meander 2016 nr 3 juli augustus september

32
Driemaandelijks magazine van Natuurpunt - regio Meanderland - Afdelingen Netebronnen, Balen-Nete, Geel-Meerhout en Ham Afgiftekantoor: Geel 1 - P209043 • v.u. An Gijs - Weidestraat 11 2490 Balen Belgie -Belgique P.B.-2440 Geel 1 BC1323 MEANDER 2016 Juli | Augustus | September • Jaargang 15 nr. 3

Upload: meanderlander-meanderlander

Post on 04-Aug-2016

230 views

Category:

Documents


6 download

DESCRIPTION

Magazine van Natuurpunt regio Meanderland, afdelingen Netebronnen-Mol, Balen-Nete, Geel-Meerhout en Ham . Een tijdschrift boordevol schitterend beeld en interessante weetjes over de natuur in je buurt.

TRANSCRIPT

Page 1: Meander 2016 nr 3 juli augustus september

Driemaandelijks magazine van Natuurpunt - regio Meanderland - Afdelingen Netebronnen, Balen-Nete, Geel-Meerhout en HamAfgiftekantoor: Geel 1 - P209043 • v.u. An Gijs - Weidestraat 11 2490 Balen

Belgie -BelgiqueP.B.-2440 Geel 1

BC1323

MEANDER2016 Juli | Augustus | September • Jaargang 15 nr. 3

Page 2: Meander 2016 nr 3 juli augustus september

Meander 32 |

NatuurpuntNatuurpunt, vereniging voor natuur en landschap in Vlaanderen, telt meer dan 97.000 gezinnen als lid. De vereniging stelt zich tot doel om de natuur te beschermen door aankoop en beheer van natuurgebieden en door beïnvloeding van het overheidsbeleid inzake natuurbehoud en ruimtelijke ordening. Natuurpunt beheert 22.000 hectare natuurgebied in 500 verschillende natuurgebieden. Daarnaast wil de vereniging ook een voortrekkersrol vervullen op het vlak van natuurstudie en natuur- en milieueducatie.

Lid wordenDoor overschrijving van 27 euro op rekening BE17 2300 0442 3321 met vermelding ‘nieuw lid’. Als lid ontvangt u automatisch het nationaal con-tactblad ‘Natuur.blad’. Extra abonnementen: Natuur.focus (natuurstudie en –beheer) 11 euro en Natuur.oriolus (vogelstudie) 10 euro. Beide extra abonnementen samen 17 euro.

MeanderMeander is het gratis driemaandelijks contactblad voor de leden van Natuurpunt in de afdelingen Balen-Nete, Geel-Meerhout, Ham en Nete-bronnen (Dessel-Mol). Andere geïnteresseerden kunnen een jaarabon-nement op Meander nemen door overschrijving van 8 euro op rekening BE31 0015 6350 0055 van Meander.De Meander is gratis te raadplegen op www.issuu.com/meanderland Oplage: 2.250 exemplaren.

RedactieAn Gijs, Jef Sas, Frans Emmerechts, Jeannine Simonis, Marc Verachtert, Jan De Schepper, Tom Schildermans, Jan Albrecht, Rudi Rademaekers, Arne Vermeulen.

ContactFrans Emmerechts, [email protected].

Met dank aan onze fotografenFrans Emmerechts, Jos Ghoos, Mirella Bruynseels, Karin van Gool, Erik Ducastel, René Ducastel, Jan Albrecht, Marc Boeckmans, An Dierckx, Carina Van Steenwinkel, Jeannine Simonis, Pieterjan Vervecken, Kate, Paul Wouters en Marianne Horemans, Paul Hendig, Paul Helsen.

Coverfoto’s: Ondergelopen pad door het broekbos in De Rammelaars, wateraardbei © Jan Albrecht, vlinder landkaartje voorjaarsvorm © Pieterjan Vervecken, noordse witsnuitlibel © René Ducastel + Mirella Bruynseels, lentevuurspin © Paul Wouters en Marianne Horemans, oranje luzernevlinder © Pieterjan Vervecken, vechtende rammelaars © Jos Ghoos.

Op alle foto’s rusten auteursrechten. Voor de gegevens van de fotografen kunt u contact opnemen met de redactie.

Lay-out MeanderArne Vermeulen en Jan Albrecht.

Deadline teksten volgende MeanderMaandag 25 juli 2016. Verschijnt eind september 2016. Inlichtingen voor het leveren van tekst en beeld: [email protected].

GiftenGiften voor de aankoop van natuurgebieden in de regio Meanderland zijn welkom op rekening BE56 2930 2120 7588 van Natuurpunt Beheer met vermelding van de naam en het nummer van het project dat je wenst te steunen:

3770 – Grote Netewoud7709 – De Maat (Mol)7067 – Zammelsbroek (Geel)7088 – Neerhelst (Geel)7118 – Griesbroek (Balen)7725 – Buitengoor en Vleminksloop (Mol)7734 – De Vennen (Balen)7736 – Malesbroek (Geel/Meerhout)7739 – Molse Nete (Balen/Mol)7763 – Belsbroek-De Vloyen (Geel/Meerhout)7769 – Breeven (Geel)7779 – Scheppelijke Nete (Mol/Balen)7783 – Selguis (Geel)7784 – De Bleken (Mol)8810 – De Rammelaars (Ham)8874 – Veldhovenheide (Ham)

Contactpersonen afdelingsbesturen

Afdeling NetebronnenContact: Jef Sas, [email protected]/natuurpunt-netebronnen

Afdeling Balen-NeteContact: Tom Schildermans, [email protected]

Afdeling Geel-MeerhoutContact: Marc Verachtert, [email protected] www.natuurpuntgeelmeerhout.be

Afdeling HamContact: Frans Hoes, [email protected]

Colofon

Zomerwandeling door begrazingsblok © Frans Emmerechts

Page 3: Meander 2016 nr 3 juli augustus september

juli - september 2016 | 3

Voorwoord Allesgaat z’n gangetje

Griesbroek © Frans Emmerechts

De merel is gestart met de bouw van een nest ter hoogte van mijn bureauvenster. Vol verwachting sla ik hem gade bij het voltooien van zijn bouwwerk. Dacht dat er steeds kleiner

werd gebouwd omwille van de overbevolking, maar daar doet de merel blijkbaar nog niet aan mee.

De merel is gestart met de bouw van een

nest ter hoogte van mijn bureauvenster.

Vol verwachting sla ik hem gade bij het

voltooien van zijn bouwwerk. Dacht dat

er steeds kleiner werd gebouwd omwille

van de overbevolking, maar daar doet de

merel blijkbaar nog niet aan mee.

De schoondochter van mijn zus verwacht

haar eerste kindje, bij mijn zus wordt dat

het eerste kleinkind en bij mijn 90-jarige

moeder het eerste achterkleinkind. Allen

kijken we uit naar de geboortedag die

steeds dichterbij komt en ondanks de sta-

tistieken is het de natuur die zal bepalen

wanneer juist.

De merel is klaar en legt zijn eerste ei. Dat

had de overbuurman, die enkele etages

hoger woont, goed gezien. Daar komt hij

reeds op visite en brengt een hongertje

mee. Met lede ogen moet de merel toe-

zien hoe zijn eerste ei verorberd wordt

door de ekster die niet langer meer kon

wachten. Klop op het raam, storm naar

buiten, maar te laat… ook hier bepaalt de

natuur wat er zal gebeuren.

Het is een jongen geworden. Iedereen blij

en de moeder heeft ook de natuur zijn

gang moeten laten gaan. Dat was meer

dan 30 uur weeën doorstaan en op het

laatste moment nog in het moederhuis

bevallen i.p.v. thuis zoals gepland.

De vijvers waar we zo naar uitkeken

hebben we ondertussen, en grootse in-

richtingsplannen zijn gemaakt. Maar hier

heeft de mens beslist dat alles niet loopt

zoals gepland. Verontreiniging alom.

De merel heeft het nest moeten opgeven

maar gaf de moed niet op en heeft een

nieuw broedsel in de tuin. Zal de ekster

op haar honger blijven zitten of ditmaal

trachten de jongen te verorberen? Ik gun

de merel zijn nageslacht want zou niet

graag zonder zijn mooie verschijning en

zang vallen.

Vandaag gaan we op het terrein en zul-

len zien wat de mogelijkheden zijn in het

Griesbroek. Ook wij geven niet op.

Yes! De eerste gierzwaluw? Ren naar bui-

ten en zoek de hemel af. Twijfel? Wishful

thinking.

Blijf hoopvol uitkijken naar hun uitvlie-

gende jongen en zal ook weer moeten

vaststellen dat niet alle de terugtocht

kunnen aanvatten.

Ook de ekster hoopt op meer geluk dan

vorig jaar want toen waaide haar nest

met jongen uit de boom.

Het is en blijft ongelooflijk hoe sterk

en zelfregelend de natuur is. Laten we

nu net allemaal deel uitmaken van die

natuur.Luc De Groof

Natuurpunt Balen-Nete

Page 4: Meander 2016 nr 3 juli augustus september

Meander 34 |

DE RAMMELAARSI n het westen van de Limburgse gemeente Ham, in het

gehucht Gerhoeven, ligt een zogenaamd coulissenlandschap, het gaaf kleinschalig cultuurlandschap De Rammelaars. Ten

noorden van de Luikse Beek in Olmen, zou je het gebied eerder als een landschap met broekbossen kunnen omschrijven. Een klein gedeelte van De Rammelaars ligt ook in Meerhout..

Natuurreservaat en ankerplaatsJe treft er percelen aan met zeggenrijke

elzenbroekbossen (lokaal met veenmos-

sen) en berk. Je kan er nog geoorde wil-

gen vinden en een eenzame zachte berk.

Vochtige, al dan niet verruigde hooilanden

vormen open gedeelten binnen het bo-

scomplex. Tussen de vele open percelen

staan houtkanten van es, wilg en els waar-

in kamperfoelie omhoog slingert (‘coulis-

sen’). Op het gewestplan werd De Ramme-

laars in 1979 aangeduid als natuurgebied.

Hierdoor gesterkt gingen lokale natuur-

liefhebbers zich verenigen met het doel er

gronden aan te kopen en er een educatief

centrum uit te bouwen. In 1982 richtten ze

de ‘Hamse natuurvrienden De Nachtzwa-

luw’ op. Om zich educatief te vervolmaken

volgden ze een cursus natuurgids bij het

CVN en om gronden te kopen klopten ze

aan bij Natuurreservaten. In 1984 en 1985

kochten ze hun eerste 7 ha aan in het ge-

bied: verlaten hooilanden met veel wilde

bloemen en met broekbos van zwarte els.

De nodige financiën kwamen binnen via

giften (van het Wereldnatuurfonds, van

sympathiserende bedrijven en Hamme-

naars), via de jarenlang ingerichte ‘Natuur-

dag’ aan de oude pastorij in Oostham en

via het prijzengeld dat ze verdienden door

tweemaal deel te nemen aan de populaire

Wies Andersen Show op TV. Om de fauna,

de flora en het landschap te beschermen

werd De Rammelaars in 1988 door de

overheid erkend als natuurreservaat. De

gemeente Ham ging dan helpen bij de

aankoop van gronden en subsidieerde

in de jaren 1990 ook de oprichting van

Natuurhuis Den Haas, dat als educatief

centrum bekend werd in de wijde omge-

ving. In de Landschapsatlas 2001 werd

het gebied aangeduid als ankerplaats.

Ankerplaatsen zijn vanuit een erfgoed-

perspectief de meest waardevolle land-

schappelijke ensembles in Vlaanderen.

Het zijn grotere landschappelijke gehelen

waarin je gevarieerde erfgoedelementen

TeksT:frans emmerechTs en Jan aLbrechT

Page 5: Meander 2016 nr 3 juli augustus september

juli - september 2016 | 5

terugvindt. Ondertussen is het reservaat

gegroeid tot ongeveer 50 ha. Het wordt

beheerd door Natuurpunt. De naam van

het gebied verwijst naar de vele konijnen

en hazen die er van oudsher leven. Een

mannelijk konijn of haas is namelijk een

rammelaar..

