shopmill programmeren met g-code · shopmill sinumerik 840d sl shopmill editie 01/2008...
TRANSCRIPT
SINUMERIK 840D sl
ShopMill
Editie 01/2008
Bedienen/Programmeren
Inleiding 1
Bediening 2
Programmeren met
ShopMill 3
Programmeren met
G-code 4
Simulatie 5
Gegevensbeheer 6
Vormenbouw 7
Alarm en meldingen 8
Voorbeelden 9
Bijlage A
Index B
Geldig voor Besturing SINUMERIK 840D sl/840DE sl Software versie NCU systeemsoftware voor SINUMERIK 840D sl/840DE sl 1.5 met ShopMill 7.5
SINUMERIK® -documentatie Oplagesleutel De navolgend vermelde uitgaven zijn vóór deze uitgave verschenen. In de kolom "Opmerking" is met letters aangegeven welke status de tot nu toe verschenen edities hebben. Kenmerken van de status in de kolom "Opmerking": A .... Nieuwe documentatie. B .... Onveranderde nadruk met nieuw bestel-nummer. C .... Herziene versie met nieuwe uitgavestand.
Uitgave Bestel-nr. Opmerking 10/1997 6FC5298-2AD10-0JP0 A 11/1998 6FC5298-2AD10-0JP1 C 03/1999 6FC5298-5AD10-0JP0 C 08/2000 6FC5298-5AD10-0JP1 C 12/2001 6FC5298-6AD10-0JP0 C 11/2002 6FC5298-6AD10-0JP1 C 11/2003 6FC5298-6AD10-0JP2 C 10/2004 6FC5298-6AD10-0JP3 C 08/2005 6FC5298-4AP10-0JA0 C 11/2006 6FC5398-4AP10-1JA0 C 01/2008 6FC5398-4AP10-2JA0 C Merken
SIMATIC®, SIMATIC HMI®, SIMATIC NET®, SIROTEC®, SINUMERIK® en SIMODRIVE® zijn geregistreerde merken van de firma Siemens AG. De andere benamingen in dit gedrukte document kunnen merken zijn, waarvan het gebruik door derden voor hun doeleinden de rechten van de eigenaar zouden kunnen schenden.
Meer informatie vindt u in het internet op: http://www.siemens.com/motioncontrol Dit document werd opgesteld met Word 2003 en Designer V 7.1. Het doorgeven en de verveelvoudiging van dit document, het gebruik en de kennisgeving van de inhoud is niet toegelaten, voor zover niet uitdrukkelijk toegestemd. Overtredingen verplichten tot schadevergoeding. Alle rechten voorbehouden, vooral in het geval van de octrooiverlening of de gebruiksmodel-registratie. © Siemens AG 2008
Er kunnen eventueel andere in deze documentatie niet beschreven functies in de besturing lopen. Er bestaat echter geen aanspraak op deze functies bij een nieuwe levering resp. in een servicegeval. We hebben de inhoud van dit gedrukte document op overeenstemming met de beschreven hard- en software gecontroleerd. Desondanks kunnen afwijkingen niet worden uitgesloten, zodat wij geen verantwoordelijkheid kunnen aanvaarden voor de volledige overeenstemming. De gegevens in dit gedrukte document worden wel regelmatig gecontroleerd, en de noodzakelijke correcties zijn in de volgende oplagen inbegrepen. Wij zijn dankbaar voor verbeteringsvoorstellen. Technische wijzigingen voorbehouden.
6FC5398-4AP10-2JA0 Siemens-Aktiengesellschaft.
0 01/2008 Woord vooraf
0
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 iii
Woord vooraf SINUMERIK-
documentatie De SINUMERIK-documentatie is onderverdeeld in 3 categorieën: • Algemene documentatie • Gebruikersdocumentatie • Producent-/Service-documentatie
Een maandelijks geactualiseerd documentenoverzicht met de beschikbare talen vindt u op het internet onder: http://www.siemens.com/motioncontrol Volg de menupunten "Support" "Technische documentatie" "Documentenoverzicht".
De interneteditie van de DOConCD, de DOConWEB, vindt u onder: http://www.automation.siemens.com/doconweb
Informatie over de trainingsaanbiedingen en FAQ's (vaak gestelde vragen) vindt u op internet onder: http://www.siemens.com/motioncontrol en daar onder het menupunt "Support".
Doelgroep De beschikbare documentatie richt zich tot de operator van verticale bewerkingscentra of universele freesmachines met SINUMERIK 840D sl.
Doel Dit document maakt u vertrouwd met de bediendingselementen en de bedieningscommando's. Het stelt u in staat doelgericht te reageren bij storingen en de juiste maatregelen te treffen.
Standaardomvang In deze documentatie is de functionaliteit van de gebruikersinterface van ShopMill beschreven. Aanvullingen of wijzigingen die door de machineproducent worden uitgevoerd, worden door de machineproducent gedocumenteerd.
Er kunnen in de besturing nog andere, in deze documentatie niet verklaarde functies lopen. Er bestaat echter geen aanspraak op deze functies bij een nieuwe levering resp. in een servicegeval.
Met het oog op een goede overzichtelijkheid bevat deze documentatie geen gedetailleerde productinformatie over alle producttypes. Bovendien kunnen hier niet alle denkbare montage-, bedrijfs- en onderhoudsvarianten worden beschreven.
0 Woord vooraf 01/2008
0
© Siemens AG 2008 All rights reserved. iv SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
Technical Support Bij technische vragen wendt u zich a.u.b. tot de volgende hotline: Europa / Afrika Tel.: +49 180 5050-222 Fax: +49 180 5050-223 Internet: http://www.siemens.com/automation/support-request
Amerika Tel.: +1 423 262 2522 Fax: +1 423 262 2200 E-mail: mailto:[email protected]
Azië / Pacifiek Tel.: +86 1064 719 990 Fax: +86 1064 747 474 E-mail: mailto:[email protected]
Technologie-Hotline Tel.: +49 (0) 2166 5506-115 De hotline is op werkdagen bereikbaar van 8-17 h.
Specifieke nationale telefoonnummers voor technische steun vindt u op internet: http://www.siemens.com/automation/service&support
Vragen over het handboek
Bij vragen (suggesties, correcties) i.v.m. de documentatie, gelieve een fax of e-mail aan het volgende adres te zenden: Fax: +49 (0) 9131 98-63315
E-mail:mailto:[email protected] Faxformulier zie achterste dekblad op het einde van het document
Internetadres http://www.siemens.com/sinumerik
EG-conformiteitsverklaring
De EG-conformiteitsverklaring m.b.t. de EMC-richtlijn vindt/verkrijgt u • op internet
http://www.ad.siemens.de/csinfo onder het product-/bestelnummer 15257461
• bij de bevoegde vestiging van de divisie A&D MC van Siemens AG
0 01/2008 Woord vooraf
0
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 v
Veiligheidsinstructies Dit handboek bevat instructies die in acht moeten worden genomen met het oog op uw persoonlijke veiligheid en het vermijden van materiële schade. De instructies die betrekking hebben op uw persoonlijke veiligheid zijn gekenmerkt met een gevarendriehoek, aanwijzingen m.b.t. materiële schade hebben geen gevarendriehoek. Afhankelijk van het gevaarniveau worden de waarschuwingen in afnemende vorlgorde als volgt weergegeven.
Gevaar betekent dat dood of aanzienlijk letsel zal optreden als de desbetreffende maatregelen niet worden getroffen.
Waarschuwing betekent dat dood of aanzienlijk letsel kan optreden als de desbetreffende maatregelen niet worden getroffen.
Voorzichtig met gevarendriehoek betekent dat lichte letsels kunnen optreden als de desbetreffende veiligheidsmaatregelen niet worden getroffen.
Voorzichtig zonder gevarendriehoek betekent dat materiële schade kan optreden als de desbetreffende veiligheidsmaatregelen niet worden getroffen.
Opgelet betekent dat een ongewenst resultaat of een ongewenste toestand kan optreden als de desbetreffende instructies niet in acht worden genomen.
Als er meerdere risico's optreden, wordt altijd de waarschuwing voor het hoogste niveau aangegeven. Als in een waarschuwing met de gevarendriehoek wordt gewaarschuwd voor persoonlijk letsel, kan in dezelfde waarschuwingstekst ook een waarschuwing voor materiële schade opgenomen zijn.
Gekwalificeerd personeel
Het bijbehorende apparaat/systeem mag alleen in combinatie met deze documentatie worden ingesteld en gebruikt. Inbedrijfstelling en gebruik van een apparaat/systeem is alleen toegelaten voor gekwalificeerd personeel. Gekwalificeerd personeel in de zin van de veiligheidsinstructies in deze documentatie zijn personen die bevoegd zijn om apparaten, systemen en stroomkringen volgens de normen van de veiligheidstechniek in gebruik te nemen, te aarden en te kenmerken.
0 Woord vooraf 01/2008
0
© Siemens AG 2008 All rights reserved. vi SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
Correct gebruik Neem het volgende in acht:
Waarschuwing Het apparaat mag alleen worden gebruikt voor de in de catalogus en de technische beschrijving vastgelegde toepassingen en alleen in combinatie met de door Siemens aanbevolen resp. goedgekeurde apparaten en componenten van andere fabrikanten. Het correcte en veilige gebruik van het product stelt deskundig transport, deskundige bewaring, opstelling en montage alsook een zorgvuldige bediening en instandhouding voorop.
Structuur van de documentatie
In deze documentatie worden de volgende door pictogrammen gemarkeerde informatieblokken gebruikt:
Functie
Achtergrondinformatie
Bedieningsvolgorde
Verklaring van de parameters
Bijkomende aanwijzingen
Software-optie Bij de beschreven functie gaat het om een software-optie. D.w.z. de functie loopt enkel op de besturing, wanneer u de overeenkomstige optie hebt gekocht.
Machineproducent Wanneer er m.b.t. bepaalde feiten evtl. aanvullingen of wijzigingen door de machineproducent bestaan, wordt er als volgt naar verwezen:
Neem de instructies van de machinefabrikant in acht.
Literatuurverwijzing Wanneer u bepaalde feiten in verder gaande literatuur kunt nalezen, wordt dit als volgt gemarkeerd:
Literatuur:
0 01/2008 Woord vooraf
0
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 vii
Begrippen Hieronder wordt de betekenis van enkele fundamentele begrippen in deze documentatie vastgelegd.
Programma Een programma is een reeks van aanwijzingen aan de CNC-besturing die gezamenlijk de productie van een bepaald werkstuk aan de machine bewerkt.
Contour Met contour wordt enerzijds de omranding van een werkstuk bedoeld.Anderzijds wordt ook het deel van het programma contour genoemd waarin uit verschillende elementen een omranding van een werkstuk wordt gedefinieerd.
Cyclus Een cyclus, bijv. rechthoekige kamer frezen, is een door ShopMill opgegeven subprogramma voor het uitvoeren van een herhaaldelijk voorkomend bewerkingsproces. (Voor een deel wordt een cyclus ook functie genoemd.)
Maateenheid In de beschikbare documentatie worden de eenheden van de parameters altijd metrisch aangegeven. De overeenkomstige eenheden in inch vindt u in de volgende tabel.
Metrisch Inch mm in mm/tand in/tand mm/min in/min mm/o in/o m/min ft/min
0 Woord vooraf 01/2008
0
© Siemens AG 2008 All rights reserved. viii SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
Voor notities
0 01/2008 Inhoud 0
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 ix
Inhoud Inleiding 1-17
1.1 ShopMill .................................................................................................................... 1-18 1.1.1 Procesvolgorde ......................................................................................................... 1-19
1.2 Werkplek ................................................................................................................... 1-20 1.2.1 Coördinatensysteem................................................................................................. 1-21 1.2.2 Bedieningspanelen ................................................................................................... 1-22 1.2.3 Toetsen van de bedieningspanelen.......................................................................... 1-23 1.2.4 Machinebesturingspanelen....................................................................................... 1-25 1.2.5 Elementen van de machinebesturingspanelen......................................................... 1-25 1.2.6 Mini-bedieningshandtoestel ...................................................................................... 1-29
1.3 Bedieningsinterface .................................................................................................. 1-31 1.3.1 Overzicht ................................................................................................................... 1-31 1.3.2 Bediening via softkeys en toetsen ............................................................................ 1-34 1.3.3 Programma-aanzichten ............................................................................................ 1-38 1.3.4 Parameters invoeren................................................................................................. 1-42
1.4 Basis ......................................................................................................................... 1-44 1.4.1 Niveaubenamingen ................................................................................................... 1-44 1.4.2 Poolcoördinaten ........................................................................................................ 1-44 1.4.3 Absolute afmeting ..................................................................................................... 1-45 1.4.4 Incrementele afmeting .............................................................................................. 1-45 1.4.5 Handrekenmachine-functie....................................................................................... 1-46
Bediening 2-47
2.1 In- en uitschakelen.................................................................................................... 2-49
2.2 Naar referentiepunt bewegen ................................................................................... 2-49 2.2.1 Gebruikerstoestemming bij Safety Integrated .......................................................... 2-51
2.3 Assen tonen .............................................................................................................. 2-52
2.4 Bedrijfsmodi .............................................................................................................. 2-53
2.5 Instellingen voor de machine .................................................................................... 2-54 2.5.1 Maateenheid (millimeter/inch) omschakelen ............................................................ 2-54 2.5.2 Coördinatensysteem (MCS/WCS) omschakelen...................................................... 2-55
2.6 Nieuwe positiewaarde zetten.................................................................................... 2-56
2.7 Werkstuknulpunt meten ............................................................................................ 2-58 2.7.1 Rand meten .............................................................................................................. 2-62 2.7.2 Hoek meten............................................................................................................... 2-67 2.7.3 Kamer en boring meten ............................................................................................ 2-69 2.7.4 Tap meten................................................................................................................. 2-76 2.7.5 Vlak uitrichten ........................................................................................................... 2-83 2.7.6 Correcties na het meten van het nulpunt.................................................................. 2-85 2.7.7 Elektronische meettaster kalibreren ......................................................................... 2-86
0 Inhoud 01/2008
0
© Siemens AG 2008 All rights reserved. x SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
2.8 Werktuig meten .........................................................................................................2-88 2.8.1 Werktuig manueel meten ..........................................................................................2-88 2.8.2 Vast punt afstemmen ................................................................................................2-92 2.8.3 Werktuig meten met meettaster ................................................................................2-93 2.8.4 Meettaster afstemmen ..............................................................................................2-96
2.9 Handbedrijf ................................................................................................................2-97 2.9.1 Werktuig selecteren en in de spil plaatsen ...............................................................2-97 2.9.2 Nieuw werktuig in de lijst invoeren en in de spil plaatsen.........................................2-98 2.9.3 Nieuw werktuig in de lijst invoeren en in het magazijn laden....................................2-99 2.9.4 Spil manueel starten, stoppen en positioneren.........................................................2-99 2.9.5 Assen verplaatsen...................................................................................................2-101 2.9.6 Assen positioneren..................................................................................................2-103 2.9.7 Zwenken..................................................................................................................2-103 2.9.8 Vlakfrezen ...............................................................................................................2-107 2.9.9 Instellingen voor handbedrijf ...................................................................................2-108
2.10 MDA-bedrijf .............................................................................................................2-111
2.11 Automatisch bedrijf..................................................................................................2-112 2.11.1 Omschakelen tussen de indicaties "T, F, S", "G-functies" en "hulpfuncties"..........2-113 2.11.2 Programma voor uitvoering kiezen .........................................................................2-114 2.11.3 Programma starten/stoppen/voortijdig beëindigen .................................................2-115 2.11.4 Programma onderbreken ........................................................................................2-116 2.11.5 Bewerking starten bij bepaald programmapunt ......................................................2-117 2.11.6 Programmaverloop beïnvloeden.............................................................................2-122 2.11.7 Overschrijven ..........................................................................................................2-124 2.11.8 Programma testen...................................................................................................2-125 2.11.9 Meetekenen voor de bewerking..............................................................................2-126 2.11.10 Meetekenen tijdens de bewerking ..........................................................................2-128
2.12 Programma inlopen.................................................................................................2-129 2.12.1 Enkelvoudig blok .....................................................................................................2-129 2.12.2 Actueel programmablok tonen ................................................................................2-130 2.12.3 Programma corrigeren ............................................................................................2-131
2.13 Looptijden................................................................................................................2-132
2.14 Instellingen voor de automatische modus...............................................................2-134 2.14.1 Testvoeding vastleggen ..........................................................................................2-134 2.14.2 Werkstukteller parametreren...................................................................................2-135
2.15 Werktuigen en werktuigcorrecties...........................................................................2-136 2.15.1 Nieuw werktuig aanleggen......................................................................................2-143 2.15.2 Meerdere snijkanten per werktuig aanleggen.........................................................2-145 2.15.3 Werktuignamen veranderen....................................................................................2-146 2.15.4 Zusterwerktuig aanleggen.......................................................................................2-146 2.15.5 Handwerktuig ..........................................................................................................2-146 2.15.6 Werktuigcorrecties ..................................................................................................2-147 2.15.7 Bijkomende functies voor een werktuig ..................................................................2-150
0 01/2008 Inhoud 0
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 xi
2.15.8 Werktuigslijtagegegevens invoeren........................................................................ 2-151 2.15.9 Werktuigbewaking activeren................................................................................... 2-152 2.15.10 Magazijnlijst ............................................................................................................ 2-154 2.15.11 Werktuig wissen...................................................................................................... 2-155 2.15.12 Werktuigtype veranderen........................................................................................ 2-155 2.15.13 Werktuig in het magazijn laden resp. uit het magazijn ontladen ............................ 2-156 2.15.14 Werktuig verplaatsen .............................................................................................. 2-158 2.15.15 Magazijn positioneren............................................................................................. 2-160 2.15.16 Werktuigen sorteren................................................................................................ 2-160
2.16 Nulpuntverschuivingen............................................................................................ 2-162 2.16.1 Nulpuntverschuivingen definiëren........................................................................... 2-164 2.16.2 Nulpuntverschuivingslijst ........................................................................................ 2-165 2.16.3 Nulpuntverschuiving in het manuele bereik selecteren/deselecteren .................... 2-167
2.17 Omschakelen op CNC-ISO-bedrijf.......................................................................... 2-168
2.18 ShopMill Open (PCU 50.3) ..................................................................................... 2-169
2.19 Telediagnose .......................................................................................................... 2-169
Programmeren met ShopMill 3-171
3.1 Grondbeginselen voor het programmeren.............................................................. 3-173
3.2 Programmastructuur ............................................................................................... 3-176
3.3 Arbeidsstappenprogramma aanleggen .................................................................. 3-177
3.3.1 Nieuw programma aanleggen; Basisdeel definiëren.............................................. 3-177 3.3.2 Nieuwe blokken programmeren.............................................................................. 3-181 3.3.3 Programmablokken veranderen ............................................................................. 3-183 3.3.4 Programma-editor ................................................................................................... 3-184 3.3.5 Aantal aangeven ..................................................................................................... 3-187
3.4 Werktuig, correctiewaarden en spiltoerental programmeren.................................. 3-188
3.5 Contour frezen ........................................................................................................ 3-189 3.5.1 Weergave van de contour....................................................................................... 3-192 3.5.2 Nieuwe contour aanleggen ..................................................................................... 3-194 3.5.3 Contourelementen creëren ..................................................................................... 3-196 3.5.4 Contour veranderen ................................................................................................ 3-201 3.5.5 Programmeervoorbeelden voor een vrije contourprogrammering ......................... 3-203 3.5.6 Baanfrezen.............................................................................................................. 3-207 3.5.7 Contourkamer voorboren........................................................................................ 3-210 3.5.8 Contourkamer frezen (voorbewerking) ................................................................... 3-213 3.5.9 Restmateriaal contourkamer ruimen....................................................................... 3-215 3.5.10 Contourkamer nabewerking.................................................................................... 3-217 3.5.11 Contourkamer afkanten .......................................................................................... 3-219 3.5.12 Contourtap frezen (voorbewerking) ........................................................................ 3-220 3.5.13 Restmateriaal contourtap ruimen............................................................................ 3-221 3.5.14 Contourtap nabewerking......................................................................................... 3-223 3.5.15 Contourtap afkanten ............................................................................................... 3-224
0 Inhoud 01/2008
0
© Siemens AG 2008 All rights reserved. xii SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
3.6 Rechte of cirkelvormige baanwegingen..................................................................3-225 3.6.1 Rechte .....................................................................................................................3-225 3.6.2 Cirkel met een bekend middelpunt .........................................................................3-227 3.6.3 Cirkel met een bekende radius ...............................................................................3-228 3.6.4 Helix ........................................................................................................................3-229 3.6.5 Poolcoördinaten ......................................................................................................3-230 3.6.6 Rechte polair ...........................................................................................................3-231 3.6.7 Cirkel polair .............................................................................................................3-232 3.6.8 Programmeervoorbeelden poolcoördinaten ...........................................................3-233
3.7 Boren.......................................................................................................................3-234 3.7.1 Centreren ................................................................................................................3-234 3.7.2 Boren en wrijven......................................................................................................3-235 3.7.3 Diepboren................................................................................................................3-236 3.7.4 Uitdraaien ................................................................................................................3-238 3.7.5 Schroefdraadtappen................................................................................................3-239 3.7.6 Draadfrezen.............................................................................................................3-241 3.7.7 Boorschroefdraadfrezen..........................................................................................3-245 3.7.8 Positioneren op willekeurige posities en op positiepatroon ....................................3-247 3.7.9 Willekeurige posities ...............................................................................................3-248 3.7.10 Positiepatroon lijn ....................................................................................................3-252 3.7.11 Positiepatroon rooster .............................................................................................3-253 3.7.12 Positiepatroon raam ................................................................................................3-254 3.7.13 Positiepatroon volledige cirkel.................................................................................3-256 3.7.14 Positiepatroon deelcirkel .........................................................................................3-258 3.7.15 Posities tonen en verbergen ...................................................................................3-260 3.7.16 Hindernis .................................................................................................................3-261 3.7.17 Posities herhalen.....................................................................................................3-263 3.7.18 Programmeervoorbeelden voor het boren..............................................................3-264
3.8 Frezen .....................................................................................................................3-266 3.8.1 Vlakfrezen ...............................................................................................................3-266 3.8.2 Rechthoekige kamer ...............................................................................................3-269 3.8.3 Cirkelvormige kamer ...............................................................................................3-273 3.8.4 Rechthoekige tap ....................................................................................................3-276 3.8.5 Cirkelvormige tap ....................................................................................................3-279 3.8.6 Langsgroef ..............................................................................................................3-281 3.8.7 Cirkelvormige groef .................................................................................................3-284 3.8.8 Open groef ..............................................................................................................3-287 3.8.9 Gebruik van positiepatronen bij het frezen .............................................................3-292 3.8.10 Gravure ...................................................................................................................3-295
3.9 Meten ......................................................................................................................3-300 3.9.1 Werkstuknulpunt meten ..........................................................................................3-300 3.9.2 Werktuig meten .......................................................................................................3-302 3.9.3 Meettaster afstemmen ............................................................................................3-304
0 01/2008 Inhoud 0
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 xiii
3.10 Verschillende functies ............................................................................................. 3-305 3.10.1 Subprogramma oproepen....................................................................................... 3-305 3.10.2 Programmablokken herhalen.................................................................................. 3-307 3.10.3 Programma-instellingen veranderen....................................................................... 3-309 3.10.4 Nulpuntverschuivingen oproepen ........................................................................... 3-309 3.10.5 Coördinatentransformaties definiëren .................................................................... 3-311 3.10.6 Cilindermanteltransformatie.................................................................................... 3-314 3.10.7 Zwenken.................................................................................................................. 3-317 3.10.8 Bijkomende functies................................................................................................ 3-323
3.11 G-code invoegen in arbeidsstappenprogramma .................................................... 3-324
Programmeren met G-Code 4-327
4.1 G-code-programma creëren ................................................................................... 4-328
4.2 G-code-programma uitvoeren................................................................................. 4-331
4.3 G-code-editor .......................................................................................................... 4-333
4.4 Rekenparameters ................................................................................................... 4-337
4.5 ISO-dialecten .......................................................................................................... 4-338
Simulatie 5-339
5.1 Algemeen................................................................................................................ 5-340
5.2 Programma in standaardsimulatie starten/annuleren............................................. 5-341
5.3 Afbeelding in bovenaanzicht................................................................................... 5-343
5.4 Afbeelding in het 3-vlakkenaanzicht ....................................................................... 5-344
5.5 Fragment vergroten ................................................................................................ 5-345
5.6 Driedimensionale weergave ................................................................................... 5-346 5.6.1 Positie van het fragment veranderen...................................................................... 5-347 5.6.2 Werkstuk doorsnijden ............................................................................................. 5-348
5.7 Snelweergave voor vormenbouw starten/annuleren .............................................. 5-349
5.8 Weergaven in snelaanzicht..................................................................................... 5-349
5.9 Werkstukgrafiek aanpassen en verschuiven.......................................................... 5-351
5.10 Afstandsmeting ....................................................................................................... 5-352
5.11 Zoekfunctie ............................................................................................................. 5-353
5.12 Delenprogrammablokken bewerken....................................................................... 5-354 5.12.1 G-blokken selecteren.............................................................................................. 5-354 5.12.2 G-code-programma bewerken................................................................................ 5-355
Gegevensbeheer 6-357
6.1 Programma's beheren met ShopMill ...................................................................... 6-358
6.2 Programma's met ShopMill beheren op NCU (HMI-Embedded sl) ........................ 6-359
0 Inhoud 01/2008
0
© Siemens AG 2008 All rights reserved. xiv SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
6.2.1 Programma openen ................................................................................................6-361 6.2.2 Programma uitvoeren..............................................................................................6-362 6.2.3 Meervoudige opspanning........................................................................................6-362 6.2.4 G-code-programma van de netwerk-drive uitvoeren ..............................................6-365 6.2.5 Nieuewe directory/programma aanleggen..............................................................6-366 6.2.6 Meerdere programma's markeren...........................................................................6-367 6.2.7 Directory/Programma kopiëren/herbenoemen........................................................6-368 6.2.8 Directory/Programma wissen..................................................................................6-369 6.2.9 Werktuig-/nulpuntgegevens beveiligen/inlezen ......................................................6-370
6.3 Programma's beheren met PCU 50.3 (HMI Advanced)..........................................6-373 6.3.1 Programma openen ................................................................................................6-375 6.3.2 Programma uitvoeren..............................................................................................6-376 6.3.3 Meervoudige opspanning........................................................................................6-376 6.3.4 Programma laden/ontladen.....................................................................................6-379 6.3.5 G-code-programma van de harde schijf resp. van diskette-/netwerk-drive uitvoeren .....................................................................6-380 6.3.6 Nieuwe directory/programma aanleggen................................................................6-381 6.3.7 Meerdere programma's markeren...........................................................................6-382 6.3.8 Directory/Programma kopiëren/herbenoemen/verschuiven ...................................6-383 6.3.9 Directory/Programma wissen..................................................................................6-385 6.3.10 Werktuig-/nulpuntgegevens beveiligen/inlezen ......................................................6-385
Vormenbouw 7-389
7.1 Voorwaarden...........................................................................................................7-390
7.2 Machine instellen ....................................................................................................7-392 7.2.1 Werktuig meten .......................................................................................................7-392
7.3 Programma aanleggen............................................................................................7-393 7.3.1 Programma aanleggen............................................................................................7-393 7.3.2 Werktuig programmeren .........................................................................................7-393 7.3.3 Cyclus "High Speed Settings" programmeren ........................................................7-393 7.3.4 Subprogramma oproepen .......................................................................................7-394
7.4 Programma uitvoeren..............................................................................................7-397 7.4.1 Programma voor uitvoering kiezen .........................................................................7-397 7.4.2 Bewerking starten bij bepaald programmapunt ......................................................7-398
7.5 Voorbeeld ................................................................................................................7-399
Alarmen en meldingen 8-403
8.1 Meldingen................................................................................................................8-404
8.2 Alarmen ...................................................................................................................8-404
8.3 Gebruikersgegevens ...............................................................................................8-405
8.4 Versie-indicatie........................................................................................................8-407
0 01/2008 Inhoud 0
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 xv
Voorbeelden 9-409
9.1 Voorbeeld 1: Bewerking met rechthoekige/cirkelvormige kamer en ronde groef... 9-410
9.2 Voorbeeld 2: Verschuiven en spiegelen van een contour ...................................... 9-418
9.3 Voorbeeld 3: Cilindermanteltransformatie .............................................................. 9-421
9.4 Voorbeeld 4: Groefwandcorrectie ........................................................................... 9-425
9.5 Voorbeeld 5: Zwenken............................................................................................ 9-429
Bijlage A-437
A Afkortingen..............................................................................................................A-438
B Index ........................................................................................................................ I-441
0 Inhoud 01/2008
0
© Siemens AG 2008 All rights reserved. xvi SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
Voor notities
1 01/2008 Inleiding 1
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 1-17
Inleiding 1.1 ShopMill .................................................................................................................... 1-18
1.1.1 Procesvolgorde ......................................................................................................... 1-19
1.2 Werkplek ................................................................................................................... 1-20 1.2.1 Coördinatensysteem ................................................................................................. 1-21 1.2.2 Bedieningspanelen ................................................................................................... 1-22 1.2.3 Toetsen van de bedieningspanelen.......................................................................... 1-23 1.2.4 Machinebesturingspanelen ....................................................................................... 1-25 1.2.5 Elementen van de machinebesturingspanelen......................................................... 1-25 1.2.6 Mini-bedieningshandtoestel ...................................................................................... 1-29
1.3 Bedieningsinterface .................................................................................................. 1-31 1.3.1 Overzicht ................................................................................................................... 1-31 1.3.2 Bediening via softkeys en toetsen ............................................................................ 1-34 1.3.3 Programma-aanzichten............................................................................................. 1-38 1.3.4 Parameters invoeren................................................................................................. 1-42
1.4 Basis ......................................................................................................................... 1-44 1.4.1 Niveaubenamingen ................................................................................................... 1-44 1.4.2 Poolcoördinaten ........................................................................................................ 1-44 1.4.3 Absolute afmeting ..................................................................................................... 1-45 1.4.4 Incrementele afmeting .............................................................................................. 1-45 1.4.5 Handrekenmachine-functie ....................................................................................... 1-46
1 Inleiding 01/2008 1.1 ShopMill
1
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 1-18 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
1.1 ShopMill ShopMill is een bedienings- en programmeersoftware voor
freesmachines, die een comfortabele bediening van de machine en een eenvoudige programmering van werkstukken mogelijk maakt.
Hier enkele kenmerken van de software:
Machine instellen Speciale meetcycli vergemakkelijken het opmeten van de werktuigen en van het werkstuk.
Programma aanleggen Er staan 3 programmavarianten ter beschikking: • G-code-programma's voor vormbouwtoepassingen, die u
overneemt uit CAD/CAM-systemen. • G-code-programma's die u direct met de machine aanmaakt.
Bij de programmering staan alle technologiecycli ter beschikking. • Arbeidsstappenprogramma's die u direct aan de machine opstelt
(software-optie). De programmering van het werkstuk lukt moeiteloos, daar ze grafisch gebeurt en geen G-code-kennis vereist. ShopMill toont het programma in een overzichtelijk arbeidsplan en geeft de afzonderlijke cycli en contourelementen in een dynamische grafiek weer.
Onafhankelijk van de programmavariant maken de volgende functies de programmering resp. bewerking: • Met een krachtige contourcomputer kunnen willekeurige
contouren worden ingevoerd. • Een contourkamercyclus met restmateriaalherkenning voorkomt
overtollige bewerkingen (software-optie). • Een zwenkcyclus maakt een meerzijdige bewerking en bewerking
op schuine vlakken onafhankelijk van de machinekinematica (zwenktafel/zwenkkop).
Programma afwerken De afwerking van de programma's kan op het scherm driedimensioneel worden weergegeven. U kunt zo op eenvoudige wijze het resultaat van de programmering controleren resp. gemakkelijk de bewerking van het werkstuk op de machine volgen (software-optie).
Voor het afwerken van een arbeidsstappenprogramma heeft u schrijf- en leesrechten nodig.
Het afwerken van arbeidsstappenprogramma's is een software-optie.
1 01/2008 Inleiding1.1 ShopMill
1
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 1-19
Werktuigen beheren ShopMill bewaart uw werktuiggegevens. De software kan daarbij ook gegevens van werktuigen beheren die zich niet in het magazijn bevinden.
Programma's beheren Vergelijkbare programma's hoeft u niet extra nieuw aan te leggen, maar u kunt deze gemakkelijk kopiëren en wijzigen.
Met ShopMill kunt u de meervoudige opspanning van gelijke of verschillende (software-optie) werkstukken met optimale werktuigvolgorde realiseren.
Via netwerkverbinding en diskdrive heeft u toegang tot externe programma's (software-optie).
1.1.1 Procesvolgorde
In deze handleiding wordt een onderscheid gemaakt tussen de volgende twee typische situaties. • U wilt een programma afwerken om een werkstuk automatisch te
laten bewerken. • U wilt eerst een programma voor de bewerking van een werkstuk
opstellen.
Programma afwerken Voor u een programma kunt afwerken, moet u uw machine instellen. Hiervoer moet u de volgende stappen uitvoeren, waarbij u door ShopMill wordt ondersteund (zie hfdst. "Bediening"): • Referentiepunt van de machine innemen
(alleen bij incrementeel wegmeetsysteem) • Werktuigen opmeten • Werkstuknulpunt vastleggen • evt. andere nulpuntverschuivingen invoeren Zodra u de machine heeft ingesteld, kunt u een programma selecteren en automatisch laten afwerken (zie hfdst. "Automatisch bedrijf").
1 Inleiding 01/2008 1.2 Werkplek
1
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 1-20 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
Programma aanleggen Als u een nieuw programma opstelt, kunt u kiezen of u een arbeidsstappen- of een G-code-programma wilt aanleggen (zie "Programmeren met ShopMill" resp. "Programmeren met G-code"). Bij het opstellen van een arbeidsstappenprogramma vraagt ShopMill u alle relevante parameters in te voeren. De vooruitgang van het programma wordt telkens automatisch aangegeven door een streepjesgrafiek. Daarnaast wordt u bij de programmering ondersteund door help-schermen, die de verschillende parameters van de bewerkingsstappen verklaren. Natuurlijk kunt u ook G-code-commando's in een arbeidsstappenprogramma invoegen. Een G-code-programma moet u echter compleet uit G-code-commando's opbouwen.
1.2 Werkplek Een ShopMill-werkplek beschikt naast de freesmachine met
CNC-/ positioneerbesturing nog over een bedieningspaneel en een machinebesturingspaneel.
Schets van de werkplek
Freesmachine U kunt ShopMill op verticale en universele freesmachines met maximaal 10 assen (incl. rondassen en spillen) inzetten. Van deze 10 assen kunnen tegelijkertijd 3 lineaire assen, 2 rondassen en 1 spil worden aangegeven.
Afbeidsstap- en G-code-programma's zijn afgestemd op 2D- tot 2½D-bewerking, voor een 3D-bewerking gebruikt u G-code-programma's van CAD/CAM-systemen.
Besturing ShopMill loopt op de CNC-besturing SINUMERIK 840D sl met ShopMill op NCU (HMI-Embedded sl) en PCU 50.3 (HMI Advanced).
Bedieningspaneel De communicatie met ShopMill verloopt via het bedieningspaneel.
Machine-besturingspaneel
Met het machinebesturingspaneel bedient u de freesmachine.
1 01/2008 Inleiding1.2 Werkplek
1
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 1-21
1.2.1 Coördinatensysteem
Bij de bewerking van een werkstuk op een freesmachine gaat men principieel uit van een rechthoekig coördinatensysteem. Dit bestaat uit de drie coördinatenassen X, Y en Z die parallel staan t.o.v. de machineassen.
De ligging van het coördinatensysteem en het machinenulpunt zijn afhankelijk van het machinetype.
Z
X
Y
M W
Ligging van het coördinatensysteem, het machinenulpunt en het werkstuknulpunt (voorbeeld)
De asrichtingen volgen de zogenaamde "rechterhandregel" (volgens DIN 66217). Als men voor de machine staat, wijst de middenvinger van de rechterhand tegen de aanlooprichting van de hoofdspil in. Dan duidt: • de duim de richting +X • de wijsvinger de richting +Y • de middenvinger de richting +Z aan
1 Inleiding 01/2008 1.2 Werkplek
1
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 1-22 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
+Z
+Y
+X
Rechterhandregel
1.2.2 Bedieningspanelen
Voor de PCU's kunt u alternatief één van de volgende bedieningspanelen gebruiken:
OP 010 OP 010C OP 010S OP 012 OP 015 OP 015A OP 015AT TP 015A TP 015AT
Aan de hand van het bedieningspaneel OP 010 worden de componenten die ter beschikking staan voor de bediening van de besturing en de bewerkingsmachine exemplarisch weergegeven.
De toetsen worden in dit hoofdstuk beschreven.
Bedieningspaneel OP 010
3
4
2
1
6
.
5
2
Bedieningspaneel OP 010
1 01/2008 Inleiding1.2 Werkplek
1
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 1-23
1 Beeldscherm 10''
2 Beeldschermtoetsen 3 Horizontale softkey-balk 4 Verticale softkey-balk 5 Alfa-/numeriek blok
Correctie-/cursorblok met bedieningsklavier en input-toets 6 USB-interface
1.2.3 Toetsen van de bedieningspanelen
Alarm Cancel Alarm wissen dat met dit symbool gemarkeerd is.
Channel Zonder betekenis voor ShopMill.
Help Omschakelen tussen arbeidsplan en programmeergrafiek of tussen parameterscherm met programmeergrafiek en parameterscherm met help-scherm.
Next Window Zonder betekenis voor ShopMill.
Page Up resp. Page Down In de directory of het arbeidsplan omhoog of omlaag bladeren.
Cursor Tussen verschillende velden resp. regels bewegen. Met de cursor rechts de directory of het programma openen. Met de cursor links naar het hogere directory-niveau springen.
Select Kiezen uit meerdere aangeboden mogelijkheden. De toets stemt overeen met de softkey "Alternat.".
End Cursor naar het laatste invoerveld in een parameterscherm bewegen.
Backspace • Waarde in het invoerveld wissen. • In de invoermodus het teken wissen dat voor de cursor staat.
Tab Zonder betekenis voor ShopMill.
Shift Met ingedrukte shift-toets het bovenste teken invoeren van de toetsen met dubbele bezetting.
1 Inleiding 01/2008 1.2 Werkplek
1
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 1-24 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
Ctrl Met de volgende toestencombinaties door het arbeidsplan en de G-code-editor: • Ctrl + Pos1: Naar het begin springen. • Ctrl + End: Naar het einde springen.
Alt Zonder betekenis voor ShopMill.
Del – niet OP 031 • Waarde in het parameterveld wissen. • In de invoermodus het door de cursor gemarkeerde teken wissen.
Insert Invoermodus of calculator activeren.
Input • Het invoeren van een waarde in het invoerveld afsluiten. • Directory of programma openen.
Alarm – alleen OP 010 en OP 010C Bedieningsbereik "Meldingen/Alarmen" oproepen. De toets stemt overeen met de softkey "Alarmlijst".
Programm – alleen OP 010 en OP 010C Bedieningsbereik "Program" oproepen. De toets stemt overeen met de softkey "Prog. edit".
Offset – alleen OP 010 en OP 010C Bedieningsbereik "Werktuigen/Nulpuntverschuivingen" oproepen. De toets stemt overeen met de softkey "Werkt. nulp.".
Programm manager – alleen OP 010 en OP 010C Bedieningsbereik "Programmamanager" oproepen. De toets stemt overeen met de softkey "Programma".
1 01/2008 Inleiding1.2 Werkplek
1
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 1-25
1.2.4 Machinebesturingspanelen
De freesmachine kan uitgerust zijn met een machinebedieningspaneel van Siemens of met een specifiek machinebesturingspaneel van de machinefabrikant.
Via het machinebesturingspaneel start u acties van de draaimachine, bijv. assen verplaatsen of bewerking van het werkstuk starten. Voor de actieve functies gaan de LED's van de bijbehorende toetsen branden op het machinebesturingspaneel.
1.2.5 Elementen van de machinebesturingspanelen
Noodstop-schakelaar Knop indrukken in noodsituaties, d.w.z. als mensenlevens in gevaar zijn of als het risico bestaat dat de machine of het werkstuk beschadigd worden. Alle aandrijvingen worden met het hoogst mogelijke remmoment stilgezet.
Voor meer informatie over de reacties door het bedienen van de noodstop-knop raadpleegt u de informatie van de machinefabrikant.
Reset
Reset (terugzetten) • Bewerking van het actuele programma annuleren.
De CNC-besturing blijft synchroon met de machine. Ze staat in de basispositie en gereed voor een nieuwe programma-uitvoering.
• Alarm wissen
Jog
Jog Bedrijfsmodus Machine Manueel selecteren.
Teach In
Teach In Zonder betekenis voor ShopMill.
MDA
MDA Bedrijfsmodus MDA selecteren.
Auto
Auto Bedrijfsmodus Machine Auto selecteren.
1 Inleiding 01/2008 1.2 Werkplek
1
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 1-26 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
Single Block
Single Block Programma blok per blok afwerken (blokgewijs).
Repos
Repos Terugplaatsen, terugkeren naar contour.
Ref Point
Ref Point Naar referentiepunt bewegen.
VAR
Inc Var (Incremental Feed Variable) Stapmaat met variabele stapbreedte gebruiken.
1
... 10000
Inc (Incremental Feed) Stapmaat met vastgelegde stapbreedte van 1, ..., 10000 incrementen gebruiken.
De evaluatie van de incrementele waarde is afhankelijk van het machinedatum.
Neem de instructies van de machinefabrikant in acht.
Cycle Start
Cycle Start Afwerking van een programma starten.
Cycle Stop
Cycle Stop Afwerking van een programma stoppen.
X ... 5th Axis
Astoetsen As kiezen.
+
Richtingstoetsen As in negatieve of positieve richting bewegen.
Rapid
Rapid As in ijlgang (hoogste snelheid) verplaatsen.
WCS MCS
WCS MCS Omschakelen tussen werktuig-coördinaten-systeem (WCS) en machine-coördinaten-systeem (MCS).
1 01/2008 Inleiding1.2 Werkplek
1
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 1-27
%
Voedings-/ijlgang-override Geprogrammeerde voeding resp. ijlgang verhogen of verlagen. De geprogrammeerde voeding resp. ijlgang beantwoordt aan 100% enkan van 0% tot 120% worden geregeld, in ijlgang slechts tot 100%. De nieuw ingestelde voeding verschijnt als absolute waarde en in procent in de voeding-statusindicatie op het beeldscherm.
Feed Stop
Feed Stop Bewerking van het lopende programma stoppen en asaandrijvingen stilzetten.
Feed Start
Feed Start Afwerking van het programma in het actuele blok voortzetten en voeding verhogen op de door het programma vastgelegde waarde.
%
Spil-override Geprogrammeerd spiltoerental verlagen of verhogen. Het geprogrammeerde spiltoerental stemt overeen met 100% en kan van 50 tot 120% worden geregeld. Het nieuwe ingestelde spiltoerental verschijnt als absolute waarde en als procentwaarde bij de statusindicatie van de spil op het scherm.
Spindle Dec.
Spindle Dec. – alleen machinebesturingspaneel OP032S Geprogrammeerd spiltoerental verlagen.
Spindle Inc.
Spindle Inc. – alleen machinebesturingspaneel OP032S Geprogrammeerd spiltoerental verhogen.
100%
100% – alleen machinebesturingspaneel OP032S Geprogrammeerd spiltoerental opnieuw instellen.
Spindle Stop
Spindle Stop Spil stoppen.
Spindle Start
Spindle Start Spil starten.
Spindle Left
Spindle Left – alleen machinebesturingspaneel OP032S Spil starten (draairichting links).
Spindle Right
Spindle Right – alleen machinebesturingspaneel OP032S Spil starten (draairichting rechts).
1 Inleiding 01/2008 1.2 Werkplek
1
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 1-28 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
Sleutelschakelaar Met de sleutelschakelaar kunt u verschillende toegangsrechten
instellen. De sleutelschakelaar heeft vier posities, die toegewezen zijn aan de veiligheidsniveaus 4 tot 7. Via machinedata kan de toegang tot programma's, gegevens en functies op verschillende niveaus worden vergrendeld.
Neem de instructies van de machinefabrikant in acht. Bij de sleutelschakelaar horen drie sleutels in verschillende kleuren,
die u in de aangegeven posities uit het slot kunt trekken:
Positie 0 Geen sleutel Veiligheidsniveau 7 Positie 1 Sleutel 1 zwart Veiligheidsniveau 6 Positie 2 Sleutel 1 groen Veiligheidsniveau 5 Positie 3 Sleutel 1 rood Veiligheidsniveau 4
Laagste toegangsrecht
⏐ ⏐ ⏐ ⏐ ⏐ ⏐ ⏐ ⏐ ↓ Toenemende
toegangsrechten ⏐ ⏐ ⏐ ⏐ ⏐ ⏐ ⏐ ⏐ ↓
Hoogste toegangsrecht
Als u de sleutelpositie verandert om de toegangsrechten te wijzigen, wordt dit niet onmiddellijk gemeld op het bedieningsoppervlak. U moet eerst een actie starten (bijv. directory sluiten of openen).
Als de PLC zich in de stop-toestand (LED's van het machinebesturingspaneel knipperen) bevindt, evalueert ShopMill de sleutelschakelaarposities tijdens het opstarten niet.
De andere veiligheidsniveau 0 tot 3 kan de machinefabrikant insteleln d.m.v. een wachtwoord. Bij een gezet wachtwoord evalueert ShopMill de sleutelschakelaarposities niet uit.
Neem de instructies van de machinefabrikant in acht.
1 01/2008 Inleiding1.2 Werkplek
1
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 1-29
1.2.6 Mini-bedieningshandtoestel
A
B
C
H
D
F
G
E
I88 83,5
20 60 108
216
A NOODSTOP-knop, twee kanalen B Toestemtoets, twee kanalen C Selectieschakelaar voor 5 assen en neutrale positie D Functietoetsen F1, F2, F3 E Verplaatsingstoetsen richting +, - F IJlgangtoets voor snelle verplaatsing met verplaatsingstoetsen ofr handwiel G Handwiel H Hechtmagneten voor de bevestiging aan metalen delen I Aansluitleiding 1,5 m ... 3,5 m
Bedieningselementen NOODSTOP-schakelaar De NOODSTOP-knop moet in noodsituaties worden ingedrukt 1. als er mensen in gevaar zijn 2. als er gevaar bestaat dat de machine of het werkstuk worden
beschadigd.
Toestemtoets De toestemtoets is als 2-positietoets uitgevoerd. Hij moet ingedrukt zijn om de verplaatsingsbewegingen te kunnen starten.
Asselectieschakelaar Met de asselectieschakelaar kunnen er tot en met 5 assen worden gekozen.
1 Inleiding 01/2008 1.2 Werkplek
1
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 1-30 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
Functietoetsen Met de functietoetsen kunnen er machinespecifieke functies worden geactiveerd.
Bewegingstoetsen Met de bewegingstoetsen +, - kunnen de rijbewegingen aan de as die met de asselectieschakelaar werd gekozen, geactiveerd worden.
Handwiel Met het handwiel kunnen de rijbewegingen aan de as die met de asselectieschakelaar werden gekozen, geactiveerd worden. Het handwiel levert 2 spoorsignalen met 100 I/U.
IJlgangtoets Met de ijlgangtoets kan de bewegingssnelheid van de as die met de asselectieschakelaar werd gekozen, verhoogd worden. De ijlgangschakelaar reageert op bewegingsopdrachten van de + / - toetsen en op handwielsignalen.
1 01/2008 Inleiding1.3 Bedieningsinterface
1
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 1-31
1.3 Bedieningsinterface
1.3.1 Overzicht
Beeldschermindeling
Bedieningsinterface
1 Actieve bedrijfsmodus/bedieningsbereik en onderbedieningsmodus
2 Alarm- en meldingsregel 3 Programmanaam 4 Programmapad 5 Kanaaltoestand en programmabeïnvloeding 6 Kanaalbedrijfsmeldingen 7 Positie-indicatie van de assen 8 Indicatie voor
• actief werktuig T • momentele voeding F • spil S • spilbelasting in procent
9 Indicatie van de actieve nulpuntverschuivingen en de rotatie 10 Werkvenster 11 Dialoogregel voor bijkomende verklaringen 12 Horizontale softkey-balk 13 Verticale softkey-balk 14 Softkey-toetsen 15 Beeldschermtoetsen
1 Inleiding 01/2008 1.3 Bedieningsinterface
1
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 1-32 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
Subbedieningsmodus REF: Referentiepunt aanlopen REPOS: Terugpositioneren INC1 ... INC10000: Vaste stapmaat INC_VAR: Variabele stapmaat
Kanaaltoestand RESET
actief
onderbroken
Programmabeïnvloeding SKP: G-code-blok verbergen DRY: Testvoeding !ROV: Alleen voedings-override (geen voedings- en ijlgang-override) SBL1: Afzonderlijk blok (stop na elk blok, die een functie op de machine start) SBL2: SBL2: Keuze in ShopMill niet mogelijk (stop na iedere zin) SBL3: Afzonderlijk blok fijn (stop na elk blok, ook binnen een cyclus) M01: Geprogrammeerde stop DRF: DRF-verschuiving PRT: Programmatest
Kanaalbedrijfsmeldingen Halt: Er is een bedieningshandeling vereist.
Wachten: Er is geen bedieningshandeling vereist. Als er een actieve verwijldtijd bestaat, wordt de resterende verwijltijd aangegeven. Deze wordt aangegeven in de eenheden seconden of spilomwentelingen.
Positie-indicatie van de assen
De actuele-waarde-aanduiding in de positie-indicatie heeft betrekking op het ENS-coördinatensysteem. De positie van het actieve werktuigen t.o.v. het werkstuknulpunt wordt aangegeven. Symbolen van de asindicatie
Lineaire as geklemd Ronde as geklemd
Voedingstoestand
Voeding niet vrijgegeven
1 01/2008 Inleiding1.3 Bedieningsinterface
1
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 1-33
Spiltoestand Spil niet vrijgegeven
Spil staat stil
Spil draait naar rechts
Spil draait naar links De indicatie van de spilbelasting in procent 100% bedragen.
Neem de instructies van de machinefabrikant in acht.
De kleuren van de symbolen hebben de volgende betekenis: Rood: Machine staat stil Groen: Machine loopt Geel: Wachten op een bedieninigshandeling Grijs: Andere
Beeldschermtoetsen
Machine Actieve bedrijfsmodus (Machine Manueel, MDA of Machine Auto) oproepen.
Sprong terug Zonder betekenis voor ShopMill.
Uitbreiding Horizontale softkey-balk veranderen.
Menu Select Basismenu oproepen:
Machine Pro-gramma
Progr.edit
Alarm-lijst
Werkt.Nulp.
I.p.v. het programmapad (4) kunnen ook door de machinefabrikant gedefinieerde symbolen worden aangegeven. Het programmapad verschijnt dan samen met de programmanaam (3).
Neem de instructies van de machinefabrikant in acht.
1 Inleiding 01/2008 1.3 Bedieningsinterface
1
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 1-34 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
1.3.2 Bediening via softkeys en toetsen
De bedieningsinterface ShopMill bestaat uit verschillende schermen, die telkens over acht horizontale en acht verticale softkeys beschikken. De softkeys bedient u met de toetsen die zich naast de softkeys bevinden. Via de softkeys kunt u telkens een nieuw scherm oproepen.
ShopMill is onderverdeeld in 3 bedrijfsmodi (Machine Manueel, MDA en Machine Auto) en 4 bedieningsbereiken (Programmamanager, Programma, meldingen/alarmen en Werktuigen/Nulpunt- verschuivingen).
Als u één bedrijfsmodus/bedieningsbereik wilt omschakelen op een ander bedieningsbereik, drukt u op de toets "Menu Select". Het basismenu wordt geopend en met de softkeys kunt u het gewenste bedieningsbereik kiezen.
Alternatief kunt u de bedieningsbereiken ook oproepen via de toetsen op het bedieningspaneel.
Jog MDA Auto
Een bedrijfsmodus kunt u altijd direct met de toetsen op het machinebesturingspaneel kiezen. Als u op de softkey "Machine" in het basismenu drukt, verschijnt het scherm van de momenteel actieve bedrijfsmodus.
1 01/2008 Inleiding1.3 Bedieningsinterface
1
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 1-35
Als u een andere bedrijfsmodus resp. een ander bedieningsbereik kiest, worden zowel de horizontale als de verticale softkey-balk omgeschakeld.
Basismenu
Bedrijfsmodus Machine Manueel
1 Inleiding 01/2008 1.3 Bedieningsinterface
1
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 1-36 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
Als u binnen een bedrijfsmodus resp. een bedieningsbereik op een horizontale softkey drukt, verandert alleen de verticale softkey-balk.
Bedrijfsmodus Machine Manueel
Functie binnen de bedrijfsmodus Machine Manueel
1 01/2008 Inleiding1.3 Bedieningsinterface
1
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 1-37
Als op de bedieningsinterface in de dialoogregel rechts het symbool verschijnt, kunt u binnen een bedieningsbereik de horizontale
softkey-balk veranderen. Druk hiervoor op de toets "Uitbreiding". Als u nogmaals op de toets "Uitbreiding" drukt, verschijnt opnieuw de oorspronkelijke horizontale softkey-balk.
Binnen een bedrijfsmodus resp. een bedieningsbereik keert u met de softkey "Terug" naar het hogere scherm terug.
Met de softkey "Annuleren" verlaat u een scherm zonder de ingevoerde waarden over te nemen. U keert ook terug naar het hogere scherm.
Als u alle vereiste parameters correct heeft ingevoerd in het parameterscherm, kunt u het scherm met de softkey "Toepassen" sluiten en opslaan.
Met de softkey "OK" start u onmiddellijk een actie, bijv. een programma hernoemen of wissen.
Programma-test aan
Als u enkele functies via softkey activeert, krijgt de softkey een zwarte achtergrond.
Programma-test uit
Om de functie opnieuw uit te schakelen, moet u nogmaals op de softkey drukken. De softkey heeft dan weer een grijze achtergrond.
1 Inleiding 01/2008 1.3 Bedieningsinterface
1
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 1-38 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
1.3.3 Programma-aanzichten
Een arbeidsstappenprogramma kan met verschillende aanzichten worden weergegeven.
Programmamanager In de programmamanager beheert u alle programma's. Bovendien kiest u hier een programma voor de werkstukbewerking.
Programmamanager
-of-
De programmamanager selecteert u met de softkey "Programma" of de toets "Program manager".
Binnen een directory kunt u zich bewegen met de toetsen "Cursor omhoog" en "Cursor omlaag".
Met de toets "Cursor rechts" opent u een directory.
Met de toets "Cursor links" keert u terug naar de hogere directory.
-of-
Met de toets "Cursor rechts" of "Input" opent u het arbeidsplan van een programma.
1 01/2008 Inleiding1.3 Bedieningsinterface
1
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 1-39
Arbeidsplan Het arbeidsplan biedt een overzicht van de verschillende bewerkingsstappen van een programma.
Arbeidsplan
In het arbeidsplan kunt u met de toetsen "Cursor omhoog" en "Cursor omlaag" navigeren tussen de programmablokken.
Met de toets "Help" kunt u omschakelen tussen arbeidsplan en programmeergrafiek.
Programmeergrafiek De programmeergrafiek toont een dynamische streepjesgrafiek van het bovenaanzicht van het werkstuk. Het programmarecord dat in het arbeidsplan gemarkeerd is, wordt in de programmeergrafiek gekleurd geaccentueerd.
Programmeergrafiek
1 Inleiding 01/2008 1.3 Bedieningsinterface
1
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 1-40 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
Met de toets "Cursor rechts" kunt u in het arbeidsplan een programmarecord openen. Het bijbehorende parameterscherm met programmeergrafiek wordt geopend.
Parameterscherm met programmeergrafiek
De programmeergrafiek in een parameterscherm toont de contour van de actuele bewerkingsstap als streepjesgrafiek samen met de parameters.
Parameterscherm met programmeergrafiek
Binnen een parameterscherm kunt u met de cursortoetsen tussen de verschillende invoervelden springen.
Met de toets "Help" kunt u in het parameterscherm omschakelen tussen programmeergrafiek en help-venster.
1 01/2008 Inleiding1.3 Bedieningsinterface
1
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 1-41
Parameterscherm met help-venster
Het help-scherm in het parameterscherm verklaart de verschillende parameters van de bewerkingsstappen.
Werkt.
Langssleuf
Annuleren
LangssleufGereedsch.nm.
mm/tandO/min
MiddenBewerking:
Positiepatroon
Aanlopen: centr.mm/tand
Contourfrezen
BewerkenSimulatieDiversenFrezenBorenRechteCirkel
Overname
Parametescherm met help-venster
De gekleurde symbolen in de help-vensters betekenen het volgende:Gele cirkel = referentiepunt Rode pijl = werktuig beweegt in ijlgang Groene pijl = werktuig beweeg in bewerkingsvoeding
1 Inleiding 01/2008 1.3 Bedieningsinterface
1
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 1-42 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
1.3.4 Parameters invoeren
Bij het instellen van de machine en bij de programmering moet u telkens voor verschillende parameters waarden invoeren in de witte velden. Parameters, waarvan de invoervelden in grijs gemarkeerd zijn, worden door ShopMill automatisch berekend.
�
eenheid
grijsinvoerveld
witinvoerveld
parameterGerade
Overg. naar volgend element
Parameterscherm
Parameters selecteren
Bij enkele parameters kunt u in het invoerveld kiezen tussen meerderemogelijkheden. In deze velden kunt u zelf geen waarden invoeren.
-of-
Druk meermaals op de softkey "Alternat." of de toets "Select" tot de gewenste instelling verschijnt.
De softkey "Alternat." is alleen zichtbaar als de cursor op een invoerscherm met meerdere selectiemogelijkheden staat. Ook de toets "Select" is alleen in dit geval actief.
Parameter invoeren
Voor de overige parameters moet u in het invoerveld met behulp van de toetsen op het bedieningspaneel een getalwaarde invoeren.
Voer de gewenste waarde in.
Druk op de toets "Input" om het invoeren af te sluiten.
-of-
Als u geen waarde wilt invoeren, d.w.z. ook niet de waarde "0", drukt u op de toets "Backspace" of "Del".
1 01/2008 Inleiding1.3 Bedieningsinterface
1
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 1-43
Eenheid kiezen
Bij enkele parameters heeft u de keuze tussen verschillende eenheden.
-of-
Druk meermaals op de softkey "Alternat." of de toets "Select" tot de gewenste eenheid verschijnt.
De softkey "Alternat." is alleen zichtbaar als u voor deze parameter de keuze heeft tussen meerdere eenheden. Ook de toets "Select" is alleen in dit geval actief.
Parameter wissen
Als in een invoerveld een foute waarde staat, kunt u deze volledig wissen.
-of-
Druk op de toets "Backspace" of "Del".
Parameters veranderen
of berekenen
Als u een waarde in een invoerveld niet volledig wilt overschrijven maar slechts enkele tekens wilt veranderen, kunt u omschakelen op de invoegmodus. In deze modus is ook de calculator actief, waarmee u tijdens de programmering heel eenvoudig parameterwaarden kunt berekenen.
Druk op de toets "Insert".
De invoegmodus resp. calculator is geactiveerd.
Met de toetsen "Cursor links" en "Cursor rechts" kunt u binnen het invoerveld bewegen. Via de toetsen "Backspace" of "Del" kunt u afzonderlijke tekens wissen.
Meer informatie over de calculator vindt u in het hfdst. "Calculator".
Parameter overnemen
Als u alle vereiste parameters correct heef ingevoerd in het parametescherm, kunt u het scherm sluiten en opslaan.
-of-
Druk op de softkey "Toepassen" of de toets "Cursor links". Als een regel meerdere invoervelden bevat en u de parameters met de toets "Cursor links" wilt overnemen, moet u de cursor in het invoerveld plaatsen dat helemaal links staat.
U kunt de parameters niet overnemen, zolang u de parameters onvolledig of algemeen foutief hebt ingevoerd. In de dialoogregel kunt u dan zien welke parameters ontbreken of fout werden ingevoerd.
1 Inleiding 01/2008 1.4 Basis
1
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 1-44 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
1.4 Basis
1.4.1 Niveaubenamingen
Telkens twee coördinatenassen leggen een niveau vast. De derde coördinatenas (werktuigas) staat telkens loodrecht op dit vlak en bepaalt de aanlooprichting van het werktuig (bijv. voor 2½ D-bewerking).
Bij het programmeren is het noodzakelijk de besturing te informeren, op welk niveau er gewerkt wordt, zodat de werktuigcorrectiewaarden juist verrekend worden. Dit niveau heeft eveneens een betekenis voor bepaalde soorten van de circelprogrammering en bij de poolcoördinaten.
X
YZ
Y/Z
Z/X
X/Y
De arbeidsniveaus worden als volgt bepaald:
Vlak Werktuigas X/Y Z Z/X Y Y/Z X
1.4.2 Poolcoördinaten
Het rechthoekige coördinatensysteem is geschikt als de productietekening rechthoekig gedimensioneerd is. Bij werkstukken die met cirkelbogen of hoekgegevens gedimensioneerd zijn, is het zinvol de posities met poolcoördinaten te bepalen. Dit is mogelijk als u een rechte of een cirkel programmeert (zie hfdst. "Programmeren van eenvoudige baanbewegingen").
Poolcoördinaten hebben hun nulpunt in de "Pool".
Voorbeeld: De punten P1 en P2 kan men dan – met betrekking tot de Pool – als volgt beschrijven: P1:Radius =100 plus hoek =30° P2:Radius =60 plus hoek =75°
X
Y
P1P2
30°75°
Pol
15
30
60
100
1 01/2008 Inleiding1.4 Basis
1
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 1-45
1.4.3 Absolute afmeting
Bij de absolute afmeting hebben alle positiegegevens betrekking op het telkens geldige nulpunt. Met betrekking tot de werktuigbeweging betekent dit:
Het gegeven van de absolute afmeting beschrijft de positie, naar waar het werktuig zich moet bewegen.
Voorbeeld: De positiegegevens voor de punten P1 tot P3 in de absolute afmeting zijn met betrekking tot het nulpunt: P1: X20 Y35 P2: X50 Y60 P3: X70 Y20
X
Y
7050
20
P2
P3
P1
6035
20
1.4.4 Incrementele afmeting
Bij productietekeningen, waarbij de afmetingen geen betrekking hebben op het nulpunt, maar op een ander werkstukpunt, bestaat de mogelijkheid de incrementele afmeting in te voeren (kettingmaat).
Bij het invoeren van de incrementele afmeting heeft een positiegegeven betrekking tot het vooraf geprogrammeerde punt.
Voorbeeld: De positiegegevens voor de punten P1 tot P3 in de incrementele afmeting zijn: P1: X20 Y35 ;(met betrekking tot het nulpunt) P2: X30 Y20 ;(met betrekking tot P1) P3: X20 Y-35 ;(met betrekking tot P2)
X
Y
P1
20 2030
P2
P3
2015
20
1 Inleiding 01/2008 1.4 Basis
1
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 1-46 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
1.4.5 Handrekenmachine-functie
Functie
Voorwaarde De cursor staat op een parameterveld.
=
Met de toets "Insert"
resp. isgelijk-toets schakelt u in de handrekenmachinemodus. Na het drukken van deze toets en de daaropvolgende invoer van een hoofdrekensymbool (+, -, *, / ), een waarde
en input wordt de volgende ingevoerde waarde met de tot nu toe ingevoerde waarde verrekend.
Voorbeeld: Voor een werktuig wordt een werktuigslijtage in lengte L van + 0.1 meegerekend.
• cursor in een passend parametreerveld plaatsen • met de isgelijk-toets het parametreerveld openen • de bestaande waarde met de nieuwe slijtagewaarde optellen, bijv. 0.5 + 0.1 • rekenproces met de toets "Input" afsluiten. Resultaat: 0.6
2 01/2008 Bediening 2
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 2-47
Bediening 2.1 In- en uitschakelen.................................................................................................... 2-49
2.2 Naar referentiepunt bewegen ................................................................................... 2-49 2.2.1 Gebruikerstoestemming bij Safety Integrated........................................................... 2-51
2.3 Assen tonen .............................................................................................................. 2-52
2.4 Bedrijfsmodi .............................................................................................................. 2-53
2.5 Instellingen voor de machine .................................................................................... 2-54 2.5.1 Maateenheid (millimeter/inch) omschakelen ............................................................ 2-54 2.5.2 Coördinatensysteem (MCS/WCS) omschakelen...................................................... 2-55
2.6 Nieuwe positiewaarde zetten .................................................................................... 2-56
2.7 Werkstuknulpunt meten ............................................................................................ 2-58 2.7.1 Rand meten............................................................................................................... 2-62 2.7.2 Hoek meten............................................................................................................... 2-67 2.7.3 Kamer en boring meten ............................................................................................ 2-69 2.7.4 Tap meten................................................................................................................. 2-76 2.7.5 Vlak uitrichten............................................................................................................ 2-83 2.7.6 Correcties na het meten van het nulpunt.................................................................. 2-85 2.7.7 Elektronische meettaster kalibreren.......................................................................... 2-86
2.8 Werktuig meten......................................................................................................... 2-88 2.8.1 Werktuig manueel meten .......................................................................................... 2-88 2.8.2 Vast punt afstemmen ................................................................................................ 2-92 2.8.3 Werktuig meten met meettaster................................................................................ 2-93 2.8.4 Meettaster afstemmen .............................................................................................. 2-96
2.9 Handbedrijf................................................................................................................ 2-97 2.9.1 Werktuig selecteren en in de spil plaatsen ............................................................... 2-97 2.9.2 Nieuw werktuig in de lijst invoeren en in de spil plaatsen......................................... 2-98 2.9.3 Nieuw werktuig in de lijst invoeren en in het magazijn laden ................................... 2-99 2.9.4 Spil manueel starten, stoppen en positioneren......................................................... 2-99 2.9.5 Assen verplaatsen .................................................................................................. 2-101 2.9.6 Assen positioneren ................................................................................................. 2-103 2.9.7 Zwenken.................................................................................................................. 2-103 2.9.8 Vlakfrezen ............................................................................................................... 2-107 2.9.9 Instellingen voor handbedrijf ................................................................................... 2-108
2.10 MDA-bedrijf ............................................................................................................. 2-111
2.11 Automatisch bedrijf ................................................................................................. 2-112 2.11.1 Omschakelen tussen de indicaties "T, F, S", "G-functies" en "hulpfuncties".......... 2-113 2.11.2 Programma voor uitvoering kiezen ......................................................................... 2-114 2.11.3 Programma starten/stoppen/voortijdig beëindigen ................................................. 2-115 2.11.4 Programma onderbreken ........................................................................................ 2-116 2.11.5 Bewerking starten bij bepaald programmapunt ...................................................... 2-117 2.11.6 Programmaverloop beïnvloeden............................................................................. 2-122 2.11.7 Overschrijven .......................................................................................................... 2-124
2 Bediening 01/2008 2
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 2-48 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
2.11.8 Programma testen...................................................................................................2-125 2.11.9 Meetekenen voor de bewerking ..............................................................................2-126 2.11.10 Meetekenen tijdens de bewerking...........................................................................2-128
2.12 Programma inlopen.................................................................................................2-129 2.12.1 Enkelvoudig blok .....................................................................................................2-129 2.12.2 Actueel programmablok tonen ................................................................................2-130 2.12.3 Programma corrigeren ............................................................................................2-131
2.13 Looptijden................................................................................................................2-132
2.14 Instellingen voor de automatische modus...............................................................2-134 2.14.1 Testvoeding vastleggen ..........................................................................................2-134 2.14.2 Werkstukteller parametreren...................................................................................2-135
2.15 Werktuigen en werktuigcorrecties ...........................................................................2-136 2.15.1 Nieuw werktuig aanleggen ......................................................................................2-143 2.15.2 Meerdere snijkanten per werktuig aanleggen .........................................................2-145 2.15.3 Werktuignamen veranderen....................................................................................2-146 2.15.4 Zusterwerktuig aanleggen.......................................................................................2-146 2.15.5 Handwerktuig ..........................................................................................................2-146 2.15.6 Werktuigcorrecties...................................................................................................2-147 2.15.7 Bijkomende functies voor een werktuig...................................................................2-150 2.15.8 Werktuigslijtagegegevens invoeren ........................................................................2-151 2.15.9 Werktuigbewaking activeren ...................................................................................2-152 2.15.10 Magazijnlijst.............................................................................................................2-154 2.15.11 Werktuig wissen ......................................................................................................2-155 2.15.12 Werktuigtype veranderen ........................................................................................2-155 2.15.13 Werktuig in het magazijn laden resp. uit het magazijn ontladen.............................2-156 2.15.14 Werktuig verplaatsen...............................................................................................2-158 2.15.15 Magazijn positioneren .............................................................................................2-160 2.15.16 Werktuigen sorteren................................................................................................2-160
2.16 Nulpuntverschuivingen............................................................................................2-162 2.16.1 Nulpuntverschuivingen definiëren ...........................................................................2-164 2.16.2 Nulpuntverschuivingslijst .........................................................................................2-165 2.16.3 Nulpuntverschuiving in het manuele bereik selecteren/deselecteren.....................2-167
2.17 Omschakelen op CNC-ISO-bedrijf ..........................................................................2-168
2.18 ShopMill Open (PCU 50.3)......................................................................................2-169
2.19 Telediagnose...........................................................................................................2-169
2 01/2008 Bediening2.1 In- en uitschakelen
2
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 2-49
2.1 In- en uitschakelen Het in- resp. uitschakelen van de besturing van de volledige installatie
kan op verschillende manieren worden gerealiseerd.
Neem de instructies van de machinefabrikant in acht.
Na het inschakelen verschijnt het basisbeeld "Machine Manueel"
Basisbeeld "Machine Manueel"
2.2 Naar referentiepunt bewegen Besturing en machine worden bij de functie "Ref" na het inschakelen
gesynchroniseerd. De beweging naar het referentiepunt kan op verschillende manieren worden gerealiseerd.
Neem de instructies van de machinefabrikant in acht.
• Het referentiepunt is alleen voor machine-assen mogelijk. De indicatie van de werkelijke waarde stemt na het inschakelen niet met de werkelijke positie van de assen overeen.
• De beweging naar het referentiepunt is nodig als de machine niet over een absoluut meetsysteem beschikt!
Waarschuwing
Indien de assen niet op een veilige positie staan, moet u de assen overeenkomstig positioneren. Gelieve hierbij absoluut op de asbewegingen direct aan de machine te letten! Ignoreer de indicatie van de werkelijke waarde, zolang de assen niet gerefentieerd zijn! Software-eindschakelaars zijn niet actief!
2 Bediening 01/2008 2.2 Naar referentiepunt bewegen
2
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 2-50 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
As refereren
Jog
Kies de bedrijfsmodus "Machine Manueel".
Ref Point
Druk op de toets "Ref Point".
X ...
Selecteer de te verplaatsen as.
+
Druk op de toetsen "-" resp. "+".
De gekozen as loopt naar het referentiepunt. De richting resp. de volgorde wordt vastgelegd door het PLC-programma van de machinfabrikant. Als u op de verkeerde richtingstoets gedrukt hebt, wordt de bediening niet aangenomen, er is geen beweging. De indicatie toont de referentiepuntwaarde aan.
Voor assen die nog niet gerefereerd zijn, verschijnt er geen symbool.
Dit symbool verschijnt naast de as zodra deze het referentiepunt heeft bereikt.
Asbeweging
onderbreken
Feed Stop
Druk op de toets "Feed Stop".
De as stopt. De as opnieuw starten X
...
Selecteer de te verplaatsen as.
+
Druk op de toetsen "-" resp. "+".
De gekozen as loopt naar het referentiepunt.
Na het bereiken van het referentiepunt is de machine gesynchroniseerd. De indicatie van de werkelijke waarde wordt op de referentiepuntwaarde gezet. Het verschil tussen het machinenulpunt en het sledereferentiepunt wordt getoond. Vanaf dit moment zijn de trajectbegrenzingen, zoals bijv. software-eindschakelaars, actief.
U beëindigt de functie op het machinebedieningspaneel door de bedrijfsmodus "Machine Auto" resp. "Machine Manueel".
2 01/2008 Bediening2.2 Naar referentiepunt bewegen
2
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 2-51
• Alle assen kunnen tegelijkertijd naar het referentiepunt bewegen (afhankelijkl van het PLC-programma van de machinefabrikant).
• De voedings-override is actief
De volgorde voor het refereren van de as kan door de machinefabrikant worden vastgelegd.
Pas als alle assen met gedefinieerd referentiepunt dit punt bereikt hebben, is een start met de toets "Cycle Start" in de bedrijfsmodus "Machine Auto" mogelijk.
2.2.1 Gebruikerstoestemming bij Safety Integrated
Als u op uw machine Safety Integrated (SI) inzet, moet u bij de beweging naar het referentiepunt bevestigen dat de aangegeven actuele positie van een as overeenstemt met de werkelijke positie op de machine. Deze toestemming is dan een noodzakelijke voorwaarde voor verdere functies van de Safety Integrated.
U kunt pas de gebruikerstoestemming voor een as geven als u
voordien de as het referentiepunt liet aanlopen.
De getoonde positie van de as heeft altijd betrekking op het machinecoördinatensysteem (MCS).
Voor de gebruikerstoestemming bij Safety Integrated heeft u een software-optie nodig.
Meer informatie m.b.t. de gebruikerstoestemming vindt u in: Literatuur: Literatuur: /FBSI/, Functiebeschrijving SINUMERIK Safety Integrated
Jog
Kies de bedrijfsmodus "Machine Manueel".
Ref Point
Druk op de toets "Ref Point" op het machinebesturingspaneel.
X ...
Selecteer de te verplaatsen as.
+
Druk op de toetsen "-" resp. "+".
De gekozen as loopt op het referentiepunt en stopt. De coördinaat van
het referentiepunt wordt getoond. De as wordt met gemarkeerd.
2 Bediening 01/2008 2.3 Assen tonen
2
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 2-52 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
Gebruikers- toestem.
Druk op de softkey "Gebruikerstoestem.".
Het venster "Gebruikerstoestemming" wordt geopend. Er verschijnt een lijst van alle machineassen met de actuele en SI-posities.
Plaats de cursor in het veld "Toestemming" van de gewenste as.
-of-
Activeer de toestemming door het indrukken van de softkey "Alternat." of de toets "Select".
De gekozen as is in de kolom "Toestemming" met een kruisvormig symbool "veilig gereferentieerd" gekenmerkt.
Door nogmaals op de "toggle-toetsen" te drukken, deactiveert u de toestemming weer.
2.3 Assen tonen U heeft de mogelijkheid voor alle ingestelde assen informatie op te
roepen: • actuele positie • restweg (Repos-verschuiving)
De positiewaarden worden principieel aangegeven m.b.t. tot het
werkstukcoördinatensysteem (WCS).
Jog Auto
Kies de bedrijfsmodus "Machine Manueel" of "Machine Auto"
Andere assen
Druk op de softkey "Andere assen".
Het venster "WCS, positie, restweg" wordt geopend. De positiewaarden en restwegen van maximaal 14 assen worden getoond.
De softkey "Andere assen" is alleen aanwezig als deze ingesteld is. Neem de instructies van de machinefabrikant in acht.
2 01/2008 Bediening2.4 Bedrijfsmodi
2
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 2-53
2.4 Bedrijfsmodi In ShopMill kan in drie verschillende bedrijfsmodi worden gewerkt:
• Machine Manueel • MDA (Manual Data Automatic) • Machine Auto
Machine Manueel De bedrijfsmodus "Machine Manueel" is bedoeld voor de volgende
activiteiten: • Naar referentiepunt bewegen, d.w.z. het wegmeetsysteem van de
machine ijken • Werkstuk zwenken • Machine voor het afwerken van een programma in de
automatische modus voorbereiden, d.w.z. werktuigen meten, werkstuk meten en evt. in het programma gebruikte nulpuntverschuivingen definiëren
• As verplaatsen, bijv. tijdens een programmaonderbreking • Assen positioneren • Werkstuk vlakfrezen
Jog
De bedrijfsmodus "Machine Manueel" kunt u selecteren met de toets "Jog". De onder "T, S, M ..." ingestelde parameters hebben uitwerkingen op alle bewegingen in de manuele modus, behalve bij de beweging naar het referentiepunt.
MDA In de bedrijfsmodus "MDA" kunt u per blok G-code-commando's invoeren en laten uitvoeren om de machine in te stellen of afzonderlijke acties te laten uitvoeren.
MDA
MDA kunt u selecteren met de toets "MDA".
Machine Auto In de bedrijfsmodus "Machine Auto" kunt u een programma volledig of gedeeltelijk uitvoeren. Daarnaast kunt u de afwerking van het programma op het scherm grafisch volgen.
Auto
De bedrijfsmodus "Machine Auto" kunt u selecteren met de toets "Auto".
2 Bediening 01/2008 2.5 Instellingen voor de machine
2
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 2-54 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
2.5 Instellingen voor de machine
2.5.1 Maateenheid (millimeter/inch) omschakelen
Met deze functie hebt u de mogelijkheid, afhankelijk van de dimensionering van de productietekening, tussen het metrische en het inch-systeem te wisselen.
De meetsysteem-omschakeling gebeurt telkens voor de volledige machine, waarbij alle noodzakelijke gegevens automatisch in het nieuwe maatsysteem worden omgerekend, bijv.:
• Posities • Werktuigcorrecties • Nulpuntverschuivingen
Jog
Schakel in de bedrijfsmodus "Machine Manueel" in de uitgebreide horizontale softkey-balk.
Druk op de softkey "ShopM. Instel.".
Inch
Druk op de softkey "Inch" om op Inch om te schakelen.
De softkey "Inch" is actief. Inch
Druk op de softkey "Inch" om op metrisch om te schakelen.
De softkey "Inch" is inactief.
Na het bedienen van de softkey "Inch" wordt in een venster gevraagd of de omschakeling moet worden uitgevoerd.
Na bevestiging met de softkey "OK" wordt het meetsysteem aangepast.
2 01/2008 Bediening2.5 Instellingen voor de machine
2
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 2-55
2.5.2 Coördinatensysteem (MCS/WCS) omschakelen
Het machinecoördinatensysteem (MCS) is het oorspronkelijke systeem van uw machine. In tegenstelling tot het werkstukcoördinatensysteem (WCS) houdt het geen rekening met werktuigcorrecties, nulpuntverschuivingen, scaleringen etc.
Tussen machine- en werkstukcoördinatensysteem schakelt u als
volgt om.
WCS MCS
Druk op de toets "WCS MCS" op het machinebesturingspaneel
- OF -
Jog Auto
Kies de bedrijfsmodus "Machine Manueel" of "Machine Auto"
Act. wde MCS
Druk op de softkey "Act. wde MCS" om op MCS om te schakelen.
De softkey "Act. wde MCS" is actief. Act. wde
MCS Druk op de softkey "Act. wde MCS" om van MCS op WCS om te
schakelen.
De softkey "Act. wde MCS" is inactief.
2 Bediening 01/2008 2.6 Nieuwe positiewaarde zetten
2
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 2-56 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
2.6 Nieuwe positiewaarde zetten Met de functie "Nulpuntverschuiving zetten" kunt u voor de
verschillende assen een nieuwe positiewaarde invoeren bij de actuele-waarde-indicatie. Het verschil tussen positiewaarde in het machinecoördinatensysteem MCS en de nieuwe positiewaarde in het werkstukcoördinatensysteem WCS wordt afhankelijk van een machinegegevensbouwsteen opgeslagen in de actieve nulpuntverschuiving of in de basisverschuiving.
Neem de instructies van de machinefabrikant in acht.
Als de waarden in de actieve nulpuntverschuiving worden opgeslagen, worden de waarden in de grofverschuiving geaccentueerd en de voorhanden waarden in de fijnverschuiving worden gewist. Onder het positievenster voor de assen wordt de telkens actieve nulpuntverschuiving getoond.
Beweeg de machineassen naar de gewenste positie
(bijv. werkstukoppervlak).
Jog
Kies in de bedrijfsmodus "Machine Manueel" het menu "NPV zetten".
Menu basisverschuiving
2 01/2008 Bediening2.6 Nieuwe positiewaarde zetten
2
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 2-57
Positiewaarde zetten Voer de nieuwe positiewaarden in met het toetsenbord. Met de toetsen schakelt u om tussen de posities.
Druk op de toets "Input" om het invoeren af te sluiten.
- OF - Druk op de softkeys "X=0","Y=0" en "Z=0" om de positiewaarden
op 0 te zetten.
Verschuiving terugzetten
Wissen
Druk op de softkey "Wissen".
De verschuiving wordt ongedaan gemaakt.
De nulpuntverschuivingen (NPV1 enz.) worden op de basisverschuiving opgezet.
2 Bediening 01/2008 2.7 Werkstuknulpunt meten
2
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 2-58 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
2.7 Werkstuknulpunt meten Het referentiepunt bij de programmering van een werkstuk is
altijd het werkstuknulpunt. Het bepalen van het werkstuknulpunt is mogelijk aan de volgende werkstukelementen:
• Kant • Hoek • Kamer/Boring • Tap • Vlak
Het werkstuknulpunt kunt u manueel of automatisch meten.
Manueel meten
Bij de manuele meting van het nulpunt moet u uw werktuig manueel naar het werkstuk toe bewegen. U kunt randtasters, meettasters of meetklokken gebruiken waarvan telkens radius en lengte bekend is. Alternatief kunt u ook een willekeurig werktuig met een bekende radius en een bekende lengte gebruiken.
De voor meten gebruikte werktuigen mogen niet van het type 3D-taster zijn.
Automatisch meten
Voor automatische metingen gebruikt u uitsluitend elektronische meettasters van het type 3D-taster of monotaster. De elektronische meettasters moeten eerst gekalibreerd worden. Bij de automatische meting positioneert u de meettaster eerst manueel voor. Na de start met de toets "Cycle Start" beweegt de meettaster automatisch met meetvoeding naar het werkstuk toe en met ijlgangsnelheid terug naar de startpositie.
Om het werkstuknulpunt automatisch te kunnen meten, moeten de meetcycli vooraf door de machinefabrikant worden vastgelegd. Daarbij wordt o.a. ook de meetvoeding vastgelegd via een machinegegevensbouwsteen.
Neem de instructies van de machinefabrikant in acht.
Om de gewenste meetresultaten te verkrijgen, moet in de regel de volgorde van de meetpunten in acht worden genomen, die aangegeven is op de help-schermen. Meetpunten kunnen herroepen en vervolgens opnieuw gemeten worden. Dit gebeurt door het bedienen van de actief weergegeven softkey (meetwaarde). Bij de manuele meting kan de reset in willekeurige volgorde worden uitgevoerd, bij de automatische meting slechts alleen in omgekeerde meetvolgorde.
2 01/2008 Bediening2.7 Werkstuknulpunt meten
2
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 2-59
Alleen meten Als u het werkstuknulpunt "alleen wilt meten", worden de gemeten waarden alleen aangegeven zonder het coördinatensysteem te veranderen.
Nulpuntverschuiving In de regel slaat u het gemeten werkstuknulpunt op in een nulpuntverschuiving. Met ShopMill kunt u draaiingen en verschuivingen meten. Indien nodig moet u eerst de verdraaiingen vanuw werkstuk meten om uw werkstuk uit te richten en dan het nulpunt te bepalen door de verschuivingen te bepalen.
Uitrichten Het uitrichten kan gebeuren door het draaien van het coördinatensysteem of van het werkstuk met behulp van een ronde as. Als uw machine over twee ronde assen beschikt en de functie "Zwenken" ingesteld is, kunt u ook een schuin vlak uitrichten.
Nulpunt De meetwaarden voor de verschuivingen worden in de ruwe verschuiving bewaard en de overeenkomstige fijne verschuivingen worden gewist. Als het nulpunt wordt opgeslagen in een niet-actieve nulpuntverschuiving, wordt een activeringsvenster geopend, waarmee u de nulpuntverschuiving direct kunt activeren.
Ronde assen Als uw machine over ronde assen beschikt, kunnen deze ronde assen in aanmerking worden genomen voor de meet- en instelprocedure. Alsu het werkstuknulpunt opslaat in een nulpuntverschuiving, kunnen in de volgende gevallen ronde-aspositioneringen vereist zijn.
