jaarverslag vernieuwing bouw
DESCRIPTION
Jaarverslag Vernieuwing BouwTRANSCRIPT
Wij bouwen aan vernieuwing
Uit de steigers
Jaarverslag 2010
Zilverstraat 69Postbus 6622700 AR ZoetermeerT 079 - 3 25 24 23E [email protected] I www.vernieuwingbouw.nlTwitter www.twitter.com/vernieuwingbouw
Jaarverslag 2010 > Vernieuwing Bouw02
Vernieuwing Bouw bestaat nu een jaar. Met recht
kan ik zeggen dat er in dat jaar veel is bereikt. Vol
vertrouwen en ambitie stelden we begin 2010 de
missie op: in 2030 moet de bouwsector een ge-
zonde sector zijn die bijdraagt aan de oplossing
van maatschappelijke vraagstukken.
Ik ben trots op wat er is gerealiseerd: er staat een
platform van vernieuwers, een groep deelnemers, die
met elkaar de vernieuwing een impuls wil geven en een
organisatie die dit goed faciliteert. We hebben de strate-
gie ontwikkeld en met onze partners zijn we aan de slag
gegaan om de thema’s van Vernieuwing Bouw verder te
brengen.
Deze thema’s, Ketensamenwerking, Vernieuwend Lei-
derschap en Levensduurdenken, zijn onontbeerlijk voor
de beweging. Ze zijn niet los van elkaar te zien, ze zijn
alle drie nodig om daadwerkelijk de vernieuwing in de
bouw in de praktijk te brengen.
Ketensamenwerking laat zien dat partijen efficiënter
kunnen werken. Het dringt faalkosten terug en verbetert
de onderlinge verhoudingen. Ik ben bij verschillende
bouwprojecten op bezoek geweest. Daar zag ik dat
ketenpartners aan het begin van het bouwproces met
elkaar om de tafel zijn gaan zitten. Ze werken niet achter
elkaar of langs elkaar heen, maar met elkaar, tegelijker-
tijd op dezelfde werkvloer. Opvallend was dat daar-
mee de doorlooptijd van projecten substantieel werd
teruggebracht. Zo’n vergaande vorm van samenwerking
lukt niet vanzelf. Het vraagt om transparantie van alle
betrokken partijen. En transparantie is enkel en alleen
mogelijk, wanneer men vertrouwen heeft.
VOORWOORDVertrouwen in elkaar en in het gezamenlijke doel: zo
snel en goed mogelijk een duurzaam bouwproject
opleveren.
Om dit te realiseren zijn vernieuwende leiders noodzake-
lijk. Voorlopers, die een duidelijke visie voor ogen heb-
ben en de ambitie om de rest van de organisatie daarin
mee te nemen. Leiders, die verder kijken en werken aan
wat er nodig is om de vernieuwing in de bouw door te
zetten. Dat vergt nieuwe competenties en vooral lef.
Naast ketensamenwerking en vernieuwend leiderschap
is levensduurdenken het derde thema van Vernieuwing
Bouw. Levensduurdenken bestaat uit veel meer dan
recyclebaar bouwmateriaal of zonnepanelen op het dak.
Het draait om begrippen als ontwerpvisie, levenscycli,
inpassing in de ruimtelijke omgeving, oplossingen voor
bouwvraagstukken en redeneren vanuit de gebruiker.
Natuurlijk worden daar duurzame materialen voor ge-
bruikt en wordt er zuinig met energie om gegaan. Dat is
steeds vaker een voorwaarde, anders dan een keuze.
Ik zie beweging. Iedereen raakt er steeds meer van over-
tuigd dat transparantie werkt, ketensamenwerking faal-
kosten vermindert en duurzaamheid vanzelfsprekend is.
Vernieuwende leiders laten zien dat vernieuwen loont.
Ik vind het een belangrijke uitdaging om de vernieuwing
in de bouwsector voor elkaar te krijgen. We hebben nog
heel wat samen te bouwen. Samen met u kunnen we
een mooie toekomst creëren.
Martin van Pernis
Voorzitter Vernieuwing Bouw
Vernieuwing Bouw < Jaarverslag 2010 1
Jaarverslag 2010 > Vernieuwing Bouw2
Bericht van de directie 4
De partners van Vernieuwing Bouw 8
2010 in een notendop 10
Cijfers Vernieuwing Bouw 16
We staan er niet alleen voor 18
Levensduurdenken, geen keuze maar een voorwaarde 22
Leiders van de toekomst 26
Je hoeft elkaar niet voor de gek te houden 30
Projecten Vernieuwing Bouw 34
Deelnemers Vernieuwing Bouw 2010 38
Bestuur Vernieuwing Bouw 46
Team Vernieuwing Bouw 47
INHOUDSOPGAVE
Vernieuwing Bouw < Jaarverslag 2010 3
Zoals u in het voorwoord heeft kunnen lezen, is Vernieuwing
Bouw sterk van start gegaan met een ambitieuze missie en
doelgerichte thema’s. Zes partners en dertig deelnemers
hebben zich het afgelopen jaar bij Vernieuwing Bouw aange-
sloten. Samen hebben wij vorm gegeven aan de vernieuwing
in de sector.
BERICHT VANDE DIRECTIE
Jaarverslag 2010 > Vernieuwing Bouw4
De stand van de vernieuwing
Als ik de kranten moet geloven dan schiet de vernieu-
wing in de bouw niet op. Ik lees conflicten over bouw-
werken en op de aanbestedingskalender zie ik dat het
gunnen op laagste prijs nog altijd domineert.
Maar ik hoor andere geluiden in ons netwerk. Mensen
zien dat er stappen zijn gezet in de vernieuwing ten
opzichte van een aantal jaren geleden. Ze vertellen over
mensen die vroeger werden getypeerd als buitenbeentje.
Zij worden nu gezien als koplopers, die zeer goede
resultaten boeken met het gunnen op waarde en inten-
sief samenwerken in de keten. Zij verdienen navolging.
Verder zien we dat bouwinformatiemodellen steeds
vaker en met succes gebruikt worden. Gemeenten
gaan aan de slag met nieuwe contracten zoals DBFMO
en andere bouworganisatievormen zoals bouwteams.
Meer opdrachtgevers gebruiken de EMVI-criteria (eco-
nomisch meest voordelige inschrijving) bij de gunning.
Ik zie bij steeds meer organisaties in de sector de ac-
ceptatie dat andere werkwijzen nodig zijn en dat daar
naar gezocht moet worden. Er wordt gekeken naar
nieuwe verdienmodellen, die waarde opleveren voor
alle partijen. Een goede prijs voor de opdrachtgever
en een goede prijs voor de markt. Een hoge kwaliteit
en een korte doorlooptijd. Maar hoe? In welke situatie
geeft welke werkwijze het meeste rendement? Wan-
neer levert een bouwteam voordelen ten opzichte van
een alliantie? Met welke partijen willen we samen-
werken en kunnen we dan ook gunnen op houding en
gedrag? Hoe kunnen we organiseren dat we met de
juiste mensen aan de slag gaan, die begrijpen hoe we
samen het resultaat willen bereiken. Het zijn vragen
die meer en meer openlijk gesteld worden. En de eer-
ste praktijkvoorbeelden laten onomstotelijk zien dat
de nieuwe manier van werken de gewenste voordelen
oplevert.
We zien ook dat de nieuwe generatie in de bouwsector
vol vertrouwen aan de slag gaat met de partners in
de bouw en dat zij hun collega’s inspireren om meer
open met elkaar om te gaan. Dat komt ook terug in de
meting van transparantie in de bouwsector, die in 2010
is uitgevoerd. Het vertrouwen neemt toe, maar nog bij
een te beperkte groep. Er is een duidelijke beweging
begonnen, die geen uitgestippeld pad kent, maar wel
steeds meer richting krijgt.
Het netwerk
Vernieuwing Bouw is een onafhankelijk netwerk dat
bestaat uit organisaties uit de hele bouwsector die zich
actief willen inzetten voor de vernieuwing. Van archi-
tectenbureau tot kennisinstituut en van bouwbedrijf
tot gemeente. Door het team van Vernieuwing Bouw is
in een half jaar de structuur neergezet om dit netwerk
te bouwen en te ondersteunen. Er is ook veel tijd
geïnvesteerd om Vernieuwing Bouw zichtbaar te maken
op bijeenkomsten, bij potentiële deelnemers en in de
pers. In het eerste jaar hebben zich dertig deelnemers
aangemeld voor ons netwerk. U vindt ze achterin dit
jaarverslag.
Een aantal deelnemers vertelt hun verhaal, belicht van-
uit een van de thema’s van Vernieuwing Bouw. Zij laten
zien op welke manier zij vernieuwen, wat hun visie is
en waarom zij geloven dat de vernieuwing bijdraagt aan
een toekomstbestendige sector.
Overzicht vernieuwing
Overal in het land wordt op nieuwe manieren gewerkt.
Om overzicht te bieden, ontwikkelden we in 2010 twee
nieuwe websites. Allereerst de website van Vernieu-
wing Bouw, waarop projecten, activiteiten, mensen
en organisaties samenkomen op één plek. Daarnaast
lanceerden we in november www.bouwinnovatiekaart.
nl. Daarop is een geografisch overzicht te vinden van
vernieuwende projecten in Nederland.
Vernieuwing Bouw < Jaarverslag 2010 5
Met behulp van deze websites kunt u de juiste mensen
of kennis vinden en zo de vernieuwing binnen uw eigen
organisatie verder brengen. Op de door Vernieuwing
Bouw overgenomen website www.debouwvernieuwt.nl,
treft u verschillende publicaties aan die op het gebied
van de vernieuwing zijn verschenen.
Media
Door het positieve nieuws over de vernieuwing te ver-
spreiden willen wij een bijdrage leveren aan de verbete-
ring van het imago van de bouwsector. Met een digitale
nieuwsbrief die maandelijks wordt gelezen door meer
dan 3000 mensen bereiken we veel geïnteresseerden
door de hele bouwsector heen. Met het nieuwe me-
dium Twitter pikken we nieuws op en verspreiden het
verder. In juli zijn we daarmee begonnen en in decem-
ber hadden we ruim 120 volgers, die op hun beurt het
nieuws verspreiden.
Naast de nieuwe media onderhouden we nauwe
contacten met de pers. We informeren hen regelmatig
over actuele ontwikkelingen, zoals de lancering van
Vernieuwing Bouw in april of het onlangs verschenen
rapport over transparantie en integriteit.
Ontmoetingen
Voor een succesvol netwerk is het belangrijk dat de
juiste mensen er deel van uitmaken, dat zij elkaar
weten te vinden en elkaar vertrouwen. In het afgelopen
jaar organiseerden wij een groot aantal ontmoetin-
gen voor de (potentiële) deelnemers van Vernieuwing
Bouw. Het doel van alle ontmoetingen was de juiste
mensen bij elkaar brengen om elkaar te leren kennen
en ervaringen uit te wisselen. Want de vernieuwing van
de bouwsector kan niet verder gaan zonder een goed
netwerk van partijen die elkaar vertrouwen.
Het congres ‘Innovatie onze kracht!’, dat het motto
‘never waste a good crisis’ kreeg, werd bezocht door
meer dan 300 mensen uit de hele bouwsector. Veel
topmanagers en bestuurders raakten geïnspireerd door
de workshops en kwamen bij elkaar om te discussiëren
over actuele vernieuwingsthema’s. Ze deden nieuwe
kennis op, op de beursvloer, waar projecten en organi-
saties zich presenteerden.
En in 2010 waren er nog veel meer mooie en inspire-
rende ontmoetingen. Daarover kunt u in de rest van dit
jaarverslag meer lezen.
Vooruitblik
In 2011 willen we ons netwerk verder versterken.
Om concrete stappen te zetten in de vernieuwing,
organiseren we kleinere, regionale bijeenkomsten.
Met persoonlijke ontmoetingen, in kleine kring brengen
we de vernieuwing van woorden naar daden.
Zoetermeer, 31 december 2010
Jacqueline Schlangen
Directeur Vernieuwing Bouw
Jaarverslag 2010 > Vernieuwing Bouw6
Vernieuwing Bouw < Jaarverslag 2010 7
Rijksgebouwendienst‘Rijkshuisvesting en monumenten, onze zorg.’ De Rijks-
gebouwendienst zorgt voor duurzame, veilige huisvesting
van alle departementen en een groot aantal organisaties
en diensten die daaraan verbonden zijn.
De Rijksgebouwendienst is economisch eigenaar van
2000 rijkspanden die bij elkaar een unieke en zeer
diverse vastgoedportefeuille vormen: departementen,
musea, paleizen, rechtbanken, gevangenissen en
monumenten.
RijkswaterstaatRijkswaterstaat werkt aan de vlotte en veilige door-
stroming van het verkeer. Aan een veilig, schoon en
gebruikersgericht landelijk watersysteem en aan de
bescherming van ons land tegen overstromingen.
Rijkswaterstaat is de uitvoeringsorganisatie van het
ministerie van Infrastructuur en Milieu en heeft als
taak het nationale rijkswegennetwerk (3260 km), het
rijkswaterwegennetwerk (1686 km) en het landelijke
watersysteem (65.250 km2) te beheren.
PARTNERSVERNIEUWINGBOUW
Veel partijen zijn zelfstandig aan de gang gegaan met vernieuwing in de praktijk. Zij hebben
daarmee flinke stappen gezet. Om de volgende stap te zetten in de vernieuwing is inten-
siever samenwerken in de keten en gebruik van elkaars kennis noodzakelijk. Daarom zijn
Rijksgebouwendienst, Rijkswaterstaat, Bouwend Nederland, Aedes, UNETO-VNI en NLinge-
nieurs partner van Vernieuwing Bouw. De partners participeren in projecten en organiseren
met Vernieuwing Bouw bijeenkomsten. Zij informeren hun achterban over de vernieuwings-
activiteiten. In Vernieuwing Bouw vonden deze partijen een onafhankelijk platform en een
netwerk op topniveau om hun ambities te realiseren.
Jaarverslag 2010 > Vernieuwing Bouw8
AedesAedes is de branchevereniging van woningcorporaties
in Nederland en maakt zich sterk voor de condities
waaronder corporaties als maatschappelijke onderne-
mingen hun werk kunnen doen. Ze heeft 463 leden en
geassocieerden die vanuit meer dan 700 vestigingen
en werkmaatschappijen, werken aan duurzaam en
betaalbaar wonen in leefbare buurten en woonkernen.
