levensbeschouwing en zingeving - universiteit voor humanistiek - universiteit voor...
TRANSCRIPT
Premaster 2012-2013
LEVENSBESCHOUWING EN ZINGEVING
Examinator: Ton Jorna
Werkboek
Auteur(s): Ton Jorna
Laurens ten Kate
Abdelilah Ljamai
Willeke Los
Martien Schreurs
1ste
druk, juni 2012
Titel Levensbeschouwing en Zingeving
Auteur(s) Ton Jorna
Laurens ten Kate
Abdelilah Ljamai
Willeke Los
Martien Schreurs
Vormgeving Tessa Striekwold
Druk 1ste
druk, juni 2012
Uitgave Universiteit voor Humanistiek
Kromme Nieuwegracht 29
3512 HD UTRECHT
Reeks werkboeken PreMaster Humanistiek 2012/2013
Code 12/PMa/PM-10/wb
© UvH 2012
Inhoudsopgave
VOORWOORD ........................................................................................................... 4
ALGEMENE BESCHRIJVING PREMASTER UvH ................................................. 5
1 CURSUSGEGEVENS .............................................................................................. 6 1.1 Algemene gegevens ....................................................................................... 6 1.2 Plagiaatcontrole met Ephorus, fraude en richtlijn werkstukken .................... 7 1.3 Beoogd leerresultaat ...................................................................................... 7
1.4 Werkvorm en studiebelastingsuren ............................................................... 9
1.5 Feedback ........................................................................................................ 9 1.6 Afronding ..................................................................................................... 10
1.7 Beoordeling ................................................................................................. 10 1.8 Literatuur ..................................................................................................... 11 1.9 Leeswijzer .................................................................................................... 12 1.10 Onderwijskwaliteitszorg .............................................................................. 15
2 CURSUSPROGRAMMA ....................................................................................... 16
2.1 Cursusrooster ............................................................................................... 16 2.2 Beschrijving van colleges en werkgroepen ................................................. 17
3 BIJLAGEN .............................................................................................................. 27
3.1 Bijlage 1: Beoordelingsformulier ................................................................ 28
3.2 Bijlage 2: Voorbeeld tentamenvraag……………………………………....29
3.2 Bijlage 3: Eindtermen Bachelor Humanistiek ............................................. 30
VOORWOORD
Dit studieonderdeel van de Premaster biedt ten behoeve van zowel het voorkeurstraject
Humanistiek als Zorgethiek en Beleid, een eerste oriëntatie op de inhoud van de begrippen
levensbeschouwing en zingeving. Zij verwijzen naar het zoeken naar zin en het vertellen en
doorvertellen van verhalen waarin mensen bezig zijn met de zin van hun leven. Deze
begrippen hangen derhalve nauw samen met tradities, verhalen en actualiteit. Het eigen,
unieke levensverhaal is altijd vervlochten met oude en nieuwe oerverhalen, of dat nu
mythische verhalen zijn (vol fictie en metaforiek) of wetenschappelijke ‘logische’ verhalen
die de objectieve werkelijkheid pretenderen te beschrijven.
Met name wordt op drie, binnen de westerse cultuur dominante kerntradities ingegaan: het
humanisme (college 1, 2, 3, 8 en 9), christendom (college 4 en 5) en islam (college 6 en 7).
Deze levensbeschouwingen worden zowel vanuit theoretisch als historisch oogpunt
behandeld. Besproken wordt de ingewikkelde, soms vriendschappelijke soms vijandige relatie
van het humanisme tot religie, in heden, verleden en toekomst. Omdat het humanisme ook
interessante overeenkomsten en verschillen heeft met boeddhisme, wordt hieraan ook
aandacht besteed.
Humanisme wordt niet opgevat als een levensbeschouwing tegenover christendom, islam,
enzovoorts, maar als een inclusieve levensbeschouwing die atheïstische en agnostische
varianten kent, maar ook godgelovige of godsdienstige. Zo krijgt de student kennis van wat
een traditie is, zowel levensbeschouwelijk als in 'history of ideas', inzicht in de
onmogelijkheid om direct voor een laatmoderne problematiek uit tradities te putten, en
bovendien wordt dan ingegaan op hoe maatschappelijke en daarvan onderscheiden reflexieve
tradities zich tot elkaar verhouden.
Als afzonderlijk thema maar ook in verband met genoemde collectieve levensbeschouwingen,
besteden we aandacht aan transcendentie (college 10 en 11), een thema dat het laatste
decennium door beoefenaars van de humanistiek in humanistische termen is doordacht. Deze
humanistieke bezinning is niet meer uitsluitend of primair bedoeld om het traditionele
godsdienstige verhaal nog eens onder kritiek te stellen, maar om een eigenstandig filosofisch
en levensbeschouwelijk antwoord te geven op de vraag naar de aard, waarde, relevantie en
positionering tegen de achtergrond van zingeving en humanisering.
In het gehele studieonderdeel vindt er zowel een oriëntatie plaats op levensbeschouwing en
zingeving, als op het humanisme. Derhalve wordt begonnen met de theorie van het
humanisme, gevolgd door de relatie met christendom en islam. Daarna wordt dan nog
specifiek ingegaan op de geschiedenis van het humanisme en op de actualiteit van
transcendentie in het humanistieke discours.
ALGEMENE BESCHRIJVING PREMASTER UvH
Karakterisering
De Premaster UvH kent twee trajecten van gelijke omvang (totaal 45 EC). Een traject,
bestaande uit zes onderdelen, bereidt voor op de driejarige Master Humanistiek; een ander
traject, eveneens bestaande uit zes onderdelen, bereidt voor op de eenjarige Master Zorgethiek
en Beleid. De eerste twee studieonderdelen worden gedeeld, daar ontmoeten de studenten van
de twee trajecten elkaar. In de vier overige vakken wordt inhoudelijk verder op resp. de
humanistiek en de zorgethiek ingegaan.
De zes onderdelen van het traject Humanistiek zijn:
Levensbeschouwing en zingeving (L&Z);
Inleiding Ethiek (IE);
Humanistiek, een nieuwe menswetenschap (HENM);
Academische vaardigheden mbt humanistiek (AVH);
Research Seminar Humanistiek (RSH);
Premasterthesis Hum (PMT-H).
De zes onderdelen van het traject Zorgethiek en Beleid zijn:
Levensbeschouwing en zingeving (L&Z);
Inleiding Ethiek (IE);
Humanisering in organisaties (HIO)
Hermeneutiek van ziek en gezond (HZG);
Research Seminar Zorgethiek (RSZ);
Premasterthesis ZeB (PMT-ZeB).
Het onderwijs wordt gegeven op maandag en op donderdag van 15.30 tot 18.15 uur en van
18.45 tot 21.30 uur.
Voor afgestudeerden in het hoger onderwijs is het Premaster traject Humanistiek (met
eventuele vrijstellingen) de toegangsroute naar de Master Humanistiek. De Premaster is ook
geschikt voor studenten van andere universiteiten en hogescholen die kennis willen maken
met de UvH. Zij kunnen de Premaster Humanistiek vaak inbrengen in de vrije ruimte van hun
Bachelor. Het programma kent geen examen, maar wordt bekroond met een certificaat na het
succesvol afronden van zes deeltentamens. Het Premaster Humanistiek-certificaat biedt,
samen met een erkende vooropleiding, toegang tot de Master Humanistiek en indien men het
Premastertraject Zorgethiek en Beleid met succes heeft gevolgd, heeft men toegang tot de
master Zorgethiek en Beleid.
Vrijstellingen
De Premaster vormt een afspiegeling van de Bachelor. Het premasterprogramma beoogt
voldoende bagage te geven voor de Master Humanistiek resp. Zorgethiek en Beleid en het
humanistieke karakter van de opleiding daarbij te waarborgen. Door dit specifieke karakter
van de Premaster bestaat er weinig ruimte voor het geven van vrijstellingen voor een van de
studieonderdelen of voor een deel van een afzonderlijk studieonderdeel. Het is echter niet
uitgesloten dat het curriculum vitae of eerder gevolgd onderwijs van de betrokkene overlap
vertoont met de bedoeling en de inhoud van de studieonderdelen van de Premaster. Indien je
toch een vrijstelling aan wilt vragen en je kunt aantonen dat je de inhouden van het
studieonderdeel waarvoor je vrijstelling aanvraagt op academisch niveau beheerst, dien je dat
te doen bij de examencommissie. Voor het onderdeel Premasterthesis wordt echter geen
vrijstelling verleend.
