jachthonden algemeen

22
JACHTHONDEN ALGEMEEN Honden zijn stille dieners van de weidelijkheid (geen sportobjecten) Geschiedenis Oertijd Honden gebruikt als jachthelper Vanaf 17 e eeuw Honden gekweekt voor jachteigenschappen 1847, 8 mei 1 e hondententoonstelling ter wereld, in België dan nog (woaw!) 1882 1 e stamboek door “Société Saint-Hubert pour l’amélioration des races canines en Belgique”: Livre des origines Saint-Hubert (LOSH) enige dat internationaal herkend is door Fed. Cynologique Int. 1885 Scoiété Royale Saint-Hubert 1978 Koninklijke Kynologische Unie Sint-Hubertus – daarvoor bestond de KUSH reeds

Upload: suki

Post on 23-Feb-2016

68 views

Category:

Documents


0 download

DESCRIPTION

Jachthonden Algemeen. Honden zijn stille dieners van de weidelijkheid (geen sportobjecten ) Geschiedenis Oertijd Honden gebruikt als jachthelper Vanaf 17 e eeuw Honden gekweekt voor jachteigenschappen 1847, 8 mei 1 e hondententoonstelling ter wereld, in België dan nog ( woaw !) - PowerPoint PPT Presentation

TRANSCRIPT

Page 1: Jachthonden Algemeen

JACHTHONDENALGEMEEN

Honden zijn stille dieners van de weidelijkheid (geen sportobjecten)

Geschiedenis• Oertijd Honden gebruikt als jachthelper

• Vanaf 17e eeuw Honden gekweekt voor jachteigenschappen

• 1847, 8 mei 1e hondententoonstelling ter wereld, in België dan nog (woaw!)

• 1882 1e stamboek door “Société Saint-Hubert pour l’amélioration des races canines en Belgique”:• Livre des origines Saint-Hubert (LOSH) enige dat internationaal herkend is door Fed. Cynologique Int.

• 1885 Scoiété Royale Saint-Hubert

• 1978 Koninklijke Kynologische Unie Sint-Hubertus – daarvoor bestond de KUSH reeds

Page 2: Jachthonden Algemeen

JACHTHONDENALGEMEEN

Cruciale eigenschappen die hond geschikt maakt voor domesticeren

1. Anatomie• Niet te groot: anders gevaarlijk voor mens• Niet te klein: zodat het nog veel kan

2. Familiale aard• Vader & moeder: verzorgers, bewakers, en voeders• Kind(eren): hechten zich aan vader a moeder. Het gedomesticeerde wolvenjong, hecht zich aan mensengezin

3. Sociale aanleg• Rangorde in gemeenschap die (na eventueel leerproces) aanvaard wordt

4. Carnivoor• Ook een jager. Roofdieren beschikken over een groter IQ dan planteneters

Reden tot het houden van een hond voor de jacht• Morele plicht om ziekgeschoten en dood wild na te zoeken

• Besparen van onnodig lijden• Vlees niet laten verloren gaan

• Binnenbrengen van vlees• ~10% van geschoten wild zou zonder honden niet binnengebracht worden

• Vreugde• Viervoetige kameraad zorgt voor een onschatbare bron van jagersvreugde

Welke hond bij welk revier?• Zuiver veldrevier Staander Geen teckel• Zuiver konijnenrevier Kleine drijver Geen staander• Rood-en grootwildrevier Zweetspecialist• Zuiver bosrevier Retriever

• Staander kan opgeleid worden tot “meid voor alle werk”

Page 3: Jachthonden Algemeen

JACHTHONDENVEREISTE KARAKTEREIGENSCHAPPEN

1. Zweetwerk• Voor het schot: voor de jager verwijzen, voorstaan, drijven in het bos, riet, en het voor het geweer te brengen• Tijdens schot: stand- en schotrust• Na het schot: nazoeken, vinden (en apporteren) Plicht van de jager, zowel op dood als aangeschoten wild

• Nazoeken op grofwild aan de lange lijn (aka zweetriem) met de neus op de grond losgelaten (aka slippen), maar enkel tot aan dode of gekwetste dier

