plan-m.e.r.-screening · 2015. 8. 27. · om die reden slinkt de oppervlakte/arbeider en wordt...
TRANSCRIPT
PLAN-M.E.R.-SCREENING
BIJ EEN AANVRAAG PLANOLOGISCH ATTEST
VOOR : MGC SUBCONTRACTING, Leemputstraat 108, 8792 Waregem (Desselgem)
Definitieve nota – 17.08.2015 Pagina 2 van 43
1. ADMINISTRATIEVE GEGEVENS
Voorliggende screeningsnota kadert in een aanvraag tot het bekomen van een planologisch
attest voor het bedrijf MGC SUBCONTRACTING bvba, met zetel te 8792 Waregem,
Leemputstraat 108, ondernemingsnummer BE 0415.808.415.
Zaakvoerder: de heer Wim Matthys
Het bedrijf wordt in het kader van deze procedure vertegenwoordigd door ABBR bvba (Francis
Charlier – Sofie Boeykens), met kantoor te 8860 Lendelede, Langemuntelaan 1, [email protected].
Definitieve nota – 17.08.2015 Pagina 3 van 43
2. SITUERING VAN DE AANVRAAG
2.1. Algemeen – bedrijfssituering
2.1.1. Historiek en huidige ontwikkeling
Het bedrijf MGC SUBCONTRACTING bvba is gevestigd aan de Leemputstraat 108 te Desselgem
en dit sinds 2009.
De firma betreft een metaalconstructiebedrijf gespecialiseerd in het produceren van walsen en
in het verspanen van staal en diverse andere materialen zoals aluminium, kunststoffen, brons,
RVS (Roestvrij Staal),... Tevens biedt het bedrijf alle voorkomende metaalbewerkingen aan (zoals
spiebanen steken, zagen, boren, kotteren, draad tappen,…). Het bedrijf voorziet ook in de
herstelling en bijstelling van eerder geproduceerd materiaal (walsen, astappen, passingen,…).
De firma heeft zich gevestigd in het voormalig bedrijfsgebouw gebruikt als tapijtweverij door ‘De
Witte Gebroedersweverij bvba’, tevens rechtsvoorganger van de huidige firma.
De afzetmarkt is enerzijds (50%) lokaal (inz. Groep Matthys) en anderzijds (50%) bovenlokaal
(België en internationaal), gezien het gespecialiseerd karakter van de verrichtingen.
Definitieve nota – 17.08.2015 Pagina 4 van 43
2.1.2. Recente determinerende feiten voor de verdere ontwikkeling
Het bedrijf zet in op duurzaam ruimtegebruik; de bestaande loods is gestructureerd ingedeeld
en ingericht zodanig dat gekomen wordt tot een geoptimaliseerd productieproces.
Door het aantrekken van de economische activiteit in de regio neemt de vraag naar
gespecialiseerde realisatie van enkelstuks en seriematige onderdelen voor productiesystemen
in belangrijke mate toe. Dit heeft geleid tot een omzetstijging sinds 2011 en tot een stijging van
het aantal werknemers (van 2 tot 10 arbeiders over een periode van 3 jaar) (zie verder), hetgeen
echter nog niet ruimtelijk werd vertaald.
Om die reden slinkt de oppervlakte/arbeider en wordt interne circulatie in de productieloods
moeilijker, waardoor processen kunnen worden gestremd.
Nu reeds moeten bestellingen worden geweigerd.
Op korte termijn wenst het bedrijf een nieuwe loods (ca. 1.500 m²) op te richten, aansluitend bij
het bestaande bedrijfsgebouw.
Er worden geen langetermijnontwikkelingen gepland.
Definitieve nota – 17.08.2015 Pagina 5 van 43
2.2. Ruimtelijke behoeften
2.2.1. Kortetermijnontwikkeling
Het bedrijf wenst ook in de toekomst de huidige activiteiten verder te zetten, met een blijvende
focus op de lokale afzetmarkt.
Door het aantrekken van de economische activiteit in de regio neemt de vraag naar
gespecialiseerde realisatie van enkelstuks en seriematige onderdelen voor productiesystemen
in belangrijke mate toe. Dit heeft geleid tot een omzetstijging sinds 2011 en tot een stijging van
het aantal werknemers (van 2 tot 10 arbeiders over een periode van 3 jaar) (zie verder), hetgeen
echter nog niet ruimtelijk werd vertaald.
Om die reden slinkt de oppervlakte/arbeider en wordt interne circulatie in de productieloods
moeilijker, waardoor processen kunnen worden gestremd.
Op korte termijn wenst het bedrijf een nieuwe loods (ca. 1.500 m²) op te richten, aansluitend bij
het bestaande bedrijfsgebouw.
Figuur 1: plan gewenste toestand korte termijn
2.2.2. Langetermijnontwikkeling
Er wordt niet voorzien in een langetermijnontwikkeling. Het bedrijf voorziet dat de gevraagde
uitbreiding op korte termijn kan voldoen aan de wensen en noden van het bedrijf voor minstens
het komende decennium.
Definitieve nota – 17.08.2015 Pagina 6 van 43
3. RUIMTELIJKE CONTEXT
3.1. Ligging
3.1.1. Macroniveau
De bedrijfssite is gelegen te Waregem, deelgemeente Desselgem, aan de Leemputstraat 108.
Foto 1: luchtfoto macroniveau(bron: Google Earth)
Definitieve nota – 17.08.2015 Pagina 7 van 43
3.1.2. Mesoniveau
Het bedrijf is gelegen in een agrarisch gebied dat echter gekenmerkt wordt door diverse
bedrijfsclusters. Binnen een straal van 1 km liggen diverse bedrijfszetels.
Figuur 2: bedrijven in straal van 1km (bron: Geopunt)
Het agrarisch karakter is nog aanwezig maar het gebied is tevens gekenmerkt door diverse
woonlinten en woonclusters, zodanig dat eerder gewag kan worden gemaakt van een
heterogene mix van woningen en grootschalige en kleinschalige economische activiteiten
verweven met landbouwactiviteiten.
Foto 2: luchtfoto mesoniveau (bron: Google Earth)
Het bedrijf presenteert zich visueel aan de omgeving dan ook als een ‘landbouwloods’.
Definitieve nota – 17.08.2015 Pagina 8 van 43
3.1.3. Plangebied
Foto 3: luchtfoto plangebied (bron: Google Earth)
Het plangebied omvat het perceel DESSELGEM – 5e AFD – Sectie B – Nrs. 431E en 432N en kent
een oppervlakte van 0,73 ha.
Figuur 3: plangebied – kadastrale percelen
Het plangebied (rode contour)) omvat het bestaande bedrijfsgebouw (rode vlak) en de
gewenste uitbreiding (stippellijn contour).
Het bestaande gebouw werd opgericht in 2007, nadat het voormalige gebouw (gekend als
industriegebouw met kantoren voor Weverij Gebroeders De Witte) door brand werd geteisterd
en nagenoeg volledig onbruikbaar was geworden.
Definitieve nota – 17.08.2015 Pagina 9 van 43
3.2. Bestemmingsplannen
3.2.1. Gewestplan
Het plangebied is volgens het gewestplan Kortrijk (KB 4 november 1977) gelegen in agrarisch
gebied.
Figuur 4: gewestplan Kortrijk
3.2.2. Geen nadere ordening
Het plangebied is voor het overige niet opgenomen in een APA, een BPA of een RUP. In het
plangebied zijn geen verkavelingsvergunningen afgeleverd.