1 CURSUSGEGEVENS
1.1 Algemene gegevens
Cursustitel: Levensbeschouwing en Zingeving
Cursuscode: PM-10
Ephorus inlevercode: n.v.t.
Studiejaar: 2012-2013
Periode: 1 en 2
Omvang: 7,5 EC
Aantal SBU: 210
Onderdeel van: Premaster UvH: zowel voorkeurstraject Humanistiek als
voorkeurstraject Zorgethiek en Beleid
Doelgroep: Premasterstudenten
Verplicht voor: Premaster UvH: beide voorkeurstrajecten
Voorkennis: Geen
Examinator: Ton Jorna
kamer: 1.38
tel./ e-mail: 030-2390134 / [email protected]
spreekuur: Op afspraak
onderwerpen: Humanisme en Transcendentie
Docent: Laurens ten Kate
kamer: 2.10
tel./ e-mail: 030-2390130 / [email protected]
spreekuur: Op afspraak
onderwerpen: Humanisme en de Joods-christelijke tradities
Docent: Abdelilah Ljamai
kamer: 1.38
tel./ e-mail: 030-2930115 / [email protected]
spreekuur: Op afspraak
onderwerpen: Humanisme en Islam
Docente: Willeke Los
kamer: 2.09
tel./ e-mail: 030-2930136 / [email protected]
spreekuur: Op afspraak
onderwerpen: Geschiedenis van het Humanisme
Docent: Martien Schreurs
kamer: 2.16
tel./ e-mail: 030-2930144 / [email protected]
spreekuur: Op afspraak
onderwerpen: Zingeving en levensbeschouwing en tradities en actualiteit +
Theorie van het Humanisme
1.2 Plagiaatcontrole met Ephorus, fraude en richtlijn werkstukken
De UvH heeft een actief beleid voor het controleren op plagiaat. Elk afrondend schriftelijk
werkstuk levert de student in via mijnuvh.nl met een specifieke Ephorus inlevercode (zie 1.1
Algemene gegevens). Het werkstuk wordt dan automatisch gecontroleerd en komt in een
persoonlijke map van de examinator terecht.
Het gebruik van uitspraken, teksten, illustraties en meningen van een ander zonder
vermelding van de bron, waarbij de schrijver de indruk wekt alsof deze van hem of haar zelf
zijn, wordt beschouwd als plagiaat. Bij schriftelijke werkstukken en tentamens wordt dit
gezien als een ernstige inbreuk op academische normen omdat een juiste beoordeling van de
kennis en vaardigheden van de student dan niet goed mogelijk is, en omdat het oneerlijk is
tegenover medestudenten. Op tentamenfraude kunnen zware sancties volgen, tot aan het
uitsluiten van de studie toe. Zie voor meer informatie:
http://mijn.uvh.nl/onderwijs/examencommissie/tentamenfraude-en-plagiaat.Voor meer
informatie over het schrijven van een goed werkstuk zie: http://mijn.uvh.nl/onderwijs/master
1.3 Beoogd leerresultaat
Daar de Premaster een afspiegeling vormt van de Bachelor, zijn de doelstellingen van deze
cursus gekoppeld aan vier relevante eindtermen van de Bachelor Humanistiek. Deze
eindtermen zijn opgenomen in bijlage 3.3 van dit werkboek.
Na deelname aan dit onderdeel volgens de eisen is de student in staat om:
1. de college-inhouden te benoemen en te beschrijven (eindterm 1, 2 en 3)
2. de college-inhouden met elkaar te verbinden (eindterm 2)
3. zichzelf te verhouden tot de college-inhouden op basis van eigen levenservaring en visie
(eindterm 3 en 10)
4. blijk te geven van een academische houding (eindterm 1, 2, 3 en 10)
Schets van de college-inhouden (zie paragraaf 2.2 voor de uitgebreide toelichting op de
colleges):
College 1: (MS)
Grondbegrippen zingeving, levensbeschouwing, humanisme en transcendentie;
Zeven dimensies van levensbeschouwing;
Term ‘interlevensbeschouwelijk humanisme’ in relatie tot internationale discussies over
levensbeschouwingen en religies, in het bijzonder het humanisme.
College 2: (MS)
Hoe humanisme is gesitueerd binnen de Europese cultuurgeschiedenis: de rol van de
humanistische traditie in de vorming van de Europese beschaving;
Uitdagingen waarmee humanisme geconfronteerd wordt; de evolutionaire is daar één van.
De vraag is hoe evolutionaire denken een verrijking kan betekenen voor het hedendaagse
interlevensbeschouwelijke humanisme.
College 3: (MS)
De vraag waar wij vandaan komen: evolutionaire denken als alternatief voor
scheppingsmythen? Kan het evolutionaire denken begrepen worden als een seculiere
humanistische scheppingsmythe?
Welke rol spelen zingevingsvragen in onze tijd, die in hoge mate in de ban is van het
evolutionaire denken?
College 4: (LtK)
Twee historische bronnen van het christendom: (1) de Grieks-Romeinse cultuur van de
Oudheid, en (2) de Joodse godsdienst met haar historische achtergrond. Overgang van een
mythische, polytheïstische cultuur naar een cultuur van de logos;
Culturen van het oude Midden-Oosten en Egypte, en de Grieks-Romeinse klassieke
Oudheid: beeld van een historische ontwikkeling waarin het humanisme in al zijn
veelvormigheid kon opkomen, vanaf de Oudheid tot in onze tijd;
De zgn. monotheïstisch religies (jodendom, christendom, islam) begeleiden de
ontwikkeling van deze westerse geschiedenis en drukken er mede een stempel op:
aandacht voor de complexe relatie tussen christendom en humanisme;
Ondanks de breuk met de mythische wereld is de betekenis van verhalen (narrativiteit) in
de westerse geschiedenis geenszins afgenomen. We bekijken de joods-christelijke
scheppingsverhalen en bespreken hun invloed op onze cultuur.
College 5: (LtK)
Nadere analyse van scheppingsverhalen;
Aanvang van de geschiedenis van het christendom, vanaf het jaar 0: verdieping in wijze
waarop de christelijke godsdienst zich ontwikkelt tot een religie met enorme spanning
tussen de onderwerping aan een autoritaire God enerzijds, en de volstrekte afwezigheid
van die God anderzijds;
Opnieuw aandacht voor verstrengeling tussen christelijke en humanistische ideeën en
ervaringen, en brug naar actualiteit.
College 6: (AL)
De islam kent tal van varianten en sommige kunnen humanistisch worden genoemd:
humanisme als inclusieve levensbeschouwing;
Filosofische allegorie Hayy Ibn Yaqzan: de verhouding tussen innerlijk spiritueel inzicht,
geopenbaarde godsdienst en menselijke rede;
Hermeneutiek van het heilige boek van de islam, de Koran.
College 7: (AL)
Is er een humanistische manier om de Koran te lezen?
College 8: (WL)
Opkomst van liberalisme en marxisme in relatie tot de ontwikkeling van secularisatie in
West-Europa in de 19e eeuw;
Achtergronden van het onderzoek naar secularisatie (historische en sociologische
benaderingen).
College 9: (WL)
Betekenis van de Verlichting voor secularisatie in de 19e eeuw;
Invloed van Darwinisme;
Invloed van Comte.
College 10 en 11: (TJ)
Kennis van het humanistieke discours van transcendentie;
Relevantie van deze kennis voor levens- en beroepspraktijken, zingeving en
humanisering;
Transcendentie bezien vanuit auteurs buiten het humanistieke discours.
1.4 Werkvorm en studiebelastingsuren
Werkvormen:
Hoorcolleges
Doel en samenhang van de werkvormen in deze cursus:
De interactieve hoorcolleges beogen overdracht en verdieping van kennis en inzicht. Voor de
voorbereiding en deelname aan de colleges wordt van studenten een grote mate van
zelfwerkzaamheid gevraagd. Tegelijkertijd reiken de hoorcolleges de studenten ook middelen
aan tot het ontwikkelen van een meer autonome, zelfsturende studie- (en beroeps)houding.
