tekstassistent

118
@ Tekst assistent

Upload: gunha3

Post on 11-Jun-2015

1.577 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Page 1: Tekstassistent

@Teksta s s i s t e n t

Page 2: Tekstassistent

Tekstassistent

Formuleer-, stijl- en spellingadviezen voor

Fontysmedewerkers

Afdeling Marketing en Communicatie

2006

Page 3: Tekstassistent

© 2006 Fontys Hogescholen, afdeling Marketing en Communicatie

Concept en tekst: Jos Schilleman

Redactie: Lia Hesemans, Monique van Laar, met medewerking van diverse Fontyscollega’s

Vormgeving en opmaak: afdeling Grafische Producties

Alle rechten voorbehouden. Niets van deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerdgegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opname of op enige andere manier, zonder vooraf schriftelijke toestemming van de uitgever.

Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16b Auteurswet 1912 J0 , hetBesluit van 20 juni 1974, St.b. 351, zoals gewijzigd bij het Besluit van 23 augustus 1985, St.b. 471, en artikel 17Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht, postbus 882,1180 AW Amstelveen. Voor het overnemen van één of meer gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers enandere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) dient men zich tot de uitgever te wenden.

All rights reserved. No part of this publication may be reproduced, stored in a retrieval system, or transmitted, in anyform or by any means, electronic, mechanical, photocopying, recording or otherwise, without the prior writtenpermission of the publisher.

Page 4: Tekstassistent

Ten geleideNiet: Het is een feit dat burgers en het gemeentebestuur er gezamenlijk

belang aan zouden moeten hechten dat helderheid een meergeapprecieerd element in hun relatie zou moeten worden, gezienhet belang dat daaraan wordt gehecht in het kader van eenalgemeen gedemocratiseerd proces.(Deze zin staat bol van de bureaucratische stijlbloempjes. Degemeente Utrecht had de zin indertijd willen gebruiken op postersdie ingezet werden bij een taalproject voor de eigen ambtenaren.Maar uiteindelijk is de zin van de posters afgehaald, omdat ‘nietiedereen begreep dat die zin als grapje was bedoeld’ ...)

Wel: Burgers en gemeentebestuur moeten sterker streven naar helderheidin hun relatie, want dat komt ten goede aan de democratie.

Een tekst die niet goed geformuleerd is, bereikt zijn doel niet. De lezersnapt niet wat er bedoeld wordt, denkt dat de schrijver niet goed heeftnagedacht en stopt met lezen.

De formulering van uw tekst is uw visitekaartje. Iets wat slordig isgeformuleerd, is ook vaak slordig bedacht. Daarom besteedt iedere goedeschrijver welbewust aandacht aan de fase van het formuleren, waarin hijspeciaal let op woordkeus, zinsbouw en stijl.

Het schrijven van zakelijke teksten is een serieuze aangelegenheid. Maarondanks alle ernst valt er gelukkig ook te lachen. De humor in dergelijketeksten is echter niet als zodanig bedoeld. Daarom moeten prachtigevondsten als ‘pro-actief reageren op nieuwe ontwikkelingen’, ‘wereldwijdeglobalisering’ en het ‘preventief voorkomen van problemen’ vervangenworden door minder kleurrijke, maar wel betere formuleringen.

In het volgende overzicht ligt de nadruk op veelgemaakte fouten in dekeuze van woorden en de bouw van zinnen. Het bevat ook de nieuwste,officiële spellingregels volgens de spellingherziening van 2005. Deinhoudsopgave en het register helpen u snel uw weg te vinden naar eenbepaald onderwerp.

Page 5: Tekstassistent

Deze Tekstassistent is samengesteld door de afdeling Marketing enCommunicatie. Het is een sterk gewijzigde herdruk van de Schrijfassistentdie in 2002 verschenen is. Het concept is ongewijzigd gebleven. De aan-gebrachte wijzigingen zijn het gevolg van de vele adviezen van collega’s en de spellingherziening van 2005, die sinds augustus 2006 wettelijkverplicht is voor de overheid en het onderwijs.

Dit boekje is beknopt, maar toch ‘breed’. Beknopt, omdat enigszinsvergelijkbare taalgidsen veel uitgebreider zijn, maar die zijn dan ookbedoeld voor professionele, fulltime tekstschrijvers. ‘Breed’ omdat binnenFontys Hogescholen sprake is van een heterogeen publiek van mede-werkers wat het opleidingsniveau en de schriftelijke taalvaardigheidbetreft. Dit boekje bevat dus hoofdlijnen, maar ook voor elk wat wils.

De inhoud van verschillende paragrafen zal u waarschijnlijk bekend zijn.Maar van bepaalde onderwerpen zult u denken: Hé, zit dat zo? Dat moet ikonthouden.In ieder geval is het overzicht bedoeld om uw geheugen op te frissen enzonodig aan te vullen, met als resultaat dat u uw schriftelijk taalgebruiknóg beter kunt verzorgen.

Norbert VerbraakVoorzitter Raad van Bestuur

Page 6: Tekstassistent

Inhoud

Inleiding: adviezen voor een goede tekst ......9

Taalkwesties op alfabet..................................17

Aanhalingstekens ..........................................................................17Aanspreekvorm ..........................................................................................18Afkortingen................................................................................................18Alinea’s en witregels ..................................................................................19Als of dan? ................................................................................................19Apostrof ....................................................................................................20

Banaliteiten (vulgarismen) ............................................................21Barbarismen ..............................................................................................22Beeldspraak ................................................................................................24Bedrijvende en lijdende vorm....................................................................24Beknopte bijzin..........................................................................................26Blijkbaar of schijnbaar?..............................................................................26

Clichés ............................................................................................26Contaminatie..............................................................................................28

Dat of wat? ....................................................................................28Destijds of indertijd?..................................................................................30Die of welke? ............................................................................................30Doordat of omdat? ....................................................................................30Dubbele punt ............................................................................................30Dubbelzinnigheid ......................................................................................31

Effectief schrijven ..........................................................................32E-mails ......................................................................................................33Engelse werkwoorden in het Nederlands ..................................................34Engelse woorden in het Nederlands ..........................................................36Enkelvoud en meervoud ............................................................................37Euro............................................................................................................37

Page 7: Tekstassistent

Fontyswoorden ..............................................................................37

Gedachtestreepjes..........................................................................44Getallen ......................................................................................................44

Haakjes............................................................................................45Hebben of zijn?..........................................................................................45Heel veel ....................................................................................................46Hen of hun? ..............................................................................................46Herhaling van woorden ............................................................................47Hoofdletters ..............................................................................................48

Inversie............................................................................................50

Jargon..............................................................................................52Je kan of je kunt? ......................................................................................52

Komma............................................................................................53Koppelteken ..............................................................................................54

Leenwoorden..................................................................................58Leestekens ..................................................................................................58Lege woorden ............................................................................................59

Meervoud van zelfstandige naamwoorden ................................59Men............................................................................................................61Modewoorden............................................................................................61

Naamvalsvormen ..........................................................................62

Om ..................................................................................................63Omsluiting ................................................................................................64Ontkenning................................................................................................64Opsommingen ..........................................................................................66

Passe-partoutwoorden (stoplappen) ............................................66Punt............................................................................................................67Puntkomma................................................................................................67

Page 8: Tekstassistent

Samentrekking ..............................................................................68Spellingherziening 2005 ............................................................................70Spellingcontrole PC....................................................................................72Spelling van de werkwoordsvormen..........................................................72Stijlfiguren ................................................................................................74Symmetrie..................................................................................................78

Tangconstructie ..............................................................................80Titels ..........................................................................................................81Trema ........................................................................................................82Tussenletter in samenstellingen ................................................................83

Uitroepteken ..................................................................................86U hebt of u heeft?......................................................................................86

Vele of velen? ................................................................................87Verkleinwoorden........................................................................................87Verwijswoorden ........................................................................................88Verwijzing naar mannen en vrouwen........................................................89Verwijzing naar personen ..........................................................................90Verwijzing naar de titel van een tekst ........................................................90Voegwoorden naast elkaar ........................................................................91Voorzetselfouten ........................................................................................91Vraagteken ................................................................................................92

Wat betreft ....................................................................................92Werkwoord als zelfstandig naamwoord ....................................................92Woorden aaneenschrijven..........................................................................92Woorden afbreken ....................................................................................94Woordgeslacht ..........................................................................................95Woordspeling ............................................................................................97

Zinsbouw ........................................................................................97Zij of hij? ................................................................................................101

Page 9: Tekstassistent

Bijlagen ......................................................103

Grammatica ..................................................................................103

Teksten voorbereiden voor drukwerk........................................107

Zoekt u nog méér informatie?....................................................112

Register van trefwoorden............................114

Page 10: Tekstassistent

Inleiding: adviezen voor een goedetekst

Een goede zakelijke tekst is beknopt, aantrekkelijk, heeft een helderestructuur en kenmerkt zich door eenvoud. Maak gebruik van de volgendenegen adviezen. De bijbehorende toelichting is een behoorlijk verhaal,maar het schrijven van een goede tekst is ook geen peulenschil.

1 Kies de stijl die in de situatie het beste past.2 Schrijf beknopt en maak uw zinnen niet te ingewikkeld.3 Breng variatie aan in de zinsbouw.4 Schrijf voortstuwend.5 Zorg voor een heldere structuur.6 Zorg voor een aantrekkelijke tekst.7 Spring zuinig om met bijvoeglijke naamwoorden.8 Parafraseer veelvuldig.9 Vergeet de eindcontrole niet.

Deze adviezen worden hierna toegelicht.

1 Kies de stijl die in de situatie het beste past

Denk na over de manier waarop u uw lezersgroep het beste kunt bereiken.Maakt u de tekst te moeilijk, dan kan de lezer er niets mee doen. Is de tekstte gemakkelijk, dan kan dat op de lezer ‘kinderlijk’ overkomen. Een aantaluitersten:

Gemakkelijk IngewikkeldVaag DuidelijkKort en krachtig UitgebreidOfficieel PersoonlijkZakelijk Emotioneel

Welke keuze u als schrijver maakt, hangt af van het doel van de tekst enhet lezerspubliek dat u wilt bereiken.

Tekstassistent 9

Page 11: Tekstassistent

10 Tekstassistent

Gemakkelijk of ingewikkeld- U hebt de rekening nog niet betaald.- Wij maken u erop attent dat u de rekening nog niet voldaan hebt.Het is niet juist dat gemakkelijk altijd beter is dan ingewikkeld. De lezermoet niet het idee krijgen dat u denkt dat hij ‘onderontwikkeld’ is. Inteksten die u schrijft voor vakgenoten, is er natuurlijk niets op tegen omvaktermen te gebruiken.

Vaag of duidelijk- Iedereen zal aan dit rookverbod moeten meewerken.- Ook de heer De Bruin zal zijn pijp thuis moeten laten.Soms is het beter in een tekst wat vaag te zijn.Vooral als u vermoedt datmensen zich persoonlijk gekwetst zouden kunnen voelen, kunt u beter eenbeetje vaag blijven. Bij het vastleggen van afspraken is het beter direct tezijn. Wie doet wat, waar en wanneer?- Nico van Wanten zal elke dinsdag om tien uur zijn verslag met de

directeur bespreken.

Kort en krachtig of uitgebreidKort-en-krachtig taalgebruik is taal zonder omwegen. U beschrijft wat debedoeling is, zonder er andere zaken bij te betrekken.Uitgebreid taalgebruik is taalgebruik waarbij u meer woorden en meerzinnen gebruikt om hetzelfde te zeggen. U gebruikt het als het nodig isom heel voorzichtig te zijn of om iets nauwkeurig uit te leggen.Bij uitgebreid taalgebruik hoort ook het herhalen in andere woorden enhet geven van voorbeelden. Door iets op meer manieren uit te leggen, hebtu meer kans dat wat u wilt zeggen ook echt begrepen wordt.- De beste opleiding is Podotherapie. Deze opleiding heeft de doel-

stelling van dit jaar ruimschoots gehaald.- Het vergelijken van de opleidingen is een ingewikkelde zaak. Er kunnen

allerlei oorzaken zijn waardoor doelstellingen niet gehaald worden. Inhet algemeen moeten we vaststellen dat we geen makkelijk jaar achterde rug hebben. Alleen Podotherapie heeft geen tegenslagen gehad enheeft daardoor de doelstelling kunnen halen.

Page 12: Tekstassistent

Tekstassistent 11

Officieel of persoonlijkOfficieel taalgebruik is taalgebruik met opsommingen, moeilijke woordenen vaak lange zinnen. U gebruikt dit soort taal als u officieel wilt over-komen bij de lezer. Let erop dat uw tekst niet op verschillende manierenkan worden uitgelegd. En overdrijf vooral ook niet! - Wij delen u mede dat u niet voor een extra parkeerplaats in aan-

merking komt. Het is gemeentebeleid om prioriteit te geven aaninvaliden. Daarom is de vrijgekomen plaats aan iemand anderstoegewezen. Wij hopen op uw begrip hiervoor.

- Je hebt een parkeerplaats aangevraagd. Bij de toewijzing van parkeer-plaatsen geven we echter voorrang aan invaliden. Dat is de reden datwe je de plaats niet kunnen geven. Wij hopen dat je dat begrijpt.

Zakelijk of emotioneelU zou vreemd opkijken als u in een nota van het ministerie een zin zoutegenkomen als:- Onze zeer begaafde minister heeft weer eens een geniaal plan bedacht.Een dergelijke subjectieve zin past helemaal niet in een dergelijke nota.U verwacht daarin zakelijk en neutraal taalgebruik:- De minister heeft daarvoor het volgende plan bedacht.

Neutraal taalgebruik is over het algemeen beter in zakelijke teksten.Tochkan het voorkomen dat een emotionele schrijfstijl nodig is. Bijvoorbeeldals u begrip wilt vragen bij iemand voor bepaalde klachten.Vergelijk:- De gevolgen van de foute ingreep zijn een scheef oog, drie losse

tanden en een constante scherpe pijn in de kaak.- Jullie hebben een ernstige fout gemaakt bij de operatie. De kwalen

daarna zijn bijna net zo erg als die ervoor. Ik heb nu een scheef oog endat is geen gezicht. Bij het eten heb ik last van drie tanden die los-zitten, waardoor ik geen hap meer door mijn keel kan krijgen. Nachtenlig ik wakker van de vlijmende pijn in mijn kaak.

Page 13: Tekstassistent

12 Tekstassistent

2 Schrijf beknopt en maak uw zinnen niet te ingewikkeld

Gebruik korte woorden, zinnen, alinea’s en hoofdstukken. Hak langezinnen in tweeën of zorg er met komma’s en het verschuiven van dewoorden voor dat de zin zo duidelijk mogelijk is. Zoek alternatieven voorlange woorden.• Schrap overbodige woorden.• Gebruik alternatieven voor voorzetseluitdrukkingen als ‘met betrekking

tot’ (= over), ‘als gevolg van’ (= door).• Vervang ingewikkelde constructies als ‘ondanks het feit dat’ (= hoe-

wel), ‘de intentie hebben om’ (= willen).• Blijf bij uw onderwerp.

Sommige schrijvers proberen zoveel mogelijk informatie in één zin tekrijgen. Daardoor kunnen te lange en onoverzichtelijke zinnen ontstaan.

Niet: Uit leesbaarheidsonderzoek is gebleken dat zinnen van meer dantwintig woorden de leesbaarheid kunnen bemoeilijken, wat nietbetekent dat u geen zinnen mag formuleren van meer dan twintigwoorden, want er zijn genoeg lange zinnen die ‘als een trein’lopen, maar daartegenover staan ellenlange zinnen waar geendoorkomen aan is.

Wel: Uit leesbaarheidsonderzoek is gebleken dat zinnen van meer dantwintig woorden de leesbaarheid kunnen bemoeilijken. Dit betekentniet dat u geen zinnen mag formuleren van meer dan twintigwoorden, want er zijn genoeg lange zinnen die ‘als een trein’lopen. Maar daartegenover staan ellenlange zinnen waar geendoorkomen aan is.

Het is daarom goed om van geval tot geval even te kijken of het wel nodigis een zin steeds maar weer uit te breiden met nog een bijzin. Eenalgemeen advies: beperk u tot zinnen die maximaal uit twee hoofdzinnenof uit een hoofdzin en een bijzin bestaan.

Page 14: Tekstassistent

Tekstassistent 13

Vermijd breedsprakigheid. Streef ernaar kort en duidelijk op te schrijvenwat u wilt vertellen. Maak uw zinnen dus niet langer dan nodig is.

Niet: Het was namelijk zo, dat de reden waarom de machine het begaf,was dat hij niet goed gesmeerd was, een omstandigheid die voor-komen had kunnen worden als men wat meer zorg en aandacht aande smering had gegeven.

Wel: De machine begaf het omdat men de smering had veronachtzaamd.

> Zie ook het volgende punt en bij Zinsbouw

3 Breng variatie aan in de zinsbouw

Door zinnen met elkaar te verbinden en door de woordvolgorde vansommige zinnen te veranderen, krijgt u een beter leesbare tekst.

Niet: De kopieermachine gaat steeds kapot. Ze maakt dan rare geluiden.Ze is niet te repareren. We hebben het vaak geprobeerd.De productie lijdt er natuurlijk sterk onder.

Wel: De kopieermachine gaat steeds kapot en dan maakt ze raregeluiden. We hebben al vaak geprobeerd ze te repareren, maar datlukt niet. Natuurlijk lijdt de productie er sterk onder.

4 Schrijf voortstuwend

Dezelfde ‘richting’ in een zin handhaven, maakt het lezen van die zingemakkelijker.Woorden als want, daarom, bijgevolg, dus, doordat stuwen uwideeën voorwaarts.Woorden als ‘echter’, ‘maar’, ‘althans’, ‘mits’ en ‘hoewel’werken in tegengestelde richting en duwen ze weer terug. In één zin enkelekeren van richting veranderen is in een zakelijke verhandeling niet aan tebevelen.Vermijd dus heen-en-weer-schrijverij en schrijf voortstuwend.

Niet: De werkzaamheden werden gedurende enige tijd onderbroken,maar wij wisten dat het vermogen van de machine beperkt was,want wij hadden deze storing voorzien, maar het werk heeft slechtstwaalf uur stilgelegen.

Wel: Het werk werd enige tijd onderbroken. Het lag slechts twaalf uurstil, doordat wij deze storing voorzien hadden, want we wisten dathet machinevermogen beperkt was.

Page 15: Tekstassistent

5 Zorg voor een heldere structuur

• Voor het ‘uiterlijk’ van de tekst doet u dat met koppen, subkoppen enwitregels. Gebruik concrete korte tussenkopjes (die bestaan bijvoorkeur uit één tot drie woorden). U kunt eventueel genummerdeparagrafen gebruiken.

• Gebruik bolletjes-opsommingen.• Ook in de tekst geeft u structuur aan met woorden en zinnen die iets

zeggen over de structuur van de tekst: verder, ten eerste, ten tweede,verder, ook, vervolgens, bovendien, ten slotte, verder, maar, echter, niet-temin, toch, van de andere kant, hoewel, evenals, op dezelfde manier,dus, bijvoorbeeld, zoals, omdat, doordat, samenvattend, kortom ...

• Zorg voor een duidelijke en eenduidige opbouw: chronologisch, vanalgemeen naar specifiek.

• Elke gedachte een nieuwe zin, elk thema een nieuwe alinea.

Zet niet al uw zinnen achter elkaar, maar verdeel uw tekst in alinea’s.Een alinea is een aantal zinnen dat handelt over hetzelfde deelonderwerpvan uw tekst.Uw alinea-indeling volgt in beginsel de logische indeling van uw tekst: inelke alinea werkt u een deelonderwerp uit van uw betoog, bericht ofverhaal.Daarnaast heeft een alinea een belangrijke grafische functie, want eengoede alinea-indeling leidt tot een prettig tekstbeeld, dat de leesbaarheidbevordert.Nog enkele adviezen:• Een pakkend begin van elke alinea houdt de aandacht van de lezer

gevangen.• In gedrukte of getypte vorm mogen alinea’s niet langer zijn dan ze

breed zijn. Dat komt overeen met ongeveer zes à acht schermregels vanzestig aanslagen per regel, afhankelijk van de kolombreedte.

• Vermijd een opeenvolging van uitsluitend korte alinea’s of uitsluitendlange alinea’s (‘metselwerk’). Afwisseling geeft het beste resultaat.

• U kunt de leesbaarheid van uw tekst verhogen door die in stukken teverdelen en elk stuk een tussenkopje te geven.

14 Tekstassistent

Page 16: Tekstassistent

6 Zorg voor een aantrekkelijke tekst

Zorg ervoor dat uw tekst prettig leesbaar is en een heldere opmaak heeft.Gebruik beeldende woorden.• Vermijd clichés (zie bijvoorbeeld punt 7).• Gebruik beeldspraak (metaforen) om complexe zaken te verhelderen.• Geen dubbele ontkenningen: ‘min maal min is plus’.• Vermijd modale woorden: wellicht, eventueel, waarschijnlijk.• Niet te vaak de lijdende vorm.• Geen ambtelijke stopwoorden als hieromtrent, mits, tenzij.• Geen afkortingen in ‘lopende’ tekst, getallen tot twintig voluit schrijven.• Geen naamwoordstijl.• Illustreer uw tekst: soms zegt een diagram of schema meer dan

honderd woorden.• Gebruik passende citaten.• Schrap nietszeggende hulpwerkwoorden (zij zullen morgen komen ->

zij komen morgen).• Vormgeving: schreefloze letter.• Als het kan: spreek de lezer rechtstreeks aan.• Stel eens een vraag, waarin de lezer zich zou kunnen herkennen.• Gebruik zo veel mogelijk voorbeelden uit de praktijk. En zelfs hoe

meer, hoe liever. Uw lezer kan zich dan beter voorstellen waar het overgaat. Hoe concreter, hoe beter, ook in zakelijke teksten.

7 Spring zuinig om met bijvoeglijke naamwoorden

Sommige schrijvers stouwen hun zinnen vol met zogenaamde kleurrijkebijvoeglijke naamwoorden (adjectieven). U kunt beter zuinig omspringenmet bijvoeglijke naamwoorden en ze alleen gebruiken als u daarmeebelangrijke informatie toevoegt.Voorbeelden van bijvoeglijke naamwoorden die geen of weinig informatietoevoegen en daardoor nogal cliché-achtig zijn:- een belangrijk element - een veelgeplaagde commissie- het huidige kabinet - de vermaarde politicus- de bekende acteur - een historische gebeurtenis- een uniek schouwspel - een dramatische voorstelling

Tekstassistent 15

Page 17: Tekstassistent

8 Parafraseer veelvuldig

Parafraseren betekent dat u in andere woorden hetzelfde nog een keeruitlegt. Dat is zeker bij een ingewikkeld onderwerp gewenst.Bij parafraseren zeg je het opnieuw, maar anders.Vooral als ietsingewikkeld is, moet je het nog eens op een andere manier vertellen.Veronderstel niet alles bekend bij uw lezers.Vaak is een korte samenvattingvan het voorafgaande nodig.

9 Vergeet de eindcontrole niet

Adviezen voor na het schrijven:• Controleer niet alleen vanaf het scherm.• Lees de tekst hardop voor.• Gebruik de spellingcontrole, maar vertrouw er niet blindelings op.• Laat de tekst een dagje rusten en kijk er dan nog eens naar.• Zoek een proeflezer, het liefst uit de doelgroep waarvoor u de tekst

geschreven heeft.

> Zie ook bij Effectief schrijven

16 Tekstassistent

Page 18: Tekstassistent

Taalkwesties op alfabet

Aanhalingstekens• Voor het gebruik van aanhalingstekens gelden geen verplichte regels;

wel is het belangrijk om ze consequent te hanteren. In dit boekje gaanwe uit van de volgende regel: gebruik ‘enkele’ aanhalingstekens, zowelbij lange citaten als voor enkele woorden of zinsdelen.

• Alleen bij een citaat in een citaat gebruikt u de “dubbele” aanhalingstekens:- In de handleiding staat op bladzijde 3: ‘Zodra je de tekst “Afsluiten”

ziet oplichten, moet je onmiddellijk stoppen!’ • Gebruik geen aanhalingstekens bij titels van boeken, kranten, tijdschrif-

ten, nota’s rapporten, projecten en dergelijke. Die titels cursiveert u:- In de brochure Idealisme in learning communities staat op pagina 8 (...)

Aanhalingstekens gebruikt u:1 Bij het gebruik van de directe rede. Kijk goed waar de aanhalings-

tekens, de hoofdletters, de komma’s en de punt staan:- Hij zei: ‘Dit is een citaat.’ - ‘Dit is een citaat’, zei hij.- ‘Dit’, zei hij, ‘is een citaat.’- Zei hij: ‘Dit is een citaat’?- ‘Zei hij dat dit een citaat is?’, vroeg zij.- ‘Dat is onzin!’, riep zij.- Op de kaart stond ‘Alles OK bij jullie?’ geschreven.- Ik herinner me nog dat hij steeds ‘Kom, we zijn eens weg’ riep.

