kijken in de leefwereld van ouderen bram vermeulen prof. dr. anja declercq lucas kuleuven...
TRANSCRIPT
Kijken in de leefwereld van ouderen
Bram VermeulenProf. Dr. Anja Declercq
LUCAS KULeuven
Seniorencongres Kruishoutem
25/09/2012
LUCAS KULeuven
interdisciplinair kenniscentrum op het gebied van zorg en welzijn
drie opdrachten: onderzoek, vorming en consultancy
rode draden: ouderenzorg
geestelijke gezondheidszorg
communicatie in de zorgrelatie
welzijn, armoede en sociale uitsluiting
Situering
2
Evolutie van de samenstelling van de bevolking in leeftijdsgroepen in het Vlaams Gewest, tussen 2000-2050
Vergrijzing en verzilvering
3
Leeftijd is relatief
15-24
25-34
35-44
45-54
55-64
65-74
75+
0 10 20 30 40 50 60 70 80
37
43
44
48
52
56
57
57
63
64
66
67
73
73
ouderdom begintjeugd eindigt
gemiddelde leeftijd waarop...
leeftijdscategeorieën
Onderzoek heeft belangrijke signaalfunctie: objectiveren en nuanceren van het debat
meten is weten!
Onderzoek speelt een rol doorheen de beleidscyclus
Waarom onderzoek?
6
1. agendavorming
2. beleidsvoorbereiding
3. beleidsbepaling4. beleidsuitvoering
5. beleidsevaluatie
We bespreken drie thema’s uit de leefwereld van ouderen:
1. Eenzaamheid
2. Mantelzorg
3. Zorgplanning
Onderzoek is niet voor in de boekenkast
7
Eind 2011 onderzoek i.o.v. Koning Boudewijnstichting rond eenzaamheid en sociaal isolement
Representatieve steekproef bij 65-plussers in België
Eenzaamheid
8
Begrippen eenzaamheid en sociaal isolement overlappen elkaar in het dagelijks taalgebruik
Sociaal isolement = op basis van de omvang van en de contactfrequenties met het sociaal netwerk objectief te bepalen
alleen zijn alleen voelen
Eenzaamheid = “het subjectief ervaren van een onplezierig of ontoelaatbaar gemis aan (kwaliteit van) bepaalde relaties” (de Jong Gierveld,1984)
Eenzaamheid
9
Niet enkel biomedische, maar ook sociale factoren bepalen de gezondheidstoestand
“Individuals with adequate social relationships have a 50% greater likelihood of survival compared to those with poor or insufficient social relationships. The magnitude of this effect is comparable with quitting smoking and it exceeds many well-known risk factors for mortality.” (Holt-Lunstad e.a., 2010)
“Eenzaamheid en ziekte lijken elkaar te versterken. Mensen die eenzaam zijn, worden slechte ‘zelfmanagers’. Zij zorgen slechter voor zichzelf en worden ook sneller ziek. Door hun ziekte gaat het aangaan en onderhouden van sociale relaties steeds moeilijker. Dit resulteert in een neerwaartse spiraal.” (Van Tilburg, 2007)
Eenzaamheid
10
Hoe meet je eenzaamheid?
Direct = expliciet vermelden van het woord ‘eenzaam’ in de vraagstelling of in antwoordmogelijkheden
Bv. “Voelt u zich dikwijls, soms of nooit eenzaam?”
