kids & lifestyle: kinderen in ‘’beweging’’€¦ · jeugd instituut (2012) smaaklessen...

40
1 Sandra Bregman Joost den Hollander Max Joosten Steffen de With Kids & Lifestyle: Kinderen in ‘’beweging’’ Een verslag met betrekking tot het in positieve zin veranderen van de leefstijl van kinderen.

Upload: others

Post on 23-Sep-2020

0 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Page 1: Kids & Lifestyle: Kinderen in ‘’beweging’’€¦ · Jeugd Instituut (2012) Smaaklessen wil leerlingen van 4-12 jaar in het basisonderwijs interesseren voor voeding zodat zij

1

Sandra Bregman

Joost den Hollander

Max Joosten

Steffen de With

Kids & Lifestyle: Kinderen

in ‘’beweging’’ Een verslag met betrekking tot het in

positieve zin veranderen van de leefstijl van

kinderen.

Page 2: Kids & Lifestyle: Kinderen in ‘’beweging’’€¦ · Jeugd Instituut (2012) Smaaklessen wil leerlingen van 4-12 jaar in het basisonderwijs interesseren voor voeding zodat zij

2

Page 3: Kids & Lifestyle: Kinderen in ‘’beweging’’€¦ · Jeugd Instituut (2012) Smaaklessen wil leerlingen van 4-12 jaar in het basisonderwijs interesseren voor voeding zodat zij

3

Kids & Lifestyle: kinderen in ‘’beweging’’

Sandra Bregman (511388)

Joost den Hollander (513229)

Max Joosten (515289)

Steffen de With (512366) Bewegen en leefstijl (groepsinterventie)

Datum: 26 November 2014

Plaats: Haarlem / Wervershoof

Opleiding: Sport en Bewegen / Lifestyle en Gezondheid

Klas: 3a1

Inholland Externe organisaties

docente: E. Nijhuis opdrachtgever: Inholland Haarlem

in samenwerking met: Turnvereniging VVW

Page 4: Kids & Lifestyle: Kinderen in ‘’beweging’’€¦ · Jeugd Instituut (2012) Smaaklessen wil leerlingen van 4-12 jaar in het basisonderwijs interesseren voor voeding zodat zij

4

Inhoudsopgave

1. Inleiding 5

2. Methodiek en technieken 7

3. Interventie ontwikkeling 8

3.1 Onderbouwing interventiestrategie 11

3.2 Duur, intensiteit en timing 12

3.3 Afstemming op de doelgroep 12

3.4 Haalbaarheid in de praktijk 13

4. Evaluatie 15

4.1 Procesevaluatie 15

4.2 Effectevaluatie 16

5. Implementatieplan 18

5.1 Implementatiestrategie 18

5.1.1 Ruimte voor de intermediairs 18

5.2 Afstemming van implementatie-interventie op intermediairs 19

5.3 Monitoren en genereren van feedback 21

5.4 Inbedden in een bestaande structuur 22

Literatuur 23

Bijlage A: Desk research 24

Bijlage B: Enquête + onderbouwing 27

Bijlage C: Enquête resultaten 32

Bijlage D: Uitgewerkte bijeenkomsten 34

Page 5: Kids & Lifestyle: Kinderen in ‘’beweging’’€¦ · Jeugd Instituut (2012) Smaaklessen wil leerlingen van 4-12 jaar in het basisonderwijs interesseren voor voeding zodat zij

5

1. Inleiding

Voor u ligt het rapport kids & lifestyle: kinderen in ‘’beweging’’. Dit rapport is geschreven in

opdracht van Inholland Haarlem met medewerking van turnvereniging VVW te Wervershoof.

De turnvereniging werd opgericht in 1958, onder de naam Vooruitgang Vergt Wilskracht, kort

gezegd: VVW, en heeft op dit moment liefst 600 leden. De eerste jaren werd er gegymd in

café de Roos, maar later kwam er een echte sporthal aan te pas, de Olympiahal. Sinds 2008

wordt er in de Dars getraind, waar een nieuwe, grotere Olympia-zaal aan is gebouwd.

Daarnaast worden er ook diverse lessen gegeven in sportzaal de Krimper in Andijk, alsmede

in het Dorpshuis van Onderdijk. Kinderen vanaf de basisschoolleeftijd kunnen al terecht bij

VVW, om op spelenderwijs te werken aan hun motoriek (over ons, z.d.). De doelgroep van

de interventie, die later in dit rapport uitgebreid wordt besproken, zijn kinderen in de leeftijd

van tien tot dertien jaar die deelnemen aan de wekelijkse streetdancelessen bij

turnvereniging VVW.

De aanleiding van dit rapport vloeit voort uit de wens van Inholland om een

gezondheidsinterventie op te zetten voor een doelgroep die hier behoefte aan heeft. Na een

achtergrondcheck is besloten om deze op te zetten voor jonge leden van de turnvereniging

VVW, omdat deze naast de trainingen bij de vereniging weinig blijken te bewegen en ook

andere leefstijlfactoren de gezondheid van de kinderen negatief beïnvloedt. (zie bijlage C)

Het probleem is echter dat er niets bekend is over het gedrag, en de beweegredenen van de

kinderen om dit gedrag te vertonen. Hiernaar is onderzoek gedaan en ook de wensen en

behoeften zijn in kaart gebracht.

Om stapsgewijs en doelgericht te werk te gaan zijn de volgende hoofd- en subdoelstellingen

opgesteld, opgesplitst in attitude en eigen effectiviteit.

Hoofddoel

- Aan het einde van de periode van twaalf weken hebben de kinderen, in de leeftijdscategorie tien tot dertien jaar van gymvereniging VVW in Wervershoof (Noord-Holland), hun attitude en eigeneffectiviteit vergroot, waarbij de attitude op kennis is gericht, waardoor zij bewuste en afgewogen keuzes kunnen maken op het gebied van sport, bewegen en voeding, en het eigen effectiviteitsdoel is gericht op het motiveren van zichzelf en het kunnen uitleggen aan anderen waarom zij dit doen.

Subdoelen

- Zie onderstaande matrix met interventie doelen Determinanten Doel= na de interventie

Attitude / Kennis

Kunnen vertellen wat de NNGB en fitnorm zijn voor hun leeftijd Kunnen vertellen wat hun zit-gedrag voor invloed heeft op de

gezondheid Kunnen vertellen wat de normen zijn rond het zit-gedrag Kunnen tenminste vijf voordelen noemen van sporten en bewegen Kunnen de schijf van vijf benoemen. Kunnen onderscheid maken tussen gezonde en ongezonde voeding,

gericht op tussendoortjes en drinken.

Page 6: Kids & Lifestyle: Kinderen in ‘’beweging’’€¦ · Jeugd Instituut (2012) Smaaklessen wil leerlingen van 4-12 jaar in het basisonderwijs interesseren voor voeding zodat zij

6

Sociale invloed

Steun zoeken bij familie en ouders betrekken bij het proces van gewichtsstabilisatie of –afname van het BMI.

Eigen effectiviteit

Kunnen zichzelf motiveren om ook te gaan sporten, als hun vriend of vriendin niet gaat sporten.

Kunnen kiezen voor een gezond tussendoortje als er groepsdruk is. Hebben vertrouwen in zichzelf dat sporten ook leuk is als zij een dag

niet lekker in hun vel zitten. Kinderen hebben na afloop van de interventie vertrouwen dat zij blijven

sporten. Vaardigheden

Ze kunnen aan hun klasgenootjes vertellen wat de NNGB en fitnorm inhouden

Ze kunnen aan hun klasgenootjes vertellen waarom sproten gezond is Ze kunnen zichzelf motiveren om te gaan sporten Kunnen vertellen wat gezonde en ongezonde voeding is Kunnen motiveren waarom zij voor bovenstaande doelen kiezen

Om tot een eenduidig rapport te komen is de volgende werkwijze gehanteerd. Allereerst is er desk research gedaan naar wat er al bekend is over leefstijlproblemen in het algemeen en in Nederland op zichzelf. Vervolgens is een enquête opgesteld om achter het gedrag van de kinderen te komen met betrekking tot de betrokken leefstijlfactoren (bewegen en voeding) en de oorzaken/redenen waarom zij dit gedrag vertonen. Na het verwerken van de informatie die hieruit is voortgekomen is een leefstijlinterventie opgesteld.

In hoofdstuk één zoals u dat nu voor u heeft liggen vindt u de inleiding. In hoofdstuk twee

leest u de methoden die zijn gebruikt om tot dit onderzoek te komen en in hoofdstuk drie kunt

u de desk research terugvinden. In hoofdstuk vier is de beginsituatie in kaart gebracht,

waarna in hoofdstuk vijf de leefstijlinterventie beschreven wordt. Dit wordt gevolgd door het

implementatieplan (hoofdstuk zes) en de uitkomsten van de leefstijlinterventie (hoofdstuk

zeven). Afgesloten wordt met de discussie, conclusie en aanbevelingen in respectievelijk

hoofdstuk acht, negen en tien.

Page 7: Kids & Lifestyle: Kinderen in ‘’beweging’’€¦ · Jeugd Instituut (2012) Smaaklessen wil leerlingen van 4-12 jaar in het basisonderwijs interesseren voor voeding zodat zij

7

2. Methodiek en technieken De volgende methodes en technieken gaan gebruikt worden om vaardigheden en de informatie bij de kinderen over te brengen waarbij attitude, sociale invloed en eigen effectiviteit verbeterd gaat worden binnen het gedragspatroon.

Determinanten Doel = na de interventie Technieken en methoden

Attitude / kennis Kunnen vertellen wat de NNGB en fitnorm zijn voor hun leeftijd. Kunnen vertellen wat hun zit-gedrag voor invloed heeft op de gezondheid. Kunnen vertellen wat de normen zijn rond het zit-gedrag. Kunnen tenminste vijf voordelen noemen van sporten en bewegen. Kunnen de schijf van vijf benoemen. Kunnen onderscheid maken tussen gezonde en ongezonde voeding, gericht op tussendoortjes en drinken.

Workshops/ voorlichtingen Voorlichtingen Presentaties/ workshops Voorlichtingen Workshop / adviezen Smaaklessen/ workshops

Sociale invloed Steun zoeken bij familie en ouders betrekken bij het proces van gewichtsstabilisatie of –afname van het BMI.

Coaching gesprekken / trainingen/ beweeglessen/ voedingslessen

Eigen effectiviteit

Kunnen zichzelf motiveren om ook te gaan sporten, als hun vriend of vriendin niet gaat sporten. Kunnen kiezen voor een gezond tussendoortje als er groepsdruk is. Hebben vertrouwen in zichzelf dat sporten ook leuk is als zij een dag niet lekker in hun vel zitten. Kinderen hebben na afloop van de interventie vertrouwen dat zij blijven sporten.

Zelfverzekerdheid omhoog / coaching gesprekken Begeleid leren + feedback Vaardigheden demonstreren / coaching gesprekken Praktisch oefenen + feedback

Vaardigheden

Ze kunnen aan hun klasgenootjes vertellen wat de NNGB en fitnorm inhouden. Ze kunnen aan hun klasgenootjes vertellen waarom sproten gezond is. Ze kunnen zichzelf motiveren om te gaan sporten. Kunnen vertellen wat gezonde en ongezonde voeding is. Kunnen motiveren waarom zij voor bovenstaande doelen kiezen.

Presentatie / workshops Presentaties Praktisch oefenen + feedback Voorlichtingen/ workshops Trainingen

Page 8: Kids & Lifestyle: Kinderen in ‘’beweging’’€¦ · Jeugd Instituut (2012) Smaaklessen wil leerlingen van 4-12 jaar in het basisonderwijs interesseren voor voeding zodat zij

3. Interventie ontwikkeling

In dit hoofdstuk komt aan bod op wat de interventie inhoudt, op welke wijze de gekozen interventie tot stand is gekomen en hoe deze exact wordt ingevuld. In

de onderstaande tabel zijn een aantal bestaande interventies uitgewerkt die bewezen effectief leiden tot gedragsverandering op het gebied van gezondheid.

Bij het toekennen van een interventie is gekeken of deze voldoende scoort op: beschrijving van de interventie, onderbouwing van de interventie en of de

interventie bewezen effectief is.

Bron Onderzoek Doelgroep Doel Methode Erkende interventie?

Nederlands Jeugd Instituut

(2012)

De wijkgerichte meerjarige aanpak B.Slim beweeg meer eet gezond wil overgewicht bij kinderen van 0-12 jaar met een lage SES en/of van allochtone afkomst voorkomen, vroegtijdig opsporen en terugdringen. Met behulp van sleutelfiguren uit de wijk en een activiteitenplan op maat wordt zoveel mogelijk aangesloten bij de belevingswereld, wensen en behoeften van de doelgroep en bij bestaande initiatieven in de wijk.

Kinderen van 0-12 jaar met een lage SES en/of van allochtone afkomst en hun ouders/verzorgers.

Het aantal kinderen tussen 0 en 19 jaar met overgewicht neemt met 5% af in de wijken van Amersfoort in de periode 2010-2014.

