APRIL 2016 WWW.VALUECHAIN.BE

VERDER IN DIT NUMMER:

SMART GLASSES BIEDEN PERSPECTIEVEN IN LOGISTIEK - BELGISCHE DOUANE OPTIMALISEERT MOBIELE CONTROLES - HOLLAND & BARRETT RICHT MAGAZIJN VOOR E-FULFILLMENT IN - CARGLASS PLAATST ERP - OMGEVING IN PUBLIEKE MICROSOFT-CLOUD - SOFTWARE BIEDT PLANNERS VAN TRANSPORT TH. WOUTERS VERSTERKING

Samen met Value Chain Management en WWW.VALUECHAIN.BE vormt dit magazine één infopakket voor het management van uw globale waardeketen.AFZENDER: KONING ALBERT I-LAAN 162 I B 8200 BRUGGE I P 206022 I ISSN 1372-875X I 21E JAARGANG I MAANDUITGAVE 20 EUR I AFGIFTEKANTOOR OOSTENDE X

VIL brengt evoluties in RFID in kaart

RFID: klaar voor het zware werk

RetailFocus op zowel het

centrale magazijn als automatisch winkel

replenishment.

GroothandelVind en houd een

balans in werkkapitaal en servicegraad.

AutomotiveSnelle levertijden en een hoge product-beschikbaarheid.

ProductieMaak optimaal gebruik van de

productiecapaciteit.

Spare partsBeheer een zeer

breed assortiment: altijd op voorraad!

BouwmaterialenZowel gericht

op professionals als klussende consumenten.

ConsumentenVerlaag het aantal out of stocks en

elimineer lost sales.

IndustrieBreng de omloop-snelheid, beschik-baarheid en winst

omhoog.

HealthcareMinder spillage

en hogere beschikbaarheid.

Sanitair & klimaatBehoud te allen

tijde overzicht in uw voorraad en afzet.

Slimstock is marktleider op het gebied van voorraadoptimalisa-tie. Met Slim4 bieden wij de complete oplossing voor het struc-tureel verbeteren van de voorraadpositie van bedrijven. Onze klanten zijn actief in de meest uiteenlopende sectoren. Ons vak is in basis overal hetzelfde, maar de nadruk ligt per bedrijf of per sector andersIn een spare parts omgeving kan bijvoorbeeld het managen van het ‘long tail’ assortiment met zeer onregelmatige vraag van groot belang zijn, terwijl bij een retailer de nadruk ligt op promotiemanagement, multi channel coördinatie en integrale aansturing van winkel tot DC. Productiebedrijven gebruiken de verwachte vraag planning om hun capaciteit optimaal te kun-nen benutten terwijl groothandels deze informatie delen met leveranciers om betrouwbaardere en kortere levertijden te re-aliseren.Hoe verschillend de situatie bij onze klanten ook is, gemiddeld bereiken wij met Slim4 een voorraadreductie van 20% bij een verbeterd service level.

www.slimstock.be ▶

Slimstock: de oplossing voor iedere sector

Minder out of stocksMeer omzet

VoorraadreductieEfficiëntieverbetering

De juiste voorraad Op het juiste moment Op de juiste locatie

RetailFocus op zowel het

centrale magazijn als automatisch winkel

replenishment.

GroothandelVind en houd een

balans in werkkapitaal en servicegraad.

AutomotiveSnelle levertijden en een hoge product-beschikbaarheid.

ProductieMaak optimaal gebruik van de

productiecapaciteit.

Spare partsBeheer een zeer

breed assortiment: altijd op voorraad!

BouwmaterialenZowel gericht

op professionals als klussende consumenten.

ConsumentenVerlaag het aantal out of stocks en

elimineer lost sales.

IndustrieBreng de omloop-snelheid, beschik-baarheid en winst

omhoog.

HealthcareMinder spillage

en hogere beschikbaarheid.

Sanitair & klimaatBehoud te allen

tijde overzicht in uw voorraad en afzet.

Slimstock is marktleider op het gebied van voorraadoptimalisa-tie. Met Slim4 bieden wij de complete oplossing voor het struc-tureel verbeteren van de voorraadpositie van bedrijven. Onze klanten zijn actief in de meest uiteenlopende sectoren. Ons vak is in basis overal hetzelfde, maar de nadruk ligt per bedrijf of per sector andersIn een spare parts omgeving kan bijvoorbeeld het managen van het ‘long tail’ assortiment met zeer onregelmatige vraag van groot belang zijn, terwijl bij een retailer de nadruk ligt op promotiemanagement, multi channel coördinatie en integrale aansturing van winkel tot DC. Productiebedrijven gebruiken de verwachte vraag planning om hun capaciteit optimaal te kun-nen benutten terwijl groothandels deze informatie delen met leveranciers om betrouwbaardere en kortere levertijden te re-aliseren.Hoe verschillend de situatie bij onze klanten ook is, gemiddeld bereiken wij met Slim4 een voorraadreductie van 20% bij een verbeterd service level.

www.slimstock.be ▶

Slimstock: de oplossing voor iedere sector

Minder out of stocksMeer omzet

VoorraadreductieEfficiëntieverbetering

De juiste voorraad Op het juiste moment Op de juiste locatie

Value Chain Management, Business Logistics en alle informatie op WWW.VALUECHAIN.BE vormt samen één informatiepakket voor het management van uw globale waardeketen. De magazines en online informatie zijn een productie van Media Access.

VISIE

IN DEZE EDITIE

APR

IL 2

016

APRIL 2016 WWW.VALUECHAIN.BE

VERDER IN DIT NUMMER:

SMART GLASSES BIEDEN PERSPECTIEVEN IN LOGISTIEK - BELGISCHE DOUANE OPTIMALISEERT MOBIELE CONTROLES - HOLLAND & BARRETT RICHT MAGAZIJN VOOR E-FULFILLMENT IN - CARGLASS PLAATST ERP-OMGEVING IN PUBLIEKE MICROSOFT-CLOUD - SOFTWARE BIEDT PLANNERS VAN TRANSPORT TH. WOUTERS VERSTERKING

Samen met Value Chain Management en WWW.VALUECHAIN.BE vormt dit magazine één infopakket voor het management van uw globale waardeketen.AFZENDER: KONING ALBERT I-LAAN 162 I B 8200 BRUGGE I P 206022 I ISSN 1372-875X I 21E JAARGANG I MAANDUITGAVE 20 EUR I AFGIFTEKANTOOR OOSTENDE X

VIL brengt evoluties in RFID in kaart

RFID: klaar voor het zware werk

DISTRIBUTIE10 E-fulfillment & back Docdata deelt visie over retourstromen

14 Dockx zet in op grote pakketten

WAREHOUSE MANAGEMENT SYSTEMS15 Hoge performantie voor technische groothandel Rensa gaat voor continue optimalisering in veeleisende markt

AUTO-ID18 Smart glasses bieden perspectieven in logistiek Het VIL stelt resultaten project ‘Vision in Logistics’ voor

22 Uitbreiding op tempo van online groei Holland & Barrett richt magazijn voor e-fulfillment in met Pcdata

48 Innovatie in nachtdistributie TNT Innight versterkt positie met nieuwe technologieën

MOBILE COMPUTING24 Belgische douane optimaliseert mobiele controles Betere planning van mobiele medewerkers binnen nieuwe organisatiestructuur

HANDLING28 Treffen in teken van Smart Chain Solutions Vooruitblik op CeMAT in Hannover

32 Autonome truck schept synergie tussen mens en machine Still pakt uit met innovatieve iGo neo CX 20

ENTERPRISE RESOURCE PLANNING34 Sterretjes herstellen in de wolken Carglass plaatst ERP-omgeving in de publieke Microsoft-cloud

LOGISTICS REAL ESTATE37 Moet Benelux opmars van Centraal-Europa vrezen? Prologis belicht rapport rond Europa’s beste logistieke locaties

40 Tijd voor nieuwe start WDP rondt strategisch groeiplan vroeger af

TRANSPORT43 UCC loodst douane naar digitaal tijdperk De nieuwe Europese douanewetgeving in een notendop

TRANSPORTPLANNING46 Beter zicht op containervrachten Software biedt planners van Transport Th. Wouters versterking

RFID: KLAAR VOOR HET ZWARE WERKVIL BRENGT EVOLUTIES IN RFID IN KAART

Het lijkt al jaren wat stilletjes rond RFID maar niets is minder waar. Achter de schermen werd verder gewerkt aan het doorontwikkelen van de technologie en het elimineren van een aantal barrières die grootschalige applicaties in de weg stonden. Het VIL zet de belangrijkste evoluties op een rijtje.

6

VALUE CHAINBusiness Logistics verschijnt

alternerend met Value Chain Management

Beide magazines vormen samen metde informatie op www.valuechain.be

één informatiepakketApril 2016

Abonnees die ook lid zijn van de Value Chain Community krijgen gratis toegang tot

de community activiteiten

VALUE CHAIN werkt nauw samen met,en is officiële medium van PICS BELGIUM(Production & Inventory Control Society)

Redactieraad: Prof. Dr. ir. Rik VanLandeghem, Prof.Dr. ir. Roland

Van Dierdonck, Prof. Jacques Vandenbulcke, Prof. Marc Lambrecht, Prof. Dr. Nico Vandaele,

Koen Heylen, Bruno Standaert,ir. Marnix Voet, Jan De Kimpe, Prof. Dr. Alex VanBreedam, Prof. Luc Chalmet; ir. Patrick Dewilde,

Prof. dr. Gerrit K. Janssens, Prof. Frank Witlox,Prof. Trijntje Cornelissens.

Directeur: Jan ProotHoofdredacteur: Barbara De Vos

Redactiecoördinator: Tina ClaeysRedactie: Tina Claeys, Barbara

De Vos, Maaike Thoen

Advertenties: Henny Provoost +32 (0)50 40 80 82

Uitgeverij:Media Access

Kon. Albert I-laan 162B-8200 Brugge

Telefoon: +32 (50) 40 80 80Fax: +32 (0)50 40 80 90

Vormgeving & layout:Dempsey Provoost

Cactus Design

Drukkerij:Goekint Graphics - Oostende

Verschijningsdata magazinesBusiness Logistics: begin van de maandenfebruari - april - juni - oktober - december

Value Chain Management: begin van de maandenmaart – mei – september - november

Abonnementen: Abonnement ophet globale informatiepakket:

België en Nederland: € 137 voor 1 jaar.Andere landen: € 172 voor 1 jaar.

Een abonnement kan op elk ogenblik starten.

Redactionele bijdragen zijn vrij van publiciteit. Overname, geheel of

gedeeltelijke na uitdrukkelijk schriftelijketoestemming van de uitgever.

Veerkracht vormt beste verdediging tegen groeiende risico’sIn 2015 kreeg maar liefst 74% van de bedrijven te maken met verstoringen in zijn supply chain. Dat blijkt uit het recente InsightOn report van DHL, dat inzoomt op risk management en supply chain resilience. Vorig jaar was dan ook bijzonder zwaar, denken we maar aan de conflicten in het Midden-Oosten, de branden in de haven van Tianjin en industriële acties in Amerikaanse havens.

Tussen 2010 en 2015 bedroegen de verliezen door supply chain verstoringen gemiddeld 115 mil-jard dollar, met een piek in 2011 tot 380 miljard. De kosten in 2015 zullen naar verwachting nog hoger oplopen. Alleen al de vertragingen in de havens dreigen Amerikaanse retailers 7 miljard dollar te kosten. “De moderne economie drijft op globale supply chains maar met de toenemen-de afstand en complexiteit worden ook de risico’s hoger. Veerkrachtige bedrijven kunnen in die context miljoenenverliezen vermijden en tegelijk een competitief voordeel creëren”, aldus Bill Meahl, Chief Commercial Officer bij DHL.

Veerkrachtige bedrijven kunnen volgens het rapport vlotter inspelen op pakweg een dalen-de marktvraag of schommelende grondstofprijzen. Ook blijkt dat veerkrachtige bedrijven niet noodzakelijk meer voorraad aanhouden. Integendeel, zij slagen er in om ‘disruption proof’ te blij-ven met tot 14% minder voorraad. Het InsightOn-rapport stelt evenwel vast dat te veel bedrijven nog steeds te gefocust blijven op efficiëntie en kostenreducties.

Het onderzoek benadrukt bovendien dat bepaalde risicofactoren meer spelen in bepaalde secto-ren, wat een invloed zou moeten hebben op de risicostrategie. Zo zijn automotive, engineering & manufacturing bijzonder kwetsbaar voor natuurrampen, het niet-leveren van componenten en een strenger wordende wetgeving. “Zij hebben vooral baat bij een geavanceerd risicomanage-ment, een grotere visibiliteit en een centraal aangestuurd antwoord bij noodgevallen”, aldus To-bias Larsson, Head of Resilience 360, DHL Customer Solutions & Innovation. “De sectoren life sciences, healthcare en technologie lijden dan weer vaak onder het beperkt aantal leveranciers en kwaliteitsissues, die de reputatie kunnen schaden, zoals ongewenste temperatuurschomme-lingen in de keten, cybercriminaliteit en diefstal. Zij leggen het best de klemtoon op een totale kostenbenadering, realtime datavisibiliteit, veranderingsvoorspellende inzichten en een nauwe samenwerking met klanten.”

Samen met het rapport lanceert DHL zijn nieuw ontwikkelde Supply Chain Risk Exposure Index. Die index houdt rekening met verschillende categorieën en biedt een overzichtelijke snapshot van de risico’s. De methodologie kan gebruikt worden om toekomstige supply chain risicoma-nagementstrategieën te ontwikkelen en om kostenanalyses bij vergelijkingen op het vlak van sourcing te ondersteunen.

FLASH

BEDRIJFSBEZOEK BOUWONDERNEMING VANDENBUSSCHE2 1 A P R I L 2 0 1 6

INTELLIGENT OPERATIONS TOUR

Vandenbussche heeft een jarenlange expertise in de bouw en renovatie van zowel residentiële als bedrijfsgebouwen. Klanten kennen het bedrijf als een dynamische, familiale onderneming met een uitgesproken langetermijnvisie. Om haar administratieve processen op dezelfde professionele leest te schoeien, koos Vandenbussche bij Ad Ultima Group voor UltimAX Construction, een op Microsoft Dynamics AX gebaseerde oplossing voor projectbeheer, voor document management oplossing (Ex Arte) en SharePoint (UltiPoint). De nieuwe suite vervangt er verschillende systemen en biedt ondersteuning naar calculatie, CRM & aanbesteding, project opvolging, inkoop, logistiek en boekhouding. Het resultaat? Een geïntegreerde oplossing die Vandenbussche efficiëntiewinst en geharmoniseerde processen biedt.

Tijdens het bezoek op een werf van Vandenbussche te Brugge, krijgt u een blik achter de schermen van een ambitieus bouwbedrijf en komt u alles te weten over de implementatie van UltimAX Construction en hoe de ERP-oplossing Vandenbussche ondersteunt in zijn groei.

Klanten kunnen bij Ad Ultima Group terecht voor procesverbete-ring en automatisering van hun productontwikkeling, productie, distributie, verkoop en interne processen.

Wij adviseren, implementeren oplossingen voor betere bedrijfsin-zichten, innovatie te versnellen en efficiënter samen te werken. Wij helpen productie- en logistieke bedrijven met ERP, CRM, PLM en andere applicaties voor procesbeheer. Software van Microsoft en PTC, eigen oplossingen en performante IT-architectuur ondersteu-nen dit.

Bouwonderneming Vandenbussche NV uit Aalter is een erkende klasse 8 aannemer voor de bouw en renovatie van bedrijven en residentiële gebouwen.

Vandenbussche is zowel actief in de appartementenbouw als de utiliteitsbouw (zoals culturele centra, parkings, zwembaden, musea, ziekenhuizen, woon- en zorgcentra, rust- en verzorgingstehuizen, banken, kantoorgebouwen...). Ondernemingen, bouwpromoto-ren, architecten en overheden doen een beroep op de expertise van de ervaren onderneming.

P R O G R A M M A

15.00u Registratie

15.30u Uiteenzetting case Vandenbussche

- Probleemstelling

- Oplossing projectbeheer UltimAX Construction

- Resultaten

- Toelichting werf aan de hand van virtual reality software

16.45u Rondleiding op de werf

17.15u Afsluitende receptie en netwerkmoment

ADRES VAN HET WERFBEZOEK

Gentpoortvest, 8000 Brugge

Teken nu in: www.valuechain.be/nl/evenementen

W W W . V A L U E C H A I N . B E6

VISIE

RFID: klaar voor het zware werkVIL brengt evoluties in RFID in kaart

Bij de start van het nieuwe millennium waren de verwachtingen omtrent RFID (Radio Frequency Identification) zeer hoog gespannen. RFID-tags zouden op grote schaal de klassieke barcodes vervangen en bedrijven keken vol spanning uit naar alle logistieke voordelen die de technologie met zich mee zou brengen. De afgelopen jaren is het eerder stil geworden rond RFID. De desillusie na de hype? Zeker, maar gelukkig werd achter de schermen verder gewerkt aan het doorontwikkelen van de technologie en het wegwerken van een aantal bar-rières die grootschalige applicaties in de weg stonden. Jan Merckx en Luc Pleysier van het Vlaams Instituut voor de logistiek, zetten de belangrijkste evoluties op een rijtje.

Voor de volledigheid: RFID is een technologie die toelaat om objec-ten te identificeren via radiogol-ven. Producten worden uitgerust met een RFID-tag, bestaande uit

een chip en een antenne, die een unieke identificatiecode bevat. Actieve tags wer-ken op een batterij en zenden zelf een sig-naal uit. Passieve tags hebben geen batterij en worden geactiveerd door het elektro-magnetische veld van de leesapparatuur.

“Nog een belangrijk onderscheid is dat tussen technologie die wel en niet onder de Gen2-standaard valt. NFC (Near Field Communication) bijvoorbeeld maakt even-eens een evolutie door, maar die is niet te vergelijken met hoe er sinds het jaar 2000 verder gewerkt is aan de Gen2-technologie. Die technologie is ondertussen voldoende matuur en betaalbaar, en is voldoende uitgerust om een in een brede waaier aan

applicaties ingezet te worden”, licht Jan Merckx toe.

Drijfveren voor groeiTwee belangrijke applicaties die een drij-vende kracht hebben gevormd achter de verdere ontwikkeling van RFID zijn enerzijds het traceren van zogenaamde returnable asset, zoals pallets en rolkarren, en anderzijds het taggen van artikelen, en in het bijzonder kledingstukken. “In de kledingsector gaat het snel. Marks & Spencer startte al in 2005, later volgden veel andere zoals Gerry Weber, Vögele, ... Zara ging pas in 2014 van start met RFID maar doet nu wel een zeer snelle roll-out. In België zijn JBC, Decathlon en Giks Mode met een grootschalige RFID-imple-mentatie gestart”, vertelt Jan Merckx.

Recent zorgen twee andere drijfveren voor een vernieuwde interesse in RFID: het Inter-net of Things (IoT) en omnichannel retail.

Jan Merckx, project officer bij het VIL: “RFID-op-lossingen koop je niet ‘off the shelf’. Dan zou je er ook niet ten volle de vruchten van plukken. Vaak zal de businesscase ook pas positief worden als je de scope verbreedt en de ruime toepassingsmo-gelijkheden mee opneemt.”

7

VISIE

B U S I N E S S L O G I S T I C S - A P R I L 2 0 1 6

“De architectuur voor IoT evolueert naar een matuur stadium en daardoor groeit de nood aan een unieke identificatie van steeds meer objecten. Daar is de EPC-code (Electronic Product Code) als unieke coderingstandaard geschikt voor”, aldus Jan Merckx. “IoT omvat een breed scala aan technieken maar RFID – en dat wordt wel eens vergeten – is er daar een van. Het toenemend gebruik van sen-soren zorgt dus in die zin voor een groei-end besef dat daar nog een stap voor komt, namelijk het uniek coderen van artikelen”, voegt Luc Pleysier nog toe.

In de retailsector is het omnichannelverhaal een drijvende kracht achter RFID. Het groei-end aantal online aankopen verplicht bedrij-ven om op elk moment de precieze voorraad in elk winkelpunt te kennen. Daarvoor vol-staat barcodescanning niet. “In de VS heeft kledingketen Macy’s al aangekondigd dat ze volledig vertrouwen op juistheid van hun

voorraadgegevens dankzij RFID en naar een ‘zero level safety stock’ evolueren”, illustreert Jan Merckx.

Technologische ontwikkelingenTot 2010 werden ook steevast dezelfde tech-nologische beperkingen als een mogelijke rem op de groei naar voren geschoven. Met name de moeilijkheid om UHF Gen2-tags (Ultra High Frequency) – de bandbreedte die doorgaans het meest geschikt is voor logis-tieke toepassingen – uit te lezen op metaal of in water. Jan Merckx: “Tags voor metalen dragers moe-ten met een isolerende laag uitgerust wor-den. Daardoor waren ze vroeger groot en duur. Reken op meer dan 5 euro. Vandaag zijn ze vlak, kunnen ze eenvoudig bedrukt wor-den en vind je er die minder dan een halve euro kosten. Het spreekt voor zich dat je de wetten van de fysica niet kunt veranderen.

Straling blijft weerkaatsen op metaal. Als je een tag in een metalen kooi stopt, zal je geen signaal krijgen. Maar het feit dat we vandaag flexibele tags op metaal kunnen aanbrengen, zonder al te veel storing, is een belangrijke vooruitgang.”

Ook voor vocht bestaat ondertussen een oplossing. UHF RFID-tags bevatten nu stan-daard een tweede antenne, die wel functio-neert in vloeistoffen maar enkel in ‘nearfield’ gelezen kan worden. “Dat betekent dat je een toegeving moet doen op het vlak van leesaf-stand, maar je hebt daarmee wel een tag die in vloeistof uitgelezen kan worden”, aldus Luc Pleysier.

Nieuwe mogelijkhedenMet de komst van Gen2 versie 2 zijn ook een hele resem bezorgdheden omtrent de beveiliging van RFID-tags van de baan. Hoewel die noodzaak in eerste instantie

RFID: klaar voor het zware werkVIL brengt evoluties in RFID in kaart

Als de klassieke passieve UHF-tags vervangen worden door chips en antennes op basis van grafeen, zal de prijs weer verder zakken.

W W W . V A L U E C H A I N . B E8

VISIE

minder groot leek, voorziet Gen 2 versie 2 nieuwe features die de veiligheid van tags verhogen. “Dat zet de deur open voor weer heel veel nieuwe toepassingen voor het ver-zekeren van de authenticiteit van produc-ten. Een typisch voorbeeld van een techno-logische ontwikkeling die er gekomen is als antwoord op een reële marktvraag.”