2 Als u een woord duidelijk uit wilt laten komen:- Het woordje ‘dat’ in die zin moet met een hoofdletter.

3 Als u aan wilt geven dat een woord niet letterlijk opgevat moet worden:- Ik heb niet veel vertrouwen in zijn ‘eerlijkheid’.

Tekstassistent 17

Page 19: Tekstassistent

WeglatingstekenHet weglaten van woorden geeft u aan met drie punten zonder spaties tussen haakjes: (…):- In artikel 3 van de Wet Openbaarheid bestuur staat:’Onze minister (…)

verschaft uit eigen beweging informatie (…).’

GedachtenHet is niet gebruikelijk om aanhalingstekens te gebruiken als u gedachtenweergeeft:- De lezer dacht: Wat is dat toch een ingewikkeld verhaal!

AanspreekvormIn het algemeen gaat u bij de keuze van de aanspreekvorm uit van uweigen inzicht. Als u weinig afstand tot de geadresseerde voelt, gebruikt u‘jij’, bij meer afstand gebruikt u ‘u’. Er zijn geen voorschriften.Kies in opleidingsbrochures, studiegidsen en -teksten voor de je-vorm,omdat die voor (potentiële) studenten bedoeld zijn; die aanspreekvormwordt door die doelgroep gewoonlijk ervaren als direct en persoonlijk.

AfkortingenGebruik bij voorkeur geen afkortingen, maar schrijf liever de woordenvoluit. Uw tekst wordt er een stuk duidelijker door.Niet: bijv., nl., jl., c.q., enz., tel., e.d., a.d.h.v., a.g.v.Wel: bijvoorbeeld, namelijk, jongstleden, casu quo (maar liever ‘dan wel’

of ‘en’), enzovoort, telefoon, en dergelijke, aan de hand van (maarliever ‘met’ ), als gevolg van (maar liever ’door’)

Gebruik in ieder geval geen merkwaardige afkortingen als ‘dhr.’, ‘mvr.’ of‘mw’.

Vermijd standaardafkortingen als ‘t.a.v.’, ‘m.b.t.’ en ‘n.a.v.’ niet alleenomdat het clichés zijn. Dergelijke afkortingen halen het tempo uit uwtekst. Het is beter ze te vervangen door één ander voorzetsel:- Niet: Het beleid t.a.v. de kwaliteitszorg.

Wel: Het beleid voor de kwaliteitszorg.- Niet: De maatregelen m.b.t. het verminderen van het aantal negatief

bindende studieadviezen.Wel: De maatregelen om het aantal negatief bindende studieadviezen

te verminderen.

18 Tekstassistent

Page 20: Tekstassistent

- Niet: De reactie n.a.v. de studiedag.Wel: De reactie op de studiedag.

Bovendien hebt u dergelijke lange afkortingen niet nodig, omdat u kuntkiezen voor een eenvoudigere, directere en dus betere manier omhetzelfde te zeggen.Niet: M.b.t. het verstrekken van de lening d.m.v. een doorlopend krediet

t.b.v. de aanschaf van een nieuwe Ferrari, moeten wij u helaasteleurstellen. Als u t.z.t. meer zult verdienen dan uw huidigezakgeld, zijn wij bereid uw verzoek opnieuw te behandelen.

Wel: Wij kunnen u geen doorlopend krediet voor de aanschaf van eennieuwe Ferrari verstrekken. Als u later meer zult verdienen dan uwhuidige zakgeld, zijn wij bereid uw verzoek opnieuw inbehandeling te nemen.

Namen van Fontysopleidingen kort u niet af bij externe communicatie.

> Zie ook bij Fontyswoorden

Alinea’s en witregels• De gedachtegang in teksten deelt u in met behulp van alinea’s, de hoofd-

bouwstenen van een tekst. Alinea’s zijn groepjes zinnen die bij elkaarhoren omdat ze een deel van de hoofdgedachte van een tekst behandelen.

• Laat een alinea op een nieuwe regel beginnen en spring daarbij niet in.• Als u groepjes alinea’s van elkaar wilt onderscheiden, bijvoorbeeld

omdat in de gedachtegang een geheel nieuw deelonderwerp begint,kunt u een witregel inlassen om de overgang aan te geven.

Als of dan?Over het gebruik van ‘als’ of ‘dan’ wordt ingewikkelder gedaan dan nodigis. In de spreektaal mogen ze door elkaar gebruikt worden. In verzorgdeschrijftaal gebruikt u ‘dan’:• als u een verschil wilt uitdrukken met behulp van de vergrotende trap

en bij het woord ‘ander(s)’.- Hij is kleiner dan ik.- Zij is anders dan ik.

• na ‘niemand’, ‘niet(s)’, ‘geen’, ‘nooit’, ‘nergens’ enzovoort, waarachteru het woord ‘ander(s)’ kunt denken:- En ja hoor, daar verscheen niemand (anders) dan de baas zelf.- We hebben niets (anders) dan pech met die grasmaaier gehad.

Tekstassistent 19

Page 21: Tekstassistent

In alle andere gevallen gebruikt u ‘als’.- Je bent even dik als je broer.- Op de tweede open dag hebben we niet zoveel bezoekers gezien als op

de eerste.

ApostrofU gebruikt een apostrof:1 Bij het meervoud van zelfstandige naamwoorden: woorden die

eindigen op -a, -e (= lange /ee/), -i, -o, -u of -y krijgen in het meer-voud -’s om uitspraakproblemen te voorkomen:- collega’s, ave’s, taxi’s, auto’s, paraplu’s, baby’s

Let op:- abonnees (geen -e, maar -ee in het enkelvoud)- cafés (geen -e, maar -é in het enkelvoud)- essays (geen -y, maar -ay in het enkelvoud)

2 Bij verkleinwoorden; als het grondwoord eindigt op -y, krijgt u -’tje:- baby/baby’tje;

3 Om aan te geven dat er letters zijn weggelaten:- m’n, d’r, ‘r was ‘ns.Let op het correcte gebruik van hoofdletters!- ‘des’ wordt ‘s, bijvoorbeeld in:

‘s Morgens arriveerde ik in ‘s-Gravenhage;- ‘het’ wordt ‘t, bijvoorbeeld in:

‘t Regent pijpenstelen in het hele dorp;

4 Bij naamvalsvormen (-s als tweede-naamvalsuitgang):a Als een woord op een klinker eindigt, schrijft u de -s aan het woord

vast als dat geen uitspraakproblemen geeft:- Pietjes bromfiets- Marietjes tas

Bij dreigende uitspraakproblemen schrijft u ‘s:- Opa’s voetbalschoenen- Margo’s racket- oma’s huis- Antigone’s broer- Leo’s auto

20 Tekstassistent

Page 22: Tekstassistent

b Als van een woord als laatste medeklinker een -x of een -s is, gebruiktu bij de tweede naamval alléén een apostrof:

- Felix’ cassettes- Francis’ T-shirt

c Om de bedrijfsnaam te beschermen, gebruikt de zakenwereld meestal‘s, ook al is er geen uitspraakprobleem:

- Van Houten’s chocoladevlokken- Verkade’s producten

5 Bij het meervoud van letterwoorden en bij afleidingen van afkortingengebruikt u geen koppelteken, maar een apostrof (maar de regels zijnniet erg consequent ...):- een A4’tje- een 65+’er

(maar het is ‘65+-regeling’, want dat is geen afleiding, maar eensamenstelling)

- een cd’tje (en het is dus ‘cd-speler’, want dat is ook geen afleiding, maar eensamenstelling)

- NV’s- een SMS’je (en als samenstelling: SMS-bericht’)- drie mbo’s- vier s’en- vijf p’s- een hbo’er (en als samenstelling ‘hbo-opleiding’)- twee PvdA’ers - drie VVD’ers

Banaliteiten (vulgarismen)- Mijn collega’s kregen een punthoofd van die stomme antwoorden van u!- Mevrouw, dat tentamen van u was dus duidelijk naadje pet!- Als u dat nog eens presteert, dan bent u nog niet jarig!- Kortom, u bekijkt het verder maar!

Dat zult u een voorzitter van een examencommissie niet horen zeggentegen een studente, want deze woorden passen absoluut niet in de contextvan een dergelijke situatie.Het is belangrijk dat u gevoel hebt voor de sfeer, waarin een woord wel of

Tekstassistent 21

Page 23: Tekstassistent

niet thuishoort. Woorden die in een bepaalde context niet thuishoren,heten banaliteiten of vulgarismen.U kunt bijvoorbeeld in het dagelijkse taalgebruik best uitdrukkingengebruiken als:- dan ben je nergens meer, ik kreeg er wat van, dat komt in de beste

families voor, dan ben je verkocht, ik had het niet meer.Maar in verzorgd taalgebruik, bijvoorbeeld in zakelijke brieven, zijndergelijke banaliteiten niet op zijn plaats.- Niet: Hij had beterschap beloofd, maar in de praktijk kwam er geen

steek van terecht.Wel: Hij had beterschap beloofd, maar in de praktijk kwam er niets

van terecht.- Niet: Wij moeten concluderen dat u er bij de calculatie van dit project

met de pet naar heeft gegooid.Wel: Wij moeten concluderen dat u de calculatie niet naar behoren

heeft uitgevoerd.

BarbarismenBarbarismen zijn woorden en zinsconstructies die op een verkeerdemanier vernederlandst zijn. Het zijn meestal woorden die op een Duitse,Engelse of Franse manier geschreven worden.Al naar gelang het land van herkomst spreekt men van anglicismen (uithet Engels), gallicismen (uit het Frans) en germanismen (uit het Duits).- Niet: Als regel komen we niet op feestjes. (Dit komt uit het Engels:

‘As a rule’.)Wel: In de regel komen we niet op feestjes.

- Niet: Dat willen we graag nog eens extra onderlijnen. (Een klakkelozevertaling van het Franse ‘souslignier’.)

Wel: Dat willen we graag nog eens extra onderstrepen.- Niet: Ze was begeesterd. (‘Begeesterd’ is de verkeerde vertaling van

het Duitse woord ‘begeistert’.)Wel: Ze was enthousiast.

Andere barbarismen:

Anglicisme: Nederlands:- vroeger of later vroeg of laat- meer of minder min of meer- dat is praktisch uitgesloten dat is vrijwel (bijna, nagenoeg) uitgesloten

22 Tekstassistent

Page 24: Tekstassistent

Gallicisme: Nederlands:- iets verkopen aan een hoge prijs iets verkopen voor een hoge prijs- dat is niet mijn fout dat is niet mijn schuld- het meest waardevolle ... het waardevolste ...- duur kosten duur zijn, veel kosten

Germanisme: Nederlands:- Eerstens en tweedens op de eerste en de tweede plaats- een geëigend middel een geschikt middel- hoogzomer midzomer- bemerkingen maken opmerkingen maken- het handelt zich om ... het gaat om ...- middels door (middel van)

Een andere vorm van barbarisme vindt u in het op een foute manier los, ofjuist aan elkaar schrijven van woorden. Uit het Duits nemen we in hetNederlands de gewoonte over het bijvoeglijk en het zelfstandig naam-woord aan elkaar te schrijven:Niet: kleinmeubelen, normaalfilm, maagbezwaren.Wel: kleine meubelen, normale film, maagklachten.

Uit het Engels komt de gewoonte om samengestelde woorden juist weerlos te schrijven:Niet: informatica adviseur, docenten vergadering.Wel: informatica-adviseur, docentenvergadering.

Uit het Engels komt ook de gewoonte om de onvoltooid verleden tijd tegebruiken als de voltooid tegenwoordige tijd op zijn plaats is:Niet: Was jij al eens in Leeuwarden?Wel: Ben jij al eens in Leeuwarden geweest?

De Nederlandse taal leeft en ondergaat voortdurend veranderingen.Sommige barbarismen zijn daardoor discutabel, omdat ze door veelvuldiggebruik in de loop van de tijd ‘burgerrecht’ gekregen hebben. Dat geldtbijvoorbeeld voor ‘als regel’ en voor ‘onderlijnen’.

Tekstassistent 23

Page 25: Tekstassistent

BeeldspraakWerkelijkheid Beeldspraak- de voorkant van een schoen de neus van een schoen- een grote, sterke kerel een boom van een kerel

Bij beeldspraak gebruikt u een beeld om een bepaalde werkelijkheidfraaier, helderder en daardoor aansprekelijker voor te stellen.Ook hier geldt: overdrijf niet.- Dit nieuwe kopieerapparaat is zo vaak stuk dat onze kantoorgang

regelmatig in het filenieuws op de radio wordt genoemd.- Een goede schrijver gebruikt zijn pen als een kaasschaaf. Hij blijft

dingen weghalen tot er alleen staat wat er moet staan. Schrijven isschaven.

Bedrijvende en lijdende vormBedrijvende, actieve vorm:- Hij heeft een onderzoek ingesteld.- De eigenaar verhuurt de tweede ruimte alleen voor bruiloften en

partijen.Lijdende, passieve vorm:- Er is door hem een onderzoek ingesteld.- De tweede ruimte wordt door de eigenaar alleen verhuurd voor

bruiloften en partijen.

Veel mensen veroordelen ten onrechte het gebruik van lijdende zinnen.Maar u kunt dergelijke zinnen zonder bezwaar hanteren, want door hetgebruik van de lijdende vorm legt u de nadruk op andere zinsdelen dan udoet bij de bedrijvende vorm. Dat blijkt uit de voorbeelden.

Maar ook bij de lijdende vorm geldt dat u moet oppassen dat u die niet teveelvuldig en vlak na elkaar gebruikt. Een zin in de lijdende vorm noemtmen namelijk niet voor niets ook wel een passieve zin...Een opstapeling van lijdende zinnen in uw tekst leidt ertoe dat uw tekstpassief en stijfjes overkomt, of ‘ambtenaarachtig’ en ‘bureaucratisch’. Menspreekt in dergelijke gevallen ook wel van de ziekte ‘passivitis’.

24 Tekstassistent

Page 26: Tekstassistent

Niet: De route die door uw PR-medewerker verstrekt was, hebben we nietgevolgd, want de weg werd ons gelukkig gewezen door een van uwstudenten die met ons meegereden is. Daardoor is nodeloos tijd-verlies vermeden. Eenmaal ter plaatse werd de door u vermeldecollegezaal snel gevonden. De boeiende inhoud van het referaat datgehouden werd door uw collega De Vos, zal door ons aan onzedirectie voorgelegd worden ter overdenking.

Wel: De routebeschrijving die we van uw PR-medewerker ontvangenhadden, hebben we niet gevolgd, omdat een van uw studenten ismeegereden en ons de weg heeft gewezen. Dat voorkwamtijdverlies. De collegezaal hadden we vervolgens snel gevonden.De boeiende inhoud van het referaat van uw collega De Vos zullenwij ter overdenking aan onze directie voorleggen.

Lijdende vormen komen in ieder geval nogal formeel over in gevallen als:- Aan mensen met een hoed wordt verzocht deze af te zetten.- Honden worden geacht aan een lijn te zitten.- Door de politieambtenaren wordt nu niet gestaakt.- De winkeldievegge werd door mij op heterdaad betrapt.

De bedrijvende vorm is veel directer en actiever. Gebruik die zo veelmogelijk.- Als u een hoed draagt, wilt u die dan afzetten?- Honden aan de lijn alstublieft.- De politieambtenaren staken nu niet.- De winkeldievegge heb ik op heterdaad betrapt.

Niet: De passagiers worden verzocht de ramen gesloten te houden.Wel: De passagiers wordt verzocht de ramen gesloten te houden.

Lijdende zinnen van dit type leveren nogal eens problemen op omdat ‘Depassagiers’ als onderwerp beschouwd wordt. En omdat het onderwerp inhet meervoud staat, wordt ook de persoonsvorm in het meervoudgeplaatst.Maar ‘De passagiers’ is geen onderwerp, maar meewerkend voorwerp. Depersoonsvorm moet in die gevallen in het enkelvoud staan.

Tekstassistent 25

Page 27: Tekstassistent

Beknopte bijzinEen beknopte bijzin is een bijzin zonder onderwerp:- Zonder op de prijs te letten, kocht Henk een nieuwe auto.- We vinden het prettig u van dienst te zijn.

Het onderwerp van de beknopte bijzin moet hetzelfde zijn als dat van dehoofdzin.- Niet: Ingesloten in de envelop, stuur ik u een kopie van mijn diploma.

(De hoofdzin is: ‘stuur ik u een kopie van mijn diploma’. Indeze zin is ‘ik’ het onderwerp. ‘Ik’ moet dus óók het onderwerpin de beknopte bijzin zijn, maar dat is niet het geval in de voor-beeldzin. Het gevolg is een onbedoeld komisch resultaat.)

Wel: Een kopie van mijn diploma heb ik als bijlage toegevoegd.- Niet: Onder het zingen van het volkslied steeg de vorstin uit de koets.

Wel: De vorstin steeg uit de koets, terwijl het volklied gezongen werd.- Niet: Fanatiek schreeuwend reed de trein met supporters langzaam weg.

Wel: De trein met de fanatiek schreeuwende supporters reed lang-zaam weg.

Blijkbaar of schijnbaar?Blijkbaar: het is gebleken dat het zo is; het staat dus vast.Schijnbaar: het lijkt erop dat het zo is; het is dus nog niet zeker.- Tijdens haar vakantie is ze schijnbaar ernstig ziek geweest.- Dat kleine, ronde mannetje schijnt beresterk te zijn.- Hij is blijkbaar vergeten dat de deadline gesteld was op 31 januari.- De bestelbus heeft blijkbaar een fikse aanrijding achter de rug.

ClichésClichés zijn versleten woorden en uitdrukkingen. Ze zijn al zo vaakgebruikt dat ze weinig of geen zeggingskracht meer hebben. U kunt zedaarom maar beter vermijden.Voorbeelden:- de hamvraag- de pijnpunten- de weergoden- het financiële plaatje- een computergigant- de elektronicareus- de deur die voortdurend op een kier gezet wordt- de telefoon die altijd roodgloeiend staat

26 Tekstassistent

Page 28: Tekstassistent

- iets wat op de rails gezet moet worden- de vrouw die voortdurend het voortouw neemt

Ambtelijk taalgebruikClichés zijn kenmerkend voor het zogenaamde ambtelijk taalgebruik enkomen vooral in formele brieven en nota’s veel voor (de verbetering staater tussen haakjes achter):

- alsmede (= en)- derhalve (= daarom)- heden (=vandaag)- hetgeen (= wat)- inzake (= over)- laatstelijk (=onlangs)- mijns inziens (= volgens mij)- qua (= wat betreft)- reeds (= al)- te allen tijde (= altijd)- thans (= nu)- welke (= die, dat)

Bovendien zijn dergelijke, ambtelijke clichés voor veel lezers nogalmoeilijk te begrijpen.Vermijd ze daarom liever en kies ‘gewone’ woorden.Dat is zeker zo duidelijk.Niet: Vooralsnog kunnen wij u geen goedkeuring verlenen, inzake de

onlangs door u aangevraagde vergunning. Derhalve verzoeken wij uvriendelijk edoch zeer beslist, de laatstelijk door onze ambtenarengeconstateerde werkzaamheden op het desbetreffende perceel, metonmiddellijke ingang te stoppen. Zulks om sancties van onze kantte voorkomen.

Wel: Wij kunnen uw aanvraag voor een vergunning niet goedkeuren.Daarom verzoeken wij u de door ons geconstateerde werkzaam-heden op het betrokken perceel onmiddellijk te stoppen. Dit omsancties te voorkomen.

Tekstassistent 27

Page 29: Tekstassistent

ContaminatieEen contaminatie is een fout die u maakt als u twee formuleringen diehetzelfde betekenen, naast elkaar gebruikt of samenvoegt:

- Die auto kost ontzettend duur (= kost veel + is duur)- Volgens mijn mening is dat onmogelijk (= volgens mij + mijn

mening is)- Behoort tot een van de besten (= is een van de besten +

behoort tot de besten)- Hij is op de hoogte met ... (= op de hoogte van +

bekend met)- Een klus tot later uitstellen. (= later doen + uitstellen)

Een contaminatie is ook een ongeoorloofde versmelting van woorden.Men noemt een contaminatie dan ook wel een cocktailwoord of cocktail-uitdrukking.Nog enkele voorbeelden:- plotsklaps (= plotseling + eensklaps)- aanrecommanderen (= aanbevelen + recommanderen)- optelefoneren (= opbellen + telefoneren)- zich irriteren aan (= zich ergeren aan + zich geïrriteerd

voelen door)- zich beseffen (= zich realiseren + beseffen)

Dat of wat?In het dagelijkse taalgebruik vervaagt het verschil tussen ‘dat’ en ‘wat’ inzinnen als:- Er is niets dat/wat mij daarvan kan weerhouden.- Het tijdschrift dat/wat ik nu aan het lezen ben, is van Anneliek.

Maar in verzorgde teksten is het zinvol dit verschil te handhaven. Want erkan verschil in betekenis zijn.Vergelijk:- Dat bos was het mooiste dat ik ooit gezien heb. (= bepaald, ik heb nog

nooit zo’n mooi bos gezien.)- Dat bos was het mooiste wat ik ooit gezien heb. (= onbepaald, ik heb

nog nooit iets mooiers gezien.)

‘Dat’ verwijst altijd naar iets bepaalds, een zelfstandig naamwoord of groepwoorden met als kern een zelfstandig naamwoord.

28 Tekstassistent

Page 30: Tekstassistent

- Het tijdschrift dat ik nu aan het lezen ben, is van Anneliek.- Het meisje, dat ik in Groningen ontmoet heb, is secretaresse bij Van

Lanschot.- Ik heb ons oude kookboek, dat finaal uit de kaft lag, opnieuw laten

inbinden.

‘Wat’ gebruikt u in vijf gevallen:1 ‘Wat’ verwijst naar na een onbepaald telwoord, zoals ‘iets’, ‘niets’,

‘weinig’ en ‘alles’:- Er is niets wat mij daarvan kan weerhouden.- Dat is het enige wat ik voor je kan regelen.- Het minste wat ik kan doen, is zorgen voor gezinshulp.- Er is maar weinig wat aan zijn aandacht ontsnapt.

2 ‘Wat’ verwijst naar een hele zin:- Hij besloot te vertrekken, wat we niet verwacht hadden.- Het cadeautje beviel haar niet, wat hij erg vervelend vond.

3 ‘Wat’ verwijst naar ‘dat’ of ‘datgene’:- Dat is nou precies wat me absoluut niet bevalt.- Dat wat je ziet, is gezichtsbedrog.- Datgene wat klaar is, kan in de mand.

4 Als het antecedent ontbreekt, gebruikt u ‘wat’ als verwijswoord (eenantecedent is het woord waarnaar een verwijswoord verwijst; taal-kundigen spreken hier van een ‘betrekkelijk voornaamwoord metingesloten antecedent’):- Wat (= Dat wat) je ziet, is gezichtsbedrog- Het geld dat stom is, maakt recht wat (= datgene wat) krom is.- Wat (= datgene wat) klaar is, kan in de mand.

5 Als het antecedent een overtreffende trap is en er geen zelfstandignaamwoord achter staat:- Het eerste wat me te binnen schiet, is ...

Tekstassistent 29

Page 31: Tekstassistent

Destijds of indertijd?Destijds: een duidelijk aangegeven tijd in het verleden (= in die tijd).Indertijd: een niet duidelijk aangegeven tijd in het verleden (= vroeger).- Dat graf stamt uit de Bronstijd. Indertijd begroef men de overledenen

in koepelgraven.- Hij studeerde hier in 1987. Destijds was hij een goede student.

Die of welke?Als u met het verwijswoord ‘welke’ naar een zelfstandig naamwoord verwijst, dan is dat fout, want het moet ‘die’ zijn.Niet: Ik heb de concepten welke herschreven moeten worden, vanmiddag

afgegeven.Wel: Ik heb de concepten die herschreven moeten worden, vanmiddag

afgegeven.

Doordat of omdat?Met ‘omdat’ drukt u een reden uit en met ‘doordat’ een oorzaak.Reden: de beslissing is genomen na het afwegen van het vóór en tegen.Oorzaak: er is sprake van een noodzakelijk en automatisch gevolg.- We gaan met de bus omdat het sneeuwt.- Ik ben niet naar dat feestje gegaan, omdat ik de volgende dag een

tentamen had.- Het kantoor werd drie dagen gesloten, omdat de directeur overleden was.- De ziekenwagen liet lang op zich wachten, doordat hij van ver moest

komen.- De inhoud van de vrieskist is ontdooid, doordat het deksel vannacht

open is blijven staan.- De bus slipte, doordat de chauffeur te hard de hoek om wilde.

Dubbele puntEen dubbele punt kondigt iets aan. De dubbele punt gebruikt u:1 voor een opsomming:

- Hij dronk van alles door elkaar: cola, ranja, koffie en thee.