• De correctie van de nulpuntverschuiving vereist een positionering van de ronde assen om het werkstuk parallel uit te richten t.o.v. het coördinatensysteem, bijv. bij "Rand uitrichten".
• De correctie van de nulpuntverschuiving veroorzaakt draaiingen van het werkstukcoördinatensysteem waarna het werktuig loodrecht moet worden uitgericht t.o.v. het vlak, bijv. bij "Vlak uitrichten".
Bij de positionering van de ronde assen wordt u door één of twee activeringsvensters ondersteund (zie hfdst. "Correcties na het meten van het nulpunt").
De selectie "Ronde as A, B, C" voor de parameter "Hoekcorr." is alleen mogelijk als ronde assen aan de machine ingesteld zijn. Daarnaast moet een toewijzing aan geometrieassen worden uitgevoerd d.m.v. machinegegevens.
Neem de instructies van de machinefabrikant in acht.
2 Bediening 01/2008 2.7 Werkstuknulpunt meten
2
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 2-60 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
Arbeidsvolgorde Voor het meten van het werkstuknulpunt moet het werktuig altijd loodrecht t.o.v. het bewerkingsvlak staan resp. geplaatst worden (bijv. met "Vlak uitrichten"). Bij enkele meetvarianten moet het werkstuk eerst parallel worden uitgericht t.o.v. het coördinaten-systeem (rand zetten, afstand 2 randen, rechthoekige kamer, rechthoekige tap). Om deze voorwaarden te vervullen kan het nodig zijn de meting in meerdere stappen uit te voeren: 1. "Vlak uitrichten" (om het werktuikg loodrecht uit te richten
t.o.v. het vlak) 2. "Rand uitrichten" (om het werkstuk parallel uit te richten
t.o.v. het coördinatensysteem) 3. "Rand zetten", "Afstand 2 randen", "Rechthoekige kamer" of
"Rechthoekige kamer" (om het nulpunt vast te leggen) of 1. "Vlak uitrichten" (om het werktuikg loodrecht uit te richten
t.o.v. het vlak) 2. "Hoek", "Boringen" of "Tappen" (om het werktuig parallel uit te
richten t.o.v. het coördinatensysteem en het nulpunt vast te leggen)
Voorpositioneren Als u voor het meten met "Rand uitrichten" een ronde as wilt voorpositioneren, verplaatst u de ronde as zo dat uw werkstuk ongeveer parallel staat t.o.v. het coördinatensysteem. Zet de betreffende ronde-ashoek met "NPV zetten" op nul. De meting met "Rand uitrichten" zal dan de waarde voor de rondasverschuiving corrigeren resp. bij de coördinatendraaiing in acht nemen en de werkstukrand precies uitrichten.
Als u uw werkstuk voor het meten met "Vlak uitrichten" wilt voorpositioneren, kunt u onder "Zwenken Manueel" de gewenste waarde instellen. Met "Nulvlak zetten" neemt u de resulterende draaiingen over in de actieve nulpuntverschuiving. De meting met "Vlak uitrichten" zal dan de waarden voor de coördinatendraaiingen corrigere en het werkstuk precies uitrichten.
Als op uw machine de functie "Zwenken" ingesteld is, adviseren wij voor het meten evt. een zwenking op nul uit te voeren. Op die manier verzekert u dat de ronde-asposities bij het actuele coördinaten-systeem passen.
Voorbeelden Hierna worden twee typische voorbeelden voorgesteld, die het samenspel en het gebruik van "Werkstuk meten" en "Zwenken Manueel" voor het meten en uitrichten van werkstukken demonstreren:
2 01/2008 Bediening2.7 Werkstuknulpunt meten
2
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 2-61
Voorbeeld 1: Nabewerking aan een cilinderkop met 2 boringen op een schuin vlak.
1. Werkstuk opspannen.
2. T,S,M meettaster inwisselen en de gewenste nulpuntverschuiving activeren.
3. Werkstuk voorpositioneren Ronde assen manueel draaien tot het schuine vlak ongeveer loodrecht op de werktuigas staat.
4. Zwenken Manueel Zwenken "direct" kiezen, "Ronde assen teachen" en op "Cycle Start" drukken.
5. Zwenken Manueel "Nulvlak zetten" toepassen om de resulterende draaiingen in de nulpuntverschuiving op te slaan.
6. Meten werkstuk "Vlak uitrichten" toepassen om de uitrichting van het werkstuk te configureren.
7. Meten werkstuk "2 boringen" toepassen om de draaiing en verschuiving in het XY-vlak te definiëren.
8. Meten werkstuk "Rand zetten Z" toepassen om de verschuiving in Z te definiëren.
9. Delenprogramma voor nabewerking onder AUTO starten. Het programma beginnen met Zwenk nul.
Voorbeeld 2:
Opmeten van werkstukken in gezewenkte toestanden. Het werkstuk moet in X-richting worden aangetast, hoewel de taster als gevolg van een stoorrand (bijv. door spaanresten) het werkstuk niet in X-richting kan benaderen. Met behulp van een zwenking kan de meting in X-richting echter worden vervangen door een meting in Z-richting.
1. Werkstuk opspannen.
2. T,S,M Meettaster inwisselen en de gewenste nulpuntverschuiving activeren.
2 Bediening 01/2008 2.7 Werkstuknulpunt meten
2
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 2-62 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
3. Zwenken Manueel Bij zwenken "direct" de gewenste ronde-asposities of bij "as per as" de gewenste draaiingen invoeren (bijv. Y=-90) en op "Cycle Start" drukken.
4. Meten werkstuk "Rand zetten Z" toepassen: De gemeten verschuiving in Z wordt omgerekend en als X-waarde ingevoerd in de gewenste nulpuntverschuiving.
5. Zwenken Manueel Zwenking naar nul uitvoeren om het coördinatensysteem opnieuw in de uitgangspositie te draaien.
2.7.1 Rand meten
Bij het meten aan een rand heeft u de volgende mogelijkheden:
• Rand zetten Het werkstuk ligt parallel t.o.v. het coördinatensysteem op de werktafel. U meet een referentiepunt in één van de assen (X, Y, Z).
• Rand uitrichten Het werkstuk ligt willekeurig, d.w.z. niet parallel t.o.v. het coördinatensysteem op de werktafel. Door meting van twee punten aan de werkstukrand bepaalt u de hoek t.o.v. het coördinatensysteem.
• Afstand 2 randen Het werkstuk ligt parallel t.o.v. het coördinatensysteem op de werktafel. U meet de afstand L van twee parallelle werkstukranden in één van de assen (X, Y of Z) en bepaalt het midden ervan.
2 01/2008 Bediening2.7 Werkstuknulpunt meten
2
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 2-63
Rand manueel zetten
1. Plaats een willekeurig werktuig voor het krassen in de spil.
Jog
2. Kies in de bedrijfsmodus "Machine Manueel" de softkey "Nulp. werkst".
3. Druk op de softkey "Rand". Het venster "Rand" met nieuwe verticale softkeys wordt geopend.
4. Druk op de softkey "Rand zetten".
5. Kies "alleen meten" als u de gemeten waarden alleen wilt weergeven.
- OF - Kies "Nulpuntv." en de gewenste nulpuntverschuiving, waarin het
nulpunt moet worden opgeslagen (bijv. basisreferentie).
- OF - Nulpunt
versch. Druk op de softkey "Nulpuntversch.".
De "nulpuntverschuivingslijst" wordt geopend.
Plaats de cursor op de gewenste nulpuntverschuiving (bijv. basisreferentie).
in Manueel
Druk op de softkey "in Manueel".
X
Z
6. Bepaal via softkey in welke asrichting u het werkstuk eerst wilt benaderen.
7. Kies de meetrichting (+ of -) waaruit u het werkstuk wilt benaderen.
8. Voer de doelpositie van de werkstukrand waar u naartoe beweegt.De doelpositie stemt bijv. overeen met de maatindicatie van de werkstukrand uit de werkstuktekening.
9. Beweeg het werktuig naar de werkstukrand. NPV
zetten -of- Berekenen
10. Druk op de softkey "NPV zetten" resp. "Berekenen".
De positie van de werkstukrand wordt berekend en aangegeven. De doelpositie van de werkstukrand wordt bij "NPV zetten" als nieuw nulpunt opgeslagen. De werktuigradius wordt hierbij automatisch mee in acht genomen.
Voorbeeld: Referentiepunt werkstukrand X0 = -50 Aanlooprichting: + Werktuigradius = 3 mm ⇒ Nulpuntverschuiving X = 53
11. Herhaal de meetprocedure (stappen 6 tot 10) evt. voor de beide andere assen.
2 Bediening 01/2008 2.7 Werkstuknulpunt meten
2
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 2-64 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
Rand automatisch zetten 1. Plaats een werktuig van het type 3D-taster in de spil.
2. Bereid de meting voor (zoals beschreven onder "Rand manueel zetten", stappen 2 tot 8).
3. Beweeg het werktuig naar de werkstukrand toe die u wilt meten.
Cycle Start
4. Druk op de toets "Cycle Start".
De automatische meetprocedure wordt gestart. De positie van de werkstukrand wordt gemeten.
De positie van de werkstukrand wordt berekend en aangegeven. De doelpositie van de werkstukrand wordt als nieuw nulpunt opgeslagen als u "Nulpuntverschuiving" heeft geselecteerd. De werktuigradius wordt hierbij automatisch mee in acht genomen.
5. Herhaal de procedure (stappen 3 tot 4) evt. voor de beide andere assen.
Rand manueel uitrichten
1. Plaats een willekeurig werktuig voor het krassen in de spil.
Jog
2. Kies in de bedrijfsmodus "Machine Manueel" de softkey "Nulp. werkst".
3. Druk op de softkey "Rand". Het venster "Rand" met nieuwe verticale softkeys wordt geopend.
4. Druk op de softkey "Rand uitrichten".
5. Leg vast of u "alleen wilt meten" of in welke nulpuntverschuiving u het nulpunt wilt opslaan (overeekomstig de beschrijving onder "Rand manueel zetten", stap 5).
6. Kies in "Meetas" de gewenste as waarin u naar het werkstuk toe wilt bewegen.
7. Kies in "Referentieas" de gewenste as waarop de te meten hoek betrekking heeft.
8. Kies in "Hoekcorr." de ingave "Coör. draaiing".
- OF - Kies in "Hoekcorr." de ingave "Ronde as A, B, C".
9. Geef de doelhoek tussen werkstukrand en referentieas aan. 10. Beweeg het werktuig naar de werkstukrand. P1
opslaan 11. Druk op de softkey "P1 opslaan".
P2 opslaan
12. Positioneer het werktuig opnieuw en herhaal de meetprocedure (stappen 6 tot 11) voor de meting van het tweede punt en druk op de softkey "P2 opslaan".
2 01/2008 Bediening2.7 Werkstuknulpunt meten
2
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 2-65
NPV zetten -of-
Berekenen
13. Druk op de softkey "NPV zetten" resp. "Berekenen".
De hoek tussen werkstukrand en referentieas wordt berekend en aangegeven. Bij "NPV zetten" stemt de werkstukrand nu overeen met de doelhoek. De berekende rotatie wordt in de nulpuntverschuiving opgeslagen.
Rand automatisch
uitrichten 1. Plaats een werktuig van het type 3D-taster in de spil.
2. Bereid de meting voor (zoals beschreven onder "Rand manueel uitrichten", stappen 2 tot 9).
3. Beweeg het werktuig naar de werkstukrand toe waar u wilt meten.
Cycle Start
4. Druk op de toets "Cycle Start".
De automatische meetprocedure wordt gestart. De positie van het meetpunt 1 wordt gemeten en opgeslagen. De softkey "P1 opgeslagen" wordt actief.
5. Herhaal de procedure (stap 3 en 4) voor de meting van het tweede punt.
De positie van het meetpunt 2 wordt gemeten en opgeslagen. De softkey "P2 opgeslagen" wordt actief.
NPV zetten -of-
Berekenen
6. Druk op de softkey "NPV zetten" resp. "Berekenen".
De hoek tussen werkstukrand en referentieas wordt berekend en aangegeven. Bij "NPV zetten" stemt de werkstukrand nu overeen met de doelhoek. De berekende rotatie wordt in de nulpuntverschuiving opgeslagen.
Afstand tussen twee
randen manueel meten
1. Plaats een willekeurig werktuig voor het krassen in de spil.
Jog
2. Kies in de bedrijfsmodus "Machine Manueel" de softkey "Nulp. werkst".
3. Druk op de softkey "Rand". Het venster "Rand" met nieuwe verticale softkeys wordt geopend.
4. Druk op de softkey "Afstand 2 randen".
5. Leg vast of u "alleen wilt meten" of in welke nulpuntverschuiving u het nulpunt wilt opslaan (overeekomstig de beschrijving onder "Rand manueel zetten", stap 5).
6. Kies in "Meetrichting P1" de meetrichting (+ of -) en de meetas waarin u het eerst naar het werkstuk toe wilt bewegen.
2 Bediening 01/2008 2.7 Werkstuknulpunt meten
2
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 2-66 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
7. Kies in "Meetrichting P2" de meetrichting (+ of -) voor het 2de meetpunt. De as die in "Meetrichting P1" geselecteerd is, verschijnt.
8. Voer de doelpositie van de middellijn tussen de beide werkstukranden in.
9. Beweeg het werktuig naar het eerste meetpunt. P1
opslaan 10. Druk op de softkey "P1 opslaan".
P2 opslaan
11. Positioneer het werktuig opnieuw, beweeg naar het tweede meetpunt toe en sla het tweede punt op.
NPV zetten -of-
Berekenen
12. Druk op de softkey "NPV zetten" resp. "Berekenen".
De afstand tussen de beide werkstukranden en de middellijn wordt berekend en aangegeven. Bij "NPV zetten" stemt de middellijn nu overeen met de doelpositie. De berekende verschuiving wordt in de nulpuntverschuiving opgeslagen.
Afstand tussen twee
randen automatisch meten
1. Plaats een werktuig van het type 3D-taster in de spil.
2. Bereid de meting voor (zoals beschreven onder "Afstand tussen twee randen manueel meten", stappen 2 tot 8).
3. Beweeg het werktuig naar de werkstukrand toe waar u wilt meten.
Cycle Start
4. Druk op de toets "Cycle Start". De automatische meetprocedure wordt gestart. De positie van het meetpunt 1 wordt gemeten en opgeslagen. De softkey "P1 opgeslagen" wordt actief.
5. Herhaal de procedure (stap 3 en 4) voor de meting van het tweede punt.
De positie van het meetpunt 2 wordt gemeten en opgeslagen. De softkey "P2 opgeslagen" wordt actief.
NPV zetten -of-
Berekenen
6. Druk op de softkey "NPV zetten" resp. "Berekenen".
De afstand tussen de beide werkstukranden en de middellijn wordt berekend en aangegeven. Bij "NPV zetten" stemt de middellijn nu overeen met de doelpositie. De berekende verschuiving wordt in de nulpuntverschuiving opgeslagen.
2 01/2008 Bediening2.7 Werkstuknulpunt meten
2
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 2-67
2.7.2 Hoek meten
U heeft de mogelijkheid zowel werkstukken met een hoek van 90° als met willekeurige hoeken te meten.
• Rechte hoek meten Het werkstuk heeft een hoek van 90° en ligt willekeurig op de werktafel. Door de meting van 3 punten bepaalt u het hoekpunt op het werkvlak (X/Y-vlak) en de hoek α tussen de referentierand aan het werkstuk (lijn door P1 en P2) en de referentieas (altijd de 1ste as van het werkvlak).
• Willekeurige hoek meten Het werkstuk heeft een willekeurige (niet-rechte) hoek en ligt willekeurig op de werktafel. Door de meting van 4 punten bepaalt u het hoekpunt op het werkvlak (X/Y-vlak), de hoek αtussen de referentierand aan het werkstuk (lijn door P1 en P2) en de referentieas (altijd de 1ste as van het werkvlak) en de hoekwaarde β van de hoek.
Het op de help-schermen getoonde coördinatensysteem heeft betrekking op het actueel ingestelde werkstukcoördinatensysteem. Houd hiermee rekening als u gezwenkt heeft of het WCS op een andere manier gewijzigd heeft.
Rechthoekige/
willekeurige hoek manueel meten
1. Plaats een willekeurig werktuig voor het krassen in de spil.
Jog
2. Kies in de bedrijfsmodus "Machine Manueel" de softkey "Nulp. werkst".
3. Druk op de softkey "Hoek". Het venster "Hoek" met nieuwe verticale softkeys wordt geopend.
4. Druk op de softkey "Rechte hoek" als u een rechte hoek wilt meten.
- OF -
Druk op de softkey "Willekeurige hoek" als u een hoek met een
andere waarde dan 90° wilt meten.
5. Leg vast of u "alleen wilt meten" of in welke nulpuntverschuiving u het nulpunt wilt opslaan (overeekomstig de beschrijving onder "Rand manueel meten", stap 5).
6. Kies in "Hoek" de gewenste hoek (bijv. buitenhoek) die u wilt meten en de ligging ervan (bijv. ligging 1).
7. Geef de doelpositie van de werkstukhoek (X0, Y0) aan die u wilt meten.
8. Beweeg het werktuig naar het eerste meetpunt P1 toe, zoals aangegeven op het Help-scherm.
2 Bediening 01/2008 2.7 Werkstuknulpunt meten
2
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 2-68 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
P1 opslaan
9. Druk op de softkey "P1 opslaan". De coördinaten van het eerste meetpunt worden gemeten en opgeslagen.
P2 opslaan
P3 opslaan
10. Positioneer de spil met het werktuig telkens opnieuw, beweeg naar de meetpunten P2 en P3 en druk op de softkeys "P2 opslaan" en "P3 opslaan".
P4 opslaan
11. Herhaal de procedure om het vierde meetpunt te meten en op te slaan als u een willekeurige hoek meet.
NPV zetten -of-
Berekenen
12. Druk op de softkey "NPV zetten" resp. "Berekenen".
Het hoekpunt en de hoek α resp. β worden berekend en aangegeven.Bij "NPV zetten" stemt het hoekpunt nu overeen met de doelpositie. De berekende verschuiving wordt in de nulpuntverschuiving opgeslagen.
Rechthoekige/
willekeurige hoek automatisch meten
1. Plaats een werktuig van het type 3D-taster in de spil.
2. Bereid de meting voor (zoals beschreven onder "Rechthoekige/willekeurige hoek manueel meten", stappen 2 tot 7).
3. Beweeg het werktuig naar het meetpunt P1 toe.
Cycle Start
4. Druk op de toets "Cycle Start".
De automatische meetprocedure wordt gestart. De positie van het meetpunt 1 wordt gemeten en opgeslagen. De softkey "P1 opgeslagen" wordt actief.
5. Herhaal de procedure (stap 3 en 4) om de punten P2 en P3 te meten en op te slaan.
6. Als u een niet-rechte hoek (geen 90°) meet, herhaalt u de procedure om het punt P4 te meten en op te slaan.
NPV zetten -of-
Berekenen
7. Druk op de softkey "NPV zetten" resp. "Berekenen".
Het hoekpunt en de hoek α resp. β worden berekend en aangegeven.Bij "NPV zetten" stemt het hoekpunt nu overeen met de doelpositie. De berekende verschuiving wordt in de nulpuntverschuiving opgeslagen.
2 01/2008 Bediening2.7 Werkstuknulpunt meten
2
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 2-69
2.7.3 Kamer en boring meten
U heeft de mogelijkheid rechthoekige kamers alsook één of meerdere boringen te meten en vervolgens het werkstuk uit te richten.
• Rechthoekige kamer meten De rechthoekige kamer moet in een rechte hoek t.o.v. het coördinatensysteem worden uitgericht. Door de meting van vier punten in de kamer bepaalt u de lengte, de breedte en het middelpunt van de kamer.
• 1 boring meten Het werkstuk ligt willekeurig op de werktafel en heeft een boring. U bepaalt aan de hand van 4 meetpunten de diameter en het middelpunt van de boring.
• 2 boringen meten Het werkstuk ligt willekeurig op de werktafel en heeft twee boringen. In beide boringen worden telkens 4 punten automatisch gemeten. Vervolgens worden daaruit de boringsmiddelpunten berekend. Uit de verbindingslijn tussen beide middelpunten en de referentieas wordt de hoek α berekend en het nieuwe nulpunt bepaald dat overeenstemt met het middelpunt van de 1ste boring.
• 3 boringen meten Het werkstuk ligt willekeurig op de werktafel en heeft drie boringen. In de drie boringen worden telkens 4 punten automatisch gemeten. Vervolgens worden daaruit de boringsmiddelpunten berekend. Er wordt een cirkel door de drie middelpunten gelegd. Daaruit worden het cirkelmiddelpunt en de cirkeldiameter bepaald. Bij selectie van een hoekcorrectie kan de daarnaast de basisdraaiing worden α bepaald.
• 4 boringen meten Het werkstuk ligt willekeurig op de werktafel en heeft vier boringen. In de vier boringen worden telkens 4 punten automatisch gemeten. Vervolgens worden daaruit de boringsmiddelpunten berekend. Telkens twee boringsmiddel-punten worden diagonaal verbonden. Daaruit wordt het snijpunt van de beide lijnen bepaald. Bij selectie van een hoekcorrectie kan de daarnaast de basisdraaiing worden α bepaald.
2, 3 en 4 boringen kunt u alleen automatisch meten.
2 Bediening 01/2008 2.7 Werkstuknulpunt meten
2
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 2-70 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
Rechthoekige kamer manueel meten
1. Plaats een willekeurig werktuig voor het krassen in de spil.
Jog
2. Kies in de bedrijfsmodus "Machine Manueel" de softkey "Nulp. werkst".
3. Druk op de softkey "Kamer/Boring". Het venster "Kamer/Boring" met nieuwe verticale softkeys wordt geopend.
4. Druk op de softkey "Rechthoekige kamer".
5. Leg vast of u "alleen wilt meten" of in welke nulpuntverschuiving u het nulpunt wilt opslaan (overeekomstig de beschrijving onder "Rand manueel meten", stap 5).
6. Geef de doelposities (X0/Y0) van het kamermiddelpunt P0 aan. 7. Beweeg het werktuig naar het eerste meetpunt.
P1 opslaan
8. Druk op de softkey "P1 opslaan". Het punt wordt gemeten en opgeslagen.
P2 opslaan ...
P4 opslaan
9. Herhaal de stappen 8 en 9 om de meetpunten P2, P3 en P4 te meten en op te slaan.
NPV zetten -of-
Berekenen
10. Druk op de softkey "NPV zetten" resp. "Berekenen".
Lengte, breedte en middelpunt van de rechthoekige kamer worden berekend en aangegeven. De doelpositie van het middelpunt wordt bij "NPV zetten" als nieuw nulpunt opgeslagen. De werktuigradius wordt hierbij automatisch mee in acht genomen.
Rechthoekige kamer
automatisch meten 1. Plaats een werktuig van het type 3D-taster in de spil.
2. Beweeg het werktuig ongeveer naar het midden van de kamer. 3. Bereid de meting voor (zoals beschreven onder "Rechthoekige
kamer manueel meten", stappen 2 tot 6). 4. Voer in het veld "L" de lengte (1ste as van het arbeidsvlak) en in
"W" (2de as van het werkvlak) de breedte van de kamer in als de meetslag de randen niet zou bereiken.
Cycle Start
5. Druk op de toets "Cycle Start". De automatische meetprocedure wordt gestart.
Lengte, breedte en middelpunt van de rechthoekige kamer worden berekend en aangegeven. De doelpositie van het middelpunt wordt als nieuw nulpunt opgeslagen als u "Nulpuntverschuiving" heeft geselecteerd. De werktuigradius wordt hierbij automatisch mee in acht genomen.
2 01/2008 Bediening2.7 Werkstuknulpunt meten
2
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 2-71
Eén boring manueel meten
1. Plaats een willekeurig werktuig voor het krassen in de spil.
Jog
2. Kies in de bedrijfsmodus "Machine Manueel" de softkey "Nulp. werkst".
3. Druk op de softkey "Kamer/Boring". Het venster "Kamer/Boring" met nieuwe verticale softkeys wordt geopend.
4. Druk op de softkey "1 boring".
5. Leg vast of u "alleen wilt meten" of in welke nulpuntverschuiving u het nulpunt wilt opslaan (overeekomstig de beschrijving onder "Rechthoekige kamer manueel meten", stap 5).
6. Geef de doelposities (X0, Y0) van het boringsmiddelpunt P0 aan. 7. Beweeg het werktuig naar het eerste meetpunt. P1
opslaan 8. Druk op de softkey "P1 opslaan". Het punt wordt gemeten en opgeslagen.
P2 opslaan ...
P4 opslaan
9. Herhaal de stappen 8 en 9 om de meetpunten P2, P3 en P4 te meten en op te slaan.
NPV zetten -of-
Berekenen
10. Druk op de softkey "NPV zetten" resp. "Berekenen".
Diameter en middelpunt van de boring worden berekend en aangegeven. De doelpositie van het middelpunt wordt bij "NPV zetten" als nieuw nulpunt opgeslagen. De werktuigradius wordt hierbij automatisch mee in acht genomen.
Eén boring automatisch
meten 1. Plaats een werktuig van het type 3D-taster in de spil.
2. Beweeg het werktuig ongeveer naar het midden van de boring. 3. Bereid de meting voor (zoals beschreven onder "Eén boring
manueel meten", stappen 2 tot 6). 4. Voer in "ØBoring" de ongevere diameter in.
Daarmee wordt het bereik beperkt waarbinnen met ijlgang kan worden bewogen. Als u geen diameter aangeeft, wordt vanaf het startpunt met meetvoeding bewogen.
5. Voer in "Tasthoek" een hoek in. Met de tasthoek kan de verplaatsingsrichting van de toets met een willekeurige hoek worden gedraaid.
Cycle Start
6. Druk op de toets "Cycle Start". Het werktuig tast automatisch na elkaar 4 punten op de binnenwand van de boring af. Na succesvolle meting wordt de softkey "P0 opgeslagen" actief.
2 Bediening 01/2008 2.7 Werkstuknulpunt meten
2
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 2-72 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
Diameter en middelpunt van de boring worden berekend en aangegeven. De doelpositie van het middelpunt wordt als nieuw nulpunt opgeslagen als u "Nulpuntverschuiving" heeft geselecteerd. De werktuigradius wordt hierbij automatisch mee in acht genomen.
Twee boringen
automatisch meten 1. Plaats een werktuig van het type 3D-taster in de spil.
2. Beweeg het werktuig ongeveer naar het midden van de eerste boring.
Jog
3. Kies in de bedrijfsmodus "Machine Manueel" de softkey "Nulp. werkst".
4. Druk op de softkey "Kamer/Boring". Het venster "Boringen" met nieuwe verticale softkeys wordt geopend.
5. Druk op de softkey "2 boringen".
6. Leg vast of u "alleen wilt meten" of in welke nulpuntverschuiving u het nulpunt wilt opslaan (overeekomstig de beschrijving onder "Rand manueel meten", stap 5).
7. Geef in "ØBoring" de ongevere diameter aan (zie stap 4, "Twee boringen manueel meten").
8. Kies in "Hoekcorr." de ingave "Coör. draaiing". - OF -
Kies in "Hoekcorr." de ingave "Ronde as A, B, C".
9. Voer de doelhoek in. 10. Geef de doelposities (X1/Y1) voor het middelpunt van de eerste
boring aan. X1 en Y1 zijn alleen actief als de ingave "Coör. draaiing" geselecteerd is.
Cycle Start
11. Druk op de toets "Cycle Start". Het werktuig tast automatisch na elkaar 4 punten op de binnenwand van de eerste boring af. Na succesvolle meting wordt de softkey "P1 opgeslagen" actief.
Cycle Start
12. Beweeg het werktuig vervolgens ongeveer naar het midden van de tweede boring en druk op de toets "Cycle Start".
Het werktuig tast automatisch na elkaar 4 punten op de binnenwand van de tweede boring af. Na succesvolle meting van de meetpunten wordt de softkey "P2 opgeslagen" actief.
NPV zetten -of-
Berekenen
13. Druk op de softkey "NPV zetten" resp. "Berekenen".
2 01/2008 Bediening2.7 Werkstuknulpunt meten
2
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 2-73
De hoek tussen de verbindingslijn van de middelpunten en de referentieas wordt berekend en aangegeven. Bij "NPV zetten" stemt het middelpunt van de eerste boring nu overeen met de doelpositie. De berekende rotatie wordt in de nulpuntverschuiving opgeslagen.
Drie boringen
automatisch meten 1. Plaats een werktuig van het type 3D-taster in de spil.
2. Beweeg het werktuig ongeveer naar het midden van de eerste boring.
Jog
3. Kies in de bedrijfsmodus "Machine Manueel" de softkey "Nulp. werkst".
4. Druk op de softkey "Kamer/Boring". Het venster "Kamer/Boring" met nieuwe verticale softkeys wordt geopend.
Druk op de softkey "3 boringen".
5. Leg vast of u "alleen wilt meten" of in welke nulpuntverschuiving u het nulpunt wilt opslaan (overeekomstig de beschrijving onder "Rand manueel meten", stap 5).
6. Geef in "ØBoring" de ongevere diameter aan (zie stap 4, "Twee boringen manueel meten").
7. Kies in "Hoekcorr." de ingave "neen".
- OF -
Kies in "Hoekcorr." de ingave "ja" als een uitrichting door
coördinatendraaiing moet gebeuren.
8. Voer de doelhoek in. De hier aangegeven hoek heeft betrekking op de 1ste as van het werkvlak (X/Y-vlak). Het invoerveld is alleen aanwezig als u voor "Hoekcorr." de ingave "ja" heeft gekozen.
9. Voer de doelposities X0 en Y0 in. Deze bepalen het middelpunt van de cirkel waarop de middelpunten van de drie boringen moeten liggen.
Cycle Start
10. Druk op de toets "Cycle Start". Het werktuig tast automatisch na elkaar 4 punten op de binnenwand van de eerste boring af. Na succesvolle meting wordt de softkey "P1 opgeslagen" actief.
2 Bediening 01/2008 2.7 Werkstuknulpunt meten
2
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 2-74 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
Cycle Start
11. Beweeg het werktuig vervolgens ongeveer naar het midden van de tweede en derde boring en druk op de toets "Cycle Start".
Het werktuig tast automatisch na elkaar 4 punten op de binnenwanden van de boringen af. Na een succesvolle meting van de meetpunten P2 en P3 worden de softkeys "P2 opgeslagen" en "P3 opgeslagen" actief.
NPV zetten -of-
Berekenen
12. Druk op de softkey "NPV zetten" resp. "Berekenen".
Het middelpunt en de diameter van de cirkel waarop de drie boringsmiddelpunten liggen, worden berekend en aangegeven. Als u voor "Hoekcorr." de ingave "ja" heeft gekozen, wordt daarnaast de hoek α berekend en aangegeven. Bij "NPV zetten" stemt het middelpunt van de eerste boring nu overeen met de doelpositie. De berekende rotatie wordt in de nulpuntverschuiving opgeslagen.
Vier boringen
automatisch meten 1. Plaats een werktuig van het type 3D-taster in de spil.
2. Beweeg het werktuig ongeveer naar het midden van de eerste boring.
Jog
3. Kies in de bedrijfsmodus "Machine Manueel" de softkey "Nulp. werkst".
4. Druk op de softkey "Kamer/Boring". Het venster "Kamer/Boring" met nieuwe verticale softkeys wordt geopend.
Druk op de softkey "4 boringen".
5. Leg vast of u "alleen wilt meten" of in welke nulpuntverschuiving u het nulpunt wilt opslaan (overeekomstig de beschrijving onder "Rand manueel meten", stap 5).
6. Geef in "ØBoring" de ongevere diameter aan (zie stap 4, "Twee boringen manueel meten").
7. Kies in "Hoekcorr." de ingave "neen".
- OF -
Kies in "Hoekcorr." de ingave "ja" als een uitrichting door
coördinatendraaiing moet gebeuren.
8. Voer de doelhoek in. De hier aangegeven hoek heeft betrekking op de 1ste as van het werkvlak (X/Y-vlak). Het invoerveld is alleen aanwezig als u voor "Hoekcorr." de ingave "ja" heeft gekozen.
2 01/2008 Bediening2.7 Werkstuknulpunt meten
2
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 2-75
9. Voer de doelposities X0 en Y0 in. Deze bepalen het snijpunt van de verbindingslijnen tussen de middelpunten van de boringen.
Cycle Start
10. Druk op de toets "Cycle Start". Het werktuig tast automatisch na elkaar 4 punten op de binnenwand van de eerste boring af. Na succesvolle meting wordt de softkey "P1 opgeslagen" actief.
Cycle Start
11. Beweeg het werktuig vervolgens ongeveer naar het midden van de tweede, derde en vierde boring en druk op de toets "Cycle Start".
Het werktuig tast automatisch na elkaar telkens 4 punten op de binnenwanden van de boringen af. Na een succesvolle meting van de meetpunten P2, P3 en P4 worden de softkeys "P2 opgeslagen", "P3 opgeslagen" en "P4 opgeslagen" actief.
NPV zetten -of-
Berekenen
12. Druk op de softkey "NPV zetten" resp. "Berekenen".
De boringsmiddelpunten worden diagonaal verbonden en het snijpunt van de beide verbindingslijnen wordt berekend en aangegeven. Als u voor "Hoekcorr." de ingave "ja" heeft gekozen, wordt daarnaast de hoek α berekend en aangegeven. Bij "NPV zetten" stemt het snijpunt nu overeen met de doelpositie. De berekende rotatie wordt in de nulpuntverschuiving opgeslagen.
2 Bediening 01/2008 2.7 Werkstuknulpunt meten
2
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 2-76 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
2.7.4 Tap meten
U heeft de mogelijkheid rechthoekige tappen en één of meerdere cirkeltappen te meten en uit te richten:
• Rechthoekige tap meten De rechthoekige tap moet worden uitgericht in een rechte hoek t.o.v. het coördinatensysteem. Door het meten van vier punten aan de tap bepaalt u de lengte, de breedte en het middelpunt van de tap.
• 1 cirkeltap meten Het werkstuk ligt willekeurig op de werktafel en heeft een tap. U bepaalt aan de hand van 4 meetpunten de diameter en het middelpunt van de tap.
• 2 cirkeltappen meten Het werkstuk ligt willekeurig op de werktafel en heeft twee tappen. Aan de beide tappen worden telkens 4 punten automatisch gemeten. Vervolgens worden daaruit de tapmiddelpunten berekend. Uit de verbindingslijn tussen beide middelpunten en de referentieas worden de hoek α berekend en het nieuwe nulpunt bepaald, dat overeenstemt met het middelpunt van de eerste tap.
• 3 cirkeltappen meten Het werkstuk ligt willekeurig op de werktafel en heeft drie tappen. Aan de drie tappen worden telkens 4 punten automatisch gemeten. Vervolgens worden daaruit de tapmiddelpunten berekend. Er wordt een cirkel door de drie middelpunten gelegd en het cirkelmiddelpunt en de cirkeldiameter worden bepaald. Bij selectie van een hoekcorrectie kan de daarnaast de basisdraaiing worden α bepaald.
• 4 cirkeltappen meten Het werkstuk ligt willekeurig op de werktafel en heeft vier tappen. Aan de vier tappen worden telkens 4 punten automatisch gemeten. Vervolgens worden daaruit de tapmiddelpunten berekend. Er worden telkens twee tapmiddelpunten diagonaal verbonden en dan wordt het snijpunt van de beide lijnen bepaald. Bij selectie van een hoekcorrectie kan de daarnaast de basisdraaiing worden α bepaald.
2, 3 en 4 cirkeltappen kunt u alleen automatisch meten.
2 01/2008 Bediening2.7 Werkstuknulpunt meten
2
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 2-77
Rechthoekige tap manueel meten
1. Plaats een willekeurig werktuig voor het krassen in de spil.
Jog
2. Kies in de bedrijfsmodus "Machine Manueel" de softkey "Nulp. werkst".
3. Druk op de softkey "Tap".
4. Druk op de softkey "Rechthoekige tap".
5. Leg vast of u "alleen wilt meten" of in welke nulpuntverschuiving u het nulpunt wilt opslaan (overeekomstig de beschrijving onder "Rand manueel meten", stap 5).
6. Geef de doelposities (X0/Y0) van het tapmiddelpunt P0 aan. 7. Beweeg het werktuig naar het eerste meetpunt. P1
opslaan 8. Druk op de softkey "P1 opslaan". Het punt wordt gemeten en opgeslagen.
P2 opslaan ...
P4 opslaan
9. Herhaal de stappen 7 en 8 om de meetpunten P2, P3 en P4 te meten en op te slaan.
NPV zetten -of-
Berekenen
10. Druk op de softkey "NPV zetten" resp. "Berekenen".
Lengte, breedte en middelpunt van de rechthoekige tap worden berekend en aangegeven. De doelpositie van het middelpunt wordt bij "NPV zetten" als nieuw nulpunt opgeslagen. De werktuigradius wordt hierbij automatisch mee in acht genomen.
Rechthoekige tap
automatisch meten 1. Plaats een werktuig van het type 3D-taster in de spil.
2. Beweeg het werktuig ongeveer boven het midden van de tap. 3. Bereid de meting voor (zoals beschreven onder "Rechthoekige tap
manueel meten", stappen 2 tot 6). 4. Voer in "DZ" de aanloopwaarde in om de meetdiepte vast te
leggen. 5. Voer in het veld "L" de lengte (1ste as van het werkvlak) en in het
veld "W" de breedte (2de as van het werkvlak) van de tap in als de meetslag de randen niet zou bereiken.
Cycle Start
6. Druk op de toets "Cycle Start". Het werktuig tast automatisch na elkaar 4 punten op de buitenwand van de tap af.
Lengte, breedte en middelpunt van de rechthoekige tap worden berekend en aangegeven. De doelpositie van het middelpunt wordt als nieuw nulpunt opgeslagen als u "Nulpuntverschuiving" heeft geselecteerd. De werktuigradius wordt hierbij automatisch mee in acht genomen.
2 Bediening 01/2008 2.7 Werkstuknulpunt meten
2
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 2-78 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
Een cirkeltap manueel meten
1. Plaats een willekeurig werktuig voor het krassen in de spil.
Jog
2. Kies in de bedrijfsmodus "Machine Manueel" de softkey "Nulp. werkst".
3. Druk op de softkey "Tap".
4. Druk op de softkey "1 cirkeltap".
5. Leg vast of u "alleen wilt meten" of in welke nulpuntverschuiving u het nulpunt wilt opslaan (overeekomstig de beschrijving onder "Rand manueel meten", stap 5).
6. Voer in "DZ" de aanloopwaarde in om de meetdiepte vast te leggen.
7. Geef de doelposities (X0 en Y0) van het tapmiddelpunt P0 aan. 8. Beweeg het werktuig naar het eerste meetpunt aan de buitenwand
van de tap toe. P1
opslaan 9. Druk op de softkey "P1 opslaan".
P2 opslaan ...
P4 opslaan
10. Herhaal de stappen 8 en 9 om de meetpunten P2, P3 en P4 te meten en op te slaan.
NPV zetten -of-
Berekenen
11. Druk op de softkey "NPV zetten" resp. "Berekenen".
Diameter en middelpunt van de tap worden berekend en aangegeven. De doelpositie van het middelpunt wordt bij "NPV zetten" als nieuw nulpunt opgeslagen. De werktuigradius wordt hierbij automatisch mee in acht genomen.
Een cirkeltap
automatisch meten 1. Plaats een werktuig van het type 3D-taster in de spil.
2. Beweeg het werktuig ongeveer boven het midden van de tap. 3. Bereid de meting voor (zoals beschreven onder "Een cirkeltap
manueel meten", stappen 2 tot 7). 4. Voer in "ØTap" de ongevere diameter van de tap in.
Daarmee beperkt u het bereik waarin met ijlgang kan worden bewogen. Als u geen diameter aangeeft, wordt vanaf het startpunt met meetvoeding bewogen.
5. Voer in "Tasthoek" een hoek in (zie stap 5, "Een boring automatisch meten").
Cycle Start
6. Druk op de toets "Cycle Start". Het werktuig tast automatisch na elkaar 4 punten op de buitenwand van de tap af. Na succesvolle meting wordt de softkey "P0 opgeslagen" actief.
2 01/2008 Bediening2.7 Werkstuknulpunt meten
2
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 2-79
Diameter en middelpunt van de tap worden berekend en aangegeven. De doelpositie van het middelpunt wordt als nieuw nulpunt opgeslagen als u "Nulpuntverschuiving" heeft geselecteerd. De werktuigradius wordt hierbij automatisch mee in acht genomen.
Twee cirkeltappen
automatisch meten 1. Plaats een werktuig van het type 3D-taster in de spil.
2. Beweeg het werktuig ongeveer boven het midden van de eerste tap.
Jog
3. Kies in de bedrijfsmodus "Machine Manueel" de softkey "Nulp. werkst".
4. Druk op de softkey "Tap".
5. Druk op de softkey "2 cirkeltappen".
6. Leg vast of u "alleen wilt meten" of in welke nulpuntverschuiving u het nulpunt wilt opslaan (overeekomstig de beschrijving onder "Rand manueel meten", stap 5).
7. Voer in "ØTap" de ongevere diameter van de tap in (zie stap 4, "Een tap automatisch meten").
8. Voer in "DZ" de aanloopwaarde in om de meetdiepte vast te leggen.
9. Kies in "Hoekcorr." de ingave "Coör. draaiing". - OF -
Kies in "Hoekcorr." de ingave "Ronde as A, B, C".
10. Voer de doelhoek in. De hier aangegeven hoek heeft betrekking op de 1ste as van het werkvlak (X/Y-vlak).
11. Geef de doelposities (X1/Y1) voor het middelpunt van de eerste tap aan. De invoervelden zijn alleen actief als u de hoekcorrectie via coördiantendraaiing heeft geselecteerd.
Cycle Start
12. Druk op de toets "Cycle Start". Het werktuig tast automatisch na elkaar 4 punten op de buitenwand van de eerste tap af. Na succesvolle meting wordt het midden van de tap bepaald en de softkey "P1 opgeslagen" wordt actief.
Cycle Start
13. Beweeg het werktuig vervolgens ongeveer naar het midden van de tweede tap en druk op de toets "Cycle Start".
Het werktuig tast automatisch na elkaar 4 punten op de buitenwand van de tweede tap af. Na succesvolle meting van de meetpunten wordt de softkey "P2 opgeslagen" actief.
2 Bediening 01/2008 2.7 Werkstuknulpunt meten
2
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 2-80 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
NPV zetten -of-
Berekenen
14. Druk op de softkey "NPV zetten" resp. "Berekenen".
De hoek tussen de verbindingslijn van de middelpunten en de referentieas wordt berekend en aangegeven. Bij "NPV zetten" stemt het middelpunt van de eerste tap nu overeen met de doelpositie. De berekende rotatie wordt in de nulpuntverschuiving opgeslagen.
Drie cirkeltappen
automatisch meten 1. Plaats een werktuig van het type 3D-taster in de spil.
2. Beweeg het werktuig ongeveer boven het midden van de eerste tap.
Jog
3. Kies in de bedrijfsmodus "Machine Manueel" de softkey "Nulp. werkst".
4. Druk op de softkey "Tap".
Druk op de softkey "3 cirkeltappen".
5. Leg vast of u "alleen wilt meten" of in welke nulpuntverschuiving u het nulpunt wilt opslaan (overeekomstig de beschrijving onder "Rand manueel meten", stap 5).
6. Voer in "ØTap" de ongevere diameter van de tap in (zie stap 4, "Een tap automatisch meten").
7. Voer in "DZ" de aanloopwaarde in om de meetdiepte vast te leggen.
8. Kies in "Hoekcorr." de ingave "neen".
- OF -
Kies in "Hoekcorr." de ingave "ja" als een uitrichting door
coördinatendraaiing moet gebeuren.
9. Voer de doelhoek in. De hier aangegeven hoek heeft betrekking op de 1ste as van het werkvlak (X/Y-vlak). Het invoerveld is alleen aanwezig als u voor "Hoekcorr." de ingave "ja" heeft gekozen.
10. Voer de doelposities X0 en Y0 in. Deze bepalen het middelpunt van de cirkel waarop de middelpunten van de drie tappen moeten liggen.
Cycle Start
11. Druk op de toets "Cycle Start".
Het werktuig tast automatisch na elkaar 4 punten op de buitenwand van de eerste tap af. Na succesvolle meting wordt het midden van de tap bepaald en de softkey "P1 opgeslagen" wordt actief.
Cycle Start
12. Beweeg het werktuig vervolgens telkens ongeveer naar het midden van de tweede en derde tap en druk op de toets "Cycle Start".
2 01/2008 Bediening2.7 Werkstuknulpunt meten
2
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 2-81
Het werktuig tast automatisch na elkaar 4 punten op de buitenwanden van de tappen af. Na een succesvolle meting van de meetpunten P2 en P3 worden de softkeys "P2 opgeslagen" en "P3 opgeslagen" actief.
NPV zetten -of-
Berekenen
13. Druk op de softkey "NPV zetten" resp. "Berekenen".
Het middelpunt en de diameter van de cirkel waarop de drie tapmiddelpunten liggen, worden berekend en aangegeven. Als u in "Corr. draaiing" de ingave "ja" heeft gekozen, wordt daarnaast de hoek α berekend en aangegeven. Bij "NPV zetten" stemt het middelpunt van de cirkel nu overeen met de doelpositie. De berekende rotatie wordt in de nulpuntverschuiving opgeslagen.
Vier cirkeltappen
automatisch meten 1. Plaats een werktuig van het type 3D-taster in de spil.
2. Beweeg het werktuig ongeveer boven het midden van de eerste tap.
Jog
3. Kies in de bedrijfsmodus "Machine Manueel" de softkey "Nulp. werkst".
4. Druk op de softkey "Tap".
Druk op de softkey "4 cirkeltappen".
5. Leg vast of u "alleen wilt meten" of in welke nulpuntverschuiving u het nulpunt wilt opslaan (overeekomstig de beschrijving onder "Rand manueel meten", stap 5).
6. Voer in "ØTap" de ongevere diameter van de tap in (zie stap 4, "Een cirkeltap manueel meten").
7. Voer in "DZ" de aanloopwaarde in om de meetdiepte vast te leggen.
8. Kies in "Hoekcorr." de ingave "ja" als een uitrichting door coördinatendraaiing moet gebeuren.
- OF -
Kies in "Hoekcorr." de ingave "neen".
9. Voer de doelhoek in. De hier aangegeven hoek heeft betrekking op de 1ste as van het werkvlak (X/Y-vlak). Het invoerveld is alleen aanwezig als u voor "Hoekcorr." de ingave "ja" heeft gekozen.
10. Voer de doelposities X0 en Y0 in. Deze bepalen het snijpunt van de verbindingslijnen tussen de middelpunten van de tappen.
2 Bediening 01/2008 2.7 Werkstuknulpunt meten
2
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 2-82 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
Cycle Start
11. Druk op de toets "Cycle Start".
Het werktuig tast automatisch na elkaar 4 punten op de buitenwand van de eerste tap af. Na succesvolle meting wordt het midden van de tap bepaald en de softkey "P1 opgeslagen" wordt actief.
Cycle Start
12. Beweeg het werktuig vervolgens telkens ongeveer naar het midden van de tweede, derde en vierde tap en druk op de toets "Cycle Start".
Het werktuig tast automatisch na elkaar telkens 4 punten op de buitenwanden van de tappen af. Na een succesvolle meting van de meetpunten P2, P3 en P4 worden de softkeys "P2 opgeslagen", "P3 opgeslagen" en "P4 opgeslagen" actief.
NPV zetten -of-
Berekenen
13. Druk op de softkey "NPV zetten" resp. "Berekenen".
De tapmiddelpunten worden diagonaal verbonden en het snijpunt van de beide verbindingslijnen wordt berekend en aangegeven. Als u in "Corr. draaiing" de ingave "ja" heeft gekozen, wordt daarnaast de hoek α berekend en aangegeven. Bij "NPV zetten" stemt het snijpunt nu overeen met de doelpositie. De berekende rotatie wordt in de nulpuntverschuiving opgeslagen.
2 01/2008 Bediening2.7 Werkstuknulpunt meten
2
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 2-83
2.7.5 Vlak uitrichten
U kunt een ruimtelijk schuin vlak van een werkstuk meten en daarbij de draaiingen α en β bepalen. Door een aansluitende coördinatendraaiing is daardoor de loodrechte uitrichting van de werktuigas op het werkstukvlak mogelijk. Voor het bepalen van de ligging van het vlak in de ruimte wordt in de werktuigas op drie verschillende punten gemeten.
Om de werktuigas loodrecht uit te richten, heeft u een zwenktafel resp. een zwenkkop nodig.
Om het vlak te kunnen meten, moet het oppervlak plat zijn.
Vlak manueel uitrichten 1. Plaats een willekeurig werktuig voor het krassen in de spil.
Jog
2. Kies in de bedrijfsmodus "Machine Manueel" de softkey "Nulp. werkst".
3. Druk op de softkey "Vlak uitrichten".
4. Leg vast of u "alleen wilt meten" of in welke nulpuntverschuiving u het nulpunt wilt opslaan (overeekomstig de beschrijving onder "Rand manueel meten", stap 5).
5. Beweeg het werktuig naar het eerste meetpunt dat u wilt bepalen. P1
opslaan
6. Druk op de softkey "P1 opslaan".
P2 opslaan
P3 opslaan
7. Beweeg het werktuig vervolgens naar het tweede en derde meetpunt en druk op de softkeys "P2 opslaan" en "P3 opslaan".
NPV zetten -of-
Berekenen
8. Druk op de softkey "NPV zetten" resp. "Berekenen".
De hoeken α en β worden berkend en aangegeven. Bij "NPV zetten" wordt de hoekverschuiving opgeslagen in de nulpunt-verschuiving.
2 Bediening 01/2008 2.7 Werkstuknulpunt meten
2
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 2-84 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
Vlak automatisch uitrichten
1. Plaats een werktuig van het type 3D-taster in de spil.
2. Beweeg het werktuig naar het punt toe dat u het eerst wilt bepalen.
Jog
3. Kies in de bedrijfsmodus "Machine Manueel" de softkey "Nulp. werkst".
4. Druk op de softkey "Vlak uitrichten".
5. Leg vast of u "alleen wilt meten" of in welke nulpuntverschuiving u het nulpunt wilt opslaan (overeekomstig de beschrijving onder "Rand manueel meten", stap 5).
Cycle Start
6. Druk op de toets "Cycle Start". Na succesvolle meting wordt de meetwaarde opgeslagen en de softkey "P1 opgeslagen" wordt actief.
Cycle Start
7. Beweeg het werktuig vervolgens telkens ongeveer boven het tweede en derde meetpunt en druk op de toets "Cycle Start".
Na succesvolle meting worden de softkeys "P2 opgeslagen" en "P3 opgeslagen" actief.
NPV zetten -of-
Berekenen
8. Druk op de softkey "NPV zetten" resp. "Berekenen".
De hoeken α en β worden berkend en aangegeven. Bij "NPV zetten" wordt de hoekverschuiving opgeslagen in de nulpunt-verschuiving.
2 01/2008 Bediening2.7 Werkstuknulpunt meten
2
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 2-85
2.7.6 Correcties na het meten van het nulpunt
Als u het gemeten werkstuknulpunt opslaat in een nulpuntverschuiving, kunnen in de volgende gevallen veranderingen van het coördinatensysteem of de aspositie vereist zijn:
• Correctie van de nulpuntverschuiving veroorzaakt een draaiing van het werkstukcoördinatensysteem, waarna het werktuig loodrecht kan worden uitgericht t.o.v. het vlak.
• Correctie van de nulpuntverschuiving vereist positionering van de ronde as om het werkstuk parallel t.o.v. het coördinatensysteem uit te richten
Bij het aanpassen van het coördinatensysteem resp. de asposities wordt u ondersteund door activeringsvensters.
Nulpuntverschuiving
activeren U heeft het werkstuknulpunt in een nulpuntverschuiving opgeslagen, die bij het meten niet actief was.
NPV zetten
Na het bedienen van de softkey "NPV zetten" wordt het activeringsvenster met de vraag "De nulpuntverschuiving xxx nu activeren?" geopend.
Druk op de softkey "OK" om de gecorrigeerde nulpuntverschuiving te activeren.
Werktuig uitrichten en
vrijmaken Door het draaien van het werkstukcoördinatensysteem is een nieuwe uitrichting van het werktuig t.o.v. het vlak vereist.
Het activeringsvenster met de vraag "De meettaster loodrecht op het vlak stellen?" wordt geopend.
Kies "ja" als u in het vlak wilt zwenken.
De vraag "Positioneren door zwenken! Vrijmaken?" wordt geopend.
Kies de gewenste bevrijdingsvariant.
Cycle Start
Druk op de toets "Cycle Start".
Na het bevrijden wordt het werktuig met behulp van de zwenkcyclus opnieuw uitgericht. U kunt nu opnieuw meten.
2 Bediening 01/2008 2.7 Werkstuknulpunt meten
2
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 2-86 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
Ronde as positioneren en voeding invoeren
Na het meten van het werkstuknulpunt is een nieuwe positionering van de ronde as vereist.
Het activeringsvenster met de vraag "Voor het uitrichten ronde as X positioneren?" wordt geopend.
Kies "ja" als de ronde as moet worden gepositioneerd.
Een invoerveld voor de voeding en de softkey "IJlgang" verschijnen. IJlgang
Druk op de softkey "IJlgang" om de voeding in de ijlgang in te
voeren. - OF - Voer de gewenste voeding in het invoerveld "F" in.
Cycle Start
Druk op de toets "Cycle Start".
De ronde as wordt opnieuw gepositioneerd.
2.7.7 Elektronische meettaster kalibreren
Bij het aanbrengen van de elektronische meettaster in de spillen treden in de meeste gevallen inspantoleranties op. Deze kunnen fouten bij de metingen veroorzaken. Daarnaast moet u het schakelpunt van de meettaster m.b.t. het spilcentrum (triggerpunten) bepalen. Daarom moeten de elektronische meettasters eerst gekalibreerd worden. De kalibrering van de radius wordt uitgevoerd in een boring, de kalibrering van de lengte aan de hand van een vlak. Als boring kunt u een boring in het werkstuk of ook een instelring gebruiken. De radius van de meettaster moet opgeslagen zijn in de werktuiglijst.
Kalibrering radius
1. Plaats een werktuig van het type 3D-taster in de spil (monotasters worden ook als 3D-tasters beheerd).
2. Beweeg het werktuig in de boring en plaats het ongeveer in het midden van de boring.
Jog
3. Kies in de bedrijfsmodus "Machine Manueel" de softkey "Nulp. werkst".
Taster afstemmen
Radius
4. Druk op de softkeys "Taster afstemmen" en "Radius".
5. Voer de diameter van de boring in.
2 01/2008 Bediening2.7 Werkstuknulpunt meten
2
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 2-87
Cycle Start
6. Druk op de toets "Cycle Start".
De kalibrering wordt gestart. Eerst wordt het precieze middelpunt van de boring bepaald. Vervolgens worden 4 schakelpunten aan de binnenwand van de boring ingenomen.
Kalibrering lengte
1. Plaats een werktuig van het type 3D-taster in de spil (monotasters worden ook als 3D-tasters beheerd).
2. Positioneer de meettaster boven het vlak.
Jog
3. Kies in de bedrijfsmodus "Machine Manueel" de softkey "Nulp. werkst".
Taster afstemmen
Lengte
4. Druk op de softkeys "Taster afstemmen" en "Lengte". 5. Voer het referentiepunt Z0 van het vlak in, bijv. van het werkstuk of
van de machinetafel.
Cycle Start
6. Druk op de toets "Cycle Start".
De kalibrering wordt gestart. De lengte van de meettaster wordt berekend en in de werktuiglijst geregistreerd
2 Bediening 01/2008 2.8 Werktuig meten
2
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 2-88 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
2.8 Werktuig meten Bij het uitvoeren van een programma moet er met de geometrie van
de verschillende werktuigen rekening gehouden worden. Deze zijn als zogenaamde werktuigcorrectiegegevens opgeslagen in de werktuiglijst. Bij iedere oproep van het werktuig, houdt de besturing dan rekening met de werktuigcorrectiegegevens. De werktuigcorrectiegegevens, d.w.z. lengte en radius resp. diameter kunt u manueel of automatisch (d.m.v. meettaster) bepalen.
2.8.1 Werktuig manueel meten
Bij het manuele meten beweegt u het werktuig manueel naar een bekend referentiepunt om de werktuiglengte en de radius resp. diameter te bepalen. Uit de positie van het werktuigdrager-referentiepunt en het referentiepunt berekent ShopMill dan de werktuigcorrecties.
Bij het meten van de werktuiglengte kunt u het werkstuk of een vast
punt in het machinecoördinatensysteem, bijv. een mechanische meetdoos of een vast punt in combinatie met een afstandskaliber, als referentiepunt gebruiken.
De positie van het werkstuk geeft u aan tijdens de meting. De positie van het vaste punt moet u daarentegen voor de meting aangeven (zie hfdst. "Vast punt afstemmen").
Bij de bepaling van de radius/diameter dient altijd het werkstuk als referentiepunt. Afhankelijk van de instelling in een machinedatum kunt u de radius of de diameter van het werktuig meten.
Neem de instructies van de machinefabrikant in acht.
Lengte meten Referentiepunt werkstuk
Plaats het te meten werktuig in de spil.
Jog
Kies in de bedrijfsmodus "Machine Manueel" de softkey "Meten werkt.".
Lengte Manueel >
Druk op de softkey "Lengte Manueel".
Kies het snijkantnummer D en het duplonummer DP van het werktuig.
2 01/2008 Bediening2.8 Werktuig meten
2
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 2-89
Selecteer het referentiepunt "Werkstuk".
Werktuiglengte meten aan werkstukrand
Beweeg in Z-richting naar het werkstuk toe en krab met in omgekeerde draairichting draaiende spil (zie hfdst. "Machineassen verplaatsen").
Voer de gewenste positie Z0 van de werkstukkant in.
Lengte zetten
Druk op de softkey "Lengte zetten".
De lengte van het werktuig wordt automatisch berekend en in de werktuiglijst geregistreerd.
Als u de werktuiglengte niet met behulp van het werkstuk maar met een meetdoos wilt bepalen, mag er geen nulpuntverschuiving geselecteerd zijn resp. moet de basisreferentie gelijk aan nul zijn.
Lengte meten
Referentiepunt vast punt
Plaats het te meten werktuig in de spil.
Jog
Kies in de bedrijfsmodus "Machine Manueel" de softkey "Meten werkt.".
Lengte Manueel >
Druk op de softkey "Lengte Manueel".
Kies het snijkantnummer D en het duplonummer DP van het werktuig.
Selecteer het referentiepunt "Vast punt".
2 Bediening 01/2008 2.8 Werktuig meten
2
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 2-90 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
Werktuiglengte meten aan meetrand
Als u met een meetdoos meet, voert u voor de correctiewaarde "DZ" de waarde 0 in en beweegt u in Z-richting naar het vaste punt toe (zie hfdst. "Machineassen verplaatsen").
Met draaiende spil wordt in omgekeerde draairichting aangelopen. De meetdoos geeft automatisch aan als de precieze positie bereikt is.
- OF - Als u een afstandskaliber gebruikt, beweegt u zo dicht mogelijk
naar het vaste punt toe, bepaal de groef met het afstandskaliber en voer de waarde in "DZ" in.
Het afstandskaliber wordt met stilstaande spil benaderd. Lengte
zetten Druk op de softkey "Lengte zetten".
De lengte van het werktuig wordt automatisch berekend en in de werktuiglijst geregistreerd.
2 01/2008 Bediening2.8 Werktuig meten
2
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 2-91
Radius/diameter meten
Plaats het te meten werktuig in de spil.
Jog
Kies in de bedrijfsmodus "Machine Manueel" de softkey "Meten werkt.".
Radius Manueel > resp.
Diam. Manueel >
Druk op de softkey "Radius Manueel" resp. "Diam. Manueel".
Kies het snijkantnummer D en het duplonummer DP van het werktuig.
Beweeg in X- of Y-richting naar het werkstuk toe en krab met in omgekeerde draairichting draaiende spil (zie hfdst. "Machineassen verplaatsen").
Radius/diameter meten
Voer de gewenste positie X0 of Y0 van de werkstukkant in.
Radius zetten resp.
Diam. zetten
Druk op de softkey "Radius zetten" resp. "Diam. zetten".
De werktuigradius resp. de diameter wordt automatisch berekend en in de werktuiglijst geregistreerd.
2 Bediening 01/2008 2.8 Werktuig meten
2
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 2-92 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
2.8.2 Vast punt afstemmen
Als u bij het manuele meten van de werktuiglengte als referentiepunt een vast punt wilt gebruiken, moet u eerst de positie van het vaste punt m.b.t. het machinenulpunt bepalen.
Als vast punt kunt u bijv. een mechanische meetdoos gebruiken. De
meetdoos monteert u op de machinetafel in de bewerkingsruimte van de machine. Als afstand voert u nul in.
U kunt echter ook een willekeurig vast punt op de machine gebruiken in combinatie met een afstandskaliber. Daarbij voert u de dikte van hetplaatje in als "DZ".
Om het vaste punt af te stemmen, gebruikt u een werktuig met bekende lengte (d.w.z. de werktuiglengte moet vastgelegd zijn in de werktuiglijst) of direct de spil.
De positie van het vaste punt kan ook reeds door de machinefabrikant bepaald zijn.
Neem de instructies van de machinefabrikant in acht.
Beweeg het werktuig resp. de spil naar het vaste punt toe.
Jog
Kies in de bedrijfsmodus "Machine Manueel" de softkey "Meten werkt.".
Vast punt afstemmen
Druk op de softkey "Vast punt afstemmen".
Geef een correctiewaarde "DZ" aan.
Als u een afstandskaliber gebruikt, voert u hier de dikte van het gebruikte plaatje in
Afstemmen
Druk op de softkey "Afstemmen".
De afstandsmaten tussen machinenulpunt en vast punt worden bepaald en in de machinegegevens opgeslagen.
2 01/2008 Bediening2.8 Werktuig meten
2
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 2-93
2.8.3 Werktuig meten met meettaster
Bij de automatische meting bepaalt u met behulp van een meettaster (tafeltastsysteem) de lengte en de radius resp. diameter van het werktuig. Uit de bekende posities van het werktuigdrager-referentiepunt en de meettaster berekent ShopMill dan de werktuigcorrectiegegevens.
Voor u een werktuig automatisch meet, moet u de ongevere
werktuiggeometriegegevens (lengte en radius resp. diameter) in de werktuiglijst invoeren en de meettaster kalibreren.
Afhankelijk van de instelling in een machinedatum kunt u de radius of de diameter van het werktuig meten.
Neem de instructies van de machinefabrikant in acht.
Bij het meten kunt u een zijdelingse resp. lengteaanpassing V in acht nemen. Als het langste punt zich niet helemaal buiten aan het werktuig bevindt resp. het breedste punt niet helemaal onderaan aan het werktuig, kunt u dit verschil in de aanpassing opslaan.
Zijdelingse aanpassing Lengteaanpassing
Als de werktuigdiameter bij het meten van de lengte groter is dan de diameter van de meettaster, wordt automatisch met in omgekeerde draairichting draaiende spil gemeten. Het werktuig wordt dan niet in het midden boven de meettaster maar met de buitenste rand van het werktuig boven het middelpunt van de meettaster geplaatst.
2 Bediening 01/2008 2.8 Werktuig meten
2
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 2-94 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
Lengte meten
Plaats het te meten werktuig in de spil.
Positioneer het werktuig in de buurt van de meettaster, zodat de meettaster zonder botsing kan worden benaderd.
Werktuiglengte meten
Jog
Kies in de bedrijfsmodus "Machine Manueel" de softkey "Meten werkt.".
Lengte auto >
Druk op de softkey "Lengte Auto".
Kies het snijkantnummer D en het duplonummer DP van het werktuig.
Indien noodzakelijk, gelieve de zijdelingse aanpassing V in te voeren.
Cycle Start
Druk op de toets "Cycle Start".
De automatische meetprocedure wordt gestart. De lengte van het werktuig wordt automatisch berekend en in de werktuiglijst geregistreerd.
Hoe de meetprocedure precies verloopt, is afhankelijk van de instellingen van de machinefabrikant.
Neem de instructies van de machinefabrikant in acht.
Radius/diameter meten Plaats het te meten werktuig in de spil.
Positioneer het werktuig in de buurt van de meettaster, zodat de meettaster zonder botsing kan worden benaderd.
Radius/diameter meten
2 01/2008 Bediening2.8 Werktuig meten
2
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 2-95
Jog
Kies in de bedrijfsmodus "Machine Manueel" de softkey "Meten werkt.".
Radius Auto > resp.
Diam. Auto >
Druk op de softkey "Radius Auto" resp. "Diam. Auto".
Kies het snijkantnummer D en het duplonummer DP van het werktuig.
Indien noodzakelijk, gelieve de lengteaanpassing V in te voeren.
Cycle Start
Druk op de toets "Cycle Start".
De automatische meetprocedure wordt gestart. De meetprocedure wordt met in omgekeerde richting draaiende spil uitgevoerd. De werktuigradius resp. de diameter wordt automatisch berekend en in de werktuiglijst geregistreerd.
Hoe de meetprocedure precies verloopt, is afhankelijk van de instellingen van de machinefabrikant.
Neem de instructies van de machinefabrikant in acht.
2 Bediening 01/2008 2.8 Werktuig meten
2
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 2-96 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
2.8.4 Meettaster afstemmen
Als u uw werktuigen automatisch wilt meten, moet u eerst de positie van de meettaster op de machinetafel bepalen t.o.v. het machinenulpunt.
Mechanische meettasters hebben in de regel de vorm van een kubus
of een cilindrische schijf. De meettaster monteert u in de bewerkings-ruimte van de machine (op de machinetafel). Richt de meettaster uit t.o.v. de bewerkingsassen.
Om de meettaster af te stemmen, moet u een kalibreerwerktuig van het type frees gebruiken. De lengte en de radius/de diameter van het werktuig moet u vooraf in de werktuiglijst registreren.
Plaats het kalibreerwerktuig ongeveer boven het miden van het
meetvlak van de meettaster.
Jog
Kies in de bedrijfsmodus "Machine Manueel" de softkey "Meten werkt.".
Meetaster afstemmen
Druk op de softkey "Meettaster afstemmen".
Kies of u alleen de lengte of de lengte en de diameter wenst af te stemmen.
Alleen lengte afstemmen Lengte en diameter afstemmen
Cycle Start
Druk op de toets "Cycle Start".
De kalibreerprocedure verloopt automatisch met meetvoeding. De afstandsmaten tussen machinenulpunt en meettaster worden
bepaald en in een intern databereik opgeslagen.
2 01/2008 Bediening2.9 Handbedrijf
2
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 2-97
2.9 Handbedrijf De bedrijfsmodus "Machine Manueel" gebruikt u om de machine voor
de uitvoering van een programma in te stellen of eenvoudige verplaatsingsbewegingen aan de machine uit te voeren. In handbedrijf kunt u: 1. het meetsysteem van de besturing met de machine synchroniseren
(naar referentiepunt bewegen), 2. de machine inrichten, d.w.z. u kunt via de voorziene toetsen en
handwielen op het machinebesturingspaneel handmatige bewegingen aan de machine activeren,
3. tijdens het onderbreken van een programma met de voorziene toetsen en handwielen aan het machinebesturingspaneel handgeleide bewegingen aan de machine uitvoeren.
2.9.1 Werktuig selecteren en in de spil plaatsen
Voor de voorbereidende activiteiten in handbedrijf gebeurt de werktuigselectie centraal op een scherm.
Jog
Kies in de bedrijfsmodus "Machine Manueel" de softkey "T, S, M".
De cursor staat op het invoerveld van de werktuigparameter "T":
Voer de naam of het nummer van het werktuig T in.
- OF - Werktuigen
-of- Druk op de softkey "Werktuigen" of de toets "Offset" om de
werktuiglijst te openen.
Plaats de cursor in de werktuiglijst op het gewenste werktuig.
- EN -
in Manueel
Druk op de softkey "in Manueel".
Het werktuig wordt in het "T, S, M ...-venster" overgenomen en aangegeven in het veld van de werktuigparameter "T".
Selecteer de werktuigsnijkant D of voer het nummer direct in het veld "D" in.
Cycle Start
Druk op de toets "Cycle Start".
Het werktuig wordt in de spil geplaatst.
2 Bediening 01/2008 2.9 Handbedrijf
2
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 2-98 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
2.9.2 Nieuw werktuig in de lijst invoeren en in de spil plaatsen
Aanbrengen voorbereiden
Jog
Kies in de bedrijfsmodus "Machine Manueel" de softkey "T, S, M".
De cursor staat op het invoerveld van de werktuigparameter "T".
Werktuig in de lijst registreren
-of-
Werktuigen
Druk op "Offset" of op de softkey "Werktuigen" om de werktuiglijst te openen.
Voer een nieuw werktuig in (zoals beschreven in het hfdst. "Werktuigen en werktuigcorrecties").
in Manueel
Druk op de softkey "in Manueel".
U keert automatisch terug naar de functie "T, S, M ...". De werktuignaam is nu in het invoerveld van de werktuigparameter "T" geregistreerd.
Vervangen uitvoeren
Cycle Start
Druk op de toets "Cycle Start".
De werktuigwissel wordt vrijgegeven.
Het aangebrachte werktuig wordt in de werktuiglijst gemarkeerd met een spilteken.
Plaats het werktuig nu met de hand in de spil volgens de instructies van de fabrikant.
2 01/2008 Bediening2.9 Handbedrijf
2
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 2-99
2.9.3 Nieuw werktuig in de lijst invoeren en in het magazijn laden
Werktuig in de lijst registreren
-of-
Druk op de toets "Offset" of de softkey "Werk. nulp." om de werktuiglijst te openen.
Kies een vrije plaats en voer een nieuw werktuig in (zoals beschreven in hfdst. "Werktuigen en werktuigcorrecties").
Nieuw werktuig
Druk op de softkey "Nieuw werktuig".
Frees ...
3D- schakelaar
Kies het gewenste werktuigtype.
Geef het werktuig een naam. Indien voorhanden, voert u de werktuigcorrecties in.
Werktuig in het magazijn
geven
Beladen
Druk op de softkey "Beladen" als het om een magazijn met variabele plaatsbezetting gaat.
Bij een magazijn met vaste plaatsbezetting voert u het werktuig overeenkomstig de instructies van de fabrikant op de gewenste plaats in het magazijn in.
2.9.4 Spil manueel starten, stoppen en positioneren
Spiltoerental instellen
Jog
Kies in de bedrijfsmodus "Machine Manueel" de softkey "T, S, M".
Voer in het invoerveld "Spil" de gewenste waarde voor het spiltoerental in.
Cycle Start
Druk op de toets "Cycle Start".
Als de spil reeds loopt, wordt het nieuwe toerental overgenomen. Als de spil stilstaat, wordt de waarde als doeltoerental overgenomen. De spil blijft echter staan.
2 Bediening 01/2008 2.9 Handbedrijf
2
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 2-100 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
Spil starten
Spindle Left -of- Spindle Right
Druk op de toetsen "Spindle Left" resp. "Spindle Right".
De spil wordt overeenkomstig het geselecteerde spiltoerental en de actuele spil-override-beweging gestart.
Spindle Stop
De spil wordt met de toets "Spindle Stop" opnieuw uitgeschakeld.
- OF -
Jog
Kies in de bedrijfsmodus "Machine Manueel" de softkey "T, S, M".
Kies in "Spil M-fct." de spilrichting
"rechts" of "links".
Cycle Start
Druk op de toets "Cycle Start".
De spil draait. Spil stoppen
Jog
Kies in de bedrijfsmodus "Machine Manueel" de softkey "T, S, M".
Kies in "Spil M-fct." "uit".
Cycle Start
Druk op de toets "Cycle Start".
De spil stopt.
Spil positioneren De spilpositie wordt in graden aangegeven.
Jog
Kies in de bedrijfsmodus "Machine Manueel" de softkey "T, S, M".
Kies "Spil M-fct." "Stop-Pos.".
Het invoerveld "Stop-Pos." verschijnt. Voer de gewenste spilstoppositie in.
De spilpositie wordt in graden aangegeven.
Cycle Start
Met "Cycle Start" wordt de spil op de gewenste positie geplaatst.
Met deze functie kan de spil op een bepaalde hoekpositie worden geplaatst, bijv. bij een werktuigwissel. • Bij stilstaande spil wordt via de kortste weg gepositioneerd. • Bij draaiende spil blijft de actuele draairichting bij de positionering
behouden.
2 01/2008 Bediening2.9 Handbedrijf
2
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 2-101
Spiltoerental wijzigen
%
Stel met de spil-override-schakelaar het gewenste spiltoerental in.U kunt 50 tot 120% van de laatste geldige waarde kiezen.
- OF - (bij bedieningspaneel OP032S):
Spindle Dec. Spindle Inc.
Druk op de toetsen "Spindle Dec." resp. "Spindle Inc."
Het geprogrammeerde spiltoerental (stemt overeen met 100%) wordt verhoogd resp. verlaagd.
100%
Druk op de toets "100%".
Het spiltoerental wordt opnieuw op de geprogrammeerde waarde gezet.
2.9.5 Assen verplaatsen
De assen kunt u in handbedrijf verplaatsen met de increment- en astoetsen of de handwielen. Bij het verplaatsen via het toetsenbord beweegt de geselecteerde as in de geprogrammeerde instelvoeding met een vastgelegde stapbreedte.
Assen verplaatsen met
toetsenbord Door het bedienen van de increment-toetsen beweegt u in handbedrijf met iedere bediening van een "Astoets" de gekozen as in vastgelegde stapbreedtes in de overeenkomstige richting. De assen zelf worden in de geprogrammeerde instelvoeding bewogen.
Stapbreedtes vooraf
bepalen
1
... 10000
Druk op de toetsen [1], [10], ..., [10000] om de assen te verplaatsen met een vaste stapbreedte (increment). De getallen op de toetsen geven de verplaatsing in micrometers resp. micro-inch aan. Voorbeeld: Bij een gewenste stapbreedte van 100 μm (= 0.1 mm) drukt u op de toets "100".
- OF -
Jog
Schakel in de bedrijfsmodus "Machine Manueel" in de uitgebreide horizontale softkey-balk.
Druk op de softkey "ShopM. Instel.".
Het instellingsmenu wordt geopend.
2 Bediening 01/2008 2.9 Handbedrijf
2
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 2-102 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
Voer in het invoerveld "Variabele stapmaat" de gewenste stapbreedte in. Voorbeeld: Bij een gewenste stapbreedte van 500 μm (= 0.5 mm) voert u 500 in.
VAR
Druk op de toets "Inc Var".
De assen worden met de vastgelegde stapbreedte verplaatst. Instelvoeding instellen Voer in het veld "Instelvoeding" de gewenste voeding in.
De assen worden in instelbedrijf met de vastgelegde voeding verplaatst. De beperking van de max. voedingssnelheid wordt door een machinedatum vastgelegd.
As verplaatsen X
...
Selecteer de te verplaatsen as.
+
Druk op de toetsen "+" resp. "-".
Bij elke druk op de toets wordt de geselecteerde as met de ingestelde stapbreedte verplaatst.
Aanvoer- en ijlgangcorrectieschakelaars kunnen actief zijn.
Er kunnen één of meer assen per selectie worden bewogen (afhankelijk van het PLC-programma)
• Na het inschakelen van de besturing kunnen de assen tot in het
grensbereik van de machine worden bewogen, aangezien de referentiepunten nog niet aangelopen werden. Hierbij kunnen er nood-eindschakelaars worden geactiveerd.
• De software-eindschakelaars en de arbeidsveldbegrenzing zijn noch niet actief!
• De voedingsvrijgave moet gezet zijn.
Assen met de handwielen
bewegen Neem de instructies van de machinefabrikant m.b.t. selectie en werking van de handwielen in acht.
2 01/2008 Bediening2.9 Handbedrijf
2
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 2-103
2.9.6 Assen positioneren
In de bedrijfsmodus "Machine Manueel" kunt u de assen op een bepaalde positie plaatsen en op die manier eenvoudige bewerkingen realiseren.
Jog
Kies in de bedrijfsmodus "Machine Manueel" de softkey "Positie".
Selecteer met behulp van de toetsen "Cursor boven" en "Cursor onder" de te verplaatsen as(sen).
Selecteer de te verplaatsen as(sen) en geef de doelpositie aan.
Voer in het veld "F" de gewenste voeding in.
- OF - IJlgang
Druk op de softkey "IJlgang" als de assen in ijlgang moeten
worden verplaatst.
In het veld "F" wordt ijlgang aangegeven.
Cycle Start
Druk op de toets "Cycle Start".
De assen worden op de aangegeven doelpositie geplaatst.
2.9.7 Zwenken
Het manuele zwenken stelt functies ter beschikking die het instellen, meten en bewerken van werkstukken met schuine vlakken aanzienlijk vergemakkelijken.
Als u een schuin vlak wilt aanmaken of corrigeren, worden de
gewenste draaiingen van het werkstukcoördinatensysteem rond de geometrieassen (X, Y, Z) automatisch in geschikte posities van de zwenkassen (A, B, C) omgerekend. Bij het manuele zwenken kunt u alternatief ook direct de zwenkassen van de machine programmeren en een bij deze zwenkasposities passend coördinatensystem laten aanmaken.
Bij een actief gezwenkt vlak is de functie "Nulpunt werkstuk" actief, maar niet de functie "Meten werktuig".
In de reset-toestand en ook na het Power-On blijven de gezwenkte coördinaten behouden. D.w.z. dat u dan bijv. nog door terugtrekking in +Z-richting een schuin gat kunt verlaten.
Neem de instructies van de machinefabrikant in acht.
2 Bediening 01/2008 2.9 Handbedrijf
2
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 2-104 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
Hierna worden de belangrijkste parameters voor het zwenken verklaard:
Vrijlopen Voor het zwenken van de assen kunt u het werktuig naar een veilige vrijmaakpositie bewegen. Welke vrijmaakvarianten ter beschikking staan, wordt vastgelegd bij de inbedrijfstelling van de zwenkdataset in de parameter "Vrijmaakpositie".
Neem de instructies van de machinefabrikant in acht.
Waarschuwing
U moet de bevrijdingspositie zo kiezen dat bij het zwenken geen botsing kan optreden tussen werktuig en werkstuk.
Zwenk-variant Het zwenken kan per as of direct gebeuren. • Het zwenken per as heeft betrekking op het coördinatensysteem
van het werkstuk (X, Y, Z). De volgorde van de coördinaatassen kan vrij worden gekozen. De draaiingen zijn worden in de gekozen volgorde actief. ShopMill berekent daaruit de draaiing van de ronde assen (A, B, C).
• Bij het zwenken worden de gewenste posities van de ronde assen aangegeven. ShopMill berekent daaruit een geschikt nieuwe coördinatensysteem. De werktuigas wordt in Z-richting uitgericht. De richting van de X- en Y-as kan worden bepaald door het verplaatsen van de assen.
De positieve draairichting bij de verschillende zwenkvarianten vindt u in de help-schermen.
Richting Bij zwenksystemen met 2 draaiassen kan een bepaald vlak evt. op twee verschillende manieren worden bereikt. In de parameter "Richting" heeft u de keuze uit twee verschillende posities. +/- stemt hierbij overeen met de grotere of kleinere waarde van een draaias. Dit kan uitwerkingen op de arbeidsruimte hebben. Voor welke draaias de beide posities kunnen worden gekozen, wordt vastgelegd bij de inbedrijfstelling van de zwenkdataset in de parameter "Richting".
Neem de instructies van de machinefabrikant in acht.
Als één van de twee posities om mechanische redenen niet kan worden bereikt, wordt automatisch de alternatieve positie gekozen, onafhankelijk van de instelling in de parameter "Richting".
Werktuigtop vasthouden Om botsingen te vermijden, kunt u met behulp van de 5-astransformatie (software-optie) de positie van de werktuigpuntbij het zwenken behouden. Deze functie moet bij het instellen van "Zwenken" in de parameter "Nasporen WT" vrijgegeven worden.
Neem de instructies van de machinefabrikant in acht.
2 01/2008 Bediening2.9 Handbedrijf
2
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 2-105
Nulvlak U kunt de functie "Zwenken manueel" niet alleen voor de bewerking maar ook voor het instellen gebruiken, om draaiingen van het werkstuk bij het inspannen te compenseren (basisdraaiing).
Als u bij het instellen van uw werkstuk het actueel ingezwenkte vlak als referentievlak wilt gebruiken, moet u dit vlak als nulvlak definiëren.
Met "Nulvlak zetten" wordt het actuele zwenkniveau in de actieve nulpuntverschuiving als nulvlak opgeslagen. Daarbij worden de draaiingen in de actieve nulpuntverschuiving overschreven. Met "Nulvlak wissen" wordt het actieve nulvlak uit de nulpuntverschuiving gewist. Daarbij worden de draaiingen in de actieve nulpuntverschuiving op nul gezet. Het volledige coördinatensysteem blijft bij "Nulvlak zetten" en "Nulvlak wissen" ongewijzigd.
Om een werkstuk te meten kan het manuele Zwenken ook in combinatie met "Vlak uitrichten" worden gebruikt.
Jog
Kies in de bedrijfsmodus "Machine Manueel" de softkey "Zwenken".
Voer de gewenste waarden voor de parameters in.
Cycle Start
Druk op de toets "Cycle Start".
De cyclus "Zwenken" wordt gestart. Basis-
positie Druk op de softkey "Basispositie" als u wilt terugkeren naar de
basistoestand, d.w.z. de waarden op 0 wilt zetten. Deze functie kunt u bijv. gebruiken als u het coördinatensysteem opnieuw naar de oorspronkelijke positie wilt zwenken.
Nulvlak zetten
Druk op de softkey "Nulvlak zetten" als u het actuele zwenkvlak wilt instellen als nulvlak.
Nulvlak wissen
Druk op de softkey "Nulvlak wissen" als u het actuele zwenkvlak wilt wissen.
Ronde as teachen
Druk op de softkey "Ronde as teachen" als u bij het directe zwenken de actuele posities van de ronde assen wilt overnemen.
2 Bediening 01/2008 2.9 Handbedrijf
2
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 2-106 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
Parameter Beschrijving Eenheid
TC Naam van de zwenkgegevensset 0: Zwenkkop verwijderen, zwenkgegevensset deselecteren geen invoer: Geen verandering van het ingestelde zwenkgegevensrecord
Vrijlopen neen: Werktuig voor het zwenken niet terugtrekken Z: Werktuigas voor het zwenken naar vrijmaakpositie bewegen Z, X, Y: Bewerkingsassen voor het zwenken naar vrijmaakpositie bewegen Werkt. max: Werktuig in werktuigrichting terugtrekken tot aan de softwareeindschakelaar Werkt. inc: Werktuig in werktuigrichting met de ingevoerde waarde incrementeel terugtrekken
Zwenkvlak Zwenken nieuw: nieuw zwenkvlak vastleggen Zwenken additief: zwenkvlak op het laatste zwenkvalk plaatsen
Zwenk- variant
As per as: coördinatensysteem as per as zwenken Direct: ronde assen direct positioneren
X Ashoek (as per as zwenken) de volgorde van de assen graden
Y Ashoek (as per as zwenken) kan met "Alternatief" willekeurig graden
Z Ashoek (as per as zwenken) verwisseld worden graden
A Ashoek (direct zwenken) graden
B Ashoek (direct zwenken) graden
Richting Voorkeurdraairichting bij 2 alternatieven +: grotere hoek van de as op de schaal van de zwenkkop/-tafel -: kleinere hoek van de as op de schaal van de zwenkkop/-tafel
Werktuigtop vasthouden
Nasporen: De positie van de werktuigpunt blijft tijdens het zwenken behouden Niet naspoeren: De positie van de werktuigpunt wordt veranderd tijdens het zwenken
2 01/2008 Bediening2.9 Handbedrijf
2
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 2-107
2.9.8 Vlakfrezen
Met deze cyclus kan een willekeurig werkstuk vlak worden afgefreesd. Hierbij wordt altijd een rechhoekig oppervlak bewerkt. Meer informatie over de cyclus vindt u in hfdst. "Programmeren – Vlakfrezen".
Jog
Kies in de bedrijfsmodus "Machine Manueel" de softkey "Vlakfrezen".
Druk op de desbetreffende softkeys om de zijdelingse beperkingen van het werkstuk aan te geven.
Plaats de cursor in "Bewerking" en kies met behulp van de toets "Select" de bewerkingswijze (bijv. voordraaien).
...
