sinamics g110

Compacte gebruikershandleiding 06/06

sinamics

SINAMICS G110

SINAMICS G110 Compacte gebruikershandleiding 2

Waarschuwingen, opmerkingen en notities Uitgave 06/06

De compacte versie van de handleiding zal het grootste deel van de basis toepassingen behandelen. Het is geldig voor versies van de frequentieregelaars met firma software versie 1.0 en 1.1. Voor volledige details dient u de Operating Instructions en Parameter List te raadplegen Waarschuwingen, opmerkingen en notities De volgende waarschuwingen, opmerkingen en notities worden gemaakt voor uw veiligheid en als een middel om schade aan het product en/of de componenten van de aangesloten machines te voorkomen. Specifieke waarschuwingen, opmerkingen en notities die op bijzondere activiteiten van toepassing zijn, zijn vermeld aan het begin van de relevante hoofdstukken en herhaald of aangevuld op kritieke punten in deze hoofdstukken. Gelieve de informatie zorgvuldig te lezen, aangezien het voor uw persoonlijke veiligheid wordt verstrekt en ook zal helpen de levensduur van uw SINAMICS G110 frequentieregelaar en de aangesloten apparatuur te verlengen. WAARSCHUWING

Dit apparaat bevat potentieel gevaarlijke spanningen en regelt gevaarlijke roterende mechanische delen. Gebrek aan conformiteit met de waarschuwingen of opvolging van de instructies in dit handboek kan resulteren in verlies van het leven, ernstig lichamelijk letsel of ernstige materiële schade.

Na het bekend zijn met alle veiligheidsberichten, installatie, bediening en onderhoudsprocedures uit dit handboek is het toegestaan gekwalificeerde personeel aan dit materiaal te laten werken. Succesvol en veilig werken van dit materiaal is afhankelijk van zijn juiste behandeling, installatie, bediening en onderhoud.

De tussenkring van DC (gelijkspanning) van alle SINAMICS G110 modules blijft op een gevaarlijk niveau tot wel 5 minuten na alle spanning is losgemaakt. Wacht daarom altijd 5 minuten nar het losmaken van de frequentieregelaar van de voedingsspanning, voordat werkzaamheden aan de regelaar worden uitgevoerd aan welke modules dan ook. De regelaar schakelt zichzelf uit gedurende deze tijd.

De voedingskabels, de aansluitklemmen van DC en van de motor dragen gevaarlijke spanningen zelfs als de frequentieregelaar niet in gebruik is. Wacht 5 minuten om de regelaar volledig te laten ontladen na het uitschakelen alvorens installatiewerk uit te voeren.

Tijdens het parameter downloaden met het basis operator panel of van met de PC connection kit aan de frequentieregelaar, kan de digitale output een onecht signaal veroorzaken. Voorafgaand aan het uitvoeren van een download aan de frequentieregelaar moeten voorzorgsmaatregelen worden genomen om ervoor te zorgen dat last wordt beveiligd, bijvoorbeeld door het gebruik van externe remmen of door de last op de grond te zetten.


Waarschuwingen, opmerkingen en notities Uitgave 06/06

Dit materiaal kan bescherming bieden tegen interne motoroverbelasting in overeenstemming met

Ul508c- sectie 42 (zie P0610 en P0335). I2t monitoring is standaard ON geschakeld. De overbelastingsbescherming van de motor kan ook worden geboden door gebruik van externe PTC via een digitale input.

Dit materiaal is geschikt voor gebruik in een stroomkring om niet meer te leveren dan 10.000 symmetrische ampères (rms), bij een maximaal spanning van 230 V, wanneer beschermd door een type van H of van K zekering, een stroomonderbreker of een zelfbeschermd combinatie motorcontrole mechanisme.

Gebruik slechts de klasse 1e 75° C koperdraad met de dwarsdoorsneden zoals gespecificeerd in sectie 2.1

De maximum toelaatbare omgevingstemperatuur is, afhankelijk van materiaal, 40° C of 50° C (zie Sectie 2.1).

Alvorens te installeren en instellen, gelieve deze veiligheidsinstructies en de waarschuwingen zorgvuldig lezen en alle waarschuwingsetiketten aan het materiaal vast maakten.

Zorg ervoor dat de waarschuwingsetiketten in een leesbare conditie worden gehouden en vervang de etiketten bij vermissing of beschadiging.


Inhoudsopgave Uitgave 06/06

1 Installatie 5

1.1 De vrije afstanden voor montage. 5 1.2 Afmetingen voor montage 5

2 Elektrische installatie 6 2.1 Technische beschrijvingen 6 2.2 Aansluitklemmen 6 2.3 Aansluitklemmen voor de aansturing 6 2.4 Het blokdiagram 7

3 Fabrieksinstellingen 8 3.1 Specifieke fabrieksmontages voor de analoge versie 8 3.2 Specifieke fabrieksmontages voor de digitale versie 9 3.3 DIP switches 9

4 Communicatie 10 4.1 Instellen van communicatie tussen SINAMICS G110 ⇔ STARTER 10

5 BOP (Basis Operating Panel (Optie) 11 5.1 Knoppen en hun functies 11 5.2 Veranderende parameters met als voorbeeld het wijzigen van de waarde van P0003 (Toegangsnivo) 12 5.3 Het kopiëren van parameters met de BOP 13

Upload (SINAMICS G110⇒BOP) 13 Download (BOP ⇒ SINAMICS G110) 13 Opmerking 13

6 Instellen van parameters 14 6.1 Versneld instellen 14 6.2 Instelling voor de applicatie 16 6.2.1 Seriële interface (USS) 16 6.2.2 Selectie van commando bron 17 6.2.3 Digitale ingangen (DIN) 17 6.2.4 Digitale uitgangen (DOUT) 18 6.2.5 Selectie van frequentie instelpunten 18 6.2.6 Analoge ingang (ADC) 19 6.2.7 Motor potentiometer (MOP= en ) 19 6.2.8 Vaste frequenties 20 6.2.9 Kort draaien (JOG) 20 6.2.10 Versnellingsfunctie generator (HLG) 21 6.2.11 Gerelateerde- / Grens frequenties 21 6.2.12 Motor controle 21 6.2.13. Frequentieregelaar/motor bescherming 23 6.2.14 Regelaar specifieke functies 23

6.2.14.1 Vliegende start 23 6.2.14.2 Automatische herstart 24 6.2.14.3 Houd rem 24 6.2.14.4 DC remmen & gecombineerd remmen 24

6.3 Serie instellingen 26 6.4 Parameter herstel naar fabrieksinstellingen 26

7 Display en aanduidingen 26 7.1 LED status aanduidingen 26 7.2 Fout- en alarmmeldingen 26


1 Installatie Uitgave 11/04

1 Installatie

1.1 De vrije afstanden voor montage. De frequentieregelaars kunnen naast elkaar worden opgesteld. Als zij boven elkaar worden opgesteld, dient een onderlinge afstand van 100 mm te worden aangehouden.

