notulen directie en raad der reederij van de oud-alblas

48
De Dordtsche Grote Vaart in de 19e eeuw Transcriptie van de Notulen van de vergaderingen van de Directie en de Raad der Reedery, van het Fregatschip Oud-Alblas, (68 blz.) 12 Maart 1835 14 April 1854 Oprichting van de rederij Eerste reis van de OUD-ALBLAS, 11 Nov 1836 Tweede reis, 5 Dec 1837 Derde reis, 17 Dec 1838 Vierde reis, 5 Aug 1840 Vijfde reis, 17 Juni 1842 Zesde reis, 1 Apr 1844 Zevende reis, 24 Dec 1845 Achtste reis, 2 Juni 1847 Negende reis, 15 Mei 1848 Tiende reis, 21 Mei 1850 Elfde reis, 9 Mei 1851 (Valparaiso, San Francisco) Twaalfde reis, 7 Sep 1853 (Australië) etc descunt en van het ‘Grootboek van het Fregatschip Oud-Alblas', (149 blz.) 21 Maart 1835 20 November 1857 Bouw van het schip tot en met de 14e reis en verkoop van het schip Reedery A. Blussé van Oud Alblas resp. Gebr s Blussé te Dordrecht Kees Bouten © 2013 Sailingsteps

Upload: kees-bouten

Post on 19-Mar-2016

225 views

Category:

Documents


1 download

DESCRIPTION

 

TRANSCRIPT

Page 1: Notulen Directie en Raad der Reederij van de OUD-ALBLAS

De Dordtsche Grote Vaart in de 19e eeuw

Transcriptie

van de ‘Notulen van de vergaderingen van de Directie en de Raad der

Reedery, van het Fregatschip Oud-Alblas, (68 blz.)

12 Maart 1835 – 14 April 1854

Oprichting van de rederij

Eerste reis van de OUD-ALBLAS, 11 Nov 1836

Tweede reis, 5 Dec 1837

Derde reis, 17 Dec 1838

Vierde reis, 5 Aug 1840

Vijfde reis, 17 Juni 1842

Zesde reis, 1 Apr 1844

Zevende reis, 24 Dec 1845

Achtste reis, 2 Juni 1847

Negende reis, 15 Mei 1848

Tiende reis, 21 Mei 1850

Elfde reis, 9 Mei 1851 (Valparaiso, San Francisco)

Twaalfde reis, 7 Sep 1853 (Australië)

etc descunt

en van het ‘Grootboek van het Fregatschip Oud-Alblas', (149 blz.)

21 Maart 1835 – 20 November 1857

Bouw van het schip tot en met de 14e reis

en verkoop van het schip

Reedery A. Blussé van Oud Alblas resp. Gebrs Blussé

te Dordrecht

Kees Bouten © 2013 Sailingsteps

Page 2: Notulen Directie en Raad der Reederij van de OUD-ALBLAS

De Dordtsche Grote Vaart in de 19e eeuw

Directie en Raad der Reederij: notulen OUD-ALBLAS

1 Kees Bouten © 2013 Sailingsteps

Notulen betreffende het Fregatschip

Oud-Alblas 1835

Nadat op 12 Maart bij eene voorloopige overeenkomst tot het leggen der kiel voor dezen bodem,

tusschen de Heeren A. Blussé van Oud Alblas, Herman van der Sande Hz, F. van Wageningen en J.A.

Vriesendoro, besloten was (zie Stuk N° 1) en dienvolgens op 14 Maart onmiddelijk na het afloopen van

den Jacob Cats de kiel voor den Oud-Alblas gelegd was, is vervolgens door eerstgenoemden daar van

aan de Directie der Nederlandsche Handelmaatschappij kennis gegeven, en daarop onder dagteekening

van den 16e Maart, een zeer voldoend antwoord ontvangen (zie deze Stukken onder N° 2). In eene

daarna op den 14e Mei gehouden Comparitie van de genoemde Heeren, is de Reedery-Cedul, de Statuten

deezer Reedery bevattende gearresteerd en ter teekening aan anderen open gesteld (zie Stuk N° 3.)

Figuur 1 Aandeelhouders in het Fregatschip OUD ALBLAS

Eerste Vergadering der Reedery

Op Heden den 30 Juny 1835, de Eerste vergadering van den Raad der Reedery gehouden zijnde onder

voorzitting van den bij de Reedery-Cedul bepaalde president, is daarna mededeeling gedaan van het

dien dag met den Scheepsbouwmeester door de Directie finaal gesloten contract van aanbouw (Zie Stuk

Page 3: Notulen Directie en Raad der Reederij van de OUD-ALBLAS

De Dordtsche Grote Vaart in de 19e eeuw

Directie en Raad der Reederij: notulen OUD-ALBLAS

2 Kees Bouten © 2013 Sailingsteps

N° 4) en als nu besloten om op donderdag den 2 July aanstaande de stevens te rigten en alsdan aan het

werkvolk voor een Fooy te geven Tien Zeeuwsche Rijksdaalders.

En daar alsdan overeenkomstig het contract met den Scheepsbouwmeester, 14 dagen daarna dus op 16

July de eerste der bepaalde vijf termijnen, dus f 12.800,- zal moeten voldaan worden, zoo wordt op

voorstel van den president eenparig goedgekeurd om met afwijking, in zoo verre voor ditmaal van Art.4

der bepaling van de Reedery Cedul, eene eerste storting tegen gezegde 16 July, ten bedrage van f 500,-

per een Twee en dertigste aandeel, te bepalen.

Niemand iets meer voor te dragen hebbende, is deze eerste vergadering van den Raad der Reedery

gescheide.

Comparitie van Directeuren

Heden, den 2 July 1835, Directeuren vergaderd zijnde, is bij dezelven, na voorafgegane informatien

ontrent de prijzen van ijzer en werkloonen, en na zich volkomen overtuigd te hebben, dat zulks niet

minder kon, en ook nog was beneden de tot hiertoe minst besteedde prijzen met den IJzerkoper J. van

Wageningen en met den Smit Joseph Jores, in deezer vroeger overeengekomen, dat de eerste het

benodigde achtkant Engelsch IJzer zal leveren voor de benoodigde stompe bouten, punte bouten en

klinkbouten voor het Scheepshol, en de andere die Smeden zal, terwijl in geen geval de prijs per 100 Npd

voor de Reedery hooger zal komen dan f 13,25, en is tevens met de beide genoemde overeengekomen

omtrent het ijzer en de besmeding der kechtbouten, de klinkbouten voor de knieën en der IJzeren knieën

zelven, welke laatsten men iets zwaarder, een voet langer en met een bout meer, verkozen heeft; en zijn

hiervan contracten met de noodige bedingen opgemaakt, waarbij juist bepaald is geworden, zoo wel

wat de ijzerkoper als wat de Smit per 100 Npd van de Reedery ontvangen zal. (Zie Stukken N° 5&6)

Comparitie van Directeuren

Heden den 8 September 1835, Directeuren vergaderd zijnde, is de Heer H.P. Visser zijn verlangen te

kennen gegeven hebbende om van der Dortenaar als Kapitein over te gaan op den Oud Alblas, en zich

met het toezicht over den afbouw van dat Schip te belasten; zoo is daar voor op de gewone conditie

aangenomen, onder bepaling echter van zich nog met de uitrusting van den Dortenaar voor eene nieuwe

reis te belasten, en daartoe als Kapitein van dien bodem te blijven fungeeren tot half October

aanstaande.

Na veelvuldige deliberatie ook met den Heer H.P. Visser, en met diens overleg, is met den Heer A.

Bouman Az overeengekomen omtrent het maken en leveren van al het benodigde blokwerk voor den

Oud-Alblas en door de Directie met denzelven deswege een contract gesloten, Zie Stuk N° 7)

Vergadering van den Raad

Present de Heeren A. Blussé van Oud Alblas, H. van der Sande Hz., A. du Bois &Zoon, van Neerum

&Olivier, C. Gips, P. Blussé Az.

Heden den 31 October 1835, de Raad der Reedery vergaderd zijnde, is na voorlezing en goedkeuring der

Notulen tot heden, op voorstel van den president eenparig goedgevonden om eene tweede storting te

bepalen van f 400,- per 1/32e aandeel, te doen voor of op 30 November aanstaande.

Niemand iets meer voor te dragen hebbende, is deze vergadering gescheiden tot nadere oproeping.

Comparitie van Directeuren

Page 4: Notulen Directie en Raad der Reederij van de OUD-ALBLAS

De Dordtsche Grote Vaart in de 19e eeuw

Directie en Raad der Reederij: notulen OUD-ALBLAS

3 Kees Bouten © 2013 Sailingsteps

Heden den 28 January 1836, Directeuren vergaderd zijnde, zijn de teekeningen voor het beeldhouwwerk

finaal gearresteerd, en is tevens overlegd om aan L. Van Steen en anderen gelegenheid te geven om

daarnaar in te schrijven.

Verder besloten om, terwijl men bij C. van den Broek het scheepsbrood voor f 13,50 en het Kajuits voor

f 36 bekomen kon, en nu voor den Jacob Cats bestellen moest om tegen Mei klaar te zijn, maar tegelijk

eene gelijke hoeveelheid 3000 Nlb Scheeps en 300 Nlb Kajuitsbrood voor den Oud Alblas te bestellen, om

klaar te zijn met September aanstaande.

Nog besloten om den Raad der Reedery tegen dingsdag 2 February zamen te roepen ten einde aan

denzelven eene derde storting, van f 500,- per 1/32ste aandeel voor te slaan.

Door den president werd kennis gegeven van een bij hem door de Agenten der Handelmaatschappy

alhier ontvangen authentiek afschrift van eenen brief der Directie van dezelve Handelmaatschappy,

gedagteekend van den 18 January ll. betreffende eene vermindering der vracht voor de Schepen van 400

tot 500 lasten ten bedragen van 5, en voor die boven 500 lasten van 10 Gulden per uitteleveren last (zie

Stuk no 8.)

Vergadering van den Raad der Reedery

Present de Heeren A. Blussé van Oud Alblas, J.N.Vriesendorp, C. Gips, P. Blussé Az.

De Raad der Reedery heden 2 february 1836 vergaderd zijnde, is door den Voorzitter de noodzakelijkheid

eener derde storting ten bedrage van f 500,- per 1/32ste aandeel aangetoond en dienvolgens

voorgedragen; waarop door den raad daartoe besloten is, met bepaling, dat dezelve zal moeten plaats

hebben voor of op 2 Maart aanst.

Niemand iets meer voor te dragen hebbende, is de vergadering gescheiden tot nader bijeenroeping.

Comparitie van Directeuren, De Heer J.N. Vriesendorp absent.

Heden den 18 February 1836, Directeuren vergaderd zijnde, is aan L. van der Steen het beeldhouwwerk

aanbesteed tegen f 300,- waarvan f 200,- voor rekening van den scheepsbouwmeester en f 100,- voor

rekening der reedery zullen komen.

Verder Bestek en Conditien voor de betimmering (zie Stuk no 9.) gearresteerd, en de inschrijving daarop

tegen Zaturdag 27 february bepaald.

Het maken van het beslag ijzer op de Oude conditien aan Joris gegund, namelijk tegen 25 Gulden, en 14

pond voor insmeding, mitz het beslag, den blokken daarbij voor hetzelfde geld aanneeme; en hiervan

Contract gemaakt (zie Stuk no 10.)

Door kapitein Visser eenen staat der benoodigde zeilen en van het vereischte waarlooze doek (zie deze

stukken onder no 11.) ingeleverd zijnde is besloten om bij de zeilmaker te informeeren naar den prijs van

het maakloon, en naar Crommenie aan P. Bloemendaal en J. Schaap te schrijven om opgave der naaste

prijzen van het Hollandsch doek.

De besteeding van het Touwwerk bepaald tegen 24 February.

Comparitie van Directeuren, De Heer J.N. Vriesendorp absent.

Heden, den 27 February 1836, Directeuren vergaderd zijnde, is bij opening der billetten voor de

betimmmering gebleken, dat hadden ingeschreven J. de Kreuk voor f 1890,- W. van der Weyden voor

Page 5: Notulen Directie en Raad der Reederij van de OUD-ALBLAS

De Dordtsche Grote Vaart in de 19e eeuw

Directie en Raad der Reederij: notulen OUD-ALBLAS

4 Kees Bouten © 2013 Sailingsteps

f 1820,-, en J. van der Steen voor F 1725,-, weshalven aan laatst gemelde dit werd gegund, en daarvan

contract opgemaakt is. (Zie Stuk no 12)

Eveneens de billetten voor het touwwerk geopend zijnde, is gebleken de minste inschrijver te zijn J. van

den Hoogen; aan wien de leverantie is gegund tegens f 43,25 per 100 Npd al het benoodigde touwwerk

voor eens gerekend, en met bepaling dat het den Kapitein zal blijven vrijstaan om het Schiemansgaren

daar te nemen waar hem dit het goedkoopst zal worden aangeboden. En is ook hiervan contract

opgemaakt (Zie Stuk no 13)

Het gerookt spek voor den Oud Alblas even als voor den Jacob Cats, door H. van Sluisdam aangenomen

tegen f 42,-

Aan F. & A. van der Linden het leveren van een verwmolen opgedragen.

Comparitie van Directeuren, De Heer J.N. Vriesendorp absent.

Heden, den 12 Maart 1836, Directeuren vergaderd zijnde, is bij hen, uit aanmerking van de steeds

hooger in prijs wordende Metalen, in ernstige overweging genomen, eene uit Rotterdam dien dag

ontvangen aanbieding van bladkooper tegen 73 Gl., edoch besloten om alvorens dezelve aantenemen,

elders naar de minste prijzen te informeeren; (en is ten slotte den 24 Maart met den Heeren Enthoven

&Co tegen 71 Gl voor het benodigde bladkooper gecontracteerd.

Het Roerwerk, waaromtrent de president reeds eenige maanden tevoren op Feyenoord beding tot den

ouden prijs van f 1,45 gemaakt had, is daar nu besteld gelijk ook een palrand.

Ten gevolgen der genomen informatiën omtrent het maken der Zeilen met de Lijken, Kousen etc, is

gebleken, dat de minste aanbieding was van van den Hoogen á 22 ct; edoch om verschillende redenen,

aan Pot aangeboden om dit werk op zich te nemen tot hetzelfs 1 ct hooger.

Besloten om dit van den Hoogen het Schiemansgaren tegen 35 Centen te nemen.

Door Kapitein Visser eenen staat ingeleverd zijnde van de benoodigde Ankers, Kettingen enz., (zie Stuk no

14) is besloten daarover naar Gateshead te schrijven en naar de prijzen te informeeren.

Comparitie van Directeuren, De Heer J.N. Vriesendorp absent.

Heden, den 14 April 1836, Directeuren vergaderd zijnde, is besloten om het Hollandsch Zeildoek te

bestellen bij Jan Schaap te Crommenie, als den minste prijs vragende, en daar dien Pot weigerachtig

geweest is in het maken der Zeilen, met de lijken, kousen, enz., voor 23 Centen aantenemen, dat te

bestellen bij van den Hoogen tegen 22 Ct zoo als hij nog altoos bleef aanbieden. De Lijsings besteld bij

den zelfden man die ze voor den Jacob Cats gemaakt heeft.

Op de van Gateshead ontvangene prijsopgave (zie Stuk n 15) besloten om de Kabelkettings en het

verdere kettingwerk voor het tuig etc., benevens de Ankers aldaar te bestellen.

Besloten om op het Touwwerk, blokken, ed f 5000 voor 3 maanden te verzekeren.

Comparitie van Directeuren, De Heer J.N. Vriesendorp absent.

Heden, den 5 Mey 1836, Directeuren vergaderd zijnde, is, na daaromtrent gedaan onderzoek bevonden

dat het benoodigde Leer tot de minste prijs bij den Heer Rombouts te bekomen was, en alzoo besloten

dat bij denzelven te nemen, te weten: de huiden overleer tot bekleding tegen 30, het smeerleer tegen 28,

en het gesmart pompleer tegen 30 stuiver per Nlb.

De palrand van Feyenoord ontvangen, onkost f 28,25

Page 6: Notulen Directie en Raad der Reederij van de OUD-ALBLAS

De Dordtsche Grote Vaart in de 19e eeuw

Directie en Raad der Reederij: notulen OUD-ALBLAS

5 Kees Bouten © 2013 Sailingsteps

Comparitie van Directeuren, De Heer J.N. Vriesendorp absent.

Heden, den 24 Mei 1836, Directeuren vergaderd zijnde, gaf de president kennis, dat het Hollandsch

Zeildoek half Mei ontvangen, naar genoegen bevonden, en contant betaald was. – En is besloten om ook

daarop f 4500 voor 3 maanden te verzekeren.

Door den president wierdt nog, medegedeeld, dat op 15 dezer door hem legaal van den aannemer van

de betimmering, J. van der Steen, is kennis gegeven, dat de dekken in de Oud-Alblas gelegd en gekalfaat

zijnde hij verpligt was, overeenkomstig de bepalingen van het bestek, de betimmering aan boord te

beginnen om binnen drie maanden geheel te beëindigen. (Zie Stuk no 16)

Daar de ondervinding het nut van ijzere watervaten en ijzere pompen geleerd heeft, is besloten om tot

eene proef een paar 4 voets Watervaten, thans te Rotterdam te bekomen, van daar te laten komen, en

in België te informeeren naar den prijs van de aldaar thans tot de minste prijzen gemaakt wordende

ijzere Scheepspompen.

Daar men ook voornemens is om ook de Oud-Alblas met 6 Stukken te armeeren, welk getal men in alle

gevallen genoegzaam oordeelt, zoo is besloten van den Jacob Cats die er 10 heeft, bij arrivement er 4

voor den Oud-Alblas over te nemen en twee andere Stukken uit Engeland te laten komen.

Comparitie van Directeuren, De Heer J.N. Vriesendorp absent.

Heden, den 14 Juny 1836, Directeuren vergaderd zijnde, is besloten om de Combuis te bestellen, schijven

op Feyenoord te laten gieten en 2 rolpaarden voor de 2 nieuwe Stukken te bestellen, zijnde van de Jacob

Cats er nu ook vier op den Oud-Alblas overgegaan.

Comparitie van Directeuren, De Heer J.N. Vriesendorp absent.