• Bij sterk wild, 5 à 10min wachten. Daarna op zoek gaan naar plaats waar stuk is aangeschoten, i.e. het aanschot• Jager mag niet lopen op aanschot. Dit kan sporen verdoezelen voor zweethonden

2. “Passie, uithoudingsvermogen, en hardnekkigheid• Arbeidsmogelijkheid hangt af van de aard en de vorm van het ras bekwaamheid• Aangepast aan lichaamsgrootte

• Grotere honden: hetze op ree, hert, zwartwild (bv bij hoge sneeuw)• Kleinere honden: vos en das

3. Uithoudingsvermogen, snelheid, spoorwil, en spoorzekerheid• Zowel voor veldarbeid, drijven in het bos, als in het water• Zowel op het spoor, als op het zweetspoor

4. Wil tot apporteren, watervreugde, slaan (=blaffen), meedogenloos doden van roofwild, karaktervastheid, moed• In alle weersomstandigheden• Vroegrijpheid in dit alles is een troef

5. Leergierigheid, arbeidsvreugde, aanhankelijkheid

Page 4: Jachthonden Algemeen

JACHTHONDENZINTUIGEN (1/2)

1. Reuk Sterk ontwikkeld, en moet ook (“neus hebben”)• Sterker ontwikkeld reukslijmvlies in neus• Veel fijnere zenuwuiteinden in neus Hond ruikt 100x scherper dan mens• Sterker ontwikkeld reukcentrum in hersenen

2. Gehoor Sterk ontwikkeld, en moet ook • Sterker ontwikkeld gehoor

• Stiller geluiden• Hogere geluiden (mens tot 20.000 Hz, hond tot 60.000 à 100.000 Hz) hondenfluitje• Fijnere geluiden waakhond

• Kan geluiden beter lokaliseren, vooral als hij rechtstaande oren heeft. De oorschelp kan gedraaid worden• Oorziekten zijn maken ±20% van de ziekten uit bij de hond

• Oorschelpen en oorkanalen worden aangetast• Kunnen vermeden worden door regelmatige hygiëne• Schade aan het trommelvlies door reiniging moet vermeden worden, maar de kans is heel klein door kromming oorkanaal

• Oorverstoppingen irritatie en infectie• Veroorzaakt door plantaardig materiaal na jacht, of bloed of wondvocht na gevecht• Oormijten (microscopische spinachtigen in oorsmeer) vooral bij jonge honden en puppies

• Doofheid• Vanaf geboorte, vooral bij albinos• Door middenoorontesteking (otitis media), of seniele veranderingen in het gehoorstel

3. Tastzin Minder goed ontwikkeld, maar hoeft niet• Tastharen aan de lippen, aan de wenkbrauwen, en aan de oren (bij sommige rassen nog) weg vinden in het donker• Tong, neusspiegel, lippen, en teenkussens onderscheid tussen hard – zacht, en koud – warm

Page 5: Jachthonden Algemeen

JACHTHONDENZINTUIGEN (2/2)

4. Gezicht Weinig ontwikkeld, maar hoeft niet• Slechter dan de mens

• Ziet scherp tussen de 7m en 100m• Ziet beweging tot op 1.000m• Kleurenblind

• Wel breder gezichtsveld, en zicht in schemer (in donker evemin als mens)• Veelvoorkomende oogaandoeningen

• Entropion (naar binnen krullen) van bovenste ooglid• Extropion (naar buiten krullen) van onderste ooglid Oog kan niet meer normaal vochtig gehouden worden

5. Smaak Goed ontwikkeld, maar hoeft niet• Afwijkend van de mens (voorkeur voor aas en andere onwelriekendheden)

Page 6: Jachthonden Algemeen

JACHTHONDENVEREISTE FYSISCHE EIGENSCHAPPEN

• Gezond, gebouwd voor het hem toebedachte werk, en goed gebouwd lijf• Cryptorchisme (niet afgedaalde teelbal(len)), ec- of entropion, voor- of overbeten wijzen op degeneratie• Volwassen gebit met 42 tanden: 22 in onderkaak, 20 in bovenkaak (2 molaren minder)

• Goede geestelijke eigenschappen• Zenuwzwak of niet karaktervast bang voor schot, handschuw, schothitsig, angstbijters, wild kapotbijten of begraven