2 voor een letterlijke aanhaling:- Ze zei: ‘Ik vergis me toch niet weer?’

3 als er een verklaring of uitleg volgt:- Ik kom niet: ik heb het nu veel te druk.

30 Tekstassistent

Page 32: Tekstassistent

DubbelzinnigheidZinnen kunnen verkeerd opgevat worden door het gebruik van verkeerdewoorden of door het op de verkeerde plaats gebruiken van woorden. Dat isvooral een probleem in zakelijke teksten, waarin verkeerd begrepen zinnenernstige gevolgen kunnen hebben.- Niet: Als u met oud en nieuw vrij wilt zijn, moet u het formulier

hierna invullen.Wel: Als u met oud en nieuw vrij wilt zijn, moet u het formulier

invullen dat u op de volgende bladzijde vindt.- Niet: Wij zijn voornemens u 18 januari uit te nodigen voor de

opening van onze zaak.Wel: Wij nodigen u uit voor de opening van onze zaak op 18 januari.

- Niet: De afdelingschef heeft Henk met zijn hand in de kassa betrapt.Wel: Henk zat met zijn hand in de kassa. De afdelingschef heeft hem

betrapt.Wel: De afdelingschef zat met zijn hand in de kassa. Henk heeft hem

betrapt.

- Ze verzocht mij nog eens langs te komen.Deze zin is dubbelzinnig (vakterm: ambigu), want hij kan verschillendebetekenissen hebben. Dat blijkt uit de plaats van het woordje ‘om’:- Ze verzocht mij om nog eens langs te komen.- Ze verzocht mij nog om eens langs te komen.- Ze verzocht mij nog eens om langs te komen.)

Een apart probleem vormen ontkenningen in een zin. Probeer meer danéén ontkenning in een zin te vermijden, dan voorkomt u raadspelletjes bijuw lezers.Niet: Ik denk niet, dat de voorzitter het niet zal waarderen als u dat

gevoelige agendapunt niet voorstelt.Wel: Ik denk dat de voorzitter het zal waarderen als u dat gevoelige

agendapunt niet voorstelt.

Vanzelfsprekend vermijd u dubbele ontkenningen van het type:- Die opleiding heeft nooit geen geld voor studentactiviteiten.

Tekstassistent 31

Page 33: Tekstassistent

Effectief schrijvenGoed formuleren is niet alleen maar een kwestie van fouten vermijden. Demanier waarop u iets onder woorden brengt, is bepalend voor het succesvan uw tekst.Een goede schrijfstijl voldoet aan vier eisen van effectiviteit: correctheid,duidelijkheid, aantrekkelijkheid en gepastheid.

Correctheid- Niet: We zijn van plan om u op 5 maart uit te nodigen voor een

werkbespreking. (In deze zin staat onzin, want niemand weetwat hij in de toekomst van plan is. Bedoeld wordt iemand uit tenodigen voor een werkbespreking op 5 maart.)

Wel: We nodigen u uit voor een werkbespreking op 5 maart.- Niet: Werktuigbouwkunde organiseert op 5 mei een open dag. (Het

woord ‘organiseert’ heeft betrekking op het voorafgaandeproces van voorbereidingen.)

Wel: Werktuigbouwkunde heeft een open dag op 5 mei.

DuidelijkheidNiet: Vermits wij het verkrijgen van inzicht in het geheel van markt-

mogelijkheden in de betrokken regio’s van groot belang achten,hopen we dat u niet zult aarzelen deze uitnodiging voor 5 maartniet af te slaan.

Deze zin is wel correct, maar bepaald niet duidelijk!

AantrekkelijkheidNiet: In de betrokken regio’s bestaan marktmogelijkheden. We willen

daarin graag inzicht krijgen. Dat achten we zelfs van groot belang.We hopen daarom dat u de uitnodiging voor 5 maart niet zultafslaan.

Deze zinnen zijn correct en duidelijk, maar niet aantrekkelijk. Ze klinkenhouterig en stroef.

GepastheidNiet: Het is voor Fontys Hogescholen heel belangrijk op de hoogte te

zijn van de marktmogelijkheden in de betrokken regio’s. U heeftdat inzicht wel en daarom lijkt het ons niet meer dan logisch dat uop onze uitnodiging voor 5 maart ingaat.

Deze zinnen zijn correct, duidelijk en aantrekkelijk geformuleerd. Maar de

32 Tekstassistent

Page 34: Tekstassistent

genodigde zal de formulering beslist onbeschoft vinden.Een herformulering is op zijn plaats:Wel: Het is voor Fontys Hogescholen heel belangrijk op de hoogte te

zijn van de marktmogelijkheden in de betrokken regio’s. Gezien uwdeskundigheid op dat terrein hopen we dat u in de gelegenheidbent in te gaan op onze uitnodiging voor 5 maart.

E-mailsE-mails schrijven gebeurt meestal snel en onder tijdsdruk. Omdat veelmensen niet de tijd nemen hun e-mailberichten na te lezen voordat ze opde verzendknop drukken, komen fouten veelvuldig voor.Bij interne e-mails is dat niet zo’n probleem, want die hebben vaak eenongedwongen ons-kent-onskarakter. Maar met een externe e-mailrepresenteert u zich naar buiten. Externe e-mails eisen daardoor meer zorgdan interne e-mails.Het is goed om binnen het team waarbinnen u werkt afspraken te makenover:• het lettertype (bij voorkeur Arial 10);• de adresgegevens die u onder uw e-mail vermeldt (via de instelbare

Autohandtekening, bij voorkeur uw naam, Fontys Hogescholen, deafdeling, uw telefoonnummer en uw e-mailadres).

Tips voor e-mails• Beantwoord een e-mail altijd.• Houd uw zinnen kort en helder.• Verdeel een wat langere e-mail in alinea’s, die van elkaar gescheiden

zijn door witregels.• Maak uw e-mailbericht overzichtelijk door het gebruik van opsom-

mingstekens en het gebruik van vetgedrukte tekst bij hoofdelementenin uw berichten.

• Wees voorzichtig met ‘populair’ taalgebruik, vooral als u niet zekerweet naar wie u uw e-mail stuurt. (Of u ‘u’ of ‘jij’ kiest, hangt af vande doelgroep.)

• Lees uw e-mailberichten altijd even na voordat u het verzendt. (Omdathet zo’n snel medium is, worden er vaak ‘domme’ fouten gemaakt.)

Tekstassistent 33

Page 35: Tekstassistent

Voorbeeld van een helder e-mailbericht

Van: J.D. Minderaa

Verzonden: woensdag 6 februari 2006

Aan: [email protected]

Onderwerp: advertenties

Dag Ellen,

Bijgaand de opgemaakte advertenties voor KPC Groep in pdf-formaat.

Daarbij heb ik drie vragen:

• Is de opstelling wat jou betreft akkoord?

• Geldt dat ook voor de tekst?

• Klopt het dat de advertenties in zwart worden uitgevoerd met steunkleur

groen?

Wil je me s.v.p. even mobiel bellen?

Hartelijke groet,

Jan Minderaa

Fontys Hogescholen

Afdeling Marketing en Communicatie

Telefoon 0877 874 999

Mobiel 06 - 53 99 85 56

E-mail [email protected]

Engelse werkwoorden in het NederlandsHet is heel gebruikelijk om Engelse woorden te hanteren (leenwoorden,dus). Maar het Engelse taalsysteem is anders dan het Nederlandse. Daaromis het niet altijd duidelijk hoe Engelse werkwoorden in Nederlandsesituaties vervoegd moeten worden.Aanvankelijk hadden de leenwoorden de vorm van de donortaal, maargeleidelijk aan hebben ze een Nederlands uiterlijk gekregen. We noemenze dan bastaardwoorden.

34 Tekstassistent

Page 36: Tekstassistent

Hierna vindt u een rijtje veel voorkomende bastaardwoorden uit hetEngels met daarbij de vervoeging. Die woorden zijn vervoegd volgens deregels van het Nederlands.De Engelse woorden ‘to fax’ en ‘to finish’ veranderen we bijvoorbeeld in ‘faxen’ en ‘finishen’: de uitgang -en is een aanpassing aan hetNederlandse taalsysteem. Dat geldt ook bij ‘gefaxt’ en ‘gefinisht’: dat zijnvernederlandste vormen van de Engelse woorden ‘faxed’ en ‘finished’.

Engels ww ik jij/hij ik/jij/hij hij heeft

werkwoord tegen- verleden

woordige tijd

tijd

brainstormen brainstorm brainstormt brainstormde gebrainstormdchecken check checkt checkte gechecktcoachen coach coacht coachte gecoachtcrashen crash crasht crashte gecrashtcrossen cros crost croste gecrostdownloaden download downloadt downloadde gedownloaddroppen drop dropt dropte gedropte-mailen e-mail e-mailt e-mailde ge-e-maildfaxen fax faxt faxte gefaxtfinishen finish finisht finishte gefinishtfreelancen freelance freelancet freelancete gefreelancetmanagen manage managet managede gemanagedmixen mix mixt mixte gemixtplannen plan plant plande geplandplaybacken playback playbackt playbackte geplaybacktpromoten promoot promoot promootte gepromootsaven save savet savede gesavedscannen scan scant scande gescandscoren scoor scoort scoorde gescoordstressen stres strest streste gestresttackelen tackel tackelt tackelde getackeldupgraden upgrade upgrade upgradede geüpgraded

Tekstassistent 35

Page 37: Tekstassistent

Let op:De spelling van sommige bastaardwoorden uit het Engels is afhankelijkvan uw persoonlijke uitspraak:

briefen (f) brief brieft briefte gebrieft briefen (v) brief brieft briefde gebriefdleasen (s) leas least leaste geleastleasen (z) leas least leasde geleasdgolfen (f) golf golft golfte gegolftgolfen (v) golf golft golfde gegolfd

Engelse woorden in het NederlandsNiet ingeburgerde Engelse woordgroepen schrijft u hetzelfde als in hetEngels:- public relations officer, the learning community, world wide web

Een in het Nederlands gebruikelijke samenstelling van Engelse woordenschrijven we in één woord:- accountmanager, businessclass, online, sciencefiction, voicemail,

lowbudgetfilm Bij klinkerbotsing of bij letterwoorden gebruiken we een koppelteken:- e-mail, pay-tv, trade-union

Woorden die in het Engels aaneengeschreven zijn, schrijft u ook in hetNederlands aan elkaar:- backstage, download, showroom, stakeholder

Woorden die in het Engels een koppelteken hebben, krijgen dat ook in hetNederlands:- up-to-date, no-iron

Woordgroepen die samen een uitdrukking vormen, krijgen in hetNederlands een koppelteken:- trial-and-error, cash-and-carry, de Dow-Jones, de Dow-Jonesindex, een

gin-tonic

Let ook op woorden als:- back-up, lay-out, no-nonsensepolitiek, second opinion, stand-by,

writer’s block

36 Tekstassistent

Page 38: Tekstassistent

Tekstassistent 37

Engels en Nederlands gecombineerd

- e-learningspecificatie, op fulltimebasis, de governancestructuur vanFontys

Toelichting van de schrijfwijze volgens de spellingregels:zo veel mogelijk aaneen;altijd een koppeltekentje achter de ‘e’ als afkorting van ‘electronic’ ;tussen Engelse woorden en Nederlandse woorden ook een koppelteken alsanders de leesbaarheid in het gedrang komt.

Enkelvoud en meervoudHet verwijswoord heeft hetzelfde getal (enkelvoud of meervoud) als hetwoord waarnaar het verwijst. Is dat woord meervoud, dan is het verwijs-woord ook meervoud. Is het woord enkelvoud, dan is het verwijswoordook enkelvoud. (Men noemt dit getalscongruentie.)Niet: De directie onderhandelde met de vakbond, maar ze wilden geen

hoger loon geven.Wel: De directie onderhandelde met de vakbond, maar ze wilde geen

hoger loon geven.

EuroHet symbool voor de euro is €. De ISO-code is EUR, maar de schrijfwijzein lopende teksten is voluit ‘euro’, dus met vier kleine letters.- € 300,- of 300,- euro- € 10,85 of 10,85 euro- € 5,50 of 5,50 euro- Kun je me even vijf en een halve euro lenen voor de kantine?

FontyswoordenFontys Hogescholen en Fontys• ‘Fontys Hogescholen’ en ‘Fontys’ worden beschouwd als vrouwelijke

woorden in het enkelvoud.Het verdient de voorkeur om ‘Fontys Hogescholen’ voluit te schrijven.Maar in teksten waarin die woorden vaak voorkomen, is het geenbezwaar om de afkorting ‘Fontys’ te gebruiken.

Page 39: Tekstassistent

38 Tekstassistent

- In 2005 heeft Fontys Hogescholen haar interne ambities vooraluitgewerkt in de implementatie van het onderwijsvernieuwings-programma Biloba binnen de totale organisatie.

- Naast zakelijke dienstverlening en consultancy legt Fontys zich toeop onderzoek en kennisinnovatie.

- Fontys Hogescholen ambieert haar positie als regionale kennispoortte versterken door middel van initieel en vervolgonderwijs,zakelijke dienstverlening en kennisontwikkeling.

• Samenstellingen met ‘Fontys’ schrijft u aan elkaar:- Fontysinstituut, Fontysstudenten, Fontysnetwerk, Fontysopleiding

• Alleen als het woord aan elkaar geschreven slecht leesbaar wordt ofmisverstand kan wekken, gebruikt u een koppelteken; vergelijk‘Fontysimago’ met ‘Fontys-imago’. Dit is een persoonlijke kwestie;er zijn geen vaste regels.

• Eigennamen met ‘Fontys’ erin schrijft u zoals die eigennamenvastgesteld zijn:- Fontys Informatietelefoon, Fontys Emancipatiecommissie,

FontysOnline

InstituutsnamenBij externe communicatie noteert u de namen van de Fontysinstitutensteeds volledig:- Fontys Bedrijfshogeschool- Fontys DOBA Onderwijsadviseurs- Fontys Economische Hogeschool Tilburg- Fontys Hogeschool Communicatie- Fontys Hogeschool Engineering- Fontys Hogeschool Financieel Management- Fontys Hogeschool ICT- Fontys Hogeschool Journalistiek- Fontys Hogeschool voor de Kunsten- Fontys Hogeschool Management, Economie en Recht- Fontys Hogeschool Marketing Management- Fontys Hogeschool Pedagogiek- Fontys Hogeschool Personeel en Arbeid- Fontys Hogeschool Sociale Studies

Page 40: Tekstassistent

Tekstassistent 39

- Fontys Hogeschool Techniek en Bedrijfsmanagement- Fontys Hogeschool Theologie Levensbeschouwing- Fontys Hogeschool Toegepaste Natuurwetenschappen- Fontys Hogeschool Verpleegkunde - Fontys Internationale Hogeschool Economie- Fontys Lerarenopleiding Sittard- Fontys Lerarenopleiding Tilburg- Fontys Opleidingscentrum Schoolmanagement- Fontys Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg- Fontys PABO Eindhoven- Fontys PABO ‘s-Hertogenbosch- Fontys PABO Limburg- Fontys PABO Tilburg- Fontys Paramedische Hogeschool- Fontys Pedagogisch Technische Hogeschool in Eindhoven- Fontys Pedagogisch Technische Hogeschool in Zwolle- Fontys Sporthogeschool- Juridische Hogeschool Avans-Fontys*- Stichting Onderwijsbegeleiding Midden-Brabant- BAZN de bestuursacademie**

* Dit instituut is een samenwerkingsverband tussen Stichting Fontys en AvansHogeschool.

** Het bestuur van Fontys vormt eveneens het bestuur van de StichtingBestuursonderwijs.

Intern kunt u de lange instituutsnamen natuurlijk naar wens inkorten,zoals FPTH-E en FIHE.

Namen van commissies- Auditcommissie- Identiteitcommissie- Governancecommissie- RenumeratiecommissieDus met een hoofdletter en aan elkaar.

Page 41: Tekstassistent

40 Tekstassistent

Schrijfwijze bachelor, master, major en minorDe volgende Fontysschrijfwijze is gebaseerd op adviezen van deTaaladviesdienst en de Universiteit van Utrecht en wordt ook gebruiktdoor het ministerie OCW.

- bachelor, masterIn lopende tekst zonder hoofdletter.

- bachelor-masterstructuur, bachelor-masterstelselIn samenstellingen met bachelor-master komt het tweede deel er zonderspatie achteraan.

- bacheloropleiding, bachelorfase, bachelordiploma, bachelortitel,masterprogramma, masterfase, masterdiploma, mastertitel

Geen tussen-s, geen hoofdletter, geen verbindingsstreepje.In samenstellingen met alleen de term ‘bachelor’ of ‘master’ geen spatie ofstreepje.De term ‘bachelorprogramma’ wordt niet gebruikt, omdat studenten in debachelorfase verschillende programma’s kiezen.

Graad bachelor en master op hbo-getuigschriften en titels- Bachelor- Master met eventueel een toevoeging die betrekking heeft op het kennisdomeinvan de betreffende bachelor- of masteropleiding:- Bachelor Wiskunde- Master Wiskunde

Niet toegestaan* is het gebruik van:- Bachelor of Arts (BA) / Master of Arts (MA)- Bachelor of Science (BSc) / Master of Science (MSc)

* Alleen afgestudeerden met een universitair mastergetuigschrift mogen de wettelijketitels Master of Arts (MA) en Master of Science (MSc) krijgen.

De aanduidingen van de titulatuur in getuigschriften als toevoeging aannamen van afgestudeerden worden met een hoofdletter geschreven.In plaats van de titel kan in plaats van ‘Bachelor’ ook voor een afkortinggekozen worden: ‘bc.’ of ‘ing.’ voor de naam.

Page 42: Tekstassistent

Tekstassistent 41

- Ruud Verster Bachelor- bc. Ruud Verster- ing. Ruud Verster - Ruud Verster Bachelor Wiskunde- Ruud Verster B- Ruud Verster B Ed- Ruud Verster Bachelor of Social Work- Ruud Verster Master- Ruud Verster Master Wiskunde- Ruud Verster M- Ruud Verster M Ed- Ruud Verster M Ed Wiskunde

- Major en minor, majors en minors, major-minormodelZonder hoofdletter.In samenstellingen met ‘major’ en ‘minor’ komt het tweede deel er zonderspatie achteraan.Meervoud op -s.De titel van de major of minor wordt met één hoofdletter geschreven, derest in kleine letter: major Sociale studies, minor Medische technologie.

Namen van opleidingen, vakken en beroepen• Namen van opleidingen schrijft u met een hoofdletter:

- Fontys Paramedische Hogeschool verzorgt de opleidingenPodotherapie en Fysiotherapie.

• Afkortingen van onderwijstypen schrijft u zonder hoofdletters ofpunten tussen de letters:- basisschool, gymnasium, vmbo, mbo, bve, havo, vwo, pabo, hbo, wo

• In eigennamen met dergelijke afkortingen erin hanteert u de voor-geschreven schrijfwijze, zoals:- HBO-raad, Fontys PABO ’s-Hertogenbosch

• Namen van de vakken zelf schrijft u met een kleine letter:- Informatie over de vakken wiskunde en biologie vind je in de

brochure Science van Fontys Lerarenopleiding Tilburg.• Namen van beroepen schrijft u met een kleine letter:

- Als verpleegkundige kunt u aan het werk in een algemeenziekenhuis.

Page 43: Tekstassistent

42 Tekstassistent

TelefoonnummersDe persoonlijke communicatienummers (PCN’s) binnen Fontys schrijft umet twee spaties:- 0877 877 877Bij andere telefoonnummers is de meest voorkomende schrijfwijze:- (013) 535 13 47 - +31 (0)13 535 13 47

Overige veelgebruikte woorden binnen Fontys (inclusief woorden die vaak fout worden gespeld)

- accommodatie- accreditatie- ad-hocbeslissing- all-in- all round (zij is all round, in tegenstelling tot: zij is een all-round-

medewerker)- assessment- basisonderwijs (zonder hoofdletter)- bve (beroepsonderwijs en volwasseneneducatie, zonder hoofdletters)- Bilobaprogramma- businessplan- cd, cd’s- cd-rom, cd-rom’s- collega, collega’s- deeltijdopleiding hbo-bachelor of hbo-bachelordeeltijdopleiding - didactiek- diskette- ects (European Credit Transfer System)- ec (European credit; de afkorting wordt zowel in het enkelvoud als in

het meervoud gebruikt: 1 ec, 2 ec enzovoort)- elektronische leeromgeving- e-mail (zonder hoofdletter; ‘email’ is een term uit de kunstnijverheid),

e-mailbericht, e-mailen, ge-e-maild- follow-up- Fontys Hogescholen- Fontys Informatietelefoon- FontysOnline- fotokopie, fotokopiëren

Page 44: Tekstassistent

Tekstassistent 43

- freelance, freelancebasis, een freelancer- fulltime, fulltimer, fulltimebasis, fulltime-basis- gecommitteerde- havo, havist- hbo, hbo’er, hbo-opleiding, hbo-bachelorgetuigschrift,

hbo-bacheloropleiding, hbo-masteropleiding- hoger onderwijs (zonder hoofdletter)- in company, incompanytraining- in service, inserviceopleiding- Inspectie Hoger Onderwijs (of alleen Inspectie)- internet (zonder hoofdletter)- intranet (zonder hoofdletter)- kort-hbo-opleiding (minder dan 240 nieuwe studiepunten), kort-

hbo-bacheloropleiding (240 nieuwe studiepunten)- laptop (verkorting van labtopcomputer, van het Engelse ‘lap’ = schoot)- learning communities, learning community- Lumpsum, Lumpsum-financiering- MACON (managementcontract), MACON’s - MARAP (managementsrapportage), MARAP’s- mbo, mbo’er, mbo-opleiding- ministerie van OCW, de minister van OCW- module (m.), twee modules, moduleoverzicht- moduul (m.), twee modulen modulenoverzicht (de meervoudsvorm

en de schrijwijze van samenstellingen hangen dus af van uw keuzevoor module of moduul)

- niveau, niveaus- OER, OER’en (het is de Onderwijs- en Examenregeling, afgekort de

OER en in het meervoud de OER’en)- online- organigram, organogram (volgens het Groene boekje zijn beide

schrijfwijzen correct. En volgens Van Dale zijn het ook synoniemen.Het is dus correct om een van beide woorden te kiezen.Volgens VanDale is een organigram een schematische voorstelling van een organi-satie en een organogram een schematische beschrijving van bouw enligging van organen. Daarom geven wij de voorkeur aan ‘organigram’.)

- pabo (als onderwijstype, maar Fontys PABO Limburg)- parttime, parttimebasis, parttime-basis, parttimer- PC (hoofdletters)

Page 45: Tekstassistent

44 Tekstassistent

- post-hbo, post-hbo-cursus, post-hbo-bacheloropleiding, post-prope-deuse (= programma dat aansluit op een hbo-bacheloropleiding)

- primair onderwijs (zonder hoofdletters)- product, productiviteit- propedeuse- publicatie- Raad van Bestuur (m., in interne teksten afgekort tot RvB)- Raad van Toezicht (m.)- R&D, Research & Development- ROC (Regionaal Opleidingencentrum)- stp (studiepunt; de afkorting wordt zowel in het enkelvoud als in het

meervoud gebruikt: 1 stp, 2 stp enzovoort)- stagiair (m. en algemeen gebruikt)/stagiairs, stagiaire (v.)/stagiaires- Studenten-servicebalie- Tweede fase (voortgezet onderwijs, bovenbouw havo/vwo)- vmbo, vmbo’er- voicemail- vwo, vwo’er- voortgezet onderwijs (zonder hoofdletters)

GedachtestreepjesGebruik voor en na een gedachtestreepje een spatie:- Hij zal - en dat is heel begrijpelijk - de adviesnota niet op tijd klaar

kunnen hebben.

GetallenIn ‘gewone, lopende’ tekst geeft u alleen in woorden weer:• de hele getallen beneden de twintig (getallen zonder cijfer achter de

komma);• de tientallen tot honderd;• de honderdtallen tot duizend;• de getallen duizend, honderdduizend, miljoen en miljard.

- negenpuntsschaal, halfnegen, een negende, de negende groep,negentien, twintig, 21, de 29ste groep, negentig, 93, negenhonderd,negentienduizend, 29.000, negenhonderduizend, negen miljoen,20.000.000, negen miljard

In zakelijke en exacte mededelingen schrijven we getallen altijd in cijfers.- 20.30 uur, 1/9, groep 9, 9 studiepunten, € 3,-

Page 46: Tekstassistent

HaakjesHaakjes gebruikt u:1 Bij een verklarende toevoeging:

- Bij interpunctie (het gebruik van leestekens) moet u op de kleintjesletten.

