oefenen voor de toets unité 2. het lijdend voorwerp vervangen door een persoonlijk voornaamwoord ...
TRANSCRIPT
![Page 1: Oefenen voor de toets unité 2. Het lijdend voorwerp vervangen door een persoonlijk voornaamwoord Passé Composé Voorzetsels Zinnen over het weer](https://reader036.vdocuments.site/reader036/viewer/2022062418/5551a0ee4979591f3c8b7c57/html5/thumbnails/1.jpg)
Oefenen voor detoets unité 2
![Page 2: Oefenen voor de toets unité 2. Het lijdend voorwerp vervangen door een persoonlijk voornaamwoord Passé Composé Voorzetsels Zinnen over het weer](https://reader036.vdocuments.site/reader036/viewer/2022062418/5551a0ee4979591f3c8b7c57/html5/thumbnails/2.jpg)
Het lijdend voorwerp vervangen door een persoonlijk voornaamwoord
Passé Composé Voorzetsels Zinnen over het weer Woordjes 74 t/m 102
LET OP Aantekeningen uit je schrift thuis zelf bekijken
Inhoud van de oefentoets_________________________
![Page 3: Oefenen voor de toets unité 2. Het lijdend voorwerp vervangen door een persoonlijk voornaamwoord Passé Composé Voorzetsels Zinnen over het weer](https://reader036.vdocuments.site/reader036/viewer/2022062418/5551a0ee4979591f3c8b7c57/html5/thumbnails/3.jpg)
1. Je vois la voiture rouge
a. Je la vois rouge.b. Je vois la rouge.c. Je les vois.d. Je la vois.
Vervang het onderstreepte lijdend voorwerp door een persoonlijk voornaamwoord
__________________________
![Page 4: Oefenen voor de toets unité 2. Het lijdend voorwerp vervangen door een persoonlijk voornaamwoord Passé Composé Voorzetsels Zinnen over het weer](https://reader036.vdocuments.site/reader036/viewer/2022062418/5551a0ee4979591f3c8b7c57/html5/thumbnails/4.jpg)
Vervang het lijdend voorwerp door een persoonlijk voornaamwoord.
__________________________
2. Il prend sa monnaie.
a. Elle le prend.b. Il la prend.c. Elle la prend monnaie.d. Il le prend.
![Page 5: Oefenen voor de toets unité 2. Het lijdend voorwerp vervangen door een persoonlijk voornaamwoord Passé Composé Voorzetsels Zinnen over het weer](https://reader036.vdocuments.site/reader036/viewer/2022062418/5551a0ee4979591f3c8b7c57/html5/thumbnails/5.jpg)
Vervang het onderstreepte lijdend voorwerp door een persoonlijk voornaamwoord________________________________________
3. Vous regardez la télé.
Antwoord: ________________________
![Page 6: Oefenen voor de toets unité 2. Het lijdend voorwerp vervangen door een persoonlijk voornaamwoord Passé Composé Voorzetsels Zinnen over het weer](https://reader036.vdocuments.site/reader036/viewer/2022062418/5551a0ee4979591f3c8b7c57/html5/thumbnails/6.jpg)
Vervang het lijdend voorwerp door een persoonlijk voornaamwoord.___________________________________
4. Les élèves prennent le car.
Antwoord: ________________________
![Page 7: Oefenen voor de toets unité 2. Het lijdend voorwerp vervangen door een persoonlijk voornaamwoord Passé Composé Voorzetsels Zinnen over het weer](https://reader036.vdocuments.site/reader036/viewer/2022062418/5551a0ee4979591f3c8b7c57/html5/thumbnails/7.jpg)
Vervang het lijdend voorwerp door een persoonlijk voornaamwoord.___________________________________