Samenstelling studiebelastingsuren (SBU):
Activiteit: Aantal uren: Contacturen 32 (incl. 30% omliggende uren)
Zelfstudie colleges 138 (bestudering verplichte literatuur)
Voorbereiding tentamens 32
Tentamens 8 (incl. 30% omliggende uren)
Totaal SBU: 210
Schema voor het berekenen van de uren nodig voor literatuurstudie:
Aantal bladzijden literatuur per studie-uur Doelen Anderstalig Artikel in
wetenschappel
ijk tijdschrift /
boek
Artikel in
vaktijdschrift
/ boek
Populariseren
d artikel
Roman
Licht 8
9 13 16 20
Middel
6 7 10 12 15
Zwaar
4 5 7 8 10
Voorbehoud: hoeveel tijd een individuele student nodig heeft voor de verwerking van de
leerstof is niet te bepalen, omdat dit afhangt van factoren zoals de aanleg van de student voor
het vakgebied, de voorkennis, het leervermogen van de student en de effectiviteit van het
studieprogramma. Het bovenstaande schema is derhalve een oriëntatie.
1.5 Feedback
Bij feedback wordt een onderscheid gemaakt tussen formatieve en summatieve feedback.
Formatieve feedback wordt gegeven tijdens het onderwijs zelf en is bedoeld om je inzicht te
geven in je leerproces. Wat weet en kun je al wel en wat niet? In dit studieonderdeel vindt
formatieve feedback klassikaal plaats tijdens de hoorcolleges: aan het begin van de
verschillende collegeonderdelen wordt de bedoeling en de hoofdpunten van het onderdeel
aangegeven en aan het einde van elk onderdeel wordt daarvan door de docent een korte
samenvatting gegeven die je kunt vergelijken met je eigen aantekeningen.
Summatieve feedback vindt vaak plaats op het einde van een studieonderdeel. Het laat zien
wat je op het einde van het studieonderdeel weet of kunt. Vaak zijn aan deze feedback
consequenties verbonden, meestal in de vorm van een cijfer. In dit studieonderdeel vindt
summatieve feedback plaats in de vorm van twee schriftelijke tentamens en in de vorm van
twee bijeenkomsten ter nabespreking en inzage in de gemaakte tentamens. Zie voor meer
informatie over de summatieve feedback ook het volgende onderdeel ‘Afronding’.
1.6 Afronding
Afronding 1: L&Z-I
Soort afronding: Schriftelijk tentamen
Inhoud afronding: Reproductie en verwerking van de opgegeven stof aangaande
college 1 t/m 7. Het tentamen bestaat uit drie vragen: elke
docent stelt één vraag
Tentamendatum: Maandag 12 november 2012 van 18.00 – 21.00 uur
Herkansingsdatum: Maandag 15 april 2013
Cijferbepaling: Per vraag zijn 20 punten te behalen; dit eerste tentamen bepaalt
3/5 van het eindcijfer
Datum uitslag Maandag 10 december 2012 via ELO
Datum inzage en Donderdag 20 december 2012 van 18.30 – 19.15 uur
nabespreking
Afronding 2: L&Z-II
Soort afronding: Schriftelijk tentamen
Inhoud afronding: Reproductie en verwerking van de opgegeven stof aangaande
college 8 t/m 11. Het tentamen bestaat uit twee vragen: elke
docent stelt één vraag
Tentamendatum: Maandag 4 februari 2013 van 18.00 – 21.00 uur
Herkansingsdatum: Donderdag 18 april 2013
Cijferbepaling: Per vraag zijn 20 punten te behalen; dit tweede tentamen
bepaalt 2/5 van het eindcijfer
Datum uitslag: Maandag 4 maart 2013 via ELO
Datum inzage en Donderdag 7 maart van 18.30 – 19.00 uur
Nabespreking
Herkansing van een deeltentamen:
Het is mogelijk om één van de deeltentamens (L&Z-I of L&Z-II) te herkansen alsook beide
deeltentamens te herkansen.
1.7 Beoordeling
Beoordeling in relatie tot de leerdoelen van dit blok:
De afronding van de module L&Z is opgesplitst in twee schriftelijke tentamens: L&Z-I en
L&Z-II. Het eerste tentamen betreft drie vragen (in totaal 60 punten te behalen) over de
behandelde literatuur in de colleges 1 t/m 7 en het tweede tentamen betreft twee vragen (in
totaal 40 punten te behalen) over de behandelde literatuur in de colleges 8 t/m 11.
In bijlage 3.2 is een voorbeeld tentamenvraag ingevoegd.
Bij de beoordeling worden de volgende aspecten betrokken:
1. Algemeen:
- beschikken over een academische houding: adequate schriftelijke
uitdrukkingsvaardigheid.
2. Tentamen:
- mate van adequate reproductie en verwerking van de verplichte literatuur;
- mate van het leggen van verbanden tussen de college-inhouden;
- mate van verhouden tot de college-inhouden op basis van eigen levenservaring en
visie.
Totstandkoming van het eindcijfer:
Het eindcijfer is het totaal aantal behaalde punten na de beide deeltentamens (max 100)
gedeeld door 10. De module is succesvol afgerond wanneer het eindcijfer ten minste een 5,5
is.
Wanneer één deeltentamen wordt herkanst, wordt het eindcijfer bepaald met de resultaten van
het deel dat niet wordt herkanst.
1.8 Literatuur
Verplichte literatuur:
- Alma, H. en C. Anbeek. (2011). Humanistische levensbeschouwing en
interlevensbeschouwelijke geestelijke verzorging. In Tijdschrift voor Humanistiek, nr.
46, jrg. 12 (pp. 68 – 77) op ELO
- Alma, H en A. Smaling. (2010). Waarvoor je leeft (red. H. Alma en A. Smaling).
Amsterdam: SWP. Hoofdstuk 1: Zingeving en levensbeschouwing: een conceptuele en
thematische verkenning (p. 17-39) op ELO
- Bouwman, K. (2007). Hildegard van Bingen, de parel van de ziel. Stille kracht van
transcendentie: een benadering vanuit de mystiek. In Brouwer, I., I. van Emmerik, H.
Alma, M. van Paassen en A. Scholten, De stille kracht van transcendentie. Wijsheid in
beelden, verhalen en symbolen. Amsterdam: SWP/HUP. (pp. 157-170) op ELO
- Buskes, C. (2009). Evolutionair denken: de invloed van Darwin op ons wereldbeeld.
Amsterdam: Uitgeverij Nieuwezijds. Inleiding en hoofdstuk 1 (p. 1-39), Hoofdstuk 11
Evolutie en religie (p. 267-297) en hoofdstuk 12 Evolutie en moraal (p. 297-323) zelf
aanschaffen - Chadwick, O., The Secularization of the European Mind in the 19th Century.
Cambridge: Cambridge University Press. Hoofdstuk 1, 2, 3, 6, 7 en 9 (pp. 1-87, 143 –
188 en 229 – 249) zelf aanschaffen
- Derkx, P. (2011). Transcendentie. In P. Derkx, Humanisme, zinvol leven en nooit meer
‘ouder worden’. Een levensbeschouwelijke visie op ingrijpende biomedisch-
technologische levensverlenging. Brussel: VUB Press. (pp. 196-211) op ELO
- Duintjer, O. (2002). Onuitputtelijk is de waarheid. Budel: Damon. op ELO
- Genesis 1-3 uit de joods-christelijke Bijbel, in drie verschillende vertalingen
op ELO
- Ibn Tufayl, A. (2005). Hayy Ibn Yaqzan Een filosofische allegorie uit Moors Spanje.
Uit het Arabisch vertaald en ingeleid door Remke Kruk. Amsterdam: Bulaaq. ISBN
9054600543 zelf aanschaffen
- Kunneman, H. (2005). Horizontale transcendentie. In Harry Kunneman, Voorbij het
dikke-ik. Bouwstenen voor een kritisch humanisme. Amsterdam: SWP/HUP. (pp. 62-
81) op ELO
- Smart, N. (1998). The World’s Religions. Cambridge: Cambridge University Press.
