plan-m.e.r.-screening · 2015. 8. 27. · om die reden slinkt de oppervlakte/arbeider en wordt...

49
PLAN-M.E.R.-SCREENING BIJ EEN AANVRAAG PLANOLOGISCH ATTEST VOOR : MGC SUBCONTRACTING, Leemputstraat 108, 8792 Waregem (Desselgem)

Upload: others

Post on 13-Mar-2021

1 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Page 1: PLAN-M.E.R.-SCREENING · 2015. 8. 27. · Om die reden slinkt de oppervlakte/arbeider en wordt interne circulatie in de productieloods moeilijker, waardoor processen kunnen worden

PLAN-M.E.R.-SCREENING

BIJ EEN AANVRAAG PLANOLOGISCH ATTEST

VOOR : MGC SUBCONTRACTING, Leemputstraat 108, 8792 Waregem (Desselgem)

Page 2: PLAN-M.E.R.-SCREENING · 2015. 8. 27. · Om die reden slinkt de oppervlakte/arbeider en wordt interne circulatie in de productieloods moeilijker, waardoor processen kunnen worden

Definitieve nota – 17.08.2015 Pagina 2 van 43

1. ADMINISTRATIEVE GEGEVENS

Voorliggende screeningsnota kadert in een aanvraag tot het bekomen van een planologisch

attest voor het bedrijf MGC SUBCONTRACTING bvba, met zetel te 8792 Waregem,

Leemputstraat 108, ondernemingsnummer BE 0415.808.415.

Zaakvoerder: de heer Wim Matthys

Het bedrijf wordt in het kader van deze procedure vertegenwoordigd door ABBR bvba (Francis

Charlier – Sofie Boeykens), met kantoor te 8860 Lendelede, Langemuntelaan 1, [email protected].

Page 3: PLAN-M.E.R.-SCREENING · 2015. 8. 27. · Om die reden slinkt de oppervlakte/arbeider en wordt interne circulatie in de productieloods moeilijker, waardoor processen kunnen worden

Definitieve nota – 17.08.2015 Pagina 3 van 43

2. SITUERING VAN DE AANVRAAG

2.1. Algemeen – bedrijfssituering

2.1.1. Historiek en huidige ontwikkeling

Het bedrijf MGC SUBCONTRACTING bvba is gevestigd aan de Leemputstraat 108 te Desselgem

en dit sinds 2009.

De firma betreft een metaalconstructiebedrijf gespecialiseerd in het produceren van walsen en

in het verspanen van staal en diverse andere materialen zoals aluminium, kunststoffen, brons,

RVS (Roestvrij Staal),... Tevens biedt het bedrijf alle voorkomende metaalbewerkingen aan (zoals

spiebanen steken, zagen, boren, kotteren, draad tappen,…). Het bedrijf voorziet ook in de

herstelling en bijstelling van eerder geproduceerd materiaal (walsen, astappen, passingen,…).

De firma heeft zich gevestigd in het voormalig bedrijfsgebouw gebruikt als tapijtweverij door ‘De

Witte Gebroedersweverij bvba’, tevens rechtsvoorganger van de huidige firma.

De afzetmarkt is enerzijds (50%) lokaal (inz. Groep Matthys) en anderzijds (50%) bovenlokaal

(België en internationaal), gezien het gespecialiseerd karakter van de verrichtingen.

Page 4: PLAN-M.E.R.-SCREENING · 2015. 8. 27. · Om die reden slinkt de oppervlakte/arbeider en wordt interne circulatie in de productieloods moeilijker, waardoor processen kunnen worden

Definitieve nota – 17.08.2015 Pagina 4 van 43

2.1.2. Recente determinerende feiten voor de verdere ontwikkeling

Het bedrijf zet in op duurzaam ruimtegebruik; de bestaande loods is gestructureerd ingedeeld

en ingericht zodanig dat gekomen wordt tot een geoptimaliseerd productieproces.

Door het aantrekken van de economische activiteit in de regio neemt de vraag naar

gespecialiseerde realisatie van enkelstuks en seriematige onderdelen voor productiesystemen

in belangrijke mate toe. Dit heeft geleid tot een omzetstijging sinds 2011 en tot een stijging van

het aantal werknemers (van 2 tot 10 arbeiders over een periode van 3 jaar) (zie verder), hetgeen

echter nog niet ruimtelijk werd vertaald.

Om die reden slinkt de oppervlakte/arbeider en wordt interne circulatie in de productieloods

moeilijker, waardoor processen kunnen worden gestremd.

Nu reeds moeten bestellingen worden geweigerd.

Op korte termijn wenst het bedrijf een nieuwe loods (ca. 1.500 m²) op te richten, aansluitend bij

het bestaande bedrijfsgebouw.

Er worden geen langetermijnontwikkelingen gepland.

Page 5: PLAN-M.E.R.-SCREENING · 2015. 8. 27. · Om die reden slinkt de oppervlakte/arbeider en wordt interne circulatie in de productieloods moeilijker, waardoor processen kunnen worden

Definitieve nota – 17.08.2015 Pagina 5 van 43

2.2. Ruimtelijke behoeften

2.2.1. Kortetermijnontwikkeling

Het bedrijf wenst ook in de toekomst de huidige activiteiten verder te zetten, met een blijvende

focus op de lokale afzetmarkt.

Door het aantrekken van de economische activiteit in de regio neemt de vraag naar

gespecialiseerde realisatie van enkelstuks en seriematige onderdelen voor productiesystemen

in belangrijke mate toe. Dit heeft geleid tot een omzetstijging sinds 2011 en tot een stijging van

het aantal werknemers (van 2 tot 10 arbeiders over een periode van 3 jaar) (zie verder), hetgeen

echter nog niet ruimtelijk werd vertaald.

Om die reden slinkt de oppervlakte/arbeider en wordt interne circulatie in de productieloods

moeilijker, waardoor processen kunnen worden gestremd.

Op korte termijn wenst het bedrijf een nieuwe loods (ca. 1.500 m²) op te richten, aansluitend bij

het bestaande bedrijfsgebouw.

Figuur 1: plan gewenste toestand korte termijn

2.2.2. Langetermijnontwikkeling

Er wordt niet voorzien in een langetermijnontwikkeling. Het bedrijf voorziet dat de gevraagde

uitbreiding op korte termijn kan voldoen aan de wensen en noden van het bedrijf voor minstens

het komende decennium.

Page 6: PLAN-M.E.R.-SCREENING · 2015. 8. 27. · Om die reden slinkt de oppervlakte/arbeider en wordt interne circulatie in de productieloods moeilijker, waardoor processen kunnen worden

Definitieve nota – 17.08.2015 Pagina 6 van 43

3. RUIMTELIJKE CONTEXT

3.1. Ligging

3.1.1. Macroniveau

De bedrijfssite is gelegen te Waregem, deelgemeente Desselgem, aan de Leemputstraat 108.

Foto 1: luchtfoto macroniveau(bron: Google Earth)

Page 7: PLAN-M.E.R.-SCREENING · 2015. 8. 27. · Om die reden slinkt de oppervlakte/arbeider en wordt interne circulatie in de productieloods moeilijker, waardoor processen kunnen worden

Definitieve nota – 17.08.2015 Pagina 7 van 43

3.1.2. Mesoniveau

Het bedrijf is gelegen in een agrarisch gebied dat echter gekenmerkt wordt door diverse

bedrijfsclusters. Binnen een straal van 1 km liggen diverse bedrijfszetels.

Figuur 2: bedrijven in straal van 1km (bron: Geopunt)

Het agrarisch karakter is nog aanwezig maar het gebied is tevens gekenmerkt door diverse

woonlinten en woonclusters, zodanig dat eerder gewag kan worden gemaakt van een

heterogene mix van woningen en grootschalige en kleinschalige economische activiteiten

verweven met landbouwactiviteiten.

Foto 2: luchtfoto mesoniveau (bron: Google Earth)

Het bedrijf presenteert zich visueel aan de omgeving dan ook als een ‘landbouwloods’.

Page 8: PLAN-M.E.R.-SCREENING · 2015. 8. 27. · Om die reden slinkt de oppervlakte/arbeider en wordt interne circulatie in de productieloods moeilijker, waardoor processen kunnen worden

Definitieve nota – 17.08.2015 Pagina 8 van 43

3.1.3. Plangebied

Foto 3: luchtfoto plangebied (bron: Google Earth)

Het plangebied omvat het perceel DESSELGEM – 5e AFD – Sectie B – Nrs. 431E en 432N en kent

een oppervlakte van 0,73 ha.

Figuur 3: plangebied – kadastrale percelen

Het plangebied (rode contour)) omvat het bestaande bedrijfsgebouw (rode vlak) en de

gewenste uitbreiding (stippellijn contour).

Het bestaande gebouw werd opgericht in 2007, nadat het voormalige gebouw (gekend als

industriegebouw met kantoren voor Weverij Gebroeders De Witte) door brand werd geteisterd

en nagenoeg volledig onbruikbaar was geworden.