Hetzelfde geldt voor de ontwikkelingen op het vlak van lokalisatie. Voor bepaalde toe-passingen volstaat het niet te weten dat de tags gelezen zijn, maar moet ook de locatie van het product geweten zijn. “Dat kan van-daag, maar die technologie is nog in volle ontwikkeling. De nauwkeurigheid kan nog

beter, maar dat belet een aantal bedrijven niet om er al gebruik van te maken. Stel dat een stapel met tien bakken door een poort gaat. Negen tags worden gelezen, een niet. Vandaag vraagt het nog zoekwerk om te achterhalen welke tag niet werd gelezen. Binnen dit en vijf jaar kan dat probleem ook opgelost zijn”, vertelt Jan Merckx.

Standaarden zijn de standaardDat na de initiële hype de markt door een fase van desillusie is gegaan, heeft veel te maken met het gebrek aan standaarden dat er toen was en de tijd die nodig was om ze te ontwikkelen. Dat is nu anders. “De ver-schillende standaarden werden verzameld in het zogenaamde ‘Huis van Standaarden’. Het fundament daarvan was de definitie van EPC en Gen2, waarbij de komst van de Gen2-standaard de grootste mijlpaal was. Vanaf dat moment kon men de technolo-gie gaan bouwen. De laatste reeks stan-daarden, EPCIS (EPC Information Services), vormt als het ware het dak van dat huis. (nvdr: EPCIS voorziet een standaard inter-face voor data-uitwisseling die het voor handelspartners mogelijk maakt om op een eenvoudige manier data uit te wisse-len over het traject en de status van fysieke goederen). We verwachten dat op termijn steeds meer toepassingen op EPCIS geba-seerd zullen worden, vooral omwille van de vraag naar traceerbaarheid”, weet Jan Merckx.

Ook de Gen2-standaard zelf is nog volop in ontwikkeling. “De mogelijkheden worden steeds uitgebreider. In de meeste appli-caties bevat de chip enkel een identifica-tienummer, veelal een serienummer. Voor specifieke toepassingen kan het echter ook zinvol zijn om er meer data of zelfs een algoritme in te stoppen. Bijvoorbeeld tem-peratuurdata. Het groeiend succes van voe-ding of ingrediënten die vers aan huis gele-

verd worden, stelt weer volledig nieuwe noden aan logistiek. Er bestaan vandaag al oplossingen die de temperatuur doorheen het hele traject monitoren. Naargelang die vraag verder stijgt, zullen ook de ontwik-kelingen versnellen en zullen oplossingen goedkoper worden”, voegt Luc Pleysier nog toe.

Specifieke expertiseTot slot duiken ook steeds meer sectorspe-cifieke ontwikkelingen op. Bijvoorbeeld voor pallettracking, voor de mode-indus-trie of de automobielsector. “Een voorbeeld is een toepassingsapplicatie voor het iden-tificeren van t-shirts die op een stapel lig-gen. Er bestaan vandaag richtlijnen die tags als het ware categoriseren volgens speci-fieke toepassingen. Op die manier kan een retailer aan leveranciers verduidelijken dat hij een tag wil die bijvoorbeeld geschikt is voor het identificeren van op elkaar gesta-pelde items. Die richtlijnen verhogen de kans op het ontwikkelen van robuuste applicaties”, aldus Jan Merckx.

De mogelijkheden lijken onbeperkt en nieuwe ontwikkelingen blijven mekaar opvolgen. Wat kan bedrijven er dan wel nog van weerhouden om in RFID te investeren? “Er zijn nog steeds toepassingen waar de prijs van de technologie een drempel blijft. In heel grote volumes betaal je voor een tag iets meer dan vijf cent maar dat neemt niet weg dat een volledige RFID-infrastructuur een grote investering vergt. Daarenboven zal een aantal technische aspecten altijd bepaalde uitdagingen met zich meebren-gen. RFID-oplossingen koop je niet ‘off the shelf’. Dat zal nooit gebeuren. Dan zou je er ook niet ten volle de vruchten van pluk-ken. Vaak zal de businesscase ook pas posi-tief worden als je de scope verbreedt en de ruime toepassingsmogelijkheden mee opneemt. Expertise is dus hoe dan ook van

Luc Pleysier, program manager bij het VIL: “IoT omvat een breed scala aan technieken maar RFID – en dat wordt wel eens vergeten – is er daar een van. Het toenemend gebruik van sensoren zorgt dus in die zin voor een groeiend besef dat daar nog een stap voor komt, namelijk het uniek coderen van artikelen.”

9

VISIE

B U S I N E S S L O G I S T I C S - A P R I L 2 0 1 6

artemise .becreate to communicate

Heidelbergstraat 62

B - 8 2 1 0 L o p p e m

T 0 5 0 5 5 1 5 5 5

F 0 5 0 5 5 1 4 5 5

w w w. a r t e m i s e . b e

klant: Log-Flow

opdracht: logo

kleuren:

CMYK

GO

WITH

THE

LOGFLOWWe lift your business to a higher level

Wij creëren uw efficiënte logistieke flow door het:• verlagen van de operationele kosten• verhogen van uw klantenservice• herdenken van uw processen• verhogen van uw flexibiliteit• verhogen van de graad van automatisatie • bepalen van de optimale opslagtechnieken• creëren van de perfecte tracering

Contacteer ons voor een doorlichting van uw bedrijf.

LOGFLOW nv I Heidelbergstraat 18A/003 I 8210 Loppem I T +32 50 67 14 20 I info@logflow.be I www.logflow.be

groot belang. Succes zal niet enkel afhan-gen van de technologie zelf maar ook van hoe die geïntegreerd wordt in de processen. Zelfs als de businesscase positief is, zullen nog veel expertise en inspanningen vereist zijn om tot een geslaagde implementatie te komen”, weet Luc Pleysier.

What’s next?Terwijl al heel wat innovaties de markt bereiken, laten andere nog even op zich wachten. Een aantal van die verwachte evo-luties zullen de kostprijs van tags verder gunstig beïnvloeden. “Een voorbeeld zijn printbare tags met antennes op basis van

grafeen, een koolstofmateriaal dat bijzon-der geleidend is. Als antennes in grafeen geprint kunnen worden, zal dat de prijs van tags verder drukken”, zegt Jan Merckx.

En zo zijn er nog tal van evoluties die nieuwe mogelijkheden creëren en RFID richting een hoge maturiteit drijven. Zoals leesapparatuur die naast passieve ook actieve tags kan uitlezen, passieve chips die met mekaar kunnen communiceren – zodat het bijvoorbeeld volstaat om op een pallet enkel de buitenste dozen te taggen –, de lancering van chips met zowel een UHF-an-tenne als een HF-antenne, enz.

Dat de grote doorbraak van RFID er komt, en zich zelfs nu al aan het voltrek-ken is, lijdt volgens Jan Merck x geen twijfel. “De verkoop van UHF-tags zit in een exponentiële groeifase. Alleen heeft die groei langer op zich laten wachten dan oorspronkelijk gedacht. En aange-zien de technologie op zich niet nieuw is, wordt er vandaag veel minder uitge-pakt met nieuws over investeringen in RFID. Toch zien we dat het aantal grote implementaties fors toeneemt. Die vra-gen tijd, maar we zullen er ongetwijfeld nog van horen.”BDV

W W W . V A L U E C H A I N . B E10

DISTRIBUTIE

E-fulfillment & backDocdata deelt visie over retourstromen

Docdata is uitgegroeid tot een van de belangrijkste logistieke dienstverleners op het vlak van e-fulfillment, met als bekendste klanten Zalando en bol.com. Daarnaast neemt Docdata e-commerceactiviteiten van bedrij-ven als Bijenkorf, JBC en Studio 100 onder zijn logistieke vleugels. Een van de grote uitdagingen is de retours van die bedrijven kostenefficiënt op te vangen. Hoe de ervaren rot in het vak tegen het huidige e-commerce-landschap aankijkt en met retouren omgaat, hoorden we van Peter Maas, commercieel manager bij Docdata, tijdens een seminarie van Value Chain.

In 1999 startte Docdata zijn activiteiten als logistieke dienstverlener met focus op e-commerce. Net zoals het hard gaat met e-commerce, gaat het ook voor Docdata momenteel heel snel. Niet enkel komen er

continu nieuwe klanten bij, het bedrijf moet gestaag met zijn bestaande klanten meeg-roeien. Zo zal Docdata ook het volledig nieuwe 50.000m² grote warehouse van bol.com in Waal-wijk logistiek blijven ondersteunen vanaf 2017.

Op geografisch vlak breidt Docdata eveneens uit. Eind vorig jaar sloot het bedrijf een alliantie met Allegro Polen, wat de groei in Centraal- en Oost-Europese markten kracht bijzet. Naast magazijnen in Nederland en Polen, heeft Doc-data o.a. sites in Duitsland, het VK en Italië. Eind vorig jaar werd besloten om Docdata te verko-pen aan Ingram Micro, om zo onderdeel van een sterke strategische partner met wereldwijde dienstverlening te worden. Vandaag verwerkt Docdata dagelijks zo’n 200.000 tot 300.000 orders met meer dan 3.500 medewerkers. In 2015 realiseerde de onderneming een omzet van zo’n 175.000 miljoen euro.

Ieder zijn e-commercevakDocdata maakt zich sterk dat er nog veel poten-tieel zit in de e-commercemarkt. Het bedrijf

verwacht dat tegen 2020 zo’n 30% van alle con-sumentengoederen online gekocht wordt. Elke consument heeft dan zijn top vijf lijst van e-tai-lers waar hij maar liefst 80% van zijn e-inkopen doet. Er zal bovendien geen enkele product-categorie meer zijn die de klant niet online kan kopen. Pick-uppunten zullen wel een belangrijke rol blijven spelen. Naar verwachting zal ca. 30% zijn digitale mandje in zo’n punt blijven ophalen.

Binnen het e-commercelandschap onderscheidt Docdata een vijftal businessmodellen (zie figuur 1). Het belangrijkste – goed voor 40% van de markt – zijn de ‘general resellers’, zoals bol.com of Amazon.” Met name Amazon zien we omzet-matig nog veel sterker dan anderen groeien in Europa. General resellers verkopen een zeer breed gamma online, met name producten die gemakkelijk vergelijkbaar zijn. Zo heeft bol.com

FIGUUR 1

Situering van de verschillende businessmodellen in e-commerce

11

DISTRIBUTIE

B U S I N E S S L O G I S T I C S - A P R I L 2 0 1 6

maar liefst 9 miljoen artikelen in zijn database, waarvan wij er in het magazijn zo’n 200.000 op voorraad hebben”, illustreert Peter Maas. “Dat het vaak om zeer uiteenlopende artikelen qua vorm en grootte gaat, maakt het er niet een-voudig op om de logistieke dienstverlening goed te faciliteren. Hun belangrijkste uitdaging is om een efficiënte en flexibele fulfillment van een breed productassortiment in een internati-onale context te garanderen.”

In lokale markten zijn ook veel omnichannel resellers actief. Zij vertegenwoordigen zo’n 25% van de markt. Zij moeten vooral een per-fecte service verlenen in een vaak zeer com-plexe omgeving. “Typische voorbeelden zijn JBC en Bijenkorf. Voor hen vormt niet enkel het stroomlijnen van de logistiek binnen ver-schillende kanalen maar ook het vermogen om voorraden in winkels én het centrale dc IT-tech-

nisch goed te ondersteunen een grote uitda-ging. Wat retouren betreft, hebben zij er baat bij dat klanten producten terugbrengen naar de winkel zelf. De kans is immers groot dat hij dan iets anders meeneemt”, verduidelijkt Peter Maas.

Daarnaast heeft een aantal producenten – den-ken we maar aan Philips en Samsung – een eigen online afzetkanaal. Zij zijn goed voor 10% van de Europese e-commercemarkt. Hun priori-teit moet zijn om de merkenervaring in de totale keten goed te blijven managen. Ook niet onbe-langrijk is de aanwezigheid van deals resellers, zoals Groupon en Vente Exclusive (5%). Zij spelen in de eerste plaats op de prijs. Tot slot is er een groot aantal gespecialiseerde resellers actief met producten die niet meteen terug te vinden zijn in het virtuele schap van general resellers. Een kruidenier die speciale olijfolie online verkoopt

bijvoorbeeld. Die groep, vooral actief in de long tail, maakt maar liefst 20% van de markt uit.

P. Maas: “Prijs is natuurlijk altijd een issue, maar als we figuur 1 erbij nemen, dan zien we dat de partijen aan de linkerkant meer op emotie zullen spelen terwijl met name de general resellers het vooral van hun grote assortiment en voordelige prijzen moeten hebben. Dat prijsaspect is ook van belang als je kosten wil aanrekenen voor retours. Bedrijven aan de linkerkant zullen zich die wellicht iets gemakkelijker kunnen permitte-ren, die aan de rechterkant zullen daar meer mee moeten oppassen.”

Retouren bij ZalandoOmdat retouren onlosmakelijk deel uitmaken van het e-fulfillmentgebeuren, biedt Docdata op strategische locaties lokale retourverwerking aan. Voor een aantal klanten verzendt Docdata

Docdata heeft medewerkers die de situatie constant monitoren en bijschakelen waar nodig. Via scanning weet het bedrijf van transporteurs wanneer welke pakketjes zijn opgepikt, zodat op basis daarvan een concrete planning kan worden gemaakt. Met Zalando zijn heel strakke SLA’s afgesproken, dus dat is geen overbodige luxe.

W W W . V A L U E C H A I N . B E12

DISTRIBUTIE

de outbound logistiek vanuit één centrale voor-raad. Retouren worden decentraal verzameld en behandeld. Ongeveer 1.100 medewerkers van Docdata focussen zich enkel op retouren.

Tijdens zijn uiteenzetting zoomt Peter Maas met name in op hoe Docdata voor Zalando werkt. “Omzetmatig groeit Zalando nog steeds sterk. Het bedrijf blijft het wel lastig hebben om winst te maken. In 2014 werd een bescheiden winst genoteerd, vorig jaar terug wat verlies. Het bedrijf laat de klant gratis bestellen en retourneren. Er is bovendien een retourtermijn van 100 dagen. Drie maten bestellen om er sowieso twee terug te sturen is voor Zalando dagelijkse kost. Maar het belangrijkste voor Zalando is dat de klant één paar houdt”, vertelt hij. “De onderneming heeft immers een visie op de langere termijn. Zalando vergaart nu een schat aan informatie, waar het in een later stadium veel mee kan doen. Niet dat die plannen op tafel liggen, maar mocht Zalando ooit winkels openen, dan kan meteen op het pro-fiel van de klant worden ingespeeld. Bijvoorbeeld door hem in de winkel interessante acties op zijn smartphone voor te schotelen. Maar wij zijn ervan overtuigd dat Zalando met zijn businessmodel wel winst kan maken.”

Dat betekent uiteraard niet dat Zalando de logis-tiek vandaag niet optimaal organiseert. “Versche-pen doet de organisatie zelf vanuit verschillende vestigingen in Duitsland naar meerdere Europese bestemmingen. Het gaat hier met name over herenkleding, dameskleding en de voordelige aanbiedingen van Zalando Lounge. Wij behan-delen retours voor Duitse, Italiaanse, Franse, Bel-gische en Nederlandse klanten in verschillende vestigingen”, legt Peter Maas uit. “Als Zalando met de vraag komt om een activiteit te ondersteunen, moeten wij daar heel snel op reageren. Onge-veer twee maanden hebben we gewerkt aan de initiële set-up voor Zalando, inclusief magazijnin-richting, IT-infrastructuur en de verdeling naar de carriers toe. De maand daarna hebben we de bij-komende retourcentra ingericht.”

Essentieel voor Zalando was dat Docdata een ‘lokale gebruikerservaring’ kon creëren, met een lokaal retouradres en customer service in de taal van de klant. Verder moesten er meer-dere retouropties worden geboden, zoals de keuze voor drop-offpunten. “Zulke zaken zorgen ervoor dat een klant vlugger nog eens bestelt, wat uiteindelijk resulteert in een hogere reten-tiegraad”, aldus Peter Maas.

Eigen WMSEen belangrijke service die Docdata biedt is het beoordelen en behandelen van de producten als ze retour komen, de zogenaamde grading. Aangezien een fashionbedrijf als Zalando 45 à 50% retour krijgt, is dat een heel intensief gebeu-ren. “Bij het terugnemen van producten hante-ren wij een heel strakke procedure. Producten met een A-score komen direct weer in de ver-koopvoorraad, wat in de fashion heel belangrijk is. Krijgen ze een B-score, dan laten we Zalando beslissen wat er mee gebeurt: oplappen of afvoeren. In een aparte afdeling stomen en strij-ken we dan ook kleren en poetsen we schoenen. Komt een artikel in categorie C terecht, dan is het beschadigd of heeft de gebruiker het overdui-delijk gedragen. In dat geval krijgt klant zijn geld niet terug. Als zoiets te vaak gebeurt bij dezelfde klant, rapporteren we dat aan Zalando. Die kan dan beslissen om het account dicht te draaien“, aldus Peter Maas.

Omdat de artikelen lokaal worden gecontro-leerd, kunnen goederen die door een andere klant zijn besteld meteen via crossdocking weer de deur uit. Ook terugbetalingen kunnen zo heel snel gebeuren. Als een retour is goedgekeurd gaat er automatisch een bestand naar het ach-terliggende betalingsbedrijf. Docdata streeft ernaar om binnen de 48 uur na ontvangst door de transporteur retours te laten uitbetalen.

Zaken zoals directe crossdocking van retour-goederen naar een andere klant in een WMS integreren, is vrij complex. “Om onze retourac-

tiviteiten te beheren, hebben we in onze begin-jaren – toen er nog geen geschikte software bestond – een retail b2b-software gekocht en daarvan een b2c-software onder de naam Return Client gemaakt. Dat systeem gebruiken we in heel Europa, in meerdere talen. We heb-ben dat systeem extreem gebruikersvriendelijk gemaakt, zodat nieuwkomers er in een mum van tijd mee weg zijn. Zeker in piekperiodes komt dat van pas”, zo klinkt het. “Nu zijn we blij dat we destijds die keuze hebben gemaakt. We vinden het belangrijk om die software in eigen beheer te hebben om de downtime zo laag mogelijk te houden. Vroeger kwamen we er nog mee weg dat er twee uur niet kon worden besteld door een probleem aan onze kant maar tegenwoor-dig hangen daar vaak penalty’s aan vast.”

Verder is Docdata momenteel erg bezig met fraudepreventie. “Het gebeurt steeds vaker dat consumenten een oud kledingstuk met nieuw EAN-label proberen terug te sturen. In onze Retour Client hebben we nu alle specificaties van de kledingstukken verwerkt: maten, kleuren, foto’s, enzovoort. Zo kunnen onze medewerkers gemakkelijk checken of het om exact hetzelfde kledingstuk gaat.

Bij Docdata heeft elke operator zijn eigen pc en de productiviteit wordt nauwgezet gemeten. Op basis van die data en de forecasts kan Docdata de nodige capaciteit goed inschatten. “We heb-ben ook medewerkers die de situatie constant monitoren en bijschakelen waar nodig. Via scan-ning weten we van transporteurs wanneer welke pakketjes zijn opgepikt, zodat op basis daarvan een concrete planning kan worden gemaakt. Met Zalando hebben we heel strakke SLA’s afge-sproken, dus dat is geen overbodige luxe. “

In verregaande mechanisering voor het retour-proces gelooft Peter Maas niet: “We hebben de mogelijkheden bestudeerd maar tot nu toe heb-ben we geen valabele oplossing gevonden. Je weet nooit wat je precies in een doos zal terug-

13

DISTRIBUTIE

B U S I N E S S L O G I S T I C S - A P R I L 2 0 1 6

vinden, je moet fysiek producten bekijken en er desnoods aan ruiken,… Die zaken zorgen dat mechanisering maar op een bepaalde hoogte mogelijk is.”

Weloverwogen serviceHoewel Peter Maas beklemtoont dat service de differentiator zal worden voor internetbedrijven, waarschuwt hij om niet roekeloos mee te gaan in zaken zoals ‘same day delivery’. “De kosten hiervoor lopen hoog op en het is maar de vraag of de klant zulke zaken echt wil. Wel geloven wij in het leveren in tijdsvensters, zodat de klant beter kan inschatten wanneer hij thuis moet zijn. Wees ook voorzichtig met de verleiding om producten

in ‘branded’ dozen aan te bieden. Mooi, maar die jagen de kosten de lucht in”, zo luidt het. “Daar-naast lijkt het me raadzaam om, als je nog maar pas op de e-commercetrein bent gesprongen en behoorlijke volumes hebt, een beroep te doen op een gespecialiseerd fulfillment center. Je hoeft niet per se bij ons aan te kloppen maar retailers die het op hun eentje willen klaren zullen het knap lastig hebben, zeker als ze die e-commerce-activiteiten binnen hun traditionele distributieac-tiviteiten willen integreren. Veel bedrijven onder-schatten nog hoe complex zo’n b2c-structuur is.”

Trouwens, in tegenstelling tot IT en veel hard-ware binnen de muren, voert Docdata niet zelf

het transport van de producten uit. Om een goede Europese dekking en efficiënte linehauls te garanderen, doet de logistieke dienstverlener een beroep op verschillende gespecialiseerde bedrij-ven per land. In de Benelux zijn dat bpost, Post.Nl, DPD en Kiala. Ook het contact center en het echte testen van retours zoals tv’s wordt uitbesteed aan specialisten ter zake. “Net als alle bedrijven zouden moeten doen, willen we ons focussen op onze core business, de rest laat je beter over aan partners die daar beter in zijn. Alleen zo kun je op alle vlakken de performantie halen die elke zichzelf respecterende webshop zou moeten bieden.”TC

n Ahlers offers you almost 20 years of experience in the CIS and the Baltics regionn Ahlers, your one stop shop logistics service provider for Russian Transportation - Customs Clearance - Warehousing - Distribution - Value Added Services n Offices/warehouses in Russia, Kazakhstan, Belarussia, Uzbekistan, Ukraine, Lithuania, Latvia and Kyrgystan

AhlersDidier Duponselle+32 3 543 77 25didier.duponselle@ahlers.com www.ahlers.com

A LOGISTICPARTNERWORTHYOUR TRUST

Ahlers Log direction 130_185mm.indd 1 23/02/12 09:48

W W W . V A L U E C H A I N . B E14

DISTRIBUTIE

De Service Shop in Drogenbos is de eerste die is ingericht om ook grote pakketten tot bij de consument te brengen.

Dockx Group wil met Dockx Select zijn bestaande diensten – Dockx Rental, Dockx Movers en Dockx Logistics – naar elkaar laten toegroeien en ver-sterken. “Eigenlijk is Dockx Select een

logische koppeling van onze verschillende compe-tenties. Met Dockx Logistics vervoeren we b2b al grote pakketten, we zijn thuis in het verhuurscena-rio en hebben heel wat consumentenervaring via Dockx Movers”, zegt Mario De Bruyn, commercieel directeur van Docxk Group. “Momenteel werken producenten en retailers met tal van logistieke dienstverleners samen voor de last mile delivery. Door op het Dockx-netwerk te leunen, kunnen ze overal in België hun consumenten eenzelfde ser-vice verlenen.”

