muntboek, bevattende de namen en afbeeldingen van munten, geslagen in de zeven voormalig vereenigde...

Upload: digital-library-numis-dln

Post on 08-Apr-2018

217 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

  • 8/7/2019 Muntboek, bevattende de namen en afbeeldingen van munten, geslagen in de zeven voormalig vereenigde Neder

    1/225

    IIUNTBOER.

    Digitized byGoogle

  • 8/7/2019 Muntboek, bevattende de namen en afbeeldingen van munten, geslagen in de zeven voormalig vereenigde Neder

    2/225Digitized byGoogle

  • 8/7/2019 Muntboek, bevattende de namen en afbeeldingen van munten, geslagen in de zeven voormalig vereenigde Neder

    3/225

    M U N T B O E K ,BEHTTENDE DE

    N A I E N E N ~BEELDINGEN V A N I U N T E N ,, . 6 I!SL !6EN IN DB mEN VOOW LIG .

    V E R E E N IG D E N E D E R L A N D S C H E P R O V IN C I E N ,

    SEDERT DEN VREDE VAN GENT TOT OP ONZEN TIJD.

    DOOR

    P . VER KAD E,

    11SC I I I ID ! I I JUP . J. V A N DUK .

    .848.. .. - .. -. . . . ... - ~~". :..:.. . . . . _' " .:. . ..

    : : . oOoOoO" ? : " . ' : :~ . : :. . . ' .. :. : . : : . : . . . .~:.':.:- . .

    .. " .. ". . . . . . . .

    Digitized byGoogle

  • 8/7/2019 Muntboek, bevattende de namen en afbeeldingen van munten, geslagen in de zeven voormalig vereenigde Neder

    4/225

    ..

    ..

    Digitized byCoogle

  • 8/7/2019 Muntboek, bevattende de namen en afbeeldingen van munten, geslagen in de zeven voormalig vereenigde Neder

    5/225

    B E R IG T .

    Even zoo als in het dagelijksch leven, kleine toevallige, ja schijnbaar nietige, omstandig-beden dikwijls den grond leggen tot zeer belangrijke gebeurtenissen, groote zaken en on-voorziene uitkomsten; even zoo was het, hoezeer dan ook op eene kleine schaal, met ditMunlboek.Reeds in mijne kindscbheid en verdere jeugdige jaren veel lust en liefhebberij hebbende

    lot muntbezigtiging en bewaring, eerst van koperen, e~ daarna van zilveren muntjes, dieik naar mijne gedachte mooi yond, bleef die lust mij wei bij tot in mijne jongelingsjaren,en deed mijnen kleinen schat wei eenigzins verrijken en uitbreiden, doch omstandighedenvan verschillenden aard vooral die van eenen meer bepaalden werkkring, ter bevorderingvan mijnen volgenden stand in de Maatschappij, verOaauwden echter in verderen leeftijd"dien opgevatten lust; terwijl de latere werkzame kring, waarin ik mij vervolgens geplaatstvond , voltooide, wat de eerstgemelde hinderpaal nog niet geheel had kunnen beletten.Dan, gelijk het in de wereld wei eens meer gaat, toen mij in meer gevorderden leeftijddoor de hulp mijner geliefde, helaas, reeds in den bloei hunner jaren en wei geplaatstenstand, overledene zonen, eenige meerdere ruimte van tijd ten deele viel, blies eene, op

    1

    Digitized byGoogle

  • 8/7/2019 Muntboek, bevattende de namen en afbeeldingen van munten, geslagen in de zeven voormalig vereenigde Neder

    6/225

    11 DEIlIGT

    zich zelze gerioge en zeer toevallige omstandigheid, den geheel ingesluimerden lust tot ver-zameling van mooten op nieuw aan, en mijoe s.iots laog terug gezette en onderdrukte nei-ging ontwaakte van lieverlede , ja, zij spoorde mij misschien krachtiger dan te voren aan ,OUl mijne destijds nog kleine verzameling van nieuws aan Ie vergrooten en uit te hreidenniet aIleen, maar om op de meest mogelijke wijze bekend te worden met al die geldspe-c'Wn, welke vroeger in onze Nederlandsche Gewesten welligen cours of loop badden, enmeer bepaaldelijk mel dezulken , die, na bet sluiten der Gentsche Bevrediging in den jare1.:176, 101 op den huidigen dag toe, door of van wege de Nederlandscbe Geweslen, betzij inhetrekking van Algemeene Staten, bijzondere Staten van eenige Provincie of weI Besluur vanSteden, hetzij in die van Aigemeen Bestuur, helzij eindelijk in die van Vorsl of Koning,tot gangbare munt, ook in ooze Oost- en \Vest-Indische bezittingen, zijn bestemd geworden.

    Tot dat einde begon ik mel een gezet onderzoek van' aIle Beeldenaars, die ik bezat, deedafteekeningen maken van al de daarin voorkomende munten, die, sedert t 576 geslagen, tolde Nederlanden betrekking hadden , vulde dezelve aan mel de aibeeldingen der daarin nielopgenomene eo alzoo min hekende geldstukl{cn of zeldzame stempels, die in mijn hezit warenplaatste dezelve aile in een hoek , en stelde dit hoek achtereenvolgelijk ter hande van deHeeren Jonkheer Mr. J. c. DF. JO~GE, Opzigter van het Koninklijk Penning-Kabinet, in s Gm-venhaqe, w, c. ESDRE, te Amsterdam. P. SMIDT VAN GELDEIt, te Zaandam en J. VAN DAM D.W.Z.Ie Rotterdam, met verzoek om de daarin geplaatste munten na te zien en te vergelijkenmet de zoodanige in hunne belangrijke verzamelingen voorhanden, als ook om die muntente mogen doen afteekenen, welke daarin mogten gevonden en in mijne verzameling vanafteekeningen nog niet opgenomeD waren. - Hel was alzoo, niet alleen de vriendelijkewelwillendbeid van die Heeren, maar ook hun verlangen om dit werk zooveel mogelijk tevolmaken, ten einde zelve meer bekend te kunnen worden met die muntstukken, welkeniet in hunne, doch weI in andere verzamelingen aanwezig waren, eo waardoor ik de af-teekeningen van eenige ook daaronder zeldzame munten eo de verscheidenheid van stempelsverkregen heb. Deze verzameling dan, die ik voor eigene Iiefhebberij met veel moeite enkosten verkregen had, was ook in het oog van gemelde Heeren, zoo belangrijk voor deMuntkenllis, lUunlwetenschap en l\IuntYerzamelaars, ja ook voor hen zelvcn, dat zij mijdringend aanzochten en aanspoorden, om dezelve door den druk gemeen te maken. Demoeijelijkheid daarvan gevoelende, en uit dien hoofde daartoe niet kunnende besluiten, wasechter de vriendelijke aandrang herhaaldelijk zoo groot en zoo dringend, dat deze, om hunook wederkeerig genoegen te verschaffen , over mijn opzien tot de uitgave begon te zege-

    Digitized byGoogle

  • 8/7/2019 Muntboek, bevattende de namen en afbeeldingen van munten, geslagen in de zeven voormalig vereenigde Neder

    7/225

    BERIGT. IIIvieren , en ik beIoofde te zullen traehten aan hun verlangen te voldoen, waaraan dit werkdan ook deszelfs geboorte verschuldigd is. Immers, men had mij bij dien aandrang doenopmerken, dat door die uitgave onderseheidene geldstukken, waarvan de kennis voor velenverborgen was, en Proefmunten bij enkelen en zeer weinig gesiagen, meer zouden bekendworden; dat Nederland niet een eenig werk bezat, .waaruit men die wetensehap geriefelijk zoukunnen opvatten, daar het te overbekend is, floe gebrekkig onze Nederiandsche Beeldenaarsin dit opzigt zijn, en hoe zij ons de afbeeidingen onthouden van onderscheidene munten, wer-kelijk in onze Gewesten geslagen 1), terwijl zij bij deze hunne te kort komingen ook boven-dien het bezwaar voegen, van niet verder dan tot den jare 1626 op te klimmen, zoodat zjjons van al het sedert dien tijd gemunte geld geene inliehting geven. Althans de atbeeldingen,zoo der in 1694 in te voeren dri e gu ld ens met derzelver onderdeelen, als die der gereduceerde(in waarde verminderde) Staten- of Plakkaat-schellingen, waarvan nader melding wordt gemaakt,kunnen voor geene algemeene Beeldenaars gehouden worden.

    Ook gaf men mij in bedenking, dat, daar ik thans, na vele belangrijke opofferingen, ookzeer veel verzameld had, het mogelijk was, dat alies met mij eens weder zoude kunnenverloren gaan, en ik reeds zoo veel arbeids verrigt en te veel tijds besteed had, om mij vande algemeenmaking door den openbaren druk te laten afschrikken,De overweging van dit alles en de overtuiging, dat althans een muntboek, waarin aile

    bekende Nederlandsehe geldspecien, ook die sleehts in proef bestaan, werden opgenomen enafgebeeld, de bestaande gaping in de Beeldena.ars kon aanvullen, deed mij eindelijk overaile bezwaren, die zieh tegen zulk eene uitgaaf opdeden, heenzien en ik aarzeide dan ookniet Ia.nger, om aan mijne gedane toezegging van welwillendheid gevolg te geveo. Lust,om ook voor anderen, waar dit mij mogelijk was, nuttig te wezen, regelde in dezen mijngedrag, zoo dat reeds in den jare 1830 eene eerste allevering werd uitgegeven; en weIverre van uit hoofde der daarbij ondervondene moejjeljjkheden en aanzienlijke, de opbrengstverre te boven gaande, kosten, en niettegenstaande zoo "ele rampen en tegenheden, diemij sedert dien tijd nog zijn te beurt gevallen, door het gemelde afsterven mijner zonen,het overlijden van den boekdrukker, ook van den plaatteekenaar en drukker , waaraan devertraging in bet voorlzetten van dit .werk is toe te sehrijven, beb ik echter , in plaats van

    1) n . Doem birr, om Diet TAD rele andere munteD te spreken , allecDlijk den dubbrwn Dukaat met t'LY!C ho,!/den, op deWestniesche munt gcsl.sen, die in gceD OD1er lIIuDtbeeldeDaars eene plants bcslaat , hocscer bi j in Frausche werken overMunteD ToorI..olllt.

    Digitized byGoogle

  • 8/7/2019 Muntboek, bevattende de namen en afbeeldingen van munten, geslagen in de zeven voormalig vereenigde Neder

    8/225

    I V BBRIGT.betzelve te staken of ter zljde te leggen, door nog elf aOeveringen in bet licbt te ge ven bet werk mogen vervolgen en ten einde brengen, met bij\'oeging van eenige platen der mun-ten, die mij sedert nog bekend geworden zijn, en met de reeds uitgegevene aflevcringen tezamen bet gebeele plaatwerk uitmaken.

    Ik vermeet mij evenwel niet, met deze uitgave iets volledigs te bebben geleverd. Deschrijvers der Nederlandscbe historie-penningen VAN IIIERIS en VAN LOON bebben dit ookniet gedaan: veel bleef voor hen verborgen, wat zij alzoo niet konden mededeelen. Der-zelver werken legden ecbter den grond tot uitbreiding der wetenschappel j jke kennis in hetyak der penningkunde, waarom zij nog de algemeene handboeken voor aile vaderlandschehistoriepenning-verzamelaars zijn. Maar ik durf mij toch vleijen, dat met dezen arbeid ineene sints jaren gevoelde behoefte is voorzien; dat de in dit werk niet voorkomende mun-ten, in bet tijdvak van t 576 tot bed en geslagen, zeer gering, en de ontbrekende opgan'van de verschillen in den stempel van geene uitgebreidheid, noch van eenig belang zalworden bevoodeo, en, mag ik er gerustelijk bjjvoegen, dat dit misschien nog ontbrekendeniet zoude plaats hebben, wanneer ik de berhaalde vriendelijke uitnoodiging, tot mede-deeling mijnerzijds gedaao, wederkeerig had beantwoord gezien. Immers de zamenstellingwas moeijelijk, de meest zeldzame munten moesten uit verzamelingen worden opgezocht, jasommige werden slechts bij zeer eokele personen bezeten, en geen werk was voorhanden ,om alle bestaande munten op te sporen, redenen waarom die vriendelijke uitnoodigingen totmededeeling van aile nog niet opgenomene munten en andere bijzondere stempels, bijvoortduring zijn gedaan geworden. Tot het werk zelf overgaaode, vind ik bet ten eerstevan belang mededeeling te doen, nopens de rangschikking, door mij in hetzelve gevolgd,Bij de dikwijls uiteen loopende meeningen, omtrent den vorm van eenig werk van dezenaard , is het hoogst bezwaarlijk overeenkomstig den geest van aile te werken.

    Den loop, dien ik mij voorgeschreven heb te moeten volgen, ben ik ten einde toe blij-ven behouden.

    Het kan zijn, dat deze en gene ill het midden brengt, dat vele afbeeldingen van ge-lijksoortige geldstukken hadden kunnen achterwege gelaten worden, en eene enkele ge-noegzaam ware geweest, doch vermits het voor de muntverzamelaars, zoowel als van dezijde der muntkennis, niet onverschillig kan zijn wetenschap te bekomen van de variatienill stempel, in- om- of randschriften, en dergelijke, zoo achtte ik het geenszins overbodig,aan eenigc van dezelve eene plaats te gcven, mij nogtans veroorloofd hebbende, bij dentekst van mindere verscheidenheid , bier en daar eenige aanwijzing te doen.