Page 9: PLAN-M.E.R.-SCREENING · 2015. 8. 27. · Om die reden slinkt de oppervlakte/arbeider en wordt interne circulatie in de productieloods moeilijker, waardoor processen kunnen worden

Definitieve nota – 17.08.2015 Pagina 9 van 43

3.2. Bestemmingsplannen

3.2.1. Gewestplan

Het plangebied is volgens het gewestplan Kortrijk (KB 4 november 1977) gelegen in agrarisch

gebied.

Figuur 4: gewestplan Kortrijk

3.2.2. Geen nadere ordening

Het plangebied is voor het overige niet opgenomen in een APA, een BPA of een RUP. In het

plangebied zijn geen verkavelingsvergunningen afgeleverd.

Page 10: PLAN-M.E.R.-SCREENING · 2015. 8. 27. · Om die reden slinkt de oppervlakte/arbeider en wordt interne circulatie in de productieloods moeilijker, waardoor processen kunnen worden

Definitieve nota – 17.08.2015 Pagina 10 van 43

3.3. Structuurplanning

3.3.1. Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV)

Basisprincipes RSV

Er wordt ervoor geopteerd om de bestaande ruimtelijke structuur van Vlaanderen als basis te

nemen voor de ruimtelijke ontwikkeling. De aanwezige dynamiek wordt positief aangewend

zodat er voor Vlaanderen sociale, economische en ruimtelijke meerwaarden ontstaan en dat

de negatieve tendensen inzake ruimtegebruik worden omgebogen. Dat wordt nagestreefd

door middel van het principe van de gedeconcentreerde bundeling.

Ontwikkelingsperspectieven

Bij de beoordeling van de ontwikkelings- en uitbreidingsmogelijkheden van bestaande

bedrijven buiten de bedrijventerreinen worden in het RSV een aantal algemene principes

geformuleerd (RSV, p.453-456):

- Een maximale verweving van economische activiteiten met de activiteiten in haar

(bebouwde of onbebouwde) omgeving wordt nagestreefd; goed nabuurschap moet

het uitgangspunt vormen; goed nabuurschap is afhankelijk van het ruimtelijk functioneren

van het gebied, de gewenste ruimtelijke ontwikkeling van het gebied en van de aard en

het karakter van het bedrijf en de bedrijfsactiviteit;

- Alle mogelijkheden en voorzieningen (op milieuhygiënisch vlak, qua

mobiliteitsproblematiek,…) voor ontwikkeling op de bestaande locatie worden uitputtend

aangewend;

- De ruimtelijke implicaties bij een herlocalisatie (bijkomende infrastructuur voor nieuwe

lokale en regionale bedrijventerreinen, bijkomend ruimtegebruik, versnipperen van

onbebouwde ruimte, vermindering van de ontwikkelingsmogelijkheden voor natuur,…)

worden afgewogen tegenover de ruimtelijke implicaties van de ontwikkeling op de

bestaande locatie;

- De ruimtelijke draagkracht van de omgeving mag niet worden overschreden; historisch

gegroeide situaties zijn mede bepalend voor de draagkracht;

- Er wordt ten aanzien van de ontwikkeling van de economische activiteit een maximale

beleidszekerheid en beleidscontinuïteit nagestreefd zowel in ruimte als in de tijd; de

verwachte ontwikkeling en uitbreiding van het bedrijf moet goed ingeschat worden

evenals bedrijfseconomische implicaties (efficiënte organisatie van de bedrijfsgebouwen,

verbeterde ontsluiting,…).

3.3.2. Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan West-Vlaanderen (PRS-WV)

Het PRS-WV stelt dat de bedrijven buiten de bedrijventerreinen geëvalueerd en geoptimaliseerd

dienen te worden. In het PRS-WV werden een aantal criteria uitgewerkt die bepalend

zijn voor de evaluatie van de ontwikkelingsmogelijkheden van de bestaande bedrijven

(specifiek beleidskader PRS-WV, p. 247-249).

Bestaande bedrijven kunnen buiten bedrijventerreinen verweven zijn met andere functies

als de impact op de omgeving beperkt blijkt. Deze impact laat zich voelen op vier domeinen:

Page 11: PLAN-M.E.R.-SCREENING · 2015. 8. 27. · Om die reden slinkt de oppervlakte/arbeider en wordt interne circulatie in de productieloods moeilijker, waardoor processen kunnen worden

Definitieve nota – 17.08.2015 Pagina 11 van 43

de ruimtelijke impact: ruimtebeslag, schaal van het bedrijf ten opzichte van de omgeving,

situering en voorkomen in het landschap, situering ten opzichte van beschermde

monumenten/landschappen/dorpsgezichten, bakens en historiek van het ruimtegebruik;

de milieu-impact: milieuhinder en openbare nutsvoorzieningen;

de verkeersimpact: verkeershinder, bereikbaarheid, clustergebonden karakter, afzetmarkt

en ontsluiting door openbaar vervoer;

de sociaal-economische criteria: investeringen, productieproces, bereikbaarheid

gebouwen en tewerkstelling.

Wanneer een bedrijf globaal positief beoordeeld wordt, kan tot een verdere ontwikkeling ter

plaatse besloten worden.

3.3.3. Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan (GRS) Waregem

De ontwikkelingsmogelijkheden voor zonevreemde bedrijven worden gebiedsgericht

aangegeven. Basishouding is dat zonevreemde bedrijven in het buitengebied kunnen blijven

bestaan. Nieuwe zonevreemde bedrijven zijn niet mogelijk.

Criteria die hierbij gehanteerd worden zijn:

bereikbaarheid;

ligging ten opzichte van bestaande bebouwing;

ligging ten opzichte van landschappelijk of ecologisch waardevolle gebieden;

kostprijs voor herlocalisatie. (GRS, richtinggevend deel, p. 223)

Een en ander wordt concreet ingevuld onder rubriek 7.3.5.

Page 12: PLAN-M.E.R.-SCREENING · 2015. 8. 27. · Om die reden slinkt de oppervlakte/arbeider en wordt interne circulatie in de productieloods moeilijker, waardoor processen kunnen worden

Definitieve nota – 17.08.2015 Pagina 12 van 43

4. PLAN-M.E.R.-SCREENING

4.1. Kaartmateriaal - bespreking

4.1.1. Mobiliteit

Het plangebied is gelegen aan de Leemputstraat nr. 108 en wordt ook via deze weg ontsloten.

De Leemputstraat is een lokale wegenis, uitgerust met betonverharding en zachte bermen langs

de beide zijden van de rijbaan.

Foto 4: beeld Leemputstraat ter hoogte van de site

Foto 5: beeld Waregemstraat-Deerlijkseweg

Page 13: PLAN-M.E.R.-SCREENING · 2015. 8. 27. · Om die reden slinkt de oppervlakte/arbeider en wordt interne circulatie in de productieloods moeilijker, waardoor processen kunnen worden

Definitieve nota – 17.08.2015 Pagina 13 van 43

De ontsluiting van het plangebied wordt geregeld via de Leemputstraat, die toeleiding geeft

tot:

- De N43, via de Waregemstraat

- De E17, via de Breestraat.

Figuur 5: stratenatlas (bron: Geopunt)

Op die wijze vermijdt de ontsluiting elke druk op de kernen van Desselgem en Nieuwenhove.

Page 14: PLAN-M.E.R.-SCREENING · 2015. 8. 27. · Om die reden slinkt de oppervlakte/arbeider en wordt interne circulatie in de productieloods moeilijker, waardoor processen kunnen worden

Definitieve nota – 17.08.2015 Pagina 14 van 43

4.1.2. Atlas der buurtwegen

De Atlas der Buurtwegen geeft aan dat in het plangebied geen buurt- of voetwegen gelegen

zijn.

Figuur 6: atlas der buurtwegen

Page 15: PLAN-M.E.R.-SCREENING · 2015. 8. 27. · Om die reden slinkt de oppervlakte/arbeider en wordt interne circulatie in de productieloods moeilijker, waardoor processen kunnen worden

Definitieve nota – 17.08.2015 Pagina 15 van 43

4.1.3. Waterlopen

Het plangebied is niet gelegen nabij een geklasseerde waterloop, evenmin wordt het

plangebied door een waterloop doorsneden of omzoomd.

Figuur 7: VHA-waterloopsegmenten volgens categorie

Page 16: PLAN-M.E.R.-SCREENING · 2015. 8. 27. · Om die reden slinkt de oppervlakte/arbeider en wordt interne circulatie in de productieloods moeilijker, waardoor processen kunnen worden

Definitieve nota – 17.08.2015 Pagina 16 van 43

4.1.4. Habitat- of Vogelrichtlijngebied (Natura 2000)

Het plangebied is niet opgenomen in NATURA 2000 en sluit niet aan bij een Habitat- of

Vogelrichtlijngebied, binnen een straal van 4 km.

Figuur 8: kaart SBZ

Page 17: PLAN-M.E.R.-SCREENING · 2015. 8. 27. · Om die reden slinkt de oppervlakte/arbeider en wordt interne circulatie in de productieloods moeilijker, waardoor processen kunnen worden

Definitieve nota – 17.08.2015 Pagina 17 van 43

4.1.5. Ven- en Ivongebieden

Het plangebied is niet gelegen in een VEN- of IVON-gebied en bevindt zich ook niet in de nabije

omgeving van dergelijk gebied.