Definitieve nota – 17.08.2015 Pagina 10 van 43
3.3. Structuurplanning
3.3.1. Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV)
Basisprincipes RSV
Er wordt ervoor geopteerd om de bestaande ruimtelijke structuur van Vlaanderen als basis te
nemen voor de ruimtelijke ontwikkeling. De aanwezige dynamiek wordt positief aangewend
zodat er voor Vlaanderen sociale, economische en ruimtelijke meerwaarden ontstaan en dat
de negatieve tendensen inzake ruimtegebruik worden omgebogen. Dat wordt nagestreefd
door middel van het principe van de gedeconcentreerde bundeling.
Ontwikkelingsperspectieven
Bij de beoordeling van de ontwikkelings- en uitbreidingsmogelijkheden van bestaande
bedrijven buiten de bedrijventerreinen worden in het RSV een aantal algemene principes
geformuleerd (RSV, p.453-456):
- Een maximale verweving van economische activiteiten met de activiteiten in haar
(bebouwde of onbebouwde) omgeving wordt nagestreefd; goed nabuurschap moet
het uitgangspunt vormen; goed nabuurschap is afhankelijk van het ruimtelijk functioneren
van het gebied, de gewenste ruimtelijke ontwikkeling van het gebied en van de aard en
het karakter van het bedrijf en de bedrijfsactiviteit;
- Alle mogelijkheden en voorzieningen (op milieuhygiënisch vlak, qua
mobiliteitsproblematiek,…) voor ontwikkeling op de bestaande locatie worden uitputtend
aangewend;
- De ruimtelijke implicaties bij een herlocalisatie (bijkomende infrastructuur voor nieuwe
lokale en regionale bedrijventerreinen, bijkomend ruimtegebruik, versnipperen van
onbebouwde ruimte, vermindering van de ontwikkelingsmogelijkheden voor natuur,…)
worden afgewogen tegenover de ruimtelijke implicaties van de ontwikkeling op de
bestaande locatie;
- De ruimtelijke draagkracht van de omgeving mag niet worden overschreden; historisch
gegroeide situaties zijn mede bepalend voor de draagkracht;
- Er wordt ten aanzien van de ontwikkeling van de economische activiteit een maximale
beleidszekerheid en beleidscontinuïteit nagestreefd zowel in ruimte als in de tijd; de
verwachte ontwikkeling en uitbreiding van het bedrijf moet goed ingeschat worden
evenals bedrijfseconomische implicaties (efficiënte organisatie van de bedrijfsgebouwen,
verbeterde ontsluiting,…).
3.3.2. Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan West-Vlaanderen (PRS-WV)
Het PRS-WV stelt dat de bedrijven buiten de bedrijventerreinen geëvalueerd en geoptimaliseerd
dienen te worden. In het PRS-WV werden een aantal criteria uitgewerkt die bepalend
zijn voor de evaluatie van de ontwikkelingsmogelijkheden van de bestaande bedrijven
(specifiek beleidskader PRS-WV, p. 247-249).
Bestaande bedrijven kunnen buiten bedrijventerreinen verweven zijn met andere functies
als de impact op de omgeving beperkt blijkt. Deze impact laat zich voelen op vier domeinen:
Definitieve nota – 17.08.2015 Pagina 11 van 43
de ruimtelijke impact: ruimtebeslag, schaal van het bedrijf ten opzichte van de omgeving,
situering en voorkomen in het landschap, situering ten opzichte van beschermde
monumenten/landschappen/dorpsgezichten, bakens en historiek van het ruimtegebruik;
de milieu-impact: milieuhinder en openbare nutsvoorzieningen;
de verkeersimpact: verkeershinder, bereikbaarheid, clustergebonden karakter, afzetmarkt
en ontsluiting door openbaar vervoer;
de sociaal-economische criteria: investeringen, productieproces, bereikbaarheid
gebouwen en tewerkstelling.
Wanneer een bedrijf globaal positief beoordeeld wordt, kan tot een verdere ontwikkeling ter
plaatse besloten worden.
3.3.3. Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan (GRS) Waregem
De ontwikkelingsmogelijkheden voor zonevreemde bedrijven worden gebiedsgericht
aangegeven. Basishouding is dat zonevreemde bedrijven in het buitengebied kunnen blijven
bestaan. Nieuwe zonevreemde bedrijven zijn niet mogelijk.
Criteria die hierbij gehanteerd worden zijn:
bereikbaarheid;
ligging ten opzichte van bestaande bebouwing;
ligging ten opzichte van landschappelijk of ecologisch waardevolle gebieden;
kostprijs voor herlocalisatie. (GRS, richtinggevend deel, p. 223)
Een en ander wordt concreet ingevuld onder rubriek 7.3.5.
Definitieve nota – 17.08.2015 Pagina 12 van 43
4. PLAN-M.E.R.-SCREENING
4.1. Kaartmateriaal - bespreking
4.1.1. Mobiliteit
Het plangebied is gelegen aan de Leemputstraat nr. 108 en wordt ook via deze weg ontsloten.
De Leemputstraat is een lokale wegenis, uitgerust met betonverharding en zachte bermen langs
de beide zijden van de rijbaan.
Foto 4: beeld Leemputstraat ter hoogte van de site
Foto 5: beeld Waregemstraat-Deerlijkseweg
Definitieve nota – 17.08.2015 Pagina 13 van 43
De ontsluiting van het plangebied wordt geregeld via de Leemputstraat, die toeleiding geeft
tot:
- De N43, via de Waregemstraat
- De E17, via de Breestraat.
Figuur 5: stratenatlas (bron: Geopunt)
Op die wijze vermijdt de ontsluiting elke druk op de kernen van Desselgem en Nieuwenhove.
Definitieve nota – 17.08.2015 Pagina 14 van 43
4.1.2. Atlas der buurtwegen
De Atlas der Buurtwegen geeft aan dat in het plangebied geen buurt- of voetwegen gelegen
zijn.
Figuur 6: atlas der buurtwegen
Definitieve nota – 17.08.2015 Pagina 15 van 43
4.1.3. Waterlopen
Het plangebied is niet gelegen nabij een geklasseerde waterloop, evenmin wordt het
plangebied door een waterloop doorsneden of omzoomd.
Figuur 7: VHA-waterloopsegmenten volgens categorie
Definitieve nota – 17.08.2015 Pagina 16 van 43
4.1.4. Habitat- of Vogelrichtlijngebied (Natura 2000)
Het plangebied is niet opgenomen in NATURA 2000 en sluit niet aan bij een Habitat- of
Vogelrichtlijngebied, binnen een straal van 4 km.
Figuur 8: kaart SBZ
Definitieve nota – 17.08.2015 Pagina 17 van 43
4.1.5. Ven- en Ivongebieden
Het plangebied is niet gelegen in een VEN- of IVON-gebied en bevindt zich ook niet in de nabije
omgeving van dergelijk gebied.
De dichts bij gelegen VEN-gebieden kunnen geduid worden als volgt:
ca. 4 km ten noorden van het plangebied is het GEN-gebied ‘West-Vlaamse Leievallei’
gelegen
ca. 4,6 km ten oosten van het plangebied is het GEN-gebied ‘De Spitaalsbossen’
gelegen
ca. 1,6 km ten zuidoosten van het plangebied is het GEN-gebied ‘De Vallei van de
Kasselrijbeek’ gelegen
ca. 3,5 km ten westen van het plangebied is het natuurverwevingsgebied ‘West-
Vlaamse Leievallei’ gelegen
Figuur 9: kaart VEN/IVON-gebieden
Definitieve nota – 17.08.2015 Pagina 18 van 43
4.1.6. Natuurgebied – Bosgebied – Andere groenbestemmingen
Het plangebied is volgens het gewestplan niet gelegen in een groen gebied sensu lato en
bevindt zich ook niet in de nabije omgeving van dergelijk gebied. De meest nabij gelegen
natuurgebieden situeren zich op 1 à 2 km van het plangebied.