Aedes geeft voorlichting en informatie en initieert
onderzoek en productontwikkeling. Ze is ook de werk-
geversvereniging van de corporatiebranche waarin ruim
28.000 werknemers dagelijks werken aan goed wonen.
Bouwend NederlandBouwend Nederland telt 5.000 leden (grote, middel-
grote en kleine bouw- en infra-ondernemingen). En is
daarmee de grootste werkgeversvereniging in de bouw.
Bouwend Nederland is een slagvaardige en professio-
nele brancheorganisatie, die opkomt voor de belangen
van de aangesloten ondernemingen.
De vereniging heeft drie kerntaken: belangenbeharti-
ging, brancheontwikkeling en ledenservice. Zij onder-
steunt de leden bij de verdere ontwikkeling van hun
onderneming, hun producten en hun diensten.
Bouwend Nederland zet zich in voor een betere profile-
ring van de branche en voor een passende maatschap-
pelijke erkenning van een bedrijfstak die in economisch
en sociaal opzicht belangrijk is. Bouwend Nederland
verenigt, verbindt en ondersteunt. De vereniging staat
voor een vitale bouwsector die bouwt aan duurzame
vernieuwing van de leefomgeving.
UNETO-VNIUNETO-VNI is de ondernemersorganisatie voor de
installatiebranche en de technische detailhandel.
UNETO-VNI vertegenwoordigt 90% van de omzet van
de installatiebranche. De installatiebedrijven zijn actief
binnen de technische dienstverlening, woningbouw,
utiliteit, industrie en infra op het gebied van ontwerp,
advies, installatie en beheer. In totaal zijn er 5.300
installatiebedrijven aangesloten bij UNETO-VNI die
E10,5 miljard van de totale omzet voor hun rekening
nemen en werk bieden aan 130.000 personen.
NLingenieursNLingenieurs is de Nederlandse branchevereniging
van advies-, management- en ingenieursbureaus.
De leden van NLingenieurs zijn private bedrijven die
ingenieursdiensten leveren, opereren op basis van vrije
concurrentie en voldoen aan de kwaliteitseisen van
de vereniging. Deze bedrijven lopen uiteen van kleine,
gespecialiseerde bureaus tot brede, wereldwijd opere-
rende ondernemingen.
NLingenieurs werd in 1917 opgericht onder de naam
ONRI. Sinds 2009 is ONRI verder gegaan onder de
naam NLingenieurs.
Vernieuwing Bouw < Jaarverslag 2010 9
Vernieuwing Bouw heeft in 2010 veel ont-
moetingen georganiseerd. Daarnaast is
ze een aantal keer in de media versche-
nen. Een selectie van onze hoogtepunten.
2010 INEEN NOTENDOP
Jaarverslag 2010 > Vernieuwing Bouw10
Vernieuwend opdrachtgeverschap
Bestuurders van woningcorporaties reiken de bouwstenen aan
8 Januari 2010
Bijeenkomst Bestuurlijk Platform
Professioneel Opdrachtgever-
schap in Amersfoort
22 januari 2010
Artikel in Cobouw “Vernieuwing
Bouw helpt en faciliteert”
28 januari 2010
Topconferentie CoP Eigen
Initiatief
8 juni 2010
Presentatie publicatie “Meer
waarde voor je geld” tijdens VNG
congres in Leeuwarden
10 juni 2010
Bijeenkomst Bestuurlijk Platform
Professioneel Opdrachtgever-
schap in Amersfoort
18 juni 2010
Opinie-artikel in Cobouw “Bouw
heeft nieuw type leider nodig”
29 juni 2010
Bijeenkomst Stuurgroep infra
14 april 2010
Lanceringsbijeenkomst
Vernieuwing Bouw in het LEF
Future Center in Utrecht
17 april 2010
Artikel in Cobouw “Muurtjes
slechten basis voor succesvolle
innovatie in bouw” Interview met
Martin van Pernis
19 april 2010
Netwerkbijeenkomst in de
Goudse schouwburg
21 april 2010
Artikel in Cobouw “Bouw moet
zelf vernieuwen” Interview met
Jacqueline Schlangen
22 april 2010
Artikel in Podium 7 “Nu tijd voor
implementatie” Interview met
Martin van Pernis
JANUARI MEI
Juni
FEBRUARI
MAART
APRIL
APRIL
Vernieuwing Bouw < Jaarverslag 2010 11
9O P I N I E ·
Vrijdag 24 september 2010
Cobouw 168
Bouwen zonder
cement is heilloosLeidinggevenden in de bouw
stapelen wel stenen, maar
vergeten het cement, menen
Rob Schmidt, Sander Ma-
hieu en Menno Lammers.
De techniek kiest voor structuur,
harde logica en de kortste verbin-
ding tussen twee punten. Meten is
immers weten. Andere zaken, zoals
cultuur, menselijke motivatie,
gedrag en emotionele intelligentie
(EQ) doet het leiderschap af als soft
en daarvan houdt het zich liever
afzijdig. Als de sector optimaal
presterende organisaties wil
bouwen is het juist dit cement dat
nodig is om de stenen met elkaar te
verbinden tot een stevig en solide
geheel.Leidinggevenden verwerven hun
positie door vakmanschap. Dat
wordt bepaald door opleiding en
jarenlange ervaring. Op de hts en
de TU is leiderschap geen thema.
Vervolgens bestaat bij de meeste
ingenieurs- en adviesbureaus
weinig animo en budget voor
leiderschapsontwikkeling. Inhou-
delijke cursussen als besteksvoor-
bereiding, UAV(-GC), VCA en project-
en timemanagement voeren de
boventoon.
ZachtOndertussen vormen de zachte
aspecten de basis voor een solide en
optimaal presterende organisatie.
Een praktijkvoorbeeld: een
managementteam wilde onlangs
graag procesbegeleiding voor een
sessie over ‘cultuur en samenwer-
king’.Ook al had het managementteam
een overvolle agenda, er werd
ruimte gecreëerd voor een gesprek
over individuele waarden en
persoonlijke gedragsvoorkeuren,
softe termen voor wat je drijfveren
zijn en waarom je reageert zoals je
reageert. Met als doel de persoon-
lijke toolkit van de individuele
leidinggevende te verbreden, de
samenhang in het team te verster-
ken en de besluitvorming te
vergemakkelijken. Dit manage-
mentteam realiseerde zich dat zij
dit cement keihard nodig had om
de uitdagingen van vandaag en
morgen aan te kunnen.
TekortGéén aandacht voor de zogenaam-
de softe kanten van het leiderschap
resulteert in onvoldoende preste-
rende teams. En daarvan zijn er al te
veel.De bouw doet zichzelf tekort door
intern potentieel onbenut te laten.
Het is de taak van iedere leidingge-
vende zorg te dragen voor zowel de
stenen als het cement. Het maakt
dan niet uit of je een project van 10
miljoen of een van 1000 euro leidt.
Niet omdat het toevoegen van
cement theoretisch beter is, maar
omdat prestaties van mensen,
teams en organisatie als geheel dan
substantieel verbeteren. Internatio-
naal onderzoek wijst uit dat de
bedrijfscultuur uiteindelijk dé
doorslaggevende factor is in het
succes van elke onderneming. Wees
ervan overtuigd dat wat aan de
binnenkant van de organisatie
cultuur heet, aan de buitenkant de
brand van de organisatie vormt:
klanten kiezen niet voor een bedrijf
met een zwakke cultuur. De meeste
websites beloven helaas meer dan
de klant ervaart. Theorie? Was het
maar waar.
UitdagingenOrganisaties moeten de uitdagin-
gen van de toekomst aan kunnen
én onderwijl optimaal presteren:
zet daarom al het potentieel in en
creëer ruimte waarin mensen
optimaal kunnen functioneren.
Naast de rationele kant van de
bedrijfsvoering (IQ), dus óók
cultuur, leiderschap, samenwer-
king en gedrag (EQ).
De aandacht voor cultuur begint
met “meten is weten”: cultuur valt
tegenwoordig goed in kaart te
brengen en te ontwikkelen. En
omdat cultuurwaarden zichtbaar
worden in gedrag, heeft dit een
directe relatie met de klantbeleving
en de reputatie van de organisatie.
Cultuur wordt zo de resultante van
doelgerichte acties en interventies
en niet een van toevallige samen-
loop van omstandigheden.
Cultuurontwikkeling werkt verder
alleen wanneer het leiderschap dit
serieus neemt én in het dagelijks
gedrag het goede voorbeeld geeft.
Continue leiderschapsontwikke-
ling, waarbij ervaring belangrijker
is dan theorie, is dan ook een harde
voorwaarde om de bedrijfscultuur
te versterken.
Daarnaast is talentmanagement
noodzakelijk: het versterkt de
span- en veerkracht van de
organisatie. Tot slot zullen hts en
TU ervaringsgerichte persoonlijke
en leiderschapsontwikkeling in
hun leerprogramma moeten
opnemen teneinde de basis te
verbreden.
In de technische sector wordt
cultuur afgedaan als ‘soft’. Uit
ervaring weten wij: omdat
leidinggevenden niet weten wat zij
ermee aan moeten. Echter
‘cultuur’ is net als cement: eerst is
het nog zacht, later hardt het uit
en zorgt het voor de noodzakelijke
binding tussen de delen. Je kunt er
dan letterlijk op bouwen. Cultuur
zet zich ook. Als je niet uitkijkt
blijkt het te hard om nog te
veranderen.
Leidinggevenden in de bouw:
verlies de stenen niet uit het oog,
maar gebruik meer cement!
Rob Schmidt
Adviseur Oranjewoud
Sander Mahieu
Partner Synnova
Menno Lammers
Procesmanager Vernieuwing Bouw Al die types die normaal
gesproken zo graag out of
the box denken, zijn
volkomen van de leg nu de
rijksbouwmeester heeft gesugge-
reerd dat er aan de noordkant
van Amsterdam, langs het
water vanaf het IJ tot de
Zaan, zoveel ruimte is dat
de schaalsprong van
Almere niet nodig is. Bij
de interruptiemicro-
foons staan de usual
suspects klaar. De
voorzitters en directeu-
ren van de branchever-
enigingen die niet zo
van bouwen in de stad
houden en natuurlijk
de ‘gedupeerde’
wethouders van de
gemeenten die niet
aan de noordkant van
Amsterdam liggen. De
toon is een beetje “waar
bemoeit vrouwtje Pol
zich mee!”.
Alleen al die opgewon-
den reacties bewijzen
dat de interventie van
de Rijksbouwmeester
terecht is. Logisch is
voor mij overigens dat
er altijd momenten in
besluitvormingsprocessen
moeten zijn om eerdere keuzen
nog eens goed te (her)overwegen.
Maar terug naar het onderwerp.
De huidige crisis in het vastgoed
kondigt het einde van een
aanbodgestuurd businessmodel
aan. In dat model werd gerede-
neerd vanuit een eindeloze vraag
die gerealiseerd zou worden in de
weilanden. Natuurlijk zal er ook
in de toekomst nog wel eens in
weilanden gebouwd worden.
Maar de kans dat er nieuwe
steden zullen worden
gerealiseerd en corridors
tussen provinciehoofdste-
den volgebouwd worden
met bedrijfsterreinen, die
kans is niet zo groot.
In het nieuwe busi-
nessmodel staat de
vraag centraal. Begint
het plan bij gebruikers
en bewoners. Hebben we
het over een overzichtelijke
schaal van projecten. En
sluit de ontwikkeling van
die projecten aan bij wat
we al hebben. Bij de bestaan-
de stad. Bovendien is de
financieringslijn een directe.
De gebruiker en de bewoner
betaalt. Dat nieuwe business-
model zet het bestaande
denken in de vast-
goedwereld op zijn
kop. Dat is wennen.
Maar er zit niet anders op.
Lenny Vulperhorst
Adviseur Andersson Elffers Felix,
Utrecht
COLUMN / VULPERHORST
Dappere Liesbeth
Wilt u reageren? U kunt Lenny Vulperhorst mailen via [email protected]
WETENSCHAP Deelname aan Solar Decathlon
De Solar Decathlon is een tweejaarlijkse uitgeschreven wedstrijd waarbij teams
van ongeveer twintig universiteiten wereldwijd erom strijden het beste huis te
bouwen waarbij zonne-energie de enige energiebron is.
De Solar Decathlon vindt zijn
oorsprong in de Verenigde Staten
waar in 2002 de eerste wedstrijd
plaatsvond. Dit jaar werd de Solar
Decathlon voor het eerst in
Europa gehouden. De Decathlon
vond plaats in Madrid, langs de
Manzanares rivier vlakbij de
Ponte del Rey (Koningsbrug). Bij
deze gelegenheid tekenden het
Spaanse ministerie van Huisves-
ting en de regering van de
Verenigde Staten een overeen-
komst om de Europese Solar
Decathlon te lanceren en te
promoten.
Net als in de Decathlon sport
tienkamp strijden de gebouwde
zonne-energiehuizen in tien
disciplines tegen elkaar: bijvoor-
beeld architectuur, engineering,
marketing, sociale bewustwor-
ding, klimaat en comfort en
energie overproductie, om er
maar enkele te noemen. De
belangrijkste doelen van dit
evenement zijn: voorlichting,
ondersteuning, bewustwording
en demonstraties van de moge-
lijkheden en kansen van duurza-
me huisvesting. Energie-efficiën-
te technologie en duurzame
energie willen we tonen aan een
breed publiek. Met 190.000
bezoekers binnen tien dagen was
het onlangs gehouden evene-
ment een groot succes.
De TU Delft heeft met het Depart-
ment of Building Technology als
adviseur, voor de succesvolle
deelname van het team ‘Living
Light’ van de University of
Tennessee een belangrijke
bijdrage geleverd aan de US Solar
Decathlon in 2011. Ook het Nuna
Solar Race team en het Delta
Lloyd Solar boat team waren
succesvol op het gebied van solar
energieproductie. Dit alles heeft
ertoe geleid, dat het mogelijk was
vanuit de TU Delft de deelname
aan de European Solar Decathlon
in 2012 te initi–eren.
