nieuwsbrief wmo noord-holland, nr 1, juni 2008

8
nieuwsbrief wmo noord-holland 1 Kop van Noord-Holland: Andere invulling samenwerking De regionale samenwerking in de Kop van Noord-Holland is anders gelopen dan het oorspronkelijke idee in de provinciale subsidieaanvraag voor 2007. De negen noordelijke gemeenten, waaronder Den Helder, Wieringermeer en Anna Paulowna, zouden hun Wmo-beleidsplannen naast elkaar leggen om tot een regionaal Wmo-beleid te komen. Maar dat proces verliep stroef. In april kwamen de wethouders bijeen om met name de samenwerking op de terreinen maatschappelijke opvang en geestelijke gezondheidszorg nieuw leven in te blazen. Ook het gemeenschappelijk beleid rond de Wmo-loketten wordt voortgezet. Gemeenten kunnen het loket wel naar eigen kleur invullen. Verder werken de regiogemeenten samen in de aanbesteding van voorzieningen als rolstoelen en trapliften. Zes gemeenten voeren een gemeenschappelijke administratie van betalingen aan leveranciers. Bovenregionaal neemt de Kop van Noord-Holland tot slot nog deel aan een gezamenlijke nieuwe aanbesteding voor huishoudelijke verzorging. deze nieuwsbrief is een product van de kennisbank wmo noord-holland Wmo noord- holland ‘Gigabytes aan knowhowDe Hilversumse wethouder Hammer, tevens gewest- gedelegeerde voor Wonen, Welzijn en Maatschappelijke Zorg, maakte de vergelijking met de memory stick op 14 april bij de installatie van het ambtelijk werkverband WWZ en Gezondheidszorg. Het werkverband is één van de resultaten die is bereikt met behulp van de provinciale Wmo-subsidie. Doel van het werkverband is de regionale WWZ-bestuurders integraal te adviseren en het gezamen- lijk opgestelde Uitvoeringsplan WWZ 2008 uit te voeren. De regio hanteert een heldere definitie voor WWZ: Wmo + wonen. In de Gooi en Vechtstreek werd al succesvol samen- gewerkt op het gebied van welzijn en zorg. Met behulp van de provinciale subsidie is in 2007 de vervolgstap gezet naar wonen. Vandaar een regionaal uitvoerings- plan WWZ met als motto ‘Wat regionaal kan moet, wat lokaal moet kan’. Bij de regionale samenwerking is gekozen voor vier speerpunten: een kennisnetwerk, een WWZ- atlas met concrete gegevens en kaartmateriaal, wonen en concrete handvatten om burgers een stem te geven in het aanbod van voorzieningen. Per speerpunt wordt in 2008 een projectgroep samengesteld en een plan van aanpak. Om ook echt stappen te maken waarvan wijk- bewoners merken ‘hier hebben we wat aan’, is onlangs een regisseur aangetrokken als aanjager en inspirator Het Noord-Hollandse Wmo-beleid PRIMO nh en de Wmo Praktijken: over participatie Kort Wmo: toegekende Wmo-subsidies 2008 Kennisbank Wmo / Agenda van alle partijen. Voor het aantrekken van de regisseur is met succes een vervolgsubsidie aangevraagd bij de provincie. Voor Ben Hammer is de meerwaarde van de regio- nale samenwerking evident. “De invoering van de Wmo is een katalysator geweest van inspiratie, nieuwe ideeën en nieuwe vormen van samenwerking. We weten elkaar nu te vinden wanneer het nodig of handig is, ook los van formele structuren. Je deelt kennis en praktijkvoorbeel- den waarvan je voorheen niet eens wist dat de ander die in huis had. Neem de huisvesting van bijzondere doelgroepen. Waar je eerder in het ene overleg zou praten over hoeveel stenen en op welke plek en ergens anders over de zorg die je binnen die stenen gaat bieden, nu kun je de partijen voortijdig samenbrengen en dat levert veel meer op. Het is wel zaak het commitment bij de gemeenten vast te houden. De regisseur speelt daarbij een belangrijke rol. Dat vergt veel energie, maar is de sleutel tot succes.” Kijk ook op www.wmo-nh.nl voor het Uitvoeringsplan WWZ 2008 en meer informatie over de regionale Wmo-aanpak in de Gooi en Vechtstreek. Op de website vindt u daarnaast de voortgang van de andere regionale Wmo-pilots in 2007, ook van de drie Wmo-pilots die niet in dit nummer zijn beschreven. nummer 1 3 4 5 6 8 Zeven regionale Wmo-projecten kregen in 2007 subsidie van de provincie Noord-Holland. De meerwaarde van de regionale samenwerking? “Het is net een memory stick”, stelt wethouder Ben Hammer van gemeente Hilver- sum. “Je kunt kennis en ervaring van diverse werkvelden bundelen, uitwisselen en afstemmen. Samen goed voor vele gigabytes aan knowhow.” In deze nieuwsbrief een kleine greep uit de vele Noord-Hollandse Wmo-bytes. regionale wmo-samenwerking: Ben Hammer pagina pagina pagina pagina pagina juni 2008

Upload: primo-nh

Post on 11-Mar-2016

216 views

Category:

Documents


0 download

DESCRIPTION

Deze nieuwsbrief informeert gemeenten en maatschappelijke instanties over de stand van zaken rond de Wmo in de provincie Noord-Holland. De nieuwsbrief is een uitgave van de Kennisbank Wmo van PRIMO nh en verschijnt twee keer per jaar, in samenwerking met de Provincie Noord-Holland.