Fig.. 1-1 Tussenafstanden bij montage naast en boven elkaar

1.2 Afmetingen voor montage

Aandraaimoment Bouw-grootte

H mm (Inch)

W mm (Inch)

Bouten Nm (lbf.in)

A 140 (5.51) 79 (3.11) 2xM4

B 135 (5.31 127 (5.00) 4xM4

2,5 (22.12)

C 140 (5.51) 170 (6.70) 4xM5 4,0 (35.40)

Fig.. 1-2 Montage afmetingen


2 Elektrische installatie Uitgave 06/06

2 Elektrische installatie 2.1 Technische beschrijvingen

1 AC 200 – 240 V ± 10% 47-63Hz 0AB 11-2xy0* 12-5xy0* 13xy0* 15xy0* 17xy0* 21-5xy0* 21-5xy0* 22-2xy0* 230xy0* Ordernr 6SL3211 0KB 11-2xy0* 12-5xy0* 13xy0* 15xy0* 17xy0* - - - -

Frame size A B C Regelaar output kW 0,12 0,25 0,37 0,55 0,75 1,1 1,5 2,2 2,2 Vermogen hp 0,16 0,33 0,5 0,75 1,0 1,5 2,0 3,0 3,0 Uitgangsstroom (Toegestane omg. Temp) A 0,9

(500C) 1.7

(500C) 2.3

(500C) 3.2

(500C) 3.9

(400C) 6.0

(500C) 7.8

(400C) 11.0

(500C) 13,6

(400C) Ingangsstroom bij 230V A 2.3 4.5 6.2 7.7 10.0 14.7 19.7 27.2 32.0

A 10 10 10 10 16 20 25 35 50 Aanbevolen zekering 3NA 3803 3803 3803 3803 3805 3807 3810 3814 3820 mm2 Input kabel AWG

1,0-2.5 16-12

1,0-2,5 16-12

1,0-2,5 16-12

1,0-2,5 16-12

1,5-2,5 14-10

2,5-6,0 12-10

2,5-6,0 11-8

4,0-10 10-8

6,0-10 10-8

mm2 Output kabel AWG 1,0-2.5 16-12

1,0-2,5 16-12

1,0-2,5 16-12

1,0-2,5 16-12

1,0-2,5 12-10

1,5-6,0 14-10

1,5-6,0 14-10

2,5-10 12-8

2,5-10 12-8

Aandraaimoment van aansluitklemmen (in+uitgang)

Nm (lbf..in)

0.96 (8,50) 1,50 (13.30) 2.25 (19,91)

*Het laatste cijfer van het Order Nr. x = A/B ⇒ met geïntegreerd filter y = A ⇒ analoge versie hangt af van de software stand. x = U ⇒ zonder filter y = B ⇒ USS versie

2.2 Aansluitklemmen

Fig.. 2-1 Aansluitklemmen vermogensdelen

2.3 Aansluitklemmen voor de aansturing Positie Waarde Functie 1 DOUT- Digitale output (-) 2 DOUT+ Digitale output (+) 3 DIN 0 Digitale input 0 4 DIN 1 Digitale input 1 5 DIN 2 Digitale input 2 6 - Geïsoleerde output +24V/50mA7 - Output 0 V

Versie Analoog USS 8 - Output +10V RS 485 P+ 9 ADC Analoge input RS485 N 10 - Output 0 V


2 Elektrische installatie Uitgave 06/06

2.4 Het blokdiagram Fig.. 2-2 het blokdiagram van de SINAMICS G110 frequentieregelaar


3 Fabrieksinstellingen Uitgave 06/06

3 Fabrieksinstellingen De SINAMICS G110 frequentieregelaar is reeds voorgeprogrammeerd bij fabriek (motorparameters P0304, P0305, P0307, P0310), voor normale V/F toepassingen op de 4-pools asynchrone motoren die dezelfde vermogensreeks hebben als de frequentieregelaars. Overige fabriekinstellingen:

Commando bronnen P0700 zie Sectie 3.1/3.2 Instelwaarde bron P1000 zie Sectie 3.1/3.2 Manier van motor koeling P0335 = 0 (zelf-gekoeld) Motor stroom overbelasting limiet P0640 = 150% Minimale frequentie P1080 = 0 Herz Maximale frequentie P1082 = 50 HerzAanlooptijd P1120 = 10 s Uitlooptijd P1121 = 10 s Motor karakteristiek P1300 = 0 (V/F met lineair karakteristiek)

3.1 Specifieke fabrieksinstellingen voor de analoge versie

Digitale ingangen Klemaansluiting Parameter Functie Commando bron 3,4,5 P0700 = 2 Digitale ingangen Instelwaarde bron 9 P1000 = Analoge ingang Digitale ingang 0 3 P0701 = 1 AAN / UIT (I/O) Digitale ingang 1 4 P0702 = Omkeren Digitale ingang 2 5 P0703 Fout reset Controle methode - P0727 Siemens standaard controle

Fig. 3-1 Aansluitingen, analoge versie


3 Fabrieksinstellingen Uitgave 06/06 3.2 Specifieke fabrieksinstellingen voor de USS versie

Ingangen Aansluitingen Parameters Functies Commando bron P0700 = 5 Via USS protocol Instelwaarde bron P1000 = 5 Analoge ingang USS adres P2011 = 1 AAN / UIT (I/O) USS baud settings P2010 = 0 Omkeren

USS-PZD lengte

8,9

P2012 = 2 Twee 16 bits woorden zijn in de PZK sectie van het USS protocol opgenomen

Fig. 3-2 Aansluitingen, USS versie

Fig.- 3-3 Voorbeeld, USS Bus

3.3 DIP switches De standaard motor frequentie van de frequentieregelaar SINAMICS G110 is 50 Herz. Voor motoren, die voor een basisfrequentie van 60 Herz zijn ontworpen, kunnen de frequentieregelaars op deze frequentie worden overgeschakeld via de DIP-schakelaar. Eindschakeling op de USS varianten Het is noodzakelijk om de laatste frequentieregelaar op de netwerkbus te eindigen. Dit wordt bereikt door de DIP-schakelaars van de laatste regelaar op “Termination” te schakelen (DIP-schakelaars 2 en 3 op de schakeling aan de voorzijde van de frequentieregelaar in de positie OFF positie). Een gemeenschappe-lijke aansluiting van 0 V (aansluitklem 10) wordt vereist tussen alle apparaten op de USS bus.

