pergolux · 2018. 2. 26. · 3 alu color therm color-therm pergolux® standaardreeksen ag.plastics...
TRANSCRIPT
2.3
PERGOLUXAG.PLASTICS
Bouwtips
PERGOLUX® BASISPRINCIPES
VOORBEREIDING & BIJZONDERE
MONTAGE-RICHTLIJNEN
2. Skylux® verandakoepelDe Skylux® verandakoepel werd speciaal ontwikkeld als optie voor het Pergolux® systeem. Als u de koepel opent, kan warme lucht naar buiten stijgen. De verandakoepel wordt bij voorkeur zo hoog mogelijk in het dak geplaatst. De speciale PVC-opstand is ontwikkeld voor kunststofplaten van 16, 25 en 32 mm. De Skylux® verandakoepel kan niet ingebouwd worden in een Pergolux® verandadak met glas. Vraag onze brochure van de verandakoepel bij uw vertrouwde dealer.
1. PlaattypesPergolux® is ontwikkeld voor meerwandige kunststofplaten en voor glas (Color-Therm Glass). Een overzicht van de verschillende toepassingen en beglazingsdiktes vindt u op pag. 10.
2
2. Bepaal de asafstanden tus-sen de dragers in functie van de beglazing en gekozen type (zie ook p. 4). Voor glas dient u de richtlijnen van de glasfabrikant op te volgen.
100°
3. Zorg ervoor dat de muurbalk bovenaan eveneens onder 10° afgeschuind is.
15 mm
3 mm
15 mm
23 mm10 mm
4. Voorzie de gootbalk over de volle lengte van een sleuf van 3 x 15 mm. Voor toepassingen met dubbel glas wordt een uitfrezing voorzien van 10 x 23 mm over de volle lengte.
5. Breng de witte zelfklevende polyethyleenband aan op het muurprofiel (M16 of M32B) of breng de rubber C31 aan in het muurprofiel (MP) voor glastoe-passing.
GR
G120A
G120AS
7. Plaats de alu-goot G120A tegen de gootplank en dicht de sluitstuk-ken met silicone. Bij gebruik van het gootopzetstuk wordt deze om de 50 cm geschroefd en wordt de hoogste zijde tegen de gootbalk gemonteerd.
Y10
Y25 Y32
10. In functie van de beglazings-diktes worden de opzetprofielen Y10 / Y25 / Y32 of verhogings-rubber CY10 in de dragers gebracht. Zie tabel pag. 10.
Hou er rekening mee dat de 5 voorgestelde standaardreeksen specifieke verschillen in de mon-tage vertonen. U vindt ze terug in deze montagehandleiding (pag. 6 en 7).
CLM
C1CX
C12
C31
9. Plaats de rubber C12 tussen de muurclips CLM en de rubber C1CX om het aandrukken op de platen te verhogen.
1. Bouw een houten draagstruc-tuur onder helling van 10° (174 mm/m). Indien zijdelings tegen een muur wordt aangebouwd moet er een speling gehouden worden van 3 mm. Voor toepas-singen met glas bedraagt deze speling 5 mm.
B
56 mm
/ 5mm
C6
C13
Y16P
6. Breng de dichtingsrubber (C6) aan. Bij dubbel glas wordt de C6 geklemd tussen de Y16P in de uitfrezing. De steunrubber C13 wordt aangebracht in de sleuf.
VOORBEREIDING & BIJZONDERE
MONTAGE-RICHTLIJNEN
C11CX
C11CX
Y16P
G
8. Plaats de alu-goot G tegen de gootplank en dicht de sluitstuk-ken met silicone. Plaats de rub-ber C11CX tussen de goot en het profiel Y16P.
CY10
3
ALU
CO
LO
RT
HE
RM
CO
LO
R-T
HE
RM
PERGOLUX® STANDAARDREEKSENAG.PLASTICS - QUALITY
CO
LO
R-T
HE
RM
GLA
SS
CLM-MP
L16P
CLPV
T16PY32
CLPV
T16P
Y32
C1CX+C12
BT32
BB32U32P
C6
S32.3
G120AG120AS
C1CX+C12CLM-MP
C31 CLSL
CLSB
C8 TPGL
TPHL C31
CLSB
CLST
C8 C8
TPG+TPHL432
C13C6
Y16PS38.3C11CX
GAS1G
M16C4CX
C2CX C4CX
C3L16
BM
BT16
BB16U16P
T16.1
C3
C6
S16CG120EVACO®
EL - ER 120EINDSTUK EVACO®
C3
M16 C4CX
C2CX C2CX
LT16 C3
BT16
BB16 U16P
T16.2
C6
C3
S16CG120EVACO®
EL - ER 120EINDSTUK EVACO®
BM
C3
CLM-MPC1CX+C12
CL32
C8C8
CLL
LP
T16P BB32 U32
BT32
C6
S32.3
G120ASG120A
C8
CO
LO
R-T
HE
RM
GLA
SS
CO
LO
R-T
HE
RM
TH
ER
MC
OLO
RA
LU
PERGOLUX®
AG.PLASTICS - QUALITY
ALU-reeks:
systeem met
aluminium profielen en
standaard grijze coëx-
rubbers
THERM-reeks:
thermisch onderbroken
systeem met witte
gecoëxtrudeerde
PVC-clips
COLOR-THERM-reeks:
thermisch onderbroken
systeem met
aluminium clips in
gelakte uitvoering
(wit RAL 9010, crème
RAL 9001 en
bruin RAL 8019)
4
COLOR-reeks:
systeem met
gelakte aluminium
profielen (wit RAL 9010
en bruin RAL 8019) en
witte coëxrubber
CA = plaatbreedte + 22 mm
16/25/32 mm
CA CA
16/25/32 mm
CA CA
CA
16/25/32 mm
CA - 33 mm
COLOR-THERM
GLASS-reeks:
thermisch onderbroken
systeem voor glas met
schroefbare aluminium
clips, alle diktes tussen
8 en 34 mm (wit RAL
9010, crème RAL 9001,
bruin RAL 8019 en
andere RAL naar keuze)
16/25/32 mm
CA CA30 mm
8 - 34 mm
CA CA
3 mm
3 mm
3 mm
3 mm
5 mm
56 mm
56 mm
56 mm
56 mm
56 mm
PERGOLUX®
PLAAT-DIKTEt
AG.PLASTICS - QUALITY
5
MUUR DRAGER ZIJDRAGER GOOT TOEBEHOREN
M16 + C4CX T16.1 + C2CX + C3 (x2) L16 + C3 + C4CX S16C BT16 BB16 U16P BM
S32C BT32 BB32 U32PM32T + M32B + C4CX T32.1 + C2CX + C3 (x2) BML32.1 + C4CX + C3
M16 + C4CX T16.2 + C2CX + C3 (x2) LT16 + C3 + C2CX S16C BT16 BB16 U16P BM
S32C BT32 BB32 U32PM32T + M32B + C4CX T32.1 + C2CX + C3 (x2) BMG120A + G120AS + C6
*
16 MM
32 MM
16 MM
32 MM
16 MM
32 MM
16 MM
32 MM
16 MM
32 MM
16 MM
32 MM
16 MM
32 MM
16 MM
32 MM
© COPYRIGHT AG.PLASTICS 2014* combineerbaar met het gootopzetstuk GR
CLM + MP + C1CX + C12 S16.3 BT16 BB16 U16P
L16P + T16P + CLPVT16P + CLPV
G120A + G120AS + C6CLM + MP + C1CX + C12 T16P + Y32 + CLPV
S32.3 BT32 BB32 U32P
L16P + Y32 + T16P + CLPV
*
CLM + MP + C1CX + C12 S16.3CLL + LP + C8 BT16 BB16 U16G120A + G120AS + C6
*
T16P + CL16 + C8 (x2)
T16P + CL32 + C8 (x2)
CLL + LP + C8CLM + MP + C1CX + C12 G120A + G120AS + C6
*BT32 BB32 U32S32.3
8 MMtot
34 MM
TPH + TPG + CLSB + CLST +C8 (x2) + schroef
TPHL + TPGL + CLSB + CLSL +C31 + C8 + schroef
L432CLM + MP + C1CX +C12 + C31
8 MMtot
34 MM
G + GAS1+ C6 + C13 + Y16P + C11CX
5
6
4
3
2
1
7
8
9S38.3
*
LT32 + C2CX + C3
G120A + G120AS + C6
*
G120A + G120AS + C6
*
G120A + G120AS + C6
*
G120A + G120AS + C6
*
ALU
CO
LO
RT
HE
RM
CO
LO
R-T
HE
RM
6
≠ ≠
100°
10°
100°
10°
40 mm
65 mm
40 mm
65 mm
40 mm
65 mm
40 mm
65 mm
CO
LO
R-T
HE
RM
GLA
SS
1. Hou voor de houten draagstructuur steeds rekening met de opgegeven asafstanden CA (zie pagina 4 van deze brochure) en de hoek van 10°.
3. Leg de aluprofielen TPH en TPHL tot net tegen MP en schroef om de 50 cm vast op de houten dragers. Maak het stopprofiel S38.3 vast aan de uitgestanste zijde van de glasdra-gers TPG & TPGL.
4. Breng de glasdragers TPG & TPGL op lengte en schuif ze in de aluminium profielen tot tegen het muurprofiel MP en schroef vast met 2 schroeven aan de bovenzijde. Breng rubber C31 aan in het muurprofiel MP.
1. Plaats muurprofiel M16 en positioneer daar-na de verschillende dragers T16.1. Reken tel-kens met de asafstanden (CA) en hou rekening met de L16. (Zie pag. 4 van deze brochure).
2. Zaag de muurzijde van profiel L16 schuin af, zodat de zijflank ervan mooi aansluit met de muur.
3. Boor om de 50 cm in de voorziene gleuf van het draagprofiel T16.1 en schroef vast.
4. Plaats de steunrubbers C3 in de draag- en zijprofielen. De rubbers zijn per twee verpakt en dient u zelf los te maken.
1. Plaats muurprofiel M16 en positioneer daarna de verschillende dragers T16.2. Reken telkens met de asafstanden (CA). (Zie pag. 4 van deze brochure).
2. Zaag de muurzijde van profiel LT16 schuin af, zodat de zijflank ervan mooi aansluit met de muur.
3. Boor om de 50 cm in de voorziene gleuf van het draagprofiel T16.2 en schroef vast.
4. Plaats de steunrubbers C3 in de draag- en zijprofielen. De rubbers zijn per twee verpakt en dient u zelf los te maken.
1. Hou voor de houten draagstructuur steeds rekening met de opgegeven asafstanden CA (zie pagina 4 van deze brochure) en de hoek van 10°.
2. Verwijder links en rechts 65 mm van het ver-ticale deel van de muurprofielen MP en CLM. Zet profiel MP vast in de muurbalk door middel van schroeven met verzonken kop. Schuif rub-ber C1CX in profiel CLM.
3. Snij onderaan de coëxrubber van de T16P weg over 25 mm. Maak het stopprofiel S16.3/S32.3 met een RVS-schroef vast aan het uit-einde van profiel T16P.
4. Monteer de profielen T16P tot net tegen het MP-profiel. Zet vast met schroeven met verzon-ken kop via de voorziene sleufgaten.
1. Hou voor de houten draagstructuur steeds rekening met de opgegeven asafstanden CA (zie pagina 4 van deze brochure) en de hoek van 10°.
3. Snij onderaan de coëxrubber van de T16P en de LP weg over 25 mm. Maak het stop-profiel S16.3/S32.3 met een RVS-schroef vast aan deze profielen.
4. Monteer de profielen T16P en LP tot net tegen het MP-profiel. Zet vast met schroeven met verzonken kop via de voorziene sleufgaten.
100°
10°
100°
10°
100°
10°
AG.PLASTICS - QUALITY
2. Verwijder links en rechts 65 mm van het ver-ticale deel van de muurprofielen MP en CLM. Zet profiel MP vast in de muurbalk door middel van schroeven met verzonken kop. Schuif rub-ber C1CX in profiel CLM.
40 mm
65 mm
40 mm
65 mm
2. Verwijder links en rechts 65 mm van het ver-ticale deel van de muurprofielen MP en CLM. Zet profiel MP vast in de muurbalk door middel van schroeven met verzonken kop. Schuif rub-ber C1CX in profiel CLM.
PERGOLUX® SPECIFIEKE BOUWTIPS PER STANDAARDREEKS
7
32 mm25 mm16 mm
16 mm25 mm32 mm
© COPYRIGHT AG.PLASTICS 2014
5. Breng de rubber C13 aan in de sleuf van de gootbalk tussen de dragers. Schroef het profiel Y16P en klem de rubber C6 mee in de uitsparing.
6. Plaats de beglazing en kleef de L432 op de kopse zijde van het glas. Breng de rubbers C8 aan in de schroefbare clipsen CLSB. De CY10/Y10/Y25 kan gebruikt worden in functie van de beglazingsdikte.
7. Schroef de clipsen CLSB vast op de glasdragers en breng vervolgens de clipsen CLST/CLSL aan.
8. Druk nu de muurclips CLM met rubber C1CX in het muurprofiel MP. Plaats vervolgens de ronde rubber C12 tussen CLM en C1CX om de druk van de rubber op de platen te verhogen.
5. Plaats aan de uiteinden van alle draagprofielen (T16.1) het stopprofiel S16C tot tegen het stoot-randje en schroef vast.
6. Plaats het stopprofiel op analoge wijze aan het uiteinde van de zijdrager L16.
7. De rubber C2CX zorgt voor de afdichting van de platen. Druk de rubber C2CX zo ver mogelijk naar boven alvorens u hem iets langer dan de S16C afsnijdt. Bovenaan komt rubber C2CX onder rub-ber C4CX te liggen.
8. Voor toepassingen met platen van 25 mm wordt een opzetprofiel Y25 gebruikt (zie pag. 10).
5. Plaats aan de uiteinden van alle draagprofielen (T16.2) het stopprofiel S16C tot tegen het stoot-randje en schroef vast.
6. Plaats het stopprofiel op analoge wijze aan het uiteinde van de zijdrager LT16.
7. De rubber C2CX zorgt voor de afdichting van de platen. Druk de rubber C2CX zo ver mogelijk naar boven alvorens u hem iets langer dan de S16C afsnijdt. Bovenaan komt rubber C2CX onder rub-ber C4CX te liggen.
8. Voor toepassingen met platen van 25 mm wordt een opzetprofiel Y25 gebruikt (zie pag. 10).
5. Het uiteinde van profiel L16P komt gelijk met de voorzijde van de stopper. Positioneer de L16P in functie van de plaatdikte.
6. Werk af met de clips CLPV en plaats de CLM in de MP.
7. Plaats de ronde rubber C12 tussen de muurclips CLM en de rubber C1CX om de druk op de platen te vergroten.
8. Voor toepassingen met platen van 25/32 mm wordt een opzetprofiel Y25/Y32 gebruikt (zie pag. 10).
8. Voor toepassingen met platen van 25/32 mm wordt de CL32 gebruikt (zie pag. 10).
7. Plaats de ronde rubber C12 tussen de muurclips CLM en de rubber C1CX om de druk op de platen te vergroten.
6. Clips de CLM in de MP. Schuif de CLL-pro-fielen onder de muurrubber en clips vast op de zijdragers. Positioneer de CLL in functie van de plaatdikte.
5. Monteer de rubber C8 in de clipsprofielen CL16/32 en CLL en blijf 25 mm van de onderzijde om ruimte te maken voor het plaatafsluitprofiel. Monteer de clipsen CL16/32.
T16.2 +Y25 + C2CX + C3 (x2)
T16P + Y25 + CLPV
T16.1 + Y25 + C2CX + C3 (x2)
T16P + CL32 + C8 (x2)
CLM
C1CX
C12
MP
AG.PLASTICS - QUALITY
C31
CLM
C1CX
C12
MP
CLM
C1CX
C12
MP
PERGOLUX®
PERGOLUX® VERWERKINGSVOORSCHRIFTEN VOOR MEERWANDIGE KUNSTSTOFPLATEN IN ACRYLAAT, POLYCARBONAAT EN SANDWICHPANEEL
u Bijna alle siliconeproducten tasten het acrylaat of het polycarbonaat aan. Vraag de voor acrylaat en polycar-bonaat goedgekeurde siliconetypes (garantiebewijs).
u De dampen van deze kits mogen nooit in de kanalen van de plaat ver-dampen. De verluchtingsopeningen alsook de zijkanten van de afsluit-profielen mogen niet dichtgemaakt worden. De silicone moet steeds vrij kunnen verdampen.
u Sommige dichtingen hebben week-makers (zoals gebruikt in bepaalde rubbers, PVC, polyurethaan), die klei-ne scheurtjes veroorzaken. Gebruik enkel goedgekeurde dichtingen.
u Gebruik geen zwarte of donker-kleurige rubbers om warmteaccumu-latie te voorkomen.
u Een loodslab mag op de rubbers maar niet op de platen rusten.
u Sommige verven, vernissen en houtbeschermers tasten het acrylaat en het polycarbonaat aan. Gebruik nooit smeermiddelen om de dichtin-gen in de profielen te krijgen.
u Spuit nooit rechtstreeks met insek-ticiden op de platen. De mogelijkheid bestaat dat deze aangetast worden.
2. SILICONE, RUBBERS ENHOUTBESCHERMERS
U bent in het bezit van een technisch en kwal i tat ief hoogwaardige meerwandige kunststofplaat. Voor een pro-bleemloze plaatsing geven wij enkele belangrijke tips. Wij vragen uw bijzondere aan-dacht voor: uitzettingsruimte / silicone en houtbeschermers / rubbers.
u Neem de veiligheidsvoorschriften in acht die gelden voor werk op daken.
Polycarbonaatplaten: zéér belangrijk! Deze platen moeten steeds met de tegen de U.V.-stralen beschermde zijde naar buiten / boven toe geïnstalleerd worden. Deze “zonzijde” is steeds speciaal aangeduid op de beschermfolie.
u De kunststofkleefband of de voorlo-pige aluminiumtape houden enkel de platen stofvrij tijdens het transport. Ze dienen echter verwijderd te wor-den! Het is noodzakelijk aangepaste aluminiumtapes en/of afsluitprofielen aan te brengen (zie punt 6 pag. 9).
u De draagconstructie moet stevig en stabiel uitgevoerd worden. (zie voorschriften die geldig zijn voor de hout- en metaalbouw). Afhankelijk van het plaattype moet men dwarson-dersteuningen aanbrengen. Rekening houdend met de respectievelijke belastingen van 500 N/m2 of 750 N/m2 mogen per soort en type plaat maar bepaalde maximale lengtes zon-der dwarsondersteuning toegepast worden (zie technische fiche kunst-stofplaten).
u Warmte-accumulatie: de bovenzijde van de draagconstructie, die naar de platen gekeerd is, dient WIT reflecte-rend te zijn.
u Gebruik daarvoor witte disper-sieverf (verdunnen in water of verf zonder oplosmiddel) of gebruik bij voorkeur aluminiumtape. Opgepast: na de verfbeurt de draagconstruc-tie eerst laten drogen! Dan pas de platen monteren. De kunststofplaten mogen NOOIT direct op hout worden gemonteerd.
4. PLAATSING
Kunststofplaten zetten uit of krim-pen onder invloed van temperatuur-schommelingen. Hou daarom reke-ning met volgende tips:
u Voorzie in de lengte 5 mm speling per meter plaatlengte en voorzie in de breedte 10 mm speling (5 mm per zijde). vb. een plaat van 3000 mm moet een speling hebben in de lengte van 1,5 cm.
u Blokkeer nooit de plaat in de breed-te of in de lengte. Voorzie altijd vol-doende speling.
u Kleef de plaat nooit vast in silicone (zelfs niet als die kunststofvriendelijk is). U belet daarmee de uitzetting en inkrimping.
u Gezien de plaat onderaan tegen afschuiven geblokkeerd wordt, dient u alle speling bovenaan te voorzien.
1. SPELING
8
5 mm 5 mm
u Dakpannen mogen niet op de platen rusten! Laat minimum 10 mm ruimte tussen de platen en de dakbedekking.
u Gebruik voor het afdichten van de opening tussen de plaat en de goot-balk een speciale tochtstrip (dich-tingsrubber C6). (Zie pag. 2 tek. 6). Niet dichtspuiten of opvullen met PU-schuimband.
u Onderplafonds onder de acrylaat-platen (PMMA) raden wij formeel af. Indien zonwering of andere afwer-kingen onder de platen worden aan-gebracht, dienen deze 120 mm van de dakplaat verwijderd te zijn. Ze mogen in geen geval isolerend zijn en zijn best reflecterend van kleur. Voor polycarbonaatplaten (PC) gelden geen specifieke voorzorgen.
u BREEDTEVERDELING VAN DE PLATEN:AAN TE BEVELEN: standaard plaatbreedtes met een passtuk voor de 2 buitenste platen. Vooral voor de S5P Heatstopplaat moet dit zeker worden toegepast.
AF TE RADEN: in gelijke delen met verzaagde plaatbreedtes. Hou reke-ning met de standaard plaatbreedte.
De gesloten zi jkan-ten bepalen mede de mechanische sterkte van de plaat !
u Voor toepassingen met glas dient u steeds de montagerichtlijnen van de glasfabrikant op te volgen !
5. GLAS
u Reinig de platen jaarlijks met lauw regenwater. Los er eventueel een beetje lichte huishoudzeep in op (geen detergent !). Gebruik nooit oplosmiddelen of schuurmiddelen.
u Niet droogwrijven (krassen).
u Gewoon afspoelen.
3. ONDERHOUD
De richtlijnen i.v.m. de plaatsing hebben enkel een adviserend karakter. Zij strekken enkel ten titel van inlichting. De plaatsing gebeurt onder de uitsluitende verantwoordelijkheid van de klant.DE VERANTWOORDELIJKHEID VAN DE UITGEVER WORDT UITDRUKKELIJK AFGEWEZEN IN VERBAND MET DE PLAATSING. © ALL RIGHTS RESERVED: PRINTED IN BELGIUM 2014
PERGOLUX® - SKYLUX® - CLIMAX® - CLIMALITE® - REFLEX PEARL® - RELAX® - PRIMALITE® - POLYCLEAR® ZIJN GEREGISTREERDE MERKNAMEN VAN AG.PLASTICSe-mail: [email protected]
www.agplastics.com
uitzettingsruimte
PERGOLUX® VERWERKINGSVOORSCHRIFTEN VOOR MEERWANDIGE KUNSTSTOFPLATEN IN ACRYLAAT, POLYCARBONAAT EN SANDWICHPANEEL
VRAAG OOK INLICHTINGEN OVER: VERANDAKOEPELS SKYLUX®
EN VERANDASYSTEMEN CLIMAX® & CLIMALITE®
SILICONE
° °
° °
6. AFVOER EN KONDENSATIEu Plaats de platen hellend of verti-caal, nooit horizontaal (tenzij binnen-afwerking).
u Minimum helling: 10° (18 cm per meter) of meer. Een helling minder dan 10° kan condensproblemen ver-oorzaken.
u De richting van de plaatkanaaltjes dient steeds mee te lopen met de dakhelling.
