koninklijk nederlands waternetwerk neerslag 2011-2
DESCRIPTION
Koninklijk Nederlands Waternetwerk Neerslag 2011-2TRANSCRIPT
NeerslagNeerslag
#2 | 2011 #2|2011
Voorwoord - René Trommels, voorz. sectie Overijssel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .1
Baggerklus Buitengracht Deventer van start . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3
SLIK zuivert medicijnen uit afvalwater . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5
Op bezoek bij Erik Scharenborg, procesengineer bij Norit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9
Siloxaan opgelost . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .11
Rioolwaterzuivering Zwolle totaal op de schop . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .15
Efficiënt slib ontwateren: een hele kunst! . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .19
RI&E rioolgemalen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .21
Warmtekrachtkoppeling op de rwzi Kampen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .25
Geuroverlast rwzi Enschede . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .27
Naar een energieneutrale waterkringloop . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .31
Uit de pers . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .37
Meten aan riooloverstorten en de praktijk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .41
Zonnepanelen waterschap Velt en Vecht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .47
Sectie Noord-Holland bezoekt waterwinstation te Nieuwegein . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .48
Deflectieschot voorbezinktanks rwzi Eindhoven . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .51
Verenigingsnieuws: agenda KNW . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .55
In dit nummer:
neerslagRaad van Advies en Redactie
T. Dekker (voorzitter)
mw. M.C. van Houten (secretaris),
K. Sinnema (vice-voorzitter),
J.C. Blaauw, mw. A. van den Bor,
H.G. Letteboer, H. Dekker,
P.P. van der Pijl, J.L.M. Schwartz,
mw. M.E.P. Verhoeven,
mw. M.J.L. van de Vondervoort
AbonnementenadministratieKoninklijk Nederlands Waternetwerk
Binckhorstlaan 36-M4172516 BE Den Haag
Telefoon (070) 322 27 65Abonnementsprijs € 25,00 per jaar
(buitenland € 30,00 per jaar)Abonnementen worden genoteerd
(uitsluitend op kalenderjaarbasis) tot wederopzegging. Opzegging dient te
geschieden voor 1 december.
Kopij en sectienieuws zenden aan:Koninklijk Nederlands Waternetwerkt.a.v. redactie Neerslag Binckhorstlaan 36-M417, 2516 BE Den [email protected]
Advertentie-exploitatie (tevens druk)Elma Multimedia B.V.Postbus 18, 1720 AA Broek op LangedijkTelefoon (0226) 33 16 00Fax (0226) 33 16 01E-mail: [email protected]: www.elma.nlInformatie over tarieven, afsluitdata e.d.:Dhr. P. van den Ancker
ISSN 1382-258646e jaargang, nr. 2, maart 2011
www.neerslag-magazine.nl
Verschijnt eens per twee maanden in een oplage van 2000 ex.Auteursrechten voorbehouden
1Neerslag 2011/II
Voorwoord
BESTE LEZERS,De afgelopen weken heb ik met veel respect geke-
ken naar die machtige IJssel, die dwars door Deventer stroomt. Wat een geweldige plas water heeft deze IJssel moeten verzetten.
Het hoge water in de IJssel heeft voor het waterschap Groot Salland geen
noemenswaardige problemen opgeleverd. Op een professionele, transparante
manier en met moderne middelen heeft het waterschap de gehele hoogwatersi-
tuatie nauwlettend in de gaten gehouden en er naar gehandeld.
Persoonlijk ervoer ik deze hoogwatersituatie als zeer bijzonder en zeker ook,
door alle informatie eromheen, als beheersbaar. Het werd een prachtig gezicht
al dat water, stromend door de mooiste rivier van Nederland en waar je met een
veilig gevoel naar kon blijven kijken. Zeker in Deventer heb ik er samen met
duizenden toeristen van genoten. De betrokken waterschappen hebben zich van
hun beste kant laten zien. Chapeau!!
De ’waterwereld’ en daarmee bedoel ik onze waterschapstaken en waternet-
werken heeft maar weer eens laten zien hoe belangrijk die is. Wij hebben ons
bestaansrecht in ieder geval dubbel en dwars waargemaakt.
De tijd vliegt voort. Voor dat wij het goed in de gaten hadden viel de eer
te beurt aan Overijssel om artikelen voor de Neerslag te gaan aanleveren. Het
is gelukkig weer gelukt om een aantal interessante artikelen, geschreven door
enthousiaste sectieleden, aan de redactie van Neerslag aan te bieden. Waarvoor
mijn dank aan de schrijvers.
Ik wil tevens, namens het bestuur van de sectie Overijssel, van de gelegenheid
gebruik maken om u alvast warm te krijgen voor de komende Landelijke Sectie-
dag 2011. Noteer in uw agenda de datum van 26 mei 2011!!! De organisatie van
deze Landelijke Sectiedag, LSD, ligt in de handen van de sectie Overijssel. Het
sectiebestuur Overijssel is al ver gevorderd met de samenstelling van zowel een
educatief als een ontspannen programma. Hierbij alvast een schot voor de boeg:
• Lokatie: Universiteit Twente in Enschede
• Het programma bestaat uit: 2 sessies met parallel lopende presentaties over
bijzondere thema’s verzorgd door de eigen sectieleden.
• Een stadiontour door en in het FC-Twente stadion en verrassende Grolsch
aktiviteiten.
• Ter afsluiting een ontspannen netwerkuur.
Dus scoren op 26 mei 2011 met kennis, voetbal, bier en elkaar. Wij hopen op
die dag heel veel sectieleden in Enschede te mogen begroeten.
Neerslag 2011/II2
Tot slot: Neerslag is een blad bedoeld voor kennisdeling voor en door onze
leden. Andere geïnteresseerden worden niet bereikt. Merk je belangstelling bij
een persoon, bedrijf, vereniging of organisatie schroom dan niet Neerslag onder
de aandacht te brengen.
Wie weet kweek je daarmee óók belangstelling voor Koninklijk Nederlands
Waternetwerk en de regionale secties.
Ik wens iedereen veel leesplezier,
René Trommels, voorzitter sectie Overijssel
Landelijke Sectiedag 201126 MEI 2011, 10.00 UUR
Op donderdag 26 mei organiseert Sectie Overijssel de landelijke sectiedag in
de Universiteit Twente te Enschede. Het programma wordt op dit moment
nog samengesteld, maar het belooft een inspirerende, leerzame en vooral
leuke dag te worden. Hierbij alvast een tipje van de sluier opgelicht:
• Het programma zal bestaan uit twee sessies van drie parallel lopende pre-
sentaties. Thema’s zijn samenwerking met gemeenten en energie en duur-
zaamheid.
• Een tour door het stadion van FC Twente, met een verrassende Grolsch-
activiteit.
• Uiteraard volop de gelegenheid om te netwerken.
• Een goed verzorgde dag met eten en drinken inbegrepen.
Dus; kom waternetwerken op 26 mei 2011 met kennis, voetbal, bier en elkaar!
Rond half april kunt u de uitnodiging bij u in de bus verwachten. Daarin
vindt u het definitieve programma en informatie omtrent aanmelden. Wij
hopen u op 26 mei in Enschede te mogen begroeten!
3Neerslag 2011/II
Baggerklus Buitengracht Deventer van start
De Buitengracht in Deventer: een blauwgroene long rond de binnenstad. Althans, dat is de bedoeling. In de zomer van 2011 moet de dichtgeslibde en te ondiepe gracht weer schoon zijn voor inwoners en bezoekers. Daarom is baggeren hard nodig.
Medio januari jl. zijn de baggerwerkzaamheden symbolisch van start gegaan.
Dit in aanwezigheid van de Deventer wethouder Margriet de Jager, gedeputeerde
Theo Rietkerk en dagelijks bestuurslid van het waterschap Hans de Jong. Een dui-
ker kwam met flessenpost boven water met daarin een verhaal van Prins Franken
dat door de wethouder werd voorgelezen.
NOODZAAKDe buitengracht is in de loop der jaren dichtgeslibd en te ondiep geworden.
De waterkwaliteit is daarom vooral in de warme zomermaanden onvoldoende.
Het slib in de gracht is bovendien vervuild. Gemeente, provincie en waterschap
werken bij het opschonen van de gracht samen.
Baggerwerkzaamheden in de grachten van Zwolle. Goed voorbeeld doet goed volgen.
Neerslag 2011/II4
VEILIG BAGGERENIn de Tweede Wereldoorlog zijn er mogelijk bommen en munitie in de gracht
terechtgekomen. Om veilig te kunnen baggeren, was het nodig mogelijke explo-
sieven te ruimen. Voorjaar 2010 is er met een bootje met een grote hark gedregd.
Er kwam veel oud metaal naar boven. Daarna is de bodem met radar onderzocht.
Er werden 34 ‘verdachte’ voorwerpen gevonden. Midden oktober 2010 heeft een
duikteam 25 objecten bekeken. Dit bleken geen explosieven te zijn. Tijdens het
baggeren zullen er nog negen objecten worden benaderd.
UITVOERINGDe aannemingscombinatie Dosco, Dusseldorp en Kurstjens voert deze water-
bodemsanering uit. Binnen dit werk wordt er ruim 80.000 m3 vervuilde bagger
verwijderd en afgevoerd. Ook wordt er grof vuil verwijderd uit de Buitengracht.
De zwaar vervuilde specie wordt met een kraan op een ponton gebaggerd en met
beunbakken naar ingerichte losplaatsen aan de kant gevaren. Daarna wordt de
bagger met vrachtwagens afgevoerd naar depot Drempt in de Achterhoek. Het
is de bedoeling het minder vervuilde slib met een zuiger te transporteren naar
het industrieterrein in Deventer en daar te laten indrogen. Op dit moment is
de aannemingscombinatie bezig na te gaan of het technisch kan en of het past
binnen de geldenden regels. Het scheelt in ieder geval heel wat verkeersbewegin-
gen met grote vrachtwagens door de drukke binnenstad. Na indroging kan het
materiaal gebruikt worden in grondwerken zoals ophoging terreinen of aanleg
geluidswallen.
5Neerslag 2011/II
SLIK zuivert medicijnen uit afvalwater
Waterschap Groot Salland doet onderzoek naar de zuivering van medicijnen uit afvalwater van de Isala klinieken in Zwolle.
Naar aanleiding van de nieuwbouwplannen van het ziekenhuis is in 2007 door
WGS een plan opgesteld om onderzoek te doen naar medicijnresten in afvalwater.
De huidige rwzi’s zijn niet ontworpen op het aanpakken van medicijnresten en
laten dus een groot gedeelte ervan ongemoeid. De medicijnresten die via het rwzi
effluent in het oppervlaktewater terecht komen, kunnen daar een milieurisico
vormen.
Van een aantal medicijnen is bekend dat ze reeds in zeer lage concentraties
effecten veroorzaken op bijvoorbeeld watervlooien en algen. Eind 2011 hoopt
waterschap Groot Salland de resultaten beschikbaar te hebben om een keuze
te kunnen maken over hoe om te gaan met de lozing vanuit de Isala klinieken.
DEMONSTRATIEINSTALLATIEWaterschap Groot Salland heeft in 2010 een demonstratieinstallatie gebouwd
op de parkeerplaats van het waterschapshuis in Zwolle. De installatie bestaat uit
een aantal zuiveringsstappen en behandelt al het afvalwater uit de locatie Sophia
van de Isala klinieken.
Het afvalwater wordt eerst door een kettingrooster en trommelzeef geleid.
De trommelzeef is voorzien van gaas met gaatjes van 0,5 mm. Hierdoor worden
deeltjes en bijvoorbeeld haren tegengehouden. Na de trommelzeef wordt het
water, circa 240 m3/dag, naar de membraanbioreactor verpompt. De bioreactor
heeft een volume van ca. 270 m3. In de bioreactor wordt met schotelbeluchters
zuurstof aan het water toegevoegd waardoor organisch materiaal wordt afgebro-
ken en ammonium wordt omgezet in nitraat. Dit gebeurt door bacteriën, in een
actiefslibproces.
De slib-waterscheiding is uitgevoerd als membraanfiltratiestap. De membraan-
filtratieunit heeft een capaciteit waarmee de volledige dagaanvoer uit het zieken-
huis kan worden behandeld. Het actiefslibmengsel wordt door membraanrietjes
gecirculeerd, waarbij het gereinigde water door de wand wordt afgevoerd. De
wanden van de rietjes zijn daartoe voorzien van poreus materiaal met een porie-
grootte van 30 nanometer. Hierdoor blijven bacteriën en grote moleculen achter
en ontstaat de grondstof (permeaat) voor de verdere behandelstappen, gericht
op medicijnverwijdering.
Vanaf dit punt worden twee behandelmogelijkheden voor het permeaat onder-
zocht:
Neerslag 2011/II6
1. Ozon – actiefkool
2. Actiefkool – UV/waterstofperoxide – actiefkool
3. Omgekeerde osmose
Zowel ozon als waterstofperoxide zijn oxidatiemiddelen, die gebruikt wor-
den in bijvoorbeeld drinkwaterbereiding. Ze worden ingezet om ingewikkelde
organische verbindingen (bijvoorbeeld medicijnresten) te oxideren tot kleinere,
onschadelijke verbindingen.
In de ozoninstallatie wordt gasvormig ozon toegevoegd aan de waterstroom. In
een speciaal ontworpen contacttank krijgt de ozon de gelegenheid om te reage-
ren met de aanwezige medicijnresten. Eventuele rest-ozon en goed adsorbeerbare
verbindingen worden vervolgens in het actiefkoolfilter verwijderd.
In de UV/waterstofperoxide installatie wordt waterstofperoxide toegevoegd
aan de waterstroom. Deze stroom wordt vervolgens beschenen met ultraviolet
licht. Hierdoor wordt de waterstofperoxide nog krachtiger en zullen medicijn-
resten worden geoxideerd tot kleinere, minder schadelijke, verbindingen. Om
deze stap nog effectiever te maken wordt het water eerst door een actiefkoolfilter
geleid, voornamelijk voor het verwijderen van kleurcomponenten. Na de behan-
deling met UV wordt ook dit water nogmaals door een actiefkoolfilter geleid.
De twee genoemde behandelmogelijkheden worden beide onderzocht met
een relatief kleine capaciteit (<1 m3/h). Op basis van de resultaten zal worden
beoordeeld of één van beide technieken wordt uitgebreid, naar de benodigde full
scale capaciteit van ca. 10 m3/h. Deze uitbreiding zou dan plaatsvinden in 2012
zodat de installatie klaar is als het nieuwe ziekenhuis wordt opgeleverd in 2013.
Naast de twee oxidatietechnieken wordt ook omgekeerde osmose getest. Dit
is een scheidingstechniek waarbij met membranen vrijwel alle opgeloste verbin-
dingen worden tegengehouden. Voordeel is dat het geproduceerde water vrijwel
100% zuiver is, zodat hergebruik overwogen kan worden. Eén van de uitdagin-
gen hierbij is de verwerking van het ontstane concentraat, alle tegengehouden
verbindingen.
LUCHTBEHANDELINGIn het ontwerp is rekening gehouden met de bijzondere risico’s van omgaan
met afvalwater uit een ziekenhuis. Eén van de risico’s is dat ziekteverwekkers via
de lucht worden verspreid. Alle onderdelen waar water in stroomt zijn afgedekt
en worden afgezogen. Hiermee wordt verspreiding van aerosolen (minuscule
waterdruppeltjes die met de wind mee verspreid worden) voorkomen. De afge-
zogen lucht wordt behandeld met UV en actiefkool, zodat ziekteverwekkers en
geurcomponenten worden verwijderd.
