m3bp: kinderen in de mo & vo
Upload: gert-rebergen-izare-izarte-grassroots-inclusion-dwarswerk-dmwd
Post on 01-Nov-2014
937 views
DESCRIPTION
Inhoudelijke + impact analyse van de constatering dat tenminste 7000 kinderen in de MO & VO verblijven.TRANSCRIPT
1
M3BP • Gr assroots InclusIon
M3BP
Meer dan Bed, Bad, Broodje pindakaas + Beleid en Begeleiding
M3BP.04.indd 1 09-08-2010 15:19:33
2
M3BP • Gr assroots InclusIon
3
M3BP • Gr assroots InclusIon
Inhoudsopgave
1 Waarom Grassroots Inclusion u dit essay aanbiedt? 4
Waarom dit essay.
Eerst - dan - tenslotte.
2 Samenvatting M3BP 6
Kernpunten.
3 M3BP: impact gemeten 8
Over het meten van impact.
SROI en M3BP.
Belanghebbenden.
Waardecreaties.
Verwachte maatschappelijke kosten.
Renderend investeren.
4 Over sociale Kwaliteit 13
Model Sociale kwaliteit.
Sociale kwaliteit en M3BP.
Sociaaleconomische zekerheid.
Sociale inclusie.
Sociale cohesie.
Empowerment.
5 Over vraaggeleiding 21
Vraagsturing.
Maatwerk.
Vraaggeleiding
6 Vervolg 25
NoteN 27
BijlageN
Bedrijfspresentatie Grassroots Inclusion 29
over de naam Grassroots Inclusion 36
Grassroots Inclusion B.V.
p/a laarstraat 47
7201 cB Zutphen
opmaak NL ontwerp, Warnsveld
uitgeverij rebergen, Zutphen
augustus 2010
IsBn 978-90-800662-7-4
alle rechten voorbehouden. niets van deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen
in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige
wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of op enige andere
manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Grassroots Inclusion B.V.
M3BP.04.indd 2-3 09-08-2010 15:19:33
4
M3BP • Gr assroots InclusIon
5
M3BP • Gr assroots InclusIon
tegelijkertijd met de start van Grassroots Inclusion verscheen het boekje van het onderzoek
‘Meer dan Bed, Bad, Broodje pindakaas’. (1) Dit onderzoek, afgekort tot M3BP, gaf ons een
geweldige gelegenheid om samen te werken aan een belangrijke en concrete case. Dit onder-
zoek is de aanleiding voor ons om te toetsen of de drie pijlers waarop Grassroots Inclusion is
gebaseerd, iets kan toevoegen aan de discussie over een maatschappelijk thema.
De tweede reden is om ons bureau bekend te maken in de sectoren zorg, welzijn en maat-
schappelijke opvang. Voordat wij besloten om samen te gaan werken in ons adviesbureau
Grassroots Inclusion, wisten we dat wij elkaar uitstekend aanvullen. De één is een erkend
inhoudsdeskundige met een goed ontwikkeld gevoel voor beheerzaken, de ander bedrijfskun-
dige met ruime therapeutische en managementervaring in zorg en welzijn.
Begin 2010 richtten we ons adviesbureau op.
De optelsom van onze ervaringen & onze kennis & onze inzichten is Grassroots Inclusion.
opdat u kunt kiezen voor ons. opdat we met elkaar in gesprek kunnen gaan.
Eerst – dan – tenslotte.
Grassroots Inclusion staat op drie peilers: sociale kwaliteit, vraaggeleiding en impactmeting.
In hoofdlijnen worden deze peilers in het navolgende toegelicht.
Het model sociale kwaliteit en de methodiek om het maatschappelijk rendement te meten,
hebben we toegepast op M3BP. Het concept vraaggeleiding leent zich daar niet voor; we
kunnen het slechts toelichten.
na de samenvatting van de kern van het onderzoek M3BP (§ 2), schetsen we de hoofdlijn
van de methodiek om de impact te meten, gevolgd door de resultaten van de toepassing
ervan op M3BP. (§ 3)
Daarna passeert het model sociale kwaliteit de revue, in algemene en toegepaste zin. (§ 4).
In § 5 is het concept vraaggeleiding toegelicht in het krachtenveld van vraagsturing versus
aanbodsturing.
ons inziens vereist M3BP opvolging (§ 6); om te beginnen: een brede discussie.
Dit essay is bedoeld om daarvoor aanvullende ingrediënten aan te reiken.
1 Waarom Grassroots Inclusion u dit essay aanbiedt?
omdat we verwachten dat u hart hebt voor kinderen en jongeren die tijdelijk in de Vrouwen-
opvang of Maatschappelijke opvang verblijven, niet omdat ze dat gevraagd hebben maar
omdat ze met hun ouder(s) meekomen.
omdat we verwachten dat uw hart en uw verstand wensen dat de medewerkers in de op-
vang de beste zorg en ondersteuning kunnen bieden aan deze kinderen en jongeren.
omdat we verwachten dat uw verstand inzicht wil hebben in de investeringen, kosten en
maatschappelijke opbrengsten van de hulp aan kinderen en jongeren in de Maatschappelijke
en Vrouwenopvang, met het doel tot verstandige keuzes voor alle belanghebbende partijen
te komen.
omdat wij verwachten dat u zich aansluit bij die mensen die de zorg voor deze kinderen en
jongeren willen verbeteren. En met uw kritische reactie ons wilt helpen de onderbouwingen
te verbeteren.
Waarom dit essay.
We hebben dit essay om twee redenen geschreven.
allereerst vanwege een inhoudelijk motief: omdat wij vinden dat er snel iets professioneels
gedaan moet worden voor de kinderen die meekomen in de maatschappelijke en vrouwen-
opvang. Het professioneel antwoord daarop moet meer worden dan wat nu aan aandacht,
begeleiding of zorg beschikbaar is.
Door meerdere concepten en modellen naast elkaar te gebruiken, kunnen verrassende en ook
vernieuwende aspecten van bestaande praktijken in het blikveld komen.
Dit weten we uit ervaring. Daarom hebben we Grassroots Inclusion op drie pijlers gebouwd:
- model van de sociale kwaliteit;
- vraaggeleiding als verhouding van vraag en aanbod;
- meten van het maatschappelijk rendement.
M3BP.04.indd 4-5 09-08-2010 15:19:34
6
M3BP • Gr assroots InclusIon
7
M3BP • Gr assroots InclusIon
• Kinderen / jongeren zijn vaak getuige van fysiek en verbaal geweld thuis en in hun
omgeving.
• circa de helft van de kinderen / jongeren heeft problemen in psychosociaal functio-
neren en een derde kent symptomen van posttraumatische stress of angst.
• De relatie met de ouder buiten de opvang is slecht tot matig.
• De relatie met familie en sociaal netwerk buiten de opvang is matig.
• De kinderen / jongeren hebben geen eigen intakegesprek en krijgen geen individuele
begeleiding, terwijl de problemen en risicofactoren daar zeker aanleiding toe geven.
Gunstige bijkomstigheid.
