onderwijs- en examenregelingen 2010-2011 · 2013. 8. 13. · bijlage 1.1 msc accountancy en...
TRANSCRIPT
Onderwijs- en Examenregelingen
2010-2011
Faculteit Economie en Bedrijfskunde
Rijksuniversiteit Groningen
Onderwijs- en Examenregelingen
Regels en Richtlijnen
Overige regelingen
Studentenstatuut
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011 FEB
2
Colofon
De CD-rom met de onderwijs- en examenregelingen is gepubliceerd door de
Faculteit Economie en Bedrijfskunde van de Rijksuniversiteit Groningen.
Gedrukte ex.: 225
CD-ROM: 2000
Redactie: Jannie Berg
Ineke Molenkamp
Kees Praagman
Opmaak en druk: Ipskamp, Enschede
Uitgave: Juni 2010
3
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave 3
Onderwijs- en Examenregeling bacheloropleidingen FEB 11
Paragraaf 1. Algemene bepalingen 11
Artikel 1.1 Toepasselijkheid van de regeling 11
Artikel 1.2 Begripsbepalingen. 12
Artikel 1.3 Doel van de opleidingen 13
Artikel 1.4 Rechtstreeks aansluitende masteropleidingen 13
Artikel 1.5 Vorm van de opleidingen 14
Paragraaf 2. Opbouw van de opleidingen 15
Artikel 2.1 Indeling en examens van de opleidingen 15
Artikel 2.2 Studielast 15
Artikel 2.3 Academische vorming 15
Artikel 2.4 Minoren en Algemeen Vormende Vakken 15
Artikel 2.5 Inhoud van de opleidingen en de studie onderdelen 16
Artikel 2.6 Taal van de opleidingen 17
Paragraaf 3. De propedeutische fase van de opleidingen 18
Artikel 3.1 Propedeuse Accountancy en Controlling 18
Artikel 3.2 Propedeuse Bedrijfseconomie 19
Artikel 3.3 Propedeuse Bedrijfskunde 20
Artikel 3.4 Propedeuse Business Administration – International Business and
Management 21
Artikel 3.5 Propedeuse Econometrics and Operations Research 22
Artikel 3.6 Propedeuse Economics and Business Economics 22
Artikel 3.7 Propedeuse Fiscale Economie 23
Artikel 3.8 Propedeuse Technologiemanagement 24
Paragraaf 4. De postpropedeutische fase van de opleidingen 26
Artikel 4.1 Keuzevakken 26
Artikel 4.2 Programma’s van de postpropedeutische fase van de opleidingen 26
Artikel 4.3 Pre-masterprogramma’s 26
Artikel 4.4 Verkort Bachelorprogramma 27
Artikel 4.5 ‘Honours’ traject 27
Artikel 4.6 Minor 27
Paragraaf 5. Tentamens en examens van de opleidingen 28
Artikel 5.1 Verplichte volgorde van tentamens 28
Artikel 5.2 Tijdvakken en frequentie tentamens 29
Artikel 5.3 Vorm van de tentamens 29
Artikel 5.4 Mondelinge tentamens 29
Artikel 5.5 Vaststelling en bekendmaking tentamenuitslag 29
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011 FEB
4
Artikel 5.6 Geldigheidsduur 30
Artikel 5.7 Inzagerecht 30
Artikel 5.8 Vrijstelling 30
Artikel 5.9 Examen 31
Artikel 5.10 Judicium 31
Artikel 5.11 Graad 32
Artikel 5.12 Examinator 32
Paragraaf 6. Vooropleiding 33
Artikel 6.1 Toelating tot de opleidingen 33
Artikel 6.2 Deficiënties 34
Artikel 6.3 Gelijkwaardige vooropleiding 34
Artikel 6.4 Universitair toelatingsexamen (colloquium doctum) 34
Artikel 6.5 Toelating tot de schakelprogramma's 35
Artikel 6.6 Toelating tot een minor 36
Paragraaf 7. Studiebegeleiding 37
Artikel 7.1 Studievoortgangsadministratie 37
Artikel 7.2 Studiebegeleiding 37
Artikel 7.3 Studieadvies propedeuse 37
Artikel 7.4 Persoonlijke omstandigheden 38
Artikel 7.5 Toepasselijkheid negatief studieadvies 38
Artikel 7.6 Normering studieadvies bij deeltijdstudie, tussentijdse of dubbele
inschrijving 39
Artikel 7.7 Beroep 39
Paragraaf 8. Overgangs- en slotbepalingen 40
Artikel 8.1 Overgangsregeling bachelorprogramma's van 2007-2008 en eerder 40
Artikel 8.2 Overgangsregeling pre-masterprogramma’s van 2007-2008 en
eerder 40
Artikel 8.3 Wijzigingen 40
Artikel 8.4 Bekendmaking 40
Artikel 8.5 Inwerkingtreding 41
Bijlage 1. Doel van de opleidingen 42
Bijlage 1.1 BSc Accountancy en Controlling 42
Bijlage 1.2 BSc Bedrijfseconomie 45
Bijlage 1.3 BSc Bedrijfskunde 49
Bijlage 1.4 BSc Business Administration – profiel International Business and
Management 52
Bijlage 1.5 Econometrics and Operations Research 55
Bijlage 1.6 BSc Economics and Business Economics 58
Bijlage 1.7 BSc Fiscale Economie 61
Bijlage 1.8 BSc Technologiemanagement 65
Bijlage 2. Propedeutische fase van de opleidingen 67
Bijlage 2.1 Propedeuse BSc Accountancy en Controlling 67
Bijlage 2.2 Propedeuse BSc Bedrijfseconomie 68
Bijlage 2.3 Propedeuse BSc Bedrijfskunde 68
5
Bijlage 2.4 Propedeuse BSc Business Administration – International Business
and Management 69
Bijlage 2.5 Propedeuse BSc Econometrics and Operations Research 69
Bijlage 2.6 Propedeuse BSc Economics and Business Economics 70
Bijlage 2.7 Propedeuse BSc Fiscale Economie 70
Bijlage 2.8 Propedeuse BSc Technologiemanagement 71
Bijlage 3. Postpropedeutische fase van de opleidingen 72
Bijlage 3.1 Postpropedeuse BSc Accountancy en Controlling 72
Bijlage 3.2 Postpropedeuse BSc Bedrijfseconomie 73
Bijlage 3.3 Postpropedeuse BSc Bedrijfskunde 74
Bijlage 3.4 Postpropedeuse BSc Business Administration – International
Business and Management 76
Bijlage 3.5 Postpropedeuse BSc Econometrics and Operations Research 77
Bijlage 3.6 Postpropedeuse BSc Economics and Business Economics 78
Bijlage 3.7 Postpropedeuse BSc Fiscale Economie 80
Bijlage 3.8 Tweede fase Fudan-Groningen Double Degree Joint Programme in
International Economics and Business (IE&B) 81
Bijlage 3.9 Postpropedeuse BSc Technologiemanagement 82
Bijlage 4. Verkort bachelorprogramma 86
Bijlage 4.1 Eenjarig bachelorprogramma Technologiemanagement voor HBO
Technische Bedrijfskunde 86
Bijlage 5. Pre-Masterprogramma’s 87
Bijlage 5.1 Pre-Masterprogramma A&C, voorbereidend op MSc Accountancy
en Controlling 87
Bijlage 5.2 Pre-Masterprogramma Business Administration, voorbereidend op
MSc BA - Business Development 87
Bijlage 5.3 Pre-Masterprogramma Business Administration, voorbereidend op
MSc BA - Business and ICT 88
Bijlage 5.4 Pre-Masterprogramma Business Administration, voorbereidend op
MSc BA - Change Management 88
Bijlage 5.5 Pre-Masterprogramma Business Administration, voorbereidend op
MSc BA - Finance 89
Bijlage 5.6 Pre-Masterprogramma Business Administration, voorbereidend op
MSc BA - Marketing 89
Bijlage 5.7 Pre-Masterprogramma Business Administration, voorbereidend op
MSc BA - Operations and Supply Chains 89
Bijlage 5.8 Pre-Masterprogramma Business Administration, voorbereidend op
MSc BA - Organizational and Management Control 90
Bijlage 5.9 Pre-Masterprogramma Business Administration, voorbereidend op
MSc BA - Small Business and Entrepreneurship 90
Bijlage 5.10 Pre-Masterprogramma Business Administration, voorbereidend op
MSc BA - Strategy and Innovation 91
Bijlage 5.11 Pre-Masterprogramma Human Resource Management,
voorbereidend op MSc Human Resource Management 91
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011 FEB
6
Bijlage 5.12 Pre-Masterprogramma International Business & Management,
voorbereidend op MSc International Business and Management 92
Bijlage 5.13 Pre-master Programme International Economics & Business
voorbereidend op MSc International Economics and Business 93
Bijlage 5.14 Keuzevakken voor de Engelstalige Pre-Masterprogramma’s,
voorbereidend op MSc BA, MSc HRM, MSc IB&M, MSc IE&B 93
Bijlage 5.15 Pre-Master Programma Technologiemanagement, voorbereidend
op MSc Technology Management (Nederlandstalig) 94
Bijlage 5.16 Pre-Masterprogramma Technologiemanagement, voorbereidend
op MSc Technology Management/TM (Engels) 95
Bijlage 6. Minor Ondernemerschap 96
Bijlage 7. Geaccepteerde HBO diploma’s Pre-MSc-programma’s 97
Bijlage 8. Substitutieregelingen 98
Bijlage 8.1 Substitutieregelingen BSc Accountancy en Controlling 98
Bijlage 8.2 Substitutieregelingen BSc Bedrijfseconomie 99
Bijlage 8.3 Substitutieregelingen BSc Bedrijfskunde 102
Bijlage 8.4 Substitutieregelingen BSc Business Administration – International
Business & Management 102
Bijlage 8.5 Substitutieregelingen BSc Econometrics & Operations Research 102
Bijlage 8.6 Substitutieregelingen BSc Economics and Business Economics 103
Bijlage 8.7 Substitutieregelingen BSc Fiscale Economie 104
Bijlage 8.8 Substitutieregelingen BSc Technologiemanagement 105
Onderwijs- en Examenregeling masteropleidingen FEB 107
Paragraaf 1. Algemene Bepalingen 107
Artikel 1.1 Toepasselijkheid van de regeling 107
Artikel 1.2 Begripsbepalingen. 108
Artikel 1.3 Doel van de opleidingen 109
Artikel 1.4 Vorm van de opleidingen 109
Paragraaf 2. Opbouw van de opleidingen 111
Artikel 2.1 Studielast 111
Artikel 2.2 Trajecten en profielen 111
Artikel 2.3 Academische vorming 112
Artikel 2.4 Samenstelling van de opleidingen 112
Artikel 2.5 Onderdelen van de opleidingen 112
Artikel 2.6 Taal van de opleidingen 113
Paragraaf 3. Tentamens en examens van de opleidingen 114
Artikel 3.1 Verplichte volgorde van tentamens 114
Artikel 3.2 Beoordeling masterafstudeerwerkstuk 114
Artikel 3.3 Samenwerking met Uppsala 114
Artikel 3.4 Tijdvakken en frequentie tentamens 114
Artikel 3.5 Vorm van de tentamens 115
Artikel 3.6 Mondelinge tentamens 115
7
Artikel 3.7 Vaststelling en bekendmaking tentamenuitslag 115
Artikel 3.8 Geldigheidsduur 115
Artikel 3.9 Inzagerecht 116
Artikel 3.10 Vrijstelling 116
Artikel 3.11 Examen 116
Artikel 3.12 Judicium 117
Artikel 3.13 Graad 117
Artikel 3.14 Verzwaard programma 118
Artikel 3.15 Examinator 118
Paragraaf 4. Toelating 119
Artikel 4.1 Vooropleiding 119
Artikel 4.2 Toelating tot de Research Master 127
Artikel 4.3 Toelating tot de overige opleidingen 127
Artikel 4.4 Verplichte voorkennis uit de vooropleiding 128
Artikel 4.5 Toelatingscommissies 129
Artikel 4.6 Toelatingsonderzoek: criteria 129
Artikel 4.7 Toelatingsonderzoek: tijdstippen 130
Artikel 4.8 Voorlopige toelating van studenten van de Rijksuniversiteit
Groningen 130
Paragraaf 5. Studiebegeleiding 132
Artikel 5.1 Studievoortgangsadministratie 132
Artikel 5.2 Studiebegeleiding 132
Artikel 5.3 Studieadvies Research Master 132
Paragraaf 6. Overgangs- en slotbepalingen 133
Artikel 6.1 Overgangsbepalingen rond toelatings tot de masteropleidingen 133
Artikel 6.2 Wijziging 133
Artikel 6.3 Bekendmaking 133
Artikel 6.4 Inwerkingtreding 133
Bijlage 1. Doel van de opleidingen 134
Bijlage 1.1 MSc Accountancy en Controlling 134
Bijlage 1.2 MSc Business Administration 138
Bijlage 1.3 MSc Econometrics, Operations Research and Actuarial Studies 140
Bijlage 1.4 MSc Economics 143
Bijlage 1.5 MSc Fiscale Economie 146
Bijlage 1.6 MSc Human Resource Management 150
Bijlage 1.7 MSc International Business and Management 152
Bijlage 1.8 MSc International Economics and Business 154
Bijlage 1.9 MSc Technology Management 157
Bijlage 1.10 MSc Economics and Business 159
Bijlage 2. MSc programma’s Accountancy en Controlling 162
Bijlage 2.1 MSc Accountancy en Controlling, traject Accountancy 162
Bijlage 2.2 MSc Accountancy en Controlling, traject Controlling 163
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011 FEB
8
Bijlage 3. MSc programma’s Business Administration 164
Bijlage 3.1 MSc Business Administration, traject Business & ICT 164
Bijlage 3.2 MSc Business Administration, traject Business Development 165
Bijlage 3.3 MSc Business Administration, traject Change Management 166
Bijlage 3.4 MSc Business Administration, traject Finance 167
Bijlage 3.5 MSc Business Administration, traject General Management 167
Bijlage 3.6 MSc Business Administration, traject Marketing 168
Bijlage 3.7 MSc Business Administration, traject Operations & Supply Chains 169
Bijlage 3.8 MSc Business Administration, traject Organizational &
Management Control 171
Bijlage 3.9 MSc Business Administration, traject Small Business &
Entrepreneurship 172
Bijlage 3.10 MSc Business Administration, traject Strategy & Innovation 173
Bijlage 4. MSc programma’s Econometrics, Operations Research and
Actuarial Studies 174
Bijlage 5. MSc programma Economics 176
Bijlage 6. MSc programma Fiscale Economie 177
Bijlage 7. MSc programma Human Resource Management 178
Bijlage 8. MSc programma’s International Business and Management 179
Bijlage 8.1 MSc IB&M, traject International Business & Management 179
Bijlage 8.2 MSc IB&M, traject International Financial Management 179
Bijlage 9. MSc programma International Economics and Business 181
Bijlage 10. MSc programma Technology Management 182
Bijlage 11. MSc programma’s Economics and Business (Research Master) 184
Bijlage 11.1 MSc E&B (Research Master), traject Economics & Econometrics 184
Bijlage 11.2 MSc E&B (Research Master), traject Human Resource Management
and Organizational Behavior 184
Bijlage 11.3 MSc E&B (Research Master), traject International Economics &
Business 185
Bijlage 11.4 MSc E&B (Research Master), traject Marketing 185
Bijlage 11.5 MSc E&B (Research Master), traject Operations Management and
Operations Research 186
Bijlage 12. MSc programma Lerarenopleiding Economie en
Bedrijfswetenschappen 188
Bijlage 13 Onderwijs- en examenregeling 2-jarige Lerarenopleiding UOCG 189
Paragraaf 1. Algemeen 189 Paragraaf 2. Examenonderdelen en beoordeling 192 Paragraaf 3. Afleggen van examenonderdelen 193 Paragraaf 4. Tentamenuitslag 193
9
Paragraaf 5. Vrijstelling 194 Paragraaf 6. Afsluitend examen 194 Paragraaf 7. Slot- en invoeringsbepalingen 195
Bijlage 14 Onderwijs- en examenregeling 1-jarige lerarenopleiding UOCG 196
Paragraaf 1. Algemeen 196 Paragraaf 2. Examenonderdelen en beoordeling 199 Paragraaf 3. Afleggen van examenonderdelen 199 Paragraaf 4. Tentamenuitslag 200 Paragraaf 5. Vrijstelling 201 Paragraaf 6. Afsluitend examen 201 Paragraaf 7. Slot- en invoeringsbepalingen 202
Regels & Richtlijnen Faculteit Economie en Bedrijfskunde 203
Artikel 1 Toepassingsgebied 203
Artikel 2 Begripsomschrijving 203
Artikel 3 Inschrijving voor en deelname aan tentamens 204
Artikel 4 Inschrijving voor onderdelen 204
Artikel 5 Procedure voor de orde tijdens schriftelijke tentamens 204
Artikel 6 Uitslagen tentamens en nabesprekingen 206
Artikel 7 Fraude 207
Artikel 8 Vragen en opgaven 208
Artikel 9 Cum laude en summa cum laude 209
Artikel 10 Beoordeling 209
Artikel 11 Nadere regeling goedkeuring bachelorprogramma 209
Artikel 12 Nadere regeling goedkeuring masterprogramma 210
Artikel 13 Getuigschrift, diplomasupplement en verklaring 210
Artikel 14 Beroepregeling 210
Artikel 15 Inwerkingtreding 211
Regeling waardering opdrachten 212
Reglement afstudeerwerkstukken Bachelor- en Masteropleidingen 214
Paragraaf 1. Inleiding 214 Paragraaf 2. Toelating 214 Paragraaf 3. Aanmeldingsprocedure 214 Paragraaf 4. Onderwerp 214 Paragraaf 5. Vorm en vormgeving 215 Paragraaf 6. Eindtermen 215 Paragraaf 7. Begeleiding 215 Paragraaf 8. Beoordelingsprocedure 216 Paragraaf 9. Beoordelingsaspecten 217 Paragraaf 10. Betrokkenheid externe partijen bij het onderzoek 218 Paragraaf 11. Administratieve verwerking en archivering 218 Paragraaf 12. Openbaarheid 219 Paragraaf 13. Geschillen 219 Paragraaf 14. Slotbepalingen 219
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011 FEB
10
Regeling overlappende tentamens 220
Paragraaf 1. Inleiding 220 Paragraaf 2. Criteria voor toekenning individuele regeling 220 Paragraaf 3. De individuele regeling 221 Paragraaf 4. Eerste aanspreekpunt en verdere procedure 221
Studentenstatuut 222
Onderwijs- en Examenregeling bacheloropleidingen FEB
11
Onderwijs- en Examenregeling bacheloropleidingen FEB
Paragraaf 1. Algemene bepalingen
Artikel 1.1 Toepasselijkheid van de regeling
Deze regeling is van toepassing op het onderwijs en de examens van de navolgende
bacheloropleidingen:
1. Accountancy en Controlling (A&C)
2. Bedrijfseconomie (BE)
3. Bedrijfskunde (Bdk), inclusief het Engelstalige profiel Business Administration:
International Business and Management1 (IB&M)
4. Econometrics and Operations Research (EOR)
5. Economics and Business Economics (E&BE)
6. Fiscale Economie (FE)
7. Technologiemanagement (TM)
hierna te noemen: de opleidingen.
De opleidingen worden verzorgd binnen de Faculteit Economie en Bedrijfskunde
(FEB) van de Rijksuniversiteit Groningen, hierna te noemen: de faculteit.
Voor de vakonderdelen die studenten van deze opleidingen volgen bij andere
faculteiten of onderwijsinstellingen geldt de OER van de desbetreffende opleiding,
faculteit of instelling en is de desbetreffende examencommissie bevoegd.
Het Fudan-Groningen Double Degree Joint Programme in International Economics
and Business (IE&B) wordt verzorgd door de faculteit in samenwerking met het
Department of Economics van Fudan University in Shanghai. Voor het programma
en de toekenning van de bijbehorende diploma’s zijn de faculteit en het Department
of Economics van Fudan University in Shanghai gezamenlijk verantwoordelijk.
Voor de vakonderdelen uit de eerste fase van dit programma die studenten volgen
bij het Department of Economics van Fudan University gelden de onderwijs- en
examenregelingen van die instelling. De onderdelen van de tweede fase van dit
programma die studenten volgen aan de faculteit worden gespecificeerd in bijlage
3.8. Hierop zijn de Onderwijs- en Examenregelingen van de faculteit van toepassing.
De faculteit biedt een minorprogramma in ondernemerschap aan voor studenten die
ingeschreven staan voor opleidingen van andere faculteiten. Hierop zijn de
Onderwijs- en Examenregelingen van de faculteit van toepassing.
1 In deze regeling wordt dit profiel verder aangeduid als de opleiding International
Business and Management (IB&M).
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
12
Artikel 1.2 Begripsbepalingen.
In deze regeling wordt verstaan onder:
1 de wet: de Wet op het Hoger onderwijs en Wetenschappelijk
onderzoek (WHW);
2 student:2 degene die is ingeschreven aan de universiteit voor het
volgen van het onderwijs en/of het afleggen van de
tentamens en de examens van de opleiding;
3 propedeuse: de propedeutische fase van de bacheloropleiding, bedoeld
in artikel 7.8 van de wet;
4 postpropedeuse: het gedeelte van de bacheloropleiding dat volgt op de
propedeutische fase;
5 onderdeel: een vak dat deel uitmaakt van het onderwijsprogramma;
6 practicum: een practische oefening, als bedoeld in artikel 7.13 van de
wet, in een van de volgende vormen:
– het maken van een scriptie;
– het maken van een werkstuk of een proefontwerp;
– het uitvoeren van een onderzoekopdracht;
– het deelnemen aan veldwerk of een excursie;
– het doorlopen van een stage;
of het deelnemen aan een andere onderwijsleeractiviteit die
gericht is op het bereiken van bepaalde vaardigheden;
7 tentamen: onderzoek naar de kennis, het inzicht en de vaardigheden
van de student alsmede de beoordeling van de resultaten
van het onderzoek met betrekking tot een onderdeel van het
examen;
8 deeltentamen: een gedeelte van een tentamen dat op een afwijkende plaats
en tijd wordt afgenomen.
9 examen: het afsluitend propedeutisch of bachelorexamen van de
opleiding dat met goed gevolg is afgelegd als aan alle
verplichtingen van de gehele propedeuse c.q. de gehele
bacheloropleiding is voldaan;
10 examinator: degene die bevoegd is tentamens en examens af te nemen;
11 profiel: een specifieke invulling van het programma van een
opleiding.
12 specialization
course:
vak bedoeld ter voorbereiding op een traject (specialization)
of profiel in de aansluitende masteropleiding;
13 studiejaar het tijdvak dat aanvangt op 1 september en eindigt op 31
augustus van het daaropvolgende jaar;
2 In deze regeling wordt gemakshalve uitsluitend de verwijzing ‘hij’ gebruikt.
Onderwijs- en Examenregeling bacheloropleidingen FEB
13
14 semester: deel van het studiejaar, beginnend op 1 september en
eindigend op een door het College van Bestuur te bepalen
datum omstreeks 31 januari, dan wel beginnend op
vorenbedoelde door het College van Bestuur te bepalen
datum en eindigend op 31 augustus. Een semester kan
worden verdeeld in twee blokken.
De overige begrippen hebben de betekenis die de wet daaraan toekent.
Artikel 1.3 Doel van de opleidingen
1. Het doel van de bacheloropleiding Accountancy en Controlling staat vermeld in
bijlage 1.1.
2. Het doel van de bacheloropleiding Bedrijfseconomie staat vermeld in bijlage 1.2.
3. Het doel van de bacheloropleiding Bedrijfskunde staat vermeld in bijlage 1.3.
4. Het doel van de bacheloropleiding Business Administration – profiel
International Business and Management staat weergegeven in bijlage 1.4.
5. Het doel van de bacheloropleiding Econometrics and Operations Research staat
weergegeven in bijlage 1.5.
6. Het doel van de bacheloropleiding Economics and Business Economics staat
vermeld in bijlage 1.6.
7. Het doel van de bacheloropleiding Fiscale Economie staat vermeld in bijlage 1.7.
8. Het doel van de bacheloropleiding Technologiemanagement staat vermeld in
bijlage 1.8.
Artikel 1.4 Rechtstreeks aansluitende masteropleidingen
1 Het bachelordiploma Accountancy en Controlling geeft rechtstreeks toegang
tot de volgende masteropleidingen aangeboden door de faculteit:
a) Accountancy en Controlling
b) Lerarenopleiding Economie en Bedrijfswetenschappen
2 Het bachelordiploma Bedrijfseconomie geeft rechtstreeks toegang tot de
volgende masteropleidingen aangeboden door faculteit:
a) Business Administration
b) Lerarenopleiding Economie en Bedrijfswetenschappen
3 Het bachelordiploma Bedrijfskunde geeft rechtstreeks toegang tot de volgende
masteropleidingen aangeboden door de faculteit:
a) Business Administration
b) Human Resource Management
c) Lerarenopleiding Economie en Bedrijfswetenschappen
4 Het bachelordiploma Business Administration – profiel International
Business and Management geeft rechtstreeks toegang tot de volgende
masteropleidingen aangeboden door de faculteit:
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
14
a) International Business and Management
b) Business Administration
c) Lerarenopleiding Economie en Bedrijfswetenschappen
5 Het bachelordiploma Econometrics and Operations Research geeft rechtstreeks
toegang tot de volgende masteropleidingen aangeboden door de faculteit:
a) Econometrics, Operations Research and Actuarial Studies
b) Lerarenopleiding Economie en Bedrijfswetenschappen
6 Het bachelordiploma Economics and Business Economics – profiel Economics
geeft rechtstreeks toegang tot de volgende masteropleidingen aangeboden door
de faculteit:
a) Economics
b) Lerarenopleiding Economie en Bedrijfswetenschappen
7 Het bachelordiploma Economics and Business Economics - profiel
International Economics and Business geeft rechtstreeks toegang tot de
volgende masteropleidingen aangeboden door de faculteit:
a) International Economics and Business
b) Lerarenopleiding Economie en Bedrijfswetenschappen
8 Het bachelordiploma Fiscale Economie geeft rechtstreeks toegang tot de
volgende masteropleidingen aangeboden door de faculteit:
a) Fiscale Economie
b) Lerarenopleiding Economie en Bedrijfswetenschappen
9 Het bachelordiploma Technologiemanagement geeft rechtstreeks toegang tot
de volgende masteropleiding aangeboden door de faculteit:
a) Technology Management
b) Business Administration
c) Lerarenopleiding Economie en Bedrijfswetenschappen
Artikel 1.5 Vorm van de opleidingen
De opleidingen worden voltijds verzorgd.
Onderwijs- en Examenregeling bacheloropleidingen FEB
15
Paragraaf 2. Opbouw van de opleidingen
Artikel 2.1 Indeling en examens van de opleidingen
1. In de opleidingen kunnen de volgende examens worden afgelegd:
a) het propedeutisch examen.
b) het afsluitend bachelorexamen
2. De opleidingen zijn opgedeeld in een propedeutische fase en een
postpropedeutische fase.
Artikel 2.2 Studielast
1. De opleidingen hebben een studielast van 180 studiepunten volgens het
European Credit Transfer System (EC), waarbij één studiepunt, een European
Credit (EC) gelijk staat aan 28 uren studie.
2. De propedeutische fase heeft een studielast van 60 EC.
3. De studielast wordt uitgedrukt in hele EC’s3.
Artikel 2.3 Academische vorming
De opleiding van de student dient voldoende elementen te bevatten ten dienste van
de academische vorming van de student, in het bijzonder met betrekking tot:
1. het zelfstandig wetenschappelijk denken en handelen;
2. het wetenschappelijk communiceren;
3. het hanteren van vakwetenschappelijke kennis in een bredere c.q. wijsgerige en
maatschappelijke context;
4. het kunnen toepassen van wetenschappelijke kennis binnen een praktijkcontext.
Artikel 2.4 Minoren en Algemeen Vormende Vakken
1. Studenten die op 1 september 2008 of later gestart zijn met hun studie zijn
verplicht in het derde jaar van hun studie een minor van 30 EC te volgen. Zij
dienen daartoe te kiezen voor een van de volgende minoren:
a) universitaire minor
b) facultaire minor
c) buitenlandminor
Het is niet toegestaan delen van minoren met elkaar te combineren.
2. Universitaire minoren bestaan uit een samenhangend pakket aan vakken buiten
het eigen vakgebied. Voor het volgen van een universitaire minor kan een keus
gemaakt worden uit het jaarlijks door het College van Decanen vast te stellen
3 Studiepunten van vakken uit de ‘doctoraalopleidingen‘ die in het kader van de
overgangsregeling worden omgezet naar EC mogen echter met één decimaal achter de
komma worden geregistreerd.
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
16
aanbod aan universitaire minoren, zoals dat gepubliceerd wordt in de
internetdatabase Ocasys. Minoren die worden aangeboden door de faculteit
Economie en Bedrijfskunde zijn uitgesloten van deelname door studenten van de
faculteit. Ook andere universitaire minoren die een substantiële overlap hebben
met het eigen studieprogramma kunnen niet als minor gekozen worden.
3. Facultaire minoren bestaan uit een door de faculteit vast te stellen samenhangend
vakkenpakket dat gericht is op verdieping van de kennis van (een deel van) het
eigen vakgebied. Taalcursussen zijn niet toegestaan als onderdeel van een
facultaire minor.
4. Een buitenlandminor kan worden ingevuld door het volgen van in totaal 30 EC
aan vakken aan een buitenlandse universiteit. Het dient daarbij te gaan om
postpropedeutische vakken die geen overlap vertonen met het eigen
studieprogramma. Een buitenlandminor mag voor niet meer dan 5 EC uit een of
meer taalvakken bestaan, met dien verstande dat alleen taalvakken gekozen
kunnen worden die annex zijn aan de taal van het gastland. Een buitenlandminor
dient vooraf te worden goedgekeurd door de Examencommissie.
5. Studenten van de opleiding Economics and Business Economics - profiel
Economics kunnen uitsluitend kiezen voor een facultaire minor of een
buitenlandminor.
6. Studenten van de opleidingen ‘Business Administration - profiel International
Business & Management’ en ‘Economics and Business Economics - profiel
International Economics & Business’ zijn verplicht een buitenlandminor te
volgen.
7. De verplichting als bedoeld in lid 1 geldt niet voor studenten van de
bacheloropleidingen ‘Accountancy & Controlling’, ‘Econometrics and Operations
Research’, ‘Fiscale Economie’ en ‘Technologiemanagement’. Studenten van de
opleiding Econometrics and Operations Research kunnen echter één semester
van hun opleiding vervangen door studie in het buitenland.
8. In weerwil van het bepaalde in lid 1-4 kan de Examencommissie besluiten andere
dan de voorgeschreven vakken te accepteren als onderdeel van een minor.
9. Studenten die vóór 1 september 2008 zijn begonnen met hun studie en nog niet
hebben voldaan aan de verplichting een Algemeen Vormend Vak te volgen,
kunnen in plaats daarvan een postpropedeutisch 5 EC-vak volgen van een
andere faculteit, voor zover goedgekeurd door de Examencommissie.
Artikel 2.5 Inhoud van de opleidingen en de studie onderdelen
In de internetdatabase Ocasys worden de inhoud en de onderwijsvorm van de
onderdelen van de onderscheiden opleidingen nader omschreven, onder vermelding
van de voorkennis, die gewenst en daar waar relevant verplicht is om aan het
betreffende onderdeel met goed gevolg te kunnen deelnemen.
De studiegids geeft meer algemene informatie over individuele opleidingen,
verplichte onderdelen, keuzevakken en richtlijnen over studiebelasting.
Onderwijs- en Examenregeling bacheloropleidingen FEB
17
Artikel 2.6 Taal van de opleidingen
1. Het onderwijs, de tentamens en examens van de opleidingen Accountancy en
Controlling, Bedrijfseconomie, Bedrijfskunde, Fiscale Economie en
Technologiemanagement worden in beginsel in het Nederlands aangeboden.
Afwijkingen van deze regel worden in Ocasys aangegeven.
2. In de opleidingen ‘Econometrics and Operations Research’, ‘Economics and
Business Economics’ en ‘Business Administration – profiel International Business
and Management’ wordt het onderwijs in het Engels gegeven en worden ook de
tentamens en examens afgenomen in het Engels.
3. Studenten die aansluitend aan hun Nederlandstalige bacheloropleiding een
Engelstalige masteropleiding van de FEB gaan volgen, wordt de mogelijkheid
geboden tijdens de bachelorfase een keuzevak Engels van 5 EC te volgen.
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
18
Paragraaf 3. De propedeutische fase van de opleidingen4
Artikel 3.1 Propedeuse Accountancy en Controlling
1. De onderdelen van de propedeuse van de bacheloropleiding Accountancy en
Controlling staan vermeld in bijlage 2.1.
2. De propedeuse van de bacheloropleiding Accountancy en Controlling geeft ook
toegang tot de postpropedeuse van de bacheloropleiding Bedrijfseconomie.
3. De propedeuse van de bacheloropleiding Accountancy en Controlling geeft ook
toegang tot de postpropedeuse van de bacheloropleiding Bedrijfskunde, mits in
het eerste postpropedeutische jaar de volgende vakken met succes worden
afgerond:
a) Gedrag in organisaties (5 EC, EBP607A05)
b) Informatiesystemen (5 EC, EBP669B05)
c) Onderzoeksmethoden I Bedrijfskunde ( 5 EC, EBP616A05)
d) Onderzoeksmethoden II Bedrijfskunde (4 EC, EBP625A04)
Daar staat vrijstelling tegenover van de vakken Marketing Bedrijfskunde (5 EC,
EBB639A05) en Operations Management (5 EC, EBB644A05)
4. De propedeuse van de bacheloropleiding Accountancy and Controlling geeft ook
toegang tot de postpropedeuse van de bacheloropleiding Business
Administration - International Business and Management, mits in het eerste
postpropedeutische jaar de volgende vakken met succes worden afgerond:
a) English I for IB&M (5 EC, EBP665B05)
b) English II for IB&M (5 EC, EBP667B05)
c) International Management II (5 EC, EBP654B05)
d) Introduction International Business (5 EC, EBP003A05)
e) Research Methods I for IB&M (5 EC, EBP662A05)
Daar staat vrijstelling tegenover van het vak International Economics and Trade
(5 EC, EBB626A05)
5. De propedeuse van de bacheloropleiding Accountancy and Controlling geeft ook
toegang tot de postpropedeuse van de bacheloropleiding Economics and
Business Economics, profielen IE&B en Economics, mits in het eerste
postpropedeutische jaar de volgende vakken met succes worden afgerond:
a) English for E&BE (6 EC, EBP837B06) of English for EOR (5 EC, EBP002B05)
b) Research Methods I for E&BE (6EC, EBP006B06)
6. De propedeuse van de bacheloropleiding Accountancy and Controlling geeft ook
toegang tot de postpropedeuse van de bacheloropleiding Fiscale Economie, mits
in het eerste postpropedeutische jaar het eerstejaars vak Inleiding Fiscale
Economie (5 EC, EBP842A05) met succes wordt afgerond.
4 Bij toelating tot de postpropedeutische fase van enige opleiding op grond van een
propedeuse volgens het programma van 2007-2008 kunnen aanvullende eisen aan het
postpropedeutisch programma gesteld worden.
Onderwijs- en Examenregeling bacheloropleidingen FEB
19
Artikel 3.2 Propedeuse Bedrijfseconomie
1. De onderdelen van de propedeuse van de bacheloropleiding Bedrijfseconomie
staan vermeld in bijlage 2.2.
2. De propedeuse van de bacheloropleiding Economie en Management geeft
toegang tot de postpropedeuse van de bacheloropleiding Bedrijfseconomie.
3. De propedeuses van de bacheloropleidingen Bedrijfseconomie en Economie en
Management geven ook toegang tot de postpropedeuse van de bacheloropleiding
Accountancy and Controlling.
4. De propedeuses van de bacheloropleidingen Bedrijfseconomie en Economie en
Management geven ook toegang tot de postpropedeuse van de bacheloropleiding
Bedrijfskunde, mits in het eerste postpropedeutische jaar de volgende vakken
met succes worden afgerond:
a) Gedrag in organisaties (5 EC, EBP607A05)
b) Informatiesystemen (5 EC, EBP669B05)
c) Onderzoeksmethoden I Bedrijfskunde ( 5 EC, EBP616A05)
d) Onderzoeksmethoden II Bedrijfskunde (4 EC, EBP625A04)
Daar staat vrijstelling tegenover van de vakken Marketing Bedrijfskunde (5 EC,
EBB639A05) en Operations Management (5 EC, EBB644A05)
5. De propedeuses van de bacheloropleidingen Bedrijfseconomie en Economie en
Management geven ook toegang tot de postpropedeuse van de bacheloropleiding
Business Administration - International Business and Management, mits in het
eerste postpropedeutische jaar de volgende vakken met succes worden afgerond:
a) English I for IB&M (5 EC, EBP665B05)
b) English II for IB&M (5 EC, EBP667B05)
c) International Management II (5 EC, EBP654B05)
d) Introduction International Business (5 EC, EBP003A05)
e) Research Methods I for IB&M (5 EC, EBP662A05)
Daar staat vrijstelling tegenover van het vak International Economics and Trade
(5 EC, EBB626A05)
6. De propedeuses van de bacheloropleidingen Bedrijfseconomie en Economie en
Management geven ook toegang tot de postpropedeuse van de bacheloropleiding
Economics and Business Economics, profielen IE&B en Economics, mits in het
eerste postpropedeutische jaar de volgende vakken met succes worden afgerond:
a) English for E&BE (6 EC, EBP837B06) of English for EOR (5 EC, EBP002B05)
b) Research Methods I for E&BE (6EC, EBP006B06).
7. De propedeuses van de bacheloropleidingen Bedrijfseconomie en Economie en
Management geven ook toegang tot de postpropedeuse van de bacheloropleiding
Fiscale Economie, mits in het eerste postpropedeutische jaar het eerstejaars vak
Inleiding Fiscale Economie (5 EC, EBP842A05) met succes wordt afgerond.
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
20
Artikel 3.3 Propedeuse Bedrijfskunde
1. De onderdelen van de propedeuse van de bacheloropleiding Bedrijfskunde staan
vermeld in bijlage 2.3.
2. De propedeuse van de bacheloropleiding Bedrijfskunde geeft ook toegang tot de
postpropedeuse van de bacheloropleiding Accountancy and Controlling, met
een aangepast tweedejaarsprogrammade, zoals vermeld in bijlage 3.1.
3. De propedeuse van de bacheloropleiding Bedrijfskunde geeft ook toegang tot de
postpropedeuses van de bacheloropleiding Bedrijfseconomie, mits in het eerste
postpropedeutische jaar de volgende vakken met succes worden afgerond:
a) Macro-economie I BE/FE/A&C (5 EC, EBP813A05)
b) Marketing I BE/FE/A&C (5 EC, EBP816A05)
c) Financiering 1 (5 EC, EBP805A05)
d) Micro-economie I BE/FE/A&C (5 EC, EBP820B05)
e) Wiskunde I BE/FE/A&C (5 EC, EBP831B05)
Daar staat vrijstelling tegenover van het vak Business Research Methods
BE/FE/A&C (5 EC, EBB018A05)
4. De propedeuse van de bacheloropleiding Bedrijfskunde geeft ook toegang tot de
postpropedeuse van de bacheloropleiding Economics and Business Economics,
profiel International Economics and Business, mits in het eerste
postpropedeutische jaar de volgende vakken met succes worden afgerond:
a) International Economics I for E&BE (5 EC, EBP810A05)
b) Macroeconomics I for E&BE (5 EC, EBP812A05)
c) Mathematics I for E&BE (6 EC, EBP817A06)
d) Microeconomics I for E&BE (5 EC, EBP819A05)
5. De propedeuse van de bacheloropleiding Bedrijfskunde geeft ook toegang tot de
postpropedeuse van de bacheloropleiding Business Administration -
International Business and Management, mits in het eerste postpropedeutische
jaar de volgende vakken met succes worden afgerond:
a) English I for IB&M (5 EC, EBP665B05)
b) English II for IB&M (5 EC, EBP667B05)
c) History of Management (5 EC, EBP651A05)
d) International Marketing (5 EC, EBP661B05)
e) Introduction International Business (5 EC, EBP003A05)
Daar staat vrijstelling tegenover van de vakken Information Systems
Management (5 EC, EBB632A05) en Research Methods II for IB&M (5 EC,
EBB633A05)
6. De propedeuse van de bacheloropleiding Bedrijfskunde geeft ook toegang tot de
postpropedeuse van de bacheloropleiding Fiscale Economie, mits in het eerste
postpropedeutische jaar de volgende vakken met succes worden afgerond:
a) Inleiding Fiscale Economie (5 EC, EBP842A05)
b) Financiering 1 (5 EC, EBP805A05)
c) Macro-economie I BE/FE/A&C (5 EC, EBP813A05)
d) Micro-economie I BE/FE/A&C (5 EC, EBP820B05)
e) Wiskunde I BE/FE/A&C (5 EC, EBP831B05)
Onderwijs- en Examenregeling bacheloropleidingen FEB
21
Daar staat vrijstelling tegenover van het vak Business Research Methods
BE/FE/A&C (5 EC, EBB018A05)
7. De propedeuse van de bacheloropleiding Bedrijfskunde geeft ook toegang tot de
postpropedeuse van de bacheloropleiding Technologiemanagement, mits in het
eerste postpropedeutische jaar de volgende vakken met succes worden afgerond:
a) Wiskunde I voor TM (5 EC, WIW1TM-03)
b) Algoritmiek (5 EC, INALGTBK09)
c) Het inleidende vak van de te kiezen specialisatie:
– Inleiding discrete technologie (5 EC, EBP608A05) of
– Inleiding procestechnologie (5 EC, CHTIPT05E) of
– Inleiding informatietechnologie (5 EC, EBP609A05)
Daar staat vrijstelling tegenover van het vak Bedrijfsrecht (5 EC, EBB607A05).
Artikel 3.4 Propedeuse Business Administration – International Business and
Management
1. De onderdelen van de propedeuse van de bacheloropleiding Business
Administration – International Business and Management staan vermeld in
bijlage2.4.
2. De propedeuse van de bacheloropleiding Business Administration – International
Business and Management geeft ook toegang tot de postpropedeuse van de
bacheloropleiding Bedrijfskunde, mits in het eerste postpropedeutische jaar de
volgende vakken met succes worden afgerond:
a) Fundamenten van Operations (5 EC, EBP611B05)
b) Informatiesystemen (5 EC, EBP669B05)
c) Onderzoeksmethoden II Bedrijfskunde (4 EC, EBP625A04)
3. De propedeuse van de bacheloropleiding Business Administration – International
Business and Management geeft ook toegang tot de postpropedeuse van de
bacheloropleiding Economics and Business Economics, profiel International
Economics and Business, mits in het eerste postpropedeutische jaar de volgende
vakken met succes worden afgerond:
a) International Economics I for E&BE (5 EC, EBP810A05)
b) Macroeconomics I for E&BE (5 EC, EBP812A05)
c) Mathematics I for E&BE (6 EC, EBP817A06)
d) Microeconomics I for E&BE (5 EC, EBP819A05)
4. De propedeuse van de bacheloropleiding Business Administration – International
Business and Management geeft ook toegang tot de postpropedeuse van de
bacheloropleiding Bedrijfseconomie, mits in het eerste postpropedeutische jaar
de volgende vakken met succes worden afgerond:
a) Macro-economie I BE/FE/A&C (5 EC, EBP813A05)
b) Financiering 1 (5 EC, EBP805A05)
c) Micro-economie I BE/FE/A&C (5 EC, EBP820B05)
d) Wiskunde I BE/FE/A&C (5 EC, EBP831B05)
e) Internationale Economie I BE/A&C (5 EC, EBP811A05)
f) Operations Management BE/FE/A&C (5 EC, EBP005B05)
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
22
Daar staat vrijstelling tegenover van de vakken Business Research Methods
BE/FE/A&C (5 EC, EBB018A05) en Engels BE (5 EC, EBB021A05)
5. De propedeuse van de bacheloropleiding Business Administration – International
Business and Management geeft ook toegang tot de postpropedeuse van de
bacheloropleiding Fiscale Economie, mits in het eerste postpropedeutische jaar
de volgende vakken met succes worden afgerond:
a) Macro-economie I BE/FE/A&C (5 EC, EBP813A05)
b) Financiering 1 (5 EC, EBP805A05)
c) Micro-economie I BE/FE/A&C (5 EC, EBP820B05)
d) Wiskunde I BE/FE/A&C (5 EC, EBP831B05)
e) Inleiding Fiscale Economie (5 EC, EBP842A05)
Daar staat vrijstelling tegenover van het vak Business Research Methods
BE/FE/A&C (5 EC, EBB018A05)
Artikel 3.5 Propedeuse Econometrics and Operations Research
1. De onderdelen van de propedeuse van de bacheloropleiding Econometrics and
Operations Research staan vermeld in bijlage 2.5.
2. De propedeuse van de bacheloropleiding Econometrics geeft toegang tot de
postpropedeuse van de bacheloropleiding Econometrics and Operations
Research.
Artikel 3.6 Propedeuse Economics and Business Economics
1. De onderdelen van de propedeuse van de opleiding Economics and Business
Economics staan vermeld in bijlage 2.6.
2. De propedeuse van de bacheloropleiding Economics geeft toegang tot de beide
profielen van de postpropedeuse van de bacheloropleiding Economics and
Business Economics
3. De propedeuse van de bacheloropleiding International Economics and Business
geeft toegang tot de beide profielen van de postpropedeuse van de
Bacheloropleiding Economics and Business Economics
4. De propedeuses van de bacheloropleidingen ‘Economics and Business
Economics’, ‘Economics’ en ‘International Economics and Business’ geven ook
toegang tot de postpropedeuses van de bacheloropleiding Accountancy en
Controlling, mits in het eerste postpropedeutische jaar de volgende vakken met
succes worden afgerond:
a) Boekhouden BE/FE/A&C (5 EC, EBP001B05)
b) Juridische grondslagen BE/FE/A&C (5 EC, EBP004B05)
c) Operations Management BE/FE/A&C (5 EC, EBP005B05)
d) Organisatieontwerp (5 EC, EBP814B05)
5. De propedeuses van de bacheloropleidingen ‘Economics and Business
Economics’, ‘Economics’ en ‘International Economics and Business’ geven ook
toegang tot de postpropedeuse van de bacheloropleiding Bedrijfseconomie, mits
Onderwijs- en Examenregeling bacheloropleidingen FEB
23
in het eerste postpropedeutische jaar de volgende vakken met succes worden
afgerond:
a) Boekhouden BE/FE/A&C (5 EC, EBP001B05)
b) Juridische grondslagen BE/FE/A&C (5 EC, EBP004B05)
c) Operations Management BE/FE/A&C (5 EC, EBP005B05)
Daar staat vrijstelling tegenover van het vak Engels BE (5 EC, EBB021A05)
6. De propedeuses van de bacheloropleidingen ‘Economics and Business
Economics’, ‘Economics’ en ‘International Economics and Business’ geven ook
toegang tot de postpropedeuse van de bacheloropleiding Bedrijfskunde, mits in
het eerste postpropedeutische jaar de volgende vakken met succes worden
afgerond:
a) Fundamenten van Operations (5 EC, EBP611B05)
b) Gedrag in organisaties (5 EC, EBP607A05)
c) Informatiesystemen (5 Ec, EBP669B05)
d) Juridische grondslagen Bedrijfskunde (4 EC, EBP613A04)
Daar staat vrijstelling tegenover van het vak Marketing Bedrijfskunde (5 EC,
EBB639A05)
7. De propedeuses van de bacheloropleidingen ‘Economics and Business
Economics’, ‘Economics’ en ‘International Economics and Business’ geven ook
toegang tot de postpropedeuse van de bacheloropleiding Business
Administration - International Business and Management, mits in het eerste
postpropedeutische jaar de volgende vakken met succes worden afgerond:
a) History of Management (5 EC, EBP651A05)
b) International Management I (5 EC, EBP670B05)
c) International Management II (5 EC, EBP654B05)
d) International Business Law I (5 EC, EBP656A05)
8. De propedeuses van de bacheloropleidingen ‘Economics and Business
Economics’, ‘Economics’ en ‘International Economics and Business’ geven ook
toegang tot de postpropedeuse van de bacheloropleiding Fiscale Economie, mits
in het eerste postpropedeutische jaar de volgende vakken met succes worden
afgerond:
a) Boekhouden BE/FE/A&C (5 EC, EBP001B05)
b) Juridische grondslagen BE/FE/A&C (5 EC, EBP004B05)
c) Operations Management BE/FE/A&C (5 EC, EBP005B05)
d) Inleiding fiscale economie (5 EC, EBP842A05)
Artikel 3.7 Propedeuse Fiscale Economie
1. De onderdelen van de propedeuse van de bacheloropleiding Fiscale Economie
staan vermeld in bijlage 2.7.
2. De propedeuse van de bacheloropleiding Fiscale Economie geeft ook toegang tot
de postpropedeuse van de bacheloropleiding Accountancy en Controlling.
3. De propedeuse van de bacheloropleiding Fiscale Economie geeft ook toegang tot
de postpropedeuse van de bacheloropleiding Bedrijfseconomie, mits in het
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
24
eerste postpropedeutische jaar alsnog met succes tentamen wordt afgelegd in
Internationale Economie I BE/A&C (5 EC, EBP811A05)
4. De propedeuse van de bacheloropleiding Fiscale Economie geeft ook toegang tot
de postpropedeuse van de bacheloropleiding Bedrijfskunde, mits in het eerste
postpropedeutische jaar de volgende vakken met succes worden afgerond:
a) Gedrag in organisaties (5 EC, EBP607A05)
b) Informatiesystemen (5 Ec, EBP669B05)
c) Onderzoeksmethoden I Bedrijfskunde ( 5 EC, EBP616A05)
d) Onderzoeksmethoden II Bedrijfskunde (4 EC, EBP625A04)
Daar staat vrijstelling tegenover van de vakken Marketing Bedrijfskunde (5 EC,
EBB639A05) en Operations Management (5 EC, EBB644A05)
5. De propedeuse van de bacheloropleiding Fiscale Economie geeft ook toegang tot
de postpropedeuse van de bacheloropleiding Business Administration -
International Business and Management, mits in het eerste postpropedeutische
jaar de volgende vakken met succes worden afgerond:
a) English I for IB&M (5 EC, EBP665B05)
b) English II for IB&M (5 EC, EBP667B05)
c) International Management II (5 EC, EBP654B05)
d) Introduction International Business (5 EC, EBP003A05)
e) Research Methods I for IB&M (5 EC, EBP662A05)
Daar staat vrijstelling tegenover van het vak Financial Management for IB&M (5
EC, EBB631A05).
6. De propedeuse van de bacheloropleiding Fiscale Economie geeft ook toegang tot
de postpropedeuses van de bacheloropleiding Economics and Business
Economics, profielen IE&B en Economics, mits in het eerste postpropedeutische
jaar de volgende vakken met succes worden afgerond:
a) English I for E&BE (6 EC, EBP837B06) of English for EOR (5 EC, EBP002B05)
b) International Economics I for E&BE (5 EC, EBP810A05)
c) Research Methods I for E&BE (6 EC, EBP006B06).
Artikel 3.8 Propedeuse Technologiemanagement
1. De onderdelen van de propedeuse van de bacheloropleiding Technologie-
management staan vermeld in bijlage 2.8
2. De propedeuse van de bacheloropleiding Technologiemanagement geeft ook
toegang tot de postpropedeuse van de bacheloropleiding Accountancy en
Controlling, met het tweedejaarsprogramma aansluitend op het
propedeuseprofiel Bedrijfskunde, zoals vermeld in bijlage 3.1., mits in het eerste
postpropedeutische jaar de volgende vakken met succes worden afgerond:
a) Juridische grondslagen Bedrijfskunde (4 EC, EBP613A04)
b) Organisatiekunde (5 EC, EBP619B05)
3. De propedeuse van de bacheloropleiding Technologiemanagement geeft ook
toegang tot de postpropedeuse van de bacheloropleiding Bedrijfskunde, mits in
het eerste postpropedeutische jaar de volgende vakken met succes worden
afgerond:
Onderwijs- en Examenregeling bacheloropleidingen FEB
25
a) Juridische grondslagen Bedrijfskunde (4 EC, EBP613A04)
b) Organisatie en managementtheorie (5 EC, EBP626B05)
Studenten met een propedeuse Technologiemanagement zonder het keuzevak
Inleiding informatietechnologie (5 EC, EBP609A05) dienen in het eerste
postpropedeutische jaar tevens met succes tentamen af te leggen in:
c) Informatiesystemen (5 EC, EBP669B05)
4. De propedeuse van de bacheloropleiding Technologiemanagement geeft ook
toegang tot de postpropedeuse van de bacheloropleiding Business
Administration - International Business and Management, mits in het eerste
postpropedeutische jaar de volgende vakken met succes worden afgerond:
a) English I for IB&M (5 EC, EBP665B05)
b) English II for IB&M (5 EC, EBP667B05)
c) History of Management (5 EC, EBP651A05)
d) International Marketing (5 EC, EBP661B05)
e) Introduction International Business (5 EC, EBP003A05)
f) Research Methods I for IB&M (5 EC, EBP662A05)
Daar staat vrijstelling tegenover van de vakken Information Systems
Management (EBB632A05) en Research Methods II for IB&M (EBB633A05)
5. De propedeuse van de bacheloropleiding Technologiemanagement geeft ook
toegang tot de postpropedeuse van de bacheloropleiding Technische
Bedrijfskunde van de Faculteit Wiskunde en Natuurwetenschappen, mits in het
eerste postpropedeutische jaar de volgende vakken met succes worden afgerond:
a) Fysische systemen (5 EC, NAFSYS05E)
b) Wiskunde B (5 EC, WIWB5-03) / Lineaire Algebra (5 EC, WILA-08)
c) Analyse van organisatiesystemen (5 EC, TBAO05E)
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
26
Paragraaf 4. De postpropedeutische fase van de opleidingen
Artikel 4.1 Keuzevakken
1. Vrije keuze in de postpropedeutische studieprogramma’s zoals aangegeven in
artikel 4.2 kan alleen ingevuld worden met postpropedeusevakken van een
opleiding tot een Bachelor of Science, tenzij de Examencommissie op verzoek van
de student anders beslist.
2. De vrije keuzeruimte mag niet worden ingevuld met vrijstellingen.5
Artikel 4.2 Programma’s van de postpropedeutische fase van de opleidingen
1. De onderdelen van de postpropedeuse van de bacheloropleiding Accountancy en
Controlling staan vermeld in bijlage 3.1.
2. De onderdelen van de postpropedeuse van de bacheloropleiding
Bedrijfseconomie staan vermeld in bijlage 3.2.
3. De onderdelen van de postpropedeuse van de bacheloropleiding Bedrijfskunde
staan vermeld in bijlage 3.3.
4. De onderdelen van de postpropedeuse van de bacheloropleiding Business
Administration – International Business and Management staan vermeld in
bijlage 3.4.
5. De onderdelen van de postpropedeuse van de bacheloropleiding Econometrics
and Operations Research staan vermeld in bijlage 3.5.
6. De onderdelen van de postpropedeuse van de bacheloropleiding Economics and
Business Economics staan vermeld in bijlage 3.6.
7. De onderdelen van de postpropedeuse van de bacheloropleiding Fiscale
Economie staan vermeld in bijlage 3.7.
8. De onderdelen van de tweede fase van het Fudan-Groningen Double Degree
Joint Programme in International Economics and Business (IE&B) staan vermeld
in bijlage 3.8
9. De onderdelen van de postpropedeuse van de bacheloropleiding
Technologiemanagement staan vermeld in bijlage 3.9.
Artikel 4.3 Pre-masterprogramma’s
1. De Faculteit Economie en Bedrijfskunde biedt pre-masterprogramma's
(schakelprogramma’s) aan die voorbereiden op de volgende masteropleidingen:
MSc Accountancy en Controlling, MSc Business Administration, MSc Human
Resource Management, MSc International Business and Management , MSc
International Economics and Business en de MSc Technology Management. Een
5 Toelichting: wel mogen eventueel elders behaalde vakken worden opgevoerd.
Onderwijs- en Examenregeling bacheloropleidingen FEB
27
afgerond pre-masterprogramma geeft toelating tot de bijbehorende
masteropleiding c.q. het bijbehorende mastertraject. De inhoud en omvang van
de diverse schakelprogramma’s staan vermeld in bijlage 5.
2. Toelatingseisen tot de schakelprogramma’s staan vermeld in artikel 6.5.
Artikel 4.4 Verkort Bachelorprogramma
1. De faculteit biedt een verkort programma aan dat leidt tot het verkrijgen van een
bachelordiploma Technologiemanagement. De inhoud en omvang van dit
bachelorprogramma staat vermeld in bijlage 4.
2. Toelatingseisen tot het verkorte bachelorprogramma Technologiemanagement
staan vermeld in artikel 6.5.
Artikel 4.5 ‘Honours’ traject
1. De faculteit neemt deel aan het honoursprogramma van het University of
Groningen Honours College door middel van een Gemeenschappelijke Regeling.
2. Studenten die zijn toegelaten tot een van de bacheloropleidingen van de faculteit
kunnen aan dit honoursprogramma deelnemen, indien zij worden geselecteerd
door de Dean van het University of Groningen Honours College. Voor de
selectieprocedure wordt verwezen naar de Onderwijs- en Examenregeling van
het University of Groningen Honours College
3. Op het honoursprogramma, waar het facultaire verdiepende deel een onderdeel
van is, is de Onderwijs- en Examenregeling van het University of Groningen
Honours College van toepassing.