Volgens Mario De Bruyn komt net in deze service de sterkte van de verschillende Dockx-competen-ties naar boven: “De eindconsument kan er voor kiezen om het grote pakket zelf op te halen in een servicepunt van Dockx, hij kan bij ons een bestel-wagen of aanhangwagen huren om het pakket naar huis te vervoeren of kan er voor kiezen om het pakket door Dockx aan huis te laten leveren. Bij deze laatste service maken we nog een onderscheid tussen het aan de deur laten afleveren door één persoon of het thuis leveren door twee medewerkers waarbij het product ook in huis wordt gedragen, gemonteerd wordt en er ook afvalrecuperatie mogelijk is. Wij geloven dat de macht in de supply chain opschuift van de producent en retailer naar de consument. Om een succesvolle omnichannelstrategie neer te zetten moet er voldoende keuze aan de klant worden gebo-den.”

Netwerk verdichtenOm het nieuwe logistieke concept te ondersteu-nen, zet Dockx Group de volgende jaren sterk in op

het uitbouwen van een netwerk van Dockx Service Shops. Eind vorig jaar werd hierin een eerste stap gezet met de opening van een Dockx Service Shop (1.350m2) volgens het nieuwe concept in Drogenbos. Tegen 2018 wil Dockx nog 10 nieuwe afhaalpunten met last mile leveringsdiensten openen. De focus ligt daarbij op de blinde vlekken op de Belgische Dockx-landkaart, namelijk Wallonië en de provincies West-Vlaanderen en Limburg. Dit jaar nog opent het bedrijf nieuwe Service Shops in Nijvel, Mons, Hasselt, Brugge en de regio Roeselare. De site in Nijvel, met een oppervlakte van 10.000m2, wordt meteen ook het regionale distributiecentrum (rdc) voor de Waalse Service Shops. Dockx Group heeft al een rdc in Wilrijk (40.000m2) voor de Vlaamse en de Brusselse markt.

Naast grote pakketten kunnen er in een Dockx-af-haalpunt ook kleine pakketten worden opgehaald. Onder andere bpost en DHL tekenden hier al voor. “Onze Service Shops hebben een bemande balie van 7.30u. tot 18.30u., wat ruimere openingstijden zijn dan die van de meeste retailers. Bovendien

bevinden al onze 16 lokale verhuis- en logistieke distributiecentra zich op 2 tot 6 kilometer van de stadscentra. Dat biedt veel opportuniteiten voor de last mile logistiek”, aldus Mario De Bruyn.

Investeren in groeiBedrijven zoals Ikea, Ixina, Mars, Group Thys en SLS werken al samen met Dockx in het nieuwe concept. “Momenteel is Dockx Rental de grootste activiteit van Dockx Group, maar de bedoeling is dat we met Dockx Select de andere pijlers van onze organisatie naar hetzelfde niveau tillen of dat niveau in de toe-komst zelfs overstijgen”, vertelt Mario De Bruyn.

Tot nu toe investeerde Dockx Group zo’n 25 mil-joen euro in het opzetten van Dockx Select. Met de ingebruikname van de vijf nieuwe Service Shops en het regionaal distributiecentrum in Nijvel wordt het personeelsbestand minstens met 30 medewerkers uitgebreid. In totaal zal Dockx dan zo’n 200 mensen tewerkstellen.MT

Dockx zet in op grote pakkettenDockx Group start een nieuwe dienst, namelijk Dockx Select, om in te spelen op de omnichannelstrategie van retailers en producenten. Dockx focust daarbij op de levering, montage en installatie van grote goederen ofte alle pakketten die niet in een doorsnee auto passen.

15

WAREHOUSE MANAGEMENT SYSTEMS

B U S I N E S S L O G I S T I C S - A P R I L 2 0 1 6

In de loop der jaren heeft familiebedrijf Rensa zich vooral in verwarming en ventila-tie gespecialiseerd. Tot vandaag is het bedrijf vooral actief in Nederland, met verschillende verkoopkantoren en servicebalies. In 2014

realiseerde Rensa een omzet van zo’n 220 miljoen euro met 380 medewerkers. Ook de groothandels Gafco-Altron, Gévier-Dales en het Duitse Dewe-tech behoren tot de Rensa-groep.

Rensa staat bekend voor zijn breed en diep assor-timent, met tal van merkleveranciers. Naast pure groothandelsactiviteiten bestellen ook veel zelf-standige installateurs bij Rensa. “Wij willen zo snel en flexibel mogelijk op de vragen van de markt reageren”, begint Jos Benraad. “Om dat te kun-nen, moeten wij onze logistieke organisatie con-tinu mee laten evolueren. Daarnaast kennen we sinds ons ontstaan een gestage groei, zowel qua omzet als aantal artikelen in het aanbod. Momen-teel zijn ca. 40.000 stock keeping units (SKU’s) uit voorraad leverbaar. Ongeveer een kwart zijn artikelen van GévierDales, een Nederlands zus-terbedrijf in sanitair, waarvan we de logistieke activiteiten volledig in onze organisatie hebben geïntegreerd.”

Stapsgewijze logistieke optimaliseringVoor de logistieke activiteiten beschikt Rensa over vier magazijnen – drie in Doetinchem en een in Diedam – die binnen een straal van 10km van elkaar liggen. Elk magazijn focust op een bepaald product. Zo liggen de radiatoren bij

elkaar in één magazijn en is er een apart maga-zijn voor kleingoed. Dagelijks verzamelt Rensa 10.000 à 18.000 orderregels, goed voor zo’n 2,5 miljoen per jaar. Vaak moeten goederen van ver-schillende magazijnen op het einde van de dag samenkomen om gebundeld naar de klant te vertrekken.

Hoge performantie voor technische groothandelRensa gaat voor continue optimalisering in veeleisende markt

“Doe de goede dingen en doe de dingen goed”. Onder dat motto verdient technische groothandel Rensa al sinds 1953 zijn sporen. Sinds de beslissing om de klant nog meer te ontzorgen, is de focus op service nog ver-scherpt. Meer magazijnautomatisering en de komst van een performant WMS betekenden voor Rensa belang-rijke stappen in die richting. Een gesprek met Jos Benraad, hoofd logistiek beheer bij Rensa.

Voor de logistieke activiteiten beschikt Rensa over vier magazijnen. Elk magazijn focust op een bepaald product. Zo liggen de radiatoren bij elkaar in één magazijn en is er een apart magazijn voor kleingoed. Dagelijks verzamelt Rensa 10.000 à 18.000 orderregels, goed voor zo’n 2,5 miljoen per jaar.

W W W . V A L U E C H A I N . B E16

WAREHOUSE MANAGEMENT SYSTEMS

Tot een tiental jaar geleden maakte Rensa nog gebruik van een oudere ERP-oplossing voor aan-koop, verkoop, financiën en logistiek. Het systeem bood de organisatie evenwel te weinig grip om de continue veranderingen aan te kunnen. Om de logistieke performantie te verhogen ging de organisatie allereerst op zoek naar een geschikt standaard Warehouse Management System (WMS) dat als regisseur van het magazijn kon optreden. J. Benraad: “Voor de aanschaf van het WMS hebben we eerst onze belangrijkste processen gedefinieerd en welke functionaliteit we zeker in de software terug wilden vinden. We hebben gekozen voor het sturende Locus WMS van Cen-tric omdat dat pakket het best onze meest kri-tische logistieke processen kon ondersteunen. Het pakket had er ook geen problemen mee dat onze voorraden op verschillende locaties liggen. Tegelijk zijn we op zoek gegaan naar een nieuw ERP-pakket (Enterprise Resource Planning). Daar viel de keuze op Movex van Intentia, dat vandaag M3 van Infor is. Een belangrijke reden om voor dat pakket te kiezen, was dat het goed op Locus WMS aansloot.”

Automatisering voor kleingoedOm de material handling binnen de magazijnmu-ren efficiënter te laten verlopen, investeerde Rensa sinds 2009 in een meer geautomati-seerd goods-to-man-systeem. “Wij hebben een heel divers assortiment. Denk maar aan buizen van 6 meter lang en zware radiatoren. Die vragen een specifieke ondersteuning van ons WMS. Zo worden lange buizen op het laatste moment gepickt op speciale dragers. Dat gebeurt zo dicht mogelijk bij de expe-ditie. Maar we hebben eveneens heel wat kleingoed, waar de belangrijkste uitdaging de hoge variëteit is”, aldus Jos Benraad. “Ons traditionele systeem met rollenbanen kon het groeiende aantal bakken kleingoed niet meer aan. Daardoor kregen we de orders niet meer op tijd klaar. We hebben gekozen voor een pick & pack speedersysteem van Knapp, waarbij we de producten direct in de verzenddoos verza-melen. Ook dit material handling systeem heb-ben we op Locus WMS moeten aansluiten, wat best wel een uitdaging was.”

Het systeem van Knapp telt zo’n 50.000 bakken en drie werkposten. Dit geautomatiseerde pro-ces voor kleingoed stelt Rensa in staat om een heel breed assortiment sneller en kwalitatiever te verzamelen. Nadat de goederen uit de bak in de orderdoos zijn gelegd, gaat de bak terug het speedersysteem in. Medewerkers doen er maxi-maal 500 handelingen per uur. Dankzij de auto-matisering en de weegcontrole aan het einde van het orderverzamelproces heeft Rensa de fouten-last tot nagenoeg nul kunnen herleiden. “Tegelijk hebben we ervoor gezorgd dat de werkposten zo ergonomisch mogelijk zijn. Daarom hebben we ze ook in de hoogte verstelbaar gemaakt. We eisen heel veel flexibiliteit van onze mensen, dus we willen ervoor zorgen dat ze steeds prettig kun-nen werken.”

Het WMS heeft Rensa meteen al enkele belang-rijke voordelen opgeleverd, waaronder de hogere voorraadaccuraatheid. Doordat Rensa een beter zicht heeft op de werklast, kunnen de taken ook efficiënter worden verdeeld. Enkele jaren terug heeft Rensa echter een volledig nieuwe release van Locus WMS geïmplementeerd. “Tijdens de implementatie van het pakket hadden we meer maatwerk nodig dan gedacht. Dat komt wel-licht omdat Centric destijds erg gefocust was op retail. Tegenwoordig heeft de leverancier veel

meer klanten in de groothandel en dat merk je. Omdat Centric heel wat van de zaken die we op maat hadden laten uitwerken intussen in zijn standaardoplossing heeft meegenomen, vergde die tweede implementatie heel wat minder maat-werk.”

In 2013 werd het material handling systeem aan-gevuld met een orderconsolidatiebuffer van Knapp. Dat systeem op basis van shuttles telt twee gangen en 21 verdiepingen. Door dit sys-teem gaan zo’n 3.000 dozen per dag. Doelstelling was vooral het laadproces op truck- en droppoint-niveau sneller te laten verlopen en door de reduc-tie van manuele handelingen de kwaliteit van de uitlevering verder te verhogen. Het systeem wordt zowel gebruikt om voorraad voor de pic-king op te slaan als om dozen tijdelijk op te slaan vooraleer ze gepalletiseerd worden. Tegelijk wer-den ook twee stapelrobots geïntroduceerd, die medewerkers verlossen van dit zware werk onder tijdsdruk aan het einde van de dag. Samen kun-nen de robots 1.000 dozen per uur stapelen.

Veranderende marktDankzij de continue optimalisering kan Rensa een service- én uitleveringsgraad van rond de 99% garanderen. Bovendien zorgt die ervoor dat het bedrijf kan blijven inspelen op een

Vandaag kan de klant bij Rensa tot 18u. bestellen en dan krijgt hij zijn materiaal de volgende dag. Maar steeds vaker levert het bedrijf grote zendingen ’s nachts uit, zodat de klant zijn materiaal ’s morgens vroeg heeft.

17

WAREHOUSE MANAGEMENT SYSTEMS

B U S I N E S S L O G I S T I C S - A P R I L 2 0 1 6

snel veranderende markt. “Rensa heeft altijd al veel kleinere orders gehad, aangezien we ons uitgebreid assortiment ook aan installa-teurs aanbieden. Wat we nu wel meer zien, is dat steeds meer klanten hun magazijn-functie aan ons overdragen. Vroeger wer-den de goederen voor een renovatie van 12 woningen ineens ingekocht, nu is dat vaak per woning. Dat betekent dat wij zowel snel als op maat moeten leveren met fre-quente en zeer lage volumes, tot op mon-teursniveau”, legt Jos Benraad uit. “Voor ons is het ook heel belangrijk om steeds volle-dige orders uit te leveren. Ontbreekt er één stuk, dan kan een installatie niet worden afgewerkt. Aan ons om ervoor te zorgen dat de beschikbare voorraad zo hoog mogelijk is, zonder dat we te veel voorraden moeten aanhouden.”

Daarnaast wil de klant zijn producten steeds sneller hebben. Vandaag kan hij bij Rensa tot 18u. bestellen en dan krijgt hij zijn materiaal de volgende dag. “Steeds vaker leveren wij grote zendingen ’s nachts al uit, zodat de klant zijn materiaal ’s morgens vroeg heeft. Nachtle-veringen hebben de afgelopen jaren duidelijk een hoge vlucht genomen. In de drukke peri-odes doen we in totaal met onze eigen chauf-feurs en vrachtwagens 40 à 50 ritten overdag en 10 tot 12 nachtritten. Kleine pakketjes geven we mee met een koerier”, gaat het ver-der. “Om onze transportplanning te verbete-ren, hebben we recent een nieuw transport-planningsysteem in gebruik genomen, met name PTV Smartour. In een volgende stap wil-len we ook naar de klant toe zorgen voor een betere informatievoorziening door middel van tracking & tracing.”

Het logistieke concept dat Rensa in Nederland heeft uitgerold, wil de organisatie nu ook naar het Duitse zusterbedrijf Dewetech overhe-velen. Het centrale magazijn van dat bedrijf, dat sinds 1998 deel uitmaakt van de groep, is in Worms gevestigd. Verder ziet Rensa vooral verbeteringen stroomafwaarts in de keten. “We willen nog beter inspelen op de speci-fieke wensen van de klant, vooral om zijn werk op bijvoorbeeld de bouwplaats nog gemak-kelijker te maken. Dan denk ik bijvoorbeeld aan speciale kits die we kunnen maken. Ook die zaken ondersteunt Locus WMS. Bovendien komen er elk jaar wel nieuwe uitdagingen bij. Het zit in onze bedrijfscultuur om continu de dingen beter te willen doen. Daarmee willen we het verschil blijven maken in deze compe-titieve markt”, aldus Jos Benraad.TC

MOVING YOUR BUSINESS FORWARD

Betrouwbare partner voor efficiënte magazijnautomatisering

De explosieve groei van e-commerce, het stijgend aantal artikelen op voorraad, kortere doorlooptijd van orders. Het vraagt veel flexibiliteit van uw logistieke proces. Veel klanten vertrouwen op de geïntegreerde oplossingen van Vanderlande. De innovatieve systemen, slimme software en life-cycle services van Vanderlande optimaliseren en stroomlijnen de processen in uw distributiecentra. Meer weten? info@vanderlande.com

> vanderlande.com

W W W . V A L U E C H A I N . B E18

AUTO-ID

Smart glasses zijn brillen met een ingebouwd beeldscherm, camera en mogelijke connectie tot het internet. In de logistiek geven ze operatoren in realtime de juiste informatie, ver-

rijkt met extra virtuele gegevens. Daarbij is integratie met bestaande warehouse manage-ment systemen mogelijk, net als bij voicetech-nologie.

Met het project ‘Vision in Logistics’ wilde het VIL enerzijds zelf inzicht verkrijgen in de mogelijke logistieke toepassingsgebieden en anderzijds bedrijven meer kennis verschaf-fen over de technologie om zo gefundeerde beslissingen te kunnen nemen. Zo wordt in het rapport ingezoomd op welke systemen er vandaag bestaan, hoe die de efficiëntie in het magazijn kunnen verhogen en wat de impact is op bestaande processen.

Een mix van verladers en logistieke dienstver-leners nam deel aan het het project: Ahlers, Atlas Copco, Aveve, BASF, bpost, Danone,

Eltra, Eurobrokers, Facil, JAVA, Kuehne + Nagel Logistics, Neovia Logistics, PostNL Pakketten, Retail Partners ColruytGroup, Scania, Tupper-ware, Van Moer Group, Volvo Group Logistics Services en Wim Bosman. Die bedrijven werd gevraagd waar ze nog mogelijke verbeter-punten in hun logistieke omgeving zien. “Het grootste potentieel van smart glasses zien de bedrijven zelf binnen orderpicking, voertuig-belading en de inspectie en kwaliteitscontrole bij goederenontvangst”, aldus Luc Pleysier, program manager bij het VIL.

Beschikbare technologieënIn het kader van het project onderzocht het VIL de verschillende types ‘augmented rea-lity’ glasses (zie figuur 1), wat betekent dat aan het live beeld van de werkelijkheid extra informatie wordt toegevoegd door een com-puter. Naast de AR Glasses onderscheiden we Immersive eyewear (Virtual Reality Head Mounted Displays). In tegenstelling tot smart glasses is die laatste categorie niet transparant en word je ondergedompeld in een virtuele

Smart glasses bieden perspectieven in logistiekHet VIL stelt resultaten project ‘Vision in Logistics’ voor

Voorlopig lijkt de grote doorbraak van smart glasses in de consumentenmarkt nog even uit te blijven. Maar in de logistieke sector duiken de zogenaamde ‘slimme brillen’ steeds vaker op. Voor het Vlaams Instituut voor de Logistiek (VIL) was dat de aanleiding om samen met 19 bedrijven te bekijken welk potentieel de nieuwe technologie voor logistieke activiteiten heeft. Uit de projectresultaten en testcases blijkt dat smart glasses wel degelijk voor opmerkelijke verbeteringen kunnen zorgen. In magazijnen waar nog niet handenvrij wordt gewerkt is zelfs een productiviteitswinst van 20 tot 25% een haalbare kaart.

Via smart glasses kan er extra informatie worden toegevoegd, zoals foto’s of video’s van schadege-vallen. Zulke zaken hebben een positief effect op de kwaliteit.

19

AUTO-ID

B U S I N E S S L O G I S T I C S - A P R I L 2 0 1 6

Smart glasses bieden perspectieven in logistiekHet VIL stelt resultaten project ‘Vision in Logistics’ voor

geanimeerde wereld. Zulke systemen worden bijvoorbeeld gebruikt voor virtuele trainin-gen, maar het spreekt voor zich dat dit soort brillen niet veilig genoeg is voor een logistieke omgeving.

Bij AR glasses, vaak smart glasses genoemd, kun je wel door de bril kijken. Binnen die cate-gorie onderscheiden we drie types (zie figuur 1). De Rear Mirror (RM) heeft een extra com-puterschermpje in het gezichtsveld, naast de bril. Voorbeeld hiervan is de Google Glass. De Smart Monocular (SM), zoals de Ora-s, heeft een monoculair (één glas) transparant compu-terscherm op de bril zelf. De Smart Binocular (SB) tot slot heeft een binoculair (twee glazen) transparant computerscherm. Voorbeeld van zo’n apparaat is de Moverio BT-200. Figuur 2 geeft een overzicht van de voor- en nadelen van elk type.

“Voor operationele toepassingen blijken de Rear Mirror (met het extra scherm) en de Smart Monocular (door het ene brilglas heb je toch

nog steeds één oog volledig vrij) het meest geschikt”, weet Luc Pleysier. “Wat de toekomst betreft, zijn de duale systemen, waarbij een bril met smart lenzen wordt gecombineerd, op komst. Die zullen het digitale zicht groter maken en het gewicht van de brillen beper-ken. Verder is er de ontwikkeling van de trans-parante displays, zoals tablets waar je volledig kan doorkijken, wat ook een invloed kan heb-ben op de evolutie in smart glasses. Tot slot zijn er nog de zeer gesofisticeerde producten, zoals direct retina projectoren. Die zijn in staat om oogbewegingen te volgen en rechtstreeks op de pupil te projecteren.” Pro’s en contra’sUit de analyses die het VIL heeft gemaakt, blijkt dat er met smart glasses de grootste winst kan worden geboekt bij goederenbe-handeling, kwaliteitscontrole en onderhoud. Allereerst zorgt het feit dat er handenvrij wordt gewerkt en dat er visuele routebege-leiding is naar locaties (bijvoorbeeld via pijl-tjes) voor een hogere operationele efficiëntie.

Doordat de operator alle acties stap per stap en in realtime ziet, is het heel eenvoudig om met het systeem te leren werken. Dat verge-makkelijkt de inzet van nieuwe medewerkers of uitzendkrachten.

Een belangrijke troef is wel dat er extra infor-matie kan worden meegegeven, zoals pro-duct- en verpakkingsinstructies. Zij kunnen bijvoorbeeld fouten voorkomen in de ver-strekeenheid (één stuk of een volledige ver-pakkingseenheid met verschillende stuks). Immers, zelfs in omgevingen waar voicepic-king wordt gebruikt, loopt het daar soms nog fout. Het is ook mogelijk om tijdens de voer-tuigbelading bijvoorbeeld last minute de toe-voeging van een extra pakje via het systeem mee te geven.

Ook voor analyses kan er extra informatie wor-den toegevoegd, zoals foto’s of video’s van schadegevallen. Zulke zaken hebben een posi-tief effect op de kwaliteit. De extra informatie van bepaalde acties (via beelden of scans) zorgen voor een betere traceerbaarheid. Daar-naast is het mogelijk om via de bril bijvoor-beeld waarschuwingssignalen te geven bij het naderen van een heftruck, wat de veiligheid vergroot.

FIGUUR 1

Overzicht verschillende categorieën ‘smart eyewear’

Smart Eyewear

Smart Glasses

AR Glasses(Rear Mirror,Monocular,Binocular)

Immersive Eyeware(VR HMD’s)

Glass Cam ofGesture tracking

Bron: Augmentedreality.org

Tijdens de testen bij Java werd gebruikgemaakt van robuuste Vuzix headsets en een set van Epson Moverio, telkens in combinatie met een Sony smart watch om excepties – zoals stockbreuken – te registeren.