Figuur 10: kaart gewestplan – groen gebieden
Definitieve nota – 17.08.2015 Pagina 19 van 43
4.1.7. Erfgoed
In het plangebied of in de onmiddellijke omgeving van het plangebied zijn geen beschermde
monumenten, landschappen en/of dorpsgezichten gelegen.
Wel is er sprake van bouwkundig erfgoed in de nabije omgeving van het plangebied.
Op ca. 170m ten zuidoosten van het plangebied, aan de Harelbekestraat 60 is een VIOE-
geïnventariseerde ‘Hoeve’ (ID 207316) gelegen.
Op ca. 225m ten westen van het plangebied, aan de Knokstraat 37 is een VIOE-
geïnventariseerde ‘Hoeve met losse bestanddelen’ (ID 208525) gelegen.
Figuur 11: kaart erfgoed – Geoportaal Onroerend Erfgoed
Met deze VIEO-goederen zijn geen rechtstreekse zichtrelaties. De beleving van het bouwkundig
erfgoed kan door een ontwikkeling van het plangebied echter niet kennelijk in het gedrang
worden gebracht.
Definitieve nota – 17.08.2015 Pagina 20 van 43
4.1.8. Waterwingebied – Bijhorende beschermingszone type i en ii
Het plangebied is niet gelegen in een waterwingebied of een beschermingszone type I of type
II.
Figuur 12: kaart grondwaterwinning en beschermingsgebieden
4.1.9. Water
Het plangebied is volgens de kaart van de overstromingsgevoelige gebieden 2014 niet gelegen
in mogelijk of effectief overstromingsgevoelig gebied.
Figuur 13: watertoetskaart 2014
Definitieve nota – 17.08.2015 Pagina 21 van 43
Het terrein is niet gelegen in een NOG- of ROG-gebied.
Figuur 14: kaart NOG- of ROG-gebieden
Het plangebied is niet erosiegevoelig. (groene spots: erosiegevoelige plaatsen).
Figuur 15: kaart erosiegevoelige gebieden
Definitieve nota – 17.08.2015 Pagina 22 van 43
Het plangebied is volgens de watertoetskaart-grondwaterstromingsgevoelige gebieden
gelegen in een zone aangeduid als ‘matig’.
Figuur 16: kaart grondwaterstromingsgevoelige gebieden
Het gehele terrein is infiltratiegevoelig (donkere kleur). Dat betekent dat hemelwater makkelijk
kan infiltreren.
Figuur 17: kaart infiltratiegevoelige gebieden
Definitieve nota – 17.08.2015 Pagina 23 van 43
4.1.10. Biologische waarderingskaart
Het plangebied is deels bebouwd en deels braakliggend. In het plangebied komen conform
de Biologische Waarderingskaart vandaag geen biologische waardevolle vegetaties voor.
Figuur 18: biologische waarderingskaart – versie 2
4.1.11. Emissies
In het plangebied zijn geen belangrijke waarden op het vlak van fijn stof (PM10) en
stikstofdioxide (NO2) vastgesteld. Het plangebied is gelegen in een gebied aangemerkt als
“gewoon”.
Figuur 19: kaart luchtkwaliteit – VMM geoloket ‘lucht’
Definitieve nota – 17.08.2015 Pagina 24 van 43
4.1.12. Seveso-inrichtingen
Het plangebied is niet gelegen in de onmiddellijke of ruimere nabijheid van een Seveso-
inrichting. De meest nabij gelegen Seveso-inrichtingen zijn:
Unilin Systems (lagedrempelinrichting), gelegen ca. 1,6 km ten noorden van het
plangebied
Matco (lagedrempelinrichting), gelegen op ca. 1,4 km ten zuiden van het plangebied
Brenntag (hogedrempelinrichting), gelegen op ca. 1,6 km ten zuiden van het
plangebied
Figuur 20: kaart Seveso-inrichtingen
Hogedrempelinrichtingen zijn inrichtingen waar gevaarlijke stoffen aanwezig zijn in
hoeveelheden die gelijk zijn aan of groter zijn dan de hoge drempelwaarde.
Lagedrempelinrichtingen zijn inrichtingen waar gevaarlijke stoffen aanwezig zijn in
hoeveelheden die gelijk zijn aan of groter zijn dan de lage drempelwaarde maar kleiner dan
hoge drempelwaarde.
4.1.13. Ligging ten opzichte van gewest- en/of landgrenzen
Het plangebied grenst niet aan gewest- of landsgrenzen. Het plangebied ligt op ca. 20 km van
de Franse grens, ca. 40 km van de Nederlandse grens, ca. 15 km van de grens met het Waals
gewest en ca. 60 km van de grens met het Brussels hoofdstedelijk gewest.
Gezien de afstand, de beperkte grootte en omvang van het programma worden er geen
grensoverschrijdende effecten verwacht.
Definitieve nota – 17.08.2015 Pagina 25 van 43
4.2. Screening
4.2.1. Plan-m.e.r.-plicht - screeningsgerechtigdheid
Algemeen – plan.m.e.r.-plicht
Het uitvoeringsbesluit planologisch attest stelt dat ook documenten moeten worden
toegevoegd “waaruit blijkt dat voldaan is aan de verplichtingen inzake
milieueffectrapportage”. In de praktijk is dit relevant indien met de aanvraag een zogenaamde
korte-termijnvergunning wordt beoogd. Het attest kan dan immers de basis vormen voor een
stedenbouwkundige vergunning en milieuvergunning, en komt daarmee binnen de
toepassingssfeer van de wetgeving en reglementering over milieueffectrapportage.
Door de Dienst Mer wordt aangenomen dat een aanvraag met het oog op het bekomen van
een planologisch attest een “plan of programma dat het kader vormt voor de toekenning van
een vergunning voor een project”, zoals bedoeld in artikel 4.2.1 DABM, en in die zin ressorteert
onder de toepassing van de mogelijke plan-MER-plicht.
Het PA vormt niet het kader voor de toekenning van een vergunning voor een project
opgesomd in de bijlage I, II of III van het project-m.e.r.-besluit van 10 december 20041 en is dus
screeningsgerechtigd.
Zulke aanvraag moet aldus vergezeld zijn van een der onderstaande beslissingen:
de screeningsbeslissing van de dienst Mer waaruit blijkt dat geen MER vereist is (artikel
4.2.6, §2 DABM )
een ontheffingsbeslissing van de dienst Mer (artikel 4.2.3, §3quater DABM)
een door de dienst Mer goedgekeurd plan-MER.
Adviserende instanties – verzoek tot raadpleging – ontvangen adviezen
Het ontwerp van plan-m.e.r.-screening wordt overgemaakt aan de Dienst Mer met vraag tot
aanduiding van de adviserende instanties. Volgende adviserende instanties werden
aangeduid:
Provinciebestuur West-Vlaanderen – dienst Ruimtelijke Planning
Gemeentebestuur Waregem
Departement Landbouw en Visserij – afdeling duurzame landbouwontwikkeling
Ruimte Vlaanderen – APL – West-Vlaanderen
Onroerend Erfgoed West-Vlaanderen
Departement LNE – afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid - dienst VR
Het ontwerp van de screeningsnota werd aan de aangeduide adviserende instanties
overgemaakt bij aangetekende zending dd. 22.06.2015. Gezien niet alle adviezen werden
1 Het project valt niet onder de rubriek 10b) (stadsontwikkeling) en evenmin onder de rubriek 4 (productie
en verwerking van metalen) van bijlage III. Er wordt immers enkel voorzien in de productie van machines
voor behandeling van metalen, doch niet in de behandeling van de metalen volgens ingedeelde rubriek
4.
Definitieve nota – 17.08.2015 Pagina 26 van 43
ontvangen binnen de voorziene termijn van 30 dagen, werd een rappel gezonden op
21.07.2015 (zie bijlage).