Heden, den 21 Juny 1836, Directeuren vergaderd zijnde, zijn de conditiën voor het beschilderen en

vergulden van het Schip buiten boord uitgegeven om op 23 dezer daarnaar ingeschreven te worden; (en

is op laatstgemelden dag, gebleeken de hoogste inschrijver te zijn Korthals voor f 197, en de minste A.

Kuyk voor f 128, welke laatste dan ook aannemer geworden is.)

Daar de Smids winkel van J. Joris, na ’s mans overlijden in april ll. niet meer voldoende blijkt te zijn om

het daar voor den Oud Alblas aangenomen werk op zijn tijd te leveren, zoo is dit gedeeltelijk bij anderen

besteld.

Vergadering van den Raad

Present de Heeren A. Blussé van Oud Alblas, H. van der Sande Hz., A. du Bois &Zoon, Blussé &

Vriesendorp, A. Blussé Az, H.P. Visser, C. Gips.

De Raad der Reedery heden den 2 Augustus 1836 vergaderd zijnde, is aan denzelven door den voorzitter

mededeeling gedaan van den thans zoo ver gevordende aanbouw van den Oud Alblas, dat de bodem op

Zaterdag den 27 dezer maand, zal kunnen tewater loopen, en alsnu eene vierde storting noodig werdt

welke de Directie voorstelde te bepalen op f 1000 per 1/32e aandeel, te doen heden over een maand, zoo

is daartoe eenparig besloten, gelijk mede tot het alsdan aan het volk van de Werf te geven gebruikelijke

tractement.

Comparitie van Directeuren, De Heer J.N. Vriesendorp absent.

Page 7: Notulen Directie en Raad der Reederij van de OUD-ALBLAS

De Dordtsche Grote Vaart in de 19e eeuw

Directie en Raad der Reederij: notulen OUD-ALBLAS

6 Kees Bouten © 2013 Sailingsteps

Heden, den 10 Augustus 1836, Directeuren vergaderd zijnde, om te beslissen over de keuze van eenen

Kapitein voor den Oud-Alblas in de plaats van den Heer H.P.Visser (die reeds vroeger, hoezeer zich nog

altoos met den aanbouw blijvende belasten, daarvan had afgezien,) en zulks om in dienst te treden op

den 16 dezer, tot aan de monstering tegen 50 Gl., doch daarna tegen 100 Gl ’s maands, 2½ % kaplaken,

en 10 Gulden daags gedurend zijn verblijf aan eenige haven of laadplaats in Nederlandsch Oost Indiën; -

Zoo is door den president kennis gegeven, dat zich hadden aangemeld als sollicitanten: kapt Ingerman,

Stuurman Cars, Stuurman Ydo, Kapt C. van der Linden, kapitein Boome, Kapt. Meyerhof en Kapt H.

Strumphler, waarvan dadelijk begreepen wierdt dat de drie eersten niet in aanmerking konden koomen;

Vervolgens bij stemming tot eene keus uit de vier laatsten overgegaan zijnde, is met eenparigheid tot

Kapitein verkoozen de Heer Johannes Evert Strumphler, geboortig van Amsterdam.

Comparitie van Directeuren, De Heer J.N. Vriesendorp absent.

Heden, den 16 Augustus 1836, Directeuren vergaderd zijnde, is daarbij voor het eerst als Kapitein

tegenwoordig geweest de dien dag in functie getreeden Heer Strumphler.

In deze Comparitie is gearresteerd, en dien eigen dag uitgegeven het bestek voor het schilderen op en

tusschen de beide dekken, Sloepen, enz. – (zie Stuk no 17).

Besloten 4 eens gebruikte ijzere waterkisten te nemen en daarbij 27 heele en 6 halve leggers bij van

Nerum en Olivier te bestellen. –

Comparitie van Directeuren, De Heer J.N. Vriesendorp absent.

Heden, den 18 Augustus 1836, Directeuren vergaderd zijnde, is bij opening der billetten voor het

schilderwerk bevonden de hoogste inschrijver te zijn de Heer Schmidt voor f 658, en de minste Korthals

voor f 426, en is aan deeze met eene kleine verandering in het bestek de Inschrijving gegund tegen

f 410,-

Besloten om aan alle deelhebbers kennis te geven dat Zaterdag na den middag van

den 27 dezer ten half 5 ure de Oud Alblas zal te water gelaten worden.

Comparitie van Directeuren, De Heer J.N. Vriesendorp absent.

Heden, den 30 Augustus 1836, Directeuren vergaderd zijnde, is besloten om provisioneel f 100.000,- te

doen verzekeren op het Casco voor de uitreis naar Oost-Indie.

Het benoodigde Vleesch tot 30 Ct, Spek tot 37 Ct & brood tot den ouden prijs aanbesteed, om binnen 14

dagen gereed te zijn.

Voorts gaf den president kennis, dat hij den eigen dag van het te water laten van den Oud Alblas,

daarvan aan de Directie der Handelmaatschappij had kennis gegeven, met verzoek om den bodem zoo al

niet in de bevrachting van September, dan althans in de eerste van October te begrijpen, waarop heden

door hem president een zeer voldoend antwoord was ontvangen. –

Vergadering van den Raad

Present de Heeren A. Blussé van Oud Alblas, H. van der Sande Hz., A. du Bois &Zoon, C. Gips, H.P. Visser,

A. Blussé Azn.

Te water laten

Oud Alblas

Page 8: Notulen Directie en Raad der Reederij van de OUD-ALBLAS

De Dordtsche Grote Vaart in de 19e eeuw

Directie en Raad der Reederij: notulen OUD-ALBLAS

7 Kees Bouten © 2013 Sailingsteps

Heden den 24 September 1836, de Raad der Reedery vergaderd zijnde, is aan denzelve kennis gegeven,

dat de Oud Alblas maandag, den 26e de haven verlaten en op de Reede halen zou; dat den volgenden

dag, door den president dier bodem alsnu bepaaldelijk ter bevrachting tegen 20 October zou worden

aangeboden en men, dadelijk na daarop te ontvangen gunstig berigt, dacht te monsteren.

Tot eene vijfde Storting, te voldoen heden over eene maand, ten bedrage van f 1000 per 1/32e aandeel,

werd daarna op voorstel der Directie, met eenparigheid beslooten. –

Comparitie van Directeuren,

Heden den 27 September 1836, Directeuren vergaderd zijnde, gaf de president mededeeling van zijn

schrijven van 25 te voren, aan de Directie der Handelmaatschappij, waarbij hij dezelve ook herinnerd

had aan eene hem vroeger half en half gedane belofte om hem ook voor uitvracht met eenig transport

Militairen of vrachtgoederen te begunstigen en van het daarop dien dag ontvangen antwoord de

bepaalde toezegging bevattende, dat de Oud Alblas in de bevrachting van October zou worden

begreepen, maar tevens reden gevende waarom men voor dit maal ons niet met een militaire transport

begunstigen kon. En werdt als nu bepaaldelijk besloten om op 4 October te monsteren.

De Leverantie der Medicijnen als minste inschrijving door den Heer Krom aangenomen.

Comparitie van Directeuren,

Heden den 6 October 1836, Directeuren vergaderd zijnde, en daags te voren het berigt ontvangen zijnde,

dat de Oud Alblas bevracht was om op 20 October te Hellevoetsluis gereed te liggen, zoo werd, daar na

de monstering van den 4 dezer aan de equipage nog 10 zware matrozen en een ligte ontbraaken,

gemerkt de schaarschte van Matrozen, aan den Makelaar van de Zeevaart Alblas eene extra premie van

3 Gulden voor elken daartoe aan te brengen Matroos uitgeloofd.

Voorts zijn alle noodige bestellingen gedaan, en is ook nog besloten om de assurantie met f 20.000,- te

vergrooten en dus op het casco te brengen tot f 120.000,-

De Bijlbrief den 22 September reeds opgemaakt, uit Den Haag terug ontvangen, is bij de Stukken

weggelegd onder no 10. en de Redery-Cedul voor den President van het Tribunal is den ?e dezer

gepasseerd.

Comparitie van Directeuren,

Heden den 2 October 1836, Directeuren vergaderd zijnde, werd uit aanmerking dat bij hen wel berigt

was ontvangen van het Scheepen der ijzere pompen te Antwerpen, maar zeer onzeker was of die wel

tijdig genoeg voor den Oud Alblas zouden aankomen, besloten, om op staande voet houten pompen te

bestellen, met bepaling dat die den 14 moesten geleverd zijn, hetwelk door den blokmaker Bouman is

aangenomen (en ook naargekomen, hetwelk de ijzere pompen eerst na het vertrek van den Oud Alblas

van hier zijn aangekomen.)

Nadat den 14 eenig Touwwerk van de Marine als vrachtgoed ingenomen, dien dag de laatste

manschappen gemonsterd waren (zie lijst equipage en lijst strekkende nabestaanden onder no 19) en

aan den Kapitein Charterpartij, Instructie en Correspondenten-Lijst, alsmede Vrachtbrief voor het touw

(Zie deeze stukken onder no 20, 21, 22 en 23) waren ter hand gesteldt en van hem was overgenomen

Inventaris (zie stuk no 24), wachtte de Oud Alblas slechts op gunstige gelegenheid

om zich naar Hellevoetsluis te begeven. Des avonds van den 16e werd de wind

gunstig en ook des morgens van den 17 anker gewonden; maar een opgekoome

Vertrek van de

Stad

Page 9: Notulen Directie en Raad der Reederij van de OUD-ALBLAS

De Dordtsche Grote Vaart in de 19e eeuw

Directie en Raad der Reederij: notulen OUD-ALBLAS

8 Kees Bouten © 2013 Sailingsteps

zware mist maakte het vertrek onmogelijk, en deed tevens eene kentering van den wind vreezen.

Onder deeze omstandigheden begreep de president om aan de Directie der Handelmaatschappij te

moeten schrijven, en ontving daarop ommegaande een antwoord, waarop men vooreerst van de kosten

eener Sleepboot afzien, en goede gelegenheid afwachten kon. – Die gelegenehid deed zich den 20e op,

op welke dag de Oud Alblas des namiddags ten 1 ure, onder het saluaren van den Dortenaar, de Reede

verliet, des avonds ten half 5 ure van dien dag onder de Klundert, en tegen den middag van den

volgenden dag te Hellevoetsluis ten anker kwam, waar Kapitein Strumphler echter eerst Zondag den 23e

zijne expeditie ontving, toen de wind niet meer gunstig was om naar Zee te zeilen (de correspondentie te

dezer gelegenheid gewisseld, is bij de brieven te vinden).

Page 10: Notulen Directie en Raad der Reederij van de OUD-ALBLAS

De Dordtsche Grote Vaart in de 19e eeuw

Directie en Raad der Reederij: notulen OUD-ALBLAS

9 Kees Bouten © 2013 Sailingsteps

EERSTE REIS VAN DE OUD-ALBLAS * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *

Eindelijk is den 11 November 1836, met flauwe ZZO gelegenheid, de Oud Alblas naar

Zee gezeild; waarna den 25 November door ons uit Corres het berigt ontvangen

werd, dat, na lang worstelen met tegenwind, Kapitein Strumphler ten 19 de reede

van Corres had moeten zoeken, maar reeds den volgended dag, de wind naar het N en NNO

uitschietende, weder Zee gekoozen en de reis voorgezet had, zonder eenige andere kosten dan 8 £

Lootsgeld gemaakt te hebben.

Vergadering van den Raad

Present de Heeren A. Blussé van Oud Alblas, H. van der Sande Hz., F. van Wageningen, C. Gips, H.P.

Visser, P. Blussé Az.

Heden den 17 November 1836, de Raad der Reedery vergaderd zijnde, is, nadat door den voorzitter de

noodige opening gedaan was van de vroeger bepaalde stortingen, en de tot hiertoe reeds gedane en

verder nog te doene uitgaven, tot eene Slotstorting van f 1000 per 1/32e aandeel besloten te doen heden

over eene maand, en waardoor dan de gezamenlijke Stortingen zullen bedragen f4400 per 1/32e of

f 140.800 voor het geheel, waarmede men alle uitgaven hoopt te bestrijken en nog eenige honderd

Gulden over te houden.

Niemand iets meer voor te stellen hebbende, is deeze vergadering gescheiden.

[Bij publieken verkoop is op 19 November 1836 het 1/16de Aandeel van Blussé &Vriesendorp overgegaan

voor 3/64e aan Fop Smit te Lekkerland en voor 1/64e aan C. Schram Hz te Sliedrecht; en op 22 November

daar aan volgende van C. Gips, bij onderhandsch contract 3/32e aan A. Blussé van Oud Alblas; alles met

vernietiging van de oude, en uitgifte van nieuwe bewijzen van aandeel, en met weglegging, wat aangaat

de verkochte aandeelen van Blussé & Vriesendorp van de quitantiën der kooppenningen bij de stukken

der Reedery. Vervolgens zijn nog de 2/32ste aandeelen van de Heeren Mijnlieff gesplitst in 4/64sten, ten

namen van Fop Meynlieff Az,, Arie Mijnlieff Fz,, Arie Mijnlieff Az, en Jacobus Mijnlieff Fz., alle vier te

Kortenoord. - De genoemde quitantiën en de voor de Heeren Mijnlieff eerst gereed gemaakt, doch nu

ingetrokken Reedery Eigendoms bewijzen, zijn tezamen onder no 25 weggelegd.]

(De brieven zijn in de portefeuille in een pakje onder no 26 weggelegd).

Vergadering van den Raad der Reedery

Present de Heeren A. Blussé van Oud Alblas, H. van der Sande Hz., F. van Wageningen, Mr P. Blussé Az.,

van Norum & Olivier, C. Gips, H.P. Visser, B.Bruininghuis.

Heden den 18 February 1837, de Raad der Reedery, na 8 dagen tevoren daartoe bij circulaires

opgeroepen te zijn, vergaderd zijnde, is na voorlezing en goedkeuring der notulen tot heden door de

Directie rekening gedaan voor het nieuw gebouwde, thans op de reis naar Oost-Indie zijnde Fregatschip

Oud Alblas, waarbij bleek dat de ontvangsten of stortingen voor dien bodem bedragen hadden

f 140.800,- en de uitgaven f 140.036,84 sluitende dus met een batig saldo van f 763,16 om op nieuwe

rekening over te brengen. En is de rekening door alle presente Heeren goedgekeurd en geteekend.

Wijders is, in de plaats van den Heer J.N. Vriesendorp, tot Directeur verkozen Mr P.Blussé Az die dadelijk

en functie is getreden.

Naar Zee zeilen

Page 11: Notulen Directie en Raad der Reederij van de OUD-ALBLAS

De Dordtsche Grote Vaart in de 19e eeuw

Directie en Raad der Reederij: notulen OUD-ALBLAS

10 Kees Bouten © 2013 Sailingsteps

Niemand iets voor te dragen hebbende, is deze vergadering gescheiden.

Figuur 2 Kosten van de bouw van het fregatschip OUD-ALBLAS

Op heden den 19 July 1837 ontvingen voor het eerst door de Heeren Wilson Smith

&Co te Batavia, in dato 25 Maart ll., berigt van de aankomst aldaar en verzeiling

naar Sourabaija van den Oud Alblas, die eerst later door brieven van Capt

Strumphler hier zelven bij de directie van 3 tot 25 Augustus ontvangen, gebleken is

den 7e Maart te Batavia aangekomen, van daar den 12e naar Sourabaija vertrokken,

in laatst genoemden 17e aangekomen te zijn, en aldaar het ingenomen touw der Maatschappij gelost te

hebben, vervolgens 21 naar Passarouang verzeild, en er den 24 aangekomen zijnde, heeft aldaar de oud

Alblas 6500 Picols Suiker ingenomen, daarna over Sourabaija naar Samarang terug gezeild zijnde, heeft

het schip aldaar tot completeering der lading 1113 picols Koffy, benevens eenige Indiogo, Huiden, enz.

ingenomen, en lag den 22 April te Batavia geheel gereed om de terugreis naar het Vaderland aan te

nemen. De Directie onder die dagteekening zijne rekening overzendende met wissel voor het der Reedery

komende saldo, te trekken door de Heeren Wilson Smith &Co op de Heeren Spengler &Co te Amsterdam,

6/maand zigt. Dit laatste schrijven van Capt Strumphler per Kapt Bergman den 23 Augustus ontvangen

zijnde, is vervolgens de wissel ter zegeling en de [....teering] naar Amsterdam opgezonden, maar non-

acceptatie geprotesteerd moeten worden.)

Door de Directie tot correspondent het binnenvallen van den Oud Alblas in Texel verkozen zijnde Heer

Dirk Koger aldaar, is deze daarvan den eigen dag door den president verwittigd met insluiting eenen

brief voor Kapt Strumphler, om hem dien aankomst bij te overhandigen.

Den 24 Augustus 1837, ontving de Directie een brief van F.J. van der Meulen te

Amsterdam des morgens per deligence van Amsterdam verzonden, het eerst berigt

van de behouden aankomst van de Oud Alblas des morgens van den 23, in Texel, en

Eerste berigt van

den aankomst

van den Oud

Alblas te Batavia

Aankomst van

den Oud Alblas te

Texel

Page 12: Notulen Directie en Raad der Reederij van de OUD-ALBLAS

De Dordtsche Grote Vaart in de 19e eeuw

Directie en Raad der Reederij: notulen OUD-ALBLAS

11 Kees Bouten © 2013 Sailingsteps

des morgens van den 25 werd haar dit door een brief van Kapt Strumphler zelve bevestigd, meldende

dat hij den 23 April van Batavia vertrokken was, en nog nader opgevende zijne belading, en dat hij als

passagiers de familie LeRoux, gewezen assitent-Resident van Samarang en nog twee gepasporteerde

Soldaten had medegebragt, voorts zou den volgenden dag beginnen met een ligter te beladen; zou als

nader gemeld heeft, had hij den 27 vier ligters beladen met 3500 balen Koffy en in den laatsten, op

verzoek der Maatschappij, ook de Indigo afgescheept. Er zijn daarna nog 3 Ligters benodigd geweest,

waarna het Schip des namiddags van den 29 door de kanaal-Sluis is gehaald om de 30 aan de lijn te

gaan. Het is vervolgens den 2 September voor de Willemsluis en nog dien zelfden avond in het Oosterdok

aangekomen. Den 4 September de president in persoon zich naar Amsterdam begeven hebbende, om

den Kapitein te ontmoeten, van een en ander visie te nemen en op onderscheiden zaken de noodige

order te stellen, heeft daarbij alles naar genoegen bevonden; ook met den Heer Spengler over de

bewuste wissel gesproken, maar daarop wel hoopgevingen maar niet de gewenschte volkomenne

geruststelling kunnen ontvangen, en daarop voorloopige informatien ingewonnen voor eenen desnoods

te kiezen anderen correspondent te Batavia; ook heeft hij bij die gelegenheid bij de Directie der

Handelmaatschappij, aan welke hij het Schip reeds den 1e September voor de tweede toegezegde reis ter

bevrachting had aangeboden, daarover in het tweede gehandeld en van dezelve de bepaalde toezegging

bekomen, dat de Oud Alblas in de bevrachting van October zou begrepen worden.

