nr.1 werkconferentie levert veel stof tot nadenken...belangrijker dan de inrichting van het kantoor....

12
Prof ir H. (Hans) de Jonge opende de middag met een enthousiasmerende voorzet. Wim Pullen, directeur Center for People and Buildings verkende het onderwerp en keek met de zaal nog even naar een aantal begrippen. Wat is nu nieuw? en wanneer is het beter? Prof. dr. J.J.M. (Jules) Theeuwes liet de zaal iets proeven van zijn toekomstvisie, die soms meer vragen opriep dan beant- woordde. De deelnemers waren hierna in ieder geval klaar voor de workshops. Na een korte snackpauze gingen de deel- nemers in kleine groepen uiteen om te praten over drie thema’s: Werkt het beter? Werkt het prettiger? Is het goed- koper? Goedkoper is niet de vraag, bleek uit een workshop, wel moeten we ons bezig houden met ‘wat kost het en wat levert het op?’ Het referentiepunt definiëren is ook belangrijk: waarvandaan vertrek je en wat is dan beter, goedkoper of pretti- ger? Het invoeren van andere werkcon- cepten vereist een andere manier van werken. Managers hebben daar een belangrijke rol in. Ook het maken en naleven van spelregels is belangrijk bij nieuwe werkconcepten. Clean desk en geen werkplek toe-eigenen. Voorbeeldgedrag en mensen op hun ver- antwoordelijkheden aanspreken: het hoort er allemaal bij! En wanneer is het concept goed gelukt? Evalueren blijkt belangrijk, maar wat meet je? Output, kosten per fte? En wat zijn de onzichtba- re kosten en wat doe je daar mee? Is beter ook productiever of juist meer soci- aal geladen of luxer? Uiteindelijk draait het om een passende huisvesting voor een organisatie: hoe werken mensen, waarom zo en hoe kan dat het beste ondersteund worden. Luxe leidt snel tot gewenning (verwenning?) en wordt dan al bijna van- zelfsprekend. Goed werkende ICT lijkt belangrijker dan de inrichting van het kantoor. Het gevoel dat werk prettig is, heeft niet alleen met gebouw en werkplek te maken maar vooral ook met de inhoud van het werk en collega’s. Prettig is een individuele beleving en daardoor moeilijk te expliciteren. De werkconferentie sloot met een ple- naire terugmelding van de resultaten uit de groepen en een samenvatting van dagvoorzitter Hans de Jonge. De werk- conferentie leverde veel stof tot naden- ken, zowel voor het Center for People and Buildings als voor de medewerkers. De conclusies Beter? Kantoorinnovatie alleen toepassen als het past in/bij de organisatie zorg voor goede nazorg weet wie je bent en wat je doet, voordat je begint: ofwel doe goed vooronderzoek evalueren: meten is weten zorg voor maatwerk: de ideale match tussen organisatie en gebouw Prettiger? prettig is een individuele beleving extra faciliteiten en ‘nice to haves’ helpen wel schroom moet overwonnen worden: voorbeeldrol voor management zorg dat werkomgeving past bij de cultuur van de organisatie luxe went snel Goedkoper? definieer het referentiepunt voor beter, prettiger en goedkoper breng de effecten van een verande- ring duidelijk in beeld geef aan voor wie een bepaalde verandering verbetering moet opleveren kijk goed naar alternatieven Jaargang 1, December 2001 nr.1 Werkconferentie levert veel stof tot nadenken Geen cent teveel hoor! PAG 2 Bestaat het innovatieve kantoor niet? PAG 3 A happy worker PAG 4 De toekomst van de arbeidsmarkt PAG 5 Leidt vernieling tot vernieuwing? PAG 6 Onderzoeks- programma PAG 7/8 In dit nummer o.a. Op 4 oktober 2001 was de werkconferentie ‘Nieuwe werkomgevingen, betere prestaties?’. Ruim 40 deelnemers vanuit diverse organisaties waren aanwezig. Het paper bij de uitnodiging had de vragen aan de deelnemers al geformuleerd. Tijdens de werkconferentie moest de confrontatie tussen theorie en praktijk leiden tot meer kennis. Door het uitwisselen van ervaringen en het stellen van kritische vragen werden zowel deelnemers als organisatoren aan het denken gezet. door onze correspondent: Het bestaande verbinden en verrijken Het zal haast niemand meer zijn ontgaan. Het Center for People and Buildings is gestart. Een lang gekoesterde wens van de TU Delft, de Rijksgebouwendienst en ABN AMRO is werkelijkheid geworden: samen met wetenschap en praktijk ken- nis te maken en te delen over mens, werk en werkomgeving. Kenner en leek maak- ten, door een reeks van publicaties in diverse wetenschappelijke en vaktijd- schriften, kennis met de karakteristieke manier waarop het kenniscentrum haar ambitieuze taakstelling vorm en inhoud wenst te geven: kritisch, beschouwend, vernieuwend en verrijkend door de inbreng uit aanverwante kennisgebieden. De bestaande kennis wordt verbonden en verrijkt met nieuwe kennis. De juiste vragen identificeren en prioriteren In de werkconferentie “Nieuwe werkom- gevingen, betere prestaties” is de balans opgemaakt van tien jaar kantoorinnovatie in Nederland. Uit het debat met collega’s uit het vak blijkt dit nog overwegend een onopgemaakte balans. Waar de ene vraag wordt beantwoord, roept een andere weer direct twee of meer nieuwe vragen op. Voor het Center de uitdaging om in samenspraak met haar partners de juiste vragen te identificeren en prioriteren. Niet alles kan immers ineens worden aan- gepakt. In het “Strategie en Werkplan 2001–2002” heeft het Center for People and Buildings de door haar te varen koers uitgezet en zijn de speerpunten van onderzoek voor de komende jaren benoemd. Aardig om te vermelden is dat door de input van de werkconferentie hieraan een nieuw punt is toegevoegd: menselijk gedrag in de werkomgeving. Ontwikkelingen in de werkomgeving in samenhang benadering Hoe de relatie mens, werk, werkomgeving zich de komende jaren zal ontwikkelin- gen, hangt af van vele ontwikkelingen. Economie, cultuur, techniek en maat- schappij zullen verder inwerken op hoe we als mensen werken en de manieren waarop dit proces kan worden onder- steund. Het is daarom van belang de ont- wikkelingen in de werkomgeving in alle samenhang te benaderen. De speerpun- ten van het kenniscentrum zijn gebaseerd op dit uitgangspunt. Meedoen……..?! Center for People and Buildings wil geen eenzijdige organisatie zijn. Zij kan en wil de nieuwe kennis over mens, werk en werkomgeving niet alleen genereren. Zij heeft hiervoor de steun nodig van men- sen en organisaties die mee willen helpen aan de verbreding en verdieping van de kennis. Het met elkaar nadenken over en uitwisselen van kennis en ervaring is een van de belangrijkste doelen van het ken- niscentrum. De werkconferentie “Nieuwe werkomgevingen, betere pres- taties” is hiervan een voorbeeld dat in het vroege voorjaar 2002 een vervolg krijgt. U kan ook meedoen, op de manier die bij u past, als partner, participant of klant. Lees verder op onze wetenschapspagina’s (pag. 7/8) Waarom deel- nemen in het Center for People and Buildings? Multidisciplinaire invalshoek Brainstorm, projectdefinities Onderzoek en product- ontwikkeling Projectstages, sabbatical leave Een stap in je carrière Meewerken in werkconferenties Center for People and Buildings bepaalt koers voor de toekomst Samen kennis maken en delen over mens, werk en werkomgeving 1 Center for People and Buildings

Upload: others

Post on 12-Aug-2020

0 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Page 1: nr.1 Werkconferentie levert veel stof tot nadenken...belangrijker dan de inrichting van het kantoor. Het gevoel dat werk prettig is, heeft niet alleen met gebouw en werkplek te maken

Prof ir H. (Hans) de Jonge opende demiddag met een enthousiasmerendevoorzet. Wim Pullen, directeur Centerfor People and Buildings verkende hetonderwerp en keek met de zaal nog evennaar een aantal begrippen. Wat is nunieuw? en wanneer is het beter?Prof. dr. J.J.M. (Jules) Theeuwes liet dezaal iets proeven van zijn toekomstvisie,die soms meer vragen opriep dan beant-woordde. De deelnemers waren hierna in iedergeval klaar voor de workshops.Na een korte snackpauze gingen de deel-nemers in kleine groepen uiteen om tepraten over drie thema’s: Werkt hetbeter? Werkt het prettiger? Is het goed-koper?

Goedkoper is niet de vraag, bleek uiteen workshop, wel moeten we ons bezighouden met ‘wat kost het en wat leverthet op?’ Het referentiepunt definiëren isook belangrijk: waarvandaan vertrek jeen wat is dan beter, goedkoper of pretti-ger? Het invoeren van andere werkcon-cepten vereist een andere manier vanwerken. Managers hebben daar eenbelangrijke rol in. Ook het maken en

naleven van spelregels is belangrijk bijnieuwe werkconcepten. Clean desk engeen werkplek toe-eigenen.Voorbeeldgedrag en mensen op hun ver-antwoordelijkheden aanspreken: hethoort er allemaal bij! En wanneer is hetconcept goed gelukt? Evalueren blijktbelangrijk, maar wat meet je? Output,kosten per fte? En wat zijn de onzichtba-re kosten en wat doe je daar mee? Isbeter ook productiever of juist meer soci-aal geladen of luxer? Uiteindelijk draaithet om een passende huisvesting voor eenorganisatie: hoe werken mensen, waaromzo en hoe kan dat het beste ondersteundworden. Luxe leidt snel tot gewenning(verwenning?) en wordt dan al bijna van-zelfsprekend. Goed werkende ICT lijktbelangrijker dan de inrichting van hetkantoor. Het gevoel dat werk prettig is,heeft niet alleen met gebouw en werkplekte maken maar vooral ook met de inhoudvan het werk en collega’s. Prettig is eenindividuele beleving en daardoor moeilijkte expliciteren.

De werkconferentie sloot met een ple-naire terugmelding van de resultaten uitde groepen en een samenvatting van

dagvoorzitter Hans de Jonge. De werk-conferentie leverde veel stof tot naden-ken, zowel voor het Center for Peopleand Buildings als voor de medewerkers.

De conclusies

Beter?

• Kantoorinnovatie alleen toepassen

als het past in/bij de organisatie

• zorg voor goede nazorg• weet wie je bent en wat je doet,

voordat je begint: ofwel doe goedvooronderzoek

• evalueren: meten is weten• zorg voor maatwerk: de ideale

match tussen organisatie en gebouw

Prettiger?

• prettig is een individuele beleving• extra faciliteiten en ‘nice to haves’

helpen wel • schroom moet overwonnen worden:

voorbeeldrol voor management• zorg dat werkomgeving past bij de

cultuur van de organisatie• luxe went snel

Goedkoper?