• Kleine fouten kunnen weggewerkt worden door wil en karakter, grote fouten brengt vroegtijdige slijt mee

Ideaal voor zwaar jachtwerk Niet ideaal voor zwaar jachtwerk

KOP

Lange muil Te smalle, te spitse, of te korte muil

Krachtig gebit, schaargebit Voor- of overbeten

Goed gesloten ogen Ex- of entropion

Niet te lange oren

Middellange goedgespierde hals

Te sterk ontwikkelde lippen

ROMP

Harde constitutie

Droge en vaste knoken en spieren

Goed gesloten schuine en losse schouders Open en te steile schouders

Lange, diepe, brede borst Zwakke borstpartij

Breed bekken met goed gespierde, goed ontwikkelde achterhand Steile en overbebouwde achterhand

Korte gespierde rug Lange zadelrug

POTENKromme rachitische poten met open voeten

Kromme en naar mekaar toegestelde achterpoten

Page 7: Jachthonden Algemeen

JACHTHONDENTYPES

• Langharig: lange, zachte vacht, die sluik langs het lichaam hangt

• Kortharig: korte, gladde vacht, verhaart nauwelijks

• Ruwharig: ruwe, borstelige vacht, op kop en snuit meer volume in de vacht

Staanders

DrijfhondenJachthunden

Zweethonden

1

2

3

Page 8: Jachthonden Algemeen

JACHTHONDENTYPES – STAANDERS

• xx

Staanders

Engelse staanders

Duitsestaanders

Kortharige

Langharige

Ruwharige

Pointer

Engelse Setterof Laverack

Ierse Setter

Gordon Setter

Deutsch Drahthaar (DD)

Deutsch Stichelhaar (DST)

Deutsch Kurzhaar (DK) ~Braque

Langharige Weimaraner (LW)

Grote Zwartwitte Munsterlander (GMW)

Epagneul Breton

PudelPointer (PP)

Griffon (GR)

Weimaraner (W)

Deutsch Langhaar (DL)

Klein Munsterlander of Heidewachtel (KLMV)

Franse Braque

Kortharige

Langharige

Fransestaanders Langharige

1

Page 9: Jachthonden Algemeen

JACHTHONDENTYPES – STAANDERS – ENGELS

Kort-harige

Lang-harige

Pointer

Engelse Setterof Laverack

Ierse Setter

Gordon Setter

• Schofthoogte: 55– 65cm• Veldspecialist bij uitstek• Wit met bruine of zwarte vlekken, ook uni-bruin of zwart

• Zijdeachtige vacht met zwarte of bruine platen en vlekjes

• Gekweekt op schoonheid (meestal), dus moeilijk te gebruikenvoor de jacht

• Minst gekend, maar wel de sterkste setter

• Veldspecialisten

Page 10: Jachthonden Algemeen

JACHTHONDENTYPES – STAANDERS – DUITS (1/2) (RUWHARIG, KORTHARIG)

Deutsch Drahthaar (DD)

Deutsch Stichelhaar (DST)

Deutsch Kurzhaar (DK) ~Braque

PudelPointer (PP)

Griffon (GR)

Weimaraner (W)

Ruw-harig

Kort-harig

• Kruising tussen Deutsch Stichelhaar, Poedel, en Pointer• Bruin, en bruinzwart geschimmeld• Veelzijdig, sterk karakter• Robuust, zelfbewust, weerhard, vroegrijp, brengvreugde, trouw

• Kruising tussen grote bruine Poedel, en Pointer• Bruin of droogbladkleur (Zelden mooi, lelijk haarkleed)• Goede neus, goede staander

• Hond met veel baard, en dicht stroef haarkleed• Bruin tot bruin geschimmeld

• Sterk behaard, met veel baard• Komt minder en minder voor• Bruinschimmel tot staalgrijs

• Oudste, en meest voorkomende• 1e klas, veelzijdig• Effen bruin, bruinschimmel tot wit met platen• Snedige hond, middelgrote kop, lange bek, donkere ogen