OPSTARTIn januari 2011 is de installatie bioreactor opgestart met actiefslib uit de MBR
Ootmarsum. Het biologische proces is hiermee vlot op gang gekomen en de
MBR produceert sindsdien permeaat. Het actiefkoolfilter is inmiddels in gebruik
7Neerslag 2011/II
genomen en half februari zijn ook de ozon en de UV-installatie in gebruik geno-
men. Bij de opstart kwamen wat kinderziekten naar boven, met name wat betreft
de besturing van de installatie. Momenteel worden restpunten afgewerkt en kan
begonnen worden met het eigenlijke onderzoek.
Het beheer van de installatie ligt bij een samengesteld team vanuit Groot Sal-
land en Vitens. Dirk Kievit, namens Groot Salland betrokken bij het beheer:
„SLIK is een mooi project. We hebben natuurlijk wel last van wat opstartperi-
kelen, helaas hebben we een aantal storingen nog niet onder controle. Wat ik
mooi vind is dat we kennis maken met voor ons nieuwe technologie, dat is een
uitdaging. Daarnaast is de betrokkenheid met de onderzoekers heel interessant
en leerzaam.”
Karl Borger, namens Vitens betrokken bij SLIK: „Vanuit Vitens ben ik veel
betrokken bij onderzoek aan vérgaande behandeling van drinkwater, en het is
erg interessant om nu met een totaal ander type water bezig te zijn. Dat geeft een
heel nieuwe uitdaging. Op termijn zullen wij als Vitens geconfronteerd worden
met pharmaceutica in water, en het is zinvol om nu al aan het begin, bij de lozing
ervan, maatregelen te kunnen nemen.”
Karl popelt om stappen te gaan zetten in het onderzoek en stelt, met Dirk, vast
dat een aantal storingen nog niet helemaal onder controle zijn. Ieder schakeltje
moet functioneren, en daar wordt nu hard aan gewerkt.
De eerste voorlopige resultaten van het onderzoek zullen worden gepresen-
teerd in een middagsymposium op 9 mei, in Zwolle.
SLIK is een samenwerking tussen Gemeente Zwolle, Vitens, Isala klinieken,
STOWA, RIVM en waterschap Groot Salland, zie www.wgs.nl/slik. Vitens heeft een
belangrijk aandeel in de begeleiding van het onderzoek naar de oxidatietechnie-
ken en uitvoeren van de laboratoriumanalyses naar medicijnresten. RIVM levert
een bijdrage door het uitvoeren van ecotoxiciteitsmetingen op de verschillende
waterstromen die in de installatie geproduceerd worden.
Gemeente Zwolle, STOWA en Vitens leveren een belangrijke financiële bij-
drage, evenals de provincie Overijssel en het ministerie van Infrastructuur en
Mileu.
In Europees verband is samenwerking gezocht met een vijftal instanties uit
Noord-West Europa. Deze hebben gezamenlijk een projectvoorstel ingediend in
de InterregIVb-regeling met de afkorting PILLS, zie www.pills-project.eu.
Herman Evenblij,Waterschap Groot Salland
1000-20-8000-8691 Neerslag 2-20111000-20-9000-7094 Neerslag 6-20101000-20-9000-7093 Neerslag 4-20101000 20 8000 8690 Neerslag 2 2010
Kleur: FullColor
Laat dewielen vande industriedraaien
Haal het besteuit uw produktieproces
Er zijn veel manieren omspecifieke onderdelen enmachines te reinigen; hetkiezen van de juiste pompgarandeert dat u het beste uituw productieproces haalt.
• Pompen voor reiniging enonderhoud in lichtindustriële omgevingen
• Inzetbaar voor water onderhoge druk en agressievereinigingsmiddelen
• Minder onderhoud en eenlangere levensduur (LCC)
Uw fabriek loopt gesmeerdmet Lowara pompen.
Lowara BeneluxPostbus 54 4180 BB WaardenburgWeb site: www.lowara.com - E-mail: [email protected]
Lowara BeneluxPostbus 54 4180 BB WaardenburgWeb site: www.lowara.com - E-mail: [email protected]
Lowara
9Neerslag 2011/II
Op bezoek bij Erik Scharenborg, procesengineer bij Norit
Tijdens een Nieuwjaarborrel komen we aan de praat over zijn werk. Het blijkt dat we qua opleiding ongeveer gelijke achtergronden hebben en daarna duidelijk hebben gekozen voor hetzelfde vakgebied: WATER. Eén groot verschil, hij is achtentwintig jaar en ik heb net gisteren mijn AOW aangevraagd. Ik meld me bij de Norit vestiging in Almelo voor zijn verhaal.
„Tijdens de laboratorium-
opleiding in Hengelo heb ik
verschillende stages gelopen.
Eén daarvan was op het labo-
ratorium van het waterschap
Regge en Dinkel. Daar is de
klik ontstaan met het water-
vak, het voelde goed; de com-
binatie van theorie, techniek
en praktijk. Daarna heb ik
de HBO opleiding Chemi-
sche technologie gevolgd en
studeerde ik af bij Norit Pro-
ces Technology in Enschede.
Werk vinden was geen pro-
bleem; na wat solliciteren
kon ik kiezen, en het werd
het Norit bedrijf in Enschede.
Twee maanden na mijn afstu-
deren was ik pilot engineer. Dan ga je voor klanten over de hele wereld aan de
slag met proefinstallaties met onze membraantechnologie om te laten zien wat
Norit met water kan doen.”
Ik weet wel beter, maar bij de naam ’Norit’ denk ik toch altijd noch als eerste
aan een hand vol zwarte pilletjes die ik door mijn keelgat moet zien te werken als
er wat mis is gegaan met mijn influent of met mijn indikking. Ook stond ik als
kereltje vaak te kijken naar de talloze, hoog opgetaste, turfbootjes die in Klaziena-
veen de droge turf bij de ‘Purit’ afleverden. Het bedrijf dat het basisproduct turf
opwerkt tot actieve kool. Het oude is er nog, wel gemoderniseerd, maar de naam
‘Norit’ staat voor heel veel meer. Zóveel had ik niet gedacht, dat is het leuke van
zo’n bezoek.
„Ik ben sinds een half jaar proces-engineer”, zegt Erik, „en dat bevalt me ook
heel goed. Ik begin met de waterwensen van de klant. Dat kan een drinkwaterbe-
Neerslag 2011/II10
drijf zijn, maar ook elk ander bedrijf, van bierbrouwerij tot chemische industrie.
Overal waar een waterbehandeling gevraagd wordt leveren wij de know-how en de
installaties; dat kan zijn met pompen, kleppen en regelaars in kant-en-klare-units
met het hele soft-ware pakket.”
Erik wordt steeds enthousiaster en technischer. Werken bij een productiebe-
drijf als ’Norit’ is heel wat anders dan bij een waterschap of een drinkwaterbedrijf,
maar wat hetzelfde is: als je op een goede plek zit, dan bén je het bedrijf.
„Zeewater, grondwater, proceswater of afvalwater, met of zonder chemicaliën-
dosering, het maakt niet uit. We bouwen ook MBR-installaties voor de afvalwater-
behandeling en effluentpolishing bij waterschappen en industriën over de hele
wereld. Ik bemoei me vooral met de procestechnische kant van installaties met
membraan filtersystemen. Ons bedrijf X-Flow maakt de membranen voor 4F- en
microfiltratie. We werken altijd volgens het principe ’inside-out’.”
Dan gaat de telefoon: „Erik, kunnen we bij jullie ook een trommelzeef huren?”
Het blijkt, het werk van een procesengineer is veelzijdig en Erik is niet te stoppen.
„We stellen hier in Almelo de installatieonderdelen samen, plaatsen de units in
zeecontainers en sturen ze naar opdrachtgevers over de hele wereld. Ik reis er
achteraan om ze ter plaatse ‘aan te trappen’ en over te dragen. Daarbij behoort
dan ook de training voor de mensen die hun nieuwe installatie moeten bedrij-
ven”.
„Wat is er zo leuk aan je werk?” vraag ik Erik, bijna een overbodige vraag. „Dat
is de veelzijdigheid en de combinatie van het bedenken van de beste oplossing
voor de klant, de engineering en het opstarten van een installatie en dan ter
plaatse zien dat het werkt”.
„Wat is er niet zo leuk aan?” is logisch de volgende vraag. „Tja”, zegt Erik, hij
heeft met z’n vriendin net een nieuw huis gekocht. „Tja, dat is eigenlijk dat ik de
thuissituatie mis als ik in het buitenland ben”. En tja, dat snap ik.
„En wat is er over tien jaar van je geworden?”
„Daar denk ik nog niet te veel over na”, zegt Erik. Logisch als je een mooie job
hebt en goed in je vel zit. „Ik ben wel begonnen met de HTAZ-cursus van Water-
opleidingen. Misschien dat ik me nog wat meer kan specialiseren in de richting
afvalwaterzuivering”.
Het lijkt me een goed plan. Ik bedank Erik en stort me in de avondspits.
Herman Letteboer,Redactie Neerslag
11Neerslag 2011/II
Siloxaan opgelostTegenwoordig treffen we steeds meer siloxaan aan in het afvalwater. Dit komt
omdat siloxaan steeds meer wordt toegepast in consumentenproducten zoals cos-metica, deodorant, hairconditioners, huidverzorgingsproducten en tandpasta. Ook in voedingsmiddelen en binnen de reinigingsindustrie wordt het vaak toegepast.
Het siloxaan komt met het afvalwater terecht in de zuivering waar het niet oplost
in water maar met het slib wordt afgescheiden in de voorbezinktanks. Dit (primair)
slib wordt verpompt naar de gistingtanks. In de gistingtanks wordt het siloxaan gas-
vormig en komt samen met het gevormde biogas uiteindelijk terecht in de gasmo-
toren. In het verbrandingsgedeelte van de gasmotoren wordt het siloxaan omgezet
in zand en dit zet zich af als wit poeder op de bougies, kleppen en zuigers. Vooral
motoren die thermisch hoog belast worden hebben last van dit verschijnsel. Onder-
staande foto’s zijn van de gasmotoren
van de rwzi Zwolle gemaakt in 2006.
Het gevolg van deze witte aanslag op
zuigers en cilinders was dat de kosten
voor onderhoud sterk waren gestegen.
Toen de Warmte-kracht installaties van
rwzi Deventer en Kampen op de nomi-
natie stonden om te worden vervangen
is besloten om eerst een oplossing te
gaan zoeken voor dit probleem. Ver-
schillende mogelijkheden zijn beke-
ken zoals het filter van pPtek (zie hier-
naast) dat ter plaatse geregenereerd
wordt met warme lucht, het Gtp fil-
Bougies gasmotor rwzi Zwolle.
Kleppen gasmotor rwzi Zwolle.
Filter pPtek.
Neerslag 2011/II12
tersysteem van GTS met
diepkoelinstallatie en het
filtersysteem van Verdesis
en Donaldson.
De grootste warmte-
krachtinstallatie binnen
waterschap Groot Salland
is die van rwzi Zwolle
met 2 x 300 kW en die is
nog te klein om een van
de bovengenoemde fil-
tersystemen rendabel te
maken.
Besloten is toen, i.o.m
Norit, om zelf met een
proefopstelling te gaan
draaien die goed uitge-
legd kon worden op de
nieuwe WK-installatie van
2 x 250 kW van Deventer.
Deze opstelling bestond
uit een ontvochtiging-
installatie van Schimonek
en 2 in seriegeschakelde
containers van Norit
met actieve kool voor de
absorptie van siloxaan
met daarvoor een che-
misch filter om de piek-
belasting van H2S af te
vangen. Vooral het feit
dat actieve kool regenereerbaar is in de ovens van Norrit en dus een duurzame
oplossing biedt, was voor ons belangrijk ook al was daar toen nog geen beleid
voor.
De installatie is in 2008 in bedrijf genomen en met enige regelmaat zijn
siloxaanmetingen gedaan voor en achter het filter. Hieruit bleek dat het filter
goed werkte, bij de laatste meting was het siloxaangehalte gehalte 0,1 ppm.
Dit is aanleiding geweest om op de rwzi Zwolle en Kampen eenzelfde filterin-
stallatie toe te passen. Die zijn geplaatst in 2009 en 2010.
De ervaring die de onderhoudsmonteur van de rwzi Zwolle, dhr. H. Jansen,
de afgelopen jaren heeft opgedaan met de filters is positief, hij gaf aan dat nadat
het filter geplaatst was:
– de gaskwaliteit beter was en er minder storingen waren;
– het interval van de oliewissel van 300 naar 550 uur was gegaan;
1e siloxaan filters, rwzi Deventer (boven) en rwzi Zwolle (onder).
13Neerslag 2011/II
– er minder witte afzetting was op o.a de bougies;
– deze veel minder vaak gesteld hoefden te worden;
– en ook het gas/zuurstofmengsel hoefde veel minder vaak afgesteld te worden.
Blijkbaar doet ‘goed voorbeeld goed volgen’, want het bedrijf dat de containers
voor rwzi Deventer heeft geleverd heeft inmiddels ook filters geleverd aan de col-
lega’s van rwzi Amersfoort, rwzi Soest, rwzi Veenendaal en rwzi Velsen.
J.Cramer,waterschap Groot Salland
Linksboven rwzi Soest, rechtsboven rwzi Veenendaal, linksonder rwzi Velsen, rechtsonder rwzi Amersfoort.
1000-21-0000-5302 Neerslag 2-2011 Kleur: fc
15Neerslag 2011/II
Rioolwaterzuivering Zwolle totaal op de schop
Sinds maart 2010 is de rwzi van Waterschap Groot Salland in Zwolle een behoor-lijke bouwput. Er wordt stevig uitgebreid, maar ook vernieuwd. De uitbreiding van de rioolwaterzuivering Zwolle is een project dat in nauwe samenwerking met de gemeente Zwolle wordt gerealiseerd. Verslag van een ‘inspectie’ over de bouw met Herman Koggel en Anko Hogenkamp van Beheer & Onderhoud.
De rwzi in Zwolle is ontworpen om de afvalstromen te zuiveren afkomstig van
de rioleringsgebieden Zwolle, ’s-Heerenbroek, Windesheim, Wilsum, Zalk en De
Zande. In 1992 is de KSO (Kunstmatig Slib Ontwatering) gebouwd, om slib te
ontwateren. Dit slib komt van de rwzi’s te Kampen, Hessenpoort, Dalfsen, Gene-
muiden en Zwolle zelf. In 2003 is een SHARON-installatie in gebruik genomen
om de stikstof uit het centraat van de KSO te verwijderen.
Projectleider Robert Evers licht allereerst de achtergronden van de verbou-
wing toe: „Rwzi Zwolle wordt uitgebreid vanwege een toename van de afname-
verplichting naar de gemeente Zwolle en vanwege de te verwerken vuilvracht.
De gemeente en het waterschap komen zo samen tot een oplossing voor de
afvalwaterketen van Zwolle: de hydraulische ontvangstcapaciteit van de zuivering
Zwolle wordt uitgebreid in combinatie met de benutting van de maximale afvoer-
capaciteit van het watertransportsysteem van de gemeente Zwolle. Zo hoeft de
gemeente dankzij de nieuw- en herbouw op de rwzi zelf niet een aantal gemeente-
lijke bergbezinkbassins aan te leggen. Dit betekent al met al een maatschappelijk
besparing van vele miljoenen euro’s. De bouw op de rwzi zal ongeveer twee jaar
in beslag nemen. Dus eind dit jaar hopen we een heel eind op weg te zijn.”
