progress - farmonie - land van melk en harmonie · 2018-10-17 · sensoren in poot- en halsbanden,...
TRANSCRIPT
engineering for a better world
Magazine van uw GEA Milking & Dairy Farming dealer
NAJAAR 2018
SUPERIEUR MELKPROCES MET NIEUW MELKSYSTEEM
‘ Celgetal meer dan gehalveerd’
Sinds de splitsing van het ouderlijk bedrijf runt
Jacob van der Weij samen met zijn vrouw een melk-
veebedrijf in Wytgaard. Samen zetten ze het bedrijf
op deze locatie acht jaar geleden voort met 160 koeien.
Inmiddels telt het bedrijf 330 stuks melkvee.
“Twee jaar na de overname maakte ik plannen om
een nieuwe melkveestal te bouwen. Dit werd in 2014
werkelijkheid,” blikt Van der Weij terug. Met ruimte
voor meer dan 300 koeien maakte hij zijn bedrijf ver-
der toekomstbestendig. “De wens was om de ruimte
voor het aantal te houden koeien nagenoeg in één
keer op te vullen. Zodoende kochten we in november
2014 120 koeien aan, afkomstig van één veefokker.”
Wat Van der Weij echter niet had voorzien, was het
aureusprobleem dat nadien om de hoek kwam kijken.
Na een flinke uitbreiding kreeg Jacob van der Weij te maken met gezondheidsproblemen in zijn veestapel. Om de mastitis en het veel te hoge celgetal de baas te worden, investeerde hij in een Apollo Melksysteem. “Het aantal mastitisgevallen is flink gedaald en het celgetal meer dan gehalveerd.”
Aureus
“De afgelopen jaren hebben we relatief veel getobd
met de diergezondheid. Met name de mastitis-
verwekker aureus speelde de koeien parten”, vertelt
Van der Weij. “Niet de klinische variant, maar telkens
nieuwe gevallen. Het ging echt de veestapel door.”
Aureus staat er dan ook om bekend zeer besmettelijk
te zijn. De bacterie verspreidt zich makkelijk tijdens
het melken. “We zochten daarom verschillende oplos-
singen om het melkproces zo hygiënisch mogelijk te
laten verlopen”, legt de melkveehouder uit. “Zo zijn
we op een gegeven moment met drie groepen gaan
werken: een nieuwmelkte groep, oudmelkte groep,
en een celgetal groep. De koeien met een hoog celgetal
INPROGRESS
Bedrijf: Familie van der Weij
Locatie: Wytgaard (FR)
Aantal koeien: 330
Melkproductie: circa 3.000.000 kg
met 4,35% vet en 3,55% eiwit
Jongvee: 180, uitbesteed aan een
jongveeopfokker
Grond in gebruik: 150 ha, waarvan
85 ha huiskavel. De koeien worden
geweid op 50 ha.
GEA dealer: Henk de Boer
BEDRIJFSGEGEVENS
Jacob van der Weij toont een melkstel met Apollo Melksysteem.
>> Lees verder op pagina 2
2 · INPROGRESS
Installaties voor (melk)koeling werken op basis van koudemiddelen,
oftewel koelgas. Het gebruik van synthetische koelgassen heeft gevolgen
voor het milieu en de EU legt het gebruik hiervan dan ook aan banden.
Met ingang van 2020 zijn verschillende koelgassen, waar ook GEA-
installaties mee werken, verboden om te gebruiken in nieuwe installaties.
In aanloop daar naartoe zijn de prijzen van verschillende koudemiddelen
nu al explosief gestegen, met stijgingen van wel 800 procent in 2017.
Om te anticiperen op de bovengenoemde wetgeving, en de kostprijs van
klanten zoveel mogelijk te beperken, zoekt GEA actief naar alternatieven
voor de gassen die worden uitgefaseerd. “We hebben een heel interessant
alternatief gevonden, dat heel milieuvriendelijk is en bovendien
12 procent meer koelingsrendement oplevert”, vertelt verkoopspecialist
Koeling Marcel Vorstermans. “Op dit moment zitten we middenin het
onderzoeks- en ontwikkelingstraject om onze installaties geschikt te
maken voor het gebruik van dit gas, zodat we zo snel mogelijk over
kunnen stappen.”