Hoe was het vroeger?De geschiedenis van het dorp Kwaadme-

chelen en haar gehucht Gerhoeven was

tot in 1795 verbonden met deze van Oos-

tham en Beverlo. De drie dorpen vormden

samen de Heerlijkheid of het Land van

Ham. Waar riviertjes en beken zoals de

Luikse Beek, de Gerhoevenloop en de

Kleine Beek stroomden vonden mensen

er geschikte plaatsen om weiden en ak-

kers aan te leggen. Het water gebruikten

ze om die te bevloeien (‘beweteren’) en te

bemesten met voedselrijk slib. Als meer-

dere boerderijen dicht bij elkaar gelegen

waren ontstonden er gehuchten, zoals ‘te

geend(er) hoeven’. De Luikse Beek in het

noordwesten van Gerhoeven vormde een

natuurlijke grens, niet alleen met Olmen,

maar destijds ook tussen het prinsbisdom

Luik (‘Luikse Beek’) en het hertogdom Bra-

bant, later tussen de provincies Limburg

en Antwerpen. Tot ver in de negentiende

eeuw waren landbouw en veeteelt er de

voornaamste bronnen van bestaan. Het

gebied De Rammelaars ligt in een vallei

en in de loop van de eeuwen was er veen

gevormd. Ongeveer twee derde van het

landschap kreeg een één meter dikke

veenlaag als bodem. Door een afwisseling

van deze venige met ijzerhoudende moe-

rasgronden ontstond er in de loop van

de jaren een zeer gevarieerd landschap

dat - op kleine percelen, afgebakend

met houtkanten - met de zeis gemaaid

werd en daarna gehooid. Het veen werd

gedolven en gebruikt als brandstof voor

de haard. Van in de tweede helft van

de negentiende eeuw tot na de Eerste

Wereldoorlog werd ook het moerasijzer-

erts ontgonnen. De grootste ontginners

kwamen uit Beringen en uit Diest. In de

meest rendabele periode, op het einde

van de negentiende eeuw, stelden die een

dertigtal mensen te werk. Ze legden een

spoorlijntje aan om het erts te vervoeren

naar het toen nog recent aangelegde

Kanaal Dessel-Kwaadmechelen. Vandaar

werd het verscheept naar het Duitse

Ruhrgebied en naar de smeltovens rond

Luik. Zowel voor het delven van veen als

voor het ontginnen van moerasijzererts

werden putten gegraven die men later

soms dempte, onder meer met strooisel

uit bos en hei. Andere putten werden later

visvijvers, nog andere werden ongemoeid

gelaten en verkeren nu in diverse stadia

van verlanding. Eveneens in de negen-

tiende eeuw werden vele percelen via de

Gerhoevenloop bevloeid met licht basisch

Maaswater uit het kanaal. Voor de water-

beheersing was voordien een uitgebreid

grachtensysteem aangelegd met grachten

loodrecht op de beken. Dat grachten-

systeem bestaat nog steeds. Omdat het

gebied zo nat en erg afgelegen was bleek

het later ongeschikt voor grootschalige

landbouw. Zo bleef het kleinschalige cul-

tuurlandschap met zijn vele houtkanten

op de perceelgrenzen bewaard.

Konik paarden graasteam © Jan Albrecht

Rammelaars © Jos Ghoos Waterdrieblad © Frans Emmerechts

DE RAMMELAARS

Page 6: Meander 2016 nr 3 juli augustus september

Meander 36 |

Gewone Dotterbloem in de roestbruine Gerhoevenweideloop © Jan Albrecht

Gerhoevenweideloop bij hoog water© Jan Albrecht

Beheer, flora en fauna

Het beheer in De Rammelaars is in be-

langrijke mate gericht op het in stand

houden en het herstellen van dat oude

cultuurlandschap, waaraan zovele planten

en dieren zijn aangepast: onderhouden

van houtkanten, maaien en hooien van

graslanden. In normale omstandigheden

wordt eenmaal per jaar gemaaid met

afvoer van het maaisel. Zo tracht het be-

heerteam botanisch steeds waardevollere

graslanden te bekomen. In het gedeelte

met de broekbossen wordt voornamelijk

kleinschalig hakhoutbeheer toegepast en

wordt - zoals elders - gelet op het behoud

van een goede waterkwaliteit en van

natuurlijke grondwaterpeilen. In de loop

van de jaren zette het beheerteam ook

verschillende soorten grote grazers in om

te helpen bij het beheer. De Rammelaars-

schuur (destijds gebouwd met het geld

gewonnen bij de tweede deelname aan

de Wies Andersen Show) vormt de uitval-

basis van het beheer door de vrijwilligers

en van de begrazing door het vee.

De hooilanden zijn elk voorjaar weer een

streling voor het oog door de kleurrijke

pinksterbloemen, koekoeksbloemen, gro-

te ratelaars en moerasvergeet-me-nietjes.

In en rond de talrijke greppels gedijen

dotterbloem, wateraardbei, waterdrieblad,

bosveldkers, gevleugeld sterrenkroos en

grote waterweegbree uitstekend. In de

donkere en uitgestrekte wilgenstruwelen

en elzenbroekbossen doen mossen het

dan weer erg goed. Ook zwammen als

tonderzwam, oesterzwam, geelgerand

elfenbankje en egelzwammetje kan je

er vinden. En ook echte zeldzaamheden

zoals langsporig fluweelpootje en klaver-

schijnbekertje. In de natte graslanden vind

je zompzegge, zwarte zegge, hazenzegge,

snavelzegge, smalle stekelvaren, brede

stekelvaren, wijfjesvaren enzovoort. In de

ruigtes groeien engelwortel, moerasspirea

en valeriaan. Ze zijn een bron van nectar

voor bijen, hommels en vlinders. Naast

veel andere spinnen vond de Ecologische

Werkgroep de zeldzame zesknobbelspin,

en enkele uren nachtvlinderinventarisatie

in de buurt van het natuurhuis leverde

in augustus 2015 een 45-tal soorten op

waaronder enkele zeldzame, de brum-

melspanner en de zesstreepuil. Later werd

nog een andere zeldzaamheid gespot: de

zwarte rietprachtmot. Qua vleermuizen

Page 7: Meander 2016 nr 3 juli augustus september

juli - september 2016 | 7

Wateraardbei © Jan Albrecht

spot men er tijdens de ‘Nacht van de Vleer-

muis’ steeds veel dwerg- en ook enkele

watervleermuizen.

Door zijn relatieve ontoegankelijkheid

en het beheer van Natuurpunt is het

landschap ook een geschikt broed-,

pleister- en foerageergebied voor allerlei

vogels. Typische soorten zijn sprinkhaan-

zanger, boomkruiper, koekoek, zwarte

specht, groene specht, grote en kleine

bonte specht, witte kwikstaart, tjiftjaf,

fitis, zwartkop, grasmus, winterkoning,

merel en zanglijster. Ook de ijsvogel vindt

er zijn kostje. In het gebied huizen ook

meerdere houtsnippen. Daarnaast worden

roofvogels als sperwer, buizerd, havik en

wespendief regelmatig gespot.

BedreigingenIn het begin van de jaren 2000 kreeg

het reservaat te kampen met een toe-

nemende verdroging. Vermoedelijk trok

een waterwinning van Pidpa, aan de

overzijde van het kanaal in Olmen, het

grondwater voor een deel weg zodat de

onderliggende veenlagen droog kwamen

te staan en begonnen te composteren

in contact met de lucht. Dat was uiter-

aard nefast voor de typische vegetatie

in het laagveengebied. Dotterbloemen

bijvoorbeeld, eens voor De Rammelaars

zo kenmerkend, vond je nog maar op

één plekje in het gebied. Er moest dus

ingegrepen worden. Door het plaatsen

van een irrigatie-installatie, het verbete-

ren van de overheveling van kanaalwater

en het plaatsen van enkele stuwen op

de Gerhoevenloop, wordt sindsdien met

wisselend succes getracht een hoge wa-

terstand te behouden en zo de nadelige

gevolgen van verdroging te vermijden.

De irrigatiemaatregelen in het natuurge-

bied worden regelmatig opgevolgd en

bijgestuurd.

En een tiental jaren later werd tweemaal

de opportuniteit onderzocht van het

plaatsen van enkele 150 meter hoge

windturbines ter hoogte van De Ramme-

laars. De beheerders vreesden voor nade-

lige effecten op trekvogels en op verschil-

lende broedvogels van het gebied. Ze

brachten ook argumenten aan over de te

verwachten schade aan het landschap,

onder meer aan de schoonheidswaarde

ervan. Een eerste maal werden de plan-

nen opgeborgen, allicht mede wegens

het belang van de Rammelaars als an-

kerplaats vanuit een erfgoedperspectief.

Het tweede project werd onlangs echter

opnieuw leven ingeblazen. Het werd

enkele maanden geleden alvast aan de

Natuurpuntafdelingen Ham en Balen-

Nete gepresenteerd. Opnieuw een moei-

lijke periode voor de beheerders van het

kwetsbare natuurreservaat.

Jonge Bosuil © Paul HelsenEchte koekoeksbloem © Jan Albrecht

Page 8: Meander 2016 nr 3 juli augustus september

Meander 38 |

Referenties 1 Agentschap Onroerend Erfgoed 2016: Ram-

melaars, in Inventaris Onroerend Erfgoed. Opgehaald van https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/135067.

2 Willy Geenen e.a., Gerhoeven-De Ramme-laars, in Natuurreservaten, Vereniging voor Natuurbehoud in Vlaanderen, 1997.

3 Willy Geenen, persoonlijke mededeling, 2016.

4 Frans Hoes en Johan Rottiers, De Ramme-laars, artikels in Meander, 2008-2015.

5 Frans Keersmaekers, Van Boerendorp tot welvarende gemeente, Kwaadmechelen 1830-1977, 2009.

6 Johan Rottiers, Jan Albrecht en Marjolein de Jong, Groene energie: ja! Maar niet tegen om het even welke prijs, Bezwaarschrift Natuurpunt tegen windturbinepark, 2012 -2013.

7 Rita Van Dessel, Het Land van Ham, 1000 jaar geschiedenis, 1981.

8 Bart Verhagen en Geert De Blust, Het land-inrichtingsproject ‘Grote Netegebied’ i.o.v. Vlaamse Landmaatschappij, Instituut voor Natuurbehoud, 1995.

9 Paul Wouters en Marianne Horemans, De Rammelaars, verslag Ecologische Werk-groep Meanderland, 2015.

10 www.waarnemingen.be/Gerhoeven-De Rammelaars.

Een van de vijvers in de Rammelaars © Jan Albrecht

Oude turfafgraving © Jan Albrecht

Jonge havikjes, geringd in 2012 © Frans Emmerechts

Azuurwaterjuffer © Jan Albrecht Hooiland en houtkant © Jan Albrecht

Konikpaard ©Jan Albrecht Broekbos ©Jan AlbrechtNat en droog wisselen vloeiend ©Jan Albrecht

Zesknobbelspin © Paul Wouters + Marianne Horemans

Luikse Beek met gele lis© jan albrecht

Page 9: Meander 2016 nr 3 juli augustus september

juli - september 2016 | 9

NATUUR.CAFÉ DE RAMMELAARSopen tot eind oktoberNatuur.huis De Rammelaars in Ham opent elke zon- en feestdag van 13u tot 18 u zijn deuren. Je kan er terecht voor een flinke wandeling, een frisse pint bio-bier op ons schitterende terras en een gezellig babbeltje.De vrijwilligers ontvangen je met open armen en geven graag

advies als je een korte of langere wandeling wil maken in het

mooie kleinschalige landschap met bloemrijke hooilanden en

broekbossen in een prachtige Kempische beekvallei.

In het Natuur.huis verkopen we kaarten, Natuurpunt-artikelen,

boeken, verse honing. Voor de kinderen is er een leuke speel-

hoek met interessante (natuur)boekjes en verrassingen.