• definieer het referentiepunt voorbeter, prettiger en goedkoper

• breng de effecten van een verande-ring duidelijk in beeld

• geef aan voor wie een bepaalde verandering verbetering moet opleveren

• kijk goed naar alternatieven

Jaargang 1, December 2001

nr.1

Werkconferentie levert veelstof tot nadenken Geen cent

teveel hoor! PAG 2

Bestaat hetinnovatievekantoor niet?

PAG 3A happy worker

PAG 4De toekomstvan dearbeidsmarkt

PAG 5Leidt vernieling totvernieuwing?

PAG 6Onderzoeks-programma

PAG 7/8

In dit nummer o.a.

Op 4 oktober 2001 was de werkconferentie ‘Nieuwewerkomgevingen, betere prestaties?’. Ruim 40deelnemers vanuit diverse organisaties waren aanwezig.Het paper bij de uitnodiging had de vragen aan dedeelnemers al geformuleerd. Tijdens de werkconferentiemoest de confrontatie tussen theorie en praktijk leidentot meer kennis. Door het uitwisselen van ervaringen enhet stellen van kritische vragen werden zowel deelnemersals organisatoren aan het denken gezet.

door onze correspondent:

Het bestaandeverbinden enverrijkenHet zal haast niemand meer zijn ontgaan.Het Center for People and Buildings isgestart. Een lang gekoesterde wens vande TU Delft, de Rijksgebouwendienst enABN AMRO is werkelijkheid geworden:samen met wetenschap en praktijk ken-nis te maken en te delen over mens, werken werkomgeving. Kenner en leek maak-ten, door een reeks van publicaties indiverse wetenschappelijke en vaktijd-schriften, kennis met de karakteristiekemanier waarop het kenniscentrum haar

ambitieuze taakstelling vorm en inhoudwenst te geven: kritisch, beschouwend,vernieuwend en verrijkend door deinbreng uit aanverwante kennisgebieden. De bestaande kennis wordt verbonden enverrijkt met nieuwe kennis.

De juiste vragenidentificeren enprioriterenIn de werkconferentie “Nieuwe werkom-gevingen, betere prestaties” is de balansopgemaakt van tien jaar kantoorinnovatiein Nederland. Uit het debat met collega’suit het vak blijkt dit nog overwegend eenonopgemaakte balans. Waar de ene vraagwordt beantwoord, roept een andere weer

direct twee of meer nieuwe vragen op.Voor het Center de uitdaging om insamenspraak met haar partners de juistevragen te identificeren en prioriteren.Niet alles kan immers ineens worden aan-gepakt. In het “Strategie en Werkplan2001–2002” heeft het Center for Peopleand Buildings de door haar te varen koersuitgezet en zijn de speerpunten vanonderzoek voor de komende jarenbenoemd. Aardig om te vermelden is datdoor de input van de werkconferentiehieraan een nieuw punt is toegevoegd:menselijk gedrag in de werkomgeving.

Ontwikkelingen inde werkomgeving insamenhangbenaderingHoe de relatie mens, werk, werkomgevingzich de komende jaren zal ontwikkelin-gen, hangt af van vele ontwikkelingen.Economie, cultuur, techniek en maat-schappij zullen verder inwerken op hoewe als mensen werken en de manieren

waarop dit proces kan worden onder-steund. Het is daarom van belang de ont-wikkelingen in de werkomgeving in allesamenhang te benaderen. De speerpun-ten van het kenniscentrum zijn gebaseerdop dit uitgangspunt.

Meedoen……..?!Center for People and Buildings wil geeneenzijdige organisatie zijn. Zij kan en wilde nieuwe kennis over mens, werk enwerkomgeving niet alleen genereren. Zijheeft hiervoor de steun nodig van men-sen en organisaties die mee willen helpenaan de verbreding en verdieping van dekennis. Het met elkaar nadenken over enuitwisselen van kennis en ervaring is eenvan de belangrijkste doelen van het ken-niscentrum. De werkconferentie“Nieuwe werkomgevingen, betere pres-taties” is hiervan een voorbeeld dat inhet vroege voorjaar 2002 een vervolgkrijgt. U kan ook meedoen, op de manierdie bij u past, als partner, participant ofklant.

Lees verder op onze

wetenschapspagina’s (pag. 7/8)

Waarom deel-nemen in hetCenter for Peopleand Buildings?

• Multidisciplinaire invalshoek

• Brainstorm, projectdefinities

• Onderzoek en product-ontwikkeling

• Projectstages, sabbatical leave

• Een stap in je carrière

• Meewerken in werkconferenties

Center for People and Buildings bepaalt koers voor de toekomst

Samen kennis maken endelen over mens, werk enwerkomgeving

1

Center forPeople and Buildings

Page 2: nr.1 Werkconferentie levert veel stof tot nadenken...belangrijker dan de inrichting van het kantoor. Het gevoel dat werk prettig is, heeft niet alleen met gebouw en werkplek te maken

Torenhoge ambities

De verwachtingen van kantoorinnovatiezijn hooggespannen. Het ondersteunenvan veranderende werkprocessen, eenflexibeler opstelling van personeel, eenhogere arbeidssatisfactie, aantrekken vanschaars hooggekwalificeerd personeel,efficiënter ruimtegebruik en het realise-ren van kostenreducties staan evenminhoog in het vaandel. Of alle ambitiesworden waargemaakt, is een lastig tebeantwoorden vraag; zo niet eenondoenlijke opgave. Wellicht zou hierook niet de meeste tijd en energie moeten worden gestoken. Volgens werk-plekdeskundigen is het vruchtbaarderom te studeren op groeiend inzicht in demeer- en minderkosten van kantoor-innovatie, de kostenposten die hiervoorverantwoordelijk zijn en het effect vanvariabelen als de mate van het delen van werkplekken, het beoogdekwaliteitsniveau en de intensiteit van het implementatieproces.

Appels met peren vergelijkenMeetproblemen zorgen er voor datkwantitatieve en kwalitatieve aspectenvan de werkomgeving lastig met elkaarin verband zijn te brengen, laat staantegen elkaar kunnen worden afgewo-gen. Welke financiële maat hoort bijeen verminderd concentratievermogen?Wat is de commerciële waarde van eenverbeterd imago. Wat is de winst vaneen verhoogde arbeidssatisfactie? Watis het verlies van geïrriteerde medewer-kers die geen geschikte wisselwerkplekkunnen vinden? Kortom, effecten van kantoorinnovatielaten zich niet gemakkelijk vertalen inkwantitatieve eenheden die 1 op 1 met elkaar in verband gebrachtkunnen worden.

Aldus .....“Kennelijk gaat een innovatief concept integen menselijk gedrag.”

“Een ander concept vereist ook anders gaanwerken”

“Koppel het concept aande werksoorten, kies zonodig voor concept-differentiatie”

“Van de kosten en batenvan meer traditionelekantoorconcepten is ookweinig bekend”

“Een goed werkende PC is een must, zeker voorjonge mensen belang-rijker dan het kantoor-concept”

Van onze corrspondent* uit de USA

In een studie naar de effecten vanergonomisch meubilair heeft deOccupational Safety and HealthAdministration OSHA, een soortArbeidsinspectie in de USA, aange-toond dat ergonomisch meubilair deoutput van secretaresses met 20%verhoogt. Ook zijn de klachten aannek en rug met 67% gedaald.Daarbij is het van belang te wetendat tussen de 1,5 en 4 % van de kantoorwerkers juridische claimsheeft lopen met een gemiddeldebedrag van $22.000 per claim.Toch wel iets om over na te denken.Was het dan allemaal zo slecht? Ofmoeten we de uitkomsten van ditonderzoek met een korreltje zoutnemen. Je zou namelijk verwachtendat de aandelenkoersen van meubi-lairproducenten van ergonomischestoelen fors zou stijgen.

Bovenstaand voorbeeld kom ik tegen inmijn onderzoek aan de Carnegie MellonUniversiteit. De overtuiging van deonderzoekers is dat investeren in hoog

2

Soort inrichting Afschrijvingstermijn Ruimtebesparing Kosten werkplek Kosten werkplekinbouwpakket bij 60 plekken bij 80 plekken

Traditioneel 10 jaar 0% Fl 22.534,— Fl 22.534,—

Innovatief 10 jaar 9% Fl 31.343,— Fl 23.850,—Innovatief 5 en 7 jaar 9% Fl 33.271,— Fl 25.296,—

Innovatief 10 jaar 20% Fl 30.065,— Fl 22.891,—Innovatief 5 en 7 jaar 20% Fl 31.435,— Fl 23.918,—

Geen cent teveel hoor!van onze correspondent:

Is een innovatieve werkomgeving goedkoper? Volgens de meeste deelnemers aan dewerkconferentie “Nieuwe werkomgevingen, betere prestaties?” is dit nietde vraag waar het om gaat. Het gaat er niet alleen om wat de werkomgevingkost maar ook wat het oplevert. Hierbij dient ook gelet te worden oponzichtbare kosten zoals advieskosten en een verder ontwikkeld officemanagement. Het doorgronden van de kosten van de werkomgeving blijkt eenlastige opgave, getuige het voornamelijk anekdotisch karakter van debeschikbare informatie en de schaarse onderbouwing met betrouwbare data.Echt wonderlijk is dit niet omdat kostenplaatjes over traditionelekantoorconcepten evenmin voor het opscheppen liggen. Gelet op deeconomische waarde van kantoorhuisvesting, na personeel de hoogstekostenpost voor organisaties, is het hoog tijd om de inzichten in de kosten enbaten van de werkomgeving te verbreden en verdiepen. Een uitdaging die hetCenter for People and Buildings samen met haar partners graag aangaat!

Resultaten van kantoorinnovatie tegenover traditionele

werkomgeving naar variatie in afschrijving, aantal werk-

plekken en ruimtereductie, uit: Onder welke voorwaar-

den is kantoorinnovatie kostenbesparend door K. Troost,

Real Estate Magazine, nummer 12, 2000.

presterende werkomgevingen (gebou-wen infrastructuur en inrichting) belem-merd wordt door een overmatige aan-dacht voor investeringskosten. De ont-wikkeling van een instrument voor deanalyse van alle relevante kosten enbaten die samenhangen met menselijkeprestaties in kantoorwerk staat hoog opde onderzoeksagenda. Er is een matrixontwikkeld die beslissers helt bij hetevalueren van kosten en baten vaninvesteringen in intelligente werkple-koplossingen, in het geval van verschil-lende organisatorische ontwikkelingen.

De matrix heeft drie dimensies.Allereerst wordt gekeken naar wat eraan de hand is in de organisatie.Vraagstukken kunnen zijn: globalise-ring, samenwerking, technische dyna-miek, aandacht voor milieu, fusie of specifiek nieuw overheidsbeleid.Vervolgens worden relevantekosten/baten effecten genoteerd: inves-tering- en exploitatiekosten liggen voorde hand. De meer indirecte effecten vaneen gebouwoplossing zijn belangrijkervoor het management: individuele pro-ductiviteit, kosten van gezondheidseffec-ten, het aantrekken en vasthouden vanpersoneel, milieubelasting, belastingenen verzekeringen. Ten derde wordtgekeken naar de technische systemen en

ontwerpoplossingen die van invloed zijnop kosten en baten: licht, lucht, geluid,interactie en communicatie, privacy, erg-onomie, bereikbaarheid. Het mag duide-lijk zijn, de ambitie om te komen tot eenBuilding Investment Decision Support(BIDS) instrument is hoog.