TRANSCRIPT

Page 1: Nieuwsbrief Wmo Noord-Holland, nr 1, juni 2008

n i e u w s b r i e f w m o n o o r d - h o l l a n d 1

Kop van Noord-Holland:Andere invulling samenwerkingDe regionale samenwerking in de Kop van Noord-Holland is anders gelopen dan het oorspronkelijke idee in de provinciale subsidieaanvraag voor 2007. De negen noordelijke gemeenten, waaronder Den Helder, Wieringermeer en Anna Paulowna, zouden hun Wmo-beleidsplannen naast elkaar leggen om tot een regionaal Wmo-beleid te komen. Maar dat proces verliep stroef. In april kwamen de wethouders bijeen om met name de samenwerking op de terreinen maatschappelijke opvang en geestelijke gezondheidszorg nieuw leven in te blazen. Ook het gemeenschappelijk beleid rond de Wmo-loketten wordt voortgezet. Gemeenten kunnen het loket wel naar eigen kleur invullen. Verder werken de regiogemeenten samen in de aanbesteding van voorzieningen als rolstoelen en trapliften. Zes gemeenten voeren een gemeenschappelijke administratie van betalingen aan leveranciers. Bovenregionaal neemt de Kop van Noord-Holland tot slot nog deel aan een gezamenlijke nieuwe aanbesteding voor huishoudelijke verzorging.

d e z e n i e u w s b r i e f i s e e n p r o d u c t v a n d e k e n n i s b a n k w m o n o o r d - h o l l a n d

Wmonoord-holland

‘Gigabytes aan knowhow’De Hilversumse wethouder Hammer, tevens gewest-gedelegeerde voor Wonen, Welzijn en Maatschappelijke Zorg, maakte de vergelijking met de memory stick op 14 april bij de installatie van het ambtelijk werkverband WWZ en Gezondheidszorg. Het werkverband is één van de resultaten die is bereikt met behulp van de provinciale Wmo-subsidie. Doel van het werkverband is de regionale WWZ-bestuurders integraal te adviseren en het gezamen-lijk opgestelde Uitvoeringsplan WWZ 2008 uit te voeren.

De regio hanteert een heldere definitie voor WWZ: Wmo + wonen. In de Gooi en Vechtstreek werd al succesvol samen-gewerkt op het gebied van welzijn en zorg. Met behulp van de provinciale subsidie is in 2007 de vervolgstap gezet naar wonen. Vandaar een regionaal uitvoerings-plan WWZ met als motto ‘Wat regionaal kan moet, wat lokaal moet kan’. Bij de regionale samenwerking is gekozen voor vier speerpunten: een kennisnetwerk, een WWZ-atlas met concrete gegevens en kaartmateriaal, wonen en concrete handvatten om burgers een stem te geven in het aanbod van voorzieningen. Per speerpunt wordt in 2008 een projectgroep samengesteld en een plan van aanpak. Om ook echt stappen te maken waarvan wijk-bewoners merken ‘hier hebben we wat aan’, is onlangs een regisseur aangetrokken als aanjager en inspirator

Het Noord-Hollandse Wmo-beleid

PRIMO nh en de Wmo

Praktijken: over participatie

Kort Wmo: toegekende Wmo-subsidies 2008

Kennisbank Wmo / Agenda

van alle partijen. Voor het aantrekken van de regisseur is met succes een vervolgsubsidie aangevraagd bij de provincie.Voor Ben Hammer is de meerwaarde van de regio- nale samenwerking evident. “De invoering van de Wmo is een katalysator geweest van inspiratie, nieuwe ideeën en nieuwe vormen van samenwerking. We weten elkaar nu te vinden wanneer het nodig of handig is, ook los van formele structuren. Je deelt kennis en praktijkvoorbeel-den waarvan je voorheen niet eens wist dat de ander

die in huis had. Neem de huisvesting van bijzondere doelgroepen. Waar je eerder in het

ene overleg zou praten over hoeveel stenen en op welke plek en ergens anders over de zorg die je binnen die

stenen gaat bieden, nu kun je de partijen voortijdig samenbrengen

en dat levert veel meer op. Het is wel zaak het commitment bij de gemeenten vast te houden. De regisseur speelt daarbij een belangrijke rol. Dat vergt veel energie, maar is de sleutel tot succes.”

Kijk ook op www.wmo-nh.nl voor het Uitvoeringsplan WWZ 2008 en meer informatie over de regionale Wmo-aanpak in de Gooi en Vechtstreek. Op de website vindt u daarnaast de voortgang van de andere regionale Wmo-pilots in 2007, ook van de drie Wmo-pilots die niet in dit nummer zijn beschreven.

n u m m e r1

34568

Zeven regionale Wmo-projecten kregen in 2007 subsidie van de provincie Noord-Holland. De meerwaarde van

de regionale samenwerking? “Het is net een memory stick”, stelt wethouder Ben Hammer van gemeente Hilver-

sum. “Je kunt kennis en ervaring van diverse werkvelden bundelen, uitwisselen en afstemmen. Samen goed voor

vele gigabytes aan knowhow.” In deze nieuwsbrief een kleine greep uit de vele Noord-Hollandse Wmo-bytes.

r e g i o n a l e w m o - s a m e n w e r k i n g :