ZorbiSan Plus wordt gemaakt met gedroogde zeewierkalk en blinkt
daardoor uit in vochtabsorptie. In een droog klimaat voelen mastitis
veroorzakende bacteriën, maar ook vliegen, zich niet thuis en wordt
de uiergezondheid beschermd. Droge ligboxen dragen ook bij aan
droge harde klauwen. Door de milde pH is ZorbiSan Plus bovendien
vriendelijk voor de speenhuid. De praktijk bewijst dat het geadviseerde
verbruik van tweemaal per week 50 gram per box volstaat. Bij het
jaarrond opstallen, volstaat een pallet van 18 zakken à 25 kg dan ook
om 85 ligboxen een jaar lang te strooien.
Naast de ligboxen voor melkkoeien, kunnen ook de ligboxen en lig-
ruimtes voor droge, zieke en kalfkoeien optimaal droog worden gehouden
met ZorbiSan Plus. Ook bij andere dieren, zoals paarden, zijn inmiddels
goede ervaringen opgedaan.
U bestelt Zorbisan Plus bij uw GEA dealer.
ZorbiSan Plus draagt bij aan een optimaal ligboxklimaat en het voorkomt ongewenste bacteriegroei. Door een nieuwe verpakking blijft het hoge vochtabsorberende vermogen behouden tijdens de opslag van het product.
Meer rendement met milieuvriendelijk koelgas
Harde klauwen en gezonde uiers door verbeterd ligbox- instrooimiddel
molken we dan als laatste, in de hoop de overdracht van bacteriën tegen
te gaan. Dit had echter onvoldoende resultaat. Vorig jaar zomer hadden
we zelfs te maken met 13 procent nieuwe mastitisgevallen en bereikten
we een geometrisch celgetal van 395.”
Goed en efficiënt werken
Van der Weij melkt met een 40-stands buitenmelker van GEA. “Ik streef
ernaar het melkproces goed en efficiënt te laten verlopen. Bovendien vind
ik het belangrijk dat het melken door één persoon gedaan kan worden”,
aldus Van der Weij. Toch overwoog hij even om een extra man aan te
nemen, puur om elke speen na het melken secuur te dippen. “Maar waar
vind je iemand die dat dag in, dag uit wil doen? Bovendien wil ik echt
zeker weten dat het dippen altijd goed en netjes gebeurt.” Hij stapte
van het idee af om iemand erbij aan te nemen en besloot met een spray-
automaat te gaan werken. Ook heeft Van der Weij een tijdje met schuim
voorgedipt. “Ook die maatregelen hadden onvoldoende resultaat.
Uiteindelijk kwam het Apollo Melksysteem op ons pad. GEA-dealer
Henk de Boer gaf ons alle vertrouwen dat het dé oplossing voor ons
bedrijf zou zijn.”
Dippen in de beker
Omdat het systeem in Nederland nog nergens draaide, ging Van der Weij
ter oriëntatie af op de gesprekken met zijn GEA-dealer. “Daarnaast heb ik
verschillende filmpjes op YouTube bekeken om er een goed beeld bij te
krijgen”, vertelt Van der Weij. Het gaf hem vertrouwen in het systeem
en afgelopen augustus liet hij als eerste melkveehouder in Nederland het
Apollo Melksysteem installeren op de bestaande melkstellen. “Sindsdien
wordt elke speen, nog voor het afnemen van het melkstel, gedipt in de
beker”, legt hij uit. “Nadat het melkstel is afgenomen worden de bekers
goed gereinigd (gebackflushed) om de overdracht van bacteriën verder te
verkleinen. Eerst met water, dan met ontsmettingsmiddel, dan nogmaals
met water en tot slot wordt er een paar keer lucht door de bekers gebla-
zen. Een speciaal klepsysteem zorgt ervoor dat er geen jodium, water of
ontsmettingsmiddel in de melk terecht komt.”