W W W . V A L U E C H A I N . B E20

AUTO-ID

Wel zijn er nog een aantal belangrijke uitda-gingen wat betreft de huidige smartglasses. Zo zijn er ergonomische aandachtspunten, zoals hoofdpijn door de dubbele focus, het gewicht van de bril of het risico op reisziekte. Daarnaast zijn er veiligheidsoverwegingen, zoals straling in de buurt van de slapen en de verplichte combinatie met een gecertificeerde veiligheidsbril in bepaalde omgevingen. “Ver-der zijn er een aantal operationele beperkin-gen, waar vandaag aan gewerkt wordt. Dan denk ik aan de beperkte batterijautonomie (1 à 4 uur), waardoor de meeste modellen het nog geen volledige shift uithouden. Werken met een externe batterij is hier een moge-lijkheid. Verder is er de beperkte processor-

capaciteit, wat een struikelblok kan zijn voor complexe applicaties. Daarnaast blijft de scan-afstand (max. 1m) voor lineaire of 2D-barcodes nog beperkt”, voegt Luc Pleysier eraan toe.

“Bij de keuze van een slimme bril raden wij dan ook aan om met een aantal zaken reke-ning te houden. We denken in de eerste plaats aan de grootte en het gewicht van de brillen. Bekijk ook goed het gezichtsveld, zowel van het digitale beeld als het beeld op de werke-lijkheid. Let wel, hoe groter het gezichtsveld, hoe zwaarder de bril vaak wordt” , zo klinkt het. “Andere aandachtspunten zijn de batte-rijautonomie, de robuustheid, de resolutie van het geprojecteerde beeld, het type camera, de

aanwezigheid van extra sensoren (zoals een accelerometer of een kompas), de connecti-viteit (wifi, bluetooth, gps,…), de inputmoge-lijkheden (touch pad, voice,…) en uiteraard de kosten.”

Smart glasses in de logistieke praktijkIn een volgende fase van het project werden haalbaarheidstesten met smart glasses uit-gevoerd bij twee partijen: JAVA en Scania (zie kaderstukjes). Voor de twee testcases zijn ook kosten-batenanalyses doorgerekend. Blijkt dat, als er in het magazijn nog geen voicetech-nologie wordt gebruikt, er een productiviteits-winst van 20 tot 25% mogelijk is bij de invoe-ring van smart glasses. Ook als voiceterminals aan vervanging toe zijn, is het volgens het VIL raadzaam om visiontechnologie te overwe-gen. De investeringskosten van smart glasses liggen immers lager en bieden extra voor-delen door visuele begeleiding en de extra informatie, zoals locatiegegevens, aantallen, artikelfoto’s, extra instructies, enz.

Naast de haalbaarheidstesten heeft het pro-ject ook een handige tool opgeleverd voor de impactanalyse van verschillende inzetbare technologieën (RF-scanning, voicepicking, pickt to light, vision) op de verschillende logis-tieke processen. “De tool – een menukaart, geen rekenmodel – stelt elke projectdeelne-mer in staat om na te gaan welke technolo-gieën toegevoegde waarde kunnen opleveren voor welke logistieke activiteiten”, aldus Jan

FIGUUR 2

Overzicht voor- en nadelen smart glasses

Type

Rear mirror - Maximum focus op realiteit- Beperkte AR

- Accepteerbare focus op de realiteit- Geschikt voor AR- Breed digitaal gezichtsveld

- Volledig voor AR inzetbaar- Grootste digitale gezichtsveld

Smart monocular

Smart binocular

Voordelen

- Dubbel zicht (display + realiteit)- Beperkt gezichtsveld van beeldscherm

- Verlies (15-30%) van de transparatnie van 1 oog (invloed op gebruikerscom- fort)

- Beperkt gezichtsveld op de realiteit- Verlies van transparantie over het gehele gezichtsveld- Gewicht van de brillen (zwaardere uitvoering)- Ergonomie bij beweging

Nadelen

21

AUTO-ID

B U S I N E S S L O G I S T I C S - A P R I L 2 0 1 6

De (detail) handel stelt steeds hogere eisen aan de logistieke systemen. Vooral als het gaat om de online verkopen. Denk hierbij aan: · Kosteneffectieve operatie, zelfs bij kleine bestellingen · Foutvrij picken (rechtstreeks in de verzenddoos) · Artikelen uit verschillende productgroepen effi ciënt bij elkaar voegen· Zeer korte doorlooptijden · Retourafhandeling snel en effi ciënt verzorgd · Modulair & fl exibel in alle fasen van de bedrijfscyclus

oplossing

Order Fulfi lment System (OFS)

Succesvolle e-commerce verdient de

allerbeste logistiek! allerbeste logistiek!

Hoofdaannemer van complete distributie –orderpicksystemen voor (detail) handel & industrie.

Ontwerp, realisatie en service, alles uit 1 hand!WITRON · Keizersveld 47-C · 5803 AM · Venray

+31 (0)478 - 55 18 55 · info@witron.nl

Be innovative • Be committed • Be successful

oplossing

MA_SystemAd OFS 90 x 270 mm 4c Version 5_nl.indd 1 14.03.2016 07:17:39

Merckx, project officer bij het VIL. “Die impactanalyse kan dan ook die-nen als leidraad om al dan niet voor smart glasses te kiezen als onder-steuning voor een bepaald proces.”

De impactanalysetool vertrekt van een bepaald proces, bijvoorbeeld cycle counting, waarbij de visiontechnologie met een van de andere mogelijkheden wordt vergeleken. De tool biedt een beeld van hoe groot de impact is op elk van de proceskarakteristieken en hoe belang-rijk de voordelen zijn. Verder geeft de tool ook aan hoe relevant elk voordeel is voor een bepaald bedrijf. Tot slot reikt de tool op een beschrijvende manier aan wat de mogelijke aandachtspunten zijn bij het gebruik van smart glasses, zoals de nodige investering, de nood-zaak aan een fall-backscenario en de vereiste procesveranderingen. “Zo’n vergelijkende tool kan bedrijven dan ook helpen om een goede afweging te maken en, indien nodig, actie te ondernemen”, besluit Jan Merckx.TC

W W W . V A L U E C H A I N . B E22

AUTO-ID

Holland & Barrett richt magazijn voor e-fulfillment in met PcdataHolland & Barrett, de Britse retailketen gespecialiseerd in onder meer vitamines, voedingssupplementen en huidverzorgingsproducten, heeft al jaren stevig voet aan wal in de Benelux. In 2003 werd in Nederland De Tui-nen overgenomen, in 2013 volgde de Belgische sectorgenoot Essenza. Beide merken worden nu stap voor stap omgevormd tot Holland & Barrett. Alle winkels in Nederland en België worden bevoorraad vanuit het distribu-tiecentrum in het Nederlandse Beverwijk. Door het sterk toenemend aantal klanten dat online bestelt, groeide de behoefte aan een aparte logistieke operatie voor de internetlogistiek. Het distributiecentrum werd met 3.000m² uitgebreid en volledig ingericht door systeemintegrator Pcdata.

Holland & Barrett en Pcdata waren geen vreemden voor mekaar. Eerder al had Pcdata een pick-to-lightsysteem geïm-plementeerd bij Holland & Barrett in het VK. “Vrij snel hebben we beslist

om ook in Beverwijk voor pick to light te kiezen. Ik ben ervan overtuigd dat dat nog steeds de snel-ste manier van orderpicken is. In samenwerking met Pcdata en ons moederbedrijf hebben we het meest geschikte logistieke concept voor onze internetoperatie ontwikkeld”, vertelt Vincent Schip-pers, logistiek manager van Holland & Barrett.

Sterke groei in online volumesDe keten beschikt vandaag over 167 winkels in Nederland en 18 in België. In heel Europa zijn dat er een duizendtal. “Alle voedingssupplemen-ten, fruit, noten, zaden, snacks en sportvoeding komen van onze eigen fabrieken en worden van-uit het VK naar Beverwijk aangevoerd. Andere producten kopen we in bij leveranciers. Vanuit het DC in Beverwijk worden de winkels herbe-voorraad, deels op basis van de scanninggege-vens van de winkels, deels op basis van de ver-koopshistoriek en een aantal andere parameters zoals minimale schapvoorraad”, vertelt Vincent Schippers. In totaal voert Holland & Barrett 6.500 actieve SKU’s (stock keeping units). “Dat zijn er minder dan enkele jaren geleden omdat we de

assortimenten van De Tuinen en Essenza steeds meer op één lijn aan het brengen zijn. Online bieden we 9.600 SKU’s aan. Een deel van onze groei moet van die ‘web only’-producten komen. Momenteel verwerken we maandelijks zo’n 10.000 weborders. Orders die voor 12u. besteld zijn, worden de volgende dag bij de klant thuis geleverd.”

Sinds de start van de e-commerceactiviteiten zeven jaar geleden, werden de internetorders in het bestaande magazijn van waaruit ook de winkelorders vertrekken, gepickt, verpakt en ver-zonden. “Dat leidde niet alleen tot onrust op de magazijnvloer, het verzamelen van kleine inter-netorders creëerde grote loopafstanden en lange doorlooptijden in een conventioneel magazijn

De uitbreiding van 3.000m², met daarin nog een mezzanine van 1.700m², werd volledig ingericht door Pcdata. Op de mezzanine is een orderpicksysteem met negen zones geïnstalleerd. Acht zones zijn ingericht in twee rijen met doorrolstellingen, goed voor in totaal 1.500 picklocaties met pick to light, bestemd voor de snellopende artikelen.

Uitbreiding op tempo van online groei

23

AUTO-ID

B U S I N E S S L O G I S T I C S - A P R I L 2 0 1 6

met palletstellingen. Om de huidige performantie te verhogen maar vooral ook om voorbereid te zijn op de verwachte groei, werd beslist om het dc uit te breiden”, legt Vincent Schippers uit.

Pick to light & pickcartsDe uitbreiding van 3.000m², met daarin nog een mezzanine van 1.700m², werd volledig ingericht door Pcdata. Op de mezzanine is een orderpicksys-teem met negen zones geïnstalleerd. Acht zones zijn ingericht in twee rijen met doorrolstellingen, goed voor in totaal 1.500 picklocaties met pick to light, bestemd voor de snellopende artikelen. In de negende zone werd voor legbordstellingen geko-zen, waarin nog eens 8.100 langzaamlopers opge-slagen worden. Een conveyor verbindt de zones in de doorrolstellingen met de zone voor traaglopers, waar dozen op pickcarts worden geplaatst voor het verzamelen van de resterende artikelen. De activiteiten voor het afhandelen van de internet-orders worden aangestuurd door de software van Pcdata, het conventionele magazijn draait op een AS/400-systeem.

Hogere productiviteit, minder foutenBij de start van het pickproces wordt een doos op de conveyor geplaatst. Van zodra de barcode op de doos werd gescand, is ze gelinkt aan een webor-der. Via de conveyor gaat de doos naar de juiste zones waar de pickingmedewerker op een display ziet hoeveel stuks van welke locatie nodig zijn. Als alle artikelen gepickt zijn, gaat de doos opnieuw de conveyor op, op weg naar de verpakkingsstations.

Bij de traaglopende artikelen kunnen met de vijf pickcarts tot twintig dozen tegelijk gepickt wor-den. Door de barcode te scannen wordt elke doos gekoppeld aan een van de locaties op de kar die zijn voorzien van put-to-light displays. De tablet

met touchscreen op de kar geeft aan naar welke locatie de medewerker moet lopen, terwijl de dis-plays meegeven hoeveel artikelen in elke doos gelegd moeten worden. Daarna leggen de dozen het vervolg van hun traject af naar de pakstations. Elke verzenddoos wordt gecontroleerd door aan de hand van de pakbon het aantal artikelen te tel-len en steekproefsgewijs worden volledige contro-les uitgevoerd. Dankzij het nieuwe pickingproces ziet Holland & Barrett al na enkele maanden het aantal fouten dalen.

LeercurveMeetbare resultaten kan Vincent Schippers nog niet meegeven, maar feit is wel dat het systeem toelaat om de doorlooptijden flink te verkorten. Een impact op het aantal medewerkers in het magazijn was er bij de invoering van de mechani-sering niet. “Dat was ook helemaal niet de bedoe-ling. We wilden in de eerste plaats beter voorbe-reid zijn op groei. Het systeem kan meer orders verwerken dan we vandaag doen, dus we gaan ervan uit dat we onze groei kunnen opvangen met hetzelfde aantal medewerkers. Dat we nog geen meetbare resultaten kunnen communiceren, heeft veel te maken met de transitie waar we momenteel doorgaan. We zijn nog volop bezig met het inte-greren van Essenza, het aantal SKU’s wordt geratio-naliseerd en gedupliceerd, en bovendien gaan we met de nieuwe processen ook nog door een leer-curve. Op termijn is het wel nog de bedoeling om onze cut-offtijden voor online orders later op de dag te leggen”, aldus Vincent Schippers.

Over de samenwerking met Pcdata niets dan posi-tieve geluiden. “Het was prettig samenwerken en Pcdata heeft ons goed begeleid bij het maken van de juiste keuzes. Vooral het bepalen van het type conveyor en de inrichting van de picklocaties aan de conveyor heeft redelijk wat tijd in beslag geno-

men. We hebben daar heel open discussies over gevoerd en alle opties overwogen: van voorname-lijk handmatige processen tot volledig gemechani-seerd. Uiteindelijk hebben we voor het beste van beide werelden gekozen, rekening houdend met het beschikbare budget. Het project zelf is binnen de vooropgestelde tijdspanne opgeleverd en kon na een maand proefdraaien operationeel gaan.”

Klaar voor groeiEen verdere uitbreiding is nog mogelijk door de conveyor te verlengen en ook het aantal pick- en pakstations kan nog worden opgetrokken. “We hebben nu de eerste van in totaal vier fases achter de rug. Nieuwe efficiëntieslagen staan nog niet meteen gepland. We hebben de nodige ruimte voor groei gecreëerd en de rust in het magazijn is teruggekeerd. Dat was onze belangrijkste doelstel-ling”, besluit Vincent Schippers.BDV

Bij de traaglopende artikelen kunnen met de vijf pickcarts tot twintig dozen tegelijk gepickt worden.

Uitbreiding op tempo van online groei

W W W . V A L U E C H A I N . B E24

MOBILE COMPUTING

De kerntaak van de Belgische dou-ane en accijnzen is het bewaken van de logistieke keten met als doel de wetgeving te doen naleven. Bij de organisatie wer-

ken zo’n 3.500 ambtenaren en er gebeuren jaarlijks ruim 400.000 controles die we de stempel ‘complex’ kunnen geven. Ener-zijds zijn er de controles met betrekking tot fiscale aspecten, zoals controles rond invoerrechten, accijnzen, BTW, eerste- en tweedelijnscontroles en certificaties (AEO). Anderzijds zijn er de niet-fiscale taken, die zeer divers van aard zijn. Daarbij spreken we met name over baancontroles, bewa-king, rummage (controles aan boord van schepen) en het tegenhouden van illegale goederen zoals drugs of namaakproducten.

Doel van de hervormingenAl in 2002 startte de administratie van douane en accijnzen haar groots opgezet hervormings- en innovatietraject, dat de naam Coperfin meekreeg en in totaal zo’n 28 projecten omvatte. De organisatie wilde met name klanten meer proactief benade-ren, in plaats van te wachten tot die zelf naar de organisatie toe stapten. De focus moest met andere woorden verschuiven van louter controles naar een optimale ser-vice naar de klant toe. Ook wilde men de

processen meer opsplitsten, in de eerste plaats om de reële risico’s op corruptie te verkleinen. In het verleden deed namelijk één ambtenaar de risico-inschatting, de selectie en de controle in een geïntegreerd proces. Bovendien was een reorganisatie noodzakelijk wilde de administratie van douane en accijnzen conform zijn en blij-ven met de EU-standaarden.

De uiteindelijke doelstelling was om te komen tot een meer centrale sturing, waar-bij de processen ‘risicobeheer’, ‘selectie’, ‘planning’ en ‘controle’ gesplitst zouden worden. Hoewel het risicobeheer centraal zou gebeuren, wilde de organisatie wel zor-gen voor ‘verfijning’ op lokaal niveau, zodat nog steeds rekening kon worden gehouden met de ervaringen op het terrein. “Bij de reorganisatie moesten een grotere efficiën-tie en effectiviteit voorop komen te staan, waarbij we informatie beter zouden kunnen inzamelen en beheren. Zelf heb ik twaalf jaar bij de opsporingsinspectie gewerkt en het duurde gemakkelijk twee weken vooraleer we alle nodige informatie bijeen hadden gesprokkeld. Door alle gegevens in een centrale database te stoppen, wilden we meteen alle informatie bij de hand heb-ben om op te kunnen starten“, aldus Guido Mertens. “Verder wilden we ook meer gaan

controleren op zogenaamde rustpunten in de logistieke keten, zodat de klanten zo weinig mogelijk hinder van de controles ondervinden.”

Plan van aanpakConcreet werd de piramidestructuur van de organisatie vervangen door een centrale administratie voor verschillende diensten (Klantenmanagement, Toezicht Controle en Vaststelling, Bureel Enig Kantoor, Opspo-ring & Onderzoek en Geschillen). Daaron-der kwamen de diverse regionale buiten-diensten onder leiding van regiomanagers te staan.

De nodige optimalisering wat betreft de mobiele medewerkers, werd aangepakt in verschillende fasen en kreeg de naam MODA (Mobiele Douane en Accijnzen) mee. Binnen het hervormingstraject Coperfin vormde MODA een belangrijke schakel. Tijdens de eerste fase, MODA 1, was het de bedoeling om een meer efficiënte planning voor eerste- en tweedelijnscontroles van-uit de zeven regiekamers te organiseren. Hierbij moesten controleopdrachten naar het terrein worden verstuurd, samen met alle voorinformatie die de controleur van dienst nodig heeft. Ook belangrijk was dat, van zodra de controle is gebeurd, de goe-

Belgische douane optimaliseert mobiele controles Betere planning van mobiele medewerkers binnen nieuwe organisatiestructuur

Mobiele controles zijn voor de Belgische douane dagelijkse kost. Om de efficiëntie van die controles te verbete-ren, werkt de organisatie al enkele jaren aan een grondige reorganisatie, waarbinnen innovatie centraal staat. Een betere planning draagt daar in grote mate toe bij. Hoe die herstructurering werd aangepakt en welke voor-delen ze brengt, hoorden we tijdens een Value Chain seminar van Guido Mertens, voormalig adviseur bij de administratie van douane en accijnzen en projectmanager bij MODA (Mobiele Douane en Accijnzen).

25

MOBILE COMPUTING

B U S I N E S S L O G I S T I C S - A P R I L 2 0 1 6

Belgische douane optimaliseert mobiele controles Betere planning van mobiele medewerkers binnen nieuwe organisatiestructuur

deren meteen vrijgegeven kunnen worden. Daarnaast wilde de administratie ook de nodige feedback krijgen van wat er precies op het terrein was gebeurd. Ook in MODA 1 zat het meten van het businessproces – bij-voorbeeld hoeveel tijd heeft de controle in beslag genomen – en de mogelijkheid om snel interventies te doen in geval van cri-sissituaties, in geval van de vogelgriep bij-voorbeeld.

In een latere fase, tijdens MODA 2, bleek het ook nodig om alle automatische selec-ties die gebeurden naar aanleiding van het vernieuwde risicobeoordelingsproces te verfijnen. “Immers, een computer kan wel zeer snel een voorstel doen maar helemaal correct is die uitkomst niet altijd. Wij wil-den dus meer gaan aansturen en bijvoor-beeld bepalen welke controles we wel zou-den doen, welke niet en welke we beter ‘on hold’ zouden zetten”, verduidelijkt Guido Mertens. “Verder wilden we ook verschil-lende geselecteerde aangiftelijnen kunnen bundelen naar één enkele controleop-dracht. Immers, een klant stuurt geregeld een aangifte binnen met tien verschillende lijnen, wat bij ons resulteert in tien verschil-lende goederencodes. Als wij verschillende hits hebben op meerdere van die lijnen, dan is het uiteraard niet de bedoeling dat wij daar met verschillende controleurs gaan controleren. Dat was een van de belang-rijke zaken die we na MODA 1 nog moesten finetunen.”

Oplossing ter ondersteuningOm de nieuwe mobiele processen te onder-steunen, ging de administratie van douane en accijnzen op zoek naar nieuwe software

en een partner om die te helpen imple-menteren. Eind 2007 kwam de organisatie terecht bij ICT-dienstverlener Ordina. “Op basis van het voortraject dat we zelf al had-den gedaan, heeft de businessanalist van Ordina ons een hele reeks vragen gesteld. Bij die analyses hebben we per thema ook een aantal key users betrokken die speci-alisten op het terrein waren. Aan de hand van die analyses kregen we een aantal suggesties voorgeschoteld”, aldus Guido Mertens. “Op basis van onze noden stelde Ordina ons voor om met de planningstool van Ordina te ontwikkelen. Handig was dat binnen die tool gestart wordt met als het ware een lege doos. Iteratief werden samen

met Ordina verschillende delen ontwikkeld. Die konden we eerst uitproberen en eva-lueren, vooraleer ze daadwerkelijk in het systeem op te nemen. De visualisatie van de tijdshorizon in realtime is bijvoorbeeld helemaal ontworpen zoals wij dat wens-ten.”

Tijdens de ontwikkeling van de tool wer-den tevens een aantal ‘constraints’ en sug-gesties ingebouwd. Zo kun je geen verdere stappen ondernemen als die niet stroken met de planning. De suggesties laten de controleur zien welke actie hij het best zou ondernemen en wat de mogelijkhe-den zijn. “Verder hebben we in de tool ook

De voordelen van de reorganisatie zijn nu duidelijk zichtbaar. Zo geeft de centrale aansturing meer flexibi-liteit voor gerichte controles. De hogere efficiëntie zorgt ervoor dat er met minder mensen meer controles kunnen gebeuren en de hogere effectiviteit dat er met minder controles betere resultaten worden geboekt.

W W W . V A L U E C H A I N . B E26

MOBILE COMPUTING

een aantal gebruikersprofielen gecreëerd, omdat sommige gebruikersgroepen vrij specifieke wensen hadden. Er werken bij ons bovendien verschillende personen die diverse rollen op zich kunnen nemen. Ook die rollen hebben we in het systeem geïn-tegreerd”, voegt Guido Mertens eraan toe. Daarnaast werd aandacht besteed aan de optimalisering van de resources, vooral om de verplaatsingstijden binnen de perken te houden. Tot slot wordt de (on)beschikbaar-heid van voertuigen en personeel up-to-date gehouden binnen MODA in een apart overzicht voor de teamleiders.