Na het retour van den president zijn door denzelven met overleg zijner mede-Directeuren, onder

dagteekening van den 10 September de door hen, ten gevolge van het niet honoreeren der wissels van

de Heeren Wilson Smith &Co noodig geoordeelde brieven, zoo aan die Heeren als aan de Heer Vin.. en

aan den Kapitein van den Jacob Cats, naar Batavia met goede gelegenheid in duplo verzonden.

Figuur 3 Eerste reis van de OUD-ALBLAS

Comparitie van Directeuren

Heden den 13e September 1837, Directeuren vergaderd zijnde, werd, daar men den 10 van Kapt.

Strumphler opgave van het voor eene nieuwe reis benodigde Touwwerk, alsmede Zeildoek zoo voor hier

als daarna aan boord te maken Zeilen ontvangen had, besloten om de leverantie van het Touwwerk aan

de Wed. G. ’t Hooft en Zoon te gunnen tegen f 45,30 het loopende en f 17,80 het staande want, evenals

voor den Jacob Cats, en naar prijzen van Zeildoek en maakloon de Zeilmakers alhier te informeeren.

Heden den 21 September 1837, Directeuren des boord vergaderd zijnde, was daarbij ook Kapt.

Strumphler tegenwoordig, die den 19 eindelijk los gekomen zijnde en dien avond afgemonsterd

hebbende, herwaarts gekomen en terwijl, ten gevolge van het op den 20 bij de Directie ontvangen berigt

van de geheele ontlossing der lading, reeds dien dag door dezelve het Schip opnieuw aan de

Handelmaatschappij was aangeboden.

Page 13: Notulen Directie en Raad der Reederij van de OUD-ALBLAS

De Dordtsche Grote Vaart in de 19e eeuw

Directie en Raad der Reederij: notulen OUD-ALBLAS

12 Kees Bouten © 2013 Sailingsteps

In deze comparitie is op de intusschen ingekomen inschrijvingen, besloten het maken der Zeilen aan J.

van den Hoogen, tegen 17 Centen met de lijken, garens en kousen te gunnen; voorts bepaald de soorten

van doek waarvan de zeilen te maken gedeeltelijk bij van den Hoogen te nemen, en het Hollandsch doek

van Crommenie te ontbieden. En is den 23 aan van den Hoogen eene perdecise opgave gedaan van de

door hem te maken zeilen, alsmede van de te leveren lijken voor die aan boord zullen worden gemaakt.

Omtrent de proviandering, en completeering van inventaris en ander voorzieningen, onder anderen de

noodzakelijk gekeurde verandering, van de Kap nu den Kapitein definitief afgesproken, door welke hij de

in O.Indie met zijne passagiers gesloten contracten overlegd.

Comparitie van Directeuren

Heden den 30 September 1837, Directeuren vergaderd zijnde, gaf de president kennis, dat op de reeds

den 21 September door de Cargadoors Daniels &Zoon en Arbman bij de Handelmaatschappij ingeleverde

vrachtrekening, waar van den 22 bij ons de copie ontvangen is, alsook de gelden bij de agenten te

Rotterdam disponibel gesteld waren, waarop besloten werd tot een provisioneele uitdeeling van f

1.000,- per 1/32ste aandeel, en zijn daartoe de kwitantien ter teekening en ontvang op 7 October aan

alle deelhebbers toegezonden. En vermits de Directie op haar schrijven van den 20, onder dagteekening

van den 25 dezer van de Handelmaatschappij, in antwoord berigt had ontvangen dat de Oud Alblas ter

overbrenging van troepen aan het Gouvernement aangeboden was, zoo werden van nu afaan met

voorzigtigheid de noodige bestellingen gemaakt, om, zoodra men het stellige berigt van troepen zou

ontvangen hebben, in korten tijd in het daarvoor noodige te kunnen voorzien. Ook werd bepaald om een

gedeelte der manschap aan te nemen en, terwijl men den tweeden Stuurman Valk niet meer dacht aan

te nemen, den derden Stuurman D. van Wageningen tot tweeden te bevorderen, echter, uit hoofde van

zijn ziekelijk terugkomen ui de Oost, onder schriftelijke quarantie van zijnen vader ten behoeve der

Reederij.

Den 2e October de Oud Alblas in de bevrachtingen der Handelmaatschappij, begrepen zijnde, heeft men

gemeend de aangenomen manschappen den 5e te monsteren, en langzaam met aannemen en

monsteren voort te gaan. Den 10e zijn door den kapitein als passagiers aangenomen de Heer D.Cock van

Dokkum voor f 600,- en eene zwarte slavin voor f 250,-. Dien dag aan de Handelmaatschappy

geschreven met verzoek, om berigt nopens het al of niet medegeven van troepen, waarop den 15 in

antwoord vernomen, dat 100 man zouden medegegeven worden, maar dat het schip daarop tot den 15

November zou moeten wachten, edoch dan in het Nieuwe Diep gereed zou moeten liggen. Zoo wel over

dit kleine getal als over dit wachten heeft de Directie zich dadelijk vrij ernstig beklaagd, waar van het

gevolg is geweest, dat men nog eenig vrachtgoed toegezegd heeft.

Den 19e is de Oud Alblas uitgaande op casco f 80.000,- verzekerd, waarbij daarna nog f 2500,- op

vrachtpenningen gevoegd is. Den 23e is de eerste van hier gezonden ligter met provisie aan boord

gekomen, en dien dag de ligtmatroos van der Bank, op zijn verzoek, ontslagen. Den 25e ontvingen

bepaalde opgave, dat bij de 100 Militairen een kapitein, twee luitenants en een officier van gezondheid

zouden zijn. Den 26e de president zich andermaal naar Amsterdam begeven hebbend om in persoon op

het toegezegde vrachtgoed bij de Handelmaatschappij aan te dringen, de contracten van bevrachting en

voor den overvoer avn de Militairen te teekenen, met den Kapitein afterekenen, en verscheiden zaken te

bespreken, en speciaal ook, om met de Heeren Spengler &Co mog neder te spreken, en daar dit geene

betere uitkomst dan de vorige keer opleverde, bepaaldelijk na ingenomen raad van mede zaken op Java

bekenden, eenen anderen correspondent te Batavia te verkiezen, en is toen de keus gevallen op de

Heeren Santhagens & Glazer aldaar; voor welke heeren dan ook vervolgens onder dagteekening van den

3 November eenen brief aan kapt Strumphler is medegegeven, te gelijk met en brief aan de Heeren

Wilson Smith &Co, hun reden gevenede van deeze verandering. Den 5 November heeft de Oud Alblas het

Page 14: Notulen Directie en Raad der Reederij van de OUD-ALBLAS

De Dordtsche Grote Vaart in de 19e eeuw

Directie en Raad der Reederij: notulen OUD-ALBLAS

13 Kees Bouten © 2013 Sailingsteps

Oosterdok verlaten, en is, na den 6e aan de Willemsluis het laatste goed uit de Dordrechtsche ligters

overgenomen te hebben, waaronder een combuis voor de troepen en 4 ijzere waterkisten, aan de lijn

gegaan, doch door de ongunstige gelegenheid eerst den 14e voor de sluis en den 15e in het Nieuwe Diep

gekomen, waar dien dag dadelijk de troepen overgenomen zijn. Den 9e en 12e zijn aan kapt Strumphler

nog eenige instructien, vooral met opzigt tot de belading in Oost-Indie, benevens eene nieuwe

correspondentie Lijst toegezonden. Den 15e is het copie-Manifest van goederen bij ons ontvangen,

bedragende f 2.047,54 Den 21 is van den Kapt den Inventaris ontvangen, met Copie van de monsterrol

en lijst van de trekkende betrekkingen. Den 1e December is aan de Handelmaatschappy de hutten

rekening opgezonden.

Page 15: Notulen Directie en Raad der Reederij van de OUD-ALBLAS

De Dordtsche Grote Vaart in de 19e eeuw

Directie en Raad der Reederij: notulen OUD-ALBLAS

14 Kees Bouten © 2013 Sailingsteps

TWEEDE REIS VAN DE OUD-ALBLAS * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *

Den 5 December is Kapt Strumphler naar Zee gegaan, en, volgens berigten den 7 op

de hoogte van Plymouth en den 8 buiten het Kanaal op de hoogte van Heizand

gepraaaid, met steeds gunstige gelegenheid de reis voortzettende.

Den 29 December 1837, is het 1/32 aandeel van Hendrik Herman van der Sande, op diens schriftelijk

verzoek bij de Reedery overgeboekt op den naam van Herman van der Sande Hz., en daarvan op het

Reedery-Bewijs aanteekening gedaan door den boekhouder.

En zijn alle brieven en bescheiden van Jan 1837 tot Januarry 1838 weggelegd in het paket A.

Vergadering van den Raad

Present de Heeren A. Blussé van Oud Alblas, H. van der Sande Hz., F. van Wageningen, C. Gips, H.P.

Visser, P. Blussé Az.

Heden den 3e February 1838, de Raad der Reedery na daartoe, bij missive van 30 January te voren

opgeroepen te zijn, vergaderd zijnde, is, na voorlezing en goedkeuring der Notulen tot heden door de

Directie gedaan rekening en verantwoording over de eerste afgeloopen reis van den Oud Alblas, en, na

goedkeuring en teekening derzelve, besloten tot het doen eener slotuitdeeling over gezegde Reis, ten

bedrage van f 250,00 per 1/32 aandeel.

De Wissel van Wilson Smith &Co op de Heeren Spengler te Amsterdam, in de notulen vroeger vermeld

als van non-acceptatie geprotesteerd, in Maart 1838 ook van nonbetaling geprotesteerd, en met het

einde van April ook alle hoop op betaling door de Heeren Spengler &Co opgegeven zijnde, is, na op dit

stuk alle mogelijke informatien te hebben ingewonnen, den 8e Mei aan den Heer A.A. Vinu te Batavia

opgezonden, met behoorlijke procuratie, en het gevolg is geweest dat dezelve door dien Heer met

bijberekening van intrest geincasseerd, en in January 1839 daarvoor door denzelve remise ingekomen is,

met dat gevolg, dat boven de 5 Gld voor incasseering, en alle verdere kosten, daar op nog een klein

avans voor de Reedery geresulteerd is.

Den 17 July 1838 ontvingen met brieven van Capt Strumphler en van onze

correspondenten Santhagens & Glazer, van den 23e Maart, het eerste berigt van de

aankomst van den Oud Alblas te Batavia op den 22e Maart, en nog dien zelfden dag

werd de rekening van passage en kostgelden der Militairen opgemaakt, doch kon wegens het zoo veel

later ontvangen van het certificaat der Factory, eerst in het laatst van Augustus opgezonden worden.

Volgens de verdere achtervolgelijk van kapt Strumphler ontvangen brieven, is den Oud Alblas den 31e

Maart van Batavia vertrokken, door aanhoudende stilte en tegenwinden eerst den 15e April te

Sourabaya gearriveerd, aldaar met 8000 picols Suiker en 3500 picols Koffy beladen, waarna naar

Samarang verzeild, en de lading verder opgevuld is met specerijen en verdere onvoordeelige goederen.

Eindelijk te Batavia wedergekeerd, heeft aldaar nog op Indigo moeten wachten, en is eindelijk den 23

Mei vandaar gezeild om de terugreis naar het vaderland aantenemen.

Dingsdag 25 September 1838 werd, des avonds, door van der Meulen, wederom het

eerste berigt ontvangen van de behouden aankomst van den Oud Alblas in Texel op

den 24den, terwijl den volgenden dag, dit door brieven van Kapt Strumphler zelven

bevestigd werd.

Naar zee gezeild

Aankomst te

Batavia

Aankomst in

Texel

Page 16: Notulen Directie en Raad der Reederij van de OUD-ALBLAS

De Dordtsche Grote Vaart in de 19e eeuw

Directie en Raad der Reederij: notulen OUD-ALBLAS

15 Kees Bouten © 2013 Sailingsteps

Na 6 ligters in het Nieuwe Diep gelost te hebben, is de Oud Alblas den 30 September door de sluis in het

kanaal gehaald, en den 2e October voor Amsterdam en den volgenden dag un het Oosterdok

aangekomen, waar eerst den 5e de verdere lossing is kunnen voortgezet worden, daar eerst de vroeger

geloste ligters moesten bijzijn.

Figuur 4 Tweede reis van de OUD-ALBLAS

Comparitie van Directeuren

Heden den 22e October 1838, Directeuren vergaderd zijnde, hadden het genoegen in hun midden te

ontvangen Capt Strumphler, dien dag van Amsterdam gekomen en rapporteerde dat den 20e het schip

ledig gekomen en de equipage afgemonsterd was; dat het schip de lading uitmuntend uitgeleverd had,

afschoon met de wigt, wegens de vele Suiker en specerijen schadelijk uitkomende. - De Vrachtrekening,

nog dien eigen dag opgemaakt en opgezonden, bedroeg f 82.248,05

En is besloten om den Oud-Alblas wederom met allen spoed in gereedheid te brengen, ten einde met

November wederom ter bevrachting aangeboden te worden, en voorts de Experts der Maatschappy

uittenoodigen om het schip zoo eer zoo liever te onderzoeken. Van welk een en ander dien eigen dag aan

de Heeren Daniels & Arbman is berigt gezonden.

Met den kapitein zijn de inventaris en de vitualien lijst doorloopen, en nieuwe lijsten van al het

benoodigde opgemaakt, hetwelk men zorgen zal dat half November gereed zij; Voor het benoodigde

Touwwerk is dadelijk eene inschrijving geopend, met bepaling van binnen 14 dagen gereed te moeten

zijn. (En is dit den volgenden dag aan de Heeren G. van Hoogstraten &Zn, als minste inschrijvers, gegund

tegen f 48,- het staande en loopende want dooreen.)

Met den kapitein voorts afgesproken dat hij bij zijn retour dadelijk het Schip aan de werf van den Heer J.

Knol zou halen om gekield te worden.

Comparitie van Directeuren

Heden den 28 October 1838, bij de Directie het berigt ontvangen zijnde dat de Experts der

Handelmaatschappy den 25e den Oud Alblas geinspecteerd en omtrent de door hen noodig gekeurde

vertimmeringen een rapport ingeleverd hebben (waarvan alsmede copie bij de Directie ontvangen is,)

zoo heeft de Directie begrepen, wegens de enorme kosten en tijdverlies welke daaruit zouden moeten

voortvloeijen, dat rapport niet te kunnen volgen, en zich te bepalen tot hetgeen men met overleg van de

Heeren Gips, daartoe geroepen, zou oordeelen thans het meest gepast en in het belang der Reedery te

zijn. En is dienvolgens na gemelde Heeren gehoord te hebben besloten:

1o Om tusschen elke bovenste balk, door het reehout op de verbindingsklos twee klinkbouten te doen

brengen ter dikte van een duim amsterdamsche.

2o Om een borgbout tusschendeks te brengen naar de opgaaf van de Experts.

Page 17: Notulen Directie en Raad der Reederij van de OUD-ALBLAS

De Dordtsche Grote Vaart in de 19e eeuw

Directie en Raad der Reederij: notulen OUD-ALBLAS

16 Kees Bouten © 2013 Sailingsteps

3o Om onder de bovendekbalken in eene schuinsche rigting, de te verdeelen van achter de groote rust tot

aan de Fokkemast, aan weerszijde zes zware houten knieën, drie naar voren en drie naar achter, te

brengen.

4o Om in de zetgang, tusschendeks, door de berghouten, tusschen elke balk twee stuks duims

klinkbouten te brengen.

5o Om in het ruim even als tusschendeks 6 houten knieën aan elke zijde te brengen, welke met kop en

bouten zullen moeten verbonden worden.

6o Twee slapen in een schuinsche rigting, over de . . . . en de piek te doen maken.

7o De verbindingsklos in het ruim even als in het bovendek met ijzeren klinkbouten te voorzien.

8o In de daaronder zijnde balkweger tusschen elke balk eene kopere bout te doen slaan.

9o De ijzere knieën, die gewerkt hebben, opnieuw aan te zetten, en daar waar zulks vereischt wordt een

nieuwen bout te doen bijbrengen.

10o Om het schip te doen kielen en breeuwen.

11o Om de boegspriet en verdere inventaris naar behoren te doen voorzien.

En is nog, dien eigen avond afschrift van deze bepalingen aan kapt Strumphler gezonden, met het

voorschrift dat die werkzaamheden binnen drie weken zullen moeten volbragt zijn, ten einde het schip

met het einde van November zeilree kunne zijn, en dat den Heer Knol zich daartoe zal moeten verbinden

(hetwelk geschied is)

Comparitie van Directeuren

Heden den 5 November 1838, Directeuren vergaderd zijnde, gaf de president kennis, dat de Oud Alblas

bij de Maatschappy niet in de bevrachtingen van November begrepen was, maar de cargadoors nog

eene flauwe hoop geven, dat zulks welligt in December nog zou kunnen gebeuren.

Men begreep in alle gevallen met de reparatie en [. . . . . .] voort te moeten gaan, en in geen geval het

schip hier te laten overwinteren.

De boegspriet uit een genomen en de koning geheel verrot bevonden zijnde, is besloten tot eene nieuwe

uit een stuk.