Eerste stap in het project is de raadpleging van sleutelfiguren uit de wijk. Dit gebeurt aan de hand van focusgroepsgesprekken. Als tweede stap wordt, op basis van de input van sleutelfiguren, per wijk een activiteitenplan op maat gemaakt. Bij de keuze van de interventies wordt dus zoveel mogelijk aangesloten bij de belevingswereld, de wensen en behoeften van de doelgroep en bij bestaande initiatieven in de wijk. Kinderen met overgewicht krijgen het Overbruggingsplan aangeboden. De interventie 'De Gezonde Schoolkantine' wordt ingezet voor VO-leerlingen.

Effectief volgens goede aanwijzingen.

Nederlands Jeugd Instituut (2013)

Weet & Beweeg wil door middel van een gezond voedings- en bewegingspatroon een afname van BMI bij kinderen van 6-18 jaar met overgewicht/obesitas bewerkstelligen. Het is een ambulante, multidisciplinaire groepsbehandeling, bestaande uit 12 cursusbijeenkomsten en beweegsessies voor kinderen en 9 ouderbijeenkomsten.

Kinderen en jongeren van 6- tot 18 jaar met overgewicht en (morbide) obesitas.

Afname van het BMI van kinderen en jongeren van 6-18 jaar bewerkstelligen en deze doelgroep een betere kwaliteit van leven te laten ervaren.

Weet & Beweeg maakt gebruik van groepsbehandelingen, bestaande uit 12 cursusbijeenkomsten en beweegsessies voor kinderen en parallel 9 ouderbijeenkomsten. Daarnaast worden er enkele beweegactiviteiten (zwemmen, kanovaren) voor het gezin georganiseerd en vindt er een gezinsgesprek plaats. Een half jaar na de afsluitende bijeenkomst wordt er een boostersessie gehouden voor alle deelnemers.

Effectief volgens goede aanwijzingen, goed onderbouwd.

Page 9: Kids & Lifestyle: Kinderen in ‘’beweging’’€¦ · Jeugd Instituut (2012) Smaaklessen wil leerlingen van 4-12 jaar in het basisonderwijs interesseren voor voeding zodat zij

9

Nederlands Jeugd Instituut (2012)

Smaaklessen wil leerlingen van 4-12 jaar in het basisonderwijs interesseren voor voeding zodat zij later bewuste en gezonde keuzes kunnen maken. Het lesprogramma bestaat uit acht tot tien lessen per twee jaargroepen die zijn opgebouwd rondom drie pijlers: smaak, voeding en gezondheid en voedselkwaliteit.

De doelgroep bestaat uit 4-12 jarige basisschoolleerlingen.

Leerlingen van 4-12 jaar op de basisschool interesseren voor voeding en voedsel via de ingang smaak, zodat zij later bewuste en gezonde keuzes kunnen maken.

Het programma Smaaklessen bestaat uit een lesprogramma voor het basisonderwijs met acht tot tien lessen per twee jaargroepen. Deze zijn opgebouwd uit de volgende drie onderwerpen:

- Smaak

- Voeding en gezondheid

- voedselkwaliteit

Goed onderbouwd.

Nederlands Jeugd Instituut (2014)

RealFit wil door middel van verschillende soorten bijeenkomsten (zie methode) ervoor zorgen om het te hoge BMI van jongeren tussen 13 en 18 jaar af te laten nemen, of te stabiliseren.

Jongeren tussen 13 en 18 jaar met een te hoge BMI.

Gewichtsstabilisatie of -afname te bereiken bij jongeren tussen 13 en 18 jaar met een te hoge Body Mass Index.

RealFit bestaat uit een intake, 13 beweeglessen (60 minuten), 3 voedingslessen (60 minuten) en 4 individuele consulten (20 minuten) met een diëtiste en een psychologieprogramma van 10 lessen van 60 minuten. De ouderparticipatie omvat 3 bijeenkomsten van ieder 2 uur.

Effectief volgens goede aanwijzingen.

Nederlands Jeugd Instituut (2010)

VETisnietVET gaat in op de energiebalans, het voedingsgedrag en het beweeggedrag van brugklassers. Binnen deze modules wordt de doelgroep op een actieve manier betrokken en kan er een specifiek advies worden gegeven.

Jongeren in de brugklas van het voortgezet onderwijs (12-13 jaar) van zowel VMBO, HAVO, atheneum als gymnasium

Het voedings-, beweeg- en sedentair gedrag bij jongeren verbeteren en op die manier overmatige gewichtstoename te voorkomen.

De 8 modules van de interventie gaan in op de energiebalans, voedingsgedrag, bewegen en sedentair gedrag. In iedere module worden een aantal vragen gesteld aan de leerling en het programma geeft vervolgens een advies-op-maat. De modules staan op zichzelf, waardoor de docent hiervoor geen verdere lesactiviteiten, inspanningen of vaardigheden nodig heeft. Door verschillende methodieken te gebruiken zijn de belangrijke determinanten voor ieder gedrag in de interventie bevraagd en is hierop specifiek advies gegeven.

Goed onderbouwd.

Nederlands Jeugd Instituut (2011)

Cursus Evenwicht richt zich op kinderen tussen de 9 en 12 jaar met overgewicht of obesitas en (één van) hun ouders. In 13 bijeenkomsten wordt het voedingsgedrag (minder gesuikerde drankjes en gezondere tussendoortjes) en het beweeggedrag (meer actief bewegen en minder inactiviteit) van de kinderen aangepakt met als uiteindelijk doel gewichtsstabilisatie of afname.

Kinderen tussen de 9 en 12 jaar met overgewicht of obesitas en (één van) hun ouders.

Gewichtsstabilisatie of -afname bij de deelnemende kinderen tussen 9 en 12 jaar bereiken.

De cursus Evenwicht bestaat uit 13 bijeenkomsten van 1,5 uur en duurt ongeveer 7 maanden, waarbij de eerste 10 bijeenkomsten wekelijks worden gegeven en de laatste 3 bijeenkomsten 'terugkombijeenkomsten' zijn met een tussenperiode van 6 tot 8 weken.

Goed onderbouwd.

Page 10: Kids & Lifestyle: Kinderen in ‘’beweging’’€¦ · Jeugd Instituut (2012) Smaaklessen wil leerlingen van 4-12 jaar in het basisonderwijs interesseren voor voeding zodat zij

10

Nederlands Jeugd Instituut (2009)

Bewegen valt goed! stimuleert bewegen bij de doelgroep door sociale en culturele barrières weg te namen, de doelgroep het bewegen te laten ervaren (eigen effectiviteit stimuleren) in combinatie met voorlichting.

Niet-westerse zelfstandig-wonende allochtonen 45+’ers.

Het doel van Bewegen valt goed! is het stimuleren van bewegen (in beweging krijgen en houden) en het verminderen van valongevallen bij niet-westerse allochtonen.

Het uitvoeren van Bewegen valt goed! gebeurt met de groep en duurt totaal 8 maanden. (Afgestemd met de ramadan en vakantiemaanden) Deze fase bestaat uit: - Opzetten en uitvoeren van focusgroepsgesprekken - Interventiebijeenkomsten, opgezet naar aanleiding van de resultaten van de focusgroepsgesprekken. De wekelijkse bijeenkomst duurt 1 tot anderhalf uur. - Evalueren - Structurele inbedding

Goed onderbouwde interventie met positief resultaat.

Kroeze, W. & Raat, H. (2008)

Het programma Real Victory is opgebouwd uit vier zogenaamde pijlers die gebaseerd zijn op de

verschillende componenten die gerelateerd zijn aan een gezonde leefstijl, te weten: bewegen, voeding, psychologie, bewegen en fun.

Real Victory is bedoeld voor jongeren van 11-17 jaar met overgewicht en hun ouders die op

zoek zijn naar een positieve en plezierige stimulans om het overgewicht aan te pakken.

De deelnemers een actieve en gezonde levensstijl aanleren

en laten behouden’. Het opbouwen van zelfvertrouwen, een positief zelfbeeld en tips en

adviezen om een gezonde levensstijl thuis te behouden komen tijdens Real Victory ruimschoots

aan bod.

Real Victory heeft verschillende kampen opgezet waarin de deelnemers allemaal individuele begeleiding hebben gekregen op het gebied van beweging, voeding, psychologie en het hebben van plezier bij het hebben van een gezonde leefstijl.

Het resultaat is gebaseerd op de gegevens van de deelnemers in vergelijking met de literatuur. Geen 0-/ en eindmeting dus. Een beetje een vage interventie.

Uit bovenstaande interventies is ervoor gekozen om aan de hand van het weet en beweeg programma een interventie te ontwikkelen. Hiervoor is gekozen omdat dit de juiste doelgroep omvat en bij benadering het meest geschikt is voor deze doelgroep. Deze interventie bestaat, zoals ook terug te lezen is in de tabel, uit twaalf cursusbijeenkomsten en beweegsessies voor kinderen en parallel negen ouderbijeenkomsten. Daarnaast worden er ook enkele beweegactiviteiten voor het gezin georganiseerd. Het is belangrijk om het gezin hierbij te betrekken omdat dit steun en een goed voorbeeld biedt voor de kinderen. Daarnaast vindt er een gezinsgesprek plaats en wordt er een half jaar na de afsluitende bijeenkomst een boostersessie gehouden voor alle deelnemers.

Page 11: Kids & Lifestyle: Kinderen in ‘’beweging’’€¦ · Jeugd Instituut (2012) Smaaklessen wil leerlingen van 4-12 jaar in het basisonderwijs interesseren voor voeding zodat zij

11

3.1 Onderbouwing interventiestrategie

Het hoofddoel van deze interventie is gericht op het verkrijgen van een positieve attitude en

eigen effectiviteit ten aanzien van gezond bewegen en gezonde voeding. De interventie is

gebaseerd op het weet en beweeg programma. Het doel van dit programma is het

bevorderen van gewenst gedrag. Dit sluit aan bij het doel van deze interventie en daarom is

het aannemelijk dat deze interventiemethode geschikt is om de gestelde doelen (zie bijlage

D) te realiseren.

Ten tweede blijkt uit onderzoek van het Nederlands Jeugd Instituut dat de gebruikte

methode bewezen effectief is en goed onderbouwd (Weet en Beweeg, z.d.) bij kinderen in de

leeftijd van 6-18 jaar met overgewicht of obesitas.

In mei 2011 is onderzoek gedaan naar de effecten van Weet & Beweeg gepubliceerd. Het

ging om een RCT (gerandomiseerd onderzoek met controlegroep) met een nameting één

jaar na het beëindigen van de behandeling. De interventiegroep bestond uit 32 jongeren en

de controlegroep, die bestond uit 35 jongeren, die care as usual kregen.

Er werd een middelgroot effect gevonden op het gebied van BMI-afname dat stand hield tot

om en nabij één jaar na afloop van de interventie (Weet en Beweeg, z.d.). Ook gaven de

deelnemers aan dat zij een verhoogde kwaliteit van leven ervoeren. De interventiegroep

bleek significant minder te eten onder invloed van ‘externe prikkels’; daarnaast bleek er een

significant verschil te zijn in afname van lichamelijke inactiviteit wanneer dit vergeleken wordt

met de controlegroep (Weet en Beweeg, z.d.).

De doelgroep waarvoor interventie, zoals die in bijlage D is omschreven, is opgesteld valt

precies binnen deze doelgroep. Daarom kan worden verwacht dat de ontworpen evaluatie

effectief kan zijn voor de doelgroep.

Page 12: Kids & Lifestyle: Kinderen in ‘’beweging’’€¦ · Jeugd Instituut (2012) Smaaklessen wil leerlingen van 4-12 jaar in het basisonderwijs interesseren voor voeding zodat zij

12

3.2 Duur, intensiteit en timing

Duur Wegens het feit dat gedrag dat minimaal 6 maanden moet wordt aangehouden voor er van gedragsverandering gesproken wordt, zal deze interventie circa 8 maanden duren. (Brug, 2000) Hierbij zullen de eerste twee maanden gebruikt worden om de kinderen van hun huidige fase naar de actiefase te helpen. De zes maanden hierna zal worden gewerkt aan het behouden van het gezonde gedrag. Intensiteit Voor de deelnemende kinderen zal wekelijks een bijeenkomst worden gepland, bestaande uit cursusbijeenkomsten en beweegsessies. Er is gekozen voor deze intensiteit omdat dagelijkse bijeenkomsten te veel druk op de kinderen zou leggen. Ze krijgen dan ontzettend veel informatie en er is dan een vergrote kans dat zij de belangrijkste informatie er niet uit kunnen filteren. Maandelijkse bijeenkomsten zouden er voor zorgen dat de kinderen niet direct actief aan de slag gaan met de theorie die wordt behandeld in de bijeenkomsten. Timing Deze interventie sluit goed aan bij de timing de leeftijd en ontwikkelingsfase van de doelgroep. Als kinderen op jonge leeftijd al een gezonde leefstijl aannemen, dan is de kans op overgewicht op latere leeftijd verkleint. (Langley-Evans, 2009) Echter heeft een groot deel van de doelgroep al te kampen met overgewicht (zie bijlage C). Voor deze kinderen is het juist belangrijk om deel te nemen aan de interventie om de problemen die overgewicht met zich mee kan brengen te voorkomen. (Nationaal Kompas, 2003)

3.3 Afstemming op de doelgroep

Bij het ontwikkelen van de interventie heeft de doelgroep op geen enkele wijze inspraak gehad. De doelgroep is te jong om weloverwogen besluiten te nemen en daarom is hun mening wat betreft het ontwikkelen van de interventie niet meegenomen. Wel heeft de doelgroep hun wensen kenbaar kunnen maken in de vorm van enquête. Hier en daar is aan hun wensen tegemoet gekomen. Wanneer er wordt gekeken of de inhoud van de interventie aansluit op de kennis, opvattingen, gebruiken, rollen en mogelijkheden van de doelgroep kan geconcludeerd worden dat dit inderdaad het geval is. Hoewel er ongetwijfeld kinderen en/of ouders meer kennis bezitten over de onderwerpen die aan bod komen gedurende de interventie en/of andere opvattingen hebben over het veranderen van gedrag sluit deze interventie bovengemiddeld aan bij de cultuur van de doelgroep. Door de kinderen en ouders die op een andere wijze denken over het veranderen van gedrag goed te informeren over de feiten en mogelijkheden van gedrag (kennis) en dit ook te laten ervaren, dienen ook deze personen mee te gaan in de interventie.