Groepen en scholen zijn erg welkom in ons natuurgebied. We

stellen graag een aangepast programma op maat voor. Het Na-

tuur.huis is ook beschikbaar voor cursussen en kleine feestjes.

Voor de tarieven en alle info kan je terecht bij:

[email protected], tel: 0472-57 75 15.

Let op: In verband met de werken in Ham is het Natuur.huis best

te bereiken via de Broekstraat in Kwaadmechelen. De onverharde

weg vanaf de noordzijde ter hoogte Olmense Zoo langs het kanaal

naar Dessel is ten stelligste te vermijden. Diverse auto’s werden al

weggetakeld!

1 Mei 2016PUUR

NATUUR

Wandelen en ontbijtenin De Rammelaars

Alle foto’s deze bladzijde: De Rammelaars 1 mei 2016 © Jan Albrecht

Page 10: Meander 2016 nr 3 juli augustus september

Meander 310 |

VLINDERSNEERHELST & ZAMMELSBROEK

VLINDERMONITORING 2015Een nieuw jaar… een nieuw begin. En dat is dit jaar niet enkel voor de vlinders het geval. Ik heb namelijk de fakkel van Jeannine Simonis overgenomen als studieverantwoordelijke van Natuurpunt Geel-Meerhout. Jeannine heeft zich jarenlang ingezet als trekker van het studiewerk in onze regio. Een uitgelezen kans om haar eens in de bloemetjes te zetten voor al het werk dat ze heeft geleverd. Dus via deze weg Jeannine, duizend maal dank! En hoe was het gesteld met de dagvlin-

ders in het afgelopen jaar 2015? In het

voorjaar maakten ze een voorzichtige

start. Zo werden de eerste dagpauwogen,

gehakkelde aurelia’s en citroenvlinders

pas half april waargenomen. Maar on-

danks die late start, konden we voor

enkele soorten toch een positieve trend

vaststellen. Voor enkele andere soorten is

er dan weer minder goed nieuws.

NeerhelstIn Neerhelst-De Botten in Geel-Larum

werden vorig jaar 958 dagvlinders waar-

genomen, verspreid over 19 soorten. In

vergelijking met 2014 een beduidend

lager aantal (toen 1274 exemplaren ver-

spreid over 20 soorten). Voornamelijk

de hoge aantallen van het bont en het

bruin zandoogje lagen toen aan de basis

van dat hoger totaalaantal. Vermits de

route toen met 10 extra secties werd

uitgebreid, kunnen we dit jaar nog geen

mogelijke verschuivingen voor deze twee

soorten vaststellen. Als we voor deze

soorten echter gaan kijken naar het mo-

nitoringsproject van het Zammelsbroek -

dat sinds 2009 loopt - zien we gemiddeld

geen achteruitgang. Wel werd ook daar

het bruin zandoogje opmerkelijk meer

waargenomen in 2014, ten opzichte van

de overige jaren, met in het bijzonder

2015. Voor het bont zandoogje kunnen

we dergelijke uitschieters niet vaststellen.

Om te weten of er voor deze soort in dit

gebied daadwerkelijk iets aan de hand

is, is het voorlopig te vroeg. Een soort die

het vorig jaar wel minder goed deed in

Neerhelst-De Botten, is het oranjetipje.

Met een 40-tal exemplaren de vooraf-

gaande jaren, is de populatie er vorig

jaar namelijk gehalveerd. Daarbij stellen

we vast dat deze soort er in 2014 ook

al uit de top 5 was verdwenen. Vermits

er in 2014 niet minder exemplaren zijn

waargenomen dan de jaren voordien,

konden we echter niet van een achteruit-

gaande trend voor deze soort spreken:

een toename van het aantal landkaartjes

en oranje zandoogjes had toen namelijk

voor de verdringing uit de top 5 gezorgd.

Het zal dus afwachten zijn naar de resul-

taten van dit jaar, om te kijken of er al

dan niet beterschap merkbaar is voor het

oranjetipje. Voor het Icarusblauwtje heb-

ben we echter minder goed nieuws… De

populatie is na 2012 volledig ingestort,

Landkaartje voorjaarsvorm © Pieterjan Verveckens

TeksT en foTo’s: PieTerJan VerVecken

Page 11: Meander 2016 nr 3 juli augustus september

juli - september 2016 | 11

namelijk van 21 exemplaren in 2012 naar

0 en 1 in respectievelijk 2013 en 2014.

Ook in 2015, met 3 exemplaren, is er niet

bepaald veel beterschap waarneembaar

voor deze soort.

Een soort die het vorig jaar wel goed

deed in Neerhelst-De Botten, is de ci-

troenvlinder. We kunnen hier spreken van

een verdrievoudiging van de populatie.

De toename van de soort is een trend die

merkbaar is over heel Vlaanderen.

ZammelsbroekIn het Zammelsbroek in Geel-Oosterlo

werden vorig jaar 1451 dagvlinders, ver-

spreid over 23 soorten, waargenomen.

Globaal gezien kunnen we voor dit reser-

vaat over een positief resultaat spreken.

Zo blijft de populatie landkaartjes jaar

na jaar stijgen. Het bijzondere aan dit

vlindertje is dat de kleuren van de voor-

jaarsgeneratie en die van de zomergene-

ratie sterk van elkaar verschillen. Verder

kunnen we stellen dat enkele soorten

die gebonden zijn aan graslandhabitat

stilaan uit het dal aan het kruipen zijn.

Voor de kleine vuurvlinder en het oranje

zandoogje kunnen we spreken van

respectievelijk een verviervoudiging en

een verdrievoudiging van de populatie in

vergelijking met de afgelopen twee jaren.

Als we echter kijken naar het eerste mo-

nitoringjaar van deze route (2009), is dit

een evenaring van het resultaat. Van het

bruin zandoogje, een andere grasland-

soort, zijn er in 2015 dan weer minder

exemplaren waargenomen. Zoals eerder

al aangehaald was 2014 echter wel een

topjaar voor deze soort. Als we kijken

naar het gemiddeld aantal waargenomen

individuen kunnen we ook hier van een

positief resultaat spreken. Hopelijk zet

deze positieve trend zich dit jaar verder.

Ondanks deze positieve resultaten heb-

ben we toch geen reden tot juichen…

Zo blijft het boomblauwtje het moeilijk

hebben. Sinds 2012 is de populatie met

bijna 70 procent afgenomen. Verder

heeft het Icarusblauwtje - familie van

het boomblauwtje - vorig jaar ook niet

denderend gescoord. Hopelijk zien we dit

jaar voor deze soorten het tij keren.

Om toch met een positieve noot af te

sluiten: we hebben vorig jaar ook enkele

niet alledaagse soorten mogen noteren.

Zo werd het zwartsprietdikkopje tot

tweemaal toe waargenomen. Dit dik-

kopje is net zoals zijn grote broer, het

meer algemene groot dikkopje, een gras-

landvlinder. Meer bepaald een vlinder

die graslanden en ruigten met overjarige

grassen en nectarrijke kruiden verkiest.

Ook de oranje luzernevlinder werd

meermaals op de route waargenomen.

Het is een trekvlinder die ieder voorjaar

vanuit Zuid-Europa en Noord-Afrika naar

het noorden vliegt. We vermoeden dat

deze soort door de opwarming van de

aarde alsmaar meer in onze contreien zal

vertoeven.

Landkaartje zomervorm © Pieterjan Verveckens Oranje luzernevlinder © Pieterjan Verveckens

Oranjetipje © Pieterjan Verveckens

2011 2012 2013 2014 2015

1 Klein koolwitje (180)

Klein geaderd witje (183)

Klein geaderd witje (209)

Klein geaderd witje (371)

Klein geaderd witje (337)

2 Klein geaderd witje (100)

Bont zandoogje (88)

Bruin zandoogje (113)

Bont zandoogje (216)

Bont zandoogje (125)

3 Bont zandoogje (94)

Klein koolwitje (50)

Bont zandoogje (85)

Klein koolwitje (166)

Klein koolwitje (111)

4 Oranjetipje (54) Oranjetipje (43) Klein koolwitje (79)

Bruin zandoogje (149)

Citroenvlinder (100)

5 Bruin zandoogje (42)

Bruin zandoogje (32)

Oranjetipje (41) Landkaartje (75) Bruin zandoogje (57)

2011 2012 2013 2014 2015

1 Bruin zandoogje (323)

Bruin zandoogje (207)

Bruin zandoogje (323)

Bruin zandoogje (584)

Bruin zandoogje (372)

2 Klein koolwitje (210)

Klein koolwitje (99)

Landkaartje (139) Landkaartje (145) Landkaartje (234)

3 Klein geaderd witje (124)

Landkaartje (87) Koevinkje (110) Klein koolwitje (120)

Klein koolwitje (226)

4 Landkaartje (102) Bont zandoogje (70)

Klein koolwitje (78)

Bont zandoogje (108)

Koevinkje (109)

5 Bont zandoogje (83)

Koevinkje (48) Bont zandoogje (52)

Koevinkje (89) Bont zandoogje (106)

Neerhelst

Zammelsbroek

Page 12: Meander 2016 nr 3 juli augustus september

Meander 312 |

Libellen en juffersLibellen worden in twee grote groepen

ingedeeld, echte libellen en juffers. In

het veld zijn de verschillen tussen de

groepen duidelijk: bij echte libellen zijn

de voor- en achtervleugels verschillend

van vorm, bij juffers zijn ze gelijk. Echte

libellen zijn fors gebouwd en houden

hun vleugels in rust horizontaal gespreid.

Juffers zijn slank en rusten met hun vleu-

gels boven het lichaam gevouwen. Echte

libellen hebben bovendien grote ogen

die elkaar boven de kop meestal raken.

De ogen van juffers staan aan weerszij-

den van de kop. Echte libellen kunnen

lange vluchten maken terwijl juffers het

grootste deel van de tijd verscholen zit-

ten in kniehoge vegetatie zoals pijpen-

strootje of pitrus. Imago’s, dat zijn volwas-

sen exemplaren, zijn vooral te vinden van

begin mei tot eind oktober. De meeste

libellen overwinteren als ei of larve in het

water. (Uitgezonderd de winterjuffers.

Die overwinteren als imago.) Ze zijn voor

hun voortplanting dus afhankelijk van

waterplassen. Daar kunnen libellen ook

het best waargenomen worden.

Rode LijstDe Rode Lijst van libellen in Vlaanderen

geeft aan wat de kans op uitsterven is

van een soort in een bepaalde regio. Hij

heeft tot doel om de alarmklok te luiden

wanneer soorten bedreigd zijn. De lijst

bestaat uit de categorieën ‘met uitster-

ven bedreigd’, ‘bedreigd’, ‘kwetsbaar’ en

’zeldzaam’.

Bel beschikt over enkele vennen met

matig voedselrijk (mesotroof ) water zoals

het Torfven, het Vossenven en de Duivels-

kuil. De gemeten pH van het water geeft

Bandheidelibel

Koraaljuffer

Libellenvan Bel

Sinds de natuurherstelwerken van enkele jaren geleden in de Belsehei is de natuur daar aan een opmars bezig. Moeraswolfsklauw, struik- en dopheide groeien er weer

en ook typische libellensoorten worden talrijk waargenomen.

Ontdekde

TeksT en foTo’s : mireLLa bruynseeLs en rené DucasTeL

Page 13: Meander 2016 nr 3 juli augustus september

juli - september 2016 | 13

een waarde aan die overeenstemt met

licht zuur tot neutraal. Met het Europees

Life-fonds werden deze plassen heringe-

richt en opengemaakt zodat ze als ven

kunnen evolueren. Heel wat libellen-

soorten profiteerden van deze ingrepen.