4. In het bij het bachelordiploma behorende diplomasupplement wordt van het
behalen van de honoursbul een aantekening gemaakt.
Artikel 4.6 Minor
De Faculteit Economie en Bedrijfskunde biedt een universitaire minor
Ondernemerschap aan. De inhoud en omvang daarvan zijn beschreven in bijlage 6.
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
28
Paragraaf 5. Tentamens en examens van de opleidingen
Artikel 5.1 Verplichte volgorde van tentamens
1. Het bachelorexamen of een postpropedeutisch onderdeel daarvan kan niet
worden afgelegd dan nadat het propedeutisch examen van de opleiding met
goed gevolg is afgelegd dan wel vrijstelling van het afleggen daarvan werd
verkregen.
2. Studenten die voor het tweede jaar zijn ingeschreven voor de opleiding en die het
propedeutisch examen nog niet hebben behaald, kunnen onder de volgende
voorwaarde vakken van het eerste jaar van het postpropedeutische programma
volgen:
a) Men dient voor aanvang van het betreffende postpropedeutisch vak of
practicum minimaal 40 EC (inclusief eventuele vrijstellingen) van het
propedeutisch programma te hebben behaald.
b) Bij de bepaling van dit aantal studiepunten tellen resultaten van onderdelen
van tentamens (toetsen, deeltentamens en opdrachten) niet mee.
3. Studenten die langer dan twee studiejaren zijn ingeschreven voor de
bacheloropleiding en het propedeutisch examen nog niet hebben behaald mogen
niet deelnemen aan postpropedeutische vakken en practica.
4. Aan een onderdeel van het tweede jaar van het postpropedeutische programma
mag niet worden deelgenomen voordat het propedeutisch examen van de
opleiding met goed gevolg is afgelegd.
5. Aan het Management Game (EBB637A05) van de postpropedeuse Bedrijfskunde
kan worden deelgenomen door studenten van de bacheloropleiding
Bedrijfskunde nadat de propedeuse en 40 EC aan onderdelen van het eerste
postpropedeutische jaar vier weken voor aanvang van het Game zijn behaald.
6. Voor begeleiding van het bachelorafstudeerwerkstuk van alle opleidingen door
een docent is vereist dat de student geslaagd is voor de propedeuse en ten minste
60 EC van de postpropedeuse van de bacheloropleiding met goed gevolg heeft
afgelegd. Voor de bacheloropleiding Bedrijfseconomie geldt als aanvullende eis
dat men het vak Business Reserach Methods BE/FE/A&C met een voldoende
resultaat moet hebben afgerond.
7. Voor begeleiding en beoordeling van de Research Paper for Pre-Msc in de
schakelprogramma’s voor de masteropleidingen ‘Business Administration’,
‘Human Resource Management’ en ‘International Business and Management’ is
vereist dat de vakken Mathematics for Pre-MSc (EBS002A05) en Business
Research Methods for Pre-MSc (EBS001A10) met een voldoende, d.w.z. met het
cijfer 6 of hoger, zijn afgerond. Voor begeleiding en beoordeling van de Research
Paper for Pre-Msc in het schakelprogramma voor de masteropleiding
International Economics and Business is vereist dat de vakken Mathematics for
Pre-MSc (EBS002A05), Statistics 2 for IE&B (EBB874B05) en Research Methods for
pre-MSc IE&B (EBB028A05) met een voldoende, d.w.z. met het cijfer 6 of hoger,
zijn afgerond.
Onderwijs- en Examenregeling bacheloropleidingen FEB
29
8. Het in de leden 1 tot en met 6 van dit artikel gestelde is analoog van toepassing
op studenten die na het halen van een propedeutisch diploma willen instromen
in de postpropedeuse van een andere bacheloropleiding.
Artikel 5.2 Tijdvakken en frequentie tentamens
1. Tentamens kunnen ten minste tweemaal per studiejaar worden afgelegd.
2. Een tentamen in een vak dat niet meer wordt aangeboden, kan in het eerste jaar
dat dit het geval is, nog ten minste tweemaal worden afgelegd.
3. De tijdvakken waarin de gelegenheid tot het afleggen van de onderscheiden
tentamens wordt geboden, worden in de studiegids bekend gemaakt.
Deeltentamens kunnen ook buiten de aangegeven periode afgenomen worden.
4. Op schriftelijk verzoek van de student kan alléén de Examencommissie te zijnen
gunste afwijken van het in de voorgaande leden van dit artikel bepaalde
Artikel 5.3 Vorm van de tentamens
1. De tentamens worden afgelegd op door de examinator(en) te bepalen wijze. De
aldus bepaalde vorm wordt in de interdatabase Ocasys bekend gemaakt. Formeel
is de Examencommissie bevoegd over de vorm van het tentamen te beslissen. In
voorkomend geval kan de Examenommissie derhalve de examinator
daaromtrent aanwijzingen geven.
2. Op verzoek van de student kan de Examencommissie toestaan dat een tentamen
op een andere wijze dan vorenbedoeld wordt afgelegd.
3. Aan studenten met een functiestoornis wordt de gelegenheid geboden de
tentamens op een zoveel mogelijk aan hun individuele handicap aangepaste
wijze af te leggen. De Examencommissie wint zo nodig deskundig advies in
alvorens te beslissen.
Artikel 5.4 Mondelinge tentamens
1. Mondeling wordt niet meer dan één persoon tegelijk getentamineerd, tenzij de
Examencommissie anders heeft bepaald.
2. Het mondeling afnemen van een tentamen is openbaar, tenzij de desbetreffende
examinator in een bijzonder geval anders heeft bepaald, dan wel de student
daartegen bezwaar heeft gemaakt, steeds voorzover de Examencommissie haar
goedkeuring heeft verleend.
Artikel 5.5 Vaststelling en bekendmaking tentamenuitslag
1. De examinator stelt terstond na het afnemen van een mondeling tentamen de
uitslag vast en reikt de student een desbetreffende schriftelijke verklaring uit.
2. De examinator stelt de uitslag van een schriftelijk tentamen vast en verschaft de
onderwijsadministratie de nodige gegevens ten behoeve van de bekendmaking
van de uitslag aan de student. De termijn waarop de uitslag wordt gepubliceerd
is maximaal 10 werkdagen na de dag waarop het tentamen is afgelegd. In
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
30
gevallen waarin dit redelijkerwijs niet van de examinator verlangd kan worden
kan de opleidingsdirecteur vooraf een afwijkende termijn vaststellen. De
deelnemers worden hiervan voor aanvang van het tentamen op de hoogte
gesteld. Uitsluitend de door de onderwijsadministratie gepubliceerde
tentamenuitslagen zijn rechtsgeldig.
3. Op de schriftelijke verklaring omtrent de uitslag van een tentamen wordt de
student gewezen op het inzagerecht, bedoeld in artikel 5.7 eerste lid, alsmede op
de beroepsmogelijkheid bij het College van Beroep voor de Examens.
Artikel 5.6 Geldigheidsduur
1. De geldigheidsduur van behaalde onderdelen is onbeperkt.
2. In afwijking van het bepaalde in lid 1 kan de Examencommissie voor een
onderdeel, waarvan het tentamen langer dan zes jaar geleden is behaald, een
aanvullend dan wel vervangend tentamen opleggen, alvorens de student wordt
toegelaten tot het afleggen van het desbetreffende examen.
Artikel 5.7 Inzagerecht
1. Binnen een termijn van vier weken vanaf de dag waarop de uitslag van een
schriftelijk tentamen bekend is gemaakt, krijgt de student die het tentamen heeft
afgelegd op zijn verzoek inzage in zijn beoordeelde werk.
2. Binnen de in het eerste lid genoemde termijn kan elke belangstellende kennis
nemen van vragen of opdrachten van het desbetreffende tentamen, alsmede van
de normen aan de hand waarvan de beoordeling heeft plaatsgevonden.
3. De plaats waar en het tijdstip waarop inzage of kennisneming kan plaatsvinden,
worden bepaald door de examinator(en) van het desbetreffende tentamen. De
Examencommissie kan hiertoe aanwijzingen geven.
4. De inzage en kennisneming kunnen collectief worden georganiseerd.
Artikel 5.8 Vrijstelling
1. De Examencommissie kan de student op diens verzoek, gehoord de
desbetreffende programmadirecteur of programmacoördinator, vrijstelling
verlenen van een tentamen, indien de student:
a) hetzij een qua inhoud en niveau overeenkomstig onderdeel van een
universitaire of hogere beroepsopleiding heeft voltooid;
b) hetzij aantoont door werk- c.q. beroepservaring of anderszins over voldoende
kennis en vaardigheden te beschikken m.b.t. het desbetreffende onderdeel.
2. Zodra voor een vak een resultaat is behaald, vervalt zowel een reeds verkregen
vrijstelling als de mogelijkheid een vrijstelling te verzoeken.
Onderwijs- en Examenregeling bacheloropleidingen FEB
31
Artikel 5.9 Examen
1. De Examencommissie stelt de uitslag van het examen vast, zodra de student
voldoende bewijzen overlegt van door hem behaalde tentamens en de daarmee
verworven academische vorming.
2. Alvorens de uitslag van het examen vast te stellen kan de Examencommissie zelf
een onderzoek instellen naar de kennis van de student met betrekking tot een of
meer onderdelen of aspecten van de opleiding, indien en voorzover de uitslagen
van de desbetreffende tentamens haar daartoe aanleiding geven.
3. Het examen van een opleiding wordt behaald indien de student voor elk
tentamen een voldoende resultaat (het cijfer 6 of hoger) heeft behaald.
4. Het afsluitend bachelorexamen van een opleiding kan slechts worden afgelegd
na goedkeuring van het door de student gevolgde onderwijsprogramma door de
Examencommissie van de opleiding. De commissie stelt voor de beoordeling van
de onderwijsprogramma's een regeling op.
5. Studenten die voor elk tentamen van een opleiding een voldoende (het cijfer 6 of
hoger) hebben behaald of voldaan hebben aan de eisen voor alle onderdelen van
het programma zoals dat is goedgekeurd door de Examencommissie, zijn
verplicht om binnen vier weken daarna hun bachelordiploma aan te vragen. De
examendatum die vermeld wordt op het bachelordiploma is de datum waarop de
student naar het oordeel van de Examencommissie voldaan heeft aan de eisen
voor het examen.
6. Indien de student zijn bachelordiploma na de in artikel 5.9.5 bedoelde termijn
aanvraagt, wordt op het getuigschrift als examendatum vermeld de datum
waarop de Examencommissie besluit dat de student geslaagd is, ook al ligt de
datum waarop de Examencommissie een dergelijk besluit neemt in een volgend
studiejaar en dient de student voor dat studiejaar dan te zijn ingeschreven.
Artikel 5.10 Judicium
1. De examencommissie beoordeelt of aan het bachelorgetuigschrift een
onderscheiding wordt toegekend.
2. Hierbij dient aan de volgende voorwaarden te zijn voldaan:
a) Het cijfer voor de scriptie moet voldoen aan de volgende minima:
– ‘‘Cum laude’: het cijfer voor de scriptie of thesis is ten minste 8,0;
– ‘Summa cum laude’: het cijfer voor de scriptie of thesis is ten minste 9,0.
b) Het onafgeronde gewogen gemiddelde van alle onderdelen, exclusief de
scriptie, van het door de examencommissie goedgekeurde
examenprogramma is
– groter dan of gelijk aan 8,0 voor ‘Cum laude’;
– groter dan of gelijk aan 9,0 voor ‘Summa cum laude’.
3. Geen judicium wordt toegekend indien de omvang van de vrijstellingen in EC’s
meer dan de helft van het totaal aantal EC’s van de opleiding bedraagt.
4. Voor het behalen van enig judicium geldt dat het tentamen van een onderdeel
slechts eenmaal afgelegd mag zijn.
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
32
5. Voor het behalen van een judicium geldt dat voor geen enkel vak een cijfer lager
dan 7,0 is behaald.
6. In bijzondere gevallen kan de examencommissie afwijken van het bepaalde in de
leden twee tot en met vijf van dit artikel.
7. Voor studenten die vóór 1 september 2010 de opleiding hebben aangevangen
blijft de judiciumregeling van kracht die voor hen gold op 31 augustus 2010.
Artikel 5.11 Graad
Aan degene die het bachelorexamen met goed gevolg heeft afgelegd, wordt de graad
Bachelor of Science in de betreffende opleiding verleend. De verleende graad wordt
op het getuigschrift van het bachelorexamen aangetekend.
Artikel 5.12 Examinator
1. Elke docent is bevoegd tot het afnemen en beoordelen van tentamens voor het
vak (de vakken) waarin hij het onderwijs verzorgt of verzorgd heeft.
2. De beoordeling van het bachelorafstudeerwerkstuk vindt plaats door een
begeleider die beschikt over onderzoekservaring.
3. In voorkomende gevallen kan de Examencommissie andere docenten bevoegd
verklaren voor het afnemen en beoordelen van tentamens voor een bepaald vak
of voor het beoordelen van afstudeerwerkstukken.
Onderwijs- en Examenregeling bacheloropleidingen FEB
33
Paragraaf 6. Vooropleiding
Artikel 6.1 Toelating tot de opleidingen
1. Behoudens het in lid 4 bepaalde worden toegelaten tot de opleidingen
‘Accountancy en Controlling’, ‘Bedrijfseconomie’, ‘Bedrijfskunde’, ‘Business
Administration: profiel International Business and Management’, ‘Economics and
Business Economics’, ‘Fiscale Economie’ en ‘Technologiemanagement’ studenten
met een met goed gevolg afgelegd eindexamen of staatsexamen VWO met de
volgende profielen:
Profiel Extra eisen6
Economie en Maatschappij
Natuur en Techniek
Natuur en Gezondheid
Cultuur en Maatschappij WiA of WiB
(Afkortingen: Wi = Wiskunde)
2. Toegelaten tot de opleiding Econometrics and Operations Research worden
studenten met een met goed gevolg afgelegd eindexamen of staatsexamen VWO
met de volgende profielen:
Profiel Extra eisen7
Economie en Maatschappij WiB
Natuur en Techniek
Natuur en Gezondheid
Cultuur en Maatschappij WiB
(Afkortingen: Wi = Wiskunde)
3. Toegelaten tot de opleidingen worden studenten met een HBO getuigschrift of
een met goed gevolg afgelegd propedeuse van het HBO, die ten genoege van de
Examencommissie aantonen dat er geen deficiëntie bestaat op het terrein van
Wiskunde en Engels.
4. Voor de bacheloropleiding Bedrijfskunde geldt een numerus fixus. In aanvulling
op het gestelde in lid 1 en lid 3 is een plaatsingsbewijs verkregen van de DUO –
IB-Groep vereist. Deadline van aanmelding voor een numerus-fixusopleiding op
basis van een benodigde ‘Verklaring deelname loting’ bij een geconstateerde
deficiëntie is 15 april.
6 Voor studenten met een VWO-diploma van vóór september 2009 geldt: WiB1 in plaats
van WiB, WiA12 in plaats van WiA. 7 Voor studenten met een VWO-diploma van vóór september 2009 geldt: WiB1 in plaats
van WiB.
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
34
Artikel 6.2 Deficiënties
Voor de bezitter van een VWO-diploma, dat is behaald volgens de op 31 juli 1998
geldende bij of krachtens de Wet op het Voortgezet Onderwijs vastgestelde
voorschriften worden deficiënties in de hierna genoemde vakken vervuld door het
ten genoegen van de Examencommissie met goed gevolg afleggen van de
desbetreffende tentamens op het niveau van het VWO-eindexamen voorafgaand aan
de inschrijving:
1. Wiskunde B1/ WiB voor de opleiding Econometrics and Operations Research.
2. Wiskunde A12/ WiA voor de andere bacheloropleidingen van de faculteit.
Artikel 6.3 Gelijkwaardige vooropleiding
1. De toelating van studenten met een ander diploma dan een Nederlands VWO
diploma wordt beoordeeld door de Examencommissie.
2. Wordt de student toegelaten tot de opleiding krachtens een diploma van een
vooropleiding dat buiten Nederland is behaald, dan kan de Examencommissie
hem - voor de inschrijving - verplichten tot het met goed gevolg afleggen van een
toets Nederlands of Engels, afhankelijk van de taal van de gekozen opleiding, af
te nemen door een door de Examencommissie aan te wijzen instantie.
3. Aan de eis inzake voldoende beheersing van de Nederlandse taal wordt voldaan
door het met goed gevolg afleggen van het staatsexamen Nederlands als tweede
taal (NT2).
4. Aan de eis inzake voldoende beheersing van de Engelse taal wordt voldaan door
het met goed gevolg afleggen van een tentamen Engels op het niveau van het
VWO-eindexamen of het behalen van de TOEFL met een score van tenminste 580
(computer TOEFL 237, internet TOEFL 92) of een IELTS score van 6.5 of een
Cambridge Proficiency van A,B of C.
Artikel 6.4 Universitair toelatingsexamen (colloquium doctum)
Het toelatingsonderzoek, bedoeld in artikel 7.29 van de wet, heeft betrekking op de
volgende vakken op het daarbij vermelde niveau:
1. Voor de opleidingen Accountancy en Controlling, Bedrijfseconomie,
Bedrijfskunde, Fiscale Economie en Technologiemanagement de vakken:
a) Wiskunde: op VWO eindexamenniveau Wiskunde: A12/WiA
b) Nederlands: op VWO eindexamenniveau
c) Engels: op VWO eindexamenniveau.
2. Voor de opleidingen Business Administration-profiel International Business and
Management en Economics and Business Economics de vakken:
a) Wiskunde: op VWO eindexamenniveau Wiskunde: A12/ WiA
b) Engels: op VWO eindexamenniveau.
3. Voor de opleiding Econometrics and Operations Research de vakken:
a) Wiskunde: op VWO eindexamenniveau Wiskunde: B1/WiB
b) Engels: op VWO eindexamenniveau.
Onderwijs- en Examenregeling bacheloropleidingen FEB
35
Artikel 6.5 Toelating tot de schakelprogramma's
1. Voor de toelating tot de schakelprogramma's vermeld in artikel 4.3 en het
verkorte bachelorprogramma vermeld in artikel 4.4 stelt de Examencommissie uit
haar midden een toelatingscommissie samen.
2. Met betrekking tot de toelating tot de schakelprogramma's MSc Business
Administration, MSc Human Resource Management, MSc International Business
and Management en MSc International Economics and Business geldt het
volgende:
a) Bezitters van een bachelordiploma van een geaccrediteerde opleiding met een
omvang in studielast van 240 EC aan een Nederlandse Instelling voor Hoger
Onderwijs of een BSc-diploma van een geaccrediteerde opleiding met een
omvang van 180 EC aan een Nederlandse Universiteit worden rechtstreeks
toegelaten tot de schakelprogramma’s voor de volgende masteropleidingen:
MSc Business Administration, MSc Human Resource Management, MSc
International Business and Management en MSc International Economics and
Business. Tevens moet de student beschikken over voldoende kennis van het
Engels zoals verwoord in lid 5.
b) Deze toelating geldt voor een jaar en is eenmalig en wordt alleen dan
verlengd –en wel voor de duur van maximaal één jaar- als de student
gedurende het jaar van toelating minimaal 50 EC van het schakelprogramma
heeft afgerond.
c) In het geval dat de toelating tot het schakelprogramma niet wordt verlengd
wordt de student op zijn verzoek toegelaten tot het reguliere
bachelorprogramma.
d) Een afgerond schakelprogramma geeft toelating tot de bijbehorende
masteropleiding c.q. het bijbehorende mastertraject.
3. Met betrekking tot de toelating tot de schakelprogramma's MSc Accountancy en
Controlling en MSc Technology Management geldt het volgende:
a) De diploma’s die rechtstreeks toelating geven tot deze schakelprogramma’s
staan vermeld in bijlage 7.
b) Een afgerond schakelprogramma geeft toelating tot de bijbehorende
masteropleiding c.q. het bijbehorende mastertraject.
4. Met betrekking tot de toelating tot het verkorte bachelorprogramma
Technologiemanagement geldt het volgende:
a) De diploma’s die rechtstreeks toelating geven tot dit verkorte
bachelorprogramma staan vermeld in bijlage 7.
b) Een afgerond verkort bachelorprogramma leidt tot een bachelor of science
diploma Technologiemanagement en geeft toelating tot de bijbehorende
masteropleiding c.q. het bijbehorende mastertraject.
5. Een student wordt geacht te voldoen aan de ingangseis ‘voldoende kennis van
het Engels’ voor de Engelstalige masteropleidingen van de Faculteit Economie en
Bedrijfskunde, indien hij voldoet aan één van de volgende eisen:
a) beheersing van het Engels als moedertaal;
b) beheersing van het Engels op een niveau dat gelijkwaardig is aan één van de
navolgende testscores:
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
36
– een niveau van 92 op een internet-based (iBT) TOEFL-test,
– een niveau van 237 op een computer-based (CBT) TOEFL-test,
– een niveau van 580 op een paper-based (PBT) TOEFL,
– een niveau van 6.5 op een IELTS-test,
– niveau A, B, C op een Cambridge Proficiency- of Advanced-test,
– een B2+ (ook wel B2.2. genoemd8) niveau op de schriftelijke en
mondelinge onderdelen van het toelastingsexamen Engels,
c) het met succes afgerond hebben van de cursus Engels BE (EBB021A05) of
English Course for Business Administration (EBB614B05) of een
gelijkwaardige cursus;
d) het met succes afgerond hebben van een van de Engelstalige
bacheloropleidingen van de Faculteit Economie en Bedrijfskunde.
6. Studenten met een bachelordiploma dat niet voldoet aan de eisen in lid 2 t/m 4
van dit artikel of studenten die een gelijkwaardige opleiding hebben afgerond
kunnen een verzoek om toelating tot een schakelprogramma of een verkort
bachelorprogramma richten tot de Examencommissie.
Artikel 6.6 Toelating tot een minor
Toelaatbaar tot de minor ondermemerschap zijn studenten die zijn ingeschreven
voor een bacheloropleiding van de Rijksuniversiteit Groningen, uitgezonderd de
opleidingen aangeboden door de Faculteit Economie en Bedrijfskunde, mits zij de
propedeuse van de betreffende opleiding hebben behaald.
8 Specificatie niveau B2+:
Spreken: De student kan duidelijke, stelselmatig ontwikkelde beschrijvingen en
presentaties geven, met de juiste nadruk op belangrijke punten en terzake doende
ondersteunende details.
Schrijven: De student kan een opstel of verslag schrijven waarin stelselmatig een
argument wordt opgebouwd met de juiste benadrukking van belangrijke punten en
relevante ondersteunende details. Hij kan verschillende ideeën of oplossingen voor een
probleem verwoorden.
Onderwijs- en Examenregeling bacheloropleidingen FEB
37
Paragraaf 7. Studiebegeleiding
Artikel 7.1 Studievoortgangsadministratie
1. De faculteit registreert de individuele studieresultaten van de studenten.
2. Zij verschaft elke student op zijn verzoek en minimaal twee maal per jaar een
overzicht van de door hem behaalde studieresultaten.
3. In het jaar van eerste inschrijving ontvangt de student na afloop van het eerste
blokvan het studiejaar, doch in ieder geval gedurende het eerste semester van de
opleiding een studievoortgangsoverzicht, met daarin een overzicht van de
gerealiseerde studielast.
Artikel 7.2 Studiebegeleiding
1. De faculteit draagt zorg voor de introductie en de studiebegeleiding van de
studenten die voor één van de opleidingen zijn ingeschreven, mede ten behoeve
van hun oriëntatie op mogelijke studiewegen in en buiten de opleiding.
2. Mede met het oog op het uitbrengen van een studieadvies voor de propedeuse
worden de voortgangsgesprekken met studenten geregistreerd. Deze registratie
geschiedt met speciale aandacht voor de privacy van de student.
Artikel 7.3 Studieadvies propedeuse
1. Gedurende het eerste studiejaar ontvangt de student tweemaal een schriftelijk
advies over de voortzetting van zijn opleiding.
2. Het eerste advies wordt uitgebracht na afsluiting van de reguliere tentamens van
het eerste semester, doch vóór 25 februari. In dit advies wordt een inschatting
gemaakt van de kans dat de student vóór het einde van het eerste studiejaar het
minimaal vereiste aantal studiepunten zal behalen om de studie in het tweede
studiejaar te kunnen voortzetten. Indien de faculteit inschat dat in redelijkheid
niet is te wachten dat de student aan de voorwaarden eis voor toelating tot het
tweede studiejaar zal gaan voldoen, wordt de student uitgenodigd voor een
gesprek.
3. Het tweede advies wordt uitgebracht door het Faculteitsbestuur na de
hertentamens van het tweede semester, doch vóór 31 juli. Het uitgebrachte
studieadvies is
a) positief, indien de student heeft voldaan aan alle eisen van de propedeuse;
b) voorlopig positief, indien de student tenminste 40 EC aan studiepunten heeft
behaald;
c) negatief indien de student minder dan 40 EC aan studiepunten van het
propedeutisch programma heeft behaald.
4. Studenten met een voorlopig positief studieadvies ontvangen ook in hun tweede
studiejaar een schriftelijk studieadvies van het Faculteitsbestuur, en wel na de
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
38
hertentamens van het tweede semester, doch vóór 31 juli. In dit advies wordt het
voorlopig positief studieadvies omgezet in
a) een positief studieadvies, indien de student heeft voldaan aan alle eisen van
de propedeuse;
b) een negatief studieadvies, indien de student niet heeft voldaan aan alle eisen
van de propedeuse.
5. Bij het vaststellen van het aantal behaalde studiepunten worden de studiepunten
die in het kader van vrijstellingen zijn toegekend meegerekend.
6. Studenten met een negatief studieadvies worden gedurende een periode van
twee jaar uitgesloten van (her)inschrijving voor de opleiding(en) waarop het
advies van toepassing is.
7. In individuele gevallen kan het Faculteitsbestuur besluiten een student toe te
staan volgens een afwijkend tijdpad te voldoen aan de eisen voor een positief
studieadvies. Dit tijdpad dient in overleg met de studieadviseur te worden
vastgesteld.
Artikel 7.4 Persoonlijke omstandigheden
1. Een beslissing van het Faculteitsbestuur als genoemd in artikel 7.3.7 kan alleen
gebaseerd zijn op persoonlijke omstandigheden9, en wordt alleen genomen
indien de student blijk heeft gegeven van verantwoord studiegedrag. Dit
impliceert onder andere dat de student zich houdt aan het met een
studieadviseur afgesproken studieprogramma.
2. Uitsluitend persoonlijke omstandigheden die door de student na intreden zo
spoedig als redelijkerwijs kan worden verlangd bij de studieadviseur zijn
gemeld, worden door het Faculteitsbestuur betrokken in zijn afweging.
3. Indien op grond van de omstandigheden als bedoeld in lid 1 wordt afgezien van
het uitbrengen van een studieadvies, wordt aan de student aan het einde van
diens volgende studiejaar een studieadvies als bedoeld in artikel 7.3.3
uitgebracht.
4. Omstandigheden als bedoeld in het eerste lid leiden niet automatisch tot een
succesvolle aanspraak op een uitkering uit het Profileringsfonds.
Artikel 7.5 Toepasselijkheid negatief studieadvies
1. Een negatief studieadvies is bindend en van toepassing op alle profielen van de
opleiding(en) waarvoor het is afgegeven.
2. Een negatief studieadvies voor de bacheloropleiding Accountancy en
Controlling is ook van toepassing op:
a) de bacheloropleiding Bedrijfseconomie
b) de bacheloropleiding Fiscale Economie
9 Wat onder persoonlijke omstandigheden mag worden verstaan, wordt vastgesteld op
basis van de Universitaire Regeling Persoonlijke Omstandigheden, zoals gepubliceerd op
de website van de RUG.
Onderwijs- en Examenregeling bacheloropleidingen FEB
39
3. Een negatief studieadvies voor de bacheloropleiding Bedrijfseconomie is ook
van toepassing op:
a) de bacheloropleiding Accountancy en Controlling
b) de bacheloropleiding Economics and Business Economics
c) de bacheloropleiding Fiscale Economie
4. Een negatief studieadvies voor de bacheloropleiding Economics and Business
Economics is ook van toepassing op:
a) de bacheloropleiding Bedrijfseconomie
5. Een negatief studieadvies voor de bacheloropleiding Fiscale Economie is ook van
toepassing op:
a) de bacheloropleiding Accountancy en Controlling
b) de bacheloropleiding Bedrijfseconomie
Artikel 7.6 Normering studieadvies bij deeltijdstudie, tussentijdse of dubbele
inschrijving
1. Studenten van deeltijdopleidingen dienen aan het eind van het eerste studiejaar
tenminste 20 EC aan studiepunten behaald te hebben om in aanmerking te
komen voor een voorlopig positief studieadvies. Voor het verkrijgen van een
positief studieadvies dient na uiterlijk drie studiejaren aan alle eisen van de
propedeuse te zijn voldaan.
2. Studenten die zich inschrijven tussen 1 september en 1 februari dienen aan het
eind van het eerste studiejaar tenminste 40 EC aan studiepunten behaald te
hebben om in aanmerking te komen voor een voorlopig positief studieadvies.
Voor het verkrijgen van een positief studieadvies dient uiterlijk aan het eind van
het tweede studiejaar aan alle eisen van de propedeuse te zijn voldaan.
3. Studenten die zich inschrijven na 1 februari dienen aan het eind van het eerste
studiejaar tenminste 20 EC aan studiepunten behaald te hebben om in
aanmerking te komen voor een voorlopig positief studieadvies. Voor het
verkrijgen van een positief studieadvies dient uiterlijk aan het eind van het
tweede studiejaar aan alle eisen van de propedeuse te zijn voldaan.
4. Studenten die zich inschrijven voor twee (of meer) opleidingen, ontvangen voor
elk van de opleidingen waarvoor zij staan ingeschreven een studieadvies. Voor
de eerste opleiding dienen zij te voldoen aan de normen zoals vastgesteld in
artikel 7.3. Voor de andere opleiding(en) gelden de normen voor
deeltijdopleidingen, zoals vastgesteld in artikel 7.6.1
Artikel 7.7 Beroep
1. Alvorens een negatief studieadvies wordt uitgebracht, wordt de student in de
gelegenheid gesteld te worden gehoord door of namens het Faculteitsbestuur.
2. Tegen een negatief studieadvies kan tot 6 weken na dagtekening van het advies
beroep worden worden aangetekend bij het College van Beroep voor de
Bezwaarschriften.
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
40
Paragraaf 8. Overgangs- en slotbepalingen
Artikel 8.1 Overgangsregeling bachelorprogramma's van 2007-2008 en eerder
Een student die vanaf september 2007 is ingeschreven voor een van de bachelor-
opleidingen van de faculteit en zijn eerste postpropedeutische jaar niet heeft
afgerond kan ofwel het oude programma afmaken volgens de tabellen en regels in
bijlage 8, of hij kan overstappen op het nieuwe programma dat van kracht is vanaf
september 2008 en de postpropedeutische fase afronden volgens de tabellen en regels
in bijlage 8.
Artikel 8.2 Overgangsregeling pre-masterprogramma’s van 2007-2008 en eerder
De pre-masterprogramma’s van 2007-2008 en eerder worden per 1 september 2010
opgeheven. Studenten van de betreffende programma’s die nog niet definitief zijn
toegelaten tot de master kunnen hun pre-masterprogramma’s afronden volgens de
tabellen en regels in bijlage 8.
Artikel 8.3 Wijzigingen
1. Wijzigingen van deze onderwijs- en examenregeling worden door het
faculteitsbestuur na advies van de opleidingscommissie en na advies of, waar de
WHW dit vereist, na instemming van de faculteitsraad, bij afzonderlijk besluit
vastgesteld.
2. Een wijziging van deze onderwijs- en examenregeling heeft betrekking op
toekomstige studiejaren en is voor het lopende jaar alleen toegestaan indien de
belangen van de student daardoor niet worden geschaad.
3. Een wijziging kan voorts niet ten nadele van studenten van invloed zijn op:
a) een toelating die krachtens artikel 3.1 - 3.8 of die krachtens artikel 6.1 – 6.6 is
verleend.
b) enige andere beslissing, die krachtens deze regeling is genomen ten aanzien
van een individuele student.
Artikel 8.4 Bekendmaking
1. Het faculteitsbestuur draagt zorg voor een passende bekendmaking van deze
regeling, van de Regels en Richtlijnen die door de Examencommissie zijn
vastgesteld, alsmede van elke wijziging van deze stukken.
2. Elke belangstellende kan op het onderwijsbureau van de faculteit een exemplaar
van de in het eerste lid bedoelde stukken verkrijgen.
Onderwijs- en Examenregeling bacheloropleidingen FEB
41
Artikel 8.5 Inwerkingtreding
Deze regeling treedt in werking op 1 september 2010.
Met instemming van de faculteitsraad, d.d. 25 juni 2010
Aldus vastgesteld door het faculteitsbestuur op 29 juni 2010.
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
42
Bijlage 1. Doel van de opleidingen
Bijlage 1.1 BSc Accountancy en Controlling
De bacheloropleiding Accountancy en Controlling is een wetenschappelijke
opleiding die na de gelijknamige masteropleiding A&C toegang geeft tot twee civiel
rechtelijke – en wat de accountancyrichting betreft ook wettelijk - gereguleerde
beroepsopleidingen, namelijk de postinitiële opleiding Controlling en de postinitiële
opleiding Accountancy. Het doel van de bacheloropleiding A&C is om studenten op
te leiden die zich uiteindelijk willen kwalificeren voor één van beide
beroepsprofielen.
Meer specifiek heeft het bachelorprogramma als doel om studenten niet alleen
gespecialiseerde wetenschappelijke kennis van, inzicht in en vaardigheden op het
gebied van accountancy en controlling bij te brengen, maar ook wetenschappelijke
kennis en inzicht op het gebied van de bedrijfswetenschappen (bedrijfseconomie,
bedrijfskunde en algemene economie) aan te reiken. Binnen de
bedrijfswetenschappen ligt het accent op de gebieden organisatie en management,
algemene economie, financiering en bestuurlijke informatiekunde. Voor wat betreft
het domein accountancy en controlling richt de opleiding zich op de vakgebieden
internal control, financial accounting, belastingrecht en recht (inzake de
onderneming), auditing, management accounting en financiële administratie &
boekhouden. Ook wordt in de opleiding aandacht besteed aan voor de opleiding
relevante wetenschappelijke methoden en technieken. Tenslotte leren studenten over
de uitkomsten van de analyse, diagnose en oplossing van accountancy- en
controllingvraagstukken zowel schriftelijk als mondeling adequaat te communiceren.
Om deze doelen te bereiken heeft de opleiding het onderwijs vormgegeven aan de
hand van generieke eindtermen die nader zijn uitgewerkt in meer specifieke
eindtermen.
A Inhoudelijke eindtermen
De afgestudeerde bachelor beschikt over gedegen wetenschappelijke kennis van en inzicht in
de domeinen van de bedrijfswetenschappen (bedrijfseconomie, bedrijfskunde en algemene
economie) en accountancy en controlling en is in staat deze op een zodanige wijze toe te
passen dat dit een professionele benadering van het werk of beroep mogelijk maakt. Kennis en
inzicht bestaan eruit dat de afgestudeerde bachelor de belangrijkste theorieën, modellen en
kaders binnen de domeinen kent en begrijpt en kan toepassen bij het analyseren van
bedrijfssituaties en bij het oplossen van enigszins complexe vraagstukken.
Binnen het bedrijfswetenschappelijke subdomein heeft de afgestudeerde gedegen
wetenschappelijke kennis van en inzicht in de gebieden:
A.1 Financiering
A.2 Algemene Economie
A.3 Organisatie en Management
A.4 Bestuurlijke informatiekunde
Onderwijs- en Examenregeling bacheloropleidingen FEB
43
De afgestudeerde is tevens in staat zijn kennis en inzicht op deze gebieden te
gebruiken voor het oplossen van bedrijfswetenschappelijke vraagstukken.
Binnen het subdomein van de Accountancy en Controlling heeft de afgestudeerde
diepgaande wetenschappelijke kennis van en inzicht in de gebieden:
A.5 Belastingrecht en Recht (inzake de onderneming)
A.6 Financial Accounting
A.7 Management Accounting
A.8 Financiële administratie & boekhouden
A.9 Internal control en Auditing
De afgestudeerde is tevens in staat zijn kennis en inzicht op deze gebieden toe te
passen, voor zover dat relevant is voor accountancy- en controllingvraagstukken.
In de vakgebieden die ondersteunend zijn aan de domeinen bedrijfswetenschappen
en accountancy en controlling, heeft de afgestudeerde basiskennis van en inzicht in:
A.10 Wiskunde
A.11 Statistiek
A.12 ICT
De afgestudeerde is tevens in staat zijn kennis en inzicht op deze gebieden te
gebruiken om op de desbetreffende ondersteunende vakgebieden simpele
vraagstukken op te lossen.
B Academische eindtermen
De afgestudeerde bachelor beschikt over kennis van en inzicht in wetenschappelijke methoden
en technieken en over academische vaardigheden en een academische attitude, zodanig dat de
afgestudeerde het (financieel) functioneren van organisaties kan beoordelen, in staat is
praktijkproblemen op te lossen en kan bijdragen aan het goed (financieel) functioneren van
organisaties. De afgestudeerde bachelor heeft een open houding ten aanzien van verschillende
wetenschappelijke disciplines die vanuit hun specifieke invalshoek accenten leggen in de
benadering van vraagstukken binnen het domein van de bedrijfswetenschappen en dat van
accountancy en controlling.
B.1 De afgestudeerde is in staat, binnen de kaders van de
bedrijfswetenschappelijke en accountancy en controlling domeinen
wetenschappelijke informatie zoals wetenschappelijke theorieën of een
wetenschappelijk betoog kritisch op waarde te schatten.
B.2 De afgestudeerde is in staat relevante gegevens te verzamelen, te analyseren,
te interpreteren en te synthetiseren, met als doel een oordeel te vormen, een
argumentatie op te zetten, een passende oplossing te ontwerpen en/of een
advies te geven.
B.3 De afgestudeerde is in staat om wetenschappelijke methoden en technieken,
informatie- en analysetechnieken op het juiste moment en in de juiste context
toe te passen en routinematig onderzoek op te zetten en uit te voeren.
B.4 De afgestudeerde toont een onderzoekende attitude en interesse in het
accountancy - en controllingvakgebied en relevante aanpalende vakgebieden.
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
44
B.5 De afgestudeerde is in staat vanuit een ethische invalshoek te reflecteren op
wetenschappelijke inzichten, alsmede op het (financieel) functioneren van
organisaties en de maatschappij.
C Sociaal communicatieve eindtermen
De afgestudeerde bachelor beschikt over sociaal communicatieve vaardigheden die nodig zijn
om zelfstandig en in teamverband te kunnen bijdragen aan het (financieel) goed functioneren
van organisaties.
C.1 De afgestudeerde beschikt over sociaal communicatieve en
planningsvaardigheden waarmee hij in staat is om relevante informatie op
een logische, overtuigende en heldere manier te verwoorden, zowel in schrift
als mondeling.
C.2 De afgestudeerde is in staat zelfstandig, maar ook in teamverband,
oplossingsgericht en planmatig te werken.
C.3 De afgestudeerde kan kritisch reflecteren op eigen en andermans werk om
daar waar nodig is bij te sturen en feedback te geven.
D Studievaardigheden en beroepenoriëntatie
De afgestudeerde bachelor bezit de vaardigheden om te leren en te studeren (leren leren) en de
vaardigheden om te kiezen (leren kiezen) die noodzakelijk zijn om het eigen leerproces te
sturen en om gefundeerde keuzes te maken voor verdieping, verbreding en vervolgstudie. De
afgestudeerde bachelor beschikt tevens over leervaardigheden die nodig zijn om de
bacheloropleiding binnen een redelijke termijn af te ronden en om een vervolgstudie te doen,
waarin een hoger niveau van autonomie wordt gevraagd.
D.1 De afgestudeerde beschikt over de noodzakelijke leer- en studievaardigheden
om te kunnen reflecteren op het eigen leerproces (denken en werken) en om
een vervolgstudie te doen waarin een hoger niveau van autonomie wordt
gevraagd.
D.2 De afgestudeerde beschikt over zelfinzicht, inzicht in het beroepsperspectief
en inzicht in de mogelijkheden tot verdieping en/of verbreding en is daardoor
in staat een beargumenteerde keuze te maken voor verdiepende of
verbredende vakken in zijn bacheloropleiding en voor vervolgstappen na de
bacheloropleiding.
Onderwijs- en Examenregeling bacheloropleidingen FEB
45
Bijlage 1.2 BSc Bedrijfseconomie
De bacheloropleiding Bedrijfseconomie (BE) is een wetenschappelijke opleiding die
zich bezighoudt met het economisch functioneren van organisaties. Deze opleiding
biedt een academische vorming tot bedrijfseconoom, waarin naast het verwerven
van gedegen wetenschappelijke kennis en inzicht op het bedrijfseconomische
subdomein ook aandacht wordt besteed aan basiskennis op het algemeen
economisch subdomein. Binnen het bedrijfseconomische gebied ligt het accent op
onderwerpen als organisatiekunde, marketing, financiering en accounting.
Onderwerpen die binnen het algemeen economisch subdomein aan de orde komen
zijn bijvoorbeeld micro-economie en macro-economie. Door deze combinatie van
bedrijfseconomie en algemene economie, leren studenten het functioneren van
organisaties zowel op een analytische, micro-economische wijze te benaderen, als in
een macro en internationaal economische context te plaatsen. Daarnaast wordt
aandacht besteed aan recht en ICT.
Om extra diepgang betreffende de oorspronkelijke bedrijfseconomische
basisdisciplines te kunnen bereiken, besteedt de opleiding veel aandacht aan
ondersteunende gebieden zoals wiskunde en statistiek. Tevens wordt ruim aandacht
besteed aan het ontwikkelen van academische vaardigheden en een academische
attitude en worden sociaalcommunicatieve vaardigheden aangeleerd.
De opleiding biedt studenten daarnaast de mogelijkheid zich internationaal te
oriënteren. Daartoe bevat het programma een onderdeel Engels. Tevens worden
diverse vakken in het Engels verzorgd. Bij die vakken zitten ook diverse exchange
studenten. Door deze aandacht voor de Engelse taal kunnen studenten ook een
Engelstalige master volgen. Studenten verbreden zich via een minor in een ander
domein dan het economische of kiezen een minor die bedrijfseconomische
verdieping aanbrengt. De minor kan ook in het buitenland worden gedaan.
Om deze doelen te bereiken heeft de opleiding het onderwijs vormgegeven aan de
hand van generieke eindtermen die nader zijn uitgewerkt in meer specifieke
eindtermen.
A Inhoudelijke eindtermen
De afgestudeerde bachelor beschikt over gedegen wetenschappelijke kennis van en inzicht in
het bedrijfseconomisch subdomein en is in staat deze op een zodanige wijze toe te passen dat
dit een professionele benadering van het werk weerspiegelt. Hij10 beschikt over basiskennis
van en inzicht in het algemeen economisch subdomein en vakgebieden die ondersteunend zijn
aan het bedrijfseconomisch subdomein. Hij is in staat de kennis en het inzicht op beide
subdomeinen te gebruiken om relatief eenvoudige vraagstukken op te lossen. Bovendien
beschikt de afgestudeerde bachelor over samenhangende basiskennis van en inzicht in een
domein dat afwijkt van het bedrijfseconomisch en algemeen economisch subdomein en is in
staat deze toe te passen.
10 Daar waar hij staat, dient ook zij gelezen te worden.
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
46
Binnen het bedrijfseconomisch subdomein heeft de afgestudeerde gedegen
wetenschappelijke kennis van en inzicht in de basisdisciplines:
A.1 Organisatiekunde
A.2 Marketing
A.3 Financiering
A.4 Accounting en boekhouden
De afgestudeerde is in staat zijn kennis en inzicht op deze basisdisciplines te
gebruiken voor het oplossen van bedrijfseconomische vraagstukken.
Binnen het bedrijfseconomisch subdomein heeft de afgestudeerde gedegen
wetenschappelijke kennis van en inzicht in onderdelen die:
A.5 bedrijfseconomische verbreding aanbrengen
A.6 bedrijfseconomische verdieping aanbrengen
De afgestudeerde is in staat zijn kennis en inzicht op deze onderdelen te gebruiken
voor het oplossen van bedrijfseconomische vraagstukken.
Binnen het algemeen economisch subdomein heeft de afgestudeerde basiskennis van
en inzicht in de gebieden:
A.7 Micro-economie
A.8 Macro-economie
De afgestudeerde is in staat zijn kennis en inzicht op deze gebieden toe te passen,
voor zover dat relevant is voor bedrijfseconomische vraagstukken.
In de vakgebieden die ondersteunend zijn aan het bedrijfseconomisch subdomein,
heeft de afgestudeerde basiskennis van en inzicht in:
A.9 Wiskunde
A.10 Statistiek
A.11 Recht
De afgestudeerde is in staat zijn kennis en inzicht op deze gebieden te gebruiken om
op de desbetreffende ondersteunende vakgebieden relatief eenvoudige vraagstukken
op te lossen en om deze te gebruiken bij het oplossen van bedrijfseconomische
vraagstukken.
De afgestudeerde heeft kennis van en inzicht in:
A.12 Ict
A.13 Engels
De afgestudeerde is in staat zijn kennis en inzicht op deze onderwerpen daar waar
nodig te gebruiken om de eindtermen van de opleiding te realiseren.
A.14 Door het afronden van een minor heeft de bachelor samenhangende
basiskennis van en inzicht in een domein dat afwijkt van het
bedrijfseconomisch en algemeen economisch subdomein en kan deze
toepassen.
Onderwijs- en Examenregeling bacheloropleidingen FEB
47
B Academische eindtermen
De afgestudeerde bachelor beschikt over kennis van en inzicht in wetenschappelijke methoden
en technieken en over academische vaardigheden en een academische attitude, zodanig dat de
afgestudeerde het (economisch) functioneren van organisaties kan beoordelen en kan bijdragen
aan het goed (economisch) functioneren van organisaties. De afgestudeerde bachelor heeft een
open houding ten aanzien van verschillende wetenschappelijke disciplines die vanuit hun
specifieke invalshoek accenten leggen in de benadering van vraagstukken binnen het domein
van bedrijfseconomie.
B.1 De afgestudeerde is in staat, binnen de kaders van het bedrijfseconomisch
subdomein, wetenschappelijke informatie zoals wetenschappelijke theorieën
of een wetenschappelijk betoog kritisch op waarde te schatten.
B.2 De afgestudeerde is in staat relevante gegevens en informatie te verzamelen,
te analyseren, te interpreteren en te synthetiseren, met als doel om op een
professionele wijze een oordeel te vormen, een argumentatie op te zetten
en/of een advies te geven.
B.3 De afgestudeerde is in staat om wetenschappelijke methoden & technieken,
informatie- en analysetechnieken op het juiste moment en in de juiste context
toe te passen en onderzoek met een routinematig karakter op te zetten en uit
te voeren.
B.4 De afgestudeerde toont een onderzoekende attitude en interesse in het
bedrijfseconomisch subdomein en relevante aanpalende (sub)domeinen.
B.5 De afgestudeerde is in staat vanuit een ethische invalshoek te reflecteren op
wetenschappelijke inzichten, alsmede op het functioneren van organisaties en
de maatschappij.
C Sociaal communicatieve eindtermen
De afgestudeerde bachelor beschikt over sociaal communicatieve vaardigheden die nodig zijn
om zelfstandig en in teamverband te kunnen bijdragen aan het (economisch) goed
functioneren van organisaties.
C.1 De afgestudeerde beschikt over sociaal communicatieve vaardigheden
waarmee hij in staat is om relevante informatie op een logische, overtuigende
en heldere manier te verwoorden, zowel in schrift als mondeling en zowel
voor een publiek bestaande uit specialisten als niet-specialisten.
C.2 De afgestudeerde is in staat zelfstandig, maar ook in teamverband,
oplossingsgericht en planmatig te werken.
C.3 De afgestudeerde kan kritisch reflecteren op eigen en andermans werk om
daar waar nodig is bij te sturen en feedback te geven.
D Studievaardigheden en beroepenoriëntatie
De afgestudeerde bachelor bezit de vaardigheden om te leren en te studeren (leren leren) en de
vaardigheden om te kiezen (leren kiezen) die noodzakelijk zijn om het eigen leerproces te
sturen en om gefundeerde keuzes te maken voor verdieping, verbreding en vervolgstudie. De
afgestudeerde bachelor beschikt tevens over leervaardigheden die nodig zijn om de
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
48
bacheloropleiding binnen een redelijke termijn af te ronden en die noodzakelijk zijn om een
vervolgstudie te doen waarin een hoger niveau van autonomie wordt gevraagd.
D.1 De afgestudeerde beschikt over de noodzakelijke leer- en studievaardigheden
om te kunnen reflecteren op het eigen leerproces (denken en werken) en om
een vervolgstudie te doen waarin een hoger niveau van autonomie wordt
gevraagd.
D.2 De afgestudeerde beschikt over zelfinzicht, inzicht in het beroepsperspectief
en inzicht in de mogelijkheden tot verdieping en/of verbreding en is daardoor
in staat een beargumenteerde keuze te maken voor verdiepende of
verbredende vakken in zijn bacheloropleiding en voor vervolgstappen na de
bacheloropleiding.
Onderwijs- en Examenregeling bacheloropleidingen FEB
49
Bijlage 1.3 BSc Bedrijfskunde
De bacheloropleiding Bedrijfskunde heeft als doel studenten op te leiden die
beschikken over een brede academische basisvorming inzake het functioneren van en
ingrijpen in organisaties. De afgestudeerde bachelor beschikt daartoe over een
wetenschappelijke grondhouding, werkt probleemoplossend en oplossingsgericht,
en heeft kennis van de bedrijfswetenschappelijke disciplines en de belangrijkste
functionele gebieden.
Om deze doelen te bereiken heeft de opleiding het onderwijs vormgegeven aan de
hand van generieke eindtermen die nader zijn uitgewerkt in meer specifieke
eindtermen.
A Disciplinaire inhoudelijke eindtermen
De afgestudeerde bachelor beschikt over kennis van theorieën, modellen en methoden uit de
organisatiekunde en de belangrijkste basis disciplines en functionele gebieden van de
Bedrijfskunde.
A.1 De afgestudeerde bachelor heeft kennis van en inzicht in organisaties,
management, strategie, externe omgeving, klanten, organisatieverandering,
financiën, mensen, processen en informatiesystemen; De afgestudeerde
bachelor kan in het verlengde hiervan inzichten inzetten uit de
organisatiekunde, marketing, economische wetenschappen, bedrijfsrecht,
organisatiepsychologie en de technische wetenschappen;
A.2 De afgestudeerde is in staat bovenstaande kennis in te zetten bij zijn/haar
handelen als bedrijfskundig professional;
A.3 De afgestudeerde bachelor is op de hoogte van recente ontwikkelingen in het
bedrijfskundig vakgebied
B Methodologische eindtermen
De afgestudeerde bachelor heeft kennis van de belangrijkste methoden voor bedrijfskundig
onderzoek en kan deze ook toepassen. Hij is in staat om een op de situatie toegepast onderzoek
op te zetten en uit te voeren. Hierbij kan hij/zij de verschillende stappen van de ontwerpcyclus
toepassen en op basis daarvan een organisatieadvies geven.
B.1 De afgestudeerde beschikt over de vaardigheden om een
organisatievraagstuk te identificeren, af te bakenen, onderzoeksvragen te
formuleren, gegevens te verzamelen, deze te verwerken en op basis van
relevante theorieën te analyseren. In het verlengde hiervan is de
afgestudeerde in staat om op basis van uitgevoerd onderzoek
oplossingsrichtingen te definiëren en conclusies en aanbevelingen te
formuleren.
B.2 De afgestudeerde bachelor is in staat om zowel eigen onderzoek als
onderzoek van anderen kritisch te beoordelen en beschikt over de
vaardigheden om verantwoording af te leggen over gebruikte theorieën,
modellen en methoden.
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
50
C Interdisciplinaire en integratieve eindtermen
De afgestudeerde beschikt over kennis en vaardigheden om te kunnen bepalen met welke
combinatie van theorieën en methoden, organisatievraagstukken beschreven, geanalyseerd en
opgelost kunnen worden.
C.1 De afgestudeerde Bachelor heeft aandacht voor interacties en samenhangen
tussen problemen en beschikt over de vaardigheid om inzichten uit verschillende
relevante kennisgebieden op een integratieve wijze te kunnen toepassen op
organisatievraagstukken.
C.2 De afgestudeerde bachelor is in staat om een concreet bedrijfskundig
vraagstuk te analyseren en kan van hieruit bepalen welke kennis relevant is bij het
beschrijven, analyseren en oplossen van organisatievraagstukken;
D Academische eindtermen
De afgestudeerde beschikt over een grondhouding die van een academicus verwacht mag
worden. Een kritische, onderzoekende en reflecterende houding vormen hierbij de kern. De
afgestudeerde kan eigen werk en dat van anderen dan ook kritisch beoordelen en is in staat om
verantwoording af te leggen over gebruikte theorieën, modellen en methoden. Hij/zij kan
verder logisch en analytisch nadenken en is in staat om hoofd- en bijzaken van elkaar te
onderscheiden. De afgestudeerde staat open voor nieuwe inzichten.
D.1 De afgestudeerde Bachelor is in staat om op een methodologisch
verantwoorde wijze, zelfstandig onderzoek te doen. De afgestudeerde bachelor is
verder is staat om te reflecteren op eigen handelen om van hieruit het eigen
leerproces vorm en inhoud te geven.
D.2 De afgestudeerde Bachelor beschikt over een kritische grondhouding, is in
staat om op een gestructureerde wijze analyses uit te voeren, en op een juiste wijze
verbanden te trekken.
E Sociaal communicatieve eindtermen
De afgestudeerde is in staat om effectief samen te werken en te communiceren. De
afgestudeerde bachelor beschikt daartoe over een mix van academische, professionele en sociaal
communicatieve vaardigheden waardoor hij/zij in staat is op een professionele wijze te
participeren in organisatie(veranderings)processen.
E.1 De afgestudeerde bachelor heeft het vermogen om effectief te communiceren
en is in staat om in groepsverband te opereren om complexe
organisatievraagstukken op te lossen
E.2 De afgestudeerde kan in taak- en doelgerichte (project)groepen meewerken
en hier ook leiding aan geven. Hij/zij kan verder effectief vergaderen en
notuleren. Ook het plannen, omschrijven en toedelen van taken en het
bewaken van de voortgang en uitvoering van taken behoort tot de
competenties van de bachelor.
Onderwijs- en Examenregeling bacheloropleidingen FEB
51
E.3 De afgestudeerde is taalvaardig en in staat een duidelijke mondelinge
presentatie te verzorgen. Argumenteren, discussiëren en duidelijk
beantwoorden van vragen behoort eveneens tot zijn/haar competenties. Ook
kan de afgestudeerde op een heldere wijze schriftelijk verslag doen van een
bedrijfskundig onderzoek.
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
52
Bijlage 1.4 BSc Business Administration – profiel International Business and
Management
De bacheloropleiding Business Administration – profiel International Business and
Management is een interdisciplinaire academische opleiding die met name is gericht
op praktische zaken. De opleiding heeft als doel studenten op te leiden met een
solide academische basis op het gebied van het functioneren van en interveniëren in
organisaties in diverse landen en culturen. De afgestudeerde bachelor is in staat om
algemeen bedrijfsmanagement te combineren met de internationale context van de
organisatie waarin hij/zij werkzaam is. Hij/zij heeft kennis van en inzicht in algemene
bedrijfskunde en management, de belangrijkste gebieden van internationale
bedrijfskunde en management en onderzoeksmethodologie. Hij/zij is in staat een
interdisciplinaire en geïntegreerde benadering te gebruiken bij het definiëren,
analyseren en oplossen van problemen in multinationale organisaties. De
afgestudeerde bachelor is bovendien in staat onderzoek uit te voeren dat voldoet aan
de wetenschappelijke normen binnen het managementveld en de wetenschap. Hij/zij
beschikt over brede taal- en communicatievaardigheden waarmee hij/zij in staat is in
een internationale context te functioneren.
De doelen van de opleiding BA – International Business and Management zijn
vertaald in de volgende eindtermen of kwalificaties:
A. Algemeen management en internationale bedrijfskunde
A.1 De afgestudeerde bachelor heeft op halfgevorderd niveau kennis van en
inzicht in theorieën, modellen en methoden op het gebied van algemeen
management en is in staat deze toe te passen teneinde praktische problemen
in nationale en internationale bedrijfskundige situaties te analyseren en op te
lossen.
A.2 De afgestudeerde bachelor heeft op halfgevorderd niveau kennis van en
inzicht in theorieën, modellen en methoden op het gebied van internationale
bedrijfskunde en management en is in staat deze toe te passen teneinde
praktische problemen in internationale bedrijfskundige situaties te analyseren
en op te lossen.
B. Methodologische eindtermen
B.1 De afgestudeerde bachelor beschikt over kennis van de algemene methoden
van bedrijfskundig onderzoek en is in staat deze in een internationale context
toe te passen.
B.2 De afgestudeerde bachelor beschikt over kennis van kwantitatieve en
kwalitatieve methoden en is in staat deze in een internationale context toe te
passen.
B.3 De afgestudeerde bachelor is in staat onder begeleiding routinematig
onderzoek op te zetten en uit te voeren dat past in de specifieke nationale en
culturele setting, daarbij van de diverse stappen in de onderzoekscyclus
doorlopend, en op basis hiervan organisatorische aanbevelingen te doen.