Introduction (pp. 10 – 28), hoofdstuk 8 (pp. 197 – 217), hoofdstuk 10 (pp. 230 – 256),
hoofdstuk 11 (pp. 257 – 284), hoofdstuk 12 (pp. 285 – 306) en hoofdstuk 20 (pp. 484
– 507) zelf aanschaffen
- Vanheste, J. (2007). Humanisme en het avondland: de Europese humanistische
traditie. Budel: Damon. (pp. 7-96) zelf aanschaffen
- Duyndam, J., M. Poorthuis en T. De Wit (red.). (2005). Humanisme en religie. Delft:
Eburon. zelf aanschaffen Hieruit:
Alma, H. Humanisme en Christendom als bronnen van zin. (pp. 339-354)
Dohmen, J. Autonomie en levenskunst. Naar een houding van geestelijke
weerbaarheid. (pp. 355-378)
Duyndam, J. Humanisme als teruggeven. Dostojewski’s Grootinquisiteur
tussen religie en humanisme. (pp. 161-175)
Ende, T. van den. Horizontale transcendentie als humanistisch perspectief.
(pp. 393-404)
Jorna, T. De grote gevoelens en verbondenheden in hun afgeronde geheel.
Over mensenliefde en religiositeit in het werk van Etty Hillesum. (pp. 215-228)
Wit, T.W.A. de. Het schuim der aarde. Over de politieke risico’s van een
humanisme zonder transcendentie. (pp. 319-337).
N.B.: alle verplichte teksten zijn beschikbaar (ter inzage) via de collegeplank in de
Bibliotheek van de UvH
1.9 Leeswijzer
De verplichte literatuur dient grondig gelezen te worden. De kennis van deze teksten en de
collegestof vormen de basis voor het tentamen. De schets van deze college-inhouden is te
vinden onder paragraaf 1.3. Nu volgt hieronder een leeswijzer van de literatuur per onderdeel.
Met betrekking tot de literatuur van de eerste drie colleges, te weten Zingeving en
levensbeschouwing en tradities en actualiteit (1) en Theorie van het Humanisme (2 en 3)
van Martien Schreurs:
De teksten van Alma en Smaling zijn vooral belangrijk voor de begripsvorming van de
student. De grondbegrippen die in deze cursus centraal staan, worden in deze teksten
verkend. Probeer voordat je deze teksten gaat lezen eerst zelf te omschrijven wat jij onder
‘humanisme’, ‘zingeving’, ‘levensbeschouwing’, ‘religie’ en ‘transcendentie’ verstaat.
Bestudeer de teksten daarna grondig en vergelijk jouw omschrijvingen van deze begrippen
met de manier waarop deze grondbegrippen in de teksten verkend worden. Ben je op dit
punt wijzer geworden? Is jouw kennis over deze begrippen verrijkt?
Nadat je in de eerste teksten meer inzicht hebt gekregen in de reikwijdte van het
humanisme en de begrippen als zingeving, levensbeschouwing, etc… die hiermee verband
houden, gaan we in het tweede college meer in op de invloed van de humanistische
traditie op de vorming van de Europese cultuur. Let daarbij op de uitdagende wijze
waarop Jeroen Vanheste de geschiedenis herschrijft. Heb jij jezelf ook wel eens op het
denkbeeld betrapt dat het humanisme na het Christendom, namelijk in de Renaissance, is
ontstaan? Vanheste draait deze chronologische volgorde om. Volgens zijn essay is het
Europese humanisme ouder dan het Christendom. Vanheste wil in zijn essay laten zien dat
het humanisme de bakermat vormt van de Europese beschaving. Welk nieuw perspectief
biedt Vanheste op de kwestie van de Europese integratie? Andere vragen die je naar
aanleiding van dit essay moet stellen: wat is volgens Vanheste kenmerkend voor de
Europese cultuur en waarom is die Europese cultuur humanistisch? Een andere vraag:
waarom is er volgens Vanheste één humanisme? Is dit een exclusief of een inclusief
humanisme? Zie de begrippen uit het vorige college. Hoe verhouden die verschillende
stromingen in het humanisme zich tot elkaar? En waarom vormt de evolutietheorie van
Darwin een uitdaging voor het humanisme?
In het laatste college van dit onderdeel staat het boek van Chris Buskes Evolutionair
denken centraal. Een vraag die je bij het bestuderen van hoofdstukken in dit boek moet
stellen, is waarom de relatie tussen humanisme en evolutieleer altijd gespannen zal
blijven. Waarom vormt de evolutieleer voor het humanisme een onontkoombare
uitdaging? Wat zijn de verschillen tussen de humanistische geesteswetenschappen en de
levenswetenschappen? Hoe kunnen deze verschillende tradities elkaar verrijken? Waar
liggen volgens Buskes de raakvlakken tussen de humaniora en de levenswetenschappen?
Hoe verschilt de positie die Buskes tegenover de evolutieleer inneemt van die van
Vanheste? (zie vorig college)
Met betrekking tot de literatuur van de colleges Humanisme en Joods-christelijke tradities
van Laurens ten Kate:
Het boek van Ninian Smart vormt een van de rode draden door deze module. Dit boek
geeft je basiskennis die nodig is om de bijbehorende hoorcolleges te volgen. In die
colleges worden vervolgens accenten gelegd en nieuwe thema’s toegevoegd. Lees de
hoofdstukken van Smart als overzichten; leer niet alle details uit je hoofd, maar richt je
op het vormen van een degelijk beeld van de geschiedenis van de joods-christelijke
traditie en de islam in relatie tot die van het humanisme. De ‘Introduction’ vormt een
belangrijke typologie van zeven dimensies van levensbeschouwing (world view); we
bestuderen deze in week I, onder meer naast een artikel van UvH-docenten Hans Alma
en Christa Anbeek, waarin Smart’s dimensies worden toegepast op humanisme en
humanistiek.
De bijbelse en koranische teksten zijn weer heel andere teksten dan die van Smart en
Alma&Anbeek. Het zijn klassieke teksten, door miljoenen mensen gelezen, met een
verhalend en/of onderwijzend aspect: lees ze niet als betogen of argumentaties, maar
zoek naar de suggestieve betekenissen, poëzie en de symboliek, die alle dienen om
eerder iets tegenstrijdigs (bv. een dilemma, iets onoplosbaars) te laten zien dan iets
eenduidigs. Het lezen van oeroude religieuze teksten is niet eenvoudig. Let bij je
lectuur op de volgende kwesties:
Hoe lees je zulke religieuze teksten? Zijn ze op cognitief
niveau interessant, of spreken ze je ook persoonlijk aan of
stuiten ze je tegen de borst?
Moet je al in het bestaan van God geloven om deze teksten te
kunnen lezen en op waarde schatten? Of hebben ze een
algemene literaire waarde?
Moet je de teksten letterlijk nemen, of zitten ze vol symboliek?
En wat voor symboliek dan eventueel?
Zijn het leerstellige teksten, die een waarheid en een moraal
verkondigen en opleggen, of zijn het meer open, narratieve,
verhalende creaties?
Is er één betekenis in deze teksten, of zijn ze voor vele
interpretaties en vertalingen vatbaar?
Met betrekking tot de literatuur van de colleges Humanisme en Islam van Abdelilah Ljamai:
In dit onderdeel wordt eveneens het boek van Smart gebruikt, daarnaast de allegorie van Ibn
Tufayl.
In de bovenstaande leeswijzer van Humanisme en Joods-christelijke tradities is het boek van
Smart al beschreven. Wat het boek van Hayy Ibn Yaqzan betreft, deze filosofische allegorie
geeft meer inzichten in de verhoudingen tussen de materiële wereld en de spirituele wereld.
De mystiek innerlijke ervaringen van de twaalfde eeuwse auteur nemen een cruciale plaats in
in zijn allegorie.
Met betrekking tot de literatuur van de colleges Geschiedenis van het humanisme van
Willeke Los:
Het boek van Chadwick vormt het uitgangspunt van de twee colleges over geschiedenis van
het humanisme. In dit boek worden belangrijke ontwikkelingen behandeld die niet alleen van
belang zijn voor de ontwikkeling van secularisatie in Europa maar ook voor de geschiedenis
van het humanisme. Het boek is een klassieker in de literatuur over het thema secularisatie.
Het laat zich niet makkelijk lezen door de eruditie en genuanceerdheid van de auteur. Probeer
desondanks de hoofdlijnen uit de hoofdstukken te halen. Het kan helpen om een uittreksel te
maken. Onderstaande vragen zijn daarbij ondersteunend. Naast achtergronden bij de
verschillende hoofdstukken staan deze vragen tijdens de colleges centraal. Voor een goed
begrip van de colleges is het dus zeer raadzaam om deze vragen te beantwoorden.