Fig. DIP schakelaar voor basisfrequentie van de motor en de BUS schakeling


4 Communicatie Uitgave 06/06

4 Communicatie

4.1 Instellen van communicatie tussen SINAMICS G110 ⇔ STARTER

De volgende optionele componenten verzorgen de communicatie tussen STARTER en de SINAMICS G110:

PC ⇔ frequentieregelaar verbindingsset (ordernr. 6SL3255-0AA00-2AA0)

PC ⇔ SINAMICS G110 verbindingsset SINAMICS G110 USS instellingen, zie Sectie 6.2.1 van pag. 16

STARTER Menu, opties ⇒ set PG/PC interface ⇒ Select “ PC COM=port (USS)” ⇒ Properties⇒ Interface “COM1” selecteer de baut rate (standaard 9600)

OPMERKINGEN De USS parameter settings in de SINAMICS G110 frequentie regelaar en de setting in STARTER moeten overeenkomen. (P2010)


5 BOP (Opties) Uitgave 06/06

5 BOP (Basis Operating Panel (Optie)

5.1 Knoppen en hun functies

Paneel / Knop

Functies Effect

Indicatie status Het LCD toont de recente settings van de frequentieregelaar

Start – frequentieregelaar Met het indrukken van deze knop start de frequentieregelaar. Deze knop is standaard “uit”. Activeren van deze knop geschied met parameter P0700=1 of P0719 = 10…15

Stop – frequentieregelaar

OFF 1 Met het indrukken van deze knop zal de het toerental van de motor afnemen volgens de ingestelde “Ramp down” verhouding. Deze knop is standaard uitgeschakeld. Activeren van deze knop geschied met parameter P0700=1 of P0719 = 10…15

OFF 2 Door het tweemaal indrukken van de “uit” knop (of voor langere tijd) laat de motor snel stoppen. Deze functie staat altijd aan.

Omkeren van draairichting Druk op deze knop wanneer de richting van de motor moet worden omgekeerd. Tegengesteld draaien wordt aangegeven met een “ – “ teken of een knipperende decimaal punt. Deze functie staat standaard uit. Activeer deze functie met parameter P0700 = 1 of P0719 = 10..15

“kort draaien” van de motor Wanneer in de “ Power on / Ready” status deze knop wordt gebruikt, zal de motor beginnen te draaien met een vooraf ingestelde “kort draaien” frequentie. De motor stopt als de knop wordt losgelaten. Indrukken van deze knop tijdens het draaien van de motor heeft geen invloed.

Functies Deze knoop kan worden gebruikt om extra informatie te zien De knop moet ingedrukt gehouden worden Het toont het volgende, beginnende bij elke inwerking zijnde parameter: 1. De aangesloten gelijkspanning (aangegeven met d - aantal V) 2. Uitgaande frequentie (Hz) 3. Uitgaande spanning (aangegeven met d - aantal V) 4. De waarde ingesteld in P0005 (Als P0005 wordt geselecteerd

om alle bovengenoemd (1 - 3) te laten zien,dan zal deze niet meer worden getoond.

Extra drukken op deze knop zorgt ervoor dat bovengenoemde functies weer worden getoond. Sprong functie Van elke parameter (rxxxx of Pxxxx) en korte druk op de Fn knop zal resulteren in een sprong naar r0000, wat u in de gelegenheid stelt andere parameters kunt wijzigen, indien vereist. Na het terugkeren op r0000, resulteert het drukken op Fn in terugkeer naar het startpunt.

Toegang tot de parameter Het indrukken van deze knop verschaft toegang tot de parameters

Verhogen (MOP*) Het indrukken van deze knop verhoogd de waarde op het display

Verlagen (MOP*) Het indrukken van deze knop verlaagd de waarde op het display

* MOP = Motor Potentiometer


5 BOP (Opties) Uitgave 06/06

5.2 Veranderen van parameters met als voorbeeld het wijzigen van de waarde van P0003 (Toegangsnivo)

Stap Resultaat op het display 1

Druk op om toegang te krijgen tot de parameter 2

Druk op totdat parameter P0003 verschijnt 3

Druk op om toegang te krijgen tot parameter waarde 4

Druk op of om de waarde te wijzigen (bv. naar 3) 5

Druk op ter bevestiging en opslag van de nieuwe waarde. 6 Het toegangsnivo is gezet op 3. Nu zijn alle parameters zichtbaar voor de gebruikers


5 BOP (Opties) versie 06/06

5.3 Het kopiëren van parameters met de BOP

Een parameterreeks kan van een frequentieregelaar SINAMICS G110 worden ge-upload en dan in een andere SINAMICS G110 frequentieregelaar worden gedownload. Om een parameterset te kopiëren en van de ene frequentieregelaar naar de andere over te brengen, dient de volgende procedure worden uitgevoerd:

Upload SINAMICS G110⇒BOP

1. Bevestig de BOP op de frequentieregelaar SINAMICS G110 met de parameterset die u wenst te kopiëren.

2. Zorg ervoor dat het veilig is om de frequentieregelaar te stoppen. 3. Stop de frequentieregelaar. 4. Zet de parameter P0003 op 3. 5. Zet de parameter P0010 op 30 om het kopiëren te starten. 6. Zet de parameter P0802 op 1 om te beginnen met de upload van de frequentieregelaar naar de BOP 7. Tijdens upload zal het display “ BUSY” aangeven 8. BOP en de frequentieregelaar zullen niet reageren op commando’s tijdens het uploaden. 9. Als de upload met succes is voltooid, zal het display van de BOP naar de normale status terugkeren. 10. Als de upload niet is gelukt: Probeer een nieuwe upload (of herstel de fabrieksinstellingen P0010=30 P0970=1)11. BOP kan nu van de frequentieregelaar worden verwijderd.