2 Bij een verwijzing:- Die parasiet komt in drie vormen voor (zie paragraaf 5.2).

3 Bij een keuzemogelijkheid:- Gevraagd: verkoopster (verkoper).

Vaak wordt in dergelijke gevallen een schuine streep gebruikt:- verkoopster/verkoper- verkoper m/v

4 Als u een deel uit een geciteerde zin weglaat (tussen haakjes schrijft udan drie puntjes):

- In de zin ‘Indien u (...) uit de wereld’ vindt u de oplossing van hetvraagstuk.

Vermijd lelijk en moeilijk leesbaar gebruik van haakjes, zoals in:- docent(e) of lera(a)r(e)s.Beter is:- docent(docente) of: docent/docente of: docent m/v.

Hebben of zijn?In het algemeen weet u of u een werkwoord vervoegt met ‘hebben’ of met‘zijn’. Maar dat geldt misschien niet voor werkwoorden die, afhankelijk vande situatie, zowel met ‘hebben’ als met ‘zijn’ vervoegd kunnen worden.Volledig sluitende regels zijn niet te geven. In het algemeen geldt:• dat u ‘zijn’ gebruikt als er sprake is van een toestand of situatie waarop

u het accent wilt leggen,• en ‘hebben’ als er sprake is van een handeling.Maar dat verschil is niet altijd even helder.- Ik ben de naam van die rivier vergeten. (toestand)- Ik heb mijn aantekeningen vergeten. (handeling)- Gisteren ben ik gevolgd door een vrouw in een

paarsachtige regenjas. (toestand)

Tekstassistent 45

Page 47: Tekstassistent

- Ik heb de vorige week zijn wandelgangen nauwlettend gevolgd. (handeling)

- Ik heb er niet toe kunnen komen dat werkstuk weg te doen. (handeling)

Handelingswerkwoorden, zoals ‘klimmen’, ‘wandelen’, ‘fietsen’, ‘rijden’ en‘lopen’, vervoegt u met ‘hebben’ als u de nadruk wilt leggen op dehandeling, en met ‘zijn’ als u het accent wilt leggen op de plaats waarnaarmen zich heeft begeven.- Ze heeft de hele afstand gefietst. (nadruk op handeling)- Gisteren is ze naar Hengelo gefietst. (nadruk op de plaats)

Heel veelVersterkende woorden als buitengewoon fraai, heel goed, erg mooi, uiterst aantrekkelijk en zeer veel voegen zelden iets toe aan uw mededeling.U kunt ze beter schrappen.

Hen of hun?Niemand zal een fout maken bij het woord ‘hun’ als dat een bezittelijkvoornaamwoord is:- Dat is hun huis.

Maar dat wordt anders als het gaat om ‘hun’ of ‘hen’, wanneer die woorden gebruikt worden als persoonlijk voornaamwoord:- Dat huis is van hun/hen (?)- Ik heb dat hun/hen gegeven (?)

In het dagelijkse taalgebruik worden ‘hun’ en ‘hen’ door elkaar gebruikt.Maar er zijn veel mensen die het bestaande verschil willen handhaven inverzorgd taalgebruik.De regels zijn simpel:1 U mag ‘hun’ alléén gebruiken als dat in de zin een meewerkend

voorwerp is zónder voorzetsel ‘aan’ of ‘voor’:- De politie heeft hun het verder rijden verboden.- Ik ga hun dat nu vertellen.

2 In alle andere gevallen gebruikt u ‘hen’.- Ik ga dat nu aan hen vertellen.- Zij zal hen wel even met de auto wegbrengen.

46 Tekstassistent

Page 48: Tekstassistent

3 In twijfelgevallen gebruikt u het woordje ‘ze’, zeker in het dagelijksetaalgebruik.- De politie heeft ze het verder rijden verboden.- Hij gaf ze een koekje van eigen deeg.

Helemaal fout is het gebruik van het woordje ‘hun’ als onderwerp.Tochhoort u dat in spreektaal heel vaak.Niet: Hun hebben het gedaan!Wel: Zij hebben het gedaan!

Herhaling van woordenVoortdurende herhaling van woorden is storend. U kunt ze betervervangen door verwijswoorden, door omschrijvingen van het woord ofdoor synoniemen.Tekstverwerkers hebben daarvoor soms een handigesynoniemenlijst.

Niet: Als je op de rode knop van het kopieerapparaat drukt, stopt hetkopieerapparaat onmiddellijk. Het kopieerapparaat onthoudt danwel hoeveel kopieën het kopieerapparaat nog moet maken. Hetkopieerapparaat kan weer verder gaan waar het kopieerapparaat isgebleven zodra de storing aan het kopieerapparaat is opgeheven.

Wel: Als je op de rode knop van het kopieerapparaat drukt, stopt hetonmiddellijk. Het onthoudt dan wel hoeveel kopieën nog gemaaktmoeten worden. Je kunt weer verder gaan, zodra de storing isopgeheven.

Niet: Uit de aard der zaak is de secretaresse een verlengstuk van haarbaas. Ze neemt veel van hem over. Dat moet wel de aard van hetbeestje zijn. Als de aard van de baas is dat hij alles wil controleren,zal de secretaresse haar aard niet snel vinden.

Wel: De secretaresse is een verlengstuk van haar baas. Ze neemt veel vanhem over. De baas moet wel zaken aan haar kunnen overdragen. Alshij alles wil controleren, zal ze haar werk niet interessant vinden.

Tekstassistent 47

Page 49: Tekstassistent

Hoofdletters Hoofdletters schrijft u:1 aan het begin van een zin of letterlijke aanhaling:

- Hij vroeg: ‘Ga je mee?’

In zinnen die beginnen met ‘s, ‘t, en ‘n, schrijft u het tweede woordmet een hoofdletter:- ‘s Morgens vroeg moet je bij haar niet aankomen.

2 eigennamen, feestdagen, historische gebeurtenissen en woorden dievan eigennamen zijn afgeleid:- Karel, het Brabants dialect, Hoenderlo, Nijhoffstraat, Amrobank, de

Tweede Wereldoorlog, de Golfoorlog, Kerstmis (maar samen-stellingen met een kleine letter, dus: kerstnacht), Pasen (maar paas-avond), Hemelvaart (maar hemelvaartsdag), Suikerfeest, Franstalig,de Duitse taal, Nederlands, de Engelse literatuur, Zuid-Amerika,Noord-Brabant, Noord-Brabants, West-Friesland, een West-Friesevrouw, een West-Friese, Zuid-Nederlandse lerarenopleidingen,Zuidoost-Frankrijk, Zuidoost-Franse producten, Zeeuws-Vlaams,Zuidwest-Vlaanderen (het zuidwesten van Vlaanderen), Zuid-West-Vlaanderen (het zuiden van West-Vlaanderen), anti-Amerikaans,Saturnus, Mazda 626, een Fokker Friendship, Philips, Akzo.

Woorden waarmee we een historische periode benoemen of waarmeewe de tijd indelen, krijgen een kleine letter (behalve in gespecialiseer-de publicaties):- middeleeuwen, mesolithicum, ijstijd, barok

In het Duits en Frans worden de namen van de taal zónder hoofdlettergebruikt:- Ich will einmal deutsch mit ihm reden (Ik zal hem eens zeggen

waar het op staat).- Je voudrais parler français avec lui (Ik zou hem wel eens precies

willen zeggen waar het op staat).

48 Tekstassistent

Page 50: Tekstassistent

Let op en vergelijk:- Jan van Galen - drs. J. van Galen - meneer Van Galen - collega Van

Galen- Trees de Bruin - mevrouw T. de Bruin - mevrouw De Bruin -

professor De Bruin

De namen van de weekdagen, maanden, jaargetijden en de windstrekenschrijft u met een kleine letter:- maandag, oktober, herfst, het zuiden, het zuidoosten, noord-noord-

west

Dat geldt ook voor maten, gewichten en munten:- km, kg, euro

Ook woorden waarin de naam van een persoon voorkomt als eerstedeel en afleidingen van een persoon, schrijft u met een kleine letter:- coopertest, downsyndroom, montessorionderwijs, röntgenstralen,

wankelmotor,- freudiaans, marxisme, victoriaans, kafkaiaans, calvinistisch

Volkennamen, verwijzingen naar personen die tot een bepaald volkbehoren en verwijzingen naar een volk krijgen een hoofdletter:- Schotten, Ieren, Engelsen- Arabier, Azteek, Berber, Eskimo, Galliër, Germaan, Inca, Jood,

Palestijn,Viking- Berberse kleding, Eskimohut,Vikingboot

Religies en stromingen schrijft u met een kleine letter:- christen, hindoe, islamiet, mohammedaan, moslim, jood, protestant,

impressionisme, romantiek, katholicismeHetzelfde geldt voor etnische groepen:- een indiaanse, indiaans, zigeuner, bedoeïen, een mulat

Dat geldt ook voor eigennamen die soortnamen geworden zijn:- cognac, champagne, sint-bernardshond, adamsappel, een havanna,

een achillespees, een fröbelschool, een fles bordeaux

Tekstassistent 49

Page 51: Tekstassistent

3 in titels van schilderijen, boeken en dergelijke:- De ‘Nachtwacht’ van Rembrandt- De spannende thriller The Godfather van Mario Puzo (Titels van

boeken, nota’s en rapporten plaatst u niet tussen aanhalingstekens,maar cursiveert u.)

4 bij veel traditionele afkortingen:- KRO, de RAI, NS,V&D, KPN, PvdA,VPRO

Veelgebruikte afkortingen worden tegenwoordig steeds vaker zonderhoofdletters geschreven:- basisonderwijs, bve, cd, cd-rom, hbo, mavo, mbo, havo, tv, voort-

gezet onderwijs, vwo

Dat geldt ook voor titels (behalve als ze aan het begin van een zinvoorkomen):- drs., dr., ds., ir., mr.

5 bij de naam van een helig persoon of heilig begrip:- In dat geval straft God onmiddellijk.- Het woord Jahweh is een vocalisatie van de Hebreeuwse naam van

God (jhwh).In alle andere gevallen schrijft u ‘god’:- De Griekse goden.- Ze ziet eruit als een jonge godin.

Gebruik geen hoofdletters in woorden als ‘sociaal-economisch’ (en vergeethet koppelteken tussen de woorden niet).Niet: Het Sociaal Agogische DomeinWel: Het sociaal-agogische domein

InversieDe meest voorkomende grammaticale zinsvolgorde is:onderwerp - persoonsvorm - overige zinsdelen.Men spreekt daarbij van de gewone woordvolgorde:- Ze richten morgen het kantoor opnieuw in.- We hebben morgen een vrije dag.

50 Tekstassistent

Page 52: Tekstassistent

Een veel voorkomende grammaticale zinsvolgorde heet inversie (= omgekeerde woordvolgorde):zinsdeel - persoonsvorm - onderwerp:- Morgen richten ze het kantoor opnieuw in.- Morgen hebben we een vrije dag.

Morgen richten ze het kantoor opnieuw in en hebben we een vrije dag.Ook in deze ‘dubbelzin’ is sprake van inversie. In de tweede zin is hetwoordje morgen samengetrokken, maar de woordvolgorde is nog steedsdie van de inversie en dat is correct.

Vooral bij inversie (de volgorde: zinsdeel - persoonsvorm - onderwerp)bestaat in ‘dubbelzinnen’ het gevaar van ontsporing, zodat er sprake is vanfoutieve inversie.Er zijn twee mogelijkheden:1 Doordat in de tweede zin een zinsdeel samengetrokken is, vergeet de

schrijver dat hij inversie toe moet passen:Niet: Morgen richten ze het kantoor opnieuw in en we hebben een

dag vrij.Wel: Morgen richten ze het kantoor opnieuw in en hebben we een

dag vrij.

2 Schrijvers gebruiken in de tweede zin inversie, hoewel er geen zinsdeelaan vooraf gaat en er ook geen zinsdeel uit de eerste zin bij gedachtkan worden (men spreekt van Tante-Betjestijl):- Niet: Die toets vond ik erg moeilijk, maar kreeg ik toch een goed

cijfer.Wel: Die toets vond ik erg moeilijk, maar ik kreeg toch een goed

cijfer.Die toets vond ik erg moeilijk, maar toch kreeg ik een goedcijfer.

- Niet: Gisteren heb ik Jiskefet gezien en wil ik je daarover iets leuksvertellen.

Wel: Gisteren heb ik Jiskefet gezien en ik wil je daarover iets leuksvertellen.Gisteren heb ik Jiskefet gezien en daarover wil ik je iets leuksvertellen.

Tekstassistent 51

Page 53: Tekstassistent

- Niet: Vanavond maak ik het bedrag over en krijg ik het boekbinnen een week.

Wel: Vanavond maak ik het bedrag over en ik krijg het boekbinnen een week.Vanavond maak ik het bedrag over en dan krijg ik het boekbinnen een week.

Jargondidactiek - stansen - gremium - oscillograaf - contrefort - font - lexicon -thema - CDi - prägen - cluster - SWOT-analyse - infrastructuur - logistiek -metabolisme

Met vaktaal of jargon worden de ‘technische’ woorden bedoeld die bij eenbepaald beroep horen. Het zijn woorden die voor buitenstaanders vaakonduidelijk zijn. Het gebruik van jargon in teksten die voor vakgenotenbedoeld zijn, is natuurlijk geen probleem.

Vermijd alstublieft jargon dat voor de doelgroep onduidelijk is. En áls ujargon in een tekst voor niet-vakgenoten moet gebruiken, leg dan duidelijkuit wat u met elk begrip bedoelt, bijvoorbeeld door de betekenis van eenwoord er tussen haakjes achter te zetten:• Voor vakgenoten:

- In de zin ‘Dat kost duur’ is ‘kost duur’ zowel een contaminatie alseen gallicisme.

• Voor niet-vakgenoten:- In de zin ‘Dat kost duur’ is ‘kost duur’ zowel een contaminatie (een

vermenging van ‘is duur’ en ‘kost veel’ ) als een gallicisme (eenklakkeloze vertaling van het Franse ‘coûter cher’).

Je kan of je kunt?‘Je kan’en ‘je kunt’ zijn allebei juiste werkwoordsvormen.Volgens deNederlandse Taalunie is ‘je kunt’ de gewone vorm en ‘je kan’ de informelevorm.Hetzelfde geldt voor:

de gewone vorm de informele vormje wilt je wilje zult je zal

52 Tekstassistent

Page 54: Tekstassistent

Als ‘je’ in een zin de betekenis van ‘men’ heeft, dan kunt u voor beidepersoonsvormen kiezen.Vergelijk:- Je kunt je toch niet voorstellen dat nog zoveel mensen van honger

omkomen.- Je kan je toch niet voorstellen dat nog zoveel mensen van honger

omkomen.

KommaEen komma gebruikt u op plaatsen in een zin waar u een korte pauzemaakt bij hardop lezen:- Bram, de midvoor van ons elftal, maakte het eerste doelpunt.

Een komma kunt u ook gebruiken om verwarring bij de lezer te voorkomen:- Als je dat niet kunt bakken we de taart zelf wel. (verwarring bij de

lezer) - Als je dat niet kunt, bakken we de taart zelf wel. (geen verwarring)

Soms kan een komma ook betekenisverschil uitmaken:- Evelien gaat op bezoek bij haar broer die in Utrecht woont. (E. heeft

meer dan één broer; deze woont in Utrecht.)- Evelien gaat op bezoek bij haar broer, die in Utrecht woont. (E. heeft

maar één broer.)

U zet een komma:1 Tussen bijvoeglijke naamwoorden:

- Een mager, oud mannetje deed open.

2 Tussen werkwoordsvormen die niet bij elkaar horen:- Wat je nu zegt, geloof ik niet.- Als je het niet gelooft, heb ik een flink probleem.

3 Tussen de delen van een opsomming:- In die zaak verkopen ze cd’s, audiocassettes, videogames en

computerspelletjes.

4 Als een grotere zin bestaat uit meerdere kleinere zinnen:- Hij gaat naar Florence, als hij vrij kan krijgen.

Tekstassistent 53

Page 55: Tekstassistent

5 In zinnen met een bijvoeglijke bijzin erin die u weg kunt laten zonderdat de betekenis van de zin wezenlijk verandert (er is dan sprake vaneen zogenaamde ‘uitbreidende’ bijzin):- Michael Jackson, die herstelt van een inzinking, heeft zijn tournee

afgebroken.Zinnen waarin u die bijzin niet weg kunt laten (het gaat dan om eenzogenaamde ‘beperkende’ bijzin), zet u niet tussen komma’s:- Mensen die opzettelijk dieren pijn doen, zouden de gevangenis in

moeten.Spreek bij twijfel de zin uit. U kunt dan aan de pauzes horen of ersprake is van een uitbreidende (twee pauzes: een aan het begin en eenaan het eind) of een beperkende bijzin (één pauze aan het eind).

6 Bij een aansprekingen uitroep:- Erno, kom eens even.- Hé, ben jij nou gek!

KoppeltekenSamenstellingen schrijft u zoveel mogelijk aan elkaar. Maar op die regelzijn verschillende uitzonderingen:1 Als de leesbaarheid in gevaar komt (omdat de klinkers die op elkaar

stuiten, als één klank gelezen kunnen worden), gebruikt u een liggendstreepje (koppelteken):- penicilline-injectie - zestiende-eeuws- radio-omroep - anti-intellectueel- college-uren - massa-aankopen- gossip-pers - gala-avond

> Zie ook bij Engelse woordgroepen

Hieronder vallen ook afleidingen met de voorvoegsels bio-, macro-, multi-en neo-:

- bio-industrie - macro-economie- micro-economie - mini-emplacement- multi-etnisch - neo-expressionistisch

54 Tekstassistent

Page 56: Tekstassistent

2 U gebruikt óók een koppelteken als er anders inhoudelijk misverstanddreigt.Vergelijk:- tabaksteler = tabaks-teler = tabak-steler- kwartslagen = kwarts-lagen = kwart-slagen- dijkramp = dij-kramp = dijk-ramp- valkuil = valk-uil = val-kuil

3 U gebruikt eveneens een koppelteken om verkeerde uitspraak te voor-komen als u woorden aan elkaar schrijft.Vergelijk:- Zo-even zag ik Truus voorbij zoeven op haar brommer.- pijpetuitje/pijp-etuitje- bommelding/bom-melding- meisje alleen gevraagd /meisje-alleen gevraagd - hyenavel /hyena-vel

4 U gebruikt het koppelteken ook om een belangrijk verschil aan tegeven.Vergelijk:- basis-woordenboek- basiswoorden-boek

Een koppelteken gebruikt u verder:5 Bij aardrijkskundige samenstellingen en hun afleidingen:

- Noord-Brabant, Noord-Brabants,Noord-Brabander- het West-Friese dialect- Zuidoost-Gronings- Zeeuws-Vlaams- noord-noord-west

Aardrijkskundige namen die geen koppelteken hebben in het basiswoord,krijgen ook geen koppelteken in de afleiding:- Costa Rica dus: een Costa Ricaanse collega- Dode Zee dus: Dode Zeevakantie- Los Angeles dus: een Los Angelessouvenir- Middellandse Zee dus: het Middellandse Zeegebied- New York dus: een New Yorker

Tekstassistent 55

Page 57: Tekstassistent

Dit geldt trouwens ook voor eigennamen. Ook die schrijft u zonderkoppelteken als het basiswoord er geen heeft:- Johannes Vermeer dus: een Johannes Vermeerachtige schilder- Koningin Beatrix dus: de Koningin Beatrixschool

6 Bij tweeledige samenstellingen:a als het eerste woord een nadere bepaling van het woord erna geeft:

- Tweede-Kamerzitting (vergelijk: een tweede Kamerzitting)- Sint-Nicolaas / St.-Nicolaas- ‘s-Hertogenbosch- sociaal-democratie- Rode-Kruiszuster- Een Fontys-logoprint

Hierbij horen ook de samenstellingen met de voorvoegsels niet-, oud-(=voormalig), privé-, adjunct-, aspirant-, ex- (=voormalig), loco-(=plaatsvervangend), pro- (=voorstander), pseudo-, quasi-, semi-, sub-stituut- en vice-:

- niet-roker - de oud-hollandse tegeltjes - die oud-commissaris - privé-detective- adjunct-directeur - aspirant-lid- ex-vrouw - loco-burgemeester- pro-Arabisch - pseudo-godsdienst- quasi-nonchalant - semi-wetenschappelijk- substituut-officier - vice-president

b als het tweede woord een nadere bepaling van het woord ervoorgeeft:- een café-chantant - minister-president- directeur-generaal - Staten-Generaal- de commissie-Broos - het plan-Reuter- een diner-dansant

7 Als een woordddeel wegvalt:- in- en uitvoer- in- en verkoop- woon-werkverkeer

56 Tekstassistent

Page 58: Tekstassistent

8 Bij samenstellingen met cijfers en letters:- een havo-leerling - het 60-jarig jublieum- het VPRO-blad - tv-kijker- IQ-test - tl-buis- €-teken - een meervouds-s- de ISO-norm - cd-rom

Maar bij het meervoud van letterwoorden en bij afleidingen vanafkortingen gebruikt u geen koppelteken, maar een apostrof:

- NV’s- drie mbo’s- drie s’en- een hbo’er

9 In namen van getrouwde vrouwen:- mevrouw Leijnen-Schrauwen.

10 In uitdrukkingen als:- een sta-in-de-weg- een kant-en-klare maaltijd- kop-hals-rompboerderij- kat-en-muis-spel

> Zie ook bij Engelse woordgroepen

11 Bij gelijkwaardige delen van samenstellingen als:- schilder-beeldhouwer- rooms-katholiek (r.-k.)- protestants-christelijk- de rood-wit-blauwe vlag

12 In woorden op -achtig, waarbij het eerste deel eindigt met een klinker:- lila-achtig- Viva-achtig

Tekstassistent 57

Page 59: Tekstassistent

13 Het koppelteken vervangt het trema alléén in samenstellingen (woor-den waarvan de delen ook als zelfstandig woord kunnen voorkomen):- niet zoëven maar zo-even- niet naäpen maar na-apen- niet zeeëgel maar zee-egel- niet toeëigenen maar toe-eigenen

Bij voorvoegsels als ‘ge-’ en ‘be-’ blijft u dus het trema gebruiken:- geïnteresseerd- beïnvloedbaar

LeenwoordenIn elke taal komen allerlei woorden voor die aan andere talen ontleendzijn. Die woorden noemen we leenwoorden. Leenwoorden worden zogeschreven als ze in de oorspronkelijke taal geschreven worden.De werkwoorden worden op een Nederlandse manier vervoegd.Met name in zakelijke teksten worden leenwoorden gebruikt voor dingenwaarvoor óf geen Nederlands woord is óf een buitenlands woordgebruikelijk is geworden. Zo is er geen Nederlands woord voor ‘fax’ enspreken we van een ‘mountainbike’ en niet van een ‘bergfiets’. En er zijngeen goede alternatieven voor ‘computer’, ‘drugs’, ‘image’, ‘grapefruit’,‘avocado’ en ‘understatement’. Dit zijn gewenste vreemdelingen, nuttigeleenwoorden.

Maar als er wél een goed Nederlands woord is, verdient het de voorkeurom dat te gebruiken. Sommige kritische taalgebruikers (puristen) gaannóg verder: zij vinden dat álle ‘indringers’ door zuiver Nederlandse woorden moeten worden vervangen. Zij kiezen daarom uit principe niet voor ‘calculator’, maar voor ‘rekenmachine’, niet voor ‘helikopter’,maar voor ‘hefschroefvliegtuig’, niet voor ‘deserteur’, maar voor ‘vaandelvluchtige’, niet voor ‘baby’, maar voor ‘zuigeling’ ...

LeestekensLeestekens, zoals aanhalingstekens, dubbele punten, komma’s en punten,zijn hulpmiddelen om de structuur van een zin te begrijpen.Vergelijk:- De burgemeester zei de secretaris is een schurk.- De burgemeester zei: ‘De secretaris is een schurk.’ - ‘De burgemeester’, zei de secretaris, ‘is een schurk.’

58 Tekstassistent

Page 60: Tekstassistent

Lege woordenDe neiging om zo duidelijk mogelijk te zijn, kan vaagheid veroorzaken.Uw nuances kunnen een tekst verhelderen, maar ook de overtuiging eruithalen. Zeker als u ‘lege woorden’ gebruikt, woorden met een ruime,algemene betekenis.Helderheid gaat boven volledigheid. Ga daarom recht op uw doel af, vertelwat u weet en draai er niet omheen.Niet: Bij onze review is gebleken dat de afscherming van persoons-

gegevens in 2000 niet voldoende was gerealiseerd.Wel: Uit ons vervolgonderzoek blijkt dat de bescherming van persoons-

gegevens in 2000 onvoldoende was.

Vaak hebben lege woorden geen inhoudelijke functie. U kunt ze danzonder bezwaar weglaten of omschrijven op een andere manier.• Aspect

Niet: In uw beleid moet ook het aspect van de materiële kostenworden betrokken.

Wel: In het beleid moet u ook de materiële kosten betrekken.• Huidige

Niet: De huidige situatie laat niet toe…Wel: De situatie laat niet toe …

• In feiteNiet: In feite is daaraan helemaal geen gebrek.Wel: Daaraan is helemaal geen gebrek.