Het Department of Building
Technology en de TU Delft Energy
Club hebben een interdisciplinair
team samengesteld dat bestaat
uit medewerkers en studenten
van verschillende faculteiten. Alle
teamleden zijn geïnteresseerd in
vragen rondom duurzame
energie en duurzaamheid. In de
loop van de komende twee jaar
wil het team van de TU Delft zijn
eigen solar huis ontwerpen en
bouwen. De uitdaging is niet
alleen een inspirerend ontwerp
te maken dat technisch haalbaar
is, maar ook om een team van
veertig mensen aan te sturen,
sponsoren te vinden en marke-
tingstrategieën te ontwikkelen.
De Solar Decathlon is daarom een
unieke mogelijkheid voor de TU
Delft en haar studenten om met
en in verschillende belangen-
groepen en bedrijfstakken samen
te werken aan een project dat
boven de academische waarde
uitstijgt.
Prof.dr.ing. Patrick Teuffel
TU DelftFaculteit Bouwkunde
Onder het spoor maakt een stukadoor nieuwe specie aan
tijdens de afbouw van de door bouwcombinatie De Boer en
Geka Bouw gebouwde fietstunnel bij de rotonde Dui-
kersloot. De betonnen bak is eerder naast het spoor van
RandstadRail opgebouwd. De tunnel vormt een verbinding
tussen de wijken Tolhek/Klapwijk en Keijzershof in
Pijnacker en biedt fietsers straks een snelle route tussen
Delft en Zoetermeer. Foto: Ton Borsboom
Bedrijfscultuur doorslaggevende
succesfactor
HOLLANDS TAFEREEL
Bouwend Nederland Podium | 18 | 25 november 1
18Jaargang 6 • 25 november 2010
Nieuws, achtergronden en opinies uit bouw & infra
Risico’s weerverlet voortaan dooralle bouwbedrijven te verzekeren Jacqueline Schlangen (Vernieuwing Bouw):
“Integriteit ter discussie stellen getuigt van lef”Jan Kamminga (FME-CWM): “Bouwbedrijven
en installateurs moeten handen ineenslaan”
47 Meld u aan voor de
nieuwsbrief opwww.bouwendnederlandpodium.nl
CoMMeNtaar
Bouwvakker m/vNiets nieuws onder de zon, denk je, als je leest dat amper 130 vrouwen een technische func-
tie op een Nederlandse bouwplaats hebben. Dat is namelijk de uitkomst van het volgende
rekensommetje van het EIB (Economisch Instituut voor de Bouw). Medio 2009 telde de CAO-
bouwnijverheid 170.000 werknemers waarvan 8% vrouw (= 13.600). Het merendeel daarvan is
werkzaam in een administratieve functie. Ruim 1300 vrouwen (0,9%) werken in een technische
functie. En weer 10% daarvan behoort tot het bouwplaatspersoneel (= 130). Als je die cijfers
wat langer op je laat inwerken, ontstaat er een wonderlijk beeld van een sector die – alle ver-
anderingsgezindheid ten spijt – nog niet de weg gevonden heeft naar een manier waarop hij
meer vrouwen in zijn bedrijven heeft kunnen krijgen. Jazeker, zo blijkt uit dezelfde cijfers van
het EIB: van de 1300 bouwvrouwen heeft bijna 90% een technische functie. Het overgrote deel
is hoogopgeleid en 30% van hen (let wel: = 390) heeft de functie van werkvoorbereider. Een
sector met zo’n maatschappelijke impact als de bouw zou als een slurpende spons moeten wer-
ken op het vrouwelijke deel van de natie. In plaats daarvan zal er nog hard aan moeten worden
getrokken om van de term ‘bouwvakker m/v’ gemeengoed te maken.
Foto: Anton D
ijkgraaf / Hollandse H
oogte
2
Vernieuwing Bouw maakte de uitkomsten van
het onderzoek, uitgevoerd door USP Marketing
en Consultancy bv, bekend op het congres
‘Innovatie onze kracht!’, op 25 november in
Utrecht. Het onderzoek werd uitgevoerd onder
2646 personen op management- en uitvoerend
niveau, aan zowel opdrachtgevers- als opdracht-
nemerskant.
Macht verschovenOpmerkelijk is dat in de beleving van de onder-
vraagden de ‘macht’ is verschoven van
opdrachtnemers naar opdrachtgevers. Volgens
de onderzoekers heeft dit alles te maken met de
economische crisis. Opdrachtgevers trekken aan
de touwtjes, opdrachtnemers hebben het
gevoel dat alleen de laagste prijs telt. Dat alles
heeft tot gevolg dat bij opdrachtgevers het ver-
trouwen in opdrachtnemers is gegroeid, maar
opdrachtnemers hun opdrachtgevers juist
minder zijn gaan vertrouwen. Waarbij moet
worden aangetekend dat bedrijven die in 2009
een omzetgroei kenden, zich positiever uit-
spraken over opdrachtgevers dan bedrijven
waar de omzet daalde. Pieter Clerx, senior
beleidsmedewerker van Bouwend Nederland:
“Dit heeft natuurlijk alles te maken met vraag
en aanbod. Wij zien echter dat opdrachtgevers
ten onrechte ramingen naar beneden bij-
stellen. Dit gaat uiteindelijk ten koste van de
kwaliteit. Wij moeten voorkomen dat hierdoor
onnodig wantrouwen wordt gewekt.”Veranderproces op gangUit het onderzoek blijkt dat zowel de bouw-
sector als de opdrachtgevers het veranderings-
proces, dat op gang is gekomen als gevolg van
de Parlementaire Enquête Bouwnijverheid
(2002), serieus nemen. Dat zogeheten transitie-
model bestaat uit vijf fasen; herkennen,
erkennen, inhoudelijk kennen, vertalen naar
de eigen organisatie en definitieve gedragsver-
andering. 60% van alle opdrachtnemers en
zo’n 70% van alle opdrachtgevers in de bouw
is al met dit veranderingsproces aan de slag.
Opmerkelijk is dat bouw- en infrabedrijven die
Er worden serieuze stappen gezet naar integriteit en transparantie in de bouwsector.
In het veranderproces zijn grote bouw- en infrabedrijven doorgaans verder dan kleinere,
gespecialiseerde aannemers, maar de publieke opdrachtgevers zijn koplopers. Opdracht-
gevers oordelen over het algemeen positiever over opdrachtnemers dan andersom.
Dat blijkt uit het rapport Integriteit en transparantie in de bouwsector, een zogeheten
1-meting van Vernieuwing Bouw. Twee jaar geleden verscheen de 0-meting.
Onderzoek Vernieuwing Bouw:
zijn aangesloten bij een branchevereniging die
deel uitmaakt van de partners in Vernieuwing
Bouw (waaronder Bouwend Nederland) verder
gevorderd zijn in het veranderproces.
Clerx: “Met dit resultaat kunnen wij aantonen
dat de aangesloten bedrijven door onze
inspanningen meerwaarde hebben gekregen.
Het onderwerp noodzaakt wel tot permanente
aandacht. Houd jezelf regelmatig de spiegel
voor en kijk of je binnen de grenzen blijft ope-
reren.”
resultatenDat bedrijven en opdrachtgevers met het veran-
derproces aan de slag gaan, wil niet per definitie
zeggen dat ze er ook in slagen gedragsverande-
ring tot stand te brengen. Van alle verandertra-
jecten die worden ingezet, slaagt zo’n 30%, leert
de ervaring. De bouwsector vormt daarop geen
uitzondering. De verwachting is dan ook dat 7%
van de opdrachtnemers in 2010 gedragsverande-
ring in integer handelen weet te realiseren en
4% in transparantie. Toch weet 50% van de
opdrachtnemers de fase van ‘inhoudelijk kennen’
te bereiken. Relatief veel organisaties hebben
dus actief een verandertraject ingezet. Dat per-
centage ligt bij de opdrachtgevers met 60% nog
net iets hoger.Grote organisaties zijn beduidend verder dan
kleinere. Opdrachtgevers zijn over het algemeen
weer verder dan opdrachtnemers. Ook hier zijn
opmerkelijke verschillen te zien tussen grote
opdrachtgevers en kleinere. Dat is ook wel
logisch, want bijvoorbeeld een kleine gemeente
heeft aanzienlijk minder te maken met bouwop-
drachtgeverschap dan een grote. Grotere
opdrachtgevers hebben over het algemeen
hogere verwachtingen en betere ervaringen als
het gaat om het toepassen van gedragscodes
door opdrachtnemers, aldus het rapport.Verschillen per bouwfaseHet rapport heeft ook de verschillende bouw-
fasen nader onder de loep genomen. Zo blijkt de
communicatie tussen opdrachtgever en opdracht-
nemer in de acquisitiefase ten opzichte van 2008
te zijn verbeterd. Offertes zijn bijvoorbeeld dui-
delijker geworden, waardoor opdrachtgevers
het gevoel hebben dat de risico’s eerlijker ver-
deeld zijn. Ook in de uitvoerende fase is een
positieve ontwikkeling te zien. Maar opdrachtne-
mers zijn minder tevreden met het tijdig infor-
meren door opdrachtgevers over zaken die hun
bedrijfsproces kunnen beïnvloeden. Toch geeft
78% aan dat er wel over gesproken kon worden.
Over de opleveringsfase is men over het alge-
meen nog minder positief. Projecten worden nog
altijd minder vaak goed afgerond met een evalu-
atie. Bij een derde van alle projecten gebeurt dat
helemaal niet. Toch is het volledig vertrouwen
van opdrachtgevers in opdrachtnemers van
acquisitie tot oplevering de afgelopen twee jaar
met 10% gestegen. Het vertrouwen bij opdracht-
nemers over de hele fase steeg met 4%. Het gaat
dus vooral om communicatie en vertrouwen. Het
is zinvol om vanaf het eerste contact tussen de
(potentiële) opdrachtgever en het bouw- en
infrabedrijf communicatiemomenten af te
spreken. Tijdig overleg voorkomt teleurstellingen
aan beide kanten, aldus Clerx.
Bouwsector transparanter en meer integer
Integriteit en transparantie staan volop in de aandacht van de bouwsector. Bouw- en infrabedrijven die zijn aangesloten
bij een branchevereniging die participeert in Vernieuwing Bouw, zoals Bouwend Nederland, zijn verder gevorderd in het
veranderproces.
7 juli 2010
Projectbezoek Martin van Pernis
A2 - Utrecht
13 juli 2010
Projectbezoek Martin van Pernis
N210 - Krimpen aan den IJssel
27 juli 2010
Opinie-artikel in Cobouw “Bouw
heeft nieuwe leercultuur nodig”
26 augustus 2010
Artikel in Cobouw
“Moeite met prestatiecontracten”
Interview met Frans de Haes over
Kennishub nieuwe onderhouds-
contracten
2 september 2010
Opinie-artikel in Cobouw “Bouw
kan de kracht van social media
veel beter benutten”
2 september 2010
Reactie Jacqueline Schlangen op
stelling “Een ministerie van
Ruimte is een zegen voor
bouwend Nederland” in Podium
7 september 2010
Workshop Energiebesparing op
TOPniveau in Gouda, in samen-
werking met Building Brains
17 september 2010
Bijeenkomst Bestuurlijk Platform
Professioneel Opdrachtgever-
schap in Amersfoort
23 september 2010
Presentatie Onno van Veldhuizen
tijdens mini-congres gemeen-
telijke inkoopsamenwerking in
Amsterdam
24 september 2010
Opinie artikel in Cobouw “Bouwen
zonder cement is heilloos”
27 september 2010
Strategie Summit Bouw in
Santpoort
JULI AUGUSTUS
SEPTEMBER
Jaarverslag 2010 > Vernieuwing Bouw12
1 november 2010
Artikel in Infratech Beurskrant
“Samenwerking versterkt de
infraketen” Interview met Martin
van Pernis
3 november 2010
Masterclass Leiderschap,
Innovatie & Connectivity in
Utrecht
8 november 2010
Topconferentie Gunnen op reële
prijs in Montfoort
9 november 2010
Bijeenkomst Bestuurlijk Platform
Professioneel Opdrachtgever-
schap in Amersfoort
NOVEMBER
17 november 2010
Projectbezoek Martin van Pernis
ketensamenwerking in de wo-
ningbouw in Heerhugowaard
18 november 2010
Presentatie Martin van Pernis
tijdens Opdrachtgeversforum
19 november 2010
Presentatie Onno van Veldhuizen
tijdens Seminar BIM-omgeving in
Utrecht
20 november 2010
Column Jacqueline Schlangen in
Cobouw “Innoveren doe je met
vereende krachten”
1 oktober 2010
Lancering nieuwe website
Vernieuwing Bouw
5 oktober 2010
Artikel in Cobouw “De trots moet
terug in de bouw” Interview met
Martin van Pernis
7 oktober 2010
Rondetafelbijeenkomst Vernieu-
wend opdrachtgeverschap bij
Com·Wonen in Rotterdam
11 oktober 2010
Rondetafelbijeenkomst Vernieu-
wend opdrachtgeverschap Woon-
goed in Middelburg
12 oktober 2010
Opinie-artikel in Cobouw “Vlucht
weg uit het krakende systeem”
21 oktober 2010
Column Jacqueline Schlangen in
Cobouw “Vertrouwen leidt tot
vernieuwing”
26 oktober 2010
Bouw veel nieuws onder de zon;
katern in VNG magazine
27 oktober 2010
Bijeenkomst Stuurgroep infra
OKTOBER
Vernieuwing Bouw < Jaarverslag 2010 13
23 november 2010
Rondetafelbijeenkomst Vernieu-
wend opdrachtgeverschap bij
UWOON in Harderwijk
24 november 2010
Rondetafelbijeenkomst Vernieu-
wend opdrachtgeverschap bij
Patrimonium in Veenendaal
25 november 2010
Congres Innovatie onze kracht! in
de Fabrique in Utrecht
Lancering WIZER-portal tijdens
Innovatie onze kracht!
Boekpresentatie: Van Yab Yum
naar Dim Sum tijdens Innovatie
onze kracht!
Lancering www.bouwinnova-
tiekaart.nl tijdens Innovatie onze
kracht!