De bestaande installatie moet tijdens de gehele verbouw wel in bedrijf blijven totdat de nieuwe installatie in bedrijf is genomen.
Neerslag 2011/II16
AL LOPEND OVER DE BOUWBij de rondgang over de bouw stui-
ten we meteen al op twee nieuwe pers-
leidingen. „Hiermee kan de aanvoer
van afvalwater worden verhoogd van
5500 m3 naar 8320 m3 per uur”, licht
projectmedewerker Koggel toe. „De
hydraulische capaciteit van het hoofd-
gemaal, dat nu bestaat uit twee vijzels,
wordt vergroot door de ontvangput
uit te breiden met een nieuwe put
waarin twee natte pompen worden
opgesteld. De persleidingen eindi-
gen in de goot achter de vijzels. De
bestaande screezers worden geamo-
veerd. En op dezelfde plek komt er
een nieuwe roostergoedverwijderaar.”
BESTAANDE BELUCHTINGSTANKS AANPASSEN
We lopen verder en Hogenkamp
vult aan: „De bestaande vier aëra-
tietanks (vier straten, red.) worden
aangepast. Ze gaan van propstroom
tot een omloopcircuit met een anaë-
roob compartiment, een selector,
een anoxisch compartiment en een
aëroob compartiment. Daarnaast worden diverse onderdelen aangepast en ver-
nieuwd. Dit mede in verband met de biologische verwijdering van fosfaat en een
betere stikstofverwijdering.”
Herman Koggel (l.) en Anko Hogenkamp (r.) houden als projectmedewerkers de nieuw-bouw nauwlettend in de gaten. Loopt alles zoals het moet?
Twee nieuwe buffertanks voor de opslag van extern aangevoerd dun dan wel dik surplusslib.
Overzicht van de vier aan te passen aeratie-tanks.
Nieuwe indikinstallatie.
17Neerslag 2011/II
VIJFDE BELUCHTINGSSTRAATMeer aanvoer van rioolafvalwater betekent dat er meer zuiveringscapaci-
teit nodig is. Daarom komt er een nieuwe, een vijfde, beluchtingsstraat bij. De
andere tanks worden zo minder belast. Dit betekent tegelijk een betere werking
in verband met een betere beluchting. De komst van een vijfde beluchtingsstraat
gaat gepaard met een vijfde en nieuwe nabezinktank. Deze is even groot als de
bestaande vier tanks. De omloopgoot is afgedekt met aluminium. De ruimerbrug
is als 2/3 ruimer uitgevoerd, en niet als hele ruimer, zoals bij de bestaande. De
drijflaagafvoer is aangesloten op de terreinriolering. Het nieuwe retourslibgemaal
van de nieuwe beluchtingstank wordt uitgerust met twee nat opgestelde pompen.
SLIBVERWERKINGDe bestaande slibverwerking blijft grotendeels gehandhaafd, maar wordt wel
geoptimaliseerd. Er komt een nieuw ontvangststation voor extern surplusslib en
dikslib. De werking van de gistingstanks wordt verbeterd door surplusslib mecha-
nisch te gaan indikken. Dit ter vervanging van de huidige flotatie-indikkers. Het
primair slib wordt net als nu gravitair ingedikt. Al het slib wordt vergist in de
bestaande twee gistingstanks. De gistingsinstallatie blijft ongewijzigd. Het uitge-
giste slib wordt opgeslagen in de bestaande na-indikkers die dienst gaan doen als
De nieuwe nabezinktank.
Ondanks het grote kabelnetwerk moet de verbouwing verhoudingsgewijs een energie-besparing opleveren.
Dankzij twee nieuwe persleidingen kan de aanvoer van afvalwater worden verhoogd van 5500 m3 naar 8320 m3 per uur.
De nieuwe roostergoedverwijderaar.
Neerslag 2011/II18
buffertanks. Vanuit de indikkers gaat het slib rechtstreeks naar de KSO (zie elders
in deze Neerslag).
NIEUWE INDIKINSTALLATIE VOOR SLIBBij de behandeling van afvalwater komt er slib vrij als afvalstof. Het oude systeem
was aan vervanging toe, nam veel ruimte in beslag, was onderhoudgevoelig en
energetisch niet voordelig. De oude installatie is vervangen door twee nieuwe
bandindikkers. Die hebben diverse voordelen: meer capaciteit, beter resultaat,
lager verbruik van chemicaliën (tot 20%), minder verbruik van spoelwater (tot
30%), verbeterde kwaliteit van het filtraat, minder uitstoot van deeltjes via de
lucht, minder energieverbruik (tot 30%). Elke bandindikker wordt apart afgezo-
gen, zodat er geen geur vrijkomt. De installatie verbruikt veel minder energie dan
zijn voorganger. Het polymeerverbruik is aanzienlijk lager.
Henk BoschWaterschap Groot Salland
Klaar voor de toekomst!
HR festival 14 april 2011Op 14 april organiseren het A&O-fonds Waterschappen, A&O Provincies en het A+O fonds Gemeenten in Spant te Bussum het HRM Festival ‘Klaar voor de Toekomst?!’.
Het is een niet te missen congres voor (top)management, HR-professionals,
OR & GO leden bij Waterschappen, Provincies en Gemeenten. Op het fes-
tival zijn er diverse lezingen, workshops, interviews en korte presentaties,
inspirerende visies, good practices en praktische werkwijzen die ervoor zor-
gen dat u en uw medewerkers Klaar zijn voor de Toekomst.
U kunt zich via de onderstaande button aanmelden:
Op de website www.klaarvoordetoekomst.info vindt u informatie over het
festival. Hou de website in de gaten, deze wordt steeds aangevuld met rele-
vante informatie over het programma van deze dag.
19Neerslag 2011/II
Efficiënt slib ontwateren: een hele kunst!
Voor het zuiveren van rioolafvalwater wordt slib gebruikt. Uiteindelijk komt het gezuiverde rioolafvalwater in het oppervlaktewater terecht. Bij de rwzi in Zwolle is dat de IJssel. Het natte slib dat na de zuivering overblijft, wordt zoveel mogelijk ont-waterd tot restproduct. Hoe doe je dat zo efficiënt mogelijk?
Ik stel deze vraag aan Henk Hendriks en Johnny
Mulder. Samen met Arjaan Landman beheren zij
de slibinstallaties bij de rwzi van Zwolle en Deven-
ter. Hier komt uiteindelijk het slib van alle zuive-
ringsinstallaties in het gebied van Groot Salland
terecht. Vanuit hun ‘zenuwcentrum’ van compu-
ters, camera’s, administratie-ordners en transport-
lijsten houden ze de gang van zaken rondom het
slib in de gaten.
KUNSTMATIGE ONTWATERING„Uiteindelijk wordt het slib afgevoerd”, zo begint
Hendriks het doorloopproces te beschrijven. „Het
liefst zo droog mogelijk. Daarom wordt het eerst
kunstmatig ontwaterd. Om ‘zo droog mogelijk’ te
draaien ben je uiteraard sterk afhankelijk van wat je
krijgt aangeleverd. Als er in het voortraject een sto-
ring zit, dan merken wij dat hier dat enkele dagen
later. Maar er zit een stijgende lijn in ons droge-
stofpercentage. Ieder jaar draaien we beter. De ver-
wachting
is dat we
hier in Zwolle in de loop van het jaar één
tot twee procent droger gaan draaien, mede
dankzij de verbouwingen op de rwzi.”
TOP-DRIEOm het slib te ontwateren wordt onder
andere gebruik gemaakt van polymeren en
ijzerchloriden. Met hun ervaring van resp.
19 en 23 jaar zijn Hendriks en Mulder hier
zeer bedreven in geraakt. Ze moeten scherp
zijn op vragen als ‘wat kost een ton slib om te
ontwateren?’ en ‘hoe doe je dat zo efficiënt
Procesgang van het slib:Binnen de rwzi blijft er na de
zuivering van het rioolafval-
water slib over.
Dit overig slib komt na diverse
voorbehandelingen op de
rwzi in een gistingstank.
Vanuit de gistingstanks komt
het slib, uit diverse kana-
len van de zuivering, in een
tweetal lagunes. Ze vormen
een opslag (3000 m3) van
het te ontwateren natte slib,
‘de werkvoorraad’. Vanuit de
lagunes stroomt het slib naar
twee homogenisatietanks.
Vanuit deze tanks wordt het
slib gepompt naar de cen-
trifuges. Daarna komt het
‘gedroogd’ via de transport-
band in de opslagcontainers.
Johnny Mulder (l.), Henk Hendriks (r.) en Arjaan Landman (niet op de foto) beheren samen de slibinstallaties van Zwolle en Deventer.
Neerslag 2011/II20
mogelijk?’ Trots melden de mannen
dat ze op dit terrein landelijk in de
top-drie zitten. De bemanning ter
plekke betaalt zich terug. Ook alle
onderhoud doen ze zelf, samen met
een groep monteurs.
BETERE RESULTATEN„We hebben de centrifuges hier
behoorlijk verbouwd in de loop der
jaren”, zegt Hendriks. „Daardoor zijn
de resultaten beter zijn geworden.
In de beginjaren draaiden we met
22 procent drogestof. Later hebben
we op beide locaties wel eens 30 pro-
cent drogestof gehaald. Maar je bent
heel afhankelijk van wat je aangereikt
krijgt aan slib vanuit de zuivering.’
Mulder vult aan: ‘Al met al is het een
kwestie van een goed evenwicht zoe-
ken tussen polymeergebruik (nodig voor het ontwateren, red.) en het dro-
gestofpercentage.”
EISEN VOOR AFNAMEHet eindproduct moet voldoen aan bepaalde eisen, onder andere op het gebied
van zware metalen (liefst niet) en drogestofpercentage (niet te nat). „We mogen het
slib net zo droog aanleveren als we kunnen, maar we moeten wel tonnen leveren”,
vervolgt Mulder. „Vier keer per jaar nemen we een monster van het slib. Ons eigen
lab maakt analyses op diverse metalen en op andere bestanddelen.”
EINDPRODUCTZwolle produceert 50 ton per dag (circa twee containers per dag) aan slib met
een drogestofpercentage van 26,7; Deventer 35 ton/dag van 28,8 procent. Samen
betalen Zwolle en Deventer per jaar ongeveer 1,8 miljoen euro aan de afnemer van
het slib (incl. transport). Per week levert dat in Zwolle circa negen containers op voor
transport naar de slibverwerkingsindustrie; in Deventer de helft. Samen is dat goed
voor zo’n 2000 vrachtjes per jaar. De verwerker dikt het slib verder in naar een droge-
stofpercentage van 65-70. Het eindproduct wordt onder meer gebruikt als brandstof
(stadsverwarming). Als dat niet efficiënt is…….
Henk BoschWaterschap Groot Salland
Boven: De centrifuges zijn in de loop der jaren aangepast voor een betere werking.Onder: Het eindproduct bestaat in Zwolle uit circa negen containers in de week. Zwolle en Deventer hebben samen 2000 van dergelijke vrachtjes per jaar.
21Neerslag 2011/II
RI&E rioolgemalenDe afdeling Beheer en Onderhoud van de sector Waterketen onderhoudt o.a.
de rioolgemalen die zorgen voor de aanvoer op de zuiveringen van Waterschap Groot Salland. Ook verzorgen we voor een aantal gemeenten het onderhoud van hun gemalen. Sinds een paar jaar is er een specifiek gemalenteam dat zich enkel bezig houdt met het onderhoud op de rioolgemalen.
DIVERSITEITDe collega’s die de gemalen
onderhouden hebben te maken
met veel verschillende uitvoeringen
en opstellingen. Bij het ene gemaal
heb je veel ruimte om de serviceauto
en de aanhanger te plaatsen, terwijl
je bij een ander gemaal bijna volle-
dig op de weg moet staan of mid-
den op een fietspad. Bij weer een
andere sta je in een groenstrook of
een volkstuin.
Een aantal rioolgemalen staat
bij speelvelden en speeltuintjes. Bij
speelvelden moet je alert zijn én blijven op nieuwsgierige kinderen. Bij groen-
stroken heb je te maken met een mindere bereikbaarheid (natte periode) en
hondenpoep. Hondenpoep komt veelvuldig voor bij gemalen waar geen verhar-
ding omheen ligt. De luiken zijn t.o.v. de besturingskast niet altijd even handig
geplaatst. De veiligheidsroosters zijn niet altijd goed geborgd waardoor ze bij het
openen uit de scharnierpunten kunnen vallen.
DE AANLEIDING De aanleiding voor het houden van een Risico inventarisatie en evaluatie
(RI&E) op de rioolgemalen was een melding van een bijna-ongeval/gevaarlijke
situatie die zich had voorgedaan bij het onderhouden van een gemaal. Het betref-
fende gemaal ligt aan een doorgaande weg en tijdens het onderhoud zijn de col-
lega’s bijna aangereden door een vrachtwagen.
Deze situatie is door de veiligheidskundigen van Groot Salland beoordeeld. De
eerste aanbeveling was om de ‘werkplek’ volgens het CROW-boekje af te zetten.
Hiervoor was echter zoveel extra materiaal en menskracht nodig dat een en ander
bijna niet uitvoerbaar was zonder aanpassing van de organisatie.
Hoewel de melding een eigen gemaal betrof, wilden we wel graag afstemmen
Neerslag 2011/II22
met de verschillende gemeenten omdat we ook een aantal gemeentegemalen
onderhouden waarbij dezelfde problematiek voorkomt en we daar in opdracht
van de gemeente ons werk doen.
Om een mening te kunnen
vormen over de melding heb-
ben we gesprekken gevoerd
met de beheersafdelingen
van verschillende gemeentes
(Raalte, Olst-Wijhe en Kam-
pen).
Eigenlijk zochten we goed-
keuring voor een werkwijze,
die niet helemaal volgens het
boekje is, maar in de praktijk
goed en veilig uitvoerbaar is
en waarbij geen extra mens-
kracht nodig is. Omdat de
meeste werkzaamheden niet langer duren dan een ½ uur is gekozen voor de
meest praktische werkwijze. Dat is gebruik maken van het zwaailicht, verkeerske-
gels en soms van een actieraam dat achterop de aanhangwagen is gemonteerd.
Duren de werkzaamheden langer dan twee uur dan zal er volgens het CROW-
boekje een werkvak afgezet moeten worden.
Op dit moment heb ik samen met de collega’s van het gemalenteam bij 147
van de 157 gemalen een RI&E uitgevoerd. Hiervan zijn er 46 in eigendom van het
Waterschap. Bij de RI&E zijn de rioolgemalen o.a. beoordeeld op:
algemene zaken: de bereikbaar met auto en aanhanger, veiligheid derden (kin-
deren), te nemen verkeersmaatregelen, verharding;
functionaliteit: plaatsing van de besturingskast t.o.v. de luiken
arbo-veiligheid: borging van de luiken en veiligheidsroosters, valgevaar, hoe de
pompen te kunnen hijsen (vaste hijskabel of ‘opvissen’);
Droge gemalen zijn ook nog beoordeeld op afscherming draaiende delen,
trap, nood-/orientatieverlichting.
