oase 65 - 100
TRANSCRIPT
-
7/23/2019 OASE 65 - 100
1/38
IRINA DAVIDOVC: ABSTRACTON AND ARTIFCE
The architecture of the twentieth century has more than occasionally been referred to as mannerist Robert Venturi andDenise Scott Brown explicitly present their own work as 'manner-ist,1qualifying it as 'hybrid rather than "pure,compromisingrather than "clean,distorted rather than "straightforward
inconsistent and equivocal rather than direct and clear 2
Manfredo Tafuri associates the work of Paul Rudolph and IMPei with an 'eclectic mannerism,3and that of Michael Graves andPeter Eisenman with 'mannerism among the ruins.4JacquesLucan describes Rem Koolhaas as a 'self-quotation mannerist 5
In many cases the term tends to be used rhetorically and rathervaguely,replacing words like 'complex, 'ambivalent or elaborate It is indeed diffcult to gauge the precise sense and overallimplications of the attribute mannerist when,just below thesurface,one is confronted by a range of contradictory issuesconnected by a nebulous terminology
Here I want to discuss the essential elements of late twentiethcentury mannerism (used in lower case) that would qualify it foruse in connection with the architectural production of the twentieth century and particularly its last four decades By establishingthe meaning of this term in relation to the sixteenthcenturyMannerism (denoted with a capital M), I am looking for a dimension of latent continuity beneath layers of historical and culturalphenomena
The attempt in modern architectural criticism to uncover sucha continuity with sixteenth-century culture originated in 1951 withColin Rowes essay ' Mannerism and Modern Architecture,6
which challenged the Modern Movements claim to a clean-slatenewness by revealing a similarity of approach with the architecture of Mannerism As we can think of Mannerism at the mostbasic level as the transgression of an established norm, embedding in its own substance that of the model it rejects,this parallelism brought to light early Modernisms relation to the valuesof eclecticism and historicism that it had claimed to abolish
Rowe is most confdent when comparing plans rather thanthe faades or volumetric composition of buildings, that is thoseabstractions removed from the direct experience of architectureand only apprehensible as conceptual representations of itThis suggests the mannerist tendencies of modern architectureare identiableand more easily justifableat a conceptuallevel,whereby architecture can be considered,alongside thevisual arts,as a visible manifestation of an epochs characteristicstate of mind A complete reliance on the intellect, however,cannot be adhered to as a steadfast rule,especially when thesubject matter is by denition anti-rationalist Mannerism operates in a multivalent territory where it addresses simultaneouslyreason, senses and emotion (this last the characteristic thatmade it so repellent to the Enlightenment) and the modern
phenomena that can be identied as mannerist tend to retainthis trait
Beyond the particular stance of Rowes argument, there lies agreater questionthe substantial but hidden relationshipbetween two periods in European culture, separated by four cen-
D Sco Brown, 'Rely to Framon
Casabella no 35Decembe 1971p. 452
R Venui Compleity and Contradiction in
Architecture New Yok 1966 223
M Tafuri TheSphereand theabyrinth:
Avant-Gardes and Architecture From Piranesi
to the 1970s Cambridge Mass 198 2964
Ibd 2815
J. Lucan Volunary Prsoners of
Achitecue a+u no 342Mach 19998
See C Rowe Mannerism and ModenAchiecue in: Mathematics of the Ideal
Villa and Other Essays Cambridge Mass
196 3056