• Weinig kinderen / jongeren hebben eetproblemen, zelfdestructief gedrag of psycho-
tische symptomen.
• Jongeren boven de 12 jaar vertonen weinig middelengebruik.
• 62 % van de kinderen heeft een hoge waardering van de eigen gezondheid.
• Vrijwel alle kinderen gaan naar school.
• Medewerkers in opvang zien op vrij veel levensgebieden verbeteringen bij de kinde-
ren / jongeren optreden tijdens hun verblijf in de opvang.
• 60 % van de kinderen is positief over de opvang.
aanbevelingen.
De onderzoekers doen specifieke aanbevelingen om de zorg aan kinderen / jongeren te ver-
beteren, inclusief een verbeterde toegang tot de bronnen in de samenleving.
De aanbevelingen richten zich op:
1 empowerment en kansen.
2 relaties en systemen van relaties.
3 welzijn en psychische gezondheid.
4 verbetering van de begeleiding van kinderen.
5 inrichting en faciliteiten van de plek voor het kind in de opvang.
6 visie op het probleem (het kind als een persoon met een eigen hulpvraag).
2 Samenvatting M3BP
In de Maatschappelijk opvang en Vrouwenopvang komen per jaar zo’n 7000 kinderen en
jongeren met hun ouder(s) mee. (2) Dit zijn ouders die vanwege ernstige problemen uit huis
zijn gegaan (of gezet) en op dat moment niet of onvoldoende support van hun eigen sociale
netwerk konden inroepen.
In de opvang komen de problemen van de ouder duidelijk naar voren, ook de problemen van
en met de kinderen.
De ouder blijft in de ouderrol en geeft de nodige steun en stevigheid aan hun kind. tenmin-
ste, dat denken en hopen we; daar gaan we als samenleving in de opvang van uit. Daar is de
financiering op ingesteld.
De aandacht voor jeugd sinds 2006 heeft ervoor gezorgd dat er een kanteling in deze wijze
van denken aanstaande is. De algemene rekenkamer geeft jaarlijks te kennen dat het met de
jeugd niet goed gaat en dat teveel van ‘onze’ kinderen in nederland het zelf wel als zwerfjon-
gere uitzoeken. Beleid gericht op de jeugd heeft terecht een grote prioriteit gekregen. alhoe-
wel de effecten nog niet direct merkbaar zijn bij de jongeren waarvoor dat beleid bedoeld is.
Het recente onderzoek ‘Meer dan Bed, Bad, Broodje pindakaas’ (M3BP) helpt mee dat denken
fors in beweging te zetten en de schijnwerper te zetten op de behoeften van kinderen en
jongeren die meekomen in de vrouwenopvang en maatschappelijke opvang.
De ondertitel van dit onderzoek is: ‘Profiel, gezondheid, welzijn en begeleiding van kinderen in
de vrouwenopvang en de maatschappelijke opvang’.
Het onderzoek is uitgevoerd bij 187 unieke kinderen tussen 1 en 18 jaar verdeeld over 17
opvangvoorzieningen voor Vo en Mo in nederland.
Kernpunten.
Aanleiding tot zorg.
• Per kind / jongere worden gemiddeld 11 risicofactoren op kindermishandeling gesig-
naleerd.
• Per kind / jongere zijn gemiddeld 7 ingrijpende levensgebeurtenissen geteld voordat
ze in de opvang komen.
M3BP.04.indd 6-7 09-08-2010 15:19:34
8
M3BP • Gr assroots InclusIon
9
M3BP • Gr assroots InclusIon
het financiële rendement op de investering (roI), maar ook over andersoortige (sociale,
culturele, ecologische) waardecreaties. Daarnaast ontstaat er inzicht in factoren die bij be-
langhebbenden meespelen bij de totstandkoming van de impact.
afhankelijk van de focus geeft het sroI-rapport aan beslissers informatie op het vlak van
strategie, positionering, controlling, marketing, financiering, enz.
sroI is focus, interpretatie én constructie.
sroI verzamelt, neemt aan én zoekt richting.
sroI gebruikt feiten, verwachtingen en vermoedens.
sroI is subjectief én objectief.
sroI geeft feiten, verwachtingen én vermoedens.
sroI = puzzelen.
sroI als manier van puzzelen omtrent het maatschappelijk rendement, mag niet verzanden
in onnavolgbare gedachtespinsels, private logica’s van redeneren of dure exclusiviteit van
artistieke adviseurs. transparantie en onderbouwing zijn de belangrijke remedies.
Er zijn zeven principes van sroI geformuleerd.
a Betrokkenheid belanghebbenden.
b Begrijp wat verandert vanuit het standpunt van belanghebbende partijen.
c Waardeer de activiteiten die er bewijsbaar voor het resultaat toe doen.
d Gebruik algemeen aanvaarde gegevens (benchmark, targets, externe standaards).
e claim niet teveel; wees nauwgezet en eerlijk.
f Wees transparant.
g Verifieer de financiële aannames en resultaten op marktconformiteit.
als deze zeven principes worden toegepast, stelt degene die de methodiek gebruikt, zich in
detail open voor kritiek. aan de direct betrokken of geïnteresseerde buitenstaander wordt de
gelegenheid geboden om kritisch te reflecteren op (details van) de sroI analyse. (6)
3 M3BP: impact gemeten (3)
In het eerste gedeelte van deze paragraaf bespreken we het meten van impact in algemene
zin. Het tweede deel vat de uitgevoerde analyse van de resultaten van M3BP samen.
Over het meten van impact
Elke organisatie (non-profit, not-for-profit, profit) doet iets aan maatschappelijk onderne-
men. Het gaat om 4 x P. De verhouding tussen de factoren Passie – People – Planet – Profit,
die de relatie tussen de organisatie en de omgeving vormgeven, bepaalt of het maatschap-
pelijk ondernemen ook maatschappelijk verantwoord genoemd kan worden.
Dat vereist onderzoek; dat vereist analyse.
Er zijn door de tijd heen diverse manieren ontwikkeld om de impact, opgevat als de optelsom
van verschillende rendementen, inzichtelijk te krijgen. Bij rendement kan onder meer worden
gedacht aan financieel-economische, sociale, ecologische en culturele waardecreaties.
Met de methodiek social return on Investment (sroI) is het maatschappelijk rendement, de
impact van de bedrijfsvoering, in beeld te brengen. De methode is oorspronkelijk in amerika
ontwikkeld en inmiddels op nederlandse maat gesneden. (4)
De toegevoegde waarde van een maatschappelijke investering is zichtbaar en meetbaar
te maken met sroI en dat kan empowerend werken. Immers, de non-profitorganisaties of
sociale onderneming zijn niet langer alleen een kostenpost voor de samenleving, maar een
organisatie die waarde creëert. Die waarde moet dan wel meetbaar zijn.
sroI beschouwt alle inbreng van partijen in geld, tijd en kennis als investering; dus ook een
subsidie, advies om niet of schenking. Met het geïnvesteerde kapitaal wordt gewerkt aan
de doelstelling(en). Bij belanghebbenden partijen worden vervolgens de effecten (5) van de
bedrijfsvoering door de tijd heen nagegaan, die via indicatoren worden omgezet in waarde-
creaties.