Op grond van de geconstateerde tekortkomingen is een onderverdeling
gemaakt naar:
• direct te nemen (organisatorische) maatregelen,
• opnemen in de VGWM-plannen voor de komende jaren,
• projectmatig aanpak,
• accepteren zoals het is.
– Organisatorische maatregelen zijn o.a. maatregelen nemen om: de verkeers-
veiligheid te vergroten, te voorkomen dat nieuwsgierige kinderen ongecontro-
leerd te dichtbij een (geopende) pompput kunnen komen en het voorkomen
van valgevaar bij een geopend veiligheidsrooster.
– Maatregelen die opgenomen kunnen worden in het VGWM-plan zijn bijv.:
vastzetten bevestiging veiligheidsroosters, aanpassen verharding, afschermen
draaiende delen, plaatsen noodverlichting, aanpassen groenstrook.
23Neerslag 2011/II
– Maatregelen die projectmatig aangepakt zullen moeten worden zijn bijv.: de
verplaatsing van de besturingskast, aanpassing van luiken en veiligheidsroos-
ters, aanpassen van de bereikbaarheid.
– Accepteren zoals het is bijv.: de plaatsing van een gemaal op een plek die moei-
lijk tot niet bereikbaar is met de serviceauto.
Voor de eigen gemalen kun je als waterschap zelf een planning maken en
een prioriteiotenlijst opstellen om e.e.a. aan te gaan pakken. De geconstateerde
tekortkomingen bij de gemeentegemalen kunnen niet zo maar in uitvoering
genomen worden. Een aantal zaken kunnen met de gemeente bilateraal opge-
lost worden en zijn op korte termijn uitvoerbaar bijv.: het aanpassen van een
groenstrook of het uitbreiden/leggen van verharding. Grotere uitgaven zullen
in het regelmatig terugkerende overleg ingebracht moeten worden. Een aantal
tekortkomingen zullen ook hier moeten wachten op een project.
SAMENWERKENIn de samenwerking tussen het waterschap en de gemeenten wordt de afdeling
Nieuwe Werken steeds meer betrokken bij het bouwen van nieuwe gemalen voor
de verschillende gemeenten in het werkgebied. Voor de elektrische en mechani-
sche uitvoering wordt er gewerkt met de standaard bestekken van het waterschap.
De uitvoering van het civiele deel ligt bij de gemeente. Vanuit het gemalenteam
en de afdeling Nieuwe Werken was er behoefte om eenheid te hebben in het
soort luiken en veiligheidsroosters.
In nieuwbouwsituaties blijkt dat de wensen van het gemalenteam tot nu toe
gerealiseerd zijn. Het gemaal wordt in overleg dan zo geplaatst dat het gemalen-
team er op een zo prettig mogelijke manier kan werken.
AFSPRAKENIn samenwerking met het gemalenteam is er bepaald welk soort luiken de
voorkeur hebben. Uitkomst is een luik waarbij geen hangslot meer gebruik hoeft
te worden, maar waar een inliggend sluitsysteem gebruik wordt. Er is een speciaal
stuk gereedschap nodig om het luik te openen.
Voor de veiligheidsroosters is bepaald dat de scharnierpunten met bouten
vastgezet moeten zijn om te voorkomen dat de roosters uit de haakoplegging
kunnen vallen. Bij voorkeur het gebruik van veiligheidsroosters die in twee delen
uitgevoerd zijn, die gesloten kunnen blijven totdat de pomp net onder dek is.
Hierdoor is het gat wat ontstaat in geopende toestand veel kleiner waardoor het
valgevaar ook kleiner wordt en het tijdspad dat het rooster geopend is ook (veel)
korter is.
VOORKOMEN VALGEVAARHet wordt vaak anders beleefd maar er is bij bijna alle gemalen valgevaar aan-
wezig indien de veiligheidsroosters geopend zijn. Om het valgevaar bij de huidige
gemalen te verkleinen is er eerst gedacht om aangelijnd te gaan werken. Hiervoor
Neerslag 2011/II24
moeten de collega’s eerst een harnas aantrekken en zich ergens aan vast kunnen
maken. Het vastmaken zou dan moeten gebeuren door het plaatsen van een paal
in de bijna overal aanwezige davidpotten.
Deze werkwijze is redelijk bewerkelijk en geeft alleen directe bescherming aan
één persoon. Om te proberen aan de arbeidshygiënische strategie te voldoen,
collectieve bescherming, is er verder gedacht.
Er wordt binnenkort een proef gedaan met
een hekwerk, hiervoor moet er in de binnen-
rand van de put een aanpassing gedaan worden
waarin de poten van het hek geplaatst kunnen worden. Met dit hek wordt de
‘werkzijde’ van de pompput afgeschermd, dat moet voldoende zijn om het werk
veilig te kunnen uitvoeren.
VOORDELENVoordelen van deze toch wel arbeidsintensieve RI&E zijn:
– dat nu alle gemalen geïnventariseerd en beoordeeld zijn;
– dat hierdoor per gemaal inzichtelijk is gemaakt wat de risico’s en gebreken zijn;
– dat er afstemming is geweest met de verschillende gemeenten over de werk-
wijze met betrekking tot het werken aan de weg;
– dat hierdoor voor de werkwijze ook weer even de puntjes op de i gezet zijn;
– dat de inventarisatiedocumenten en de bijbehorende foto’s voor de verschil-
lende afdelingen toegankelijk zijn;
– dat er een gemalenstandaard is afgesproken;
– dat valgevaar voorkomen wordt door een afscherming te plaatsen bij een
geopende pompput.
De komende jaren moeten we eraan werken om de te verbeteren punten aan
te pakken en weg te werken. Een uitdaging zal ook zijn om de gegevens van de
gemalen actueel te houden.
Arie Stegeman,Waterschap Groot Salland
25Neerslag 2011/II
Warmtekrachtkoppeling op de rwzi Kampen
De rwzi Kampen verwerkt het afvalwater van de kernen Kampen en IJsselmui-den en is gelegen op het industrieterrein Haatlandhaven. Het beschikt over een slibgistingsinstallatie en produceert ca. 1500 m3 biogas per dag.
In 2008-2009 is de rwzi Kampen hydraulisch uitgebreid en gemoderniseerd.
Onderdeel van de werken was het vervangen van de gasmotorblowers en het
bijplaatsen van een WKK. Door de gasmotorblowers te vervangen door elektro-
blowers werd een meer flexibele bedrijfsvoering voor de beluchting mogelijk, wat
resulteerde in een lager energieverbruik.
De bijgeplaatste WKK verwerkt het opgewekte biogas van de slibgisting. Naast
de WKK is een verwarmingsketel geplaatst die dient om de gisting te verwarmen
als er onvoldoende warmte van de WKK af komt of als de WKK in storing staat.
In Neerslag 5 - 2008 hebben we een artikel geschreven over het plaatsen van
een 2 WKK’s op de rwzi Deventer. We hebben daar gekozen voor ‘Schnell-Zund-
strahl’ machines van 250 kWe. Dit type motor gebruikt diesel-injectie voor de
ontbranding in plaats van bougies.
In dezelfde periode is het WKK-ontwerp voor de rwzi Kampen gemaakt. Een
‘Schnell-Zundstrahl’ bleek voor de situatie Kampen ook het meest geschikt. De
machine haalt een elektrisch-rendement van 42%. Hoewel hij 2,3 l diesel per
uur verbruikt is hij economisch net iets aantrekkelijker dan een aardgas-biogas
WKK. De installatie is sinds november 2008 in bedrijf. Inmiddels heeft hij 3 mil-
joen kWh opgewekt. Daarvan is 1 miljoen kWh teruggeleverd aan het energienet
omdat de rwzi niet alle opgewekte elektriciteit kan benutten. De installatie heeft
1.1 miljoen m3 biogas verbruikt en 21.000 l gasolie.
De WKK-installatie voor Kampen heeft ons de volgende leerpunten opgeleverd.
– Intermitterend op vollast draaien is economisch voordeliger dan continu peri-
odes op deellast draaien. De voornaamste reden hierbij is dat de variabele
kosten van een WKK gekoppeld zijn aan de draaiuren. In deellast vermindert
de opbrengst terwijl de kosten gelijk blijven.
– In de nacht wordt de WKK zodanig bedreven dat de gashouder ’s morgens vol
is. Tijdens piekuren wordt de gasvoorraad volledig verbruikt. We gebruiken
hiervoor een dagkalender, waarmee we per uur aan kunnen geven of het wen-
selijk is dat de WKK draait. Door de kalender af te stemmen op het energie-
verbruik van de rwzi krijg je een optimale situatie.
Neerslag 2011/II26
– Om de warmte van de WKK door het intermitterend bedrijf zo goed mogelijk
te kunnen benutten was een drastische aanpassing van het verwarmingssysteem
nodig. Intelligente besturing maakt het mogelijk dat de warmte van de WKK
gebruikt wordt voor het gistingsproces en voor verwarming van het dienstge-
bouw. Wat over is wordt weggekoeld in het beluchtingscircuit.
– Zoals ook op de rwzi Deventer bleek, verhoogt biogasfiltering, gericht op H2S
en op siloxanen, de standtijd van de WKK. Er is minder onderhoud nodig.
Met 2 regenereerbare filters wordt het siloxaan verwijderd. De H2S wordt ver-
wijderd met Soxsia van GTS. Ook dit materiaal is regenereerbaar, maar daar
zitten wel wat haken en ogen aan en kosten. We hopen in de nabije toekomst
hier enige verbetering in aan te brengen.
We zijn erg tevreden over de resultaten van deze ‘Zundstrahl’-machines van
Schnell. Momenteel onderzoeken we of we een dergelijke installatie op de rwzi
Raalte kunnen plaatsen. Een probleem daarbij is de vernieuwde wetgeving. De
installaties van Kampen en Deventer vallen qua milieuvergunning onder de regel-
geving van de BEES-B. Inmiddels is die niet meer van toepassing en dienen
nieuwe installaties te voldoen aan de BEMS. De ‘Schnell’ kan door zijn NOx-
uitstoot hier net niet aan voldoen. We betreuren dit, want zijn rendement is
behoorlijk groter dan die van een aardgas-biogas WKK.
Marco Heemskerk Waterschap Groot Salland
27Neerslag 2011/II
Geuroverlast rwzi EnschedeOp de rwzi Enschede, de grootste zuivering binnen het Waterschap Regge en
Dinkel, wordt een groot deel van het water aangevoerd via twee persleidingen. Mede door de aanvoer via persleidingen heeft de rwzi een geurprobleem, voor-namelijk veroorzaakt door de hoge concentraties H2S. Deze geur is op en rond het terrein van de zuivering goed waarneembaar. Tot op heden zijn hier nog geen klachten over binnen gekomen. Het probleem is echter zo groot dat er naar een passende oplossing gezocht wordt.
BESTAANDE LUCHTBEHANDELINGOndanks de bestaande luchtbehandeling is er geuroverlast op de rwzi. Het
water, afkomstig van de persleiding, gaat over het stappenrooster via een zand-
vanger richting de voorbezinktank. De lucht van de roosterhark wordt afgezogen
en behandeld met een lavafilter waarna de concentratie H2S gereduceerd is tot
1 ppm.
Ook de zandvanger wordt apart afgezogen en behandeld door een lavafilter
met een nageschakeld kokosfilter. De uitgaande stroom van het kokosfilter heeft
een gemiddelde H2S concentratie van 30 ppm.
Processchema luchtbehandeling rwzi Enschede
Om het geurprobleem aan te pakken is gekeken naar nieuwe ontwikkelin-
gen en technologieën. Hieruit is de Desinfinator van Morselt Borne naar voren
gekomen. De Desinfinator, oorspronkelijk afkomstig uit Finland, is door Morselt
Borne op een awzi in Dinkslaken (D) geplaatst om de geur bij de roosterhark te
behandelen. Op de awzi Dinkslaken zijn goede resultaten behaald. Met de Desin-
Neerslag 2011/II28
finator is de geuroverlast verdwenen. Na een bezoek aan deze zuivering is er op
basis van ‘no cure no pay’ een testperiode afgesproken voor de rwzi Enschede.
De werking van de DesinfinatorDe Desinfinator werkt op basis van het produceren van zoveel mogelijk vrije
radicalen welke de geuren bestrijden daar waar ze ontstaan.
Desinfinator.
Het produceren van deze vrije radicalen gebeurt als volgt; verse lucht wordt
aangevoerd naar de Desinfinator. Eerst worden de fijnstofdeeltjes uit de lucht ver-
wijderd. De filters worden steeds fijner waardoor zelfs de kleinste deeltjes uit de
lucht worden gehaald. Hierna gaat deze zuivere lucht over een metalen filter dat
is bewerkt met een speciale coating gebaseerd op nanotechnologie. De speciale
coating wordt geactiveerd met een UV-lamp. Het metalen filter is zo geprodu-
ceerd dat het UV-licht over het hele filteroppervlak wordt gereflecteerd. Tijdens
dit proces ontstaan de vrije radicalen met daarnaast een heel laag gehalte ozon.
Ook vindt er nog ionisatie van de aangezogen lucht plaats.
De behandelde en met vrije radicalen verrijkte en geïoniseerde lucht, wordt
nog eens gefiltreerd door enkele fijnstof filters en verlaat na een koolstoffilter
het apparaat. Deze luchtstroom wordt nu geleid naar de bron van de stank. Hier
hebben de radicalen maar heel kort de tijd nodig om dat te doen waar ze goed
in zijn, namelijk stank vernietigen.
TESTPERIODEOm het geurprobleem goed aan te pakken wordt de Desinfinator bij de bron
geplaatst. Bij aanvang van de test met de Desinfinator is deze op de omkasting
van de roosterhark geplaatst. De eerste constatering hierbij is dat de geur op het
terrein en rondom het kokosfilter in dezelfde concentraties aanwezig blijft. Door
H2S-metingen in omkasting van de roosterhark te verrichten wordt het duidelijk
29Neerslag 2011/II
dat de concentratie H2S, sinds de installatie, duidelijk is afgenomen.
Door op verschillende punten in de bestaande luchtbehandeling metingen uit
te voeren blijk dat de bron van de geuroverlast niet de roosterhark is. De grote
concentraties H2S zijn afkomstig van de zandvanger, de onaangename geur gere-
lateerd aan de H2S komt vrij bij het kokosfilter.
De bestaande luchtbehandeling is uitgelegd op een bepaald debiet, hierdoor
kan de Desinfinator niet rechtstreeks op de zandvanger geplaatst worden.
Met deze bevindingen is de Desinfinator bij de roosterhark weggehaald en
geplaatst, in combinatie met een tweede Desinfinator, op het kokosfilter.
Afbeelding installatie van twee desinfinatoren op het kokosfilter. Twee desinfinatoren in buitenkast opstelling, Beide zijden van het kokosfilter een luchtleiding met elk vijf inblaas-punten. Elke luchtleiding wordt door één desinfinator gevoed.
Nadat er twee desinfinatoren op het kokosfilter geïnstalleerd zijn wordt de
geur aanzienlijk minder. De geur op het terrein is niet meer aanwezig, enkel
rondom het kokosfilter. Ook de concentraties H2S zijn aanzienlijk gereduceerd
naar een gemiddelde H2S concentratie van 2 ppm ter hoogte van de uitstroom
van het betreffende filter.