In de afgelopen paar jaar is veel litera-tuur bestudeerd en beoordeeld. Debedoeling hiervan is om relaties op tesporen tussen de drie elementen van hetmodel en om na te gaan of er betrouw-bare rekenkundige relaties zijn aan tebrengen.Deze ambitie en aanpak was voor hetCenter for People and Buildings redenom na te gaan in hoeverre het gehan-teerde concept en de ervaringen van deonderzoekers aanknopingspunten kun-nen bieden voor het maken van eenEuropese variant van dit instrument. Debevindingen zijn hoopvol. Het lijkt tevroeg om over te gaan tot commerciali-sering. Als de verwachting zou zijn dathet instrument kosten baten consequen-ties voorspelt met een betrouwbaremarge dan kom je van de koude kermisthuis. Er is echter wel veel kennisbeschikbaar die beslissers kan helpenrekening te houden met factoren dieanders niet zouden worden meegewo-gen. Het onderzoek toont ook aan dat er

grote behoefte bestaat om casestudieste verrichten die licht kunnen werpenop zekere combinaties uit de matrix.Met name de aandacht voor individu-ele productiviteit groeit.

De ervaringen die in Nederland zijnopgedaan met nieuwe werkomgevin-gen (kantoorinnovatie) blijken verras-send goed gedocumenteerd. Dit aspectheeft zeker de interesse gewekt van deAmerikaanse onderzoekers. De een-voudige vraagstelling ‘Werkt het beter,prettiger, goedkoper’ is een schot in deroos. Op die vraag proberen we hierantwoorden te geven. Van belang isdat er meer casestudie-onderzoekkomt gericht op de beantwoording vanfundamentele vragen. De Nederlandsekantoorgebruikers kunnen daaraaneen belangrijke bijdrage leveren. HetCenter kan die brug vormen tussenAmerikaans en Europees onderzoek.

* Ir Hermen Jan van Ree, werkzaam

voor het Center for People and

Buildings bij Carnegie Mellon

University in Pitsburgh.

Naar productieve gebouwen

Meerkosten van kantoorinnovatie: een praktijksituatie

kosten en baten

Center forPeople and Buildings

Kantoorinnovatie(debet)• Veel heen en weer geloop met

spullen• Het gaat in tegen menselijke natuur• Creëren van draagvlak kan

moeizaam zijn• Kans op onderlinge irritaties door

zoeken naar werkruimte• Kans op tweedeling tussen voor- en

tegenstanders• Iedereen moet meedoen (“je kunt

niet een beetje zwanger zijn”)

Kantoorinnovatie(credit)

• Kostenbesparing door delen vanwerkplekken: de integrale kostenvan de werkplek zijn sinds 1980 verviervoudigd, van fl 8.000,—toen,naar fl 35.000,— nu (1998).

• Efficiënter ruimtegebruik: het effec-tieve ruimtegebruik daalde van 60%in 1960 tot 15% nu (1998).Werkplekken staan teveel leeg.

• Individueel werk neemt af, groeps-,team- en projectwerk neemt toe.

• Openheid geeft betere communicatie.• Lagere ‘churn-rate’ (verhuisbewe-

gingen) geeft minder directe (ver-huizing) en indirecte (verlies vanarbeidsinzet) kosten. cijfermateriaal uit: FMH, openings-boek ter ere van FMHome 1998.

De minderkosten• Minder werkplekken• Minder m2• Minder bouwmateriaal• Lagere energielasten• Lagere onderhoudskosten• Lagere huur of afschrijving• Lagere interne verhuiskosten door

flexibeler inrichting en wisselwerken• Minder reiskosten door telewerken

De meerkosten

• Verbouwingskosten• Afwerking en inrichting• Fraai en ergonomisch verantwoord• Facelift wanden, vloeren en

plafonds• Meer ondersteunende faciliteiten• Geavanceerde ICT• Mobiele telefoons• Laptops• Internet/intranet• Centraal/digitaal archief• Aanpassing installaties• Huur en inrichtingskosten externe

werkplekken (bv thuiswerkplek ofin telewerkkantoor)

• Implementatiekosten• Adviseurs• Vergaderingen, workshops• Pilot met proefopstelling• Productontwikkeling• Training in nieuwe werkwijzen• Extra office management• Reserveren/toewijzen van

flexplekken• Beheer• Extra schoonmaakonderhoud• Veel glas

• Intensiever gebruik van

werkplekken

Uit: Meer- en minderkosten van werkplekin-

novatie, van Th. Van der Voordt en M. Negen

in Real Estate Magazine, nummer 12, 2000.

Page 3: nr.1 Werkconferentie levert veel stof tot nadenken...belangrijker dan de inrichting van het kantoor. Het gevoel dat werk prettig is, heeft niet alleen met gebouw en werkplek te maken

Van uiterst lovend en optimistisch totronduit sceptisch en gedesillusioneerdlieten de conferentiedeelnemers zichopvallend verschillend uit over nieuwewerkomgevingen. Niettemin zijn erondanks, of juist door, de verdeeldheidopmerkingen nieuwe aanknopingspun-ten gevonden voor verder onderzoek.

Vooral de match tussen organisatie engebouw (en de mismatch!), gebruikers-behoeften en invoeringsprocessen vannieuwe werkomgevingen zullen naarverwachting een prominente plaatsinnemen op de onderzoeksagenda.

Hét innovatievekantoor bestaatniet!Of het beter werkt in een nieuwe werk-omgeving is een vraag die niet beant-woord kan worden zolang niet bekend iswat precies onder “het” verstaan wordt.Wat is “het” eigenlijk? Volgens de deel-nemers bestaat het innovatieve kantoorniet: een kantoor, traditioneel of

innovatief, is per definitie een mix vanmeerdere kantoorvormen. Ook is“beter” niet te staven aan de hand vankwantificeerbare eenheden. Volgens dediscussiegroepen dan ook weinig zinvolom lang stil te staan bij het zoeken naareen antwoord op de themavraag. In dekern gaat het volgens hen om het pas-send huisvesten van organisaties. Determ kantoorinnovatie sticht hierin dik-wijls alleen maar verwarring omdat inde beleving van de massa meteen wordtgedacht aan het afstaan van de vastewerkplek en het overal naar toe slepenvan spullen.

Kantoorinnovatie zou meer betekenishebben als het belicht werd als een proces waarin medewerkers bewustworden gemaakt van hoe zij werken,waarom zij zo werken (kan het anders?)en op welke manieren dit het beste zoukunnen worden ondersteund. Helaaswordt de aandacht hiervoor te vaakafgeleid door de in het oogspringendeweelderigheid waarmee nieuwe werk-omgevingen een hip en eigentijds karakter wordt gegeven.

Weten wat je wilt…….…en nodig hebt!Een heldere visie over de gewenste werkwijze is de enige juiste basis voor het zoe-ken naar een passend kantoorconcept. Meest relevant is om hierbij de realiteitniet uit het oog te verliezen. Het te kiezen kantoorconcept moet passen bij hetwerk, niet andersom! Uit onderzoeken van de TU Delft blijkt dat wensen vooreen nieuwe werkomgeving dikwijls worden geformuleerd op grond van foutieveaannames over hoe medewerkers werken en hoe gebruikers willen werken. Het isopvallend dat kantoorwerkers minder tijd buiten het kantoor doorbrengen danwordt gedacht. Met gevolg dat het in menig kantoor met een wisselwerkplekcon-cept te druk is en er niet voor iedereen plaats is. Minstens zo opmerkelijk is dat medewerkers minder vergaderen en overleggendan wordt verondersteld. De consequentie hiervan is dat kantoren voor de ont-moetingsfunctie doorschieten in een transparante layout terwijl er eigenlijkbehoefte is aan gesloten ruimten voor rust en concentratie. Door uit te gaan vande verkeerde ideeën over hoe de werkwijze, ontstaan kantoren die in functionelezin tekort schieten. Door het nemen van de verkeerde maten wordt weliswaar eenmooie en goede jas gemaakt, maar wel een die niet past.

Nooit klaar……..Na het ontwerp en de invoering van een nieuw kantoorconcept is de rol van hetmanagement doorslaggevend. Het management moet erop sturen dat de nieuwewerkomgeving ook werkelijk wordt gebruikt zoals het is bedoeld. Als geen anderweet G. Snijder, directeur Rijksgebouwendienst Noord-West, dat als dit nietgebeurt, gebruikers terug kunnen vallen in oude gewoonten. Als gebruiker vanhet Dynamischkantoor Haarlem ondervindt hij aan den lijve hoe enorm belang-rijk het is dat een werkconcept goed wordt beheerd en gemanaged. Pas wanneergebruikers merken dat managers hun klachten serieus behandelen en ook echtnaar hun mening en ideeën luisteren, ontstaat een gevoel van verbondenheid, ver-antwoordelijkheid en trots. Een projectleider van de ABN AMRO, zelf betrok-ken bij het wisselwerkkantoor “Flexido” in Breda, stelt dat kantoorinnovatie een‘never-ending’ proces is, waarop door managers alert en (pro-)actief gestuurdmoet worden.

Steun zoeken bij het oudeZonder sturing en beheer weten medewerkers in innovatieve kantoorconceptenniet waar zij aan toe zijn. Het is logisch dat zij dan steun zoeken in de manier vanwerken die ze gewend waren. Een mens zoekt in een bedreigende situatie nu een-maal van nature naar zekerheden en geborgenheid. Het probleem echter is dathet oude gedrag niet past bij de nieuwe werkomgeving en vaak zelfs contrapro-ductief werkt. Zo dient het even bijkletsen met een collega niet op de gang maarin de koffiehoek te gebeuren en papier kan niet meer eindeloos op het bureauworden opgestapeld.

Opnieuw leren werkenKantoorinnovatie veronderstelt dat medewerkers eigenlijk opnieuw moeten lerenwerken. Dit is niet gemakkelijk. Het vergt veel van de goodwill en flexibiliteit vande kantoorgebruiker. Dat is alleen op te brengen zolang gebruikers het gevoelhebben dat de veranderingen ook echt nodig zijn en dat in de nieuwe werkomge-ving beter en prettiger gewerkt wordt. Inzicht in de relatie tussen mens, werk enwerkomgeving is hiervoor noodzakelijk.

3

Center forPeople and Buildings

Werkt het beter in een nieuwe werkomgeving?Van onze correspondent:

Tijdens de werkconferentie van het Center for People and Buildingshebben onderzoekers, managers en ervaringsdeskundigen in twee kleinegroepen het hoofd gebroken over de vraag of het beter werkt in eennieuwe werkomgeving. Na een uur stevig debatteren, restten er meer vragen dan antwoorden. Hoe gewoon ze ook lijken, kantoren schijnen veel bij ons los te maken.