Plaats de cursor in "Richting" en kies de bewerkingsrichting.
Voer alle andere parametes in het invoerscherm in.
Gelieve ook de gegevens voor het vlakfrezen in acht te nemen in hfdst. "Programmeren – Vlakfrezen".
Druk op de softkey "OK" om uw gegevens te bevestigen.
U keert terug naar het programma-aanzicht in het manuele bereik.
Voorbeeld voor vlakfrezen in het programma-aanzicht
Cycle Start
Met de toets "Cycle Start" start u de cyclus "Vlakfrezen".
De funtie "Repos" kunt u tijdens het vlakfrezen niet gebruiken.
2 Bediening 01/2008 2.9 Handbedrijf
2
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 2-108 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
2.9.9 Instellingen voor handbedrijf
Voor het handbedrijf kunt u centraal machinefuncties en nulpuntverschuivingen selecteren en de maateenheid instellen. Machinefuncties (M-functies) zijn functies die door de machinefabrikant extra ter beschikking worden gesteld.
Neem de instructies van de machinefabrikant in acht.
De asposities en trajectparameters kunt u in handbedrijf in "mm" of "Inch" laten weergeven. Werktuigcorrecties en nulpuntverschuivingen blijven echter bewaard in de oorspronkelijke maateenheid waarop de machine is ingesteld (zie hfdst. "Omschakeling maatsysteem inch/metrisch").
Transmissietrap kiezen Als uw machine beschikt over een transmissie voor de spil, kunt u de
gewenste transmissietrap kiezen.
Jog
Kies in de bedrijfsmodus "Machine Manueel" de softkey "T, S, M".
Plaats de cursor in het veld "Transmissietrap".
Selecteer de gewenste transmissietrap (bijv. "auto").
De transmissietrap is actief zodra u de volgende keer op de toets "Cycle Start" drukt.
M-functie selecteren
Jog
Kies in de bedrijfsmodus "Machine Manueel" de softkey "T, S, M".
Voer in het parameterveld "Ander M-fct." het nummer van de gewenste M-functie in. In een tabel van de machinefabrikant vindt u de relatie tussen betekenis en nummers van de functies.
De M-functie is actief zodra u de volgende keer op de toets "Cycle Start" drukt.
Nulpuntverschuiving
kiezen
Jog
Kies in de bedrijfsmodus "Machine Manueel" de softkey "T, S, M".
Kies in het veld "Nulpntv." de gewenste nulpuntverschuiving (bijv. Basis).
- OF -
2 01/2008 Bediening2.9 Handbedrijf
2
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 2-109
Nulpunt versch.
Druk op de softkey "Nulpuntversch." om de nulpuntverschuivingslijst te openen.
in Manueel
Plaats de cursor op het gewenste nulpunt en druk op de softkey "in Manueel".
De nulpuntverschuiving is actief zodra u de volgende keer op de toets "Cycle Start" drukt.
Maateenheid instellen Het omschakelen van de maateenheid mm/inch heeft invloed op de
indicatie van de werkelijke waarde en de trajectparameter. De instelling geldt voor het manuele bereik en blijft zolang behouden tot de maateenheid weer wordt omgeschakeld. In het automatische bedrijf wordt bij start altijd de maateenheid die in de programmakop staat, ingeschakeld.
Jog
Kies in de bedrijfsmodus "Machine Manueel" de softkey "T, S, M".
Kies in het veld "Maateenheid" de gewenste maateenheid.
De maateenheid is in handbedrijf actief zodra u de volgende keer op de toets "Cycle Start" drukt.
Werktuigas selecteren Als uw machine over een zwenkbare arbeidsspil beschikt, kunt u in
het menu "T, S, M" via het selectieveld van de "Werktuigas" het bewerkingsvlak selecteren.
Deze parameter is relevant voor alle schermen in het manuele bereik, d.w.z. de getoonde parameters tijdens het vlakfrezen of meten schikken zich ernaar. Bovendien wordt bij het meten van werkstuk en werktuig, afhankelijk van de instelling van het vlak, rekening gehoudenmet de werktuigcorrectie.
Jog
Kies in de bedrijfsmodus "Machine Manueel" de softkey "T, S, M".
Kies in het veld "Werktuigas" de gewenste as.
De werktuigas is in handbedrijf actief zodra u de volgende keer op de toets "Cycle Start" drukt.
Om de asspil te zwenken neemt u de instructies van de machinefabrikant in acht.
2 Bediening 01/2008 2.9 Handbedrijf
2
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 2-110 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
Voorinstellingen veranderen
Jog
Kies in de bedrijfsmodus "Machine Manueel" de softkey "Uitbreiding" om de softkey-balk uit te breiden.
Druk op de softkey "ShopM. Instel.".
Het menu "ShopMill" Instellingen wordt geopend.
Terugtrekniveau Voer in het veld "Terugtrekvlak" de gewenste terugtrekpositie boven het werkstuk aan, die bij het vlakfrezen in handbedrijf in ijlgang moet worden ingenomen.
Veiligheidsafstand Geef in het veld "Veiligheidsafstand" de gewenste positie aan, die in ijlgang moet worden ingenomen. De veiligheidsafstand is de afstand tussen de werktuigtop en het werkstukoppervlak. Zodra de veiligheidsafstand bereikt is, wordt inbewerkingsvoeding de geprogrammeerde cyclus vlakfrezen afgewerkt.
Instelvoeding Voer in het veld "Instelvoeding" de voeding in waarmee de assen in de manuele modus verplaatst moeten worden.
Variabele stapmaat Voer in het veld "Variabele stapmaat" de gewenste stapbreedte in als u de assen in handbedrijf niet met een vaste maar met een variabele stapbreedte wilt verplaatsen.
Druk op de softkey "Terug".
Het menuvenster "ShopMill Instellingen" wordt gesloten. De instellingen zijn zolang actief tot de waarden worden veranderd.
Voor een programma worden deze instellingen telkens in de programmakop uitgevoerd.
2 01/2008 Bediening2.10 MDA-bedrijf
2
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 2-111
2.10 MDA-bedrijf In de bedrijfsmodus "MDA" (Manual Data Automatic) kunt u
programma per blok in G-code opstellen en uitvoeren. Hiervoor kunt u gericht de gewenste bewegingen in de vorm van afzonderlijke programmablokken via het bedieningstoetsenbord in de besturing invoeren.
In het programma-aanzicht "MDA" worden positie-, voedings-, spil-, werktuigwaarden en de inhoud van het MDA-programma aangegeven.
Voorbeeld voor een programma in het programma-aanzicht "MDA"
MDA
Druk op de toets "MDA".
Voer in het werkvenster de gewenste G-code in.
Programma starten
Cycle Start
De besturing werkt de ingevoerde blokken af na het drukken van de toets "Cycle Start".
Programma wissen MDA-prog.
wissen
In MDA-bedrijf aangemaakte programma's worden na de volledige uitvoering automatisch gewist of kunnen door de softkey "MDA-prog. wissen" worden verwijderd.
2 Bediening 01/2008 2.11 Automatisch bedrijf
2
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 2-112 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
2.11 Automatisch bedrijf
Auto
In de bedrijfsmodus "Machine Auto" kunt u bewerkingsprogrammas's uitvoeren en de actuele bewerking online op het scherm volgen.
Voorwaarde voor uitvoering
• U heeft het meetsysteem van de besturing reeds gesynchroniseerd met de machine (naar referentiepunt bewegen).
• U hebt het bijbehorende bewerkingsprogramma reeds gecreëerd. • U hebt de noodzakelijke correctiewaarden gecontroleerd resp.
ingevoerd, bijv. nulpuntverschuivingen of werktuigcorrecties. • De noodzakelijke veiligheidsblokkeringen zijn geactiveerd.
Voorbeeld voor het programma-aanzicht in "Machine Auto"
Arbeidsstappenprogramma's die u in oudere ShopMill-versies heeft
opgesteld, kunt u ook in de actuele arbeidsstappenversie uitvoeren. Als een ouder ShopMill-programma eenmaal in de actuele versie wordt uitgevoerd, geldt het als programma met de actuele versie.
Bovendien kunt u ook een arbeidsstappenprogramma van versie 6.3 in ShopMill 6.2 laten uitvoeren, als u de volgende punten in acht neemt: • Als voor een langsgroef in ShopMill 6.3 de bewerkingsmodus
"Nabewerken rand" geprogrammeerd werd, wordt de parameter in ShopMill 6.2 door "Voorbewerken" vervangen.
• De onder ShopMill 6.3 geprogrammeerde functies "Diepboren" en "Cirkelvormige groef" zijn in ShopMill 6.2 alleen mogelijk als u de parameters van de functies in ShopMill 6.2 nog eens controleert en bevestigt.
Na het uitvoeren van het ShopMill-programma van de versie 6.3 in ShopMill 6.2, geldt het programma als een programma van de versie 6.2.
2 01/2008 Bediening2.11 Automatisch bedrijf
2
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 2-113
2.11.1 Omschakelen tussen de indicaties "T, F, S", "G-functies" en "hulpfuncties"
Als u tijdens het bewerken van een werkstuk bijv. zou willen weten of op dat moment de snijkantradiuscorrectie actief is, of welke maateenheid gebruikt wordt, schakelt u de indicatie van de G-functies of hulpfuncties in.
G-functies
Onder de "G-functie" worden er 16 verschillende G-groepen getoond. Binnen een G-groep verschijnt telkens de op dat moment in de NCK actieve G-functie.
Alternatief verschijnt er onder "Alle G-func." een lijst met alle G-groepen met alle bijbehorende G-functies.
Hulpfuncties Tot de hulpfuncties horen door de machineproducent bepaalde M- en H-functies, die parameters aan de PLC overdragen en daar door de machineproducent gedefinieerde reacties veroorzaken.
Neem de instructies van de machinefabrikant in acht.
Er worden max. vijf M-functies en drie H-functies getoond.
Ook bij de uitvoering van een stappenreeksprogramma kunt u de in deNCK actieve G-functies oproepen, daar de ShopMill-functies intern in G-code worden omgezet.
G-
functie Druk in de bedrijfsmodus "Machine Manueel" of "Machine Auto"
op de softkey "G-functie".
In plaats van de parameters T, F en S worden nu de bij het bewerken op dat moment actieve G-functies binnen een G-groep getoond. Als u nogmaals op de softkey "G-functie" drukt, verschijnt opnieuw de statusindicatie "T, F, S".
- OF -
Alle G-func.
Druk op de softkey "Alle G-func.".
In plaats van de parameters T, F en S verschijnt er nu een lijst met alle G-groepen met G-functies. Als u nogmaals op de softkey "Alle G-func." drukt, verschijnt opnieuw de statusindicatie "T, F, S".
- OF -
Hulp-functies
Druk op de softkey "Hulpfuncties".
In plaats van de parameters T, F en S verschijnen nu de bij de bewerking op dat moment actieve hulpfuncties. Als u nogmaals op de softkey "Hulpfuncties" drukt, verschijnt opnieuw de statusindicatie "T, F, S".
2 Bediening 01/2008 2.11 Automatisch bedrijf
2
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 2-114 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
2.11.2 Programma voor uitvoering kiezen
-of-
Druk op de softkey "Programma" of de toets "Program Manager".
Het directory-overzicht verschijnt.
Plaats de cursor op de directory waarin u een nieuw programma wilt selecteren.
-of-
Druk op de toets "Input" of "Cursor rechts".
Het programma-overzicht verschijnt.
Plaats de cursor op het gewenste programma.
Af- werken
Druk op de softkey "Afwerken".
ShopMill schakelt automatisch op de bedrijfsmodus "Machine Auto" en laadt het programma. - OF -
-of-
Druk op de softkey "Programma" of de toets "Program Manager".
Het directory-overzicht verschijnt.
Plaats de cursor op de directory waarin u een nieuw programma wilt selecteren.
-of-
Druk op de toets "Input" of "Cursor rechts".
Het programma-overzicht verschijnt.
Plaats de cursor op het gewenste programma.
-of-
Druk op de toets "Input" of "Cursor rechts".
Het gekozen programma wordt in het bedieningsbereik "Programma" geopend. Het arbeidsplan van het programma verschijnt.
Plaats de cursor op het programmablok van waar u het programma wilt uitvoeren.
Druk op de softkey "Afwerken".
ShopMill schakelt automatisch op de bedrijfsmodus "Machine Auto", laadt het programma en voert een blokzoekprocedure tot aan het gemarkeerde programmablok uit (zie hoofdstuk "Bewerking starten bij bepaald programmapunt").
Als u voor het eerst een programma uitvoert dat de cyclus "Contourkamer" bevat, worden automatisch de verschillende ruimstappen van de contourkamer berekend. Dit proces kan afhankelijk van de complexiteit van de contour enkele seconden duren.
2 01/2008 Bediening2.11 Automatisch bedrijf
2
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 2-115
2.11.3 Programma starten/stoppen/voortijdig beëindigen
Hier leert u hoe u programma's die geladen zijn in de bedrijfsmodus "Machine Auto" kunt starten en stoppen of na een onderbreking kunt voortzetten.
Als het programma in de bedrijfsmodus "Machine Auto" geladen en de bedrijfsmodus "Auto" op het machinebedieningspaneel geactiveerd is, kunt u het programma ook starten als u zich in een willekeurig bedieningsbereik bevindt en niet in de bedrijfsmodus "Machine Auto".Deze startmogelijkheid moet in een machinegegevensbouwsteen geactiveerd worden.
Neem de instructies van de machinefabrikant in acht.
Voorwaarde Er is geen alarm. Het programma is gekozen. De voedingsvrijgave is voorhanden. De spilvrijgave is voorhanden.
Bewerking starten
Cycle Start
Druk op de toets "Cycle Start".
Het programma wordt gestart en vanaf het begin resp. vanaf het gemarkeerde programmablok afgewerkt.
Bewerking stoppen
Cycle Stop
Druk op de toets "Cycle Stop".
De bewerking stopt onmiddellijk, afzonderlijke programmablokken worden niet tot op het einde afgewerkt. Bij de volgende start wordt de bewerking daar voortgezet, waar ze werd gestopt.
Bewerking voortijdig beëindigen
Reset
Druk op de toets "Reset".
De uitvoering van het programma wordt voortijdig beëindigd. Bij de volgende start begint de bewerking van bij het begin.
Bewerking uit het bedieningsbereik starten
Het programma is geladen in de bedrijfsmodus "Machine Auto" en de bedrijfsmodus "Auto" is geactiveerd op het machinebedieningspaneel.
Cycle Start
Druk op de toets "Cycle Start".
Het programma wordt gestart en vanaf het begin afgewerkt. Het oppervlak van het voordien gekozen bedieningsbereik blijft echter verder zichtbaar.
2 Bediening 01/2008 2.11 Automatisch bedrijf
2
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 2-116 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
2.11.4 Programma onderbreken
Contour verlaten Na een programma-onderbreking ("NC-Stop") in het automatisch bedrijf (bijv. om een meting aan een werkstuk uit te voeren en de werktuigslijtagewaarden te corrigeren of na een werktuigbreuk) kunt u het werktuig in handbedrijf "Machine Manueel" van de contour weg bewegen. ShopMill slaat in dit geval de coördinaten van het onder-brekingspunt op en toont de in de bedrijfsmodus "Machine Manueel" verplaatste wegverschillen van de assen in het actuele-waarden-venster als "Repos"-verschuiving (Repos = terugpositioneren).
De procedure voor het verplaatsen van de machineassen vindt u in hfdst. "Machineassen verplaatsen".
Contour opnieuw aanlopen
Met de functie "Repos" gaat het werktuig terug aan de contour van het werkstuk na het bewegen van de machine-assen tijdens een programma-onderbreking in automatisch bedrijf.
Jog
Kies de bedrijfsmodus "Machine Manueel".
Beweeg de assen van het onderbrekingspunt weg.
Repos
Druk op de toets "Repos".
X ...
Selecteer de te verplaatsen as.
+
Druk op de toetsen "-" resp. "+".
Het overrijden van de onderbrekingsplaats is geblokkeerd. De voedingsoverride is actief.
Waarschuwing
De ijlgang-interferentietoets is actief. Niet-afgestemde Repos-verschuivingen worden bij omschakeling op Auto en daarop volgende start met de toets "Cycle Start" met programmeervoeding en lineaire interpolatie afgestemd.
2 01/2008 Bediening2.11 Automatisch bedrijf
2
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 2-117
2.11.5 Bewerking starten bij bepaald programmapunt
Als u slechts een bepaald gedeelte van een programma aan de machine wenst uit te voeren, moet u het uitvoeren van het programma niet noodzakelijkerwijze bij het begin starten, maar u kunt de bewerking ook vanaf een bepaald programmablok of een bepaalde tekst starten.
Het programmapunt waarop u de bewerking wilt starten, wordt "Doel"
genoemd. ShopMill onderscheidt tussen 3 verschillende doeltypes: • ShopMill-cyclus • ander ShopMill-blok resp. G-code-blok • willekeurige tekst Bij het doeltype "ander ShopMill-blok resp. G-code-blok" kunt u het doel ook op 3 verschillende manieren aangeven: • Cursor op doelblok plaatsen
Bij overzichtelijke programma's is dit een eenvoudige manier. • Onderbrekingspunt kiezen
De bewerking wordt voortgezet op het punt waar ze werd onderbroken. Dit is vooral comfortabel bij grote programma's met meerdere niveaus.
• Doel direct invoeren Dit is alleen mogelijk als u de precieze gegevens (programmavlak, programmanaam enz.) van het doel kent.
Nadat u het doel heeft aangegeven, berekent ShopMill het precieze startpunt van de programmabewerking. Bij de doeltypes "ShopMill-cyclus" en "willekeurige tekst" gebeurt de berekening altijd op het eindpunt van het blok. Bij het berekenen van het startpunt van alle andere ShopMill-blokken en G-code-blokken kunt u tussen vier varianten kiezen.
1. Berekening op eindpunt: Tijdens het blokzoeken voert ShopMill dezelfde berekeningen uit, zoals bij het uitvoeren van het programma. Het programma wordt vanaf het einde van het bestemmingsblok resp. van de volgende geprogrammeerde positie van het bestemmingsblok afgewerkt
2. Zonder berekening Tijdens het blokzoeken voert ShopMill geen berekeningen uit, d.w.z. de berekening wordt tot aan het bestemmingsblok oversprongen. De besturingsinterne parameters staan op dezelfde waarden als voor blokzoeken. Deze variant staat alleen bij programma's ter beschikking, die zonder uitzondering uit G-code-blokken bestaan.
2 Bediening 01/2008 2.11 Automatisch bedrijf
2
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 2-118 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
3. Extern – zonder berekening Deze variant gebeurt zoals de berekening op het eindpunt. Subprogramma's die via EXTCALL worden opgeroepen, worden echter bij het berekenen oversprongen. Bij G-code-programma's die volledig van externe diskdrives (diskette-/netwerk-drive) uitgevoerd worden, wordt het berekenen eveneens tot aan het bestemmingsblok oversprongen. Op deze manier kunt u het berekenen versnellen.
Opgelet Met modale functies die niet in het berekende programmadeel onthouden zijn, wordt voor het uit te voeren programmadeel geen rekening gehouden. D.w.z. dat u bij de varianten "Zonder berekening" en "Extern – zonder berekening" een bestemmingsblok moet kiezen, vanaf hetwelke alle voor het bewerken noodzakelijke informatie aanwezig is.
Doel direct invoeren In het scherm "Zoekpointer" voert u voor het doeltype "ander ShopMill-blok resp. G-code-blok" het doel direct in. Op het scherm stemt elke regel overeen met een programmaniveau. Het werkelijke aantal niveaus in het programma is afhankelijk van de structuurdiepte van het programma. Het 1ste niveau stemt altijd overeen met het hoofdprogramma, alle andere niveaus zijn subprogramma's. Afhankelijk van het programmaniveau waarop het doel zich bevindt, moet u het doel invoeren in de overeenkomstige regel van het scherm. Als het doel zich bijv. in een subprogramma bevindt dat direct door het hoofdprogramma wordt opgeroepen, moet u het doel dus in het 2de programmaniveau invoeren. Het doel moet altijd ondubbelzinnig worden aangegeven. D.w.z. dat u ook op het 1ste programmaniveau (hoofdprogramma) moet aangeven als het subprogramma in het hoofdprogramma op 2 verschillende punten wordt opgeroepen.
De parameters op het scherm "Zoekpointer" hebben de volgende betekenis:
Nummer van het programmaniveau Programma: subprogramma ligt in het NCK-werkgeheugen: Programmanaam Voorbeeld: sub-pr1 Subprogramma ligt niet in het NCK-werkgeheugen: Pad + programmanaam Voorbeeld: c:\sub-pr1 of \\r1638\shopmill\sub-pr1 (De naam van het hoofdprogramma wordt automatisch ingevoerd.) Ext: extensie P: uitvoeringsteller (Als een programmagedeelte meermaals wordt uitgevoerd, kunt u hier het nummer van de
2 01/2008 Bediening2.11 Automatisch bedrijf
2
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 2-119
uitvoering aangegeven waar de bewerking moet worden voortgezet.) Regel: parameter wordt door ShopMill bepaald Type: " " Zoekdoel op dit niveau wordt niet in acht genomen N-nr. bloknummer Mark. springmarkering Tekst tekenreeks S-prg. sub-programma-activering Regel Regelnummer Zoekdoel: programmapunt waar de bewerking moet starten
ShopMill-cyclus kiezen
Laad een programma in de bedrijfsmodus "Machine Auto" (zie hfdst. "Programma voor uitvoering kiezen").
Plaats de cursor op het gewenste doelblok.
Zoeken starten
Druk op de softkeys "Blok-zoek-run" en "Zoeken starten".
Kies bij aaneengeschakelde programmablokken met meerdere technologieblokken in het venster "Zoeken" het gewenste technologieblok uit. Bij afzonderlijke programmablokken verschijnt de vraag niet.
Druk op de softkey "Toepassen".
Voer bij aaneengeschakelde programmablokken het nummer van de gewenste startpositie in. Bij afzonderlijke programmablokken verschijnt de vraag niet.
Druk op de softkey "Toepassen".
Cycle Start
Druk op de toets "Cycle Start".
ShopMill voert alle noodzakelijke voorinstellingen uit.
Cycle Start
Druk nog eens de toets "Cycle Start".
De nieuwe startpositie wordt aangelopen. Vervolgens wordt het werkstuk vanaf het begin van het bestemmingsblok bewerkt.
Reset
Met de toets "Reset" kunt u het zoeken voortijdig beëindigen.
2 Bediening 01/2008 2.11 Automatisch bedrijf
2
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 2-120 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
Ander ShopMill-blok resp. G-code-blok kiezen
Cursor op doelblok plaatsen
Laad een programma in de bedrijfsmodus "Machine Auto" (zie hfdst. "Programma voor uitvoering kiezen").
Plaats de cursor op het gewenste doelblok.
Druk op de softkey "Blok-zoek-run"
Op eindpunt ...
extern- zonder ber.
Kies een berekeningsvariant.
Cycle Start
Druk op de toets "Cycle Start".
ShopMill voert alle noodzakelijke voorinstellingen uit.
Cycle Start
Druk nog eens de toets "Cycle Start".
De nieuwe startpositie wordt aangelopen. Vervolgens wordt het programma, afhankelijk van de berekeningsvariant, vanaf het begin tothet einde van het bestemmingsblok afgewerkt.
Reset
Met de toets "Reset" kunt u het zoeken voortijdig beëindigen.
Onderbrekingspunt selecteren Voorwaarde is dat de uitvoering van het programma werd
onderbroken met de toets "Reset". (ShopMill onthoudt dit onderbrekingspunt automatisch.)
Keer terug naar de bedrijfsmodus "Machine Auto".
Zoek- pointer
Druk op de softkeys "Blok-zoek-run" en "Zoekpointer".
Onderbr. punt
Druk op de softkey "Onderbr. punt".
ShopMill voert het opgeslagen onderbrekingspunt in als doel.
Op eindpunt ...
extern- zonder ber.
Kies een berekeningsvariant.
Cycle Start
Druk op de toets "Cycle Start".
ShopMill voert alle noodzakelijke voorinstellingen uit.
Cycle Start
Druk nog eens de toets "Cycle Start".
De nieuwe startpositie wordt aangelopen. Vervolgens wordt het programma, afhankelijk van de berekeningsvariant, vanaf het begin tothet einde van het bestemmingsblok afgewerkt.
Reset
Met de toets "Reset" kunt u het zoeken voortijdig beëindigen.
2 01/2008 Bediening2.11 Automatisch bedrijf
2
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 2-121
Doel direct invoeren Laad een programma in de bedrijfsmodus "Machine Auto"
(zie hfdst. "Programma voor uitvoering kiezen").
Zoek- pointer
Druk op de softkeys "Blok-zoek-run" en "Zoekpointer".
Voer het gewenste doel in.
Op eindpunt ...
extern- zonder ber.
Kies een berekeningsvariant.
Cycle Start
Druk op de toets "Cycle Start".
ShopMill voert alle noodzakelijke voorinstellingen uit.
Cycle Start
Druk nog eens de toets "Cycle Start".
De nieuwe startpositie wordt aangelopen. Vervolgens wordt het programma, afhankelijk van de berekeningsvariant, vanaf het begin tothet einde van het bestemmingsblok afgewerkt.
Reset
Met de toets "Reset" kunt u het zoeken voortijdig beëindigen.
Willekeurige tekst zoeken Laad een programma in de bedrijfsmodus "Machine Auto"
(zie hfdst. "Programma voor uitvoering kiezen").
Zoeken
Druk op de softkeys "Blok-zoek-run" en "Zoeken".
Voer de tekst in die u wenst te zoeken.
Kies, of het zoeken aan het programmabegin of bij de actuele cursorpositie moet beginnen.
Zoeken
Druk op de softkey "Zoeken".
Het programmablok, waarin de gezochte tekst voorkomt, wordt gemarkeerd.
Verder zoeken
Druk op de softkey "Verder zoeken" als u het zoeken wenst voort te zetten.
Zoeken starten
Druk op de softkeys "Annuleren" en "Zoeken starten".
Kies bij verbonden programmablokken meet meerdere technologieblokken in het venster "Zoeken" het gewenste technologieblok en druk op de softkey "Toepassen". Bij afzonderlijke programmablokken verschijnt de vraag niet.
2 Bediening 01/2008 2.11 Automatisch bedrijf
2
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 2-122 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
Voer bij verbonden programmablokken het nummer van de gewenste startpositie in en druk op de softkey "Toepassen". Bij afzonderlijke programmablokken verschijnt de vraag niet.
Cycle Start
Druk op de toets "Cycle Start".
ShopMill voert alle noodzakelijke voorinstellingen uit.
Cycle Start
Druk nog eens de toets "Cycle Start".
De nieuwe startpositie wordt aangelopen. Vervolgens wordt het werkstuk vanaf het begin van het bestemmingsblok bewerkt.
Reset
Met de toets "Reset" kunt u het zoeken voortijdig beëindigen.
2.11.6 Programmaverloop beïnvloeden
Als u tijdens het bewerken van een werkstuk, het reeds bereikte resultaat tussendoor wenst te controleren, kunt u het bewerken op speciaal gemarkeerde plaatsen laten stoppen (geprogrammeerde stop). Binnen de ShopMill-programma's wordt gestopt op positie "Terugtrekvlak".
Als u evenwel enkele met de G-code geprogrammeerde bewerkingsstappen niet bij iedere programma-uitvoering wenst uit te voeren, gelieve deze blokken afzonderlijk te markeren (G-code-blokken verbergen). Bij ShopMill-blokken is dat niet mogelijk.
U heeft bovendien de mogelijkheid tijdens de bewerking DRF-verschuivingen, d.w.z. verschuivingen met het handwiel, toe te laten. Deze functie moet worden ingesteld door de machinefabrikant.
Neem de instructies van de machinefabrikant in acht.
Geprogrammeerde stop
Laad een programma in de bedrijfsmodus "Machine Auto" (zie hfdst. "Programma voor uitvoering kiezen").
Druk op de softkey "Prog. beïnvl."
Program. stop
Druk op de softkey "Program. stop".
Cycle Start
Druk op de toets "Cycle Start".
Het uitvoeren van het programma wordt gestart. Het programmaverloop stopt bij elk blok waarvoor de "geprogrammeerde stop" werd gedefinieerd (zie hfdst. "Bijkomende functies").
2 01/2008 Bediening2.11 Automatisch bedrijf
2
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 2-123
Cycle Start
Druk telkens opnieuw op de toets "Cycle Start".
Het uitvoeren van het programma wordt voortgezet.
Program. stop
Druk opnieuw op de softkey "Program. stop" als het bewerken zonder een geprogrammeerde stop moet doorlopen. (De softkey is dan opnieuw gedeselecteerd.)
G-code-blokken
verbergen
Laad een programma in de bedrijfsmodus "Machine Auto" (zie hfdst. "Programma voor uitvoering kiezen").
Druk op de softkey "Prog. beïnvl."
Ver- bergen
Druk op de softkey "Verbergen".
Cycle Start
Druk op de toets "Cycle Start".
Het uitvoeren van het programma wordt gestart. G-code-blokken die met het teken "/" (schuine streep) voor het bloknummer beginnen, worden niet uitgevoerd.
Ver- bergen
Druk opnieuw op de softkey "Verbergen" als de gekenmerkte G-code-blokken bij de volgende bewerking opnieuw mee moeten worden uitgevoerd. (De softkey is dan opnieuw gedeselecteerd.)
DRF-verschuiving
toelaten Laad een programma in de bedrijfsmodus "Machine Auto"
(zie hfdst. "Bewerking starten/stoppen").
Druk op de softkey "Prog. beïnvl."
DRF ver- schuiving
Druk op de softkey "DRF-verschuiving".
Cycle Start
Druk op de toets "Cycle Start".
Het uitvoeren van het programma wordt gestart. Verschuivingen met het handwiel hebben een directe invloed op de bewerking.
DRF ver- schuiving
Druk opnieuw op de softkey "DRF-verschuiving" als u handwielverschuivingen tijdens de bewerking niet meer wilt toelaten. (De softkey is dan opnieuw gedeselecteerd.)
2 Bediening 01/2008 2.11 Automatisch bedrijf
2
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 2-124 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
2.11.7 Overschrijven
In de bedrijfsmodus "Machine Auto" kunt u technologische parameters (helpfuncties, programmeerbare instructies, etc.) in het werkgeheugen van de NCK overschrijven. Bovendien kunnen willekeurige NC-blokken ingevoerd en afgewerkt worden.
Door het overschrijven worden de programma's in het delenprogrammageheugen niet veranderd.
Overschrijven met single
block
Laad een programma in de bedrijfsmodus "Machine Auto" (zie hfdst. "Programma voor uitvoering kiezen").
Single Block
Druk op de toets "Single Block" om het programma blok per blok af te werken.
Het programma stopt automatisch bij de volgende blokgrens.
Druk op de softkey "Overschrijven".
Het venster "Overschrijven" wordt geopend. Voer de gewenste NC-blokken in die moeten worden afgewerkt.
Cycle Start
Druk op de toets "Cycle Start".
De ingevoerde blokken worden afgewerkt. U kunt de uitvoering in het venster "Overschrijven" volgen.
Na het "Overschrijven" wordt een sub-programma met de inhoud REPOSA uitgevoerd, dat u kunt volgen.
Overschrijven zonder
single block
Laad een programma in de bedrijfsmodus "Machine Auto" (zie hfdst. "Programma voor uitvoering kiezen").
Cycle Stop
Druk op de toets "Cycle Stop" om de uitvoering van het programma te stoppen.
Druk op de softkey "Overschrijven".
Het venster "Overschrijven" wordt geopend. Voer de gewenste NC-blokken in die moeten worden afgewerkt.
Cycle Start
Druk op de toets "Cycle Start".
2 01/2008 Bediening2.11 Automatisch bedrijf
2
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 2-125
De ingevoerde blokken worden afgewerkt. U kunt de uitvoering van de blokken in het venster "Overschrijven" volgen.
Nadat de ingevoerde afgewerkt zijn, kunt u opnieuw blokken toevoegen.
Overschrijven annuleren
Druk op de toets "Terug" om "Overschrijven" te verlaten.
Het venster wordt gesloten. Nu kunt u een bedrijfsmoduswissel uitvoeren. Als u nogmaals op "Cycle Start" drukt, loopt het voor het overschrijven
geselecteerde programma verder.
2.11.8 Programma testen
Als u bij de eerste uitvoering van het programma aan de machine een verkeerde bewerking van het werkstuk wensen te vermijden, gelieve het programma voordien te testen, zonder de machine-assen te bewegen.
ShopMill controleert tijdens de test het programma op de volgende
ontoelaatbaarheden:
• Geometrische incompatibiliteit • Mankerende gegevens • Niet uitvoerbare programma-aaneenschakelingen en sprongen • Schending van de arbeidsruimte
Syntaxisfouten herkent ShopMill automatisch als het een programma laadt in de bedrijfsmodus "Machine Auto".
Of ShopMill de hulpfuncties (M- en H-functies) tijdens de programmatest uitvoert, is afhankelijk van de instellingen van de machineproducent.
Neem de instructies van de machinefabrikant in acht. Tijdens de programmatest kunt u de volgende functies gebruiken: • Bewerking stoppen met "geprogrammeerde stop"
(zie hfdst. "Programmaverloop beïnvloeden") • Grafische weergave op het scherm
(zie hfdst. "Meetekenen voor de bewerking")
2 Bediening 01/2008 2.11 Automatisch bedrijf
2
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 2-126 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
Laad een programma in de bedrijfsmodus "Machine Auto" (zie hfdst. "Programma voor uitvoering kiezen").
Druk op de softkey "Prog. beïnvl."
Programma-test
Druk op de softkey "Programmatest".
Cycle Start
Druk op de toets "Cycle Start".
Het programma wordt getets zonder dat de machineassen worden verplaatst.
Programma-test
Druk opnieuw op de softkey "Programmatest", als u na de programma-uitvoering de testtoestand opnieuw wilt uitschakelen. (De softkey is dan opnieuw gedeselecteerd.)
2.11.9 Meetekenen voor de bewerking
U hebt de mogelijkheid in het automatische bedrijf onder de functie "Programma-test" een programma voor het bewerken grafisch af te beelden zonder de machine-assen te bewegen.
Het meetekenen is een software-optie.
De grafische afbeelding stemt overeen met de afbeelding van een werkstuk dat met een cilindervormig werktuig wordt bewerkt.
Statusindicaties De statusindicatie in de grafiek bevat de volgende informatie: • Actuele ascoördinaten • Actueel in bewerking bevindend blok • Bewerkingstijd (in uren/minuten/seconden)
De bewerkingstijd geeft bij benadering de tijd aan die het programma nodig zou hebben als het op de machine zou worden uitgevoerd (incl. werktuigwissel). Bij onderbrekingen wordt de tijd gestopt.
Kies in de bedrijfsmodus "Machine Auto" het programma.
Programma-
test Test voeding
Druk op de softkeys "Prog. beïnvl." en "Programma test".
Activeer daarnaast de softkey "Test voeding".
De geprogrammeerde voedingssnelheid wordt door een in een machinegegevensbouwsteen vastgelegde testsnelheid vervangen.
Druk op de softkey "Meetekenen"
2 01/2008 Bediening2.11 Automatisch bedrijf
2
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 2-127
Cycle Start
Druk op "Cycle Start" om het programma te starten.
De functies voor de programmabesturing zoals "Cycle Stop", "Enkelvoudig blok", "Voedingsoverride" enz. kunnen verder worden gebruikt.
Programma- aanzicht
Druk op de softkey "Programma-aanzicht".
U schakelt om van de grafische weergave "Meetekenen" op het programma-aanzicht van de automatische modus. Het registreren van de grafische gegevens loopt verder op de achtergrond.
Naar de grafische weergave keert u terug als u één van de volgende volgende softkeys bedient:
Boven- aanzicht
Druk op de softkey "Bovenaanzicht".
- OF -
Druk op de softkey "Weergave op 3 vlakken".
- OF -
Druk op de softkey "3D-weergave (volumemodel)".
U keert van het programma-aanzicht terug naar het grafische aanzicht.
Beeld wissen
Druk op de softkey "Beeld wissen".
De grafische weergave van de bewerking tot nu toe wordt gewist. De opname van de bewerking wordt echter voortgezet.
Meer informatie over de functie en de bediening vindt u in hfdst. "Simulatie".
2 Bediening 01/2008 2.11 Automatisch bedrijf
2
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 2-128 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
2.11.10 Meetekenen tijdens de bewerking
U kunt de lopende bewerking aan de werktuigmachine terzelfdertijd aan het beeldscherm van de besturing grafisch volgen.
Voorwaarde Programmatest en testvoeding mogen niet gekozen zijn. Het meetekenen is een software-optie.
Druk op de softkey "Meetekenen" en
Cycle Start
Start het programma met "Cycle Start".
Het "Meetekenen" kan altijd tijdens het bewerken worden ingeschakeld.
De verklaring van de functies onder "Meetekenen" vindt u in het hfdst. "Meetekenen voor de bewerking" en "Simulatie".
2 01/2008 Bediening2.12 Programma inlopen
2
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 2-129
2.12 Programma inlopen
2.12.1 Enkelvoudig blok
Bij een geactiveerde functie volgt na ieder blok dat een functie aan de machine activeert, een onderbreking van de uitvoering (rekenblokken veroorzaken geen stop).
Standaardinstelling Als standaardinstelling geldt, • bij het boren wordt het volledige bewerkingsproces en • bij het kamerfrezen worden een vlakbewerking in één blok samengevat.
Selectie met softkey Enkelvoudigblok fijn
"Enkelvoudig blok fijn" actief
Met een actieve functie "Enkelvoudig blok fijn" wordt iedere afzonderlijke booraanzetbeweging en iedere afzonderlijke kamerfreesbeweging als eigen blok uitgevoerd. Bovendien wordt de uitvoering na ieder afzonderlijk profielelement van een profiel gestopt.
Selectie met softkey Enkelvoudigblok fijn
Enkelvoudig blok via het machinebesturingspaneel
Single Block
De toets "Single Block" activeert u in de bedrijfsmodus "Machine Auto". U krijgt daardoor de mogelijkheid een programma blok per blok af te werken. Als het enkelvoudig blok geactiveerd is, knippert de bijbehorende LED op het machinebesturingspaneel.
Als de enkelvoudige blok-bewerking actief is, • wordt (in onderbrekingstoestand) in de lijn kanaalbedrijfsmelding
de tekst "stop: blok in enkelvoudig blok beëindigd" uitgevoerd. • wordt het actuele blok van het programma pas dan afgewerkt als u
op de toets "Cycle Start" drukt, • wordt het bewerken na uitvoering van een blok gestopt, • kan het volgende blok door opnieuw de toets "Cycle Start" te
bedienen, worden afgewerkt.
Enkelvoudig blok deselecteren
Single Block
U kunt de functie deselecteren door opnieuw de toets "Single Block" te bedienen.
2 Bediening 01/2008 2.12 Programma inlopen
2
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 2-130 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
2.12.2 Actueel programmablok tonen
Als u tijdens het inlopen of tijdens het uitvoeren van het programma meer gedetailleerde informatie i.v.m. de asposities en de belangrijke G-functies wenst, kunt u de basisblokindicatie laten verschijnen.
De basisblokindicatie kunt u in het testbedrijf en ook tijdens het
werkelijke bewerken van een werkstuk aan de machine gebruiken. Voor het juist actieve programmablok worden in het venster "Basisblok" alle G-code-commando's getoond die een functie aan de machine activeren: • Absolute asposities • G-functies van de eerste G-groep • Andere modale G-functies • Andere geprogrammeerde adressen • M-functies
De functie basisblokindicatie moet door de machinefabrikant worden ingesteld.
Neem de instructies van de machinefabrikant in acht.
Laad een programma in de bedrijfsmodus "Machine Auto" (zie hfdst. "Programma voor uitvoering kiezen").
Basisblok
Druk op de softkey "Basisblok".
Single Block
Druk op de toets "Single Block" als u het programma blok per blok wilt uitvoeren.
Cycle Start
Start het uitvoeren van het programma.
In het venster "Basisblok" worden voor het juist actieve programmablok de juiste asposities, de modale G-functies enz. getoond.
2 01/2008 Bediening2.12 Programma inlopen
2
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 2-131
2.12.3 Programma corrigeren
Zodra de besturing een syntaxisfout in het programma herkent, wordt het uitvoeren van het programma gestopt en de syntaxisfout wordt in de alarmregel getoond. In geval van een fout (stop-toestand) kunt u het programma in de programma-editor corrigeren.
Kies in de bedrijfsmodus "Machine Auto" een programma.
Het programma moet zich in stop- of reset-toestand bevinden.
Druk op de softkey "Prog. corr."
De programma-editor wordt geopend.
Indien een fout voorkomt, wordt het foutieve blok gemarkeerd. Na het bedienen van de toets "Input" kan het blok gecorrigeerd worden.
Druk op de softkey "Toepassen" om de correctie over te nemen in het actuele programma.
Bewerking voorzetten
Cycle Start
Druk op de softkey "Afwerken" en vervolgens op de toets "Cycle Start".
De bewerking van het programma wordt voortgezet.
• Cycle Stop-toestand: Er kunnen slechts die blokken worden veranderd die nog niet
afgewerkt zijn resp. van de NCK ingelezen werden. • Reset-toestand: Alle blokken kunnen worden veranderd.
2 Bediening 01/2008 2.13 Looptijden
2
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 2-132 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
2.13 Looptijden Om ervoor te zorgen dat u te allen tijde een overzicht heeft van de
belangrijkste machinelooptijden, biedt ShopMill een statusvenster, dat de volgende bedrijfstijden aangeeft.
Programma De meting van de programmalooptijd begint met de toets "Cycle Start" en stopt met NC-Stop resp. met NC-Reset. Als u een nieuw programma start, begint de tijdmeting opnieuw te lopen.
Bij actieve verwijltijd, bij programmaverlopen met programmatest of testvoeding loopt de meting verder. Bij NC-stop of een voedings-override = 0 stopt de tijdmeting.
Geladen Aan de hand van een progressie-indicatie kunt u volgen hoeveel procent van het opgeroepen programma reeds geladen is. De weergave verschijnt alleen als een programma resp. subprogramma via het commando EXTCALL wordt opgeroepen of als een programma van de harddisk wordt afgewerkt.
Werkstuk De actuele herhaling en het geprogrammeerde aantal programmaherhalingen (bijv. werkstuk: 15/100) worden bij arbeidsstappen- en G-code-programma's aangegeven. Het aantal verschijnt bij arbeidsstappenprogramma's, maar alleen als het aantal geprogrammeerde herhalingen N groter is dan 1 (zie hfdst. "Aantal aangeven"). Vanaf een geprogrammeerd aantal herhalingen van 100000 wordt om plaatsredenen alleen nog de actuele programmaherhaling aangegeven (bijv. werkstuk: 15). Als er nog geen informatie beschikbaar is over de actuele programmaherhaling, ziet u alleen twee streepjes (bijv. werkstuk: - -/100). Na de start van een programma staat op de teller voor de actuele herhaling 0.
Voor de werkstuktelling voert u als voorinstelling de actuele en doelcijfers voor de werkstukhoeveelheid in (zie hfdst. "Aantal parametreren").
Tijd De actuele tijd wordt aangegeven.
Datum De actuele datum wordt aangegeven.
Machine De machinelooptijd geeft de verstreken tijd sinds de laatste start van de besturing aan.
Bewerking De bewerkingstijd geeft de totale looptijd van alle afgewerkte programma's sinds de laatste start van de besturing aan.
2 01/2008 Bediening2.13 Looptijden
2
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 2-133
Belasting Het systeem berekent uit de gemeten bewerkingstijd en de actuele machinelooptijd de werkelijke belasting van de machine. De verhouding tussen de bewerkingstijd en de machinelooptijd wordt aangegeven in procent.
Welke looptijden worden aangegeven, is afhankelijk van de instelling van een machinedatum.
Neem de instructies van de machinefabrikant in acht.
Jog Auto
Kies de bedrijfdsmodus "Machine Manueel" of "Machine Auto"
Loop- tijden
Druk op de softkey "Looptijden".
Het T, F, S - indicatievenster verandert in het venster "Looptijden". Door nogmaals op de softkey "Looptijden" te drukken, keert u terug naar het T, F, S - indicatievenster.
2 Bediening 01/2008 2.14 Instellingen voor de automatische modus
2
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 2-134 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
2.14 Instellingen voor de automatische modus Voor de automatischde modus configureert u de voorinstellingen voor
de volgende functies:
• Programmaverloop onder Auto Voor de grafische weergave van een programma kan de voedingssnelheid van de testrun worden aangegeven
• Werkstukteller Voor de telling van de werkstukken bij G-code-programma's staan tellers ter beschikking die het aantal vereiste en het totaal aantal geproduceerde werkstukken aangeven.
2.14.1 Testvoeding vastleggen
Voor de bewerking van een werkstuk test u het programma zonder de machineassen te bewegen. Voor een vroegtijdige herkenning van fouten in de programmering staat de meetekenfunctie ter beschikking. Hiervoor kunt u de door u vasgelegde testvoeding gebruiken (zie hfdst. "Meetekenen voor de bewerking van het werkstuk").
De voedingssnelheid kan tijdens het lopend bedrijf worden veranderd.
Auto
Schakel in de bedrijfsmodus "Machine Auto" op de uitgebreide horizontale softkey-balk.
Druk op de softkey "ShopM. Instel.".
Voer in "Testvoeding" de gewenste testsnelheid in.
2 01/2008 Bediening2.14 Instellingen voor de automatische modus
2
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 2-135
2.14.2 Werkstukteller parametreren
Met behulp van de "ShopMill instellingen" kunt u invloed uitoefenen op de telleractivering en het reset-tijdstip. De weergave van de benodigde en de momenteel bewerkte werkstukken verschijnt in het venster met de machinelooptijden (zie hfdst. "Looptijden").
Aantal werkstukken
Auto
Schakel in de bedrijfsmodus "Machine Auto" op de uitgebreide horizontale softkey-balk.
Druk op de softkey "ShopM. Instel.".
Voer in het veld "Werkstukken doel" het vereiste aantal werkstukken in.
In "Werkstukken act" staat het aantal werkstukken sinds de start van het programma. Zodra het gedefinieerde aantal werkstukken bereikt is, wordt de weergave van het actuele aantal werkstukken automatisch opnieuw op nul gezet.
De selectie van de teller is afhankelijk van de instelling van een machinegegevenseenheid.
Neem de instructies van de machinefabrikant in acht. De doel- en act-cijfers van de werkstukteller kunnen ook tijdens het
programma worden gewijzigd.
2 Bediening 01/2008 2.15 Werktuigen en werktuigcorrecties
2
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 2-136 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
2.15 Werktuigen en werktuigcorrecties ShopMill maakt het mogelijk uw werktuigen te beheren.
Hiervoor staan de volgende lijsten ter beschikking • Werktuiglijst • Werktuigslijtagelijst • Magazijnlijst
In de werktuiglijst resp. in de werktuigslijtagelijst voert u de werktuigen, hun correctie- en slijtagebewakingsgegevens in. In de magazijnlijst herkent men, welke magazijnplaatsen geblokkeerd resp. niet geblokkeerd zijn.
De werktuiglijst kan afhankelijk van het actuele opvragen samengesteld zijn uit,
• een werktuigwisselaar bestaande uit − een spil zonder dubbele grijper − of een spil met dubbele grijper
• minstens één werktuigmagazijn • en divers werktuig dat tot geen werktuigmagazijn behoort.
Over welke functionaliteit uw werktuigbeheer beschikt, vindt u in de documentatie van de machinefabrikant.
De verschillende lijsten zijn evt. door de machinefabrikant aangepast.
Werktuiglijst In de werktuiglijst worden alle werktuigen met hun correctiegegevens getoond, die als werktuiggegevensrecord in de NCK opgeslagen zijn, onafhankelijk of aan de werktuigen al dan niet een magazijnplaats toegewezen werd. De werktuiglijst biedt u de courante werktuigtypes. U kunt aan de werktuigtypes geometrische en technologische werktuiggegevens toewijzen. Van elk werktuig kunnen verschillende exemplaren bestaan, waaraan u de verschillende correctiegegevens van het ingezette werktuig kunt toekennen.
Afhankelijk van het werktuigtype zijn verschillende werktuigcorrectie-
gegevens vereist.
2 01/2008 Bediening2.15 Werktuigen en werktuigcorrecties
2
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 2-137
Frees Vlakfrees
Hoekkopfrees
Boor Draadboor
2 Bediening 01/2008 2.15 Werktuigen en werktuigcorrecties
2
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 2-138 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
3D-werktuig
3D-taster
Werktuigen kunnen via de werktuiglijst in een magazijn geladen resp. ontladen worden. Bij het laden wordt het werktuig van zijn aflegplaats naar een magazijnplaats gebracht. Tijdens het ontladen wordt het werktuig uit het magazijn verwijderd en naar zijn aflegplaats teruggebracht. Het laden en ontladen van werktuigmagazijnen wordt vastgelegd via een machinegegevensbouwsteen.
Neem de instructies van de machinefabrikant in acht.
2 01/2008 Bediening2.15 Werktuigen en werktuigcorrecties
2
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 2-139
WERKTUIG
Pl. Type Werktuignaam
Werktuiglijst1e snijkant
Lengte
KOGELKOPFR
BOOR_10
FREES_8
BOOR_15
BOOR_20
FREES_25
CENTERBOOR
FREES_20
FREES_KEG_12
3D_Taster
MATRIJSFR_KEG_10
FREES_30
Werkt.-lijst
Werkt.-slijtage Magazijn Nulpunt-
versch.R-para-meters
Ontladen
Werktuigwissen
Werktuigmeten
Snijden
Sorteren
Voorbeeld voor een werktuiglijst met variabele plaatstoewijzing
In het basisbeeld van het bedieningsbereik "Werktuig" verschijnt de actuele werktuiglijst met de volgende informatie:
Pl. Plaatsnummer De markering/symboliek bestaat voor:
• de spilplaats • de plaatsen voor grijper 1 en grijper 2 (geldt alleen bij het gebruik
van een spil met dubbele grijper) • de magazijnplaatsnummers
Als er meer dan één magazijn aanwezig is, wordt eerst het plaatsnummer en dan het magazijnnummer aangegeven,
bijv. 10/1 = plaatsnummer 10 in magazijn 1 5/2 = plaatsnummer 5 in magazijn 2 • werktuig dat in de werktuiglijst aan geen magazijn toegewezen is,
ligt op een plaats zonder plaatsnummer. Zo kan er ook werktuig beheerd worden, dat niet werkelijk in het magazijn voorhanden is.
2 Bediening 01/2008 2.15 Werktuigen en werktuigcorrecties
2
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 2-140 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
Type Werktuigtype Afhankelijk van het werktuigtype (afgebeeld als symbool) worden slechts bepaalde werktuigcorrectiegegevens vrijgegeven.
Werktuignaam De identificatie van het werktuig gebeurt via de naam en het duplonummer van het werktuig. De naam kunt u als tekst of als nummer invoeren (zie hfdst. "Werktuignamen wijzigen").
DP Duplonummer van het zusterwerktuig (reservewerktuig) Werktuigcorrectie-
gegevens
(D-Nr.) Snijkant Werktuigcorrectiegegevens voor de geselecteerde snijkant van een werktuig (D-nr.).
Lengte Werktuiglengte Deze waarde kunt u bepalen via de functie "Meten werktuig" (zie hfdst. "Werktuig manueel meten"). Als het werktuig extern wordt gemeten, kunt u de bepaalde waarde hier invoeren.
Radius resp. ∅ Radius resp. diameter van het werktuig Voor frees- en boorwerktuigen kunt u ook de diameter aangeven. De omschakeling van radius op diameteraanduiding gebeurt aan de hand van een machinegegevensbouwsteen.
Hoek Hoek van de werktuigpunt bij een boor. Als u bij het boren tot aan de schacht en niet tot aan de punt wilt induiken, neemt de besturing de boorpunt in acht.
H De kolom H verschijnt alleen als ISO-dialecten zijn ingesteld. Elk H-nummer van een ISO-dialectprogramma moet toegewezen worden aan een werktuigcorrectiegegevensset.
N Aantal tanden bij een frees.
Spoed Spoed van een draadboor in mm/omw, in/omw, gangen/" of MODULE, als op de machine het inch-maatsysteem ingesteld is.
Werktuigspecifieke
functies
Spildraairichting
Koelmiddeltoevoer 1 en 2 in- en uitschakelbaar (bijv. binnen- en buitenkoeling)
WT spec. fct 1...4 Meer werktuigspecifieke functies, zoals bijv. bijkomende koelmiddeltoevoer, bewaking van toerental, werktuigbreuk, enz.
Neem de instructies van de machinefabrikant in acht.
Via de softkey "Details" worden voor de 3D-werktuigen ook de parameters afrondingsradius resp. hoek voor kegelvormige freeswerktuigen aangegeven. Voor de vlakfrees worden onder "Details" ook buitenradius en
2 01/2008 Bediening2.15 Werktuigen en werktuigcorrecties
2
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 2-141
werktuighoek, voor de hoekkopfrees ook bijkomende lengtewaarden en slijtagelengtewaarden aangegeven.
Werktuigslijtagelijst
In de werktuigslijtagelijst kunt u de werktuiggeometrie (lengte en radius/diameter) aan de door de slijtage veranderde geometrie aanpassen. De volgende controles voor een werktuig kunnen eveneens worden vastgelegd. • Bewaking van de effectieve gebruiksduur (standtijd) • Bewaking van het aantal werktuigwisselingen (aantal) • Bewaking van de slijtage • Bijkomende gegevens m.b.t. de werktuigstand (werktuig blokkeren,
werktuig op vaste plaats, werktuig overmaats)
BOOR_10
FREES_8
BOOR_15
BOOR_20
FREES_25
CENTERBOOR
FREES_20
FREES_KEG_12
3D_Taster
MATRIJSFR_KEG_10
FREES_30
Pl. Type Werktuignaam 1e snijkant
Lengte
KANTENTASTER
Tijdigewaarsch.
WERKTUIGWerktuigslijtage Tijdige waarschuwingsgrens
Werkt.-lijst
Werkt.-slijtage Magazijn Nulpunt-
versch.R-para-meters
Snijden
Sorteren
Standtijd
Voorbeeld voor een werktuigslijtagelijst met een variabele plaatstoewijzing
Werktuigmagazijn In de magazijnlijst worden de magazijnplaatsen met het werktuig vermeld. Bovendien wordt getoond, of de magazijnplaats geblokkeerd is (plaatsblokkering) en welke eigenschappen (werktuigtoestand) de werktuigen bezitten.
Vaste/variabele plaatstoewijzing
Via de machinedatum kan worden vastgelegd, of alle werktuigen een variabele of een vaste plaatstoewijzing in het magazijn bezitten. Bij een variabele plaatstoewijzing wordt het werktuig na een werktuigvervanging naar de volgende vrije plaats in het magazijn gebracht. Terwijl bij een magazijn met vaste plaatstoewijzing het werktuig naar zijn stamplaats wordt teruggebracht.
Gelieve de gegevens van de machineproducent m.b.t. de plaatstoewijzing in het werktuigmagazijn in acht te nemen.
2 Bediening 01/2008 2.15 Werktuigen en werktuigcorrecties
2
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 2-142 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
Grafische weergave van het werktuig en de magazijnplaatsen
Bijkomend tot de lijst van het werktuig kunt u het werktuig en de magazijnplaatsen ook in een dynamische grafiek weergeven. Hierbij wordt het werktuig overeenkomstig de lijstvolgorde in de juiste proporties getoond. De grafische weergave kunt u met de toets "Help" in- en uitschakelen.De grafische weergave moet door de machinefabrikant worden ingesteld.
Neem de instructies van de machinefabrikant in acht.
Grafische weergave van het werktuig en de magazijnplaatsen
Bij de grafische weergave geldt het volgende: • Kleine frees en 3D-werktuig worden als schachtfrees getoond,
grote als walsenfrees. • Als een werktuig te lang voor de indicatie is, wordt de maximaal
mogelijke lengte afgebeeld. • Overmaats werktuig wordt links en rechts afgesneden. • Werktuig dat zich niet in het magazijn bevindt, wordt zonder
werktuigdrager weergegeven. • Geblokkeerd werktuig resp. geblokkeerde magazijnplaatsen
worden als volgt gekenmerkt:
geblokkeerd werktuig:
geblokkeerde magazijnplaats:
2 01/2008 Bediening2.15 Werktuigen en werktuigcorrecties
2
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 2-143
• Voor de weergave van het werktuig worden de gegevens van de telkens gekozen snijkant gebruikt. Als er voor een werktuig geen snijkant in het gekozen aanzicht bestaat, worden de gegevens van de eerste snijkant gebruikt.
2.15.1 Nieuw werktuig aanleggen
Werktuig en de bijbehorende correctiegegevens kunt u direct in de werktuiglijst registreren of u kunt reeds buiten het werktuigbeheer voorhanden werktuiggegevens gewoon inlezen (zie hfdst. "Werktuig-/ nulpuntgegevens beveiligen/inlezen").
Als u een nieuw werktuig direct in de werktuiglijst wenst in te voeren, biedt ShopMill een reeks gebruikelijke werktuigtypes aan. Het werktuigtype bepaalt, welke geometrische gegevens noodzakelijk zijn en hoe deze worden verrekend. De volgende courante werktuigtypes staan ter beschikking:
Mogelijke werktuigtypes
Monteer het nieuwe werktuig in de spil.
Schakel met "Menu Select" het bedieningsbereik om en druk op "Werkt. nulp.".
De werktuiglijst wordt geopend.
Plaats de cursor op de plaats in de werktuiglijst die het werktuig in de spil inneemt. De plaats moet in de lijst nog vrij zijn.
Nieuw werktuig
Druk op de softkey Nieuw werktuig.
Frees
3D- schakelaar
Kies het werktuigtype met de desbetreffende softkey. Via de softkey "Meer" heeft u toegang tot bijkomende werktuigtypes.
2 Bediening 01/2008 2.15 Werktuigen en werktuigcorrecties
2
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 2-144 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
Het nieuwe werktuig wordt aangelegd en draagt automatisch de naam van het gekozen werktuigtype.
Geef een eenduidige werktuignaam.
Voer de correctiegegevens van het werktuig in.
Voor vlakfrezen, hoekkopfrezen en 3D-werktuigen moeten naast de geometriegegevens in de werktuiglijst nog meer parameters worden aangegeven.
Details
Druk op de softkey "Details" en voer de bijkomende parameters in. De softkey "Details" is alleen actief als er een werktuig geselecteerd is waarvoor bijkomende gegevens moeten worden opgeslagen.
Bijkomende parameters van de hoekkopfrees
Bij de hoekkopfrees activeert u de weergave van bijkomende parameters naast de basislengte en de werktuigoriëntatie via de machinegegevens.
Neem de instructies van de machinefabrikant in acht.
De asbenamingen op het detailbeeld van de hoekkopfrees hebben betrekking op G17 als actuele vlakinstelling.
Naam Bijkomende parameters
Hoekkopfrees Geometrielengte (lengte X, lengte Y, lengte Z) Slijtage (Δlengte X, Δlengte Y, Δlengte Z) Basislengte (lengte X, lengte Y, lengte Z) Werktuigrichting (+X, -X, +Y, -Y, +Z, -Z resp. vector X, vector Y, vector Z)
Vlakfrees buitendiameter, werktuighoek
3D-werktuig
Type Naam Bijkomende parameters
110 Cilindrische matrijzenfrees -
111 Kogelkopfrees Verrondingsradius
121 Schachtfrees met hoekverronding Verrondingsradius
155 Kegelschijffrees Hoek voor kegelvormig werktuig
156 Kegelschijffrees met hoekverronding Verrondingsradius, hoek v. keg. werktuigen
157 Kegelvormige matrijzenfrees Hoek voor kegelvormig werktuig
.
2 01/2008 Bediening2.15 Werktuigen en werktuigcorrecties
2
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 2-145
2.15.2 Meerdere snijkanten per werktuig aanleggen
Bij werktuigen met meerdere snijkanten krijgt elke snijkant ene eigen correctiegegevensset. Voor elk werktuig kunt u maximaal 9 snijkanten aanleggen.
Bij het aanleggen van snijkanten mogen geen open plaatsen worden gelaten. Als er voor een werktuig 3 snijkanten worden aangelegd, moeten dit dus de snijkanten 1 tot 3 zijn.
Bij ISO-programma's (bijv. ISO-dialect 1) moet u een H-nummer
aangeven. Dit stemt overeen met een bepaald werktuigcorrectierecord.
Werktuigen met meerdere snijkanten legt u eerst zoals hierboven
beschreven aan in de werktuiglijst. U voert de correctiegegevens van de 1ste snijkant in.
Snijkanten >
Nieuwe snijkant
Druk dan op de softkeys "Snijkanten" en "Nieuwe snijkant".
In plaats van de invoervelden voor de 1ste snijkant verschijnen in de werktuiglijst nu de invoervelden voor de correctiegegevens van de 2de snijkant.
Voer de correctiegegevens voor de 2de snijkant in.
Herhaal de procedure als u nog meer snijkantcorrectiegegevens wilt invoeren.
Snijkant wissen
Druk op de softkey "Snijkant wissen" als u de snijkantcorrectiegegevens van een snijkant wilt wissen. U kunt altijd alleen de gegevens van de snijkant met het hoogste snijkantnummer wissen.
D-nr +
D-nr -
Met de softkeys "D-nr +" resp. "D-nr -" kunt u telkens de correctiegegevens voor de snijkant met het hogere resp. lagere snijkantnummer oproepen.
2 Bediening 01/2008 2.15 Werktuigen en werktuigcorrecties
2
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 2-146 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
2.15.3 Werktuignamen veranderen
Een in de werktuiglijst nieuw aangelegd werktuig krijgt automatisch de naam van de gekozen werktuiggroep. Deze benaming kunt u willekeurig veranderen in • een werktuignaam, bijv. "vlakfrees_120mm" of • of een werktuignummer, bijv. "1". De naam van een werktuig mag max. 17 tekens bevatten. Toegelaten zijn letters (behalve umlauten), cijfers, liggende streepjes "_", punten "." en schuine streepjes "/".
2.15.4 Zusterwerktuig aanleggen
Het zusterwerktuig is werktuig dat voor dezelfde bewerking als het reeds voorhanden werktuig gebruikt kan worden (bijv. gebruik na een werktuigbreuk).
Bij het aanleggen van een werktuig als zusterwerktuig moet dezelfde naam worden gebruikt als bij een vergelijkbaar werktuig.
Bevestig de naam met de toets "Input" en het duplo-nummer van het zusterwerktuig wordt automatisch met 1 verhoogd.
De volgorde bij het vervangen van een zusterwerktuig wordt via het duplonummer DP bepaald.
2.15.5 Handwerktuig
Handwerktuig is werktuig dat tijdens een bewerking wordt benodigd, maar niet in het werktuigmagazijn voorhanden is. Dit handwerktuig moet dan manueel in de spil vervangen worden.
De functie "Handwerktuigen" moet door de machinefabrikant worden ingesteld.
Neem de instructies van de machinefabrikant in acht.
2 01/2008 Bediening2.15 Werktuigen en werktuigcorrecties
2
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 2-147
2.15.6 Werktuigcorrecties
Waarom werktuigcorrecties?
Bij het creëren van het programma moet u geen rekening houden met werktuigdiameters en -lengtes. U programmeert de werkstukafmetingen direct, bijv. volgens de productietekening. Bij de productie van een werkstuk worden de werktuigtrajecten afhankelijk van de werktuiggeometrie zo gestuurd dat de geprogrammeerde contour met elk ingezet werktuig kan worden aangemaakt.
De besturing corrigeert het bewegingstraject
De werktuiggegevens voert u separaat in de tabellen "Werktuiglijst" en "Werktuigslijtage" in. In het programma roept u alleen het benodigde werktuig op. De besturing haalt tijdens de programmabewerking de benodigde correctiegegevens uit de werktuigtabellen en corrigeert voor verschillende werktuigstukken individueel de werktuigbaan.
2 Bediening 01/2008 2.15 Werktuigen en werktuigcorrecties
2
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 2-148 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
Welke werktuigcorrecties bestaan er?
Het correctiegeheugen van een werktuig bevat • Werktuigtype
Het type bepaalt, welke werktuiggegevens nodig zijn en hoe deze worden verrekend (bijv. boor, centerboor, frees).
• Totale afmeting: Lengte, radius, hoek (boor) Deze bestaan uit meerdere componenten (geometrie, slijtage ). De componenten worden door de besturing tot een resulterende afmeting verrekend (bijv. totale lengte, totale radius). De totale afmeting wordt bij de activering van het correctiegeheugen werkzaam.
Werktuiglengtecorrectie
Met deze waarde worden de lengteverschillen tussen de gebruikte werktuigen gecompenseerd. Als werktuiglengte geldt de afstand tussen het werktuigdrager-referentiepunt en de werktuigtop. De opgemeten lengte wordt in de werktuiglijst ingevoerd. Hieruit en uit de slijtagewaarden berekent de besturing de bewegingen in de aanzetbeweginsrichting.
2 01/2008 Bediening2.15 Werktuigen en werktuigcorrecties
2
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 2-149
Werktuigradiuscorrectie
Profiel en werktuigweg zijn niet identiek. Het frees- resp. snijkantradiusmiddelpunt moet op een equidistant van de contour lopen. Hiervoor wordt de geprogrammeerde werktuigmiddelpuntbaan door de besturing automatisch – afhankelijk van de radius en de bewerkingsrichting – zo verschoven dat de werktuigsnijkant exact langs de gewenste contour loopt. De radius van het werktuig moet in de werktuiglijst worden opgenomen. De besturing haalt tijdens de programmabewerking de benodigde radii en berekent hieruit de werktuigbaan.
Correctiewaarde aan het voorbeeld frees F
Z L e n g t e in ZR a d i u s in X / Y
Y L e n g t e i n YR a d i u s in Z / X
L e n g t e in XR a d i u s in Y / Z
X
F - r e f e r e n t i e p u n t w e r k t u ig d r a g e r
radi
us
l e n g t e
A a n v o e r b . G e o m e t r ie i n v l a k
Correctiewaarde aan het voorbeeld boor
Bij het volgende werktuig worden de correctiewaarden voor de afbeelding in de simulatie en de programmeergrafiek gebruikt:
• Boor: Hoek en radius/diameter • Centerboor: Radius/diameter
2 Bediening 01/2008 2.15 Werktuigen en werktuigcorrecties
2
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 2-150 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
2.15.7 Bijkomende functies voor een werktuig
In de werktuiglijst hebt u de mogelijkheid om aan ieder werktuigtype andere functies toe te wijzen.
Aantal tanden N Onder deze parameter voert u het aantal tanden in. De parameter N is afhankelijk van het werktuig en kan slechts bij het frees-werktuig in aanmerking worden genomen. De besturing berekent intern de voeding F als in het programma de voeding in mm/tand wordt ingesteld.
Onder de parameter "Spil" schakelt u met de softkey "Alternat." de spildraairichting in (links/rechts) en uit.
De spil draait met de wijzers van de klok mee.
Selectie met softkey
De spil draait tegen de wijzers van de klok in.
De spil wordt gestopt.
Met de parameters "Koelmiddel 1" en "Koelmiddel 2" kunt u op het werktuig een koelmiddeltoevoer aansluiten, bijv. voor binnen- en buitenkoeling.
Koelmiddel inschakelen:
Selectie met softkey
Koelmiddel niet in- schakelen:
Werktuigspecifieke functies Er kunnen nog vier andere tot een werktuig behorende
machinespecifieke acties ter beschikking worden gesteld. Met de softkey "Alternat." kunt u deze werktuigspecifieke functies in- resp. uitschakelen. Werktuigspecifieke functies kunnen bijv. een 3de koelmiddeltoevoer of een werktuigbreukcontrole zijn.
Neem de instructies van de machinefabrikant in acht.
2 01/2008 Bediening2.15 Werktuigen en werktuigcorrecties
2
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 2-151
2.15.8 Werktuigslijtagegegevens invoeren
Werktuigen die gedurende langere tijd in gebruik zijn, kunnen afslijten. Deze slijtage kunt u meten en in de werktuitslijtagelijst invoeren. ShopMill neemt deze gegevens dan in acht bij de berekening van de werktuiglengte- resp. radiuscorrectie. Op deze manier bereikt u een constante precisie bij de werkstukbewerking.
Als u de slijtagewaarden invoert, controleert ShopMill of de waarden
een incrementele resp. absolute bovengrens niet overschrijden. De incrementele bovengrens geeft het maximale verschil tussen oude en nieuwe slijtagewaarde aan. De absolute bovengrens is de maximale waarde die u kunt invoeren. De bovengrenzen zijn vastgelegd in de machinegegevens.
Neem de instructies van de machinefabrikant in acht.
Kies in het bedieningsbereik "Werkt. nulp." de softkey "Werkt.-slijtage".
BOOR_10
FREES_8
BOOR_15
BOOR_20
FREES_25
CENTERBOOR
FREES_20
FREES_KEG_12
3D_Taster
MATRIJSFR_KEG_10
FREES_30
Pl. Type Werktuignaam 1e snijkant
Lengte
KANTENTASTER
Tijdigewaarsch.
WERKTUIGWerktuigslijtage Tijdige waarschuwingsgrens
Werkt.-lijst
Werkt.-slijtage Magazijn Nulpunt-
versch.R-para-meters
Snijden
Sorteren
Standtijd
Voorbeeld voor een werktuigslijtagelijst met een variabele plaatstoewijzing
Plaats de cursor op het werktuig waarvan u de slijtagegegevens wilt invoeren.
Voer de verschilwaarden voor lengte (Δ lengte X, Δ lengte Z) en radius/diameter (Δ radius/Δ ∅) in de overeenkomstige kolommen in.
2 Bediening 01/2008 2.15 Werktuigen en werktuigcorrecties
2
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 2-152 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
De ingevoerde slijtagewaarden worden bij de radius opgeteld resp. van de werktuiglengte afgetrokken. D.w.z. dat een positieve verschilwaarde bij de radius een overmaat betekent (bijv. voor een latere nabewerking).
2.15.9 Werktuigbewaking activeren
De gebruiksduur van de werktuigen kunt u met ShopMill automatisch bewaken, om op die manier een gelijkblijvende bewerkingskwaliteit te verzekeren.
Bovendien kunt u werktuigen die u niet meer wilt inzetten, blokkeren, als overmaats markeren of vast aan een magazijnplaats toewijzen.
De werktuigbewaking kan aan de hand van een
machinegegevensbouwsteen worden geactiveerd.
Neem de instructies van de machinefabrikant in acht.
Standtijd (T) Met Standtijd T (Time) wordt de gebruiksduur van een werktuig met bewerkingsvoeding in minuten bewaakt. Als de resterende standtijd 0 is, wordt het werktuig geblokkeerd. Het werktuig wordt bij de volgende vervanging niet meer gebruikt. Indien voorhanden, wordt een zusterwerktuig (reservewerktuig) ingezet. De bewaking van de standtijd heeft betrekking op de geselecteerde werktuigsnijkant.
Aantal (C) Via Aantal C (Count) wordt daarentegen het aantal werktuigwisselingen in de spil geteld. Ook hierbij wordt het werktuig geblokkeerd zodra de restwaarde 0 is.
Slijtage (W) Met Slijtage W (Wear) wordt de grootste waarde van de slijtageparameters Δ lengte X, Δ lengte Z of Δ radius resp. Δ ∅ in de slijtagelijst gecontroleerd. Ook hier wordt het werktuig geblokkeerd als één van de slijtageparameters de waarde van Slijtage W heeft bereikt.
De slijtagebewaking moet door de machinefabrikant worden ingesteld.
Neem de instructies van de machinefabrikant in acht.
Tijdige waarschuwingsgrens De waarschuwingsgrens geeft een standtijd, aantal resp. slijtagewaarde aan waarbij een eerste waarschuwingsmelding wordt gegeven. De waarde voor het melden van een waarschuwing als gevolg van een bereikte slijtagegrens wordt berekend uit het verschil van de maximale slijtage en de ingevoerde waarschuwingsgrens.
Geblokkeerd (G) Enkele werktuigen kunnen ook manueel worden geblokkeerd, als u deze niet meer wilt gebruiken voor het bewerken van werkstukken.
2 01/2008 Bediening2.15 Werktuigen en werktuigcorrecties
2
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 2-153
Overmaats (U) Bij overmaatse werktuigen worden naburige magazijnplaatsen (links en rechts ernaast) telkens half bezet. D.w.z. dat u het volgend werktuig pas twee plaatsen verder in het magazijn kunt opnemen. (Daar kan dan ook weer een overmaats werktuig staan.)
Vaste plaats (P) U kunt werktuigen toewijzen aan een vaste plaats. D.w.z. dat het werktuig allen op de actuele magazijnplaats kan worden ingezet. Bij een werktuigwissel wordt het werktuig opnieuw in de oude magazijnplaats gezet.
Werktuiggebruik
bewaken
Kies in het bedieningsbereik "Werkt. nulp." de softkey "Werkt.-slijtage".
Plaats de cursor op het werktuig dat u wilt bewaken.
Selecteer in de kolom "T/C" de parameter die u wilt bewaken (T = standtijd, C = aantal, W = slijtage).
Voer een waarschuwingsgrens in voor de standtijd, het aantal of de slijtage.
Voer de geplande gebruiksduur van het werktuig, het geplande aantal werkstukken of de maximaal toegelaten slijtage in.
Zodra de standtijd, het aantal of de slijtagewaarde bereikt is, wordt het werktuig geblokkeerd.
Werktuigtoestanden invoeren
Kies in het bedieningsbereik "Werkt. nulp." de softkey "Werkt.-slijtage".
Plaats de cursor op een werktuig.
Selecteer in het eerste veld van de laatste kolom de optie "G" als u het werktuig voor de bewerking wilt blokkeren.
- OF -
Selecteer in het tweede veld van de laatste kolom de optie "U" als u het werktuig als overnaats wilt markeren.
- OF -
Selecteer in het derde veld van de laatste kolom de optie "P" als u het werktuig vast wilt toewijzen aan een magazijnplaats.
De ingesteld werktuigeigenschappen zijn onmiddellijk actief.
2 Bediening 01/2008 2.15 Werktuigen en werktuigcorrecties
2
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 2-154 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
2.15.10 Magazijnlijst
In de magazijnlijst verschijnen alle magazijnplaatsen. U ziet of een magazijnplaats vrij of geblokkeerd is of toegewezen is aan een werktuig.
In de kolom "Werkt.-toestand" kunt u bovendien aflezen of een werktuig geblokkeerd (G), overmaats (U) of aan een bepaalde plaats toegewezen is. De werktuigtoestanden kunt u in de werktuigslijtagelijst wijzigen (zie hfdst. "Werktuigbewaking activeren")-
Als een magazijnplaats defect is of een overmaats werktuig meer dan een halve naburige magazijnplaats inneemt, kunt u de magazijnplaats blokkeren om een werktuig voor de vaste plaats te coderen. Aan een geblokkeerde magazijnplaats kunt u geen werktuiggegevens meer toewijzen.
Kies in het bedieningsbereik "Werkt. nulp." de softkey "Magazijn".
WERKTUIGMagazijn Magazijnplaats blokkeren
Pl. Type Werktuignaam Plts.-blokk.
Ger.-toest
BOOR_10
FREES_8
BOOR_15
BOOR_20
FREES_25
CENTERBOOR
FREES_20
FREES_KEG_12
3D_Taster
MATRIJSFR_KEG_10
FREES_30
KANTENTASTER
Werkt.-slijtage Magazijn Nulpunt-
versch.R-para-meters
Werkt.-lijst
Voorbeeld voor magazijn met een variabele toewijzing
2 01/2008 Bediening2.15 Werktuigen en werktuigcorrecties
2
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 2-155
Magazijnplaats blokkeren Magazijnplaatsen kunnen voor werktuigen gereserveerd resp. geblokkeerd worden, bijv. bij overmaatse werktuigen.
Plaats de cursor in de kolom "Plaatsblokkering" op de lege magazijnplaats die u wilt blokkeren.
Druk op de softkey "Alternat." tot in het veld een "G" (= geblokkeerd) verschijnt.
De plaatsblokkering is nu actief. Een werktuig kan op deze magazijnplaats niet meer worden geladen.
Werktuigtoestand In de kolom "Werkt.-toestand" wordt getoond, welke eigenschappen het op dat moment actieve werktuig bezit: • G: Werktuig is geblokkeerd • U: Werktuig is overmaats • P: Werktuig is op een vaste plaats
2.15.11 Werktuig wissen
Werktuig kan in de werktuiglijst worden gewist.
Selecteer met de cursortasten het gewenste werktuig.
Werktuig wissen
Druk op de softkey "Werktuig wissen".
Bevestig met "Wissen".
De werktuiggegevens van het gekozen werktuig worden gewist. De magazijnplaats, waar het werktuig zich bevond, wordt vrijgegeven.
2.15.12 Werktuigtype veranderen
In de werktuiglijst kan een werktuigtype in een ander werktuigtype worden veranderd.
Kies met de cursortoetsen het gewenste werktuig en plaats de cursor op het invoerveld "Type".
Druk op de softkey "Alternat." tot het gewenste werktuigtype verschijnt.
De invoervelden voor het nieuwe werktuig worden getoond.
2 Bediening 01/2008 2.15 Werktuigen en werktuigcorrecties
2
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 2-156 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
2.15.13 Werktuig in het magazijn laden resp. uit het magazijn ontladen
Werktuigen die u momenteel niet nodig heeft in het magazijn, kunt u uitwisselen. ShopMill slaat de werktuiggegevens dan automatisch op in de werktuiglijst buiten het magazijn. Als u het werktuig later opnieuw wilt aanbrengen, laadt u het werktuig, en dus de werktuiggegevens, gewoon opnieuw op de gewenste magazijnplaats. Op die manier hoeft u dezelfde werktuiggegevens niet meermaals in te voeren.
Het laden resp. ontladen van werktuigen op/van magazijnplaatsen
moet via een machinegegevensbouwsteen worden geactiveerd.
Neem de instructies van de machinefabrikant in acht.
Bij het laden stelt ShopMill automatisch een lege plaats voor waarop u het werktuig kunt laden. In welk magazijn ShopMill eerst een lege plaats moet zoeken, is vastgelegd in de machinegegevens.
Neem de instructies van de machinefabrikant in acht.
Bovendien kunt u bij het laden ook direct een lege magazijnplaats aangeven of zelf bepalen in welk magazijn ShopMill een lege plaats moet zoeken.
Als uw machine slechts over één magazijn beschikt, hoeft u bij het laden alleen het gewenste plaatsnummer aan te geven, niet het magazijnummer.
U kunt een werktuig ook direct in de spil aanbrengen resp. verwisselen.
Het laden en ontladen kunt u vergrendelen aan de hand van een machinegegevensbouwsteen.
Neem de instructies van de machinefabrikant in acht.
Werktuig in het magazijn laden
Kies in het bedieningsbereik "Werkt. nulp." de softkey "Werkt.-lijst".
Plaats de cursor op het werktuig dat u in het magazijn wilt laden (bij sortering naar magazijnplaats vindt u het op het einde van de werktuiglijst).
Beladen
Druk op de softkey "Beladen".
Het venster "Lege plaats" verschijnt. In het veld "Plaats" staat het nummer van de eerste lege magazijnplaats.
2 01/2008 Bediening2.15 Werktuigen en werktuigcorrecties
2
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 2-157
Druk op de softkey "OK" als u het werktuig op de voorgestelde plaats wilt laden.
- OF -
Voer het gewenste plaatsnummer in en druk op de softkey "OK". - OF -
Spil
Druk op de softkeys "Spil" en "OK" als u het werktuig in de spil wilt plaatsen.
Het werktuig wordt op de aangegeven magazijnplaats geladen.
U heeft mogelijkheid het werktuig met de functie "Beladen" altijd direct in de spil te laden.
Neem de instructies van de machinefabrikant in acht.
Lege plaats in het magazijn zoeken en werktuig laden
Kies in het bedieningsbereik "Werkt. nulp." de softkey "Werkt.-lijst".
Plaats de cursor op het werktuig dat u in het magazijn wilt laden.
Beladen
Druk op de softkey "Beladen".
Het venster "Lege plaats" verschijnt. In het veld "Plaats" staat het nummer van de eerste lege magazijnplaats.
Om in een bepaald magazijn een lege plaats te zoeken, voert u het magazijnnummer en het plaatsnummer "0" in.
- OF -
Om in alle magazijnen een lege plaats te zoeken, voert u zowel voor het magazijnnummer als het plaatsnummer "0" in.
Druk op de softkey "OK".
Er wordt een lege plaats voorgesteld.
Druk op de softkey "OK".
Het werktuig wordt op de voorgestelde magazijnplaats geladen.
2 Bediening 01/2008 2.15 Werktuigen en werktuigcorrecties
2
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 2-158 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
Afzonderlijk werktuig uit het magazijn ontladen
Kies in het bedieningsbereik "Werkt. nulp." de softkey "Werkt.-lijst".
Plaats de cursor op het werktuig dat u wilt ontladen.
Ontladen
Druk op de softkey "Ontladen".
Het werktuig wordt uit het magazijn ontladen
Alle werktuigen uit het magazijn ontladen
Kies in het bedieningsbereik "Werkt. nulp." de softkey "Magazijn".
Alle ontladen
Druk op de softkeys "Alle ontladen" en "Ontladen".
Alle werktuigen worden uit het magazijn ontladen.
Bij het ontladen van alle werktuigen kunnen de meettasters (3D-taster en randtaster) van deze actie worden uitgezonderd.
Neem de instructies van de machinefabrikant in acht.
Met de softkey "Annuleren" kunt u de ontladingsprocedure te allen tijde onderbreken. Het actuele werktuig wordt nog ontladen, daarna wordt de procedure gestopt. Als u de magazijnlijst verlaat, wordt de ontlaadprocedure ook gestopt.
2.15.14 Werktuig verplaatsen
Werktuigen kunnen binnen magazijnen of ook tussen verschillende magazijnen worden verplaatst. D.w.z. dat u de werktuigen niet eerst moet ontladen om ze daarna op een andere plaats te laden.
ShopMill stelt automatisch een lege plaats voor waarop u het werktuig
kunt plaatsen. In welk magazijn ShopMill eerst een lege plaats moet zoeken, is vastgelegd in de machinegegevens.
Neem de instructies van de machinefabrikant in acht.
Bovendien kunt u ook direct een lege magazijnplaats aangeven of zelf bepalen in welk magazijn ShopMill een lege plaats moet zoeken.
Als uw machine slechts over één magazijn beschikt, hoeft u alleen het gewenste plaatsnummer aan te geven, niet het magazijnummer.
2 01/2008 Bediening2.15 Werktuigen en werktuigcorrecties
2
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 2-159
Als in de werktuiglijst een spilplaats wordt aangegeven, kunt u een werktuig ook direct in de spil plaatsen resp. uit de spil verwijderen.
Neem de instructies van de machinefabrikant in acht.
Lege plaats aangeven
Kies in het bedieningsbereik "Werkt. nulp." de softkey "Magazijn".
Plaats de cursor op het werktuig dat u op een andere magazijnplaats wilt plaatsen.
Verplaatsen
Druk op de softkey "Verplaatsen".
Het venster "Lege plaats" verschijnt. In het veld "Plaats" staat het nummer van de eerste lege magazijnplaats.
Druk op de softkey "OK" als u het werktuig op de voorgestelde plaats wilt zetten.
- OF -
Voer het gewenste plaatsnummer in en druk op de softkey "OK".
- OF -
Spil
Druk op de softkeys "Spil" en "OK" als u het werktuig in de spil wilt plaatsen.
Het werktuig wordt op de aangegeven magazijnplaats gezet.
Lege plaats zoeken
Kies in het bedieningsbereik "Werkt. nulp." de softkey "Magazijn".
Plaats de cursor op het werktuig dat u op een andere magazijnplaats wilt plaatsen.
Verplaatsen
Druk op de softkey "Verplaatsen".
Het venster "Lege plaats" verschijnt. In het veld "Plaats" staat het nummer van de eerste lege magazijnplaats.
Om in een bepaald magazijn een lege plaats te zoeken, voert u het magazijnnummer en het plaatsnummer "0" in.
- OF -
Om in alle magazijnen een lege plaats te zoeken, voert u zowel voor het magazijnnummer als het plaatsnummer "0" in.
2 Bediening 01/2008 2.15 Werktuigen en werktuigcorrecties
2
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 2-160 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
Druk op de softkey "OK".
Er wordt een lege plaats voorgesteld.
Druk op de softkey "OK".