7. LEGRICHTING u Type van het zaagblad: 1. Hardmetaal (voor ca 50 m/s)
u Zorg ervoor dat de onderkant NOOIT in het water staat (mos, algen).
u Condensvorming in de kanalen is niet 100% te vermijden (natuurkun-dig gegeven).
Acrylaat en polycarbonaat zijn gering gas- en dampdoorlatend. De eigen-schappen van het materiaal en de garantie worden hierdoor niet ver-minderd. Een gepaste afsluiting is aangewezen.
u Markeer steeds met een vetstift op de beschermfolie van de kunststof-platen. (viltstift is moeilijk te verwij-deren).
u Om een stevige inklemming te verzekeren dient men, bij het verza-gen, er steeds voor te zorgen dat een opstaande rib zich zo dicht mogelijk bij de verzaagde rand bevindt.
9. VERZAGEN EN BOREN
u Gebruik bij verzagen een hardme-taalzaag (widia) met hoge rotatiesnel-heid. Zaag traag en steeds met een aanslag en bij voorkeur in één bewe-ging. Gebruik nieuwe of geslepen zaagbladen. Zorg steeds voor gladde zaagkanten.
OPGEPAST: de ondergrond waarop de platen gezaagd worden, dient sta-biel en trilvrij te zijn. De platen mogen niet klapperen tijdens het verzagen. Het zaagblad dient iets boven de plaat uit te steken.
u Reinig de kanalen met gezuiverde perslucht of een krachtige stofzui-ger en dicht deze daarna onmiddellijk opnieuw af
u Verwijder de beschermfolie pas na de plaatsing. Zo vermijdt u krassen.
u Doorboren is ten zeerste afgera-den. Indien toch noodzakelijk, voorzie sleufgaten (inkrimping en uitzetting).
° °
° °° °
2. HSS (niet boven 40 m/s)
u Vermijd direct zonlicht indien u de platen stapelt.
u Indien u ze buiten stockeert, bedek de stapel met witte polyethyleenfolie. Hou steeds de kunststofvriendelijke kleefband als afsluiting op de kop-kanten.
u De platen mogen niet direct op de grond gestapeld worden. Gebruik de daartoe bestemde paletten.
10. STAPELEN
u Loop of kniel niet rechtstreeks op de platen. Gebruik stevige hou-ten planken als onderleggers. Zorg ervoor dat die planken op de draag-structuur steunen.
u Meerwandige kunststofplaten met dunne wanden en hoog isolerende structuur in de plaat zijn gevoelig voor voet-, knie- en andere indrukken aan het oppervlak. Neem voldoende voorzorgen bij transport en plaat-sing. Indrukken in de plaat vallen niet onder de garantie.
12. DENK ERAAN
9© COPYRIGHT AG.PLASTICS 2014
Stofdeeltjes en vocht mogen de cel-structuur niet binnendringen:
u Een combinatie van tapes BT 16/25/32 bovenaan en BB 16/25/32 samen met een afsluitprofiel onder-aan, belet stofdeeltjes > 50μm in de plaat.
u De onderkant wordt afgesloten met een geperforeerde aluminium filter-tape. Ter bescherming van de tape wordt een U-vormig afsluitprofiel gemonteerd.
u Kit het profiel af met kunststof-vriendelijke silicone om waterinfiltra-tie maximaal te verhinderen.
u Bij platen met no drop-laag dient de rand even bevochtigd en afgedroogd te worden vooraleer af te tapen.
PERGOLUXAG.PLASTICS
u De kunststofplaten zijn bestand tegen een normale sneeuwbelas-ting. Deze maximale belasting vindt u terug in de technische fiches per plaattype en afmeting. Bij zware sneeuwval raden we aan de sneeuw regelmatig te ruimen. Het verandadak moet eveneens beschermd worden tegen sneeuw die van een hoger gele-gen dak kan afschuiven.
13. SNEEUw ENSNEEUwOPHOPING
u Indien u een zonwering aanbrengt, dient dit te gebeuren aan de boven-zijde van de platen; m.a.w. langs de buitenkant.Let wel:Plaats de zonwering niet direct op de plaat!U kan ook onze zonwerende platen aankopen (PC: Primalite® (Clear), Reflex Pearl®, Relax® - PMMA: S5P Heatstop) of een Skylux® veran-dakoepel installeren.
11. ZONwERING
u Zoals reeds meerdere keren aan-gehaald, gaan kunststofplaten onder temperatuursverschillen uitzetten en/of inkrimpen. Wanneer ze bewe-gen t.o.v. de dakconstructie kun-nen kraakgeluiden voorkomen. Dit is echter zonder gevaar voor de platen indien ze geplaatst zijn volgens de voorschriften.u Vastgeschroefde clipsen veroorza-ken meer kraakgeluiden in combinatie met kunststofplaten. Schroef niet te hard aan.u Indien u kraakgeluiden wil vermij-den, raden we aan steeds de TP + TPH te gebruiken. De TP kan mee uitzetten/krimpen met de kunststof- of alu-sandwichplaat.
14. ZETTINGSGELUIDEN
u Gebruik enkel platen met hetzelfde productienummer per project om kleurverschil te vermijden.u Voor toepassingen met glas: zie Pergolux® Glass-reeks
15. ALLERLEI
u Meerwandige kunststofplaten kun-nen in sommige gevallen (afhanke-lijk van de oriëntatie en helling) het zonlicht reflecteren naar binnen en/of buiten. Dit is een normaal fenomeen en doet geen afbreuk aan de garantie van de platen.
8. REFLECTIE
Therm
T16.1&2/LT16 T32.1 /LT32 T16P T16P LP
Dikte C2CX C2CX CLPV CL16 CL32 CLL CLSB & CLST CL16 CL32
8 mm ++(Y10) +° +° ++ (CY10) °HL25 ++ (CY10)
9 mm ++(Y10) +° +° ++ (CY10) °HL42
10 mm ++(Y10) +° +° ++ (CY10) °HL42 + °
11 mm +(Y10) +° +° ++ (CY10) °HL42 + °
12 mm O(Y10) +° +° ++ (CY10) °HL42 + °
13 mm O + +° +° ++ °HL25 + °
14 mm O + +° +° ++ °HL25 + °
15 mm + + +° +° ++ °HL25 + °
16 mm ++ ++ ++ ++ ++ °HL25 ++
17 mm + + O O ++ °HL42 + °
18 mm + + ++ °HL42 + °
19 mm + + ++ °HL42 + °
20 mm O + +° ++ °HL42 + (Y25) °
21 mm +° ++ °HL42 + (Y25) °
22 mm + (Y25) + (Y25)° +° ++ °HL42 + (Y25) °
23 mm O(Y25) + (Y25) + (Y25)° +° ++ °HL42 + (Y25) °
24 mm +(Y25) + (Y25) + (Y25)° +° ++ °HL42 + (Y25) °
25 mm ++(Y25) ++ (Y25) ++ (Y25) ++ ++ ++ °HL42 ++
26 mm +(Y25) + (Y25) + (Y25)° + (Y25) ° +° ++ °HL42 + (Y25) °
27 mm +(Y25) + (Y25) + (Y25)° + (Y25) ° +° ++ °HL42 + (Y25) °
28 mm +(Y25) + (Y25) + (Y25)° + (Y25) ° +° ++ °HL42 + (Y25) °
29 mm +(Y25) + (Y32) + (Y25) ° +° ++ °HL42 + (Y25) °
30 mm +(Y25) + (Y32) + (Y25) ° +° ++ °HL42 + (Y25) °
31 mm + + (Y32) + (Y25) ° +° ++ °HL42 + (Y25) °
32 mm ++ ++ (Y32) ++ ++ ++ °HL42 ++
33 mm + + (Y32) + (Y25) ° +° ++ (Y25) * °HL42 + (Y25) °
34 mm + + (Y32) + (Y25) ° +° ++ (Y25) * °HL42 + (Y25) °
De beschikbare diktes voor kunststofplaten zijn 10, 16, 25 en 32 mm
Legende
++ ideale oplossing
+ goede oplossing
O af te raden
° vastschroeven
Y25/Y32 Y25/Y32 op Tx schuiven
Y10 Y10 aan beide zijden van de T16/32 gebruiken
CY10 CY10 aan beide zijden van de CL / CLSB gebruiken
* steeds voorboren, (Ø boorgat Y < Ø schroef)
HL25 Hilo 25
HL42 Hilo 42
Alu & Color Color Therm Glass
TPH + TPG
beglazingdiktes.xlsPergolux reeksen 10/04/2012
PERGOLUX® BEGLAZINGSDIKTES
PERGOLUXAG.PLASTICS
© COPYRIGHT AG.PLASTICS 2014 all rights reserved
AG.Plastics steunt: A.L.S.-liga l Make a Wish l Koning Boudewijnstichting l Special Olympics l Rode Kruis l Kom op tegen Kanker l Education Trust l De Kouter Kids l Don Bosco Development India
uw Pergolux® verdeler :
AG.PLASTICS [email protected]
www.climax.be
CLIMAXVERANDA
VERANDADAK - LUIFELMontagehandleiding
zelfdragend alu pro�elensysteem
AG.PLASTICS [email protected]
www.climax.be
CLIMAXVERANDA
INHOUDSTAFEL
2
Inhoud ................................................................................................................................................. p. 2 - 3
Overzicht Climax® pro�elen en onderdelen ........................................................................................ p. 4 - 8
Algemene montagetips ....................................................................................................................... p. 9 - 18
Opmeten van uw Climax® lessenaarsdak .............................................................................. p. 10 - 11
Opmeten van uw Climax® zadeldak ....................................................................................... p. 12 - 13
Voorbereiding ......................................................................................................................... p. 14
Algemene tips en onderhoudsvoorschriften ........................................................................... p. 15 - 16
Overzichtstekening verandadak zonder thermische onderbreking ......................................... p. 17
Overzichtstekening verandadak met thermische onderbreking .............................................. p. 18
Speci�eke montagetips voor het NIET THERMISCH ONDERBROKEN Climax® systeem................... p. 19 - 42 Palen ....................................................................................................................................... p. 20 - 21
Goot ........................................................................................................................................ p. 22 - 28
Scharnierpro�el ...................................................................................................................... p. 29
Muurpro�el ............................................................................................................................. p. 30
Dragers en zijdragers ............................................................................................................. p. 31 - 34
Beglazing ................................................................................................................................ p. 35 - 36
Afwerking ................................................................................................................................ p. 37 - 42
Speci�eke montagetips voor het THERMISCH ONDERBROKEN Climax® systeem............................. p. 43 - 68
Palen ....................................................................................................................................... p. 44 - 45
Goot ........................................................................................................................................ p. 46 - 49
Scharnierpro�el ...................................................................................................................... p. 50
Muurpro�el ............................................................................................................................. p. 51
Dragers en zijdragers ............................................................................................................. p. 52 - 56
Beglazing ................................................................................................................................ p. 57 - 58
Afwerking ................................................................................................................................ p. 59 - 68
AG.PLASTICS [email protected]
www.climax.be
CLIMAXVERANDA
INHOUDSTAFEL
3
Speci�eke montagetips voor het ZADELDAK Climax® systeem............................................................ p. 69 - 75
Voorbereiding nokpro�elen voor zadeldak ............................................................................. p. 70 - 71
Montage nokpro�elen voor zadeldak ..................................................................................... p. 72
Voorbereiding trekkerset voor zadeldak ................................................................................. p. 73
Montage trekkerset voor zadeldak .......................................................................................... p. 74
Zijafwerking voor zadeldak ...................................................................................................... p. 75
ANNEX .................................................................................................................................................. p. 76 - 87
Belastingsgra�eken ................................................................................................................. p. 77 - 81
Belastingsgra�eken voor daken met kunststofplaten .......................................... p. 78 - 79
Belastingsgra�eken voor daken met glas ............................................................ p. 80 - 81
Speci�eke montagetips voor palen ......................................................................................... p. 82 - 83
Ondersteuning met palen voor GD2 .................................................................... p. 82
Ondersteuning met palen voor GDG met IPE120 ............................................... p. 83
Speci�eke montagetips voor verbinden van beglazing ........................................................... p. 84 - 85
Speci�eke montagetips voor LED-verlichting .......................................................................... p. 86
Tabel beglazingsdiktes ........................................................................................................... p. 87
AG.PLASTICS [email protected]
www.climax.be
GDGK CLIPSPROFIEL VOOR IPE IN GDG
GDGL LED PROFIEL VOOR GDG
SB SCHARNIER BOTTOM
G120A GOOT 120 A
GR GOOT OPZETSTUK
DRAGERS D1 DRAGER
D2 DRAGER
TP THERMISCHE PLAATDRAGER
TPG THERMISCHE DRAGER VOOR GLAS
ZD ZIJDRAGER
ZD2B ZIJDRAGER D2 CLIPS
CODE OMSCHRIJVING
CLIMAXVERANDA
OVERZICHT CLIMAX® PROFIELEN EN ONDERDELEN
4
MUUR MT MUUR TOP
MB MUUR BOTTOM
S1 SCHARNIER
S2 SCHARNIER
GOOT G GOOT
GI BINNENGOOT VOOR GGI 0 VERBINDING VOOR G
GI 90 BUITENHOEKSTUK 90°GI 120 BUITENHOEKSTUK 120°GI 150 BUITENHOEKSTUK 150°GI -90 BINNENHOEKSTUK 90°GD 1 GOOTDRAGER
GD 2 GOOTDRAGER
GD2C GOOTDRAGERCOVER VOOR GD2
GDP THERMISCHE ONDERBREKING GD2
GDG ZELFDRAGENDE CLIMAX GOOT
CODE OMSCHRIJVING
AG.PLASTICS [email protected]
www.climax.be
CLIMAXVERANDA
OVERZICHT CLIMAX® PROFIELEN EN ONDERDELEN
5
ZDC ZIJDRAGER COVER 16, 25, 32 MM
L432 L VOOR AFWERKING ZIJDRAGERL AFSLUITPROFIEL VOOR GLAS
L632 L AFSLUITPROFIEL VOOR GLAS
V642 STAALKOKER 60X40X2 GALVA
L16P ALU ZIJPROFIEL 16, 25, 32 MM
CL16 ALUCLIP 16 MM
CL32 ALUCLIP 25/32 MM
CLL ZIJCLIP 16, 25, 32 MM
CLSB BASIS SCHROEFBARE CLIP
CLST TOP SCHROEFBARE CLIP VOOR 8 TOT 34 MM
CLSL TOP SCHROEFBARE ZIJCLIP
CODE OMSCHRIJVING
PALEN P PAALDEEL 110/50
PC PAALCLIP VOOR P
PCB PAALCLIPBASIS VOOR P
98 PAAL 50/100
97A PAALCLIPBASIS VOOR PAALCLIP BRUT
97B PAALCLIP
100 PAAL 100/100
RUBBERS C1CX COEXRUBBER VOOR MUURTOP WIT/ZWARTCOEXRUBBER VOOR MUURTOP GRIJS/ZWART
C12 STEUNKOORD VOOR C1CX
C2CX COEXRUBBER WIT/ZWART VOOR TP-TPGCOEXRUBBER GRIJS/ZWART VOOR TP-TPG
C5 RUBBER GRIJS VOOR AFSTANDHOUDEROF ZIJDRAGER
CODE OMSCHRIJVING
AG.PLASTICS [email protected]
www.climax.be
Y16A VERHOGINGSPROFIEL ALU 16 MM
Y16P THERM.ONDERBREKING ABS 16 MM
U16P VERZWAARD PVC-AFSLUITPROFIEL 16 MM WIT
U25P VERZWAARD PVC-AFSLUITPROFIEL 25 MM WIT
U32P VERZWAARD PVC-AFSLUITPROFIEL 32 MM WIT
U16A ALU-AFSLUITPROFIEL 16 MM
U32A ALU-AFSLUITPROFIEL 32 MM
U16 VOORGEBOORD ALU AFSLUITPROFIEL 16 MM
U32 VOORGEBOORD ALU AFSLUITPROFIEL 32 MM
BT16 VOLLE KUNSTSTOFTAPE 10 EN 16 MMMET GARANTIE
BT25 VOLLE KUNSTSTOFTAPE 25 MMMET GARANTIE
CODE OMSCHRIJVING
CLIMAXVERANDA
OVERZICHT CLIMAX® PROFIELEN EN ONDERDELEN
6
C8 RUBBER GRIJS VOOR CL16, CL32 EN CLSB
CY10 RUBBER GRIJS VOOR CL16, CL32 EN CLSB VOOR GLAS
C11CX COEXRUBBER VOOR GOOT/NOK WIT/ZWART
C31 STEUNRUBBER VOOR GLAS
TOEBEHOREN A1 AFSTANDSHOUDER A1
A2 AFSTANDSHOUDER A2
GVT BOVENPROFIEL VOOR GLASVERBINDING
GVB ONDERPROFIEL VOOR GLASVERBINDING
Y10 OPZETPROFIEL 8 MM VOOR 10 MM PLAAT
Y25 OPZETPROFIEL 9 MM VOOR 25 MM PLAAT
Y32 OPZETPROFIEL 15 MM VOOR 32 MM PLAAT
CODE OMSCHRIJVING
AG.PLASTICS [email protected]
www.climax.be
CLIMAXVERANDA
OVERZICHT CLIMAX® PROFIELEN EN ONDERDELEN
7
BT32 VOLLE KUNSTSTOFTAPE 32 MMMET GARANTIE
BB16 GEPERFOREERDE KUNSTSTOFTAPE 16 MMMET GARANTIE
BB25 GEPERFOREERDE KUNSTSTOFTAPE 25 MMMET GARANTIE
BB32 GEPERFOREERDE KUNSTSTOFTAPE 32 MMMET GARANTIE
K KOPPELSTUK RECHT
S163 STOPPER 16/3
S323 STOPPER 32/3
S383 STOPPER 38/3 VOOR GLAS
ZDCS SLUITSTUK VOOR ZIJDRAGERCOVER
GAS1 GOOTAFSLUITSTUK VOOR G+GD
GAS2 GOOTAFSLUITSTUK VOOR GD
CODE OMSCHRIJVING
GAS3 GOOTAFSLUITSTUK VOOR GD2 + G
GAS4 GOOTAFSLUITSTUK VOOR GDG
G120AS GOOTAFSLUITSTUK VOOR G12OA
GAP1 THERMISCHE AFSLUITPLAAT VOOR GD1
GAP2 THERMISCHE AFSLUITPLAAT VOOR GD2
GRS1 GOOTAFSLUITSTUK VOOR GR OP G120A
GRS2 GOOTAFSLUITSTUK VOOR G+GD+GR
GRS3 GOOTAFSLUITSTUK VOOR GD2 + G + GR
GDCA AFSLUITSTUK VOOR GD2C
LOGO OVERLOOPAFDEKKAPJE VOORGOOTAFSLUITSTUK
MAS MUURAFSLUITSTUK VOOR MT+MB
CODE OMSCHRIJVING
CLIMAX
AG.PLASTICS [email protected]
www.climax.be
CLIMAXVERANDA
OVERZICHT CLIMAX® PROFIELEN EN ONDERDELEN
8
NASZ NOKAFSLUITSTUK ZADELDAK
909 VERBINDINGSSTIFT
GDC GOOTDRAGERCONSOLE
NCZ NOKCONSOLE ZADELDAK
PV VOETPLAAT VOOR PAAL
PU U TOP, BOTTOM VOOR PAAL P
EN VOETPLAAT PV
BMR RVS BOUT, MOER EN VEERRING M8
UT10 U TOP-BOTTOM VOOR PAAL 100
EN VOETPLAAT PV
UT98 U TOP-BOTTOM VOOR PAAL 98
EN VOETPLAAT PV
GC UITLOOP + WARTEL Ø 80 mm
UGS UNIVERSELE GOOTSPUWER +
WUGS WARTEL GOOTSPUWER
CODE OMSCHRIJVING
8423 CENTRALE TREKRING
8420 CENTRAAL AFDEKROZET
8425 NOKBEVESTIGING
8424 DRAADSTANGEINDE
8426 OOGBOUT M10 x 50
8421 BUIS TREKKERSET
ZSB ZELFBORENDE SCHROEF RVS BRUTZSG ZELFBORENDE SCHROEF RVS GELAKTZSC ZELFBORENDE SCHROEF RVS MET DICHTING
6,3 x 25 ZELFBORENDE SCHROEF 6,3 x 25 mm
PS48 PARKERSCHROEF RVS 4,8 x 25 mm
PST PARKERSCHROEF 4,8 x 13 mm
CODE OMSCHRIJVING
TX25
10
PH2
TX25
AG.PLASTICS [email protected]
www.climax.be
CLIMAXVERANDA
ALGEMENE MONTAGETIPS
9
Neem deze handleiding zorgvuldig door.De montage dient uitgevoerd te worden door personen met voldoende technische kennis en ervaring op het gebied van verandaconstructies. De installateur moet de nodige veiligheidsmaatregelen in acht nemen tijdens de installatie, zoals het gebruik van stellingen en persoonlijke beschermingsmiddelen (veiligheidsschoenen, helm, handschoenen, veiligheidsbril….) om in veilige omstandigheden te werken. Tijdens de opbouw van het dak dienen er voldoende voorzorgen genomen te worden om de stabiliteit van de onafgewerkte constructie te waarborgen.
BevestigingsmaterialenHet benodigd bevestigingsmateriaal is door u te kiezen afhankelijk van de ondergrond of de muren. Controleer of de ondergrond en de muren waarin verankerd wordt voldoende draagkrachtig zijn. De installateur dient zelf te oordelen welk bevestigingsmateriaal geschikt is voor de belasting en de ondergrond waarin bevestigd wordt. Bij twijfel raden wij aan om contact op te nemen met uw leverancier van het �xatiemateriaal of een gespecialiseerd studiebureau. AG.PLASTICS is niet verantwoordelijk voor de montage en voor de gebruikte bevestigingsmaterialen.
Plaatsen van rubbersEr wordt onderscheid gemaakt tussen duwrubbers en schuifrubbers.Bij duwrubbers wordt de rubber in het pro�el geduwd. Hiertoe horen de rubbers C2CX, C12, C8, CY10, C11CX, C31.Schuifrubbers C1CX en C5 worden met een schuifbeweging in de pro�elen aangebracht.De rubbers C1CX en C2CX zijn voorzien van een anti-rek draad, die belet dat de rubber uitrekt tijdens de plaatsing. Deze technologie zorgt ervoor dat er geen krimp kan optreden na plaatsing. Vermijd het gebruik van silicones of detergenten om de rubbers te plaatsen. Kunststofplaten kunnen hierdoor aan-getast worden. Kunststofplaten kunnen aanleiding geven tot zettingsgeluiden door temperatuursschommelingen. Dit geeft geen invloed op de garantie en wordt niet als schadeclaim aanvaard.