Indirect = het woord ‘eenzaam’ niet gebruiken, maar wel eenzaamheidsschalen met indirecte vragen
Bv. eenzaamheidsschaal van de Jong Gierveld
Eenzaamheid
11
Evolutie van eenzaamheid bij thuiswonende 65-plussers in Vlaanderen, 1985-2001-2011 (in %). Indeling op basis van directe, enkelvoudige vraag
Het is een mythe dat ouderen de afgelopen decennia eenzamer zijn geworden Van de ouderen die zich eenzaam voelen vindt 68% het moeilijk om daarover te
spreken
Eenzaamheid
12
1985 2001 2011
dikwijls eenzaam 10% 8% 7%
soms eenzaam 24% 21% 29%
nooit eenzaam 65% 71% 64%
0%10%20%30%40%50%60%70%80%
Omwille van schaamtegevoelens en sociale wenselijkheid wordt eenzaamheid ook op een indirecte manier bevraagd
Eenzaamheidsschaal van de Jong Gierveld met 11 items
Volgens deze gevalideerde schaal is 46,7% van de ouderen eenzaam
Eenzaamheid
13
1. Er is altijd wel iemand in mijn omgeving bij wie ik met mijn dagelijkse probleempjes terecht kan. 2. Ik mis een echt goede vriend of vriendin. 3. Ik ervaar een leegte om mij heen. 4. Er zijn genoeg mensen op wie ik in geval van narigheid kan terugvallen. 5. Ik mis gezelligheid om mij heen. 6. Ik vind mijn kring van kennissen te beperkt. 7. Ik heb veel mensen op wie ik volledig kan vertrouwen. 8. Er zijn voldoende mensen met wie ik me nauw verbonden voel. 9. Ik mis mensen om mij heen. 10. Vaak voel ik me in de steek gelaten. 11. Wanneer ik daar behoefte aan heb, kan ik altijd bij mijn vrienden terecht
Schatting van het aantal eenzame 65-plussers en evolutie van het aandeel 65-plussers in de totale bevolking van België (2000-2050)
Verschil tussen % eenzamen en absoluut aantal eenzamen
Als het percentage eenzame ouderen op hetzelfde niveau blijft in België, dan zullen er tegen 2020 meer dan 1 miljoen eenzame ouderen zijn.
Eenzaamheid
14
Jaartal totale
bevolking (in duizend) 1
% 65+ in totale bevolking
aantal 65+ (in duizend)
% eenzame 65-plussers 2
aantal eenzame 65-plussers (in duizend)
2000 10239 16,75 1715 49,8 3 854 2010 6 10840 17,16 1860 46,7 4 869 5
2020 11687 18,97 2217
2030 12286 22,00 2703
2040 12693 24,04 3051 2050 13098 24,50 3209
?
Typologie van sociale contacten bij ouderen
9% van de ouderen heeft een klein netwerk om op terug te vallen, maar voelt zich niet eenzaam
23% van de ouderen voelt zich eenzaam, ook al worden ze voldoende omringd
Eenzaamheid
15
Kwaliteit sociaal
netwerk
Omvang sociaal netwerk
Groot Klein
Voelt zich niet eenzaam
SOCIAAL WEERBAREN
45%
CONTACTARMEN 9%
Voelt zich wel eenzaam
EENZAMEN
23%
SOCIAAL GEÏSOLEERDEN 23%
1. Eenzaamheid
2. Mantelzorg
3. Zorgplanning
Onderzoek is niet voor in de boekenkast
16
Voorzitster van de Sint-Egidiusgemeenschap pleit voor meer mantelzorg in plaats van ouderen naar woonzorgcentra te sturen:
“Het zal soft klinken, maar kunnen we alvast in onze eigen kring beginnen: eens kijken of we met wat extra inspanningen (groot)vader of (groot)moeder toch niet thuis kunnen houden. … De media kunnen meer positieve verhalen brengen over de grote en kleine vreugdes die met zorg voor een zwakkere medemens gepaard gaan.” (De Morgen, 23/04/09).
“Deze zorg is een dagelijks engagement dat een enorme belasting en organisatie met zich brengt en dat in vele gevallen eindeloos lijkt en soms ook is. … Deze zorg romantiseren is een brug te ver. Meestal zijn dit geen mooie verhalen, maar verhalen van kommer en kwel.” (De Morgen, 24/04/09).