Mastitisgevallen flink gereduceerd
“Inmiddels melken we de koeien weer in één groep”, vertelt Van der Weij.
“Terwijl de melkbekers nu na het melken van elke koe goed worden
gereinigd, zijn we niet meer tijd kwijt aan het totale melkproces.”
Nog voor de koe de carrousel heeft verlaten, is het systeem klaar met
reinigen. “Met dit systeem hebben we het aantal nieuwe mastitisgevallen
flink weten te reduceren naar zo’n vier procent. Bovendien ligt het celgetal
nu op 180. Daarmee zijn we meer dan gehalveerd”, besluit Van der Weij
tevreden.
" Elke speen wordt nog voor het afnemen
van het melkstel gedipt in de beker."
Van der Weij bouwde in 2014 een nieuwe stal.
Technologische ontwikkelingen bieden nieuwe mogelijkheden om productiviteit, gezondheid en dierenwelzijn te verbeteren. Professoren Daniel Berckmans en Joerg Hartung lichten toe hoe precision livestock farming, precisielandbouw voor de veehouderij, de melkveehouderij verder kan brengen.
Gezonde koeien die weinig stress ervaren, produce-
ren beter. Gezondheid en dierenwelzijn zijn dan ook
bepalend voor de productiviteit en efficiëntie van een
melkveebedrijf. Wie bijvoorbeeld klauwontsteking,
mastitis of stress tijdig signaleert, kan op tijd in-
grijpen en daarmee mogelijk een ziek dier voor-
komen. Dat voorkomt een teruglopende productiviteit
en scheelt geld en tijd. Vroeg ingrijpen vraagt echter
veel oog voor detail. Geautomatiseerde monitorings-
systemen zien meer dan het menselijk oog.
Subtiele signalen
Beginnende (gezondheids)problemen herken je aan
kleine signalen, nauwelijks met het blote oog waar te
nemen. Voordat een koe echt kreupel wordt, laat ze
bijvoorbeeld al subtiele veranderingen zien in haar
gedrags-, eet- en herkauwpatroon. Om deze signalen
te herkennen, ook bij een grotere veestapel, is tech-
nologie onmisbaar. Precisielandbouw biedt steeds
meer mogelijkheden, ook in de melkveehouderij.
Precision livestock farming (PLF), noemt professor
Daniel Berckmans van de Katholieke Universiteit
Leuven het, oftewel ‘precisieveehouderij’. Berckmans
was coördinator van het project EU-PLF, een EU-
gefinancierd initiatief om de toepassing van precision
livestock farming te stimuleren.
Monitoren van gedrag
Stappentellers om tochtigheid te detecteren zijn
maar het begin. Sensoren in poot- en halsbanden,
camera’s en microfoons maken het mogelijk om de
kleinste veranderingen in het gedragspatroon van een
koe te signaleren. “We kunnen daar ontzettend veel
Precisielandbouw in de veehouderij
informatie over de gezondheid en het welzijn van
dieren uit afleiden", vertelt Berckmans. “Sensoren
weten wanneer een koe tochtig wordt, maar kunnen
bijvoorbeeld ook stress signaleren in de vorm van
onderlinge onrust of agressie. Dat kan betekenen dat
de veehouder de huisvesting eens onder de loep moet
nemen.” Een plotselinge toename van de activiteit kan
wijzen op tochtigheid, terwijl een dier dat plotseling
minder staat of loopt mogelijk met een beginnende
kreupelheid kampt.
Maatschappelijke eisen
Ook vanuit maatschappelijk oogpunt biedt monito-
ring voordelen. Consumenten stellen steeds hogere
eisen op het gebied van dierenwelzijn, kwaliteit,
veiligheid en traceerbaarheid, legt professor
Joerg Hartung van de Universiteit voor Veterinaire
Geneeskunde Hannover uit. “Veehouders moeten
voldoende inkomen uit hun bedrijf halen, en
tegelijkertijd zorgen voor een duurzame bedrijfs-
voering en dieren die gezond, gelukkig en produc-
tief zijn. Dat is een gevoelig evenwicht.” Technologie
speelt daar al een grote rol in, denk aan de melk-
productieregistratie. Met slimme technologische
oplossingen komen er steeds meer mogelijkheden
om welzijn, kwaliteit en veiligheid te registreren en
te waarborgen.