De eerste insteek van de test is de geur bestrijden met één Desinfinator (bij de
roosterhark), deze zou volgens Morselt Borne voldoende capaciteit hebben. Om
te controleren of dit in werkelijkheid ook werkt is één Desinfinator voor een week
afgekoppeld. Bij het afkoppelen is direct een verandering van de geur rondom
het kokosfilter waargenomen. De geur is sterker, ook de H2S-concentratie is bij
het afkoppelen gestegen naar een gemiddelde H2S-concentratie van 5 ppm. Door
de meetweken met één en twee desinfinatoren over elkaar te leggen is het verschil
in concentraties goed zichtbaar.
Neerslag 2011/II30
De Desinfinator heeft zich ten aanzien van zijn werking met betrekking op
geur- en H2S-overlast bewezen. De testfase is positief afgerond. Voor de rwzi
Enschede worden twee desinfinatoren gekocht en in een definitieve opstelling
geplaatst bij het kokosfilter.
Naast de aanschaf wordt er verder gekeken naar andere mogelijke optimalisa-
ties om de ‘rest geuroverlast’ verder te beperken en in de hand te houden.
Judith Greftenhuis waterschap Regge en DinkelFrank Kroese, Morselt Borne B.V
31Neerslag 2011/II
Naar een energieneutrale waterkringloop
EEN STIP OP DE HORIZONHet waterschap Regge en Dinkel (WRD) en het waterschap Groot Salland
(WGS) werken aan initiatieven op het gebied van water en energie. Soms zelfstan-dig, maar veelal in samenwerking met andere partijen. Door aan deze initiatieven te werken geven we invulling aan de Meerjarenafspraak energie voor het zuive-ringsbeheer (MJA-3) en het Klimaatakkoord. Een akkoord dat de waterschappen met het Rijk hebben gesloten.
Om vanuit een brede kijk richting te geven aan onze activiteiten op het gebied
van energie hebben we het initiatief genomen tot het opstellen van een Master-
plan Water en Energie. De stip op de horizon waar dat plan ons naar toe leidt is
een energieneutrale waterkringloop in 2027. Een vooruitzicht dat ons inspireert,
maar waarvan we weten dat we het niet alleen kunnen bereiken.
De fictieve waterkringloop
Neerslag 2011/II32
ENERGIE IN DE KRINGLOOPVoor de waterkringloop van beide waterschappen is een energiebalans opge-
steld. Daarbij zijn alle vormen van energieverbruik en productie in de kringloop
bekeken. Dus het elektriciteitsverbruik van gemalen, zuiveringen, pompen, het
aardgasverbruik voor verwarming van kantoren, het brandstofverbruik van onze
onderhoudstractoren, vrachtwagens en personenauto’s als de energieproductie
met behulp van warmtekrachtkoppelingen zijn meegenomen. Ten behoeve van
de balansen zijn deze verschillende vormen van energie teruggerekend naar pri-
maire energie en uitgedrukt in Gigajoules (GJ).
Wanneer we de huishoudens als onderdeel van de waterkringloop even bui-
ten beschouwing laten dan zien we het energieverbruik in de waterketen en het
watersysteem. Dus het energieverbruik voor het transporteren van afvalwater, het
zuiveren van afvalwater, het watersysteembeheer, de productie en het transport
van drinkwater, alsmede het gebruik in kantoren van de organisaties die voor deze
taken verantwoordelijk zijn. Voor het beheersgebied van het Waterschap Regge
en Dinkel gaat het om 500.000 GJ/j in het beheersgebied van het waterschap
Groot Salland om 322.000GJ/j.
Aandeel energieverbruik in het watersysteem en de waterketen
Huishoudens zijn echter ook onderdeel van de waterkringloop. Hier wordt
energie gebruikt voor het opwarmen van drinkwater. Voor douche en bad, maar
ook in vaatwasser en wasmachine. Als dit energieverbruik wordt meegenomen,
dan blijkt het verbruik in de huishoudens 9 maal hoger te zijn dan het verbruik
in watersysteem en waterketen samen. Anders gezegd: de huishoudens zijn ver-
antwoordelijk voor 90% van het totaalverbruik in de waterkringloop.
33Neerslag 2011/II
Het totale energieverbruik in de waterkringloop komt daarmee op 5.216.000
GJ/j voor het beheersgebied van waterschap Regge en Dinkel en 3.151.000 GJ/j
voor het beheersgebied van waterschap Groot Salland.
ENERGIEMAATREGELENEnergieneutraal is de waterkringloop anno 2010 nog niet. Energieneutraliteit
bereiken vergt maatregelen die het verbruik reduceren dan wel energie produce-
ren. Zowel door ons als door vele andere partijen worden in de waterkringloop al
maatregelen getroffen en initiatieven ontplooid die een stap in de goede richting
zijn, maar niet toereikend om energieneutraliteit te bereiken.
Voorbeelden van energie-initiatieven bij de waterschappen:1. Hoogrendements vergisting van zuiveringsslib
2. Verlagen brandstofverbruik voor onderhoud van het watersysteem
3. Stuwen op zonne-energie
4. Warmtelevering aan woonwijken
5. Slim regelen van zuiveringen en rioolgemalen door automatiseringsystemen
6. Energiezuinige technieken en methoden toepassen op zuiveringen
7. Optimaliseren terugwinning van energie uit organisch materiaal (zuiverings-
slib, maaisel)
8. Warmteterugwinning uit (gezuiverd) afvalwater en oppervlaktewater
9. Samenwerking in het kader van een warmtenet
10. Samenwerking met betrekking tot decentrale zuiveringsconcepten en nieuwe
sanitatie
11. ‘Good energy house keeping’ in bedrijfsgebouwen
Per beheersgebied zijn daarom extra maatregelen benoemd. Huidige trends,
ontwikkelingen en beleid zijn als vertrekpunt genomen. Deze inventarisatie heeft
geresulteerd in meer dan 100 potentiële energiemaatregelen. Op basis van kan-
sen en risico’s zijn de maatregelen gerangschikt.
Meerdere maatregelen laten een relatief groot besparingspotentieel zien bij de
zuivering van afvalwater. Bijvoorbeeld:
• Verbetering van de voorbezinking
• Bellenbeluchting in plaats van puntbeluchting
• Recirculatie regelen op basis van nitraatgehalte
• Thermische slibdesintegratie
• Verbeteren rendementen warmtekrachtkoppeling (WKK)
• Nuttig gebruik warmte van rookgassen van de WKK’s
• Warmteterugwinning uit effluent
Ook in het rioolbeheer zien we effectieve maatregelen zoals:
• Verminderen rioolvreemd water
• Afkoppelen koud hemelwater
• Realtime control op rioolgemalen
Neerslag 2011/II34
In het watersysteem is de belangrijkste maatregel:
• Het benutten van de energie in biomassa
Ook kan er energie bespaard worden door maatregelen te treffen in onze
kantoren en organisatie.
ENERGIE BESPAREN Het besparingspotentieel van de geselecteerde maatregelen bedraagt 247.200
GJ/jaar voor het beheersgebied van waterschap Regge en Dinkel en 183.800 GJ/
jaar voor het beheersgebied van waterschap Groot Salland. Bij elkaar bedraagt
het besparingspotentieel 50-55% van het energieverbruik in het regionale water-
systeem en de waterketen! Wij gaan ons dan ook inzetten voor het realiseren van
maatregelen waar we direct of indirect invloed op hebben. Op basis van bespa-
ringspotentieel, implementatietijd en technische en organisatorische haalbaar-
heid hebben we deze maatregelen in de tijd gepland.
Kijken we naar het effect van deze maatregelen in watersysteem en waterketen
op de energie in de waterkringloop en laten we de huishoudens buiten beschou-
wing dan kunnen we tot 2027 een slag maken.
Resultaat marsroute voor watersysteem en waterketen (excl. huishoudens)
Het besparingspotentieel van maatregelen in de waterketen en het water-
systeem ten opzichte van het energieverbruik in huishouden is beperkt. Nemen
we de hele waterkringloop in ogenschouw dan reduceren de door ons benoemde
maatregelpakketten slechts 5% tot 6% van het totale verbruik in de waterkring-
loop.
Doordat bijna 90% van het energieverbruik in de waterkringloop plaatsvindt
binnen huishoudens, zal zonder samenwerking met bewoners, woningbouw-
corporaties, gemeenten een energieneutrale stedelijke waterkringloop in 2027
onhaalbaar zijn.
ENERGIE IN SAMENWERKINGIeder huishouden of iedere organisatie in Twente of Salland heeft invloed op
de energieneutraliteit van de waterkringloop. Juist daarom zoeken we de samen-
werking op.
35Neerslag 2011/II
Onze gebruikelijke partners in de kringloop zijn de drinkwaterbedrijven,
gemeenten en provincies. Maar ook met woningbouwcorporaties, projectontwik-
kelaars, bouwondernemers, afvalverwerkers, energieleveranciers, onderwijs- en
onderzoeksinstellingen kunnen initiatieven worden genomen om de energieneu-
trale waterkringloop dichter bij te brengen.
Met corporaties, gemeenten en projectontwikkelaars kunnen we initiatieven
ontwikkelen om bijvoorbeeld de warmte in afvalwater te benuttenen. Neem bij-
voorbeeld het aanbrengen van warmtewisselaars in doucheputjes als voorbeeld.
Maar ook door toepassing van andere toiletten kan het energieverbruik in de
kringloop worden verminderd. In dat geval kan zuivering van het afvalwater op
het niveau van een straat of wijk plaatsvinden en biedt het kansen tot kleinscha-
lige energie opwekking.
Met afvalverwerkers, agrarische ondernemers, landschapsbeheerders en
gemeenten zijn er mogelijkheden om organische (afval)stromen om te zetten in
biogas. Door daarnaast een koppeling te leggen met de nutriëntenhuishouding
en het verbeteren van de bodemstructuur, kan met een integrale aanpak op
meerdere fronten winst worden geboekt. Ook door biomassaproductie mee te
nemen bij het beheer van sloten en watergangen kunnen stappen worden gezet.
Met de industrie en dienstensector zien we kansen voor verduurzaming van de
waterkringloop. Dat begint bijvoorbeeld bij een duurzame inrichting van bedrij-
venterreinen en omgang met afvalwater. Maar ook door het koppelen van warm-
teoverschot en warmtevraag tussen rioolwaterzuiveringsinstallaties en bedrijfslo-
caties liggen synergiekansen.
Met onderwijs- en onderzoeksinstellingen zien we ook mogelijkheden. Ener-
zijds door een andere kijk op de waterkringloop onder de aandacht te brengen
bij jonge generaties. Anderzijds door interessante vraagstukken voor te leggen en
experimenteerruimte te bieden om tot innovatieve oplossingen te komen.
Kortom; we hopen dat het concept van de energieneutrale waterkringloop
anderen inspireert. In ieder geval wordt iedereen uitgenodigd om mee te werken
aan het bereiken van deze stip op de horizon!
Ton Voskamp,Waterschap Regge en Dinkel
1000-21-0000-5930 Waternetwerk Neerslag 2-2011 Kleur: fc
Duurzame innovatieve oplossingen voor wateranalysesVan ontwikkeling tot recycling.
Voor meer informatie:
www.hach-lange.nl
Tel.: 0344-63 11 30
Controllers, analysers & sensoren
Workshops
Service
Electrochemie
Spectrofotometrie
Support
Monstername
Milieucentrum
37Neerslag 2011/II
Uit de pers
WATERSCHAPPEN WEERSTAAN HOOG WATER
De waterschappen en Rijkswaterstaat hebben de eerste twee weken van 2011 het hoog water goed weerstaan. Het waterpeil in de grote rivieren bleef over het algemeen een meter lager dan in 1995. De wateroverlast voor omwonenden beperkte zich tot ondergelopen wegen en enkele geïsoleerde dorpen. De overlast stond in geen vergelijking met de enorme problemen die overvloedige regen in delen van Australië veroorzaakte. Ook elders in de wereld zorgde zware regen-val voor overstromingen en slachtoffers. Hier bleef de overlast dus beperkt tot ondergelopen uiterwaarden en kades, met name langs de IJssel en de Maas.
Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden verwijderde het drijfhout uit de
uiterwaarden om beschadigingen aan de grasmat van de Lekdijk te voorkomen.
Vanwege het aanhoudende hoog water op de Nederrijn/Lek installeerde het
waterschap een noodpomp bij kasteel Amerongen. Deze pompt het kwelwater uit
de fortgracht. Hierdoor blijft het water in de fortgracht op peil, waardoor overlast
in het kasteel werd voorkomen.
Evenals andere rivieren steeg de Roer uiteindelijk minder dan verwacht. De
piekafvoer bedroeg hier om en nabij 135 kubieke meter per seconde. Waterschap
Hoogwater bij Maren Kessel op 12 januari jl. (foto: Waterschap Aa en Maas) .
Neerslag 2011/II38
Roer en Overmaas verlengde uit voorzorg in Vlodrop een natuurlijke hoogte met
zandzakken om de naastgelegen huizen te beschermen. Circa 50 inwoners wer-
den persoonlijk geïnformeerd door de gemeente Roerdalen, zodat zij zich zoveel
mogelijk konden voorbereiden op het water.
De piek in de Maas lag bij een waterstand van 46,35m+NAP en een afvoer
van ongeveer 1900 kubieke meter per seconde. De kadewachten van het water-
schap voerden dijkinspecties langs de Maas uit. Al het materieel, zoals pompen,
coupures en demontabele kademuren, hebben dagenlang gefunctioneerd. De
waterschappen in Noord-Brabant voerden op de kades en dijken beperkte dijk-
bewaking uit. Normaal staat het water op 2,20 meter boven NAP, nu stond het
rond Den Bosch op 3,50 meter.
De regen die half januari viel, leverde voor de sloten en beekjes in het regi-
onale watersysteem vooralsnog geen problemen op. De waterschappen hebben
zoveel mogelijk water zo snel mogelijk uit het gebied weggevoerd, zodat de slo-
ten en beken regenwater konden opvangen. De waterlopen waren in sommige
gevallen zichtbaar hoger zijn dan normaal, maar leverden geen probleem op.
Waterschap De Dommel had op zes punten pompen standby staan. Volgens een
hoogwaterdraaiboek worden die afhankelijk van de situatie, de verwachtingen
en vooraf bepaalde waterstanden ingezet. Waterbergingsgebieden zijn daar niet
ingezet.
DAADKRACHT NODIG VOOR VEILIGE DIJK
Den Haag - Reeds drie keer hebben de Nederlandse waterkeringen dit jaar de
nieuwskolommen van de krant gehaald. En het waren niet de geringste nieuws-
berichten. De dijken in de toch al door het wassende water geplaagde provincie
Limburg zijn te laag en instabiel, zo werd begin januari bekend. Ruim een week
later bleek dat landelijk honderden kilometers dijken, dammen en duinen niet
voldoen aan de wettelijke veiligheidsnormen. En als voorlopig dieptepunt lan-
ceerden de provincies Noord-Holland en Friesland vorige week een noodpijl
vanwege de deplorabele toestand van de Afsluitdijk, met zijn 30 kilometer een
van de langste kunstmatige zeeweringen ter wereld.
Tussen die negatieve berichten door, ook een positief nieuwsfeit. Het Interpro-
vinciaal Overleg (IPO) meldde en passant dat al die krakkemikkige waterkerin-
gen eigenlijk nergens voor nodig zijn. Het is slechts een kwestie van onderhoud.