De dichts bij gelegen VEN-gebieden kunnen geduid worden als volgt:

ca. 4 km ten noorden van het plangebied is het GEN-gebied ‘West-Vlaamse Leievallei’

gelegen

ca. 4,6 km ten oosten van het plangebied is het GEN-gebied ‘De Spitaalsbossen’

gelegen

ca. 1,6 km ten zuidoosten van het plangebied is het GEN-gebied ‘De Vallei van de

Kasselrijbeek’ gelegen

ca. 3,5 km ten westen van het plangebied is het natuurverwevingsgebied ‘West-

Vlaamse Leievallei’ gelegen

Figuur 9: kaart VEN/IVON-gebieden

Page 18: PLAN-M.E.R.-SCREENING · 2015. 8. 27. · Om die reden slinkt de oppervlakte/arbeider en wordt interne circulatie in de productieloods moeilijker, waardoor processen kunnen worden

Definitieve nota – 17.08.2015 Pagina 18 van 43

4.1.6. Natuurgebied – Bosgebied – Andere groenbestemmingen

Het plangebied is volgens het gewestplan niet gelegen in een groen gebied sensu lato en

bevindt zich ook niet in de nabije omgeving van dergelijk gebied. De meest nabij gelegen

natuurgebieden situeren zich op 1 à 2 km van het plangebied.

Figuur 10: kaart gewestplan – groen gebieden

Page 19: PLAN-M.E.R.-SCREENING · 2015. 8. 27. · Om die reden slinkt de oppervlakte/arbeider en wordt interne circulatie in de productieloods moeilijker, waardoor processen kunnen worden

Definitieve nota – 17.08.2015 Pagina 19 van 43

4.1.7. Erfgoed

In het plangebied of in de onmiddellijke omgeving van het plangebied zijn geen beschermde

monumenten, landschappen en/of dorpsgezichten gelegen.

Wel is er sprake van bouwkundig erfgoed in de nabije omgeving van het plangebied.

Op ca. 170m ten zuidoosten van het plangebied, aan de Harelbekestraat 60 is een VIOE-

geïnventariseerde ‘Hoeve’ (ID 207316) gelegen.

Op ca. 225m ten westen van het plangebied, aan de Knokstraat 37 is een VIOE-

geïnventariseerde ‘Hoeve met losse bestanddelen’ (ID 208525) gelegen.

Figuur 11: kaart erfgoed – Geoportaal Onroerend Erfgoed

Met deze VIEO-goederen zijn geen rechtstreekse zichtrelaties. De beleving van het bouwkundig

erfgoed kan door een ontwikkeling van het plangebied echter niet kennelijk in het gedrang

worden gebracht.

Page 20: PLAN-M.E.R.-SCREENING · 2015. 8. 27. · Om die reden slinkt de oppervlakte/arbeider en wordt interne circulatie in de productieloods moeilijker, waardoor processen kunnen worden

Definitieve nota – 17.08.2015 Pagina 20 van 43

4.1.8. Waterwingebied – Bijhorende beschermingszone type i en ii

Het plangebied is niet gelegen in een waterwingebied of een beschermingszone type I of type

II.

Figuur 12: kaart grondwaterwinning en beschermingsgebieden

4.1.9. Water

Het plangebied is volgens de kaart van de overstromingsgevoelige gebieden 2014 niet gelegen

in mogelijk of effectief overstromingsgevoelig gebied.

Figuur 13: watertoetskaart 2014

Page 21: PLAN-M.E.R.-SCREENING · 2015. 8. 27. · Om die reden slinkt de oppervlakte/arbeider en wordt interne circulatie in de productieloods moeilijker, waardoor processen kunnen worden

Definitieve nota – 17.08.2015 Pagina 21 van 43

Het terrein is niet gelegen in een NOG- of ROG-gebied.

Figuur 14: kaart NOG- of ROG-gebieden

Het plangebied is niet erosiegevoelig. (groene spots: erosiegevoelige plaatsen).

Figuur 15: kaart erosiegevoelige gebieden

Page 22: PLAN-M.E.R.-SCREENING · 2015. 8. 27. · Om die reden slinkt de oppervlakte/arbeider en wordt interne circulatie in de productieloods moeilijker, waardoor processen kunnen worden

Definitieve nota – 17.08.2015 Pagina 22 van 43

Het plangebied is volgens de watertoetskaart-grondwaterstromingsgevoelige gebieden

gelegen in een zone aangeduid als ‘matig’.

Figuur 16: kaart grondwaterstromingsgevoelige gebieden

Het gehele terrein is infiltratiegevoelig (donkere kleur). Dat betekent dat hemelwater makkelijk

kan infiltreren.

Figuur 17: kaart infiltratiegevoelige gebieden

Page 23: PLAN-M.E.R.-SCREENING · 2015. 8. 27. · Om die reden slinkt de oppervlakte/arbeider en wordt interne circulatie in de productieloods moeilijker, waardoor processen kunnen worden

Definitieve nota – 17.08.2015 Pagina 23 van 43

4.1.10. Biologische waarderingskaart

Het plangebied is deels bebouwd en deels braakliggend. In het plangebied komen conform

de Biologische Waarderingskaart vandaag geen biologische waardevolle vegetaties voor.

Figuur 18: biologische waarderingskaart – versie 2

4.1.11. Emissies

In het plangebied zijn geen belangrijke waarden op het vlak van fijn stof (PM10) en

stikstofdioxide (NO2) vastgesteld. Het plangebied is gelegen in een gebied aangemerkt als

“gewoon”.

Figuur 19: kaart luchtkwaliteit – VMM geoloket ‘lucht’

Page 24: PLAN-M.E.R.-SCREENING · 2015. 8. 27. · Om die reden slinkt de oppervlakte/arbeider en wordt interne circulatie in de productieloods moeilijker, waardoor processen kunnen worden

Definitieve nota – 17.08.2015 Pagina 24 van 43

4.1.12. Seveso-inrichtingen

Het plangebied is niet gelegen in de onmiddellijke of ruimere nabijheid van een Seveso-

inrichting. De meest nabij gelegen Seveso-inrichtingen zijn:

Unilin Systems (lagedrempelinrichting), gelegen ca. 1,6 km ten noorden van het

plangebied

Matco (lagedrempelinrichting), gelegen op ca. 1,4 km ten zuiden van het plangebied

Brenntag (hogedrempelinrichting), gelegen op ca. 1,6 km ten zuiden van het

plangebied

Figuur 20: kaart Seveso-inrichtingen

Hogedrempelinrichtingen zijn inrichtingen waar gevaarlijke stoffen aanwezig zijn in

hoeveelheden die gelijk zijn aan of groter zijn dan de hoge drempelwaarde.

Lagedrempelinrichtingen zijn inrichtingen waar gevaarlijke stoffen aanwezig zijn in

hoeveelheden die gelijk zijn aan of groter zijn dan de lage drempelwaarde maar kleiner dan

hoge drempelwaarde.

4.1.13. Ligging ten opzichte van gewest- en/of landgrenzen

Het plangebied grenst niet aan gewest- of landsgrenzen. Het plangebied ligt op ca. 20 km van

de Franse grens, ca. 40 km van de Nederlandse grens, ca. 15 km van de grens met het Waals

gewest en ca. 60 km van de grens met het Brussels hoofdstedelijk gewest.

Gezien de afstand, de beperkte grootte en omvang van het programma worden er geen

grensoverschrijdende effecten verwacht.

Page 25: PLAN-M.E.R.-SCREENING · 2015. 8. 27. · Om die reden slinkt de oppervlakte/arbeider en wordt interne circulatie in de productieloods moeilijker, waardoor processen kunnen worden

Definitieve nota – 17.08.2015 Pagina 25 van 43

4.2. Screening

4.2.1. Plan-m.e.r.-plicht - screeningsgerechtigdheid

Algemeen – plan.m.e.r.-plicht

Het uitvoeringsbesluit planologisch attest stelt dat ook documenten moeten worden

toegevoegd “waaruit blijkt dat voldaan is aan de verplichtingen inzake

milieueffectrapportage”. In de praktijk is dit relevant indien met de aanvraag een zogenaamde

korte-termijnvergunning wordt beoogd. Het attest kan dan immers de basis vormen voor een

stedenbouwkundige vergunning en milieuvergunning, en komt daarmee binnen de

toepassingssfeer van de wetgeving en reglementering over milieueffectrapportage.

Door de Dienst Mer wordt aangenomen dat een aanvraag met het oog op het bekomen van

een planologisch attest een “plan of programma dat het kader vormt voor de toekenning van

een vergunning voor een project”, zoals bedoeld in artikel 4.2.1 DABM, en in die zin ressorteert

onder de toepassing van de mogelijke plan-MER-plicht.

Het PA vormt niet het kader voor de toekenning van een vergunning voor een project

opgesomd in de bijlage I, II of III van het project-m.e.r.-besluit van 10 december 20041 en is dus

screeningsgerechtigd.