Ben Hammer

pa g i n a

pa g i n a

pa g i n a

pa g i n a

pa g i n a

j u n i 2 0 0 8

Page 2: Nieuwsbrief Wmo Noord-Holland, nr 1, juni 2008

2 n i e u w s b r i e f w m o n o o r d - h o l l a n d

Zuid-Kennemerland en IJmond: Europese aanbestedingenDe IJmondse gemeenten Velsen, Uitgeest, Beverwijk en Heemskerk hebben met de subsidie van de provincie het afgelopen jaar gewerkt aan drie gezamenlijke Europese aanbestedingen: voor een bedrijf dat indicatie-stellingen verzorgt, een leverancier van hulpmiddelen en een leverancier voor trapliften. In december heeft de definitieve gunning plaatsgevonden en de contracten zijn april dit jaar ingegaan. Velsens gemeente-ambtenaar Harry Verheul is nauw bij het hele proces betrokken geweest. De senioradviseur van de afdeling Sociale Zaken, Welzijn en Sport vertelt: “Het is nu de vierde keer dat we op deze manier met vier gemeenten samenwerken en dat bevalt zeer goed.” Waarin zit ‘m het succes? Harry Verheul: “De colleges van de ver-schillende gemeenten hebben vooraf het bestek goedgekeurd en zich ook geconformeerd aan de uitkomst van de aanbesteding. Alleen de manier waarop verschilt. Belangrijk is dat er ruimte zit in het bestek voor speciale lokale wensen.” Eén van de vier gemeenten wilde bijvoorbeeld ook een indicatie voor zorgwoningen. Daarom is vooraf een procedure afgesproken waarin de data voor de besluitvorming door college en/of gemeenteraad zijn vastgelegd. Na de besluitvorming kon de procedure verder ambtelijk afgehandeld worden. De provinciale subsidie is deels benut voor het inschakelen van een extern bureau. Het bureau hielp bij het technische deel van de aanbestedingen en beoordeelde de binnengekomen aanbestedingen op prijs. De ambtenaren bogen zich over de inhoud en beoordeelden op kwaliteit. Harry Verheul zou graag willen blijven samenwerken over de gemeentegrenzen heen: het scheelt in prijs en levert tijdwinst op. De volgende gemeenschappelijke aanbesteding komt er alweer aan. Externe ondersteuning is niet meer nodig. Verheul: “We hebben zelf inmiddels voldoende ervaring opgedaan.”

Amstelland en Meerlanden:Dwarsverbanden met WWZIn de regio Amstelland en Meerlanden stelden Aalsmeer en Uithoorn samen een Wmo-beleidsplan op. De uitvoering van de Wmo-plannen gebeurt in principe lokaal, maar beide gemeenten blijven samenwerken. “Soms is bewust gekozen op een bepaald terrein niet samen te werken,” zegt beleidsmedewerker Bart Zonnenberg van de gemeente Aalsmeer, “bijvoorbeeld op het thema leefbaarheid en veiligheid. Daar zijn binnen één gemeente al zoveel verschillende afdelingen bij betrokken, het is al complex genoeg die op een lijn te krijgen.” Uithoorn en Aalsmeer gingen eerder al een coalitie aan in een provinciale pilot wonen, welzijn en zorg (WWZ). Zijn er veel dwarsverbanden tussen de Wmo en de WWZ? “Een echt WWZ-project is de ontwikkeling van wijksteunpunten. Als centrale ontmoetingsplek in de wijk is zo’n steunpunt ook nauw verbonden met het Wmo-thema leefbaarheid. En bij een participatiebijeenkomst over sociale samenhang en leefbaarheid kwam duidelijk ook de ‘harde kant’ naar voren: hoe de straten er bij liggen en de fysieke toegankelijkheid voor gehandicapten. Dat gaan we dus ook meenemen in het plan van aanpak. Intern zijn vaste structuren opgezet voor het doorsluizen van relevante informatie. Als uit de halfjaarlijkse WWZ-participatiebijeenkomsten interessante input komt voor de Wmo, dan krijgen we dat doorgespeeld.”

Hoe staat het met het Noord-Hollandse Wmo-beleid?

d e v r a a g

Uw beleidsplan Wmo in de Kennisbank?Op de website van de Kennisbank Wmo kunt u inmiddels 40 van de ongeveer 60 Noord-Hollandse Wmo-beleids-plannen inzien (www.wmo-nh.nl, onder ‘NH gemeenten en de Wmo’). Staat uw beleidsplan er nog niet bij? Mail het ons via [email protected].

Landelijke benchmark WmoMeer dan de helft van de gemeenten in Nederland heeft in 2007 meegedaan aan een vergelijkingson-derzoek over de voortgang van de Wmo. Gebleken is dat gemeenten die hebben meegedaan, veel van elkaars keuzes opsteken.

Een greep uit de uitkomsten: In veel grotere gemeenten is de samenhang tussen

beleidsterreinen zoals welzijn, wonen, zorg en werk al gerealiseerd. Kleinere gemeenten moeten daar vaker nog mee aan de slag;

• Vrijwel alle gemeenten nemen kwaliteitseisen op in hun contracten en subsidieovereenkomsten. Alleen de controle op die kwaliteit vormt nog een punt van aandacht;

• Inwoners worden op vrijwel alle prestatievelden betrokken bij het Wmo-beleid, maar relatief min-der op het gebied van maatschappelijke opvang, geestelijke gezondheidszorg en verslavingszorg;

• Cliënten en burgers geven gemiddeld een 7,3 voor het totaal van Wmo-voorzieningen en ondersteuning.

De Benchmark Wmo 2007 kunt u downloaden op www.wmo-nh.nl, onder Publicaties. In 2008 voert onderzoeksbureau SGBO een nieuwe Benchmark Wmo uit waar alle Nederlandse gemeenten aan mee kunnen werken.

Page 3: Nieuwsbrief Wmo Noord-Holland, nr 1, juni 2008

De meeste Noord-Hollandse beleidsplannen voor 2008 tot en met 2011 noemen maatschappelijke trends als vergrijzing en marktwerking in de zorg. Ook de vermaatschappelijking in de zorg is een thema, evenals schaalvergroting, de terugtredende overheid en de ontwikkeling van de civil society. Verder komen wijzigingen in het zorgstelsel en de financiering van wonen, welzijn en zorg aan bod. Deze ontwikkelingen in de maatschappij worden zo veel mogelijk gekoppeld aan Wmo-uitgangspunten als participatie, zelfsturing, de regierol van de gemeente en raakvlakken met andere beleidsterreinen en andere wetgeving. De negen presta-tievelden uit de Wmo vormen het hart van alle beleids-plannen.