Volgende adviezen werden ontvangen:
Advies dd. 16.07.2015 van het Provinciebestuur West-Vlaanderen – Dienst Ruimtelijke
Planning waarin wordt gesteld:
Advies dd. 25.06.2015 van het Gemeentebestuur Waregem waarin wordt gesteld dat er
geen opmerkingen zijn.
Advies dd. 16.07.2015 van het Departement Landbouw en Visserij - Afdeling Duurzame
Landbouwontwikkeling waarin wordt gesteld:
Vanwege Ruimte Vlaanderen – APL – West-Vlaanderen werd geen advies ontvangen.
Advies dd. 06.07.2015 van Onroerend Erfgoed – West-Vlaanderen waarin wordt gesteld
dat er geen opmerkingen zijn.
Advies dd. 06.07.2015 van het Departement LNE – Afdeling Milieu-, Natuur- en
Energiebeleid – Dienst VR waarin wordt gesteld:
Definitieve nota – 17.08.2015 Pagina 27 van 43
Aanpassing ontwerp van screeningsnota na kennisname adviezen
Het ontwerp van screeningsnota werd ingevolge het advies vanwege de provincie
West-Vlaanderen aangevuld op volgende punten:
o Opmerking 1: verdere verduidelijking van de afweging omtrent herlocalisatie-
mogelijkheden, rekening houdende met de recente ruimte-monitoring en de
bestaande (leegstaande) sites in de omgeving.
Aanpassing/aanvulling/antwoord: de rubriek 4.2.3 wordt in die zin verder
aangevuld
Het ontwerp van screeningsnota diende ingevolge het advies vanwege het
Gemeentebestuur Waregem niet aangepast of aangevuld te worden.
Het ontwerp van screeningsnota diende ingevolge het advies vanwege het
Departement Landbouw en Visserij - Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling niet
aangepast of aangevuld te worden. De opmerkingen hebben enkel betrekking op de
verantwoording van de inname van het HAG in het kader van de aanvraag
planologisch attest, en zullen ook in dat document worden verwerkt.
Het ontwerp van screeningsnota diende bij gebrek aan advies vanwege Ruimte
Vlaanderen – APL West-Vlaanderen niet aangepast/aangevuld te worden.
Het ontwerp van screeningsnota diende ingevolge het advies vanwege Onroerend
Erfgoed – West-Vlaanderen niet aangepast of aangevuld te worden.
Het ontwerp van screeningsnota diende ingevolge het advies vanwege Departement
LNE – Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid – Dienst VR niet aangepast of aangevuld
te worden.
Definitieve screeningsnota
De definitieve plan-m.e.r.-screening geeft gevolg aan de geformuleerde adviezen, nadat de
screening conform de voorgeschreven procedure werd voorgelegd aan de aangeduide
adviserende instanties en vervolgens – na verwerking van de adviezen - ter goedkeuring wordt
voorgelegd aan de Dienst Mer.
De goedgekeurde screening is bedoeld om gevoegd te worden bij de aanvraag planologisch
attest.
Definitieve nota – 17.08.2015 Pagina 28 van 43
4.2.2. Geen nood aan passende beoordeling of natuurtoets
Volledigheidshalve wordt aangegeven dat uit het kaartmateriaal (rubriek 4.1) blijkt dat:
in het plangebied, alsook in de ruime omgeving ervan (straal van 4 km) geen Vogel- of
Habitatrichtlijngebied aanwezig is
de aard van de activiteiten op geen enkele wijze invloed heeft op een Speciale
Beschermingszone zodat een passende beoordeling niet relevant is
er geen VEN-gebied aanwezig in het plangebied of in de impacteerbare omgeving
ervan (dichtstbijzijnde VEN-gebied: ca. 1,6 km ten zuidoosten van het plangebied is het
GEN-gebied ‘De Vallei van de Kasselrijbeek’ gelegen), zodat ook een (verscherpte)
natuurtoets niet relevant is.
Bijgevolg dient niet te worden overgegaan tot opmaak van een passende beoordeling of
natuurtoets.
Definitieve nota – 17.08.2015 Pagina 29 van 43
4.2.3. Alternatieven
Het planologisch attest is het gevolg van de keuzes en visie van de aanvrager, in
overeenstemming met de structuurplanning en de specifieke mogelijkheden en behoeften van
het bedrijf. Omtrent de mogelijke alternatieven kan worden gesteld hetgeen volgt.
Alternatieven op de site
Ruimtelijk zijn de mogelijke inplantingsalternatieven beperkt, gelet op volgende ruimtelijke
parameters:
De wens om te komen tot een zo gering mogelijke impact, door het aantakken van de
nieuwe beperktere loods bij de bestaande loods
De begrenzing van de bebouwing aan de Leemputstraat; de grenslijn van deze bebouwing
wordt gevolgd om geen bijkomende insnijding in het landschap te veroorzaken.
Met andere woorden:
Een inplanting naar het zuiden toe zou ertoe leiden dat nieuw agrarisch gebied
aangesneden wordt, zonder de visuele ‘buffering’ van de bebouwing langs de
Leemputstraat
Een inplanting naar het westen toe zou een te diepe insnijding van agrarisch gebied
veroorzaken, waardoor een onwenselijk langgerekte bedrijfssite tot stand zou komen.
Enkel de voorgestelde inplanting zorgt voor een afdoende compacte bedrijfscluster die in se
qua visueel voorkomen niet belangrijk afwijkt van de gebruikelijke loodsbouw in agrarisch
gebied.
Enkel het plangebied komt in aanmerking om de gesitueerde ruimtelijke noden op te vangen.
Het plangebied zal worden afgewerkt met een volwaardige groenbuffer met het oog op een
maximale landschappelijke integratie.
Alternatieven op andere locatie – keuze voor bestaande locatie – aanbod volgens GRS
Een herlocalisatie van het bedrijf binnen een redelijke afstand is niet mogelijk. Er zijn geen sites
gevonden die voldoen aan de vereiste criteria (kavels van minstens 7500 m², belangrijk
loodsvolume mogelijk).
P. 80 van het GRS stelt dat de bestaande regionale bedrijventerreinen die door de overheid
werden gerealiseerd volzet waren op het ogenblik van de opmaak van het GRS.
Volgende bestaande sites in het afzetgebied zijn onderzocht.
Waregem Transvaal
Gericht op kleinschalige kmo (bedrijfsverzamelgebouwen en kleinere kavels).
Waregem Groenbek
Nog in realisatie. Gemiddeld kleinere kavels. Reeds erg belangrijke wachtlijst geïnteresseerden
en reeds meerdere verkopen op plan gerealiseerd.
Definitieve nota – 17.08.2015 Pagina 30 van 43
Wielsbeke Lobeek
Gericht op kleinschalige kmo gelieerd aan handel, met kleinschalige kavels.
Oostrozebeke Gouden Appel
Gericht op kleinschalige kmo. Maximum 5.000 m² kaveloppervlakte.
Alternatieven op andere locatie – keuze voor bestaande locatie – aanbod volgens
Ruimtemonitor POM West-Vlaanderen
De Provincie West-Vlaanderen vraag in het kader van haar advies dd. 16.07.2015 een
bijkomende verantwoording omtrent de herlocalisatiemogelijkheden in de omgeving en stelt
als volgt:
“Het bedrijf heeft nood aan een oppervlakte van ongeveer 7500m², m.a.w. het wil
groeien tot een regionaal bedrijf. Bij het onderzoek naar alternatieven wordt enkel
verwezen naar het aanbod in nieuwe lokale bedrijventerreinen. Daarnaast wordt ook
verwezen naar het GRS, waarbij vermeld wordt dat er bij de opmaak ervan geen
aanbod was. Sedert enkele jaren wordt de evolutie in het aanbod aan
bedrijventerreinen jaarlijks geëvalueerd in de ruimtemonitor (POM/Provincie). Uit deze
monitor blijkt dat er, in de buurt van het bedrijf, meerdere sites met de gevraagde
minimumgrootte aanwezig zijn. Het gaat over zowel bouwrijpe als niet-bouwrijpe
percelen als over leegstand. Deze afweging ontbreekt in de screening.