Worden dijken, dammen en duinen doorlopend in het oog gehouden en wordt
achterstallig onderhoud meteen weggewerkt, dan zullen de waterkeringen op
termijn niet alleen voldoen aan de wettelijke veiligheidseisen, maar wordt ook
flink geld bespaard.
Zo logisch als de theorie is, zo betwistbaar is de praktijk. De voorzieningen die
Nederland moeten beschermen tegen het water, worden niet permanent gespot,
maar eens per zes jaar gecontroleerd. Na die periodieke keuring krijgen ze groen
39Neerslag 2011/II
of rood licht. Een tussenweg is er niet, lichtte Harry Keereweer, bestuurslid van
het IPO en gedeputeerde in Gelderland toe. Het licht staat dus nooit op oranje.
Een goedgekeurde waterkering kan weer zes jaar mee. Een afgekeurde moet
tegen hoge kosten worden gerepareerd.
‘Wanneer een dijk niet volledig voldoet aan de strenge normen, is de situ-
atie meestal nog acceptabel en hoef je niet meteen in te grijpen’, constateerde
Keereweer. Het onderhoud van de dijken kan dus vaak over een langere periode
worden uitgesmeerd. En als waterkeringen doorlopend worden onderhouden,
hoeven ze niet eens in de zes jaar op de schop. ‘Dat is efficiënter en goedkoper.’
Voor een regering die poogt daadkracht uit te stralen, beweert pal te staan voor
de veiligheid van Nederland en verregaand wil bezuinigen, ligt hier een gouden
kans. Je zou zeggen: kabinet, omarm stante pede het plan van het IPO en Neder-
land wordt zienderogen veiliger. Bovendien wordt er geld als water bespaard.
Het is de vraag of het zo ver zal komen. De lauwe reactie van de woordvoerder
van staatssecretaris Atsma (infrastructuur en milieu) op vragen van deze krant
over de toestand van de Afsluitdijk, geeft te denken. Het voornaamste dat ze
meldde, was dat de slechte staat van de zeewering geen nieuws is. En dat er
plannen bestaan om er iets aan te doen. De woorden zijn er. Het wachten is op
daden.
Mario Silvester
1000-21-0000-5606 Waternetwerk Neerslag 2011-2 Kleur: fc
Focus op duurzaamheid
Voor het waterschap is duurzaamheid een belangrijk punt. Daarbij hoort ook het creëren
en beheren van een omgeving met een dusdanige kwaliteit dat huidige en toekomstige
generaties er graag willen wonen, werken en recreëren. En er is ruimte voor ontwikkeling
van natuur. Dit streven is haalbaar verwerkt in het ontwerp. Het aspect duurzaamheid uit
zich onder andere bij de bouw in:
• Gebruik maken van energiezuinige apparatuur/systemen en zonne-energie;
• Emotron frequentieregelaars zijn toegepast om vraag en aanbod in het proces
optimaal op elkaar af te stemmen zodat er niet meer energie wordt gebruikt dan strikt
noodzakelijk is.
• Er wordt zoveel mogelijk gebruikgemaakt van vrij verval, de natuurwet waarbij water
altijd van hoog naar laag stroomt, daarbij bespaart men aanschaf- en energiekosten
van pompen.
• Hergebruik en/of bewerking van sloopmateriaal, zoals asfalt.
Emotron wil bijdragen aan een duurzamere levensstijl door zijn producten optimaal af te stemmen op het proces en hierdoor inefficiëntie in energiegebruik te voorkomen.
Meer informatie? T +31(0)497-389222 • [email protected] • www.emotron.nl
Kijk voor meer informatie en projecten van Waterschap De Dommel op www.dommel.nl.
Rioolwater zuiveringsinstallatie (rwzi) Soerendonk:Een installatie van Waterschap De Dommel waar bij het
ontwerp duurzaamheid centraal heeft gestaan.Alle verwerkte Emotron frequentieregelaars zijn in
IP 54 uitgevoerd en voorzien van een industrieel Ethernet connectie op basis van Modbus TCP/IP
41Neerslag 2011/II
Meten aan Riooloverstorten en de praktijk
Tot voor kort werd het functioneren van de riolering met theoretische model-len getoetst. Op basis van die modellen zijn omvangrijke investeringen gedaan in de riolering. Gelukkig ontstaat er steeds meer het besef dat het belangrijk is om het functioneren in de praktijk ook in de vingers te hebben.
In het kader van de samenwerking die wij als Waterschap Groot Salland met de
gemeentes hebben, zijn er tot nu toe op ongeveer honderd meetlocaties verdeeld
over ons hele beheersgebied, meetinstrumenten geplaatst. Natuurlijk komt dit zo
maar niet uit de lucht vallen. In een meetplan worden van te voren al duidelijke
afspraken over gemaakt over o.a de meetvragen, meetlocatie, kosten, taakverde-
ling, type meting, etc.
HET METEN IN DE PRAKTIJKSinds augustus 2009 ben ik mij bezig gaan houden met het meten in de riole-
ring. Dat dit niet een activiteit is die je er zo maar even bij kunt doen blijkt uit
het volgende. Ik neem u mee naar de problemen (of laten we maar spreken van
uitdagingen) waar we in de praktijk zoal tegenaan lopen.
Neerslag 2011/II42
BASISGEGEVENS:Samen met de beleidsmedewerker van de gemeente wordt de meetbehoefte
bepaald bij een bepaalde locatie. Alle meetbehoeften worden samengevoegd
in een meetplan die lijdend is voor de samenwerking. De gemeente dient een
geactualiseerde (revisie) tekening van de riooloverstort te verzorgen. Wanneer er
geen revisietekening voorhanden is dient de gemeente een putdekselhoogte in
m[NAP] aan te leveren. Bij twijfel is het van essentieel belang om de putdeksel-
hoogte opnieuw in te laten meten. Deze maatvoering is zeer belangrijk omdat dit
de basis vormt voor de gehele meetopstelling.
MEETLOCATIE EN INVENTARISEREN:Wanneer de locatie bekend is, gaan we met een medewerker van de gemeente
de meetlocaties inventariseren (gebiedskennis is een must)
We bezoeken de locaties, om fouten te voorkomen, en om zeker te zijn van
de juiste overstortlocatie en dat we aan de goede kant van de overstortdrempel
meten. Ook wordt tijdens dit bezoek van boven af de overstort bekeken en glo-
baal de putdiepte opgenomen. Dit is nodig om het juiste meetbereik van de te
installeren niveausensor te kiezen. Verder is het belangrijk om een indruk te
krijgen of er tijdens de installatie werkzaamheden eventuele verkeersmaatregelen
moeten worden genomen.
AFSPRAAK MAKEN MET INSTALLATEUR / LEVERANCIERWanneer de basis gegevens bekend zijn zorgen we ervoor dat deze informatie
bij de installateur/leverancier van de datalogger terechtkomt. Deze kan dan voor
elke riooloverstort de juiste logger samenstellen. (Bv: SMS, GPRS, meetbereik
sensor enz). Wanneer de logger is samengesteld maken we een afspraak wanneer
we over gaan tot installatie.
INSTALLEREN VAN DE RIOOLOVERSTORTLOGGERTijdens het installeren van de riooloverstortlogger begeleiden we dit hele pro-
ces, volgens de gemaakte afspraken. Enkele aandachtspunten zijn:
1. Veiligheid: – Belangrijk is dat de verkeersveiligheid in acht genomen wordt
– Bij het betreden van de put is het verplicht om door een (meet)bevoegd
persoon een meting uit te laten voeren. Bij deze meting gaat het om: H2S,
LEL, zuurstof.
– Wanneer de situatie hierom vraagt zal er afgelijnd afgedaald dienen te wor-
den in de put, hiervoor is binnen WGS een werkinstructie opgesteld.
– De put zal tot een aanvaardbaar niveau schoon moeten zijn (anders reini-
gen).
– Rioolgemalen dienen uitgeschakeld te worden en eventueel ook injectie-
punten van drukriolering.
43Neerslag 2011/II
2. Plaatsen van de drukopnemer De drukopnemer wordt in de
daarvoor bedoelde PVC geleider-
buis geplaatst. Het is aan te beve-
len om de geleiderbuis te mon-
teren met de daarvoor bedoelde
RVS beugels en schroeven.
Wanneer dit nodig is wordt een
aantal 45° te verlijmen bochten
geplaatst (let op de diameter van
de sensor, deze moet hier geen
hinder van ondervinden. Ook
wordt de onderkant van de gelei-
derbuis voorzien van een aantal
rondom geboorde gaten. Hier-
mee wordt de betrouwbaarheid
van de meting gegarandeerd en
eventuele verstoppingen worden
voorkomen.
3. Plaats van de drukopnemer en logger
De drukopnemer wordt vlak
boven de binnen-onderkant buis
(BOB) geïnstalleerd. Daarmee
kunnen meer meetdoelstellingen in de toekomst worden gerealiseerd. Voor
een nauwkeurige meting verdient het de aanbeveling om de opnemer op
ruime afstand van de overstortdrempel te monteren. Tevens moet de invloed
van turbulentie van afvalwater voorkomen worden door de opnemer in de
‘luwte’ te installeren. De datalogger en de eventuele drukcompensator dienen
op een deugdelijke wijze en zo hoog mogelijk in de put gemonteerd te worden.
4. Telecommunicatie: Ter plaatse wordt een netwerk test gedaan of de signaalsterkte van het modem
voldoende is, dit wordt ook wel dekking genoemd. Afhankelijk van de dekking
van een provider wordt een meetsysteem op een bepaalde wijze geïnstalleerd.
Bij de standaard uitvoering zit de antenne in een meetkast.
Als de dekking onvoldoende blijkt te zijn, wordt een externe antenne tot het
straatniveau gebracht en deze wordt dan in een daarvoor bestemde pvc-buis
geplaatst. In het uiterste geval kan de externe antenne in een kastje boven het
maaiveld worden gebracht (hufterproef).
5. Testen van de datalogger: – Eerst worden door de installateur de juiste gegevens in het programma inge-
voerd zoals putdekselhoogte, drempelhoogte, drempelbreedte, type drukop-
nemer (bereik), referentieniveau druksensor, BOB enz. Daarna volgt er een
controle of alles op de juiste wijze in het programma is gekomen
– Controle natte kalibratie
– Controle of het geïnstalleerde telefoonnummer daadwerkelijk een goede
verbinding maakt met de hoofdpost (inbellen)
Neerslag 2011/II44
– Controle of de dekking voldoende is
– Controle van de batterijspanning
– Tijdsynchronisatie of de systeemtijd van de hoofdpost overeenkomt met de
systeemtijd van de logger; ook aandacht voor de keuze tussen zomer/wintertijd
6. Verslaglegging: een aantal zaken moeten duidelijk worden omschreven zoals:– Bij welk type overstort we meten;
– De locatiegegevens zoals: straatnaam, putdekselnummer en eventueel de
GPRS-coördinaten;
– Een aantal foto’s, o.a van de omgeving, de ligging van het putdeksel in de
straat, de opbouw van de logger, inwendig van de overstortput;
– Omschrijving van het meetsysteem: type logger, meetbereik druksensor, kali-
bratierapportage.
TWIJFEL EN NAUWKEURIGHEID:Een belangrijk instrument voor meten in de riolering zijn de waterniveaume-
ters (drukopnemers). Deze meters worden vooral bij overstortlocaties geïnstal-
leerd. Ik heb een instrument ontwikkeld waarmee op eenvoudige wijze een ijking
van deze drukopnemers op locatie kan worden uitgevoerd. Dit instrument is een
plexiglazen buis die tot een bepaalde hoogte met water wordt gevuld.
Op een bepaalde hoogte is er een aftapkraantje gemonteerd waardoor het
overtollige water eruit kan lopen en er altijd een gegarandeerde waterkolom
boven de sensor zit. Door de drukopnemer in deze buis te hangen en de datalog-
ger aan te sluiten op de laptop kunnen we ter plekke aflezen welk waterniveau
deze opnemer in het programma weergeeft en of deze waarde overeenkomt met
de waterhoogte in de buis.
De reden voor deze natte kalibratie in deze buis is, dat er tijdens de installatie
vaak onvoldoende water in het rioolstelsel aanwezig is. Door het uitvoeren van
deze kalibratietest is er bij een aantal locaties een te grote afwijking van de druk-
opnemer geconstateerd; (bv. op een bereik van 0-300 cm een aantal cm) deze zijn
of worden op korte termijn bijgesteld of vervangen. Daarom is blind afgaan op
het bijgeleverde testrapport van de drukopnemer echt niet verantwoord!
Deze manier van kalibreren is beloond met een nominatie voor de innovatie-
prijs 2010 van het Waterschap Groot Salland
ONDERHOUDWe hebben er bewust voor gekozen om in dit eigen beheer uit te voeren. Bin-
nen WGS hebben wij een afdeling Beheer en Onderhoud. Deze afdeling verzorgt
al voor diverse gemeenten het onderhoud en afhandeling van storingen aan riool-
gemalen. Daarom was het een logische keuze om hierbij aan te sluiten. Voordat
we zijn gestart met het uitvoeren van het onderhoud aan de dataloggers, hebben
we door de leverancier een interne opleiding laten verzorgen. Dit was nodig om
een goed inzicht te krijgen van zaken waar we bij het onderhoud op moesten
letten. Doordat we in ieder geval jaarlijks de systemen in onderhoud hebben
en daarom de situatie ter plekke kunnen opnemen, houden we controle op het
meten. Tijdens dit onderhoud voeren we de volgende activiteiten uit:
45Neerslag 2011/II
– Schoonmaken van de meetkast, vervanging afdichtingsring meetkast, controle/
vervangen batterij, vervangen silicagel zakjes, doorspuiten van de geleiderbuis
met hoge druk, schoonmaken drukopnemer, controle bevestiging, tijdsynchro-
nisatie, nulpuntdrifting d.m.v meetbuis;
– Controle of de dekking nog voldoende is.
OPHEFFEN VAN STORINGENOnze hoofdpost (Clearscada) is zo ingericht dat we op afstand onze meetsyste-
men kunnen controleren. Wanneer de communicatie gedurende een periode van
> 24 - 48 uur wegvalt komt er een storingsmelding binnen d.m.v sms of e-mail.
We kunnen zo controleren en er zeker van zijn dat onze meetdata binnenkomt.
Wanneer dit niet het geval is nemen we contact op met de afdeling Beheer en
Onderhoud. Deze zal dan de dienstdoende monteur oproepen om deze storing
op te lossen. We hebben korte lijnen om deze stortingen op te lossen:
– De storingsmonteurs zijn verdeeld over het hele beheersgebied, daarom zijn er
korte aanrijtijden;
– De monteurs zijn bekend met de situatie.
CONCLUSIEIk hoop dat ik hierdoor een beeld heb geschetst hoe wij het meten in de
praktijk binnen Waterschap Groot Salland hebben opgepakt. Natuurlijk kan er
op sommige onderdelen nog een verbeterslag gemaakt worden, daarom is het
ook belangrijk dat de kennis die hierover beschikbaar met elkaar te delen en te
gebruiken.
Ik wil daarom dan ook dit artikel afsluiten met: ‘de praktijk zal het ons leren’ .