Comparitie van Directeuren

Heden den 10 November 1838, Directeuren vergaderd zijnde, werd, op het berigt dat het middelstuk der

beding vervuurd was, besloten tot een nieuwe beding, en om nog twee houten knieën meer

tusschendeks te brengen.

Ook vond men goed om het in lading liggen van den Oud Alblas te adverteeren, en per het op vertrek

liggend schip Orion aan de correspondenten te Batavia voorloopig kennis te geven dat de Oud Alblas

spoedig volgen zou, maar welligt onbevracht door de Maatschappy, en om hun dus te verzoeken, indien

hun eenig vrachtgoed tot de door de Maatschappy besteed wordende vracht of hooger, als mede

passagiers mogten voorkomen, die voor den Oud Alblas in besprek te houden.

Comparitie van Directeuren

Heden den 21 November 1838, Directeuren vergaderd zijnde, werd, alzoo de vrachtrekening van de

afgeloopen reis ingekomen was, tot eene provisioneele uitdeeling van f 1.000,- per 1/32e besloten, en

daarvan dien eigen dag aan alle deelhebbers bij missive kennis gegeven.

Den 20 heeft kapt Strumphler gemonsterd, doch ontbrak nog meest al de matrozen.

Page 18: Notulen Directie en Raad der Reederij van de OUD-ALBLAS

De Dordtsche Grote Vaart in de 19e eeuw

Directie en Raad der Reederij: notulen OUD-ALBLAS

17 Kees Bouten © 2013 Sailingsteps

Comparitie van Directeuren

Heden den 24 November 1838, Directeuren vergaderd zijnde, en berigt ontvangen hebbende dat de

experts der Maatschappy, niet te vreden met de bevrachting van den Oud-Alblas bij dezelve

Maatschappy tegen te werken, ook het schip bij anderen zwart maakten, daardoor particulieren van het

laden van goederen en het nemen van passage afschrikken, en zelfs uitstrooiden dat het te Rotterdam

verzekerd was omdat assuradeuren te Amsterdam zulks geweigerd hadden, - ten einde dat tegen te

gaan, werd besloten door Experts van Rotterdam het schip te doen opnemen en derzelver rapport in

triple te verzoeken, ten einde een exemplaar aan de Maatschappy te kunnen aanbieden, een aan den

kapitein ter hand te stellen, en een bij de Reedery te bewaren. Aan de Maatschappy werd, met

aanbieding van het schip, tevens hier van kennis gegeven, doch is daarop een weinig voldoend antwoord

ontvangen, ten gevolge waarvan, alsmede van een op den 27 November van Kapt Strumphler ontvangen

berigt dat de reparatien wel volbragt waren, maar wegens de ingevallen vorst de ligter niet bij hem aan

boord had kunnen komen en hij alle werkzaamheden aan boord vooreerst had moeten staken, de

president en de mede Directeur van der Sande besloten om zich den 30 November naar Amsterdam te

begeven, ten einde naar omstandigheden te handelen, en de intusschen ontvangen zeer voldoende

verklaringen van de Rotterdamsche Experts Th.W. Versluys en B.J. Martens mede te nemen.

Comparitie van Directeuren

Heden den 6 December 1838, Directeuren vergaderd zijnde, rapporteerden den President en de Heer van

der Sande, dat eerstgenoemde te vergeefsch bij den Heer van der Houwen beproefd had om het schip in

de bevrachtingen der Maatschappy te doen begrijpen, zijnde dit geweigerd uithoofs niet voldaan was

aan de door Experts der Maatschappy noodig gekeurde reparatien; maar dat hij niet te min van

gemelden Heer van der Houwen de toezegging van eenen recommandatie brief verkregen had, indien

men daar schriftelijk om vragen zou, dat de schriftelijke aanvraag gedaan, en de recommandatie brief

reeds ontvangen was; Wijders hadden de beide Heeren, in dezen stand van zaken, begrepen met de

verdere uitrusting en het vertrek van het schip, den meesten spoed te moeten maken, daar het weder

zulks nu wederom toeliet, en spoedig wederom veranderen kon. Met Kapt Strumphler hiertoe alles

overlegd hebbende, hebben zij wijders zich beijverd om in Amsterdam alle inlichtingen in te winnen, die

bij het nu op avontuur uitgaan van den Oud-Alblas van eenig belang voor de Reedery konden zijn, en

tevens naar recommandatie brieven van particulieren aan voorname handelaren en eigenaren op Java

uitgezien en die verkregen.

Comparitie van Directeuren

Heden den 8 December 1838, Directeuren vergaderd zijnde, berigtte de president, dat de Oud Alblas den

6e het Oosterdok verlaten had en voor de Willemsluis aangekomen was en de Kapitein heden dacht te

Alkmaar te zullen zijn, alwaar hij verder ballast innemen moest.

In deze comparitie is de brief aan de correspondenten te Batavia gearresteerd, om morgen per de

Heeren Daniels & Arbman aan Kapt Strumphler afgezonden te worden, met copie van denzelven,

benevens den recommandatie brief van de Maatschappy en nog andere recommandatie brieven aan de

Heeren Suermond &Co en A.A.Vinsie te Batavia, F. Brown te Sourabaya en Hofland en Vos te

Passaroeang. Voorts werd besloten om aan Kapt Strumphler ook nog te zenden gefingeerde inkoop-

rekeningen, met de noodige aanmerkingen en toelichtingen; en om eindelijk den brief aan Kapt

Strumphler zoo in te rigten dat als bijlage tot zijne instructie dienen kan. Eindelijk werd nog besloten om

aan de Heeren Daniels & Arbman te verzoeken bij het expediteeren dezer stukken aan Kapt Strumphler,

Page 19: Notulen Directie en Raad der Reederij van de OUD-ALBLAS

De Dordtsche Grote Vaart in de 19e eeuw

Directie en Raad der Reederij: notulen OUD-ALBLAS

18 Kees Bouten © 2013 Sailingsteps

ook aan hem te doen toekomen een wetboek van Koophandel met de kaart en beschrijving van het

Brouwershavensche gat.

(De Oud Alblas is den 11e December in het Nieuwe Diep aangekomen, en den 14e van den Kapitein den

Inventaris, monsterrol in lijst trekkende ontvangen)

Page 20: Notulen Directie en Raad der Reederij van de OUD-ALBLAS

De Dordtsche Grote Vaart in de 19e eeuw

Directie en Raad der Reederij: notulen OUD-ALBLAS

19 Kees Bouten © 2013 Sailingsteps

DERDE REIS VAN DE OUD-ALBLAS * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *

Den 17 December 1838 is de Oud Alblas met goed weer en Z.Z.O. wind uit Texel naar

Zee gezeild, en zijn den 19e van hem zijn rekening en bijkomende stukken ontvangen.

Den 27 December ontvingen berigt, dat Kapt Strumphler door Z.Z.W. wind met dik

weer den 20e genoodzaakt was geweest in Duins binnen te loopen, doch heeft den 25 met N.O. wind de

reis wederom voortgezet.

Van de kargadoors Daniels & Arbman het manifest der lading ontvangen zijnde, is daaruit gebleken, dat

de Oud Alblas voor f 712,00 aan vrachtgoed in heeft, terwijl bovendien een passagier a f 600,-

aangenomen had, waarvan de helft alhier ontvangen is, en de wederhelft te Batavia moet ontvangen

worden.

Gelijk in October 1838, bij het vervallen van het uitsluitend regt der strandvonders, de Heer Cornelis

Goedkoop is geautoriseerd geworden, om in de Goeree bij rampen, onder zekere bepaling de belangen

der Reedery waar te nemen, zoo is ook vervolgens den 11 January 1839 gelijke autorisatie voor

Schouwen en speciaal voor het Brouwershavensche gat verstrekt op den Heer Jan de Kater Jr te

Brouwershaven.

Comparitie van Directeuren

Heden den 16 February 1839, Directeuren vergaderd zijnde, is de Rekening over de nu afgeloopen reis

van den Oud Alblas voorloopig opgenomen en onderzocht, en besloten om de Rekening aan de Reedery

formeel te doen op Zaturdag den 23e dezer.

(En zijn alle stukken en bescheiden behoorende tot deze aanteekeningen van February 1838 tot February

1839 weggelegd in het paket Lith B)

Vergadering van den Raad der Reedery

Present de Heeren A. Blussé van Oud Alblas, Herman van der Sande Hz., F. van Wageningen, Mr. P.

Blussé, H.P. Visser, B.Bruininghuis, Dz. Gips

Op heden den 23 february 1839, de Raad der Reedery, daartoe behoorlijk opgeroepen, vergaderd zijnde,

is, na voorlezing en goedkeuring der door de Directie tot heden gehouden notulen, gedaan rekening over

de tweede afgeloopen reis van den Oud Alblas, sluitende met een batig saldo van f. 20.712,04½

Na goedkeuring en teekening dezer Rekening, is door den President voorgesteld om uit het gemelde

saldo eene slotuitdeeling te doen van f 600,- per 1/32e aandeel, en dienovereenkomstig besloten,

waarna bij de Reedery in kas zal blijven f 1.512,04½ benevens een door Kapitein Strumphler te

verantwoorden saldo van f 19,71½ en de nog te Batavia moetende ontvangen worden passage van

f 300,-; maar waartegen de Reedery aan de Erven van wijlen bootsman J. Diederick van Rotterdam

gedurende dezelve reis te Samarang overleden, nog de uitkeering schuldig blijft van diens verdiende

gage in nalatenschap tezamen ter somma van f 559,62

Comparitie van Directeuren

Den 3 Augustus 1839 is door Directeuren, nadat bij hen den 21 July een brief van

Kapitein Strumphler gedagteekend uit Batavia van den 21 April ontvangen was,

meldende zijn aankomst aldaar op den 7 dier maand, besloten om den Oud Alblas

In Zee zeilen

Aankomst te

Batavia

Page 21: Notulen Directie en Raad der Reederij van de OUD-ALBLAS

De Dordtsche Grote Vaart in de 19e eeuw

Directie en Raad der Reederij: notulen OUD-ALBLAS

20 Kees Bouten © 2013 Sailingsteps

voor de Retourreis te Rotterdam te laten verzekeren ter somma van f 50.000,- op 't casco en f 50.000,-

op vrachtpenningen, mitz deze assurantie op de uitgaande doorloopen, in de waarde van casco en

vrachtpenningen op gemelde sommen in de polissen aangenomen worden. En is dit bewerkstelligd.

Volgens opgemelde brief van Kapitein Strumphler van den 11 April, waren de vooruitzigten zeer

ongunstig om, hetzij door particulieren, hetzij door de Factory, aan wien hij een recommandatie brief

van de Maatschappy had, beladen te worden, terwijl het ook met de particuliere goederen zoo schaars

en zoo hoog in prijs was dat aan een belading voor eigen rekening niet te denken was. En opvolgende

brieven van 20 & 30 April & 7 & 18 Mei waren niet opbeurende; ook bleef eene poging van den Oud

Alblas voor een reis naar Japan aangenomen te krijgen, zonder gevolg.

Den 19e September ontvingen wij eindelijk eene betere tijding door de Heeren Daniels & Arbman het

berigt namenlijks, dat volgens per 's Lands Schip de Zaan van Batavia aangebragte berigten, de Oud

Alblas voor de Factory bevracht en den 31 Meij naar Sourabaya vertrokken was.

Eerst den 10 October werd dit door een brief van Kapitein Strumphler van den 27 Mei bevestigd, en ons

tevens overgezonden copy van eenen brief van de Factory in dato 24 Mei waarbij het schip tegen f 135,-

vracht met 10 & 5 PrCt aangenomen werd, nadat alvorens op last der Factory nog een expertise had

moeten plaats hebben tot bevestiging van den goeden staat van het schip om met lading de terugreis

naar het vaderland aan te nemen.

De Oud Alblas den 19 Junij te Sourabaya aangekomen, moest ook daar nog op de maar schraal

aankomende Nieuwe Producten wachten; en dit was nog den 13e July, volgens eenen brief van dien dag

het geval. Latere brieven gaven berigt dat hij van Sourabaya naar Passaroeang was verzeild, aldaar

6000 picols Suiker, daarna te Sourabaya 340 pakken Tabak en in het begin van Augustus eindelijk te

Tagal Koffy ingenomen had, van waar hij over Batavia eindelijk de terugreis zou aannemen.

Des avonds van den 16e December 1849 ontvingen wij eindelijk met brieven uit

Batavia van den 24 Augustus, het berigt dat de Oud Alblas den 25 Augustus van

Batavia vertrokken, den vorigen dag wel in het Nieuwe Diep was aangekomen, met

eene ongemeen zware lading, blijkens cognossement 552½ ingeladen lasten.

Na in het Nieuwe Diep 7 Ligters beladen te hebben, die tezamen 7500 balen Koffy hebben ingenomen,

heeft de Oud Alblas den 26 de reis door het Kanaal naar Amsterdam aangenomen, en is des morgens ten

9 ure van den 28e Alkmaar gepasseerd, (aldaar den ligt Matroos van de Laar op den uitgaande Orion

overzettende) en den 30 december in het Oosterdok ten anker gekomen is.

Figuur 5 Derde reis van de OUD-ALBLAS

Den 26 december was van zekere A. van der Sluys te Amsterdam een brief ontvangen, met de vraag of,

gelijk het gerucht liep, de Oud-Alblas te koop was, in welk geval hij meende als scheepsmakelaar, ons

Binnenkomen

van den Oud

Alblas

Page 22: Notulen Directie en Raad der Reederij van de OUD-ALBLAS

De Dordtsche Grote Vaart in de 19e eeuw

Directie en Raad der Reederij: notulen OUD-ALBLAS

21 Kees Bouten © 2013 Sailingsteps

daarvoor eenen goeden prijs te zullen kunnen bezorgen. Het antwoord was, dat bij de Reedery nog

generlei besluit tot verkoop bestond, maar, indien hij een goed bod kon doen, dit in overweging zou

gebragt worden.

Nadat de Koffy gelost was, is de Oud Alblas den 7 january 1840 naar het Entrepot verhaald en den 25e

de laatste Suiker uitgelost, en is den 17 de vrachtrekening opgemaakt en ingeleverd, blijkens welke de

Oud-Alblas had uitgeleverd 558 Lasten en 170 PrCt, waaronder echter 10¾ Last aan Tin welke maar een

vierde vracht betaald, en heeft de vrachtrekening bedragen f 83.437,83

Bij de directie reeds eenige tijd in overleg zijnde, om, zoo dra de Oud Alblas zou gelost zijn naar den

toestand van dien bodem een zorgvuldig onderzoek te doen, en daarna tot eenig besluit van verkoop of

reparatie te komen, zoo werd er besloten, ook naar aanleiding van eene daarover met den mede

deelhebber F. Smit gehouden correspondentie, dat twee Directeuren, de President en de Heer F. van

Wageningen, met de Heeren F. Smit & D. Gips zich op den 22 January daartoe naar Amsterdam begeven

zouden.

Deze Heeren, des morgens van den 23 January zich aan boord van den Oud Alblas begeven en dat schip

in alle deelen onderzocht, en alles zoo veel mogelijk met den kapitein zoo veel mogelijk speciaal

opgenomen hebbende, hebben ook bij zich doen komen den Scheepsbouwmeester J. Knol aan denzelven

een en ander onderworpen, en na nog eenige wijzigingen, eene specificiering en berekening van het

naar hunnen verkiezing benoodigde om het schip op nieuw te koperen, kopervast te maken, en alle

noodige reparatie te doen ondergaan, met dat gevolg dat zij bevonden hebben er f 25.019,- tot een en

ander zou vereischt worden, indien me Experten er toe zou kunnen brengen om naar hun systema het

schip te repareeren. En heeft de Heer Smit op zich genomen om daarover met die Heeren te confereeren.

Tot tweemaal toe is de Heer Smit met den Heer Lanklema in gesprek geweest, waarbij laatstgemelde

wel een en ander scheen goed te keuren, maar altoos eindigde met te zeggen, dat hij zich niet bepaald

uitlaten kon, alvorens hij order tot inspectie bekomen, en alles zelf onderzocht hebben zou. Van zijnen

kant had den President ter beurze de gelegenheid waargenomen om den ouden Heer Hulzen, in

tegenwoordigheid van Directeuren der Handelmaatschappy, te onderhouden over den Oud-Alblas, en

speciaal over den door den Heer F. Smit geopperd hoofdbezwaar, tegen het systema voor reparatie der

Experten, hunne gewone vordering namelijk, om de dakbalken met verbindingsklossen te vereenigen, en

de verbindingsklossen met zwaluwstaarten in de dekbalken in te laten, welk laatste het los en

openbreken van alles noodzakelijk maakt. De Heer Hulzen gaf daarop te kennen, dat zulks niet nodig

was en niet gevorderd zou worden.

Met dat al was en daarop niet gerust en niet zonder vrees dat de reparatie nog zou kunnen tegenvallen,

weshalve men met gemeen overleg nog zoowel met den Heer van der Sluys, als met eenen anderen

Makelaar den Heer N. Bakker, ons door den Heer Smit aan de hand gedaan als zijnde de man van den

Heer Hendriks, voor wien de Heer Smit gebouwd had, ook daarna nog door de Heeren Daniels & Arbman

pogingen deed om het Schip uit de hand tot goede prijs te verkoopen, maar welk alles zonder gevolg is

gebleven.

Op 28 january 1840 had, daar de zaak zoo niet kon blijven zitten en het ten hoogsten gewaagd zou zijn

om iets buiten de Experts der Maatschappy te doen, op ons verlangen de Expertise namens de

Handelmaatschappy plaats, en ontvingen wij den 29 daarvan het resultaat.

Dat resultaat viel in het geheel niet mede; daar echter alle pogingen om het schip uit de hand tot goede

prijs te verkoopen vruchteloos bleven, schoot er niet over dan zich in het geval te schikken en of de

Reedery overeenkomstig Art. 9 van de Reedery-cedul als geeindigd te beschouwen en het Schip

eenvoudig weg publiekelijk tot elken prijs te verkoopen ofwel de Reedery te continueeren en alsdan tot

timmering over te gaan.