Dat de ontmoeting van wetenschap en praktijk niet resulteerde in een alles-omvattend oordeel over het werken in nieuwe werkomgeving was te ver-wachten. De naar Delft afgereisde deelnemers wisten immers vanuit hunachtergrond en professie dat kantoorinnovatie een buitengewoon complexfenomeen is waaraan vele kanten kleven. Een prettige gedachte voor hetCenter for People and Buildings dat wil zoeken naar verbreding en verdie-ping van kennis en ervaring over de relatie tussen mens, werk en werkomge-ving. Bij het zoeken naar nieuwe onderzoeksuitdagingen past niet het gevenvan antwoorden, maar eerder het opwerpen van de juiste vragen die kunnenleiden tot werkelijke inzichten. Een hele klus, zo bleek, getuige de vele ver-schillende verhalen die tijdens de discussie werden verteld.

Aldus .....“De perfect passendewerkomgeving krijg jenooit!”M. Beunder, ABN AMRObank

“Slecht toegepaste kantoorinnovatie is eenramp voor de organisatie”F. van den Bosch,Belastingdienst

“ ‘Unhappy’ is in iedergeval ‘unproductive’ “P. Bakker,Rijksgebouwendienst

“Mensen moeten de weel-de van de huisvestingleren begrijpen”M. Dewever

“Een kleermaker weettoch ook precies welkematen nodig zijn voor eengoed zittend pak!”H. van Hoogdalem, TU Delft

Kritische factoren van nieuwe werkomgevingen

• Heldere visie en betrokken management

• Beheer en discipline om spelregelsna te leven

• Communicatie, voorlichting, training

• Match: optimale afstemming mens,werk en werkomgeving

• Goed werkende ICT en andere faciliteiten

• Sfeer, uitstraling

productiviteit

Page 4: nr.1 Werkconferentie levert veel stof tot nadenken...belangrijker dan de inrichting van het kantoor. Het gevoel dat werk prettig is, heeft niet alleen met gebouw en werkplek te maken

Liever rusten dan ping-pongen

“Werkt het prettiger in een nieuwe werk-omgeving?” Een vraag die niet een-twee-drie te beantwoorden is, zo bleek uit dediscussie die wetenschappers en ervaring-deskundigen voerden tijdens de eerstewerkconferentie van Stichting kenniscen-trum Center for People and Buildings.Daarvoor is ‘prettig’ te persoonsgebon-den. Waar voor de één een fitnessruimteeen uitkomst biedt om gezellig met colle-ga’s het vastzittend computernekje los temaken, is het voor de ander een ziekma-kende gedachte om op kantoor te moe-ten sporten. De een zoekt tijdens hetwerk afleiding in ping-pong en drinkt aanhet einde van de dag graag met elkaar

een pilsje in de bedrijfskantine, de andervindt juist zijn geluk in serene rust engaat graag direct na werktijd naar huis.Een overeenkomst in de verschillen isdat het bij ‘prettig werken’ om het gevoelvan de medewerkers gaat. Mensen ken-nen een bepaalde emotionele betekenistoe aan werk en de werkomgeving.Waaruit dit gevoel precies bestaat is doorde sterke verbinding met ongrijpbareprincipes als iemands achtergrond,karakter en instelling te complex om tekunnen ontleden. Niettemin leeft de gedachte dat naast eenheleboel andere dingen als een goed sala-ris, flexibele arbeidsstructuur en job-security, de werkomgeving een zekereinvloed kan uitoefenen op de gemoed-stoestand van kantoorwerkers en daar-door het vermogen tot het leveren vanbetere prestaties.

Sfeer

Of medewerkers zich prettig voelen opkantoor wordt in belangrijke matebepaald door de sfeer die de werkomge-ving uitademt. S.J.verandert elke 2 jaarzijn kantoor. Hij maakt deel uit van eengroep creatieve zelfstandigen YoungRebels. Er zijn geen grote verbouwin-gen voor zijn verandering nodig, maarjuist aanpassingen waardoor de sfeerverandert. Iets leuks, origineels of gekszoals een auto in het midden van werk-vloer als concentratiecel of belruimte,kan de werkomgeving opeens een heelandere ‘look’ geven. Momenteel is er inhet hippe pand van Young Rebels teDelft een tuinprieeltje waarin overlegwordt gevoerd.

Aldus .....“Oude werkvormen in eennieuwe werkomgeving zijnvaak geen succes”M. van Iersel,Rijksgebouwendienst

“Het is op de tekentafelniet te voorspellen of eennieuwe werkomgevingprettiger werkt of niet” J. Chin Kwie Joe-Donkers, Ministerie vanVerkeer en Waterstaat

“In hoeverre is het waardat mooie schoenen bestmogen knellen?” anoniem

“Het prettig maken vande werknemer is geen pri-mair doel van een organisatie”H.P. Stekelenburg,Belastingsdienst

“De winst in het terug-dringen van ziekte-verzuim is door kantoor-innovatie erg klein”E. Koningsveld, TNO Arbeid

4

Center forPeople and Buildings

werkplezier

A happy worker, a moreproductive worker?!

Van onze correspondent:

Design meubilair, de nieuwste flatscreens, waptelefoons, palmtops, eencappuccinohoek, fitness, sauna, de vrijheid om thuis te werken en studeren in de tijdvan de baas. Enkele voorbeelden van ‘nice-to-haves’ die worden gebruikt om hetmedewerkers naar de zin te maken. Uit betrokkenheid, lokaas omhooggekwalificeerde talenten aan te trekken of gewoon uit stille hoop om hogereomzetten te draaien, wordt de werkomgeving door het management steeds vakeromarmd als middel om meer plezier op de werkvloer te brengen. Een mooi maarvooral ook terecht streven. We zijn immers meer uren op kantoor dan thuis. Mag hetdaar dan alsjeblieft ook leuk zijn? Een impressie van een rondetafelgesprek over deinnovatieve werkomgeving als ‘geluksbrenger’ voor de kantoorwerker.

De top 5:werkplezier1. Soort werk2. Salaris3. Zelfontplooiing4. Vrijheid5. Collega’s

11. Werkplek, kantoor

Bouwmanagement & Vastgoedbeheer, TU Delft,

gemiddeld beeld uit diverse case-studies bij enkele

Nederlandse organisaties

FNV-campagne‘Minder werkdruk, meerwerkplezier. Dat werkt.”• Beperking van de overwerk-

verplichting• Onderzoek naar taakbelasting en

werkdruk• Extra verlofdagen voor

55-plussers• Meldingsprocedure werkdruk• Campagne tegen werkdruk,

aanpassing klachtenprocedure• Arbo-convenant over werkdruk

Satisfier ofdissatisfier?Over het algemeen is de werkomgevingeen werkextrinsieke factor die de moti-vatie van werkers beïnvloedt. Dit bete-kent dat de werkplek indirect betrek-king heeft op het werk. Daardoor is deinvloed van de werkplek op de motiva-tie van medewerkers vrij gering. Dewerkomgeving, of losse elementen diehiervan onderdeel uitmaken, wordtvooral opgemerkt als er gebreken zijn.De computer is kapot, het licht doet hetniet meer, het tocht onder de deur en debureaustoel zit hard.Kantoorhuisvesting wordt daaromookwel aangeduid als ‘dissatisfier’. Indeze optiek schept een werkomgevinggeen plezier en leidt niet tot verhoogdemotivatie en prestatie maar moet er zijnom ontevredenheid te voorkomen.Sommigen zien de werkomgeving echterjuist als ‘satisfier’. Zo ook enkele deel-nemers aan het debat van de werkconfe-rentie van het Center for People and

“Prettig”• Beter een oude werkende computer

dan kapotte high-tech

• Sfeer, een gevoel van thuis

• Meer mens dan verschijningsvormen

• Vrijheid, vertrouwen, ontplooiing

• Inspraak

• De inhoud van het werk en collega’s

• Dingen die je eigenlijk niet nodighebt maar er wel zijn als extra’s

Opmerkelijk nieuws“Medewerkers met een eigen werkplek hebben meer plezier in hun werk. Dat blijktuit een onderzoek van het Britse wervingsbureau Office Angels. Volgens het on-derzoek neemt het plezier in het werk toe als de werknemer houvast heeft aan eeneigen plek met bijbehorende gewoontes, routines en rituelen.” Office Angels, 2000

Buildings. Vooral in het licht van secun-daire arbeidsvoorwaarden wordt dewerkomgeving en de vrijheid om te wer-ken waar en wanneer je zelf wilt - gezienals een krachtig instrument om hoogge-kwalificeerd personeel binnen te hou-den en/of aan te trekken. Maar ook buiten de arbeidsvoorwaarde-lijke sfeer wordt het kantoor anderepositieve krachten toebedeeld. Zo zoueen goed en mooi kantoor werknemersmeer inspireren en de creativiteit prik-kelen. Dit komt vooral sterk naar vorenin de zogenaamde ‘fun-offices’ van‘nieuwe economie’ bedrijven waar meteen spannende en luxe werkomgevingwordt geprobeerd om de kennis en vaar-digheden van medewerkers volledig totwasdom te laten komen. Of de werkomgeving nu wel of niet dekracht bezit om bij te dragen aan hetwerkplezier van medewerkers en debedrijfsprestaties, hangt volgens de con-ferentiedeelnemers af van vele factoren.Vooral van belang zijn het type organi-satie en wat de organisatie met haarhuisvesting wil.

Het bezit van dezaak is het eindevan het vermaak?Net zoals het plezier dat wordt beleefdaan een nieuwe televisie en kleren,heeft de werkomgeving ook eenbeperkte ‘houdbaarheidsdatum’. Hetplezier van ‘het verlangen naar’ is dik-wijls groter dan het plezier op hetmoment dat de wens in vervulling isgegaan.

Eenmaal beschikkend over een fraaigestileerde werkplek, luxe pantry,gymzaal en espressobar is de lol vandeze faciliteiten eraf en wordt er min-der gebruik van gemaakt dan voorafwerd verwacht. Opmerkelijk is dat deeisen die de medewerker aan de werk-omgeving stelt steeds hoger komen teliggen. Vandaag de dag fronst de verwendekantoorwerker zijn wenkbrauwen als

er op kantoor geen fitness en crèche is.Een paar jaar geleden golden dergelij-ke faciliteiten nog als heuse ‘satisfiers’.

Page 5: nr.1 Werkconferentie levert veel stof tot nadenken...belangrijker dan de inrichting van het kantoor. Het gevoel dat werk prettig is, heeft niet alleen met gebouw en werkplek te maken

…what is past isprologueVoorspellen is het doortrekken vantrends die zich al geruime tijd manifeste-ren. Theeuwes probeert trends in dearbeidsmarkt uit de laatste decennia tedestilleren en deze met de nodige voor-zichtigheid te projecteren op de toe-komst. Voorspellingen op de korte ter-mijn zijn betrouwbaarder dan voor delange termijn. Voorspellen hoe dearbeidsmarkt er over vijfentwintig jaaruit zal zien, is zeer riskant. Toch meentTheeuwes dat een aantal maatschappe-lijke en demografische trends bepalendzijn voor de veranderingen die dearbeidsmarkt in de volgende decenniazal ondergaan.