• InmiddelsNiet: Inmiddels is de kwestie opgelost.Wel: De kwestie is opgelost.

• In principeNiet: In principe geven we daarvoor geen toestemming.Wel: Daarvoor geven we bijna nooit toestemming.

Meervoud van zelfstandige naamwoorden-s of -’sAls er geen gevaar voor een verkeerde uitspraak bestaat, krijgen dezelfstandige naamwoorden in het meervoud -s:- horloges, cafés, dictees, milieus, bureaus, vakanties

Tekstassistent 59

Page 61: Tekstassistent

Woorden die eindigen op een lange klinker -a, -i, -o, -u of -y krijgen inhet meervoud -’s:- collega’s, taxi’s, auto’s, paraplu’s, baby’s- vla’s, ra’s, eega’s, la’s

-iën of -ieën Woorden die eindigen op -ee, krijgen in het meervoud -ën:- ideeën

Woorden die eindigen op -ie, krijgen in het meervoud -iën, als de klemtoon niet op de -ie valt:- bacteriën, financiën

Als de klemtoon wél op de -ie valt, krijgen de woorden in het meervoud -ieën:- industrieën, relikwieën

Verdubbeling van de slotmedeklinkerEen slotmedeklinker wordt alleen verdubbeld na een korte klinker metklemtoon:- model/modellenDe slotmedeklinker wordt dus niet verdubbeld in woorden als:- monniken, leeuweriken, dreumesen

Uitzondering: woorden op -as, -os, -us en -is krijgen altijd verdubbelingvan de slotmedeklinker:- harnassen, albatrossen, prospectussen, notarissen

Vreemde woordenLet op de uitgang van vreemde woorden:- fotograaf/fotografen - catalogus/catalogi (maar catalogussen is ook goed)- curriculum/curricula- medicus/medici- museum/musea (maar museums is ook goed)- minor/minors- major/majors

60 Tekstassistent

Page 62: Tekstassistent

MenGebruik ‘men’ liever niet, omdat het zo’n onpersoonlijke indruk maakt.Maak liever duidelijk wie ‘men’ is.Niet: Men vindt …Wel: De Tweede Kamer vindt …

ModewoordenModewoorden en -uitdrukkingen worden een tijd door mensen gebruikten verdwijnen daarna weer. Men spreekt daarom ook wel van‘taalkometen’.Voorbeelden:- Iets op de rails zetten.- Laat-ie fijn zijn!- Foutje, bedankt!- Zeker weten.- Honderd punten! (voor iets dat zeer gewaardeerd wordt)

De zogenaamde ‘turbotaal’ valt ook onder de categorie modewoorden.Het is taal vol afkortingen en Engelse leenwoorden:- een depri (gedeprimeerd persoon)- een hippo (lomp, zwaarlijvig persoon)- een dombo (sufferd)- een aso (een asociaal figuur)- charming! (dat is heel aardig!)- appealing (dat is heel aardig!)- issue (onderwerp)- tent (café, restaurant of hotel)- hut (de eigen woning)

In verzorgde stijl kunt u modewoorden beter vermijden. Zeker als het gaatom vreselijke woorden als:- aansturen- bol staan- ervoor gaan- Fontysbreed (geldt alléén voor tapijt!)- hard maken- kostenplaatje- no way!- op de tocht staan- opstarten

Tekstassistent 61

Page 63: Tekstassistent

- recht in bed leggen- uitdiscussiëren- iets ventileren- opleuken

Naamvalsvormen-s als tweede-naamvalsuitgangAls een woord op een medeklinker eindigt, schrijft u de -s aan het woordvast:- Karins agenda- Nederlands taalgebruikAls die laatste medeklinker een -x of een -s is, gebruikt u eenweglatingsteken (apostrof):- Felix’ cassettes- Francis’ T-shirt

Als een woord op een klinker eindigt, schrijft u de -s aan het woord vastals dat geen uitspraakproblemen geeft:- Pietjes boek- Marietjes tas

Bij dreigende uitspraakproblemen schrijft u ‘s:- Opa’s voetbalschoenen- Margo’s racket

Om de bedrijfsnaam te beschermen, gebruikt de zakenwereld meestal ‘s,ook al is er geen uitspraakprobleem:- Van Houten’s chocoladevlokken- Verkade’s productenMaar:- Fontys’ studieaanbod

Oude naamvalsvormen (staande uitdrukkingen)Aan sommige woorden kunt u nog zien dat het Nederlands vroegernaamvallen kende:- in naam der wet - in naam des konings

62 Tekstassistent

Page 64: Tekstassistent

En in veel uitdrukkingen komen ook nog oude naamvalsvormen voor(men spreekt van staande uitdrukkingen). Hierna volgen de meestvoorkomende:- de vrouw des huizes - in der minne schikken- in dezen - in groten getale- in koelen bloede - met voorbedachten rade- mijns inziens - schrijver dezes- te allen tijde - te gelegener tijd- te gronde gaan - te mijnen huize- te mijner beschikking - te uwent- te uwer informatie - te zijnen laste- ten aanschouwen van - ten algemenen nutte- ten anderen male - ten enenmale- ten langen leste - ten vervolge op- ter andere zijde - terzelfder tijd- van dien aard - van goeden huize- te zijner tijd

Als u staande uitdrukkingen goed wilt schrijven, zult u in veel gevallen eenwoordenboek moeten raadplegen.

OmGebruik het voegwoord ‘om’ alléén aan het begin van een doelaanwijzen-de bijzin:- Frank heeft haar een tientje gegeven om een fotoalbum te kopen.

Maar u kunt ‘om’ weglaten als het woord ‘doel’ (of een synoniem ervan)al in de zin staat; anders ontstaat een soort van pleonasme:- Dus jouw doel is geld in te zamelen voor dat studentenfeest?- Is het jouw bedoeling geld in te zamelen voor dat studentenfeest?

Laat ‘om’ ook weg bij beknopte onderwerps- en voorwerpszinnen:- Het lijkt me niet verstandig hem dat mobieltje te laten repareren.- Ze heeft met me afgesproken direct tot actie over te gaan.

Als er geen sprake is van een doelaanwijzende bijzin, laat u ‘om’ natuurlijkachterwege:- Niet: De Titanic begon zijn eerste reis om al na enkele dagen te zinken

door een botsing met een ijsberg.

Tekstassistent 63

Page 65: Tekstassistent

Wel: De Titanic begon zijn eerste reis en zonk al na enkele dagendoor een botsing met een ijsberg.

- Niet: Ik heb hem verzocht om nog drie dagen met dat rapport tewachten.

Wel: Ik heb hem verzocht nog drie dagen met dat rapport tewachten.

OmsluitingHet komt de begrijpelijkheid van een zin bepaald niet ten goede als u tus-sen het lidwoord en het zelfstandig naamwoord te veel bepalingen zet. Deafstand tussen lidwoord en zelfstandig naamwoord is dan namelijk tegroot.Voorbeeld:Niet: Een kostbaar en de inhoud en de prachtige uitvoering in

aanmerking genomen, toch in werkelijkheid en trouwens ook naarhet oordeel van ieder waarlijk deskundig, niet te duur boek.(Uit Onze taal. Overigens: een boek kan niet deskundig zijn; datverbeteren we hierna daarom ook.)

Wel: Dit boek is kostbaar vanwege de inhoud en de prachtige uitvoering.Iedereen vindt het ook een boek waaruit grote deskundigheidblijkt.Toch is het niet duur.

OntkenningIn het dagelijkse taalgebruik is de onjuiste plaatsing van een ontkenninggeen probleem. Gewoonlijk blijkt uit de context wel wat de spreker ofschrijver eigenlijk bedoelt.Maar in verzorgd taalgebruik is het wenselijk de regels van de logica toe tepassen en ontkenningen op de juiste plaats te zetten.- Niet: Elk Zuid-Amerikaans land is niet even geschikt voor emigratie.

Wel: Niet elk Zuid-Amerikaans land is even geschikt voor emigratie.- Niet: Elke wijziging is geen verbetering.

Wel: Niet elke wijziging is een verbetering.

De foutief geplaatste ontkenning kan zelfs zorgen voor een tegenstrijdig-heid in de zin:Niet: Hij verliet de bespreking, maar niet nadat hij zijn standpunt had

gemotiveerd.(Feitelijk staat er in deze zin dat hij de vergadering op een andermoment had verlaten dan na het tijdstip waarop hij zijn standpunthad gemotiveerd!)

64 Tekstassistent

Page 66: Tekstassistent

Dergelijke fouten kunnen op verschillende manieren worden opgelost:- Hij verliet de bespreking, nadat hij zijn standpunt had gemotiveerd.- Hij verliet de bespreking, maar niet eerder dan nadat hij zijn standpunt

had gemotiveerd.- Hij verliet de bespreking, maar pas nadat hij zijn standpunt had

gemotiveerd.

Dubbele ontkenningIn de spreektaal gebruiken veel mensen dubbele ontkenningen van het type:- Dat heb ik nog nooit niet gezien.- Daar heb ik nu even niets geen zin in, hoor.- Heel even zag hij nergens geen oplossing meer.Feitelijk wordt in deze zinnen gezondigd tegen de logica. Maar de taalgebrui-kers zien de eerste ontkenning vooral als een versterking van de tweede.In verzorgd, schriftelijk taalgebruik kunt u dergelijke dubbeleontkenningen echter beter niet gebruiken.

LitotesEr is overigens nog een ander type ontkenning met een soort vanverdubbeling erin, dat in verzorgd taalgebruik wél geoorloofd is. Dat is dezogenaamde litotes. Een litotes is een stijlfiguur: het is in feite een sterkebevestiging in de vorm van een ontkenning:- Ze heeft aan die klus niet weinig dagen besteed. (niet weinig = niet

niet veel = veel dagen)- Hij kan niet onaardig voetballen. (niet onaardig = niet niet aardig =

goed voetballen)- Dat je lang op de uitslag moet wachten, is bij haar niet ongewoon.

(niet ongewoon = niet niet gewoon = heel gebruikelijk)- Hij is er niet vies van. (hij doet of lust het graag)

Méér dan één ontkenning veroorzaakt wanbegripWees voorzichtig met méér dan één ontkenning in zinnen. Die maken hetsoms héél moeilijk om te begrijpen wat er precies bedoeld wordt. Gebruikliever maar één ontkenning per zin.- Niet: Ik verwacht niet dat de opdracht niet door zal gaan.

Wel: Ik verwacht dat de opdracht door zal gaan.- Niet: Met de import van deze grondstof willen we voorkomen dat de

productie niet op peil gehouden kan worden.Wel: De import van deze grondstof helpt ons de productie op peil te

houden.

Tekstassistent 65

Page 67: Tekstassistent

OpsommingenIn zakelijke teksten komen vaak opsommingen voor. Opsommingenkunnen ook als stijlmiddel aangewend worden om lange, onoverzichtelijkezinnen leesbaar te maken. Behandel opsommingen consequent en kiesvoor één aanpak:• Onderdelen van een opsomming markeert u door ze onder elkaar te

plaatsen:- De eerste reeks van een opsomming geeft u bijvoorbeeld alleen aan

met bolletjes (bullets).- De verdere onderverdeling geeft u aan met liggende streepjes.

• Als de opsomming bestaat uit volledige zinnen (zoals de vorigeopsomming), begin dan elk onderdeel met een hoofdletter en eindigmet een punt.

• Als de opsomming bestaat uit losse woorden (zoals de nu volgendeopsomming), handel dan als volgt:- geen hoofdletters;- na elk onderdeel een puntkomma;- na het laatste onderdeel een punt.

Pas opsommingen spaarzaam toe, omdat overdaad schaadt.

Passe-partoutwoorden (stoplappen)Passe-partoutwoorden of stoplappen zijn woorden met verschillende bete-kenissen die gebruikt worden in situaties dat er een ander, beter passendwoord bestaat.

Het passe-partout ‘in verband met’ kunt u ook beter vervangen doorgeschiktere woorden:Niet: Wel:- De student kreeg in verband met zijn De student kreeg een negatief

slechte tentamenresulaten een studieadvies vanwege zijn negatief studieadvies slechte tentamenresultaten.

- In verband met zijn chronische Omdat hij last had van migraine trad hij af als secretaris. chronische migraine trad hij

af als secretaris.- De wagen is in verband met de De auto is door de gladheid

gladheid uit de bocht gevlogen. uit de bocht gevlogen.

66 Tekstassistent

Page 68: Tekstassistent

Hetzelfde geldt voor het passe-partout ‘zonder meer’:Niet: Wel:- Dat is zonder meer juist. Dat is geheel juist.- Het is beter hem zonder meer Het is beter hem zonder

te royeren. pardon te royeren.- Dat verzoek wijzen we zonder meer af. Dat verzoek wijzen we

volledig af.

PuntEen punt zet u:1 Achter een zin:

- Mijn nichtje is verhuisd.

2 Bij afkortingen (let op de verschillen):- d.m.v., n.a.v., m.b.t. (Telkens drie woorden, daarom drie punten.) - as., jl., bijv., nl. (Telkens één woord, daarom één punt.)

3 Achter titels van personen:- drs., dr., prof., ds., ir., mgr., ing., bac.

4 Bij onderverdelingen van hoofdstukken:- Lees de paragrafen 4.1, 5.2.1 en 5.2.3.

Zet géén punt achter titels van teksten en achter tussenkopjes.En evenmin tussen ingeburgerde afkortingen met kleine letters:- btw, cao, hiv

> Zie ook de bijlage Teksten voorbereiden voor drukwerk

PuntkommaDe puntkomma is een leesteken dat iets weg heeft van een punt, maar ookiets van een komma. De samenhang tussen twee zinnen kunt u op tweemanieren laten zien:1 U zet tussen die twee zinnen een verbindingswoord zoals ‘en’ en

‘maar’:- Hij zei dat hij niet kwam en toch is hij gekomen.

2 U zet tussen die twee zinnen een puntkomma:- Hij zei dat hij niet kwam; toch is hij gekomen.

Tekstassistent 67

Page 69: Tekstassistent

SamentrekkingAls u twee zinnen samenvoegt, kunt u soms zinsdelen weglaten om de zinleesbaarder te maken. U maakt dan gebruik van een samentrekking:- Hij pakte het grote pak van de eerste plank en hij pakte het kleine pak

van de tweede plank.- Hij pakte het grote pak van de eerste plank en het kleine van de tweede.Een samentrekking is goed als het samengetrokken deel dezelfde betekenis,grammaticale functie, plaats en rangorde heeft als het corresponderendezinsdeel. In de tweede voorbeeldzin is de samentrekking correct voor ‘hij’ (isin beide zinnen onderwerp), ‘pakte’ (is in beide zinnen zelfstandig werk-woord), ‘pak’ (is in beide zinnen deel van het lijdend voorwerp) en ‘plank’(is in beide zinnen deel van een bijwoordelijke bepaling van plaats).Een samentrekking gebruikt u dus als u anders een storende en onnodigeherhaling zou krijgen.

U past ook samentrekking toe bij woorden die voor een deel uit dezelfdewoorden bestaan:- de hoofd- en bijzaken- in- en uitvoer

Fout tegen de woordbetekenisDe fout die schrijvers soms maken, is dat ze zinsdelen samentrekken dieniet samengetrokken kunnen worden. Dat probleem treedt vooral op bijwoorden die meerdere betekenissen hebben.Voorbeelden van dergelijke fouten:- Hij geeft bloemen maar niets om mij. (geeft = overhandigen + houden

van)- Ze maakte zichzelf en het bed op.- Hier spelen goede muzikanten, kleine kinderen met hun pop en veel

romantische taferelen zich af.- Hij stak een pijp op en met zijn verhaal van wal.

Fout tegen de grammaticale functieNóg ingewikkelder wordt het bij zinsdelen die wel hetzelfde zijn, maar inde zin een andere grammaticale functie hebben.Niet: De verkoopleidster ontsloeg de kassajuffrouw en liep huilend weg.

(‘De kassajuffrouw’ is het lijdend voorwerp in de eerste zin en hetonderwerp van de tweede zin. De zinsdelen hebben niet dezelfdefunctie en de samentrekking is dus fout.)

68 Tekstassistent

Page 70: Tekstassistent

Wel: De verkoopleidster ontsloeg de kassajuffrouw die huilend wegliep.Niet: Kwaliteit D is voordelig en vinden wij zeer geschikt.

(‘Kwaliteit D’ is in de eerste zin onderwerp en in de tweede zinlijdend voorwerp.)

Wel: Kwaliteit D is voordelig en die vinden wij zeer geschikt.Niet: Hij is vandaag erg vrolijk en niet op school.

(Het verschil tussen de zinsdelen is in het laatste voorbeeld kleiner,maar de samentrekking is wél fout. ‘Is’ in de eerste zin is eenkoppelwerkwoord. ‘Is’ in de tweede zin is een zelfstandig werk-woord (zich bevinden). De zinsdelen hebben niet dezelfde functieen mogen dus niet worden samengetrokken.)

Wel: Hij is vandaag erg vrolijk en is niet op school.

Fout tegen de plaatsNiet: Graag zullen we u ontvangen en hopen dat uw bezoek tot goede

resultaten leidt.(Het samengetrokken ‘we’ moet in de tweede zin vóór ‘hopen’geplaatst worden en kan daarom niet weggelaten worden.)

Wel: Graag zullen we u ontvangen en we hopen dat uw bezoek tot goederesultaten leidt.

Fout tegen de rangordeNiet: Het is zeker dat we die order van hem ontvangen en hopen spoedig

iets te vernemen.(Het eerste ‘we’ maakt deel uit van een bijzin, het tweede, samen-getrokken ‘we’ van een hoofdzin.)

Wel: Het is zeker dat we die order van hem ontvangen. We hopenspoedig iets te vernemen.

Samengetrokken delen moeten dus aan de volgende eisen voldoen:• Ze moeten dezelfde betekenis hebben.• Ze moeten dezelfde grammaticale functie in de zin hebben.• Ze moeten op dezelfde plaats ten opzichte van de persoonsvorm staan.• Ze moeten óf allebei in hoofdzinnen óf allebei in bijzinnen staan.

Tekstassistent 69

Page 71: Tekstassistent

Spellingherziening 2005

‘Officieele spelling (...): heusch, ik ben er vóór. Als ik zelf maar niet meê moet doen.’(Louis Couperus, in de Haagsche Post, 1916.)

Na een jaar of veertig trouwe dienst is de oude Woordenlijst van de Nederlandsetaal, het zogenaamde Groene Boekje, in 1995 vervangen door een veeluitgebreidere woordenlijst. Omdat de taal voortdurend in beweging is,wordt die woordenlijst iedere tien jaar geactualiseerd.

In 2005 maakte de Nederlandse Taalunie bij die gelegenheid een lichtespellingherziening bekend, de Spelling-2005. Die spellingherziening geldtvoor Nederland en Vlaanderen en is weergegeven is in het Groene Boekje.Woordenlijst Nederlandse Taal (2005), ook als vanouds het Groene boekje genoemd.Het Groene boekje bevat een Leidraad waarin de officiële spelling van hetNederlands voor een breed publiek kort wordt uitgelegd. Bovendien bevathet een geactualiseerde woordenlijst van ruim 100.000 trefwoorden, metcirca 6.000 nieuwe woorden.

De spellinghervorming uit 2005 had voornamelijk betrekking op eenaanpassing van de regels voor de tussen-n in samenstellingen.Samenstellingen met een dierennaam als eerste deel en een plantkundigenaam als tweede deel vallen voortaan onder de hoofdregel: het is dus nietlanger ‘paardebloem’ en ‘kattekwaad’, maar ‘paardenbloem’ en ‘kattenkwaad’.

Verder zijn de bestaande regels strikter toegepast, zoals:• het gebruik van hoofdletters bij volkennamen en afleidingen van

aardrijkskundige namen;• het gebruik van Engelse woordgroepen en werkwoorden.Dat heeft onder andere geresulteerd in ruim 1.200 woorden die we andersmoeten schrijven.

Deze nieuwe regels en de toepassing ervan zijn in dit boekje verwerkt.

De officiële spelling is sinds 1 augustus 2006 alléén wettelijk verplichtvoor de overheid en het onderwijs.Verder mag iedereen in principespellen zoals hij of zij dat wil. Dat was al zo en dat is nog steeds het geval.Een architektenburo hoeft zijn naam dus niet te veranderen in architectenbureau.

70 Tekstassistent

Page 72: Tekstassistent

Nadat de Nederlandse Taalunie de spellingherziening in 1995 bekend-maakte, ontstond er veel commotie in het medialandschap. Menigeverandering in de schrijfwijze zou namelijk geen verbetering zijn. Behalvede overheid en het onderwijs kennen andere instanties de verplichting nietom de Spelling-2005 te hanteren. Het gevolg was dat een aantal (landelij-ke) dagbladen, tijdschriften en omroepen deze laatste spellingherzieningboycot. Zij geven de voorkeur aan de spellingwijze van het genootschapOnze Taal: de ‘witte spelling’, die opgenomen is in het Witte Boekje.

Het is verwarrend dat de spelling van het nieuwe Groene boekje, de ‘enigeofficiële Woordenlijst’, niet volledig wordt gevolgd door andere gezag-hebbende media. De belangrijkste is de ‘Grote Van Dale’, want de redactiedaarvan heeft haar eigen kijk op bepaalde regels.In deze Tekstassistent wordt alléén uitgegaan van de aanwijzingen in hetnieuwe Groene boekje, ook al zijn daarin onvolkomenheden aan te wij-zen.

Binnen het onderwijs spellen dus we conform de voorschriften vanSpelling-2005:

spel•ling, de (v.), spel•lin•genspel•ling•kwes•tie, de (v.), spel•ling•kwes•tiesspel•ling•re•gel, spel•lings•re•gel, de (m.), spel•ling•re•gels,spel•lings•re•gels

(Uit het Groene Boekje.Woordenlijst Nederlandse Taal, 2005)

U schrijft haast dagelijks grotere en kleinere teksten, op het werk en thuis.Toch zult u waarschijnlijk nog met enige regelmaat foutjes maken tegen despellingregels. Dat is begrijpelijk, want die regels zijn soms behoorlijkingewikkeld en niet altijd even consequent. Dat blijkt wel uit het voorbeeldhiervoor: volgens de regels mag ‘spellingregel’ bestaan naast ‘spellings-regel’, maar in ‘spellingkwestie’ is een tussen-s niet toegestaan.

Het bedrijfsleven en de onderwijswereld hechten veel waarde aan correctespelling. De spelling valt immers als eerste op als u een tekst onder ogenkrijgt. Daarom is het van belang dat u voortdurend zorg besteedt aan hetcorrect toepassen van de regels. Want ook bij spellen geldt dat ervaring debeste leermeester is.

Tekstassistent 71

Page 73: Tekstassistent

De slechtste spellers zijn vaak degenen die denken dat ze de regels welkennen... Zelfs ervaren schrijvers maken nog regelmatig spellingfoutjes.Wie er prijs op stelt de spellingregels correct toe te passen, staat kritischtegenover zijn eigen spellingvaardigheid, raadpleegt regelmatig eenspellinggids en neemt de moeite naar een spellinggids te grijpen als despellingregels niet consequent blijken te zijn.

Spellingcontrole PCOp uw PC vindt u onder ‘Extra’ een knop ‘Spelling- en grammatica-controle’.Verwacht daar niet te veel heil van, want de controle vindt voor-namelijk plaats op woordniveau; de controle houdt dus nauwelijksrekening met de woorden in het zinsverband. Als een woord op zichzelfgoed Nederlands is, wordt het niet als fout aangemerkt, ook al klopt er inzinsverband niets van.Daardoor blijft het mogelijk dat allerlei foutgespelde woorden in de tekstblijven staan. De volgende zin is door de PC gecontroleerd en akkoordbevonden!- Hei zullen beoordeeld werden op haar vele verdienste en het groot

aantal spelfout dat hij regelmatig maak.

Spelling van de werkwoordsvormenOm de regels voor de werkwoordspelling te kunnen volgen, moet u op dehoogte zijn van enkele begrippen uit de grammatica: persoonsvorm,onbepaalde wijs (infinitief), voltooid deelwoord, onvoltooid deelwoord(tegenwoordig deelwoord), onderwerp, zelfstandig naamwoord enbijvoeglijk naamwoord.U moet die begrippen ook kunnen toepassen (zie hierna). Fris zonodigeerst uw kennis op in de bijlage Grammatica.

Spelling van de persoonsvormWanneer de persoonlijke voornaamwoorden ‘jij’ en ‘je’ (als onderwerp)direct achter de persoonsvorm staan, krijgt die persoonsvorm geen -t.Vergelijk:- Bloed jij/je?- Bloedt je vinger? (In de tweede zin is ‘je’ géén onderwerp.)- Was jij je elke dag? - Jij wast je toch wel elke dag? (Het ‘je’ in de tweede zin is géén

onderwerp.)