25 november 2010
Diverse artikelen in Cobouw over
het USP-rapport Integriteit en
transparantie in de bouwsector
25 november 2010
Artikel in Podium 18 “Integriteit
ter discussie stellen getuigt van
lef” Interview met Jacqueline
Schlangen
2 december 2010
Rondetafelbijeenkomst Vernieu-
wend opdrachtgeverschap bij
Lefier in Hoogezand
3 december 2010
Presentatie Jacqueline Schlangen
tijden NEVI-congres in Amsterdam
8 december 2010
Boekpresentatie: Building Passion,
the international edition
14 december 2010
Opinie-artikel in Cobouw “Bouw
vernieuwt verder in 2011”
16 december 2010
Reactie Jacqueline Schlangen
op stelling “Bouw heeft nog te
weinig geleerd van parlementaire
enquête” in Podium 20
December 2010
Samenwerken loont: interview
Dick van den Heuvel in Career &
Co
NOVEMBER DECEMBER
Jaarverslag 2010 > Vernieuwing Bouw14
Vernieuwing Bouw < Jaarverslag 2010 15
VERNIEUWING BOUWIN CIJFERS
Jaarverslag 2010 > Vernieuwing Bouw16
0
5
10
15
20
25
30
1e Kwartaal 2e Kwartaal
+5
+15
+9
3e Kwartaal 4e Kwartaal
volgers tweetsgevolgden9135012310 nieuwsbrieven
> 3200 emailadressen
97% gelezen
0 500 1000 1500 2000 2500
September
Oktober
November
December
0
1
2
3
4
5
6
7
8
Ove
rhei
d
Bran
chev
eren
igin
g
Won
ingc
orpo
ratie
Bouw
bedr
ijf
Arch
itect
enbu
reau
Advi
esbu
reau
Kenn
isin
stitu
ut
Twitter op 31-12-2010Nieuwsbrief Vernieuwing Bouw
Aantal bezoekers website
Partners & deelnemers Vernieuwing Bouw Bouwinnovatiekaart
Partners & deelnemers Vernieuwing Bouw per catergorie
Ketensamenwerking 9 projecten
Levensduurdenken 10 projecten
Vernieuwend Opdrachtgeverschap 14 projecten
Vernieuwing Algemeen 6 projecten
Partners
Deelnemers
Congres Vernieuwing Bouw 25 november 2010
310 aanwezigen
11 workshops
Aantal persoonlijke ontmoetingen Bereik
40 4337
Aantal keer in de media verschenen Totale oplage
45 90.500
Vernieuwing Bouw < Jaarverslag 2010 17
WE STAANER NIETALLEEN VOORSamenwerken in de keten zorgt voor een betere bouwsector
Jaarverslag 2010 > Vernieuwing Bouw18
Op de werkvloer weten ze het zeker, keteninte-
gratie werkt: problemen worden onderling snel-
ler opgelost, de expertise van de werkvloer be-
ter benut, de doorlooptijd aanzienlijk verkort en
de werksfeer is veel beter. Toch valt er nog veel
door te ontwikkelen op het gebied van ketenin-
tegratie. Wat het lastig maakt: vertrouwen in el-
kaar en een daarmee gepaard gaande openheid
van zaken is cruciaal voor een geslaagde keten-
integratie.
Age Vermeer Marlies Krol-Cools
Het begin
Bij de Rotterdamse woningbouwcorporatie, Com·wonen,
ontstond de gedachte: als we meer zouden samen-
werken kunnen we dan niet sneller en beter bouwen? En
dan niet alleen samenwerken met de aannemer, maar
met alle ketenpartners in een bouwproject. Tijdens een
bijeenkomst waar veel organisaties uit de hele keten
aanwezig waren, werd de vraag gesteld, wie bereid
was om een pilotproject ketenintegratie te starten.
Com·wonen en Dura Vermeer stonden op. Age Vermeer,
divisiedirecteur Infra van Dura Vemeer: “Ketenintegratie
biedt een structuur waarin mensen optimaal kunnen
samenwerken. Je ziet veel beter de totale waarde van
een bouwproject als je alle ketenpartners betrekt. Zo
ontstaat een totaalplaatje. Wanneer je samenwerkt
als keten maak je lange termijnafspraken. Dat is heel
relevant. De kennis en ervaring die je als ketenpartners
bezit kun je met elkaar delen en inzetten bij volgende
projecten.”
Overtroffen verwachtingen
Com·wonen en Dura Vermeer, beide deelnemer van
Vernieuwing Bouw, zijn vervolgens samen een pilot
gestart met als doel: een beter, sneller en voordeliger
bouwproces. Het middel? Ketenintegratie. De ervaringen
overtroffen alle verwachtingen. De faalkosten zijn fors
gereduceerd, klanten zijn tevredener en de kwaliteit
van de projecten is fors om hoog gegaan. En zeker niet
onbelangrijk: op de werkvloer, in de projectteams en in
het management, iedereen ervaart meer werkplezier,
doordat de sfeer veel beter is. Belangrijke succesfac-
toren zijn zachte waarden als vertrouwen, transparantie
en de intentie om met elkaar samen te werken. Marlies
Krol-Cools, Manager Projecten van Com·wonen vertelt:
“We krijgen een kijkje in de keuken van de ketenpart-
ners en zij in die van ons. We kennen elkaars doelen
en beweegredenen. Zo zijn er geen verborgen agenda’s
meer, de ouderwetse risicoschotten zijn van tafel. Er
Samenwerken in de keten zorgt voor een betere bouwsector
Vernieuwing Bouw < Jaarverslag 2010 19
ontstaan nieuwe businessmodellen en een
nieuw winst- en verliesmodel. Dan kun je
veel gemakkelijker communiceren en je kri-
jgt begrip en respect voor elkaar. Daarbij is
de begeleiding van het CPI en Deloitte Real
Estate Advisory, die helpen het resultaat
meetbaar te maken, belangrijk.” Vermeer
vult aan: “Voor een goede ketenintegratie is
het van levensbelang dat je tijdens het bou-
wproces tussentijds om tafel gaat met be-
trokken partijen. Om die gesprekken te laten
slagen moeten partijen elkaar vertrouwen.
Mensen moeten open en transparant met
elkaar praten en gezamenlijk voor het beste
resultaat gaan. Dat kan alleen als je elkaar
vertrouwt. En daarvoor is lef nodig. Lef om
je bloot te geven. Je moet niet bang zijn om
ergens tegen aan te lopen. Daarvoor heb je
goede mensen nodig met veel kwaliteiten.”
Klik met elkaar
Zoveel loftuitingen doen haast vermoeden
dat we er al zijn. Dat is niet zo. Marlies Krol-
Cools: “Er moet nog heel veel gebeuren. We
zitten in een veranderproces. Dat kost tijd.
We hebben samen met de ketenpartners een
LEAN-cursus en de masterclass Keteninte-
gratie gevolgd. LEAN is gericht op efficiency
en foutenreductie. Eén van de leermomenten
was: daar waar je struikelt, ligt de grootste
schat begraven. Dat is ook zo. Er blijven
leermomenten om op te lossen. Zo begon
de projectmanager enthousiast aan de pilot
ketenintegratie maar kwam er in eerste
instantie toch een dichtgetimmerd contract
op tafel. Heel begrijpelijk, het is ook lastig.
Je bent zo gewend om je in te dekken en nu
moet je leren loslaten. Daar moeten we met
elkaar alert op blijven.”
Jaarverslag 2010 > Vernieuwing Bouw20
Vermeer weet als geen ander hoe moeilijk ketenintegratie kan zijn.
“Ketenintegratie lijkt zo simpel als wat, maar dat is het niet. Het
vraagt veel van alle partijen. Zo moet iedereen zich kwetsbaar durven
opstellen. Je moet allemaal willen, bereid zijn er energie in te steken,
terwijl nog onduidelijk is wat het oplevert. Daarnaast gaat ook niet
elk huwelijk goed. Je moet wel een klik hebben met elkaar. Een van
de grootste problemen is dat partijen te weinig vertrouwen hebben.
Ze hebben niet het lef om er vol voor te gaan en ze blijven hangen
in het oude denken. Het zal nog wel wat jaren duren voor ketenin-
tegratie bij iedereen tussen de oren zit. Zoiets gaat mondjesmaat.
De bouw is een traditionele sector met veel overheden. Vernieuwing
Bouw moet dit aanjagen, erover communiceren. Als mensen niet
weten hoe het moet en waarom het zo goed werkt, zullen ze het ook
nooit gaan doen.”
Verbreden, verlengen en verdiepen
Com·wonen gaat in ieder geval de komende jaren verder met
ketenintegratie. “We verbreden door meer partners te selecteren,
zoals architecten, installateurs, elektrabedrijven en overige adviseurs
en leveranciers. Verlengen is nodig, omdat we willen beginnen bij
de klant en ook de exploitatiefase erbij willen betrekken. Verdiepen
gaan we doen door binnen projecten nog sneller en goedkoper te
werken. Ons doel is dat ieder project verbeterd wordt ten opzichte
van het vorige. Daar hebben we ook doelen over opgesteld. En last
but not least willen we intern de samenwerking verbeteren. Binnen
Com·wonen moeten de verschillende directies efficiënter met elkaar
gaan samenwerken,” zegt Marlies Krol-Cools.
Toekomst
Ze ziet dat er in de gehele bouwsector steeds meer aandacht is voor
ketenintegratie. “Ik zie en hoor dat veel bouwbedrijven bezig zijn met
ketensamenwerking of in ieder geval die intentie hebben. Er worden
verschillende versies gebruikt, van co-makership tot daadwerkelijke
integratie. Alle grote aannemers die ik spreek, hebben het erover en
zijn erg positief. Steeds meer zien ze de kansen die ketenintegratie
biedt.”
Ook Age Vermeer gelooft in de toekomst van ketenintegratie. “Op
veel plekken zijn er eenvoudige vormen van ketensamenwerking.
Je ziet dat men er in gelooft. Maar omdat momenteel de middelen
bij veel bedrijven schaars zijn, zie je dat het minder snel
gaat. Wij willen graag bijdragen aan de verspreiding en
mensen laten zien dat het juist in deze moeilijke tijden
faalkosten bespaart.”
Hoe lang duurt het nog voor de hele bouwsector in de
keten samenwerkt? Krol-Cools: “Er gebeurt veel, maar
soms ben ik erg ongeduldig. Ik verwacht dat we binnen
vijf tot tien jaar een vernieuwde bouwsector hebben.
Zeker als we het samen willen doen en elkaar opzoeken.
Dan kunnen we kennis en ervaring uitwisselen.”
Ketensamenwerking kan marges in de bouw verhogen
De bouwsector heeft flink te lijden gehad onder
de recessie. De vijftig grootste bouwonder-
nemingen van ons land hebben in 2009 ruim
E 2,7 miljard aan omzet ingeleverd. Brachten
de koplopers in 2008 samen E 36,2 miljard
op, een jaar later is daar nog ‘slechts’ E 33,5
miljard van over. Een daling van 7%. Het gemid-
delde omzetverlies per aannemer bedroeg maar
liefst E 54 miljoen. Nog harder kelderde het
totale bedrijfsresultaat van de ‘big 50’: met
40%, van E 1,42 miljard naar E 865 miljoen.
Dat wil zeggen dat er E 0,55 miljard minder in
het laatje van de Nederlandse bouwtop terecht
kwam. Ook de nettowinst viel terug met 30%,
tot E 706 miljoen.
Een omzet van E 33.5 miljard levert een net-
towinst op van E 706 miljoen. Omgerekend is
dat 2%. Faalkosten namen toe van 9 naar 14%.
Om de winstmarge te verhogen is het van groot
belang om faalkosten terug te dringen. Onder-
zoek wijst uit dat een betere ketensamenwer-
king faalkosten fors kan reduceren.
(Bron: Cobouw)
Vernieuwing Bouw < Jaarverslag 2010 21
Twee vooruitstrevende vernieuwers vertellen hun visie op duurzaamheid
LEVENSDUURDENKEN,
GEEN KEUZE MAAR
EEN VOORWAARDE
Jaarverslag 2010 > Vernieuwing Bouw22
Duurzaamheid verwees ooit vooral naar moeilijk
renderende zonnepanelen en recyclebare bouw-
materialen. Zeker in de bouw werd het duurzaam-
heidsprincipe maar mondjesmaat toegepast en
werd soms misschien gehoopt op een hype die
over zou waaien. Tegenwoordig is duurzaamheid
haast een voorwaarde en een complete visie op
bouwen. Vanuit twee totaal verschillende per-
spectieven benaderen Franscesco Veenstra van
Mecanoo Architecten en Jan van der Kleij van
Belfor, duurzaamheid en levensduurdenken. De
een helemaal voorin de keten, de andere ach-
terin. De een wil bouwen, de ander herstellen.
Mecanoo is al sinds zijn oprichting overtuigd van
het duurzaamheidsideaal. Mecanoo wil een gebouw
duurzaam inpassen in haar ruimtelijke omgeving. Voor
Mecanoo is duurzaamheid een visie, die begint bij het
uitzoeken van de bouwlocatie en die eindigt bij Belfor.
Belfor is het grootste bedrijf ter wereld op het gebied
van reconditioneren. Zij stellen dat het herstellen van
een gebouw bijna altijd duurzamer is dan een nieuwe
bouwen. Wat de twee bedrijven gemeen hebben is een
heilig geloof in duurzaamheid en een zeer vooruitstre-
vende visie. Beide deelnemers van Vernieuwing Bouw
stellen: “Duurzaamheid heeft de toekomst.”
Francesco Veenstra van Mecanoo Architecten: “Over
vijf jaar bestaat het thema duurzaamheid niet meer.
Dan is het volledig geïntegreerd in wet- en regelge-
ving. Duurzaamheid is dan geen doel meer maar een
voorwaarde. Energie-prestatienormen zullen strenger
worden. Daarna gaan we langzaam over op het lokaal
opwekken van energie. Gebouwen zijn dan zelfvoor-
zienend. Nu zijn we nog vooral passief duurzaam, zoals
met warmte-koudeopslag. We zullen steeds vaker
actief duurzaam zijn door bijvoorbeeld het opwekken
van energie uit zon en wind. We zijn nu al bezig met
het ontwikkelen van technologie om het opwekken van
energie te integreren in traditionele bouwmaterialen.
Zo integreren we PV-cellen (zonnecellen) in glas, dak-
bedekking en gevelmaterialen.
Jan van der Kleij van Belfor denkt er in grote lijnen
hetzelfde over: “Duurzaamheid in alle vormen zal alleen
nog maar toenemen. Tien jaar geleden is de trend
ingezet en langzaam zie je dat duurzaamheid steeds
vanzelfsprekender wordt. Ik voel dat we midden in een
cultuuromslag zitten.”