Trends De trends die volgens Theeuwes zekereen rol spelen in de toekomst van dearbeidsmarkt zijn: • Een bonte arbeidsmarkt • Meer bovenkant, minder onderkant• De nieuwe werknemer• De nieuwe werkplaats

Een bontearbeidsmarktAan het eind van de jaren zestig bestondde Nederlandse beroepsbevolking voor-al uit jonge, autochtone, mannelijkekostverdieners. In de afgelopen decen-nia is de beroepsbevolking veel meervariatie gaan vertonen. Sinds beginjaren zeventig nemen steeds meer vrou-wen deel aan het arbeidsproces en deverwachting is dat het arbeidsaanbodvan vrouwen zal stijgen. Jonge vrouwenblijven steeds meer en langer werken –ook als ze kinderen krijgen en ouderworden. Met een constant laag geboor-tecijfer en een stijgende levensverwach-ting houden we structureel een grootaandeel ouderen in de bevolking. Deverhouding 65+-ers en mensen tussen20-65 is nu 22%. De verwachting is datdit 40% zal worden. In onze samenle-

ving richt het beleid zich op allerleimaatregelen om ouderen (zowel man-nen als vrouwen) zo lang mogelijk telaten participeren in het arbeidsproces.Ook de reïntegratie van niet-actieven inde arbeidsmarkt is een belangrijk aan-dachtsgebied in de politiek. In de toe-komst zal de arbeidsmarkt kleurrijkerworden. Er zullen steeds meer allochto-nen deelnemen in het arbeidsproces.Niet alleen de kinderen van de reedsaanwezige allochtonen, maar ook door –zoals o.a. de UN verwacht - een toe-stroom van jonge immigranten uit nieu-we lidstaten van de Europese Unie.

Meer bovenkant,minder onderkantEconomische studies laten de toekomst-verwachting zien dat de vraag naarhoogproductieve arbeid en hogergeschoold personeel sterker zal groeiendan de vraag naar laagproductievearbeid en lager en ongeschoold perso-neel. Deze verschuiving komt onderandere door:• De introductie van nieuwe techno-

logieën in het productieproces. Ditveroorzaakt een relatieve toenamevan de vraag naar vaardigheden enscholing (skills).

• De verschuivingen in de internatio-nale handel en in de internationalearbeidsverdeling. Hierdoor nemende laagproductieve banen af en dehoogproductieve banen toe inNederland en de andere postindus-triële landen.

• Verschuivingen in de bestedingspa-tronen van consumenten naar meer‘skill’ intensieve goederen en dien-sten. Er treedt een verschuiving opvan in massa geproduceerde gestan-daardiseerde goederen en dienstennaar meer op de specifieke wensenvan de klant gerichte ‘custom made’producten.

• Het relatief hogere aanbod vanhoogproductieve werknemers. Hetaanbod schept voor bedrijven demogelijkheid om geavanceerde pro-ductietechnieken en nieuwe techno-logieën te introduceren.

Deze ontwikkelingen leiden er toe datbedrijven meer kapitaalintensief gaanproduceren. Dit gaat gepaard met eenhogere inzet in het productieproces vangeschoold, hoogproductief (skilled) personeel.

De nieuwewerknemerBekend is dat ongeschoolde, laagpro-ductieve arbeid in de loop van de tijdvervangen wordt door machines en ICTomdat bedrijven meer kapitaalintensiefgaan produceren. De toenemende inzetvan ICT in het productieproces betekenteen investering in fysiek kapitaal.Hierdoor ontwikkelt arbeid zich vanlopende band naar high performance.De veranderende samenstelling van deberoepsbevolking heeft gevolgen voorde arbeidsarrangementen. De huidigegeneraties goed opgeleide en goed ver-dienende werknemers hebben waar-schijnlijk minder aversie tegen risico’sdan vorige generaties werknemers. Zijzijn meer bereid om schommelingen ininkomen (via prestatiebeloning bijvoor-beeld) of in hun loopbaan (via groterearbeidsmobiliteit) te accepteren. Decentraal afgesloten CAO kan zijn ‘onesize fits all’ niet meer handhaven. Erkomt steeds meer vraag naar flexibeleinvulling van werktijden, werkomgevingen de combinatie werk en zorg. Degrote diversiteit van arbeidsvoorwaar-den zal vooral op bedrijfsniveau en indi-vidueel niveau tot stand komen en cen-trale CAO’s dienen dan alleen nog alseen minimum.

De nieuwewerkplekDe werkplek ondergaat invloeden vande verdwijning van de ‘baan voor hetleven’, de afname van vaste arbeidscon-tracten en de toename van flexibele con-tracten, het werken buiten de standaard9 tot 5 werktijden en de ICT-ontwikke-lingen. Medewerkers verrichten nietmeer op een vaste plek hun arbeid enworden eerder beoordeelt op de gele-verde prestaties en output dan op deaanwezigheid. Het kantoor is niet meernodig voor het verrichten van hun werk.De werkcultuur verschuift steeds meervan een aanwezigheid- naar een bereik-baarheidscenario. Contacten met colle-ga’s blijven echter nodig. Het is daaromook niet te verwachten dat het kantoorverdwijnt. De werkomgeving van detoekomst zal wel steeds meer een socia-le functie vervullen.

Welke people inwelke buildings?Kernvraag die na Theeuwes’ verhaal dedisciussie in de zaal goed losmaakte iswelke ‘people’ in welke ‘buildings’ zul-len werken. Wat betekent de toekomsti-ge arbeidsmarkt voor het ontwerp vantoekomstige kantoren? Tot welke ver-anderende eisen in de werkomgevingenleiden verwachte trends als het werkenmet steeds hoger opgeleiden, ouderewerknemers, minder laagproductievearbeid en cafetaria-CAO’s? Interessantevragen waarop in het korte tijdbestekvan de werkconferentie natuurlijk geen

Na afloop vulden 18 mensen een evaluatieformulier in. Het tijdstip van de werk-conferentie leek goed gekozen en de catering viel erg in smaak. Over de locatie ende zaal was u iets minder tevreden. De bereikbaarheid met openbaar vervoer iseen aandachtspunt en sommigen vonden het echt koud in de zaal. Kleine verbe-terpunten voor een volgende keer!

De uitnodiging met paper was een gewaardeerde basis voor de werkconferentie.De deelnemers waren erg tevreden met het paper, dat voldoende achtergrond-informatie gaf. De voorzitter en de sprekers gaven een mooie aanvulling op hetthema zodat er in de workshops genoeg gespreksstof was.

De formule van luisteren en doen was prettig, maar er werd niet altijd even veelnieuws verteld. Concrete resultaten uit onderzoek misten soms en er had mis-schien wat meer diepgang in de workshops kunnen zitten. Sommigen vonden ookdat er te weinig disciplines uit de verschillende organisaties vertegenwoordigdwaren. De deelnemers waren echter wel enthousiast over het geheel en gingenmet een goed gevoel naar huis.

De algemene waardering voor de 1e werkconferentie van het Center for Peopleand Buildings was een dikke 7,5. Een goed begin.

5

Center forPeople and Buildings

forum

zeertevreden

24%

neutraal6%

tevreden70%

zeertevreden

50%

tevreden50%

zeertevreden

44%

neutraal17%

tevreden39%

zeertevreden

11%

tevreden55%

on-tevreden

17%

neutraal17%

Een goed begin

iets geleerd

sprekerspaper

formule

De toekomst van de arbeidsmarktProf dr J.J.M. Theeuwes van de Stichting voorEconomisch Onderzoek van de Universiteit vanAmsterdam hield op de werkconferentie ‘Nieuwewerkomgevingen, betere prestaties?’ een voordracht overhet nieuwe werk nemen. Een korte terugblik:

bevredigende antwoorden kon wordengegeven. Dat zou de complexiteit en weerbarstig-heid van de materie immers teveelonrecht doen. Dit was echter allerminsteen reden voor wanhoop onder de con-ferentiedeelnemers. Zij zagen er juisteen uitdaging in om samen met collega’suit andere ken-nisdisciplinesde grenzen vanelkaars werk-terreinen teverkennen enzo elkaars ken-nis en ervaringmet elkaar ver-binden tot nieuwe inzichten die kunnenleiden tot een goede en plezierige werk-omgeving.Tja, verzuchtte Theeuwes aan het eindvan zijn betoog, de toekomst van de

arbeidsmarkt en de gevolgen hiervanvoor hoe mensen werken en in welkeomgeving zij dit doen, hoe is dat nusamen te vatten en wat is mijn rol daaringeweest?

Daarbij past slechts de wijsheid van William Shakespeare:

Jules Theeuwes,werkt bij deStichting voorEconomischOnderzoek,Universiteit vanAmsterdam

Artikel op basis van het position paperin opdracht van het ministerie vanEconomische Zaken Het nieuwe werknemen, Jules Theeuwes, 29 januari 2001

‘To-morrow, and to-morrow, and to-morrow’

It is a tale, told by an idiot, full of sound and fury, signifying nothing.

Page 6: nr.1 Werkconferentie levert veel stof tot nadenken...belangrijker dan de inrichting van het kantoor. Het gevoel dat werk prettig is, heeft niet alleen met gebouw en werkplek te maken

statistische validiteit. In de eerste weken na de aanslag werdin de vastgoedmarkt van New Jerseyeen transactievolume bereikt dat nor-maal niet in een half jaar wordt omge-zet. De gevolgen voor woon-werkver-keer, voor kleine bedrijvigheid in en omdeze nieuwe vestigingen zijn evident.Stanley O’Neill, president van MerrillLynch lunchte niet meer in privé-ver-trekken, maar at mee met mensen vande werkvloer. Zijn middageten kwamook uit een plastic lunchtrommeltje. Deinvloed op de sociale verhoudingen zalnog lang doorwerken.

Er zijn twee denkbare varianten als hetgaat om de effecten op de organisatievan de arbeid. De eerste is dat bedrijvensnel wennen aan relatief lage huurprij-zen buiten Manhattan. Waar computer-centra, en andere back-offices al in NewJersey zaten zou het uitsparen vantorenhoge huren voor frontoffices wel

Het Center heeft twee doelen:• Bevorderen van multidisciplinair

onderzoek, productontwikkeling enkennisoverdracht over mens, werken werkomgeving

• Bevorderen van samenwerking tus-sen academici uit verschillende vak-gebieden en de beroepspraktijk

Het Center biedt:• Platform, netwerk, kennisbasis• Onderzoeksprogramma • Werkconferenties, publicaties• Opties voor (persoonlijke) deelna-

me aan activiteiten

MissersDe deelnemers aan de werkconferen-tie ‘nieuwe werkomgevingen, betereprestaties’ waren over het algemeentevreden over de inhoud en opzet,maar sommigen misten toch nog welwat onderwerpen.