Hoofdstuk 2:
1) Geef een samenvatting van de bijdrage die J.S. Mill leverde aan de discussie over vrijheid
en religie.
2) Geef weer welke kritiek F. Stephen hierop formuleerde.
3) Welke rol speelde de Engelse pers aan het einde van de 19e eeuw?
Hoofdstuk 3:
4) Geef in het kort weer welke ontwikkelingen Marx doormaakte in zijn houding ten opzichte
van religie.
5) Sluiten communisme/socialisme en christendom elkaar per definitie uit volgens Chadwick?
Licht je antwoord toe.
Hoofdstuk 6:
6) Geef een samenvatting van de receptie van Voltaire en Rousseau in de 19e eeuw in
Engeland en Frankrijk.
7) Welke invloed oefenden zij uit op secularisatie in de 19e eeuw?
Hoofdstuk 7:
8) Hoe zag Darwin de relatie tussen wetenschap en religie/de bijbel?
9) Leg uit hoe het Darwinisme in de negentiende eeuw een symbool kon worden voor de
strijd tussen wetenschap en religie.
Hoofdstuk 9:
10) Leg uit wat de seculiere religie van Comte inhoudt en hoe hij tot deze vorm van religie
komt.
11) In welke opzichten kun je Comtes seculiere religie als een vorm van humanisme
beschouwen?
12) Laat aan de hand van het werk van Brunetière en Vogüé zien waarom Comtes opvattingen
aan het einde van de 19e eeuw geen bevredigend alternatief boden voor een op religie
gebaseerde moraal.
Met betrekking tot de literatuur van de colleges Humanisme en Transcendentie van Ton
Jorna:
Er moeten tien teksten gelezen worden, die elk een ander licht laten schijnen op
transcendentie. Zes van deze teksten komen uit de bundel Humanisme en religie. Van deze
zes zijn er vijf geschreven door docenten verbonden aan de UvH, één tekst is geschreven door
iemand van buiten de UvH, te weten De Wit. De andere vier bijdragen zijn op zichzelf
staande publicaties. Twee daarvan komen uit humanistische hoek, namelijk die van Derkx en
Kunneman, de andere twee van elders, namelijk van Duintjer en van Bouwman.
Zo vormen we ons een divers en actueel beeld van het denken over transcendentie, leren we
het humanistieke discours hierover kennen en onderscheiden we de verschillende accenten die
daarin instemmend dan wel kritisch worden gelegd, en betrekken we hier tevens een drietal
zienswijzen bij van buiten de UvH.
De tien teksten zijn voor de bestudering evenredig verdeeld over de twee colleges, zie
vermeld onder de beschrijving van het eerste en tweede college.
De bedoeling van beide colleges is derhalve dezelfde: kennis nemen van inhouden van en
visies op transcendentie, van binnen en buiten de humanistiek. Het eerste college zal dan wel
meer een introducerende kennismaking zijn, het tweede meer verdiepend en uitwerkend.
Gegeven de godsdienstige geschiedenis van het begrip transcendentie staan we in het eerste
college stil bij de vraag naar de relevantie ervan voor het humanisme, met andere woorden bij
de reden dat zoveel beoefenaars van de humanistiek het thema doordenken. In het tweede
college geven we ons rekenschap geven van de praktische toepasbaarheid, met andere
woorden van de zingevende relevantie. En voor beide colleges geldt de vraag hoe jij en ik
deze teksten lezen en hoe ze al dan niet aansluiten bij mijn, jouw, onze levens- en/of
beroepspraktijk.
1.10 Onderwijskwaliteitszorg
Aan het eind van de cursus kan je gevraagd worden een evaluatieformulier in te vullen. Het
evalueren van het onderwijs is een onderdeel van ons kwaliteitszorgsysteem. Elk
onderwijsonderdeel wordt minimaal één keer per drie jaar geëvalueerd. De evaluatieresultaten
worden bekeken door de opleiding, de coördinator en de studentenvertegenwoordigers. In de
bibliotheek liggen de onderwijsevaluaties in mappen ter inzage. Hier wordt periodiek
informatie aan toegevoegd met verbetermaatregelen als vervolg op de evaluaties.
Voor vragen en informatie kun je je wenden tot de verschillende studentafgevaardigden
(jaarvertegenwoordigers, Universiteitsraad), of tot de beleidsmedewerker kwaliteitszorg
Sophie Wils en assistent Saskia Zuijderduijn, te bereiken via [email protected].
2 CURSUSPROGRAMMA
2.1 Cursusrooster
Week
nr.
Datum Tijd Onderwerp Docent
1 10-09-2012 15.30-18.15 Zingeving en levensbeschouwing
en tradities en actualiteit
MS
2 17-09-2012 15.30-18.15 Theorie van het Humanisme
MS
3 24-09-2012 15.30-18.15 Theorie van het Humanisme
MS
4 01-10-2012 15.30-18.15 Humanisme en Joods-christelijke
tradities
LtK
5 08-10-2012 15.30-18.15 Humanisme en Joods-christelijke
tradities
LtK
Herfstvakantie
6 22-10-2012 15.30-18.15 Humanisme en Islam
AL
7 29-10-2012 15.30-18.15 Humanisme en Islam
AL
Zelfstudieweek
Tentamenweek
8 26-11-2012 15.30-18.15 Geschiedenis van het Humanisme
WL
9 17-12-2012 15.30-18.15 Geschiedenis van het Humanisme
WL
Kerstvakantie
10 14-01-2013 15.30-18.15 Humanisme en Transcendentie
TJ
11 21-01-2013 15.30-18.15 Humanisme en Transcendentie
TJ
Zelfstudieweek
Tentamenweek
2.2 Beschrijving van colleges en werkgroepen WEEK 1
College Maandag 10 september 2012
15.30 – 18.15 uur
Docent: Martien Schreurs
Thema ZINGEVING EN LEVENSBESCHOUWING EN TRADITIES
EN ACTUALITEIT
Toelichting In dit eerste inleidende college worden de grondbegrippen van deze
cursus besproken. We staan stil bij de vraag wat wij onder de
begrippen ‘zingeving’, ‘levensbeschouwing’, ‘humanisme’ en
‘transcendentie’ kunnen verstaan. In de teksten Smart, Alma en
Smaling en het artikel van Alma en Anbeek – zie verplichte literatuur
die voor dit eerste college bestudeerd moet worden – worden
antwoorden gegeven op deze conceptuele vragen.
In dit college worden in navolging van Anbeek en Alma zeven dimensies van
de levensbeschouwing onderscheiden en ook wordt de term
‘interlevensbeschouwelijk humanisme’ gemunt. De term ‘interlevens-
beschouwelijk humanisme’ is ontstaan in de actuele discussies tussen
medewerkers van de Universiteit voor Humanistiek en de leden van het
Humanistisch Verbond. Wij proberen deze discussie breder door te trekken van
het Nederlandse humanisme naar de internationale discussie over het
humanisme.
De vraag die in dit eerste inleidende college centraal staat, is
hoe dit zogenoemde interlevensbeschouwelijke humanisme een
zinvolle bijdrage kan leveren aan de lopende internationale discussie
over levensbeschouwingen en religies. In het hedendaagse humanisme
blijkt de verschuiving van levensbeschouwing naar zingeving cruciaal
te zijn. Welke rol speelt ‘transcendentie’ in onze zoektocht naar zin?
Deze laatste vraag zal de brug vormen naar de inleidende col
lege over humanisme en de Joods-christelijke tradities en de colleges
over humanisme en Islam die respectievelijk door Laurens ten Kate en
Abelilah Ljamai verzorgd worden.
Zelfstudie
Alma, H. en C. Anbeek. (2011). Humanistische levensbeschouwing en
interlevensbeschouwelijke geestelijke verzorging. In Tijdschrift voor
Humanistiek, nr. 46, jrg. 12 (pp. 68 – 77) (op ELO)
Alma, H. en Smaling, A. (2010). Hoofdstuk 1: Zingeving en
levensbeschouwing: een conceptuele en thematische verkenning. In:
Waarvoor je leeft (red. H. Alma en A. Smaling). Amsterdam: SWP. (p. 17-
39) (op ELO)
Smart, N. (1998). The World’s Religions. Cambridge: Cambridge
University Press. Introduction (pp. 10 – 28) (zelf aan te schaffen /
collegeplank)
WEEK 2
College Maandag 17 september 2012
15.30 – 18.15 uur
Docent: Martien Schreurs
Thema THEORIE VAN HET HUMANISME
Toelichting In het tweede college wordt ingegaan op de vraag hoe het humanisme
gesitueerd is binnen de Europese cultuurgeschiedenis. Daarbij gaan
we uitvoerig in op het beknopte en zeer informatieve essay dat Jeroen
Vanheste over het humanisme en het avondland geschreven heeft.