Duurzaamheid is de laatste vijf jaar verworden tot een
containerbegrip van formaat. Niet alleen bouwen we
duurzaam, we eten duurzaam, kopen duurzame kleding
en zelfs onze sociale contacten moeten duurzaam zijn.
Franscesco Veenstra Jan van der Kleij
Vernieuwing Bouw < Jaarverslag 2010 23
Hoog tijd dus voor de vraag: Maar wat is precies duurzaamheid?
Wat betekent het voor een architect? “Wij onderscheiden techni-
sche en esthetische duurzaamheid. Zonnepanelen zijn technisch
duurzaam. Esthetische duurzaamheid is eigenlijk simpel gezegd: is
het mooi genoeg om te blijven staan. Als een gebouw bijzonder is
ontworpen, maar toch goed past in de ruimtelijke omgeving, dan is
de kans veel groter dat het lang mag blijven staan van de ge-
meente. Een gebouw moet bijzonder zijn, maar wel deel uitmaken
van de stedelijke context. Neem de Amsterdamse grachtenpanden.
Doordat ze zo bijzonder zijn, maar wel heel erg bij Amsterdam
horen, staan ze er al eeuwen. Dat is pas duurzaam.”
Voor Jan van der Kleij is het herstellen van gebouwen het duur-
zaamst. Bij Belfor doen ze dat correctief: er is iets kapot en dat
wordt gerepareerd. En preventief: beter nu vervangen dan wachten
tot het kapot is. “Reconditioneren is veel milieuvriendelijker dan
een gebouw slopen en helemaal opnieuw bouwen. Het is bovendien
60% goedkoper. Ik snap dat aannemers graag willen bouwen, maar
als je echt denkt in het verlengen van levenscycli, moet je eerst
kijken of je kunt reconditioneren.”
Francesco Veenstra praat niet over gebouwen, maar over concep-
ten. Een gebouw is nooit een stapel stenen op zichzelf. Enerzijds
maakt het deel uit van een ruimtelijke omgeving, anderzijds zijn er
de gebruikers van een gebouw. Alles tezamen vormt dit het bouw-
concept, van waaruit bij Mecanoo wordt gedacht. “De ontwerpvisie
is dat een gebouw past bij de plek en bij de mensen die er werken.
Wij willen ook dat er enige flexibiliteit zit in het gebouw, zodat
gebruikers zelf nog invulling kunnen geven aan de manier waarop
het gebouw gebruikt gaat worden. Ook dat is duurzaamheid. Als
het gebouw een andere bestemming krijgt kan het gebruikt worden
zonder dat grote verbouwingen nodig zijn.”
Een gat in je bank
Bij Belfor geloven ze niet zo in nieuwbouw in het kader van duur-
zaamheid. “We leven in een wegwerpmaatschappij. Als je een
gat in je bank hebt kun je gewoon dat gat dicht maken, maar de
meeste mensen kopen liever een nieuwe en dat terwijl reconditi-
onering niet alleen goedkoper en milieuvriendelijker is, maar ook
beter de continuïteit waarborgt. Een bedrijf is sneller back to busi-
ness wanneer je herstelt dan wanneer je opnieuw bouwt. Hetzelfde
geldt voor een huiseigenaar die na een brand weer zo snel mogelijk
woonruimte wil.”
Op de vraag om een tekenend voorbeeldproject te beschrijven
geeft Jan van der Kleij een specialistische uitleg van projecten in
Afghanistan, de Rabobank en een recyclefabriek in
Delfzijl. Stuk voor stuk indrukwekkende projecten van
grote opdrachtgevers. Zo is voor het Ministerie van
Defensie in Afghanistan technische apparatuur gere-
conditioneerd. “De apparatuur hebben we hersteld.
De apparaten bleken na onze behandeling beter en
schoner te zijn dan ervoor. Dan weet je dat je heel veel
kunt bereiken met je methoden.”
Dat Mecanoo een voorloper is, die continu de ver-
nieuwing opzoekt, blijkt wel uit het project dat ze al
in 1996 opleverden. “Wij hebben de bibliotheek van
de Technische Universiteit in Delft ontworpen. Dat
was een van de eerste gebouwen in Nederland, waar
warmtekoude-opslag werd toegepast. We hebben er
ook een dubbel maaiveld aangelegd. Het dak is schuin
oplopend gebouwd, zodat studenten op het dak konden
lunchen en studeren. In de winter is het een ski-helling.
Het dak houdt daarnaast regenwater vast.”
In het door Mecanoo ontworpen kazernegebouw voor
Defensie in Den Haag zijn de verschillende typen
duurzaamheid zichtbaar. “Dat is echt een prachtig
voorbeeld van een concept dat zowel esthetisch als
technisch erg duurzaam is. Wij maakten daar helaas
kennis met politieke duurzaamheid. De politiek besloot
dat op die plek het internationaal strafhof moest wor-
den gebouwd. Dus de kazerne is afgebroken. Ons gelijk
is wel, dat het kazernegebouw aan de overkant van de
straat precies hetzelfde weer is opgebouwd.”
Het laatste project dat Mecanoo met recht het pre-
dicaat duurzame onderneming geeft, is de openbare
bibliotheek in Birmingham. “De Britse maatstaven
voor duurzaamheid liggen veel hoger dan de onze.
We hebben energiezuinige maatregelen genomen en
energie-arme materialen gebruikt. We hebben gebruik
gemaakt van natuurlijke ventilatie. Ventilatielucht van
buiten is koud. Dan beslaan de ramen en ontstaan
wervelingsstromen. Dat is zeer onwenselijk. Lucht- en
verblijfskwaliteit in openbare ruimten is heel belangrijk.
Wij hebben daarom een verwarmingselement geplaatst
op de plaatsen waar de lucht het gebouw in komt. De
lucht wordt voorverwarmd met water.”
Kansen voor hun eigen organisatie om vernieuwend
te blijven zien beide vernieuwers meer dan genoeg.
Jaarverslag 2010 > Vernieuwing Bouw24
Veenstra: “De PPS-constructie lijkt al lang gemeengoed, vooral in
de infrastructuur, maar voor gebouwen is het relatief nieuw. Het
grote voordeel van deze constructie is dat alle partijen veel eerder
in het bouwproces bij elkaar komen om over de hele levenscyclus
van een gebouw en alles daarom heen beslissingen te nemen. We
zitten daar als architecten met de installateurs, de constructieme-
dewerkers, de aannemer en zelfs het facilitair bedrijf om tafel om
te bekijken hoe een gebouw het beste vorm gegeven kan worden.
Als iedereen meedenkt kun je nieuwe innovatieve oplossingen be-
denken. Verder moeten alle fasen van een project samen worden
beschouwd. Voorbereiding, ontwikkeling, uitvoering, oplevering,
onderhoud en gebruik moeten niet worden losgekoppeld maar in
samenhang worden bezien. Nu nog geeft bij veel projecten de aan-
nemer de sleutel aan de gebruiker, maar je moet de verantwoor-
delijkheid voor het gebruik delen. Dat verdien je later terug. Al die
technologie is er al. Het punt is de implementatie.”
Levenscyclus van een gebouw
Belfor blijft zichzelf ook vernieuwen. “Aannemers moeten zich
meer bezighouden met de hele levenscyclus van een gebouw.
Zij zullen dan ook onderhoud en opstal gaan doen. Dat zijn van
oudsher onze taken. Daarom gaan wij ons steeds meer richten op
technologische verbeteringen. Zo zetten we nu in op zogenaamde
lekdetectie. Door onbekende lekken vloeien er jaarlijks tienduizen-
den liters water weg. Wij sporen deze lekken op middels innova-
tieve methoden en zorgen zo voor enorme besparingen voor een
fabriek.”
Op dit moment is Veenstra bezig met een fictief project in
samenwerking met hoogleraar Toekomststudies, Wim de Ridder
(Universiteit Twente). “We denken twee, drie stappen verder dan
normaal. Er komt veel slimme technologie in bouwproducten, zodat
woningen volledig energieneutraal kunnen zijn. In overleg met de
producent en de aannemer kunnen honderd woningen
worden gebouwd. In de toekomst moet dit fabrieksma-
tig kunnen, zodat een hele wijk zelfvoorzienend wordt.”
Hun verhaal over duurzaamheid is zeker geen inge-
studeerde bedrijfspresentatie. Ook in hun persoonlijk
leven zijn ze duurzaam. Veenstra “Ik heb een zonneboi-
ler en zonnepanelen thuis. Die zorgen voor de helft van
mijn energievoorziening.”
Jan van der Kleij sluit af met: “Ik ben er persoonlijk
van overtuigd dat we fors moeten inzetten op duur-
zaamheid. Ik ben een trotse opa. Mijn kleinkind heeft
nog een heel leven voor zich. Ik wil voor hem ook een
leefbare wereld.”
De bouwsector is belangrijk
De bouwsector is van zeer groot belang voor de
Nederlandse economie en de arbeidsmarkt. Er
zijn maar liefst 474.000 mensen werkzaam in de
sector. Dat is zo’n 6% van de beroepsbevolking.
Er zijn bijna 200.000 bouwbedrijven en nog
eens 20.000 aan de bouw verwante bedrijven.
Samen zijn zij goed voor een netto jaaromzet van
E 45 miljard. Dat betekent dat de bouwsector
goed is voor 6% van het Bruto Binnenlands
Product (BBP).
2010 was een crisisjaar. 1352 bouwbedrijven
zijn failliet gegaan. Dat is 0,68% van het totaal.
Dit kostte bijna 55.000 personen hun baan in de
bouw. (bron: Wikipedia)
Vernieuwing Bouw < Jaarverslag 2010 25
Managementboeken staan vol met theorieën over leiderschap. In de
loop der jaren heeft de wetenschap op dat gebied grote ontwikkelin-
gen doorgemaakt. De aloude discussie: ‘is leiderschap aangeboren of
aangeleerd?’ is nu aanbeland bij de ‘Transformatietheorie’, die stelt
dat een goed leider van nature inspirerend en charismatisch is en zo
zijn medewerkers meeneemt in een transformatieproces.
LEIDERSVAN DETOEKOMST
Jaarverslag 2010 > Vernieuwing Bouw26
Vernieuwend leiderschap, één van de drie thema’s van
Vernieuwing Bouw, past bij die theorie. Maar vernieu-
wende leiders hebben naast een inspirerende leider-
schapsstijl, ook een heldere visie op de toekomst van
de bouwsector.
Twee deelnemers van Vernieuwing Bouw laten zien hoe
hun visie op vernieuwing en hun stijl van leidinggeven,
hen tot vernieuwende leiders maakt.
Tom Haagmans, directeur van Vaessen BV werkt al
twintig jaar bij Vaessen. Daarvoor was hij tweede luite-
nant bij de luchtmacht en heeft hij de TU in Eindhoven
afgerond. Zijn bedrijf Vaessen ontwerpt, ontwikkelt en
realiseert maatschappelijk vastgoed. Daarbij worden
innovatieve contractvormen gebruikt. De organisatie
heeft veel specialistische kennis en ervaring in huis
en is tegelijkertijd bouwbedrijf en architectenbureau.
Daarnaast vult Vaessen met partnerorganisaties naar
wens ook de exploitatie, het onderhoud en de financie-
ring in. De organisatie denkt vanuit de levenscyclus van
een accommodatie, waarbij de cradle-to-cradle filosofie
centraal staat.
Mede-techneut uit Delft, Bert Keijts, is sinds een jaar
voorzitter van de Raad van Bestuur bij woningcorpo-
ratie Portaal. Hij begon zijn loopbaan bij de provincie
Zuid-Holland, maar maakte al snel de overstap naar het
toenmalige ministerie van Verkeer en Waterstaat. Van-
af 2003 was hij DG Rijkswaterstaat met als kroon op
zijn overheidscarrière de verkiezing tot rijksoverheids-
manager van het jaar in 2008. Zijn huidige organisatie
is een belangrijke opdrachtgever in de bouw. Portaal
wil vernieuwing en innovatie in de bouw stimuleren.
Het doel is woningbezit te verduurzamen en het samen-
spel tussen opdrachtgever en opdrachtnemer verder te
professionaliseren.
Eerst vertelt Tom Haagmans over hoe hij vernieuwing
inhoudelijk vormgeeft en verspreidt. Daarna praat Bert
Keijts over welke leiderschapsstijl daarbij hoort.
Tom Haagmans
Bert Keijts
Vernieuwing Bouw < Jaarverslag 2010 27
Een vernieuwend leider combineert idealen met ondernemersgeest.
Haagmans is aangenomen bij Vaessen met de inten-
tie om eigenaar te worden. Welbewust zoekt hij een
niche in de markt die past bij zijn idealen. “Ik ben een
marketeer, geen bouwer. Ik ben continu op zoek naar
manieren om ons te onderscheiden en zo toegevoegde
waarde te realiseren. Met bouwen alleen red je het
niet meer. Daar zijn al duizenden andere bedrijven mee
bezig. Wij willen een ‘slimme’ bouwer zijn.”
Zijn onderscheidend vermogen gaat hand in hand met
zijn idealen. De visie op maatschappelijk verantwoord
ondernemen: “Het bewustzijn groeit dat wij met deze
aarde over een unieke doch kwetsbare leefwereld
beschikken. Willen we die in goede orde aan onze
kinderen overdragen, dan zijn veranderingen in gedrag
onontbeerlijk. En dat begint bij onszelf!”
Een vernieuwend leider weet als eerste wat anders moet.
Haagmans zet niet alleen fors in op duurzaamheid,
ook ketensamenwerking is erg belangrijk. Zijn bedrijf
ontwikkelt, ontwerpt, bouwt en levert maatschappelijke
voorzieningen. Hij vindt dat het bouwproces als geheel
bekeken moet worden.“Ik geloof in de kracht van de
keten. Elke stap in het proces is van invloed op de ke-
ten. Iemand moet van begin tot eind overzicht houden.
Wij willen graag die ketenverantwoordelijke zijn. Zo
denken we al vanaf het begin; wij zijn de regisseur en
zoeken samenwerking met complementaire partners
om voor elk probleem een oplossing te genereren.”
Een vernieuwend leider wil innoveren.
“Ik vind het belangrijk om me enerzijds in te leven in de
problematiek van een opdrachtgever en anderzijds daar
een unieke oplossing voor te bedenken. Ik wil interes-
sante projecten opleveren, die innovatief en duurzaam
zijn. Mijn drive is me te onderscheiden en op een ver-
nieuwende manier toegevoegde waarde te creëren. Het
huisvestingsvraagstuk los je niet op door simpelweg in
je eentje te bouwen. Dat doen we samen met vaste part-
ners, zoals Optisport Exploitaties en Essent.” Het motto
van Vaessen is niet voor niets ‘Bouwers in Beweging’.