Page 13: Kids & Lifestyle: Kinderen in ‘’beweging’’€¦ · Jeugd Instituut (2012) Smaaklessen wil leerlingen van 4-12 jaar in het basisonderwijs interesseren voor voeding zodat zij

13

3.4 Haalbaarheid in de praktijk

Afstemming op intermediaire doelgroepen

Om de interventie daadwerkelijk uit te voeren zijn er intermediairs nodig: zij die de interventie gaan implementeren. De trainsters van turnvereniging VVW zal de ontwikkelde interventie in ontvangst nemen en hiermee aan de slag gaan. Voorafgaand aan het project zijn zij op de hoogte gebracht van verschillende aspecten: - De plan van aanpak die ervoor zal zorgen dat de interventie de meest positieve

resultaten resulteert. - De verwachtingen die aan hen worden gesteld: Hoe moeten zij de bijeenkomsten

voorbereiden, waar moeten zij de focus op leggen, welke methode zal binnen de bijeenkomsten worden gebruikt etc. Hiervoor is voorafgaand aan de implementatie een bespreking geweest waarbij de intermediairs onduidelijkheden voor konden leggen en indien nodig nog vragen gesteld konden worden. Ook is in deze bespreking de exacte uitvoering van de implementatie aan bod gekomen.

De intermediairs zijn bij de ontwikkeling van de implementatie zo veel mogelijk betrokken om de implementatie zo vlekkeloos te laten verlopen. Zij konden ook hen verwachtingen, wensen en behoeften aangeven. Door dit vooraf goed te bespreken was er nog ruimte om ook ideeën van hen kant te verwerken binnen de interventie. Wegens de soepel verlopende communicatie en de ruimte die is gegeven om ook de wensen, behoeften en ideeën van de intermediairs te verwerken past deze interventie goed binnen de werkwijzen die worden aangehouden binnen de vereniging. Het is echter niet gebruikelijk om de ouders te betrekken, maar de vereniging heeft aangegeven hiervoor open te staan en verwacht ook een positief effect. De trainsters hebben een band met de ouders opgebouwd en verwachten geen problemen of tegenvallende resultaten. Zij verwachten dat de ouders van de deelnemers instemmen met betrekking.

Kenmerken van de implementeerbaarheid van de interventies

Deze interventie brengt verschillende voordelen met zich mee, zowel voor de deelnemers als de intermediairs en de vereniging. Zo gaat de kwaliteit van de vereniging omhoog, omdat ze zicht naast georganiseerde bewegingslessen nu ook gaan richten op bewegen buiten de vereniging en de voeding van de leden. Omdat weinig verenigingen ingaan op de dagelijkse situatie van de leden, kan turnvereniging VVW zich hierin uitzonderen. Als zij ervoor kiezen om hiervoor reclame te maken (informatie op de site, een stukje plaatsen in het wekelijkse dorpskrantje etc.) zullen zij ook meer naamsbekendheid krijgen, wat op zijn tijd weer leidt tot meer leden. Buiten het feit dat de vereniging zich uitzondert, bouwen zij ook een persoonlijke band op met zowel de ouders van de leden als de leden zelf. Wegens de band die opgebouwd wordt zullen leden ook langer lid blijven, en zich ook echt verbonden voelen met de vereniging. Het voordeel voor de leden is dat zij niet alleen begeleidt worden tijdens de georganiseerde bewegingsactiviteit, maar dat zij de mogelijkheid krijgen om ook begeleiding te krijgen op de weg naar een gezondere leefstijl. Deze interventie is direct inpasbaar binnen de lessen. Er zijn in veel lessen namelijk een aantal minuten vrij gemaakt om aan de deelnemers te vertellen welke opdrachten zij thuis kunnen doen. Dit kunnen oefeningen zijn om de technieken te verbeteren, maar ook bijvoorbeeld voor krachttoename. In deze minuten kan de interventie al voor een deel plaatsvinden: er kan uitgelegd worden waar zij thuis op moeten letten, er kan kennis worden overgebracht, er kan een huiswerkopdracht worden gegeven etc. Voor de daadwerkelijke bijeenkomsten zal wel tijd moeten worden vrijgemaakt. Er is overleg geweest tussen het bestuur en de intermediairs (de trainsters) voor de mogelijkheden voor het inroosteren van deze bijeenkomsten, en al snel is gebleken dat hier geld en ruimte voor is.

Page 14: Kids & Lifestyle: Kinderen in ‘’beweging’’€¦ · Jeugd Instituut (2012) Smaaklessen wil leerlingen van 4-12 jaar in het basisonderwijs interesseren voor voeding zodat zij

14

Het team dat binnen de vereniging actief is bestaat uit trainsters die afgestudeerd zijn op HBO-/ of WO-niveau. Deze intermediairs beschikken over kennis over bewegen, voornamelijk op gebied van de eigen sport. (De trainsters van de turnsport zullen meer verstand hebben dan de dansdocenten.) Wegens het feit dat alle train(st)ers hoog zijn opgeleid, worden er geen problemen verwacht over de vereiste vaardigheden die zij moeten beschikken om de interventie te implementeren. Echter zullen er voorafgaand aan de uitvoering bijeenkomsten worden georganiseerd om het project toe te lichten, waarbij de intermediairs klaar worden gemaakt voor de implementatie. Tijdens deze bijeenkomsten wordt er procedurele helderheid geschept bij de betrokkenen. Denk hierbij aan het bespreken van interventie, de verwachtingen van zowel de intermediairs als de ontwikkelaars van de interventie worden uitgesproken en de bijeenkomsten die worden georganiseerd voor de doelgroep en ouders worden uitgebreid besproken. In deze bijeenkomst kunnen afspraken tussen de ontwikkelaars en de intermediairs worden gemaakt betreft samenwerking en begeleiding. De bijeenkomsten zijn ontworpen door de ontwikkelaars van de interventie. Zij beschikken over de juiste kennis, weten welke methode past bij iedere determinant en hebben onderzoek gedaan naar de meest effectieve strategieën. De intermediairs worden dus ook geacht de bijeenkomsten uit te voeren zoals beschreven. (Zie bijlage D) Echter zijn zij wel vrij in het bepalen van de volgorde van de bijeenkomsten. Wegens het feit dat het geen opbouwende bijeenkomsten zijn, kan speels worden omgegaan met de volgorde. Door de intermediairs dit zelf te laten bepalen zullen zij zich ook meer betrokken voelen bij het project. Wel wordt van hen verwacht dat zij de volledige interventie zullen uitvoeren. Zij hebben akkoord gegeven voorafgaand aan de implementatie, op het moment dat zij op de hoogte waren van alles wat erbij komt kijken. Als de interventie niet volledig zal worden afgemaakt kunnen er geen conclusies getrokken worden en kan de interventie niet bestempeld worden als effectief of niet-effectief. Tijdens de implementatie zal niet direct resultaat van de interventie zichtbaar zijn. Tijdens deze interventie wordt namelijk gewerkt aan gedragsverandering, en dit kent een lange procedure. (Brug, Assema, & Lechner 2010) De kennis zal per bijeenkomst toenemen, maar deze kennis zal eerst nog omgezet moeten worden in gedragsverandering. Het meten van gedrag is niet eenvoudig, maar er zal aan de hand van een enquête gemeten worden of de attitude ten aanzien van bewegen en gezonde voeding en/of de eigen effectiviteit positief veranderd is. Samenhang tussen interventie en activiteiten Aan de hand van het deskresearch (zie bijlage A) zijn diverse methoden toegepast binnen de interventie. Per determinant is gekeken naar de meest effectieve manier van aanpak om deze gedragsdeterminant positief te beïnvloeden. Omdat niet bij iedere determinant dezelfde methoden en strategieën worden aangehouden voor een gewenst effect is er gekozen voor verschillende vormen. Wegens de verschillende plannen van aanpak zullen er ook gedifferentieerd worden in middelen. Zie hoofdstuk 2 voor een overzicht van de methoden en strategieën, en de middelen die hierbij worden gebruikt.

Page 15: Kids & Lifestyle: Kinderen in ‘’beweging’’€¦ · Jeugd Instituut (2012) Smaaklessen wil leerlingen van 4-12 jaar in het basisonderwijs interesseren voor voeding zodat zij

15

4. Evaluatie

In dit hoofdstuk wordt de interventie geëvalueerd op zowel proces als effect.

4.1 Procesevaluatie

Geeft de procesevaluatie inzicht in de mate waarin de activiteiten zijn uitgevoerd volgens plan? De contactpersoon van VVW Wervershoof is de voorzitter: Niels Kreuk. Met deze contactpersoon werden de afspraken ingepland omtrent het opstellen van de interventie en de daarbij behorende doelen. De contactpersoon bij turnvereniging VVW Wervershoof, plande de afspraken ook in bij de intermediairs, zodat zij ook direct werden betrokken bij het ontwikkelen van de interventie. Voorafgaand aan de implementatie zijn vijf momenten geweest waarop de interventie werd doorgesproken en waarbij de intermediairs hun wensen, behoefden en doelen konden delen, zodat deze konden worden opgenomen in de interventie/-bijeenkomsten. De bijeenkomsten worden door de intermediairs zelf gegeven, waarna ze door collega’s of door de interventie ontwikkelaars feedback krijgen welke zij in de toekomst kunnen toepassen. Geeft de procesevaluatie inzicht in het bereik van de interventie (welke mensen zijn bereikt, hoe representatief zijn die, wie haakte af en waarom)? Bij turnverenging VVW bij de 27 kinderen die streetdancelessen volgen in de leeftijd van tien tot dertien jaar heeft meer dan de helft overgewicht. Doormiddel van enquêtes zijn de kinderen benaderd. Uiteindelijk hebben er achttien kinderen deelgenomen aan de interventie, alle kinderen met een te hoog BMI namen deel aan de interventie. De kinderen die meededen aan de interventie hadden allemaal een erg goede band met de trainster en waren enthousiast over het beweegprogramma. De kinderen gaven aan dat ze het konden waarderen dat er een beweegprogramma speciaal voor hun was gemaakt. Alle kinderen konden op hun eigen intensiteit mee doen en per individu was er genoeg uitdaging om het gehele programma vol te houden. De kinderen die niet mee konden doen aan de interventie konden niet vaak aanwezig zijn, de meeste omdat ze een andere sport hadden gekozen. Als de kinderen dan ook maar sporadisch aan het beweegprogramma zouden mee doen zou dit niet bevorderlijk zijn voor de interventie. Het werd dan ook wel afgeraden om aan de interventie mee te doen als er niet volledige inzet of beschikbaarheid was.

Geeft de procesevaluatie inzicht in de mate waarin voorwaardenscheppende doelen zijn gerealiseerd? Vooraf is er vastgesteld, samen met de intermediairs, dat er achttien kinderen aan de interventie moesten mee doen. Hiervan moesten er tien kinderen met een te hoog BMI aanwezig zijn. Achteraf bleek dat alle dertien de kinderen met een te hoog BMI mee deden met de interventie. Voor de interventie was dit alleen maar een voordeel, omdat de interventie juist gericht was op kinderen met een te hoog BMI. Hierdoor kon er meer aandacht besteed worden aan de kinderen die moesten afvallen, dit resulteerde in een specifiekere benadering van de kinderen vanuit de trainers. Door de turnvereniging werd er veel ruimte gecreëerd om de interventie op een zo goed mogelijke wijze te laten plaats vinden. Dit was alleen maar bevorderen voor de interventie want zo konden alle voorwaardenscheppende doelen worden gerealiseerd.

