nbtp magazine ons brein
DESCRIPTION
Het online Magazine voor Toegepast Psychologen!TRANSCRIPT
Update NBTP projecten
Jaargang 1 Ψ Nummer 3 Ψ September 2013
Ons brein waarschuwt ons voor gevaar. Ook voor gevaarlijke mensen. Hoe komt het dan dat sommigen verliefd worden op mensen die hen schaden. En hoe begeleid je deze mensen?
In trends en ontwikkelingen kan
je meer lezen over meditatie,
psychotrauma en een nieuwe
meldcode die van kracht is
gegaan.
In dit artikel beschrijf ik vijf
zogenaamde ‘sleutels’ die de
deuren openen naar een
effectiever studiebrein. Mijn
studietips voor psychologie
studenten!
Brein verslaafd 4 Help je studiebrein 7 Trends 19
In dit nummer:
Van de redactie 2
Van de voorzitter 2
Koopgedrag beïnvloeden
3
Het brein verslaafd aan liefde
4
Help je studiebrein 7
Een nieuwe weg inslaan 10
Worden wie je bent 12
TP-er @ work 15
Lichaamsgericht traumatherapie
17
Gedeeld, gezocht en gevonden
18
Trends & Ontwikkeling 19
Boekbespreking 20
Inspire! 21
- In oktober vindt het derde congres van de NBTP plaats. Kaarten kopen kan via www.nbtp.nl/boxoffice. - De geheel vernieuwde website van de NBTP is per 1 september online! Neem een kijkje op www.nbtp.nl. Vragen kan je stellen via de NBTP helpdesk op www.nbtp.nl/support of via e-mail: [email protected]. - De projectgroep online magazine is altijd op zoek
naar schrijvers. Heb jij een leuk item dat binnen het thema past? Mail naar [email protected] en ontvang meer informatie. - Een eerste opzet van de beroepscode en het beroepsprofiel is gemaakt. 1 januari 2014 staat er een definitieve versie. Er is nauw contact met het LOOTP. - NBTP werkt aan een kwaliteitsregister. De structuur is in grote lijnen al bepaald. NBTP is nu nog bezig met de inhoud. - De eerste intervisie bijeen-
komsten hebben op verschillende locaties in Nederland plaats gevonden. Momenteel kijkt de NBTP voor uitbreidings-mogelijkheden.
- Er start op korte termijn een projectgroep ZZP & Verzekeringen, waar de NBTP collectieve kortings-afspraken met verzekeraars wil maken. Ben je ZZP’er en wil je aanhaken? Mail naar [email protected] en vermeld daarbij ‘ZZP & Verzeker-ingen’. We nemen contact met je op!
Tot nu toe blijkt dat 90% van onze beslissingen onbewust gebeurt. De neuro-wetenschapper is bezig met de vraag: Hoe kan men dit onbewuste beïnvloeden?
Koopgedrag 3
Thema: Ons brein
De NBTP een nieuwe
website heeft?
De NBTP een nieuw
congres organiseert?
Het congres Inspire heet?
Er drie workshops gegeven
gaan worden?
Deze drie workshops
Positieve Psychologie, Het
Juiste CV en Netwerken
zijn?
De Algemene Leden
Vergadering zal plaats-
vinden na de workshops?
Wist je Dat...
Op 10 Oktober a.s. organiseert de NBTP het congres:
Dit nummer heeft als thema het brein. Een erg breed onderwerp, want veel van ons denken, doen en voelen wordt door deze ‘black-box-bovenkamer’ aange-
stuurd. Er is nog erg veel onbekend over ons brein. Tijd om er dieper in te duiken, om zo meer duidelijkheid te verschaffen. Hoe zit het met verliefd-heid en het brein? Welke stofjes maken we aan wanneer we in de staat van verliefdheid verkeren? Mirella Brok
schrijft hier meer over. En een heel andere invalshoek is de brug naar lichaamsgerichte therapie bij psycho-trauma. Deze vorm begint ook in Nederland steeds meer aandacht te krijgen. Je leest het in een casus van Joost Burger. Hij leerde hier meer over in Engeland en Zwitserland. Verder vind je in dit nummer natuurlijk ook columns, een boekbespreking en informatie over recente ontwikkelingen binnen ons vakgebied. Ik wens je veel leesplezier!
Hoofdredacteur
Hans van Doremalen en Annette Beuze-
Silvester
Projectleider
Sophie de Haan
Redactie
Annette Beuze-Silvester, Mirella Brok,
Hans van Doremalen, Jiska Duurkoop,
Amber van Es, Sophie de Haan, Paulien
van der Krift en Magda Slimmens-Bos.
Gastschrijvers
Joost Burger, Mirella Duiven en
Lex Goos
Art director/ Cartoonist
Amber van Es / Bas van Elk
Bestuur
André Lollinga (voorzitter), Jenny
Schoonbeek (secretaris), Hans Weijmer
(penningmeester), Sophie de Haan,
Monique Korpershoek, Elout van
Leeuwen en Magda Slimmens-Bos.
Website
www.nbtp.nl
Onderwerper logo
Anne Sesink en Joost Snel
Lidmaatschap
Wil je je gegevens wijzigen of kan je niet
meer inloggen op Mijn NBTP van http://
mijn.nbtp.nl, neem dan contact op met
[email protected]. Wil je je
uitschrijven? Je kan je uitschrijven via
mijn.nbtp.nl/uitschrijven. Uitschrijving
dient minimaal één maand voor het
einde lidmaatschap plaats te vinden.
Lid worden? Dat kan via mijn.nbtp.nl
Contributie
De contributie voor het jaar 2013 is
vastgesteld op 10 euro voor
studentleden en 25 euro voor leden.
Niets uit deze uitgave mag, noch geheel,
noch gedeeltelijk, worden overgenomen
en/of vermenigvuldigd zonder
voorafgaande schriftelijke toestemming.
We zijn niet aansprakelijk voor fouten,
verkeerde interpretatie te gevolge van
de uitgave van de NBTP Magazine. Aan
deze uitgifte kunnen geen rechten
worden ontleend. Het kopiëren of
vermenigvuldigen van de NBTP
Magazine is niet toegestaan, zonder
voorafgaande schriftelijke toestemming.
P a g i n a 2 2 0 1 3 , N u m m e r 3
Colofon Ons brein
Van de redactie
Van de voorzitter
Het derde magazine al
weer. Zo vliegen de
maanden voorbij en zien
wij het magazine steeds
professioneler worden.
Zo zie ik ook de
vereniging en de TP’ers
in het werkveld ook steeds
professioneler worden.
Als vereniging zijn we natuurlijk
constant bezig met professionalisering
aangezien dit de tweede van onze drie
peilers is. Daarom een korte update
wat jullie kunnen merken op dit gebied
bij de NBTP. We zijn enorm trots op de
ontwikkelde beroepscode, het beroeps-
profiel, het kwaliteitsregister, bijscho-
lingsmogelijkheden bij RINO en ECP
(registratie voor declaratie zorg-
verzekeraars). Meer over deze
fantastische ontwikkelingen op het
congres en ALV van 10 oktober!
Graag maak ik van deze gelegenheid
gebruik om nu ook alle vrijwilligers
alvast te bedanken voor de uren aan
werk die zij hebben ingezet om deze
aspecten van professionalisering tot dit
hoge niveau te krijgen! Geweldig!
Onze relatie tot jou
Sophie de Haan
André Lollinga
NBTP zoekt nieuwe bestuursleden!
Is ons koopgedrag te beïnvloeden?
P a g i n a 3 2 0 1 3 , N u m m e r 3
Hoe beïnvloedbaar is ons koopgedrag? Hoe werkt dit in onze ‘bovenkamer’? Gelukkig weten we steeds meer over hoe het er ‘daar’ aan toe gaat door de vele onderzoeken die hiernaar worden gedaan middels MRI, EEG, ECG, enzo-voorts. De tijd van de Frenologie ligt al weer een tijdje achter ons. Waarschijn-lijk weet je als Toegepast Psycholoog wel waar ons ‘genotscentrum’, (Nucleus accumbens) zich in onze her-senen bevindt. Hier lijkt de marketing-strategie zich op te baseren. Maar wanneer wordt dit centrum nou eigenlijk geactiveerd? De geur van appeltaart en vers brood
“Je moet appeltaart bakken als ze je
huis komen bezichtigen!” Een aantal
jaren geleden was dit helemaal ‘hot’.
De geur zou de potentiële kopers gega-
randeerd over de streep trekken.
Tegenwoordig hoor ik weer andere
strategieën om een huis te verkopen,
waarbij het fenomeen geur en emotie
steeds weer opduikt. Was er niet een
onderzoek van een supermarkt die
beweerde dat mensen meer kochten
als ze de geur van versgebakken brood
in de winkel konden ruiken? Ineens
komt in mij op dat ze hierin wel eens
gelijk kunnen hebben. Want welke
grote supermarkt heeft tegenwoordig
geen eigen afbak-afdeling? Maar het
gaat natuurlijk niet om geur alleen.
Naast gebruik te maken van al onze
zintuigen, en daarmee het activeren
van ons geluksgevoel, worden tal van
andere stategiën op de welwillende
consument losgelaten, zoals blijkt uit
het onderzoek van Robert Cialdini (zie
kader). Gelukkig (of misschien jammer
genoeg) hebben we ook nog zoiets als
een ‘geweten’ (insula). Hierdoor laten
we ons niet altijd door alle verkoop-
trucs van de marketingafdelingen
leiden; Maar neuro-wetenschappers
zijn hard op weg naar het vinden van
onze motivatie rondom ons koop-
gedrag, oftewel het raadsel rondom
ons besluitvormingsproces. Sommige
consumenten vinden dit toch wel een
beetje ‘eng’. Men is bang dat anderen
controle krijgen over hun gedachten…
Zelf denk ik dat ons gedrag niet
helemaal voor 100% voorspelbaar is.
Naar mijn idee laat ik mij zeker wel
beïnvloeden, maar ik denk dat ik niet
overal gevoelig voor ben. Het ligt ook
aan de omstandigheden waarin ik mij
bevindt, mijn gemoedstoestand, tal van
andere aspecten die mee wegen, en
natuurlijk ook aan mijn persoonlijkheid
of dit al dan niet gebeurt. Tenminste,
zo ervaar ik het zelf.