Onderwijs- en Examenregeling bacheloropleidingen FEB
53
C. Interdisciplinaire en integratieve eindtermen
C.1 De afgestudeerde bachelor heeft kennis van en inzicht in de aard, variatie en
ontwikkeling van de theorie en praktijk van het besturen van internationale
bedrijven, met inbegrip van de managementproblemen die komen kijken bij
het ontwikkelen van internationale strategieën en het beheren van de
werkzaamheden van bedrijven waarvan de activiteiten zich over de
landsgrenzen uitstrekken.
C.2 De afgestudeerde bachelor is in staat te beslissen welke kennis relevant is
voor het definiëren, diagnosticeren en oplossen van problemen in
multinationals, daarbij in het bijzonder lettend op de mogelijke interacties en
relaties tussen problemen.
D. Eindtermen op het gebied van kritisch denken
D.1 De afgestudeerde bachelor beschikt over cognitieve vaardigheden met
betrekking tot kritisch denken, analyse en synthese. De afgestudeerde
bachelor is in staat logisch en analytisch na te denken en een onderscheid te
maken tussen essentiële en niet-essentiële zaken.
D.2 De afgestudeerde bachelor beschikt over een kritische, onderzoekende en
reflecterende houding. Hij/zij is in staat zich een kritisch oordeel te vormen
over het eigen werk en dat van anderen en de gebruikte theorieën, modellen
en methoden te verantwoorden.
E. Sociaalcommunicatieve eindtermen
E.1 De afgestudeerde bachelor is in staat met anderen samen te werken en
effectief te communiceren in internationale en multiculturele
werkomgevingen. Hij/zij is in staat in een cultureel diverse doelgerichte
projectgroep te werken en effectief te vergaderen en notuleren.
E.2 De afgestudeerde bachelor is in staat taken te definiëren, plannen en toe te
wijzen en de voortgang en implementatie ervan te bewaken.
E.3 De afgestudeerde bachelor heeft een uitstekende beheersing van het Engels
en consultatiekennis van een tweede taal. Hij/zij is bovendien in staat een
duidelijke mondelinge presentatie te houden en hierbij rekening te houden
met cultuurverschillen.
E.4 De afgestudeerde bachelor is in staat inzichtelijke argumenten te formuleren
en vragen te bespreken en duidelijk te beantwoorden.
E.5 De afgestudeerde bachelor is in staat een inzichtelijk verslag te schrijven.
F. Studievaardigheden en carrièrebegeleiding
F.1 De afgestudeerde bachelor beschikt over de benodigde leervaardigheden en
‘feeling’ om te kunnen reflecteren op zijn/haar eigen leerproces en om zich
met een hogere graad van autonomie verder te ontwikkelen.
F.2 De afgestudeerde bachelor is zich bewust van de kenmerken van het
mogelijke toekomstige beroep en de carrièremogelijkheden en kan een juiste
keuze maken met betrekking tot verdiepende dan wel verbredende vakken
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
54
tijdens de Bacheloropleiding IB&M en met betrekking tot het vervolg van zijn
of haar carrière in de wetenschap of elders na het afstuderen
Onderwijs- en Examenregeling bacheloropleidingen FEB
55
Bijlage 1.5 Econometrics and Operations Research
Het doel van de bacheloropleiding Econometrics and Operations Research (EOR) is
om studenten te leren wiskundige modellen binnen de economie en bedrijfskunde op
wetenschappelijk niveau toe te passen en om economische vraagstukken met behulp
van de juiste software te analyseren via een combinatie van wiskunde, economie en
statistiek. Het ontwikkelen van zowel een onderzoeksgeoriënteerde instelling als
kennis van de belangrijkste modellen binnen EOR, actuariaat en wiskundige
economie speelt de hoofdrol, samen met het leren omzetten van verkregen
modeluitkomsten in voor het vakgebied relevante resultaten. Afgestudeerden van de
opleiding EOR zijn in staat wiskundige modellen toe te passen om economische en
bedrijfskundige beslissingen te ondersteunen in een bedrijfs- of overheidscontext. De
opleiding stelt zich verder ten doel om studenten de juiste basiskennis in de
wiskunde en statistiek mee te geven en hen de communicatievaardigheden aan te
leren om wiskundige of kwantitatieve resultaten over te brengen op anderen.
De doelen van de bacheloropleiding EOR zijn vertaald in de volgende eindtermen of
kwalificaties:
A Inhoudelijke eindtermen (kennis, inzicht en de toepassing hiervan)
De afgestudeerde bachelor Econometrics and Operations Research beschikt over
wetenschappelijke kennis van en inzicht in de belangrijkste modellen, methoden,
technieken en theorieën die op dit moment worden gebruikt binnen de belangrijkste
vakgebieden:
A.1 actuariaat
A.2 econometrie
A.3 wiskundige economie
A.4 operationele research
op halfgevorderd niveau. De afgestudeerde bachelor kan kennis en inzicht op deze
gebieden toepassen om praktische problemen in bijvoorbeeld de economie of
bedrijfskunde te modelleren, analyseren en op te lossen.
De afgestudeerde bachelor heeft wetenschappelijke basiskennis en inzicht op het
gebied van:
A.5 micro- en macro-economie
A.6 marketing en financiën
met name waar bruikbaar in een modellerende aanpak. De afgestudeerde bachelor
kan kennis van en inzicht in deze vakgebieden toepassen om praktische problemen
op te lossen.
De afgestudeerde bachelor heeft grondige kennis van en inzicht in:
A.7 wiskunde
A.8 statistiek
A.9 programmeren
waar nodig voor de hoofdgebieden. De afgestudeerde bachelor kan kennis en inzicht
op de vakgebieden A1-A6 gebruiken om praktische problemen op te lossen.
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
56
A.10 De afgestudeerde bachelor heeft inzicht in de verhoudingen tussen de
bovengenoemde onderwerpen.
A.11 De afgestudeerde bachelor kan de toepassing van theorieën en modellen
binnen het kennisgebied kritisch beoordelen.
B Wetenschappelijke eindtermen
Binnen de hoofdgebieden van de opleiding kan de afgestudeerde bachelor:
B.1 wetenschappelijke informatie zoals theorieën of betogen kritisch beoordelen;
B.2 een praktisch probleem vertalen naar vragen in de vorm van een wiskundig
model;
B.3 relevante kwantitatieve gegevens verzamelen;
B.4 de uitslagen van een wiskundig model vertalen naar antwoorden met
betrekking tot het oorspronkelijke praktische probleem;
B.5 de toepasselijke wetenschappelijke methoden en technieken, wiskunde,
economie, statistiek en software toepassen;
B.6 onder begeleiding routinematig onderzoek uitvoeren;
B.7 verslagen en artikelen in het Engels schrijven en presenteren;
B.8 reflecteren op wetenschappelijke theorieën, economische of maatschappelijke
verschijnselen en op het functioneren van organisaties vanuit een ethische
invalshoek.
B.9 De afgestudeerde bachelor heeft een onderzoekende instelling met betrekking
tot de inhoud en ontwikkeling van de vakgebieden en gerelateerde
kennisdomeinen.
C Sociaalcommunicatieve eindtermen
De afgestudeerde bachelor is in staat:
C.1 in teamverband te werken. Hij/zij heeft met name de sociale vaardigheden
om over zijn/haar werk te communiceren met collega’s uit de eigen en andere
disciplines;
C.2 de redeneerwijzen en begrippen van het centrale vakgebied logisch en helder
te uiten op zowel schriftelijke als mondelinge wijze;
C.3 kritisch te reflecteren op zijn/haar eigen en andermans werk, met aandacht
voor zowel logische samenhang als praktische relevantie. Bovendien is hij/zij
in staat aanpassingen aan te brengen en feedback te geven.
D Studievaardigheden en carrièrebegeleiding
D.1 De afgestudeerde bachelor heeft de benodigde leer- en studievaardigheden
om te kunnen reflecteren op zijn/haar eigen leerproces en om meer autonoom
verder te studeren.
D.2 De afgestudeerde bachelor heeft zelfinzicht en is zich bewust van de
kenmerken van het beroep en de carrièremogelijkheden. Hij/zij kan een goed
onderbouwde keuze maken uit verdiepende of verbredende vakken uit de
Onderwijs- en Examenregeling bacheloropleidingen FEB
57
bacheloropleiding en goed beslissen welke stappen na de bachelor te
ondernemen.
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
58
Bijlage 1.6 BSc Economics and Business Economics
De bacheloropleiding Economics and Business Economics heeft als doel het bieden
van een internationaal georiënteerde, solide academische opleiding. Hierbij worden
inzichten uit de (internationale) economie en (internationale) bedrijfskunde
gecombineerd, wordt gewerkt vanuit een multiculturele basis en wordt een
gevorderde Engelse taalbeheersing bereikt. Het wetenschappelijke domein van de
bacheloropleiding bestaat uit zowel (internationale) economische theorie en beleid
als de verwante theorieën van (internationale) instellingen en multinational
enterprise (MNE). Tijdens hun bacheloropleiding kiezen studenten een specialisatie:
Economie of International Economics & Business. Bovendien vergaren studenten
voldoende kennis van en inzicht in de relevante onderzoeksmethoden en leren zij de
resultaten, analyses en diagnoses over te brengen door middel van presentaties en
verslagen.
Om deze doelen te bereiken, worden voor studenten specifieke eindtermen
gedefinieerd.
A Inhoudelijke eindtermen (kennis, inzicht en de toepassing hiervan)
De afgestudeerde bachelor (beide specialisaties) beschikt over halfgevorderde
wetenschappelijke kennis van en inzicht in de belangrijkste modellen, methoden, technieken
en theorieën die op dit moment worden gebruikt binnen de belangrijkste vakgebieden:
A.1 Micro-economie, Industriële Organisatie
A.2 Internationale Economie
A.3 Ondernemingsfinanciering, Financiële Markten, Instellingen en Diensten
Bovendien beschikt de afgestudeerde bachelor met de specialisatie Economics over
gevorderde wetenschappelijke kennis van en inzicht in de belangrijkste modellen,
methoden, technieken en theorieën die op dit moment worden gebruikt binnen de
belangrijkste vakgebieden:
A.4 Macro-economie, Micro-economie, Monetaire Economie
A.5 Economie van de Publieke Sector, Politieke Economie
De afgestudeerde bachelor E&BE is ook in staat zijn/haar verkregen kennis en inzicht
op deze gebieden toe te passen bij het analyseren en oplossen van praktische
economische problemen.
De afgestudeerde bachelor met de specialisatie International Economics & Business
beschikt over gevorderde wetenschappelijke kennis van en inzicht in de belangrijkste
modellen, methoden, technieken en theorieën die op dit moment worden gebruikt
binnen de belangrijkste vakgebieden:
A.6 Internationale Bedrijfskunde, (Internationale) Bedrijfskundige Strategie
A.7 Internationale Economie, Internationale Economische Ontwikkeling
De afgestudeerde bachelor E&BE is ook in staat zijn/haar verkregen kennis en inzicht
op deze gebieden toe te passen bij het analyseren en oplossen van praktische
problemen met betrekking tot internationale economie en bedrijfskunde.
Onderwijs- en Examenregeling bacheloropleidingen FEB
59
De afgestudeerde bachelor (beide specialisaties) heeft wetenschappelijke basiskennis
en -inzicht op het gebied van:
A.8 de kernvakken uit de andere specialisatie;
A.9 Bedrijfskunde, Marketing en Financiële Accounting.
De afgestudeerde bachelor heeft de benodigde kennis en inzicht op het gebied van:
A.10 Kwantitatieve methoden (Wiskunde, Statistiek, Econometrie);
A.11 Onderzoeksmethoden.
A.12 De afgestudeerde bachelor heeft inzicht in de verhoudingen tussen de
bovengenoemde onderwerpen.
A.13 Door een minor te volgen heeft de afgestudeerde bachelor E&BE
samenhangende kennis en inzicht verkregen binnen een vakgebied dat
verschilt van E&BE maar tegelijk het inzicht hierin vergroot.
A.14 De afgestudeerde bachelor E&BE heeft een goede beheersing van het Engels
(zowel mondeling als schriftelijk) en is in staat deze vaardigheid in te zetten
binnen een academische vervolgstudie of in een (internationale)
werkomgeving, bijvoorbeeld in een internationaal opererende commerciële
organisatie (MNE) of in een (non-) gouvernementele organisatie.
B Wetenschappelijke eindtermen
Binnen het vakgebied van Economics and Business kan de afgestudeerde master:
B.1 de toepassing van theorieën en onderzoeksmethoden binnen de vakgebieden
van E&BE kritisch beoordelen;
B.2 relevante kwantitatieve en kwalitatieve gegevens verzamelen, deze gegevens
analyseren, interpreteren en synthetiseren en onder begeleiding routinematig
onderzoek uitvoeren met als doel het vormen van een mening, het
presenteren van een theoretisch correct betoog, het komen tot een oplossing
of het geven van advies;
B.3 met gebruik van wiskunde, economie, statistiek en toegepaste informatica
wetenschappelijke methoden en technieken met het oog op de context op de
juiste manier toepassen en onder begeleiding routinematig onderzoek
uitvoeren;
B.4 verslagen en artikelen in het Engels schrijven en presenteren;
B.5 reflecteren op nieuwe en opkomende wetenschappelijke theorieën,
economische of maatschappelijke verschijnselen en op het functioneren van
organisaties vanuit een ethische invalshoek;
B.6 een onderzoekende attitude vertonen met betrekking tot de inhoud en
ontwikkeling van E&BE en gerelateerde kennisdomeinen.
C Sociaalcommunicatieve eindtermen
C.1 De afgestudeerde bachelor E&BE beschikt over sociaalcommunicatieve
vaardigheden om zelf de redeneerwijzen en begrippen van de centrale
discipline zowel schriftelijk als mondeling logisch en helder te verwoorden.
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
60
C.2 De afgestudeerde bachelor kan zowel onafhankelijk als binnen een team op
een gerichte en systematisch manier naar een oplossing toewerken.
C.3 De afgestudeerde bachelor kan kritisch reflecteren op eigen werk en dat van
anderen, waarbij gelet wordt op zowel logische samenhang als economische
relevantie, en is in staat waar nodig feedback en correcties te geven en te
ontvangen.
C.4 Met betrekking tot de specialisatie IE&B heeft de afgestudeerde bachelor
E&BE de benodigde analytische en sociale vaardigheden om te kunnen
functioneren in een internationaal en multidisciplinair team, om zijn/haar
specifieke kennis te combineren met die van anderen en om deze kennis te
gebruiken om problemen op te lossen.
C.5 Met betrekking tot de specialisatie IE&B is de afgestudeerde bachelor E&EB
in staat om in een multiculturele omgeving te kunnen samenwerken en
daarbij rekening te houden met verschillen in tradities, gewoonten en
attitudes bij het functioneren van een organisatie alsmede in de relatie tussen
de organisatie en haar omgeving.
D Studievaardigheden en carrièrebegeleiding
D.1 De afgestudeerde bachelor E&BE beschikt over de benodigde
leervaardigheden en ‘feeling’ om te kunnen reflecteren op zijn/haar eigen
leerproces en om zich met een hogere graad van autonomie verder te
ontwikkelen.
D.2 De afgestudeerde bachelor is zich bewust van de kenmerken van het
mogelijke toekomstige beroep en de carrièremogelijkheden en kan een juiste
keuze maken met betrekking tot verdiepende dan wel verbredende vakken
tijdens de bacheloropleiding E&EB en met betrekking tot het vervolg van zijn
of haar carrière in de wetenschap of elders na het afstuderen.
Onderwijs- en Examenregeling bacheloropleidingen FEB
61
Bijlage 1.7 BSc Fiscale Economie
Fiscaal economen houden zich bezig met de invloed van belastingheffing op het
handelen van natuurlijke personen en rechtspersonen, zowel vanuit het perspectief
van die personen als van dat van de overheid. De bacheloropleiding Fiscale
Economie (BSc FE) richt zich op het doen verwerven van gedegen wetenschappelijke
kennis, niet alleen op het gebied van de belastingheffing, maar ook op dat van de
algemene economie (met nadruk op de welvaartstheoretische aspecten en de
openbare financiën) en bedrijfseconomie (met nadruk op fiscaal comptabele
verantwoording, accounting en financiering). Ter ondersteuning worden daarnaast
wiskunde, statistiek, financiële rekenkunde, vermogensrecht, bestuursrecht,
ondernemingsrecht en erfrecht gegeven. Doel is studenten te leren hoe
belastingheffing het gedrag van natuurlijke personen en organisaties beïnvloedt,
alsmede op welke wijze een efficiënte en effectieve belastingwetgeving kan worden
vormgegeven. Door globalisering en europeanisering wordt de belastingwetgeving
in toenemende mate beïnvloed door internationale en Europese regelgeving. Hier
wordt in de opleiding dan ook nadrukkelijk aandacht aan besteed.
De bacheloropleiding Fiscale Economie is een beroepsgerichte opleiding en van de
fiscaal econoom (afgestudeerde bachelor) wordt verwacht dat hij in staat is
praktijkproblemen van fiscale aard op te lossen. Daarbij is ruim aandacht voor de
problematiek van organisaties, in de bachelorfase met name die in het midden- en
kleinbedrijf (MKB). Voor het aankweken van een wetenschappelijke attitude is
daarnaast volop aandacht voor wetssystematiek en wijze van rechtsvinding en
methoden van economisch onderzoek.
Om deze doelen te bereiken heeft de opleiding het onderwijs vormgegeven aan de
hand van generieke eindtermen die nader zijn uitgewerkt in meer specifieke
eindtermen.
A Inhoudelijke eindtermen
De afgestudeerde bachelor beschikt over gedegen wetenschappelijke kennis van en inzicht in
de domeinen van het belastingrecht, de algemene economie en de bedrijfseconomie en is in
staat deze op een zodanige wijze toe te passen dat dit een professionele benadering van het
werk of beroep weerspiegelt. Kennis en inzicht bestaat eruit dat de afgestudeerde bachelor de
belangrijkste theorieën, modellen en kaders binnen de domeinen begrijpt en kan toepassen bij
het analyseren van bedrijfssituaties en wetgeving. Tevens kan de afgestudeerde bachelor
enigszins complexe fiscale vraagstukken oplossen betreffende natuurlijke personen en midden-
en kleinbedrijf.
Bovendien beschikt de afgestudeerde bachelor over samenhangende basiskennis van en inzicht
in de subdomeinen die het fiscaal economische subdomein ondersteunen en is hij of zij in staat
deze toe te passen.
Binnen het bedrijfseconomisch subdomein heeft de afgestudeerde gedegen
wetenschappelijke kennis van en inzicht in de gebieden:
A.1 Organisatiekunde
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
62
A.2 Marketing
A.3 Financiering
A.4 Accounting en Boekhouden
De afgestudeerde is tevens in staat zijn kennis en inzicht op deze gebieden te
gebruiken voor het oplossen van fiscale vraagstukken.
Binnen het algemeen economisch subdomein heeft de afgestudeerde gedegen
wetenschappelijke kennis van en inzicht in de gebieden:
A.5 Micro-economie
A.6 Macro-economie
De afgestudeerde is tevens in staat zijn kennis en inzicht op deze gebieden te
gebruiken voor het oplossen van fiscale vraagstukken.
Binnen het subdomein van het belastingrecht heeft de afgestudeerde gedegen
wetenschappelijke kennis van en inzicht in de gebieden:
A.7 Nationaal belastingrecht
A.8 Internationaal belastingrecht
A.9 Europees belastingrecht
A.10 Fiscaal Comptabele verantwoording
De afgestudeerde is tevens in staat zijn kennis en inzicht op deze gebieden toe te
passen, bij het oplossen van fiscale vraagstukken.
In de vakgebieden die ondersteunend zijn aan het fiscale domein, heeft de
afgestudeerde basiskennis van en inzicht in:
A.11 Wiskunde
A.12 Statistiek
A.13 Financiële rekenkunde
A.14 Recht (ondernemingsrecht en vermogensrecht)
De afgestudeerde is tevens in staat zijn kennis en inzicht op deze gebieden te
gebruiken om op de desbetreffende ondersteunende vakgebieden relatief
eenvoudige vraagstukken op te lossen en om deze te gebruiken bij het oplossen van
fiscale vraagstukken.
B Academische eindtermen
De afgestudeerde bachelor beschikt over kennis van en inzicht in wetenschappelijke methoden
en technieken en over academische vaardigheden en een academische attitude, zodanig dat de
afgestudeerde fiscale regelgeving en het fiscaal functioneren van organisaties in met name het
midden- en kleinbedrijf en van natuurlijke personen kan beoordelen, in staat is
praktijkproblemen op te lossen en kan bijdragen aan het goed fiscaal functioneren van dit type
organisaties en personen. De afgestudeerde bachelor heeft een open houding ten aanzien van
verschillende wetenschappelijke disciplines die vanuit hun specifieke invalshoek accenten
leggen in de benadering van vraagstukken binnen het domein van de fiscale economie.
Onderwijs- en Examenregeling bacheloropleidingen FEB
63
B.1 De afgestudeerde is in staat binnen de kaders van het fiscaal economische
domein wetenschappelijke informatie zoals wetenschappelijke theorieën of
een wetenschappelijk betoog kritisch op waarde te schatten.
B.2 De afgestudeerde is in staat relevante gegevens en informatie te verzamelen,
te analyseren, te interpreteren en te synthetiseren, met als doel een oordeel te
vormen, een argumentatie op te zetten en/of een passende oplossing te
ontwerpen.
B.3 De afgestudeerde is in staat om wetenschappelijke methoden & technieken,
informatie- en analysetechnieken op het juiste moment en in de juiste context
toe te passen en routinematig onderzoek op te zetten en uit te voeren.
B.4 De afgestudeerde toont een onderzoekende attitude en interesse in het fiscaal
economisch vakgebied en relevante aanpalende vakgebieden.
B.5 De afgestudeerde is in staat vanuit een ethische invalshoek te reflecteren op
wetenschappelijke inzichten, regelgeving, alsmede op het fiscaal economisch
functioneren van organisaties, in het bijzonder in het midden- en kleinbedrijf.
C Sociaal communicatieve eindtermen
De afgestudeerde bachelor beschikt over sociaal communicatieve vaardigheden die nodig zijn
om zelfstandig en in teamverband te kunnen bijdragen aan het uitvoeren van onderzoek en
het oplossen van fiscale problemen ten behoeve van het fiscaal goed laten functioneren van
organisaties, met name in het MKB.
C.1 De afgestudeerde beschikt over sociaal communicatieve en
planningsvaardigheden waarmee hij in staat is om relevante informatie op
een logische, overtuigende en heldere manier te verwoorden, zowel in schrift
als mondeling.
C.2 De afgestudeerde is in staat zelfstandig, maar ook in teamverband,
oplossingsgericht en planmatig te werken.
C.3 De afgestudeerde kan kritisch reflecteren op eigen en andermans werk om
daar waar nodig is bij te sturen en feedback te geven.
D Studievaardigheden en beroepenoriëntatie
De afgestudeerde bachelor bezit de vaardigheden om te leren en te studeren (leren leren) en de
vaardigheden om te kiezen (leren kiezen) die noodzakelijk zijn om het eigen leerproces te
sturen en om gefundeerde keuzes te maken voor verdieping, verbreding en vervolgactiviteiten
na de bachelorstudie. De afgestudeerde bachelor beschikt tevens over leervaardigheden die
nodig zijn om de bacheloropleiding binnen een redelijke termijn af te ronden en die
noodzakelijk zijn om een vervolgstudie te doen, waarin een hoger niveau van autonomie
wordt gevraagd.
D.1 De afgestudeerde beschikt over de noodzakelijke leer- en studievaardigheden
om te kunnen reflecteren op het eigen leerproces (denken en werken) en om
een vervolgstudie te doen waarin een hoger niveau van autonomie wordt
gevraagd.
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
64
D.2 De afgestudeerde beschikt over zelfinzicht, inzicht in het beroepsperspectief
en inzicht in de mogelijkheden tot verdieping en/of verbreding en is daardoor
in staat een beargumenteerde keuze te maken voor verdiepende of
verbredende vakken in zijn bacheloropleiding en voor vervolgstappen na de
bacheloropleiding.
Onderwijs- en Examenregeling bacheloropleidingen FEB
65
Bijlage 1.8 BSc Technologiemanagement
Het doel van de bacheloropleiding Technologiemanagement is om studenten op te
leiden die in staat zijn een complex bedrijfsprobleem waar techniek een belangrijke
rol speelt te analyseren, in teamverband op te lossen en oplossingen te ontwikkelen.
Hiervoor dient de student te beschikken over wetenschappelijke kennis en
vaardigheden op het gebied van bedrijfskunde en technologie, en over een
academische attitude.
Om deze doelen te bereiken heeft de opleiding het onderwijs vormgegeven aan de
hand van generieke eindtermen die nader zijn uitgewerkt in meer specifieke
eindtermen.
A. Onderzoeksmethodologie & basiswetenschappen
De afgestudeerde is in staat ontwerpgericht wetenschappelijk onderzoek te verrichten en
beschikt over de daarvoor benodigde kennis en vaardigheden vanuit de basiswetenschappen.
A.1 De afgestudeerde heeft kennis en vaardigheden op het gebied van
basiswetenschappen als Wiskunde, Operations Research, Programmeren en
Statistiek.
A.2 De afgestudeerde is in staat ontwerpgericht wetenschappelijk onderzoek te
verrichten.
B. Bedrijfswetenschappen
De afgestudeerde heeft kennis en inzicht in de bedrijfskundige disciplines en beschikt over
vaardigheid om de rol van technologie en organisatie rondom het primaire proces te
herontwerpen.
Context: De afgestudeerde heeft kennis en inzicht in bedrijfskundige disciplines die
een belangrijke contextrol kunnen spelen in de beroepspraktijk van de
technologiemanager. Deze disciplines betreffen:
B.1 organizational behaviour
B.2 marketing
B.3 organisatiekunde (incl. systeemleer)
B.4 bedrijfseconomie
B.5 bedrijfsrecht
Kern: De afgestudeerde heeft kennis, inzicht en vaardigheid in de bedrijfskundige
disciplines die zich richten op het primaire proces. Deze disciplines betreffen:
B.6 inrichting, besturing en verbetering van voortbrengingsprocessen, zowel
binnen bedrijven (operations) als over bedrijven heen (supply chains)
B.7 organisatie van daaraan gerelateerde financiële processen
B.8 arbeidsorganisatie
B.9 innovatiemanagement
B.10 informatiemanagement
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
66
B.11 Integratie: De afgestudeerde beschikt over vaardigheid om de rol van
technologie en organisatie in het primaire proces te herontwerpen.
C. Technische wetenschappen
De afgestudeerde is vertrouwd met door ingenieurs gebruikte technische denkkaders en
ontwerpprincipes.
C.1 De afgestudeerde is op inleidend niveau geïnformeerd over het
begrippenkader en de methoden die ingenieurs gebruiken op technologisch
gebied.
De afgestudeerde is vertrouwd met ontwerpprincipes in één van de volgende
technische gebieden:
C.2 discrete technologie
C.3 informatietechnologie
C.4 procestechnologie
D. Communicatieve/managementvaardigheden
De afgestudeerde beschikt over communicatieve en managementvaardigheden en kan
samenwerken in teamverband.
D.1 De afgestudeerde beschikt over essentiële communicatieve
managementvaardigheden, zoals effectieve mondelinge en schriftelijke
communicatie, effectief plannen, ethisch handelen, kunnen luisteren,
onderhandelen en overtuigen.
D.2 De afgestudeerde is geoefend in het samenwerken in teamverband en kan
bijdragen aan teamvorming.
E. Academische attitude
De afgestudeerde beschikt over een voor een academische beroepsuitoefening benodigde
grondhouding.
E.1 De afgestudeerde heeft de attitude om te blijven leren.
E.2 De afgestudeerde heeft een open, maar tegelijk kritische houding ten opzichte
van nieuwe ideeën en ontwikkelingen.
E.3 De afgestudeerde heeft de attitude om mensen positief te benaderen.
Onderwijs- en Examenregeling bacheloropleidingen FEB
67
Bijlage 2. Propedeutische fase van de opleidingen
V = Verplicht; K = Keuze; KG = Keuzegroep. ** = Vak kan ook buiten de aangegeven
periode gevolgd worden; raadpleeg de vakbeschrijving in Ocasys.
Bijlage 2.1 Propedeuse BSc Accountancy en Controlling
De propedeutische fase van de bacheloropleiding Accountancy en Controlling omvat
de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC:
Opleiding: BSc Accountancy & Controlling/A&C
Studiejaar: 1
Profiel: basisprogramma BSc A&C
sem vaknaam vakcode EC V/K taal
1.1 Micro-economie I BE/FE/A&C EBP820B05 5 V NL
1.1 Organisatieontwerp EBP814B05 5 V NL
1.1 Wiskunde I BE/FE/A&C EBP831B05 5 V NL
1.2 Macro-economie I BE/FE/A&C EBP813A05 5 V NL
1.2 Marketing I BE/FE/A&C EBP816A05 5 V NL
1.2 Statistiek I BE/FE/A&C EBP824B05 5 V NL
2.1 Financial Accounting I BE/FE/A&C EBP803A05 5 V NL
2.1 Juridische grondslagen BE/FE/A&C EBP004B05 5 V NL
2.1 Operations Management BE/FE/A&C EBP005B05 5 V NL
2.2 Boekhouden BE/FE/A&C EBP001B05 5 V NL
2.2 Financiering I BE/FE/A&C EBP805A05 5 V NL
2.2 Internationale Economie I BE/A&C EBP811A05 5 V NL
Opleiding: BSc Accountancy & Controlling/A&C
Studiejaar: 1
Profiel: via propedeuse Bedrijfskunde
sem vaknaam vakcode EC V/K taal
1.1 Fundamenten van Operations EBP611B05 5 V NL
1.1 Gedrag in organisaties EBP607A05 5 V NL
1.1 Introductie in de Bedrijfskunde EBP620B05 5 V NL
1.2 Bedrijfseconomie EBP602A05 5 V NL
1.2 Organisatiekunde EBP619B05 5 V NL
1.2 Statistiek Bedrijfskunde EBP624A05 5 V NL
2.1 Informatiesystemen EBP669B05 5 V NL
2.1 Onderzoeksmethoden I Bedrijfskunde EBP616A05 5 V NL
2.1 Organisatie en managementtheorie EBP626B05 5 V NL
2.2 Boekhouden Bedrijfskunde EBP668B02 2 V NL
2.2 Economische grondslagen EBP614A05 5 V NL
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
68
2.2 Juridische grondslagen Bedrijfskunde EBP613A04 4 V NL
2.2 Onderzoeksmethoden II Bedrijfskunde EBP625A04 4 V NL
Bijlage 2.2 Propedeuse BSc Bedrijfseconomie
De propedeutische fase van de bacheloropleiding Bedrijfseconomie omvat de
volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC:
Opleiding: BSc Bedrijfseconomie/BE
Studiejaar: 1
Profiel: basisprogramma BSc BE
sem vaknaam vakcode EC V/K taal
1.1 Micro-economie I BE/FE/A&C EBP820B05 5 V NL
1.1 Organisatieontwerp EBP814B05 5 V NL
1.1 Wiskunde I BE/FE/A&C EBP831B05 5 V NL
1.2 Macro-economie I BE/FE/A&C EBP813A05 5 V NL
1.2 Marketing I BE/FE/A&C EBP816A05 5 V NL
1.2 Statistiek I BE/FE/A&C EBP824B05 5 V NL
2.1 Financial Accounting I BE/FE/A&C EBP803A05 5 V NL
2.1 Juridische grondslagen BE/FE/A&C EBP004B05 5 V NL
2.1 Operations Management BE/FE/A&C EBP005B05 5 V NL
2.2 Boekhouden BE/FE/A&C EBP001B05 5 V NL
2.2 Financiering I BE/FE/A&C EBP805A05 5 V NL
2.2 Internationale Economie I BE/A&C EBP811A05 5 V NL
Bijlage 2.3 Propedeuse BSc Bedrijfskunde
De propedeutische fase van de bacheloropleiding Bedrijfskunde omvat de volgende
onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC:
Opleiding: BSc Bedrijfskunde/Bdk
Studiejaar: 1
Profiel: basisprogramma BSc Bdk
sem vaknaam vakcode EC V/K taal
1.1 Fundamenten van Operations EBP611B05 5 V NL
1.1 Gedrag in organisaties EBP607A05 5 V NL
1.1 Introductie in de Bedrijfskunde EBP620B05 5 V NL
1.2 Bedrijfseconomie EBP602A05 5 V NL
1.2 Organisatiekunde EBP619B05 5 V NL
1.2 Statistiek Bedrijfskunde EBP624A05 5 V NL
2.1 Informatiesystemen EBP669B05 5 V NL
2.1 Onderzoeksmethoden I Bedrijfskunde EBP616A05 5 V NL
2.1 Organisatie en managementtheorie EBP626B05 5 V NL
2.2 Boekhouden Bedrijfskunde EBP668B02 2 V NL
Onderwijs- en Examenregeling bacheloropleidingen FEB
69
2.2 Economische grondslagen EBP614A05 5 V NL
2.2 Juridische grondslagen Bedrijfskunde EBP613A04 4 V NL
2.2 Onderzoeksmethoden II Bedrijfskunde EBP625A04 4 V NL
Bijlage 2.4 Propedeuse BSc Business Administration – International Business
and Management
De propedeutische fase van de bacheloropleiding Business Administration –
International Business and Management omvat de volgende onderdelen met de
daarbij vermelde studielast in EC:
Opleiding: BSc BA - International Business & Management/IB&M
Studiejaar: 1
sem vaknaam vakcode EC V/K taal
1.1-2 English I for IB&M EBP665B05 5 V EN
1.1-2 Introduction International Business EBP003A05 5 V EN
1.1 History of Management EBP651A05 5 V EN
1.1 International Management I EBP670B05 5 V EN
1.2 Financial Accounting for E&BE/IB&M EBP802A05 5 V EN
1.2 International Management II EBP654B05 5 V EN
2.1-2 English II for IB&M EBP667B05 5 V EN
2.1-2 International Business Law I EBP656A05 5 V EN
2.1 International Marketing EBP661B05 5 V EN
2.1 Statistics I for IB&M EBP657A05 5 V EN
2.2 Economics for International Business EBP660A05 5 V EN
2.2 Research Methods I for IB&M EBP662A05 5 V EN
Bijlage 2.5 Propedeuse BSc Econometrics and Operations Research
De propedeutische fase van de bacheloropleiding Econometrics and Operations
Research omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC:
Opleiding: BSc Econometrics and Operations Research/EOR
Studiejaar: 1
Profiel: basisprogramma BSc EOR
sem vaknaam vakcode EC V/K taal
1.1-2 English for EOR EBP002B05 5 V EN
1.1-2 OR Modelling EBP821B05 5 V EN
1.1 Mathematics I for EOR EBP011B05 5 V EN
1.1 Microeconomics I for EOR EBP841A05 5 V EN
1.2 Mathematics II for EOR EBP012B05 5 V EN
1.2 Probability Theory EBP014A05 5 V EN
2.1 Marketing for EOR EBP010B05 5 V EN
2.1 Multivariate Analysis EBP013A05 5 V EN
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
70
2.1 Sampling and Estimation EBP015A05 5 V EN
2.2 Finance I for E&BE/EOR EBP801A05 5 V EN
2.2 Hypothesis Testing EBP016A05 5 V EN
2.2 Statistical Modelling EBP008A05 5 V EN
Bijlage 2.6 Propedeuse BSc Economics and Business Economics
De propedeutische fase van de bacheloropleiding Economics and Business
Economics omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC:
Opleiding: BSc Economics and Business Economics/E&BE
Studiejaar: 1
Profiel: basisprogramma BSc E&BE
sem vaknaam vakcode EC V/K taal
1.1-2 +
2.1-2
English for E&BE EBP837B06 6 V EN
1.1-2 Mathematics I for E&BE EBP817A06 6 V EN
1.1 International Business I EBP808B05 5 V EN
1.1 Microeconomics I for E&BE EBP819A05 5 V EN
1.2 Financial Accounting for E&BE/IB&M EBP802A05 5 V EN
1.2 Macroeconomics I for E&BE EBP812A05 5 V EN
1.2 +
2.1
Statistics I for E&BE EBP822A07 7 V EN
2.1-2 Research Methods I for E&BE EBP006B06 6 V EN
2.1 International Marketing EBP661B05 5 V EN
2.2 Finance I for E&BE/EOR EBP801A05 5 V EN
2.2 International Economics I for E&BE EBP810A05 5 V EN
Bijlage 2.7 Propedeuse BSc Fiscale Economie
De propedeutische fase van de bacheloropleiding Fiscale Economie omvat de
volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC:
Opleiding: BSc Fiscale Economie
Studiejaar: 1
sem vaknaam vakcode EC V/K taal
1.1 Micro-economie I BE/FE/A&C EBP820B05 5 V NL
1.1 Organisatieontwerp EBP814B05 5 V NL
1.1 Wiskunde I BE/FE/A&C EBP831B05 5 V NL
1.2 Macro-economie I BE/FE/A&C EBP813A05 5 V NL
1.2 Marketing I BE/FE/A&C EBP816A05 5 V NL
1.2 Statistiek I BE/FE/A&C EBP824B05 5 V NL
2.1 Financial Accounting I BE/FE/A&C EBP803A05 5 V NL
2.1 Juridische grondslagen BE/FE/A&C EBP004B05 5 V NL
Onderwijs- en Examenregeling bacheloropleidingen FEB
71
2.1 Operations Management BE/FE/A&C EBP005B05 5 V NL
2.2 Boekhouden BE/FE/A&C EBP001B05 5 V NL
2.2 Financiering I BE/FE/A&C EBP805A05 5 V NL
2.2 Inleiding Fiscale Economie EBP842A05 5 V NL
Bijlage 2.8 Propedeuse BSc Technologiemanagement
De propedeutische fase van de bacheloropleiding Technologiemanagement omvat de
volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC:
Opleiding: BSc Technologiemanagement/TM
Studiejaar: 1
Profiel: basisprogramma BSc TM
sem vaknaam vakcode EC V/K taal
1.1 Fundamenten van Operations EBP611B05 5 V NL
1.1 Gedrag in organisaties EBP607A05 5 V NL
1.1 Introductie in de Bedrijfskunde EBP620B05 5 V NL
1.2 Bedrijfseconomie en boekhouden TM/TBK EBP630A05 5 V NL
1.2 Organisatie en technologie I EBP618A05 5 V NL
1.2 Statistiek en stochastiek TM/TBK EBP009A05 5 V NL
2.1 Algoritmiek INALGTBK09 5 V NL
2.1 Inleiding discrete technologie EBP608A05 5 V NL
2.1 Wiskunde 1 voor TM WIW1TM-03 5 V NL
2.2 Economische grondslagen EBP614A05 5 V NL
2.2 Methoden en technieken ontwerpger.onderz EBP606B05 5 V NL
2.2 Inleiding informatietechnologie EBP609A05 5 KG NL
2.2 of Inleiding procestechnologie CHTIPT05E 5 KG NL
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
72
Bijlage 3. Postpropedeutische fase van de opleidingen
V = Verplicht; K = Keuze; KG = Keuzegroep. ** = Vak kan ook buiten de aangegeven
periode gevolgd worden; raadpleeg de vakbeschrijving in Ocasys.
Bijlage 3.1 Postpropedeuse BSc Accountancy en Controlling
De postpropedeutische fase van de bacheloropleiding Accountancy en Controlling
omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC:
Opleiding: BSc Accountancy & Controlling/A&C
Studiejaar: 2
Profiel: BSc A&C aansluitend op propedeuse A&C (=E&M/BE)
sem vaknaam vakcode EC V/K taal
1.1-2 Belastingrecht 1 voor Fisc Ec&Acc RGAFI30103 3 V NL
1.1-2 Belastingrecht 2 RGMFI00406 6 V NL
1.1 Gedrag in organisaties A&C/AVV EBB738B05 5 V NL
1.1 Statistiek II A&C EBB875B03 3 V NL
1.2 Business Research Methods BE/FE/A&C EBB018A05 5 V NL
1.2 Management Accounting BE/FE/A&C EBB846B05 5 V NL
2.1-2 Bedrijfsk. org.diagn. en vaardigh. EBB606A05 5 V NL
2.1 Financiering II BE/FE/A&C EBB823B05 5 V NL
2.1 IT-toepassingen A&C EBB025A03 3 V NL
2.1 Human Resource Management EBB617A05 5 KG NL
2.1 of Micro-economie II EBB853A05 5 KG NL
2.1 of Organisatieverandering EBB711A05 5 KG NL
2.2 Boekhouden II A&C EBB017A05 5 V NL
2.2 Financiële en Actuariële Rekenkunde EBB822A05 5 V NL
2.2 Strategic Management EBB649B05 5 V EN
Opleiding: BSc Accountancy & Controlling/A&C
Studiejaar: 2
Profiel: BSc A&C na propedeuse Bedrijfskunde
sem vaknaam vakcode EC V/K taal
1.1-2 Belastingrecht 1 voor Fisc Ec&Acc RGAFI30103 3 V NL
1.1-2 Belastingrecht 2 RGMFI00406 6 V NL
1.1 Financieel beleid A&C EBB675A05 5 V NL
1.1 Omgevingsanalyse EBB641A05 5 V NL
1.1 Statistiek II A&C EBB875B03 3 V NL
1.2 Marketing A&C EBB640A05 5 V NL
1.2 Management Accounting BE/FE/A&C EBB846B05 5 KG NL
1.2 of Operations Management EBB644A05 5 KG NL
Onderwijs- en Examenregeling bacheloropleidingen FEB
73
2.1-2 Bedrijfsk. org.diagn. en vaardigh. EBB606A05 5 V NL
2.1 Boekhouden Ib A&C EBB016A03 3 V NL
2.1 Financiering II BE/FE/A&C EBB823B05 5 V NL
2.2 Boekhouden II A&C EBB017A05 5 V NL
2.2 Financiële en Actuariële Rekenkunde EBB822A05 5 V NL
2.2 Strategic Management EBB649B05 5 V EN
Opleiding: BSc Accountancy & Controlling/A&C
Studiejaar: 3
sem vaknaam vakcode EC V/K taal
1.1-2 Financial Accounting II BE/A&C EBB915A10 10 V NL
1.1-2 Internal Control: Grondslagen EBB918A10 10 V NL
1.1 Ondernemingsrecht A&C/FE EBB901B05 5 V NL
1.2 Voortgezet boekhouden EBB807A05 5 V NL
2.1-2 Bachelorafstudeerwerkstuk A&C EBB924A10 10 V NL
2.1-2 Spec. Course OMC: Management Acc. EBB884A10 10 V EN
2.1 Business & ICT A&C EBB801A05 5 V NL
2.1 Theoretische inleid. Auditing & Control EBB943A05 5 V NL
Bijlage 3.2 Postpropedeuse BSc Bedrijfseconomie
De postpropedeutische fase van de bacheloropleiding Bedrijfseconomie omvat de
volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC:
Opleiding: BSc Bedrijfseconomie/BE
Studiejaar: 2
Profiel: basisprogramma BSc BE
sem vaknaam vakcode EC V/K taal
1.1 Openbare Financiën EBB856A05 5 V NL
1.1 Statistiek II BE EBB875B05 5 V NL
1.1 Strategisch Management EBB843B05 5 V NL
1.2 Business Research Methods BE/FE/A&C EBB018A05 5 V NL
1.2 Management Accounting BE/FE/A&C EBB846B05 5 V NL
1.2 Wiskunde II BE EBB890B05 5 V NL
2.1-2 Engels BE EBB021A05 5 V EN
2.1-2 IT-toepassingen BE EBB026A05 5 V NL
2.1 Financiering II BE/FE/A&C EBB823B05 5 V NL
2.1 Micro-economie II EBB853A05 5 V NL
2.2 Business & ICT BE EBB808B05 5 V NL
2.2 Marketing II BE EBB849A05 5 V NL
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
74
Opleiding: BSc Bedrijfseconomie/BE
Studiejaar: 3
Profiel: basisprogramma BSc BE
sem vaknaam vakcode EC V/K taal
1.1-2 facultaire minor 30 KG 1.1-2 of buitenlandminor 30 KG EN
1.1-2 of universitaire minor 30 KG
2.1-2 keuzevakken BSc BE (20 EC zie lijst) 20 KG NL
2.1-2 of vrije keuze post-proped. vakken 20 KG
2.1-2 Bachelorafstudeerwerkstuk BE EBB926B10 10 V NL
Opleiding: BSc Bedrijfseconomie/BE
Studiejaar: 3
Profiel: keuzevakken BSc BE
sem vaknaam vakcode EC V/K taal
1.1-2 Financial Accounting II BE/A&C EBB915A10 10 K NL
1.1-2 Spec. Course Business & ICT EBB661A10 10 K EN
1.1-2 Spec. Course Finance EBB881A10 10 K EN
1.1-2 Spec. Course Marketing EBB937A10 10 K EN
1.1-2 Spec. Course OMC: Management Acc. EBB884A10 10 K EN
1.1-2 Spec. Course Operations & Supply Chains EBB660A10 10 K EN
2.1-2 Financial Accounting II BE/A&C EBB915A10 10 K NL
2.1-2 Spec. Course Business & ICT EBB661A10 10 K EN
2.1-2 Spec. Course Finance EBB881A10 10 K EN
2.1-2 Spec. Course Marketing EBB937A10 10 K EN
2.1-2 Spec. Course OMC: Management Acc. EBB884A10 10 K EN
2.1-2 Spec. Course Operations & Supply Chains EBB660A10 10 K EN
Bijlage 3.3 Postpropedeuse BSc Bedrijfskunde
De postpropedeutische fase van de bacheloropleiding Bedrijfskunde omvat de
volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC:
Opleiding: BSc Bedrijfskunde/Bdk
Studiejaar: 2
Profiel: basisprogramma BSc Bdk
sem vaknaam vakcode EC V/K taal
1.1 Financieel beleid Bedrijfskunde EBB615A05 5 V NL
1.1 Marketing Bedrijfskunde EBB639A05 5 V NL
1.1 Omgevingsanalyse EBB641A05 5 V NL
1.2 Informatiemanagement EBB727B05 5 V NL
Onderwijs- en Examenregeling bacheloropleidingen FEB
75
1.2 Operations Management EBB644A05 5 V NL
1.2 Practicum I Bedrijfskunde EBB725A05 5 V NL
2.1 Human Resource Management EBB617A05 5 V NL
2.1 Organisatieverandering EBB711A05 5 V NL
2.1 Practicum II Bedrijfskunde EBB726A05 5 V NL
2.2 Management Accounting and Control EBB636A05 5 V NL
2.2 Practicum III Bedrijfskunde EBB729A05 5 V NL
2.2 Strategic Management EBB649B05 5 V EN
Opleiding: BSc Bedrijfskunde/Bdk
Studiejaar: 3
Profiel: basisprogramma BSc Bdk
sem vaknaam vakcode EC V/K taal
1.1-2 facultaire minor 30 KG 1.1-2 of buitenlandminor 30 KG EN
1.1-2 of universitaire minor 30 KG
2.1-2 specialization course (zie lijst) 10 V EN
2.1-2 Bachelorafstudeerwerkstuk Bedrijfskunde EBB731A10 10 V NL
2.2 Economisch recht Bedrijfskunde EBB613A05 5 V NL
2.2 Management Game EBB637A05 5 V NL
Opleiding: BSc Bedrijfskunde/Bdk
Studiejaar: 3
Profiel: keuzevakken BSc Bdk
sem vaknaam vakcode EC V/K taal
1.1-2 +
2.1-2
Ontwikkeling competenties EBB896A05 5 K NL
1.1-2 English Course for Business Admin. EBB614B05 5 K EN
1.1-2 Informaticarecht voor niet-juristen RGARI70107 7 K NL
1.1-2 Spec. Course Business & ICT EBB661A10 10 K EN
1.1-2 Spec. Course Business Development EBB662A10 10 K EN
1.1-2 Spec. Course Finance EBB881A10 10 K EN
1.1-2 Spec. Course Marketing EBB937A10 10 K EN
1.1-2 Spec. Course OMC: Management Acc. EBB884A10 10 K EN
1.1-2 Spec. Course Operations & Supply Chains EBB660A10 10 K EN
1.1-2 Spec. Course Small Bus.&Entrepreneurship EBB887A10 10 K EN
1.1 Healthcare Management EBB732A05 5 K EN
1.1 International Economics and Trade EBB626A05 5 K EN
1.1 Managementvaardigheden EBB697A05 5 K NL
1.1 Projectmanagement EBB667A05 5 K EN
1.1 Purchasing Management EBB742A05 5 K EN
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
76
1.2 E-Business EBB666A05 5 K EN
1.2 Knowledge Management EBB724B05 5 K EN
2.1-2 English Course for Business Admin. EBB614B05 5 K EN
2.1-2 Spec. Course Business & ICT EBB661A10 10 K EN
2.1-2 Spec. Course Business Development EBB662A10 10 K EN
2.1-2 Spec. Course Finance EBB881A10 10 K EN
2.1-2 Spec. Course Marketing EBB937A10 10 K EN
2.1-2 Spec. Course OMC: Management Acc. EBB884A10 10 K EN
2.1-2 Spec. Course Operations & Supply Chains EBB660A10 10 K EN
2.1-2 Spec. Course Small Bus.&Entrepreneurship EBB887A10 10 K EN
2.1-2 Spec. Course Strategy & Innovation EBB658A10 10 K EN
2.1 Business & Supply Chain Marketing EBB609A05 5 K EN
2.1 Dynamics of Industrial Capitalism EBB612A05 5 K EN
2.1 Kennismanagement en innovatie EBB723A05 5 K NL
2.1 Ontwerpen van bedrijfskundige systemen EBB642A05 5 K NL
2.1 Quality Management EBB669A05 5 K EN
2.1 Work Organization and Job Design EBB601B05 5 K EN
2.2 Business Ethics & Corporate Social Resp. EBB608A05 5 K EN
2.2 Emerging Markets EBB717A05 5 K EN
2.2 International HRM EBB741A05 5 K EN
2.2 Sports Economics EBB920A05 5 K EN
Opleiding: BSc Bedrijfskunde/Bdk
Studiejaar: 3
Profiel: specialization courses BSc Bdk
sem vaknaam vakcode EC V/K taal
2.1-2 Spec. Course Business & ICT EBB661A10 10 K EN
2.1-2 Spec. Course Business Development EBB662A10 10 K EN
2.1-2 Spec. Course Finance EBB881A10 10 K EN
2.1-2 Spec. Course Marketing EBB937A10 10 K EN
2.1-2 Spec. Course OMC: Management Acc. EBB884A10 10 K EN
2.1-2 Spec. Course Operations & Supply Chains EBB660A10 10 K EN
2.1-2 Spec. Course Small Bus.&Entrepreneurship EBB887A10 10 K EN
2.1-2 Spec. Course Strategy & Innovation EBB658A10 10 K EN
Bijlage 3.4 Postpropedeuse BSc Business Administration – International
Business and Management
De postpropedeutische fase van de bacheloropleiding Business Administration–
International Business and Management- omvat de volgende onderdelen met de
daarbij vermelde studielast in EC:
Onderwijs- en Examenregeling bacheloropleidingen FEB
77
Opleiding: BSc BA – International Business & Management/IB&M
Studiejaar: 2
sem vaknaam vakcode EC V/K taal
1.1 Financial Management for IB&M EBB631A05 5 V EN
1.1 Information Systems Management EBB632A05 5 V EN
1.1 International Economics and Trade EBB626A05 5 V EN
1.2 International Business Law II EBB635A05 5 V EN
1.2 Organizational Change for IB&M EBB634A05 5 V EN
1.2 Statistics II for IB&M EBB682A05 5 V EN
2.1-2 Comparative Country Studies EBB686A05 5 V EN
2.1-2 French for IE&B/IB&M EBB941B05 5 KG FR
2.1-2 of Spanish for IE&B/IB&M EBB894B05 5 KG SP
2.1 Research Methods II for IB&M EBB633A05 5 V EN
2.2 Management Accounting & Inf. Management EBB845B05 5 V EN
2.2 Strategic Management EBB649B05 5 V EN
2.1 Dynamics of Industrial Capitalism EBB612A05 5 KG EN
2.2 of Bus. Ethics & Corporate Social Resp. EBB608A05 5 KG EN
2.2 of Emerging Markets EBB717A05 5 KG EN
2.2 of International HRM EBB741A05 5 KG EN
Opleiding: BSc BA - International Business & Management/IB&M
Studiejaar: 3
sem vaknaam vakcode EC V/K taal
1.1-2 buitenlandminor 30 V EN
2.1-2 Bachelor’s Thesis IB&M EBB737A10 10 V EN
2.1-2 Managing Int. Business Organizations EBB638A10 10 V EN
2.1 International Strategic Management EBB628A05 5 V EN
2.2 International Financial Management EBB627A05 5 V EN
Bijlage 3.5 Postpropedeuse BSc Econometrics and Operations Research
De postpropedeutische fase van de bacheloropleiding Econometrics and Operations
Research omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC:
Opleiding: BSc Econometrics and Operations Research/EOR
Studiejaar: 2
Profiel: basisprogramma BSc EOR
sem vaknaam vakcode EC V/K taal
1.1 Linear Algebra and Convexity EBB851B05 5 V EN
1.1 Programming I for EOR EBB859A05 5 V EN
1.1 Statistics IIa for EOR EBB876A05 5 V EN
1.2 Difference- & Differential Equations EBB812A05 5 V EN
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
78
1.2 Introduction to Operations Research EBB829A05 5 V EN
1.2 Macroeconomics I for EOR EBB027A05 5 V EN
2.1 Finance Theory and Modelling EBB825A05 5 V EN
2.1 Introduction to Mathematical Economics EBB830A05 5 V EN
2.1 Statistics IIb for EOR EBB877A05 5 V EN
2.2 Introduction to Actuarial Science EBB827A05 5 V EN
2.2 Introduction to Econometrics EBB828A05 5 V EN
2.2 Programming II for EOR EBB860A05 5 V EN
Opleiding: BSc Econometrics and Operations Research/EOR
Studiejaar: 3
Profiel: basisprogramma BSc EOR
sem vaknaam vakcode EC V/K taal
1.1 Game Theory EBB872A05 5 V EN
1.1 Quantitative Finance EBB839A05 5 V EN
1.1 Stochastic Models EBB878A06 6 V EN
1.2 Dynamic Econometrics EBB813A07 7 V EN
1.2 Risk Insurance EBB863A07 7 V EN
2.1-2 Bachelor’s Thesis EOR EBB925A10 10 V EN
2.1-2 keuzevak BSc EOR 5 V EN
2.1-2 vakken FEB (voor zover goedgekeurd) 15 V EN
Opleiding: BSc Econometrics and Operations Research/EOR
Studiejaar: 3
Profiel: keuzevakken BSc EOR
sem vaknaam vakcode EC V/K taal
2.1-2 Spec. Course Applied Operations Research EBB888A10 10 K EN
2.1-2 Spec. Course Microeconometrics EBB880B10 10 K EN
2.1 Spec. Course Generalized Linear Models EBB883A05 5 K EN
Bijlage 3.6 Postpropedeuse BSc Economics and Business Economics
De postpropedeutische fase van de bacheloropleiding Economics and Businesss
Economics omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC:
Opleiding: BSc Economics and Business Economics/E&BE
Studiejaar: 2
Profiel: Economics
sem vaknaam vakcode EC V/K taal
1.1 Macroeconomics II EBB841A05 5 V EN
1.1 Mathematics IIa for Economics EBB932A05 5 V EN
Onderwijs- en Examenregeling bacheloropleidingen FEB
79
1.1 Public Finance EBB861A05 5 V EN
1.2 Growth, Institutions and Business EBB022A05 5 V EN
1.2 International Industrial Economics EBB836A05 5 V EN
1.2 Mathematics IIb for Economics EBB933A05 5 V EN
2.1 Econometrics for Economics EBB814A05 5 V EN
2.1 Finance II for E&BE EBB818A05 5 V EN
2.1 International Economics IIa for E&BE EBB003B05 5 V EN
2.2 Applied Public Finance & Economic Policy EBB015A05 5 V EN
2.2 Empirical Research Paper EBB020A05 5 V EN
2.2 International Economics IIb for E&BE EBB834B05 5 V EN
Opleiding: BSc Economics and Business Economics/E&BE
Studiejaar: 2
Profiel: IE&B
sem vaknaam vakcode EC V/K taal
1.1 Global Development Studies EBB921B05 5 V EN
1.1 Mathematics II for IE&B EBB897B05 5 V EN
1.1 Statistics II for IE&B EBB874B05 5 V EN
1.2 Growth, Institutions and Business EBB022A05 5 V EN
1.2 International Business Strategy EBB023A05 5 V EN
1.2 International Industrial Economics EBB836A05 5 V EN
2.1-2 French for IE&B/IB&M EBB941B05 5 KG FR
2.1-2 of Spanish for IE&B/IB&M EBB894B05 5 KG SP
2.1-2 Research Methods II for IE&B EBB028A05 5 V EN
2.1 Finance II for E&BE EBB818A05 5 V EN
2.1 International Economics IIa for E&BE EBB003B05 5 V EN
2.2 Economics of Strategy EBB019A05 5 V EN
2.2 International Economics IIb for E&BE EBB834B05 5 V EN
Opleiding: BSc Economics and Business Economics/E&BE
Studiejaar: 3
Profiel: Economics
sem vaknaam vakcode EC V/K taal
1.1-2 facultaire minor E&BE-Economics 30 KG EN
1.1-2 of buitenlandminor 30 KG EN
2.1-2 Bachelor’s Thesis Economics EBB908A10 10 V EN
2.1-2 keuzevak(ken) FEB 10 V EN
2.1 Macroeconomics III EBB842A05 5 V EN
2.1 Microeconomics III EBB852A05 5 V EN
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
80
Opleiding: BSc Economics and Business Economics/E&BE
Studiejaar: 3
Profiel: facultaire minor E&BE-Economics
sem vaknaam vakcode EC V/K taal
1.1-2 Spec. Course Finance EBB881A10 10 V EN
1.1-2 Spec. Course Political Economics EBB886A10 10 V EN
1.1 History of Economic Thought EBB934A05 5 V EN
1.2 Environmental Economics EBB898A05 5 KG EN
1.2 of Labour Economics EBB840A05 5 KG EN
1.2 of Spatial Economics BSc EBB871A05 5 KG EN
Opleiding: BSc Economics and Business Economics/E&BE
Studiejaar: 3
Profiel: IE&B
sem vaknaam vakcode EC V/K taal
1.1-2 buitenlandminor 30 V EN
2.1-2 Bachelor’s Thesis IE&B EBB879A10 10 V EN
2.1-2 Spec. Course IE&B EBB029A10 10 V EN
2.1-2 3e-jaars vak(ken) Economics 10 KG EN
2.1-2 of Development Economics EBB811A10 10 KG EN
2.1-2 of andere Spec. Course dan de SC IE&B 10 KG EN
Bijlage 3.7 Postpropedeuse BSc Fiscale Economie
De postpropedeutische fase van de bacheloropleiding Fiscale Economie omvat de
volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC:
Opleiding: BSc Fiscale Economie
Studiejaar: 2
sem vaknaam vakcode EC V/K taal
1.1-2 Belastingrecht 1 voor Fisc Ec&Acc RGAFI30103 3 V NL
1.1-2 Formeel Belastingrecht 1 RGBFI00106 6 V NL
1.1-2 vrije keuzeruimte 5 EC 5 V NL
1.1 Ondernemingsrecht A&C/FE EBB901B05 5 V NL
1.1 Vermogensrecht EBB889A05 5 V NL
1.2 Management Accounting BE/FE/A&C EBB846B05 5 V NL
2.1-2 Inkomstenbelasting RGBFI00108 8 V NL
2.1-2 Winst RGBFI00207 7 V NL
2.1 Financiering II BE/FE/A&C EBB823B05 5 V NL
2.1 Fiscaal Comptabele Verantwoording 1 RGBFI00504 4 V NL
Onderwijs- en Examenregeling bacheloropleidingen FEB
81
2.2 Financiële en Actuariële Rekenkunde EBB822A05 5 V NL
2.2 Successiewet voor Fiscalisten RGBFI00304 4 V NL
Opleiding: BSc Fiscale Economie
Studiejaar: 3
sem vaknaam vakcode EC V/K taal
1.1-2 Omzet- en Overdrachtsbelasting RGBFI00407 7 V NL
1.1-2 vrije keuzeruimte 5 EC 5 V NL
1.1 Openbare Financiën EBB856A05 5 V NL
1.1 Staats- en Administratief recht EBB873A05 5 V NL
1.2 Business Research Methods BE/FE/A&C EBB018A05 5 V NL
1.2 Intro. to Internat. and European Tax Law RGBFI50203 3 V EN
2.1-2 Bachelorafstudeerwerkstuk FE EBB927B10 10 V NL
2.1-2 Vennootschapsbelasting RGBFI00110 10 V NL
2.1 Fiscaal Comptabele Verantwoording 2 RGBFI00104 4 V NL
2.1 Loonbelasting RGBFI00204 4 V NL
Bijlage 3.8 Tweede fase Fudan-Groningen Double Degree Joint Programme in
International Economics and Business (IE&B)
De tweede fase van het Fudan-Groningen Double Degree Joint Programme in
International Economics and Business (IE&B) omvat de volgende onderdelen met de
daarbij vermelde studielast in EC:
Opleiding: Double Degree Programmes
Studiejaar: 1
Profiel: Fudan-Groningen DD Joint Programme in International
Economics & Business
sem vaknaam code EC C/E taal
1.1-2 +
2.1-2 English for E&BE EBP837B06 6 C EN
1.1 Global Development Studies EBB921B05 5 C EN
1.1 Mathematics II for IE&B EBB897B05 5 C EN
1.1 Statistics II for IE&B EBB874B05 5 C EN
1.2 Growth, Institutions and Business EBB022A05 5 C EN
1.2 International Business Strategy EBB023A05 5 C EN
1.2 International Industrial Economics EBB836A05 5 C EN
2.1-2 Research Methods II for IE&B EBB028A05 5 C EN
2.1 Finance II for E&BE EBB818A05 5 C EN
2.1 International Economics IIa for E&BE EBB003B05 5 C EN
2.2 Economics of Strategy EBB019A05 5 C EN
2.2 International Economics IIb for E&BE EBB834B05 5 C EN
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
82
Opleiding: Double Degree Programmes
Studiejaar: 2
Profiel: Fudan-Groningen DD Joint Programme in International
Economics & Business
sem vaknaam code EC C/E taal
1.1-2 keuzevakken (i.o.m. prog.coord) 30 EG EN
1.1-2 of studie in het buitenland 30 EC** 30 EG EN
2.1-2 Bachelor’s Thesis IE&B** EBB879A10 10 C EN
2.1-2 keuzevakken (i.o.m. prog.coord) 10 C EN
2.1-2 Spec. Course IE&B EBB029A10 10 C EN
Bijlage 3.9 Postpropedeuse BSc Technologiemanagement
De postpropedeutische fase van de bacheloropleiding Technologiemanagement
omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC:
Opleiding: BSc Technologiemanagement/TM
Studiejaar: 2
Profiel: Discrete Technologie
sem vaknaam vakcode EC V/K taal
1.1 Kern van discrete technologie TBDT05E 5 V NL
1.1 Marketing Bedrijfskunde EBB639A05 5 V NL
1.1 Wiskunde 2 voor TM WIW2TM-03 5 V NL
1.2 Mechanica voor TBK/TM NAMECH05E 5 V NL
1.2 Operations Research 1 EBB857A05 5 V NL
1.2 Organisatie en technologie II EBB646A05 5 V NL
2.1-2 keuzevakken BSc TM (zie lijst) 10 V NL
2.1 Production Organization and Control EBB650B05 5 V EN
2.1 Work Organization and Job Design EBB601B05 5 V EN
2.2 Financial Management for TM EBB751B05 5 V EN
2.2 Management Accounting and Control EBB636A05 5 V NL
Opleiding: BSc Technologiemanagement/TM
Studiejaar: 2
Profiel: Informatietechnologie
sem vaknaam vakcode EC V/K taal
1.1 Business Modelling EBB656B06 6 V NL
1.1 Marketing Bedrijfskunde EBB639A05 5 V NL
1.1 Wiskunde 2 voor TM WIW2TM-03 5 V NL
1.2 Databases TM/TBK EBB610B05 5 V EN
Onderwijs- en Examenregeling bacheloropleidingen FEB
83
1.2 Operations Research 1 EBB857A05 5 V NL
1.2 Organisatie en technologie II EBB646A05 5 V NL
2.1 Object-georienteerd ontwerpen EBB676A06 6 V NL
2.1 Production Organization and Control EBB650B05 5 V EN
2.1 Work Organization and Job Design EBB601B05 5 V EN
2.2 Financial Management for TM EBB751B05 5 V EN
2.2 Informatievisualisatie in organisaties EBB696A04 4 V NL
2.2 Management Accounting and Control EBB636A05 5 V NL
Opleiding: BSc Technologiemanagement/TM
Studiejaar: 2
Profiel: Procestechnologie
sem vaknaam vakcode EC V/K taal
1.1 Kern van procestechnologie TBPT05E 5 V NL
1.1 Marketing Bedrijfskunde EBB639A05 5 V NL
1.1 Wiskunde 2 voor TM WIW2TM-03 5 V NL
1.2 Eenfase reactoren (A) CHEFR-08 5 V NL
1.2 Operations Research 1 EBB857A05 5 V NL
1.2 Organisatie en technologie II EBB646A05 5 V NL
2.1 Production Organization and Control EBB650B05 5 V EN
2.1 Producttechnologie CHTPT05E 5 V NL
2.1 Work Organization and Job Design EBB601B05 5 V EN
2.2 Financial Management for TM EBB751B05 5 V EN
2.2 Fysische transportverschijnselen 1 CHTFTV105E 5 V NL
2.2 Management Accounting and Control EBB636A05 5 V NL
Opleiding: BSc Technologiemanagement/TM
Studiejaar: 3
Profiel: Discrete Technologie
sem vaknaam vakcode EC V/K taal
1.1 Bedrijfsrecht EBB607A05 5 V NL
1.1 Materiaalkunde en Ontwerpen (C) NAMATK-09 5 V NL
1.1 Productieplanning en -beheersing EBB651A05 5 V NL
1.2 Applied Manufacturing Management TBAMM05E 5 V NL
1.2 Information Management TM EBB620A05 5 V EN
1.2 Organisatie, technologie en verandering EBB647B05 5 V NL
2.1-2 Bachelor’s Thesis TM EBB643B15 15 V NL
2.1 Business & Supply Chain Marketing EBB609A05 5 V EN
2.1 Ontwerpen en construeren voor TBK/TM TBOC05E 5 V NL
2.2 Management of Product Innovation EBB652B05 5 V EN
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
84
Opleiding: BSc Technologiemanagement/TM
Studiejaar: 3
Profiel: Informatietechnologie
sem vaknaam vakcode EC V/K taal
1.1-2 keuzevakken BSc TM (zie lijst) 10 V NL
1.1 Bedrijfsrecht EBB607A05 5 V NL
1.1 Productieplanning en -beheersing EBB651A05 5 V NL
1.2 Architectuur en infrastructuur EBB665A05 5 V NL
1.2 Organisatie, technologie en verandering EBB647B05 5 V NL
2.1-2 Bachelor’s Thesis TM EBB643B15 15 V NL
2.1 Business & Supply Chain Marketing EBB609A05 5 V EN
2.1 Business Intelligence (bachelor) EBB032A05 5 V EN
2.2 Management of Product Innovation EBB652B05 5 V EN
Opleiding: BSc Technologiemanagement/TM
Studiejaar: 3
Profiel: Procestechnologie
sem vaknaam vakcode EC V/K taal
1.1-2 keuzevak BSc TM (zie lijst) 5 V NL
1.1 Bedrijfsrecht EBB607A05 5 V NL
1.1 General Process Equipment (C) CHTGPE05E 5 V NL
1.1 Productieplanning en -beheersing EBB651A05 5 V NL
1.2 Information Management TM EBB620A05 5 V EN
1.2 Organisatie, technologie en verandering EBB647B05 5 V NL
2.1-2 Bachelor’s Thesis TM EBB643B15 15 V NL
2.1-2 keuzevak BSc TM (zie lijst) 5 V NL
2.1 Business & Supply Chain Marketing EBB609A05 5 V EN
2.2 Management of Product Innovation EBB652B05 5 V EN
Opleiding: BSc Technologiemanagement/TM
Studiejaar: 3
Profiel: keuzevakken BSc TM
sem vaknaam vakcode EC V/K taal
1.1-2 +
2.1-2
Ontwikkeling competenties EBB896A05 5 K NL
1.1-2 English Course for Business Admin. EBB614B05 5 K EN
1.1-2 Informaticarecht voor niet-juristen RGARI70107 7 K NL
1.1-2 Spec. Course Business & ICT EBB661A10 10 K EN
1.1-2 Spec. Course Business Development EBB662A10 10 K EN
1.1-2 Spec. Course Finance EBB881A10 10 K EN
Onderwijs- en Examenregeling bacheloropleidingen FEB
85
1.1-2 Spec. Course Marketing EBB937A10 10 K EN
1.1-2 Spec. Course OMC: Management Acc. EBB884A10 10 K EN
1.1-2 Spec. Course Operations & Supply Chains EBB660A10 10 K EN
1.1-2 Spec. Course Small Bus.&Entrepreneurship EBB887A10 10 K EN
1.1 Healthcare Management EBB732A05 5 K EN
1.1 International Economics and Trade EBB626A05 5 K EN
1.1 Managementvaardigheden EBB697A05 5 K NL
1.1 Projectmanagement EBB667A05 5 K EN
1.1 Purchasing Management EBB742A05 5 K EN
1.2 E-Business EBB666A05 5 K EN
1.2 Knowledge Management EBB724B05 5 K EN
2.1-2 Spec. Course Business & ICT EBB661A10 10 K EN
2.1-2 Spec. Course Business Development EBB662A10 10 K EN
2.1-2 Spec. Course Finance EBB881A10 10 K EN
2.1-2 Spec. Course Marketing EBB937A10 10 K EN
2.1-2 Spec. Course OMC: Management Acc. EBB884A10 10 K EN
2.1-2 Spec. Course Operations & Supply Chains EBB660A10 10 K EN
2.1-2 Spec. Course Small Bus.&Entrepreneurship EBB887A10 10 K EN
2.1-2 Spec. Course Strategy & Innovation EBB658A10 10 K EN
2.1 Dynamics of Industrial Capitalism EBB612A05 5 K EN
2.1 Kennismanagement en innovatie EBB723A05 5 K NL
2.1 Quality Management EBB669A05 5 K EN
2.2 Business Ethics & Corporate Social Resp. EBB608A05 5 K EN
2.2 Emerging Markets EBB717A05 5 K EN
2.2 International HRM EBB741A05 5 K EN
2.2 Sports Economics EBB920A05 5 K EN
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
86
Bijlage 4. Verkort bachelorprogramma
V = Verplicht; K = Keuze; KG = Keuzegroep. ** = Vak kan ook buiten de aangegeven
periode gevolgd worden; raadpleeg de vakbeschrijving in Ocasys.