Voorwaarden en garantieDe garantie vervalt indien onderstaande montage-instructies niet worden gevolgd. Het niet volgen van deze instruc-ties en/of van gebruik andere onderdelen kan nadelige gevolgen hebben voor de veiligheid en levensduur van het product. Afwijkingen zijn niet toegestaan zonder schriftelijke toestemming van de fabrikant. De installateur moet rekening houden met de opgegeven overspanningen i.f.v. de beglazing en de belasting (sneeuw of wind) volgens de geldende normen.De belastingsgra�eken die u terugvindt in deze handleiding op pag. 77 - 81 zijn enkel indicatief. Voor verandadaken buiten het normale bereik kunt u steeds de fabrikant, uw architect of studiebureau contacteren. Technische wijzigingen zijn voorbehouden aan de fabrikant zonder voorafgaande mondelinge of schriftelijke melding.AG.Plastics behoudt zich het recht deze handleiding te wijzigen zonder voorafgaand bericht. Wijzigingen in de mon-tagevoorschriften of aan het product geven geen recht op schadevergoeding of omruiling van onderdelen.De meest recente versie van deze handleiding kan steeds geconsulteerd op www.agplastics.com.
Climafast®
AG.Plastics stelt u het CLIMAFAST®-berekeningsprogramma gratis ter beschikking. Op eenvoudige aanvraag krijgt u een login waarmee u de Excel versie kan downloaden. Met Climafast® berekent u de prijs van uw Climax® dak. U krijgt per project een overzicht van de pro�elen, lengtes, onderdelen, mogelijke belastingen…. Dit programma is informerend en indicatief voor de gebruiker.AG.Plastics behoudt zich het recht het Climafast-berekeningsprogramma te wijzigen zonder voorafgaand bericht. De resultaten van de berekeningen zijn indicatief en geven geen recht op enige schadevergoeding. De meest recente versie van het berekeningsprogramma kan steeds gedownload worden op www.agplastics.com.
AG.PLASTICS [email protected]
www.climax.be
CLIMAXVERANDA
OPMETEN VAN UW CLIMAX® LESSENAARSDAK
10
Bepaling van de afmetingenBepaal het hoogteverschil H. Het hoogteverschil H is het verschil tussen de onderzijde van het muurpro�el MB en het ondervlak van de gootcom-binatie. Het aanslaglipje voor het raam wordt niet meegerekend.
De hoogte h is afhankelijk van de dikte van de beglazing en de hellingshoek waarbij 1 of meerdere thermische onder-brekingen moeten ingeschoven worden
Bepaal de diepte (�g. 2, pag. 11)Om de diepte D van het dak te bepalen, meet je vanaf de muur tot de binnenzijde van de steunpaal of het raam dat onder de gootdrager GD1/GD2 komt. Bij een thermisch onderbroken Climax® is de extra diepte van de goot G + Y16P + goot-drager GD gelijk aan 233 mm. Bij een niet thermisch onderbroken Climax® met gootdrager GD1 of GD2 is dit 225 mm.
Bepaal de breedte B (�g. 2, pag. 11)De breedte B van de Climax® is de afstand tussen de buitenzijde van de zijdragers ZD. Bij toepassingen met de zij-dragercover ZDC moet per zijdrager 12 mm worden bijgeteld. De totale verandabreedte met 2 ZDC’s wordt dus 24 mm breder. Indien de Climax® tussen twee muren geplaatst wordt en je werkt met een goot waar de gootsluitstukken opgeschroefd worden, trek je van de breedte B 5 mm per zijde af. Dit omdat de schroeven van het gootsluitstuk extra breedte nemen en wat speling aangeraden is.
Aan de hand van deze afmetingen kunt u nu alle overige maten uitrekenen met behulp van het rekenprogramma Climafast® dat u gratis ter beschikking wordt gesteld door AG.Plastics. We raden sterk aan dit rekenprogramma te gebruiken. Daarin wordt met alle uitzonderingen rekening gehouden. De correcte zaaglengtes worden gegeven en enkel de juiste combinaties worden voorgesteld. De afmetingenlijst voor het verzagen wordt steeds met de goederen meegeleverd.
D
H
h
B
H
D
233 mm
Y16P
Plaatdikte mm
Helling ° 5-35 36-45 5-20 21-35 36-40 41-45 5-30 31-34 41-45
Aantal Y16P 1 2 1 2 3 4 2 3 4
Hoogte h mm 156 172 156 172 188 204 172 188 204
Aantal Y16P in functie van plaatdikte en hellingshoek
0-16 17-25 26-34
AG.PLASTICS [email protected]
www.climax.be
CLIMAXVERANDA
OPMETEN VAN UW CLIMAX® LESSENAARSDAK
11
3
H
HM HG
HN
D
h
D
O2
B
O1
P1P2
C2
C1
3 m
4 m
5 m
D
20 mm
300
mm
300 mm
P1
100 mm
95 mm / 100 mm*95 mm / 100 mm*
P2
100
mm
Inplanting van de Climax® paal en de Climax® voetplaat PV.
- Kies uw punt O1.- Bepaal O2. De afstand O1 - O2 = uw verandabreedte “B”.- Trek de smetlijn met behulp van de 3/4/5 regel en bepaal punt P1. De afstand O1 - P1 is de diepte = D (Zie punt 3 hieronder.)- Doe hetzelfde voor P2.- Als controle meet je de afstand (P1 - P2), die moet gelijk zijn aan (O1 - O2).- De voetplaat kan nog wat verschoven worden door de voorziene sleufgaten om correct te kunnen positioneren.- De U voor de voetplaat kan op haar beurt 20 mm heen en weer geschoven worden om juist af te stellen.
* 95 mm in combinatie met paal P / 100 mm in combinatie met paal 98 of paal 100
De 3/4/5 regel.
- Bepaal vanuit O1 het hulppunt C1 op 4 m. afstand- Trek met een touwtje van 3 m. en een stuk krijt een cirkelboog vanuit punt O1.- Doe hetzelfde met een straal van 5 m. vanuit punt C1.- Het snijpunt van de 2 cirkelbogen is C2.- De lijn O1 - C2 staat perfekt haaks t.o.v. uw muur (hier lijn C1-O1).
Het hoogteverschil H en de diepte D van de veranda.
HM = Hoogte tussen de vloer en de onderkant van de muur bottom MB, gemeten aan de achterzijde van de veranda.
HN = Het hellingsverschil (verval) van de vloer van uw veranda.
HG + HN = Montagehoogte van de onderkant van de goot- drager GD1 of GD2. Dit is ook de hoogte van de ramen of de lengte van de palen.
H = HM - HG
h = Hoogte muurpro�el
1
2
CLIMAXVERANDA
AG.PLASTICS [email protected]
www.climax.be
OPMETEN VAN UW CLIMAX® ZADELDAK
Bepaling van de afmetingenDe nok van het zadeldak moet minstens tegen 1 muur aangebouwd worden.Bepaal het hoogteverschil H. Het hoogteverschil H is het verschil tussen de onderzijde van het muurpro�el MB en het ondervlak van de gootcom-binatie. Het aanslaglipje voor het raam wordt niet meegerekend. De hoogte H moet gelijk zijn voor het linker en het rechter deel.
De hoogte h’ is afhankelijk van de dikte van de beglazing en de hellingshoek waarbij 1 of meerdere thermische onderbrekingen moeten ingeschoven worden
Bepaal de diepte (�g. 2, pag. 11)Om de diepte D van het dak te bepalen, meet je de afstand tussen de steunpalen P of de ramen die onder de gootdra-gers GD1/GD2 komen. Bij een asymmetrisch zadeldak kan de diepte links DL verschillen van de diepte rechts DR. De maximale diepte D bedraagt 6 m. Bij een thermisch onderbroken Climax® is de extra diepte van de goot G + Y16P + goot-drager GD gelijk aan 233 mm. Bij een niet thermisch onderbroken Climax® met gootdrager GD1 of GD2 is dit 225 mm.
Bepaal de breedte B (�g. 2, pag. 11)De breedte B van de Climax® is de afstand tussen de muur en de buitenzijde van de zijdrager. Bij toepassingen met de zijdragercover ZDC moet er 12 mm worden bijgeteld. De totale verandabreedte met ZDC wordt dus 12 mm breder. Indien het Climax®-zadeldak tussen twee muren geplaatst wordt en je werkt met een goot waar de gootsluitstukken opgeschroefd worden, trek je van de breedte B 5 mm per zijde af. Dit omdat de schroeven van het gootsluitstuk extra breedte nemen en wat speling aangeraden is.
Aan de hand van deze afmetingen kunt u nu alle overige maten uitrekenen met behulp van het rekenprogramma Climafast® dat u gratis ter beschikking wordt gesteld door AG.Plastics. Daarin wordt met alle uitzonderingen rekening gehouden. De correcte zaaglengtes worden gegeven en enkel de juiste combinaties worden voorgesteld. De afme-tingenlijst voor het verzagen wordt steeds met de goederen meegeleverd.
h’ 164 mm 156 mm
H
D233 mm 233 mm
B
H
DRDL
Y16P
DRDL
Plaatdikte mm
Helling ° 5-35 36-45 5-20 21-35 36-40 41-45 5-30 31-40 41-45
Aantal Y16P 1 2 1 2 3 4 2 3 4
Hoogte h' mm 156 + 8 172 + 8 156 + 8 172 + 8 188 + 8 204 + 8 172 + 8 188 + 8 204 + 8
26-34
Aantal Y16P in functie van plaatdikte en hellingshoek
0-16 17-25
12
CLIMAXVERANDA
AG.PLASTICS [email protected]
www.climax.be
OPMETEN VAN UW CLIMAX® ZADELDAK
13
3
HM HG
D
DL DR
Hh’
D
O2
D
O1
P1P2
C2
C1
3 m
4 m
5 m
B
20 mm 300 mm
300 mm
95 mm /100 mm*
95 mm /100 mm*
P2
100 mm 100 mm
P1
Inplanting van de Climax® paal en de Climax® voetplaat PV.
- Kies uw punt O1.- Bepaal O2. De afstand O1 - O2 = uw verandadiepte “D”.- Trek de smetlijn met behulp van de 3/4/5 regel en bepaal punt P1. De afstand O1 - P1 is de breedte = B (Zie punt 3 hieronder.)- Doe hetzelfde voor P2.- Als controle meet je de afstand (P1 - P2), die moet gelijk zijn aan (O1 - O2).- De voetplaat kan nog wat verschoven worden door de voorziene sleufgaten om correct te kunnen positioneren.- De U voor de voetplaat kan op haar beurt 20 mm heen en weer geschoven worden om juist af te stellen.
* 95 mm in combinatie met paal P / 100 mm in combinatie met paal 98 of paal 100
De 3/4/5 regel.
- Bepaal vanuit O1 het hulppunt C1 op 4 m. afstand- Trek met een touwtje van 3 m. en een stuk krijt een cirkelboog vanuit punt O1.- Doe hetzelfde met een straal van 5 m. vanuit punt C1.- Het snijpunt van de 2 cirkelbogen is C2.- De lijn O1 - C2 staat perfekt haaks t.o.v. uw muur (hier lijn C1-O1).
Het hoogteverschil H en de diepte D van het zadeldak.
HM = Hoogte tussen de vloer en de onderkant van de nok muur bottom MB, gemeten aan de achterzijde tegen de muur.
HG = Montagehoogte van de onderkant van de gootdrager GD1 of GD2. Dit is ook de hoogte van de ramen of de lengte van de palen.
H = HM - HG
h’ = Hoogte muurpro�el zadeldak.
1
2
AG.PLASTICS [email protected]
www.climax.be
CLIMAXVERANDA
VOORBEREIDING
14
Om voor u de montagetijd te reduceren kan het Climax® dak volledig op maat aangeleverd worden.Bij bestelling van een voorgemonteerd daksysteem worden de rubbers en bepaalde andere componenten, waar mogelijk, in of op de pro�elen aangebracht.
Muren Controleer of de muren waartegen gebouwd wordt - voldoende draagkrachtig zijn om het dak aan te verankeren. - vrij zijn van hindernissen als watera�open, vensterbanken….
Slijp een sleuf in de muren waartegen het verandadak gemonteerd wordt. Plaats hierin een loodslab of zinken solin. Voor de positie verwijzen we naar pag 10 opmeten van uw Climax® les-senaarsdak. Hoogte = eerste voeg boven Hm + h en max 60 mm boven het muurpro�el. Bij thermisch onderbroken structuren (bvb een gesloten veranda) raden we aan om in de muren waartegen een pro�el gemonteerd wordt een sleuf te voorzien, waarin een kit kan worden aangebracht.
BodemZorg ervoor dat de ondergrond voldoende draagkrachtig is voor de belasting. Laat de fundering bepalen door een architect. Voorzie een mogelijkheid om het regenwater van uw dak af te voeren.
VoorzorgenBescherm de gelakte pro�elen tijdens de montage tegen krassen of deuken.
AG.PLASTICS [email protected]
www.climax.be
CLIMAXVERANDA
ALGEMENE TIPS EN ONDERHOUDSVOORSCHRIFTEN
15
u Bijna alle siliconeproducten tasten het acrylaat of het polycarbonaat aan. Vraag de voor acrylaat en polycar-bonaat goedgekeurde siliconetypes (garantiebewijs).
u De dampen van deze kits mogen nooit in de kanalen van de plaat ver-dampen. De verluchtingsopeningen alsook de zijkanten van de afsluit-profielen mogen niet dichtgemaakt worden. De silicone moet steeds vrij kunnen verdampen.
u Sommige dichtingen bevatten weekmakers (zoals gebruikt in bepaal-de rubbers, PVC, polyurethaan), die kleine scheurtjes veroorzaken. Gebruik enkel goedgekeurde dichtingen.
u Gebruik geen zwarte of donker-kleurige rubbers om warmteaccumu-latie te voorkomen.
u Een loodslab mag op de rubbers maar niet op de platen rusten.
u Sommige verven, vernissen en houtbeschermers tasten het acrylaat en het polycarbonaat aan. Gebruik nooit smeermiddelen om de dichtin-gen in de profielen te krijgen.
u Spuit nooit rechtstreeks met insek-ticiden op de platen. De mogelijkheid bestaat dat deze aangetast worden.
2. SILICONE, RUBBERS ENHOUTBESCHERMERS
U bent in het bezit van een technisch en kwalitatief hoogwaardige meerwandige kunststofplaat. Voor een pro-bleemloze plaatsing geven wij enkele belangrijke tips. Wij vragen uw bijzondere aandacht voor: uitzettingsruimte / silicone en houtbeschermers / rubbers.
u Neem de veiligheidsvoorschrif-ten in acht die gelden voor werk op daken.
Polycarbonaatplaten: zéér belangrijk! Deze platen moeten steeds met de tegen de U.V.-stralen beschermde zijde naar buiten / boven toe geïnstalleerd worden. Deze “zonzijde” is steeds speciaal aangeduid op de beschermfolie.
u De kunststofkleefband of de voorlo-pige aluminiumtape houden enkel de platen stofvrij tijdens het transport. Ze dienen echter verwijderd te wor-den! Het is noodzakelijk aangepaste aluminiumtapes en/of afsluitprofielen aan te brengen.
u De draagconstructie moet stevig en stabiel uitgevoerd worden. (zie voorschriften die geldig zijn voor de hout- en metaalbouw). Afhankelijk van het plaattype moet men dwarson-dersteuningen aanbrengen. Rekening houdend met de respectievelijke belastingen van 500 N/m2 of 750 N/m2 mogen per soort en type plaat maar bepaalde maximale lengtes zon-der dwarsondersteuning toegepast worden (zie technische fiche kunst-stofplaten).
u Warmte-accumulatie: de bovenzijde van de draagconstructie, die naar de platen gekeerd is, dient WIT reflecte-rend te zijn.
u Gebruik daarvoor witte disper-sieverf (verdunnen in water of verf zonder oplosmiddel) of gebruik bij voorkeur aluminiumtape. Opgepast: na de verfbeurt de draagconstruc-tie eerst laten drogen! Dan pas de platen monteren. De kunststofplaten mogen NOOIT direct op hout worden gemonteerd.
4. PLAATSING
Kunststofplaten zetten uit of krim-pen onder invloed van temperatuur-schommelingen. Hou daarom reke-ning met volgende tips:
u Voorzie in de lengte 5 mm speling per meter plaatlengte en voorzie in de breedte 10 mm speling (5 mm per zijde). vb. een plaat van 3000 mm moet een speling hebben in de lengte van 1,5 cm.
u Blokkeer nooit de plaat in de breed-te of in de lengte. Voorzie altijd vol-doende speling.
u Kleef de plaat nooit vast in silicone (zelfs niet als die kunststofvriendelijk is). U belet daarmee de uitzetting en inkrimping.
u Gezien de plaat onderaan tegen afschuiven geblokkeerd wordt, dient u alle speling bovenaan te voorzien.
1. SPELING
5 mm 5 mm
u Dakpannen mogen niet op de pla-ten rusten! Laat minimum 10 mm ruimte tussen de platen en de dak-bedekking.
u Gebruik voor het afdichten van de opening tussen de plaat en de goot-balk een speciale tochtstrip (dich-tingsrubber C6). Niet dichtspuiten of opvullen met PU-schuimband.
u Onderplafonds onder de acrylaat-platen (PMMA) raden wij formeel af. Indien zonwering of andere afwer-kingen onder de platen worden aan-gebracht, dienen deze 120 mm van de dakplaat verwijderd te zijn. Ze mogen in geen geval isolerend zijn en zijn best reflecterend van kleur. Voor polycarbonaatplaten (PC) gel-den geen specifieke voorzorgen.
u BREEDTEVERDELING VAN DE PLATEN:AAN TE BEVELEN: standaard plaatbreedtes met een passtuk voor de 2 buitenste platen. Vooral voor de S5P Heatstopplaat moet dit zeker worden toegepast.
AF TE RADEN: in gelijke delen met verzaagde plaatbreedtes. Hou rekening met de standaard plaat-breedte. Het verzagen van meerwan-dige platen is formeel af te raden.
De gesloten zijkan-ten bepalen mede de mechanische s terk te van de plaat !
u Voor toepassingen met glas dient u steeds de montagerichtlijnen van de glasfabrikant op te volgen !
5. GLAS
u Reinig de platen jaarlijks met lauw regenwater. Los er eventueel een beetje lichte huishoudzeep in op (geen detergent !). Gebruik nooit oplosmiddelen of schuurmiddelen.
u Niet droogwrijven (krassen).
u Gewoon afspoelen.
3. ONDERHOUDuitzettingsruimte
AG.PLASTICS [email protected]
www.climax.be
CLIMAXVERANDA
ALGEMENE TIPS EN ONDERHOUDSVOORSCHRIFTEN
16
SILICONE
° °
° °
6. AFVOER EN KONDENSATIEu Plaats de platen hellend of verti-caal, nooit horizontaal (tenzij binnen-afwerking).
u Minimum helling: 10° (18 cm per meter) of meer. Een helling minder dan 10° kan condensproblemen ver-oorzaken.
u De richting van de plaatkanaaltjes dient steeds mee te lopen met de dakhelling.
7. LEGRICHTING u Type van het zaagblad: 1. Hardmetaal (voor ca 50 m/s)
u Zorg ervoor dat de onderkant NOOIT in het water staat (mos, algen).
u Condensvorming in de kanalen is niet 100% te vermijden (natuurkun-dig gegeven).
Acrylaat en polycarbonaat zijn gering gas- en dampdoorlatend. De eigen-schappen van het materiaal en de garantie worden hierdoor niet ver-minderd. Een gepaste afsluiting is aangewezen.
u Markeer steeds met een vetstift op de beschermfolie van de kunststof-platen. (viltstift is moeilijk te verwij-deren).
u Om een stevige inklemming te verzekeren dient men, bij het verza-gen, er steeds voor te zorgen dat een opstaande rib zich zo dicht mogelijk bij de verzaagde rand bevindt.
9. VERZAGEN EN BOREN
u Gebruik bij verzagen een hardme-taalzaag (widia) met hoge rotatiesnel-heid. Zaag traag en steeds met een aanslag en bij voorkeur in één bewe-ging. Gebruik nieuwe of geslepen zaagbladen. Zorg steeds voor gladde zaagkanten.
OPGEPAST: de ondergrond waarop de platen gezaagd worden, dient sta-biel en trilvrij te zijn. De platen mogen niet klapperen tijdens het verzagen. Het zaagblad dient iets boven de plaat uit te steken.
u Reinig de kanalen met gezuiverde perslucht of een krachtige stofzui-ger en dicht deze daarna onmiddellijk opnieuw af
u Verwijder de beschermfolie pas na de plaatsing. Zo vermijdt u krassen.
u Doorboren is ten zeerste afgera-den. Indien toch noodzakelijk, voorzie sleufgaten (inkrimping en uitzetting).
° °
° °° °
2. HSS (niet boven 40 m/s)
u Vermijd direct zonlicht indien u de platen stapelt.
u Indien u ze buiten stockeert, bedek de stapel met witte polyethyleenfolie. Hou steeds de kunststofvriendelijke kleefband als afsluiting op de kop-kanten.
u De platen mogen niet direct op de grond gestapeld worden. Gebruik de daartoe bestemde paletten.
10. STAPELEN
u Loop of kniel niet rechtstreeks op de platen. Gebruik stevige hou-ten planken als onderleggers. Zorg ervoor dat die planken op de draag-structuur steunen.
u Meerwandige kunststofplaten met dunne wanden en hoog isolerende structuur in de plaat zijn gevoelig voor voet-, knie- en andere indrukken aan het oppervlak. Neem voldoende voorzorgen bij transport en plaat-sing. Indrukken in de plaat vallen niet onder de garantie.
12. DENK ERAAN
© COPYRIGHT AG.PLASTICS 2014
Stofdeeltjes en vocht mogen de cel-structuur niet binnendringen:
u Een combinatie van tapes BT 16/25/32 bovenaan en BB 16/25/32 samen met een afsluitprofiel onder-aan, belet stofdeeltjes > 45μm in de plaat.
u De onderkant wordt afgesloten met een geperforeerde aluminium filter-tape. Ter bescherming van de tape wordt een U-vormig afsluitprofiel gemonteerd.
u Kit het profiel af met kunststof-vriendelijke silicone om waterinfiltra-tie maximaal te verhinderen.
u Bij platen met no drop-laag dient de rand even bevochtigd en afgedroogd te worden vooraleer af te tapen.
u De kunststofplaten zijn bestand tegen een normale sneeuwbelas-ting. Deze maximale belasting vindt u terug in de technische fiches per plaattype en afmeting. Bij zware sneeuwval raden we aan de sneeuw regelmatig te ruimen. Het verandadak moet eveneens beschermd worden tegen sneeuw die van een hoger gele-gen dak kan afschuiven.
13. SNEEUW ENSNEEUWOPHOPING
u Indien u een zonwering aanbrengt, dient dit te gebeuren aan de boven-zijde van de platen; m.a.w. langs de buitenkant.Let wel:Plaats de zonwering niet direct op de plaat!U kan ook onze zonwerende platen aankopen (PC: Primalite® (Clear), Reflex Pearl®, Relax® - PMMA: S5P Heatstop) of een Skylux® veran-dakoepel installeren.
11. ZONWERING
u Zoals reeds meerdere keren aan-gehaald, gaan kunststofplaten onder temperatuursverschillen uitzetten en/of inkrimpen. Wanneer ze bewe-gen t.o.v. de dakconstructie kun-nen kraakgeluiden voorkomen. Dit is echter zonder gevaar voor de platen indien ze geplaatst zijn volgens de voorschriften.u Vastgeschroefde clipsen veroorza-ken meer kraakgeluiden in combinatie met kunststofplaten. Schroef niet te hard aan.u Indien u kraakgeluiden wil vermij-den, raden we aan steeds de TP + TPH te gebruiken. De TP kan mee uitzetten/krimpen met de kunststof- of alu-sandwichplaat.