Neuromarketing
Tot nu toe blijkt dat 90% van onze
beslissingen onbewust gebeurt. De
neuro-wetenschapper is bezig met de
vraag: Hoe kan men dit onbewuste
beïnvloeden? Maar wat als we het
eens van de andere kant gaan
bekijken? De kant van de koper. Als je
als consument al weet hoé de over-
tuigingsprincipes werken, dan is men
zich er toch (meer) van bewust? Kan
het zijn dat men daardoor juist minder
beïnvloedbaar is? Volgens psycholoog
Maud Ebbink in haar column ‘het
geheim van het winkelbrein’ in de Tele-
graaf is dit wel dé truck. Ken de trucks
van Cialdini, en herken je eigen val-
kuilen, dan gaat het niet meer zo snel
‘mis’. Of denk je als lezer hier toch
anders over? Reacties zijn van harte
welkom! Het kost bijna niets! Verder
heb ik nog een kleine selectie interes-
sante boeken voor je, mocht je er meer
willen weten over of ‘onze eigen vrije
wil’ nu eigenlijk wel bestaat...
Annette Beuze-Silvester
- Wederkerigheid: Het krijgen en teruggeven. Dit zijn vaak de gratis weggevertjes of extraatjes. Velen zijn dan sneller geneigd iets te kopen, bij wijze van ‘teruggeven’. - Schaarste: De meest voorkomende onderbewuste prikkel. Men koopt sneller iets als het ‘bijna op’ is, of als er nog maar één exemplaar van is. - Autoriteit: We vertrouwen op de kennis van een expert. Zo kopen we sneller iets als een kenner zegt dat het een goed product is, of als de Consumentengids het aanprijst. - Sociale bewijskracht: Mensen willen zich identificeren met leeftijdsgenoten en vrienden. We kopen dus sneller iets als onze ‘kring’ dit ook doet, of als je weet dat 80% van je leeftijdsgenoten het koopt. - Sympathie: Mensen zeggen eerder ‘ja’ tegen een product als ze de verkoper aardig vinden of het bedrijf sympathiek. - Consistentie en binding: Mensen zijn graag consequent. Als we eerder ‘ja’ tegen een product zeiden, neigen we dat in de toekomst ook te doen. Dit geldt voornamelijk voor abonnementen en donaties.
De zes verleidingsgeheimen volgens Cialdini -De vijfde revolutie - omdat
hersenwetenschap onze wereld gaat
veranderen - Lone Frank
-Genot als kompas - David J. Linden.
-Ben ik dat? : wat hersenonderzoek
vertelt over onszelf - Mark Mieras, Rita
Jager
-De vrije wil bestaat niet - over wie er
echt de baas is in het brein - Victor
Lamme
-Neuromarketing ; understanding the
“buy button” in your customer’s
brain - Patrick Renvoisé
-De sites http://www.consumpsy.nl/info/in-de-media.html - En http://www.martinlindstrom.com/books-by-martin-lindstrom/
Leestips
Neurotransmitters bij verliefdheid
Opwinding, positief of negatief, maakt
adrenaline aan. Hierdoor voelen wij ons
levendig. Het biedt op de korte termijn
een geweldige ontsnappingsmogelijk-
heid. Deze beloning werkt verslavend.
Liefde lijkt wel verslavend. Er zijn drie
soorten liefdesverslaafden (Vingerhoets
& Van Tilburg, 2005).
‘Nemers’; Zij geven geen liefde en zijn
niet geïnteresseerd in de persoon die
hen liefde geeft. Het gaat hen om het
ontvangen van affectie, genegenheid,
bevestiging.
‘Relatiehoppers’; Het gaat hen om de
kick van de verliefdheid.
‘Gevers’; Zij willen anderen veel liefde
geven, ook al is de relatie slecht. In
plaats dat dit een reden is om weg te
gaan, is dit een reden om te blijven. ‘Als
ik nog meer mijn best doe, zal het
anders zijn’. Over hen gaat de rest van
het artikel.
Je brein verslaafd aan liefde
Om te overleven voelen mensen angst,
wantrouwen en achterdocht. Deze
gevoelens laten ons weten dat er
gevaar dreigt. De amygdala in de
hersenen zorgt ervoor dat we vluchten
of vechten. Toch zijn er mensen die
tegen deze natuurwetten in, een ge-
vaarlijke relatie aangaan. Hoe werkt
dat? Ik beantwoord die vraag door te
schrijven over de fysiologische en de
mentale processen van verliefdheid.
Verliefde hersenen zijn anders dan
liefdeshersenen
Het is lastig om nuchter te denken met
verdoofde hersenen. Verliefde
hersenen lijken op hersenen onder
invloed van cocaïne. De hersengebie-
den, die zorgen voor een geluksgevoel,
lichten op. Hersengebieden verbonden
met slechte stemmingen worden uit-
geschakeld (Bartels en Zeki in Kast,
2006). Het lichaam vertoont ook
biochemische gelijkenissen met dwang-
neuroses (daling van serotonine in het
bloed) (Marazziti in Kast, 2006).
Onze hersenen belonen verliefdheid
met hormonen (Precht, 2010 en Kast,
2006). Wanneer men het ‘shot’ liefde
niet meer krijgt, kan een afgewezen
verliefde lijden onder de afwijzing,
zoals een drugsverslaafde lijdt (Roberts
& Padgett-Yawn, 1998). De verliefde wil
zijn ‘shot’ liefde hebben en raakt daar-
van in een ‘roes’ verliefdheid. De
belangrijkste gedachten van een
verliefde; hoe arrangeer ik een nieuwe
ontmoeting met mijn lief. Eenmaal ver-
slaafd wil men de negatieve effecten
van stoppen met de liefde – ook wel
‘eenzaamheid’ genoemd - vermijden.
Verliefde
mensen voelen zich levenslustig omdat
zij zich snel ontwikkelen. Door met hun
partner te praten en een deel van
elkaar te worden, ontplooien zij zichzelf
op speelse wijze (Aron in Kast, 2006).
Bij verliefd worden hoort het zien van
mogelijkheden, heftigere motieven,
verlangens en begeerte. De verliefd-
heid is op z’n heftigst wanneer deze
wederzijds is (Vingerhoets & Van
Tilburg, 2005).
Verliefdheid heeft iets weg van een
psychiatrische stoornis, aangezien het
de normale waarneming- en besluitvor-
mingvermogen aantast (Vingerhoets &
Van Tilburg, 2005 en Precht, 2010).
Vroeger behandelde artsen een heftige
verliefdheid als obsessieve stoornis.
Obsessie is een angst waarbij men
steeds bezig is met dezelfde gevoelens
en gedachten. In dit geval onze gelief-
de. Een obsessie zegt meer over de
geestestoestand van de geobsedeerde
dan de waarde van de relatie
(Vingerhoets & Van Tilburg, 2005). Of
de relatie goed voor ons is, lijkt dus
ondergeschikt belang. Een relatie die
begint met obsessie, is eenzijdig en
onrealistisch (Roberts & Padgett-Yawn,
1998). Een zekere mate van obsessie is
goed, omdat het een aanzet is tot
romantische liefde. Het zorgt voor een
introductieperiode waarin we de ander
willen leren kennen om goed te kunnen
bepalen of we een relatie aan willen
gaan (Vingerhoets & Van Tilburg, 2005).
Mirella Brok
P a g i n a 4 2 0 1 3 , N u m m e r 3
Hoofdartikel
“Verliefdheid heeft iets weg
van een psychiatrische
stoornis.”
Je brein verslaafd aan liefde (Vervolg)
Psychologische verklaringen voor
liefdesverslaafde ‘Gevers’
Verliefd zijn is niet alleen iets van de
hersenen. Het is ook een psychologisch
proces waarbij we een ander willen
zien in het licht van onze verlangens.
Desnoods vervormen we de ander
(Vansteenwegen, 1992 & 2009).
Volgens Norwood (2006) komen veel
‘Gevers’ uit een gezin dat problemen
ontkent. Er wordt niet voorzien in de
emotionele behoeften van het kind. De
‘Gever’ leert eigen waarnemingen en
gevoelens te ontkennen. Het patroon
van liefhebben van emotioneel niet
beschikbare geliefden en deze pijn als
liefde te zien herhaalt zich bij partners.
Kinderen (ook volwassen kinderen) zijn
loyaal naar hun ouders toe. Vanuit deze
loyaliteit ontstaan soms patronen die
we lastig loslaten (Michielsen e.d.
2010). Een bevestiging van het patroon
lijkt belangijker dan een daadwerkelijk
goede relatie.
Naast bevestiging in ons patroon is
bevestiging in ons zelfbeeld belangrijk.
Soms houden we van iemand, omdat
die persoon ons bevestigt in ons zelf-
beeld (Sternberg, 1998). Een negatief
gevoel, voortkomend uit de relatie, kan
passen bij een negatief zelfbeeld
(Precht, 2010). Dit is bij veel ‘Gevers’
het geval. ‘Gevers’ zijn ook veel meer
bezig met wat anderen van hen vinden
dan dat zij zich afvragen; wat vind ik
eigenlijk van een ander? Uiteindelijk
wordt de ander en diens gedrag/
emoties de barometer van de emoties
van de ‘Gever’. Dit en gebrek aan
sociale steun, zorgt er voor dat de
‘Gever’ geïsoleerd raakt (Norwood,
2006). In staat zijn tot een gezonde
liefde vraagt dus om een gezond zelf-
beeld en bewustwording van het einde
van zichzelf en het begin van de ander.
De liefde van een rijp persoon is minder
chaotisch, dramatisch, onzeker, ver-
slavend en meer vriendschappelijk en
betrokken. ‘Gevers’ zijn emotioneel
onvolwassen. Zij worden vaak sneller,
heftiger en vaker verliefd. (Roberts &
Padgett-Yawn, 1998).
‘Gevers’ kampen met een aantal denk-
fouten. Allereerst meten ze de mate
van hun liefde af aan de mate van de
kwellingen. Het is dan ook eigenlijk te
gek voor woorden dat iemand niet van
je houdt, terwijl je jezelf zo moedig en
onbaatzuchtig opoffert, de partner
MOET wel van de ‘Gever’ houden,
toch? (Norwood, 2006) Externe en
interne attributie is de volgende denk-
fout. De ‘Gevers’ draaien de attributie
precies om. Slecht gedrag van de ander
leggen zij uit aan de hand van externe
factoren en eigen slecht gedrag aan de
P a g i n a 5 2 0 1 3 , N u m m e r 3
Neurotransmitter Uitleg
Aan
trekking &
verliefdh
eid
Dopamine Obsessie, focus, doelgerichtheid, verlangen, geluksgevoel, vernauwd aandacht. Aangemaakt bij verliefdheid en uitstel van plezier.
Noradrenaline Snel veel informatie over elkaar leren & uitbundige gevoelens. Antidepressiva verhogen noradrena-line. Dit verstoord verliefdheid.
Serotonine Serotonine daalt door dopamine en noradrenaline. Het zorgt voor nutteloos dagdromen, idealise-ren, getreuzel, concentratieverlies, peinzen en praten over geliefde. Serotonine is belangrijk voor optimisme, zelfvertrouwen, ontspanning. Een daling zorgt voor somberheid en halsstarrigheid (De Bel, 2011).