Melkveehouders Johan en Christel van de Kamp
werken sinds een jaar met het GEA systeem
CowScout, voor accurate tochtigheidsdetectie en
optimaal gezondheidsmanagement. “We merkten
dat we te weinig zicht hadden op de tochtigheids-
signalen bij het jongvee”, vertelt Van de Kamp.
“Inmiddels hebben we de CowScout halsbanden
voor al onze 170 koeien en een groot deel van het
jongvee aangeschaft. Dankzij de halsbanden
kunnen we veel meer doen dan alleen tochtdetectie
door activiteitsmeting. We doen ook aan vreet-
monitoring en meten de herkauwactiviteiten van
al onze koeien.” Sinds de veehouders met CowScout
werken, is de vruchtbaarheid op het bedrijf
duidelijk verbeterd. “Ik ben ervan overtuigd
dat het ook beter is voor de dieren. Je mist
geen signaal van wat ze doen of juist niet doen.
Daar kun je dus heel snel en heel adequaat op
inspelen. Sterker nog, als er bij een individueel
dier echt problemen zijn, geeft CowScout een
noodmelding. Daardoor kunnen we direct de
juiste maatregelen nemen.” Van de Kamp
raadpleegt de gegevens uit CowScout op zijn
mobiel of de computer. “Het geeft inzicht,
overzicht en daardoor rust. Ons bedrijf vaart
er wel bij. En onze koeien ook."
INPROGRESS · 3
TECHNOLOGIE DRAAGT BIJ AAN WELZIJN, GEZONDHEID EN PRODUCTIVITEIT
In de praktijk: CowScout
Samenspel met veehouder
Het succes van een goed monitoringssysteem zit hem
niet zozeer in het registreren van de data, maar in
de interpretatie en presentatie ervan. De vertaling
van signalen naar de praktijk is een samenspel van
systeem en veehouder. Het systeem signaleert dat er
iets speelt, de veehouder beoordeelt de signalen en
beslist welke verdere actie nodig is. Precision livestock
farming is nooit een vervanging van het vakmanschap
van de veehouder, maar biedt wel extra waakzaam-
heid en inzicht in de veestapel en de individuele koe.
Gemoedsrust
De wereldwijde interesse in precision livestock
farming neemt snel toe, signaleert professor
Berckmans. “Met name in Zuid-Amerika en Azië is
er sprake van een enorme groei en intensivering
van de veehouderij en neemt het besef toe dat
welzijn, gezondheid en productiviteit hand in hand
gaan. Juist daarom is precision livestock farming
interessant voor zowel grootschalige veebedrijven,
als voor de relatief kleinschalige melkveehouderij
zoals we die in West-Europa kennen. Monitorings-
en signaleringssystemen kunnen zorgen voor een
beter welzijn, gezondheid en productiviteit, en
voor meer gemoedsrust voor de ondernemer.”
Technologische ontwikkelingen bieden nieuwe mogelijkheden
om productiviteit, gezondheid en dierenwelzijn te verbeteren.
De vertaling van signalen naar
de praktijk is een samenspel van
systeem en veehouder.
Jouke en Maaike Rijpkema kochten in 2007 een jongveebedrijf dat ze sindsdien stap voor stap optimaliseren voor het houden van melkvee. Afgelopen winter vervingen ze de rubberen mat in de ligboxen door Akwatopsoft, een combinatie van waterbed en foammatras. Dankzij een hogere melkproductie en lager celgetal betaalt de investering zich snel terug.
LIGBEDSYSTEEM BETAALT ZICH IN TWEE JAAR TERUG
“ Hogere melkproductie dankzij nieuw ligbed”
Jouke Rijpkema controleert het beenwerk van zijn koeien.