    Digitized byGoogle

  • 8/7/2019 Muntboek, bevattende de namen en afbeeldingen van munten, geslagen in de zeven voormalig vereenigde Neder

    9/225

  • 8/7/2019 Muntboek, bevattende de namen en afbeeldingen van munten, geslagen in de zeven voormalig vereenigde Neder

    10/225

    VI BERIGT.het minste denkbeeld had van ooit dit werk aan het licht te brengen, mij ondersch ..idenemalen gelegenheid gaven, hunne munten te bezien, en mij eenige daarvan ter afteekeningtoe te vertrouwen; ook niet aan aIle verder genoemde Heeren Yerzamelaars, wier kabi-netten op hunne uitnoodiging, of op mijn voorstcl, aan mij ter bezigliging zijn opengesteld:en almede eenige mnnten ter afteekening zijn toevertrouwd. 'ferwijl ik ook niet kan na-laten alhier mijnen opregten dank te betuigen aan den ~eer D. GROEBE, schrijver van de,door de Koninklijke Akademie van Wetenscbappen en Fraaije Letteren te Brussel in denjare 1830 met de groote gouden Medaille bekroonde, Beantwoording der PRIJS\'IIAAG Qt'erde BUNTEN en hetgut& daartoe betrekking heeft, sedert t 500 lo t t621 ingesto/eII, J{('drukt teBrussel 1835; welke even bereidvaardig mij de behulpzame hand heeft willen leenen totde hierna volgende omschrijving der Munthuizen, Muoteo en al dat gene, wat de daaropvolgende opnoeming der afgebeelde en in plaat gebragte munten vooraf gaat, als tot welkonderzoek en omschrijving mijn lust, door geleden rampen, als ook door reeds vcrgevor-derden ouderdom, zich te weinig opgewekt gevoelde, om dat gedeelte zelf geheel te ht,-werken; mij ten slotte streelende met de hoop, dat dit Muntboek zal mogen bijdragen. omden lust tot muntkennis, munlverzameling en oprigting "an muntkabinetten t die mijn N'OIl!doel in deze is, eenigzins bevorrlerlijk te zijn.

    n U R D I N G E N ,1842.

    Digitized byGoogle

  • 8/7/2019 Muntboek, bevattende de namen en afbeeldingen van munten, geslagen in de zeven voormalig vereenigde Neder

    11/225

    Het is bekend, dat men in bet dagelijkscb leven door g em un t g eld zich vertegenwoordigtzoodanig \"oorwerp, betwelk, uit eeo der drie metalen, G aud, tilver of Koper 1) in eeneplat-ronde gedaante bestaande, de Hoogste of Opperste Magt beeft doen vervaardigen engl'scbikt is, om .ontvangen en uitgegeven te worden tot zoodanigen prijs of voor zulkccne waarde , als die Opperste Magt daaraan, in overeenkomst met deszelfs inwendigewaarde, naar den marktprijs dier metalen berekend, beeft toegewezen, om, na de opent-lijke bekendmaking 2), onverbinderd tot dien prijs van band tot band over te gaan, terwijlzij betzelve, ten zekeren waarborg voor allen en een iegelijk, met de teekens dier Opper-magt, (kennelijk uitgedrukt in bet randscbrift en door de insignia), in wier boezem eeniglijken alleen bet regt tot den muntslag berust, beeft doen voorzien.

    1) \"an een vierde Platina, waarvan men zil!h in Busland sedert ettelijke jaren bedient, wordt bier niet gewaagd, om datdesselfs (lebruik als nog Terre aC is van algemeen te zijn. .2) Te wcten van iedere nieuwe (leldtoort. Bet Terznim eens durin begun, bragt te weeg, dat de Ingezetenen den Guldna

    van twintig stuirers , ten jare 1681 voor bet eer", in omloop gebragt, weigerden te ontvangen, en eene publicatie op den 2tiSeptember van dill jaar daartoe rolstrekt noodig wa, geworden.

    Digitized byGoogle

  • 8/7/2019 Muntboek, bevattende de namen en afbeeldingen van munten, geslagen in de zeven voormalig vereenigde Neder

    12/225

    2Intusschen beef! de Muntgescbiedenis maar al te duidelijk en op de overtuigendste wijze

    aan den dag gelegd, dat, hoe wijd uitgestrekt die Hoogste Magt ook mogl wezen, zijechter mel opzigt tot hare toewijzing van de gangbare waarde der Geldstukken, altijdatbankelijk bleef van den marktprijs van bet Munlmetaal, zoodanig zelfs, dat meer daneens, nog binnen het jaar na het vaststellen van deze of gene zetting, eene verhoogingderzelve onvermijdelijk werd. Geen bevel had kracht genoeg, om de rijzing der metalenIe stuiten; iedere maatregel leed schipbreuk; elke toelating voor verhoogden prijs gedurendeeenen bepaalden tijd, na het eindigen van welken de vroegere koers moest acbtervolgdworden, werd zoo lang van nieuwe verlengingen gevolgd, tot dat ten laatste moest wordentoegegeven 1), en eene blijvende verhoogiog werd afgekondigd.

    Is het nu eeniglijk en aileen de Oppermagt die bet regt heeft, om gemunt geld te ver-ordenen en in omloop te brengen, dan zal men ook terstond inzien, boe onjuist en ver-keerd het is, wanneer men van dit onderwerp spreekt, met hetzelve als in eenen adem opIe noemen en in schier gelijken rang te stell en met de zoogenoemde belegerings- of noodmun-ten, welke, in tijden van oorlog, uit gebrek en behoefte aan gewoon gangbaar geld, doorof op last van den bevelhebher over cene helegerde en ingeslotene stad en vesting zijnverordend geworden.

    De Opperste Magt kan en heeft nooit kunnen toestaan, dat iemand buiten haar , ofalthans zooder bare uitdrukkelijke vergunning , het regt tot deo muntslag zoude oefenen,met zoodanig gevolg, dat bet, door zulk eeoen, gemunte geldv.nevens bet hare, tot denwettigen algemeenen loop zoude zijn toegelaten, maar zij heeft zich ook nimmer verzetregen de noodzakelijkbeid, waario zich de verdediger of bevelhehber eener vesting, waarhenen aile toevoer onmogelijk is, kan bevinden, om tot de betaling der soldij van zijnpkrijgsknecbten zulke middelen te beramen, als bij naar de omstandigheden oorbaar zoudeachten , mils bij zich bleve boeden van, bij de invoering zijner geldsoort, daarmede te-doen gepaard gaan of daarop te do en stempelen zulke blijken t die eenigen zweem haddonvan oppermagt, 2)

    1) All een seer bevatlelijk roorbeeld der Iteigering nn bet Goud moge dienen t d.t de Ducaat van Rongarijm, op "eu..envoet ook de Nederlandlche gealagen is , te weten nn 2 Ens. 8 9 nen in gewigte en 23 Car. 8'/2 6r. un geb.Ite. die in1401 op 39 grooten (tijnde balve ItuiTer., dUIf 1-19-8) stond , tban. tot f 6.715 il opgeklommen. -2) !lien berinncrt ucb bier ongetwijfeld un de noodmunten nn Doornik, Tan den jare 1709, " .. rop de BeTelbebber DII

    'IinDon tijn bontbeeld deed .tcmpelen, bet"elk TIn zulke snolgen "ai, dat tell. bet gnoelen nn de Academie de8 Iucrip-(ions etc., desaangaande werd inge....onnen.

    Digitized byGoogle

  • 8/7/2019 Muntboek, bevattende de namen en afbeeldingen van munten, geslagen in de zeven voormalig vereenigde Neder

    13/225

    3Dat verder geene nood- of belegeringsmunt in de rij der gewone geldsoorten eene

    plaats kan bekleeden, zal nog nader blijken, a ls wij de verscheidenheid overwegen, dieomtrent beide steeds bestaan heeft. Zij verschillen dan onderling:

    a. Ten aanzien van den vorm.Meest zijn de belegerings- en noodmnnten vierkant, zoo als die van M'uldel-

    burg , B oorlem en andere; somtijds achtkant, gelijk die van Landau. 1713, enz.;langwerpig vierkant, waarvan die, tijdens het beleg van Haarlem, getuigenisgeven; ook weI geheel zonder eenen bepaalden vorm, blijkens die van Landau.1702, welke uit het opgebragte tafelzilver werden gesneden. Men treft er echterook aan, die eene ronde gedaante hebben, overeenkomstig het gemunte geld,gelijk die van Leiden, van De ve nte r, M a as tric ht, D o orn ik en meer andere. Veleworden er gevonden, die aan beide zijden gestempeld zijn; doch niet minderis het getaJ derzulke, die slechts aan eene zijde gemunt werden, hetgeen nimmermet gangbaar geld het geval was.

    b. Metbetrekking tot de stof.Bekend zijn de papieren Noodmunten van Leiden, 1574; die m zegellak ge-

    drukt, van Boucham, 1711; die met ouwelen op kaartenbladen ingedrnkt, tijdensde belegering van Quesnoy, 1712; de looden en tinnen van Va le nc ie nn es , 1 5 67 ;van Middelburg, 1572; Alkmaar, 1573;" Oudewater, 1575; ScllOoMoven, 1575; enz.;de metalen van Rijssel, 1708; vele zijn echter in Koper; de meeste Zilver, terwijlmen er mede, hoe zeer min gewoon, in Goud aantreft, zoo als die van Middel-burg, 1573; Brussel, 1584; Landau, 1713 1)..c. Aangaande den stempel.Terwijl het gangbare geld steeds prijkt met de teekens der Magt, die hetzelve

    heeft doen aanmunten, verneemt men niets dergelijks op de noodstukken. Vande afwijking door den Heer DE SVRVlLLE is reeds gewaagd. Hetzij zlj het wa-penschild van den hevelhebber, dat der helegerde stad of iets dergeliiks vertoo-nen, aile voeren eene. zoodanige aanwijzing, dat men dezelve op geene anderegebeurtenis kan te huis hrengen of tbepassen, ten minste ze Dimmer met gemuntgeld kan verwarren.

    1) D e K Ol'ereD , m et een iD gewerkt I tD kje frood, Ta D Konins lACOIl1S "faD EtaGc/atul , ~ijn Die t all h e1 eseri D gi mu nteD .. .te lI Ie rk en .

    Digitized byGoogle

  • 8/7/2019 Muntboek, bevattende de namen en afbeeldingen van munten, geslagen in de zeven voormalig vereenigde Neder

    14/225

    d. In opzigt tot het randschrift.Gelijk de insignia, boven vermeld, met de randscbriften van het gemunte geld

    beide in een onafscbeidelijk verband staan, is zulks niet altijd bet geval met denood- of belegeringsmunten. Hier bespeurt men, ja, van tijd lot tijd afwijkingenen verscheidenheid, nimmer echter eene zoodanige, welke haar van gewoon geldniet zoude kuonen doen onderscheiden,

    e. Inzonderheid ten aanzien v:"n het doel der muntinge.Gewoon geld is allerwege gangbaar, zoo verre het allbans niet is verzwakt

    en niet afwijkt van eene innerlijke waarde, welke helzelve naar regt en hillijk-heid oorspronkeliik gegeven is en behoort te hezillen. Belegeringsmunten daar-entegen alleenlijk in de stad, ten tijde en bij de gelegenheid, waarin en waartoezij gemaakt worden, waarbij de mogeliikheld, om haar elders in te voeren, teneenemale afgesneden is. Daar moet de krijgsman, tot voorkoming van op- entegenstand, zijn loon geregeld ontvangen; daar moeten de voorwerpen, waarmedehij hetaald is, even als wettig gangbaar geld, loop hebben, opdat hij bij denwinkelier, of me ook, niet verlegen sta en geweigerd worde, wanneer hij,tegen ruiling voor zyne munt, eenige beboeften des levens zich wit aanschaffen.:&Iaar het is dan ook billijk, dat, na het opheffen der insluiting en het ophoudenvan aile tijdelijke beletselen, de Staat, te wier behoeve de nood gel eden is, diebelegeringsmunten intrekke en tegen even zoo Yeel gereed en gangbaar geld ver-wissele t). Indien het waar is, dat een ingeslagen klop of stempel van zoodanigeinwisseling getuigenis gceft, dan verkrijgen zij eene plaats onder de verbodengeldstukken of weI onder de hiljoen verklaarde, terwijl de klop of stempel, opwettig gangbaar geld ingedrukt, deszelfs deugdelijkheid verzekert 2)

    Het zal we) niet noodig zijn mcerdere bijzonderheden daaraan toe te voegen, tot regt-vaardiging van het besluit, dat de belegeringsmunten, aan geene wet hoegenaamd gebonden,

    1) Zo o had de Munchallt DI IOUTLUS Tan de bezettelingen Tan Rijssel in 1708, daagl Toor zijnen nittogt , honne Kopere.

    mUDt ingewilileid tegen briefje. op de .chatkamer Tan Douay. Hy voerde die mont, welke men een bedr.g rekent 'Un tweeloonen schats , onder sijne bagaadje op eene kar , die door verscheidene purden getrollen werd. Zie den Ncderl. Mercuriusvan den jare 1709, hI.dz, 123. Yergelijk mede UK LOOK, IV. 643.2) De Bchellingen, die, om de mindere deugdzaamheid Tan de meeste derzelve tot op vije en een halve stuioer woren

    seredoceerd, werden an een onderzoek onderworpen, en zij, welke dien len gevolge geoordeeld werden voor schellingen, dali. Toor se. stuioers , te J..unnen ....orden oniTangen en uitgegeven , ontvingen eenen zoodenigen klop. .dc"t en twintigCfl ver-bellen dien w i gcljjlte oorzaalt. lIlen vergelgke Toortl nog lager hetgeen by ieder deser geldatukken sal worden vermeld.