De waarden worden zoveel mogelijk in geld gedefinieerd. Door het geïnvesteerd kapitaal te
vergelijken met de opgetelde waardecreaties, ontstaat inzicht in het maatschappelijk rende-
ment. op deze manier zijn de doelstellingen, resultaten van de bedrijfsvoering en investerin-
gen met elkaar in verband te brengen.
Het sroI-rapport zegt dus in tegenstelling tot het accountantsrapport niet alleen iets over
M3BP.04.indd 8-9 09-08-2010 15:19:34
10
M3BP • Gr assroots InclusIon
11
M3BP • Gr assroots InclusIon
Waardecreaties.
Een overzicht van de gecreëerde waarden en toegepaste indicatoren.
BeLaNGheBBeNde WaardecreatIe INdIcatOr
Samenleving * voorkomen uitkering * bijstanduitkering
en overheid * voorkomen problematische schulden * kosten schuldsanering
* verbeterde gezondheid, langer leven * deel van Qaly
Schoolwezen * gehandhaafde leerplicht * loon leerplichtambtenaar
* schoolmaatschappelijk werk * loon schoolmaatschappelijk
werker
(Jeugd)zorg * behandeld effect mishandeling * behandeltarief
en welzijn * behandeld seksueel misbruik * behandeltarief
* minder beroep op jeugdzorg
Zorgstelsel * behandelde aanpassingsproblemen * kosten diagnostiek + DBc
* behandelde depressie * kosten diagnostiek + DBc
* behandelde angststoornis * kosten diagnostiek + DBc
Politie en justitie * Justitiële taakuitoefening * uurtarief oM, rechter
* voorkomen kleine criminaliteit * tarief Halt traject
* minder instroom voogdij, ots * schade kleine criminaliteit
* politionele inzet
Verwachte maatschappelijke kosten.
BeLaNGheBBeNde Waarde IN€ Waarde IN %
samenleving en overheid 86,9 miljoen 82,1 %
schoolwezen 1,6 miljoen 1,5 %
(Jeugd)zorg en welzijn 7,7 miljoen 7,3 %
Zorgstelsel 8,2 miljoen 7,7 %
Politie en justitie 1,4 miljoen 1,4 %
totaal 105,8 miljoen 100 %
SROI en M3BP.
Het onderzoek M3BP is ronduit schokkend. De kinderen / jongeren die veelal met (een)
ouder(s) meekomen naar deze basisvoorziening, worden - gewoon zoals het in een beschaafd
land hoort - adequaat en liefdevol opgevangen. In de primaire levensbehoeften wordt - ge-
woon zoals het in een beschaafd land hoort - voorzien. Maar van deskundige begeleiding en
behandeling is geen sprake. Veel instellingen voor vrouwenopvang en maatschappelijke op-
vang proberen het best mogelijke voor de kinderen uit de reguliere middelen te organiseren,
echter aan minimale kwaliteitseisen die aan professionele zorg en ondersteuning in nederland
worden gesteld, kan niet worden voldaan, vanwege onvoldoende deskundigheid op dit terrein
en minimale middelen. aanpalende organisaties rekenen de kinderen / jongeren niet tot hun
doelgroep omdat zij niet duidelijk zichtbaar zijn en er geen financiële middelen beschikbaar
zijn voor begeleiding en behandeling. En dat mogen we in een beschaafd land als nederland
niet ‘gewoon’ vinden.
Het samenwerkingsverband Grassroots Inclusion heeft de handschoen opgepakt en op basis
van voornoemd onderzoek de impact van de huidige situatie in beeld gebracht.
De resultaten van het onderzoek ‘Meer dan Bed, Bad, Broodje pindakaas’ zijn zo schrijnend
dat het opvolging vereist. Deze impactmeting met behulp van het instrument social return
on Investment (sroI) is bedoeld als bouwsteen voor vervolgactie.
In het onderhavige geval gaat het louter om verwachte maatschappelijke kosten als er niets
aan het gesignaleerde probleem wordt gedaan. Mede op grond van deze cijfermatig onder-
bouwde verwachting kan de discussie worden aangegaan of de samenleving er iets voor over
heeft (investering) om het gesignaleerde probleem bij de kop te pakken.
Belanghebbenden.
uit het onderzoeksverslag en publicaties zijn vijf belanghebbendengroepen naar voren geko-
men:
- samenleving en overheid;
- schoolwezen;
- (jeugd)zorg en welzijn;
- zorgstelsel;
- politie en justitie.
M3BP.04.indd 10-11 09-08-2010 15:19:34
12
M3BP • Gr assroots InclusIon
13
M3BP • Gr assroots InclusIon
4 Over sociale kwaliteit (8)
Grassroots Inclusion is gebouwd op drie pijlers: sociale kwaliteit, vraaggeleiding en impact-
meting. In dit hoofdstuk gaan we in op de pijler ‘sociale kwaliteit’, in algemene en (op M3BP)
toegepaste zin.
sociale kwaliteit is een instrument voor beleidsanalyse, onder meer voor overheden. Hulpver-
leningsinstellingen sporen hiermee risicofactoren bij personen op en herkennen hierdoor de
volgorde van succesvolle interventies op die risicofactoren.
Door een ontwikkelingslijn van enerzijds het individu en anderzijds de samenleving te kruisen
met het continuüm van formele en informele gremia, ontstaat een kwadrantenschema.
De kwadranten zijn aangeduid als:
- sociaaleconomische zekerheid;
- sociale cohesie;
- sociale inclusie;
- empowerment.
Ontwikkeling van de samenleving
INFORMELE NETWERKEN Gemeenschap, Configuraties van Groepen
Biografische ontwikkeling van het individu
FORMELE INSTITUTEN Instituties Systemen, organisaties, overheden
A. Sociaal -economische zekerheid
B. Sociale cohesie
C. Sociale
inclusie
D. Empowerment
Renderend investeren.
In de zorgsector is recentelijk becijferd dat het maatschappelijk rendement ten minste 1.3
is. (7) Dat wil zeggen dat elke in de zorg geïnvesteerde euro meer dan € 1,30 oplevert.
als we deze conservatieve calculatie als rendementseis toepassen op de tevens door ons
conservatief gecalculeerde verwachte maatschappelijke kosten, dan zou de nederlandse
samenleving (€ 105,8 miljoen = € 101,8 netto contant / 1.3 =) € 78,3 miljoen op jaarbasis
moeten investeren om 7000 kinderen op 5833 kindplaatsen adequaat te doen begeleiden en
behandelen.
Per kindplaats in de Vo/Mo gaat het per jaar om € 13.424.
Per kind / jongere kan er met dat geld veel toekomstig lijden worden voorkomen.
M3BP.04.indd 12-13 09-08-2010 15:19:34
14
M3BP • Gr assroots InclusIon
15
M3BP • Gr assroots InclusIon
euro’s. In een stad als rotterdam worden via de sociale Index al veel vragen gemeten die ook
meer ingaan op sociale cohesie in een gebied, wijk of deelgemeente. Het gaat daarbij over
zaken als het gevoel van vertrouwen en veiligheid.