Samen en integraalVeel gemeenten benadrukken dat het realiseren van het Wmo-beleid een gezamenlijke opgave is van de overheid, van instellingen en organisaties en van burgers zelf. Maar ook dat het om een herordening van functies gaat binnen een integrale benadering. Die visie komt regelmatig in de titels terug: zoals ‘Nieuwe verbindingen in wonen, welzijn en zorg’ (Alkmaar), ‘Dat doen we samen’ (Aalmeer/Uithoorn) of ‘Alle hens aan dek’ (Zandvoort).

Aansluiting praktijkSluit het beleid aan op de praktijk en de wensen van burgers? Daarvoor is naast de formele inspraakprocedure vaak al contact gelegd met lokale cliëntenorganisaties, een speciaal ingestelde Wmo-raad en de aanbieders van lokale zorg- en welzijnsdiensten. Verder schrijft de Wmo voor dat gemeenten jaarlijks verantwoording moeten afleggen aan hun eigen burgers: via een tevre-denheidsonderzoek onder de gebruikers van maatschap-pelijke voorzieningen en een jaarverslag over de geleverde prestaties. Het ministerie van VWS stelt vervolgens een vergelijkend overzicht samen met sterke en zwakke punten. Om het Wmo-beleidsplan actueel te houden, moeten gemeenten zich tot slot continu afvragen of er nog verdere uitwerkingen en bijstellingen nodig zijn of invulling van witte plekken.

n i e u w s b r i e f w m o n o o r d - h o l l a n d 3

Lag in 2006 de nadruk op de aanbesteding van huishoudelijke verzorging en het ontwikkelen van Wmo-

loketten, 2007 stond voor gemeenten in het teken van het vierjarige Wmo-beleidsplan. Een jaar later heb-

ben bijna alle Noord-Hollandse gemeenten hun beleidsplan vastgesteld. Het was een opgave: een coherent

en praktisch plan opstellen dat rekening houdt met maatschappelijke trends en de uitgangspunten van de

Wmo, en dat alles binnen gemeentelijke kaders als het collegeprogramma.

Page 4: Nieuwsbrief Wmo Noord-Holland, nr 1, juni 2008

4 n i e u w s b r i e f w m o n o o r d - h o l l a n d

PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO PRIMO EN DE WMO

Wmo-prestatieveld Toelichting/stand van zaken Praktijk Meer info

Leefbaarheid en sociale samenhang (1)

Wmo en wijkgerichte aanpak vullen elkaar goed aan. Dankzij de Wmo focust de wijkgerichte aanpak zich naast fysiek beheer meer op het sociale domein en zorg. Omgekeerd biedt wijkaanpak, en de opgedane ervaringen met samenwerking in netwerken en bewonerparticipatie, een goed kader om de doelstellingen van de Wmo te realiseren.

• PRIMO nh organiseert expertmeetings over de relatie gebiedsgerichte aanpak en de WMO. Een impressie van de meeting ‘Over de grenzen: gebiedsgerichte benadering van de zorg’ (in maart) vindt u op www.primo-nh.nl, in het dossier ‘Leven in de stad’.

• Heemskerk heeft een lange traditie in buurtbeheer en buurtbudgetten. In 2007 is gestart met sociale contract-en voor projecten die zich afspelen op het snijvlak van zorg/welzijn en buurtaanpak.

• Heemskerk heeft een lange traditie in buurtbeheer en buurtbudgetten. In 2007 is gestart met sociale contract-en voor projecten die zich afspelen op het snijvlak van zorg/welzijn en buurtaanpak.

Els Diepenmaat, [email protected]

Preventief jeugdbeleid (2)

Voor 2011 moet iedere gemeente een Centrum voor Jeugd en Gezin hebben. Het komend jaar zullen ook het Elektronisch Kinddossier en de landelijke verwijsindex ingevoerd worden. In de praktijk lijkt het jeugdbeleid nog vaak los te staan van de andere Wmo-prestatievelden. De verwachting is dat de integrale aanpak meer aandacht krijgt na de eerste hectiek rond de centra, kinddossier en verwijsindex.

• Ambtenaren kunnen deelnemen aan een intervisie-traject rond de Centra voor Jeugd en Gezin;

• PRIMO nh geeft voorlichtingsbijeenkomsten voor gemeenten en begeleidt lokale en regionale werkgroepen;

• Een digitale handleiding voor het opzetten van een Centrum voor Jeugd en Gezin staat op www.primo-nh.nl.

Niko de Groot, [email protected]

Voorlichting en cliëntonder-steuning (3)

Een goede infrastructuur van informatie, advies en cliëntondersteuning kan er aan bijdragen dat mensen tijdig geëigende hulp en ondersteuning krijgen met behoud van eigen keuzemogelijkheden en regie. De meeste gemeenten hebben inmiddels een Wmo-loket beschikbaar, vaak zowel fysiek als digitaal en telefonisch bereikbaar.

Er zijn verschillende vormen van Wmo-loketten operationeel. Zoals:• Een Wmo-voorzieningenloket, waar mensen terecht

kunnen met vragen en individuele voorzieningen kunnen aanvragen;

• Een WWZ-loket (wonen, welzijn en zorg) waarbij wordt samengewerkt door instellingen uit het maatschappelijk werk, MEE, ouderenwerk, GGZ en eventueel ook met andere voorzieningen. Dit loket houdt zich vooral bezig met probleemverheldering, informatieverstrekking en dienstverlening. Soms in combinatie met een Wmo-voorzieningenloket;

• Samenwerking tussen Wmo-loket gemeente, WonenPlus en Welzijn Ouderen.

