programmaboekje tabea zimmermann & kirill gerstein 23/11/2011

8
Tabea Zimmermann & Kirill Gerstein 11|12 23.11.2011 Duo & Trio 2/4

Upload: handelsbeurs-concertzaal

Post on 17-Mar-2016

221 views

Category:

Documents


5 download

DESCRIPTION

Programmaboekje Tabea Zimmermann & Kirill Gerstein 23/11/2011

TRANSCRIPT

Page 1: Programmaboekje Tabea Zimmermann & Kirill Gerstein 23/11/2011

Tabea Zimmermann & Kirill Gerstein

11|12

23.11.2011Duo & Trio

2/4

Page 2: Programmaboekje Tabea Zimmermann & Kirill Gerstein 23/11/2011

Praktisch 20u15 start concert | concertzaal21u00 pauze22u05 vermoedelijk einde concert

Duo & trio 2011 | 2012

Isabelle Faust, Teunis van der Zwart 1/4& Alexander Melnikovvr 28 oktober 2011

Tabea Zimmermann & Kirill Gerstein 2/4wo 23 november 2011

Sol Gabetta & Bertrand Chamayou 3/4wo 25 januari 2012Beethoven, Mendelssohn, Servais

Andreas Brantelid & Francesco Piemontesi 4/4zo 5 februari 2012 – 15uBeethoven, Brahms, Debussy, Hindemith

Pralines voor de artiesten worden geschonken door Patisserie & Chocolaterie Joost Arijs.www.joostarijs.be

Page 3: Programmaboekje Tabea Zimmermann & Kirill Gerstein 23/11/2011

Programma

R. SCHUMANN (1810-1856)Märchenbilder voor altviool en piano, opus 113 (15’)

Nicht schnell; Lebhaft; Rasch; Langsam, mit melancholischem Ausdruck

M. REGER (1873-1916)Suite voor altviool solo opus 131d, nr. 1 (12’)

Molto sostenuto; Vivace, andantino, vivace; Andante sostenuto; Molto vivace

M. REGERTräume am Kamin, 12 kleine Klavierstücke, opus 143 (selectie)I Larghetto; II Con moto; III Molto Adagio; VII Molto sostenuto; XI Andantino; XII Larghetto

F. LISZT (1811-1886)Romance oubliée voor altviool en piano (3’30”)

PAUZE M. REGERSuite voor altviool solo opus 131d, nr.3 (10’)

Moderato; Vivace; Adagio; Allegro vivace

D. SJOSTAKOVITSJ (1906-1976)Sonate voor altviool en piano, opus 147 (33’)

Moderato; Allegretto; Adagio

Page 4: Programmaboekje Tabea Zimmermann & Kirill Gerstein 23/11/2011

“Kan je parallelle kwarten spe-len op de altviool?”

Op 1 juli 1975 om 9 uur ging bij Fjodor Serefimovitsj Druzjin, de altviolist van het Beethoven Kwartet, de telefoon: “Fjodja, het is Dmitrij Dmitrijevitsj Sjostakovitsj hier. Je weet dat ik het idee heb om een sonate voor altviool te schrijven. Ik zou je graag consulteren daarvoor, en je advies vragen voor enkele technische kwesties”.Druzjin stemde in met het hart bonzend in de keel. Sjostakovitsj was op dat mo-ment een levende legende in de mu-ziekwereld van de Sovjet-Unie, maar op 68-jarige leeftijd ook ernstig ziek. Sinds 1958 werd hij behandeld voor kanker en hij had al verschillende hartaanvallen ge-had waardoor hij nu ook half verlamd was aan zijn rechterhand. Niettemin bleef hij creatief verder werken. Hij maakte al op 25 juni de eerste schetsen van de sonate, en begin juli belde hij Druzjin dagelijks met zeer specifieke vragen, bijvoorbeeld over het spelen van kwarten. Hij was ook zeer openhartig over het werk, hetgeen niet van zijn gewoonte was: “Fjodja, je wil waarschijnlijk toch minstens in brede lijnen het programma van de sonate ken-nen? De eerste beweging is een novelle, de tweede een scherzo en de finale is een adagio ter nagedachtenis van Beethoven.

