onderzoeksvraag dyslexie: oorzaak en behandeling · 2018. 9. 5. · zie ook de bijlage...
TRANSCRIPT
-
Onderzoeksvraag dyslexie: oorzaak en behandeling
Onderzoeksvragen Wat is de oorzaak van dyslexie? Hoe werkt logopedie in op dyslexie? Werk met enkel aan symptoombehandeling? Welke behandelingen / therapieën bestaan er (nog) voor dyslexie? Welke evolutie is haalbaar? Hoe kan je een ‘probleem’ aanpakken als je de oorzaak er niet van kent?
Competenties 5.1 en 5.2.
Onderzoeksplan Informatiebronnen
Auteur onbekend (9 september 2015). Nieuw onderzoek biedt
perspectieven voor behandelingen van dyslexie. Opgeroepen
op 21 mei 2016, van Knack:
www.knack.be/nieuws/gezondheid/nieuw-onderzoek-biedt-
perspectieven-voor-behandelingen-van-dyslexie/article-
normal-603933.html
Calliauw, I. (2005). Behandelingsvormen van dyslexie.
Tijdschrift VSVVO, 17de jaargang juni 2005, p.4-10.
CODE expertisecentrum Lessius (jaar uitgave onbekend).
Jongeren en volwassenen met dyslexie: moeilijkheden en tips
voor aanpak. Brochure. Antwerpen: Code expertisecentrum
Lessius.
De Ridder, K. (datum laatste update onbekend). Dyslexie.
Opgeroepen op 8 mei, van Logopedie Katrien:
www.logopediekatrien.be/dyslexie.html.
Gezondheid NV (03-11-2015). Dyslexie. Opgeroepen op 9 mei,
van Gezondheid:
www.gezondheid.be/index.cfm?fuseaction=art&art_id=61.
Lezing van het Neuro-Visueel Centrum, getiteld ‘Dyslexie,
dyscalculie, taal- of rekenproblemen’ en die hierbij horende
brochure en informatiefiches.
Prodia. (2015). Criteria Specifieke leerstoornis volgens de DSM-
5. Geraadpleegd op 19 februari 2017, van
http://www.knack.be/nieuws/gezondheid/nieuw-onderzoek-biedt-perspectieven-voor-behandelingen-van-dyslexie/article-normal-603933.htmlhttp://www.knack.be/nieuws/gezondheid/nieuw-onderzoek-biedt-perspectieven-voor-behandelingen-van-dyslexie/article-normal-603933.htmlhttp://www.knack.be/nieuws/gezondheid/nieuw-onderzoek-biedt-perspectieven-voor-behandelingen-van-dyslexie/article-normal-603933.htmlhttp://www.logopediekatrien.be/dyslexie.htmlhttp://www.gezondheid.be/index.cfm?fuseaction=art&art_id=61
-
www.prodiagnostiek.be/materiaal/LW_Bijlage%20Criteria%20S
pecifieke%20Leerstoornis%20DSM5.pdf.
Van den Eynde, R. (2016). Hardnekkige lees-en spelproblemen.
Reader BNB zorgverbreding en remediërend leren. Antwerpen:
Karel de Grote Hogeschool.
Bron: Webmaster ‘Paul’. (datum laatste update onbekend). De
oorzaak van dyslexie. Opgeroepen op 26 mei 2017, van
Dyslexieweb: www.dyslexieweb.nl/dyslexie-informatie/de-
oorzaak-van-dyslexie.
Ondernomen acties i.f.v. de gewonnen informatie
Deze onderzoeksvraag beperkt zich tot het onderzoeken, lezen en
filteren van beschikbare informatie omtrent dyslexie om alzo een zo
duidelijk mogelijk beeld te krijgen van wat dyslexie is en welke
behandelingen ervoor bestaan. Aangezien men niet 100% weet wat
de oorzaak van dyslexie is, kan ik enkel uit de beschikbare
informatie de nodige afleidingen maken. De actie is dus het
verwerken van vele bronnen en hierover reflecteren.
Evaluatie Reflectie over de gewonnen informatie.
http://www.prodiagnostiek.be/materiaal/LW_Bijlage%20Criteria%20Specifieke%20Leerstoornis%20DSM5.pdfhttp://www.prodiagnostiek.be/materiaal/LW_Bijlage%20Criteria%20Specifieke%20Leerstoornis%20DSM5.pdf
-
Beginsituatie / aanzet van dit onderzoeksproject
Tijdens het volgen van het keuzevak ‘hardnekkige lees- en spelmoeilijkheden’, ben ik te weten
gekomen dat men tot op vandaag de dag niet exact weet wat dyslexie veroorzaakt. Er bestaan
verschillende theorieën en men is het wel eens over de kenmerken die dyslexie omvat.