De top 3 van missers:• concrete onderzoeksresultaten• vertaling naar praktijk• de menselijke component

De vraag naar de menselijke componentis groot en divers. Daarom heeft hetCenter besloten haar onderzoekspro-gramma uit te breiden met het onder-zoek ‘Mens en werk, de institutioneleverankering van de werkomgeving’. Er werden veel suggesties gedaan voorvolgende werkconferenties. De eerstko-mende in maart zal georganiseerd wor-den rondom het onderzoek mens enwerk. Andere onderwerpen die opkwa-men waren: standaardisering versusflexibiliteit, resultaten, kantoorinnovatieversus architectuur, telewerken versusorganisatiecultuur en verandermanage-ment. Kortom, er is nog genoeg om overte praten met elkaar en dat zal hetCenter zeker ondersteunen.

Nooit genoeg?

Na vele jaren ervaring als adviseur van directies, bedrijven en instellingenop het gebied van kantoorinrichting en innovatieve huisvesting dringtzich steeds meer de vraag op ’hebben we nu nooit genoeg?’ Kantoren moe-ten mooier, luxer, innovatiever. Alles meer en beter!Vele invloedrijke economen lijken zich om slechts één ding zorgen te maken,namelijk dat de welvaart moet groeien. Om dat te bereiken moeten weproductiever zijn, meer producten en diensten kopen. De Westerse wereldlijkt steeds verder af komen te staan van de rest van de wereld en eengrotere kloof te graven met de ‘have nots’.Er lijkt geen evenwicht meer te zijn tussen het hebben van stoffelijke rijk-dom en geestelijke rijkdom. Ik denk dat je ook geestelijk rijk en tevredenkunt zijn zonder steeds nieuwe en mooiere dingen te hebben. De doorgesla-gen groeigedachte gaat zo ver dat we zelfs hekken om woonwijken moetenzetten onder het motto ‘we moeten ons toch beveiligen tegen de ontevrede-nen in de samenleving’. Ik vraag u: Wie zijn er nu ontevreden?

Het wordt tijd dat we ‘de economie van het genoeg’ gaan nastreven. Eénvan de grondleggers van die gedachte, professor H.M. de Lange, is onlangsoverleden en juist dat kan de reden zijn om zijn gedachten over hetomzetten van wissels in de economie weer nieuw leven in te blazen. Ik roep ondernemers en directeuren van instellingen op om het korte ter-mijn gewin in te wisselen tegen een beleid gericht op welzijn.

In ons eigen vak werden we recent geconfronteerd met een onderzoek overflexkantoren. Het Financieele Dagblad van 11 oktober 2001 stelt naaraanleiding hiervan dat een aanzienlijk deel van werknemers in flexkanto-ren niet tevreden is. De betrokkenheid met collega’s is minder en concen-tratie in het werk is ook niet goed mogelijk. We hebben dus met kantoorinnovatie het tegendeel bereikt. Ontevreden,onproductieve mensen en de baas vaart er wel bij; die betaalt minderhuur. Mijn stelling is dat er alleen maar is nagedacht over het materiële.Het is de hoogste tijd om na te denken over een houdbare mix van mens,organisatie, communicatie en welzijn. Het herdefiniëren van flexplekkenis vanuit zo’n vertrekpunt hard nodig. We zullen tijd en aandacht aanelkaar en aan dit onderwerp moeten geven

Rob Lommerse, Uden

6

Center forPeople and Buildings

forum

Leidt vernielingtot vernieuwing?

Door de dramatische gebeurtenis van 11 september krijgt de werkplek eenbetekenis waarbij het economischedirect het sociale in de samenlevingraakt. Door de aanslagen is de associatiesnel gemaakt: welke ontwikkelingen zijnvan invloed als gevolg van de vernielin-gen van werkomgeving? Heeft de aan-slag op de Twin Towers een groteinvloed op werken, op huisvesting, ophet facility management? Leidt vernie-ling tot vernieuwing? Hoewel sprake is van een incident meteen meervoudig gezicht (TwinTowers,Pentagon, Pittsburgh, antrax-brieven) iseigenlijk sprake van één incident. Destatisticus zou zeggen dat de steekproef(n=1) onvoldoende grondslag vormt omverantwoorde uitspraken te doen overde gevolgen. Het mag een slag in hetgezicht van deze tak van wetenschapzijn, maar overduidelijk is dat politici enbestuurders, maar ook de publieke opinie zich niets gelegen laat liggen aan

Sinds 11 september heeft de anonie-me kantoorwerker die trouw naarzijn anonieme werkplek ging eengezicht, zelfs een naam. De herinne-ring aan een interview met een vande zeer geëmotioneerde directeurenvan het bedrijf Cantor Fitzgerald(700 van de 1000 medewerkers ineen van de WTC torens kwamenom) staat nog vers in het geheugen.“We moeten weer aan het werk, wemoeten geld verdienen. We moetennu zorgen voor 700 gezinnen dieachterblijven”, sprak hij in tranen.Met de achterblijvers zou hij eenander kantoorgebouw betrekken enweer de draad oppakken, nu metdeze enorme last op de schouders.

eens tot alternatieve inzet van deze vrij-vallende maandelijkse lasten kunnen lei-den. Belangrijker is de tweede, meerconceptueel gefundeerde variant. Veelbedrijven zijn gaan nadenken wat nu hetobject van beveiliging moet zijn. Is dateen gebouw of zijn het de werknemersmet hun kennis, vaardigheden, netwer-ken? Is het de harde infrastructuur of ishet de organisatorische software? Debeschikbaarheid van menselijke kwali-teiten zou wel eens zwaarder kunnenwegen dan zichtbare aanwezigheid ineen gebouw dat meer een icoon is daneen efficiënte werkomgeving.Bedrijfsanalyses die vragen stellen overde risico’s, zichtbaar of onzichtbaar, nu of later, hier of daar, bekend ofonbekend, gevreesd of niet zullen in detoekomst ongetwijfeld leiden tot eenandere waardering van de traditioneleopvatting dat de anonieme werknemermet een anoniem transportmiddel naareen anonieme werkplek gaat.

Ingezonden brief

U kunt op verschillende manierendeelnemen aan activiteiten van hetCenter:• Partner: investeren in het Center• Participant: investeren in onderzoek• Klant: producten, deelnemen

Afhankelijk van uw deelname, verwach-ten wij een bijdrage in geld en/of mens-kracht.Kijk voor meer informatie op onze website: www.cfpb.nl

Vragen ? e-mail: [email protected], telefoon : 015 – 278 88 33

Het Center for People and Buildings

Case

Het zwartgelakte koffertjeis bijdehand aanwezig

en klemt de mappen vastin zijn gelakte binnenste

er buiten snelt de bezitterdeurenslaand door lange gangen

verdwijnend achter namendie weer leesbaar worden

na de holle woordenhooggehakt genotuleerden diagonaal bekekenof in getelde secondengrenzeloos verzonden.

De brede bek staat opende verstijfde inhoud zuchtde bekafte regels hijgen

naar meer lucht.

Marieke van LeeuwenUit: ‘Koester kleine delen van een dag,onthaastingsgedichten’ december 1997

Page 7: nr.1 Werkconferentie levert veel stof tot nadenken...belangrijker dan de inrichting van het kantoor. Het gevoel dat werk prettig is, heeft niet alleen met gebouw en werkplek te maken

Onderzoekspro-gramma Center forPeople and Buildings

Het Center for People and Buildingswerkt met een onderzoeksprogrammadat zich richt op de combinatie vanmensen, organisaties en vastgoed inde meest brede zin. De onderzoekenworden uitgevoerd door onderzoekersvan het kenniscentrum en academi-sche partners. Partners uit hetbedrijfsleven en de overheid dragenvraagstellingen aan en leveren onder-zoeksmateriaal, waaronder gegevens,studie-objecten, cases.

• Kosten en baten van flexibele werkomgevingen

• Functietypologie en werkomgeving-concepten

• Verbinding of vervreemding?Telewerken herontdekt

• Mens en werk, institutionele verankering van de werkomgeving

Investeren ininnovatiesInnovatieve kantoren kunnen gezien wor-den als een investering van bedrijven omde productiviteit verder te laten groeien.Deze investeringen maken deel uit vaneen breed scala aan maatregelen ominnovaties te stimuleren: aanschaf vancomputers en computernetwerken, scho-ling, kwaliteitssystemen, marketing, ver-beteren van het imago, de aanschaf vanlicenties, het aantrekken van hoogopge-leid personeel. Over deze onderwerpen isonder andere gepubliceerd door hetGroningen Growth and DevelopmentCentre. Onderzoekers van dit Centreconstateren dat het bepalen van het ren-dement van deze investeringen in termenvan toegenomen innovatief vermogennog met veel vraagtekens is omgeven. Endaar gaat het tenslotte om: weten of hetzinvol is door te gaan met investeren ineigentijdse werkomgevingen.

ArbeidsproductiviteitontleedEen van de opgaven van de economie isom de economische groei te berekenenen de oorzaken voor groei (of krimp) teverklaren. Onze landgenoot Tinbergen

heeft hiervoor de grondslag gelegd.Arbeidsproductiviteit laat zich vertalenin hoeverre we meer van iets krijgen:meer geld, meer vrije tijd. Een eenvou-dige investering kan in principe leidentot een hogere arbeidsproductiviteit. Inzijn rede ter gelegenheid van de benoe-ming tot hoogleraar stelt professor Bartvan Ark van de Universiteit Groningen‘dat je met een extra machine gemakke-lijk meer produceert dan zonder’. Hijzegt dat we beter een wat nauwer gede-finieerd productiviteitsbegrip kunnengebruiken: de totale factorproductiviteit.Alleen als de productie sneller stijgt dande toename van alle inputs, arbeid enkapitaal (waaronder de innovatievewerkomgeving) tezamen, is er sprakevan een stijging van de totale factorpro-ductiviteit.

De zoektocht naar de bijdrage aan dearbeidsproductiviteit door investeringenin innovatieve werkomgevingen zal onszeker langs de weg van de totale factorproductiviteit leiden. Een voorwaardedaarvoor is de sectorale vergelijking.Vergelijking van dezelfde werkplekcon-cepten in verschillende sectoren lijktdaarom niet zinvol. Ook moeten weoppassen om de thans ontwikkeldewerkplekconcepten te beschouwen alsuniverseel, gemakkelijk en zonder veel

extra inspanning en kosten te implemen-teren in andere situaties (kopiëren vande plattegrond). De opbrengsten vandeze investeringen zijn te diffuus endaarom is een fijnmazige benaderingnodig.