Maar laat je dat niet hinderen! De muziek is helder, helder en transparant!” Het lijkt erop dat de componist wil benadrukken dat het werk niet morbide is, geen treur-mars. Toch wordt deze sonate als zijn in-tieme zwanenzang beschouwd, die zowel berusting als angst en verlatenheid uit-straalt. Het openingsdeel is een desolate beweging zoals alleen Sjostakovitsj die kon schrijven. Een langzaam thema wordt door beide instrumenten uitgesponnen, los van elkaar, zonder echte dialoog. In het midden, net zoals bij de Vioolsonate opus 134 uit 1968, weerklinkt een schich-tig snel deel met mechanische ritmes en flarden Russische folklore. Het muzikale materiaal haalde hij deels uit zijn onafge-werkte opera De spelers naar Gogol. In zijn late composities werkte Sjostakovitsj dikwijls met citaten, zoals bijvoorbeeld in zijn vijftiende symfonie. De elegische fi-nale trekt die lijn door: ze opent met een verwijzing naar de Mondscheinsonate van Beethoven, en verder duiken motieven en overgangen op die subtiel verwijzen naar Berg, Mahler, Wagner en eigen com-posities. Deze herinneringen, de intense cadens voor de altviool en het verstilde einde maken het slotdeel tot het emotio-nele zwaartepunt van de sonate.

Sjostakovitsj beëindigde het werk al

23.11.2011 | Tabea Zimmermann (altviool) & Kirill Gerstein (piano)Romance oubliéeDe altviool en de componist aan het eind van zijn levenDoor Steven Van Renterghem

Page 5: Programmaboekje Tabea Zimmermann & Kirill Gerstein 23/11/2011

op 5 juli, de dag voor hij terug naar het ziekenhuis moest. Zijn toestand verslech-terde van dan af snel, terwijl het kopiëren en drukken van de partituur tot zijn erger-nis bleef aanslepen. Druzjin kreeg ze op 6 augustus in handen, begon als een gek met zijn pianist het werk in te studeren en schreef diezelfde nacht nog een brief aan de componist om zijn bewondering voor de sonate, die aan hem was opgedragen, te uiten. Op 9 augustus stierf Sjostakovitsj. Hij heeft zijn altvioolsonate nooit gehoord.

Bevlogen inspiratie vlak voor de dood

Zowel Max Reger als Robert Schumann werden aan het eind van hun carrière geïn-spireerd door de altviool, al waren het dit-maal geen aangekondigde zwanenzangen. Integendeel, beide componisten schreven deze werken in een drukke, turbulente periode van hun leven. Reger had in 1911 naast zijn post als directeur en docent compositie aan het conservatorium van Leipzig ook de positie van dirigent van het hoforkest van Meiningen aangenomen. Daarnaast gaf hij nog talrijke concerten als pianist en organist en componeerde hij een enorm oeuvre bijeen van een vaak duizelingwekkende complexiteit. In 1850 ging het ook Schumann voor de wind. Hij verhuisde met zijn gezin naar Düsseldorf, waar hij was aangesteld als directeur van de Allgemeiner Musikverein, en de vele concerten die hij er organiseerde en diri-geerde, werden tot zijn vreugd goed ont-vangen. Als componist stond er op zijn creativiteit geen maat: tussen 1850 en 1854 componeerde hij een vijftigtal wer-ken. Daar waar hij zich vroeger gedurende een periode concentreerde op één genre, wisselde hij nu met grote zelfzekerheid af

