PO zouten

Door:

1

InhoudsopgaveInleiding..................................................................................................................................................3

Proef 1....................................................................................................................................................4

Opgave...............................................................................................................................................4

Hypothese..........................................................................................................................................4

Methode, Resultaten en Conclusie....................................................................................................4

Nikkelcarbonaat.............................................................................................................................4

IJzer (III)chloraat.............................................................................................................................4

Looddichromaat.............................................................................................................................4

Proef 2....................................................................................................................................................5

Opgave...............................................................................................................................................5

Methode.............................................................................................................................................5

Resultaten..........................................................................................................................................5

Proef 3....................................................................................................................................................6

Opgave...............................................................................................................................................6

Methode.............................................................................................................................................6

Resultaten en Conclusie.....................................................................................................................6

Proef 4....................................................................................................................................................7

Opgave...............................................................................................................................................7

Hypothese..........................................................................................................................................7

Methode, Resultaten en Conclusie.....................................................................................................7

2

Inleiding

Een aantal week geleden kregen we een practicum over zouten. Voor dit practicum kregen we twee uur de tijd om de experimenten uit te voeren. Aan de hand van de proeven moesten we een verslag waar de resultaten, de werkwijze en de conclusie in stonden. Onder de experimenten mochten we ook foto’s maken om die te gebruiken in je verslag.

3

Proef 1Opgave

Proef 1: (on)oplosbaar?

In deze proef ga je onderzoeken of de genoemde zouten goed of slecht oplosbar zijn in water.

1. Nikkelcarbonaat 2. IJzer (III)chloraat 3. Looddichromaat

Methode, Resultaten en Conclusie

NikkelcarbonaatDoor een Natriumcarbonaat oplossing aan een Nikkelnitraatoplossing toe te voegen krijg je Nikkelcarbonaat. Nadat deze twee stoffen bij elkaar zijn gedaan wordt de inhoud van het buisje troebel wat aangeeft dat Nikkelcarbonaat slecht oplosbaar is in water.

Ni (aq)+ CO₃ (aq) NiCO₃ (s)

IJzer (III)chloraatDoor een IJzer(III)nitraat oplossing en een Kaliumchloraat oplossing bij elkaar te doen krijg je IJzer(III)chloraat.Nadat deze twee stoffen bij elkaar zijn gedaan wordt de inhoud van het buisje helder geel.Dit geeft aan dat IJzer(III)chloraat goed oplosbaar is in water.

Fe (aq) + CLO₃ (aq) FeCLO₃ (s)

LooddichromaatDoor een Loodnitraat oplossing en een Kaliumdichromaat bij elkaar te doen krijg je Looddichromaat.Nadat deze twee stoffen bij elkaar zijn gedaan wordt de inhoud van het buisje troebel geel.Dit geeft aan dat Looddichromaat slecht oplosbaar is in water.

Pb (aq)+ Cr₂O₇ (aq) PbCr₂O₇ (s)

4

Foto 3

Foto 2

Foto 1

Proef 2Opgave

Proef 2: Onderzoek naar overmaat.

Maak een oplossing van Kobaltnitraat en een oplossing van natriumfosfaat. Voeg de oplossingen bij elkaarOnderzoek vervolgens welke van de twee genoemde stoffen je in overmaat gebruikt hebt.

MethodeWe voegen een oplossing van Kobaltnitraat en een oplossing van Natriumfosfaat bij elkaar, en filtreren het dan. Dat wat achterblijft is in overmaat toegevoegd.

ResultatenKobaltnitraat Co(NO₃)₂ + Natriumfosfaat (Na)₃PO₄ 2Co + 2(PO₄) Co₃(PO₄)₂

filtreren (zie Foto 5)

Co₃(PO₄)₂ word vaste stof, en blijft dus in het filter achter, en is dus in overmaat toegevoegd.

5

Foto 5

Foto 4

Proef 3Opgave

Proef 3: Tribune ionen in actie .

Het zout natriumnitraat is niet op school aanwezig.In deze proef moet je het zout natriumnitraat in vaste vorm maken.

MethodeDoor een oplossing van Natriumsulfaat bij een oplossing van Loodnitraat te voegen word de inhoud van het buisje troebel. Deze oplossing word gefiltreerd waardoor Loodsulfaat achter blijft en de vloeistof waar Natrium en het nitraat inzit wordt opgevangen in een reageerbuisje onder de filter. Deze vloeistof word daarna ingedampt.

Resultaten en ConclusieNa het indampen blijf er Natriumnitraat achter in het

indampschaaltje.

Na (aq) + NO₃ NaNO₃

6

Foto 6

7

Foto 7

Proef 4OpgaveProef 4: Welk zout is het?

Je krijgt bij deze proef een potje met daarin een vast zout.Onderzoek welk zout in het potje zit. Noteer in je verslag het nummer van het buisje.Het buisje bevat één van de volgende zouten:

Natriumcarbonaat Bariumnitraat NatriumchlorideKaliumnitraat Bariumchloride MagnesiumsulfaatNatriumsulfaat Loodnitraat Magnesiumchloride

HypotheseBij deze proef zijn er geen verwachtingen.

Methode, Resultaten en ConclusieWe hebben potje 5 gepakt

1. De eerste stap is om Natriumfosfaat(NaPO₄) aan de oplossing toe te voegen. De inhoud van het buisje werd troebel dus, alleen magnesium Lood en Barium blijft over omdat Kalium en Natrium bij alles goed oplosbaar is (Foto 8)

2. Daarna word en Kaliumjodide bij de oplossing gedaan omdat dat slecht reageert met Lood. De inhoud blijft helder dus valt Lood ook af (Foto 9)

3. Als derde stap moet je er natriumsulfaat(NaSo₄) bij de oplossing voegen omdat deze stof slecht oplost met Barium. De inhoud van het buisje blijft helder en valt Barium dus ook af. (foto 10)

4. Als laatste stap om te kijken of het magnesiumsulfaat of magnesiumchloride is moet je Bariumnitraat(BaNO₃) bij de oplossing voegen omdat Barium slecht oplost met sulfaat. De inhoud van het buisje blijf weer helder en dus valt Magnesiumsulfaat ook nog af. (foto 11)

In het potje wat wij hadden zat dus Magnesiumchloride (MgCL)

8

Foto 8 Foto 9 Foto 10 Foto 11