Bijlage 4.1 Eenjarig bachelorprogramma Technologiemanagement voor HBO
Technische Bedrijfskunde
Het Nederlandstalige éénjarige bachelorprogramma Technologiemanagement voor
HBO Technische Bedrijfskunde, leidend tot een Bachelordiploma
Technologiemanagement omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde
studielast in EC:
Opleiding: HBO-schakelprogramma s (Nederlandstalig)
Studiejaar: 1
Profiel: TM voor Technisch Bedrijfskundigen
sem vaknaam vakcode EC V/K taal
1.1 Intr. bdk. methodologie voor HBO TM/A&C EBB693A03 3 V NL
1.1 Productieplanning en -beheersing EBB651A05 5 V NL
1.1 Wiskunde 2 voor TM WIW2TM-03 5 V NL
1.2 Organisatie, technologie en verandering EBB647B05 5 V NL
1.2 Organisatie en technologie II EBB646A05 5 V NL
1.2 Statistiek en stochastiek TM/TBK EBP009A05 5 V NL
2.1-2 Bachelor’s Thesis TM EBB643B15 15 V NL
2.1 Business & Supply Chain Marketing EBB609A05 5 V EN
2.1 Production Organization and Control EBB650B05 5 V EN
2.2 Management of Product Innovation EBB652B05 5 V EN
2.2 Methoden en technieken ontwerpger.onderz EBP606B05 5 V NL
Onderwijs- en Examenregeling bacheloropleidingen FEB
87
Bijlage 5. Pre-Masterprogramma’s
V = Verplicht; K = Keuze; KG = Keuzegroep. ** = Vak kan ook buiten de aangegeven
periode gevolgd worden; raadpleeg de vakbeschrijving in Ocasys.
Bijlage 5.1 Pre-Masterprogramma A&C, voorbereidend op MSc Accountancy
en Controlling
Het Nederlandstalige Pre-masterprogramma Accountancy, voorbereidend op de
Masteropleiding Accountancy en Controlling omvat de volgende onderdelen met de
daarbij vermelde studielast in EC:
Opleiding: HBO-schakelprogramma’s (Nederlandstalig)
Studiejaar: 1
Profiel: A&C voor HBO-BE
sem vaknaam vakcode EC V/K taal
1.1-2 Belastingrecht 2 RGMFI00406 6 V NL
1.1-2 Financial Accounting II BE/A&C EBB915A10 10 V NL
1.1-2 Internal Control: Grondslagen EBB918A10 10 V NL
1.1 Ondernemingsrecht A&C/FE EBB901B05 5 V NL
1.2 Statistiek Bedrijfskunde EBP624A05 5 V NL
1.2 Voortgezet boekhouden EBB807A05 5 V NL
2.1-2 Bachelorafstudeerwerkstuk A&C EBB924A10 10 V NL
2.1-2 Spec. Course OMC: Management Acc. EBB884A10 10 V EN
2.1 Business & ICT A&C EBB801A05 5 V NL
2.2 Financiële en Actuariële Rekenkunde EBB822A05 5 V NL
Bijlage 5.2 Pre-Masterprogramma Business Administration, voorbereidend op
MSc BA - Business Development
Het Engelstalige Pre-masterprogramma Business Administration, voorbereidend op
MSc BA - Business Development omvat de volgende onderdelen met de daarbij
vermelde studielast in EC:
Opleiding: Pre-Master-programma (Engelstalig)
Studiejaar: 1
Profiel: Pre-MSc BA Business Development
sem vaknaam vakcode EC V/K taal
1.1-2 keuzevak Pre-MSc 5 EC 5 V EN
1.1 Mathematics for Pre-MSc EBS002A05 5 V EN
1.1 Organization Theory & Design for Pre-MSc EBS003A05 5 V EN
1.1 Projectmanagement EBB667A05 5 V EN
1.2 Business Research Methods for Pre-MSc EBS001A10 10 V EN
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
88
2.1-2 keuzevak(ken) Pre-MSc 10 EC 10 V EN
2.1-2 Research Paper for Pre-MSc BA BD EBS005A10 10 V EN
2.1-2 Spec. Course Business Development EBB662A10 10 V EN
Bijlage 5.3 Pre-Masterprogramma Business Administration, voorbereidend op
MSc BA - Business and ICT
Het Engelstalige Pre-Masterprogramma Business Administration, voorbereidend op
MSc BA - Business and ICT omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde
studielast in EC:
Opleiding: Pre-Master-programma s (Engelstalig)
Studiejaar: 1
Profiel: Pre-MSc BA Business & ICT
sem vaknaam vakcode EC V/K taal
1.1-2 Spec. Course Business & ICT EBB661A10 10 V EN
1.1 Mathematics for Pre-MSc EBS002A05 5 V EN
1.1 Organization Theory & Design for Pre-MSc EBS003A05 5 V EN
1.2 Business Research Methods for Pre-MSc EBS001A10 10 V EN
2.1-2 keuzevakken Pre-MSc 20 EC 20 V EN
2.1-2 Research Paper for Pre-MSc BA B&ICT EBS004A10 10 V EN
Bijlage 5.4 Pre-Masterprogramma Business Administration, voorbereidend op
MSc BA - Change Management
Het Engelstalige Pre-Masterprogramma Business Administration, voorbereidend op
MSc BA - Change Management omvat de volgende onderdelen met de daarbij
vermelde studielast in EC:
Opleiding: Pre-Master-programma s (Engelstalig)
Studiejaar: 1
Profiel: Pre-MSc BA Change Management
sem vaknaam vakcode EC V/K taal
1.1 Information Systems Management EBB632A05 5 V EN
1.1 Mathematics for Pre-MSc EBS002A05 5 V EN
1.1 Organization Theory & Design for Pre-MSc EBS003A05 5 V EN
1.1 Projectmanagement EBB667A05 5 V EN
1.2 Business Research Methods for Pre-MSc EBS001A10 10 V EN
1.2 Organizational Change for IB&M EBB634A05 5 V EN
2.1-2 keuzevak Pre-MSc 5 EC 5 V EN
2.1-2 Research Paper for Pre-MSc BA CM EBS006A10 10 V EN
2.1 Introduction to HRM EBB740A05 5 V EN
2.2 Strategic Management EBB649B05 5 V EN
Onderwijs- en Examenregeling bacheloropleidingen FEB
89
Bijlage 5.5 Pre-Masterprogramma Business Administration, voorbereidend op
MSc BA - Finance
Het Engelstalige Pre-Masterprogramma Business Administration, voorbereidend op
MSc BA - Finance omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast
in EC:
Opleiding: Pre-Master-programma s (Engelstalig)
Studiejaar: 1
Profiel: Pre-MSc BA Finance
sem vaknaam vakcode EC V/K taal
1.1-2 Spec. Course Finance EBB881A10 10 V EN
1.1 Mathematics for Pre-MSc EBS002A05 5 V EN
1.1 Organization Theory & Design for Pre-MSc EBS003A05 5 V EN
1.2 Business Research Methods for Pre-MSc EBS001A10 10 V EN
2.1-2 keuzevakken Pre-MSc 20 EC 20 V EN
2.1-2 Research Paper for Pre-MSc BA Finance EBS007A10 10 V EN
Bijlage 5.6 Pre-Masterprogramma Business Administration, voorbereidend op
MSc BA - Marketing
Het Engelstalige Pre-Masterprogramma Business Administration, voorbereidend op
MSc BA - Marketing omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde
studielast in EC:
Opleiding: Pre-Master-programma s (Engelstalig)
Studiejaar: 1
Profiel: Pre-MSc BA Marketing
sem vaknaam vakcode EC V/K taal
1.1-2 Spec. Course Marketing EBB937A10 10 V EN
1.1 Mathematics for Pre-MSc EBS002A05 5 V EN
1.1 Organization Theory & Design for Pre-MSc EBS003A05 5 V EN
1.2 Business Research Methods for Pre-MSc EBS001A10 10 V EN
2.1-2 Research Paper for Pre-MSc BA Marketing EBS008A10 10 V EN
1.1-2 +
2.1-2
keuzevakken Pre-MSc 20 EC 20 V EN
Bijlage 5.7 Pre-Masterprogramma Business Administration, voorbereidend op
MSc BA - Operations and Supply Chains
Het Engelstalige Pre-Masterprogramma Business Administration, voorbereidend op
MSc BA - Operations and Supply Chains omvat de volgende onderdelen met de
daarbij vermelde studielast in EC:
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
90
Opleiding: Pre-Master-programma s (Engelstalig)
Studiejaar: 1
Profiel: Pre-MSc BA Operations & Supply Chains
sem vaknaam vakcode EC V/K taal
1.1-2 Spec. Course Operations & Supply Chains EBB660A10 10 V EN
1.1 Mathematics for Pre-MSc EBS002A05 5 V EN
1.1 Organization Theory & Design for Pre-MSc EBS003A05 5 V EN
1.2 Business Research Methods for Pre-MSc EBS001A10 10 V EN
2.1-2 Research Paper for Pre-MSc BA O&SC EBS010A10 10 V EN
1.1-2 +
2.1-2
keuzevakken Pre-MSc 20 EC 20 V EN
Bijlage 5.8 Pre-Masterprogramma Business Administration, voorbereidend op
MSc BA - Organizational and Management Control
Het Engelstalige Pre-Masterprogramma Business Administration, voorbereidend op
MSc BA - Organizational and Management Control omvat de volgende onderdelen
met de daarbij vermelde studielast in EC:
Opleiding: Pre-Master-programma s (Engelstalig)
Studiejaar: 1
Profiel: Pre-MSc BA Organizational & Management Control
sem vaknaam vakcode EC V/K taal
1.1-2 Spec. Course OMC: Management Acc. EBB884A10 10 V EN
1.1 Mathematics for Pre-MSc EBS002A05 5 V EN
1.1 Organization Theory & Design for Pre-MSc EBS003A05 5 V EN
1.2 Business Research Methods for Pre-MSc EBS001A10 10 V EN
2.1-2 Research Paper for Pre-MSc BA O&MC EBS009A10 10 V EN
2.2 Strategic Management EBB649B05 5 V EN
2.1-2 Spec. Course Finance EBB881A10 10 KG EN
2.1 of Finance II for E&BE EBB818A05 5 KG EN
2.1-2 keuzevak(ken) Pre-MSc 10 EC 10 KG EN
2.1-2 of keuzevak Pre-MSc 5 EC 5 KG EN
Bijlage 5.9 Pre-Masterprogramma Business Administration, voorbereidend op
MSc BA - Small Business and Entrepreneurship
Het Engelstalige Pre-Masterprogramma Business Administration, voorbereidend op
MSc BA - Small Business and Entrepreneurship omvat de volgende onderdelen met
de daarbij vermelde studielast in EC:
Onderwijs- en Examenregeling bacheloropleidingen FEB
91
Opleiding: Pre-Master-programma s (Engelstalig)
Studiejaar: 1
Profiel: Pre-MSc BA Small Business & Entrepreneurship
sem vaknaam vakcode EC V/K taal
1.1-2 +
2.1-2
keuzevak(ken) Pre-MSc 10 EC 10 V EN
1.1 Mathematics for Pre-MSc EBS002A05 5 V EN
1.1 Organization Theory & Design for Pre-MSc EBS003A05 5 V EN
1.2 Business Research Methods for Pre-MSc EBS001A10 10 V EN
1.2 Organizational Change for IB&M EBB634A05 5 V EN
2.1-2 Research Paper for Pre-MSc BA SB&E EBS012A10 10 V EN
2.1-2 Spec. Course Small Bus.&Entrepreneurship EBB887A10 10 V EN
2.2 Strategic Management EBB649B05 5 V EN
Bijlage 5.10 Pre-Masterprogramma Business Administration, voorbereidend op
MSc BA - Strategy and Innovation
Het Engelstalige Pre-Masterprogramma Business Administration, voorbereidend op
MSc BA - Strategy and Innovation omvat de volgende onderdelen met de daarbij
vermelde studielast in EC:
Opleiding: Pre-Master-programma s (Engelstalig)
Studiejaar: 1
Profiel: Pre-MSc BA Strategy & Innovation
sem vaknaam vakcode EC V/K taal
1.1-2 keuzevak(ken) Pre-MSc 10 EC 10 V EN
1.1 Mathematics for Pre-MSc EBS002A05 5 V EN
1.1 Organization Theory & Design for Pre-MSc EBS003A05 5 V EN
1.2 Business Research Methods for Pre-MSc EBS001A10 10 V EN
2.1-2 keuzevak Pre-MSc 5 EC 5 V EN
2.1-2 Research Paper for Pre-MSc BA S&I EBS011A10 10 V EN
2.1-2 Spec. Course Strategy & Innovation EBB658A10 10 V EN
2.2 Strategic Management EBB649B05 5 V EN
Bijlage 5.11 Pre-Masterprogramma Human Resource Management,
voorbereidend op MSc Human Resource Management
Het Engelstalige Pre-Masterprogramma Human Resource Management,
voorbereidend op MSc Human Resource Management omvat de volgende
onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC:
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
92
Opleiding: Pre-Master-programma s (Engelstalig)
Studiejaar: 1
Profiel: Pre-MSc Human Resource Management
sem vaknaam vakcode EC V/K taal
1.1-2 +
2.1-2
keuzevakken Pre-MSc 20 EC 20 V EN
1.1 Mathematics for Pre-MSc EBS002A05 5 V EN
1.1 Organization Theory & Design for Pre-MSc EBS003A05 5 V EN
1.2 Business Research Methods for Pre-MSc EBS001A10 10 V EN
1.2 Organizational Change for IB&M EBB634A05 5 V EN
2.1-2 Research Paper for Pre-MSc HRM EBS013A10 10 V EN
2.1 Introduction to HRM EBB740A05 5 V EN
Bijlage 5.12 Pre-Masterprogramma International Business & Management,
voorbereidend op MSc International Business and Management
Het Engelstalige Pre-Masterprogramma International Business & Mamagement,
voorbereidend op MSc International Business & Management omvat de volgende
onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC:
Opleiding: Pre-Master-programma s (Engelstalig)
Studiejaar: 1
Profiel: Pre-MSc International Business & Management/IB&M
sem vaknaam vakcode EC V/K taal
1.1-2 Managing Int. Business Organizations EBB638A10 10 V EN
1.1 Mathematics for Pre-MSc EBS002A05 5 V EN
1.1 Organization Theory & Design for Pre-MSc EBS003A05 5 V EN
1.2 Business Research Methods for Pre-MSc EBS001A10 10 V EN
2.1-2 Research Paper for Pre-MSc IB&M EBS014A10 10 V EN
2.1 International Marketing EBP661B05 5 V EN
2.1 International Strategic Management EBB628A05 5 V EN
2.2 International Financial Management EBB627A05 5 V EN
2.1 Dynamics of Industrial Capitalism EBB612A05 5 KG EN
2.2 of Bus. Ethics & Corporate Social Resp. EBB608A05 5 KG EN
2.2 of Emerging Markets EBB717A05 5 KG EN
2.2 of International HRM EBB741A05 5 KG EN
Onderwijs- en Examenregeling bacheloropleidingen FEB
93
Bijlage 5.13 Pre-master Programme International Economics & Business
voorbereidend op MSc International Economics and Business
Het Engelstalige Pre-Masterprogramma International Economics and Business
voorbereidend op MSc International Economics and Business omvat de volgende
onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC:
Opleiding: Pre-Master-programma’ s (Engelstalig) Studiejaar: 1
Profiel: Pre-MSc International Economics & Business/IE&B
sem vaknaam vakcode EC V/K taal
1.1 Mathematics for Pre-MSc EBS002A05 5 V EN
1.1 Microeconomics I for E&BE EBP819A05 5 V EN
1.1 Statistics II for IE&B EBB874B05 5 V EN
1.2 Business Research Meth. for Pre-MSc IE&B EBS001A05 5 V EN
1.2 International Business Strategy EBB023A05 5 V EN
1.2 International Industrial Economics EBB836A05 5 V EN
2.1-2 Research Paper for Pre-MSc IE&B EBS015A10 10 V EN
2.1-2 Spec. Course IE&B EBB029A10 10 V EN
2.1 International Economics IIa for E&BE EBB003B05 5 V EN
2.2 Economics of Strategy EBB019A05 5 KG EN
2.2 of International Economics IIb for E&BE EBB834B05 5 KG EN
Bijlage 5.14 Keuzevakken voor de Engelstalige Pre-Masterprogramma’s,
voorbereidend op MSc BA, MSc HRM, MSc IB&M, MSc IE&B
Opleiding: Pre-Master-programma s (Engelstalig)
Studiejaar: 1
Profiel: Pre-MSc-lijst van keuzevakken
sem vaknaam vakcode EC V/K taal
1.1-2 Financial Accounting II BE/A&C EBB915A10 10 K NL
1.1-2 Spec. Course Business & ICT EBB661A10 10 K EN
1.1-2 Spec. Course Business Development EBB662A10 10 K EN
1.1-2 Spec. Course Finance EBB881A10 10 K EN
1.1-2 Spec. Course Marketing EBB937A10 10 K EN
1.1-2 Spec. Course OMC: Management Acc. EBB884A10 10 K EN
1.1-2 Spec. Course Operations & Supply Chains EBB660A10 10 K EN
1.1-2 Spec. Course Small Bus.&Entrepreneurship EBB887A10 10 K EN
1.1 Healthcare Management EBB732A05 5 K EN
1.1 Information Systems Management EBB632A05 5 K EN
1.1 International Economics and Trade EBB626A05 5 K EN
1.1 Projectmanagement EBB667A05 5 K EN
1.1 Purchasing Management EBB742A05 5 K EN
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
94
1.2 E-Business EBB666A05 5 K EN
1.2 Organizational Change for IB&M EBB634A05 5 K EN
2.1-2 Financial Accounting II BE/A&C EBB915A10 10 K NL
2.1-2 Spec. Course Business & ICT EBB661A10 10 K EN
2.1-2 Spec. Course Business Development EBB662A10 10 K EN
2.1-2 Spec. Course Finance EBB881A10 10 K EN
2.1-2 Spec. Course Marketing EBB937A10 10 K EN
2.1-2 Spec. Course OMC: Management Acc. EBB884A10 10 K EN
2.1-2 Spec. Course Operations & Supply Chains EBB660A10 10 K EN
2.1-2 Spec. Course Small Bus.&Entrepreneurship EBB887A10 10 K EN
2.1-2 Spec. Course Strategy & Innovation EBB658A10 10 K EN
2.1 Dynamics of Industrial Capitalism EBB612A05 5 K EN
2.1 Finance II for E&BE EBB818A05 5 K EN
2.1 Quality Management EBB669A05 5 K EN
2.2 Business Ethics & Corporate Social Resp. EBB608A05 5 K EN
2.2 Emerging Markets EBB717A05 5 K EN
2.2 International Financial Management EBB627A05 5 K EN
2.2 International HRM EBB741A05 5 K EN
2.2 Management Accounting & Inf. Management EBB845B05 5 K EN
2.2 Sports Economics EBB920A05 5 K EN
2.2 Strategic Management EBB649B05 5 K EN
Bijlage 5.15 Pre-Master Programma Technologiemanagement, voorbereidend op
MSc Technology Management (Nederlandstalig)
Het Nederlandstalige Pre-Masterprogramma Technologiemanagement van 78 EC,
voorbereidend op MSc Technology Management omvat de volgende onderdelen met
de daarbij vermelde studielast in EC:
Opleiding: HBO-schakelprogramma s (Nederlandstalig)
Studiejaar: 1
Profiel: TM voor Technisch HBO
sem vaknaam vakcode EC V/K taal
1.1 Intr. bdk. methodologie voor HBO TM/A&C EBB693A03 3 V NL
1.1 Organization Theory & Design for Pre-MSc EBS003A05 5 V EN
1.1 Productieplanning en -beheersing EBB651A05 5 V NL
1.1 Wiskunde 2 voor TM WIW2TM-03 5 V NL
1.2 Bedrijfseconomie en boekhouden TM/TBK EBP630A05 5 V NL
1.2 Organisatie, technologie en verandering EBB647B05 5 V NL
1.2 Statistiek en stochastiek TM/TBK EBP009A05 5 V NL
2.1 Business & Supply Chain Marketing EBB609A05 5 V EN
2.1 Production Organization and Control EBB650B05 5 V EN
2.2 Management Accounting and Control EBB636A05 5 V NL
Onderwijs- en Examenregeling bacheloropleidingen FEB
95
2.2 Management of Product Innovation EBB652B05 5 V EN
2.2 Methoden en technieken ontwerpger.onderz EBP606B05 5 V NL
Opleiding: HBO-schakelprogramma s (Nederlandstalig)
Studiejaar: 2
Profiel: TM voor Technisch HBO
sem vaknaam vakcode EC V/K taal
1.1-2 Bachelor’s Thesis TM EBB643B15 15 V NL
1.2 Organisatie en technologie II EBB646A05 5 V NL
Bijlage 5.16 Pre-Masterprogramma Technologiemanagement, voorbereidend op
MSc Technology Management/TM (Engels)
Het Engelstalige Pre-Masterprogramma Technologiemanagement van 65 EC,
voorbereidend op MSc Technology Management omvat de volgende onderdelen met
de daarbij vermelde studielast in EC:
Opleiding: Pre-Master-programma s (Engelstalig)
Studiejaar: 1
Profiel: Pre-MSc Technology Management/TM
sem vaknaam vakcode EC V/K taal
1.1-2 Spec. Course OMC: Management Acc. EBB884A10 10 V EN
1.1-2 Spec. Course Operations & Supply Chains EBB660A10 10 V EN
1.1 International Business I EBP808B05 5 V EN
1.1 Organization Theory & Design for Pre-MSc EBS003A05 5 V EN
1.1 General Process Equipment (C) CHTGPE05E 5 KG NL
1.1 of Purchasing Management EBB742A05 5 KG EN
1.2 Statistics II for IB&M EBB682A05 5 V EN
1.2 Applied Manufacturing Management TBAMM05E 5 KG NL
1.2 of E-Business EBB666A05 5 KG EN
2.1 Production Organization and Control EBB650B05 5 V EN
2.1 Research Methods II for IB&M EBB633A05 5 V EN
2.2 Financial Management for TM EBB751B05 5 V EN
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
96
Bijlage 6. Minor Ondernemerschap
De minor Ondernemerschap wordt in het Nederlands gegeven en omvat de
volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC:
Opleiding: Minor Ondernemerschap
Studiejaar: 3
sem vaknaam vakcode EC V/K taal
1.1-2 Intern ondernemerschap EBB002A10 10 V NL
1.1-2 Introductie ondernemerschap EBB004A10 10 V NL
1.1-2 Zelf ondernemen EBB011A10 10 V NL
Onderwijs- en Examenregeling bacheloropleidingen FEB
97
Bijlage 7. Geaccepteerde HBO diploma’s Pre-MSc-programma’s
Schakelprogramma MSc Accountancy & Controlling
– Accountancy
– Bedrijfseconomie
Pre-Masterprogramma’s Msc BA
Alle HBO-diploma’s
Pre-Masterprogramma MSc HRM
Alle HBO-diploma’s
Pre-Masterprogramma MSc IB&M
Alle HBO-diploma’s
Pre-Masterprogramma Msc IE&B
Alle HBO-diploma’s
1-jarig verkort bachelorprogramma Technologiemanagement
– Bedrijfskunde Agribusiness (Van Hall Instituut)
– Vervoersacademie (Logistiek Management)
– Industrieel Management
– (Hogere) Technische Bedrijfskunde
78-EC Nederlangstalige Pre-Master programma’s Technologiemanagement
– Autotechniek
– Bedrijfskundige Informatica
– Bouwkunde
– Chemische Technologie
– Civiele Techniek
– Commerciële Chemie
– Hogere Informatica
– Human Technology
– Electrotechniek
– Lucht- en ruimtevaart
– Werktuigbouwkunde
Ook studenten van andere technische HBO-programma’s kunnen toegelaten worden
tot het 78-EC schakelprogramma. In alle gevallen kunnen er, afhankelijk van de
genoten vooropleiding, kleine bijstellingen in het programma in bijlage 5.15
noodzakelijk zijn, dit in overleg met de coördinator Technologiemanagement.
1-jarig Engelstalig Pre-Masterprogramma MSc Technology Management
Afgeronde technisch academische bachelor- of masteropleiding
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
98
Bijlage 8. Substitutieregelingen
Algemene opmerkingen, geldend voor alle substitutieregelingen:
– Een bachelor programma omvat tenminste 180 EC
– Indien na substitutie het propedeutisch programma minder dan 60 EC bevat
wordt de propedeusebul uitgereikt zodra na het behalen van een (of meer)
tweedejaarsvakken de 60 EC-grens is gepasseerd.
– Een eventueel overschot aan behaalde EC’s tijdens de propedeuse kan gebruikt
worden om de vrije keuzeruimte in te vullen.
Bijlage 8.1 Substitutieregelingen BSc Accountancy en Controlling
Studenten die in 2007-2008 of eerder met de opleiding zijn begonnen en de
propedeuse Accountancy & Controlling nog niet hebben afgerond, moeten gebruik
maken van de substitutieregeling zoals die vermeld staat in de OER van 2009-2010.
Studenten die in 2007-2008 of eerder met de opleiding zijn begonnen en het
toenmalige tweede jaar van de opleiding nog niet hebben afgerond, moeten gebruik
maken van de volgende substitutieregeling:
Substitutieregeling 2010-2011 2e jaar BSc Accountancy & Controlling,
aansluitend op propedeuse A&C/E&M
Oud programma
(2e studiejaar 2008-2009)
Substitutievakken
2010-2011
Vakcodes
2010-2011
Grondslagen Financiële
Administratie I (3 EC)
Boekhouden BE/FE/A&C
(5 EC)
EBP001B05
Grondslagen Financiële
Administratie II (3 EC)
Boekhouden II A&C (5 EC) EBB017A05
Computerboekhouden (3 EC) Boekhouden BE/FE/A&C
(5 EC)
EBP001B05
Operations Management (5 EC) Operationsmanagement
(5 EC)
EBB644A05
Financiering II E&M/A&C (6 EC) Financiering II BE/FE/A&C
(5 EC)
EBB823B05
Management Accounting 1
E&M/A&C (3 EC)
Management Accounting
BE/FE/A&C (5 EC)
EBB846B05
Bedrijfskundige org. diagn. en
vaardigh. (6 EC)
Bedrijfskundige org. diagn.
en vaardigh. (5 EC)
EBB606A05
Financiële en Actuariële
Rekenkunde (6 EC)
Financiële en Actuariële
Rekenkunde (5 EC)
EBB822A05
Juridische Grondslagen
Bedrijfskunde (4 EC)
Juridische Grondslagen
BE/FE/A&C (5 EC)
EBP004B05
Opmerkingen:
– In de substitutieregeling zijn alleen de vakken opgenomen waarvan het aantal
EC-studiepunten met ingang van 1 september 2009 is veranderd. Voor een
Onderwijs- en Examenregeling bacheloropleidingen FEB
99
overzicht van het gehele nieuwe 2e jaar van de BSc Accountancy & Controlling
wordt verwezen naar bijlage 2.1 .
– NB Het hele bachelorprogramma dient tenminste 180 EC te omvatten.
Substitutieregelingen BSc Accountancy & Controlling voor studenten die zijn
ingestroomd via de propedeuse Bedrijfskunde
Studenten A&C die in 2007-2008 of eerder met de opleiding zijn begonnen en de
propedeuse Bedrijfskunde nog niet hebben afgerond, moeten gebruik maken van de
substitutieregeling zoals die vermeld staat in de studiegids van 2009-2010.
Studenten die in 2007-2008 of eerder met de opleiding zijn begonnen en het
toenmalige tweede jaar van de opleiding nog niet hebben afgerond, moeten gebruik
maken van de volgende substitutieregeling:
Substitutieregeling 2010-2011 2e jaar BSc Accountancy & Controlling,
aansluitend op propedeuse Bedrijfskunde
Oud programma
(2e studiejaar 2008-2009)
Substitutievakken
2010-2011
Vakcodes
2010-2011
Grondslagen Financiële
Administratie I (3 EC)
Boekhouden Ib A&C (3 EC) EBB016A03
Grondslagen Financiële
Administratie II (3 EC)
Boekhouden II A&C (5 EC) EBB017A05
Computerboekhouden (3 EC) Boekhouden Ib A&C (3 EC) EBB016A03
Financial Accounting A&C (2 EC) Geen substitutievak -
Financiering II E&M/A&C (6 EC) Financiering II BE/FE/A&C
(5 EC)
EBB823B05
Bedrijfskundige org. diagn. en
vaardigh.(6 EC)
Bedrijfskundige org. diagn.
en vaardigh. (5 EC)
EBB606A05
Financiële en Actuariële
Rekenkunde (6 EC)
Financiële en Actuariële
Rekenkunde (5 EC)
EBB822A05
Opmerkingen:
– In de substitutieregeling zijn alleen de vakken opgenomen waarvan het aantal
EC-studiepunten met ingang van 1 september 2009 is veranderd. Voor een
overzicht van het gehele nieuwe 2e jaar van de BSc Accountancy & Controlling
wordt verwezen naar bijlage 2.1.
– NB Het hele bachelorprogramma dient tenminste 180 EC te omvatten.
Bijlage 8.2 Substitutieregelingen BSc Bedrijfseconomie
Studenten die in 2007-2008 of eerder met de opleiding zijn begonnen en de
propedeuse Bedrijfseconomie (Economie en Management) nog niet hebben afgerond,
moeten gebruik maken van de substitutieregeling zoals die vermeld staat in de OER
van 2009-2010.
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
100
Studenten die in 2007-2008 of eerder met de opleiding Bedrijfseconomie (Economie
en Management) zijn begonnen en het toenmalige tweede jaar van de opleiding nog
niet hebben afgerond, moeten gebruik maken van de volgende substitutieregeling:
Substitutieregeling 2010-2011 2e jaar BSc Bedrijfseconomie
Oud programma
(2e studiejaar 2008-2009)
Substitutievakken
2010-2011
Vakcodes
2010-2011
Management II: Strategisch
Management (6 EC)
EWB043A06
Strategisch Management (5
EC)
EBB843B05
Openbare Financiën (6 EC)
EWB056A06
Openbare Financiën (5 EC)
EBB856A05
Statistiek II E&M/A&C (3 EC)
EWB075A03
Statistiek II BE (5 EC) EBB875B05
Boekhouden 1 E&M/FE (3 EC)
EWB004A03 én/óf
Computerboekhouden E&M (3 EC)
EWB010A03
Boekhouden BE/FE/A&C (5
EC)
EBP001B05
Micro-economie II (6 EC)
EWB053A06
Micro-economie II (5 EC) EBB853A05
Wiskunde IIa E&M (3 EC)
EWB090A03, én/óf
Wiskunde IIb E&M (3 EC)
EWB091A03
Wiskunde II BE (5 EC) EBB890B05
Financiering II E&M/A&C (6 EC)
EWB023A06
Financiering II BE/FE/A&C
(5 EC)
EBB823B05
ICT II voor economen (3 EC)
EWB026A03
IT-toepassingen BE (5 EC) EBB026A05
Management Accounting I
E&M/A&C (3 EC)
EWB046A03
Management Accounting
BE/FE/A&C (5 EC)
EBB846B05
Business & ICT I E&M (6 EC)
EWB008A06
Business & ICT BE (5 EC) EBB808B05
Marketing II E&M (6 EC)
EWB049A06
Marketing II BE (5 EC)
EBB849A05
Recht voor economen (3 EC)
EWB062A03
Juridische grondslagen
BE/FE/A&C (5 EC)
EBP004B05
Opmerkingen:
– Een bachelorprogramma omvat minimaal 180 EC.
– Wanneer een vak wordt vervangen door een vak met een lager aantal EC-
studiepunten, dan dient het tekort aan EC-studiepunten te worden
gecompenseerd door extra verkregen punten via andere substituties, en/óf extra
verkregen punten via extra afgeronde post-propedeutische keuzevakken.
Onderwijs- en Examenregeling bacheloropleidingen FEB
101
– Wiskunde IIa (3 EC) en Wiskunde IIb (3 EC) zijn gezamenlijk vervangen door
Wiskunde II (5 EC).
– Boekhouden 1 (3 EC) en Computerboekhouden (3 EC) zijn gezamenlijk
vervangen door Boekhouden BE/FE/A&C (5 EC).
– ICT II (3 EC) en ICT I (3 EC) zijn gezamenlijk vervangen door IT-toepassingen (5
EC).
– Statistiek II E&M/A&C (3 EC) en Statistiek Ic (3 EC) zijn gezamenlijk vervangen
door Statistiek II BE (5 EC).
Voor studenten die in 2007-2008 of eerder met de opleiding Bedrijfseconomie
(Economie en Management) zijn begonnen en het derde jaar van de opleiding aan
het eind van het studiejaar 2009-2010 nog niet hebben afgerond, geldt het volgende:
– Gedurende het studiejaar 2010-2011 is er nog twee maal de gelegenheid om het
vak Management Accounting II (EBB919A05) middels een hertentamen af te
ronden. Voorts hebben studenten die het scriptiedeel van het
Bachelorafstudeerwerkstuk BE “oude stijl” (EBB926A10) met een voldoende
resultaat hebben afgerond, maar het Business Research Methods (BRM) deel
daarvan nog niet hebben gehaald nog twee maal de gelegenheid om dat BRM-
deel middels een hertentamen af te ronden.
– Studenten kunnen ook gebruik maken van de volgende substitutieregeling:.
Substitutieregeling 2010-2011 3e jaar BSc Bedrijfseconomie
Oud programma
(3e studiejaar 2009-2010)
Substitutievakken
2010-2011
Vakcodes
2010-2011
Management Accounting II
(5 EC)
EBB919A05
Spec. Course OMC
(10 EC)
EBB884A10
Bachelorafstudeerwerkstuk BE
“oude stijl” (10 EC)
EBB926A10
Business Research Methods
BE/FE/A&C (5 EC)
én
Bachelorafstudeerwerkstuk
BE (10 EC)
EBB018A05
EBB926B10
Opmerking:
Met ingang van september 2010 vervalt de verplichting tot het volgen van een
Algemeen Vormend Vak. Studenten die vóór september 2008 met de
bacheloropleiding Bedrijfseconomie zijn begonnen en nog geen Algemeen Vormend
Vak gevolgd hebben, moeten als substituut voor het Algemeen Vormend Vak een
keuzevak opvoeren. Dit keuzevak dient een niet bedrijfskundig-economisch
georiënteerd vak te zijn en mag geen overlap vertonen met andere (keuze)vakken
van het programma – dit ter beoordeling van de Examencommissie. Vakken
aangeboden door de Faculteit Economie en Bedrijfskunde kunnen niet als substituut
voor een Algemeen Vormend Vak dienen.
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
102
Bijlage 8.3 Substitutieregelingen BSc Bedrijfskunde
Studenten die in 2007-2008 of eerder met de opleiding zijn begonnen en de
propedeuse Bedrijfskunde nog niet hebben afgerond, moeten gebruik maken van de
substitutieregeling zoals die vermeld staat in de OER van 2009-2010.
Met ingang van september 2010 vervalt de verplichting tot het volgen van een
Algemeen Vormend Vak. Studenten die vóór september 2008 met de
bacheloropleiding Bedrijfskunde zijn begonnen en nog geen Algemeen Vormend
Vak gevolgd hebben, moeten als substituut voor het Algemeen Vormend Vak een
keuzevak opvoeren. Dit keuzevak dient een niet bedrijfskundig-economisch
georiënteerd vak te zijn en mag geen overlap vertonen met andere (keuze)vakken
van het programma – dit ter beoordeling van de Examencommissie. Vakken
aangeboden door de Faculteit Economie en Bedrijfskunde kunnen niet als substituut
voor een Algemeen Vormend Vak dienen.
Bijlage 8.4 Substitutieregelingen BSc Business Administration – International
Business & Management
Studenten die in 2007-2008 met de BSc Business Administration - International
Business & Management zijn begonnen en de propedeuse nog niet hebben afgerond,
moeten gebruik maken van de substitutieregeling zoals die vermeld staat in de OER
van 2008-2009.
Studenten die in 2007-2008 met de BSc Business Administration - International
Business & Management zijn begonnen en het tweede jaar nog niet hebben afgerond,
moeten gebruik maken van de substitutieregeling zoals die vermeld staat in de OER
van 2009-2010.
Bijlage 8.5 Substitutieregelingen BSc Econometrics & Operations Research
Studenten die in 2007-2008 met de BSc Econometrics zijn begonnen en de
propedeuse nog niet hebben afgerond, moeten gebruik maken van de
substitutieregeling zoals die vermeld staat in de OER van 2009-2010.
Studenten die in 2007-2008 of eerder met de BSc Econometrics zijn begonnen en het
tweede jaar nog niet hebben afgerond, moeten gebruik maken van de volgende
substitutieregeling:
Substitutieregeling BSc Econometrics and Operations Reserach 2010-2011
(2e jaar)
Oud programma
(2e studiejaar 2008-2009)
Substitutievakken
2010-2011
Vakcodes
2010-2011
Matrices, Graphs, Convexity
(4 EC, EWB051A04)
Linear Algebra and
Convexity (5 EC)
EBB851B05
Marketing I for Econometrics
(6 EC, EWB048A06)
Macroeconomics I for EOR
(5 EC)
EBB027A05
Onderwijs- en Examenregeling bacheloropleidingen FEB
103
Finance Theory and Modelling
(6 EC, EWB025A06)
Finance Theory and
Modelling (5 EC)
EBB825A05
Statistics IIb for Econometrics
(4 EC, EWB077A04)
Statistics IIb for
Econometrics (5 EC)
EBB877A05
Studenten die in 2007-2008 of eerder met de BSc Econometrics zijn begonnen en het
derde jaar nog niet hebben afgerond, hebben in academisch jaar 2010-2011 twee
mogelijkheden om vervallen vakken uit het jaar 2009-2010 te voltooien. Bovendien
kunnen zij gebruik maken van de volgende substitutieregeling:
Substitutieregeling BSc Econometrics and Operations Reserach 2010-2011
(3e jaar)
Oud programma
(3e jaar 2009-2010)
Substitutievakken
2010-2011
Vakcodes
2010-2011
AVV (5 EC) suitable course(s) FEB (s.t.
approval) (5 EC)
Spec. Course Microeconometrics
(5 EC, EBB880B05)
Spec. Course
Microeconometrics (10 EC)
EBB880B10
Opmerkingen:
– Een bachelorprogramma omvat minimaal 180 EC-studiepunten.
– Elk individueel programma moet in het eerste of tweede jaar zowel een
marketingvak als een macro-economisch vak bevatten.
– Als het overgangsprogramma 1 of 2 EC minder bevat dan de voorgeschreven 60
EC-studiepunten, kan dit worden gecompenseerd d.m.v. uitbreiding van de
bachelorscriptie.
– In gevallen waarin bovenstaande geen uitsluitsel biedt, beslist de
opleidingsdirecteur.
Bijlage 8.6 Substitutieregelingen BSc Economics and Business Economics
Studenten die in 2007-2008 met de BSc Economics and Business Economics zijn
begonnen en de propedeuse nog niet hebben afgerond, moeten gebruik maken van
de substitutieregeling zoals die vermeld staat in de OER van 2009-2010.
Studenten die in 2007-2008 met de BSc Economics and Business Economics zijn
begonnen en het tweede jaar nog niet hebben afgerond, moeten gebruik maken van
de substitutieregeling zoals die vermeld staat in de OER van 2009-2010.
Studenten die in 2007-2008 of eerder met de BSc Economics and Business Economics
zijn begonnen en het derde jaar nog niet hebben afgerond, hebben in academisch jaar
2010-2011 twee mogelijkheden om vervallen vakken uit het jaar 2009-2010 te
voltooien. Bovendien kunnen zij gebruik maken van de volgende substitutieregeling:
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
104
Substitutieregeling BSc Economics and Business Economics 2010-2011
(3e jaar)
Oud programma
(3e jaar 2008-2009 of 2009-2010)
Substitutievakken
2010-2011
Vakcodes
2010-2011
International Economics III for
Economics (5 EC) EBB835A05
International Economics IIa
for E&BE (5 EC)
EBB003B05
Economic History (bachelor)
(5 EC) EBB815A05
Growth, Institutions and
Business (5 EC)
EBB022A05
Bijlage 8.7 Substitutieregelingen BSc Fiscale Economie
Studenten die in 2007-2008 of eerder met de opleiding zijn begonnen en de
propedeuse Fiscale Economie nog niet hebben afgerond, moeten gebruik maken van
de substitutieregeling zoals die vermeld staat in de OER van 2009-2010.
Studenten die in 2007-2008 of eerder met de bacheloropleiding Fiscale Economie zijn
begonnen en het toenmalige tweede jaar van de opleiding nog niet hebben afgerond,
moeten gebruik maken van de volgende substitutieregeling:
Substitutieregeling 2010-2011 2e jaar BSc Fiscale Economie
Oud programma
(2e studiejaar 2008-2009)
Substitutievakken
2010-2011
Vakcodes
2010-2011
Ondernemingsrecht FE (6 EC)
EWB055A06
Ondernemingsrecht FE
(5 EC)
EBB855A05
Vermogensrecht (9 EC)
EWB089A09
Vermogensrecht (5 EC)
én
Juridische Grondslagen
BE/FE/A&C (5 EC)
EBB889A05
EBP004B05
Accounting Informatiesystemen FE
(3 EC) EWB116A03 én/óf
Boekhouden I E&M/FE (3 EC)
EWB004A03
Boekhouden BE/FE/A&C
(5 EC)
EBP001B05
Financiële Rekenkunde (3 EC)
EWB022A03
Financiële en Actuariële
Rekenkunde (5 EC)
EBB822A05
Opmerkingen:
– Een bachelorprogramma omvat minimaal 180 EC.
– Wanneer een vak wordt vervangen door een vak met een lager aantal EC-
studiepunten, dan dient het tekort aan EC-studiepunten te worden
gecompenseerd door: extra verkregen punten via andere substituties, en/óf extra
verkregen punten via extra afgeronde post-propedeutische keuzevakken.
– Boekhouden I en Accounting Informatiesystemen FE zijn gezamenlijk vervangen
door Boekhouden BE/FE/A&C (5 EC).
Onderwijs- en Examenregeling bacheloropleidingen FEB
105
Voor studenten die in 2007-2008 of eerder met de opleiding Fiscale Economie zijn
begonnen en het derde jaar van de opleiding aan het eind van het studiejaar 2009-
2010 nog niet hebben afgerond, geldt het volgende:
– Gedurende het studiejaar 2010-2011 is er nog twee maal de gelegenheid om de
vakken Financiering II FE (EBB928A06), Fiscaal Compt Verantwoording 2 voor
FE (RGAFI30202) en Staats- en Administratief recht (EBB873A06) middels een
hertentamen af te ronden. Voorts hebben studenten die het scriptiedeel van het
Bachelorafstudeerwerkstuk FE “oude stijl” (EBB927A10) met een voldoende
resultaat hebben afgerond, maar het Business Research Methods (BRM) deel
daarvan nog niet hebben gehaald nog twee maal de gelegenheid om dat BRM-
deel middels een hertentamen af te ronden.
– Studenten kunnen ook gebruik maken van de volgende substitutieregeling:
Substitutieregeling 2010-2011 3e jaar BSc Fiscale Economie
Oud programma
(3e studiejaar 2009-2010)
Substitutievakken
2010-2011
Vakcodes
2010-2011
Financiering II FE (6 EC)
EBB928A06
Financiering II BE/FE/A&C
(5 EC)
EBB823B05
Fiscaal Compt Verantwoording 2
voor FE (2 EC)
RGAFI30202
Fiscaal Compt
Verantwoording 2 (4 EC)
RGAFI00104
Staats- en Administratief recht
(6 EC)
EBB873A06
Staats- en Administratief
recht (5 EC)
EBB873B05
Bachelorafstudeerwerkstuk FE
(10 EC) EBB927A10
Business Research Methods
BE/FE/A&C (5 EC)
én
Bachelorafstudeerwerkstuk
FE (10 EC)
EBB018A05
EBB927B10
Opmerkingen:
– Een bachelorprogramma omvat minimaal 180 EC.