Jeroen Vanheste belicht dus vooral de rol van de humanistische
traditie in de vorming van de Europese beschaving. Welke rol speelt
dit beschavingsideaal in hedendaagse discussies over Europese
integratie.
En daarmee komen we op de andere reden waarom wij voor dit essay
van Vanheste gekozen hebben. Hij beschrijft de grote uitdagingen
waarmee het hedendaagse humanisme geconfronteerd wordt. Een van
die uitdagingen is het evolutionaire denken. De vraag is hoe het
evolutionaire denken niet alleen een bedreiging, maar ook een
verrijking kan betekenen voor het hedendaagse interlevensbeschouwe-
lijke humanisme.
Zelfstudie
Vanheste, J. (2007). Humanisme en het Avondland: De Europese
humanistische traditie. Budel: Damon. (p. 7-96) (zelf aan te schaffen /
collegeplank)
WEEK 3
College Maandag 24 september 2012
15.30 – 18.15 uur
Docent: Martien Schreurs
Thema THEORIE VAN HET HUMANISME
Toelichting In dit derde college wordt antwoord gegeven op de laatste vraag hoe
het evolutionaire denken zowel een bedreiging als een verrijking kan
betekenen voor het hedendaagse en toekomstige humanisme.
Daarvoor gaan we te rade bij het boek Evolutionair denken (De
invloed van Darwin op ons wereldbeeld) van Chris Buskes.
Het evolutionaire denken kan niet meer weggedacht worden wanneer
wij vandaag de dag zoeken naar zin. Een belangrijke vraag die
opkomt bij het zoeken naar zin is de vraag waar wij vandaan komen.
Deze vragen staan centraal in de oorsprongsmythen van de Joods-
Christelijke traditie en de Islam (zie de colleges van Ljamai en Ten
Kate). De vraag is of het evolutionaire denken begrepen kan worden als een
alternatief
voor de scheppingsmythen uit de Joods-christelijke en Islamitische tradities.
Kan het evolutionaire denken begrepen worden als een seculiere humanistische
scheppingsmythe?
In het voetspoor Chris Buskes schetsen wij de opkomst van het evolutionaire
denken en geven we antwoord op de vraag welke rol zingevingsvragen spelen
in onze tijd die in hoge mate in de ban is van het evolutionaire denken.
Zelfstudie
Buskes, C. (2009). Evolutionair denken: De invloed van Darwin op ons
wereldbeeld. Amsterdam: Uitgeverij Nieuwezijds. Hieruit: Inleiding en
hoofdstuk 1 (pp. 1-39), Hoofdstuk 11 Evolutie en religie (pp. 267-297) en
hoofdstuk 12 Evolutie en moraal (pp. 297-323). (zelf aan te schaffen /
collegeplank)
WEEK 4
Hoorcollege Maandag 1 oktober 2012
15.30 – 18.15 uur
Docent: Laurens Ten Kate
Thema HUMANISME EN DE JOODS-CHRISTELIJKE TRADITIES (I)
Toelichting Dit college bestaat allereerst uit een grondige inleiding in de histori-
sche bronnen van het christendom: dat wil zeggen (1) de Grieks-Romeinse
cultuur van de Oudheid, en (2) de Joodse godsdienst met haar historische
achtergrond. Daartoe lezen we hoofdstuk 8 en 10 uit Ninian Smart’s The
World’s Religions.
We zullen ingaan op de beide genoemde bronnen, en daarbij de overgang van
een mythische, polytheïstische cultuur naar een cultuur van de logos
behandelen: de overgang die ook het begin van de westerse geschiedenis
markeert. We duiken in de culturen van het oude Midden-Oosten en van
Egypte (Smart, hoofdstuk 8), en van de Grieks-Romeinse klassieke Oudheid
(Smart, hoofdstuk 10). Zo krijgen we een beeld van een historische
ontwikkeling waarin het humanisme, zoals behandeld in de vorige colleges, in
al zijn veelvormigheid kon opkomen, vanaf de Oudheid tot in onze tijd.
De zgn. monotheïstisch religies (jodendom, christendom, islam)
begeleiden de ontwikkeling van deze westerse geschiedenis en
drukken er mede een stempel op. Vandaar dat we vervolgens aandacht
besteden aan de complexe relatie tussen christendom en humanisme.
Ten slotte laten we zien dat ondanks de breuk met de mythische
wereld de betekenis van verhalen (narrativiteit) in de westerse
geschiedenis geenszins afgenomen is. Om dat te concretiseren,
bekijken we kort de joods-christelijke scheppingsverhalen, en
bespreken hun invloed op onze cultuur. Op een nadere analyse van
deze scheppingsverhalen komen we in het tweede college terug.
In het eerste college zal de docent een kort overzicht bieden over
de stof, en vervolgens begripsvragen beantwoorden. Daarnaast is er in
het tweede college ruimte voor discussie over de stof. De docent zal in
beide colleges de stof met beeld- en muzikaal materiaal illustreren.
Zelfstudie
Smart, N. (1998). The World’s Religions. Cambridge: Cambridge
University Press. Hoofdstuk 8 (pp. 197 – 217) en hoofdstuk 10 (pp. 230 –
256) (zelf aan te schaffen / collegeplank)
Genesis 1-3 uit de joods-christelijke Bijbel, in drie verschillende
vertalingen (op ELO)
WEEK 5
Hoorcollege Maandag 8 oktober 2012
15.30 – 18.15 uur
Docent: Laurens Ten Kate
Thema HUMANISME EN DE JOODS-CHRISTELIJKE TRADITIES (II)
Toelichting In dit tweede college grijpen we terug op de basis die in het eerste
college is gelegd, en analyseren we de joods-christelijke scheppings-
verhalen en detail.
Vervolgens behandelen we de aanvang van de geschiedenis van het
christendom, vanaf het jaar 0, aan de hand van hoofdstuk 11 uit
Smarts’s The World’s Religions.
We verdiepen ons in de wijze waarop de christelijke godsdienst zich
in de eerste eeuwen en vervolgens in de Middeleeuwen en de moderne
tijd ontwikkelt tot een religie waarin een enorme spanning werkzaam
is: die tussen de onderwerping aan een autoritaire God enerzijds, en de
volstrekte afwezigheid, ja ‘dood’ van die God anderzijds. Zo zullen
we opnieuw speciale aandacht hebben voor de verstrengeling tussen
christelijke en humanistische ideeën en ervaringen, en zo een brug
naar de actualiteit slaan.
Zelfstudie
Smart, N. (1998). The World’s Religions. Cambridge: Cambridge
University Press. Hoofdstuk 11 (pp. 257 – 284)
(zelf aan te schaffen / collegeplank)
WEEK 6
Hoorcollege Maandag 22 oktober 2012
15.30 – 18.15 uur
Docent: Abdelilah Ljamai
Thema HUMANISME EN ISLAM (I)
Toelichting Vanaf de komst van de Turkse en Marokkaanse ‘gastarbeiders’ in het
begin van de jaren zestig van de twintigste eeuw is de islam geworden
als een van de belangrijkste religies in Nederland. De islam kent
echter, zoals bij een wereldgodsdienst met een lange geschiedenis te
verwachten valt, tal van varianten. Sommige van die varianten kunnen
humanistisch genoemd worden. Humanisme wordt dan niet opgevat
als een levensbeschouwing tegenover christendom, islam, boeddhisme
enzovoorts, maar als een inclusieve levensbeschouwing die atheïsti-
sche en agnostische varianten kent, maar ook godgelovige of gods-
dienstige. Het hangt er dan wel helemaal vanaf hoe de islamitische
godsdienst wordt ingevuld. In dit kader komt in dit onderdeel de
filosofische allegorie Hayy Ibn Yaqzan van de twaalfde-eeuwse
moslimgeleerde Ibn Tufayl aan bod. De allegorie lijkt in een aantal
opzichten op het verhaal van Robinson Crusoë en handelt onder meer
over de verhouding tussen innerlijk spiritueel inzicht, geopenbaarde
godsdienst en menselijke rede.
