nederland is altijd neutraal geweest tot het moment dat Duitsland in mei 1940 die neutraliteit schond. Na de oorlog koos Nederland voor het Westers bondgenootschap.

Dollfuss Kanselier van Oostenrijk. Werd door de nazi's vermoord. Duikbotenoorlog, onbeperkte

Duitsland besloot in de 1e Wereldoorlog elk schip d.m.v. zijn duikboten te torpederen.

Einsatzgroepen Speciale eenheden, die achter het Duitse leger optrokken en verantwoordelijk werden voor het vermoordden van duizenden Joden d.m.v. de kogel.

Endlösung 'De definitieve oplossing van het Joodse vraagstuk'.

Geldontwaarding Het minder waard worden van geld. De prijzen stijgen maar de lonen niet. Dat deed zich voor in West-Europa.

Genocide Volkerenmoord.

Getto's Afgesloten delen van steden waar Joden verplicht in werden opgesloten.

Gleischaltung (Gelijkschakeling)

Elke vorm van publieke oppositie werd onmogelijk gemaakt en op cultureel gebied werden de nationaal-socialistische ideeën overheersend.

Goebbels, Jozeph Minister van propaganda in Nazi-Duitsland.

Goelag-archipel Gordel van concentratiekampen in de Sovjet-Unie waar tegenstanders van het regime naar toe werden verbannen en vaak omkwamen.

Grote Depressie Ontstond in de Westerse wereld na het ineenstorten van de beurs van Wall Street op 29 oktober 1929. De economie kwam in een dieptepunt terecht.

Hatta Medestander van Soekarno in de strijd om onafhankelijkheid van Nederlands-Indië.

Holocaust Engelse benaming voor de vernietiging van de Joden door de nazi's. Wordt ook wel Sjoa of Shoah genoemd.

Hongerwinter

Terwijl in september 1944 het Zuiden van ons land bevrijd was, was de rest van ons land nog door de Duitsers bezet. Mensen leden door de schaarste aan voedingsmiddelen honger. Dertigduizend Nederlanders overleden erdoor.

Indonesië Het voormalige Nederlands-Indië. Verkreeg in 1949 de onafhankelijkheid.

Interbellum Tijdperk tussen de 1e en 2e Wereldoorlog. Invasie Het binnenvallen van een land door een ander land.

Isolationisme De Verenigde Staten wensten na de 1e Wereldoorlog geen rol te spelen in de internationale politiek. behalve in de eigen achtertuin (Midden- en Zuid-Amerika).

Koelakken Naam van boeren in de Sovjet-Unie onder Stalin die enig bezit hadden. Tijdens de collectivisatie moesten ze dat bezit afstaan. Grote groepen Koelakken verdwenen in de Goelag-archipel.

Page 16: Tijdvak 1 Jagers & Boeren ( - 3000 v. Chr)piramide genoemd. Hiërarchische opbouw van de samenleving De bevolking bestond uit verschillende groepen. Elke groep had bepaalde (voor)rechten

Lebensraum Letterlijk levensruimte. Term gebruikt door Hitler waarbij hij stelde dat Duitsland in het Oosten levensruimte diende te zoeken.

Massaproductie Productie in grote hoeveelheden door gebruik te maken van een lopende band.

Massavernietigingswapens Wapens waarmee je een groot aantal mensen gelijktijdig kunt doden. Zoals gifgas, bombardementen op steden en de atoombom.

'Mein Kampf' Boek van Adolf Hitler waarin hij zijn ideeën opschreef.

Militarisme Het overwaarderen van militaire macht en alles wat daar mee samen hangt.

Mobilisatie Het oproepen van alle beschikbare soldaten in een land bij een oorlogsdreiging.

Mussolini Leider van het fascisme in Italië. Nationaal-socialisme Duitse vorm van het fascisme die racistisch was. Nationalisme Het streven naar de oprichting van een eigen nationale staat. Nieuwe Economische Politiek (NEP)

Economische politiek ingesteld door Lenin, na de burgeroorlog, om de economie te stimuleren (verkapte invoering kapitalisme).

Pogroms Vervolgingen van Joden.

Röhm, Ernst Leider van de Sturm Abteilung (SA). Werd in de Nacht van de Lange Messen (1934) in opdracht van Hitler vermoord.