Wanneer een leerling dus hardnekkige lees- of spelmoeilijkheden heeft en dyslexie vermoedt
wordt, gaat men het kind in kwestie testen op vooraf bepaalde kenmerk-criteria. In DSM-V
staat dyslexie dan ook omschreven als een geheel van kenmerken, maar geen echte definitie
van wat het is.
Toch worden leerlingen om de haverklap naar de logopedist gestuurd met hun lees- en
spelmoeilijkheden. Ik vraag me dan af: doet men enkel aan symptoombehandeling? In welke
mate is deze therapie relevant en behulpzaam? Hoe kan je een ‘probleem’ aanpakken als je
de oorzaak er niet van kent? Hoe werkt logopedie dan in op dyslexie? Zijn er nog andere
mogelijke behandelingen of therapieën?
De nadruk bij deze onderzoeksvraag ligt op het effectief inwerken op de oorzaak van dyslexie
en niet de vele gekende STICORDI-maatregelen.
Betrokken competenties en hun bereikte niveau
Competentie 5.1 bereid zijn zich voortdurend te informeren en bij te scholen met
betrekking tot de begeleiding van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften
o Ik voel me betrokken bij wat er in de samenleving gebeurt, benader dit kritisch en
vorm er een eigen mening over. Expert
o Ik stel me actief op de hoogte van en kijk genuanceerd naar maatschappelijke
thema’s. Expert
Competentie 5.2. bevragen, overleggen en voortdurend bijsturen van het eigen handelen
o Ik kijk vanuit een onderzoekende houding, dit binnen het team en binnen het
domein specifieke onderwijsbehoeften. Expert
o Ik ga op zoek naar relevante resultaten van praktijkgericht onderzoek en
wetenschappelijke literatuur om het eigen handelen te sturen. Expert
-
Onderzoeksplan: verwerken van informatiebronnen
Bron 1: lesnotities keuzevak hardnekkige lees- en spelproblemen Bron: Van den Eynde, R. (2016). Hardnekkige lees-en spelproblemen. Reader BNB zorgverbreding en
remediërend leren. Antwerpen: Karel de Grote Hogeschool.
Zie ook de bijlage ‘Verwerking lesnotities dyslexie’ waarbij ik alle relevante informatie in mijn lesnotities
gemarkeerd heb. Hieronder staat enkel samengevat wat ik hieruit meeneem voor mijn onderzoek.
Wat is dyslexie?
“Dyslexie is een stoornis die gekenmerkt wordt door een hardnekkig probleem met het
aanleren en het vlot toepassen van het lezen en/of spellen op woordniveau.”
Cognitief (speelt zich in de hersenen af). De 2 hersenhelften worden gebruikt om te
kunnen lezen en spellen. De transfer van informatie tussen de helften verloopt moeilijker
bij mensen met dyslexie.
Mensen met dyslexie hebben vaak een sterker ontwikkeld RH (gevoel voor patronen,
bewegingen, ruimtelijk en technisch inzicht, goed visueel voorstellen, … Bijv. goed
vormen/tekens/patronen herkennen (RH) maar niet kunnen koppelen aan het herkennen
van klanken (LH).
Men is er eigenlijk nog niet helemaal uit wat dyslexie juist is.
Levenslang, mensen met dyslexie kunnen niet automatiseren ookal oefenen ze veel.
Individu-gebonden (bij iedereen anders en dus een andere aanpak).
Biologisch (erfelijk, aangeboren, waarneembaar in de hersenen, jongens meer kans).
Klank-tekenkoppeling.
Gemiddelde termijn (kan pas zeggen dat het kind dyslexie heeft vanaf 9j.).
Oogbewegingen tijdens het lezen: fixeren vaak en gaan vaak terug.
-
Bron 2: DSM-V classificatieriteria dyslexie Bron: Prodia. (2015). Criteria Specifieke leerstoornis volgens de DSM-5. Geraadpleegd op 19 februari 2017, van
www.prodiagnostiek.be/materiaal/LW_Bijlage%20Criteria%20Specifieke%20Leerstoornis%20DSM5.pdf
A. Moeite met het aanleren en gebruiken van schoolse vaardigheden, zoals blijkt uit de persisterende aanwezigheid van minstens een van volgende symptomen gedurende minstens 6 maanden, ondanks interventie gericht op deze moeilijkheden:
1. Onnauwkeurig of langzaam en moeizaam lezen van woorden (leest bijvoorbeeld losse woorden fout of langzaam en aarzelend hardop voor, raadt vaak woorden, heeft problemen met het goed uitspreken van woorden).
2. Moeite om de betekenis te begrijpen van wat wordt gelezen (kan bijvoorbeeld de tekst correct lezen, maar begrijpt de volgorde, relaties, gevolgtrekkingen of diepere betekenis van het gelezene niet).