Sociaaleconomische zekerheid.
Het profiel van de moeders met kinderen / jongeren in de Mo en Vo geeft een hoog risico
op armoede te zien. Driekwart van de ouders met kind is van allochtone afkomst. Het op-
leidingsniveau van de ouder is basisschool of VMBo. Driekwart van de moeders heeft een
uitkering en schulden. Dat betekent dat de uitgangspositie van deze kinderen / jongeren in
verhouding tot anderen in de samenleving niet riant is. Zij moeten meer inspanning leveren
om tot een gelijk resultaat te komen. onder sociaaleconomische zekerheid valt ook het recht
van kinderen op goede zorg, het recht op specifieke zorg voor jeugdigen.
In het onderzoek “cliëntprofielen van vrouwen met geweldservaringen in de vrouwenop-
vang”, (9) komt bij de verschillende profielen terug dat vrouwen een laag opleidingsniveau
hebben, zonder werk zijn en een laag inkomen hebben. De meeste vrouwen zoeken hulp bij
het veranderen van hun situatie op het gebied van wonen, financiën, veiligheid, dagbesteding,
gezondheid. Dat profiel is herkenbaar in M3BP.
In de impactmeting zijn vooral de gegevens uit dit domein van sociale Kwaliteit verwerkt
zoals armoede, kosten van bijstand; schooluitval van kinderen; de kosten van begeleiding na
mishandeling; behandelen van problematisch gedrag; kosten van politie en justitie bij afwij-
kend gedrag waar straf op staat.
Investeren in parameters op sociaaleconomische zekerheid geeft daarmee meetbare impact
te zien.
aanbevelingenophetdomeinsociaaleconomischezekerheid.
a ondersteun kinderen door middel van huiswerkbegeleiding en bij het leren van de
taal. Partijen: schoolwezen, vrijwilligerswerk, Mo / Vo.
b Geef ouders praktische ondersteuning op gebied van financiën, budgetcursus.
leer kinderen omgaan met (zak)geld, per leeftijdgroep aangepast.
Partijen: kredietbank, aMW, Mo / Vo, vrijwilligerswerk, banken.
c Zet gericht in op participatie van moeders in relatie tot werk. Gebruik daarbij de par-
ticipatieladder en de portfolio waarin bewijzen van eerder verworven competenties
Model Sociale kwaliteit.
sociale kwaliteit is een instrument waarmee je kunt vaststellen in hoeverre burgers profi-
teren van de sociale kwaliteit van de samenleving en toegang hebben tot hulpbronnen in de
samenleving. tegelijkertijd kan de overheid op grond van metingen rond aspecten van sociale
kwaliteit het beleid aanscherpen en betere passende maatregelen nemen om de sociale kwa-
liteit in de samenleving te (doen) verbeteren.
De overheid pleegt veel inzet op de sociaal economische zekerheid. Er wordt geïnvesteerd
op bijvoorbeeld huisvesting, toegang tot zorg, werkgelegenheid, zekerheid van inkomen en
vangnet van uitkering.
sociale cohesie gaat over de informele netwerken, over de familie van waaruit je komt.
Empowerment gaat over al die activiteiten waardoor je zelfvertrouwen opbouwt omdat je
iets onder de knie krijgt, geleerd hebt of omdat je succes ervaart door dat wat je doet.
sociale inclusie gaat over toegang tot en zeggenschap in die instituten waar je dagelijks mee
te maken hebt. Het gaat over je burgerrecht als stemmen. Het gaat over de invloed die je als
burger hebt op beleid dat gemaakt wordt door de overheid en instellingen / instituten.
sociale kwaliteit is gebaseerd op een set van indicatoren die in Europees verband is vastge-
steld, nu bewerkt wordt in azië en veel steun geeft voor sociaal beleid voor overheden, maar
ook voor kansen voor interventies bij of door burgers van de wijk, de stad of het land.
Sociale kwaliteit en M3BP.
Bekijken we nu M3BP door de bril van het model sociale kwaliteit.
De maatschappelijke impact van de opvang van kinderen / jongeren in de Mo en Vo kan
vooral gemeten worden op indicatoren uit het domein van de sociaaleconomische zeker-
heid, omdat daarover de meeste cijfermatige gegevens (indicatoren) beschikbaar zijn. over
de metingen op de andere domeinen van sociale Kwaliteit zijn minder tot geen cijfermatige
gegevens uit onderzoek beschikbaar. Daar is de maatschappelijke impact niet gemakkelijk in
waardecreaties te benoemen en via indicatoren te vertalen in financiële termen.
Een en ander betekent in principe dat de maatschappelijke impact nog groter kan worden als
meer van de hieronder benoemde aanbevelingen onderbouwd omgezet kunnen worden in
M3BP.04.indd 14-15 09-08-2010 15:19:34
16
M3BP • Gr assroots InclusIon
17
M3BP • Gr assroots InclusIon
de oGGZ aanpak en contacten met politie en justitie. De laatste jaren zijn hier grote veran-
deringen doorgevoerd. Denk hierbij aan het meldpunt huiselijk geweld en de meldcode bij een
vermoeden van kindermishandeling.
Voor kinderen / jongeren geldt vooral dat kinderrechten zoals bescherming, veiligheid en
gezinsleven geborgd zijn.
aanbevelingenophetdomeinsocialeinclusie.
a Heb aandacht voor de burgerrol en burgerrechten en plichten van cliënten. Bouw
daarin vertrouwen op in de samenleving.
b Benut verkiezingen voor contacten met politieke kandidaten en vraag hen beleid te
expliciteren voor deze groep ouders en kinderen. stimuleer ouders en kinderen daarin
hun rol te nemen. Biedt een training aan.
c Benut de hulpbronnen in de samenleving en onderneem actie met de ouders en de
kinderen om de benodigde toegang tot hulpbronnen te verwerven.
Sociale cohesie.
op het gebied van sociale cohesie zijn moeders met kinderen in de opvang niet verwend
met vertrouwen in hun sociale omgeving en het verwerven van steun door het deelnemen in
sociale netwerken. Buurten waar mensen in armoede wonen, afkomstig uit veel verschillende
landen, kunnen desondanks hoger scoren op cohesie wanneer de sociale binding hecht en
sterk is en men er lang woont. (10)
sociale cohesie heeft te maken met vertrouwen in de omgeving waar je woont of verblijft.
Het heeft te maken met de mate waarin je contact hebt met mensen in je omgeving of
vriendenkring, zowel voor de ouders als de kinderen / jongeren. Het heeft te maken met de
beschikbaarheid van beide ouders voor het kind of de kinderen; met contact met het familie-
netwerk van beide families. En ook met het gevoel van onveiligheid dat je opbouwt door het
zien en ervaren van mishandeling in de directe omgeving, zeker wanneer er niet tijdig en goed
ingegrepen wordt door de samenleving. Van veel van de kinderen / jongeren uit het onder-
zoek M3BP blijkt dat zij ingrijpende gebeurtenissen te hebben meegemaakt en dat er sprake
is van gemiddeld 11 risicofactoren op kindermishandeling per kind.
ouders zijn bang het ouderschap over het kind kwijt te raken. Doorgaans is de relatie van het
kind met de ouder buiten de opvang slecht. In 51 % van het aantal onderzochte kinderen is
verzameld worden. Partijen: welzijn, sociale zaken en werkgelegenheid, Mo / Vo.
d Geef toegang tot gespecialiseerde hulp voor kinderen die veel geweld ervaren heb-
ben. Partijen: cJG; jeugdzorg, kinder-/jeugd psychiatrie, Mo /Vo.