Methoden entechniekenIn hun research memorandumInnovation in services, an overview ofdata sources and analytical structuresbeschrijven van Ark, Broersma en deJong enkele methoden om betekenisvolgegevens te kunnen interpreteren. Inhet onderzoek kosten en baten vanflexibele werkomgevingen willen wegraag weten wat de bijdrage is van eeninnovatief kantoor aan de organisatie,aan de innovatiekracht en de concurren-tiepositie. Hiervoor noemen de onder-zoekers twee methoden: de klassiekeregressie-analyse en de zogenaamdeLISREL benadering. De regressieme-thoden zijn in zwang om een relatie aante tonen tussen innovatieve activiteiten(zoals het kantoor) en de bedrijfsresul-taten. De LISREL (linear structuralrelationship) methode stelt ons in staatom niet waarneembare latente construc-ties in verband te brengen met anderelatente constructies, zoals de relatie

tussen een innovatief kantoor en bij-voorbeeld de gewenste verbetering incommunicatie of toename van de creati-viteit. Het bestaan van deze methodenen technieken geeft hoop dat een aantalvragen over de waarde van innovatievekantoren in de toekomst beantwoordkunnen worden. Er moet gedetailleerdbepaald worden welke verwachte bijdra-ge het innovatieve kantoor levert aan deonderneming en welke gegevens nodigzijn om dit verband aan te tonen.Daarnaast zal ook beantwoording op devraag moeten plaatsvinden welkemethoden geschikt zijn om toe te passenin de publieke sector waar bedrijfsresul-taten anders gedefinieerd zijn dan in deprivate sector.

De projecten-agendaHet Center for People and Buildingswerkt in enkele projecten aan het krijgenvan meer inzicht in de kosten en batenvan de werkomgeving. In een uitwisse-lingsproject met Carnegie MellonUniversity te Pittsburgh wordt gekekennaar een aldaar ontwikkeld onderzoeks-kader voor een Building InvestmentDecision Support Tool. Dit projectonderzoekt welke elementen in de bouw-kundige en bedrijfskundige literatuurrelevant lijken om in een kosten-batenbalans onder te brengen. Een ander pro-ject betreft een studie naar kosten enbaten van kantoorinnovatie in drie delen:Meten en meetbaarheid, Directe kostenen baten en Indirecte kosten en baten. Indeze studies gaat het om het operationeelmaken van doelstellingen, het in beeldbrengen van kosten en baten voor diversestake-holders, alsmede het aangevenonder welke voorwaarden voordelenkunnen worden versterkt en nadelen toteen minimum worden beperkt.

7

Center forPeople and Buildings

wetenschap

Kosten en baten van flexibele werkomgevingen

Perspectief voor productiviteitOnbetwist blijkt kostenreductie een voorname aanleiding voor kantoorinnovatie. De houdbaarheid van deze doel-stelling is echter onvoldoende aangetoond. Bestaat er een bovengrens aan de kostenreductie? Welke kosten bedoe-len we precies? Als het doel van de kostenbesparing niet helder (meetbaar!) is gesteld, hoe kan dan de vraag naar‘het goedkoper’ worden beantwoord? In een meer brede zin is ernstig behoefte aan het inzichtelijk maken van dekosten en baten van de werkomgeving. Naast bekende kostensoorten als huurprijs en servicekosten dienen ook uit-gaven in het complexe implementatieproces (tijdsbesteding aan mensen, advieskosten en onderzoek) te wordenmeegenomen. Net als de kosten zijn de baten schaars kwantitatief beschikbaar.

• Begrippenapparaat prestatie-criteria voor kenniswerkers

• Definitiestudie: perspectiefvoor productiviteit

• Framework voor dataverzame-ling en decision support tool

• Database met kostengegevensper project

• Kostenmodel als basis voorDecision Support Toolkit

• Haalbaarheidsstudie EU project Decision SupportToolkit

MultitaskingKantoorwerk lijkt moeilijker te beschrij-

ven dan fysieke arbeid. Denkwerk op

kantoor is moeilijk zichtbaar en het

houdt niet op bij het verlaten van het

pand. Het is wel uiteen te rafelen in

taken. Uit Frans onderzoek blijkt dat

managers gemiddeld 68 taken per dag

doen. In 25% van de gevallen worden ze

gestoord. Na de storing moet de draad

weer opgepakt worden. Daarbij moet

wellicht iets gedaan worden met de

interpretaties van het gedrag van degene

die de storing veroorzaakte: de toon

waarop gecommuniceerd werd, de volg-

orde van een telefoonnummer of een e-

mail adres dat werd doorgegeven. In de

tijd dat de storing optrad kon ook de

aandacht gevraagd worden voor een

andere taak. Multitasking noemen we

dat tegenwoordig. Veel dingen tegelij-

kertijd moeten doen, en daarom alert

blijven op visuele en auditieve signalen

die aandacht vereisen. Wordt een sig-

naal gemist dan kan dat grote gevolgen

hebben. Een klassiek voorbeeld is de

bijna ‘meltdown’ van de Amerikaanse

kerncentrale op Three Miles Island.Het reduceren van risico’s in de werk-omgeving is vrijwel nooit het uitgangs-punt van kantoorinrichting. Binnenkortte publiceren onderzoek toont aan datmensen in kantoren een nogal para-doxale behoefte hebben: enerzijds omzich een groot deel van de werktijd tekunnen concentreren en anderzijds omop elk gewenst moment even informeelte praten met de collega’s. Dit probleemwordt ‘opgelost’ door de ontwerpers vankantoren te vragen om flexibiliteit.

FlexibiliteitHet begrip flexibiliteit helpt niemandverder en doodt eerder de discussie dandat ze deze stimuleert. Een eenvoudigeen misschien goed werkende methode isom een typering van bepaalde functieste maken en die te verbinden aan typenvan ruimten. Zo ontstaat het activiteit-gerelateerde kantoor: plekken voor con-centratie, voor communicatie in kleinegroepen, in grote groepen, voor infor-meel overleg, voor het opbergen vanonderhanden werk en een gemeen-

schappelijk archief. De Amerikaansecognitief onderzoeker David Kirsch kri-tiseert het activiteitgerelateerde kantoordoor het te vergelijken met een kook-boek: men neme....etc. Het statischeproces uit het kookboek wordt in depraktijk veel dynamischer als we ziendat we tussentijds mensen te woordstaan, attributen afwassen of de vuilnis-bak legen. Zo is het op kantoor ook. Inde opvatting van Kirsch moeten werk-plekken beter doordacht worden, even-als de instrumenten die behulpzaamkunnen zijn bij de programmering enhet ontwerp van de werkomgeving. Hijstelt dat kantoorruimte de activiteitenvan intelligente mensen moet onder-steunen. Daarbij gelden drie uitgangs-punten: ruimte moet het maken vankeuzes vergemakkelijken, maar ook per-cepties vereenvoudigen alsmede deinterne menselijke verwerking vaninformatie.

Als kantoorruimte dat niet doet zoekenmensen naar plekken waar dat welmogelijk is of ze voeren de taken langzamer uit doordat ze te vaakgestoord worden.

Beter begrip vanmenselijk handelenKirsch, maar ook anderen stellen datwe, om werkbare gebouwen te maken,het menselijk handelen beter moetenbegrijpen. Hoe nemen we dingen uitonze omgeving waar, in welke volgordeverwerken we die informatie? Hoeveelvan die inflatie kunnen we eigenlijkaan? Wat gaat verloren doordat onze zintui-gen voortdurend geprikkeld worden metzinloze signalen? Is het menselijk han-delen zo te ontleden en werk in hande-lingsbegrippen te verstaan dat we metdie bouwstenen concepten van werk-omgevingen kunnen ontwikkelen enontwerpen?

CobuildHet Center for People and Buildingsverricht hiernaar onderzoek in samen-werkingsverbanden met andere univer-siteiten in binnen en buitenland. Zijrichten zich op cognitieve aspecten vaninformatieverwerkende arbeid en dewisselwerking met de fysieke omgeving.In het verleden is een aantal conferen-ties gehouden onder de naam CoBuild(Conference on Cooperative Buildingste Darmstadt 1998, Pittsburgh 1999). Inhet hier genoemde onderzoek zou eenderde CoBuild conferentie een geweldi-ge stimulans kunnen zijn voor het bijeenbrengen van nieuwe inzichten, instrumenten, en ervaringen.

• Begrippenapparaat cognitievearbeid en werkomgeving

• Inzicht in risico’s van standaardi-satie voor bijvoorbeeld continuï-teit van de bedrijfsvoering

• Wat zijn kosten van aanpassingenomdat instrumenten niet fijnmaziggenoeg zijn?

• Afwegingskader voor een gestan-daardiseerde methode voor ont-werpoplossingen voor flexibelewerkomgevingen: uitgangspunten,mogelijkheden en beperkingen

• Methode om aan de hand vanfunctietypen gestandaardiseerdehuisvestingsoplossingen te generen

• Functionele specificaties voorcommunicatie, samenwerking,archiveren, informatiebeveiligingin flexibele werkomgevingen

Functietypologie en werkomgevingsconcepten

Werkplekken: standaard of maatwerkStandaardisatie van werkomgevingen kan voor grote organisaties aanzienlijk kostenbesparend zijn. Tegelijkertijddraagt uniformiteit bij aan een versterkt bedrijfsimago. Daar tegenover staat dat een rigide aanpak van werkplek-standaardisatie geen recht doet aan de diverse behoeften van kantoorwerkers, de aanwezige creativiteit en uniekeorganisatie-eigenschappen of bedrijfsrisico’s. Welke elementen in het werk veroorzaken aanpassingen van de werk-omgeving? Welke mogelijkheden zijn er om taak- en gedragstyperingen (functietypologie) te gebruiken voor hetformuleren van functionele specificaties voor de werkomgeving en inrichtingselementen?

Beoogde resultaten

Beoogde resultaten

Page 8: nr.1 Werkconferentie levert veel stof tot nadenken...belangrijker dan de inrichting van het kantoor. Het gevoel dat werk prettig is, heeft niet alleen met gebouw en werkplek te maken

Uit de evaluatie van de werkconferentie “Nieuwe werkomgevingen, betereprestaties?” kwam een sterke noodzaak naar voren om de kennis te bunde-len en verdiepen over menselijk gedrag in de werkomgeving. De meesteverhalen over kantoorinnovatie willen ons doen geloven dat kantoorinnova-tieprojecten flink geld opleveren en fantastisch werken. Toch wonderlijk datnog maar een kleine 15% van de Nederlandse organisaties innovatief isgehuisvest. Het overgrote deel van de kantoorwerkers heeft dus ‘gewoon’een vaste werkplek. Is kantoorinnovatie dan niet meer dan een veredelde enbovenal kostbare vorm van aandacht om medewerkers voor een korte duureen prettig gevoel te geven en zo te hopen op betere prestaties? Als kan-toorinnovatie werkelijk een vorm van aandacht zou zijn, wat wordt daneigen geïnnoveerd? Wordt er dan überhaupt nog wel geïnnoveerd? Nietzelden blijkt ook in de praktijk louter de plattegrond na kantoorinnovatieanders te zijn, de manier waarop wordt gewerkt en hoe dit wordt georgani-seerd blijft nagenoeg onveranderd.

kerd zijn. Het zou vruchtbaar zijn omjuist eens de constanten in de mens teidentificeren in plaats van ons steedsweer te richten op dynamiek en alleswat verandert. Het beter begrijpen vannatuurlijk gedrag biedt uitstekend hou-vast bij het ontwerpen van een goede engezonde werkomgeving.