Hoe de oplossing zich binnen de IT-archi-tectuur van de organisatie vertaalt, geeft Guido Mertens weer in een schematisch overzicht (zie figuur 1). “Klanten sturen een aangifte naar ons documentenbeheerssys-teem MASP. Vervolgens gaat de informatie naar onze tool voor risicomanagement en selectie, waarmee we snel het risicoprofiel kunnen nagaan. Vervolgens worden de hits teruggestuurd naar MASP, die de nodige data naar ons MODA-systeem van Quintiq

stuurt”, licht hij toe. “Met behulp van dat systeem gebeurt vervolgens de planning en de dispatching. Daar kunnen we ook de risico’s in detail gaan bekijken en bepaalde opdrachten bundelen. Zo’n proces in de regiekamer neemt amper zeven minuten in beslag, inclusief het contact met de klant om te informeren wanneer we de controle gaan uitvoeren. De controleur zal vervol-gens via een afzonderlijke mobiele applica-tie de gegevens krijgen die hij voor de con-trole nodig heeft, inclusief een URL met alle risico-informatie. Op het moment dat de controle is gebeurd, zal de mobiele mede-werker de goederen al dan niet vrijgeven. De klant krijgt daarvan bericht en er wordt meteen ook een voorlopig rapport via een feedbackformulier naar de centrale dienst van de administratie van douane en accijn-zen gestuurd.”

Het zijn de planners die bepalen welke en hoeveel controles een controleur per dag krijgt toegewezen.” Via kleurcodes kennen we een bepaalde prioriteit aan de opdrach-ten toe, zodat de controleur weet welke hij

moet voornemen als hij in tijdsnood raakt. Een goede communicatie tussen planner en communicatie is daarbij heel belang-rijk. Als je een container opentrekt, weet je nooit precies wat je gaat tegenkomen, dus het is ook moeilijk om standaardtijden voor een controle vast te leggen”, zegt Guido Mertens.

Uiteraard hoorde bij een nieuwe manier van werken ook het nodige change management. “Er zijn weliswaar enige jaren overheen gegaan, zodat mensen geleidelijk konden wennen aan de nieuwe manier van werken. Maar we kunnen niet ontkennen dat de omschakeling van helemaal zelf bepalen wat je wanneer doet naar volledige aanstu-ring vanuit een regiekamer groot was”, zegt Guido Mertens. “Om de betrokkenheid te verhogen, hebben we onze medewerkers zelf verschillende keuzes laten maken. Ten eerste mochten ze kiezen bij welke dienst binnen de dienst Financiën ze wilden werken. Ze konden bij de douane blijven maar konden bijvoorbeeld ook naar de belastings- of BTW-dienst overstappen. Als ze bij ons bleven, konden ze kiezen bij welke interne dienst ze wilden werken. En tot slot mochten ze ook aangeven voor welke opstapplaats ze een voorkeur hadden. En natuurlijk waren er hier en daar wrijvingen maar al bij al is er relatief weinig weerstand geweest. Heel wat mede-werkers weten ook de middelen te apprecië-ren die ze hebben gekregen om hun werk nu beter te doen.”

Voordelen op een rijIntussen is het hele MODA-traject, dat in verschillende stappen werd aangepakt, met daarbovenop de nodige optimalisering en finetuning, zo goed als rond. Tegelijk zijn de voordelen van de reorganisatie nu duidelijk zichtbaar. Zo geeft de centrale aansturing meer flexibiliteit voor gerichte controles. Door het splitsen van de processen in ver-schillende rollen is het risico op ongewenst gedrag geminimaliseerd. “Toen ik nog direc-teur was, heb ik diverse personen de deur moeten wijzen wegens ongewenst gedrag.

FIGUUR 1

Architectuur

27

MOBILE COMPUTING

B U S I N E S S L O G I S T I C S - A P R I L 2 0 1 6

De verleiding is soms ook groot, want het gaat om grote sommen. Sinds onze nieuwe manier van werken is ingevoerd, hebben we zulke situaties niet meer meegemaakt”, weet Guido Mertens.

Daarnaast zijn de controles enerzijds effici-enter en anderzijds effectiever geworden. De hogere efficiëntie impliceert dat er met min-der mensen meer controles kunnen gebeu-ren, de hogere effectiviteit betekent dat er met minder controles betere resultaten wor-den geboekt. Zo worden er nu meer gesmok-kelde goederen dan voordien opgespoord. Ook verloopt de inzameling van informatie beter, wat betere rapportages naar het hoger management maar vooral ook een beter risi-cobeheer mogelijk maakt. “Dat risicobeheer is een vast proces van dagelijks een twintigtal

minuten geworden, waarbij we alle controles van de dag voordien onder de loep nemen en op basis daarvan de risico’s naar de toekomst toe trachten in te schatten. Bovendien laat de planningstool van Quintiq ons toe om flexibel op veranderingen in te spelen. Dat moet ook wel aangezien wij heel sterk afhangen van de beslissingen die op Europees en op wereld-vlak worden genomen. Kleine aanpassingen kunnen we zelfs helemaal zelf doen. We zijn nu ook heel tevreden over het feit dat Quintiq het nodige overzicht over de planning biedt volgens onze eigen noden en standaarden.“, voegt Guido Mertens er nog aan toe.

Tot slot zou de optimalisering van de selec-ties betere resultaten moeten opleveren. “Met de nadruk op ‘zou’, want momenteel zien we nog geen noemenswaardige verbeteringen.

Dat komt ook omdat ons risicoanalysesys-teem nog in de kinderschoenen staat. Door de profielen continu te evalueren, willen we ze nu continu aanpassen en verbeteren. Ver-der plant de administratie van douane ook een ‘macroplanning’, wat betekent dat we op detail gaan inplannen waar we bijvoorbeeld speciale hulpmiddelen nodig hebben. Die zal compatibel moeten zijn met MODA. Ook plan-nen we een systeem voor een betere opvol-ging van overtredingen en invorderingen. Ook die zaken zullen we in ons proces moeten inte-greren. Hoewel we al een heel lange weg heb-ben afgelegd, is er nog ruimte voor verdere finetuning. Maar we kunnen gerust stellen dat het einde van de optimalisering binnen het MODA-luik in zicht is“, besluit Guido Mertens.TC

vanas engineeringwww.vanasengineering.be +32 3 568.33.00

Totaaloplossingen metWMS software en verticale opslagsystemenProjectbeheer gericht op uw gewenste besparingen:

verhoog uw efficiëntie met de nieuwe generatie verticale liftsystemen !

plaatsbesparing tot 90%

stofarm

4 tot 5 xsneller werken

daling verbruiktot 50%

0%fouten

inventaris juistheidtot 99,99 %

vereenvoudigdeadministratie

ergonomischwerken

storage solutions

Ad_BussinessLogistics.indd 1 21/03/16 13:47

W W W . V A L U E C H A I N . B E28

HANDLING

Treffen in teken van Smart Chain SolutionsVooruitblik op CeMAT in Hannover

Van 31 mei tot 3 juni zetten de beursgebouwen in Hannover hun deuren wagenwijd open voor de internatio-nale vakbeurs CeMAT. Vier dagen lang kun je er meer dan 1.000 exposanten ontmoeten op een oppervlakte van ca. 120.000m². Onder de noemer ‘Smart Chain Solutions’ wordt CeMAT dit jaar onder andere gespekt met een forum Logistics IT Automation en een reeks gefocuste tours, zodat je in een minimum van tijd het maxi-mum uit je bezoek haalt.

CeMAT vindt om de twee jaar plaats en staat intussen bekend als een van de meest bekende internationale vak-beurzen voor intralogistiek en supply chain management. Ruim de helft van

de exposanten komt dit jaar niet uit Duitsland zelf. In totaal zijn aanbieders uit zo’n 45 landen vertegenwoordigd. Wat de bezoekers betreft, is bijna een derde van niet-Duitse origine.

“De markt van de intralogistiek blijft groeien en op de beurs willen we dat optimisme weerspie-gelen”, aldus Mattias Dreher, director Global Fairs en sales partner van CeMAT. In Duitsland alleen al realiseerden de fabrikanten van intralo-gistieke oplossingen een productievolume van 20,1 miljard euro. Dat betekent een groei van 3% tegenover 2014. Voor dit jaar voorspelt de vak-vereniging interne transporttechniek en intralo-gistiek binnen de VDMA (de Duitse vereniging van machinefabrikanten) nog eens een groei van 3%. Volgens de organisatie is dat te danken aan positieve evoluties in de Europese eenheids-markt en de stijgende conjunctuur van diverse doelmarkten, zoals de e-commerce en de auto-mobielnijverheid.

Material handling ontmoet ITNiet toevallig werd dit jaar het thema ‘Smart Chain Solutions’ als rode draad doorheen de

beursgebouwen gekozen. “Vandaag rijzen heel veel vragen rond industrie 4.0. Als trendsettende beurs heeft CeMAT-organisator Deutsche Messe dan ook beslist om deze keer de focus te leggen op de digitale en genetwerkte waardeketen”, aldus Mattias Dreher. “Zo worden containers en andere transportmiddelen steeds ‘intelligenter’. Dat maakt processen nauwkeuriger, sneller en flexibeler. Die toenemende digitalisering wordt steeds belangrijker als wapen in de onderlinge

strijd tussen bedrijven die logistiek hoog in het vaandel dragen.“

Op de beursvloer vinden we dan ook heel wat aanbieders terug van geautomatiseerde opslagoplossingen voor magazijnen, autonoom werkende toestellen, innovatieve vloertrans-portmiddelen en collaboratieve robots. Binnen die evoluties wint software steeds meer aan belang, wat het nieuwe centrale tentoonstel-

Tijdens het forum Logistics IT Automation zullen IT-experts samen met gebruikers discussiëren over thema’s zoals als cloud in de logistiek, mobile solutions, intelligente tracking & tracing, netwerkplanning/supply chain design, big data in de logistiek en virtualisering.

29

HANDLING

B U S I N E S S L O G I S T I C S - A P R I L 2 0 1 6

lingsdomein Logistics IT extra in de kijker moet zetten. Voor het eerst neemt ook softwareleve-rancier SAP, samen met zes partners, als expo-sant deel aan CeMAT.

In dit nieuwe domein moet het forum Logistics IT Automation het hoogtepunt worden. IT-ex-perts zullen er samen met gebruikers discussië-ren over thema’s zoals als cloud in de logistiek, mobile solutions, intelligente tracking & tracing, netwerkplanning/supply chain design, big data in de logistiek en virtualisering. “We kunnen er niet onderuit dat IT tegenwoordig verweven zit in alle logistieke domeinen. Software is vandaag de lijm die afzonderlijke elementen binnen een netwerk samenhoudt. Deze CeMAT is bijgevolg niet enkel interessant terrein voor logistieke beslissingsnemers maar ook voor IT-managers”, voegt Mattias Dreher eraan toe.

De grootste tentoonstellingdomeinen binnen CeMAT blijven evenwel ‘Move & Lift’ (intern

transport en hef- en hijstechnieken), met gekende heftruckleveranciers als Still, Toyota Materials Handling en Jungheinrich en ‘Store & Load’ (geautomatiseerde magazijnsystemen), met o.a. SSI Schäfer, Egemin en Knapp. Andere aanwezige domeinen zijn ‘Manage & Service’ (logistieke dienstverleners, planners en advi-seurs) en ‘Pick & Pack’ (verpakkingstechniek), dat door de integratie van het beursduo ‘Empack’ en ‘Label&Print’ wordt versterkt. In drie hallen vin-den er tevens diverse expertforums plaats, zoals ‘Solutions for people’, ‘Search for Solutions’ met de focus op kmo’s en ‘Efficiency solutions for warehousing processes’.

Welkom in de toeleveringsketenDe speciale tentoonstelling ‘Innovatieve logis-tieke oplossingen’ in Hal 27 zorgt tijdens deze CeMAT voor de didactische noot. Station per station kunnen bezoekers de procesketen op de voet volgen: van het lossen in de containertermi-nal over de laad- en lostechniek tot het daarop-

volgende transport. Voor elk stap in dat proces reikt een dertigtal exposanten innovatieve tech-nische en softwareoplossingen aan.

De tentoonstelling werd opgezet in samenwer-king met het Institut für Distributions- und Han-delslogistik (IDH) van de VVL (Vereniging voor de Bevordering van Innovatieve Procedés in de logistiek) en het communicatiebureau dialo-g4research. Doel van dit initiatief is de bekend-heid en aanvaarding van automatiseringsoplos-singen voor de logistiek te verhogen.

Tot slot zijn nieuwkomers op CeMAT de bege-leide ‘Smart-tours’. Met deze rondleidingen krijg je in een beperkte tijdspanne een goed over-zicht van de diverse oplossingen binnen een bepaald interessegebied. Twee keer per dag vinden er vijf verschillende tours plaats: Smart Picking, Smart Packaging, Smart Warehousing, Smart Logistics & Services en Smart Move & Lift.TC

Wij beschikken over de slimme

oplossingen van de toekomst

World leading trade fair for intralogistics & supply chain management

Beleef als eerste wereldwijde innovaties en de voorlopers van de intralogistiekbranche tijdens de

CeMAT 201631 mei – 3 juni 2016 ▪ Hannover ▪ Duitslandcemat.com

Thema:

smart

supply chain

solutions

CeMAT_2016_Dachanzeige_210x139mm_NL.indd 1 26.01.16 16:31

W W W . V A L U E C H A I N . B E30

HANDLING

Strategie in teken van ‘logiconomie’Toyota Material Handling Europe zoomt in op nieuwe ontwikkelingen

Tijdens de CeMAT-preview van Toyota Material Handling was het nog zeer rustig in de beursgebouwen in Han-nover. Toch is de bekende heftruckfabrikant al goed voorbereid op het intralogistieke treffen van 31 mei tot 3 juni. Bovendien zijn er ruim voldoende innovaties om de 2.800m² voorziene binnen- en buitenruimte voor TMHE te vullen, zo bleek uit alle tekst en uitleg die we tijdens de persconferentie kregen.

Net als in 2014 krijgt Toyota Material Handling een prominente plaats in paviljoen in 32. “Europa is voor ons een zeer belangrijke markt en zo willen we ons ook tijdens de beurs

profileren”, aldus CEO Matthias Fischer. “De laatste vijf jaar zijn we zeer sterk gegroeid. De laatste twee jaar noteerden we zelfs een groei van zo’n 17%. Daarmee hebben we de kaap van 2 miljard euro omzet bereikt. We zitten nu op hetzelfde niveau als de andere twee koplo-pers. Doel is om tegen de volgende CeMAT de eerste plaats te bemachtigen.”

Europa als kernmarktOp het vlak van verkochte eenheden is Europa momenteel de grootste continentale markt ter wereld voor TMHE. “De benadering van logistiek in Europa geldt als norm voor de rest van de wereld: op het vlak van veiligheid, pro-ductiviteit en efficiëntie. Meer dan 95% van de trucks die we in Europa verkopen, wordt gebouwd in onze Europese productiefaci-liteiten in Zweden, Frankrijk en Italië. Daar-naast zijn veel Europese trucks voor export bestemd. Vanaf dit jaar zullen de Europese fabrieken trouwens niet meer onder het BT-

maar Toyota-label opereren, wat de integratie van de operaties compleet maakt”, zegt Mat-thias Fischer.

Volgens de CEO heeft de markt zich goed hersteld na de financiële crisis en zal de groei zich de komende jaren doorzetten. “Wel is de klant vandaag zeer veeleisend”, nuanceert hij. “Het gaat hem niet enkel en alleen om de producten maar vooral om bedrijfsbeheercon-cepten. Meer dan ooit is hij op zoek naar de meest efficiënte oplossing en dat tegen mini-male bedrijfskosten. De noemer ‘logiconomie’ drukt heel goed uit hoe we daar op inspelen. Continu zijn we op zoek naar verbeteringen in de processen van onszelf, klanten en leveran-ciers, om die vervolgens naar de markt toe te vertalen. Die manier van denken is ons eigen, getuige het Toyota Production System.”

T-Motion met focus op horizontaal transportEen mooi voorbeeld van het ‘logiconomisch’ denken is het T-motion concept, waarbij Toyota bekijkt hoe het beter goederen kan transporteren met minder vorken. “Binnen dat concept voorzien we een breed assorti-

Matthias Fischer, CEO van Toyota Material Handling: “Meer dan ooit is de klant op zoek naar de meest efficiënte oplossingen en dat tegen mi-nimale bedrijfskosten. De noemer ‘logiconomie’ drukt goed uit hoe we daar op inspelen. Continu zijn we op zoek naar verbeteringen in de proces-sen van onszelf, klanten en leveranciers, om die vervolgens naar de markt toe te vertalen.”

31

HANDLING

B U S I N E S S L O G I S T I C S - A P R I L 2 0 1 6

ment trekoplossingen. In de maakindustrie is het concept met trekkers al lang ingeburgerd maar ook voor e-commerceomgevingen is het zeer geschikt. Vaak is in die omgevingen vooral horizontaal transport nodig waarbij slechts af en toe moet worden verzameld op hogere niveaus”, aldus Sam Coles, SVP marke-ting en sales bij TMHE.

“Om op de behoeften van diverse types bedrijven in te spelen, maken we het nu mogelijk om meer lastdragers na elkaar te trekken, zoals rolcontainers”, gaat het verder. “Daarnaast bieden we binnen dit concept tal van andere ladingdragers aan om een totaal-oplossing te bieden. Ook geautomatiseerd transport en ‘remote drive’ behoren tot de mogelijkheden, zodat de operator zich vol-ledig kan richten op het orderverzamelen in plaats van het rijden met de truck.”

Automatisering met oog op flexibiliteitDe technologie om trucks te automatiseren is vandaag trouwens matuur. “We zijn gestart met het automatiseren van onze kleinere toestellen, vandaag gaan we tot trucks van 3,5 ton. Voor de automatisering staan we zelf in, zodat de klant maar één aanspreekpunt heeft. Wel werken we uiteraard nauw samen met diverse leveranciers, zoals Sick voor de sensortechnologie”, zegt Hans Van Leeuwen, executive vice president region Central Europe en executive vice president service & logistics solutions. “De markt staat in elk geval steeds meer open voor een (deels) geautomatiseerde transportvloot. België is trouwens een van de landen waar we het meeste automatiserings-projecten lopen hebben.”

“Automatiseringsprojecten worden ook steeds sneller rendabel. Gemiddeld rekenen we op één à anderhalf jaar”, voegt Nick Duckworth, senior vice president region west en senior vice president business solutions TMHE, eraan toe. “Een groot voordeel van zulke trucks is dat bedrijven minder afhankelijk worden van mensen maar toch een grote flexibiliteit behouden. Ook onze Radio Shuttles, waar-

mee je automatisch pallets binnen een stelling kunt verplaatsen, winnen terrein.”

Uitgebreid lithium- ionassortimentDaarnaast staat de lithium-ionbatterij bij TMHE klaar voor zijn grote doorbraak. “De ont-wikkelingen in de automobielindustrie zijn voor ons bepalend of een batterijtechnolo-gie interessant is of niet. Wat de lithium-ion batterij betreft, zijn de kosten-baten intussen in heel wat gevallen gunstig. Op een echte doorbraak van nog duurdere technologieën zoals waterstofceltechnologie – die in Europa weliswaar al door enkele Toyota-klanten wordt toegepast – is het evenwel nog even wachten”, stelt Craig Walby, director product management bij TMHE.

In 2013 ontwikkelde TMHE zijn eerste lithi-um-ion assortiment. Nu kunnen alle elektri-

sche standaardmodellen van Toyota met zo’n batterij worden uitgerust. “Een lithium-ion batterij blijft duurder in aankoop maar kan forse energiebesparingen opleveren, tot maar liefst 35%. Dat maakt hem vooral inte-ressant binnen meerploegendiensten. De technologie maakt je tevens minder afhan-kelijk van de – al dan niet energiebewuste – rijstijl van de bestuurder”, klinkt het. “Omdat de batterij kan worden opgeladen wanneer het uitkomt (opportunity charging) hoeft die bovendien niet meer vervangen te worden, wat reservebatterijen en oplaadruimten overbodig maakt.”

Big data uit trucksOp de CeMAT worden ook twee van de meest recente heftruckassortimenten gepresenteerd, met name de BT Staxio P-se-rie stapelaars en de Toyota Traigo 48-volts elektrische vorkheftrucks, die allebei met

Strategie in teken van ‘logiconomie’Toyota Material Handling Europe zoomt in op nieuwe ontwikkelingen

Binnen het T-Motion-concept voorziet TMHE een breed assortiment trekoplossingen. In de maakindus-trie is het concept met trekkers al lang ingeburgerd maar ook voor e-commerceomgevingen is het zeer geschikt. Bovendien is vandaag ook geautomatiseerd transport mogelijk, zodat de operator zich volledig kan richten op het orderverzamelen zelf.

W W W . V A L U E C H A I N . B E32

HANDLING

Autonome truck schept synergie tussen mens en machineStill pakt uit met innovatieve iGo neo CX 20

Steeds meer bedrijven omarmen automatisch rijdende trucks in hun magazijn. De nieuwste telg binnen de Still-familie overstijgt die trend nog. Tegen de achtergrond van de Logimat-beurs in Stuttgart mocht de internationale vakpers kennismaken met de autonome iGo neo CX 20. De ingebouwde intelligentie binnen deze nieuwe pallettruck maakt komaf met voorgekauwde routes en speelt zo nog beter in op de stijgende behoefte aan maximale flexibiliteit binnen de magazijnmuren.

Aan de introductie van de iGo neo CX 20 gaat maar liefst tien jaar ontwikkeling vooraf. Vooral de robotica die in de truck werd geïntegreerd is baanbrekend binnen de hef- en magazijntruckwereld. Die zorgt voor een zeer intuïtieve oplossing, met als resultaat een nog efficiënter orderver-

zamelproces. Dat maakt de pallettruck uitermate interessant voor bij-voorbeeld logistieke dienstverleners en/of e-commerceomgevingen.

“In de loop der jaren werd er al heel wat gefinetuned, maar stilaan lopen automatiseringsoplossingen tegen hun grenzen aan, vooral op het vlak van flexibiliteit. Daar willen wij nu een antwoord op bieden met onze autonome pallettruck. Die is in staat om zonder voorinstel-ling of externe afstandsbediening te functioneren. Daarmee haken we meteen ook in op de vereisten van Intralogistiek 4.0.”, verduidelijkt Christian Fischer, directeur product management Business Solutions bij Still.

lithium-ion batterij uitgerust kunnen worden voor een maximale efficiëntie.