Zulke aanvraag moet aldus vergezeld zijn van een der onderstaande beslissingen:

de screeningsbeslissing van de dienst Mer waaruit blijkt dat geen MER vereist is (artikel

4.2.6, §2 DABM )

een ontheffingsbeslissing van de dienst Mer (artikel 4.2.3, §3quater DABM)

een door de dienst Mer goedgekeurd plan-MER.

Adviserende instanties – verzoek tot raadpleging – ontvangen adviezen

Het ontwerp van plan-m.e.r.-screening wordt overgemaakt aan de Dienst Mer met vraag tot

aanduiding van de adviserende instanties. Volgende adviserende instanties werden

aangeduid:

Provinciebestuur West-Vlaanderen – dienst Ruimtelijke Planning

Gemeentebestuur Waregem

Departement Landbouw en Visserij – afdeling duurzame landbouwontwikkeling

Ruimte Vlaanderen – APL – West-Vlaanderen

Onroerend Erfgoed West-Vlaanderen

Departement LNE – afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid - dienst VR

Het ontwerp van de screeningsnota werd aan de aangeduide adviserende instanties

overgemaakt bij aangetekende zending dd. 22.06.2015. Gezien niet alle adviezen werden

1 Het project valt niet onder de rubriek 10b) (stadsontwikkeling) en evenmin onder de rubriek 4 (productie

en verwerking van metalen) van bijlage III. Er wordt immers enkel voorzien in de productie van machines

voor behandeling van metalen, doch niet in de behandeling van de metalen volgens ingedeelde rubriek

4.

Page 26: PLAN-M.E.R.-SCREENING · 2015. 8. 27. · Om die reden slinkt de oppervlakte/arbeider en wordt interne circulatie in de productieloods moeilijker, waardoor processen kunnen worden

Definitieve nota – 17.08.2015 Pagina 26 van 43

ontvangen binnen de voorziene termijn van 30 dagen, werd een rappel gezonden op

21.07.2015 (zie bijlage).

Volgende adviezen werden ontvangen:

Advies dd. 16.07.2015 van het Provinciebestuur West-Vlaanderen – Dienst Ruimtelijke

Planning waarin wordt gesteld:

Advies dd. 25.06.2015 van het Gemeentebestuur Waregem waarin wordt gesteld dat er

geen opmerkingen zijn.

Advies dd. 16.07.2015 van het Departement Landbouw en Visserij - Afdeling Duurzame

Landbouwontwikkeling waarin wordt gesteld:

Vanwege Ruimte Vlaanderen – APL – West-Vlaanderen werd geen advies ontvangen.

Advies dd. 06.07.2015 van Onroerend Erfgoed – West-Vlaanderen waarin wordt gesteld

dat er geen opmerkingen zijn.

Advies dd. 06.07.2015 van het Departement LNE – Afdeling Milieu-, Natuur- en

Energiebeleid – Dienst VR waarin wordt gesteld:

Page 27: PLAN-M.E.R.-SCREENING · 2015. 8. 27. · Om die reden slinkt de oppervlakte/arbeider en wordt interne circulatie in de productieloods moeilijker, waardoor processen kunnen worden

Definitieve nota – 17.08.2015 Pagina 27 van 43

Aanpassing ontwerp van screeningsnota na kennisname adviezen

Het ontwerp van screeningsnota werd ingevolge het advies vanwege de provincie

West-Vlaanderen aangevuld op volgende punten:

o Opmerking 1: verdere verduidelijking van de afweging omtrent herlocalisatie-

mogelijkheden, rekening houdende met de recente ruimte-monitoring en de

bestaande (leegstaande) sites in de omgeving.

Aanpassing/aanvulling/antwoord: de rubriek 4.2.3 wordt in die zin verder

aangevuld

Het ontwerp van screeningsnota diende ingevolge het advies vanwege het

Gemeentebestuur Waregem niet aangepast of aangevuld te worden.

Het ontwerp van screeningsnota diende ingevolge het advies vanwege het

Departement Landbouw en Visserij - Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling niet

aangepast of aangevuld te worden. De opmerkingen hebben enkel betrekking op de

verantwoording van de inname van het HAG in het kader van de aanvraag

planologisch attest, en zullen ook in dat document worden verwerkt.

Het ontwerp van screeningsnota diende bij gebrek aan advies vanwege Ruimte

Vlaanderen – APL West-Vlaanderen niet aangepast/aangevuld te worden.

Het ontwerp van screeningsnota diende ingevolge het advies vanwege Onroerend

Erfgoed – West-Vlaanderen niet aangepast of aangevuld te worden.

Het ontwerp van screeningsnota diende ingevolge het advies vanwege Departement

LNE – Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid – Dienst VR niet aangepast of aangevuld

te worden.

Definitieve screeningsnota

De definitieve plan-m.e.r.-screening geeft gevolg aan de geformuleerde adviezen, nadat de

screening conform de voorgeschreven procedure werd voorgelegd aan de aangeduide

adviserende instanties en vervolgens – na verwerking van de adviezen - ter goedkeuring wordt

voorgelegd aan de Dienst Mer.

De goedgekeurde screening is bedoeld om gevoegd te worden bij de aanvraag planologisch

attest.

Page 28: PLAN-M.E.R.-SCREENING · 2015. 8. 27. · Om die reden slinkt de oppervlakte/arbeider en wordt interne circulatie in de productieloods moeilijker, waardoor processen kunnen worden

Definitieve nota – 17.08.2015 Pagina 28 van 43

4.2.2. Geen nood aan passende beoordeling of natuurtoets

Volledigheidshalve wordt aangegeven dat uit het kaartmateriaal (rubriek 4.1) blijkt dat:

in het plangebied, alsook in de ruime omgeving ervan (straal van 4 km) geen Vogel- of

Habitatrichtlijngebied aanwezig is

de aard van de activiteiten op geen enkele wijze invloed heeft op een Speciale

Beschermingszone zodat een passende beoordeling niet relevant is

er geen VEN-gebied aanwezig in het plangebied of in de impacteerbare omgeving

ervan (dichtstbijzijnde VEN-gebied: ca. 1,6 km ten zuidoosten van het plangebied is het

GEN-gebied ‘De Vallei van de Kasselrijbeek’ gelegen), zodat ook een (verscherpte)

natuurtoets niet relevant is.

Bijgevolg dient niet te worden overgegaan tot opmaak van een passende beoordeling of

natuurtoets.

Page 29: PLAN-M.E.R.-SCREENING · 2015. 8. 27. · Om die reden slinkt de oppervlakte/arbeider en wordt interne circulatie in de productieloods moeilijker, waardoor processen kunnen worden

Definitieve nota – 17.08.2015 Pagina 29 van 43

4.2.3. Alternatieven

Het planologisch attest is het gevolg van de keuzes en visie van de aanvrager, in

overeenstemming met de structuurplanning en de specifieke mogelijkheden en behoeften van

het bedrijf. Omtrent de mogelijke alternatieven kan worden gesteld hetgeen volgt.

Alternatieven op de site

Ruimtelijk zijn de mogelijke inplantingsalternatieven beperkt, gelet op volgende ruimtelijke

parameters:

De wens om te komen tot een zo gering mogelijke impact, door het aantakken van de

nieuwe beperktere loods bij de bestaande loods

De begrenzing van de bebouwing aan de Leemputstraat; de grenslijn van deze bebouwing

wordt gevolgd om geen bijkomende insnijding in het landschap te veroorzaken.

Met andere woorden:

Een inplanting naar het zuiden toe zou ertoe leiden dat nieuw agrarisch gebied

aangesneden wordt, zonder de visuele ‘buffering’ van de bebouwing langs de

Leemputstraat

Een inplanting naar het westen toe zou een te diepe insnijding van agrarisch gebied

veroorzaken, waardoor een onwenselijk langgerekte bedrijfssite tot stand zou komen.

Enkel de voorgestelde inplanting zorgt voor een afdoende compacte bedrijfscluster die in se

qua visueel voorkomen niet belangrijk afwijkt van de gebruikelijke loodsbouw in agrarisch

gebied.

Enkel het plangebied komt in aanmerking om de gesitueerde ruimtelijke noden op te vangen.

Het plangebied zal worden afgewerkt met een volwaardige groenbuffer met het oog op een

maximale landschappelijke integratie.

Alternatieven op andere locatie – keuze voor bestaande locatie – aanbod volgens GRS

Een herlocalisatie van het bedrijf binnen een redelijke afstand is niet mogelijk. Er zijn geen sites

gevonden die voldoen aan de vereiste criteria (kavels van minstens 7500 m², belangrijk

loodsvolume mogelijk).

P. 80 van het GRS stelt dat de bestaande regionale bedrijventerreinen die door de overheid

werden gerealiseerd volzet waren op het ogenblik van de opmaak van het GRS.

Volgende bestaande sites in het afzetgebied zijn onderzocht.

Waregem Transvaal

Gericht op kleinschalige kmo (bedrijfsverzamelgebouwen en kleinere kavels).

Waregem Groenbek

Nog in realisatie. Gemiddeld kleinere kavels. Reeds erg belangrijke wachtlijst geïnteresseerden

en reeds meerdere verkopen op plan gerealiseerd.