[email protected]

Ondersteuning mantelzorgers en vrijwilligers (4)

Het kader voor het Wmo-beleidsterrein mantelzorg en vrijwilligerswerk is klaar, gemeenten moeten nu met de invulling ervan aan de slag. Dat blijkt soms lastig, waardoor de continuïteit van de mantelzorgondersteuning direct in gevaar komt. Zo hebben gemeenten wel het geld uit de ‘oude’ subsidieregeling Coördinatie Vrijwillige Thuis-hulp en Mantelzorgondersteuning gekregen, maar vaak nog niet voldoende zicht op het veld om de binnen-komende offertes van mantelzorgondersteunende organisaties te kunnen beoordelen. De uitvoerende organisaties moeten dus langer wachten op een antwoord van de gemeente. Nieuwe ontwikkelingen worden hierdoor vertraagd.

• PRIMO nh rondde dit voorjaar de Campagne Respijt-zorg af. Op www.primo-nh.nl vindt u een impressie en onder andere een digitale Respijtzorgwijzer en een voorlichtingsfilm;

• Er zijn verschillende modules beschikbaar voor het ont-wikkelen van mantelzorgbeleid en de communicatie hierover met de betrokkenen (organisaties en inwoners);

• Op de ‘Mantelzorg CV’ staan de diverse vormen van ondersteuning die PRIMO nh biedt. U kunt deze CV opvragen bij adviseur Wendy van der Veen.

Wendy van der Veen, [email protected]

Maatschappelijke opvang, OGGZ en verslavingsbeleid(7, 8 en 9)

Veel grote centrumgemeenten hebben naast het vierjarig Wmo-plan afzonderlijke beleidsplannen opgesteld voor maatschappelijke opvang, geestelijke gezondheidszorg en verslavingszorg, bijvoorbeeld in een Stedelijk Kompas. Dat lijkt dubbel werk, maar er is een belangrijk onderscheid. In het Stedelijk Kompas wordt de problematiek van dak- en thuisloosheid integraal in beeld gebracht, met aandacht voor de hele keten. In het Wmo-plan wordt vooral de link gemaakt naar andere (algemene) beleidsontwikkelingen, met een verwijzing naar de specifiek beleidsplannen. Uiteraard is een goede afstemming belangrijk tussen het Wmo-plan en de specifieke beleidsplannen.

• De nieuwe Wet Tijdelijk Huisverbod treedt naar verwachting per 1 september 2008 in werking. De verwachting is dat door het tijdelijk huisverbod eerder kan worden ingegrepen bij huiselijk geweld en dat er een preventieve werking vanuit zal gaan. Dat blijkt ook uit drie pilots: in een aantal gemeenten in Gronin-gen, in Venlo en in stadsdeel Amsterdam-Noord. Meer info op www.huiselijkgeweld.nl.

• Het Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld Gooi en Vechtstreek heeft een werkgroep gevormd voor de implementatie van de wet in de regio. Aan de werkgroep nemen naast het steunpunt vertegenwoordigers van de verschillende instellingen, de politie, het Openbaar Ministerie en gemeenteambtenaren deel. Meer info op www.huiselijkgeweldgooi.nl.

Jan Post,[email protected]

PRIMO nh en de Wmo

Page 5: Nieuwsbrief Wmo Noord-Holland, nr 1, juni 2008

n i e u w s b r i e f w m o n o o r d - h o l l a n d 5

p r a k t i j k e n

De 1000-en-1 vormen van participatie

De Wmo vraagt van gemeenten en maatschappelijke organisaties dat ook burgers invloed kunnen hebben op de invulling van het lokale zorg- en welzijnsbeleid en dat het aanbod is afgestemd op hun wensen en behoeften. Dat meepraten kan vorm krijgen via formele participatie (zoals geregeld in de inspraakverordening), via vaste overlegstructuren (zoals de Wmo-adviesraden) en informeel (op basis van gesprekken met burgers of speciale evenementen).

Communicatie onmisbaarGoed communiceren lijkt in alle gevallen een onmisbare voorwaarde om de Wmo voor burgers dichter ‘bij huis’ te halen. Zo startte de gemeente Anna Paulowna dit voorjaar met een wekelijkse verhalenserie in het lokale nieuwsblad. De Wmo-soap in 16 afleveringen gaat over de perikelen van een fictieve familie. Om maatschappelijke organisaties te inspireren en te betrekken bij de Wmo, riep de gemeente Haarlemmermeer een ‘Wmo-proof’-keurmerk in het leven voor organisaties die een goed voorbeeld zijn binnen de Wmo. Ook kwam er een innovatiefonds Wmo dat innovatieve initiatieven beloont. De gemeente Medemblik organiseerde tijdens een lokale Wmo-markt open themahoeken. Geïnteres-seerde bezoekers konden zo op een toegankelijke wijze aan de discussie over een bepaald thema meedoen. De input uit die discussies is gebruikt in het vierjarig

Anna Paulowna doet het met een soapserie, de gemeente Medemblik organiseerde een Wmo-markt met open themahoeken, de gemeente Haarlemmermeer beloont

goede initiatieven met een ‘Wmo-proof’-vignet en Diemen werkt aan een lokale werkconferentie over de Wmo. Kortom: Noord-Hollandse gemeenten zijn creatief

in het bedenken van manieren om bewoners en organisaties te betrekken bij de Wmo. Naast uiteraard de meer formele vormen van beleidsbeïnvloeding zoals

Wmo-adviesraden, wijkoverleggen en enquêtes.

beleidsplan van de gemeente. Ook Diemen werkt aan een lokale conferentie als startpunt voor een goede samenwerking tussen ambtenaren, organisaties en sleutelfiguren uit de samenleving. De conferentie kan daarnaast helpen het soms nog te veel naar binnen gerichte beleidsproces naar buiten te keren.