Langzaam aflopende oevers met veel

biezen en zeggen zijn interessant voor

libellen. Door deze werken scoort Bel

momenteel zeer goed wat soortenrijk-

dom betreft. Bel herbergt 32 soorten. Dit

is opvallend veel omdat een groot deel

van het gebied eigenlijk recreatiegebied

is. Zeven rode lijstsoorten worden er

waargenomen: noordse witsnuitlibel,

beekoeverlibel, tangpantserjuffer, varia-

bele waterjuffer, venwitsnuitlibel, tengere

pantserjuffer en koraaljuffer. Ook werd

eenmaal de bandheidelibel aangetroffen,

een soort die in België voornamelijk in de

Kempen voorkomt. Ter vergelijking: tot

de soortenrijkste gebieden in Vlaanderen

behoren Den Diel en De Maat. Daar tellen

we 53 soorten.

Kenmerken en levenswijzeOverlopen we even deze libellen. Er

zijn twee manieren waarop libellen hun

eieren afzetten: ofwel worden de eieren

in water afgezet ofwel in moeras- en

oeverplanten. In het tweede geval boren

de vrouwtjes met hun legboor gaatjes

in de stengel en plaatsen vervolgens de

eitjes. Dit laatste gebeurt bij alle juffers

zoals tengere pantserjuffer, tangpantser-

juffer en koraaljuffer. Venwitsnuitlibel en

noordse witsnuitlibel doen het op een

andere manier. De eitjes worden door de

vrouwtjes al vliegend in het water afge-

zet. De mannetjes verdedigen de vrouw-

tjes door vlak boven hen te vliegen en

andere mannetjes te verjagen. Beekoe-

verlibellen leggen hun eitjes in stromend

water door in de vlucht het uiteinde van

het achterlijf in het water te dippen. Ze

worden vaak in heidegebieden met zon-

nige beekjes waargenomen. Koraaljuffers

zijn bijna volledig rode juffers. Het zijn

zuidelijke juffers die de laatste jaren wel

meer in Vlaanderen opduiken. Variabele

waterjuffers kunnen vooral in laagveen-

gebieden hoge aantallen bereiken. In

België staan ze op de Rode Lijst omdat

ons land weinig laagveen heeft.

In vennen met water dat iets rijker is aan

Tengere pantserjuffer

Noordse witsnuitlibelBeekoeverlibel

Page 14: Meander 2016 nr 3 juli augustus september

Meander 314 |

voedingsstoffen (mesotroof ) ontstaat het

beste libellenbiotoop. De libellenfauna

van mesotrofe waterplassen is echter

enorm kwetsbaar. Het gebruik van te

veel mest rondom de poelen is nefast

voor hun leefomgeving. In voedselrijke

vennen kunnen al deze soorten niet

standhouden en verdwijnen ze. De aan-

wezigheid van bepaalde soorten libellen

is dus een graadmeter voor de kwaliteit

van het gebied. Gebieden met bijzondere

soorten als Bel hebben meestal een hoge

natuurwaarde. Hoe meer variatie in het

gebied, hoe meer libellensoorten er voor-

komen. Libellen vormen door hun op-

merkelijke vliegkunsten een extra attrac-

tie voor de bezoekers van het gebied. Er

kan aan gedacht worden om infopanelen

met afbeeldingen van enkele typische li-

bellensoorten aan de vennen te plaatsen.

Referenties G.De Knijf, A.Anselin, P.Goffart & M.Tailly, De Libellen van België: verspreiding – evolutie – habitats. Uitgave: Libellen-werkgroep Gomphus samen met Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO). De Belgische atlas, inclusief recente Rode Lijst, 2006.

NEDERLANDSE NAAM WETENSCHAPPELIJKE NAAM RODE LIJST CATEGORIE

1 Zwervende pantserjuffer Lestes barbarus Niet bedreigd2 Tangpantserjuffer Lestes dryas Kwetsbaar3 Gewone pantserjuffer Lestes sponsa Niet bedreigd4 Tengere pantserjuffer Lestes virens Zeldzaam5 Houtpantserjuffer Chalcolestes viridis Niet bedreigd6 Bruine winterjuffer Sympecma fusca Niet bedreigd7 Koraaljuffer Ceriagrion tenellum Zeldzaam8 Azuurwaterjuffer Coenagrion puella Niet bedreigd9 Variabele waterjuffer Coenagrion pulchellum Bedreigd

10 Watersnuffel Enallagma cyathigerum Niet bedreigd11 Lantaarntje Ischnura elegans Niet bedreigd12 Vuurjuffer Pyrrhosoma nymphula Niet bedreigd13 Blauwe breedscheenjuffer Platycnemis pennipes Niet bedreigd14 Blauwe glazenmaker Aeshna cyanea Niet bedreigd15 Paardenbijter Aeshna mixta Niet bedreigd16 Grote keizerlibel Anax imperator Niet bedreigd17 Plasrombout Gomphus pulchellus Niet bedreigd18 Smaragdlibel Cordulia aenea Niet bedreigd19 Metaalglanslibel Somatochlora metallica Niet bedreigd20 Vuurlibel Crocothemis erythraea Niet bedreigd21 Venwitsnuitlibel Leucorrhinia dubia Zeldzaam22 Noordse witsnuitlibel Leucorrhinia rubicunda Kwetsbaar23 Platbuik Libellula depressa Niet bedreigd24 Viervlek Libellula quadrimaculata Niet bedreigd25 Gewone oeverlibel Orthetrum cancellatum Niet bedreigd26 Beekoeverlibel Orthetrum coerulescens Kwetsbaar27 Zwarte heidelibel Sympetrum danae Niet bedreigd28 Zwervende heidelibel Sympetrum fonscolombii Niet bedreigd29 Bloedrode heidelibel Sympetrum sanguineum Niet bedreigd30 Bruinrode heidelibel Sympetrum striolatum Niet bedreigd31 Steenrode heidelibel Sympetrum vulgatum Niet bedreigd32 Bandheidelibel Sympetrum pedemontanum Niet bedreigd

foto’s van boven naar onder:VenwitsnuitlibelVariabele waterjufferTangpantserjuffer

Page 15: Meander 2016 nr 3 juli augustus september

juli - september 2016 | 15

zaterdag 2 juli › Zwerfvuilopruimactie in het Zammelsbroek in Geel

• Info: [email protected] of 0478/64 19 40.• Afspraak: parking kerk van Geel-Oosterlo om 9 u.

zaterdag 2 juli › Ecologische Werkgroep Meanderland op onderzoek in ’t

Griesbroek• Inventarisatie van enkele percelen in natuurreservaat Gries-

broek in Balen-Olmen.• Afspraak: 9 u aan taverne De Waterhoek, Olmensebaan 126,

Balen (brug Hoolst).• Info: [email protected] of 0496/51 02 79.

zondag 3 juli › Daguitstap met de fiets naar de mijnterril in Beringen

• Op zoek naar bijzondere insecten op de mijnterril.• Afspraak: 9 u met de fiets aan de kerk in Balen of om 10.30 u

op de parking in de Orgelwinningstraat in Beringen. • Lunchpakket meenemen.• Info: [email protected] of 0473/66 10 99.

zondag 10 juli › Zomerwandeling in de Vloyen in Meerhout

• Genieten van mooie natuur? Dat kan vlak bij het bezoekers-centrum aan de watermolen.

• Afspraak: parking bezoekerscentrum (hoek Lil), Meerhout om 14 u.

• Einde rond 16.30 u. • Info: [email protected] of 0494/42 35 78.

zaterdag 23 juli › Ecologische Werkgroep Meanderland op onderzoek aan

de Scheppelijke Nete• Inventarisatie van enkele percelen grenzend aan het toe-

komstig overstromingsgebied.• Afspraak: 9 u Lentestraat (zijstraat Toemaathoek), Mol. • Einde tegen 12 u.• Info: [email protected] of 0496/51 02 79.

zondag 24 juli › Daguitstap naar het Kempen-Broek in Noord-Limburg

• Vlakbij in Limburg ligt één van de grootste aaneengesloten natuurgebieden van de regio, het Kempen-Broek. Meer dan 1000 ha grensoverschrijdende natuur, met een afwisseling aan moerassen, vijvers, weilanden, heringerichte akkercom-plexen... Deze excursie van om en bij de 15 km brengt ons in de voormiddag langs het vijvercomplex (met kijkhutten) van Mariahof-Luysen. In de namiddag bezoeken we het weide-akkergebied St.-Maartensheide met geelgorzen en zelfs grauwe klauwier als broedvogels. Picknick meebrengen en stevige wandelschoenen.

• Afspraak: 10 u aan de kerk van het gehucht Beek (aan de oostelijke ringweg van Bree) of om 9 u op de markt in Balen-Centrum. Carpooling mogelijk daar.

• Info bij gids Paul Verhoeven, 0472/26 21 34. • Iedereen kan en mag mee, ’t zal de moeite zijn!

Lente © Bart Vancoppenolle

Activiteiten MEANDERLAND

Zomer © Karin Van Gool

Page 16: Meander 2016 nr 3 juli augustus september

Meander 316 |

Activiteitenkalender

zondag 7 augustus › Watermolen herleeft! Poort naar het Grote Netewoud in

Meerhout• Watermolen- en vlinderfeest aan het Bezoekerscentrum

Grote Netewoud.• Meer info elders in dit nummer van Meander.

zondag 7 augustus › Vlinderwandeling in de Vennen in Balen

• De Vennen heeft zich ontwikkeld tot een bloemrijk gebied, waar je bij zonnig weer talrijke vlinders ziet rondfladderen. Eén van onze gidsen zal je tijdens deze wandeling meer ver-tellen over de soorten die je zal ontdekken, hun waardplan-ten en andere wetenswaardigheden.

• Afspraak: parking FC Cools, Peer Luytendijk te Balen om 14 u.• Info: Denis Mertens, 014/30 90 65.

zaterdag 13 augustus › Werken en wandelen op de Wurft in Mol-Postel

• Werkvoormiddag (= zaailingen berk en den verwijderen).Namiddag: excursie over de Wurft.

• Afspraak om 9 u bij Yves Lesseliers op De Wurft in Mol-Postel. Cécile zorgt voor lekkere soep, dus graag een seintje aan Jef Sas als je komt helpen in de voormiddag en ‘s middags blijft picknicken daar.

• Afspraak voor de namiddagexcursie over de Wurft en de Koemook om 13.30 u bij Yves Lesseliers.

• Info: [email protected] of 0499/34 62 60.

zaterdag 13 augustus › Ecologische Werkgroep Meanderland op onderzoek in de

Rammelaars• Inventarisatie van enkele percelen in natuurreservaat De

Rammelaars in Kwaadmechelen/Ham.• Afspraak om 9 u aan natuurhuis De Rammelaars, Zwarten-

hoekstraat 1, Kwaadmechelen.• Info: [email protected] of 0496/51 02 79.

zaterdag 20 augustus › Kattenfeesten in Meerhout

• Natuurpuntstand op de Meerhoutse Kattenfeesten, van 15 u tot 19 u, kom ons steunen!

zondag 21 augustus › Hoogzomerexcursie door het Buitengoor in Mol met NP-

zomerterras• De natuur leeft en gonst op dit moment. Ook de heidelibel-

len tekenen nu present. Achteraf kan je op het terras van het Ecocentrum bekomen met een koele verfrissing en ...? Laarzen meebrengen!

• Afspraak: 14 u Ecocentrum De Goren, Postelsesteenweg 71, Mol.

• Einde rond 16.30 u.• Info: [email protected] of 0499/80 47 86.

zaterdag 27 augustus › Nacht van de Vleermuis in Meerhout

• Samenkomst om 20 u aan het Bezoekerscentrum.

zondag 28 augustus › Slotevent Ecoduct Kempengrens Mol-Postel

• Voor één keer mag het! Het ecoduct is normaal gezien exclu-sief voor planten en dieren, maar nu mag je van 13.30 tot 17 u uitzonderlijk in de sporen van de dieren treden. Jarenlang vormde de E34 in Postel een harde onderbreking tussen waardevolle natuurgebieden. Om de natuur er meer kansen te geven, sloegen de Nederlandse en Vlaamse overheid de handen in elkaar en werd in 2014 de bouw van het Ecoduct Kempengrens gerealiseerd. Bij de leuke info-stands van de betrokken verenigingen ANB, RLKGN en natuurlijk ook Na-

Zomerwandeling in de Wurft © Frans Emmerechts

Page 17: Meander 2016 nr 3 juli augustus september

juli - september 2016 | 17

tuurpunt met afdeling Netebronnen en de NP-zoogdieren-werkgroep kom je nog meer te weten.