72 Tekstassistent

Page 74: Tekstassistent

Er is een ezelsbruggetje voor de persoonsvorm in de verleden tijd. Meestalkunt u horen hoe u een persoonsvorm in de verleden tijd moet spellen. Intwijfelgevallen kunt u voor de spelling van de persoonsvorm in deverleden tijd de zogenaamde ‘kofschip-regel’ gebruiken:

U schrijft stam + te(n) als de stam eindigt op een van de vetgedrukte enonderstreepte medeklinkers in ‘T K O F S C H I P.In alle andere gevallen schrijft u stam + de(n).

Wél in ‘t kofschip: Niet in ‘t kofschip:- hij wachtte - zij antwoordden- zij lachten - ik bonsde op de deur (stam = bonz!)

Spelling van het voltooid deelwoordSoms hoort u vanzelf hoe u een voltooid deelwoord moet schrijven (zoalsbij ‘gekomen’ en bij ‘gelezen’), maar in veel gevallen kunt u niet horen ofeen voltooid deelwoord eindigt op een -d of op een -t. Is het nu:- Benetton heeft een nieuwe parfumlijn ontwikkeld/ontwikkelt?

Dit is de regel:Een voltooid deelwoord eindigt op een -d, wanneer in de verleden tijdenkelvoud de uitgang -de zou zijn en wanneer het bijvoeglijk naamwoordeindigt op -de. In álle andere gevallen eindigt het voltooid deelwoord opeen -t.

In geval van twijfel moet u daarom het voltooid deelwoord even‘verlengen’ (= verlengingsproef), want dan kunt u aan de uitspraak horenof het een -t of een -d moet zijn:- ontwikkeld/t? ontwikkelde/ontwikkelde ontwikkeld- verbrand/t? verbrandde/verbrande verbrand- gemisd/t? miste/gemiste gemist

Spelling van het voltooid deelwoord gebruikt als bijvoeglijk naam-woord Een voltooid deelwoord kunt u gebruiken als bijvoeglijk naamwoord:- Ik heb de brief verscheurd. (= voltooid deelwoord)- De verscheurde brief. (= bijvoeglijk naamwoord)

Tekstassistent 73

Page 75: Tekstassistent

Wanneer u een voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord gebruikt,mag u de slotmedeklinker alleen verdubbelen als dat voor de uitspraaknodig is. In het algemeen geldt als regel: schrijf het voltooid deelwoorddat u als bijvoeglijk naamwoord gebruikt zo kort mogelijk op: voltooiddeelwoord (+e).- De gefotografeerde taart. - De uitgeputte man.- De gewitte tuinmuur. - De vergrote opname.

Spelling van het onvoltooid (of tegenwoordig) deelwoordHet onvoltooid (of tegenwoordig) deelwoord vormt u door achter deonbepaalde wijs een -d te zetten.- Zacht neuriënd zat hij naar zijn goudvis te kijken.- Glimlachend fietste ze de vrolijke bouwvakker voorbij.

Een onvoltooid deelwoord kunt u ook als bijvoeglijk naamwoordgebruiken. Er hoeft dan niets te veranderen aan de schrijfwijze (behalvesoms een extra -e):- brandend zand- een ontluikende liefde

StijlfigurenU kunt een tekst op allerlei manieren aantrekkelijk en goed leesbaarmaken. In deze paragraaf volgen enkele stijlfiguren die u kunt gebruikenbij het formuleren.Overdaad schaadt. Gebruik stijlfiguren daarom met mate. Denk steeds aanhet effect op de lezer.

AlliteratieDe opeenvolging van woorden die beginnen met dezelfde medeklinker,kan een zin sterker maken.Vergelijk:- We willen meer zon, strand en golven!- We willen meer zon, zand en zee!

Climax en anticlimaxU kunt een zin zo opbouwen dat er sprake is van een opklimming inkracht:- Ze mompelde onverstaanbare woorden, misvormde scheldwoorden

leken het, vloeken met bochels en rode wrattengezichten. (Jan Wolkers)

74 Tekstassistent

Page 76: Tekstassistent

In omgekeerde volgorde spreekt u van een anticlimax:- Het volk begon eerst te schreeuwen, maar het geschreeuw zwakte al

snel af tot een kwaadaardig geroezemoes. De voorste mensen durfdenalleen humeurig te mompelen toen de regeringsleider uiterst kalm hetpodium opliep.

Eufemisme Bij een eufemisme is sprake van verzachtende woorden voor iets wat weeigenlijk verdrietig, moeilijk of gênant vinden. We gebruiken bijvoorbeeldeufemismen voor ‘doodgaan’:- heengaan, het hoofd op het kussen leggen, inslapen

Een ander voorbeeld vinden we als we wat terug gaan in de geschiedenis:- tering (17e eeuw), tuberculose (19e eeuw), tbc (20e eeuw), tb (tegen-

woordig)

Als u tijdens een feestje naar het toilet moet, kunt u ook zeggen:- Sorry, ik ben zo terug.- Even mijn handen wassen.- Ik wil even een dankoffer brengen aan het altaar van Bacchus.

HyperboolEen hyperbool is een enorme overdrijving die als doel heeft een beweringextra kracht bij te zetten:- De directie heeft geen geld voor betere kantinevoorzieningen. Ze vindt

dat de huidige kantine goed genoeg is. Maar als je er varkens in zouzetten, zouden die zelfs een grote schoonmaak eisen.

- Hij ergert zich dood aan je slordigheid.

ParadoxEen paradox is een door de schrijver bewust gemaakte tegenspraak dieeigenlijk geen tegenspraak is. De bedoeling is dat u erover na gaat denken.- Het laatste wat een vis zou ontdekken in zijn leven, is het water. (Han

Fortmann)- Een mens moet leven om te sterven.- De mens is een vreemd wezen: hoe naakter men hem ziet, hoe meer hij

in zijn hemd staat. (Cees Buddingh’)

Tekstassistent 75

Page 77: Tekstassistent

ParallellismeU kunt iets extra nadruk geven door de volgende zin precies hetzelfde opte bouwen:- U denkt toch zeker niet dat wij bang voor u zijn? Dat wij voor u

weglopen? Dat wij niet tegen u in durven gaan?

Pleonasme Een pleonasme is een combinatie van een bijvoeglijk naamwoord en eenzelfstandig naamwoord. Dat bijvoeglijk naamwoord noemt nog eens deeigenschap van het ‘hoofdwoord’. (Pleonasme = meer dan nodig is.)Een pleonasme is niet altijd fout. Als u een pleonasme gebruikt om eenbepaalde eigenschap extra nadruk te geven, kan dat best:- valse voorwendsels- de donkere nacht

Maar een ‘ronde cirkel’ is een foutief pleonasme. Het woord ‘ronde’ is nietnodig omdat elke cirkel rond is en dus niets extra’s toevoegt aan hetwoord ‘cirkel’.Andere voorbeelden van fouten:- ingevoerde import- deskundige experts- de aanwezige bezoekers

Pointe/uitsmijterU kunt een tekst zo schrijven dat hij een verrassend slot heeft. Dat heet eenpointe of een uitsmijter. U kunt van dat einde ook een afknapper maken:- De chef komt binnen met een envelop in zijn hand. ‘Let even op,

allemaal,’ zegt hij. Gaat onze afdeling weer verhuizen? We hebben alleverdiepingen al gehad. Waar zou het dit keer zijn? Weer terug naar dederde? Dat zou een degradatie zijn. Gaan we naar de top van hetgebouw? De chef opent de envelop. Hij leest en kijkt verbouwereerd.‘We zijn allemaal ontslagen,’ zegt hij geschokt.

Retorische vraagEen retorische vraag is een bewering in vraagvorm. Doordat u de vorm vaneen vraag kiest voor uw bewering, valt die bewering erg op. Het is niet debedoeling dat er iemand antwoord geeft.- Hebben we daarom zolang gevochten?- Denkt u dat wij dit nog langer pikken?

76 Tekstassistent

Page 78: Tekstassistent

(Bij parallellisme staan nog drie voorbeelden van een retorische vraag.)

TautologieAls mensen in één zin verschillende synoniemen naast elkaar gebruikenmet de bedoeling extra nadruk te krijgen, dan is er sprake van de stijl-figuur tautologie (= dubbelop):- Wis en waarachtig- Nooit ofte nimmer- Paal en perk stellen- Hoe je het ook wendt of keert, het is ...

Soms wordt tautologie onbedoeld foutief toegepast:- Kunststoffen zoals bijvoorbeeld plastic en nylon.

(‘zoals’ is gelijk aan ‘bijvoorbeeld’)- Maar hij is echter geslaagd.

(‘Maar’ zegt hetzelfde als ‘echter’)- Ik ga naar dat tuinfeest, tenzij het niet regent.

(‘tenzij’ = behalve als)- Dat heb ik nog nooit niet gezien.

(dubbele ontkenning)

Een tautologie kan ook opzettelijk foutief gebruikt worden vanwege hetkomisch effect (en vormt zo ook een stijlfiguur):- We krijgen geen vakantie, geen loon en worden niet betaald.- Ik ben hier gratis en voor niets gekomen.- Wij zijn erg blij en verheugen ons erover dat u naar ons wilt luisteren.

Understatement en litotesBij een understatement is ook sprake van ‘verzachting’ (net als bij heteufemisme), maar het is de bedoeling dat die verzachting het tegen-overgestelde effect bereikt, namelijk dat van versterking:- Hij was aardig toegetakeld. (= hij zag er niet uit!)- Zij is tamelijk handig. (= zeer handig)- Welkom in mijn nederige stulp. (= een kast van een huis)- Kom maar, hondje. (= een vervaarlijke bouvier)

Tekstassistent 77

Page 79: Tekstassistent

Een litotes lijkt op een understatement. Het is een bevestiging in de vormvan een ontkenning:- Ik geloof dat ik dat niet echt heel erg zal vinden.

(= kan me niet schelen)- Dit werkstuk is door de docenten niet als geweldig ervaren.

(= het is slecht)- Ik heb dat helemaal niet zo slecht gedaan.

(= heel goed)- Ze heeft aan die klus niet weinig dagen besteed.

(= veel dagen)- Hij kan niet onaardig voetballen.

(= goede voetballer)- Dat je lang op de uitslag moet wachten, is bij haar niet ongewoon.

(= heel gebruikelijk)

SymmetrieIn een tekst moet u consequent zijn in het gebruik van enkelvoud of meer-voud, het getal van onderwerp en persoonsvorm, van tegenwoordige tijd ofverleden tijd, van persoonlijke voornaamwoorden en van opsommingen.Dat is de symmetrie van de tekst (symmetrie = de juiste onderlingeverhouding van de onderdelen).

Enkelvoud en meervoud Wees consequent in het gebruik van enkelvoud en meervoudNiet: De golfspeler, de schakers en voetballers hebben één ding gemeen:

ze spelen voor de lol.Wel: Golfspelers, schakers en voetballers hebben één ding gemeen: ze

spelen voor de lol.Wel: De golfspeler, de schaker en de voetballer hebben één ding gemeen:

ze spelen voor de lol.Niet: Veel mensen houden niet van afwassen. Men koopt daarom een

afwasmachine, maar denkt daarbij echter niet aan het milieu.Wel: Veel mensen houden niet van afwassen. Daarom kopen ze een

afwasmachine, maar denken daarbij echter niet aan het milieu.

IncongruentieHet onderwerp en de persoonsvorm van een zin hebben hetzelfde getal:enkelvoud of meervoud. Dat heet getalscongruentie.Let vooral op bij het gebruik van woorden als: aantal, groep en bende.

78 Tekstassistent

Page 80: Tekstassistent

Deze woorden geven eigenlijk meer personen of voorwerpen aan. Maaromdat u een groep als een eenheid kunt beschouwen, gebruiken we bijdeze woorden het enkelvoud:- Een aantal docenten heeft gestaakt.

Een fout tegen de getalscongruentie tussen onderwerp en persoonsvormheet incongruentie.Vooral als het onderwerp uit een wat langer zinsdeelbestaat of als het onderwerp ver van de persoonsvorm af staat, kan ergemakkelijk incongruentie ontstaan:Niet: De groep mannen die allemaal lange grijze regenjassen dragen,

lopen door de natte straten van de stad.Wel: De groep mannen die allemaal lange grijze regenjassen dragen,

loopt door de natte straten van de stad. (‘groep’ is enkelvoud, duspersoonsvorm óók enkelvoud.)

Tegenwoordige en verleden tijdGebruik de tegenwoordige en de verleden tijd niet door elkaar.Niet: De politiecommissaris was woedend toen de speciale eenheid werd

opgeheven. Hij stapt met weidse gebaren op de minister af en zeitegen de verbouwereerde man dat er nú iets moet gebeuren.

Wel: De politiecommissaris was woedend toen de speciale eenheid werdopgeheven. Hij stapte met weidse gebaren op de minister af en zeitegen de verbouwereerde man: ‘Er moet nú iets gebeuren!’

Als u de verleden tijd gebruikt, moet u dat blijven doen. In het voorbeeldhierboven ziet u de enige uitzondering op die regel: in een citaat of eenletterlijke uitspraak van iemand gebruikt u de tijd die de persoon zelf ookgebruikt heeft.

Het verdient de voorkeur bij een verslag van een vergadering de tegen-woordige tijd te gebruiken:- De notulen van de vergadering van 11/5 worden goedgekeurd.- De voorzitter stelt voor …- Corlijn vindt dat …- Besloten wordt de huidige afspraak te handhaven.

Als u de tegenwoordige tijd gebruikt, houdt u dat ook de hele tekst vol.Wilt u iets beschrijven dat in het verleden is gebeurd, dan gebruikt u devoltooid tegenwoordige tijd:- De boekhouder van de voetbalclub heeft fraude gepleegd. Hij is door

Tekstassistent 79

Page 81: Tekstassistent

de politie op heterdaad betrapt. Er is geen cent in de kas achtergebleven.(De persoonsvorm staat in de tegenwoordige tijd; de rest van het gezegdebevat een voltooid deelwoord.)

Persoonlijke voornaamwoordenPersoonlijke voornaamwoorden kunt u beter niet door elkaar gebruiken.Dat werkt verwarrend en is vaak lelijk van stijl. De zinnen in het volgendevoorbeeld zijn niet echt fout. De tekst is alleen onduidelijk en heeft eenslechte stijl.Niet: Ik geloof dat het beter gaat met mijn gezondheid. Je hoopt dat elk

bezoek aan de dokter verbetering brengt. Men wordt steeds teleur-gesteld.

Wel: Ik geloof dat het beter gaat met mijn gezondheid. Ik hoop bij elkbezoek aan de dokter op verbetering, maar word steeds teleur-gesteld.

OpsommingenFouten tegen de symmetrie vindt u ook vaak in opsommingen. Alle elementen van de opsomming moet u op dezelfde manier opschrijven.Niet: Jongeren houden van:

• het luisteren naar popmuziek;• uitgaan hoort erbij;• ook met elkaar loltrappen vinden ze leuk.

Wel: Jongeren houden van:• luisteren naar popmuziek;• uitgaan;• loltrappen met elkaar.

TangconstructieNiet: De ooggetuige, die de aanrijding tussen de taxi en de bestelwagen

had zien gebeuren om zes uur ‘s ochtends toen hij van de nacht-dienst naar huis terugkeerde, is om half elf door de politie onder-vraagd.

Wel: Toen de ooggetuige om zes uur ‘s ochtends van de nachtdienst naarhuis terugkeerde, had hij de aanrijding tussen de taxi en de bestel-wagen zien gebeuren. Hij is om half elf door de politie onder-vraagd.

80 Tekstassistent

Page 82: Tekstassistent

Door de nabepaling ‘die ... terugkeerde’ is de afstand tussen de kern vanhet onderwerp (‘ooggetuige’) en de persoonsvorm (‘is’) te groot gewor-den. In dergelijke gevallen spreekt men van een tangconstructie: een zinwaarin een andere zin tussen het onderwerp en de persoonsvorm is gezet.In het volgende voorbeeld is de vetgedrukte zin in de tang genomen. Datmaakt het lezen moeilijker. Het beste kunt u de zin in de tang na de anderezin plaatsen.Niet: De bonden die niet graag laten zien dat ze ook kunnen verliezen,

gaven geen persconferentie.Wel: De bonden gaven geen persconferentie. Ze laten niet graag zien dat

ze ook kunnen verliezen.Wel: De bonden gaven geen persconferentie, omdat ze niet graag laten

zien dat ze ook kunnen verliezen.

Er is óók sprake van een tangconstructie als het deel van de zin tussen depersoonsvorm en de rest van het gezegde te lang is.Niet: Hij is om half elf door de politie, die hem om tien uur uit zijn bed

belde, ondervraagd.Wel: Hij is om half elf ondervraagd door de politie, die hem om tien uur

uit zijn bed belde.

Een tangconstructie is niet fout, maar maakt een zin wel nodeloosingewikkeld om te lezen. Daarom kunt u tangconstructies beter vermijden.

TitelsTitels binnen een zin of groepje woorden schrijft u met kleine letters eneen punt erachter:- drs., dr., mr., ir., prof., mr. dr. L. Swaans, Henk Maas ing., Clara

Brugginks bc.Als ze aan het begin van een zin staan, schrijft u ze met een hoofdletter:- Drs. P.Broertjes heeft donderdagochtend een gesprek met prof. dr. I. de

Kwaad.

Titels van publicaties, zoals rapporten, nota’s en boeken, worden cursiefweergegeven:- In de strategische brochure Idealisme in learning communities heeft Fontys

haar strategische doelen geformuleerd.- Den Otter, M. en Haasen, M. (2004).Wat je ziet, ben jezelf. School Video

Interactie Begeleiding met leerlingen. Antwerpen/Apeldoorn, Garant.

Tekstassistent 81

Page 83: Tekstassistent

Trema U plaatst een trema aan het begin van een nieuwe lettergreep om tevoorkomen dat u het woord verkeerd leest (en u in plaats van tweeklanken maar één klank leest).Voorbeelden:- variëren - geüniformeerd- geïsoleerd - reünie- geïllustreerd - poëzie- vacuüm - financiën- conciërge - ruïne- industriële - diëtiste

Bij woorden als:- industrieel - gevarieerd- dieet - financieelgebruikt u dus geen trema, want die woorden kunt u niet verkeerduitspreken.

Er zijn enkele uitzonderingen. U plaatst géén trema:1 bij de Franse uitgang -ien:

- opticien- elektricien

2 bij de Latijnse uitgang -eum:- museum- petroleum

3 bij de dubbele -ii-:- glooiing- begroeiing

4 tussen delen van samenstellingen, want daar plaatst u een koppelteken:- na-apen- toe-eigenen- zee-egel- micro-organisme- bio-industrie(Telwoorden vormen hierop een uitzondering: drieëndertig.)

82 Tekstassistent

Page 84: Tekstassistent

Tussenletter in samenstellingenBij samengestelde woorden vindt u vaak een extra -e-, -en- of -s- als tussenletter, maar die kunt u niet altijd horen:- eikenblad / boekenkast (maar u hóórt bij correcte uitspraak boeke-

kast!) - dorpskerk / dorpsstraat (maar u hóórt in dorpsstraat slechts één -s-!) Dit is een beruchte spellingkwestie! De regels volgens Spelling-2005 zijnals volgt.

De tussenletter -nHet was bessesap en bessenjam, het wordt bessensap en bessenjam. In devorige spelling gebruikte u de tussen-n alleen als u een meervoud nodighad (van één bes heb je al sap, maar je hebt er meer nodig om jam temaken) en het wordt:

Als het eerste woord in een samenstelling een zelfstandig naamwoordis waarvan het meervoud op -en eindigt, dan schrijft u een tussen-n indie samenstelling.

We schrijven dus voortaan ‘pannenkoek’, omdat pan een zelfstandig naam-woord is en het meervoud ervan op -en eindigt.

- ambtenarencentrale, artikelenreeks, hartenkreet, hartenlust, kattenkruid,leeuwenmoed, lerarenopleiding, paardenbloem, paddenstoel, perensap,ziekenzorg

UitzonderingenHet zou heerlijk zijn als dat alles was. Maar in maar liefst zes gevallen gaatde bovenstaande regel niet op:

1 Als het gaat het om een vrouwelijke vorm van een woord, waarvan demannelijke vorm op -en eindigt, dan wordt die -en ook gebruikt bijeen samenstelling met de vrouwelijke vorm.Het toilet voor de docentes heet dus voortaan ‘docententoilet’.- studentenkamer, agentenuniform (dus ook voor vrouwen)

2 Is het eerste deel van de samenstelling een unieke persoon of zaak, danschrijft u geen tussen-n.Ondanks de rozengeur blijft het dus ‘maneschijn’. En ook

Tekstassistent 83

Page 85: Tekstassistent

‘Koninginnedag’ mag blijven, tenzij Willem Alexander, zodra hij koningis, besluit dat het een dag wordt ter ere van alle koninginnen. En hetblijft dus ook ‘koninginnensoep’ vanwege de hoofdregel.- helleveeg, onzelievevrouwebedstro, Onze-Lieve-Vrouwetoren,

zonneschijn

3 Als het eerste deel alleen een versterkende of waardebepalende functieten opzichte van het tweede deel heeft, dan schrijft u geen tussen-n.- apetrots, beregoed (ondanks apenrots en berenvel)

4 Is het hele woord een ‘versteende samenstelling’ (we kunnen desamenstellende delen nauwelijks of niet herkennen), dan schrijft ugeen tussen-n.- apegapen, apekool, bolleboos, elleboog, flierefluiter, kinnebak,

ruggespraak

5 Sommige samenstellingen zijn ontstaan doordat een woordgroep aanelkaar is gegroeid, vaak met een oude naamvalsvorm erin. Dat bepaaltde schrijfwijze:- ’s anderendaags, goedendag, grotendeels, ingebrekestelling,

merendeels

6 Als één van de delen van een samenstelling niet meer herkenbaar is inde oorspronkelijke betekenis, schrijft u geen tussen-n.Het blijft bijvoorbeeld ‘kattebelletje’. Wie daarbij aan katten denkt, isblijkbaar een uitzondering.

7 Als het eerste deel op een toonloze -e eindigt en een meervoud op zowel-s als -n heeft, schrijft u geen tussen-n.U schrijft dus ‘gedaanteverwisseling’, omdat gedaante op een toonloze -eeindigt en omdat je naast ‘gedaanten’ ook ‘gedaantes’ kunt gebruiken.- gedachtegang, heideachtig, novellebundel, secondewijzer, medaille-

verzameling, secretaressecongres, weidevogel, ziektekiemDeze regel leidt tot volgens de nieuwe spelling verplichte samen-trekkingen als:- weduwe- en wezenpensioen

84 Tekstassistent

Page 86: Tekstassistent

ValkuilenDe regel voor de tussen-n heeft overigens niet alleen uitzonderingen, maarook valkuilen. In de volgende gevallen schrijft u bijvoorbeeld geen tussen-n:

• het eerste deel is geen zelfstandig naamwoord, maar een bijvoeglijknaamwoord of een werkwoord:- armelui, brandewijn, dovenetel, klassespeler, knarsetanden, rode-

kool, spinnewiel en rollebollen

• het eerste deel heeft helemaal geen meervoud:- gerstenat, rijstepap, tarwemeel

• het eerste deel heeft geen meervoud op –n, maar op –s:- aspergesoep, horlogemaker, lenteachtig

Tussenklank -s-

Hoofdregel:Schrijf een tussenletter -s- als u die hoort.

1 Schrijf in samenstellingen een -s- als het eerste deel als afzonderlijkwoord niet op een sisklank eindigt en het tweede deel niet met eensisklank begint, maar als u tussen de twee delen wel een -s- hoort:- bakkersroom, moederskindje, meningsverschil, stadsdeel,

verlovingstijd

2 Schrijf in samenstellingen waarvan het tweede deel met een sisklankbegint, een -s- als de aanwezigheid van die tussenletter blijkt uit eensamentrekking:- adventsstuk (want advents- en kerststuk)- meisjesstemmen (want meisjes- en vrouwenstemmen)- liefdesscène (want liefdes- en sterfscène)

In plaats van de proef met de samentrekking kunt u bij twijfel ook eentweede deel kiezen dat niet met een sisklank begint:- adventsstuk (want adventskrans)- meisjesstemmen (want meisjesboeken)- liefdesscène (want liefdesbrief)

Tekstassistent 85

Page 87: Tekstassistent

Deze regels voor de -s- in samenstellingen geven slechts uitsluitselvoor een beperkt aantal gevallen. Want sommige taalgebruikers sprekensommige woorden wél met een -s- uit en andere niet.Voorbeelden:- dood(s)kist, drug(s)beleid, handel(s)maatschappij, inkoop(s)prijs,

spelling(s)commissie, tijd(s)verschil, voorbehoed(s)middel,wet(s)tekst

Kies in dergelijke gevallen de vorm die u zelf het best in de oren klinkt.De keuze is hierbij dus vrij.