Wat betreft het voorliggende verzoek tot raadpleging kan de deputatie melding maken
van volgende bijkomende gegevens die onvoldoende aan bod komen in de
screeningsnota:
Een adequate afweging m.b.t. herlocalisatiemogelijkheden op basis van het effectieve
aanbod.”
Definitieve nota – 17.08.2015 Pagina 31 van 43
Definitieve nota – 17.08.2015 Pagina 32 van 43
Ingevolge voormelde bemerking is aan de hand van de Ruimtemonitor van de POM West-
Vlaanderen een overzicht gemaakt van het beschikbaar aanbod bedrijfspercelen (1/1/2014).
Het aanbod is geconfronteerd met de gewenste en nodige parameters:
- Een oppervlakte tussen 0,75 en 1 ha
- Een bouwrijp of leegstaand bedrijf.
Nummer
ruimtemonitor
POM WVL –
‘Waregem’
Type
(regionaal = R;
lokaal = L;
gemengd =
G)
Beschikbaarheid (niet
bouwrijp = NB;
bouwrijp = B;
leegstaand = L)
Oppervlakte
(m²)
Toepassing
cumulatieve
parameters
- B of L
- > = 7.5000 m²
& < 1 ha)
88 R NB 2997 Niet OK
89 R NB 12728 Niet OK
90 R NB 10009 Niet OK
91 R NB 15044 Niet OK
92 R NB 24517 Niet OK
93 R NB 7259 Niet OK
94 R NB 18798 Niet OK
95 R B 9607 OK
96 R NB 6209 Niet OK
97 R NB 8398 Niet OK
191 L NB 149696 Niet OK
246 R NB 108768 Niet OK
249 R B 8904 OK
254 R NB 19770 Niet OK
257 R L 32027 Niet OK
423 R B 17475 Niet OK
439 L L 2773 Niet OK
440 L L 7402 +/- OK
441 R L 8214 OK
442 R L 10258 +/- OK
443 R L 7373 +/- OK
444 R L 18016 Niet OK
502 R L 18062 Niet OK
503 G L 22009 Niet OK
Definitieve nota – 17.08.2015 Pagina 33 van 43
Omtrent de op grond van de Ruimtemonitor weerhouden bedrijfspercelen kan het volgende
worden gesteld:
- Nummers 95 en 440 zijn gelegen tussen Grote Heerweg en Kleine Heerweg, aan de
Hekkeniersstraat. Het gaat om de site Vanmarcke/Desmet waarvoor een
reconversietraject is opgestart. De stad heeft een ontwerper aangesteld voor een nieuw
stedelijk RUP dat focust op een residentiële ontwikkeling en een ontwikkelaar heeft voor
de site een Brownfieldaanvraag ingeleid.
- Nummer 249 aan de Anzegemseweg is bebouwd met een exploitatiewoning .
- Nummer 441 behoort tot de site Transvaal (zie supra) die recent werd bebouwd via de
WVI. De site omvat thans 2 bedrijfsverzamelgebouwen, 9 casco modules met
nutsvoorzieningen (374 m² tot 620 m² groot).
- Nummer 442 bestaat in de feiten uit twee kleine bedrijfssites (0,6 ha en 0,4 ha) die
gescheiden worden door de Sprietestraat en de Oude Kassei en die afzonderlijk niet aan
de noodzakelijke oppervlakte beantwoorden. De site van 0,6 ha is volgens het
gewestplan gelegen in agrarisch gebied; de site van 0,4 ha is volgens het gewestplan
gelegen in woongebied. Voor het gebied geldt blijkens GISWEST geen RUP, BPA of APA.
- Nummer 443 maakt samen met het achtergelegen nummer 502 één integraal geheel
uit (site Vrobeton – faillissement) – samen 3 ha.
Op grond van deze feitelijke gegevens kan gesteld worden dat de op grond van de
Ruimtemonitor weerhouden bedrijfspercelen niet in aanmerking komen voor de vestiging van
het bedrijf (en de beperkte uitbreiding ervan).
Definitieve nota – 17.08.2015 Pagina 34 van 43
4.2.4. Referentiesituatie
De actuele toestand van het plangebied, zowel juridisch als feitelijk is nader toegelicht in de
rubrieken 3.1.3, 3.2 en 4.1.
Samengevat kan de referentiesituatie worden samengevat als volgt.
Feitelijke situatie
het plangebied is gelegen aan de Leemputstraat, zijnde een lokale wegenis in
betonverharding, en kent een oppervlakte van 0,73 ha en omvat een bestaand en vergund
bedrijfsgebouw (meest stedenbouwkundige vergunning 2007 – heroprichting na brand)
het deel van het plangebied waarop de uitbreiding wordt voorzien is thans braakliggend,
en kent geen bijzondere of waardevolle vegetatie
het plangebied is niet gelegen in of in de nabije omgeving van een VEN- of IVON-gebied
of een speciale beschermingszone
in of in de nabije omgeving van het plangebied is geen beschermd erfgoed gelegen, in de
ruimere omgeving is wel bouwkundig erfgoed gelegen (doch hiermee bestaat geen
rechtstreekse zichtrelatie)
Juridische situatie
het bestaande bedrijfsgebouw is behoorlijk vergund, de meest recente
stedenbouwkundige vergunning dateert van 25.10.2007 en heeft betrekking op de herbouw
van het bedrijfsgebouw na brand (vergunningen 1977 – 1979 – 1981)
het bedrijf beschikt over een milieuvergunning klasse 2 voor 20 jaar (laatste vergunning
afgeleverd op 26.09.2013)
het plangebied is volgens het gewestplan Kortrijk (KB 4 november 1977) gelegen in agrarisch
gebied
het plangebied is voor het overige niet nader geordend door een APA, een BPA, een RUP
of een verkavelingsvergunning
in het plangebied zijn geen buurt- of voetwegen of geklasseerde waterlopen gelegen
het plangebied is volgens de kaart van de overstromingsgevoelige gebieden niet gelegen
in mogelijk of effectief overstromingsgevoelig gebied; het plangebied is wel gelegen in
infiltratiegevoelig gebied, doch niet-erosiegevoelig gebied
Definitieve nota – 17.08.2015 Pagina 35 van 43
4.2.5. Potentiële milieueffecten
Discipline ‘bodem’
Het plangebied komt niet voor op de kaart van erosiegevoelige gebieden (supra).
Het gehele plangebied is infiltratiegevoelig. Dat betekent dat hemelwater makkelijk kan
infiltreren.
De aanvraag planologisch attest voorziet in de optimalisering en uitbreiding van het bestaande
bedrijf. Gezien een en ander niet is gelegen in een bijzonder gebied volgens de watertoets-
kaarten kan worden volstaan met volgende maatregelen besproken onder de ‘discipline
water’.
Er zal geen impact van stoffen op de bodem ontstaan nu alle installaties op een betonnen
ondergrond zijn geplaatst en volledig lekdicht werden uitgevoerd, zodat er geen sprake is van
een relevant risico op verontreiniging van de bodem of het grondwater. Ook in de nieuwbouw-
uitbreiding zullen gelijkaardige maatregelen genomen worden.
Voor de realisatie van de bijkomende bedrijfsruimte zal er geen grondverzet zijn, evenmin zal er
blijvende bronbemaling nodig zijn. Evenmin kan er sprake zijn van erosie.