    Digitized byGoogle_- I

  • 8/7/2019 Muntboek, bevattende de namen en afbeeldingen van munten, geslagen in de zeven voormalig vereenigde Neder

    15/225

    geheel te onregte, als men van gemunt geld spreekt, behandeld worden, kunnende mendezelve hoogstens historische munt noemen.

    ~Ieer oahij de gangbare geldsoort naderen die stukken, welke door sommige Heeren enVrouwen, ingevolge daartoe verkregen wettige vergunning, zijn gemont geworden.

    De vrijdom, om niet van het buitenland te spreken, aan de Heeren VAN DEN BERGHE,als Graven van's Heerenberg, den Graaf van Culenborg, zoo ook aan de Heeren van Batm-burg, H eel, V ianen, en andere verleend, is toch zoo .beperkt niet te beschouwen, dat degeldspecien door hen, dien ten gevolge geslagen, 'geenen loop mogten hebben. Die loopwas binnen zekere grenzen bepaaId. Derzelver munten overtuigen ons, dat zij ten dezeaan de landswetten niet gehouden waren.' Zeldzaam komen die geldstukken in gewigt en ge-baIte met de landsmunt overeen. Allerwege straalt de willekeur door, die zij met deoitoefening van hun regt deden gepaard gaan r ' nit hoof de van die afwijkingen werd hetbuiten het gebied van zoodanigen Heer of zulk eene Vrouw biljoen en verboden mont.Daar binnen werd het toegelaten, tegelijk met de Vorstelijke of Landsmunt, welke daarniet mogt worden geweigerd.

    De ongehoudenheid aan de Landswet deed de waakzaamheid der Ambtenaren van deMont verdubbelen, en mogt het gebeurd zijn, gelijk natuurlijk te verwachten was, datonder de gangbare geldspecien sommige munten dier Heeren en Vrouwen waren vermengden in omloop gebragt, zoo was, onder anderen, de waarscbuwing van Koning PHILIPSoogenblikkelijk daar, en de geldstukken van van den Berghe, C ulemborg, Batenburg, H eel,Vianen en dergelijken lokten een nieuw verbod uit.Men heefl dezelve intusschen geene plaats onder de gangbare geldspeeien mogen weigeren,en zij zijn om die reden in dit werk opgenomen met aI de zoodanige, welke de daartoeeeniglijk en aIleen bevoegde Oppermagt geoordeeld heeft in rondgang te moeten breogen.

    Maar die Oppermagt om munt te slaan, hoedanig is dezelve in Nederland aangekomen?Zie daar eene vraag, in den grond zeer moeijelijk om voldoende opgelost te kunnen

    worden.Zoo wij ALKEMADE mogen gclooven, dan zou Keizer FREDERIK I in t t 52 aan FLO-

    RIS Ill, Graaf van Holland, hebben afgestaan het regt om zilver geld te munten. Inhoeverre nogtans de eerste door hem medegedcelde mont t). aan dezen Graaf toegeschreven,waarlijk tot denzelven behoore , blijft even zeer in bel midden gelaten, als de onderstelling1) Munt Ikr Grawn CIOnlIolland, pl. XIII. bl.d . 29 eD 30.

    Digitized byGoogle

  • 8/7/2019 Muntboek, bevattende de namen en afbeeldingen van munten, geslagen in de zeven voormalig vereenigde Neder

    16/225

    6dat 'de Graven van Holland hun muntregt zouden hebben ontleend aan dat, hetwelk tenjare t 064 aan het Graafschap Westflinge werd geschonken t); doch dat de vergunniog, omzilveren zoowel als gouden geldstukken te mogen munten van v66r den jare t 34 t dagtee-kent, schijnt te kunnen 'worden opgemaakt uit de oorkonde van Keizer LODEWlJK de nVierd.e, toen hij aan Graaf REINALD van G elder toestond gouden munten te doen maken,onder beding, dat dezelve moesten zijo volgens de gehalte van die der Bisschoppen vanKeulen, der Hertogen van Braband en der Graven van Henegouwen en Ho lla nd 2 ).

    Wat hiervan ook wezen moge, dit is voor zeker aan te nemen, dat een der Holland-sche Graven reeds zeer vroeg te Medemblik geld heeft doen slaan, terwijl er zijn, diewillen, dat de munt daar henen van Hem of Urshem in Dregterland zoude zijn verlegd 3).

    Van die vroege 'tijden af, tot op den huidigen dag toe, is het muntregt in de Neder-landen onafgebroken, en met wijziging. naar gelang der omstandigheden, voortgezet, eerstdoor de Graven tot op den Iaatsten, met name PHILIPS den D erd e, als Koning van Spa'njeden tweede van dien naam, die in t581 opentlijk werd afgezworen, vervolgeos door deonderscheidene Provincien (West - Vr ie sl and met de Gro nin ge r Omme la nd en daaronder begre-pen), welke de vereenigde Nederlanden uitmaakten, en elk in den hare het regt tot denmuntslag uitoefenden, tot dat de latere Staatkundige Gebeurtenissen, na de invoering vanhet Koningschap, de inlijving met het Fransche Keizerrijk, en de daarop .gevolgde losma-king van dat juk en de oprigting van het Rijk der Nederlanden onder het bestuur vaneenen Koning uit het geslacht der Nassaus, de onderscheidene muntgeregtigheden, als 'tware, werden vernietigd en onder een enkel Bestuur gebragt, met dit gevolg, dat de velemuntplaatsen, allerwege verspreid, ophielden te bestaan, en eerst bij besluit van KoningLODEWIJK van den jare 1808 tot Utrecht, later, en weI sedert 1815 tot slechts tweehuizen, Brussel en Utrecht, werden terug gebragt, en nu wederom, na de scheiding derPro vinci en , welke thans het Koningrijk van Belgie' uitmaken, tot een enkel huis bepaalden in laatstgenoemde stad gevestigd is gebleven.

    Doch behalve de .Provinciale muntplaatsen in de Nederlanden, vindt men nog een zestalsteden, oudtijds behoord hebbende onder het Roomsche Rijk, of weI den Westfaalschen

    1) VAIl LOOK, Di.storiesch hev.'ijs, da I het Graafochap Holland alti jd een leen des Duitsehen RijM is GeJD,est, I., bI.dz,273 en Tolll"2) lie dese oorkonde bij fU SPUl'I, Inl, tot de Dist. Nil Geldcrlalld, II Cod. dipl. 42.3) ScHOOI&!., KronijA:IIIIIl MedemhliA:, bl.dz, 7 un den 4to. druk.

    Digitized byGoogle

  • 8/7/2019 Muntboek, bevattende de namen en afbeeldingen van munten, geslagen in de zeven voormalig vereenigde Neder

    17/225

    7Krcits, namelijk Nymegen en Zutphen in G eld erla nd ; D ev enter, K am pen en Zwol in Over-jssel; en, Groningen in het gewest Groningen; die ieder een eigen munthuis bezaten, en,als vrije rijkssteden, op haren naam en onder dien titel geld lieten slaan 1), waarbij nogte voegen zouden zijn stedelijke, te Arnhem, Bommel, Gorinchem en Leeuuarden opgerigt,van welke nu en dan ook nog zeer oude kleine munt gezien wordt, en bepaaldelijkUtrecht, welke stad het regt, zoo om zilveren duhbele, enkele en halve stuivers, als ko-pergeld, duiten, te munten, in den jare 1578 heeft verworven.Het zal niet ongepast geoordeeld worden van eene en andere muntplaats, naar den

    rang der Provincien, iets breeder te gewagen. - Vangen wij dan aan mettil ELDEB L .& l D.

    Dat men m zeer vroege tijden reeds te Njjmegen geld heeft geslagen is bJijkbaar uit demuntstukjes, die tot ODS zijn overgekomen. Ook te Zulfhen, zoo althans het vermoedenvan BUTKEl'iS bevestigd kan worden, moet omstreeks het laatst der 12de en 't begin der13de eeuw munt geslagen zijn 2). Zeker is het, dat 'GraafREINoLDvan G elder in 1282van den Keizer de vergunning bekwam, om zekere munt te slaan 3). Hij oefende dienvrijdom te Arnhem uit, van waar hij zijne munt sedert, na bekomen verlof in 1290, naarRoermonde of Harderwijk mogt verplaatsen 4). WILLElI van G ulik echter, vestigde daarna,in 1381, de zijne bepaaldelijk te Arnlltm 5), waar dezelve tot in het eerste gedeelte der15de eeuw verbleef, en toen overgeplaatst werd naar Njmegen. Na het sluiten der Uoievan Utredu, ten jare 1579, vonden de vier kwartieren van het Vorstendom Gelre en hetGraafschap Zutphen, als Staten van Gelderland, goed, hunne muntgeregtigheid te Nijmegenvoort te zetten, uit kracht der hierboven aangevoerde vergunning van den jare 1282,

    1) Zo o h. T. op eene munt TaD Nijmt!Geft, iflsi!J1lill urbi6 imperialu f IOt7 iom. of mOIl. f lO". ci"ita8 imporialu rtWiOflllJg.D1I8 ook op een der drie ateden Camptms. Zwollien. DarJenlri. trillm cint. i1l'perial. selijk mede Tan Grollingt!1Imet 'sLir.en nUBI.

    2) Zie GB&SQlJIIiU, mtimoir' nr troil poinl8 inlm88a1l8 de fhiatoirl f1IO'II#airldee Paye-Ba8; pas. 101 en 103, en helaldaar aausehaalde ... erk TaD IIlJI'1tU8, t rop1&Bu dB Bra6ant.3) Bon... Cla.arlerboei IV, NO. 53.4) Zie BUBOFF, gedenk ... .. rcligheden wt de Cue". _ C,/derlarull, hladl. L. Oorlt 6) l'{uaoFr, ih. III, hladl. XLIII. Oorlt. 88.

    Digitized byGoogle

  • 8/7/2019 Muntboek, bevattende de namen en afbeeldingen van munten, geslagen in de zeven voormalig vereenigde Neder

    18/225

    8terwijl zij ook nog hetzelfde regt te Zutphen oefenden als opvolgers der Hertogen, in alde aan dezelven verb onden heerlijke regten. Intusschen maakten de staatkundige oms tan-digheden, bij den strijd tegen Spanje, het raadzaam, de munt des Vorstendoms over tehreogen naar Harderwijk, waartoe den odeD Maart 1584 was overeengekomen, en zij schijntdaar, tot op nagenoeg oozen tijd, verbleven te zijn.

    In hoeverre Nijmegen en Zutphcn bovendien geregtigd waren tot het houden eener Rijks-u iu nt , is alsoog, ter zake van het ontbreken der wetlige en duidelijke bescheiden deswege,moeijelijk te bepalen; doch vermits zij zich zelve, immers Nymegen, Keizerlijke stedennoemden, en op hare munten soms den naam, soms ook het borstheeld des Keizers druk-ten, die, zoo het regt der rijkssteden slechts eenigzins twijfelachlig had kunnen wordengemaakt, zich voorzeker daartegen zou hebben doen hooren, is er aile grond om aan tenemen, dat zij het regt der munt als zoodaoig aanhoudend bleven uitoefenen, en zulksweI zonder gehoudenheid aan en onafhankeIijk van de wetten bij de Staten der VereenigdeNederlaaden aangenomen. Dit is boven allen twijfel verheven. ~Iaar de misbrniken daargepleegd, hadden te meermalen ernstige vertoogen tegen dezelve uitgelokt, en doen wen-schen, dat aan den mnntslag dier Rijksmunten een einde fnogt worden gemaakt. Het wasdan ook ten laatste in 1693, dat eene overeenkomst voor vier jaren, sedert telkens ver-nieuwd, werd getroffen, inhoudende, dat de beide steden hare zoogenoemde Rijksmuntenzouden Iatenstilslaan, tegen eene jaarlijksche schadevergoediog van f 4000 voor iederestad. Welke som door dezelve tot aan het einde des jaars 1807 is genoten geworden,toen Koning LODEWIJK, bij besluit van 26 Fehr, 1809, die recognitie voor vervallen heeftverklaard 1;'

    DO......&lWD 11 M WE8T-vaIE8 ...&lWD.