Download BOP ⇒ SINAMICS G110

1. Bevestig de BOP op de frequentieregelaar SINAMICS G110 in welke u de parameterset wilt kopiëren. 2. Zorg ervoor dat het veilig is om de frequentieregelaar te stoppen. 3. Stop de frequentieregelaar. 4. Zet de parameter P0003 op 3. 5. Zet de parameter P0010 op 30 om het kopiëren te starten. 6. Zet de parameter P0803 op 1 om te beginnen met de download van de BOP naar de frequentieregelaar 7. Tijdens upload zal het display “ BUSY” aangeven 8. BOP en de frequentieregelaar zullen niet reageren op commando’s tijdens het uploaden. 9. Als de download met succes is voltooid, zal de vertoning van BOP naar de normale status terugkeren. 10. Als de download niet is gelukt: Probeer een nieuwe download (of herstel de fabrieksinstellingen P0010=30 P0970=1)11. BOP kan nu van de frequentieregelaar worden verwijderd.

Opmerking De volgende belangrijke beperkingen zouden moeten worden overwogen voorafgaand aan het gebruiken van de kopiëren procedure:

Alleen de huidige dataset wordt geupload naar de BOP. Zodra de kopieer procedure is begonnen, kan het niet worden onderbroken. Het is mogelijk om gegevens van frequentieregelaars van verschillende vermogens en

spanningsclassificaties te kopiëren. Tijdens het downloaden, als de gegevens niet compatibel met de frequentieregelaar zijn (b.v.

verschillende ingebouwde programmatuurversies), zullen de standaardwaarden voor de parameter in de frequentieregelaar worden geschreven.

Tijdens het kopieerproces worden alle gegevens reeds opgeslagen in de BOP, overschreven. Als upload van de parameters niet slaagt, kan het zijn dat de frequentieregelaar niet correct

functioneert.


6 Instellen versie 11/04

6 Instellen van parameters

6.1 Versneld instellen Met snel-instel functie zal de frequentieregelaar zich aan de motor aanpassen en zal de belangrijkste technologische parameters instellen. Het versnelt instellen kan worden weggelaten als een 4-polige 1LA motor van Siemens wordt gebruikt, die op de classificatie gegevens uit de frequentieregelaar past. Om toegang tot alle motorparameters te hebben wordt het geadviseerd om het gebruikerstoegangsniveau op P0003=3 in te stellen (zie 5.2) Met een * aangegeven parameters bieding meer instellingsmogelijkheden dan daadwerkelijk worden aangewezen. Voor een compleet overzicht van de instellingen dient u de parameterlijst voor extra instellingen te raadplegen.

Parameter instellingen P0010 0 = klaar voor gebruik 1= Snel instellen 30 = fabrieksinstellingen terugzetten Opmerking Door P0010 op 1 te zetten kunt u eenvoudig de motor data in te geven over te nemen van het typeplaatje. Europees/Noord Amerikaans (geeft de basis motor frequentie en vermogens setting hp/kW) 0 Europa [ kW ], frequentie 50 Hertz (standaard) 1 Noord-Amerika [PK ], frequentiegebrek 60 Hertz 2 Noord-Amerika [ kW ], frequentie standaard 60 Hz Opmerking Voor P0100 = 0 of 1, de instelling van de DIP-schakelaars moet overeenkomen met de waarde van P0100 (zie ook in de parameterlijst) Opmerking Motorparameters moeten nauwkeurig worden ingegeven voor de bescherming van de motoroverbelasting en om een juiste werking boven de 5 Hertz te verkrijgen. Ingeven motor spanning (Nominaal motorspanning [ V ] van typeplaat) Het opgegeven motorspanning op het typeplaatje moet, betreffende de ster/de driehoek schakeling worden gecontroleerd, om ervoor te zorgen dat het overeenkomt met de klemmen aansluiting opj de motor.

Ingeven motor stroom (Nominale motorstroom [A] van het typeplaatje)Ingeven van motorvermogen (Nominale motor vermogen [kW/hp] van het typeplaatje). Als P0100=0 of 2, waarde zal in kW worden gelezen. Als P0100=1, waarde zal in hp worden gelezen.

Start

P0010=1

P0100=

P0304=..

P0100=1

P0304=.

P0100= 0 of 2

P0305=.. P0305=.

P0307=.. P0307=.

0

0

230 V

FU-spec.

FU-spec.

Fabrieksinstellingen



Ingeven cosPhi van de motor (Nominale motor vermogensfactor (cosϕ) van het typeplaatje) Als de setting 0 is, wordt de waarde automatisch berekend. P0100=1 : P0308 geen opgave vereist. Ingeven motor rendement (Nominale motor rendement (%) van het typeplaatje) Als de setting 0 is, wordt de waarde automatisch berekend. P0100=0 : P0309 geen opgave vereist. Ingeven motor frequentie(Nominale motor frequentie (Hz) van het typeplaatje) Pole paar aantallen wordt automatisch herberekend bij verandering Ingeven motor toerental (Nominale motor toerental (rpm) van het typeplaatje) Instelling 0 laat de regelaar zelf het toerental berekenen bij verandering Ingeven motor koeling (Nominale motor koeling systeem)

0 Zelf-koeling: De motor heeft een op de as gemonteerde ventilator 1 Geforceerde-koeling: Seperaat van de motor draaiende koelventilator

Ingeven motor overbelastingsfactor (Nominale motor overbelastingsfactor (%) t.o.v. P0305) Deze parameter definieeert de maximale uitgangsstroom in % t.o.v. de opgegeven motor stroom (P0305) Selectie van besturing (zie ook Sectie 6.2.2 “Selectie van besturing” 0 Standaard fabrieksinstellingen 1 BOP (bedieningspaneel) 2 Aansluitklem 5 USS Selectie van frequentie instelpunt (zie ook Sectie 6.2.5 “Selectie van frequentie instelpunt” 1 MOP (bedieningspaneel) aansturing 2 Analoog setpunt 3 Vaste frequentie 5 USS Minimale frequentie (stelt de minimale frequentie van de motor in) Zet de minimale frequentie waarop de motor draait onafhankelijk van de ingestelde frequentie. De waarde die hier ingesteld is, is geldig voor zowel rechtsom als voor linksom draaien. Maximale frequentie (stelt de maximale frequentie van de motor in) Zet de maximale frequentie waarop de motor draait onafhankelijk van de ingestelde frequentie. De waarde die hier ingesteld is, is geldig voor zowel rechtsom als voor linksom draaien.Aanloop tijd (stelt de waarde in van aanloop tijd in seconden) Tijdsinstelling waarin de motor accelereert van stil stand tot maximale motor frequentie (P1082) als er geen afronding wordt gebruikt Uitloop tijd (stelt de waarde in van uitloop tijd in seconden) Tijdsinstelling waarin de motor uitloopt van maximale motor frequentie (P1082) tot stil stand als er geen afronding wordt gebruikt OFF3 aan-uitloop tijd (stelt de waarde in voor versnelt aan-uitlopen in seconden) Stelt de waarde van aan en terug loop tijd in vanaf de maximale frequentie tot stilstand voor het speciale OFF3 commando.