3. Moeite met spelling (voegt bijvoorbeeld klinkers en medeklinkers toe, laat ze weg, of vervangt ze).
4. Moeite om zich schriftelijk uit te drukken (maakt bijvoorbeeld in zinnen talloze grammaticale of interpunctiefouten; deelt de alinea’s slecht in; zijn of haar schriftelijke weergave van ideeën is niet helder).
5. Moeite met het zich eigen maken van gevoel voor en feiten rond getallen en berekeningen (begrijpt bijvoorbeeld getallen niet goed, begrijpt hun grootte en onderlinge relaties niet; telt op de vingers om getallen onder de 10 op te tellen in plaats van de rekenregels te gebruiken zoals leeftijdgenoten dat doen; raakt de draad kwijt in een berekening en wisselt van aanpak).
6. Moeite met cijfermatig redeneren (heeft bijvoorbeeld veel moeite met het toepassen van cijfermatige concepten, feiten of procedures om kwantitatieve problemen op te lossen).
B. De betreffende schoolse vaardigheden zijn substantieel en meetbaar slechter ontwikkeld dan gezien de kalenderleeftijd verwacht mag worden en hebben een significant negatieve invloed op de schoolresultaten en werkprestaties, of op de alledaagse activiteiten, wat wordt bevestigd door bij de betrokkene afgenomen gestandaardiseerde prestatietests en een volledig onderzoek. Bij mensen ouder dan 17 jaar kan het gestandaardiseerde onderzoek vervangen worden
C. De leerproblemen beginnen tijdens de schooljaren, maar worden soms pas echt manifest op het moment dat de betreffende schoolse vaardigheden zwaarder belast worden dan de betrokkene met zijn of haar beperkte vermogens aankan (zoals bij toetsen met een tijdslimiet; binnen een bepaalde tijd lezen of schrijven van lange, complexe teksten; in geval van een excessief zware studiebelasting).
D. De leerproblemen kunnen niet beter worden verklaard door verstandelijke beperkingen, niet-gecorrigeerde visus- of gehoorstoornissen, andere psychische of neurologische stoornissen, psychosociale tegenslagen, gebrekkige beheersing van de taal waarin het onderwijs gegeven wordt, of inadequaat onderricht.
-
Bron 3: brochure ‘Jongeren en volwassenen met dyslexie: moeilijkheden en tips voor aanpak’ van CODE Bron: CODE expertisecentrum Lessius (jaar uitgave onbekend). Jongeren en volwassenen met dyslexie:
moeilijkheden en tips voor aanpak. Brochure. Antwerpen: Code expertisecentrum Lessius.
Zie ook de bijlage ‘Jongvolwassenen met dyslexie brochure’ voor de gehele brochure. Hieronder staat enkel wat
ik hieruit meeneem voor mijn onderzoek.
Er is nog geen dyslexie-gen gevonden maar men weet dat het erfelijk is door de cijfers
die aangeven dat het in bepaalde families voorkomt.
De meeste onderzoekers vermoeden dat mensen met dyslexie een tekort in
fonologische vaardigheden vertonen (Vellutino et al., 2004). Dit betekent dat ze
moeilijkheden hebben met het doorzien van de klankstructuur van de taal en
moeilijkheden hebben om klankinformatie voor korte tijd op te slaan en op te halen
uit hun geheugen. Zo vinden ze het meestal moeilijk om de klanken in een woord te
manipuleren, zoals wanneer hen gevraagd wordt om de klanken in een woord om te
draaien (bv. om van plak ‘kalp’ te maken).
Remediëring: extra begeleiding richt zich op de lees- en spellingvaardigheden zelf.
Logopedisten en orthopedagogen zijn specialisten in remediërende instructie en
oefening voor mensen met dyslexie. Een volledige ‘genezing’ is niet mogelijk. Het
aanleren van compenserende strategieën en het toekennen van compenserende
maatregelen zijn dan ook minstens even belangrijk. Dit betekent echter niet dat
remediëring niet nuttig kan zijn op (jong)volwassen leeftijd. Het kan zeer nuttig zijn,
zeker als eerder geen remediëring werd gevolgd.
Andere behandelaars bieden alternatieve therapieën aan, zoals bijvoorbeeld training
van het links-rechts onderscheid. Deze therapieën beloven vaak een spectaculaire
verbetering of zelfs genezing, maar hebben in realiteit weinig effect op het lezen en
spellen zelf (Ghesquière et al., 2010).
De term “woordblind” wordt nog vaak gebruikt in relatie met dyslexie. Hierdoor wordt
gesuggereerd dat er problemen zouden zijn met het zien zelf. Dit is natuurlijk niet het
geval. Mensen met dyslexie zien even goed als anderen. Wel denken sommige
onderzoekers dat er problemen zijn met de visuele verwerking in de hersenen bij
dyslectici (Ghesquière et al., 2010).