Het werktuig wordt op de voorgestelde magazijnplaats gezet.
2.15.15 Magazijn positioneren
U kunt magazijnplaatsen direct op de laadplaats positioneren.
Magazijnplaats
positioneren
Kies in het bedieningsbereik "Werkt. nulp." de softkey "Magazijn".
Plaats de cursor op de magazijnplaats die u op de laadplaats wilt positioneren.
Positio- neren
Druk op de softkey "Positioneren".
De magazijnplaats wordt op de laadplaats gepositioneerd.
2.15.16 Werktuigen sorteren
Als u met grote of meerdere magazijnen werkt, kan het nuttig zijn de werktuigen naar verschillende criteria te sorteren. Zo vindt u bepaalde werktuigen sneller in de lijsten.
De werktuigen kunnen in de werktuig- of werktuigslijtagelijst naar magazijnbezetting, werktuignaam (alfabetisch), naar werktuigtype of numeriek naar T-nummer worden gesorteerd. Bij het sorteren volgens magazijntoewijzing worden de lege plaatsen van het magazijn eveneens aangetoond.
2 01/2008 Bediening2.15 Werktuigen en werktuigcorrecties
2
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 2-161
-of-
Kies in het bedieningsbereik "Werk. nulp." de softkey "Werk.-lijst" of "Werkt.-slijtage".
De "Werktuiglijst" resp. de "Werktuigslijtagelijst" wordt geopend.
Druk op de softkey "Sorteren".
Er wordt een nieuwe verticale softkey-balk geopend. naar
magazijn of naar naam of naar type of naar
T-nummer
Kies met de softkeys een criterium voor het sorteren van de werktuigen.
De werktuigen worden opnieuw gesorteerd.
2 Bediening 01/2008 2.16 Nulpuntverschuivingen
2
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 2-162 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
2.16 Nulpuntverschuivingen De indicatie van de werkelijke waarde van de ascoördinaten heeft na
het aanlopen van de referentiepunten betrekking op het machinenulpunt (M) van de machinecoördinaten (MCS). Terwijl het programma voor het uitvoeren van het werkstuk betrekking heeft op het werkstuknulpunt (W) van het werkstukcoördinatensysteem (WCS).Machinenulpunt en werkstuknulpunt moeten niet identiek zijn. Afhankelijk van de manier en het opspannen van het werkstuk kan de afstand tussen machinenulpunt en werkstuknulpunt variëren. Met deze nulpuntverschuiving wordt bij de programmabewerking rekening gehouden en kan ze uit verschillende verschuivingen bestaan.
Bij ShopMill heeft de actuele-waarde-aanduiding van de posities betrekking op het ENS-coördinatensysteem. De positie van het actieve werktuigen t.o.v. het werkstuknulpunt wordt aangegeven.
De verschuivingen sommeren zich als volgt:
Nulpuntverschuivingen
Als het machinenulpunt niet identiek is met het werkstuknulpunt, is er ten minste één verschuiving (basisverschuiving of een nulpunt-verschuiving), waarin de positie van het werkstuknulpunt is opgeslagen.
Basisverschuiving De basisverschuiving is een nulpuntverschuiving die altijd actief is. Indien u geen basisverschuiving hebt gedefinieerd, dan is het nul. De basisverschuiving bepaalt u via "Nulpunt werkstuk" (zie hfdst. "Werkstuknulpunt meten") of "NPV instellen" (zie hfdst. "Nieuwe positiewaarde zetten").
2 01/2008 Bediening2.16 Nulpuntverschuivingen
2
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 2-163
Nulpuntverschuivingen
Nulpuntverschuivingen (G54 tot G57, G505 tot G599) bestaan telkens uit een grof- en een fijnverschuiving. U kunt de nulpuntverschuivingen oproepen in elke willekeurig arbeidsstappenprogramma (grof- en fijnverschuiving worden daarbij opgeteld). In de grofverschuiving kunt u bijvoorbeeld het nulpunt van het werkstuk opslaan. En in de fijnverschuiving kunt u dan de aanpassing opslaan die bij het inspannen van een nieuw werkstuk tussen het oude en nieuwe werkstuknulpunt ontstaat.
De fijnverschuivingen moeten door de machineproducent worden ingericht.
Neem de instructies van de machinefabrikant in acht.
Hoe u nulpuntverschuivingen vastlegt en oproept, vindt u in hfdst. "Nulpuntverschuivingen definiëren" en "Nulpuntverschuivingen oproepen".
Coördinaten- transformaties
Coördinatentransformaties programmeert u altijd slechts voor een bepaald arbeidsstappenprogramma. Ze worden gedefinieerd door: • Verschuiving • Rotatie • Scalering • Spiegeling (zie hfdst. "Coördinatentransformaties definiëren")
Totale verschuiving De totale verschuiving resulteert uit de som van alle verschuivingen en coördinatentransformaties.
2 Bediening 01/2008 2.16 Nulpuntverschuivingen
2
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 2-164 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
2.16.1 Nulpuntverschuivingen definiëren
De nulpuntverschuivingen (grof en fijn) noteert u direct in de nulpuntverschuivingslijst.
De fijnverschuivingen moeten door de machineproducent worden ingericht.
Het aantal mogelijke nulpuntverschuivingen wordt door het machinedatum vastgelegd.
Neem de instructies van de machinefabrikant in acht.
Kies in het bedieningsbereik "Werkt. nulp." de softkey "Nulp. versch".
De nulpuntverschuivingslijst verschijnt.
Plaats de cursor op de ruwe of fijne verschuiving die u wilt definiëren.
Voer de gewenste coördinaat van iedere as in. Met de cursortoetsen kunt u tussen de assen wisselen.
- OF -
Zet X ...
Zet Z
Druk op de softkey "Zet X", "Zet Y" of "Zet Z" als u voor een ruwe verschuiving de positiewaarde van een as uit de positie-indicatie wilt overnemen.
- OF -
Zet alle
Druk op de softkey "Zet alle" als u voor een ruwe verschuiving de positiewaarden van ale assen uit de positie-indicatie wilt overnemen.
De nieuwe ruwe verschuiving wordt ingesteld. Daarbij worden de waarden uit de fijnverschuiving mee berekend en vervolgens gewist.
NPV wissen
Druk op de softkey "NPV wissen" als u tegelijkertijd de waarden van de ruwe en de fijne verschuiving wilt wissen.
Andere assen
Met de softkey "Andere assen" kunt u twee bijkomende assen aangeven en de verschuiving ervan vastleggen. Deze bijkomende assen worden via de machinedata geactiveerd.
Neem de instructies van de machinefabrikant in acht.
2 01/2008 Bediening2.16 Nulpuntverschuivingen
2
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 2-165
2.16.2 Nulpuntverschuivingslijst
De afzonderlijke nulpuntverschuivingen evenals de totale verschuiving worden alle in de nulpuntverschuivingslijst getoond. De op dat moment actieve nulpuntverschuiving wordt grijs gemarkeerd. Verder worden in de nulpuntverschuivingslijst de actuele asposities in het machine- en werkstukcoördinatensysteem vermeld.
Nulpuntverschuivingslijst
Basisverschuiving
Basisreferentie De coördinaten van de basisverschuiving worden getoond. Deze kunt u hier in de lijst veranderen.
Nulpuntverschuivingen
NPV1 ... NPV3 De coördinaten van de afzonderlijke nulpuntverschuivingen (1. Regel grofverschuiving, 2. De coördinaten van de afzonderlijke nulpuntverschuivingen en van de hoeken, waarmee het coördinatensysteem eventueel om een as gedraaid is, worden getoond. Deze gegevens kunt u hier in de lijst veranderen (zie hfdst. "Nulpuntverschuivingen definiëren").
De fijnverschuivingen moeten door de machineproducent worden ingericht.
Neem de instructies van de machinefabrikant in acht.
Andere nulpuntverschuivingen kunt u met de toets "Page Down" inlassen.
2 Bediening 01/2008 2.16 Nulpuntverschuivingen
2
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 2-166 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
Coördinaten- transformaties
Programma De actieve coördinaten van de transformatie "Verschuiving" en de in de transformatie "Rotatie" ingestelde hoek, waar zich het coördinatensysteem om draait, worden getoond. U kunt de waarden hier niet veranderen.
Maatstaf De actieve maatstaffactor van de transformatie "Scalering" wordt voor iedere as getoond. U kunt de waarden hier niet veranderen.
Spiegel De spiegelas, die via de transformatie "Spiegeling" gedefinieerd werd, wordt getoond. U kunt de instellingen hier niet veranderen.
Totale verschuiving
Totaal De uit de basisverschuiving en uit alle actieve nulpuntverschuivingen en coördinatentransformaties resulterende totale verschuiving wordt getoond.
Andere assen
Met de softkey "Andere assen" kunt u twee bijkomende assen aangeven en de verschuiving ervan vastleggen. Deze bijkomende assen worden via de machinedata geactiveerd.
Neem de instructies van de machinefabrikant in acht.
Kies in het bedieningsbereik "Werkt. nulp." de softkey "Nulp. versch".
De nulpuntverschuivingslijst verschijnt.
2 01/2008 Bediening2.16 Nulpuntverschuivingen
2
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 2-167
2.16.3 Nulpuntverschuiving in het manuele bereik selecteren/deselecteren
Jog
Kies in de bedrijfsmodus "Machine Manueel" de softkey "T, S, M".
Het venster "T,S,M" verschijnt. Nupuntverschuiving kiezen
Plaats de cursor op de parameter "Nulpnt." en druk op de softkey "Alternat." tot de gewenste nulpuntverschuiving verschijnt.
Cycle Start
Druk op de toets "Cycle Start".
De ingestelde nulpuntverschuiving wordt geactiveerd. In het venster "WCS" verschijnt de actieve nulpuntverschuiving,
bijv. Nulpnt.1. De in het menu "Nulpuntverschuiving" ingevoerde
verschuivingswaarden worden bij de indicatie van het werkstukcoördinatensysteem WCS in acht genomen.
Nulpuntverschuiving deselecteren
Plaats de cursor op de parameter "Nulpnt." en druk op de softkey "Alternat." tot de in het veld "-" verschijnt.
Cycle Start
Druk op de toets "Cycle Start".
De actieve nulpuntverschuiving wordt gedeselecteerd.
2 Bediening 01/2008 2.17 Omschakelen op CNC-ISO-bedrijf
2
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 2-168 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
2.17 Omschakelen op CNC-ISO-bedrijf
Met de softkey "CNC ISO" kunt u omschakelen tussen de ShopMill- en de CNC-ISO-interface van de SINUMERIK 840D/840Di/840D sl.
Gelieve de gegevens van de machineproducent in acht te nemen.
Als de softkey "CNC ISO" actief is, verschijnt het volgende CNC-ISO-basisscherm:
CNC-ISO-gebruikersinterface
ShopMill
Als u op de softkey "ShopMill" drukt, keert u terug naar de ShopMill-gebruikersinterface.
Als u de CNC-ISO-interface gebruikt, neemt u de gebruikers-documentatie van de SINUMERIK 840D/840Di/840D sl in acht.
2 01/2008 Bediening2.18 ShopMill Open (PCU 50.3)
2
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 2-169
2.18 ShopMill Open (PCU 50.3) De software ShopMill bestaat voor de PCU 50.3 (HMI-Advanced) in
de versie ShopMill Open.
Bij ShopMill Open bevinden zich de HMI-Advanced
bedieningsbereiken "Diensten", "Diagnose", "Inbedrijfstelling" en "Parameter" (zonder werktuigbeheer en nulpuntverschuivingen) direct op de uitgebreide horizontale softkey-balk.
Een precieze beschrijving van de geïntegreerde HMI-Advanced bedieningsbereiken vindt u in: Literatuur: /BAD/, Bedieningshandboek HMI-Advanced SINUMERIK 840D/840Di/840D sl
Bovendien kunnen enkele softkeys van de basismenubalk resp. de uitgebreide basismenubalk door de machinefabrikant met andere bedieningsbereiken worden uitgerust.
Neem de instructies van de machinefabrikant in acht.
2.19 Telediagnose De besturing kan door middel van afstandsdiagnose van een externe
pc worden bediend. De verbinding tussen de besturing en de externe pc kan bijv. via een modem worden gemaakt.
Tele- diagnose
De telediagnose activeert u op de CNC-ISO-gebruikersinterface in het bedieningsbereik diagnose.
De functie telediagnose is een software-optie.
Meer informatie m.b.t. het thema telediagnose vindt u: Literatuur: /FB/, Functiebeschrijving uitgebreide functies, F3
2 Bediening 01/2008 2.19 Telediagnose
2
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 2-170 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
Voor notities
3 01/2008 Programmeren met ShopMill 3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 3-171
Programmeren met ShopMill 3.1 Grondbeginselen voor het programmeren.............................................................. 3-173
3.2 Programmastructuur ............................................................................................... 3-176
3.3 Arbeidsstappenprogramma aanleggen................................................................... 3-177
3.3.1 Nieuw programma aanleggen; Basisdeel definiëren .............................................. 3-177 3.3.2 Nieuwe blokken programmeren.............................................................................. 3-181 3.3.3 Programmablokken veranderen.............................................................................. 3-183 3.3.4 Programma-editor ................................................................................................... 3-184 3.3.5 Aantal aangeven ..................................................................................................... 3-187
3.4 Werktuig, correctiewaarden en spiltoerental programmeren.................................. 3-188
3.5 Contour frezen ........................................................................................................ 3-189 3.5.1 Weergave van de contour....................................................................................... 3-192 3.5.2 Nieuwe contour aanleggen ..................................................................................... 3-194 3.5.3 Contourelementen creëren ..................................................................................... 3-196 3.5.4 Contour veranderen ................................................................................................ 3-201 3.5.5 Programmeervoorbeelden voor een vrije contourprogrammering.......................... 3-203 3.5.6 Baanfrezen.............................................................................................................. 3-207 3.5.7 Contourkamer voorboren ........................................................................................ 3-210 3.5.8 Contourkamer frezen (voorbewerking) ................................................................... 3-213 3.5.9 Restmateriaal contourkamer ruimen....................................................................... 3-215 3.5.10 Contourkamer nabewerking.................................................................................... 3-217 3.5.11 Contourkamer afkanten .......................................................................................... 3-219 3.5.12 Contourtap frezen (voorbewerking) ........................................................................ 3-220 3.5.13 Restmateriaal contourtap ruimen............................................................................ 3-221 3.5.14 Contourtap nabewerking......................................................................................... 3-223 3.5.15 Contourtap afkanten ............................................................................................... 3-224
3.6 Rechte of cirkelvormige baanwegingen.................................................................. 3-225 3.6.1 Rechte..................................................................................................................... 3-225 3.6.2 Cirkel met een bekend middelpunt ......................................................................... 3-227 3.6.3 Cirkel met een bekende radius ............................................................................... 3-228 3.6.4 Helix ........................................................................................................................ 3-229 3.6.5 Poolcoördinaten ...................................................................................................... 3-230 3.6.6 Rechte polair ........................................................................................................... 3-231 3.6.7 Cirkel polair ............................................................................................................. 3-232 3.6.8 Programmeervoorbeelden poolcoördinaten ........................................................... 3-233
3.7 Boren....................................................................................................................... 3-234 3.7.1 Centreren ................................................................................................................ 3-234 3.7.2 Boren en wrijven ..................................................................................................... 3-235 3.7.3 Diepboren................................................................................................................ 3-236 3.7.4 Uitdraaien................................................................................................................ 3-238 3.7.5 Schroefdraadtappen ............................................................................................... 3-239 3.7.6 Draadfrezen ............................................................................................................ 3-241 3.7.7 Boorschroefdraadfrezen ......................................................................................... 3-245
3 Programmeren met ShopMill 01/2008 3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 3-172 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
3.7.8 Positioneren op willekeurige posities en op positiepatroon ....................................3-247 3.7.9 Willekeurige posities................................................................................................3-248 3.7.10 Positiepatroon lijn ....................................................................................................3-252 3.7.11 Positiepatroon rooster .............................................................................................3-253 3.7.12 Positiepatroon raam ................................................................................................3-254 3.7.13 Positiepatroon volledige cirkel.................................................................................3-256 3.7.14 Positiepatroon deelcirkel .........................................................................................3-258 3.7.15 Posities tonen en verbergen ...................................................................................3-260 3.7.16 Hindernis .................................................................................................................3-261 3.7.17 Posities herhalen.....................................................................................................3-263 3.7.18 Programmeervoorbeelden voor het boren ..............................................................3-264
3.8 Frezen .....................................................................................................................3-266 3.8.1 Vlakfrezen ...............................................................................................................3-266 3.8.2 Rechthoekige kamer ...............................................................................................3-269 3.8.3 Cirkelvormige kamer ...............................................................................................3-273 3.8.4 Rechthoekige tap ....................................................................................................3-276 3.8.5 Cirkelvormige tap ....................................................................................................3-279 3.8.6 Langsgroef ..............................................................................................................3-281 3.8.7 Cirkelvormige groef .................................................................................................3-284 3.8.8 Open groef ..............................................................................................................3-287 3.8.9 Gebruik van positiepatronen bij het frezen..............................................................3-292 3.8.10 Gravure ...................................................................................................................3-295
3.9 Meten ......................................................................................................................3-300 3.9.1 Werkstuknulpunt meten...........................................................................................3-300 3.9.2 Werktuig meten .......................................................................................................3-302 3.9.3 Meettaster afstemmen.............................................................................................3-304
3.10 Verschillende functies .............................................................................................3-305 3.10.1 Subprogramma oproepen .......................................................................................3-305 3.10.2 Programmablokken herhalen ..................................................................................3-307 3.10.3 Programma-instellingen veranderen.......................................................................3-309 3.10.4 Nulpuntverschuivingen oproepen............................................................................3-309 3.10.5 Coördinatentransformaties definiëren.....................................................................3-311 3.10.6 Cilindermanteltransformatie ....................................................................................3-314 3.10.7 Zwenken..................................................................................................................3-317 3.10.8 Bijkomende functies ................................................................................................3-323
3.11 G-code invoegen in arbeidsstappenprogramma.....................................................3-324
3 01/2008 Programmeren met ShopMill3.1 Grondbeginselen voor het programmeren
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 3-173
3.1 Grondbeginselen voor het programmeren Belangrijk! Bij het creëren van programma's voor werktuigmachines moeten
de volgende grondbeginselen bijzonder in acht worden genomen !
Assen Bij freesmachines worden de 3 hoofdassen met X, Y en Z
gemarkeerd. In het standaardgeval is de as Z de werktuigas. Maataanduiding metrisch
of inch De besturing kan metrische en inch-maataanduidingen verwerken. Overeenkomstig de basisinstelling interpreteert de besturing alle geometrische waarden als metrische of inch-maatingaven. Onafhankelijk van de basisinstelling kan in de programmakop (basisdeel definiëren) de maataanduiding metrisch of in inch worden ingesteld. In dit hoofdstuk zijn alle maataanduidingen metrisch.
Absolute maatinvoer Bij de absolute maatinvoer heeft de maataanduiding betrekking op het
nulpunt van het coördinatensysteem van de totale verschuiving. Incrementele maatinvoer Bij de incrementele maataanduiding stemt de geprogrammeerde
getallenwaarde van de trajectinformatie overeen met het te bewegen traject. Het voorteken geeft de bewegingsrichting aan.
Werktuig T Voor elke verspanende bewerking moet een werktuig
geprogrammeerd worden. Bij de ShopMill-bewerkingscycli is reeds in ieder parameterscherm een werktuigkeuze geïntegreerd. Uitzondering: voor de programmering van eenvoudige rechten en cirkels moet een werktuig worden geselecteerd. De werktuigselectie is bij rechte/cirkel zelfhoudend (modaal), d.w.z. dat bij meerdere bewerkingsstappen na elkaar met hetzelfde werktuig alleen bij de eerste rechte/cirkel een werktuig geprogrammeerd moet worden.
Werktuiglengtecorrectie Werktuiglengtecorrecties worden direct actief, zodra het werktuig
vervangen is. Aan ieder werktuig met meerdere snijvlakken kunnen er telkens verschillende werktuigcorrectieblokken toegewezen worden. De werktuiglengtecorrectie van het spilwerktuig blijft ook na het uitvoeren van het programma (RESET) actief.
3 Programmeren met ShopMill 01/2008 3.1 Grondbeginselen voor het programmeren
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 3-174 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
Werktuigradiuscorrectie De werktuigradiuscorrectie wordt bij de cycli, met uitzondering van het baanfrezen, automatisch berekend. Bij de functies "Baanfrezen" en "Rechte" kan naar keuze met of zonder radiuscorrectie worden bewerkt. Bij de functie "Rechte" werkt de werktuigradiuscorrectie zelfhoudend (modaal), d.w.z. ze wordt niet automatisch weer uitgeschakeld.
Spiltoerental Het spiltoerental (S) toont het aantal spilomdraaiingen per minuut. De
instelling links-/rechtsdraaiend gebeurt bij ShopMill in de werktuiglijst.
Programmering: Bij ShopMill gebeurt de invoer van het spiltoerental als een nieuw werktuig wordt vervangen. Alternatief tot het spiltoerental kan ook de stapsnelheid (V) in m/min worden ingevoerd.
Spilstart/Spilstop: De spilstart gebeurt direct na het vervangen van het werktuig. De spilstop gebeurt bij de reset, het programma-einde of het vervangen van het werktuig.
Snijsnelheid Randsnelheid, waarmee het snijvlak het werkstuk bewerkt.
De snijsnelheid (V) wordt in m/min aangegeven.
Voeding
Snij-snelheid
Snijsnelheid
3 01/2008 Programmeren met ShopMill3.1 Grondbeginselen voor het programmeren
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 3-175
Bewegen in ijlgang Het geprogrammeerde traject wordt met de hoogst mogelijke snelheid,zonder bewerken van het werkstuk, op een rechte bewogen. De ijlgang is per blok werkzaam, d.w.z. indien in het volgende blok opnieuw in ijlgang wordt bewogen, dan is bij de voeding (F) opnieuw de invoer "IJlgang" noodzakelijk. Indien er geen voeding en geen ijlgang worden geprogrammeerd, wordt er automatisch met de laatst geprogrammeerde voedingswaarde (bewerkingsvoeding) gewerkt.
Bewegen met voeding (bewerkingsvoeding)
Het werktuig loopt met de geprogrammeerde voeding F op een rechte of een cirkel naar het geprogrammeerde eindpunt en bewerkt het werkstuk. De bewerkingsvoeding (F) wordt in mm/min, mm/o of in mm/tand ingevoerd. Bij de freescycli wordt de voeding bij het wisselen van mm/min naar mm/o evenals omgekeerd automatisch omgerekend.
Bij de freescycli heeft de voeding bij het voorbewerken betrekking tot het freesmiddelpunt. Bij het nabewerking eveneens, met uitzondering van frezen met binnenkrommingen, hier heeft de voeding betrekking tot de snijkant (contactpunt tussen frees en werkstuk).
Voeding in mm/tand De frees is een meervoudig snijvlakwerktuig; daarom moet er een
waarde bestaan die ervoor zorgt dat elke snijkant onder optimale omstandigheden verspaant. De voeding per tand stemt overeen met het lineaire traject dat de frees bij de ingrijping van een tand aflegt. De voeding per tand is ook gelijk met het traject van de tafelvoeding die door de intree van twee op elkaar volgende snijvlakken ontstaat.
voeding/tand
voeding/tand
voeding
voeding/tand
8 tanden
freesdiameter
werkstukbreedte
Voeding in mm/tand De bewerkingsvoeding werkt zelfhoudend (modaal), d.w.z. als in een
nieuwe bewerkingstechnologie opnieuw met de laatst geprogrammeerde voeding wordt gewerkt, hoeft er geen voeding te worden ingevoerd. Dit geldt eveneens als daartussen een ijlgang geprogrammeerd werd.
3 Programmeren met ShopMill 01/2008 3.2 Programmastructuur
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 3-176 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
3.2 Programmastructuur Het programma is onderverdeeld in 3 deelbereiken:
Programmakop, programmablokken en programma-einde. Deze deelbereiken vormen een arbeidsplan.
Programmastructuur
Programmakop De programmakop bevat de afmetingen van het basisdeel en de parameters die over het volledige programma actief zijn, bijv. • Maateenheid in mm of inch • Werktuigas X, Y, of Z • Terugtrekniveau, veiligheidsafstand, bewerkingsdraairichting
Programmablokken Om het afgewerkte deel te krijgen, moeten de verschillende bewerkingswijzen, bewegingen, machine-opdrachten enz. geprogrammeerd worden. Deze programmering gebeurt in de programmablokken.
Aaneengeschakelde
bewerkingen De technologieblokken en positieblokken worden door de besturing automatisch aaneengeschakeld. Deze blokken worden door een rechthoekig haakje, direct naast het bewerkingssymbool, vanaf het begin van de aaneenschakeling tot aan het einde van de aaneenschakeling gemarkeerd.
Centreren
Diepboren
Draadboren
Voll. gatencirkel De blokken N10 ... N25 zijn aaneengeschakeld
3 01/2008 Programmeren met ShopMill3.3 Arbeidsstappenprogramma aanleggen
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 3-177
3.3 Arbeidsstappenprogramma aanleggen Voor arbeidsstappenprogramma's die u direct aan de machine opstelt,
heeft u een software-optie nodig.
3.3.1 Nieuw programma aanleggen; Basisdeel definiëren Een nieuw programma wordt in het bereik "Programma-Manager"
aangelegd.
Selectie met softkeys
Programma's
Nieuw >
ShopMill programma
Programmanaam invoeren
Voer een programmanaam in. De programmanaam mag max. 24 tekens bevatten. Toegelaten zijn alle letters (behalve umlauten), cijfers en liggende streepjes (_). ShopMill vervangt automatisch kleine letters door hoofdletters.
Het gebruik van "punten" in programmanamen is niet toegelaten, daar zulke programma's niet meer kunnen worden gewist.
Bevestig de programmanaam met
softkey of met de toets "Input"
Vervolgens verschijnt het scherm voor de parametrering van de "Programmakop".
Programmakop parametreren
Programmakop parametreren
De in de programmakop ingevoerde parameters zijn voor het volledigeprogramma actief.
3 Programmeren met ShopMill 01/2008 3.3.1 Nieuw programma aanleggen; Basisdeel definiëren
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 3-178 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
Parameter voor de basisdeelinvoer
• Nulpuntverschuiving (NPV) waarin het nulpunt van het werkstuk opgeslagen is. U kunt de nulpuntverschuiving met de softkey "Nulpuntversch." in de werktuiglijst kiezen of ook de voorinstelling van de parameters wissen als u geen nulpuntverschuiving wilt aangeven.
• Maateenheid van het programma [mm of inch] vastleggen. • Werkstukhoekpunt 1 (X0, Y0, Z0):
Het werkstukhoekpunt 1 is het referentiepunt voor de basisdeelopmeting. Het moet absoluut worden ingevoerd.
• Werkstukhoekpunt 2 of afmetingen (X1, Y1, Z1 of L, W, H): Het werkstukhoekpunt 2 ligt tegenover het werkstukhoekpunt 1. Het moet absoluut worden ingevoerd. De afmetingen zijn de lengte, de breedte en de hoogte van het basisdeel.
Werkstukhoekpunt 1 en 2 Werkstukhoekpunt 1 en afmetingen
• Werktuigas: In de ingestelde as wordt de werktuiglengte verrekend.
• Terugtrekvlak (RP) en veiligheidsafstand (SC): Vlakken boven het werkstuk. Bij de bewerking beweegt het werktuig in ijlgang van het werktuigwisselpunt naar het terugtrekvlak en vervolgens naar de veiligheidsafstand. Op deze hoogte wordt naar de bewerkingsvoeding overgeschakeld. Als de bewerking beëindigd is, loopt het werktuig in de bewerkingsvoeding uit het werkstuk tot op de hoogte van de veiligheidsafstand. Van de veiligheidsafstand naar het terugtrekniveau en verder naar het werktuigwisselpunt wordt in ijlgang gewerkt. Het terugtrekniveau wordt absoluut ingevoerd. De veiligheidsafstand wordt incrementeel (zonder voorteken) ingevoerd.
3 01/2008 Programmeren met ShopMill3.3.1 Nieuw programma aanleggen; Basisdeel definiëren
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 3-179
Terugtrekniveau (RP) en veiligheidsafstand (SC)
X
Z
veiligheids-afstand (SC)
terugtrekniveau (P)
Veiligheidsafstand bij verschillende werkstukhoogtes
• Bewerkingsdraairichting: Bij het bewerken van een kamer, een langsgroef of een tap neemt
ShopMill de bewerkingsdraairichting (gelijkloop of tegenloop) en de spildraairichting in de werktuiglijst in acht. De kamer wordt dan met de wijzers van de klok mee of tegen de wijzers van de klok in bewerkt.
gelijkloopfrezen
tegenlopendfrezen
Kamers in gelijkloop of tegenloop bewerken bij spildraairichting rechts
Bij het baanfrezen bepaalt de geprogrammeerde richting van de contour de bewerkingsrichting.
3 Programmeren met ShopMill 01/2008 3.3.1 Nieuw programma aanleggen; Basisdeel definiëren
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 3-180 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
• Terugtrekken bij positiepatronen: Terugtrekken bij positiepatronen: Bij het bewerken met een geoptimaliseerd terugtrekken loopt het werktuig afhankelijk van de contour met bewerkingsvoeding in de veiligheidsafstand (SC) boven het werkstuk. Bij het terugtrekken naar RP loopt het werktuig na het bewerken op het terugtrekniveau terug en zet aan op de nieuwe positie. Hiermee verhindert men een botsing met werkstukhindernissen bij het uittrekken en aanzetten van het werktuig, bijv. bij het maken van boringen in kamers of groeven op verschillende niveaus en posities.
Geoptimaliseerd terugtrekken Terugtrekken naar terugtrekniveau RP Parameter opslaan
Selectie met softkey De ingevoerde parameters worden opgeslagen. Vervolgens wordt het
arbeidsplan getoond.
Programma-einde ShopMill heeft automatisch het programma-einde gedefinieerd.
3 01/2008 Programmeren met ShopMill3.3.1 Nieuw programma aanleggen; Basisdeel definiëren
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 3-181
3.3.2 Nieuwe blokken programmeren
Programmablokken creëren
Als het basisdeel gedefinieerd werd, worden nu in de afzonderlijke programmablokken de bewerking, de voedingswaarden en de posities geprogrammeerd. Hierbij wordt u met "Help-schermen" voor de afzonderlijke arbeidscycli ondersteund.
Voor een programma staat veel geheugenplaats ter beschikking.
Afhankelijk van de vereiste geheugenplaats kunt u slechts een beperkt aantal blokken programmeren.
• ShopMill op NCU (HMI Embedded sl) U kunt met de functie "Recht" maximaal 1000 blokken of met de functie "Kamer frezen" maximaal 600 blokken programmeren.
• PCU 50.3 (HMI-Advanced) U kunt met de functie "Recht" maximaal 3500 blokken of met de functie "Kamer frezen" maximaal 2100 blokken programmeren.
Bij meervoudige opspanningen kan een programma gemakkelijk meer
dan het toegelaten aantal programmablokken hebben. Als de melding verschijnt dat het programma teveel blokken bevat, vat u de bewerkingen met hetzelfde werktuig samen in een subprogramma. Zo kunt u het programma openen en uitvoeren.
Aanwijzing Nieuw geprogrammeerde blokken worden altijd na het gemarkeerde blok ingevoegd. Voor de programmakop en na het programma-einde kan er geen blok geprogrammeerd worden.
Parameter-invoervelden Voeding:
Als bij de voeding (F) geen waarde geprogrammeerd wordt (leeg veld), wordt de laatste, voordien geprogrammeerde voeding overgenomen.
Invoerveld leegmaken: Met de DEL-toets (of backspace-toets) wordt het invoerveld leeggemaakt, d.w.z. de geprogrammeerde waarde wordt gewist.
Bezette en lege parametervelden : In reeds bezette velden moet steeds een waarde worden ingevoerd. Wordt het veld leeggemaakt, wordt de softkey "Toepassen" niet meer getoond!
3 Programmeren met ShopMill 01/2008 3.3.1 Nieuw programma aanleggen; Basisdeel definiëren
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 3-182 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
Softkey "Alternat." en toggle-toets: Als de cursor op een invoerveld met omschakelmogelijklheid staat, wordt automatisch de softkey "Alternat." aangegeven op de verticale softkeybalk (zie softkey "Alternat." in hfdst. "Belangrijke softkeys voor bediening en programmering").
Voorbewerken/nabewerken: Iedere cyclus kan met voorbewerken of nabewerken geprogrammeerd worden. Als eerst voorbewerkt en vervolgens nabewerkt wordt, moet de cyclus een 2de keer worden opgeroepen. De geprogrammeerde waarden blijven bij een herhaalde oproep behouden. Bij enkele cycli wordt ook voorbewerken en nabewerken als volledige bewerking aangeboden, d.w.z. de cyclus moet slechts éénmaal worden opgeroepen.
Cyclus starten • Starten van de geprogrammeerde cycli met ShopMill − Het werktuig bevindt zich boven het terugtrekniveau (RP) : Het positioneren van het werktuig gebeurt in ijlgang op het
X/Y-vlak en dan in de Z-richting op het terugtrekniveau (RP)
Cyclus starten boven het terugtrekniveau − of het werktuig bevindt zich onder het terugtrekniveau (RP) :
3 01/2008 Programmeren met ShopMill3.3.1 Nieuw programma aanleggen; Basisdeel definiëren
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 3-183
Het positioneren van het werktuig gebeurt in ijlgang eerst in de Z-richting op het terugtrekniveau (RP) en dan in ijlgang op het X/Y-vlak
X
Zveiligheids-afstand (SC)
terugtrek-niveau (RP)
werktuig-wisselpunt
ijlgang
bewerkingsaanvor Cyclus starten onder het terugtrekniveau • De werktuigas loopt in ijlgang op veiligheidsafstand (SC)
• Vervolgens gebeurt de cyclusbewerking met de geprogrammeerde bewerkingsvoeding
• Na het bewerken loopt het werktuig met bewerkingsvoeding naar het cyclusmidden op het X/Y-vlak en vervolgens met de werktuigas uit het werkstuk tot op veiligheidsafstand
• Vervolgens trekt de werktuigas in ijlgang tot op het terugtrekniveau terug
• Van het terugtrekniveau wordt het werktuigwisselpunt in ijlgang aangelopen
3.3.3 Programmablokken veranderen
De parameters in de geprogrammeerde ShopMill-blokken kunt u achteraf optimaliseren of aan nieuwe situaties aanpassen, bijv. als u de voeding verhoogt of een positie wenst te verschuiven Hierbij kunt u alle parameters in alle programmablokken direct in het bijbehorende parameterscherm veranderen.
Druk op de softkey "Programma".
Het directory-overzicht verschijnt.
Plaats de cursor op de directory waarin u een nieuw programma wilt openen.
-of-
Druk op de toets "Cursor rechts" of "Input".
Alle programma's in deze index worden nu getoond.
Kies het programma dat u wenst te veranderen.
-of-
Druk op de toets "Cursor rechts" of "Input".
Het arbeidsplan van het programma verschijnt.
3 Programmeren met ShopMill 01/2008 3.3.1 Nieuw programma aanleggen; Basisdeel definiëren
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 3-184 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
Plaats de cursor in het arbeidsplan op het gewenste programmablok.
Druk op de toets "Cursor rechts".
Het parameterscherm van het gekozen programmablok verschijnt.
Voer de veranderingen in.
-of-
Druk op de softkey "Toepassen" of de toets "Cursor links".
De veranderingen worden in het programma overgenomen.
3.3.4 Programma-editor
Als u de volgorde van de programmablokken in een programma verandert, programmablokken wist of programmablokken van een bepaald programma in een ander wenst te kopiëren, gelieve de programma-editor te gebruiken.
De volgende functies staan in de programma-editor te uwer
beschikking: • Markeren
U kunt meerdere programmablokken terzelfdertijd markeren om deze later bijv. uit te knippen en te kopiëren.
• Kopiëren/invoegen U kunt in een programma of tussen verschillende programma's programmablokken kopiëren en invoegen.
• Knippen Programmablokken kunt u uitknippen en hiermee wissen. De programmablokken blijven echter in het werkgeheugen, zodat u de blokken op een andere plaats opnieuw kunt invoegen.
• Zoeken In een programma kunt u naar bloknummers of een willekeurige tekenreeks zoeken.
• Herbenoemen In de programma-editor kunt u een contour herbenoemen, bijv. als u de contour voordien gekopieerd hebt.
• Nummeren Als u een nieuw of gekopieerd programmablok tussen twee bestaande programmablokken invoegt, kent ShopMill automatisch een nieuw bloknummer toe. Dit bloknummer kan hoger zijn als het bloknummer in het volgende blok. Met de functie "Nummeren" kunt u de programmablokken opnieuw in stijgende volgorde nummeren.
3 01/2008 Programmeren met ShopMill3.3.1 Nieuw programma aanleggen; Basisdeel definiëren
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 3-185
Programma-editor openen
Kies een programma.
Druk op de toets "Uitbreiding".
In de verticale softkey-balk verschijnen de softkeys van de programma-editor.
Programmablok markeren
Plaats de cursor in het arbeidsplan op het eerste en het laatste blok dat u wilt markeren.
Markeren
Druk op de softkey "Markeren".
Kies met de cursortoetsen alle verdere programmablokken die u wenst te markeren.
De programmablokken zijn gemarkeerd.
Programmablok kopiëren
Markeer het of de gewenste programmablok(ken) in het arbeidsplan.
Kopiëren
Druk op de softkey "Kopiëren".
De programmablokken worden in het tussengeheugen gekopieerd.
Programmablok knippen
Markeer het of de gewenste programmablok(ken) in het arbeidsplan.
Knippen
Druk op de softkey "Knippen".
De programmablokken worden uit het arbeidsplan verwijderd en in het tussengeheugen opgeslagen.
Programmablok invoegen
Kopieer of knip het of de gewenste programmablok(ken) uit het arbeidsplan.
Plaats de cursor op het programmablok na hetwelke het/de programmablok(ken) moeten worden ingevoegd.
Invoegen
Druk op de softkey "Invoegen".
De programmablokken worden in het arbeidsplan van het programma ingevoegd.
3 Programmeren met ShopMill 01/2008 3.3.1 Nieuw programma aanleggen; Basisdeel definiëren
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 3-186 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
Zoeken
Zoeken >
Druk op de softkey "Zoeken".
Voer een bloknummer of een tekst in.
Kies, of het zoeken aan het programmabegin of bij de actuele cursorpositie moet beginnen.
Zoeken
Druk op de softkey "Zoeken".
ShopMill doorzoekt het programma. Het gevonden begrip wordt met de cursor gemarkeerd.
Verder zoeken
Druk op de softkey "Verder zoeken" als u het zoeken wenst voort te zetten.
Contour herbenoemen
Plaats de cursor in het arbeidsplan op een contour.
Her- benoemen
Druk op de softkey "Herbenoemen".
Voer een nieuwe naam voor de contour in.
Druk op de softkey "OK".
De naam van de contour wordt veranderd en in het arbeidsplan getoond.
Programmablokken nummeren
Opnieuw nummeren
Druk op de softkey "Opnieuw nummeren".
De programmablokken worden opnieuw in stijgende volgorde genummerd.
Programma-editor sluiten
Druk op de softkey "Terug" om de programma-editor te sluiten.
3 01/2008 Programmeren met ShopMill3.3.1 Nieuw programma aanleggen; Basisdeel definiëren
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 3-187
3.3.5 Aantal aangeven
Als u een bepaald aantal exemplaren van hetzelfde werkstuk wilt produceren, kunt u op het einde van het programma het gewenste aantal invoeren. Als u het programma start, wordt de uitvoering van het programma automatisch zo vaak herhaald als aangegeven.
Open het blok "Programma-einde" als u meer dan 1 werkstuk wilt
bewerken.
Voer het aantal werkstukken in dat u wilt bewerken.
Druk op de softkey "Toepassen".
Als u het programma later start, wordt de uitvoering van het programma automatisch zo vaak herhaald als aangegeven.
oneindig
Als u de uitvoering van het programma onbeperkt wilt herhalen, drukt u op de softkey "Oneindig". Met "Reset" kunt u de uitvoering van het programma dan weer onderbreken.
3 Programmeren met ShopMill 01/2008 3.4 Werktuig, correctiewaarden en spiltoerental programmeren
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 3-188 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
3.4 Werktuig, correctiewaarden en spiltoerental programmeren Algemeen Bij het programmeren van cycli is het werktuig in het scherm
inbegrepen. Bij de programmering van een rechte of een cirkelboog moet eerst een werktuig worden geselecteerd.
Selectie met softkey: Werktuig
Programmering
van een werktuig (T) Parameterveld "T" kiezen. ShopMill biedt verschillende mogelijkheden om een werktuig te registreren:
1. mogelijkheid: Naam of nummer van het werktuig via het toetsenbord invoeren.
2. mogelijkheid: Bereiktoets "Tool, Offset" drukken, werktuig met pijltoetsen uitkiezen en de softkey in het programma bedienen.
Het werktuig wordt in het parameterveld overgenomen.
Snijvlak (D) Voor ieder geprogrammeerd werktuig kan gekozen of aangegeven
worden, met welke snijvlakcorrectiewaarden D wordt gewerkt. De correcties zijn in de werktuiglijst opgeslagen. Bij verschillende werktuigen (kotterboor met geleidtap, trapboor e.d.) moet het juiste snijkantnummer D geprogrammeerd worden, anders bestaat er botsinggevaar (zie ook hfdst. "Programmeervoorbeelden bij het boren" en "Werktuigen en werktuigcorrecties").
Spiltoerental (S) of
Snijsnelheid (V) In ShopMill kan het spiltoerental (S) of de snijsnelheid (V) geprogrammeerd worden. Het omschakelen gebeurt met de toets "Alternatief". Bij de freescycli wordt automatisch het spiltoerental in de snijsnelheid omgerekend en omgekeerd. • Spiltoerental en snijsnelheid blijven zolang actief tot een nieuw
werktuig geprogrammeerd wordt. • Het spiltoerental wordt in o/min geprogrammeerd. • De snijsnelheid wordt in m/min geprogrammeerd. • De draairichting van een werktuig kan in de werktuiglijst worden
ingesteld.
3 01/2008 Programmeren met ShopMill3.5 Contour frezen
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 3-189
Overmaat (DR) In dit parameter-invoerveld kan een overmaat op de werktuigradius geprogrammeerd worden. Bij het bewerken van de contour blijft daardoor een nabewerkingsovermaat staan (zie ook hfdst. "Werktuigen en werktuigcorrecties"). De parameter DR is actief tot een ShopMill-cyclus (boren, frezen, contourfrezen) wordt geprogrammeerd.
Voorbeeld Op een willekeurige contour moeten 0.5 mm nabewerkingsovermaat behouden blijven. DR moet dan met 0.5 mm worden geprogrammeerd. Bij DR=0 wordt de geprogrammeerde contour zonder nabewerkingsovermaat gefreesd.
3.5 Contour frezen Als u een eenvoudige of complexe contour wilt frezen, gebruiktu de
functie "Contourfrezen". U kunt open contouren of gesloten contouren (kamers, eilanden, tappen) definiëren en met baanfrezen of freescycli bewerken.
Een contour bestaat uit verschillende contourelementen, waarbij
tenminste twee en maximaal 250 elementen een gedefinieerde contour vormen. Daarnaast kunt u tussen de contourelementen, fasen, radii of tagentiële overgangen programmeren.
De geïntegreerde contourcalculator berekent de snijpunten van de verschillende contourelementen met inachtneming van de geometrische relaties en maakt daardoor het invoeren van elementen met onvoldoende afmetingensgegevens mogelijk.
Bij het contourfrezen moet u altijd eerst de geometrie van de contour programmeren en vervolgens de technologie. U kunt willekeurige contouren met baanfrezen bewerken, kamers met/zonder eilanden ruimen of tappen vrijruimen.
Willekeurige contouren De bewerking van willekeurige open of gesloten contouren programmeert u in de regel als volgt:
1. Contour invoeren De contour stelt u uit meerdere contourelementen samen.
2. Baanfrezen (voorbewerking) De contour wordt met inachtneming van verschillende aan- en afloopstrategiën bewerkt.
3. Baanfrezen (nabewerking) Als u bij de voorbewerking een nabewerkingsovermaat heeft geprogrammeerd, wordt de contour nogmaals bewerkt.
4. Baanfrezen (afkanten) Als u een randbreuk heeft voorzien, kunt u het werkstuk met een speciaal werktuig afkanten.
3 Programmeren met ShopMill 01/2008 3.5 Contour frezen
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 3-190 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
Contouren voor kamers of eilanden
Contouren voor kamers of eilanden moeten gesloten zijn, d.w.z. start- en eindpunt van de contour zijn identiek. U kunt ook kamers frezen dieéén of meerdere eilanden bevatten. De eilanden mogen ook gedeeltelijk buiten de kamer liggen of zich oversnijden. De eerste aangegeven contour interpreteert ShopMill als kamercontour, alle andere als eilanden.
De bewerking van contourkamers met eilanden programmeert u bijv. als volgt:
1. Contour van de kamer invoeren De contourkamer stelt u uit meerdere contourelementen samen.
2. Contour van het eiland invoeren De contour van het eiland voert u na de contourkamer in.
3. Voorboring van de contourkamer centreren Als u de contourkamer wilt voorboren, kunt u de voorboring eerst centreren om te verhinderen dat de boor verschuift.
4. Contourkamer voorboren Als u bij het ruimen van contourkamers loodrecht wilt induiken en u geen frees met koptand ter beschikking heeft, kunt u de kamer voorboren.
5. Contourkamer met eiland ruimen (voorbewerking) De contourkamer met eiland wordt met inachtneming van verschillende induikstrategiën geruimd.
6. Restmateriaal ruimen (voorbewerking) ShopMill herkent bij het ruimen van de kamer automatisch restmateriaal dat blijven staan is. Met een geschikt werktuig kunt u dit materiaal ruimen zonder nogmaals de volledige kamer te bewerken.
7. Contourkamer met eiland nabewerken (nabewerking rand/bodem)Als u bij de voorbewerking een nabewerkingsovermaat voor de rand/bodem heeft geprogrammeerd, wordt de kamerrand/-bodem nogmaals bewerkt.
3 01/2008 Programmeren met ShopMill3.5 Contour frezen
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 3-191
Alle bij het contourfrezen betrokken bewerkingsstappen worden in het arbeidsplan samengevat tussen rechte haakjes.
Voorbeeld: Contourkamer ruimen
Contouren voor tappen
Contouren voor tappen moeten gesloten zijn, d.w.z. start- en eindpunt van de contour zijn identiek. U kunt meedere tappen definiëren, die elkaar ook kunnen overlappen. De eerste aangegeven contour interpreteert ShopMill als basisdeelcontour, alle andere als tappen.
De bewerking van contourtappen programmeert u bijv. als volgt:
1. Contour van het basisdeel invoeren De basisdeelcontour legt het bereik vast waarbuiten geen materiaal staat, d.w.z. dat daar met ijlgang wordt bewogen. Tussen basisdeel- en tapcontour wordt dan materiaal verwijderd.
2. Contour van de tap invoeren De contour van de tap voert u in na de basisdeelcontour.
3. Contourtap vrijuimen (voorbewerking) De contourtap wordt vrijgeruimd.
4. Restmateriaal ruimen (voorbewerking) ShopMill herkent bij het frezen van de tap automatisch restmateriaal dat blijven staan is. Met een geschikt werktuig kunt u dit materiaal ruimen zonder nogmaals de volledige tap te bewerken.
5. Contourtap nabewerken (nabewerking rand/bodem) Als u bij de voorbewerking een nabewerkingsovermaat heeft geprogrammeerd, wordt de taprand/-bodem nogmaals bewerkt.
3 Programmeren met ShopMill 01/2008 3.5 Contour frezen
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 3-192 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
3.5.1 Weergave van de contour
ShopMill geeft een contour in het arbeidsplan weer als een programmablok. Als u dit blok opent, worden de verschillende contourelementen symbolisch opgesomd en als streepjesgrafiek aangegeven.
Symbolische weergave De verschillende contourelementen van de contour worden in de
ingevoerde volgorde in symboolvorm naast het grafiekvenster geplaatst.
Contourelement Symbool Betekenis
Startpunt Startpunt van de contour
Rechte omhoog Rechte omlaag
Rechte in 90°-raster Rechte in 90°-raster
Rechte naar links Rechte naar rechts
Rechte in 90°-raster Rechte in 90°-raster
Rechte willekeurig
Rechte met willekeurige helling
Cirkelboog naar rechts Cirkelboog naar links
Cirkel Cirkel
Pool
Rechte diagonaal of cirkel in poolcoördinaten
Contourafsluiting END
Einde van de contourbeschrijving
3 01/2008 Programmeren met ShopMill3.5 Contour frezen
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 3-193
De verschillende kleur van de symbolen geeft informatie over hun status:
Voorgrond Achtergrond Betekenis - rood Cursor op nieuw element zwart rood Cursor op actueel element zwart wit Normaal element rood wit Element wordt momenteel niet in
acht genomen (element wordt pas in acht genomen als het met de cursor wordt geselecteerd)
Grafische weergave Synchroon met de doorlopende invoer van de contourelementen
wordt in het grafiekvenster de progressie van de contourprogrammering aangegeven in een streepjesgrafiek.
Grafische weergave van de contour bij het contourfrezen
Het aangemaakte contourelement kan daarbij verschillende lijntypes en kleuren aannemen: • zwart: geprogrammeerde contour • oranje: actueel contourelement • groen gestippeld: alternatief element • blauw gestippeld: deelbepaald element
De scalering van het coördinatensysteem wordt aangepast aan de verandering van de volledige contour.
De positie van het coördinatensysteem wordt mee aangegeven in het grafiekvenster.
3 Programmeren met ShopMill 01/2008 3.5 Contour frezen
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 3-194 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
3.5.2 Nieuwe contour aanleggen
Voor elke contour die u wilt frezen, moet u een eigen contour aanleggen.
De contouren worden op het einde van het programma opgeslagen.
Als u een nieuwe contour aanlegt, moet u eerst een startpunt vastleggen. ShopMill definieert dan automatisch het contoureinde.
Als u de werktuigas verandert, past ShopMill automatisch de bijbehorende startpuntassen aan.
Voor het startpunt kunt u willekeurige bijkomende commando's (max. 40 tekens) in de vorm van G-code invoeren.
Bijkomende commando's
Via bijkomende G-code-commando's kunt u bijvoorbeeld voedingswaarden en M-commando's programmeren. U moet erop letten dat deze bijkomende commando's niet in conflict komen met de gegenereerde G-code van de contour. Gebruik daarom geen G-code-commando's van de groep 1 (G0, G1, G2, G3), geen coördinaten in het vlak en geen G-code-commando's die een eigen blok vereisen.
Als u een contour wenst aan te leggen dat op een reeds bestaand gelijkt, kunt u ook de oude contour kopiëren, herbenoemen en alleen geselecteerde contourelementen veranderen. Als u daarentegen een identieke contour op een andere plaats in het programma nog eens wenst te gebruiken, mag u de kopie niet herbenoemen. Veranderingen van de ene contour worden dan automatisch voor de gelijknamige contour overgenomen.
Druk op de softkeys "Contourfrezen" en "Nieuwe contour".
Nieuwe contour >
Voer een naam voor de nieuwe contour in. De contournaam moet eenduidig zijn.
Druk op de softkey "OK".
Het invoerscherm voor het startpunt van de contour wordt geopend. U kunt de coördinaten cartesiaans of polair aangeven.
Startpunt cartesiaans Voer het startpunt van de contour in.
Voer, indien gewenst, bijkomende commando's in de vorm van G-code in.
Druk op de softkey "Toepassen".
Voer de verschillende contourelementen in (zie hfdst. "Contourelementen creëren").
3 01/2008 Programmeren met ShopMill3.5 Contour frezen
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 3-195
Startpunt polair Pool
Druk op de softkey "Pool".
Voer de poolpositie in cartesiaanse coördinaten in.
Voer het startpunt van de contour in polaire coördinaten in.
Voer, indien gewenst, bijkomende commando's in de vorm van G-code in.
Druk op de softkey "Toepassen".
Voer de verschillende contourelementen in (zie hfdst. "Contourelementen creëren").
Parameter Beschrijving Eenheid
Werktuigas Kiest u als werktuigas Z, dan ligt het startpunt/de pool in X / Y Kiest u als werktuigas X, dan ligt het startpunt/de pool in Y / Z Kiest u als werktuigas Y, dan ligt het startpunt/de pool in X / Z De coördinaten worden ook bij de contourelementen veranderd.
X Y
cartesiaans: Startpunt in X-richting (abs) Startpunt in Y-richting (abs)
mm mm
X Y L1 ϕ1
polair: Positie pool in X-richting (abs) Positie pool in Y-richting (abs) Afstand tussen pool en startpunt van de contour (abs) Polaire hoek tussen pool en startpunt van de contour (abs)
mm mm mm graden
Bijkomend commando
Bijkomende G-code-commando's; zie hoger.
3 Programmeren met ShopMill 01/2008 3.5 Contour frezen
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 3-196 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
3.5.3 Contourelementen creëren
Nadat u een nieuwe contour heeft aangelegd en het startpunt heeft vastgelegd, definieert u de verschillende contourelementen waaruit de contour samengesteld is.
De volgende contourelementen staan ter beschikking voor het
definiëren van een contour:
• Rechte horizontaal
• Rechte verticaal
• Rechte diagonaal
• Cirkel / Cirkelboog
Voor elk contourelement vult u een eigen parameterscherm in. De coördinaten voor een horizontale of verticale rechte voert u cartesiaans in, bij de contourelementen Rechte diagonaal en Cirkel/Cirkelboog kunt u daarentegen kiezen tussen cartesiaanse en polaire coördinaten. Als u polaire coördinaten wilt invoeren, moet u eerst een pool definiëren. Als u reeds voor het startpunt een pool heeft gedefinieerd, kunt u deze ook als referentie voor de polaire coördinaten gebruiken. D.w.z. dat u in dit geval geen bijkomende pool hoeft te definiëren.
Cilindermantel-transformatie
Bij contouren (bijv. groeven) op cilinders worden vaak hoekdata voor de lengtewaarden aangegeven. Als de functie "Cilindermanteltransformatie" via de softkey "Alternat." geactiveerd is, kunt u op een cilinder de lengtewaarden van contouren (in omvangrichting van het cilindermantelvlak) ook bepalen aan de hand van hoekdata. I.p.v. X, Y en I, J voert u daarom Xα, Yα en Iα, Jαin (zie ook hfdst. "Cilindermanteltransformatie").
Neem de instructies van de machinefabrikant in acht.
Parameters invoeren Bij het invoeren van de parameters wordt u ondersteund door verschillende Help-schermen, die deze parametes verklaren.
Als u in enkele velden geen waarden invoert, gaat ShopMill ervan uit dat deze waarden onbekend zijn en probeert deze dan uit andere parameters te berekenen.
Bij contouren waarbij u meerdere parameters heeft ingevoerd dan absoluut nodig kunnen er tegenstrijdigheden optreden. Probeer in dit geval minder parameters in te voeren en zoveel mogelijk parameters door ShopMill te laten berekenen.
3 01/2008 Programmeren met ShopMill3.5 Contour frezen
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 3-197
Bewerkingsrichting Bij het baanfrezen wordt de contour altijd afgewerkt in de geprogrammeerde richting. U kunt door de programmering van de contour in de richting van de wijzers van de klok of tegen de wijzers van de klok in bepalen of de contour met gelijklopende of tegenlopende frezen wordt bewerkt (zie onderstaande tabel).
Buitencontour Gewenste
bewerkingsdraairichting Spildraairichting rechts Spildraairichting links
Gelijkloop Programmering met de wijzers van de klok mee, Freesradiuscorrectie links
Programmering tegen de wijzers van de klok in, Freesradiuscorrectie rechts
Tegenloop Programmering tegen de wijzers van de klok in, Freesradiuscorrectie rechts
Programmering met de wijzers van de klok mee, Freesradiuscorrectie links
Binnencorrectie Gewenste
bewerkingsdraairichting Spildraairichting rechts Spildraairichting links
Gelijkloop Programmering tegen de wijzers van de klok in, Freesradiuscorrectie links
Programmering met de wijzers van de klok mee, Freesradiuscorrectie rechts
Tegenloop Programmering met de wijzers van de klok mee, Freesradiuscorrectie rechts
Programmering tegen de wijzers van de klok in, Freesradiuscorrectie links
Contour-
overgangselementen
Tussen twee contourelementen kunt u als overgangselement een radius of een fase kiezen. Het overgangselement wordt steeds aan het einde van een contourelement toegevoegd. De selectie van een contourovergangselement gebeurt in het parameterscherm van het desbetreffende contourelement.
Een contourovergangselement kunt u steeds gebruiken als er een snijpunt tussen de beide aangrenzende elementen bestaat en dit uit de ingevoerde waarden kan worden berekend. Anders moet u de contourelementen Rechte/Cirkel gebruiken.
D.w.z. bij een gesloten contour kunt u ook een overgangselement van het laatste naar het eerste element van de contour programmeren. Het startpunt ligt na programmering van het overgangselement dan buiten de contour.
Bijkomende commando's
Voor elk contourelement kunt u bijkomende commando's in de vorm van G-code invoeren. De bijkomende commando's (max. 40 tekens) voert u op het uitgebreide parameterscherm in (softkey "Alle parameters").
3 Programmeren met ShopMill 01/2008 3.5 Contour frezen
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 3-198 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
Via bijkomende G-code-commando's kunt u bijvoorbeeld voedingswaarden en M-commando's programmeren. U moet erop letten dat deze bijkomende commando's niet in conflict komen met de gegenereerde G-code van de contour. Gebruik daarom geen G-code-commando's van de groep 1 (G0, G1, G2, G3), geen coördinaten in het vlak en geen G-code-commando's die een eigen blok vereisen.
Andere functies
Bij de programmering van een contour staan de volgende andere functies ter beschikking: • Tangente aan voorgaand element
De overgang naar het voorgaande element kunt u als tangente programmeren.
• Dialoogselectie Als de tot nu toe ingevoerde parameters twee verschillende contourmogelijkheden toelaten, moet u één van beide kiezen.
• Contour sluiten Vanaf de actuele positie kunt u de contour met een rechte naar het startpunt sluiten.
Contourelementen
invoeren
Kies met de softkeys een contourelement.
Voer in het invoerscherm alle gegevens in die blijken uit de werkstuktekening (bijv. lengte van de rechten, eindpositie, overgang naar volgend element, hellingshoek, enz.).
Druk op de softkey "Toepassen".
Het contourelement wordt toegevoegd aan de contour.
Herhaal de procedure tot de contour volledig is.
Druk op de softkey "Toepassen".
De geprogrammeerde contour wordt opgenomen in het arbeidsplan.
Alle parameters
Als u bij afzonderlijke contourelementen meer parameters wilt oproepen, bijv. om nog bijkomende commando's in te voeren, drukt u op de softkey "Alle parameters".
Pool definiëren Als u de contourelementen Rechte diagonaal en Cirkel/cirkelboog in polaire coördinaten wilt invoeren, moet u eerst een pool definiëren.
Andere
Pool
Druk op de softkeys "Andere" en "Pool".
Voer de coördinaten van de pool in.
3 01/2008 Programmeren met ShopMill3.5 Contour frezen
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 3-199
Druk op de softkey "Toepassen".
De pool is gedefinieerd. Nu kunt u in het invoerscherm voor de contourelementen Rechte diagonaal en en Cirkel/Cirkelboog kiezen tussen "cartesiaans" en "polair".
Tangente aan voorgaand element
Tijdens het invoeren van de gegevens van een contourelement kunt u de overgang naar het voorgaande element als tangente programmeren.
Tangente aan voorg.
Druk op de softkey "Tangente aan voorg.".
De hoek t.o.v. het voorgaande element α2 wordt op 0° gezet. In het invoerveld van de parameter verschijnt de selectie "tangentieel".
Dialoogselectie Tijdens het invoeren van de gegevens van een contourelement kunnen er twee verschillende contourmogelijkheden ontstaan, waarvan u er één moet kiezen.
Dialoog- selectie
Druk op de softkey "Dialoogselectie" om tussen de beide verschillende contourmogelijkheden om te schakelen.
In het grafiekvenster verschijnt de geselecteerde contour als doorgaande zwarte lijn, de alternatieve contour als groene stippellijn.
Dialoog overname
Druk op de softkey "Dialoog overname" om de geselecteerde mogelijkheid over te nemen.
Contour sluiten
Een contour moet altijd gesloten zijn. Als u niet alle contourelementen van het startpunt tot aan het startpunt zelf wilt opstellen, kunt u de contour vanaf de actuele positie tot aan het startpunt sluiten.
Andere
Contour sluiten
Druk op de softkeys "Andere" en "Contour sluiten".
ShopMill voegt een rechte in van de actuele positie naar het startpunt.
Parameter Beschrijving voor het contourelement "Rechte" Eenheid
X Y L α1 α2
cartesiaans: Eindpunt in X-richting (abs of inc) Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd. Eindpunt in Y-richting (abs of inc) Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd. Lengte van de rechte Starthoek t.o.v. X-as Hoek t.o.v. voorgaand element Tangentiële overgang: α2=0
mm mm mm graden graden
3 Programmeren met ShopMill 01/2008 3.5 Contour frezen
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 3-200 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
L1 ϕ1 L α1 α2
polair: abs: afstand tussen pool en eindpunt inc: afstand tussen laatste punt en eindpunt Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd. abs: polaire hoek tussen pool en eindpunt inc: polaire hoek tussen laatste punt en eindpunt Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd. Lengte van de rechte Starthoek t.o.v. X-as Hoek t.o.v. voorgaand element Tangentiële overgang: α2=0
mm mm graden graden mm graden graden
Overgang naar volgend elem.:
FS: fase als overgangselement naar het volgende contourelement R: radius als overgangselement naar het volgende contourelement
mm mm
Bijkomend commando
Bijkomende G-code-commando's; zie hoger.
Parameter Beschrijving voor het contourelement "Cirkel" Eenheid
Draairichting Draaiing in de richting van de wijzers van de klok
Draaiing tegen de wijzers van de klok in
R Radius van de cirkel mm
X Y I J α1 α2 β1 β2
cartesiaans: Eindpunt in X-richting (abs of inc) Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd. Eindpunt in Y-richting (abs of inc) Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd. Cirkelmiddelpunt in X-richting (abs of inc) Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd. Cirkelmiddelpunt in Y-richting (abs of inc) Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd. Starthoek t.o.v. X-as Hoek t.o.v. voorgaand element Tangentiële overgang: α2=0 Eindhoek t.o.v. X-as Openingshoek van de cirkel
mm mm mm mm graden graden graden graden
L1 ϕ1 L2 ϕ2
polair: abs: afstand tussen pool en eindpunt inc: afstand tussen laatste punt en eindpunt Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd. abs: polaire hoek tussen pool en eindpunt inc: polaire hoek tussen laatste punt en eindpunt Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd. abs: afstand tussen pool en eindpunt inc: afstand tussen laatste punt en cirkelmiddelpunt Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd. abs: polaire hoek tussen pool en cirkelmiddelpunt inc: polaire hoek tussen laatste punt en cirkelmiddelpunt Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.
mm mm graden graden mm mm graden graden
3 01/2008 Programmeren met ShopMill3.5 Contour frezen
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 3-201
α1 α2 β1 β2
Starthoek t.o.v. X-as Hoek t.o.v. voorgaand element Tangentiële overgang: α2=0 Eindhoek t.o.v. X-as Openingshoek van de cirkel
graden graden graden graden
Overgang naar volgend elem.:
FS: fase als overgangselement naar het volgende contourelement R: radius als overgangselement naar het volgende contourelement
mm mm
Bijkomend commando
Bijkomende G-code-commando's; zie hoger.
3.5.4 Contour veranderen
U kunt een reeds aangemaakte contour later veranderen. U kunt afzonderlijke contourelementen • aanhangen, • veranderen, • toevoegen of • wissen.
Als in uw programma twee gelijknamige contouren gedefinieerd zijn,
worden de veranderingen van de ene contour automatisch voor de contour met dezelfde naam overgenomen.
Contourelement
aanhangen
Selecteer de contour op het arbeidsplan.
Druk op de toets "Cursor rechts".
Er verschijnt een lijst van de verschillende contourelementen.
Plaats de contour op het laatste element voor het contoureinde.
Selecteer met de softkeys het gewenste contourelement.
Voer de parameters in het invoerscherm in.
Druk op de softkey "Toepassen".
Het gewenste contourelement wordt toegevoegd aan de contour.
Contourelement veranderen
Selecteer de contour op het arbeidsplan.
Druk op de toets "Cursor rechts".
Er verschijnt een lijst van de verschillende contourelementen.
Plaats de cursor op het contourelement dat u wilt wijzigen.
Druk op de toets "Cursor rechts".
3 Programmeren met ShopMill 01/2008 3.5 Contour frezen
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 3-202 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
Het bijbehorende invoerscherm wordt geopend en in de programmeergrafiek wordt het geselecteerde element vergroot weergegeven.
Voer de gewenste wijzigingen in.
Druk op de softkey "Toepassen".
De actuele waarden van het contourelement worden overgenomen en de wijziging wordt onmiddellijk zichtbaar op de programmeergrafiek.
Dialoogselectie veranderen
Als tijdens het invoeren van de gegevens van een contourelement twee verschillende contourmogelijkheden zijn ontstaan en u het foute alternatief heeft gekozen, kunt u uw selectie later nog wijzigen. Als uit andere parameters reeds een eenduidige contour is ontstaan, verschijnt er geen dialoogselectie meer.
Open het invoerscherm van het contourelement.
Selectie veranderen
Druk op de softkey "Selectie veranderen".
De beide contourmogelijkheden verschijnen opnieuw.
Dialoog- selectie
Druk op de softkey "Dialoogselectie" om tussen de beide verschillende contourmogelijkheden om te schakelen.
Dialoog overname
Druk op de softkey "Dialoog overname".
Het gekozen alternatief wordt overgenomen.
Contourelement
invoegen Selecteer de contour op het arbeidsplan.
Druk op de toets "Cursor rechts".
Er verschijnt een lijst van de verschillende contourelementen.
Plaats de cursor op het contourelement waarna u een nieuw element wilt invoegen.
...
Kies met de softkeys een nieuw contourelement.
Voer de parameters in het invoerscherm in.
Druk op de softkey "Toepassen".
Het contourelement wordt overgenomen in de contour. De volgende contourelementen worden overeenkomstig de nieuwe contourtoestandautomatisch aangepast.
Als u een element in een contour invoegt, worden de resterende contourelementen pas in acht genomen als u met de cursor het symbool van het volgende element naast het grafiekvenster selecteert.
3 01/2008 Programmeren met ShopMill3.5 Contour frezen
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 3-203
Evt. past het eindpunt van het ingevoegde element niet bij het startpunt van het volgende element. In dit geval toont ShopMill de storingsmelding "Geometriewaarden tegenstrijdig". Als u de tegenstrijdigheid wilt opheffen, voegt u een schuine in zonder parameterwaarden in te voeren.
Contourelement wissen
Selecteer de contour op het arbeidsplan.
Druk op de toets "Cursor rechts".
Er verschijnt een lijst van de verschillende contourelementen.
Plaats de cursor op het contourelement dat u wilt wissen.
Element wissen
Druk op de softkey "Element wissen".
Druk op de softkey "Wissen".
Het geselecteerde contourelement wordt gewist.
3.5.5 Programmeervoorbeelden voor een vrije contourprogrammering
Voorbeeld 1 Startpunt: X=0 abs., Y=5.7 abs. De contour wordt met de wijzers van de klok mee en met de dialoogselectie geprogrammeerd.
5
22 °
R2R3.2
R2
60 °
R2
R9.5
11.5
S tartpuntX=0, Y=5.7 15
.214
.8
Y
X
4.65
4.65
Werkplaatstekening van de contour
3 Programmeren met ShopMill 01/2008 3.5 Contour frezen
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 3-204 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
Element Invoer Opmerking
Draairichting links, R=9.5, I=0 abs., dialoogselectie, overgang naar volgend element: R=2
α1=−30 graden Hoek in hulpbeeld in acht nemen!
Draairichting rechts, tangente aan voorg., R=2, J=4.65 abs.
Draairichting links, tangente aan voorg., R=3.2, I=11.5 abs., J=0 abs., dialoogselectie maken, dialoogselectie maken
Draairichting rechts, tangente aan voorg. R=2, J=−4.65 abs., dialoogselectie maken
Tangente aan voorg. X=−14.8 abs, α1=−158 graden
Hoek in hulpbeeld in acht nemen!
Alle parameters, L=5, dialoogselectie maken
Y=5.7 abs.
X=0 abs.
3 01/2008 Programmeren met ShopMill3.5 Contour frezen
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 3-205
Voorbeeld 2 Startpunt: X=0 abs., Y=0 abs. De contour wordt met de wijzers van de klok mee en met de dialoog-selectie geprogrammeerd. Bij deze contour wordt het aanbevolen alle parameters via de softkey "Alle parameters" te laten tonen.
R5
30 °
6
R7.5
R25
Y
X
StartpuntX=0, Y=0
Werkplaatstekening van de contour
3 Programmeren met ShopMill 01/2008 3.5 Contour frezen
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 3-206 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
Element Invoer Opmerking
Y=−104 abs.
Draairichting rechts, R=79, I=0 abs., dialoogselectie maken, Alle parameters, β2=30 graden
Draairichting rechts, tangente aan voorg., R=7.5, alle parameters, β2=180 graden
Draairichting links, R=64, X=−6 abs., I=0 abs., dialoogselectie maken, dialoogselectie maken Overgang naar het volgend element: R=5
Alle parameters, α1=90 graden, Overgang naar het volgend element: R=5
Hoek in hulpbeeld in acht nemen!
Draairichting rechts, R=25, X=0 abs., Y=0 abs. I=0 abs., dialoogselectie maken, dialoogselectie maken
Voorbeeld 3 Startpunt: X=5.67 abs., Y=0 abs.
De contour wordt tegen de wijzers van de klok in geprogrammeerd.
X= - 137.257 abs.
X=5.67 Y=0
43.972
R72
125 °
Startpunt
X
Y
Werkplaatstekening van de contour Element Invoer Opmerking
Alle parameters, α1=180 graden Hoek in hulpbeeld in acht nemen!
X=−43.972 inc, alle parameters X=−137.257 abs, α1=−125 graden
Coördinaat X in "abs" en in "inc" Hoek in hulpbeeld in acht nemen!
X=43.972 inc α1=−55 graden
Coördinaat X in "abs" en in "inc" Hoek in hulpbeeld in acht nemen!
X=5.67 abs
Draairichting rechts, R=72, X=5.67 abs., Y=0 abs., dialoogselectie maken
3 01/2008 Programmeren met ShopMill3.5 Contour frezen
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 3-207
3.5.6 Baanfrezen
Met de functie "baanfrezen" kan langs een willekeurig geprogrammeerde contour worden gefreesd. De functie werkt met eenfrees-radiuscorrectie. De bewerking kan in willekeurige richting, d.w.z. in de geprogrammeerde contourrichting of in de omgekeerde richting, worden uitgevoerd.
De contour hoeft niet absoluut gesloten te zijn. De volgende bewerkingen zijn mogelijk: • Binnen- of buitenbewerking (links of rechts van de contour). • Bewerken op de middelpuntbaan
Voor de bewerking in tegengestelde richting mogen contouren uit maximaal 170 contourelementen bestaan (incl. fasen/radii). Bijzonderheden (behalve voedingswaarden) van de vrije G-code-invoer worden bij het baanfrezen tegen de contourrichting in niet in acht genomen.
Baan- frezen >
Druk op de softkeys "Contourfrezen" en "Baanfrezen".
Baanfrezen links of rechts van het contour
Een geprogrammeerde contour kan met freesradius rechts of links worden bewerkt. Hierbij kan de gebruiker verschillende aanloop- en afloopmodi kiezen.
Aanloop-/afloop De contour kan in een kwartcirkel, halve cirkel of in een rechte aan-
resp. afgelopen worden. • Bij een kwartcirkel of halve cirkel moet de radius van de
freesmiddelpuntbaan worden aangegeven. • Bij de rechten moet de afstand tussen de buitenste freesrand en
het contourstartpunt resp. contoureindpunt worden aangegeven. Een gemengde programmering is ook mogelijk, bijv. aanlopen in een kwartcirkel, aflopen in een halve cirkel.
L1/L2
R1/R2R1/R2
Aan- en aflopen naar/van de contour met een rechte, in een kwartcirkel en in een halve
cirkel; (L1=Aanlooplengte, L2=Aflooplengte, R1=Aanloopradius, R2=Afloopradius)
3 Programmeren met ShopMill 01/2008 3.5 Contour frezen
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 3-208 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
Aan-/Afloopstrategie De gebruiker kan tussen vlak aan-/aflopen en ruimtelijk aan-/aflopen kiezen:
• Vlak aanlopen: er wordt eerst in de Z-richting op diepte en
vervolgens op het XY-vlak aangelopen. • Ruimtelijk aanlopen: er wordt in de diepte en op het vlak
gelijktijdig aangelopen. • Het aflopen gebeurt in de omgekeerde volgorde.
Een gemengde programmering is mogelijk, bijv. aanlopen op het vlak, ruimtelijk aflopen.
Baanfrezen op de middelpuntbaan
Een geprogrammeerde contour kan ook op de middelpuntbaan
worden bewerkt als onder radiuscorrectie (geen radiuscorrectie) werd ingeschakeld. Het aan- en aflopen is hierbij mogelijk op een rechte of verticale lijn. De verticale aan-/afloop kunt u bijv. bij gesloten contouren gebruiken.
Parameter Beschrijving Eenheid
T, D, F, S, V Zie hfdst. "Werktuig, correctiewaarde en spiltoerental programmeren".
Radius-correctie
Bewerking links van de contour Bewerking rechts van de contour Bewerking op de middelpuntbaan
Bewerkings-type Voorbewerking
Nabewerking Afkanten
Bewerkings- richting
vooruit: de bewerking wordt uitgevoerd in de geprogrammeerde contourrichting achteruit: de bewerking gebeurt tegen de geprogrammeerde contourrichting in
Z0 Referentievlak (abs. of inc)
Z1 Einddiepte (abs. of inc) (niet bij afkanten) mm
DZ Aanzetdiepte (niet bij afkanten) mm
FS Fasenbreedte (alleen bij afkanten); inc mm
ZFS Induikdiepte werktuigpunt (alleen bij afkanten), abs. of inc mm
UZ Nabewerkingsovermaat bodem (niet bij afkanten) mm
3 01/2008 Programmeren met ShopMill3.5 Contour frezen
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 3-209
UXY Nabewerkingsovermaat (vervalt bij de bewerking op de middelpunt baan) (niet bij afkanten)
mm
Aanloop-modus
Kwartcirkel: deel van een spiraal (alleen bij baanfrezen links en rechts van de contour) Halve cirkel: deel van een spiraal (alleen bij baanfrezen links en rechts van de contour) Rechte: schuine in de ruimte Verticale lijn: loodrecht t.o.v. de baan (alleen bij baanfrezen op de middelpuntbaan)
Aanloop-strategie vlak
ruimtelijk (niet bij aanloopmodus verticaal)
R1 of L1 Aanloopradius (alleen bij baanfrezen links en rechts van de contour), aanlooplengte mm
Afloopmodus Kwartcirkel: deel van een spiraal (alleen bij baanfrezen links en rechts van de contour) Halve cirkel: deel van een spiraal (alleen bij baanfrezen links en rechts van de contour) Rechte: schuine in de ruimte Verticale lijn: loodrecht t.o.v. de baan (alleen bij baanfrezen op de middelpuntbaan)
Aflvoer-strategie vlak
ruimtelijk (niet bij aanloopmodus verticaal)
R2 of L2 Afloopradius (alleen bij baanfrezen links en rechts van de contour), aflooplengte mm
Ophefmodus Als er meerdere diepte-aanzetbewegingen nodig zijn, gelieve de terugtrekhoogte aan te geven, waarop het werktuig zich tussen de afzonderlijke aanzetbewegingen (bij de overgang van het einde van de contour naar het begin) terugtrekt. Z0 + veiligheidsafstand om veiligheidsafstand op terugtrekniveau geen terugtrekken
Bij cilindermanteltransformatie met geselecteerde groefwandcorrectie en aan- of
aflopen in kwartcirkel of halve cirkel moet de aan-/afloopradius groter zijn dan "Verplaatsing t.o.v. geprogrammeerde baan - Werktuigradius".
3 Programmeren met ShopMill 01/2008 3.5 Contour frezen
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 3-210 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
3.5.7 Contourkamer voorboren
Als bij het ruimen van de contourkamers een frees niet in het midden kan induiken, moet er worden voorgeboord. Het aantal en de posities van de noodzakelijke voorboringen is afhankelijk van de speciale situaties, zoals bijv. type contouren, werktuig, vlak-aanzetbewegingen, nabewerkingsovermaten.
De voorboorcyclus bestaat uit een centreercyclus en de eigenlijke voorboorcyclus. De boorposities in de contourkamercyclus worden reeds bij het berekenen van de contourkamer vastgesteld. Hieruit wordt een speciaal boorprogramma gemaakt en in de voorboorcycli(centreren en voorboren) opgeroepen.
Voorbeeld voor een aaneenschakeling met voorboren
(centreren en voorboren) en ruimen
Als u meerdere kamers freest en het onnodige vervangen van werktuigen wenst te vermijden, is het nuttig, eerst alle kamers voor te boren en vervolgens te ruimen. In dit geval moet u bij het centreren/voorboren ook de parameters invullen die bijkomend verschijnen als u op de softkey "Alle parameters" drukt. Deze moeten overeenstemmen met de parameters van de bijbehorende ruimstap. Bij het programmeren moet u dan als volgt te werk gaan:
1. Contour kamer 1 2. Centreren 3. Contour kamer 2 4. Centreren 5. Contour kamer 1 6. Voorboren 7. Contour kamer 2 8. Voorboren 9. Contour kamer 1 10. Ruimen 11. Contour kamer 2 12. Ruimen
3 01/2008 Programmeren met ShopMill3.5 Contour frezen
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 3-211
Als u een kamer volledig bewerkt, d.w.z. centreren, voorboren en ruimen direct na elkaar, en de bijkomende parameters bij het centreren/voorboren niet invult, zal ShopMill deze parameterwaarden van de bewerkingsstap ruimen (voorbewerken) overnemen.
Centreren
Voorboren >
Centreren
Druk op de softkeys "Contourfrezen", "Voorboren" en "Centreren".
Help-scherm met toets
oproepbaar
Centreren contourkamer
Parameter Beschrijving Eenheid
T, F, S Zie hfdst. "Werktuig, correctiewaarde en spiltoerental programmeren".
TR Referentiewerktuig voor het centreren
Z0 Hoogte werkstuk (abs.) mm
Z1 Diepte t.o.v. Z0 (inc) mm
DXY Max. aanzet vlak Alternatief kan de vlakaanzet ook in %, als verhouding vlakaanzet (mm) t.o.v. freesdiameter (mm) aangegeven worden.
mm %
UXY Nabewerkingsovermaat vlak mm
Ophefmodus Ophefmodus voor nieuwe aanzetbeweging Als bij het bewerken meerdere induikpunten nodig zijn, kan de terugtrekhoogte geprogrammeerd worden: • op terugtrekniveau • Z0 + veiligheidsafstand Bij de overgang naar het volgende induikpunt trekt het werktuig op deze hoogte terug. Als in de kamer geen elementen groter dan Z0 bestaan, kan als ophefmodus Z0 + veiligheidsafstand worden geprogrammeerd.
mm mm
3 Programmeren met ShopMill 01/2008 3.5 Contour frezen
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 3-212 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
Voorboren
Voorboren >
Voorboren
Druk op de softkeys "Contourfrezen", "Voorboren" en "Voorboren".
Help-scherm met toets
oproepbaar
Voorboren contourkamer
Parameter Beschrijving Eenheid
T, F, S Zie hfdst. "Werktuig, correctiewaarde en spiltoerental programmeren".
TR Referentiewerktuig voor het voorboren
Z0 Hoogte werkstuk (abs.) mm
Z1 Diepte t.o.v. Z0 (inc) mm
DXY Max. aanzet vlak Alternatief kan de vlakaanzet ook in %, als verhouding vlakaanzet (mm) t.o.v. freesdiameter (mm) aangegeven worden.
mm %
UXY Nabewerkingsovermaat vlak mm
UZ Nabewerkingsovermaat diepte mm
Ophefmodus Ophefmodus voor nieuwe aanzetbeweging Als bij het bewerken meerdere induikpunten nodig zijn, kan de terugtrekhoogte geprogrammeerd worden: • op terugtrekniveau • Z0 + veiligheidsafstand Bij de overgang naar het volgende induikpunt trekt het werktuig op deze hoogte terug. Als in de kamer geen elementen groter dan Z0 bestaan, kan als ophefmodus Z0 + veiligheidsafstand worden geprogrammeerd.
mm mm
3 01/2008 Programmeren met ShopMill3.5 Contour frezen
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 3-213
3.5.8 Contourkamer frezen (voorbewerking)
Voor het ruimen van een kamer met eilanden moet de contour van de kamer en de eilanden worden ingevoerd (zie hfdst. "Vrije contour-programmering"). De eerste aangegeven contour wordt als kamercontour geïnterpreteerd, alle andere als eilanden.
Uit de geprogrammeerde contouren en het invoerscherm voor het
ruimen, creëert ShopMill een programma, waarmee de kamer met eilanden contourparallel van binnen naar buiten wordt geruimd. De richting wordt door de in de programmakop vastgelegde bewerkingsdraairichting (tegenloop resp. gelijkloop) bepaald.
De eilanden mogen ook gedeeltelijk buiten de kamer liggen of zich
oversnijden. Bij het pendelende induiken komt de melding "Hellingsweg te kort", als
het werktuig zich op de hellingsweg minder dan de freesdiameter van het induikpunt verwijdert. Verklein in dit geval de induikhoek.
Kamer frezen >
Druk op de softkeys "Contourfrezen" en "Kamer frezen".
Help-scherm met toets
oproepbaar
Help-schermen ruimen
Parameter Beschrijving Eenheid
T, F, V Zie hfdst. "Werktuig, correctiewaarde en spiltoerental programmeren".
Bewerkings-type Voorbewerking
Z0 Hoogte werkstuk (abs.) mm
Z1 Diepte t.o.v. Z0 (abs. of inc) mm
DXY Max. aanzet in X/Y-vlak. Alternatief kan de vlakzet ook in %, als verhouding vlakaanzet (mm) t.o.v. freesdiameter (mm) aangegeven worden.
mm %
DZ Max. aanzet diepte (abs. of inc) mm
3 Programmeren met ShopMill 01/2008 3.5 Contour frezen
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 3-214 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
UXY Nabewerkingsovermaat vlak mm
ZU Nabewerkingsovermaat diepte mm
Startpunt Het startpunt kan automatisch bepaald of manueel worden ingevoerd.
X Y
Startpunt X (abs.), alleen bij manueel Startpunt Y (abs.), alleen bij manueel
mm mm
Induiken Pendelend: Het induiken gebeurt pendelend met de geprogr. hoek (EW). Spiraalvormig: Het induiken gebeurt spiraallijnvormig met de geprogrammeerde radius (ER) en de geprogrammeerde stijging (EP). Gecentreerd: Bij deze induikstrategie is er een frees nodig, die over het midden snijdt. Ze wordt met de geprogrammeerde voeding (FZ) ingedoken.
EW Induikhoek (alleen bij pendelend) graden
FZ Voeding FZ (alleen bij gecentreerd) mm/min
EP Induikspoed (alleen bij spiraalvormig) De spoed van de helix kan op basis van de geometrische verhoudingen kleiner zijn.
mm/o
ER Induikradius (alleen bij spiraalvormig) De radius mag niet groter zijn dan de freesradius daar anders materiaal blijft staan. Zorg ervoor dat de kamer niet wordt geschonden.
mm
Ophefmodus Als bij de bewerking meerdere induikpunten vereist zijn, moet de terugtrekhoogte worden geprogrammeerd: • op terugtrekniveau • Z0 + veiligheidsafstand (SC) Bij de overgang naar het volgende induikpunt trekt het werktuig op deze hoogte terug. Als in de kamer geen elementen groter dan Z0 aanwezig zijn, kan als ophefmodus Z0 + veiligheidsafstand (SC) geprogrammeerd worden.
mm mm
Het startpunt kan bij een manuele invoer ook buiten de kamer liggen. Dit kan bijv. bij
het ruimen van een zijdelings open kamer nuttig zijn. Het bewerken begint dan zonder induiken met een rechte beweging in de open zijde van de kamer.