    Gedurende eemge eeuwen 2) is de stad Dordrecht in het bezit geweest der Grafelijkemunt, en hocwel dezelve eens, te weten in 1393, naar Geertruidenberg, een andermaal inU29 naar Zetenbergen werd verplaatst, geschiedde zulks echter om belangrijke redenen enslechts voor eenen korten tijd. Dordreeht bleef ook de muntplaats van de Provincie Holland

    1) Zie de belangrijke Bijdralle van den lIeer I. .l. JlUROn in den Aig. Konst- en Letterbode voor 1831, 1[, NO. 152, diebier op den voet Scyol1;

  • 8/7/2019 Muntboek, bevattende de namen en afbeeldingen van munten, geslagen in de zeven voormalig vereenigde Neder

    19/225

    9na de opentlijke afschudding van het Spaansche juk in 1581, en zij liet er hare muntslaan ingevolge het zeer vroeg verkregen voorregt, terwijl een ander deel van dit gewest,met name West- Vr ies land, in 1586, na veel over- en wedersprekens, er eene oprigttebinnen Hoorn, die beurtelings om de drie jaren, aldaar, te Enkhuizen en sedert ook in1609, te Medemblik zoude werken; welk tijdvak eerst tot drie jaren bepaald, vervolgenstot zeven jaren vastgesteld en eindelijk tot tien jaren uitgebreid werd.

    Het is intusschen in het laatstvermelde tijdvak niet aIleen, dat binnen Medemblik geldgeslagen is; reeds ten tijde van Graaf FLORIS IV, die tot in 1235 aan het bes~uur was,gelijk VAN ALKEHADE een zeer klein muntje aan dien Graaf toekent, diende Medemblik totmuntplaats. Doch het blijft hoogst onzeker, ja, het is zelfs vrij onwaarschijnlijk, dat dieplants opzettelijk tot dat einde zou zijn bestemd geweest; terwijl het veeleer te vermoedenis, dat Graaf FLORIS daartoe door omstandigheden gedrongen, den muntstal derwaarts heeftdoen overvoeren, en gedurende den tijd zijns verblijfs aldaar heeft laten werken. Men zouhet, in dezen zin, eeniglijk als eene tijdelijke verlegging, even als die van Dordrecht kun-nen beschouwen. Deze onderstelling ontleent nog meerder grond uit de bijzonderheid, dieD. BURGER VAN SCHOOREL heeft opgeteekend, dat, namelijk, de munt van Hem of Urshem

    , in Dregterland, naar Medemblik zou zijn verplaatst 1)Ook Amsterdam mogt zich op twee verschillende tijdperken in het bezit eener ;munt

    binnen hare muren beroemen. De Graaf van Leicester schonk, omstreeks den jare 1586,daartoe de eerste reize aanleiding, toen hij aan die stad een verlof tot dat einde toestond,en aldaar duhhele rozenobel deed slaan, die echter niet meer als de zijne gekend of her-kend worden. De groote tegenkanting van Dordrecht deed de Amsterdamsche munt vankorten duur zijn.

    De nood, waarin de Nederlandsche Provincien ten jare 1672 verkeerden, gaf aanIeiding,dat bij de Vroedschapvan Amsterdam pogiogeo werden aangewend tot het wederoprigteneener munt. Dordrecht en de 'Vest-Vriescbe steden kantten .zicb ijverig daar tegen. Zijkwam nogtans eindelijk tot stand, en de geldstukken, die daar geslagen werden, bepalenDch eeniglijk tot g ou den du katen en z ilv er en d uk ato ns (of rjjders); terwijl de ryksdaalders,welke in die munt, volgens WAGENAAR, mede gemaakt werden, welligt blooteljjk in deverbeelding beslaan; althans, zij zijn tot beden onbekend gebleven, dewijl immers, even als

    1) SCHOOalt, ] {r oni il c 1 'a ll lfIedem61ik. Troeger &angeh.ald.

    Digitized byGoogle

  • 8/7/2019 Muntboek, bevattende de namen en afbeeldingen van munten, geslagen in de zeven voormalig vereenigde Neder

    20/225

    10op den g ou den du kaal en z ilv er en d uk alo n, het wapen der stad Am&terdam, gelijk we) teverwachten is, daarop zoude gestempeld wezen.

    Z E E ... .&lWD.

    Schoon men zeer oude munljes kent binnen dit gewest en weI te Walcheren geslagen 1).bezat deze Provincie v66r den jare 1580 geene eigene munt. Zij dagteekent derhalveeerst van dien tijd, als wanneer derzelver Staten, onder veel tegenstribbelens, de hare teMiddelburg vestigde. De Spaansche dukaal met twee hoofden, dien men daar namuntte , iswaarschijnlijk de eerste geldsoort geweest, die na hare oprigting aldaar is geslagen, maardie ook aanleiding heeft gegeven tot de onverdedigbare stelling, dat reeds in den jare1506 eene munt te Middelburg in werking is geweest; welke stelling men vertrouwf, datelders, op goede gronden is wederlegd 2)

    lJTBE"DT.Reeds ten tijde van Bisschop DALDBICUS, in den jare 953, werd nan het Bisdom Utrecht

    het regt geschonken, om geld tc slaan. De munt werd bepaaldelijk in de stad van diennaam gevestigd; maar to en de Bisschop in 1364 van Keizer KAREL IV eene uitbreidingvan deze vrijheid verkregen had,. om dat regt ook elders te doen uitoefenen, maakte hijvan hetzelve werkelijk gebruik, en wij zien Utrechtsche Bisschopp eIijke geldstukken zooweI te Deoenter als te Hasselt geslagen 3). De stad Utrecht zelve schijnt uit eene en andereomstandigheid aanleiding te hebbcn genomen, om op haren naam kleine geldspecien tedoen munten; doch zij blijft steeds onder de verdenking Iiggen, van zulks te hebben nit-gevoerd onwettig en op geen regt hoegenaamd gegrond 4), tot dat in den jare f 578.ten gevolge van een daartoe strekkend verzoek , aan die stad veroorloofd werd, om alszoodanig zilveren dubbele, enkele en halve stuivers als ook koperen munt te slaan, waar-van zij voortdurend gebruik heeft gemaakt, tot dat Jatere omstandigheden de vernietigingdozer stadsmunt medebragten , zoo als ook te zelfden tijde de provinciale munt van het

    1) lie detelre af6ebeeld in nil LOOl', AlorllitJ Doll. Bisturi" .Is ook elders.2) D. GIIOUI. BBantwoording der Pri jSf!Taag otler de Munten, bl.dt. 189 en 170.3) Verge!. VAl' .IElIIS, BisschoppelijkB Muntl!1l en Zegelen op nle plaataen.4) In het Iltrcehtsche Tijd.ehrift Toor Oudheden en Gelehiedenia 1838, ,.indt men dienaangaande cen t ....eetal VertGOseD.

    [en denelvc heeft, bedrieg ik mij niet, tot steller den lIeer ",SCR TAli WIIX, toenmaab Burgemeettcr der .tad Utrechr,

    Digitized byGoogle

  • 8/7/2019 Muntboek, bevattende de namen en afbeeldingen van munten, geslagen in de zeven voormalig vereenigde Neder

    21/225

    itgewest U t r e c l & t , die daar sedert de afzwering van S p a n j e onafgebroken gevestigd was tophield te werken.

    'VBBL& lI'D.Hoewel men vindt, dat Hertog ALBERT van Saxm in het jaar 1498 gebood, dat men

    te S ne ek S assen aa rs zou monten 1), kan die stad echter niet, in eenen ruimen zi n geno-men, op den naam van eene gevestigde montplaats bogen. Ook Dokkum 2), F raneker 3 )en Stavorm, waarvan eeoige oude geldstukjes bekend zijn, kunnen zich daarop geenszinsberoemen. AI deze plaatsen werden ook in het tijdvak, waarover dit Montboek handelt,voorbij gezien, en het was Leeutearden, alwaar in de vijftiende eeuw mede geld geslagenwerd 4 - ) , die de Provinciale mont van Vriuland in zich bleef bevatten.

    'VBB ..... BL.

    In ieder der drie steden Kampen t Deventer en ZwoUe, was eene mont vail dit gewestwerkzaam, die tevens in hoedanigheid van Rijksmunt, elk in de hare, het regt OlD geldto slaan uitoefende.Het is bekend, dat Keizer BENDRIK II I aan Devmter, bij gunstbrief in den jare 1046

    verleend, het regt toestond, om zilveren en koperen munt te slaan, welke vrijheid ruimvier eeuwen daarna nog werd uitgebreid met de gunst, om ook gouden geldstukken temogen vervaardigen. Niet lang daar na deelde ook ZwoUe in dezelfde voorregten, en hetis blijkbaar, dat de stad Kampen er mede niet van was uitgesloten, vermits men vindtaangeteekend, dat daar, zoowel als te Deventer en te Groflingen, in 1479 s c l & e U i n g m ge-mont werden, die 12 penningen waardig waren, en waartoe Zwolle hare toestemming hadgegeven 5).

    Nadat ook het gewest Ot'erijssel een deel der zeven Vereenigde Nederlandsche Provincien

    1) Men sie het augeteelende door s c H O T . u n r s , De8C",.. _ Friesland, blad,. 481, en het Yrie8C" PlaCtJ4t6oe1t, II, 7;doch de tesenwoordis:e ltaat Tan Yriuland, Ill, bladK. 267, maakt reed. gewaa Tan 1484, en yeraeld clat WIlIIWIIllS eeaemot gezien had in 1478 te SMelt gellagen.2) Zie GIlOUI, t. a. p. bladK. 161. Koll., Woordelaboei art. DoIrJw." , enz.3) YriucA. PI. 6 0 e l c I, 727, waar men uit leert , clat het Terlof des Keizen Tan 7 Mei 1478, uch bepaalde tot bet

    mnnten Tan wege het H. Room.che Rijk.4) Yriucla PlaCQ(Jt6oelc, II, 527 ..') Zie onder anderen .00"" , Chron. II. D,,,.,,,w, bladz. 18, It. &IIOKII, t. a. p. bladE. 110 en elden.

    3

    Digitized byGoogle

  • 8/7/2019 Muntboek, bevattende de namen en afbeeldingen van munten, geslagen in de zeven voormalig vereenigde Neder

    22/225

    t2hielp uitmaken, bleef de Provinciale mnnt in de drie genoemde steden bij voortduring standhouden, gelijk zij ook niet ophielden als rijksmnnten te werken, waaromtrent echter gelijkeschikkingen tot stilstand werden aangegaan, als in de Provincie Gelderland, voor de stedenNijmegen en Zutphen. waren tot stand gebragt.

    Intusschen kan ik niet voorbij, met hier op te merken, dat de drie voormelde steden,hoezeer veelal op zich zelve geld doende slaan, ook v66r den aanvang der XVIIde. eeuwgemeenschappelijk schijnen te hebben gewerkt. ' Onderscheidene, zoo groote als kleinemunten, zijn nog in wezen , en komen voor van 1577, 1583, 1584 en 1586 op pI. 146van dit werk, en van vroegere jaren in eenige Beeldenaars. Zij zijn voorzien met dewapens van D eventer, K am pen en Zwol , welker Daman ook in het omschrift wordenvermeld,

    & N IN & B N.De stad Groningen hield binnen hare muren de mnnt van de Provincie, die denzelfden

    naam draagt. Doch ook een vroeger mnntregt is aan die stad niet te ontzeggen. KeizerFREDERIK schonk haar in 1483 de gunst om goud geld te mogen slaan, en wij hebben,onder anderen, bij de steden Deoenur en Zwolle gezien, dat zoodanig voorregt een viertaleeuwen volgde op dat, bij hetwelk veroorloofd werd zilveren en koperen munt te maken.Al kwam dan ook omstreeks 1227 de vermeldiog niet voor van Groninger munt 1), dannog mag men op den aangevoerden grond voor zeker aannemen, dat het muntregt vanGroningen om zilvergeld te slaan, veel vroeger dan het aangetogen jaar 1483 dagteekent.De twisten ondertusschen, die tusschen de Ommelanden en de stad Groningen, bij ver-nieuwing levendig werden, gaven aanleiding, dat de eerstgenoemden tot het besluit kwamen,om binnen Appingadam eene munt op te rigten 2). Zij moet van geenen langen duur zijngeweest, want de soort der geldstukken daar geslagen is niet zeer groot in getal 3).

    Tot zoo verre dan gaan de plaatsen, waar in de Vereen igde Neder landen gangbaar geldwerd geslagen 4). De opgave daar van heeft eenigszins breeder moeten uitvallen, dan wei

    I) Verhandeli"IJen ron het Gtmootschap Pro Etrcolendo, eel. Ill, 2, bl.d 88.2) Verhandelingen VOIO het Genootschap Pro EtrcolBndo jur. patr., II, 270. Teg,ntooordigB staot wm Stod Bn Lande.

    bl.d . 480.3) Men lie deselre pI. 1 8 1 1 en 190 van dil werk.4) Men Vfrgelijke des.ansaande nog nader de hien-oren nrmelde Ve.ha"deli"g van D. GIIOKBI, .. aarmede Toor.1 ook ,

    inaonderhr id ",at de noes.le lijden belanal, die van DElLEl'! behoort geraadplee8d te worden.