Page 16: Kids & Lifestyle: Kinderen in ‘’beweging’’€¦ · Jeugd Instituut (2012) Smaaklessen wil leerlingen van 4-12 jaar in het basisonderwijs interesseren voor voeding zodat zij

16

Geeft de procesevaluatie inzicht in eventuele onvoorziene omstandigheden en neveneffecten? Er is geen rekening vooraf gehouden met de beginsituatie van de kinderen, er zijn namelijk geen conditietesten afgenomen. Meestal hebben de kinderen met een te hoog BMI een mindere conditie, zijn sneller vermoeid en zitten er meestal mentaal sneller doorheen. Sommige kinderen kwamen hierdoor achter te liggen op het beweegschema wat was voorgeschreven. Dit was uiteindelijk geen probleem en was hier de ruimte voor. Alleen konden de kinderen daardoor niet met ze alle dezelfde activiteiten doen. Geeft de procesevaluatie zicht op succes- en faalfactoren? Het proces geeft zicht op succesfactoren. Intermediairs woonden allemaal de bijeenkomsten bij over het ontwikkelen van de interventie en hebben zich ingezet om een goede interventie op te zetten met persoonlijke wensen, behoeften en doelen waaraan zij willen werken. Aannemend dat de intermediairs zich in blijven zetten is er zicht op het feit dat de interventie zijn vruchten afwerpt en de kinderen van tien tot dertien jaar door middel van de interventie zullen afvallen. Waren er nog punten die invloed konden hebben op de resultaten? Er zijn een aantal punten die van invloed kunnen zijn op het resultaat van de interventie. Als ouders en kinderen niet naar de interventiebijeenkomsten komen, is er kans dat zij essentiële informatie missen en dus niet een volledig beeld krijgen van de bedoeling van de interventie. Daarnaast is er geen rekening gehouden met de beginsituatie van de kinderen op conditioneel niveau, deze is wellicht overschat, waardoor zij wellicht niet het beoogde eindresultaat behalen.

4.2 Effectevaluatie

Naast de procesevaluatie is ook de effectevaluatie van zeer groot belang. Hieruit komt naar

voren wat precies het effect van de interventie is geweest en of de resultaten ook

daadwerkelijk door de interventie zelf bewerkstelligt zijn. Door middel van onderstaande

vragen en beschouwingen moet blijken in welke mate de interventie het gewenste effect

heeft bereikt. Deze vragen zullen worden gesteld voor zowel de effecten bij kinderen

alsmede de ouders.

Zijn de gestelde interventiedoelen behaald?

De interventie houdt voor zowel de kinderen als de ouders in dat er veertien bijeenkomsten

doorlopen moet worden om de interventie succesvol af te ronden. Per bijeenkomst is een

doelstelling opgesteld en een aanpak om die doelstelling te halen. Daarnaast is er een

algehele hoofddoelstelling opgesteld. Indien alle doelstellingen zijn gehaald kan de

interventie als succesvol worden bestempeld.

Op het moment van schrijven moet de interventie nog worden uitgevoerd, hierdoor zijn er

nog geen resultaten beschikbaar om te evalueren.

Page 17: Kids & Lifestyle: Kinderen in ‘’beweging’’€¦ · Jeugd Instituut (2012) Smaaklessen wil leerlingen van 4-12 jaar in het basisonderwijs interesseren voor voeding zodat zij

17

Zijn de geconstateerde effecten daadwerkelijk het resultaat van de uitgevoerde

interventie?

Om te bepalen of de interventieresultaten ook daadwerkelijk het resultaat zijn van de

uitgevoerde interventie moet blijken door middel van een korte evaluatie. Tijdens het in kaart

brengen van de beginsituatie zijn er enquêtes ingevuld door de deelnemers van de

interventie. Wanneer de resultaten hiervan vergeleken worden met de eindresultaten en er

zijn variabelen veranderd die niet teweeg konden worden gebracht door de interventie is er

mogelijk sprake van dat de resultaten beïnvloedt zijn door externe factoren. Indien dit niet, of

niet in voldoende mate, het geval is kunnen de resultaten volledig op het conto van de

interventie worden geschreven.

Ook hier geldt dat op het moment van schrijven de interventie nog moet worden uitgevoerd

en er zodoende geen resultaten beschikbaar zijn om te evalueren.

Boostersessie

De veertiende en laatste bijeenkomst bestaat uit een boostersessie. Hieronder worden de

kinderen nogmaals gemeten en wordt er gekeken of de deelnemers het gewenste gedrag

zelfstandig hebben kunnen volhouden. Hieruit kunnen vervolgens weer uitspraken worden

gedaan of de resultaten aan de interventie toegeschreven kunnen worden.

Voorbeeld: Twee deelnemers worden uit de groep genomen. Eén van de deelnemers heeft

het gewenste gedrag goed kunnen volhouden en de resultaten zijn ook positief terwijl de

andere deelnemers het gewenste gedrag niet heeft kunnen volhouden, maar de resultaten

wél goed zijn dan kunnen er vraagtekens worden gezet bij de effectiviteit van de interventie.

Anderzijds, als bij de tweede deelnemer de resultaten negatief zijn, en dit ook het geval is bij

meerdere deelnemers, dan kan vrijwel zeker geconcludeerd worden dat de interventie effect

heeft.

Betrouwbaarheid en validiteit

De betrouwbaarheid en validiteit is op verschillende manier in het oog gehouden. De

beginsituatie is in kaart gebracht door middel van desk research en het afnemen van een

enquête. Hierin is in begrijpbare taal, een gericht aantal vragen gesteld. Op deze manier is er

gemeten wat men wilde weten en kan er met zekerheid worden gezegd dat de resultaten

hieruit betrouwbaar zijn omdat er vooraf getoetst is of de kinderen de vragen begrepen.

Voor het meten van de resultaten is gebruik gemaakt van BMI. Hoewel BMI slechts een ruwe

schatting geeft van de gezondheid is deze methode het best toepasbaar op grotere groepen

(BMI, z.d.) zoals het geval is bij deze interventie. Daarnaast is er rekening mee gehouden

dat het een BMI betreft voor kinderen en hiervoor een andere formule nodig is.

Als derde en laatste punt: de onderzoeksgroep. De onderzoeksgroep bestaat uit kinderen

(en ouders) van verschillende nationaliteiten, sociaaleconomische statussen en culturen. Het

enige dat men verbindt is dat de kinderen in dezelfde leeftijdsgroep zitten en op de

gymvereniging zitten. Hierdoor is de doelgroep heel divers en kan de interventie, indien

effectief, toegepast worden binnen meerdere lagen in de bevolking.

Page 18: Kids & Lifestyle: Kinderen in ‘’beweging’’€¦ · Jeugd Instituut (2012) Smaaklessen wil leerlingen van 4-12 jaar in het basisonderwijs interesseren voor voeding zodat zij

18

5. Implementatieplan Het implementatieplan wat in dit hoofdstuk opgesteld is, is voor de intermediairs van de turnvereniging VVW te Wervershoof gemaakt.

5.1 Implementatie strategie

Het implementatieplan is bij kinderen die streetdancelessen volgen in de leeftijd van tien tot dertien jaar uitgevoerd. Meer dan de helft van de kinderen die aan deze lessen deelnemen hebben een te hoog BMI, hierdoor is er een andere strategie nodig voor een implementatieplan. Er is eerst met de trainers en begeleiders overlegt over een nieuw beweegprogramma, tijdens dit overleg is er gevraagd wat de wensen en behoefte van de vereniging is ten opzichte een nieuw programma. Daarnaast moesten niet alleen de trainers en begeleiders worden ingelicht maar ook de intermediairs, van turnvereniging VVW, over hoe zij de interventie, namelijk het beweegprogramma, het beste kunnen uitvoeren. Er is gekozen om een beweegprogramma te maken met een niet al te hoge intensiteit waardoor alle kinderen met een te hoog BMI wel mee kunnen doen, maar ook dat de kinderen met een goed BMI voldoende uitdaging houden. De trainers en begeleiders krijgen ook voorlichtingslessen zodat ze voldoende kennis hebben, en zodat ze weten op welke wijze er gewerkt moet worden. De intermediairs hebben deze interventie geïmplementeerd. De implementatie bestaat ook uit twee delen, namelijk een voorlichting en uit praktijk lessen. Dit is gedaan om de implementatie op de juiste manier te laten verlopen.

5.1.1 Ruimte voor de intermediairs

Er is voor de intermediairs de nodige ruimte om de interventie aan te passen aan de eigen situatie. Er wordt namelijk gebruik gemaakt van een aantal groepsbehandelingen, die bestaan uit 12 cursusbijeenkomsten en 12 beweegsessies voor de kinderen en parallel 9 ouderbijeenkomsten. Omdat het geen opbouwende bijeenkomsten zijn hebben de intermediairs zelf de mogelijkheid om de volgorde van de bijeenkomsten te bepalen. De doelen per bijeenkomst dienen wel aangehouden te worden. In de inleiding staan deze doelen beschreven. Daarnaast worden deze ook nog behandeld in de uitgewerkte bijeenkomsten, die zijn weergeven in bijlage D. Verder worden er enkele beweegactiviteiten (kanovaren, zwemmen) voor het gezin georganiseerd en gaat er een gezinsgesprek plaats vinden. De intermediairs mogen zelf uit een aantal beweegactiviteiten kiezen die ze het beste liggen en kunnen dan zelf die activiteit vorm geven. In bijlage D: staan alle bijeenkomsten uitgeschreven en wat er gedaan gaat worden. Ook kunnen de intermediairs inhoudelijke aanpassingen maken in het beweegprogramma, dit kan omdat er duidelijke richtlijnen zijn meegegeven waarin beschreven staat wat de intensiteit, herhalingen en rust moeten zijn. De intermediairs hebben de kennis om de beginsituatie van de kinderen in te schatten, aan de hand van de beginsituatie moet het trainingsschema aangepast worden. Maar er is wel duidelijk gemaakt aan de intermediairs dat de doelstellingen die iedere bijeenkomst op zijn gesteld behaald moeten worden. Het is belangrijk om bij de implementatie te blijven evalueren met de intermediairs, er wordt op deze manier een gevoel van ruimte gecreëerd en daardoor is de kans groter dat het implementatieplan kan slagen.

Page 19: Kids & Lifestyle: Kinderen in ‘’beweging’’€¦ · Jeugd Instituut (2012) Smaaklessen wil leerlingen van 4-12 jaar in het basisonderwijs interesseren voor voeding zodat zij

19

5.2 Afstemmen van implementatie-interventies op intermediairs

Er zijn verschillende mogelijkheden om de implementatie te bevorderen. Een van de mogelijkheden is het gebruik van een determinantenanalyse (Brug, Assema, & Lechner 2010).

Kenmerken van de vernieuwing

Er is gekozen om de interventie te implementeren door middel van mutual adaptation, wat inhoudt dat de professional in samenwerking met de intermediairs vorm geeft aan de uiteindelijke interventie, zodat deze aansluiten op de doelen van de organisatie en van de intermediairs.

De intermediairs

Er zijn verschillende intermediairs bij turnvereniging VVW te Wervershoof. De intermediairs zijn de train(st)ers die actief binnen de vereniging. Alle intermediairs zijn enthousiast om mee te werken aan het project en willen snel beginnen met de implementatie van de interventie. Daarbij willen zij graag samenwerken, om een interventie te ontwikkelen die aansluit aan zowel de wensen en behoeften van de turnvereniging als die van de intermediairs en de kinderen. De intermediairs vallen in de groep van late majority, aangezien er nog nooit een interventie is gehouden op de turnvereniging en vernieuwingen eerst worden afgewacht voordat er een concrete beslissing genomen wordt. (Brug, Assema & Lechner, 2010) Met het oog op de interventie willen zij dit graag doen, wat dus aangeeft dat zij klaar zijn om te starten met de interventie en deze ook daadwerkelijk willen gebruiken. De doelen die gesteld zijn ten aanzien van de interventie zijn samen met de intermediairs opgesteld, deze hebben dus vertrouwen in het behalen van de doelen na het uitvoeren van de interventie. Door de interventie te implementeren met de methode van mutual adaptation, vergroot de betrokkenheid van de intermediairs en ontstaat het idee dat zij meewerken aan de interventie en zullen zij dit gaan zien als iets van ‘zichzelf’. Hierdoor zullen zij zich in blijven zetten voor de ontwikkeling en de uitvoering van de interventie determinantenanalyse (Brug, Assema, & Lechner, 2010).

Figuur 1: Analyse van de determinanten

Page 20: Kids & Lifestyle: Kinderen in ‘’beweging’’€¦ · Jeugd Instituut (2012) Smaaklessen wil leerlingen van 4-12 jaar in het basisonderwijs interesseren voor voeding zodat zij

20

Kenmerken organisatie

Bij turnvereniging VVW Wervershoof is iedere week één uur streetdance les van een instructeur of instructrice welke tot de intermediairs behoren. In totaal zijn er vijf intermediairs. Doordat er relatief weinig intermediairs zijn, is het communiceren zeer gemakkelijk en zal de interventie gemakkelijker aangepast kunnen worden aan de wensen en behoeften. Er is geen ruimte om een investering te doen in deze interventie, daarom zal er rekening gehouden worden met het opstellen van de interventie, dat er geen of zo min mogelijk investeringen gedaan hoeven worden om de interventie tot een succes te brengen.

Adoptie strategie

Zoals al eerder is aangegeven, is er gebruik gemaakt van mutual adaptation. Het is belangrijk dat de intermediairs enthousiast en betrokken zijn bij de interventie. Het opstellen van programmadoelen van de interventie en het opstellen van doelen voor de verschillende bijeenkomsten dragen bij aan het vergroten van de betrokkenheid.