tussen grootschalige werken en kleinere genres. Ook zijn stijl bleek een synthese van zijn vroegere periodes: de intieme ly-ricus en de extroverte symfonicus komen in zijn werken samengebald naar boven. Daarnaast vond hij een grote inspiratie in de Duitse volkspoëzie en volksverhalen. Dit culmineerde in zijn ballades voor koor en orkest, uitgesproken narratieve werken die lied en symfonie, introspectie en wilde fantasie verenigen. De Märchenbilder voor altviool en piano, die hij voltooide in maart 1851, vertonen dezelfde kenmer-ken. Geïnspireerd op Duitse legenden en sprookjes (Märchen), vertellen deze stukken zowel dromerige als onstuimige verhalen, nu eens zangerig, dan weer vir-tuoos, om uit te monden in een bitterzoete berceuse.Reger van zijn kant ging in zijn latere ja-ren zijn compositiestijl uitpuren en mil-derde het drukke contrapunt dat hij vaak hanteerde. In zijn orkestwerken focuste hij zich meer op sfeeropbouw en klankkleur, zoals b.v. in de Romantische Suite Op. 125 die u in oktober nog in de Handelsbeurs kon horen. In de kamermuziek wendde hij zich tot Bach. Als een soort muzikaal zuiveringsritueel componeerde hij in 1915 diverse suites met muziek voor cello, vi-ool en altviool, elk in solobezetting. Aan de muziekcriticus Eugen Segnitz schreef hij: “Weet je, ik ben onpraktisch, zoals al-tijd! Je zal nooit een Salome van mij krij-gen… (…) Maar je zal me wel begrijpen, aangezien ik een wekelijkse klant ben bij de uitvoeringen in de Thomaskirche – dat is ‘heilige grond!’. En zo geleidelijk aan, na veel verwarring en veel moeite leer ik eindelijk wat een muzikale lijn is!” Dat betekent niet dat hij Bachs model zomaar kopieerde. Hoewel hij zijn composities

Page 6: Programmaboekje Tabea Zimmermann & Kirill Gerstein 23/11/2011

suites noemde, zijn het geen opeenvolgin-gen van gestileerde dansen, maar volgde Reger het 19de-eeuwse vierdelige patroon van twee snelle hoekdelen, een scherzo en een traag deel, allen geschreven in een transparante ABA-vorm. De meeste snelle delen zijn gekenmerkt door een schijn-meerstemmigheid à la Bach, maar gaan soms ook over in een echt perpetuum mo-bile naar Paganini en Ysaÿe. In de trage delen maakt Reger zich het gemakkelijkst van de barokke grootmeester los en laat hij romantisch melancholische melodieën de vrije loop.De sombere toon van de altviool voor-spelde voor beide componisten ech-ter weinig goeds. Beiden bezweken langzaamaan onder de werkdruk en hun zwakke gestel. Op 27 februari 1854 wierp Robert Schumann zich in een vlaag van waanzin in de Rijn en liet zich daarna vrij-willig opnemen in een gesticht dat hij niet meer zou verlaten. Max Reger stierf op 11 mei 1916 aan een hartaanval.

De laatste ambitie van een oude man

Ook Liszt kende aan het eind van zijn leven weinig rust. Hoewel hij zijn carrière als concertpianist officieel beëindigd had, pendelde hij de laatste 15 jaren van zijn be-staan voortdurend tussen verplichtingen in Rome, Budapest en Weimar, met tussen-door occasionele bezoekjes aan Parijs en Bayreuth. Gemakkelijk zo’n 6000 km per jaar! Samen met de geregelde financiële problemen werd dit zwaar voor de oude Liszt – hij was al de 70 voorbij – en vanaf 1877 begon hij te lijden aan vlagen van depressie. Hij voelde evenwel de drang om die donkere gedachten te vertolken in muziek: “Ik draag een diepe somberheid in mijn hart, die af en toe moet uitbreken

