noordwolde zingt .... johannes de heer
TRANSCRIPT
Welkom
Noordwolde zingt …. Johannes de Heer
organist Johannes de Vries
kornet Sjoerd de Vries
JdH 153 – 1, 4, 5
Lof zij de Heer ….
Lof zij de Heer,
de almachtige Koning der ere!
Dat aard' en hemel
de lof Zijner glorie vermere!
Meng in 't geklank,
ziel, uw aanbiddende dank:
zing al wat ademt de Here!
Lof zij den Heer,
van wiens leiding de sterren gewagen,
die ook uw leven
op adelaarswiek heeft gedragen:
breed en geducht
was zijn aanbidd'lijke vlucht,
ruisend met machtige slagen!
Lof zij den Heer,
die uw bevende vrees zal beschamen! Noem Hem uw Vader,
de kroon van Zijn heerlijke namen!
Dwars door de dood
neemt Hij u op in zijn schoot;
loof Hem in eeuwigheid!
Amen!
JdH 104 – 1, 2, 3
Geprezen zij ….
Geprezen zij de Heer die eeuwig leeft (OT 91)(Opw 44) t. J. van Ingen Schenau; m. T. Ame
refrein:
Geprezen zij de Heer die eeuwig leeft (OT 91)(Opw 44) t. J. van Ingen Schenau; m. T. Ame
Geprezen zij de Heer die eeuwig leeft (OT 91)(Opw 44) t. J. van Ingen Schenau; m. T. Ame
refrein:
Geprezen zij de Heer die eeuwig leeft (OT 91)(Opw 44) t. J. van Ingen Schenau; m. T. Ame
Geprezen zij de Heer die eeuwig leeft (OT 91)(Opw 44) t. J. van Ingen Schenau; m. T. Ame
refrein:
Geprezen zij de Heer die eeuwig leeft (OT 91)(Opw 44) t. J. van Ingen Schenau; m. T. Ame
Welkom en gebed
Noordwolde zingt …. Johannes de Heer
organist Johannes de Vries
kornet Sjoerd de Vries
JdH 98 – 1, 2, 3
Samen in de naam van Jezus ….
Samen in de naam van Jezus (EL 218) t. & m. C.A.E. Groot
Samen in de naam van Jezus (EL 218) t. & m. C.A.E. Groot
Samen in de naam van Jezus (EL 218) t. & m. C.A.E. Groot
Samen in de naam van Jezus (EL 218) t. & m. C.A.E. Groot
Samen in de naam van Jezus (EL 218) t. & m. C.A.E. Groot
Samen in de naam van Jezus (EL 218) t. & m. C.A.E. Groot
JdH 376 – 1, 2,
Looft God….
Looft God, looft Zijn' naam alom;
looft Hem in Zijn heiligdom;
looft des Heeren grote macht
in de hemel Zijner kracht;
looft Hem, om Zijn mogendheden!
Looft Hem na zo menig blijk
van Zijn heerlijk koninkrijk
voor Zijn troon en hier beneden!
Looft God met bazuin geklank!
Geeft Hem eer, bewijst Hem dank!
Looft Hem met de harp en luit!
Looft Hem met de trom en fluit!
Looft Hem op uw blijde snaren!
Laat zich 't orgel overal
bij het juichend vreugdgeschal
tot des Heren glorie paren!
JdH 33
Daar ruist langs de wolken
Daar ruist langs de wolken een lieflijke naam (JdH-33) t. E. Gerdes; m. H. Bishop
Daar ruist langs de wolken een lieflijke naam (JdH-33) t. E. Gerdes; m. H. Bishop
Daar ruist langs de wolken een lieflijke naam (JdH-33) t. E. Gerdes; m. H. Bishop
Daar ruist langs de wolken een lieflijke naam (JdH-33) t. E. Gerdes; m. H. Bishop
Daar ruist langs de wolken een lieflijke naam (JdH-33) t. E. Gerdes; m. H. Bishop
Daar ruist langs de wolken een lieflijke naam (JdH-33) t. E. Gerdes; m. H. Bishop
Daar ruist langs de wolken een lieflijke naam (JdH-33) t. E. Gerdes; m. H. Bishop
Daar ruist langs de wolken een lieflijke naam (JdH-33) t. E. Gerdes; m. H. Bishop
Daar ruist langs de wolken een lieflijke naam (JdH-33) t. E. Gerdes; m. H. Bishop
JdH 523 – 1, 3
Veilig in Jezus armen ….
Veilig in Jezus’armen (EL 191) t. F. Crosby; m. W.H. Doane; v. Joh. de Heer
Veilig in Jezus’armen (EL 191) t. F. Crosby; m. W.H. Doane; v. Joh. de Heer
Veilig in Jezus’armen (EL 191) t. F. Crosby; m. W.H. Doane; v. Joh. de Heer
Veilig in Jezus’armen (EL 191) t. F. Crosby; m. W.H. Doane; v. Joh. de Heer
Veilig in Jezus’armen (EL 191) t. F. Crosby; m. W.H. Doane; v. Joh. de Heer
Veilig in Jezus’armen (EL 191) t. F. Crosby; m. W.H. Doane; v. Joh. de Heer
JdH 73 – 1, 4
Zie ons wachten aan ….
Zie ons wachten aan de stromen (JdH 73) t. M.S. Bromet; m. G.H. Bates
Zie ons wachten aan de stromen (JdH 73) t. M.S. Bromet; m. G.H. Bates
Zie ons wachten aan de stromen (JdH 73) t. M.S. Bromet; m. G.H. Bates
Zie ons wachten aan de stromen (JdH 73) t. M.S. Bromet; m. G.H. Bates
JdH 283 – 1, 2, 4
Vaste rots van mijn ….