• Info : [email protected] of 0499/34 62 60.

maandag 29 augustus › Poelenwerkgroep Waterleven, Determineren waterdiertjes.

• Van 18 tot 22 u, lokaal Natuurpunt, Boerenkrijglaan 51 b, Olen.

• Info: [email protected].

zaterdag 3 september › Ecologische Werkgroep Meanderland op onderzoek in Den

Diel• Inventarisatie van de drogere oostkant in dit nog steeds be-

dreigde reservaat in Mol met zijn hoge natuurwaarden!• Afspraak om 9 u op parking reservaat Den Diel (juist ten N

van de baileybruggen).• Info: [email protected] of 0496/51 02 79

zondag 4 september › Heidewandeling in Malesbroek, de Hutten en de Keyf-

heide in Meerhout• Duinen en heide! Hier en daar hebben we nog een relict van

dit biotoop. Natuurpunt werkt aan herstel van dit waarde-volle Kempens landschap.

• Afspraak: aan taverne Luihoeve, Bredestraat 62, Meerhout om 14 u.

• Einde rond 16.30 u.• Info: [email protected] of 0499/63 20 07.

vrijdag 9 september › Zwerfvuilopruimactie in en rond het Buitengoor in Mol

• Afspraak om 8 u aan Ecocentrum De Goren, Postelsesteen-weg 71, Mol.

• Einde tegen 12 u.• Wens je mee te gaan, graag vooraf een seintje of mailtje aan

[email protected].

vrijdag 9 september › Het ontstaan van het Kempens Plateau

• Lezing door Koen Beerten. Het Kempens Plateau behoort tot een van de meest fascinerende landschapsvormen in de laaggelegen gebieden van West-Europa. Koen Beerten pro-beert in zijn presentatie te achterhalen hoe het in het laatste miljoen jaar kon evolueren van een verwilderde riviervallei tot een bebost duinlandschap. Essentieel voor iedereen die tot een goed begrip van onze regio wil komen!

• Afspraak: Ecocentrum De Goren, Postelsesteenweg 71, Mol om 19.30 u.

• Info: [email protected] of 0499/34 62 60.

zondag 11 september › Heidewandeling over De Maat en Verkallen in Mol

• Bloeiende paarse (heide)gemeenschappen vol leven en geu-ren. Kom mee op ontdekking!

• Afspraak: 9 u op parking Het Jagershof (juist ten Z van de baileybruggen van Sas 3/De Maat).

• Einde: 12 u.• Info: [email protected] of 0499/34 62 60.

Na de regen in De Rammelaars © Jan Albrecht

Page 18: Meander 2016 nr 3 juli augustus september

18 | Meander 3

Activiteitenkalender

maandag 12 september › Poelenwerkgroep Waterleven, Determineren waterdiertjes.

• Van 18 tot 22 u, lokaal Natuurpunt, Boerenkrijglaan 51 b, Olen.• Info: [email protected].

zondag 18 september › Wandeling in de vallei van de Larumseloop in Geel

• De vallei van de Larumseloop heeft heel wat te bieden: ze stroomt door drie natuurgebieden voor ze in de Kleine Nete uitmondt: door Neerhelst, de Mosselgoren en de Zegge.

• Afspraak: Larumsebrugweg aan kanaal in Geel-Larum om 14 u.• Einde rond 16.30 u.• Info: [email protected] of 0498/18 67 46.

zondag 18 september › Op zoek naar grote grazers in de Molse Netevallei

• I.s.m. De Gagel. Afspraak om 14 u aan het casino in Mol-Gompel, Owenslei 6.

• Einde circa 16.30 u.• Laarzen! • Info: [email protected], 014/31 71 54 of luc.de.groof@

live.be, 0494/29 79 49.

maandag 26 september › Poelenwerkgroep Waterleven, Determineren waterdiertjes.

• Van 18 tot 22 u, lokaal Natuurpunt, Boerenkrijglaan 51 b, Olen.• Info: [email protected].

OPEN:Vanaf 10 uur, woensdag gesloten

Van 15 oktober tot Pasen:dinsdag en woensdag gesloten.

Nectarrijke bramen © Frans Emmerechts

Page 19: Meander 2016 nr 3 juli augustus september

juli - september 2016 | 19

We zien ze steevast verschijnen in de winkelrekken rond de feestda-gen, de doosjes met netjes gerangschikte driekleurige viooltjes. Want inderdaad , de bloempjes zijn eetbaar, maar het oogt vooral mooi op je feestdis om er een aantal bloempjes over te strooien.

In ons land komen een twaalftal soorten

viooltjes voor in het wild, waaronder

sommige zeer zeldzaam en zelfs met

uitsterven bedreigd. Het driekleurig

viooltje is echter vrij algemeen, zeker in

de Kempen. Het houdt van goeddoor-

latende, vochtige, zandige grond. Het

groeit vooral in de zon of halfschaduw,

maar brandende zon of droogte worden

slecht verdragen. Het bloeit van mei tot

augustus in alle mogelijke combinaties

van geel, paars en wit. Deze mogelijkheid

om allerlei kleurencombinaties te vormen

is zeer interessant voor kwekers. Het is

dan ook ‘de moeder’ van de meeste ge-

kweekte tuinviolen.

Van oudsher is het driekleurig viooltje on-

derwerp van volkswijsheden en legenden.

In het Duits noemt men het ‘Stiefmütter-

chen’, wat zijn verklaring zou vinden in de

vorm en de kleur van de bloemblaadjes.

Hierin zou men het gezicht van een oud

vrouwtje herkennen. En stiefmoeder zou

slaan op het aantal bloemblaadjes: het

grote kroonblad onderaan is de stief-

moeder met aan weerskanten haar eigen

dochters, elk op een smallere zetel, terwijl

bovenaan de twee stiefdochters genoe-

gen moeten nemen met één stoel.

Het viooltje is ook het symbool van de

herinnering. In het Frans spreekt men van

‘pensée’ en in het Engels van ‘pansy’, beide

afgeleid van penser = denken. Vandaar

dat driekleurige viooltjes vaak op graven

werden geplant.

Een andere legende spreekt van de

‘drievuldigheidsbloem’. De legende gaat

als volgt: het driekleurig viooltje zou oor-

spronkelijk een heerlijker geur gehad heb-

ben dan het maarts viooltje. Het bloempje

groeide meestal tussen het koren. Kinde-

ren, aangetrokken door de bedwelmende

geur, kwamen de bloempjes plukken en

vertrapten zo het graan rondom hen, met

een slechte oogst tot gevolg. Dit stemde

het viooltje triest en het bad tot de Heilige

Drievuldigheid om haar haar geur te ont-

nemen. Zo gebeurde en sindsdien spreekt

men van de drievuldigheidsbloem.

Alhoewel het driekleurig viooltje sinds

eeuwen onderwerp was van volkswijs-

heid, is het pas laat als geneeskrachtige

plant gebruikt. Dodoens (1517-1585) zag

er een middel in dat de longen zuiverde

en dat bij koorts en stuipen bij kinderen

kon ingezet worden. Abraham Munting

(1626-1683) citeerde het losmaken van

slijmen. Verder werden in de volksge-

neeskunde vooral toepassingen bij

huidaandoeningen zoals jeuk, zweren en

huiduitslag vermeld. Wetenschappelijk

onderzoek bevestigt het bloedzuiverend

en huidstimulerend vermogen van het

driekleurig viooltje. De belangrijkste

inhoudsstoffen zijn slijmstoffen, flavanoï-

den waaronder saponinen, anthocyanen,

salicylaten, fenolzuren en vitamine E.

Bij orale inname (thee, tinctuur, afkook-

sel) stimuleren de flavanoïden de nieren

en op die manier worden gifstoffen

gemakkelijker verwijderd. De salicylaten

werken ontstekingswerend en pijnstil-

lend. Vitamine E gaat veroudering van de

huid tegen. Met andere woorden: wan-

neer we een zuiveringskuur doen met

driekleurig viooltje, dan heeft dat een

weldadig effect op onze huid. Bovendien

zorgen de saponinen ervoor dat slijm ge-

makkelijker wordt opgehoest, zodat drie-

kleurig viooltje ook kan ingezet worden

bij verkoudheden met vastzittend slijm.

Uitwendig kunnen compressen met een

aftreksel van driekleurig viooltje verlich-

ting brengen bij luiereczeem, acné, puis-

ten, zweren, herpes, psoriasis en andere

huidaandoeningen. Als gorgelmiddel of

mondspoeling kan het ook helpen bij

mondslijmvliesontsteking, tandvleesont-

steking, amandelontsteking, keelpijn enz.

mireLLa bruynseeLs

HuidlotionEen geconcentreerd afkooksel dat gebruikt kan worden als huid-lotion maak je op de volgende manier: 80 tot 120 g gedroogde bloempjes gedurende één uur laten weken in 1 liter lauw water. (Dat zijn er héél veel. Je kan ook herleiden tot 4 g bloempjes op 150 ml water.)Daarna aan de kook brengen en 20 seconden laten doorkoken. Laten afkoelen en zeven.

Het DriekleurigVIOOLTJE

ReferentiesG. Verhelst, Groot Handboek Geneeskrachtige Planten.E.J. Weeda en Westra, Nederlandse oecologische flora.

Driekleurig viooltje © Mirella Bruynseels Kleine plantenatlas, A. Van Slooten

Page 20: Meander 2016 nr 3 juli augustus september

Meander 320 |

De WATERMOLENherleeft! Startfeest op zondag 7 augustusZoals je in de vorige editie van Meander

kon vernemen wist Natuurpunt onlangs

de 17de eeuwse watermolen van Meer-

hout te verwerven. De komende jaren

zal dit gebouw en de nabijgelegen site

ingericht worden tot dé poort naar het

Grote Netewoud. Zo zal het een huis van

vertrouwen worden voor alle natuurlief-

hebbers uit de streek. Een plaats om je te

informeren, om te genieten en anderen

te ontmoeten. Uiteraard zijn daar mid-

delen voor nodig en daarom nodigen we

jullie op zondag 7 augustus alvast uit om

de site en de toekomstplannen zelf te

komen ontdekken tijdens een feestelijke

opendeurdag met live muziek, hapjes

en drankjes op een reuzeterras maar ook

met een divers aanbod aan (kinder)ani-

matie en wandelingen.

Ontdek de site watermolenOnze gidsen nemen je mee doorheen de

huidige site en vertellen je over verleden,

heden en toekomst. Je bezoekt de voor-

malige taverne De Watermolen, bekijkt

er van dichtbij het ingenieuze en goed-

bewaarde raderwerk en vraagt je af of de

elektrische schakelkast van Peer Plimp

nog in ere hersteld zou kunnen worden.

Je wordt uitgenodigd om mee te denken

hoe we anno 2016 opnieuw energie uit

waterkracht kunnen halen. In de voor-

malige wasserij en diamantslijperij is nu

het Bezoekerscentrum van Natuurpunt

gevestigd met daarnaast wellicht het

mooiste en aangenaamste terras van de

streek, langsheen het kabbelende water

van de vistrap. Wat met de voormalige

visvijver die in Natura 2000 gebied ligt?

Zijn er plannen met het voormalig woon-

huis en restaurant? Is er eigenlijk nog

iets te merken van ‘de blaas’ het eerste

overdekte zwembad van de streek? Je

ontdekt het allemaal samen met onze na-

tuur- en erfgoedgidsen.

Wandelingen op maatVoor de vroege vogels is er de mogelijk-

heid om al om 6 u of om 10 u met een

gids er op uit te trekken. Ideaal om te

combineren met een ontbijt of brunch

ter plaatse.

Vanaf 13.30 u kan je om het half uur

gratis mee met onze beste natuurgidsen.