Bedenking: volgens het onderzoekscentrum CODE heeft dyslexie niets te maken met het zicht
zelf maar met de verwerking ervan in de hersenen. Dit werpt een ander licht op de lezing van
het Neuro-Visueel Centrum waar men een ‘bril’ inzet als middel voor verbeterde
samenwerking tussen de ogen.
-
Bron 4: website ‘Logopedie Katrien’ artikel inzake dyslexie Bron: De Ridder, K. (datum laatste update onbekend). Dyslexie. Opgeroepen op 8 mei, van Logopedie Katrien:
www.logopediekatrien.be/dyslexie.html.
Zie ook de bijlage ‘Verwerking artikels dyslexie’ voor het gehele artikel. Hieronder staat enkel wat ik hieruit
meeneem voor mijn onderzoek.
Wat doet de logopedist (behandeling)?
De logopedist kijkt waar het fout loopt en oefent met het kind om deze hiaten in te vullen. De
oefeningen worden afgestemd op het niveau van het kind. Bij het technisch lezen gaat de
logopedist in eerste instantie na of het kind de auditieve basisvoorwaarden (rijmen, klanken
herkennen in verschillende posities in het woord, …) beheerst. Daarna worden de foneem-
grafeemkoppelingen gevisualiseerd. Het kind krijgt trucjes aangeleerd waardoor het de b/d,
ie/ei, eu/ui/uu minder makkelijk verwart. Vervolgens pakt de logopedist het spellend/radend
lezen aan. Het kind leert dan dat woorden uit woorddelen bestaan bv. medeklinkerclusters
zoals ‘bl- in blok’ of ‘-rst in worst’. Het kind leert ook voor- en achtervoegsels herkennen in
woorden waardoor ze een woord in de juiste leesboog plaatsen bv. ‘be-dien i.p.v. bed-ien’.
Daarna leert het kind verschillende woordklassen. Bij de spelling werkt de logopedist ook aan
de auditieve en visuele basisvoorwaarden en daarna aan de foneem-grafeemkoppeling. Eerst
komen woorden aan bod die je schrijft zoals je ze hoort. Daarna worden de regelwoorden
systematisch ingeoefend bv. d/t op het einde van een woord, open en gesloten lettergrepen,
… Als laatste leert het kind de woorden die onthouden moeten worden.
http://www.logopediekatrien.be/dyslexie.html
-
Bron 5: website ‘Gezondheid NV’, artikel inzake dyslexie Bron: Gezondheid NV (03-11-2015). Dyslexie. Opgeroepen op 9 mei, van Gezondheid:
http://www.gezondheid.be/index.cfm?fuseaction=art&art_id=61.
Zie ook de bijlage ‘Verwerking artikels dyslexie’ voor het gehele artikel. Hieronder staat enkel wat ik hieruit
meeneem voor mijn onderzoek.
Het raadsel rond deze neurologische stoornis, die zowel lees- als schrijfproblemen
veroorzaakt, is intussen voldoende ontcijferd om een doeltreffende behandeling
mogelijk te maken.
Voor wat de neurobiologische component betreft, heeft men kunnen vaststellen dat
kinderen van dyslectische ouders meer risico lopen om zelf ook dyslexie te
ontwikkelen. Wetenschappers hebben ook de chromosomen kunnen lokaliseren die
een rol zouden spelen in het ontstaan van leesmoeilijkheden. Bovendien hebben
studies aangetoond dat deze chromosomen eveneens verantwoordelijk zijn voor auto-
immuunziekten zoals astma en allergie.
Waaruit bestaat nu precies de neurobiologische stoornis die dyslexie heet? Eerst en
vooral moet worden benadrukt dat het gaat om een slecht functioneren, en niet om
een soort hersenletsel. Meer bepaald zouden er teveel zenuwcellen aanwezig zijn,
omdat ze niet -zoals normaal het geval is- onder invloed van de testosteronproductie
werden geëlimineerd tijdens de vijfde of zesde maand van de zwangerschap.
Toch heeft dyslexie niet alleen te maken met aangeboren factoren. Onderzoekers zijn
het erover eens dat de centrale knoop bij dyslexie een probleem is met één van de
basiselementen van de taal, namelijk de fonologische module die een rol speelt bij de
productie van de klanken waaruit de taal is opgebouwd. Hierbij komen ook meer
cultureel gebonden elementen kijken, zoals het feit dat in onze taal a+u als één klank
au wordt uitgesproken.