Er zijn aldus vanuit de discipline ‘bodem’ geen significante effecten te verwachten door
uitvoering van het planologisch attest, er van uitgaande dat de geldende regelgeving in acht
wordt genomen.
Discipline ‘water’
Op grond van deze watertoets-kaarten kan het volgende worden gesteld:
Het plangebied is niet gelegen in mogelijk of effectief overstromingsgevoelig gebied
De kortermijnwerken voorzien in de creatie van een bijkomende verharde oppervlakte
door de oprichting van een bijkomend bedrijfsgebouw.
Tevens dient opgemerkt te worden dat er geen bedrijfsafvalwaters of vervuilde hemelwaters
worden geloosd. Het water van de behandelingsbaden en spoelbaden wordt niet geloosd,
maar wordt opgehaald door een erkend overbrenger.
Op grond van deze watertoetskaarten kan worden besloten dat mits het respecteren van de
gewestelijke Hemelwaterverordening geen aanzienlijke effecten op de waterhuishouding te
verwachten zijn.
In het kader van een navolgende vergunningsprocedure voor de oprichting van het
bedrijfsgebouw kunnen volgende maatregelen in acht worden genomen:
Een maximaal gebruik van waterdoorlatende materialen voor de aanleg van
verhardingen;
De plaatsing van 1 of meer hemelwaterputten, overeenkomstig de normen
vastgelegd in de geldende gewestelijke stedenbouwkundige verordening.
Definitieve nota – 17.08.2015 Pagina 36 van 43
Discipline ‘lucht’
Op de site zijn geen belangrijke waarden op het vlak van fijn stof (PM10) en stikstofdioxide (NO2)
vastgesteld. De site is gelegen in een gebied aangemerkt als “middelmatig”.
De bedrijfsactiviteiten brengen geen relevante emissies met zich mee en kunnen aldus in die zin
geen impact hebben op de omgeving.
De beoogde beperkte uitbreiding van de bebouwing creëert geen impact op de discipline
lucht.
Discipline ‘geluid’
De bedrijfsactiviteiten veroorzaken geen of weinig geluidshinder, mede ingevolge de door de
aanvrager genomen maatregelen (zoals voorzien in de meest recente milieuvergunning klasse
2 dd. 27.09.2013), omvattende:
er wordt steeds met gesloten deuren gewerkt
er is geen ploegenwerk (enkel dagwerk tussen 8u en 16u45)
de compressor is voorzien van geluidsdempende omkasting
de ventilatoren zijn frequentie gestuurd en draaien niet ‘s nachts
De beoogde beperkte uitbreiding van de bebouwing creëert geen nieuwe of bijkomende
impacts op de discipline geluid.
Discipline ‘flora, fauna en biodiversiteit’
De site is niet gelegen in of in de nabijheid van een speciale beschermingszone (zoals een
Habitat- of Vogelrichtlijngebied), een VEN- of IVON-gebied of een groen gebied sensu lato.
De site betreft een deels bebouwd, deels braakliggend terrein. In het plangebied komen
conform de Biologische Waarderingskaart vandaag geen biologische waardevolle vegetaties
voor.
Aldus kan besloten worden dat er geen aanzienlijk negatieve effecten te verwachten zijn inzake
natuurlijke of ruimtelijk kwetsbare gebieden, aangezien het voorgenomen plan/project niet ligt
in of in de directe nabijheid van een vanuit het oogpunt van natuurwaarden beschouwd
belangrijk gebied. De effecten op fauna en flora zijn niet negatief.
Disciplines ‘landschap’ en ‘cultureel erfgoed’
Er zijn geen aanzienlijk negatieve effecten te verwachten inzake visuele impact, aangezien de
bebouwing en de functie thans bestaande is en verstaanbaar met de erfgoedwaarden in de
omgeving. De beperkte uitbreiding brengt evenmin erfgoedwaarden in het gedrang, evenmin
worden dergelijke waarden geschaad of vernietigd. Het voorgenomen plan/project ligt
evenmin in of in de directe nabijheid van een vanuit landschappelijk of erfgoedkundig oogpunt
beschouwd belangrijk gebied.
Definitieve nota – 17.08.2015 Pagina 37 van 43
De site is gelegen aan de rand van een bestaand bebouwd lint. De uitbreiding houdt rekening
met de bestaande begrenzing van de bebouwing aan de Leemputstraat. De gevraagde
handelingen werken aldus geen verdere versnippering van het agrarisch gebied in de hand
aangezien zij zouden worden uitgevoerd onmiddellijk bij de bestaande constructies, hetgeen
blijkt uit onderstaande overzichtskaart van de omgeving (rode vakjes = bestaande bebouwing).
Benevens een volwaardige groenbuffer zullen ook de architectuur en de aankleding van de
nieuwbouw op zich reeds landschappelijk integreerbaar zijn.
Er wordt evident gewerkt met een passende aankleding en een sobere en moderne inpasbare
vormgeving.
Discipline ‘mens’ en ‘veiligheid’
Een mobiliteitstelling levert volgende cijfers op:2
Bestelwagens – eigen voertuigen ca. 6 bewegingen/ dag
Bestelwagens – leveranciers en klanten ca. 12 bewegingen/dag
Vrachtwagens - leveranciers ca. 2 bewegingen/dag
Personenwagens – personeel ca. 20 bewegingen/dag
Personenwagens – leveranciers en klanten ca. 6 bewegingen/dag
De bewegingen – behalve deze inzake woon-werkverkeer personeel – zijn niet geconcentreerd
op de ochtend- en avondspits.
Aangezien de aanvraag gericht is op de bestendiging van de bedrijvigheid en de optimale
interne organisatie van het bedrijf zijn er ingevolge de gevraagde functionele herbestemming
eerder beperkte mobiliteitseffecten te verwachten.
De site is gelegen langsheen de Leemputstraat, die toeleiding geeft tot:
- De N43, via de Waregemstraat
- De E17, via de Breestraat.
Op die wijze vermijdt de ontsluiting elke druk op de kernen van Desselgem en Nieuwenhove.
Gezien de bestaande ontsluitingsmogelijkheden zijn het behoud en de uitbreiding van het
bedrijf, zoals voorgesteld, niet problematisch.
2 Aankomst en vertrek worden gerekend als een afzonderlijke beweging.
Definitieve nota – 17.08.2015 Pagina 38 van 43
De bewegingen zijn overigens – behalve deze inzake woon-werkverkeer – zijn niet
geconcentreerd op de ochtend- en avondspits.
Bijgevolg zijn er ook geen negatieve effecten te verwachten inzake de afgeleide disciplines
geluid & trillingen en lucht. Ook op vlak van gezondheid zal de impact beperkt of nagenoeg
onbestaande zijn.
Het bedrijf kent volgende werknemersstructuur:
1 zaakvoerder
2 VTE bedienden
9,8 VTE arbeiders (ten opzichte van 2 VTE arbeiders in 2009)
Recent werd geëvolueerd van 2 VTE (arbeiders) (2009) naar 10 VTE (arbeiders) (2013). Dit
werknemersbestand kan realistisch tot een factor 1,50 worden vermeerderd bij de evolutie van
het bedrijf.
Socio-economisch kan het project dus positief worden geëvalueerd.
Op vlak van ‘externe veiligheid’ dient gewezen te worden op de aanwezigheid van 3 seveso-
inrichtingen in een straal van ca. 2 km van het plangebied. Het betreft 2
lagedrempelinrichtingen (Unilin Systems en Matco) en 1 hogedrempelinrichting (Brenntag).
