multi supplementen - phital · 2015. 3. 9. · 27. the effect of vitamin e and beta carotene on the...

6
De inname van macronutriënten is meestal (ruim) voldoende. In het Westen is overconsumptie van macronutriënten (in de verkeerde verhouding) juist een toenemend probleem. Het blijft opletten: (eiwit-energie)ondervoeding bij chronisch zieken en ouderen wordt nog te vaak niet onderkend. In Nederlandse ziekenhuizen is 24%, bij verpleging thuis 22% en in verpleeghuizen is 19% van de pa- tiënten ondervoed. 1 Veel Nederlanders hebben een te lage inname van voedingsvezels en essentiële (omega-3) vetzuren; ook gebruikt slechts 5% van de mensen in Nederland een vetzuurpatroon zoals aanbevolen. 2 De inname van micronutriënten is vaak aan de magere kant. 2-4 Oorzaken zijn onder meer een niet-optimale opslag, bewerking of bereiding van voedingsmiddelen en het gebruik van eenzijdige voeding, fastfood en kant-en-klaar producten met een lage voedingswaarde. Zeker als de behoefte aan microvoedingsstoffen is toegenomen - zoals bij zwangerschap of ziekte - is het lastig voldoende vitamines en mineralen uit voeding te halen. Steeds meer mensen gebruiken daarom een multisupple- ment als aanvulling op de voeding. De dagelijkse voeding dient voldoende macronutriënten (koolhydraten, eiwitten, vetten) en es- sentiële micronutriënten (vitamines, mineralen, spoorelementen) te bevatten om ons lichaam goed te laten functioneren. Deze voedingsstoffen zijn belangrijk voor de opbouw en reparatie van het lichaam, de energievoorziening en regulatie van fysiologische processen. Daarnaast bevat voeding talloze andere (bio-actieve) stoffen die een rol spelen bij de gezondheid. Multi supplementen Micronutriënten voor de gezondheid

Upload: others

Post on 24-Jan-2021

1 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

  • 6

    Ook is de kans op pre-eclampsie lager als vrouwen tijdig starten met het gebruik van een multi.68 Ook is het gebruik van multivitamines door de moeder tij-dens de zwangerschap geassocieerd met een lager risico op kanker (hersentumoren, neuroblastoom, leukemie) bij kinderen.69

    Multisupplement waardevolle aanvullingDe acceptatie van multisupplementen is toegeno-men. In de recente kabinetsnota ‘Gezonde voeding, van begin tot eind’ is te lezen dat voedingssup-plementen een waardevolle aanvulling kunnen zijn voor bepaalde groepen personen die moeite hebben om voldoende vitamines en mineralen te consume-ren.4 Hierbij valt te denken aan kinderen, ouderen, zieken, vrouwen die zwanger willen worden of zwanger zijn en vrouwen die borstvoeding geven.4 Ouderen hebben een lagere energiebehoefte terwijl de micronutriëntenbehoefte gelijk blijft of iets toe-neemt; doordat ouderen minder gaan eten, neemt de kans op (sub)klinische tekorten van vitamines en mineralen toe.2,36 Ziekte en langdurig medicijn-gebruik kan de status van micronutriënten negatief beïnvloeden en de behoefte aan bepaalde vitamines en mineralen verhogen. Andere risicogroepen voor tekorten zijn veganisten, macrobioten en andere personen die weinig producten van dierlijke oor-sprong eten, mensen die een caloriebeperkt dieet volgen, alcoholisten, mensen met overgewicht of obesitas, sporters, mensen met een voedselallergie (door het mijden van voedingsmiddelen) en al die mensen die de aanbevelingen gezonde voeding aan hun laars lappen.2,5,29

    Multisupplement op maatBij het samenstellen van een multisupplement wordt rekening gehouden met de specifieke nu-triëntenbehoefte van de doelgroep zoals mannen, vrouwen in de (peri)menopauze, zwangere vrouwen en ouderen. Naast vitamines en mineralen kunnen kruiden en bioactieve stoffen aan de formule wor-den toegevoegd om de gezondheid van de doelgroep gericht te ondersteunen.9,29 Mannen van middelbare leeftijd hebben baat bij ingrediënten die helpen de prostaat gezond te houden (lycopeen, fytosterolen, Pygeum africanumextract, Zaagpalmbladextract,

    Brandnetelextract). Vrouwen van middelbare leeftijd zijn geïnteresseerd in ingrediënten die hen helpen goed door de overgang te komen (Dong quai-, Ginseng-, Zilverkaars- en Monnikspeperextract, so-jaisoflavonen). Ouderen profiteren van ingrediënten die de vitaliteit van organen en weefsels (hart- en bloedvaten, hersenen, bewegingsapparaat) onder-steunen (Ginkgo biloba-extract, Ginsengextract, druivenpitextract, groene thee-extract, luteïne).

    Daarnaast bestaat de mogelijkheid bepaalde nutri-enten uit de formule weg te laten of in dosering aan te passen. Veel multisupplementen bevatten ijzer in een dosis die te hoog is voor mannen en niet-men-struerende vrouwen, gezien de hoge prevalentie van het gen voor hemochromatose (ijzerstapeling).9,29

    Multisupplementen zijn niet primair bedoeld om ernstige tekorten op te heffen of een medische conditie te behandelen. Ze zijn ontwikkeld als algemene aanvulling op de voeding om tekorten te voorkomen, de voedingsstatus te verbeteren en zo lang mogelijk gezond te blijven.5,9 Multi’s die vitamines en mineralen in hoeveelheden rond de ADH bevatten, zijn vooral bedoeld om tekorten te voorkomen; multi’s met hogere hoeveelheden dan de ADH (uiteraard binnen de veiligheidsmarges) dragen in grotere mate bij aan een optimale status van micronutriënten en de preventie van chronische ziekten.

    Gezonde en gevarieerde voeding Bij een lage of suboptimale inname van vitamines en mineralen is het natuurlijk belangrijk om te kijken op welke manier de voedingsgewoonten verbeterd kunnen worden. Voeding bevat honderden, zo niet duizenden componenten die biologisch actief zijn, waaronder carotenoïden, glucosinolaten, planten-sterolen en flavonoïden.9,29 Een multisupplement kan daarom nooit een gezonde, gevarieerde voeding vervangen.

    REFERENTIES1. Meijers JM, Schols JM, van Bokhorst-de van der Schueren MA et al. Mal-

    nutrition prevalence in The Netherlands: results of the Annual Dutch Natio-nal Prevalence Measurement of Care Problems. Br J Nutr. 2008 Jun 5:1-7. doi:10.1017/S0007114508998317

    2. Kreijl CF, Knaap AGAC, Busch MCM et al. Ons eten gemeten – Gezonde voe-ding en veilig voedsel in Nederland. RIVM Rapport 270555007; http://www.rivm.nl/bibliotheek/rapporten/270555007.html

    3. voedingscentrum.nl/EtenEnGezondheid/Voedingstoffen/vitamines+en+ mi-neralen/

    4. Kabinetsnota ‘Gezonde voeding, van begin tot eind’. Kamerstuk 4 juli 2008. http://www.minvws.nl/kamerstukken/vgp/2008/voedingsnota.asp

    5. Fairfield KM, Fletcher RH. Vitamins for chronic disease prevention in adults: scientific review. JAMA. 2002;287(23):3116-26.

    6. Prasad AS, Beck FW, Bao B et al. Zinc supplementation decreases inciden-ce of infections in the elderly: effect of zinc on generation of cytokines and oxidative stress. Am J Clin Nutr. 2007;85(3):837-44.

    7. Des Roches A, Paradis L, Paradis J et al. Food allergy as a new risk factor for scurvy. Allergy. 2006;61(12):1487-8.

    8. Wielders JP, van Dormaël PD, Eskes PF et al. Ernstige vitamine D-deficiën-tie bij ruim de helft van de niet-westerse allochtone zwangeren en hun pas-geborenen. Ned Tijdschr Geneeskd. 2006;150:495-9.

    9. Fletcher RH, Fairfield KM. Vitamins for chronic disease prevention in adults: clinical applications. JAMA. 2002;287(23):3127-9.

    10. Naurath HJ, Joosten E, Riezler R et al. Effects of vitamin B12, folate, and vi-tamin B6 supplements in elderly people with normal serum vitamin concen-trations. Lancet. 1995;346:85-89.

    11. High KP. Micronutrient supplementation and immune function in the elder-ly. Clin Infect Dis. 1999;28:717-22.

    12. Nurk E, Refsum H, Tell GS et al. Plasma total homocysteine and memory in the elderly: the Hordaland Homocysteine Study. Ann Neurol. 2005;58(6):847-57.

    13. de Lau LM, Refsum H, Smith AD et al. Plasma folate concentration and cog-nitive performance: Rotterdam Scan Study. Am J Clin Nutr. 2007;86(3):728-34.

    14. Benton D, Donohoe RT. The effects of nutrients on mood. Public Health Nutr. 1999;2(3A):403-9.

    15. Major GC, Doucet E, Jacqmain M et al. Multivitamin and dietary supple-ments, body weight and appetite: results from a cross-sectional and a ran-domised double-blind placebo-controlled study. Br J Nutr. 2008;99(5):1157-67.

    16. Lotfi A, Abdel-Nasser AM, Hamdy A et al. Hypovitaminosis D in female pa-tients with chronic low back pain. Clin Rheumatol. 2007;26(11):1895-901.

    17. Mazur A, Maier JA, Rock E et al. Magnesium and the inflammatory res-ponse: potential physiopathological implications. Arch Biochem Biophys. 2007;458(1):48-56.

    18. Maret W, Sandstead HH. Zinc requirements and the risks and benefits of zinc supplementation. J Trace Elem Med Biol. 2006;20(1):3-18.

    19. Hawkes WC en Hornbostel L. Effects of dietary selenium on mood in he-althy men living in a metabolic research unit. Biological-Psychiatry. 1996;39(2):121-128.

    20. Benton D, Haller J, Fordy J. Vitamin supplementation for 1 year improves mood. Neuropsychobiology. 1995;32(2):98-105.

    21. Eikelboom JW, Lonn E, Genest J Jr et al. Homocyst(e)ine and cardiovascu-lar disease: a critical review of the epidemiologic evidence. Ann Intern Med. 1999;131:363-375.

    22. Kim YI. Folate and cancer prevention: a new medical application of fola-te beyond hyperhomocysteinemia and neural tube defects. Nutr Rev. 1999;57:314-321.

    23. Giovannucci E, Rimm EB, Ascherio A et al. Alcohol, low-methionine–low-fo-late diets, and risk of colon cancer in men. J Natl Cancer Inst. 1995;87:265-273.

    24. Giovannucci E, Stampfer MJ, Colditz GA et al. Multivitamin use, folate, and colon cancer in women in the Nurses’ Health Study. Ann Intern Med. 1998;129:517-524.

    25. Sellers TA, Kushi LH, Cerhan JR et al. Dietary folate intake, alcohol, and risk of breast cancer in a prospective study of postmenopausal women. Epide-miology. 2001;12:420-428.

    26. Stampfer MJ, Hennekens CH, Manson JE, Colditz GA, Rosner B, Willett WC. Vitamin E consumption and the risk of coronary disease in women. N Engl J Med. 1993;328:1444-1449.

    27. The effect of vitamin E and beta carotene on the incidence of lung cancer and other cancers in male smokers: the Alpha-Tocopherol Beta Carotene Cancer Prevention Study Group. N Engl J Med. 1994;330:1029-1035.

    28. Giovannucci E, Ascherio A, Rimm EB et al. Intake of carotenoids and reti-nol in relation to risk of prostate cancer. J Natl Cancer Inst. 1995;87:1767-1776.

    29. Ames BN. Supplements and tuning up metabolism. J Nutr. 2004;134(11): 3164S-3168S.

    30. Duthie SJ, Whalley LJ, Collins AR et al. Homocysteine, B vitamin status, and cognitive function in the elderly. Am J Clin Nutr. 2002;75:908–913.

    31. Kessler H, Bleich S, Falkai P et al. Homocysteine and dementia. Fortschr Neurol Psychiatr. 2003;71:150-156

    32. Dobnig H, Pilz S, Scharnagl H et al. Independent association of low serum 25-hydroxyvitamin d and 1,25-dihydroxyvitamin d levels with all-cause and cardiovascular mortality. Arch Intern Med. 2008;168(12):1340-9.