Verder vinden we in Hannover een Smart Dynamics-zone terug, met aandacht voor de doorontwikkeling van het I_Site systeem. Met dat systeem is het mogelijk om vanuit de heftrucks online gegevens over de prestaties van truck en bestuurder door te sturen. Omdat er gewerkt kan worden via standaard telecommunicatienetwer-ken, is het systeem ook geschikt voor kleine vloten. “Met het I_Site concept spelen wij in op de trend naar een optimaal gebruik van big data, in dit geval alle gegevens die de truck capteert tijden het rijden”, zegt Sam Coles. “I_Sites distilleert enkel de zinvolle infor-matie uit de berg data. Denken we maar aan data rond veiligheid, bestuurdersprestaties, onderhoud en energiebeheer. De data zijn eveneens bruikbaar met het oog op een betere inzet van trucks of als basisinput bij flexibele huuroplossingen. Bovendien onder-steunt I_Sites het ‘smart benchmarkingconcept’, waarbij prestaties van trucks op diverse locaties worden beoordeeld en vergeleken. Tot slot maakt de technologie ‘smart servicing mogelijk’, waarbij technici werken op trucks vanop afstand kan voorbereiden. Zo kan het onderhoud of de herstellingen ter plaatse nog vlugger gebeu-ren. Dit softwaresysteem sluit dan ook perfect aan op ons streven naar logiconomie.”TC

33

HANDLING

B U S I N E S S L O G I S T I C S - A P R I L 2 0 1 6

Op de voet gevolgdDe ingebouwde intelligentie zorgt ervoor dat de pallettruck de magazijnmedewerker steeds keu-rig blijft volgen. Via een infraroodscanner herkent de truck de persoon die op de truck staat. Tijdens het afstappen drukt de medewerker een knop in, waardoor de truck in zijn autonome startpositie schiet. Loopt er even verderop een andere mede-werker, dan zal hij toch zijn ‘baasje’ blijven volgen. Bovendien beschikt de medewerker over een gesofisticeerde armband, die helpt om de truck op elk moment tot de orde te roepen.

Deze slimme truck is in staat om zelf te beslissen wat de meest efficiënte weg is naar een bestem-ming. De bestuurder geeft wel aan of er links, rechts of aan weerszijden van de gang moet wor-den gepickt. Een optisch signaal op de truck (Opti-cal Signal Unit) duidt met een soort visuele pols-slag de arbeidsmodus aan. Moet de bestuurder een langere afstand afleggen of bochten rijden, dan neemt hij gewoon via de manuele modus het stuur over.

Tijdsbesparing tot 30%Dankzij de hoge autonomie van deze truck kan de magazijnmedewerker zich volledig concentreren op het orderverzamelen. Bovendien positioneert de truck zich altijd op de meest ideale positie met

het oog op de orderpicking. Via zijn armband kan de orderverzamelaar bovendien aangeven of hij op de eerste of tweede palletpositie wil picken. “Uit praktijktests blijkt dat bedrijven met de autonome truck een tijdsbesparing van 20 tot 30% kunnen boeken. Dat komt vooral door-dat we het tijdrovende op- en afstappen van de truck vermijden. Ideaal is als de truck gecombi-neerd wordt met efficiënte pickmethoden zoals pick by voice. Naargelang de omstandigheden kan een iGo neo CX 20 in zo’n 15 maanden wor-den terugverdiend”, aldus Christian Fischer.

Veiligheid vooropVeel aandacht bij de ontwikkeling van de iGo neo CX 20 ging uiteraard naar veiligheid. Zo is er een geïntegreerde personeelsbeveili-ging aan de voorkant van de truck. De 360 graden-herkenning van de geïntegreerde laserscanner detecteert hindernissen tot op 15 meter, waardoor de rijsnelheid wordt aan-gepast. Dat voorkomt dat de lading van de vorken schuift. Via zijn sensor navigeert de truck met een instelbare afstand in het maga-zijn, waarbij hij minstens 50cm afstand tot de stelling houdt. Komt de pallettruck aan het einde van een rek dan stopt hij automatisch, tot de bestuurder via zijn armband het sig-naal geeft dat de kust veilig is.

Maar liefst 84.000 keer per seconde wordt de omgevingssituatie door de scanners opgenomen. Continu wordt de magazijntopologie door de com-puter geïnterpreteerd en geanalyseerd. Doordat het voertuig over een soort kortetermijngeheugen beschikt, weet het aan welke hindernissen het is voorbijgegaan. Daarbij is de pallettruck in staat om een onderscheid maken tussen statische en dynami-sche hindernissen.

Start van reeks autonome heftrucks Christian Fischer maakt meteen duidelijk dat iGo neo CX 20 nog maar het begin is van een reeks nieuwe trucks: “De toon is gezet. Samen met onze klanten gaan we nu met de iGo neo CX 20 aan de slag om mogelijke verbeterpunten te ontdekken. Vervolgens willen we stelselmatig de technologie introduceren op andere trucks binnen ons gamma.”

Het geloof in het innovatieve product werd alvast bevestigd op LogiMAT, waar de iGo neo CX 20 meteen na zijn introductie werd gelauwerd tot ‘Beste product’ in zijn categorie. De iGo neo CX 20 is vanaf juli 2016 verkrijgbaar. Momenteel wordt hij aangedreven door een standaardbatterij maar ook het gebruik van een energie-efficiënte lithiumion-batterijen wordt mogelijk.TC

Dankzij de hoge autonomie van deze truck kan de magazijnmedewerker zich volledig concentreren op het orderverzamelen. Bovendien positioneert de truck zich altijd op de meest ideale positie met het oog op de orderpicking. Via zijn armband kan de orderverzamelaar bovendien aangeven of hij op de eerste of tweede palletpositie wil picken.

Via zijn sensor navigeert de truck met een instel-bare afstand in het magazijn, waarbij hij min-stens 50cm afstand tot de stelling houdt. Komt de pallettruck aan het einde van een rek dan stopt hij automatisch, tot de bestuurder via zijn arm-band het signaal geeft dat de kust veilig is.

W W W . V A L U E C H A I N . B E34

ENTERPRISE RESOURCE PLANNING

Sterretjes herstellen in de wolkenCarglass plaatst ERP-omgeving in de publieke Microsoft-cloud

Net zoals Carglass innovatief is op het gebied van klantenservice, is de organisatie dat ook op IT-gebied. De Belgische specialist in het herstellen en vervangen van autoruiten kaapt een Europese primeur weg door zijn ERP-oplossing Microsoft Dynamics AX te draaien op Azure, het publieke cloudplatform van Microsoft.

Elk jaar helpt Carglass 350.000 auto-mobilisten in een van zijn 42 ser-vicecenters of met een van zijn 100 servicewagens aan huis. Daar-naast verzendt Carglass jaarlijks

maar liefst 1,2 miljoen autoruiten vanuit zijn Europees distributiecentrum (edc) in Hasselt. Carglass heeft er een permanente voorraad van meer dan 220.000 ruiten. Om alle activiteiten in goede banen te leiden, moet de organisatie kunnen rekenen op een goed functioneerde softwareback-bone. In 2013 was deze aan vervanging toe. “Ons Oracle-platform, waarvan we zowat 90% binnenshuis in FoxPro hadden ontwik-keld, was niet toekomstbestendig. FoxPro werd niet langer ondersteund en het sys-teem was steeds moeilijker te onderhou-den”, legt Stefan Vuylsteke, CFO en CIO bij Carglass, uit.

Om aan de toekomstige businessbehoef-ten te kunnen voldoen, startte Carglass het Epona-project. Leuk weetje is dat Epona de vruchtbaarheidsgodin was in Gallia Belgica en steevast uitgebeeld werd met een grote sleutel, die haar vermogen symboliseerde om de toegang tot andere werelden te ont-sluiten. Toegang krijgen tot alle mogelijk-

heden van de nieuwe, digitale wereld was absoluut ook ‘key’ voor Carglass.

Voluit voor cloudCarglass startte een ERP-selectieproce-dure in samenwerking met ICT-bedrijf Cegeka. “We hadden al eerder samen-gewerkt met Cegeka en waren tevreden over hun dienstverlening”, zegt Stefan Vuylsteke. De ERP-oplossing Microsof t Dynamics AX 2012 kwam als nummer een uit de bus. Om aan enkele zeer spe-cif ieke noden te voldoen op het vlak van klantenservice, wordt er ook een deel van de applicatie in .net ontwik-keld.

Aanvankelijk zat de cloudpiste niet in de scope van het project. “Op het moment dat we nadachten over het neerzetten van de infrastructuur – onafhankelijk van de oplossing – zijn we de afweging voor cloud beginnen te maken. Een ERP-imple-mentatie doe je maar eens om de 10 jaar. Als je de oplossing op lokale servers zet, is er steeds de neiging om op dezelfde ver-sie te blijven. Misschien is de cloud op dit moment nog niet de meest ideale keuze, maar op de langere termijn geloof ik dat we

door deze keuze veel innovatiever kunnen zijn”, aldus Stefan Vuylsteke.

Op het moment dat Carglass voor de keuze stond om Microsoft Dynamics AX op Azure

Stefan Vuylsteke, CFO en CIO bij Carglass: “Je moet met cloud leren werken, want als je je cloud-oplossing gebruikt zoals een lokaal serverpark zal de kostprijs zeer hoog zijn.”

35

ENTERPRISE RESOURCE PLANNING

B U S I N E S S L O G I S T I C S - A P R I L 2 0 1 6

Sterretjes herstellen in de wolken

te laten draaien, waren er nog weinig referen-tiecases. “Over de timing kan je discussiëren, maar het is de Carglass-filosofie om te stre-ven naar een omgeving waarin we gemakke-lijk toegang krijgen tot innovatie. Dat we zo vroeg die stap hebben gezet, heeft vooral te maken met het feit dat ons ERP-systeem echt aan vervanging toe was. We wilden er meteen voluit voor gaan. Liever wat missio-nariswerk verrichten dan tevreden te moeten zijn met een tussenoplossing.”

Dat Belron, de moedermaatschappij van Carglass, zelf ook al cloudimplementaties achter de rug had – weliswaar op AWS (red. Amazon Cloud) – hielp om groen licht te krij-gen. Bovendien sloot Microsoft mee aan bij het verhaal.Stefan Vuylsteke: “Het pre-salesteam van Microsoft is heel actief betrokken bij het pro-ject en omdat we early adopters zijn, wordt er bij problemen meteen naar afdoende oplossingen gezocht. Microsoft heeft ook een Business Investment Fund vrijgemaakt om het verhaal mee te helpen financieren. Dat voorkomt dat de ‘trials & errors’ een financiële aderlating zouden zijn voor onze organisatie.”

Wikken en wegenBij de keuze voor cloud ging het Carglass-team niet over één nacht ijs. Carglass maakte een impactstudie waarin diverse scenario’s en opvangmogelijkheden werden afgetoetst en doorgesproken met Microsoft.S. Vuylsteke: “We besloten een DR-omge-ving (Disaster Recovery) op te zetten. Die

staat in Dublin. De primaire serveromge-ving staat in Amsterdam. Dat geeft ons de kans om onmiddellijk om te schakelen naar Dublin mocht er een uitval zijn in het data-center in Amsterdam. De kans dat beide datacenters van Microsoft tegelijk uitval-len, lijkt ons nagenoeg onbestaande.”

Bij de keuze voor cloud is naast de afwe-ging tussen de publieke, private of hybride cloud, ook de afweging tussen Software as a Service (SaaS), Platform as a Service (PaaS) of Infrastructure as a Service (IaaS) gemaakt. SaaS is de meest ruime toepas-sing, waarbij applicaties geheel of gedeel-telijk op een extern serverpark draaien en er volledig betaald wordt volgens ver-bruik, zowel voor de hard- als de software. Carglass koos echter voor een IaaS-model, waarbij ze zelf de applicaties, data, run-time, middleware en het Operating System (OS) beheren. De netwerken, virtualisatie,

opslag en servers worden door Microsoft gemanaged. “SaaS was voor ons geen optie omdat we nog maatwerkaanpassingen moesten doen. Bij een SaaS-oplossing kan je een beetje parametriseren, maar daar houdt het op. Naar PaaS hebben we geke-ken, maar we kwamen vrij snel tot de con-clusie dat de PaaS-oplossing zoals Micro-soft die toen aanbood niet gemakkelijk in te passen was in onze organisatie”, aldus Stefan Vuylsteke.

“Wij hebben vooral gekeken of de IaaS-op-lossing ons genoeg performantie en sta-biliteit kon bieden. We bepaalden criteria en doelstellingen om tot een goede busi-nesscase te komen, maar heel wat van de opportuniteiten vallen gewoon niet te becijferen. Een omschakeling naar de cloud maak je vanuit een bepaald geloof, want hoe bereken je bijvoorbeeld de extra mogelijkheden die je krijgt op het vlak van Internet of Things, big data en andere nieuwe technologieën, zonder dat je een supergroot serverpark moet onderhou-den?”, stelt Stefan Vuylsteke.

ServeromgevingCarglass gebruikt voor zijn full blown DTAP-omgeving (Development, Testing, Acceptance en Production) vandaag zo’n 80 servers. Dat is zowel het ERP-luik als het .net-gedeelte. De omgeving in Azure is via ExpressRoute geconnecteerd met de MPLS-cloud (Multi-Protocol Label Swit-ching) van Carglass. “Dat betekent dat als er een filiaal uitvalt, dit geen gevolgen

“Liever wat missionariswerk verrichten dan

tevreden te moeten zijn met een

tussenoplossing.”

W W W . V A L U E C H A I N . B E36

ENTERPRISE RESOURCE PLANNING

heeft voor onze andere vestigingen”, ver-klaart Stefan Vuylsteke.

“Een groot voordeel van het draaien van onze applicatie op een extern serverpark is de schaalbaarheid. Hadden we onze server-omgeving on premise opgezet dan hadden we al lang systemen moeten bijkopen. Daar zit een behoorlijke doorlooptijd op, ter-wijl je in een cloudomgeving op een paar dagen tijd extra servercapaciteit hebt.”

Edc als pilootDe eigenlijke implementatie van Microsoft Dynamics AX startte medio 2015. De go live gebeurt gefaseerd, te beginnen met het edc van Carglass dat sinds 1 december live is.S. Vuylsteke: “Het edc is een kritische omgeving, dus we deden de migratie in het weekend om de bedrijfsprocessen niet te verstoren. Dat is heel vlot verlopen. Dat we gestart zijn met het edc was een loutere businesskeuze. We hebben door deze aty-pische aanpak (red. eerst de operationele processen live brengen, daarna de financi-ele processen) misschien wat meer interfa-ces moeten maken, maar anderzijds wilden

we niet midden in het drukke seizoen live gaan. Onze business is cyclisch en we heb-ben ons roll-outplan daaraan moeten aan-passen.”

Op 1 april gaat de boekhoudomgeving live en op 1 oktober volgt de Fitting-divisie (het herstellen van autoruiten). “Dit luik gaat het laatste live omdat we hiervoor de ontwikke-lingen in .net moeten doen. Als een klant zich aanmeldt met een sterretje in zijn ruit, krijgen onze medewerkers via het softwaresysteem, aan de hand van een paar eenvoudige vra-gen, alle informatie meteen ter beschikking waardoor ze efficiënt kunnen plannen en onze klant niet onnodig lang aan de telefoon hoe-ven te houden”, vertelt Stefan Vuylsteke.

Carglass zal tegen de herfst zowel de AX-mo-dules Supply Chain Management, Finance & Accounting , Procurement & Sourcing als Sales & Marketing in gebruik hebben. In totaal zul-len zo’n 600 gebruikers met de nieuwe soft-ware werken. Een 60-tal in het edc, zo’n 540 voor de Fitting-afdeling. Om snel te imple-menteren doet Carglass een beroep op Micro-soft Dynamics Lifecycle Services (LCS). Dat is een cloudgebaseerde collaboratieve werk-

omgeving om AX-projecten te managen. Er worden door Microsoft cloud gehoste omge-vingstools gebruikt om Dynamics AX op Azure te ontwikkelen en te installeren. “Daardoor hoeven we een heleboel werkzaamheden zelf niet meer te doen, wat leidt tot een snelle start”, verduidelijkt Johan Pauwels, Manager Lead Architect bij Cegeka uit. “In het begin was de LCS-aanpak een uitdaging omdat een van de structuren niet compatibel was met de active directory set-up van Carglass. Maar Microsoft zat met zijn neus bovenop deze implementatie, zodat snel de nodige aanpas-singen zijn doorgevoerd.”

De cloud leercurveCloud is een oplossing die werkt op basis van flexibiliteit. Dat vraagt een andere mindset vertelt Stefan Vuylsteke: “Je moet met cloud leren werken, want als je je cloudoplossing gebruikt zoals een lokaal serverpark zal de kostprijs zeer hoog zijn. Bij een lokaal server-park zorg je voor voldoende servers om alle mogelijke volumes en capaciteit die je in de toekomst denkt nodig te hebben, op te van-gen. Dat serverpark houd je dan 24/7 up & running. Wanneer een oplossing in de cloud draait, moet je heel actief de capaciteit moni-toren. Het is belangrijk om een duidelijk kader te creëren dat een minimale uptime van het systeem mogelijk maakt. Door dat grondig te doen, kan je de kosten danig drukken. Dat is bovendien een oefening die telkens opnieuw moet gebeuren: hebben we te veel of te wei-nig capaciteit? Wanneer moeten welke servers up zijn?”

“Alle mensen die betrokken zijn in het cloud-verhaal moeten mee zijn met het verhaal en de cloudfilosofie goed begrijpen. Eenmaal dat je het leerproces door bent, loont cloud: je hebt minder onderhoudskosten, je hebt geen serverruimte nodig en je kunt beter omgaan met pieken. Maar het allerbelangrijkste is dat je heel snel toegang krijgt tot innovatieve technologie. Dat is een ROI die je nooit kunt berekenen maar die absoluut voor een grote meerwaarde zorgt”, besluit Stefan Vuylsteke.MT

Op 1 december 2015 ging het edc live, op 1april 2016 de boekhoudomgeving en op 1 oktober volgt de Fitting-afdeling.

37

LOGISTICS REAL ESTATE

B U S I N E S S L O G I S T I C S - A P R I L 2 0 1 6

Moet Benelux opmars van Centraal-Europa vrezen?Prologis belicht rapport rond Europa’s beste logistieke locaties

Voorlopig komt de positie van de Benelux als topregio voor logistiek niet in het gedrang. Net als in de vorige studie van Prologis in 2013 houdt Venlo stand als meest gegeerde locatie, gevolgd door het havengebied Rot-terdam en de as Antwerpen-Brussel. De grootste groei tegenover 2013 is evenwel voor Centraal- en Oost-Eu-ropese locaties. Zo komen Midden-Polen en Istanbul de top 10 binnengewalst en heeft Praag de elfde plaats ingenomen. We vroegen Dirk Sosef, director Research & Strategy Prologis Europe, tekst en uitleg rond de hui-dige verschuivingen en de verwachte evoluties voor de toekomst.

Samen met Eyefortransport onder-zocht Prologis welke logistieke loca-ties ondernemingen het meest aan-trekkelijk vinden. Dit jaar kregen de organisatoren van het onderzoek

antwoorden van 216 magazijngebruikers uit een brede waaier aan sectoren. De respon-denten mochten 100 locaties rangschikken volgens elf criteria (zie ook kader). Figuur 1 biedt een overzicht van de 10 populairste locaties en zet ze tegenover de rangschikking drie jaar geleden.

Benelux versus Centraal- en Oost-EuropaBL: Vandaag wordt de top 5 volledig door de Benelux ingepalmd. Heb je een verklaring voor de opvallende dominantie van de lage landen?D. Sosef: “De kwalitatief hoogstaande infra-structuur en centrale ligging in Europa spelen ongetwijfeld een rol. Dat de conso-lidatietrend zich doorzet, speelt ook in het voordeel van onze contreien. Als bedrijven maar één dc meer kunnen hebben, kiezen ze nu eenmaal het liefst een heel centrale positie binnen Europa, waar koploper Venlo bijvoorbeeld mee gezegend is. Opvallend

in de rangschikking is wel dat bekende luchtvrachthubs zoals Frankfurt en Amster-dam-Schiphol dit jaar hun hoge plaatsen in de rangschikking moesten afstaan. Wat zulke locaties betreft, zorgen vooral een lage beschikbaarheid van personeel en hoge arbeidskosten er voor dat bedrijven zich toch liever elders vestigen.”

BL: Als we inzoomen op de Benelux, dan staan meer Nederlandse dan Belgische locaties in de top tien. Luik is zelfs helemaal uit de top tien verdwenen. Wat heeft Nederland dat België niet heeft?D. Sosef: “Beide landen hebben locaties met grote troeven. Wel is het zo dat de regelge-ving in Nederland nu eenmaal transparanter is. Zeker voor internationale partijen kan dat het verschil maken. Ook de sterke positie van vakbonden – denken we maar aan de beper-kingen in verband met nachtwerk in ons land – speelt onze concurrentiepositie par-ten. Daarnaast zie je in Nederland ook meer clustering van magazijnen op grote bedrij-venparken. Zij kunnen veel algemene kosten zoals een containerterminal en beveiliging delen. Dat is in België veel minder het geval.”

Dirk Sosef, director Research & Strategy Prologis Europe: “Ik geloof dat de consolidatietrend zich zal doorzetten, in die zin dat de activiteiten van verschillende magazijnen steeds vaker in één groot centraal dc worden gebundeld. Dat weer-spiegelt zich ook in de grootte van gebouwen. Al tien jaar gaat de gemiddelde grootte van logistieke gebouwen in stijgende lijn.”

W W W . V A L U E C H A I N . B E38

LOGISTICS REAL ESTATE

Centraal- en Oost-Europa winnen terrein BL: Je kunt niet naast de opkomst van de Cen-traal- en Oost-Europese locaties kijken. In totaal staan er intussen acht centraal Centraal-Eu-ropese locaties in de top 20, tegenover vier in 2013…D. Sosef: “De logistieke vastgoedmarkt in Centraal- en Oost-Europa is een jonge markt, met vooral nieuwe gebouwen. Uit de resul-taten van 2013 konden we al afleiden dat die regio in de lift zat, maar we hadden niet gedacht dat het zo snel zou gaan. De lagere kosten voor arbeid en logistiek vastgoed zijn meestal doorslaggevend om naar Centraal- en Oost-Europese locaties te trekken. Het feit dat consumenten in die landen welstellender worden én de opkomst van e-commerce in die regio’s, zorgt er ook voor dat er momen-teel veel lokale logistieke sites worden gebouwd. Vooral Polen, Tsjechië, Hongarije en Slowakije zijn belangrijke groeimarkten. Ook wij zijn er heel actief en we bekijken con-

Nabijheid tot economisch netwerk

Transportkosten

Logistieke vastgoedkosten

Beschikbaarheid van arbeid

Toegankelijkheid via de weg

Nabijheid van klanten/leveranciers

Beschikbaarheid van grond

Arbeidskosten

Wetgeving

Nabijheid tot andere transportmodaliteiten

Incentives

2.0 2,5 3,0 3,5 4,0

FIGUUR 1

Europa’s meest begeerde locaties

#

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

2016

Venlo

Rotterdam

Antwerpen-Brussel

Midden-Brabant

Oost-Brabant

Düsseldorf

Midden-Polen

Antwerpen-Hasselt

Istanbul

Keulen

2013

Venlo

Antwerpen-Brussel

Rotterdam

Rijn-Ruhr gebied

Madrid

Luik

Midden-Duitsland

Pan regionaal Roemenië

Ile-de-France

Düsseldorf

39

LOGISTICS REAL ESTATE

B U S I N E S S L O G I S T I C S - A P R I L 2 0 1 6

tinu waar we in die landen eventueel kunnen uitbreiden. ”

BL: Aanvankelijk scoorden die regio’s minder op het vlak van infrastructuur. Komt daar verande-ring in?D. Sosef: “Enkel Centraal-Polen haalt al een positie in de top tien op dat vlak. Er zijn welis-waar al heel wat inspanningen gebeurd, maar toch hinken de meeste landen nog achterop tegenover West-Europa. Als die regio bereid is om aan zijn infrastructuur te werken en als de economische netwerken er beter worden uitgebouwd, dan verwacht ik dat nog meer locaties de top 20 zullen binnendringen.”