Een vernieuwend leider heeft een succesver-haal.
“In de gemeente Haarlemmermeer hebben we juist
het ‘Huis van de Sport’ ontwikkeld. Dat is een project
van circa E 50 miljoen op basis van een Design&Build-
contract. Naast de gemeente participeren hierin ook
private partners. Het gebouw bestaat uit topsportvoor-
zieningen, zoals een zwembad, sporthallen en fitness.
Ook maakt een privaat kinderopvangcentrum deel uit
van dit levensloopbestendige gebouw. Eind 2011 starten
we met de realisatie en in 2014 moet het klaar zijn.
Geen gemakkelijke klus. Zo moet het voldoen aan de
NOC-NSF-eisen voor topsportwedstrijden en is sprake
van zeer veel verschillende gebruikers en huurders
met uiteenlopende belangen. De gedachte achter zo’n
multifunctioneel gebouw is het behalen van synergie.
Alleen al in ruimtebesparing levert dat 10 tot 15% op.
Het wordt een slim, compact, maar vooral ook duurzaam
gebouw. Ik zie het als een enorme uitdaging om dat voor
elkaar te krijgen op deze niet-traditionele manier. Ik vind
het denken in de bouw veel te traditioneel. Dat gene-
reert geen optimale oplossingen voor de huidige
huisvestingsvraagstukken. Dan heb ik het
ook over opdrachtgevers. Dat is jammer
omdat het zo veel beter kan.”
De leider en zijn visie door Tom Haagmans
Jaarverslag 2010 > Vernieuwing Bouw28
Een vernieuwend leider toont lef, maar doet het niet alleen.
“Ik werk volgens de netwerkbenadering. Dat wil zeggen
dat ik zoveel mogelijk mensen betrek bij mijn beslissin-
gen. Ik luister veel naar mijn medewerkers en sta open
voor hun mening. In het veld kunnen ze beter dingen
bedenken dan aan de top. Daarmee creëer je ruimte.
Je laat zien: kom maar, wij willen wel. Maar ik ben wel
degene die uiteindelijk de beslissingen neemt. Je kunt
niet blijven praten. Er moet wel wat gebeuren.”
Vernieuwend leiderschap is voor Bert Keijts niet top-
down en zeker niet hiërarchisch, maar wel met natuur-
lijk gezag. “Je moet duidelijk zijn naar je medewerkers
door argumenten te geven voor je gedrag en vervol-
gens moet je je verantwoordelijkheid durven nemen. Ik
wil een boegbeeld zijn en mensen stimuleren. Dat kan
alleen als je zelf duidelijk bent en lef toont.”
Een vernieuwend leider neemt duurzaamheid als uitgangspunt.
“Duurzaamheid is bij mij leidend in besluiten. Je moet
daarin investeren, lef hebben om van gebaande paden
af te wijken. Ik wil daarin met Portaal een voortrekkers-
rol innemen. Ik ben nog op zoek naar de juiste invulling
van duurzaamheid. Want wat is een goed duurzaam
effect? Het vraagt hoge investeringen zonder dat je van
tevoren weet of je de juiste keus maakt. Ik heb geen
last van idealisme. Ik ben nuchter. Ik zie dat er iets
moet gebeuren op het gebied van duurzaamheid dus ik
ben constant op zoek naar de beste methoden.”
Een vernieuwend leider stelt heldere doelen.
“De komende tien jaar wil ik investeringen doen in
bestaande en nieuwe woningen om ze duurzamer te
maken. De waarde zal anders omlaag gaan omdat
duurzaamheid een maatschappelijke norm begint te
worden. Nu moet de draai gemaakt worden naar het
toepassen van duurzaamheidsprincipes. Zo niet, dan
zal een achterstand ontstaan ten opzichte van andere
sectoren. Neem de auto-industrie. Daar worden grote
stappen gezet om duurzamere en slimmere materialen
te gebruiken. De bouw is wat trager in veranderingen.
We zijn gewend om te denken: dit werkt, dus laten we het hierbij
houden. We moeten leren dat we ons meer moeten richten op
consumenten.
Het komende jaar zal de duurzaamheidsdiscussie vooral op
projectniveau plaatsvinden. We zullen onderhoudsprocessen
doorlichten om zo efficiënt en effectief mogelijk volgens het
duurzaamheidsbeginsel te werken. Onze primaire focus ligt bij
energiebesparing, maar het blijft een zoektocht naar de beste
duurzame keuzes. Als leider moet je daar een stimulerende open
rol in spelen. Dat geldt ook voor de grote bouwers. Vaak zeggen ze
iets anders dan ze doen. Ze willen wel verduurzamen, maar vinden
het lastig om daar invulling aan te geven.”
Een vernieuwend leider weet dat ketensamenwerking loont.
“Ketenintegratie is ook een belangrijk onderwerp. Iedereen is zich
er steeds meer bewust van dat ketensamenwerking loont. We
zijn er kritisch op bij projecten bij onderhoud en nieuwbouw en
gaan altijd in gesprek met de projectleiders om te overleggen over
mogelijkheden om samen te werken. Je moet mensen daar wel de
ruimte in geven en open staan voor alles wat zich aandient met een
nuchtere en zakelijke blik. Dat schept een veel beter klimaat voor
vernieuwing dan allemaal regeltjes.”
Een vernieuwend leider weet wat hij doet.
“Ik heb mijn carrière nooit gepland. Ik ben nooit bezig geweest met
de volgende stap. Dat is mijn mazzel geweest. Als je probeert te
plannen ga je je er naar gedragen en word je onnatuurlijk. Je moet
dichtbij jezelf blijven.
Toen ik DG was bij Rijkswaterstaat betrapte ik me er voor het eerst
op dat ik dacht: wat wil ik nu eigenlijk nog? Dat leverde heel veel
spanning op. Ik heb daar met een coach over gepraat. Maar te
krampachtig op zoek gaan naar je droombaan vernauwt je blik. Je
beperkt jezelf daarmee. Ik trapte zelf ook bijna in die valkuil.”
Een vernieuwend leider neemt een goed advies ter harte.
“Het beste advies dat ik ooit gekregen heb was tijdens mijn stu-
dententijd. Ik had college. Een goede vriend zat naast mij. Hij wees
mij een mooie medestudente aan. ‘Zij vind je leuk’, zei hij,
‘doe daar wat mee.’ Met lood in mijn schoenen ging ik er op af.
Zij is nu al 34 jaar mijn vrouw.”
De leider en zijn stijl door Bert Keijts
Vernieuwing Bouw < Jaarverslag 2010 29
JE HOEFT ELKAAR NIET VOOR DE GEKTE HOUDEN
Jaarverslag 2010 > Vernieuwing Bouw30
Transparant en integer handelen. In ons privéle-
ven vinden we het de normaalste zaak van de
wereld. Maar in ons professionele leven is het
veel minder vanzelfsprekend. Van de bouwsec-
tor bestaat nog altijd het beeld van een wereld
waarin integriteit en transparantie bijna vieze
woorden zijn. De bouwsector is de laatste ja-
ren steeds meer overtuigd van het belang van
transparantie. En terecht, weten we uit het rap-
port “Integriteit en transparantie in de bouwsec-
tor”. Gelukkig zijn er steeds meer mensen die
transparant handelen hoog op de agenda heb-
ben staan. We spraken met Dan Bekker (hoofd
IBU Stadsingenieurs uit Utrecht) en Stan Lyc-
zak (wethouder gemeente Alphen aan den Rijn),
beide deelnemer van Vernieuwing Bouw.
Dan Bekker Stan Lyczak
Bouwen aan begrip
Transparantie is een breed begrip dat voor meerdere
uitleg vatbaar is. We vroegen daarom aan de heren
Bekker en Lyczak wat zij onder transparantie verstaan.
Bekker: “Ik zie transparantie als middel om te bouwen
aan vertrouwen. Wij geven onze opdrachtgever bijvoor-
beeld precieze inzage in de kosten die wij offreren. De
kosten blijven ook tijdens het proces inzichtelijk. Dus
hoe staan we er voor qua financiën, qua inzet van man-
uren, maar ook qua planning. Zo kun je laten zien dat je
geen woekerwinsten maakt, want dat is natuurlijk een
slechte basis voor een goede relatie.” Lyczak: “Voor mij
betekent transparantie handelen binnen de kaders van
de regels, maar wel met begrip voor ieders belangen.
Daarmee bedoel ik dat de regels niet te beknellend
moeten zijn. Door eerlijk en duidelijk te zijn over wat je
wilt, creëer je begrip bij de andere partij. Om elkaar te
begrijpen hoef je het nog niet met elkaar eens te zijn,
maar met begrip kom je er eigenlijk altijd samen uit.”
Stap in de goede richting
De onderzoeksresultaten van de 1-meting “Integriteit
en transparantie in de bouwsector” laten zien dat de
bouwsector ten opzichte van de 0-meting uit 2008 in
positieve richting is veranderd. Er is meer vertrouwen
tussen opdrachtgevers en opdrachtnemers. Deze
verandering is ook elders in het land zichtbaar. Lyczak:
“Ik zie het al in het huidige kabinet veranderen. Partijen
zijn veel duidelijker over wat ze willen en waarom. Als
je duidelijk maakt wat je wilt, kan de ander natuurlijk
Vernieuwing Bouw < Jaarverslag 2010 31
vinden dat je ideeën idioot zijn, maar als die er wel be-
grip voor heeft, heb je al een hele wereld gewonnen.”
“We zijn op de goede weg, maar geduld is een schone
zaak”, aldus Bekker. “We zijn bij IBU Stadsingenieurs
bezig met een gedragsverandering en die bereik je met
kleine stapjes tegelijk. Het is wel belangrijk dat we de
stapjes zo sturen dat we in de goede richting blijven
bewegen. Ik weet zeker dat we er gaan komen, we
moeten alleen niet verwachten dat het morgen al zo ver
is. Dit soort processen kost tijd. Dat is niet anders.”
Transparantie = rendement
Een ander opvallend resultaat uit de 1-meting is dat
transparant handelen leidt tot meer rendement voor
de betrokken partijen. Bekker: “Ik kan me niet zo 1,
2, 3 een project voor de geest halen dat een succes is
geworden door een transparantere insteek. Wat ik wel
kan zeggen, is dat we sinds het afgelopen jaar nog beter
scoren op onze klanttevredenheid. We krijgen ook echt
complimenten over onze aanpak. En met tevreden klan-
ten bouw je makkelijker een vertrouwensrelatie op. Als
je elkaar vertrouwt kun je een win-win situatie creëren.”
Lyczak: “Ik ben er absoluut van overtuigd dat transpa-
rantie leidt tot meer rendement. Je hoeft elkaar dan niet
meer voor de gek te houden. Wanneer je als aannemer
geen ruimte in je planning hebt voor een project, kun je
dat gewoon aangeven. Een offerte maken in de hoop dat
je de opdracht niet binnenhaalt is natuurlijk onzin. Als
we over dit soort dingen open en eerlijk zijn scheelt dat
ons allemaal tijd en dus geld. En uiteindelijk willen we
allemaal hetzelfde. Kwalitatief goede bouwwerken waar
de burger blij van wordt.”
Vergroten van transparantie binnen je organi-satie doe je zo
Opvallend is dat in organisaties transparantie weliswaar
een belangrijke rol speelt, maar dat aan het vergroten
ervan op een heel verschillende manier invulling wordt
gegeven. De gemeente Alphen aan den Rijn bijvoor-
beeld bevordert transparantie door te zorgen dat de
juiste persoon op de juiste plek zit en door duidelijke
instructies te verstrekken over het gewenste gedrag.
De IBU stadsingenieurs doen het heel anders; namelijk
door groepscoaching. Bekker: “We werken in een we-
Jaarverslag 2010 > Vernieuwing Bouw32
reld van techneuten. Dat zijn van nature geen praters.
Communicatie is daarom een lastig punt, terwijl het zo
belangrijk is! Sinds 2010 hebben we coaches aange-
steld om onze projectteams bewust te maken van de
interactie binnen het team en met de buitenwereld en
te leren omgaan met feedback. Deze aanpak is redelijk
vernieuwend binnen de bouw en tot nu toe krijg ik
vanuit de organisatie, maar ook van daarbuiten hele
positieve reacties.” Ook het geven van het goede voor-
beeld aan anderen is voor beide heren een belangrijke
factor binnen hun organisatie.
Vernieuwing Bouw en transparantie
De vernieuwing in de bouw zal uiteindelijk tot resultaat
hebben dat de samenwerking binnen bouwprojecten
transparant zal zijn. Geen geheime agenda’s, maar
samen werken aan een mooi eindresultaat en groot
vertrouwen in de integriteit van de andere betrokken
partijen in een project. We zijn er nog niet, maar we
zijn zeker op de goede weg. We zijn als sector trans-
paranter gaan werken, we vertrouwen elkaar meer dan
twee jaar geleden en het nut van transparantie begint
door te dringen. Een transparant werkende organisatie
kan immers haar rendement vergroten ten opzichte van
niet of minder transparante organisaties.
Het netwerk van Vernieuwing Bouw maakt zich sterk
voor een professionele en economisch gezonde bouw-
sector. Daar is transparantie een belangrijk onderdeel
van.
Transparantie in de bouw verbetert
Uit het USP-rapport, dat in opdracht van
Vernieuwing Bouw is gemaakt, blijkt dat
organisaties die transparant en vernieuwend
werken tal van voordelen ervaren. Zo hebben
ze prettigere ervaringen met de wederpartij.
Hun bedrijfseconomische vooruitzichten zijn
gunstiger, omdat de faalkosten verminderen.
Daarbij werven ze gemakkelijker nieuw
personeel en is hun algehele toekomstbeeld
positiever. Deze voordelen beginnen meer en
meer door te dringen in de bouwwereld. Dit
zal het veranderproces versnellen. (Bron: USP-
rapport)
Vernieuwing Bouw < Jaarverslag 2010 33
PROJECTEN
Jaarverslag 2010 > Vernieuwing Bouw34
Vernieuwing Bouw is betrokken bij een aantal
praktijkprojecten. Dit zijn vernieuwingsinitiatie-
ven, die door Vernieuwing Bouw worden onder-
steund en samen met vernieuwende organisa-
ties worden uitgevoerd.