Het voorgenomen planlologisch attest vormt evenwel niet het kader voor de oprichting van een
Seveso-bedrijven, zodat de omwonenden niet meer blootgesteld worden aan de risico’s die
dergelijke bedrijven met zich meebrengen, dan zonder het voorgenomen planologisch attest.
Er dient vastgesteld te worden dat de site gelegen is in agrarisch gebied waarin versnipperde
bewoning aanwezig is; het meest dichtst gelegen woongebied situeert zich ca. 160m ten zuiden
van het plangebied. Bovendien betreft voorgenomen plan enkel een beperkte uitbreiding en
bestendiging van bestaande vergunde activiteiten die geen (bijkomende) risico’s voor de
gezondheid en de veiligheid van de omwonenden opleveren.
4.2.6. Conclusie
Om al deze redenen kan geconcludeerd worden dat er voor het beoogde planologisch attest
geen aanzienlijke milieugevolgen te verwachten zijn.
Het geplande sluit aan bij het bestaande bedrijfsgebouw. Gezien de aard, ligging en beperkte
omvang van de potentiële effecten t.g.v. het programma, kan cumulatie met andere plannen
of projecten in de buurt niet tot aanzienlijke milieueffecten leiden.
Om deze reden wordt de Dienst MER verzocht om te verklaren dat er in rede geen aanzienlijke
milieueffecten voorhanden zijn en er aldus geen plan-milieueffectrapport opgemaakt hoeft te
worden
Definitieve nota – 17.08.2015 Pagina 39 van 43
Lendelede, 17 augustus 2015
Francis CHARLIER – Sofie BOEYKENS
Definitieve nota – 17.08.2015 Pagina 40 van 43
5. LIJST FIGUREN
Figuur 1: plan gewenste toestand korte termijn ...................................................................................... 5
Figuur 2: bedrijven in straal van 1km (bron: Geopunt) .......................................................................... 7
Figuur 3: plangebied – kadastrale percelen ........................................................................................... 8
Figuur 4: gewestplan Kortrijk ........................................................................................................................ 9
Figuur 5: stratenatlas (bron: Geopunt) .................................................................................................... 13
Figuur 6: atlas der buurtwegen ................................................................................................................. 14
Figuur 7: VHA-waterloopsegmenten volgens categorie ..................................................................... 15
Figuur 8: kaart SBZ ........................................................................................................................................ 16
Figuur 9: kaart VEN/IVON-gebieden ....................................................................................................... 17
Figuur 10: kaart gewestplan – groen gebieden .................................................................................... 18
Figuur 11: kaart erfgoed – Geoportaal Onroerend Erfgoed .............................................................. 19
Figuur 12: kaart grondwaterwinning en beschermingsgebieden ..................................................... 20
Figuur 13: watertoetskaart 2014................................................................................................................ 20
Figuur 14: kaart NOG- of ROG-gebieden ............................................................................................... 21
Figuur 15: kaart erosiegevoelige gebieden ........................................................................................... 21
Figuur 16: kaart grondwaterstromingsgevoelige gebieden ............................................................... 22
Figuur 17: kaart infiltratiegevoelige gebieden ...................................................................................... 22
Figuur 18: biologische waarderingskaart – versie 2 .............................................................................. 23
Figuur 19: kaart luchtkwaliteit – VMM geoloket ‘lucht’ ........................................................................ 23
Figuur 20: kaart Seveso-inrichtingen ........................................................................................................ 24
6. LIJST FOTO’S
Foto 1: luchtfoto macroniveau(bron: Google Earth) ............................................................................. 6
Foto 2: luchtfoto mesoniveau (bron: Google Earth) .............................................................................. 7
Foto 3: luchtfoto plangebied (bron: Google Earth) ............................................................................... 8
Foto 4: beeld Leemputstraat ter hoogte van de site ........................................................................... 12
Foto 5: beeld Waregemstraat-Deerlijkseweg ........................................................................................ 12
Definitieve nota – 17.08.2015 Pagina 41 van 43
7. BIJLAGEN
1. Plan bestaande toestand - plan beoogde toestand
(voorwerp aanvraag planologisch attest)
2. Fotodossier
3. Ontvangen adviezen
4. Rappelbrieven aan adviserende instanties
Definitieve nota – 17.08.2015 Pagina 42 van 43
8. INDEX
1. ADMINISTRATIEVE GEGEVENS ............................................................................................................. 2
2. SITUERING VAN DE AANVRAAG ......................................................................................................... 3
2.1. Algemeen – bedrijfssituering ...................................................................................................... 3
2.1.1. Historiek en huidige ontwikkeling ...................................................................................... 3
2.1.2. Recente determinerende feiten voor de verdere ontwikkeling ................................. 4
2.2. Ruimtelijke behoeften .................................................................................................................. 5
2.2.1. Kortetermijnontwikkeling ..................................................................................................... 5
2.2.2. Langetermijnontwikkeling ................................................................................................... 5
3. RUIMTELIJKE CONTEXT ........................................................................................................................... 6
3.1. Ligging ............................................................................................................................................ 6
3.1.1. Macroniveau ......................................................................................................................... 6
3.1.2. Mesoniveau ........................................................................................................................... 7
3.1.3. Plangebied ............................................................................................................................ 8
3.2. Bestemmingsplannen .................................................................................................................. 9
3.2.1. Gewestplan ........................................................................................................................... 9
3.2.2. Geen nadere ordening ...................................................................................................... 9
3.3. Structuurplanning ....................................................................................................................... 10
3.3.1. Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV) ................................................................... 10
Basisprincipes RSV ........................................................................................................................... 10
Ontwikkelingsperspectieven ........................................................................................................ 10
3.3.2. Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan West-Vlaanderen (PRS-WV) ............................. 10
3.3.3. Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan (GRS) Waregem ............................................. 11
4. PLAN-M.E.R.-SCREENING .................................................................................................................... 12
4.1. Kaartmateriaal - bespreking .................................................................................................... 12
4.1.1. Mobiliteit ............................................................................................................................... 12
4.1.2. Atlas der buurtwegen ........................................................................................................ 14
4.1.3. Waterlopen .......................................................................................................................... 15
4.1.4. Habitat- of Vogelrichtlijngebied (Natura 2000) ............................................................ 16
4.1.5. Ven- en Ivongebieden ...................................................................................................... 17
4.1.6. Natuurgebied – Bosgebied – Andere groenbestemmingen .................................... 18
4.1.7. Erfgoed ................................................................................................................................. 19
4.1.8. Waterwingebied – Bijhorende beschermingszone type i en ii .................................. 20
4.1.9. Water .................................................................................................................................... 20
4.1.10. Biologische waarderingskaart ......................................................................................... 23
Definitieve nota – 17.08.2015 Pagina 43 van 43
4.1.11. Emissies ................................................................................................................................. 23
4.1.12. Seveso-inrichtingen ............................................................................................................ 24
4.1.13. Ligging ten opzichte van gewest- en/of landgrenzen ............................................... 24
4.2. Screening ..................................................................................................................................... 25
4.2.1. Plan-m.e.r.-plicht - screeningsgerechtigdheid ............................................................. 25
Algemeen – plan.m.e.r.-plicht ..................................................................................................... 25
Adviserende instanties – verzoek tot raadpleging – ontvangen adviezen ........................ 25
Aanpassing ontwerp van screeningsnota na kennisname adviezen .................................. 27
Definitieve screeningsnota ........................................................................................................... 27
4.2.2. Geen nood aan passende beoordeling of natuurtoets ............................................ 28
4.2.3. Alternatieven ....................................................................................................................... 29
Alternatieven op de site ................................................................................................................ 29
Alternatieven op andere locatie – keuze voor bestaande locatie – aanbod volgens GRS
............................................................................................................................................................ 29
Alternatieven op andere locatie – keuze voor bestaande locatie – aanbod volgens
Ruimtemonitor POM West-Vlaanderen ...................................................................................... 30
4.2.4. Referentiesituatie ................................................................................................................ 34
Feitelijke situatie .............................................................................................................................. 34
Juridische situatie ............................................................................................................................ 34
4.2.5. Potentiële milieueffecten ................................................................................................. 35
Discipline ‘bodem’ ......................................................................................................................... 35
Discipline ‘water’ ............................................................................................................................ 35
Discipline ‘lucht’ .............................................................................................................................. 36
Discipline ‘geluid’............................................................................................................................ 36
Discipline ‘flora, fauna en biodiversiteit’ .................................................................................... 36
Disciplines ‘landschap’ en ‘cultureel erfgoed’ ........................................................................ 36
Discipline ‘mens’ en ‘veiligheid’ .................................................................................................. 37
4.2.6. Conclusie ............................................................................................................................. 38
5. LIJST FIGUREN ....................................................................................................................................... 40
6. LIJST FOTO’S .......................................................................................................................................... 40
7. BIJLAGEN .............................................................................................................................................. 41
8. INDEX ..................................................................................................................................................... 42
LEGENDEBP=bestaande paalNP= nieuwe paal
9.67
betonverharding
perceel
bestaande bebouwing
haag
gewenste toestand FASE 1
bestaand hoogteniveau
"De algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatieis de enige eigenaar van de kadastrale gegevens 1.1.2013die op dit document voorkomen"
Situatieplanschaal: 1/2000
Achterstraat
14D
14B
14G
14F
417
418G432N
435G
429B
428B
430R2
430Y2
435K
435H
427
454A
419B
418K433M
459E
430Z2
420A
436A
461W
431E
418H
426A
430D
433L
Opmeting opgemaakt te Vichte, op 20/11/2014 door:
Bart Degezellelandmeter-expert, beëdigd door de Rechtbank van Eerste Aanleg te KortrijkInschrijvingsnummer: LAN040108
Molendreef 338570 Anzegem-VichteTelefoonnr.: 056/77.45.50.E-mail: [email protected]
106
108nok+17.47
Leem
puts
traat
-80.15-
-128.10-
-18.