Bij jonge kinderen kan een behandeling bij een logopedist al na 3 tot 4 maanden
goede resultaten geven. Er wordt dan gewerkt met zeer gestructureerde en
systematische oefeningen waarbij vooral wordt gewerkt rond het aspect "opbouw van
taal op basis van letterklanken". Zo moet een kind woorden leren splitsen,
gelijkaardige klanken samenbrengen, klanken verlengen om er een woord mee te
vormen, enz. Heel veel en bijna dagelijks lezen is nodig om de verworven inzichten in
praktijk om te zetten. Toch heeft een behandeling maar kans op slagen als er een
goede samenwerking bestaat tussen school (leerkracht), ouders en eventueel de
logopedist.
http://www.gezondheid.be/index.cfm?fuseaction=art&art_id=61
-
Bron 6: artikel ‘behandelingsvormen van dyslexie’ uit VSVVO Bron: Calliauw, I. (2005). Behandelingsvormen van dyslexie. Tijdschrift VSVVO, 17de jaargang juni 2005, p.4-10.
Zie ook de bijlage ‘Verwerking artikels dyslexie’ voor het gehele artikel. Hieronder staat enkel wat ik hieruit
meeneem voor mijn onderzoek.
Dat de oorzaken multifactorieel zijn daar is vrijwel iedereen het over eens. In onze zoektocht
naar allerlei behandelingsvormen valt het op dat de behandeling van dyslexie sterk afhankelijk
is vanuit welke ooghoek ze bekeken wordt. Ondanks deze diversiteit onderscheiden we 2
grote groepen: de leergerichte behandeling en de niet-leergerichte behandeling.
De leergerichte behandeling is tegenwoordig geëvolueerd naar een behandeling die gericht is
op de kenmerken die in relatie staan met de mogelijke oorzaken / de kenmerken van dyslexie.
Alternatieve, niet-leergerichte behandelingsvormen zijn enkel gericht op het behandelen van
de oorzakelijke verbanden die wetenschappelijk (nog) niet bewezen zijn. Ze zijn niet gericht
op het behandelen van de kenmerken van dyslexie.
De Tomatis methode is gebaseerd op de theorie dat een slechte auditieve verwerking
de onderliggende oorzaak is van fonologische problemen bij personen met dyslexie.
Door allerlei psychosociale problemen kan een kind zich afsluiten voor taal waardoor
hij moeite ondervindt om bepaalde klanken te discrimineren. Kinderen kunnen dus
hun vaardigheid om bepaalde toonhoogtes te horen verliezen of ‘uitschakelen’.
Daardoor kunnen ze niet goed opnemen, begrijpen en interpreteren wat ze horen.
Hun taalontwikkeling en de relatie met hun omgeving wordt hierdoor gestoord.
Omwille van de functionele asymmetrie van de hersenen, is het doel van deze
methode het dominant maken van het rechter oor. Deze kuur bestaat uit het dagelijks
passief beluisteren van gefilterde muziek van Mozart en Gregoriaanse gezangen
(muziek met een hoge frequentie en een hoog ritme) alsook stemopnamen van hun
eigen moeder. Deze kuur moeten ze enkele weken volhouden en dit 2 uur per dag.
Functionele optometrie. Vanuit de vroegere benaming van dyslexie, met name
woordblindheid, komt het idee dat de oorzaak van lees-en spellingproblemen in de
visuele perceptie moet worden gezocht. De functionele optometrie heeft tot doel een
samenwerking te bekomen tussen beide hersenhelften, een goede oog-
handcoördinatie, een goede interzintuiglijke samenwerking en een efficiënt visueel
systeem. Dit doen ze door middel van training van de oogspieren,
oogbewegingsoefeningen, convergentieoefeningen (leren je beide ogen op hetzelfde
punt te richten) en lichttherapie.
De Irlen methode. Het Irlen syndroom (scotopic sensitivity syndrome) is een visueel-
perceptuele afwijking die lees-en leermoeilijkheden veroorzaakt. Het syndroom, dat
erfelijk gebonden is, wordt uitgelokt door schittering op de pagina, lichtsterkte, de
-
golflengte van het licht en de contrastwerking zwart/wit. De Irlen methode bestaat uit
het voorschrijven van Irlen filters. Dit zijn gekleurde brillenglazen die fungeren als
spectrumwijzigende filters die de tekst-en achtergrondvervormingen moeten
verminderen en het dieptezicht zouden moeten verbeteren.
De Van Gemerttherapie: deze behandelingsvorm combineert taaltherapie met het
voorschrijven van een aangepaste bril. Het uitgangspunt van de Van Gemerttherapie is
een foutieve beeldverwerking in de hersenen (visuele blokkade) waardoor de
taalverwerking niet vlot verloopt. Hij gaat dus uit van een relatie tussen dyslexie en
het niet goed functioneren van het oog. Door het voorschrijven van een aangepaste
bril worden de optische storingen weggenomen waarna een taalproject gestart wordt
die de taalvaardigheid zal vergroten. De brillenglazen kunnen sferisch (vergrotend of
verkleinend), cilindrisch ( rechtzettend) en/ of prismatisch (verschuivend) zijn.