Een voor de islam centrale thematiek die vervolgens aan de orde
komt, is die van de hermeneutiek (manier van interpreteren) van het
heilige boek van de islam, de Koran. Een centrale vraag in dit
onderdeel is: Is er een humanistische manier om de Koran te lezen?
Zelfstudie
Ibn Tufayl, A. (2005). Hayy Ibn Yaqzan Een filosofische allegorie uit
Moors Spanje. Uit het Arabisch vertaald en ingeleid door Remke Kruk.
Amsterdam: Bulaaq. ISBN 9054600543. (zelf aan te schaffen /
collegeplank)
Smart, N. (1998). The World’s Religions. Cambridge: Cambridge
University Press. Introduction (pp. 10 – 28), hoofdstuk 12 (pp. 285 – 306)
en hoofdstuk 20 (pp. 484 – 507) (zelf aan te schaffen / collegeplank) De Introduction heb je al bestudeerd voor de colleges van 10 september, 1
en 8 oktober jl. Deze algemene inleiding in de godsdienstwetenschap is
van belang voor zowel joden- christendom als islam.
WEEK 7
Hoorcollege Maandag 29 oktober 2012
15.30 – 18.15 uur
Docent: Abdelilah Ljamai
Thema HUMANISME EN ISLAM (II)
Toelichting De te bestuderen stof is geïntroduceerd en toegelicht in het zesde
college. In het zevende college is de centrale vraag: Is er een humanis-
tische manier om de Koran te lezen? Bij de behandeling van deze
vraag wordt ervan uitgegaan dat de studenten de verplichte literatuur
hebben gelezen.
ZELFSTUDIEWEEK
Geen college
TENTAMENWEEK
WEEK 8
Hoorcollege Maandag 26 november 2012
15.30 – 18.15 uur
Docent: Willeke Los
Thema GESCHIEDENIS VAN HET HUMANISME (I)
Toelichting Voor de ontwikkeling van het humanisme als levensbeschouwing in de 20e en
21e eeuw is de 19
e eeuw van groot belang. In deze eeuw voltrokken zich in
West-Europa op sociaal-economisch, politiek en intellectueel gebied allerlei
veranderingen die doorgaans met modernisering en secularisering van de
Westerse samenleving in verband worden gebracht. In dit college gaan we in
op de opkomst van liberalisme en marxisme die zich voltrok tegen de
achtergrond van deïndustrialisatie van Europa. Ook staan we stil bij
achtergronden en methodologische aspecten van het onderzoek naar het
verschijnsel secularisatie.
Zelfstudie
Chadwick, O., The Secularization of the European Mind in the 19th
Century. Cambridge: Cambridge University Press. Hoofdstuk 1 t/m 3 (pp.
1 – 87). (zelf aan te schaffen/collegeplank)
WEEK 9
Hoorcollege Maandag 17 december 2012
15.30 – 18.15 uur
Docent: Willeke Los
Thema GESCHIEDENIS VAN HET HUMANISME (II)
Toelichting In dit college gaan we in op de intellectuele aspecten van het
secularisatieproces, in het bijzonder de betekenis van de Verlichting, het
Darwinisme en het denken van Comte. In het hoorcollege wordt ook aandacht
besteed aan de ontwikkeling van het humanisme als levensbeschouwing in
Nederland.
Zelfstudie
Chadwick, O., The Secularization of the European Mind in the 19th
Century. Cambridge: Cambridge University Press. Hoofdstuk 6, 7 en 9 (pp.
143 – 188 en 229 - 249). (zelf aan te schaffen/collegeplank)
WEEK 10
Hoorcollege Maandag 14 januari 2013
15.30 – 18.15 uur
Docent: Ton Jorna
Thema HUMANISME EN TRANSCENDENTIE (I)
Toelichting We besteden aandacht aan transcendentie, als afzonderlijk thema maar
ook in verband met de in dit moduul te bespreken collectieve
levensbeschouwingen. Het is een thema dat het laatste decennium
door beoefenaars van de humanistiek in humanistische termen is
doordacht. Deze humanistieke bezinning is niet meer uitsluitend of
primair bedoeld om het traditionele godsdienstige verhaal nog eens
onder kritiek te stellen, maar om een eigenstandig filosofisch en
levensbeschouwelijk antwoord te geven op de vraag naar de aard,
waarde, relevantie en positionering tegen de achtergrond van zinge
ving en humanisering.
Het begrip transcendentie kent een lange godsdienstige geschiedenis.
De betekenis is: dat wat iets anders overstijgt. In die betekenis kan het
worden ingevuld als God, het goddelijke, of het heilige. Nu kenmerkt
het humanisme zich als levensbeschouwing juist door zijn ongods
dienstigheid. De vraag is dan ook waarom er hier aandacht aan wordt
besteed. Kan het humanisme iets met transcendentie? Of is het de
bedoeling het contrast nog eens duidelijk te maken? Dat laatste is niet
het oogmerk. Kennis- en visieontwikkeling van het begrip ‘transcen
dentie’ bleek nodig om humanistiek als waardevolle wetenschap te
kunnen beoefenen en uit te dragen. Als je kijkt hoe dit thema door
beoefenaars van de humanistiek wordt gehanteerd en verstaan, dan
ontdek je dat er een substantiële invulling aan wordt gegeven. Menig
wetenschapper verbonden aan de Universiteit voor Humanistiek is
expliciet ingegaan op het thema. Het kreeg Schwung onder de noemer
‘horizontale transcendentie’, en vervolgens en ook kortweg onder
‘transcendentie’.
Uit de verschillende publicaties blijkt dat het als een van de centrale
thema’s in de humanistiek een scharnierthema is tussen levenskunst,
spiritualiteit en normatieve professionalisering, en dat het als zodanig
zowel een interlevensbeschouwelijk als een interdisciplinair thema is,
met zowel een theoretische als een praktische relevantie.
Met een hedendaagse invulling van transcendentie gaat het niet alleen
de tijdgeest bedienen. Het is meer dan een poging zich met een eigen
invulling te onderscheiden van godsdienstige kringen of zich te
verhouden tot met name hedendaagse denkprocessen over levensbe-
schouwing en zingeving. Daarom bestuderen we juist ook enige
teksten uit andere levensbeschouwelijke kring.
Uit het feit dat diverse humanistiek-beoefenaars zich zijn gaan
bezinnen op transcendentie, mogen we afleiden dat het relevant wordt
bevonden voor levenspraktijken van mensen en beroepspraktijken
voor mensen.
Zelfstudie
Bouwman, K. (2007). Hildegard van Bingen, de parel van de ziel. Stille
kracht van transcendentie: een benadering vanuit de mystiek. In Brouwer,
I. & Emmerik, I. van & Alma, H. & Paassen M. van & Scholten A., De
stille kracht van transcendentie. Wijsheid in beelden, verhalen en symbolen
(pp. 157-170). Amsterdam: SWP/HUP. (op ELO)
Kunneman, H. (2005). Horizontale transcendentie. In Harry Kunneman,
Voorbij het dikke-ik. Bouwstenen voor een kritisch humanisme (pp. 62-81).
Amsterdam: SWP/HUP. (op ELO)
Alma, H. (2005). Humanisme en Christendom als bronnen van zin. In J.
Duyndam, M. Poorthuis & T. de Wit (red.), Humanisme en religie (pp.
339-354). Delft: Eburon. (zelf aan te schaffen / collegeplank)
Dohmen, J. (2005). Autonomie en levenskunst. Naar een houding van
geestelijke weerbaarheid. In J. Duyndam, M. Poorthuis & T. de Wit (red.),
Humanisme en religie (pp. 355-378). Delft: Eburon. (zelf aan te schaffen /
collegeplank)
Ende, T. van den (2005). Horizontale transcendentie als humanis-tisch
perspectief. In J. Duyndam, M. Poorthuis & T. de Wit (red.), Humanisme
en religie (pp. 393-404). Delft: Eburon. (zelf aan te schaffen /
collegeplank)
WEEK 11
Hoorcollege Maandag 21 januari 2013
15.30 – 18.15 uur
Docent: Ton Jorna
Thema HUMANISME EN TRANSCENDENTIE (II)
Toelichting Zie vorig college
Zelfstudie
Derkx, P. (2011). Transcendentie. In P. Derkx, Humanisme, zinvol leven en
nooit meer ‘ouder worden’. Een levensbeschouwelijke visie op ingrijpende
biomedisch-technologische levensverlenging (pp. 196-211). Brussel: VUB
Press. (op ELO)
Duintjer, O. (2002). Eros en ‘transcendentie’ bij Plato. In: Onuitputtelijk is
de waarheid. Budel: Damon. (op ELO)
Duyndam, J. (2005). Humanisme als teruggeven. Dostojewski’s
Grootinquisiteur tussen religie en humanisme. In J. Duyndam, M.