Bedrijf: Maatschap Rijpkema-Zijlstra
Locatie: Oldeholtwolde (FR)
Aantal koeien: 130
Melkproductie: 1,18 miljoen kg
met 4.40% vet en 3.50% eiwit
Jongvee: 100 stuks, waarvan
74 uitbesteed aan een jongvee-
opfokker
Grond in gebruik: 58 ha.
GEA dealer: Handelsonderneming
T. en J. Kooistra
BEDRIJFSGEGEVENS
Jouke Rijpkema groeide op een melkveebedrijf in
Broek (FR) op, waar hij later in maatschap met zijn
ouders en twee broers het bedrijf runde. In 2007
werd het bedrijf gesplitst en kocht Rijpkema samen
met zijn vrouw Maaike een bedrijf in het Friese
Oldeholtwolde. Op deze nieuwe locatie was tot die
tijd een jongveebedrijf gevestigd. “We gingen de
uitdaging aan om van de aangekochte locatie een
volwaardig melkveebedrijf te maken”, vertelt
Rijpkema. “Stap voor stap optimaliseren we het
bedrijf. Zo hebben we onlangs nog geïnvesteerd in
goed ligcomfort van onze koeien met de aanschaf
van Akwatopsoft ligbedden.”
Bedrijfsopvolging
Waar de familie Rijpkema in 2007 nog niet zeker
was van bedrijfsopvolging, is inmiddels zoon Arjen
toegetreden tot de maatschap. Vorig jaar rondde hij
de opleiding veehouderij af en sindsdien werkt hij
het grootste gedeelte van de tijd thuis mee op het
bedrijf. “Het is mooi om samen op te trekken”,
vindt Jouke. “Door de nieuwe en frisse inzichten
van Arjen in praktijk te brengen, kunnen we het
bedrijf samen op een goede manier ontwikkelen.
Zo zijn we nu bijvoorbeeld veel scherper op de
kostprijs. Door die te verlagen, hebben we aan de
andere kant meer te besteden.”
Koeien naar de zin maken
De familie Rijpkema stelde zich in 2007 allereerst
tot doel om de jongveestal om te bouwen tot melk-
veestal. Vervolgens was het de bedoeling een jongvee-
stal erbij te bouwen, zodat ook het eigen jongvee
thuis gehuisvest kon worden. “Voor dit complete plan
konden we de financiering niet rond krijgen en dus
hebben we de plannen bijgesteld en ons puur gericht
op de melkveehouderij”, vertelt Jouke. Er werden twee
melkrobots aangeschaft om de 130 koeien, die over
kwamen van het ouderlijk bedrijf, te kunnen melken.
“Daarnaast hebben we bijvoorbeeld de voergang een
flinke update gegeven. De hekpalen kwamen los en
deze hebben we iets verder op de voergang in een
nieuw muurtje gestort. Zo ontstond er direct een
mooie voerstoep. Bovendien hebben we de voergang
gecoat, zodat het voer zo lang mogelijk lekker en vers
blijft”, vertelt Arjen. “Zomaar wat voorbeelden van
investeringen die we hebben gedaan om het de koeien
zo goed mogelijk naar de zin te maken.”
Comfort en grip
Bij de ingebruikname van de stal werden bovendien de
maten van de ligboxen aangepast, zodat deze geschikt
werden voor de melkkoeien. De dikke rubberen mat in
de ligboxen werd vooralsnog niet vervangen. “Tot eind
vorig jaar”, vertelt Jouke. “We zijn ons toen gaan oriën-
teren op de mogelijkheden van boxbedekkingen en
kwamen al vrij snel uit bij de combinatie van waterbed
en foammatras. Diepstrooisel of zand vonden wij niet
in onze situatie passen. Dat de bedden altijd terug-
komen in de oorspronkelijke, bolle vorm, zagen wij als
één van de voordelen ten opzichte van koematrassen”,
licht hij verder toe. “Daardoor wordt eventueel vocht
in de ligbox gemakkelijk afgevoerd.” Arjen vult aan:
“Doordat de matrassen gevuld zijn met water, zweeft
de koe tijdens het liggen als het ware in de ligbox.