Implementatie strategie

Het geven van voorlichtingen over de interventie, het samenwerken met de intermediairs om tot de interventie te komen en het opstellen van bijeenkomstdoelen door de intermediairs draagt bij aan het uitvoeren van de interventie zoals deze is bedoeld. In de eerste week zullen de professionals aanwezig zijn om na afloop feedback te geven, welke door de intermediairs verwerkt kan worden voor de volgende lessen. Tevens zullen de intermediairs veelvuldig onderling feedback geven, zodat zij scherp blijven en zich richten op het kwalitatief goed uitvoeren van de interventie.

Page 21: Kids & Lifestyle: Kinderen in ‘’beweging’’€¦ · Jeugd Instituut (2012) Smaaklessen wil leerlingen van 4-12 jaar in het basisonderwijs interesseren voor voeding zodat zij

21

5.3 Monitoren en genereren van feedback

Voorafgaand aan de start van de interventie is deze, zoals eerder genoemd, met de intermediairs doorgesproken en aangepast aan hun wensen, behoeften en doelen. Tevens zijn de wensen en behoeften van de doelgroep opgenomen in de interventie. Deze wensen zijn opgenomen in de interventie en de doelen, voor het slagen van een bijeenkomst, zijn door intermediairs bedacht en vastgelegd. Naast het opstellen van de doelen is het van belang dat er voldoende geëvalueerd wordt op de bijeenkomsten, door de intermediairs zelf. Het is van belang dat er goede feedback gegeven wordt onderling, zodat de intermediairs scherp blijven en gemotiveerd worden zich in te zetten voor de interventie en op die manier hun persoonlijk opgestelde doelen behalen. Er zijn drie stappen die de implementatiestrategie weergeven. Deze stappen zijn: Adoptiestrategie; De uitleg van de interventie aan de intermediairs, welke voordelen de interventie hangen en hoe zij deze moeten uitvoeren. Implementatiestrategie; Bekijken hoe intermediairs de interventie in de praktijk brengen en waar nodig bijsturen om de interventie in goede banen te leiden, zoals de interventie is bedacht. Continueringstrategie; Door het afnemen van een eindevaluatie kan de interventie aangepast worden aan de wensen van de intermediairs. Vooraf is intensief samen gewerkt waardoor er al veel van de wensen en behoeften verwerkt zijn in de interventie. Na de evaluatie zullen alleen nog kleine aanpassingen gedaan moeten worden. (Brug, Assema, & Lechner 2010) Als eindevaluatie zal er een vragenlijst afgenomen worden bij de intermediairs en de doelgroep, welke dient als feedback voor de interventie. (Zie bijlage E)

Week Datum

0 19-12-‘14

Voorleggen interventie aan intermediairs

- Interventie bespreken - Feedback ontvangen doelgroep - Feedback aanpassen

1 9-1-‘15 Start interventie

2 16-1-‘14 Vergadering intermediairs - Feedback ontvangen intermediairs

- Feedback aanpassen

3 23-1-‘15 Tussentijdse evaluatie doelgroep - Feedback ontvangen doelgroep - Feedback aanpassen

4 30-1-‘15 Vergadering intermediairs - Feedback ontvangen doelgroep - Feedback aanpassen

5 6-2-‘15 Tussentijdse evaluatie doelgroep - Feedback ontvangen doelgroep - Feedback aanpassen

6 30-3-‘15 Eind evaluatie - Feedback ontvangen doelgroep - Feedback aanpassen

Tabel 4.3.1: Planning evaluatie

Page 22: Kids & Lifestyle: Kinderen in ‘’beweging’’€¦ · Jeugd Instituut (2012) Smaaklessen wil leerlingen van 4-12 jaar in het basisonderwijs interesseren voor voeding zodat zij

22

5.4 Inbedden in een bestaande structuur

De interventie is nog niet structureel bij turnvereniging VVW ingebed. De intermediairs zitten in de fase van gebruiken, binnen de organisatie moet de interventie nog worden geëvalueerd. De evaluatie wordt gedaan aan de hand van de eindmeting. De eindmeting wordt na 3 maanden nadat de interventie is gestart afgenomen. Alle andere data voor de komende maanden zijn te vinden in tabel 4.3.1: Planning evaluatie. Turnvereniging VVW is wel actief bezig met het implementeren van de interventie. Worden of zijn er pogingen gedaan om de interventie structureel in te bedden? Er is vanaf het begin gelijk een duidelijk plan opgesteld om bij de turnvereniging VVW de interventie te structureren. De periode die het belangrijkst is de periode aan het einde van het traject. Dan moet namelijk de interventie worden ingebed. Dit wordt gedaan doordat de resultaten, de ervaring en de feedback mede worden meegenomen of de interventie structureel wordt ingebed. Op het moment is overgewicht een groot probleem bij de turnvereniging. De ouders van de kinderen geven voornamelijk aan bij de trainers dat ze het belangrijkst vinden dat hun kinderen weer op normaal gewicht komen. Daarom lijkt het erop dat deze interventie op het juiste tijdstip komt. Zijn deze activiteiten of pogingen ‘zwaar' genoeg (van het juiste hiërarchische niveau) ingezet? De voorzitter van de turnvereniging VVW vind het belangrijk dat het overgewicht wordt tegen gegaan. Hij was daarom ook aanwezig bij de bijeenkomsten die met de intermediairs zijn gehouden. Zo kon hij er op toe zien wat er voor informatie gegeven werd aan de intermediairs. De voorzitter is ook op de hoogte van de inhoud van de interventie. De voorzitter probeert er voor te zorgen dat alle intermediairs de interventie zo goed mogelijk uitvoeren en dat er voldoende feedback wordt gegeven.

Page 23: Kids & Lifestyle: Kinderen in ‘’beweging’’€¦ · Jeugd Instituut (2012) Smaaklessen wil leerlingen van 4-12 jaar in het basisonderwijs interesseren voor voeding zodat zij

23

Literatuur Brug, J., Assema, P., van, Lechner, L. (2000) Gezondheidsvoorlichting en gedragsverandering. Assen: van Gorcum Bulk-Bunschoten AMW, Renders CM, Leerdam FJM van, Hirasing RA. Signaleringsprotocol overgewicht in de Jeugdgezondheidszorg. Utrecht: NJI; 2005. Chorus A, Hildebrandt V.Bewegen in Nederland: de volwassen bevolking. In: Hildebrandt VH, Chorus AMJ, Stubbe JH (Red.). Trendrapport Bewegen en gezondheid 2008/2009. Leiden: TNO, 2010. Elling A.Geen zin in sport. In: Elling A. Kemper F (Red). Het kost veel tijd en je wordt er moe van. Verklaringen voor sportdeelname en inzichten in de leefwereld van niet-sporters. Den Bosch: Mulier Instituut, 2011. Ferreira I, Horst K van der, Wendel-Vos W, Kremers S, Lenthe FJ van, Brug J.Environmental correlates of physical activity in youth - a review and update. Obesity Reviews, 2007; 8(2): 129-54. Langley-Evans, S. (2009) Nutrition, a lifestyle approach. Oxford: Blackwell Publishing. Nationaal Kompas-. (2003) Wat zijn de mogelijke gezondheidsgevolgen van overgewicht? Geraadpleegd op 18-11-2014, van: http://www.nationaalkompas.nl/gezondheidsdeterminanten/persoonsgebonden/overgewicht/wat-zijn-de-mogelijke-gezondheidsgevolgen-van-overgewicht/ Ooijendijk WTM, Hildebrandt VH, Hopman-Rock M.Bewegen in Nederland 2000-2005. In: Hildebrandt VH, Ooijendijk WTM, Hopman-Rock M. (Red.). Trendrapport Bewegen en gezondheid 2004/2005. Hoofddorp/Leiden: TNO, 2007. Sing AS, Mulder C, Twisk JW, Mechelen W van, Chinapaw MJ. Tracking of childhood overweight into adulthood: a systematic review of the literature. Obes Rev. 2008 Sep;9(5):474-88. PON; 2010. Vries SI de, Bakker I, Overbeek K van, Boer ND, Hopman-Rock M.Kinderen in prioriteitswijken: lichamelijke (in)activiteit en overgewicht. Leiden: TNO, 2005. Wendel-Vos, G.C.W. (2013). Wat zijn de redenen om veel, weinig of niet te bewegen? Geraadpleegd op 10-09-2014, http://www.nationaalkompas.nl/gezondheidsdeterminanten/leefstijl/lichamelijke-activiteit/wat-zijn-de-mogelijke-oorzaken-van-onvoldoende-lichamelijke-activiteit/ WHO. Obesity: preventing and managing the global epidemic. Report of a WHO Consultation; 2000. BMI. Geraadpleegd op 1 december 2014. Van, http://www.gezondheidsnet.nl/alles-over-afvallen/bereken-je-bmi Nederlands Jeugd Instituut. Weet en Beweeg. Geraadpleegd op 2 december 2014. Van, http://www.nji.nl/nl/Databanken/Databank-Effectieve-Jeugdinterventies/Erkende-interventies-Weet-en-Beweeg

Page 24: Kids & Lifestyle: Kinderen in ‘’beweging’’€¦ · Jeugd Instituut (2012) Smaaklessen wil leerlingen van 4-12 jaar in het basisonderwijs interesseren voor voeding zodat zij

24

Bijlage A: Desk Research

Obesitas

Obesitas is een ernstige vorm van overgewicht. Obesitas wordt internationaal gedefinieerd als ‘een

chronische aandoening, waarbij sprake is van een abnormale of buitensporige vetstapeling’. De

overmatige vetstapeling in het lichaam vormt een risico voor de gezondheid. In de definitie van

obesitas zijn een drietal belangrijke aspecten opgenomen. Ten eerste wordt obesitas geduid als

aandoening, wat inhoudt dat er medische aandacht op het gebied van preventie, diagnostiek en

behandeling nodig is. Obesitas mag daarom niet slechts als een ongemak beschouwd worden. Ten

tweede wordt obesitas gezien als een chronische aandoening. Chroniciteit impliceert een langdurig

bestaand probleem dat ononderbroken aandacht vraagt. Ten derde wordt de abnormale of

buitensporige vetstapeling genoemd; deze kan tot een gezondheidsprobleem leiden.

Obesitas bij kinderen is een sterke voorspeller van obesitas op volwassen leeftijd. Het is dan ook van

groot belang deze ziekte te voorkomen en te interveniëren in een vroegtijdig stadium van de ziekte.

Preventieve interventies

Er zijn drie soorten interventies, ter preventie en behandeling van overgewicht/obesitas bij kinderen;

elke interventie richt zich op een andere doelgroep. Universele preventie, selectieve preventie en

geïndiceerde preventie.

Geïndiceerde preventie richt zich op kinderen die (nog) niet gediagnosticeerd zijn met obesitas, maar

al wel overgewicht heb- ben. Doel van geïndiceerde preventie is de fitheid te vergroten en daarmee

het ontstaan van ernstig overgewicht, ofwel obesitas, en de daarmee samenhangende

gezondheidsschade te voorkomen. De preventie richt zich op het geven van individuele adviezen

over, en het stimuleren van een gezonde leefstijl.

Prevalentie

Het aantal kinderen met overgewicht in Nederland stijgt. In 1997 was bij 9% van de jongens en 12%

van de meisjes sprake van overgewicht. In 2009 was dit respectievelijk 13% en 15%. Ook het aantal

jongens en meisjes met obesitas is sterk toegenomen. In 1980 had 0,3% van de jongens overgewicht,

in 1997 0,9% en in 2009 1,8%. Bij meisjes is een vergelijkbare stijging te zien: in 1980 0,5%, in 1997

1,6% en in 2009 2,2%.8 Uit zowel nationaal als internationaal onderzoek komen verschillen naar

voren tussen autochtone en allochtone bevolkingsgroepen ten aanzien van prevalentie en

risicofactoren voor het ontstaan van overgewicht en obesitas. Zo is in Nederland de prevalentie van

overgewicht bij Turkse kinderen de afgelopen jaren significant toegenomen. Van de Turkse kinderen

heeft 33% van de jongens en 32% van de meisjes overgewicht; van de Marokkaanse kinderen

respectievelijk 25% en 29%. De verschillen blijken onafhankelijk te zijn van de sociaal-economische

status van het gezin waartoe het kind behoort.

Page 25: Kids & Lifestyle: Kinderen in ‘’beweging’’€¦ · Jeugd Instituut (2012) Smaaklessen wil leerlingen van 4-12 jaar in het basisonderwijs interesseren voor voeding zodat zij

25

Percentage kinderen met overgewicht blijft stijgen

De Vijfde Landelijke Groeistudie van TNO laat zien dat de prevalentie van overgewicht bij kinderen en

jongeren blijft stijgen (zie figuur 1). In 1980 had 6% van de jongens en meisjes van 2 tot 21 jaar overgewicht, in 1997 was dit gestegen naar bijna 11%. In 2010 is gebleken dat 14% van onze jeugd te zwaar is. Daarvan zijn ook steeds meer kinderen en jongeren veel te zwaar (obees). Alhoewel meisjes nog altijd vaker (ernstig) overgewicht hebben dan jongens, wordt dit verschil steeds kleiner (Schönbeck et al., 2012).