Page 23: Notulen Directie en Raad der Reederij van de OUD-ALBLAS

De Dordtsche Grote Vaart in de 19e eeuw

Directie en Raad der Reederij: notulen OUD-ALBLAS

22 Kees Bouten © 2013 Sailingsteps

Bij der Directie de stellige overtuiging bestaande dat, in de gegeven omstandigheden het belang der

Reedery medebragt om niet tot en dissolutie en eenen te vreezen allerschadelijkste verkoop, maar tot

continuatie der Reedery en het overgaan tot de timmering te besluiten, zoo werd het de vraag of men

daar tot continuatie volgens voornoemd artikel 9 der Reedery-cedul , niet dan door drie vierden van het

intrest in de Reedery besloten kon worden, die vereischte drie vierden in den boezem der Directie als

present beschouwen kon, of wel, ten einde die drie vierden te vereenigen, den raad der Reedery

zamenroepen moest.

de President daarop verklarende te representeeren voor zich . . . 18/64

Als voogd over de Kinderen Verbeek . . . . . . . . . . . . . . 2/64

en verder als procuratie houder van

L. Zegers Veeckens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4/64

A. Blussé de Jonge . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2/64

H. Holle . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3/64

Mr. J.H. Holle . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2/64

En de Heeren

Herman van der Sande Hz voor zich . . . . . . . . . . . . . . 7/64

F. van Wageningen voor zich . . . . . . . . . . . . . . . . . 5/64

Mr P. Blussé voor zich . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2/64

en namens

H.P.Visser . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2/64

C. Gips &Zonen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2/64

& F. Smit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5/64

Alzoo te zamen uitkomende 54/64 of ruim drie vierden;

Zoo bleek in deze geene zamenroeping van den Raad nodig te zijn; en werd dan ook door de Directie op

den 20 February eenparig besloten om de Reedery onbepaald, en tot nader besissing van den Raad der

Reedery, te continueeren en tot timmeren over te gaan, terwijl tevens daaromtrent met Kapitein

Strumphler, als belast met het toezigt, de noodige schikkingen beraamd en zoo veel mogelijk accoorden

met den Scheepsbouwmeester J. Knol en den Smit Klouzer gemaakt worden.

Bij de vertimmering, is een en ander nog al tegengevallen, onder anderen zijn de Hek en Wulfbalken in

geheel moeten uitgenomen worden, zoodat de geheele spiegel er af heeft gemoeten; ook zijn de

Fokkemast en groote Raa geheel moeten vernieuwd worden.

Op 1 April is Kapitein Strumphler, aan wien het schip de Admiraal van Heemskerk was aangeboden, als

Kapitein Oud Alblas vervangen door Kapitein P. Kleij, die van dien dag afaan het toezigt over de

timmering aanvaard heeft.

Na ingewonnen prijzen is het Koper in 's Hage, het rondhout te Amsterdam, en het Patent Touw bij de

Wed Cool te Rotterdam besteld. Op Feyenoord een nieuwen Palrand, en een nieuwe ijzeren koning voor

het gangspil laten gieten.

Op het einde van Juny werd, met overleg van den Scheepsbouwmeester Knol en van Kapitein Kley, die

meenden dat tegen dien tijd de Oud Alblas geheel zeilree zou kunnen zijn, besloten om dien bodem aan

de Handelmaatschappy ter bevrachting aan te bieden, om 28 July in het Nieuwe Diep tot vertrek gereed

te zijn.

En is daarop den 6 July door de Directie der Nederlandsche Handelmaatschappy de Oud Alblas in hare

gewone bevrachtingen voor de maand begrepen, om op gemelden 28 July in het Nieuwe Diep zeilree te

liggen.

Page 24: Notulen Directie en Raad der Reederij van de OUD-ALBLAS

De Dordtsche Grote Vaart in de 19e eeuw

Directie en Raad der Reederij: notulen OUD-ALBLAS

23 Kees Bouten © 2013 Sailingsteps

Nog dien eigen dag den 6, zijn door de zorg der Cargadoors Daniels & Arbman de charterpartijen door

de Nederlandsche Handelmaatschappij en een paar dagen later door de President der Reedery

geteekend. Den 15 July is de monsterrol te Amsterdam geopend, en zijne equipage met moeite, ook door

afzending van manschappen van hier, voltallig gemaakt.

Omstreeks dien zelfden tijd, is de Victualy van hier aan hem afgezonden, en heeft Kapitein Kleij met zijne

bodem de 25 July de reis naar het Nieuwe Diep aangenomen.

Onder dagteekening van dien zelfden 25 July, zijn den Kapitein Kley zijne Instructie, correspondenten lijst

en de brief aan de Heeren B. Kopersmit &Co onze correspondenten voor dezen bodem te Batavia,

toegezonden.

Page 25: Notulen Directie en Raad der Reederij van de OUD-ALBLAS

De Dordtsche Grote Vaart in de 19e eeuw

Directie en Raad der Reederij: notulen OUD-ALBLAS

24 Kees Bouten © 2013 Sailingsteps

VIERDE REIS VAN DE OUD-ALBLAS * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *

Den 5e Augustus 1840, is de Oud Alblas in zee gezeild, en daarvan door hem zelven

dien dag in eenen brief uit zee bij het afgaan van den zeeloods, aan de Directie

berigt gegeven.

Door zijn echtgenoot zijn vervolgens bij de Directie ontvangen de door hem geteekende inventaris, copie

van den monsterrol en zijne rekening.

Vergadering van den Raad der Reedery

Present de Heeren A. Blussé van Oud Alblas, Herman van der Sande Hz., F. van Wageningen, Mr. P.

Blussé, B.Bruininghuis.

De Raad der Reedery van het fregatschip Oud-Alblas daartoe behoorlijk opgeroepen, op heden den 3

December 1840 vergaderd zijnde, zijn de Notulen, van 23 February 1839 tot heden, gelezen en zooveel

nodig algemeen goedgekeurd; waarna door de Directie is gedaan rekening over de derde afgeloopen

reis, en daarop gevolgd kapitale timmering en kopervast making, zijnde daarbij gebleken, dat de Oud

Alblas naar zee is gegaan met een kwaad slot van f 9.020,90½ . En is deze rekening door alle presenten

goedgekeurd, en ter blijke daarvan geteekend.

Nadat men op 9 Maart 1841, door een brief van den kapitein P. Kley, de eerste

tijding ontvangen had van zijne aankomst te Batavia op 22 November 1840, zoo is

dadelijk de retour assurantie bezorgd, te weten f 50.000,- op Casco en f 40.000,- op

Vrachtpenningen.

Vergadering van den Raad der Reedery

Present de Heeren A. Blussé van Oud Alblas, Herman van der Sande Hz., F. van Wageningen, Mr. P.

Blussé, F. Smit, B.Bruininghuis, C. Gips &Zonen.

Heden, den 8 juny 1841, de Raad der Reedery daartoe spreciaal opgeroepen, vergaderd zijnde, is door de

Directie aan denzelven het voorstel gedaan om, uit hoofde van het bij de Directie der

Handelmaatschappij sedert eenigen tijd gevolgde systema om de bepaling van Art. 12 der artikelen van

overeenkomst, waarvan, in verband met andere artikelen, en bedoeling eeniglijk was om het

aanbrengen der retouren te regelen, ook toe te passen op de bevrachtingen, en uit hoofde de

Dordrrechtsche Schepen inzonderheid benadeeld worden, het Boekhouderschap van den Oud Alblas te

doen overgaan op den Heer L. Zeegers Veeckens te Amsterdam, als middel, om dien bodem in de

bevrachtingen van die Stad te zien opnemen, en tevens, om te doen zien, wat het gevolg zou worden bij

een langer volhouden in opgemeld systema, en dier daar van te doen afzien. En heeft men eenparig dien

maatregel goedgekeurd, terwijl ook dadelijk door alle presenten, Veertig Vier & Zestigste aandeelen

representeerende, de noodige procuratie tot dien overgang geteekend is.

Copie van die procuratie is bij de stukken weggelegd; en nog dien zelfden dag van den overgang van het

boekhouderschap aan de Directie der Nederlandsche Handel Maatschappij kennis gegeven; waar het

schip dadelijk van de lijst der Dordsche op die der Amsterdamsche schepen is overgeboekt.

In Zee zeilen van

den Oud Alblas

Aankomst te

Batavia

Page 26: Notulen Directie en Raad der Reederij van de OUD-ALBLAS

De Dordtsche Grote Vaart in de 19e eeuw

Directie en Raad der Reederij: notulen OUD-ALBLAS

25 Kees Bouten © 2013 Sailingsteps

Den 23 Juny 1841 is van kapitein Kley uit Sourabaya van den 6 February, berigt ontvangen dat hij aldaar

den 4e met het laden van Suiker begonnen was, van daar is vervolgens de Oud-Alblas naar Probolingo,

en eindelijk naar Banjoewangie moeten verzeilen, van welke laatste plaats gemelde bodem den 26

Maart te terugreis door Straaat Balij naar het vaderland aangenomen heeft, beladen met 2455

kanassers en 451 kisten Suiker, tezamen 9280 1/10 Picols, benevens 4111 20/100 picols Koffij, 1000

koehuiden wegende 77 22/100 picols en 703 schuitjes tin wegende 350 picols; terwijl verder aan boord

waren vier Passagiers tegen f 850 per persoon.

op 23 July werd over Engeland een brief van kapitein Kley ontvangen, meldende, dat hij den 1e Juny

St.Helena had aangedaan wegens gebrek aan water, maar dien eigen dag de reis zou voortzetten.

Des morgens ten 6 ure van den 29 July is de Oud-Alblas in goeden staat ter reede van

Texel aangekomen, doch eerst den volgenden morgen in het Nieuwe Diep kunnen

binnen stomen. Na in het Nieuwe Diep de noodige ligters te hebben gelost en half

Augustus te Amsterdam in het Entrepotdok te zijn aangekomen en aldaar en daar den 16e te hebben

afgemonsterd, is den 20e de ontlossing van het schip beeindigd, en heeft den 24e de vrachtrekening

kunnen ingediend worden ten bedrage van f 88.310,05½ welke den 5 September bij den boekhouder

Veeckens ingekomen zijnde, is daarop den 12e eene uitdeeling van f 1000,- per 1/32ste bewerkstelligd.

Figuur 6 Vierde reis van de OUD-ALBLAS

Reeds 24 Augustus was de assurantie voor eene nieuwe reis bezorgd, en wel foor f 40.000,- op casco en

f 20.000,- op behouden varen.

Wat de noodige reparatien betreft, daarmtrent waren reeds vroegtijdig van den kapitein opgaven

ontvangen, en was bij de Directie al dadelijk besloten een daaromtrent met overleg van de Heeren

Lankelma en Heelsen te werk te gaan. Met die Heeren had den 30 Augustus eene inspectie plaats, ten

gevolge waarvan voorloopig tot het kalfaten van het tusschendek en van het ruim van de boven vulling

tot het zaadhout, het vernieuwen van eenige stutten, het slaan van eenige bouten in gescheurde balken,

en het inzetten van omtrent 30 Voet berghout aan bakboordzijde, besloten werd. Tot het vernieuwen

van de groote en bezaan Masten, en het veranderen van het tuig tot een barkstuig was reeds vroeger

door ons besloten, en daarvoor het noodige besteld, gelijk ook wat betreft reparatie van zeilen, enz.

Bij een tweede inspectie van de Experten, op den 3 September is door het het vernieuwen van 80 à 90

Voet lap op het zaadhout, en van 40 Voet van het zaadhout zelve voorgeschreven.

Bij een derde inspectie van de Experten op den 10 September is nog verder voorgeschreven om het

zaadhout tot voor aan den oplooper te vernieuwen.

De noodige reparatien ten genoege van de Experten eindelijk volbragt zijnde, is door hen den 11 October

1841 het verlangde Certificaat afgegeven, en eenige weeken later de kapitein naar de Stad gekomen,

Binnenkomen

van den Oud

Alblas

Page 27: Notulen Directie en Raad der Reederij van de OUD-ALBLAS

De Dordtsche Grote Vaart in de 19e eeuw

Directie en Raad der Reederij: notulen OUD-ALBLAS

26 Kees Bouten © 2013 Sailingsteps

om er bij zijne familie te verblijven tot zijne tegenwoordigheid aan boord wederom zou kunnen noodig

worden.

Comparitie van Directeuren.

In eene op 14 Mei 1842 alhier gehouden comparitie van Directeuren is ten gevolge van het zekere berigt,

dat de Oud Alblas van alle met certificaten voorziene Schepen het twaalfde aan de beurt lag, en het

alzoo meer dan waarschijnlijk was dat die bodem in de bevrachtingen van Juny zou begrepen worden,

bepaald:

1o Dat kapitein Kley den 17e naar Amsterdam zou weder keeren om de toetuiging van de Oud Alblas te

voleindigen, voor het omleggen van eene Schuurhuid te zorgen, en alles voor de reis te prepareeren, ten

einde op den dag van bevrachting geheel klaar te zijn om te kunnen vertrekken; zijnde het voornemen

om den Oud-Alblas aan te bieden tegen half Juny zeilklaar in het Nieuwe Diep.

2o Om Maandag den 23 Mey van hier de vitualie af te zenden

3o Om te Amsterdam te monsteren op den dag zelve van de bevrachting, en den bodem te bemannen

met 32 of hoogstens 34 koppen in alles. Hebbende hij, reeds aangenomen als opperstuurman P.B.

Böning, en als 3e W.H.Budde, terwijl daarna door hem als 2e stuurman is aangenomen C.C.Bouwmeester,

en door ons tot doctor J.H.Arndts tegen 55 Gulden.

4o Om de volle gage voor den kapitein te rekenen als met 1 Mei wederom ingegaan.

De Oud-Alblas op 6 Juny in de bevrachtingen voor die maand opgenomen zijnde, met bepaling van den

15e in het Nieuwe Diep Zeilklaar te liggen, is daarvan nog dien eigen dag de charterpzrtij door de

Nederlandsche Handelmaatschappy en de boekhouder Veeckens geteekend, de monstering geopend, de

kapitein voorzien van de noodige brieven en papieren.

De Oud-Alblas is voorts den 10 Juny door de kanaalsluis gehaald, heeft Zondag den 12e te Alkmaar nog

eenige ballast ingenomen, en is den 14e voor de sluis van en den volgenden morgen in het Nieuwe Diep

zelve aangekomen, met eene bemanning van 32 koppen, over welke de kapitein zeer tevreden was.

Page 28: Notulen Directie en Raad der Reederij van de OUD-ALBLAS

De Dordtsche Grote Vaart in de 19e eeuw

Directie en Raad der Reederij: notulen OUD-ALBLAS

27 Kees Bouten © 2013 Sailingsteps

VIJFDE REIS VAN DE OUD-ALBLAS * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *

In het Nieuwe Diep zijn expeditie gereed vindende, is kapitein Kley met de eerste

goede gelegenheid, den 17 Juny 1842, naar zee gegaan en wel in Zee gekomen.

Daarna is nog op den 29 Juny, een brief van kapitein Kley ontvangen, gedagteekend

bij de Singels den 22 Juny, 's avonds 9 ure, meldend dat hij, na drie dagen voor het kanaal gekruist te

hebben, nu op de hoogte van de Sinbgels in goede staat zeilende was, voortdurend was hij over zijn volk

zeer voldaan.

(En zijn alle stukken en bescheiden van December 1840 tot Augustus 1842 weggelegd in het paket LD).

Vergadering van den Raad der Reedery

Present de Heeren A. Blussé van Oud Alblas, Herman van der Sande Hz., F. van Wageningen, Mr. P.

Blussé, H.P. Visser en B. Bruininghuis.

De Raad der Reedery daartoe behoorlijk opgeroepen, op heden den 13 September 1842 vergaderd

zijnde, is na voorlezing en goedkeuring van de tot heden gehouden notulen door de Directie gedaan

rekening en verantwoording van de 4e afdgelopen reis van het barkschip Oud Alblas, sluitende met een

kwaad slot van f 6.328,71½ , en is dezelve rekening door de presenten eenparig goedgekeurd en ten

blijke daarvan geteekend.

Niemand iets voor te dragen hebbende is deze vergadering gescheiden.

Den 26 January 1843 werd van Kapt Kley een schrijven van den 7 October 1842 uit

Batavia ontvangen, meldende dat hij aldaar den 1 October, en dus na eene reis van

106 dagen, aangekomen was, zeer voldaan over de equipage die allen gezond

waren, en ook over schip en tuig, zijnde ook bijzonder te vreden over het touw, en over de verandering

als barkschip, loopende nu wel zoo goed als toen hij nog een Fregattuig had, sturende ook beter en

wordend nu gemakkelijk met 32 dan vroeger met 38 koppen bewerkt.

Den 13 Ocober is den Oud Alblas van Batavia naar Samarang vertrokken om aldaar suiker in te nemen.

De inneming van de suiker is zeer langzaam gegaan, zoodat de Oud-Alblas na 6530 Picols geladen te

hebben eerst den 22 November Samarang heeft kunnen verlaten om naar Batavia terug te komen, ten

einde het restant der lading, namelijk Indigo en Koffy, te ontvangen. Volgens schrijven van den Kapitein

van den 12 December uit Batavia, had hij toen zijn volle lading, bestaande uit 1743 Kranjangs of 6919

4/10 Picols Suiker, 211 kisten Indigo, zijnde 400 76/100 Picols, en 6697 Balen of 6300 81/100 picols

Koffy. Den volgenden dag dacht de Kapitein te terugreis naar het vaderland aan te nemen.

Den 2 April 1843 ontving men de tijding dat daags te voeren, des avonds te 6 ure, de

Oud Alblas na eene voorspoedige terugreis van 109 dagen in goeden staat in Texel

was binnen gekomen. Den 4den heeft de Kapitein een begin gemaakt met lossen,

den den 10 April de 6 of laatste ligter beladen hebbende, heeft hij de 11de de reis door het Noordhol-

lands Kanaal aangenomen en is den 16 in het Oosterdok, doch wegens de feestdag eerst den 18 in het

Entrepotdik aangekomen, en heeft toen dadelijk afgemonsterd. De verdere lossing, aftuiging en het op

zijn plaats in het Oosterdok brengen, heeft de Kapitein voor f 250 aanbesteed. De lossing den 26

afgelopen zijnde, is het schip nog dien eigen dag op zijn plaats in het Oosterdok gekomen, en aldaar

verder afgetuigd. De eerste Timmerman is alleen aan boord gebleven als ligger tegen f 8 zonder brand of

Naar Zee zeilen

van den Oud

Alblas

Aankomst te

Batavia

Binnenkomen in

Texel

Page 29: Notulen Directie en Raad der Reederij van de OUD-ALBLAS

De Dordtsche Grote Vaart in de 19e eeuw

Directie en Raad der Reederij: notulen OUD-ALBLAS

28 Kees Bouten © 2013 Sailingsteps

voeding, maar hen toegestaan het gebruik van de combuis en zijn vrouw en kind bij hem aan boord te

hebben.