Sociale inclusie.
sociale Inclusie gaat over het uitoefenen van burgerrechten; over ervaringen en regels; over
het individu beperkende effecten van werkwijzen van instellingen en bureaucratie.
Door wie wordt of werd er discriminatie ervaren? En wat is daaraan te doen?
Hoe ver kun je het schoppen als immigrant in nederland?
Heb je als achtergestelde regelmatig hulp nodig en kun je dat dan ook krijgen?
Hoe moeilijk of hoe gemakkelijk krijg je een lening? tegen welke rente?
Hoe lastig is het om van openbaar vervoer of een sportclub voor je kinderen gebruik te ma-
ken? Zijn er passende en betaalbare mogelijkheden voor iedereen?
Heeft iedereen de gelegenheid gehad om te stemmen?
Kun je van je mogelijkheden tot inspraak gebruik maken?
Ben je alleen of met meer moeders al eens op het spreekuur van de wethouder geweest om
een gemeenschappelijke zaak aan de orde te stellen? Kon de wethouder daarin verbetering
aanbrengen?
Heb je al eens een traject in gang gezet tegen maatregelen van de overheid die in strijd zijn
met het nederlands en Europees recht en waar je belangen door geschaad zijn?
Zorgt de overheid er voldoende voor dat je aan het werk kunt komen? Dat je kind scholing
ontvangt?
Maak je gebruik van alle toeslagen die voor jou gelden? Bijvoorbeeld de bijzondere bijstand?
Kun jij je voldoende verdedigen tegen besluiten over voogdij en uithuisplaatsing van je kind?
Kun je voldoende hulp krijgen om je kind bij je te kunnen houden?
Wanneer je hebt vastgezeten in een gevangenis, krijg je dan voldoende hulp om weer vol-
waardig te kunnen deelnemen aan de samenleving?
Heb je goede toegang tot alle mogelijke informatie die in de samenleving beschikbaar is? En
toegang tot sociale netwerken, tot maatschappelijke diensten en de gezondheidszorg?
Maak je gebruik van je recht op medezeggenschap als gebruiker?
Zorg je ervoor dat de dienstverlening aangepast wordt aan wat in de praktijk beter
werkt?Heb je vertrouwen in instituten en netwerken?
specifiek voor ouders is van belang het gemeentelijke beleid ten aanzien van huiselijk geweld,
M3BP.04.indd 16-17 09-08-2010 15:19:34
18
M3BP • Gr assroots InclusIon
19
M3BP • Gr assroots InclusIon
Empowerment.
In het versterken van je talenten en mogelijkheden schuilt een grote kracht. Kun je bijvoor-
beeld hogerop komen door studie? Kun je vrij je mening uiten? of is er sprake van onderdruk-
king, een ingebouwde rem? Hoeveel hulp verwacht je te krijgen als je in moeilijkheden bent?
Hoe belangrijk is het dat politici naar je luisteren? Heeft je werkgever aandacht voor je? Kijk je
tV, lees je de krant, luister je naar de radio, ga je naar een buurthuis, toneel of manifestaties?
Kortom doe je mee, als burger, in de samenleving en kunnen jij en de jouwen zich naar eigen
wens ontwikkelen in alle aspecten van het leven?
Empowerment gaat over zelfvertrouwen, gezondheid, vaardigheden hebben of oefenen,
zelfbeschikking over je leven, veerkracht, materiële en immateriële hulp vinden en benutten.
Migratie kun je als thema gebruiken en toepassen in verandering. Verandering van land of
continent geeft je ruimte om met behoud van het goede te veranderen, ook in de relatiesfeer
en de wijze van opvoeden kun je andere patronen ontwikkelen. Bemoei je als hulpverlener
met de verandering. Geef nieuwe informatie, corrigeer en complimenteer. Herken je krachten,
sta open voor complimenten. train jezelf in kansen te zoeken, in mogelijkheden te denken, in
zaken die je gaan lukken.
aanbevelingenophetdomeinempowerment.
a Herken je persoonlijke krachten en zet deze in.
b Zorg dagelijks voor complimenten, om te geven en te ontvangen.
c Vind je veerkracht terug.
d Maak gebruik van je talenten, train deze verder.
e spreek je positieve verwachtingen uit naar anderen.
f train jezelf en leer van anderen.
g organiseer support voor huiswerk, voor taal.
h Verwacht dat gebruikers van de Mo / Vo de omgeving naar hun hand zetten, inrich-
ten.
i organiseer werk- en concentratieplekken in de instelling voor opvang. Plekken waar
trainen en oefenen meer regel dan uitzondering zijn.
Tenslotte.
niet alles kan, niet alles moet. Het verdient aanbeveling te beginnen bij de meest toegan-
kelijke domeinen waarop nog niet zoveel is misgegaan. succes komt niet vanzelf; het moet
er geen contact met de andere ouder. De relatie met de familie is slecht te noemen. Het kind
is echter loyaal aan de beide families waar het toe behoort. Daar kan ook een bron van steun
worden gezocht. In een longitudinaal onderzoek op Kauai bleek dat beschermende factoren
voor kinderen onder meer op het gebied van sociale cohesie te vinden zijn. Bijvoorbeeld
een betrokken familielid dat contact onderhoudt of actieve deelname aan clubs. (11) sociale
cohesie gaat juist over vertrouwen in mensen en instituten. Het belang in je leven van familie,
vrienden, respect voor je ouders, plichten jegens je kinderen, vrije tijd besteden in contact,
deelname aan politiek, werk, religie, clubs.
op deze aspecten is grote winst te behalen.
Wanneer je in de opvang vrienden maakt houd je het liever oppervlakkig, je loopt niet te
koop met wat er gaande is. Bovendien wanneer je weer vertrekt moet je weer je vriend(in)
loslaten. Door aandacht te besteden aan contactmogelijkheden daarna zoals skypen, e-mail,
schrijven, bellen en logeren, komen mogelijkheden in bereik om contacten over langere peri-
ode vast te houden.
Bij 21% van de kinderen in M3BP is sprake van een relatie tussen kind en familie van hoge
kwaliteit. Vriendschappen van het kind zijn in 16% sterker geworden en van 21% gelijk geble-
ven. Hierop kan via een te ontwikkelen programma sterker ingezet worden.
aanbevelingenophetdomeinsocialecohesie.
a Werk met moeder en kind apart een goed veiligheidsplan uit. Benoem daarin hulp-
bronnen die beschikbaar zijn of beschikbaar kunnen komen passend bij moeder en
kind.
b Betrek de grotere familie bij het gezin. onderzoek of er hulpbronnen binnen de fami-
lie beschikbaar zijn zowel voor kind als ouder.
c Geef aandacht aan de loyaliteit van het kind naar beide ouders en beide families.