Vaste rots van mijn behoud (EL 189a) t. A.M. Toplady; m. Iers; v. J. van der Waals
Vaste rots van mijn behoud (EL 189a) t. A.M. Toplady; m. Iers; v. J. van der Waals
Vaste rots van mijn behoud (EL 189a) t. A.M. Toplady; m. Iers; v. J. van der Waals
Vaste rots van mijn behoud (EL 189a) t. A.M. Toplady; m. Iers; v. J. van der Waals
Vaste rots van mijn behoud (EL 189a) t. A.M. Toplady; m. Iers; v. J. van der Waals
Vaste rots van mijn behoud (EL 189a) t. A.M. Toplady; m. Iers; v. J. van der Waals
JdH 477 – 1, 3, 7, 8
Door de nacht van smart ….
Door de nacht van smart en zorgen
schrijdt de stoet der pelgrims voort,
zingend lied'ren van de morgen,
nu het nieuwe licht weer gloort.
God is zelf vooraan geschreden,
Hij verlicht, verlost Zijn volk,
baant het pad, dat wij betreden
en verjaagt de donk're wolk.
7
Voorwaarts dan, o reisgezellen!
Voort! Het kruis zij onze kracht.
Draagt Zijn smaad en laat u stellen
in Zijn dienst, het moet volbracht!
8
Eens komt dan het groot ontwaken,
eens de zege op de dood.
Dan zal God een einde maken
aan ellend' en alle nood.
JdH 100 – 1, 2,
Abba Vader ….
Abba Vader (EL 376) t. & m. D. Bilbrough; v. anoniem
Abba Vader (EL 376) t. & m. D. Bilbrough; v. anoniem
Abba Vader (EL 376) t. & m. D. Bilbrough; v. anoniem
Abba Vader (EL 376) t. & m. D. Bilbrough; v. anoniem
JdH 720 – 1, 2, 3
Gouden harpen ruisen….
1
Gouden harpen ruisen
Bij der Eng'len zang;
Paarlen poorten beiden
's Konings hemelgang.
Jezus, Gloriekoning,
Vol van majesteit,
Ging Zijn troon bestijgen,
Hem omhoog bereid.
Refrein
Dood en graf verwon Hij!
Juicht uit volle borst:
Jezus voert ten hemel,
Glorie onze Vorst!
2
Hij, Wiens dood verlossing
Schonk aan u en mij.
Zit gekroond met glorie,
Aan Zijns Vaders zij.
Jezus heeft verwonnen
Dood en hel aan 't kruis.
Jezus, Gloriekoning,
Ging naar 't Vaderhuis.
Refrein
Dood en graf verwon Hij!
Juicht uit volle borst:
Jezus voert ten hemel,
Glorie onze Vorst!
3
Biddend voor Zijn kind'ren
In dat zalig oord,
Roepend hen tot glorie
Eeuwig, ongestoord;
Lief'lijk plaatsbereidend
Voor Zijn toevend kind,
Daar waar Jezus eeuwig
Leeft en hen bemint.
Refrein
Dood en graf verwon Hij!
Juicht uit volle borst:
Jezus voert ten hemel,
Glorie onze Vorst!
JdH 641 – 1, 3, 4
Ik heb de vaste grond ….
1
Ik heb de vaste grond gevonden,
Waarin mijn anker eeuwig hecht,
De grond in Jezus' bloed en wonden,
Vóór 's werelds aanvang reeds gelegd.
Die grond zal onverwrikt bestaan,
Schoon aard en hemel ondergaan.
3
Daarop wil ik gelovig bouwen
Gerust, getroost, wat mij wêervaart,
En m' aan Gods vaderhart vertrouwen,
Wanneer mijn zonde mij bezwaart;
Steeds vind ik daar opnieuw bereid,
Oneindige barmhartigheid.
4
Wordt m' alles op deez' aard ontnomen,
Wat blijdschap en genoegen schenkt,
Mag zelfs geen enk'le troostbron stromen,
Wier lavend vocht mijn ziele drenkt,
Schijnt hoop op redding mij ontzeid,
Toch blijft mij Gods barmhartigheid.
Danken
collecte 1ste Ark Mission, 2de kerk
JdH 921 – 1, 3, 5
Wat vlied of bezwijkt ….
Wat vlied’ of bezwijk’ (LvdK 470) t. J.A. Böhringer; m. ‘Hanover’ 1708
Wat vlied’ of bezwijk’ (LvdK 470) t. J.A. Böhringer; m. ‘Hanover’ 1708
Wat vlied’ of bezwijk’ (LvdK 470) t. J.A. Böhringer; m. ‘Hanover’ 1708
JdH 289 – 1, 2, 3, 4
God zij met u tot ons ….
1
God zij met ons tot ons wederzien,
Hij, de Heer der legerscharen,
Hij zal uwe gang bewaren;
God zij met u tot ons wederzien.
2
God zij met u tot ons wederzien.
Ga met God en wees een zegen,
voorspoed geev Hij op uw wegen;
God zij met u tot ons wederzien.
3
God zij met u tot ons wederzien.
Hij zal uwe arbeid lonen
en uw werk met zielen kronen;
God zij met u tot ons wederzien.
4
God zij met u tot ons wederzien,
hier op aard of eens daarboven,
waar wij na de strijd Hem loven!
God zij met u tot ons wederzien.
Fijn dat u er was,
een gezegende week.