14. ZETTINGSGELUIDEN
u Gebruik enkel platen met hetzelfde productienummer per project om kleurverschil te vermijden.u Voor toepassingen met glas: zie Pergolux® Glass-reeks
15. ALLERLEI
u Meerwandige kunststofplaten kun-nen in sommige gevallen (afhanke-lijk van de oriëntatie en helling) het zonlicht reflecteren naar binnen en/of buiten. Dit is een normaal fenomeen en doet geen afbreuk aan de garantie van de platen.
8. REFLECTIE
CLIMAXVERANDA
OVERZICHTSTEKENING VERANDADAKZONDER THERMISCHE ONDERBREKING
17
AG.PLASTICS [email protected]
www.climax.be
A10
A11
A20
A21
A22
A23
A40
A41
A42
A30
A31
A32
A33
A10 - A11: Palen, pag. 20-21 / 42
A20 - A23: Goten, pag. 22-29 / 41-42
A30 - A33: Muurpro�elen, pag. 30 / 33-34 / 41
A40 - A42: Dragers-zijdragers, pag. 31-34 / 37-40
AG.PLASTICS [email protected]
www.climax.be
CLIMAXVERANDA
OVERZICHTSTEKENING VERANDADAKMET THERMISCHE ONDERBREKING
18
B10
B11
B20
B21
B22
B23
B40
B41
B42
B30
B31
B32
B33
B10 - B11: Palen, pag. 44-45 / 68
B20 - B23: Goten, pag. 46-50 / 66-68
B30 - B33: Muurpro�elen, pag. 51 / 56 / 66
B40 - B42: Dragers-zijdragers, pag. 52-56 / 59-65
AG.PLASTICS [email protected]
www.climax.be
CLIMAXVERANDA
19
MONTAGETIPS VOOR HET
NIET THERMISCH ONDERBROKENCLIMAX® SYSTEEM
AG.PLASTICS [email protected]
www.climax.be
CLIMAXVERANDA
PALEN
20
Bepaal de lengte van de palen (HN + HG) i.f.v. de helling en de positie van het muurpro�el (HM). Voor de palenin combinatie met de gootdrager GD2 en de GDG met versterking gelden speci�eke voorschriften (zie p. 82 & 83).
Voor niet thermisch onderbroken daken zijn volgende palen mogelijk:
Standaard palen toebehoren voor hoekpaal toebehoren voor tussenpaal voetplaat PV en U-beugel U-beugel
Paal 100/50(niet in combinatie met GDG)
Paal 100/100(niet in combinatie met GDG)
Paal 110/100 (P + P)
100
50
98UT 98
PV
UT 98
100
100
100
UT 10
PV
UT 10
110
100
P
P
PU
PV
PU
niet meegeleverd
AG.PLASTICS [email protected]
www.climax.be
CLIMAXVERANDA
PALEN
21
Palen met paalclips voor waterafvoer
Paal 152/100 (98 + 97 A + 97 B) toebehoren voor hoekpaal toebehoren voor tussenpaal Enkel gebruiken in combinatie voetplaat PV en U-beugel U-beugel met goot G120A
Paal 181/110 (P + PCB + PC)
Bout de U-beugel vast aan de voetplaten PV (�g. A) met de BMR schroefset (�g. B) voor de hoekpalen. Bepaal de positie van de voetplaten PV zoals aangegeven op pag. 11 en veranker deze op een stevige ondergrond in beton met de geschikte bevestigingsmaterialen (niet meegeleverd). Positioneer de U-beugel correct op de voetplaat en zet deze vast. Voor de tussenpalen volstaat het de U-beugel zonder voetplaat rechtstreeks op een stevige ondergrond te monteren. Plaats de palen over de beugels. Positioneer ze loodrecht (waterpas) en stut de deze voorlopig zodat deze niet omvallen. De bovenkant van alle palen moet waterpas uitgelijnd worden.Indien uw goot of gootdrager met goot onderaan niet vlak is (bvb met GD2 of GDG met IPE versterking) moet u de lengte van de palen aanpassen. Hiervoor verwijzen we naar pagina 82 & 83.
Fig. A Fig. B
GOOTCONSOLEIndien het verandadak zijdelings begrensd wordt door 1 of 2 muren, kan de goot aan de muur verankerd worden met een gootconsole; zie pag. 28 (behalve bij de GDG-goot). Controleer of de ondergrond en de muren waarin verankerd wordt voldoende draagkrachtig zijn. Het bevestigingsmateriaal moet aangepast zijn aan de ondergrond en de belas-ting. Laat u bijstaan door uw architect of studiebureau.
100
152
98
97 A97 B
UT 98
PV
UT 98
110
181
P
PC
PCB
PU
PV
PU
52
300
300
127,
5
253,5
253,
5
PV
BMR
AG.PLASTICS [email protected]
www.climax.be
CLIMAXVERANDA
22
GOOT
Voor niet thermisch onderbroken daken zijn meerdere gootcombinaties mogelijk ifv de belasting en de gewenste over-spanning. De belastingsgra�eken zijn terug te vinden op pag 77 - 81 of m.b.v. het berekeningsprogramma Climafast:
gootcombinatie (met versterkingspro�el)GD1 + G120A (+ V642)
GD1 + G + Y10 (+ V642)
GD2 + G + Y10 (+ PL165* / PL105)
169
6410
6
120
ZSG
V642GD1
G120A
228
102,
5
106
72,2
60
V642GD1
G
Y10
Y10
228
7010
2,5
156,
2
60
G
GD2C GD2
PL165*
PL105*
Y10
Y10
Y16P
AG.PLASTICS [email protected]
www.climax.be
CLIMAXVERANDA
23
gootcombinatieGDG + GDGL
Indien u de LED-verlichting wil voorzien in de goot GDG, moet het LED-pro�el GDGL met de opening naar onder gericht worden. De speci�eke montagetips vindt u terug op pag. 86.
gootcombinatie met versterkingspro�elGDG + IPE120* + GDGK
Indien de gootcombinatie tussen 2 muren wordt gemonteerd, moet deze 10 mm ingekort worden zodat er zijdelings 5 mm speling blijft voor de montage van de afsluitstukken.
Indien de goot(drager) versterkt is met een stalen pro�el, moet men steeds voorboren vooraleer de U-beugels te monteren. Gebruik bij voorkeur stevige zelfborende schroeven.
* De versterkingspro�elen PL165, PL105 en IPE 120 worden niet meegeleverd. Deze kunnen aangekocht worden in de plaatselijke staalhandel. We raden aan om deze stalen versterkingspro�elen te behandelen tegen corrosie.
GOOT
60
75
222
222
GDG
IPE120*
GDGK
222
162
82,5
GDG GDGL= LED
≠ LED
AG.PLASTICS [email protected]
www.climax.be
CLIMAXVERANDA
24
GOOT GD1 + G120A
BEREID DE GOOT VOOR EN MONTEER ALLE ONDERDELEN
Ø 80
70 50/55
500
50
Zaag de opening voor de waterafvoer.Maak hiervoor gebruik van een klokboor Ø 80 mm.
Vastschroeven van de goot G120A op de gootdrager GD1 met de gelakte ZSG schroeven.
Inschuiven van versterkingspro�el V642 (optioneel).Inschuiven van het scharnierpro�el S1 of S2.
Montage van de U-beugel UT 98
2,5
2,5
50
2,5
2,5
4
4
55
Montage van de U-beugel UT 100(niet mogelijk met uitloop voor waterafvoer)
Montage van de U-beugel PU
G120A GD1
G120A
ZSG
S1/S2
V642G120A
UT98
ZSB (4x)
UT10
ZSB (4x)
PU
ZSB (3x)
AG.PLASTICS [email protected]
www.climax.be
CLIMAXVERANDA
25
GOOT GD1 + G + Y10
BEREID DE GOOT VOOR EN MONTEER ALLE ONDERDELEN
Ø 80
50 / 5585
Zaag de opening voor de waterafvoer.Maak hiervoor gebruik van een klokboor Ø 80 mm.
Verbinden van de goot (G) op de gootdrager (GD1) met de Y10.Inschuiven van het scharnierpro�el (S1 of S2).
Inschuiven van versterkingspro�el V642 (optioneel). Montage van de U-beugel UT 98
2,5
2,5
50
2,5
2,5
55
4
4
Montage van de U-beugel UT 100(niet mogelijk met uitloop voor waterafvoer)
Montage van de U-beugel PU
G
GD1
G
S1/S2
Y10
V642
UT98
UT10
ZSB (4x)
ZSB (4x)
PU
ZSB (3x)
AG.PLASTICS [email protected]
www.climax.be
CLIMAXVERANDA
26
GOOT GD2 + G + Y10
BEREID DE GOOT VOOR EN MONTEER ALLE ONDERDELEN
Ø 80
50 / 5585
Zaag de opening voor de waterafvoer.Maak hiervoor gebruik van een klokboor Ø 80 mm.
Verbinden van de goot (G) op de gootdrager (GD2) met de Y10.
Inschuiven van de thermische onderbreking Y16P in het onderste detail van de gootdrager GD2. De lengte van de Y16P komt overeen met de afstand tussen de palen of muren.
Inschuiven van het scharnierpro�el (S1 of S2).
Inschuiven van versterkingspro�el PL165*/PL105* (optioneel).
* De versterkingspro�elen PL165 en PL105 worden niet meegeleverd. Deze kunnen aangekocht worden in de plaatselijke staalhandel. We raden aan om deze stalen versterkingspro�elen te behandelen tegen corrosie.
G
S1/S2
PL105*Y10
G
PL165*Y16P
GD2
2,5
2,5
50
Montage van de U-beugel UT 98 Montage van de U-beugel PU
4
4
55
UT98
ZSB (4x)
PU
ZSB (3x)
AG.PLASTICS [email protected]
www.climax.be
CLIMAXVERANDA
27
GOOT GD2 + G + Y10 GOOT GDG
BEREID DE GOOT VOOR EN MONTEER ALLE ONDERDELEN
55
67
8067 55
Ø 80
= LED≠ LED
Zaag de opening voor de waterafvoer.Maak hiervoor gebruik van een klokboor Ø 80 mm.
Inschuiven van het scharnierpro�el S1 of S2.Inschuiven van het LED-pro�el GDGL.(Voor de LED-verlichting verwijzen we naar pag. 86.)
* Het versterkingspro�el IPE 120 wordt niet meegeleverd. Dit kan aangekocht worden in de plaatselijke staalhandel. We raden aan om de stalen versterkingspro�elen te behandelen tegen corrosie.
S1/S2
GDG
GDGL
Montage van de U-beugel PU voor GDG & IPE120
PU
6,3 x 25 (3x)
55
IPE120*
GDGK
‘click’
Inschuiven van versterkingspro�el IPE120* (optio-neel) en montage van de clips GDGK.
Montage van de U-beugel PU voor GDG4
4
55PU
ZSB (2x)
AG.PLASTICS [email protected]
www.climax.be
CLIMAXVERANDA
28
GOOT
Bij gootlengtes > 7 m is het mogelijk om meerdere goten aan elkaar te koppelen. Op de verbinding van 2 goten moet er steeds een ondersteuning voorzien worden. Bij een opbouw met goot en gootdrager (GD1/GD2) raden we aan om de pro�elen te schranken en de verbinding van de gootdragers te ondersteunen.De gootpro�elen kunnen gekoppeld worden met de verbindingsstiften 909 en/of verbindingspro�elen GI of G120AS.Gebruik de siliconelijm SG20 voor de afdichting.
SG20
SG20
SG20
G120A + G120AS + GB G + GI + SG20 + 909 (3x)
500
Plaats de voorgemonteerde goot op de palen en schroef de constructie vast met de gelakte schroeven ZSG.
Op de goten G120A en G kan een verhogingspro�el GR gemonteerd worden. Plaats eerst de zijdelingse gootafsluitstukken en schroef vervolgens om de 500 mm het GR pro�el vast op de goot.
Monteer de uitloop met wartel in de opening van de goot en dicht af met silicone.
Indien de goot zijdelings tussen 2 muren gemonteerd wordt (bvb met gootconsole), moeten de gootafs-luitstukken vooraf gemonteerd worden met de zelf-borende ZSG schroeven.
20
40
G120A
G120AS G120A
G120AS909 909
G
GC
GI
909
ZSG (4x)
GDC
GR
ZSG
ZSG
AG.PLASTICS [email protected]
www.climax.be
CLIMAXVERANDA
29
GOOT SCHARNIERPROFIEL
Het Climax® systeem kan gemonteerd worden op een (dak-)constructie. Hierdoor worden de zelfdragende goot-pro�elen vervangen door een niet-zelfdragend scharnierpro�el SB. Dit pro�el wordt op een doorlopende opstand gemonteerd met aangepaste bevestigingen door de klant te voorzien. Om een water- en winddichte aansluiting te bekomen moet de rubber C11CX aangebracht worden zoals aangegeven op onderstaande �guur. Dus met de witte zijde tegen de beglazing.
C11CX
SB
S1
S2
min. 60 mm
min. 150 mm
AG.PLASTICS [email protected]
www.climax.be30
CLIMAXVERANDA
MUURPROFIEL DRAGERS EN ZIJDRAGERS
Onderdelen
Voorbereiding
Slijp een sleuf in de muur waartegen het verandadak komt (zie pag. 14). Plaats hierin een loodslab of zinken solin. Boor in het onderste muurpro�el MB op 250 mm van de uiteinden en vervolgens om de 500 mm een gat op de aange-geven lijn met een diameter ifv van het gekozen bevestigingsmateriaal. Herhaal dezelfde bewerking om de 1000 mm voor het bovenste muurpro�el MT. Schuif de rubber C1CX in de voorziene opening van de MT. Het onderste en bovenste muurpro�el worden aan elkaar bevestigd met de inschuifbare thermische onderbrekingen Y16P.Deze thermische onderbrekingen moeten niet doorlopend over de volledige lengte ingeschoven te worden. Een lengte van 250 mm om de 250 mm volstaat. De Y16P dient als hoogteregeling. Het aantal op elkaar geschoven thermische onderbrekingen Y16P tussen het onderste (MB) en bovenste muurpro�el (MT) wordt bepaald i.f.v. de beglazingsdikte en de helling van uw verandadak (zie tabel pag. 10).
Montage
Zet het voorgemonteerde muurpro�el vast met de aangepaste verankeringen. De gaten in het onderste muurpro�el komen overeen met de hoogte HM + 70 mm op de muur.Werk de bovenzijde van het bovenste muurpro�el MT af met silicone en met een in de muur ingewerkte loden slab of zinken solin. Plaats het scharnierpro�el S1 of S2 in het onderste muurpro�el.
70
1000 250
HM
1000
250 250
250 250
250500500500
156
38,5
73,4
70
HM
C1CX
C12MT
Y16P
MB
S1
S2
38,5
73,4
172
70
HM
C1CX
C12MT
Y16P
MB
S1
S2
AG.PLASTICS [email protected]
www.climax.be 31
MUURPROFIEL
CLIMAXVERANDA
DRAGERS EN ZIJDRAGERS
Volgende (zij)dragers zijn mogelijk:Voor daken met kunststofbeglazing worden de plaatdragers TP (wit) toegepast. Voor daken met glas (enkel of dub-bel) worden de plaatdragers TPG (groen) toegepast. Bij grote overspanningen of grote sneeuwbelasting wordt een stalen versterkingspro�el in de dragers geschoven. Controleer de dragerlengte i.f.v. de beglazing + sneeuw- en windbelasting (zie gra�eken pag. 77 - 81 of m.b.v. het berekeningsprogramma Climafast).
Drager Drager met versterking D1 + TP(G) D1 + V642 + TP(G)
D2+ TP(G) D2 + V1044* + TP(G)
* Het versterkingspro�el V1044 wordt niet meegeleverd. Dit kan aangekocht worden in de plaatselijke staalhandel. We raden aan om deze stalen versterkingspro�elen te behandelen tegen corrosie.
60
75
60
40
2
TP(G)
D1V642
60
115
40
100
4
TP(G)
D2
V1044*
AG.PLASTICS [email protected]
www.climax.be32
CLIMAXVERANDA
DRAGERS EN ZIJDRAGERS DRAGERS EN ZIJDRAGERS
Voorbereiding
Zaag de kunststof plaatdragers TP of TPG op lengte, zodat het uitgestanste gedeelte behouden blijft. Afhankelijk van de verzaging kan het voorkomen dat u deze uitsparing zelf moet voorzien. Deze uitsparing is noodzakelijk voor een goede waterafvoer van de afsluitpro�elen.
Verzaag de dragers D1 of D2 haaks op lengte.Verzaag de versterkingpro�elen op maat en schuif deze in de aluminium draagpro�elen. Bij de stan-daard montage met kunststofplaten is de lengte van de versterkingspro�elen gelijk aan de lengte van de dragers.
Bij montage met glas zijn de versterkingspro�elen 100 mm korter dan de dragers (montage met kop-pelstukken en afstandshouders zie pag 32).
Schroef de stoppro�elen tegen de uitgestanste zijde van de plaatdragers met de bijgeleverde parker-schroeven PS 48 (4,8 x 25 mm).
Schuif de plaatdragers TP(G) in de aluminium dra-gers D1 of D2.
Afhankelijk van de dikte van de beglazing moet een opzetpro�el Y25 of Y32 ingeschoven worden (zie tabel pag. 87).
Y25/Y32
TP(G)20 mm
20 mm30 mm8 mm
TPG
D1/D2
V642/V1044
25 mm
ZSB
K
ZSB
TP(G)
PS 48
TP(G)
D1/D2
TP
AG.PLASTICS [email protected]
www.climax.be33
DRAGERS EN ZIJDRAGERS
CLIMAXVERANDA
DRAGERS EN ZIJDRAGERS
Montage
Het aantal dragers en hun positie wordt bepaald i.f.v. van de beglazing en de belasting. Controleer de asafstand i.f.v. van de verandadiepte (D) en de belasting (beglazing + sneeuw en wind) zie gra�eken pag 77 - 81 of m.b.v. het berekeningsprogramma Climafast.
Voor kunststofplaten in polycarbonaat of acrylaat gebruikt men steeds de volle breedte van de platen, behalve voor de linker en/of de rechter plaat die op maat mogen verzaagd worden. De asafstand tussen de dragers AX = plaat-breedte + 22 mm. Hou rekening met een zijdelingse speling van 5 mm aan elke zijde. Alle nuttige informatie m.b.t. het verwerken en plaatsen van kunststofbeglazing vindt u op pag 15 & 16.
Voor glas verdeelt men de totale breedte in gelijke delen van max 700 mm. Het aantal beglazingen wordt als volgt bepaald : (B – 60 mm)/ 700 afgerond naar boven. De breedte van de beglazing wordt als volgt bepaald :((B – 60 mm) / aantal beglazingen) – 22 mm. Voor glas vragen wij de instructies van uw leverancier op te volgen.
Teken de posities van de dragers af op de scharnierpro�elen (aan goot en muur) en controleer de as-op-as maten.
STANDAARD MONTAGE VOOR KUNSTSTOFPLATEN
AX = PL + 22 MM
AX AXAX
B
Positioneer de voorgemonteerde (zij-)dragers op de scharnieren S1 of S2. De dragers worden aan de muurzijde en de gootzijde door middel van ZSG schroeven verankerd in het scharnierpro�el S1 of S2. Dit doet u op de markeerlijn, zichtbaar aan de onderkant van het scharnierpro�el S. Voor dragers met stalen versterking moet u eerst voorboren met Ø 4 mm.
Schuif de plaatdragers TP(G) zo hoog mogelijk tegen het muurpro�el en schroef vast met 2 ZSG schroe-ven met neopreendichting. Zorg ervoor dat alle stop-pro�elen aan de gootzijde in lijn liggen.
TP
ZSC
S1
S1/S2
ZSG
TP(G)
ZSC
S1/S2
AG.PLASTICS [email protected]
www.climax.be34
CLIMAXVERANDA
DRAGERS EN ZIJDRAGERS BEGLAZING: KUNSTSTOFPLATEN
MONTAGE MET KOPPELSTUKKEN EN GLAS
Schroef de koppelstukken K vast in de scharnierpro�elen met de parkerschroeven PST. Hiervoor moet u in de mar-keerlijntjes (links & rechts) van het koppelstuk voorboren met Ø 4mm. Doe dit telkens links en rechts van de drager, aan de muurzijde en de gootzijde. Bij montage van de zijdragers met koppelstukken K moet u 1 vleugel van het kop-pelstuk wegzagen, zodat het koppelstuk zijdelings niet hinderlijk is voor het afwerkingspro�el.Laat een speling van min. 5 mm indien de zijdrager tegen een muur komt. Tussen de dragers plaatst u de afstands-houders A1 of A2 op het scharnierpro�el S1 of S2. Hierin komt dan de steunrubber C5 (bij kunststofplaten) of de steunrubbers C5 + C31 (bij glas).
Schuif het TP(G) pro�el volledig naar boven tot tegen het muurpro�el en zet het ZO HOOG MOGELIJK vast in de dragers met 2 ZSC schroeven met neopreenring. Zorg ervoor dat alle stoppro�elen aan de gootzijde in lijn liggen. De uitzetting van het TP(G) pro�el gebeurt naar de benedenrichting toe.Bij gebruik van dubbel glas verwijzen we naar pag 58. bij montagetips voor thermisch onderbroken Climax systeem.
C31
C5
A1/A2
ZSC
PST
K
D1/D2
ZSC
PST
PST
K
KZSB
ZSB
AG.PLASTICS [email protected]
www.climax.be35
DRAGERS EN ZIJDRAGERS
CLIMAXVERANDA
BEGLAZING: KUNSTSTOFPLATEN
Duw de steunrubber C5 in de uitsparing van de scharnierpro�elen tussen de dragers. Leg de begla-zing tussen de plaatdragers met het afsluitpro�el tegen de stoppro�elen aan de gootzijde. Let erop dat er zijdelings 5 mm speling blijft.
Kit de bovenrand van het afsluitpro�el af met kunst-stofvriendelijke silicone. Let er op dat meerwandige kunststof platen minimaal 10° of 18 cm per meter helling moeten hebben om van de garantie te kunnen genieten.
Voorbereiding
goot
beglazing
GD1+G120A GD1+GGD2+G
GDG
kunststofplaten 10 - 45° 10 - 20°
Enkel de linker en rechter plaat worden in de breedte op maat verzaagd. Voorzie de open uiteinden van de geschikte kunststoftape (gesloten tape BT aan bovenzijde = muurzijde en geperforeerde tape BB aan de onderzijde = gootzijde). Voorzie elke plaat van een afsluitpro�el aan de gootzijde. Controleer of het afsluitpro�el onderaan geperforeerd is. Dit is noodzakelijk voor een goede waterafvoer. Let erop dat de beschermende UV-zijde van de plaat steeds naar boven gericht is. Meer informatie over het verwerken, plaatsen en onderhoud van kunststofplaten vindt u op pag 15 & 16. Voor kunststofplaten met LED-verlichting moet u de nodige elektrische voorzieningen treffen. De speci�eke montagetips vindt u op pag. 86.