Probeer daar een basis van veiligheid en steun te leggen voor de komende jaren.
d Werk naar instituties waar de ouder bij betrokken kan worden, zoals school, sport-
club enz. zodat er op een natuurlijke manier meer netwerken (toekomstige maat-
schappelijke steunsystemen) beschikbaar komen voor ouder en kind.
e Informeer, zo mogelijk met cliënten, de wethouder over de problemen en kansen op
het vlak van sociale cohesie en zoek met hem of haar naar ingangen bij de verschil-
lende instituten, in gemeentelijk beleid om de veiligheid en betrokkenheid bij de
samenleving voor deze gezinnen mogelijk te maken.
M3BP.04.indd 18-19 09-08-2010 15:19:34
20
M3BP • Gr assroots InclusIon
21
M3BP • Gr assroots InclusIon
5 Over vraaggeleiding
als de zoetjes voor de koffie onverwacht op zijn, halen we snel even een navuldoosje van
hetzelfde merk bij de kruidenier. als we daarentegen een nieuwe keuken willen, verzamelen
we eerst informatie, laten we ons uitgebreid informeren en vergelijken we mogelijke uitvoe-
ringen, toegespitst op de beschikbare ruimte en de gewenste uitstraling.
Deze twee situaties verschillen wezenlijk van elkaar wat betreft de vraag - aanbod verhou-
ding. terwijl er toch in beide gevallen gesproken kan worden van een op maat van de vraag
gesneden aanbod, kortweg van maatwerk.
Een aanbieder kan een product klaarzetten, kan adviseren over verschillende kant en klare
producten, kan het best passende product uit bestaande onderdelen van producten voor
de afnemer selecteren en kan ook een nieuw aanbod speciaal voor dan wel met de afnemer
bedenken. Zo zijn er onderscheiden manieren om maatwerk te leveren.
Vraaggeleiding is de interactieve vorm van het leveren van maatwerk. (12)
alvorens daar verder op in te gaan, een woord over het begrip vraagsturing.
Vraagsturing.
Vraagsturing is door de tijd heen in zorg en welzijn een meerduidig begrip geworden. soms
betekent het sturing door de vraag, soms sturing van de vraag, soms sturing op de vraag,
soms sturing vanuit de vraag, soms nog iets anders. (13)
In eerste aanzet gaat het bij het concept vraagsturing om de vraag wie waarover het laatste
woord heeft; hoe de zeggenschap tussen vrager en aanbieder is verdeeld.
Welke vorm in welke situatie het meest passend is, wordt ten dele bepaald door de vrager,
ten dele door de aanbieder. Het laatste woord over de afname van het aanbod ligt ten princi-
pale bij de vrager. (14)
Voor zich spreekt dat de vrager eigenaar is van de vraagzijde en de aanbieder van de aanbod-
zijde. (15) natuurlijk laten aanbieders zich inspireren door de vraagzijde en andersom. Maar
een vrager die de aanbodzijde tot zijn eigen domein rekent (annexeert), zal ervoor moeten
zorgen dat hij zijn eigen aanbod creëert. Want bij de reguliere aanbieder zal zo’n vrager al snel
worden georganiseerd, onder gebruikmaking van hulpbronnen.
En elke verbetering heeft een zekere impact op één of meerdere andere aspecten.
Het gaat om 4 x P: Passie, Personen, Planeet en Profijt.
M3BP.04.indd 20-21 09-08-2010 15:19:34
22
M3BP • Gr assroots InclusIon
23
M3BP • Gr assroots InclusIon
De vraag welke vorm van maatwerk de beste is, kan alleen beantwoord worden in contact
met de vrager en na analyse van een concrete situatieschets. Beter gezegd, naar aanleiding
van een verhaal met een daarin doorklinkende wens tot verandering.
Wij hebben dus in de grond niets tegen elk van de bovenstaande vier sturingsprincipes. Het
gaat ons om de vraag in welke situatie welke vorm van sturing naar tevredenheid van de
belanghebbenden kan worden toegepast.
Vraaggeleiding.
Vraaggeleiding is in zorg en welzijn in vergelijking met de andere maatwerkvormen het minst
uitgewerkt. Een toespitsing.
Vraaggeleiding is een interactief proces, dat wordt opgestart nadat de vrager haar vraag
kenbaar heeft gemaakt. Zonder vraag, zonder naar voren gebrachte behoefte, zonder wens
tot verandering, kan er geen vraaggeleiding zijn.
Bij vraaggeleiding vertelt de vrager wat wordt gewenst en omlijst die wens met een verhaal
waarin vanzelfsprekendheden, opvattingen en een ontwerprichting naar voren komen.
De aanbieder vraagt de voor het professioneel weten relevante details na van de wens en het
bijbehorende verhaal, met het doel om voldoende ingrediënten voorhanden te hebben om
vast te stellen of aan de wens met een bestaand dan wel een nieuw te construeren aanbod
tegemoet kan worden gekomen. Het professioneel weten is daarbij richtinggevend.
als er sprake is van een adequaat bestaand product, kan worden gestuurd op basis daarvan
(2e maatwerkvariant). als de vrager de aanbieder vraagt om eigenstandig een passend aan-
bod te ontwerpen, is de derde maatwerkvariant aan de orde.
Bij vraaggeleiding gaan de vrager en aanbieder gezamenlijk een traject in om tot een bij de
wens passend aanbod te komen. Een dergelijk traject heeft één of meerdere beslismomenten
(go – no go). Bedoelde momenten vragen minimaal om consent (geen bezwaar)(18), liever
om consensus (overeenstemming).
De vrager heeft de regie over zijn wens en diens verhaal, de aanbieder over het professioneel
weten. Er heerst vrijheid van spreken (parrèsia) (19) met respect voor andermans positie en
inbreng.
De aanbieder heeft de plicht om het traject te regisseren, omdat de aanbieder geacht wordt
een beslismoment te zien aankomen en de impact ervan voor de vrager én zichzelf te kunnen
duiden. De kwaliteit en voortgang van het traject is als eerste de zorg van de aanbieder.
De aanbieder heeft het laatste woord of de constructie van het aanbod. De vrager gaat over
de acceptatie van het geformuleerde aanbod.
als té eigen-wijs worden ervaren. En een aanbieder die de vraagzijde annexeert, heeft alleen
per definitie ja en amen knikkende afnemers. Want dan schrijft de aanbieder gedetailleerd
voor wat de stemloze klant moet afnemen. (16)
Het begrip vraagsturing is een containerbegrip. De oorspronkelijke ambitie ervan aangaande
de verdeling van zeggenschap tussen aanbieder en afnemer, is in onze ogen te vaak verdwe-
nen dan wel naar de niet ter zake doende achtergrond geschoven. niemand is er op tegen, de
meeste zorg- en welzijnsinstellingen spreken zich nadrukkelijk uit vóór vraagsturing. Kijk de
missies, visies en methodische uitgangspunten er maar op na.