    Digitized byGoogle

  • 8/7/2019 Muntboek, bevattende de namen en afbeeldingen van munten, geslagen in de zeven voormalig vereenigde Neder

    23/225

    13van den tijd, gedurende welken, de montstukken, in dit werk afgebeeld, het aanwezenverkregen, te verwachten was; doch die vermelding scheen mij toe in het geheel nietoverbodig te wezen, om dat men daaruit den grond kan leeren kennen, waarop het regtder Provineien en dat der Steden berosUe. En wat nu betreft de herkomst der regten,ten gevolge van welke de Graven van " Hee rm be rg , C ultm bo rg , de Heeren van Baunburg,als ook de steden B ommel, E lbu rg, Arnhem, Hemsen en Anlwlt in Gelderland, en desgelijksde Heeren van Vianen benevens de stad GorincMm in Holland, en eindelijk utfltcarden inVrialand, in derzelver munthuizen verscheidene gouden, zilveren en koperen geldsoortendeden maken; deze ligt veelal in het duister. SLlCBTENBORST) heeft OD S teo aaoziender Graven van " Heermberg zoo weI als vao de Heeren van Battnburg vermeld,dat zij door deo Keizer met het regt der mont beleend waren, en hetzelve op honnekasteelen uitoefenden; dat Zalt-Bommtl zeker teo jare 1013, mogelijk weI reeds in 998 Jhet regt der munt had, terwijl van de overige met zekerheid niets anders kan wordengezegd, dan dat zij muot hebben geslagen, aan welke nimmer wettige coors is verleend.

    De verscheidenheid der wettige muntplaatsen, en hel lijdperk der Gent sc lu Bem-edi gi ng ,gaven aanleiding tot het maken van die velerlei geldsoorten, wier beschrijving hieroavoIgen zaI.

    Men zou ze gevoegelijk in drie tijdperken konnen verdeelen:a. van de Pacificatie van Gent, 1576, of, wil men hel liever, sedert de afzwering

    van den Koning van Spanje als Vorst en Heer der Nederlanden in 1581, totop de kornst van LODEWIJK NAPOLEON tot den troon van Holland 2)~b. het Koningschap van genoemden Vorst.c. het bestuur van WILLE. FREDERlK, eerst als Souverein Vorst, en daar na als

    Koning der Nederlanden 3).

    1) Geld. Geachi8d. Tooneel de 8 ia"d8, rol GILDlI, op meer dan eene plut .2) l1t oordeelde het niet noodig, een tijdnlr. Toor de Bataaf8CM Republiek te moeten onderseheidea. De p!ojectmunten

    tocb bestaan .Iechtl al. soodanig, en werden nimmer in omloop gebragt.3) Tn.. chdn dit en het rorige tijdperlr. merkt men eene gaping op: het i. die un oase inlijving hij FraflArijlr, tot op de

    afachndding Tan dat jnlr. in 1813. Het i. soo , in het gond de tteintiK Frano, in het silTer de "'jf, de dvMele, de heele ende hal", Fratu:, wellr.e mij souden hebben Ir.nnnen doen beslniten , deselre tot een afsonderlijlr. tijdperlr. te brengen, en met de.orige (noot 2) eene ,..rdeeling in Tij tijdnUen te bepalen; doch ilt geloof de .. alt niet van dat gewigt te djn. IIr. teeken-de dit alleenlijlr. aan, om te doen sien , dat het mg niet ontglipt wa.

    Digitized byGoogle

  • 8/7/2019 Muntboek, bevattende de namen en afbeeldingen van munten, geslagen in de zeven voormalig vereenigde Neder

    24/225

    Gedurende het eerste tijdperk werden gemunt:In goud, de enkele en dub bele D ukaat, G oudgu ldm , h ttle, halve en .n er ds R o ze no b el, N o be l,

    u e u t l J , Rider en gedeelten van dien, aile verschillende onder elkander in gehalte, gewigten gevolgelijk ook in gangbare waarde.

    In zilver, L eeu we nd aa ld er s, R ik sd aa ld ers, P hilip sd aa ld ers, S ta lm da ald ers , R id er da altk rs ,R ea lm , D aa lders, D uka to ns, T ien stu wers, A ch t-en -tw in tigm , vele met honne onderdeelen Drie-; halve Drie-, Tuee , Em , H alve en Kwar tg u ld en s, A c ht stuw e rs tu k ke n en halve vandie, voorts DOg paijement, waartoe te brengen ~ijn S ch ellin gm , h alv e S cJ aeU in gm , S ta te rs,d ub b ele , e nk ele en h alv e S tu iv er s; waaromtrent ten opzigte van gehalte, gewigt en waarde,hetzelfde moet gezegd worden, als onder het goud vermeld is. - Eindehjk

    In koper, Oo rlje ns , D u ite n. en h alv e D u ite n of Penningen.

    De uitdrukkiog van gehalle , zoo even gebezigd, zal weI geene breede uitlegging be-hoeven. Bet is bekend, dat onder dezelve de meerdere of mindere fijnte van het metaalverstaan wordt. Fijn goud zegt men te houden 24 karaten, ieder in 12 greinen verdeeld;doch zoodanig goud wordt niet verwerkL Bet is altijd met ander metaal, weinig of veel,vermengd, en de hoeveelheid van eene zoodanige vermenging bepaalt als dan de hoedanig-heid van het goud. De eenheid van 24 karaat echter wordt altijd behouden. Naar mate hetgetal der deelen van zilver en koper, welke aan het goud worden toegevoegd of daarmedegealloijeerd, toeneemt, naar die mate vermindert de fijnte van het goud. Een enkel voor-beeld zal dit duidelijker maken. De g ou dm R ea al, onder Keizer ILUlEL den VdeD in 1520 belastte munten, wordt in de ordoonantie bepaald tot 18 karaten fijn goud, vermengd met

    4 ~ deelen zilver,t ~ " koper,

    24 deelen en zoo is, welke gehalte ook aan eenegouden munt wordt toegeeigend, het ontbrekende tot 24 deelen toe, met ander metaal aangevuld.

    Met het zilver is het op gelijke wijze gelegen; met dit onderscheid echter, dat voorhetzelve als eenheid is aangenomen eene bepaling van 12 penningen, van welke iederwederom in 24 greinen is verdeeld. Een zilveren muntstuk nu , dat gezegd wordt tehouden 6 penningen fijn zilver, is derhalven met even zoo veel deelen ander metaal ver-mengd; thans echter, na de invoering van het tientallig stelsel, zijn deze uitdrukkiogenverlaten, en hebben zij plaats gemaakt voor het woord duizendste , of d uiz en d d uiz en ds tevoor de eenheid, gelijk slaande met de 24 karaten voor het goud en de 12 peoniogen

    Digitized byGoogle

  • 8/7/2019 Muntboek, bevattende de namen en afbeeldingen van munten, geslagen in de zeven voormalig vereenigde Neder

    25/225

    15voor het zilver; zoo dat het goud van 18 karaten, en bet zilver van 9 penningen thanswordt gekenmerkt met zeven honderd vijftig duizendste, zijnde alzoo voor het karaat goudeen en veertig en 0 / 3 duizendste of honderd vijf en twintig dri e du iz ends te , en voor elkePenning zilver drie en tachtig en Y a duizendste of twee honderd vijftig dri e du iz ends te .Hieruit voigt, dat als het fijn goud, dat is goud van 24 karaten of duizend duizendste,eene waarde heeft van f 396-:- per mark, f 49-10- per ons, f 2-9- per engels, en 1-8%per aas, hetzelve voor elk karaat of honderd vijf en twintig dri e du iz ends te minder fijn,met f 16-10-, en voor elk grein met f 1-7- beide per mark in waarde afneemL Zooiok het fijn zilver, dat is zilver van 12 penningen of duiz en d d uiz en ds te ; als dit eenewaarde heeft van f 25-4- per mark, f 3-3- per ons, f 0-3-2% per engels; voor elkepenning of twee honderd vijftig d rie d uiz en ds te minder fijn, de waarde van hetzelve metf 2-2~ en voor elk grein met f -1-36, beide per mark, vermindert. De mindere gewig-ten naar evenredigheid 1).

    Ten aanzien van het gewigt valt op te merken, dat men steeds Trooisch gewigt bezigde.Men kan voor het muntwezen het mark (een half pond) als eenheid aannemen. Bet werdverdeeld in 8 oncen; ieder ons in 20 engels, en deze wederom elk in 32 azen, zoo dateen mark 160 eng. of 5120 azen bevatte. Wanneer de Souverein het gehod liet uitgaantot het munten van zekere geldspecie, dan drukte hij zich, voor goud of zilver, in dezervoege uit: Men zal maken eenen penning van 80 in de snede op het Trooisch mark, datis zoo veel als 80 der bevolen stukken zullen uit een mark gesneden worden, of, nogduidelijker en meer eigentlijkI80 der bevolen stukken, zullen te zamen een mark moetenwegen, hetgeen alzoo voor ieder stuk op 2 engels of 64 azen uitkomt. Deze berekeninggeldt evenzeer voor het goud als voor het zilver. Nu wordt ook dit. gewigt niet meergebezigd, maar is door het Nederlandsche vervangen. Bet mark Trooisch is 20 azenminder dan een Amsterdamsch oud half pond, als wegende 3 ons 19 engels en 12 azenAmsterdamsch, en 2 ons 4 lood en ruim 6 wig~es Nederlandsch.Vermits het evenweI niet mogelijk was, dat eenig muntmeester de uitgevaardigde bepaling

    van den Souverein zoo stipt naauwkeurig kon nakomen, dat de vermengde kIomp goud ofzilver van eene zekere voorgescbrevene gehalte, en ten gewigte van een mark, aan stukken

    1) De waarde, hierboTIIIl Termelcl, iIbereltlllld in fhldMu; elite fhUm TO 10 Slui_, en elite Stui_ TO II PMnin-911ftof 48 Mgt"'; 100 all Teelal de waarde in de DlUDt-plillaten, ordoDDotien, re lOlntien en BWlualen .taat Termeld.

    Digitized byGoogle

  • 8/7/2019 Muntboek, bevattende de namen en afbeeldingen van munten, geslagen in de zeven voormalig vereenigde Neder

    26/225

    16gesneden, dat gewigt gezamentlijk wederom louden uitleveren, zoo moest daartegen weIeen midde l uitgedacbt en den muntmeester toegestaan worden, op dat hij, bij eene te kortkoming in dezen, vrij bleef van achterhaling. En dit middel wordt zeer eigenaardig ge-noemd rM 'Mdie . Wanneer men alzoo bij de verordeoing van eenigen muntslag gewag vindtgemaakt van een remedie, bij voorbeeld _van een aas in gewigt op het mark, vaneen grein voor bet allooi, dan heeft men dit zoodanig op le vatten, dat de gezamentlijkestukken uit een mark voor wei en- wettig werden erkend en aangenomen, wanneer zijeen aas minder wogen en een grein minder in gehalte bevauen, dan de weltelijke bepalingmedebragt.

    Er was ondertusschen nog een ander remedie, waarmede nogtans het voorgaande nietmoet worden verward in oorsprong van hetzelve verschillende, doch hetgeen in doel, toe-passing en gevolgen daar mede zamen stemt, en hetwelk evenzeer bij eene wettelijke be-paling werd vastgesteld. Het was Diet standvastig, als hel eerstgenoemde, maar afhankelijkvan omslandigheden. Ieder geldstuk loch, na dat hetzelve in omloop was gebragl encirculeerde, ondervond slijting en verminderde te dier oorzake aan gewigt 1). Maar vooralhad de verfoeijelijke misdaad van het geld te schrooijen veel veld gewonnen, naardien aan debegeerlijkheid, om van ieder stuk gemunt goud of zilver een deel te ontnemen, door degedurige steigering van den prijs dezer metalen ruim voldaan kon worden. Ik meen danook in het opgegevene eene der oorzaken te vinden, waarom zoo weI Koning pmLIPS, alsde Aartshertogen, gelijk mede de Algemeene Staten der Vereen igd t Neder landen , bij som-mige hunner munt-ordonnantien, aan, bij dezelve vermeld wordende geldspecien, eenremedie toeleidden, grootelijks verschillende van dat, hetwelk bij de oorspronkelijke veror-deoingen aan die stukken was toegewezen. Het zal, vertrouw ik, genoeg zijn, naar dieordonnantien hier te verwijzen; aileen reken ik het opmerkelijk, dat de Staten-Generaal,die, bij hunne ordonnantien van den jare 1606, den Nederlandschen Riksdaalder haddenbevolen te munten op een gewigt van 18 eng. 28 azen, ten remedie van een. eng. in hetgewigl, reeds in 1610, en dus slechts vier jaar daar na, bepaalden dit geldstuk toe telaten met een remedie van adu azen, het welk in t 619 wederom tot op de helft gewlj-zigd werd.1) Ik Ipreek zoo ltellilJ niet van het gebrnik eommiser mnnten un kleedinptullen, zoo .11, by roerbeeld , de Dulrat(m

    lJewoonlijk diende Toor en ter hoogte Tan den broebband, 8cheBpj .8-8chelAngen aan de hemdrollen. de dienlt ....n knooprnverroIlende, om clat het my Diet Tolltrekt bekend ia tot hoe vroelJ dit gebrnik reeds opklimt.