Werkplek op deHRM-agendaOp dit moment is door het Center forPeople and Buildings een eerste onder-zoek gestart in het programma Mens enWerk. Hierin staat het bevorderen vande dialoog over de werkomgeving tussenhuman resource managers en facilitairmanagers centraal. Onderzocht zal worden hoe het HRM-beleid van eenorganisatie en de werkomgeving elkaarbeïnvloeden. Het aanbieden van eengoede werkomgeving zou kunnen hel-pen bij het werven en binden van mede-werkers. Door het bevorderen van eendialoog tussen facilitair managers diemeestal de werkomgeving verzorgen en human resource managers die hetpersoneelsbeleid verzorgen, kan eenorganisatie misschien beter inspelen opde wensen van de medewerkers.

Rondom telewerken heeft het Centerfor People and Buildings meerdere deel-studies geprogrammeerd, zoals:

• Bedoelde en onbedoelde effectenvan telewerken.

• Telewerken in de Service SupplyChain.

• Grondslagen van telewerken:ethisch, juridisch en organisatorisch.

• Telewerken en vastgoed: oorzaak engevolg.

Samen met de Universiteit van Utrechtwordt momenteel een definitiestudiegedaan naar telewerken in enge zin: hetthuiswerken. Op basis van deze studiezal een longitudinaal onderzoek naar deeffecten van thuiswerken voor mens en

Telewerken verandert taken thuisAls mensen thuis gaan werken, verandert daardoor de taakverdeling binnenshuis,met name die tussen mannen en vrouwen. Gerda Casimir onderzocht deze verande-ringen in een promotieonderzoek waarop zij op 2 november jl promoveerde aan deUniversiteit Wageningen. Hiertoe vulden 171 respondenten een vragenlijst op inter-net in. Kern van de vragenlijst vormden negen terugkerende huishoudelijke taken,waarover telkens drie vragen werden gesteld: wie voert deze taak uit op thuiswerk-dagen, wie doet het op andere dagen en wie deed het voor u thuis ging werken. Zoalsverwacht gingen de meeste telewerkers inderdaad meer huishoudelijk werk doen.Zorg voor de kinderen, kinderen van school halen en koken veranderden het meest.De afwas en de dagelijkse schoonmaakbeurt veranderden het minst. Niet verwachtwerd dat de relatieve toename voor mannen beduidend hoger zou zijn dan voorvrouwen. Mannen haalden 7 keer vaker hun kinderen van school dan voorheen enzorgden 4,6 keer zo vaak voor hun kinderen. Verder kookten zij 2,4 maal meer alsvoorheen. Voor vrouwen was de relatieve toename slechts 1,8 voor kinderen vanschool halen, 2,3 voor kinderverzorging en 1,6 voor koken.Bron: persbericht Universiteit Wageningen (http://www.wageningen-ur.nl/nl/agenda/)

8

Center forPeople and Buildings

wetenschap

People & Buildings is een uitgavevan Stichting KenniscentrumCenter for People and Buildings.Deze uitgave komt voort uit dewerkconferentie ‘Nieuwe werkom-gevingen, betere prestaties?’ diegehouden werd op 4 oktober 2001.

Redactie: Anca Hartjes, Wim Pullen, PaulVos

Correspondenten: Merel de Boer, Rudolph Froger,Jorrit Gijssen, Hermen Jan vanRee, Theo van der Voordt

Druk en opmaak: Formzet BV, Zoetermeer

Oplage: 250

Redactie-adres: Berlageweg 1, 2628 CR Delfttelefoon 015 – 27 88 833 fax 015 – 27 83 171E-mail: [email protected]

Colofon

Mens en werk

Ontwerpen opconstantenWellicht is het ook teveel gevraagd vankantoorwerkers om drastisch te brekenmet werkgewoonten, hun werk anderste organiseren en hier ook in de dage-lijkse praktijk naar te handelen. Onzeconservatieve menselijke standaarduit-rusting zou wel eens haaks kunnen staanop de basisprincipes van het flexibelewerken: werken zonder vaste plek eneen vast kader (plaats, tijd, regels). In desamenleving zien we veel dynamiek alswe kijken naar het onderwerp arbeid.Aan de ene kant zie je een snelle wisse-ling van krimp en uitbreiding van perso-neel, vraag naar wisselende werktijdenof zelf invullen van werktijden en deel-tijd- en duobanen. Daarnaast wordtthuiswerken genoemd voor de combina-tie werk/zorg, herintreders en voor reïn-tegratie van WAO-ers. Organisatiesmoeten nadenken over het arbeids-arrangement dat ze aanbieden en deinrichting van de werkplek die daar bijhoort. De werkomgeving als arbeidsvoorwaar-de wordt nauwelijks beschreven. In per-soneelsadvertenties staan soms lokken-de teksten als ‘prettige werksfeer’, maar‘moderne of flexibele inrichting’ staat erzelden. Terwijl een sollicitatiegesprek ineen desolaat kantoor wel een bepaaldeindruk op de sollicitant achter laat. Inhet huidige strategisch management spe-len, naast organisatorische en menselij-ke resources, de fysieke resources alsgebouw en materiaal een rol bij hetinnovaties en het concurrentie onder-scheidend vermogen van een organisa-tie. Innoveren kan alleen lukken alswordt voortgebouwd op constanten diereeds in de organisatie en mens veran-

Beoogde resultaten

Beoogde resultaten

• een werkplek relevante HRMagenda

• een HRM relevante werkplekagenda

• werkconferentie inclusief workingpaper

• nieuwe projecten in het onder-zoeksprogramma van het Centerfor People and Buildings

Verbindingen of vervreemding:

Telewerken herondekt

organisatie worden verricht. Het onder-zoek zal ca. 2 jaar in beslag nemen.

Telewerken lijkt opnieuw weer in te zijn. Nu niet meer zozeer als een arbeidsarrangement gericht op mobili-teitsreductie maar vooral als middel om medewerkers prettiger te stemmen en nieuw talent aan te trekken.Ook wordt telewerk genoemd als middel voor reïntegratie van WAO’ers. Voor de telewerker biedt het flexi-bel werken een grotere vrijheid om het werk naar eigen voorkeuren van plaats en tijd in te richten. Ondanksde massale aandacht voor telewerken komt er mondjesmaat informatie vrij over de bedoelde (reïntegratie-kansen, productiviteitsstijgingen, mobiliteitsgeleiding) en onbedoelde (discontinuïteit in lerend vermogen vande organisatie, sociaal isolement en toenemende stress door langer doorwerken) effecten van telewerken.

• Rapport Telewerken, state of theart: inzicht in mogelijkheden enonmogelijkheden van grootschaligtelewerken

• Intern bedrijfsmatig afwegings-kader over kosten en baten vantelewerken

• Huisvestingstrategieën bij groot-schalig telewerken

• Ethisch kader voor werkgevers tenaanzien van besluitvorming overen gedrag in telewerksituaties

Een nieuw boek: Turn it Off!Wat is de keerzijde van de ‘overal- altijd werkplek?’ Het kan ook zijn dat werk overalen oneindig is! Het nieuwe boek van de Amerikaanse telewerk-pionier Gil Gordon biedt een goedewaarschuwing dat er leven na het werk is. Zijn boek laat zien hoe de telewerker om kangaan met het ‘altijd overal kantoor’ en tegelijkertijd hoe je er afstand van kunt nemen.In dit verband is het citaat van een onbekende telewerker veelzeggend: ‘Er zijn waar-schijnlijk weinig mensen van wie de laatste woorden zullen zijn: Ik had graag wat meertijd op kantoor doorgebracht’. Turn it off wordt uitgegeven bij Three Rivers Press; ISBN: 0609806971 en kost ca $10,—.Een overzicht over boek en de auteur staat op http://www.turnitoff.com/intro.html U kunt ook nog een quiz doen. Leuk voor de kerstvakantie.

Zoektocht naar nieuwe inzichtenDe kans is groot dat na deelname aan de werkconferentie “Nieuwe werkomgevingen,betere prestaties” of na het lezen van deze krant nieuwe vragen zijn gerezen. Welkekansen heeft kantoorinnovatie bij ons? Krijg ik de mensen in de organisatie welenthousiast voor flexibel werken? Past kantoorinnovatie wel in onze bedrijfscultuur?Wat zijn de kosten, wat de baten? Welke rol speelt de werkomgeving bij het boeienen binden van medewerkers? Hoe kunnen we een verstandig besluit nemen om welof niet over te gaan tot flexibele werkplekken? Zoals is gebleken heeft kantoor-innovatie meer weg van een zoektocht naar nieuwe managementconcepten dan eenpasklaar antwoord op ruimtelijke vraagstukken. Zoektochten leiden zelden totsimpele antwoorden. Het Center for People and Buildings is een partner die mee-denkt en haar deskundigheid en ervaring ter beschikking stelt om huisvesting in uworganisatie de rol te laten spelen die haar toekomt. Hieronder vindt u de ingangenvoor een mogelijk toekomstige samenwerking. Succes met uw zoektocht, wie weetkomen we elkaar tegen.

“Lastige vragen zijn de weg naar nieuwe oplossingen”(loesje)

Meer informatie:Ir W.R. Pullen, directeur Center for People and BuildingsTelefoon: 015-2788833 Fax: 015-2783171 E-mail: [email protected] Internet: www.cfpb.nl

Creatieve telewerkers‘Telewerkers zijn gelukkig creatief’ koptde Staatscourant op de omslag van despeciale bijlage ICT werken in digitaalNederland van 20 november 2001. Deargeloze lezer die overweegt zelf te gaantelewerken, leest gemakkelijk dat tele-werkers gelukkig en creatief zijn. Destrekking van het artikel heeft echterbetrekking op het omgaan met schaarseplekken in huis om te kunnen telewer-ken. Uit onderzoek blijkt dat telewer-kers graag 22 m2 ruimte beschikbaarwillen hebben. Voorts blijkt dat steedsmeer de nodige infrastructuur wordtverstrekt in de vorm van loze leidingenof ISDN aansluitingen. Voor werkruim-te moet wel een oplossing wordengezocht door de bewoners. En daarinzijn mensen gelukkig creatief zegt Kittyde Bruin van het TelewerkplatformNederland.Bron: Staatscourant, speciale bijlage 20november 2001

Page 9: nr.1 Werkconferentie levert veel stof tot nadenken...belangrijker dan de inrichting van het kantoor. Het gevoel dat werk prettig is, heeft niet alleen met gebouw en werkplek te maken

9

Center forPeople and Buildings

Page 10: nr.1 Werkconferentie levert veel stof tot nadenken...belangrijker dan de inrichting van het kantoor. Het gevoel dat werk prettig is, heeft niet alleen met gebouw en werkplek te maken

10

Center forPeople and Buildings

Page 11: nr.1 Werkconferentie levert veel stof tot nadenken...belangrijker dan de inrichting van het kantoor. Het gevoel dat werk prettig is, heeft niet alleen met gebouw en werkplek te maken

11

Center forPeople and Buildings

Page 12: nr.1 Werkconferentie levert veel stof tot nadenken...belangrijker dan de inrichting van het kantoor. Het gevoel dat werk prettig is, heeft niet alleen met gebouw en werkplek te maken

12

Center forPeople and Buildings