Niet enkel een droog en wetenschappelijk, maar ook een emotioneel en maatschappelijk debat
Mantelzorg
17
reactie 1 dag later…
Onderzoek bij mantelzorgers die de zorg opnemen voor thuiswonende, kwetsbare oudere
Gaat over specifieke groep van ouderen die
1) professionele thuiszorg gebruiken
2) met geheugenproblemen en/of psychisch onwelbevinden
In het kader van het Steunpunt Welzijn, Volksgezondheid en Gezin
Mantelzorg
18
Mantelzorg
19
Signalen van fragiele draagkracht bij in- en uitwonende mantelzorgers van kwetsbare ouderen (in %)
Spagaat tussen draagkracht en draaglast, vooral bij inwonende mantelzorgers
Mantelzorg
20
Verschillend huishouden
Hetzelfde huishouden
Slechte kwaliteit van de relatie met de oudere (veel conflict en weinig warmte) 7 11
Verminderde sociale contacten met familie 13 21
Verminderde sociale contacten met vrienden 19 39
Vermoeden depressieve gevoelens 19 36
“De druk op de mantelzorger kan na verloop van tijd zelfs dusdanig groot worden, dat het hem gaat belemmeren in zijn of haar functioneren als ondersteuner. Dit sluipende verschijnsel noemen we de mantelval.” (Timmermans, 2005).
Vermijden dat mantelzorgers er zelf onder door gaan: door sociaal weefsel rondom mantelzorgers te versterken
door mantelzorgers te leren omgaan met geheugenproblemen bij de oudere
Mantelzorg
21
Getuigenissen van deze mantelzorgers achter deze kwetsbare ouderen over sociale steun: MZ8: Soms denk ik: Wat is ’t leven nog? Niks meer he, dat is ook niks, ge hebt niks meer, ge
moet altijd maken dat ge hier zijt… Maar voor de rest, in paniek geraak ik nog niet gauw. Wie heeft niet eens een dag minder goed he? Dat heb ik ook he, een dag dat ik niet veel fut heb of dat ik denk, nu wordt het me toch teveel.
I: En bij wie kun je dan terecht? MZ8: Mijn oudste dochter die komt regelmatig soms babbelen, mij eens vastpakken en dat is… I: Dan ziet ge ’t weer zitten? MZ8: Ja (lacht). Dan ’s anderendaags is dat weer van me af. Van dan, dan gaat het gewoon
weer door, dan blijf ik er niet bij zitten he.
MZ16: Ah ja, ik sta er helemaal alleen voor. Ik zeg het, als ge nu nog broers of zussen had, dan zou ge zeggen: “zeg, wat denkt ge?” of dan kon die eens zeggen: “zeg ma, zou het niet beter zijn van dit”. Misschien dat ze dat dan wel aannam, maar ja, als ge altijd alleen zijt. Wij zijn altijd alleen met haar, er is niemand die daar eens kan tussenkomen voor te zeggen zus of zo. Dan hoorde zij dat eens van iemand anders, maar ja. Het is altijd maar een onderonsje moet ge zeggen.
“Het ergste dat een mantelzorger kan overkomen, is het gevoel er alleen voor staan.” (Verté)
Mantelzorg
22
Getuigenissen van deze mantelzorgers achter deze kwetsbare ouderen over geheugenproblemen: MZ5: Zo soms iets vergeten dat doet iedereen. Maar mijn man vraagt me 10 keer op een dag:
“Is het vandaag maandag?” “Nee jongen, vandaag is het woensdag.” Een beetje erna: “Seg, welke dag is het vandaag? Is het vandaag zondag?” … Daar heb ik het ook moeilijk mee omdat ik 10 keer iets moet zeggen hé. Hij snapt het ook niet. En dan ben ik een beetje harder hé. Dan zeg ik: “heb je het verstaan?” en dan zegt hij: “ja ik heb het verstaan” en dan vraag ik: “wat heb ik dan gezegd?”- “ik weet het niet meer.” En dan denk ik in mijn eigen, dan zeg ik niets. Het dringt toch niet door wat ik ook vertel.
MZ7: Af en toe zegt hij dingen dat hij u op uw hart trapt. Dat weet hij zelf niet, dat weet hij gewoon niet. Dan zeg ik dat, want dan kan ik zo uitvliegen he. En dan zegt hij: ”ale, voor wat zijt ge nu weer zo aan het schreeuwen?” Ik zeg: “maar jong, gij weet niet wat ge zegt.” “Hoe?”, zegt hij, “maar dat weet ik ook niet.” Zo van dat zo. Maar na ne tijd, ik heb al zitten janken.