UitroeptekenEen uitroepteken zet u:1 Na een uitroep:

- Op de markt: ‘Laat ze niet hangen voor twee euro!’

2 Na een klanknabootsing als:- Pats! Boink!

3 Na een bevel:- Jij daar, hier komen en snel!

4 Tussen haakjes om nog ernstiger twijfel dan bij een vraagteken aan teduiden:- Dit democratische (!) besluit stond vanmorgen op FontysOnline.

(Maar het zou ook zó kunnen: Dit ‘democratische’ besluit stondvanmorgen op FontysOnline.)

Sommige mensen strooien kwistig met uitroeptekens. Dat maakt al sneleen overdreven indruk.

U hebt of u heeft?

- U hebt mij gisteren een acceptgiro bezorgd.- U heeft mij gisteren een acceptgiro bezorgd.

‘U hebt’ en ‘u heeft’ zijn allebei juiste werkwoordsvormen. Het genoot-schap Onze Taal geeft de voorkeur aan ‘u hebt’, omdat ‘u’ de beleefdheids-vorm is voor ‘jij’.Volgens Onze Taal vinden veel taalgebruikers ‘u heeft’ ‘beleefder’ dan ‘uhebt’, maar dat vindt het genootschap vooral een kwestie van smaak.

86 Tekstassistent

Page 88: Tekstassistent

Kortom, ‘u hebt’ en ‘u heeft’ zijn correcte werkwoordsvormen die u naareigen inzicht kunt gebruiken.Voor de leesbaarheid van uw teksten is hetechter wel belangrijk dat u consequent bent in uw keuze.

Vele of velen?Wanneer woorden als ‘vele’, ‘alle’, ‘enige’, ‘enkele’, ‘andere’, ‘meeste’,‘sommige’ en ‘beide’ op personen slaan én er geen zelfstandig naamwoordachter staat, komt er een -n achter.- De passagiers van de Titanic kwamen in ijskoud water terecht.Velen

verdronken binnen enkele minuten.- Sommigen lazen een tekst voor, anderen declameerden een gedicht.- Meneer Lacroix en mevrouw Da Paoli zijn er niet. Beiden hebben

afgebeld.- Er zitten acht Fontysstudenten in de selectie, onder anderen Ronald en

Frank de Beer.

Als ze niet op personen slaan, komt er geen -n achter.- De struiken op de campus waren ziek. Daarom zijn sommige omgehakt

en andere flink gesnoeid.- Zes cd-roms heb ik weggedaan, onder andere die met die encyclopedie

en die met karaoke.- Tientallen bootjes dobberden in de inham.Vele hadden geen zeil.

Als u bij een verwijzing naar een persoonsnaam die persoonsnaam binnende zin weglaat, dan moet u ook geen -n schrijven:- Sommige auteurs lazen een tekst voor, andere declameerden een

gedicht.- Sommige studenten komen om tien uur, andere drinken eerst koffie.- Dove mensen zijn minder gehandicapt in het verkeer dan blinde.

VerkleinwoordenDe meeste verkleinwoorden worden gevormd door achter het grondwoord-je, -tje, -etje of -pje te zetten. Maar er zijn enkele probleempjes.1 Soms komt verdubbeling van de klinker voor:

- lot/lootje, pad/paadjeDat kan ook gebeuren omwille van de uitspraak:- papa/papaatje, foto/fotootje, paraplu/parapluutje

Tekstassistent 87

Page 89: Tekstassistent

2 Als het grondwoord eindigt op -i, krijgt u -ie:- taxi/taxietjeAls het grondwoord eindigt op -y, krijgt u -’tje:- baby/baby’tje

3 Er zijn Franse woorden die in de laatste lettergreep één klinker hebben(die lang wordt uitgesproken) en een slotmedeklinker (die niet wordtuitgesproken):- diner/dineetje, café/cafeetje

4 De verkleinwoorden van Engelse leenwoorden krijgen ook eenNederlandse behandeling:- mountainbikeje, cakeje

VerwijswoordenVerwijswoorden zijn woorden die naar iets verwijzen. U gebruikt zebijvoorbeeld om herhalingen te voorkomen. Er staat een woord verderopin de zin of in een andere zin en daar verwijst u naar. Welk verwijswoord ukunt gebruiken, hangt af van het woord waarnaar het verwijst.- De ploegbaas ontdekte dat de machines al een half uur stilstonden. Hij

sprong zowat uit zijn vel toen hij het zag.

Er worden vaak fouten gemaakt met verwijzingen. Zie bijvoorbeeld devolgende rubrieken:- Enkelvoud en meervoud- Woordgeslacht- Verwijzing naar personen- Die of welke?- Verwijzing naar de titel van een tekst

Niet: Daarna sloegen we een straat in aan onze linkerhand, die regelrechtnaar het centrum liep.

Wel: Daarna sloegen we aan onze linkerhand een straat in, die regelrechtnaar het centrum liep.

In de eerste zin is de afstand tussen het antecedent ‘een straat’ en het verwijswoord ‘die‘ te groot, waardoor er een onbedoeld humoristischeffect optreedt.Daarom is het raadzaam de afstand tussen antecedent en verwijswoord zoklein mogelijk te houden.

88 Tekstassistent

Page 90: Tekstassistent

Andere voorbeelden:Niet: De verpleegster legde een deken over de patiënt, die zij uit een

gangkast gehaald had.Wel: De verpleegster legde over de patiënt een deken, die zij uit een

gangkast gehaald had.Niet: Gisteren hebben we de brief van mevrouw Nijssen ontvangen, die u

hierbij aantreft.Wel: Gisteren hebben we van mevrouw Nijssen de brief ontvangen die u

hierbij aantreft.

Verwijzing naar mannen en vrouwenVermijd ‘seksistisch’ taalgebruik en kies bijvoorbeeld niet vooropsommingen als:- drs. J. Blijlevens;- mevr. dr. C. van Dieteren;- J. Simons.

Gebruik liever een opsomming als:- drs. J. Blijlevens;- dr. C. van Dieteren;- J. Simons.of:- de heer drs. J. Blijlevens;- mevrouw dr. C. van Dieteren;- de heer J. Simons.of:- drs. Jacques Blijlevens;- dr. Clazien van Dieteren;- Jan Simons.

Woordcombinaties die beide geslachten noemen, zoals ‘hij/zij’, ‘hij of zij’en ‘haar of zijn’ zijn wel correct, maar niet prettig om te lezen. Dat geldtook voor de multiple-choicestijl van ‘lerar(es)’, ‘medewerk(st)er’ en‘student(e)‘. En de toevoeging (m/v) is alleen geschikt voor personeels-advertenties.

Kies bij voorkeur voor ‘neutrale’ termen voor zowel mannen als vrouwen,zoals directeur, journalist, leraar, medewerker, psycholoog, redacteur enstudent. En pas de verwijzingen daaraan aan:

Tekstassistent 89

Page 91: Tekstassistent

- De student koestert zijn rechten. (Daarmee worden taalkundig zowelmannen als vrouwen bedoeld.)

- Psycholoog C.Veenstra heeft haar rapport afgerond. (C.Veenstra is eenvrouw.)

- Directeur M. Matthijssen heeft zijn beleidsvoorstel aangeboden. (M.Matthijssen is een man.)

Het probleem kunt u omzeilen door waar dat kan meervoud te gebruiken:- Studenten koesteren hun rechten.

In grotere teksten kunt u aan beide seksen recht doen zonder ingrijpendemaatregelen door aan het begin van de tekst een mededeling te plaatsen,zoals:- Waar voor het gemak hij wordt gebruikt, moet ook zij worden gelezen.

Verwijzing naar personenVaak wordt bij personen een foutieve verwijzing gebruikt. U mag niet naarpersonen verwijzen met ‘waar’ + voorzetsel. Dat mag alleen in het gevalvan dieren en dingen.Niet: De burgemeester gaf een erepenning aan het aftredende raadslid,

waaraan de stad veel te danken had.Wel: De burgemeester gaf een erepenning aan het aftredende raadslid,

aan wie de stad veel te danken had.Wel: De burgemeester gaf het aftredende raadslid een erepenning,

waaraan deze veel waarde hechtte.

Verwijzing naar de titel van een tekstEen veel voorkomende verwijsfout heeft betrekking op de verwijzing naarde titel van de tekst.Voorbeeld: tekst met als titel Onderzoek naar alcoholmisbruik. De tekst begint alsvolgt:Niet: Dit onderzoek (of: Bovengenoemd onderzoek) heeft aangetoond

dat er in de media schromelijk overdreven wordt.Wel: Onderzoek naar alcoholmisbruik heeft aangetoond dat er in de

media schromelijk overdreven wordt.

90 Tekstassistent

Page 92: Tekstassistent

Voegwoorden naast elkaarGebruik geen twee of meer voegwoorden naast elkaar.Niet: Ik heb mijn collega verzocht of, wanneer ik door mijn weigering

problemen zou krijgen, zij mij wilde steunen.Wel: Ik heb mijn collega verzocht of ze mij wilde steunen, wanneer ik

door mijn weigering problemen zou krijgen.Niet: Het is belangrijk dat, wanneer u die rode vlekken ziet verschijnen,

u onmiddellijk naar de bedrijfsarts gaat.Wel: Het is belangrijk dat u onmiddellijk naar de bedrijfsarts gaat,

wanneer u die rode vlekken ziet verschijnen.

Voorzetselfouten

Tevreden met/overTevreden met iets: ik neem er genoegen mee (maar ik ben het er

niet helemaal mee eens).Tevreden over iets: ik ben werkelijk voldaan.- Ik ben tevreden met een afkoopsom van € 150,-, ook al had het € 250,-

moeten zijn.- Ik ben tevreden over de afkoopsom van € 150,-, want die is hoger dan

ik verwacht had.

Zich verheugen op/inZich verheugen op iets: blij zijn met iets wat nog moet komen.Zich verheugen in iets: blij zijn met iets wat er al is.- Ik verheug me nu al op de krokusvakantie.- De conciërge verheugt zich in een goede gezondheid.

(In)hurenHoe langer hoe meer werkwoorden worden versierd met het voorzetsel‘in’, zonder dat dat noodzakelijk is, want er staat nu eenmaal geen ‘uit’tegenover!Niet: inhuren inschatten inlezen inplannenWel: huren schatten lezen plannen

Tekstassistent 91

Page 93: Tekstassistent

VraagtekenEen vraagteken gebruikt u:1 Aan het eind van een vragende zin:

- Zou het nu lukken? - Shireen dacht: Hoe moet het nu verder?

2 Tussen haakjes om twijfel aan te duiden:- Dit democratische (?) besluit stond vanmorgen op FontysOnline.

Wat betreftGebruik liever geen zinnen met wat betreft vooraan in de bijzin, maar zetde persoonsvorm ‘betreft’ achteraan, zoals het hoort in een bijzin:Niet: Wat betreft die audit van morgenmiddag, die ...Wel: Wat die audit van morgenmiddag betreft, die ...

Werkwoord als zelfstandig naamwoord Vermijd opeenstapelingen van werkwoorden die u gebruikt als zelfstandignaamwoord (men spreekt van een gesubstantiveerd werkwoord ofnominalisering), want dat maakt een ‘ambtelijke’ indruk.Niet: Het bevuilen en het kwijtraken van boeken door die jongeman met

dat korte haar kan niet door de beugel.Wel: Die jongeman met dat korte haar raakt boeken kwijt en bevuilt ze.

Dat kan niet door de beugel.

Woorden aaneenschrijvenDit zijn de regels:1 Samenstellingen schrijft u zoveel mogelijk aaneen (hoeveel delen er

ook zijn), zolang er geen gevaar voor verkeerde uitspraak bestaat.Niet: product innovatie of product-innovatieWel: productinnovatie

Andere voorbeelden:- minorkeuze, bachelorgetuigschrift, eenpersoonsbed, kasteeleige-

naar, kannoneerbootpolitiek, onroerendgoedmarkt, langetermijn-planning, antirevolutionair, consumptieaardappel, confectieafdeling,symfonieorkest, taxionderneming, guerillaoorlog, voordeurdeler-wetgeving, studieloopbaanbegeleider

92 Tekstassistent

Page 94: Tekstassistent

2 De volgende soort woorden (voornaamwoordelijke bijwoorden)schrijft u aan elkaar:- daartussen, ernaar, daarvoor, erin, waarvoor

3 De getallen van 1 tot 100 en veelvouden van 100 en 1000 schrijft u ookaan elkaar:- achttien, drieëntwintig, zevenhonderd, vijfendertigduizend,

negenhonderdachtenzeventig.Het is overigens een op veel plaatsen ingeburgerde gewoonte om ingewone tekst, bijvoorbeeld in een krantenbericht of artikel, getallen tot20 voluit te schrijven en vanaf 20 in de vorm van cijfers:- twaalf ambachten en dertien ongelukken- De brandweer arriveerde pas na 20 minuten.

BetekenisverschilIn sommige gevallen maakt het verschil of u woorden aan elkaar of losschrijft:• Tenminste/ten minste:

- Ze komt eraan. Dat heeft ze tenminste (= althans) beloofd.- Ten minste (= minstens) zes mensen hebben afgebeld.

• Tekort/te kort:- Er is een tekort van tienduizend euro.- Kom je nog iets te kort?

• Teveel/te veel:- Het teveel wordt teruggestort op uw bankrekening.- U heeft te veel geld overgemaakt.

Andere kwesties• Gebruikmaken

- Maakt gebruik, heeft gebruikgemaakt• Tekortkomen

- Komt tekort, is tekortgekomen• Tekortschieten

- Schiet tekort, is tekortgeschoten• Temeer

- Des temeer• Terechtstaan

- Staat terecht, heeft terechtgestaan.• Ternauwernood

Tekstassistent 93

Page 95: Tekstassistent

• Tevergeefs (bijwoord) / vergeefs (bijvoeglijk naamwoord)- Tevergeefs probeerde hij het rapport af te krijgen.- Al zijn pogingen waren vergeefs.

• Tevoorschijn - Tevoorschijn komen, komt tevoorschijn, is tevoorschijn gekomen.

• Teweegbrengen- Brengt teweeg, heeft teweeggebracht.

• Tewerkstellen- Stelt tewerk, heeft tewerkgesteld.

Woorden afbrekenDe regels om woorden in lettergrepen te verdelen, zijn velerlei en lijkennogal inconsequent. Het is haast onmogelijk om ze correct toe te passen.

- baby’tje breekt u af als baby-tje- vlaatje als vla-tje- cafeetje als café-tje- machientje als machien-tje- nomaadje als nomaad-je- bioscoop als bio-scoop- transactie als trans-actie- koeien als koei-en- loyaal als loy-aal- pistool als pi-stool- ambten als amb-ten- hbo’er als hbo-er

De belangrijkste regel is daarom: als u niet precies weet hoe u een woordmoet afbreken, doe het dan niet! Schrijf dan het héle woord op devolgende regel.Een tekst met weinig woordafbrekingen is helder en goed leesbaar. Westellen daarom voor om geen woorden af te breken zoals le-lijk en onvol-doende, maar alléén samenstellingen, zoals letter-greep en afbrekings-programma. In dit boekje is die regel toegepast.

U vindt de regels voor het afbreken van woorden in het nieuwe Groeneboekje. En als u die regels te ingewikkeld vindt, kijk dan in de woordenlijstvan dat boekje, want daarin zijn álle woorden in lettergrepen verdeelddoor middel van punten.

94 Tekstassistent

Page 96: Tekstassistent

WoordgeslachtDe zelfstandige naamwoorden hebben in het Nederlands een woordge-slacht. Ze zijn, net als in het Duits, mannelijk, vrouwelijk of onzijdig. Datverschil speelt in het Nederlands meestal geen rol, behalve bij het gebruikvan verwijswoorden (men spreekt van voornaamwoordelijke aanduiding) naar woorden in het enkelvoud:• Naar mannelijke woorden in het enkelvoud verwijst u met ‘hij’, ‘hem’

of ‘zijn’.• Naar vrouwelijke woorden verwijst u met ‘zij’, ‘ze’ of ‘haar’.• Naar onzijdige woorden in het enkelvoud verwijst u met ‘het’ of ‘zijn’.

- Die cursist heeft enkele lessen gemist doordat hij in Oostenrijk was.- Onze assistente heeft vandaag ook het bed gehouden omdat ze ziek is.- Het kind heeft zijn beertje in de bus laten liggen.- Het kind heeft haar beertje in de bus laten liggen. (Als uit de context

blijkt dat het om een meisje gaat, mag u in dit geval ook hetverwijswoord ‘haar’ gebruiken.)

- Ik heb dat artikel niet uitgelezen, omdat ik het ontzettend langdradigvond.

In het meervoud vervalt het verschil tussen mannelijk en vrouwelijk.Niet: De commissie en zijn voorzitterWel: De commissie en haar voorzitter (‘commissie’ is een vrouwelijk

woord.)Niet: De Raad van Bestuur heeft in haar vergadering van dinsdag het

voorstel verworpen.Wel: De Raad van Bestuur heeft in zijn vergadering van dinsdag het

voorstel verworpen. (‘raad’ is een mannelijk woord.)

Sommige mensen hebben een goed gevoel voor het geslacht van woorden.Anderen zullen een woordenboek moeten gebruiken.

Woorden voor abstracte begrippen zijn gewoonlijk vrouwelijk:uitgang: voorbeeld:-heid gehoorzaamheid-ing vergadering-ie commissie-nis droefenis-ie familie

Tekstassistent 95

Page 97: Tekstassistent

-schap boodschap-iek muziek-theek mediatheek

Sommige woorden zijn naar keuze mannelijk of vrouwelijk, dat maakt heter niet gemakkelijker op:- tafel mannelijk/vrouwelijk- (vak)groep mannelijk/vrouwelijk

Namen van plaatsen, landen, voetbalclubs en dergelijke zijn bijna altijdonzijdig. Dus:- Londen en zijn vele musea- Afghanistan heeft zijn grenzen geopend- Ajax en zijn problemen

Sommige mensen gebruiken in een tekst voortdurend ‘hij/zij’. Ze willenvermijden dat anderen denken dat ze mannen voortrekken.- De student heeft het in het eerste jaar moeilijk. Hij/zij haalt vaak

zijn/haar propedeuse niet.Deze mensen vergeten dat het geslacht van het woord niets te maken heeftmet het geslacht van mensen. ‘Student’ is een mannelijk woord of depersoon in kwestie nu een man of een vrouw is, doet niet terzake. U kunt‘hij’ en ‘zijn’ als verwijswoord gebruiken, als de zin tenminste nietnadrukkelijk over een vrouwelijk persoon gaat. In geval van twijfelgebruikt u ‘deze’ of ‘die’ of zet u de hele zin in het meervoud.- De student heeft het in het eerste jaar moeilijk. Hij haalt vaak zijn

propedeuse niet.- Studenten hebben het in het eerste jaar moeilijk. Ze halen vaak hun

propedeuse niet.

> Zie ook bij Zij of hij?

96 Tekstassistent

Page 98: Tekstassistent

WoordspelingBij een woordspeling maakt u gebruik van de verschillende betekenissenvan een woord:- Hier ligt Gijs van Amerongen, in de grond geen kwaaie jongen (Cees

Buddingh’)- Ieder moet vanaf een zekere leeftijd zijn eigen boodschap doen, de

kleine zowel als de grote. (Harry Mulisch)

Als u op zoek bent naar bijvoorbeeld een titel voor een rapport of nota, ishet soms wel aardig gebruik te maken van een woordspeling. U maakt dangebruik van de verschillende betekenissen die een woord of uitdrukkingkan hebben.Daarbij kunt u bestaande woorden in elkaar ‘vlechten’, zodat een nieuwwoord ontstaat. ‘Pedagoochelaars’, een woordspeling van de dichterLucebert, is daarvan een voorbeeld. En bij het politieke schandaal over demet dioxinen besmette kippen dat twee ministers hun baan kostte, werd inBelgië gesproken van ‘Kippengate’, met een knipoog naar de beruchteWatergate-affaire.Een ‘digibeet’ is iemand die niet met computers kan omgaan. Dat woord isgevormd naar analogie van ‘analfabeet’.Twee voorbeelden van titels van Fontysonderzoeken die bestaan uit eenwoordspeling:- Start bekwaam (Onderzoek naar de startbekwaamheden van beginnende

leraren voortgezet onderwijs);- Afgewogen (Onderzoek naar de arbeidsmarktsituatie van afgestudeerden

van lerarenopleidingen).

ZinsbouwEen zin bestaat uit een aantal losse onderdelen. Die onderdelen kunt u nietzomaar in een willekeurige volgorde zetten.

Tekstassistent 97

Page 99: Tekstassistent

Komma’s en voegwoordenZinnen kunt u met elkaar verbinden, bijvoorbeeld door het gebruik vankomma’s of voegwoorden.- David had flinke koorts. Mijke ging niet naar haar werk.- David had flinke koorts en Mijke ging niet naar haar werk.

(opsomming)- David had flinke koorts, dus ging Mijke niet naar haar werk.

(gevolg)- David had flinke koorts, zodat Mijke niet naar haar werk ging.

(gevolg)- Omdat David flinke koorts had, ging Mijke niet naar haar werk.

(reden)- Mijke ging niet naar haar werk, omdat David flinke koorts had.

(reden)Bij het bouwen van zinnen en het verbinden van zinnen kunnen foutengemaakt worden. In spreektaal vallen kromme zinnen niet zo op. Maarfouten in geschreven zinnen zijn vaak storend.Ondanks hun goede bedoelingen hebben niet zo ervaren schrijvers deneiging gewrongen zinnen te produceren. Dat komt vooral omdat ze hunzinnen ‘te mooi’ willen maken en vooral behoorlijk ingewikkeld doorallerlei bijzinnen. Die schrijvers denken dat ze daardoor goed ‘overkomen’.Maar het tegendeel is waar, want een ingewikkelde zinsbouw komt deleesbaarheid nooit ten goede.

AnakoloetSoms is een schrijver tijdens het maken van een zin halverwege evenafgeleid en is vergeten wat hij al geschreven had. Daardoor maakt hij eenverkeerde verbinding (in vakterminologie een anakoloet). Als u de zinleest, merkt u het meteen: de zin loopt niet goed. U kunt hem meestalverbeteren door de zin te verdelen in twee of meer zinnen.Niet: Allerlei soorten drukinkt zijn schadelijk voor het milieu en moeten

de verwerkers van oud papier er extra milieuheffingen over betalen.Wel: Allerlei soorten drukinkt zijn schadelijk voor het milieu. De verwer-

kers van oud papier moeten er extra milieuheffingen over betalen.Vooral als de zin wat langer is, wordt de kans op fouten groter. Meestal kunt uslechtlopende samengestelde zinnen verbeteren door ze los te knippen.Aan de andere kant kunt u in een tekst niet alleen maar enkelvoudigezinnen gebruiken. Zo’n tekst is niet makkelijk leesbaar en komt niet goedover. U moet proberen een goed evenwicht te vinden tussen samengestelde

98 Tekstassistent

Page 100: Tekstassistent

zinnen en enkelvoudige zinnen.Dit is geen pleidooi om uw zinnen kort te houden, want ook een lange zinkan prima leesbaar zijn. Maar streef er wel naar dat uw zinnen glashelderin elkaar zitten en dat ze soepel ‘lopen’.

ProlepsProleps betekent letterlijk ‘vooruitneming’; u kunt ook spreken van‘voorbarigheid’. Proleps ontstaat in een zin wanneer u een zinsdeel dat uwilt laten opvallen, uit het zinsverband licht en naar voren in de zinschuift. Daardoor komt het terecht in een deel van de zin waarin het nietthuishoort. Het gevaar van misverstanden is dan niet denkbeeldig.Niet: Ik denk niet dat het tijdens de wedstrijd zal onweren.Wel: Ik denk dat het tijdens de wedstrijd niet zal onweren.Niet: Het schoolbestuur eiste van hem dat hij zich in het openbaar

verontschuldigde.Toen hij dan ook weigerde dat te doen, werd hijontslagen.

Wel: Het schoolbestuur eiste van hem dat hij zich in het openbaarverontschuldigde.Toen hij weigerde dat te doen, werd hij dan ookontslagen.

We spreken overigens óók van proleps bij verkeerde verbuigingen. Als ubijvoorbeeld wilt opschrijven dat bepaalde tomaten heel rood zijn, dankunt u niet schrijven:Niet: hele rode tomaten (Hele, rode tomaten zijn immers hele tomaten

die rood zijn.)Wel: heel rode tomaten

Ellips- Zorg dat je erbij komt.- Niet goed, geld terug.- Oost, west, thuis best.- Een onvolledige zin? Moet kunnen!Dit zijn voorbeelden van onvolledige zinnen. De drie uitdrukkingen latenaan duidelijkheid en kernachtigheid niets te wensen over. Prima dus.Iedereen gebruikt van tijd tot tijd onvolledige zinnen, bijvoorbeeld omsnel even enkele aantekeningen te maken, in memo’s en telefoonnotities.Die ‘telegramzinnen’ zijn niet fout, zeker niet in het dagelijkse taalgebruik.Men spreekt in dergelijke gevallen van ‘elliptische zinnen’ of kortweg‘ellipsen’ (ellips = weglating).