Page 30: PLAN-M.E.R.-SCREENING · 2015. 8. 27. · Om die reden slinkt de oppervlakte/arbeider en wordt interne circulatie in de productieloods moeilijker, waardoor processen kunnen worden

Definitieve nota – 17.08.2015 Pagina 30 van 43

Wielsbeke Lobeek

Gericht op kleinschalige kmo gelieerd aan handel, met kleinschalige kavels.

Oostrozebeke Gouden Appel

Gericht op kleinschalige kmo. Maximum 5.000 m² kaveloppervlakte.

Alternatieven op andere locatie – keuze voor bestaande locatie – aanbod volgens

Ruimtemonitor POM West-Vlaanderen

De Provincie West-Vlaanderen vraag in het kader van haar advies dd. 16.07.2015 een

bijkomende verantwoording omtrent de herlocalisatiemogelijkheden in de omgeving en stelt

als volgt:

“Het bedrijf heeft nood aan een oppervlakte van ongeveer 7500m², m.a.w. het wil

groeien tot een regionaal bedrijf. Bij het onderzoek naar alternatieven wordt enkel

verwezen naar het aanbod in nieuwe lokale bedrijventerreinen. Daarnaast wordt ook

verwezen naar het GRS, waarbij vermeld wordt dat er bij de opmaak ervan geen

aanbod was. Sedert enkele jaren wordt de evolutie in het aanbod aan

bedrijventerreinen jaarlijks geëvalueerd in de ruimtemonitor (POM/Provincie). Uit deze

monitor blijkt dat er, in de buurt van het bedrijf, meerdere sites met de gevraagde

minimumgrootte aanwezig zijn. Het gaat over zowel bouwrijpe als niet-bouwrijpe

percelen als over leegstand. Deze afweging ontbreekt in de screening.

Wat betreft het voorliggende verzoek tot raadpleging kan de deputatie melding maken

van volgende bijkomende gegevens die onvoldoende aan bod komen in de

screeningsnota:

Een adequate afweging m.b.t. herlocalisatiemogelijkheden op basis van het effectieve

aanbod.”

Page 31: PLAN-M.E.R.-SCREENING · 2015. 8. 27. · Om die reden slinkt de oppervlakte/arbeider en wordt interne circulatie in de productieloods moeilijker, waardoor processen kunnen worden

Definitieve nota – 17.08.2015 Pagina 31 van 43

Page 32: PLAN-M.E.R.-SCREENING · 2015. 8. 27. · Om die reden slinkt de oppervlakte/arbeider en wordt interne circulatie in de productieloods moeilijker, waardoor processen kunnen worden

Definitieve nota – 17.08.2015 Pagina 32 van 43

Ingevolge voormelde bemerking is aan de hand van de Ruimtemonitor van de POM West-

Vlaanderen een overzicht gemaakt van het beschikbaar aanbod bedrijfspercelen (1/1/2014).

Het aanbod is geconfronteerd met de gewenste en nodige parameters:

- Een oppervlakte tussen 0,75 en 1 ha

- Een bouwrijp of leegstaand bedrijf.

Nummer

ruimtemonitor

POM WVL –

‘Waregem’

Type

(regionaal = R;

lokaal = L;

gemengd =

G)

Beschikbaarheid (niet

bouwrijp = NB;

bouwrijp = B;

leegstaand = L)

Oppervlakte

(m²)

Toepassing

cumulatieve

parameters

- B of L

- > = 7.5000 m²

& < 1 ha)

88 R NB 2997 Niet OK

89 R NB 12728 Niet OK

90 R NB 10009 Niet OK

91 R NB 15044 Niet OK

92 R NB 24517 Niet OK

93 R NB 7259 Niet OK

94 R NB 18798 Niet OK

95 R B 9607 OK

96 R NB 6209 Niet OK

97 R NB 8398 Niet OK

191 L NB 149696 Niet OK

246 R NB 108768 Niet OK

249 R B 8904 OK

254 R NB 19770 Niet OK

257 R L 32027 Niet OK

423 R B 17475 Niet OK

439 L L 2773 Niet OK

440 L L 7402 +/- OK

441 R L 8214 OK

442 R L 10258 +/- OK

443 R L 7373 +/- OK

444 R L 18016 Niet OK

502 R L 18062 Niet OK

503 G L 22009 Niet OK

Page 33: PLAN-M.E.R.-SCREENING · 2015. 8. 27. · Om die reden slinkt de oppervlakte/arbeider en wordt interne circulatie in de productieloods moeilijker, waardoor processen kunnen worden

Definitieve nota – 17.08.2015 Pagina 33 van 43

Omtrent de op grond van de Ruimtemonitor weerhouden bedrijfspercelen kan het volgende

worden gesteld:

- Nummers 95 en 440 zijn gelegen tussen Grote Heerweg en Kleine Heerweg, aan de

Hekkeniersstraat. Het gaat om de site Vanmarcke/Desmet waarvoor een

reconversietraject is opgestart. De stad heeft een ontwerper aangesteld voor een nieuw

stedelijk RUP dat focust op een residentiële ontwikkeling en een ontwikkelaar heeft voor

de site een Brownfieldaanvraag ingeleid.

- Nummer 249 aan de Anzegemseweg is bebouwd met een exploitatiewoning .

- Nummer 441 behoort tot de site Transvaal (zie supra) die recent werd bebouwd via de

WVI. De site omvat thans 2 bedrijfsverzamelgebouwen, 9 casco modules met

nutsvoorzieningen (374 m² tot 620 m² groot).

- Nummer 442 bestaat in de feiten uit twee kleine bedrijfssites (0,6 ha en 0,4 ha) die

gescheiden worden door de Sprietestraat en de Oude Kassei en die afzonderlijk niet aan

de noodzakelijke oppervlakte beantwoorden. De site van 0,6 ha is volgens het

gewestplan gelegen in agrarisch gebied; de site van 0,4 ha is volgens het gewestplan

gelegen in woongebied. Voor het gebied geldt blijkens GISWEST geen RUP, BPA of APA.

- Nummer 443 maakt samen met het achtergelegen nummer 502 één integraal geheel

uit (site Vrobeton – faillissement) – samen 3 ha.

Op grond van deze feitelijke gegevens kan gesteld worden dat de op grond van de

Ruimtemonitor weerhouden bedrijfspercelen niet in aanmerking komen voor de vestiging van

het bedrijf (en de beperkte uitbreiding ervan).

Page 34: PLAN-M.E.R.-SCREENING · 2015. 8. 27. · Om die reden slinkt de oppervlakte/arbeider en wordt interne circulatie in de productieloods moeilijker, waardoor processen kunnen worden

Definitieve nota – 17.08.2015 Pagina 34 van 43

4.2.4. Referentiesituatie

De actuele toestand van het plangebied, zowel juridisch als feitelijk is nader toegelicht in de

rubrieken 3.1.3, 3.2 en 4.1.

Samengevat kan de referentiesituatie worden samengevat als volgt.

Feitelijke situatie

het plangebied is gelegen aan de Leemputstraat, zijnde een lokale wegenis in

betonverharding, en kent een oppervlakte van 0,73 ha en omvat een bestaand en vergund

bedrijfsgebouw (meest stedenbouwkundige vergunning 2007 – heroprichting na brand)

het deel van het plangebied waarop de uitbreiding wordt voorzien is thans braakliggend,

en kent geen bijzondere of waardevolle vegetatie

het plangebied is niet gelegen in of in de nabije omgeving van een VEN- of IVON-gebied

of een speciale beschermingszone

in of in de nabije omgeving van het plangebied is geen beschermd erfgoed gelegen, in de

ruimere omgeving is wel bouwkundig erfgoed gelegen (doch hiermee bestaat geen

rechtstreekse zichtrelatie)

Juridische situatie

het bestaande bedrijfsgebouw is behoorlijk vergund, de meest recente

stedenbouwkundige vergunning dateert van 25.10.2007 en heeft betrekking op de herbouw

van het bedrijfsgebouw na brand (vergunningen 1977 – 1979 – 1981)

het bedrijf beschikt over een milieuvergunning klasse 2 voor 20 jaar (laatste vergunning

afgeleverd op 26.09.2013)

het plangebied is volgens het gewestplan Kortrijk (KB 4 november 1977) gelegen in agrarisch

gebied

het plangebied is voor het overige niet nader geordend door een APA, een BPA, een RUP

of een verkavelingsvergunning

in het plangebied zijn geen buurt- of voetwegen of geklasseerde waterlopen gelegen

het plangebied is volgens de kaart van de overstromingsgevoelige gebieden niet gelegen

in mogelijk of effectief overstromingsgevoelig gebied; het plangebied is wel gelegen in

infiltratiegevoelig gebied, doch niet-erosiegevoelig gebied

Page 35: PLAN-M.E.R.-SCREENING · 2015. 8. 27. · Om die reden slinkt de oppervlakte/arbeider en wordt interne circulatie in de productieloods moeilijker, waardoor processen kunnen worden

Definitieve nota – 17.08.2015 Pagina 35 van 43

4.2.5. Potentiële milieueffecten

Discipline ‘bodem’

Het plangebied komt niet voor op de kaart van erosiegevoelige gebieden (supra).