3 01/2008 Programmeren met ShopMill3.5 Contour frezen
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 3-215
3.5.9 Restmateriaal contourkamer ruimen
Als u een kamer (met/zonder eilanden) geruimd hebt en er hierbij restmateriaal is blijven staan, zal ShopMill dit automatisch herkennen. Met een geschikt werktuig kunt u dit restmateriaal verwijderen zonder nogmaals de volledige kamer te bewerken, u vermijdt dus onnodige bewegingen. Materiaal dat door de nabewerkingsovermaat blijft staan, is geen restmateriaal.
Het berekenen van het restmateriaal gebeurt op basis van de bij het
ruimen gebruikte frees.
Als u meerdere kamers freest en onnodige werktuigvervangingen wenst te vermijden, is het nuttig, eerst alle kamers te ruimen en vervolgens het restmateriaal te verwijderen. In dit geval moet uit bij het ruimen van het restmateriaal ook de parameter referentiewerktuig TR aangeven die bijkomend verschijnt als u op de softkey "Alle parameters" drukt. Bij het programmeren moet u dan als volgt te werk gaan:
1. Contour kamer 1 2. Ruimen 3. Contour kamer 2 4. Ruimen 5. Contour kamer 1 6. Restmateriaal ruimen 7. Contour kamer 2 8. Restmateriaal ruimen
De functie "Restmateriaal" is een software-optie.
3 Programmeren met ShopMill 01/2008 3.5 Contour frezen
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 3-216 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
Kamer restmat. >
Druk op de softkeys "Contourfrezen" en "Kamer restmat."
Help-scherm met toets
oproepbaar
Help-scherm restmateriaal
Parameter Beschrijving Eenheid
T, F, V Zie hfdst. "Werktuig, correctiewaarde en spiltoerental programmeren".
Bewerkings-type Voorbewerking
TR Referentiewerktuig voor restmateriaal
Z0 Hoogte werkstuk (abs.) mm
Z1 Diepte t.o.v. Z0 (abs. of inc) mm
DXY Max. aanzet vlak Alternatief kan de vlakaanzet ook in %, als verhouding vlakaanzet (mm) t.o.v. freesdiameter (mm) aangegeven worden.
mm %
DZ Max. aanzet diepte mm
UXY Nabewerkingsovermaat vlak mm
UZ Nabewerkingsovermaat diepte mm
Ophefmodus Als bij de bewerking meerdere induikpunten vereist zijn, kan de terugtrekhoogte worden geprogrammeerd: • op terugtrekniveau • Z0 + veiligheidsafstand (SC) Bij de overgang naar het volgende induikpunt trekt het werktuig op deze hoogte terug. Als in de kamer geen elementen groter dan Z0 aanwezig zijn, kan als ophefmodus Z0 + veiligheidsafstand (SC) geprogrammeerd worden.
mm mm
3 01/2008 Programmeren met ShopMill3.5 Contour frezen
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 3-217
3.5.10 Contourkamer nabewerking
Als u bij het ruimen van de kamer een nabewerkingsovermaat voor de bodem resp. de rand van de kamer geprogrammeerd hebt, moet u de kamer nog nabewerken.
Voor de nabewerking van de bodem resp. de rand moet u telkens een afzonderlijk blok programmeren. Hierbij wordt de kamer telkens maar één keer bewerkt. ShopMill houdt bij het nabewerken rekening met een eventueel voorhanden eiland evenals bij het voorbewerken.
Kamer frezen >
Druk op de softkeys "Contourfrezen" en "Kamer frezen".
Kies het bewerkingstype "Nabewerking op de bodem" of "Nabewerking aan de rand".
Help-scherm met toets
oproepbaar
Help-scherm "kamer met eilanden nabewerken"
3 Programmeren met ShopMill 01/2008 3.5 Contour frezen
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 3-218 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
Parameter Beschrijving voor nabewerken op de bodem: Eenheid
T, F, V Zie hfdst. "Werktuig, correctiewaarde en spiltoerental programmeren".
Bewerkings-type
Nabewerking bodem
Z0 Hoogte werkstuk (abs.) mm
Z1 Diepte t.o.v. Z0 (abs. of inc) mm
DXY Max. aanzet vlak Alternatief kan de vlakaanzet ook in %, als verhouding aanzet (mm) t.o.v. freesdiameter (mm) aangegeven worden.
mm %
UXY Nabewerkingsovermaat vlak mm
UZ Nabewerkingsovermaat diepte mm
Startpunt Het startpunt kan automatisch bepaald of manueel ingevoerd worden. Bij een manuele invoer kan het startpunt ook buiten de kamer liggen, waardoor eerst een rechte bewerking in de kamer gebeurt, bijv. voor een zijdelings open kamer zonder induiken.
X Y
Coördinaat startpunt (abs.), alleen bij manueel Coördinaat startpunt (abs.), alleen bij manueel
mm mm
Induiken Pendelend: Het induiken gebeurt met de geprogrammeerde hoek (EW). Spiraalvormig: Het induiken gebeurt spiraallijnvormig met de geprogrammeerde radius (ER) en de geprogrammeerde stijging (EP). Gecentreerd: Bij deze induikstrategie is er een frees nodig, die over het midden snijdt. Ze wordt met de geprogrammeerde voeding (FZ) ingedoken.
EW Induikhoek (alleen bij pendelend) graden
EP Induikspoed (alleen bij spiraalvormig) De spoed van de helix kan op basis van de geometrische verhoudingen kleiner zijn.
mm/o
ER Induikradius (alleen bij spiraalvormig) De radius mag niet groter zijn dan de freesradius daar anders materiaal blijft staan. Zorg ervoor dat de kamer niet wordt geschonden.
mm
FZ Voeding FZ (alleen bij gecentreerd) mm/min
Ophefmodus Als bij de bewerking meerdere induikpunten vereist zijn, kan de terugtrekhoogte worden geprogrammeerd: • op terugtrekniveau • Z0 + veiligheidsafstand (SC) Bij de overgang naar het volgende induikpunt trekt het werktuig op deze hoogte terug. Als in de kamer geen elementen groter dan Z0 aanwezig zijn, kan als ophefmodus Z0 + veiligheidsafstand (SC) geprogrammeerd worden.
mm mm
3 01/2008 Programmeren met ShopMill3.5 Contour frezen
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 3-219
Parameter Beschrijving voor nabewerking van de rand: Eenheid
T, F, V Zie hfdst. "Werktuig, correctiewaarde en spiltoerental programmeren".
Bewerkings-type
Nabewerking rand
Z0 Hoogte werkstuk (abs.) mm
Z1 Diepte t.o.v. Z0 (abs. of inc) mm
DZ Max. aanzet diepte mm
UXY Nabewerkingsovermaat vlak mm
Ophefmodus Als bij de bewerking meerdere induikpunten vereist zijn, kan de terugtrekhoogte worden geprogrammeerd: • op terugtrekniveau • Z0 + veiligheidsafstand (SC) Bij de overgang naar het volgende induikpunt trekt het werktuig op deze hoogte terug. Als in de kamer geen elementen groter dan Z0 aanwezig zijn, kan als ophefmodus Z0 + veiligheidsafstand (SC) geprogrammeerd worden.
mm mm
Aanwijzing: Alternatief tot de functie "Nabewerking rand" kan ook de functie "Baanfrezen" op grond van meerdere optimalisatiemogelijkheden (aan- en afloopstrategieën resp. aan- en afloopmodi) gebruikt worden.
3.5.11 Contourkamer afkanten
Als u een randbreuk heeft voorzien, freest u vervolgens een fase.
Kamer frezen >
Druk op de softkeys "Contourfrezen" en "Kamer frezen".
Kies het bewerkingstype "Afkanten".
Help-scherm met toets
oproepbaar
Help-scherm "Kamer afkanten"
Als u een fase wilt frezen en bij de nabewerking binnenhoeken zonder afronding heeft geprogrammeerd, moet u bij het afkanten als afronding in de contour de radius an de nabewerkingsfrees aangeven.
3 Programmeren met ShopMill 01/2008 3.5 Contour frezen
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 3-220 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
Parameter Beschrijving voor het afkanten: Eenheid
T, F, V Zie hfdst. "Werktuig, correctiewaarde en spiltoerental programmeren".
Bewerkings-type
Afkanten
Z0 Hoogte werkstuk (abs.) mm
FS Fasenbreedte (alleen bij afkanten), inc mm
ZFS Induikdiepte werktuigpunt (alleen bij afkanten), abs. of inc mm
3.5.12 Contourtap frezen (voorbewerking)
Als u een willekeurige tap wilt frezen, gebruikt u de functie "Tap frezen".
Voor u de tap freest, moet u eerst een basisdeelcontour en dan één of
meerdere tapcontouren invoeren. De basisdeelcontour legt het bereik vast, waarbuiten geen materiaal staat, d.w.z. daar wordt in ijlgang gewerkt. Tussen basisdeel- en tapcontour wordt dan materiaal verwijderd.
Bij het frezen kunt u het bewerkingstype (voorbewerking, nabewerking) kiezen. Als u eerst de voorbewerking en daarna de nabewerking wilt uitvoeren, moet u de bewerkingscyclus tweemaal oproepen (1ste blok = voorbewerking, 2de blok = nabewerking). De geprogrammeerde parameters blijven bij de tweede oproep behouden. Voor de nabewerking leest u het hfdst. "Contourtap nabewerken".
Als u alleen een basisdeelcontour en geen tweede contour voor een tap programmeert, kunt u de basisdeelcontour vlakfrezen.
Aan-/Aflopen 1. Het werktuig loopt in ijlgang op de hoogte van het terugtrekniveau op het startpunt en voert aan op veiligheidsafstand. Het startpunt wordt door ShopMill berekend.
2. Het werktuig neemt eerst de bewerkingsdiept in en beweegt dan zijdelings in een kwartcirkel met bewerkingsvoeding naar de tapcontour toe.
3. De tap wordt parallel met de contour van buiten naar binnen geruimd. De richting wordt door bewerkingsdraairichting (tegen- resp. gelijkloop) bepaald (zie hfdst. "Nieuw programma aanleggen; basisdeel definiëren").
4. Als de tap in het ene vlak geruimd is, verlaat het werktuig de contour in een kwartcirkel en beweegt naar de volgende bewerkingsdiepte.
5. Het werktuig beweegt opnieuw in een kwartcirkel naar de tap toe en ruimt deze parallel met de contour van buiten naar binnen.
6. Stap 4 en 5 worden herhaald tot de geprogrammeerde tapdiepte bereikt is.
3 01/2008 Programmeren met ShopMill3.5 Contour frezen
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 3-221
7. Het werktuig trekt in ijlgang op de veiligheidsafstand terug.
Tap frezen >
Druk op de softkeys "Contourfrezen" en "Tap frezen".
Kies het bewerkingstype "Voorbewerking".
Parameter Beschrijving voor voorbewerking Eenheid
T, D, F, S, V Zie hfdst. "Programmablokken creëren".
Bewerkings- type Voorbewerking
Z0 Z1 DXY DZ UXY UZ
Referentiepunt in de Z-richting (abs) Diepte t.o.v. Z0 (abs. of inc) Maximale aanzet in het XY-vlak Vlakaanzet in %: verhouding van vlakaanzet (mm) en freesdiameter (mm) Maximale aanzet in de diepte (Z-richting) Nabewerkingsovermaat in het vlak Nabewerkingsovermaat in de diepte
mm mm mm % mm mm mm
Ophefmodus Als voor de bewerking meerdere aanlooppunten vereist zijn, moet u de terugtrekhoogte aangeven waarop het werktuig bij de overgang naar het volgende aanlooppunt wordt opgetild: • op terugtrekniveau • Z0 + veiligheidsafstand Als in het bewerkingsbereik geen tappen of andere elementen groter dan Z0 aanwezig zijn, kan als ophefmodus Z0 + veiligheidsafstand worden geprogrammeerd.
3.5.13 Restmateriaal contourtap ruimen
Als u een contourtap heeft gefreesd en daarbij restmateriaal is blijven staan, wordt dit automatisch door ShopMill herkend. Met een geschikt werktuig kunt u dit restmateriaal verwijderen zonder nogmaals de volledige tap te bewerken, u vermijdt dus onnodige bewegingen. Materiaal dat door de nabewerkingsovermaat blijft staan, is geen restmateriaal.
De berekening van het restmateriaal wordt uitgevoerd op basis van de
bij het ruimen gebruikte frees.
Als u meerdere tappen freest en onnodige werktuigvervangingen wenst te vermijden, is het nuttig eerst alle tappen te ruimen en vervolgens het restmateriaal te verwijderen. In dit geval moet uit bij het ruimen van het restmateriaal ook de parameter referentiewerktuig TR aangeven die bijkomend verschijnt als u op de softkey "Alle parameters" drukt.
3 Programmeren met ShopMill 01/2008 3.5 Contour frezen
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 3-222 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
Bij het programmeren moet u dan als volgt te werk gaan:
1. Contour basisdeel 1 2. Contour tap 1 3. Tap 1 ruimen 4. Contour basisdeel 2 5. Contour tap 2 6. Tap 2 ruimen 7. Contour basisdeel 1 8. Contour tap 1 9. Restmateriaal tap 1 ruimen 10. Contour basisdeel 2 11. Contour tap 2 12. Restmateriaal tap 2 ruimen
De functie "Restmateriaal" is een software-optie.
Tap restmat. >
Druk op de softkeys "Contourfrezen" en "Tap restmat."
Alle parameters
Druk op de softkey "Alle parameters" als u nog andere parameters wilt invoeren.
Parameter Beschrijving Eenheid
T, D, F, S, V Zie hfdst. "Programmablokken creëren".
Bewerkings-type Voorbewerking
TR Referentiewerktuig voor restmateriaal
D Snijkant van het referentiewerktuig (1 of 2)
Z0 Z1 DXY DZ UXY UZ
Referentiepunt in de Z-richting (abs) Diepte t.o.v. Z0 (abs. of inc) Maximale aanzet in het XY-vlak Vlakaanzet in %: verhouding van vlakaanzet (mm) en freesdiameter (mm) Maximale aanzet in de diepte (Z-richting) Nabewerkingsovermaat in het vlak Nabewerkingsovermaat in de diepte
mm mm mm % mm mm mm
Ophefmodus Als voor de bewerking meerdere aanlooppunten vereist zijn, moet u de terugtrekhoogte aangeven waarop het werktuig bij de overgang naar het volgende aanlooppunt wordt opgetild: • op terugtrekniveau • Z0 + veiligheidsafstand Als in het bewerkingsbereik geen tappen of andere elementen groter dan Z0 aanwezig zijn, kan als ophefmodus Z0 + veiligheidsafstand worden geprogrammeerd.
3 01/2008 Programmeren met ShopMill3.5 Contour frezen
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 3-223
3.5.14 Contourtap nabewerking
Als u bij het frezen van de tap een nabewerkingsovermaat voor de bodem resp. de rand van de tap heeft geprogrammeerd, moet u de tap nog nabewerken.
Voor de nabewerking van de bodem resp. de rand moet u telkens een
afzonderlijk blok programmeren. Hierbij wordt de tap telkens maar één keer bewerkt.
In plaats van "Nabewerking rand" kunt u ook "Baanfrezen" programmeren. Daarvoor staan optimalisatiemogelijkheden voor de aan-/afloopmodus ter beschikking. Bij het programmeren moet u dan als volgt te werk gaan: 1. Contour basisdeel 2. Contour tap 3. Tap frezen (voorbewerking) 4. Contour basisdeel 5. Baanfrezen (nabewerking) 6. Contour tap 7. Baanfrezen (nabewerking)
Tap frezen >
Druk op de softkeys "Contourfrezen" en "Tap frezen".
Kies het bewerkingstype "Nabewerking op de bodem" of "Nabewerking aan de rand".
Parameter Beschrijving Eenheid
T, D, F, S, V Zie hfdst. "Programmablokken creëren".
Bewerkings- type
Nabewerking op de bodem
Nabewerking aan de rand
Z0 Z1 DXY DZ UXY UZ
Referentiepunt in de Z-richting (abs) Diepte t.o.v. Z0 (abs. of inc) Maximale aanzet in het XY-vlak (alleen nabewerking bodem) Vlakaanzet in %: verhouding van vlakaanzet (mm) en freesdiameter (mm) Maximale aanzet in de diepte (Z-richting) – (alleen nabewerking rand) Nabewerkingsovermaat in het vlak Nabewerkingsovermaat in de diepte – (alleen nabewerking bodem)
mm mm mm % mm mm mm
Ophefmodus Als voor de bewerking meerdere aanlooppunten vereist zijn, moet u de terugtrekhoogte aangeven waarop het werktuig bij de overgang naar het volgende aanlooppunt wordt opgetild: • op terugtrekniveau • Z0 + veiligheidsafstand Als in het bewerkingsbereik geen tappen of andere elementen groter dan Z0 aanwezig zijn, kan als ophefmodus Z0 + veiligheidsafstand worden geprogrammeerd.
3 Programmeren met ShopMill 01/2008 3.5 Contour frezen
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 3-224 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
3.5.15 Contourtap afkanten
Als u een randbreuk heeft voorzien, freest u vervolgens een fase.
Parameter Beschrijving Eenheid
T, D, F, S, V Zie hfdst. "Programmablokken creëren".
Bewerkings- type
Afkanten
Z0 FS ZF
Referentiepunt in de Z-richting (abs) Fasenbreedte; abs Induikdiepte werktuigpunt; abs of inc
mm mm mm
3 01/2008 Programmeren met ShopMill3.6 Rechte of cirkelvormige baanwegingen
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 3-225
3.6 Rechte of cirkelvormige baanwegingen Deze functie is voor de eenvoudigste bewerkingen zoals
baanbewegingen gedacht. Moeilijkere bewerkingen, bijv. contouren met afkantingen, radii startstrategieën, tangentiale overgangen enz. moeten met de functie "contour frezen" en "Baanfrezen" worden uitgevoerd.
Als gewone rechten of cirkels worden geprogrammeerd, moet eerst een werktuig worden geprogrammeerd. De keuze van een werktuig met spiltoerental wordt via de softkeys "Rechte/Cirkel" en "Werktuig" uitgevoerd. Een ijlgang kan alleen bij rechte bewegingstrajecten geprogrammeerd worden.
3.6.1 Rechte
Het werktuig loopt met de geprogrammeerde voeding of in ijlgang van de actuele positie naar de geprogrammeerde eindpositie.
Radiuscorrectie Naar keuze kunt u een rechte met radiuscorrectie uitvoeren. De radiuscorrectie is zelfhoudend (modaal), d.w.z. dat u de radiuscorrectie opnieuw moet deselecteren als u ze bij het verplaatsenniet wilt gebruiken. Bij verschillende opeenvolgende rechten met radiuscorrectie mag u weliswaar de radiuscorrectie ook alleen in de eerste programmablok selecteren.
Bij de eerste baanbeweging met radiuscorrectie loopt het werktuig aan het beginpunt zonder en aan het eindpunt met radiuscorrectie. D.w.z. bij een geprogrammeerde verticale baan wordt er een afschuining uitgevoerd. Pas bij de tweede geprogrammeerde baanbeweging met radiuscorrectie werkt de correctie over het volledige bewegingstraject. Het omgekeerde effect treedt op als de radiuscorrectie gedeselecteerd wordt.
geprogrammeer-de baan
rijweg
geprogrammeer-de baan
rijweg
Eerste baanbeweging
met radiuscorrectie Eerste baanbeweging met uitgeschakelde radiuscorrectie
3 Programmeren met ShopMill 01/2008 3.6 Rechte of cirkelvormige baanwegingen
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 3-226 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
Om een van de geprogrammeerde baan afwijkend bewegingstraject tevermijden, kan de eerste baanbeweging met radiuscorrectie resp. met gedeselecteerde radiuscorrectie buiten het werkstuk geprogrammeerd worden. Een programmering zonder coördinatendata is niet mogelijk.
Rechte lijn
Druk op de softkeys "Rechte lijn Cirkel" en "Rechte lijn".
Help-scherm met toets
oproepbaar
Help-scherm rechte
Parameter Beschrijving Eenheid
X Y Z
Coördinaat eindpunt in X-richting (abs. of inc) Coördinaat eindpunt in Y-richting (abs. of inc) Coördinaat eindpunt in Z-richting (abs. of inc)
mm mm mm
Radius-correctie
Indicatie, op welke zijde van de contour de frees in de bewegingsrichting loopt: � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � �� � � � � � �� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � �� � � � � � �� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � �� � � � � � �
� � � � � � � � � � � � � � � �
� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � ��
3 01/2008 Programmeren met ShopMill3.6 Rechte of cirkelvormige baanwegingen
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 3-227
3.6.2 Cirkel met een bekend middelpunt
Het werktuig loopt een cirkelbaan van de actuele positie naar het geprogrammeerde cirkeleindpunt. De positie van het cirkelmiddelpunt moet bekend zijn. De radius van de cirkel/cirkelboog wordt door het aangeven van de interpolatieparameter door de besturing berekend. Er kan alleen in bewerkingsvoeding worden gewerkt. Voor de cirkel wordt uitgevoerd, moet er een werktuig geprogrammeerd zijn.
Cirkel
middelp.
Druk op de softkeys "Rechte lijn Cirkel" en "Cirkel middelp.".
Help-scherm met toets
oproepbaar
Help-scherm cirkel met bekend middelpunt
Parameter Beschrijving Eenheid
Draairichting Van het cirkelbeginpunt tot het cirkeleindpunt wordt in de geprogrammeerde richting gewerkt. Deze richting kan met de wijzers van de klok mee of tegen de wijzers van de klok in geprogrammeerd worden.
X Y
X-positie cirkeleindpunt (abs. of inc) Y-positie cirkeleindpunt (abs. of inc)
mm mm
I J
Afstand cirkelbeginpunt tot cirkelmiddelpunt in X-richting (inc) Afstand cirkelbeginpunt tot cirkelmiddelpunt in Y-richting (inc)
mm mm
Vlak De cirkel wordt op het ingestelde vlak met de bijbehorende interpolatieparameters afgewerkt: XYIJ: XY-vlak met de interpolatieparameters I en J XZIK: XZ-vlak met de interpolatieparameters I en K YZJK: YZ-vlak met de interpolatieparameters J en K
mm mm mm
3 Programmeren met ShopMill 01/2008 3.6 Rechte of cirkelvormige baanwegingen
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 3-228 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
3.6.3 Cirkel met een bekende radius
Het werktuig loop een cirkelbaan met de geprogrammeerde radius van de actuele positie naar het geprogrammeerde cirkeleindpunt. De positie van het cirkelmiddelpunt wordt door de besturing berekend. Interpolatieparameters moeten niet geprogrammeerd worden. Er kan alleen in bewerkingsvoeding worden gewerkt.
Cirkel radius
Druk op de softkeys "Rechte lijn Cirkel" en "Cirkel radius".
Help-scherm met toets
oproepbaar
Help-scherm cirkel met bekende radius
Parameter Beschrijving Eenheid
Draairichting Van het cirkelbeginpunt tot het cirkeleindpunt wordt in de geprogrammeerde richting gewerkt. Deze richting kan met de wijzers van de klok mee of tegen de wijzers van de klok in geprogrammeerd worden.
X Y
X-positie cirkeleindpunt (abs. of inc) Y-positie cirkeleindpunt (abs. of inc)
mm mm
R Radius van de cirkelboog; De selectie van de gewenste cirkelboog gebeurt door het invoeren van een positief of een negatief voorteken.
mm
3 01/2008 Programmeren met ShopMill3.6 Rechte of cirkelvormige baanwegingen
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 3-229
3.6.4 Helix
Bij de spiraalvormige interpolatie wordt een cirkelbeweging op het vlak met een lineaire beweging in de werktuigas overdekt, d.w.z er wordt een spiraal gevormd.
Helix
Druk op de softkeys "Rechte lijn Cirkel" en "Helix"
Help-scherm met toets
oproepbaar
Help-scherm helix
Parameter Beschrijving Eenheid
Draairichting Van het cirkelbeginpunt tot het cirkeleindpunt wordt in de geprogrammeerde richting gewerkt. Deze richting kan met de wijzers van de klok mee of tegen de wijzers van de klok in geprogrammeerd worden.
I, J Incrementeel: afstand spiraalbeginpunt naar het middelpunt in X- en Y-richting Absoluut: middelpunt van de spiraal in X- en Y-richting
mm
P Stijging van de helix: de stijging wordt in mm per een omdraaiing geprogrammeerd. mm/360°
Z Z-positie van het helixeindpunt (abs. of inc) mm
3 Programmeren met ShopMill 01/2008 3.6 Rechte of cirkelvormige baanwegingen
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 3-230 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
3.6.5 Poolcoördinaten
Als de dimensionering van een werkstuk van een centraal punt (pool) met radius en hoekindicatie wordt uitgevoerd, kunnen deze voordelig als poolcoördinaten geprogrammeerd worden. Er kunnen rechten en cirkels als poolcoördinaten geprogrammeerd worden.
Pool definiëren Voor de programmering van een rechte of een cirkel in poolcoördianten moet de pool gedefinieerd worden. Deze pool is het referentiepunt van het poolcoördinatensysteem. Vervolgens moet de hoek voor de eerste rechte of van de eerste cirkel in absolute coördinaten worden geprogrammeerd. De hoeken van de andere rechten of cirkelbogen kunnen naar keuze absoluut of incrementeel geprogrammeerd worden.
Polair
> Pool
Druk op de softkeys "Rechte lijn Cirkel", "Polair" en "Pool".
Parameter Beschrijving Eenheid
X X-positie van de pool (abs. of inc) mm
Y Y-positie van de pool (abs. of inc) mm
3 01/2008 Programmeren met ShopMill3.6 Rechte of cirkelvormige baanwegingen
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 3-231
3.6.6 Rechte polair
Een rechte in het poolcoördinatensysteem wordt door een radius (L) en een hoek (α) bepaald. De hoek heeft betrekking op de X-as. Het werktuig loopt van de actuele positie op een rechte naar het geprogrammeerde eindpunt in bewerkingsvoeding of in ijlgang.
De 1ste Rechte in poolcoördinaten na de poolvermelding moet met
absolute hoek worden geprogrammeerd. Alle andere rechten of cirkelbogen kunnen ook incrementeel geprogrammeerd worden.
Polair
> Rechte polair
Druk op de softkeys "Rechte lijn Cirkel", "Polair" en "Rechte polair".
Help-scherm met toets
oproepbaar
Help-scherm rechte polair met hoek absoluut en incrementeel
Parameter Beschrijving Eenheid
L Radius van de pool naar het eindpunt van de rechte mm
α Polaire hoek (abs.of inc, positief of negatief) graden
Radius-correctie
Indicatie, op welke zijde van de contour de frees in de bewegingsrichting loopt: � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � �� � � � � � �� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � �� � � � � � �� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � �� � � � � � �
� � � � � � � � � � � � � � � �
� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � ��
3 Programmeren met ShopMill 01/2008 3.6 Rechte of cirkelvormige baanwegingen
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 3-232 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
3.6.7 Cirkel polair
Een cirkel in het poolcoördinatensysteem wordt door een hoek (α) bepaald. De hoek heeft betrekking op de X-as. Het werktuig loopt van de actuele positie op een cirkelbaan naar het geprogrammeerde eindpunt (hoek) in de bewerkingsvoeding. De radius blijkt uit de actuele positie t.o.v. de gedefinieerde pool, d.w.z. cirkelbeginpositie en cirkeleindpuntpositie hebben dezelfde afstand van de gedefinieerde pool.
De 1ste Cirkelboog in poolcoördinaten na de poolvermelding moet
met absolute hoek worden geprogrammeerd. Alle andere rechten of cirkelbogen kunnen ook incrementeel geprogrammeerd worden.
Polair
> Cirkel polair
Druk op de softkeys "Rechte lijn Cirkel", "Polair" en "Cirkel polair".
Help-scherm met toets
oproepbaar
Help-scherm cirkel polair met hoek absoluut en incrementeel
Parameter Beschrijving Eenheid
Draairichting Van het cirkelbeginpunt tot het cirkeleindpunt wordt in de geprogrammeerde richting gewerkt. Deze richting kan met de wijzers van de klok mee (rechts) of tegen de wijzers van de klok in (links) geprogrammeerd worden.
α Polaire hoek (abs.of inc, positief of negatief) graden
3 01/2008 Programmeren met ShopMill3.6 Rechte of cirkelvormige baanwegingen
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 3-233
3.6.8 Programmeervoorbeelden poolcoördinaten
Vijfhoek programmeren De buitencontour van een vijfhoek moet bewerkt worden. Gelieve bij de invoer de afmetingen van uw werkstuk in acht te nemen! Startpunt met ijlgang aanlopen: X70, Y50, radiuscorrectie uit. Pool: X=50, Y=50 1. Rechte polair: L=20, α= −72 absoluut, radiuscorrectie rechts 2. tot 5de Rechte polair: L=20, α= −72 graden incrementeel, radiuscorrectie rechts
Programmeergrafiek en uittreksel uit arbeidsplan
Cirkelboog 225 graden programmeren
De buitencontour van een cirkelboog moet bewerkt worden. Gelieve bij de invoer de afmetingen van uw werkstuk in acht te nemen! Startpunt met ijlgang aanlopen: X=80, Y=50, radiuscorrectie rechts Pool: X=60, Y=50 Draairichting rechts, α= 135 graden absoluut
Programmeergrafiek en uittreksel uit arbeidsplan
Pool
72 graden
3 Programmeren met ShopMill 01/2008 3.7 Boren
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 3-234 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
3.7 Boren Programmeren van
boringen en schroefdraden In ShopMill programmeert u eerst de noodzakelijke technologieblokken in de juiste volgorde, zoals ze bij de bewerking nodig zijn; bijv. 1. Centreren, met werktuig en invoer van het spiltoerental en
bewerkingsvoeding 2. Diepboren, met werktuig en invoer van het spiltoerental en
bewerkingsvoeding 3. Schroefdraadtappen met werktuig en invoer van het spiltoerental
en bewerkingsvoeding Zodra de technologieën geprogrammeerd zijn, volgen de Positiegegevens. Daarvoor staan verschillende positiepatronen ter beschikking (zie hfdst. "Posities"). Deze volgorde, eerst het technologie- en dan het positioneerblok, moet bij de boorcycli dringend worden nagekomen.
3.7.1 Centreren
Het werktuig loopt, rekening houdend met het terugtrekniveau en de veiligheidsafstand, in ijlgang naar de positie die gecentreerd moet worden. Met de geprogrammeerde voeding (F) duikt het werktuig in het werkstuk in, tot Z1 wordt bereikt resp. tot de diameter aan het oppervlak bereikt wordt. Na afloop van de stilstandtijd trekt zich het werktuig in ijlgang, afhankelijk van de instelling in de parameter "Terugtrekken positiepatroon", terug op het terugtrekniveau of de veiligheidsafstand. De parameter "Terugtrekken positiepatroon" bevindt zich in de programmakop of onder "Instellingen" in het menu "Diversen".
Centre- ren >
Druk op de softkeys "Boren" en "Centreren".
Help-scherm met toets
oproepbaar
Help-scherm centreren op diepte Help-scherm centreren op diameter
3 01/2008 Programmeren met ShopMill3.7 Boren
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 3-235
Parameter Beschrijving Eenheid
T, D, F, S, V Zie hfdst. "Werktuig, correctiewaarde en spiltoerental programmeren".
Diameter Top
Het werktuig duikt zo diep in tot de diameter aan het werkstukoppervlak bereikt wordt. Hierbij wordt rekening gehouden met de in de werktuiglijst ingevoerde hoek van de centreerboor. Het werktuig duikt zo diep in tot de geprogrammeerde induikdiepte bereikt wordt.
∅ Z1
Er wordt zo diep ingedoken tot de diameter bereikt wordt. Er wordt zo diep ingedoken tot Z1 bereikt wordt.
mm mm
Z0 Hoogte van het werkstuk; Z0 wordt in het positiepatroon (softkey "Positioneren") opgegeven
mm
DT Stilstandtijd om vrij te snijden s o
3.7.2 Boren en wrijven
Het werktuig loopt, rekening houdend met het terugtrekniveau en de veiligheidsafstand, in ijlgang naar de geprogrammeerde positie. Vervolgens wordt met de onder F geprogrammeerde voeding in het werkstuk ingedoken tot de diepte Z1 bereikt wordt.
Boren: als de waarde Z1 bereikt is en de stilstandtijd afgelopen is,
wordt bij het boren in ijlgang, afhankelijk van de instelling in de parameter "Terugtrekken positiepatroon", naar het terugtrekniveau of de veiligheidsafstand teruggelopen. De parameter "Terugtrekken positiepatroon" bevindt zich in de programmakop of onder "Instellingen" in het menu "Diversen".
Wrijven: als de waarde Z1 bereikt wordt en de stilstandtijd afgelopen
is, wordt bij het wrijven met de geprogrammeerde terugtrekvoeding naar de veiligheidsafstand teruggelopen.
Boren Wrijven >
Druk op de softkeys "Boren" en "Boren Wrijven".
Help-scherm met toets
oproepbaar
Help-scherm boren Help-scherm wrijven
3 Programmeren met ShopMill 01/2008 3.7 Boren
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 3-236 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
Parameter Beschrijving Eenheid
T, D, F, S, V Zie hfdst. "Werktuig, correctiewaarde en spiltoerental programmeren".
Schacht Top
Er wordt zo diep ingedokem tot de boorschacht de geprogrammeerde waarde Z1 heeft bereikt. Hierbij wordt rekening gehouden met de in de werktuiglijst ingevoerde hoek. Er wordt zo diep ingedoken tot de boortop de geprogrammeerde waarde Z1 heeft bereikt (bij wrijven niet voorhanden).
Z1 Induikdiepte voor de boortop of de boorschacht. mm
Z0 Hoogte van het werkstuk; Z0 wordt in het positiepatroon (softkey "Positioneren") opgegeven
mm
DT Stilstandtijd om vrij te snijden. s o
FB Voeding voor terugtrekken (alleen bij wrijven)
3.7.3 Diepboren
Het werktuig loopt, rekening houdend met het terugtrekniveau en de veiligheidsafstand, in ijlgang naar de geprogrammeerde positie. Vervolgens wordt met de geprogrammeerde voeding in het werkstuk ingedoken.
Diep- boren >
Druk op de softkeys "Boren" en "Diepboren".
Ontspanen
Het werktuig boort met de geprogrammeerde voeding (F) tot op de 1ste aanzetdiepte. Als deze bereikt wordt, loopt het werktuig om te ontspanen in ijlgang uit het werkstuk en duikt weer tot op de 1ste aanzetdiepte, verminderd met een voorhoudafstand (V3). De verdere aanzetdiepte wordt geboord en vervolgens loopt het werktuig weer vrij, zolang tot de programmeerde eindboordiepte (Z1) bereikt is. Na afloop van de stilstandtijd (DT) trekt het werktuig zich in ijlgang terug op de veiligheidsafstand.
Spanen breken
Het werktuig boort met de geprogrammeerde voeding (F) tot op de 1ste aanzetdiepte. Als deze bereikt wordt, loopt het werktuig met de terugtrekwaarde (V2) terug om spanen te breken en duikt weer tot op een verdere aanzetdiepte in. Dit proces wordt steeds herhaald tot de eindboordiepte (Z1) bereikt is. De terugtrekwaarde kan via een machinedatum of in het parameterscherm bepaald worden. Als de parameter via de machinedatum reeds toegewezen is, verschijnt deze niet in het parameterscherm.
Neem de instructies van de machinefabrikant in acht.
3 01/2008 Programmeren met ShopMill3.7 Boren
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 3-237
Help-scherm met toets
oproepbaar
Help-scherm diepboren met spanen breken Help-scherm diepboren met ontspanen
Parameter Beschrijving Eenheid
T, D, F, S, V Zie hfdst. "Werktuig, correctiewaarde en spiltoerental programmeren".
Ontspanen Spanenbreken
De boor loopt uit het werkstuk om te ontspanen. De boor trekt met de terugtrekwaarde V2 terug om spanen te breken.
Top Schacht
De eindboordiepte (Z1) heeft betrekking op de boortop De eindboordiepte (Z1) heeft betrekking op de boorschacht
Z1 Eindboordiepte (inc) mm
D max. aanzet mm
DF Percentage voor iedere verdere aanzet DF=100: aanzetwaarde blijft gelijk DF<100: aanzetwaarde wordt in de richting eindboordiepte gereduceerd Voorbeeld: laatste aanzet was 4 mm; DF bedraagt 80 volgende aanzet = 4 x 80% = 3.2 mm volgende aanzet = 3.2 x 80% = 2.56 mm enz.
%
V1 Minimale aanzet De parameter V1 is alleen voorhanden als DF<100 geprogrammeerd werd. Als de aanzetwaarde zeer klein wordt, kan met parameter "V1" een minimale aanzet geprogrammeerd worden. V1 < aanzetwaarde: er wordt met de aanzetwaarde aangezet V1 > aanzetwaarde: er wordt met de onder V1 geprogrammeerde waarde aangezet.
mm
V2 Terugtrekwaarde of via machinedatum bepaald – alleen bij spanen breken Waarde, waarmee de boor bij het spanen breken wordt teruggetrokken. DF=0: Het werktuig trekt zich niet terug, maar blijft voor één omwenteling staan.
mm
V3 Voorhoudafstand – alleen bij ontspanen Afstand tot de laatste aanzetdiepte, waar de boor in ijlgang na het ontspanen naartoe loopt. automatisch: De voorhoudafstand wordt door ShopMill berekend.
mm
DT Stilstandtijd om vrij te snijden. s o
3 Programmeren met ShopMill 01/2008 3.7 Boren
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 3-238 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
3.7.4 Uitdraaien
Het werktuig loopt, rekening houdend met het terugtrekniveau en de veiligheidsafstand, in ijlgang naar de geprogrammeerde positie. Vervolgens duikt het werktuig met de geprogrammeerde voeding (F) tot op de geprogrammeerde diepte (Z1) in. Daar stopt de spil in een bepaalde positie. Na afloop van de stilstandtijd kan "opheffen" of "niet opheffen" geprogrammeerd worden.
Bij het opheffen kan de ophefwaarde D en de werktuig georiënteerde hoek α via de machinedata en of in het parameterscherm worden bepaald. Als de twee parameters via de machinedata voorbezet zijn, verschijnen ze niet in het parameterscherm.
Neem de instructies van de machinefabrikant in acht.
Uit-
draaien >
Druk op de softkeys "Boren" en "Uitdraaien".
Help-scherm met toets
oproepbaar
Help-scherm uitdraaien
Parameter Beschrijving Eenheid
T, D, F, S, V Zie hfdst. "Werktuig, correctiewaarde en spiltoerental programmeren".
opheffen niet opheffen
Het snijvlak loopt van de boorrand vrij en trekt zich dan op het terugtrekniveau terug. Het snijvlak loopt niet vrij, maar loopt in ijlgang naar de veiligheidsafstand terug.
Z1 Diepte t.o.v. Z0 (abs. of inc) mm
Z0 Hoogte van het werkstuk; Z0 wordt in het positiepatroon (softkey "Positioneren") opgegeven
mm
3 01/2008 Programmeren met ShopMill3.7 Boren
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 3-239
DT Stilstandtijd om vrij te snijden. S o
D Ophefwaarde (of via machinedatum bepaald) - alleen bij opheffen mm
α Werktuig georiënteerde hoek (of via machinedatum bepaald) - alleen bij opheffen graden
3.7.5 Schroefdraadtappen
Als u een inwendige schroefdraad wilt boren, gebruikt u de functie "Schroefdraadtappen".
Tijdens het schroefdraadtappen kunt u het spiltoerental beïnvloeden met de spil-override. De voedings-override is niet actief.
U kunt kiezen of u in één snede boort, spanen breekt of het werkstuk voor het ontspanen verlaat.
Het werktuig loopt, rekening houdend met het terugtrekniveau en de veiligheidsafstand, in ijlgang naar de geprogrammeerde positie. Het werktuig beweegt met stilstaande spil in ijlgang op de terugtrekhoogte en vervolgens op de veiligheidsafstand. Daar begint de spil te draaien en spiltoerental en voedingsbeweging worden gesynchroniseerd. Het werktuig beweegt verder met ijlgang naar de geprogrammeerde positie.
1 snede 1. Het werktuig boort met het geprogrammeerde spiltoerental S resp. snijsnelheid V tot de draadboordiepte Z1 bereikt is.
2. De draairichting van de spil wisselt en het werktuig beweegt met het geprogrammeerde spiltoerental SR resp. de snijnsnelheid VR op de veiligheidsafstand.
Ontspanen
1. Het werktuig boort met het geprogrammeerde spiltoerental S resp. de voedingssnelheid V tot de eerste aanzetdiepte (maximale aanzetdiepte D) bereikt is.
2. Het werktuig beweegt voor het ontspanen met spiltoerental SR resp. snijsnelheid VR uit het werktuig en neemt de veiligheidsafstand in.
3. Daarna duikt het werktuig met het geprogrammeerde spiltoerental SR resp. de voedingssnelheid VR opnieuw tot op de eerste aanzetdiepte met een voorstop van 1 mm in; het spiltoerental schakelt op S resp. de voedingssnelheid op V, en vervolgens boort het werktuig tot op de volgende aanzetdiepte.
4. Stap 2 en 3 worden herhaald tot de geprogrammeerde eindboordiepte Z1 bereikt is.
5. De draairichting van de spil wisselt en het werktuig beweegt met het spiltoerental SR resp. de snijnsnelheid VR op de veiligheidsafstand.
3 Programmeren met ShopMill 01/2008 3.7 Boren
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 3-240 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
Spanen breken
1. Het werktuig boort met het geprogrammeerde spiltoerental S resp. de voedingssnelheid V tot de eerste aanzetdiepte (maximale aanzetdiepte D) bereikt is.
2. Het werktuig beweegt met de terugtrekwaarde V2 terug om spanen te breken.
3. Daarna boort het werktuig met het geprogrammeerde spiltoerental S resp. de voedingssnelheid V tot de volgende aanzetdiepte bereikt is.
4. Stap 2 en 3 worden herhaald tot de geprogrammeerde eindboordiepte Z1 bereikt is.
5. De draairichting van de spil wisselt en het werktuig beweegt met het spiltoerental SR resp. de snijnsnelheid VR op de veiligheidsafstand.
Bij het draadboren met analoge spil is een compensatiekop vereist. Hiermee kan slechts in één snede worden geboord.
In de machinegegevens kan de machinefabrikant nog bepaalde instellingen voor het draadboren hebben vastgelegd.
Neem de instructies van de machinefabrikant in acht.
Uit-
draaien > Draad- boren
Druk op de softkeys "Boren", "Uitdraaien" en "Draadboren".
Help-scherm met toets
oproepbaar
Help-scherm draadboren
Parameter Beschrijving Eenheid
T, D, S, V Zie hfdst. "Werktuig, correctiewaarde en spiltoerental programmeren".
P Schroefdraadhoogte De schroefdraadhoogte is afhankelijk van het gebruikte werktuig. MODULE: Bijvoorbeeld gebruikelijk bij wormen, die in een tandwiel grijpen. Gangen/'': Bijvoorbeeld bij pijpdraden. Bij het invoeren in gangen/'' vult u in het eerste parameterveld het volledige getal voor de komma in en in het tweede en derde veld het getal na de komma als breuk.
13,5 gangen/'' vult u bijv. als volgt in:
mm/o in/o MODULEgangen/''
3 01/2008 Programmeren met ShopMill3.7 Boren
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 3-241
SR Spiltoerental voor terugtrekking (niet bij draadboren) o/min
VR Snijsnelheid voor terugtrekking (alternatief voor SR) (niet bij draadboren met compensatiekop)
m/min
1 snede Ontspanen Spanen breken
De schroefdraad wordt in één beweging zonder onderbreking geboord. De boor beweegt voor het ontspanen uit het werkstuk (niet bij draadboren met compensatiekop). De boor wordt met de terugtrekwaarde V2 teruggetrokken voor het spanen breken (niet bij draadboren met compensatiekop).
Z1 Draadboordiepte t.o.v. Z0 (abs. of inc) Z0 wordt in het positiepatroon (softkey "Positioneren") opgegeven
mm
D Maximale aanzet (alleen bij ontspanen of spanen breken) mm
V2 Terugtrekwaarde (alleen bij spanen breken) Waarde, waarmee de boor bij het spanen breken wordt teruggetrokken. V2=automatisch: Het werktuig wordt met één omwenteling teruggetrokken.
mm
3.7.6 Draadfrezen
Met een vormfrees kan een willekeurige binnen- of buitenschroefdraad worden gemaakt. De schroefdraad kan als rechter- of linkerschroefdraad worden gemaakt, het bewerken gebeurt van boven naar beneden of omgekeerd.
Bij metrische schroefdraden (draadspoed P in mm/o) wijst ShopMill
aan de parameter schroefdraaddiepte K een uit de spoed berekende waarde toe. Deze waarde kunt u wijzigen. De toewijzing vooraf moet via een machinegegevensbouwsteen worden geactiveerd.
Neem de instructies van de machinefabrikant in acht.
De ingevoerde voeding heeft betrekking op de bewerking. Aangegeven wordt echter de voeding van het freesmiddelpunt. Daarom wordt bij binnenschroefdraad een kleinere waarde en bij buitenschroefdraad een grotere waarde aangegeven dan ingevoerd.
Schroef-draad >
Draad-frezen
Druk op de softkeys "Boren", "Schroefdraad" en "Draadfrezen".
Binnenschroefdraad Verloop:
• Positioneren op het schroefdraadmiddelpunt op het terugtrekniveau in ijlgang
• Aanzetten naar het referentievlak dat om de veiligheidsafstand werd voorverplaatst, in ijlgang
• Aanlopen aan een besturingsintern berekende inloopcirkel in de geprogrammeerde voeding
• Inloopbeweging naar de schroefdraaddiameter op een cirkelbaan
3 Programmeren met ShopMill 01/2008 3.7 Boren
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 3-242 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
• Schroefdraadfrezen op een spiraalbaan met de wijzers van de klok mee of tegen de wijzers van de klok in (afhankelijk van linker- rechterschroefdraad)
• Uitloopbeweging op een cirkelbaan met dezelfde draairichting en de geprogrammeerde voeding
• Terugtrekken naar het schroefdraadmiddelpunt en vervolgens naar het terugtrekniveau in ijlgang
Bedenk dat het werktuig bij het frezen van een binnendraad de volgende waarde niet mag overschrijden: Freesdiameter < (nominale diameter Ø - 2 * schroefdraaddiepte K)
Buitenschroefdraad Verloop: • Positioneer op het startpunt op het terugtrekniveau in ijlgang • Aanzetten naar het referentievlak dat om de veiligheidsafstand
werd voorverplaatst, in ijlgang • Aanlopen aan een besturingsintern berekende inloopcirkel in de
geprogrammeerde voeding • Inloopbeweging naar de schroefdraaddiameter op een cirkelbaan • Schroefdraadfrezen op een spiraalbaan met de wijzers van de klok
mee of tegen de wijzers van de klok in (afhankelijk van linker- rechterschroefdraad)
• Uitloopbeweging op een cirkelbaan in de tegengestelde draairichting met de geprogrammeerde voeding
• Terugtrekken op het terugtrekniveau in ijlgang
Help-scherm met toets
oproepbaar
Help-scherm draadfrezen
3 01/2008 Programmeren met ShopMill3.7 Boren
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 3-243
Parameter Beschrijving Eenheid
Bewerkings-type Voorbewerking
Schroefdraadfrezen tot op de geprogrammeerde nabewerkingsovermaat (U)
Nabewerking
Richting Afhankelijk van de spildraairichting wordt bij een richtingsverandering ook de bewerkingsdraairichting veranderd (gelijkloop/tegenloop). Z0 naar Z1: Het bewerken begint aan het werkstukoppervlak Z0. Z1 naar Z0: Het bewerken begint op de schroefdraaddiepte, bijv. bij een eindschroefdraad
Binnen-schroefdraad Buiten-schroefdraad
Er wordt een binnenschroefdraad gefreesd. Er wordt een buitenschroefdraad gefreesd.
Linker-schroefdraad Rechter-schroefdraad
Er wordt een linkerschroefdraad gefreesd. Er wordt een rechterschroefdraad gefreesd.
NT Aantal snijtanden van een freesplaat. Er kunnen één- of meertandige freesplaten worden gebruikt. De invoer van de snijtanden gebeurt via de parameter NT. De vereiste bewegingen worden door de cyclus intern zo uitgevoerd dat de spits van de onderste tand van een freesplaat bij het bereiken van de schroefdraad-eindpositie overeenstemt met de geprogrammeerde eindpositie. Afhankelijk van de snijvlakgeometrie van de freesplaat moet met een vrijloopweg onderaan aan het werkstuk rekening worden gehouden.
Z1 Schroefdraadlengte mm
Z0 Hoogte van het werkstuk; Z0 wordt in het positiepatroon (softkey "Positioneren") opgegeven
mm
∅ Nominale diameter van de schroefdraad , voorbeeld: nominale diameter van M12 = 12 mm
mm
P Schroefdraadhoogte Indien de freesplaat meerdere snijtanden bezit, is de schroefdraadhoogte afhankelijk van het gebruikte werktuig. Bij het invoeren van de schroefdraadspoed in gangen/'' vult u in het eerste parameterveld het volledige getal voor de komma in en in het tweede en derde veld het getal na de komma als breuk.
13,5 gangen/'' vult u bijv. als volgt in:
mm/o inch/o MODULEgangen/''
K Schroefdraaddiepte mm
DXY Aanzet per snede Alternatief kan de vlakaanzet ook in %, als verhouding vlakaanzet (mm) t.o.v. freesdiameter (mm) aangegeven worden.
mm %
U Nabewerkingsovermaat mm
α0 Starthoek graden
3 Programmeren met ShopMill 01/2008 3.7 Boren
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 3-244 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
Programmeervoorbeeld voor het schroefdraadfrezen
Cirkelkamer frezen, vervolgens schroefdraadfrezen. De gebruikte frees kan niet over het midden snijden, daarom wordt de cirkelkamer met een boor Ø22 mm voorgeboord. Daardoor kan met de frees in het midden worden ingedoken.
Met behulp van positiepatronen kunnen de posities van de voornoemde cycli geprogrammeerd worden (zie hfdst. "Gebruik van positiepatronen bij het frezen").
X
Y
60 40 Z
YA A - B
B
50
56
Werkplaatstekening van de cirkelkamer met schroefdraad
Fragment uit het arbeidsplan; Cirkelkamer met schroefdraad frezen
3 01/2008 Programmeren met ShopMill3.7 Boren
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 3-245
3.7.7 Boorschroefdraadfrezen
Met een boorschroefdraadfrees kan een binnenschroefdraad met een bepaalde diepte en hoogte in één arbeidscyclus worden gemaakt. D.w.z. voor het boren en het schroefdraadtappen wordt hetzelfde werktuig gebruikt, een bijkomende werktuigvervanging valt weg. De schroefdraad kan als rechter- of linkerschroefdraad worden gemaakt.
Verloop: • Het werktuig loopt in ijlgang naar de veiligheidsafstand. • Als een aanboren wordt gewenst, loopt het werktuig met een
verminderde boorvoeding naar de in de machinedatum vastgelegde aanboordiepte.
Neem de instructies van de machinefabrikant in acht.
• Het werktuig boort met boorvoeding F1 naar de eerste boordiepte D. Als de eindboordiepte Z1 nog niet bereikt werd, loopt het werktuig terug naar het werkstukoppervlak om te ontspanen. Vervolgens positioneert het werktuig in ijlgang tot 1mm boven de tot nu toe bereikte boordiepte om met de boorvoeding F1 met de volgende aanzet verder te boren.
• Als om door te boren een andere voeding FR wordt gewenst, wordt de resterende boordiepte ZR met deze voeding geboord.
• Indien gewenst, loopt het werktuig voor het draadfrezen in ijlgang naar het werkstukoppervlak om te ontspanen.
• Het werktuig loopt naar de startpositie voor het draadfrezen. • Het draadfrezen (gelijkloop, tegenloop of tegenloop + gelijkloop)
met freesvoeding F2 wordt uitgevoerd. De freesinlaat en -uitlaat in de schroefdraad gebeurt op een halve cirkel met terzelfdertijd een aanzet in de werktuigas.
Schroef-draad >
Boordr. frezen
Druk op de softkeys "Boren", "Schroefdraad" en "Boordr. frezen".
Help-scherm met toets oproepbaar
Help-schermen boorschroefdraadfrezen
3 Programmeren met ShopMill 01/2008 3.7 Boren
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 3-246 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
Parameter Beschrijving Eenheid
T, D, S, V Zie hfdst. "Werktuig, correctiewaarde en spiltoerental programmeren".
F1 Boorvoeding mm/min mm/o
Z1 Boordiepte mm
D Maximale aanzet mm
DF Percentage voor iedere verdere aanzet DF=100: aanzetwaarde blijft gelijk DF<100: aanzetwaarde wordt in richting eindboordiepte Z1 gereduceerd Voorbeeld: laatste aanzet 4 mm; DF 80% volgende aanzet = 4 x 80% = 3.2 mm daaropvolgende aanzet = 3.2 x 80% = 2.56 mm enz.
%
V1 Minimale aanzet De parameter V1 is alleen voorhanden als DF<100 geprogrammeerd werd. Als de aanzetwaarde zeer klein wordt, kan met parameter "V1" een minimale aanzet geprogrammeerd worden. V1 < aanzetwaarde: er wordt met de aanzetwaarde aangezet V1 > aanzetwaarde: er wordt met de onder V1 geprogrammeerde waarde aangezet.
mm
Aanboren Bij het boren in het begin met een verminderde aanzetbeweging werken. De verminderde boorvoeding resulteert als volgt: Boorvoeding F1 < 0,15 mm/o: Aanboorvoeding = 30% van F1 Boorvoeding F1 ≥ 0,15 mm/o: Aanboorvoeding = 0,1 mm/o
Doorboren Bij het boren de resterende boordiepte ZR met voeding FR boren.
ZR Resterende boordiepte (alleen bij doorboren) mm
FR Voeding doorboren (alleen bij doorboren) mm/min mm/o
Ontspanen Voor het schroefdraadtappen aan het werktuigoppervlak teruglopen om te ontspanen.
Schroefdraad Rechterschroefdraad Linkerschroefdraad
F2 Freesvoeding mm/min mm/tand
P Schroefdraadhoogte Bij het invoeren van de schroefdraadspoed in gangen/'' vult u in het eerste parameterveld het volledige getal voor de komma in en in het tweede en derde veld het getal na de komma als breuk.
13,5 gangen/'' vult u bijv. als volgt in:
in/o gangen/''
Z2 Terugtrekken van schroefdraadtrappen Met Z2 wordt de schroefdraaddiepte in de richting van de werktuigas vastgelegd. Z2 heeft betrekking op de werktuigtop.
mm
∅ Nominale diameter mm
Bewerkings-draairichting
Gelijkloop: Schroefdraad in één cyclus frezen. Tegenloop: Schroefdraad in één cyclus frezen. Tegenloop + gelijkloop: Schroefdraad in 2 cycli frezen, waarbij een voorfrezen in tegenloop met een vastgelegde overmaat en vervolgens een nafrezen met de freesvoeding FS in gelijkloop wordt uitgevoerd.
FS Freesvoeding nabewerken (alleen bij tegenloop + gelijkloop) mm/min mm/tand
3 01/2008 Programmeren met ShopMill3.7 Boren
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 3-247
3.7.8 Positioneren op willekeurige posities en op positiepatroon
Nadat de technologieën geprogrammeerd zijn, moeten de posities geprogrammeerd worden. Hiervoor biedt ShopMill verschillende positiepatronen: • Willekeurige posities • Positioneren op een lijn, een rooster of een raam • Positioneren op een volledige cirkel of een deelcirkel
Er kunnen meerdere positiepatronen na elkaar worden geprogrammeerd (max. 20 technologieën en positiepatronen samen). Ze worden in de geprogrammeerde volgorde afgelopen. De vroeger geprogrammeerde technologieën en de hierna geprogrammeerde posities worden automatisch verbonden.
Bewerkingsvolgorde en werktuigbewegingstraject
Het werktuig loopt eerst alle geprogrammeerde posities met het eerstegeprogrammeerde werktuig af bijv. alle posities centreren. De bewerking van de posities begint altijd aan het referentiepunt. Bij het rooster wordt eerst in de richting van de 1ste as en dan meandervormig verder bewerkt. Raam en gatencirkel worden tegen de wijzers van de klok in verder bewerkt. Vervolgens worden alle geprogrammeerde posities met het tweede geprogrammeerde werktuig bewerkt enz. Dit proces wordt zolang herhaald tot iedere geprogrammeerde boortechnologie op alle geprogrammeerde posities afgewerkt werd.
Binnen een positiepatroon evenals bij het aanlopen van het ene positiepatroon naar het volgende wordt bij een geoptimaliseerd terugtrekken op de veiligheidsafstand of anders op het terugtrekniveau uitgereden (zie ook hfdst. "Nieuw programma aanleggen; basisdeel definiëren"). Vervolgens wordt de nieuwe positie in ijlgang aangelopen.
Indien het positiepatroon maar uit één positie bestaat, wordt na het bewerken op het terugtrekniveau uitgereden.
Posities tonen/verbergen U kunt willekeurige posities tonen of verbergen (zie hfdst. "Posities tonen en verbergen").
Ronde as Als op uw machine een A- resp. B-as ingesteld is, wordt deze bij het boren (willekeurig positiepatroon, volledige cirkel en deelcirkel) ondersteund.
Neem de instructies van de machinefabrikant in acht.
Als de machine over een A- of B-as beschikt, is het zinvol een nulpuntverschuiving te definiëren met X = kopvlak van de cilinder Y = middelpunt van de cilinder Z = middelpunt van de cilinder "CiIlinder" stemt hier overeen met een willekeurig deel dat in de A-/B-as ingespannen is.
3 Programmeren met ShopMill 01/2008 3.7 Boren
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 3-248 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
Cilindermantel- transformatie
Bij het werken met de cilindermanteltransformatie moet u er rekening mee houden dat de A-as resp. B-as niet in alle gevallen wordt ondersteund. De programmering van een willekeurige positie in het XYA-vlak is bij geactiveerde cilindermanteltransformatie niet mogelijk.
Een nulpuntverschuiving in de ronde as A resp. B werkt ook bij geactiveerde cilindermanteltransformatie.
Posi- ties >
Druk op de softkeys "Boren" en "Posities".
3.7.9 Willekeurige posities
Daarmee kunnen willekeurige posities, in rechte hoek resp. polair gemeten, in het X/Y-, X/A- en XYA-vlak worden geprogrammeerd. De afzonderlijke posities worden in de geprogrammeerde volgorde aangelopen. Met de softkey "Alle wissen" worden alle geprogrammeerde X/Y-posities gewist.
Ronde as • XA-vlak
U programmeert in XA als de Y-as tijdens de bewerking niet verplaatst mag worden. Als de boringen naar het middelpunt van de "cilinders" moeten wijzen, moet u de Y-as eerst midden boven de "cilinder" positioneren.
A
Y
Z
A
Boringen wijzen naar het middelpunt
3 01/2008 Programmeren met ShopMill3.7 Boren
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 3-249
Y-as staat niet midden boven de cilinder (ΔY) • XYA-vlak
U programmeert in XYA als de Y-as mee moet worden verplaatst. Voor elke positie kan een waarde worden aangegeven. Naast de mogelijkheden met XA kan bijv. nog het volgende worden gerealiseerd.
Y-as wordt mee verplaatst (Y0, Y1)
3 Programmeren met ShopMill 01/2008 3.7 Boren
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 3-250 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
Posi- ties >
Druk op de softkeys "Boren", "Posities" en "Willekeurige posities".
Help-scherm met toets
oproepbaar
Help-scherm "willekeurige posities,
rechthoekig" Help-scherm "willkeurige posities, polair"
Parameter Beschrijving XY
(zonder A-/ resp. B-asondersteuning) Eenheid
Rechthoekig/ polair
Programmering met rechthoekige of polaire maten.
Z0 Hoogte van het werkstuk (abs. of inc) mm
X0 Y0
1. Positie van de boring in X (abs. of inc) 1. Positie van de boring in Y (abs. of inc)
mm mm
rechthoekig: X1 ... Y1 ...
Andere posities in de X-as (abs. of inc) Andere posities in de Y-as (abs. of inc) Als er nog andere posities geprogrammeerd moeten worden, sla de tot nu geprogrammeerde posities op en open vervolgens nog eens het parameter-invoerscherm met de softkey "willekeurige posities".
mm mm
polair: L1 ... α1 ... α7
Afstand van de positie (abs.) Draaiingshoek van de lijn m.b.t. de X-as. Positieve hoek: Lijn wordt tegen de wijzers van de klok in gedraaid. Negatieve hoek: Lijn wordt met de wijzers van de klok mee gedraaid. Als er nog andere posities geprogrammeerd moeten worden, sla de tot nu geprogrammeerde posities op en open vervolgens nog eens het parameter-invoerscherm met de softkey "willekeurige posities".
mm graden
3 01/2008 Programmeren met ShopMill3.7 Boren
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 3-251
Parameter Beschrijving (met A-/ resp. B-asondersteuning)
Eenheid
Z0 Hoogte van het werkstuk (abs. of inc) mm
XA: (i.p.v. A kan overal B staan; i.p.v. X kan ook Y staan)
X0 A0
1. Positie van de boring in X (abs. of inc) 1. Positie van de boring in A (abs.)
mm graden
X1 ... A1 ... A8
Andere posities in de X-as (abs. of inc) Andere posities in de A-as (abs. of inc) Als er nog andere posities geprogrammeerd moeten worden, sla de tot nu geprogrammeerde posities op en open vervolgens nog eens het parameter-invoerscherm met de softkey "willekeurige posities".
mm graden
XYA: (i.p.v. A kan overal B staan)
X0 Y0 A0
1. Positie van de boring in X (abs. of inc) 1. Positie van de boring in Y (abs. of inc) 1. Positie van de boring in A (abs.)
mm mm graden
X1 ... X5 Y1 ... Y5 A1 ... A5
Andere posities in de X-as (abs. of inc) Andere posities in de Y-as (abs. of inc) Andere posities in de A-as (abs. of inc) Als er nog andere posities geprogrammeerd moeten worden, sla de tot nu geprogrammeerde posities op en open vervolgens nog eens het parameter-invoerscherm met de softkey "willekeurige posities".
mm mm graden
3 Programmeren met ShopMill 01/2008 3.7 Boren
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 3-252 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
3.7.10 Positiepatroon lijn
Met deze functie kan een willekeurig aantal posities met dezelfde afstand op een lijn geprogrammeerd worden.
Posi- ties >
Druk op de softkeys "Boren", "Posities" en "Lijn/Rooster/Raam".
Plaats de cursor in het veld "Lijn/Rooster/Raam". Met de softkey "Alternat." kiest u het positiepatroon "Lijn".
Help-scherm met toets
oproepbaar
Help-scherm "Lijn"
Parameter Beschrijving Eenheid
Z0 Hoogte van het werkstuk (abs. of inc). Bij de 1ste oproep moet deze positie absoluut worden geprogrammeerd.
mm
X0 Referentiepunt (eerste positie) Bij de 1ste oproep moet deze positie absoluut worden geprogrammeerd.
mm
Y0 Referentiepunt (eerste positie) Bij de 1ste oproep moet deze positie absoluut worden geprogrammeerd.
mm
α0 Draaiingshoek van de lijn m.b.t. de X-as. Positieve hoek: Lijn wordt tegen de wijzers van de klok in gedraaid. Negatieve hoek: Lijn wordt met de wijzers van de klok mee gedraaid.
graden
L Afstand van de posities. mm
N Aantal posities.
3 01/2008 Programmeren met ShopMill3.7 Boren
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 3-253
3.7.11 Positiepatroon rooster
Met deze functie kan een willekeurig aantal posities geprogrammeerd worden, als de posities op dezelfde afstand op één of meerdere parallelle rechte lijnen liggen.
Als u een ruitvormig rooster wilt programmeren, voert u de hoek αX resp. αY in.
Posi- ties >
Druk op de softkeys "Boren", "Posities" en "Lijn/Rooster/Raam".
Plaats de cursor in het veld "Lijn/Rooster/Raam". Met de softkey "Alternat." kiest u het positiepatroon "Rooster".
Help-scherm met toets
oproepbaar
Help-scherm "Rooster"
Parameter Beschrijving Eenheid
Z0 Hoogte van het werkstuk (abs. of inc). Bij de 1ste oproep moet deze positie absoluut worden geprogrammeerd.
mm
X0 Referentiepunt (eerste positie) Bij de 1ste oproep moet deze positie absoluut worden geprogrammeerd.
mm
Y0 Referentiepunt (eerste positie) Bij de 1ste oproep moet deze positie absoluut worden geprogrammeerd.
mm
α0 Draaihoek van het rooster. Positieve hoek: Rooster wordt tegen de wijzers van de klok in gedraaid. Negatieve hoek: Rooster wordt met de wijzers van de klok mee gedraaid.
graden
αX Afschuifhoek van het rooster, t.o.v. de X-as. Positieve hoek: Rooster wordt tegen de wijzers van de klok in afgeschoven. Negatieve hoek: Rooster wordt met de wijzers van de klok mee afgeschoven.
graden
αY Draaihoek van het rooster, t.o.v. de Y-as. Positieve hoek: Rooster wordt tegen de wijzers van de klok in gedraaid. Negatieve hoek: Rooster wordt met de wijzers van de klok mee gedraaid.
graden
L1 L2
Afstand van de posities in X-richting Afstand van de posities in Y-richting
mm
N1 N2
Aantal posities in X-richting Aantal posities in Y-richting
3 Programmeren met ShopMill 01/2008 3.7 Boren
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 3-254 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
3.7.12 Positiepatroon raam
Met deze functie kan een willekeurig aantal posities geprogrammeerd worden, als de posities op dezelfde afstand op een raam liggen. De afstand kan in beide assen verschillende zijn. Als u een ruitvormig raam wilt programmeren, voert u de hoek αX resp. αY in.
Posi- ties >
Druk op de softkeys "Boren", "Posities" en "Lijn/Rooster/Raam".
Plaats de cursor in het veld "Lijn/Rooster/Raam". Met de softkey "Alternat." kiest u het positiepatroon "Raam".
Help-scherm met toets
oproepbaar
Help-scherm "Raam"
3 01/2008 Programmeren met ShopMill3.7 Boren
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 3-255
Parameter Beschrijving Eenheid
Z0 Hoogte van het werkstuk (abs. of inc). Bij de 1ste oproep moet deze positie absoluut worden geprogrammeerd.
mm
X0 Referentiepunt (eerste positie) Bij de 1ste oproep moet deze positie absoluut worden geprogrammeerd.
mm
Y0 Referentiepunt (eerste positie) Bij de 1ste oproep moet deze positie absoluut worden geprogrammeerd.
mm
α0 Draaihoek van het raam Positieve hoek: Raam wordt tegen de wijzers van de klok in gedraaid. Negatieve hoek: Raam wordt met de wijzers van de klok mee gedraaid.
graden
αX Afschuifhoek van het raam, t.o.v. de X-as. Positieve hoek: Raam wordt tegen de wijzers van de klok in afgeschoven. Negatieve hoek: Raam wordt met de wijzers van de klok mee afgeschoven.
graden
αY Afschuifhoek van het raam, t.o.v. de Y-as. Positieve hoek: Raam wordt tegen de wijzers van de klok in afgeschoven. Negatieve hoek: Raam wordt met de wijzers van de klok mee gedraaid.
graden
L1 L2
Afstand van de posities in X-richting Afstand van de posities in Y-richting
mm
N1 N2
Aantal posities in X-richting Aantal posities in Y-richting
3 Programmeren met ShopMill 01/2008 3.7 Boren
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 3-256 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
3.7.13 Positiepatroon volledige cirkel
Met deze functie kunnen boringen op een cirkel met gedefinieerde radius worden geprogrammeerd. De basisdraaiingshoek (α0) voor de 1ste positie heeft betrekking op de X-as. De besturing loopt afhankelijk van het aantal boringen om een berekende hoek verder. Deze hoek is voor alle posities even groot. Bij het gebruik van de A- resp. B-as heeft de hoek betrekking op een vastgelegd referentiepunt (A0).
De selectie XA kunt u gebruiken als de ronde as aan de machine moet worden gebruikt. De Y-as wordt niet verplaatst, d.w.z. de Y-as moet eerst centraal boven de cilinder worden gepositioneerd.
Het werktuig kan op een rechte of op een cirkelbaan de volgende positie aanlopen.
Aanlopen van de posities op een rechte of een cirkelbaan
Posi- ties >
Druk op de softkeys "Boren", "Posities" en "Volledige cirkel/Deelcirkel".
Plaats de cursor op het veld "Volledige cirkel/Deelcirkel" en kies met de softkey "Alternat." tussen deelcirkel en volledige cirkel.
Help-scherm met toets
oproepbaar
Help-scherm "Volledige gatencirkel"
3 01/2008 Programmeren met ShopMill3.7 Boren
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 3-257
Parameter Beschrijving XY (zonder A-/B-as)
Eenheid
Z0 Hoogte van het werkstuk (abs. of inc) mm
X0 X-positie van het volledige-cirkelmiddelpunt (abs. of inc) mm
Y0 Y-positie van het volledige-cirkelmiddelpunt (abs. of inc) mm
α0 Basisdraaiingshoek; Hoek van de 1ste boring m.b.t. de X-as. Positieve hoek: Volledige cirkel wordt tegen de wijzers van de klok in gedraaid. Negatieve hoek: Volledige cirkel wordt met de wijzers van de klok mee gedraaid.
graden
R Radius van de volledige cirkel mm
N Aantal posities op de volledige cirkel
FP Voeding om op een cirkelbaan te positioneren. mm/min
Positioneren Rechte: de volgende positie wordt op een rechte in ijlgang aangelopen. Cirkel: de volgende positie wordt op een cirkelbaan met de geprogrammeerde voeding (FP) aangelopen.
Parameter Beschrijving XA
(met A-/B-as) Eenheid
Z0 Hoogte werkstukoppervlak (abs. of inc) mm
X0 Referentiepunt (abs. of inc) mm
A0 Starthoek (abs.) Hoek van de 1ste boring m.b.t. de X-as. Positieve hoek: Volledige cirkel wordt tegen de wijzers van de klok in gedraaid. Negatieve hoek: Volledige cirkel wordt met de wijzers van de klok mee gedraaid.
graden
N Aantal posities op de volledige cirkel
3 Programmeren met ShopMill 01/2008 3.7 Boren
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 3-258 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
3.7.14 Positiepatroon deelcirkel
Met deze functie kunnen boringen op een deelcirkel met gedefinieerde radius worden geprogrammeerd. Het werktuig kan op een rechte of een cirkelbaan de volgende positie aanlopen (alleen bij selectie XY). (Gedetailleerde beschrijving zie "Volledige cirkel").
De selectie XA kunt u gebruiken als de ronde as aan de machine moet worden gebruikt. De Y-as wordt niet verplaatst, d.w.z. de Y-as moet eerst centraal boven de cilinder worden gepositioneerd.
Posi- ties >
Druk op de softkeys "Boren", "Posities" en "Volledige cirkel/Deelcirkel".
Plaats de cursor in het veld "Volledige cirkel/Deelcirkel". Met de softkey "Alternat." kiest u het positiepatroon "Deelcirkel".
Help-scherm met toets
oproepbaar
Help-scherm "Deelcirkel"
3 01/2008 Programmeren met ShopMill3.7 Boren
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 3-259
Parameter Beschrijving normaal/XY (zonder A-/B-as)
Eenheid
Z0 Hoogte van het werkstuk (abs. of inc) mm
X0 X-positie van het deelcirkelmiddelpunt (abs. of inc) mm
Y0 Y-positie van het deelcirkelmiddelpunt (abs. of inc) mm
α0 Basisdraaiingshoek; Hoek van de 1ste positie m.b.t. de X-as. graden
α1 Doorschakelhoek; zodra de eerste boring afgewerkt is, worden alle verdere posities met deze hoek verder verplaatst. Positieve hoek: verdere posities worden tegen de wijzers van de klok in gedraaid. Negatieve hoek: verdere posities worden met de wijzers van de klok mee gedraaid.
graden
R Radius van de deelcirkel mm
N Aantal posities (boringen) op de deelcirkel
FP Voeding om op een cirkelbaan te positioneren. mm/min
Positioneren Rechte: de volgende positie wordt op een rechte in ijlgang aangelopen. Cirkel: de volgende positie wordt op een cirkelbaan met de geprogrammeerde voeding (FP) aangelopen.
Parameter Beschrijving XA
(met A-/B-as) Eenheid
Z0 Hoogte werkstukoppervlak (abs. of inc) mm
X0 Referentiepunt (abs. of inc) mm
A0 Starthoek (abs.) Hoek van de 1ste positie m.b.t. de X-as.
graden
A1 Doorschakelhoek (abs.) zodra de eerste boring afgewerkt is, worden alle verdere posities met deze hoek verder verplaatst. Positieve hoek: verdere posities worden tegen de wijzers van de klok in gedraaid. Negatieve hoek: verdere posities worden met de wijzers van de klok mee gedraaid.
graden
N Aantal posities op de deelcirkel
3 Programmeren met ShopMill 01/2008 3.7 Boren
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 3-260 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
3.7.15 Posities tonen en verbergen
U kunt in de volgende positiepatronnen willekeurige posities verbergen:
• Positiepatroon Lijn • Positiepatroon Rooster • Positiepatroon Raam • Positiepatroon Volledige cirkel (alleen XY) • Positiepatroon Deelcirkel (alleen XY) De verborgen posities worden bij de bewerking overgeslagen.
Willekeurige posities
verbergen/tonen
Posi- ties >
Druk op de softkeys "Boren" en "Posities".
of
Druk op de softkeys "Lijn/Rooster/Raam" of "Volledige cirkel/Deelcirkel".
Pos. ver- bergen >
Druk op de softkey "Pos. verbergen".
Boven het invoerscherm van het positiepatroon wordt het venster "Posities verbergen" geopend.
Het nummer van de actuele positie en de toestand (aan/uit) en de coördinaten ervan (X, Y) verschijnen. In de grafiek verschijnen de verborgen posities gestippeld. De actuele positie is geaccentueerd met een cirkel.
Voer in het veld "Positie" het nummer van het punt in (overeenkomstig de bewerkingsvolgorde) dat u wilt verbergen.
- OF - Positie
+
Druk op de softkey "Positie +" om de volgende positie (in de bewerkingsvolgorde) te selecteren.
- OF - Positie
- Druk op de softkey "Positie -" om de vorige positie
(tegen de bewerkingsvolgorde in) te selecteren.
Druk op de softkey "Alternat." om de actuele positie te verbergen resp. te tonen.
3 01/2008 Programmeren met ShopMill3.7 Boren
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 3-261
Alle posities tegelijk tonen resp. verbergen
Alle ver- bergen
Druk op de softkey "Alle verbergen" om alle posities te verbergen.
Alle tonen
Druk op de softkey "Alle tonen" om alle posities opnieuw te tonen.
3.7.16 Hindernis
Functie
Indien er zich tussen 2 positiepatronen een hindernis bevindt, kan dit overlopen worden. De hindernishoogte kan absoluut of incrementeel geprogrammeerd worden.
Indien het bewerken van het 1ste positiepatroon beëindigd is, loopt de werktuigas in ijlgang naar de geprogrammeerde hindernishoogte + veiligheidsafstand. Op deze hoogte wordt de nieuwe positie in ijlgang aangelopen. Vervolgens loopt de werktuigas in ijlgang op Z0 van het positiepatroon + veiligheidsafstand.
Posi- ties >
Hindernis
Druk op de softkeys "Boren", "Posities" en "Hindernis".
Aanwijzing De hindernis wordt alleen tussen 2 positiepatronen in acht genomen. Als het werktuigwisselpunt en het geprogrammeerde terugtrekniveau onder de hindernis liggen, loopt het werktuig op de hoogte van het terugtrekniveau en zonder rekening te houden met de hindernis verder naar de nieuwe positie. De hindernis mag niet hoger als het terugtrekniveau zijn.
3 Programmeren met ShopMill 01/2008 3.7 Boren
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 3-262 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
Programmeervoorbeeld Boren van de 4 posities met daartussen een hindernis. De boringen worden eerst gecentreerd en dan klaargeboord. Nadat deeerste twee posities op X=15 geprogrammeerd werden, wordt de hindernis geprogrammeerd. Vervolgens worden de posities op X=100 geprogrammeerd.
� � � � �
� � � �
��
�
� � �
�
�
�
�
�
� � �
� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � �
Werkplaatstekening
Fragment uit het arbeidsplan voor het programmeervoorbeeld "Hindernis"
3 01/2008 Programmeren met ShopMill3.7 Boren
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 3-263
3.7.17 Posities herhalen
Functie
Indien reeds geprogrammeerde posities nog eens aangelopen moetenworden, kan dit met de functie "Posities herhalen" snel gerealiseerd worden.
Daarvoor moet het nummer van het positiepatroon worden
aangegeven. Dit nummer geeft ShopMill automatisch. U vindt deze positienummers in het arbeidsplan na het bloknummer.
Fragment uit het arbeidsplan, positiepatroonnummer=001
Posities herhalen >
Druk op de softkeys "Boren" en "Posities herhalen".
Voer het positiepatroonnummer in, bijv. 1, en druk op de softkey "Toepassen". Het gekozen positiepatroon wordt dan nog eens aangelopen.
Fragment uit het arbeidsplan; posities herhalen in bloknr. 60
3 Programmeren met ShopMill 01/2008 3.7 Boren
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 3-264 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
3.7.18 Programmeervoorbeelden voor het boren
Boren op verschillende hoogtes
Arbeidsopgave: Aan een werkstuk werd reeds een sprong afgefreesd. Op dit werkstuk met verschillende hoge bewerkings-vlakken moeten er zak- een doorgangsboringen Ø 12 mm worden gemaakt. Programmering: Centreren van de 4 boringen Diepboren van de zakboringen met ontspanen Diepboren van de doorgangsboringen met spanen breken
X
Y
X
Z Z0
Z-36
Z-50
Z-14
1230
25
60
veiligheids-afstand voor Z=0
werktuig
terugtrekniveau
veiligheids-afstand voor Z= -36
4 boringendiameter 12 mm
ijlgangbewerkingsaanvoer
Werkplaatstekening
Fragment uit het arbeidsplan
3 01/2008 Programmeren met ShopMill3.7 Boren
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 3-265
Boren met een penboor Op een werkstuk moeten doorgangsboringen met schroefkop-verzinkingen op een deelcirkel worden gemaakt. Bij programmering van de penboor moet de correctiewaarde D2 geselecteerd zijn (zie hfdst. "Werktuigcorrectieset voor snijkant ½ aanleggen").
X
Y
X
Z
A
B
45
80
40
50
100
Doorsnede A-B
308,
5
159
60
Werkplaatstekening
Fragment uit het arbeidsplan
3 Programmeren met ShopMill 01/2008 3.8 Frezen
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 3-266 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
3.8 Frezen
3.8.1 Vlakfrezen
Met deze cyclus kan een willekeurig werkstuk vlak worden afgefreesd. Hierbij wordt altijd een rechhoekig oppervlak bewerkt. De rechthoek resulteert uit de hoekpunten 1 en 2 die met de waarden van de basisdeel-afmetingen uit de programmakop voorbezet werden. Er kunnen werkstukken met of zonder beperking worden vlakgefreesd.
Voor de bewerking van een werkstuk met vier beperkingen kiest u de kamercyclus.
De cyclus onderscheidt tussen voorbewerken en nabewerken: Voorbewerken: • Herhaaldelijk overfrezen van het oppervlak • Werktuig draait over de werkstukkant
Nabewerken: • Eenmalig overfrezen van het oppervlak • Werktuig draait op een veiligheidsafstand in het X/Y-vlak • Vrijlopen van de frees
De diepte-aanzet wordt altijd buiten het werkstuk uitgevoerd.
Als u een werkstuk met randbreuk heeft voorzien, kiest u de rechthoektapcyclus.
Bij het vlakfrezen is de effectieve freesdiameter voor een werktuig van het type "Frees" vastgelegd in een machinegegevensbouwsteen.
Neem de instructies van de machinefabrikant in acht.
Startpunt Het startpunt ligt bij verticale bewerking altijd bovenaan resp. onderaan. Bij horizontale bewerking ligt het rechts resp. links. De bewerking begint indien mogelijk van buitenaf. Op het help-scherm wordt het startpunt aangegeven.
Vlak- frezen >
Druk op de softkeys "Frezen" en "Vlakfrezen".
3 01/2008 Programmeren met ShopMill3.8 Frezen
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 3-267
Bewerkingsrichting kiezen
Bedien in het veld "Richting" zolang de softkey "Alternat." tot het symbool voor de gewenste bewerkingsrichting verschijnt.
• Gelijke bewerkingsrichting
• Wisselende bewerkingsrichting
Begrenzingen kiezen
...
Druk voor de gewenste begrenzing op de desbetreffende softkey.
De geselecteerde grenzen verschijnen op het help-scherm en op de streepgrafiek.
Parameter Beschrijving Eenheid
Bewerkings-type
Voorbewerking: Vlakfrezen tot de geprogrammeerde nabewerkingsovermaat (UZ).
Nabewerking: Het oppervlak wordt eenmaal in het vlak afgefreesd. Na iedere stap loopt het werktuig vrij.
Bewerkings-richting
Gelijke bewerkingsrichting
Wisselende bewerkingsrichting
X0, Y0 Z0
Hoekpunt 1 van het vlak in X- resp. Y-richting (abs. of inc) Hoogte basisdeel (abs. of inc)
mm
X1 Y1 Z1
Hoekpunt 2 van het vlak in X-richting (abs. of inc) Hoekpunt 2 van het vlak in Y-richting (abs. of inc) Hoogte afgewerkt deel (abs. of inc)
mm
DXY Max. aanzet op het XY-vlak (afhankelijk van de freesdiameter) Alternatief kan de vlakaanzet ook in %, als verhouding * vlakaanzet (mm) t.o.v. freesdiameter (mm) aangegeven worden.
mm %
DZ Max. aanzet in de Z-richting mm
UZ Nabewerkingsovermaat mm
3 Programmeren met ShopMill 01/2008 3.8 Frezen
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 3-268 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
Bij het nabewerken moet dezelfde nabewerkingsovermaat als bij het voorbewerken worden ingevoerd. De nabewerkingsovermaat wordt bij het positioneren voor het vrijlopen van het werktuig gebruikt.
Programmeervoorbeeld
Vlakfrezen Op het oppervlak van het werkstuk moeten 10 mm worden afgefreesd.Hiervan moeten eerst 8 mm voorbewerkt, daarna 2 mm nabewerkt worden. De freesdiameter bedraagt 40 mm. Basisdeelafmetingen: X0=0, Y0=0, Z0=10, X1=100 abs., Y1=50 abs., Z1=0 abs
U Z= 2Z1= 0
100
X
Z
Z0= 10
Z= -40
voo rb ew erken
g lad m aken
Vlakfrezen: Voorbewerken en nabewerken
Vlakfrezen voorbewerking Vlakfrezen nabewerking
Fragment uit het arbeidsplan; Vlakfrezen voorbewerken en nabewerken
3 01/2008 Programmeren met ShopMill3.8 Frezen
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 3-269
3.8.2 Rechthoekige kamer
Als u een willekeurige rechthoekige kamer wenst te frezen, gebruikt u de functie "Rechthoekige kamer".
De volgende bewerkingsvarianten staan te uwer beschikking:
• Rechthoekige kamer uit vol materiaal frezen. • Rechthoekige kamer eerst in het midden voorboren als de frees
bijv. niet over het midden snijdt (na elkaar de programmablokken boren, rechthoekige kamer en positie programmeren).
• Voorgewerkte rechthoekige kamer bewerken (zie parameter "Ruimen").
Afhankelijk van de dimensionering van de rechthoekige kamer in de werkstuktekening, kunt u een overeenkomstig referentiepunt voor de rechthoekige kamer kiezen.
Aan-/Aflopen 1. Het werktuig loopt in ijlgang op de hoogte van het terugtrekniveau naar het kamermiddelpunt en voert aan op veiligheidsafstand.