Wim Brink,Waterschap Groot Salland
47Neerslag 2011/II
Zonnepanelen waterschap Velt en Vecht
Maatschappelijk ver-
antwoord ondernemen
(MVO) heeft bij water-
schap Velt en Vecht
verder invulling gekre-
gen. Op het dak van het
districtskantoor Sleen
zijn zonnepanele aan-
gebracht, die eind okto-
ber 2010 in werking zijn
gesteld. Circa 2000m2
zonnepanelen gaan hier jaarlijks 200MWh aan energie opwekken. Dit dekt onge-
veer 1/3 deel van de energiebehoefte van de naastgelegen rioolwaterzuivering
Sleen. De verwachting is dat het grootste deel van de opgewekte energie door de
rioolwaterzuivering zelf zal worden gebruikt. Op zonnige dagen zal er sprake zijn
van een klein overschot, dat aan het elektriciteitsnet wordt teruggeleverd.
Velt en Vecht geeft met de zonnepanelen mede invulling aan de Meerjarenaf-
spraak Energie-efficiëntie (MJA3), die de deelnemende waterschappen verplicht
jaarlijks 2% minder fossiele brandstoffen te gebruiken. Met een jaarverbruik van
circa 11 GWh (Gigawattuur) dekt de opgewekte 200 MWh zonne-energie bijna
de verplichting voor één jaar.
Bij de bouw van het districtskantoor in het jaar 2004 is al rekening gehouden
met een eventuele plaatsing van de panelen. Zo is het gebouw goed op het zuiden
georiënteerd en heeft het dak een lichte helling. Hierdoor kan optimaal van de
zonnestraling worden geprofiteerd.
Een installatie van zonnepanelen is in Nederland in het algemeen niet of
nauwelijks rendabel. Daarvoor is de prijs van de panelen nog te hoog. Maar na
het verkrijgen van SDE subsidie en een subsidie van de provincie Drenthe kon
de installatie op een economisch verantwoorde basis worden gerealiseerd. De
SDE subsidie bestaat uit een jaarlijkse vergoeding per geproduceerde kilowatt-
uur, gedurende een looptijd van 15 jaar. De subsidie van de provincie Drenthe
bestond uit een eenmalige bijdrage, bij start van het project.
Voor de uitvoering is een Europese aanbesteding gehouden. Begin juli werd
het contract met de aannemer getekend en direct na de vakantie werd in augus-
tus van dit jaar met de uitvoering gestart. Na een voorspoedige uitvoering kon
zoals gezegd eind oktober de energieproductie van start gaan.
Bart Stokvis, Waterschap Velt en Vecht
Neerslag 2011/II48
Verslag van de rondleiding op het Waterwinstation ir. Cornelis Biemond te Nieuwegein op 2 december 2010
Sectie Noord-Holland bezoekt Waterwinstation te Nieuwegein
INLEIDINGEr is weinig zoet grondwater in Noord-Holland; geen grondwater dat geschikt
is om drinkwater aan te maken. In de duinen en het Gooi wordt dat wél aange-troffen maar het is niet toereikend. Sinds 1957 komt er water van elders om de geslonken duinvoorraad aan te vullen. Dat is het werk van de n.v. Watertransport-maatschappij Rijn-Kennemerland (WRK) dat door de provincie Noord-Holland en Amsterdam samen in 1952 is opgericht.
De WRK levert goed gezuiverd oppervlaktewater als grondstof voor drinkwa-
terbedrijven en industrie. De WRK onttrekt vanuit de vestigingen in Nieuwegein
en Andijk oppervlaktewater aan de Rijn en het IJsselmeer en bewaakt uiteraard
deze kwaliteit nauwlettend. De WRK transporteert het water vanuit de productie-
vestigingen naar de duinwaterwinplaatsen van Waternet en de N.V. PWN Water-
leidingbedrijf Noord-Holland, die het weer infiltreren in de duinen t.b.v. de pro-
ductie van drinkwater.
49Neerslag 2011/II
IR. CORNELIS BIEMONTHet waterwinstation ir. Cornelis Biemont in Nieuwegein (capaciteit 150.000.000
m3/jaar) onttrekt het water aan het Lekkanaal. Twee leidingsystemen, WRK-1 en
WRK-2, transporteren vanaf het station voorgezuiverd water naar Noord-Holland.
Het Prinses Juliana waterwinstation te Andijk ontrekt water uit het IJsselmeer;
ook op dit station wordt het water voorgezuiverd en via het leidingsysteem WRK-3
naar Noord-Holland getransporteerd. De openbare drinkwatervoorziening van
Noord-Holland is bijna geheel afhankelijk van de duininfiltratie hetgeen zorgt
voor een natuurlijke kwaliteitsverbetering van het oppervlaktewater.
Technische gegevens waterwinstation1. Ruwwateronttrekking 25.200 m3 /uur – 7 m3/sec. 10 pompen van respectieve-
lijk: 2* 1200 m3/uur – 2 * 2400 m3/uur – 2 * 2700 m3/uur – 4 * 3100 m3/uur.
Deze pompen hebben een opvoerhoogte van 5 m. sprake van 3 coagulatie-
eenheden, elk bestaande uit: - aanvoerkanaal met hoeveelheidsmeting – vlok-
vormingskelders in coag.gebouw afmetingen tweemaal 18,30 * 16,60 * 4,10 m;
verblijftijd ca. 20 minuten – bezinkbassin afmetingen 300 * 120 * 2,50 m.
2. Leveringsvermogen
WRK-I: ca. 70 miljoen m3/jaar
WRK-II: ca. 80 miljoen m3/jaar
3. Transportleidingen (totale lengte 213 km)
WRK-I Nieuwegein – Vogelenzang: lengte 54 km, diameter 1500 mm
Leiduin – Castricum: lengte resp. 19 en 8 km, diameter resp. 1200 en 1000 mm
WRK-II Nieuwegein – Vijfhuizen: lengte 50 km, diameter 2 * 1200 mm
Vijfhuizen – Vogelenzang: lengte 12 km, diameter 1200 mm
Vijfhuizen – Velsen: lengte 16 km, diameter 1200 mm
Neerslag 2011/II50
HET ZUIVERINGSPROCESUit het Lekkanaal wordt water tot een
hoogte van 4,00m + NAP opgepompt om
vervolgens onder vrij verval het zuive-
ringsproces te doorlopen. In het coagula-
tiegebouw wordt ijzerchloride gedoseerd
waardoor d.m.v. vlokvorming de zwevende
stoffen worden gebonden. Deze vlokken
worden afgevangen in het bezinkbassin,
een vijver die langzaan wordt doorstroomd
zodat bezinking van de vlokken kan plaats-
vinden en kunnen worden afgescheiden (=
coagulatieproces). De resterende slibdeel-
tjes worden verwijderd in zandfilters.
Een kwetsbaar punt in het zuiveringspro-
ces vormt de inname als gevolg van calami-
teiten op de Rijn veroorzaakt door indu-
striële lozingen en door lozingen als gevolg
van scheepsongevallen.
TRANSPORTSYSTEEM IR. CORNELIS BIEMONTEnkele leiding (WRK 1) - Een enkele leiding voert water van Nieuwegein naar
de ontvangstvijver in de Amsterdamse Waterleidingduinen nabij Vogelenzang.
Van hieruit wordt een deel verpompt naar Beverwijk t.b.v. infiltratie in de duinen
en levering aan Crown van Gelder en Hoogovens. Het daarna nog resterende
water wordt bij Castricum in de duinen geïnfiltreerd.
Dubbele leiding (WRK 2) - Twee lange leidingen vormen het tweede leiding-
stelsel. Levering hierdoor vindt plaats naar een tweede ontvangstvijver in het
duingebied van Waternet en naar Crown van Gelder en de Hoogovens. Het ten
behoeve van de drinkwaterleidingbedrijven aangevoerde water verblijft gemid-
deld 6 tot 8 weken in de duinen voor het tot drinkwater wordt gezuiverd.
Water is een bron van leven, verfrissend, verkoelend,verhelderend. Echt iets om van te genieten en om zuinig op te zijn.
Jan Molenaar,Secretaris KNW, sectie Noord-Holland
51Neerslag 2011/II
Deflectieschot voorbezinktanks rwzi Eindhoven
Toepassing van deflectieschotten in de voorbezinktanks van rwzi Eindhoven heeft een grote verbetering opgeleverd voor de verwijdering van primair slib. In het verleden ontstonden na en tijdens regenwateraanvoer problemen bij de afvoer van dit slib. Het gevolg was dat in de bedrijfsvoering veel tijd besteed werd aan het voorkomen en de bestrijding hiervan. Analyse door metingen en simula-ties heeft geleid tot een maatregelenpakket, waarmee het probleem nagenoeg is opgelost.
REGEN LEIDT TOT VERSTOPPINGDe rwzi Eindhoven heeft een maximale hydraulische capaciteit van 35.000
m³/h, waarvan 26.500 m³/h biologisch wordt gezuiverd. De rwzi is uitgerust met
3 voorbezinktanks van 60 meter diameter en een kantdiepte van 2,5 meter. De
maximale hydraulische belasting per tank is 8.750 m³/h. Het primair slib wordt
samen met het secundair slib middels een persleiding over een afstand van 7
kilometer naar de slibverwerking te Mierlo verpompt.
Doordat bij verhoogde aanvoer van afvalwater het primair slib naar buiten werd
gedrukt nam de concentratie van het slib in de kern af. Dit had als gevolg dat
de slibpompen werden gestopt en de hoeveelheid slib in de tank zich ophoopte.
Na de rwa situatie werden ruimerbruggen met een intensieve start-stop strategie
bedreven om het inmiddels ingedikte slib niet te snel naar de slibkegel te ver-
plaatsen. Het verpompen van slib nam vervolgens veel tijd in beslag. Daarnaast
ging het primair slib, als gevolg van de langere verblijftijden, gisten en opdrijven.
Stagnatie van de afvoer van primair slib leidde tevens tot problemen op de
slibverwerking in Mierlo. Door het ontbreken van primairslib nam de ontwater-
baarheid van het in Mierlo aangeboden slib sterk af, waardoor de installatie in
Mierlo niet meer optimaal functioneerde. Dit alles was voor waterschap De Dom-
mel aanleiding om een onderzoek te starten naar een oplossing van dit probleem.
HOGE HYDRAULISCHE BELASTING BLOKKEERT DE PRIMAIRSLIBGOOT
In eerste instantie zijn er metingen verricht in de voorbezinktanks. Meting van
slibspiegel en slibgehaltes op verschillende locaties en dieptes in de voorbezink-
tanks gaven veel inzicht in de problematiek. Bij een belasting tot 4.000 m³/h per
tank werden geen problemen waargenomen. Er bevond zich enkel slib rondom
de slibkegel in het centrum van de voorbezinktank en richting de buitenkant van
de tank werd nauwelijks slib waargenomen.
Neerslag 2011/II52
Tussen de 4.000 m³/h en de 5.000 m³/h bleek het omslagpunt te liggen, het
tegenovergesteld beeld werd waargenomen, er bevond zich nauwelijks slib in het
centrum van de tank en er hoopte zich slib op aan de buitenkant van de tank.
Om een beter beeld te krijgen van het probleem heeft waterschap de Dommel
aan DHV gevraagd om simulaties uit te voeren van de voorbezinktanks. Hierbij
is gebruik gemaakt van het nabezinktankmodel FAST2D dat geschikt is gemaakt
voor simulatie van voorbezinktanks.
De resultaten van de simulaties bevestigden het beeld van de metingen. Bij
een belasting boven de 4.000 m³/h werd de afvoer van primair slib geblokkeerd
door het instromende water. Er was sprake van kortsluitstroming van influent
naar de primairslibonttrekking. Onderstaande figuren 1 en 2 tonen dit proces. Bij
regenweercondities werd hierdoor alleen influent verpompt met de primairslib-
pompen. Het ingedikte primair slib in de voorbezinktank kon niet meer geruimd
worden naar de slibkegel en hoopte zich op in de voorbezinktank.
Na afloop van de rwa situatie werd de hydraulische blokkade opgeheven en
kon het primairslib middels de ruimers naar de slibkegel worden gebracht. Om
verstopping in de slibkegel en zuigleidingen van de primairslibpompen te voor-
komen werd het ruimen van het slib zeer voorzichtig uitgevoerd.
figuur 1: hydraulische blokkade zonder deflectieschot
figuur 2: geen hydraulische blokkade met deflectieschot
DE OPLOSSING IS EEN DEFLECTIESCHOTToepassing van deflectieschotten is een gebruikelijke oplossing voor kortsluit-
stroming in nabezinktanks. Voor zover bekend is een deflectieschot nog niet
eerder toegepast in voorbezinktanks. Het was echter een voor de hand liggende
maatregel om de problemen in de voorbezinktanks van rwzi Eindhoven op te los-
53Neerslag 2011/II
sen. De aanpassingen zijn meegenomen in het ingeplande groot onderhoud van
de voorbezinktanks. Het totale maatregelenpakket bestond uit:
– plaatsing nieuwe brug,
– aanbrengen bedekking op de vloer,
– plaatsing nieuwe inlooptrommel,
– plaatsing deflectieschot
– aanbrengen voorziening om lucht en water in de slibkegel te krijgen.
De laatstgenoemde maatregel is vanuit de bedrijfsvoering geadviseerd en
bedoeld om het slib in de kegel op te mengen en te verdunnen, mochten er
alsnog problemen optreden.
METINGEN TONEN SUCCES MAATREGELENNa aanpassing van de eerste voorbezinktank heeft waterschap de Dommel
metingen verricht om te onderzoeken of de maatregelen het beoogde effect
hadden. De bedrijfsvoerders hadden inmiddels de ervaring dat de aangepaste
voorbezinktank veel beter functioneerde.
Een meetdag is uitgevoerd om gericht te onderzoeken of de afvoer van primair
slib tijdens hoge hydraulische belasting niet meer onderbroken wordt. Hiervoor
is tijdens een droge dag water gespaard in het rioolstelsel van Eindhoven. Ver-
volgens zijn de influentpompen handmatig op maximale capaciteit gezet, om
zo een hydraulische piek te veroorzaken. Deze aanpak heeft als nadeel dat naar
verwachting minder vuil wordt aangevoerd naar de rwzi, dan tijdens een echte
neerslag gebeurtenis. Wel konden de metingen op deze manier onder gecontro-
leerde omstandigheden worden uitgevoerd.
Figuur 3 toont het resultaat van de meting. Weergegeven zijn het debiet over
de voorbezinktank en de primairslibconcentratie in zuigleiding. Bij hoge hydrau-
lische belasting fluctueert de primairslibconcentratie sterk, maar er worden wel
hoge concentraties gemeten. De pieken in de primairslibconcentratie hebben
Figuur 3. Pri-mairslib-concen-tratie en belasting voorbe-zinktank 3 tijdens meetdag.
Neerslag 2011/II54
dezelfde omlooptijd als het ruimerblad. Dit duidt erop dat de ruiming sterk
afhankelijk is van de ruimerbladen. Overigens zal dit effect tijdens een echte RWA
situatie minder zijn, omdat meer vuil aangevoerd wordt naar de voorbezinktanks
en de slibkegel dan vol zal zitten met slib.
Er is tijdens de meetdag geen ophoping van slib aan de buitenkant de voorbe-
zinktank gemeten. Klaarblijkelijk wordt het slib óf afgevoerd naar de slibkegel, of
afgevoerd via de overstort van de tank. Bij een oppervlaktebelasting groter dan
6.000 m³/h neemt het rendement van de voorbezinktank af ten gevolge van de
hoge oppervlaktebelasting. Desalniettemin blijft er primairslib afgevoerd worden.
Hiermee zijn de maatregelen succesvol gebleken.