Motorisch en sensomotorische therapieën:
o Kinesiologie: de kinesiologie heeft als doel de samenwerking tussen de beide
hersenhelften te verbeteren door middel van een combinatie van Westerse
behandelmethodes (chiropraxie, fysiotherapie, voedingsleer) en Oosterse
filosofie (meridiaanleer en acupunctuur).
o DDAT (dyslexia, dyspraxia and attention treatment): het evenwicht wordt
getraind.
o Brain Stimulation Method (BSM): leerproblemen worden veroorzaakt door het
niet goed functioneren van bepaalde delen van het centrale zenuwstelsel. De
verbindingen worden door oefeningen gestimuleerd.
Het beelddenken, bedacht door de Amerikaanse zakenman en dyslecticus Ron Davis,
gaat uit van de overtuiging dat dyslectici niet in taal maar in beelden denken. Het
denken in beelden zou bijgevolg het lezen en spellen in de weg staan. Dyslectici
kunnen immers moeilijk aan elke klank (foneem) een beeld (grafeem) koppelen en
geraken daardoor gedesoriënteerd waardoor zij het beeld (letter) in alle richtingen
draaien. Hoe meer het kind moeite heeft met verbaal denken, des te meer het
uitblinkt in beelddenken. De behandeling van Davis is gericht op het terug
georiënteerd geraken. Dit gebeurt door het vinden van een punt net boven het hoofd
dat ‘mind’s eye’ wordt genoemd. Daardoor krijg je de beheersing over je eigen
waarnemingen terug. Vervolgens wordt geleerd hoe je je eigen beelden kunt maken
bij symbolen en abstracte begrippen door ze te kneden in klei. Vooral abstracte
woorden (vb. lidwoorden waarbij geen beeld kan worden opgeroepen), de
zogenaamde ‘ triggerwoorden’, worden op die manier ‘ doorleefd’.
Voedingssupplementen: volgens sommige onderzoekers zou dyslexie veroorzaakt
worden door een gebrek aan specifieke, essentiële bouw- en voedingsstoffen.
-
Bron 7: website Knack, artikel ‘Nieuw onderzoek biedt perspectieven voor behandelingen van dyslexie’ Bron: Auteur onbekend (9 september 2015). Nieuw onderzoek biedt perspectieven voor behandelingen van
dyslexie. Opgeroepen op 21 mei 2016, van Knack: www.knack.be/nieuws/gezondheid/nieuw-onderzoek-biedt-
perspectieven-voor-behandelingen-van-dyslexie/article-normal-603933.html
Zie ook de bijlage ‘Verwerking artikels dyslexie’ voor het gehele artikel. Hieronder staat enkel wat ik hieruit
meeneem voor mijn onderzoek.
‘Volwassenen met dyslexie ervaren vooral problemen met het kort onthouden en met
het aanleren van de volgorde van de elementen in een reeks, bijvoorbeeld de
volgorde van de letters in een woord BAR versus BRA, of de volgorde van de cijfers in
een telefoonnummer', aldus Bogaerts. 'Doordat zij de volgorde van letters of klanken
vaker omwisselen worden woorden vooral minder snel en minder goed geleerd, wat
dan uiteindelijk leidt tot traag en minder accuraat lezen. De problemen met het
geheugen voor volgorde verklaren ook waarom mensen met dyslexie ook buiten het
domein van taal problemen ervaren, zoals problemen met het leren van een reeks
noten op een piano.'
In een studie werden vervolgens een honderdtal lagereschoolkinderen langdurig
gevolgd van bij de start van het eerste leerjaar. 'Kinderen die later zwakke lezers, of
zelfs dyslectici, bleken te zijn, hadden bij de start van het schooljaar al problemen met
het leren van reeksen.'
Louisa Bogaerts wijst erop dat het onderzoek aantoont dat dyslexie niet enkel te
wijten is aan een gebrekkig begrip van het verband tussen letters en klanken, wat lang
gedacht werd. 'Dit biedt perspectieven voor toekomstige behandelingen van dyslexie.'
-
Bron 8: website Dyslexieweb, artikel ‘De oorzaak van dyslexie’ Bron: Webmaster ‘Paul’. (datum laatste update onbekend). De oorzaak van dyslexie. Opgeroepen op 26 mei
2017, van Dyslexieweb: www.dyslexieweb.nl/dyslexie-informatie/de-oorzaak-van-dyslexie
Zie ook de bijlage ‘Verwerking artikels dyslexie’ voor het gehele artikel. Hieronder staat enkel wat ik hieruit
meeneem voor mijn onderzoek.