Testosteron Tijdens verliefd zijn daalt dit bij mannen en stijgt bij vrouwen. Alsof de natuur ons tijdens deze fase dichter bij elkaar wil brengen.
In d
e relatie - G
ehech
the
id
Oxytocine Stuurt hechtingsgedrag aan bij vrouwen, zorgt voor rust en verlaagt angst, stimuleert de neiging tot knuffelen (Vingerhoets & Van Tilburg, 2005 en Vonk, 2007). Aangemaakt tijdens weeën. Gestimu-leerd door seks. Bij zowel mannen als vrouwen verhoogt de oxytocine bij lichamelijk contact en extreem bij het orgasme – veroorzaakt de spiercontractie bij het orgasme van de vrouw wat het zaad opzuigt (Precht, 2010) . De hoogte van oxytocine correleert positief met het genot dat een vrouw ervaart. (Kast, 2006). Uiteindelijk daalt oxytocine en blijft de liefde nadat we hebben ‘leren’ houden van iemand. Oxytocine en vasopressine verlagen dopamine en noradrenaline.
Vasopressine Stuurt hechtingsgedrag aan bij mannen. Gestimuleerd door seks. Bij de man verhoogt vasopressine wanneer hij opgewonden is (Kast, 2006).
Neurotransmitters bij verliefdheid (Vingerhoets & Van Tilburg, 2005)
P a g i n a 6 2 0 1 3 , N u m m e r 3
Je brein verslaafd aan liefde (Vervolg)
hand van interne factoren (Norwood,
2006). Dit is een denkfout die niet-
liefdesverslaafden niet maken (Vonk,
2007). De laatste denkfout zit in het
investeren. Geen enkele relatie kan
altijd slecht zijn. Net wanneer de
‘Gever’ genoeg heeft van alle drama en
wil vertrekken, dan beloont de partner
het gedrag van de ‘Gever’. Weggaan is
dan natuurlijk zonde, na alles dat
geïnvesteerd is. Hoe minder frequent
beloning en straf, hoe beter we leren
(Rombouts, 1992). En de ‘Gever’ leert
dat investeren iets opleverde. Dus gaat
zij verder met nog beter haar/zijn best
doen.
Weer terug naar onze hersenen. De
hersenen (vooral van mannen) kunnen
de emoties, die voortkomen uit de
situatie, toekennen aan een persoon.
Deze misattributies van ons gevoel
wordt verklaard door de Two factor
theory of emotion. Al onze gevoelens
hebben een lichamelijke prikkel met
een daarbij horende of misplaatste
interpretatie. Angst bevordert verliefd-
heid. Mits je de persoon al aardig vindt
voordat je angstig werd, anders werkt
het averechts (Dutton en Aron in
Vingerhoets & Van Tilburg, 2005, en
Vonk, 2007 en Vansteenwegen, 1992
en Precht, 2010).
Samenvattend lijkt het dus juist de
angst te zijn die liefdesverslaafde
‘Gevers’ in een ongezonde relaties
houdt. Alsof de amygdala de ‘Gevers’
waarschuwt en hen laat vechten.
Vechten om loyaal te blijven aan hun
ouderlijk gezin (contextuele psycho-
logie) en hun zelfbeeld
(ontwikkelpsychologie). Vechten voor
hun beloning (leerpsychologie) en hun
gelijk (cognitieve psychologie).
Vechtend op een cocktail van
hormonen en opwinding
(verslavingpsychologie). Hoe stop je als
toegepast psycholoog het gevecht?
Begeleidt je cliënt(systeem) op je eigen
kennisgebied. Op intra-psychisch
niveau leer je cliënt(en) zichzelf te (her)
ontdekken, emoties te ervaren,
erkennen, begrijpen en ontwikkelen.
Op systemisch niveau toon je het
koppel/de cliënt de dynamiek van het
patroon, het eigen aandeel en het
aandeel van de ander. Leer de koppels
te communiceren over grenzen. Op
contextueel niveau geef je psycho-
educatie over een rechtvaardige
balans. Onderzoek met het koppel/de
cliënt of er roulerende rekeningen,
parentificatie, destructief recht zijn.
Verwijs hen eventueel naar een
Norwood hulpgroep.
Bel, S. de (2011) Het relatieparadijs voor singles, vrijheidsstrijders en tortelduifjes.
Utrecht: Saskia de Bel en Kosmos Uitgevers B.V.
Dowrick, S. (2001) Single; Intimiteit & Alleen zijn. Amsterdam/Antwerpen: Uitgeverij
Contact.
Kast, B. (2006) De liefde. En waar de hartstocht vandaan komt. Amsterdam:
Uitgeverij Wereldbibliotheek
Michielsen, M., Mulligen. W. van, Hermkens, L. (2010). Leren over leven in
loycaliteit. Over contextuele hulpverlening. Leuven: Uitgeverij Acco.
Norwood, R. (2006) Als hij maar gelukkig is – Vrouwen die te veel in de liefde
investeren. Amsterdam: Anthos
Precht, R.D. (2010) Liefde voor gevorderden. Schiedam: Scriptum, Lannoo.
Roberts, A., Padgett-Yawn, B. (1998) Liefde en seksualiteit. Keulen: Könemann
Verlagsgesellschaft mbH
Rombouts, H. (1992) Echt verliefd – Analyse van een emotie. Amsterdam: Boom
Sternberg, R.J. (1998) Cupid’s Arrow – the course of love through time. Cambridge:
Cambridge university press.
Vansteenwegen, A. (2009) Vreemdgaan met je partner. Tielt: Uitgeverij Lannoo
Vansteenwegen, A. (1992) De ongedroomde eenheid – Liefde na verschil. Tielt:
Uitgeverij Lannoo
Vingerhoets, A., Tilburg, M. van (2005) De ondragelijke lichtheid van de liefde.
Antwerpen: Standaard Uitgeverij NV
Vonk, R. (2007) Sociale psychologie. Groningen/Houten: Wolters-Noordhoff bv
Ik kan me het moment nog goed
herinneren, de eerste keer dat ik dat
paarse boek in handen kreeg. Het was
mijn eerste studieboek voor
Toegepaste Psychologie. Psychologie,
een inleiding heette het. Een informatie
-pakket met piepkleine letters gepropt
in 725 pagina’s. Na de fase van
enthousiasme, zonk de gedachte in:
hoe ga ik dat allemaal in hemelsnaam
uit mijn hoofd leren?
Het antwoord vond ik in de educatieve
kaders met de titel ‘Psychologie
gebruiken om psychologie te leren’. Het
brein kan bij tentamens de ergste
vijand of de beste vriend van studenten
zijn. Eerst moet alle stof binnenkomen
en daarna moeten we het ook nog
correct zien op te halen. Mijn mede-
studenten hebben me vaak gevraagd
hoe ik het doe. Middels dit artikel
probeer ik antwoord te geven op die
vraag en zal ik studietips delen met
mijn medepsychologiestudenten.
Hoe werkt het geheugen ook al weer?
Ons geheugen bestaat grofweg uit drie
delen: het sensorisch geheugen, het
werkgeheugen en het langetermijn-
geheugen. De bestemming voor de
lesstof is het langetermijngeheugen:
het eindeloze warenhuis met
onbeperkte opslagruimte. Het werk-
geheugen daarentegen, is beperkt in
zowel ruimte als tijd. Informatie vast-
houden in het werkgeheugen kan
werken als je gebruik maakt van het
befaamde ‘laatste moment’, maar het
grote nadeel is dat het hoogstwaar-
schijnlijk onvoldoende is. Je brein kan
niet alle noodzakelijke informatie
opnemen én ordenen én correct
opslaan in zo’n korte tijd.
Vandaar dat we ons richten op het
langetermijngeheugen. Hoe ging dat
ook al weer, informatie sluizen door
het werkgeheugen en vervolgens
verankeren voor lange termijn? Zodra
je nieuwe informatie binnenkrijgt
probeert je brein dit te coderen. Het
langetermijngeheugen kun je zien als
een archiefkast met verschillende
mappen, waarbij alles zorgvuldig is
gesorteerd en geordend. Succesvol
coderen betekent dat nieuwe infor-
matie in de juiste mappen terecht
komt. Eenmaal geslaagd betekent dit
ook dat je de informatie later makke-
lijker kunt terughalen. Vergelijk dit
maar met een kast in onze (woon)
kamer: als je kast overzichtelijk is
ingericht, je de mappen op de juiste
plek wegzet en papieren in de juiste
mappen stopt, kun je ze ook makke-
lijker terugvinden.
De vijf sleutels tot het geheugen
Toen ik net aan de opleiding begon en
deze samenwerking met mijn geheugen
officieel maakte, heb ik vijf sleutels tot
me genomen waarmee ik mijn studie-
brein een handje kon helpen. Ik noem
ze ‘sleutels’ omdat deze strategieën
symbolisch gezien de deuren openen
naar het langetermijngeheugen. Per
sleutel zal ik uitleggen wat het inhoudt
en hoe ze het studiebrein moeten
helpen.
Sleutel 1: Hersendelen activeren
Studeren voor tentamens omvat meer
dan alleen boeken lezen en proberen
de informatie in te stampen. In feite
worden al je zintuigen geprikkeld
tijdens studeren en gebruiken we meer
hersengebieden dan dat je misschien
zou denken.
Bij het luisteren tijdens hoorcolleges en
door de lesstof na te bespreken,
activeer je de auditieve gebieden in de
Help je studiebrein een handje: Studietips Paulien van der Krift
Hersendelen activeren
Tip 1
Overzicht en schematisering
Tip 2
Chunking en elaboratie
Tip 3
Toegang GEWEIGERD
Tip 4
Studentzijnde
Tip 5
P a g i n a 7 2 0 1 3 , N u m m e r 3
P a g i n a 8 2 0 1 3 , N u m m e r 3
temporaalkwabben (belangrijk bij het
vormen van auditieve herinneringen).
Door ondersteunende tabellen, filmpjes
en foto’s te bekijken, activeer je delen
van de occipitale en de pariëltale kwab-
ben, die betrokken zijn bij het vormen
van visuele en ruimtelijke herinne-
ringen. Door samenvattingen of aan-
tekeningen te maken, gebruik je de
motorische cortex van de
frontaalkwabben. Door na te denken
over welke vragen op het tentamen
gesteld kunnen worden en zelf vragen
te bedenken, activeer je gebieden in de
frontaalkwabben die betrokken zijn bij
probleemoplossend denken (Zimbardo,
Johnson & McCann, 2009). Dit laatste
kun je doen door de kopteksten in je
samenvatting in vraagvorm te stellen,
waarbij de paragraaf dient als het
antwoord.