    33. Bischoff-Ferrari HA, Willett WC, Wong JB et al. Fracture prevention with vi-tamin D supplementation: a meta-analysis of randomized controlled trials. JAMA. 2005;293(18):2257-2264.

    34. Larsson SC, Wolk A. Magnesium intake and risk of type 2 diabetes: a meta-analysis. J Intern Med. 2007;262(2):208-14.

    35. Akbaraly NT, Arnaud J, Hininger-Favier I et al. Selenium and mortality in the elderly: results from the EVA study. Clin Chem. 2005;51(11):2117-23.

    36. Ames BN. A role for supplements in optimizing health: the metabolic tune-up. Arch Biochem Biophys. 2004;423(1):227-34.

    37. Dangour AD, Breeze E, Clarke R et al. Plasma homocysteine, but not folate or vitamin B-12, predicts mortality in older people in the United Kingdom. J Nutr. 2008;138(6):1121-8.

    38. Durga J, van Boxtel MP, Schouten EG et al. Effect of 3-year folic acid supple-mentation on cognitive function in older adults in the FACIT trial: a rando-mised, double blind, controlled trial. Lancet. 2007;369(9557):208-16.

    39. Norman AW, Bouillon R, Whiting SJ et al. 13th Workshop Consensus for Vi-tamin D Nutritional Guidelines. J Steroid Biochem Mol Biol. 2007; 103(3-5):204-205.

    40. Dawson-Hughes B et al. Estimates of optimal vitamin D status. Osteoporos Int. 2005;16(7):713-6.

    41. Hart W. Aanbevelingen voor calcium en vitamine D in het rapport ‘Voedings-normen’ van de Gezondheidsraad. Ned Tijdschr Geneeskd 2000;144(42):1991-1994.

    42. Ames BN, Atamna H, Killilea DW. Mineral and vitamin deficiencies can acce-lerate the mitochondrial decay of aging. Mol Aspects Med. 2005;26(4-5):363-78.

    43. Beard JL. Iron deficiency and neural development: an update. Arch. Latino-am. Nutr. 1999;49(3S2):34S-39S.

    44. Church TS, Earnest CP, Wood KA et al. Reduction of C-reactive protein le-vels through use of a multivitamin. Am J Med. 2003;115(9):702-7.

    45. Gann PH, Ma J, Giovannucci E, et al. Lower prostate cancer risk in men with elevated plasma lycopene levels: results of a prospective analysis. Cancer Res. 1999;59:1225-1230.

    46. Hsing AW, Comstock GW, Abbey H et al. Serologic precursors of cancer: re-tinol, carotenoids, and tocopherol and risk of prostate cancer. J Natl Cancer Inst. 1990;82:941-946.

    47. http://www.qlif.org/qlifnews/april05/con2.html#Anchor-Historica-3609548. http://www.qlif.org/qlifnews/april05/con2.html#Anchor-Healthie-50241.

    Worthington V. Nutritional quality of organic versus conventional fruits, ve-getables, and grains. J Altern Complement Med. 2001;7(2):161-73.

    50. http://www.qlif.org/qlifnews/april05/con2.html#Anchor-Healthie-2000251. Williams PG. Vitamin retention in cook/chill and cook/hot-hold hospital

    food-services. J Am Diet Assoc. 1996;96:490-498.52. Zo eet Nederland: resultaten van de voedselconsumptiepeiling 1997-1998.

    Den Haag: Voedingscentrum, 1998.53. Brussaard JH, Löwik MR, van den Berg H et al. Folate intake and status

    among adults in the Netherlands. Eur J Clin Nutr. 1997;51(S3):S46-50.54. Hulshof KF, Ocké MC, van Rossum CTM et al. Resultaten van de Voedselcon-

    sumptiepeiling 2003. RIVM-rapport nr. 350030002; TNO-rapport nr. V6000. RIVM, Bilthoven, 2004.

    55. Brussaard JH, Brants HA, Hulshof KF et al. Iodine intake and urinary excre-tion among adults in the Netherlands. Eur J Clin Nutr. 1997;51(S3):S59-62.

    56. Brants HA, Brussaard JH, Bouman M et al. Dietary intake among adults with special reference to vitamin B6. Eur J Clin Nutr. 1997;51(S3):S25-31.

    57. Rylander R. Environmental magnesium deficiency as a cardiovascular risk factor. J Cardiovasc Risk. 1996;3(1):4-10.

    58. Vormann J. Magnesium: nutrition and metabolism. Molecular Aspects of Medicine 2003:24:27-37.

    59. Feillet-Coudray C, Coudray C, Tressol JC et al. Exchangeable magnesium pool masses in healthy women: effects of magnesium supplementation. Am J Clin Nutr 2002;75:72-8.

    60. Fabian E, Elmadfa I. Nutritional situation of the elderly in the European Uni-on: data of the European Nutrition and Health Report (2004). Ann Nutr Me-tab. 2008;52(S1):57-

    61. http://www.rivm.nl/vtv/object_document/o1451n19088.html62. Wald NJ, Law MR, Morris JK et al. Quantifying the effect of folic acid. Lan-

    cet. 2001;358:2069-2073.63. Czeizel AE. The primary prevention of birth defects: Multivitamins or folic

    acid? Int J Med Sci. 2004;1(1):50-61.64. Goh YI, Bollano E, Einarson TR et al. Prenatal multivitamin supplementation

    and rates of congenital anomalies: a meta-analysis. J Obstet Gynaecol Can. 2006;28(8):680-9.

    65. Czeizel AE. Birth defects are preventable. Int J Med Sci. 2005;2(3):91-2.66. Correa A, Botto L, Liu Y et al. Do multivitamin supplements attenuate the

    risk for diabetes-associated birth defects? Pediatrics. 2003;111(5 Part 2):1146-51.

    67. Catov JM, Bodnar LM, Ness RB et al. Association of periconceptional mul-tivitamin use and risk of preterm or small-for-gestational-age births. Am J Epidemiol. 2007;166(3):296-303.

    68. Bodnar L, Tang G, Ness R, et al. Periconceptional multivitamin use reduces the risk of preeclampsia. Am J Epidemiol 2006;164:470–7.

    69. Goh YI, Bollano E, Einarson TR et al. Prenatal multivitamin supplementa-tion and rates of pediatric cancers: a meta-analysis. Clin Pharmacol Ther. 2007;81(5):685-91.

    De inname van macronutriënten is meestal (ruim) voldoende. In het Westen is overconsumptie van macronutriënten (in de verkeerde verhouding) juist een toenemend probleem. Het blijft opletten: (eiwit-energie)ondervoeding bij chronisch zieken en ouderen wordt nog te vaak niet onderkend. In Nederlandse ziekenhuizen is 24%, bij verpleging thuis 22% en in verpleeghuizen is 19% van de pa-tiënten ondervoed.1 Veel Nederlanders hebben een te lage inname van voedingsvezels en essentiële (omega-3) vetzuren; ook gebruikt slechts 5% van de mensen in Nederland een vetzuurpatroon zoals aanbevolen.2

    De inname van micronutriënten is vaak aan de magere kant.2-4 Oorzaken zijn onder meer een niet-optimale opslag, bewerking of bereiding van voedingsmiddelen en het gebruik van eenzijdige voeding, fastfood en kant-en-klaar producten met een lage voedingswaarde. Zeker als de behoefte aan microvoedingsstoffen is toegenomen - zoals bij zwangerschap of ziekte - is het lastig voldoende vitamines en mineralen uit voeding te halen. Steeds meer mensen gebruiken daarom een multisupple-ment als aanvulling op de voeding.

    De dagelijkse voeding dient voldoende macronutriënten (koolhydraten, eiwitten, vetten) en es-sentiële micronutriënten (vitamines, mineralen, spoorelementen) te bevatten om ons lichaam goed te laten functioneren. Deze voedingsstoffen zijn belangrijk voor de opbouw en reparatie van het lichaam, de energievoorziening en regulatie van fysiologische processen. Daarnaast

    bevat voeding talloze andere (bio-actieve) stoffen die een rol spelen bij de gezondheid.

    Multi supplementenMicronutriënten voor de gezondheid

    5

  • 2

    Goede status micronutriënten belangrijkPreventie klassieke deficiëntieziektenVoldoende inname van essentiële micronutriënten is nodig om klassieke deficiëntieziekten te voor-komen, zoals scheurbuik door vitamine C-tekort, beriberi door thiaminetekort en pellagra door vitamine B3-tekort. De ADH (Aanbevolen Dagelijkse Hoeveelheid) die de Gezondheidsraad voor vitami-nes en mineralen heeft vastgesteld, zijn hoeveel-heden die gezonde mensen dagelijks nodig hebben om geen deficiëntieverschijnselen te ontwikkelen. Klassieke deficiëntieziekten komen nog steeds voor in het westen, zij het in mindere mate dan vroeger; risicogroepen zijn met name alcoholisten (B-vita-minen), ouderen (vitamine D, vitamine B12, zink) en chronisch zieken.5,6 Mensen met voedselallergie kunnen scheurbuik ontwikkelen door een eenzijdig voedingspatroon.5,7 Ernstige vitamine D-deficiëntie wordt gezien bij ruim de helft van de niet-westerse allochtone zwangeren en hun pasgeborenen.8

    Preventie (vage) gezondheidsklachtenVitamines en mineralen spelen een centrale rol in de stofwisseling en weefselfunctie en zijn belang-rijk voor weerstand, vitaliteit, uithoudingsvermogen en psychisch welzijn. Een niet-optimale inname van vitamines en mineralen kan (vage) gezondheids-klachten veroorzaken en de kwaliteit van leven aantasten.9,10 Een verminderde weerstand bij ge-zonde ouderen kan het gevolg zijn van subklinische tekorten aan micronutriënten, waaronder zink.6,11 Een lage foliumzuurstatus met een verhoogde homocysteïnespiegel bij ouderen is geassocieerd met achteruitgang van het geheugen.12 Een hogere foliumzuurspiegel gaat gepaard met een betere cognitieve functie.13 Bij ouderen is een positieve correlatie gevonden tussen de bloedspiegels van riboflavine en foliumzuur en het vermogen tot abstract denken.14 Mensen met een lage ijzerstatus hebben meer moeite om zich te concentreren.14

    Micronutriënten reguleren de energiebalans en zijn vermoedelijk belangrijk voor het onder controle houden van de eetlust.15 Een betere inname van vita-mines en mineralen door het gebruik van een multi

    is geassocieerd met een lager lichaamsgewicht, een lagere vetmassa en een hogere ruststofwisseling.15 Mensen die afvallen hebben minder eetlust als ze een multi gebruiken.15

    Vermoeidheid kan te maken hebben met suboptimale inname van onder meer jodium, ijzer, vitamine B12, vitamine B1, vitamine D, kalium, selenium en zink. Een magnesiumtekort verergert ontstekingsproces-sen en een vitamine A-, vitamine C- of zinktekort is geassocieerd met een slechte wondheling.17,18

    Een lage inname van verschillende micronutriënten (foliumzuur, ijzer, thiamine, riboflavine, vitamine B12, vitamine C, selenium) kan leiden tot stemmingspro-blemen (depressie, angst, vijandigheid, hypochon-drie).14,19 In vier dubbelblinde placebogecontroleerde studies is aangetoond dat thiaminesuppletie de stemming verbetert.14 Inname van een multi-vitami-nenpreparaat (tien keer de ADH) gedurende een jaar verbeterde de stemming significant vergeleken met placebo bij een groep jongvolwassen vrouwen.20

    Preventie chronische ziektenInname van een vitamine of mineraal binnen de (ADH)norm is voldoende om een (ernstige) defi-ciëntieziekte te voorkomen, maar kan onvoldoende zijn om het lichaam optimaal te laten functioneren. Een suboptimale spiegel van een micronutriënt kan worden gedefinieerd als een spiegel waarbij afwijkingen van de stofwisseling optreden die kun-nen worden gecorrigeerd door suppletie met die voedingsstof.9 Zo stijgt de malondialdehydespiegel bij een suboptimale vitamine B12-status, laat een verhoogde paraafhormoonspiegel zien dat de vitamine D-status suboptimaal is en wijst een verhoogde homocysteïnespiegel op een subopti-male status van de foliumzuur-, vitamine B6 en/of vitamine B12-status.10

    Een langdurige inadequate opname van vitamines en mineralen staat in relatie met chronische ziekten waaronder hart- en vaatziekten (foliumzuur, seleni-um, vitamine B6, B12, C, D, E, C), osteoporose (cal-cium, vitamine D, K), diabetes type 2 (magnesium, vitamine D), dementie (foliumzuur, vitamine B6, B12, C, E) en bepaalde vormen van kanker (foliumzuur,