Satellietstaten In naam een zelfstandige staat, die in werkelijkheid afhankelijk is van een machtig land.

Soekarno Leider van de nationalisten in Nederlands-Indië

Totalitaire ideologieën Maatschappij opvattingen zoals het communisme en het fascisme/nationaal-socialisme.

Totalitaire systemen In zo'n systeem controleert de staat het dagelijks leven van mensen bijna volledig en in vrijwel alle opzichten politiek, sociaal, economisch, cultureel, filosofisch en religieus.

Verenigde Naties Opvolger van de Volkenbond na de 2e Wereldoorlog.

Vernietigingskampen Onder andere Belzec, Chelmno, Treblinka, Sobibor en Auswitch waar de nazi's de besluiten van de Wanseeconferentie in praktijk brachten.

Vijfjarenplannen De Sovjetregering stelde economische doelen die in vijf jaar bereikt moesten worden. het accent lag vooral op de zware industrie.

Volkenbond Organisatie opgericht na de 1e Wereldoorlog met als doel oorlog te voorkomen.

Wanseeconferentie Hier werd op 20 januari 1942 door Nazi-Duitsland besloten om 11 miljoen Joden in Europa te vernietigen.

Wapenwedloop Elk land probeert meer en betere wapens te krijgen.

Wilson, Woodrow Prersident van de VS tijdens de 1e wereldoorlog en de opsteller van het 16-puntenplan in Versailles.

Zyklon B. Een chemisch middel, blauwzuurkristallen, die bij contact met zuurstof ontbranden tot een dodelijk gas. Werd door de nazi's gebruikt in de gaskamers van de vernietigingskampen.

Page 17: Tijdvak 1 Jagers & Boeren ( - 3000 v. Chr)piramide genoemd. Hiërarchische opbouw van de samenleving De bevolking bestond uit verschillende groepen. Elke groep had bepaalde (voor)rechten

Tijdvak 10 Televisie & Computers (1950 – heden)

Balfourdeclaration

1917 In ruil voor de toezegging dat er een Joods staat zou komen verkreeg de Engelse minister van Buitenlandse Zaken financiële steun van het Joodse bankiershuis Rothshield tijdens de Eerste Wereldoorlog.

Ben Goerion, David Eerste leider van de staat Israël die in 1948 de onafhankelijkheid uitriep.

Bondsrepubliek Duitsland

Ontstond in 1949 uit de samenvoeging van de Franse,Engelse en Amerikaanse sector. Eerst was Bizonië ontstaan door het samengaan van de Engelse en Amerikaanse sector inclusief West -Berlijn. Nadat ook Frankrijk zich daarbij aansloot ontstond Trizonië en daaruit de Bondsrepubliek Duitsland

Civil Rights Act Wet op de Burgerrechten die door president L.B. Johnson in 1964 werd ondertekend. De strijd van de zwarten had resultaat gehad.

Duitse Democratische Republiek

Ontstond in 1949 uit de door de Russen bezette Oost- sector van Duitsland inclusief Oost Berlijn.

Drees sr. , Willem Premier van Nederland 1948-1958 van Rooms - Rode kabinetten Europese Commissie Het dagelijks bestuur van de Europese Unie. Fidel Castro Leider van Cuba na de val van dictator Battista.

Ideologische blokken Tegengestelde ideeënstelsels met betrekking tot de inrichting van de samenleving: communisme / kapitalisme.

Invasie in de Varkensbaai Mislukte invasie in de varkensbaai op Cuba, opgezet door de CIA met als doel te komen tot de omverwerping van Fidel Castro.

King, Martin Luther Zwarte dominee die leiding gaf aan de zwarte emancipatiebeweging. Pleegden geweldloos verzet. Beroemd geworden door de busboycot en de mars op Washington. 'I have a dream'. Werd in 1968 vermoord.

Loonexplosie In de jaren zestig van de twintigste eeuw stegen de lonen met meer dan 10% per jaar nadat de consuspolitiek werd doorbroken.

Mandela, Nelson

Leider van het African National Congress (ANC) die meer dan 25 jaar gevangen zat op het Robbeneiland tijdens het apartheidsregiem. Hij zou na vrijlating door president De Klerk, na verkiezingen de eerste zwarte president van de Unie van Zuid- Afrika worden.