Maar voelt de afnemer zich de laatste jaren ook aantoonbaar meer serieus genomen?
Heeft de afnemer door de aanbieder op doorslaggevende punten van de vraag – aanbod
verhouding heuse zeggenschap toebedeeld gekregen?
Wij constateren: wellicht; enigszins; hier en daar.
Maatwerk.
Vanuit de aanbiederspositie onderscheiden we vier vormen van maatwerk.
Deze vier vormen verschillen onder meer naar sturingsprincipes. (17)
SItuatIe actIe VaN de VraGer actIe VaN de aaNBIeder SturINGSPrINcIPe
specifiek product Product halen Kant en klaar product sturing op basis van
kopen bij aanbieder beschikbaar stellen een bestaand product
selecteren van advies inwinnen bij Gevraagd adviseren sturing op basis van
een te kopen aanbieder en product over kant en klare en verschillen tussen
product kopen beschikbare producten bestaande producten
laten ontwerpen Product op basis Vraagverduidelijking sturing door matching
van een passend van de wens/behoefte en aanbodconstructie; van vraag en aanbod
product aanbod laten ontwerpen
samen ontwerpen Product in samenspraak Vraaggeleiding sturing op basis van
van een passend met aanbieder specificiteit van de
product ontwerpen vraag en het te
construeren aanbod
M3BP.04.indd 22-23 09-08-2010 15:19:34
24
M3BP • Gr assroots InclusIon
25
M3BP • Gr assroots InclusIon
6 Vervolg
Door de brillen van het model sociale kwaliteit en sroI naar ‘Meer dan Bed, Bad, Broodje pin-
dakaas’ gekeken, mag ons inziens worden geconstateerd dat de samenleving de maatschap-
pelijke verantwoordelijkheid voor de kinderen en jongeren in de Mo / Vo naast zich neerlegt.
Er is geen sprake van een doelgerichte investering, noch van een adequate begeleiding en
behandeling. Dat brengt hoge maatschappelijke kosten met zich mee. En dan hebben we
slechts voornamelijk het onderdeel van de sociaaleconomische zekerheid van het model kun-
nen uitwerken. als we er dus nog dieper induiken, zullen de maatschappelijke kosten alleen
maar toenemen.
Hoogstwaarschijnlijk realiseren de verantwoordelijke partijen zich nauwelijks wat er in de sec-
tor gaande is. En dat heeft niets te maken met de politieke kleur. Er is gewoon geen spotlight
op deze problematiek gericht.
Het gaat om een relatief kleine sector met een weinig sexy publieke doelstelling. De ver-
wachte maatschappelijke kosten zijn behoorlijk, maar dat is geen acute kwestie die nog deze
maand om actie van de minister vraagt. (22)
Het leed is er echter niet minder om.
tot nu toe moest de sector het op dit punt zelf maar uitzoeken.
Dankzij het onderzoek ‘Meer dan Bed, Bad, Broodje pindakaas’ kan er gericht en systematisch
werk gemaakt worden van het gesignaleerde probleem. Dit onderzoek vereist opvolging. Dit
essay beoogt daartoe meerdere bouwstenen dan die al te ontlenen zijn aan het onderzoek
aan te dragen.
Wij vinden dat M3BP moet veranderen in M5BP: Beleid, Bed, Bad, Broodje pindakaas &
Begeleiding.
Wij pleiten ervoor dat de belanghebbende organisaties in het publieke domein, de gemeenten
en VWs, de zorgverzekeraars opzoeken om gezamenlijk een verbeterprogramma mogelijk
maken. Maar de handschoen kan natuurlijk ook opgepakt worden door cliëntorganisaties
Bij een maatwerktraject gelden impliciete verwachtingen. De vrager mag ervan uitgaan dat
de expertise van de aanbieder in het licht van het voorgenomen traject genoegzaam is. De
inbreng van de aanbieder behoort het brevet deskundig volgens de sectorale state of the
art te verkrijgen. De aanbieder mag ervan uitgaan dat de vrager geen informatie doelbewust
achterhoudt en consistente realisatie van de wens nastreeft.
De keuze van de maatwerkvorm is dominant afhankelijk van twee aspecten.
allereerst de mate waarin de potentiële afnemer zeggenschap wil hebben over (het proces
van) de vormgeving van het leveringstraject. alhoewel de huidige consument in vergelijking
met die van enkele decennia geleden bijzonder mondig is geworden, moet die mondig-
heid niet worden overschat.(20) Velen willen hun wens gewoon bij een deskundige kunnen
neerleggen, zonder zich zelf bezig te moeten houden met de oplossing. Het aanbod wordt
aan de deskundige overgelaten en het door de deskundige geformuleerd aanbod min of meer
onvoorwaardelijk geaccepteerd. In de vier maatwerkvormen neemt de zeggenschap van de
vrager over de zo te noemen product- en procesvariabelen toe.
ten tweede over de mate van ingewikkeldheid van de vraag. op een eenduidige vraag past
een eenduidig of een voorgestructureerd aanbod (maatwerkvariant 1). Een meerduidige of
globale vraag vraagt om afschatting van aanbodalternatieven, al dan niet onder invloed van
een deskundig advies (maatwerkvariant 2 of 3). Een onderliggende, ongedefinieerde (21) of
complexe vraag behoeft bewerking onder regie van een professional (aanbodvariant 3 of 4).
In het onderzoek M3BP zijn de vragen van de kinderen /jongeren en hun ouders duidelijk
naar voren gebracht. Hun vraag is op z’n minst meerduidig zo niet complex en verdient een
passend antwoord dat in concrete situaties over het algemeen slechts op een interactieve
manier kan worden gevonden (aanbodvariant 3 of 4).
De hoofdlijnen van het aanbod zijn globaal en algemeen. Wil een beïnvloedingsproces suc-
cesvol zijn, komt het vooral aan op de relatie tussen vrager en aanbieder, ruimte om naar
believen inbreng te hebben, én de inhoudelijke details van de begeleiding / behandeling.
M3BP.04.indd 24-25 09-08-2010 15:19:34
26
M3BP • Gr assroots InclusIon
27
M3BP • Gr assroots InclusIon
Noten
1 s. Brilleslijper-Kater, M. Beijersbergen, J. asmoredjo, c. Jansen & J. Wolf. sWP, 2010.
2 Gegevens jaarcijfers Federatie opvang 2008.
3 Voor deze sroI analyse is social E-valuator als format gehanteerd (vgl. www.soci-
alevaluator.eu). Het betreffende sroI-rapport is in dat formaat te downloaden van
onze website www.grassrootsbv.nl. Van andere analyses is kennis te nemen via www.
izare.nl/downloads. Zie ook: G. rebergen & P. scholten, De gebruikswaarde van sroI,
2007.
4 Zie verder: www.sroinetwerk.nl, www.sroi.nl, www.socialevaluator.eu.
5 onderscheiden worden: output (directe resultaten), outcome (directe en indirecte
resultaten) en impact (outcome minus spontane effecten en toegepast attributie-
percentage).