P0308=.. P0308=.

P0309=.. P0309=.

P0310=..

P0311=..

P0335=..

P0640=..

P0700=..

P1000=..

P1082=..

P1120=..

P1121=..

P1135=..

0

0

50.00 Hz

FU-spec.

0

150%

2/5

0.00 Hz

50.00 Hz

10.00 s

10.00 s

5.00 s

P1080=..

2/5



Type motorregeling (stelt de waarde in voor de gewenste type motor regeling) 0 V/f met lineare karakterestiek2 V/f met kwadratische karakterestiek (pompen / ventilatoren) 3 V/f met programmeerbare karakterestiek Einde van snel instelmenu (start van motor calculatie) 0 Geen snel instelmenu (geen motor berekeningen) 1 Einde versneld instellen, met terugzetten van alle fabrieksinstellingen 2 Einde versneld instellen, met terugzetten van fabrieksinstellingen voor in/uitgang besturing 3 Eind versneld instellen, zonder terugzetten van alle andere settings Opmerking Voor P3900=1,2,3→ P0340 wordt intern gezet op 1 en de bijbehorende data wordt berekend. (zie ook in de parameterlijst P0340) P3900=3 is praktisch waneer de motorparameters zijn veranderend Einde van het snel-instel menu / regelaar instellingen Als extra functionaliteit gewenst is met de regelaar gebruik dan het volgende hoofdstuk “Instellen van de applicatie”. We bevelen deze procedure aan voor hoog dynamische reacties van de regelaar.

6.2 Instelling voor de applicatie

Voor het aanpassen van de frequentieregelaar – motor combinatie bij het instellen van een applicatietoepassing, biedt de frequentieregelaar talrijke extra functies aan. Deze worden voor elke toepassing vereist. De specifieke functies kunnen worden genegeerd tijdens het instellen van de toepassing. Een groot gedeelte mogelijke functies wordt hier beschreven; lees verder in de parameterlijst voor deze extra functies.

Parameters, die met een * aangeduid bieden meer instelmogelijkheden dan hier worden vermeld. Bekijk de parameterlijst voor extra instelmogelijkheden.

6.2.1 Seriële interface (USS)

USS baud rate Stelt de baud rate in voor communicatie via USS USS adres Stelt het unieke adres van de regelaar in USS PZD lengte Definieert het aantal 16-bits woorden in PZD van USS telegramUSS PKW lengte Definieert het aantal 16-bits woorden in PKW deel van USS telegram

Mogelijke instellingen P20103 1200 baud 4 2400 baud 5 4800 baud 6 9600 baud 7 19200 baud 8 38400 baud 9 57600 baud

P1300=..

P3900=1

Einde

BeginGebruikers toegangsnivo* 1 Standaard (Toegang tot de meest frequente gebruikersparameters) 2 Uitgebreid (Toegang tot de meest frequente parameters en I/O functies)3 Expert (Alleen voor deskundige gebruikers)

P0003=1

P2010=…

P2011=…

P2012=…

P2013=…

Fabrieksinstellingen1

6

0

2

127

0

0



6.2.2 Selectie van commando bron

P0700 G110 Analoog

G110 USS

Settings

0 X X - 1 X X - 2 X --- Zie 6.2.3

Selectie besturing b0 Fabrieksinstelling 1 BOP (bedieningspaneel) 2 Aansluitklem 5 USS 5 - X Zie 6.2.1

6.2.3 Digitale ingangen (DIN)

Digitale ingang 0 Klemaansluiting 3 Digitale ingang 1 Klemaansluiting 4 Digitale ingang 2 Klemaansluiting 5 Digitale ingang 3 Via analoge ingang (Alleen analoge versie) Klemaansluiting 9,10 FF selectie (15,16) niet mogelijk Reactie tijd van digitale ingangen. Definieert de reactie tijd (filter tijd) voor de digitale ingangen. 0 Geen 1 2.5 ms 2 8.2 ms 3 12.3 ms

Mogelijke instellingen 0 Digitale ingang uitgeschakeld 1 AAN / UIT1 2 AAN omgekeerd / UIT1 3 UIT2 – uitlopen tot stilstand 4 UIT3 – snel uitlopen 9 Fout bevestiging 10 Kort rechtsom draaien 11 Kort linksom draaien 12 Omkeren van draairichting 13 Verhogen (MOP verhogen freq.) 14 Verlagen (MOP verlagen freq.) 15 Vaste frequentie (direct) 16 Vaste frequentie (direct + start) 21 Lokaal / afstandbediend 25 Gelijkstroom rem ingeschakeld 29 Externe noodstop Zie ook P0727 voor herdefiniëren van Settings 1,2 en 12

2 draads / 3 draads contole methode Bepaal de contole methode met gebruik van de klem aansluitingen 0 Siemens standaard (start / richting) 1 2-draads (vooruit / omgekeerd) 2 3 draads (vooruit pulse / omgekeerd puls) 3 3-draads (start pulse / richting) Herdefinieren digitale ingangen

DIN kanaal

P0700=… 2/5

1

12

9

0

3

0

Settings P0701-P0704

P0727=0 Siemens standaard

P0727=1 2-draads sturing

P0727=2 3-draads sturing

P0727 3 draads sturing

1 AAN/UIT1 AAN_vooruit STOP AAN puls 2 AAN_omgekeerd/UIT1 AAN_omgekeerd AAN_vooruit puls UIT1/HALT

12 Draairichting omkeren Draairichting omkeren

Draairichting omkeren puls

Draairichting omkeren

P0701=…

P0702=…

P0703=…

P0704=…

P0724=…

P0727=…

kanaal Reactietijd voor digitale ingangen

Functie van digitale ingang 0

CO/BO: binaire ingang waarde

Func

ties



6.2.4 Digitale uitgangen (DOUT)

Functie van de digitale uitgang 0 (P0731) Definieert de functie van de digitale output 0 Keer de digitale waarde om (P748) Staat toe dat het signaal van de uitgang wordt omgekeerd (0=0 of 0=1) Instellingen van frequentie Actief Status 0 Niet actief 1 Actief 2 Regelaar aan 3 Regelaar klaar voor draaien 4 Regelaar in bedrijf 5 Regelaar fout actief 6 OFF2 actief 7 OFF3 actief 8 Inschakelen geblokkeerd actief 9 Regelaar foutmelding actief 10 Afwijking tussen fset en fact< 3Hz 11 PZD controle (P0700=5) 12 Actuele frequentie ≥ P1082(fmax) 13 Waarschuwing: Motor stroom limiet 14 Motor houdrem actief 15 Motor overbelast

- - High High High High High High High High High High High High High High

0 (altijd) 1 (altijd) 1 1 1 0 0 0 1 1 1 1 1 0 1 0

*Opmerking: Motor houdrem actief betekend dat de rem er af is.