Figuur 1: Percentage kinderen en jongeren (2 tot 21 jaar) met overgewicht en ernstig overgewicht in 1980, 1997 en 2010 (Bron: TNO, 2010a).

http://www.nationaalkompas.nl/gezondheidsdeterminanten/persoonsgebonden/overgewicht/trend/

Risicofactoren voor het ontstaan van overgewicht en obesitas

Gewichtstoename ontstaat door een langdurige, veelal subtiele onevenwichtigheid in de

energiebalans. Zo kan overgewicht of obesitas ontstaan door ongezond eten, hoge inname van

suiker- houdende voedingsmiddelen (snoep of frisdrank), hoge vetinname (fastfood) en sedentair

gedrag.

- Verder blijkt uit diverse studies dat kinderen die langdurig beeldschermactiviteiten uitvoeren (met

name televisiekijken) vaker obees zijn.

- Daarnaast is te weinig (intensief) bewegen een onafhankelijke risicofactor voor obesitas. Kinderen

die korter slapen dan het gemiddelde van 11 uur per dag zijn vaker obees, of hebben een hogere

kans om dat te worden als ze het nog niet zijn.

- Diverse andere factoren (genetische, biologische, psychologische, omgevings- en sociaal-

demografische factoren) kunnen ook leiden tot een verstoring in de energiebalans en daarmee is het

ontstaan van overgewicht en obesitas bij veel kinderen multifactorieel bepaald.

- Biologische factoren kunnen het risico op overgewicht bij het kind vergroten. Mogelijke biologische

factoren zijn zwangerschaps- diabetes bij de moeder, een hoog of laag geboortegewicht van het kind

en het niet gekregen hebben van borstvoeding. Ook de ontwikkeling in het lichaamsgewicht in de

eerste levensjaren van een kind heeft invloed op de ontwikkeling van overgewicht later.

- Factoren die zowel eten als bewegen beïnvloeden, hebben vaak hun oorsprong in psychosociale

problemen, variërend van verveling tot somberheid en angst.

- Omgevingsfactoren en individuele gedragsfactoren blijken even- eens belangrijke oorzaken te zijn

van de verstoorde energiebalans.

- Ook de attitude van de sociale omgeving is belangrijk, zoals de attitude van de ouders, bijvoorbeeld

ten aanzien van een gezond gewicht.

Gevolgen van overgewicht/obesitas

Naast een verhoogd cardiovasculair risico hebben kinderen met obesitas een verhoogd risico op het

Page 26: Kids & Lifestyle: Kinderen in ‘’beweging’’€¦ · Jeugd Instituut (2012) Smaaklessen wil leerlingen van 4-12 jaar in het basisonderwijs interesseren voor voeding zodat zij

26

ontwikkelen van diabetes mellitus type 2. Andere bekende gevolgen van obesitas zijn

gewrichtsklachten, astma, leververvetting en chronische ontstekingen. Kinderen kunnen ook

psychologische problemen ervaren, zoals verminderd zelfvertrouwen, angsten, depressie en gepest

worden. Door de lichamelijke en psychologische problemen kan de ervaren kwaliteit van leven van

obese kinderen verminderd zijn.

Attitude bij jongeren bij bewegen De meerderheid (92%) van de Nederlandse jongeren weet dat het nodig is om 30 minuten per dag of meer aan lichaamsbeweging te doen voor een goede gezondheid. (Ooijendijk et al., 2007). Echter ligt het percentage van de Nederlandse jongeren dat voldoende beweegt lager. Het niet voldoende bewegen wordt onderbouwd met verschillende redenen. Circa 27% van de jongeren noemt geen tijd te hebben om niet (of minder dan 30 min per dag) aan lichaamsbeweging te doen. Andere veelgenoemde redenen zijn gezondheidsredenen en de overtuiging dat men al voldoende beweegt. (Beide circa 25%) (Elling, 2011) Sociale invloeden bij jongeren bij bewegen Met name bij jongeren is de sociale omgeving van invloed op het beweeggedrag. Voorbeelden van sociale omgevingsfactoren zijn sociale veiligheid, maar ook het beweeggedrag van leeftijdgenoten. (‘Peers’) en dat van ouders en andere personen met een voorbeeldfunctie. (Ferreira et al., 2007) De sociaal economische status (SES), etnische achtergrond en demografische kenmerken zoals leeftijd en geslacht hangen samen met het beweeggedrag van jongeren. (Wendel-Vos. 2013) Eigen effectiviteit bij jongeren bij bewegen Het geloof in eigen mogelijkheden om het eigen beweeggedrag te veranderen is van hoog belang. De eigen-effectiviteit van de jongeren is van belang bij het wel of niet slagen van een gezond beweeggedrag. Inactieve Nederlandse jongeren hebben een lageren eigen-effectiviteit en vinden het vaan niet prettig om te bewegen. Dit in tegenstelling tot Nederlandse jongeren die een hoge eigen-effectiviteit hebben. Onder hen heeft driekwart een positieve attitude tegenover bewegen (Chorus & Hildebrandt, 2010) en bijna twee-derde vindt het prettig om meer te gaan bewegen. Voor gedragsverandering is het van belang dat iemand zich eerst bewust is van het eigen gedrag en weet wat de risico’s van onvoldoende lichamelijke activiteit zijn. (De Vries et al., 2008)

Page 27: Kids & Lifestyle: Kinderen in ‘’beweging’’€¦ · Jeugd Instituut (2012) Smaaklessen wil leerlingen van 4-12 jaar in het basisonderwijs interesseren voor voeding zodat zij

27

Bijlage B: Enquête + onderbouwing

Hallo!

Deze vragenlijst is bedoeld om meer inzicht te krijgen in jouw leefstijl. Om een goed beeld te krijgen

van jouw situatie is het belangrijk dat je de vragen zelf beantwoordt en dat je dit eerlijk doet. Er zijn

geen goede of foute antwoorden, het gaat erom dat jouw leefstijl zo duidelijk mogelijk beschreven is.

Je hoeft je naam er niet op te schrijven, niemand zal weten wat jij hebt ingevuld. Het invullen van de

vragenlijst neemt ongeveer 5 minuten in beslag.

Alvast bedankt voor het invullen!

Instructies vooraf

Kleur het antwoordvakje van meerkeuzevragen helemaal in.

Het kan zijn dat jij bepaalde vragen mag overslaan. Er staat dan aangegeven naar welke vraag je

moet gaan (voorbeeld: ‘ ga naar vraag 6’).

Kruis bij elke vraag één hokje aan. Als er bij een vraag meer dan één antwoord gegeven mag worden,

staat dit aangegeven.

Als je jouw antwoord wilt veranderen, kruis dan het oude antwoord door en kleur het juiste vakje

helemaal in.

Voorbeeld 1:

Welke voetbalclub speelt in Amsterdam?

o Ajax

Feyenoord

Je hebt ingevuld ‘Feyenoord’.

Voorbeeld 2:

Welke voetbalclub speelt in Amsterdam?

Ajax

X Feyenoord

Je hebt nu ingevuld ‘Ajax’.

Page 28: Kids & Lifestyle: Kinderen in ‘’beweging’’€¦ · Jeugd Instituut (2012) Smaaklessen wil leerlingen van 4-12 jaar in het basisonderwijs interesseren voor voeding zodat zij

28

1. Wat is je geslacht? o Jongen o Meisje

2. Wat is je leeftijd? .......... jaar 3. Hoe lang ben je? (Zonder schoenen) .......... cm 4. Hoe zwaar ben je?(Zonder kleding en schoenen) .......... kg 5. Hoe vaak in de week ga je lopend of op de fiets naar school?

o Nooit o 1 dag in de week o 2 dagen in de week o 3 dagen in de week o 4 dagen in de week o 5 dagen in de week

6. Hoe lang ben je lopend of fietsend per dag onderweg van huis naar school en terug? (Tel de heen en terug bij elkaar op.) …………. Minuten 7. Hoeveel keer per week heb jij op school sportles en/of gymles?

o Nooit o 1 dag in de week o 2 dagen in de week o 3 dagen in de week o 4 dagen in de week o 5 dagen in de week

8. Hoe lang duurt een sportles en/of gymles bij jou op school? ……….. minuten 9. Hoeveel keer per week sport je bij een vereniging?

o Nooit o 1 dag in de week o 2 dagen in de week o 3 dagen in de week o 4 dagen in de week o 5 dagen in de week o 6 dagen in de week o 7 dagen in de week

10. Hoe lang sport je daar gemiddeld per keer? ………….. minuten per keer

Page 29: Kids & Lifestyle: Kinderen in ‘’beweging’’€¦ · Jeugd Instituut (2012) Smaaklessen wil leerlingen van 4-12 jaar in het basisonderwijs interesseren voor voeding zodat zij

29

11. Hoeveel keer per week sport je buiten een vereniging en buiten school? (Denk aan: voetballen, joggen, skeeleren, etc.).

o Nooit o 1 dag in de week o 2 dagen in de week o 3 dagen in de week o 4 dagen in de week o 5 dagen in de week o 6 dagen in de week o 7 dagen in de week

12. Hoe lang per keer sport je gemiddeld genomen buiten een vereniging en buiten school? ……….. minuten per keer 13. Ben je tevreden over hoeveel je sport? (Omcirkel het cijfer dat jouw mening het best ondersteund, waarbij 1 staat voor zeer ontevreden en 5 staat voor zeer tevreden) 1 2 3 4 5 14. Hoe belangrijk vind jij sporten? (Omcirkel het cijfer dat jouw mening het best ondersteund, waarbij 1 staat voor zeer belangrijk en 5 staat voor zeer onbelangrijk) 1 2 3 4 5 15. Wat is voor jou de belangrijkste reden om te sporten? (Je mag meerdere hokjes aankruisen)

o Om gezond te blijven o Om gewicht te verliezen o Omdat ik het gezellig vind o Om bezig te zijn o Omdat ik sporten leuk vind o Anders, namelijk:

………………………………………………………………………………. 16. Hoe vind jij dat een sportles moet duren?

o Minder dan 30 minuten o Tussen de 30 en 60 minuten o Langer dan 60 minuten

15. Vind jij het belangrijk dat je ouders/familie je ondersteunen in het beoefenen van sport?

o Ja o Nee

16. Zou je ook sporten als je vriend/vriendin niet heen zou gaan?

o Ja o Nee

17. Ben jij het komende jaar van plan meer te gaan bewegen dan dat je nu doet?

o Ja o Nee

Page 30: Kids & Lifestyle: Kinderen in ‘’beweging’’€¦ · Jeugd Instituut (2012) Smaaklessen wil leerlingen van 4-12 jaar in het basisonderwijs interesseren voor voeding zodat zij

30

18. De Nederlandse Norm Gezond Bewegen NNGB voor jongeren onder de 18 jaar is: dagelijks minimaal 1 uur matig intensief bewegen. Met ‘matig intensief bewegen’ wordt bedoeld: fietsen, joggen, zwemmen, skeeleren, stevig wandelen, etc. Voldoe jij hieraan?

o Ja o Nee

19. Geef aan in hoeverre je het eens bent met de volgende stelling: Ik vind het heel goed om meer te bewegen dan dat ik nu doe. (1 staat geeft aan dat je het helemaal eens bent, en 5 geeft aan dat het er helemaal mee oneens bent.) 1 2 3 4 5 20. Geef aan in hoeverre je het eens bent met de volgende stelling: Ik denk dat het me gaat lukken om meer te sporten als ik dat zou willen. (1 staat geeft aan dat je het helemaal eens bent, en 5 geeft aan dat het er helemaal mee oneens bent.) 1 2 3 4 5 21. Wat is volgens jou een goede manier om je vriendjes/vriendinnetjes over te halen om ook te gaan sporten? ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

Onderbouwing

De reden waarom juist voor leden van de turnvereniging in de leeftijd van tien tot dertien jaar

is gekozen, is omdat dit een specifieke doelgroep is waar door trainers en trainsters is

opgemerkt dat een groot gedeelte van de groep die aan de streetdancelessen deelnemen

forser is dan gemiddeld en wellicht een ondermaatse leefstijl zouden kunnen hebben. Uit

verdiepend onder is gebleken dat deze hypothese ook terecht bleek. (Zie bijlage C)

Er is juist gekozen voor een enquête omdat de doelgroep op dezelfde wijze benadert kan

worden. Daarnaast was er weinig tijd beschikbaar en nam het afnemen minder tijd in beslag

dan het afnemen van bijvoorbeeld een interview.

De enquête is fysiek afgenomen onder de kinderen voor aanvang van één van de lessen

zodat alle kinderen de enquête in konden vullen. Daarnaast zijn de kinderen nog relatief jong

en konden onduidelijke vragen helder worden gemaakt, waar dit bij een online enquête niet

mogelijk zou zijn geweest.

Betrouwbaarheid

Wanneer de enquête opnieuw zou worden uitgevoerd is het aannemelijk om te verwachten

dat de uitkomsten vrijwel hetzelfde zullen zijn. Echter, de uitkomsten zijn afhankelijk van de

kinderen die op dat moment de lessen volgen. Volgend jaar zou het gehalte van kinderen

met overgewicht zomaar compleet anders kunnen zijn.

Page 31: Kids & Lifestyle: Kinderen in ‘’beweging’’€¦ · Jeugd Instituut (2012) Smaaklessen wil leerlingen van 4-12 jaar in het basisonderwijs interesseren voor voeding zodat zij

31

De enquête is door de kinderen volledig anoniem ingevuld, waardoor de kans op sociaal

wenselijke antwoorden tot een minimum is gereduceerd. Daarbij is de enquête bij alle

respondenten op precies dezelfde wijze afgenomen en hebben alle beoogde respondenten

de enquête volledig ingevuld.