• Beigebruin tot muisgrijs• Lichtgele tot barnsteengele ogen• Fijne lange bek, fijn achterop gezette oren• Goede, veelzijdige hond, vergelijkbare kwaliteiten als DK

Page 11: Jachthonden Algemeen

JACHTHONDENTYPES – STAANDERS – DUITS (2/2) (LANGHARIG)

Langharige Weimaraner (LW)

Grote Zwartwitte Munsterlander (GMW)

Deutsch Langhaar (DL)

Klein Munsterlander of Heidewachtel (KLMV)

Ruw-harig

• Gekweekt om het ras harder te maken

• Oudste en zuiverste rashond in Duitsland, na D. Kurzhaar• Veelzijdige hond, zekere verlorenbrenger• Goede zweethond, drijf- en waterhond• Bruin tot bruinschimmel, horizontale staart

• Enige duitse hond met zwart als streefkleur• Goede en spoorzekere drijver en verlorenbrenger• Blauw tot zwartschimmel

• Wit met bruine platen of bruinschimmel• Kleinste veelzijde staander die een speciale vermelding verdient

als drijver, water- en spoorhond• Cfr Drents Patrijshond

Page 12: Jachthonden Algemeen

JACHTHONDENTYPES – STAANDERS – FRANS

Lang-harig

Epagneul Breton

Franse Braque

• Wit met bruine tot oranje platen of oranjeschimmel• Meestal staartloos geboren, zoniet heel kort gecoupeerd• Eigenschappen van kleine Munsterlander (Veelzijde

staander die een speciale vermelding verdient alsdrijver, water- en spoorhond)

• Bruinschimmel (Blue d’Auvergne = zwart)• Eigenschappen van Duitse Korthaar (1e klas, veelzijdig)

Page 13: Jachthonden Algemeen

JACHTHONDENTYPES - DRIJFHONDEN

Staanders

Foxhound

Harrier

Beagle

Deutsche Bracke

Deutsche DasBracke

Basset Griffon Vendeen

Terriërs

Deutsche Jagdterriërs

Basset Artesien Normand

Spaniels

Foxterriërs

Fransedrijfhond

Duitsedrijfhond

Engelse drijfhond

2

Page 14: Jachthonden Algemeen

JACHTHONDENTYPES – DRIJFHONDEN – ENGELS

Foxhound

Beagle

Terriers

Harrier

Spaniels

Foxterriers

• Loopjacht te paard• Schofthoogte: 50 tot 60cm

• Loopjacht te paard• Schofthoogte: 50 tot 60cm

• Loopjacht te voet• Schofthoogte: 35cm• Jagen in pack of meute• 4 kwaliteiten: 1/ Goede neus; 2/ Jagen snel; 3/ Slaan wordt ver gehoord; 4/ Grote uithouding

• Langharig• SPRINGER: schofthoogte: 40 tot 45cm• COCKER: schofthoogte: 35 tot 42cm• Beide kortjagende drijfhonden met goed spoorluid, die goed kunnen apporteren

• Hardnekkige en veelzijdige duivels

• In glad en ruwhaar uitgave, die wit zijn met bruine of zwarte platen

Page 15: Jachthonden Algemeen

JACHTHONDENTYPES – DRIJFHONDEN – DUITS

Deutsche Bracke

Deutsche Jagdterriërs

• Cfr Beagle• Driekleurig• Schofthoogte: 45 tot 50cm

• Cfr Beagle• Schofthoogte: 32 tot 42cm

• Zwart met brand• Ruwharig of met gladde vacht• Schofthoogte tot 42cm• Gebruikt bij

• zwijnejacht vlugheid, drijflust, hardnekkigheid• Kleinwildjacht zowel te water, te land, als onder de grond op vos en das