Wethouders met ambitie“Visie en ambitie zijn bepalend voor de kracht van het Wmo-beleid en het succes van participatie,” concludeert Han Sleven, accounthouder Wmo van PRIMO nh, die onder andere betrokken geweest is bij de organisatie van de Wmo-markt in Medemblik. Belangrijk is, dat het beleid door het gemeentebestuur wordt gedragen en ook actief wordt uitgezet. “Een wethouder met een ‘drive’ of een enthousiaste projectleider of manager: zij weten mensen erbij te betrekken en te binden aan het beleid. Het waarmaken van ambities is geen een-voudig proces, maar je leert als gemeente veel door het beleidsproces goed uit te zetten. Dat gaat verder dan een vooral intern gerichte wijze van beleidsvorming en implementatie. Het Wmo-beleid is meer dan een verplichting, het is vooral een nieuwe kans.”

Vervolg Praktijken op pagina 6

Wat is de vraag?7 voorbeelden om antwoord te krijgen:• Stel een sociale kaart samen met actuele

lokale of regionale informatie gerelateerd aan zorg, wonen en welzijn;

• Maak gebruik van al aanwezige kennis en structuren (bijvoorbeeld via een afdeling Onderzoek & Statistiek, informatie uit monitoring, uit gebiedsgericht onderzoek, uit expertmeetings of verslagen van buurt-bijeenkomsten);

• Benut informatiebronnen, zoals burgerpanels en fora;

• Praat buiten de bestaande netwerken met actieve inwoners (bijvoorbeeld op school/in wijk/sportvereniging);

• Gebruik het sneeuwbalmodel (vraag elke gesprekspartner: ‘wie zou jij vragen om hierover meer te weten te komen?’);

• Organiseer laagdrempelige discussies over actuele, specifieke thema’s, waar iedereen aan mee kan doen;

• Hou expertmeetings met professionals, die in direct contact staan met de maat-schappelijke praktijk.

Page 6: Nieuwsbrief Wmo Noord-Holland, nr 1, juni 2008

6 n i e u w s b r i e f w m o n o o r d - h o l l a n d

Training voor Wmo-adviesradenVeel Wmo-adviesraden blijken in hun functio-neren behoefte te hebben aan praktische hand-vatten. Hoe stel je bijvoorbeeld een eigen agenda op om ook ongevraagd en pro-actief advies te kunnen geven? Hoe kom je tot een goede werk-planning, die aansluit op het gemeentelijk beleids-proces? En vooral: hoe communiceer je optimaal met de achterban van burgers en organisaties, zodat je weet wat er speelt? PRIMO nh wordt door Wmo-raden regelmatig gevraagd om tijdens hun reguliere vergadering adviezen te geven met betrekking tot de werkwijze, de relatie met de gemeente, tot effectief vergaderen of het maken van een werkplan. Wil een Wmo-raad dieper op een onderwerp ingaan, dan kan PRIMO nh ook een cursus op maat leveren.

Interesse? Neem contact op met Anneke Wienema, e-mail [email protected] of telefoonnummer 0299 418 733.

Aanbevelingen voor een goede Wmo-raadPRIMO nh werkt bij de ondersteuning van de participatie in het Wmo-beleid steeds meer samen met Zorg-belang Noord-Holland, een organisatie die zich vooral richt op de versterking van de positie van zorgvragers en die gemeenten ook adviseert op het gebied van het Wmo-beleid. Zorgbelang onderzocht in 2007 hoe de Wmo-participatie ervoor staat binnen de provincie. De meeste gemeenten hebben gekozen voor het installeren van een Wmo-raad, blijkt uit het onderzoek. Het merendeel van de raden krijgt financiële onder-steuning. Bijna tweederde krijgt ook personele ondersteuning (inhoudelijk en secretarieel). Naast de formele adviesstructuur willen alle gemeenten ook andere instrumenten inzetten om burgers te betrekken bij de Wmo. Zij denken daarbij vooral aan enquêtes, discussiebijeenkomsten, debatten of gesprekken met burgers.

Zorgbelang doet onder andere de volgende aanbevelingen:• Doe extra inspanningen om slecht vertegenwoordigde

doelgroepen deel te laten nemen in de participatie;• Inhoudelijke ondersteuning bevordert de kwaliteit van de

Wmo-raad;• Zet zo snel mogelijk ook instrumenten in voor informele

participatie;• Onderzoek de effecten van de verschillende participatie-

structuren.

Het rapport Wmo-participatie in Noord-Holland ( december 2007 ) kunt u nalezen op www.zorgbelang-noordholland.nl.

Cabaretduo De Nachtzusters biedt met de WMO show gemeenten en cliëntenplatforms een vrolijke combinatie van theater, cabaret en debat.

Subsidie voor regionale Wmo-pilots in 2008

Regio Kennemerland richt zich op het gezamenlijk terugbrengen van

alcoholgebruik bij jongeren, Gooi en Vechtstreek pakt eerdere WWZ-

projecten in de regio samen op met de Wmo en West-Friesland heeft

geestelijke gezondheidszorg als speerpunt genomen in de regionale

samenwerking. De provincie Noord-Holland kende deze drie regio’s

subsidie toe voor hun gezamenlijke Wmo-projecten in 2008. Amstelland

en Meerlanden (de gemeente Amstelveen) is de vierde regio die dit jaar

subsidie krijgt.