    Digitized byGoogle

  • 8/7/2019 Muntboek, bevattende de namen en afbeeldingen van munten, geslagen in de zeven voormalig vereenigde Neder

    27/225

    17Er is nog eene andere uitdrukking bij het muntwezen voorkomende, die, hoewel Diet

    volstrekt tot het ooderwerpelijke muntboek betrekkelijk, echter Diet ondienstig za l geoor-deeld worden, hier eene verklaring in te ruimen. Ik bedoel Sleisckat of Seigneurage.Deze naam werd gegeven aan het voordeel, dat de Souverein nit de munt trok, en naar

    de mate van den verhoogden loop of prijs der munten telkens toe nam. In vroegen tijdbeliep dit voor een mark gouds 17 Stuivers, later klom dit tot omstreeks 30. Men kanhet als eene belastiog op het geld zelf gel~d aanzien, om dat een mark metaal, tot eenenvasteo prijs bepaald, na verwerkt te zijn, dien vast gestelden prijs, door de uitgeleverdemunten overschreed, met de som voor onkosten der bewerking, die der S k i s c 1 & a t , enz., eoz.Ik ZOU ook ten aanzien der munt, spreuken en omschriften, aan en op de randen der

    muoten, in wijdloopigheid vervallen, zoo ik te dezer plaatse omtrent dezelve vermeldinghad te doen. Onder de veelsoortige muntspecien toch, ontmoet men zoo groote verschei-denheid, zoo weI in bekortingen als in wijze van spelling, omzetting en dergelijke, dat ikgeoordeeid heb, liever al deze bijzonderheden, voor zoo verre die van eenig belang zijn.bij de verklaring der verschillende munten zelve op te nemen.Daartoe behoort onder andere het verschil in de randing van eenige weinige munteo.

    Gelijk men weet, was het ten jare 1749, dat de AIgemeene Staten tot het voorkomen vanbesnoeijing, invoerden, dat de munlen van dien tijd af met een kabellje op den randzouden worden voorzien 1); en dit voorschrift is tot op het hiervoren aangenomen tijd-perk, dat van het koningschap van LOD~WllK. NAPOLEON, opgevolgd; binnen hetwelk degeldstukken met ingeslagen spreuken op den kant zijn voorzien, hetwelk ook voor die inhet rijk der Nederlanden geslagen, plaats vindt.Men zondere van beide echter nit de Rijkldaaldtrs van 1807 en 1808, als ook de

    Commerci e R i jk ldaa lder ; tot in 1816 voortgemunt, die steeds met eenen kabelrand voor-zien zijo.Nog ontmoet men, immers zij komen in verscheidene betrekkingen nog dageUjks voor,

    uitdrnkkingen, die welligt eenige verklariog behoeven. Ik heb hier reeds ters~ond op hetoog: klinkmde mum, alsmede g ro f H oU andsch o ng estem peld zilv erg eld, welke, wanneer hetzake was van eenige betaling, in openbare regts-aeten voorkomen, en ook bij andere

    1) CAU en SCRILTV8, g root P l aCf J 4 tl x lt ll , VII. 1107.

    Digitized byGoogle

  • 8/7/2019 Muntboek, bevattende de namen en afbeeldingen van munten, geslagen in de zeven voormalig vereenigde Neder

    28/225

    18gelegenheden als voorwaarde daar van gesteld waren. Ik geloof, dat men deze beide voorschier van eenerlei beteekenis behoorl te houden en dat het zeUde er door werd uitgedrukt.Het gestempelde geld toch, bent den kIank niet, die het ongestempelde eigen is. Destempeling zelve bewijst reeds de verdenking, waar onder die munt te voren lag, en lever-de, in weerwil van de zuiverste hcdoelingen , geenen genoegzamen waarborg op voor hetalgemeen. Men wilde zich niet blootstellen aan eene mogelijke ongelegenheid; en zie daar,met de voorwaarde te stell en van klinkende m unt, grot H ollandsch ongutem peld zilvergeld,kon men aIle zwarigheid te hoven komen. Doch Zesthalven, zegt men welligt, zijn onge-stempeld, en toch geen grof geld, en ZOU het niemand ooit in de gedachten gekomenzijn, die munlsoort in ontvaug te weigeren? Het is zoo, maar juist in de niet stempelingligt de verheffing dezer specie tot grof geld. Het gaat althans vast, niet aileen dat Zes-,halven bij de genoemde voorwaarde, nimmer geweigerd worden, maar ook, dat men inden Handel nooit kon verpligt gerekend worden, meer dan een derde der te ontvangensom aan te Deman in slecht geld, gelijk men het in tegenstelling noemde, waar onder deSchellingen werden hetrokkcn, en het paiiement van den du bb elen S tu iv ". A ch t-en-tw intig enworden echter ook niet uitgcsloten,

    De handel der Nederlandsche gewesten heeft ook DOg aanleiding gegeven tot de bena-ming van eenige munt van Koopmans- of Negotie-penningen. Men kan, inzonderheid voorden binnenlandschen handel, daartoe de Daa ld ers, F lo rijn en en Acltt-en-twintigen betrekken:doch voor dien naar buiten, dienden inzonderheid de gouden Dukaat , de Rjjksdaalder, laterzilveren Dulauu en de zilveren Ryder of Dukaum, welke dan ook allerwege buiten 'sLands bekend zijn, en in ontvang worden aangenomen.

    De opgenoemde muntspecien hebbcn voor deze bestemming ieder eene wettelijke veror-dening. Het is echter mocijelijk eene soortgelijke bepaling aan te wijzen voor de goudenRo zeno be13 , No be13 , Goud gu ld en s; voor de zilveren: Philips-, de Slaten- en andere Daaldersals ook de Realen bij en kort na de oprigting der Republick geslagen. Intusschen wordenal deze opgenoemde munten door velen mede voor Koopmans-penningen gehouden, en dezeopvatting, waar in ook ik dee Ide , he eft mij tot rigtsnoer gestrekt, om de schikking derverschillende muntsoorteo, zoodanig in te rigten, dat eerst de Koopmans-penningen, vervol-gens de Stand-penningen en laatslelijk het Paijement, ieder met onderscheiding van bet me-taal, en voorts met afdaling van de meeste tot de minste waarde geplaatst zijn , en inde zelfde orde zulleu behandeld worden.

    Digitized byGoogle

  • 8/7/2019 Muntboek, bevattende de namen en afbeeldingen van munten, geslagen in de zeven voormalig vereenigde Neder

    29/225

    19Onder Standpenningen eindelijk verstaat men zulke munten, naar welker waarde de andere

    mindere deelen moesten vervaardigd worden. Men moet daartoe brengen onder de gooden ,den Rider, onder de zilveren was het vroeger de Leeuwendaalder, later het Drieguldenstuk.Onder Paiement werden in het algemeen bier te lande verstaan bepaaldelijk zulke munten,

    die niet als deelen van grootere geldstukken te beschouwen waren; men telde er alzooonder: de Flabben of Achlstuiverstukken, met de halve, de heele en halve ScheUing, deStoters, de dubbele, enkele en halve Stuivers, de. koperen Oortjes, Duiten en halve Duilenof Penningen.Bet kan zeer wei zijn, dat klein geld, zoo als men het gewoonlijk bestempelt, gediend

    hebbe, en oorspronkelijk is ingevoerd, om eene betaling, zij moge klein 'of groot geweestzijn, volstrekt juist te doen plaats hebben; in ooze gewone uitdrukking van Pajement ofklein geld, ligt toch geenszins de beteekenis, die men aan het Duitsche Sclaeidemunz hecht,a ls eene mont t om van elkander te scheiden en zuiver te vereft'enen. In de gevolgenechter is tosschen deze beide geenerlei verschil, en wat de Doitsche mont door haren naamzal aandoiden, wordt door de wezenlijkheid der Nederlandsche in toepassing verkregen.Thails ga ik over, na dit een en ander te hebben laten vooraf gaan, tot eene nadere

    verklaring van ieder der onderseheidene muntsoorten op zieh zelve, aanvangende met degooden geldstukken.

    ROZENOBEL.De Nobel," die voor het eerst in Engeland, welligt onder Koning EDUARD III geslagen,

    en genoegzaam van geheel fijn goud was, werd, om deze bijzonderheid, a ls zijnde, zoowei in betrekking tot het metaal als ten opzigte van deszelfs fijnheid, edel te noemen, dennaam van Nobel gegeven. Er mogen van deze soort in EDUunS-BENRlCUS of ook andereonderscheiden worden, zij hebben onderling noch in gewigt noch in allooiverschil. Ook'de Rozenobel, dos geheeten om de roos, die tegen het schip gezien wordt, is er niet vanonderscheiden, en de mont, welke men op deozelfden voet in de Nederlanden gemontheeft, hoodt mel die van Engeland gelijken tred. De eersle

    NEDERLANDSCHE ROZENOBEL

    werd in den jare 1579, op den naam van PHILIPS, in de Provincien G eld erla nd, U trec hten Overijssel geslagen, ofschoon van den laatsten nimmer in eenige munt-ordonnantie gewag"

    Digitized byGoogle

  • 8/7/2019 Muntboek, bevattende de namen en afbeeldingen van munten, geslagen in de zeven voormalig vereenigde Neder

    30/225

    20wordt gemaakl, en alIeen aan dien van Gelderland en Utrecht wettige cours is verleend.Er bestonden sedert redenen, die aanleiding gal en, om deze munt in te trek ken ; wantmen vindt in het Utr ed us P la ca atb o ek 1) eene afkondiging, dat de Geldersche en Utrecht-sche Nobelen, tot den 19den Januarij 1580, tegen r 7- t0-. zouden ingewisseld en daartoemoesten gebragt worden ten raadhuize, terwijl de gang-hare waarde dier stukken na dezentijd slechts r 7-:-. zoude zijn. Dat zij echter niet alle werden aangehoden, maar veeleereene genoegzame menigte in rondgang bleef, is uit eene latere puhlicatie van den jare1585, toen zij wederom op f 7-10-. werden gesteld, duidclijk op te makcn, Van dezenmuntslag bestaan ook halve.

    Ook ~ Zeeland en Yriesland werd dit geldstuk aangemont, geenszins echter op dennaam van PHILIPS. Het voert zijne bijzondere zinspreuken, doch is, even als de vroegeropgenoemde, geslagen op een gewigt van 5 engels en een allooi van 23 karaat 10 grein.Halve Rozenobell van Zeeland komen mede voor.

    Op den zelfden voet gelastte LEYCESTER, bij zijne ordonnantie van 4 Augustus 1586,het slaan van eenen Nede rla nd sc hen Ro zeno b el, dien hij gangbaar stelde tot den prijs vanf 7-10-. Het is vrij waarschijnlijk, dat deze slechts in de provincien Holland en Zeelandis geslagen. Mij 'althans kwamen geene andere voor, dan een' gehtele van Holl4nd, bene-vens een' halve van Zeeland. Ten einde de zijne te doen onderscheiden van de vroegere,welke hier te lande gemont werden en hier boven zijn opgenoemd, beteekende hij laatst-gemelde door de uitdrukking van N ieu we R ozen ob ele n b uite n de O rd on na ntie v an 1586.

    Ik mag bij deze gelegenheid niet voorbijgaan aan te merken, dat de historische bijzon-derheid, als of LEYCESTEll Rozenobelen te Amsterdam zou hebben doen monten, tot nog toeDiet voldingend is bewezen of opgelost. Het is loch opmerkelijk, dat niet een der thansDOg aanwezige exemplaren dezer geldsoort een kennelijk blijk vertoont, dat het van eeneAmsterdamsche Mont herkomstig is, gelijk de gouden Dulcaten en de zilvere Duka lom van1672 en 1673, daar geslagen, van het wapen dier stad zijn voorzien.Het tijdvak van 1579 tot 1586 leverde nog eene gelijksoortige mont op als de boven

    beschrevene Rozenobels . Zij wordt echter in de placaten eeniglijk bestempeld alaNOBEL.

    Derzelver gewigt staat als van 4 engels 14 azen, het allooi als van 23 karaat 3 a 4grein. Zij deden in 1586 f 6-7-. eD komen voor van de 'Provincien Ge ld er la nd , Z e ela nd en1) D. III. p. 898.

    Digitized byGoogle

  • 8/7/2019 Muntboek, bevattende de namen en afbeeldingen van munten, geslagen in de zeven voormalig vereenigde Neder

    31/225

    itOverjSltI. gelijk ook van de vrije Rijksstad Kampen, en men kan deze munten houdenvoor eene voortzetting van den muntslag der Vlaamsche of Gentsche Nobtll van 1389,die het zelfde gewigt hadden, doeh in allooi staan op 23 karaat 9 grein.

    GOUDGULDEN.De Goudgulden. eigenlijk in zijnen oorsprong eenvoudig Guldm genoemd, maar sedert

    men onder KABEL den Vijfden eenen zilveren Gulden geslagen heeft, met de henaming vanhet metaal vereerd,' hetgeen trouwens reeds ligt in zijnen oorspronkelijken naam, dagtee-kent van vrij vroegen tijd en is van Duitsche herkomst. Hij werd echter 18 de Neder-Iandsche munthuizen niet geslagen ; dat is te zeggen, niet op last van de Staten derVereenigde Gewesten, noch ook op dien van de Staten eener bijzondere Provincie. Opde Rijksmunten alleen, en bepaaldelijk op die van N fimegen, D eventer, K am pen en Ztoolk,als ook van Groningen, werd deze muntslag ingevoerd, schoon men er ook van Vriellandaantreft. Er is tusschen heide soorten een belangrijk onderscheid hepaaldelijk in het allooi:de Duitsche Goudgu ldem wegen 2 engels en 4 - azen stijf: de. hier voor vermelde een aasminder; de Duitsche houden in allooi 18 kar. 4 - grein, de ooze slechts t3 kar. 10 grein.