    4

    lycopeen, selenium, vitamine C, D, E).5,9,21-35

    Voor de preventie van (subtiele) metabole afwijkin-gen die op termijn kunnen leiden tot vroegtijdige veroudering, chronische degeneratieve ziekten en vroegtijdige sterfte is de huidige ADH van micronu-triënten in veel gevallen te laag.36 Een verhoogde homocysteïnespiegel vergroot de kans op hart- en vaatziekten, osteoporose, dementie en cognitieve achteruitgang en is geassocieerd met een toegeno-men sterftekans.37 Om de homocysteïnespiegel laag te houden is 800 tot 1000 microgram foliumzuur per dag nodig; een veel hogere dosis dan de huidige ADH van 200 microgram en bovendien onmogelijk uit voeding te halen.5,10,38 Verlaging van de vitamine D-status (calcidiol, calcitriol) is geassocieerd met een toegenomen kans op sterfte door cardiovas-culaire en overige oorzaken.32,39 De benodigde hoe-veelheid vitamine D3 die nodig is voor een optimale vitamine D-status met betrekking tot de gezondheid van de botten (serumspiegel 25-hydroxyvitamine D minimaal 70 nmol/l) is circa 20 mcg per dag, een veel hogere dosis dan de huidige ADH van 5 mcg per dag.40,41

    Selenium is een belangrijk spoorelement voor de antioxidantverdediging, het immuunsysteem, de schildklier en heeft mogelijk ook een anticarcino-gene werking.35 Bij ouderen is een lagere selenium-spiegel mogelijk geassocieerd met een toegenomen sterftekans, vooral als gevolg van kanker.35

    Een suboptimale inname van micronutriënten kan leiden tot toename van DNA-beschadigingen (en een grotere kans op kanker), neuronale degeneratie (en cognitieve disfunctie) en degeneratie van mitochon-driën (wat leidt tot snellere veroudering en kans op degeneratieve ziekten).29,36,42 Een te lage inname van vitamine B12, foliumzuur, vitamine B6, niacine, vitamine C, vitamine E, ijzer en zink kan soortgelijke DNA-beschadigingen induceren als straling.29,36 Voor het goed functioneren van mitochondriën is onder meer voldoende ijzer, zink, biotine, pantotheenzuur, magnesium en mangaan nodig.29,42,43

    Voedingssupplementen kunnen bijdragen aan de preventie van chronische aandoeningen. Het gebruik

    van een multi gedurende 6 maanden verlaagde in onderzoek significant de spiegel van C-reactief proteïne (CRP), die is geassocieerd met het risico op hart- en vaatziekten, metabool syndroom en di-abetes type 2.44 Daling van CRP was het grootst bij mensen die bij aanvang van de studie de hoogste CRP-spiegels hadden. In de Health Professionals Follow-up Study hadden mannen die langer dan 10 jaar extra foliumzuur innamen met een multi, 25% minder kans op colonkanker.23 in de Nurses’ Health Study hadden vrouwen die minimaal 15 jaar een multi met foliumzuur gebruikten, een 75% lagere kans op colorectaalkanker.24 Een hogere inname van foliumzuur verlaagt vermoedelijk de toegeno-men kans op borstkanker door alcoholgebruik.25 Een hogere inname van lycopeen en vitamine E is geassocieerd met een lagere kans op prostaatkan-ker.5,28,45,46

    Inname micronutriënten uit voedingVeel mensen hebben lage of suboptimale spiegels van vitamines en mineralen.9,29 Het is de vraag of de voeding die we dagelijks consumeren voldoende hoeveelheden vitamines en mineralen bevat:

    • Het voedingscentrum meldt dat de hoeveelheid vitamine A en D, foliumzuur, ijzer, zink en sele-nium in de Nederlandse voeding ‘vaak krap’ is.3

    • Uit Engels en Amerikaans onderzoek is gebleken dat het gehalte aan mineralen in groenten en fruit de laatste vijftig jaar is gedaald.47 Groenten bevatten significant minder calcium, magne-sium, koper en natrium; fruit significant minder magnesium, ijzer, koper en kalium.47

    • De eerste resultaten van een groot opgezet Eu-ropees onderzoek (Quality Low Input Food) laten zien dat biologische voeding meer essentiële micronutriënten bevat dan niet-biologische.47-49 Zo bevatten biologische groenten en fruit 40% meer antioxidanten dan gangbare producten. Het gehalte aan antioxidanten (vitamine E, ca-rotenoïden) in Deense biologische melk is 60% hoger dan in niet-biologische melk.50 Biologi-sche gewassen bevatten meer ijzer, magnesium, fosfor en zink en in het algemeen meer vitamine C, B-vitamines en polyfenolen.47,48 De meeste mensen eten gangbare producten.

    • Voedselbewerking en –bereiding kan de voe-dingswaarde verlagen: het warm houden van voedsel leidt tot significant verlies van vitamine C, foliumzuur en vitamine B6; koelen, bewaren en opnieuw opwarmen van voedsel leidt eveneens tot aanzienlijk verlies van vitamines waaronder vitamine C en foliumzuur.51

    • De Gezondheidsraad heeft geconstateerd dat de micronutriënten voorziening van de Nederlandse bevolking tussen 1987 en 1997 is gedaald; dit geldt met name voor vitamine A, D, E, bètacaro-teen en foliumzuur.4,52 Zestig tot tachtig procent van de volwassen bevolking heeft een inadequate foliumzuurstatus.53

    • Uit de Voedselconsumptiepeiling onder jong-volwassenen tussen 19 en 30 jaar (VCP-2003) komt naar voren dat mannen gemiddeld een te lage foliumzuur- en vitamine E-inname hebben, vrouwen een te lage inname van ijzer, calcium, selenium, zink, vitamine B1, foliumzuur en vita-mine E.54

    • Vrouwen hebben gemiddeld een te lage jodium-inname (aanbevolen hoeveelheid 150-300 mcg per dag); 4-14% van de volwassen vrouwen en 5 tot 17% van de volwassen mannen heeft een jodiuminname lager dan 100 mcg/d.55

    • Nederlandse vrouwen hebben gemiddeld een te lage vitamine B6-inname (adequate inname 20 mcg/d vitamine B6 per gram eiwit).56

    • Onderzoekers zijn van mening dat westerse voeding onvoldoende magnesium bevat voor een optimale magnesiumstatus die beschermt tegen onder meer cardiovasculaire aandoeningen en verminderde weerstand.57-59

    • Vitamine B12-tekort komt regelmatig voor bij vegetariërs, veganisten en ouderen.5,52

    • Europese ouderen hebben vaak een te lage in-name van vitamine D, calcium, foliumzuur en, jodium en kalium.60

    • Vitamine D-tekort komt veel vaker voor dan voor-heen werd aangenomen, vooral onder ouderen, mensen met een donkere huidskleur en mensen die veel tijd binnenshuis doorbrengen.5

    • Groenten en fruit zijn belangrijke bronnen van vitaminen, mineralen en voedingsvezels. De consumptie van groente en fruit ligt al jaren ver onder de aanbevolen hoeveelheden: gemid-

    deld eet de Nederlander onvoldoende groenten (120 gram per dag i.p.v. 200 gram) en fruit (100 i.p.v. 200 gram per dag).2,4 Minder dan 25% van de bevolking voldoet aan de aanbevelingen ten aanzien van groenten, fruit en voedingsvezel.2

    ZwangerschapDe voeding van zwangere vrouwen is vrijwel ver-gelijkbaar met die van niet-zwangere vrouwen van dezelfde leeftijd, terwijl zij juist een hogere behoefte aan voedingsstoffen hebben.61 Bij zwangeren ligt naast foliumzuur ook de gemiddelde dagelijkse inname voor meerdere mineralen (ijzer, selenium, koper, jodium) en vitamines (A, B1, B6, D) onder de aanbeveling.61 Verschillende studies laten zien dat het gebruik van een multi voor zwangere vrouwen leidt tot significante gezondheidswinst voor moeder en kind. Voor de primaire preventie van aangeboren afwijkingen (zoals neuraalbuisdefecten) wordt aangeraden minimaal 4 weken voorafgaande aan de conceptie extra foliumzuur (400-800 mcg per dag) te slikken.62 Nog beter is het om in de periode rondom de conceptie een multi met 400 tot 800 mcg foliumzuur te gebruiken; een multi is namelijk nog effectiever in de preventie van neuraalbuis-defecten.63 Bovendien hebben Hongaarse studies aangetoond dat een multi ook andere congenitale afwijkingen kan voorkomen zoals congenitale car-diovasculaire afwijkingen, obstructieve defecten van de urinewegen, afwijkingen van de ledematen en congenitale pylorusstenose.63-64 Volgens de Hon-gaarse onderzoekers kan 27% van de aangeboren afwijkingen worden voorkomen als tijdig wordt gestart met het gebruik van een foliumzuur of een multi.65 Kinderen van diabetische moeders hebben meer kans op aangeboren afwijkingen, met name van het hart en centrale zenuwstelsel. Als vrouwen met diabetes in de periconceptie (1 maand voor tot 3 maanden na conceptie) een multi gebruiken, is de kans op deze aangeboren afwijkingen niet hoger dan bij niet-diabetische moeders.66

    Gebruik van een multi in de periconceptie verlaagt significant de kans op ernstige prematuriteit (vroeg-geboorte voor 34 weken zwangerschapsduur) of een erg laag geboortegewicht van het kind.67

    3

  • 2

    Goede status micronutriënten belangrijkPreventie klassieke deficiëntieziektenVoldoende inname van essentiële micronutriënten is nodig om klassieke deficiëntieziekten te voor-komen, zoals scheurbuik door vitamine C-tekort, beriberi door thiaminetekort en pellagra door vitamine B3-tekort. De ADH (Aanbevolen Dagelijkse Hoeveelheid) die de Gezondheidsraad voor vitami-nes en mineralen heeft vastgesteld, zijn hoeveel-heden die gezonde mensen dagelijks nodig hebben om geen deficiëntieverschijnselen te ontwikkelen. Klassieke deficiëntieziekten komen nog steeds voor in het westen, zij het in mindere mate dan vroeger; risicogroepen zijn met name alcoholisten (B-vita-minen), ouderen (vitamine D, vitamine B12, zink) en chronisch zieken.5,6 Mensen met voedselallergie kunnen scheurbuik ontwikkelen door een eenzijdig voedingspatroon.5,7 Ernstige vitamine D-deficiëntie wordt gezien bij ruim de helft van de niet-westerse allochtone zwangeren en hun pasgeborenen.8

    Preventie (vage) gezondheidsklachtenVitamines en mineralen spelen een centrale rol in de stofwisseling en weefselfunctie en zijn belang-rijk voor weerstand, vitaliteit, uithoudingsvermogen en psychisch welzijn. Een niet-optimale inname van vitamines en mineralen kan (vage) gezondheids-klachten veroorzaken en de kwaliteit van leven aantasten.9,10 Een verminderde weerstand bij ge-zonde ouderen kan het gevolg zijn van subklinische tekorten aan micronutriënten, waaronder zink.6,11 Een lage foliumzuurstatus met een verhoogde homocysteïnespiegel bij ouderen is geassocieerd met achteruitgang van het geheugen.12 Een hogere foliumzuurspiegel gaat gepaard met een betere cognitieve functie.13 Bij ouderen is een positieve correlatie gevonden tussen de bloedspiegels van riboflavine en foliumzuur en het vermogen tot abstract denken.14 Mensen met een lage ijzerstatus hebben meer moeite om zich te concentreren.14

    Micronutriënten reguleren de energiebalans en zijn vermoedelijk belangrijk voor het onder controle houden van de eetlust.15 Een betere inname van vita-mines en mineralen door het gebruik van een multi

    is geassocieerd met een lager lichaamsgewicht, een lagere vetmassa en een hogere ruststofwisseling.15 Mensen die afvallen hebben minder eetlust als ze een multi gebruiken.15

    Vermoeidheid kan te maken hebben met suboptimale inname van onder meer jodium, ijzer, vitamine B12, vitamine B1, vitamine D, kalium, selenium en zink. Een magnesiumtekort verergert ontstekingsproces-sen en een vitamine A-, vitamine C- of zinktekort is geassocieerd met een slechte wondheling.17,18