5. Mark et Eric écoutent la chanson sur le MP3.
Antwoord: ______________________________
![Page 8: Oefenen voor de toets unité 2. Het lijdend voorwerp vervangen door een persoonlijk voornaamwoord Passé Composé Voorzetsels Zinnen over het weer](https://reader036.vdocuments.site/reader036/viewer/2022062418/5551a0ee4979591f3c8b7c57/html5/thumbnails/8.jpg)
Vervang het lijdend voorwerp door een persoonlijk voornaamwoord en geef de vertaling van beide zinnen.___________________________________
6. Elles achètent les bottes (a)
Antwoord: ________________________ (b)
Vertaling: (a) = _________________________ (b) = _________________________
![Page 9: Oefenen voor de toets unité 2. Het lijdend voorwerp vervangen door een persoonlijk voornaamwoord Passé Composé Voorzetsels Zinnen over het weer](https://reader036.vdocuments.site/reader036/viewer/2022062418/5551a0ee4979591f3c8b7c57/html5/thumbnails/9.jpg)
ANTWOORDEN___________________________________
1.dJe vois la voiture rouge. Je la vois.
2.bIl prend sa monnaie. Il la prend.
3.Vous regardez la télé. Vous la regardez.
4.
Les élèves prennent le car. Les élèves le prennent.
5.
Mark et Eric écoutent la chanson Mark et Eric l’écoutent sur le MP3.sur le MP3.
6.
Elles achètent les bottes. Elles les achètent.
Zij kopen de laarzen. Zij kopen ze.
![Page 10: Oefenen voor de toets unité 2. Het lijdend voorwerp vervangen door een persoonlijk voornaamwoord Passé Composé Voorzetsels Zinnen over het weer](https://reader036.vdocuments.site/reader036/viewer/2022062418/5551a0ee4979591f3c8b7c57/html5/thumbnails/10.jpg)
7. Il ……………… (regarder) la télé.
a. Il regarde la télé.b. Il regardé la télé.c. Il est regardé la télé.d. Il a regardé la télé.
Welke zin is correct vervoegd in de Passé Composé?
__________________________
![Page 11: Oefenen voor de toets unité 2. Het lijdend voorwerp vervangen door een persoonlijk voornaamwoord Passé Composé Voorzetsels Zinnen over het weer](https://reader036.vdocuments.site/reader036/viewer/2022062418/5551a0ee4979591f3c8b7c57/html5/thumbnails/11.jpg)
8. Pouvoir
a. pub. pouvéc. pouvoird. pou
Wat is het voltooid deelwoord van:
__________________________
![Page 12: Oefenen voor de toets unité 2. Het lijdend voorwerp vervangen door een persoonlijk voornaamwoord Passé Composé Voorzetsels Zinnen over het weer](https://reader036.vdocuments.site/reader036/viewer/2022062418/5551a0ee4979591f3c8b7c57/html5/thumbnails/12.jpg)
9. Parler vous ___________________
10. Arriver elle _____________________
Geef de Passé Composé van
__________________________
![Page 13: Oefenen voor de toets unité 2. Het lijdend voorwerp vervangen door een persoonlijk voornaamwoord Passé Composé Voorzetsels Zinnen over het weer](https://reader036.vdocuments.site/reader036/viewer/2022062418/5551a0ee4979591f3c8b7c57/html5/thumbnails/13.jpg)
11. Nous faisons de la randonnée (a)
Antwoord: ________________________ (b)
Vertaling: (a) = _________________________ (b) = _________________________
Zet de zin in de Passé Composé en geef de vertaling
__________________________
![Page 14: Oefenen voor de toets unité 2. Het lijdend voorwerp vervangen door een persoonlijk voornaamwoord Passé Composé Voorzetsels Zinnen over het weer](https://reader036.vdocuments.site/reader036/viewer/2022062418/5551a0ee4979591f3c8b7c57/html5/thumbnails/14.jpg)
ANTWOORDEN___________________________________
7.d Il a regardé la télé8.a Pu9. Vous avez parlé10. Elle est arrivée11. Nous faisons de la randonnée Wij wandelen
Nous avons fait de la randonnée Wij hebben gewandeld
![Page 15: Oefenen voor de toets unité 2. Het lijdend voorwerp vervangen door een persoonlijk voornaamwoord Passé Composé Voorzetsels Zinnen over het weer](https://reader036.vdocuments.site/reader036/viewer/2022062418/5551a0ee4979591f3c8b7c57/html5/thumbnails/15.jpg)
Vertaal het onderstreepte voorzetselnaar het Nederlands_____________________________
12. J’habite en face de l’école.
13. À droite de l’arbre, il y a ma tente.