Dat voorkomt drukplekken. We zien nu nagenoeg geen
kale en dikke hakken meer.” De foamlaag onder de
waterbedden zorgt ervoor dat de koeien goed grip
hebben bij zowel het gaan liggen als bij het opstaan.
Stijgende melkproductie
Het Akwatopsoft ligbedsysteem is bij de familie
Rijpkema in fases aangelegd. “Daarmee konden we
gelijk de proef op de som nemen en zien of we met
deze investering de juiste keuze hadden gemaakt”,
vertelt Arjen. De bevestiging kwam al snel. “De koeien
hadden duidelijk voorkeur voor de waterbedden”,
blikt hij tevreden terug. “Verder viel het ons op dat
het aantal melkingen op onze robots iets afnam,
terwijl de totale productie met twee liter per koe
per dag is gestegen. Bovendien is het celgetal gedaald
van 180 naar 110.” “Omdat we in de tussentijd geen
andere veranderingen in de bedrijfsvoering door-
voerden, betekent dat voor ons dat de nieuwe box-
bedekking echt het verschil maakt", stelt Jouke.
“En hoewel we hadden voorspeld de investering in
vijf à zes jaar terug te verdienen, verwachten we nu
dat dit lukt in twee jaar.”
Arjen (links) en Jouke (rechts) Rijpkema.
Arjen Rijpkema: "De koe zweeft als het ware in de ligbox."
INPROGRESS · 5
6 · INPROGRESS
De tepelvoering heeft invloed op de uiergezondheid, dierenwelzijn en productie,
maar ook op de melksnelheid en de efficiëntie en veiligheid van het melkproces.
Niet goed passende tepelvoeringen kunnen leiden tot problemen met lucht-
zuigen en/of slecht uitmelken. Onafhankelijke adviseurs adviseren om elke vier
jaar kritisch naar het toegepaste type tepelvoering te kijken: door vervanging
loopt er immers elke vier jaar een nieuw koppel koeien in de stal. Door fokkerij
veranderen daarbij de speenvorm en –maat doorlopend. GEA ontwikkelt daarom
continu nieuwe tepelvoeringen om zich aan te passen aan de fokkerij en eisen
van de moderne veehouder. Kort samengevat zijn daarbij drie keuzes te maken:
maat, materiaal en vorm.
MAAT
De maat van de tepelvoering is de belangrijkste factor. De vergelijking met schoenen
komt hierbij al snel weer om de hoek kijken. Schoenen die te klein of te smal zijn
knellen, te grote of brede schoenen geven wrijving en ongemak. Een korte, dunne
speen past beter in een nauwe tepelvoering met platte kop. Een dikke, lange speen
past weer beter in een ruime tepelvoering.
MATERIAAL
De keuze voor silicone of rubber is grotendeels een kwestie van persoonlijke voor-
keur. Veel veehouders kiezen voor rubber. Hiermee is relatief eenvoudig een stabiel
werkende tepelvoering te produceren die zo’n 2.500 melkingen mee gaat. Silicone
vergt veel meer know-how om tot optimale stabiele melktechnische eigenschappen
te komen, maar heeft voordelen ten opzichte van rubber. Zo is de levensduur twee
keer zo lang, wat wisselen scheelt. Daarnaast past silicone zich beter aan naar de
speenvorm en speenmaat en is daardoor diervriendelijker.
VORM
Ruim 90% van de melkinstallaties in de wereld is uitgerust met ronde voeringen,
eventueel licht taps toelopend. In het algemeen zijn ronde tepelvoeringen prima in
staat om de speen volledig te omsluiten voor een optimale massage en afdichting.
De keuze voor recht of taps is afhankelijk van de speenvorm van de meerderheid
van het koppel. Als er binnen het koppel grote verschillen zijn, lijken taps toe-
lopende voeringen vaak het beste in staat om zich aan te passen aan de speenvorm.