Bij de meest recente onderzoeken werd gebruik gemaakt van MRI- en PETscans om de
oorzaak in kaart te brengen. MRI-scan-onderzoek toonde aan dat de hersenen bij de
proefpersonen zonder dyslexie dit verschil direct konden onderscheiden, maar dat dit
niet gebeurde in de hersenen van de personen met dyslexie. Bij PET-scan-onderzoek:
werd duidelijk dat bij het leren lezen een kind voornamelijk veel hersenactiviteit
vertoont aan de rechterzijde van de hersenen. Een vergevorderde lezer vertoont juist
weer voornamelijk hersenactiviteit aan de linkerzijde van de hersenen.
Dyslectische kinderen gebruiken de linkerkant van hun hersenen wel, maar blijven hun
rechterzijde zes keer heftiger gebruiken dan een kind zonder dyslexie. En dat is
opvallend, want de taalcentra bevinden zich juist aan de linkerkant van ons brein en
zouden voor een vlot verloop dan ook het meest gebruikt moeten worden. Dit kan
overigens ook verklaren waarom dyslectische mensen sneller vermoeid raken bij
schrijven en lezen en taal leren.
Onderzoekers ontdekten ook dat er een afwijking in de hersenstam waarneembaar is
bij mensen met dyslexie: zij hebben moeite met het filteren van deze geluiden. Er
komt zoveel informatie binnen, dat het veel meer moeite kost te blijven concentreren
op enkel de relevante (belangrijke) informatie.
Oogbewegingen: wie wel eens heeft gekeken naar de ogen van een persoon die zit te
lezen, zal hebben opgemerkt dat de ogen zich op unieke wijze bewegen. Ze springen
met kleine schokjes door een tekst heen. Uit onderzoek blijkt dat de oogbewegingen
van mensen met dyslexie niet zo effectief verlopen als bij niet-dyslectici. Vooral
dyslectische kinderen die de grootste problemen hebben met het overslaan van
regels, woorden en zinnen overslaan en gaten laten vallen bij het voorlezen blijken
afwijkende oogbewegingen te maken. Hun bewegingen zijn ‘grover’, ze maken grotere
sprongen terwijl ze beter kleinere stapjes zouden kunnen maken. Fysische training van
de oogbewegingen lijkt geen verbetering te geven.
Testosteron speelt een belangrijke rol in de ontwikkeling van een foetus (ongeboren
baby) in de 25eweek van de zwangerschap. In deze week worden ook de taalcentra in
de hersenen gevormd. Een laatste aanwijzing is dat de hoeveelheid testosteron die op
dat moment vrijkomt, erfelijk bepaald is: dyslexie is ook erfelijk. Uit de onderzoeken is
gebleken dat als één ouder van een kind dyslexie heeft, de kans dat het kind dyslexie
-
heeft 40 tot 50% is. Als beide ouders dyslexie hebben, is de kans circa 80% dat het
kind dyslexie heeft.
Een andere interessante suggestie is of de moeilijkheid van een taal zelf dyslexie kan
‘uitlokken’. Helaas konden hierover alleen gegevens over de Engelse taal gevonden
worden, dus passende informatie over onze taal is helaas niet te geven. Desondanks is
de informatie over de Engelse taal wel boeiend om in dit artikel mee te nemen. Deze
hinderlijke taaluitzonderingen die stuk voor stuk geleerd moeten worden, lijkt ervoor
te zorgen dat er in Engelstalige gebieden tot wel twee keer meer mensen met dyslexie
voorkomen dan in anderstalige landen. Onderzoeken tonen dat ook aan dat
dyslectische Italianen beter hun eigen taal lezen dan dat Engelse lezers hun eigen taal
lezen, terwijl ze wel dezelfde scores hebben in standaard onderzoeken en dezelfde
afwijkingen vertonen in PET-scans. Het is zelfs zo dat heel veel Italianen er prima in
slagen om hun dyslexie volledig te negeren, terwijl zij op grote problemen zouden
stuiten als ze in een land met een veel moeilijkere taal waren opgegroeid!
Zoals duidelijk moge zijn, is er over de oorzaak van dyslexie veel te zeggen. Onze eigen
ervaring leert dat de hersenafwijking de meest plausibele oorzaak is voor dyslexie, waarbij de
rechterhelft van de hersenen veel actiever is dan de linkerhelft, terwijl ons taalcentrum zich
aan de linkerzijde bevindt. Dat oogbewegingen een rol spelen met de moeite met lezen, is
ook kloppend gebleken. Of en welke rol het hormoon testosteron hierbij speelt, is nog weinig
over te zeggen omdat hier nog niet al te veel informatie over beschikbaar is.