GASVORMING VERBUIGT OPHANGINGDe nieuwe constructie heeft inmiddels vele maanden met positieve resultaten
gefunctioneerd. Op 23 augustus 2010 bleek de constructie echter niet optimaal
te zijn. De slibafvoer naar de slibverwerking in Mierlo was tijdelijk gestagneerd,
waardoor, als gevolg van langere slibverblijftijden, gasvorming en slibopdrijving
optrad onder het deflectieschot. De opening tussen aanvoerbuis en deflectieschot
bleek niet toerijkend om het opdrijvend slib en gevormde gas af te voeren. De
opwaartse kracht was dusdanig dat de ophanging verboog en het deflectieschot
omhooggeduwd kon worden tegen de inlooptrommel.
Het boren van gaten in het deflectieschot (rond 150 mm) heeft niet geleid tot
de gewenste verbetering. Momenteel wordt onderzocht of de deflectieschotten
direct aan de inloopbuis kunnen worden bevestigd. Hiermee kan de maximaal
berekende opwaartse druk die bij gasvorming eventueel kan ontstaan worden
opgevangen.
EVALUATIEDe voorbezinktanks van rwzi Eindhoven zijn ontworpen op een oppervlakte-
belasting van 3 m/h. Dit is een gebruikelijk ontwerpgetal. De voorbezinktanks
hebben een grote diameter van 60 meter. Hierdoor bleken ze gevoelig te zijn voor
kortsluitstromen met alle gevolgen van dien. Plaatsing van een deflectieschot is
een effectieve maatregel gebleken.
De situatie op rwzi Eindhoven is niet uniek in Nederland. Vergelijkbare voor-
bezinktanks zijn vaker toegepast. Op rwzi Eindhoven was verstopping een acuut
probleem. Plaatsing van een deflectieschot heeft dit probleem opgelost. Daar-
naast heeft het deflectieschot het voordeel dat de concentratie van primair slib
constanter is, wat een positief effect heeft op de slibverwerking. Verhoging van
het verwijderingsrendement heeft geleid tot minder doorslag van slib naar het
actiefslibsysteem wat voordelen voor het proces oplevert. Dergelijke voordelen
kunnen ook op andere installaties in Nederland behaald worden.
Edward van Dijk, DHV Peter van Dijk, Waterschap de Dommel
V E R E N I G I N G S N I E U W Snummer 2-2011
55Neerslag 2011/II
AGENDA KNW
7 april: Veilig werken in het buitenlandInternationale samenwerking en projecten brengen ons
naar alle uithoeken van de wereld. Soms naar landen
waar wij minder goed bekend zijn, soms direct volgend
op een (natuur)ramp en soms naar landen die politiek
instabiel zijn. Hoe geven wij aan alle relevante aspecten
– veiligheid in het algemeen, criminaliteit, corruptie,
agressie en veiligheid rondom het eigen project zoals
persoonlijke veiligheid, veiligheid op de bouwplaats
etc. – de juiste aandacht? Dit staat centraal tijdens de
bijeenkomst Veilig werken in het buitenland, die op
7 april wordt georganiseerd door themagroep Interna-
tionaal van KNW. www.waternetwerk.nl
7 april: Doelmatigheid verbeteren in stedelijk waterbeheerIn de vorig jaar gesloten overeenkomst tussen de VNG
en de Unie van Waterschappen wordt gesproken over
doelmatigheidsverbetering en een meer bedrijfsmatige
aanpak m.b.t. bedrijfsvoering. Dit vormt de basis voor
de bijeenkomst Doelmatigheid verbeteren in Stedelijk
Waterbeheer, die op 7 april door Contactgroep Stedelijk
Waterbeheer wordt georganiseerd bij Arcadis in Apel-
doorn. Naast theorie komen ook de ervaringen uit het
veld aan de orde. En uiteraard is er volop gelegenheid
voor discussie. www.waternetwerk.nl
12 april: Innovatieve aanpak eutrofiëring in combinatie met koudewinning: een win-win situatie?Tijdens deze themamiddag van Koninklijk Nederlands
Waternetwerk, die op 12 april in het Waterschapshuis
in Amersfoort zal plaatsvinden, zal een innovatieve aan-
pak van eutrofiëring in combinatie met koudewinning
centraal staan. Zuurstoftoediening bij de bodem kan
in bepaalde situaties bijdragen aan het oplossen van
de fosfaatproblematiek in diepe plassen in West-Neder-
land. De kosten van deze techniek zijn aanzienlijk lager
dan die van defosfateren. Door de techniek bovendien
Neerslag 2011/II56
te combineren met voorgenomen KRW-maatregelen
en met koudewinning ontstaat een financieel aan-
trekkelijke combinatie die kan leiden tot een betere
waterkwaliteit én een flinke CO2-emissiereductie. Op
de bijeenkomst worden het onderzoek en de eerste
resultaten toegelicht en zal er ruimte zijn om vragen te
beantwoorden en te kijken naar de toepasbaarheid in
de praktijk. www.waternetwerk.nl
14 april: Voorjaarscongres Samen meer water(keten)!Op 14 april vindt het jaarlijkse voorjaarscongres van
KNW plaats met als thema samenwerken, van elkaar
leren en doelmatigheid verbeteren. Door reflectie en
interactie gaan we met elkaar in gesprek over de water-
sector van de toekomst. Samenwerken en van elkaar
leren staan hierbij centraal. Social media spelen tij-
dens het congres een grote rol. Aanwezigen kunnen
direct via o.a. Twitter en sms reageren op de sprekers
en elkaar, waardoor het congres een vernieuwend en
interactief karakter zal hebben. www.waternetwerk.nl
12 mei: Bescherming drinkwaterbronnenOp donderdag 12 mei organiseert themagroep Water-
kwaliteit van Koninklijk Nederlands Waternetwerk een
middagbijeenkomst over de bescherming van drinkwa-
terbronnen. Tijdens deze bijeenkomst zal worden gedis-
cussieerd over actuele beleidsontwikkelingen en vragen
zoals is de huidige regelgeving voldoende? Helpt de
KRW en het nieuwe instrument gebiedsdossiers? Hoe
komen we van gebiedsdossiers tot ‘echte’ maatregelen?
Handhaven we voldoende en werken we daarin goed
samen? Inleidingen voor deze discussie worden verzorgd
door vertegenwoordigers van het RIVM, Provincies,
Waterleidingbedrijven en gemeentelijke Milieudiensten.
www.waternetwerk.nl
12 mei: Bestuurlijke sensitiviteitOp donderdag 12 mei organiseert Koninklijk Neder-
lands Waternetwerk samen met Wateropleidingen een
bijeenkomst over bestuurlijke sensitiviteit in het Water-
huis in Nieuwegein.
Deze bijeenkomst is bedoeld om de samenwerking en
het onderlinge begrip tussen bestuurders en profes-
sionals te verbeteren. Tijdens de bijeenkomst komen
adviseurs uit alle takken van de watersector bijeen
om kennis en ervaringen te delen met verschillende
publiekrechtelijke en privaatrechtelijke organisaties.
57Neerslag 2011/II
Aan de hand van verschillende workshops komen aller-
lei vragen omtrent bestuurlijke sensitiviteit aan de orde
en worden verschillende succesvolle praktijkvoorbeel-
den aangehaald. www.waternetwerk.nl
13 mei: Fosfaatschaarste – een geluk bij een ongelukDe wereldvoorraad fosfaaterts is beperkt. Om die reden
is er belangstelling voor terugwinning van fosfaat uit
stedelijk afvalwater. Er zijn diverse mogelijkheden om
fosfaat uit afvalwater te halen: uit de hoofdstroom,
deelstroom en/of bij de slibverwerking. De fosfaat-
verwerkende industrie wil het zogenaamde ‘groene
fosfaat’ afnemen indien het aan bepaalde kwaliteitsei-
sen voldoet. Tijdens de bijeenkomst die Themagroep
Afvalwaterbehandeling van Koninklijk Nederlands
Waternetwerk op 13 mei organiseert, komen de laatste
ontwikkelingen en stand van zaken op dit gebied uitge-
breid aan bod. www.waternetwerk.nl
19 mei: WatersymposiumOp donderdag 19 mei 2011 organiseert Stichting Ken-
nisuitwisseling Industriële Water technologie (SKIW)
weer Het Nationale Watersymposium, hét platform
voor de industriële watergebruiker.
Het thema van het symposium is dit jaar ‘duurzaam
industrieel watermanagement: bespaar kosten, ener-
gie, water en het milieu’. De voordelen van duurzaam
industrieel watermanagement zijn evident en kunnen
bestaan uit bespa ringen op het gebied van water- en
energieverbruik, uiteindelijk resulterend in een lagere
belasting van het milieu en lagere kosten. Binnen de
industrie zijn - en worden - vele technologische vindin-
gen toegepast die illustratief zijn voor duur zaam water-
gebruik. Vaak kunnen deze technologieën ook worden
gebruikt in een andere tak van indu strie. Kennisover-
dracht is daarom een key-issue en zal centraal staan op
het symposium. Meer informatie: www.waternetwerk.nl.
26 mei: Leveringszekerheid en risicomanagementDe afgelopen jaren is binnen de Nederlandse drinkwa-
tersector de leveringszekerheidstoets van de Vewin als
norm gehanteerd voor het omgaan met calamiteiten
die de levering van drinkwater in gevaar brengen. Deze
leveringszekerheidsnorm is sinds kort in de Waterwet
verankerd. Maar, hoe verhoudt deze norm zich tot de
calamiteiten die zich in de afgelopen 10 jaar hebben
voorgedaan? Drinkwaterbedrijven hebben veel maatre-
Neerslag 2011/II58
gelen getroffen om de leveringszekerheid te borgen.
Hoe effectief zijn deze maatregelen? Hoe verhouden
calamiteiten die de drinkwaterlevering bedreigen zich
tot andere risico’s (roken, verkeer, bliksem, aardgas)
waarmee we te maken hebben? Deze en andere vragen
staan centraal op de bijeenkomst Leveringszekerheid
en risicomanagement, die op 26 mei in Amersfoort
wordt gehouden. Zie www.waternetwerk.nl voor meer
informatie.
26 mei: Landelijke sectiedagOp donderdag 26 mei organiseert Sectie Overijssel
de landelijke sectiedag in de Universiteit Twente te
Enschede. Het programma wordt op dit moment nog
samengesteld, maar het belooft een inspirerende, leer-
zame en vooral leuke dag te worden, met als thema’s
samenwerking met gemeenten en energie en duur-
zaamheid. Meer informatie: www.waternetwerk.nl.
6 – 10 juni: Leading Edge TechnologyVan 6-10 juni 2011 vindt alweer voor de achtste maal
het Leading Edge Technology Congres plaats. Tijdens
dit internationale congres, dat georganiseerd wordt
door Koninklijk Nederlands Waternetwerk, PWN en
Waternet in samenwerking met IWA en dat dit jaar
voor de tweede maal sinds het ontstaan in Nederland
zal plaatsvinden, komen technologen en onderzoekers
vanuit de hele wereld bijeen om de nieuwste ontwikke-
lingen en technologieën op het gebied van drinkwater
en afvalwater te bespreken.Voor meer informatie:
www.waternetwerk.nl.
27 september: Vierde dinsdagOp 27 september 2011, de vierde dinsdag in september,
komt de watersector wederom bijeen om de Miljoenen-
nota en de gevolgen daarvan voor de waterwereld te
bespreken. Prominente sprekers uit de watersector en
de politiek zullen met elkaar in debat gaan en het vuur
aan elkaars schenen leggen! Samen proberen we een
beeld te vormen van de toekomst van de watersector en
hoe we het beste om kunnen gaan met de kansen en
uitdagingen die de nieuwe begroting ons biedt.
www.waternetwerk.nl
59Neerslag 2011/II
6 oktober: Symposium Praktijkcases Behandeling Indu-strieel AfvalwaterKoninklijk Nederlands Waternetwerk (KNW) en Stich-
ting Kennisuitwisseling Industriële Watertechnologie
(SKIW) werken samen aan het verbreden van kennis
omtrent het optimaliseren van industriële (biologische)
afvalwater zuiveringen. Op donderdag 6 oktober 2011
zal bij Tata Steel IJmuiden BV (het vroegere Corus)
een themadag worden georganiseerd met als titel ‘Prak-
tijk Cases van Behandeling van Industrieel Afvalwater’.
De organisatie is nog op zoek naar inzendingen voor
presentaties. Zie www.waternetwerk.nl voor meer infor-
matie.
30 oktober – 4 november: IWWA In november 2011 vindt de International Water Week
plaats in Amsterdam. De koppeling van Aquatech en
Aquaterra en de verschillende conferenties die tijdens
deze week plaatsvinden zorgen voor een evenement
met groot internationaal allure. Ook zullen dan de Fit-
terijwedstrijden weer plaatsvinden.
www.waternetwerk.nl
24 november: NajaarscongresOp 24 november vindt het jaarlijkse najaarscongres
van KNW plaats met als thema actuele technologische
trends en ICT. Tijdens deze interactieve dag zullen
de laatste trends op het gebied van ICT en techniek
aan bod komen. Ook wordt de jaarlijkse Waternetwerk
Scriptieprijs voor Jongeren weer uitgereikt.
www.waternetwerk.nl
1000-21-0000-0251 Neerslag 2-20111000-20-8000-8879 Waternetwerk neerslag 2011-1
Kleur: fc
Wateropleidingen, hét opleidingsinstituut voor waterketen en watersysteem
Wateropleidingen (SWO) levert professionele bij- en nascholing voor de watersector. Deze scholing, in de vorm van opleidingen, cursussen en trainingen maakt van medewerkers waterprofessionals. De cursussen worden binnen alle vakgebieden (Drinkwater, Riolering, Waterzuivering, Waterbeheer, Stedelijk water, Waterveiligheid, Vergunningen & handhaving, Beheer & onderhoud en didactische trainingen) en op alle niveaus verzorgd, van vmbo+ – hbo+/academisch, altijd actueel en praktijkgericht.Wateropleidingen verbindt de (water)professionals met hun expertise met de wensen en behoeften van de watersector. Wateropleidingen werkt volgens het unieke SWO-concept:• voor en door professionals;• ontwikkelen en organiseren van praktijkgerichte opleidingen;• not-for-profit
De kennis wordt overgedragen in combinatie met ervaring. Hiermee levert SWO een hoge mate van praktijkgerichtheid. Vrijwel alle docenten zijn ervaren professionals uit het watersector die de theorie aan de hand van voorbeelden vertalen naar de dagelijkse werkpraktijk. Alle cursussen en opleidingen kunnen op locatie worden uitgevoerd en desgewenst als maatwerk.
Wateropleidingen participeert in buitenlandprojecten van water partners, met als doel waterscholing in ontwikkelings- en transitielanden duurzaam te organiseren. Dit wordt de World Water Academy genoemd. Het bewezen SWO concept levert een wezenlijke bijdrage aan de duurzame verankering van praktijkgerichte scholing. World Water Academy is ervaringsdeskundig in landen als bijvoorbeeld Vietnam en Zuid-Afrika. Graag beantwoorden wij uw vragen.
Tot ziens bij Wateropleidingen!
Meer informatie:Wateropleidingen/World Water AcademyPostbus 14103430 BK NieuwegeinTelefoon: 030 60 69 400Fax: 030 60 69 401E-mail: [email protected] of [email protected] www.wateropleidingen.nl of www.worldwateracademy.nl