    Een lage inname van verschillende micronutriënten (foliumzuur, ijzer, thiamine, riboflavine, vitamine B12, vitamine C, selenium) kan leiden tot stemmingspro-blemen (depressie, angst, vijandigheid, hypochon-drie).14,19 In vier dubbelblinde placebogecontroleerde studies is aangetoond dat thiaminesuppletie de stemming verbetert.14 Inname van een multi-vitami-nenpreparaat (tien keer de ADH) gedurende een jaar verbeterde de stemming significant vergeleken met placebo bij een groep jongvolwassen vrouwen.20

    Preventie chronische ziektenInname van een vitamine of mineraal binnen de (ADH)norm is voldoende om een (ernstige) defi-ciëntieziekte te voorkomen, maar kan onvoldoende zijn om het lichaam optimaal te laten functioneren. Een suboptimale spiegel van een micronutriënt kan worden gedefinieerd als een spiegel waarbij afwijkingen van de stofwisseling optreden die kun-nen worden gecorrigeerd door suppletie met die voedingsstof.9 Zo stijgt de malondialdehydespiegel bij een suboptimale vitamine B12-status, laat een verhoogde paraafhormoonspiegel zien dat de vitamine D-status suboptimaal is en wijst een verhoogde homocysteïnespiegel op een subopti-male status van de foliumzuur-, vitamine B6 en/of vitamine B12-status.10

    Een langdurige inadequate opname van vitamines en mineralen staat in relatie met chronische ziekten waaronder hart- en vaatziekten (foliumzuur, seleni-um, vitamine B6, B12, C, D, E, C), osteoporose (cal-cium, vitamine D, K), diabetes type 2 (magnesium, vitamine D), dementie (foliumzuur, vitamine B6, B12, C, E) en bepaalde vormen van kanker (foliumzuur,

    4

    lycopeen, selenium, vitamine C, D, E).5,9,21-35

    Voor de preventie van (subtiele) metabole afwijkin-gen die op termijn kunnen leiden tot vroegtijdige veroudering, chronische degeneratieve ziekten en vroegtijdige sterfte is de huidige ADH van micronu-triënten in veel gevallen te laag.36 Een verhoogde homocysteïnespiegel vergroot de kans op hart- en vaatziekten, osteoporose, dementie en cognitieve achteruitgang en is geassocieerd met een toegeno-men sterftekans.37 Om de homocysteïnespiegel laag te houden is 800 tot 1000 microgram foliumzuur per dag nodig; een veel hogere dosis dan de huidige ADH van 200 microgram en bovendien onmogelijk uit voeding te halen.5,10,38 Verlaging van de vitamine D-status (calcidiol, calcitriol) is geassocieerd met een toegenomen kans op sterfte door cardiovas-culaire en overige oorzaken.32,39 De benodigde hoe-veelheid vitamine D3 die nodig is voor een optimale vitamine D-status met betrekking tot de gezondheid van de botten (serumspiegel 25-hydroxyvitamine D minimaal 70 nmol/l) is circa 20 mcg per dag, een veel hogere dosis dan de huidige ADH van 5 mcg per dag.40,41

    Selenium is een belangrijk spoorelement voor de antioxidantverdediging, het immuunsysteem, de schildklier en heeft mogelijk ook een anticarcino-gene werking.35 Bij ouderen is een lagere selenium-spiegel mogelijk geassocieerd met een toegenomen sterftekans, vooral als gevolg van kanker.35

    Een suboptimale inname van micronutriënten kan leiden tot toename van DNA-beschadigingen (en een grotere kans op kanker), neuronale degeneratie (en cognitieve disfunctie) en degeneratie van mitochon-driën (wat leidt tot snellere veroudering en kans op degeneratieve ziekten).29,36,42 Een te lage inname van vitamine B12, foliumzuur, vitamine B6, niacine, vitamine C, vitamine E, ijzer en zink kan soortgelijke DNA-beschadigingen induceren als straling.29,36 Voor het goed functioneren van mitochondriën is onder meer voldoende ijzer, zink, biotine, pantotheenzuur, magnesium en mangaan nodig.29,42,43

    Voedingssupplementen kunnen bijdragen aan de preventie van chronische aandoeningen. Het gebruik

    van een multi gedurende 6 maanden verlaagde in onderzoek significant de spiegel van C-reactief proteïne (CRP), die is geassocieerd met het risico op hart- en vaatziekten, metabool syndroom en di-abetes type 2.44 Daling van CRP was het grootst bij mensen die bij aanvang van de studie de hoogste CRP-spiegels hadden. In de Health Professionals Follow-up Study hadden mannen die langer dan 10 jaar extra foliumzuur innamen met een multi, 25% minder kans op colonkanker.23 in de Nurses’ Health Study hadden vrouwen die minimaal 15 jaar een multi met foliumzuur gebruikten, een 75% lagere kans op colorectaalkanker.24 Een hogere inname van foliumzuur verlaagt vermoedelijk de toegeno-men kans op borstkanker door alcoholgebruik.25 Een hogere inname van lycopeen en vitamine E is geassocieerd met een lagere kans op prostaatkan-ker.5,28,45,46

    Inname micronutriënten uit voedingVeel mensen hebben lage of suboptimale spiegels van vitamines en mineralen.9,29 Het is de vraag of de voeding die we dagelijks consumeren voldoende hoeveelheden vitamines en mineralen bevat:

    • Het voedingscentrum meldt dat de hoeveelheid vitamine A en D, foliumzuur, ijzer, zink en sele-nium in de Nederlandse voeding ‘vaak krap’ is.3

    • Uit Engels en Amerikaans onderzoek is gebleken dat het gehalte aan mineralen in groenten en fruit de laatste vijftig jaar is gedaald.47 Groenten bevatten significant minder calcium, magne-sium, koper en natrium; fruit significant minder magnesium, ijzer, koper en kalium.47

    • De eerste resultaten van een groot opgezet Eu-ropees onderzoek (Quality Low Input Food) laten zien dat biologische voeding meer essentiële micronutriënten bevat dan niet-biologische.47-49 Zo bevatten biologische groenten en fruit 40% meer antioxidanten dan gangbare producten. Het gehalte aan antioxidanten (vitamine E, ca-rotenoïden) in Deense biologische melk is 60% hoger dan in niet-biologische melk.50 Biologi-sche gewassen bevatten meer ijzer, magnesium, fosfor en zink en in het algemeen meer vitamine C, B-vitamines en polyfenolen.47,48 De meeste mensen eten gangbare producten.

    • Voedselbewerking en –bereiding kan de voe-dingswaarde verlagen: het warm houden van voedsel leidt tot significant verlies van vitamine C, foliumzuur en vitamine B6; koelen, bewaren en opnieuw opwarmen van voedsel leidt eveneens tot aanzienlijk verlies van vitamines waaronder vitamine C en foliumzuur.51

    • De Gezondheidsraad heeft geconstateerd dat de micronutriënten voorziening van de Nederlandse bevolking tussen 1987 en 1997 is gedaald; dit geldt met name voor vitamine A, D, E, bètacaro-teen en foliumzuur.4,52 Zestig tot tachtig procent van de volwassen bevolking heeft een inadequate foliumzuurstatus.53

    • Uit de Voedselconsumptiepeiling onder jong-volwassenen tussen 19 en 30 jaar (VCP-2003) komt naar voren dat mannen gemiddeld een te lage foliumzuur- en vitamine E-inname hebben, vrouwen een te lage inname van ijzer, calcium, selenium, zink, vitamine B1, foliumzuur en vita-mine E.54

    • Vrouwen hebben gemiddeld een te lage jodium-inname (aanbevolen hoeveelheid 150-300 mcg per dag); 4-14% van de volwassen vrouwen en 5 tot 17% van de volwassen mannen heeft een jodiuminname lager dan 100 mcg/d.55

    • Nederlandse vrouwen hebben gemiddeld een te lage vitamine B6-inname (adequate inname 20 mcg/d vitamine B6 per gram eiwit).56

    • Onderzoekers zijn van mening dat westerse voeding onvoldoende magnesium bevat voor een optimale magnesiumstatus die beschermt tegen onder meer cardiovasculaire aandoeningen en verminderde weerstand.57-59

    • Vitamine B12-tekort komt regelmatig voor bij vegetariërs, veganisten en ouderen.5,52

    • Europese ouderen hebben vaak een te lage in-name van vitamine D, calcium, foliumzuur en, jodium en kalium.60

    • Vitamine D-tekort komt veel vaker voor dan voor-heen werd aangenomen, vooral onder ouderen, mensen met een donkere huidskleur en mensen die veel tijd binnenshuis doorbrengen.5

    • Groenten en fruit zijn belangrijke bronnen van vitaminen, mineralen en voedingsvezels. De consumptie van groente en fruit ligt al jaren ver onder de aanbevolen hoeveelheden: gemid-

    deld eet de Nederlander onvoldoende groenten (120 gram per dag i.p.v. 200 gram) en fruit (100 i.p.v. 200 gram per dag).2,4 Minder dan 25% van de bevolking voldoet aan de aanbevelingen ten aanzien van groenten, fruit en voedingsvezel.2

    ZwangerschapDe voeding van zwangere vrouwen is vrijwel ver-gelijkbaar met die van niet-zwangere vrouwen van dezelfde leeftijd, terwijl zij juist een hogere behoefte aan voedingsstoffen hebben.61 Bij zwangeren ligt naast foliumzuur ook de gemiddelde dagelijkse inname voor meerdere mineralen (ijzer, selenium, koper, jodium) en vitamines (A, B1, B6, D) onder de aanbeveling.61 Verschillende studies laten zien dat het gebruik van een multi voor zwangere vrouwen leidt tot significante gezondheidswinst voor moeder en kind. Voor de primaire preventie van aangeboren afwijkingen (zoals neuraalbuisdefecten) wordt aangeraden minimaal 4 weken voorafgaande aan de conceptie extra foliumzuur (400-800 mcg per dag) te slikken.62 Nog beter is het om in de periode rondom de conceptie een multi met 400 tot 800 mcg foliumzuur te gebruiken; een multi is namelijk nog effectiever in de preventie van neuraalbuis-defecten.63 Bovendien hebben Hongaarse studies aangetoond dat een multi ook andere congenitale afwijkingen kan voorkomen zoals congenitale car-diovasculaire afwijkingen, obstructieve defecten van de urinewegen, afwijkingen van de ledematen en congenitale pylorusstenose.63-64 Volgens de Hon-gaarse onderzoekers kan 27% van de aangeboren afwijkingen worden voorkomen als tijdig wordt gestart met het gebruik van een foliumzuur of een multi.65 Kinderen van diabetische moeders hebben meer kans op aangeboren afwijkingen, met name van het hart en centrale zenuwstelsel. Als vrouwen met diabetes in de periconceptie (1 maand voor tot 3 maanden na conceptie) een multi gebruiken, is de kans op deze aangeboren afwijkingen niet hoger dan bij niet-diabetische moeders.66

    Gebruik van een multi in de periconceptie verlaagt significant de kans op ernstige prematuriteit (vroeg-geboorte voor 34 weken zwangerschapsduur) of een erg laag geboortegewicht van het kind.67

    3

  • 2

    Goede status micronutriënten belangrijkPreventie klassieke deficiëntieziektenVoldoende inname van essentiële micronutriënten is nodig om klassieke deficiëntieziekten te voor-komen, zoals scheurbuik door vitamine C-tekort, beriberi door thiaminetekort en pellagra door vitamine B3-tekort. De ADH (Aanbevolen Dagelijkse Hoeveelheid) die de Gezondheidsraad voor vitami-nes en mineralen heeft vastgesteld, zijn hoeveel-heden die gezonde mensen dagelijks nodig hebben om geen deficiëntieverschijnselen te ontwikkelen. Klassieke deficiëntieziekten komen nog steeds voor in het westen, zij het in mindere mate dan vroeger; risicogroepen zijn met name alcoholisten (B-vita-minen), ouderen (vitamine D, vitamine B12, zink) en chronisch zieken.5,6 Mensen met voedselallergie kunnen scheurbuik ontwikkelen door een eenzijdig voedingspatroon.5,7 Ernstige vitamine D-deficiëntie wordt gezien bij ruim de helft van de niet-westerse allochtone zwangeren en hun pasgeborenen.8