    LEEUW VAl'f GELDERLAND.Of dit geldstuk, op plaat 205 fig. 1. vertoond, en naar de afbeelding uit het vroeger ge-

    noemde Geldersch placaatboek overgenomen, inderdaad geslagen, althans in rondgang gebragtis, schijnt tot heden vrij oozeker. Ook werd het in geene munt-ordonoantie als cours hebhendgeld aangegeven, gelijk het mij tot heden ook niet gelukt is een enkel exemplaar daarvan op te sporen.

    DUKAAT.Deze is eene der oudste munten , welke ook thans nog 10 omloop is en tot in,

    en onder het koninklijk bewind der Nederlanden voortdurend geslagen werd. Er zijntoch reeds eenige eeuwen verloopen, toen een Dukaat in ltalie' werd -gemunt; sedertvolgde Duitschland het zelfde spoor, en in- Spanje werd dat voorbeeld achtervolgd meteenen dergelijken, die bij ons steeds en meestal bekend staat onder den naam van Dukaatmet de tuee hooklen, Zoo lang intusschen de Nederlanden zich niet van Spanjes behecrhadden afgeschcurd, was de Spaansche Dukaat ook hier eene Landsmunt; doch naauwelijkswas de afzwering -geschied, of de Vereen igde Neder landen waren bedacht tot het daarstellen

    Digitized byGoogle

  • 8/7/2019 Muntboek, bevattende de namen en afbeeldingen van munten, geslagen in de zeven voormalig vereenigde Neder

    32/225

    22eener eigene munt, hetwelk nogtans niet zoo spoedig, onder eenparige goedkeuring vanal de Gewesten, tot stand kon worden gebragt. Dit had dan ook ten gevolge, dat Zeeland,naar het voorbeeld van den Spaansehen, eenen enkelen en dubbelen

    DUKAATMET TWEE BOOFDEN.en met Zeeland ook Wu t- V r iu la nd , eenen gelijken dubbelen deden aanmunten, van den-zelven eehter de namen der vorsten weglatende, en een ander omschrift in de plaalsstellende, Zie bier achter de N o. 325, 425 en 426.. Ook in de Provincie OveTjssel ende RijustedeB Kampm en Zwol le werd dezelve op gelijke wijze geslagen, Zie de N O . 734,735, 86611, 912 en 91211.

    Holland met Wu t- Y riu la nd betraden echter daarna eenen anderen weg. B ij een besluitvan derzelver Staten van den 19de April en 7de Mei 1583, werd hevolen, dat menzoude slaan eenen

    BOLLANDSCBENDUKAl~even a ls den zilveren R,ksdaalder, met het borstbeeld van WILLEII den Eerste, die daaropgeheel ten voete uit is afgebeeld, en welke alleen in dit jaar 1583 SChijDtgeslagen tezijn. Zie N . 218.

    West-Yriesland deed later, en weI ten jare 1591, mede nog eenen Dukaat aanmunten,dien men noemt den

    WEST-VRIESCBENDUKAAT,welke muntslag in 1592 en 1598, ja ook nog in 1604 1) schijnt te zijn herhaald endie in muntbeeld, om- en opschrift Diet alleen afwijkende is van den bij voorgemeldbesluit bepaalden muntslag, maar ook van dien bij het placaat van LEYCESTERan 1586,vastgesteld; zie N . 325. Het is mij intusschen niet bekend geworden, wat van dezeafwijking de oorzaak is geweest, ten zij het daar voor te hooden is, dat Wu t- Y riu la ndeen in het oog loopend verschil met den Hollandscl&enDukaat heeft willen daarstellen, endit alzoo het gevolg was van het besluit der Staten van West- Yr iu land betrekkelijk deoprigting hunner munt. De bijzonderheid, dat de voorgeoielde Hollandsche en West-Vriesche Dukaie, in den vorm van de Hongaarsche, geslagen zijn, heeft vermoedelijk1) Zie Antwerpeche ordonnlntie 1'oor de wieseln, 1813.

    Digitized byGoogle

  • 8/7/2019 Muntboek, bevattende de namen en afbeeldingen van munten, geslagen in de zeven voormalig vereenigde Neder

    33/225

    23aanleiding gegeven, dat zij meermalen met of onder de Duluuen van Hoogarijen zijnbeooemd.

    Bij het bekende placaat van L E Y C E S T E B van den 4de n Augustus 1586, waarin de zaak dermont meer algemeeo geregeld werd, gebood hij, dat, teo gerieve van den handel, zoudeworden geslageo eeo Dukaa t , thans algemeen genoemd de

    NEDERLANDSCBE DUKAAT,geheel overeenkomende met die welke door het Rijk werden gemont, dat is van 70stukkeo in 't mark of 2 eogels 9 azen stijf, eo van goud tot 23 karaat 8 greio, (ofweI 23 karaat 6 Y a gr., gelijk de manualen voor de wisselaars steeds aangeven en ookvroeger door mij op dien grond is gesteld) aan welken ook tot gelijken prijs, toenmaalsdrie gulden acht stuivers, werd coors verleend, en die geslagen moest worden naar deafbeelding in dat placaat voorkomende, welke afbeelding in aIle latere tijden door deVereenigde Nederlandsche Provincien is bijgehouden 1), met deze uitzondering echter, datop eenen Dukaat in Yriuland in 1604 gemont, aan de voorzijde de geharnaste man hetwapenscbild der Provincie, in plaats van den bondel pijlen houdt, terwijl er om den randn isi d om inu s no biscu m, in plaats v~ de gewone spreuk. conco rd ia r es panxB crucunt, gelezenwordt; ook van deze bijzonderheid is mij de reden nergeos voorgekomeo.

    Reeds onder het artikel Muntplaatsen, heb ik van den Dukaat van Amsterdam gesproken.Deze is aIleen van den jare 1673, en verscbilt in den stempel oiet van den behandeldenNederlandsclten Dukaa t . Het kenmerk, dat die mont te Amsterdam geslagen is, bestaat inde afbeelding van het wapen dier stad, dat te eener zijde onder het opschrift is geplaatst,terwijl het montteeken van HoUand op dezelve is achterwege gebleven. Zie pI. 40, fig. 1.A ls tot 1673 behoorende, is het opschrift ook gelijkluidend met dat van het meerendeelder Nederlandsche Dukalen van omstreeks dit tijdvak. Men vindt ze d ub b el, d rie , vier jat?jfboudig op den zeIfden stempel gemaakt, en de dikte, welke laatstgemelde daardoorverkregen, gaf genoegzame gelegenheid tot plaatsing op den rand, van: te r gedachtenu vande M unt van Amsterdam.

    Ook de Dukalen der vrije Rijkssteden D eventer, K am pen en ZwoUe, behooren tot denNederlandlchen Dukaa t , en moesten op den zelfden voet geslagen worden. waar aan echternij dikwijls te kort gekomen is, en waarover meermalen klagten zijn ontstaan. In den vorm

    1) .en sic het hin vooralll8eteUnde OlDtreatcln W.,,Y'riaeMII DrI/uJDI.

    Digitized byGoogle

  • 8/7/2019 Muntboek, bevattende de namen en afbeeldingen van munten, geslagen in de zeven voormalig vereenigde Neder

    34/225

    24schljnen zij bij den eersten oogopslag weinig verschiI aan te bieden mel den Nederla,ndscltenDukaat; want zij verloonen aan' de eene zijde evenzeer eenen geharnasleo man, als aan deandere een. opsehrift; doeh men ziel al ras, dat rondom den eersten de naam des room-schen Keizera gelezen wordt, eo het opschrift aan de keerzijde aanduidt, dat het is nieuloegouden munt van de keiz erlijke sta d Devenler, (Zwolle of. Kampen). Zie pI. 147, fig. 3,158, fig. 5. 159, fig. 1 eo 2. en 168, fig. 2-4.Eindelijk vermeld ik nog de Dukaten van's Heerenberg eo van Batenburg; doch oaardien

    zij buiten eenige muntwet, willekeurigvan gehalte en van stempel zijo geslagen, haddenzij ook geene cours of omloop; zij kunnen derhalve hier op eeoe nadere vermelding geeneaanspraak maken.

    Overgaande tot denRIJDER,

    komt in de eerste plaats in aanmerkiog de6ELDERSCHE RIJDER.

    De Ge 'ld ers ch e R yd er, ter onderscheidiog van eeoen ouderen in de munt-ordonnantien, Nieuw e G eldersche R yder, later nog bij verkleiniog Rydertie genoemd, dagteekeot in oorsproogvan den jare 1581. Ook io Vriesland werd een

    . VRJESCHE RIJDER

    geslagen, die met den dubheleo het jaartal 1583 heeft , lerwijl de' halve hlijkbaar io1585werd gemunt. Deszelfs gewigt staat aaogeteekend als van 2 engeIs 7 azen, het aUooi vanden Gelderschen lot 20 karaat 6 grein, dat van den Vriesehen tot 20 karaat 1 grein,ofschooo, volgens het manuaal van den jare 1595, voor heide geen verschil kan wordenaangenomen. De oorspronkelijke waarde, waarvoor het Geldersch Rijdertie moest worden'uitgegeven, werd gesteld op r 3-:-. en er is geene 'reden, om eene andere voor den Vrie-sehen, van welke geene bijzonderheden tot mij zijn gekomen , te ooderstelleo.

    Ofschoon bij de uitgave del' eerste en zevende AOeveringeo de Geldersche en VriescbcRgtkr door mij werd afgeteekend, eerstgenoemde naar het , Geldersch Placaathoek vanw. V AN L O O N 1), de Iaatste naar den muntheeldenaar, beeft het mij echter mogen gelukken,

    1) Deel II, hlada. 3.

    Digitized byGoogle

  • 8/7/2019 Muntboek, bevattende de namen en afbeeldingen van munten, geslagen in de zeven voormalig vereenigde Neder

    35/225

    25sedert dien tijd' een exemplaar, zoowel van den eenen als van den anderen, te verkrijgen.Van den lsatsten bestaat ook een dubbele en een halve, die, wat de afbeeldingen aangaat,met de afgeteekende vrij goed overeen komen.

    NEDERLANDSCBE RUDE~

    De Nederlandsche R ider is eene der munten, welke tot gemak dient van den koophandelen dien ten behoeve is gemaakt. Hij is zijn oorsprong schuldig aan het besluit derAlgemeene Staten en werd verordend bij het muntplacaat van den 21'~ Maart des jaars1606. Men kan daamit zien, dat deze Ned er la nd sc he R id er zou geslagen worden op denvoet van den Engelschen Jacobus Souverein, unite genoemd, en eeri gewigt moest hebbenvan 6 ~ engels bij een allooi van 22 karaat 1 grein. Deszelfs conrs werd te gelijkbepaald tot f 10-2-. Van alIe provincien, met uitzondering van Groningen alleen, endesgelijks stedelijke van Zwolle, komen dezelve voor op den zelfdenstempel en met dezelfde randschriften,behoudens de noodzakelijke wijzigingen en veranderingen, gelijk boven-dien de Zwolsche heeft da pacem domine in d ie bu s n ostris, in stede van C onco rdia resparvm etc., en de aanmunting duurde voort tot in den jare 1644, waarna de Staten-Geoeraal, bij publicatie van 1 Augustus 174~ deden kennelijk worden, "dat zij tot eenen"provisionelen, vasten en verseeckcrden gouden Nederlandschen standpenoIDg hadden doen"maken, nieuwe heele en halve Rijders van de zelfde figuren, inscriptie, gehalte en'~,gewigt, als die van den jare 1606, met een kabeltje om den rand, tot voorkoming van"besnoeijing;'i zijnde wijders op dezen standpenning deszelfs waarde, te weten f 14-:-. voorden geheelen en r 7-:-. voor den halven, uitgedmkt; eene bijzonderheid, welke bij devroegere Ned er la nd sc he Ry de rs geene plaats had gevonden 1).

    GOUDEN MUNT NAAR DEN STEMPEL DER ZEEUWSCHEZILVEREN MUNT.

    Het is in de Nederlandsche munt-gesohiedenis geenszins onbelangrijk te zien, dat het GewestZeeland zich heeft afgegeven met het aanmunten van Dukato ns, R jjksdaalders. D ao lders, D rieGuJdem. (hoedjes) Schellingen en Stuivers in gaud of weI naar den stempel dezer zilverenmunten; Diet zoo zeer, uit hoofde van het metaal, want ook van andere Provineien kent

    I) lieD lie bet pllcalt bij c...u eo 8c:ULTVS, VII. ell., blld,. 1108, "'&lr ook teyellS de afbeeldiotJ it baeYoegd. Dekarteliog op den raod il ale eeoc oicu",c uihiodiog, althaDI .1. eeoc cerate toepusiog dIU no bier tc l.ode, Yereeuwigd opeenen gedcokpeOiliog', te yiodeo io het -IGop V. 1000., 4. Stuk, plaa' 8'1, N0. 284, bl.d,. 8oa.