K O R T W M O ( 1 )p r o v i n c i e e n w m o :

Vervolg van pagina 5

Page 7: Nieuwsbrief Wmo Noord-Holland, nr 1, juni 2008

n i e u w s b r i e f w m o n o o r d - h o l l a n d 7

De toegekende subsidie maakt deel uit van het tweejarige Ondersteuningsprogramma Wmo 2007-2008. Dit najaar volgt een evaluatie van het programma: hebben gemeenten en organisaties behoefte aan verlenging van de geboden Wmo-onder-steuning? Volgens Jan Willem Mollema, beleidsmedewerker van de provincie, is de Kennisbank Wmo nu al een succes: “Zowel gemeenten als Wmo-raden hebben hun weg gevonden naar het serviceloket. Voor informatie, maar ook voor het vragen van advies. De informatie en diensten van de kennisbank zijn ook echt lokaal en regionaal gekleurd. Kijk alleen maar naar de ervaringen uit de regionale pilots en de Wmo-beleids-plannen die via de site van de kennisbank beschikbaar zijn.”

Op basis van de evaluatie bekijkt de pro-vincie hoe de Wmo-ondersteuning voor de periode 2009-2012 geïntegreerd kan worden in een nieuw Beleidsprogramma Zorg en Welzijn. Vooral jeugdbeleid zal een belangrijk aandachtspunt zijn met raakvlakken aan de Wmo. De provincie wil onder andere de aansluiting tussen jeugd-beleid en jeugdzorg verbeteren en de Centra voor Jeugd en Gezin ondersteuning bieden. Daarnaast wordt een risicosigna-leringssysteem ontwikkeld. Jan Willem Mollema: “Jongeren zijn mobiel, ze gaan naar school in de ene gemeente en gaan stappen in de andere. Dankzij een signale-ringssysteem zijn alle instanties uit de regio die met jeugd werken, direct op de hoogte wanneer een jongere in aanraking komt met een collega-instantie. Vervolgens kun je onderling afstemmen wie wat doet.”

Hoe organiseer je een Wmo-keten, waarbij gemeenten, instellingen, commerciële organisaties en burgers samenwerken aan voorzieningen die afgestemd zijn op de behoeften van burgers? Daar zet de Masterclass Wmo Netwerken en Ketenaanpak op in. De masterclass start september dit jaar voor de tweede en vooralsnog laatste keer en is bedoeld voor medewerkers van gemeenten en maatschappelijke organisaties in Noord-Holland, die op beleidsniveau werkzaam zijn. In zes tweewekelijkse bijeenkomsten vergroten de deelnemers hun deskundigheid op onderwerpen als vraagsturing en participatie, netwerken en ketens, vitale coalities en regie, sturing en borging van resultaten. De deelnemers worden daarin gevoed door specialisten uit de beroepspraktijk. Ook de eigen praktijk komt uitvoerig aan bod.

De masterclass is een coproductie van de provincie Noord-Holland, PRIMO nh, Hogeschool INHOLLAND en het Bureau Ketenpartners. Han Sleven van PRIMO nh: “In veel gemeenten zijn de netwerken op het gebied van welzijn en zorg sterk historisch bepaald en institutioneel gericht. Vaak gaat de aandacht vooral uit naar de aanbodkant. In de masterclass leren de deelnemers andersom te denken: wat is de concrete vraag naar ondersteuning, wat zijn de elementen waaruit de dienstverlening moet bestaan, welke functies hebben we daarvoor nodig en wie kunnen die leveren? Daar komen niet vanzelfsprekend de traditionele diensten en aanbieders uit. De Wmo nodigt sterk uit tot het organiseren van nieuwe, slimme combinaties van diensten of aanbieders. De masterclass gaat ook daar dieper op in.”

U kunt zich nog tot begin juli 2008 inschrijven via [email protected]. Kijk voor meer informatie in de brochure van de Masterclass Wmo op www.wmo-nh.nl. Of neem contact op met Han Sleven, accounthouder Wmo, e-mail [email protected] of telefoonnummer 0299 418 700.

Het ministerie van VWS is gestart met een nieuw ondersteuningsprogramma, ‘Beter in meedoen’. Het programma is gericht op innovatie van het Wmo-beleid en kwaliteitsverbetering bij de uit-voering. Het accent ligt onder andere op thema’s als mantelzorg en vrijwilligers, de relatie wonen, welzijn en zorg en cliënt- en burgerparticipatie. Besloten is om binnen het programma geen apar-te projecten te financieren, zoals eerder met de 26 landelijke wmo-pilots. Daarvoor in de plaats zijn vier programmalijnen ontwikkeld: scenario’s opstellen van ontwikkelingen die relevant zijn voor het te voeren Wmo-beleid; nieuwe bestuur-lijke aanpakken ontwikkelen; de uitvoeringsprak-tijk toetsen op effectiviteit en kwaliteitsstandaar-den ontwikkelen voor de beste aanpak van maatschappelijke vraagstukken. MOVISIE en het Verwey-Jonker Instituut voeren het programma in grote lijnen uit.

Meer informatie staat op www.wmo-nh.nl, onder Nieuws.

Dit voorjaar vond de ‘Grande Finale’ plaats voor de provinciale WWZ-pilots. Uit de evaluatie van de provinciale ondersteuning en met name het Kenniscentrum WWZ kwam een aantal interes-sante punten naar voren:• Vooral de kenniskring werd door de voorbeeld-

gemeenten goed gewaardeerd als platform voor de onderlinge uitwisseling van ideeën en ervaringen;

• Een deskundigenpool van bijvoorbeeld oud WWZ-projectleiders zou nieuwe projecten kunnen ondersteunen en opgedane kennis kunnen overdragen;

• De website van het kenniscentrum zag men idealiter ingedeeld op thema om het vinden van informatie zo eenvoudig mogelijk te maken. Verder is behoefte aan digitale standaardmodel-len en handleidingen. Ook zouden knelpunten die uit de kenniskring of via het kenniscentrum naar voren komen, omgezet moeten worden in digitale informatie.

Zowel het Kenniscentrum WWZ als de Kennis-bank Wmo hebben deze wensen en verbeter-punten opgepakt. Ze werken samen aan een betere dienstverlening.