turies The defnitions of Nikolaus Pevsner (1946) and Anthony Le Corbusier, VillaSchwob, La Chaux-deFonds 1917
-
7/23/2019 OASE 65 - 100
2/38
IRINA DAVDOVC: ONSTOFFELIJKHED E ZSBEGOOCHELG
De architctuur van d twintigst uw is meer dan eens
beschreven als maniristisch Rort Vnturi n nis Scott
Bron prsentrn hun ign wrk xplicit als 'maniristisch1
en kalicrn ht als 'rder hyridisch dan "zuivr, eerdr als
oekend naar ht comprom is dan "zuiver, rder vrwrongn
an rechtlijnig ( ), rdr inconsistnt n dulzinnig daniect en duidlijk2 Manfrdo Tafuri associeert ht wrk van
Pa Rudolph n I M i mt n 'clectisch manirism3 n dat
van Michal Gravs n tr Eisnman mt 'manirism tussn
e runes4 Jacqus Lucan schrijft Rem Koolhaas als n
ichzelf citernd manirist5 In v gevalln wordt de trm op
een retorisch n tamlijk vag manir gruikt als vrvanging
voor woordn als 'complx, 'amivalnt of ingwikkld Het is
oeiijk om d prciez tknis n d algmn implicatis van
e bijvoglijk paling 'maniristisch vast t stlln als w ntoner d oppervlakt wordn gconfronterd mt n hl rks
tegenstijdige kwstis die vrondn zijn door n wazige trinoogie
Hier wil ik d essentile elmntn van ht laattwintigst
eewse 'manirism (zondr hoofdlttr) sprkn die zoudn
knnen rchtvaardign dat dze aandiding geruikt wordt in
veband mt d architctonisch producti van d twintigst
ee en meer in het ijzonder d laatst vir dcnnia daarvan
Door ht epaln van d teknis van dz trm in rlatie tot het
estiende-ws Manirism (aangduid met en hoofdlttr
), zoek ik naar n dimensie van latnt contineit onder d
lagen van historische n cultrl vrschijnsln
e poging van d modrne architcturkritik om n drgike continuit in rlati mt de cultuur van de zstinde uw
aan ht icht t rngn, gon in 1951 mt Colin Rows ssay
annerism and Modrn Architctur6 Row stld hirin d
claim van d modrne wging op d niuwhid van d schon
ei ter discussi door n glijksoortig nadring in d archi
tectr van het Manirism zichtaar t makn W kunnn ht
anirisme op ht mst asal nivau eschouwen als n
overschrijding van d norm die in zijn ign wzn dat van ht
odel dat ht afwijst opnmt z ovrnkomst racht d
reatie aan ht icht van ht vrog modernism mt d waardnvan het eclcticism n historicism, di ht nu juist prtnder
e te hn afgschaft
owe is ht mest ovrtuignd als hij plattgrondn vrglijkt
(en niet gevls of d volumtrische compositi van gouwn},
et ander woordn astractis di vr afstaan van d dircte
ervaring van architctuur n aln t grijpn zijn als concp
tee represntatis rvan it sggereert dat d maniristisch
tenensn van d modern architectuur op n concptul
nivea hrknaar en gmakklijkr vrdedigaar zijn, waarij
e achitectuur naast d eeldnde kunsten eschouwd kan
oden als n zichtar manifstati van d knmrknd tijdgeest van n epaald peri od Maar een volldig vrtrouwn
op het intllct kan nit wordn aanghangn als n onwrikar
aatstaf, zekr als ht ondrwrp pr dnitie antirationalistisch
is et manirism oprrt in n mrdidig ved waar ht
ich tegelijkertijd richt op d rd, d zintign n d moti
D. Scott Brown 'Reply to Frampton,
Casabella, nr. 35 december 97 p 452
R. Venturi, Complexity and Contradiction in
Architecture, New York 966 p 223
M Tafuri, TheSphere and theLabyrinth:
A vant-Gardes and Architecture From Piranesi
to the 1970s Cambrdge Mass. 97 p. 2964
Idem, p. 25
J Lucan, Voluntary Prisons of
Architecture, a+u, nr. 342 maart 999 p 8.
Zie C. Rowe Mannersm and Modern
Architecture, in: Mathematics of the Ideal
Villa and Other Essays Cambrdge (Mass.)
976 pp. 3056
00
1
-
7/23/2019 OASE 65 - 100
30/38
middel van publicates en lezingen. De positie van de archtect is
tevig en duidelijk verankerd in zjn persoonlijkheid, die de speci
eke eisen van ieder gegeven project overstjgt en dee laat ut
maken van het afgebakende coplexen van belangstellngen.