• Experts op het zweetspoor

Deutsche DasBracke

Page 16: Jachthonden Algemeen

JACHTHONDENTYPES – DRIJFHONDEN – FRANS

Basset Artesien Normand

Basset Griffon Vendeen

• Vooral bekend als modehond

• x

Page 17: Jachthonden Algemeen

JACHTHONDENTYPES - ZWEETHONDEN

ZweethondenHannoverse Zweethond

Beierse Gebergte Zweethond

Hazewinden

Dashonden

Retrievers

Deutscher Wachtel

Anderezweethond

Duitsezweethond

Engelse zweethond

3

Page 18: Jachthonden Algemeen

JACHTHONDENTYPES – ZWEETHONDEN – ENGELS

Hannoverse Zweethond

Dashonden

Beierse Gebergte

Zweethond

Retrievers• Apporteren (ism m staanders) combo van 2 soorten honden te hebben/onderhouden is moeilijk• Zacht karakter, grote waterliefde (waterspecialist), gehoorzaam• Labrador, golden retriever

• Ruwhaar, korthaar, langhaar• Veelzijdig, maar vooral konijnenjacht en vossenjacht door kleine gestalte• Ook zweetspoor

• Afstammeling van de Chien de Saint-Hubert• Weemoedig uitdrukking door huidplooien rondom hoofd. Zware rustig honden• Doelbewust gefokt: zijn taak is gewond (rood-, zwart-, dam-) wild na te zoeken op lange riem• Kruising tussen Duitse lopende honden met lichtere Harzbracke

• Kleiner en lichter dan de Hannoverischer Schweisshund• Doelbewust gefokt: Zijn taak is gewond wild na te zoeken• Kruising tussen de Beierse lopende honden met de Tiroolse lopende honden

Deutscher Wachtel

• Kwartelhond• Retriever (goede apporteurs)• Veelzijdige, spoorluide boshonden• Zweetspoor, als voor water

Hazewinden• Jacht hiermee is verboden

Page 19: Jachthonden Algemeen

JACHTHONDENAANSCHAFFEN & HUISVESTING

Aanschaf• Bij ervaren kweker: Kruist op basis van gewenste karaktereigenschappen en bloedlijnen

• Dracht bij teven: 60 à 65 dagen

• Ontwormen: rond 10e dag na geboorte

• Sterkste binding bij de mensen: tussen de 6e en de 10e week

• Andere inentingen: 3e maand• Inenting tegen hondsdolheid verplicht in Wallonië inentingsbewijs

• Beste jaren liggen tussen het 3e en 8e jaar

Huisvesting• 1e vereiste: goede kennel

• Overdekt• Beschut tegen slagregen• Vermijden van tocht en vocht• Indien mogelijk rond, om schade van gecoupeerde honden te voorkomen• Hok

• Lig- en slaapplaats• Op stenen vloer• Dubbele wand• Hout• Plat dak (afneembaar)

• Uitloop• Minstens 4x4m of 6x3m• Open grond, behoed van vochtigheid (bv door dikke laag rijnzand)

• Lucht, licht, en zon zijn bronnen van energie

• Niet in paardenstallen, daar sterke ammoniakgeur slecht voor neus

• Indien binnen, weg van warmtebron

Page 20: Jachthonden Algemeen

JACHTHONDENVOEDING

Vorm• Vlees

• Grote stukken, want kort spijsverteringsstelsel• Best varkensvlees, maar paardenvlees wordt vaak gekozen wegens verminderd risico op ziektes

• Been• Mineralen• Gekauw zorgt voor rijke speekselvloed neutraliseren overtollig maagzuur

• Korrels (verantwoord)• Samengeperst, wat goed is voor tandhygiëne (honden moeten erop bijten)• Voordeel is dat aangepaste samenstellingen kunnen gekocht worden

• Gras• Lange sterke grasbladeren, voor kuisen van maag en darmen

Samenstelling• Koolhydraten (suiker en zetmeel)

• Vermijden van grote kommen melk glucose, lactose kunnen voor diarree zorgen (mag wel als pup)• Eiwitten

• 15% van de behoefte• Vetbehoefte

• Minstens 5% van de behoefte, mag zelf tijdelijk 40% zijn• Vitaminebehoefte

• Geen nood aan planten (groenten/fruit)• Waterbehoefte

• 60ml per kg per 24h• Sporenelementenbehoefte

• Vooral in botten• Aanvullende gegevens

• Tevenmelk (vet: 10%; eiwit: 8,5%; lactose: 3,5%) 6.500kJ/kg• Koeienmelk is teveel lactose, en bevat te weinig energie (vet: 4%; eiwit: 3,3%; lactose: 8%)