    Preventie (vage) gezondheidsklachtenVitamines en mineralen spelen een centrale rol in de stofwisseling en weefselfunctie en zijn belang-rijk voor weerstand, vitaliteit, uithoudingsvermogen en psychisch welzijn. Een niet-optimale inname van vitamines en mineralen kan (vage) gezondheids-klachten veroorzaken en de kwaliteit van leven aantasten.9,10 Een verminderde weerstand bij ge-zonde ouderen kan het gevolg zijn van subklinische tekorten aan micronutriënten, waaronder zink.6,11 Een lage foliumzuurstatus met een verhoogde homocysteïnespiegel bij ouderen is geassocieerd met achteruitgang van het geheugen.12 Een hogere foliumzuurspiegel gaat gepaard met een betere cognitieve functie.13 Bij ouderen is een positieve correlatie gevonden tussen de bloedspiegels van riboflavine en foliumzuur en het vermogen tot abstract denken.14 Mensen met een lage ijzerstatus hebben meer moeite om zich te concentreren.14

    Micronutriënten reguleren de energiebalans en zijn vermoedelijk belangrijk voor het onder controle houden van de eetlust.15 Een betere inname van vita-mines en mineralen door het gebruik van een multi

    is geassocieerd met een lager lichaamsgewicht, een lagere vetmassa en een hogere ruststofwisseling.15 Mensen die afvallen hebben minder eetlust als ze een multi gebruiken.15

    Vermoeidheid kan te maken hebben met suboptimale inname van onder meer jodium, ijzer, vitamine B12, vitamine B1, vitamine D, kalium, selenium en zink. Een magnesiumtekort verergert ontstekingsproces-sen en een vitamine A-, vitamine C- of zinktekort is geassocieerd met een slechte wondheling.17,18

    Een lage inname van verschillende micronutriënten (foliumzuur, ijzer, thiamine, riboflavine, vitamine B12, vitamine C, selenium) kan leiden tot stemmingspro-blemen (depressie, angst, vijandigheid, hypochon-drie).14,19 In vier dubbelblinde placebogecontroleerde studies is aangetoond dat thiaminesuppletie de stemming verbetert.14 Inname van een multi-vitami-nenpreparaat (tien keer de ADH) gedurende een jaar verbeterde de stemming significant vergeleken met placebo bij een groep jongvolwassen vrouwen.20

    Preventie chronische ziektenInname van een vitamine of mineraal binnen de (ADH)norm is voldoende om een (ernstige) defi-ciëntieziekte te voorkomen, maar kan onvoldoende zijn om het lichaam optimaal te laten functioneren. Een suboptimale spiegel van een micronutriënt kan worden gedefinieerd als een spiegel waarbij afwijkingen van de stofwisseling optreden die kun-nen worden gecorrigeerd door suppletie met die voedingsstof.9 Zo stijgt de malondialdehydespiegel bij een suboptimale vitamine B12-status, laat een verhoogde paraafhormoonspiegel zien dat de vitamine D-status suboptimaal is en wijst een verhoogde homocysteïnespiegel op een subopti-male status van de foliumzuur-, vitamine B6 en/of vitamine B12-status.10

    Een langdurige inadequate opname van vitamines en mineralen staat in relatie met chronische ziekten waaronder hart- en vaatziekten (foliumzuur, seleni-um, vitamine B6, B12, C, D, E, C), osteoporose (cal-cium, vitamine D, K), diabetes type 2 (magnesium, vitamine D), dementie (foliumzuur, vitamine B6, B12, C, E) en bepaalde vormen van kanker (foliumzuur,

    4

    lycopeen, selenium, vitamine C, D, E).5,9,21-35

    Voor de preventie van (subtiele) metabole afwijkin-gen die op termijn kunnen leiden tot vroegtijdige veroudering, chronische degeneratieve ziekten en vroegtijdige sterfte is de huidige ADH van micronu-triënten in veel gevallen te laag.36 Een verhoogde homocysteïnespiegel vergroot de kans op hart- en vaatziekten, osteoporose, dementie en cognitieve achteruitgang en is geassocieerd met een toegeno-men sterftekans.37 Om de homocysteïnespiegel laag te houden is 800 tot 1000 microgram foliumzuur per dag nodig; een veel hogere dosis dan de huidige ADH van 200 microgram en bovendien onmogelijk uit voeding te halen.5,10,38 Verlaging van de vitamine D-status (calcidiol, calcitriol) is geassocieerd met een toegenomen kans op sterfte door cardiovas-culaire en overige oorzaken.32,39 De benodigde hoe-veelheid vitamine D3 die nodig is voor een optimale vitamine D-status met betrekking tot de gezondheid van de botten (serumspiegel 25-hydroxyvitamine D minimaal 70 nmol/l) is circa 20 mcg per dag, een veel hogere dosis dan de huidige ADH van 5 mcg per dag.40,41

    Selenium is een belangrijk spoorelement voor de antioxidantverdediging, het immuunsysteem, de schildklier en heeft mogelijk ook een anticarcino-gene werking.35 Bij ouderen is een lagere selenium-spiegel mogelijk geassocieerd met een toegenomen sterftekans, vooral als gevolg van kanker.35

    Een suboptimale inname van micronutriënten kan leiden tot toename van DNA-beschadigingen (en een grotere kans op kanker), neuronale degeneratie (en cognitieve disfunctie) en degeneratie van mitochon-driën (wat leidt tot snellere veroudering en kans op degeneratieve ziekten).29,36,42 Een te lage inname van vitamine B12, foliumzuur, vitamine B6, niacine, vitamine C, vitamine E, ijzer en zink kan soortgelijke DNA-beschadigingen induceren als straling.29,36 Voor het goed functioneren van mitochondriën is onder meer voldoende ijzer, zink, biotine, pantotheenzuur, magnesium en mangaan nodig.29,42,43

    Voedingssupplementen kunnen bijdragen aan de preventie van chronische aandoeningen. Het gebruik

    van een multi gedurende 6 maanden verlaagde in onderzoek significant de spiegel van C-reactief proteïne (CRP), die is geassocieerd met het risico op hart- en vaatziekten, metabool syndroom en di-abetes type 2.44 Daling van CRP was het grootst bij mensen die bij aanvang van de studie de hoogste CRP-spiegels hadden. In de Health Professionals Follow-up Study hadden mannen die langer dan 10 jaar extra foliumzuur innamen met een multi, 25% minder kans op colonkanker.23 in de Nurses’ Health Study hadden vrouwen die minimaal 15 jaar een multi met foliumzuur gebruikten, een 75% lagere kans op colorectaalkanker.24 Een hogere inname van foliumzuur verlaagt vermoedelijk de toegeno-men kans op borstkanker door alcoholgebruik.25 Een hogere inname van lycopeen en vitamine E is geassocieerd met een lagere kans op prostaatkan-ker.5,28,45,46

    Inname micronutriënten uit voedingVeel mensen hebben lage of suboptimale spiegels van vitamines en mineralen.9,29 Het is de vraag of de voeding die we dagelijks consumeren voldoende hoeveelheden vitamines en mineralen bevat:

    • Het voedingscentrum meldt dat de hoeveelheid vitamine A en D, foliumzuur, ijzer, zink en sele-nium in de Nederlandse voeding ‘vaak krap’ is.3

    • Uit Engels en Amerikaans onderzoek is gebleken dat het gehalte aan mineralen in groenten en fruit de laatste vijftig jaar is gedaald.47 Groenten bevatten significant minder calcium, magne-sium, koper en natrium; fruit significant minder magnesium, ijzer, koper en kalium.47

    • De eerste resultaten van een groot opgezet Eu-ropees onderzoek (Quality Low Input Food) laten zien dat biologische voeding meer essentiële micronutriënten bevat dan niet-biologische.47-49 Zo bevatten biologische groenten en fruit 40% meer antioxidanten dan gangbare producten. Het gehalte aan antioxidanten (vitamine E, ca-rotenoïden) in Deense biologische melk is 60% hoger dan in niet-biologische melk.50 Biologi-sche gewassen bevatten meer ijzer, magnesium, fosfor en zink en in het algemeen meer vitamine C, B-vitamines en polyfenolen.47,48 De meeste mensen eten gangbare producten.

    • Voedselbewerking en –bereiding kan de voe-dingswaarde verlagen: het warm houden van voedsel leidt tot significant verlies van vitamine C, foliumzuur en vitamine B6; koelen, bewaren en opnieuw opwarmen van voedsel leidt eveneens tot aanzienlijk verlies van vitamines waaronder vitamine C en foliumzuur.51

    • De Gezondheidsraad heeft geconstateerd dat de micronutriënten voorziening van de Nederlandse bevolking tussen 1987 en 1997 is gedaald; dit geldt met name voor vitamine A, D, E, bètacaro-teen en foliumzuur.4,52 Zestig tot tachtig procent van de volwassen bevolking heeft een inadequate foliumzuurstatus.53

    • Uit de Voedselconsumptiepeiling onder jong-volwassenen tussen 19 en 30 jaar (VCP-2003) komt naar voren dat mannen gemiddeld een te lage foliumzuur- en vitamine E-inname hebben, vrouwen een te lage inname van ijzer, calcium, selenium, zink, vitamine B1, foliumzuur en vita-mine E.54

    • Vrouwen hebben gemiddeld een te lage jodium-inname (aanbevolen hoeveelheid 150-300 mcg per dag); 4-14% van de volwassen vrouwen en 5 tot 17% van de volwassen mannen heeft een jodiuminname lager dan 100 mcg/d.55

    • Nederlandse vrouwen hebben gemiddeld een te lage vitamine B6-inname (adequate inname 20 mcg/d vitamine B6 per gram eiwit).56

    • Onderzoekers zijn van mening dat westerse voeding onvoldoende magnesium bevat voor een optimale magnesiumstatus die beschermt tegen onder meer cardiovasculaire aandoeningen en verminderde weerstand.57-59

    • Vitamine B12-tekort komt regelmatig voor bij vegetariërs, veganisten en ouderen.5,52

    • Europese ouderen hebben vaak een te lage in-name van vitamine D, calcium, foliumzuur en, jodium en kalium.60

    • Vitamine D-tekort komt veel vaker voor dan voor-heen werd aangenomen, vooral onder ouderen, mensen met een donkere huidskleur en mensen die veel tijd binnenshuis doorbrengen.5

    • Groenten en fruit zijn belangrijke bronnen van vitaminen, mineralen en voedingsvezels. De consumptie van groente en fruit ligt al jaren ver onder de aanbevolen hoeveelheden: gemid-

    deld eet de Nederlander onvoldoende groenten (120 gram per dag i.p.v. 200 gram) en fruit (100 i.p.v. 200 gram per dag).2,4 Minder dan 25% van de bevolking voldoet aan de aanbevelingen ten aanzien van groenten, fruit en voedingsvezel.2

    ZwangerschapDe voeding van zwangere vrouwen is vrijwel ver-gelijkbaar met die van niet-zwangere vrouwen van dezelfde leeftijd, terwijl zij juist een hogere behoefte aan voedingsstoffen hebben.61 Bij zwangeren ligt naast foliumzuur ook de gemiddelde dagelijkse inname voor meerdere mineralen (ijzer, selenium, koper, jodium) en vitamines (A, B1, B6, D) onder de aanbeveling.61 Verschillende studies laten zien dat het gebruik van een multi voor zwangere vrouwen leidt tot significante gezondheidswinst voor moeder en kind. Voor de primaire preventie van aangeboren afwijkingen (zoals neuraalbuisdefecten) wordt aangeraden minimaal 4 weken voorafgaande aan de conceptie extra foliumzuur (400-800 mcg per dag) te slikken.62 Nog beter is het om in de periode rondom de conceptie een multi met 400 tot 800 mcg foliumzuur te gebruiken; een multi is namelijk nog effectiever in de preventie van neuraalbuis-defecten.63 Bovendien hebben Hongaarse studies aangetoond dat een multi ook andere congenitale afwijkingen kan voorkomen zoals congenitale car-diovasculaire afwijkingen, obstructieve defecten van de urinewegen, afwijkingen van de ledematen en congenitale pylorusstenose.63-64 Volgens de Hon-gaarse onderzoekers kan 27% van de aangeboren afwijkingen worden voorkomen als tijdig wordt gestart met het gebruik van een foliumzuur of een multi.65 Kinderen van diabetische moeders hebben meer kans op aangeboren afwijkingen, met name van het hart en centrale zenuwstelsel. Als vrouwen met diabetes in de periconceptie (1 maand voor tot 3 maanden na conceptie) een multi gebruiken, is de kans op deze aangeboren afwijkingen niet hoger dan bij niet-diabetische moeders.66