Figuur 7 Vijfde reis van de OUD-ALBLAS

De vrachtrekening oevr f 493 Lt opgemaakt zijnde, bedragende f 81.863,48 en die penningen den 10 Mei

bij den boekhouder Veeckens zijnde ontvangen, Zoo is dadelijk eene uitdeeling van f 1000,- p 1/32ste

bewerkstelligd.

De goederen van den inventaris om hier te repareeren of na te zien, zijn per ligter in het laatst van Mei

hier ontvangen, met eene nauwkeurige lijst derzelven en van hetgeen daaraan te doen is; en de Kapitein

tevens naar deze Stad gekomen is, met wiens voorleg men begrepen heeft om de noodige reparatien

aan den Oud-Alblas tot in de tweede helft van Augustus uit te stellen, tegen welken tijd hij wederom

naar Amsterdam te gaan, om bij alles tegenwoordig te zijn. Tevens is, met overleg van den Boekhouder,

besloten om, in plaats van bij J.Knol voortaan Blok &Co als scheepstimmerlieden te gebruiken. Met den

Kapitein is in het begin van Augustus afgerekend, en besloten hem, ten bewijze van voldaanheid en

zuinig beheer, eene gratificatie van f 250 toe te leggen.

Den 21 Augustus is de Oud Alblas in het droogdok gehaald, ten einde door KApitein onderzocht en

tevens beslist te worden of de bodem al of niet nieuw koperen moest. Dit laatste is niet nodig gekeurd,

maar tevens opgegev en wat verder gedaan moest worden, en daarop den volgenden dag de Oud-Alblas

uit het droogdok naar de werf gehaald.

De timmering daarop, naar het voorschrift der Experten zoo ver gevorderd zijnde, dat deze ook de open

gemaakte plaatsen konden inspcteeren, zijn zij den 11 September weder aan boord gekomen, en hebben

nog onderscheidene vernieuwingen van geen gering belang ontdekt, hetgeen de timmering zeer

verzwaard heeft, zelfs zijn de experten den 2 October voor de derde maal komen inspecteeren, hebben

toen nog nieuwe belangrijke vervangingen gevonden. Eerst den 9 november is de timmering, die

nagenoeg 10 weken geduurd heeft, geheel afgelopen, en den Kapitein den 23 naar deze stad gekomen,

den opperstuurman tegen f 30 in de week op het schip latende, om er aan de werf op te [. . . . . . . .] De

Giek versleten zijnde, is voor de Oud-Alblas eene tusschen boot van 22 Vt lengte over steven en 6½ Vt

breedte op de [zeildacht], voor f 250 eens af op en top klaar voor Blok als gemaakt. De Ankers en Kabels

van de Oud Alblas zijn door de Experten goedgekeurd, alleen is de 1 9/16 duims Ketting 15 Vaam

moeten verlengd worden (van de Jacob Cats was zoo ook de 1½ dm Ketting met 15 Vm moeten verlengd

worden, en in plaats van deszelfs anker van 23½ [Ckt], een anker van 3100 Amsterd. ponden moeten

aangekocht worden.)

De Kapitein zich met het begin van Maart naar Amsterdam begeven hebbende, is dadelijk begonnen met

het schip wederom op te tuigen, en zich tot eene nieuwe reis gereed te maken, gelijk ook van hier, voor

het einde van Maart, de provisie etc aan hem afgezonden, den den 25 Maart de monstering geopend is.

De geheele equipage met den Kapitein bestond uit 32 koppen.

Page 30: Notulen Directie en Raad der Reederij van de OUD-ALBLAS

De Dordtsche Grote Vaart in de 19e eeuw

Directie en Raad der Reederij: notulen OUD-ALBLAS

29 Kees Bouten © 2013 Sailingsteps

ZESDE REIS VAN DE OUD-ALBLAS * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *

Den 1 April 1844 bevracht, de zeildag op den 20 bepaald en de charterpartij met den Boekhouder

Veeckens geteekend zijnde, is de Oud-Alblas den 10 April van de stad door het Noordhollands Kanaal

naar het Nieuwe Diep gegaan, en den 21 April 1844 naar Zee gagaan en wel in Zee

gekomen. (De brieven en bescheiden zijn weggelegd in Paket E).

Vergadering van den Raad der Reedery

Present de Heeren A. Blussé van Oud Alblas, F. van Wageningen, Mr. P. Blussé, B. Bruininghuis.

De Raad der Reedery daartoe behoorlijk opgeroepen, op heden den 26 September 1844 vergaderd

zijnde, is na voorlezing en goedkeuring van de tot heden gehouden notulen door de Directie gedaan

Rekening en verantwoording van de 5e afgelopen reis van het Barkschip Oud-Alblas, sluitende met een

kwaad slot van f 6.587,54 , en is dezelve Rekening door de presenten eenparig goedgekeurd en ten blijke

daarvan geteekend.

Niemand iets voor te dragen hebbende is deze vergadering gescheiden.

Den 28 November 1844 werd van kap Kley een schrijven van11 Aug uit Batavia

ontvangen, meldende dat hij aldaar den vorige dag was gearriveerd; zijnde het

schip en tuig in goeden staat en hebbende geen ongevallen op reis gehad, dan met

de Ezels. En is daarop bepaald om de Retourassurantie te bezorgen van f 40.000 op Casco en f 40.000 op

Vrachtpenningen.

Den 15 Augustus is de Oud-Alblas van Batavia naar Sourabaya en den 1 September weder naar

Passarouan verzeild en den 2e aangekomen om 6000 picols Suiker en de rest Koffy in te nemen.

Den 8 October lag de Oud-Alblas weder te Batavia gereed om de retourreis aan te nemen, beladen met

7080 picols Koffy, 6000 picols Suiker en 400 picols Tin.

Figuur 8 Zesde reis van de OUD ALBLAS

Den 10 February ontving men de tijding dat daags te voren het schip Oud-Alblas in

het Nieuwe Diep was binnengekomen, doch in het ijs bezet zat, zoodat er geen

mogelijkheid was iets tot de ontlossing te doen. Den 15 heeft de Kapitein negentien

manschappen ontslagen, houdende dus nog 12 man buiten zich zelven aan boord tot veiligheid van schip

en lading. Het afgedankte volk is den 18 te Amsterdam afbetaald.

Den 31 Maart is eindelijk de eerste ligter langs zijde gekomen, doch uit hoofde van de groote opstopping

van schepen en gebrek aan ligters de lossing slechts langzaam voortgegaan.

In Zee gezeild

Aankomst te

Batavia

Binnenkomst

Texel

Page 31: Notulen Directie en Raad der Reederij van de OUD-ALBLAS

De Dordtsche Grote Vaart in de 19e eeuw

Directie en Raad der Reederij: notulen OUD-ALBLAS

30 Kees Bouten © 2013 Sailingsteps

Den 11 April het schip door de sluis Aan de lijn gegaan den 15de voor de Willemsluis aangekomen, den

23de laatste Koffy gelost en den 14 Mei de vrachtrekening ingekomen zijnde, uitmakende f 79.346,66 is

daarop den 16 Mei eene uitdeeling gedaan van f 800 per 1/32.

Den 10 Juny is het schip door de Experten der Handel Maatschappy geinspecteerd en den 11 daarvan

rapport ontvangen zijnde is besloten dadelijk met de reparaties te beginnen, voornamelijk bestaande in

een defect aan het zaadhout en het nieuw koperen, de oude zeilen aan boord te herstellen en de nieuwe

hier bij te maken volgens den daarvan door kap Kley opgemaakten staat.

Door het ontdekken van vuur in de Wulfbalk zijn de reparaties uitgebreider geworden dan men zich had

voorgesteld en is ook de beschieting moeten worden weggenomen. Dit vuur heeft zich nog uitgestrekt

tot de graveelhouten, Hennegat en balkweger aan stuurboordzijde.

Den 8 Augustus lag het schip weder afgetimmerd in het Oosterdok en ging men toen ijverig voort met

het toetuigen.

Den 27 October 1845 de Oud-Alblas in de bevrachtingen van Novemb en December, en met bestemming

voor de laatste maand begrepen zijnde, heeft de Directie dadelijk door de Heeren J.Daniels & Arbman

doen verzoeken den Oud-Alblas tenminste zoo vroeg mogelijk in december te bepalen, en is daarop 1

November berigt ontvangen dat de zeildag op 10 December bepaald is. Daarop is beslist om half

November de proviand af te zenden en voor het eind van Novemb te monsteren.

Den 12 November kregen voorloopig berigt dat met de Oud-Alblas een transport van 80 a 100 man

troepen met 1 officier zou mede gezonden worden, gelijk mede eene voorloopige toezegging van 30 a 40

Last goederen ter vracht.

Den 25 November werd eindelijk met zekerheid gemeld dat het transport zou bestaan uit 96 man en 4

officieren en dat uit dien hoofde de zeildag op 20 December was bepaald, hetgeen later op verzoek der

Directie veranderd is op 15 December.

Den 4 December het schip van de Stad gegaan en den 15 December de troepen in het N.Diep aan boord

gekomen.

Page 32: Notulen Directie en Raad der Reederij van de OUD-ALBLAS

De Dordtsche Grote Vaart in de 19e eeuw

Directie en Raad der Reederij: notulen OUD-ALBLAS

31 Kees Bouten © 2013 Sailingsteps

ZEVENDE REIS VAN DE OUD-ALBLAS * * * * * * * * * * * * * * * * * * *

Den 24 December is het schip wel in zee gekomen, doch al spoedig door tegenwind

overvallen en door zware stormen geteisterd, zoo dat het schip na vijftien dagen in

de Noordzee gezwalkt te hebben den 9 January 1846 met gebroken boegspriet en

schade aan het Tuig te Vlissingen is binnen geloopen.

Den 3 February was het schip andermaal gereed om Zee te kiezen, doch eerst den 10 February heeft de

gelegenheid toegelaten de reis te vervolgen.

De avary papieren naar Amsterdam opgezonden zijnde, heeft de Heer Asser daarvan de verdeeling

opgemaakt en hebben wij den 4 Mei de afrekening der avary gros en den 13 Juny der avary [pastiantie]

ontvangen.

(De brieven en bescheiden zijn weggelegd in Paket F).

Vergadering

van den Raad der Reedery op 23 July 1846

Present de Heeren P. Blussé van Oud Alblas, H.P. Visser, A. Blussé, C. Gips & Zonen, in persoon

H. v.d. Sande Hz., J.H. Holle, A. Blussé de Jonge, Kinderen Verbeek, H. Holle, bij procuratie.

De raad der Reedery behoorlijk daartoe opgeroepen, op heden vergaderd zijnde, is na voorlezing en

goedkeuring van de tot heden gehouden notulen door de directie gedaan Rekening en verantwoording

over de 6e afgeloopen reis van het Barkschip Oud-Alblas, sluitende met een kwaad slot van f 15.364,58½

en is dezelve rekening door de presenten goedgekeurd en ten blijke daarvan geteekend.

Ook zijn in deze vergadering met algemeene stemmen tot Directeuren in plaats van wijlen de Heeren A.

Blussé van Oud Alblas en H. van der Sande Hz., de Heeren Adolph Blussé en A.J. Verbeek van der Sande

benoemd.

Van een en ander bij gedrukte circulaire aan de Deelhebbers kennis gegeven.

Den 24 Augustus 1846 werd van onzen correspondenten te Batavia, de HH B.

Kopersmit &Co een schrijven van den 24 Juny ontvangen, meldende dat de Oud

Alblas aldaar den 13 dier maand behouden gearriveerd was. Op dit berigt is de

Assurantie te huis komende bezorgd op Casco f 45000 en op Vrachtpenningen f 35000

Den volgenden dag zijn de Troepen ontscheept en vervolgens het Gouvernementsgoed gelost. Na het

innemen van 450 picols Tin te Batavia, is de Oud Alblas den 26 Juny naar Soerabaya vertrokken om de

Goederen der Handelmaatschappy aldaar te lossen en een begin met laden te maken. Den 13 July aldaar

gearriveerd, is de Oud Alblas voor het innemen van 6000 picols Suiker, den 18 Aug naar Patjitan ter

completering zijner lading verzeild en aldaar den 1 September aangekomen, en heeft nog den 13 dier

maand de terugreis naar het Vaderland kunnen aannemen, in alles beladen zijnde met:

450 picols Tin,

6000 do Suiker

12 do Kaneel

7160 do Koffy

In Zee gezeild

Aankomst te

Batavia

Page 33: Notulen Directie en Raad der Reederij van de OUD-ALBLAS

De Dordtsche Grote Vaart in de 19e eeuw

Directie en Raad der Reederij: notulen OUD-ALBLAS

32 Kees Bouten © 2013 Sailingsteps

Den 9 January 1847 ontving de directie een schrijven van Kap P. Kley, gedagteekend van de Reede van

Portsmouth den 3, en meldende dat de Oud Alblas in de laatste 14 dagen sterk te kampen had gehad

met contrarie wind en stormweder, vooral in den nacht van den 22 en 23 December, toen een zware

stortzee geheel schoon dekt maakte. Echter bleven de romp van het schip en het tuig gelukkig in orde.

Om het schip niet verder te resigneren, had de kapitein het raadzaam geoordeeld op de Modderbank

eene schuilplaats te zoeken tot zoolang zich eene meer gunstige gelegenheid aan bood om de reis voort

te zetten.

Den 21 vertrok de Oud Alblas van de reede van Portsmouth weder en den 26 Jan

ontving men de tijding van het behouden arrivement van den bodem op den 24 in

het Nieuwe Diep.

Figuur 9 Zevende reis van de OUD ALBLAS

Den 30 Jan is de helft der Equipage bedankt en naar Amsterdam ter afmonstering opgezonden, terwijl

het opbrengen van den Oud Alblas naar Amsterdam enz. aanbesteed is tegen f 1,- per uitleverend last.

De Avary papieren naar Amsterdam opgezonden zijnde, heeft de Heer Asser daarvan de verdeeling

opgemaakt, en is den 10 Juny de afrekening der avary gros en den 24 Augustus die der avary particulier

ontvangen.

Vergadering

van den Raad der Reedery op Donderdag den 18 feb 1847

Present de Heeren P. Blussé van Oud Alblas, C. Gips & Zonen, A. Blussé, F. Smit, A. Visser Azn., H. v.d.

Sande Hz., A. du Bois &Zn, C.B. de Kat.

De voorztiiter geeft aan de presenten kennis van het doel dezer bijeenkomst, en vraagt de opinie over

het al of niet doen eener tusschenreis. Met algemeene stemmen verklaart men zich voor eene

tusschenreis, en wordt verder de Directie vrije hand gegeven om dien bodem hetzij te vervrachten hetzij,

wanneer geen genoegzame vracht te bedingen is, er eene lading voor te koopen, en verder naar gelang

van zaken te handelen op die wijze welke haars inziens het meest met het belang van dien bodem

schoort. Van dit besluit is aan de absenten kennis gegeven, die mede toegetreden zijn.

Den 22 Feb is een begin met ligten gemaakt en den 1e Maart is de Oud Alblas, na in 5 ligters 6000 balen

gelost te hebben, aan de lijn gegaan en den 3 Maart voor de Stad gekomen. Den 4 Maart is het lossen

voortgezet en is men daarmede den 17 Maart gereed gekomen. Nog dien zelfden dag is de vrachtreke-

ning opgemaakt en aan de Maatschappy ingezonden, bedragende over 496⅓ Last f 79.349,52. Dien

Binnenkomst in

Texel

Page 34: Notulen Directie en Raad der Reederij van de OUD-ALBLAS

De Dordtsche Grote Vaart in de 19e eeuw

Directie en Raad der Reederij: notulen OUD-ALBLAS

33 Kees Bouten © 2013 Sailingsteps

zelfden dag is het schip uit het entrepotdok naar de werf gehaald en de mast uitgeligt, en nadat op den

19 dito door de Experts der Assurantie de schade aan het schip bij de jongste stormen was opgenomen,

zijn de Experts der Ned. H.Maaty, daartoe door den kapitein, op last der Directie uitgenoodigd, den 22

Maart aan boord gekomen en hebben de noodige reparatien opgenomen. Den 23 werd daarvan bij de

Directie rapport ontvangen, die daarop den Kapitein last gegeven heeft om met den meesten spoed den

Oud Alblas voor eene nieuwe reis gereed te maken. De reparatie der zeilen en het benoodigde blokwerk

alsmede de 3 nieuwe booten, ter vervanging van de weggeslagen en de nieuwe fokkemast zijn te

Amsterdam besteld. De overige goederen van den inventaris zijn naar Dordrecht ter reparatie

opgezonden.

Den 30 Maart is de vrachtrekening ingekomen, waarop eene uitdeeling van f 1000 per 1/32 aandeel

door de Directie is bewerkstelligd.

Den 8 April was de timmering naar het voorschrift der Experts zoover gevorderd, dat een begin kon

gemaakt worden met het opbrengen van het tuig en zijn 60 a 70 Last ballast ingenomen. Den 24 April

lag het schip weder afgetimmerd in het Oosterdok en ging men toen ijverig voort met het toetuigen.

Alsnu is bij de Directie bepaaldelijk geraadpleegd over de bestemming van den Oud Alblas en is, daar

geen der aangeboden vrachten aannemelijk voorkwam, besloten om den Oud Alblas op avontuur naar

O.Indie te zenden, om later per landpost aan onze correspondenten te Batavia te schrijven hoedanig

verder in dezen te doen. Verder is besloten om dien bodem, welke bereids uitgaande geassureerd was op

casco voor f 45000 nog voor f 20000 op behouden varen te verzekeren. Nog is besloten om de noodige

victualie voor die reis gereed te maken en naar Amsterdam te zenden en om te monsteren.