2. Het werktuig dringt afhankelijk van de gekozen strategie in het materiaal.
3. De bewerking van de kamer gebeurt met het geselecteerde bewerkingstype altijd van binnen naar buiten.
4. Het werktuig trekt in ijlgang op de veiligheidsafstand terug.
Bewerkingstype Bij het frezen van de rechthoekige kamer kunt u de bewerkingswijze vrij kiezen: • Voorbewerken
Bij het voorbewerken worden na elkaar vanuit het midden de afzonderlijke niveaus van de kamer bewerkt tot de diepte Z1 bereikt is.
• Nabewerken Bij het nabewerken wordt altijd eerst de rand bewerkt. De kamerrand wordt in een kwartcirkel aangelopen die in de hoekradius uitmondt. Bij de laatste aanzet wordt vanuit het midden de bodem nabewerkt.
• Nabewerking rand De nabewerking van de rand gebeurt op dezelfde manier als de nabewerking, alleen de laatste aanzet (nabewerking bodem) valt weg.
• Afkanten Bij het afkanten wordt de rand aan de bovenkant van de kamer gebroken.
3 Programmeren met ShopMill 01/2008 3.8 Frezen
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 3-270 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
Kamer
> Rechthoe-kige kamer
Druk op de softkeys "Frezen", "Kamer" en "Rechthoekige kamer".
Help-scherm met toets
oproepbaar
Help-scherm rechthoekige kamer frezen
Als u een fase wilt frezen en de hoekradius R = 0 bij de nabewerking was, moet u bij het afkanten in parameter B de radius van de nabewerkingsfrees aangeven.
Parameter Beschrijving Eenheid
T, F, V Zie hfdst. "Werktuig, correctiewaarde en spiltoerental programmeren".
Positie referentiepunt
Er kunnen 5 verschillende posities van het referentiepunt worden gekozen: • Kamermidden • Hoek onderaan links • Hoek onderaan rechts • Hoek bovenaan links • Hoek bovenaan rechts Het referentiepunt (geel gemarkeerd) wordt op de help-scherm getoond.
Bewerkings-type Voorbewerking
Nabewerking
Nabewerking rand Afkanten
Afzonderlijke pos. Pos. model
Er wordt een rechthoekige kamer op de geprogrammeerde positie (X0, Y0, Z0) gefreesd. Er worden meerdere rechthoekige kamers op een positiepatroon (bijv. volledige cirkel, deelcirkel, rooster, enz) gefreesd.
X0 Y0 Z0
De posities hebben betrekking op het referentiepunt: Positie in X-richting (alleen bij afzonderlijke positie), abs. of inc Positie in Y-richting (alleen bij afzonderlijke positie), abs. of inc Hoogte werkstuk (alleen bij afzonderlijke positie), abs. of inc
mm mm mm
3 01/2008 Programmeren met ShopMill3.8 Frezen
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 3-271
W Breedte van de kamer mm
L Lengte van de kamer mm
R Radius aan de kamerhoeken mm
α0 Draaiingshoek van de kamer m.b.t. de X-as graden
Z1 Diepte van de kamer t.o.v. Z0 (abs. of inc) (niet bij afkanten) mm
DXY max. aanzet op het vlak (XY-richting) Alternatief kan de vlakaanzet ook in %, als verhouding * vlakaanzet (mm) t.o.v. freesdiameter (mm) aangegeven worden. (niet bij afkanten)
mm %
DZ max. aanzet in de diepte (Z-richting) (niet bij afkanten) mm
UXY Nabewerkingsovermaat (kamerrand) (niet bij afkanten) mm
UZ Nabewerkingsovermaat (kamerbodem) (niet bij afkanten) mm
Induiken
U heeft de keuze uit verschillende induikstrategieën: Spiraalvormig: Induiken op een spiraalbaan Het freesmiddelpunt loopt op de door de radius en de diepte per omdraaiing bepaalde spiraalbaan. Zodra de diepte voor een aanzet bereikt is, wordt nog een volle cirkel uitgevoerd om de schuine baan van het induiken te verwijderen. Pendelend: Induiken pendelen op de middenas van de kamer Het freesmiddelpunt pendelt op een rechte tot het de diepte-aanzet bereikt heeft. Zodra de diepte bereikt is, wordt het traject nogmaals zonder diepte-aanzet uitgevoerd om de schuine baan van het induiken te verwijderen. Centrisch: Verticaal op het kamermidden induiken De berekende aanzetdiepte wordt in het kamermidden verticaal uitgevoerd. Aanwijzing: Bij deze instelling moet de frees over het midden snijden of moet er voorgeboord worden.
EP Max. induikspoed (alleen bij induiken spiraalvormig) De spoed van de helix kan op basis van de geometrische verhoudingen kleiner zijn.
mm/o
ER Induikradius (alleen bij induiken spiraalvormig) De radius mag niet groter zijn dan de freesradius daar anders materiaal blijft staan. Zorg ervoor dat de kamer niet wordt geschonden.
mm
EW induikhoek (alleen bij pendelend induiken) graden
FZ Aanzet diepte (alleen bij centrisch induiken) mm/min mm/tand
Ruimen Volledige bewerk.: De kamer moet uit vol materiaal worden gefreesd (bijv. gietstuk). Nabewerk.: Er is reeds een kleinere kamer of een boring voorhanden die in één of meerdere assen moeten worden vergroot. Dan moeten de parameters AZ, W1 en L1 geprogrammeerd worden.
FS Fasenbreedte (alleen bij afkanten), inc mm
ZFS Induikdiepte (alleen bij afkanten), abs. of inc mm
AZ Diepte van de voorgefrabriceerde kamer (alleen bij nabewerking) mm
W1 Breedte van de voorgefabriceerde kamer (alleen bij nabewerking) mm
L1 Lengte van de voorgefabriceerde kamer (alleen bij nabewerking) mm
3 Programmeren met ShopMill 01/2008 3.8 Frezen
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 3-272 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
Programmeervoorbeeld Een rechthoekige kamer moet met een frees voorbewerkt en vervolgens nabewerkt worden. Omdat de daarvoor gebruikte frees niet over het midden snijdt, wordt eerst met een boor Ø 20 mm voorgeboord.
Werkplaatstekening van de rechthoekige kamer
Rechthoekige kamer voorbewerken Rechthoekige kamer nabewerken
Fragment uit het arbeidsplan; Voorboren en rechthoekige kamer frezen
3 01/2008 Programmeren met ShopMill3.8 Frezen
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 3-273
3.8.3 Cirkelvormige kamer
Als u een willekeurige cirkelvormige kamer wenst te frezen, gebruikt u de functie "Cirkelvormige kamer".
De volgende bewerkingsvarianten staan te uwer beschikking:
• Cirkelvormige kamer uit vol materiaal frezen. • Cirkelvormige kamer eerst in het midden voorboren als de frees
bijv. niet over het midden snijdt (na elkaar de programmablokken boren, cirkelvormige kamer en positie programmeren).
• Voorgewerkte cirkelvormige kamer bewerken (zie parameter "Ruimen").
Voor het frezen met de functie "Cirkelkamer" staan twee methoden ter beschikking, bewerking per vlak of spiraalvormige werkwijze:
Bewerking per vlak Bij het ruimen van de kamer per vlak wordt het materiaal laag per laag horizontaal verwijderd.
Aan-/Aflopen 1. Het werktuig loopt in ijlgang op de hoogte van het terugtrekniveau op het kamermiddelpunt en voert aan op veiligheidsafstand.
2. Het werktuig dringt afhankelijk van de gekozen strategie in het materiaal.
3. De bewerking van de kamer gebeurt met het geselecteerde bewerkingstype altijd van binnen naar buiten.
4. Het werktuig trekt in ijlgang op de veiligheidsafstand terug.
Bewerkingstype Bij het frezen van de cirkelvormige kamer kunt u de bewerkingswijze vrij kiezen: • Voorbewerken
Bij het voorbewerken worden na elkaar vanuit het midden de afzonderlijke niveaus van de kamer bewerkt tot de diepte Z1 bereikt is.
• Nabewerken Bij het nabewerken wordt altijd eerst de rand bewerkt. De kamerrand wordt met een kwartcirkel aangelopen die in de kamerradius uitmondt. Bij de laatste aanzet wordt vanuit het midden de bodem nabewerkt.
• Nabewerking rand De nabewerking van de rand gebeurt op dezelfde manier als de nabewerking, alleen de laatste aanzet (nabewerking bodem) valt weg.
• Afkanten Bij het afkanten wordt de rand aan de bovenkant van de kamer gebroken.
3 Programmeren met ShopMill 01/2008 3.8 Frezen
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 3-274 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
Spiraalvormige bewerking Bij het spiraalvormige ruimen wordt het materiaal in een spiraalbeweging verwijderd op kamerdiepte.
Aan-/Aflopen 1. Het werktuig loopt in ijlgang op de hoogte van het terugtrekniveau op het kamermiddelpunt en voert aan op veiligheidsafstand.
2. Aanzet op de eerste bewerkingsdiameter. 3. De bewerking van de kamer gebeurt met de gekozen
bewerkingswijze op kamerdiepte resp. op kamerdiepte met nabewerkingstoegift.
4. Het werktuig trekt in ijlgang op de veiligheidsafstand terug.
Bewerkingstype Bij het frezen van de cirkelvormige kamer kunt u de bewerkingswijze vrij kiezen: • Voorbewerking
Bij de voorbewerking wordt de kamer met spiraalvormige bewegingen van boven naar onder bewerkt. Op kamerdiepte wordt een volledige cirkel uitgevoerd om restmateriaal te verwijderen. Het werktuig wordt van de kamerrand en de bodem in een kwartcirkel vrijgemaakt en in ijlgang op veiligheidsafstand teruggetrokken. Dit proces wordt laag per laag van binnen naar buiten herhaald, tot de kamer volledig bewerkt is.
• Nabewerking Bij de nabewerking wordt eerst de rand met een spiraalvormige beweging tot op de bodem bewerkt. Op kamerdiepte wordt een volledige cirkel uitgevoerd om restmateriaal te verwijderen. De bodem wordt spiraalvormig van buiten naar binnen afgefreesd.Van het midden van de kamer wordt in ijlgang teruggetrokken op veiligheidsafstand.
• Nabewerking rand Bij de nabewerking rand wordt eerst de rand met een spiraalvormige beweging tot op de bodem bewerkt. Op kamerdiepte wordt een volledige cirkel uitgevoerd om restmateriaal te verwijderen. Het werktuig wordt van de kamerrand en de bodem in een kwartcirkel vrijgemaakt en in ijlgang op veiligheidsafstand teruggetrokken.
Kamer
> Cirkel- kamer
Druk op de softkeys "Frezen", "Kamer" en "Cirkelkamer".
3 01/2008 Programmeren met ShopMill3.8 Frezen
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 3-275
Help-scherm met toets
oproepbaar
Help-scherm cirkelvormige kamer frezen
Parameter Beschrijving Eenheid
T, F, V Zie hfdst. "Werktuig, correctiewaarde en spiltoerental programmeren".
Per vlak Spiraalvormig
Kamer per vlak ruimen Kamer spiraalvormig ruimen
Bewerkings-type Voorbewerking
Nabewerking
Nabewerking rand Afkanten (alleen bij bewerking per vlak)
Afzonderlijke pos. Pos. model
Er wordt een cirkelvormige kamer op de geprogrammeerde positie (X0, Y0, Z0) gefreesd. Er worden meerdere cirkelvormige kamers op een positiepatroon (bijv. volledige cirkel, deelcirkel, rooster enz.) gefreesd.
X0 Y0 Z0
De posities hebben betrekking op het middelpunt van de cirkelvormige kamer: Positie in X-richting (alleen bij afzonderlijke positie), abs. of inc Positie in Y-richting (alleen bij afzonderlijke positie), abs. of inc Hoogte werkstuk (alleen bij afzonderlijke positie), abs. of inc
mm mm mm
∅ Diameter van de kamer mm
Z1 Diepte van de kamer t.o.v. Z0, abs. of inc (niet bij afkanten) mm
DXY Max. aanzet op het vlak (XY-richting) Alternatief kan de vlakaanzet ook in %, als verhouding (vlakaanzet (mm) t.o.v. freesdiameter (mm)) aangegeven worden (niet bij afkanten).
mm %
DZ max. aanzet in de diepte (Z-richting) (niet bij afkanten) mm
UXY Nabewerkingsovermaat (kamerrand) (niet bij afkanten) mm
UZ Nabewerkingsovermaat (kamerbodem) (niet bij afkanten) mm
Induiken
Verschillende induikstrategieën staan ter beschikking (alleen bij bewerkingsvariant "Per vlak"): Spiraalvormig: Induiken op een spiraalbaan Het freesmiddelpunt loopt op de door de radius en de diepte per omdraaiing bepaalde spiraalbaan. Zodra de diepte voor een aanzet bereikt is, wordt nog een volle cirkel uitgevoerd om de schuine baan van het induiken te verwijderen. Voeding: Bewerkingsvoeding Centrisch: Verticaal op het kamermidden induiken De berekende aanzetdiepte wordt in het kamermidden verticaal uitgevoerd. Voeding: Aanzet zoals onder FZ geprogrammeerd Aanwijzing: Als er verticaal t.o.v. het kamercentrum wordt ingedrongen, moet de frees over het midden snijden of moet er worden voorgeboord.
3 Programmeren met ShopMill 01/2008 3.8 Frezen
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 3-276 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
EP Max. induikspoed (alleen bij induiken spiraalvormig) De spoed van de helix kan op basis van de geometrische verhoudingen kleiner zijn.
mm/o
ER Induikradius (alleen bij induiken spiraalvormig) De radius mag niet groter zijn dan de freesradius daar anders materiaal blijft staan. Zorg ervoor dat de kamer niet wordt geschonden.
mm
FZ Aanzet diepte (alleen bij centrisch induiken) mm/min mm/tand
Ruimen Volledige bewerk.: De kamer moet uit vol materiaal worden gefreesd (bijv. gietstuk). Nabewerk.: Er is reeds een cirkelvormige kamer of een boring voorhanden die moet worden vergroot. De parameters AZ, en ∅1 moeten geprogrammeerd worden.
FS Fasenbreedte (alleen bij afkanten), inc mm
ZFS Induikdiepte werktuigpunt (alleen bij afkanten), abs. of inc mm
AZ Diepte van de voorgefabriceerde kamer of boring (alleen bij nabewerking) mm
∅1 Diameter van de voorgefabriceerde kamer of boring (alleen bij nabewerking) mm
3.8.4 Rechthoekige tap
Als u verschillende rechthoekige tappen wenst te frezen, gebruikt u de functie "Rechthoekige tap".
De volgende vormen met of zonder hoekradius staan ter beschikking:
Rechthoekige tap
Afhankelijk van de dimensionering van de rechthoekige tap in de
werkstuktekening, kunt u een overeenkomstig referentiepunt voor de rechthoekige tap kiezen.
Bijkomend tot de gewenste rechthoekige tap, moet u nog een basisdeeltap definiëren. De basisdeeltap legt het bereik vast, waarbuiten er geen materiaal staat, d.w.z. daar wordt er in ijlgang gewerkt. De basisdeeltap mag de aangrenzende basisdeeltap niet overlappen en wordt door ShopMill automatisch centrisch om de afgewerkte tap gelegd.
De tap wordt slechts met één aanzet bewerkt. Als u de bewerking met meerdere aanzetbewegingen wenst uit te voeren, moet u de functie "Rechthoekige tap" herhaaldelijk met altijd kleiner wordende nabewerkingsovermaat programmeren.
3 01/2008 Programmeren met ShopMill3.8 Frezen
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 3-277
Aan-/Aflopen van het contour
1. Het werktuig loopt in ijlgang op de hoogte van het terugtrekniveau op het startpunt en voert aan op veiligheidsafstand. Het startpunt ligt op de om 0α gedraaide positieve X-as.
2. Het werktuig loopt de tapcontour zijdelings aan in een halve cirkel met een bewerkingsvoeding. Eerst gebeurt de aanzet op de bewerkingsdiepte en daarna de beweging op het vlak. De tap wordt afhankelijk van de geprogrammeerde bewerkingsdraairichting (contrarotatie/gelijkloop) met de wijzers van de klok mee of tegen de wijzers van de klok in bewerkt.
3. Als de tap eenmaal omrond is, verlaat het werktuig de contour in een halve cirkel en de aanzet naar de volgende bewerkingsdiepte wordt uitgevoerd.
4. De tap wordt weer in een halve cirkel aangelopen en eenmaal omlopen. Dit proces wordt zolang herhaald tot de geprogrammeerde tapdiepte wordt bereikt.
5. Het werktuig trekt in ijlgang op de veiligheidsafstand terug.
Aan- en aflopen aan de contour in een halve cirkel bij een rechtsdraaiende
spil en gelijkloopfrezen
Bewerkingstype Bij het frezen van de rechthoekige tap kunt u het bewerkingstype vrij
kiezen: • Voorbewerking
Bij de voorbewerking wordt de tap omrond tot de geprogrammeerde nabewerkingsovermaat bereikt is.
• Nabewerking Als u een nabewerkingsovermaat heeft geprogrammeerd, wordt de tap omrond tot de diepte Z1 bereikt is.
• Afkanten Bij het afkanten wordt de rand aan de bovenkant van de rechthoekige kamer gebroken.
Tap
> Rechthoe-
kige tap
Druk op de softkeys "Frezen", "Tap" en "Rechthoekige tap".
3 Programmeren met ShopMill 01/2008 3.8 Frezen
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 3-278 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
Help-scherm met toets
oproepbaar
Help-schermen rechthoekige tap frezen
Parameter Beschrijving Eenheid
T, F, S, V Zie hfdst. "Werktuig, correctiewaarde en spiltoerental programmeren".
Referentiepunt Er zijn 5 verschillende referentiepunten mogelijk: • tapmidden • onderaan links • onderaan rechts • bovenaan links • bovenaan rechts
Bewerkings-type Voorbewerking
Nabewerking Afkanten
Afzonderlijke pos. Pos. model
Er wordt een rechthoekige tap op de geprogrammeerde positie (X0, Y0, Z0) gefreesd. Er worden meerdere rechthoekige tappen op een positiepatroon (bijv. volledige cirkel, deelcirkel, rooster enz.) gefreesd.
X0 Y0 Z0
De posities hebben betrekking op het referentiepunt: Positie in X-richting (alleen bij afzonderlijke positie), abs. of inc Positie in Y-richting (alleen bij afzonderlijke positie), abs. of inc Hoogte werkstuk (alleen bij afzonderlijke positie), abs. of inc
mm mm mm
W Breedte van de tap na het bewerken mm
L Lengte van de tap na het bewerken mm
R Radius aan de kanten van de tap (hoekradius) mm
α0 Draaiingshoek graden
Z1 Diepte van de tap (abs. of inc) (niet bij afkanten) mm
DZ max. aanzet in de diepte (Z-richting) (niet bij afkanten) mm
FS Fasenbreedte (alleen bij afkanten), inc mm
ZFS Indringdiepte werktuigpunt (alleen bij afkanten); abs of inc mm
UXY Nabewerkingsovermaat op het vlak op de lengte (L) van de tap en de breedte (B) van de tap; Er wordt een kleinere tapafmeting verkregen door de cyclus nog eens op te roepen en met een verminderde nabewerkingsovermaat te programmeren. (niet bij afkanten)
mm
UZ Nabewerkingsovermaat (werktuigas) (niet bij afkanten) mm
W1 Breedte van de basisdeeltap (belangrijk om de startpositie te bepalen) mm
L1 Lengte van de basisdeeltap (belangrijk om de startpositie te bepalen) mm
3 01/2008 Programmeren met ShopMill3.8 Frezen
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 3-279
3.8.5 Cirkelvormige tap
Als u een cirkelvormige tap wenst te frezen, gebruikt u de functie "Cirkelvormige tap".
Bijkomend tot de gewenste cirkelvormige tap, moet u nog een
basisdeeltap definiëren. De basisdeeltap legt het bereik vast, waarbuiten er geen materiaal staat, d.w.z. daar wordt er in ijlgang gewerkt. De basisdeeltap mag de aangrenzende basisdeeltap niet overlappen en wordt door ShopMill automatisch centrisch om de afgewerkte tap gelegd.
De tap wordt slechts met één aanzet bewerkt. Als u de bewerking met meerdere aanzetbewegingen wenst uit te voeren, moet u de functie "Cirkelvormige tap" herhaaldelijk met steeds kleiner wordende nabewerkingsovermaat programmeren.
Aan-/Aflopen 1. Het werktuig loopt in ijlgang op de hoogte van het terugtrekniveau op het startpunt en voert aan op veiligheidsafstand. Het startpunt ligt altijd op de positieve X-as.
2. Het werktuig loopt de tapcontour zijdelings aan in een halve cirkel met een bewerkingsvoeding. Eerst gebeurt de aanzet op de bewerkingsdiepte en daarna de beweging op het vlak. De tap wordt afhankelijk van de geprogrammeerde bewerkingsdraairichting (contrarotatie/gelijkloop) met de wijzers van de klok mee of tegen de wijzers van de klok in bewerkt.
3. Als de tap eenmaal omrond is, verlaat het werktuig de contour in een halve cirkel en de aanzet naar de volgende bewerkingsdiepte wordt uitgevoerd.
4. De tap wordt weer in een halve cirkel aangelopen en eenmaal omlopen. Dit proces wordt zolang herhaald tot de geprogrammeerde tapdiepte wordt bereikt.
5. Het werktuig trekt in ijlgang op de veiligheidsafstand terug.
3 Programmeren met ShopMill 01/2008 3.8 Frezen
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 3-280 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
Aan- en aflopen aan de contour in een halve cirkel bij een rechtsdraaiende
spil en gelijkloopfrezen Bewerkingstype Bij het frezen van de cirkelvormige tap kunt u het bewerkingstype vrij
kiezen: • Voorbewerking
Bij de voorbewerking wordt de tap omrond tot de geprogrammeerde nabewerkingsovermaat bereikt is.
• Nabewerking Als u een nabewerkingsovermaat heeft geprogrammeerd, wordt de tap omrond tot de diepte Z1 bereikt is.
• Afkanten Bij het afkanten wordt de rand aan de bovenkant van de cirkelvormige tap gebroken.
Tap
> Cirkelvor-mige tap
Druk op de softkeys "Frezen", "Tap" en "Cirkelvormige tap".
Help-scherm met toets
oproepbaar
Help-scherm cirkelvormige tap frezen
3 01/2008 Programmeren met ShopMill3.8 Frezen
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 3-281
Parameter Beschrijving Eenheid
T, F, S, V Zie hfdst. "Werktuig, correctiewaarde en spiltoerental programmeren".
Bewerkings-type Voorbewerking
Nabewerking Afkanten
Afzonderlijke pos. Pos. model
Er wordt een cirkelvormige tap op de geprogrammeerde positie (X0, Y0, Z0) gefreesd. Er worden meerdere cirkelvormige tappen op het geprogrammeerde positiepatroon (bijv. deelcirkel, rooster, lijn) gefreesd.
X0 Y0 Z0
De posities hebben betrekking op het referentiepunt: Positie in X-richting (alleen bij afzonderlijke positie), abs. of inc Positie in Y-richting (alleen bij afzonderlijke positie), abs. of inc Hoogte werkstuk (alleen bij afzonderlijke positie), abs. of inc
mm mm mm
∅ Diameter van de tap na het bewerken mm
Z1 Diepte van de tap (abs. of inc). (niet bij afkanten) mm
FS Fasenbreedte (alleen bij afkanten), inc mm
ZFS Induikdiepte werktuigpunt (alleen bij afkanten), abs. of inc mm
DZ max. aanzet in de diepte (Z-richting) (niet bij afkanten) mm
UXY Nabewerkingsovermaat in het vlak (tapdiameter) (niet bij afkanten) mm
ZU Nabewerkingsovermaat diepte (tapbodem) (niet bij afkanten) mm
∅1 Diameter van de basisdeeltap (belangrijk om de aanlooppositie te bepalen)
mm
3.8.6 Langsgroef
Als u een willekeurige langsgroef wilt frezen, gebruikt u de functie "Langsgroef".
De volgende bewerkingsvarianten staan te uwer beschikking:
• Langsgroef uit vol materiaal frezen. • Langsgroef eerst in het midden voorboren als de frees bijv. niet
over het midden snijdt (na elkaar de programmablokken boren, rechthoekige kamer en positie programmeren).
Afhankelijk van de dimensionering van de langsgroef op de werkstuktekening, kunt u een overeenkomstig referentiepunt voor de langsgroef kiezen.
Aan-/Aflopen 1. Het werktuig loopt in ijlgang op het terugtrekniveau en voert dan op veiligheidsafstand aan.
2. Het werktuig dringt afhankelijk van de gekozen strategie in het materiaal.
3. De bewerking van de langsgroef gebeurt met het geselecteerde bewerkingstype altijd van binnen naar buiten.
4. Het werktuig trekt in ijlgang op de veiligheidsafstand terug.
3 Programmeren met ShopMill 01/2008 3.8 Frezen
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 3-282 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
Bewerkingstype Bij het frezen van de langsgroef kunt u de bewerkingswijze vrij kiezen:• Voorbewerken
Bij het voorbewerken worden na elkaar de afzonderlijke niveaus van de groef bewerkt tot de diepte Z1 bereikt is.
• Nabewerken Bij het nabewerken wordt altijd eerst de rand bewerkt. De kamerrand wordt in een kwartcirkel aangelopen die in de hoekradius uitmondt. Bij de laatste aanzet wordt vanuit het midden de bodem nabewerkt.
• Nabewerking rand De nabewerking van de rand gebeurt op dezelfde manier als de nabewerking, alleen de laatste aanzet (nabewerking bodem) valt weg.
• Afkanten Bij het afkanten wordt de rand aan de bovenkant van de langsgroef gebroken.
Groef
> Langsgroef
Druk op de softkeys "Frezen", "Groef" en "Langsgroef".
Help-scherm met toets
oproepbaar
Help-scherm langsgroef
3 01/2008 Programmeren met ShopMill3.8 Frezen
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 3-283
Parameter Beschrijving Eenheid
T, F, S, V Zie hfdst. "Werktuig, correctiewaarde en spiltoerental programmeren".
Referentiepunt De positie van het referentiepunt moet worden vastgelegd: • middelpunt van de langsgroef, • binnen links • binnen rechts • linkerrand • rechterrand
Bewerkings-type Voorbewerking
Nabewerking
Nabewerking rand Afkanten
Afzonderlijke pos. Pos. model
Er wordt een langsgroef op de geprogrammeerde positie (X0, Y0, Z0) gefreesd. Er worden meerdere langsgroeven op een positiepatroon (bijv. volledige cirkel, deelcirkel, rooster enz.) gefreesd.
X0 Y0 Z0
De posities hebben betrekking op het referentiepunt: Positie in X-richting (alleen bij afzonderlijke positie), abs. of inc Positie in Y-richting (alleen bij afzonderlijke positie), abs. of inc Hoogte werkstuk (alleen bij afzonderlijke positie), abs. of inc
mm mm mm
W Breedte van de groef mm
L Lengte van de groef mm
α0 Draaiingshoek graden
Z1 Diepte van de groef (niet bij afkanten) mm
DXY Max. aanzet op het vlak (XY-richting) Alternatief kan de vlakaanzet ook in %, als verhouding * vlakaanzet (mm) t.o.v. freesdiameter (mm) aangegeven worden. (niet bij afkanten)
mm %
DZ max. aanzet in de diepte (Z-richting) (niet bij afkanten) mm
FS Fasenbreedte (alleen bij afkanten), inc mm
ZFS Induikdiepte werktuigpunt (alleen bij afkanten), abs. of inc mm
UXY Nabewerkingsovermaat in het vlak (groefrand) (niet bij afkanten) mm
ZU Nabewerkingsovermaat in de diepte (groefbodem) (niet bij afkanten) mm
Induiken Er kan centrisch (Mi) of pendelend (Pe) worden ingedoken: Centrisch=Verticaal op het langsgroefmidden induiken: Er wordt in het kamermidden op de aanzetdiepte gewerkt. Aanwijzing: Bij deze instelling moet de frees over het midden snijden. Pendelend=Pendelend op de middenas van de langsgroef induiken: Het freesmiddelpunt pendelt op een rechte tot het de diepte-aanzet bereikt heeft. Zodra de diepte bereikt is, wordt het traject nogmaals zonder diepte-aanzet uitgevoerd om de schuine baan van het induiken te verwijderen.
mm
FZ Aanzet diepte (alleen bij centrisch induiken) mm/min mm/tand
EW Induikhoek (alleen bij pendelend) graden
3 Programmeren met ShopMill 01/2008 3.8 Frezen
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 3-284 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
3.8.7 Cirkelvormige groef
Als u één of meerdere even grote cirkelgroeven op een volledige of deelcirkel wilt frezen, gebruikt u de functie "Cirkelgroef".
Werktuiggrootte Bedenk dat de frees bij de bewerking van de cirkelgroef een bepaalde
minimumgrootte moet hebben: • Voorbewerken:
½ groefbreedte W – nabewerkingsovermaat UXY ≤ freesdiameter • Nabewerken:
½ groefbreedte W ≤ freesdiameter • Nabewrken rand:
Nabewerkingsovermaat UXY ≤ freesdiameter
Cirkelvormige groef
Als u een cirkelvormige groef wenst te maken, moet u voor de parameters aantal N en openingshoek α1 de volgende waarden invoeren: N = 1 α1 = 360°
Aan-/Aflopen 1. Het werktuig loop in ijlgang op de hoogte van het terugtrekniveau op het middelpunt van de halve cirkel op het einde van de groef en voert aan op veiligheidsafstand.
2. Vervolgens duikt het werktuig met een bewerkingsvoeding in het werkstuk, waarbij met de max. aanzet in de Z-richting evenals met de nabewerkingsovermaat rekening moet worden gehouden. De cirkelvormige groef wordt afhankelijk van de geprogrammeerde bewerkingsdraairichting (contrarotatie of gelijkloop) met de wijzers van de klok mee of tegen de wijzers van de klok in bewerkt.
3. Als de eerste cirkelvormige groef klaar is, werkt het werktuig in ijlgang op het terugtrekniveau.
4. De volgende cirkelvormige groef wordt op een rechte of cirkelvormige baan aangelopen en vervolgens bewerkt.
5. Het werktuig trekt in ijlgang op de veiligheidsafstand terug.
3 01/2008 Programmeren met ShopMill3.8 Frezen
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 3-285
Bewerkingstype Bij het frezen van de cirkelvormige groef kunt u de bewerkingswijze vrij kiezen: • Voorbewerken
Bij het voorbewerken worden na elkaar vanuit het middelpunt van de halve cirkel op het einde van de groef de afzonderlijke niveaus van de groef bewerkt tot de diepte Z1 bereikt is.
• Nabewerken Bij het nabewerken wordt altijd eerst de rand bewerkt tot de diepte Z1 bereikt is. De groefrand wordt in een kwartcirkel aangelopen die in de radius uitmondt. Met de laatste aanzet wordt vanuit het middelpunt van de halve cirkel op het einde van de groef de bodem nabewerkt.
• Nabewerking rand De nabewerking van de rand gebeurt op dezelfde manier als de nabewerking, alleen de laatste aanzet (nabewerking bodem) valt weg.
• Afkanten Bij het afkanten wordt de rand aan de bovenkant van de cirkelgroef gebroken.
Groef
Cirkelvor-mige groef
Druk op de softkeys "Frezen", "Groef" en "Cirkelvormige groef".
Met de softkey "Alternat." kunnen de cirkelgroeven op een volledige cirkel of een deelcirkel worden gepositioneerd.
Help-scherm met toets
oproepbaar
Help-scherm cirkelvormige groef als volledige cirkel en deelcirkel
3 Programmeren met ShopMill 01/2008 3.8 Frezen
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 3-286 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
Parameter Beschrijving Eenheid
T, F, S, V Zie hfdst. "Werktuig, correctiewaarde en spiltoerental programmeren".
FZ Voedingsbeweging diepte mm/min mm/tand
Bewerkings-type Voorbewerking
Nabewerking
Nabewerking rand Afkanten
volledige cirkel Deelcirkel
De cirkelvormige groeven worden op een volledige cirkel gepositioneerd. De afstand van een cirkelvormige groef naar de volgende cirkelvormige groef is altijd gelijk en wordt door de besturing berekend. De cirkelvormige groeven worden op een deelcirkel gepositioneerd. De afstand van een cirkelvormige groef naar de volgende cirkelvormige groef kan over de hoek α2 worden bepaald.
X0 Y0 Z0
De posities hebben betrekking op het middelpunt: Positie in X-richting, abs. of inc Positie in Y-richting, abs. of inc Hoogte werkstuk, abs. of inc
mm mm mm
W Breedte van de groef mm
R Radius van de cirkelvormige groef mm
α0 Draaiingshoek m.b.t. de X-as graden
α1 Openingshoek in een groef graden
α2 Doorschakelhoek (alleen bij een volledige cirkel) graden
N Aantal groeven
Z1 Diepte van de groef, t.o.v. Z0 (niet bij afkanten) mm
DZ max. aanzet in de diepte (Z-richting) (niet bij afkanten) mm
FS Fasenbreedte (alleen bij afkanten), inc mm
ZFS Induikdiepte werktuigpunt (alleen bij afkanten), abs. of inc mm
UXY Nabewerkingsovermaat in het vlak (rand van de cirkelgroef) (niet bij afkanten) mm
positioneren Rechte: de volgende positie wordt op een rechte in ijlgang aangelopen. Cirkel: de volgende positie wordt op een cirkelbaan met de geprogrammeerde voeding FP aangelopen.
FP Voeding om op een cirkelbaan te positioneren. mm/min
3 01/2008 Programmeren met ShopMill3.8 Frezen
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 3-287
3.8.8 Open groef
Om open groeven te ruimen, gebruikt u de functie "Open groef".
Afhankelijk van de vorm van werkstuk en machine kiest u tussen de volgende bewerkingsstrategieën: • Wervelfrezen • Induikfrezen
Wervelfrezen
Speciaal bij geharde materialen wordt deze procedure gebruikt voor de voorbewerking en de contourvoorbereiding met gecoate VHM-frezen. Als voorkeurstrategie voor de HSC-voorbewerking verzekert de wervelfreesprocedure dat het werktuig nooit helemaal induikt. Daardoor wordt de ingestelde overlapping precies gerespecteerd.
Randvoorwaarden bij het wervelfrezen
• Voorbewerking ½ groefbreedte W – nabewerkingstoegift UXY ≤ freesdiameter
• Nabewerking ½ groefbreedte W ≤ freesdiameter
• Nabewerking rand Nabewerkingstoegift UXY ≤ freesdiameter
• Groefbreedte minstens 1,15 x freesdiameter + nabewerkingstoegift hoogstens 2 x freesdiameter + 2 x nabewerkingstoegift
• Radiale aanzet minstens 0,02 x freesdiameter hoogstens 0,25 x freesdiameter
• Maximale aanzetdiepte ≤ snijhoogte van de frees
Bedenk dat de snijhoogte van de frees niet gecontroleerd kan worden.De maximale radiale aanzet is afhankelijk van de frees. Kies voor harde materialen een kleinere aanzet.
3 Programmeren met ShopMill 01/2008 3.8 Frezen
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 3-288 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
Aan-/Aflopen 1. Het werktuig beweegt in ijlgang naar het beginpunt voor de groef en houdt daarbij een veiligheidsafstand aan.
2. Het werktuig wordt aangezet op snijdiepte. 3. De bewerking van de open groef gebeurt met de gekozen
bewerkingswijze over de volledige groeflengte. 4. Het werktuig trekt in ijlgang op de veiligheidsafstand terug.
Bewerkingstype Bij het ruimen van open groeven kunt u de bewerkingswijze vrij kiezen. • Voorbewerking
De voorbewerking gebeurt in cirkelvormige beweging van de frees. Tijdens deze bewegingen wordt de frees permanent verder aangezet in het vlak. Als de frees de volledige groef heeft afgelegd, beweegt hij eveneens in cirkelvormige beweging terug en bewerkt op die manier de volgende laag (aanzetdiepte) in Z-richting. Deze procedure wordt herhaald tot de vooringestelde groefdiepte plus nabewerkingstoegift bereikt is.
• Nabewerking Bij de nabewerking van de wanden beweegt de frees langs de groefwanden, waarbij deze ook in Z-richting stapsgewijs wordt aangezet. Hierbij beweegt de frees met de veiligheidsafstand over het groefbegin en het groefeinde heen, om over de volledige lengte van de groef een gelijkmatige oppervlakte van de groefwand te verzekeren.
• Nabewerking rand De nabewerking van de rand gebeurt op dezelfde manier als de nabewerking, alleen de laatste aanzet (nabewerking bodem) valt weg.
• Nabewerking bodem Bij nabewerking bodem beweegt de frees in de afgewerkte groef eenmaal heen en terug.
• Voorbereidende nabewerking Als teveel restmateriaal aan de groefwanden blijft staan, worden overtollige hoeken verwijderd tot op de nabewerkingsmaat.
• Afkanten Bij het afkanten wordt de rand aan de bovenkant van de groef gebroken.
Induikfrezen Het induikfrezen geldt als voorkeurstrategie voor het ruimen van kamers en groeven voor "instabiele" machines en werkstuk- geometrieën.
Bij deze strategie werken in principe alleen krachten in de richting van de werktuigas, d.w.z. loodrecht op de oppervlakte van de te ruimen kamer/groef (bij XY-vlak in Z-richting).
Het werktuig is daarom niet onderhevig aan verbuiging. Door de axialebelasting van het werktuig bestaat ook bij labiele werkstukken nauwelijks het risico dat trillingen optreden.
3 01/2008 Programmeren met ShopMill3.8 Frezen
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 3-289
De spaandiepte kan aanzienlijk worden verhoogd. Met behulp van eeninduikfrees bereikt u een langere standtijd dankzij minder trillingen bij grote uitkraaglengte.
Randvoorwaarden bij het induikfrezen
• Maximale radiale aanzet De maximale aanzet is afhankelijk van de snijbreedte van de frees.
• Stapbreedte De zijdelingse stapbreedte is het resultaat van de gewenste groefbreedte, de freesdiameter en de nabewerkingstoegift.
• Terugtrekking De terugtrekking gebeurt na het induiken in een hoek van 45°, als de omvattingshoek kleiner is dan 180°. Anders wordt net als bij het boren verticaal teruggetrokken.
• Aflopen Het aflopen gebeurt verticaal t.o.v. omvatte oppervlakte.
• Veiligheidsafstand Beweeg met de veiligheidsafstand over het einde van het werkstuk heen om afrondingen van de groefwanden aan de uiteinden te vermijden.
Bedenk dat de snijbreedte van de frees voor een maximale radiale aanzet niet gecontroleerd kan worden.
Aan-/Aflopen 1. Het werktuig loopt in ijlgang naar het beginpunt voor de groef op veiligheidsafstand aan.
2. De bewerking van de open groef gebeurt met de gekozen bewerkingswijze over de volledige groeflengte.
3. Het werktuig trekt in ijlgang op de veiligheidsafstand terug.
Bewerkingstype Bij het ruimen van open groeven kunt u de bewerkingswijze vrij kiezen:
• Voorbewerking De voorbewerking van de groef gebeurt sequentieel langs de groef d.m.v. verticale induikbewegingen van de frees met arbeidsvoeding. Daarna worden een terugtrekking en een positioneerbeweging naar het volgende induikpunt uitgevoerd. Afwisselend wordt langs de groef, telkens verplaatst met het halve aanzetbedrag, aan de linker- en de rechterkant van de wand ingedoken. De eerste induikoperatie gebeurt aan de rand van de groef met een ingreep van de frees van een halve aanzetwaarde, verminderd met de veiligheidsafstand. (Als de veiligheidsafstand groter is dan de aanzet dus vrij.) De maximale breedte van de groeven moet voor deze cyclus kleiner zijn dan de dubbele breedte van de frees + nabewerkingstoegift. Na elke induikbeweging wordt de frees eveneens met arbeidsvoeding met de veiligheidsafstand opgetild. Dit gebeurt indien mogelijk met het zogenaamde Retract-procédé, d.w.z. bij een omvatting van de frees van minder dan 180° wordt deze in
3 Programmeren met ShopMill 01/2008 3.8 Frezen
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 3-290 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
een hoek van 45° in tegenrichting tot de hoek van de bissectrice van het omvattingsbereik van de bodem getild. Vervolgens beweegt de frees in ijlgang over het materiaal.
• Nabewerking Bij de nabewerking van de wanden beweegt de frees langs de groefwanden, waarbij deze ook in Z-richting stapsgewijs wordt aangezet. Hierbij beweegt de frees met de veiligheidsafstand over het groefbegin en het groefeinde heen, om over de volledige lengte van de groef een gelijkmatige oppervlakte van de groefwand te verzekeren.
• Nabewerking rand (verschil met nabewerking bodem) De nabewerking rand gebeurt net als de normale nabewerking, alleen de laatste aanzet (bodem nabewerken) valt weg.
• Nabewerking bodem Bij nabewerking bodem beweegt de frees in de afgewerkte groef eenmaal heen en terug.
• Voorbereidende nabewerking Als teveel restmateriaal aan de groefwanden blijft staan, worden overtollige hoeken verwijderd tot op de nabewerkingsmaat.
• Afkanten Bij het afkanten wordt de rand aan de bovenkant van de groef gebroken.
Groef
Open groef
Druk op de softkeys "Frezen", "Groef" en "Open groef".
Parameter Beschrijving Eenheid
T, D, F, S, V Zie hfdst. "Werktuig, correctiewaarde en spiltoerental programmeren".
Referentiepunt De positie van het referentiepunt moet worden vastgelegd: • midden (middelpunt van de groef) • linkerrand • rechterrand
Bewerkings- type Voorbewerking
Nabewerking
Voorbereidende nabewerking
Nabewerking rand
Nabewerking bodem Afkanten
Bewerkings- strategie
Wervelfrezen: Cirkelvormige beweging van de frees door de groef en weer terug. Induikfrezen: Sequentiële induikbewegingen met boorbewegingen langs de werktuigas.
3 01/2008 Programmeren met ShopMill3.8 Frezen
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 3-291
Freesrichting Gelijkloop – Wervelfrezen Tegenloop – Wervelfrezen Tegen. + gelijk. – Wervelfrezen (alleen voorbewerking)
Afzonderlijke positie Pos. model
Langsgroef op geprogrammeerde positie (X0, Y0, Z0) ruimen. Meerdere langsgroeven op een positiepatroon (bijv. volledige cirkel of rooster) ruimen.
X0 Y0 Z0
De posities hebben betrekking op het referentiepunt: Positie in X-richting, abs of inc – alleen bij afzonderlijke positie Positie in Y-richting, abs of inc – alleen bij afzonderlijke positie Positie in Z-richting, abs of inc – alleen bij afzonderlijke positie
mm mm mm
Z1 Diepte van de groef m.b.t. Z0, abs. of inc – niet bij afkanten mm
DXY Max. aanzet op het vlak (XY-richting) Alternatief kan de vlakaanzet ook in %, als verhouding vlakaanzet (mm) t.o.v. snijfreesdiameter (mm) worden aangegeven – alleen bij voorbewerking
mm %
DZ Max. aanzet in de diepte (Z-richting) – niet bij voorbewerking (alleen induikboren), nabewerking bodem, afkanten
mm
UXY Nabewerkingstoegift in het vlak (groefrand) – niet bij voorbewerking, voorbewerking rand en afkanten
mm
UZ Nabewerkingstoegift in de diepte (groefbodem) – niet bij voorbewerking, voorbewerking bodem en afkanten
mm
FS Fasenbreedte - alleen bij afkanten mm
ZFS Induikdiepte werktuigpunt, abs of inc – alleen bij afkanten mm
W Breedte van de groef mm
L Lengte van de groef mm
α0 Draaihoek van de groef graden
3 Programmeren met ShopMill 01/2008 3.8 Frezen
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 3-292 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
3.8.9 Gebruik van positiepatronen bij het frezen
Als u een kamer, een tap of een langsgroef aan meerdere posities wenst te frezen, moet u een eigen positioneerblok programmeren. Bij het oproepen van de freescyclus moet in het parameterveld "Afzonderlijke positie" met de softkey "Alternat." op "Pos.-patroon" worden omgeschakeld. Hierdoor worden de parameters voor de afzonderlijke positie X0, Y0 en Z0 verborgen.
Fragment uit het parameterscherm van een
rechthoekige kamer met registratie "Pos.-model" Nadat de freescyclus klaar geprogrammeerd en overgenomen werd,
wordt vervolgens het positiepatroon geprogrammeerd.
Posi- ties >
Druk op de softkeys "Boren" en "Posities".
ShopMill schakelt automatisch de freescyclus en het daarop geprogrammeerde positiepatroon aaneen.
3 01/2008 Programmeren met ShopMill3.8 Frezen
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 3-293
Programmeervoorbeeld 1 Er moeten 12 rechthoekige kamers in een hoek van 15 graden parallel t.o.v. elkaar worden gefreesd. Inrichting op rooster: 4 kolommen, 3 rijen. Basisdeelafmetingen: X=115 mm, Y=80 mm, Z=30 mm Afmetingen rechthoekige kamer: lengte 20 mm, breedte 10 mm, diepte 8 mm Hoekradius 1.5 mm. Het referentiepunt van de rechthoekige kamer werd "onderaan links" gekozen.
Parameter-invoervelden voor de rechthoekige kamer en het positiepatroon
Programmeergrafiek, rechthoekige kamers op rooster met een hoek van 15 graden
Fragment uit het arbeidsplan; Frezen van de rechthoekige kamers op rooster
3 Programmeren met ShopMill 01/2008 3.8 Frezen
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 3-294 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
Programmeervoorbeeld 2 Er moeten 6 langsgroeven op een volledige cirkel, Ø 32 mm, voorbewerkt worden. De langsgroeven zijn om 30 graden gedraaid. Basisdeelafmetingen: X=100 mm, Y=100 mm, Z=20 mm Afmetingen langsgroef: Lengte 28 mm, breedte 16 mm, diepte 5 mm Het referentiepunt van de langsgroef werd "centrisch" gekozen.
Parameter-Invoervelden voor de langsgroef en het positiepatroon
Programmeergrafiek, langsgroeven in een hoek van 30 graden op een volledige cirkel
Fragment uit het arbeidsplan; Frezen van de langsgroeven op een volledige cirkel
3 01/2008 Programmeren met ShopMill3.8 Frezen
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 3-295
3.8.10 Gravure
Met de functie "Gravure" kunt u op een werkstuk een tekst graveren langs een lijn of een cirkelboog. De gewenste tekst kunt u direct als "vaste tekst" in het tekstveld invoeren of als "variabele tekst" via een variabele toewijzen.
Bij het graveren gebruikt ShopMill een proportioneel lettertype, d.w.z.
dat de verschillende tekens een verschillende breedte hebben.
Aan-/Aflopen 1. Het werktuig loopt in ijlgang op de hoogte van het terugtrekniveau op het startpunt en voert aan op veiligheidsafstand.
2. Het werktuig beweegt met voedingssnelheid FZ naar de bewerkingsdiepte Z1 u en freest het teken.
3. Het werktuig beweegt in ijlgang op de veiligheidsafstand en beweegt via een rechte naar het volgende teken.
4. Stap 2 en 3 worden herhaald tot de volledige tekst gefreesd is.
Variabele teksten U heeft verschillende mogelijkheden om variabele teksten te graveren:• Datum en tijd
U kunt bijv. de productiedatum en de actuele tijd op de werkstukken laten graveren. De waarden voor datum en tijd worden uit de NCK uitgelezen.
• Aantal Met behulp van deze variabelen heeft u de mogelijkheid een doorlopend serienummer aan te brengen op de werkstukken. Daarbij kunt u het formaat (aantal cijfers, voorafgaande nullen) vastleggen. De variabele "Aantal" is als gebruikersvariabele (_E_PART[0]) in de gegevensbouwsteen GUD 7 gedefinieerd. Met behulp van dummies (#) formateert u het aantal cijfers waarmee het nummer moet beginnen.
Als u voor het eerste werkstuk niet het nummer 1 wilt toekennen, kunt u een additieve waarde toekennen (bijv. (<#,_E_PART[0] + 100>). Het aangegeven aantal wordt dan met deze waarde vermeerderd (bijv. 101, 102, 103,...).
• Getallen Bij het graveren van getallen (bijv. meetresultaten) kunt u het formaat (cijfers voor en na de komma) zelf bepalen.
• Tekst I.p.v. een vaste tekst in het gravure-tekstveld in te voeren, kunt u ook gebruik maken van een tekstvariabele (bijv. _VAR_TEXT="ABC123").
3 Programmeren met ShopMill 01/2008 3.8 Frezen
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 3-296 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
Spiegelschrift
Als u in spiegelschrift wilt graveren, programmeert u eerst een spiegeling (zie hfdst. "Coördinatentransformaties definiëren") en voert u dan de gewenste tekst in de functie "Gravure" in.
Volledige cirkel Als u de tekens gelijkmatig wilt verdelen over een volledige cirkel, voert u de openingshoek α2=360° in. ShopMill verdeelt de tekens dan automatisch op de volledige cirkel.
Gravure >
Druk op de softkeys "Frezen en "Gravure".
Kleine letters Kleine
letters Druk op de softkey "Kleine letters" als u kleine letters wilt
invoeren. Als u nogmaals op de softkey drukt, kunt u opnieuw hoofdletters invoeren.
Speciale tekens Speciale
tekens > Druk op de softkey "Speciale tekens" als u een teken nodig heeft
dat niet op de invoertoetsen staat.
Het venster "Speciale" tekens wordt geopend.
Plaats de cursor op het gewenste teken.
Druk op de softkey "OK".
Het geselecteerde teken wordt op de cursorpositie ingevoegd in de tekst.
Datum invoeren Variabele >
Datum
Druk op de softkeys "Variabele" en "Datum" als u telkens de actuele datum wilt graveren.
De datum wordt in het Europese formaat (<DD>.<MM>.<YYYY>) ingevoerd.
Voor een andere schrijfwijze moet u het formaat in het tekstveld aanpassen. Om de datum bijv. met de Amerikaanse schrijfwijze te graveren (maand/dag/jaar => 8/16/04), verandert u het formaat in <M>/<D>/<YY> .
3 01/2008 Programmeren met ShopMill3.8 Frezen
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 3-297
Tijd invoeren Variabele >
Tijd
Druk op de softkeys "Variabele" en "Tijd" als u telkens de actuele
tijd wilt graveren.
De tijd wordt in het Europese formaat (<TIME24>) ingevoegd. Om de tijd met de Amerikaanse schrijfwijze te graveren, verandert u
het formaat in <TIME12>.
Voorbeeld: Tekst invoeren: Tijd: <TIME24> uitvoering: Tijd: 16.35 Tijd: <TIME12> Tijd: 04.35 PM
Aantal invoeren Variabele >
Aantal 000123
Druk op de softkeys "Variabele" en "Aantal 000123" als u een aantal met een vast aantal cijfers en voorafgaande nullen wilt graveren.
De formaattekst <######,_E_PART[0]> wordt ingevoegd en u keert met de softkey-balk terug naar het gravureveld.
Leg het aantal cijfers vast door het aantal dummies (#) in het gravureveld aan te passen.
Als het aangegeven aantal cijfers (bijv. ## ) niet volstaat om het aantal werkstukken aan te geven, verhoogt ShopMill het aantal cijfers automatisch.
- OF - Variabele >
Aantal
123 Druk op de softkeys "Variabele" en "Aantal 123" als u een aantal
zonder voorafgaande nullen wilt invoeren.
De formaattekst <#,_E_PART[0]> wordt ingevoegd en u keert met de softkey-balk terug naar het gravureveld.
Leg het aantal cijfers vast door het aantal dummies in het gravureveld aan te passen.
Als het aangegeven aantal cijfers (bijv. 123) niet volstaat om het aantal werkstukken aan te geven, verhoogt ShopMill het aantal cijfers automatisch.
Als u bijv. na een onderbreking de productie van werkstukken met een doorlopend nummer wilt voortzetten, voert u een additieve waarde in. Het aangegeven aantal wordt dan met deze waarde vermeerderd.
Variabel getal invoeren Variabele >
Getal
123.456 Druk op de softkeys "Variabele" en "Getal 123.456" als u een
willekeurig getal in een bepaald formaat wilt graveren.
De formaattekst <#.###,_VAR_NUM> wordt ingevoegd en u keert met de softkey-balk terug naar het gravureveld.
3 Programmeren met ShopMill 01/2008 3.8 Frezen
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 3-298 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
Leg met behulp van de dummies #.### vast in welk formaat het onder _VAR_NUM gedefinieerde getal moet worden gegraveerd.
Als u onder _VAR_NUM bijvoorbeeld 12.35 heeft opgeslagen, heeft u de volgende mogelijkheden om de variabele te formateren.
Invoer Uitgave Betekenis <#,_VAR_NUM> 12 Cijfers voor de komma niet
geformateerd, geen cijfers na de komma
<####,_VAR_NUM> 0012 4 cijfers voor de komma, voorafgaande nullen, geen cijfers na de komma
< #,_VAR_NUM> 12 4 cijfers voor de komma, voorafgaande spaties, geen cijfers na de komma
<#.,_VAR_NUM> 12.35 Cijfers voor en na de komma niet geformateerd
<#.#,_VAR_NUM> 12.4 Cijfers voor de komma niet geformateerd, 1 cijfer na de komma (afgerond)
<#.##,_VAR_NUM> 12.35 Cijfers voor de komma niet geformateerd, 2 cijfers na de komma (afgerond)
<#.####,_VAR_NUM> 12.3500 Cijfers voor de komma niet geformateerd, 4 cijfers na de komma (afgerond)
Als de plaats voor het decimaalpunt niet volstaat voor de weergave
van het ingevoerde getal, dan wordt deze automatisch uitgebreid. Als het aangegeven aantal cijfers groter is dan het te graveren getal, wordt het formaat automatisch opgevuld met een aantal voorafgaande en nakomende nullen. Voor de formatering voor het decimaalpunt kunt u ook spaties gebruiken.
In plaats van _VAR_NUM kunt u ook een willekeurige andere getalvariabele gebruiken (bijv. R0).
3 01/2008 Programmeren met ShopMill3.8 Frezen
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 3-299
Variabele tekst invoeren Variabele >
Variabele
tekst Druk op de softkeys "Variabele" en "Variabele tekst" als u de te
graveren tekst (max. 200 tekens) uit een variabele wilt overnemen.
De formaattekst "Text,_VAR_TEXT> wordt ingevoegd en u keert met de softkey-balk terug naar het gravureveld.
U kunt i.p.v. _VAR_TEXT ook een willekeurige andere tekstvariabele gebruiken.
Tekst wissen Tekst
wissen > Druk op de softkey "Tekst wissen" als u de volledige tekst wilt
wissen.
De formaattekst voor de variabelen wordt altijd ingevoegd op de
actuele cursorpositie.
De softkeys "Kleine letters", "Speciale tekens", "Variabele" en
"Tekst wissen" ziet u alleen als u de cursor in het invoerveld voor de gravuretekst plaatst.
Parameter Beschrijving Eenheid
T, D, F, S, V Zie hfdst. "Programmablokken aanmaken".
Uitrichting aan lijn
Tekst uitrichten op een lijn
Tekst uitrichten op een cirkelboog
Tekst uitrichten op een cirkelboog
Referentiepunt Positie van het referentiepunt in de tekst
Gravuretekst maximaal 91 tekens
X0 R Y0 α0 Z0 Z1 FZ W DX1 DX2 α1 α2 XM YM
Referentiepunt in de X-richting (abs) Referentiepunt lengte polair (alternatief voor X0) – (alleen bij gebogen uitrichting) Referentiepunt in de Y-richting (abs) Referentiepunt hoek polair (alternatief voor Y0) – (alleen bij gebogen uitrichting) Referentiepunt in de Z-richting (abs) Bewerkingsdiepte (abs of inc) Voedingsbeweging diepte Tekenhoogte Tekenafstand Totale breedte (alternatief voor DX1) – (alleen bij lineaire uitrichting) Tekstrichting (alleen bij lineaire uitrichting) Openingshoek (alternatief voor DX1) – (alleen bij gebogen uitrichting) Middelpunt cirkelboog (abs) – (alleen bij gebogen uitrichting) Middelpunt cirkelboog (abs) – (alleen bij gebogen uitrichting)
mm mm mm graden mm mm mm/min mm/tandmm mm mm graden graden mm mm
3 Programmeren met ShopMill 01/2008 3.9 Meten
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 3-300 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
3.9 Meten
3.9.1 Werkstuknulpunt meten
Als u binnen een programma het nulpunt van het werkstuk d.m.v. een elektronische meettaster wilt bepalen, gebruikt u de functie "Nulpunt werkstuk".
Als u bijvoorbeeld meerdere werkstukken wenst te maken, kan bij het inspannen van het volgende werktuig op de schroefbank een verschil tussen het oude en het nieuwe werkstuknulpunt ontstaan. Hiet nieuwe nulpunt kunt u dan door het uitmeten van de werkstukranden bepalen en in een nulpuntverschuiving of een GUD opslaan.
werkstuk
Y
X
meettaster
opspanning opinspaninrichting
misaanpassing
X0 nieuwX0 oud
Werkstukopspanning met misaanpassing t.o.v. de vorige werkstukopspanning
Zelfs als u meerdere opgespannen werkstukken parallel wenst te bewerken, kunt u eerst het nulpunt voor ieder werkstuk bepalen.
Y
X
Meettaster
werkstuk 1
werkstuk 2 werkstuk 4
werkstuk 3
Meerdere werkstukopspanningen
Om het nulpunt van het werkstuk binnen een programma te bepalen, kunt u uitsluitend elektronische meettasters gebruiken. Deze moet u eerst kalibreren (zie hfdst. "Elektronisch meetwerktuig kalibreren"). In het werktuigbeheer moeten de meettasters altijd van het type 3D-taster zijn.
3 01/2008 Programmeren met ShopMill3.9 Meten
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 3-301
Bij de automatische meetprocedure wordt de meettaster eerst met ijlgang naar de aanlooppositie verplaatst en vervolgens met meetvoeding naar de werkstukrand en terug. De meetvoeding ist vastgelegd in een machinegegevenseenheid.
Neem de instructies van de machinefabrikant in acht.
Het werkstuknulpunt wordt rekening houdend met de werktuigradius berekend en in een nulpuntverschuiving opgeslagen.
Plaats een elektronische meettaster in de spil (zie hfdst.
"Werktuig, correctiewaarde en spiltoerental programmeren").
Nulpunt Werkst. >
Druk op de softkeys "Diversen" en "Nulpunt werkst.".
X ...
Z
Bepaal via softkey in welke asrichting u het werkstuk eerst wilt benaderen.
Voer de waarden voor de afzonderlijke parameters in.
Druk op de softkey "Toepassen".
Herhaal de procedure voor de beide andere assen.
Parameter Beschrijving Eenheid
T Werktuig van het 3D-tastertype
X Y Z
Aanlooppositie in de X-richting (abs.) Aanlooppositie in de Y-richting (abs.) Aanlooppositie in de Z-richting (abs.)
mm mm mm
Nulptv Nulpuntverschuiving, waarin het nulpunt van het werkstuk moet worden opgeslagen.• Basis-nulpuntverschuiving • Nulpuntverschuiving (de waarden worden in de grofverschuiving opgeslagen en
de voorhanden waarden worden in de fijnverschuiving gewist.) • GUD-gegevens (u kunt het meetresultaat bijv. voor andere berekeningen
(tolerantietests, etc.) in de GUD E_MEAS opvragen.)
Aanloop-richting
+: de meettaster beweegt in plusrichting naar het werkstuk toe –: de meettaster beweegt in minrichting naar het werkstuk toe Bij de aanlooppositie in de Z-richting valt deze parameter weg, aangezien alleen in een negatieve richting naar het werkstuk kan worden gelopen!
X0, Y0, Z0 Gewenste positie van de werkstukkant mm
3 Programmeren met ShopMill 01/2008 3.9 Meten
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 3-302 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
3.9.2 Werktuig meten
Als u tijdens het bewerken van het werkstuk de werktuigslijtage wenst te controleren, gebruikt u de functie "Meten werktuig".
De werktuigen kunt u binnen een programma alleen met een
elektronische meettaster meten, die u eerst moet kalibreren.
Bij het meten kunt u een zijdelingse resp. lengteaanpassing V in acht nemen. Als het langste punt zich niet helemaal buiten aan het werktuig bevindt resp. het breedste punt niet helemaal onderaan aan het werktuig, kunt u dit verschil in de aanpassing opslaan.
Lengteaanpassing
Zijdelingse aanpassing
Uit de bekende posities van het werktuigdragerreferentiepunt, de meettaster en de werktuigcorrectiegegevens berekent ShopMill dan de werktuigslijtagegegevens. De slijtagewaarden worden automatisch in de slijtagelijst ingevoerd en bij de evt. reeds voorhanden waarden geteld.
Als de slijtage groter dan de maximaal toelaatbare werktuigslijtage ΔL resp. ΔR is, wordt het werktuig vervangen en geblokkeerd. Als er geenzusterwerktuig voorhanden is, wordt de bewerking onderbroken.
Tijdens de meetcyclus beweegt het werktuig automatisch met meetvoeding naar de meettaster toe. Vervolgens beweegt het werktuig eerst naar het terugtrekvlak en dan terug naar het werktuigwisselpunt. Afhankelijk van het werktuigtype en de meetwijze (radius/lengte meten) meet ShopMill automatisch met draaiende of stilstaande spil.
De radius wordt altijd met in omgekeerde richting draaiende spil gemeten.
3 01/2008 Programmeren met ShopMill3.9 Meten
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 3-303
De lengte van een werktuig wordt met stilstaande spil gemeten. Als de diameter van de te meten frees echter groter is dan de diameter van de meettaster, wordt met draaiende spil in omgekeerde richting gemeten. Het werktuig wordt dan niet in het midden boven de meettaster maar met de buitenste rand van het werktuig boven het middelpunt van de meettaster geplaatst.
Beweeg het werktuig ongeveer boven het midden van het
meetvlak van de meettaster (zie hfdst. "Rechte of cirkelvormige baanbewegingen").
Meten
werktuig
Druk op de softkeys "Diversen" en "Meten werktuig".
Lengte meten -of-
Radius meten
Kies via de softkey, of u de radius of de lengte van het werktuig wenst te meten.
Parameter Beschrijving Eenheid
T te meten werktuig
D snijkantnummer van het werktuig
V zijdelingse aanpassing (indien noodzakelijk) – alleen bij lengte meten lengteaanpassing (indien noodzakelijk) – alleen bij radius meten
mm mm
ΔL max. toelaatbare slijtagewaarde (zie werktuiggegevensblad van de werktuigproducent) – alleen bij lengte meten
mm
ΔR max. toelaatbare slijtagewaarde (zie werktuiggegevensblad van de werktuigproducent) – alleen bij radius meten
mm
3 Programmeren met ShopMill 01/2008 3.9 Meten
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 3-304 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
3.9.3 Meettaster afstemmen
Als u uw werktuigen met behulp van een meettaster wilt meten, moet u eerst de positie van de meettaster op de machinetafel bepalen t.o.v. het machinenulpunt. Deze positiebepaling kunt u binnen een programma (zie verder) of reeds tijdens de voorbereiding uitvoeren (zie hfdst. "Bediening" "Meettaster afstemmen").
Om de meettaster af te stemmen, moet u een kalibreerwerktuig van
het type frees gebruiken. De lengte en de radius/de diameter van het werktuig moet u vooraf in de werktuiglijst registreren.
De kalibreerprocedure verloopt automatisch met meetvoeding. De afstandsmaten tussen machinenulpunt en meettaster worden bepaald en in een intern databereik opgeslagen.
Vervang het kalibreerwerktuig (zie hfdst. "Werktuig,
correctiewaarde en spiltoerental programmeren").
Beweeg het kalibreerwerktuig ongeveer boven het midden van het meetvlak van de meettaster (zie hfdst. "Rechte of cirkelvormige baanbewegingen").
Meten
werktuig
Druk op de softkeys "Diversen" en "Meten werktuig".
Taster afstemmen
Druk op de softkey "Taster afstemmen".
Kies, of u alleen de lengte of de lengte en de diameter van de taster wenst af te stemmen.
3 01/2008 Programmeren met ShopMill3.10 Verschillende functies
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 3-305
3.10 Verschillende functies
3.10.1 Subprogramma oproepen
Indien u dezelfde bewerkingsstappen nodig hebt bij het programmeren van verschillende werkstukken, kunt u deze bewerkingsstappen als eigen subprogramma definiëren. Dit subprogramma kunt u dan in willekeurige programma's oproepen. Daardoor valt voor u het meervoudige programmeren van dezelfde bewerkingsstappen weg.
ShopMill onderscheidt niet tussen hoofd- en subprogramma's. D.w.z.
dat u een "normaal" arbeidsstappen- of G-code-programma in een ander arbeidsstappenprogramma kunt oproepen als subprogramma. In het subprogramma kunt u anderzijds ook een subprogramma oproepen. De maximale nestdiepte bedraagt 8 subprogramma's. Binnen aaneengeschakelde blokken kunt u geen subprogramma invoegen.
Als u een arbeidsstappenprogramma wilt oproepen als subprogramma, moet het programma vooraf al eens berekend zijn (programma in bedrijfsmodus Machine Auto laden of simuleren). Bij G-code-subprogramma's is dit niet noodzakelijk.
Het subprogramma moet altijd in het NCK-werkgeheugen (in een eigen diretory "XYZ" of in de directories "ShopMill", "Delenprogramma's", "Subprogramma's") opgeslagen zijn.
Indien u een subprogramma wenst op te roepen dat zich op een andere diskdrive bevindt, kunt u hiervoor de G-code-commando "EXTCALL" gebruiken.
Voorbeeld: programma "Form25_1.mpf" op de CompactFlash Card van de ShopMill-versie op NCU (HMI Embedded) oproepen: EXTCALL "C:\FORM25_1.MPF"
Bedenk dat ShopMill bij het oproepen van het subprogramma de
instellingen uit de programmakop van het subprogramma evalueert. Deze instellingen blijven ook na het beëindigen van het subprogramma actief. Als u de instellingen uit de programmakop van het hoofdprogramma opnieuw wilt activeren, kunt u in het hoofdprogramma na de start van het subprogramma de gewenste instellingen opnieuw uitvoeren (zie hfdst. "Programma-instellingen wijzigen").
3 Programmeren met ShopMill 01/2008 3.10 Verschillende functies
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 3-306 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
Creëer een ShopMill- of G-code-programma dat u als subprogramma in een ander programma wenst op te roepen.
Plaats de cursor op het arbeidsplan van het hoofdprogramma op het programmablok waarna u het subprogramma wilt oproepen.
Sub-
programma
Druk op de softkeys "Diversen" en "Subprogramma".
Geef het pad van het subprogramma aan als het gewenste
subprogramma niet in dezelfde directory ligt als het hoofdprogramma.
Directory Aan te geven pad ShopMill ShopMill Eigen directory XYZ XYZ Delenprogramma's MPF Subprogramma's SPF Voer de naam van het subprogramma in dat u wenst in te voegen.
De extensie (*.mpf of *.spf) hoeft u alleen mee aan te geven als het subprogramma niet de extensie heeft die ingesteld is voor de directory waarin het subprogramma zich bevindt.
Directory Ingesteld extensie ShopMill *.mpf Eigen directory XYZ *.mpf Delenprogramma's *.mpf Subprogramma's *.spf Het subprogramma wordt dan ook op positiepatronen uit gevoerd.
Druk op de softkey "Toepassen".
De oproep van het subprogramma wordt in het hoofdprogramma ingevoegd.
3 01/2008 Programmeren met ShopMill3.10 Verschillende functies
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 3-307
Subprogramma oproepen
3.10.2 Programmablokken herhalen
Als bij het bewerken van een werkstuk bepaalde stappen meervoudig worden uitgevoerd, dan is het voldoende als u deze bewerkingsstap-pen slechts eenmaal programmeert. ShopMill biedt u de mogelijkheid programmablokken te herhalen.
De programmablokken die u wenst te herhalen, moet u met een
begin- en een eindmerk markeren. Deze programmablokken kunt u dan tot 9999 keer toe binnen een programma weer oproepen. De markeringen moeten eenduidige, d.w.z. verschillende namen krijgen. Er mogen geen in het NCK gebruikte namen worden toegekend.
U kunt ook achteraf merken en herhalingen plaatsen, maar niet binnen aaneengschakelde programmablokken.
3 Programmeren met ShopMill 01/2008 3.10 Verschillende functies
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 3-308 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
Bovendien hebt u ook de mogelijkheid één en hetzelfde merk als eindmerk van voorafgaande programmablokken en als startmerk voor navolgende programmablokken te gebruiken.
startmerkteken
eindmerkteken
herhaling
kam er
V ersc h u iv in g
S c a le r in g
H e rh a lin g
Program m aeinde
f r e e s
Programmablokken herhalen
Merk
zetten >
Druk op de softkeys "Diversen" en "Merk zetten".
Voer een naam in.
Druk op de softkey "Toepassen".
Achter het actuele blok wordt een startmerk ingevoegd.
Voer de programmablokken in die u later wenst te herhalen.
Merk
zetten >
Druk op de softkeys "Diversen" en "Merk zetten".
Voer een naam in.
Druk op de softkey "Toepassen".
Achter het actuele blok wordt een eindmerk ingevoegd.
Ga met de programmering door tot daar, waar de programmablokken moeten worden herhaald.
Her-
haling >
Druk op de softkeys "Diversen" en "Herhaling".
Voer de namen van het start- en eindmerk in evenals het aantal herhalingen.
Druk op de softkey "Toepassen".
De gemarkeerde programmablokken worden herhaald.
3 01/2008 Programmeren met ShopMill3.10 Verschillende functies
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 3-309
3.10.3 Programma-instellingen veranderen
Alle in de programmakop vastgelegde parameters, uitgenomen de maateenheid, kunt u op willekeurige plaatsen in het programma veranderen.
De instellingen in de programmakop zijn zelfhoudend, d.w.z. ze zijn
zolang actief tot ze veranderd worden.
Definieer bijv. in het arbeidsstappenprogramma een nieuwe uitgangsdeel als u tijdens de simulatie het zichtbare fragment wilt veranderen.
Dit is nuttig bij de functies nulpuntverschuivingen,
coördinatentransformaties, cilindermanteltransformaties en zwenken. Programmeer eerst de bovengenoemde functie en leg dan een nieuw basisdeel vast.
Instel-
lingen >
Druk op de softkeys "Diversen" en "Instellingen".
Voer de gewenste parameter in. Een beschrijving van de parameters vindt u in hfdst. "Nieuw programma aanleggen".
Druk op de softkey "Toepassen".
De nieuwe instellingen voor het programma worden overgenomen.
3.10.4 Nulpuntverschuivingen oproepen
Nulpuntverschuivingen (G54 enz.) kunt u uit ieder programma oproepen. Deze verschuivingen kunt u bijv. gebruiken als u met één en hetzelfde programma werkstukken met verschillende basisdeelafmetingen wenst te bewerken. De verschuiving past het werkstuknulpunt dan aan voor het nieuwe basisdeel.
3 Programmeren met ShopMill 01/2008 3.10 Verschillende functies
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 3-310 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
Y
X
Y
X
Y
X
Y
XNPV1
NPV2
NPV3
M
M
Nulpuntverschuiving in de X- en de Y-richting
De nulpuntverschuivingen definieert u in de nulpuntverschuivingslijst
(zie hfdst. "Nulpuntverschuivingen definiëren"). Daar kunt u ook de coördinaten van de gekozen verschuiving bekijken.
Transfor- maties >
Nulpunt versch. >
Druk op de softkeys "Diversen", "Transformaties" en "Nulpunt versch.".
Kies één van de nulpuntverschuivingen of de basisverschuiving.
- OF -
Voer de gewenste verschuiving direct in het invoerveld in.
- OF -
Nulpunt versch. >
Druk op de softkey "Nulpunt versch.".
De nulpuntverschuivingslijst wordt geopend.
- EN -
Kies een nulpuntverschuiving.
- EN -
in het programma
Druk op de softkey "in het programma".
De nulpuntverschuiving wordt in het parameterscherm overgenomen.
Als u de nulpuntverschuivingen wenst te deselecteren, gelieve de basisverschuiving te kiezen of een nul in het veld in te voeren.
3 01/2008 Programmeren met ShopMill3.10 Verschillende functies
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 3-311
3.10.5 Coördinatentransformaties definiëren
Om het programmeren te vergemakkelijken, kunt u het coördinatensysteem transformeren. Gebruik deze mogelijkheid bijv. om het coördinatensysteem te draaien.
Coördinatensystemen zijn alleen geldig in het actuele programma.
Ze kunnen een verschuiving, rotatie, scalering of spiegeling definiëren. U kunt telkens tussen een nieuwe of een additieve coördinatentransformatie kiezen. Bij een nieuwe coördinatentransformatie worden alle vooraf gedefinieerde coördinatentransformaties gedeselecteerd. Een additieve coördinatentransformatie werkt bijkomend tot de actueel gekozen coördinatentransformaties.
• Verschuiving U kunt voor iedere as een verschuiving van het nulpunt programmeren.
Verschuiving nieuw
Verschuiving additief
• Rotatie U kunt iedere as om een bepaalde hoek draaien. Een positieve hoek stemt overeen met een draaiing tegen de wijzers van de klok in.
Rotatie nieuw Rotatie additief
3 Programmeren met ShopMill 01/2008 3.10 Verschillende functies
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 3-312 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
• Scalering Voor het actieve bewerkingsvlak evenals voor de werktuigas kunt u een maatstaffactor invoeren. De geprogrammeerde coördinaten worden dan met deze factor vermenigvuldigd.
Bedenk dat de scalering altijd betrekking heeft op het nulpunt van het werkstuk. Als u bijvoorbeeld een kamer wenst te vergroten waarvan het middelpunt niet met het nulpunt overeenstemt, wordt het middelpunt van de kamer bij de scalering verschoven.
Scalering nieuw
Scalering additief
verschuiving
additief
Scal
erin
g
rotatieadditief
addi
tief
Verschuiving, rotatie en scalering • Spiegelen
Bovendien is het mogelijk alle assen te spiegelen. Geef telkens de as aan die moet worden gespiegeld.
Bedenk dat bij een spiegeling ook de verplaatsingsrichting van de
frees (tegenloop/gelijkloop) wordt gespiegeld.
3 01/2008 Programmeren met ShopMill3.10 Verschillende functies
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 3-313
Spiegeling nieuw
Spiegeling additief
X
Y
spiegeling van de X-as
Spiegeling van de X-as
Transfor- maties >
Druk op de softkeys "Diversen" en "Transformaties".
Verschui- ving >
Spiege- ling >
Kies met de softkey de coördinatentransformaties.
Kies, of u een nieuwe of een additieve coördinatentransformatie wenst te programmeren.
Voer de gewenste coördinaten in.
3 Programmeren met ShopMill 01/2008 3.10 Verschillende functies
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 3-314 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
3.10.6 Cilindermanteltransformatie
Functie
De cilindermanteltransformatie wordt benodigd voor het bewerken van• langsgroeven aan cilindrische lichamen, • dwarsgroeven aan cilindrische lichamen, • willekeurig verlopende groeven aan cilindrische lichamen.
De functie cilindermanteltransformatie is een software-optie.
Het verloop van de groeven wordt met betrekking op het afgewikkelde, vlakke cilindermanteloppervlak geprogrammeerd. De programmering kan over een rechte/cirkel, boor- of freescycli of contour frezen (vrije contourprogrammering) gebeuren.
X
Z
Y
De cilindermanteltransformatie bestaat in twee versies: • Groefwandcorrectie uit • Groefwandcorrectie aan (alleen baanfrezen)
Groefwandcorrectie uit Bij een uitgeschakelde
groefwandcorrectie worden er willekeurig verlopende groeven met parallelle wanden gemaakt als de werktuigdiameter gelijk met de groefbreedte is.
De groefwanden zijn niet parallel als de groefbreedte groter dan de werktuigdiameter is.
langssleuf dwarssleuf
sleufwandcorrectie uit
Voor de bewerking wordt de contour van de groef geprogrammeerd.
3 01/2008 Programmeren met ShopMill3.10 Verschillende functies
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 3-315
Groefwandcorrectie aan Bij een ingeschakelde groefwandcorrectie worden er groeven gemaakt met parallelle wanden, zelfs als de groefbreedte groter dan de werktuigdiameter is.
parallel begrensdelangssleuf,sleufwandcorrectie aan
Voor de bewerking mag niet de contour van de groef geprogrammeerd worden maar de imaginaire middelpuntbaan van een in de groef bewegende bout, waarbij de bout langs elke wand moet bewegen. De groefbreedte wordt door de parameter D bepaald. (zie ook hfsdt. "Voorbeeld 5: Groefwandcorrectie".)
Programmering De principiële handelswijze bij de programmering ziet er als volgt uit:
1. Nulpuntverschuiving voor cilindermanteltransformatie kiezen (bijv. het nulpunt op het middelpunt van het voorvlak van de cilinder verschuiven)
2. Y-as positioneren (de Y-as moet voor de cilindermantel-transformatie worden gepositioneerd, daar deze na de transformatie andes wordt gedefinieerd)
3. Cilindermanteltransformatie inschakelen 4. Nulpuntverschuiving voor bewerking op afgewikkelde
cilindermantel kiezen (bijv. nulpunt op het nulpunt van de werkstuktekening verschuiven)
5. Bewerking programmeren (bijv. contour invoeren en baanfrezen) 6. Cilindermanteltransformatie uitschakelen
De simulatie van de geprogrammeerde cilindermanteltransformatie wordt alleen als mantelafwikkeling afgebeeld.
De voor het kiezen van de cilindermanteltransformatie actieve nulpuntverschuivingen zijn na het deselecteren van de functie niet meer actief.
Transfor- maties >
Cilinder- mantel >
Druk op de softkeys "Diversen", "Transformaties" en "Cilindermantel".
3 Programmeren met ShopMill 01/2008 3.10 Verschillende functies
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 3-316 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
Parameter Beschrijving Eenheid
Transformatie Cilindermanteltransformatie in-/uitschakelen (zie ook het volgende voorbeeld)
∅ Cilinderdiameter (alleen bij transformatie aan) mm
Groefwandcorr. Groefwandcorrectie in-/uitschakelen (alleen bij transformatie aan)
D Misaanpassing geprogammeerde baan (alleen bij groefwandcorrectie aan)
mm
Uitbreidingen voor vrije contourprogrammering
Algemeen Bij contouren (bijv. groeven) op een cilinder worden dikwijls hoekgegevens voor de lengtes in de omvangrichting van het cilindermantelvlak (bijv. Y-as) aangegeven.
Daarvoor bestaan er enkele uitbreidingen in de vrije contourprogrammering onder de functie "contour frezen".
Afhankelijk van de gekozen as (selectie gebeurt via indicatie-machinedatum) kunt u de lengte als hoekgegeven invoeren.
Startpunt In het scherm met de selectie van het startpunt kan bijkomend de functie cilindermanteltransformatie via de softkey "Alternat." in- resp. uitgeschakeld worden Bij een ingeschakelde functie wordt u de diameter ∅ van de cilinder aangeboden.
Contourelementen
De schermen "Rechte horizontaal/verticaal/diagonaal" en "Cirkelboog" worden bij een ingeschakelde cilindermanteltransformatie afhankelijk van de as en het desbetreffende element met de hoekparameter Xα, Iα resp. Yα, Jα uitgebreid.
Aanwijzingen In de grafiek worden de afmetingen van de afwikkeling in mm aangegeven.
3 01/2008 Programmeren met ShopMill3.10 Verschillende functies
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 3-317
3.10.7 Zwenken
Met behulp van zwenkkoppen of zwenktafels kunt u schuine vlakken produceren of bewerken.
Daarbij hoeft u niet de zwenkassen van de machine (A, B, C) te
programmeren. U kunt direct de draaiingen rond de geometrieassen (X, Y, Z) van het werkstukcoördinatensysteem aangeven, zoals beschreven op de werkstuktekening. De draaiing van het werkstukcoördinatensysteem in het programma wordt dan bij de bewerking van het werkstuk automatisch omgerekendin draaiingen van de desbetreffende zwenkassen van de machine.
U kunt alternatief ook direct de zwenkassen van de machine programmeren en een bij deze zwenkasposities passend coördinatensystem laten aanmaken. Het aangemaakte coördinatensysteem is afhankelijk van de kinematica van uw machine. Een hiermee gegenereerd programma kan in de regel niet zonder wijzigingen worden gebruikt op een andere machine.
De zwenkassen worden daarbij altijd zo gedraaid dat het bewerkingsvlak bij de volgende bewerking verticaal op de werktuigas staat. Tijdens de bewerking staat het bewerkingsvlak dan vast.
Bij het zwenken van het coördinatensysteem wordt de voordien gezette nulpuntverschuiving automatisch voor de gezwenkte toestand omgerekend.
De principiële handelswijze bij de programmering gaat als volgt:
1. Coördinatensysteem in het te bewerken vlak zwenken. 2. Bewerking zoals gewoonlijk in het X-/Y-vlak programmeren. 3. Coördinatensysteem weer terugzwenken.
Bij de beweging naar de geprogrammeerde bewerking in het gezwenkte vlak kunnen in ongunstige omstandigheden de software-eindschakelaars worden geschonden. Boven het terugtrekvlak beweegt ShopMill in zo'n geval langs de software-eindschakelaars. Bij een schending onder het terugtrekvlak wordt het programma om veiligheidsredenen met een Alarm gestopt. Om dit te verhinderen, kunt u voor het zwenken bijv. het werktuig zo dicht mogelijk in het X/Y-vlak aan het startpunt van de bewerking brengen of het terugtrekniveau dichter aan het werkstuk definiëren.
In een gezwenkt vlak is de functie "Nulpunt werkstuk" actief, maar niet de functie "Meten werktuig". In de reset-toestand en ook na het Power-On blijven de gezwenkte coördinaten behouden. D.w.z. dat u dan bijv. nog door terugtrekking in +Z-richting een schuin gat kunt verlaten.
Neem de instructies van de machinefabrikant in acht.
3 Programmeren met ShopMill 01/2008 3.10 Verschillende functies
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 3-318 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
Hierna worden de belangrijkste parameters voor het zwenken verklaard:
Vrijlopen Voor het zwenken van de assen kunt u het werktuig naar een veilige vrijmaakpositie bewegen. Welke vrijmaakvarianten ter beschikking staan, wordt vastgelegd bij de inbedrijfstelling van de zwenkdataset in de parameter "Vrijmaakpositie". De bevrijdingsmodus is modaal actief. Bij een werktuigwissel of na een blokzoekprocedure wordt de laatste ingestelde bevrijdingsmodus ingesteld.
Neem de instructies van de machinefabrikant in acht.
Waarschuwing
U moet de bevrijdingspositie zo kiezen dat bij het zwenken geen botsing kan optreden tussen werktuig en werkstuk.
Zwenken Leg vast of u het coördinatensysteem wilt draaien, bijv. om een bijkomende zwenking uit te voeren op het nieuwe coördinatensysteem, of werkelijk de zwenkassen wilt verplaatsen. Als u in het gezwenkte vlak een bewerking wenst uit te voeren, moeten ook de zwenkassen worden bewogen.
Zwenk-variant Het zwenken kan asgewijs, via de ruimtehoek, de projectiehoek of direct gebeuren. Welke zwenk-varianten ter beschikking staan, wordt door de machineproducent bij het inrichten van de functie "Zwenken" bepaald.
Neem de instructies van de machinefabrikant in acht.
• Bij asgewijze zwenking wordt het coördinatensysteem stap voor stap rond de verschillende assen gedraaid, waarbij elke draaiing aansluit bij de vorige. De volgorde van de assen kan vrij worden gekozen.
• Bij het zwenken over een ruimtehoek wordt eerst om de Z-as en dan rond de Y-as gedraaid. De tweede draaiing zet op de eerste op.
• Bij het zwenken over een projectiehoek wordt eerste gelijktijdig om 2 assen gedraaid, d.w.z. er kunnen 2 hoeken gelijktijdig beschouwd worden. De derde draaiing bouwt dan op de twee eerste op. De assen kunnen vrij worden gekozen. Deze variant wordt bijvoorbeeld bij schuine boringen gebruikt, waarvan de hoeken in de zijaanzichten van de werkstuktekening gedimensioneerd zijn. De zijaanzichten stemmen dan overeen met het niet gedraaide coördinatensysteem.
3 01/2008 Programmeren met ShopMill3.10 Verschillende functies
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 3-319
• Bij het zwenken worden de gewenste posities van de ronde assen aangegeven. ShopMill berekent daaruit een geschikt nieuwe coördinatensysteem. De werktuigas wordt in Z-richting uitgericht. De richting van de X- en Y-as kan worden bepaald door het verplaatsen van de assen. Door het draaien van het coördinatensysteem rond de Z-as kan de richting aangepast worden.