![Page 16: Oefenen voor de toets unité 2. Het lijdend voorwerp vervangen door een persoonlijk voornaamwoord Passé Composé Voorzetsels Zinnen over het weer](https://reader036.vdocuments.site/reader036/viewer/2022062418/5551a0ee4979591f3c8b7c57/html5/thumbnails/16.jpg)
Vertaal het woord tussen haakjesnaar het Frans_____________________________
14. Nous allons en vacances _________. (met het vliegtuig)
15. Je vais au supermarché _________. (te voet)
16. _______ on parle français. (hier)
![Page 17: Oefenen voor de toets unité 2. Het lijdend voorwerp vervangen door een persoonlijk voornaamwoord Passé Composé Voorzetsels Zinnen over het weer](https://reader036.vdocuments.site/reader036/viewer/2022062418/5551a0ee4979591f3c8b7c57/html5/thumbnails/17.jpg)
ANTWOORDEN___________________________________
12. J’habite en face de l’école tegenover13. À droite de l’arbre, il y a ma tente. Rechts van14. Nous allons en vacances met het vliegtuig. en avion15. Je vais au supermarché te voet. à pied16. Hier on parle français Ici
![Page 18: Oefenen voor de toets unité 2. Het lijdend voorwerp vervangen door een persoonlijk voornaamwoord Passé Composé Voorzetsels Zinnen over het weer](https://reader036.vdocuments.site/reader036/viewer/2022062418/5551a0ee4979591f3c8b7c57/html5/thumbnails/18.jpg)
Zinnen over het weer(tegenwoordige tijd)
17. Il fait mauvais
betekent:
______________________
![Page 19: Oefenen voor de toets unité 2. Het lijdend voorwerp vervangen door een persoonlijk voornaamwoord Passé Composé Voorzetsels Zinnen over het weer](https://reader036.vdocuments.site/reader036/viewer/2022062418/5551a0ee4979591f3c8b7c57/html5/thumbnails/19.jpg)
Zinnen over het weer(tegenwoordige tijd)
18. Het regent
betekent in het Frans:
______________________
![Page 20: Oefenen voor de toets unité 2. Het lijdend voorwerp vervangen door een persoonlijk voornaamwoord Passé Composé Voorzetsels Zinnen over het weer](https://reader036.vdocuments.site/reader036/viewer/2022062418/5551a0ee4979591f3c8b7c57/html5/thumbnails/20.jpg)
Vertaal de zinnen over het weer(verleden tijd)
19. Il a fait beau = __________________
20. __________________ = Het was warm/koud
![Page 21: Oefenen voor de toets unité 2. Het lijdend voorwerp vervangen door een persoonlijk voornaamwoord Passé Composé Voorzetsels Zinnen over het weer](https://reader036.vdocuments.site/reader036/viewer/2022062418/5551a0ee4979591f3c8b7c57/html5/thumbnails/21.jpg)
Vertaal de zinnen over het weer(toekomende tijd)
21. Il fera froid = __________________
22. __________________ = Het gaat sneeuwen
![Page 22: Oefenen voor de toets unité 2. Het lijdend voorwerp vervangen door een persoonlijk voornaamwoord Passé Composé Voorzetsels Zinnen over het weer](https://reader036.vdocuments.site/reader036/viewer/2022062418/5551a0ee4979591f3c8b7c57/html5/thumbnails/22.jpg)
ANTWOORDEN___________________________________
17. Il fait mauvais Het is slecht weer18. Il pleut Het regent19. Il a fait beau Het was mooi weer20. Il a fait chaud Het was warm21. Il fera froid Het wordt koud22. Il va neiger Het gaat sneeuwen