Page 35: Notulen Directie en Raad der Reederij van de OUD-ALBLAS

De Dordtsche Grote Vaart in de 19e eeuw

Directie en Raad der Reederij: notulen OUD-ALBLAS

34 Kees Bouten © 2013 Sailingsteps

ACHTSTE REIS VAN DE OUD-ALBLAS * * * * * * * * * * * * * * * * * * *

In het begin van Mei was de Oud Alblas geheel gereed en is daarop den 14 van de

Stad gegaan en den 20 aan het Nieuwe Diep aangekomen. Kort na aankomst aldaar

kreeg de Kapitein, eene ongesteldheid, die zich in den beginnen vrij erg liet aanzien,

doch gelukkig na eenige dagen eene gunstige wending nam, zoodat hij in staat was

om den 2 Juny 1847 met den Oud Alblas naar Zee te zeilen.

Aan de Nederl.Hand. Maaty is behoorlijk kennis gegeven van de tusschenreis van den Oud Alblas.

Den 15 July zijn per landpost aan onze Correspondenten te Batavia de noodige limites opgegeven voor

de te huisreis van den Oud Alblas.

(De Brieven en bescheiden zijn weggelegd in paket G.)

Vergadering

van den Raad der Reedery op 30 September 1847

Present de Heeren P. Blussé van Oud Alblas, F. van Wageningen, A. Blussé, A.J. Verbeek v.d. Sande

De Raad der Reedery, behoorlijk daartoe opgeroepen, op heden vergaderd zijnde, is, na voorlezing en

goedkeuring der notulen tot heden, door de Directie gedaan, rekening en verantwoording over de 7e

afgeloopen reis van het Barkschip Oud Alblas, sluitende met een batig saldo van f. 1.796,57½ en is

dezelve rekening door de presenten eenparig goedgekeurd en ten blijke daarvan geteekend.

Van een en ander is bij gedrukte circulaire aan de deelhebbers kennis gegeven.

Den 22 November 1847 werd per overlandmail bij de directie een schrijven van Kap

Kley ontvangen, meldende de behouden aankomst van den Oud Alblas op den 13

September ter reede van Batavia. Schip en Tuig waren in goeden staat, en met

uitzondering van eenige zieken onder de equipage was er op de reis niets bijzonders voorgevallen. Bij zijn

aankomst te Batavia, waren de vrachten die in July nog f 115 met 15 pCt stonden tot 0.95 met 15 pCt

gedaald. Na echter 5 dagen gelegen te hebben kwam er een bod voor eene gedeeltelijke belading van

f 100 met 15%, hetwelk de Kapitein in overleg met onze correspondenten aannam, en, daar er geen

Koffy of Suiker te krijgen was en de Arak meer dan 100 pCt gerezen was, besloot hij, met in overleg met

onze correspondenten eenigszins af te wijken van de hem gegeven orders en ter completering der lading

voor eigen rekening 200 Koyangs Rijst aan te koopen, hetwelk geschiedde tegen f 190 per Koyang.

Onmiddelijk daarop is een begin met laden gemaakt en onafgebroken daar mede voortgegaan, zodat,

blijkens een later schrijven van Kap Kley van 20 October de Oud Alblas gereed lag om den volgenden dag

de terugreis van Batavia naar Nederland aan te nemen, in alles beladen zijnde met 8100 picols Rijst

waarvan 5400 picols of 3896 Balen voor scheepsrekening en 6507 picols Suiker.

Met een woord zij hier nog gemeld dat dadelijk na de ontvangst van het berigt van het arrivement en de

bestemming van den Oud Alblas, de retourassurantie is bezorgd, zijnde f 45000 op Casco, 40000 op

Vrachtp. en f 40000 op Rijst.

Den 21 February is de Oud-Alblas behouden in Texel binnengekomen, hebbende in

het geheel eene uit- en tehuisreis van 8 maanden en 19 dagen. Op zijn tehuisreis had

In Zee zeilen

Aankomst te

Batavia

Binnenkomst te

Texel

Vertrek van

Amsterdam

Page 36: Notulen Directie en Raad der Reederij van de OUD-ALBLAS

De Dordtsche Grote Vaart in de 19e eeuw

Directie en Raad der Reederij: notulen OUD-ALBLAS

35 Kees Bouten © 2013 Sailingsteps

de Oud Alblas veel met ongestadig en ruw weder te worstelen gehad, waardoor het schip zwaar werkte.

In zonderheid was zulks het geval op den 9, 10 en 11 Febrauary 1848 als wanneer hij bemerkte dat het

roer stuk en er meer water bij de pomp was, waarschijnlijk door het springen der stevennaden. Na

hetzelve zooveel mogelijk verholpen te hebben, had de Kap de reis voortgezet.

Figuur 10 Achtste reis van de OUD ALBLAS

Den 24 February is een begin met lossen gemaakt, de helft der equipage afgedankt

en het opbrengen van den Oud Alblas naar Amsterdam aanbesteed tot den

genomen prijs van f 500.

Uithoofde van het regenachtig weder is de Oud Alblas eerst den 4 Maart aan de lijn kunnen gaan. Den 7

is die bodem te Amsterdam aangekomen en in het Entrepotdok gehaald. De Rijst voor scheepsrekening

geladen is met ligters naar deze stad overgebragt en aldaar opgeslagen, om die in geval van

behoorlijken prijs bij kavelingen van 500 balen te verkoopen, hetgeen echter slechts voor een klein

gedeelte, ten bedrage van 500 balen tot den prijs van f 9.50 per 50 NedPd is mogen lukken. De daarop

gevolgde daling heeft een verdere redelijken verkoop onmogelijk gemaakt.

Den 28 Maart is de Oud Alblas geheel ledig gekomen en is de vrachtrekening voor het te vracht

medegenomen opgemaakt, bedragende in alles f 32.523,17 welke gelden den 1 April zijn ingekomen.

Intusschen was, daar de beurt voor den Oud Alblas om in de bevrachting der Nederl. Handel

Maatschappy opgenomen te worden reeds verstreken was, door de Directie al het noodige beraamd om

dien bodem voor eene nieuwe reis zoo spoedig mogelijk weder gereed te hebben.

Den 6 April is de door de Regtbank benoemde commissie aan boord gekomen, om de schade door de

jongste Zee evenementen veroorzaakt op te nemen, en den 8 hebben de experts der

Ned.Hand.Maatschappy het schip onderzocht en de noodige reparatien bevolen. Deze hebben bestaan,

behalve in het noodige verbreeuwen boven water buiten en binnen boord, het inzetten van stukken in

het kolsum, de wrangen of buikstukken in de buikdenning, op die plaatsen waar dezelve verwaterd

waren, het aanbrengen van een stuk looze kiel ramp in 100 voet lengte; vernieuwing van de roer stander

en eindelijk dokken van het schip om de koperen huid te onderzoeken.

Den 14 April is de Oud Alblas in het dok gegaan en daar de koperen huid onder water goed bevonden

werd, den 15 daar weder uitgehaald, terwijl de overige werkzaamheden met kracht zijn doorgezet,

zoodat de Oud Alblas voor de bevrachtingen van de Nederl.Handel Maatschappy van Mei aangeboden

en aangenomen is kunnen worden, met bepaling om den 13 Mei in het Nieuwe Diep geheel gereed te

liggen. Onmiddelijk daarop is eenige ballast ingenomen en de provisie aan boord bezorgd.

Aankomst te

Amsterdam

Page 37: Notulen Directie en Raad der Reederij van de OUD-ALBLAS

De Dordtsche Grote Vaart in de 19e eeuw

Directie en Raad der Reederij: notulen OUD-ALBLAS

36 Kees Bouten © 2013 Sailingsteps

NEGENDE REIS VAN DE OUD-ALBLAS * * * * * * * * * * * * * * * * * * *

Den 2 Mei is gemonsterd en den 8 dito is de Oud Alblas van de stad vertrokken, en na eenige ballast te

Alkmaar te hebben ingenomen naar het Nieuwe Diep vertrokken en van daar den 15 Mei 1848 in Zee

gezeild. Uitgaande verzekerd voor f 40.000 Casco en f 20.000 behouden varen.

Den 11 Mei zijn de stukken, betreffende de avary ontvangen en is het door

Assuradeuren daarin te dragen gedeelte, groot f 1616 den 5 July ingekomen.

Den 21 November 1848 ontving de Directie een schrijven van hare correspondenten te Batavia van den

26 September 1848, meldende dat de Oud Alblas, uithoofde van de contrarie winden bij zijn uitzeilen,

benoorden Engeland was omgegaan en den 13 September ter reede van Batavia

was aangekomen.

Het schip had op zijne verdere reis veel met storm en orkaan te worstelen gehad, in

zonderheid aan de Kaap en om de Zuid, en had den 28 Augustus weder met stormweder zeilende

omstreeks de eilanden Paulus en Amsterdam een lek bekomen, zoodat men voortdurend moest pompen,

om welke reden onze correspondenten in overleg met den kapitein het schip hadden doen examineren.

Naar aanleiding daarvan bleek het onraadzaam te zijn zonder voorafgaande herstelling te beladen en

daar er geen zwarigheid bestond om hetzelve naar Soerabaya te doen verzeilen, is kap Kley met

goedkeuring van de Factory den 20 September derwaarts vertrokken, ten einde het schip aldaar te doen

nazien en in orde brengen.

Den 2 October is de Oud Alblas te Soerabaya gearriveerd en onmiddelijk de ballast gelost, waarna de

commissie der Experts bevolen heeft het schip te kielen, om het te onderzoeken. Den 10 October was het

overgedraaid en heeft toen de commissie bevonden, dat door het zware werken van het schip

verscheiden naden waren ontzet, alsook dat er verscheiden nagels los en lek gewerkt waren. Dien ten

gevolge werd besloten de koperen huid af te nemen, de romp opnieuw te kalfaten, te klamaayen en

vervolgens te vernagelen en volgens gebruik nieuw te koperen. Dadelijk is een aanvang met de

reparatien gemaakt en blijkens later schrijven van den Kapitein van den 23 November was de Oud Alblas

toen weder geheel in orde. Ook waren bereids ongeveer 1000 kanassers Suiker geladen. De Kapitein zou

daar in alles 9400 netto picols Suiker en 1000 picols Koffy innemen. Waar hij het restant zijner lading zou

ontvangen, was toen nog niet bepaald.

Vergadering

van den Raad der Reedery

op 28 Mei 1849

Present de Heeren Mr P. Blussé van O. Alblas, Mr A. Blussé, C. Gips &Zonen in persoon,

en H.P. Visser, H. Holle, L. Zeegers Veeckens, A. Blussé de Jonge, Mr J.H. Holle, H. van der Sande, F. van

Wageningen, Kinderen Verbeek bij procuratie.

De Raad der Reedery behoorlijk opgeroepen, op heden vergaderd zijnde, is, na voorlezing en

goedkeuring der notulen van 30 September 1847 tot 23 November 1848, door de Directie gedaan

rekening en verantwoording over de 8e afgeloopen reis van het Barkschip Oud Alblas, sluitende met een

kwaad saldo van f 41.242,50 , waartegen echter nog 3396 balen Rijst onverkocht liggen, en is dezelve

rekening door de presenten eenparig goedgekeurd en ten blijke daarvan geteekend.

Vervolgens wordt de opinie der vergadering gevraagd hoedanig verder te handelen met de nog

voorradige balen Rijst. Aan de Directie wordt opgedragen om te handelen naar omstandigheden.

Aankomst te

Batavia

In Zee zeilen

Page 38: Notulen Directie en Raad der Reederij van de OUD-ALBLAS

De Dordtsche Grote Vaart in de 19e eeuw

Directie en Raad der Reederij: notulen OUD-ALBLAS

37 Kees Bouten © 2013 Sailingsteps

Verder deelte de voorzitter aan de vergadering mede hetgeen sedert 23 November 1848 met de Oud

Alblas geschied en onderwerpt aan de goedkeuring der vergadering om van de te verwachte

vrachtrekening over de thans afgeloopen Maatschappyreis eene provisionele uitdeeling van f 500 per

1/32 te doen. Algemeen goedgekeurd.

Aan de absenten wordt van een en ander bij gedrukte missive kennis gegeven.

Nadat de Oud Alblas in de maand November 1848 gereed was gekomen met de herstelling der op de

uitreis bekomen zeeschade, en nog in die maand te Soerabaya een begin met laden

had gemaakt, is het schip van daar den 3 December 1848 naar Panaroekan verzeild

en, na aldaar zijne lading gecompleteerd te hebben den 15 December 1848 over

Banjouwangie door Straat Bali naar Nederland teruggekeerd, in alles beladen met

9.955 picol Suiker en 4553 picol Koffy en tehuis komende verzekerd voor f 40.000

Casco en f 45.000 Vrachtpenningen.

Aan de Heeren Fraser Eaton &Co te Soerabaya had de Kapitein eene quitantie afgegeven van

f 25.923,94, zijnde het bedrag der te Soerabaya herstelde avary.

Den 4 Maart 1849 ariveert de Oud Alblas te St Helena waar water ingenomen werd en den 30 April 1849

kwam die bodem behouden te Texel binnen. De uit en de te huisreis duurde elf

maanden en 15 dagen.

Na tot op behoorlijke diepgang voor het Kanaal gelost te hebben is de Oud Alblas

den 9 aan de lijn gegaan en eenige dagen later te Amsterdam aangekomen, waar de lossing onmiddelijk

is voortgezet en in het laatste van Mei geeindigd.

Figuur 11 Negende reis van de OUD ALBLAS

In het begin van Juny 1849 is de vrachtrekening ingekomen, bedragende over 493¾ uitgeleverde Lasten

f 80.192,83 hiervan is, ingevolge het door de Raad der Reedery den 26 Mei jl. goedgekeurde voorstel der

Directie, dadelijk eene provisionele uitdeeling van f 500 per 1/32 ste gedaan.

Middelerwijl waren de avary papieren van den Oud Alblas door den heer Asser te Amsterdam

opgemaakt en is het montant ten bedrage van f 14.385,19 in het laatst van July 1849 ingekomen.

Voor het mogelijke geval eene voordeelige tusschenreis of spoedige nieuwe bevrachting door de

Nederlandsche H.My is besloten den Oud Alblas gereed te maken en zijn dien ten gevolge de Experts den

23 Mei 1849 aan boord gekomen, en hebben het noodige bevolen, bestaande hoofdzakelijk in een nieuw

Kolsum, Groote Mast, Groote raa Fokkeraa, Bezaansboom en dito Gaffel, allen verrot, en in het noodige

verbreeuwen. Verder is nog voor den Oud Alblas besteld nieuw Fokke en Grootwant enz. In het laatst

van September was men met de noodige herstellingen gereed, met uitzondering der berghoutnaden,

welke men tot het voorjaar uitstelde en van de groote mast die eerst later ingezet is, en is het schip

Vertrek van

Panaroekan

via

Banjoewangie

naar Amsterdam.

Binnenkomst

te Texel.

Page 39: Notulen Directie en Raad der Reederij van de OUD-ALBLAS

De Dordtsche Grote Vaart in de 19e eeuw

Directie en Raad der Reederij: notulen OUD-ALBLAS

38 Kees Bouten © 2013 Sailingsteps

alsnu zoo goed als gereed voor eene nieuwe reis, opgelegd. Wel waren nog eenige aanbiedingen voor

eene tusschenreis gedaan, maar als niet voldoende, van de hand gewezen.

In April 1850 is men, bij de ophanden zijnde beurt om in de bevrachtingen der Nederl. Handel My

opgenomen te worden, begonnen met het schip klaar te maken.

In Mei 1850 is de Oud Alblas door de Nederl. H.My bevracht, met bepaling om den 17 te Texel gereed te

liggen.

Ter vervanging van den op den Admiraal van Heemskerk overgeplaatsten Gezaghebber P. Kley, is de

intusschen tot Kapt bevorderde oudste Opperstuurman der Reedery H.H. Budde, met de noodige

instructien, voorlopig met het gezag over den Oud Alblas belast.

Page 40: Notulen Directie en Raad der Reederij van de OUD-ALBLAS

De Dordtsche Grote Vaart in de 19e eeuw

Directie en Raad der Reederij: notulen OUD-ALBLAS

39 Kees Bouten © 2013 Sailingsteps

TIENDE REIS VAN DE OUD-ALBLAS * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *

Half Mei is de Oud Alblas van Amsterdam naar het Nieuwe Diep vertrokken en na

aldaar de hen nagezonden provisie overgenomen te hebben den 21 Mei 1850 in Zee

gezeild. Uitgaande verzekerd voor f 40/m casco en f 20/m beh.varen.

In het N.Holl.kanaal brak de voormansra, door aanzeiling van het Schip Goed Vertrouwen, waarvan later

de helft ten bedrage van f 60 door de Reedery van genoemd schip is vergoed.

Van de voorradige Rijst zijn in 1849 1240 Balen verkocht en is in 1850 de resterende voorraad,

bedragende 2116 balen en 139 opgezakte balen spilling, opgeruimd, hebbende deze opgebragt

f 38.546,74½

Vergadering

van den Raad der Reedery

op 25 September 1850.

Present de Heeren P. Blussé van O. Alblas, F. van Wageningen, A. Blussé, A.J. Verbeek vd Sande.

De notulen tot heden gelezen en goedgekeurd. Vervolgens is rekening gedaan over de negende

afgeloopen reis, sluitende met een kwaad slot van f 2936,62. Deze rekening is goedgekeurd en

geteekend.

Aan de absenten is bij gedrukte circulaire van een en ander kennis gegeven.

Den 19 November 1850 ontving de directie een schrijven van Kapt Budde dd. Batavia

22 September, meldende zijne behouden aankomst aldaar. Na het innemen van

eenige Tin te Batavia is de Oud Alblas den 23 naar de Kust vertrokken, ter inneming

van lading, waar men met volladen in het laatst van November gereed gekomen is. De lading bestond

uit 2694 Kanassers Suiker, 3910 Balen Koffy, 902 Blokken Tin en 3249 bossen Rotting. Met deze is de

Oud Alblas over Banjoeangie naar Nederland teruggekeerd, tehuiskomend verzekerd

voor f 40 m Casco en f 40 m Vrachtpenningen, en is den 28 Maart 1851 behouden te

Texel binnengekomen, hebbende eene uit en tehuisreis van 10 maanden 7 dagen.