Het gehele plangebied is infiltratiegevoelig. Dat betekent dat hemelwater makkelijk kan

infiltreren.

De aanvraag planologisch attest voorziet in de optimalisering en uitbreiding van het bestaande

bedrijf. Gezien een en ander niet is gelegen in een bijzonder gebied volgens de watertoets-

kaarten kan worden volstaan met volgende maatregelen besproken onder de ‘discipline

water’.

Er zal geen impact van stoffen op de bodem ontstaan nu alle installaties op een betonnen

ondergrond zijn geplaatst en volledig lekdicht werden uitgevoerd, zodat er geen sprake is van

een relevant risico op verontreiniging van de bodem of het grondwater. Ook in de nieuwbouw-

uitbreiding zullen gelijkaardige maatregelen genomen worden.

Voor de realisatie van de bijkomende bedrijfsruimte zal er geen grondverzet zijn, evenmin zal er

blijvende bronbemaling nodig zijn. Evenmin kan er sprake zijn van erosie.

Er zijn aldus vanuit de discipline ‘bodem’ geen significante effecten te verwachten door

uitvoering van het planologisch attest, er van uitgaande dat de geldende regelgeving in acht

wordt genomen.

Discipline ‘water’

Op grond van deze watertoets-kaarten kan het volgende worden gesteld:

Het plangebied is niet gelegen in mogelijk of effectief overstromingsgevoelig gebied

De kortermijnwerken voorzien in de creatie van een bijkomende verharde oppervlakte

door de oprichting van een bijkomend bedrijfsgebouw.

Tevens dient opgemerkt te worden dat er geen bedrijfsafvalwaters of vervuilde hemelwaters

worden geloosd. Het water van de behandelingsbaden en spoelbaden wordt niet geloosd,

maar wordt opgehaald door een erkend overbrenger.

Op grond van deze watertoetskaarten kan worden besloten dat mits het respecteren van de

gewestelijke Hemelwaterverordening geen aanzienlijke effecten op de waterhuishouding te

verwachten zijn.

In het kader van een navolgende vergunningsprocedure voor de oprichting van het

bedrijfsgebouw kunnen volgende maatregelen in acht worden genomen:

Een maximaal gebruik van waterdoorlatende materialen voor de aanleg van

verhardingen;

De plaatsing van 1 of meer hemelwaterputten, overeenkomstig de normen

vastgelegd in de geldende gewestelijke stedenbouwkundige verordening.

Page 36: PLAN-M.E.R.-SCREENING · 2015. 8. 27. · Om die reden slinkt de oppervlakte/arbeider en wordt interne circulatie in de productieloods moeilijker, waardoor processen kunnen worden

Definitieve nota – 17.08.2015 Pagina 36 van 43

Discipline ‘lucht’

Op de site zijn geen belangrijke waarden op het vlak van fijn stof (PM10) en stikstofdioxide (NO2)

vastgesteld. De site is gelegen in een gebied aangemerkt als “middelmatig”.

De bedrijfsactiviteiten brengen geen relevante emissies met zich mee en kunnen aldus in die zin

geen impact hebben op de omgeving.

De beoogde beperkte uitbreiding van de bebouwing creëert geen impact op de discipline

lucht.

Discipline ‘geluid’

De bedrijfsactiviteiten veroorzaken geen of weinig geluidshinder, mede ingevolge de door de

aanvrager genomen maatregelen (zoals voorzien in de meest recente milieuvergunning klasse

2 dd. 27.09.2013), omvattende:

er wordt steeds met gesloten deuren gewerkt

er is geen ploegenwerk (enkel dagwerk tussen 8u en 16u45)

de compressor is voorzien van geluidsdempende omkasting

de ventilatoren zijn frequentie gestuurd en draaien niet ‘s nachts

De beoogde beperkte uitbreiding van de bebouwing creëert geen nieuwe of bijkomende

impacts op de discipline geluid.

Discipline ‘flora, fauna en biodiversiteit’

De site is niet gelegen in of in de nabijheid van een speciale beschermingszone (zoals een

Habitat- of Vogelrichtlijngebied), een VEN- of IVON-gebied of een groen gebied sensu lato.

De site betreft een deels bebouwd, deels braakliggend terrein. In het plangebied komen

conform de Biologische Waarderingskaart vandaag geen biologische waardevolle vegetaties

voor.

Aldus kan besloten worden dat er geen aanzienlijk negatieve effecten te verwachten zijn inzake

natuurlijke of ruimtelijk kwetsbare gebieden, aangezien het voorgenomen plan/project niet ligt

in of in de directe nabijheid van een vanuit het oogpunt van natuurwaarden beschouwd

belangrijk gebied. De effecten op fauna en flora zijn niet negatief.

Disciplines ‘landschap’ en ‘cultureel erfgoed’

Er zijn geen aanzienlijk negatieve effecten te verwachten inzake visuele impact, aangezien de

bebouwing en de functie thans bestaande is en verstaanbaar met de erfgoedwaarden in de

omgeving. De beperkte uitbreiding brengt evenmin erfgoedwaarden in het gedrang, evenmin

worden dergelijke waarden geschaad of vernietigd. Het voorgenomen plan/project ligt

evenmin in of in de directe nabijheid van een vanuit landschappelijk of erfgoedkundig oogpunt

beschouwd belangrijk gebied.

Page 37: PLAN-M.E.R.-SCREENING · 2015. 8. 27. · Om die reden slinkt de oppervlakte/arbeider en wordt interne circulatie in de productieloods moeilijker, waardoor processen kunnen worden

Definitieve nota – 17.08.2015 Pagina 37 van 43

De site is gelegen aan de rand van een bestaand bebouwd lint. De uitbreiding houdt rekening

met de bestaande begrenzing van de bebouwing aan de Leemputstraat. De gevraagde

handelingen werken aldus geen verdere versnippering van het agrarisch gebied in de hand

aangezien zij zouden worden uitgevoerd onmiddellijk bij de bestaande constructies, hetgeen

blijkt uit onderstaande overzichtskaart van de omgeving (rode vakjes = bestaande bebouwing).

Benevens een volwaardige groenbuffer zullen ook de architectuur en de aankleding van de

nieuwbouw op zich reeds landschappelijk integreerbaar zijn.

Er wordt evident gewerkt met een passende aankleding en een sobere en moderne inpasbare

vormgeving.

Discipline ‘mens’ en ‘veiligheid’

Een mobiliteitstelling levert volgende cijfers op:2

Bestelwagens – eigen voertuigen ca. 6 bewegingen/ dag

Bestelwagens – leveranciers en klanten ca. 12 bewegingen/dag

Vrachtwagens - leveranciers ca. 2 bewegingen/dag

Personenwagens – personeel ca. 20 bewegingen/dag

Personenwagens – leveranciers en klanten ca. 6 bewegingen/dag

De bewegingen – behalve deze inzake woon-werkverkeer personeel – zijn niet geconcentreerd

op de ochtend- en avondspits.

Aangezien de aanvraag gericht is op de bestendiging van de bedrijvigheid en de optimale

interne organisatie van het bedrijf zijn er ingevolge de gevraagde functionele herbestemming

eerder beperkte mobiliteitseffecten te verwachten.

De site is gelegen langsheen de Leemputstraat, die toeleiding geeft tot:

- De N43, via de Waregemstraat

- De E17, via de Breestraat.

Op die wijze vermijdt de ontsluiting elke druk op de kernen van Desselgem en Nieuwenhove.

Gezien de bestaande ontsluitingsmogelijkheden zijn het behoud en de uitbreiding van het

bedrijf, zoals voorgesteld, niet problematisch.

2 Aankomst en vertrek worden gerekend als een afzonderlijke beweging.

Page 38: PLAN-M.E.R.-SCREENING · 2015. 8. 27. · Om die reden slinkt de oppervlakte/arbeider en wordt interne circulatie in de productieloods moeilijker, waardoor processen kunnen worden

Definitieve nota – 17.08.2015 Pagina 38 van 43

De bewegingen zijn overigens – behalve deze inzake woon-werkverkeer – zijn niet

geconcentreerd op de ochtend- en avondspits.

Bijgevolg zijn er ook geen negatieve effecten te verwachten inzake de afgeleide disciplines

geluid & trillingen en lucht. Ook op vlak van gezondheid zal de impact beperkt of nagenoeg

onbestaande zijn.

Het bedrijf kent volgende werknemersstructuur:

1 zaakvoerder

2 VTE bedienden

9,8 VTE arbeiders (ten opzichte van 2 VTE arbeiders in 2009)

Recent werd geëvolueerd van 2 VTE (arbeiders) (2009) naar 10 VTE (arbeiders) (2013). Dit

werknemersbestand kan realistisch tot een factor 1,50 worden vermeerderd bij de evolutie van

het bedrijf.

Socio-economisch kan het project dus positief worden geëvalueerd.