6.2.5 Secteren van manier waarop de frequentie wordt ingesteld

P1000 G110 (Analoog) G110 USS Instellingen

0 X X - 1 X X Zie 6.2.7 2 X - Zie 6.2.6 3 X X Zie 6.2.8

Selectie van frequentie instelling 0 Geen instelpunt 1 MOP ( en ) instelpunt 2 Analoog instelpunt 3 Vaste frequenties 5 USS-protocol 5 - X Zie 6.2.1

5

P0731=…

Func

ties

CO/OB status van digitale uitgangen

Omgekeerde digitale uitgangen

Functie van digitale uitgang 0

kanaal

P1000=… 2/5



6.2.6 Analoge ingang (ADC)

Waarde x1 van ADC verschaling

Waarde y1 van ADC Verschaling. Deze paremeter vertegenwoordigd de waarde van x1 in % van P2000 (referentie frequentie) Waarde x2 van ADC verschaling Waarde x2 van de ADC verschaling Deze parameter vertegenwoordigt de waarde van x2 in % van P2000 Breedte van ADC band Definieert de breedte het dode gebied bij analoge ingang.

6.2.7 Motor potentiometer (MOP= en )

MOP Referentiewaarde instellingen (P1031)De laatste ingestelde frequentie met de MOP, die voor het UIT-commando of het uitschakelen actief waren, kan worden opgeslagen:0 MOP-instelwaarden worden niet opgeslagen 1 MOP instelwaarden worden opgelagen in P1040 MOP omkeerfunctie blokkeren (P1032) 0 Omkeren van draairichting toegestaan 1 Omkeren geblokkeerd Standaard waarde van de MOP instellingStelt de referentiewaarde in van de basisfrequentie bij gebruik van MOP (P1000=1) Opmerking MOP aan- en uitloop tijd worden door de parameter P1120 en P1121 bepaald Mogelijke parameterinstellingen voor de MOP instellingen

*) Alleen voor SINAMICS G110 CPM110 USS

0 V

0,0 %

10 V

100,0%

P0757=…

P0758=…

P0759=…

P0760=…

P0761=…

10 V

hoger lager

Stuurwoord

Lager-knopHoger-knop

Stuurwoord

of

of of

of of

P1031=…

P1032=…

P1040=…

0

1

5.00 Hz



6.2.8 Vaste frequenties Er zijn twee soorten vaste frequenties

0 Direct kiesbare (P0701-P0703=15) 1 Direct kiesbare + start-commando (P0701-P703=16)

Voor P0727=2, 3 (driedraadsbesturing) geldt: Telkens wanneer de digitale ingang een puls geeft bij gebruik van meer dan één keer van de setting 16, zal deze de voorgaande vaste frequentie worden gewist en overschrijven.

Vaste frequentie 1 Definieert de waarde voor de vaste frequentie 1 (FF1) in Hz. Opmerking Deze waarde kan direct worden geselecteerd via DIN0 of USS (P0701=15,16) Vaste frequentie 2 Deze waarde kan direct worden geselecteerd via DIN1 of USS (P0702=15,16) Vaste frequentie 3 Deze waarde kan direct worden geselecteerd via DIN2 of USS (P0703=15,16)

6.2.9 Kort draaien (JOG)

JOG-frequentie Frequentie in Hz van de motor, wanneer de motor kort draait in de geselecteerde richting JOG versnelling /vertragingstijd Versnelling/vertragingstijd. De JOG versnelling is gelimiteerd door P1058

P1001=…

P1002=…

P1003=…

P1058=…

P1060=…

0.00 Hz

5.00 Hz

10.00 Hz

5.00 Hz

0.00 Hz



6.2.10 Versnellingsfunctie generator (HLG)

Skip frequentie (in Hz) Definieert de frequentie welke moet worden vermeden om mechanische resonantie te voorkomen en slaat de frequentie over binnen +/- 2 Hz. (skip frequentie bandbreedte)

Aanlooptijd (stelt de tijd in voor de versnelling in seconden.) Teruglooptijd (stelt de tijd in voor de vertraging in seconden.)Versnellingsafronding (ingeven in seconden. zie P1130) Afrondingstype

0 Continu (schokvrij) 1 Enkelvoudig

UIT3 Uitlooptijd Definieert de uitlooptijd van de maximale frequentie tot de stilstand voor het UIT3 commando

6.2.11 Grens frequenties

Minimale frequentie (instellen in Hz) Stelt de minimale motorfrequentie (Hz) in, met welke de motor onafhankelijk van de ingestelde frequentie werkt. Is de ingestelde waarde lager dan de waarde van P1080 dan wordt de uitgaande frequentie automatisch op de waarde van P1080 gehouden. De regelaar zal dit aangeven. Maximale frequentie (instellen in Hz) Stelt de maximale motorfrequentie (Hz) in, met welke de motor onafhankelijk van de ingestelde frequentie werkt. Is de ingestelde waarde hoger dan de waarde van P1082, dan wordt de uitgaande frequentie automatisch op de waarde van P1082 begrenst in beide draairichtingen. Referentie frequentie (instellen in Hz) De frequentie in Hertz vertegenwoordigt een waarde van 100 %. Deze instelling moet worden gewijzigd als een maximale frequentie hoger dan 50 Herz wordt vereist. Het wordt automatisch aangepast aan 60 Herz als de standaardfrequentie van 60 Herz wordt gebruikend (DIPswitch 50/60 ) of P0100 wordt geweizigd. Opmerking Deze referentie frequentie beïnvloedt de ingestelde frequentie omdat zowel de analoge waarde(100%=P2000) als ook de ingestelde frequentie waarden via USS (4000H=P2000) deze waarde als referentie gebruiken.