– Wanneer een vak wordt vervangen door een vak met een lager aantal
studiepunten, dan dient het tekort aan studiepunten te worden gecompenseerd
door extra verkregen punten via andere substituties en/óf extra verkregen punten
via extra afgeronde post-propedeutische keuzevakken.
Bijlage 8.8 Substitutieregelingen BSc Technologiemanagement
Studenten die in 2007-2008 of eerder met de opleiding zijn begonnen en de
propedeuse Technologiemanagement nog niet hebben afgerond, moeten gebruik
maken van de substitutieregeling zoals die vermeld staat in de OER van 2009-2010.
Studenten die in 2007-2008 of eerder met de opleiding Technologiemanagement zijn
begonnen en het toenmalige tweede jaar van de opleiding nog niet hebben afgerond,
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
106
moeten gebruik maken van de substitutieregeling zoals die vermeld staat in de OER
van 2009-2010.
Studenten die in 2007-2008 of eerder met de opleiding Technologiemanagement zijn
begonnen en het derde jaar van de opleiding aan het eind van het studiejaar 2009-
2010 nog niet hebben afgerond, hebben gedurende het studiejaar 2010-2011 nog twee
maal de mogelijkheid om vervallen vakken van het studiejaar 2009-2010 middels een
hertentamen af te ronden. Studenten kunnen ook gebruik maken van de volgende
substitutieregeling:
Substitutieregeling 2010-2011 3e jaar BSc Technologiemanagement
Oud programma
(3e studiejaar 2009-2010)
Substitutievakken
2010-2011
Vakcodes
2010-2011
Product Development Management of Product
Innovation
EBB652B05
Kennisgebaseerde DSS (6EC) Business Intelligence
(bachelor) (5 EC)
EBB032A05
Ontwerppraktijk/bachelorafst.
Werkstuk TM (EBB643A10) en
Ontwerpen van Bedrijfskundige
systemen (EBB642A05)
Bachelor’s Thesis TM EBB643B15
Ontwerpen van Bedrijfskundige
Systemen (EBB642A05)
Ontwerpen van
Bedrijfskundige Systemen
EBB642A05
Opmerkingen:
Extra punten die vanwege de substitutieregeling worden verkregen mogen
aangewend worden ten behoeve van de beschikbare keuzeruimte in de bachelor
opleiding Technologiemanagement.
Onderwijs- en Examenregeling masteropleidingen FEB
107
Onderwijs- en Examenregeling masteropleidingen FEB
Paragraaf 1. Algemene Bepalingen
Artikel 1.1 Toepasselijkheid van de regeling
Deze regeling is van toepassing op het onderwijs en de examens van de navolgende
masteropleidingen:
1. Accountancy en Controlling (A&C)
2. Business Administration (BA)
3. Econometrics, Operations Research and Actuarial Studies (EORAS)
4. Economics
5. Fiscale Economie
6. Human Resource Management (HRM)
7. International Business and Management (IB&M)
8. International Economics and Business (IE&B)
9. Technology Management (TM)
10. Economics and Business (Research Master)
11. Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Economie en
Bedrijfswetenschappen (Lerarenopleiding)
12. Opleiding tot leraar voorbereidend hoger onderwijs in Algemene Economie
13. Opleiding tot leraar voorbereidend hoger onderwijs in Management en
Organisatie
hierna te noemen: de opleidingen.
De opleidingen worden verzorgd binnen de Faculteit Economie en Bedrijfskunde
(FEB) van de Rijksuniversiteit Groningen, hierna te noemen: de faculteit.
De Lerarenopleidingen (Artikel 1.1.11 t/m 1.1.13) worden gezamenlijk aangeboden
door de faculteit en het Universitair Onderwijscentrum Groningen (UOCG). De
faculteit is de verantwoordelijke (penvoerder) voor de opleidingen.
Voor de programma-onderdelen die aangeboden worden door het UOCG zijn de
Onderwijs- en Examenregelingen van het Universitair Onderwijscentrum Groningen
(UOCG) van toepassing. (zie bijlage 13 en 14)
Het traject International Financial Management van de opleiding International
Business and Management wordt verzorgd door de faculteit in samenwerking met
het Department of Business Studies van Uppsala University in Zweden.
Voor de vakonderdelen die studenten International Financial Management volgen bij
het Department of Business Studies van Uppsala University gelden de onderwijs- en
examenregelingen van die opleiding. Nadere bijzonderheden hierover kunnen
verkregen worden bij het Student Office van het Department of Business Studies in
Uppsala.
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
108
Voor de vakonderdelen die studenten Fiscale Economie volgen bij de Faculteit der
Rechtsgeleerdheid geldt de OER van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid.
Voor programma-onderdelen die studenten van de masteropleidingen volgen bij
andere faculteiten of instellingen voor hoger onderwijs geldt de OER van die
opleiding, faculteit of instelling.
Artikel 1.2 Begripsbepalingen.
In deze regeling wordt verstaan onder:
1 de wet: de Wet op het Hoger onderwijs en Wetenschappelijk
onderzoek (WHW);
2 student:11 degene die is ingeschreven aan de universiteit voor het
volgen van het onderwijs en/of het afleggen van de
tentamens en de examens van de opleiding;
3 onderdeel: een vak dat deel uitmaakt van het onderwijsprogramma;
4 traject een variant binnen een opleiding die leidt tot een
diploma;
5 profiel een variant binnen een traject van een opleiding die leidt
tot een diploma;
6 practicum: een practische oefening, als bedoeld in artikel 7.13 van de
wet, in een van de volgende vormen:
– het maken van een scriptie;
– het maken van een werkstuk of een proefontwerp;
– het uitvoeren van een onderzoekopdracht;
– het deelnemen aan veldwerk of een excursie;
– het doorlopen van een stage;
of het deelnemen aan een andere onderwijsleeractiviteit,
die gericht is op het bereiken van bepaalde vaardigheden;
7 tentamen: onderzoek naar de kennis, het inzicht en de vaardigheden
van de student alsmede de beoordeling van de resultaten
van het onderzoek met betrekking tot een onderdeel van
het examen;
8 examen: het masterexamen van de opleiding;
9 examinator: degene die bevoegd is tentamens en examens af te nemen;
10 specialization
course:
bachelorvak bedoeld ter voorbereiding op een traject of
profiel in de aansluitende masteropleiding;
11 semester: deel van het studiejaar, beginnend op 1 september en
eindigend op een door het College van Bestuur (CvB) te
bepalen datum omstreeks 31 januari, dan wel beginnend
op vorenbedoelde door het CvB te bepalen datum en
eindigend op 31 augustus. Een semester kan worden
verdeeld in twee blokken;
11 In deze regeling wordt gemakshalve uitsluitend de verwijzing ‘hij’ gebruikt.
Onderwijs- en Examenregeling masteropleidingen FEB
109
12 lerarenopleiding: opleiding die opleidt tot een eerstegraads
leraarbevoegdheid voor een bepaald schoolvak, welke
wordt verzorgd door het UOCG onder
verantwoordelijkheid van de Examencommissie van de
faculteit;
13 duale opleiding: een opleiding als bedoeld in artikel 7.7a, lid 3 van de wet.
De overige begrippen hebben de betekenis die de wet daaraan toekent.
Artikel 1.3 Doel van de opleidingen
1. Het doel van de opleiding MSc Accountancy en Controlling staat vermeld in
bijlage 1.1.
2. Het doel van de opleiding MSc Business Administration staat vermeld in bijlage
1.2.
3. Het doel van de opleiding MSc Econometrics, Operations Research and Actuarial
Studies staat vermeld in bijlage 1.3.
4. Het doel van de opleiding MSc Economics staat vermeld in bijlage 1.4.
5. Het doel van de opleiding MSc Fiscale Economie staat vermeld in bijlage 1.5.
6. Het doel van de opleiding MSC Human Resource Management staat vermeld in
bijlage 1.6.
7. Het doel van de opleiding MSc International Business and Management staat
vermeld in bijlage 1.7.
8. Het doel van de opleiding MSc International Economics and Business staat
vermeld in bijlage 1.8.
9. Het doel van de opleiding MSc Technology Management staat vermeld in bijlage
1.9.
10. Het doel van de opleiding MSc Economics and Business staat vermeld in bijlage
1.10.
11. Voor de eindtermen van de Lerarenopleiding Economie en
Bedrijfswetenschappen wordt verwezen naar artikel 1.3 van bijlage 13, dat een
een integraal onderdeel is van deze regeling.
12. Voor de eindtermen van de Lerarenopleiding Algemene Economie wordt
verwezen naar artikel 1.3 van bijlage 14, dat een een integraal onderdeel is van
deze regeling.
13. Voor de eindtermen van de Lerarenopleiding Management en Organisatie wordt
verwezen naar artikel 1.3 van bijlage 14, dat een een integraal onderdeel is van
deze regeling.
Artikel 1.4 Vorm van de opleidingen
1. De opleidingen 1 t/m 10 genoemd in artikel 1.1 worden voltijds verzorgd.
2. De Lerarenopleidingen Economie en Bedrijfswetenschappen, Algemene
Economie en Management en Organisatie genoemd in artikel 1.1 worden duaal
verzorgd.
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
110
3. Het traject General Management van de opleiding Business Administration
wordt in deeltijd verzorgd.
Onderwijs- en Examenregeling masteropleidingen FEB
111
Paragraaf 2. Opbouw van de opleidingen
Artikel 2.1 Studielast
1. De masteropleiding Economics and Business (Research Master) en de
Lerarenopleiding Economie en Bedrijfswetenschappen hebben een studielast van
120 punten volgens het European Credit Transfer System (ECTS), waarbij één
studiepunt, een European Credit (EC) gelijk staat aan 28 uren studie.
2. Het traject International Financial Management van de masteropleiding
International Business and Management heeft een studielast van 90 punten
volgens het European Credit Transfer System (ECTS), waarbij één EC gelijk staat
aan 28 uren studie.
3. De overige masteropleidingen genoemd in artikel 1.1 hebben een studielast van
60 punten volgens het European Credit Transfer System (ECTS), waarbij één EC
gelijk staat aan 28 uren studie.
4. De studielast wordt uitgedrukt in hele EC’s.
Artikel 2.2 Trajecten en profielen
De opleidingen kennen de volgende trajecten en profielen
Masteropleiding Trajecten
Accountancy Accountancy en Controlling
Controlling
Business and ICT
Business Development
Change Management
Finance
General Management
Marketing
met profielen:
– Marketing Management
– Marketing Research
Operations and Supply Chains
met profielen:
– Production and Distribution
– Services
Organizational and Management Control
Small Business and Entrepreneurschip
Business Administration
Strategy and Innovation
Econometrics
Operations Research
Econometrics, Operations
Research and Actuarial
Studies Actuarial Studies
Economics
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
112
Fiscale Economie
Human Resource Management
International Business and Management International Business and
Management International Financial Management
International Economics and Business
Technology Management
Economics and Econometrics
International Economics and Business
Marketing
Operations Management and Operations Research
Economics and Business
(Research Master)
Human Resource Management and Organizational
Behavior
Lerarenopleiding Economie en Bedrijfswetenschappen
Lerarenopleiding Algemene Economie
Lerarenopleiding Management en Organisatie
Studenten die willen afstuderen in twee afzonderlijke RUG-masters of RUG-
mastertrajecten moeten voor beide een afzonderlijk afstudeerwerkstuk schrijven en
mogen maximaal voor 20 EC overlappende modules volgen. Als één van beide
masterprogramma’s of beide een programma zijn van de Research Master mogen
deze maximaal 40 EC overlappende onderdelen bevatten.
Artikel 2.3 Academische vorming
De opleiding van de student dient voldoende elementen te bevatten ten dienste van
de academische vorming van de student, in het bijzonder met betrekking tot:
1. het zelfstandig wetenschappelijk denken en handelen;
2. het wetenschappelijk communiceren;
3. het hanteren van vakwetenschappelijke kennis in een bredere c.q. wijsgerige en
maatschappelijke context;
4. het kunnen toepassen van wetenschappelijke kennis binnen een praktijkcontext.
Artikel 2.4 Samenstelling van de opleidingen
In de internetdatabase Ocasys worden de inhoud en de onderwijsvorm van de
onderdelen van de onderscheiden opleidingen nader omschreven, onder vermelding
van de voorkennis, die gewenst en daar waar relevant verplicht is om aan het
betreffende onderdeel met goed gevolg te kunnen deelnemen.
De studiegids geeft meer algemene informatie over individuele opleidingen,
verplichte onderdelen, keuzevakken en richtlijnen over studiebelasting.
Artikel 2.5 Onderdelen van de opleidingen
1. De onderdelen van de masteropleiding Accountancy en Controlling staan
vermeld in bijlage 2 van deze OER.
Onderwijs- en Examenregeling masteropleidingen FEB
113
2. De onderdelen van de masteropleiding Business Administration staan vermeld in
bijlage 3 van deze OER.
3. De onderdelen van de masteropleiding Econometrics, Operations Research and
Actuarial Studies staan vermeld in bijlage 4 van deze OER.
4. De onderdelen van de masteropleiding Economics staan vermeld in bijlage 5 van
deze OER.
5. De onderdelen van de masteropleiding Fiscale Economie staan vermeld in bijlage
6 van deze OER.
6. De onderdelen van de masteropleiding Human Resource Management staan
vermeld in bijlage 7 van deze OER.
7. De onderdelen van de masteropleiding International Business and Management
staan vermeld in bijlage 8 van deze OER.
8. De onderdelen van de masteropleiding International Economics and Business
staan vermeld in bijlage 9 van deze OER.
9. De onderdelen van de masteropleiding Technology Management staan vermeld
in bijlage 10 van deze OER.
10. De onderdelen van de masteropleiding Economics and Business (Research
Master) staan vermeld in bijlage 11 van deze OER.
11. De onderdelen van de twee-jarige masteropleiding Lerarenopleiding Economie
en Bedrijfswetenschappen staan vermeld in bijlage 12 van deze OER.
12. De onderdelen van de een-jarige masteropleiding tot leraar VHO in Algemene
Economie en in Management en Organisatie staan vermeld in bijlage 14 van deze
OER
Artikel 2.6 Taal van de opleidingen
1. Het onderwijs, de tentamens en examens van de volgende opleidingen worden in
beginsel in het Nederlands aangeboden. Afwijkingen van deze regel op het
niveau van studieonderdelen worden in de studiegids en in de internet vakken-
database Ocasys aangegeven.
a) MSc Accountancy en Controlling
b) MSc Fiscale Economie
c) Het door het UOCG verzorgde deel van de MSc Lerarenopleiding Economie
en Bedrijfswetenschappen
d) MSc Opleiding tot leraar voorbereidend hoger onderwijs Algemene
Economie
e) MSc Opleiding tot leraar voorbereidend hoger onderwijs Management en
Organisatie
2. In de andere opleidingen wordt het onderwijs in het Engels gegeven en worden
ook de tentamens en examens afgenomen in het Engels.
3. In Engelstalige opleidingen kan, in het kader van een afstudeerstage, op verzoek
van de student, de examencommisie toestemming geven voor het schrijven van
een scriptie in een andere taal dan het Engels.
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
114
Paragraaf 3. Tentamens en examens van de opleidingen
Artikel 3.1 Verplichte volgorde van tentamens
1. Voor begeleiding van het masterafstudeerwerkstuk van de Research Master is
vereist dat ten minste 40 EC aan vakken uit de masteropleiding is behaald en dat
het vak Philosophy of Science & Research Methology is afgerond. Tweedejaars
mastervakken van deze opleiding mogen pas gevolgd worden als voldaan is aan
de eisen die daaraan door de opleiding worden gesteld.
2. Voor begeleiding van het masterafstudeerwerkstuk van de overige opleidingen is
vereist:
a) dat het bachelorexamen dat toelating geeft tot de betrokken masteropleiding
met goed gevolg is afgelegd; en
b) dat ten minste 20 EC aan vakken uit de masteropleiding zijn behaald.
Artikel 3.2 Beoordeling masterafstudeerwerkstuk
De beoordeling van een masterafstudeerwerkstuk (of afstudeerproject) geschiedt aan
de hand van een algemeen beoordelingskader. Nadere regels zijn vastgelegd in het
Reglement Afstudeerwerkstukken. De begeleider en een tweede beoordelaar, die als
examinator zijn aangewezen door de Examencommissie, bepalen samen het cijfer. Ze
horen in voorkomende gevallen de externe begeleider.
Artikel 3.3 Samenwerking met Uppsala
Voor het traject International Financial Management van de Masteropleiding
International Business and Management kan het onderdeel Master’s thesis zowel in
Groningen als in Uppsala worden afgerond. De eisen die aan dit onderdeel zijn
gesteld zijn voor beide locaties gelijk.
Artikel 3.4 Tijdvakken en frequentie tentamens
1. Tentamens kunnen tweemaal per studiejaar worden afgelegd.
2. Nadere regels rond opdrachten, die deel uitmaken van het tentamen zijn
vastgelegd in de Regeling Waardering Opdrachten.
3. Een tentamen in een vak dat niet meer wordt aangeboden, kan in het eerste jaar
dat dit het geval is, nog tweemaal worden afgelegd.
4. De tijdvakken waarin de gelegenheid tot het afleggen van de onderscheiden
tentamens wordt geboden, worden in de studiegids bekend gemaakt.
5. De practica van de Research Master (zie bijlage 11) hebben een afwijkende
regeling. Tentamens kunnen tijdens of direct na de het volgen van de cursus
afgelegd worden. Als een hertentamen nodig is, wordt dit aangekondigd.
Sommige delen van de practica worden slechts een keer in een studiejaar
gegeven en kunnen derhalve ook slechts een keer getentamineerd worden.
Onderwijs- en Examenregeling masteropleidingen FEB
115
6. Op schriftelijk verzoek van de student kan alléén de Examencommissie te zijnen
gunste afwijken van het in de voorgaande leden van dit artikel bepaalde.
Artikel 3.5 Vorm van de tentamens
1. De tentamens worden afgelegd op door de examinator(en) te bepalen wijze. De
aldus bepaalde vorm wordt in de internetdatabase Ocasys bekend gemaakt.
Formeel is de Examencommissie bevoegd over de vorm van het tentamen te
beslissen. In voorkomend geval kan de Examencommissie derhalve de
examinator daaromtrent aanwijzingen geven.
2. Op verzoek van de student kan de Examencommissie toestaan dat een tentamen
op een andere wijze dan vorenbedoeld wordt afgelegd.
3. Aan studenten met een functiestoornis wordt de gelegenheid geboden de
tentamens op een zoveel mogelijk aan hun individuele handicap aangepaste
wijze af te leggen. De Examencommissie wint zo nodig deskundig advies in
alvorens te beslissen.
Artikel 3.6 Mondelinge tentamens
1. Mondeling wordt niet meer dan één persoon tegelijk getentamineerd, tenzij de
Examencommissie anders heeft bepaald.
2. Het mondeling afnemen van een tentamen is openbaar, tenzij de desbetreffende
examinator in een bijzonder geval anders heeft bepaald, dan wel de student
daartegen bezwaar heeft gemaakt, steeds voorzover de Examencommissie haar
goedkeuring heeft verleend.
Artikel 3.7 Vaststelling en bekendmaking tentamenuitslag
1. De examinator stelt terstond na het afnemen van een mondeling tentamen de
uitslag vast en reikt de student een desbetreffende verklaring uit.
2. De examinator stelt de uitslag van een schriftelijk tentamen vast en verschaft de
onderwijsadministratie de nodige gegevens ten behoeve van de bekendmaking
van de uitslag aan de student. De termijn waarop de uitslag wordt gepubliceerd
is maximaal 10 werkdagen na de dag waarop het tentamen is afgelegd.
Uitsluitend de door de onderwijsadministratie gepubliceerde tentamenuitslagen
zijn rechtsgeldig.
3. Op de schriftelijke verklaring omtrent de uitslag van een tentamen wordt de
student gewezen op het inzagerecht, bedoeld in artikel 3.9, eerste lid, alsmede op
de beroepsmogelijkheid bij het college van beroep voor de examens.
Artikel 3.8 Geldigheidsduur
1. De geldigheidsduur van behaalde onderdelen is onbeperkt.
2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid kan de Examencommissie voor een
onderdeel, waarvan het tentamen langer dan zes jaar geleden is behaald, een
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
116
aanvullend dan wel vervangend tentamen opleggen, alvorens de student wordt
toegelaten tot het afleggen van het desbetreffende examen.
Artikel 3.9 Inzagerecht
1. Binnen een termijn van vier weken vanaf de dag waarop de uitslag van een
schriftelijk tentamen bekend is gemaakt, krijgt de student op zijn verzoek inzage
in zijn beoordeelde werk.
2. Binnen de in het eerste lid genoemde termijn kan elke belangstellende kennis
nemen van vragen of opdrachten van het desbetreffende tentamen, alsmede van
de normen aan de hand waarvan de beoordeling heeft plaatsgevonden.
3. De plaats waar en het tijdstip waarop inzage of kennisneming kan plaatsvinden,
worden bepaald door de examinator(en) van het desbetreffende tentamen. De
Examencommissie kan hiertoe aanwijzingen geven.
4. De inzage en kennisneming kunnen collectief worden georganiseerd.
Artikel 3.10 Vrijstelling
1. De Examencommissie kan de student op diens verzoek, gehoord de
desbetreffende programmadirecteur of -coördinator, vrijstelling verlenen van een
tentamen, indien de student:
a) hetzij een qua inhoud en niveau overeenkomstig onderdeel van een
universitaire of hogere beroepsopleiding heeft voltooid;
b) hetzij aantoont door werk- c.q. beroepservaring of anderszins over voldoende
kennis en vaardigheden te beschikken m.b.t. het desbetreffende onderdeel.
2. Zodra voor een vak een resultaat is behaald, vervalt zowel een reeds verkregen
vrijstelling als de mogelijkheid een vrijstelling te verzoeken.
3. Voor het masterafstudeerwerkstuk kan geen vrijstelling worden verkregen op
basis van een werkstuk dat is geschreven in het kader van het afstuderen bij een
ander traject of een andere opleiding.
Artikel 3.11 Examen
1. De Examencommissie stelt de uitslag van het examen vast, zodra de student
voldoende bewijzen overlegt van door hem behaalde tentamens en de daarmee
verworven academische vorming.
2. Alvorens de uitslag van het examen vast te stellen kan de Examencommissie zelf
een onderzoek instellen naar de kennis van de student met betrekking tot een of
meer onderdelen of aspecten van de opleiding, indien en voorzover de uitslagen
van de desbetreffende tentamens haar daartoe aanleiding geven.
3. Het masterexamen van een opleiding wordt behaald indien de student voor elk
tentamen een voldoende resultaat (het cijfer 6 of hoger) heeft behaald.
4. Het masterexamen van een opleiding kan slechts worden afgelegd na
goedkeuring van het door de student gevolgde onderwijsprogramma door de
Examencommissie van de opleiding. De commissie stelt voor de beoordeling van
de onderwijsprogramma’s een regeling op.
Onderwijs- en Examenregeling masteropleidingen FEB
117
5. Studenten die voor elk tentamen van een opleiding een voldoende (het cijfer 6 of
hoger) hebben behaald of voldaan hebben aan de eisen voor alle onderdelen van
het programma zoals dat is goedgekeurd door de Examencommissie, zijn
verplicht om binnen vier weken daarna hun masterdiploma aan te vragen. De
examendatum die vermeld wordt op het masterdiploma is de datum waarop de
student naar het oordeel van de Examencommissie voldaan heeft aan de eisen
voor het examen.
6. Indien de student zijn masterdiploma na de in Artikel 3.11.5 bedoelde termijn
aanvraagt, wordt op het getuigschrift als examendatum vermeld de datum
waarop de Examencommissie besluit dat de student geslaagd is, ook al ligt de
datum waarop de Examencommissie een dergelijk besluit neemt in een volgend
studiejaar en dient de student voor dat studiejaar dan te zijn ingeschreven.
Artikel 3.12 Judicium
1. De examencommissie beoordeelt of aan het mastergetuigschrift een
onderscheiding wordt toegekend.
2. Hierbij dient aan de volgende voorwaarden te zijn voldaan:
a) Het cijfer voor de scriptie moet voldoen aan de volgende minima:
– ‘‘Cum laude’: het cijfer voor de scriptie of thesis is ten minste 8,0;
– ‘Summa cum laude’: het cijfer voor de scriptie of thesis is ten minste 9,0.
b) Het onafgeronde gewogen gemiddelde van alle onderdelen, exclusief de
scriptie, van het door de examencommissie goedgekeurde
examenprogramma is
– groter dan of gelijk aan 8,0 voor ‘Cum laude’;
– groter dan of gelijk aan 9,0 voor ‘Summa cum laude’.
3. Geen judicium wordt toegekend indien de omvang van de vrijstellingen in EC’s
meer dan de helft van het totaal aantal EC’s van de opleiding bedraagt.
4. Voor het behalen van enig judicium geldt dat het tentamen van een onderdeel
slechts eenmaal afgelegd mag zijn.
5. Voor het behalen van een judicium geldt dat voor geen enkel vak een cijfer lager
dan 7,0 is behaald.
6. In bijzondere gevallen kan de examencommissie afwijken van het bepaalde in de
leden twee tot en met vijf van dit artikel.
7. Voor studenten die vóór 1 september 2010 de opleiding hebben aangevangen
blijft de judiciumregeling van kracht die voor hen gold op 31 augustus 2010.
Artikel 3.13 Graad
Aan degene die het examen met goed gevolg heeft afgelegd, wordt conform
onderstaande tabel een graad verleend. De verleende graad wordt op het
getuigschrift van het examen aangetekend.
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
118
Masteropleiding Graad
Accountancy en Controlling MSc in Accountancy en Controlling
Business Administration MSc in Business Administration
Econometrics, Operations Research and
Actuarial Studies
MSc in Econometrics, Operations
Research and Actuarial Studies
Economics MSc in Economics
Fiscale Economie MSc in Fiscale Economie
Human Resource Management MSc in Human Resource Management
International Business and Management MSc in International Business and
Management
International Economics and Business MSc in International Economics and
Business
Technology Management MSc in Technology Management
Economics and Business (Research
Master)
MSc in Economics and Business
Lerarenopleiding Economie en
Bedrijfswetenschappen
MSc in Lerarenopleiding Economie en
Bedrijfswetenschappen
Opleiding tot leraar VHO in Algemene
Economie
MSc in Lerarenopleiding Algemene
Economie
Opleiding tot leraar VHO in Management
en Organisatie
MSc in Lerarenopleiding Management
en Organisatie
Artikel 3.14 Verzwaard programma
Wanneer een student minimaal 20 EC meer heeft behaald dan vereist is voor zijn
studieprogramma zoals dat vermeld is in de bijlagen, hetzij in de vorm van een
verzwaarde scriptie, hetzij in de vorm van relevante mastervakken, kan de
Examencommissie op verzoek van die student een vermelding op het diploma-
supplement toestaan die aangeeft dat de student een verzwaard programma heeft
afgerond.
Artikel 3.15 Examinator
1. Elke docent is bevoegd tot het afnemen en beoordelen van tentamens voor het
vak (de vakken) waarin hij het onderwijs verzorgt of verzorgd heeft.
2. De beoordeling van een masterafstudeerwerkstuk vindt plaats door de
begeleider en een medebeoordelaar. Ingeval de begeleider niet is gepromoveerd
of over beperkte onderzoekservaring beschikt op het betreffende vakgebied,
moet de medebeoordelaar een gepromoveerd docent zijn op dat vakgebied.
3. In voorkomende gevallen kan de Examencommissie andere docenten bevoegd
verklaren voor het afnemen en beoordelen van tentamens voor een bepaald vak
of voor het beoordelen van afstudeerwerkstukken.
Onderwijs- en Examenregeling masteropleidingen FEB
119
Paragraaf 4. Toelating
Artikel 4.1 Vooropleiding
De onderstaande tabel geeft een overzicht van de diploma’s waarvan de bezitters
verondersteld worden, op grond daarvan, voldoende kennis en vaardigheden te
hebben om toegelaten te worden tot een van de masterprogramma’s van de Faculteit
Economie en Bedrijfskunde. De derde kolom bevat eventuele aanvullende eisen.
Een student wordt geacht te voldoen aan de ingangseis ‘voldoende kennis van het
Engels’ voor de Engelstalige masteropleidingen van Faculteit Economie en
Bedrijfskunde, indien hij voldoet aan één van de volgende eisen:
1. beheersing van het Engels als moedertaal;
2. beheersing van het Engels op een niveau dat gelijkwaardig is aan één van de
navolgende testscores:
a) een niveau van 92 op een internet-based (iBT) TOEFL-test,
b) een niveau van 237 op een computer-based (CBT) TOEFL-test,
c) een niveau van 580 op een paper-based (PBT) TOEFL,
d) een niveau van 6.5 op een IELTS-test,
e) niveau A, B, C op een Cambridge Proficiency- of Advanced-test,
f) een B2+ (ook wel B2.2 genoemd12) niveau op de schriftelijke en mondelinge
onderdelen van het toelatingsexamen Engels, of
g) een niveau, gelijkwaardig aan een van bovengenoemde tests, zulks ter
beoordeling aan de toelatingscommissie.
3. het met succes afgerond hebben ronden van de English Course (EBB021A05 of
EBB614B05) of een gelijkwaardige cursus;
4. het met succes afgerond hebben van een van de Engelstalige bacheloropleidingen
van de Faculteit Economie en Bedrijfskunde.
12 Specificatie B2+ :
Spreken: De student kan duidelijke, stelselmatig ontwikkelde beschrijvingen en
presentaties geven, met de juiste nadruk opbelangrijke punten en terzake doende
ondersteunende details.
Schrijven: De student kan een opstel of verslag schrijven waarin stelselmatig een
argument wordt opgebouwd met de juiste benadrukking van belangrijke punten en
relevante ondersteunende details. Hij kan verschillende ideeën of oplossingen voor een
probleem verwoorden.
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
120
RUG MSc
programma
diploma Toelatingseisen en –
voorwaarden
BSc Accountancy en
Controlling van de RuG
MSc Accountancy en
Controlling
Een HBO-diploma of een
diploma van een Hoger
Onderwijsinstelling behaald in
het buitenland plus het
afgeronde schakelprogramma
voor de master A&C.
BSc Bedrijfskunde, inclusief
International Business and
Management van de RuG
Voldoende kennis van het
Engels
BSc Economie en Management
of BSc Bedrijfseconomie van
de RuG
Voldoende kennis van het
Engels
MSc Business
Administration
Andere BSc diploma’s van de
faculteit
Voldoende kennis van het
Engels
Voorkennis op het terrein
van de specialisatie wordt
verwacht. Het behaald
hebben van de relevante
Specialization Course
wordt dringend
aangeraden. Bij de
specialisaties Finance en
O&MC worden studenten
die de relevante
Specialization Course niet
hebben afgerond, alleen
toegelaten indien zij een
toelatingstest met goed
gevolg hebben afgelegd.
Onderwijs- en Examenregeling masteropleidingen FEB
121
RUG MSc
programma
diploma Toelatingseisen en –
voorwaarden
HBO-certificaat van de
Hanzehogeschool Groningen,
Hogeschool Drenthe,
Christelijke Hogeschool
Nederland, Saxion
Hogeschool of de Noordelijke
Hogeschool Leeuwarden
inclusief een afgerond 30 EC
studieprogramma,
georganiseerd onder
verantwoordelijkheid van de
faculteit.
HBO Accountancy; BE; CE;
Bedrijfskundige
Informatica; Technische
Bedrijfskunde; Economie
en Logistiek; Financial
Services Management;
Voldoende kennis van het
Engels
Bachelor studenten van FHWT
Vechta (Duitsland) 13
Voldoende kennis van het
Engels
Nederlandse HBO-studenten
met voldoende relevante
werkervaring die het MSc BA
traject General Management of
Business and ICT willen
volgen
Voldoende kennis van het
Engels
Een HBO-diploma, een BSc-
diploma of MSc-diploma uit
een ander domein, of een
diploma van een Hoger
Onderwijsinstelling behaald in
het buitenland plus het
afgeronde Engelstalig
schakelprogramma voor de
master BA.
Voldoende kennis van het
Engels
MSc Econometrics,
Operations Research
and Actuarial Studies
BSc Econometrics of BSc
Econometrics and Operations
Research van de RuG
Voldoende kennis van het
Engels
MSc Economics BSc Economics of BSc
Economics and Business
Economics, profiel Economics
van de RuG
Voldoende kennis van het
Engels
MSc Fiscale Economie BSc Fiscale Economie van de
RuG
13 Deze speciale regeling is vastgelegd in een officiële overeenkomst met de betrokken
organisatie.
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
122
RUG MSc
programma
diploma Toelatingseisen en –
voorwaarden
BSc Bedrijfskunde van de RuG Voldoende kennis van het
Engels
Afronding van het vak
Specialization Course
Human Resource
Management
BSc Bedrijfskunde - profiel
International Business &
Management van de RUG
Voldoende kennis van het
Engels
Afronding van het vak
International HRM en
de Specialization Course
Human Resource
Management
BSc Economie en Management
of BSc Bedrijfseconomie van
de RuG
Voldoende kennis van het
Engels
Afronding van het vak
Human Resource
Management en de
Specialization Course
Human Resource
Management
MSc Human
Resource
Management14
BSc Sociologie of Psychologie
van de Faculteit der Gedrags-
en Maatschappijwetenschap-
pen van de RuG
Voldoende kennis van het
Engels
Afronding van het vak
Human Resource
Management en het vak
Specialization Course
Human Resource
Management
14 Per september 2011 vervalt de Specialization Course als ingangseis voor de MSc Human
Resource Management en wordt het vak onderdeel van de MSc Human Resource
Management (5 EC).
Onderwijs- en Examenregeling masteropleidingen FEB
123
RUG MSc
programma
diploma Toelatingseisen en –
voorwaarden
BSc-diploma van de Faculteit
der Rechtsgeleerdheid van de
RuG
Voldoende kennis van het
Engels
Afronding van de vakken:
Gedrag in Organisaties,
Management en
Organisatietheorie, Human
Resource Management en
de Specialization Course en
Human Resource
Management
HBO-certificaat van de
Hanzehogeschool Groningen,
Hogeschool Drenthe,
Christelijke Hogeschool
Nederland, Saxion
Hogeschool of de Noordelijke
Hogeschool Leeuwarden
inclusief een afgerond 30 EC
studieprogramma,
georganiseerd onder
verantwoordelijkheid van de
faculteit.
Alleen voor HBO Personeel
& Arbeid en MER (richting
Personeel, Management en
Organisatie – Hanzehoge-
school)
Een HBO-diploma, een BSc-
diploma of MSC-diploma uit
een ander domein, of een
diploma van een Hoger
Onderwijsinstelling behaald in
het buitenland plus het
afgeronde Engelstalig
schakelprogramma voor de
master HRM.
MSc International
Business and
Management
BSc Business Administration:
International Business and
Management van de RuG
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
124
RUG MSc
programma
diploma Toelatingseisen en –
voorwaarden
Een HBO-diploma, een BSc-
diploma of MSC-diploma uit
een ander domein, of een
diploma van een Hoger
Onderwijsinstelling behaald in
het buitenland plus het
afgeronde Engelstalig
schakelprogramma voor de
master IB&M.
BSc Business Administration:
International Business and
Management van de RuG
MSc International
Business and
Management -
specialization
International
Financial
Management
Een HBO-diploma, een BSc-
diploma of MSC-diploma uit
een ander domein, of een
diploma van een Hoger
Onderwijsinstelling behaald in
het buitenland plus het
afgeronde Engelstalig
schakelprogramma voor de
master IB&M.
BSc International Economics
and Business, of Economics
and Business Economics
profiel IE&B van de RuG
MSc International
Economics and
Business
Een HBO-diploma, een BSc-
diploma of MSc-diploma uit
een ander domen, of een
diploma van een Hoger
Onderwijsinstelling behaald in
het buitenland plus het
afgeronde Engelstalig
schakelprogramma voor de
master IE&B.
BSc Technologiemanagement
van de RuG
Voldoende kennis van het
Engels
MSc Technology
Management
BSc Technische Bedrijfskunde
van de RuG
Voldoende kennis van het
Engels
Onderwijs- en Examenregeling masteropleidingen FEB
125
RUG MSc
programma
diploma Toelatingseisen en –
voorwaarden
Een HBO-diploma, een BSc-
diploma of MSc-diploma uit
een ander domein, of een
diploma van een Hoger
Onderwijsinstelling behaald in
het buitenland plus een
afgerond schakelprogramma
voor de master TM.
BSc Economie en Management
of BSc Bedrijfseconomie,
BSc Economics of BSc
Economics and Business
Economics,
BSc Fiscale Economie,
BSc International Economics
and Business,
BSc Econometrics of BSc
Econometrics and Operations
Research,
alle van de RuG
De student wordt
aangeraden om tijdens de
bacheloropleiding de
keuzevakken
Ontwikkeling
competenties (5 EC) en
Economie & bedrijf,
communicatie & educatie
(5 EC) te volgen.
MSc Leraren-
opleiding Economie
en Bedrijfs-
wetenschappen
BSc Accountancy en
Controlling,
BSc Bedrijfskunde,
BSc Bedrijfskunde – profiel
International Business and
Management
BSc Technologiemanagement,
alle van de RuG
Afronding van vakken op
het terrein van Algemene
Economie met een
studielast van 10 EC, met
het oog op het verkrijgen
van bevoegdheid voor het
vakEconomie.
De student wordt
aangeraden om tijdens de
bacheloropleiding de
keuzevakken
Ontwikkeling
competenties (5 EC) en
Economie & bedrijf,
communicatie & educatie
(5 EC) te volgen.
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
126
RUG MSc
programma
diploma Toelatingseisen en –
voorwaarden
MSc Economics,
MSc Fiscale Economie,
MSc International Economics
and Business,
MSc Econometrics, Operations
Research and Actuarial
Studies,
alle van de RuG
De student wordt
aangeraden om tijdens de
bacheloropleiding de
keuzevakken
Ontwikkeling
competenties (5 EC) en
Economie & bedrijf,
communicatie & educatie
(5 EC) te volgen.
MSc Opleiding tot
leraar voorbereidend
hoger onderwijs
Algemene Economie.
MSc Accountancy en
Controlling,
MSc Business Administration,
MSc Technology Management,
alle van de RuG
Afronding van vakken op
het terrein van Algemene
Economie met een
studielast van 10 EC, met
het oog op het verkrijgen
van bevoegdheid voor het
vak Economie.
De student wordt
aangeraden om tijdens de
bacheloropleiding de
keuzevakken
Ontwikkeling
competenties (5 EC) en
Economie & bedrijf,
communicatie & educatie
(5 EC) te volgen.
MSc Opleiding tot
leraar voorbereidend
hoger onderwijs
Management en
Organisatie
MSc Economics,
MSc Fiscale Economie,
MSc International Economics
and Business,
MSc Econometrics, Operations
Research and Actuarial
Studies,
alle van de RuG
De student wordt
aangeraden om tijdens de
bacheloropleiding de
keuzevakken
Ontwikkeling
competenties (5 EC) en
Economie & bedrijf,
communicatie & educatie
(5 EC) te volgen.
Onderwijs- en Examenregeling masteropleidingen FEB
127
RUG MSc
programma
diploma Toelatingseisen en –
voorwaarden
MSc Accountancy en
Controlling;
MSc Business Administration,
MSc Technology Management,
alle van de RuG
Afronding van vakken op
het terrein van Algemene
Economie met een
studielast van 10 EC, met
het oog op het verkrijgen
van bevoegdheid voor het
vak Economie.
De student wordt
aangeraden om tijdens de
bacheloropleiding de
keuzevakken
Ontwikkeling
competenties (5 EC) en
Economie & bedrijf,
communicatie & educatie
(5 EC) te volgen
Artikel 4.2 Toelating tot de Research Master
1. Studenten kunnen in aanmerking komen voor toelating tot de Research master
als zij in het bezit zijn van:
a) een diploma van een bacheloropleiding van de Faculteit Economie en
Bedrijfskunde van de Rijksuniversiteit Groningen, of
b) een diploma van een bacheloropleiding Sociologie of Psychologie van de
Rijksuniversiteit Groningen, of
c) een Nederlands of een buitenlands bachelor- of masterdiploma, dat aantoont
dat zij beschikken over kennis en vaardigheden die overeenkomen met het
niveau van de betreffende bacheloropleidingen als vermeld in lid a en b,
zulks ter beoordeling van de toelatingscommissie.
2. Er vindt een selectie plaats door de toelatingscommissie op grond van de
volgende eisen:
a) voldoende kennis van de Engelse taal, blijkend uit een internationaal erkende
test of anderszins.
b) een hoog kennisniveau van de voor de opleiding relevante wetenschappen,
zulks ter beoordeling van de toelatingscommissie
c) een geschikte attitude, motivatie en talent voor het volgen van de opleiding,
zulks ter beoordeling van de toelatingscommissie.
Artikel 4.3 Toelating tot de overige opleidingen
1. De toelatingscommissie kan bezitters van een Nederlands of buitenlands
bachelor- of masterdiploma van gelijkwaardig niveau en doelstellingen als de
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
128
bachelorprogramma’s genoemd in artikel 4.1 toelaten tot de masteropleidingen.
Als de toelatingscommissie, als gevolg van haar onderzoek van de kwalificaties
van een student die in het bezit is van een bachelor- of masterdiploma,
deficiënties constateert in de kennis en vaardigheden van de kandidaat, kan de
Toelatingscommissie aanvullende eisen stellen aan de kandidaat om deze
deficiënties op te heffen.
2. Toelating in de betekenis van lid 1 geeft de student het recht om zich in te
schrijven voor het masterprogramma.
Artikel 4.4 Verplichte voorkennis uit de vooropleiding
1. Deelname aan vakken en tentamens van de onderdelen van de master-
programma’s staat alleen open voor studenten die bij de aanvang van het
onderwijs in dat onderdeel zijn toegelaten tot het masterprogramma.
2. In aanvulling op het in artikel 4.1 bepaalde, gelden de volgende ingangseisen
voor individuele cursussen in de programma’s:
Vaknaam code toelatingseisen code
MSc Business Administration
Advanced Corporate
Finance
EBM857B05 Spec. Course Finance
of test
EWB081A10/EBB881A10
Behavioral Finance EBM806A05 Spec .Course Finance
of test
EWB081A10/EBB881A10
Corporate Finance EBM008A05 Spec. Course Finance
of test
EWB081A10/EBB881A10
Corporate Governance EBM811B05 Spec. Course Finance
of test
EWB081A10/EBB881A10
Corporate Valuation &
Portfolo Management
EBM007A10 Spec. Course Finance
of test
EWB081A10/EBB881A10
Credit Risk Analysis EBM860A05 Spec. Course Finance
of test
EWB081A10/EBB881A10
Entrepreneurial Skills (I
& II)
EBM606A02
/
EBM816A08
Spec. Course SB&E:
Fundamentals of SB&E
EWB087A10
Field Course Finance EBM647A10 Spec. Course Finance
of test
EWB081A10/EBB881A10
Field Course O&MC EBM648B10 Spec. Course O&MC:
Management Accounting
of test
EWB084A10/EBB884A10
Institutional
Investment
Management
EBM822A05 Spec .Course Finance
of test
EWB081A10/EBB881A10
Risk & Derivatives EBM848A10 Spec. Course Finance
of test
EWB081A10/EBB881A10
Onderwijs- en Examenregeling masteropleidingen FEB
129
MSc Accountancy en Controlling
Internal Control: Ontw.
Best. Inf.syst.
EBM807A10 Internal Control:
Grondslagen
EWB118A10/
EBB918A10
Field Course O&MC I EBM648B10 Spec. Course OMC: Man.
Acc.
of test
EWB084A10/EBB884A10
MSc Econometrics, Operations Research and Actuarial Studies
Quantitative Logistics EBM843A10 Spec. Course Applied
Operations Research
EWB088A10/
EBB888A10
Artikel 4.5 Toelatingscommissies
De toelating tot de opleidingen zoals bedoeld in artikel 1.1 onder 1 tot en met 13 is
opgedragen aan de toelatingscommissie van de opleidingen. De toelatingscommissie
voor de opleidingen wordt gevormd uit leden van de Examencommissie voor de
opleidingen.
Artikel 4.6 Toelatingsonderzoek: criteria
1. Met het oog op de toelating tot de Research Master als bedoeld in artikel 4.2 stelt
de toelatingscommissie een onderzoek in naar de attitude, motivatie en het talent
van de kandidaat.
2. Met het oog op de toelating tot de opleiding, als bedoeld in artikel 4.3 stelt de
toelatingscommissie een onderzoek in naar de kennis en de vaardigheden van de
kandidaat. In aanvulling op schriftelijke bewijzen van de gevolgde opleiding(en)
kan de commissie bepaalde kennis en vaardigheden laten toetsen door
deskundigen in of buiten de universiteit.
3. Met het oog op de toelating tot een traject van de opleiding onderzoekt de
toelatingscommissie of de kandidaat voldoet dan wel tijdig zal voldoen aan de
daarvoor in artikel 4.4 en 4.5 gestelde voorwaarden. De commissie betrekt bij
haar onderzoek de motivatie en ambitie van de kandidaat m.b.t. het
desbetreffende programma, alsmede de kennis van de kandidaat van de taal
waarin het onderwijs van het programma wordt verzorgd.
4. Wordt de student toegelaten tot de opleiding krachtens een diploma van een
vooropleiding die buiten Nederland is behaald, dan kan de Examencommissie
hem - voor de inschrijving in een Nederlandstalige masteropleiding - verplichten
tot het met goed gevolg afleggen van een toets Nederlands, af te nemen door een
door de Examencommissie aan te wijzen instantie.
5. Aan de eis inzake voldoende beheersing van de Nederlandse taal wordt voldaan
door het met goed gevolg afleggen van het staatsexamen Nederlands als tweede
taal (NT2).
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
130
Artikel 4.7 Toelatingsonderzoek: tijdstippen
1. De masteropleidingen starten eenmaal per jaar, in het eerste semester. Instroom
na dit tijdstip is mogelijk, maar geeft geen garantie op voltooiing van het
programma binnen een academisch jaar.
2. Het toelatingsonderzoek vindt eenmaal per jaar plaats.
3. Studenten die zich op basis van een buitenlands diploma via het online
application system aanmelden dienen vóór 1 mei een verzoek te worden
toegelaten tot de opleiding en een bepaald traject in te dienen bij de
toelatingscommissie.
4. Overige studenten die zich op basis van een Nederlands geaccrediteerd diploma
aanmelden dienen vóór 1 juni een verzoek te worden toegelaten tot de opleiding
en een bepaald traject in te dienen bij de toelatingscommissie.
5. In afwijking van het bepaalde in lid 3 en lid 4 dienen studenten die toelating
vragen tot de Research Master voor 15 april een verzoek in om te worden
toegelaten.
6. In bijzondere gevallen kan de toelatingscommissie een na de in het derde , vierde
en vijfde lid genoemde sluitingsdata ingediend verzoek in behandeling nemen.
7. De toelatingscommissie beslist na ontvangst van het volledige
aanmeldingspakket en binnen vier weken na de deadline voor aanmelding. De
toelating wordt verleend onder de voorwaarde dat de kandidaat uiterlijk op de
betreffende begindatum van de opleiding zal voldoen aan de in artikel 4.5
bedoelde eisen t.a.v. kennis en vaardigheden, zoals die blijken uit getuigschriften
van door hem gevolgde opleidingen. Op de schriftelijke verklaring omtrent
toelating wordt de student gewezen op de beroepsmogelijkheid bij het College
van Beroep voor de Examens.
8. In afwijking van het bepaalde in lid 7 beslist de toelatingscommissie voor de
Research Master voor 1 juli over de toelating.
Artikel 4.8 Voorlopige toelating van studenten van de Rijksuniversiteit
Groningen
1. De toelatingscommissie kan een student, die zich voorbereidt op het
bachelorexamen van een van de in artikel 4.1 genoemde bacheloropleidingen van
de RuG, voorlopig toelaten tot een aansluitende masteropleiding, mits hij van het
minimaal vereiste programma van de bacheloropleiding nog slechts onderdelen
met een gezamenlijke studielast van ten hoogste 15 EC moet behalen en voldoet
aan de eisen voor het Engels. Voor studenten die per september 2008 of later zijn
begonnen met hun studie geldt bovendien dat de bachelorscriptie succesvol moet
zijn afgerond.
2. Voorlopige toelating is geldig vanaf de eerste dag van de collegeperiode
volgende op die waarin de student heeft voldaan aan de toelatingseisen zoals
vermeld in dit artikel.
3. In afwijking van het in lid 1 bepaalde is voorlopige toelating tot de Research
Master niet mogelijk.
Onderwijs- en Examenregeling masteropleidingen FEB
131
4. De toelatingscommissie kan een student voorlopig toelaten als deze bezig is met
de afronding van één van de schakelprogramma’s die toelating geven tot de MSc
A&C of de MSc TM, onder voorwaarde dat de niet afgeronde vakken in dat
schakelprogramma totaal niet meer dan een studiebelasting mogen hebben van
15 EC.
5. De toelatingscommissie kan een student voorlopig toelaten als deze bezig is met
de afronding van één van de schakelprogramma’s die toelating geven tot de MSc
BA, MSc HRM, MSc IE&B of de MSc IB&M, onder voorwaarde dat de niet
afgeronde vakken in dat schakelprogramma totaal niet meer dan een
studiebelasting mogen hebben van 10 EC. De Research paper for pre-MSc en
eventuele traject-specifieke vakken mogen geen onderdeel uitmaken van die niet
afgeronde vakken en dienen derhalve met een voldoende resultaat te zijn
voltooid.
6. Een voorlopige toelating dient binnen zes15 maanden te worden vervangen door
een beslissing over toelating krachtens artikel 4.1.
7. In afwijking van het bepaalde in lid 6, kan een voorlopige toelating eenmaal
worden verlengd met zes maanden.16
15 Voor studenten die voor september 2008 voor het eerst waren ingeschreven voor een
bachelorprogramma bedraagt deze periode 12 maanden.
16 Dit geldt niet voor studenten die voor september 2008 voor het eerst waren ingeschreven
voor een bachelorprogramma
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
132
Paragraaf 5. Studiebegeleiding
Artikel 5.1 Studievoortgangsadministratie
1. De faculteit registreert de individuele studieresultaten van de studenten.
2. Zij verschaft elke student op zijn verzoek en minimaal twee maal per jaar een
overzicht van de door hem behaalde studieresultaten.
3. Voor het traject International Financial Management van de masteropleiding
International Business and Management is het de verantwoordelijkheid van de
faculteiten in zowel Groningen als Uppsala om resultaten behaald bij de ene
faculteit uit te wisselen met de andere faculteit.
Artikel 5.2 Studiebegeleiding
De faculteit draagt zorg voor voldoende begeleiding van de student tijdens zijn
opleiding, en schenkt daarbij in het bijzonder aandacht aan mogelijke aanpassingen
in het belang van de aansluiting van het gekozen programma op een eventuele
onderzoekersopleiding of de beroepsuitoefening buiten de universiteit. Voor de
Research Master is deze verantwoordelijkheid gedelegeerd naar de
onderzoeksschool SOM.
Artikel 5.3 Studieadvies Research Master
Elke zes maanden evalueert de Examencommissie de behaalde studieresultaten van
studenten in de Research Master. Bij ontoereikende resultaten kan de student
geadviseerd worden één van de eenjarige masteropleidingen van de faculteit
Economie en Bedrijfskunde te volgen.
Onderwijs- en Examenregeling masteropleidingen FEB
133
Paragraaf 6. Overgangs- en slotbepalingen
Artikel 6.1 Overgangsbepalingen rond toelatings tot de masteropleidingen
1. Studenten die voor 1 september 2009 toegelaten zijn tot een masteropleiding,
behouden deze status, ook als ze niet aan de eisen in artikelen 4.1 – 4.6 voldoen.
2. Studenten die voor 1 september 2007 door de Examencommissie definitief of
voorlopig toegelaten zijn tot een Nederlandstalige master die per
1 september 2007 Engelstalig geworden is, kunnen tentamenuitwerkingen en de
master’s thesis desgewenst in het Nederlands schrijven.
Artikel 6.2 Wijziging
1. Wijzigingen van deze onderwijs- en examenregeling worden door het
faculteitsbestuur na advies van de opleidingscommissie en na advies of, waar de
WHW dit vereist, na instemming van de faculteitsraad, bij afzonderlijk besluit
vastgesteld.
2. Een wijziging van deze regeling heeft betrekking op toekomstige studiejaren en is
voor het lopende jaar alleen toegestaan indien de belangen van de student
daardoor niet worden geschaad.
3. Een wijziging kan voorts niet ten nadele van studenten van invloed zijn op:
a) een goedkeuring die krachtens artikel 3.11.4 is verleend;
b) enige andere beslissing, die krachtens deze regeling is genomen ten aanzien
van een student.
Artikel 6.3 Bekendmaking
1. Het faculteitsbestuur draagt zorg voor een passende bekendmaking van deze
onderwijs-en examenregeling, van de Regels en Richtlijnen die door de
Examencommissie zijn vastgesteld, alsmede van elke wijziging van deze stukken.
2. Elke belangstellende kan op het onderwijsbureau van de faculteit een exemplaar
van de in het eerste lid bedoelde stukken verkrijgen.
Artikel 6.4 Inwerkingtreding
Deze regeling treedt in werking op 1 september 2010.
Met instemming van de faculteitsraad d.d. 25 juni 2010.
Aldus vastgesteld door het faculteitsbestuur op 29 juni 2010.
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
134
Bijlage 1. Doel van de opleidingen
Bijlage 1.1 MSc Accountancy en Controlling
De masteropleiding Accountancy en Controlling heeft als doel om studenten
gespecialiseerde wetenschappelijke kennis van, inzicht in en vaardigheden op het
gebied van accountancy en controlling bij te brengen en voor te bereiden op de
postinitiële opleidingen Accountancy respectievelijk Controlling. Het accent in de
masteropleiding ligt op een verdieping in de gebieden accountancy en controlling.
De masteropleiding Accountancy & Controlling richt zich op de betrouwbaarheid
van informatie voor de besturing van organisaties en voor het afleggen van
verantwoording over het beleid en de uitvoering daarvan aan interne en externe
stakeholders van organisaties. Betrouwbaarheid van bestuurlijke informatie betreft
de juistheid en volledigheid van deze informatie en de tijdigheid van het beschikbaar
stellen ervan. In de masteropleiding worden twee trajecten onderscheiden: de
specialisatie Accountancy en de specialisatie Controlling. De specialisatie
Accountancy richt zich op de externe stakeholders van organisaties en is onderhevig
aan nationale en internationale regelgeving omtrent de verslaggeving aan deze
stakeholders. Deze specialisatie bereidt studenten voor op de postinitiële
vervolgopleiding Accountancy, waarmee studenten zich kunnen kwalificeren voor
het accountantsberoep op het hoogste niveau, te weten register accountant (RA). De
specialisatie Controlling richt zich op de interne stakeholders van organisaties, met
als belangrijkste stakeholder het management van organisaties. Deze specialisatie
bereidt studenten voor op de postinitiële opleiding Controlling, waarmee studenten
zich kunnen kwalificeren voor het controllersberoep op het hoogste niveau, te weten
register controller (RC).
Meer specifiek heeft de masteropleiding Accountancy & Controlling als doel om
studenten diepgaande, gespecialiseerde kennis op het gebied van accountancy of
controlling bij te brengen, in het bijzonder voor wat betreft de specialisatie
Accountancy op de gebieden auditing, internal control, corporate governance en
financial accounting, en voor wat betreft de specialisatie Controlling op de gebieden
management accounting, internal control en financiering. Beide specialisaties
verdiepen zich in strategische vraagstukken van organisaties. Daarnaast leren
studenten om individueel en in groepsverband complexe praktijkproblemen te
analyseren en te diagnosticeren en oplossingen aan te dragen en te implementeren.
Ook leren studenten om complexe praktijkproblemen integratief te benaderen en
veranderingsprocessen te begeleiden. Tenslotte wordt aandacht besteed aan het
handelen vanuit een onafhankelijke en onpartijdige opstelling.
Om deze doelen te bereiken heeft de opleiding het onderwijs vormgegeven aan de
hand van generieke eindtermen die nader zijn uitgewerkt in meer specifieke
eindtermen.
Onderwijs- en Examenregeling masteropleidingen FEB
135
A Inhoudelijke eindtermen
De afgestudeerde master beschikt over diepgaande, gespecialiseerde wetenschappelijke kennis
van en inzicht in de vakgebieden accountancy en controlling en is in staat deze toe te passen
in nieuwe of onbekende omstandigheden en is in staat een originele bijdrage te leveren aan
vernieuwing van die kennis in een professionele omgeving. Kennis en inzicht bestaat eruit dat
de afgestudeerde master de belangrijkste theorieën, modellen en kaders binnen de domeinen
begrijpt en kan toepassen en dat hij zelf ook nieuwe kennis en inzichten kan genereren en
gebruiken bij het analyseren van complexe (financiële) bedrijfssituaties en bij het oplossen van
complexe (financiële) praktijkproblemen.
Binnen het Accountancy subdomein heeft de afgestudeerde diepgaande,
gespecialiseerde wetenschappelijke kennis van en inzicht in de gebieden:
A.1 Auditing
A.2 Internal Control
A.3 Corporate Governance
A.4 Financial Accounting
De afgestudeerde is tevens in staat zijn kennis en inzicht op deze gebieden te
gebruiken voor het oplossen van complexe vraagstukken en praktijkproblemen.