Marshallplan De economische uitwerking van de Truman-doctrine waarbij de VS miljarden dollars schonk aan door de Tweede Wereldoorlog getroffen landen om de economie weer op te bouwen.

Modern Imperialisme Tijdperk van 1870-1914 waarbij een wedloop ontstond naar koloniaal bezit.

Navo (Nato) Noord Atlantische Verdrag Organisatie. Westers militair bondgenootschap opgericht in 1949 om een dam op te werpen tegen het communisme. De militaire poot van de Truman - doctrine.

Nucleaire dreiging De dreiging van een oorlog door middel van het gebruik van atoomwapens.

Praagse Lente

Communisme met een menselijk gezicht in Tsjecho-Slowakije onder leiding van Alexander Dubceck. Werd door de landen van het Warschaupact, zonder deelname van Roemenië, met militaire kracht 'onschadelijk gemaakt.

Secularisering Ontkerkelijking. Het loslaten van de band met de godsdienst.

Soekarno Leider van de Partai National Indonesia (PNI) opgericht in 1927. Riep in augustus 1945 samen met Hatta de onafhankelijkheid van Indonesië uit.

Sykes-Pycot verdrag 1916 Engeland en Frankrijk spraken met elkaar af het Midden Oosten onderling te verdelen. Na de Eerste Wereldoorlog zou men zo de landen als mandaatgebieden in bezit krijgen.

Truman-doctrine Verklaring van president Truman in 1947 waarbij hij steun toezegde aan die landen die van binnenuit of van buitenaf bedreigd werden door het communisme.

Verenigde Naties Opgericht na Wereldoorlog II en de opvolger van de Volkenbond. Een

Page 18: Tijdvak 1 Jagers & Boeren ( - 3000 v. Chr)piramide genoemd. Hiërarchische opbouw van de samenleving De bevolking bestond uit verschillende groepen. Elke groep had bepaalde (voor)rechten

overkoepelende organisatie van staten die beloofden al hun geschillen via overleg op te lossen en oorlog te vermijden.

Vreedzame coëistentie Het Oostblok en het Westblok zouden vreedzaam naast elkaar moeten kunnen bestaan. Politiek van de Sovjet-Unie na de dood van Stalin in 1953.

Wapenwedloop Om het machtsevenwicht te handhaven gingen beide machtsblokken de SU en de VS zich steeds meer bewapenen.

Warschaupact Militair bondgenootschap tussen de Sovjet-Unie en zijn satellietstaten opgericht in 1955 nadat West - Duitsland (Bondsrepubliek) was toegetreden tot de Navo.

Westerse hegemonie Westerse heerschappij in de wereld.

Page 19: Tijdvak 1 Jagers & Boeren ( - 3000 v. Chr)piramide genoemd. Hiërarchische opbouw van de samenleving De bevolking bestond uit verschillende groepen. Elke groep had bepaalde (voor)rechten

Thema Geschiedenis van de Democratische Rechtsstaat

Acte van Verlatinghe Ook wel plakkaat van Verlatinghe. De officiële verklaring van een aantal Nederlandse gewesten in 1581, waarin Filips II werd afgezet als vorst.

Algemeen kiesrecht Het voor alle burgers geldende recht om vanaf een bepaalde leeftijd deel te nemen aan de verkiezing van de vertegenwoordigende lichamen.

Anarchie Het ontbreken van een geordend bestuur Apologie Geschrift waarin men zichzelf verdedigt.

Bataafse Republiek Naam voor Nederland van 1795 tot 1806. Deze werd door de patriotten gesticht, nadat het Franse leger de stadhouder Willem V had verdreven.

Censuskiesrecht Het kiesrecht van de vertegenwoordigende lichamen geldt alleen voor mannelijke kiezers die jaarlijks een bepaalde som belasting betalen

Centralisatiepolitiek Bestuurswijze waarbij men vanuit een punt besturend en regelend optreedt.

Charter Een middeleeuwse oorkonde waarbij bepaalde rechten of vrijheden werden toegestaan.

Confessionele partijen Partijen waarvan de beginselen gebaseerd zijn op een godsdienstige overtuiging

Consensuspolitiek Politiek gericht op het bereiken van overeenstemming tussen de betrokken partijen.