6 De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat wij in onze toepassing van de methodiek op
M3BP de belanghebbende partijen niet direct betrokken hebben. We hebben rijkelijk
geput uit eigen ervaringen.
7 M. Plomp, Een beter nederland. Balans, 2010.
8 Model: the quadrangle of conditional factors, laurent J.G. van der Maesen E.F.sQ en
alan Walker E.F.s.Q., 2005. Vgl. ook: www.socialquality.org.
9 Marit sijbrandij, Irene Jonker en Judith Wolf, 25 maart 2008.
10 Bron: sociale Index rotterdam.
11 E. Wermer, risico, veerkracht en herstel. Perspectieven van de Kauai. studie 1993.
12 als een vrager en aanbieder het leveringstraject gezamenlijk op maat van de vraag
en mogelijkheden vanuit het aanbod geredeneerd snijden, zouden we met een neo-
logisme kunnen spreken van ‘maatwerken’. Het actieve aspect ervan is dan getroffen
in een werkwoord.
13 Eerder zijn we op deze thematiek ingegaan. Zie: G.r. rebergen, Vraaggeleiding &
gebruiksparticipatie. 29-09-2008. te vinden op www.grassrootsbv.nl/downloads.
14 Hier zou een kritische bespreking passen van tweedelingen zoals liberale / existen-
tiële en relationele autonomie. of ook van de zelfgenoegzaamheid van de deskun-
dige in relatie tot de eigen-wijsheid c.q. (ouderwets maar met een prachtig en ook
treffend woord getypeerd) eigendunkeligheid van de vrager. of over de grenzen van
en/of de brancheorganisatie Federatie opvang en/of instellingen voor maatschappelijke en
vrouwenopvang.
Immers, dat zijn de organisaties die in financiële en sociale zin vooral de vruchten zullen pluk-
ken van de inspanningen om het er beter op te laten worden voor de kinderen in de Mo / Vo.
eenverbeterprogrammametalsingrediënten:
1 actieruimte voor de sector om in samenwerking met aanpalende organisaties part-
nerschappen te ontwikkelen.
2 Praktijktheoretisch vervolgonderzoek naar de specificiteit van de vraag.
3 ontwikkeling van een practice based begeleidingsmethodiek, een behandelprogram-
ma, inpasbaar in de reeds ontwikkelde hulpverleningsmethodieken voor de sector.
4 training van uitvoerende medewerkers om de begeleidingsmethodiek toe te passen.
5 Monitoring van effecten van de toegepaste begeleidingsmethodiek, behandelpro-
gramma.
6 ontwikkeling van systeem van periodieke sectorspecifiek gestandaardiseerde meting
van het maatschappelijk rendement.
7 nader onderzoek naar adequate indicatoren ten behoeve van de impactmeting.
Wij zullen zelf binnen onze gezamenlijke mogelijkheden de nodige initiatieven ont-
plooien, opdat er werk wordt gemaakt van de benadeelde kinderen en jongeren in de
maatschappelijke en vrouwenopvang.
M3BP.04.indd 26-27 09-08-2010 15:19:34
28
M3BP • Gr assroots InclusIon
29
M3BP • Gr assroots InclusIon
Drie maatschappelijke Drie maatschappelijke trendstrends
• Dominantie van het financieel-economisch vertoog
• Knellende spagaat van het maatschappelijk middenveld
• Waardengemeenschap als mechanisme van uitsluiting
Grassroots Inclusion Grassroots Inclusion
Gert R. RebergenGeertien Polsjan. 2010
BIJlaGE 1 Bedrijfspresentatie Grassroots Inclusion
kaders zoals het Eigen Kracht Model. op deze plek laten we het bij deze constatering.
15 Hetgeen een fundamentele deconstructie van de begrippen wilsbekwaam en wilson-
bekwaam impliceert.
16 De commerciële strategie ‘productontwikkeling omwille van het vergroten van het
marktaandeel’ laten we hier buiten beschouwing.
17 In managementland kan in dezen onder meer worden gedacht aan de discussie over
het anglo-amerikaans versus het rijnlandse model. Vgl. bijv. P. Bakker e.a., Het
rijnlandse model als inspiratiebron; Holland Management review, nr. 103, 2005, pp.
72–81. of: J. Peters, M. Weggeman, Het rijnlandse boekje; Business contact, 2009.
18 Vgl. G. Endenburg, sociocratie; het organiseren van de besluitvorming. samson,
1990, pag. 17 e.v.
19 Vgl. M. Foucault, Parresia; vrijmoedig spreken en waarheid. Krisis onderzoek, augus-
tus 1989.
20 Vgl. s. snelders en F. Meijman, De mondige patiënt; historische kijk op een mythe.
Bert Bakker, amsterdam, 2009.
21 Bijvoorbeeld als verandering vanwege het ervaren ongenoegen dan wel lijden door
de vrager sterk wordt gewenst, maar dat ongemak / lijden niet door degene die het
betreft, omgezet kan worden in een vraag.
22 Vergelijk bijv. het jaarlijks oprekken van het PGB budget of de onmiddellijke aanschaf
van 34.000.000 vaccins in het kader van het management van angst voor een in
sporadische gevallen angstaanjagende griep.
M3BP.04.indd 28-29 09-08-2010 15:19:35
30
M3BP • Gr assroots InclusIon
31
M3BP • Gr assroots InclusIon
M3BP.04.indd 30-31 09-08-2010 15:19:35
32
M3BP • Gr assroots InclusIon
33
M3BP • Gr assroots InclusIon
M3BP.04.indd 32-33 09-08-2010 15:19:35
34
M3BP • Gr assroots InclusIon
35
M3BP • Gr assroots InclusIon
M3BP.04.indd 34-35 09-08-2010 15:19:36
36
M3BP • Gr assroots InclusIon
BIJlaGE 2 Over de naam Grassroots Inclusion.
Gras kent iedereen.
Gras wortelt vrijwel overal: op vlakke en heuvelachtige landschappen, op zand en klei.
Gras houdt de ondergrond bijeen en is voedsel voor grazers.
Een ‘Grassroots movement’ is een beweging die van onderop, dat wil zeggen vanuit concrete
praktijken, aan een doel werkt.
De grassroots beweging bestaat uit meerdere eenheden of cellen die relatief onafhankelijk
van elkaar diverse activiteiten ondernemen, gericht op een min of meer gemeenschappelijk
doel. Het doel is meestal globaal geformuleerd, om veel vormgevingsruimte te geven aan de
verschillende eenheden.
Inclusie is het globale doel waarop wij ons richten.
‘Een inclusieve samenleving verwelkomt verscheidenheid, respecteert verschillen en is er trots
op dat alle mensen bij de samenleving betrokken zijn.’ ( www.inclusie.nl)
Grassroots Inclusion wil, hoe bescheiden dan ook, een bijdrage leveren aan iets meer insluiting
van mensen die dat onvoldoende op eigen kracht voor elkaar krijgen.
Waarom in het Engels?
omdat wij geen goed nederlands woord voor het begrip ‘grassroots’ kennen.
Zevenhuizen, Zutphen, augustus 2010
M3BP.04.indd 36 09-08-2010 15:19:36