6 en 7 augustus is het ook nationaal

vlinderweekend, onze gidsen zullen je

dan ook met bijzondere aandacht voor

deze kleurrijke fladderaars meenemen

doorheen enkele nabijgelegen natuur-

gebieden. Wandel en ontdek je liever op

je eigen tempo? Dan kan je de hele dag

door gebruik maken van twee aangedui-

de wandelroutes. Of maak gebruik van de

Natuurpunt-app op je smartphone.

Feest voor groot en kleinHet is op termijn de bedoeling dat de

huidige parking voor de watermolen

omgevormd wordt tot één grote terras-

zone. Op 7 augustus krijg je daar alvast

een voorsmaakje van. We voorzien een

reuzeterras waar het goed toeven is met

een bio-drankje en hapje. Gageleer en

sap van de Drie Wilgen uiteraard maar

ook een mooi aanbod van lekkere snacks

met seizoensingrediënten. Livebandjes

zorgen voor de perfecte muzikale achter-

grond terwijl u geniet. Kinderen vinden

in en naast het huidig bezoekerscentrum

een ruim aanbod aan kinderpret zoals

vlinders knutselen, verhalen luisteren in

de beverburcht, schilderwerkjes, geur-

proeven en andere workshops. Verwacht

je ook aan enkele onaangekondigde acti-

viteiten voor jong en oud!

Ontbijt en brunchEven op voorhand inschrijven!

Tussen 8 u en 12 u kan je aanschuiven

voor een heerlijk gezond ontbijt/brunch.

Hiervoor schrijf je op voorhand in bij

[email protected] en vermeld je

het aantal volwassenen en kinderen. Per

kerende mail krijg je dan je bevestiging

en totaalbedrag.

Meer infoen de laatste stand van zaken

www.facebook.com/GroteNetewoud

www.natuurpunt.be/bezoekerscentrum/

grote-netewoud-meerhout

We zoeken nog helpende handen, voor

een uurtje of voor een halve dag, alle

hulp is welkom! Meld je aan bij jurgen.

[email protected]. Alvast bedankt om

mee je schouders onder dit project te

zetten!

Wim PaueLs

Welkom op de site © Frans Emmerechtsx

Page 21: Meander 2016 nr 3 juli augustus september

juli - september 2016 | 21

Life-verantwoordelijke versiert het Grote Netewoud © BCGNW

foto boven: contactadvertentie © Jan Albrecht

Gedeputeerden van Limburg en Antwerpen bezoeken het project de watermolen© BCGNW

Vrijwilligers tijdens sleuteloverdracht © BCGNW

Ontvangst van de buurtbewoners van de watermolen © Kate

NIEUWS UIT HET BEZOEKERSCENTRUM

EEN WELGEMEENDE PROFICIATBESTE NATUURPUNT-LID!

U bent immers samen met 97.000 andere leden mede-eigenaar geworden van de historische watermolen van Meerhout. Samen met jullie -kersverse molenaars- willen we

hier dé toegangspoort tot het Grote Netewoud vestigen zodat we in de toekomst nog meer van onze natuur kunnen genieten, leren en beleven. Een goed georganiseerd bezoekerscentrum levert immers een groter draagvlak op om aandacht te vragen voor meer en betere natuur. Want daar doen we het uiteindelijk voor, die wonderlijk mooie natuur in Balen, Geel, Mol, Ham, Dessel en Meerhout.

En jij kan daar bij helpen! Een stevige

portie enthousiasme, gezond verstand,

een linker én een rechterhand… we kun-

nen het allemaal gebruiken. Misschien

ben jij beroepsmatig wel goed op de

hoogte over een bepaald deelaspect

van het project zoals bijvoorbeeld: elek-

triciteit, sanitair, verwarming, renovatie

van oude gebouwen, terrasaanleg, bin-

nenhuisdecoratie, funderingen, ramen,

koeling, werfopvolging, hout- of metaal-

bewerking, wetgeving, notariaat, boek-

houding, fondsenwerving, sociale media,

marketing en alles wat er maar te pas kan

komen bij het klaar maken van een 17de

eeuws pand voor de 21ste eeuw. Wij zoe-

ken je en wij verwachten je! Geef je mail-

adres door aan wim.pauels@natuurpunt.

be en wij houden je op de hoogte van

alle nieuwe informatie en nodigen je uit

op overlegmomenten en/of belangrijke

gebeurtenissen. Zo schrijf jij zelf mee aan

een nieuw hoofdstuk van de omvangrijke

geschiedenis van de historische site Wa-

termolen. Tot gauw!

Wim PaueLs

Grote Netewoud

Page 22: Meander 2016 nr 3 juli augustus september

Meander 322 |

Op Maatheide in Lommel voert

in 1997 een thesisstudente

meetwerken uit naar de ver-

vuilingsgraad van de bodem.

Haar vader helpt haar hierbij en merkt

vol belangstelling tientallen opvallende

rode spinnen met zwarte stippen op.

Tussen het rode bekermos en de rode

heidelucifers kruipen ze voor zijn voeten.

Het fascineert hem: al die rode juweeltjes

op het schrale zand. Ook zijn dochter is

vol bewondering. Jaren blijft het indruk-

wekkende schouwspel hem helder voor

de ogen. Hij krijgt het vermoeden dat hij

bijzondere spinnen heeft gezien, toch

meldt hij het pas jaren later aan Arabel,

de Belgische Arachnologische Vereniging.

Dadelijk zetten enkele leden een reeks

zoektochten op in de streek. Op 20

mei 2009 ontdekken ze een rode spin,

een mannetje van de lang gezochte

lentevuurspin.

Dan gaat het snel. Projectgroep ‘Levend

Zand’ wordt ingelicht. Lex Peeters en

Toon Janssen vinden na intensief zoeken

verschillende kolonies van de spin in de

streek, met als belangrijkste populatie

die op de Balim Gronden. Daar vindt men

zelfs een megakolonisatie. Een grote

ontdekking! Het belang van de vondst

wordt vergeleken met die van een tot

nog toe onbekende populatie van de

reuzenpanda.

De mooie rode spin bestaat! Lang heeft

men vermoedens gehad dat er nog er-

gens leefden in de Kempen. 116 jaar was

het geleden dat iemand er nog een had

gezien. De rode lijst luidde: ‘uitgestorven

in België’. Maar uitsterven is niet altijd

doodgaan.

De bijna mythisch geworden lentevuur-

spin is uit het verdomhoekje gekropen.

Haar ondergrondse levenswijze maakte

ze onvindbaar. Hoewel mannetjes toch

opvallend zijn. Ze komen ieder jaar even

tevoorschijn in mei en lopen dan rond

op zoek naar vrouwtjes. Volwassen man-

netjes spreken echt tot de verbeelding.

Ze hebben een felrode beharing op de

rug met zwarte stipjes, zoals een lieve-

heersbeestje, en acht poten met voetbal-

kousen. De vrouwen met hun egaal zwart

fluwelen vacht zitten heel hun leven in

een verticale schacht, een ondergrondse

woonbuis als een nylon kousje, met een

geweven dak: een klein wollig webje.

Insecten die over haar heen lopen zijn

gezien. Die blijven kleven en worden als

prooi naar binnen getrokken. Dat kunnen

grote exemplaren zijn, zoals sprinkhanen,

zandloopkevers, rozenkevers of mestke-

vers. De fluwelen spin zuigt haar prooien

uit en laat het lege karkas wegwaaien.

Haar zittende ondergrondse leven stelt

haar in staat om lang te leven, tot wel vijf

jaar. Zij kent een ultieme zorgzaamheid

want het is een bijzonder toegewijde

moeder die haar jongen voorverteerde

prooien voedt, haar woning volledig

afsluit tegen gevaar van buitenaf, en zich

aan het eind van haar leven door haar

kroost als offer laat opeten. Ze schenkt

haar lichaam als prooi zodat haar nako-

melingen goed doorvoed de buitenwe-

reld in kunnen trekken. Ver kruipen die

jongen niet. Vrouwtjes slechts een paar

meter. Mannetjes iets verder en lopen in

de paartijd onrustig rond, open en bloot

bij daglicht, op zoek naar een fluwelen

bruid. Hun rood valt op en trekt de aan-

dacht van vogels. Maar vogels lusten

geen gevaarkleuren. De rode spinnen

maken de vogels wijs dat ze vies smaken,

naar lieveheersbeestjes. Pure mannelijke

bluf is het, maar het werkt.

Een dikke spinnenvrouw met ei cocon

is wel een proteïnerijk hapje. De groene

specht en de slimme kraai vinden de nes-

ten en trekken de kousjes uit de grond. Er

is ook een speciale wesp gespecialiseerd

LENTEVUURSPINLentevuurspin © Paul Wouters en Marianne Horemans

Page 23: Meander 2016 nr 3 juli augustus september

juli - september 2016 | 23

in de nesten: de vuurspinnendoder.

Deze wesp met zwarte vleugels heeft

eveneens een rood-witte tekening, zij het

minder opvallend. In de zomermaanden

gaat ze op zoek naar de verborgen woon-

buizen. Daar verlamt zij de spin met een

steek en legt er haar ei op. In enige dagen

vreet de larve de spin met kroost en al

leeg en rust dan uit in een stevig zelfge-

maakte cocon, alvorens te verschijnen

als wesp. De vondst van deze vuurspin-

nendoder is al even opzienbarend. Men

veronderstelde dat ook deze uitgestor-

ven was.

Het werd hot News. Journalisten plaats-

ten de ontdekking van de lentevuurspin

als spindoctors in het lentezonnetje. Een

rode spin is niet alledaags. Tijdschriften,

kranten en televisie gaven deze zeld-

zaamheid vermaardheid. Lommel werd

met veel ruchtbaarheid op de spinnen-

kaart gezet. Want slechts in acht landen

komen deze beestjes voor, meestal in

kleine aantallen. Op de Balim Gronden

van de Lommelse heide wordt de popu-

latie tussen de 5000 en 10.000 nesten ge-

schat. Daarmee kent deze eeuwenoude

heide vermoedelijk de hoogste dichtheid

ter wereld. Een niet te missen kans om

dit beestje uit te roepen tot ambassadeur

van de bescherming van het Kempense

zandbiotoop.

Op het goede nieuws volgt meteen de

ontnuchtering. De grote populatie leeft

in een monument van levend zand, maar

is ingekleurd als industrie.

Lommel vocht decennia tegen het zand.

De schrale grond bood weinig perspec-

tieven op welvaart en het stuwende zand

rukte op. Er is getracht om het zand te

temmen. Bomen werden geplant, afval

gestort om de grond vruchtbaar te krij-

gen. Heide en duinen werden relicten

tussen industrie.

Er is door natuurbeschermers zwaar in-

gezet op het redden van de lentvuurspin-

nen via translocaties naar beschermde

gebieden, maar de soort is zeer kieskeu-

rig wat haar biotoop betreft en het lijkt er

op dat het verhoopte succes uitblijft. Na-

tuur is niet altijd maakbaar. Alles is door

de eeuwen heen gevormd en in balans

gebracht.

Het heeft niet veel gescheeld of de soort

was alweer uitgestorven zonder ooit ont-

dekt te zijn geweest. Vlaanderen is een

van de meest versnipperde gebieden ter

wereld wat landschapselementen betreft.

Af en toe geeft de Kempen zijn geheimen

toch prijs. België heeft nu zijn fluwelen

kroonjuweel: een bedreigde spin met een

hoge aaibaarheidsfactor.

achiLLes cooLs(Verschijnt bij AtlasContact, Amsterdam.)

Naast de huiszwaluw, de boerenzwaluw en de oeverzwaluw zijn

de gierzwaluw en de nachtzwaluw mooie buitenbeentjes. De

gierzwaluw (evenals de nachtzwaluw) is echter geen zwaluw.