59-
-33.41-
-14.
30-
10.00
10.00 9.99 10.00dak+17.02
10.00
9.78
-21.85-
-31.46-
73a36ca
9.90
9.909.88
9.87
9.75
9.99
9.90
9.91
9.67
9.86
9.90
9.84
9.68
9.57
9.64
9.54
perceelnummer 433M
perceelnummer 433L
perceelnummer 435H
perceelnr.430D
perceelnr.430Y2
perceelnr.430R2perceelnr.427
perceelnr.425A
perceelnr.432N
perceelnummer 435G
De Witte Michel &Amerlynck BernadetteLeemputstraat 1048792 Waregem
De Witte Michel &Amerlynck BernadetteLeemputstraat 1048792 Waregem
Duchi Geert &Coudijser IngeLeemputstraat 1008792 Waregem
Ragolle Grete Lepelboomstraat 18790 Waregem
Gaytant Roger - 1/3Gaytant Gustaaf - 1/3Gaytant John - 1/3Knokstraat 618792 Waregem
Gaytant Roger - 1/3Gaytant Gustaaf - 1/3Gaytant John - 1/3Knokstraat 618792 Waregem
BP
BPHaerinck Daniel & Steelandt Suzanne - VGHaerinck Nadine - BEKortrijkstraat 879790 Wortegem-Petegem
Lokale hoogtemeting met als referentievlak +10.00=dorpel poort nijverheidsgebouw (in rode kleur aangeduid).
9.78
9.95 9.71
9.20
-84.01-
-29.
99-
BP
slag
boom
dak+17.029.959.74
9.66
-25.73-
9.82
-10.97-
9.90 9.87
-10.61-
9.76
10.00
9.71
perceelnr.431E
-11.11-
9.37
braakliggend
-24.54-
9.76
profiel
BESTAAND ATELIER
betonverharding
betonverharding
4005 4005
3300TURBO
INTERCOOLINGD A F 7000
1000
0
dubbel haag H 1.80men leilinde H 3.50m
brandweerweg
GEWENST PROFIEL
106
108nok+17.47
Leem
puts
traat
-80.15-
-128.10-
-18.
59-
-33.41-
-14.
30-
10.00
10.00dak+17.02
9.78
73a36ca
9.90
9.909.88
9.87
9.75
9.999.67
9.86
9.90
9.84
9.68
9.57
9.64
9.54
perceelnummer 433M
perceelnummer 433L
perceelnummer 435H
perceelnr.430D
perceelnr.430Y2
perceelnr.430R2perceelnr.427
perceelnr.425A
perceelnr.432N
perceelnummer 435G
De Witte Michel &Amerlynck BernadetteLeemputstraat 1048792 Waregem
De Witte Michel &Amerlynck BernadetteLeemputstraat 1048792 Waregem
Duchi Geert &Coudijser IngeLeemputstraat 1008792 Waregem
Gaytant Roger - 1/3Gaytant Gustaaf - 1/3Gaytant John - 1/3Knokstraat 618792 Waregem
Gaytant Roger - 1/3Gaytant Gustaaf - 1/3Gaytant John - 1/3Knokstraat 618792 Waregem
BP
BPHaerinck Daniel & Steelandt Suzanne - VGHaerinck Nadine - BEKortrijkstraat 879790 Wortegem-Petegem
Lokale hoogtemeting met als referentievlak +10.00=dorpel poort nijverheidsgebouw (in rode kleur aangeduid).
9.95 9.71
-84.01-
BP
slag
boom
schaal: 1/500
-10.61-
800062500
BESTAAND ATELIER
betonverharding
betonverharding
BESTAANDE TOESTAND GEWENSTE TOESTAND
bouwplaatsWEST-VLAANDEREN8792 WAREGEMLEEMPUTSTRAAT 1085° afd. Kad. Sec B nr 431E en 432N
aanvragernv MGCLEEMPUTSTRAAT 758792 WAREGEM
PLANOLOGISCH ATTEST
INPLANTING
architectDe Meulemeester LucOoigemstraat 638792 Desselgemtel: 056/[email protected]
PLANNUMMER 1/1
DATUM 02/01/15
SCHAAL 1/500
DOSSIERNR. A14/18
de aanvrager
R C H I T E C Twww.lucdemeulemeester.be
DE MEULEMEESTER LUC
schaal: 1/500
7000
BESTAAND PROFIEL
9.8210.00 10.0010.00
9.769.95 9.769.76
9.97 gewenst hoogteniveau
Ragolle Grete Lepelboomstraat 18790 Waregem
-10.97- -11.11-
-21.85-
-31.46-
9.20
9.76
9.71
dak+17.02
perceelnr.431E
Vloerpas 10.00(idem bestaande atelier)Oppervlakte=1500m2Hoogte = 10 mFASE 1
9.87
10.00
9.37
10.00
9.90
10.00 9.99
10.00
9.90
9.91
9.78
-29.
99-
9.74
9.66
-24.54-
9.95
-25.73-
7500
profiel
2400
0
9.82
9.76
8500
poort
gravé
gravé
gravé
beto
nver
hard
ing
beto
nver
hard
ing
betonverharding
gravéverharding
8000
verg. 2007/264 v.25/10/07
FOTO’S VAN HET TERREIN EN ZIJN OMGEVING
Bestaande site vanaf de Leemputstraat
Zuidzijde bestaande site - Zicht richting Leemputstraat
Achterzijde bestaande site
Achterzijde bestaande site met zich naar de gewenste uitbreidingszone
Gedeelte uitbreidingszone (noordzijde site)
Interne organisatie
Bestaande site met uitbreidingszone (groen)
Site in de omgeving