Koohaas kan niet aeen vanwege het gebruk van citaten of het
teren van zichzelf als een anirist worden gekwaliceerd46
Zijn zienswijze is in de archtectuur vergelijkbaar et dat speciale
moent in de geschiedens (dat saenvalt et het egenlijke
Manirise) toen het kunstvoorwerp aanspraken ging aken op
ijn unieke aard en zijn onafhankelijkheid van context, in deeerste plaats op basis van het creatieve talent van de kunstenaar
Voor Vasari en uccaro is disegno concrete anifestatie van
een universeel dee dat zowel de enselijke persoonlijkheid als
een goddeljke ipuls uitdrukt, een rationee n een intu"tieve
diensie. Er treedt een gelijkenis et de aniristen op in de len
van Delirious New York waarin oolhaas zich afkeert van de wer
keljkheid als gegeven en de essentie van de architectuur in zch
zelf zoekt, genspireerd door Dal's ethode van het overeind
houden van de zachte, voreoze assa van het onbewuste
nnen de starre kruk van de Cartesiaanse rationalteit.47 Door
middel van zijn openlijk erkende schatplichtighed aan het surre
aise kan oohaas denkwijze teruggevoerd worden op de
elangrijkste kwesties van aat-aniristisch intelectualise
In dit werk vertegenwoordigt de weloverwogen voorkeur voor
eerder verwoorde representatieve inhoud, ingebed in een nieuw
erk in de vor van een kritisch coentaar een tweede niveau
van afstandelijkheid door iddel waarvan de archtectuur vanuit
een conteplatief standpunt wordt tot een ddel o te refecte-
46Het verband dat door Lucan wordt gelegd
tussen citaat en manirisme is duidelijk niet
toevallig. Als manirisme de manifestatie is
van een lososch begrepen dichotomie
tussen actueel en ideaal, of vorm en inhouddrukt het dit waargenomen gebrek aan
evenwicht uit door te refereren aan de
wereld niet a s een gegeven maar als
eerder gerepresenteerd Manirisme
impliceert per defnitie ctaat
47Zie R. Koolhaas, Delirious New York
New York 1978 p 236,248
z
_Iuc(z
N
zU
0
U
IJ
1Cz
L
-
7/23/2019 OASE 65 - 100
34/38
betwist He egrip ironie en de zoekocht naar he nteressane
ierboven de rol gegeven van vernieuwde 'manirisische opvattngen, zjn typerend voor haar erfgoed. In de romanische nihilis
an Kierkegaard zien we he maskeren van existentle angs en
vervreemding me een gevoel van ironische afstand.53lronie
wordt een 'kalfcatie van sujectivitet,54 met ehulp waarvan
e esthee uitsijg oven de gegeven erkelijkheid en opnieu
een bevestiging formuleer van 'de egenspraak tussen essenieen verschijning, ussen he innerlike en het uerljke.55
De romantek s me zijn ongoochelde afsand van de ereldnet zozeer een lik naar acheren als he Manirisme da as n
relatie tot de Hoog-Renassance Het motief van de Gouden Eeuw
wordt vaak aangeroffen in de zestiende eeuw en de gunstige ver
gelijkng daarvan met een egenijds Jzeren Tjdperk suggereer
een toesand van onehaaglijk en zeer ereurd verval. Een dis
cussie over decadenie is egonnen door Nietzsche aan he eind
van de negentiendeeeuwse romantiek en zijn etoog onsluit
een nieuwe parallel tussen moderniei en Manirisme n essen
te word decadenie opgeva als verarmd Ieven he verlangen
naar he einde de grote vermoeidheid die in zijn negaie van he
Ieven de grooste dialectiek, die tussen goed en kwaad inze alsniet meer dan een varaie op het thema56 De dialectiek zelf ord
gezien als 'een sympoom van decadenie57 van een ijdperk
waarin de hoogse waarden ne meer waarneemaar zijn
Verschijningvormen corresponderen nie meer me feiten, want
de decadene gees is inrnsek edrieglik Zijn symptomen zijn
de verwarring van oorzaak en gevolg, de verminderng van de
kracht om zich te verzeen egen simuli en het vinden van indiv
duele waarde in oneuse of edwelmde gemoedstoesanden5
53Zie Harries, op cit., pp 560 enSKierkegaard, The Concept of Iroy, in:
Either I Or New York 1959 pp 24625854
Kierkegaard, op. cit., p. 24255
dem, p 257
56F. Nietzsche, 'The Case of Wagner (1888)geciteerd in M. Calinescu, Five Facesof Modernity: Modernism, Avant-Garde,Decadence, Kitsch, Postmodernism
Durham 1987 p 1957
Idem, p 18058
F. Netzsche, The Will to Power(Der Wille zur Macht), p 2
z
Ic
O
z
N
z
0
w
I
.w
Cz
L
e
-
7/23/2019 OASE 65 - 100
35/38
Robert Venturi, proposa/for Ponte d'Accademia I voorstel voor de Ponte dAccademia, Venice 1971
-
7/23/2019 OASE 65 - 100
36/38
Reecterend over zijn tijd zag Nietzsche fragmentatie als een
undamenteel aspect van decadentie.59 Het gefragmenteerde karak
ter van de moderniteit en het verlies van het transcendente zijn
verklaard zodra Nietzsche de gemoedstoestand van de decadentie
at overlap pen door het 'logische gevolg ervan: nihilisme.6 Want
ihilisme betekent dat de hoogste waarden zichzelf devaleren
et doel ontbreekt; 'waarom? krijgt geen antwoord 61 Zo brengt
ietzsche twee symptomen van de moderniteit bij elkaar: het verlies
vn het geheel en de destabilisering van hogere warden. De desin
tegratie die de moderne cltr kenmerkt, wordt de toestand waarinde hogere waarden it het gezichtsveld verdwijnen.