Constitutionele monarchie Een monarchie, waarin de macht van de vorst beperkt wordt door de grondwet waarin de rechten van de vorst en het volk zijn vastgelegd.

Deconfessionalisering Daling van de invloed van het geloof op de maatschappij.

Districtenstelsel

Een kiesstelsel waarbij het land verdeeld wordt in een aantal kiesdistricten. Deze mogen ieder een persoon afvaardigen naar het parlement, die hiervoor de meerderheid van stemmen in het district heeft behaald.

Europese Economische Gemeenschap

Europees samenwerkingsverband opgericht in 1957 waarbij de lidstaten streefden naar eenwording op economisch gebied.

Europese Unie Naam voor de Europese Gemeenschap na het sluiten va het verdrag van Maastricht in 1991. Naast economische samenwerking werd ook de politieke samenwerking geïntensiveerd.

Feodale samenleving Een samenleving met kenmerken van het feodale stelsel (of leenstelsel). In een dergelijke samenleving vervult de adel een belangrijke politieke rol.

Grondwet Basiswet waarin de regels staan, die de grondslag vormen voor de wetgeving in een land.

Initiatiefwet Wet die totstandkomt op initiatief van een of meer leden van de volksvertegenwoordiging.

Klassieke grondrechten Grondrechten die de vrijheid van de burgers beschermen tegen de overheid.

Klassieke rechtsstaat De rechtsstaat waarin de klassieke grondrechten zijn opgenomen in de grondwet.

Nachtwakersstaat Staat met zo weinig mogelijke overheidsbemoeienis. De staat heeft een beperkt aantal taken zoals het handhaven van de veiligheid door politie en leger en het handhaven van de rechtsorde.

Natiestaat Hiervan spreken we als natie en staat samenvallen. Van een natie spreken we als een volk zich een eenheid voelt.

Neutraliteitspolitiek Buitenlandse politiek die er op gericht is om geen partij te kiezen in conflicten van andere staten en tevens geen bondgenootschappen te sluiten.

Ontzuiling Het proces waarbij er geleidelijk een einde komt aan de verzuilde samenleving. Dit proces vindt plaats vanaf het einde van de jaren vijftig van de vorige eeuw.

Pacificatie van Gent Vredesverdrag tussen alle Nederlandse gewesten in 1576 waarin

Page 20: Tijdvak 1 Jagers & Boeren ( - 3000 v. Chr)piramide genoemd. Hiërarchische opbouw van de samenleving De bevolking bestond uit verschillende groepen. Elke groep had bepaalde (voor)rechten

besloten werd om gezamenlijk tegen de Spaanse troepen op te treden en de onderlinge verschillen bij te leggen. In Holland en Zeeland zou het calvinisme de heersende godsdienst worden. In de andere gewesten bleef het katholicisme het heersende geloof, maar daar zouden de calvinisten niet meer worden vervolgd.

Particularisme De situatie dat het eigenbelang (bijvoorbeeld van een stad) boven het algemeen belang gaat (bijvoorbeeld van een land).

Polarisatie Een proces waarbij de tegenstellingen tussen twee (politieke) partijen steeds groter worden.

Politieke rechten Rechten die burgers hebben om invloed uit te oefenen op de politieke besluitvorming.

Privileges Voorrechten die de vorsten in de Middeleeuwen aan adel, geestelijkheid en de steden verleenden.

Provinciale Staten

Het bestuur van een provincie. Uit hun midden worden de Gedeputeerde Staten gekozen, die het dagelijks bestuur van de provincie vormen. Een belangrijke taak is het kiezen van de leden van de Eerste Kamer.

Raad van Europa Een organisatie in 1949 opgericht met als doel een grotere Europese eenheid te bevorderen met aandacht voor democratie, de rechtsstaat en de rechten van de mens.

Recht van amendement Het recht van kamerleden om wijzigingen of aanvullingen aan te brengen in wetsvoorstellen.

Recht van enquête Het recht van kamerleden om buiten de regering om een onderzoek in te stellen naar het handelen van de regering. Dit geschiedt voor kosten van de staat.

Recht van interpellatie Het recht van kamerleden om ministers ter verantwoording te roepen. Hiervoor is een kamermeerderheid nodig en de minister(s) moet(en) verschijnen.