Door al deze hersengebieden te betrek-
ken bij het studeren, wordt je lesstof
multidimensioneel en sta je het studie-
brein toe gemakkelijker informatie te
koppelen aan het geheugennetwerk.
Slechts staren naar het boek helpt je
brein niet. Kortom: lees, luister, kijk,
schrijf, praat en bezin!
Sleutel 2: Overzicht en schematisering Zoals ik eerder zei, is het langetermijn-geheugen gebaseerd op ordening van informatie. Zorg er daarom voor dat je de lesstof op ‘orde’ hebt. Richt je samenvatting overzichtelijk en logisch in, door gebruik te maken hoofdstuk-ken en paragrafen met kopteksten. Zorg ook voor overzicht in je aan-tekeningen. Chaos is ‘killing’ voor het studiebrein. Je lesstof wordt opgeslagen in het semantische deel van het declaratief geheugen. Dit geheugen gebruikt schema’s om herinneringen op te slaan. Dat zijn clusters van gerelateerde infor-matie. In Psychologie, een inleiding
staat een simpel voorbeeld: als je denkt aan ‘verjaardag’, denk je automatisch aan een taart, gelach, bier, slingers, enzovoorts. ‘Verjaardag’ is hierbij een schema die met bijbehorende details in je geheugen ligt opgeslagen (Zimbardo, Johnson & McCann, 2009). Om het voor je brein makkelijker te maken herinne-ringen te vormen van de lesstof, kun je die informatie alvast schematiseren. Daarvoor kun je gebruik maken van bijvoorbeeld de mindmap-strategie. Door hoofdzaken en bijzaken te scheiden en te koppelen, maak je je studiebrein duidelijk hoe de cluster in het semantisch geheugen eruit moet zien. Tegelijkertijd activeer je met een
mindmap het visueel geheugen. Je maakt immers een afbeelding van de lesstof! Je brein onthoudt dan niet alleen de woorden die je opschrijft, maar maakt ook een ‘foto’ van je schema. Sleutel 3: Chunking en elaboratie
Rijtjes stampen, wie kent het niet? Je
moet een lijst aan symptomen
onthouden of alle stappen van een
psychologisch model kunnen noemen
en omschrijven. Rijtjes moeten eerst de
reis door het werkgeheugen overleven.
En die heeft gemiddeld maar ruimte
voor zeven ‘items’ tegelijk. Een truc is
om informatie samen te voegen, zodat
het wel in het werkgeheugen past.
Deze methode wordt chunking ge-
noemd (Zimbardo, Johnson & McCann,
2009). Bijvoorbeeld: zeg eens je
telefoonnummer hardop op. Je zult
merken dat je die niet in één keer
opzegt, maar in delen, te beginnen met
‘nul zes’. In plaats van tien cijfers,
wordt je telefoonnummer verdeeld in
ongeveer vijf chunks.
Om rijtjes te onthouden maak ik
gebruik van chunking, door begrippen
af te korten. Bijvoorbeeld wanneer ik
de kenmerken van een depressieve
episode moet onthouden:
1) Gewichtstoename of –afname
2) Teveel of te weinig slapen
3) Vertraagde bewegingsreacties
4) Vermoeidheid en energieverlies
5) Gevoel van waardeloosheid
6) Verminderde concentratie
7) Terugkerende gedachten aan dood/
suïcide
Het zijn zeven ‘items’, maar door de
bijvoeglijkheden neemt het meer
ruimte van het werkgeheugen in
beslag. De afkorting wordt
GSBVWCGDS, vervolgens verdeeld in
chunks: GS/BV/WC/GDS.
De chunks zijn beter te onthouden, als
je gerelateerde begrippen aan elkaar
koppelt. In dit geval komen
‘vermoeidheid’ en ‘vertraagde
bewegingsreacties’ bij elkaar in de
buurt, vandaar de chunk BV. Ook zijn
afkortingen zoals BV en WC ons al
bekend en daardoor voor het studie-
brein toegankelijker.
Door middel van repeteren – droog
Help je studiebrein een handje (Vervolg)
We halen de lesstof van verschillende
vakken door elkaar en weten niet meer
wat waarbij hoort. Ineens tijdens het
tentamen kunnen we maar niet op dat
ene begrip komen!
Het geheugen wordt geblokkeerd door
wat we interferentie noemen. Dit is
vergelijkbaar met de interferentie uit
de natuurkunde: twee signalen uit
tegengestelde richting botsen en
kunnen elkaar versterken of – in dit
geval – uitdoven. Op momenten waar-
op we ‘moeten’ leren maar niet
‘willen’, ontstaat interferentie. Hier-
door is het geheugen niet in staat
nieuwe herinneringen te vormen of een
bestaande herinnering op te halen
(Zimbardo, Johnson & McCann, 2009).
Daarom is mijn tip: neem je tijd! Ook
leren met weerstand is ‘killer’ voor je
studiebrein. Niet alleen blokkeer je het
geheugen, maar je geeft jezelf ook nog
eens op je kop omdat je vindt dat je
‘moet’. Begin desnoods een paar
weken eerder, zodat je jezelf de tijd kan
gunnen om een keer geen zin te
hebben.
Ook geef ik als tip om met één vak
tegelijk bezig te zijn en eerst pauze te
nemen voordat je van vak wisselt. Leer
voor aanvang van tentamen A niet voor
tentamen B. Op die manier voorkom je
dat je de stof door elkaar haalt en daar-
mee je geheugen blokkeert.
Sleutel 5: Studentzijnde
Lange nachten en meters bier maken
voor velen het studentenleven
compleet. En hoewel dit geen
probleem hoeft te zijn, kan het wel –
ook onbewust – invloed hebben op je
geheugenprestaties. Ook slaaptekort en
te veel alcohol zijn ‘killer’ voor het
studiebrein. Te weinig slaap leidt tot
concentratieproblemen, verminderde
reactiesnelheid en minder
‘breincreativiteit’. Maar hierdoor loop
je ook het risico sneller in de stress te
schieten en je onzeker te voelen. Een
avondje veel drinken tijdens een
tentamenperiode kan de natrap zijn,
omdat niet alleen je langetermijn-
geheugen er aanzienlijk slechter door
gaat functioneren, maar ook de kwali-
teit van je slaap neemt af! En dat terwijl
je studiebrein juist goede slaap nodig
heeft om herinneringen te kunnen
verwerken en op te slaan (Zimbardo,
Johnson & McCann, 2009).
En hoewel deze tips in het algemeen
gelden, is iedereen anders. Mijn tip:
gun jezelf een fit studiebrein, leer je
geheugen kennen en vind je eigen weg.
Geniet van je studie!
herhalen door op te zeggen – houden
we de rijtjes vast in ons werkgeheugen.
Maar om ze door te sluizen naar het
langetermijngeheugen is actieve
elaboratie nodig. Dat betekent actief
nadenken en verbanden leggen.
Onthoud dat je geheugen een ‘netwerk’
is: informatie die niet wordt verbonden
valt weg. Je kunt verbanden leggen
door te bedenken dat te veel of te
weinig slaap kan leiden tot gewichts-
problemen. Vermoeidheid kan leiden
tot minder concentratie. Depressie
wordt gekenmerkt door bedroefdheid,
wat in verband staat met een gevoel
van waardeloosheid. Verlies van
energie zal te maken hebben met
vertraagde bewegingen.
Stel vervolgens jezelf de vraag: wat zijn
de zeven kenmerken van een depres-
sieve episode? Door de combinatie van
chunks en actieve elaboratie, wurmt de
informatie zich door de deur naar het
langetermijngeheugen en verankert
zich.
Sleutel 4: Toegang geweigerd!
We kennen allemaal die momenten
waarop de lesstof er maar niet in
gestampt wil worden. Het wil niet
blijven hangen. We hebben niet altijd
zin om te leren, we vertonen weer-
stand en tegelijkertijd ‘moeten’ we wel.
Help je studiebrein een handje (Vervolg)
P a g i n a 9 2 0 1 3 , N u m m e r 3
Mindmap
De Mindmap wordt gebruikt om alle informatie die in de hersenen zijn opgeslagen
eenvoudig te vertalen naar een overzichtelijk schema op papier. Dit is een manier dat
de mogelijkheid schept om verder te denken dan normaal. De mogelijkheid om nieuwe
verbanden te zien en creatievere oplossingen te bedenken. Een Mindmap maken is
helemaal niet moeilijk en wordt via deze site stap voor stap uitgelegd.
Zimbardo, P.G., Johnson, R.L., &
McCann, V. (2009). Psychologie, een
inleiding. Amsterdam: Pearson
education Benelux.
P a g i n a 1 0 2 0 1 3 , N u m m e r 3
Een nieuwe weg inslaan
Het geheugen van een mens wordt van
jongs af aan gevormd door onze
perceptie. Het legt namelijk niet enkel
de werkelijkheid vast en het is zeker
niet waarheidsgetrouw. Het geheugen
van de mens is een constructief
systeem dat de binnenkomende
informatie interpreteert en in
betekenisvolle patronen reorganiseert.
Het geheugen werkt het beste bij
informatie waar we veel aandacht aan
besteden, bij informatie die ons
interesseert, bij informatie die ons
emotioneel raakt, bij informatie die
aansluit bij eerdere ervaringen en bij
informatie die we vaak herhalen.
Onze hersenen zoeken de makkelijkste
en meest gebruikte verbindingen in de
hersenen. En hoe vaker jij een bepaalde
denkwijze hanteert of hoe vaak jij je op
een bepaalde manier gedraagt des te
makkelijker wordt het voor jou als
mens om je op dezelfde manier te
blijven gedragen. Je bent het nou een-
maal gewend en dus blijf je het zo
doen. Dit kan natuurlijk in je voordeel
werken, maar ook in je nadeel. Want
ook slecht gedrag of negatieve denk-
wijzen blijven zich herhalen. Hierbij is
de simpele formule: zolang je doet wat
je altijd deed, krijg je wat je altijd kreeg.
Het is daarom ook lastig om een
bepaalde houding, gedraging of denk-
wijze af te leren omdat onze hersenen
de verbinding zo hebben gelegd in de
afgelopen jaren. Je kunt dit vergelijken
met de stroming van het water in een
rivier. De rivier heeft hoogopstaande
oevers en hoewel deze door de
bochten in de rivier wel wat zullen
slijten, blijft het water door de jaren
heen via dezelfde weg naar beneden
stromen. Water kiest gewoon de
makkelijkste weg naar beneden. Als je
het pad van de rivier drastisch wilt ver-
anderen zul je een flinke dam op
moeten werpen en een nieuwe geul
moeten graven om het water de
nieuwe weg te wijzen waarbij ze weer
zal kiezen voor de weg van de minste
weerstand. Bij het ontstaan van de
bron is dit pad veel makkelijker te
veranderen dan als de rivier al jaren,
decennia of eeuwen hetzelfde pad
vormt. Zo werkt het bij de mensen ook.