Psycho-educatie, in het bijzonder rond gedrags- en stemmingsproblemen, helpt om mantelzorgers te leren omgaan met moeilijke situaties
Door het beter begrijpen van het ziektebeeld en ziekteproces, kunnen mantelzorgers de gevolgen van dementie makkelijker loskoppelen van de individuele persoon
Mantelzorg
23
Een verhaal van kommer en kwel of van kleine en grote vreugdes?
Ja, mantelzorgers hebben negatieve zorgervaringen (stigma, afhankelijkheid, moeilijk gedrag,…),
maar mantelzorgers vinden in zichzelf en in de onderlinge relatie met de oudere ook intense positieve zorgervaringen
MZ22: Dat is misschien omdat het nog vers is dat papa overleden is. Maar ik heb zo een gevoel, hij is toch gelukkig geweest op zijn oude dag en ik heb alles gedaan dat ik kon. Ik heb er eigenlijk vrede mee gesloten. Daar heb ik voldoening mee. Echt grote voldoening.
Mantelzorgers die het gevoel hebben dat ze er niet alleen voor staan, zien vaker die positieve zorgervaringen
Mantelzorg
24
1. Eenzaamheid
2. Mantelzorg
3. Zorgplanning
Onderzoek is niet voor in de boekenkast
25
“Wat in elk geval dient vermeden te worden, is dat de oudere persoon, totaal onvoorbereid, opeens moet ‘geplaatst’ worden.” (Charlot, 2010).
28% van de thuiswonende 65-plussers heeft al met iemand gesproken over hoe en waar ze in de toekomst zouden willen wonen
Zorgplanning
26
39% van de ouderen in woonzorgcentra komt daar terecht zonder er vooraf met iemand over gesproken te hebben
Ouderen worden vaak in crisissituaties naar woonzorgcentra doorverwezen zonder dat de oudere hier op voorbereid is…
Zorgplanning
27
Had u over uw verhuis naar het woonzorg-centrum vooraf met iemand gesproken?
Met wie had u vooraf over uw verhuis naar het woonzorgcentrum gesproken?
61%
39%
Ja Neen
10%
8%
16%
15%
34%
63%
anderen
partner
andere professionele hulpverleners
andere familieleden
huisarts
kinderen
MZ22: Mijn broers gingen hem direct binnendoen in een rusthuis. Hij was al ingeschreven. Papa had dat nooit geweten. Het was een van mijn broers die zei: “Jamaar, dat kan niet meer, papa moet binnen. Dat is geen mens meer voor alleen te wonen.” Maar ik heb het toch gevraagd aan de cardioloog en aan de huisarts en ik heb veel steun gehad. En dan zeiden die “laat je papa thuis”.
I: Had hij dat uitdrukkelijk gezegd? MZ11: Ja, “Je doet mich toch niet weg hé? Je doet mich toch niet weg hé?
Ik mag toch hier blijven?” Want als ze zo binnenkwamen, de zonen, en ze waren met 2-3 bijeen, had hij schrik dat ze hem kwamen halen, dat ze hem gingen wegdoen. Dat mocht niet hé. En dan had hij zo een angst op hem hé, dan bleef hij zich vasthouden hé.
Zorgplanning
28
Onderzoek is niet voor in de boekenkast, maar heeft een signaalfunctie (zeker als het gaat over niet-alledaagse, moeilijke thema’s)
Hoe moeilijk het onderwerp ook is, blijf niet met vragen zitten. Je bent nooit de enige die er mee te maken heeft…
Praat er over onder elkaar, met elkaar Durf vragen stellen aan gemeente, aan zorgverleners, aan wie dan ook…
Besluit
29
Bedankt voor uw aandacht!
Vragen? Info?
Meer informatie:
www.kuleuven.be/lucas
www.steunpuntwvg.be
30