Het is een trekvogel die begin mei arriveert, de laatst aankomen-

de trekvogel in de Lage Landen. Bang wacht ik elk jaar af of ze de

grote trek van 7000 km zullen hebben overleefd en of ze weer

mijn buren zullen worden. Eerst de mannetjes. Komen altijd te-

rug naar de plaats waar ze de vorige jaren vertoefden. Leuk om

zien hoe ze met een groepje arriveren. De vrouwtjes komen wat

later en vergroten de groep tot een 20-tal oudere vogels. Ze heb-

ben een levensverwachting van 15 tot 20 jaar en daardoor kan

ik spreken van buren die jaarlijks terugkeren naar hun buiten-

verblijf. Gierend gaan ze door de lucht op zoek naar hun portie

insecten. Al vliegend verzamelen ze tot 10.000 insecten per dag.

Misschien kijk ik ook daardoor zo naar hen uit? Denkend aan de

insectenarme zomeravonden op de loungebank onder de per-

gola, kijkend en luisterend naar deze prachtige vogels die mijn

hart gestolen hebben. De gaten onder de dakrand van de school

in het centrum van Balen zijn hun ‘place to be’. Als nestgelegen-

heid, want rusten, slapen, eten en drinken doen ze al vliegend.

Elke avond stijgen ze op naar grote hoogten (3 tot 5 km) om te

rusten en de nacht door te brengen. In de vroege ochtend ko-

men ze gierend weer tevoorschijn. Met hun grote spitse vleugels

(spanwijdte 45 cm) die sikkelvormig aan het lichaam staan halen

ze adembenemende scheervluchten tot 120 km/u. Aan de kerk

van Gompel zijn ze ook een jaarlijkse attractie. Gierzwaluwen

zijn altijd druk in de weer. Nu weer scheren ze net boven mijn

hoofd, daarna passeren er een tiental rakelings langs elkaar. Oei,

ze zijn er nog niet en ik moet al denken aan het moment dat ze

ons weer voor negen maanden gaan verlaten. Eind juli, begin

augustus zit hun broedseizoen er op en gaan ze samen met hun

twee jongen richting evenaar.

Luc De Groof

Gierzwaluw

Jonge gierzwaluw opgevangen in VOC-Neteland © Frans Emmerechts

Page 24: Meander 2016 nr 3 juli augustus september

Meander 324 |

ReferentieBijlsma R.G., Vermeulen M., Hemerik L. & Klok C., ‘Demography of European Honey Buzzards Pernis apivorus’ in Ardea, 100-2, 2012.

De wespendief is een roofvogel die elk voorjaar van Centraal- en

West-Afrika naar ons land vliegt om hier tijdens de zomer zijn

broedsel groot te brengen.

Wespendieven lijken sterk op buizerds maar komen in aantal veel

minder voor. Een wespendief vliegt vaak met de kop iets opge-

heven als een koekoek, een buizerd heeft een dikke, brede kop.

Door zijn langere nek steekt de kop verder voor de vleugels uit

dan bij de buizerd. De vleugels in glijvlucht zijn bij de buizerd in V-

vorm, de wespendief daarentegen houdt de vleugels in een vlak,

zijn vleugelslagen zijn meestal langzaam. Op borst en onderlijf is

duidelijk een patroon van streepjes waar te nemen. Men noemt

dit een tijgerpatroon. De staart van een wespendief is langer, en

vertoont smalle dwarsbanden en een bredere eindband.

Muizen vormen het favoriete voedsel van de buizerd. Je kunt ze

langs de snelweg op paaltjes zien zitten. Misschien komt er een

veldmuis voorbij in de berm of wordt er een vogel doodgereden.

De wespendief niet: zoals zijn naam aangeeft voedt hij zich met

de wespenlarven en de raten in ondergrondse wespennesten.

Hij lokaliseert de wespennesten door een tijdlang wespen te ob-

serveren op hun weg naar de nest. Om de prooi te bemachtigen,

graaft hij met zijn poten de ondergrondse wespennesten open.

Daarvoor heeft hij stevige poten met lange nagels en langgerekte

tenen. Rond zijn snavel zitten heel wat schubachtige veren, zo kan

hij de stekende wespen goed weerstaan.

Door zijn afhankelijkheid van wespen verschijnt deze zomergast

laat in onze streken. De bomen dragen al veel loof als hij toekomt,

wat het vinden van een nest bemoeilijkt. Door die late komst

begint de wespendief pas eind mei tot begin juni te broeden. Een

nest telt gemiddeld twee jongen. In augustus vliegen de jongen

uit. Een studie over het voortplantingssucces, die in Nederland

tussen 1974 en 2005 werd uitgevoerd, toonde aan dat gemid-

deld slechts een jong per nest uitvliegt. Dit is te weinig om de

populatie op peil te houden. Deze bevinding stemt overeen met

EEN KORTSTONDIGE ZOMERGAST,DE WESPENDIEF

Wespendief foto (boven en onder) © Erik Ducastel

de afname van de wespendief in

Noord- en West-Europa. Bovendien

is het broedsucces afhankelijk van

het aantal wespen en dus ook van

de warmte en de droogte van de zo-

mer. Een broedseizoen is hard werken

voor wespendieven. Ze moeten na hun

uitputtende reis uit Afrika een partner vin-

den, een nest bouwen, eieren leggen en jon-

gen voeren en zichzelf aansterken voor een vlucht

terug naar het zuiden. Gewoonlijk broedt de wespendief in oude

bossen met hoge bomen en een beschuttende ondergroei, zowel

in eiken- en beukenbossen als dennenbossen met voldoende

wespen. Hij brengt de meeste tijd door onder de boomkruinen en

op de bosbodem. De wespendief is zeer zwijgzaam, je hoort hem

zelden roepen en hij kan met enig geluk cirkelend worden gezien.

Deze onopvallende levenswijze en het verborgen broedgedrag

maken het moeilijk om het juiste aantal wespendieven te schat-

ten. Vermoedelijk telt Vlaanderen 160 à 240 paren. In onze omge-

ving worden wespendieven regelmatig vliegend waargenomen

aan de Ronde Put, het Griesbroek, Den Diel en de Maat.

Wespendieven zijn als insecteneters alleen ’s zomers in ons land.

De voorjaarstrek piekt in mei, de najaarstrek verloopt tijdens de

maanden augustus en september. De trek gebeurt in groepen. Zo

werden op de trektelpost Kristallijn-Maatheide op 9 september

2015 32 exemplaren geteld in één bel. Op 20 augustus 2015 werd

te Averbode Bos en Heide een groep van 22 vogels waargenomen

en op 26 augustus 2015 zelfs een groep van 61 exemplaren. Zoals

andere roofvogels zoeken wespendieven tijdens de trek plaatsen

op met opstijgende luchtstromingen (thermiek). Vervolgens zwe-

ven ze op een lange glijvlucht weg, langzaam hoogte verliezend

tot een volgende thermiekbel.

In het kader van het Life-project Grote Netewoud tracht men het

leefgebied van de wespendief te verbeteren. Door het steeds war-

mere klimaat worden de larven van wespen echter steeds vroeger

geboren. Maar kunnen de wespendieven de klimaatverandering

wel bijbenen? Deze Afrikagangers zouden behalve hun broednei-

ging ook hun voorjaarstrek moeten vervroegen.

rené DucasTeL

Page 25: Meander 2016 nr 3 juli augustus september

juli - september 2016 | 25

Watermijten Limnesia curvipalpis © Paul Hendig

Limnesia curvipalpisEen paar jaar geleden kwamen mijn kinderen kijken toen ik

voor het eerst bezig was een watermijt te determineren voor

de poelenwerkgroep Waterleven. Mijn zoon keek naar het

petrischaaltje op mijn stereomicroscoop en naar het kleine

bruinachtige bolletje dat in cirkels rond zwom en zei, zonder

veel interesse, ‘dat is wel heel klein, wat is het?’. ‘Een watermijt’,

antwoordde ik. ‘Mag ik eens kijken?’ vroeg hij en voor ik kon

antwoorden plaatste hij zijn twee ogen op de oculairs. Na

een paar seconden vertrok hij. Mijn dochter moest ook kijken

natuurlijk, waarna ze uitbundig, ‘cool!’ zei en vroeg ‘wat is een

watermijt?’. Die vraag was in principe vrij simpel, maar ik wist

niet direct wat ik moest zeggen. Ik wist natuurlijk wat een wa-

termijt was, maar nog nooit moest ik het uitleggen, zeker niet

aan een schattig meisje van 5 jaar oud. Ik begon dus met een

voorbeeld: een teek. Een watermijt lijkt op een heel kleine teek.

Ze hebben allebei vier paar poten en twee lichaamsdelen: een

kop met monddelen en een lichaam, maar watermijten zijn ge-

woonlijk kleiner, meestal kleiner dan 2 mm, en sommige larven

parasiteren op aquatische ongewervelden, niet op honden,

poezen of mensen, zoals teken dat doen. Zo legde ik het uit en

daarbij bleef het. Ik kon haar nog veel meer vertellen, maar de

classificatie is niet simpel (zelfs de deskundigen zijn het niet

eens) en mijn dochter bleef niet lang genoeg bij mij om meer

te zeggen.

Watermijten Watermijten horen bij de spinachtigen, net als o.a. spinnen,

schorpioenen, teken en andere mijten. Ze onderscheiden zich

van andere mijten omdat ze voornamelijk in zoet of licht brak

water leven. De meeste soorten zijn roodachtig van kleur,

maar zij kunnen ook bruin, geel, groen of zelfs blauw zijn. De

levenscyclus van watermijten is verschillend en complex, maar

de meeste volgen een cyclus van ei naar larve over nimf tot

volwassen. De meeste larven leven aanvankelijk als parasiet

op wantsen, muggen en andere aquatische ongewervelden

en gedragen zich later als predator op watervlooien, zuigen

eieren leeg, enzovoort. Watermijten komen voor in stilstaand

en stromend water, maar ook in vochtige bodems en bron-

nen. Sommige soorten kruipen over het substraat en tussen

planten, terwijl andere zwemmen dankzij speciale zwemharen

op de poten. Omdat sommige soorten typerend zijn voor

bepaalde habitats en/of gevoelig zijn voor slechte waterkwa-

liteit, kunnen ze gebruikt worden als ecologische indicatoren.

Watermijten zijn verdeeld in acht verschillende superfamilies

en het geslacht Limnesia is één van een 51-tal geslachten die

in Nederland voorkomen. De toestand van de watermijten in

België is minder duidelijk omdat er tot nu toe weinig aandacht

aan werd besteed.

WATERMIJTEN

Page 26: Meander 2016 nr 3 juli augustus september

Meander 326 |

Een bijzondere vondstIn april 2015 werd een vrouwelijk exem-

plaar van Limnesia curvipalpis gevonden

in Poel De Vos in Wilders in Geel, samen

met drie andere, vrij algemene soorten.

L. curvipalpis is zeer zeldzaam. De soort

werd voor het eerst beschreven in 1997

en voor het eerst aangetroffen in België

in juni 2004 (determinatie in 2009) en in

Nederland in 2005. De poelenwerkgroep

Waterleven trof een exemplaar aan in april

2013, in een oude visvijver in Neerhelst.

De recente vondst in Poel De Vos is dus

waarschijnlijk slechts de derde in België.

De Latijnse naam wijst op de lange bocht

op het eind van het 4de segment van de

palpen (twee palpen komen voor net bui-

ten de monddelen), die ook bepalend is

voor de determinatie. Ook belangrijk voor

de determinatie zijn de heupplaten (epi-

meren) en het genitaal veld dat centraal

ligt achter de epimeren. We kunnen L. cur-

vipalpis helaas niet gebruiken als een indi-

cator omdat we er niet genoeg informatie

over hebben. Door ze te vinden komen we

echter meer te weten. Poel De Vos is een

licht eutrofe valleipoel die gevoed wordt

door ijzerrijk grondwater met weinig mi-

neralen. Hij is begroeid met verschillende

oever- en waterplanten en bewoond door

diverse waterbeestjes (MMIF-index van

0,90). In Nederland werd de soort tot nu

toe voornamelijk in vennen gevonden

en de vondst in 2004 in België was ook in

een (Kempens) ven. De oude visvijver in

Neerhelst is echter meer eutroof dan Poel

De Vos.