Montage
C5
S1/S2
MT
AG.PLASTICS [email protected]
www.climax.be36
CLIMAXVERANDA
BEGLAZING: GLASPLATEN AFWERKING
Voorbereiding
goot
beglazing
GD1+G120A GD1+GGD2+G
GDG
glas 5 - 45° 5 - 20°
Voorzie steeds gelaagde beglazing in uw verandadak volgens de geldende normen. Raadpleeg hiervoor uw glas-leverancier. Kleef een L-vormig afsluitpro�el L432 of L632 op de kopse kant van het glas. Gebruik hiervoor de sili-conelijm SG20.
Montage
Controleer de lengte van de afstandshouder A1/A2. De lengte van de afstandshouders komt exact overeen met de afstand tussen de dragers. Schuif de rubber C5 in de voorziene gleuf en duw de steunrubber C31 in de voorziene uitsparingen van de afstands-houders A1 of A2. Deze afstandshouders passen in het scharnierpro�el tussen de dragers. Hierdoor wordt de beglazing op de 4 zijden ondersteund. Leg de beglazing tussen de plaatdragers met het afsluitpro�el tegen de stoppro�elen aan de gootzijde. Let er op dat er zijdelings 5 mm speling blijft.
Verbinding van beglazing
Als de beglazing (kunststof platen of glas) uit meerdere delen bestaat, kunnen de delen gekoppeld worden met de glasverbindingspro�elen GVB en GVT. Deze montage-instructies vindt u op pag. 84 & 85.
L432/L632
C31 C5
A1/A2
max.28 mm
30
40
28 - 38 mm40
30
L432
L432
60
30
L632
AG.PLASTICS [email protected]
www.climax.be 37
BEGLAZING: GLASPLATEN
CLIMAXVERANDA
AFWERKING
DRAGERS
AFWERKING MET RUBBERS
AFWERKING MET CLIPSENVoor kunststofplaten of glas: de mogelijkheden en beglazingsdiktes vindt u terug in de tabel op pag. 87.
Standaard clipsen
C2CXC2CXY25/Y32
CL16 voor platen of glas met een dikte van 16 mm.CL32 voor platen of glas met een dikte van 25 of 32 mm.
Duw de rubber C8 of CY10 aan beide zijden in de clipsen. Let er op dat de rubber C8 niet doorloopt tot het uiteinde aan de gootzijde, maar tot het afsluit-pro�el op de beglazing. De CL16 en CL32 worden geclipst op de plaatdrager TP(G). Het clipsen gebeurt met de hand of m.b.v. een rubberen hamer en een plankje. Let op dat er hierdoor geen deuken ontstaan op de clipsen.
CL16/CL32
TP(G)
D1/D2
C8 CY10C8 C8
CL16/CL32
D1/D2
Duw de rubber C2CX in de plaatdrager TP(G) of in het verhogingspro�el Y25 / Y32.
Afwerking met rubber C2CX voor kunststofplaten of glas: de mogelijkheden en beglazingsdiktes vindt u terug in de tabel op pag. 87.
TP(G)
AG.PLASTICS [email protected]
www.climax.be38
CLIMAXVERANDA
AFWERKING AFWERKING
DRAGERSSchroefbare clipsenVoor kunststofplaten of glas: de mogelijkheden en beglazingsdiktes vindt u terug in de tabel op pag. 87.
Boor De CLSB voor met Ø 5,5 mm telkens om de 500 mm, beginnend en eindigend op 200 mm van de uiteinden. Schroef nu de CLSB vast op de TPG met aangepaste hilo-schroeven. Schroef met een gering koppel en loodrecht zodat de schroefkop vlak tegen de CLSB aandrukt. Afhankelijk van de beglazingsdikte worden enkel schroeven en/of opzetpro�elen CY10 / Y25 toegepast (zie tabel pag. 87). Het clipsen van de CLST gebeurt met de hand of m.b.v. een rubberen hamer en een plankje. Let erop dat er hierdoor geen deuken ontstaan in de clipsen.
500
200
C8 CY10
CLST
CLSB
De schroefbare clips bestaat uit 2 delen: - de onderclips CLSB - de bovenclips CLST
Duw de rubber C8 of CY10 aan beide zijden in de CLSB-clips. Let erop dat de rubber C8 niet doorloopt tot het einde aan de gootzijde, maar tot het afsluitpro-�el op de beglazing.
AG.PLASTICS [email protected]
www.climax.be 39
AFWERKING
CLIMAXVERANDA
AFWERKING
ZIJDRAGERSAFWERKING MET RUBBERSRubber C2CX voor kunststofplaten of glas: de mogelijkheden en beglazingsdiktes vindt u terug op pag. 87.
Duw de rubber C2CX in de plaatdrager TP(G) of in het verhogingspro�el Y25 / Y32. Zaag het zijafwerkingspro�el L16P schuin af aan de muurzijde volgens de dakhelling a. Om de lengte van het L16P pro�el te bepalen, meet de afstand van muur tot het stoppro�el. Positioneer het L16P pro�el tegen de buitenzijde tegen het draagpro�el. Werkt u vrijstaand of tegen een muur dan is het noodzakelijk de L16P om de meter zijdelings tegen de drager (met ZSG) of tegen de muur te schroeven.
AFWERKING MET CLIPSENClipsen voor kunststofplaten of glas: de mogelijkheden en beglazingsdiktes vindt u terug op pag. 87.
CLL voor kunststofplaten of glas met een dikte van 16, 25 of 32 mm: plaats de rubber C8 of CY10 aan 1 zijde in de clips.
CLSB + CLSL voor kunststof platen of glas met een dikte van 8 tot 34 mm: plaats de rubber C8 of CY10 aan 1 zijde in de clips.
TP(G)
C2CX L16P
ZSG
5 mm
C2CX
Y25/Y32
TP(G)
L16P
C8
CLL
CLSL
C8
CLSB
Hilo 25/42
AG.PLASTICS [email protected]
www.climax.be40
CLIMAXVERANDA
AFWERKING AFWERKING
MONTAGE SCHROEFBARE ZIJCLIPS
Boor de CLSB voor met Ø 5,5 mm telkens om de 500 mm, beginnend en eindigend op 200 mm van de uiteinden. Schroef nu de CLSB vast op de TPG met aangepaste hilo-schroeven. Schroef met een gering koppel en loodrechtzodat de schroefkop vlak tegen de CLSB aandrukt. Afhankelijk van de beglazingsdikte worden enkel schroeven en/of opzetpro�elen CY10 / Y25 toegepast (zie tabel pag. 87).
Zaag het CLL / CLSL pro�el schuin af aan de muurzijde volgens de dakhelling a. Om de lengte van het CLL/CLSL pro�el te bepalen, meet de afstand tot het stoppro�el. Positioneer het CLL/ CLSL pro�el aan de buitenzijde tegen het draagpro�el en druk dit aan met de hand of m.b.v. een rubberen hamer en een plankje. Werkt u (vrijstaand of tegen een muur) dan is het noodzakelijk de CLL/CLSL om de meter zijdelings tegen de drager (met ZSG) of tegen de muur te schroeven.
500
200
α
1000
250
ZSG
ZSG
CLL/CLSL
AG.PLASTICS [email protected]
www.climax.be 41
AFWERKING
CLIMAXVERANDA
AFWERKING
MUURPROFIEL
GOOT
Plaats de rubber C12 om de druk van de C1CX op de beglazing te vergroten.
Plaats de afsluitplaat MAS aan de vrijstaande zijden van het muurpro�el. Om de positie van de 2de ZSG schroef te bepalen, gebruik je de puntmarkering die reeds aangebracht is op de MAS. Pas na de volle-dige montage van het dak de MAS vastschroeven.
MT
C12
C1CX
MAS
ZSG
Monteer de afsluitplaten en klik het kunststof afdekkapje in de voorziene gaatjes. Kit de binnen-kant van de afsluitplaat af met silicone.
Indien de goot zijdelings begrensd wordt door 2 muren, moet er een frontale wateruitloop UGS gemonteerd worden zodat het water naar buiten kan lopen bij een verstopte waterafvoer. Boor hiervoor een opening met Ø min 33 – max 35 mm in de voor-zijde van de goot. Deze opening moet lager komen dan de overloop in de gootafsluitplaten.
ZSG UGS
AG.PLASTICS [email protected]
www.climax.be42
CLIMAXVERANDA
AFWERKING
GOOT GD2 + G
Vergeet vooral niet om aan de gootzijde de afsluitpro�elen op de kunststofplaten af te kitten met kunststofvriendelijke silicone.
PALEN
Controleer of de palen perfect verticaal staan (water-pas) en schroef onderaan en bovenaan telkens vast in de U-beugels met 2 gelakte schroeven ZSG. Om lakschade te vermijden raden we aan om voor te boren met Ø 3 – 4 mm.
Voorzie de waterafvoerbuis en sluit deze aan op het regenwaterafvoerstelsel. Monteer de afdekclips PC op de paal.
De afwerking met een gootdrager GD2 gebeurt met de GD2C. Zaag dit pro�el overlangs op de aange-geven positie. De lengte van de GD2C is overeen-komstig de afstand tussen de muren en/of palen. Breng de siliconelijm aan op de geribde zone over de volledige lengte . Maak de uiteinden van de kleef-strook vrij en plooi deze naar buiten.
Clips het detail van de GD2C vast in het kunststof-pro�el Y16P. Indien goed gepositioneerd, maak de kleefstrook volledig vrij en duw de GD2C tegen de goot..
zelf-kleefstrookSG20
GD2C
ZSG
click
GD2C
G
Y10
Y16P
GD2
ZSG
click
MONTAGETIPS VOOR HET
THERMISCH ONDERBROKENCLIMAX® SYSTEEM
AG.PLASTICS [email protected]
www.climax.be 43
AFWERKING
CLIMAXVERANDA
MONTAGETIPS VOOR HET
THERMISCH ONDERBROKENCLIMAX® SYSTEEM
CLIMAXVERANDA
AG.PLASTICS [email protected]
www.climax.be
PALEN
44
Bepaal de lengte van de palen (HN + HG) ifv de helling en de positie van het muurpro�el (HM). Voor de palenin combinatie met de gootdrager GD2 gelden speci�eke voorschriften (zie p. 82).
Voor thermisch onderbroken daken zijn volgende palen mogelijk:
Standaard palen toebehoren voor hoekpaal toebehoren voor tussenpaal voetplaat PV en U-beugel PU U-beugel PU
Paal 116/110 (P + P + Y16P)
Palen met paalclips voor waterafvoer
Paal 197/110 (P + PCB + PC + Y16P)
PU
niet meegeleverd
PV
PU
116
110
Y16P
P
P
PV
PU
PU
110
197
Y16P
PCB
PC
P
CLIMAXVERANDA
AG.PLASTICS [email protected]
www.climax.be
PALEN
45
Bout de U-beugel vast aan de voetplaten PV met de BMR schroefset voor de hoekpalen. Bepaal de positie van de voetplaten PV zoals aangegeven op pag 11 en veranker deze op een stevige ondergrond in beton met de geschikte bevestigingsmaterialen. Positioneer de U-beugel correct op de voetplaat en zet deze vast.
Fig. A Fig. B
Thermisch onderbroken hoekpalen
Om een hoekpaal thermisch onderbroken uit te voeren moet het binnenste paaldeel overlangs doorgezaagd worden.De beide delen worden dan terug verbonden met een thermische onderbreking Y16P. De verbinding aan de buiten-zijde wordt gemaakt met een gelakt verbindingspro�el Y16A (zie �guur). Bij de latere montage van de ramen zorgt men ervoor dat de thermische onderbrekingen samenvallen.
Voor de tussenpalen volstaat het de U-beugel zonder voetplaat rechtstreeks op een stevige ondergrond te monteren.Plaats de palen over de beugels. Positioneer ze loodrecht (waterpas) en stut deze voorlopig zodat deze niet omval-len. De bovenkant van alle palen moet waterpas uitgelijnd worden.Indien uw goot of gootdrager met goot onderaan niet vlak is (met GD2) moet u de lengte van de palen aanpassen. Hiervoor verwijzen we naar pagina 82.
GOOTCONSOLEIndien het verandadak zijdelings begrensd wordt door 1 of 2 muren, kan de goot aan de muur verankerd worden met een gootconsole GDC. Controleer of de ondergrond en de muren waarin verankerd wordt voldoende draagkrachtig zijn. Het bevestigingsmateriaal moet aangepast zijn aan de ondergrond en de belasting. Laat u desnoods bijstaan door uw architect of studiebureau. De montage-instructies vindt u terug op pag 49.
52
300
300
127,
5
253,5
253,
5
PV
BMR
P
P
Y16A Y16P
PCB
P
Y16A Y16P
PC
Y16P
CLIMAXVERANDA
AG.PLASTICS [email protected]
www.climax.be
GOOTCOMBINATIE
46
Voor thermisch onderbroken daken zijn meerdere gootcombinaties mogelijk i.f.v. de belasting en de gewenste over-spanning. De belastingsgra�eken zijn terug te vinden op pag 77 - 81 of m.b.v. het berekeningsprogramma Climafast:
goten (met versterkingspro�el)GD1 + (V642) + G + Y16P + C11CX
GD2 + (PL165*) + (PL105*) + G + Y16P + C11CX
Indien de goot tussen 2 muren wordt gemonteerd, moet deze 10 mm ingekort worden zodat er zijdelings 5 mm speling blijft voor de montage van de afsluitstukken. De gootdrager GD1 of GD2 moeten per vrijstaande zijde 10 mm korter zijn dan de goot. Deze ruimte is noodzakelijk voor de thermische onderbreking GAP1 of GAP2.
* De versterkingspro�elen PL165 en PL105 worden niet meegeleverd. Deze kunnen aangekocht worden in de plaatselijke staalhandel. We raden aan om deze stalen versterkingspro�elen te behandelen tegen corrosie.
235
102,
5
67,5
72,2G V642 GD1
C11CX
Y16P
102,
570
23568,4
156,
2
G
Y16P
C11CX
GD2Y16P
Y16P
PL165
PL105GD2C
CLIMAXVERANDA
AG.PLASTICS [email protected]
www.climax.be
GOOT
GD1 + G + Y16P + C11CX
BEREID DE GOOT VOOR EN MONTEER ALLE ONDERDELEN
Indien de goot(drager) versterkt is met een stalen kokerpro�el, moet men steeds voorboren met Ø 4 mm vooraleer de U-beugels te monteren. Gebruik bij voorkeur stevige zelfborende schroeven.
Zaag de opening voor de waterafvoer.Maak hiervoor gebruik van een klokboor Ø 80 mm.
Verbinden van de goot (G) op de gootdrager (GD1) met de Y16P.Inschuiven van het scharnierpro�el (S1 of S2).
Ø 8085 55
50/55
85
Ø80
G
Y16P GD1
S1/S2
Inschuiven van versterkingspro�el V642 (optioneel) Montage van de U-beugel PU aan de vrijstaande zijde. Positioneer de U-beugel 6 mm naar buiten t.o.v. de gootdrager.
V6424
10
6
55
6
PU
3x ZSB
47
Y16P
Plaatsen van de rubber C11CX (kunststofplaten)
C11CX
S1
S2
C11CX
S1
S2
Inschuiven van thermische onderbreking Y16P en plaatsen van de rubber C11CX (glas)
CLIMAXVERANDA
AG.PLASTICS [email protected]
www.climax.be
GOOT
GD2 + G + Y16P + C11CX
BEREID DE GOOT VOOR EN MONTEER ALLE ONDERDELEN
* De versterkingspro�elen PL165 en PL105 worden niet meegeleverd. Deze kunnen aangekocht worden in de plaatselijke staalhandel. We raden aan om deze stalen versterkingspro�elen te behandelen tegen corrosie.
Ø 8085 55
50/55
85
Ø80
Zaag de opening voor de waterafvoer.Maak hiervoor gebruik van een klokboor Ø 80 mm.
Verbinden van de goot (G) op de gootdrager (GD2) met de Y16P.Een extra Y16P aanbrengen in het onderste inschuif-detail.Inschuiven van het scharnierpro�el (S1 of S2).
Inschuiven van versterkingspro�el PL165* en/of PL105* (optioneel)
Montage van de U-beugel PU aan de vrijstaande zijde. Positioneer de U-beugel 6 mm naar buiten t.o.v. de gootdrager.
Plaatsen van de rubber C11CX
48
S1/S2
GD2
G
Y16P
Y16P
S1/S2
PL105*G
Y16P
PL165*GD2
Y16P
4
10
6
6
55
PU
3x ZSB
102,
570
23568,4
156,
2
C11CX
CLIMAXVERANDA
AG.PLASTICS [email protected]
www.climax.be
GOOT
49
Bij gootlengtes > 7 m is het mogelijk om meerdere goten aan elkaar te koppelen. Op de verbinding van 2 goten moet er steeds een ondersteuning voorzien worden. Bij een opbouw met goot en gootdrager (GD1/GD2) raden we aan om de pro�elen te schranken en de verbinding van de gootdragers te ondersteunen.De gootpro�elen kunnen gekoppeld worden met de verbindingsstiften (909) en het verbindingspro�el GI. Gebruik de siliconelijm SG20 voor de afdichting.
G + 909 (3x) G + GI + SG20 + 909 (3x)
Plaats de voorgemonteerde goot op de palen en schroef de constructie vast met de gelakte schroeven ZSG.
Op de goot G kan een verhogingspro�el GR gemon-teerd worden. Plaats eerst de zijdelingse gootafsluit-stukken en schroef vervolgens om de 500 mm het GR pro�el vast op de goot.
Monteer de uitloop met wartel in de opening van de goot en dicht af met silicone.
Indien de goot zijdelings tussen 2 muren gemonteerd wordt (bvb met gootconsole), moeten de gootaf-sluitstukken vooraf gemonteerd worden met de zelf-borende ZSG schroeven.
GC
SG20
SG20
G
GI
20
40ZSG (4x)
GDC
500
GR
909 909
909
CLIMAXVERANDA
AG.PLASTICS [email protected]
www.climax.be
SCHARNIERPROFIEL
50
Het Climax® systeem kan gemonteerd worden op een (dak-)constructie. Hierdoor worden de zelfdragende goot-pro�elen vervangen door een niet-zelfdragend scharnierpro�el SB. Dit pro�el wordt op een doorlopende opstand gemonteerd met aangepaste bevestigingen door de klant te voorzien. Om een water- en winddichte aansluiting te bekomen moet de rubber C11CX aangebracht worden zoals aangegeven op onderstaande �guur. Dus met de witte zijde tegen de beglazing.
C11CX
SB
S1
S2
min. 60 mm
min. 150 mm
CLIMAXVERANDA
AG.PLASTICS [email protected]
www.climax.be
MUURPROFIEL
51
Onderdelen
Voorbereiding
Slijp een sleuf in de muur waartegen het verandadak komt (zie pag 14). Plaats hierin een loodslab of zinken solin. Boor in het onderste muurpro�el MB op 250 mm van de uiteinden en vervolgens om de 500 mm een gat op de aangegeven lijn met een diameter i.f.v. van het gekozen bevestigingsmateriaal. Herhaal dezelfde bewerking om de 1000 mm voor het bovenste muurpro�el MT. Schuif de rubber C1CX in de voorziene opening van de MT.Het onderste en bovenste muurpro�el worden aan elkaar bevestigd met de inschuifbare thermische onderbrekingen Y16P. Deze thermische onderbrekingen moeten niet doorlopend over de volledige lengte ingeschoven worden. Een lengte van 250 mm om de 250 mm volstaat. De Y16P dient als hoogteregeling. Het aantal op elkaar geschoven thermische onderbrekingen Y16P tussen het onderste (MB) en bovenste muurpro�el (MT) wordt bepaald i.f.v. de beglazingsdikte en de helling van uw verandadak (zie tabel op pag. 10).
Montage
Zet het voorgemonteerde muurpro�el vast met de aangepaste verankeringen. De gaten in het onderste muurpro�el komen overeen met de hoogte HM + 70 mm op de muur.Werk de bovenzijde van het bovenste muurpro�el MT af met silicone en met een in de muur ingewerkte loden slab of zinken solin. Plaats het scharnierpro�el S1 of S2 in het onderste muurpro�el. Breng de rubber C11CX aan in het scharnier en het onderste muurpro�el over de volledige lengte zoals aangegeven.
70
1000 250
HM
1000
250 250
250 250
250500500500
156
38,5
73,4
70
HM
C1CXC12
MT
Y16P
MB
S1
S2
38,5
73,4
172
70
HM
C1CXC12
MT
2x Y16P
MB
S1
S2
C11CXC11CX
CLIMAXVERANDA
AG.PLASTICS [email protected]
www.climax.be
DRAGERS EN ZIJDRAGERS
52
Volgende (zij)dragers zijn mogelijk:Voor daken met kunststofbeglazing worden de plaatdragers TP (wit) toegepast. Voor daken met glas (enkel of dub-bel) worden de plaatdragers TPG (groen) toegepast. Bij grote overspanningen of grote sneeuwbelasting wordt een stalen versterkingspro�el in de dragers geschoven. Controleer de dragerlengte i.f.v. de beglazing + sneeuw- en windbelasting (zie gra�eken pag 77 - 81 of m.b.v. het berekeningsprogramma Climafast).
Drager Drager met versterking D1 + TP(G) D1 + V642 + TP(G)
D2+ TP(G) D2 + V1044* + TP(G)
* Het versterkingspro�el V1044 wordt niet meegeleverd. Dit kan aangekocht worden in de plaatselijke staalhandel. We raden aan om deze stalen versterkingspro�elen te behandelen tegen corrosie.
60
75
60
40
2
TP(G)
D1V642
60
115
40
100
4
TP(G)
D1
V1044*
De stalen versterking is 100 mm korter dan de dragerlengte. In de zijdragers wordt geen versterkingspro�el aangebracht.
CLIMAXVERANDA
AG.PLASTICS [email protected]
www.climax.be
DRAGERS EN ZIJDRAGERS
Zijdrager vrijstaandZD + C5 + TP(G) + Y16P + ZDC
Zijdrager tegen muur ZD + TP(G) + L432 ZD + TP(G) + ZD2B
53
5 mm
TP(G)
ZD
L432
5 mm
TP(G)
ZD
ZD2B
TP(G)
C5
Y16P
ZD
ZDC
Y16P
L432 voor afwerking zijdrager metscharnierpro�el S1.
ZD2B voor afwerking zijdrager metscharnierpro�el S2.
CLIMAXVERANDA
AG.PLASTICS [email protected]
www.climax.be
DRAGERS EN ZIJDRAGERS
54
Voorbereiding
Schroef de stoppro�elen tegen de uitgestanste zijde van de plaatdragers met de bijgeleverde parker-schroeven PS 48 (4,8 x 25 mm).
Verzaag de (zij)dragers (D1, D2 of ZD) haaks op lengte. Bij grote overspanningen of grote sneeuwbe-lasting wordt een stalen versterkingspro�el in de dra-gers geschoven. Controleer de dragerlengte i.f.v. de beglazing + sneeuw- en windbelasting zie gra�eken pag 77 - 81 of m.b.v. het berekeningsprogramma Climafast. Lengte stalen versterking = dragerlengte - 100 mm.