in klank!” Het autobiografische karakter van zijn composities mag ons echter niet afleiden van hun baanbrekend karakter. In die muziek vol uitbarstingen en zuchten experimenteerde hij met nieuwe muzikale middelen: vrije tonaliteit, opeenstapeling van akkoorden, plotse eindes, bitonale stukken en ascetisch uitgepuurde pas-sages. Hij zei zelf ooit aan prinses Sayn-Wittgenstein dat zijn enige ambitie nog was om een “lans in het grenzeloze rijk van de toekomst te gooien.” In 1881 her-werkte hij een Romance voor piano uit 1848, dat zelf een transcriptie was van zijn lied O pourquoi donc, tot een stuk voor altviool en piano, Romance oubliée. Het was waarschijnlijk het zuchtende motief in dat lied dat opnieuw hem aantrok, en na het uitsterven van de melodie voegde hij een coda toe die aansluit bij zijn late, desolate stijl. De altviool droomt verder in een reeks arpeggio’s die verwijzen naar de mars uit Harold en Italie van Berlioz, terwijl de piano langzaam in kleurende ak-koorden verder schrijdt naar een verstild einde. De instrumenten laten samen met Liszt het melodische gegeven los en turen nog even in een lege wereld. “Dra zal het nodig zijn om het muzikaal systeem te ver-volledigen met kwart- en achtste tonen, tot er iets beters gevonden wordt”, voorspelde hij later.Franz Liszt stierf aan een longontsteking op 31 juli 1886 in Bayreuth.

Steven Van Renterghem studeerde klas-sieke talen en musicologie. Momenteel maakt hij aan de Universiteit Gent een proefschrift over de Griekse literatuur van de vroege 19de eeuw.

Page 7: Programmaboekje Tabea Zimmermann & Kirill Gerstein 23/11/2011

Wie de feiten bekijkt, zou gaan geloven dat ambitieuze muzikanten na hun afstu-deren verplicht de keuze moeten maken tussen een carrière als solist, als interpreet van kamermuziek of als lid van een sym-fonisch orkest. De Duitse violiste Tabea Zimmermann maakte zich echter zowel verdienstelijk op vlak van de kamermu-ziek (binnen het schitterende Arcanto Quartett), alsook bouwde ze een solocar-rière uit die haar inmiddels de status van “bekendste altvioliste van de wereld” heeft opgeleverd. Ze nam sedert haar af-studeren in de jaren ‘80 op voor Deutsche Grammophon, EMI en Harmonia Mundi in verschillende bezettingen, maar aan haar eigen projecten sleutelt ze sedert 2008

bij het kleine Duitse label Myrios. Haar platencontract resulteerde alvast in twee pareltjes: een eerste met solosuites van Reger en transcripties van de cellosuites van Bach, een tweede aan de zijde van de vijftien jaar jongere, in Rusland geboren pianist Kirill Gerstein, die onlangs ook een solo-opname maakte bij dezelfde pla-tenmaatschappij. Gerstein nam inmiddels de Amerikaanse nationaliteit aan, nadat hij in dat land de Gilmore Artist Award ter waarde van $300.000 had gewonnen en er vijf jaar terug ook werd gekroond tot “Rising Star” binnen de prestigieuze Carnegie Hall-concertzaal.

www.kwadratuur.be

Biografieën

Page 8: Programmaboekje Tabea Zimmermann & Kirill Gerstein 23/11/2011

Tekst Steven Van Renterghem | Foto Sol Gabetta © Marco Borggreve | Coördinatie Claire Denoyette | Opmaak Jasper Persoons | V.U.: Michael Joostens © Handelsbeurs Concertzaal, Kouter 29, 9000 Gent

Nieuwe kortingformule:Klassiek à la carteVind je je gading niet in onze abonnemen-ten, dan is er voor jou vanaf seizoen 2011-2012 een mooi alternatief: koop in één keer 4, 5 of 6+ tickets voor verschillende klassieke concerten en je krijgt respectievelijk 10, 15 of 20% korting op de basis- of reductieprijs. Deze formule is het hele seizoen geldig.

Iedereen Klassiek op 3 december

Op zaterdag 3 december wordt Gent de uit-valsbasis van Iedereen Klassiek van Klara. De klassieke muziekzender roept nu al zijn luisteraars op om leuke en originele acties te organiseren die klassieke muziek op een aan-trekkelijke manier onder de aandacht brengt. Meer informatie over Iedereen Klassiek en de acties die plaatsvinden in de Vlaamse Opera en Handelsbeurs Concertzaal vindt u op klara.be

Binnenkort in de Handelsbeurs: Sol Gabetta (cello) & Bertrand Chamayou (piano)

Beethoven, Mendelssohn, Servais wo 25.01.2012