De telkens positieve draairichting bij de verschillende zwenk-varianten vindt u in de help-schermen.
Richting Bij zwenksystemen met 2 draaiassen kan een bepaald vlak evt. op twee verschillende manieren worden bereikt. In de parameter "Richting" kan tussen de twee verschillende posities worden gekozen. +/- stemt hierbij overeen met de grotere of kleinere waarde van een draaias. Dit kan uitwerkingen op de arbeidsruimte hebben. Voor welke draaias de beide posities kunnen worden gekozen, wordt vastgelegd bij de inbedrijfstelling van de zwenkdataset in de parameter "Richting".
Neem de instructies van de machinefabrikant in acht.
Als één van de twee posities om mechanische redenen niet kan worden bereikt, wordt automatisch de alternatieve positie gekozen, onafhankelijk van de instelling in de parameter "Richting".
Werktuigtop vasthouden Om botsingen te vermijden, kunt u met behulp van de 5-astransformatie (software-optie) de positie van de werktuigpuntbij het zwenken behouden. Deze functie moet bij het instellen van de functie "Zwenken" in de parameter "Nasporen WT" vrijgegeven worden.
Neem de instructies van de machinefabrikant in acht.
Transfor- maties >
Zwenken >
Druk op de softkeys "Diversen", "Transformaties" en "Zwenken".
Basis- positie
Druk op de softkey "Basispositie" als u wilt terugkeren naar de basistoestand, d.w.z. de waarden op 0 wilt zetten. Deze functie kunt u bijv. gebruiken als u het coördinatensysteem opnieuw naar de oorspronkelijke positie wilt zwenken.
Parameter Beschrijving Eenheid
TC Naam van de zwenkgegevensset 0: Zwenkkop verwijderen, zwenkgegevensset deselecteren geen invoer: Geen verandering van het ingestelde zwenkgegevensrecord
T Werktuigbenaming
3 Programmeren met ShopMill 01/2008 3.10 Verschillende functies
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 3-320 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
Vrijlopen neen: Werktuig voor het zwenken niet terugtrekken Z: Werktuigas voor het zwenken naar vrijmaakpositie bewegen Z, X, Y: Bewerkingsassen voor het zwenken naar vrijmaakpositie bewegen Werkt. max: Werktuig in werktuigrichting terugtrekken tot aan de softwareeindschakelaar Werkt. inc: Werktuig in werktuigrichting terugtrekken tot op de ingevoerde incrementele waarde
Zwenken ja: rekenen en zwenken (coördinatensysteem zwenken en zwenkassen bewegen) neen: alleen rekenen, niet zwenken (alleen coördinatensysteem zwenken, de zwenkassen niet bewegen)
Transformatie Zwenken additief of nieuw
X0 Referentiepunt voor de draaiing mm
Y0 Referentiepunt voor de draaiing mm
Z0 Referentiepunt voor de draaiing mm
Zwenk- variant
As per as: coördinatensysteem as per as zwenken Ruimtehoek: zwenken via ruimtehoek Projectiehoek: zwenken via projectiehoek Direct: ronde assen direct positioneren
X Ashoek (zwenken aswijze) de volgorde van de assen graden
Y Ashoek (zwenken aswijze) kan met "Alternatief" willekeurig graden
Z Ashoek (zwenken aswijze) verwisseld worden graden
α Draaiingshoek op het XY-vlak om de Z-as (zwenken over een ruimtehoek) graden
β Draaiingshoek in de ruimte om de Y-as (zwenken over een ruimtehoek) graden
Xα Ashoek (zwenken over een projecteerhoek) de volgorde van de assen graden
Yα Ashoek (zwenken over een projecteerhoek) kan met "Alternatief" willekeurig graden
Zβ Ashoek (zwenken over een projecteerhoek) verwisseld worden graden
B Hoek ronde as 1 (direct zwenken) graden
C Hoek ronde as 2 (direct zwenken) graden
WZ Rotatie van het coördinatensysteem rond de werktuigas (direct zwenken) graden
X1 Nieuw nulpunt van het gedraaide vlak mm
Y1 Nieuw nulpunt van het gedraaide vlak mm
Z1 Nieuw nulpunt van het gedraaide vlak mm
Richting Voorkeurdraairichting bij 2 alternatieven +: grotere hoek van de as op de schaal van de zwenkkop/-tafel -: kleinere hoek van de as op de schaal van de zwenkkop/-tafel
Werktuigtop vasthouden
Nasporen: De positie van de werktuigtop wordt tijdens het zwenken behouden. Niet nasporen: De positie van de werktuigtop verandert zich tijdens het zwenken.
3 01/2008 Programmeren met ShopMill3.10 Verschillende functies
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 3-321
De verschuivingen voor (X0, Y0, Z0) resp. achter (X1, Y1, Z1) het zwenken kunnen door andere additieve transformaties worden aangevuld (zie hfdst. "Nulpuntverschuivingen").
Programmeervoorbeeld Aan een kubus moet een hoek afgeschuind worden. Als bewerkings-
vlak wordt het schuine oppervlak als volgt gedefinieerd:
• Bij het asgewijze zwenken en het zwenken via de ruimtehoek wordt eerst het coördinatenkruis in het XY-vlak zo gedraaid dat de bovenste rand van het schuine vlak van de kubus parallel verloopt met de X-as (rond Z-as 45° draaien resp. α=45°). Dan wordt het coördinatenkruis gekanteld, zodat het schuine vlak van de kubus in het XY-vlak ligt (rond Y-as -54,736° draaien resp. β=54,736°).
• Bij het zwenken over een projecteerhoek worden de X- en de Y-as om 45° gedraaid, zodat het schuine vlak van de kubus in het XY-vlak ligt. Dan wordt de Z-as 30° gedraaid, zodat de X-as door het middelpunt van het schuine vlak (nulpunt van het gedraaide vlak) verloopt.
Met zwenkkop bewerkt werkstuk
3 Programmeren met ShopMill 01/2008 3.10 Verschillende functies
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 3-322 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
FREESneen
nieuw
ZwenkenSupertafel
Vrijmaken:Zwenken:
Projectiehoek
Richting:navoeren
Zwenken (aswijze) Zwenken (ruimtehoek) Zwenken (projecteerhoek)
3 01/2008 Programmeren met ShopMill3.10 Verschillende functies
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 3-323
3.10.8 Bijkomende functies
Tussen de afzonderlijke bewerkingsstappen kunt u o.a. de spil nieuw positioneren, het koelmiddel inschakelen of de bewerking stoppen.
De volgende functies staan ter beschikking:
• Spil Spildraairichting resp. spilpositie bepalen (zie hfdst. "Spil manueel starten, stoppen en positioneren")
• Aandrijvingstrap Aandrijvingstrap instellen, als de machine over een aandrijving beschikt
Neem de instructies van de machinefabrikant in acht.
• Andere M-functies Machinefuncties, zoals bijv. "Deur sluiten", die door de machineproducent bijkomend ter beschikking worden gesteld
Neem de instructies van de machinefabrikant in acht.
• Koelmiddel Koelmiddel 1/2 in-/uitschakelen
• WT spec. fct. 1 tot 4 Werktuigspecifieke functies 1 tot 4 selecteren, die door de machinefabrikant extra ter beschikking worden gesteld.
Neem de instructies van de machinefabrikant in acht.
• Stilstandtijd Periode, waarna het bewerken aan de machine wordt voortgezet
• Geprogrammeerde stop Bewerking aan de machine stoppen, als ook de softkey "Programm. Halt" actief is (zie hfdst. "Programmabeïnvloeding").
• Stop Bewerking aan de machine stoppen
Machine
funct.
Druk op de softkeys "Rechte lijn Cirkel" en "Machinefunct.".
Voer de gewenste parameter in.
Druk op de softkey "Toepassen".
3 Programmeren met ShopMill 01/2008 3.11 G-code invoegen in arbeidsstappenprogramma
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 3-324 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
3.11 G-code invoegen in arbeidsstappenprogramma Binnen een arbeidsstappenprogramma heeft u de mogelijkheid
G-code-blokken te programmeren. Bovendien kunt u commentaren invoegen als verklaring van het programma.
Bij het uitvoeren van arbeidsstappenprogramma's met ingevoegde G-code-blokken worden deze niet gecontroleerd. Als u bijv. het G-code-blok G18 voor de vlakselectie in een arbeidsstappenprogramma heeft ingevoegd, dan wordt hiermee geen rekening gehouden.
Een precieze beschrijving van de G-code-blokken volgens DIN 66025
vindt u in:
Literatuur: /PG/, Programmeerhandboek grondbeginselen SINUMERIK 840D/840Di/840D sl /PGA/, Programmeerhandboek werkvoorbereiding SINUMERIK 840D/840Di/840D sl
Voor de programmakop, na het programma-einde en binnen aaneengeschakelde programmablokken kunt u geen G-code-blokken maken.
ShopMill toont de G-code-blokken niet in de programmeergrafiek.
Voeding Na elke ShopMill-cyclus (boren, frezen, contourfrezen) is altijd de voedingswijze G94 (mm/min) actief, onafhankelijk van de voedingswijze die in de ShopMill-cyclus werd geprogrammeerd. De voedingswaarde F is na een ShopMill-cyclus alleen actief als in de ShopMill-cyclus G94 werd geprogrammeerd.
Wij adviseren echter algemeen in eerste G-code-blok na een ShopMill-cyclus altijd de voedingswijze (G94 of G95) en de voedingswaarde (F) te programmeren, zodat geen onverwachte bewegingen optreden.
FOR-lus
Als u in het arbeidsstappenprogramma een FOR-lus wilt programmeren, kunt u de globale gebruikersvariabelen (GUD7) _E_COUNTER [0] tot _E_COUNTER [9] van het type INT gebruiken.
3 01/2008 Programmeren met ShopMill3.11 G-code invoegen in arbeidsstappenprogramma
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 3-325
Voorbeeld voor een lusprogrammering (sinus-baan)
Geprogrammeerde sinus-baan in grafische weergave
Plaats de cursor in het arbeidsplan van een
arbeidsstappenprogramma op het programmablok waarna u een G-code-blok wilt invoegen.
Druk op de toets "Input".
Voer de gewenste G-code-commando's of commentaar in. Het commentaar moet altijd met een kommapunt (;) beginnen.
3 Programmeren met ShopMill 01/2008 3.11 G-code invoegen in arbeidsstappenprogramma
3
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 3-326 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
Het nieuw gemaakte G-code-blok wordt met een "G" voor het bloknummer in het arbeidsplan gekenmerkt.
Programmaeinde
;Programma met G-code
G-code in arbeidsstappenprogramma
4 01/2008 Programmeren met G-Code 4
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 4-327
Programmeren met G-Code 4.1 G-code-programma creëren ................................................................................... 4-328
4.2 G-code-programma uitvoeren................................................................................. 4-331
4.3 G-code-editor .......................................................................................................... 4-333
4.4 Rekenparameters ................................................................................................... 4-337
4.5 ISO-dialecten .......................................................................................................... 4-338
4 Programmeren met G-Code 01/2008 4.1 G-code-programma creëren
4
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 4-328 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
4.1 G-code-programma creëren Als u een programma niet met ShopMill-functies wenst te
programmeren, kunt u ook een G-code-programma met G-code-commando's binnen het Shop-Mill-bedieningsoppervlak creëren.
U kunt een G-code-commando volgens DIN 66025 programmeren.
Bovendien bieden de parameterschermen een ondersteuning bij het meten en bij het programmeren van contouren, boor- en frees-cycli. Uit de afzonderlijke schermen wordt dan G-code gemaakt die u ook weer in de schermen kunt terugcompileren. De meetcycli-ondersteuning moet door de machinefabrikant worden ingesteld.
Neem de instructies van de machinefabrikant in acht.
Een precieze beschrijving van de G-code-commando's volgens DIN 66025, van de cycli en de meetcycli vindt u in: Literatuur: /PG/, Programmeerhandboek grondbeginselen SINUMERIK 840D/840Di/840D sl /PGA/, Programmeerhandboek werkvoorbereiding SINUMERIK 840D/840Di/840D sl /PGZ/, Programmeerhandboek cycli SINUMERIK 840D/840Di/840D sl /BNM/, Programmeerhandboek meetcycli SINUMERIK 840D/840Di/840D sl
Als u bij de PCU 50.3 (HMI Advanced) meer informatie wenst over bepaalde G-code-commando's of cyclusparameters, kunt u de contextgevoelige on-line-hulp oproepen.
Een precieze beschrijving van de on line-hulp vindt u in: Literatuur: /BAD/, Bedieningshandboek HMI-Advanced SINUMERIK 840D/840Di/840D sl
G-code-programma
aanleggen
Druk op de softkey "Programma".
Kies de directory, waarin u een nieuw programma wenst aan te leggen.
Nieuw >
G-Code programma
Druk op de softkeys "Nieuw" en "G-code programma".
Voer een programmanaam in. De programmanaam mag max. 24 tekens bevatten. Toegelaten zijn alle letters (behalve umlauten), cijfers en liggende streepjes (_). ShopMill vervangt automatisch kleine letters door hoofdletters.
4 01/2008 Programmeren met G-Code4.1 G-code-programma creëren
4
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 4-329
-of-
Druk op de softkey "OK" of de toets "Input".
De G-code-editor wordt geopend.
Voer de gewenste G-code-commando's in.
Werktuig oproepen Andere >
Werktuigen
Druk op de softkeys "Andere" en "Werktuigen" als u een werktuig
uit de werktuiglijst wenst te kiezen.
- EN -
Plaats de cursor op het werktuig dat u voor de bewerking wilt gebruiken.
- EN -
in het programma
Druk op de softkey "in het programma".
Het gekozen werktuig wordt in de G-code-editor overgenommen. Aan de actuele cursorpositie in de G-code-editor verschijnt bijv. de volgende tekst: T="FREES30"
In tegenstelling tot de arbeidsstappenprogrammering worden bij de oproep van het werktuig niet automatisch de in het werktuigbeheer opgeslagen instellingen actief. D.w.z. dat u naast het werktuig nog de werktuigwissel (M6), de spildraairichting (M3/M4), het spiltoerental (S...), het koelmiddel (M7/M8) en evt. andere werktuigspecifieke functies moet programmeren.
Voorbeeld: ...
T="FREES30" ;werktuig oproepen M6 ;werktuig wisselen M7 M3 S2000 ;koelmiddel en spil inschakelen ...
Cycli-ondersteuning Contour
... Frezen
Kies via de softkey, of u een ondersteuning voor het
programmeren van contouren, boor- of freescycli wenst.
Contour maken ...
Kies via de softkey de gewenste cyclus.
Voer de parameters in.
OK
Druk op de softkey "OK".
De cyclus wordt als G-code in de editor overgenomen.
4 Programmeren met G-Code 01/2008 4.1 G-code-programma creëren
4
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 4-330 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
Plaats de cursor in de G-code-editor op een cyclus als u het bijbehorende parameterscherm opnieuw wilt openen.
Terug-compileren
Druk op de softkey "Terugcompileren".
Het parameterscherm van de gekozen cyclus verschijnt.
Als u uit een parameterscherm direct weer naar de G-code-editor wenst te schakelen, drukt u op de softkey "Edit".
Meetcycli-ondersteuning
Ga naar de uitgebreide horizontale softkey-balk.
Meten frezen
Druk op de softkey "Meten frezen".
Meettast. kalibr. ...
Kies met de softkey toets de gewenste meetcyclus.
Voer de parameters in.
OK
Druk op de softkey "OK".
De meetcyclus wordt als G-code in de editor overgenomen.
Plaats de cursor in de G-code-editor op een meetcyclus als u het bijbehorende parameterscherm opnieuw wilt openen.
Terug-compileren
Druk op de softkey "Terugcompileren".
Het parameterscherm van de gekozen meetcyclus verschijnt.
Als u uit een parameterscherm direct weer naar de G-code-editor wenst te schakelen, drukt u op de softkey "Edit".
Online-help (PCU 50.3,
HMI Advanced)
Plaats de cursor in de G-code-editor op een G-code-commando of in een parameterscherm van de cyclus-ondersteuning op een invoerveld.
Druk op de toets "Help".
De telkens bijbehorende hulp verschijnt.
4 01/2008 Programmeren met G-Code4.2 G-code-programma uitvoeren
4
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 4-331
4.2 G-code-programma uitvoeren Bij het uitvoeren van een programma wordt het werkstuk
overeenkomstig de programmering aan de machine bewerkt. Na de programmastart in het automatische bedrijf loopt de werkstukbewerking dan automatisch af. U kunt wel het programma altijd stoppen en vervolgens de bewerking weer opnemen.
Om op een eenvoudige manier het resultaat van de programmering te controleren, zonder de machine-assen te bewegen, kunt u de uitvoering van het programma op het beeldscherm grafisch simuleren.Gedetailleerdere informatie m.b.t. simulatie vindt u in het hfdst. "Simulatie".
De volgende voorwaarden moeten voor het uitvoeren van een
programma aan de machine vervuld zijn: • Het meetsysteem van de besturing is gesynchroniseerd met de
machine. • Er bestaat een in G-code gecreëerd programma. • De noodzakelijke werktuigcorrecties en nulpuntverschuivingen
werden ingevoerd. • De noodzakelijke veiligheidsblokkeringen van de
machineproducent zijn geactiveerd.
Bij de uitvoering van een G-code-programma staan dezelfde functies ter beschikking als bij de uitvoering van een arbeidsstappenprogramma (zie hfdst. "Werkstuk bewerken").
G-code-programma
simuleren
-of-
Druk op de softkey "Programma" of de toets "Program Manager".
Plaats de cursor op het gewenste G-code-programma.
-of-
Druk op de toets "Input" of "Cursor rechts".
Het programma wordt in de G-code-editor geopend.
Druk op de softkey "Simulatie".
De volledige uitvoering van het programma wordt grafisch op het beeldscherm afgebeeld.
Als u uit de simulatie direct weer naar de G-code-editor wenst te schakelen, drukt u op de softkey "Edit".
4 Programmeren met G-Code 01/2008 4.2 G-code-programma uitvoeren
4
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 4-332 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
G-code-programma uitvoeren
-of-
Druk op de softkey "Programma" of de toets "Program Manager".
- EN -
Plaats de cursor op het gewenste G-code-programma.
- EN -
Af- werken
Druk op de softkey "Afwerken".
- OF -
Druk op de softkey "Afwerken" als u zich momenteel in het bedieningsbereik "Programma" bevindt.
ShopMill schakelt automatisch op de bedrijfsmodus "Machine Auto" en laadt het G-code-programma.
Cycle Start
Druk op de toets "Cycle Start".
De uitvoering van het G-code-programma aan de machine wordt gestart.
4 01/2008 Programmeren met G-Code4.3 G-code-editor
4
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 4-333
4.3 G-code-editor Als u de volgorde van de programmablokken binnen een G-code-
programma verandert, G-codes wist of van het ene programma in het andere wenst te kopiëren, gebruik dan de G-code-editor.
Als u een G-code in een programma wenst te veranderen dat u juist
uitvoert, kunt u alleen de G-code-blokken veranderen die nog niet uitgevoerd. Deze blokken worden bijzonder geaccentueerd.
De volgende functies staan u in de G-code-editor ter beschikking: • Markeren
U kunt een willekeurige G-code markeren. • Kopiëren/Invoegen
G-code kunt u binnen een programma of tussen verschillende programma's kopiëren en invoegen.
• Uitknippen U kunt een willekeurige G-code uitknippen en daarmee wissen. De G-code blijft echter in het werkgeheugen, zodat u de G-code op een andere plaats opnieuw kunt invoegen.
• Zoeken/Vervangen In een G-code-programma kunt u naar een willekeurige tekenreeks zoeken en deze door een andere vervangen.
• Naar het begin/einde In het G-code-programma kunt u gemakkelijk naar het begin resp. einde springen
• Nummereren Als u een nieuw of gekopieerd G-blok tussen twee bestaande G-Code-blokken invoegt, kent ShopMill automatisch een nieuw bloknummer toe. Dit bloknummer kan hoger zijn als het bloknummer in het volgende blok. Met de functie "Hernummeren" kunt u de G-Code-blokken opnieuw in stijgende volgorde nummeren.
4 Programmeren met G-Code 01/2008 4.3 G-code-editor
4
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 4-334 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
Als u een G-code-programma creëert of opent, bevindt u zich automatisch in de G-code-editor.
G-code markeren
Plaats de cursor op het punt in het programma waar de markering moet beginnen.
Markeren
Druk op de softkey "Markeren".
Plaats de cursor op het punt in het programma waar de markering moet eindigen.
De G-code wordt gemarkeerd.
G-code kopiëren
Markeer de G-code die u wenst te kopiëren.
Kopiëren
Druk op de softkey "Kopiëren".
De G-code wordt in het tussengeheugen opgeslagen en blijft daar ook als naar een ander programma wordt gewisseld.
G-code invoegen
Kopieer de G-code die u wenst in te voegen.
Invoegen
Druk op de softkey "Invoegen".
De gekopieerde G-code wordt uit het tussengeheugen voor de cursorpositie in de tekst ingevoegd.
G-code knippen
Markeer de G-code die u wenst uit te knippen.
Knippen
Druk op de softkey "Knippen".
De gemarkeerde G-code wordt verwijderd en in het tussengeheugen opgeslagen.
4 01/2008 Programmeren met G-Code4.3 G-code-editor
4
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 4-335
G-code zoeken
Zoeken >
Druk op de softkey "Zoeken".
Er verschijnt een nieuwe verticale lijn met softkeys.
Geef de tekenreeks aan die u wenst te zoeken.
Druk op de softkey "OK".
Het G-code-programma wordt voorwaarts naar de tekenreeks doorzocht. De gevonden tekenreeks wordt in de editor door de cursor gemarkeerd.
Verder zoeken
Druk op de softkey "Verder zoeken" als u het zoeken wenst voort te zetten.
De volgende gevonden tekenreeks wordt getoond.
G-code zoeken en vervangen
Zoeken >
Druk op de softkey "Zoeken".
Er verschijnt een nieuwe verticale lijn met softkeys.
Zoeken/ Vervangen
Druk op de softkey "Zoeken/Vervangen".
Voer de tekenreeks in die u wenst te zoeken en de tekens die u in plaats daarvan wenst in te voegen.
Druk op de softkey "OK".
Het G-code-programma wordt voorwaarts naar de tekenreeks doorzocht. De gevonden tekenreeks wordt in de editor door de cursor gemarkeerd.
Alle vervangen
Druk op de softkey "Alle vervangen" als u de gezochte tekenreeks in het volledige G-code-programma wenst de vervangen.
- OF -
Verder zoeken
Druk op de softkey "Verder zoeken" als u het zoeken wenst voort te zetten zonder de gezochte tekenreeks te vervangen.
- OF -
Vervangen
Druk op de softkey "Vervangen" als u de gezochte tekenreeks op deze plaats in het G-code-programma wenst te vervangen.
4 Programmeren met G-Code 01/2008 4.3 G-code-editor
4
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 4-336 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
Naar het begin/einde springen
Andere > naar het
begin naar het
einde
Druk op de softkeys "Andere" en "naar het begin" resp. "naar het einde".
Het begin resp. het einde van het G-code-programma verschijnt.
G-code-blokken hernummeren
Andere >
Opnieuw nummeren>
Druk op de softkeys "Andere" en "Opnieuw nummeren".
Voer het nummer van het eerste blok en de stapbreedte van de bloknummers (bijv. 1, 5, 10) in.
Druk op de softkey "Toepassen".
De blokken worden opnieuw genummerd. U kunt de nummering opnieuw opheffen als u voor het bloknummer of de stapbreedte 0 invoert.
4 01/2008 Programmeren met G-Code4.4 Rekenparameters
4
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 4-337
4.4 Rekenparameters Rekenparameters (R-parameters) zijn variabelen die u binnen een
G-code-programma kunt gebruiken. De R-parameters kunnen door G-code-programma's worden gelezen of geschreven. Aan R-parameters die gelezen worden, kunt u in de R-parameterlijst een waarde toewijzen.
Het invoeren en wissen van R-parameters kan via de sleutelschakelaar geblokkeerd zijn.
R-parameter tonen
-of-
Druk op de softkey "Werkt. nulp." of de toets "Offset".
Druk op de softkey "R-parameter".
De R-parameterlijst wordt geopend.
R-parameter zoeken
Zoeken >
Druk op de softkey "Zoeken".
Voer het gezochte parameter-nummer in.
Druk op de softkey "Toepassen".
De gezochte parameter wordt getoond.
R-parameter veranderen
Plaats de cursor op het invoerveld van de parameter die u wilt wijzigen.
Voer de nieuwe waarde in.
De nieuwe waarde van de parameter wordt direct overgenomen.
R-parameter wissen
Plaats de cursor op het invoerveld van de parameter waarvan u de waarde wilt wissen.
Druk op de toets "Backspace".
De waarde van de parameter wordt gewist.
4 Programmeren met G-Code 01/2008 4.5 ISO-dialecten
4
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 4-338 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
4.5 ISO-dialecten Als onder ShopMill ISO-dialecten ingesteld zijn, kunt u ook
ISO-dialectprogramma's opmaken en uitvoeren.
Neem de instructies van de machinefabrikant in acht.
ISO-dialectprogramma's zijn geen programma's die met de Siemens-G-code worden gecreëerd. Zie hfdst. "G-code-programma creëren".
5 01/2008 Simulatie 5
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 5-339
Simulatie 5.1 Algemeen................................................................................................................ 5-340
5.2 Programma in standaardsimulatie starten/annuleren............................................. 5-341
5.3 Afbeelding in bovenaanzicht ................................................................................... 5-343
5.4 Afbeelding in het 3-vlakkenaanzicht ....................................................................... 5-344
5.5 Fragment vergroten ................................................................................................ 5-345
5.6 Driedimensionale weergave.................................................................................... 5-346 5.6.1 Positie van het fragment veranderen...................................................................... 5-347 5.6.2 Werkstuk doorsnijden ............................................................................................. 5-348
5.7 Snelweergave voor vormenbouw starten/annuleren .............................................. 5-349
5.8 Weergaven in snelaanzicht..................................................................................... 5-349
5.9 Werkstukgrafiek aanpassen en verschuiven .......................................................... 5-351
5.10 Afstandsmeting ....................................................................................................... 5-352
5.11 Zoekfunctie.............................................................................................................. 5-353
5.12 Delenprogrammablokken bewerken ....................................................................... 5-354 5.12.1 G-blokken selecteren .............................................................................................. 5-354 5.12.2 G-code-programma bewerken................................................................................ 5-355
5 Simulatie 01/2008 5.1 Algemeen
5
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 5-340 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
5.1 Algemeen ShopMill biedt simulaties van verschillende omvang en detailniveau
aan voor de weergave van de bewerkingsbanen.
Neem de instructies van de machinefabrikant in acht.
Standaardsimulatie
In de simulatie wordt het actuele programma volledig berekend en het resultaat grafisch afgebeeld.
De volgende afbeeldingstypes van de simulatie kunt u kiezen:
• Bovenaanzicht • 3-vlakkenaanzicht • Volumemodel
De simulatie gebruikt hiervoor de juiste proporties van de werktuigen en de werkstukprofielen. Cilindrische matrijsfrezen, kegelschijffrezen, kegelschijffrezen met hoekverronding en conische matrijsfrezen worden hierbij als schachtfrezen afgebeeld.
De verplaatsingstrajecten van de werktuigen worden in kleur weergegeven: Rode lijn = werktuig beweegt in ijlgang Groene lijn = werktuig beweegt in bewerkingsvoeding
In alle aanzichten loopt tijdens de grafische afwerking een klok mee. De aangegeven bewerkingstijd (in uren/minuten/seconden) stemt ongeveer overeen met de tijd die het programma nodig heeft als het aan de machine wordt afgewerkt (incl. werktuigwissel). Bij programmaonderbrekingen tijdens het meetekenen stopt de klok.
Verder worden nog de actuele ascoördinaten, de override en het actueel uitgevoerde programmablok aangegeven. Bij de simulatie worden bovendien nog het actieve werktuig met snijkantnummer en de voeding aangegeven.
Transformaties Transformaties worden bij de simulatie resp. bij het meetekenen op verschillende manieren weergegeven: • Coördinatentransformaties (verschuiving, scalering, ...) worden
overeenkomstig de programmering aangegeven. • Cilindermanteltransformaties worden als afgewikkeld vlak
weergegeven. • Na een transformatie Zwenken worden de tot nu toe uitgevoerde
bewerkingen in de grafiek gewist, alleen de bewerkingen in het gezwenkte vlak worden aangegeven (blikrichting loodrecht op het gezwenkte vlak).
• Nulpuntverschuivingen (G54, ...) hebben in de grafische weergave geen verandering van het nulpunt tot gevolg. D.w.z. dat de bewerkingen van afzonderlijke werkstukken bij meervoudige opspanningen boven elkaar worden getekend.
5 01/2008 Simulatie5.2 Programma in standaardsimulatie starten/annuleren
5
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 5-341
Als u een ander fragment van het werkstuk wilt weergeven dan ShopMill aangeeft, kunt u in het programma een nieuw basisdeel definiëren (zie hfdst. "Programmainstellingen wijzigen").
Snelweergave voor vormenbouw
Voor grote delenprogramma's is een snelle weergave van de verplaatsingsbanen mogelijk. Bij deze grafische snelweergave worden alle geprogrammeerde posities (ook uit nulpuntverschuivingen) als uit G1 resulterende asbanen weergegeven.
Neem de instructies van de machinefabrikant in acht. De snelweergave voor vormbouw staat alleen voor PCU 50.3
(HMI Advanced) ter beschikking.
5.2 Programma in standaardsimulatie starten/annuleren Simulatie starten
Voorwaarde Het gewenste programma • Arbeidsstappenprogramma of • G-code-programma werd gekozen en bevindt zich in de programma-editor.
Standaard
Druk op de softkeys "Simulatie" en "Standaard".
Details
Single block
Druk op de softkeys "Details" en "Single block" als u het programma blok per blok wilt afwerken.
De afwerking van het programma wordt grafisch op het beeldscherm afgebeeld. De machineassen bewegen daarbij niet.
Bij arbeidsstappenprogramma's worden de afmetingen van het basisdeel voor de simulatie uit de programmakop genomen.
Als in het programma een subprogramma wordt opgeroepen, evalueert ShopMill de programmakop van het subprogramma en dus wordt ook het daar gedefinieerde basisdeel bij de grafische afbeelding gebruikt. Ook na afloop van het subprogramma blijven de instellingen uit de programmakop van het subprogramma werkzaam. Indien u het basisdeel van het hoofdprogramma wenst te behouden, dan wist u de basisdeelgegevens in de programmakop van het subprogramma.
Bij G-code-programma's moet u de afmetingen van het basisdeel resp. van het gewenste fragment zelf aangeven.
5 Simulatie 01/2008 5.2 Programma in standaardsimulatie starten/annuleren
5
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 5-342 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
Details
Instel- lingen
Druk bij G-code-programma's op de softkeys "Details" en "Instellingen" en voer de gewenste afmetingen in (zie ook hfdst. "Nieuw programma aanleggen; basisdeel definiëren").
De afmetingen worden voor de simulatie van het volgende G-code-programma opgeslagen. Als u de parameter basisdeel op "uit" zet, worden de gegevens gewist.
Tijdens de simulatie is ook de voedings-override actief. 0%: De simulatie stopt. ≥ 100%: Het programma wordt zo snel mogelijk afgewerkt. De voedings-override voor de simulatie moeten via een machinegegevensbouwsteen worden geactiveerd.
Neem de instructies van de machinefabrikant in acht.
Simulatie stoppen
Druk op de softkey "Stop".
De simulatie wordt gestopt.
Simulatie annuleren
Druk op de softkey "Reset".
De simulatie wordt geannuleerd en de onbewerkte basisdeelvorm van het werkstuk verschijnt opnieuw.
Simulatie opnieuw starten
Druk op de softkey "Start".
De simulatie wordt opnieuw gestart.
Simulatie afsluiten Einde
Druk op de softkey "Einde".
Het arbeidsplan resp. de programmeergrafiek van het programma verschijnen opnieuw.
5 01/2008 Simulatie5.3 Afbeelding in bovenaanzicht
5
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 5-343
5.3 Afbeelding in bovenaanzicht Onder deze softkey wordt het werkstuk in bovenaanzicht
weergegeven. Een diepte-afbeelding geeft het actuele diepteniveau weer, waarin de bewerking zich momentaan bevindt. Voor de diepte-afbeelding van deze grafiek geldt: "hoe dieper, hoe donkerder".
Bovenaanzicht tonen
Boven-aanzicht
Druk op de softkey "Bovenaanzicht".
Het bovenaanzicht van het actuele werkstuk verschijnt. Voorbeeld van een werkstuk in bovenaanzicht:
5 Simulatie 01/2008 5.4 Afbeelding in het 3-vlakkenaanzicht
5
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 5-344 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
5.4 Afbeelding in het 3-vlakkenaanzicht
De afbeelding gebeurt in het bovenaanzicht met 2 doorsneden, zoals bij een technische tekening. Bij de afbeelding in 3 vlakken staan er functies voor een fragment-vergroting ter beschikking.
3-vlakkenaanzicht tonen
Druk op de softkey "3-vlakkenaanzicht".
Het 3-vlakkenaanzicht van het actuele werkstuk verschijnt. Voorbeeld van een werkstuk in 3-vlakkenaanzicht:
Doorsneden verschuiven Met de ligging van het draadkruis in het bovenaanzicht verkrijgt u de doorsnede in het zijaanzicht.
De doorsneden kunnen in de 3-vlakken-afbeelding willekeurig worden verschoven. Hiermee kunt u verdekte profielen zichtbaar maken.
Druk op een cursortoets als u de doorsnede in het y-vlak wilt verschuiven.
- OF -
Druk op een cursortoets als u de doorsnede in de x-as wilt verschuiven.
- OF -
Druk op de toets "Page Down" resp. "Page Up" als u de doorsnede in het z-vlak wilt verschuiven.
5 01/2008 Simulatie5.5 Fragment vergroten
5
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 5-345
5.5 Fragment vergroten Functies voor een gedetailleerdere weergave van het werkstuk zijn
beschikbaar in het
• bovenaanzicht en in de • 3-vlakkenafbeelding
aangeboden.
Details
Druk op de softkey "Details".
- EN - Zoom
+ of
+
Druk op de softkey "Zoom +" of druk op de toets "+" als u het aangegeven fragment wilt vergroten.
- OF - Zoom
- of
Druk op de softkey "Zoom -" of druk op de toets "-" als u het aangegeven fragment wilt verkleinen.
- OF - Auto
Zoom Druk op de softkey "Auto Zoom" als u het fragment automatisch
op venstergrootte wilt brengen.
- OF - Naar
oorsprong Druk op de softkey "Naar oorsprong " als u wilt terugkeren naar
de oorspronkelijke grootte van het fragment.
- OF -
Druk op een cursortoets als u het fragment naar rechts, naar links, omhoog of omlaag wilt verschuiven.
5 Simulatie 01/2008 5.6 Driedimensionale weergave
5
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 5-346 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
5.6 Driedimensionale weergave Het werkstuk wordt ruimtelijk als volumemodel weergegeven.
De simulatie voert de actuele bewerkingsstand uit. Aan het volumemodel kunt u verdekte profielen en aanzichten afbeelden, door • de positie om de verticale as te veranderen • het volumemodel op de gewenste plaats open te snijden.
Volumemodel
Druk op "Volumemodel".
Het volumemodel van het actuele werkstuk verschijnt. Voorbeeld van een volumemodel:
5 01/2008 Simulatie5.6 Driedimensionale weergave
5
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 5-347
5.6.1 Positie van het fragment veranderen
Het volumemodel kan vanuit verschillende aanzichten worden weergegeven.
Details
Druk op de softkey "Details".
- EN -
Druk op deze softkey als u de linkerkant van het werkstuk van voren wilt bekijken.
- OF -
Druk op deze softkey als u de rechterkant van het werkstuk van voren wilt bekijken.
- OF -
Druk op deze softkey als u de rechterkant van het werkstuk van achteren wilt bekijken.
- OF -
Druk op deze softkey als u de linkerkant van het werkstuk van achteren wilt bekijken.
5 Simulatie 01/2008 5.6 Driedimensionale weergave
5
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 5-348 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
5.6.2 Werkstuk doorsnijden
U kunt het volumemodel doorsnijden en op die manier bepaalde assen laten weergeven.
Voorwaarde: de gewenste werkstukzijde is geselecteerd.
Kies de softkey "Doorsnijden".
Doorsneden verschuiven Om verborgen contouren zichtbaar te maken, verschuift u de snijvlakken met de cursor- en "blader"-toetsen (zie ook hfdst. "Weergave in het 3-vlakkenaanzicht") naar de gewenste positie.
De instelling verschijnt na korte tijd. Voorbeeld van een doorgesneden volumemodel:
5 01/2008 Simulatie5.7 Snelweergave voor vormenbouw starten/annuleren
5
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 5-349
5.7 Snelweergave voor vormenbouw starten/annuleren Simulatie starten
Voorwaarde In de programmamanager is een delenprogramma geselecteerd.
Vormenbouw G1-blokken
Druk op de softkey "Simulatie" en "Vormenbouw G1-blokken".
In de kop van het arbeidsvenster verschijnt een uit 2 regels bestaand fragment van het programma. Het eerste programmablok is gemarkeerd. De opbouw van de werkstukgrafiek begint.
Progressie-indicatie In een meldingsregel onder het gevisualiseerde werkstuk verschijnt
het percentage van het volledige delenprogramma dat reeds weergegeven is in de grafiek.
Simulatie afsluiten Afsluiten
Druk op de softkey "Afsluiten".
U keert terug naar de programmamanager. Een wissel van het bedieningsbereik onderbreekt de opbouw van de
grafiek. Als u terugkeert naar het bedieningsbereik programmamanager, wordt de opbouw voortgezet.
5.8 Weergaven in snelaanzicht U kunt altijd omschakelen tussen 2D- en 3D-weergaven. In het
geselecteerde aanzicht kan het werkstuk in alle richtingen worden gedraaid.
3D-aanzicht kiezen
Druk op de softkey "3D-View".
2D-aanzichten kiezen
Druk op de softkey "X/Y-View".
- OF - Druk op de softkey "X/Z-View".
- OF - Druk op de softkey "Y/Z-View".
Het werkstuk wordt in het gewenste aanzicht gevisualiseerd.
5 Simulatie 01/2008 5.8 Weergaven in snelaanzicht
5
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 5-350 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
Positie in 3D wijzigen U kunt de grafiek telkens in de X, Y of Z-asrichting roteren.
Details
Draaien
Druk op de softkeys "Details" en "Draaien".
omhoog
Druk op de softkey "omhoog".
- OF - omlaag
Druk op de softkey "omlaag".
- OF -
naar links
Druk op de softkey "naar links".
- OF -
naar rechts
Druk op de softkey "naar rechts".
- OF -
Druk op één van de cursortoetsen.
In de hoek onderaan links kunt u aan de hand van het coördinatensysteem de draai-instructies volgen.
Toepassen
Druk op de softkey "Toepassen".
De instructies worden actief en het gevisualiseerde werkstuk wordt getoond in de gewenste asdraaiing.
5 01/2008 Simulatie5.9 Werkstukgrafiek aanpassen en verschuiven
5
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 5-351
5.9 Werkstukgrafiek aanpassen en verschuiven U kunt de grootte van de getoonde grafiek aanpassen aan uw
wensen.
Aanzicht vergroten
Details
Vergroten Verkleinen
Druk op de softkey "Details" en "Vergroten Verkleinen".
Vergroten -of-
+
Druk op de softkey "Vergroten" of druk op de toets "+".
Het fragment van de grafiek wordt vergroot. Aanzicht verkleinen Details
Vergroten Verkleinen
Druk op de softkey "Details" en "Vergroten Verkleinen".
In de verticale softkey-balk verschijnen nieuwe softkeys.
Verkleinen -of-
Druk op de softkey "Verkleinen" of op de toets "-".
Het fragment van de grafiek wordt verkleind. Automatische
beeldgrootte
Details
Vergroten Verkleinen
Druk op de softkey "Details" en "Vergroten Verkleinen".
automat. beeldgrootte
Drk op de softkey "automat. beeldgrootte".
Het fragment van de grafiek wordt aangepast aan de venstergrootte. Bij de automatische aanpassing van de grootte worden de grootste uitzettingen van het werkstuk in de verschillende assen in acht genomen.
5 Simulatie 01/2008 5.10 Afstandsmeting
5
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 5-352 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
Grafiekpositie verschuiven
Details
Ver-schuiven
Druk op de softkey "Details" en "Verschuiven".
omhoog ...
naar rechts
Druk op de softkey "omhoog", "omlaag", "naar links" of "naar rechts".
- OF -
Druk op één van de cursortoetsen.
- OF - Centreren
Druk op de softkey "Centreren".
Het fragment van de grafiek wordt omhoog, omlaag, naar links of naar rechts verschoven resp. in het midden van het scherm uitgericht.
5.10 Afstandsmeting Aan de hand van twee markeringen in de grafische weergave kan de
directe weg (diagonale) tussen twee punten van het werkstuk worden gemeten en aangegeven.
Afstand meten
Details
Afstand
Druk op de softkey "Details" en "Afstand".
Verplaats het assenkruis naar de gewenste plaats.
Markeer punt A
Druk op de softkey "Markeer punt A" om het eerste punt vast te leggen.
Markeer punt B
Plaats de wijzer op het tweede gewenste punt en druk op de softkey "Markeer punt B".
De gekozen punten worden grafisch gemarkeerd. De afstand tussen de beide punten wordt berekend en aangegeven in de meldingsregel onder de grafische weergave.
Herhaal de procedure als u andere afstanden wilt meten.
5 01/2008 Simulatie5.11 Zoekfunctie
5
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 5-353
5.11 Zoekfunctie Met de functie Zoeken heeft u de mogelijkheid naar het blok van een
gemarkeerde positie in de werkstukweergave te springen.
Blok in een grafiek
selecteren
Details
Zoeken
Druk op de softkeys "Details" en "Zoeken".
De muis verandert in een draadkruis.
omhoog ...
naar rechts
-en-
Druk op de softkey "omhoog", "omlaag", "naar links" of "naar rechts" om het draadkruis op de gewenste positie te plaatsen en bevestig het punt met de toets "Input".
- OF -
-en-
Druk op een cursortoets om het draadkruis te positioneren en bevestig het punt met de toets "Input".
- OF - Blok
zoeken Positioneer het draadkruis direct op de gewenste plaats en druk
op de softkey "Blok zoeken".
Het geselecteerde punt wordt in kleur gemarkeerd. Het bij het geselecteerde punt behorende blok wordt gezocht en in het
programmafragment boven de grafische weergave in kleur gemarkeerd.
Het ondermenu Editeren biedt nog een mogelijkheid bepaalde blokken te zoeken.
5 Simulatie 01/2008 5.12 Delenprogrammablokken bewerken
5
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 5-354 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
5.12 Delenprogrammablokken bewerken Bij de snelweergave bevindt u zich automatisch in de G-code-editor.
Het gevisualiseerde programma is geopend. U heeft verschillende mogelijkheden hier het delenprogramma te bewerken.
5.12.1 G-blokken selecteren
U kunt binnen het geopende delenprogramma op verschillende manieren direct of via de zoekfunctie naar het te bewerken blok springen.
Blok zoeken via string
Editeren
Zoeken
Druk op de softkeys "Editeren" en "Zoeken".
Het venster "Zoeken vanaf cursorpositie" wordt geopend.
Voer in het invoerveld "zoeken:" de gewenste tekenreeks in.
Zoeken
Druk op de softkey "Zoeken".
Het zoeken wordt gestart. Als er een passend blok wordt gevonden, wordt dit in het programmafragment in kleur gemarkeerd.
Blok zoeken aan de hand
van bloknummer
Editeren
Ga naar
Druk op de softkeys "Editeren" en "Ga naar".
Het venster "Ga naar ...." wordt geopend.
Ok
Voer in het invoerveld "Bloknummer ..." het gewenste G-blok in en druk op de softkey "Ok".
Het zoeken wordt gestart. Als het passende blok wordt gevonden, wordt dit in het programmafragment aangegeven en gemarkeerd.
Naar het begin/einde
springen
Editeren
Programma- begin
Programma-einde
Druk op de softkeys "Editeren" en "Programmabegin" resp. "Programmaeinde".
In het programmafragment wordt het eerste resp. laatste blok van het geopende delenprogramma in kleur gemarkeerd.
5 01/2008 Simulatie5.12 Delenprogrammablokken bewerken
5
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 5-355
Door het programma scrollen
Plaats de cursor in het programmafragment.
Druk op één van de cursortoetsen.
U beweegt zich omhoog, omlaag, naar links of naar rechts binnen het delenprogramma.
Zoeken annuleren U kunt het zoeken altijd onderbreken. Annuleren
Druk op de softkey "Annuleren".
5.12.2 G-code-programma bewerken
G-blokken veranderen en opslaan
U kunt het geselecteerde blok editieren en vervolgens opslaan.
Editeren
Druk op de softkey "Editeren".
Bewerk het gemarkeerde blok in het programmafragment.
U bevindt zich automatisch in de overschrijfmodus. - OF - Over-
schrijven
Druk op de softkey "Overschrijven".
Invoegen
De softkey verandert nu in "Invoegen". U kunt nu afzonderlijke blokken invoegen.
Bestand opslaan
Druk op de softkey "Bestand opslaan".
Uitgevoerde wijzigingen worden overgenomen in het bestand. De werkstukgrafiek wordt opnieuw opgebouwd.
5 Simulatie 01/2008 5.12 Delenprogrammablokken bewerken
5
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 5-356 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
Voor notities
6 01/2008 Gegevensbeheer 6
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 6-357
Gegevensbeheer 6.1 Programma's beheren met ShopMill....................................................................... 6-358
6.2 Programma's met ShopMill beheren op NCU (HMI-Embedded sl) ........................ 6-359 6.2.1 Programma openen ................................................................................................ 6-361 6.2.2 Programma uitvoeren ............................................................................................. 6-362 6.2.3 Meervoudige opspanning........................................................................................ 6-362 6.2.4 G-code-programma van de netwerk-drive uitvoeren .............................................. 6-365 6.2.5 Nieuewe directory/programma aanleggen.............................................................. 6-366 6.2.6 Meerdere programma's markeren .......................................................................... 6-367 6.2.7 Directory/Programma kopiëren/herbenoemen........................................................ 6-368 6.2.8 Directory/Programma wissen.................................................................................. 6-369 6.2.9 Werktuig-/nulpuntgegevens beveiligen/inlezen ...................................................... 6-370
6.3 Programma's beheren met PCU 50.3 (HMI Advanced).......................................... 6-373 6.3.1 Programma openen ................................................................................................ 6-375 6.3.2 Programma uitvoeren ............................................................................................. 6-376 6.3.3 Meervoudige opspanning........................................................................................ 6-376 6.3.4 Programma laden/ontladen..................................................................................... 6-379 6.3.5 G-code-programma van de harde schijf resp. van diskette-/netwerk-drive uitvoeren ..................................................................... 6-380 6.3.6 Nieuwe directory/programma aanleggen................................................................ 6-381 6.3.7 Meerdere programma's markeren .......................................................................... 6-382 6.3.8 Directory/Programma kopiëren/herbenoemen/verschuiven ................................... 6-383 6.3.9 Directory/Programma wissen.................................................................................. 6-385 6.3.10 Werktuig-/nulpuntgegevens beveiligen/inlezen ...................................................... 6-385
6 Gegevensbeheer 01/2008 6.1 Programma's beheren met ShopMill
6
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 6-358 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
6.1 Programma's beheren met ShopMill Alle programma's voor de werkstukbewerking die u in ShopMill
gecreëerd hebt, worden in het NCK-arbeidsgeheugen opgeslagen. Via de Programmamanager heeft u altijd toegang tot de programma's om deze te laten uitvoeren, te veranderen, te kopiëren of te hernoemen. Programma's die u niet meer nodig hebt, kunt u wissen om de geheugenruimte weer vrij te geven.
Voor het uitwisselen van programma's en gegevens met andere arbeidsplaatsen biedt ShopMill verschillende mogelijkheden:
• eigen harde schijf (alleen PCU 50.3) • CompactFlash Card • diskdrive (alleen PCU 50.3) • USB/netwerkverbinding
In de volgende hoofdstukken vindt u informatie over het programmabeheer van ShopMill op NCU (HMI-Embedded sl) of PCU 50.3 (HMI-Advanced). Ga na op welke versie ShopMill bij u loopt en lees dan het hoofdstuk "Programma's met ShopMill beheren op NCU (HMI-Embedded sl)" of "Programma's beheren met PCU 50.3 (HMI-Advanced)".
6 01/2008 Gegevensbeheer6.2 Programma's met ShopMill beheren op NCU (HMI-Embedded sl)
6
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 6-359
6.2 Programma's met ShopMill beheren op NCU (HMI-Embedded sl) Bij de ShopMill-variant op de NCU (HMI-Embedded sl) worden alle
programma's en gegevens steeds in het NCK-werkgeheugen gehouden. Bovendien kan ook de directory-structuur van een USB-/netwerk-drive of een CF-Card worden aangegeven.
De functies "256 MB gebruikersgeheugen" voor de CompactFlash-Card en "Netwerk-drives beheren" zijn een software-optie.
Gegevensbeheer met ShopMill op NCU (HMI Embedded sl)
Een overzicht van alle directories en programma's vindt u in de Programmamanager.
Programmamanager met ShopMill op NCU (HMI Embedded sl)
Gebruikersinterface ShopMill op NCU (HMI-Embedded sl)
NC-werkgeheugen
Editeren
Editeren
ShopMill-prog.ShopMill-subprog. G-code-prog.
ShopMill-prog.ShopMill-subprog.G-code-prog.
USB-/ netwerk-drive
6 Gegevensbeheer 01/2008 6.2 Programma's met ShopMill beheren op NCU (HMI-Embedded sl)
6
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 6-360 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
In de horizontale lijn met de softkeys kunt u het opslagmedium kiezen, waarvan u de directories en programma's wenst te tonen. Naast de softkey "NC", waarmee de gegevens van het NCK-werkgeheugen kunnen worden aangegeven, kunnen nog 8 andere softkeys bezet zijn. Daar kunt u de directories en programma's van de diskdrive en de netwerk-drives laten tonen:
Neem de instructies van de machinefabrikant in acht. In het overzicht hebben de symbolen in de linkerkolom de volgende
betekenis:
Directory
Programma
Nulpunt-/werktuiggegevens
De directories en programma's worden altijd samen met de volgende informatie gelijst: • Naam
De naam mag maximaal uit 24 tekens bestaan. Bij het overdragen van de gegevens op externe systemen wordt de naam na 8 tekens afgesneden.
• Type Directory: WPD Programma: MPF Nulpunt-/Werktuiggegevens: INI
• Formaat (in byte) • Datum/tijd (van het creëren of van de laatste wijziging)
In de directory "TEMP" bewaart ShopMill de programma's die intern voor het berekenen van de verspaanprocessen worden gemaakt.
Boven de horizontale lijn met de softkeys vindt u gegevens voor de geheugentoewijzing in de NCK.
Meer informatie over de omgang met bestanden, de selectie en de uitvoering van een programma vindt u in:
Literatuur: /BEMsl/, Bedieningshandboek HMI-Embedded sl SINUMERIK 840D sl
6 01/2008 Gegevensbeheer6.2 Programma's met ShopMill beheren op NCU (HMI-Embedded sl)
6
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 6-361
Directory openen
-of-
Druk op de softkey "Programma" of de toets "Program Manager".
Het directory-overzicht verschijnt.
...
Kies met de softkey het opslagmedium.
Plaats de cursor op de directory die u wilt openen.
-of-
Druk op de toets "Input" of "Cursor rechts".
Alle programma's in deze index worden nu getoond.
Terugkeren naar een bovengeschikt directory-niveau
Druk op de toets "cursor links" als de cursor in een willekeurige regel staat.
- OF -
Plaats de cursor op de terugkeerregel.
- EN -
-of-
Druk op de toets "Input" of "Cursor links".
Het bovengeschikte directory-niveau verschijnt.
6.2.1 Programma openen
Als u een programma meer in detail wenst te bekijken of wijzigingen erin wenst uit te voeren, laat dan het arbeidsplan van het programma tonen.
Druk op de softkey "Programma".
Het directory-overzicht verschijnt.
Plaats de cursor op het programma dat u wilt openen.
-of-
Druk op de toets "Input" of "Cursor rechts".
Het gekozen programma wordt in het bedieningsbereik "Programma" geopend. Het arbeidsplan van het programma verschijnt.
6 Gegevensbeheer 01/2008 6.2 Programma's met ShopMill beheren op NCU (HMI-Embedded sl)
6
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 6-362 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
6.2.2 Programma uitvoeren
Alle programma's die in uw systeem opgeslagen zijn, kunt u altijd kiezen om automatisch werkstukken te bewerken.
Open de Programmamanager.
Plaats de cursor op het programma dat u wilt uitvoeren.
Af- werken
Druk op de softkey "Afwerken".
ShopMill schakelt nu om op de bedrijfsmodus "Machine Auto" en laadt het programma.
Cycle Start
Druk vervolgens de toets "Cycle Start".
De bewerking van het werkstuk wordt gestart (zie ook hfdst. "Automatische modus".)
Als het programma reeds in het bedieningsbereik "Programma" geopend is, drukt u op de softkey "Afwerken" om het programma in de bedrijfsmodus "Machine Auto" te laden. Daar start u het bewerken van het werkstuk eveneens met de toets "Cycle Start".
6.2.3 Meervoudige opspanning
De functie "Meervoudige opspanning" zorgt voor het optimeren van de werktuigwissel gedurende meerdere werkstukopspanningen. Daardoor worden de neventijden verkort, daar eerst alle bewerkingen van een werktuig op alle opspanningen worden uitgevoerd, voor de volgende werktuigwissel wordt geactiveerd.
Naast vlakopspanningen kunt u de functie "Meervoudige opspanning"
ook voor roterende spanbruggen inzetten. Hiervoor moet de machine ook over een bijkomende ronde as (bijv. A-as) resp. een deelapparaat beschikken.
Neem de instructies van de machinefabrikant in acht.
U kunt niet alleen dezelfde maar ook verschillende werkstukken met deze functie bewerken.
De functie "Meervoudige opspanning voor verschillende programma's" is een software-optie.
6 01/2008 Gegevensbeheer6.2 Programma's met ShopMill beheren op NCU (HMI-Embedded sl)
6
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 6-363
ShopMill genereert uit meerdere programma's automatisch één enkel programma. De volgorde van het werktuig binnen een programma blijft daarbij behouden. Cycli en subprogramma's worden niet opengebroken, positiepatronen worden gesloten bewerkt.
De afzonderlijke programma's moeten aan de volgende eisen voldoen:
• alleen arbeidsstappenprogramma's (geen G-code-programma's) • programma's moeten uitvoerbaar zijn • programma van de 1ste opspanning moet ingeschoven zijn • geen merken/herhalingen, d.w.z. geen sprongen in het programma• geen inch/metrisch-omschakeling • geen nulpuntverschuivingen • geen coördinatentransformaties (verschuiving, scalering enz.) • contouren moeten duidelijke namen hebben, d.w.z. dezelfde
contournaam mag niet in meerdere programma's worden opgeroepen
• In de ruimcyclus (contour frezen) mag de parameter "Startpunt" niet op "manueel" staan.
• geen zelfhoudende instellingen, d.w.z. instellingen die invloed hebben op alle volgende programmablokken (alleen bij meervoudige opspanning voor verschillende programma's)
• max. 50 contouren per opspanning • max. 49 opspanningen
Merken resp. herhalingen die in de programma's voor de meervoudige opspanning niet mogen worden gebruikt, kunnen door het gebruik van subprogramma's omzeild worden.
Open de Programmamanager.
Andere >
Meervoudi-ge opspan.
Druk op de softkeys "Andere" en "Meervoudige opspan.".
Voer het aantal opspanningen en het nummer van de eerste nulpuntverschuiving in die moet worden gebruikt. De opspanningen worden in stijgende volgorde vanaf de start-nulpuntverschuiving bewerkt. De nulpuntverschuivingen worden in het menu "Werktuig/Nulpuntverschuivingen" gedefinieerd (zie hfdst. "Nulpuntverschuivingen").
Voer een naam voor het nieuwe volledige programma in (XYZ.MPF).
6 Gegevensbeheer 01/2008 6.2 Programma's met ShopMill beheren op NCU (HMI-Embedded sl)
6
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 6-364 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
OK
Druk op de softkey "OK".
Er verschijnt een lijst, waarin de verschillende programma's aan de nulpuntverschuivingen moeten worden toegewezen. Niet aan alle nulpuntverschuivingen, d.w.z. opspanningen, programma's, moeten programma's worden toegewezen, maar minstens aan twee.
Programma selectie
Druk op de softkey "Programma selectie".
Het programma-overzicht verschijnt.
Plaats de cursor op het gewenste programma.
OK
Druk op de softkey "OK".
Het programma wordt in de toewijzingslijst overgenomen.
Herhaal het proces tot aan iedere gewenste nulpuntverschuiving een programma is toegewezen.
Op alle opspan.
Druk op de softkey "Op alle opspan." als hetzelfde programma op alle opspanningen moet worden uitgevoerd. U kunt ook eerst verschillende programma's aan afzonderlijke nulpuntverschuivingen toewijzen en dan aan de resterende nulpuntverschuivingen via de softkey "Op alle opspan." hetzelfde programma toewijzen.
Selectie wissen
Alles wissen
Druk op de softkey "Selectie wissen" of "Alles wissen" als u aftzonderlijkle resp. alle programma's weer wilt verwijderen.
Programma berekenen
Druk op de softkey "Programma berekenen" als de toewijzingslijst volledig is.
Het optimaliseren van de werktuigwissel vindt plaats. Het volledige programma wordt vervolgens opnieuw genummerd en bij de wissel tussen de verschillende opspanningen wrodt telkens het nummer van de actuele opspanning aangegeven. Bijkomend tot het volledige programma (XYZ.MPF) wordt het bestand XYZ_MCD.INI aangelegd, waarin de toewijzing tussen de nulpuntverschuivingen en de programma's opgeslagen is. De beide programma's worden in de directory geplaatst dat daarvoor in de Programmamanager geselecteerd was.
Als u van de toewijzingslijst (zonder "Voortijdig beëindigen" of "Programma's creëren") naar een andere functie wisselt en u later weer de functie "meervoudige opspanning" oproept, verschijnt dezelfde toewijzingslijst weer.
6 01/2008 Gegevensbeheer6.2 Programma's met ShopMill beheren op NCU (HMI-Embedded sl)
6
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 6-365
6.2.4 G-code-programma van de netwerk-drive uitvoeren
Als de capaciteit van uw NCK-werkgeheugen reeds sterk bezet is, kunt u G-code-programma's ook van netwerk-drives laten uitvoeren. Niet het volledige G-code-programma wordt dan voor het uitvoeren in het NCK-geheugen geladen maar alleen een eerste deel ervan. Verdere programmablokken worden dan tijdens het uitvoeren van het eerste deel dan continu nageladen.
Het G-code-programma blijft bij het uitvoeren vooraan opgeslagen.
Arbeidsstappenprogramma's kunt u niet uitvoeren van een netwerk-drive.
Open de Programmamanager.
…
Kies via de softkey de diskette/netwerk-drive.
Plaats de cursor op de directory waarin u een G-code-programma wilt laten uitvoeren.
-of-
Druk op de toets "Input" of "Cursor rechts".
De directory wordt geopend.
Plaats de cursor op het G-code-programma dat u wilt laten uitvoeren.
Andere >
Uitvoeren harde sch.
Druk op de softkeys "Andere" en "Uitvoeren harde sch.".
ShopMill schakelt nu om op de bedrijfsmodus "Machine Auto" en laadt het G-code-programma.
Cycle Start
Druk op de toets "Cycle Start".
De bewerking van het werkstuk wordt gestart (zie ook hfdst. "Automatische modus"). De programma-inhoud wordt tijdens het vorderen van het bewerken continu in het NCK-arbeidsgeheugen nageladen.
6 Gegevensbeheer 01/2008 6.2 Programma's met ShopMill beheren op NCU (HMI-Embedded sl)
6
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 6-366 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
6.2.5 Nieuewe directory/programma aanleggen
Directory-structuren ondersteunen u bij het overzichtelijk beheer van uw programma's en gegevens. Hiervoor kunt u in een directory een willekeurig aantal sub-directories aanleggen. In een sub-directory/directory kunt u weerom programma's aanleggen en vervolgens programmablokken voor deze programma's aanmaken (zie hfdst. "Programmeren met ShopMill"). Het nieuwe programma wordt automatisch opgeslagen in het NCK-werkgeheugen.
Directory aanleggen
Open de Programmamanager.
Nieuw >
Directory
Druk op de softkeys "Nieuw" en "Directory".
Voer een nieuwe directory-naam in.
Druk op de softkey "OK".
De gewenste directory wordt aangelegd.
Programma aanleggen
Open de Programmamanager.
Plaats de cursor op de directory waarin u een nieuw programma wilt aanleggen.
-of-
Druk op de toets "Input" of "Cursor rechts".
Nieuw >
Druk op de softkey "Nieuw".
ShopMill programma
Druk nu op de softkey "ShopMill-programma" als u een arbeidsstappenprogramma wilt aanleggen. (zie hfdst. "Programmeren met ShopMill")
- OF -
G-Code programma
Druk op de softkey "G-code programma" als u een G-code-programma wilt aanleggen. (zie hfdst. "Programmeren met G-code")
6 01/2008 Gegevensbeheer6.2 Programma's met ShopMill beheren op NCU (HMI-Embedded sl)
6
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 6-367
6.2.6 Meerdere programma's markeren
Om later meerdere programma's gelijktijdig te kopiëren, te wissen enz. kunt u meerdere programma's in één keer blokgewijs of afzonderlijk markeren.
Meerdere programma's
blokgewijs markeren
Open de Programmamanager.
Plaats de cursor op het eerste programma dat u wilt markeren.
Markeren
Druk op de softkey "Markeren".
Breid uw programmaselectie uit met de cursortoetsen naar boven of naar beneden.
Het volledige programmablok wordt gemarkeerd.
Meerdere programma's afzonderlijk markeren
Open de Programmamanager.
Plaats de cursor op het eerste programma dat u wilt markeren.
Druk op de toets "Select"
Beweeg dan de cursor naar het volgende programma dat u wenst te kiezen.
Druk opnieuw de toets "Select".
De afzonderlijk gekozen programma's worden gemarkeerd.
6 Gegevensbeheer 01/2008 6.2 Programma's met ShopMill beheren op NCU (HMI-Embedded sl)
6
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 6-368 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
6.2.7 Directory/Programma kopiëren/herbenoemen
Als u een nieuwe directory of programma wilt aanleggen die resp. dat overeenkomsten vertoont met een bestaande directory resp. programma, dan spaart u tijd als u de oude directory resp. het programma kopieert en alleen de desbetreffende programma's resp. programmablokken wijzigt. De mogelijkheid directories en programma's te kopiëren en op een andere plaats weer in te voegen, gebruikt u ook om gegevens via netwerk-drives met andere ShopMill-installaties uit te wisselen. Bovendien kunt u directories op programma's herbenoemen.
U kunt een programma niet herbenoemen als het tegelijkertijd geladen
is in de bedrijfsmodus "Machine Auto".
Directory/Programma
kopiëren
Open de Programmamanager.
Plaats de cursor op de directory/het programma dat u wilt kopiëren.
Kopiëren
Druk op de softkey "Kopiëren".
Kies het directory-niveau, waar u uw gekopieerde directory/gekopieerd programma wenst in te voegen.
Invoegen
Druk op de softkey "Invoegen".
De gekopieerde directory/het gekopieerde programma wordt in het gekozen directory-niveau ingevoegd. Als er op dit niveau reeds een directory/programma met dezelfde naam bestaat, verschijnt er een opvraag, of u de directory/het programma wenst te overschrijven of onder een andere naam wenst in te voegen.
Druk op de softkey "OK", als u de directory/het programma wenst te overschrijven.
- OF -
Voer een andere naam in, als u de directory/het programma onder een andere naam wenst in te voegen.
- EN -
Druk op de softkey "OK".
6 01/2008 Gegevensbeheer6.2 Programma's met ShopMill beheren op NCU (HMI-Embedded sl)
6
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 6-369
Directory/Programma herbenoemen
Open de Programmamanager.
Plaats de cursor op de directory/het programma dat u wilt herbenoemen.
Her-benoemen
Druk op de softkey "Herbenoemen".
Voer in het veld "Naar:" de nieuwe directory- of programmanaam in. De naam moet eenduidig zijn, d.w.z. twee directories of programma's mogen niet dezelfde naam hebben.
Druk op de softkey "OK".
De directory/het programma wordt herbenoemd.
6.2.8 Directory/Programma wissen
Wis af en toe de programma's of directories die u niet meer gebruikt om uw gegevensbeheer overzichtelijk te houden en het NCK-arbeidsgeheugen weer vrij te geven. Sla de gegevens indien nodig vooraf op een externe gegevensdrager (bijv. USB-FlashDrive) of een netwerk-drive op.
Bedenk echter dat USB-FlashDrives niet geschikt zijn als langdurge opslagmedia.
Bedenk dat u door het wissen van een directory ook alle programma's, werktuig- en nulpuntgegevens en alle sub-directories wist die zich in deze directory bevinden.
Als u plaats in het NCK-geheugen wenst vrij te geven, wist u de inhoud van de directory "TEMP". Daar bewaart ShopMill de programma's die intern voor het berekenen van de ruimprocedures worden gemaakt.
Open de Programmamanager.
Plaats de cursor op de directory/het programma dat u wilt wissen.
Wissen
Druk op de softkeys "Wissen" en "OK".
De gekozen directory of het gekozen programma wordt gewist.
6 Gegevensbeheer 01/2008 6.2 Programma's met ShopMill beheren op NCU (HMI-Embedded sl)
6
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 6-370 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
6.2.9 Werktuig-/nulpuntgegevens beveiligen/inlezen
Naast de programma's kunt u ook werktuiggegevens en nulpuntinstellingen opslaan. U kunt van deze mogelijkheid gebruik maken om bijv. de vereiste werktuig- en nulpuntgegevens voor een bepaald arbeidsstappen-programma op te slaan. Als u dit programma later opnieuw wenst uit te voeren, hebt u op deze manier snel weer toegang tot deze instellingen.
Ook werktuiggegevens die u op een extern werktuig-voorinsteltoestel berekend hebt, kunt u zo gemakkelijk in het werktuigbeheer inspelen. Zie hierover: Literatuur: /FBSPsl/, Inbedrijfstelling CNC: ShopMill, SINUMERIK 840D sl
U kunt kiezen, welke gegevens u wenst te beveiligen:
• Werktuigdata • Magazijntoewijzing • Nulpunten • Basis nulpunt
Bovendien kunt u de omvang van de gegevensbeveiliging bepalen: • Volledige werktuiglijst resp. alle nulpunten • Alle in het programma gebruikte werktuigdata resp. nulpunten
Het uitlezen van de magazijntoewijzing is alleen mogelijk als uw systeem het laden en ontladen van werktuigdata in resp. uit het magazijn toelaat (zie hfdst. "Werktuig beladen/ontladen").
6 01/2008 Gegevensbeheer6.2 Programma's met ShopMill beheren op NCU (HMI-Embedded sl)
6
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 6-371
Gegevens beveiligen
Open de Programmamanager.
Plaats de cursor op het programma waarvan u de werktuig- en nulpuntgegevens wilt opslaan.
Andere >
Gegevens beveiligen
Druk op de softkeys "Andere" en "Gegevens beveiligen".
Kies de gegevens die u wenst te beveiligen.
Wijzig, indien u dit wenst, de voorgestelde naam. Als naam voor uw werktuig- en nulpuntbestand wordt de naam van het oorspronkelijk gekozen programma met de toevoeging "..._TMZ" aangeboden.
Druk op de softkey "OK".
De werktuig-/nulpuntgegevens worden in dezelfde directory aangelegd waarin zich ook het geselecteerde programma bevindt. Indien er reeds een werktuig- en nulpuntbestand met de aangegeven naam bestaat, dan wordt deze nu met de nieuwe gegevens overgeschreven.
Gegevens inlezen
Open de Programmamanager.
Plaats de cursor op de opgeslagen werktuig-/nulpuntgegevens die u opnieuw wilt inlezen.
Afwerken -of-
Druk op de softkey "Afwerken" of de toets "Input".
Het venster "Beveiligde gegevens inlezen" wordt geopend.
Kies, welke gegevens (werktuigcorrectiedata, magazijntoewijzing, nulpuntdata, basisnulpuntverschuiving) u wenst in te lezen.
Druk op de softkey "OK".
De gegevens worden ingelezen. Al naar de door u gekozen gegevens, reageert ShopMill als volgt:
alle werktuigcorrectiedata Eerst worden alle gegevens van het werktuigbeheer gewist en dan worden de beveiligde gegevens ingespeeld.
alle in het programma gebruikte werktuigcorrectiegegevens Indien er ten minste één van de in te lezen werktuigen reeds in het werktuigbeheer bestaat, kunt u tussen de volgende mogelijkheden kiezen.
6 Gegevensbeheer 01/2008 6.2 Programma's met ShopMill beheren op NCU (HMI-Embedded sl)
6
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 6-372 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
Alle vervangen
Druk op de softkey "Alle vervangen" als u alle werktuiggegevens wilt toevoegen. Ander reeds voorhanden werktuig wordt nu zonder ruggespraak overgeschreven.
- OF -
Geen vervangen
Druk op de softkey "Geen vervangen" als u het inlezen van de gegevens wilt onderbreken.
- OF -
Druk op de softkey "Neen", als u het oude werktuig wenst te behouden. Als het oude werktuig niet op de opgeslagen magazijnplaats staat, wordt het daarheen verplaatst.
- OF -
Druk op de softkey "Ja", als u het oude werktuig wenst te overschrijven.
Bij het werktuigbeheer zonder laden/ontladen wordt het oude werktuig gewist, bij de variant met laden/ontladen wordt het oude werktuig voordien ontladen. Indien u voor de overname met "Ja" de werktuignaam wijzigt, wordt het werktuig bijkomend in de werktuiglijst geregistreerd.
Nulpuntverschuivingen Voorhanden nulpuntverschuivingen worden bij het inlezen altijd overschreven.
Magazijntoewijzing Als de magazijntoewijzing niet mee wordt ingelezen, wordt het werktuig zonder plaatsnummer in de werktuiglijst geregistreerd.
6 01/2008 Gegevensbeheer6.3 Programma's beheren met PCU 50.3 (HMI Advanced)
6
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 6-373
6.3 Programma's beheren met PCU 50.3 (HMI Advanced) De ShopMill-variant met PCU 50.3 (HMI-Advanced) beschikt naast het
NCK-werkgeheugen ook over een harddisk. Daardoor is het mogelijk, alle programma's, die momenteel niet benodigd zijn in de NCK op de harddisk te bewaren. Bovendien kan de directory-structuur van een diskette-, USB- of netwerk-drive worden getoond.
De functie "Netwerk-drives beheren" is een software-optie.
Gegevensbeheer met PCU 50.3 (HMI-Advanced)
Een overzicht van alle directories en programma's vindt u in de Programmamanager.
Programmamanager met PCU 50.3 (HMI-Advanced)
ShopMill-gebruikersinterface PCU 50.3
NCK-werkgeheugen
Editeren
Gegevensbe-waring-Directory van de harddisk
ShopMill-prog.ShopMill-subprog.G-code-prog.Editeren
Editeren
laden
ontladen
Opslaan
Diskdrive
Editeren
USB-/ netwerk-drive
ShopMill-prog. ShopMill-subprog. G-code-prog.
ShopMill-prog.ShopMill-subprog.G-code-prog.
6 Gegevensbeheer 01/2008 6.3 Programma's beheren met PCU 50.3 (HMI Advanced)
6
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 6-374 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
In de horizontale lijn met de softkeys kunt u het opslagmedium kiezen, waarvan u de directories en programma's wenst te tonen. Naast de softkey "NC", waarmee de gegevens van het NCK-werkgeheugen en van de data-directory op de harddisk kunnen worden aangegeven, kunnen nog 8 andere softkeys bezet zijn. Daar kunt u de directories en programma's van de volgende opslagmedia laten tonen: • USB-/netwerk-drives (netwerkkaart noodzakelijk) • Diskdrive • Lokale USB-frontinterface • Archief-directory op de harde schijf
Neem de instructies van de machinefabrikant in acht. De symbolen aan de linkerkant van het overzicht hebben de volgende
betekenis: Directory
Programma
Nulpunt-/werktuiggegevens
De directories en programma's worden altijd samen met de volgende informatie gelijst: • Naam
De naam mag maximaal uit 24 tekens bestaan. Bij het overdragen van de gegevens op externe systemen wordt de naam na 8 tekens afgesneden.
• Type Directory: WPD Programma: MPF Nulpunt-/Werktuiggegevens: INI
• Geladen Aan een kruis in de kolom "Geladen" herkent u of het programma zich nog in het NCK-werkgeheugen bevindt (X) of op de harddisk opgeslagen is ( ).
• Formaat (in byte) • Datum/tijd (van het creëren of van de laatste wijziging)
Meer informatie over de omgang met bestanden, de selectie en de uitvoering van een programma vindt u in:
Literatuur: /BAD/, Bedieningshandboek HMI-Advanced SINUMERIK 840D/840Di/840D sl
In de directory "TEMP" bewaart ShopMill de programma's die intern voor het berekenen van de verspaanprocessen worden gemaakt.
Boven de horizontale softkey-balk vindt u gegevens m.b.t. de geheugenruimteverdeling op de harde schijf en in de NCK.
6 01/2008 Gegevensbeheer6.3 Programma's beheren met PCU 50.3 (HMI Advanced)
6
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 6-375
Directory openen
-of-
Druk op de softkey "Programma" of de toets "Program Manager".
Het directory-overzicht verschijnt.
...
Kies met de softkey het opslagmedium.
Plaats de cursor op de directory die u wilt openen.
-of-
Druk op de toets "Input" of "Cursor rechts".
Alle programma's in deze index worden nu getoond.
Terugkeren naar een bovengeschikt directory-niveau
Druk op de toets "cursor links" als de cursor in een willekeurige regel staat.
- OF -
Plaats de cursor op de terugkeerregel.
- EN -
-of-
Druk op de toets "Input" of "Cursor links".
Het bovengeschikte directory-niveau verschijnt.
6.3.1 Programma openen
Als u een programma meer in detail wenst te bekijken of wijzigingen erin wenst uit te voeren, laat dan het arbeidsplan van het programma tonen.
Druk op de softkey "Programma".
Het directory-overzicht verschijnt.
Plaats de cursor op het programma dat u wilt openen.
-of-
Druk op de toets "Input" of "Cursor rechts".
Het gekozen programma wordt in het bedieningsbereik "Programma" geopend. Het arbeidsplan van het programma verschijnt.
6 Gegevensbeheer 01/2008 6.3 Programma's beheren met PCU 50.3 (HMI Advanced)
6
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 6-376 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
6.3.2 Programma uitvoeren
Alle programma's die in uw systeem opgeslagen zijn, kunt u altijd kiezen om automatisch werkstukken te bewerken.
Open de Programmamanager.
Plaats de cursor op het programma dat u wilt uitvoeren.
Af- werken
Druk op de softkey "Afwerken".
ShopMill schakelt nu om op de bedrijfsmodus "Machine Auto" en laadt het programma.
Cycle Start
Druk vervolgens de toets "Cycle Start".
De bewerking van het werkstuk wordt gestart (zie ook hfdst. "Automatische modus".)
Als het programma reeds in het bedieningsbereik "Programma" geopend is, drukt u op de softkey "Afwerken" om het programma in de bedrijfsmodus "Machine Auto" te laden. Daar start u het bewerken van het werkstuk eveneens met de toets "Cycle Start".
6.3.3 Meervoudige opspanning
De functie "Meervoudige opspanning" zorgt voor het optimeren van de werktuigwissel gedurende meerdere werkstukopspanningen. Daardoor worden de neventijden verkort, daar eerst alle bewerkingen van een werktuig op alle opspanningen worden uitgevoerd, voor de volgende werktuigwissel wordt geactiveerd.
Naast vlakopspanningen kunt u de functie "Meervoudige opspanning"
ook voor roterende spanbruggen inzetten. Hiervoor moet de machine ook via een bijkomende ronde as (bijv. A-as) resp. een deelapparaat beschikken.
Neem de instructies van de machinefabrikant in acht.
U kunt niet alleen dezelfde maar ook verschillende werkstukken met deze functie bewerken.
De functie "Meervoudige opspanning voor verschillende programma's" is een software-optie.
6 01/2008 Gegevensbeheer6.3 Programma's beheren met PCU 50.3 (HMI Advanced)
6
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 6-377
ShopMill genereert uit meerdere programma's automatisch één enkel programma. De volgorde van het werktuig binnen een programma blijft daarbij behouden. Cycli en subprogramma's worden niet opengebroken, positiepatronen worden gesloten bewerkt.
De afzonderlijke programma's moeten aan de volgende eisen voldoen:
• alleen arbeidsstappenprogramma's (geen G-code-programma's) • programma's moeten uitvoerbaar zijn • programma van de 1ste opspanning moet ingeschoven zijn • geen merken/herhalingen, d.w.z. geen sprongen in het programma• geen inch/metrisch-omschakeling • geen nulpuntverschuivingen • geen coördinatentransformaties (verschuiving, scalering enz.) • contouren moeten duidelijk namen hebben, d.w.z. dezelfde
contournaam mag niet in meerdere programma's worden opgeroepen.
• In de ruimcyclus (contour frezen) mag de parameter "Startpunt" niet op "manueel" staan.
• geen zelfhoudende instellingen, d.w.z. instellingen die invloed hebben op alle volgende programmablokken (alleen bij meervoudige opspanning voor verschillende programma's)
• bij het opstellen van programma's voor meervoudige opspanningenmogen via "Instellingen" geen verschillende veiligheidsafstanden worden ingevoerd.
• max. 50 contouren per opspanning • max. 99 opspanningen
Markeringen resp. herhalingen die in de programma's voor de
meervoudige opspanning niet mogen worden gebruikt, kunnen door het gebruik van subprogramma's omzeild worden.
Open de Programmamanager.
Andere >
Meervoudig opspan.
Druk op de softkeys "Andere" en "Meervoudige opspan.".
Voer het aantal opspanningen en het nummer van de eerste nulpuntverschuiving in die moet worden gebruikt. De opspanningen worden in stijgende volgorde vanaf de start-nulpuntverschuiving bewerkt. De nulpuntverschuivingen worden in het menu "Werktuig/Nulpuntverschuivingen" gedefinieerd (zie hfdst. "Nulpuntverschuivingen").
Voer een naam voor het nieuwe volledige programma in (XYZ.MPF).
OK
Druk op de softkey "OK".
6 Gegevensbeheer 01/2008 6.3 Programma's beheren met PCU 50.3 (HMI Advanced)
6
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 6-378 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
Er verschijnt een lijst, waarin de verschillende programma's aan de nulpuntverschuivingen moeten worden toegewezen. Niet aan alle nulpuntverschuivingen, d.w.z. opspanningen, programma's, moeten programma's worden toegewezen, maar minstens aan twee.
Programma selectie
Druk op de softkey "Programma selectie".
Het programma-overzicht verschijnt.
Plaats de cursor op het gewenste programma.
OK
Druk op de softkey "OK".
Het programma wordt in de toewijzingslijst overgenomen.
Herhaal het proces tot aan iedere gewenste nulpuntverschuiving een programma is toegewezen.
Op alle opspan.
Druk op de softkey "Op alle opspan." als hetzelfde programma op alle opspanningen moet worden uitgevoerd. U kunt ook eerst verschillende programma's aan afzonderlijke nulpuntverschuivingen toewijzen en dan aan de resterende nulpuntverschuivingen via de softkey "Op alle opspan." hetzelfde programma toewijzen.
Selectie wissen
Alles wissen
Druk op de softkey "Selectie wissen" of "Alles wissen" als u aftzonderlijkle resp. alle programma's weer wilt verwijderen.
Programma berekenen
Druk op de softkey "Programma berekenen" als de toewijzingslijst volledig is.
Het optimaliseren van de werktuigwissel vindt plaats. Het volledige programma wordt vervolgens opnieuw genummerd en bij de wissel tussen de verschillende opspanningen wrodt telkens het nummer van de actuele opspanning aangegeven. Bijkomend tot het volledige programma (XYZ.MPF) wordt het bestand XYZ_MCD.INI aangelegd, waarin de toewijzing tussen de nulpuntverschuivingen en de programma's opgeslagen is. De beide programma's worden in de directory geplaatst dat daarvoor in de Programmamanager geselecteerd was.
Als u van de toewijzingslijst (zonder "Voortijdig beëindigen" of "Programma's creëren") naar een andere functie wisselt en u later weer de functie "meervoudige opspanning" oproept, verschijnt dezelfde toewijzingslijst weer.
6 01/2008 Gegevensbeheer6.3 Programma's beheren met PCU 50.3 (HMI Advanced)
6
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 6-379
6.3.4 Programma laden/ontladen
Als u één of meerdere programma's in de nabije toekomst niet wenst uit te voeren, dan kunt u deze uit het NCK-werkgeheugen ontladen. De programma's bevinden zich dan op de harddisk en er wordt weer NCK-werkgeheugen vrij.
Zodra u een programma dat op de harde schijf was opgeslagen, laat
uitvoeren, wordt het automatisch weer in het NCK-geheugen geladen.U kunt één of meerdere arbeidsstappenprogramma's echter ook manueel weer in het NCK-werkgeheugen laden, zonder dat deze onmiddellijk worden uitgevoerd.
Programma's die zich in de bedrijfsmodus "Machine Auto" bevinden, kunnen niet uit het NCK-werkgeheugen op de harddisk ontladen worden.
Programma ontladen
Open de Programmamanager.
Plaats de cursor op het programma dat u uit het NCK-werkgeheugen wilt ontladen.
Andere >
Manueel ontladen
Druk op de softkeys "Andere" en "Manueel ontladen".
Het gekozen programma wordt in de kolom "Geladen" niet meer met een "X" gemarkeerd. In de regel waar het beschikbare geheugen wordt aangegeven, ziet u dat er weer NCK-geheugen vrijgegeven is.
Programma laden
Open de Programmamanager.
Plaats de cursor op het programma dat u in het NCK-werkgeheugen wilt laden.
Andere >
Manueel ontladen
Druk op de softkeys "Andere" en "Manueel laden".
Het gekozen programma wordt in de kolom "Geladen" nu met een "X" gemarkeerd.
6 Gegevensbeheer 01/2008 6.3 Programma's beheren met PCU 50.3 (HMI Advanced)
6
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 6-380 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
6.3.5 G-code-programma van de harde schijf resp. van diskette-/netwerk-drive uitvoeren
Als de capaciteit van uw NCK-werkgeheugen reeds sterk bezet is, kunt u G-code-programma's ook van de harddisk resp. netwerk-drives laten uitvoeren. Niet het volledige G-code-programma wordt dan voor het uitvoeren in het NCK-geheugen geladen maar alleen een eerste deel ervan. Verdere programmablokken worden dan tijdens het uitvoeren van het eerste deel dan continu nageladen.
Het G-code-programma blijft bij het uitvoeren van de harddisk resp. van diskettes/netwerk-drives op die plaats opgeslagen.
Arbeidsstappenprogramma's kunnen niet van de harde schijf resp. de diskdrive/netwerk-drive worden uitgevoerd.
G-code-programma van
harde schijf uitvoeren
Open de Programmamanager.
Plaats de cursor op de directory waarin u een G-code-programma van de harde schijf wilt laten uitvoeren.
-of-
Druk op de toets "Input" of "Cursor rechts".
Het programma-overzicht verschijnt.
Plaats de cursor op het G-code-programma dat u van de harde schijf wilt laten uitvoeren (zonder "X").
Andere >
Uitvoeren harde sch.
Druk op de softkeys "Andere" en "Uitvoeren harde sch.".
ShopMill schakelt nu om op de bedrijfsmodus "Machine Auto" en laadt het G-code-programma.
Programma van diskette-/ netwerk-drive uitvoeren
Open de Programmamanager.
...
Kies via de softkey de diskdrive resp. de USB-/netwerk-drive.