Het verhaal van de verkeerde basis, dat hier tegenin gaat, heeft een juist argument maar trekt
de verkeerde conclusie. De basis is bij dyslectische kinderen vaak niet sterk, maar dit is niet de
schuld van de ouders of het onderwijs! Anders zouden er toch echt hele klassen met
dyslectische kinderen moeten zijn, terwijl de verhouding juist heel gelijk is over het hele land
met een à twee kinderen per klas. Bij een methode of training van een kind (of volwassene)
met dyslexie, is het wel verstandig om helemaal bij de basis te beginnen, omdat deze anders
opgeslagen moet worden dan bij andere kinderen. Maar dit is slechts een bijkomend aspect
en niet de oorzaak.
Verder geloven we niet dat gehoorproblemen écht dyslexie veroorzaken: het kan wél leiden
tot dyslexieachtige problemen. Hulpmiddelen en behandelmethodes gericht op dyslexie
zullen hierbij waarschijnlijk succes boeken, maar de verwerking van taal in de hersenen is
anders dan bij iemand met ‘aangeboren dyslexie’.
Dat taal een rol speelt bij de uiting van dyslexie, is eveneens zeer aannemelijk. Maar dit geeft
enkel aan hoeveel (of hoe weinig) last mensen hebben bij het lezen, schrijven en verwerken
van een taal en niet in hoeverre dyslexie hierdoor veroorzaakt wordt.
-
Bron 9: lezing ‘Dyslexie, dyscalculie, taal- of rekenproblemen’ Lezing van het Neuro-Visueel Centrum, getiteld ‘Dyslexie, dyscalculie, taal- of rekenproblemen’ en die hierbij
horende brochure en informatiefiches.
Zie ook de bijlage ‘Verwerking informatiefiche lezing dyslexie, dyscalculie, lees- of rekenproblemen’ waarbij ik
alle relevante informatie uit de informatiefiche gemarkeerd heb. Hieronder staat enkel samengevat wat ik
hieruit meeneem voor mijn onderzoek.
Zie ook de bijlage ‘Notities lezing dyslexie, dyscalculie, lees- of rekenproblemen’. Waar ik hieruit meeneem voor
mijn onderzoek, staat tevens in onderstaande tekst.
Dyslexie is geen defect in de hersenen, mensen met dyslexie zijn gewoon beelddenkers
i.p.v. taaldenkers. Ze hebben een sterk ontwikkelde rechterhersenhelft.
Voorbeeld: er zijn woorden die je makkelijk kan voorstellen in beelden (voorwerpen)
maar er zijn ook woorden die je jezelf niet kan voorstellen zoals het, de, een, …
Bovendien koppelen ze de vorm van een letter (visuele aspect van de klank) niet aan de
klank van de letter.
Mensen met dyslexie hebben geen automatisering, ze koppelen beeld niet aan klank
(geen klankbeeld). Ze schrijven telkens de klank, niet het klankbeeld, waardoor ze ook
geen woordbeeld ontwikkelen en fonetisch schrijven. Bijv. het woord ‘zwemmen’ van
het bord overschrijven: ze lezen ‘zwemmen’ en horen dit woord in hun hoofd in plaats
van het te zien. Wanneer ze het dan op hun blad willen schrijven, schrijven ze wat ze
horen ‘zwemen’.
Veel dyslectici hebben visuele problemen. Het gaat niet om slecht zicht (geen bril op
sterkte nodig) maar veel inspanning moeten doen om overzicht te bewaren tijdens het
waarnemen. De oorzaak hiervan is een slechtere samenwerking tussen de 2 ogen
(oneven stand) waardoor de concentratie en ruimtelijke oriëntatie nadelig beïnvloedt
wordt.
Neuro-visuele behandelmethode = enerzijds correctie van de ogen, anderzijds leren
automatiseren, leren woordbeelden te zien.
Persoonlijke bedenkingen na deze lezing
Aangezien men de exacte oorzaak van dyslexie niet kent, kan je dan wel veralgemenen
dat alle mensen met dyslexie sterker zijn in het beelddenken?
Ik vind het vreemd dat zgn. 99% van deze kinderen een bril nodig heeft omdat de
samenwerking tussen de 2 ogen niet goed zou zijn. Dit feit op zich zou nog niet zo
vreemd zijn, maar dat dit niet breder gekend is wél.
Op de correctie van de ogen na, is de therapie zelf volgens mij zeer gelijkend op
logopedie, namelijk woordbeeld trachten ontwikkelen.
Ofwel zijn het pioniers, ofwel zijn het bedriegers, ik ben er niet uit.
-
Evaluatie: reflectie
Het is duidelijk dat men er nog niet 100% uit is wat de oorzaak van dyslexie is en er veel
plausibele theorieën en daarbij horende therapieën zijn. Wat mij het meest aanneembaar
lijkt, is dat het inderdaad om een storing in de hersenen gaat waardoor het koppelen van
klank en klankbeeld verstoord is. Eventuele secundaire oog-problemen sluit ik hierbij niet uit
maar zie ik voorlopig niet als dé oorzaak.