![Page 23: Oefenen voor de toets unité 2. Het lijdend voorwerp vervangen door een persoonlijk voornaamwoord Passé Composé Voorzetsels Zinnen over het weer](https://reader036.vdocuments.site/reader036/viewer/2022062418/5551a0ee4979591f3c8b7c57/html5/thumbnails/23.jpg)
Woordjes (74 t/m 102)
Welke woorden horen bij elkaar:
23. le fleuve a. de hoofdstad24. la capitale b. leggen, zetten25. mettre c. de rivier26. inquiet/inquiète d. ongerust
![Page 24: Oefenen voor de toets unité 2. Het lijdend voorwerp vervangen door een persoonlijk voornaamwoord Passé Composé Voorzetsels Zinnen over het weer](https://reader036.vdocuments.site/reader036/viewer/2022062418/5551a0ee4979591f3c8b7c57/html5/thumbnails/24.jpg)
Woordjes (74 t/m 102)
Geef de vertaling (Fr-Nl)
27. louer un appartement ________________28. aller à la plage ________________
Geef de vertaling (Nl-Fr)29. het fototoestel ________________30. de berg ________________
![Page 25: Oefenen voor de toets unité 2. Het lijdend voorwerp vervangen door een persoonlijk voornaamwoord Passé Composé Voorzetsels Zinnen over het weer](https://reader036.vdocuments.site/reader036/viewer/2022062418/5551a0ee4979591f3c8b7c57/html5/thumbnails/25.jpg)
ANTWOORDEN___________________________________
23.c le fleuve de rivier24.a la capitale de hoofdstad25.b mettre leggen, zetten26.d inquiet/inquiète ongerust27. louer un appartement een appartement huren28. aller à la plage naar het strand gaan29. het fototoestel l’appareil photo30. de berg la montagne
![Page 26: Oefenen voor de toets unité 2. Het lijdend voorwerp vervangen door een persoonlijk voornaamwoord Passé Composé Voorzetsels Zinnen over het weer](https://reader036.vdocuments.site/reader036/viewer/2022062418/5551a0ee4979591f3c8b7c57/html5/thumbnails/26.jpg)
Je cijfer berekenen___________________________________
Totaal: 30 vragen
Tel de goede antwoorden bij elkaar opEn deel het aantal door 3; dat is je cijfer
Bijvoorbeeld:18 vragen goed = een 6
![Page 27: Oefenen voor de toets unité 2. Het lijdend voorwerp vervangen door een persoonlijk voornaamwoord Passé Composé Voorzetsels Zinnen over het weer](https://reader036.vdocuments.site/reader036/viewer/2022062418/5551a0ee4979591f3c8b7c57/html5/thumbnails/27.jpg)
![Page 28: Oefenen voor de toets unité 2. Het lijdend voorwerp vervangen door een persoonlijk voornaamwoord Passé Composé Voorzetsels Zinnen over het weer](https://reader036.vdocuments.site/reader036/viewer/2022062418/5551a0ee4979591f3c8b7c57/html5/thumbnails/28.jpg)
Passé Composé (v.t.t.)
Hulpwerkwoord + voltooid deelwoordAvoir of être + voltooid deelwoord
VOORBEELDENavoir: j’ai mangé ik heb gegeten(manger)avoir: j’ai fait ik heb gemaakt (faire)être: je suis parti ik ben vertrokken(partir)
![Page 29: Oefenen voor de toets unité 2. Het lijdend voorwerp vervangen door een persoonlijk voornaamwoord Passé Composé Voorzetsels Zinnen over het weer](https://reader036.vdocuments.site/reader036/viewer/2022062418/5551a0ee4979591f3c8b7c57/html5/thumbnails/29.jpg)
Het persoonlijk voornaamwoord als lijdend voorwerp
Zinsdeel vervangen door: le / la / les Staat vóór het eerste werkwoord in de
zin.
VOORBEELD Je vois un garçon. Je le vois. Je vois une fille. Je la vois. Je vois trois enfants. Je les vois.