    Digitized byGoogle

  • 8/7/2019 Muntboek, bevattende de namen en afbeeldingen van munten, geslagen in de zeven voormalig vereenigde Neder

    36/225

    26men b. v. goudeo S tu iv er " S cla ellin gm , al s mede van het zelfde Gewest Zeeland een Vij{tig-stuiverlStuk van 1714 en dergelijke, maar om dat in het randsehrift met name vermeldwordt moneta nova AUREA eDZ. (nitutce G O U D E N munt) , al s ook dewijl op een derzelveo,den Daalder, de waarde van 30 gulden staat nitgedrnkt. Zij zijn boveodien van verschil-lende jaren, te weten van 1602, 1666, 1682, 1683, 1687, 1714. Aan een doel derStaten van Zeeland, om zoo belangrijke en zware stnkken van f 60-:-. f 60-:-. en f 30-:-. inomloop te brengen, sehijnt met moeite te kunnen gedacht worden, terwijl daarentegen hetzoo keimelijk aangednide randschrift in het geheel Diet pleit voor eene vrijheid van denmuntmeester, om die stnkken te hebben geslagen ten gerieve van bijzondere personen, dieer bij deze of gene gelegenheid een geschenk of ander gebrnik van weosehten te maken.De notnlen der Staten van Zeeland geven in dezen geen lieht.

    Letteu wij echter op de omstandigheid, dat op de zelfde stempels ook zilveren mnntis geslagen: dat deze laatste in zekeren rio kunnen gezegd worden vrij algemeen voor tekomen: dat de rijksdaalders, ter plaatse van het woord au", meestal eenen hamerslag of ietsdergelijks verkregen hebben, waar door hetzelve is oozigtbaar geworden; dat, inzonderheidof liever bepaaldelijk, de Daalders zoowel op het woord aur. als op Gl. eene overstem-peling hebben ondergaan, die beide uitdrnkkingeu echter in het geheel niet onherkeobaarhe eft gemaakt, dan leidt zulks weI eeDigermate tot het gevoele, dat de gouden munt in-derdaad alleenlijk voo.r bijzondere personen en tot. gesehenk of ander einde is bestemd geweest;doeh dat de zelfde stempels dieostbaar ziju geworden of immers voor eeDigen tijd gebleven,tot de aanmnntiog van zilveren munt, die meu, het zij zulks met voordaeht en opzettelijk,het zij zulks teo gevolge van eeDigen misslag moge geschied wezen, naderhand heeft getraehtonkeobaar te maken op de wijze' als hier boveo is vermeld. In allen gevalle blijven dezemuoten speculatief, eo zoo lang nit eehte gedenkstnkkeo de redenen Diet kuouen wordenontvouwd, welke tot deze mnntslagen hebbeu aanleidiog gegeven, zal men zich weI behoorente bepaleo tot gissiogen, gelijk ik de mijne, en ook voor Diets anders, wil aangemerkt hebben.

    Overgaaode tot de omsehrijving der zilveren mnnten, zal, even als omtrent de goudenplaats heeft, dezelve worden begonnen met de zoogenaamde k oo pmam pennin gen. voortgezetmet de standpenningm en geeindigd met de b ij pas -penningen, pa ij ementen genaamd. Alzoovalt in de eerste plaats melding te maken van den

    RIJDER OF DUKATON.Onder den eersten naamv-als ook onder dien van Zi lverm Ri jderdaalder, is steeds bekeod de

    Digitized byGoogle

  • 8/7/2019 Muntboek, bevattende de namen en afbeeldingen van munten, geslagen in de zeven voormalig vereenigde Neder

    37/225

    27GELDERSCBB RUDEL

    welke, blijkens de ordonnantie van 30 October 1581 belast werd om geslagen te worden. 1.)Van dezen weet men, dat het gewigt moest zijn .17 engels en 20 azen, het gehalte van9 penn. 23 grein. De waarde, waarvoor dezelve oorspronkelijk werd uitgegeven, staattot f 2-:-. aangeteekend. Het is intusschen grootelijks te betwijfelen, of deze mnntslaglangen tijd door Gelderland is voortgezet; doch meer zeker is het, dat andere provinciendenzelven niet na voIgden, aI s aIIeenlijk Vriesland. wiens Rijder dan ook onderscheidenIijk de

    VRIESCBE RllDER.wordt genoemd, doch waar van ik geene bijzonderheden omtrent deszelfs muntinge hebkunnen opsporen.

    Wanneer ik nogtans afga, bij voorbeeld, op het manuaal voor de wisselaars van denjare 1586, waarin de beide opgenoemde Rijders op dezelfde gehalte staan aangeteekend,als ook op den prijs, tot welken zij bij de muntordonnantien werden gangbaar verklaard,is er geenerlei verschil noch in gehalte noch in gewigt af te leiden.

    Anders echter is het gelegen met denNEDERLANDSCBEN RUDER OF DUKATO~

    Dit muntstuk is van de voorgaande grootelijks verschillende, alleenlijk in de afbeelding,eenen rijder, die den oorsprong aan deszelfs naam heeft gegeven, komt zij overeen. Hetgewigt echter van den Neder land sc he n Ryde r moest zijn 21 engels en 6 azen stijf; hetgehalte van 11 penningen 7 grein zilvers, terwijl er ook halve geordonneerd werden opevenredig gewigt en van helzelfde allooi, Het was den 9. Augustus des jaars 1659. 2),dat tot dezen muntslag besloten en door de onderscheidene provincien daarin toegetredenwerd. Men bezigde den eersten m in behagelijken stempel tot in den jare 167t, als wan-neer eerst in Holland, en vervolgens ook bij de overige provincien, een' beteren en meersierlijken werd ingevoerd, en daarmede werd dit geldstuk voortgemunt tot in het laatstder vorige eeuw met die veranderingen, welke, bepaaldelijk in opzigt tot het randschriftbehoorden te worden in acht genomen, zoo weI door de verschillende proviacien, alsdoor eenige Rijksmunten, welke laatste dan ook een stedelijk omschrift dragenmet en

    1) Geld. plaoaatboelr.. Deel II, blads. a.2) I._I. nD Boll.

    Digitized byGoogle

  • 8/7/2019 Muntboek, bevattende de namen en afbeeldingen van munten, geslagen in de zeven voormalig vereenigde Neder

    38/225

    28benevens het wapen van Kampen , van Deventer of van ZwoUe, onder het paard van denRuiter op de voorzijde.

    De grootste verscheidenheid, die men ten opzigte van deze mont aantreft, bestaat in denDukaton van het opgebragte zilver te Enkhuizeo gemunt, en die, welke te Amsterdam inhet jaar 1672 als ook in 1673 is geslagen. Beide zijo kenbaar aan de 'Vapentjes dersteden boven of onder de geoeraliteit-wapens op de keerzijde en de spreuken op den rand.Doch behalve deze, komen gewone Dukatom of Z ilt'e re n R yd en voor, van welke derand nij veel versehillende is. Onder de min gewone mag men gerustelijk die met denzoogeoaamden bloemrand rangschikkeo.

    Men zou deze kunnen overeenbrengen met die van de Aartshertogen ALBERTUS CDELISABETH, van den jare 1619, en vervolgens ook met die op naam van Koning PHILIPSvoorlgemunt, welke een gewigt hadden van 21 eng. 7 azen. De ordonnantie tot onzenN edtrlandW ien R yder of Dukaton betrekkelijk, geeft denzelven eene waarde van f 3-:-.zwaar geld. doeode 63 stuivers courant.

    NEDERLANDSCHE REAALDe ordonnantie van LEYCESTER, den 4. Augustus 1586 uitgevaardigd, behelst den last

    tot dezen muntslag, die eigenlijk eene voortzetting is van den Philipsdaalder, welke, evenals de Nede rl an ds ch e Reaa l, een gewigt had van 22 engels 13 azen, in allooi 10 pennin-gen fijn zilvers hield en te dier tijd voor f 2-10-. werd gangbaar verklaard. - Gelijk vanden Philipsdaaldtr, halve, vijfde eo mind ere deeleo bestooden, gelastte LEl"CESTER van zijoenReaal ook halve, vijfde, tiende, twintigste als ook vijftigste deelen te munteo, van welkeechter nimmer vijfde eo tiende schijnen geslagen te zijn. Heele en halve zijo van 1586en 1587 bekend, gelijk trouweos uit de toenmalige betrekking van LEYCESTER is op temaken; doch van de twintigste deelen, stoters, komen er voor tot zelfs van den jare1595. Het zal oaauwelijks behoeven heriooerd te worden, dat de mindere deelen, dande halve, van slechter zilver waren dan deze.

    RIJKSDAALDER,oorspronkelijk aileen genoemd Daalder.

    Het is ergens elders aangewezen, dat deze muntsoort haren oaam ootleent heeft aanhet Joachimsdal en van daar Thalers heeten. lij zijn dus van Duitscheo oorsprong enmet den Gouden Dukaat voortdurend op den zelfdeo voet gemont, en door andere Rijken

    Digitized byGoogle

  • 8/7/2019 Muntboek, bevattende de namen en afbeeldingen van munten, geslagen in de zeven voormalig vereenigde Neder

    39/225

    29daarin nagevolgd. Zoodra deze laatste zich bediend hadden van de uitdrukking, dat zijDaalder, zouden doen slaan op den voet van het Rijk, werd dit geldstuk meer bekendonder den naam van Rijksdaalder.De soorten daartoe te belrekken, en welke in dit Muntboek zijn opgenomen, bestaan in de

    BOURGONDISCBE KRUISDAALDER OF KRUISRIJKSDAALDER.Koning PHILIPS gelastte dezen muntslag bij zijne ordonnantie van den 4. Junij 1567.

    Hunne afbeelding, het Bourgondische Krou , gaf aanleiding tot derzelver benaming. Zijmoesten wegen 19 eng. 1 aas, in gehalte 10 penn. 16 grein zilvers bevatten en werdengangbaar gesteld tot f 1-12-. 1) Sedert werd dit geldstuk in G eldtrland, H olland, Z eeland,friesland en Ovetjssel voortgemunt, aanvankelijk, zoo als in 1580, met de hoogstzeldzamevan Holland en zelfs tot in 1584, met den naam des Konings; in dat jaar en later werdop sommige voor dat omschrift een ander in de plaats gesteld. Het stond reeds in 1619met alle Rijksdaalderl, zonder onderscheid, op f 2-tO-. tot welke waarde zij in oozen tijdsteeds gangbaar zijn.

    GEBEL_DE BUKSDAALDEB,ook weI en oorspronkelijk genoemd Rijksdaalder m e t het borstbeeld "an W illem I. In deresolutien der Slaten van Holland en West- Vr iesland , van den jare 1583, vindt men denlast tot het aanmunten dezer geldsoort. 2) Zij werd daar bepaald te moeten wegen 18 eng.28 azen, en te bevatten 10 penn. 15 gr. fijn zilvers, terwijl de gangbare waarde er staataangeteekent!' op f 2-2-. Dit geldstuk, gelijk ook het halve, werd door alle proviacien,met uitzondering van Groningen, aangemunt en na '8 Prinsen dood zelfs tot in den jaret603 voortgezet op den voet, die in t 583 was voorgeschreven. De zoogenoemde

    AREND-RlJK SDAALDEBS,

    van de provmCle Vriesland, als ook van de drie rijkssteden: Dev ente r, K am pe n en ZwoUe,zijn als van den zelfden oorsprong te beschouwen. met den gehelmden Rj jk sdaaider , en daarmede geheel overeenkomstig; terwijl die van Njjmegen, en van de drie steden van OvetjlSelte zamen (pl. 146) in gehalte en gewigt gelijk staan met den Kruis-rjksdaalder.

    1) Placaatboelr. VAn Braband. II. bIad 498.2) Aldaar, 7 April en 19 Bei.

    Digitized byGoogle

  • 8/7/2019 Muntboek, bevattende de namen en afbeeldingen van munten, geslagen in de zeven voormalig vereenigde Neder

    40/225

    30LEYCISTER OF OOK UNIE-RUKSDAALDER.

    Even als de voorgaande moest dit geldstuk een gewigt hebben van 18 eng. 28 azen,en het zelfde gehalte bezitten. LEYCESTER verordende deze munt, bepaaldelijk ten gerievevan den handel, bij zijne vroeger reeds vermelde ordonnantie van 4. Aug. 1586. Zijstood als toen op r 2-5-.

    Dat men haar den naam van Unie-rfjksdaalder heeft toegeeigend, vindt zijnen grond inde afbeelding, daar op de keerzijde van denzelven de wapens der geunieerde provincien

    \werden voorgesteld, en weI op die, welke geslagen zijn sedert 1586 tot 1593, ten gelalevan zes. en 'op die van 1595 tot 1597 ten getale van zeven. Deze muotslag, als ook vanden halven, duurde alzoo voort tot in het laatstgenoemde jaar. De Staten-Generaal baddenbij placaat van 19. Dec. 1589, bet aanhouden dezer mnntsoort verordend.

    NEDERLANDS