Plaats de cursor op de directory waarin u een G-code-programma wilt laten uitvoeren.
-of-
Druk op de toets "Input" of "Cursor rechts".
De directory wordt geopend.
6 01/2008 Gegevensbeheer6.3 Programma's beheren met PCU 50.3 (HMI Advanced)
6
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 6-381
Plaats de cursor op het G-code-programma dat u wilt laten uitvoeren.
Andere >
Uitvoeren harde sch.
Druk op de softkeys "Andere" en "Uitvoeren harde sch.".
ShopMill schakelt nu om op de bedrijfsmodus "Machine Auto" en laadt het G-code-programma.
Cycle Start
Druk op de toets "Cycle Start".
De bewerking van het werkstuk wordt gestart (zie ook hfdst. "Automatische modus"). De programma-inhoud wordt tijdens het vorderen van het bewerken continu in het NCK-arbeidsgeheugen nageladen.
6.3.6 Nieuwe directory/programma aanleggen
Directory-structuren ondersteunen u bij het overzichtelijk beheer van uw programma's en gegevens. Hiervoor kunt u in een directory een willekeurig aantal sub-directories aanleggen. In een sub-directory/directory kunt u weerom programma's aanleggen en vervolgens programmablokken voor deze programma's aanmaken (zie hfdst. "Programmeren met ShopMill"). Het nieuwe programma wordt automatisch opgeslagen in het NCK-werkgeheugen.
Directory aanleggen
Open de Programmamanager.
Nieuw >
Directory
Druk op de softkeys "Nieuw" en "Directory".
Voer een nieuwe directory-naam in.
Druk op de softkey "OK".
De gewenste directory wordt aangelegd.
Programma aanleggen
Open de Programmamanager.
Plaats de cursor op de directory waarin u een nieuw programma wilt aanleggen.
-of-
Druk op de toets "Input" of "Cursor rechts".
Nieuw >
Druk op de softkey "Nieuw".
ShopMill programma
Druk nu op de softkey "ShopMill programma" als u een
6 Gegevensbeheer 01/2008 6.3 Programma's beheren met PCU 50.3 (HMI Advanced)
6
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 6-382 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
arbeidsstappenprogramma wilt aanleggen. (zie hfdst. "Programmeren met ShopMill")
- OF -
G-Code programma
Druk op de softkey "G-code programma" als u een G-code-programma wilt aanleggen. (zie hfdst. "Programmeren met G-code")
6.3.7 Meerdere programma's markeren
Om later meerdere programma's gelijktijdig te kopiëren, te wissen enz. kunt u meerdere programma's in één keer blokgewijs of afzonderlijk markeren.
Meerdere programma's
blokgewijs markeren
Open de Programmamanager.
Plaats de cursor op het eerste programma dat u wilt markeren.
Markeren
Druk op de softkey "Markeren".
Breid uw programmaselectie uit met de cursortoetsen naar boven of naar beneden.
Het volledige programmablok wordt gemarkeerd.
Meerdere programma's afzonderlijk markeren
Open de Programmamanager.
Plaats de cursor op het eerste programma dat u wilt markeren.
Druk op de toets "Select"
Beweeg dan de cursor naar het volgende programma dat u wenst te kiezen.
Druk opnieuw de toets "Select".
De afzonderlijk gekozen programma's worden gemarkeerd.
6 01/2008 Gegevensbeheer6.3 Programma's beheren met PCU 50.3 (HMI Advanced)
6
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 6-383
6.3.8 Directory/Programma kopiëren/herbenoemen/verschuiven
Als u een nieuwe directory of programma wilt aanleggen die resp. dat overeenkomsten vertoont met een bestaande directory resp. programma, dan spaart u tijd als u de oude directory resp. het programma kopieert en alleen de desbetreffende programma's resp. programmablokken wijzigt. Bovendien kunt u directories of programma's verschuiven of een andere naam geven. De mogelijkheid directories en programma's te kopiëren, uit te knippen en op een andere plaats weer in te voegen, gebruikt u ook om gegevens via diskette of netwerk-drive met andere ShopMill-installaties uit te wisselen.
U kunt een programma niet herbenoemen als het tegelijkertijd geladen
is in de bedrijfsmodus "Machine Auto".
Directory/Programma
kopiëren
Open de Programmamanager.
Plaats de cursor op de directory/het programma dat u wilt kopiëren.
Kopiëren
Druk op de softkey "Kopiëren".
Kies het directory-niveau, waar u uw gekopieerde directory/gekopieerd programma wenst in te voegen.
Invoegen
Druk op de softkey "Invoegen".
De gekopieerde directory/het gekopieerde programma wordt in het gekozen directory-niveau ingevoegd. Als er op dit niveau reeds een directory/programma met dezelfde naam bestaat, verschijnt er een opvraag, of u de directory/het programma wenst te overschrijven of onder een andere naam wenst in te voegen.
Druk op de softkey "OK", als u de directory/het programma wenst te overschrijven.
- OF -
Voer een andere naam in, als u de directory/het programma onder een andere naam wenst in te voegen.
- EN -
Druk op de softkey "OK".
6 Gegevensbeheer 01/2008 6.3 Programma's beheren met PCU 50.3 (HMI Advanced)
6
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 6-384 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
Directory/Programma herbenoemen
Open de Programmamanager.
Plaats de cursor op de directory/het programma dat u wilt herbenoemen.
Her-benoemen
Druk op de softkey "Herbenoemen".
Voer in het veld "Naar:" de nieuwe directory- of programmanaam in. De naam moet eenduidig zijn, d.w.z. twee directories of programma's mogen niet dezelfde naam hebben.
Druk op de softkey "OK".
De directory/het programma wordt herbenoemd.
Directory/Programma verschuiven
Open de Programmamanager.
Plaats de cursor op de directory/het programma dat u wilt verschuiven.
Uit- knippen
Druk op de softkey "Uitknippen" en druk op de softkey "OK".
De gekozen directory/het gekozen programma wordt op deze plaats uitgeknipt en in een tussengeheugen opgeslagen.
Kies het directory-niveau, waarin u uw directory/programma wenst in te voegen.
Invoegen
Druk op de softkey "Invoegen".
De directory/het programma wordt naar het gekozen niveau verschoven. Als er op dit directory-niveau reeds een directory/programma met dezelfde naam bestaat, verschijnt er een opvraag, of u de directory/het programma wenst te overschrijven of onder een andere naam wenst in te voegen.
Druk op de softkey "OK", als u de directory/het programma wenst te overschrijven.
- OF -
Voer een andere naam in, als u de directory/het programma onder een andere naam wenst in te voegen.
- EN -
Druk op de softkey "OK".
6 01/2008 Gegevensbeheer6.3 Programma's beheren met PCU 50.3 (HMI Advanced)
6
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 6-385
6.3.9 Directory/Programma wissen
Wis af en toe de programma's of directories die u niet meer gebruikt om uw gegevensbeheer overzichtelijk te houden en het NC-arbeidsgeheugen weer vrij te geven. Sla de gegevens indien nodig vooraf op een externe gegevensdrager (bijv. USB-FlashDrive) of een USB-/netwerk-drive op.
Bedenk echter dat USB-FlashDrives niet geschikt zijn als langdurge opslagmedia.
Bedenk dat u door het wissen van een directory ook alle
programma's, werktuig- en nulpuntgegevens en alle sub-directories wist die zich in deze directory bevinden.
Als u plaats in het NCK-geheugen wenst vrij te geven, wist u de inhoud van de directory "TEMP". Daar bewaart ShopMill de programma's die intern voor het berekenen van de ruimprocedures worden gemaakt.
Open de Programmamanager.
Plaats de cursor op de directory/het programma dat u wilt wissen.
Uit- knippen
Druk op de softkeys "Uitknippen" en "OK".
De gekozen directory of het gekozen programma wordt gewist.
6.3.10 Werktuig-/nulpuntgegevens beveiligen/inlezen
Naast de programma's kunt u ook werktuiggegevens en nulpuntinstellingen opslaan. U kunt van deze mogelijkheid gebruik maken om bijv. de vereiste werktuig- en nulpuntgegevens voor een bepaald arbeidsstappen-programma op te slaan. Als u dit programma later opnieuw wenst uit te voeren, hebt u op deze manier snel weer toegang tot deze instellingen.
Ook werktuiggegevens die u op een extern werktuig-voorinsteltoestel berekend hebt, kunt u zo gemakkelijk in het werktuigbeheer inspelen. Zie hierover: Literatuur: /FBSPsl/, Inbedrijfstelling CNC: ShopMill SINUMERIK 840D sl
6 Gegevensbeheer 01/2008 6.3 Programma's beheren met PCU 50.3 (HMI Advanced)
6
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 6-386 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
U kunt kiezen, welke gegevens u wenst te beveiligen: • Werktuigdata • Magazijntoewijzing • Nulpunten • Basis nulpunt
Bovendien kunt u de omvang van de gegevensbeveiliging bepalen: • Volledige werktuiglijst resp. alle nulpunten • Alle in het programma gebruikte werktuigdata resp. nulpunten
Het uitlezen van de magazijntoewijzing is alleen mogelijk als uw systeem het laden en ontladen van werktuigdata in resp. uit het magazijn toelaat (zie hfdst. "Werktuig beladen/ontladen").
Gegevens beveiligen
Open de Programmamanager.
Plaats de cursor op het programma waarvan u de werktuig- en nulpuntgegevens wilt opslaan.
Andere >
Gegevens beveiligen
Druk op de softkeys "Andere" en "Gegevens beveiligen".
Kies de gegevens die u wenst te beveiligen.
Wijzig, indien u dit wenst, de voorgestelde naam. Als naam voor uw werktuig- en nulpuntbestand wordt de naam van het oorspronkelijk gekozen programma met de toevoeging "..._TMZ" aangeboden.
Druk op de softkey "OK".
De werktuig-/nulpuntgegevens worden in dezelfde directory aangelegd waarin zich ook het geselecteerde programma bevindt. Indien er reeds een werktuig- en nulpuntbestand met de aangegeven naam bestaat, dan wordt deze nu met de nieuwe gegevens overgeschreven.
Als zich in een directory een MPF-programma en een INI-bestand met dezelfde naam bevinden, wordt bij de selectie van het MPF-programma eerst het INI-bestand automatisch gestart. Daardoor kunnen ongewild werktuiggegevens worden gewijzigd.
Gegevens inlezen
Open de Programmamanager.
Plaats de cursor op de opgeslagen werktuig-/nulpuntgegevens die u opnieuw wilt inlezen.
Afwerken -of-
Druk op de softkey "Afwerken" of de toets "Input".
Het venster "Beveiligde gegevens inlezen" wordt geopend.
6 01/2008 Gegevensbeheer6.3 Programma's beheren met PCU 50.3 (HMI Advanced)
6
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 6-387
Kies, welke gegevens (werktuigcorrectiedata, magazijntoewijzing, nulpuntdata, basisnulpuntverschuiving) u wenst in te lezen.
Druk op de softkey "OK".
De gegevens worden ingelezen.
Al naar de door u gekozen gegevens, reageert ShopMill als volgt:
alle werktuigcorrectiedata Eerst worden alle gegevens van het werktuigbeheer gewist en dan worden de beveiligde gegevens ingespeeld.
alle in het programma gebruikte werktuigcorrectiegegevens Indien er ten minste één van de in te lezen werktuigen reeds in het werktuigbeheer bestaat, kunt u tussen de volgende mogelijkheden kiezen.
Alle ver- vangen
Druk op de softkey "Alle vervangen" als u alle werktuiggegevens wilt toevoegen. Ander reeds voorhanden werktuig wordt nu zonder ruggespraak overgeschreven.
- OF -
Geen ver- vangen
Druk op de softkey "Geen vervangen" als u het inlezen van de gegevens wilt onderbreken.
- OF -
Druk op de softkey "Neen", als u het oude werktuig wenst te behouden. Als het oude werktuig niet op de opgeslagen magazijnplaats staat, wordt het daarheen verplaatst.
- OF -
Druk op de softkey "Ja", als u het oude werktuig wenst te overschrijven.
Bij het werktuigbeheer zonder laden/ontladen wordt het oude werktuig gewist, bij de variant met laden/ontladen wordt het oude werktuig voordien ontladen. Indien u voor de overname met "Ja" de werktuignaam wijzigt, wordt het werktuig bijkomend in de werktuiglijst geregistreerd.
Nulpuntverschuivingen Voorhanden nulpuntverschuivingen worden bij het inlezen altijd overschreven.
Magazijntoewijzing Als de magazijntoewijzing niet mee wordt ingelezen, wordt het werktuig zonder plaatsnummer in de werktuiglijst geregistreerd.
6 Gegevensbeheer 01/2008 6.3 Programma's beheren met PCU 50.3 (HMI Advanced)
6
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 6-388 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
7 01/2008 Vormenbouw 7
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 7-389
Vormenbouw 7.1 Voorwaarden........................................................................................................... 7-390
7.2 Machine instellen .................................................................................................... 7-392 7.2.1 Werktuig meten....................................................................................................... 7-392
7.3 Programma aanleggen ........................................................................................... 7-393 7.3.1 Programma aanleggen ........................................................................................... 7-393 7.3.2 Werktuig programmeren ......................................................................................... 7-393 7.3.3 Cyclus "High Speed Settings" programmeren ........................................................ 7-393 7.3.4 Subprogramma oproepen ....................................................................................... 7-394
7.4 Programma uitvoeren ............................................................................................. 7-397 7.4.1 Programma voor uitvoering kiezen ......................................................................... 7-397 7.4.2 Bewerking starten bij bepaald programmapunt ...................................................... 7-398
7.5 Voorbeeld................................................................................................................ 7-399
7 Vormenbouw 01/2008 7.1 Voorwaarden
7
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 7-390 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
7.1 Voorwaarden In dit hoofdstuk worden alleen bijzonderheden m.b.t. de vormenbouw
met ShopMill beschreven. Een gedetailleerde beschrijving van de ShopMill-functies vindt u in de voorgaande hoofdstukken.
ShopMill kan naast arbeidsstappenprogramma's ook G-code-vormbouwprogramma's bewerken. Hiervoor moeten de aandrijvingen geoptimaliseerd worden.
Neem de instructies van de machinefabrikant in acht.
Afhankelijk van het machintype kunnen naast 3-assige vormbouwtoe-passingen ook dynamische 5-asbewerkingen worden uitgevoerd. De in ShopMill geïntegreerde functies kunnen voor het instellen van de machine, zoals nulpunt van het werkstuk bepalen of werktuigen meten, kunt u ook gebruiken voor vormenbouwprogramma's.
Programmastructuur en -bewaring
Voor een optimale bewerkingssnelheid van uw vormenbouwprogramma's deelt u het vormenbouwprogramma op in een centraal technologieprogramma en afzonderlijke geometrieprogramma's. Stel geen volledig programma op.
• Technologieprogramma Het technologieprogramma bevat basisinstellingen, zoals nulpuntverschuiving, werktuigoproep, voedingswaarden, spiltoerental en snelheidsgegevens. Bovendien worden de geometrieprogramma's door het technologieprogramma als subprogramma's opgeroepen. Het technologieprogramma kunt u opstellen in de G-code-editor van ShopMill.
• Geometrieprogramma De geometrieprogramma's van de verschillende bewerkingstypes (voorbewerking, voorbereidende nabewerking en nabewerking) bevatten uitsluitend de geometriewaarden van het te bewerken vlak. Geometrieprogramma's worden op een extern CAM-systeem aangemaakt in de vorm van G01-blokken. Afhankelijk van de toepassing hebben geometrieprogramma's een grootte van 500 KB tot 100 MB. Programma's met deze grootte kunnen niet meer direct in het NCK-werkgeheugen worden afgewerkt maar moeten van extern via EXTCALL worden afgewerkt. D.w.z. dat de geometrieprogramma's op de harddisk van de PCU 50.3 (HMI Advanced) of op een Compact Flash Card bij ShopMill op NCU (HMI Embedded) moet worden opgeslagen. Bij ShopMill met PCU 50.3 (HMI Advanced) heeft u bovendien de mogelijkheid geometrieprogramma's op te slaan op een netwerk-drive.
7 01/2008 Vormenbouw7.1 Voorwaarden
7
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 7-391
USB-FlashDrives zijn niet aan te bevelen voor het "Uitvoeren van extern". Ze kunnen uit de slot vallen of er kunnen contactproblemen optreden tijdens het gebruik. Dit heeft onderbrekingen van de bewerking tot gevolg.
Bovendien kunnen USB-FlashDrives per ongeluk worden afgebroken, waardoor het bedieningspaneel wordt beschadigd.
De functies "256 MB gebruikersgeheugen" voor de CompactFlash-Card en "Netwerk-drives beheren" zijn een software-optie.
Programmastructuur technologieprogramma met geometrieprogramma's
• Volledig programma Volledige programma's bevatten zowel de basisinstellingen, zoals nulpuntverschuiving, werktuigoproep, enz., als de geometrie-waarden van de te bewerken vlakken. De programmering van de optimale snelheidsregeling is voor een volledig programma echter zeer omslachtig. Volledige programma's worden op externe CAM-systemen aangemaakt. Wegens hun grootte bevinden de volledige programma's zich op de harddisk van de PCU 50.3 (HMI-Advanced) of op de CompactFlash-card bij ShopMill op NCU (HMI-Embedded sl). Bij ShopMill met PCU 50.3 (HMI Advanced) heeft u bovendien de mogelijkheid de volledige programma's 's op te slaan op een netwerk-drive.
7 Vormenbouw 01/2008 7.2 Machine instellen
7
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 7-392 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
Programmastructuur volledig programma
Datatransmissie Een vormenbouwprogramma kan van een netwerk-drive of een USB-drive direct naar de besturing worden gekopieerd.
• ShopMill op NCU (HMI-Embedded sl) De programma's worden op het gebruikersgeheugen van de CompactFlash-card gekopieerd.
• PCU 50.3 (HMI-Advanced) De programma's worden op de harddisk gekopieerd.
7.2 Machine instellen
7.2.1 Werktuig meten
Bij het aanmaken van het geomtrieprogramma houdt het CAM-systeem reeds rekening met de werktuiggeomtrie. De berekende werktuigbaan heeft daarbij betrekking op de werktuigspits of het werktuigmiddelpunt. Als u de lengte van uw werktuigen bepaalt, moet u hetzelfde referentiepunt (werktuigspits of werktuigmiddelpunt) gebruiken als het CAM-systeem.
Als u een ShopMill-functie gebruikt om uw werktuigen te meten, heeft de werktuiglengte betrekking op de werktuigspits. Als in het CAM-systeem daarentegen het werktuigmiddelpunt werd gebruikt bij de berekening van de werktuigbaan, moet u in de werktuiglijst nog de radius van het werktuig aftrekken van de werktuiglengte.
Voor de bewerking van vormenbouwprogramma's is de vermelding van de werktuigdiameter in de werktuiglijst niet relevant. Voor een beter overzicht adviseren wij echter de werktuigdiameter tot in de werktuiglijst op te nemen.
7 01/2008 Vormenbouw7.3 Programma aanleggen
7
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 7-393
7.3 Programma aanleggen
7.3.1 Programma aanleggen
Voor het technologieprogramma left u in de programma-manager een nieuwe G-code-programma aan, dat u vervolgens in de G-code-editor bewerkt. Een arbeidsstappenprogramma is niet geschikt als technologieprogramma.
Het geometrieprogramma resp. het volledige programma maakt u aan met een extern CAM-systeem. Als u nadien bijv. nog commentaren wilt opnemen in het geometrieprogramma of de werktuignaam in het volledige programma wilt wijzigen, kunt u ook hiervoor de G-code-editor van ShopMill gebruiken.
7.3.2 Werktuig programmeren
Als u in het technologieprogramma een werktuig programmeert, moet u rekening houden met het volgende: De geometrie van het geprogrammeerde werktuig moet overeenstemmen met de werktuiggeometrie die door het CAM-systeem werd gebruikt bij het aanmaken van het geometrieprogramma.
7.3.3 Cyclus "High Speed Settings" programmeren
Bij de bewerking van vlakken met vrije vorm worden hoge eisen gesteld aan de snelheid, de precisie en de kwaliteit van het oppervlak.De optimale snelheidswaarden afhankelijk van de bewerkingswijze (voorbewerking, voorbereidende nabewerking, nabewerking) zijn makkelijk te bereiken met de cyclus "High Speed Settings".
U kunt de cyclus via de cyclusondersteuning in de G-code-editor oproepen. In de parameter "Tolerantie" voegt u in de regel de uitvoertolerantie van de postprocessor van het CAM-systeem in.
Programmeer de cyclus in het technologieprogramma voor het geometrieprogramma wordt opgeroepen. Meer informatie over de cyclus vindt u in: Literatuur: /PGZ/, Programmeerhandboek cycli SINUMERIK 840D sl/840D/840Di
7 Vormenbouw 01/2008 7.3 Programma aanleggen
7
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 7-394 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
7.3.4 Subprogramma oproepen
Het geometrieprogramma roept u als subprogramma op vanuit het technologieprogramma. Daar de geometrieprogramma's niet in het NCK-werkgeheugen opgeslagen zijn maar op de PCU 50.3 (HMI-Advanced) of de CompactFlash-card bij ShopMill op NCU (HMI-Embedded sl), moet u het subprogramma oproepen met het commando "EXTCALL".
Om programma's in het HMI-gebruikersgeheugen van de CF-card uit te voeren, heeft u een optie nodig.
PCU 50.3 (HMI-Advanced)
Het technologieprogramma en de geometrieprogramma's liggen in dezelfde directory op de harddisk. U roept het programma op met EXTCALL "MYGEOPROG". Meer informatie vindt u in: Literatuur: /BAD/, Bedieningshandboek HMI-Advanced SINUMERIK 840D sl/840D/840Di
ShopMill auf NCU (HMI-Embedded sl)
Het technologieprogramma is opgeslagen in het NCK-werkgeheugen. Om het geometrieprogramma op te slaan, staat het HMI-gebruikersgeheugen op de CompactFlash-Card van de NCU ter beschikking.
Als in een technologieprogramma het commando EXTCALL wordt gebruikt voor het oproepen van een geometrie-subprogramma, zoekt de besturing dit in een bepaalde volgorde op de mogelijke locaties. Als het opgeroepen programma niet gevonden wordt op een bepaaldelocatie, wordt op basis van de zoekvolgorde de volgende locatie doorzocht.
Bij het zoeken wordt de volgende zoekvolgorde gerespecteerd en beëindigd zodra het opgeroepen programma gevonden is.
1. Zoeken op de via SD 42700 SC_EXT_PROG_PATH aangegeven locatie, indien er een pad aangegeven is.
2. Zoeken in het HMI-gebruikersgeheugen van de CF-Card.
7 01/2008 Vormenbouw7.3 Programma aanleggen
7
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 7-395
EXTCALL met gebruik van setting-data
Via de kanaalspecifieke setting-gegevenseenheid 42700 kan een locatie voor het oproepen via EXTCALL vastgelegd zijn. Als dit het geval is, wordt het met het commando EXTCALL opgeroepen programma direct op de aangegeven locatie gezocht. Opdat het programma gevonden wordt, moet op de aangegeven locatie een bestand met dezelfde naam bestaan. Als dit niet bestaat, wordt op de volgende locatie gezocht.
Gelieve de gegevens van de machineproducent in acht te nemen.
42700 SC_EXT_PROG_PATH = "/user/sinumerik/data/prog/kanal1"...EXTCALL "geoprog.spf". Er wordt een bestand "/user/sinumerik/data/prog/kanal1/geoprog.spf" gezocht.
Door het gebruik de setting-data kan het zoeken naar een programma specifiek worden gestuurd.
EXTCALL bij gebruik van het HMI-gebruikersgeheugen
De volgende voorwaarden moeten vervuld zijn:
• Het technologieprogramma is in het NCK-werkgeheugen geselecteerd voor bewerking.
• De kanaalspecifieke SD 42700 SC_EXT_PROG_PATH is niet gezet met een directory-pad of bij het zoeken op de in de setting-data aangegeven locatie werd niets gevonden.
• De optie HMI-gebruikersgeheugen is gezet. Daarmee staat in de bedieningsbereiken PROGRAMMA en DIENSTEN een softkey "Lokale drive" ter beschikking waarmee de inhoud van het HMI-gebruikersgeheugen kan worden opgeroepen en beheerd.
Het HMI-gebruikersgeheugen is onderverdeeld in
- delenprogramma's (mpf.dir),
- subprogramma's (spf.dir) en
- werkstukken (wks.dir) met de desbetreffende werkstukdirectories (.wpd).
Bij het oproepen van het geometrieprogramma met het EXTCALL-commando doorzoekt het systeem het HMI-gebruikersgeheugen in een vastgelegde volgorde naar het aangegeven programma. Het volgende zoekschema wordt in het HMI-gebruikersgeheugen toegepast:
7 Vormenbouw 01/2008 7.3 Programma aanleggen
7
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 7-396 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
HMI-gebruikersgeheugen: het pad op de CF-Card naar het HMI-gebruikersgeheugen (/user/sinumerik/data/prog)
Werkdirectory: de directory waarin het technologieprogramma zich bevindt (MPF.DIR, WKS.DIR/xxx.WPD). Als het programma in de werkdirectory niet wordt gevonden, wordt in de spf.dir gezocht. Als laatste wordt de root-directory van het HMI-gebruikersgeheugen doorzocht.
EXTCALL-commando's: EXTCALL "geoprog" EXTCALL "geoprog.spf" EXTCALL "wks.dir/xxx.wpd/ geoprog.spf" EXTCALL "spf.dir/ geoprog.spf" EXTCALL "mydir.dir/ geoprog.spf"
Als het programma zonder extensie (spf/mpf) in EXTCALL werd aangegeven, wordt eerst .spf geprobeerd, daarna .mpf.
U gaat het best als volgt te werk:
Sla het geometrieprogramma in het HMI-gebruikersgeheugen als subprogramma op in de directory /spf.dir. Gebruik daarbij ondubbelzinnige programmanamen, d.w.z. dat u verschillende geometrieprogramma's op de besturing ook verschillende namen geeft.
Roep in het technologieprogramma het programma op met de volgende commando's:
• EXTCALL ("geoprog"), • EXTCALL ("geoprog.spf"), of • EXTCALL ("_N_GEOPROG_SPF")
Het programma "geoprog.spf" uit de directory /spf.dir wordt uitgevoerd in het HMI-gebruikersgeheugen.
De drie oproepen hebben dezelfde betekenis:
• Programmanamen zonder extensie (spf/mpf) worden automatisch uitgebreid met de extensie "spf’" (evt. ook "mpf").
• Programmanamen in NCK-notatie ("_N_GEOPROG_SPF") worden voor het zoeken automatisch omgezet in een notatie "geoprog.spf".
7 01/2008 Vormenbouw7.4 Programma uitvoeren
7
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 7-397
EXTCALL met gerichte oproep
Naast het gebruik van het hierboven beschreven zoekmechanisme kunt u een subprogramma met het EXTCALL-commando ook direct oproepen door in het EXTCALL-commando ook de locatie van het subprogramma aan te geven.
Voorbeelden HMI-gebruikersgeheugen: EXTCALL ("/user/sinumerik/data/prog/spf.dir /myextsub.spf")
Het in het HMI-gebruikersgeheugen in de directory /spf.dir opgeslagen programma "myextsub.spf" wordt opgeroepen. . EXTCALL ("/user/sinumerik/data/prog/wpd.dir/ mywpd.dir/myextsub.spf")
Het in het HMI-gebruikersgeheugen in de werkstuk-directory /wks.dir in het werkstuk "mywpd.dir" opgeslagen programma "myextsub.spf" wordt opgeroepen. EXTCALL ("/user/sinumerik/data/prog/mydir.dir/ myextsub.spf")
Het in het HMI-gebruikersgeheugen in de zelf aangelegde directory /mydir.dir opgeslagen programma "myextsub.spf" wordt opgeroepen.
7.4 Programma uitvoeren
7.4.1 Programma voor uitvoering kiezen
Het technologieprogramma dat zich in het NCK-werkgeheugen bevindt, selecteert u zoals een normaal G-code-programma voor de uitvoering. De selectie van het geometrieprogramma gebeurt dan automatisch met het commando "EXTCALL".
De selectie van een volledig programma, dat zich op de harddisk van de PCU 50.3 (HMI-Advanced) of de Compact Flash-card bij ShopMill op NCU (HMI-Embedded sl) of een USB-/netwerk-drive bevindt, gebeurt met behulp van de softkey "Uitvoer. hardd." in de programmamanager.
7 Vormenbouw 01/2008 7.4 Programma uitvoeren
7
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 7-398 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
7.4.2 Bewerking starten bij bepaald programmapunt
Technologieprogramma met geometrieprogramma's
Om in een geometrieprogramma de uitvoering van een bepaald programmagedeelte te starten, voert u het doel in de zoekpointer in. Niveau 1 (technologieprogramma): programmaregel met de oproep van het gewenste geometrieprogramma Niveau 2 (geometrieprogramma): programmaregel voor de start van de bewerking
Als het geometrieprogramma op de Compact Flash Card ligt, moet u in niveau 2 in het invoerveld "Programma" niet alleen de programmanaam maar ook het pad aangeven.
Kies de versnelde programmavariant "Extern – zonder berekening". De blok-zoek-run in het technologieprogramma gebeurt met berekening. Daarbij worden alle EXTCALL-commando's voor het gewenste geometrieprogramma overgeslagen. De blok-zoek-run in het gewenste technologieprogramma gebeurt zonder berekening.
Deze berekeningsvarianten stelt echter voorop dat alle machinefuncties, zoals werktuigoproep, bewerkingsvoeding, spiltoerental, spiltoerental enz. in het technologieprogramma staan. Het geometrieprogramma mag alleen de geometriewaarden voor het vlak met vrije vorm bevatten.
Volledig programma Om in een volledig programma de uitvoering van een bepaald programmagedeelte te starten, plaatst u de cursor direct op het gewenste doelblok (evt. met behulp van "Zoeken").
Houd daarna bij de keuze van een berekeningsvariant rekening met het volgende: De variant "Extern zonder berekening" voert een zoek-run uit zonder inachtneming van de machinefuncties. Daarom kan de uitvoering van het programma alleen worden gestart in blokken waarin alle relevante machinefuncties zoals voeding, spiltoerental enz. geactiveerd worden.Om veiligheidsredenen kiest u dus het best de varianten "Op contour" of "Op eindpunt". Deze berekeningsvarianten nemen echter meer tijd in beslag.
7 01/2008 Vormenbouw7.5 Voorbeeld
7
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 7-399
7.5 Voorbeeld Werkstuk Op een 3-asmachine moet een GSM-houder worden gemaakt.
Aan te maken werkstuk
Programmastructuur Het vormenbouwprogramma is onderverdeeld in een technologieprogramm en een geometrieprogramma.
Technologieprogramma voor de bewerkingsstap nabewerking
7 Vormenbouw 01/2008 7.5 Voorbeeld
7
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 7-400 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
In het technologieprogramma wordt voor een optimale snelheidsbepaling de cyclus "High Speed Settings" opgeroepen.
Cyclus "High Speed Settings" (CYCLE832)
Geometrieprogramma voor de bewerkingsstap nabewerking
7 01/2008 Vormenbouw7.5 Voorbeeld
7
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 7-401
Meetekenen Tijdens de uitvoering van het vormenbouwprogramma kan de progressie worden gevolgd op het scherm.
Grafische weergave van het werkstuk
7 Vormenbouw 01/2008 7.5 Voorbeeld
7
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 7-402 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
Voor notities
8 01/2008 Alarmen en meldingen 8
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 8-403
Alarmen en meldingen 8.1 Meldingen................................................................................................................ 8-404
8.2 Alarmen................................................................................................................... 8-404
8.3 Gebruikersgegevens............................................................................................... 8-405
8.4 Versie-indicatie........................................................................................................ 8-407
8 Alarmen en meldingen 01/2008 8.1 Meldingen
8
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 8-404 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
8.1 Meldingen ShopMill toont in de dialoogregel meldingen die bedieningsinstructies
geven of informatie bieden over de voortgang van de bewerking. De getoonde meldingen onderbreken de bewerking niet.
8.2 Alarmen Als bij ShopMill foute toestanden worden herkend, wordt er een alarm
gegenereerd en wordt de bewerking evt. onderbroken. De fouttekst, die samen met het alarmnummer verschijnt, geeft meer informatie over de oorzaak van de fout.
Waarschuwing
Als u een optredend alarm niet in acht neemt en de oorzaak van het alarm niet repareert, bestaat er gevaar voor de machine, het werkstuk,opgeslagen instellingen en eventueel zelfs voor uw gezondheid.
De verschillende alarmnummers zijn toegewezen aan de volgende
bereiken:
61000-62999 Cycli 100000-100999 Basissysteem 101000-101999 Diagnose 102000-102999 Diensten 103000-103999 Machine 104000-104999 Parameter 105000-105999 Programmering 106000-106999 Reserve 107000-107999 OEM 110000-110999 gereserveerd 111000-112999 ShopMill 120000-120999 gereserveerd Een beschrijving van alle alarmen vindt u in
Literatuur: /DAsl/, Diagnosehandboek SINUMERIK 840D sl/840Di
8 01/2008 Alarmen en meldingen8.3 Gebruikersgegevens
8
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 8-405
Druk op de softkey "Alarmlijst".
De lijst met de actieve meldingen en alarmen wordt geopend.
Controleer de machine zorgvuldig aan de hand van de alarmbeschrijving.
Verwijder de oorzaak van het alarm.
Reset Cycle Start
Druk op de toets die als symbool afgebeeld is naast het alarm als u het alarm wilt wissen.
- OF -
Schakel de machine resp. de besturing uit en opnieuw in als het symbool van de hoofdschakelaar (POWER ON) naast het alarm verschijnt.
8.3 Gebruikersgegevens Gebruikersgegevens zijn variabelen die door ShopMill- en ook G-
code-programma's intern worden gebruikt. Deze gebruikersgegevens kunt u zich in een lijst laten tonen.
De volgende verschillende variabelen zijn gedefinieerd:
• Globale gebruikersgegevens (GUD) GUD's zijn geldig in alle programma's. De indicatie van de GUD's kan via een sleutelschakelaar resp. wachtwoord vergrendeld zijn.
• Lokale gebruikersgegevens (LUD)
LUD's gelden alleen in het programma of subprogramma, waarin ze gedefinieerd werden. ShopMill toont bij de afwerking van het programma de LUD's die beschikbaar zijn tussen het actuele blok en het einde van het programma. Als u op de toets "Cycle-Stop" drukt, wordt de lijst van de LUD's geactualiseerd. De waarden daarentegen worden voortdurend geactualiseerd.
• Programmaglobale gebruikersgegevens (PUD) PUD's worden uit de in het hoofdprogramma gedefinieerde lokale variabelen (LUD) geproduceerd. D.w.z. de PUD's gelden in alle subprogramma's en kunnen daar geschreven en gelezen worden. Met de programmaglobale gebruikersgegevens worden ook de lokale getoond.
• Kanaalspecifieke gebruikersgegevens De kanaalspecifieke gebruikersgegevens gelden telkens maar in één kanaal.
8 Alarmen en meldingen 01/2008 8.3 Gebruikersgegevens
8
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 8-406 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
ShopMill toont de gebruikersgegevens van het type AXIS en FRAME niet aan.
Welke variabelen door ShopMill worden getoond, vindt u in de gegevens van de machineproducent.
Gebruikersgegevens
tonen
-of-
Druk op de softkey "Werkt. nulp." of de toets "Offset".
Druk op de toets "Uitbreiding".
Druk op de softkey "Gebr. gegevens"
Globale gebr.gegev. ...
Programmagebr. gegev.
Kies via de softkey, welke gebruikersgegevens u wenst te tonen.
GUD + resp.
GUD -
Druk op de softkeys "GUD +" resp. "GUD -", als u GUD 1 tot GUD 9 van de globale en kanaalspecifieke gebruikersgegevens wenst te tonen.
Gebruikersgegevens
zoeken
Zoeken
Druk op de softkey "Zoeken".
Voer de tekst in die u wenst te zoeken. U kunt naar een willekeurige tekenreeks zoeken.
Druk op de softkey "Toepassen".
Het gezochte gebruikersdatum wordt getoond.
Verder zoeken
Druk op de softkey "Verder zoeken" als u het zoeken wenst voort te zetten.
Het volgende gebruikersdatum met de gezochte tekenreeks wordt getoond.
8 01/2008 Alarmen en meldingen8.4 Versie-indicatie
8
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 8-407
8.4 Versie-indicatie Op het opstartscherm kunt u de ShopMill-versie aflezen.
De ShopMill- en de NCU-versie kunt u ook op het CNC-ISO-bedieningsoppervlak aflezen.
Druk op de toets "Uitbreiding“ om de uitgebreide basismenubalk te openen.
Diagnose
Service- indicaties
Druk op de softkeys "Diagnose" en "Service-indicaties".
Versie
NCU Versie
Druk op de softkeys "Versie" en "NCU versie".
De NCU-versie ziet u bovenaan in het verschijnende venster: xx.yy.zz.nn.
8 Alarmen en meldingen 01/2008 8.4 Versie-indicatie
8
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 8-408 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
Voor notities
9 01/2008 Voorbeelden 9
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 9-409
Voorbeelden 9.1 Voorbeeld 1: Bewerking met rechthoekige/cirkelvormige kamer en ronde groef ... 9-410
9.2 Voorbeeld 2: Verschuiven en spiegelen van een contour ...................................... 9-418
9.3 Voorbeeld 3: Cilindermanteltransformatie .............................................................. 9-421
9.4 Voorbeeld 4: Groefwandcorrectie ........................................................................... 9-425
9.5 Voorbeeld 5: Zwenken ............................................................................................ 9-429
9 Voorbeelden 01/2008 9.1 Voorbeeld 1: Bewerking met rechthoekige/cirkelvormige kamer en
9
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 9-410 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
9.1 Voorbeeld 1: Bewerking met rechthoekige/cirkelvormige kamer en ronde groef Werkstuktekening
Programma deel_4
1. Programmakop • Basisdeel bepalen: X0 0 abs Y0 0 abs Z0 0 abs X1 180 abs Y1 180 abs Z1 -20 abs
• Softkey indrukken
2. Vlakfrezen
• Selectie met softkey Vlak- frezen > en
bewerkingsstrategie kiezen • Technologische gegevens als voorbeeld:
T VLAKFREES F 0.1 mm/tand V 1200 m/min Bewerking Voorbewerken X0 0 abs Y0 0 abs Z0 1 abs X1 180 abs Y1 180 abs
9 01/2008 Voorbeelden9.1 Voorbeeld 1: Bewerking met rechthoekige/cirkelvormige kamer en
9
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 9-411
Z1 0 abs DXY 80 % DZ 0,5 UZ 0
• Softkey indrukken.
3. Buitencontour van het werkstuk
De buitencontour kan zoals hier als rechthoekige tap worden gedefinieerd. Principieel is het natuurlijk mogelijk, ook de functie van het contourfrezen te gebruiken.
• Selectie via de softkey Tap >
Rechthoe-kige tap
• Technologische parameters T, F, S overeenkomstig invullen en de volgende parameters invoeren:
Positie referentiepunt
onderaan links
Bewerking Positietype Afzonderlijke positie X0 0 abs Y0 0 abs Z0 0 abs W 180 abs L 180 abs R 10 abs α0 0 graden Z1 20 inc DZ 20 UXY 0 UZ 0 W1 185 (fictieve basisdeelafmeting) L1 185 (fictieve basisdeelafmeting)
• Softkey indrukken
4. Buitencontour eiland Om gemakkelijk het volledige vlak buiten het eiland te kunnen verspanen, wordt om het basisdeel een contourkamer gedefinieerd en vervolgens wordt het eiland geprogrammeerd. Hiermee wordt het volledige vlak verspaand en er blijft geen restmateriaal staan.
a) Buitencontour van de kamer • Selectie met softkey
Nieuwe contour >
• Contournaam (hier: deel_4_kamer) invoeren en bevestigen
• Startscherm van de contour invullen Werktuigas Z X -20 abs Y 0 abs
en bedienen.
9 Voorbeelden 01/2008 9.1 Voorbeeld 1: Bewerking met rechthoekige/cirkelvormige kamer en
9
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 9-412 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
• Volgende contourelementen invoeren en telkens met softkey
bevestigen:
1. X 200 abs
2. Y 200 abs
3. X -20 abs
4.
Contour sluiten
• Softkey indrukken
b) Buitencontour van het eiland • Selectie met softkey
Nieuwe contour >
• Contournaam (hier: deel_4_eiland) invoeren en bevestigen
• Startscherm van de contour invullen Werktuigas Z X 90 abs Y 25 abs
en bedienen.
• Volgende contourelementen invoeren en telkens met softkey
bevestigen:
1. X 25 abs FS 15
2. Y 115 abs R 20
3. X 15 abs Y 135 abs
4. Y 155 abs R 10
5. X 60 abs R 15
6. Y 135 abs R 20
7.
Tangente aan voorg. Draairichting
R 25 X 110 abs
8. Tangente aan voorg.
Y 155 abs R 15
9. R 0
10. X 165 abs Y 95 abs α1 290 graden R 0
11. X 155 abs α1 240 graden R 28
12. FS 0
9 01/2008 Voorbeelden9.1 Voorbeeld 1: Bewerking met rechthoekige/cirkelvormige kamer en
9
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 9-413
13. X 140 abs Y 25 abs α1 225 graden R 0
14.
Contour sluiten
c) Contourfrezen/Ruimen
• Selectie met softkey Ruimen >
• Technologische parameters T, F, S overeenkomstig invullen (bijv. freesdiameter 10) en de volgende parameters invoeren:
Bewerking
Z0 0 abs Z1 10 inc DXY 4.5 mm DZ 10 UXY 0 mm UZ 0 Startpunt auto Induiken centrisch FZ 0.1 mm/tand Ophefmodus kiezen, bijv. op terugtrekniveau
•
Aanwijzingen: • Houd er bij de keuze van het freeswerktuig rekening mee dat de
werktuigdiameter voldoende is om de geplande kamer te ruimen. In geval van een fout verschijnt er een melding.
• Indien er nabewerkt moet worden, moeten de parameter UXY en UZ overeenkomstig worden ingevuld en een tweede ruimcyclus voor het nabewerken worden toegevoegd.
5. Rechthoekige kamer (groot) frezen • Selectie met softkey
Kamer >
Rechthoe-kige kamer
• Technologische gegevens als voorbeeld: T FRAESER10 F 0.1 mm/tand V 200 m/min
Positie referentiepunt
Midden
Bewerking Positietype Afzonderlijke positie X0 90 abs Y0 60 abs Z0 0 abs W 40 L 70 R 10 α0 15 Z1 4 inc DXY 4.5 mm
9 Voorbeelden 01/2008 9.1 Voorbeeld 1: Bewerking met rechthoekige/cirkelvormige kamer en
9
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 9-414 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
DZ 4 UXY 0 UZ 0 Induiken spiraalvormig EP 2 ER 2 Ruimen Volledige bewerking
•
6. Rechthoekige kamer (klein) frezen • Selectie met softkey
Kamer >
Rechthoe-kige kamer
• Parameters invoeren:
X0 90 abs Y0 60 abs Z0 -4 abs W 20 L 35 R 5 α0 15 Z1 4 inc DXY 4.5 mm DZ 2 UXY 0 UZ 0 Induiken pendelend EW 10 graden Ruimen Volledige bewerking
•
7. Ronde groef frezen
• Selectie met softkey Groef >
Ronde groef
• Technologische gegevens als voorbeeld:
T FRAESER8 F 0.5mm/tand FZ 0.02mm/tand V 150m/min
Bewerking Volledige/deelcirkel Deelcirkel X0 85 abs Y0 135 abs Z0 0 abs W 10 R 40 α0 180 graden α1 180 graden
9 01/2008 Voorbeelden9.1 Voorbeeld 1: Bewerking met rechthoekige/cirkelvormige kamer en
9
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 9-415
α2 0 graden N 1 Z1 3 inc DZ 3 UXY 0 mm
•
8. Boren/Centreren
• Selectie met softkey Centre- ren > Technologische
parameters T, F, S overeenkomstig invullen en de volgende parameters invoeren:
Diameter/Top Diameter ∅ 16
•
9. Boren/Wrijven
• Selectie met softkey Boren Wrijven >
Boren
• Technologische parameters T, F, S overeenkomstig invullen (bijv. BOOR10) en de volgende parameters invoeren:
Diameter/Top Top Z1 -25 abs DT 0
•
10. Posities
• Selectie via softkey Posi- ties >
• Parameters invoeren:
rechthoekig Z0 -10 abs X0 15 abs Y0 15 abs X1 165 abs Y1 15 abs
•
11. Hindernis
• Selectie via oftkey Posi- ties >
Hindernis
• Parameters invoeren:
Z 2 abs
•
9 Voorbeelden 01/2008 9.1 Voorbeeld 1: Bewerking met rechthoekige/cirkelvormige kamer en
9
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 9-416 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
Aanwijzing: Als deze hinderniscyclus niet wordt ingevoegd, wordt met de boor de rechterhoek van de eilandcorrectie geschonden. Het verhogen van de veiligheidsafstand is een andere mogelijkheid.
12. Posities
• Selectie via softkey Posi- ties >
• Parameters invoeren:
rechthoekig Z0 -10 abs X2 165 abs Y2 165 abs X3 15 abs Y3 165 abs
•
13. Cirkelvormige kamer frezen • Selectie met softkey
Kamer >
Cirkelvormi-ge kamer
• Technologische gegevens als voorbeeld:
T FREES8 F 0.15 mm/tand V 300 m/min
• Parameters invoeren:
Bewerking Positietype Afzonderlijke positie X0 85 abs Y0 135 abs Z0 -6 abs Diameter 30 Z1 15 inc DXY 4 DZ 5 UXY 0 mm UZ 0 Induiken centrisch FZ 0.1 mm/tand Ruimen Volledige bewerking
•
9 01/2008 Voorbeelden9.1 Voorbeeld 1: Bewerking met rechthoekige/cirkelvormige kamer en
9
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 9-417
Resultaat • Programmeergrafiek
• ShopMill-programmaweergave
9 Voorbeelden 01/2008 9.2 Voorbeeld 2: Verschuiven en spiegelen van een contour
9
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 9-418 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
9.2 Voorbeeld 2: Verschuiven en spiegelen van een contour Werkplaatstekening
X+
Y+
Z+
Y+
12030
5010
6040
10
R3
10
In dit voorbeeld verschijnen de getoonde vormen herhaaldelijk in een programma. Bijkomend tot de verschuiving moet er een spiegeling worden uitgevoerd. De vormen worden met een ruimcyclus bewerkt.
Programma deel_1
1. Programmakop • Basisdeel bepalen: Hoekpunt: X0 0 abs Y0 0 abs Z0 2 abs Afmetingen: L 120 B 60 H -30
• Softkey indrukken
2. Startmerk zetten om de contour te herhalen • Selectie via softkey
Merk zetten >
• Startmarkering met "Merk1" zetten
•
3. Contour definiëren
• Selectie met softkey Nieuwe contour >
• Contournaam (hier: DEEL_1_3HOEK) invoeren en bevestigen
• Startscherm van de contour invullen Werktuigas Z X 10 abs Y 10 abs
en bedienen.
• Volgende contourelementen invoeren en telkens met softkey
bevestigen:
9 01/2008 Voorbeelden9.2 Voorbeeld 2: Verschuiven en spiegelen van een contour
9
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 9-419
1. X 60 abs R 3
2. X 10 abs Y 40 abs R 3
3. X 10 abs Y 10 abs R 3
• Softkey indrukken
4. Ruimen
• Selectie met softkey Ruimen >
• Technologische parameters T, F, S overeenkomstig invullen (bijv. freesdiameter 3) en de volgende parameters invoeren:
Bewerking Z0 0 abs Z1 10 inc DXY 1.5 mm DZ 2 UXY 0.5 UZ 0.5 Startpunt auto Induiken centrisch FZ 0.1 mm/tand Ophefmodus kiezen, bijv. op terugtrekniveau
•
5. Eindmerk zetten om de contour te herhalen • Selectie met softkey
Merk zetten >
• Eindmarkering met "Merk2" zetten
•
6. Verschuiving
• Selectie met softkey Transfor- maties >
Verschui- ving >
• De volgende parameters instellen:
nieuw/additief nieuw X 120 Y 60 Z 0
•
7. Spiegeling
• Selectie met softkey Transfor- maties >
Spiege- ling >
• De volgende parameters instellen:
9 Voorbeelden 01/2008 9.2 Voorbeeld 2: Verschuiven en spiegelen van een contour
9
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 9-420 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
nieuw/additief Add X aan Y aan Z uit
•
8. Herhaling van de contour
• Selectie met softkey Her- haling >
• De volgende markeringen zetten:
Startmerk Merk1 Eindmerk Merk2 Aantal herhalingen 1
•
Resultaat • Programmeergrafiek
• ShopMill-programmaweergave
9 01/2008 Voorbeelden9.3 Voorbeeld 3: Cilindermanteltransformatie
9
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 9-421
9.3 Voorbeeld 3: Cilindermanteltransformatie
Z
Y
X
90°
10°30° o80mm
360o
90o
30o
10o
0o
0-45-60-100
Y
X
Voorwaarden • Er is een ronde as, bijv. as A voorhanden en de transformatie is via de machinegegevens geconfigureerd.
• De referentiepunten aan de cilinder zijn bepaald. De referentiepunten aan de cilinder zijn bepaald. De referentiepunten X0, Y0, Z0 en de gewenste nulpuntverschui-ving legt u bijv. onder "Machine manueel", "Nulpunt werkstuk" en "Kant" vast. De hieruit berekende nulpuntverschuiving wordt in de nulpuntverschuivingslijst geregistreerd.
Programma
1. Programmakop • De basisdeelafmetingen stemmen overeen met de afwikkeling van het cilindermantelvlak (L= ∅ x π). Basisdeel bepalen: Basisdeel bepalen:
X0 0 abs Y0 0 abs Z0 40 abs X1 -100 abs Y1 251.327 abs Z1 20 abs RP 50
Aanwijzing: Y1 wordt uit de diameter 80 vermenigvuldigd met π (3,14...) berekend
• Softkey indrukken
2. Nulpuntverschuiving in het programma activeren
Nulpuntverschuiving voor cilindermanteltransformatie kiezen (bijv. het nulpunt op het middelpunt van het voorvlak van de cilinder verschuiven).
• Selectie met softkey Transfor- maties >
Nulpunt versch. >
• De gewenste nulpuntverschuiving selecteren en softkey indrukken.
3. Y-as positioneren Het werktuig positioneert u in de Y-as via het midden van de cilinder, daar na selectie van de cilindermanteltransformatie de Y-as niet meer wordt verplaatst.
• Selectie met softkey Rechte lijn
9 Voorbeelden 01/2008 9.3 Voorbeeld 3: Cilindermanteltransformatie
9
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 9-422 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
• Parameters invoeren: X 10 abs Y 0 abs Z 50 abs A 0 abs F *ijlgang* mm/min Radiuscorrectie uit
• Softkey indrukken
4. Cilindermanteltrans-formatie inschakelen • Selectie met softkey
Transfor- maties>
Cilinder- mantel >
• Parameters invoeren: Transformatie aan ∅ 80 Groefwandcorr. uit
• Softkey indrukken
5. Nulpuntverschuiving in het programma activeren
De nulpuntverschuiving voor het bewerken op de afgewikkelde cilindermantel vastleggen.
• Selectie met softkey Transfor- maties>
Nulpunt versch. >
• De gewenste nulpuntverschuiving selecteren en softkey indrukken.
6. Contourinvoer met contourverwerking • Selectie met softkey
Nieuwe contour >
• Contournaam (hier: ZYLINDER) invoeren en bevestigen
• Startscherm van de contour invullen Werktuigas Z Cilindermantel ja ∅ 80 X 0 Yα 10 abs Aanwijzing: Y-waarde wissen, dan Yα - waarde invoeren (hier 10°).
• Volgende contourelementen invoeren en telkens met softkey
bevestigen:
1. X -60 abs
2. Yα 90 abs
3. X -45 abs
4. Yα 30 abs
5. X 0 abs
9 01/2008 Voorbeelden9.3 Voorbeeld 3: Cilindermanteltransformatie
9
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 9-423
• Softkey indrukken
7. Baanfrezen
• Selectie met softkey Baan- frezen
• Parameters invoeren T FRAESER8 F 0.2 mm/tand S 5000 o/min
Radiuscorrectie Bewerking vooruit Z0 40 abs Z1 10 inc DZ 10 UZ 0 UXY 0 Aanlopen Rechte Diepte-aanzet L1 2 FZ 0.1 mm/tand Aflopen Rechte Afloopstrategie L2 2 Optilmodus op terugtrekvlak
• Softkey indrukken
8. Cilindermantel-transformatie uitschakelen • Selectie met softkey
Transfor- maties >
Cilinder- mantel >
• Parameters invoeren: Transformatie uit
• Softkey indrukken
9. Resultaat • Programmeergrafiek
9 Voorbeelden 01/2008 9.3 Voorbeeld 3: Cilindermanteltransformatie
9
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 9-424 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
• ShopMill-programma-afbeelding
9 01/2008 Voorbeelden9.4 Voorbeeld 4: Groefwandcorrectie
9
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 9-425
9.4 Voorbeeld 4: Groefwandcorrectie In een pijp wordt er een groef met parallelle groefwanden gefreesd.
Hiervoor wordt niet de contour van de groef, maar de gedachte middelpuntbaan van een in de groef geleide bout geprogrammeerd.
50
35o
3
12
50
y
x
100
25 1515
45 o
35o
Voorwaarden • Er is een ronde as, bijv. as A voorhanden en de transformatie is via de machinegegevens geconfigureerd.
• De referentiepunten aan de cilinder zijn bepaald. De referentiepunten aan de cilinder zijn bepaald. De referentiepunten X0, Y0, Z0 en de gewenste
9 Voorbeelden 01/2008 9.4 Voorbeeld 4: Groefwandcorrectie
9
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 9-426 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
nulpuntverschuiving legt u bijv. onder "Machine manueel", "Nulpunt werkstuk" en "Kant" vast. De hieruit berekende nulpuntverschuiving wordt in de nulpuntverschuivingslijst geregistreerd.
Programma
1. Programmakop • De basisdeelafmetingen stemmen overeen met de afwikkeling van het cilindermantelvlak:
X0 -150 abs Y0 -150 abs Z0 25 abs X1 150 abs Y1 157.08 abs Z1 22 abs
RP 50 SC 1 Aanwijzing: Y1 wordt berekend volgens de formule Y1 = ∅ • π hier: diameter 50 vermenigvuldigd met 3,14...
• Softkey indrukken
2. Nulpuntverschuiving in het programma activeren
Nulpuntverschuiving voor cilindermanteltransformatie kiezen (bijv. het nulpunt op het middelpunt van het voorvlak van de cilinder verschuiven).
• Selectie met softkey Transfor- maties >
Nulpunt versch. >
• De gewenste nulpuntverschuiving selecteren en softkey indrukken.
3. Y-as positioneren Het werktuig positioneert u in de Y-as via het midden van de cilinder, daar na selectie van de cilindermanteltransformatie de Y-as niet meer wordt verplaatst.
• Selectie via softkey Rechte lijn
• Parameters invoeren: X 10 abs Y 0 abs Z 40 abs F *ijlgang* mm/min Radiuscorrectie uit
• Softkey indrukken
4. Cilindermanteltrans-formatie inschakelen • Selectie met softkey
Transfor- maties >
Cilinder- mantel >
• Parameters invoeren: Transformatie aan ∅ 50 Groefwandcorr. aan D 6 Aanwijzing: D is de afstand van de gedachte middelpuntbaan tot de groefwand.
• Softkey indrukken
9 01/2008 Voorbeelden9.4 Voorbeeld 4: Groefwandcorrectie
9
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 9-427
5. Nulpuntverschuiving in het programma activeren
De nulpuntverschuiving voor het bewerken op de afgewikkelde cilindermantel vastleggen (nulpunt op het nulpunt van de werkplaatstekening verschuiven).
• Selectie met softkey Transfor- maties >
Nulpunt versch. >
• De gewenste nulpuntverschuiving selecteren en softkey indrukken.
6. Contourinvoer met contourverwerking • Selectie met softkey
Nieuwe contour >
• Contournaam (hier: ZYLINDER) invoeren en bevestigen
• Startscherm van de contour invullen Werktuigas Z Cilindermantel ja ∅ 50 X -25 abs Yα 0 abs Aanwijzing: Y-waarde wissen, dan Yα-waarde invoeren (hier 0°).
• Softkey indrukken
• Volgende contourelementen invoeren en telkens met softkey
bevestigen:
1. X -44 abs
2. X -25 abs
3.
Alle parameters Yα -35 abs I 0 inc
Dialoog selectie (α2 tang.)
Dialoog overname β2 180°
4. X -94 abs
5.
6. X -6 abs Yα 0 abs α1 45°
7. X -25 abs
• Contour overnemen met softkey .
7. Baanfrezen
• Selectie met softkey Baan- frezen
• Parameters invoeren T FRAESER_8 F 0.2 mm/tand S 5000 o/min
Radiuscorrectie Bewerking vooruit Z0 25 abs Z1 3 inc DZ 2
9 Voorbeelden 01/2008 9.4 Voorbeeld 4: Groefwandcorrectie
9
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 9-428 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
UZ 0 UXY 0
Aanlopen kwartcirkel R1 2.5 FZ 0.1 mm/tand
Aflopen kwartcirkel R2 2.5 Optilmodus op terugtrekniveau
• Softkey indrukken
8. Cilindermantel-transformatie uitschakelen • Selectie met softkey
Transfor- maties >
Cilinder- mantel >
• Parameters invoeren: Transformatie uit
• Softkey indrukken
9. Resultaat • Programmeergrafiek SLEUFWAND
• ShopMill-programma-afbeelding
9 01/2008 Voorbeelden9.5 Voorbeeld 5: Zwenken
9
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 9-429
9.5 Voorbeeld 5: Zwenken
54,736°
aanzicht A
14,434
vooraanzicht
50
25
25
2010
45°
10 diep
linker zijaanzicht
10 diep
25
25
10 20
45°
ZXY
17,678
20,4
1310
,206
R5
10 diep
90°
A
bovenaanzicht
10 diep
25
25
10 20
45°
50
50
R2
R2
R2
9 Voorbeelden 01/2008 9.5 Voorbeeld 5: Zwenken
9
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 9-430 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
In dit voorbeeld wordt het bewerkingsvlak meervoudig gezwenkt.
Programma voorbeeld4
1. Programmakop • Basisdeel bepalen: X0 0 abs Y0 0 abs Z0 0 abs X1 -50 abs Y1 -50 abs Z1 -50 abs
• Softkey indrukken
2. Rechthoekige kamer
• Selectie met softkey Kamer >
Rechthoe-kige kamer
• Technologische gegevens als voorbeeld: T FREES_4 D 1 F 0.1 mm/tand V 200 m/min
• De volgende parameters invoeren: Positie
referentiepunt Midden
Bewerkingstype Voorbewerken Positietype Afzonderlijke positie X0 -25 abs Y0 -25 abs Z0 0 abs W 10 L 20 R 2 α0 -45° Z1 5 inc DXY 3 mm DZ 2.5 UXY 0 mm UZ 0 Induiken Centrisch FZ 0.05 mm/tand Ruimen Volledige bewerk.
•
9 01/2008 Voorbeelden9.5 Voorbeeld 5: Zwenken
9
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 9-431
3. Zwenken
• Selectie met softkey Transfor- maties
Zwenken >
• Technologische gegevens als voorbeeld: T FREES_4 D 1
• De volgende parameters invoeren:
Terugtrekken ja Zwenken ja Transformatie nieuw X0 0 Y0 -50 Z0 0 Zwenken asgewijs X 90° Y 0° Z 0° X1 0 Y1 0 Z1 0 Richting -
•
4. Rechthoekige kamer
• Selectie met softkey Kamer >
Rechthoe-kige kamer
• Technologische gegevens als voorbeeld: T FREES_4 D 1 F 0.1 mm/tand V 200 m/min
• De volgende parameters invoeren:
Positie referentiepunt
Midden
Bewerkingstype Voorbewerken Positietype Afzonderlijke positie X0 -25 abs Y0 -25 abs Z0 0 abs W 10 L 20 R 2 α0 45° Z1 5 inc DXY 3 mm DZ 2.5 UXY 0 mm UZ 0 Induiken Centrisch FZ 0.05 mm/tand Ruimen Volledige bewerk.
9 Voorbeelden 01/2008 9.5 Voorbeeld 5: Zwenken
9
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 9-432 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
•
5. Zwenken
• Selectie met softkey Transfor- maties
Zwenken >
• Technologische gegevens als voorbeeld: T FREES_4 D 1
• De volgende parameters invoeren:
Terugtrekken ja Zwenken ja Transformatie nieuw X0 -50 Y0 -50 Z0 0 Zwenken asgewijs Z -90° X 90° Y 0° X1 0 Y1 0 Z1 0 Richting -
•
6. Rechthoekige kamer
• Selectie met softkey Kamer >
Rechthoe-kige kamer
• Technologische gegevens als voorbeeld: T FREES_4 D 1 F 0.1 mm/tand V 200 m/min
• De volgende parameters invoeren:
Positie referentiepunt
Midden
Bewerkingstype Voorbewerken Positietype Afzonderlijke positie X0 -25 abs Y0 -25 abs Z0 0 abs W 10 L 20 R 2 α0 -45° Z1 5 inc DXY 3 mm DZ 2.5 UXY 0 mm UZ 0
9 01/2008 Voorbeelden9.5 Voorbeeld 5: Zwenken
9
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 9-433
Induiken Centrisch FZ 0.05 mm/tand Ruimen Volledige bewerk.
•
7. Instelling Ander basisdeel definiëren, opdat bij de simulatie in het zichtbare fragment de bewerking van het schuine vlak zou weergegeven worden:
• Selectie met softkey Instel- lingen
• Basisdeel bepalen: X0 -17.678 abs Y0 10.206 abs Z0 0 abs X1 17.678 abs Y1 -20.413 abs Z1 -10 abs
• Softkey indrukken
•
8. Zwenken
• Selectie met softkey Transfor- maties >
Zwenken >
• Technologische gegevens als voorbeeld: T VLAKFREES D 1
• De volgende parameters invoeren:
Terugtrekken ja Zwenken ja Transformatie nieuw X0 -50 Y0 -50 Z0 -25 Zwenken asgewijs Z -45° X 54.736° Y 0° X1 0 Y1 20.413 Z1 0 Richting -
•
9. Vlakfrezen
• Selectie met softkey Vlak- frezen > en
bewerkingsstrategie kiezen • Technologische gegevens als voorbeeld:
T VLAKFREZEN D 1 F 0.1 mm/tand V 200 m/min
9 Voorbeelden 01/2008 9.5 Voorbeeld 5: Zwenken
9
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 9-434 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
• De volgende parameters invoeren:
Bewerkingstype Voorbewerken X0 -17.678 abs Y0 -20.413 abs Z0 14.434 abs X1 17.678 abs Y1 10.206 abs Z1 0 abs DXY 80 % DZ 2.5 UZ 0
•
10. Boren
• Selectie met softkey Boren Wrijven >
Boren
• Technologische gegevens als voorbeeld: T BOOR_3 D 1 F 0.1 mm/o S 2000 o/min
• De volgende parameters invoeren:
Schacht/Top Schacht Z1 5 inc DT 0 s
•
11. Positiepatroon
• Selectie met softkey Posi- ties >
• De volgende parameters invoeren:
Volledige/Deelcirkel volledige cirkel Z0 0 abs X0 0 abs Y0 0 abs α0 -90° R 5 N 3 positioneren Rechte
•
12. Zwenken Zwenkkop resp. -tafel terug in de oorspronkelijke positie terugzwenken:
• Selectie met softkey Transfor- maties >
Zwenken >
• Technologische gegevens als voorbeeld:
T 0 D 1
9 01/2008 Voorbeelden9.5 Voorbeeld 5: Zwenken
9
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 9-435
• De volgende parameters invoeren:
Terugtrekken ja Zwenken ja Transformatie nieuw X0 0 Y0 0 Z0 0 Zwenken asgewijs X 0° Y 0° Z 0° X1 0 Y1 0 Z1 0 Richting -
•
Resultaat • ShopMill-programma-afbeelding
9 Voorbeelden 01/2008 9.5 Voorbeeld 5: Zwenken
9
© Siemens AG 2008 All rights reserved. 9-436 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
Voor notities
A 01/2008 Bijlage A
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 A-437
Bijlage A Afkortingen..............................................................................................................A-438
B Index ........................................................................................................................ I-441
A Bijlage 01/2008 A Afkortingen
A
© Siemens AG 2008 All rights reserved. A-438 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
A Afkortingen ABS Absolute afmeting
COM Communication: Communicatie Component van de NC-besturing die de communicatie uitvoert en coördineert.
CNC Computerized Numerical Control: Computerondersteunde numerieke besturing
D Snijkant
DIN Duitse industrienorm
DRF Differential Resolver Function: Differentiaal-draaimelderfunctie De functie verwekt samen met een elektronisch handwiel een incrementele nulpuntverschuiving in automatisch bedrijf.
DRY Dry Run: Leegloopaanvoer
F Aanvoer
GUD Global User Data: Globale gebruikersdata
HW Hardware
INC Increment: Stappenmaat
INI Initializing Data: Initialisatiedata
INK Incrementmaat
LED Light Emitting Diode: Lichtdiode
M01 M-functie: Geprogrammeerde stop
M17 M-functie: Subroutine-einde
MCS Machine Coordinate System
MD Machinedata
MDA Manual Data Automatic
MCS Machinecoördinatensysteem
MLFB Machine-leesbare productbenaming
A 01/2008 BijlageA Afkortingen
A
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 A-439
MPF Main Program File: Hoofdprogramma
NC Numerical Control: Numerieke besturing De NC-besturing omvat de componenten NCK, PLC, PCU en COM.
NCK Numerical Control Kernel: Numerieke kern Component van de NC-besturing die programma's uitvoert en in hoofdzaak de bewegingsprocessen voor de werktuigmachine coördineert.
NPV Nulpuntverschuiving
OP Operator Panel: Bedieningspaneel
PC Personal Computer
PCU Personal Computer Unit Component van de NC-besturing die de communicatie tussen de operator en de machine mogelijk maakt.
PLC Programmable Logic Control: Aanpasbesturing Componenten van de NC-besturing voor het bewerken van de regellogica van de werktuigmachine
PRT Program Test
REF Referentiepunt aanlopen
REPOS Herpositioneren
ROV Rapid Override: IJlgangcorrectie
S Spiltoerental
SBL Single Block: Enkelvoudig blok
SI Safety Integrated
SK Softkey
SKP Skip: Zin laten verdwijnen
SPF Sub Program File: Subprogramma
SW Software
T Werktuig
TMZ Tool Magazine Zero
A Bijlage 01/2008 A Afkortingen
A
© Siemens AG 2008 All rights reserved. A-440 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
V Snijsnelheid
WCS Work Piece Coordinate System
WCS Werkstukcoördinatensysteem
WPD Work Piece Directory: Werkstuklijst
WZ Werktuig
I 01/2008 BijlageIndex
I
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 I-441
B Index
3 3D-weergave 5-346 3D-werktuig 2-144 3-vlakkenaanzicht 5-344 A Aaneenschakeling 3-176 Aanloopmodus 3-207 Aanloopstrategie 3-208 Aantal 2-152, 3-187 Aantal tanden 2-150 Aantal werkstukken 3-187 Aanzicht
veranderen 5-347 Absolute afmeting 1-45 Absolute maatinvoer 3-173 Afloopmodus 3-207 Afloopstrategie 3-208 Alarm 8-404 Alternatief 3-182 Arbeidsplan 1-39 Arbeidsstappenprogramma 3-177 As
positioneren 2-103 Assen 3-173
verplaatsen 2-101 Astoets 1-26 Automatisch bedrijf 2-53, 2-112 B Baanfrezen 3-207 Basisblokindicatie 2-130 Basisdeel 3-178 Basisdeel-afmetingen 5-342 Basisdraaiingshoek 3-256 Basisverschuiving 2-56 Bediening 1-34 Bedieningsinterface 1-31 Bedieningspaneel 1-22
OP 010 1-22 Toetsen 1-23
Beeldschermtoetsen 1-33 Begin 4-336 Bewerking
starten 2-115 stoppen 2-115 voortijdig beëindigen 2-115
Bewerkingsdraairichting 3-179
Bewerkingslijnen 5-340 Bewerkingstijd 5-340 Bewerkingsvoeding 3-175 Bijkomend commando 3-194, 3-197 Bijkomende functie
Werktuig 2-150 Bijkomende functies 3-323 Binnencorrectie 3-197 Binnenschroefdraad 3-241 Boor 2-137, 2-138 Boorschroefdraadfrezen 3-245 Boren 3-234, 3-235 Boring automatisch meten
1 boring meten 2-71 2 boringen meten 2-72 3 boringen meten 2-73 4 boringen meten 2-74
Bovenaanzicht 5-343 Buitencontour 3-197 Buitenschroefdraad 3-242 C CAM-systeem 7-390 Centreren 3-210, 3-211, 3-234 Cilindermanteltransformatie 3-196, 3-314 Cirkel
met een bekend middelpunt 3-227 met een bekende radius 3-228 polair 3-232
Cirkeltap automatisch meten 1 cirkeltap meten 2-78 2 cirkeltappen meten 2-79 3 cirkeltappen meten 2-80 4 cirkeltappen meten 2-81
Cirkeltap manueel meten 1 cirkeltap meten 2-78
Cirkelvormige groef 3-284 Cirkelvormige tap 3-279 CNC-ISO-bedrijf 2-168 Contour 0-7
aanleggen 3-194 eiland 3-190 herbenoemen 3-186 kamer 3-190 kopiëren 3-185 sluiten 3-199 Tap 3-191
I Bijlage 01/2008 Index
I
© Siemens AG 2008 All rights reserved. I-442 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
veranderen 3-201 Weergave 3-192
contour frezen 3-189 Contour opnieuw aanlopen 2-116 Contour verlaten 2-116 Contourbegin 3-194 Contourcalculator 3-189 Contoureinde 3-194 Contourelement
aanhangen 3-201 creëren 3-196 invoegen 3-202 veranderen 3-201 wissen 3-203
Contourkamer afkanten 3-219 centreren 3-210 frezen 3-213 nabewerking 3-217 Restmateriaal 3-215 voorbewerking 3-213 voorboren 3-210
Contourovergangselement 3-197 Contourtap
afkanten 3-224 nabewerking 3-223 Restmateriaal 3-221 voorbewerking 3-220
Coördinatensysteem 1-21 Coördinatentransformatie 2-162
definiëren 3-311 Correctiewaarden 2-149 Cycli-ondersteuning 4-328 Cyclus 0-7 Cyclus starten 3-182 D D 3-188 Dialoogregel 1-31 Dialoogselectie 3-198
veranderen 3-202 Diepboren 3-236 Directory
aanleggen 6-366, 6-381 herbenoemen 6-369, 6-384 kiezen 6-361, 6-375 kopiëren 6-368, 6-383 openen 6-361, 6-375
verschuiven 6-384 wissen 6-369, 6-385
Diskdrive 6-380 Doorsnede 5-348 DR 3-189 Draadfrezen 3-241 DRF-verschuiving 2-123 Driedimensionale weergave 5-346 Drijfwerktrap 3-323 Duplonummer 2-140 E E_COUNTER 3-324 Eenheid kiezen 1-43 Einde 4-336 Enkelvoudig blok 2-129
deselecteren 2-129 fijn 2-129
Equidistant 2-149 F Fijnverschuiving 2-163 FOR 3-324 Fragment veranderen 5-347 Frees 2-137, 2-138 Freesradiuscorrectie 3-174 Frezen 3-266 G G-code
in arbeidsstappenprogramma 3-324 invoegen 4-334 knippen 4-334 kopiëren 4-334 markeren 4-334 verbergen 2-123 zoeken 4-335
G-code-blok nummeren 4-336
G-code-editor 4-333 G-code-programma
creëren 4-328 simuleren 4-331 uitvoeren 4-331, 6-365, 6-380
Gebruikersgegevens 8-405 Gebruikerstoestemming 2-51 Geometrieprogramma 7-390 Geprogrammeerde stop 2-122, 3-323 G-functies 2-113 Gravure 3-295
I 01/2008 BijlageIndex
I
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 I-443
Groefwandcorrectie 3-314 Grofverschuiving 2-163 H Handbedrijf 2-53
Assen verplaatsen 2-101 Maateenheid 2-109 M-functies 2-108 Transmissietrap 2-108 Voorinstellingen 2-110 Werktuigas 2-109
Handwerktuig 2-146 Harde schijf 6-380 Help-venster 1-41 Herhaling 3-307 H-functies 2-113 High Speed Settings 7-393 Hindernis 3-261 H-nummer 2-140 Hoek automatisch meten
rechthoekige/willekeurige hoek meten 2-68 Hoek manueel meten
rechthoekige/willekeurige hoek meten 2-67 Hoek meten 2-67 Hoek voor kegelvormig freeswerktuig 2-144 Hoekpunt 3-178 Hoofdprogramma 3-305 Hulpfuncties 2-113 I IJlgang 2-103, 3-175 IJlgang-override 1-27 inch/metrisch 3-173 Inch/Metrisch-omschakeling 2-54 Incrementele afmeting 1-45 Incrementele maatinvoer 3-173 Incrementmaat 1-45 Induiken 3-271 Induikfrezen 3-288 Inschakelen 2-49 Instellingen
Automatische modus 2-134 Handbedrijf 2-108 veranderen 3-309
Instelvoeding 2-102 Invoegmodus 1-43 Invoerveld 1-42 ISO-dialect 4-338 ISO-dialecten 2-140
J Jog 1-25 K Kalibrering meetwerktuig 2-86 Kamer automatisch meten
Rechthoekige kamer meten 2-70 Kamer meten
Rechthoekige kamer manueel meten 2-70 Kamer/boring meten 2-69 Kanaalbedrijfsmeldingen 1-32 Kanaaltoestand 1-32 Kleine letters 3-296 Koelmiddel 2-150, 3-323 L Langsgroef 3-281 Lege plaats zoeken 2-157, 2-159 Lengteaanpassing 2-93, 3-302 M Maateenheid 3-178 Maatstaf 2-166 Machinebesturingspaneel 1-25 Machinecoördinatensysteem 2-55 Machinelooptijden 2-132 Machinenulpunt 1-21 Magazijn 2-154 Magazijnlijst 2-154 Magazijnplaats
blokkeren 2-155 positioneren 2-160
MCS/WCS 2-55 MDA 2-53 MDA-bedrijf 2-111 Meervoudige opspanning 6-362, 6-376 Meetcycli-ondersteuning 4-328 Meetdoos 2-89 Meetekenen
tijdens de bewerking 2-128 voor de bewerking 2-126
Meettaster 2-93 afstemmen 2-96, 3-304
Meettaster kalibreren 2-86 Meldingen 8-404 Merk 3-307 Meten 3-300
Werkstuknulpunt 2-58, 3-300 Werktuig 2-88
metrisch/inch 3-173
I Bijlage 01/2008 Index
I
© Siemens AG 2008 All rights reserved. I-444 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
Metrisch/Inch-omschakeling 2-54 M-functies 2-113, 3-323 Middelpuntbaan 3-208 Mini-bedieningshandtoestel 1-29 N Nabewerken 2-97, 2-98, 3-182 Netwerk-drive 6-365, 6-380 Nieuwe contour
frezen 3-194 Niveaubenamingen 1-44 Noodstop 1-25 Nulpuntgegevens beveiligen 6-370, 6-385 Nulpuntgegevens inlezen 6-370, 6-385 Nulpuntverschuiving 2-162, 2-167
Basis- 2-162 Coördinatentransformatie 2-162 definiëren 2-164 deselecteren 2-167 kiezen 2-167 Totale 2-162
Nulpuntverschuivingen oproepen 3-309
Nulpuntverschuivingslijst 2-165 O On line-hulp 4-328 Ontspanen 3-236, 3-239 Overmaat 3-189 P Parameter
berekenen 1-43 invoeren 1-42 overnemen 1-43 selecteren 1-42 veranderen 1-43 wissen 1-43
Parameterscherm 1-40 Plaatsnummer 2-139 Plaatstoewijzing 2-141 Plunging 3-288 Pool 3-230 Poolcoördinaten 1-44, 3-230 Positie
willekeurige 3-248 Positie
herhalen 3-263 Positiepatroon
deelcirkel 3-258
lijn 3-252 Raam 3-254 rooster 3-253 Ruit 3-253 volledige cirkel 3-256
Posities 3-247 Positiewaarde 2-56 POWER ON 8-405 Programma 0-7
aanleggen 6-366, 6-381 corrigeren 2-131 herbenoemen 6-369, 6-384 inlopen 2-129 kopiëren 6-368, 6-383 laden 6-379 meerdere markeren 6-367, 6-382 nieuw 3-177 onderbreken 2-116 ontladen 6-379 openen 6-361, 6-375 overschrijven 2-124 starten 2-115 stoppen 2-115 testen 2-125 uitvoeren 6-362, 6-376 verschuiven 6-384 voor uitvoering kiezen 2-114 voortijdig beëindigen 2-115 wissen 6-369, 6-385
Programmabeheer PCU 50.3 (HMI Advanced) 6-373 ShopMill op NCU (HMI Embedded) 6-359
Programmabeïnvloeding 1-32 Testvoeding 2-134
Programmablok herhalen 3-307 tonen 2-130 veranderen 3-183
Programmablokken 3-176 invoegen 3-185 knippen 3-185 kopiëren 3-185 markeren 3-185 nieuw 3-181 nummeren 3-186 zoeken 3-186
Programma-editor 3-184
I 01/2008 BijlageIndex
I
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 I-445
Programma-einde 3-187 Programmakop 3-176, 3-177 Programmamanager 6-359, 6-373 Programmanaam 3-177 Programmastructuur 3-176 Programmeergrafiek 1-39 R Rand automatisch meten
Afstand 2 randen meten 2-66 een punt meten 2-64 twee punten meten 2-65
Rand manueel meten Afstand 2 randen meten 2-65 een punt meten 2-63 twee punten meten 2-64
Rand meten 2-62 Rechte 3-225
polair 3-231 Radiuscorrectie 3-225
Rechterhandregel 1-21 Rechthoekige tap 3-276 Referentiepunt 2-49 Rekenparameters 4-337 Reset 1-25 Restmateriaal
Contourkamer 3-215 Contourtap 3-221
Rotatie 3-311 R-parameters 4-337 S S 3-188 S1 1-31 S2 1-31 S3 1-31 Safety Integrated 2-51 Scalering 3-312 Schroefdraadtappen 3-239 ShopMill 1-18
kiezen 2-168 ShopMill Open 2-169 Simulatie 5-340
Snelle weergave 5-341 Standaardsimulatie 5-340 starten 5-341
Sleutelschakelaar 1-28 Slijtage 2-152 Snelaanzicht
2D kiezen 5-349 3D kiezen 5-349 Afstandsmeting 5-352 Delenprogramma bewerken 5-354 G-blokken zoeken 5-354 Grafiek verschuiven 5-351 Grootte aanpassen 5-351 Positie in 3D wijzigen 5-350 starten 5-349 Weergaven 5-349 Zoekfuncties 5-353
Snijkant 3-188 Snijsnelheid 3-174, 3-188 Softkey
Annuleren 1-37 Bediening 1-34 OK 1-37 Terug 1-37 Toepassen 1-37
Spanen 3-236 Spanen breken 3-240 Speciale tekens 3-296 Spiegeling 3-312 Spiegelschrift 3-296 Spil
positioneren 2-100 starten 2-100 stoppen 2-100
Spildraairichting 2-150, 3-323 Spil-override 1-27 Spilpositie 3-323 Spiltoerental 2-101, 3-174, 3-188 Spiltoestand 1-33 Standtijd 2-152 Stapbreedte 2-101 Stappenreeksprogramma 3-173 Stop 3-323 Streepjesgrafiek 1-39 Subbedieningsmodus 1-32 T T 3-188 Tangente 3-198 Tap automatisch meten
Rechthoekige tap meten 2-77 Tap manueel meten
Rechthoekige tap meten 2-77 Tap meten 2-76
I Bijlage 01/2008 Index
I
© Siemens AG 2008 All rights reserved. I-446 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
Technologieprogramma 7-390 Telediagnose 2-169 TEMP 6-369, 6-385 Terugcompileren 4-330 Terugtrekken bij positiepatronen 3-180 Terugtrekniveau 3-178 Tijdige waarschuwingsgrens 2-152 Toegangsrechten 1-28 Toetsen 1-23
Bediening 1-34 Totale verschuivng 2-162 Trochoïdaal frezen 3-287 U Uitdraaien 3-238 Uitschakelen 2-49 Uitvoeren 2-112 V V 3-188 Variabelen 8-405 Vast punt
afstemmen 2-92 Veiligheidsafstand 3-178 Veiligheidsniveaus 1-28 Verbergen 2-123 Verrondingsradius 2-144 Verschuiving 3-311 Versie-indicatie 8-407 Vlak automatisch uitrichten 2-84 Vlak manueel uitrichten 2-83 Vlak uitrichten 2-83 Vlakfrezen 2-107, 3-220 Voeding 3-175, 3-181 Voedings-override 1-27 Voedingstoestand 1-32 Volledig programma 7-391 Volledige bewerking 3-182 Volumemodel 5-346 Voorbeeld
Boren 3-264 Cilindermanteltransformatie 9-421 Groefwandcorrectie 9-425 Poolcoördinaten 3-233 Positiepatroon frezen 3-293 Rechthoekige kamer 3-272 Schroefdraadfrezen 3-244 Vlakfrezen 3-268 vrije contourprogrammering 3-203
Zwenken 3-321, 9-429 Voorbeelden 9-410, 9-418 Voorbewerken 2-97, 2-98, 3-182 Voorboren 3-210, 3-212 Voorinstellingen
veranderen 2-110 Vormenbouw 7-390 W Wachtwoord 0-4, 1-28 WCS/MCS 2-55 Werkplek 1-20 Werkstukcoördinatensysteem 2-55 Werkstukken, aantal 3-187 Werkstuknulpunt 1-21
automatisch meten 2-58 manueel meten 2-58 meten 2-58, 3-300
Werkstukteller G-code-programma's 2-135
Werktuig laden 2-156 meerder snijkanten 2-145 meten 2-88, 2-93, 3-302 nieuw 2-143 ontladen 2-158 programmeren 3-173, 3-188 sorteren 2-160 verplaatsen 2-158 wissen 2-155
Werktuigcontrole 2-152 Werktuigcorrecties 2-136, 2-147 Werktuigen 2-136 Werktuiggegevens beveiligen 6-370, 6-385 Werktuiggegevens inlezen 6-370, 6-385 Werktuiglengtecorrectie 2-148, 3-173 Werktuiglijst 2-136 Werktuigmagazijn 2-141 Werktuignaam 2-146 Werktuigradiuscorrectie 2-149, 3-174 Werktuigslijtagegevens 2-151 Werktuigslijtagelijst 2-141 Werktuigtoestand 2-155 Werktuigtype 2-140 Werktuigtype veranderen 2-155 Wervelfrezen 3-287 Wrijven 3-235
I 01/2008 BijlageIndex
I
© Siemens AG 2008 All rights reserved. SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008 I-447
Z Zijdelingse aanpassing 2-93, 3-302 Zoeken
blok 2-119 tekst 2-121
Zoom 5-345 Zusterwerktuig 2-146 Zwenken
manueel 2-103 onder Auto 3-317
I Bijlage 01/2008 Index
I
© Siemens AG 2008 All rights reserved. I-448 SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopMill (BASsl) - 01/2008
Aan SIEMENS AG
Voorstellen Correcties
A&D MC MS1 Postfach 3180 D-91050 Erlangen Tel.: +49 (0) 180 5050 – 222 [Hotline] Fax: +49 (0) 9131 98 – 63315 [documentatie] Email:mailto:[email protected]
voor gedrukt document: SINUMERIK 840D sl ShopMill Gebruikersdocumentatie
Afzender Naam Adres van uw firma/bureau
Straat:
Postcode: Plaats:
Telefoon: / /
Telefax: / /
Bedienen/Programmeren Bestel-nr. 6FC5398-4AP10-2JA0
Editie 01/2008 Indien u tijdens het lezen van dit document drukfouten ontdekt, gelieve ons deze m.b.v. een formulier mee te delen. Ook voor tips en verbeteringsvoorstellen zijn wij zeer dankbaar.
Voorstellen en/of correcties