Ons DNA is de rivier die al eeuwen het-
zelfde pad vormt, dit DNA is enkel te
veranderen doordat de rivier
meandert. Hierdoor krijgt de rivier door
slijtage heel langzaamaan een ander
pad.
Maar nu blijkt dat de omgeving een
veel grotere rol bij de totstandkoming
van ons gedrag speelt dan voorheen
werd aangenomen (Lipton, 2007). Een
bewuste geest is blijkbaar in staat om
voorgeprogrammeerd gedrag stil te
zetten en een nieuwe reactie te
creëren. We zijn dus geen slachtoffers
van onze programmering. Door gebruik
te maken van de omgeving ben je in
staat om een dam op te werken en de
rivier een andere route te laten nemen.
Maar daar is wel een andere aanpak
voor nodig. Want zoals net al is verteld:
zolang je doet wat je altijd deed, krijg je
wat je altijd kreeg. En om te verande-
ren zal je dus ook de omgeving moeten
veranderen.
Ons geheugensysteem vervult drie
essentiële functies. Informatie coderen,
opslaan en terughalen. Bij de codering
wordt nieuwe informatie gekoppeld
aan informatie die reeds in je geheugen
ligt opgeslagen. De reeds bestaande
verbindingen worden hierdoor steeds
sterker en waardevoller. En ons
geheugen berust juist op deze
betekenisvolle verbindingen. Het
opslaan van informatie gaat het beste
als de nieuwe informatie gekoppeld kan
worden aan eerder opgeslagen
informatie. Als dat niet kan, dan zal de
nieuwe informatie waarschijnlijk ver-
loren gaan. Als de informatie goed is
opgeslagen, zul je in de toekomst de
informatie weer op kunnen halen uit je
geheugen. Nieuwe informatie komt
binnen via ons sensorisch geheugen en
een klein deel wordt verwerkt in ons
werkgeheugen. De capaciteit van dit
werkgeheugen is bij een
gemiddeld persoon zeven (plus of min
twee). In dit werkgeheugen probeer je
zoveel mogelijk verbindingen te leggen
tussen oude en nieuwe informatie want
daarmee wordt de kans groter dat je de
informatie later weer op kunt halen uit
je geheugen. Hiervoor is interactie
nodig tussen het kortetermijngeheugen
(=werkgeheugen) en het langetermijn-
geheugen (Zimbardo, Weber &
Johnson, 2005).
Als het om leren gaat dan kijken we
regelmatig bij anderen af. We noemen
dat leren door imitatie of sociaal leren.
We kijken hoe iemand anders zich
gedraagt en gaan dit nadoen. De grote
hoeveelheid geweld in de media speelt
immers een rol in het toenemende
“Wat zou er gebeuren als jongeren
veel meer positiviteit zien in de
media? Of als er spelcomputer games
gespeeld kunnen worden waarbij je
punten krijgt door creatieve
oplossingen aan te dragen aan
maatschappelijke problemen?”
Lex Goos
Gastcolumn
P a g i n a 1 1 2 0 1 3 , N u m m e r 3
geweld in de maatschappij. Daarnaast
zorgt het zien van geweld in de media
ook voor mentale afstomping. Simpel
gezegd doet het geweld ons niet zo
veel meer. We raken er aan gewend.
Je kunt je dus ook voorstellen hoe dit
op een positieve manier om te draaien
is. Wat zou er gebeuren als jongeren
veel meer positiviteit zien in de media.
Als er voorbeelden te zien zijn van men-
sen die positieve initiatieven onder-
nemen en goede dingen doen voor
anderen. Als jongeren op hun spelcom-
puter games kunnen spelen waarbij je
punten krijgt door creatieve oplos-
singen aan te dragen om maatschap-
pelijke problemen aan te pakken.
We zijn met zijn allen ook heel goed in
het opplakken van stempels. Daar
houden we van. Het geeft ons duidelijk-
heid. Het is goed om je bewust te zijn
van het effect van zo’n stempel. Een
beperkend stempel kan namelijk de
ontwikkeling enorm afremmen. Het
stempel wordt namelijk beschouwd als
een definitief iets. Vanaf dat moment
ontstaat de overtuiging dat er niks
meer aan veranderd kan worden. Ook
hierbij kan het ten positieve worden
omgedraaid. In een onderzoek werd
onderzocht of de verwachtingen van
een leraar van invloed waren op de
prestaties van de leerlingen. Welk
onderzoek? Korte toelichting! Hiervoor
werd valse informatie gegeven aan de
leraren over de leercapaciteiten van
een deel van de klas. De leraren werd
verteld dat sommige leerlingen super-
snel waren en dat ze naar alle verwach-
ting enorm goed zouden gaan
presteren. In werkelijkheid waren deze
slimme leerlingen helemaal niet veel
slimmer dan andere leerlingen. Ze
waren willekeurig geselecteerd. Enigs-
zins tot de verbazing van de onder-
zoekers scoorden de ‘slimme’
leerlingen inderdaad veel beter in het
daaropvolgende jaar. Volgens de leraar
waren deze leerlingen nieuwsgieriger
en hadden ze meer kans op succes in
het leven. Ze waren volgens de leraar
gelukkiger, flexibeler en gevoeliger dan
andere leerlingen. Een jaar later maak-
te deze groep kinderen een IQ-test en
toen bleek het IQ van de groep behoor-
lijk te zijn gestegen. Uit het onderzoek
komt dus naar voren dat mensen hun
leven zo inrichten dat hun verwacht-
ingen wel moeten uitkomen. De
verwachting stuurt dus het gedrag van
mensen. Ook in dit geval kun je dus
maar beter overtuigingen creëren voor
jezelf die ondersteunend zijn. Want je
zult jouw leven zo gaan inrichten dat je
verwachtingen bewaarheid worden. Je
creëert dus je eigen waarheid. Henry
Ford zei het lang geleden al: “Als je
denkt dat je het niet kunt, heb je gelijk.
En als je denkt dat je het kunt, heb je
ook gelijk”. In de psychologie is dit ook
wel bekend als de zichzelf waarmaken-
de voorspelling.
Als toegepast psychologen zijn we
begonnen met het inslaan van een
nieuwe weg. We willen gebruik maken
van onderzoek en dit toepassen in de
praktijk. Laten we er met z’n allen voor
zorgen dat we vanaf de oorsprong de
juiste weg bewandelen. In een later
stadium wordt het moeilijker de geko-
zen richting bij te stellen.
Een nieuwe weg inslaan (vervolg)
Lipton, B. H. (2007). De biologie
van de overtuiging. Deventer:
Uitgeverij Ankh-Hermes B.V.
Zimbardo, P. G., Weber, A. L., &
Johnson, R. L. (2005). Psychologie,
een inleiding. Amsterdam: Pearson
Education Benelux
P a g i n a 1 2 2 0 1 3 , N u m m e r 3
Jiska ten burele!
Een eerste column in het online magazine van NBTP en dan ook nog in het themanummer ‘Brein’. Mijzelf quasinonchalant en luchtig voorstellen is er meteen niet meer bij. De authen-ticiteit van mijn geest, gedachten en gedrag ontrafelen en verwoorden tot een pakkende introductie is nog lang zo makkelijk niet. Wie bén ik eigenlijk? Ik laat mij meevoeren door mijn hersen-golven. Bestemming? Onbekend.
Ben ik mijn brein? Worden wij allen van geboorte tot dood volledig gecontro-leerd door onze bovenkamer, zoals de Swaabiaanse bestseller bepleit? En had Murray dan gelijk met zijn ‘personologie’: zijn onze persoons-kenmerken direct te herleiden naar specifieke hersenstructuren? De Franse filosoof René Descartes was er in ieder geval uit: Cogito Ergo Sum. Maar zijn wij ook wat wij denken? Opgeleid zijn
om na te denken en daarbij ook nog eens in een staat van continue verwon-dering verkeren, zou dan wel eens het stempel ‘hyperactieveling’ of zelfs ‘gespleten geest’ kunnen opleveren! In een tijd waarin kookshows hoogtij vieren en de "ware ik" veel gevonden lijkt te worden in de gastronomie, is het ook niet gek om je af te vragen: Ben ik wat ik eet? Mijn eetpatroon is gevarieerd doch weinig mindful te noemen. Wat impliceert dit met betrekking tot mijn persoonlijkheid? De uitspraak ‘in het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst’, doet mij ook al twijfelen aan of ik per se ben wat ik doe of heb gepresteerd. In dit licht gezien ben ik er ook niet volledig van overtuigd dat onze identiteit wordt gedefinieerd door ons geheugen. En niet te vergeten: ben ik (al) wie ik wil zijn? Mijn ambities zijn talrijk, deze op schrift vangen geeft een trilogie van formaat. Is er wel een dergelijk ijkpunt te hanteren met betrekking tot een dynamisch en gelaagd iets als persoonlijkheid? Nu al meer vragen dan antwoorden, en garde!
Persoonlijkheid: ‘Ctrl+ find’
Wat maakt een persoon uniek? Een snelle toetsing aan de empirie leert dat wij ons vaak profileren in termen van professie. Je identificeert je met een beroep dat je met vele anderen deelt. Niet bepaald onderscheidend dus. En daarbij: maakt dat wat we doen wie we
zijn? Ik neem de proef op de som met mijn eigen (studie)loopbaan.
Na het VWO heb ik aan de universiteit Taal- en Communicatiewetenschap gestudeerd. Mijn onderzoek naar het fenomeen ‘Straattaal’ heeft mij op veel mooie plekken gebracht en interes-sante mensen doen ontmoeten. Les-geven in het elementair zwemonder-wijs, een zeer dankbare hobby, is in de tussentijd bekroond met een diploma en uit-gegroeid tot een bron van inkomsten. De afgelopen jaren heb ik mij toegelegd op de studie Toegepaste Psychologie en ben ik communicatie-adviseur bij de overheid geweest. Een zeer gevarieerd studie-en beroeps-profiel en hiermee ook een hersen-kraker. Want wortelt mijn ‘ik’ in dan in mijn Taal & Communicatieachtergrond of juist in mijn grenzeloze fascinatie voor de menselijke psyche? Of is juist mijn ervaring als zweminstructrice of mijn voorliefde voor het geschreven woord iets dat mij ‘Jiska’ maakt? Jezelf definiëren in termen van ‘wat ik wil zijn of nog wil gaan doen’, kan natuurlijk ook. Dan zou ik in navolging van functionalisten als William James mijn persoonsprofiel vervolledigen met het streven ‘psychologie toepassen om het menselijk leven te verbeteren’. Jezelf presenteren als iets wat je nog aan het worden bent, is anno nu helemaal niet zo gek. Denk aan het predicaat ‘functienaam, in opleiding’, dat zo nu en dan een LinkedInprofiel siert.