Monteer de koppelstukken K op de beide uitein-den van de (zij-)dragers en schroef ze vast met de bijgeleverde ZSB schroeven. Bij montage van de zijdragers met koppelstukken K moet u 1 vleugel van het koppelstuk wegzagen, zodat het koppelstuk zijdelings niet hinderlijk is voor het afwerkingspro�el.
Schuif de plaatdragers TP(G) in de aluminium dra-gers D1 of D2.
25 mm
ZSBK
TP(G)
D1/D2
Zaag de kunststof plaatdragers (TP of TPG) op leng-te, zodat het uitgestanste gedeelte behouden blijft. Afhankelijk van de verzaging kan het voorkomen dat u deze uitsparing zelf moet voorzien. Deze uitsparing is noodzakelijk voor een goede waterafvoer van de afsluitpro�elen.
Bij bepaalde beglazingsdiktes > 20 mm zijn ver-hogingspro�elen (Y25 of Y32) noodzakelijk. Zie tabel pag 87.
Y25/Y32
TP(G)20 mm
20 mm30 mm8 mm
TPGTP
CLIMAXVERANDA
AG.PLASTICS [email protected]
www.climax.be
DRAGERS EN ZIJDRAGERS
Voor vrijstaande zijdrager met ZDC afwerking
Voor zijdrager tegen muur (zie afbeeldingen pag. 53)
Voor een thermisch onderbroken Climax dak gebruikt men steeds een zijdrager ZD. Met een scharnier S1 wordt de onderzijde afwerkt met een L432 pro�el.Met een scharnier S2 wordt een verlagingspro�el ZD2B op de zijdrager ZD geclipst.Schuif de plaatdragers TP(G) in de aluminium zijdragers ZD.
Montage
Het aantal dragers en hun positie wordt bepaald ifv van de beglazing en de belasting. Controleer de asafstand ifv van de verandadiepte (D) en de belasting (beglazing + sneeuw en wind) zie gra�eken pag. 77 - 81 of m.b.v. het berekeningsprogramma Climafast.
Voor kunststofplaten in polycarbonaat of acrylaat gebruikt men steeds de volle breedte van de platen, behalve voor de linker en/of de rechter plaat die op maat mogen verzaagd worden. De asafstand tussen de dragers AX = plaat-breedte + 22 mm. Hou rekening met een zijdelingse speling van 5 mm aan elke zijde. Alle nuttige informatie m.b.t. het verwerken en plaatsen van kunststofbeglazing vindt u op pag. 15 & 16.
Voor glas verdeelt men de totale breedte in gelijke delen van max 700 mm. Het aantal beglazingen wordt als volgt bepaald : (B – 60 mm)/ 700 afgerond naar boven. De breedte van de beglazing wordt als volgt bepaald :((B – 60 mm) / aantal beglazingen) – 22 mm. Voor glas vragen wij de instructies van uw leverancier op te volgen.
Teken de posities van de dragers af op de scharnierpro�elen (aan goot en muur) en controleer de as-op-as maten.
AX = PL + 22 MM
AX AXAX
B
Zaag het zij-afwerkingspro�el ZDC schuin af aan de muurzijde volgens de dakhelling (alfa). Om de lengte van het ZDC pro�el te bepalen, meet de afstand van muur tot het stoppro�el.
Schuif het ZDC pro�el op de zijdrager met behulp van 2 thermische onderbrekingen Y16P. De positie van de ZDC is afhankelijk van de beglazingsdikte (16, 25 of 32 mm). Duw de rubber C5 aan de onderzijde van de zijdrager in de voorziene uitsparing. Deze rubber zorgt voor de winddichte afdichting tussen de zijdrager en het schrijnwerk in de zijgevel van uw veranda. Schuif de plaatdragers TP(G) in de aluminium zijdragers ZD.
ZDC
16 mm (5 - 20 mm)25 mm (21 - 29 mm)32 mm (30 - 34 mm)
16 mm25 mm32 mmTP(G)
C5
ZD
ZDC
Y16P
55
CLIMAXVERANDA
AG.PLASTICS [email protected]
www.climax.be
DRAGERS EN ZIJDRAGERS
56
Positioneer de voorgemonteerde (zij-)dragers op de scharnieren S1 of S2 met de stoppro�elen naar de goot gericht.De dragers met de koppelstukken worden aan de muurzijde en de gootzijde door middel van PST schroeven verankerd in het scharnierpro�el S1/S2. Hiervoor moet u in de markeerlijnen (links en rechts) van het koppelstuk K voorboren met Ø 4 mm. Indien de zijdrager tegen een muur komt, laat een speling van min. 5 mm. Tussen de dra-gers plaatst u de afstandshouders A1 of A2 op het scharnierpro�el S1 of S2. Hierin komen dan de steunrubber C5 (bij kunststofplaten) of de steunrubbers C5 + C31 (bij glas). Hiervoor verwijzen we naar pag. 58.
Schuif het TP(G) pro�el volledig naar boven tot tegen het muurpro�el en zet het ZO HOOG MOGELIJK vast in de dragers met 2 ZSC schroeven met neopreenring. Zorg ervoor dat alle stoppro�elen aan de gootzijde in lijn liggen. De uitzetting van het TP(G) pro�el gebeurt naar de benedenrichting toe.
D1/D2
C31
C5
A1/A2
ZSC
PST
K
S1/S2
ZSC
PST
PST
ZSB
ZSB
CLIMAXVERANDA
AG.PLASTICS [email protected]
www.climax.be
BEGLAZING: KUNSTSTOFPLATEN
57
Voorbereiding
goot
beglazing
GD1+GGD2+G
kunststofplaten 10 - 45°
Enkel de linker en/of de rechter plaat worden in de breedte op maat verzaagd. Voorzie de open uiteinden van de geschikte kunststoftape (gesloten tape BT aan bovenzijde = muurzijde en geperforeerde tape BB aan de onderzijde = gootzijde). Voorzie elke plaat van een afsluitpro�el aan de gootzijde. Controleer of het afsluitpro�el onderaan geperforeerd is. Dit is noodzakelijk voor een goede waterafvoer. Let erop dat de beschermende UV-zijde van de plaat steeds naar boven gericht is. Meer informatie over het verwerken, plaat-sen en onderhoud van kunststofplaten vindt u op pag. 15 & 16. Voor kunststofplaten met LED-verlichting moet u de nodige elektrische voorzieningen treffen. De speci�eke montagetips vindt u op pag. 86.
Montage
Controleer de lengte van de afstandshouders A1/A2. De lengte van de afstandshouders komt exact overeen met de afstand tussen de dragers. Schuif de rubber C5 in de voorziene uitsparing van de afstandshouders A1 of A2. Deze afstandshouders passen in het scharnier-pro�el tussen de dragers. Leg de beglazing tussen de plaatdragers met het afsluitpro�el tegen de stop-pro�elen aan de gootzijde. Let er op dat er zijdelings 5 mm speling blijft.
Kit de bovenrand van het afsluitpro�el af met kunst-stofvriendelijke silicone. Let er op dat meerwandige kunststof platen minimaal 10° of 18 cm per meter helling moeten hebben om van de garantie te kunnen genieten.
C5
A1/A2
S1/S2
C11CX
MB
CLIMAXVERANDA
AG.PLASTICS [email protected]
www.climax.be
BEGLAZING: GLASPLATEN
58
Voorbereiding
goot
beglazing
GD1+GGD2+G
glas 5 - 45°
Voorzie steeds gelaagde beglazing in uw verandadak volgens de geldende normen. Raadpleeg hiervoor uw glas-leverancier. Kleef een L- vormig afsluitpro�el (L432 of L632) op de kopse kant van het glas. Gebruik hiervoor de siliconelijm SG20.
Montage
Controleer de lengte van de afstandshouders A1/A2. De lengte van de afstandshouders komt exact overeen met de afstand tussen de dragers. Schuif de rubber C5 in de voorziene gleuf en duw de C31 in de uitsparingen van de afstandshouders A1 of A2. Deze afstandshouders passen in het scharnierpro�el tussen de dragers. Hierdoor wordt de beglazing op de 4 zijden ondersteund. Leg de beglazing tussen de plaatdragers met het afsluitpro�el tegen de stoppro�elen aan de gootzijde. Let er op dat er zijdelings 5 mm speling blijft.
Verbinding van beglazing
Als de beglazing (kunststof platen of glas) uit meerdere delen bestaat, kunnen de delen gekoppeld worden met de glasverbindingspro�elen GVB en GVT. De montage-instructies vindt u terug op pag 84 & 85.
C31
C5
A1/A2
S1/S2
C11CX
MB
L432/L632
max.28 mm
30
40
28 - 38 mm40
30
L432
L432
60
30
L632
CLIMAXVERANDA
AG.PLASTICS [email protected]
www.climax.be
AFWERKING
59
DRAGERS
AFWERKING MET RUBBERS
AFWERKING MET CLIPSENVoor kunststofplaten of glas: de mogelijkheden en beglazingsdiktes vindt u terug in de tabel op pag. 87.
Standaard clipsen
CL16 voor platen of glas met een dikte van 16 mm.CL32 voor platen of glas met een dikte van 25 of 32 mm.
Duw de rubber C8 of CY10 aan beide zijden in de clipsen. Let er op dat de rubber C8 niet doorloopt tot het uiteinde aan de gootzijde, maar tot het afsluit-pro�el op de beglazing. De CL16 en CL32 worden geclipst op de plaatdrager TP(G). Het clipsen gebeurt met de hand of m.b.v. een rubberen hamer en een plankje. Let op dat er hierdoor geen deuken ontstaan op de clipsen.
CL16/CL32
TP(G)
D1/D2
C8 CY10C8 C8
CL16/CL32
D1/D2
C2CXC2CXY25/Y32
Afwerking met rubber C2CX voor kunststofplaten of glas: de mogelijkheden en beglazingsdiktes vindt u terug in de tabel op pag. 87.
Duw de rubber C2CX in de plaatdrager TP(G) of in het verhogingspro�el Y25 / Y32.
TP(G)
CLIMAXVERANDA
AG.PLASTICS [email protected]
www.climax.be
AFWERKING
60
DRAGERSSchroefbare clipsenVoor kunststofplaten of glas: de mogelijkheden en beglazingsdiktes vindt u terug in de tabel op pag. 87.
Boor De CLSB voor met Ø 5,5 mm telkens om de 500 mm, beginnend en eindigend op 200 mm van de uiteinden. Schroef nu de CLSB vast op de TPG met aangepaste hilo-schroeven. Schroef met een gering koppel en loodrecht zodat de schroefkop vlak tegen de CLSB aandrukt. Afhankelijk van de beglazingsdikte worden enkel schroeven en/of opzetpro�elen CY10 / Y25 toegepast (zie tabel pag. 87). Het clipsen van de CLST gebeurt met de hand of m.b.v. een rubberen hamer en een plankje. Let erop dat er hierdoor geen deuken ontstaan in de clipsen.
500
200
C8 CY10
CLST
CLSB
De schroefbare clips bestaat uit 2 delen: - de onderclips CLSB - de bovenclips CLST
Duw de rubber C8 of CY10 aan beide zijden in de CLSB-clips. Let erop dat de rubber C8 niet doorloopt tot het einde aan de gootzijde, maar tot het afsluitpro-�el op de beglazing.
CLIMAXVERANDA
AG.PLASTICS [email protected]
www.climax.be
AFWERKING
61
ZIJDRAGERS MET RUBBERS
Afwerking met rubber C2CX voor kunststofplaten of glas:de mogelijkheden en beglazingsdiktes vindt u terug in de tabel op pag. 87
Voor vrijstaande zijdrager:
Voor zijdrager tegen muur:
Duw de rubber C2CX in de plaatdrager TP(G) of het verhogingspro�el Y25 / Y32. De rubber wordt ondersteund door de lip van het zij-afwerkingspro�el ZDC.
Breng het afwerkingspro�el ZDCS aan op kopse kant van het zij-afwerkingspro�el ZDC met silicone.
C2CX
TPGZDC
ZDCS
ZDC
Meet de lengte van de muur tot aan het stoppro�el. Zaag het zijafwerkingspro�el L16P schuin af volgens de dakhelling (a). Positioneer het L16P pro�el tussen de drager en de muur, zodat het steunlipje even hoog komt als de bovenzijde van de beglazing. Schroef de bovenlip van het L16P pro�el om de 100 cm tegen de muur. Duw de rubber C2CX in de plaatdrager TP(G) of het verhogingspro�el Y25 / Y32. De lip van de rubber wordt ondersteund door het zijafwerkingspro�el L16P.
5 mm
L16PTP(G)
C2CX
Y25/Y32
ZD
L432
CLIMAXVERANDA
AG.PLASTICS [email protected]
www.climax.be
AFWERKING
62
VRIJSTAANDE ZIJDRAGERS MET CLIPSEN
Afwerking met clipsen voor kunststofplaten of glas:de mogelijkheden en beglazingsdiktes vindt u terug in de tabel op pag. 87
Standaard clipsen (voor kunststof platen of glas met dikte van 16, 25 of 32 mm):
Schroefbare clipsen (voor kunststof platen of glas met dikte van 16, 25 of 32 mm):
CL16 voor platen of glas met een dikte van 16 mm, CL32 voor platen of glas van 25 of 32 mm dik.Duw de rubber C8 of CY10 aan beide zijden in de clipsen. Let er op dat de rubber C8 niet doorloopt tot het uiteinde aan de gootzijde, maar tot het afsluitpro�el op de beglazing. De CL16 en CL32 worden geclipst op de plaatdrager TP. Het clipsen gebeurt met de hand of m.b.v. een rubberen hamer en een plankje. Let op dat er hierdoor geen deuken ontstaan op de clipsen.
ZD
TP(G)
CL16/CL32
Y16P
C8
C8
Y16P
C5
ZDC
CLSB + CLSL voor kunststof platen of glas met een dikte van 8 tot 34 mm.Duw de rubber C8 of CY10 in de CLSB. Let er op dat de rubber C8 niet doorloopt tot het uiteinde aan de gootzi-jde, maar tot het afsluitpro�el op de beglazing.
ZD
TP(G)
CLSB
Y16P
C8
C8
Y16P
C5
ZDC
CLST
CLIMAXVERANDA
AG.PLASTICS [email protected]
www.climax.be
AFWERKING
63
VRIJSTAANDE ZIJDRAGERS MET CLIPSEN
Boor de CLSB voor met Ø 5,5 of 6 mm telkens om de 50 cm, beginnend en eindigend op 20 cm van de uiteinden. Schroef nu de CLSB vast op de TPG met aangepaste hilo-schroeven. Schroef met een gering koppel en loodrechtzodat de schroefkop vlak tegen de CLSB aandrukt. Afhankelijk van de beglazingsdikte worden enkel schroeven en/of opzetpro�elen CY10 / Y25 toegepast (zie tabel pag. 87).
Breng het afwerkingspro�el ZDCS aan op kopse kant van het zij-afwerkingspro�el ZDC met silicone.
500
200
ZDCS
ZDC
CLIMAXVERANDA
AG.PLASTICS [email protected]
www.climax.be
AFWERKING
64
ZIJDRAGERS TEGEN MUUR MET CLIPSEN
Standaard clipsen (voor kunststof platen of glas met dikte van 16, 25 of 32 mm):
Schroefbare clipsen (voor kunststof platen of glas met dikte van 16, 25 of 32 mm):
CLL voor kunststof platen of glas met een dikte van 16, 25 of 32 mmDuw de rubber C8 of CY10 in de CLL. Let er op dat de rubber C8 niet doorloopt tot het uiteinde aan de gootzijde, maar tot het afsluitpro�el op de beglazing.
CLSB + CLSL voor kunststof platen of glas met een dikte van 8 tot 34 mmDuw de rubber C8 of CY10 in de CLSB. Let er op dat de rubber C8 niet doorloopt tot het uiteinde aan de goot-zijde, maar tot het afsluitpro�el op de beglazing.
C8
CLL
C8
CLL
C8
CLSL
C8
CLSLCLSBCLSB
CLIMAXVERANDA
AG.PLASTICS [email protected]
www.climax.be
AFWERKING
65
ZIJDRAGERS TEGEN MUUR MET CLIPSEN
Boor de CLSB voor met Ø 5,5 of 6 mm telkens om de 500 mm, beginnend en eindigend op 200 mm van de uiteinden. Schroef nu de CLSB vast op de TPG met aangepaste hilo-schroeven. Schroef met een gering koppel en loodrechtzodat de schroefkop vlak tegen de CLSB aandrukt. Afhankelijk van de beglazingsdikte worden enkel schroeven en/of opzetpro�elen CY10 / Y25 toegepast (zie tabel pag. 87). Het clipsen gebeurt met de hand of m.b.v. een rubberen hamer en een plankje. Let op dat er hierdoor geen deuken ontstaan op de clipsen.
500
200
Zaag het CLL/CLSL pro�el schuin af aan de muurzij-de volgens de dakhelling. Om de lengte van het CLL/CLSL pro�el te bepalen, meet de afstand tot het stoppro�el. Positioneer het CLL/CLSL pro�el aan de buitenzijde tegen het draagpro�el. Schroef de CLL/CLSL om de meter zijdelings tegen de muur.
Voorzie een loodslab of zinken solin als afwerking.
5 mm
α
CLL/CLSL
CLIMAXVERANDA
AG.PLASTICS [email protected]
www.climax.be
AFWERKING
66
MUURPROFIEL
GOOT
Monteer de afsluitplaten en klik het kunststof afdekkapje in de voorziene gaatjes. Plaats de ther-mische onderbreking GAP tussen de gootdrager en de afsluitplaat. Kit de binnenkant van de afsluitplaat af met silicone.
Indien de goot zijdelings begrensd wordt door 2 muren, moet er een frontale wateruitloop UGS gemonteerd worden zodat het water naar buiten kan lopen bij een verstopte waterafvoer. Boor hiervoor een opening met Ø min 33 – max 35 mm in de voor-zijde van de goot. Deze opening moet lager komen dan de overloop in de gootafsluitplaten.
UGS
MT
C12
C1CX
Plaats de rubber C12 om de druk van de C1CX op de beglazing te verhogen.
ZSG
GAP
CLIMAXVERANDA
AG.PLASTICS [email protected]
www.climax.be
GOOT GD2
AFWERKING
67
Y16P
GDP
De afwerking met een gootdrager GD2 gebeurt met de GD2C. Bij raampro�elen tot max 80 mm zaagt u de GD2C overlangs af tot de thermische onderbreking van het raampro�el dat onder de gootdrager komt. De lengte van de GD2C is overeenkomstig de afstand tus-sen de muren en/of palen. Bij raampro�elen > 80 mm (bvb schuifdeuren) zaagt u de GD2C op lengte over-eenkomstig de afstand tussen de muren en/of palen.
Zaag de thermische onderbreking GDP op maat overeenkomstig de afstand tussen de muren en/of palen. Verwijder de kleefstroken. Breng de GDP aan tegen de onderkant van de gootdrager zoals aangegeven.
Breng de siliconelijm SG20 aan op de geribde zone over de volledige lengte . Maak de uiteinden van de kleefstrook vrij en plooi deze naar buiten.
Voor raampro�elen tot 80 mm: clips het detail van de GD2C vast in het kunststofpro�el Y16P. Indien goed gepositioneerd, maak de kleefstrook volledig vrij en duw de GD2C tegen de goot. Zorg ervoor dat de GD2C niet voorbij de thermische onderbreking van uw raampro�el komt.
max. 80
Y16P
GD2C
Y16P GD2
click
zelf-kleefstrookSG20
GD2C
CLIMAXVERANDA
AG.PLASTICS [email protected]
www.climax.be
AFWERKING
68
GOOT GD2
Voor raampro�elen > 80 mm: schroef de GD2C in het middelste indicatielijntje vast met gelakte schroeven ZSG in het kunststofpro�el Y16P. Indien goed gepositioneerd, maak de kleefstrook volledig vrij en duw de GD2C tegen de goot. Zorg ervoor dat de GD2C niet voorbij de thermische onderbreking van uw raampro�el komt.
BEGLAZING
Vergeet vooral niet om aan de gootzijde de afsluitpro�elen op de kunststofplaten af te kitten.
PALEN
33145
GD2GD2C
ZSG
Y16P SPECIFIEKE MONTAGETIPS VOOR HET
ZADELDAKCLIMAX® SYSTEEM
Controleer of de palen perfect verticaal staan (water-pas) en schroef onderaan en bovenaan telkens vast in de U-beugels met 2 gelakte schroeven ZSG. Om lakschade te vermijden raden we aan om voor te boren met Ø 3 – 4 mm.
Voorzie de waterafvoerbuis en sluit deze aan op het regenwaterafvoerstelsel. Monteer de afdekclips PC op de paal.
ZSG
ZSG
click
AG.PLASTICS [email protected]
www.climax.be 69
CLIMAXVERANDA
SPECIFIEKE MONTAGETIPS VOOR HET
ZADELDAKCLIMAX® SYSTEEM
CLIMAXVERANDA
AG.PLASTICS [email protected]
www.climax.be
NOK VOOR ZADELDAK
70
VOORBEREIDING
De nok van het zadeldak moet minstens tegen 1 muur aangebouwd worden. Controleer alle afmetingen. Deze vindt u terug op pag. 12 en 13 van deze handleiding. De samenstelling van de nokpro�elen is identiek voor een thermisch of een niet thermische zadeldak. De nok wordt samengesteld met 2 sets muurpro�elen (MB-MT-Y16P) die rug aan rug worden samengesteld d.m.v. opzetpro�elen Y10. Het aantal thermische onderbrekingen Y16P tussen het onderste muurpro�el MB en het bovenste muurpro�el MT is afhankelijk van de beglazingsdikte en de dakhelling (zie tabel pag 12).
Zaag 5 mm weg van de onderste muurpro�elen voor de nokconsole NCZ. Verbind de muurpro�elen onderaan en bovenaan met de opzetpro�elen Y10.
MT
C1CX
NCZ
MT
Y10
C1CX
Y16P Y16P
C11CX C11CX
S1/S2 S1/S2
Y10MB MB
5 mm
16 mm
5 mm
MT
MT
Y10
Y10
Y16P
Y16P
MB
MB
CLIMAXVERANDA
AG.PLASTICS [email protected]
www.climax.be
NOK VOOR ZADELDAK
71
VOORBEREIDING
Boor om de 500 mm in de indicatielijn van het onderste en bovenste muurpro�el met Ø 8 mm en bout de pro�elen rug aan rug tegen elkaar met de BMR bevestigingssets. Indien het nokpro�el uit meerdere lengtes bestaat, moeten de pro�elen geschrankt worden samengesteld. Gebruik de verbindingstiften 909 om de pro�elen te koppelen. Indien het bovenste muurpro�el (MT) onderbroken is, moet de verbinding aan de onderzijde afgedicht worden met een zelfklev-ende aluminium tape (niet meegeleverd). Laat deze dichting doorlopen tot onder de rubber C1CX.
Schuif de nokconsole NCZ in de kopse kant van gemonteerde nokpro�el en boor door beide onderste muurpro�elen en de nokconsole met ø 8 mm op de aangegeven posities. Schuif de rubber C1CX in de bovenste muurpro�elen MT.