Aan de andere kant kan het zijn dat kinderen bepaalde vragen niet hebben gesnapt en toch

een antwoord hebben ingevuld. Dit blijft gissen, maar moet wel worden meegenomen in de

afweging of de enquête voldoende betrouwbaar is. Ondanks dit gegeven, en de voordelen

tegen de nadelen hebben afgewogen mag geconcludeerd worden dat de enquête een

betrouwbaar beeld van de realiteit geeft.

Validiteit

Wat betreft de validiteit is er ruimte voor discussie. Achteraf is gebleken dat bepaalde vragen

niet logisch zijn geformuleerd en multi-interpretabel zijn .

Aan de andere kant zijn de vragen die zijn gesteld wel gericht op de onderzoeksdoelen en

daarmee vergroot het ook meteen de kans dat deze doelen ook worden gehaald en

zodoende gemeten wordt wat er gemeten moest worden. Verder blijkt de keuze om een

fysieke enquête als instrument te nemen een goede: elk beoogd respondent heeft de

enquête volledig ingevuld.

De voor- en nadelen met elkaar te hebben vergeleken kan er worden gezegd dat, ondanks

de genoemde nadelen, de enquête valide is.

Page 32: Kids & Lifestyle: Kinderen in ‘’beweging’’€¦ · Jeugd Instituut (2012) Smaaklessen wil leerlingen van 4-12 jaar in het basisonderwijs interesseren voor voeding zodat zij

32

Bijlage C: Enquêteresultaten

Aan de hand van de enquête die is afgenomen bij de doelgroep zijn de resultaten in kaart gebracht. Er

is daarbij nadruk gelegd op de drie determinanten van het ASE-model: attitude, sociale invloed en

eigen effectiviteit. (van der Burgt, 2008) De antwoorden die gegeven zijn op de vragen die

samenhangen met de determinanten zijn onderverdeeld in twee groepen: kinderen met en zonder

overgewicht.

Attitude

In figuur 4.1 zijn de antwoorden gegeven op de vraag: ‘Ik vind het heel goed om meer te gaan bewegen dan dat ik nu doe.’ weergeven. Hierbij konden zij met behulp van een cijfer aangeven of zij het eens of oneens waren met deze stelling. Een 1 geeft aan dat zij het totaal niet belangrijk vinden en met een 5 geven zij aan dat zij het juist wel belangrijk vinden om meer te gaan bewegen. In onderstaande grafiek is er een onderscheid gemaakt tussen kinderen met en zonder overgewicht.

De kinderen met overgewicht hebben een verdeelde mening over deze stelling. Vier van de 13 vinden het niet zo belangrijk, drie personen zijn neutraal, vier geven aan dat zij het wel belangrijk vinden en slechts twee kinderen vinden het erg belangrijk om meer te gaan bewegen dan dat zij nu doen. Deze resultaten uitten zich in een verdeelde attitude ten opzichte van meer bewegen.

De kinderen zonder overgewicht delen meer dezelfde mening dan de andere groep. Ruim de helft (7 van de 12) geeft aan dat zij het belangrijk vinden om meer te gaan bewegen dan dat zij nu doen.

Figuur 4.1: Attitude t.o.v. meer bewegen: Overgewicht vs geen overgewicht In figuur 4.2 is een weergave gegeven van de gegeven antwoorden op de volgende vraag: ‘Ben je tevreden over hoeveel je sport?’ Ook in deze grafiek is een onderscheid gemaakt tussen kinderen met en zonder overgewicht om zo het verschil overzichtelijk te kunnen weergeven. 1 geeft aan dat zij zeer ontevreden zijn over het eigen sportgedrag en 5 geeft aan dat ze erg tevreden zijn. De kinderen met overgewicht delen grotendeels de mening dat zij niet zo tevreden zijn over hun eigen sportgedrag. Een grote meerderheid (8 van de 13) geven aan dat zij niet tevreden zijn, waarvan drie kinderen zelfs aangeven dat ze zeer ontevreden zijn. Vier hebben als antwoord gegeven dat zij zowel niet tevreden als ontevreden zijn (dus neutraal). Slechts één van de kinderen met overgewicht is tevreden over hoeveel hij/zij sport. Deze uitkomsten

Page 33: Kids & Lifestyle: Kinderen in ‘’beweging’’€¦ · Jeugd Instituut (2012) Smaaklessen wil leerlingen van 4-12 jaar in het basisonderwijs interesseren voor voeding zodat zij

33

geven aan dat zij een positieve attitude hebben: zij zijn niet tevreden en geven daarbij dus aan dat ze het open staan om hun sportgedrag positief te veranderen. De kinderen zonder overgewicht zijn over het algemeen tevreden. 11 van de 13 kinderen geven aan dat zij neutraal, tevreden of erg tevreden zijn. Slechts 1 kind is niet zo tevreden met zijn/haar eigen sportgedrag. Hieruit valt te concluderen dat de kinderen zonder overgewicht niet veel willen veranderen, aangezien zij al tevreden zijn met hoe het nu gaat.

Figuur 4.2: Attitude t.o.v. tevredenheid sportgedrag: overgewicht vs geen overgewicht

Page 34: Kids & Lifestyle: Kinderen in ‘’beweging’’€¦ · Jeugd Instituut (2012) Smaaklessen wil leerlingen van 4-12 jaar in het basisonderwijs interesseren voor voeding zodat zij

34

Bijlage D: Uitgewerkte bijeenkomsten

Bijeenkomsten kinderen

De bijeenkomsten van kindergroepen zijn als volgt gestructureerd: o Terugblik op de vorige bijeenkomst (Niet van toepassing op de eerste en dertiende

bijeenkomst) o Individueel wegen en invullen van gewichtstabel o Bespreken (op vrijwillige basis!) van gewichtsverloop om zodoende het bewustzijn

van de koppeling tussen gedrag en gewicht te vergroten. o Aanbieden van water/thee en een gezond tussendoortje (stimuleren om te proeven,

zo nodig herhalen om te wennen aan nieuwe producten) o Behandeling van het thema van de week o Afsluiting bijeenkomst

De behandeling van het thema gebeurt op verschillende wijzen: werkbladen, rollenspellen, discussie, uitvoeren van experimenten, presentaties etc. Gedurende de bijeenkomst is er ruimte voor het uitwisselen van ervaringen en worden deelnemers aangemoedigd om actief met elkaar mee te denken om tot oplossingen te komen in voor heb lastige situaties.

Kinderen Ouders

1 Kennismaking 1 Kennismaking, mijn lichaam als weegschaal

2 Mijn lichaam als weegschaal 2 Ouders als coach

3 Structuurmaaltijden en drinken 3 Ontstaansfactoren overgewicht/obesitas thema verpakkingen

4 Bewegen 4 Bewegen

5 Beloningssystemen 5 Zelfregulatievaardigheden belonen en zelfbeloning

6 Pesten en plagen 6 Pesten en plagen

7 Verpakkingsleer

8 Moeilijke momenten en problemen oplossen

7 Moeilijke momenten en problemen oplossen

9 Eetgewoonten

10 Wegen thuis

Slapen en overgewicht

Gedragsverandering

8 Wegen thuis

Slapen en overgewicht

Gedragsverandering

11 Voedingseducatie: smaaklessen

12 Terugvalpreventie 9 Evaluatie

Wensthema’s

13 Feestelijke bijeenkomst, quiz en diploma-uitreiking

14 Booster sessie (na 6 maanden)

Page 35: Kids & Lifestyle: Kinderen in ‘’beweging’’€¦ · Jeugd Instituut (2012) Smaaklessen wil leerlingen van 4-12 jaar in het basisonderwijs interesseren voor voeding zodat zij

35

Bijeenkomst 1 - Kennismaking Doel: De kinderen informeren over het programma. Aangeven wat het precies inhoudt, wat van ze wordt verwacht etc. Het hoofddoel en de subdoelen van de interventie vertellen, de kinderen enthousiast maken over het project en nagaan of zij allemaal bereid zijn om deel te nemen aan het onderzoek. Aanpak: Deze bijeenkomst zal gegeven worden door de intermediair, maar één van de interventieontwikkelaars zal erbij zijn. Onduidelijkheden vanuit de kinderen kunnen duidelijk worden gemaakt, indien nodig met behulp van de interventieontwikkelaar. De bijeenkomst zal een actieve vorm aannemen zodat de kinderen niet alleen hoeven te luisteren, maar ook zelf actief na- en mee gaan denken over het project. Aan de hand van een presentatie kan de interventie worden aangekondigd, hierna zullen de kinderen in groepjes de verwachtingen met elkaar bespreken en hierbij elkaar enthousiast maken om deel te nemen aan het programma. De presentatie van de intermediair is ontzettend belangrijk: hij/zij zorgt ervoor dat de kinderen een eerste mening krijgen over de interventie.

Bijeenkomst 2 – Mijn lichaam als weegschaal Doel: Door middel van meten van het eigen lichaam zullen de kinderen zich bewust worden van de (indien aanwezige) gezondheidsrisico’s. Aan het einde van de bijeenkomst zijn de kinderen in staat aan te geven in welke categorie zij vallen binnen de referentietabellen en kunnen zij de mogelijke gezondheidsrisico’s die dit met zich mee brengen benoemen. Aanpak: Tijdens de bijeenkomst in een lokaal of zaal zullen de kinderen actief bezig zijn met het meten van het eigen lichaam. Hierbij worden voorafgaand aan de metingen instructies gegeven en zal er tijdens het meten ook begeleiding aanwezig zijn (de intermediair) die over de nodige kennis beschikt. De kinderen zullen het eigen lichaamsgewicht en de lichaamslengte meten. Hieruit kunnen zij hun Body Mass Index meten en in referentietabellen opzoeken of zij een verhoogd risico hebben op gezondheidsklachten. Daarnaast zullen zij (samen met de intermediair) een huidplooi meting uitvoeren. Ook hierna zoeken zij de juiste categorie waarin zij horen. Per deelnemer zal er een kaart aanwezig zijn waarin de meetresultaten opgeschreven kunnen worden. Wekelijks komen deze kaarten terug om het gewicht te noteren. Bijeenkomst 3 – Structuurmaaltijden en drinken Doel: Aan het einde van de bijeenkomst kunnen de deelnemers aan elkaar vertellen hoe maaltijden over de dag gestructureerd zijn en kunnen zij ook aangeven hoeveel L vocht per dag genuttigd moet worden. Aanpak: De bijeenkomst zal worden gestart met het invullen van het gewichtsformulier dat iedereen heeft. De kinderen mogen zichzelf wegen en de meetresultaten invullen op hun persoonlijke kaart. Deze bijeenkomst zal plaats vinden tijdens lunchtijd. De kinderen zullen actief bezig zijn met het klaarmaken en uitzoeken van een gezonde lunch. Zij hebben de keuze uit verschillende producten, en de opdracht voor ze is om te proberen een zo gezond mogelijke lunch te bereiden. Tijdens de lunch zal worden gesproken over een diner: waar moet deze aan voldoen, hoeveel groenten moeten zij dagelijks eten etc. Na de lunch krijgen zij de opdracht om via internet/calorieënboekje te berekenen hoeveel kilocalorieën zij hebben genuttigd. Aan de hand daarvan gaan ze sporten, met de verbranding van kilocalorieën die centraal staat. Hoeveel moeten zij precies sporten om de inname weer te verbranden?