Nieuw en verrassend onderzoek naar neuroanatomische basis van Big Five!
De menselijke persoonlijkheid is volgens onderzoekers aan de Universiteit van Minho te herleiden specifieke
neuroanatomische structuren. Uit recent onderzoek op het snijvlak van neuropsychologie en neurofysiologie komt naar
voren dat Big Five persoonlijkheidsdimensies als ‘Open’, ‘Consciëntieus’ en ‘Neurotisch’ aantoonbaar verband te houden
met activiteit in de pariëtale cortex (hersenschors).
Tipje van de sluier
Worden wie je bent
Column
Jiska Duurkoop
Jiska Duurkoop
P a g i n a 1 3 2 0 1 3 , N u m m e r 3
Me, myself and the eye of the beholder
De persoonlijkheid wordt wel eens uit-
gelegd als ‘zichtbaar aspect van
iemands karakter zoals deze wordt
waargenomen door de omgeving’
(Schultz en Schultz, 2009, p. 9). ‘De
ander’ lijkt soms inderdaad veel beter
in staat te duiden wat ‘jou jij maakt’
dan jijzelf. Denk maar aan de momen-
ten waarop iemand je ongevraagd een
haarscherpe karaktertypering ‘cadeau
doet’. Dit kan zeer confronterend zijn.
In het kader van research doe ik een
korte rondvraag. Prompt vliegen om-
schrijvingen als leergierig, eigenwijs
(niet, hoezo?), behulpzaam, integer,
spontaan, ondernemend en analytisch
mij om de oren. Dat is duidelijk, 'de
ander' beschrijven dat gaat relatief
makkelijk! Psycholoog Tim Wilson gaat
nog verder. Zijn visie in een notendop is
dat wij eigenlijk vreemdelingen voor
onszelf zijn, ‘we kennen onszelf niet
écht’. We kunnen ons dan ook beter
richten op wat we doen dan op alle –
weinig representatieve – redenen die
we er zelf bij bedenken (Vonk red.
2006, p. 126). We kunnen het volgens
hoogleraar Sociale Psychologie Roos
Vonk ook niet helpen: ‘Wij vormen ons
automatisch ‘quick and dirty’ een beeld
van de ander, waarbij er verscheiden
stereotypes worden geactiveerd’. Zij
licht verder toe: ‘mensen die zeggen
dat ze niet meteen een oordeel over
een andere hebben vergissen zich.
Iedereen heeft meteen een beeld van
een andere persoon, zo zit ons brein in
elkaar’. Dit indelen op basis van
bepaalde kenmerken, (sociale)
categorisatie of classificatie, helpt ons
namelijk ‘objecten’ uit de fysieke en
sociale omgeving snel thuis te brengen
(Van Oudenhoven, 2002, p. 158). Dit is
evolutionair bepaald: een snel oordeel
kan het verschil betekenen tussen
leven en dood. Of zoals LeDoux ooit
wijs sprak: ‘Er zijn twee soorten dieren,
de ‘quick and the dead’(Vonk.red.,
2004, p. 175-176).
Je wordt steeds meer wie je bent
In mijn beleving treedt met betrekking
tot het vormen en uiten van je
persoonlijkheid een soort ‘natuurlijk
convergentieproces’ op. Je wordt
steeds meer wie je bent. De Duitse
filosoof Martin Heidegger verwoordt
dit heel mooi: ‘Every man is born as
many men and dies as a single one’. In
de loop der tijd leer je je eigen
persoonlijkheid steeds beter kennen én
accepteren. Inclusief je eigenaardig-
heden: Zo heb ik de neiging om oever-
loos te oreren over dingen die mij ver-
wonderen. Neem 'neurale plasticiteit'.
Neuronen die in staat zijn om nieuwe
hersenverbindingen aan te maken of- in
geval van letsel- oude ter
herstellen...ongekend!
Om nog maar te zwijgen over ons inge-
nieuze taalcentrum, welke meestal aan
de linkerkant van het brein zetelt, dat
tijdens de taal-verwerving meer mega-
bytes te ver-werken krijgt dan een ge-
middelde megacomputer bij de NASA.
Dat ik blij word van hersenstructuren
als de
basale ganglia die ondervangen dat je
dingen als fietsen en autorijden
verleert, komt gelukkig goed uit voor
het thema van dit magazine.
Tot besluit een dwarsdoorsnede geven van mijn persoonlijkheid blijft echter een uitdaging. Wat ik wel weet is dat ik in ontwikkeling ben en nog lang hoop te blijven. Daarbij kijk ik er naar uit om mij samen met jullie voor het NBTP magazine onder te dompelen in de wondere wereld van de toegepaste psychologie. Aangenaam kennis te maken!
Worden wie je bent (Vervolg)
Intro
Na een loopbaan in de Taal & Commu-
nicatie (specialisme ‘Straattaal’), heb ik
een paar jaar geleden een doorstart
gemaakt in de vorm van de studie
Toegepaste Psychologie. Dit werkveld
staat in mijn ogen voor psychologie
gebruiken om menselijk leven te ver-
beteren. Mensen en ideeën samen
brengen, is iets wat ik graag doe. Loop-
baanbegeleiding, (studie)coaching en
counseling zijn deelgebieden waar ik
mij graag verder in ontwikkel. Met mijn
schrijven in het NBTP magazine hoop ik
de lezer te kunnen bedienen met een
uniek en kleurrijk feuilleton waarin
actualiteiten zich verweven met diverse
psychologiestromingen, mijn persoon-
lijke beleving en de wervelende ontwik-
keling van het werkveld TP. Momenteel
ben ik op zoek naar mogelijkheden om
ervaring op te doen in het psycho-
diagnostisch werkveld.
Duurkoop, J.N. (2008). Straattaal: Je weet zelluf! Stageverslag, Universiteit Utrecht.
Duurkoop, J.N. (2008). Straatpraat: Straattaal belicht vanuit drie verschillende perspectieven. Bachelorscriptie,
Universiteit Utrecht.
Coutinho, J., Gonçalves, O.F., Sampaio, A., Soares, J.M. & Sousa, N.(2013) The Big Five default brain: functional evidence.
Verkregen op 2 augustus, 2013, via http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/23881294
Nederlandse Beroepsvereniging voor Toegepaste Psychologie. (2013) NBTP Magazine: Relaties. Geraadpleegd op 30 juli
2013, van http://issuu.com/nbtpmagazine/docs/nbtp_magazine_relatie?e=7703321/3735403
Oudenhoven, Van. (2002). Crossculturele psychologie. De zoektocht naar verschillen en overeenkomsten tussen culturen.
Bussum: Uitgeverij Coutinho b.v.
Schultz, D.P., & S.E. Schultz (2009). Theories of Personality (9e ed). Belmont, CA: Wadsworth Cengage Learning.
Vonk, R. (2004) Sociale Psychologie. Groningen/Houten: Noordhoff Uitgevers B.V.
P a g i n a 1 4 2 0 1 3 , N u m m e r 3
Worden wie je bent (Vervolg)
Column
Een blik op onze nieuwe website! Meld je aan als lid via www.nbtp.nl
WELKOM bij de Nederlandse Beroepsvereniging voor Toegepaste Psychologie. Wij zijn een jonge
beroepsvereniging voor HBO & WO Psychologen. Wij denken cross-functioneel. Wij zijn
divers en hebben ieder ons eigen puzzelstukje. Wij delen. Wij verbinden.
Psychologisch medewerker oudereninstelling
Wie ben je en wat doe je?
Mijn naam is Mirella Duiven en ik ben werkzaam als psychologisch mede-werker. Ik heb twee deeltijdbanen bij twee verschillende ouderenzorg-instellingen.
Bij wat voor organisatie werk je?
Beide organisaties bieden wonen, zorg en behandeling voor ouderen die niet meer zelfstandig kunnen wonen of die thuis extra hulp nodig hebben. Binnen de instellingen zijn er verschillende afdelingen. Afdelingen voor cliënten met dementie die op een gesloten afdeling wonen, cliënten die tijdelijk in de instelling zijn ter revalidatie na bijvoorbeeld een beroerte, en cliënten die zijn opgenomen in een verpleeghuis omdat ze lichamelijke beperkingen hebben.
Wat zijn jouw taken?
Als psychologisch medewerker besteed ik een groot deel van mijn tijd aan psychodiagnostische onderzoeken. Voornamelijk neuropsychologische onderzoeken. Dit wordt veelal verricht bij cliënten bij wie een vorm van dementie wordt vermoed of die een beroerte hebben gehad. Dan willen wij weten hoeveel zorg en begeleiding een cliënt nodig heeft en welke woonvorm het meest passend is.
Een kleiner deel van mijn tijd besteed ik aan begeleiding en behandeling van cliënten. Ik kan individuele- en groeps-
behandeling bieden. Bij meer complexe klachten neemt de psycholoog de behandeling voor zijn rekening. Soms schrijft de specialist ouderengenees-kunde medicatie voor.
Waar heb jij je opleiding TP gevolgd en wat is je specialisatie?
Ik volgde de opleiding Toegepaste Psychologie bij Saxion in Deventer met als specialisatie ‘Neuropsychologie’. Daarnaast volgde ik de minor ‘Klinische psychologie’.
Wat voor meerwaarde heeft de opleiding TP in jouw baan?
De specialisatie ‘Neuropsychologie’ is in mijn sector nodig om de diagnostiek te kunnen verrichten en bij behandeling te begrijpen wat de invloed is van de verschillende ziektebeelden op het functioneren van de cliënt. De minor ‘Klinische Psychologie’ is ook erg fijn omdat stemmings- en angstklachten en persoonlijkheidsproblematiek voor komen bij de bewoners. Wat ik verder fijn vind aan de opleiding is de praktische manier waarop ik ben opgeleid.
Ik vind mijn vak een aanvulling op de WO opgeleide psychologen omdat je als ‘sparringpartner’ elkaar kunt versterken. Een theoretische blik en een praktische blik op de diagnostiek en behandeling. Daarnaast sluit ik door de uitgebreide training in gespreksvaar-digheden goed aan bij de diverse cliënten.
Welke vakken uit je studie zijn zinvol in je werk?