    Gebruik van een multi in de periconceptie verlaagt significant de kans op ernstige prematuriteit (vroeg-geboorte voor 34 weken zwangerschapsduur) of een erg laag geboortegewicht van het kind.67

    3

  • 6

    Ook is de kans op pre-eclampsie lager als vrouwen tijdig starten met het gebruik van een multi.68 Ook is het gebruik van multivitamines door de moeder tij-dens de zwangerschap geassocieerd met een lager risico op kanker (hersentumoren, neuroblastoom, leukemie) bij kinderen.69

    Multisupplement waardevolle aanvullingDe acceptatie van multisupplementen is toegeno-men. In de recente kabinetsnota ‘Gezonde voeding, van begin tot eind’ is te lezen dat voedingssup-plementen een waardevolle aanvulling kunnen zijn voor bepaalde groepen personen die moeite hebben om voldoende vitamines en mineralen te consume-ren.4 Hierbij valt te denken aan kinderen, ouderen, zieken, vrouwen die zwanger willen worden of zwanger zijn en vrouwen die borstvoeding geven.4 Ouderen hebben een lagere energiebehoefte terwijl de micronutriëntenbehoefte gelijk blijft of iets toe-neemt; doordat ouderen minder gaan eten, neemt de kans op (sub)klinische tekorten van vitamines en mineralen toe.2,36 Ziekte en langdurig medicijn-gebruik kan de status van micronutriënten negatief beïnvloeden en de behoefte aan bepaalde vitamines en mineralen verhogen. Andere risicogroepen voor tekorten zijn veganisten, macrobioten en andere personen die weinig producten van dierlijke oor-sprong eten, mensen die een caloriebeperkt dieet volgen, alcoholisten, mensen met overgewicht of obesitas, sporters, mensen met een voedselallergie (door het mijden van voedingsmiddelen) en al die mensen die de aanbevelingen gezonde voeding aan hun laars lappen.2,5,29

    Multisupplement op maatBij het samenstellen van een multisupplement wordt rekening gehouden met de specifieke nu-triëntenbehoefte van de doelgroep zoals mannen, vrouwen in de (peri)menopauze, zwangere vrouwen en ouderen. Naast vitamines en mineralen kunnen kruiden en bioactieve stoffen aan de formule wor-den toegevoegd om de gezondheid van de doelgroep gericht te ondersteunen.9,29 Mannen van middelbare leeftijd hebben baat bij ingrediënten die helpen de prostaat gezond te houden (lycopeen, fytosterolen, Pygeum africanumextract, Zaagpalmbladextract,

    Brandnetelextract). Vrouwen van middelbare leeftijd zijn geïnteresseerd in ingrediënten die hen helpen goed door de overgang te komen (Dong quai-, Ginseng-, Zilverkaars- en Monnikspeperextract, so-jaisoflavonen). Ouderen profiteren van ingrediënten die de vitaliteit van organen en weefsels (hart- en bloedvaten, hersenen, bewegingsapparaat) onder-steunen (Ginkgo biloba-extract, Ginsengextract, druivenpitextract, groene thee-extract, luteïne).

    Daarnaast bestaat de mogelijkheid bepaalde nutri-enten uit de formule weg te laten of in dosering aan te passen. Veel multisupplementen bevatten ijzer in een dosis die te hoog is voor mannen en niet-men-struerende vrouwen, gezien de hoge prevalentie van het gen voor hemochromatose (ijzerstapeling).9,29

    Multisupplementen zijn niet primair bedoeld om ernstige tekorten op te heffen of een medische conditie te behandelen. Ze zijn ontwikkeld als algemene aanvulling op de voeding om tekorten te voorkomen, de voedingsstatus te verbeteren en zo lang mogelijk gezond te blijven.5,9 Multi’s die vitamines en mineralen in hoeveelheden rond de ADH bevatten, zijn vooral bedoeld om tekorten te voorkomen; multi’s met hogere hoeveelheden dan de ADH (uiteraard binnen de veiligheidsmarges) dragen in grotere mate bij aan een optimale status van micronutriënten en de preventie van chronische ziekten.

    Gezonde en gevarieerde voeding Bij een lage of suboptimale inname van vitamines en mineralen is het natuurlijk belangrijk om te kijken op welke manier de voedingsgewoonten verbeterd kunnen worden. Voeding bevat honderden, zo niet duizenden componenten die biologisch actief zijn, waaronder carotenoïden, glucosinolaten, planten-sterolen en flavonoïden.9,29 Een multisupplement kan daarom nooit een gezonde, gevarieerde voeding vervangen.

    REFERENTIES1. Meijers JM, Schols JM, van Bokhorst-de van der Schueren MA et al. Mal-

    nutrition prevalence in The Netherlands: results of the Annual Dutch Natio-nal Prevalence Measurement of Care Problems. Br J Nutr. 2008 Jun 5:1-7. doi:10.1017/S0007114508998317

    2. Kreijl CF, Knaap AGAC, Busch MCM et al. Ons eten gemeten – Gezonde voe-ding en veilig voedsel in Nederland. RIVM Rapport 270555007; http://www.rivm.nl/bibliotheek/rapporten/270555007.html

    3. voedingscentrum.nl/EtenEnGezondheid/Voedingstoffen/vitamines+en+ mi-neralen/

    4. Kabinetsnota ‘Gezonde voeding, van begin tot eind’. Kamerstuk 4 juli 2008. http://www.minvws.nl/kamerstukken/vgp/2008/voedingsnota.asp

    5. Fairfield KM, Fletcher RH. Vitamins for chronic disease prevention in adults: scientific review. JAMA. 2002;287(23):3116-26.

    6. Prasad AS, Beck FW, Bao B et al. Zinc supplementation decreases inciden-ce of infections in the elderly: effect of zinc on generation of cytokines and oxidative stress. Am J Clin Nutr. 2007;85(3):837-44.

    7. Des Roches A, Paradis L, Paradis J et al. Food allergy as a new risk factor for scurvy. Allergy. 2006;61(12):1487-8.

    8. Wielders JP, van Dormaël PD, Eskes PF et al. Ernstige vitamine D-deficiën-tie bij ruim de helft van de niet-westerse allochtone zwangeren en hun pas-geborenen. Ned Tijdschr Geneeskd. 2006;150:495-9.

    9. Fletcher RH, Fairfield KM. Vitamins for chronic disease prevention in adults: clinical applications. JAMA. 2002;287(23):3127-9.

    10. Naurath HJ, Joosten E, Riezler R et al. Effects of vitamin B12, folate, and vi-tamin B6 supplements in elderly people with normal serum vitamin concen-trations. Lancet. 1995;346:85-89.

    11. High KP. Micronutrient supplementation and immune function in the elder-ly. Clin Infect Dis. 1999;28:717-22.

    12. Nurk E, Refsum H, Tell GS et al. Plasma total homocysteine and memory in the elderly: the Hordaland Homocysteine Study. Ann Neurol. 2005;58(6):847-57.

    13. de Lau LM, Refsum H, Smith AD et al. Plasma folate concentration and cog-nitive performance: Rotterdam Scan Study. Am J Clin Nutr. 2007;86(3):728-34.

    14. Benton D, Donohoe RT. The effects of nutrients on mood. Public Health Nutr. 1999;2(3A):403-9.

    15. Major GC, Doucet E, Jacqmain M et al. Multivitamin and dietary supple-ments, body weight and appetite: results from a cross-sectional and a ran-domised double-blind placebo-controlled study. Br J Nutr. 2008;99(5):1157-67.

    16. Lotfi A, Abdel-Nasser AM, Hamdy A et al. Hypovitaminosis D in female pa-tients with chronic low back pain. Clin Rheumatol. 2007;26(11):1895-901.

    17. Mazur A, Maier JA, Rock E et al. Magnesium and the inflammatory res-ponse: potential physiopathological implications. Arch Biochem Biophys. 2007;458(1):48-56.

    18. Maret W, Sandstead HH. Zinc requirements and the risks and benefits of zinc supplementation. J Trace Elem Med Biol. 2006;20(1):3-18.

    19. Hawkes WC en Hornbostel L. Effects of dietary selenium on mood in he-althy men living in a metabolic research unit. Biological-Psychiatry. 1996;39(2):121-128.

    20. Benton D, Haller J, Fordy J. Vitamin supplementation for 1 year improves mood. Neuropsychobiology. 1995;32(2):98-105.

    21. Eikelboom JW, Lonn E, Genest J Jr et al. Homocyst(e)ine and cardiovascu-lar disease: a critical review of the epidemiologic evidence. Ann Intern Med. 1999;131:363-375.

    22. Kim YI. Folate and cancer prevention: a new medical application of fola-te beyond hyperhomocysteinemia and neural tube defects. Nutr Rev. 1999;57:314-321.

    23. Giovannucci E, Rimm EB, Ascherio A et al. Alcohol, low-methionine–low-fo-late diets, and risk of colon cancer in men. J Natl Cancer Inst. 1995;87:265-273.

    24. Giovannucci E, Stampfer MJ, Colditz GA et al. Multivitamin use, folate, and colon cancer in women in the Nurses’ Health Study. Ann Intern Med. 1998;129:517-524.

    25. Sellers TA, Kushi LH, Cerhan JR et al. Dietary folate intake, alcohol, and risk of breast cancer in a prospective study of postmenopausal women. Epide-miology. 2001;12:420-428.

    26. Stampfer MJ, Hennekens CH, Manson JE, Colditz GA, Rosner B, Willett WC. Vitamin E consumption and the risk of coronary disease in women. N Engl J Med. 1993;328:1444-1449.

    27. The effect of vitamin E and beta carotene on the incidence of lung cancer and other cancers in male smokers: the Alpha-Tocopherol Beta Carotene Cancer Prevention Study Group. N Engl J Med. 1994;330:1029-1035.

    28. Giovannucci E, Ascherio A, Rimm EB et al. Intake of carotenoids and reti-nol in relation to risk of prostate cancer. J Natl Cancer Inst. 1995;87:1767-1776.

    29. Ames BN. Supplements and tuning up metabolism. J Nutr. 2004;134(11): 3164S-3168S.

    30. Duthie SJ, Whalley LJ, Collins AR et al. Homocysteine, B vitamin status, and cognitive function in the elderly. Am J Clin Nutr. 2002;75:908–913.

    31. Kessler H, Bleich S, Falkai P et al. Homocysteine and dementia. Fortschr Neurol Psychiatr. 2003;71:150-156

    32. Dobnig H, Pilz S, Scharnagl H et al. Independent association of low serum 25-hydroxyvitamin d and 1,25-dihydroxyvitamin d levels with all-cause and cardiovascular mortality. Arch Intern Med. 2008;168(12):1340-9.

    33. Bischoff-Ferrari HA, Willett WC, Wong JB et al. Fracture prevention with vi-tamin D supplementation: a meta-analysis of randomized controlled trials. JAMA. 2005;293(18):2257-2264.

    34. Larsson SC, Wolk A. Magnesium intake and risk of type 2 diabetes: a meta-analysis. J Intern Med. 2007;262(2):208-14.

    35. Akbaraly NT, Arnaud J, Hininger-Favier I et al. Selenium and mortality in the elderly: results from the EVA study. Clin Chem. 2005;51(11):2117-23.

    36. Ames BN. A role for supplements in optimizing health: the metabolic tune-up. Arch Biochem Biophys. 2004;423(1):227-34.

    37. Dangour AD, Breeze E, Clarke R et al. Plasma homocysteine, but not folate or vitamin B-12, predicts mortality in older people in the United Kingdom. J Nutr. 2008;138(6):1121-8.

    38. Durga J, van Boxtel MP, Schouten EG et al. Effect of 3-year folic acid supple-mentation on cognitive function in older adults in the FACIT trial: a rando-mised, double blind, controlled trial. Lancet. 2007;369(9557):208-16.

    39. Norman AW, Bouillon R, Whiting SJ et al. 13th Workshop Consensus for Vi-tamin D Nutritional Guidelines. J Steroid Biochem Mol Biol. 2007; 103(3-5):204-205.

    40. Dawson-Hughes B et al. Estimates of optimal vitamin D status. Osteoporos Int. 2005;16(7):713-6.

    41. Hart W. Aanbevelingen voor calcium en vitamine D in het rapport ‘Voedings-normen’ van de Gezondheidsraad. Ned Tijdschr Geneeskd 2000;144(42):1991-1994.