Men zo op basis hiervan een parallel met de zestiende eew
unnen constreren In het Manirisme werd het begrip schoonheid
gedevaleerd in relatie tot de ongrijpbare en sbjectieve kwaliteiten
van 'elegantie. Op een vergelijkbre manier vindt de post-romanti
sche knstenaar het passend om op zoek te gaan naar het interes
snte in plaats van het schone. lk zo willen stellen dat het maniris
e in beide periodes wordt gekenmerkt door een vervaging van de
eewige waarden van waarheid en schoonheid. Deze zijn verdron
gen door ideen met een meer beperkte levensdr die bovendien
leen relevant zijn voor hn specieke historische omstandighe
den, ideen die mikken op onmiddellijk effect en een dialoog
angaan met het eigentijdse pbliek.62n het Manirisme daarente
gen kan men niet spreken van decadentie in de zin van Nietzsche,
odat de eenheid van de dee in die tijd sggereert dt het gevoel
vn fragmentatie nog niet algemeen verbreid was. Ps na de acht
tiende eew wordt de traditionele opvatting over schoonheid ver
vangen door een naar binnen gekeerde esthetische ervaring en in
het darit voortvloeiende relativisme werden deze hogere waarden
oeilijk te onderscheiden
Het is mogelijk om een relatie te vinden tssen het modernegevoel van fragmenttie, de afzondering van de mens van de wereld,en de formele as pecten van het twintigsteeewse manirisme
e tweede helft van de twintigste eew ontwikkelt echter relaties
et de Maniristische knst die bewster van zichzelf en expliciet
formeel zijn Hier wordt, om Pevsner te parafraseren, een vergelijk
baar gebrek aan geloof in de mens en de materie getoond63 die is
gebaseerd op een esthetiek van de ontbinding en waarin een relati
vering van de grond en gebroken fragmenten de beschower
ogeven die in een eigenaardige, droomachtige stat verkeert
Deze fragmenten zijn soms vrij van directe associaties en verschij
nen of als immaterieel of regelrecht vreemdsoortig. Een alternatiefvoor deze vertoning van gewelddadige ineenstorting wordt verte
genwoordigd door de onderhidse, voortdrende desintegratie,
een klaagzang voor aardse, vergankelijke materie. In het werk van
Herzog & de Meron verschijnen material en oppervlak als verticale
schermen die zienderogen lijken op te lossen Oppervlakken ver
smelten met een dnne cht, breken of ontbinden om een tweede
hidlaag te onthllen Elders, zoals in de vroege interiers van
Ventri, is de rimte van het his herschapen voor een tijdperk vn
zwaarteloze relativiteit, warin rimtelijke cordinaten voledig it
wisselbaar zijn geworden In de oneirische settings van Koolhas
worden bekende fragmenten in onverwachte geometrien of plaatsingen getoond als herinneringsresten van de bewoonde, eigentijd
se wereld na een metaforische aardbeving Gestoffeerde wanden,
verzinkt staal, theatrale gordijnen en hellende vloeren brengen hn
associaties en vormen een opgeblazen, bewoonbare Merzbau Op
een manier die doet denken aan een dadacollage krijgen episodes
59'Wat is het teken van decadente? Dat het
Ieven niet meer woont in het geheel Het
geheel leeft helemaal niet meer; het is
samengesteld, berekend, kunstmatig en
artefact. F Netzsche, Bsic Witings ofNitsch, New York 1963 p 626
60Netzsche, Th Will to Pow op. cit, p 27
61dem p 9.
62Begrippen als vaardgheid {dat technische
bekwaamheid en gemak qua uitvoering aan-
duidt) of vit (begrepen als virtuositeit enniet in een morele zn) zijn typerend voor de
kunstappreciatie van het Cinquecento maar
lijken voor ons bjna rrelevant (Shearman,
op. cit. pp. 21 41-44).
63Zie Pevsner, op. cit, p 135
(
(z
_LIu(LcCz
N
zL
0
L
I
L
lez
L
t
C