Platform Ketensamenwerking Het platform Ketensamenwerking is eind 2010 opge-
richt om de ontwikkeling op het gebied van ketensa-
menwerking in de bouw te regisseren en te sturen.
Het platform ontsluit kennis en ervaringen voor alle
partijen in de bouw die verder willen komen met
ketensamenwerking. Brancheorganisaties Aedes en
Bouwend Nederland participeren in het platform Keten-
samenwerking.
Vernieuwing Bouw vervult de rol van verbinder. Zij
communiceert de kennis en kunde opgedaan in het
platform verder en verbindt nieuwe initiatieven en ken-
nis aan de betrokken partijen. Deze communicatie is
met name gericht op kleinere partijen, zoals het MKB
en middelgrote woningcorporaties.
Vernieuwing Bouw is leading partner en front-office in
dit platform. De verschillende partijen dragen ieder bij.
Met het stimuleren van het platform Ketensamenwer-
king draagt Vernieuwing Bouw bij aan het landen van
de kennis op het gebied van ketensamenwerking in de
praktijk.
Kennishub Nieuwe onderhoudscontracten Rijkswaterstaat zet in de komende jaren tal van nieuwe
onderhoudscontracten in de markt. De contracten
worden gegund op waarde en niet op laagste prijs.
Daarvoor is een nieuwe en nauwere manier van
samenwerken noodzakelijk tussen opdrachtgever en
opdrachtnemer.
Rijkswaterstaat, Bouwend Nederland, NLingenieurs,
UNETO-VNI en de Vereniging van Waterbouwers spra-
ken af elkaar te zullen helpen om deze nieuwe manier
van werken aan te leren.
Vernieuwing Bouw heeft een Kennishub ontwikkeld om
de geleerde lessen en ervaringen te verspreiden binnen
de bouwsector. De Kennishub Nieuwe onderhouds-
contracten, kortweg Kennishub, krijgt een plek op de
website van Vernieuwing Bouw. Daarnaast worden in
2011 een aantal bijeenkomsten georganiseerd waar
betrokken partijen elkaar kunnen ontmoeten en van
gedachte kunnen wisselen over de nieuwe onderhouds-
contracten van Rijkswaterstaat.
PraktijklerenHet programma Praktijkleren is een initiatief van
Vernieuwing Bouw en Traverse/Curnet. Na signalen uit
de markt is het project Praktijkleren in samenwerking
met de markt ontwikkeld. Het succesvolle KinG-project
(Kennis in het Groot) is de inspiratiebron. Maar waar
King zich richt op opdrachtgevers, begint Praktijkleren
bij de markt. Juist de markt wil en moet leren en in-
noveren.
Het project is een hands-on aanpak voor concrete pro-
jecten in uitvoering. Deze aanpak leidt tot een betere
samenwerking of helpt een goedlopende samenwerking
tijdens het bouwproces beter vast te houden.
Vernieuwing Bouw < Jaarverslag 2010 35
Daarnaast wil Praktijkleren de opbrengsten van indivi-
duele projecten ten goede laten komen aan de sector
als geheel. In 2010 is Praktijkleren ontwikkeld. In 2011
starten de eerste projecten met Praktijkleren.
In de loop van een jaar wordt een aantal sessies geor-
ganiseerd met de belangrijkste spelers in een project.
Het begint namelijk bij mensen in een project, die
niet tevreden zijn over hoe het nu gaat, en die samen
anders en beter willen presteren. Deze ambitie is niet
vrijblijvend.
Met behulp van professionele facilitatoren wordt
gereflecteerd op het eigen functioneren. Daardoor
worden zaken blootgelegd. Stereotype beelden worden
bespreekbaar gemaakt. Patronen en wetmatigheden
van handelen worden helder en moeten soms worden
doorbroken. Hiermee wordt uiteindelijk een bijdrage
geleverd aan noodzakelijke systeemveranderingen.
Halftime Het project Halftime is voor partijen die bij de voorbe-
reiding en uitvoering van bouwprojecten zijn betrokken
en is gericht op het voorkomen of beperken van hinder
voor de omgeving door die bouwprojecten. Doelstel-
lingen zijn eerdere oplevering van werken, kostenopti-
malisatie, stimuleren van innovatief gedrag, bevorderen
van samenwerken in de keten, minder CO2-uitstoot
en versterken van de concurrentiepositie. Deze doelen
kunnen worden bereikt door het slim organiseren van
werkprocessen en het maken van goede afspraken
tussen de partners in de keten en tussen hen en de
opdrachtgever. De opdrachtgever kan deze processen
in belangrijke mate stimuleren door ‘tijd’ als gunning-
criterium op te nemen bij het aanbesteden van werken:
partijen worden gestimuleerd tot proces- en productin-
novaties.
De aanpak bestaat uit vijf sporen:
1. Het opzetten en uitvoeren van praktijkprojecten.
2. Het toekennen van een Halftime Award
3. Onderwijscompetitie (HBO en TU) in
Company-2-College.
4. Taskforce: ondersteuning om partijen te helpen
bij het implementeren van Halftime.
5. Communicatie en kennisoverdracht.
Rollende stenenSuccesvolle pilotprojecten moeten worden opge-
schaald en kennis moet worden geïmplementeerd.
Dat zien de initiatiefnemers van het project Rollende
Stenen als noodzakelijke stappen in het vernieuwings-
proces. Het project Rollende Stenen wil door middel
van gerichte cultuurinterventies beweging in de praktijk
van aanbesteding en contractuitvoering krijgen. Door
middel van een participatieve aanpak, dat wil zeg-
gen samen met actoren in het veld, worden condities
geschapen om gedragspatronen in de praktijk van
aanbesteding en contractuitvoering in de infra-sector
fundamenteel te veranderen.
In de aanpak staat het creëren van vertrouwen hoog
in het vaandel en wordt veel tijd in het veld besteed
aan reflectie op nieuwe praktijken. Door de gekozen
aanpak, waarbij de bouwbedrijven, consultancy-orga-
Jaarverslag 2010 > Vernieuwing Bouw36
nisaties en opdrachtgevers gezamenlijk betrokken zijn,
wordt de kans op versnelling in het transformatiepro-
ces sterk vergroot. De aanpak past zich gemakkelijk
aan, aan nieuwe situaties en gewijzigde omstandighe-
den. En tenslotte is het nieuw aangeleerd gedrag sterk
verankerd in de nieuwe praktijken.
Baanbrekers in de bouwBaanbrekers die de basisleergang gevolgd hebben, ge-
ven aan dat er meer ruimte en inspiratie nodig is om te
kunnen vernieuwen in hun werk. Daarom is het netwerk
Baanbrekers in de Bouw opgericht voor vooruitstre-
vende mensen, die werkzaam zijn in de bouwsector.
Zij kunnen bij Baanbrekers een netwerktraject volgen.
Het is bedoeld voor opdrachtgevers, opdrachtnemers,
adviseurs en vertegenwoordigers.
Baanbrekers draait nu drie jaar. Daaruit zijn 100 baan-
brekers voortgekomen.
Het netwerk bestaat uit twee onderdelen:
- Heartbeat. Bijeenkomsten waar Baanbrekers bij
elkaar komen om hun netwerk te onderhouden
en te verbreden.
- Advanced. Dit traject bevat naast een netwerk-
functie ook coaching en terugkoppeling van
leidinggevenden.
Vernieuwing Bouw heeft de oprichting en structuur van
de stichting ondersteund.
BouwinformatieraadDe Bouw Informatie Raad ofwel BIR maakt zich sterk
voor een succesvolle transitie naar bouwen met BIM
(Bouwwerk Informatie Model). Ze richt zich op het vast-
stellen van de algemene afsprakenstelsels om de open
standaard te realiseren die nodig is voor BIM.
Daarvoor ontwikkelt de BIR standaarden, waaraan elke
baksteen, elk computerbestand en elk ontwerp- en
bouwproces moet voldoen. Deze standaardisering be-
tekent een digitale revolutie, zowel voor de sector als
voor de klant. De drager van die revolutie heet BIM.
Het uiteindelijke doel van de BIR is dat alle onderne-
mingen die betrokken zijn bij een bouwproject binnen
afzienbare tijd werken volgens een Bouwwerk Informa-
tie Model (BIM) waarin alle standaarden zijn verwerkt.
De eerste afspraken die nodig zijn voor breed
gedragen standaarden zijn al gemaakt. Succesvolle
voorbeelden van afsprakenstelsels zijn bijvoorbeeld
VISI en COINS.
Legacy PSIBouw Het programma van PSIBouw heeft veel kennis ontwik-
keld. Het is belangrijk dat deze kennis wordt doorgege-
ven aan de nieuwe generatie via hun opleiding. Compa-
ny to College is een organisatie van professionals uit de
praktijk van bouw- en projectmanagement, die graag
bijdragen leveren aan het hoger onderwijs. Denk hierbij
aan het ontwikkelen en doceren van lesprogramma’s,
cases, gaming en (gast)colleges. Company to College
werkt samen met een breed netwerk van partnerorga-
nisaties en gastdocenten.
Studenten leren het beste van echte projecten. De
meerwaarde is de kennis en ervaring van vernieuwende
thema’s in bouw- en projectmanagement, zoals risico-
en contractmanagement, virtueel bouwen, systems
engineering, value management en PPS.
CoP Eigen InitiatiefCoP (Community of Practise) Eigen Initiatief is een
werkgroep die het ‘Eigen Initiatief’ wil stimuleren en
daarmee de creativiteit van de bouwsector optimaal
wil benutten. Vernieuwing Bouw is facilitator van CoP
Eigen Initiatief. In het CoP zitten zo’n 15 verschillende
partijen vanuit de overheid en de markt.
Eigen Initiatief is kort gezegd een open sollicitatie van
een bedrijf bij de overheid. Deze partij zegt daarmee:
“Wij hebben specifieke expertise en bieden graag
een innovatieve oplossing voor een maatschappelijk
probleem. Laten wij samenwerken, zodat er voor beide
meerwaarde ontstaat.” Dit ongevraagde voorstel, deze
open sollicitatie heet in de bouwwereld Eigen Initiatief.
In 2010 is het CoP Eigen Initiatief gestart met een zeer
constructieve topconferentie op 28 januari. Tijdens
de conferentie is door het programma Eigen Initiatief,
een folder gepresenteerd. Vervolgens heeft een aantal
vruchtbare werkgroepgesprekken plaats gevon-
den. Die resulteerden in concrete cases die worden
doorgenomen.
Vernieuwing Bouw < Jaarverslag 2010 37
DEELNEMERSVERNIEUWINGBOUW 2010
Jaarverslag 2010 > Vernieuwing Bouw38
Balance & Result Organisatie AdviseursBalance & Result is een adviesbureau dat het manage-
ment ondersteunt op het snijvlak van organisatorische
vragen en thema’s zoals marktpositionering, ketensa-
menwerking, aanbesteden, duurzaamheid, BIM, LEAN
of HRM. Klanten zijn publieke en private opdracht-
gevers, opdrachtnemers en organisaties in de bouw.
Balance & Result kent de sector en werkt resultaatge-
richt, met gevoel voor de menselijke maat. Het doel
van Balance & Result is om
haar klanten te inspireren en
bij te dragen aan hun succes.
Koninklijke BAM GroepKoninklijke BAM Groep is een bouw- en vastgoedcon-
cern. Actief in vijf Europese thuislanden in de sectoren
bouw, vastgoed, infra, publiek-private samenwerking,
installatietechniek en consultancy en engineering. De
werkmaatschappijen BAM International (gespecialiseer-
de bouw- en infraprojecten) en Tebodin (consultancy en
engineering) opereren wereldwijd.
BAM beschouwt vernieuwing als essentieel voor de
ontwikkeling van de onderneming en voor het vinden
van duurzame oplossingen in de gebouwde omgeving.
Innovatie vormt een van de ondernemingsprincipes
die BAM heeft geformuleerd. BAM wil de kennis en
ervaring op het gebied van vernieuwende producten,
processen, contract- en
samenwerkingsvormen graag
uitbreiden en delen met
(bouw)partners.
BELFORBELFOR is wereldwijd marktleider op het gebied van
professionele reconditionering: het bedrijf brengt sterk
vervuilde objecten terug in nieuwe staat. Als enige
bedrijf ter wereld heeft BELFOR zich volledig toegelegd
op het bieden van een totaaloplossing tijdens en na
calamiteiten.
BELFOR (Nederland) is een onderdeel van de BELFOR
Group GmbH. Met 4600 medewerkers op 172 vestigin-
gen in 27 landen in Europa,
Amerika en Azië realiseerde
de BELFOR Groep in 2009
een omzet van $1 miljard.
Bennema VastgoedBennema Vastgoed neemt deel aan en adviseert in
alle aspecten van vastgoed, vooral op het gebied van
projectontwikkeling en duurzaamheid. Inbreng of on-
dersteuning op het terrein van organisatie, vakinhoud of
ondernemen behoort ook tot haar werkzaamheden. Ben-
nema Vastgoed combineert jarenlange ervaring met een
voortdurende zoektocht naar vernieuwing. En het lukt
steeds beter het nieuwe denken – dat bijvoorbeeld een
ontwikkeling zoals duurzaam-
heid noodzakelijk maakt - in
de praktijk te brengen.
BOB Opleiding, Training en AdviesBOB is een opleidingsinstituut dat kans ziet het aanbod
naadloos aan te laten sluiten bij de steeds verande-
rende wensen en behoeften van de klanten. Dit doet ze
door ervaren docenten en trainers uit de praktijk in te
zetten en door nauw contact te houden met deelne-
mers en bedrijven. BOB heeft daarvoor een professio-
neel team van veertig vaste medewerkers en ruim 400
externe (freelance) docenten,
trainers en examencommis-
sieleden.
DEELNEMERSVERNIEUWINGBOUW 2010
Vernieuwing Bouw < Jaarverslag 2010 39
Brink GroepManagement, advies en automatisering voor bouw, huis-
vesting en vastgoed. Dat is de kern van de dienstverlening
van de Brink Groep. De organisatie speelt verschillende
rollen in processen op het terrein van gebiedsontwikke-
ling, vastgoedadvies, bouwmanagement en -advies, huis-
vestingsadvies, onderhoudsadvies en kosten-kwaliteitsad-
vies. Op het gebied van automatisering is de Brink Groep
marktleider in de calculatie- en onderhoudsbranche. Hier
staan zij hun opdrachtgevers
terzijde met ICT-consultancy,
IBIS-software, services en
implementatie.