Binnen het Controlling subdomein heeft de afgestudeerde diepgaande,
gespecialiseerde wetenschappelijke kennis van en inzicht in de gebieden:
A.5 Management Accounting
A.6 Internal Control
A.7 Financiering
De afgestudeerde is tevens in staat zijn kennis en inzicht op deze gebieden te
gebruiken voor het oplossen van complexe vraagstukken en praktijkproblemen.
A.8 De afgestudeerde heeft diepgaande, gespecialiseerde kennis van en inzicht in
het vakgebied strategie en organisatie en is in staat deze te gebruiken voor het
oplossen van complexe vraagstukken en praktijkproblemen.
A.9 De afgestudeerde heeft kennis van en inzicht in veranderingsprocessen in
organisaties en kan deze gebruiken bij het begeleiden van veranderingen.
A.10 De afgestudeerde kent systemen en technieken in de accountancy en
controlling en is in staat om deze te implementeren in organisaties.
B Academische eindtermen
De afgestudeerde master beschikt over diepgaande kennis van en inzicht in wetenschappelijke
methoden en technieken en over academische vaardigheden en een academische attitude,
zodanig dat de afgestudeerde het (financieel) functioneren van organisaties in de
beroepspraktijk kan beoordelen, in staat is complexe praktijkproblemen binnen organisaties
integratief te benaderen en op te lossen en veranderingsprocessen te begeleiden. De
afgestudeerde master is in staat om op basis van onvolledige of beperkte informatie oordelen te
vormen waarbij hij ook rekening houdt met sociaal maatschappelijke en ethische
verantwoordelijkheden. De afgestudeerde master heeft een open houding ten aanzien van
verschillende wetenschappelijke disciplines, die vanuit hun specifieke invalshoek accenten
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
136
leggen in de benadering van vraagstukken binnen het domein van accountancy en
controlling, en is zich er van bewust dat een onafhankelijke en onpartijdige opstelling
noodzakelijk is.
B.1 De afgestudeerde is in staat, binnen de kaders van het accountancy of
controlling domein wetenschappelijke informatie zoals wetenschappelijke
theorieën of een wetenschappelijk betoog kritisch op waarde te schatten.
B.2 De afgestudeerde is in staat hoofd- en bijzaken te onderscheiden en relevante
gegevens te verzamelen, te analyseren, te interpreteren en te synthetiseren,
met als doel om met betrekking tot een praktijkprobleem zich een oordeel te
vormen, een argumentatie / redenering op te zetten, een passende oplossing
te ontwerpen, een advies te geven en/of een veranderingsproces te
begeleiden.
B.3 De afgestudeerde is in staat om wetenschappelijke methoden & technieken,
informatie- en analysetechnieken op het juiste moment en in de juiste context
toe te passen en zelfstandig wetenschappelijk onderzoek op te zetten en uit te
voeren.
B.4 De afgestudeerde is in staat om de (wetenschappelijke) ontwikkelingen in het
accountancy en controlling vakgebied en in relevante aanpalende
vakgebieden te onderkennen en naar waarde te schatten.
B.5 De afgestudeerde is in staat om specifieke accountancy- of
controllingvraagstukken te plaatsen in de organisatiecontext en de
beroepspraktijk. Ook zijn afgestudeerden in staat om financiële informatie te
begrijpen in relatie tot het brede ondernemingsbeleid en te vertalen naar
vraagstukken op bedrijfswetenschappelijke vakgebieden.
B.6 De afgestudeerde is in staat om strategische vraagstukken m.b.t. de
informatievoorziening voor de besturing van organisaties en het afleggen van
verantwoording van organisaties, te analyseren, te diagnosticeren,
oplossingen aan te dragen en te implementeren.
B.7 De afgestudeerde is zich bewust van de noodzaak van een onafhankelijke en
onpartijdige opstelling en hij kan vanuit een maatschappelijke en ethische
invalshoek reflecteren op wetenschappelijke inzichten, op het (financieel)
functioneren van organisaties en op mogelijke oplossingen voor
vraagstukken op het gebied van de accountancy of controlling.
C Sociaal communicatieve eindtermen
De afgestudeerde master beschikt over sociaal communicatieve vaardigheden die nodig zijn
om zelfstandig en in teamverband te kunnen bijdragen aan het (financieel) goed functioneren
van organisaties. De afgestudeerde master is in staat een team te begeleiden bij de
implementatie van oplossingen of veranderingsprocessen in een organisatie.
C.1 De afgestudeerde beschikt over sociaal communicatieve vaardigheden
waarmee hij in staat is om relevante informatie op een logische, overtuigende
en heldere manier te verwoorden, zowel in schrift als mondeling en zowel
met beroepsgenoten als met niet-deskundigen.
Onderwijs- en Examenregeling masteropleidingen FEB
137
C.2 De afgestudeerde is in staat zelfstandig, maar ook in teamverband,
oplossingsgericht en planmatig te werken en hij is in staat om in de
beroepspraktijk leiding te geven aan een team.
C.3 De afgestudeerde kan kritisch reflecteren op eigen en andermans werk om
daar waar nodig is bij te sturen en feedback te geven.
D Studievaardigheden en beroepenoriëntatie
De afgestudeerde master beschikt over vaardigheden die noodzakelijk zijn om het eigen
leerproces te sturen en om te reflecteren op eigen kennis en vaardigheden en hij is in staat om
zijn denken en werken bij te sturen. De afgestudeerde master beschikt over leervaardigheden
die nodig zijn om de vervolgopleiding Accountancy of Controlling binnen een redelijke
termijn af te ronden.
D.1 De afgestudeerde beschikt over de noodzakelijke leer- en studievaardigheden
om te kunnen reflecteren op het eigen leerproces (denken en werken) en om
dit proces bij te sturen.
D.2 De afgestudeerde beschikt over zelfinzicht, inzicht in het beroepsperspectief
en inzicht in de mogelijkheden tot verdieping en/of verbreding en is daardoor
in staat een gemotiveerde keuze te maken voor de vervolgopleiding
Accountancy of Controlling en voor een loopbaan.
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
138
Bijlage 1.2 MSc Business Administration
De masteroropleiding Business Administration heeft als doel studenten de kennis,
het inzicht en de vaardigheden mee te geven die ze nodig hebben om te kunnen
omgaan met complexe managementkwesties op het gebied van Business
Administration.
Om dit doel te bereiken, is de opleiding vormgegeven aan de hand van generieke en
specifieke eindtermen.
A. Kennis van het vakgebied
De afgestudeerde master heeft vergevorderde en conceptuele wetenschappelijke kennis van het
vakgebied.
A.1 De student begrijpt de belangrijkste theorieën, modellen en kaders binnen het
vakgebied.
A.2 De afgestudeerde master kan deze theorieën, modellen en kaders toepassen
om complexe managementsituaties te analyseren.
A.3 De afgestudeerde master kan kritisch reflecteren op het gebruik van theorieën
om de managementpraktijk te begrijpen.
A.4 De afgestudeerde master kan wetenschappelijke publicaties binnen het
vakgebied bespreken en beoordelen.
B. Onderzoek binnen het vakgebied
De afgestudeerde master beschikt over vaardigheden die hem of haar in staat stellen
zelfstandig onderzoek te verrichten binnen het vakgebied.
De afgestudeerde master is in staat:
B.1 problemen binnen het vakgebied te herkennen en analyseren;
B.2 te zoeken naar literatuur over een bepaald thema binnen het vakgebied;
B.3 een onderzoeksopzet te maken over een complex probleem binnen het
vakgebied;
B.4 gegevens te analyseren en/of een oplossing te ontwerpen binnen het
vakgebied;
B.5 conclusies te trekken, aanbevelingen te doen, bevindingen te generaliseren en
de beperkingen van een onderzoek binnen het vakgebied te identificeren;
B.6 op systematische wijze en in duidelijk en nauwkeurig Engels een
(onderzoeks-)verslag te schrijven.
C. Academische vaardigheden
De afgestudeerde master heeft de vaardigheden om de kennis van het vakgebied in complexe
situaties op een professioneel niveau toe te passen.
Onderwijs- en Examenregeling masteropleidingen FEB
139
De afgestudeerde master is in staat:
C.1 een plan op te stellen om een complex managementprobleem binnen het
vakgebied op te lossen;
C.2 technologieën (zoals informatica) toe te passen binnen het vakgebied;
C.3 onderzoeksresultaten mondeling te presenteren in duidelijk Engels en met
effectief gebruik van visuele hulpmiddelen;
C.4 op passende wijze vragen te beantwoorden en het eigen werk te verdedigen.
D. Beroepsvaardigheden en attitude
De afgestudeerde master heeft de vaardigheden en instelling waarmee hij of zij in een
professionele omgeving aan het werk kan.
D.1 De afgestudeerde master kan prioriteiten stellen, plannen en zijn/haar tijd en
werk effectief indelen.
D.2 De afgestudeerde master kan een groot werkproject plannen.
D.3 De afgestudeerde master haalt deadlines en kan onder druk werken.
D.4 De afgestudeerde master kan reflecteren op zijn of haar prestaties, inclusief
sterke en zwakke punten.
D.5 De afgestudeerde master kan ethische dilemma’s binnen het vakgebied
herkennen en hierop reflecteren.
D.6 De afgestudeerde master kan werken binnen een multidisciplinair en
internationaal team.
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
140
Bijlage 1.3 MSc Econometrics, Operations Research and Actuarial Studies
Het doel van de masteropleiding Econometrics, Operations Research and Actuarial
Studies (EORAS) is om studenten te leren wiskundige modellen binnen de economie
en bedrijfskunde op wetenschappelijk niveau toe te passen en om economische
vraagstukken met behulp van de juiste software te analyseren via een combinatie
van wiskunde, economie en statistiek. Het ontwikkelen van een
onderzoekgeoriënteerde instelling en kennis van de belangrijkste modellen speelt de
hoofdrol, samen met het leren omzetten van verkregen modeluitkomsten in voor het
vakgebied relevante resultaten. Afgestudeerden van de opleiding EORAS
ontwikkelen wiskundige modellen voor gecompliceerde praktijksituaties. In plaats
van het praktische probleem eenvoudiger te maken dan het is of het aan te passen
voor het gebruik van bekende hulpmiddelen, modellen of theorieën
(bachelorniveau), passen afgestudeerde masters daarom moderne methoden en
technieken toe en ontwikkelen zij waar nodig wiskundige of statistische
hulpmiddelen.
De specialisatie Econometrics houdt zich vooral bezig met de interpretatie van
geobserveerde (economische) gegevens op basis van econometrische analyse. Een
dataset wordt gemodelleerd om verbanden te vinden of te verifiëren, ofwel voor
simulatie of voorspellingen, of voor beleidsbeslissingen. Moderne econometrie wordt
toegepast op zowel macro- als micro-economie, maar ook in andere vakgebieden
zoals financiële economie of marketing.
De specialisatie Operations Research houdt zich vooral bezig met
besluitvormingsproblemen, bijvoorbeeld op het gebied van logistiek en financiën. Er
worden zowel deterministische als stochastische modellen gebruikt.
De specialisatie Actuarial Studies houdt zich voornamelijk bezig met onderwerpen
die te maken hebben met verzekeringen: levensverzekering, risicoverzekering en
herverzekering. Verzekering is nauw verbonden met investeringsstrategieën, sociale
zekerheid, onderhandelingen tussen werkgevers en werknemers over pensioenen,
enzovoort.
De doelen van de masteropleiding EORAS zijn vertaald in de volgende eindtermen
of kwalificaties:
A Eindtermen met betrekking tot inhoudelijke kennis en inzicht
De afgestudeerde master in EORAS:
A.1 heeft grondige wetenschappelijke kennis van en inzicht in recente theorieën,
methoden, modellen en technieken uit ten minste twee van de subgebieden
uit de specialisatie;
A.2 kan de actuele internationale literatuur van het vakgebied lezen, kennis en
inzicht toepassen bij het analyseren van niet-routinematige praktische
problemen en kan bijdragen aan de opbouw van kennis binnen het
vakgebied;
Onderwijs- en Examenregeling masteropleidingen FEB
141
A.3 kan de actuele internationale literatuur van ten minste één ander subgebied
binnen de gekozen specialisatie of een andere specialisatie lezen;
A.4 voldoet aan dezelfde normen binnen ten minste één ander subgebied uit de
wiskunde, economie of bedrijfskunde, inclusief de specialisaties van de
opleiding;
A.5 kan ten minste één programmeeromgeving gebruiken en heeft kennis van de
voor zijn/haar vakgebied relevante computerprogramma’s. Hij/zij kan met
deze programma's in een professionele omgeving functioneren;
A.6 kan de verhoudingen tussen de kennisgebieden interpreteren en kan
verbanden leggen tussen de resultaten met betrekking tot de kennisgebieden
die worden gevonden in internationale wetenschappelijke en vakgerelateerde
publicaties en relevante sociale ontwikkelingen;
A.7 heeft inzicht in de theorieën en concepten van de vakgebieden economie
en/of bedrijfskunde, met name waar bruikbaar bij een modellerende aanpak
binnen zijn/haar vakgebied. Hij/zij kan zich een mening vormen over de
praktische relevantie van de gebruikte wiskundige modellen en is in staat de
toepassing van theorieën en modellen kritisch te beoordelen;
A.8 heeft grondige kennis van bepaalde aspecten van de wiskunde en statistiek,
vooral de aspecten die belangrijk zijn voor een modellerende aanpak binnen
het vakgebied. Het niveau is hoog genoeg voor een creatief gebruik van
wiskundige en statistische onderzoeksmethoden.
B Wetenschappelijke eindtermen
Binnen zijn/haar vakgebied kan de afgestudeerde master:
B.1 zelfstandig een probleemstelling formuleren, specifieke onderzoeks- en
analysemethoden toepassen en onderzoek plannen en verrichten;
B.2 een praktisch probleem vertalen naar vragen in de vorm van een wiskundig
model, relevante kwantitatieve gegevens verzamelen en de uitslagen van een
wiskundig model vertalen naar antwoorden met betrekking tot het
oorspronkelijke praktische probleem;
B.3 wetenschappelijke methoden en technieken in de wiskunde, economie,
statistiek en software binnen de juiste context toepassen;
B.4 zowel mondeling als schriftelijk communiceren in het Engels op een voor de
wetenschap acceptabel niveau;
B.5 zijn/haar studie op een gevorderd niveau vervolgen;
B.6 reflecteren op wetenschappelijke theorieën, economische of maatschappelijke
verschijnselen en op het functioneren van organisaties vanuit een ethische
invalshoek;
B.7 onafhankelijk onderzoek verrichten naar niet-routinematige
praktijkvraagstukken;
B.8 De afgestudeerde master heeft een onderzoekende en kritische houding met
betrekking tot de mogelijkheden en beperkingen van wetenschappelijke
inhoud en de ontwikkeling van het kennisdomein en kan hierover tijdens een
debat een standpunt innemen;
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
142
B.9 De afgestudeerde master is bekend met de belangrijkste bronnen van
literatuur binnen zijn/haar vakgebied.
C Sociaalcommunicatieve eindtermen
C.1 De afgestudeerde master heeft sociale communicatievaardigheden waarmee
logisch, duidelijk en overtuigend de eigen activiteiten, veronderstellingen,
meningen, oplossingen en beslissingen binnen de hoofdspecialisatie zowel
schriftelijk als mondeling in het Engels kunnen worden uitgelegd aan zowel
leken als collega’s uit hetzelfde vak of uit andere vakgebieden (zoals
managers, economen, wiskundigen, wetenschappers en technici);
C.2 De afgestudeerde master kan kritisch reflecteren op eigen werk en het werk
van anderen, waarbij gelet wordt op zowel logische samenhang als praktische
relevantie. Indien nodig kan hij/zij het werk aanpassen en feedback of
verbeteringen geven.
D Leer- en studievaardigheden en carrièrebegeleiding
D.1 De afgestudeerde master heeft de benodigde leer- en studievaardigheden om
te kunnen reflecteren op zijn/haar eigen leerproces en professionele
vaardigheden en houding en kan waar nodig actie ondernemen;
D.2 De afgestudeerde master heeft zelfinzicht en is zich bewust van de
kenmerken van het beroep en de carrièremogelijkheden en kan een juiste
keuze maken voor het vervolg van zijn of haar carrière na het afstuderen.
Onderwijs- en Examenregeling masteropleidingen FEB
143
Bijlage 1.4 MSc Economics
De masteropleiding Economics heeft als doel studenten op te leiden die in staat zijn
geavanceerde economische theorieën toe te passen om economische situaties te
analyseren die van toepassing zijn op de samenleving in het algemeen. Studenten
verwerven kennis van economische theorie op een hoog analytisch niveau. Hierbij
wordt voornamelijk gekeken naar actuele economische theorieën in de kerngebieden
van de economie. Bovendien worden studenten vertrouwd gemaakt met het
toepassen van theorie en onderzoeksmethoden op de economische praktijk en
economisch beleid. Een dergelijke combinatie van zorgvuldig wetenschappelijk
denken en praktijkervaring is essentieel voor elk beroep op het gebied van
economisch beleid of onderzoek. Tot slot moeten afgestudeerden in staat zijn
economisch onderzoek uit te voeren.
Om deze doelen te bereiken, worden voor studenten specifieke beoogde leerdoelen
gedefinieerd.
A Inhoudelijke eindtermen (kennis, inzicht en de toepassing hiervan)
Voor het classificeren van economische literatuur gebruikt het Journal of Economic Literature
het JEL Classification System (www.AEAweb.org, JEL-classificatiecodegids). Aangezien dit
systeem algemeen geaccepteerd wordt binnen het economische vakgebied, zal het worden
gebruikt om de kennisgebieden van de opleiding hieronder te definiëren.
De afgestudeerde master heeft vergevorderde wetenschappelijke kennis van en
inzicht in de volgende twee vakgebieden:
A.1 Micro-economie, Industriële Organisatie (JEL-codes D, L)
A.2 Macro-economie, Monetaire Economie (JEL-code E)
en daarnaast wetenschappelijke kennis van en inzicht in twee van de volgende
gebieden op een hoger niveau dan dat van een afgestudeerde bachelor
Economics:
A.3.1 Economie van de Publieke Sector, Rechten en Economie (JEL-codes H en K)
A.3.2 Economische Geschiedenis en Economische Ontwikkeling, Technologische
Veranderingen en Groei (JEL-codes N en O)
A.3.3 Stedelijke, Plattelands- en Regionale Economie (JEL-code R)
A.3.4 Wiskundige en Kwantitatieve Methoden (JEL-code C)
A.3.5 Econometrie, Operationele Research, Actuariaat, Financiën of International
Economics and Business (JEL-code C, F en G)
De afgestudeerde master begrijpt actuele internationale literatuur over de
bovengenoemde vakgebieden, kan wetenschappelijke kennis en economische
modelleringstechnieken toepassen bij het analyseren van nieuwe of niet-
gedefinieerde economische situaties en kan originele bijdragen leveren binnen zowel
een wetenschappelijke omgeving als een beroepsomgeving.
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
144
De afgestudeerde master:
A.4 kan de verhoudingen tussen de kennisgebieden interpreteren en kan
verbanden leggen tussen de resultaten van de kennisgebieden die worden
gevonden in internationale wetenschappelijke en vakgerelateerde publicaties
en relevante nationale en internationale ontwikkelingen;
A.5 kan de belangrijkste theoretische inzichten van het vakgebied toepassen bij de
analyse van concrete maar complexe economische vraagstukken en kan
daarmee de eerste stappen nemen tot niet-routinematig onderzoek.
B Wetenschappelijke eindtermen (beoordelingen maken)
Binnen het vakgebied van de economie is de afgestudeerde master in staat om:
B.1 tot een kritisch oordeel te komen omtrent de relaties tussen theoretische
concepten, onderzoeksmethoden en empirische bevindingen in internationale
wetenschappelijke publicaties;
B.2 onafhankelijk een probleemstelling te formuleren, specifieke onderzoeks- en
analysemethoden toe te passen en onderzoek te plannen en te verrichten;
B.3 kwantitatieve en kwalitatieve gegevens te verzamelen, te analyseren, te
interpreteren en te synthetiseren, een betoog op te bouwen, een oplossing te
ontwikkelen, problemen op te lossen en/of op basis van theorie en bewijs
advies te geven;
B.4 wetenschappelijke methoden en technieken binnen de economie, wiskunde,
statistiek en toegepaste informatica binnen de juiste context toe te passen;
B.5 onafhankelijk een bijdrage te leveren aan de toegepaste kennis binnen het
vakgebied economie.
De afgestudeerde master:
B.6 heeft bovendien een onderzoeksgerichte en kritische houding met betrekking
tot de mogelijkheden en beperkingen van het economische vakgebied en de
wetenschap in het algemeen bij het behandelen van sociale vraagstukken en
ontwikkelingen en is in staat een mening te vormen vanuit een ethische
invalshoek;
B.7 kent de belangrijkste internationale literatuurbronnen, blijft op de hoogte van
relevante internationale (wetenschappelijke) uitgaven binnen het vakgebied
en houdt zijn/haar kennis op een acceptabel niveau.
C Sociaalcommunicatieve eindtermen
De afgestudeerde master:
C.1 heeft sociale communicatievaardigheden en Engelse taalvaardigheden (lezen,
schrijven, presenteren en discussiëren) waarmee logisch, duidelijk en
overtuigend de eigen activiteiten, veronderstellingen, meningen, oplossingen
en beslissingen kunnen worden uitgelegd aan zowel leken als vakgenoten
(zoals managers, economen, wiskundigen en wetenschappers);
Onderwijs- en Examenregeling masteropleidingen FEB
145
C.2 heeft een professionele instelling en kan oplossingsgericht, systematisch en
nauwkeurig werken. Verder kan hij/zij het initiatief nemen, luisteren,
discussiëren en plannen binnen een beroepsomgeving;
C.3 kan kritisch reflecteren op eigen werk en dat van anderen, waarbij gelet
wordt op zowel logische samenhang als economische relevantie. Indien nodig
kan hij/zij het werk aanpassen en opbouwende feedback of verbeteringen
geven.
D Leer- en studievaardigheden en carrièrebegeleiding
De afgestudeerde master:
D.1 heeft de benodigde vaardigheden om te kunnen reflecteren op zijn of haar
eigen leerproces, professionele vaardigheden en instelling;
D.2 heeft zelfinzicht, is zich bewust van de kenmerken van het beroep en de
carrièremogelijkheden en kan een juiste keuze maken voor het vervolg van
zijn of haar carrière na het afstuderen;
D.3 heeft een actieve houding met betrekking tot een leven lang leren.
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
146
Bijlage 1.5 MSc Fiscale Economie
Het doel van de masteropleiding Fiscale Economie is het bereiken van een
specialistisch, wetenschappelijk niveau op het domein van de fiscale economie. In de
masteropleiding komt daarom meer gespecialiseerde kennis op het gebied van
belastingrecht aan de orde. Tevens biedt de opleiding een verdieping op de gebieden
financiering en openbare financiën en wordt naast de nationale wet- en regelgeving
nadrukkelijk aandacht besteed aan internationaal en europees belastingrecht. In de
masteropleiding vindt bovendien integratie plaats van fiscale vakken en wordt op
geïntegreerde wijze diepgaande en specialistische kennis van de vakgebieden
aangeboden. Er is daarbij ruime aandacht voor de fiscale problematiek waarmee
multinationals en samenwerkingsverbanden in het MKB, alsmede hun
aandeelhouders/eigenaren en werknemers worden geconfronteerd. Van studenten
wordt gevraagd kritisch naar oplossingen te zoeken op deze complexe fiscaal
economische vraagstukken.
Om deze doelen te bereiken heeft de opleiding het onderwijs vormgegeven aan de
hand van generieke eindtermen die nader zijn uitgewerkt in meer specifieke
eindtermen.
A Inhoudelijke eindtermen
De afgestudeerde master beschikt over diepgaande wetenschappelijke kennis van en inzicht in
het fiscaal economische domein, is in staat deze toe te passen in nieuwe of onbekende
omstandigheden en is in staat een originele bijdrage te leveren aan vernieuwing van die
kennis en beleidsontwikkeling in een professionele omgeving. Kennis en inzicht bestaat eruit
dat de afgestudeerde master de belangrijkste theorieën, methoden en technieken binnen het
domein van de fiscale economie begrijpt en kan toepassen en dat hij zelf ook nieuwe kennis en
inzichten kan genereren en gebruiken bij het analyseren van complexe fiscaal economische
situaties en bij het oplossen van complexe fiscaal economische praktijkproblemen. De
afgestudeerde master kan de sturende effecten van fiscale regelgeving bedenken en beleid op
dit gebied implementeren.
De afgestudeerde Master FE:
A.1 heeft een diepgaande kennis van en inzicht in het Nederlandse fiscale
systeem, mede in Europees en internationaal perspectief, alsmede in het
belang van de fiscaliteit voor het beleid op ondernemingsniveau en op
overheidsniveau.
A.2 heeft een diepgaande kennis van en inzicht in de normatieve invloeden op de
fiscale rechtsvorming en –handhaving.
Binnen het bedrijfseconomisch subdomein heeft de afgestudeerde diepgaande
wetenschappelijke kennis van en inzicht in de gebieden:
A.3 Financiering
A.4 Accounting en Boekhouden
Onderwijs- en Examenregeling masteropleidingen FEB
147
De afgestudeerde is tevens in staat zijn kennis en inzicht op deze gebieden integratief
te gebruiken voor het oplossen van bedrijfseconomische en fiscale vraagstukken en
het formuleren van adviezen en beleid.
Binnen het algemeen economisch subdomein heeft de afgestudeerde diepgaande
wetenschappelijke kennis van en inzicht in het gebied:
A.5 Micro-/macro-economie
De afgestudeerde is tevens in staat zijn kennis en inzicht op dit gebied integratief te
gebruiken voor het oplossen van bedrijfseconomische en fiscale vraagstukken en het
formuleren van fiscaal beleid.
Binnen het subdomein van het belastingrecht heeft de afgestudeerde diepgaande
wetenschappelijke kennis van en inzicht in de gebieden:
A.6 Nationaal belastingrecht
A.7 Internationaal belastingrecht
A.8 Europees belastingrecht
De afgestudeerde is tevens in staat zijn kennis en inzicht op deze gebieden integratief
te gebruiken voor het oplossen van bedrijfseconomische en fiscale vraagstukken en
het formuleren van fiscaal beleid.
B Academische eindtermen
De afgestudeerde master beschikt over diepgaande kennis van en inzicht in wetenschappelijke
methoden en technieken en over academische vaardigheden en een academische attitude,
zodanig dat de afgestudeerde het bedrijfseconomisch en fiscaal functioneren van complexe
organisaties in de beroepspraktijk kan beoordelen en in staat is complexe praktijkproblemen
binnen die organisaties integratief te benaderen en op te lossen. De afgestudeerde master is in
staat om in situaties van onvolledige of beperkte informatie te beoordelen welke extra
informatie nodig is en of en waar deze verkregen kan worden en - in die situaties waarin
additionele informatie niet verkrijgbaar is - op basis van onvolledige of beperkte informatie
oordelen te vormen waarbij hij ook rekening houdt met sociaal maatschappelijke en ethische
verantwoordelijkheden. De afgestudeerde master heeft een open houding ten aanzien van
verschillende wetenschappelijke disciplines die vanuit hun specifieke invalshoek accenten
leggen in de benadering van vraagstukken binnen het domein van de fiscale economie en is
zich er van bewust dat een integere opstelling noodzakelijk is.
B.1 De afgestudeerde is in staat, binnen de kaders van het bedrijfseconomische en
fiscale domein (inter)nationale wetenschappelijke informatie zoals
theoretische concepten, wetenschappelijke theorieën, methoden en
technieken of een wetenschappelijk betoog kritisch op waarde te schatten en
op geïntegreerde wijze toe te passen.
B.2 De afgestudeerde is in staat hoofd- en bijzaken te onderscheiden en de kern
van een probleem te onderkennen om vervolgens zelfstandig relevante
gegevens en informatie te verzamelen, te analyseren, te interpreteren en te
synthetiseren, met als doel om met betrekking tot een praktijkprobleem zich
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
148
een oordeel/mening te vormen, een argumentatie/redenering op te zetten, een
passende oplossing te ontwerpen en/of een beleidsvoorstel te formuleren.
B.3 De afgestudeerde is in staat om wetenschappelijke methoden & technieken,
informatie- en analysetechnieken op het juiste moment en in de juiste context
toe te passen en zelfstandig wetenschappelijk onderzoek op te zetten en uit te
voeren.
B.4 De afgestudeerde houdt bij wat de ontwikkelingen zijn in het fiscaal
economisch vakgebied en in relevante aanpalende vakgebieden en is in staat
zelfstandig een bijdrage te leveren aan de kennisvoorraad van ten minste één
specialisatiegebied. De afgestudeerde kan verbanden leggen tussen de in de
nationale en internationale wetenschappelijke en vakpublicaties gevonden
uitkomsten en relevante maatschappelijke ontwikkelingen binnen het fiscaal
economische domein.
B.5 De afgestudeerde is in staat om specifieke fiscaal economische vraagstukken
te plaatsen in de organisatiecontext en de beroepspraktijk.
B.6 De afgestudeerde is in staat strategische vraagstukken van regelgeving en
organisaties te analyseren, te diagnosticeren, oplossingen aan te dragen en te
implementeren.
B.7 De afgestudeerde is in staat te handelen vanuit een integere opstelling en hij
kan vanuit een maatschappelijke en ethische invalshoek reflecteren op
wetenschappelijke inzichten, op het fiscaal economisch functioneren van
organisaties en op mogelijke oplossingen voor fiscaal economische
vraagstukken.
C Sociaal communicatieve eindtermen
De afgestudeerde master beschikt over sociaal communicatieve vaardigheden die nodig zijn
om zelfstandig en in teamverband te kunnen bijdragen aan het fiscaal economisch goed
functioneren van complexe organisaties. De afgestudeerde master toont een professionele
houding waarbij relevante vaardigheden zoals planmatig werken, accuraatheid, zelfstandig
werken, initiatief nemen en overtuigen adequaat worden toegepast.
C.1 De afgestudeerde beschikt over sociaal communicatieve vaardigheden
waarmee hij in staat is om relevante informatie op een logische, overtuigende
en heldere manier te verwoorden, zowel in schrift als mondeling en zowel
voor een publiek van beroepsgenoten als voor niet-deskundigen.
C.2 De afgestudeerde is in staat zelfstandig en in teamverband, accuraat,
oplossingsgericht en planmatig te werken en hij is initiatiefrijk in het oplossen
van vraagstukken en het aanpakken van werkzaamheden.
C.3 De afgestudeerde kan kritisch reflecteren op eigen en andermans werk om
daar waar nodig is bij te sturen en feedback te geven.
D Studievaardigheden en beroepenoriëntatie
De afgestudeerde master beschikt over vaardigheden die noodzakelijk zijn om het eigen
leerproces te sturen en om te reflecteren op eigen kennis en vaardigheden en hij is in staat om
zijn denken en werken bij te sturen.
Onderwijs- en Examenregeling masteropleidingen FEB
149
D.1 De afgestudeerde beschikt over de noodzakelijke leer- en studievaardigheden
om te kunnen reflecteren op het eigen leerproces (denken en werken) en om
dit proces bij te sturen.
D.2 De afgestudeerde beschikt over zelfinzicht, inzicht in het beroepsperspectief
en inzicht in de mogelijkheden tot verdieping en/of verbreding binnen het
fiscaal economisch domein.
D.3 De afgestudeerde is bereid en in staat om gedurende zijn carrière zijn kennis
en vaardigheden op het vereiste niveau te houden.
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
150
Bijlage 1.6 MSc Human Resource Management
De masteropleiding Human Resource Management (HRM) heeft als doel studenten
op te leiden die in staat zijn complexe problemen met betrekking tot het management
van werkzaamheden en werkgelegenheid in organisaties te definiëren, analyseren en
evalueren. Studenten verwerven een zorgvuldige, wetenschappelijke denkwijze en
wetenschappelijke vaardigheden aan de hand waarvan ze kunnen overdenken en
ontdekken hoe HRM-beleid en -praktijken kunnen worden ontwikkeld en toegepast
teneinde de beschikbaarheid, inzetbaarheid, toewijding en vitaliteit van werknemers
te waarborgen die nodig zijn om de doelen van de organisatie te bereiken.
Om deze doelen te bereiken, is de opleiding vormgegeven aan de hand van
generieke en specifieke eindtermen.
A Eindtermen met betrekking tot wetenschappelijke kennis van en inzicht in
HRM
De afgestudeerde master heeft vergevorderde wetenschappelijke kennis van en inzicht in de
belangrijkste theorieën, modellen en methoden op de volgende gebieden:
A.1 Strategisch Human Resources Management;
A.2 Ontwerp van werkprocessen en teamprocessen;
A.3 Instrumenten van personeelsbeleid (werving, selectie, opleiding,
prestatiemanagement, werknemersontwikkeling, vergoeding);
A.4 verandermanagement.
B Eindtermen met betrekking tot het toepassen van kennis en inzicht
De afgestudeerde master is in staat zijn/haar wetenschappelijke kennis van en inzicht in
HRM toe te passen. Hij/zij is in het bijzonder in staat:
B.1 theoretische inzichten op een relatief vergevorderd niveau toe te passen bij
het analyseren en evalueren van specifieke vragen betreffende een van de
bovengenoemde vakgebieden;
B.2 de verworven kennis en het verworven inzicht toe te passen teneinde
complexe problemen en kwesties op het snijvlak van een aantal of alle
bovengenoemde gebieden te definiëren, analyseren en evalueren;
B.3 een onderzoeksgerichte houding ten aanzien van HRM aan te nemen om
HRM-beleid en -praktijken te baseren op het beste beschikbare
wetenschappelijke bewijs.
C Eindtermen met betrekking tot onderzoek
De afgestudeerde master beschikt over de benodigde wetenschappelijke vaardigheden om
zelfstandig onderzoek uit te voeren op het gebied van HRM. Hij/zij is in het bijzonder in
staat:
C.1 theorieën, modellen en methodes te selecteren en synthetiseren om HRM-
gerelateerde onderzoeksvragen te definiëren en conceptualiseren;
Onderwijs- en Examenregeling masteropleidingen FEB
151
C.2 gegevens te verzamelen, analyseren en interpreteren om op basis van
onderzoek conclusies te trekken en verdedigbare aanbevelingen te doen op
het gebied van HRM-kwesties;
C.3 een wetenschappelijk onderzoeksrapport te schrijven, presenteren,
verdedigen en bespreken.
D Sociaalcommunicatieve eindtermen
De afgestudeerde master beschikt over de benodigde vaardigheden en houding om effectief
(samen) te werken in een professionele, multidisciplinaire omgeving. Hij/zij beschikt in het
bijzonder over:
D.1 de benodigde analytische en sociale vaardigheden om effectief te kunnen
samenwerken in een multidisciplinair team dat is opgezet om uitgebreide
organisatievraagstukken en kwesties met een HRM-component te
behandelen;
D.2 de benodigde communicatieve vaardigheden om op logische, duidelijke en
overtuigende wijze zijn/haar eigen veronderstellingen, analyses, conclusies,
besluiten, meningen en activiteiten mondeling en schriftelijk te uiten;
D.3 de benodigde leerhouding om kritisch op zijn/haar eigen en andermans
kennis, vaardigheden en capaciteiten te reflecteren en reageren.
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
152
Bijlage 1.7 MSc International Business and Management
De masteropleiding International Business and Management richt zich op de
bedrijfskundige en managementaspecten van multinationale bedrijven. De
afgestudeerde master heeft vergevorderde wetenschappelijke kennis van en inzicht
in leiderschapskwesties binnen multinationals, internationaal financieel
management, geavanceerde internationale bedrijfskunde en vergelijkende
institutionele benaderingen. Bovendien beschikt hij/zij over de specifieke
onderzoeksvaardigheden die managers nodig hebben om nieuwe omgevingen en de
bijbehorende ontwikkelingen te analyseren en over de benodigde sociale en
communicatieve vaardigheden om in een internationale context te kunnen
functioneren.
De doelen van de masteropleiding IB&M zijn vertaald in de volgende eindtermen:
A Inhoudelijke eindtermen
De afgestudeerde master heeft vergevorderde wetenschappelijke kennis van en
inzicht in de volgende vakgebieden:
A.1 Vergelijkende internationale instellingen en bedrijfssystemen
A.2 Internationale bedrijfskunde
A.3 Internationaal management
A.4 Internationaal financieel management
Bovendien is de afgestudeerde master in staat zijn/haar kennis van en inzicht in deze
vakgebieden toe te passen bij het analyseren van nieuwe, complexe kwesties in een
internationale bedrijfskundige en managementcontext.
B Wetenschappelijke eindtermen
Binnen het vakgebied van International Business and Management kan de
afgestudeerde:
B.1 tot een kritisch oordeel komen omtrent de relaties tussen theoretische
concepten, onderzoeksmethoden en empirische bevindingen in internationale
wetenschappelijke publicaties;
B.2 zelfstandig een probleemstelling formuleren, specifieke onderzoeks- en
analysemethoden toepassen en onderzoek plannen en uitvoeren;
B.3 relevante kwantitatieve en kwalitatieve gegevens verzamelen, deze gegevens
analyseren, interpreteren en synthetiseren met als doel het vormen van een
mening, het opbouwen van een betoog, het ontwerpen van een oplossing en
het oplossen van problemen en/of het geven van advies;
B.4 wetenschappelijke methoden en technieken op het gebied van International
Business and Management correct toepassen.
C Sociaalcommunicatieve eindtermen
De afgestudeerde master:
C.1 beschikt over professionele communicatievaardigheden en Engelse
taalvaardigheden (luisteren, lezen, schrijven, presenteren en discussiëren)
waarmee logisch, duidelijk en overtuigend de eigen activiteiten,
Onderwijs- en Examenregeling masteropleidingen FEB
153
veronderstellingen, meningen, oplossingen en beslissingen kunnen worden
uitgelegd aan zowel leken als vakgenoten;
C.2 heeft een professionele instelling en kan oplossingsgericht, systematisch en
methodologisch nauwkeurig functioneren in een professionele omgeving;
C.3 kan kritisch reflecteren op zijn/haar eigen werk en dat van anderen, waarbij
gelet wordt op zowel logische samenhang als economische relevantie. Indien
nodig kan hij/zij het werk aanpassen en feedback of verbeteringen geven;
C.4 kan deze kennis en vaardigheden toepassen binnen de context van een
internationale en multidisciplinaire werkomgeving, kan werken in een
interculturele context en zich professioneel gedragen, daarbij rekening
houdend met verschillen in tradities, normen en gewoontes met betrekking
tot het functioneren binnen een internationaal bedrijf.
D Leer- en studievaardigheden en carrièrebegeleiding
De afgestudeerde master:
D.1 heeft de benodigde vaardigheden om te kunnen reflecteren op zijn of haar
eigen leerproces, professionele vaardigheden en instelling;
D.2 heeft zelfinzicht, is zich bewust van de kenmerken van het beroep en de
carrièremogelijkheden en kan een juiste keuze maken voor het vervolg van
zijn of haar carrière na het afstuderen;
D.3 is gemotiveerd om op een zelfgestuurde of autonome manier door te leren.
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
154
Bijlage 1.8 MSc International Economics and Business
De masteropleiding International Economics & Business (IE&B) traint studenten in
het maken van (strategische) beslissingen bij nationale of internationale bedrijven en
overheidsorganisaties, zoals financiële instellingen, multinationals, adviesbureaus en
overheden. In dit verband staat bij de masteropleiding IE&B één integratief
onderwerp centraal, te weten Multinational Enterprise in verhouding tot de
wereldeconomie. Studenten verwerven kennis over de internationale handel,
economische geografie, innovatietheorie, internationale bedrijfsstrategie, het bouwen
op de (gegeneraliseerde) transactiekostentheorie en internationale economie, de
theorie van bedrijfssystemen en vergelijkende institutionele theorie. Bovendien kan
de afgestudeerde master deze kennis onder verschillende omstandigheden toepassen
en de verhoudingen tussen de kennisgebieden interpreteren. Door (toegepaste)
onderzoeksvragen in het vakgebied van de internationale economie, vergelijkende
institutionele analyse en internationale bedrijfsstrategie te analyseren, nemen
studenten de eerste stappen in de richting van het verrichten van onderzoek en
analyses van relatief complexe problemen in de praktijk.
Om deze doelen te bereiken, is de masteropleiding vormgegeven aan de hand van
specifieke eindtermen of kwalificaties.
A Inhoudelijke eindtermen (kennis, inzicht en de toepassing hiervan)
De afgestudeerde master heeft vergevorderde wetenschappelijke kennis van en inzicht in de
volgende vakgebieden:
A.1 Internationale economische handel en beleid
A.2 Internationale monetaire en financiële economie
A.3 Internationale bedrijfsstrategie
A.4 Vergelijkende internationale instellingen en bedrijfssystemen en economische
ontwikkeling.
Daarnaast is de wetenschappelijke kennis en inzicht in het volgende gebied van een
hoger niveau dan dat van een afgestudeerde bachelorstudent IE&B:
A.5 Kwantitatieve bedrijfskundige onderzoeksmethoden en econometrie.
De afgestudeerde kan ook de actuele internationale literatuur over de
bovengenoemde vakgebieden lezen, kennis en inzicht toepassen bij het analyseren
van nieuwe of complexe problemen in de context van internationale economie en
bedrijfskunde en een grondige bijdrage leveren aan de opbouw van kennis binnen
een relevante beroepsomgeving.
De afgestudeerde master:
A.6 kan de verhoudingen tussen de kennisgebieden interpreteren en kan
verbanden leggen tussen de bevindingen in internationale wetenschappelijke
en vakgerelateerde publicaties en relevante internationale ontwikkelingen;
Onderwijs- en Examenregeling masteropleidingen FEB
155
A.7 kan de belangrijkste theoretische inzichten van het vakgebied toepassen bij de
analyse van specifieke vragen op het gebied van de internationale economie,
vergelijkende institutionele analyse en internationale bedrijfsstrategie en
zodoende de eerste stappen zetten in de richting van wetenschappelijk
onderzoek op redelijk vergevorderd niveau.
B Wetenschappelijke eindtermen (beoordelingen maken)
Binnen het vakgebied van International Economics and Business kan de afgestudeerde master:
B.1 tot een kritisch oordeel komen omtrent de relaties tussen theoretische
concepten, onderzoeksmethoden en empirische bevindingen in internationale
wetenschappelijke publicaties;
B.2 zelfstandig een probleemstelling formuleren, specifieke onderzoeksmethoden
toepassen en onderzoek plannen en uitvoeren;
B.3 relevante kwantitatieve en kwalitatieve gegevens verzamelen en deze
gegevens analyseren, interpreteren en synthetiseren met als doel het vormen
van een mening, het opbouwen van een betoog, het ontwerpen van een
oplossing en het oplossen van problemen en/of het geven van advies;
B.4 wetenschappelijke methoden en technieken in de vakgebieden van de
internationale economie, internationale bedrijfsstrategie, vergelijkende
institutionele analyse, economische ontwikkeling en groei, statistiek en
toegepaste informatica op het juiste moment en binnen de juiste context
toepassen;
B.5 de eerste stappen nemen in de richting van het onafhankelijk bijdragen aan
de opgebouwde kennis binnen het domein van International Economics and
Business.
De afgestudeerde master:
B.6 heeft verder een onderzoeksgerichte en kritische houding met betrekking tot
de mogelijkheden en beperkingen van de wetenschap bij het behandelen van
sociale vraagstukken en ontwikkelingen en is in staat zich een mening te
vormen vanuit een ethische invalshoek;
B.7 kent de belangrijkste internationale literatuurbronnen, blijft op de hoogte van
relevante internationale (wetenschappelijke) uitgaven binnen het vakgebied
en houdt zijn/haar kennis op een acceptabel niveau.
C Sociaalcommunicatieve eindtermen
De afgestudeerde master:
C.1 beschikt over professionele communicatievaardigheden en Engelse
taalvaardigheden (luisteren, lezen, schrijven, presenteren en discussiëren)
waarmee logisch, duidelijk en overtuigend de eigen activiteiten,
veronderstellingen, meningen, oplossingen en beslissingen kunnen worden
uitgelegd aan zowel leken als vakgenoten;
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
156
C.2 heeft een professionele instelling en kan oplossingsgericht, systematisch en
methodologisch nauwkeurig functioneren in een professionele omgeving;
C.3 kan kritisch reflecteren op zijn/haar eigen werk en dat van anderen, waarbij
gelet wordt op zowel logische samenhang als economische relevantie. Indien
nodig kan hij/zij het werk aanpassen en feedback of verbeteringen geven;
C.4 kan deze kennis en vaardigheden toepassen binnen de context van een
internationale en multidisciplinaire werkomgeving, kan werken in een
interculturele context en zich professioneel gedragen, daarbij rekening
houdend met verschillen in tradities, normen en gewoontes met betrekking
tot het functioneren binnen een internationaal bedrijf.
D Leer- en studievaardigheden en carrièrebegeleiding
De afgestudeerde master:
D.1 heeft de benodigde vaardigheden om te kunnen reflecteren op zijn of haar
eigen leerproces, professionele vaardigheden en instelling;
D.2 heeft zelfinzicht, is zich bewust van de kenmerken van het beroep en de
carrièremogelijkheden en kan een juiste keuze maken voor het vervolg van
zijn of haar carrière na het afstuderen;
D.3 kan het onbekende aanpakken (wat hoort bij een internationale omgeving) en
kan leren van eigen ervaringen en leeractiviteiten;
D.4 is gemotiveerd om op een zelfgestuurde of autonome manier door te leren.
Onderwijs- en Examenregeling masteropleidingen FEB
157
Bijlage 1.9 MSc Technology Management
De masteropleiding Technology Management heeft als doel studenten de kennis,
middelen en vaardigheden mee te geven om de technologische innovaties van
producten, diensten en processen te beheren, technologische innovaties te
beoordelen in termen van bedrijfseconomie en van de mogelijke gevolgen voor het
sociotechnische systeem van een bedrijf en een geïntegreerd beeld van
technologische innovaties te ontwikkelen en toe te passen.
Om deze doelen te bereiken, is de opleiding vormgegeven aan de hand van
generieke en specifieke eindtermen.
A. Functionele gebieden van technologiemanagement
De afgestudeerde master heeft gevorderde kennis van de functionele gebieden binnen
technologiemanagement zodat hij of zij technologische innovaties in producten, diensten en
processen kan beschrijven, analyseren en beheren.
De afgestudeerde master heeft vergevorderde kennis van en inzicht in innovaties in:
A.1 de ontwikkeling van producten en diensten.
A.2 processen en bedrijfsvoering.
A.3 De afgestudeerde master beschikt over voldoende kennis van en inzicht in de
rol en bijdrage van informatietechnologie in technologische innovaties.
A.4 De afgestudeerde master heeft vergevorderde kennis en vaardigheden om
technologische innovaties vanuit een economisch perspectief te kunnen
beoordelen.
A.5 De afgestudeerde master heeft vergevorderde kennis en vaardigheden om de
sociale en organisatorische invloed van technologische innovaties te kunnen
beoordelen.
B. Onderzoek op het gebied van technologiemanagement
De afgestudeerde master is in staat integratief, toegepast wetenschappelijk onderzoek te
verrichten op het gebied van technologiemanagement.
B.1 De afgestudeerde master begrijpt het integratieve karakter van
technologische innovaties.
B.2 De afgestudeerde master is in staat theorieën toe te passen, modellen te
bouwen en methoden te ontwikkelen voor het ontwikkelen van oplossingen
voor problemen op het gebied van technologiemanagement.
B.3 De afgestudeerde master beschikt over de nodige onderzoeksvaardigheden
om zelfstandig onderzoek uit te voeren.
B.4 De afgestudeerde master is in staat zijn of haar kennis van bepaalde gebieden
binnen het technologiemanagement verder te verbreden en verdiepen.
C. Communicatieve en leidinggevende vaardigheden
De afgestudeerde master beschikt over communicatieve en leidinggevende vaardigheden en
kan werken binnen een team.
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
158
De afgestudeerde master is in staat:
C.1 een wetenschappelijk onderzoeksrapport te schrijven;
C.2 een voorstel te presenteren en verdedigen;
C.3 een project te plannen;
C.4 ethisch te handelen;
C.5 te reflecteren op zijn/haar eigen prestaties;
C.6 in een team te werken en bij te dragen aan de samenwerking.
D. Wetenschappelijke instelling
De afgestudeerde heeft een wetenschappelijke instelling waarmee hij of zij in een professionele
academische omgeving kan werken.
D.1 De afgestudeerde master staat positief tegenover het concept van een leven
lang leren.
D.2 De afgestudeerde master heeft een open, kritische instelling ten opzichte van
nieuwe ideeën en ontwikkelingen.
D.3 De afgestudeerde master behandelt anderen met respect.
Onderwijs- en Examenregeling masteropleidingen FEB
159
Bijlage 1.10 MSc Economics and Business
De Research Masteropleiding Economics and Business heeft als algemene
doelstelling studenten klaar te stomen voor het doen van onderzoek door middel van
diepgaande training in geavanceerde theorieën en methodes gericht op zowel kennis
als vaardigheden. De opleiding bestaat uit vijf profielen (specialisaties): (1)
Economics & Econometrics, (2) International Economics & Business, (3) Marketing,
(4) Operations Management & Operations Research, en (5) Human Resource
Management & Organizational Behaviour. Deze profielen sluiten aan op de vijf
onderzoeksprogramma’s van SOM.
De Research Masteropleiding beoogt excellente, jonge studenten op te leiden en te
trainen om in de toekomst deel uit te maken van de academische gemeenschap, als
promovendi of als onderzoekers bij een nationaal of internationaal publiek of privaat
onderzoeksinstituut. Na afronding van het programma ontvangen studenten een
masterdiploma (MSc). Het programma wordt gegeven in het Engels en heeft als doel
een internationale studentenpopulatie aan te trekken. Slechts een kleine groep
enthousiaste en zeer gemotiveerde studenten met een uitzonderlijk talent voor
wetenschap en onderzoek wordt toegelaten tot deze opleiding.
Om deze doelen te bereiken, worden voor studenten specifieke beoogde leerdoelen
gedefinieerd.
A Inhoudelijke eindtermen (kennis, inzicht en de toepassing hiervan)
De afgestudeerde beschikt over
A.1 een ruim inzicht in belangrijke hedendaagse economische en bedrijfskundige
vraagstukken, alsook een grondige kennis van belangrijke vraagstukken op
het gebied van zijn specialisatie;
A.2 gevorderde kennis van en inzicht in theoretische economische en
bedrijfskundige modellen, met name op het gebied van zijn specialisatie;
A.3 gevorderde kennis van en inzicht in de onderzoeksmethodologie en
methodes op het gebied van de economie en de bedrijfskunde;
A.4 gevorderde kennis van en inzicht in geschikte en uitvoerbare
onderzoeksontwerpen en methodes voor gegevensverzameling in
verschillende soorten onderzoek, alsook de expertise en ervaring wat betreft
de adequaatheid, de toepasbaarheid en de feitelijke toepassing van dergelijke
onderzoeksontwerpen en methodes voor gegevensverzameling;
A.5 het vermogen om onderzoeksvragen te koppelen aan economische en
bedrijfskundige theorieën;
A.6 het vermogen om op originele wijze theorieën en onderzoeksresultaten op
beleidsvraagstukken en wetenschappelijke onderzoeksvraagstukken toe te
passen;
A.7 het vermogen om relevante wetenschappelijke literatuur te selecteren,
doorgronden en integreren, en om deze literatuur te beoordelen op basis van
de beschikbare informatie;
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
160
A.8 de expertise en ervaring om een onderzoeksproject uit te werken, dat wil
zeggen, om een duidelijke onderzoeksvraag te formuleren die innovatief is en
voortbouwt op de huidige stand van zaken in het onderzoek op het
desbetreffende economische of bedrijfskundige gebied, en die wordt
ondersteund door de relevante literatuur op het desbetreffende vakgebied;
A.9 expertise in en ervaring met het integreren van theorie en empirisch
onderzoek, alsmede ervaring met het volledige onderzoeksproces, waartoe
ook het verantwoorden van de onderzoeksresultaten behoort;
A.10 het vermogen om theorie en kwantitatief empirisch onderzoek (‘op theorie
gebaseerd empirisch onderzoek’) te integreren in een wetenschappelijk
verslag dat qua niveau vergelijkbaar is met een publiceerbaar
onderzoeksverslag.
B Wetenschappelijke eindtermen (beoordelingen maken)
De afgestudeerde beschikt over
B.1 het vermogen om de juiste onderzoeksmethodologieën, -methodes en
statistische technieken te kiezen en toe te passen, alsook de
onderzoeksresultaten kritisch te beoordelen;
B.2 het vermogen om te reflecteren op de sociale en ethische
verantwoordelijkheden die de toepassing van kennis en beoordelingen met
zich meebrengt, alsook op de sociale en ethische implicaties van
onderzoeksresultaten voor beleidsvorming en verder onderzoek.
C Sociaalcommunicatieve eindtermen
De afgestudeerde beschikt over
C.1 het vermogen om conclusies, en de kennis en overwegingen die hieraan ten
grondslag liggen, zowel schriftelijk als mondeling te communiceren naar een
publiek van specialisten (bijv. wetenschappers) en niet-specialisten (bijv.
bestuurders, beleidsmakers of journalisten);
C.2 het vermogen om beleidsimplicaties van wetenschappelijk onderzoek te
communiceren, rekening houdend met de beperkingen van de informatie en
het wetenschappelijk inzicht waarop de praktische aanbevelingen zijn
gebaseerd.
D Leer- en studievaardigheden en carrièrebegeleiding
De afgestudeerde beschikt over
D.1 het vermogen om te reflecteren op de implicaties van zijn onderzoek voor het
ontwikkelen van economische en bedrijfskundige theorieën;
D.2 het vermogen om informatie te zoeken en om gegevens volgens algemene
wetenschappelijke standaarden op te vragen, te documenteren en te
archiveren;
D.3 een kritische en reflecterende houding alsook de analyse- en
onderzoeksvaardigheden die nodig zijn om na het afstuderen een
promotietraject af te leggen of om op professioneel niveau te functioneren
Onderwijs- en Examenregeling masteropleidingen FEB
161
binnen een onderzoeks- of beleidsafdeling van een gouvernementele/non-
gouvernementele organisatie of onderneming;
D.4 de benodigde werkhouding om deel uit te maken van een internationaal
onderzoeksteam, waarin hij bijdraagt aan het collectieve goed en
timemanagement, en deelneemt aan een onderzoeksnetwerk in zijn eigen
onderzoeksdomein.
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
162
Bijlage 2. MSc programma’s Accountancy en Controlling
V = Verplicht; K = Keuze; KG = Keuzegroep. ** = Vak kan ook buiten de aangegeven
periode gevolgd worden; raadpleeg de vakbeschrijving in Ocasys.
Bijlage 2.1 MSc Accountancy en Controlling, traject Accountancy
De masteropleiding Accountancy en Controlling, traject Accountancy omvat de
volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC:
Opleiding: MSc Accountancy & Controlling/A&C
Studiejaar: 1
Profiel: Accountancy
sem vaknaam vakcode EC V/K taal
1.1-2 Auditing I EBM821A10 10 V NL
1.1-2 Strategie en organisatie in de praktijk EBM636A05 5 V NL
1.1 Financial Accounting Theory EBM863A05 5 V NL
1.2 Internal Control: Risk Management EBM883A05 5 V NL
2.1-2 Internal Control: Ontw. Best. Inf.syst. EBM807A10 10 V NL
2.1-2 Masterafstudeerwerkstuk Accountancy EBM869A20 20 V NL
2.1 Auditing II EBM898A05 5 V NL
Opleiding: MSc Accountancy & Controlling/A&C
Studiejaar: 1
Profiel: Accountancy voor HBO-AC
sem vaknaam vakcode EC V/K taal
1.1-2 Strategie en organisatie in de praktijk EBM636A07 7 V NL
1.1 Financial Accounting II HBO Accountancy EBM862A05 5 V NL
1.1 Financial Accounting Theory EBM863A05 5 V NL
1.1 Intr. bdk. methodologie voor HBO TM/A&C EBB693A03 3 V NL
1.2 Internal Control: Risk Management EBM883A05 5 V NL
1.2 Statistiek Bedrijfskunde EBP624A05 5 V NL
2.1-2 Internal Control: Ontw. Best. Inf.syst. EBM807A10 10 V NL
2.1-2 Masterafstudeerwerkstuk Accountancy EBM869A20 20 V NL
2.1 Auditing II EBM898A05 5 V NL
Onderwijs- en Examenregeling masteropleidingen FEB
163
Bijlage 2.2 MSc Accountancy en Controlling, traject Controlling
De masteropleiding Accountancy en Controlling, traject Controlling omvat de
volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC:
Opleiding: MSc Accountancy & Controlling/A&C
Studiejaar: 1
Profiel: Controlling
sem vaknaam vakcode EC V/K taal
1.1-2 Field Course O&MC EBM648B10 10 V EN
1.1-2 Financiering III A&C/FE EBM864B05 5 V NL
1.1-2 Strategie en organisatie in de praktijk EBM636A05 5 V NL
1.1 Ontwerp managementacc. verandering EBM711A05 5 V NL
1.2 Internal Control: Risk Management EBM883A05 5 V NL
2.1-2 Internal Control: Ontw. Best. Inf.syst. EBM807A10 10 V NL
2.1-2 Masterafstudeerwerkstuk Controlling EBM870A20 20 V NL
Opleiding: MSc Accountancy & Controlling/A&C
Studiejaar: 1
Profiel: Controlling voor HBO-AC
sem vaknaam vakcode EC V/K taal
1.1-2 Field Course O&MC EBM648B10 10 V EN
1.1-2 Financiering III A&C/FE EBM864B05 5 V NL
1.1-2 Strategie en organisatie in de praktijk EBM636A07 7 V NL
1.1 Financial Accounting II HBO Accountancy EBM862A05 5 V NL
1.1 Intr. bdk. methodologie voor HBO TM/A&C EBB693A03 3 V NL
1.1 Ontwerp managementacc. verandering EBM711A05 5 V NL
1.2 Internal Control: Risk Management EBM883A05 5 V NL
1.2 Statistiek Bedrijfskunde EBP624A05 5 V NL
2.1-2 Internal Control: Ontw. Best. Inf.syst. EBM807A10 10 V NL
2.1-2 Masterafstudeerwerkstuk Controlling EBM870A20 20 V NL
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
164
Bijlage 3. MSc programma’s Business Administration
V = Verplicht; K = Keuze; KG = Keuzegroep. ** = Vak kan ook buiten de aangegeven
periode gevolgd worden; raadpleeg de vakbeschrijving in Ocasys.