25 500500
ø 8 mm
909
ø 8 mm
5 mm
5 mm
30 m
m
25 mm
MT
MT
C1CX
Y10
NCZ
C1CX
MB
Y16P
MBY10
CLIMAXVERANDA
AG.PLASTICS [email protected]
www.climax.be
NOK VOOR ZADELDAK
72
MONTAGE
Monteer de scharnierpro�elen S1 of S2 in de onderste muurpro�elen MB (1). Afhankelijk van de hellingshoek (2) moet u mogelijks op het uiteinde van het scharnier het bovenste deel wegzagen, zodat het scharnierpro�el niet gehinderd wordt door de nokconsole. Bij een thermisch onderbroken Climax zadeldak wordt de rubber C11CX aan beide zijden (3) gemonteerd tussen het muurpro�el en het scharnierpro�el.
Monteer nu de nokconsole NCZ tegen de muur. Controleer of de ondergrond en de muren waarin verankerd wordt voldoende draagkrachtig zijn. De instal-lateur dient zelf te oordelen welk bevestigingsmateriaal geschikt is voor de belasting en de ondergrond waarin bevestigd wordt. Bij twijfel raden wij aan om contact op te nemen met uw leverancier van het �xatiemateriaal of een gespecialiseerd studiebureau.
Schuif het samengestelde nokpro�el op de nokconsole NCZ en veranker deze met 2 BMR bevestingssets. Ondersteun het nokpro�el tot de montage van het dak voltooid is.
HM + 17
3 33 3’
1 1
2 2’
C11CX C11CX
CLIMAXVERANDA
AG.PLASTICS [email protected]
www.climax.be
TREKKERSET VOOR ZADELDAK
73
VOORBEREIDING
Om de stabiliteit van het zadeldak te waarborgen moet er om de 2 dragers een trekkerset gemonteerd worden. Bij een NIET thermisch onderbroken Climax® zadeldak voorziet u ook een trekkerset aan het open uiteinde.Bij de voorbereiding moet er in deze dragers aan de gootzijde een oogbout gemonteerd worden. Hiervoor boort u met Ø 10 mm op 60 mm van het uiteinde van de (zij-)drager. De oogbout wordt aan de binnenzijde van het (zij-)draagpro-�el D1 of D2 vastgezet met een moer M10. Herhaal dit om de 2 dragers.Voor de montage van de goot, de palen en de (zij-)dragers verwijzen we naar de speci�eke montagetips voor het Climax® lessenaarsdak in deze handleiding. Niet thermisch pag. 19-42 en thermisch pag. 43-68.
MONTAGE
60 mm
8426
8424
De trekkerset wordt gemonteerd nadat alle dragers geplaatst zijn en voor u de beglazing plaatst. Schroef de nokbevestiging tegen de onderzijde van de nok tussen 2 dragers met oogbout. Schroef de nokbevestigingen tegen de nok met ZSG schroeven.
Monteer de draadstangeinden aan de oogbouten met de RVS bouten M10 x 30 mm en de borgmoeren M10.
ZSG (4x) M10 x 30M10
AG.PLASTICS [email protected]
www.climax.be
CLIMAXVERANDA
TREKKERSET VOOR ZADELDAK
74
MONTAGE
Meet de lengte van de draadstangen naar de centrale trekring en zaag deze op maat. Met de moeren M10 kan men de centrale trekring positioneren, zodat u een horizontale verbinding tussen de dragers bekomt.Als u zeker bent van de positie, zaagt u de gelakte buizen op maat en schuift u deze over de draadstangen.Verwijder de ondersteuning van het nokpro�el pas na de volledige afwerking van het dak. Zo nodig kunt u de trek-kerset nog bijregelen met de moeren in de centrale trekring.
Plaats beide afdekrozetten (8420) op de centrale trekring (8423). Gebruik hiervoor silicone.
8420
8420
8423
8425
8424
84268424
8423
M10
84248426
M10
CLIMAXVERANDA
AG.PLASTICS [email protected]
www.climax.be
ZIJ-AFWERKING ZADELDAK
75
NIET-THERMISCH ONDERBROKEN ZADELDAK
De zichtbare zijdragers zijn voorzien van een L16P (met rubbers C2CX), een CLL (met clipsen CL16 of CL32) of een CLSL (met schroefbare clipsen CLSB met CLST). Deze zijafwerking wordt bovenaan in de nok afgedekt met de nokafsluitplaat NASZ. Gebruik hiervoor 4 gelakte schroeven ZSG.
THERMISCH ONDERBROKEN ZADELDAK
De zijafwerking van een thermisch onderbroken zadeldak gebeurt met de ZDC die op de zijdrager ZD geschoven wordt met de thermische onderbreking Y16P. Zaag de ZDC pro�elen in verstek zodat ze perfect aansluiten in de nok.
ZSG ZSG
L16P/CLL/CLSLZSG ZSG
D1/D2
AG.PLASTICS [email protected]
www.climax.be
CLIMAXVERANDA
76
ANNEXBELASTINGSGRAFIEKEN EN BIJZONDERE TOEPASSINGEN
MONTAGETIPS VOOR HET CLIMAX® SYSTEEM
CLIMAXVERANDA
AG.PLASTICS [email protected]
www.climax.be
BELASTINGSGRAFIEKEN
77
ANNEXBELASTINGSGRAFIEKEN EN BIJZONDERE TOEPASSINGEN
MONTAGETIPS VOOR HET CLIMAX® SYSTEEM
ALGEMENE BESCHOUWINGEN
Op volgende pagina’s vindt u de belastingsgra�eken voor het Climax® pro�elsysteem. Hiermee kan u de vrije overs-panning van de gootpro�elen en de dragers bepalen i.f.v. de voorgeschreven belasting.Er wordt onderscheid gemaakt tussen Climax® daken met kunststofplaten (pag. 78 & 79) en Climax® daken met enkel of dubbel glas (pag. 80 & 81).
Bij kunststofplaten is de maximale toegelaten doorbuiging 1/200 (= 1 cm per 200 cm vrije overspanning).Het eigen gewicht van de constructie en de kunststofplaten zijn ingerekend. U kiest de gra�ek i.f.v. de voorge-schreven sneeuw- en windbelasting. Deze is afhankelijk van de regio en de oriëntatie.
Bij enkel of dubbel glas is de maximale toegelaten doorbuiging 1/300 (= 1 cm per 300 cm vrije overspanning).Het eigen gewicht van de constructie is ingerekend. Om de totale belasting te bepalen telt u het gewicht van de beglazing samen met de voorgeschreven sneeuw- en windbelasting. Om het gewicht van het glas te bepalen reken je 2,5 kg per m2 en per mm dikte. B.v.b. enkel glas van 8 mm dik weegt 8 x 2,5 = 20 kg/m2. Na omzetting in N/m2 x factor 9,81 bekom je 20 x 9,81 = 196,20 N/m2. Voor dubbel gelaagd glas bvb. type 33.2/15/4 is de spouw 15 mm. Het glas meet 6 + 4 mm = 10 mm. Dit weegt 10 x 2,5 = 25 kg/m2 of 245,25 N/m2. Stel dat de voorgeschreven sneeuw- en windlast 500N/m2 bedraagt en de beglazing 250 N/m2, dan wordt de totale belasting ongeveer 750 N/m2. Om het gewicht van het glas te beperken, wordt de asafstand tussen de draagpro�elen (AX) beperkt tot maximaal 700 mm. De totale breedte van het dak wordt verdeeld in gelijke delen.
De doorbuiging van 1/200 of 1/300 wordt bereikt bij de maximale belasting. Bijv. een gootdrager van 5000 mm met een maximale doorbuiging van 1/300 zal belast 16,6 mm doorbuigen. Onbelast is dit minder.
Bij een doorlopende ondersteuning of constructie onder de gootpro�elen door de klant zijn deze gra�eken niet geldig.De gootpro�elen kunnen druk uitoefenen op ondersteunende raampro�elen indien deze op elkaar worden geplaatst. Hou dus rekening met een mogelijke doorbuiging van het gootpro�el boven schuifdeuren.
Als de gekozen goot(drager) niet toepasbaar is voor een bepaalde overspanning of belasting, moet u een gootdrager kiezen die een grotere overspanning aankan of plaatst u een extra paal waardoor de vrije overspanning vermindert.De overspanning is de afstand tussen de palen. De totale breedte van het dak = de vrije overspanning + de breedte van de palen.
De ondersteunende palen van het dak staan steeds op de hoeken van het dak. Het naar binnen plaatsen van de paalondersteuningen wordt formeel afgeraden.
Een zonwering die op de pro�elen wordt gemonteerd is op eigen risico en moet als bijkomende belasting in rekening worden gebracht.
Bij grote overspanningen of grote belastingen worden er versterkingspro�elen aanbevolen. Deze worden in de alu-minium pro�elen geschoven. Het gegalvaniseerde versterkingspro�el V642 kan meegeleverd worden. De andere versterkingspro�elen PL165, PL105 en IPE 120 worden niet meegeleverd. Deze kunnen aangekocht worden in de plaatselijke staalhandel. We raden aan om deze stalen versterkingspro�elen te behandelen tegen corrosie.
Het benodigd bevestigingsmateriaal is door u te kiezen afhankelijk van de ondergrond of de muren. Controleer of de ondergrond en de muren waarin verankerd wordt voldoende draagkrachtig zijn. De installateur dient zelf te oordelen welk bevestigingsmateriaal geschikt is voor de belasting en de ondergrond waarin bevestigd wordt. Bij twijfel raden wij aan om contact op te nemen met uw leverancier van het �xatiemateriaal of een gespecialiseerd studiebureau. AG.Plastics is niet verantwoordelijk voor de montage en voor de gebruikte bevestigingsmaterialen.
We raden aan om het dak sneeuwvrij te maken om ophoping tegen de muur door wind tegen te gaan. Indien er sneeuw van een hoger gelegen dak kan afschuiven op het Climax® dak, moet men maatregelen treffen om dit te voorkomen, bijv. door middel van sneeuwhaken en -balken.
Het berekeningsprogramma CLIMAFAST® helpt u bij de keuze van de juiste pro�elen en ondersteuning i.f.v. de afmetingen van het Climax dak, de voorgeschreven belasting en de beglazing.De meest recente versie van dit berekeningsprogramma kan steeds gedownload worden op www.agplastics.com.
CLIMAXVERANDA
AG.PLASTICS [email protected]
www.climax.be
BELASTINGSGRAFIEKEN VOOR DAKEN MET KUNSTSTOFPLATEN
78
GOOTPROFIELEN
Uit onderstaande gra�eken kan de vrije overspanning bepaald worden voor elk type goot(drager). Dit is de afstand tussen uw ondersteuningen (palen) i.f.v. de belasting en de diepte (D) van uw dak. De maximale doorbuiging bedraagt 1/200. De belasting is de sneeuw- en windlast.
Praktijkvoorbeeld :Uw dak heeft een breedte (B) van 5300 m en een diepte (D) van 3500 mm. De voorgeschreven belasting bedraagt 500 N/m2 (~50kg/m2). Het dak wordt voorzien van meerwandige kunststofplaten. Bepaal het punt op de gra�ek “500 N/m2 & 1/200” en kies een goot(drager) die boven dit punt ligt.
Volgens de gra�ek zijn er 2 mogelijkheden :Ofwel kiest u voor de gootdrager GD2 waarbij een vrije overspanning van 5300 mm mogelijk is.Ofwel kiest u voor de gootdrager GD1 die max 2700 mm kan overspannen. U plaatst dan een bijkomendepaal als ondersteuning in het midden.De overspanning is de afstand (P) tussen de palen. In dit voorbeeld mag de breedte 5500 mm zijn waarbij de vrije overspanning (P) tussen de palen = 5500 – 2 x 100 = 5300 mm.De doorbuiging in het midden met een belasting van 500 N/m2 bedraagt 1/200 of 5300/200 = 26,5 mm. Onbelast is dit minder.De maximale leverbare lengte van de gootpro�elen bedraagt 7 meter.
350 N/m² & 1/200
2000
3000
4000
5000
6000
7000
8000
9000
2500
3000
3500
4000
4500
5000
D
P
GD1GD1 +V642GD2GD2 + PL165GDGGDG + IPE120
500 N/m² & 1/200
2000
3000
4000
50005300
6000
7000
8000
9000
2500
3000
3500
4000
4500
5000
D
P
GD1GD1 +V642GD2GD2 + PL165GDGGDG + IPE120
750 N/m² & 1/200
2000
3000
4000
5000
6000
7000
8000
2500
3000
3500
4000
4500
5000
D
P
GD1GD1 +V642GD2GD2 + PL165GDGGDG + IPE120
1000 N/m² & 1/200
2000
3000
4000
5000
6000
7000
2500
3000
3500
4000
4500
5000
D
P
GD1GD1 + V642GD2GD2 + PL165GDGGDG + IPE120
350 N/m² & 1/200
2000
3000
4000
5000
6000
7000
8000
9000
2500
3000
3500
4000
4500
5000
D
P
GD1GD1 +V642GD2GD2 + PL165GDGGDG + IPE120
CLIMAXVERANDA
AG.PLASTICS [email protected]
www.climax.be
BELASTINGSGRAFIEKEN VOOR DAKEN MET KUNSTSTOFPLATEN
79
DRAAGPROFIELEN
Uit onderstaande gra�eken kan de vrije overspanning bepaald worden voor elk type drager D1 of D2 met of zonder versterkings-pro�el. Dit is de maximale lengte van de drager tussen de scharnierpro�elen i.f.v. de belasting en de diepte (D) van uw dak. De maximale doorbuiging bedraagt 1/200. D.w.z. een doorbuiging van 1 cm voor een vrije overspanning van 200 cm. De belasting is de sneeuw- en windlast.
Praktijkvoorbeeld :De asafstand (AX) tussen de draagpro�elen bedraagt 1000 mm (= voor kunststofplaten met breedte 980 mm). De diepte (D) van het dak bedraagt 3500 mm. Voor een dakhelling > 10° is de dragerlengte LD > de diepte D. Hou hier rekening mee.De voorgeschreven belasting bedraagt 500 N/m2 (~ 50kg/m2). Het dak wordt voorzien van meerwandige kunststofplaten.
Bepaal het punt op de gra�ek “500 N/m2 & 1/200” en kies een drager die boven dit punt ligt.
Volgens de gra�ek zijn er 2 mogelijkheden :Ofwel kiest u voor de drager D1 met versterkingspro�el V642Ofwel kiest u voor de drager D2 zonder versterking die een iets grotere overspanning aankan.
De maximale doorbuiging (1/200) met belasting is 17,5 mm. Onbelast is dit minder.De maximale leverbare lengte van de draagpro�elen bedraagt 6 meter.
350 N/m² & 1/200
2000
3000
4000
5000
6000
7000
8000
600
AX
L D
D1D1+ V642D1+ V644D2D2+ V1044
1250120011001000900800700
500 N/m² & 1/200
2000
3000
3500
4000
5000
6000
7000
8000
600
AX
L D
D1D1+ V642D1+ V644D2D2+ V1044
1250120011001000900800700
750 N/m² & 1/200
2000
3000
4000
5000
6000
7000
600
AX
L D
D1D1+ V642D1+ V644D2D2+ V1044
700 800 1250120011001000900
1000 N/m² & 1/200
1000
2000
3000
4000
5000
6000
600
AX
L D
D1D1+ V642D1+ V644D2D2+ V1044
1250120011001000900800700
1000 N/m² & 1/200
1000
2000
3000
4000
5000
6000
600
AX
L D
D1D1+ V642D1+ V644D2D2+ V1044
1250120011001000900800700
CLIMAXVERANDA
AG.PLASTICS [email protected]
www.climax.be
BELASTINGSGRAFIEKEN VOOR DAKEN MET GLAS
80
GOOTPROFIELEN
Uit onderstaande gra�eken kan de vrije overspanning bepaald worden voor elk type goot(drager). Dit is de afstand (P) tussen uw ondersteuningen (palen) i.f.v. de belasting en de diepte (D) van uw dak. De maximale doorbuiging voor constructie met glas bedraagt 1/300. De belasting is som het gewicht van de beglazing, de sneeuw- en windlast die op het dak komt.
Praktijkvoorbeeld :Uw dak heeft een breedte (B) van 4600 m en een diepte (D) van 3500 mm. De voorgeschreven belasting bedraagt 500 N/m2 (~50kg/m2). De beglazing weegt 25 kg/m2 (ca 250 N/m2). De totale belasting wordt dan 750 N/m2.Bepaal het punt op uw gra�ek “750 N/m2 & 1/300” en kies een goot(drager) die boven dit punt ligt.
Volgens de gra�ek zijn er 2 mogelijkheden :Ofwel kiest u voor de gootdrager GD2 met de versterking PL165 waarbij een vrije overspanning (P) tot 5080 mm mogelijk is.Voor een niet thermisch dak kunt u voor de gootdrager GDG kiezen met een vrije overspanning (P) tot 4650 mm tussen de palen. Met 2 palen kan de breedte maximaal 4650 + 2 x 110 = 4870 mm zijn.Ofwel kiest u voor de gootdrager GD1 met de versterking V642 die max 2535 mm kan overspannen. U plaatst dan een bijkomende paal als ondersteuning in het midden.De maximale doorbuiging (1/300) in het midden met belasting bedraagt 4600/300 = 15,3 mm. Onbelast is dit minder.De maximale leverbare lengte van de gootpro�elen bedraagt 7 meter.
350 N/m² & 1/300
2000
3000
4000
5000
6000
7000
8000
2500
3000
3500
4000
4500
5000
D
P
GD1GD1 +V642GD2GD2 + PL165GDGGDG + IPE120
500 N/m² & 1/300
2000
3000
4000
5000
6000
7000
8000
2500
3000
3500
4000
4500
5000
D
P
GD1GD1 +V642GD2GD2 + PL165GDGGDG + IPE120
750 N/m² & 1/300
2000
3000
4000
50005000
4600
6000
7000
2500
3000
3500
4000
4500
5000
D
P
GD1GD1 +V642GD2GD2 + PL165GDG gootGDG goot +IPE120
1000 N/m² & 1/300
2000
3000
4000
5000
6000
2500
3000
3500
4000
4500
5000
D
P
GD1 + V642GD2GD2 + PL165GDGGDG + IPE120
350 N/m² & 1/200
2000
3000
4000
5000
6000
7000
8000
9000
2500
3000
3500
4000
4500
5000
D
P
GD1GD1 +V642GD2GD2 + PL165GDGGDG + IPE120
CLIMAXVERANDA
AG.PLASTICS [email protected]
www.climax.be
BELASTINGSGRAFIEKEN VOOR DAKEN MET GLAS
81
DRAAGPROFIELEN
Uit onderstaande gra�eken kan de vrije overspanning bepaald worden voor elk type drager D1 of D2 met of zonder versterkings-pro�el. Dit is de maximale lengte van de drager tussen de scharnierpro�elen i.f.v. de belasting en de diepte (D) van uw dak. De maximale doorbuiging bedraagt 1/300. D.w.z. een doorbuiging van 1 cm voor een vrije overspanning van 300 cm. De belasting is som het gewicht van de beglazing, de sneeuw- en windlast die op het dak komt.
Praktijkvoorbeeld :De asafstand (AX) tussen de draagpro�elen bedraagt 650 mm. De diepte (D) van het dak bedraagt 3500 mm. Voor een dakhelling > 10° is de dragerlengte (LD) > de diepte D. Hou hier rekening mee. De voorgeschreven belasting bedraagt 500 N/m2 (~ 50kg/m2). De beglazing weegt 25 kg/m2 (ca 250 N/m2). De totale belasting wordt dan 750 N/m2.
Bepaal het punt op onderstaande gra�ek “750 N/m2 & 1/300” en kies een drager die boven dit punt ligt.
Volgens de gra�ek zijn er 2 mogelijkheden :Ofwel kiest u voor de drager D1 met versterkingspro�el V644Ofwel kiest u voor de drager D2 zonder versterking.
De maximale doorbuiging (1/300) met belasting is 3500/300 = 12 mm. Onbelast is dit minder.De maximale leverbare lengte van de draagpro�elen bedraagt 6 meter.
350 N/m² & 1/300
2000
3000
4000
5000
6000
7000
500
AX
LD
D1D1+ V642D1+ V644D2D2+ V1044
650600 700 750550
500 N/m² & 1/300
2000
3000
4000
5000
6000
7000
500
AX
L D
D1D1+ V642D1+ V644D2D2+ V1044
550 750700650600
750 N/m² & 1/300
2000
3000
3500
4000
5000
6000
500
AX
L D
D1D1+ V642D1+ V644D2D2+ V1044
600 650 700 750550
1000 N/m² & 1/300
1000
2000
3000
4000
5000
6000
500
AX
L D
D1D1+ V642D1+ V644D2D2+ V1044
750550 600 650 700
1000 N/m² & 1/200
1000
2000
3000
4000
5000
6000
600
AX
L D
D1D1+ V642D1+ V644D2D2+ V1044
1250120011001000900800700
CLIMAXVERANDA
SPECIFIEKE MONTAGETIPS VOOR PALEN
82
AG.PLASTICS [email protected]
www.climax.be
Bij samengestelde steunpalen is het buitenste paaldeel P of de paalclip PC is 70 mm langer dan het binnenste paaldeel P (= HN + HG). De thermische onderbrekingen en de paalclipbasis PC hebben dezelfde lengte als de binnenste steunpaal P. Voor thermisch onderbroken palen P + P met Y16P 110/116 moet het mannelijk inschuif-detail over 70 mm weggeslepen worden. Zet de palen over de PU’s onderaan.
Voor hoekpalen met thermische onderbreking, zie instructies op pag. 45.
ONDERSTEUNING MET PALEN VOOR GD2
Niet thermisch onderbroken
Thermisch onderbroken
Bij samengestelde steunpalen is het buitenste paaldeel P of de paalclip PC is 70 mm langer dan het binnenste paaldeel P (= HN + HG). Voor standaard palen P + P 110/100 moet het mannelijk inschuifdetail over 70 mm weggeslepen worden. Zet de palen over de PU’s onderaan
110 mm
181 mm
70 m
m
HG + HN
PCB
P
PC
110 mm
197 mm
70 m
m
HG + HN
P
PCB
Y16P
70 m
m
HG + HN
110 mm100 mm
P
P
PU
HG + HN
110 mm116 mm
70 m
m
P
Y16P
Y16P
P
CLIMAXVERANDA
AG.PLASTICS [email protected]
www.climax.be
SPECIFIEKE MONTAGETIPS VOOR PALEN
83
ONDERSTEUNING MET PALEN VOOR GDG + IPE 120
Niet thermisch onderbroken
Bij samengestelde steunpalen is het buitenste paaldeel P of de paalclip PC is 60 mm langer dan het binnenste paaldeel P (= HN + HG). In het buitenste paaldeel P of de paalclip PC moet een uitsparing gemaakt worden van 20 x 60 mm zoals aangegeven op de tekening. Zet de palen over de PU’s onderaan.