Tekstassistent 99

Page 101: Tekstassistent

Voorbeelden van correcte ellipsen:- Pitabroodje. Opensnijden.Veel kaas erin. Jam erover. In de oven. Even

wachten. Errug lekker.(Een dergelijk recept is zeker zo duidelijk als een uitgebreideomschrijving.)

- ‘Kapstok!’(Dit zegt een moeder tegen haar opgeschoten zoon die zijn jack weereens op een stoel heeft gesmeten, terwijl de huisafspraak is dat jassenaan de kapstok worden gehangen.)

- P., Hr. J. (OSO) belde de 3e keer! Blijft protesteren! Heb beloofd dat jevóór 3 u. terugbelt ... Mon.(Een telefoonnotitie van Monique voor haar compagnon Pieter. Het isonduidelijk waarover het protest gaat, maar dat is intern natuurlijkbekend.)

Sommige ellipsen zijn in verzorgd, schriftelijk taalgebruik af te keuren. Indie onjuiste ellipsen zijn woorden ten onrechte weggelaten: er is sprakevan een hiaat in de zin dat er niet mag zijn.Niet: Als je deze trend bekijkt, zal het economieonderwijs het nog

moeilijk krijgen!(Feitelijk staat in deze zin dat het voor de modebranche wel mee zalvallen als je niet naar deze trend kijkt ...! Een aanvulling is dusnoodzakelijk.)

Wel: Als je deze trend bekijkt, is het duidelijk dat het economieonderwijshet nog moeilijk zal krijgen!

Niet: Wij zijn zeker, dat zoiets niet gebeurt.Wel: Wij zijn er zeker van, dat zoiets niet gebeurt.Niet: Hij heeft het visitatierapport bij.Wel: Hij heeft het visitatierapport bij zich.

> Zie ook bij Samentrekking

100 Tekstassistent

Page 102: Tekstassistent

Zij of hij?Naar de volgende mannelijke woorden wordt vaak ten onrechte verwezenmet ‘haar’ of ‘zij’:- bond (m.);- dienst (m.);- raad (m.; dit geldt dus óók voor Raad van Bestuur);- staf (m.);

De volgende woorden zijn naar keuze mannelijk of vrouwelijk:- groep (m./v.);- hogeschool (m./v.).

Naar onzijdige woorden wordt alleen verwezen met ‘het’ of ‘zijn’:- Bestuur (o.);- instituut (o.).

Naar Fontys Hogescholen verwijst u met ‘haar’ of ‘zij’ (omdat we datenkelvoudige begrip beschouwen als het vrouwelijke woord verzameling,organisatie of instelling):- Fontys Hogescholen en haar geledingen gaan uit van dezelfde missie.- Fontys Hogescholen is een grote onderwijsorganisatie; ze omvat

ongeveer 170 hbo-opleidingen, verdeeld over 35 instituten.

> Zie ook bij Woordgeslacht

Tekstassistent 101

Page 103: Tekstassistent

102 Tekstassistent

Page 104: Tekstassistent

Bijlagen

GrammaticaU heeft enige grammaticakennis nodig om de regels voor de werkwoord-spelling correct te kunnen toepassen. Als u bijvoorbeeld het verschil tusseneen persoonsvorm, een voltooid deelwoord en een bijvoeglijk naamwoordniet kent, dan leveren de volgende zinnen problemen op:- Sherlock Holmes ontrafelt dat probleem binnen een dag.- Watson zou dat probleem pas na veertien dagen ontrafeld hebben.- Hij vergrootte de opname om meer details te kunnen onderscheiden.- De vergrote opname was helaas nogal grofkorrelig.

Hierna vindt u een overzichtje van enkele grammaticale begrippen die umoet kennen om werkwoordsvormen correct te kunnen spellen. Hoewelwe denken dat de meesten van u die begrippen wel kennen, nemen we hettoch maar op. Je kunt nooit weten!

Persoonsvorm De persoonsvorm is een werkwoord dat in een zin de tijd van handeling ofde situatie aangeeft:- De student zit nu zwaar te tobben.U kunt de persoonsvorm op drie manieren vinden:1 Als u de zin door verschuiving vragend maakt, komt de persoonsvorm

voorop te staan:- Zit de student nu zwaar te tobben?

2 Als u de zin van tijd verandert, dan is de persoonsvorm het enigewerkwoord dat van vorm verandert:- De student zat hier zwaar te tobben.

3 Als u de zin van getal (enkelvoud/meervoud) verandert, dan is depersoonsvorm eveneens het enige werkwoord dat van vorm verandert:- Zitten de studenten nu zwaar te tobben?

In veel zinnen komt meer dan één persoonsvorm voor. Men noemt diezinnen daarom samengestelde zinnen. In een samengestelde zin kunt u dehoofdpersoonsvorm vinden met behulp van regel 1 + 2 + 3, maar depersoonsvormen van de bijzinnen alleen met behulp van de regels 2 + 3!

Tekstassistent 103

Page 105: Tekstassistent

- Als hij moet ontleden, zit de student soms zwaar te tobben.- Regel 1: Zit de student soms zwaar te tobben als hij moet ontleden?- Regel 2: Als hij moest ontleden, zat de student soms zwaar te tobben.- Regel 3: Als ze moeten ontleden, zitten de studenten soms zwaar te

tobben.

Onbepaalde wijs (infinitief)De onbepaalde wijs (of infinitief) is de onvervoegde, ‘hele’ vorm van hetwerkwoord. Een onbepaalde wijs verandert niet in een zin als u wisselt vanbijvoorbeeld tegenwoordige naar verleden tijd of van enkelvoud naarmeervoud.- Dat wil ik voor geen goud missen / Dat wilde ik voor geen goud missen.- Dat zou ik hem wel eens hebben willen zien doen / Dat zouden wij

hem wel eens hebben willen zien doen.

Voltooid deelwoordHet voltooid deelwoord is een vervoegde vorm van het werkwoord die netals de onbepaalde wijs in een zin niet kan veranderen (in tegenstelling totde persoonsvorm):- Het varkentje wordt gewassen / Het varkentje werd gewassen / De

varkentjes werden gewassen.Een voltooid deelwoord begint meestal met ‘ge-’. Het is altijd verbondenmet een vorm van het hulpwerkwoord ‘hebben’, ‘zijn’ of ‘worden’.- Daar is stevig over gedacht!- De slachtoffers worden geëerd met een sober monument.- Die mineurstemming is ontstaan na de laatste uitbarsting van de

directeur.- De docent heeft eindelijk ons tentamen nagekeken.

Onvoltooid deelwoord (tegenwoordig deelwoord)Een onvoltooid deelwoord (of tegenwoordig deelwoord, dat is hetzelfde)geeft een eigenschap aan van het onderwerp in een zin.- Fluitend fietste hij naar het instituut.- Nadenkend fronste ze de wenkbrauwen.

104 Tekstassistent

Page 106: Tekstassistent

OnderwerpHet onderwerp is het zinsdeel dat uitvoert wat in het gezegde wordtuitgedrukt, bijvoorbeeld wie of wat de handeling verricht.- De Raad van Bestuur neemt een drastische beslissing.- Marian heeft een negatief studieadvies gegeven.- Ik ben door Kees een heel stuk verder gekomen.U kunt het onderwerp op twee manieren vinden:1 Als u de zin vragend maakt, komt het onderwerp meestal direct na de

persoonsvorm:- Direct slaat de student kwaad zijn studieboek dicht.- Slaat de student direct kwaad zijn studieboek dicht?

2 Als u de persoonsvorm van getal (enkelvoud/meervoud) verandert,moet ook het onderwerp van getal veranderen (dit is de getalsproef):- Direct slaat de student kwaad zijn studieboek dicht.- Direct slaan de studenten kwaad hun studieboek dicht.

Zelfstandig naamwoordVoor een zelfstandig naamwoord kunt u ‘de’, ‘het’ of ‘een’ zetten. Een zelfstandig naamwoord kunt u ook altijd in het meervoud zetten.- De uitgever van deze taalgids is gevestigd in Eindhoven.- Ze waste haar haar grondig. (Het tweede ‘haar’ is een zelfstandig

naamwoord; het eerste haar is een bezittelijk voornaamwoord.)

Bijvoeglijk naamwoordEen bijvoeglijk naamwoord zegt iets van een zelfstandig naamwoord.- Dat is een foeilelijk gebouw.

Tekstassistent 105

Page 107: Tekstassistent

Getal, persoon en tijd Voorbeeld van de vervoeging van twee werkwoorden:

getal persoon tegenwoordige tijd

enkelvoud 1e persoon ik haal laad

2e persoon jij,je,u,gij haalt (haal jij?) laadt (laad jij?)

3e persoon hij,zij,het,men haalt laadt

meervoud 1e persoon wij halen laden

2e persoon jullie halen laden

3e persoon zij,ze halen laden

getal persoon verleden tijd

enkelvoud 1e persoon ik haalde laadde

2e persoon jij,je,u,gij haalde laadde

3e persoon hij,zij,het,men haalde laadde

meervoud 1e persoon wij haalden laadden

2e persoon jullie haalden laadden

3e persoon zij,ze haalden laadden

Stam van een werkwoordDe stam van een werkwoord is de uitspraak min -e(n).

hele werkwoord stam

- halen haal

- laden laad

- staan sta

- wuiven wuiv (maar u spelt natuurlijk: ik wuif, wij wuiven)- plonzen plonz (maar u spelt natuurlijk: ik plons, wij plonzen)

106 Tekstassistent

Page 108: Tekstassistent

Teksten voorbereiden voor drukwerk

De afdeling Marketing en Communicatie verzorgt de intake van uwdrukwerkopdracht, desgewenst de redactie van uw kopij en de coördinatievan het drukwerktraject.• Intake via telefoon 0877 873 900 of [email protected].• Van de afdeling Marketing en Communicatie krijgt u adviezen voor de

inrichting van uw kopij en de voorbereiding daarvan voor hetdrukwerktrajact, waaronder de huisstijlafspraken voor het drukwerk.Als u dat op prijs stelt, helpt een collega van de afdeling u bij deeindredactie, natuurlijk in goed overleg.

• Via de afdeling Marketing en Communicatie gaat uw opdracht voorvormgeving en opmaak naar de afdeling Grafische Producties.

• Het proeventraject verloopt via de afdeling Marketing enCommunicatie.

Als u van de volgende adviezen gebruik maakt tijdens het schrijven encorrigeren van teksten en drukproeven, maakt u het uw collega’s die uwteksten redigeren (afdeling Marketing en Communicatie) of die uwteksten drukklaar maken (afdeling Grafische Producties) een stukgemakkelijker. Dat scheelt namelijk veel werk en het voorkomt somstijdrovende en daardoor kostbare misverstanden.

Platte tekstTyp de platte tekst (ook wel bodytekst of broodtekst genoemd) in FontysJoanna korps 10 met regelafstand ‘enkel’. (De vormgever zorgt naderhandvoor de afgesproken opmaak of doet daarvoor een voorstel.)• Gebruik zo weinig mogelijk opmaak/coderingen (dus geen

opmaakprofiel).• Alle teksten zet u in onderkast met alleen een beginkapitaal. Zet dus

geen woorden of zinnen in kapitalen.• Tekstaccenten in de bodytekst vermijdt u zoveel mogelijk omdat die de

leesbaarheid eerder verlagen dan verhogen. Indien ze écht nodig zijn,cursiveer dan de betrokken woorden of maak de woorden vet.

• Onderstreep nooit woorden of zinnen.

Tekstassistent 107

Page 109: Tekstassistent

Koppenhiërarchie Ga ter verduidelijking voor de grafische opmaak uit van de volgendekoppenhiërarchie:• Hoofdstuk: korps 14 vet, een witregel erboven en eronder;• Paragraafkop: korps 10 vet, een witregel erboven (dus tegen de tekst

aan);• Subparagraafkop: korps 10 cursief en vet, een witregel erboven, dus

ook tegen de tekst aan.

Ga bij voorkeur uit van een indeling in maximaal drie niveaus.Achter koppen zet u geen punt.

Linkslijnend zettenLaat de volledige kopij links lijnen. De vormgever zorgt in overleg vooreen andere tekstuitlijning.

BronvermeldingenGebruik bij voorkeur de zogenaamde APA-stijl als huisstijl voorbronvermeldingen.In de tekst:- Op grond van de analyse kan worden vastgesteld dat de verwantschap

tussen ICT en magie in de eerste plaats te verklaren valt vanuit demysterieuze eigenschappen die men toeschrijft aan de computer-technologie (Aupers, 2003, p.111).

In de literatuurlijst:- Aupers, S. D. (2003). In de ban van moderniteit : de sacralisering van

het zelf en computertechnolgie.. Amsterdam: Aksant.

Meer voorbeelden en informatie vindt u op www.eur.nl/fsw/icto/plagiaat/bron.

Redactionele aanwijzingen en mededelingenEen redactionele aanwijzing of mededeling zet u in de tekst tussen [ …].De vormgever weet dan dat die tekst niet gezet hoeft te worden.

- [Toelichtende tekst s.v.p. direct naast het schema plaatsen.]

108 Tekstassistent

Page 110: Tekstassistent

IllustratiesPlaats nooit illustraties rechtstreeks in uw kopij, maar lever ze los, bijvoorkeur in digitale vorm. Zorg daarbij voor een voldoende ‘zwaar’ bestand(minimaal 550 Kb), anders kan de drukkwaliteit niet gegarandeerd worden.Op de plaats in de kopij waar u een illustratie wilt laten opnemen, geeft udat aan tussen […].Vermeld daarbij de betrokken illustratie (of voeg eenkopie van die illustratie toe) en noteer eventueel het gewenste bijschrift.

- [Ill. Foto rc066, bijschrift:]Rovende Noormannen in de negende eeuw

Levering van kopij die opgemaakt moet wordenLever voor elke productie:• de tekst in de vorm van een printuitdraai;• de digitale tekst, bij voorkeur opgemaakt in Word;• originelen van de gewenste illustraties in schriftelijke, maar bij

voorkeuring digitale vorm.

Correctie van teksten en opgemaakte proevenVoor het corrigeren van teksten kunt u het beste de onderstaandestandaard-correctietekens gebruiken. (De Nederlandse correctietekens zijngenormeerd in NEN 632.)

Onderstaande lijst is weliswaar niet compleet, maar bevat wel debelangrijkste tekens.

letters of woorden verwijderen

spatie invoegen

woorden samenvoegen

woorden samenvoegen met koppelstreepje

naar volgende regel brengen

Tekstassistent 109

Page 111: Tekstassistent

naar vorige regel halen

in lijn brengen (vertikaal en naar rechts toe)

in lijn brengen (horizontaal, naar beneden)

omcirkelde tekst in andere stijl wijzigen,respectievelijk in vet, cursief, kapitalen,onderkasten en superieuren. Bestaat ook voorinferieuren (inf), romein (rom), kleinkapitalen(kk) en suitspatiëren (spat).

nieuwe regel of alinea

woord invoegen

meer wit invoegen, kan ook vertikaal gebruikt worden

minder wit ertussen, kan ook vertikaal gebruikt worden

geen nieuwe regel of alinea

woorden omdraaien

correctie niet uitvoeren

verwijstekens, ook combinaties en gedraaide versiesvan tekens zijn mogelijk

110 Tekstassistent

Page 112: Tekstassistent

De correcties kunnen met behulp van een verwijsteken worden geplaatst,maar ook direct in de tekst als daar plaats voor is. Schrijf de correcties ineen opvallende kleur.

(Voorbeeld ontleend aan www.ruparo.nl)

Tekstassistent 111

Page 113: Tekstassistent

Zoekt u nog méér informatie?Dit overzicht met adviezen voor correct formuleren, een goede schrijfstijlen correct spellen helpt u een heel eind in de goede richting. Maar het iseen beknopt overzicht. Daarom zult u daarin bepaalde taal- of formule-ringskwesties niet kunnen vinden. Daarvoor zult u andere bronnen moetenraadplegen. U kunt zich verdiepen in diverse boeken op dit terrein.Aanraders zijn:

1 Geerts, G. e.a. (red.),Algemene Nederlandse Spraakkunst (ANS),Wolters-Noordhoff, Groningen, 1997 (tweede, geheel herziene druk).Een standaardwerk, waarin u haast elke taalkwestie kunt vinden.

2 Klein, M. e.a.,Handboek Verzorgd Nederlands. Spellingregels. Schrijfadviezen,Contact, Amsterdam, 1999 (derde druk).Een standaardwerk, waarin u zich uitvoerig kunt informeren overspellingkwesties en stijlverschijnselen.

3 Renkema, J.,Schrijfwijzer,Sdu Uitgevers, Den Haag/Antwerpen, 2002 (vierde editie).Toen de Schrijfwijzer in 1979 uitkwam, was hij bedoeld als handlei-ding voor ambtenaren en voorlichters. Maar tegenwoordig fungeert hijals naslagwerk voor iedere schrijver met vragen die zich voordoen bijhet schrijven van teksten.

4 Sanders, E. en K. Metselaar,Stijlboek NRC Handelsblad,Utrecht/Antwerpen, Rotterdam, 2002.Dit boek bevat een inventarisatie van de journalistieke normen waaraanNRC Handelsblad zich houdt. Daarnaast geeft het een overzicht vanjournalistiek-ambachtelijke zaken.Tot slot behandelt het boek duizen-den kwesties op het gebied van taal, stijl en spelling.

112 Tekstassistent

Page 114: Tekstassistent

5 Vroegindeweij, L.,Handboek Redactie. Het organiseren van publicaties.Sdu, Den Haag, 2005.Dit handboek is bestemd voor iedereen die met redactietaken te makenheeft. De nadruk ligt niet op de taalkundige bewerking van teksten,maar op alle organisatorische kanten van het uitgeefproces.

Ook op het internet kunt u informatie vinden over taalgebruik en stijl.We geven enkele voorbeelden van interessante weblinks:

• http://taalunieversum.org/spelling/ (Met het ‘omspelprogramma’ van deTaalunie zet u ‘oude’ teksten eenvoudig om in de nieuwe spelling.)

• http://taalunieversum.org/spelling/keurmerk/ (Hier vindt u een overzicht vanhulpmiddelen bij het toepassen van de officiële spelling, zoalsnaslagwerken en spellingcheckers.)

• www.woordenlijst.org (Hier kunt u het nieuwe Groene boekje onlineraadplegen, inclusief de Leidraad met alle regels.)

• http://taaladvies.net (Hier kunt u tegelijkerijd zoeken in de Woordenlijst,de leidraad én een databank met veelgestelde taalvragen.)

Tekstassistent 113

Page 115: Tekstassistent

Aaneenschrijven ........................92Aanhalingstekens........................17Aanspreekvorm ..........................18Afkorting ....................................18Alinea ........................................19Alliteratie ..................................74Als ..............................................19Ambigu ......................................31Ambtelijk taalgebruik ................27Anakoloet ..................................98Anglicisme..................................22Antecedent............................29, 88Anticlimax ..................................74Apostrof......................................20

Banaliteit ....................................21Barbarisme ................................22Bastaardwoord......................34, 36Bedrijvende vorm ......................24Beeldspraak ................................24Beknopte bijzin ..........................26Bijvoeglijk naamwoord ............105Blijkbaar ....................................26Breedsprakigheid........................13Bolletje (bullet) ....................14, 66Bronvermelding ......................108

Citaat ....................................17, 79Cliché ........................................26Climax ........................................74Cocktailwoord ............................28Contaminatie ..............................28Correctietekens ........................109Correctie van proeven ..............109

Dan ............................................19Dat ..............................................28Destijds ......................................30Die..............................................30Directe rede ................................17Doordat ......................................30Drukwerkvoorbereiding ..........107Dubbele punt..............................30Dubbelzinnigheid ......................31

Ellips ..........................................99E-mail ........................................33Engelse werkwoorden ................34Engelse woorden ........................36Enkelvoud ..................................37Eufemisme..................................75Euro............................................37

Fontyswoorden ..........................37

Gallicisme ............................22, 52Gebruikmaken ............................93Gedachtestreepjes ......................44Germanisme ..............................23Gesubstantiveerd werkwoord ....92Getallen ......................................44Grammatica ..............................103Getalscongruentie ................37, 78

Haakjes ......................................45Hebben ......................................45Heel veel ....................................46Hen ............................................46Hoofdletters ..............................48Hun ............................................46Hyperbool ..................................75

114 Tekstassistent

Register van trefwoorden

Page 116: Tekstassistent

Illustratie ..................................109Incongruentie ............................78Indertijd ....................................30Infinitief ............................72, 104(In)huren ..................................91Instituutsnamen ........................38Inversie ......................................50

Jargon ........................................52

Komma ......................................53Koppelteken................................54Koppenhiërarchie ....................108

Leeg woord ................................59Leenwoord ................................58Leesteken ....................................58Lettergrepen ..............................94Liggend streepje ........................66Lijdende vorm ............................24Linkslijnend zetten ..................108Litotes ........................................77

Mannelijk woord ......................95Meervoud ............................37, 59Men ............................................61Modewoord ................................61

Naamvalsvorm............................62Nominalisering ..........................92

Om ............................................63Omdat ........................................30Omsluiting ................................64Onbepaalde wijs ................72, 104Onderwerp ..............................105Onderwijstype......................41, 43Ontkenning ................................64Onvoltooid deelwoord..72, 74, 104

Onzijdig woord ..................95, 101Opleidingsnaam ........................41Opsomming ..............................66

Paradox ......................................75Parafraseren ................................16Parallellisme ..............................76Passe-partoutwoord....................66Persoonsverwijzing ..............88, 90Persoonsvorm ..........................103Platte tekst ................................107Pleonasme ..................................76Pointe ........................................76Proleps........................................99Punt ............................................67Puntkomma ................................67

Redactie ....................................107Retorische vraag ........................76

Samenstelling ..........36, 40, 54, 70,83, 92

Samentrekking............................68Schijnbaar ..................................26Schrijfstijl ....................11, 32, 112Seksistisch taalgebruik................89Spelling werkwoordsvormen......72Spelling(s)regel ............37, 71, 112Spellingherziening 2005 ............70Spellingcontrole PC ....................72Staande uitdrukking ..................63Stam werkwoord ..............73, 106Stijlfiguur ..................................74Stoplap........................................66Symmetrie ..................................78

Tangconstructie ..........................80Tautologie ..................................77Tegenwoordig deelwoord ..72, 104

Tekstassistent 115

Page 117: Tekstassistent

Tekort/te kort ............................93Tekortkomen ..............................93Tekortschieten ............................93Tekstaccenten............................107Telefoonnummer ..................33, 41Temeer........................................93Tenminste/ten minste ................93Terechtstaan................................93Ternauwernood ..........................93Tevergeefs ..................................94Tevoorschijn ..............................94Tevreden met/over ....................91Teweegbrengen ..........................94Tewerkstellen ..............................94Titel ............................................81Titelverwijzing ....................17, 41Trema ........................................82Turbotaal ....................................61Tussenletter in samenstellingen ..83

Uitroepteken ..............................86Uitsmijter ..................................76Understatement..........................77

Vaknaam ....................................41Vaktaal ........................................52Vele(n)........................................87Vergeefs ......................................94Verkleinwoord ............................87Verwijswoord ............................88Verwijzing naar mannen en vrouwen ................................89Voegwoorden ............................91Voltooid deelwoord....73, 103, 104Vraagteken..................................92Vrouwelijk woord ..........37, 83, 95Vulgarisme ................................21

Wat ............................................28Welke..........................................30Witregel......................................19Woorden afbreken......................94Woordgeslacht............................95Woordherhaling ........................47Woordspeling ............................97

Zelfstandig naamwoord............105Zich verheugen op/in ................91Zij/hij ......................................101Zijn ............................................45Zinsbouw ..................................97

116 Tekstassistent

Page 118: Tekstassistent

Als u duidelijke taal belangrijk vindt en spellingregels correct wilt toepassen,

als u kritisch staat tegenover uw eigen schrijfvaardigheid, raadpleeg dan deze

tekstwijzer, die samengesteld is voor uw schrijf- en redactiewerkzaamheden

binnen Fontys Hogescholen.

Leg dit handige boekje naast uw PC. Het bevat naast een overzicht van de

belangrijkste schrijfadviezen ook de spellingregels volgens de spelling-

herziening in 2005.

• Schrijven is schrappen

• Noem de dingen bij hun naam

• Weet voor wie u schrijft

• Eenvoud siert de mens

• Bespaar uw lezer tijd

• Als u helder denkt, schrijft u ook helder

• Duidelijke taal, alstublieft!

• Geen zin onzin

Fontys Hogescholen

Afdeling Marketing en Communicatie

Postbus 347

5600 AH Eindhoven

Telefoon 0877 873 900

00.M.708.2.06