K O R T W M O ( 2 )

KO

RT

WM

O (

3)

KO

RT

WM

O (

4)

m a s t e r c l a s s w m o : n i e u w o n d e r s t e u n i n g s p r o g r a m m a v ws :

Schrijf u snel in! ‘Beter in Meedoen’

Evaluatie WWZ-pilots 2005-2007

Page 8: Nieuwsbrief Wmo Noord-Holland, nr 1, juni 2008

8 n i e u w s b r i e f w m o n o o r d - h o l l a n d

k e n n i s b a n k w m o

De website van de Kennisbank Wmo Noord-Holland is nu een jaar actief. Nieuw is het digitale forum op de startpagina. Iedere maand kunt u reageren op een stelling of zelf een nieuwe stelling aandragen. Op de eerste stelling, ‘Wmo-adviesraden hebben grote invloed op het gemeentelijk Wmo-beleid’, kwam een verscheidenheid aan reacties binnen: van ‘gotspe’ tot ‘broodnodig meedenken van de belastingbetaler’.

Na de zomer krijgt de Wmo-site een nieuw uiterlijk, laat projectleider Minja Holzhaus van de Kennisbank Wmo weten. De structuur wordt aangepast voor meer gebruikersgemak. Via een regiokaartje komt u bijvoorbeeld direct bij de gemeente van uw keus. Het streven is dat u straks ook op thema informatie kunt vinden, gekoppeld aan de Wmo-prestatievelden. Bijvoorbeeld participatie of centra voor jeugd en gezin. Uitgangspunt blijft het overdragen van ervaringen binnen Noord-Holland. Gemeenten kunnen interessante stukken of goede voorbeelden plaatsen op de website en zo onderling materiaal uitwisselen.

n i e u w s b r i e f w m o | j u n i 2 0 0 8

De nieuwsbrief Wmo in Noord-Holland informeert gemeenten en maatschap-pelijke instanties in Noord-Holland over de stand van zaken rond de Wet maatschappelijke ondersteuning in de provincie. Het is een uitgave van de Kennisbank Wmo in Noord-Holland (onderdeel van PRIMO nh), in samen-werking met de provincie Noord-Holland.

HoofdredactieMinja Holzhaus, projectleider Kennisbank Wmo

[email protected]

Teksten en eindredactieBLAD-ZIJ | Christel Schuurman

Met dank aanEls DiepenmaatNiko de GrootHans van KoutrikJan PostHan SlevenWendy van der Veen

FotografieNik Frey (coverfoto) Kastermans (foto Ben Hammer)Ministerie van VWSGemeente Haarlemmermeer Gemeente Anna Paulowna

VormgevingStudio Stevens | De Rijp

DrukZwaan printmedia | Wormerveer

Oplage2.000 exemplaren

Heeft u vragen over de Wmo of materiaal voor de website? Dat kan via de website, via [email protected] of per telefoon, 0299 418 700 (vraag naar Anne Don, Minja Holzhaus of Han Sleven).

Rapport Dorpsraden in Noord-Holland, een overzicht Een groepsportret van de dorpsraden in Noord-Holland. De raden spelen een steeds actievere rol. De oudste raad, uit Vijfhuizen, werd in 1915 opgericht. Het rapport is digitaal beschikbaar op www.primo-nh.nl, onder Publicaties/Sociaal culturele omgevingskwaliteit.

Masterclass Wmo Netwerken en Ketenaanpak start september 2008 In zes tweewekelijkse bijeen-komsten vergroten de deelnemers hun deskundigheid op onderwerpen als vraagsturing, netwerken en ketens, vitale coalities en regie. Doelgroep: medewerkers van gemeenten en maatschappelijke organisaties in Noord-Holland, die op beleidsniveau werkzaam zijn. Meer informatie bij hsleven@ primo-nh.nl.

Studiedag Wmo en de aanpak van huiselijk geweld: Van cura-tief naar preventief (werktitel) eind september 2008, programma volgt Praktische workshops over de preventie van huiselijk geweld en goede voorbeelden uit de regio.

Voor meer informatie over de cursussen, congressen en expertmeetings van PRIMO nh kunt u terecht bij het Cursus en Congresbureau, telefoon 0299 418 700 of e-mail [email protected].

Maar ook: hoe krijg je de juiste mensen in de raad, met name vanuit zoge-naamde kwetsbare groepen? Verder aandacht voor andere vormen van participatie. Doelgroep: gemeente-lijke beleids-medewerkers en project-leiders Wmo en voorzitters Wmo-adviesraden. Meer informatie bij [email protected].

Leergang Wmo vakmanschap startdatum nog niet bekend. Leer-gang om het vakmanschap Wmo van sociaal-cultureel werkers op een hoger plan te brengen; met weten-schappers, docenten hogescholen en uitvoerenden in de praktijk. Doelgroep: uitvoerende welzijns-werkers met hbo en enkele jaren werkervaring. Interesse? Mail naar [email protected].

Doelgroep: wethouders en ambte-naren Wmo, welzijn, veiligheid en gezondheidszorg. Meer informatie bij [email protected].

Najaarsconferentie ‘Buurten van betekenis’ 30 oktober 2008, programma volgt Verbinding buurtaanpak en Wmo. Ook aandacht voor de betekenis van de wijk voor kwetsbare én weerbare burgers.Meer informatie bij [email protected].

Conferentie Primo nh/Zorgbelang over Wmo-raden en participatie 13 november 2008, meer informatie volgt op www.wmo-nh.nl Hoe bevorder je via de Wmo-raad een goede participatie in het Wmo-beleid, die verder reikt dan een sterk institutioneel ingevulde participatie?

www.wmo-nh.nl

Uw Wmo-vragen

A G E N D A

C O L O F O N

Publicaties