Bijlage 3.1 MSc Business Administration, traject Business & ICT
De masteropleiding Business Administration, traject Business & ICT omvat de
volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC:
Opleiding: MSc BA - Business & ICT
Studiejaar: 1
Profiel: basisprogramma Business & ICT
sem vaknaam vakcode EC V/K taal
1.1-2 Field Course Bus. & ICT: Strategy & ICT EBM650A10 10 V EN
1.1-2 keuzevak(ken) Business & ICT 10 V EN
2.1-2 Master’s Thesis BA Business & ICT EBM865A20 20 V EN
1.1-2 Business Processes & ICT EBM646A10 10 KG EN
1.1-2 en/of ICT: Human & Organizational Issues EBM653A10 10 KG EN
2.1 en/of ICT Systems EBM652A10 10 KG EN
Opleiding: MSc BA - Business & ICT
Studiejaar: 1
Profiel: keuzevakken Business & ICT
sem vaknaam vakcode EC V/K taal
1.1-2 Field Course Marketing EBM819A10 10 K EN
1.1-2 Inf. Systems for Operations & Supply Ch. EBM658A05 5 K EN
1.1-2 Strategy & Innovation EBM679A10 10 K EN
1.1 Field Course Business Development Ia EBM607A05 5 K EN
1.2 E-commerce EBM813A05 5 K EN
1.2 Field Course Business Development Ib EBM607B05 5 K EN
2.1 Business Intelligence TBBI05E 5 K EN
Onderwijs- en Examenregeling masteropleidingen FEB
165
Bijlage 3.2 MSc Business Administration, traject Business Development
De masteropleiding Business Administration, traject Business Development omvat
de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC:
Opleiding: MSc BA - Business Development
Studiejaar: 1
Profiel: basisprogramma Business Development
sem vaknaam vakcode EC V/K taal
1.1 Business Development Management EBM628A05 5 V EN
1.1 Field Course Business Development Ia EBM607A05 5 V EN
1.1 keuzevak Business Development 5 V EN
1.2 Field Course Business Development Ib EBM607B05 5 V EN
1.2 Organizing Innovation EBM622B05 5 V EN
1.2 Service Innovation EBM736B05 5 V EN
2.1-2 Master’s Thesis BA BD EBM721A25 25 V EN
2.1 Development Research Design BD EBM654A05 5 V EN
Opleiding: MSc BA - Business Development
Studiejaar: 1
Profiel: keuzevakken Business Development
sem vaknaam vakcode EC V/K taal
1.1-2 Field Course Marketing EBM819A10 10 K EN
1.1 Innovation & Entrepreneurship EBM621A05 5 K EN
1.1 Strategic HRM EBM011A05 5 K EN
1.1 Theories of Organizational Change EBM013A05 5 K EN
1.2 Capturing Value from Innovation EBM738A05 5 K EN
1.2 E-commerce EBM813A05 5 K EN
2.1-2 Consumer Behavior EBM809A10 10 K EN
2.1 Advanced Quality Management EBM632A05 5 K EN
2.1 Business Marketing EBM808A05 5 K EN
2.1 Management Consulting EBM706A05 5 K EN
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
166
Bijlage 3.3 MSc Business Administration, traject Change Management
De masteropleiding Business Administration, traject Change Management omvat de
volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC:
Opleiding: MSc BA - Change Management
Studiejaar: 1
Profiel: basisprogramma Change Management
sem vaknaam vakcode EC V/K taal
1.1-2 +
2.1-2
Skills Training & Thesis Prep. MSc BA CM EBM626A05 5 V EN
1.1-2 Field Course Change Management EBM625A10 10 V EN
1.1-2 keuzevak(ken) Change Management 10 V EN
1.1 Theories of Organizational Change EBM013A05 5 V EN
1.2 Work Design and Team Processes EBM012A05 5 V EN
2.1-2 Master’s Thesis BA Change Management EBM724A20 20 V EN
2.1 Management Consulting EBM706A05 5 V EN
Opleiding: MSc BA - Change Management
Studiejaar: 1
Profiel: keuzevakken Change Management
sem vaknaam vakcode EC V/K taal
1.1-2 Business Processes & ICT EBM646A10 10 K EN
1.1-2 Field Course O&MC EBM648B10 10 K EN
1.1-2 ICT: Human & Organizational Issues EBM653A10 10 K EN
1.1-2 Strategy & Innovation EBM679A10 10 K EN
1.1 Corporate Governance & Stakeholder Man. EBM671A05 5 K EN
1.1 Innovation & Entrepreneurship EBM621A05 5 K EN
1.2 E-commerce EBM813A05 5 K EN
1.2 Organizing Innovation EBM622B05 5 K EN
1.2 Personnel Economics EBM678A05 5 K EN
2.1 Advanced Quality Management EBM632A05 5 K EN
2.1 Conflict Man. & Industrial Relations EBM673A05 5 K EN
Onderwijs- en Examenregeling masteropleidingen FEB
167
Bijlage 3.4 MSc Business Administration, traject Finance
De masteropleiding Business Administration, traject Finance omvatten de volgende
onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC:
Opleiding: MSc BA - Finance
Studiejaar: 1
Profiel: basisprogramma Finance
sem vaknaam vakcode EC V/K taal
1.1-2 Field Course Finance EBM647A10 10 V EN
1.1-2 Corporate Valuation & Portfolio Man. EBM007A10 10 KG EN
1.1-2 of Risk and Derivatives EBM848A10 10 KG EN
2.1-2 keuzevak(ken) Finance 10 V EN
2.1-2 Master’s Thesis BA Finance EBM866A20 20 V EN
2.1 Corporate Finance EBM008A05 5 KG EN
2.2 en/of Advanced Corporate Finance EBM857B05 5 KG EN
2.2 en/of Corporate Governance EBM811B05 5 KG EN
Opleiding: MSc BA - Finance
Studiejaar: 1
Profiel: keuzevakken Finance
sem vaknaam vakcode EC V/K taal
1.1 Credit Risk Analysis EBM860A05 5 K EN
1.2 Behavioral Finance & Personal Investing EBM806B05 5 K EN
2.1-2 Money and Banking EBM837A10 10 K EN
2.1 Corporate Finance EBM008A05 5 K EN
2.1 Working Capital Management EBM645A05 5 K EN
2.2 Advanced Corporate Finance EBM857B05 5 K EN
2.2 Institutional Investment Management EBM822A05 5 K EN
Bijlage 3.5 MSc Business Administration, traject General Management
De masteropleiding Business Administration, traject General Management omvat de
volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC:
Opleiding: MSc BA - General Management
Studiejaar: 1
vaknaam vakcode EC V/K taal
Field Course Bus. Development voor GM EBM607B10 10 V EN
Field Course O&MC voor GM EBM648C10 10 V EN
Field Course Oper. and S. Chains voor GM EBM610B10 10 V EN
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
168
Master’s Thesis BA General Management EBM727A20 20 V EN
Strategy & Innovation voor GM EBM679B10 10 V EN
Bijlage 3.6 MSc Business Administration, traject Marketing
De masteropleiding Business Administration, traject Marketing omvat de volgende
onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC:
Opleiding: MSc BA - Marketing
Studiejaar: 1
Profiel: basisprogramma Marketing Management
sem vaknaam vakcode EC V/K taal
1.1-2 Field Course Marketing EBM819A10 10 V EN
1.1-2 keuzevak(ken) Marketing Management A 20 V EN
2.1-2 Master’s Thesis BA Marketing EBM867A20 20 V EN
2.1-2 keuzevak(ken) Marketing Management B 10 V EN
Opleiding: MSc BA - Marketing
Studiejaar: 1
Profiel: basisprogramma Marketing Research
sem vaknaam vakcode EC V/K taal
1.1-2 Advanced Market Research EBM803A10 10 V EN
1.1-2 Field Course Marketing EBM819A10 10 V EN
1.1-2 Marketing Model Building EBM831A10 10 V EN
2.1-2 keuzevak Marketing Research 5 V EN
2.1-2 Market Research: Practice EBM881A05 5 V EN
2.1-2 Master’s Thesis BA Marketing EBM867A20 20 V EN
Opleiding: MSc BA - Marketing
Studiejaar: 1
Profiel: keuzevakken Marketing Management A
sem vaknaam vakcode EC V/K taal
1.1-2 Brand Management and Communication EBM834A10 10 K EN
1.1 Services Marketing EBM882A05 5 K EN
1.2 E-commerce EBM813A05 5 K EN
1.2 Retail Marketing EBM880A05 5 K EN
2.1-2 Consumer Behavior EBM809A10 10 K EN
2.1 Business Marketing EBM808A05 5 K EN
2.1 Marketing Leadership EBM899A05 5 K EN
Onderwijs- en Examenregeling masteropleidingen FEB
169
Opleiding: MSc BA - Marketing
Studiejaar: 1
Profiel: keuzevakken Marketing Management B
sem vaknaam vakcode EC V/K taal
1.1-2 Advanced Financial Management EBM608B10 10 K EN
1.1-2 Advanced Market Research EBM803A10 10 K EN
1.1-2 Marketing Model Building EBM831A10 10 K EN
1.1-2 Strategy & Innovation EBM679A10 10 K EN
1.1 Theories of Organizational Change EBM013A05 5 K EN
2.1-2 Market Research: Practice EBM881A05 5 K EN
2.1-2 niet gekozen keuzevak(ken) van MM A 10 K EN
Opleiding: MSc BA - Marketing
Studiejaar: 1
Profiel: keuzevakken Marketing Research
sem vaknaam vakcode EC V/K taal
1.1-2 Advanced Financial Management EBM608B10 10 K EN
1.1-2 Brand Management and Communication EBM834A10 10 K EN
1.1-2 Econometric Theory and Methods EBM835B10 10 K EN
1.1 Experimentele designs en Variantie analy PSMM-4 5 K EN
1.1 Services Marketing EBM882A05 5 K EN
1.2 E-commerce EBM813A05 5 K EN
1.2 Retail Marketing EBM880A05 5 K EN
2.1-2 Consumer Behavior EBM809A10 10 K EN
2.1 Business Marketing EBM808A05 5 K EN
2.1 Experimentele Vaardigheden, Voortgezet PSMHV-1 5 K NL
2.1 Marketing Leadership EBM899A05 5 K EN
Bijlage 3.7 MSc Business Administration, traject Operations & Supply Chains
De masteropleiding Business Administration, traject Operations & Supply Chains
omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC:
Opleiding: MSc BA - Operations & Supply Chains/O&SC
Studiejaar: 1
Profiel: Production & Distribution
sem vaknaam vakcode EC V/K taal
1.1-2 Field Course Oper. and Supply Chains EBM610A10 10 V EN
1.1-2 Inf. Systems for Operations & Supply Ch. EBM658A05 5 V EN
1.1-2 keuzevakken O&SC 15 V EN
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
170
2.1-2 Master’s Thesis BA Oper. & Supply Chains EBM720A25 25 V EN
2.1 Global Operations & Supply Chains EBM614A05 5 V EN
Opleiding: MSc BA - Operations & Supply Chains/O&SC
Studiejaar: 1
Profiel: Services
sem vaknaam vakcode EC V/K taal
1.1-2 Field Course Oper. and Supply Chains EBM610A10 10 V EN
1.1-2 Service Operations EBM634A05 5 V EN
1.1-2 keuzevakken O&SC 15 V EN
2.1-2 Master’s Thesis BA Oper. & Supply Chains EBM720A25 25 V EN
2.1 Advanced Quality Management EBM632A05 5 V EN
Opleiding: MSc BA - Operations & Supply Chains/O&SC
Studiejaar: 1
Profiel: keuzevakken O&SC
sem vaknaam vakcode EC V/K taal
1.1-2 Business Processes & ICT EBM646A10 10 K EN
1.1-2 Simulation of Business Processes TBSBP05E 5 K EN
1.1-2 Spec. Course Business & ICT EBB661A10 10 K EN
1.1-2 Spec. Course OMC: Management Acc. EBB884A10 10 K EN
1.1 Advanced Purchasing & Supply Man. EBM716A05 5 K EN
1.1 Theories of Organizational Change EBM013A05 5 K EN
1.2 Operations Management Process Industries EBM725B05 5 K EN
1.2 Organizing Innovation EBM622B05 5 K EN
1.2 Process Innovation & Oper. Excellence EBM762A05 5 K EN
1.2 Work Design and Team Processes EBM012A05 5 K EN
2.1 Business Marketing EBM808A05 5 K EN
2.1 Supply Chain Analysis EBM884A05 5 K EN
Onderwijs- en Examenregeling masteropleidingen FEB
171
Bijlage 3.8 MSc Business Administration, traject Organizational &
Management Control
De masteropleiding Business Administration, traject Organizational & Management
Control omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC:
Opleiding: MSc BA - Organizational & Management Control/O&MC
Studiejaar: 1
Profiel: basisprogramma O&MC
sem vaknaam vakcode EC V/K taal
1.1-2 Advanced Financial Management EBM608B10 10 V EN
1.1-2 Field Course O&MC EBM648B10 10 V EN
1.1-2 keuzevak(ken) O&MC 10 V EN
2.1-2 Master’s Thesis BA O&MC EBM859A20 20 V EN
2.1-2 keuzevak(ken) O&MC 10 V EN
Opleiding: MSc BA - Organizational & Management Control/O&MC
Studiejaar: 1
Profiel: keuzevakken O&MC
sem vaknaam vakcode EC V/K taal
1.1-2 Advanced International Business EBM856A10 10 K EN
1.1-2 Brand Management and Communication EBM834A10 10 K EN
1.1-2 Corporate Valuation & Portfolio Man. EBM007A10 10 K EN
1.1-2 Financial Accounting II BE/A&C EBB915A10 10 K NL
1.1-2 ICT: Human & Organizational Issues EBM653A10 10 K EN
1.1-2 Spec. Course Business & ICT EBB661A10 10 K EN
1.1-2 Spec. Course Operations & Supply Chains EBB660A10 10 K EN
1.1-2 Spec. Course Small Bus.&Entrepreneurship EBB887A10 10 K EN
1.1-2 Strategy & Innovation EBM679A10 10 K EN
1.1 Business Development Management EBM628A05 5 K EN
1.1 Corporate Governance & Stakeholder Man. EBM671A05 5 K EN
1.1 Credit Risk Analysis EBM860A05 5 K EN
1.1 Financial Accounting Theory EBM863A05 5 K NL
1.1 Ontwerp managementacc. verandering EBM711A05 5 K NL
1.2 Behavioral Finance & Personal Investing EBM806B05 5 K EN
1.2 Organizing Innovation EBM622B05 5 K EN
1.2 Personnel Economics EBM678A05 5 K EN
2.1-2 Financial Accounting II BE/A&C EBB915A10 10 K NL
2.1-2 Spec. Course Business & ICT EBB661A10 10 K EN
2.1-2 Spec. Course Operations & Supply Chains EBB660A10 10 K EN
2.1-2 Spec. Course Small Bus.&Entrepreneurship EBB887A10 10 K EN
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
172
2.1 Advanced Quality Management EBM632A05 5 K EN
2.1 Conflict Man. & Industrial Relations EBM673A05 5 K EN
2.1 Corporate Finance EBM008A05 5 K EN
2.1 Working Capital Management EBM645A05 5 K EN
2.2 Corporate Governance EBM811B05 5 K EN
Bijlage 3.9 MSc Business Administration, traject Small Business &
Entrepreneurship
De masteropleiding Business Administration, traject Small Business &
Entrepreneurship omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast
in EC:
Opleiding: MSc BA - Small Business & Entrepreneurship/SB&E
Studiejaar: 1
Profiel: basisprogramma SB&E
sem vaknaam vakcode EC V/K taal
1.1-2 Field Course Small Business Management EBM611A10 10 V EN
1.1-2 Small Business Economics EBM851A10 10 V EN
1.1-2 keuzevak(ken) SB&E 10 V NL
2.1-2 Master’s Thesis BA SB&E EBM712A20 20 V EN
2.1 New Ventures & Entrepreneurship EBM838A10 10 V EN
Opleiding: MSc BA - Small Business & Entrepreneurship/SB&E
Studiejaar: 1
Profiel: keuzevakken SB&E
sem vaknaam vakcode EC V/K taal
1.1-2 Entrepreneurial Skills II EBM816A08 8 K EN
1.1-2 ICT: Human & Organizational Issues EBM653A10 10 K EN
1.1-2 Spec. Course OMC: Management Acc. EBB884A10 10 K EN
1.1 Business Development Management EBM628A05 5 K EN
1.1 Entrepreneurial Skills I EBM606A02 2 K EN
1.1 Services Marketing EBM882A05 5 K EN
1.1 Strategic HRM EBM011A05 5 K EN
1.2 Capturing Value from Innovation EBM738A05 5 K EN
2.1-2 Spec. Course Strategy & Innovation EBB658A10 10 K EN
2.1 Advanced Quality Management EBM632A05 5 K EN
2.1 Business Marketing EBM808A05 5 K EN
2.1 Management Consulting EBM706A05 5 K EN
Onderwijs- en Examenregeling masteropleidingen FEB
173
Bijlage 3.10 MSc Business Administration, traject Strategy & Innovation
De masteropleiding Business Administration, traject Strategy & Innovation omvat de
volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC:
Opleiding: MSc BA - Strategy & Innovation/S&I
Studiejaar: 1
Profiel: basisprogramma S&I
sem vaknaam vakcode EC V/K taal
1.1-2 Field Course Strategy & Innovation EBM609A10 10 V EN
1.1-2 Strategy & Innovation EBM679A10 10 V EN
1.1 Innovation & Entrepreneurship EBM621A05 5 V EN
1.2 Capturing Value from Innovation EBM738A05 5 V EN
2.1-2 keuzevak S&I 5 V EN
2.1-2 Master’s Thesis BA Strategy & Innovation EBM723A25 25 V EN
Opleiding: MSc BA - Strategy & Innovation/S&I
Studiejaar: 1
Profiel: keuzevakken S&I
sem vaknaam vakcode EC V/K taal
1.1 Business Development Management EBM628A05 5 K EN
1.1 Corporate Governance & Stakeholder Man. EBM671A05 5 K EN
1.2 E-commerce EBM813A05 5 K EN
1.2 Organizing Innovation EBM622B05 5 K EN
2.1 Advanced Quality Management EBM632A05 5 K EN
2.1 Management Consulting EBM706A05 5 K EN
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
174
Bijlage 4. MSc programma’s Econometrics, Operations Research and
Actuarial Studies
V = Verplicht; K = Keuze; KG = Keuzegroep. ** = Vak kan ook buiten de aangegeven
periode gevolgd worden; raadpleeg de vakbeschrijving in Ocasys.
De masteropleiding Econometrics, Operations Research & Actuatial Studies omvat
de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC:
Opleiding: MSc Econometrics, Operations Research & Actuarial
Studies/EORAS
Studiejaar: 1
Profiel: Econometrics
sem vaknaam vakcode EC V/K taal
1.1-2 Econometric Theory and Methods EBM835B10 10 V EN
1.1-2 keuzevak(ken) MSc EORAS 10 V EN
2.1-2 Master’s Thesis Econometrics EBM872A20 20 V EN
2.1 Applied Econometrics (EORAS) EBM847B10 10 V EN
1.1-2 andere kwantitatieve vakken 10 KG EN
1.1-2 of keuzevak(ken) MSc EORAS 10 KG EN
Opleiding: MSc Econometrics, Operations Research & Actuarial
Studies/EORAS
Studiejaar: 1
Profiel: Operations Research
sem vaknaam vakcode EC V/K taal
1.1-2 keuzevak(ken) MSc EORAS 10 V EN
1.1-2 Stochastic Programming EBM853A10 10 V EN
2.1-2 Master’s Thesis Operations Research EBM873A20 20 V EN
2.1 Quantitative Logistics EBM843A10 10 V EN
1.1-2 andere kwantitatieve vakken 10 KG EN
1.1-2 of keuzevak(ken) MSc EORAS 10 KG EN
Onderwijs- en Examenregeling masteropleidingen FEB
175
Opleiding: MSc Econometrics, Operations Research & Actuarial
Studies/EORAS
Studiejaar: 1
Profiel: Actuarial Studies
sem vaknaam vakcode EC V/K taal
1.1-2 keuzevak(ken) MSc EORAS 10 V EN
1.1-2 Risk Models EBM849A10 10 V EN
2.1-2 Master’s Thesis Actuarial Studies EBM871A20 20 V EN
2.1 Life Insurance EBM827A10 10 V EN
1.1-2 andere kwantitatieve vakken 10 KG EN
1.1-2 of keuzevak(ken) MSc EORAS 10 KG EN
Opleiding: MSc Econometrics, Operations Research & Actuarial
Studies/EORAS
Studiejaar: 1
Profiel: keuzevakken EORAS
sem vaknaam vakcode EC V/K taal
1.1-2 Advanced Industrial Organization EBM826A10 10 K EN
1.1-2 Applied Statistics for Econometrics EBM805A10 10 K EN
1.1-2 Econometric Theory and Methods EBM835B10 10 K EN
1.1-2 Financial Econometrics EBM820A10 10 K EN
1.1-2 Risk Models EBM849A10 10 K EN
1.1-2 Stochastic Programming EBM853A10 10 K EN
2.1 Applied Econometrics (EORAS) EBM847B10 10 K EN
2.1 Life Insurance EBM827A10 10 K EN
2.1 Quantitative Logistics EBM843A10 10 K EN
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
176
Bijlage 5. MSc programma Economics
V = Verplicht; K = Keuze; KG = Keuzegroep. ** = Vak kan ook buiten de aangegeven
periode gevolgd worden; raadpleeg de vakbeschrijving in Ocasys.
De masteropleiding Economics omvat de volgende onderdelen met de daarbij
vermelde studielast in EC:
Opleiding: MSc Economics
Studiejaar: 1
Profiel: basisprogramma MSc Economics
sem vaknaam vakcode EC V/K taal
1.1-2 keuzevak(ken) MSc Economics 10 V EN
1.1-2 Markets and Competition EBM832A10 10 V EN
1.1 Advanced Monetary Economics EBM006A05 5 V EN
1.2 Advanced Macroeconomics EBM836B05 5 V EN
2.1-2 Master’s Thesis Economics EBM877A20 20 V EN
2.1-2 keuzevak(ken) MSc Economics 10 KG EN
2.1-2 of vak(ken) Msc BA Finance 10 KG EN
2.1-2 of vak(ken) MSc EORAS 10 KG EN
2.1-2 of vak(ken) MSc IE&B 10 KG EN
Opleiding: MSc Economics
Studiejaar: 1
Profiel: keuzevakken MSc Economics
sem vaknaam vakcode EC V/K taal
1.1-2 Economic History (master) EBM815A10 10 K EN
1.2 +
2.1
Spatial Economics & Econometrics EBM852D10 10 K EN
2.1-2 Money and Banking EBM837A10 10 K EN
2.1 Empirical Micro Economics EBM804B10 10 K EN
2.1 Public Choice & Law and Economics EBM841A10 10 K EN
Onderwijs- en Examenregeling masteropleidingen FEB
177
Bijlage 6. MSc programma Fiscale Economie
V = Verplicht; K = Keuze; KG = Keuzegroep. ** = Vak kan ook buiten de aangegeven
periode gevolgd worden; raadpleeg de vakbeschrijving in Ocasys.
De masteropleiding Fiscale Economie omvat de volgende onderdelen met de daarbij
vermelde studielast in EC:
Opleiding: MSc Fiscale Economie
Studiejaar: 1
sem vaknaam vakcode EC V/K taal
1.1-2 Financiering III A&C/FE EBM864B05 5 V NL
1.1-2 Onderneming en Belastingheffing C.S. RGMFI00107 7 V NL
1.1-2 Particulieren en Belastingheffing c.s. RGMFI00106 6 V NL
1.1 Financial Accounting II FE EBM861A06 6 V NL
2.1-2 Masterafstudeerwerkstuk Fiscale Economie EBM875A20 20 V NL
2.1 Internationaal & Europees Belastingrecht RGMFI00306 6 V NL
2.1 Public Choice & Law and Economics EBM841A10 10 V EN
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
178
Bijlage 7. MSc programma Human Resource Management
V = Verplicht; K = Keuze; KG = Keuzegroep. ** = Vak kan ook buiten de aangegeven
periode gevolgd worden; raadpleeg de vakbeschrijving in Ocasys.
De masteropleiding Human Resource Management omvatten de volgende
onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC:
Opleiding: MSc Human Resource Management/HRM
Studiejaar: 1
Profiel: basisprogramma MSc HRM
sem vaknaam vakcode EC V/K taal
1.1-2 +
2.1-2
keuzevakken MSc HRM 15 V EN
1.1 Strategic HRM EBM011A05 5 V EN
1.1 Theories of Organizational Change EBM013A05 5 V EN
1.2 Personnel Instruments EBM014A05 5 V EN
1.2 Work Design and Team Processes EBM012A05 5 V EN
1.2 + 2.1 Research and Professional Skills EBM009A05 5 V EN
2.1-2 Master’s Thesis HRM EBM722B20 20 V EN
Opleiding: MSc Human Resource Management/HRM
Studiejaar: 1
Profiel: keuzevakken MSc HRM
sem vaknaam vakcode EC V/K taal
1.1-2 Service Operations EBM634A05 5 K EN
1.1 Corporate Governance & Stakeholder Man. EBM671A05 5 K EN
1.2 HRM & International Labour Law EBM733A05 5 K EN
1.2 Personnel Economics EBM678A05 5 K EN
2.1 Advanced Quality Management EBM632A05 5 K EN
2.1 Conflict Man. & Industrial Relations EBM673A05 5 K EN
2.1 Management Consulting EBM706A05 5 K EN
Onderwijs- en Examenregeling masteropleidingen FEB
179
Bijlage 8. MSc programma’s International Business and Management
V = Verplicht; K = Keuze; KG = Keuzegroep. ** = Vak kan ook buiten de aangegeven
periode gevolgd worden; raadpleeg de vakbeschrijving in Ocasys.
Bijlage 8.1 MSc IB&M, traject International Business & Management
De masteropleiding International Business and Mangement, traject International
Business & Management omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde
studielast in EC:
Opleiding: MSc International Business & Management/IB&M
Studiejaar: 1
Profiel: MSc IB&M
sem vaknaam vakcode EC V/K taal
1.1-2 Advanced IE&B EBM802A10 10 V EN
1.1-2 Advanced International Business EBM856A10 10 V EN
1.1-2 Master’s Thesis IB&M EBM719A25 25 V EN
1.1 Advanced International Management EBM715A05 5 V EN
1.1 Research Methodology for MSc IB&M EBM718A05 5 V EN
1.2 Advanced International Fin. Management EBM714A05 5 V EN
Bijlage 8.2 MSc IB&M, traject International Financial Management
De masteropleiding International Business and Mangement, traject International
Financial Management omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde
studielast in EC. De totale omvang van het programma is 90 EC. Daarvan bestaat 30
EC uit vakonderdelen aangeboden in Groningen, 30 EC uit vakonderdelen
aangeboden in Uppsala en 30 EC uit de Master’s Thesis en het onderdeel Research
Methodology.
Opleiding: MSc International Business & Management/IB&M
Studiejaar: 1
Profiel: MSc IFM
sem vaknaam vakcode EC V/K taal
1.1-2 Advanced Financial Management EBM608B10 10 V EN
1.1-2 Advanced International Business EBM856A10 10 V EN
1.1-2 International Man. Accounting & Control EBM662A05 5 V EN
1.2 Advanced International Fin. Management EBM714A05 5 V EN
2.1-2 studie in Uppsala 30 V EN
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
180
Opleiding: MSc International Business & Management/IB&M
Studiejaar: 2
Profiel: MSc IFM
sem vaknaam vakcode EC V/K taal
1.1-2 Master’s Thesis IB&M EBM719A25 25 V EN
1.1 Research Methodology for MSc IFM EBM010A05 5 V EN
Onderwijs- en Examenregeling masteropleidingen FEB
181
Bijlage 9. MSc programma International Economics and Business
V = Verplicht; K = Keuze; KG = Keuzegroep. ** = Vak kan ook buiten de aangegeven
periode gevolgd worden; raadpleeg de vakbeschrijving in Ocasys.
De masteropleiding International Economics and Business omvat de volgende
onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC:
Opleiding: MSc International Economics & Business/IE&B
Studiejaar: 1
sem vaknaam vakcode EC V/K taal
1.1-2 Advanced IE&B EBM802A10 10 V EN
1.1-2 Advanced International Business EBM856A10 10 V EN
1.1-2 Advanced International Economics EBM801A10 10 V EN
2.1-2 Master’s Thesis IE&B EBM868A25 25 V EN
2.1-2 Research Methodology for MSc IE&B EBM846A05 5 V EN
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
182
Bijlage 10. MSc programma Technology Management
V = Verplicht; K = Keuze; KG = Keuzegroep. ** = Vak kan ook buiten de aangegeven
periode gevolgd worden; raadpleeg de vakbeschrijving in Ocasys.
De masteropleiding Technology Management omvat de volgende onderdelen met de
daarbij vermelde studielast in EC:
Opleiding: MSc Technology Management/TM
Studiejaar: 1
Profiel: basisprogramma MSc TM
sem vaknaam vakcode EC V/K taal
1.1 Advanced Product & Service Development EBM760A05 5 V EN
1.1 Management Acc. for Techn. Innovation EBM761A05 5 V EN
1.2 Process Innovation & Oper. Excellence EBM762A05 5 V EN
1.2 Social System Analysis of Techn. Innov. EBM763A05 5 V EN
1.2 Technology Business Plan EBM765A05 5 V EN
2.1-2 keuzevak(ken) MSc TM 10 V EN
2.1-2 Master’s Thesis Technology Management EBM766A20 20 V EN
2.1 Strategic Management of Technology EBM764A05 5 V EN
Opleiding: MSc Technology Management/TM
Studiejaar: 1
Profiel: keuzevakken MSc TM
sem vaknaam vakcode EC V/K taal
1.1-2 Business Processes & ICT EBM646A10 10 K EN
1.1-2 Entrepreneurial Skills II EBM816A08 8 K EN
1.1-2 Field Course Finance EBM647A10 10 K EN
1.1-2 ICT: Human & Organizational Issues EBM653A10 10 K EN
1.1-2 Inf. Systems for Operations & Supply Ch. EBM658A05 5 K EN
1.1-2 Simulation of Business Processes TBSBP05E 5 K EN
1.1-2 Spec. Course OMC: Management Acc. EBB884A10 10 K EN
1.1 Advanced Purchasing & Supply Man. EBM716A05 5 K EN
1.1 Credit Risk Analysis EBM860A05 5 K EN
1.1 Entrepreneurial Skills I EBM606A02 2 K EN
1.1 Flexible Manufacturing Automation TBFMA06E 6 K EN
1.1 Innovation & Entrepreneurship EBM621A05 5 K EN
1.2 Applied Capital Budgeting & Finance EBM661A05 5 K EN
1.2 E-commerce EBM813A05 5 K EN
1.2 Information Handling & System Design TBIDH05E 5 K EN
Onderwijs- en Examenregeling masteropleidingen FEB
183
1.2 Operations Management Process Industries EBM725B05 5 K EN
1.2 Retail Marketing EBM880A05 5 K EN
1.2 Sustainable and Integrated Inf. Systems EBM630B05 5 K EN
1.2 Work Design and Team Processes EBM012A05 5 K EN
2.1-2 Consumer Behavior EBM809A10 10 K EN
2.1 Advanced Quality Management EBM632A05 5 K EN
2.1 Business Intelligence TBBI05E 5 K EN
2.1 Conflict Man. & Industrial Relations EBM673A05 5 K EN
2.1 Global Operations & Supply Chains EBM614A05 5 K EN
2.1 Management Consulting EBM706A05 5 K EN
2.1 Systems Engineering TBSE05E 5 K EN
2.2 Advanced product engineering CHTAPE05E 5 K EN
2.2 ICT-management en -consultancy TBIMC05E 5 K NL
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
184
Bijlage 11. MSc programma’s Economics and Business (Research Master)
V = Verplicht; K = Keuze; KG = Keuzegroep. ** = Vak kan ook buiten de aangegeven
periode gevolgd worden; raadpleeg de vakbeschrijving in Ocasys.
Bijlage 11.1 MSc E&B (Research Master), traject Economics & Econometrics
De masteropleiding Economics and Business (Research Master), traject Economics &
Econometrics omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in
EC:
Opleiding: Research Master in Economics and Business
Studiejaar: 1
Profiel: Profile Economics & Econometrics
sem vaknaam vakcode EC V/K taal
1.1-2 +
2.1-2
keuzevak(ken) Empirical Research Methods 10 V EN
1.1-2 +
2.1-2
Learning and Practising Research EBM878A09 9 V EN
1.1-2 Macroeconomics & Monetary Economics EBM885A10 10 V EN
1.1-2 Microeconomics & Industrial Organization EBM886A10 10 V EN
1.2 Advanced Econometrics EBM888A10 10 KG EN
2.1-2 of Advanced Political Economics EBM903A10 10 KG EN
2.1 of Corporate Finance EBM008A05 5 KG EN
2.2 en Advanced Corporate Finance EBM857B05 5 KG EN
2.1-2 Philosophy of Science&Research Meth. EBM735A10 10 V EN
2.2 English Writing EBM879B01 1 V EN
Bijlage 11.2 MSc E&B (Research Master), traject Human Resource Management
and Organizational Behavior
De masteropleiding Economics and Business (Research Master), traject Human
Resource Management and Organizational Behavior omvat de volgende onderdelen
met de daarbij vermelde studielast in EC:
Opleiding: Research Master in Economics and Business
Studiejaar: 1
Profiel: Profile Human Resource Management & Organizational
Behavior
sem vaknaam vakcode EC V/K taal
1.1-2 +
2.1-2
keuzevak(ken) Empirical Research Methods 10 V EN
Onderwijs- en Examenregeling masteropleidingen FEB
185
1.1-2 +
2.1-2
Learning and Practising Research EBM878A09 9 V EN
1.2 Advances in Personnel Psychology EBM003A05 5 V EN
1.2 Advances in Team Research EBM004A05 5 V EN
1.1-2 Org. Theory & Comp.Bus.Systems EBM891A10 10 KG EN
1.1 of Adv. in Org. Change Theory Building EBM002A05 5 KG EN
2.2 en Applying theories GMMSGE10 5 KG EN
2.1-2 Organizational Behaviour EBM769B10 10 V EN
2.1-2 Philosophy of Science&Research Meth. EBM735A10 10 V EN
2.2 English Writing EBM879B01 1 V EN
Bijlage 11.3 MSc E&B (Research Master), traject International Economics &
Business
De masteropleiding Economics and Business (Research Master), traject International
Economics & Business omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde
studielast in EC:
Opleiding: Research Master in Economics and Business
Studiejaar: 1
Profiel: Profile International Economics & Business
sem vaknaam vakcode EC V/K taal
1.1-2 +
2.1-2
keuzevak(ken) Empirical Research Methods 10 V EN
1.1-2 +
2.1-2
Learning and Practising Research EBM878A09 9 V EN
1.1-2 Economic Growth and Development EBM890B10 10 V EN
1.1-2 Organization Theory & Comp.Bus.Systems EBM891A10 10 V EN
1.1-2 Macroeconomics & Monetary Econ. EBM885A10 10 KG EN
1.1-2 of Microeconomics & Industrial Org. EBM886A10 10 KG EN
2.1-2 of International Trade and Loc. Theory EBM892A10 10 KG EN
2.1-2 of Organizational Behaviour EBM769B10 10 KG EN
2.1-2 Philosophy of Science&Research Meth. EBM735A10 10 V EN
2.2 English Writing EBM879B01 1 V EN
Bijlage 11.4 MSc E&B (Research Master), traject Marketing
De masteropleiding Economics and Business (Research Master), traject Marketing
omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC:
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
186
Opleiding: Research Master in Economics and Business
Studiejaar: 1
Profiel: Profile Marketing
sem vaknaam vakcode EC V/K taal
1.1-2 +
2.1-2
keuzevak(ken) Empirical Research Methods 10 V EN
1.1-2 +
2.1-2
Learning and Practising Research EBM878A09 9 V EN
1.1-2 Microeconomics & Industrial Org. EBM886A10 10 KG EN
1.1-2 of Multivariate Data Analysis EBM895A10 10 KG EN
1.2 of Advanced Econometrics EBM888A10 10 KG EN
2.1-2 Advanced Marketing Models EBM893A10 10 V EN
2.1-2 Marketing Theory EBM894A10 10 V EN
2.1-2 Philosophy of Science&Research Meth. EBM735A10 10 V EN
2.2 English Writing EBM879B01 1 V EN
Bijlage 11.5 MSc E&B (Research Master), traject Operations Management and
Operations Research
De masteropleiding Economics and Business (Research Master), traject Operations
Management and Operations Research omvat de volgende onderdelen met de
daarbij vermelde studielast in EC:
Opleiding: Research Master in Economics and Business
Studiejaar: 1
Profiel: Profile Operations Management & Operations Research
sem vaknaam vakcode EC V/K taal
1.1-2 +
2.1-2
keuzevak(ken) Empirical Research Methods 10 V EN
1.1-2 +
2.1-2
Learning and Practising Research EBM878A09 9 V EN
1.1-2 Advanced Models in Operations EBM001A10 10 V EN
1.1-2 Operations: Analysis, Planning & Design EBM770B10 10 V EN
2.1-2 Philosophy of Science&Research Meth. EBM735A10 10 V EN
2.1-2 Integration of Prod. & Process Design EBM768B10 10 KG EN
2.1-2 of Organizational Behaviour EBM769B10 10 KG EN
2.1 of Quantitative Logistics EBM843A10 10 KG EN
2.2 English Writing EBM879B01 1 V EN
Onderwijs- en Examenregeling masteropleidingen FEB
187
Opleiding: Research Master in Economics and Business
Studiejaar: 2
sem vaknaam vakcode EC V/K taal
1.1-2 +
2.1-2
profiel-/specialisatievakken 30 V EN
2.1-2 Master’s Thesis RM E&B EBM897A30 30 V EN
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
188
Bijlage 12. MSc programma Lerarenopleiding Economie en
Bedrijfswetenschappen
V = Verplicht; K = Keuze; KG = Keuzegroep. ** = Vak kan ook buiten de aangegeven
periode gevolgd worden; raadpleeg de vakbeschrijving in Ocasys.
De MSc Lerarenopleiding Economie en Bedrijfswetenschappen omvat de volgende
onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC:
Opleiding: MSc Lerarenopleiding Economie en Bedrijfswetenschappen
Studiejaar: 1
sem vaknaam vakcode EC V/K taal
1.1-2 vakken uit masterprogramma FEB 30 V NL
2.1-2 Ervaringsleren EBM817A05 5 V NL
2.1-2 Kennisoverdracht EBM825A05 5 V NL
2.1-2 vakken uit masterprogramma FEB 20 V NL
Opleiding: MSc Lerarenopleiding Economie en Bedrijfswetenschappen
Studiejaar: 2
sem vaknaam vakcode EC V/K taal
1.1-2 +
2.1-2
Reflectie op professionele ontwikkeling UOCM0302 2 V NL
1.1-2 +
2.1-2
Werken op school UOCM0225 25 V NL
1.1-2 vak(ken) uit masterprogramma FEB 10 V NL
1.1-2 Schoolvak I UOCM0506 6 V NL
1.1 Classroom management UOCM0902 2 V NL
1.2 Leerprocessen UOCM0703 3 V NL
2.1-2 Probleemgericht Onderwijs Ontwerp UOCM0409 9 V NL
2.1-2 Schoolvak II UOCM0603 3 V NL
Onderwijs- en Examenregeling masteropleidingen FEB
189
Bijlage 13 Onderwijs- en examenregeling 2-jarige Lerarenopleiding
UOCG
Paragraaf 1. Algemeen
Artikel 1 Toepasselijkheid van de regeling
Deze regeling is van toepassing op het onderwijs en de examens van het
lerarenopleidingstraject van de tweejarige educatieve masteropleidingen en de
masteropleiding Educatie en Communicatie in de Wiskunde en
Natuurwetenschappen van de RUG, verzorgd door en onder verantwoordelijkheid
van het Universitair Onderwijscentrum Groningen (UOCG). De genoemde
opleidingen leiden tot een eerstegraads bevoegdheid (Leraar Voorbereidend Hoger
Onderwijs) voor de schoolvakken:
1. aardrijkskunde
2. algemene economie
3. biologie
4. Duits
5. Engels
6. filosofie
7. Frans
8. Fries
9. geschiedenis en staatsinrichting
10. Grieks, Latijn en klassieke culturele vorming
11. informatica
12. maatschappijleer
13. management en organisatie
14. natuurkunde
15. Nederlands
16. scheikunde
17. Spaans
18. wiskunde
verder te noemen: de universitaire lerarenopleiding.
Artikel 2 Begripsbepalingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
1. De wet: de wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek.
2. De lerarenopleiding: de opleiding welke opleidt tot een eerstegraads
leraarbevoegdheid voor een bepaald schoolvak.
3. De school: de school voor voortgezet onderwijs welke fungeert als
stageverlenende instelling voor de student.
4. Duale opleiding: een opleiding als bedoeld in artikel 7.7 van de wet.
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
190
5. De educatieve masteropleidingen: de tweejarige educatieve masteropleidingen
en de masteropleiding Educatie en Communicatie in de Wiskunde en
Natuurwetenschappen.
6. De facultaire examencommissies: de examencommissies van de educatieve
masteropleidingen.
7. De examencommissie van het UOCG: de examencommissie van de eenjarige
masteropleiding, het lerarenopleidingstraject als onderdeel van de educatieve
masteropleidingen en de masteropleiding Educatie en Communicatie in de
Wiskunde en Natuurwetenschappen van de RUG.
8. Student: hij/zij die is ingeschreven voor het volgen van het onderwijs en/of het
afleggen van de tentamens en de examens van de opleiding.
9. Onderdeel: een onderwijseenheid van de opleiding, in de zin van de wet.
10. Professionaliseringstaak: opdracht tot het vervaardigen van een product
waarmee de student kan aantonen te beschikken over voor het leraarsberoep
relevante startbekwaamheden. De gehele opleiding is opgebouwd uit
professionaliseringstaken.
11. Practicum: een praktische oefening, als bedoeld in art. 7.13 van de wet in de
volgende vorm:
– het doorlopen van een stage.
12. Tentamen: onderzoek naar de kennis, het inzicht en de vaardigheden van de
examinandus zoals deze tot uiting komen in het eindproduct van een
professionaliseringstaak, alsmede de beoordeling van de uitkomsten van dat
onderzoek, als bedoeld in art. 7.10 van de wet.
Artikel 3 Doel van de opleiding
De eerstegraads leraar wordt primair opgeleid voor het 'eerstegraads gebied': de
bovenbouw van havo en vwo. De eerstegraads bevoegdheid is echter inclusief. Dit
betekent dat eerstegraads leraren werkzaam zijn in zowel het vmbo, als in de
onderbouw (basisvorming), alsook in de bovenbouw (Tweede Fase) van het
voortgezet onderwijs. In de universitaire lerarenopleiding wordt het accent gelegd
op de bekwaamheid van beginnende leraren in de bovenbouw (VHO) zoals
geformuleerd en de Wet BiO. In de opleiding wordt bekwaamheid (competentie)
nagestreefd op een zevental samenhangende terreinen die daar van belang zijn en de
daaraan verbonden beroepsvereisten. De eerstegraads leraar die de lerarenopleiding
van het UOCG met goed gevolg heeft doorlopen is:
1. Interpersoonlijk competent
a) onderschrijft zijn interpersoonlijke verantwoordelijkheid
b) is zich bewust van eigen houding en gedrag en de invloed daarvan op
leerlingen en
c) heeft voldoende kennis en vaardigheid op het gebied van groepsprocessen en
communicatie om een goede samenwerking met en van de leerlingen tot
stand te brengen.
2. Pedagogisch competent
a) onderschrijft zijn pedagogische verantwoordelijkheid
Onderwijs- en Examenregeling masteropleidingen FEB
191
b) heeft voldoende pedagogische kennis en vaardigheid om een veilige
leeromgeving tot stand te brengen waarin leerlingen zich kunnen
ontwikkelen tot een zelfstandig en verantwoordelijk persoon en
c) realiseert zo'n veilige leeromgeving voor de groep(en) waarmee hij werkt,
maar ook voor individuele leerlingen.
3. Vakdidactisch competent
a) onderschrijft zijn vakdidactische verantwoordelijkheid
b) heeft voldoende vakdidactische kennis en vaardigheid om een krachtige
leeromgeving tot stand te brengen waarin leerlingen zich op een goede
manier de leerinhouden van een bepaald vak(gebied) eigen kunnen maken en
c) kan een dergelijke leeromgeving in de praktijk realiseren voor de groep(en)
waarmee hij werkt, maar ook voor individuele leerlingen.
4. Organisatorisch competent
a) onderschrijft zijn organisatorische verantwoordelijkheid
b) heeft voldoende organisatorische kennis en vaardigheid om in zijn groepen
en zijn andere contacten met leerlingen een goed leef- en werkklimaat tot
stand te brengen. Hij doet dit overzichtelijk, ordelijk en taakgericht. Hij is in
alle opzichten voor zichzelf, zijn collega’s en vooral voor de leerlingen helder.
5. Competent in het samenwerken met collega’s
a) onderschrijft zijn verantwoordelijkheid in het samenwerken met collega’s en
b) heeft voldoende kennis en vaardigheden om een professionele bijdrage te
leveren aan een goed pedagogisch en didactisch klimaat van zijn school, aan
goede werkverhoudingen en een goede schoolorganisatie.
6. Competent in het samenwerken met de omgeving
a) onderschrijft zijn verantwoordelijkheid in het samenwerken met de
omgeving van de school en
b) heeft voldoende kennis en vaardigheid om samen te werken met mensen en
instellingen die betrokken zijn bij de opleiding en vorming van en de zorg
voor de leerlingen en bij de school.
7. Competent in reflectie en ontwikkeling en onderzoek ten dienste van de eigen
professionele ontwikkeling en de ontwikkeling van het schoolvak, het beroep en
de school
a) onderschrijft de verantwoordelijkheid voor zijn eigen professionele
ontwikkeling
b) onderzoekt, expliciteert en ontwikkelt zijn opvattingen over het leraarschap,
zijn bekwaamheid als leraar en de onderwijspraktijk.
De universitaire lerarenopleiding heeft daarbij als taak eerstegraads leraren op te
leiden die hun academische instelling kunnen integreren in hun bekwaamheden als
leraar. Zij doen dit op een planmatige, professionele wijze. Hun academische
achtergrond komt hierbij tot uiting in de wijze waarop ze disciplinaire kennis weten
te vertalen in vakdidactisch verantwoord handelen in de praktijk en in de manier
waarop ze die praktijk onderzoeksmatig weten te analyseren, bij te stellen en te
dissemineren.
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
192
Artikel 4 Voltijds/deeltijds
De universitaire lerarenopleiding wordt zowel voltijds als deeltijds verzorgd en kent
zowel duale als niet- duale trajecten.
Artikel 5 De examens van de universitaire opleiding
In de universitaire lerarenopleiding kan het volgende examen worden afgelegd:
– het afsluitend examen
Paragraaf 2. Examenonderdelen en beoordeling
Artikel 6 De examenonderdelen:
1. Het examen omvat voor alle schoolvakken de volgende examenonderdelen:
UOCM0110 Basiscursus lerarenopleiding (10 EC)
UOCM0225 Werken op school (25 ETCS)
UOCM0302 Reflectie op professionele ontwikkeling (2 EC)
UOCM0409 Probleemgericht Onderwijs Ontwerpen (9 EC)
UOCM0902 Theorie en praktijk van classroom management (2 EC)
UOCM0506 Schoolvak I (6 EC)
UOCM0603 Schoolvak II (3 EC)
UOCM0703 Leerprocessen (3 EC)
Het practicum (de stage) maakt onderdeel uit van de professionaliseringstaken
UOCM0110 en UOCM0225.
Artikel 7 Volgtijdelijkheid van de examenonderdelen
Met de in artikel 6 genoemde onderdelen UOCM0225 tot en met UOCM0703 van de
universitaire lerarenopleiding kan niet eerder worden aangevangen dan nadat het
examenonderdeel UOCM0110 met goed gevolg is afgelegd.
Artikel 8 De beoordeling
1. De beoordeling vindt plaats met hele cijfers groter of gelijk aan 1 en kleiner of
gelijk aan 10. Men is geslaagd voor een tentamen indien het cijfer 6 of hoger is
behaald.
2. Beoordeling van de examenonderdelen vindt plaats conform de regels en
richtlijnen vastgesteld door de examencommissie van het UOCG zoals deze zijn
omschreven in de studiegids van het UOCG.
Onderwijs- en Examenregeling masteropleidingen FEB
193
Paragraaf 3. Afleggen van examenonderdelen
Artikel 9 Het aantal keren per studiejaar dat de examenonderdelen kunnen
worden afgelegd
De student wordt minimaal twee maal per jaar de gelegenheid gegeven aan de eisen
van de betreffende professionaliseringstaak te voldoen.
Artikel 10 Vorm van het afleggen van de examenonderdelen
1. Tentamens worden mondeling dan wel schriftelijk afgelegd op een door de
examencommissie van het UCG vast te stellen wijze.
2. Het practicum wordt afgelegd aan de hand van lesobservaties en evaluaties en
verslagen van gegeven lessen en van het functioneren in de school.
3. Aan lichamelijk of zintuiglijk gehandicapte studenten wordt de gelegenheid
geboden de tentamens op een zoveel mogelijk aan hun individuele handicap
aangepaste wijze af te leggen. De examencommissie van het UOCG wint zo
nodig deskundig advies in alvorens te beslissen.
Paragraaf 4. Tentamenuitslag
Artikel 11 Vaststelling en bekendmaking tentamenuitslag.
1. De examinator stelt terstond na het afnemen van een mondeling tentamen de
uitslag vast en reikt de student een desbetreffende schriftelijke verklaring uit.
2. De examinator stelt de uitslag van een schriftelijk tentamen vast binnen tien
werkdagen na de dag waarop het is afgelegd, en deelt deze mede aan de student.
3. T.a.v. een op andere wijze dan mondeling of schriftelijk af te leggen onderdeel
bepaalt de examencommissie van het UOCG tevoren op welke wijze en binnen
welke termijn de student een schriftelijke verklaring omtrent de uitslag zal
ontvangen.
4. In de schriftelijke verklaring omtrent de uitslag van een tentamen wordt de
student gewezen op het inzagerecht, alsmede op de beroepsmogelijkheid bij het
College van Beroep voor de Examens.
Artikel 12 Geldigheidsduur
1. De geldigheidsduur van behaalde onderdelen is onbeperkt.
2. In afwijking hiervan kan de examencommissie van het UOCG m.b.t. een
onderdeel, waarvan het tentamen langer dan zes jaar geleden is behaald, een
aanvullend dan wel vervangend tentamen opleggen, alvorens de student wordt
toegelaten tot het afleggen van het desbetreffende examen.
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
194
Artikel 13 Inzagerecht
Gedurende ten minste dertig dagen na de bekendmaking van de uitslag van een
schriftelijk tentamen krijgt de student op zijn verzoek inzage in zijn beoordeeld werk.
De examencommissie van het UOCG kan bepalen, dat de inzage of de kennisgeving
op een vaste plaats en tenminste twee vaste tijdstippen plaats vindt.
Paragraaf 5. Vrijstelling
Artikel 14 Vrijstelling van tentamens en erkenning alternatieve onderdelen
1. Vrijstelling tentamens
Indien de student ten genoegen van de examencommissie van het UOCG
aantoont dat hij/zij voorafgaand aan de opleiding reeds op een andere wijze
binnen of buiten een universiteit voldoende kennis, inzicht en vaardigheden
heeft verkregen kan de examencommissie van het UOCG hem/haar gehele of
gedeeltelijke vrijstelling van één of meer onderdelen van het examen verlenen.
2. Erkenning alternatieve onderdelen
Indien de student ten genoegen van de examencommissie van het UOCG
aantoont dat hij/zij gedurende de universitaire lerarenopleiding op een andere
wijze binnen of buiten een universiteit voldoende kennis, inzicht en
vaardigheden kan verkrijgen kan de examencommissie van het UOCG besluiten
alternatieve onderdelen te erkennen in het perspectief van de examinering.
Paragraaf 6. Afsluitend examen
Artikel 15 Tijdvakken en frequentie afleggen examen
Tot het afleggen van een examen wordt de gelegenheid geboden, zodra de student
voldoende bewijzen van de door hem of haar met goed gevolg gerealiseerde
professionaliseringstaken van de universitaire lerarenopleiding overlegt.
Artikel 16 Uitslag examen
1. Men is voor het examen geslaagd indien alle professionaliseringstaken met
voldoende gevolg zijn afgelegd.
De examencommissie van het UOCGstelt de uitslag van het examen vast, zodra
de student voldoende bewijzen overlegt van de door hem/haar gerealiseerde
examenonderdelen zoals in artikel 2 genoemd.
2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid kan de Eeamencommissie van het
UOCG, alvorens de uitslag van het afsluitend examen vast te stellen, zelf een
onderzoek instellen naar de kennis van de student m.b.t. een of meer onderdelen
van de universitaire lerarenopleiding, indien en voor zover de uitslagen van de
desbetreffende tentamens haar daartoe aanleiding geven.
Onderwijs- en Examenregeling masteropleidingen FEB
195
3. Van degene die het afsluitend examen met goed gevolg heeft afgelegd,
rapporteert de examencommissie van het UOCG ten bewijze daarvan de
resultaten aan de betreffende facultaire examencommissie.
Paragraaf 7. Slot- en invoeringsbepalingen
Artikel 17 Wijzigingen
Wijzigingen van deze regeling worden door de directeur van het UOCG bij
afzonderlijk besluit vastgesteld.
Eventuele wijzigingen die betrekking hebben op het lopende studiejaar vinden alleen
plaats indien de belangen van de studenten daardoor redelijkerwijs niet worden
geschaad.
Artikel 18 Bekendmaking
1. De directeur van het UOCG draagt zorg voor een passende bekendmaking van
deze regeling alsmede van de wijzigingen van deze regeling.
2. Elke belangstellende kan bij het bureau van het UOCG een exemplaar van deze
regeling verkrijgen.
Artikel 19 Inwerkingtreding
Deze regeling geldt met ingang van het studiejaar 2010-2011.
Aldus vastgesteld te Groningen op 15 december 2009.
Prof. Dr. B.P.M. Creemers, directeur UOCG.
Namens deze,
Prof. Dr. W.J.C.M. van de Grift
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
196
Bijlage 14 Onderwijs- en examenregeling 1-jarige lerarenopleiding
UOCG
Paragraaf 1. Algemeen
Artikel 1 Toepasselijkheid van de regeling
Deze regeling is van toepassing op het onderwijs en de examens van de eenjarige
educatieve masteropleidingen van de RUG, verzorgd door en onder
verantwoordelijkheid van het Universitair Onderwijscentrum Groningen (UOCG).
De genoemde opleidingen leiden tot een eerstegraads bevoegdheid (Leraar
Voorbereidend Hoger Onderwijs) voor de schoolvakken:
1. aardrijkskunde (CROHO 68500)
2. algemene economie (CROHO 68501)
3. biologie (CROHO 68502)
4. Duits (CROHO 68503)
5. Engels (CROHO 68504)
6. Frans (CROHO 68517)
7. Fries (CROHO 68527)
8. geschiedenis en Staatinrichting (CROHO 68506)
9. Grieks, Latijn en Klassieke Culturele Vorming (CROHO 68519)
10. maatschappijleer (CROHO 68509)
11. management en Organisatie (CROHO 68518)
12. natuurkunde (CROHO 68511)
13. Nederlands (CROHO 68512)
14. scheikunde (CROHO 68513)
15. wiskunde (CROHO 68516)
verder te noemen: de universitaire lerarenopleiding.
Artikel 2 Begripsbepalingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
1. De wet: de wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek.
2. De lerarenopleiding: de opleiding welke opleidt tot een eerstegraads
leraarbevoegdheid voor een bepaald schoolvak.
3. De school: de school voor voortgezet onderwijs welke fungeert als
stageverlenende instelling voor de student.
4. Duale opleiding: een opleiding als bedoeld in artikel 7.7 van de wet.
5. De educatieve masteropleidingen: de tweejarige educatieve masteropleidingen
en de masteropleiding Educatie en Communicatie in de Wiskunde en
Natuurwetenschappen.