De meeste mensen besteden geen

aandacht aan watermijten want ze zijn

gemakkelijk over het hoofd te zien. Dat is

normaal, maar vaak loont het om ook oog

te hebben voor de kleinere deelnemers op

de aarde.

PauL henDiG

Cultuurprijs voor Big JumpIn februari reikte de Cultuurraad van Balen de jaarlijkse

cultuurprijzen uit. Ze worden uitgereikt aan personen of

verenigingen die het jaar voordien op socio-cultureel vlak

bijzondere prestaties hebben verricht met ruime weerklank in

of voor Balen.

Natuurpunt Balen-Nete werd genomineerd voor de Big Jump

die in juli 2015 met succes werd georganiseerd in de Grote

Nete, vlakbij de historische Straalmolen. Met maar liefst 74

dappere springers, een dikke 300 kijklustigen en tal van rand-

activiteiten verdiende ‘de jump’ volgens de Cultuurraad extra

aandacht.

De avond van de uitreiking waren we dan ook aangenaam

verrast en zeer blij met deze blijk van waardering voor ons

harde werk. Onze afdeling kreeg zowel uit naam van de jury,

als uit naam van het Balense publiek een derde plaats op het

podium.

Bij deze willen we al onze vrijwilligers en de deelnemers be-

danken voor hun inzet en medewerking.

Wen Thys

Oude visvijver in Neerhelst © Jeannine Simonis

Page 27: Meander 2016 nr 3 juli augustus september

juli - september 2016 | 27

Regenbogen in de lenteOp 12 april verschenen er in het centrum van Geel twee won-

dermooie regenbogen die een kwartier lang aan de hemel schit-

terden. De beginnende bloei van een kerselaar in combinatie

met de regenboogkleuren leverde een mooi tafereel op. Eentje

waar we niet voor van huis hoefden te reizen. Soms komt de

natuur gewoon naar ons toe, je hoeft hem enkel te zien en te

bewonderen.

kersTine michieLsen

Konik geboren in ZammelsbroekHeuglijk nieuws. Op 14 mei werd een konikveulen geboren in

het Zammelsbroek. Moeder en zoon stellen het goed en staan

in de wei in Oosterlo, tussen paaltje 2 en 3 van de vlinderroute.

Groetjes!

kareL en anDrea Van roey-nieTVeLT

Ringslang in NeerhelstOp 3 april tijdens een wandeling met Juul en Teun in Neerhelst

zagen we een jonge ringslang op de hoge maïsakker in haar hol-

letje kruipen. De foto is genomen met een GSM, maar misschien

toch nog goed genoeg?

Jeannine simonis

Drie mooie natuurwaarnemingen

Oproep!Drie mooie waarnemingen, van Jeannine, Kerstine, Karel en Andrea deze keer. Laten we zo voort doen! Zag u zelf iets moois in de natuur in onze regio of in gebieden waar onze afdelin-gen op uitstap gaan, laat het ons weten. Bedoeling is om ons tijdschrift nog meer een tijdschrift van alle leden te laten zijn.Stuur je interessante waarneming naar [email protected] en misschien verschijnt die wel in de volgende Meander!

Page 28: Meander 2016 nr 3 juli augustus september

Meander 328 |

Enkele keren per jaar nemen de

vrijwilligers van Natuurpunt

Balen-Nete deel aan de ge-

meentelijke zwerfvuilactie. Een

activiteit die we met plezier doen, hoewel

je er niet bepaald vrolijk van wordt. Tenzij

je onderweg een leuke waarneming kan

doen. Zo vonden we op 18 maart een

groepje mooie dieprode kelkzwammen

op rottend loofhout aan Sint-Anneke. Ik

contacteerde paddenstoelenkenner Ed-

die Lavreys die me vertelde dat het om

rode kelkzwam (Sarcoscypha coccinea) of

krulhaarkelkzwam (Sarcoscypha austriaca)

kon gaan, soorten die enkel microscopisch

van elkaar te onderscheiden zijn. In de ja-

ren 1980 werden beide soorten gevonden

in de Maat, maar sindsdien zijn er geen

vindplaatsen meer bekend in het Grote

Netewoud, alhoewel volgens natuurbe-

richt ‘Rode Kelkzwammen zitten in de lift’

het aantal vondsten van rode kelkzwam-

men in Vlaanderen sinds 2000 opvallend

toegenomen is.

Kelkzwammen zijn typische winterpad-

denstoelen, met een waarnemingspiek

in de maand maart. Volgens onderzoek

zou rode kelkzwam een voorkeur hebben

voor dood hout van es, iep en beuk, ter-

wijl de krulhaarkelkzwam meer op dood

esdoorn- en elzenhout voorkomt. Soms

kunnen beide soorten op wilgenhout of

hout van hazelaar worden aangetroffen.

Het determineren op basis van houtsoort

is echter wetenschappelijk niet aanvaard,

en bovendien moeilijk door de soms ver-

regaande staat van verrotting. Daarom

is microscopie van de sporen en van de

haren aan de buitenkant van de kelk aan-

gewezen. Deze zijn bij krulhaarkelkzwam

vaak spiraalvormig gekruld.

In 2015 werden 40 waarnemingen voor

rode kelkzwam en 35 waarnemingen voor

krulhaarkelkzwam gemeld. Alhoewel de

abundantie van beide soorten in Vlaande-

ren dus gelijkaardig is, is er toch een lichte

verschuiving in verspreidingsgebied.

Waar het zwaartepunt van waarnemingen

van rode kelkzwam eerder in Oost- en

West-Vlaanderen ligt, worden krulhaar-

kelkzwammen eerder in Antwerpen en

Limburg gevonden. In ons geval lieten de

microscopiefoto’s geen twijfel bestaan dat

het ook ging om krulhaarkelkzwam. Uit-

eindelijk werden er op de locatie in Balen

een 70-tal exemplaren gevonden. Laten

we hopen dat we ze er volgend jaar weer

kunnen bewonderen.

eef WeeTJens

Krulhaarkelkzwammenin het Griesbroek

Spiraalvormige haren Sarcoscypha austriaca © Carina Van Steenwinkel

Sporen Sarcoscypha austriaca © Carina Van Steenwinkel

Krulhaarkelkzwam © Marc Boeckmans

Page 29: Meander 2016 nr 3 juli augustus september

juli - september 2016 | 29

In het vroege voorjaar kunnen natuurliefhebbers soms het geluk heb-

ben getuige te zijn van een bijzondere verschijning in de insectenwereld: die van waai-ervleugeligen (Strepsiptera), ook wel waaiertjes genoemd.

Ze zijn een orde van insecten die bestaat

uit soorten met een zeer bijzondere

levenswijze. In België en Nederland zijn

tot nu toe 5 soorten waargenomen. Ze

parasiteren in het lichaam van hun gast-

heer: solitaire bijen, wespen, cicaden en

sprinkhanen. Het zandbijwaaiertje (Sty-

lops melittae) parasiteert op zandbijen

uit het genus Andrena o.a. op de grijze

zandbij (Andrena vaga). Zandbijwaaier-

tjes doorlopen hun ganse ontwikkeling

in het lichaam van zandbijen en zijn

actief van februari tot april. Zandbijen,

die geïnfecteerd zijn met een zandbij-

waaiertje, komen wat eerder uit dan

niet geparasiteerde zandbijen. Hierdoor

hebben de larven van de waaiertjes, bij

het uitkomen op het hoogtepunt van de

zandbijenpopulatie, meer succes in het

vinden van een gastheer.

De mannetjes hebben waaiervormige

vleugels met een spanwijdte van 6 tot

10 mm en leven slechts enkele uren. De

vrouwtjes zijn poot- en vleugelloos en

bereiken een lichaamslengte tussen de

4 en 10 mm. Zij lijken op larven en zitten

goed verborgen in het achterlijf van de

zandbij. Hier vallen zij nauwelijks op en

blijven vaak onopgemerkt, omdat enkel

hun kopborststuk tussen de achterlijf-

segmenten van hun gastheer naar buiten

steekt.

Om een mannetje te lokken verspreidt

het vrouwtje feromonen (signaalstof-

fen). Op de sterk vertakte antennes van

de mannetjes zitten chemoreceptoren,

waarmee ze de feromonen van de vrouw-

tjes kunnen opvangen. Omdat de man-

netjes geen geweldige vliegers zijn, zorgt

het vrouwtje ervoor dat de geparasi-

teerde zandbij zodanig wordt beïnvloed,

dat deze nauwelijks nog actief is en stil

blijft zitten. De zandbij wordt zo goed als

lam gelegd, waardoor het mannetje een

grotere kans heeft om met het vrouwtje

waaiertje te paren op het lichaam van de

zandbij. Na de paring wordt de blokkade

in de zandbij door het vrouwtje waaier-

tje opgeheven en kan de zandbij terug

wegvliegen. Na de bevruchting van haar

eitjes in het lichaam van het vrouwtje

zandbijwaaiertje, verlaten vele minuscule

larven haar lichaam en worden ze, via het

bloembezoek van de zandbij, verspreid

over een groot aantal bloemen. Hier

krijgen de larven de kans om een nieuwe

gastheer te vinden en zich mee naar het

nest van de zandbij te laten vervoeren.

In het nest van de zandbij infecteert de

larve van het zandbijwaaiertje de larve

van de zandbij. De verdere ontwikkeling

tot volwassen insect vindt aanvankelijk

plaats in de bijenlarve. Na de verpop-

ping van de zandbij, breekt de parasitaire

larve door de huid van de gastheer, vaak

tussen twee tergieten van het bijenach-

terlijf en vervelt voor de laatste maal. Het

vrouwtje waaiertje steekt dan met haar

kop buiten het lichaam van de bij, terwijl

het mannetje waaiertje een pop vormt,

die tussen de tergieten naar buiten steekt

en twee oogvlekken bezit. In het vroege

voorjaar doet het zonlicht het mannetje

uitkomen en zijn gastheer verlaten, zodat

hij op zoek kan gaan naar een vrouwtje.

Eén enkele zandbij kan verschillende

exemplaren van het zandbijwaaiertje be-

vatten. Je kan zandbijwaaiertjes ontdek-

ken op zonnige plaatsen waar zandbijen

nestelen.

WaaiertjesMET EEN BIJZONDERE LEVENSWIJZEfoTo’s en TeksT: PauL WouTers+marianne horemans

Zandbijwaaiertje manl

Grijze zandbij man met zandbijwaaiertje parend

Grijze zandbij met zandbijwaaiertje vrouwtje

Page 30: Meander 2016 nr 3 juli augustus september

mail: [email protected] www.jankok.be

Jan Kok tuinarchitectuur

Page 31: Meander 2016 nr 3 juli augustus september

EEN NIEUWE KIJK OP OPTIEK VANDERLINDEN

Een hoge vakkennis en jarenlange ervaring gecombineerd met moderne apparatuur en een vernieuwde winkel garanderen de beste service.

Optiek Vanderlinden, sinds 1953 uw vertrouwen waard!

OP LOEPEN EN VERREKIJKERS Nikon, Steiner, Minox, Huygens: 10% korting voor leden van Natuurpunt!

Page 32: Meander 2016 nr 3 juli augustus september

ONTDEK DE TOEKOMSTPLANNEN VAN DE SITE WATERMOLEN EN STEUN DE RENOVATIE (WATERMOLEN 8 • MEERHOUT)

VOORLOPIG PROGRAMMAtussen 8u en 12u ONTBIJT OF BRUNCHWANDELINGEN:• 6u en 10u • vroegochtendwandeling,• vanaf 13u30 • gegidste (vlinder)wandelingen, • doorlopend vrije wandeling mogelijkREUZETERRAS: geniet van bio-streekbieren, hapjes, live muziekKINDERANIMATIE NATIONAAL VLINDERWEEKEND: vlinder expo, workshops en spel voor kinderen

DE WATERMOLEN HERLEEFT!Poort naar het grote netewoud

ZONDAG 7 AUG

2016- FEEST VOOR IEDEREEN -

vlinder expo, workshops en spel voor kinderen

A4 advertentie watermolen 5-2016.indd 1 17/05/2016 13:46:43