    42. Ames BN, Atamna H, Killilea DW. Mineral and vitamin deficiencies can acce-lerate the mitochondrial decay of aging. Mol Aspects Med. 2005;26(4-5):363-78.

    43. Beard JL. Iron deficiency and neural development: an update. Arch. Latino-am. Nutr. 1999;49(3S2):34S-39S.

    44. Church TS, Earnest CP, Wood KA et al. Reduction of C-reactive protein le-vels through use of a multivitamin. Am J Med. 2003;115(9):702-7.

    45. Gann PH, Ma J, Giovannucci E, et al. Lower prostate cancer risk in men with elevated plasma lycopene levels: results of a prospective analysis. Cancer Res. 1999;59:1225-1230.

    46. Hsing AW, Comstock GW, Abbey H et al. Serologic precursors of cancer: re-tinol, carotenoids, and tocopherol and risk of prostate cancer. J Natl Cancer Inst. 1990;82:941-946.

    47. http://www.qlif.org/qlifnews/april05/con2.html#Anchor-Historica-3609548. http://www.qlif.org/qlifnews/april05/con2.html#Anchor-Healthie-50241.

    Worthington V. Nutritional quality of organic versus conventional fruits, ve-getables, and grains. J Altern Complement Med. 2001;7(2):161-73.

    50. http://www.qlif.org/qlifnews/april05/con2.html#Anchor-Healthie-2000251. Williams PG. Vitamin retention in cook/chill and cook/hot-hold hospital

    food-services. J Am Diet Assoc. 1996;96:490-498.52. Zo eet Nederland: resultaten van de voedselconsumptiepeiling 1997-1998.

    Den Haag: Voedingscentrum, 1998.53. Brussaard JH, Löwik MR, van den Berg H et al. Folate intake and status

    among adults in the Netherlands. Eur J Clin Nutr. 1997;51(S3):S46-50.54. Hulshof KF, Ocké MC, van Rossum CTM et al. Resultaten van de Voedselcon-

    sumptiepeiling 2003. RIVM-rapport nr. 350030002; TNO-rapport nr. V6000. RIVM, Bilthoven, 2004.

    55. Brussaard JH, Brants HA, Hulshof KF et al. Iodine intake and urinary excre-tion among adults in the Netherlands. Eur J Clin Nutr. 1997;51(S3):S59-62.

    56. Brants HA, Brussaard JH, Bouman M et al. Dietary intake among adults with special reference to vitamin B6. Eur J Clin Nutr. 1997;51(S3):S25-31.

    57. Rylander R. Environmental magnesium deficiency as a cardiovascular risk factor. J Cardiovasc Risk. 1996;3(1):4-10.

    58. Vormann J. Magnesium: nutrition and metabolism. Molecular Aspects of Medicine 2003:24:27-37.

    59. Feillet-Coudray C, Coudray C, Tressol JC et al. Exchangeable magnesium pool masses in healthy women: effects of magnesium supplementation. Am J Clin Nutr 2002;75:72-8.

    60. Fabian E, Elmadfa I. Nutritional situation of the elderly in the European Uni-on: data of the European Nutrition and Health Report (2004). Ann Nutr Me-tab. 2008;52(S1):57-

    61. http://www.rivm.nl/vtv/object_document/o1451n19088.html62. Wald NJ, Law MR, Morris JK et al. Quantifying the effect of folic acid. Lan-

    cet. 2001;358:2069-2073.63. Czeizel AE. The primary prevention of birth defects: Multivitamins or folic

    acid? Int J Med Sci. 2004;1(1):50-61.64. Goh YI, Bollano E, Einarson TR et al. Prenatal multivitamin supplementation

    and rates of congenital anomalies: a meta-analysis. J Obstet Gynaecol Can. 2006;28(8):680-9.

    65. Czeizel AE. Birth defects are preventable. Int J Med Sci. 2005;2(3):91-2.66. Correa A, Botto L, Liu Y et al. Do multivitamin supplements attenuate the

    risk for diabetes-associated birth defects? Pediatrics. 2003;111(5 Part 2):1146-51.

    67. Catov JM, Bodnar LM, Ness RB et al. Association of periconceptional mul-tivitamin use and risk of preterm or small-for-gestational-age births. Am J Epidemiol. 2007;166(3):296-303.

    68. Bodnar L, Tang G, Ness R, et al. Periconceptional multivitamin use reduces the risk of preeclampsia. Am J Epidemiol 2006;164:470–7.

    69. Goh YI, Bollano E, Einarson TR et al. Prenatal multivitamin supplementa-tion and rates of pediatric cancers: a meta-analysis. Clin Pharmacol Ther. 2007;81(5):685-91.

    De inname van macronutriënten is meestal (ruim) voldoende. In het Westen is overconsumptie van macronutriënten (in de verkeerde verhouding) juist een toenemend probleem. Het blijft opletten: (eiwit-energie)ondervoeding bij chronisch zieken en ouderen wordt nog te vaak niet onderkend. In Nederlandse ziekenhuizen is 24%, bij verpleging thuis 22% en in verpleeghuizen is 19% van de pa-tiënten ondervoed.1 Veel Nederlanders hebben een te lage inname van voedingsvezels en essentiële (omega-3) vetzuren; ook gebruikt slechts 5% van de mensen in Nederland een vetzuurpatroon zoals aanbevolen.2

    De inname van micronutriënten is vaak aan de magere kant.2-4 Oorzaken zijn onder meer een niet-optimale opslag, bewerking of bereiding van voedingsmiddelen en het gebruik van eenzijdige voeding, fastfood en kant-en-klaar producten met een lage voedingswaarde. Zeker als de behoefte aan microvoedingsstoffen is toegenomen - zoals bij zwangerschap of ziekte - is het lastig voldoende vitamines en mineralen uit voeding te halen. Steeds meer mensen gebruiken daarom een multisupple-ment als aanvulling op de voeding.

    De dagelijkse voeding dient voldoende macronutriënten (koolhydraten, eiwitten, vetten) en es-sentiële micronutriënten (vitamines, mineralen, spoorelementen) te bevatten om ons lichaam goed te laten functioneren. Deze voedingsstoffen zijn belangrijk voor de opbouw en reparatie van het lichaam, de energievoorziening en regulatie van fysiologische processen. Daarnaast

    bevat voeding talloze andere (bio-actieve) stoffen die een rol spelen bij de gezondheid.

    Multi supplementenMicronutriënten voor de gezondheid

    5

  • 6

    Ook is de kans op pre-eclampsie lager als vrouwen tijdig starten met het gebruik van een multi.68 Ook is het gebruik van multivitamines door de moeder tij-dens de zwangerschap geassocieerd met een lager risico op kanker (hersentumoren, neuroblastoom, leukemie) bij kinderen.69

    Multisupplement waardevolle aanvullingDe acceptatie van multisupplementen is toegeno-men. In de recente kabinetsnota ‘Gezonde voeding, van begin tot eind’ is te lezen dat voedingssup-plementen een waardevolle aanvulling kunnen zijn voor bepaalde groepen personen die moeite hebben om voldoende vitamines en mineralen te consume-ren.4 Hierbij valt te denken aan kinderen, ouderen, zieken, vrouwen die zwanger willen worden of zwanger zijn en vrouwen die borstvoeding geven.4 Ouderen hebben een lagere energiebehoefte terwijl de micronutriëntenbehoefte gelijk blijft of iets toe-neemt; doordat ouderen minder gaan eten, neemt de kans op (sub)klinische tekorten van vitamines en mineralen toe.2,36 Ziekte en langdurig medicijn-gebruik kan de status van micronutriënten negatief beïnvloeden en de behoefte aan bepaalde vitamines en mineralen verhogen. Andere risicogroepen voor tekorten zijn veganisten, macrobioten en andere personen die weinig producten van dierlijke oor-sprong eten, mensen die een caloriebeperkt dieet volgen, alcoholisten, mensen met overgewicht of obesitas, sporters, mensen met een voedselallergie (door het mijden van voedingsmiddelen) en al die mensen die de aanbevelingen gezonde voeding aan hun laars lappen.2,5,29

    Multisupplement op maatBij het samenstellen van een multisupplement wordt rekening gehouden met de specifieke nu-triëntenbehoefte van de doelgroep zoals mannen, vrouwen in de (peri)menopauze, zwangere vrouwen en ouderen. Naast vitamines en mineralen kunnen kruiden en bioactieve stoffen aan de formule wor-den toegevoegd om de gezondheid van de doelgroep gericht te ondersteunen.9,29 Mannen van middelbare leeftijd hebben baat bij ingrediënten die helpen de prostaat gezond te houden (lycopeen, fytosterolen, Pygeum africanumextract, Zaagpalmbladextract,

    Brandnetelextract). Vrouwen van middelbare leeftijd zijn geïnteresseerd in ingrediënten die hen helpen goed door de overgang te komen (Dong quai-, Ginseng-, Zilverkaars- en Monnikspeperextract, so-jaisoflavonen). Ouderen profiteren van ingrediënten die de vitaliteit van organen en weefsels (hart- en bloedvaten, hersenen, bewegingsapparaat) onder-steunen (Ginkgo biloba-extract, Ginsengextract, druivenpitextract, groene thee-extract, luteïne).

    Daarnaast bestaat de mogelijkheid bepaalde nutri-enten uit de formule weg te laten of in dosering aan te passen. Veel multisupplementen bevatten ijzer in een dosis die te hoog is voor mannen en niet-men-struerende vrouwen, gezien de hoge prevalentie van het gen voor hemochromatose (ijzerstapeling).9,29

    Multisupplementen zijn niet primair bedoeld om ernstige tekorten op te heffen of een medische conditie te behandelen. Ze zijn ontwikkeld als algemene aanvulling op de voeding om tekorten te voorkomen, de voedingsstatus te verbeteren en zo lang mogelijk gezond te blijven.5,9 Multi’s die vitamines en mineralen in hoeveelheden rond de ADH bevatten, zijn vooral bedoeld om tekorten te voorkomen; multi’s met hogere hoeveelheden dan de ADH (uiteraard binnen de veiligheidsmarges) dragen in grotere mate bij aan een optimale status van micronutriënten en de preventie van chronische ziekten.

    Gezonde en gevarieerde voeding Bij een lage of suboptimale inname van vitamines en mineralen is het natuurlijk belangrijk om te kijken op welke manier de voedingsgewoonten verbeterd kunnen worden. Voeding bevat honderden, zo niet duizenden componenten die biologisch actief zijn, waaronder carotenoïden, glucosinolaten, planten-sterolen en flavonoïden.9,29 Een multisupplement kan daarom nooit een gezonde, gevarieerde voeding vervangen.

    REFERENTIES1. Meijers JM, Schols JM, van Bokhorst-de van der Schueren MA et al. Mal-

    nutrition prevalence in The Netherlands: results of the Annual Dutch Natio-nal Prevalence Measurement of Care Problems. Br J Nutr. 2008 Jun 5:1-7. doi:10.1017/S0007114508998317

    2. Kreijl CF, Knaap AGAC, Busch MCM et al. Ons eten gemeten – Gezonde voe-ding en veilig voedsel in Nederland. RIVM Rapport 270555007; http://www.rivm.nl/bibliotheek/rapporten/270555007.html

    3. voedingscentrum.nl/EtenEnGezondheid/Voedingstoffen/vitamines+en+ mi-neralen/

    4. Kabinetsnota ‘Gezonde voeding, van begin tot eind’. Kamerstuk 4 juli 2008. http://www.minvws.nl/kamerstukken/vgp/2008/voedingsnota.asp

    5. Fairfield KM, Fletcher RH. Vitamins for chronic disease prevention in adults: scientific review. JAMA. 2002;287(23):3116-26.

    6. Prasad AS, Beck FW, Bao B et al. Zinc supplementation decreases inciden-ce of infections in the elderly: effect of zinc on generation of cytokines and oxidative stress. Am J Clin Nutr. 2007;85(3):837-44.

    7. Des Roches A, Paradis L, Paradis J et al. Food allergy as a new risk factor for scurvy. Allergy. 2006;61(12):1487-8.

    8. Wielders JP, van Dormaël PD, Eskes PF et al. Ernstige vitamine D-deficiën-tie bij ruim de helft van de niet-westerse allochtone zwangeren en hun pas-geborenen. Ned Tijdschr Geneeskd. 2006;150:495-9.

    9. Fletcher RH, Fairfield KM. Vitamins for chronic disease prevention in adults: clinical applications. JAMA. 2002;287(23):3127-9.