Vooral de vakken ‘ouderenpsychologie’, ‘neuropsychologische diagnostiek’, ‘cognitieve training’ en CCT (Coaching, Counseling en Training) leveren een
bijdrage bij het werken in de ouderen-zorg. Vakken zoals ‘toegepast onder-zoek’ en de diverse diagnostische vakken zorgden er mede voor dat ik mijn analytische blik heb ontwikkeld. Ook mijn afstudeeropdracht gaf mij de mogelijkheid om ouderen cognitief te trainen. Samen met mijn studiemaatje heb ik onderzoek gedaan naar het inzetten van een bestaand protocol (Omgaan met tijdsdruk). Met het protocol leren cliënten omgaan met mentale traagheid na een CVA (beroerte of hersenbloeding). Hiervan heb ik geleerd dat cognitieve strategie-training mogelijk is bij ouderen wanneer de training aangepast is op de individuele cliënt.
Hoe ziet een doorsnee dinsdag er voor jou uit?
Vaak zie ik een cliënt voor een onder-zoek in de ochtend en begin ik met voorbereiden: ik lees de gegevens en zoek de testen uit. Na het onderzoek werk ik observaties en het intake-gesprek uit. Soms score ik gelijk de test-resultaten. Op dinsdag lukt het mij niet om meteen het psychologische verslag te schrijven. ’s Middags draai ik samen met een collega van het maatschap-pelijk werk een gespreksgroep voor mensen met beginnende dementie. Met als doel de eigenwaarde en kracht
Mirella Duiven & Mirella Brok
P a g i n a 1 5 2 0 1 3 , N u m m e r 3
TP-er @ work
‘Als psychologisch medewerker
besteed ik een groot deel van mijn
tijd aan neuropsychologisch
onderzoek. ‘
‘In de ochtend zie ik een cliënt voor
een onderzoek en in de middag draai
ik samen met een collega een
gespreksgroep voor mensen met
beginnende dementie.’
P a g i n a 1 6 2 0 1 3 , N u m m e r 3
van thuiswonende mensen met dementie te versterken. Onderwerpen die aan bod kunnen komen zijn: ‘de diagnose dementie’, ‘niet meer mogen autorijden’, ‘niet goed kunnen rijden op bedienen van een scootmobiel’. De cliënten zijn vooral zelf aan het woord. Wij structureren het gesprek . Soms zien we hele mooie dingen gebeuren. Eigenwaarde wordt versterkt door te kijken naar wat nog wel kan. Ook creatieve oplossingen worden bedacht en gedeeld met elkaar. Zo heeft één van de cliënten geregeld dat hij met begeleiding op vakantie kan naar de Costa del Sol. Zo mooi!
Zijn ouderen leuk om mee te werken?
Ik kan volmondig ‘Ja!’ roepen. Ouderen hebben veel levenservaring. Dat maakt
het boeiend. Ook is het interessant om elke dag opnieuw te bestuderen hoe de hersenen werken tijdens normale veroudering en bij een ziekte zoals een dementieel syndroom. Voor de cliënt niet fijn, maar voor iemand die geïnteresseerd is in de werking van de hersenen wel. Bovenal is het fijn dat je kan bijdragen aan levenskwaliteit tijdens de laatste fase van het leven. Want ouder worden is niet altijd gemakkelijk, maar kan wel zo dragelijk mogelijk worden gemaakt.
Heb je nog tips of opmerkingen?
De opleiding is vrij nieuw en er is overlap met vele beroepsgroepen. Profilering is een verantwoordelijkheid van ons allemaal om onze beroeps-groep kansen op de arbeidsmarkt te geven. Allereerst moet je helder op je
netvlies hebben wat je competenties zijn; waar beginnen je mogelijkheden en waar houdt het op. Ik weet uit eigen ervaring dat het gemakkelijker gezegd dan gedaan is. Het heeft mij ook meerdere jaren gekost om mijn eigen functie vorm te geven. Mijn tips; bedenk waar je de verbinding met elkaar aan kunt gaan, elkaar kunt ondersteunen en waar ieders individuele kracht ligt. Denk ‘out of the box’, en motiveer collega’s ook ‘out of the box’ te denken. Want uiteindelijk is er één gezamenlijk en belangrijk doel: het welzijn van de cliënt.
Psychologisch medewerker oudereninstelling (Vervolg)
Lichaamsgerichte traumatherapie: De brug krijgt vorm.
De casus
Ik vind Matthias meteen al een opval-lende verschijning. Het is tijdens een training lichaamsgerichte trauma-therapie in Zwitserland dat ik met hem werk. Op die training kom ik nog terug. Matthias is de zestig gepasseerd en heeft een kleine praktijk als fysio-therapeut. Hij is van Joodse afkomst, vertelt hij me. Hij verhaalt onder meer over wat zijn ouders in de Tweede Wereldoorlog hebben meegemaakt. Dat dit na de oorlog een buitengewoon zware wissel getrokken heeft op henzelf, op hun relatie en ook op zijn opvoeding van hun zoon. Matthias wijt zijn aanhoudende klachten van gespannenheid en slapeloosheid daar-aan. Hij is al langere tijd in psycho-therapie en zijn therapeut heeft hem onlangs gesuggereerd om, aanvullend op hun gesprekken, een lichaams-gerichte traumatherapie te overwegen.
Uitleg psychotrauma
Psychotrauma heeft invloed op de hersenprocessen en wordt volgens de DSM-IV gekenmerkt door intense psychische stress met symptomen als waakzaamheid, schrikachtigheid, irritatie,woede-uitbarstingen en moeite met slapen.
De lichamelijke verschijning Matthias
Matthias’ indringend bruine ogen maken een wat droevige indruk op me. Ze kijken me recht aan en houden mijn blik vast wanneer ze die ontmoeten. Matthias’ ademhaling lijkt kort en oppervlakkig. Dat zijn hulpvraag over gespannenheid gaat, komt me niet vreemd voor. Hij lijkt gevangen in een cirkel die typisch is voor wie aan-houdend probeert om zijn of haar ontregelde zenuwstelsel in het gareel te krijgen: Oppervlakkige ademhaling en weinig ruimte in de borst maken dat zijn lichaam eigenlijk continu te weinig lucht krijgt. Mijn observatie van Matthias’ bovenlichaam bevestigt dat beeld. Het wordt ingehouden en is zelfs wat verstard in zijn bewegingen, dit in tegenstelling tot de rest van zijn lichaam. Met Matthias ga ik een sessie in die draait om het verdiepen van zijn ademhaling.
Stromingen
Het voorbeeld van Matthias illustreert hoe een brug tussen psychotherapie en lichaamswerk de cliënt daadwerkelijk verder kan helpen. In de lichaams-gerichte traumatherapie valt inmiddels het nodige te kiezen: er zijn stromingen ontstaan met verschillende uitgangs-punten. De Amerikaanse psycho-therapeut Babette Rothschild wil met haar Somatic Trauma Therapy een brug slaan tussen de traditioneel verbaal georiënteerde psychotherapeuten en de lichaamsgerichte therapeuten [1]. Haar behandelstrategieën blijven betrekkelijk dicht bij die van de traditionele psychotherapie, zowel in opzet als in uitvoering. Ik werkte met haar in het Cambridge Body Psychotherapy Centre in Engeland. Gesprek is steevast de basis van de therapie, altijd vanuit een setting waar-in cliënt en therapeut face to face in een stoel zitten. Het lichaamsgerichte zit met name daarin dat Rothschild de therapeut aanmoedigt om de
lichamelijke uitingen van de cliënt te registreren, en die een prominente plek te geven in de therapie. Het draait er in de behandeling vooral om dat de cliënt zich bewust wordt van lichamelijke ervaringen en leert om aan die ervaringen betekenis te geven. Met het introduceren van bijvoorbeeld aanraking als interventie is ze beslist terughoudend. Rothschild onderbouwt haar aanpak met de fysiologie van trauma, stress en posttraumatische stress.
Haar werk refereert aan de benadering van Peter Levine, een Amerikaanse psycholoog die op dit moment ook in Nederland aan de weg timmert [2]. Hij noemt zijn methode Somatic Experiencing. Levine baseert zijn behandelingen op hoe dieren stress verwerken. De vecht-of-vlucht reactie van dieren brengt bij hen fysiologische reacties teweeg. Bekende reacties zijn de aanmaak van adrenaline en cortisol, stijgende bloeddruk en hartslag, aan-spannende spieren en aanscherpende zintuigen. Wanneer een dier eenmaal buiten gevaar is, gaat zijn lichaam vanzelf over tot ontlading, tot para-sympathische rust en herstel, met trillen, schudden, zuchten, en soms ook vechtgedrag. De ontlading brengt het zenuwstelsel terug naar een normaal functioneren, zoals dat voorafgaand aan de stresssituatie was. Levine beschouwt de ontlading als voorwaarde voor herstel na een stressvolle ervaring, en de crux is dat hij die voorwaarde ook betrekt op mensen. Levines benadering is dan ook om het lichaam van cliënten alsnog te laten afmaken en uitonderhandelen wat ooit in een traumatiserende situatie onverwerkt of onvoltooid is gebleven. En daarin wijkt hij dus af van Rothschild, die immers niet zozeer een accent legt op een lichamelijke verwerking als wel op verstandelijk betekenis toekennen aan fysieke ervaringen. Een tweede fundamenteel verschil met Rothschild
Gastartikel
Joost Burger
P a g i n a 1 7 2 0 1 3 , N u m m e r 3
Joost Burger
lichaamsgericht therapeut en
trainer/coach
www.joostbeweegt.nl
is dat zij haar therapie uitsluitend toepast op cliënten die zich de trauma-tiserende gebeurtenis expliciet kunnen herinneren en verwoorden. Nog een bruggenbouwer is de Braziliaanse psycholoog en lichaams-werker Sônia Gomes. Zij noemt haar methode SOMA en het was in een recente training van Gomes dat ik werkte met Matthias. Gomes gaf onlangs ook haar eerste training in Nederland. Aan de ideeën van vooral Levine doet zij haar eigen bijdrage, en ze voegt daar nog haar expertise als Rolfer aan toe. Een Rolfer is, kort gezegd, een massage- en bewegings-therapeut die veel aandacht heeft voor de houding van de cliënt. Door die toevoeging maakt Gomes de brug tussen lichaamswerk en psychotherapie nog sterker en zichtbaarder. Ik heb Gomes indrukwekkend werk zien doen waarbij ze gesprekstherapie en lichaamswerk volledig integreerde, en waarin verbaal en fysiek contact, diepe weefselmassage en ademwerk tezamen de juiste interventies bleken om de getraumatiseerde cliënt zichtbaar een stap verder te helpen. Saillant verschil
met Rothschild en Levine is ook dat Gomes in haar theorie een nadruk legt op de polyvagale theorie van Stephen Porges [3] in plaats van op de werking van parasympathicus en sympathicus.
Het veld van de lichaamsgerichte traumatherapie, en ook dat van de lichaamsgerichte (psycho-)therapie in den brede, is duidelijk in ontwikkeling
en beweging. Een beweging die een brug slaat tussen lichaamswerk en psychotherapie, tussen twee werelden die elkaar sinds Freud weer terug moesten gaan vinden. De overeenkom-sten tussen de beschreven benaderingen lijken overigens zwaarder te wegen dan de verschillen, en dat geeft perspectief op een stevige brug.