Bij sommige koppels, bijvoorbeeld met gevoeligheid voor uitgestulpte slotgaten,
kunnen gehoekte tepelvoeringen uitkomst bieden. Daarbij bestaat echter het risico
op een kopvacuüm, wat de melkstroom kan reduceren of zelfs blokkeren. GEA’s
gehoekte voeringen voorkomen dit, omdat ze tussen ronde en vierkante voeringen
in zitten en daarmee de voordelen van beide combineren.
Wat is de perfecte tepelvoering voor uw koppel?
De unieke LinerFinder methode meet de spenen van uw koeien en bepaalt met
speciale GEA software de best passende tepelvoering. Neem voor meer informatie
contact op met uw dealer.
Een tepelvoering is als een schoen. Als hij niet past, loopt het niet. De tepelvoeringen is één van de bepalende factoren voor het melkproces, diergezondheid en melkkwaliteit. Er is echter niet zoiets als de perfecte tepelvoering: de juiste keuze is afhankelijk van veel factoren.
High tech stalhulp
PRODUCTNIEUWS
Neem contact op met uw dealer voor meer informatie.
Een slimme, high tech hulp in de stal. Dat is de SRone+,
de grotere broer van de bekende mestschuifrobot SRone.
De SRone kan tot 8.000 vierkante meter staloppervlak
reinigen. Zijn grote broer, de SRone+, doet daar een schepje
bovenop met een capaciteit tot 12.000 vierkante meter.
De SRone+ is daarmee uitermate geschikt voor het dage-
lijks schoonmaken van grotere stallen of voor veehouders
die ingewikkeldere, aangepaste routes willen plannen.
De robot kan bovendien worden geleverd met sproei-
functie, om gladde stalvloeren te voorkomen. Zo zorgt
de SRone+ voor schone stallen en gezonde dieren met
harde, droge klauwen.
De perfecte tepelvoering bestaat niet
Eem kiek’n bij de Monobox
Eem kiek’n, dialect voor ‘even kijken’. Onder dat mom nodigde GEA-dealer Beltman Farm Technologies melkveehouders uit voor een presentatie van de Monobox melkrobot. Een bijeenkomst waar theorie en praktijk werden gecombineerd.
PRAKTISCHE BIJEENKOMST EEN GROOT SUCCES
De dertig veehouders die de presentatie bezochten,
werden voor het theorie-gedeelte ontvangen in een
zalencentrum in Stegeren, Overijssel. Wieger Kok,
commercieel specialist melktechniek bij Beltman
én zelf veehouder, vertelde hier uitvoerig over de
kenmerken en voordelen van automatisch melken en
de Monobox in het bijzonder. “Onder andere arbeids-
gemak, betere melkhygiëne en inzichtelijkheid van
het melkproces zijn belangrijke voordelen”, vertelt
Kok enthousiast.
Kijken in de praktijk
Na de theorie, en na de lunch, verhuisde het gezel-
schap naar het melkveebedrijf van Gerjan en Marieke
Grootemarsink, eveneens in Stegeren. De veehouders
maakten kort geleden de overstap naar automatisch
melken met de Monobox. “Onze toenmalige melkstal
was danig toe aan vervanging”, vertelt Grootemarsink.
“Daarnaast hebben we sinds enkele jaren een bed
and breakfast, "Erve Praestinck" en daar gaat ook
veel tijd en energie in zitten. Als een melkrobot
ervoor kan zorgen dat we wat minder met onze
tijd moeten schipperen, leek ons dat ideaal.”
De veehouder koos voor de Monobox vanwege de
bereikbaarheid en toegankelijkheid, en daarmee het
comfort voor de koeien.
Het grootste voordeel: rust in de stal
Sinds april dit jaar zijn de twee GEA Monoboxen
in bedrijf. “Nog een beetje te kort dag en te weinig
praktijkervaring dus om nu al definitieve conclusies
te kunnen trekken. Maar ik durf het woord succes
toch zeker al wel in de mond te nemen. Kijk hoe
kalm de koeien de robot benaderen, hoe makkelijk
ze erin en en er weer uit gaan, hoe rustig ze het
melken ondergaan. Bovendien laten de eerste cijfers
al een voorzichtige stijging zien in de melkproductie
per koe per dag.” De rust, voor Grootemarsink
het grootste voordeel van de robot, is ook wat de
bezoekende veehouders opvalt. Grootemarsink:
“Heel eerlijk gezegd: de koeien waren sneller gewend
aan de robot dan ik. In het begin moest ik ze af en
toe nog wel een beetje drijven, maar al na een goede
week liepen ze als makke schapen in en uit.”