6.2.12 Motor karakterestiek Type regeling Het regelkarakter wordt met deze parameter ingesteld. Voor deze karakteristieken wordt de verhouding tussen de uitgaande frequentie en stroomvolgens de volgende verhoudingen gedefinieerd:

0 V/f met lineair karakter 2 V/f met kwadratische karakteristiek (pompen en ventilatoren)3 V/f met programmeerbare karakteristiek (P1320-P1325)

0.00 HzP1091=…

10.00 s

10.00 s

P1020=…

P1021=…

P1130=…

P1130=…

P1135=…

P1080=…

P1082=…

P2000=…

P1300=…

0.00 s

0

5.00 s

0.00 Hz

50.00 Hz

50.00 Hz

0


6 Instellen versie 06/06 Continu verhogen De verhoging van de motorspanning in % met betrekking tot P0305 (nominale motorstroom) en P0350 (de stator weerstand). P1310 is geldig voor alle V/f karakteristieken (zie P1300). Bij lage uitgangsfrequenties moeten de effectieve weerstandswaarden van de statorwindingen in acht worden genomen om de magnetiseringsstroom te kunnen handhaven.

Aanloopsnelheid verhoging (instellen in %) Spanningsverhoging voor aanlopen/uitlopen ingegeven in % relatief t.o.v. P0305 en P0350. P1211 resulteert alleen in een spanningsverhoging tijdens de aanloop/uitloop en genereert een extra koppel voor acceleratie/afremmen. In tegenstelling tot parameter P1312, welke alleen actief is tijdens het de aanloop na het AAN commando, is de instelling van P1311 altijd actiefSpanningsverhoging bij aanlopen (in %) Spanningsverhoging tijdens starten (na een ON commando) bij gebruik van een lineaire of kwadratische V/f karakteristiek in % en in verhouding tot P0305 (nominale motor stroom) of P0350 (stator weerstand) De spanningstoename blijft gehandhaafd tot:

1) de gewenste waarde voor de eerste keer bereikt is 2) de gewenste waarde is gereduceerd tot een waarde minder dan de geldende

uitkomst van de aanloopfunctiegenerator. Programmeerbare V/f curve frequentie coord.1 Stel de V/f coördinaten (P1320/1321 tot P1324/1325) in om de V/f curve te definie- eren. Programmeerbare V/f curve: spanning coord.1

Programmeerbare V/f curve: frequentie coord.2

Programmeerbare V/f curve: spanning coord.2

Programmeerbare V/f curve: frequentie coord.3

Programmeerbare V/f curve: spanning coord.3 Activeringsreeks slip compensatie (instellen in %) Start punt voor slipcompensatie is P1334 x P0310 Bovenste drempelwaarde is altijd P1334 + 4% Slipcompensatie (ingeven in %) Compenseert dynamisch de uitgaande frequentie van de regelaar zodat de draaisnelheid van de motor constant blijft onafhankelijk van de motor belasting.

Geldigheidsbereik

P1310=…

P1311=…

P1312=…

P1320=…

P1321=…

P1322=…

P1323=…

P1324=…

P1325=…

P1334=…

P1335=…

50.00 %

0.0 %

0.0 %

0.0 Hz

0.0 Hz

0.0 Hz

0.0 Hz

0.0 Hz

0.0 Hz

6.0 %

0.0 %



6.2.13. Frequentieregelaar/motor bescherming

Reactie van frequentieregelaar op overbelasting Selecteert de reactie van de regelaar op een interne over-temperatuur 0 Regelaar verlaagd de uitgaande frequentie 1 Regelaar schakeld uit (F0004/F0005) Motorkoeling (ingave van de koelwijze van de motor) 0 Zelf gekoelde motor. (Op de as gemonteerde ventilator) 1 Geforceerd gekoelde motor (Separaat aangedreven koelventilator) Thermische tijdsconstante van de motor I2t (motor temperatuur bewaking) Definieert de reactie op bereiken van de I2t waarschuwingsgrens 0 Waarschuwing, geen reactie,geen uitschakeling 1 Waarschuwing, Imax verlaging 2 Waarschuwing, geen Imax reduktie, uitschakelen F0011 Motor I2t tijdsconstante (invoeren in sec) De tijd totdat de temperatuursgrens van de motor is bereikt, wordt berekend via de temperatuur/tijds constante. Een hogere waarde verlaagd de tijd waarin de temperatuursgrens van de motor wordt bereikt. De waard van P0611 is geschat in overeenstemming met de ingegeven waarden van de motor van het snel instelmenu of wordt berekent aan de hand van P0340 (berekening van motor parameters). Wanneer de berekening van de motor parameters tijdens het snel-instellen compleet is gemaakt worden de opgeslagen waarden vervangen door de waarden die door de motorfabrikant zijn opgegeven. Motor I2t waarschuwingsnivo (in % ) Definieert de waarde voor het opkomen van het alarm A0511 (motor overtemperatuur)

Motor overbelastingsfactor (in %) Definieert de motor overbelastingsstroom limiet (%) in relatie met P0305 (opgegeven motor stroom P0305) Begrenst op makimale overstroom of op 400% van de nominale motorstroom (P0305), waarbij de kleinste waarde van toepassing is.

0

0

2

100s

0

150%



6.2.14 Regelaar specifieke functies 6.2.14.1 Vliegende start

6.2.14.2 Automatische herstart

Vliegende start Deze functie maakt het mogelijk de regelaar in te schakelen terwijl de motor al draait. De uitgaande frequentie wordt snel gewijzigd totdat de actuele motorsnelheid is bereikt 0 Vliegende start uitgeschakeld 1 Vliegende start altijd actief, start in de richting van de gewenste waarde 2 Vliegende start actief na stroom inschakeling, fout of OFF2, start in de richting van de gewenste waarde 3 Vliegende start is actief na fout en OFF2, start in de richting van de gewenste waarde 4 Vliegende start is altijd actief, alleen in de richting van de gewenste waarde 5 Vliegende start is actief na stroom inschakeling, fout of OFF2 alleen in de richting van de gewenste waarde 6 Vliegende start is actief na fout en OFF2, alleen in de richting van de gewenste waarde Zoekstroom van vliegende start (ingeven in %) Definieert de grootte van de zoek stroom gebruikt voor de vliegende start in relatie tot de motorstroom (P0305) Zoek snelheid: Vliegende start (ingegeven in %) Zet de stapgrootte voor de uitgaande frequentie tijdens de vliegende start voor het synchroniseren met de draaiende motor.