Op vlak van ‘externe veiligheid’ dient gewezen te worden op de aanwezigheid van 3 seveso-

inrichtingen in een straal van ca. 2 km van het plangebied. Het betreft 2

lagedrempelinrichtingen (Unilin Systems en Matco) en 1 hogedrempelinrichting (Brenntag).

Het voorgenomen planlologisch attest vormt evenwel niet het kader voor de oprichting van een

Seveso-bedrijven, zodat de omwonenden niet meer blootgesteld worden aan de risico’s die

dergelijke bedrijven met zich meebrengen, dan zonder het voorgenomen planologisch attest.

Er dient vastgesteld te worden dat de site gelegen is in agrarisch gebied waarin versnipperde

bewoning aanwezig is; het meest dichtst gelegen woongebied situeert zich ca. 160m ten zuiden

van het plangebied. Bovendien betreft voorgenomen plan enkel een beperkte uitbreiding en

bestendiging van bestaande vergunde activiteiten die geen (bijkomende) risico’s voor de

gezondheid en de veiligheid van de omwonenden opleveren.

4.2.6. Conclusie

Om al deze redenen kan geconcludeerd worden dat er voor het beoogde planologisch attest

geen aanzienlijke milieugevolgen te verwachten zijn.

Het geplande sluit aan bij het bestaande bedrijfsgebouw. Gezien de aard, ligging en beperkte

omvang van de potentiële effecten t.g.v. het programma, kan cumulatie met andere plannen

of projecten in de buurt niet tot aanzienlijke milieueffecten leiden.

Om deze reden wordt de Dienst MER verzocht om te verklaren dat er in rede geen aanzienlijke

milieueffecten voorhanden zijn en er aldus geen plan-milieueffectrapport opgemaakt hoeft te

worden

Page 39: PLAN-M.E.R.-SCREENING · 2015. 8. 27. · Om die reden slinkt de oppervlakte/arbeider en wordt interne circulatie in de productieloods moeilijker, waardoor processen kunnen worden

Definitieve nota – 17.08.2015 Pagina 39 van 43

Lendelede, 17 augustus 2015

Francis CHARLIER – Sofie BOEYKENS

Page 40: PLAN-M.E.R.-SCREENING · 2015. 8. 27. · Om die reden slinkt de oppervlakte/arbeider en wordt interne circulatie in de productieloods moeilijker, waardoor processen kunnen worden

Definitieve nota – 17.08.2015 Pagina 40 van 43

5. LIJST FIGUREN

Figuur 1: plan gewenste toestand korte termijn ...................................................................................... 5

Figuur 2: bedrijven in straal van 1km (bron: Geopunt) .......................................................................... 7

Figuur 3: plangebied – kadastrale percelen ........................................................................................... 8

Figuur 4: gewestplan Kortrijk ........................................................................................................................ 9

Figuur 5: stratenatlas (bron: Geopunt) .................................................................................................... 13

Figuur 6: atlas der buurtwegen ................................................................................................................. 14

Figuur 7: VHA-waterloopsegmenten volgens categorie ..................................................................... 15

Figuur 8: kaart SBZ ........................................................................................................................................ 16

Figuur 9: kaart VEN/IVON-gebieden ....................................................................................................... 17

Figuur 10: kaart gewestplan – groen gebieden .................................................................................... 18

Figuur 11: kaart erfgoed – Geoportaal Onroerend Erfgoed .............................................................. 19

Figuur 12: kaart grondwaterwinning en beschermingsgebieden ..................................................... 20

Figuur 13: watertoetskaart 2014................................................................................................................ 20

Figuur 14: kaart NOG- of ROG-gebieden ............................................................................................... 21

Figuur 15: kaart erosiegevoelige gebieden ........................................................................................... 21

Figuur 16: kaart grondwaterstromingsgevoelige gebieden ............................................................... 22

Figuur 17: kaart infiltratiegevoelige gebieden ...................................................................................... 22

Figuur 18: biologische waarderingskaart – versie 2 .............................................................................. 23

Figuur 19: kaart luchtkwaliteit – VMM geoloket ‘lucht’ ........................................................................ 23

Figuur 20: kaart Seveso-inrichtingen ........................................................................................................ 24

6. LIJST FOTO’S

Foto 1: luchtfoto macroniveau(bron: Google Earth) ............................................................................. 6

Foto 2: luchtfoto mesoniveau (bron: Google Earth) .............................................................................. 7

Foto 3: luchtfoto plangebied (bron: Google Earth) ............................................................................... 8

Foto 4: beeld Leemputstraat ter hoogte van de site ........................................................................... 12

Foto 5: beeld Waregemstraat-Deerlijkseweg ........................................................................................ 12

Page 41: PLAN-M.E.R.-SCREENING · 2015. 8. 27. · Om die reden slinkt de oppervlakte/arbeider en wordt interne circulatie in de productieloods moeilijker, waardoor processen kunnen worden

Definitieve nota – 17.08.2015 Pagina 41 van 43

7. BIJLAGEN

1. Plan bestaande toestand - plan beoogde toestand

(voorwerp aanvraag planologisch attest)

2. Fotodossier

3. Ontvangen adviezen

4. Rappelbrieven aan adviserende instanties

Page 42: PLAN-M.E.R.-SCREENING · 2015. 8. 27. · Om die reden slinkt de oppervlakte/arbeider en wordt interne circulatie in de productieloods moeilijker, waardoor processen kunnen worden

Definitieve nota – 17.08.2015 Pagina 42 van 43

8. INDEX

1. ADMINISTRATIEVE GEGEVENS ............................................................................................................. 2

2. SITUERING VAN DE AANVRAAG ......................................................................................................... 3

2.1. Algemeen – bedrijfssituering ...................................................................................................... 3

2.1.1. Historiek en huidige ontwikkeling ...................................................................................... 3

2.1.2. Recente determinerende feiten voor de verdere ontwikkeling ................................. 4

2.2. Ruimtelijke behoeften .................................................................................................................. 5

2.2.1. Kortetermijnontwikkeling ..................................................................................................... 5

2.2.2. Langetermijnontwikkeling ................................................................................................... 5

3. RUIMTELIJKE CONTEXT ........................................................................................................................... 6

3.1. Ligging ............................................................................................................................................ 6

3.1.1. Macroniveau ......................................................................................................................... 6

3.1.2. Mesoniveau ........................................................................................................................... 7

3.1.3. Plangebied ............................................................................................................................ 8

3.2. Bestemmingsplannen .................................................................................................................. 9

3.2.1. Gewestplan ........................................................................................................................... 9

3.2.2. Geen nadere ordening ...................................................................................................... 9

3.3. Structuurplanning ....................................................................................................................... 10

3.3.1. Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV) ................................................................... 10

Basisprincipes RSV ........................................................................................................................... 10

Ontwikkelingsperspectieven ........................................................................................................ 10

3.3.2. Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan West-Vlaanderen (PRS-WV) ............................. 10

3.3.3. Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan (GRS) Waregem ............................................. 11

4. PLAN-M.E.R.-SCREENING .................................................................................................................... 12

4.1. Kaartmateriaal - bespreking .................................................................................................... 12

4.1.1. Mobiliteit ............................................................................................................................... 12

4.1.2. Atlas der buurtwegen ........................................................................................................ 14

4.1.3. Waterlopen .......................................................................................................................... 15

4.1.4. Habitat- of Vogelrichtlijngebied (Natura 2000) ............................................................ 16

4.1.5. Ven- en Ivongebieden ...................................................................................................... 17

4.1.6. Natuurgebied – Bosgebied – Andere groenbestemmingen .................................... 18

4.1.7. Erfgoed ................................................................................................................................. 19

4.1.8. Waterwingebied – Bijhorende beschermingszone type i en ii .................................. 20

4.1.9. Water .................................................................................................................................... 20

4.1.10. Biologische waarderingskaart ......................................................................................... 23

Page 43: PLAN-M.E.R.-SCREENING · 2015. 8. 27. · Om die reden slinkt de oppervlakte/arbeider en wordt interne circulatie in de productieloods moeilijker, waardoor processen kunnen worden

Definitieve nota – 17.08.2015 Pagina 43 van 43

4.1.11. Emissies ................................................................................................................................. 23

4.1.12. Seveso-inrichtingen ............................................................................................................ 24

4.1.13. Ligging ten opzichte van gewest- en/of landgrenzen ............................................... 24

4.2. Screening ..................................................................................................................................... 25

4.2.1. Plan-m.e.r.-plicht - screeningsgerechtigdheid ............................................................. 25

Algemeen – plan.m.e.r.-plicht ..................................................................................................... 25

Adviserende instanties – verzoek tot raadpleging – ontvangen adviezen ........................ 25

Aanpassing ontwerp van screeningsnota na kennisname adviezen .................................. 27

Definitieve screeningsnota ........................................................................................................... 27

4.2.2. Geen nood aan passende beoordeling of natuurtoets ............................................ 28

4.2.3. Alternatieven ....................................................................................................................... 29

Alternatieven op de site ................................................................................................................ 29

Alternatieven op andere locatie – keuze voor bestaande locatie – aanbod volgens GRS

............................................................................................................................................................ 29