Figuur 12 Tiende reis van de OUD ALBLAS

Onmiddelijk is men met kracht aan het lossen gegaan en, - daar intusschen de Oud Alblas voor 550 Ton

ruimte naar Valparaiso vervracht was aan een huis in Londen, mits met 1 Mei tot de nieuwe reis gereed,

Vertrek van

Amsterdam en

in Zee zeilen.

Binnenkomst

te Texel

Aankomst te

Batavia.

Page 41: Notulen Directie en Raad der Reederij van de OUD-ALBLAS

De Dordtsche Grote Vaart in de 19e eeuw

Directie en Raad der Reederij: notulen OUD-ALBLAS

40 Kees Bouten © 2013 Sailingsteps

- is op bekomen vergunning van wege de Directie der Nederl. Handel My, de Oud Alblas in het N.Diep

geheel ledig gelost en zijn de in overleg met de Experts geordoneerde reparatien aldaar ten spoedigste

verrigt, zoodat die bodem den 15 weder ter inneming van lading gereed lag. Achtervolgelijk is de

aangenomen Suiker, van Amsterdam per ligter naar het N.Diep geexpedieerd, overgenomen, en zijn nog

voor derden ongeveer 20 ton Goederen geladen, terwijl nog verder ter completering der lading

provisioneel voor rekening der Directie eene parij Genever, Garst, haver en kaas is ingenomen.

Page 42: Notulen Directie en Raad der Reederij van de OUD-ALBLAS

De Dordtsche Grote Vaart in de 19e eeuw

Directie en Raad der Reederij: notulen OUD-ALBLAS

41 Kees Bouten © 2013 Sailingsteps

ELFDE REIS VAN DE OUD-ALBLAS * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *

Aan den Kapitein is eene Supplement Instructie voor de nieuwe reis ter hand gesteld

en den 9 Mei 1851 is de Oud Alblas behoorlijk uitgerust en bemand uit Texel naar

Valparaiso gezeild, uitgaande verzekerd voor f 40/m Casco en f 20/m Vrachtp. en

f 8/m behouden varen.

Den 2 Mei was de vrachtrekening over de tiende reis ingekomen, bedragende over ruim 459 Lasten

f 71.274,50 , van deze heeft de Directie eene provisionele uitdeeling gadaan van f 500,- per 1/32 ste

aandeel.

Vergadering

van den Raad der Reedery

op 21 Augustus 1851.

Present de Heeren Blussé van O. Alblas, F. Smit, H.P. Visser, A.J. Verbeek vd Sande, C. Gips &Zonen.

De notulen tot heden gelezen en goedgekeurd. Vervolgens is rekening gedaan over de tiende afgeloopen

reis, sluitende met een batig saldo van f 13.646,70½. Deze rekening is goedgekeurd en geteekend.

Aan de tegenwoordig zijnde deelhebbers is door de Directie medegedeeld dat dit saldo voorlopig is

aangewend tot gedeeltelijke voldoening van eene factuur Goederen tot aanvulling medegegeven ad

f 18/m ongeveer, aangezien niet voor de geheele scheepsruimte Vrachtgoederen te bekomen waren.

Aan de deelhebbers is voorgesteld als principe aan te nemen dat van deze goederen alleen aangekocht

om te beproeven wanvracht te vermijden, geen vracht zal in rekening worden gebragt, maar aan alle

deelhebbers in verhouding van hun aandeel in het Schip, aandeel in de Speculatie te verleenen. Dit

principe is aangenomen en door de tegenwoordig zijnde deelhebbers 25/32 vertegenwoordigende in de

Speculatie, deelgenomen. Achtervolgens zijn ook de afwezige toegetreden.

Door misrekening van Kapt Budde zijn echter niet alle aangekochte Goederen in de Oud Alblas geladen

kunnen worden, maar is een gedeelte ter waarde van f 3/m met het Barkschip Ceres naar Valparaiso

verzonden aan de consignatie der Heeren E & J Serruys &Co.

Den 29 November 1851 ontving de Directie een brief van KaptH.H. Budde dd 25

September te voren, meldende dat hij den 14 te voren na een lange en moeyelijke

reis aldaar gearriveerd was, maar lek en het koper zeer beschadigd. De vrachten

naar San Francisco laag staande, scheen de Kapitein te inclineren naar Java te stevenen en de inhebben-

de Goederen naar San Francisco in een ander schip over te laden.

Den 10 dier zelfde maand was ook de Ceres met de overige Goederen te Valparaiso aangekomen.

Den 28 Decmber 1851 ontving de Directie berigt dat Kapt Budde den 30 October ten gevolge van een val

van een paard was overleden en opgevolgd door den opperstuurman N. Kruymel.

Deze dit berigt zelf mededelende gaf als zijn inzigt te kennen bij de ongunstige stand der markt te

Valparaiso, de inhebbende Goederen zelf naar San Francisco te voeren en verder zoo voordeelig mogelijk

voor de ledig gekomen ruimte vrachtgoederen aan te nemen. Te gelijk zond hij een wissel van £ 440 over

een gedeelte der Vrachtpenningen der inhebbende Suiker.

Vertrek naar

Valparaiso

Aankomst te

Valparaiso

Page 43: Notulen Directie en Raad der Reederij van de OUD-ALBLAS

De Dordtsche Grote Vaart in de 19e eeuw

Directie en Raad der Reederij: notulen OUD-ALBLAS

42 Kees Bouten © 2013 Sailingsteps

Bij een schrijven van 25 November 1851 melde Kapt Kruymel ons, dat hij de inhebbende lading

uitgenomen de Haver, aan een speculant te Valparaiso had verkocht om te San Francisco te leveren,

gaande die speculant zelve met zijne familie derwaarts mede op reis. Verder had hij Steenkolen

aangenomen tegen $ 7 de ton en Suiker voor $ 6.

Inmiddels was door de Directie besloten zoodra er berigt van Kapt Kruymel was dat hij mits anders dan

over San Francisco naar Java zou gaan, zich van dien tijd te bedienen en eene koperen huid en

toebehooren naar Java te zenden, om te kunnen dienen tot remplacering der oude, en was hiervan bij

missive van 14 February aan Kapt Kruymel berigt gezonden. Deze huid is gescheept in het schip

Doggersbank, Kapitein Janssen.

Bij een schrijven van 17 February 1852 ontvingen wij van HH Gildemeester de

Fremery &Co te San Francisco berigt van de behouden aankomst aldaar van Kapt

Kruymel op den 12 bevorens. De stand der markt voor granen hoog zijnde werkte

gunstig op de inhebbende onverkochte Haver. De te Valparaiso gesloten verkoop moest even zeer niet

tegenstaande de hooge markt der Garst gunstig geacht worden, dewijl Genever & Kaas zeer waren

gedaald.

Een schrijven van den kapitein van gelijke dagteekening bevestigde vroegere berigten omtrent den

beschadigden toestand van het schip, doch eerst na de ontlossing kon daaromtrent iets met zekerheid

blijken.

Met een schrijven van 1 Maart ontvangen berigt dat de Haver verkocht was tot $ 10½ de 100 [..] en dat

de zakken 110 [..] uitleverden.

De latere berigten van den Kapitein luidden immer bezwarender omtrent de mogelijkheid van vertrekken

ten gevolge van den staat van het Schip en de desertie der manschappen. Hij scheen den 4 April nog

zwanger van het denkbeeld dat hij zou genoodzaakt zijn het schip als ongeschikt te verkoopen en met

het montant der ontvangen gelden vracht verkoop van schip en lading in goud, zelf herwaaarts te

keeren.

Met een brief van den 17 April ontvingen wij echter berigt van de ontvangst van den onzen van 14

February en scheen deze den Kapitein tot het besluit gebragt te hebben de reis naar Java te beproeven

ten einde daar te repareren, en inmiddels het provenu der Goederen en Vracht in Goud op Londen over

te zenden.

Het tijdstip alsnu gekomen zijnde waarop de Oud Alblas aan de beurt was om in de bevrachting van de

Nederl. Handel Maatschappy begrepen te worden, is het schip door de Directie aangeboden, en mogt zij

den goeden uitslag daarvan den 21 Juny aan den Gezagvoerder naar Java berigten.

Dien zelfden dag ontvingen wij nog het connissement van 850 ons Troij Stofgoud volgens factuur

$ 15038,54 en berigt dat het schip den 1 Mei gereed lag om om naar Honolulu te

zeilen, zijnde het niet mogelijk scheepsvolk naar Java te bekomen. Het voltallig

maken der Equipage voor Honolulu heeft nog het schip tot den 7 Mei opgehouden.

Den 1 July ontving het berigt van het arrivement van het Goud in de Bank van Engeland; dit ter gelde

gemaakt zijnde stelde de Directie in staat bij circulaire van 13 July 1852 eene uitdeeling van f 600 per

1/32 voor de deelhebbers beschikbaar te stellen.

Met de mail van 21 Juny ontving het berigt dat de Doggersbank, inhebbende de koperen huid te Batavia

was gearriveerd. Het schip niet naar Soerabaya verzeilende, is de huid gelost en door onze correspon-

denten naar Soerabaya verscheept, ten einde daar desponibel te blijven.

Aankomst

te San Francisco

Vertrek van

San Francisco

Page 44: Notulen Directie en Raad der Reederij van de OUD-ALBLAS

De Dordtsche Grote Vaart in de 19e eeuw

Directie en Raad der Reederij: notulen OUD-ALBLAS

43 Kees Bouten © 2013 Sailingsteps

Inmiddels arriveerde de Oud Alblas den 3 Juny 1852 te Honululu en had de Kapt het geluk aldaar eene

nieuwe equipage te engageren tegen $ 25 per maand. Van daar de reis naar Java voortzettende,

begreep de Kapitein Makassar aan te doen. Hij arriveerde aldaar den 17 Augustus waar hij uit de

courant zijne bevrachting door de Nederl. Handelmaatschappy vernam. Tevens gelukte het hem, te

dezer plaats nog eenige vracht f 5000 naar Java aan te nemen, en zijn scheepsvolk van Honolulu voor

anderen te verwisselen.

Den 4 September 1852 arriveerde het schip eindelijk te Batavia en aldaar

geexpertiseerd zijnde onmiddelijk naar Soerabaya en van daar naar Grisee1

vertrokken ten einde te repareren. Door den slechten staat van het koper en het aan

den grond raken bij Honolulu was inmiddels de toestand van het schip dermate verergerd dat die

reparatie hoogst belangrijk moest worden; de avary rekening te Soerabaya opgemaakt heeft dan ook

het bedrag opgeleverd van f 36.733.

Intusschen was den 23 November de reparatie zoover voltooid dat het schip naar Soerabaya kon

verzeilen, ten einde daar 4000 picols Suiker in te nemen. Den 18 December is het schip van daar naar

Bezoekie en vervolgens naar Banjoewangie vertrokken, om de lading te completeren. Den 13 January

1853 was het schip ter laatstgenoemde plaats gereed om de reis naar het Vaderland te aanvaarden,

achterlatende een nadeelig saldo van f 37.885,48 waarover door de correspondenten op de Directie is

gedisponeerd.

Na eene niet onvoorspoedige reis van 69 dagen bereikte de Oud Alblas den 6 April St

Helena en eindelijk den 8 Juny den vaderlandschen bodem.

Figuur 13 Elfde reis van de OUD-ALBLAS

De uitzigten op voordeelige uitvrachten alsnu gunstig zijnde, was het de toeleg om het schip zoo spoedig

mogelijk ledig te lossen en in zeewaardigen toestand te brengen. Den 23 Juny was het schip in het

Nieuwe Diep ledig gelost en den 24 is het door de Experts der Zee Assuradeuren onderzocht. Bij dit

onderzoek is gebleken dat voornamelijk aan de voor en achter steven van het schip werking was

geweest en dat dus daar eenig gebrek moest schuilen.

De vrachtrekening aan de Nederl. HandelMy inmiddels opgemaakt, heeft eene som bedragen van

f 61.059,84 welke den 4 July 1853 is ontvangen.

1 Grissee, tegenwoordig Gresik, een voorstadje ten noordwesten van Surabaya in de Straat Madura.

Aankomst te

Batavia

Binnenkomst

te N.Diep

Page 45: Notulen Directie en Raad der Reederij van de OUD-ALBLAS

De Dordtsche Grote Vaart in de 19e eeuw

Directie en Raad der Reederij: notulen OUD-ALBLAS

44 Kees Bouten © 2013 Sailingsteps

In het laatst der maand July de vertimmering ten einde spoedende is het schip voor eene reis naar

Australie bevracht a £ 4.15. Bij de toekenning der charterpary eenige moeyelijkheid ontstaan zijnde over

de assurantie van het schip, is echter die vracht weder afgesprongen. Dit heeft echter tot geen nadeel

geleid. Want de vrachten inmiddels williger blijvende en het schip behoorlijk geclassificeerd zijnde, is het

andermaal voor eene dergelijke reis aan dezelfde bevrachters bevracht en nu tot £ 4.17/6.

De timmering is in het laatst van Augustus geheel ten einde geloopen. Het opzuiveren van de Boeg en bij

de achtersteven had tot de ontdekking geleid van verschillende verrotte of vervuurde houten, die allen

vervangen zijn. Tevens heeft de Directie begrepen bij deze gelegenheid het schip met een pompspil te

moeten voorzien, hetgeen mede nog bij de plaatsing tot ontdekking van aangestoken houten geleid

heeft.

De aanmonstering heeft daarentegen weinig oponthoud opgeleverd, aangezien de kapitein zijne

Javaansche matrozen weder bereid bevonden had de reis te maken.

Page 46: Notulen Directie en Raad der Reederij van de OUD-ALBLAS

De Dordtsche Grote Vaart in de 19e eeuw

Directie en Raad der Reederij: notulen OUD-ALBLAS

45 Kees Bouten © 2013 Sailingsteps

TWAALFDE REIS VAN DE OUD-ALBLAS * * * * * * * * * * * * * * * * * *

Den 7 September 1853 is het schip uit het N.Diep naar Zee gezeild en den 9 te

London gearriveerd.

Den 17 November 1853 was het schip volgeladen en 2/3 der vracht ophand door den kapitein ontvangen

en aan onze correspondenten de HH Hofman & Schenk terhand gesteld.

Den 21 November was het schip met een goede gelegenheid gezeild uit Duins.

De rekening der Heeren Hofman & Schenk daarna vereffend is gebleken ten

voordeele van het schip overgebleven te zijn £ 1645.11 waarover tot den coers van

f 11,65 is gedisponeerd.

De Directie is hierdoor in staat gesteld om bij circulaire van 13 December 1853 eene uitdeeling van f 400

per 1/32 aandeel aan de aandeelhouders disponibel te stellen.

Sedert zijn van het schip geene nadere tijdingen meer ontvangen.

Van de op Java gemaakte onkosten zijn voor rekening der assurantie als gevolgen van Zee evenementen

gebragt f 19.736,- welke gelden ter zijner tijd zijn gearriveerd, met uitzondering van het aandeel door de

Dordr Zee Assurantie Maatschappy te dragen, waarvan de liquidatie dient afgewacht te worden.

Eveneens is nog van de in staat van stagnatie verkerende firm E & J Serruys te Valparaiso te maasseren

$ 833.1, zijnde het provenu van de per Ceres aangebragt en gedeeltelijk verkochte Goederen hierboven

vermeld. Nog 20 kisten Glaswerk zijn in dien verkoop niet begrepen en wordt daarvan later verantwoor-

ding gewacht.

Vergadering

van den Raad der Reedery

op den 3 April 1854.

De notulen tot heden gelezen en goedgekeurd. Vervolgens is rekening gedaan over de elfde afgeloopen

reis. Sluitende met een voordeelig Saldo van f 2528,34. Deze rekening is goedgekeurd en geteekend.

Aan de absenten is bij gedrukte circulaire van een en ander kennis gegeven.

Vergadering

van den Raad der Reedery van het Barkschip Oud Alblas, gehouden den 14 April 1854

ten gevolge eener oproeping aan de gezamenlijke deelhebbers

afgehouden den 8 April 1854.

Tegenwoordig de Heeren

Mr P. Blussé van Oud Alblas

F. van Wageningen

Mr A. Blussé

In zee gezeild

Vertrek van Duins

naar Melbourne

Page 47: Notulen Directie en Raad der Reederij van de OUD-ALBLAS

De Dordtsche Grote Vaart in de 19e eeuw

Directie en Raad der Reederij: notulen OUD-ALBLAS

46 Kees Bouten © 2013 Sailingsteps

H. van der Sande Hz.

en bij procuratie

de Heeren L. van Haaften

Mr J.H. Holle

H. Holle

Mevrouw Dewed A. Blussé de Jonge

Dewed H.P. Visser

De Vergadering geopend zijnde door den Heer P. Blussé van Oud Alblas, ter tafel gebragt het verzoek

van den Heer L. Zeegers Veeckens om ontslag als Boekhouder van het Schip Oud Alblas, reeds bij

oproepingsbrief van 8 April aan de deelhebbers medegedeeld.

In de eerste plaats wordt de vraag voorgesteld of er eenige bedenkingen tegen dit verzoek bestaan.

Niemand daarover het woord vragende wordt door den Heer P. Blussé van Oud Alblas voorgesteld over

te gaan tot het verleenen van eervol ontslag aan den Boekhouder L. Zegers Veeckens, onder

dankbetuiging voor zijne langdurige diensten. Dit voorstel wordt met algemene stemmen goedgekeurd.

Daarna wordt door den Heer P. Blussé van Oud Alblas de vraag gesteld of het getal der Directeuren

opnieuw met een vijfde zal worden vermeerderd dan of men zoude verlangen te besluiten uit de

overblijvende Directeuren een met de functie van Boekhouder te belasten.

Dat laatste wordt goedgevonden en op voorstel van den Heer F. van Wageningen besloten daarvoor

geene stemming te houden, maar bij acclamatie te benoemen den Heer P. Blussé . . .

etc descunt

Figuur 14 Twaalfde reis van de OUD-ALBLAS

Page 48: Notulen Directie en Raad der Reederij van de OUD-ALBLAS

De Dordtsche Grote Vaart in de 19e eeuw

Directie en Raad der Reederij: notulen OUD-ALBLAS

47 Kees Bouten © 2013 Sailingsteps