Ben je op zoek naar een goed boek
over een bepaald thema? Ben je
zoekende naar een bepaalde
methode? Wil je inspiratie op doen of
een goed advies?
Heb je een goed thema gevonden voor
een volgende editie? Vind je een
bepaalde trend grappig of belangrijk?
Of heb je een mening over een psycho-
logische thema dat je graag met ons
deelt?
Schrijf het ons.
Dit stuk in het magazine geeft jullie de
ruimte om te zoeken en te vinden.
Stuur een mail naar
Wij lezen je mail en nemen de meest
intrigerende mails op in ons magazine.
NBTP Magazine zoekt: Schrijvers Wil jij je CV uitbreiden en je arbeids-marktkansen te vergroten? Werkgevers letten ook op publicaties die je hebt gedaan. Als je het leuk vindt om te schrijven, graag in een teamverband werkt, maar ook individueel kunt
werken, stuur ons dan een mailtje [email protected] Welke Toegepaste Psycholoog heeft ervaring met PGB Ik ben op zoek naar tips over het
Persoon Gebonden Budget. Mag een
HBO Toegepaste Psycholoog een PGB
aanvragen voor cliënten? Hoe werkt
dat dan? Zijn er tips bij het invullen? En
ook: heb je tips bij het schrijven van
een zorgcontract? Stuur je mailtje naar
Gezocht, gedeeld, gevonden
P a g i n a 1 8 2 0 1 3 , N u m m e r 3
Lichaamsgerichte traumatherapie (Vervolg)
[1] Levine, Peter en Ann Frederick (1997). Waking the Tiger: Healing Trauma. Berkeley, Verenigde Staten van Amerika: North Atlantic Books.
[2] Rothschild, Babette (2000). The body remembers: the psychophysiology of trauma and trauma treatment. New York, Verenigde Staten van Amerika: W.W. Norton & Company.
[3] De bioloog en psycholoog Stephen Porges presenteerde in de jaren negentig zijn polyvagale theorie, die een relatie legt tussen de evolutie van sociaal gedrag bij de mens en de ontwikkeling van het autonome zenuwstelsel. Porges, Stephen (2011). The Polyvagal Theory. New York, Verenigde Staten van Amerika: W.W. Norton & Company.
De naam van Matthias is gefingeerd.
Meditatie
P a g i n a 1 9 2 0 1 3 , N u m m e r 3
Neuromarketing
Steeds meer mensen maken gebruik van meditatie om te ontspannen, meer te leven vanuit compassie, en met aandacht aanwezig te zijn in het hier en nu. Om minder te denken en meer te zijn. Psychologen maken steeds meer gebruik van meditatie, omdat mensen er rustiger van worden. Beïnvloedt meditatie echt bepaalde mentale processen? Neurowetenschapper Richard Davidson onderzoekt de effecten van meditatie op het brein. Lees en zie hier meer over dit onderwerp.
Marketing als wetenschap? Volgens onderzoekers is van te voren al te meten of een reclame werkt. Annette Beuze-Silvester schrijft in dit magazine over koopgedrag. Onderzoekers menen dat de hersen-activiteit bepaalt of een campagne aanslaat. Wetenschappers van de UCLA zeggen te weten welk gedeelte van het brein reageert als een idee aanslaat bij een persoon. Ingewikkeld en interessant. Wil je meer weten? Kijk dan hier.
In mei 2013 is de nieuwe DSM gepresenteerd in Amerika na 13 jaar lang vergaderen. Dé ‘bijbel’ met alle psychische stoornissen. Hiermee kan je psychische problemen identificeren en een behandeling bepalen. Maar leidt de DSM niet ook tot medicalisering van 'gewone' levensproblematiek? Deze discussie treedt steeds vaker op. Zijn sommige ‘gewone’ problemen wel op te lossen met een pil, die op bepaalde neuro-transmitters werkt in het brein? Over de DSM-V is meer de lezen op de site van Wetenschap24. Met de komst van de nieuwe DSM-V ‘verdwijnen’ de stoornissen Syndroom van Asperger en PDD-NOS.
Psychotrauma
Het meemaken van een levensbedreigende stress-situatie kan diepe sporen nalaten. In je het dagelijks leven, maar ook in je hersenen door de afbraak van neuronen, las ik in het artikel van Jiska Duurkoop. De laatste tijd is er in ‘therapieland’ meer aandacht voor de lichaamsgerichte benaderingen ter behandeling van trauma en stress. Lees hier meer over in het artikel van Joost Burger.
Geen directe link met het brein maar desondanks belangrijk om te weten. Beroepskrachten zijn verplicht bij vermoedens van geweld in huiselijke kring de meldcode te gebruiken. Per 1 juli 2013 is de code van kracht. Kijk op de site van de Rijksoverheid voor meer informatie.
Meldcode huiselijk geweld bij kindermishandeling
DSM-V
Trends en Ontwikkelingen door Sophie de Haan
P a g i n a 2 0 2 0 1 3 , N u m m e r 3
Welk boek is interessant voor ons werk-
veld? Welke informatie is belangrijk,
interessant of vermakelijk? Dat leest u
hier. In iedere editie van het NBTP
Online Magazine staat een boek-
bespreking. Het boek heeft een samen-
hang met het editiethema. In deze
editie:
Het brein en emotionele intelligentie –
D. Goleman
Daniel Goleman is bekend om zijn
boeken over Emotionele Intelligentie.
Volgens Goleman is succes op de werk-
vloer en in het leven voornamelijk
afhankelijk van de Emotionele
Intelligentie (EI) van een persoon.
Volgens zijn model bestaat EI uit: zelf-
bewustzijn, zelfregulering, sociaal
bewustzijn en relatiemanagement. In
dit boek geeft hij geen uitleg over zijn
model. Wel beschrijft hij welke hersen-
gebieden samenhangen met
Emotionele Intelligentie.
In het boek lees je; over de manier
waarop wij keuzes maken met onze
onderbuik; hoe de juiste stemming je
helpt bij het uitvoeren van een taak;
over de neurale dynamiek van
creativiteit; de hersencircuits voor
motivatie; het versterken van de
hersentoestanden die prestaties
beïnvloeden; en het afstemmen op de
ander in interpersoonlijke relaties. Dit
alles beschrijft hij vlot en laag-
drempelig. Het boek is interessant,
vermakelijk en in een dag op je balkon
uit te lezen.
De tekeningen in het boek van onze
hersenen zijn helder. De pijlen bij het
desbetreffende hersengebied en de
korte uitleg, zorgen voor overzicht.
Toch mis ik structuur. Goleman begint
het boek met een kapstok van
Emotionele Intelligentie. Daarna
omschrijft hij, per onderwerp
gestructureerd, wat hij weet over het
brein. Hij hangt deze onderwerpen niet
op aan de kapstok. Daardoor ontbreekt
voor mij de samenhang. Zo schrijft
Goleman een hoofdstuk over creativi-
teit, de fases van creativiteit en het
aha-moment van het oplossen van
problemen. Het is een interessant
hoofdstuk om te lezen, maar ik kan het
onvoldoende plaatsen in het geheel.
Daardoor ga ik zelf (wellicht verkeerde)
verbanden trekken. Ik ben juist zo
nieuwsgierig naar de verbindingen die
onze expert Goleman zelf maakt. Het
laat mij achter met de vraag: wat kan ik
met deze informatie?
Toch is het boek een aanrader omdat
Goleman nadruk legt op de werking van
mindfulness en meditatie om de
zelfregulatie te versterken. Hij legt
duidelijk uit hoe je baat hebt bij deze
oefeningen. Dat is handig om cliënten
te overtuigen oefeningen te doen. Ook
word ik blij van het pleidooi dat
Goleman houdt om de ontwikkeling
van emotionele intelligentie in het
basisonderwijs op te nemen.
“…een gevestigde gewoonte om het
lichaam tot rust te brengen met een
goed geoefende methode kan een
enorm verschil maken.”
Het brein en EI Mirella Brok
Boekbespreking
Volgende editie: Interculturele Psychologie
De volgende editie van het NBTP Magazine zal uitkomen onder het thema Interculturele Psychologie. Deze zal op 21 december
a.s. verschijnen als online versie. Mocht je een interessant artikel hebben of willen schrijven, ben je van harte welkom om een
stuk in te dienen. Dit kan je mailen naar: [email protected].
Ben je een afgestudeerd Toegepast Psycholoog, heb je een interessante baan in het werkveld en wil je dit graag delen? Dan kan
je ook mailen met een korte samenvatting van jouw baan. Wie weet ben jij de volgende geïnterviewde TP-er @ Work!
Op 10 oktober a.s. vindt alweer het tweede congres plaats van de NBTP. Het congres zal gehouden worden in Connexionpoint in Amersfoort, Natriumweg 6. www.connexionpoint.nl
Wij nodigen alle leden en belangstellenden van harte uit om dit congres bij te wonen.
Meld je wel snel aan, want er is plek voor maximaal 200 mensen en de helft van de tickets is al verkocht!
Voor aanmelden en meer informatie over de inhoud van de workshops en de lezingen kun je de (vernieuwde!!) website bezoeken: www.nbtp.nl button: congres “inspire!”
Het programma is als volgt:
09.15 – 09.45 uur Ontvangst
09.45 – 10.00 uur Opening door André Lollinga, voorzitter NBTP
10.00 – 10.30 uur Spreker 1, Hans van Eck (directeur NIP), over de toekomst van de
HBO en WO psychologen op de arbeidsmarkt
10.30 – 11.15 uur Spreker 2, Fredrike Bannink over de positieve psychologie
11.15 – 11.45 uur Bezoek aan de beurs
11.45 – 12.45 uur Ronde 1 workshop 1, 2 en 3
(let op: vooraf inschrijven via de website!)
12.45 – 13.30 uur Lunch * + nogmaals mogelijkheid bezoeken beurs
13.30 – 14.30 uur Ronde 2 workshop 1, 2, en 3 **
14.30 – 14.45 uur Wisselmoment + mogelijkheid tot pakken koffie/thee
14.45 – 15.15 uur Spreker 3, Tessa Faber over personal branding
15.15 – 15.30 uur Kleine pauze
15.30 – 16.30 uur Algemene Ledenvergadering NBTP
16.30 – 17.30 uur A fsluiting met een drankje
* Wil je lunchen? Koop dan bij je aanmelding tevens een lunch bij via de website www.nbtp.nl button: congres “Inspire!”
** Je kunt twee workshops bijwonen. Vooraf inschrijven via de website www.nbtp.nl button: congres “Inspire!”.
Congres Inspire!