Page 36: Kids & Lifestyle: Kinderen in ‘’beweging’’€¦ · Jeugd Instituut (2012) Smaaklessen wil leerlingen van 4-12 jaar in het basisonderwijs interesseren voor voeding zodat zij

36

Bijeenkomst 4 - Bewegen Doel: Aan het einde van deze bijenkomst zien de kinderen in dat er vele sporten bestaan en dat er voor iedereen wel een sport bestaat die zij leuk vinden. Door de kinderen een positieve ervaring te geven met verschillende sporten zal er gewerkt worden aan het positief beïnvloeden van de eigen effectiviteit. Aanpak: De bijeenkomst zal worden gestart met het invullen van het gewichtsformulier dat iedereen heeft. De kinderen mogen zichzelf wegen en de meetresultaten invullen op hun persoonlijke kaart. Deze bijeenkomst zal plaatsvinden in een zaal. De intermediair heeft verschillende sporten voorbereid, zowel teamsporten als individuele sporten. Het is de bedoeling om de kinderen een sport te laten ervaren die niet als standaard worden ervaren. Er zal deze dag dus bijvoorbeeld geen voetbal of hockey worden gespeeld. De intermediair is vrij om te bedenken welke sporten hij/zij wil aanbieden deze bijeenkomst. Iedere sport zal ongeveer een half uur worden gespeeld, er kan gebruikt worden gemaakt van een doorwisselsysteem zodat iedereen alle sporten een keer heeft uitgeprobeerd. Sporten waar aan gedacht kan worden: badminton, free running, cricket, breakdance, goalbal, golf, hoogspringen etc. Bijeenkomst 5 - Beloningssystemen Doel: Aan het einde van de bijeenkomst over beloningssystemen kunnen de kinderen verschillende beloningssystemen benoemen en maken zij een start met het uitvoeren van een beloningssysteem waarvan zij denken dat die geschikt is. Aanpak: De bijeenkomst zal worden gestart met het invullen van het gewichtsformulier dat iedereen heeft. De kinderen mogen zichzelf wegen en de meetresultaten invullen op hun persoonlijke kaart. Daarna zal de bijeenkomst vervolgd worden door middel van een presentatie en een workshop over beloningssystemen. In de presentatie zal de intermediair verschillende vormen van beloning naar voren laten komen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan punten sparen: bij een bepaald aantal punten kan er een leuke activiteit worden gepland. Ook de ouders kunnen hier een belangrijke rol spelen. Zij kunnen hun kinderen belonen bij goed gedrag, zodat het beloningssysteem ook daadwerkelijk effectief blijft. Tijdens de bijeenkomst kunnen de kinderen zelf gaan brainstormen wat voor hen een goed beloningssysteem zou zijn. Daarna kunnen zij aan de slag met het ontwerpen van ‘ punten’ of ‘smileys’ die zij vervolgens direct kunnen gebruiken. Bijeenkomst 6 – Pesten en plagen Doel: Door middel van een rollenspel hebben de kinderen aan het einde van de bijeenkomst geleerd wat pesten met iemand kan doen en wat zij zelf kunnen doen als zij gepest worden. Aanpak: De bijeenkomst zal worden gestart met het invullen van het gewichtsformulier dat iedereen heeft. De kinderen mogen zichzelf wegen en de meetresultaten invullen op hun persoonlijke kaart. Hierna zal de intermediair verschillende casussen voorleggen aan de kinderen die zij ook daadwerkelijk uit gaan voeren. Door deze casussen, waarin iemand wordt gepest wegens een (gevolg van) ongezonde leefstijl, leren de kinderen hoe zij moeten reageren in die situaties. Zij leren hier niet alleen hoe ze moeten reageren, maar ook wat pesten met iemand kan doen. Er moet door de intermediair duidelijk verteld worden dat deze casussen dagelijks voorkomen en dat het een ernstige zaak is.

Page 37: Kids & Lifestyle: Kinderen in ‘’beweging’’€¦ · Jeugd Instituut (2012) Smaaklessen wil leerlingen van 4-12 jaar in het basisonderwijs interesseren voor voeding zodat zij

37

Bijeenkomst 7 - Verpakkingsleer Doel: Aan het einde van de bijeenkomst kunnen de kinderen verpakkingen van levensmiddelen analyseren. Zij kunnen de voedingswaarden die in een product classificeren op gezondheidsschaal. Voorbereiding : Geef de kinderen vooraf de instructie om verpakkingen van levensmiddelen mee te nemen. Dit mag van alle producten zijn: van een blikje kokosmelk tot een zak snoep. Aanpak: De bijeenkomst zal worden gestart met het invullen van het gewichtsformulier dat iedereen heeft. De kinderen mogen zichzelf wegen en de meetresultaten invullen op hun persoonlijke kaart. Alle kinderen hebben meerdere verpakkingen van voedingsmiddelen meegebracht. In groepjes van 3 of 4 kinderen wordt eerst aan elkaar verteld wat er precies in zit. (Koolhydraten, eiwitten, (on)verzadigde vetten etc.) Daarna wordt met de hele groep besproken wat alles precies inhoudt: wat doen koolhydraten met je lichaam? Waar zijn ze precies goed voor? Hoeveel koolhydraten mag je dagelijks maximaal innemen? etc. Aan de hand van de informatie die de kinderen hebben ontvangen mogen zij nogmaals naar de verpakkingen kijken en beoordelen of de producten hiervan gezond zijn. Daarbij is het belangrijk dat zij kunnen onderbouwen waarom zij de volgende keer niet meer zullen kiezen voor dat product, of waarom zij juist denken dat dit een bewuste keuze is. Bijeenkomst 8 - Moeilijke momenten en problemen oplossen Doel: Aan het einde van de bijeenkomst kunnen de kinderen aangeven wanneer zij een moeilijk moment hebben en wat mogelijke manieren zijn om hiermee om te gaan om toch een gezonde leefstijl voor t te zetten. Aanpak: De bijeenkomst zal worden gestart met het invullen van het gewichtsformulier dat iedereen heeft. De kinderen mogen zichzelf wegen en de meetresultaten invullen op hun persoonlijke kaart. Per tweetal krijgen de deelnemers de opdracht om een mogelijke oplossing te bedenken die zij kunnen toepassen op het moment dat ze een moeilijk moment hebben. Dus als zij bijvoorbeeld geneigd zijn om ongezonde voeding te nuttigen, een sportles af willen zeggen etc. De opdracht is om echt na te denken over wat effectief zou kunnen zijn. De intermediair moet de deelnemers uitdagen om niet een voor de hand liggende oplossing te bedenken. Denk hierbij aan: pak een appel in plaats van een koekje. Na het brainstormen mogen de tweetallen het voor de rest van de groep uit gaan beelden. Omdat de kinderen dan niet alleen verbale communicatie hebben, maar ook visueel, zullen de oplossingen langer blijven hangen. De kinderen krijgen als opdracht om thuis uit te zoeken welke manier voor hen werkt. Bijeenkomst 9 - Eetgewoonten Doel: Aan het einde van de bijeenkomst kunnen de kinderen zowel goede als slechte eetgewoonten benoemen, zowel over het algemeen als betrekkend tot zichzelf. Aanpak: De bijeenkomst zal worden gestart met het invullen van het gewichtsformulier dat iedereen heeft. De kinderen mogen zichzelf wegen en de meetresultaten invullen op hun persoonlijke kaart. Daarna nemen de kinderen allemaal plaats in een kring. Deze bijeenkomst heeft de intermediair een minder belangrijke rol. Hij/zij moet er alleen voor zorgen dat het gesprek geleid wordt en iedereen aan het woord komt. De kinderen mogen allemaal hun ervaring delen betreft eetgewoonten. Het gaat hierbij niet alleen om de eigen eetgewoonten, maar ook om die van bijvoorbeeld familie of kennissen. Na het delen van de ervaring wordt de eetgewoonte besproken: is dit een goede gewoonte of niet, en waarom, hoe zou je die gewoonte kunnen veranderen, wat is een gezonder of beter alternatief etc. Aan het einde van de bijeenkomst stelt iedereen voor zich een doel op over het verbeteren van de eigen slechte eetgewoonten. Na de bijeenkomst: De volgende bijeenkomst wordt eerst gestart met het meten. Hierna zal nog een korte evaluatie plaats vinden over deze bijeenkomst. Zijn de doelen behaald, wat was er lastig aan, vinden zij het wel beter zo etc.

Page 38: Kids & Lifestyle: Kinderen in ‘’beweging’’€¦ · Jeugd Instituut (2012) Smaaklessen wil leerlingen van 4-12 jaar in het basisonderwijs interesseren voor voeding zodat zij

38

Bijeenkomst 10 – Slapen en overgewicht, gedragsverandering Doel: Aan het einde van de bijenkomst kunnen de kinderen de gevolgen van overgewicht op slapen benoemen en weten zij dat gedragsverandering moet plaatsvinden voordat zij volgens een gezonde leefstijl leven. Aanpak: De bijeenkomst zal worden gestart met het invullen van het gewichtsformulier dat iedereen heeft. De kinderen mogen zichzelf wegen en de meetresultaten invullen op hun persoonlijke kaart. Deze bijeenkomst zal worden gegeven met behulp van een presentatie. Om de informatie dieper door te laten dringen bij de doelgroep is het verstandig om tijdens de presentatie gebruik te maken van beeldmateriaal. Dit kunnen afbeeldingen zijn, maar voornamelijk filmpjes werken goed. (Zij krijgen dan niet alleen verbaal, maar ook visuele informatie binnen.) De intermediair moet voorafgaand aan deze bijeenkomst goed voorbereid zijn. Hij/zij moet weten wat overgewicht met slaap doet, en hier ook vragen van de kinderen over kunnen beantwoorden. Daarnaast moet zij bekend zijn met verschillende gedragsveranderingsmodellen. Denk hierbij aan het ASE-model en het transtheoretische model. Laat de kinderen zelf ook actief deelnemen aan de bijeenkomst: stel vragen en zorg dat zij dit tot zichzelf gaan betrekken in plaats van dat zij alleen de algemene informatie te horen/zien krijgen. Bijeenkomst 11 – Voedingseducatie: smaaklessen Doel: Aan het einde van de bijeenkomst kunnen de kinderen verschillende smaken onderscheiden en hebben zij kennis gemaakt met onbekende gezonde producten. Aanpak: De bijeenkomst zal worden gestart met het invullen van het gewichtsformulier dat iedereen heeft. De kinderen mogen zichzelf wegen en de meetresultaten invullen op hun persoonlijke kaart. Deze bijeenkomst heeft de focus op smaak. Er zullen verschillende dingen worden geproefd, ook al kennen de kinderen het product nog niet. De eerste ronde zullen de deelnemers geblinddoekt een aantal producten te proeven krijgen. Er kan een spel van worden gemaakt: wie de meeste producten in 1x goed raadt heeft gewonnen. Na ieder product zal besproken worden wat het was, waarom het gezond is, hoe je het kunt bereiden en waarin je het allemaal kunt gebruiken. Er hoeven niet perse alleen maar gezonde producten op tafel te komen. Denk er ook bijvoorbeeld aan dat ketchup minder slecht is dan mayonaise. De kinderen leren hierdoor ook bewustere keuzes te maken. De kinderen kunnen op speelse wijze nieuwe producten leren kennen en leren welke producten verantwoord zijn.

Page 39: Kids & Lifestyle: Kinderen in ‘’beweging’’€¦ · Jeugd Instituut (2012) Smaaklessen wil leerlingen van 4-12 jaar in het basisonderwijs interesseren voor voeding zodat zij

39

Bijeenkomst 12 - Terugvalpreventie Doel: Na de bijeenkomst weten de deelnemers het gevaar van terugvallen naar het oude leefstijlgedrag en zijn zij sterker gemaakt om het huidige gezonde leefstijlgedrag aan te houden. Aanpak: De bijeenkomst zal worden gestart met het invullen van het gewichtsformulier dat iedereen heeft. De kinderen mogen zichzelf wegen en de meetresultaten invullen op hun persoonlijke kaart. Dit zal een informatieve bijeenkomst worden waarin de deelnemers veel informatie tot zich zullen nemen. Het is daarom belangrijk om het zo leuk mogelijk over te brengen en de deelnemers zo veel mogelijk te betrekken bij de informatie die wordt verschaft. De intermediair zal vertellen wat er komt kijken bij een terugval naar een eerdere fase uit het transtheoretisch model. De nadruk wordt echter gelegd op de preventie hiervan: hoe kunnen de deelnemers voorkomen dat zij terug vallen in hun oude leefstijlpatroon? Er kunnen deze bijeenkomst afspraken gemaakt worden dat de intermediair ten alle tijden bereid is om te helpen/praten als een van de deelnemers een moeilijk moment heeft en dreigt terug te vallen naar een oud leefstijlpatroon. In de laatste bijeenkomst wordt aan de kinderen verteld dat zij voortaan op een vast tijdstip wekelijks thuis mogen wegen. De gewichtsaart mogen zij mee naar huis nemen om zo een overzicht te hebben van het lichaamsgewicht van afgelopen weken. Zij hebben dan voor thuis ook direct iets om mee aan de slag te gaan. Als je In de follow-up bijeenkomst kan de gewichtskaart weer worden meegebracht om de voortgang in kaart te kunnen brengen. Deze kaarten geven ook direct een weerspiegeling van het effect van de interventie. Bijeenkomst 13: feestelijke bijeenkomst: quiz en diploma uitreiking Bijeenkomsten ouders De bijeenkomsten voor de ouders zijn als volgt gestructureerd:

o Korte introductie van het thema van de bijeenkomst o Het aanbieden van drinken en een tussendoortje (hetzelfde tussendoortje als in de ki

ndergroep) o Terugblik op de vorige bijeenkomst en bespreking van de thuisopdracht o Behandeling van het thema o Bespreking van een nieuwe thuisopdracht o Afronding

Ouders worden aangemoedigd om actief met de verkregen kennis en vaardigheden aan de slag te gaan in de thuissituatie en dit wordt ook teruggevraagd. Het is van belang dat de bijeenkomsten voor de ouders gelijk lopen met die van de kinderen zodat de informatie waar de kinderen mee thuis komen direct toepasbaar is binnen het dagelijkse leven. De bijeenkomst voor de ouders moet wegens deze reden ook zijn uitgevoerd voorafgaand aan die bijeenkomst voor de kinderen. De overeenkomsten tussen de bijeenkomsten georganiseerd voor de kinderen en die voor de ouders is de informatie die wordt overgebracht. De kinderen leren de basis informatie betreft bewegen en het nuttigen van gezonde voeding, terwijl de ouders dieper ingaan op deze aspecten. De ouders gaan echter sneller door de stof heen, vandaar dat er ook minder bijeenkomsten nodig zijn.

Page 40: Kids & Lifestyle: Kinderen in ‘’beweging’’€¦ · Jeugd Instituut (2012) Smaaklessen wil leerlingen van 4-12 jaar in het basisonderwijs interesseren voor voeding zodat zij

40