Poorthuis & T. de Wit (red.), Humanisme en religie (pp. 161-175). Delft:
Eburon. (zelf aan te schaffen / collegeplank)
Jorna, T. (2005). De grote gevoelens en verbondenheden in hun afgeronde
geheel. Over mensenliefde en religiositeit in het werk van Etty Hillesum. In
J. Duyndam, M. Poorthuis & T. de Wit (red.), Humanisme en religie (pp.
215-228). Delft: Eburon. (zelf aan te schaffen / collegeplank)
Wit, T.W.A. de (2005). Het schuim der aarde. Over de politieke risico’s
van een humanisme zonder transcendentie. In J. Duyndam, M. Poorthuis &
T. de Wit (red.), Humanisme en religie (pp. 319-337). Delft: Eburon. (zelf
aan te schaffen / collegeplank)
ZELFSTUDIEWEEK
Geen college
TENTAMENWEEK
3 BIJLAGEN
Bijlage 1: Beoordelingsformulier
L&Z: BEOORDELINGSFORMULIER TENTAMEN PER VRAAG
L&Z deeltentamen: I / II
Docent:
Vraag:
Datum tentamen:
Studentnummer: Beoordeli
ng
Max. aantal
punten
Inhoudelijke beantwoording
Er is sprake van adequate reproductie en verwerking van
de verplichte literatuur;
De student legt adequate verbanden tussen de college-
inhouden;
De student verhoudt zich tot de college-inhouden op
basis van eigen levenservaring en visie.
15 punten
Feedback / opmerkingen:
Algemeen
De student beschikt over een adequate schriftelijke
uitdrukkingsvaardigheid: de student schrijft duidelijk
leesbaar en in correct Nederlands, in het antwoord is
sprake van goede samenhang, goede argumentatie en
goede uitleg van de gebruikte begrippen.
5 punten
Feedback / opmerkingen:
TOTAAL
20 punten
Bijlage 2: Voorbeeld tentamenvraag
Voorbeeldvraag bij onderdeel Islam en Humanisme:
“Ondertussen wenste hij vurig dat God (Machtig en Verheven is Hij) hem zou verlossen van
het lichaam dat hem ertoe dwong dat stadium te verlaten; dan zou hij zich ongestoord aan
zijn verrukking kunnen overgeven en bevrijd zijn van de pijn die hij ervoer, wanneer hij zich
vanwege een of andere lichaamsbehoefte van dat stadium moest afkeren”, p. 131 uit Hayy ibn
Yaqzan. Een filosofische allegorie uit Moors Spanje.
Beantwoord het volgende:
a. Hoe interpreteer je dit citaat aan de hand van de allegorie van de moslim filosoof Ibn
Tufayl (- 1185). Beargumenteer je antwoord.
b. Probeer voor jezelf onder woorden te brengen hoe de zeven dimensies van Smart zich
verhouden tot de hoofddomeinen van kosmos, metafysica en de spirituele psychologie (ziel).
Illustreer je antwoord met duidelijke situaties uit de allegorie Hayy.
Antwoordsleutel voorbeeldvraag:
a. Interpretatie van de kernbegrippen in dit citaat, namelijk: ‘verlossing’, ‘stadium’,
‘bevrijding van de pijn’ en probeer dit te verklaren aan de hand van andere theorieën bv. van
al-Hallaj en Ibn Arabi. Omdat Ibn Tufayl een filosoof en mysticus was, is het zeer relevant
om je antwoord te illustreren met “de eigen interpretatie van Ibn Tufayl bv. over de essentie
van God en de menselijke essentie”. (10 punten)
b. Het gaat om de analyse van de verhoudingen tussen de drie hoofddomeinen (kosmos,
metafysica en spirituele psychologie) en de zeven dimensies van Smart. Voorbeeld:
Theologische en doctrine dimensies kan je verklaren aan hand van de aspecten van kosmos en
metafysica volgens Ibn Tufayl’s benadering (theorie van de versmelting met de kosmos +
eigen interpretatie van het credo volgens Ibn Tufayl, d.w.z. zonder een geopenbaarde tekst).
Verwijzing naar situaties (voorbeelden) uit het boek is vereist. Dit geldt ook voor de
behandeling van de verhouding tussen emotionele ervaring volgens Samrt en Ibn Tufay (met
voorbeelden), enzovoort…
(10 punten)
Bijlage 3: Eindtermen Bachelor Humanistiek – juni 2012
Kennis en inzicht wat betreft humanistiek
1. De Bachelor beschikt over kennis van theorieën, methodologische inzichten en de
wetenschapstheoretische context van de humanistiek, van haar verhouding tot andere
wetenschappelijke disciplines, en toont een houding van openheid voor de paradigmatische
pluriformiteit van hedendaagse wetenschapsbeoefening;
Toepassen van kennis over humanistiek
2. De Bachelor is in staat om processen van zingeving en humanisering creatief en
systematisch te conceptualiseren en analyseren, daarbij gebruikmakend van kennis en
inzichten uit de multidisciplinaire kennisdomeinen van de humanistiek;
Kennis en visie wat betreft levensbeschouwing
3. De Bachelor beschikt over kennis en inzicht in theorieën en praktijken van
levensbeschouwing in het algemeen en humanistische tradities in het bijzonder, kan deze
plaatsen in culturele en historische contexten, en is in staat een eigen visie op humanisme als
levensbeschouwing te formuleren en deze op wetenschappelijk verantwoorde wijze te
onderbouwen;
Toepassen en oordeelsvorming in mondiaal perspectief en wat betreft diversiteit
4. De Bachelor is in staat om standpunten te formuleren en onderbouwen ten aanzien van
vraagstukken van diversiteit en hun maatschappelijke en historische gesitueerdheid en ten
aanzien van vraagstukken van zingeving en humanisering vanuit mondiaal perspectief en
internationale verhoudingen;
Onderzoeksvaardigheden
5. De Bachelor kan onder begeleiding een wetenschappelijk verantwoord en voor de
humanistiek elementair onderzoek opzetten en uitvoeren en daarover communiceren in woord
en geschrift;
Literatuurvaardigheden
6. De Bachelor kan zelfstandig voor de humanistiek relevante (inter)nationale
wetenschappelijke publicaties opsporen en interpreteren en beoordelen op hun kwaliteit;
Projectvaardigheden en organisatievaardigheden
7. De Bachelor beschikt over vaardigheden om planmatig en in teamverband een project op te
zetten in relatie met een opdrachtgever, kan schriftelijk verslag doen en een mondelinge
presentatie geven over de resultaten en legt daarbij tevens een relatie met de ontwikkeling van
een eigen normatieve professionele houding;
Communicatievaardigheden
8. De Bachelor kan interactie- en communicatieprocessen tussen individuen, in groepen en in
organisaties analyseren en beschikt over reflectieve en dialogische vaardigheden om zodanig
te participeren dat deze processen kwalitatief verbeteren;
Attitude
9. De Bachelor geeft blijk van ontwikkeling van een authentieke en open levensovertuiging en
een doorleefd normatief kader en kan zich positioneren in het veld van levensbeschouwelijke
tradities, daarbij tevens verwijzend naar persoonlijke inspiratiebronnen;
Bagage voor vervolg
10. De Bachelor heeft leervaardigheden, zelfkennis en vormen van zelfzorg ontwikkeld, die
het mogelijk maken om een vervolgstudie die een hoog niveau van autonomie veronderstelt
aan te gaan en kan zijn of haar kwaliteiten en voorkeuren benoemen voor verder studie en
toekomstige loopbaan.
NB. De Dublin-descriptoren uit de Bolognaverklaring en het accreditatiekader bestrijken de
categorieën: kennis en inzicht; toepassen kennis en inzicht; oordeelsvorming; communicatie
en leervaardigheden