3.050kJ/kg• Geitenmelk bevat geen lactose, maar te weinig energie (vet: 3,5%; eiwit: 3,2%; lactose: geen)

2.900kJ/kg

Page 21: Jachthonden Algemeen

JACHTHONDENZIEKTEN & VERZORGING

Ziekten• Ziekte van Aujesky (valse razernij):

• Oorzaak: Virus dat voorkomt bij varkens (niet nadelig bij mens)• Symptomen: Overvloedig speekselen; agressie die tegen het eigen lichaam gericht; sterfte• Voorzorg: Geen rauw varkensvlees geven, hond niet laten likken bij thuisslachten van varkens, vlees koken• Komt niet vaak voor

• Trichinose• Oorzaak: Larve• Symptomen: De tussenvorm van deze worm (trichinelle spiralis) kan bij de mens zeer erge letsels in sommige ademhalingsspieren en

de spieren van het middenrif veroorzaken met zelf de dood tot gevolg• Voorzorg: koken of bevriezen van vlees

• Allergie• Oorzaak: Paardenvlees• Symptomen: n.a.• Voorzorg: n.a.

Verzorging• Wekelijks borstelen met stroeve borstel van varkenshaar (niet met metalen borstel, of te enge kam die kunnen teveel onderwol meenemen)

• Droogwrijven:• Tijdens zomer en herfst: thuis met dweil of handdoek• Tijdens de winter: in het revier• Tijdens waterwildjacht niet droogwrijven. Indien je droogwrijft, neem je de natuurlijke beschermlaag weg

• Bij ontstoken ogen (na jagen in bieten, riet, of buntgras), menselijke oogzalf toedienen

• Regelmatig nakijken op vlooien, teken ( wegnemen met pincet), huideczeem ( dierenarts)

• Augustus en september: nagaan of er geen bloedproppen tussen de haren zitten Diplidum Caninum = lintworm met vlo als tussengastheer

• Om de 6 maanden: preventief ontwormen (zeker met kinderen in huis)

• Jaarlijks: herhalingsinentingen

Page 22: Jachthonden Algemeen

JACHTHONDENBINDING KRIJGEN/HEBBEN

• De hond is een groepsdier die leeft in een kleine leefgroep, die geleid wordt door een kopreu• Baas moet leiddier worden, op basis van zijn gedrag

• Hond laten gewennen aan kennel, en steeds dezelfde plaats in huis

• Zelf stipt zijn: Op bepaalde tijden uitlaten kennel- en kamerzindelijk maken• Na de laatste maaltijd ‘s avonds, of tijdens dag wanneer hond aanstalten maakt, steeds naar dezelfde gevoegplaats

• Laten gewennen aan verkeer, zijn naam, zijn leiband/lijn, aan ons, aan ons roepen en fluiten,…

• Consequent zijn

• + Gebeurt iets positiefs De hond loven- Gebeurt iets negatiefs Streng optreden

• Schudden aan nekvel, rugvel, en zelden aan het oor

• Geen enkele dag voorbij laten gaan zonder hond iets te leren

• Er bestaat niet zoiets als een “vlegeljaar”, of jaar waarin een jonge hond kan doen wat hij wil

• Hond veel doen bewegen:• Laten meelopen langs fiets, maar niet sneller dan draf

• In revier, geven we hem gelegenheid neus te gebruiken (op allerhande sporen, en zelf wild), maar steeds aan de lange lijn.• Zichthetzen van wild moet strikt vermeden worden, anders is er gevaar dat hond meer zal jagen op zicht dan op neus

• Niet onmiddellijk leren apporteren, maar loven als hij iets brengt “brengvreugde” en “luid”

• Niet onmiddellijk leren zwemen (en zeker niet in het water smijten), maar loven als hond zelf het water opzoekt (bv wanneer we langs beek stappen)

• Niet onmiddellijk leren voorstaan, maar doet hij dit toch door aanleg, dan loven we hem

Basisafrichting• Vanaf 10 weken opvoeden

• Vanaf 9e à 12e maand africhten (i.e. wanneer hond verstandelijk en lichamelijk voldoende ontwikkeld is)

• 30min per dag