BL: Zijn er voor jullie nog opvallende aan- of afwezigen in de rangschikking?D. Sosef: “De resultaten stemmen vrij goed overeen met onze ervaringen. Alleen doen Britse locaties het niet zo denderend in de rangschikking, terwijl wij daar wel heel actief zijn. Wellicht komt dat omdat het hier meestal over lokale dc’s gaat, die op Euro-pees vlak minder betekenis hebben.”

Tegengewicht voor consolidatieBL: Je noemde net consolidatie als belangrijke trend. Anderzijds vraagt de stijgende vraag naar e-commerceactiviteiten vaak een meer decentrale aanpak. Hoe zie je een en ander evo-lueren?D. Sosef: “Het een sluit het ander niet uit. Ik geloof in elk geval dat de consolidatie-trend zich zal doorzetten, in die zin dat de activiteiten van verschillende magazijnen steeds vaker in één groot centraal dc wor-den gebundeld. Dat weerspiegelt zich ook in de grootte van gebouwen. Al tien jaar gaat de gemiddelde grootte van logistieke gebouwen in stijgende lijn. Maar liefst 60% van de gebouwen die in 2015 werden opge-start voor grote magazijnafnemers waren groter dan 25.000m² en bijna 25% is groter dan 50.000m². Verdere consolidatie zal de vraag naar grote gebouwen nog meer aan-zwengelen. Maar dat verhindert niet dat er daarnaast specifiek voor e-commerce meer kleinere magazijnen rond steden zullen worden opgericht. Volgens de prognoses zal tegen 2020 e-commerce zelfs nog meer

invloed krijgen op het logistieke vastgoed-landschap.”

BL: Zal de trend naar consolidatie de strijd tussen de Benelux en Oost-Europa nog meer aanwakke-ren?D. Sosef: “Dat zal wel meevallen. Beide regio’s vullen toch vaak andere behoeften in. Cen-traal-Europa zal op middellange termijn zeer aantrekkelijk blijven voor industrieën waar kostenaspecten primordiaal zijn, zoals de automotive en eindassemblage. Als het magazijn evenwel moet fungeren als logis-tieke corridor of uitvalsbasis voor de West-Eu-ropese consumentenmarkt, zullen locaties in de Benelux de voorkeur blijven wegdragen. Ik denk dat de consolidatieslag vooral binnen de regio’s zelf zal gebeuren. Zoals aangehaald lijden nu al minder goed gelegen regio’s in West-Europa, die vaak minder kritische massa hebben, onder de huidige tendensen. Als bedrijven tegenwoordig de keuze maken om een groot centraal dc te zetten, willen ze meteen helemaal goed zit ten.”TC

De Europese ‘heat map’ geeft een beeld van de best gelegen logistieke locaties in Europa.

W W W . V A L U E C H A I N . B E40

LOGISTICS REAL ESTATE

Tijd voor nieuwe startWDP rondt strategisch groeiplan vroeger af

Binnen zijn groeiplan 2013-2016 beoogde WDP een portfoliogroei van ca. 50% of 600 miljoen euro. Begin vorig jaar zag het er al naar uit dat die doelstelling eerder zou worden bereikt. Dat bleek nu ook zwart op wit uit de jaarresultaten die WDP onlangs voorstelde. Begin dit jaar klokte de vastgoedbevak af op een investeringsvo-lume van 800 miljoen euro. Dat zorgt ervoor dat de portefeuille intussen is gegroeid richting de 2 miljard euro, inclusief projecten in uitvoering. Toch is WDP niet van plan om op zijn lauweren te rusten, want het strategi-sche groeiplan 2016-2020 dat CEO Joost Uwents voor ogen heeft is al even ambitieus.

Belangrijk voor WDP is dat het groei-plan kon worden gerealiseerd binnen de bestaande geografische basis. En zo gebeurde het ook. De focus van WDP ligt nog steeds op de Benelux,

hoewel het aandeel van Nederland blijft stij-gen. Vandaag weegt Nederland even zwaar binnen de vastgoedportefeuille als de histo-rische thuismarkt België. De waarde van de Nederlandse portefeuille is zelfs iets groter dan die van de Belgische, maar in België blijft de totale oppervlakte die WDP bebouwde wat groter. Sinds vorig najaar heeft WDP ook een beursnotering in Amsterdam. De dual listing in Brussel en Amsterdam bestendigt het offen-sief op beide fronten. Daarnaast schoot WDP vorig jaar enkele welgemikte pijlen op zijn derde belangrijke markt, Roemenië, af.

Houders van WDP-aandelen zitten dan ook gebeiteld: het aandeel is in 2015 met 22,1% tot 5 euro gestegen. De hoger dan voorziene stijging is voor een groot stuk gerelateerd aan de sterke groei van de portefeuille via acquisi-ties en voorverhuurde projecten. Een zonnige zomer zorgde ook voor hogere inkomsten uit zonnepanelen. Verder droegen de verlaging van de schuldenkosten en eenmalige huurver-brekingsvergoedingen in het vierde kwartaal

van vorig jaar bij aan een versnelde stijging van het aandeel.

Het behoud van de hoge bezettingsgraad van zo’n 97,5% – een van de succesfactoren van WDP – vormt eveneens een bevestiging van de solide strategie. Verder kon 85% van de break-opties in de contracten dit jaar nu al worden verlengd. “Het kan nu lijken dat we in 2013 te voorzichtig geweest zijn in onze ambities, maar dat denken we niet. We hebben heel veel inspanningen gedaan om te komen waar we nu staan”, aldus Joost Uwents. “Toegegeven, 2015 was een uitzon-derlijk goed jaar. Dat we dezelfde winst in 2016 zullen boeken is onwaarschijnlijk maar we zijn er gerust in dat we zullen blijven groeien.”

RealisatiesDat WDP het voorbije jaar nog een tandje heeft bijgestoken, blijkt wel uit de talrijke realisaties. Er waren meer dan 140.000m² aan nieuwe ontwikkelingen. De belangrijk-ste opgeleverde projecten in 2015 zijn het groots opgezette magazijn voor wehkamp (35.000m²) in Zwolle en de projecten voor DHL Supply Chain (18.000m²) in Bornem en Alcoa (17.000m²) in Harderwijk. In Roemenië

werd er onder andere 12.000m² gerealiseerd voor Federal Mogul en 16.000m² voor Yazaki.

Momenteel werkt WDP ook nog aan enkele grote nieuwe voorverhuurde projecten, zoals de in totaal 60.000m² voor The Greenery in

Joost Uwents, CEO van WDP: “2015 was een uitzonderlijk goed jaar. Dat we dezelfde winst in 2016 zullen boeken is onwaarschijnlijk maar we zijn er gerust in dat we zullen blijven groeien.”

41

LOGISTICS REAL ESTATE

B U S I N E S S L O G I S T I C S - A P R I L 2 0 1 6

Tijd voor nieuwe startWDP rondt strategisch groeiplan vroeger af

Barendrecht en Breda, die in het vierde kwar-taal wordt opgeleverd. Voor het tweede kwar-taal staan de warehouses voor Distrilog Group in WDPort of Ghent (20.000m²), voor Trafic in Heppignies (21.000m²) en voor Damco in Willebroek (15.000m²) op stapel. Ook in Roe-menië zijn voor het tweede kwartaal enkele opleveringen gepland, zoals 12.000m² voor Faurecia en 8.000m² voor Siemens.

Verder is er nog heel wat ontwikkelingspo-tentieel. In WDPort of Ghent ligt maar liefst 160.000m² bouwpotentieel. Ook in Trilogiport (50.000m²), Heppignies (60.000m²), Meerhout (23.000m²) en het Nederlandse Tiel (30.000m²) zijn er heel wat mogelijkheden. Alle beschik-bare gronden samengeteld heeft WDP meer dan 350.000m² beschikbaar, goed voor een waarde van 49 miljoen euro.

J. Uwents: “Bij de keuze van onze locaties en het aantrekken van klanten blijven we tradi-tiegetrouw streven naar een kwalitatieve en gediversifieerde portfolio. Naast algemene warehouses hebben we 10% semi-industri-ele panden maar ook crossdockmagazijnen,

magazijnen met meerdere niveaus, gekoelde en diepvriesmagazijnen in ons aanbod. In de meeste gevallen gaat om klasse A warehouses. Zo’n 12% is vandaag BREEAM-gecertificeerd. De focus blijft liggen op langetermijncontrac-ten. Gemiddeld ligt de duurtijd van onze con-tracten op zo’n 6 à 6,5 jaar tot de eerste break. Ca. 35% van de contracten heeft een mini-mumlooptijd van 10 jaar.”

Bouwen aan nieuw planWDP gelooft dat er binnen hetzelfde geografi-sche gebied ruimte is om nog meer te groeien. Tegen 2020 wil de organisatie zijn portefeuille met nog eens één miljard euro uitbreiden, wat het totaal op 3 miljard zal brengen. Die groei wil WDP waarmaken door acquisities en eigen, voorverhuurde projecten op bestaande en/of nieuwe gronden op strategische locaties, met in de eerste plaats de Benelux in het vizier. Ook wil WDP blijven investeren in alternatieve energiebronnen en energiebesparingsprojec-ten binnen het bestaande portfolio.

Als we die geplande inspanningen vertalen naar het aandeel, moet dat zorgen voor een

cumulatieve stijging van het netto courant resultaat per aandeel van minimum 25% tot minstens 6,25 euro per aandeel. Voor 2016 ver-wacht WDP een stijging met 4% tot 5,20 euro. “Momenteel zitten we weliswaar met een leeg pand in Nieuwegein, na de mislukte doorstart van winkelketen V&D. Aangezien die huurin-komsten zo’n 2% van het groepstotaal uit-maakten kan die leegstand op 2016 een invloed hebben. Maar onze ambitie om de winst per aandeel tot het genoemde cijfer te verhogen, komt zeker niet in het gedrang”, zo klinkt het bij WDP.

“Denken we dat we de doelstellingen tegen 2020 zullen halen? Uiteraard, anders zou-den we die niet stellen. Ondanks de goede kaarten die we in onze hand hebben, besef-fen we maar al te goed dat er bedreigin-gen zijn. Denken we maar aan de onzekere economische situatie. Er mogen dus zeker vragen bij het groeipad gesteld worden. Het is nu terug aan ons om die gaandeweg op gepaste wijze te beantwoorden”, besluit Joost Uwents.TC

De belangrijkste opgeleverde projecten in 2015 zijn het groots opgezette magazijn voor wehkamp (35.000m²) in Zwolle en de projecten voor DHL Supply Chain (18.000m²) in Bornem en Alcoa (17.000m²) in Harderwijk.

Call for ProjectsEnter your projectDid you recently implement a project to improve your supply chain?

Register it for the Supply Chain Award - Project of the Year 2016!

Grant your project and your company this unique platform to demonstrate your drive for effi ciency and innovation in the supply chain. Your project deserves it.

Who can enter a project?Every company domiciled in Belgium can enter a project for the Supply Chain Award- Project of the Year 2016. Consultants and providers can enter a project through their client.

Enter your project now !

W W W . S U P P L Y C H A I N A W A R D . B E

Supply Chain Award – Project of the Year 2016

SCA_CallForProjects_2016.indd 1 7/03/16 12:07

43

TRANSPORT

B U S I N E S S L O G I S T I C S - A P R I L 2 0 1 6

Call for ProjectsEnter your projectDid you recently implement a project to improve your supply chain?

Register it for the Supply Chain Award - Project of the Year 2016!

Grant your project and your company this unique platform to demonstrate your drive for effi ciency and innovation in the supply chain. Your project deserves it.

Who can enter a project?Every company domiciled in Belgium can enter a project for the Supply Chain Award- Project of the Year 2016. Consultants and providers can enter a project through their client.

Enter your project now !

W W W . S U P P L Y C H A I N A W A R D . B E

Supply Chain Award – Project of the Year 2016

SCA_CallForProjects_2016.indd 1 7/03/16 12:07

UCC loodst douane naar digitaal tijdperkDe nieuwe Europese douanewetgeving in een notendop

Op 1 mei 2016 treedt de Union Customs Code (UCC), de nieuwe Europese douanewetgeving, in werking. Aan-giften moeten er eenvoudiger door worden en de communicatie met de douane volledig elektronisch. Hoewel heel wat wijzigingen gericht zijn op een grotere facilitering voor verladers en logistieke dienstverleners, wordt het beleid ook op een aantal punten verscherpt. Jan Van Wesemael, senior advisor Customs and Compliance bij Alfaport Voka, het platform van en voor bedrijven en beroepsorganisaties in de Antwerpse haven, gaf ons de belangrijkste veranderingen mee.

De UCC vervangt de communau-taire douanewetgeving van 1992 en heeft als doel de procedures aan te passen aan de huidige, digi-tale handelspraktijken. Elektroni-

sche aangiftes vormen dan ook de kern van de UCC. De uitvoeringsbepalingen van de nieuwe wet werden eind 2015 gepubliceerd, wat voor de Europese lidstaten het startschot was om de impact op de huidige processen te analyseren en de nodige voorbereidin-gen te treffen. Een aantal veranderingen zal meteen vanaf 1 mei 2016 gelden, andere zul-len gefaseerd uitgerold worden zodat ook de IT-systemen aangepast kunnen worden. De Europese Commissie heeft een IT-werkpro-gramma opgesteld, met een timing waaraan de lidstaten zich moeten houden voor het uitrollen van specifieke IT-applicaties.

Sleutelrol voor AEO-statuutIn grote lijnen bestaat de UCC uit twee grote luiken. “Een eerste deel maatregelen is erop gericht de middelen van de Europese Unie te verzekeren en er zich met andere woorden van te vergewissen dat alle invoerrechten

geïnd worden zoals het hoort. Een tweede pakket maatregelen moet dan weer de pro-cedures voor zowel logistieke bedrijven als verladers vereenvoudigen”, zegt Jan Van Wesemael.

Twee belangrijke wijzigingen zijn de nieuwe regels omtrent borgstelling en de inperking van de verschillende soorten douane-entre-pots. Vanaf 1 mei moet in principe voor alle potentiële douaneschulden een borgstelling van 100% voorzien worden. “Neem bijvoor-beeld een zending van 1 miljoen euro aan waarde van de goederen en invoerrechten van 10%. Dat betekent een borgstelling, inclusief btw, van 121.000 euro voor één specifieke zending. Gelukkig voorziet de UCC ook opties om van een verminderde borgstelling te genieten, met name voor bedrijven met een AEO-statuut (Autho-rised Economic Operator). Een volledige vrijstelling – die tot op heden in een aantal gevallen automatisch werd toegekend – zal in veel gevallen moeilijk worden, maar verminderingen van 30% tot 70% zijn wel mogelijk.”

Jan Van Wesemael, senior advisor Customs and Compliance bij Alfaport Voka : “Het AEO-statuut kan al sinds 2008 aangevraagd worden, maar veel bedrijven namen een afwachtende houding af omdat de voordelen tot nu toe eerder beperkt waren. Met de UCC komt daar nu verandering in.”

W W W . V A L U E C H A I N . B E44

TRANSPORT

“Bedrijven die geen AEO-statuut hebben, maken eveneens kans op die verminderin-gen op voorwaarde dat ze een aantal criteria voldoen. Aangezien die criteria omzeggens dezelfde zijn als die voor het behalen van een AEO-certificaat, zie je dat veel bedrijven daar nu in versneld tempo werk van maken”, aldus Jan Van Wesemael nog. Momenteel zijn in België een 400-tal bedrijven AEO-ge-certificeerd. “Dat is geen wereldschokkend aantal. Het statuut kan al sinds 2008 aange-vraagd worden, maar veel bedrijven namen een afwachtende houding aan omdat de voordelen tot nu toe eerder beperkt waren. Met de UCC komt daar verandering in. Bedrijven moeten er zich wel van bewust zijn dat het aanvragen van zo’n statuut tijd kost. Wie er nu mee begint, zal op 1 mei nog

niet gecertificeerd zijn. Reken daarvoor toch op een zestal maanden.”

UCC schrapt...De verschillende types douane-entrepot (i.e. vergunningen die bedrijven toelaten om pas invoerrechten te betalen wanneer de goe-deren in het vrije verkeer binnen de EU wor-den gebracht) die vandaag bestaan, worden herleid tot twee soorten: een publiek en een privaat entrepot. De Europese Commissie voorziet een overgangsperiode van drie jaar zodat de douaneautoriteiten de kans krijgen alle huidige vergunningen te evalueren en af te stemmen op de UCC.

“Dat is een hele klus want vandaag hangen aan elk type entrepot verschillende pro-

cedures vast. Ongeacht de overgangspe-riode is het wel zo dat vanaf 1 mei 2016 de nieuwe regels meteen van kracht zijn voor wie goederen onder een bestaande ver-gunning plaatst. Aangezien er weinig tijd overblijft om vooraf al alle vergunningen te analyseren, vermoed ik dat de douane in eerste instantie ad hoc, wanneer bedrijven tegen problemen aanlopen, naar individu-ele oplossingen zal zoeken. Ondertussen hopen we dat de meetings die Alfaport Voka nog samen met de douaneautoriteiten heeft gepland rond dit thema meer verheldering zullen brengen”, aldus Jan Van Wesemael.

Verder vervalt ook het zogenaamde ‘first sale’ principe inzake douanewaarde. Het first sale principe betekent dat wie goede-

De systeemgebaseerde aanpak van controles moet een punt zetten achter de transactionele controles die in veel gevallen neerkomen op vertragingen in de supply chain.

45

TRANSPORT

B U S I N E S S L O G I S T I C S - A P R I L 2 0 1 6

ren importeert in de Europese Unie voor de bepaling van de douanewaarde kan terug-vallen op de eerste verkoopwaarde. “Stel dat je goederen vanuit China naar Europa importeert via verschillende tussenschakels. Tot op heden was het zo dat je dan voor het bepalen van de invoerrechten de eerste verkoopprijs in dat traject als basis mocht nemen. Dat principe wordt nu afgebouwd door de UCC. Vanaf 2017 wordt de waarde bepaald op basis van de laatste verkoop-waarde alvorens de goederen de Europese Unie binnenkomen. Met andere woorden de ‘last sale’. Dat kan voor bedrijven een stijging van de invoerrechten van 30% tot 70% betekenen. Voor bijvoorbeeld multina-tionals die vaak met intercompany-verkopen werken, kunnen die bedragen fors oplopen”, legt Jan Van Wesemael uit.

... en breidt uitTegenover die striktere maatregelen staan ook een aantal vereenvoudigingen van de procedures. Twee belangrijke voorbeel-den daarvan zijn ‘centralised clearance’ en de ‘system based approach’. Centralised clearance houdt in dat bedrijven goederen kunnen aangeven in een andere lidstaat dan waar de goederen zich fysiek bevin-den. “Bedrijven die bijvoorbeeld in Bel-gië gevestigd zijn en hier een vergunning van de douane afgeleverd kregen, kunnen dankzij dat principe centraal in België ook een invoer- of uitvoeraangifte doen voor goederen die het bedrijf in pakweg Tsje-chië wil in- of uitvoeren. De eerste piloot-projecten rond centralised clearance in België worden nu opgezet. Voor verladers liggen de voordelen voor de hand. Tege-lijk onderzoeken wij ook het potentieel ervan voor logistieke dienstverleners. Dat zij altijd voor derden handelen, is een bijko-mende moeilijkheid voor de implementatie van dergelijke projecten maar we bekijken het uiteraard wel.”

De systeemgebaseerde aanpak van contro-les moet een punt zetten achter de trans-actionele controles die in veel gevallen neerkomen op vertragingen in de supply chain. “Wanneer een controle van enkele uren tot soms een dag uitgevoerd wordt op tijdskritische zendingen, kan de schade die verladers daardoor lijden, hoog oplo-pen. Daarom voorziet de UCC nu dat onder bepaalde voorwaarden enkel via de achter-liggende IT-systemen gecontroleerd wordt of de gegevens over de zendingen correct verwerkt werden. Opnieuw is het AEO-cer-tificaat de sleutel om toegang te krijgen tot de tijdswinst en kostenbesparingen die met de systeemgebaseerde controles gepaard gaan”, legt Jan Van Wesemael uit.

Lokale tintenMet de uitvoeringsbepalingen van de UCC stippelt de Europese Commissie het par-cours uit. Nu is het aan de individuele lid-staten om de technische uitwerking ervan vorm te geven en uit te voeren. Grote uitda-ging zal zijn om, zoals de UCC voorschrijft, tegen 2020 tot een vlotte communicatie te komen tussen de IT-systemen van de 28 lidstaten. “De UCC voorziet een aantal tech-nische specificaties maar verder is het aan de lidstaten om er invulling aan te geven. In de praktijk bestaat dus de kans dat dat er afwijkingen zullen ontstaan tussen de interpretatie van de verschillende lidstaten. Zo moeten sommige data-elementen ver-

plicht opgenomen worden in de elektroni-sche aangifte, terwijl andere facultatief zijn. Sommige lidstaten zullen die facultatieve elementen opnemen, andere niet. Dat zal de communicatie tussen al die systemen er niet eenvoudiger op maken. Terwijl het om een verordening gaat die rechtstreeks bindend is in alle lidstaten en waarmee je dus in the-orie in heel Europa op een uniforme manier aangiftes moet kunnen doen.”

Starten met analyseBedrijven doen er goed aan te starten met een impactanalyse van de UCC op hun hui-dige vergunningen en processen. Positief nieuws daarbij is dat de Europese Commis-sie de komende maanden nog een aantal richtlijnen zal publiceren om een en ander te verduidelijken. “We verwachten nog richtlijnen over onder meer de in- en uit-voerprocedures, de douane-entrepots en de borgstelling. Die zullen toch wat meer houvast geven over wat er in de praktijk wel en niet mogelijk zal zijn”, aldus Jan Van Wesemael.