Automatische herstart Automatische herstart instellingen 0 Uitgeschakeld 1 Fout herstel na “AAN” signaal 2 Herstart na uitvallen van netspanning 3 Herstart na uitvallen van te weinig netspanning of fout 4 Herstart na te weinig netspanning 5 Herstart na uitvallen van netspanning en fout 6 Herstart na te weinig netspanning,uitval of fout

100%

100%

0



6.2.14.3 Houd rem

6.2.14.4 DC remmen & gecombineerd remmen Gelijkstroom (DC) rem stroom (ingeven in %) Definieert de hoeveelheid DC stroom in [%] in verhouding tot de nominale motor stroom (P0305) Tijdsduur van DC remmen (ingeven in sec) Definieert de tijdsduur gedurende welke de DC stroom injectie actief is volgende op een OFF1 of een OFF3 commando DC rem start frequentie (ingeven in Hz) Stelt de start frequentie voor DC remmen in Additionele remstroom (ingeven in %) Definieert DC hoeveelheid toegevoegd aan de AC sinusgolf na het bereiken van de DC link spanningsgrens van het additionele remmen. Deze waarde wordt ingegeven in % gerelateerd aan de ingestelde motorstroom. (P0305) P1236=0 Additioneel remmen uitgeschakeld P1236=1 – 250 Hoeveelheid DC remstroom gedefinieerd in % van de ingestelde motorstroom P0305

Motor houdrem vrijgave Inschakelen/uitschakelen van de motor rem functie (MHB) 0 MBH uitgeschakeld 1 MBH ingeschakeld Opmerking De MBH wordt bestuurd via het signaal van het status woord 1 r0052 bit 12.

ON/OFF1/OFF3

Tijdsvertraging voor lichten van houdrem bij aanloop (ingeven in sec) Definieert de tijds interval gedurende welke de frequentieregelaar met een minimale frequentie P1080 werkt, voordat de motor aanloopt Tijd voor werking van houdrem na uitloop (ingeven in sec) Definieert de tijd gedurende welke de frequentieregelaar met een minimale frequentie P1080 werkt, nadat de motor is uitgelopen

0

100%

0s

650 Hz

0%

1,0 s

1,0 s



6.2.14.5 Configuratie van Vdc contoller

Configureren van de Udmax regelaar Ingeschakeld/uitgeschakeld Vdc contoller: 0 Vdc controller uitgeschakeld 1 Vdc-max controller ingeschakeld OPMERKING P1240=1 beschermt de regelaar tegen overspanning situatie van de tussenkring (F0002) in generatorisch bedrijf door verhogen van de uitlooptijd.

1

7 Display en aanduidingen versie 06/06


6.3 Seriematige instellingen

Een bestaande parameter set kan worden gekopieerd naar een SINAMICS G110 frequentieregelaar met behulp van STARTER of een BOP (zie 5.3) Wanneer kunt u dit toepassen:

1) Als meerdere regelaars moeten worden ingesteld met gelijke parameters kan er één regelaar worden ingesteld. De parameter set kan naar de andere regelaars worden overgezet.

2) Als een regelaar moet worden vervangen.

6.4 Parameter herstel naar fabrieksinstellingen

Benodigde parameter P0010 = 30 Fabrieksinstelling Fabrieksinstellingen herstel (P0970) 0 uitgeschakeld 1 parameters terugzetten De regelaar voert een parameter read uit (gedurende ca 10s) en gaat dan automatisch naar het begin terwijl de volgende instelling zijn gedaan: P0970 = 0 : uitgeschakeld P0010 = 0 : klaar voor gebruik P0003 = 1 (teruggezet op standaard gebruik)

0

0



7 Display en aanduidingen

7.1 LED status aanduiding

7.2 Fout- en alarmmeldingen

LED Betekenis Postitie LED uit Regelaar uit / geen netspanning 1s aan / 1s uit Ingeschakeld / klaar voor gebruik LED aan (voortdurend) Regelaar in bedrijf 0,5s aan / 0,2s uit Er is een alarm melding actief

0,1s aan / 0,1s uit Er is een fout opgetreden

Alarm Melding A0501 Stroom limiet A0502 Overspanning limiet

A0503 Onderspanning limiet

A0505 Regelaar thermisch overbelast A0511 Motor thermisch overbelasttemperatuur A0910 Vdc max uitgeschakeld A0911 Vdc max ingeschakeld A0920 Analoge DC parameter niet correct ingesteld A0923

Zowel JOG linksom als JOG rechtsom zijn gekozen

Fout Betekenis F0001 Overstroom motor F0002 Overspanning regelaar F0003 Onderspanning regelaar F0004 Regelaar overtemperatuur F0005 Regelaar thermisch overbelast

F0011 Motor thermisch overbelast (berekend)

F0051 Parameter EEPROM fout F0052 Vermogensfout F0060 Interne fout F0072 USS gewenste waarde F0085 Externe fout via digitale ingang



Informatie over de SINAMICS G110 is ook verkrijgbaar bij:

Regionale contacten: Neem contact op met uw dealer/contact persoon voor technische ondersteuning in uw regio voor vragen over service, prijs en leveringscondities van technische ondersteuning

Centrale technische ondersteuning De componenten leveringsservice voor technische onderdelen met een brede reeks van benodigde diensten rondom onze producten en systemen:

Europa / Tel : + 31 (0) 70 333 3555 Fax: + 31 (0) 70 333 3437 Email: [email protected] Africa Tel : + 49 (0) 180 5050 222 Fax: + 49 (0) 180 5050 223 Email: [email protected]

Amerika Tel: +1 423 262 2522 Fax: +1 423 262 2289 Email: [email protected]

Asia / Pacific Tel: +86 1064 719 990 Fax: +86 1064 747 474 Email: [email protected]

Online service & support Het uitvoerige informatie systeem is 24 uur per dag beschikbaar via Internet, reikend van de product ondersteuning en service & ondersteuningsservice tot ondersteunende gereedschappen in de winkels http://www.siemens.nl./industry/support

Internet Home Adres Klanten kunnen technische en algemene informatie inzien op https://www.automation.siemens.com/_nl/nl/industrieleaandrijvingen/Sinamicsg110.htm

sinamics g110

Documents