Alternatieven op andere locatie – keuze voor bestaande locatie – aanbod volgens

Ruimtemonitor POM West-Vlaanderen ...................................................................................... 30

4.2.4. Referentiesituatie ................................................................................................................ 34

Feitelijke situatie .............................................................................................................................. 34

Juridische situatie ............................................................................................................................ 34

4.2.5. Potentiële milieueffecten ................................................................................................. 35

Discipline ‘bodem’ ......................................................................................................................... 35

Discipline ‘water’ ............................................................................................................................ 35

Discipline ‘lucht’ .............................................................................................................................. 36

Discipline ‘geluid’............................................................................................................................ 36

Discipline ‘flora, fauna en biodiversiteit’ .................................................................................... 36

Disciplines ‘landschap’ en ‘cultureel erfgoed’ ........................................................................ 36

Discipline ‘mens’ en ‘veiligheid’ .................................................................................................. 37

4.2.6. Conclusie ............................................................................................................................. 38

5. LIJST FIGUREN ....................................................................................................................................... 40

6. LIJST FOTO’S .......................................................................................................................................... 40

7. BIJLAGEN .............................................................................................................................................. 41

8. INDEX ..................................................................................................................................................... 42

Page 44: PLAN-M.E.R.-SCREENING · 2015. 8. 27. · Om die reden slinkt de oppervlakte/arbeider en wordt interne circulatie in de productieloods moeilijker, waardoor processen kunnen worden

LEGENDEBP=bestaande paalNP= nieuwe paal

9.67

betonverharding

perceel

bestaande bebouwing

haag

gewenste toestand FASE 1

bestaand hoogteniveau

"De algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatieis de enige eigenaar van de kadastrale gegevens 1.1.2013die op dit document voorkomen"

Situatieplanschaal: 1/2000

Achterstraat

14D

14B

14G

14F

417

418G432N

435G

429B

428B

430R2

430Y2

435K

435H

427

454A

419B

418K433M

459E

430Z2

420A

436A

461W

431E

418H

426A

430D

433L

Opmeting opgemaakt te Vichte, op 20/11/2014 door:

Bart Degezellelandmeter-expert, beëdigd door de Rechtbank van Eerste Aanleg te KortrijkInschrijvingsnummer: LAN040108

Molendreef 338570 Anzegem-VichteTelefoonnr.: 056/77.45.50.E-mail: [email protected]

106

108nok+17.47

Leem

puts

traat

-80.15-

-128.10-

-18.

59-

-33.41-

-14.

30-

10.00

10.00 9.99 10.00dak+17.02

10.00

9.78

-21.85-

-31.46-

73a36ca

9.90

9.909.88

9.87

9.75

9.99

9.90

9.91

9.67

9.86

9.90

9.84

9.68

9.57

9.64

9.54

perceelnummer 433M

perceelnummer 433L

perceelnummer 435H

perceelnr.430D

perceelnr.430Y2

perceelnr.430R2perceelnr.427

perceelnr.425A

perceelnr.432N

perceelnummer 435G

De Witte Michel &Amerlynck BernadetteLeemputstraat 1048792 Waregem

De Witte Michel &Amerlynck BernadetteLeemputstraat 1048792 Waregem

Duchi Geert &Coudijser IngeLeemputstraat 1008792 Waregem

Ragolle Grete Lepelboomstraat 18790 Waregem

Gaytant Roger - 1/3Gaytant Gustaaf - 1/3Gaytant John - 1/3Knokstraat 618792 Waregem

Gaytant Roger - 1/3Gaytant Gustaaf - 1/3Gaytant John - 1/3Knokstraat 618792 Waregem

BP

BPHaerinck Daniel & Steelandt Suzanne - VGHaerinck Nadine - BEKortrijkstraat 879790 Wortegem-Petegem

Lokale hoogtemeting met als referentievlak +10.00=dorpel poort nijverheidsgebouw (in rode kleur aangeduid).

9.78

9.95 9.71

9.20

-84.01-

-29.

99-

BP

slag

boom

dak+17.029.959.74

9.66

-25.73-

9.82

-10.97-

9.90 9.87

-10.61-

9.76

10.00

9.71

perceelnr.431E

-11.11-

9.37

braakliggend

-24.54-

9.76

profiel

BESTAAND ATELIER

betonverharding

betonverharding

4005 4005

3300TURBO

INTERCOOLINGD A F 7000

1000

0

dubbel haag H 1.80men leilinde H 3.50m

brandweerweg

GEWENST PROFIEL

106

108nok+17.47

Leem

puts

traat

-80.15-

-128.10-

-18.

59-

-33.41-

-14.

30-

10.00

10.00dak+17.02

9.78

73a36ca

9.90

9.909.88

9.87

9.75

9.999.67

9.86

9.90

9.84

9.68

9.57

9.64

9.54

perceelnummer 433M

perceelnummer 433L

perceelnummer 435H

perceelnr.430D

perceelnr.430Y2

perceelnr.430R2perceelnr.427

perceelnr.425A

perceelnr.432N

perceelnummer 435G

De Witte Michel &Amerlynck BernadetteLeemputstraat 1048792 Waregem

De Witte Michel &Amerlynck BernadetteLeemputstraat 1048792 Waregem

Duchi Geert &Coudijser IngeLeemputstraat 1008792 Waregem

Gaytant Roger - 1/3Gaytant Gustaaf - 1/3Gaytant John - 1/3Knokstraat 618792 Waregem

Gaytant Roger - 1/3Gaytant Gustaaf - 1/3Gaytant John - 1/3Knokstraat 618792 Waregem

BP

BPHaerinck Daniel & Steelandt Suzanne - VGHaerinck Nadine - BEKortrijkstraat 879790 Wortegem-Petegem

Lokale hoogtemeting met als referentievlak +10.00=dorpel poort nijverheidsgebouw (in rode kleur aangeduid).

9.95 9.71

-84.01-

BP

slag

boom

schaal: 1/500

-10.61-

800062500

BESTAAND ATELIER

betonverharding

betonverharding

BESTAANDE TOESTAND GEWENSTE TOESTAND

bouwplaatsWEST-VLAANDEREN8792 WAREGEMLEEMPUTSTRAAT 1085° afd. Kad. Sec B nr 431E en 432N

aanvragernv MGCLEEMPUTSTRAAT 758792 WAREGEM

PLANOLOGISCH ATTEST

INPLANTING

architectDe Meulemeester LucOoigemstraat 638792 Desselgemtel: 056/[email protected]

PLANNUMMER 1/1

DATUM 02/01/15

SCHAAL 1/500

DOSSIERNR. A14/18

de aanvrager

R C H I T E C Twww.lucdemeulemeester.be

DE MEULEMEESTER LUC

schaal: 1/500

7000

BESTAAND PROFIEL

9.8210.00 10.0010.00

9.769.95 9.769.76

9.97 gewenst hoogteniveau

Ragolle Grete Lepelboomstraat 18790 Waregem

-10.97- -11.11-

-21.85-

-31.46-

9.20

9.76

9.71

dak+17.02

perceelnr.431E

Vloerpas 10.00(idem bestaande atelier)Oppervlakte=1500m2Hoogte = 10 mFASE 1

9.87

10.00

9.37

10.00

9.90

10.00 9.99

10.00

9.90

9.91

9.78

-29.

99-

9.74

9.66

-24.54-

9.95

-25.73-

7500

profiel

2400

0

9.82

9.76

8500

poort

gravé

gravé

gravé

beto

nver

hard

ing

beto

nver

hard

ing

betonverharding

gravéverharding

8000

verg. 2007/264 v.25/10/07

Page 45: PLAN-M.E.R.-SCREENING · 2015. 8. 27. · Om die reden slinkt de oppervlakte/arbeider en wordt interne circulatie in de productieloods moeilijker, waardoor processen kunnen worden

FOTO’S VAN HET TERREIN EN ZIJN OMGEVING

Bestaande site vanaf de Leemputstraat

Page 46: PLAN-M.E.R.-SCREENING · 2015. 8. 27. · Om die reden slinkt de oppervlakte/arbeider en wordt interne circulatie in de productieloods moeilijker, waardoor processen kunnen worden

Zuidzijde bestaande site - Zicht richting Leemputstraat

Achterzijde bestaande site

Page 47: PLAN-M.E.R.-SCREENING · 2015. 8. 27. · Om die reden slinkt de oppervlakte/arbeider en wordt interne circulatie in de productieloods moeilijker, waardoor processen kunnen worden

Achterzijde bestaande site met zich naar de gewenste uitbreidingszone

Gedeelte uitbreidingszone (noordzijde site)

Page 48: PLAN-M.E.R.-SCREENING · 2015. 8. 27. · Om die reden slinkt de oppervlakte/arbeider en wordt interne circulatie in de productieloods moeilijker, waardoor processen kunnen worden

Interne organisatie

Page 49: PLAN-M.E.R.-SCREENING · 2015. 8. 27. · Om die reden slinkt de oppervlakte/arbeider en wordt interne circulatie in de productieloods moeilijker, waardoor processen kunnen worden

Bestaande site met uitbreidingszone (groen)

Site in de omgeving