De wetgeving ligt er, nu moet ze nog verder verduidelijkt en uitgevoerd wor-den. “Elke lidstaat is begonnen met het maken van die vertaalslag. Binnen Alfaport Voka volgen we de ontwikkelen op de voet en nemen we zoveel mogelijk nieuwe elementen mee in onze onder-handelingen met de Belgische douane-autoriteiten. Op een aantal vlakken zal 1 mei 2016 al het moment van de waarheid zijn, andere aspecten van de UCC zullen vanaf dan geleidelijk aan geïmplementeerd worden. Een aantal veranderingen zullen immers pas van kracht kunnen worden als ook de onderliggen IT-applicaties er klaar voor zijn. De wereld zal niet stilstaan op 1 mei maar we luiden wel officieel een nieuw tijdperk in.”BDV

Elektronische aangiftes

vormen de kern van de UCC

W W W . V A L U E C H A I N . B E46

TRANSPORTPLANNING

Beter zicht op containervrachtenSoftware biedt planners van Transport Th. Wouters versterking

In 1938 werd Transport Th. Wouters opgericht. Het bedrijf vestigde zich uiteindelijk in het hart van de Ant-werpse haven. Gaandeweg evolueerde de onderneming tot een internationale containervervoerder. Al dertig jaar wordt de groei van de organisatie ondersteund door IT-dienstverlener Organi. Om zijn efficiëntie te ver-beteren vroeg Transport Th. Wouters aan Organi om een specifieke tool voor containerplanning te ontwikke-len. Een gesprek met Tim Wouters, bestuurder bij Transport Th. Wouters, over de toegevoegde waarde van de nieuwe software, die intussen volledig operationeel is.

Transport Th. Wouters (TTW) gespeci-aliseerd in containertransport reali-seert een jaaromzet van 5,5 miljoen euro. Jaarlijks behandelt de firma ongeveer 17.000 containers, zowel

nationaal als internationaal.

Om de IT-systemen te stroomlijnen maakt de organisatie al van oudsher gebruik van de diensten die Organi biedt. Zo werkt TTW van-daag met het logistieke pakket OLS. Aange-zien de organisatie een van de eerste was die dat pakket implementeerde, heeft Organi zelf ook veel uit de implementatie geleerd. Dankzij de integratie tussen de verschillende modules van Organi, waaronder OLS Customs, is er een automatische doorstroming en uitwisseling van cruciale gegevens en documenten tussen de verschillende modules. Het digitaal dossier dat alle documenten digitaal archiveert is dan ook onmisbaar.

Daarnaast gebruikt TTW het financiële pak-ket ORAS, dat volledig compatibel is met OLS. Verder introduceerde Organi binnen de organisatie het datawarehouse, dat alle bedrijfsdata verzamelt en diepteanalyses mogelijk maakt. Naast de software werden

ook de servers en werkstations door Organi geleverd zodat zij eindverantwoordelijke blijven voor de algemene prestaties van zowel soft- als hardware.

Geïntegreerde planningstoolOm zijn dienstverlening naar een nog hoger niveau te tillen, besloot Transport Th. Wouters op zoek te gaan naar een geschikte tool om de containerplanning te optimaliseren en zo het oude systeem met steekkaarten te kunnen afschaffen. Omdat het bedrijf de software in de OLS-toepassing wilde integreren, was de keuze voor Organi snel gemaakt. T. Wouters: “Samen hebben we onze behoeften in kaart gebracht. Daarmee is Organi aan de slag gegaan. Bovendien hebben we tijdens het implementatietraject stelselmatig verbeterin-gen aangebracht op basis van de behoeften die kwamen bovendrijven.”

Organi bood weliswaar al een planningstool binnen ORDAS, hun module voor handel & industrie, maar die werd helemaal op maat van de containergedreven business van TTW gekneed. Organi integreerde de oplossing bin-nen de bestaande menustructuren van OLS.

Vandaag werkt een viertal gebruikers dagelijks met de tool: de planners van de eigen vloot en de planners van de chartering. “Vooral op het

Tim Wouters, bestuurder bij Transport Th. Wou-ters: “We kunnen gerust stellen dat we per week acht uur uitsparen. Je mag niet vergeten dat het manuele werk met de steekkaarten veel werk impliceerde in het oude systeem. De dispatchers moesten steeds hun plek verlaten om de kaartjes te versteken“

47

TRANSPORTPLANNING

B U S I N E S S L O G I S T I C S - A P R I L 2 0 1 6

vlak van gebruikersvriendelijkheid hebben we tijdens het traject nog heel wat zaken aangepast. Als een traject bijvoorbeeld bestaat uit verschillende stappen – in de software weergegeven door blokjes – wil-len we uiteraard niet dat de gebruiker alle blokjes afzonderlijk moet verslepen om aan te geven dat een traject is afgewerkt. We hebben het in het systeem ook moge-lijk gemaakt om activiteiten provisoir in te plannen – iets wat wij heel vaak doen aan de hand van reservaties – en dat op een pas-sende manier weer te geven om steeds een zo volledig en correct mogelijk overzicht te behouden”, illustreert Tim Wouters.

Efficiënter werkenNu de oplossing op punt staat, komen de voordelen van de nieuwe manier van wer-ken volledig tot hun recht. Van zodra de

transportopdrachten vanuit OLS naar de planningstool worden doorgestuurd, kun-nen de planners bijvoorbeeld elke container plannen en herplannen, net zoals voorheen. Met het grote verschil dat nu alle gegevens, bewegingen en historische data digitaal beschikbaar blijven in de planningstool. Alle wijzigingen worden ook gelogd.

Een groot voordeel van de oplossing is dat die aan diverse groepen gebruikers in beperkte of uitgebreide vorm ter beschik-king kan worden gesteld. “Zelf heb ik weinig boodschap aan zeer gedetailleerde scher-men. Ik wil vooral een duidelijk overzicht. De gebruiker kan dus zelf bepalen welke info hij wel of niet wenst te zien, alsook de moge-lijkheid om de lay-out naar zijn persoonlijke voorkeur te kunnen aanpassen”, aldus Tim Wouters.

Typisch voor de business van TTW is wel het werken met tijdelijke statussen. “Heel wat containers komen toe op ons depot en worden vervolgens verdeeld. Die sta-tuswissels kunnen binnen de nieuwe tool heel vlot worden opgevolgd. Ook de terugkoppeling tussen de planningstool en OLS gebeurt vlekkeloos in beide rich-tingen”, legt Tim Wouters uit.

Vooral de tijdsbesparing die TTW dankzij de nieuwe tool boekt is aanzienlijk. “We kunnen gerust stellen dat we per week acht uur uitsparen. Je mag niet vergeten dat het manuele werk met de steekkaar-ten veel werk impliceerde in het oude systeem. De dispatchers moesten steeds hun plek verlaten om de kaartjes te verste-ken“, klinkt het. “Voorts is de kans op men-selijke fouten drastisch verminderd. Vroeger

Om een snel overzicht van de situatie te krijgen hoeft de planner maar zijn hoofd naar de schermen te draaien. Daarop kan hij voor de rest van de week zien welke containers nog moeten worden afgehaald, welke op het depot staan of welke intussen zijn gelost.

W W W . V A L U E C H A I N . B E48

TRANSPORTPLANNING

werd al eens iets verkeerd overgeschreven. Dat komt nu niet meer voor.”

Overzicht bewarenVoor een maximale visibiliteit binnen de afdeling wordt de plan-ningstool op grote schermen aan de muur weergegeven. Daarmee wordt komaf gemaakt met het oude planningsbord op basis van steekkaarten. Voor die visualisatie deed TTW een beroep op een gespecialiseerde derde partij die hun data via webservices uit de OLS databases ophalen. Dit is een state-of-the-art technologie die Organi tegenwoordig ook gebruikt voor andere toepassingen

“Om een snel overzicht van de situatie te krijgen hoeft de planner maar zijn hoofd naar de schermen te draaien. Daarop kun je voor de rest van de week zien welke containers nog moeten worden afge-haald, welke op het depot staan of welke intussen zijn gelost of gela-den”, weet Tim Wouters. “Gebruikers kunnen op hun eigen scherm dan weer de overzichten en lijsten creëren zoals zij die willen. We heb-ben nu een veel beter zicht op onze activiteiten. Ook de afwezighe-den van chauffeurs – zoals bij ziekte of verlof – worden in het systeem geregistreerd zodat nooit containers worden gekoppeld aan chauf-feurs of vrachtwagens die niet beschikbaar zijn. Beschikbare informa-tie wordt met andere woorden veel efficiënter verspreid. ”

Ondersteunende toolVoor alle duidelijkheid: de eigenlijke planning gebeurt niet door de tool zelf. “Onze activiteiten zijn te complex om volledig aan een soft-ware toe te vertrouwen”, verduidelijkt Tim Wouters. “Wel maakt de tool ons het werk veel gemakkelijker. Er zitten ook heel veel controles in het proces op operationeel vlak. Ook het omgaan met de dynami-sche ‘detention’, waarbij de datum van afhaling bepaalt hoelang je krijgt om de container terug binnen te leveren werd perfect uitge-werkt. Wij geven mee dat de detention periode start pakweg twee kalenderdagen na afhaling van de container. In de planningstool wordt dan de uiteindelijke dag van afhaling geregistreerd zodat de correcte vrije detention periode automatisch door de planningstool wordt berekend. Aan de hand van de ingebouwde controles op de meest cruciale datums zoals demmurage, detention, closing, enz. ver-wittigd de planningstool onze dispatchers tijdig om alle containers binnen de vrije periode op kaai of depot binnen te leveren. Met de planningstool waarborgen we nu een sluitend proces.”

Tot slot is TTW vragende partij voor een digitale CMR. Op die manier kan er op de tablet worden getekend, om vervolgens meteen de terugkoppeling te maken naar OLS. “Gezien de wet-telijke beperkingen is dat uiteraard nog toekomstmuziek maar wel iets waar wij nu al graag luidop over nadenken“, besluit Tim Wouters. TC

Vooruitstrevende technologieën zoals smart glasses en ‘Open The Car’-technologie: de medewerkers van TNT Innight hebben ze al in de vingers. Voor de specialist in nachtdistributie zit de innovatiegedachte ingebakken in de zoektocht naar continue optimalisering. Drijvende krachten achter de initiatieven zijn director operations Stef Vanbinst, ICT-coördinator Tom Nuyts en director ICS Nico Bossenbroek. Zij vertelden ons hoe verschillende nieuwe technologieën in de dagelijkse praktijk werden ingebed.

TNT Innight is opgebouwd rond verschillende netwerken. Ten eerste heb je het zogenaamde ‘vroegnet’. Binnen een clo-sed loop vertrekken de vrachtwagens rond 21u. en tegen 5u. komen ze terug binnen. De retours die ze meebrengen wor-den voor 8u. ’s morgens afgeleverd bij de initiële leverancier.

“Onze retourenapp biedt de chauffeur de tool om ervoor te zorgen dat ook retouren altijd compleet zijn. Een belangrijke markt voor deze service zijn bijvoorbeeld leveranciers van brillen en hoorapparaten. Binnen het vroegnet kunnen te repareren artikelen snel naar de leve-rancier. Zo hebben wij zo’n 2.000 optiekwinkels in ons netwerk”, begint Nico Bossenbroek.

Daarnaast is er het ‘laatnet’. De vrachtwagens vertrekken rond 1u. ’s nachts en tegen 7u. ’s morgens krijgen de technici hun materiaal. Voor 8u. ontvangen ook de andere bestemmingen hun goederen. “Met deze service spelen we met name in op het feit dat technici zo snel mogelijk naar hun klanten willen vertrekken. We zijn nu zelfs aan het onderzoe-ken of we die doelgroep niet voor 6u. kunnen beleveren”, vult Stef Van-binst aan.

Innovatie in nachtdistributieTNT Innight versterkt positie met nieuwe technologieën

49

AUTO-ID

B U S I N E S S L O G I S T I C S - A P R I L 2 0 1 6

‘Vrachtnet’ berust op hetzelfde principe als ‘laatnet’ maar hierbinnen worden vooral pal-lets en grote of moeilijk manipuleerbare zaken behandeld. Hoewel de focus ligt op nachtdis-tributie, biedt TNT Innight ook een ‘dagnet’ aan voor klanten die naast hun nachtvolume een beperkt percentage dagvolume hebben. In totaal heeft TNT Innight bijna 50 medewer-kers vast in dienst. Tijdens de nacht vinden er ca. 130 ritten plaats, goed voor zo’n 5.000 stops, waarbij 14.000 à 15.000 items worden afgeleverd.

Efficiënter werken met smart glassesEen van de innovaties waar TNT Innight op inzet, zijn smart glasses. Het initiatief om de technolo-gie te introduceren was de nood aan een hogere efficiëntie binnen het distributiecentrum. “Een strakke organisatie is een must als we de krappe tijdsvensters willen respecteren. Dat beseffen onze medewerkers ook”, vertelt Stef Vanbinst. “Toch kon met name ons vroegnet efficiënter. Binnen dit proces worden zo’n 5.000 items in 2 uur tijd verwerkt. Al tientallen jaren werkten we op dezelfde manier. Eerst werden alle binnen-gekomen pakketten gesorteerd op basis van de postcode. Daar waren onze medewerkers al even mee zoet. Daarna werden alle pakketten opnieuw gesorteerd, ditmaal op routeniveau. De derde sortering op vrachtwagenniveau doet de chauffeur zelf. Dat was een zeer manueel proces, waar heel veel tijd en geld in kroop. Ook de kans op sorteerfouten was vrij groot.”

Omwille van de lawaaierige omgeving was voicepicking geen optie. Door de aard en de intensiteit van het werk was louter scan-nen evenmin een ideale oplossing. “Het was Tom die smart glasses ter sprake bracht. We zijn toen in contact gekomen met IT-expert Dirk Matheussen, die een belangrijk voice-project bij de Ieperse biobakkerij De Trog heeft geleid”, vertelt Stef Vanbinst. “Algauw waren we overtuigd van het potentieel. Op zijn advies hebben we toen gekozen voor de robuuste M100 smart glasses van Vuzix.”

Tijdens de testfase bleek evenwel dat de smart glasses het lastig hadden om te scannen in een magazijnomgeving met bewegende objecten en verstorende effecten zoals reflec-tie. “En toen kwam iemand met het lumineuze idee om voor het scannen van de pakketten een ringscanner te gebruiken. De combinatie van beide technologieën bleek uiteindelijk het ei van Colombus”, weet Stef Vanbinst.

De komst van de smart glasses zorgt ervoor dat er nu maar twee sorteerslagen in plaats van drie meer nodig zijn. Vooraleer de pak-ketten binnenkomen krijgt het bedrijf al een voormelding van de klant, die gelinkt is aan een afleverlocatie. Aan die afleverlocatie hangt een route van de chauffeur. Binnenge-komen pakketten worden met de ringscan-ner gescand. Via zijn bril ziet de medewer-ker voor welke route het pakket bestemd is. De bril geeft ook de positie aan met de bak

waarin het pakket moet komen. Zijn er zen-dingen met meerdere pakketten, dan gaan die samen in een zak, die een ‘moederbarcode’ krijgt. Hierna moet de chauffeur enkel nog de pakketten sorteren voor de vrachtwagen. Ook tijdens het laden en leveren worden alle pakketten en zakken gescand, wat een opti-male traceerbaarheid garandeert. De scanner krijgt bovendien de gps-coördinaten van de bestemmeling mee, zodat TNT Innight kan nagaan of er wel op de juiste locatie is gele-verd.

Innovatie in nachtdistributieTNT Innight versterkt positie met nieuwe technologieën

Binnengekomen pakketten worden met de ringscanner gescand. Via zijn smart glasses ziet de medewerker voor welke route het pakket bestemd is. De bril geeft ook de positie aan met de bak waarin het pakket moet komen.

W W W . V A L U E C H A I N . B E50

AUTO-ID

Intussen is TNT Innight voor enkele klanten overgestapt op de nieuwe manier van wer-ken en dat aantal moet gestaag stijgen. “Drie medewerkers werken met de smart glasses. We merken dat ze nu veel vlugger alle pak-ketten de deur uitkrijgen. Een exact getal wil ik er niet op plakken, maar we kunnen gerust spreken van een tweecijferig percentage tijds-winst. Ook de foutenlast ligt nu een pak lager dan vroeger”, voegt Stef Vanbinst eraan toe.

De overstap naar de ‘slimme brillen’ is bij TNT Innight heel vlot gegaan. “In tegenstelling tot wat je soms hoort, hebben onze mensen geen last van problemen zoals het gewicht van de bril of hoofdpijn. Het is natuurlijk wel zo dat onze medewerkers de bril maar enkele uren na elkaar op hebben. De Vuzix-bril kun je ook gemakkelijk volgens je persoonlijke wensen aanpassen en heb je het scherm niet meer nodig, dan kun je dat volledig wegdraaien. Het systeem is ook uitermate gebruikersvrien-delijk. Mocht een collega of een uitzendkracht het werk moeten overnemen, dan is die daar meteen mee weg”, zo luidt het.

Scanners openen deurenDaarnaast werden ook enkele innovatieve technologieën voor de koeriers geïntrodu-ceerd. De belangrijkste is ongetwijfeld de ‘Open The Car technologie, die TNT Innight recent introduceerde in samenwerking met technologiepartner Ubiqu. “Eigen aan onze business is dat bestemmelingen vaak niet aanwezig zijn op het moment van de leve-ring. Daardoor moesten chauffeurs een grote sleutelbos bij zich hebben om de goederen op locatie te kunnen afleveren. In totaal heb-ben we zo’n 12.000 sleutels in huis. Bovendien moeten er op soms sleutels tussen chauffeurs worden uitgewisseld, wat de complexiteit nog verhoogt”, aldus Nico Bossenbroek.

De ‘Open The Car-technologie bleek hier de geknipte oplossing. De technologie laat chauffeurs toe om met hun scanner deu-ren van bestelwagens te openen. Om dat mogelijk te maken, wordt er in de bestel-wagens van de technici een kastje met de nodige technologie ingebouwd. “Doordat er continu wordt gescand, weten we nu exact welke van onze chauffeurs wanneer en waar precies heeft geleverd. De chauffeur kan ook enkel in een wagen leveren als daar ook een levering voor hem staat gepland”, weet Tom Nuyts.

Sluitende oplossingTNT Innight heeft ook een oplossing uitge-werkt om deuren van gebouwen met een hang- of ander slot via hetzelfde systeem te openen. “Uiteraard hebben we bij de ont-wikkeling van de ‘Open The Car’-oplossing veel aandacht aan veiligheid besteed. Onze partner Ubiqu is niet toevallig gespeciali-seerd in veiligheidsoplossingen”, voegt Tom Nuyts eraan toe.

“Vandaag beschikken intussen ongeveer een tiental bestelwagens over de nodige tech-nologie om ze via een scanner te openen, maar het spreekt voor zich dat we dat aan-tal fors willen uitbreiden”, zegt Stef Vanbinst nog. “Het systeem vereenvoudigt niet enkel het werk van onze chauffeurs, ook voor de

klant biedt het enkel voordelen. Naast het feit dat die manier van werken hem nog meer veiligheid biedt, hoeven ze voor ons geen sleutels meer bij te maken. Aangezien een autosleutel gemakkelijk tussen de 150 en 250 euro kost, kan dat voor een vloot van pakweg 100 wagens een aardige besparing opleveren.”

Om het werk van de koeriers nog te ver-eenvoudigen heeft TNT Innight het boven-dien mogelijk gemaakt om bestelwagens van technici eenvoudig te lokaliseren via gps. “Veel bedrijven maken al gebruik van gps om hun techniekers te volgen. Onze chauffeurs zijn vandaag in staat om in te pikken op die gps-signalen, waardoor ze de bestelwagen in kwestie heel gemakkelijk vinden via hun scanner”, verduidelijk Nico Bossenbroek. “Vooral in drukke steden of op grote bedrijfsparkings is die oplossing heel handig. Met die tool hebben we het aantal keren dat de chauffeur de juiste auto niet kan vinden met 70% kunnen reduceren.”

Gewapend voor de toekomstMet de komst van de nieuwe technologieën heeft TNT Innight zich alvast voorbereid op de toekomst. “Het systeem met de smart glasses stelt ons in staat om heel eenvou-dig uit te breiden. Enkele bakken erbij en wat softwareaanpassingen en we hebben opnieuw een pak reserve”, besluit Stef Van-binst. “Maar vooral de ‘Open The Car’ tech-nologie schept tal van mogelijkheden naar de toekomst toe. Uiteraard blijven bedrijven in de eerste plaats onze doelgroep. Dat con-sumenten artikelen in hun auto willen laten leveren, daar ben ik nog niet zo zeker van. Maar wel zullen ze steeds vaker een digitale brievenbus hebben, waar pakketjes kunnen worden geleverd. Nachtleveringen kunnen ook voor hen interessant zijn. Een pakketje dat om 21u. ’s avonds besteld is, kunnen wij voor 8u. ’s morgens in hun digitale brieven-bus leveren. Mochten we ooit de weg van e-commerceleveringen willen bewandelen, dan zijn we ook daar volledig klaar voor.”TC

De Vuzix-bril kun je gemakkelijk volgens je persoonlijke wensen aanpassen. Heb je het scherm niet meer nodig, dan kun je dat volledig wegdraaien.

OpleidingenAPICS Certitifi ed Courses1. CSCP – Certifi ed Supply Chain Professional

8 sessies – start 11 april

2. CPIM – Certifi ed Production and Inventory Management:5 modules van telkens 5 sessies:

BSCM – Basic of Supply Chain Management – start september MPR – Master Planning Resources – start oktober

DSP – Detailed Scheduling and Planning – start 10 mei

ECO – Execution and Control of Operations – start septemberSMR – Strategic Management of Resources – start oktober

Hands – on Supply Chain Management5 daagse opleiding – start 18 mei

Distibutie Logistiek6 daagse opleiding – start 14 april

In house trainingHeeft u specifi eke wensen voor de opleiding van uw medewerkers, dan werken onze ervaren docenten graag een trainingspakket op maat uit.

info@picsbelgium.bewww.picsbelgium.be

PICS Belgium vzw | Drie Eikenstraat 661 | 2650 EDEGEM | T +32 3 844 32 18

Meer informatie? www.picsbelgium.be

PICS BELGIUM News & Agenda

d k d k

picsbelgium.be/in-house-training

MEER INFORMATIE? picsbelgium.be/ category/ training

Enter your project now !Call for projectsSupply Chain Award – Project of the Year 2016

adv_PICScorner_maart_2016.indd 1 7/03/16 11:46

1 PAKKET€ 137,-

ONLINEARTIKELSLOGINDEXAGENDAMAGAZINESPRESENTATIESNEWSLETTERS

ALLE SUPPLY CHAIN INFO

WWW.VALUECHAIN.BE - INFO@VALUECHAIN.BE - 050 40 80 80

PRINTVALUE CHAIN MANAGEMENTBUSINESS LOGISTICS

VALUE CHAIN COMMUNITYBIJEENKOMSTENDISCUSSIEFORUM NETWERKEN

SEMINARS & EVENTSSUPPLY CHAIN INNOVATIONSMASTERCLASSESUPDATESBEDRIJFSBEZOEKEN