    10. Naurath HJ, Joosten E, Riezler R et al. Effects of vitamin B12, folate, and vi-tamin B6 supplements in elderly people with normal serum vitamin concen-trations. Lancet. 1995;346:85-89.

    11. High KP. Micronutrient supplementation and immune function in the elder-ly. Clin Infect Dis. 1999;28:717-22.

    12. Nurk E, Refsum H, Tell GS et al. Plasma total homocysteine and memory in the elderly: the Hordaland Homocysteine Study. Ann Neurol. 2005;58(6):847-57.

    13. de Lau LM, Refsum H, Smith AD et al. Plasma folate concentration and cog-nitive performance: Rotterdam Scan Study. Am J Clin Nutr. 2007;86(3):728-34.

    14. Benton D, Donohoe RT. The effects of nutrients on mood. Public Health Nutr. 1999;2(3A):403-9.

    15. Major GC, Doucet E, Jacqmain M et al. Multivitamin and dietary supple-ments, body weight and appetite: results from a cross-sectional and a ran-domised double-blind placebo-controlled study. Br J Nutr. 2008;99(5):1157-67.

    16. Lotfi A, Abdel-Nasser AM, Hamdy A et al. Hypovitaminosis D in female pa-tients with chronic low back pain. Clin Rheumatol. 2007;26(11):1895-901.

    17. Mazur A, Maier JA, Rock E et al. Magnesium and the inflammatory res-ponse: potential physiopathological implications. Arch Biochem Biophys. 2007;458(1):48-56.

    18. Maret W, Sandstead HH. Zinc requirements and the risks and benefits of zinc supplementation. J Trace Elem Med Biol. 2006;20(1):3-18.

    19. Hawkes WC en Hornbostel L. Effects of dietary selenium on mood in he-althy men living in a metabolic research unit. Biological-Psychiatry. 1996;39(2):121-128.

    20. Benton D, Haller J, Fordy J. Vitamin supplementation for 1 year improves mood. Neuropsychobiology. 1995;32(2):98-105.

    21. Eikelboom JW, Lonn E, Genest J Jr et al. Homocyst(e)ine and cardiovascu-lar disease: a critical review of the epidemiologic evidence. Ann Intern Med. 1999;131:363-375.

    22. Kim YI. Folate and cancer prevention: a new medical application of fola-te beyond hyperhomocysteinemia and neural tube defects. Nutr Rev. 1999;57:314-321.

    23. Giovannucci E, Rimm EB, Ascherio A et al. Alcohol, low-methionine–low-fo-late diets, and risk of colon cancer in men. J Natl Cancer Inst. 1995;87:265-273.

    24. Giovannucci E, Stampfer MJ, Colditz GA et al. Multivitamin use, folate, and colon cancer in women in the Nurses’ Health Study. Ann Intern Med. 1998;129:517-524.

    25. Sellers TA, Kushi LH, Cerhan JR et al. Dietary folate intake, alcohol, and risk of breast cancer in a prospective study of postmenopausal women. Epide-miology. 2001;12:420-428.

    26. Stampfer MJ, Hennekens CH, Manson JE, Colditz GA, Rosner B, Willett WC. Vitamin E consumption and the risk of coronary disease in women. N Engl J Med. 1993;328:1444-1449.

    27. The effect of vitamin E and beta carotene on the incidence of lung cancer and other cancers in male smokers: the Alpha-Tocopherol Beta Carotene Cancer Prevention Study Group. N Engl J Med. 1994;330:1029-1035.

    28. Giovannucci E, Ascherio A, Rimm EB et al. Intake of carotenoids and reti-nol in relation to risk of prostate cancer. J Natl Cancer Inst. 1995;87:1767-1776.

    29. Ames BN. Supplements and tuning up metabolism. J Nutr. 2004;134(11): 3164S-3168S.

    30. Duthie SJ, Whalley LJ, Collins AR et al. Homocysteine, B vitamin status, and cognitive function in the elderly. Am J Clin Nutr. 2002;75:908–913.

    31. Kessler H, Bleich S, Falkai P et al. Homocysteine and dementia. Fortschr Neurol Psychiatr. 2003;71:150-156

    32. Dobnig H, Pilz S, Scharnagl H et al. Independent association of low serum 25-hydroxyvitamin d and 1,25-dihydroxyvitamin d levels with all-cause and cardiovascular mortality. Arch Intern Med. 2008;168(12):1340-9.

    33. Bischoff-Ferrari HA, Willett WC, Wong JB et al. Fracture prevention with vi-tamin D supplementation: a meta-analysis of randomized controlled trials. JAMA. 2005;293(18):2257-2264.

    34. Larsson SC, Wolk A. Magnesium intake and risk of type 2 diabetes: a meta-analysis. J Intern Med. 2007;262(2):208-14.

    35. Akbaraly NT, Arnaud J, Hininger-Favier I et al. Selenium and mortality in the elderly: results from the EVA study. Clin Chem. 2005;51(11):2117-23.

    36. Ames BN. A role for supplements in optimizing health: the metabolic tune-up. Arch Biochem Biophys. 2004;423(1):227-34.

    37. Dangour AD, Breeze E, Clarke R et al. Plasma homocysteine, but not folate or vitamin B-12, predicts mortality in older people in the United Kingdom. J Nutr. 2008;138(6):1121-8.

    38. Durga J, van Boxtel MP, Schouten EG et al. Effect of 3-year folic acid supple-mentation on cognitive function in older adults in the FACIT trial: a rando-mised, double blind, controlled trial. Lancet. 2007;369(9557):208-16.

    39. Norman AW, Bouillon R, Whiting SJ et al. 13th Workshop Consensus for Vi-tamin D Nutritional Guidelines. J Steroid Biochem Mol Biol. 2007; 103(3-5):204-205.

    40. Dawson-Hughes B et al. Estimates of optimal vitamin D status. Osteoporos Int. 2005;16(7):713-6.

    41. Hart W. Aanbevelingen voor calcium en vitamine D in het rapport ‘Voedings-normen’ van de Gezondheidsraad. Ned Tijdschr Geneeskd 2000;144(42):1991-1994.

    42. Ames BN, Atamna H, Killilea DW. Mineral and vitamin deficiencies can acce-lerate the mitochondrial decay of aging. Mol Aspects Med. 2005;26(4-5):363-78.

    43. Beard JL. Iron deficiency and neural development: an update. Arch. Latino-am. Nutr. 1999;49(3S2):34S-39S.

    44. Church TS, Earnest CP, Wood KA et al. Reduction of C-reactive protein le-vels through use of a multivitamin. Am J Med. 2003;115(9):702-7.

    45. Gann PH, Ma J, Giovannucci E, et al. Lower prostate cancer risk in men with elevated plasma lycopene levels: results of a prospective analysis. Cancer Res. 1999;59:1225-1230.

    46. Hsing AW, Comstock GW, Abbey H et al. Serologic precursors of cancer: re-tinol, carotenoids, and tocopherol and risk of prostate cancer. J Natl Cancer Inst. 1990;82:941-946.

    47. http://www.qlif.org/qlifnews/april05/con2.html#Anchor-Historica-3609548. http://www.qlif.org/qlifnews/april05/con2.html#Anchor-Healthie-50241.

    Worthington V. Nutritional quality of organic versus conventional fruits, ve-getables, and grains. J Altern Complement Med. 2001;7(2):161-73.

    50. http://www.qlif.org/qlifnews/april05/con2.html#Anchor-Healthie-2000251. Williams PG. Vitamin retention in cook/chill and cook/hot-hold hospital

    food-services. J Am Diet Assoc. 1996;96:490-498.52. Zo eet Nederland: resultaten van de voedselconsumptiepeiling 1997-1998.

    Den Haag: Voedingscentrum, 1998.53. Brussaard JH, Löwik MR, van den Berg H et al. Folate intake and status

    among adults in the Netherlands. Eur J Clin Nutr. 1997;51(S3):S46-50.54. Hulshof KF, Ocké MC, van Rossum CTM et al. Resultaten van de Voedselcon-

    sumptiepeiling 2003. RIVM-rapport nr. 350030002; TNO-rapport nr. V6000. RIVM, Bilthoven, 2004.

    55. Brussaard JH, Brants HA, Hulshof KF et al. Iodine intake and urinary excre-tion among adults in the Netherlands. Eur J Clin Nutr. 1997;51(S3):S59-62.

    56. Brants HA, Brussaard JH, Bouman M et al. Dietary intake among adults with special reference to vitamin B6. Eur J Clin Nutr. 1997;51(S3):S25-31.

    57. Rylander R. Environmental magnesium deficiency as a cardiovascular risk factor. J Cardiovasc Risk. 1996;3(1):4-10.

    58. Vormann J. Magnesium: nutrition and metabolism. Molecular Aspects of Medicine 2003:24:27-37.

    59. Feillet-Coudray C, Coudray C, Tressol JC et al. Exchangeable magnesium pool masses in healthy women: effects of magnesium supplementation. Am J Clin Nutr 2002;75:72-8.

    60. Fabian E, Elmadfa I. Nutritional situation of the elderly in the European Uni-on: data of the European Nutrition and Health Report (2004). Ann Nutr Me-tab. 2008;52(S1):57-

    61. http://www.rivm.nl/vtv/object_document/o1451n19088.html62. Wald NJ, Law MR, Morris JK et al. Quantifying the effect of folic acid. Lan-

    cet. 2001;358:2069-2073.63. Czeizel AE. The primary prevention of birth defects: Multivitamins or folic

    acid? Int J Med Sci. 2004;1(1):50-61.64. Goh YI, Bollano E, Einarson TR et al. Prenatal multivitamin supplementation

    and rates of congenital anomalies: a meta-analysis. J Obstet Gynaecol Can. 2006;28(8):680-9.

    65. Czeizel AE. Birth defects are preventable. Int J Med Sci. 2005;2(3):91-2.66. Correa A, Botto L, Liu Y et al. Do multivitamin supplements attenuate the

    risk for diabetes-associated birth defects? Pediatrics. 2003;111(5 Part 2):1146-51.

    67. Catov JM, Bodnar LM, Ness RB et al. Association of periconceptional mul-tivitamin use and risk of preterm or small-for-gestational-age births. Am J Epidemiol. 2007;166(3):296-303.

    68. Bodnar L, Tang G, Ness R, et al. Periconceptional multivitamin use reduces the risk of preeclampsia. Am J Epidemiol 2006;164:470–7.

    69. Goh YI, Bollano E, Einarson TR et al. Prenatal multivitamin supplementa-tion and rates of pediatric cancers: a meta-analysis. Clin Pharmacol Ther. 2007;81(5):685-91.

    De inname van macronutriënten is meestal (ruim) voldoende. In het Westen is overconsumptie van macronutriënten (in de verkeerde verhouding) juist een toenemend probleem. Het blijft opletten: (eiwit-energie)ondervoeding bij chronisch zieken en ouderen wordt nog te vaak niet onderkend. In Nederlandse ziekenhuizen is 24%, bij verpleging thuis 22% en in verpleeghuizen is 19% van de pa-tiënten ondervoed.1 Veel Nederlanders hebben een te lage inname van voedingsvezels en essentiële (omega-3) vetzuren; ook gebruikt slechts 5% van de mensen in Nederland een vetzuurpatroon zoals aanbevolen.2

    De inname van micronutriënten is vaak aan de magere kant.2-4 Oorzaken zijn onder meer een niet-optimale opslag, bewerking of bereiding van voedingsmiddelen en het gebruik van eenzijdige voeding, fastfood en kant-en-klaar producten met een lage voedingswaarde. Zeker als de behoefte aan microvoedingsstoffen is toegenomen - zoals bij zwangerschap of ziekte - is het lastig voldoende vitamines en mineralen uit voeding te halen. Steeds meer mensen gebruiken daarom een multisupple-ment als aanvulling op de voeding.

    De dagelijkse voeding dient voldoende macronutriënten (koolhydraten, eiwitten, vetten) en es-sentiële micronutriënten (vitamines, mineralen, spoorelementen) te bevatten om ons lichaam goed te laten functioneren. Deze voedingsstoffen zijn belangrijk voor de opbouw en reparatie van het lichaam, de energievoorziening en regulatie van fysiologische processen. Daarnaast

    bevat voeding talloze andere (bio-actieve) stoffen die een rol spelen bij de gezondheid.

    Multi supplementenMicronutriënten voor de gezondheid

    5