60 m
m
60 m
m
20 mm
110 mm100 mm
60 m
m
60 m
m
20 mm
110 mm
181 mm
CLIMAXVERANDA
AG.PLASTICS [email protected]
www.climax.be
SPECIFIEKE MONTAGETIPS VOOR VERBINDEN VAN BEGLAZING
84
Toepassing: De glasverbinder wordt toegepast in hellende daken om 2 delen glas of kunststofplaat waterdicht te verbinden. Dit is enkel mogelijk met de plaatdrager TP of TPG en de schroefbare clipsen CLSB met CLST/CLSL.
Voor een glasverbinding gebruikt u volgende onderdelen: Bovenpro�el GVT Thermische onderbreking Y16P Stootblokjes GSP 20 of GSP 8Onderpro�el GVB Opzetpro�el Y10 Glaslijm SG20 Samenstelling i.f.v. de beglazingsdikte:
Voor beglazing 8 – 21 mm GVT + GVT (enkel glas)
Voor dubbel glas of kunststofplaten > 21 mm (GVB + GVT + Y16P + Y10)
Opmeting en voorbereiding:
GVTGSP20
GVB Y16P GSP20
L1
L2
SG20SG20
SG20
SG20
Ltot 27 mm
60mmTPG
S38.3
SG20
L 1 - 1
2mm 60mm
S1 / S2
B = AX - 22 mm GVBY16P
GVT
Glasdiktes GVB GVT Y16P (ABS) Y10 (alu) GSP (blokjes) Lijm SG20
8 – 21 mm 2 x GSP 8 x
22 - 29 mm 1 x 1 x 1 x GSP 20 x
30 - 34 mm 1 x 1 x 1 x 1 x GSP 20 x
GVT
GVT GSP8GSP8
L1
L2
SG20SG20
SG20SG20
27 mm
Ltot
Lengte beglazing:
Ltot = L1 + 27 mm + L2Ltot = totale lengte beglazingL1 = lengte onderste glasplaatL2 = lengte bovenste glasplaat
GSP20GVB
Y16P
GVT
Y10 GSP20
SG20SG20
SG20
SG20
Zaag de pro�elen GVT, GVB, L632, Y16P en/of Y10 op dezelfde breedte B als het glas. Zorg ervoor dat alle te verlijmen ondergronden voldoende ontvet, droog en stofvrij zijn.
Meet vanaf de glasstopper S38.3 de lengte L1 – 12 mm en plaats een markeerlijn op de geribde coëxlaag van de plaat-drager TPG. Zet een 2de markeerlijn 60 mm verder. Verwijder enkel de coëxlaag tussen beide markeerlijnen. Breng lijm SG20 aan op de zones zonder coëxlaag.
CLIMAXVERANDA
AG.PLASTICS [email protected]
www.climax.be
Plaatsing:
SPECIFIEKE MONTAGETIPS VOOR VERBINDEN VAN BEGLAZING
85
L432 /L632
SG20
L432 / L632
Y16P
GVB
Y16P
GVB
Y10
SG20
SG20
SG20
SG20
CLST
GVTCLSB
C8Hilo 25/42
Toepassing: De glasverbinder wordt toegepast in hellende daken om 2 delen glas of kunststofplaat waterdicht te verbinden. Dit is enkel mogelijk met de plaatdrager TP of TPG en de schroefbare clipsen CLSB met CLST/CLSL.
Voor een glasverbinding gebruikt u volgende onderdelen: Bovenpro�el GVT Thermische onderbreking Y16P Stootblokjes GSP 20 of GSP 8Onderpro�el GVB Opzetpro�el Y10 Glaslijm SG20 Samenstelling i.f.v. de beglazingsdikte:
Voor beglazing 8 – 21 mm GVT + GVT (enkel glas)
Voor dubbel glas of kunststofplaten > 21 mm (GVB + GVT + Y16P + Y10)
Opmeting en voorbereiding:
SG20 SG
20
SG
20
Breng lijm aan op de geribde zones van het bovenste pro�el GVT en plaats het pro�el zoals aangegeven. Druk het pro�el gelijkmatig aan en zorg voor tegendruk langs de onderzijde. Verwijder de overtollige lijm en kit af.
Breng de rubbers C8 aan in de schroefbare clips CLSB. Boor voor met Ø 5,5 mm telkens om de 50 cm, beginnend op 20 cm van de uiteinden. Schroef het CLSB pro�el vast op de plaatdrager TPG met de aangepaste hilo-schroeven. Druk vervolgens de clipsen (CLST/CLSL) vast met de hand of een rubberen hamer.
Lijm het afsluitpro�el L432 of L632 op de beglazing. Plaats de onderste glasplaat op de dragers van uw veranda. Druk het pro�el GVB goed aan tegen de beglazing. Plaats 2 kunststof stootblokjes tussen de beglazing en het onderpro�el GVB. Herhaal deze bewerking voor alle dragers.
Breng lijm aan op de bovenste geribde zone van het onder-pro�el GVB. Plaats de bovenste glasplaat en voorzie 2 kunst-stof stootblokjes tussen de glasplaat en de stootrand zonder speling.
Schuif de pro�elen Y16P en Y10 in het onderpro�el GVB i.f.v. de beglazingsdikte volgens de tabel op pag. 84.Bij enkel glas (8, 10 en 12 mm) of beglazing tot 21 mm wordt het GVT pro�el ook als onderste pro�el gebruikt zonder afstandshouders.
Plaats het geheel op de plaatdrager TPG met de stootrand naar de nok gericht. Breng lijm aan op onderste geribde zone van het onderpro�el GVB (of GVT).
CLIMAXVERANDA
AG.PLASTICS [email protected]
www.climax.be
Alle elektrische werkzaamheden dienen uitgevoerd te worden door een vakman en in overeenstemming met de plaat-selijk geldende reglementering voor elektrische installaties.
Montage van de EcoLED verlichting: De LED-verlichting wordt voorgemonteerd in de kunststofplaten. De plaatsing en de elektrische aansluiting dient te gebeuren volgens onderstaande instructies.
Toepassing en montage:De LED stroken passen in Polyclear® TOP-X 16 & TOP-X 32 platen (helder of opaal). Andere platen zijn NIET ge-schikt voor het inbouwen van LED’s. De plaat wordt steeds op maat aangeleverd met afsluittape, een PVC afsluitpro-�el aan de bovenzijde en ingebouwde LED’s. De zijde met de elektrische bedrading en het PVC afsluitpro�el moet naar de bovenzijde gericht worden. Hou er rekening mee dat de U.V. zijde van de plaat steeds naar boven gericht is. Meer informatie over het verwerken, plaatsen en onderhoud van kunststofplaten vindt u op pag 15 & 16.
De transformatoren worden geplaatst in het muurpro�el van het verandadak. Hiertoe is een ruimte voorzien tussen het onderste muurpro�el en het scharnierpro�el (Climax®).
Montage van de LED verlichting in goot GDG: Als het pro�el GDGL met de opening naar onder in de GDG geschoven wordt, is er een uitsparing waarin de LED-strook past. Op het uiteinde van de LED-strook is er een �che voorzien voor de verbinding naar de transformator. Tevens wordt een extra kabel van 6 m voorzien zodat de transformator op een goed bereikbare plaats kan geplaatst worden.
SPECIFIEKE MONTAGETIPS VOOR LED - VERLICHTING
86
TRANSFO
Transformator met enkele �che:Voor platen met een lengte groter dan 3,2 m wordt een transformator met enkele aansluit�che gebruikt. Dus 1 transformator per LED-strook of 2 transformatoren per plaat.Transformator met dubbele �che:Voor platen met een lengte tot 3,2 m wordt een transfor-mator met dubbele aansluit�che gebruikt. Hiermee kun-nen beide LED-stroken op 1 transformator aangesloten worden.
Aankoppeling �ches:Verbind de �che van de LED met die van de transforma-tor. Draai na inpluggen de �ches dicht (IP 44).
TOP X® 16 mm
LED LED
TOP X® 32
LED LED
CLIMAXVERANDA
AG.PLASTICS [email protected]
www.climax.be
Alle elektrische werkzaamheden dienen uitgevoerd te worden door een vakman en in overeenstemming met de plaat-selijk geldende reglementering voor elektrische installaties.
Montage van de EcoLED verlichting: De LED-verlichting wordt voorgemonteerd in de kunststofplaten. De plaatsing en de elektrische aansluiting dient te gebeuren volgens onderstaande instructies.
Toepassing en montage:De LED stroken passen in Polyclear® TOP-X 16 & TOP-X 32 platen (helder of opaal). Andere platen zijn NIET ge-schikt voor het inbouwen van LED’s. De plaat wordt steeds op maat aangeleverd met afsluittape, een PVC afsluitpro-�el aan de bovenzijde en ingebouwde LED’s. De zijde met de elektrische bedrading en het PVC afsluitpro�el moet naar de bovenzijde gericht worden. Hou er rekening mee dat de U.V. zijde van de plaat steeds naar boven gericht is. Meer informatie over het verwerken, plaatsen en onderhoud van kunststofplaten vindt u op pag 15 & 16.
De transformatoren worden geplaatst in het muurpro�el van het verandadak. Hiertoe is een ruimte voorzien tussen het onderste muurpro�el en het scharnierpro�el (Climax®).
Montage van de LED verlichting in goot GDG: Als het pro�el GDGL met de opening naar onder in de GDG geschoven wordt, is er een uitsparing waarin de LED-strook past. Op het uiteinde van de LED-strook is er een �che voorzien voor de verbinding naar de transformator. Tevens wordt een extra kabel van 6 m voorzien zodat de transformator op een goed bereikbare plaats kan geplaatst worden.
TABEL BEGLAZINGSDIKTES
87
Dikte CLSB & CLST CL16 CL32 C2CX Stopprofiel
5 mm ++ (CY10) °HL25 + (CY10) ° S16.3
6 mm ++ (CY10) °HL25 + (CY10) ° S16.3
7 mm ++ (CY10) °HL25 + (CY10) ° S16.3
8 mm ++ (CY10) °HL25 ++ (CY10) S16.3
9 mm ++ (CY10) °HL42 S16.3
10 mm ++ (CY10) °HL42 + ° S16.3
11 mm ++ (CY10) °HL42 + ° S16.3
12 mm ++ (CY10) °HL42 + ° S16.3
13 mm ++ °HL25 + ° + S16.3
14 mm ++ °HL25 + ° + S16.3
15 mm ++ °HL25 + ° + S16.3
16 mm ++ °HL25 ++ ++ S16.3
17 mm ++ °HL42 + ° + S32.3
18 mm ++ °HL42 + ° + S32.3
19 mm ++ °HL42 + ° + S32.3
20 mm ++ °HL42 + (Y25) ° + S32.3
21 mm ++ °HL42 + (Y25) ° S32.3
22 mm ++ °HL42 + (Y25) ° + (Y25) S32.3
23 mm ++ °HL42 + (Y25) ° + (Y25) S32.3
24 mm ++ °HL42 + (Y25) ° + (Y25) S32.3
25 mm ++ °HL42 ++ ++ (Y25) S32.3
26 mm ++ °HL42 + (Y25) ° + (Y25) S32.3
27 mm ++ °HL42 + (Y25) ° + (Y25) S32.3
28 mm ++ °HL42 + (Y25) ° + (Y25) S32.3
29 mm ++ °HL42 + (Y25) ° + (Y32) S32.3
30 mm ++ °HL42 + (Y25) ° + (Y32) S32.3
31 mm ++ °HL42 + (Y25) ° + (Y32) S32.3
32 mm ++ °HL42 ++ ++ (Y32) S32.3
33 mm ++ (Y25) * °HL42 + (Y25) ° + (Y32) S32.3
34 mm ++ (Y25) * °HL42 + (Y25) ° + (Y32) S32.3
Legende
++ ideale oplossing
+ goede oplossing
° vastschroeven
Y25/Y32 Y25/Y32 op TP schuiven
CY10 CY10 aan beide zijden van de CL/T16/32 gebruiken
* steeds voorboren, (Ø boorgat Y < Ø schroef)
HL25 Hilo 25
HL42 Hilo 42
[email protected] www.agp.be
© COPYRIGHT AG.PLASTICS 2013 all rights reserved
CLIMAX® is een gedeponeerd merkDe richtlijnen in verband met de plaatsing hebben enkel een adviserend karakter.
Wij behouden ons het recht voor om wijzigingen aan het produkt door te voeren na het verschijnen van deze brochure.
CLIMAXVERANDA
MONTAGEHANDLEIDING
CLIMALITEAG.PLASTICS
ML Muurprofiel "Lite"
MASL Sluitplaat voor ML+ 2 gelakte zelfborende platbolkopschroeven
GL Gootprofiel "Lite"
GASL Sluitplaat voor GL+ 3 gelakte zelfborende platbolkopschroeven
MGB * Muur- en gootbalkprofiel
MASB * Sluitplaat voor MGB muurzijde+ 3 gelakte zelfborende platbolkopschroeven
GASB * Sluitplaat voor MGB gootzijde+ 2 gelakte zelfborende platbolkopschroeven
G120A * Gootprofiel+ 1 gelakte platbolkopschroef per 0,5 m
G120AS * Gootafsluitplaten+ silicone
* Verbindingsset voor goot G120A
D1 Dragerprofiel+ 2 gelakte zelfborende platbolkopschroeven
TP Plaatdragerprofiel+ 2 zelfborende platbolkopschroeven metdichting
S16.3 Stopper+ 1 gelakte parkerschroef
C2CX Afdekrubber voor platente gebruiken met plaatdragerprofiel TP
MT Muur top profiel+ 1 nagelplug per 1 m
C1CX + C12 Afdekrubber voor MT+ Steunkoord voor C1CX
L16P Zijafwerkingprofiel+ 1 gelakte zelfborende platbolkopschroefper 0,5 m
MLA Afwerkingsprofiel voor MLclipst op MT
50/100 Steunpaal 50 x 100 mm
UT/UB U-top, U-bottom voor steunpaal+ 6 gelakte schroeven + 2 ankers
BT + BB + U16P Afdichtingsband BT en BBafsluitprofiel U16P
WARTEL Wartel Ø 80
GR Gootverhogingsprofiel
GRSL Gootverhogingssluitplaat voor GL + GR
GRS1 * Gootverhogingssluitplaat voor GR
V642 Verstevigingsprofiel voor drager D1
Geachte klant,
Wij feliciteren u met de aankoop van de Climalite® terrasoverkapping. U zal snel merken hoe eenvoudig het systeem te plaatsen is en toch versteld staan van de vele bouwmogelijkheden.Deze Climalite® terrasoverkapping is ontwikkeld voor een onbeperkte breedte en een vrije diepte van 3,05 meter. De onderlinge paalaf-stand bedraagt maximaal 3,65 m met de goot GL. Deze overspanning werd berekend met een voorziene sneeuwlast van 300 Newton (± 30 kg/m2) waarbij de doorbuiging van de dragers niet groter is dan 1/200ste. De standaard plaatbreedte bedraagt 980 mm in een dikte van 16 mm. Met Climalite® kunnen versterkingsprofielen gecombineerd worden. Hierdoor verhoogt de vrije overspanning en de paalafstand (zie belastingsgrafieken op pag. 4).
Welke gereedschappen heeft u nodig?
Aluminiumzaag - Rolmeter - Steenboor Ø 8mm - Metaalboor Ø 4mm en 8mm - Breekmes - Schroefmachine Sterbits PH2 - Siliconepistool - Waterpas - Werktafel of schragen - Rubberhamer
Onderdelen Climalite® :
* = profielen voor Climalite®-toepassingen met afzonderlijke goot
SILICONE
1
AG.PLASTICS [email protected]
www.climalite.be
AG.PLASTICS [email protected]
www.climalite.be
50 cm
100 cmb1
150
LO
b2
a2
a1
a1 a2 b1 b2
c
177,67 mm
& Hoe het dak opbouwen ?De diepte van het dak D is de afstand van de muur tot de binnenkant van het steunpunt. Houd rekening met de richtlijnen om de maximale diepte van het dak te bepalen. Vraag eventueel raad aan uw verdeler. Zorg ervoor dat de steunpunten stabiel staan en op een aangepaste fundering komen.
De goot is voorzien van een inschuifdetail. Door het inschuiven van een plaat (3 x 70 mm) in aluminium of gegalvaniseerd staal, kan men de vrije overspanning (= de afstand tussen de palen) ver-groten (zie pag. 4 belastingsgrafiek voor Climalite® goot GL).Monteer de goot GL op de palen. Sluit de gooteinden waterdicht af met de GASL. Gebruik de zelfborende gelakte schroeven en dicht af met silicone.
Indien de goot voorzien wordt van een gootverhogingsprofiel GR: zie afbeelding f.
& Muurprofiel.Zaag het ML profiel op de juiste lengte en boor met een metaalboor (Ø8)om de 50 cm een gat. Presenteer het voorgeboorde ML profiel tegen de muur en teken de boorgaten precies af. Boor de gaten in de muur (Ø8).Boor ook het muurtopprofiel MT om de 100 cm voor.
Bepaal steeds vooraf de beste hoogte van het MT profiel in functie van de dakhelling. Raadpleeg daarvoor de tabel b2. Monteer C1CX in de MT.
Veranker het ML en MT profiel met aangepaste bevestigingen aan de muur. Werk de zijkanten van het ML profiel af met de sluitplaten MASL d.m.v. de zelfborende schroeven.
Bereid de dragers D1 voor.Meet de opleglengte LO voor de dragers D1 en zaag beide uiteinden onder hoek . De plaatdrager wordt op lengte afgezaagd, waarbij de uitgestanste kant 60 mm oversteekt aan de gootzijde. Schuif de plaatdrager TP in de drager D1.
60
D1
LOc
Afstand tussen onderzijde ML en bovenzijde MT in functie van de dakhelling (platen van 16 mm dikte):
5°................... 147 mm
10°................... 148 mm
15°.............. 150 mm
20°................... 152 mm
25°................... 155 mm
30°................... 159 mm
MONTAGEHANDLEIDING
CLIMALITEAG.PLASTICS
2
© C
OP
YR
IGH
T A
G.P
LAS
TIC
S S
X/K
K
MONTAGEHANDLEIDING
CLIMALITEAG.PLASTICS
3
MT ZSC
MLA
e
L16P
ZSG
g
g
C12
LO
ZSG ZSG
C1CX
h
GRSL
GRZSG
ZSGGL
ZSG
ZSG
f
d
AG.PLASTICS [email protected]
www.climalite.be
d Plaats de dragers beginnend aan een zijde.Leg de volgende dragers telkens met een tussenafstand as op as op 1000 mm van elkaar (= plaatbreedte + 20 mm). Indien passtukken nodig zijn, kunt u deze voorzien aan twee zijden of aan een zijde van het dak. Voorzie telkens voldoende speling voor de platen. Schroef de dragers D1 via de onderste lip van het ML/GL profiel vast door de onderkant van de drager D1 met de meegeleverde zelfborende schroeven.
Vrije zijafwerking.Doe net hetzelfde als hiervoor bij de dragers beschreven. Zet tegen de vrije zijde van de terrasoverkapping het L16P profiel zodat één zijde van de rubber C2CX steunt op de voorziene de lip aan het L16P profiel. De L16P wordt aan de muurkant onder een hoek afgezaagd en loopt tot aan de S16.3.
g
Bereid de kunststofplaten voor.(Raadpleeg voor gedetailleerde informatie onze Bouwtips)Zaag de platen op de juiste lengte en tape ze af nadat u ze volledig ont- daan hebt van alle stofdeeltjes in de kanalen. Voorzie de plaat aan de voorzijde van een plaatafsluitprofiel U16P. Leg de kunststofplaten op de dragers en werk af met de rubber C2CX.
Indien u de spanning van de C1CX op de plaat wenst te verhogen, duwt u de rubber C12 tussen de MT en de C1CX (zie insert).
Uw Climalite® terrasoverkapping is af ! We wensen u vele prettige dagen waarin u langer kunt genieten van uw tuin.
he Plaatsteunprofiel en muurafwerkingsprofiel.Schuif nu ook het TP profiel helemaal tot tegen de MT en zet bovenaan vast met twee zelfborende schroeven met dichtingsring in de D1. Schroef de stopper S16.3 vast aan de uitgestansde zijde van de TP met de par-kerschroef.Het optionele muurafwerkingsprofiel MLA clipst op het onderste detail van het muurprofiel MT. Gebruik hiervoor een houten stootblok en rubberen hamer. De lengte van het MLA-profiel is gelijk aan de afstand tussen de dragers D1.
f Monteren van het gootverhogingsprofiel GR (optioneel).Schroef beide gootafsluitplaten GRSL op de goot GL. Positioneer het goot-verhogingsprofiel GR tussen de afsluitplaten en schroef zijdelings vast. Schroef nu de GR om de 50 cm vast aan de GL in de markeerlijn onderaan. Voorboren met Ø 4 mm is aanbevolen. Kit de aansluiting tussen de goot en de gootafsluitplaat waterdicht af.
MONTAGEHANDLEIDING
CLIMALITEAG.PLASTICS
AG.PLASTICS [email protected]
www.climalite.be
Belastingsgrafieken voor Climalite Goot GL
Onderstaande grafieken geven de paalafstand weer in functie van de verandadiepte bij een belasting van 300 of 500 N/m². De paal-afstand kan vergroten indien men een versterkingsplaat in aluminium of gegalvaniseerd staal (3 x 70 mm) voorziet (zie fig. 1). Dezeversterkingsplaat wordt niet meegeleverd. De doorbuiging van de goot GL bedraagt maximaal 1/200 (1 cm per 200cm) bij een gelijk-matige belasting van 300 of 500 N/m².
Grafiek GL 300 N/m² Grafiek GL 500 N/m²
Paalafstand
4000
3900
3800
3700
3600
3500
3400
3300
3200
3100
3000
GL goot
GL goot +versterkingsplaat in alu
GL goot +versterkingsplaat in galva
Verandadiepte D
2500 mm 3000 mm 3500 mm 4000 mm
Paalafstand
2900
2800
2700
2600
3500
3400
3300
3200
3100
3000
Verandadiepte D
2500 mm 3000 mm 3500 mm 4000 mm
GL goot
GL goot +versterkingsplaatin alu
GL goot +versterkingsplaatin galva
2750
3000
3250
3500
3750
4000
4250
4500
4750
5000
600 700 800 900 1000 1100 1200 1250
Lengte drager D1
(mm)
asafstand dragers (mm)
D1
D1+ V642
D1+ V644
Lengte drager D1
(mm)
D1
D1+ V642
D1+ V644
2750
3000
3250
3500
3750
4000
4250
4500
2500
2250600 700 800 900 1000 1100 1200 1250
asafstand dragers (mm)
Belastingsgrafieken voor Climalite® drager D1
Onderstaande grafieken geven de maximale lengte weer van de dragers D1 in functie van hun asafstand bij een belasting van 300 of500 N/m². De dragerlengte kan vergroten indien men een versterkingskoker V642 in staal (60x40x2 mm; zie fig. 2) of V644 (60x40x4mm) voorziet. De stalen koker V642 is een standaard produkt. De koker V644 wordt niet meegeleverd. De doorbuiging van de dragerD1 bedraagt maximaal 1/200 (1 cm per 200cm) bij een gelijkmatige belasting van 300 of 500 N/m².
Grafiek D1 300 N/m² Grafiek D1 500 N/m²
Fig. 1
GL
plaat 70 x 3 mm
Fig. 2
D1
V642
4