6. De facultaire examencommissies: de examencommissies van de educatieve
masteropleidingen.
Onderwijs- en Examenregeling masteropleidingen FEB
197
7. De examencommissie van het UOCG: de examencommissie van de eenjarige
masteropleiding, het lerarenopleidingstraject als onderdeel van de educatieve
masteropleidingen en de masteropleiding Educatie en Communicatie in de
Wiskunde en Natuurwetenschappen van de RUG.
8. Student: hij/zij die is ingeschreven voor het volgen van het onderwijs en/of het
afleggen van de tentamens en de examens van de opleiding.
9. Onderdeel: een onderwijseenheid van de opleiding, in de zin van de wet.
10. Professionaliseringstaak: opdracht tot het vervaardigen van een product
waarmee de student kan aantonen te beschikken over voor het leraarsberoep
relevante startbekwaamheden. De gehele opleiding is opgebouwd uit
professionaliseringstaken.
11. Practicum: een praktische oefening, als bedoeld in art. 7.13 van de wet in de
volgende vorm:
12. het doorlopen van een stage.
13. Tentamen: onderzoek naar de kennis, het inzicht en de vaardigheden van de
examinandus zoals deze tot uiting komen in het eindproduct van een
professionaliseringstaak, alsmede de beoordeling van de uitkomsten van dat
onderzoek, als bedoeld in art. 7.10 van de wet.
Artikel 3 Doel van de opleiding
De eerstegraads leraar wordt primair opgeleid voor het 'eerstegraads gebied': de
bovenbouw van havo en vwo. De eerstegraads bevoegdheid is echter inclusief: dit
betekent dat eerstegraads leraren werkzaam zijn in zowel het vmbo, als in de
onderbouw (basisvorming), alsook in de bovenbouw (Tweede Fase) van het
voortgezet onderwijs. In de universitaire lerarenopleiding wordt het accent gelegd
op de bekwaamheid van beginnende leraren in de bovenbouw (VHO) zoals
geformuleerd en de Wet BiO. In de opleiding wordt bekwaamheid (competentie)
nagestreefd op een zevental samenhangende terreinen die daar van belang zijn en de
daaraan verbonden beroepsvereisten. De eerstegraads leraar die de lerarenopleiding
van het UOCG met goed gevolg heeft doorlopen is:
1. Interpersoonlijk competent
a) onderschrijft zijn interpersoonlijke verantwoordelijkheid
b) is zich bewust van eigen houding en gedrag en de invloed daarvan op
leerlingen en
c) heeft voldoende kennis en vaardigheid op het gebied van groepsprocessen en
communicatie om een goede samenwerking met en van de leerlingen tot
stand te brengen.
2. Pedagogisch competent
a) onderschrijft zijn pedagogische verantwoordelijkheid
b) heeft voldoende pedagogische kennis en vaardigheid om een veilige
leeromgeving tot stand te brengen waarin leerlingen zich kunnen
ontwikkelen tot een zelfstandig en verantwoordelijk persoon en
c) realiseert zo'n veilige leeromgeving voor de groep(en) waarmee hij werkt,
maar ook voor individuele leerlingen.
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
198
3. Vakdidactisch competent
a) onderschrijft zijn vakdidactische verantwoordelijkheid
b) heeft voldoende vakdidactische kennis en vaardigheid om een krachtige
leeromgeving tot stand te brengen waarin leerlingen zich op een goede
manier de leerinhouden van een bepaald vak(gebied) eigen kunnen maken en
c) kan een dergelijke leeromgeving in de praktijk realiseren voor de groep(en)
waarmee hij werkt, maar ook voor individuele leerlingen.
4. Organisatorisch competent
a) onderschrijft zijn organisatorische verantwoordelijkheid
b) heeft voldoende organisatorische kennis en vaardigheid om in zijn groepen
en zijn andere contacten met leerlingen een goed leef- en werkklimaat tot
stand te brengen. Hij doet dit overzichtelijk, ordelijk en taakgericht. Hij is in
alle opzichten voor zichzelf, zijn collega’s en vooral voor de leerlingen helder.
5. Competent in het samenwerken met collega’s
a) onderschrijft zijn verantwoordelijkheid in het samenwerken met collega’s en
b) heeft voldoende kennis en vaardigheden om een professionele bijdrage te
leveren aan een goed pedagogisch en didactisch klimaat van zijn school, aan
goede werkverhoudingen en een goede schoolorganisatie.
6. Competent in het samenwerken met de omgeving
a) onderschrijft zijn verantwoordelijkheid in het samenwerken met de
omgeving van de school en
b) heeft voldoende kennis en vaardigheid om samen te werken met mensen en
instellingen die betrokken zijn bij de opleiding en vorming van en de zorg
voor de leerlingen en bij de school.
7. Competent in reflectie en ontwikkeling en onderzoek ten dienste van de eigen
professionele ontwikkeling en de ontwikkeling van het schoolvak, het beroep en
de school
a) onderschrijft de verantwoordelijkheid voor zijn eigen professionele
ontwikkeling
b) onderzoekt, expliciteert en ontwikkelt zijn opvattingen over het leraarschap,
zijn bekwaamheid als leraar en de onderwijspraktijk.
De universitaire lerarenopleiding heeft daarbij als taak eerstegraads leraren op te
leiden die hun academische instelling kunnen integreren in hun bekwaamheden als
leraar. Zij doen dit op een planmatige, professionele wijze. Hun academische
achtergrond komt hierbij tot uiting in de wijze waarop ze disciplinaire kennis weten
te vertalen in vakdidactisch verantwoord handelen in de praktijk en in de manier
waarop ze die praktijk onderzoeksmatig weten te analyseren, bij te stellen en te
dissemineren.
Artikel 4 Voltijds/deeltijds
De universitaire lerarenopleiding wordt zowel voltijds als deeltijds verzorgd en kent
zowel duale als niet- duale trajecten.
Onderwijs- en Examenregeling masteropleidingen FEB
199
Artikel 5 De examens van de universitaire lerarenopleiding
In de universitaire lerarenopleiding kan het volgende examen worden afgelegd:
– het afsluitend examen
Paragraaf 2. Examenonderdelen en beoordeling
Artikel 6 De examenonderdelen:
1. Het examen omvat voor alle schoolvakken de volgende examenonderdelen:
UOCM0110 Basiscursus lerarenopleiding (10 EC)
UOCM0225 Werken op school (25 ETCS)
UOCM0302 Reflectie op professionele ontwikkeling (2 EC)
UOCM0409 Probleemgericht Onderwijs Ontwerpen (9 EC)
UOCM0902 Theorie en praktijk van classroom management (2 EC)
UOCM0506 Schoolvak I (6 EC)
UOCM0603 Schoolvak II (3 EC)
UOCM0703 Leerprocessen (3 EC)
Het practicum (de stage) maakt onderdeel uit van de professionaliseringstaken
UOCM0110 en UOCM0225.
Artikel 7 Volgtijdelijkheid van de examenonderdelen
De in artikel 6 genoemde onderdelen UOCM0225 tot en met UOCM0703 van de
universitaire lerarenopleiding kunnen niet eerder getentamineerd worden dan nadat
het examenonderdeel UOCM0110 met goed gevolg is afgelegd.
Artikel 8 De beoordeling van de examenonderdelen
1. De beoordeling vindt plaats met hele cijfers groter of gelijk aan 1 en kleiner of
gelijk aan 10. Men is geslaagd voor een tentamen indien het cijfer 6 of hoger is
behaald.
2. Beoordeling van de examenonderdelen vindt plaats conform de regels en
richtlijnen vastgesteld door de Eeamencommissie van het UOCG zoals deze zijn
omschreven in de studiegids van het UOCG.
Paragraaf 3. Afleggen van examenonderdelen
Artikel 9 Het aantal keren per studiejaar dat de examenonderdelen kunnen
worden afgelegd
De student wordt minimaal twee maal per jaar de gelegenheid gegeven aan de eisen
van de betreffende professionaliseringstaak te voldoen.
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
200
Artikel 10 Vorm van het afleggen van de examenonderdelen
1. Tentamens worden mondeling dan wel schriftelijk afgelegd op een door de
examencommissie vast te stellen wijze.
2. Het practicum wordt afgelegd aan de hand van lesobservaties en evaluaties en
verslagen van gegeven lessen en van het functioneren in de school.
3. Aan lichamelijk of zintuiglijk gehandicapte studenten wordt de gelegenheid
geboden de tentamens op een zoveel mogelijk aan hun individuele handicap
aangepaste wijze af te leggen. De Examencommissie wint zo nodig deskundig
advies in alvorens te beslissen.
Paragraaf 4. Tentamenuitslag
Artikel 11 Vaststelling en bekendmaking tentamenuitslag
1. De examinator stelt terstond na het afnemen van een mondeling tentamen de
uitslag vast en reikt de student een desbetreffende schriftelijke verklaring uit
2. De examinator stelt de uitslag van een schriftelijk tentamen vast binnen tien
werkdagen na de dag waarop het is afgelegd, en deelt deze mede aan de student.
3. T.a.v. een op andere wijze dan mondeling of schriftelijk af te leggen onderdeel
bepaalt de examencommissie van het UOCG tevoren op welke wijze en binnen
welke termijn de student een schriftelijke verklaring omtrent de uitslag zal
ontvangen.
4. In de schriftelijke verklaring omtrent de uitslag van een tentamen wordt de
student gewezen op het inzagerecht, alsmede op de beroepsmogelijkheid bij het
College van Beroep voor de Examens.
Artikel 12 Geldigheidsduur
1. De geldigheidsduur van behaalde onderdelen is onbeperkt.
2. In afwijking hiervan kan de examencommissie van het UOCG m.b.t. een
onderdeel, waarvan het tentamen langer dan zes jaar geleden is behaald, een
aanvullend dan wel vervangend tentamen opleggen, alvorens de student wordt
toegelaten tot het afleggen van het desbetreffende examen.
Artikel 13 Inzagerecht
Gedurende ten minste dertig dagen na de bekendmaking van de uitslag van een
schriftelijk tentamen krijgt de student op zijn verzoek inzage in zijn beoordeeld werk.
De examencommissie van het UOCG kan bepalen, dat de inzage of de kennisgeving
op een vaste plaats en tenminste twee vaste tijdstippen plaats vindt.
Onderwijs- en Examenregeling masteropleidingen FEB
201
Paragraaf 5. Vrijstelling
Artikel 14 Vrijstelling van tentamens en erkenning alternatieve onderdelen
1. Vrijstelling tentamens
Indien de student ten genoegen van de examencommissie van het UOCG
aantoont dat hij/zij voorafgaand aan de opleiding reeds op een andere wijze
binnen of buiten een universiteit voldoende kennis, inzicht en vaardigheden
heeft verkregen kan de examencommissie van het UOCG hem/haar gehele of
gedeeltelijke vrijstelling van één of meer onderdelen van het examen verlenen.
2. Erkenning alternatieve onderdelen
Indien de student ten genoegen van de examencommissie van het UOCG
aantoont dat hij/zij gedurende de universitaire lerarenopleiding op een andere
wijze binnen of buiten een universiteit voldoende kennis, inzicht en
vaardigheden kan verkrijgen kan de examencommissie van het UOCG besluiten
alternatieve onderdelen te erkennen in het perspectief van de examinering.
Paragraaf 6. Afsluitend examen
Artikel 15 Tijdvakken en frequentie afleggen afsluitend examen
Tot het afleggen van een examen wordt de gelegenheid geboden, zodra de student
voldoende bewijzen van de door hem of haar met goed gevolg gerealiseerde
examenonderdelen van de opleiding overlegt
Artikel 16 Uitslag afsluitend examen
1. De student is voor het afsluitend examen geslaagd indien alle examenonderdelen
met voldoende gevolg zijn afgelegd.
2. De examencommissie van het UOCG stelt de uitslag van het afsluitend examen
vast, zodra de student voldoende bewijzen overlegt van de door hem/haar
gerealiseerde examenonderdelen, zoals in artikel 2 genoemd.
3. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid kan de examencommissie van het
UOCG, alvorens de uitslag van het examen vast te stellen, zelf een onderzoek
instellen naar de kennis van de student m.b.t. een of meer onderdelen van de
universitaire lerarenopleiding, indien en voor zover de uitslagen van de
desbetreffende tentamens haar daartoe aanleiding geven.
4. Van degene die het afsluitend examen met goed gevolg heeft afgelegd,
rapporteert de examencommissie van het UOCG ten bewijze daarvan de
resultaten aan de betreffende facultaire examencommissie.
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
202
Paragraaf 7. Slot- en invoeringsbepalingen
Artikel 17 Wijzigingen
Wijzigingen van deze regeling worden door de directeur van het UOCG bij
afzonderlijk besluit vastgesteld.
Eventuele wijzigingen die betrekking hebben op het lopende studiejaar vinden alleen
plaats indien de belangen van de studenten daardoor redelijkerwijs niet worden
geschaad.
Artikel 18 Bekendmaking
1. De directeur van het UOCG draagt zorg voor een passende bekendmaking van
deze regeling alsmede van de wijzigingen van deze regeling.
2. Elke belangstellende kan bij het bureau van het UOCG een exemplaar van deze
regeling verkrijgen.
Artikel 19 Inwerkingtreding
Deze regeling geldt met ingang van het studiejaar 2010-2011.
Aldus vastgesteld te Groningen op 15 december 2009.
Prof. Dr. B.P.M. Creemers, directeur UOCG.
Namens deze,
Prof. Dr. W.J.C.M. van de Grift
Regels & Richtlijnen Faculteit Economie en Bedrijfskunde
203
Regels & Richtlijnen Faculteit Economie en Bedrijfskunde
Artikel 1 Toepassingsgebied
Deze regels en richtlijnen zijn van toepassing op de tentamens/examens van:
de opleidingen die door de Faculteit Economie en Bedrijfskunde (FEB) worden
aangeboden.
Artikel 2 Begripsomschrijving
In deze regels en richtlijnen wordt verstaan onder:
examenregeling: de Onderwijs- en Examenregelingen voor de in artikel 1
genoemde opleiding(en), laatstelijk vastgesteld in juni 2010;
examinandus: degene die zich onderwerpt aan een tentamen of examen;
tentamen: onderzoek naar de kennis, het inzicht en de vaardigheden van
de student alsmede de beoordeling van de resultaten van het
onderzoek met betrekking tot een onderdeel van het examen;
deeltentamen: een gedeelte van een tentamen dat op een afwijkende plaats en
tijd wordt afgenomen;
student: degene die is ingeschreven aan de universiteit voor het volgen
van het onderwijs en/of het afleggen van de tentamens en de
examens van de opleiding;
examinator: degene die op grond van artikel 7.12 van de WHW door de
Examencommissie als zodanig is aangewezen;
(Elke examinator is bevoegd tot het afnemen en beoordelen van
tentamens voor het vak (de vakken) waarin hij/zij het onderwijs
verzorgt of korter dan vijf jaar geleden verzorgd heeft.)
onderdeel: zoals bedoeld in de Onderwijs- en Examenregeling.
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
204
Artikel 3 Inschrijving voor en deelname aan tentamens
1 Voor deelname aan schriftelijke tentamens dient men zich in te schrijven.
2 Inschrijving voor schriftelijke tentamens geschiedt via internet
(ProgRESS.WWW). Studenten kunnen zich inschrijven in de periode aanvangend
vier weken voor de tentamenperiode en eindigend een week voor de start van de
tentamenperiode. Studenten worden geacht als bewijs van inschrijving een print
van de inschrijving te maken. Studenten die zich niet in genoemde periode
hebben ingeschreven, kunnen zich na het betalen van een administratieve heffing
van € 15,- per tentamen tot 2 volledige werkdagen voor het tentamen in kwestie
alsnog inschrijven. De dag van het tentamen telt hierbij niet mee. De na-
inschrijving is mogelijk bij de Student Support Desk, elke werkdag tussen 10.00
en 16.00 uur door middel van het inleveren van een volledig ingevuld na-
intekenverzoek. De administratieve heffing kan uitsluitend worden betaald per
pin. Tegen deze betaling wordt het intekenverzoek gestempeld en voorzien van
een paraaf en geldt dan als na-intekenbewijs. Studenten die zich niet hebben
ingeschreven voor een tentamen én zich niet hebben gemeld voor de na-
inschrijving zijn uitgesloten van deelname aan dat tentamen.
3 Tijdens het tentamen dient de student op verzoek van de examinator een bewijs
van inschrijving voor het tentamen te kunnen tonen.
4 Inschrijving voor deelname aan niet-schriftelijke tentamens kan door de
examinator verplicht worden gesteld.
5 Wie niet voldoet aan de hiervoor beschreven inschrijvingsprocedure voor
tentamens wordt geacht niet aan het tentamen te hebben deelgenomen, tenzij de
Examencommissie op schriftelijk verzoek van de student anders beslist.
Artikel 4 Inschrijving voor onderdelen
1 Voor deelname aan onderdelen dient men zich in te schrijven.
2 Inschrijving voor onderdelen geschiedt via internet (ProgRESS WWW). De
deadlines voor het inschrijven voor onderdelen worden vermeld in de
studiegids.
3 Tijdige inschrijving is noodzakelijk om verzekerd te zijn van deelname aan de
onderdelen.
Artikel 5 Procedure voor de orde tijdens schriftelijke tentamens
1 In de tentamenzaal is gedurende de gehele tentamenzitting tenminste één
examinator aanwezig. Deze geeft tevens leiding aan de aanwezige surveillanten.
2 In beginsel kunnen uitsluitend studenten die zich op de voorgeschreven wijze
voor een tentamen hebben ingeschreven (zie artikel 3) aan een schriftelijk
tentamen deelnemen.
3 Indien bij controle achteraf blijkt dat een student niet gerechtigd was aan het
tentamen deel te nemen, wordt het tentamen ongeldig verklaard, tenzij de
Examencommissie op schriftelijk verzoek van de student anders beslist.
Regels & Richtlijnen Faculteit Economie en Bedrijfskunde
205
4 Studenten dienen op tijd in de tentamenzaal aanwezig te zijn. Binnen dertig (30)
minuten na aanvang van enig tentamen mag geen van de deelnemende
studenten de zaal verlaten. Gedurende deze periode kunnen eventueel te laat
verschijnende studenten alsnog tot het tentamen worden toegelaten. Zodra
enige deelnemer de tentamenzaal heeft verlaten, kunnen geen studenten meer
tot het tentamen worden toegelaten.
5 Tijdens het tentamen moeten alle vraag- en antwoordformulieren alsmede alle
kladpapier binnen de tentamenzaal blijven en na afloop van het tentamen
worden ingeleverd, tenzij de examinator anders beslist. Het is niet toegestaan
tijdens het tentamen de vraag- en antwoordformulieren of het kladpapier over te
schrijven.
6 Op de tafel in de tentamenzaal mogen geen andere zaken aanwezig zijn dan: een
inschrijfbewijs, een collegekaart, het tentamen, een antwoordformulier c.q. een
scoreformulier, eventueel verstrekt kladpapier, schrijfgerei, een rekenmachine
(zie ook lid 7) en, indien dit van tevoren is toegestaan, wetteksten c.q.
naslagmateriaal. Bij open-boek tentamens is het toegestaan de door de
examinator aangewezen literatuur te raadplegen.
7 Tijdens tentamens mogen uitsluitend rekenmachines van het door de
Examencommissie voorgeschreven type worden gebruikt, tenzij de examinator
blijkens het voorblad van het tentamen anders heeft bepaald. Gebruik van een
niet-voorgeschreven type rekenmachine wordt beschouwd als fraude en zal als
zodanig worden gesanctioneerd.
8 Surveillanten zijn bevoegd aanwezige rekenmachines en dergelijke te
controleren.
9 Mobiele telefoons en soortgelijke electronische communicatiemiddelen mogen
niet in de tentamenzaal worden meegenomen. Indien bezit van bedoelde
middelen wordt geconstateerd, leidt dit tot uitsluiting van het tentamen.
10 Contact met medestudenten is verboden.
11 Examinatoren en surveillanten zijn bevoegd en verplicht om de identiteit van de
in de tentamenzaal aanwezige personen vast te stellen, in beginsel aan de hand
van de collegekaart. Zij dienen er op toe te zien dat de identiteit correspondeert
met de naam op het inschrijfbewijs en op het tentamenformulier. Indien een
student zich ook niet door middel van een geldig identiteitsbewijs17 kan
identificeren, wordt het tentamen ongeldig verklaard tenzij de
Examencommissie op schriftelijk verzoek van de student anders beslist.
12 Toiletbezoek is alleen in uitzonderlijke gevallen toegestaan en uitsluitend na
toestemming van de examinator/surveillant.
17 geldig paspoort, identiteitskaart, rijbewijs of bromfietsbewijs
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
206
13 Indien een student de hier geformuleerde regels overtreedt, of op andere wijze
de orde tijdens het tentamen verstoort, kan hij door de aanwezige examinator
van verdere deelname aan het tentamen worden uitgesloten. Het door haar/hem
ingeleverde tentamenwerk wordt niet nagekeken, tenzij de Examencommissie
anders beslist. De examinator kan de Examencommissie verzoeken over
eventueel verder te nemen sancties te beslissen. De examinator meldt de
uitsluiting direct na het tentamen aan de Examencommissie.
14 Tegen beslissingen van de examinator c.q. de Examencommissie staat binnen
vier weken nadat de beslissing is bekend geworden beroep open bij het College
van Beroep voor de Examens van onze Universiteit.
Artikel 6 Uitslagen tentamens en nabesprekingen
Aanvullend op hetgeen in de Onderwijs- en Examenregelingen omtrent
tentaminering is vermeld, geldt:
1 De termijn waarop de schriftelijke uitslag wordt gepubliceerd is maximaal
10 werkdagen na de dag waarop het tentamen is afgelegd. De examinator zorgt
voor aanlevering van de tentamenuitslag voor 10 uur ’s ochtends op de
10e werkdag na het tentamen aan de onderwijsadministratie die vervolgens op
dezelfde dag zorgt voor verwerking en publicatie van de uitslag.
2 Voor zover van tevoren kan worden voorzien dat de termijn van 10 werkdagen
voor examinatoren door bijzondere omstandigheden niet haalbaar is, wordt dit
vermeld op het tentamenformulier. Tevens wordt vermeld wanneer de uitslag
dan wel kan worden verwacht. Hiervoor wordt vóór het afnemen van het
tentamen toestemming gevraagd aan de opleidingsdirecteur.
3 Het toegekende cijfer is vier weken na de tentamendatum definitief vastgesteld,
behoudens in het geval zich nieuwe feiten of omstandigheden voordoen.
4 De plaats en tijd van de inzage moeten door de examinator na de publicatie van
de tentamenresultaten (door het bureau onderwijs en examens) op Nestor
worden vermeld. De student heeft desgewenst recht op een mondelinge
toelichting van de gegeven beoordeling.
5 Bij herhaling van een tentamen geldt het hoogstbehaalde cijfer.
6 Zodra de student op het tentamen verschijnt, is hij of zij gehouden het
antwoordformulier in te leveren en zal de faculteit een cijfer registreren. Een
verzoek van de student om het ingeleverde werk niet te beoordelen, wordt
derhalve niet gehonoreerd.
Regels & Richtlijnen Faculteit Economie en Bedrijfskunde
207
7 Op schriftelijk verzoek van een student kan de Examencommissie besluiten dat na
het voltooien van het afstudeerwerkstuk het laatste tentamen ter afsluiting van de
opleiding buiten de reguliere tentamendata kan worden afgelegd. Dit verzoek zal
niet worden toegewezen indien voor het betreffende vak in de twee eerstvolgende
tentamenblokken een regulier tentamen wordt aangeboden, tenzij de
Examencommissie anders beslist. Een verzoek wordt evenmin toegewezen indien
dit ingediend wordt tijdens een tentamenblok waarin een regulier tentamen wordt
aangeboden, dan wel indien in het blok voorafgaand aan het verzoek een
reguliertentamen werd aangeboden, en verzoeker van deze tentamenmogelijkheid
geen gebruik maakt of heeft gemaakt.
Een dergelijk verzoek zal alleen in behandeling worden genomen indien het
vergezeld gaat van een goedgekeurd vakkenpakket.
Indien dit laatste tentamen niet met goed gevolg wordt afgelegd, kan de
Examencommissie beslissen dat een eenmalig hertentamen plaatsvindt binnen
een termijn van drie tot zes weken gerekend vanaf het tijdstip van de publicatie
van de uitslag daarvan.
Een buitenreguliere tentamenmogelijkheid staat niet open met betrekking tot een
vak dat reeds eerder met een voldoende is afgerond.
Artikel 7 Fraude
1 In geval van fraude door een student kan de Examencommissie aan die student,
gedurende een termijn van ten hoogste één jaar, het recht ontnemen één of meer
daarbij aan te wijzen tentamens of examens af te leggen. Vervangende, elders
gedurende de schorsingsperiode met succes afgelegde tentamens zullen niet
worden erkend.
2 In geval van fraude tijdens het afleggen van een tentamen kan de examinator de
examinandus uitsluiten van verdere deelname aan dat tentamen.
3 Een uitsluiting heeft tot gevolg dat geen uitslag voor het betrokken tentamen
wordt vastgesteld.
4 Van de beslissing tot uitsluiting wordt een schriftelijk verslag opgesteld. Dit
verslag wordt door de examinator zo spoedig mogelijk gezonden aan de
Examencommissie van de betrokken opleiding en in afschrift verstrekt aan de
examinandus.
5 De Examencommissie neemt kennis van het verslag en beslist naar aanleiding van
het verslag of verdere uitsluiting moet worden overwogen.
6 Overweegt de Examencommissie dat verdere uitsluiting geboden lijkt, dan worden
examinator en examinandus opgeroepen voor een nader onderzoek.
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
208
7 Plagiaat is het gebruik maken van ideeën en formuleringen van anderen zonder
bronvermelding.18
De maximale strafmaat voor het plegen van plagiaat zoals bedoeld in artikel 7.7.a
en aanverwant ongeoorloofd gebruik van teksten is ontneming van het recht
gedurende een door de Examencommissie te bepalen termijn van ten hoogste één
jaar om één of meer door de examencommisssie aan te wijzen tentamens of
examens af te leggen.
a. Indien een werkstuk in groepsverband is geschreven zijn alle leden van de
groep in geval van plagiaat aansprakelijk, totdat het tegendeel is bewezen.
b. Indien plagiaat wordt ontdekt nadat het (eind)cijfer is vastgesteld is de
Examencommissie bevoegd dit (eind)cijfer te vernietigen. Deze bevoegdheid
verjaart één jaar na ontdekking, maar uiterlijk bij de uitreiking van het
diploma.
Artikel 8 Vragen en opgaven
1 De vragen en opgaven van het tentamen gaan de tevoren bekend gemaakte
bronnen (schriftelijke of elektronische bronnen of mondelinge informatie die
tijdens de colleges is overgedragen) waaraan de examenstof is ontleend niet te
buiten. Deze bronnen worden voor de aanvang van het onderwijs dat op het
tentamen voorbereidt bekend gemaakt. Bij aanvang van de cursus wordt de stof
voor het tentamen bekend gemaakt.
2 Een examinator moet resultaten van een gedeelte van een tentamen schriftelijk
vastleggen.
3 De Examencommissie zorgt er voor dat tentamenopgaven ten minste vijf jaar en
individuele uitwerkingen alsmede werkstukken en referaten ten minste één jaar
worden bewaard.
4 Het tentamen dient representatief te zijn voor de inhoud van het onderdeel.
18 Voorbeelden van plagiaat en aanverwant ongeoorloofd gebruik van teksten zijn:
het gebruik maken van andermans teksten, het overnemen van andermans structuur van
een tekst en het overnemen van andermans ideeën zonder vermelding van de bron;
het uitsluitend of overvloedig gebruik maken van andermans teksten;
het niet duidelijk aangeven in de tekst dat letterlijke of bijna letterlijke citaten zijn
overgenomen;
het indienen van een zelfde of vergelijkbare tekst voor verschillende opdrachten.
Zie ook de notitie Voorkomen en tegengaan van Plagiaat. (Studiegids)
Regels & Richtlijnen Faculteit Economie en Bedrijfskunde
209
Artikel 9 Cum laude en summa cum laude
1 Voor de regels voor toekenning van de judicia ‘cum laude’ en ‘summa cum
laude’ wordt verwezen naar artikel 5.10 van de OER voor de
bacheloropleidingen en artikel 3.12 van de OER voor de masteropleidingen van
de FEB.
2. Voor studenten die voor 1 september 2010 met de studie zijn begonnen, geldt de
regels die zijn vastgelegd in de Regels & Richtlijnen 2009-2010.
Artikel 10 Beoordeling
1 Men is voor het bachelorexamen geslaagd, indien voor alle examenonderdelen ten
minste het cijfer 6 is behaald.
2 Men is voor het masterexamen geslaagd, indien voor alle examenonderdelen ten
minste het cijfer 6 is behaald.
3 De beoordeling en verwerking van schriftelijke tentamens geschiedt binnen een
termijn van 10 werkdagen.
4 De beoordeling van de examenonderdelen wordt weergegeven in hele getallen.
Alleen van deeltentamens kan de beoordeling worden gegeven in tienden. Aan de
hele getallen is de volgende betekenis toegekend:
1. zeer slecht
2. slecht
3. ruim onvoldoende
4. onvoldoende
5. bijna voldoende
6. voldoende
7. ruim voldoende
8. goed
9. zeer goed
10. uitmuntend
5 Een examenonderdeel waarvoor een vrijstelling is verleend, wordt geacht te zijn
beoordeeld met een 6.
6 Vrijstellingen moeten worden aangevraagd bij de Examencommissie. De
Examencommissie beslist over het verlenen van vrijstellingen.
Artikel 11 Nadere regeling goedkeuring bachelorprogramma
1 Een verzoek tot goedkeuring van het onderwijsprogramma voor de
bacheloropleiding wordt door de examinandus ingediend bij de
Examencommissie minimaal vier maanden voordat het bachelorexamen wordt
afgelegd.
2 De Examencommissie beslist binnen drie weken na ontvangst van het verzoek
omtrent de bacheloropleiding. De student wordt binnen twee weken na de
beslissing van de Examencommissie hiervan schriftelijk op de hoogte gesteld.
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
210
Artikel 12 Nadere regeling goedkeuring masterprogramma
1 Een verzoek tot goedkeuring van het onderwijsprogramma voor de
masteropleiding wordt door de examinandus ingediend bij de Examencommissie
minimaal twee maanden voor aanvang van de afstudeeropdracht.
2 De Examencommissie beslist binnen drie weken na ontvangst van het verzoek
omtrent de masteropleiding. De student wordt binnen twee weken na de beslissing
van de Examencommissie hiervan schriftelijk op de hoogte gesteld.
Artikel 13 Getuigschrift, diplomasupplement en verklaring
1 Ten bewijze dat het examen met goed gevolg is afgelegd, wordt door de
Examencommissie een getuigschrift uitgereikt. Het getuigschrift wordt door de
voorzitter en secretaris van de Examencommissie ondertekend. De uitreiking
geschiedt in het openbaar, tenzij de desbetreffende Examencommissie anders heeft
bepaald.
2 Op het getuigschrift wordt vermeld, welke onderdelen het examen omvat.
3 Degene die meer dan één tentamen met goed gevolg heeft afgelegd en aan wie
geen getuigschrift van een met goed gevolg afgelegd examen wordt uitgereikt,
ontvangt desgevraagd een verklaring waarin de tentamens zijn vermeld die met
goed gevolg zijn afgelegd.
4 Aan de geëxamineerde van een bacheloropleiding wordt een
bachelorgetuigschrift uitgereikt, vergezeld van een diplomasupplement.
5 Aan de geëxamineerde van een masteropleiding wordt een mastergetuigschrift
uitgereikt, vergezeld van een diplomasupplement.
Artikel 14 Beroepregeling
1 Tegen een beslissing van een examinator of van een Examencommissie kan beroep
worden ingesteld bij het College van Beroep voor de Examens van de universiteit.
2 Wordt beroep ingesteld tegen een beslissing van een examinator, dan dient degene
die in beroep gaat (de appellant) een met redenen omkleed beroepsschrift binnen
vier weken na de beslissing te zenden aan het College van Beroep voor de
Examens van de universiteit en aan de betrokken Examencommissie. De
Examencommissie functioneert als bemiddelingscommissie tussen examinator en
appellant.
3 Wordt beroep ingesteld tegen een beslissing van de Examencommissie, dan dient
degene die in beroep gaat (de appellant) een met redenen omkleed beroepsschrift
binnen vier weken na de beslissing te zenden aan het College van Beroep voor de
Examens van de universiteit en aan het faculteitsbestuur. Het faculteitsbestuur stelt
een bemiddelingscommissie in, die nagaat of een minnelijke schikking mogelijk is.
4 De Examencommissie als bedoeld in lid 2 c.q. de bemiddelingscommissie als
bedoeld in lid 3 delen binnen vier weken aan het College van Beroep voor de
Examens van de universiteit mede tot welke uitkomst het beraad heeft geleid.
Regels & Richtlijnen Faculteit Economie en Bedrijfskunde
211
5 In zaken waarin het belang van de appellant een onverwijlde voorziening bij voor-
raad vordert, kan bij met redenen omkleed verzoekschrift een voorlopige
voorziening aan de voorzitter van het College van Beroep voor de Examens van de
universiteit worden gevraagd.
Toelichting bij de beroepregeling:
Nadere informatie over de beroepregeling kan men krijgen bij de University Student
Desk, Broerstraat 5, 1e verdieping, gebouw 1112. Hier is ook de brochure ‘Bezwaar en
Beroep’ af te halen.
Artikel 15 Inwerkingtreding
Deze regels en richtlijnen treden in werking op 1 september 2010.
Vastgesteld door de Examencommissies: april 2010.
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
212
Regeling waardering opdrachten
Algemene regels voor alle typen opdrachten:
1. In het kader van enig vak aangeboden binnen een van de opleidingen aan de
Faculteit Economie en Bedrijfskunde kan gebruik worden gemaakt van
(groeps)opdrachten, presentaties, huiswerkopgaven, cases en soortgelijke
activiteiten. Tevens kan in het kader van deze vakken een oordeel worden
gegeven over de studieprestaties (individueel zowel als groepsgewijs) van
deelnemers aan (werk)colleges en practica. Deze activiteiten en prestaties worden
hieronder aangeduid als ‘opdrachten’.
2. De criteria voor het beoordelen van de opdrachten, de wijze waarop de
beoordeling meeweegt in het eindcijfer van het vak alsmede de
herhalingsmogelijkheden, moeten uiterlijk bij aanvang van het vak schriftelijk of
electronisch bij de studenten bekend gemaakt zijn.
3. Indien in een vak verschillende opdrachten worden gegeven die elk met een cijfer
worden beoordeeld, dan wordt uiteindelijk één gezamenlijk cijfer, afgerond op
één decimaal, voor deze opdrachten berekend. Dit is het opdrachtcijfer.
4. Voor het tentamen wordt eveneens één cijfer vastgesteld, afgerond op één
decimaal. Dit is het tentamencijfer.
5. Docenten worden geacht eisen te stellen aan het minimaal te behalen resultaat
van het practicum- en het tentamencijfer.
6. De wegingcoëfficiënten worden bepaald door de docenten.
7. Het eindcijfer wordt berekend als het gewogen gemiddelde van het practicum-
en het tentamencijfer en uitgedrukt als een geheel getal.
8. Alleen dit eindcijfer wordt door de verantwoordelijke contactdocent
doorgegeven aan de onderwijsadministratie van de faculteit.
9. De contactdocent van het betreffende vak is verantwoordelijk voor de
archivering van het practicum- en het tentamencijfer .
10. Het practicum- en het tentamencijfer blijven geldig zolang het betreffende
onderdeel (tentamen/opdracht) in dezelfde vorm, inclusief de wegingsfactor
wordt aangeboden, tenzij docent van tevoren anders heeft aangekondigd
overeenkomstig de regels van artikel 8 R&R.
Aanvullende regels die alleen van toepassing zijn indien de opdrachten voor meer
dan 25% meetellen bij het bepalen van het eindcijfer:
1. Indien opdrachten voor meer dan 25 % meetellen bij het bepalen van het
eindcijfer moet het tentamencijfer minimaal een 5.0 bedragen.
2. Wanneer het opdrachtcijfer onvoldoende is, wordt éénmaal een reparatie-
opdracht verstrekt waarbij de student alsnog in staat wordt gesteld om een
onvoldoende cijfer voor de opdracht om te zetten in een hoger cijfer.
3. Wanneer het niet lukt met een reparatie-opdracht een voldoende hoog cijfer voor
de opdracht te halen om een voldoende eindcijfer voor het vak te scoren, moet
worden deelgenomen aan de reguliere opdrachten op het moment dat het vak
Regeling waardering opdrachten
213
opnieuw wordt aangeboden of alsnog een voldoende hoog cijfer voor het
tentamen worden gehaald.
Aanvullende regel die alleen van toepassing is indien de opdrachten voor maximaal
25% meetellen bij het bepalen van het eindcijfer:
1. Wanneer het gewicht van de opdracht maximaal 25% van het eindcijfer uitmaakt,
hoeft in het betrokken collegejaar geen herhalingsmogelijkheid te worden
aangeboden, tenzij er minimale eisen gesteld zijn aan het cijfer van de opdracht.
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
214
Reglement afstudeerwerkstukken Bachelor- en
Masteropleidingen
Paragraaf 1. Inleiding
Dit reglement bevat algemene regels die gelden voor alle afstudeerwerkstukken voor
de bachelor- en masteropleidingen van de Faculteit Economie en Bedrijfskunde
(FEB)19. Dit reglement wordt nader uitgewerkt en aangevuld in een Handleiding
afstudeerwerkstukken en een Beoordelingsformulier afstudeerwerkstukken.
Deze documenten kunnen per opleiding verschillen.
De handleiding bevat in ieder geval nadere informatie over de eisen aan de toelating,
de aanmeldingsprocedure, het onderwerp, de vorm en vormgeving en de
eindtermen van het afstudeerwerkstuk alsmede informatie over de begeleiding en de
beoordelingsprocedure. Het beoordelingsformulier is een lijst met beoordelings-
aspecten die expliciet worden gehanteerd bij de vaststelling van het eindcijfer (zie
artikel 9).
Beide documenten worden voor de aanvang van het collegejaar vastgesteld en
beschikbaar gesteld via het onderwijsbureau.
Paragraaf 2. Toelating
Opleidingen kunnen voor afstudeerwerkstukken ingangseisen20 formuleren in
termen van studiefase en/of vakken of onderdelen van het vaardigheidstraject.
Opleidingen kunnen vaste momenten voor aanvang en afronding vaststellen.
Paragraaf 3. Aanmeldingsprocedure
Aanmelden voor een afstudeerwerkstuk kan op ProgRESS WWW
Paragraaf 4. Onderwerp
Het onderwerp van een masterafstudeerwerkstuk wordt in beginsel door de student
zelf aangedragen. Dit onderwerp sluit aan bij de opleiding en het daarbinnen
gekozen traject (profiel). Bij twijfel hierover beslist de betrokken onderwijs-
coördinator of opleidingsdirecteur.
19 De term afstudeerwerkstuk staat voor een verzameling van stukken die afhankelijk van
opleiding en inhoud ook wel worden aangeduid als afstudeeropdracht, scriptie of
afstudeerproject. 20 De ingangseisen moeten worden vermeld in de betreffende Onderwijs- en
Examenregeling.
Reglement afstudeerwerkstukken Bachelor- en Masteropleidingen
215
Het bachelorafstudeerwerkstuk bestaat in beginsel uit een gerichte opdracht, al dan
niet in combinatie met een voorbereidingstraject.
Paragraaf 5. Vorm en vormgeving
Het afstudeerwerkstuk kan de vorm hebben van een theoretisch onderzoek
(waaronder bijvoorbeeld een literatuuronderzoek), een empirisch onderzoek of een
onderzoek naar een aan een organisatie gerelateerd probleem (afstudeerproject).
Opleidingen (trajecten) kunnen één van deze vormen voorschrijven en/of nadere
eisen stellen aan deze vormen. Opleidingen kunnen deze vormen desgewenst nader
specificeren.
Opleidingen kunnen specifieke eisen stellen aan de vormgeving van het
afstudeerwerkstuk (titelblad, stijl, taal, typografische verzorging, samenvatting,
maximum/minimum aantal pagina’s, enz.). Bij het ontbreken van dergelijke
richtlijnen dienen hierover van tevoren afspraken te worden gemaakt tussen student
en begeleider.
Paragraaf 6. Eindtermen
De eindtermen van het afstudeerwerkstuk sluiten aan bij de eindtermen van de
betreffende opleiding.
De zwaarte van het werkstuk in EC is afhankelijk van de opleiding en is vastgelegd
in de betreffende Onderwijs- en Examenregeling. Voor zover een opleiding
verschillen in zwaarte toelaat, wordt deze van tevoren schriftelijk vastgelegd.
Het schrijven van een afstudeerwerkstuk is een individuele prestatie. Zowel bij het
managen van het afstudeerproject als bij de relationele, de methodologische en de
inhoudelijke aspecten laat de student zien zelfstandig en professioneel te kunnen
optreden en zich aan afspraken te houden.
Afstudeerwerkstukken door twee of meer studenten zijn slechts toegestaan indien de
individuele bijdragen objectief kunnen worden vastgesteld.
Paragraaf 7. Begeleiding
De opleiding is verantwoordelijk voor het begeleiden en beoordelen van
afstudeerwerkstukken. Zij bepaalt welke docenten21 deze taken mogen vervullen en
zorgt ervoor dat of de begeleider of de medebeoordelaar docent is bij de betreffende
opleiding. De begeleidend docent geeft binnen 10 werkdagen feedback op volgens
afspraak ingeleverde stukken.Voor de geplande start van een afstudeerwerkstuk
dienen zwaarte (uitgedrukt in EC) en omvang (maximum/minimum aantal
bladzijden) te zijn vastgesteld en een begeleider te zijn toegewezen. Opleidingen
21 De eisen die aan een begeleider/beoordelaar worden gesteld, staan vermeld in de
betreffende Onderwijs- en Examenregeling.
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
216
kunnen nadere eisen stellen aan de te volgen procedure voor het toegewezen krijgen
van een begeleider. Studenten krijgen op hun verzoek binnen 20 werkdagen een
begeleider toegewezen.
De begeleiding van het masterafstudeerwerkstuk bestaat ten minste uit een
intakegesprek, een bespreking van de probleemstelling annex onderzoeksopzet, een
becommentariëring van een of meer tussenrapportages en van het eindconcept. Bij
een masterafstudeerwerkstuk is er altijd een medebeoordelaar. Deze wordt
toegewezen in samenspraak met de begeleider en de onderwijscoördinator,
opleidingsdirecteur of scriptiecommissie.
Paragraaf 8. Beoordelingsprocedure
Artikel 8.1 Het bachelorafstudeerwerkstuk
Het bachelorafstudeerwerkstuk kan worden ingebed in een vaardighedentraject of
seminar. De beoordeling vindt plaats door de begeleider22.
Artikel 8.2 Het masterafstudeerwerkstuk
De beoordeling vindt plaats door de begeleider4 en een medebeoordelaar. De
medebeoordelaar komt pas in beeld zodra hij/zij kan beschikken over een volledig
door de begeleider goedgekeurd concept van het werkstuk. De beoordeling vindt
plaats na een afstudeergesprek (mondelinge verdediging). Dit gesprek kan pas
worden afgesproken na een positief oordeel van de medebeoordelaar. Bij een
negatief oordeel, beslist een onafhankelijke derde docent die daartoe wordt benaderd
door de onderwijscoördinator of opleidingsdirecteur van het traject. Wanneer deze
wel kan instemmen, neemt hij/zij de verdere taken van de medebeoordelaar over. De
medebeoordelaar toetst op de onder punt 9 genoemde beoordelingsaspecten en kan
nadere aanpassingen eisen alvorens het afstudeergesprek plaatsvindt. De afspraak
voor het afstudeergesprek, dan wel het verzoek tot nadere aanpassingen, volgt
binnen 15 werkdagen na het volgens afspraak aanleveren van het volledige concept,
tenzij van tevoren om dringende redenen anders is afgesproken. Begeleider en
medebeoordelaar zijn beiden bij het afstudeergesprek aanwezig. De aanwezigheid
van een eventuele externe stage- of projectbegeleider kan gewenst zijn, maar deze
heeft slechts een adviserende stem. Na afloop van het gesprek bepalen begeleider en
beoordelaar samen het cijfer. Bij onenigheid beslist een onafhankelijke derde docent
binnen 10 werkdagen. De uitslag wordt terstond aan de betrokken student
medegedeeld.
22 Het aanstellen van twee begeleiders behoort tot de mogelijkheden. Indien een
afstudeerwerkstuk wordt begeleid door twee begeleiders, dan treedt één van beide op als
medebeoordelaar.
Reglement afstudeerwerkstukken Bachelor- en Masteropleidingen
217
Paragraaf 9. Beoordelingsaspecten
Artikel 9.1 Bachelorafstudeerwerkstuk
Bij de beoordeling van het bachelorafstudeerwerkstuk wordt in ieder geval expliciet
aandacht besteed aan:
– de probleemstelling (originaliteit, wetenschappelijke en praktische relevantie);
– de onderzoeksopzet;
– de gehanteerde theoretische concepten en onderzoeksmethoden;
– de argumentatie (juistheid, objectiviteit);
– de opbouw (functionaliteit, structuur);
– de presentatie (formulering, taal, vormgeving);
– de mate van zelfstandigheid waarmee het werkstuk tot stand is gekomen.
Deze aspecten dienen op evenwichtige wijze in het eindcijfer tot uitdrukking te
worden gebracht. Afzonderlijke opleidingen kunnen deze beoordelingsaspecten
nader accentueren en verfijnen en desgewenst wegingsfactoren toevoegen. Een
mondelinge verdediging en/of presentatie kan onderdeel uitmaken van de
beoordeling, maar mag het eindcijfer slechts marginaal beïnvloeden.
Artikel 9.2 Masterafstudeerwerkstuk
Bij de beoordeling van het masterafstudeerwerkstuk wordt in ieder geval expliciet
aandacht besteed aan:
– de probleemstelling (originaliteit, wetenschappelijke en praktische relevantie);
– de onderzoeksopzet;
– de gehanteerde theoretische concepten en onderzoeksmethoden;
– de argumentatie (juistheid, objectiviteit);
– de opbouw (functionaliteit, structuur);
– de presentatie (formulering, taal, vormgeving);
– de mate van zelfstandigheid waarmee het werkstuk tot stand is gekomen;
– de kwaliteit en toegankelijkheid van het gebruikte datamateriaal;
– de reproduceerbaarheid;
– de originaliteit;
– de wetenschappelijke en praktische relevantie van de conclusies en
aanbevelingen,
Deze aspecten dienen op evenwichtige wijze in het eindcijfer tot uitdrukking te
worden gebracht. Een mondelinge verdediging maakt vast onderdeel uit van de
beoordeling, maar mag het eindcijfer slechts marginaal beïnvloeden. Afzonderlijke
opleidingen kunnen deze beoordelingsaspecten nader accentueren en verfijnen en
desgewenst wegingsfactoren toevoegen. Bij afstudeerwerkstukken in de vorm van
een afstudeerproject kan, naast de inhoud, het proces van de uitvoering van het
onderzoek in de praktijk een expliciet beoordelingsaspect vormen. Indien de student
extern een afstudeerproject doet, kan de begeleider vanuit de universiteit de
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
218
begeleider in het bedrijf/de organisatie advies vragen over het aspect “proces van de
praktische uitvoering van het onderzoek”.
Paragraaf 10. Betrokkenheid externe partijen bij het onderzoek
Voor het onderzoek kan betrokkenheid van externe partijen nodig of wenselijk zijn.
Deze betrokkenheid kan zich uitstrekken van het verschaffen van toegang tot
informatie tot het formuleren van de opdracht voor het onderzoek. In geval een
externe partij condities wil stellen aan het gebruik van gegevens of resultaten van het
onderzoek, dient de student er zorg voor te dragen dat deze condities het mogelijk
blijven maken om op de vereiste wijze aan zijn/haar afstudeerverplichtingen te
voldoen. Afspraken zoals bijvoorbeeld ten aanzien van openbaarheid, dienen binnen
de regels van dit reglement te blijven (zie punt 12). Concept-contracten met externe
organisaties moeten vooraf ter instemming aan de faculteit worden voorgelegd23.
De faculteit is uitsluitend verantwoordelijk voor de begeleiding van de student. Zij
begeleidt het onderzoek als leerproces en beoordeelt het proces van totstandkoming
van het onderzoek en de resultaten volgens de geldende wetenschappelijke normen.
De student is verantwoordelijk voor de uitvoering van het onderzoek en de relatie
met externe partijen. De Rijksuniversiteit Groningen (RuG) heeft haar
aansprakelijkheid in de hoedanigheid van de universiteit door middel van een
aansprakelijkheidsverzekering afgedekt24 alsmede de aansprakelijkheid van
studenten van de RuG tijdens stageactiviteiten, met uitzondering van
stageactiviteiten in de Verenigde Staten en Canada. Er geldt een eigen risico van
€ 2.500 per aanspraak voor zaakschade en € 25.000 per aanspraak voor schade aan
personen.
Paragraaf 11. Administratieve verwerking en archivering
De student levert drie schriftelijke exemplaren van het afstudeerwerkstuk in bij het
secretariaat van de opleiding: één voor de begeleider, één voor de medebeoordelaar,
één voor het opleidingsarchief. De bibliotheek ontvangt een digitaal exemplaar van
de schriftelijke versie. Deze wordt uitsluitend via de interne catalogus toegankelijk
gesteld. De afstudeerwerkstukken in het opleidingsarchief blijven 5 jaar bewaard in
verband met visitatie en accreditatie.
23 Bij elk masterafstudeerwerkstuk waarbij derden zijn betrokken, is een contract met de
betreffende organisatie verplicht. 24 Dit betreft een schadeverzekering voor schade die door de student is toegebracht.
Overige verzekeringen moeten door de student zelf worden geregeld.
Reglement afstudeerwerkstukken Bachelor- en Masteropleidingen
219
Paragraaf 12. Openbaarheid
Het te boordelen afstudeerwerkstuk is openbaar omdat onderzoek en beoordeling
verifieerbaar moeten zijn. Het werkstuk dient derhalve geen vertrouwelijke gegevens
te bevatten. In voorkomende gevallen mag gebruik worden gemaakt van een of meer
vertrouwelijke bijlagen met aanvullende gegevens die aan beide beoordelaars ter
beschikking worden gesteld. Het afstudeerwerkstuk dient echter zelfstandig leesbaar
te zijn en moet ook zonder vertrouwelijke bijlagen als een volwaardig werkstuk
kunnen worden beschouwd.
Slechts indien daar zwaarwegende argumenten voor zijn, zulks ter beoordeling van
de Examencommissie, kan de vertrouwelijkheid van een afstudeerwerkstuk zonder
aanvullende eisen worden geaccepteerd. Dergelijke werkstukken zijn alleen
vertrouwelijk ter inzage beschikbaar voor de begeleider, de medebeoordelaar, de
opleidingsdirecteur en zonodig de Examen- en Accreditatiecommissie. De
beoordeling van de Examencommissie omtrent de vertrouwelijkheid moet vooraf
plaatsvinden op basis van het onderzoeksvoorstel.
Paragraaf 13. Geschillen
Bij geschillen tussen student en begeleider bemiddelt de betrokken
onderwijscoördinator of opleidingsdirecteur. Bij uitblijven van een oplossing beslist
de Examencommissie.
Paragraaf 14. Slotbepalingen
In gevallen waarin dit reglement niet voorziet beslist de Examencommissie.
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
220
Regeling overlappende tentamens
Paragraaf 1. Inleiding
Met behulp van het roosterprogramma Syllabus+ wordt (langs opleidingslijnen)
nagestreefd tentamens zoveel mogelijk conflictvrij te roosteren. Daarnaast worden de
volgende extra ‘restricties’ gehanteerd:
– Binnen één opleiding worden tentamens van propedeuse en tweedejaars vakken
conflictvrij geroosterd.
– Tentamens van tweedejaars en verplichte derdejaars vakken worden binnen één
opleiding conflictvrij geroosterd.
– Tentamens van verplichte derdejaars vakken en trajectvakken binnen één
opleiding worden nooit op hetzelfde tijdstip geroosterd (dit geldt niet voor
trajectvakken onderling).
– Hertentamens worden zoveel mogelijk in de eerste helft en reguliere tentamens
in de tweede helft van elk tentamenblok geroosterd.
– Tentamenroosters worden – per semester – gelijktijdig met vakroosters bekend
gemaakt en nadat ze zijn vastgesteld in principe niet meer gewijzigd.
Met roostering volgens bovenstaande uitgangspunten worden overlappende
tentamens zoveel mogelijk voorkomen. Omdat alle tentamendata ruim vóór de
deadline van de vakaanmelding bekend zijn (punt 5) kunnen studenten zelf tijdig
signaleren of twee tentamens op hetzelfde tijdstip vallen en een andere keuze maken.
Als er ondanks bovenstaande maatregelen toch sprake is van twee tentamens op
hetzelfde tijdstip en student beide wil of moet doen, kan student onder bepaalde
voorwaarden in staat gesteld worden beide tentamens aansluitend te doen.
Paragraaf 2. Criteria voor toekenning individuele regeling
1. Alleen ingeval het verzoek tijdig wordt ingediend, kan de student aan
onderstaande regeling rechten ontlenen. De student die een beroep wil doen op
de regeling moet het formulier ‘Verzoek tot regeling in verband met
overlappende tentamens’ uiterlijk op de laatste werkdag voor de start van de
tentamenintekening volledig ingevuld bij de Student Support Desk inleveren. De
student moet zich vervolgens tijdens de reguliere intekenperiode via ProgRESS
WWW intekenen voor beide tentamens. Bij niet tijdig ingediende verzoeken
beslist de Examencommissie of de student voor een regeling in aanmerking komt
2. Indien het gaat om (her)tentamens van verplichte vakken (waarbij voor de
bacheloropleiding Bedrijfseconomie inbegrepen de ‘keuzevakken BSc BE) heeft
de student altijd recht op een individuele regeling die hem/haar in staat stelt
beide tentamens in het betreffende blok af te leggen. De baliemedewerker
controleert de juistheid van de door student ingevulde gegevens (tentamentijden,
etc.) en informeert de student over de verdere procedure.
Regeling overlappende tentamens
221
3. Indien één of beide vakken niet-gebonden keuzevakken zijn, moet een afspraak
met de studieadviseur gemaakt worden om te (laten) beoordelen of het afleggen
van beide, overlappend geroosterde tentamens noodzakelijk is om grote
studievoortgangproblemen te voorkomen. De studieadviseur brengt vervolgens
een gemotiveerd advies uit aan de Examencommissie. Laatstgenoemde neemt de
uiteindelijke beslissing of een individuele regeling wordt aangeboden of niet. De
studieadviseur brengt de student en eventueel de docent op de hoogte van de
beslissing en levert het ingevulde formulier in bij de Onderwijsadministratie, die
het verder afhandelt.
Paragraaf 3. De individuele regeling
De individuele regeling houdt in principe in dat de student de gelegenheid krijgt
beide tentamens aansluitend te doen: één op de reguliere tijd en de andere direct
ervoor of direct erna, met maximaal een half uur pauze tussen beide.
Het niet-reguliere tentamen kan worden afgelegd in een apart kamertje, bijvoorbeeld
in de buurt van een secretariaat.
De betreffende student wordt opgehaald uit (of gebracht naar) de ruimte waar het
andere tentamen werd/wordt afgelegd, dit om uitwisseling van informatie met
derden te voorkomen. Desgewenst wordt onderweg koffie of een lunch opgehaald.
Tijdens het niet-reguliere tentamen dient een vakdocent steeds telefonisch
oproepbaar te zijn.
Als het een grotere groep studenten betreft, geldt hetzelfde, maar dan zou een
surveillant uit de bekende pool kunnen worden ingehuurd die zowel mee
luncht/koffie drinkt als surveilleert tijdens het tentamen dat op het niet-reguliere
tijdstip wordt gehouden. Ook in dit geval moet uiteraard een vakdocent steeds
telefonisch oproepbaar te zijn.
Paragraaf 4. Eerste aanspreekpunt en verdere procedure
De Student Support Desk is het eerste aanspreekpunt. De baliemedewerker kan aan
de hand van de studiegidsen bepalen of de student volgens de criteria voor
toekenning (zie paragraaf 2) recht heeft op een individuele regeling. Als de student
daar niet aan voldoet, dan dient de student te worden verwezen naar de
studieadviseur waarmee hij/zij een afspraak moet maken (zie paragraaf 3).
Als een verzoek wordt ingewilligd, dan regelt iemand van de Onderwijs-
administratie, uiteraard in goede afstemming met de secretaresse van de
contactdocent van het te tentamineren vak, een ruimte (zie bovenstaand), een
exemplaar van het tentamen plus bijbehoren, etc.
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
222
Studentenstatuut
Het Studentenstatuut is een overzicht van de rechten en plichten van zowel
studenten als universiteit. Het is gebaseerd op landelijke wet- en regelgeving (vooral
de WHW) en aangevuld met regelingen die specifiek van de RUG afkomstig zijn. Het
Studentenstatuut bestaat uit twee delen. In het centrale deel worden de algemene
rechten en plichten genoemd voor de gehele universitaire organisatie. Het decentrale
deel beschrijft de rechten en plichten die specifiek gelden voor een opleiding. Deze
verschillen per opleiding en faculteit.
Het volledige studentenstatuut vindt u op
www.rug.nl/studenten/regelingen/studentenstatuut