Aanrader?
De vraag onder de veehouder die Eem kom’n kiek’n
is natuurlijk of Grootemarsink de Monobox zou aan-
raden. “Die vraag kan ik eigenlijk pas over een jaar
goed beantwoorden. En dan nog, ook al stemmen de
eerste ervaringen mij zonder meer tevreden, ik denk
dat iedere melkveehouder helemaal voor zichzelf
moet beslissen of een melkrobot, of de GEA Monobox
iets voor hem is.”
Rust in de stal.
De bezoekers bekijken de Monobox.
INPROGRESS · 7INPROGRESS · 7
8 · INPROGRESS
Colofon
INPROGRESS is een uitgave
van GEA Nederland en
verschijnt twee keer per jaar
Tekst en opmaak
JEEN
Gerrit Jan Hendriks
Fotografie
GEA, Ivo Hutten
Eindredactie
GEA Country Marketing Nederland
GEA
Vestaweg 5, 8938 AV Leeuwarden
Neem voor vragen, suggesties of
om af te melden contact op met GEA.
“ Koeling is bepalend voor de kwaliteit én kostprijs van de melk”
WORK IN PROGRESS
VERKOOPSPECIALIST KOELING EN HUISVERWARMING MARCEL VORSTERMANS
“Koeling is echt een vak apart. Het is misschien niet het meest tot de
verbeelding sprekende GEA-product, maar het is zo belangrijk. Een
goede koelinstallatie draagt bij aan een zo hoog mogelijke kwaliteit,
tegen een zo laag mogelijke kostprijs. Daar komt meer bij kijken dan
mensen vaak denken. Ieder bedrijf is anders en voor een maximaal
rendement wordt de installatie toegespitst op het aantal koeien,
de melkgift, de melkinstallatie en de behoefte aan hergebruik van
de warmte. Elke keer weer een geweldige uitdaging.
Bij GEA ExtraHeat huisverwarming spelen nog meer factoren mee,
zoals de grootte van de woning of bedrijfsruimte, isolatiewaarde
en de afstand tot de boerderij. Mijn rol is om de dealers te onder-
steunen in de breedste zin van het woord. Het contact met de
veehouder loopt in de meeste gevallen via de dealer, maar voor
huisverwarmingsprojecten ga ik eigenlijk altijd ter plekke kijken.
Het hergebruiken van de warmte uit melk is de laatste vijf jaar
sterk in opkomst. Logisch ook, fossiele brandstoffen worden duurder
en duurzaam ondernemen staat steeds hoger op de agenda bij vee-
houders. Bovendien zijn er aantrekkelijke subsidies voor hergebruik
van warmte en bieden we ook leasemogelijkheden.
Ik merk dat veehouders zich steeds meer realiseren dat je met goede
koeling veel geld kan besparen. Je verdient het niet alleen met een
goede melkprijs, kosten besparen is net zo belangrijk. Voordeel door
hergebruik van energie komt daar nog eens bovenop. Om samen
te zoeken naar de beste oplossing maakt mijn werk zo leuk.
Wereldwijd is GEA marktleider op het gebied van melkkoeltanks
en we hebben ontzettend veel kennis in huis op het gebied van
koeling. GEA draagt bijvoorbeeld ook bij aan het ijs in Thialf en
de sneeuw in Snowworld. Ik vind het fantastisch om die kennis
in te zetten om veehouders verder te helpen.”
Deze INPROGRESS wordt u aangeboden door uw GEA dealer:
Farmonie
Koningslinde 22, 7131 MP Lichtenvoorde
H.W. Iordensweg 99, 7384 AK Wilp
0544 377819
www.farmonie.nl