Recht van initiatief Het recht van kamerleden om een wetsvoorstel in te dienen.

Reformatie Ofwel hervorming: beweging die in de 16e eeuw probeerde de rooms-katholieke kerk te veranderen. Toen dit mislukte scheidden velen zich af en vormden eigen kerkgenootschappen.

Representatieve democratie Een democratie waarin burgers vertegenwoordigers kiezen in een parlement.

Restauratie De periode na de tijd van de Franse revolutie en Napoleontische overheersing waarin men streefde naar herstel van de positie van de Europese vorstenhuizen.

Scheiding der Machten

Leer van Montesquieu waarbij de drie staatsmachten gescheiden moeten zijn om elkaar in evenwicht te houden. Er werd onderscheid gemaakt in de uitvoerende macht, de wetgevende macht en de rechtsprekende macht

Schoolstrijd Politieke strijd waarbij de confessionele partijen streefden naar financiële gelijkstelling van het bijzonder onderwijs aan het openbare onderwijs.

Sociale grondrechten

Deze grondrechten verplichten de overheid tot beleid. Zoals de zorg voor bestaanszekerheid, het recht op arbeid, het recht op onderwijs, de bevordering van werkgelegenheid en het bevorderen van volksgezondheid.

Sociale kwestie De situatie waarin een groot deel van de bevolking in armoede en onder slechte werk- en woonomstandigheden leefde. Deze kwestie werd een politiek strijdpunt tijdens de industrialisatie van Nederland.

Sociale rechtsstaat Een rechtsstaat waarin naast klassieke ook sociale grondrechten in de grondwet zijn opgenomen.

Staatsregeling Naam voor de allereerste grondwet van ons land. Deze grondwet kwam tot stand in 1798 tijdens de Bataafse Republiek.

Stadhouder Oorspronkelijk plaatsvervanger van de vorst. Tijdens de Republiek der Verenigde Nederlanden titel voor de belangrijkste legeraanvoerder namens de Gewestelijke Staten. Daarnaast had de stadhouder invloed

Page 21: Tijdvak 1 Jagers & Boeren ( - 3000 v. Chr)piramide genoemd. Hiërarchische opbouw van de samenleving De bevolking bestond uit verschillende groepen. Elke groep had bepaalde (voor)rechten

op de samenstelling van de vroedschappen.

Standenmaatschappij Een samenleving waarin de positie van de leden wordt bepaald door geboorte.

Stadsrecht Het recht van de bewoners van een stad om eigen bestuur en rechtspraak te hebben. Het stadsrecht werd vaak tegen betaling verleend door de landsheer, in wiens gebied, de stad lag.

Statenvergadering Oorspronkelijk een bijeenkomst van de vertegenwoordigers van de standen. Tijdens de Republiek der Verenigde Nederlanden de regering van een gewest.

Stelsel van evenredige vertegenwoordiging

Kiesstelsel waarbij iedere partij in het parlement vertegenwoordigd wordt door een aantal afgevaardigden dat evenredig is aan het aantal stemmen dat door deze partij bij verkiezingen in het gehele land is behaald.

Unie van Utrecht

Militair bondgenootschap uit 1579 dat ontstond toen een aantal zuidelijke gewesten de unie van Atrecht sloten en zich weer aan Spanje onderwierpen. De Unie van Utrecht legde de grondslag voor de Republiek der Verenigde Nederlanden.

Verdrag Schriftelijke overeenkomst tussen twee of meer staten.

Verenigde Naties Een internationale organisatie tot handhaving van vrede en veiligheid. Op gericht in juni 1945 te San Francisco.

Verlichting Europese stroming in de 18e eeuw die grote waarde toekende aan het menselijk verstand. Op veel gebieden zoals politiek, filosofie en wetenschap heeft de Verlichting invloed uitgeoefend.

Verzorgingsstaat Samenleving waarin de overheid zorgt voor de zwakkeren in de samenleving zoals zieken, ouderen en werklozen. Dit wordt mogelijk gemaakt door een stelsel van sociale wetgeving.

Vrijheidsrechten Beschermen de vrijheid van individuele burgers tegen de staat

Zwevende kiezer Een kiezer die bij verkiezingen opnieuw bepaalt op welke partij hij of zij zal stemmen.