thema 7: krachten - portfolio...
TRANSCRIPT
THEMA 7: KRACHTEN 1 KRACHT OP EEN VOORWERP wb p. 101-107
1.1 Effect van een kracht p. 101
• Statisch effect van een kracht:
Kracht vervormt voorwerp
• Dynamisch effect van een kracht:
Kracht verandert de bewegingstoestand van een voorwerp
1.1 Effect van een kracht p. 101
1.1 Effect van een kracht p. 101
• Een kracht is steeds het gevolg van een interactie tussen 2 voorwerpen, het ene veroorzaakt de kracht en op het andere werkt de kracht in.
1.1 Effect van een kracht p. 101
Een kracht is elke oorzaak die de vorm of de bewegingstoestand van een voorwerp kan
veranderen. Een kracht wijst altijd op een interactie tussen 2
voorwerpen.
Als een voorwerp van vorm of van bewegingstoestand verandert, werkt er een
kracht in op het voorwerp. Vervorming is het statisch effect van de kracht.
Verandering van bewegingstoestand is het dynamisch effect van de kracht.
1.2 Kracht: grootheid en eenheid p. 102
Grootheid Symbool Eenheid Symbool
Kracht F 1 newton 1 N
1.3 Soorten krachten p. 103
1.3 Soorten krachten p. 103 • Contactkrachten: krachten die alleen maar
een effect hebben als er direct contact is tussen voorwerpen.
1.3 Soorten krachten p. 103
• Veldkrachten: krachten tussen voorwerpen die optreden zonder rechtstreeks contact tussen die voorwerpen.
Opdracht 1 p. 104
1.4 Kracht meten p. 104
Om een kracht te meten steunen we op het statisch effect van een kracht
1.5 Vectorieel karakter van een kracht
p. 105
• Kracht heeft:
Een richting
Een zin
Een aangrijpingspunt
Een grootte
= kracht is een vectoriële grootheid
1.5 Vectorieel karakter van een kracht
p. 105
Aangrijpingspunt (= massapunt)
richting
zin
De krachtvector F
1.5 Vectorieel karakter van een kracht
p. 105
grootte
De krachtvector F
1.5 Vectorieel karakter van een kracht
p. 105
Opdracht 3 p. 106
Opdracht 3 p. 106
• Kt: kracht van de kinderen op het touw
F Kt
Besluit
In een figuur tekenen we een kracht als een krachtvector.
We plaatsen bij het symbool F dikwijls een index.
De grootte van de kracht is steeds positief.
Quiz
• Onderstaande afbeelding is een voorbeeld van een veldkracht
fout: contactkracht
Quiz
• Een kracht is een vectoriële grootheid
Juist
Quiz
• Vincent Kompany stopt de bal. Hier wordt een kracht uitgeoefend van Vincent op de bal.
Juist
Quiz
• Een kracht kan een voorwerp vervormen. Dat is een dynamisch effect van een kracht.
fout: statisch effect
THEMA 7: KRACHTEN 2 MEERDERE KRACHTEN OP EEN VOORWERP
Wb p. 108-114
2.1 Krachten met dezelfde richting p. 108
In dezelfde zin!
2.1 Krachten met dezelfde richting p. 108
Resulterende krachtvector: Fr = FAw + FJw
F1= 4 N
F1= 4 N
F1= 4 N F2= 10 N
Fr=14 N
F1= 4 N F2= 10 N
F1= 4 N F2= 10 N
F resultante = 14 N
F1= 4 N F2= 10 N
F resultante = 14 N
10 N + 4 N = 14 N
2.1 Krachten met dezelfde richting p. 108
• Besluit
Als beide krachten dezelfde richting en zin hebben is de grootte van de resulterende kracht gelijk aan de som van de groottes van de krachten. De resulterende kracht is de kracht die alle krachten vervangt die op 1 voorwerp werken.
2.1 Krachten met dezelfde richting p. 109
In tegengestelde zin!
2.1 Krachten met dezelfde richting p. 109
Resulterende krachvector: Fr = | FAw – FJw |
F1(F1= 4 N F2(F2= 10 N
Fr(F1= 6 N
Je mag één van de vectoren verplaatsen en zijn
beginpunt plaatsen aan de eindpunt van de andere vector (= rode vector in
stippellijn)
Je mag één van de vectoren verplaatsen en zijn
beginpunt plaatsen aan de eindpunt van de andere vector (= rode vector in
stippellijn)
F1= 4 N F2= 10 N
F1 (F1 = 4 N) F2(F2= 10 N
F resultante (Fr= 6 N)
F1= 4 N F2= 10 N
F resultante = 6 N
10 N – 4 N = 6 N
• Besluit
Als beide krachten dezelfde richting en tegengestelde zin hebben, is de grootte van de resulterende kracht gelijk aan het verschil van de groottes van de krachten.
2.1 Krachten met dezelfde richting p. 109
2.2 Krachten in verschillende
richtingen p. 110
• De resulterende kracht Fr is het resultaat van verschillende krachten. Op een zeilboot werken krachten in, in verschillende richtingen
(wind, stroming water).
F1= 7 N
F1= 7 N
F1= 7 N
F2= 8 N
F1= 7 N
F2= 8 N
F1= 7 N
F2= 8 N
F1= 7 N
F2= 8 N
F1= 7 N
F2= 8 N
F1= 7 N
F2= 8 N
F1= 7 N
F2= 8 N
F1= 7 N
F2= 8 N
F1= 7 N
F2= 8 N
F1= 7 N
F2= 8 N
F resultante = ……N (opmeten)
F1= 7 N
F1= 7 N
F2= … N
(opmeten)
F1= 7 N
F2= … N
(opmeten)
F1= 7 N
F2= … N
(opmeten)
F1= 7 N
F2= … N
(opmeten)
F1= 7 N
F2= … N
(opmeten)
F1= 7 N
F2= … N
(opmeten)
F1= 7 N
F2= … N
(opmeten)
F1= 7 N
F2= … N
(opmeten)
F1= 7 N
F2= … N
(opmeten)
F1= 7 N
F resultante = ……N (opmeten)
F2= … N
(opmeten)
2.2 Krachten in verschillende
richtingen p. 110