CROWCROW is hét nationale kennisplatform voor infrastruc-
tuur, verkeer, vervoer en openbare ruimte. Een not-
for-profit organisatie, waarin overheid en bedrijfsleven
samenwerken aan het ontwikkelen, verspreiden en
beheren van praktisch toepasbare kennis voor beleids-
voorbereiding, planning, ontwerp, aanleg, beheer en
onderhoud. De missie van CROW verbreedt zich inmid-
dels naar het kennisplatform van de bouw. Op basis van
de behoeften van de klanten
ontwikkelt, implementeert en
beheert CROW nieuwe ken-
nisproducten en diensten.
CURNET CURNET is een herkenbaar en uniek netwerk van pro-
jecten, programma’s en andere kennisallianties dat zich
richt op kennis- en competentieontwikkeling rond ruimte,
bouw, bodem, land en water. De samenwerking binnen
CURNET leidt tot synergie en dus tot meerwaarde voor
klanten, betrokkenen en belanghebbenden, waarbij elk
van de deelnemende projecten, programma’s en ken-
nisallianties hun eigen sterkte hebben. Deze meerwaarde
wordt bereikt door kennisvra-
gers en -aanbieders samen
te brengen in inspirerende en
aantrekkelijke werkverbanden.
Com·wonenCom·wonen is een moderne corporatie met meer dan
negentig jaar ervaring in volkshuisvesting. Com·wonen
verhuurt en verkoopt goede, betaalbare woningen
in wijken in de stadsregio Rotterdam. Ze steekt veel
energie, middelen en tijd in wijkprojecten voor en met
wijkbewoners. Daarvoor werkt ze samen met haar
huurders, de gemeente, deelgemeenten en instanties;
dat heet Wijkkracht.
Com·wonen gelooft in innovatie en vernieuwing in de
bouw. Het is noodzakelijk voor de toekomst van de
bouw. Ketenintegratie met de innovatie van een geïn-
tegreerd bouwproces, levert veel voordelen op: sneller
en beter bouwen, tevreden
bewoners en faalkosten-
reductie. Dit verdient verbre-
ding en verdieping.
Dick van Gameren ArchitectenDick van Gameren architecten in Amsterdam heeft
15 medewerkers en werkt aan opdrachten op alle
schaalniveaus, van interieuropdrachten tot grootscha-
lig utilitair en stedenbouwkundig werk, in
Nederland en daarbuiten. In september 2007
ontvingen ze de Aga Khan Award voor de Nederlandse
ambassade in Addis Abeba. Dick van Gameren heeft
een indrukwekkende staat
van dienst. Hij richtte zijn
architectenbureau in de
huidige vorm op in 2005.
Jaarverslag 2010 > Vernieuwing Bouw40
Dura Vermeer GroepDura Vermeer richt zich specifiek op klanten met vraag-
stukken op het gebied van wonen, werken, mobiliteit
en vrije tijd, die zij vertaald willen zien in bouw of infra-
structurele oplossingen. Van eenvoudig tot complex. Van
kleinschalig tot groot.
De producten van Dura Vermeer lopen uiteen van de
ontwikkeling en bouw van woningen, kantoren en mul-
tifunctionele centra tot het bouw- en woonrijpmaken
van terreinen en gronden, het ontwerpen, aanleggen en
onderhouden van wegen, het ontwerpen en bouwen van
kunstwerken (bruggen, viaducten, tunnels), het aanleg-
gen van ondergrondse kabels en leidingen, het bouwen
en onderhouden van spoorwegen en het saneren van
vervuilde gronden. Via advies- en ingenieursbureau Advin
kan Dura Vermeer haar klanten
een dienstverlening aanbieden
op het gebied van engineering
van bouw- en infraprojecten.
Gemeente Alphen aan den RijnDe Zuid-Hollandse gemeente Alphen aan den Rijn heeft
circa 72.000 inwoners. Een stad waar kwaliteit van
wonen, een goed ondernemersklimaat, een hoog voorzie-
ningenniveau, zorg om het groen en voldoende recreatie-
mogelijkheden hoog in het vaandel staan. Duurzaamheid
is een van de onderwerpen die uitdrukkelijk de aandacht
heeft bij de ontwikkelingen in de stad. De gemeente wil
binnen haar eigen invloedssfeer de gevolgen van de kli-
maatverandering tegengaan en opvangen. Via het klimaat-
programma heeft ze - samen met partners - een aantal
doelen gesteld die een bijdrage leveren aan duurzame
ontwikkeling. Alphen aan den
Rijn bestaat uit Alphen aan den
Rijn, Aarlanderveen en Zwam-
merdam.
Gemeente AmersfoortAmersfoort ligt in het hart van Nederland op een
knooppunt van snelwegen en spoorwegen. De Onze
Lieve Vrouwetoren in de binnenstad vormt het kadas-
traal middelpunt van Nederland. Amersfoort heeft bijna
144.000 inwoners en ligt aan de oever van de Eem,
omringd door natuurgebieden.
De gemeente werkt aan een duurzaam Amersfoort.
Een stad waar voldoende groen te vinden is. Waar
water, lucht en bodem schoon zijn. Een plek waar
mensen zich veilig voelen. Een klimaatneutrale stad.
Kortom een stad waar het prettig wonen, werken en
recreëren is. Dit is niet alleen de verantwoordelijk-
heid van de gemeente maar van alle inwoners en
gebruikers van de stad. Daarom zoekt de gemeente
hierbij samenwerking met bedrijven, organisaties en
inwoners van de stad onder
de noemer “Samen duur-
zaam”: Samen werken aan
een duurzame stad.
Gemeente HoornHoorn heeft 70.000 inwoners. Het is een stad waar
mensen wonen, werken en recreëren en waarbij duur-
zaamheid en leefbaarheid kernbegrippen zijn. Een stad
met een voorzieningenniveau, dat past bij de centrum-
functie (voor 200.000 inwoners). Hoorn als economi-
sche motor in West-Friesland bevordert de regionale
economie door een goed ondernemersklimaat. Hoorn
en West-Friesland behoren tot de grootste autonome
groeiers qua werkgelegenheid in de afgelopen decen-
nia. Innovatief zijn behoort tot de kernwaarden. Het
toerisme geeft een belang-
rijke impuls aan de economi-
sche bedrijvigheid in de stad
en in de regio.
Vernieuwing Bouw < Jaarverslag 2010 41
Gemeente Utrecht: IBU StadsingenieursIBU Stadsingenieurs is het ontwerp- en adviesbureau
van de gemeente Utrecht. De afdeling verzorgt voor
een belangrijk deel de (her)inrichting van de openbare
ruimte in Utrecht. Van parken en wegen tot de aanleg
van bruggen. Ook zijn de ingenieurs nauw betrokken
bij prestigieuze projecten, zoals de inrichting van de
openbare ruimte van de grootste nieuwbouwlocatie in
Nederland, Leidsche Rijn, en het nieuwe stationsge-
bied. IBU Stadsingenieurs is specialist in het uitvoeren
van projecten in een stedelijke omgeving: van ontwerp
en advies tot projectmanagement en directievoering.
Daarnaast levert het bureau
gespecialiseerde technische
kennis aan derden.
GrontmijGrontmij is een toonaangevend internationaal ontwerp-,
advies- en managementbureau. Zij levert adviezen en
ingenieursdiensten met betrekking tot de stedelijke
en natuurlijke leefomgeving, multi-modale mobiliteit,
schoon water en energie. Samen met haar klanten en
erkende kennisinstituten plant en realiseert zij duur-
zame, haalbare oplossingen.
Grontmij; planning, con-
necting, respecting the future.
HÈT Facilitair BureauHèt Facilitair Bureau is een onderdeel van Kokon
Groep en zusterbedrijf van Kokon Architectuur &
Stedenbouw. Hun Bouwwerk Informatie Model (BIM)
staat voor 3D-visualisatie, ketenintegratie en trans-
parantie. Architectuur, bouwkunde, constructie en in-
stallatie worden in één model ontwikkeld en beheerd.
Voor zowel nieuwbouw als renovatie. Het model levert
uittrekstaten, inzicht in milieuprestaties, data ten
behoeve van het Meerjaren
Onderhouds Plan, regelge-
ving en kosten.
InTouch De Europese InTouch groep is een wereldwijd werkende
organisatie. InTouch ontwerpt, sluit aan en exploiteert
betekenisvolle samenwerkingsomgevingen en gebruikt
hiervoor innovatieve ICT-oplossingen. Het Nieuwe Wer-
ken kan die ideale werkomgeving bieden, waarin soepel
samengewerkt wordt met alle stakeholders. InTouch be-
schikt over de middelen en de expertise om samen met
de klant deze werkomgeving,
stapsgewijs op te bouwen of
kant en klaar aan te bieden.
Kenniscentrum CPI / TU DelftHet Centre for Process Innovation in Building and Con-
struction (CPI) is het kenniscentrum van TU Delft dat
zich toelegt op kennisontwikkeling en kennistoepassing
op gebied van procesinnovatie in de bouw. Daarvoor
werkt het samen met koplopers vanuit de hele bouw-
keten. Het CPI wil samen met de markt bouwen aan
een beter presterende bouwsector. Ze gaat hierbij uit
van een intensieve interactie tussen wetenschap en
praktijk onder het motto:
kennisontwikkeling door
kennisdeling van hoogwaar-
dige, adequate en multi-
disciplinaire expertise.
Stadsingenieurs
Jaarverslag 2010 > Vernieuwing Bouw42
Mecanoo architectenMecanoo architecten in Delft is opgericht in 1984 en
wordt geleid door architect/creatief directeur Fran-
cine Houben. Het bureau heeft een multidisciplinaire,
professionele staf van ongeveer negentig mensen uit
vijftien verschillende landen, met onder meer archi-
tecten, interieurontwerpers, stedenbouwkundigen en
landschapsontwerpers. Het oeuvre van Mecanoo is
ongekend breed: huizen, kantoren, scholen en com-
plete woonwijken, theaters, bibliotheken en wolken-
krabbers, parken, pleinen en
snelwegen, steden, polders
en Randstad, hotels, musea
en zelfs een kapel.
PortaalWoningcorporatie Portaal werkt aan goed en betaal-
baar wonen. Samen met huurders, maatschappelijke
organisaties en overheden bouwt Portaal aan een kans-
rijke toekomst van mensen en buurten. Portaal biedt
onderdak aan ruim 57.000 huishoudens in de regio’s
Amersfoort, Arnhem, Leiden, Nijmegen en Utrecht.
Portaal vervult een belangrijke rol als opdrachtgever in
de bouw. Zowel bij nieuwbouw als bij (grootschalige)
renovaties en herstructureringsopgaven nemen de
complexiteit en de gestelde eisen alleen maar toe. Dat
geldt ook voor de bouwkosten. Portaal wil een bijdrage
leveren om deze vraagstukken slimmer aan te pakken.
En om vernieuwing en innovatie te stimuleren. Daar-
mee krijgen het elan en het
imago van de bouwsector
een flinke impuls.
Procap adviseurs en projectmanagersProcap helpt opdrachtgevers met advies en manage-
ment van processen rondom het bedenken, bouwen
en benutten van gebouwen, gebieden en verbindingen.
Procap helpt opdrachtgevers die de regie in handen wil-
len houden: door namens (of samen met) hen het pro-
jectmanagement in te vullen of door te adviseren over
strategie, aanpak en beheersing van opgaven. Maar ook
met coaching en opleidingen.
Procap staat voor een heldere en energieke aanpak
van projecten die de inrichting van Nederland bepalen.
Door opdrachtgever en gebruikers centraal te stellen.
En vooral door mensen en
organisaties beter te laten
samenwerken.
ProRailProRail is verantwoordelijk voor het spoorwegnet van
Nederland: aanleg, onderhoud, beheer en veiligheid.
Ruim 4000 medewerkers zorgen ervoor dat elke dag,
24/7, 1.200.000 reizigers en 100.000 ton goederen
op hun plaats van bestemming komen, met ruim 6.000
treinen over 6.830 kilometer spoor. Het spoorwegnet is
met recht het kloppend hart van mobiel Nederland.
ProRail werkt aan de bereikbaarheid van Nederland
door te zorgen voor een optimaal spoornetwerk. Ze
verdeelt de ruimte op het spoor, regelt alle treinverkeer,
informeert vervoerders en reizigers, bouwt en beheert
stations en legt nieuw spoor
aan. Ze onderhoudt bestaand
materieel zoals spoor, wis-
sels, seinen en overwegen.
Vernieuwing Bouw < Jaarverslag 2010 43
SBR: Kennisplatform voor de bouwSBR zorgt voor informatie waar de mensen in de bouw
direct mee vooruit kunnen, zodat zij hun doelen beter
kunnen bereiken. Het motto luidt: SBR, Prettig kennis
te maken.
SBR biedt met haar ketenbrede netwerk een plat-
form, waar hoogwaardige bouwkennis zich optimaal
kan ontwikkelen en verspreiden. Een platform waar
specialisten uit de bouw kennis uitwisselen, relevante
nieuwe kennis maken en die vertalen in toegankelijke
informatie. SBR zorgt voor een effectief bereik van
kennis, zodat daadwerkelijke toepassing vanzelfspre-
kend wordt. Het doel is de bouw- en vastgoedwereld
met toonaangevende vakkennis te ondersteunen en
te prikkelen, zodat ondernemingen op een duurzame,
vooruitstrevende manier kun-
nen ontwikkelen, bouwen en
beheren. Zo werkt SBR uit-
eindelijk mee aan een betere
leefomgeving in Nederland.
Stichting Post Academisch Onderwijs (PAO)De organisatie heet voluit Stichting PostAcademisch
Onderwijs Bouwkunde, Civiele techniek, Gezondheids-
techniek en Milieutechnologie, Vervoerswetenschap-
pen en Verkeerskunde. PAO biedt afgestudeerden de
kans om op de hoogte te blijven van ontwikkelingen in
wetenschap en technologie, zodat ze optimale professi-
onele prestaties kunnen leveren. Om hun internationale
positie te behouden moeten bedrijven en organisaties
wetenschappelijk en technisch blijven innoveren. Dat
vraagt om in-service opleidingen voor medewerkers en
management.
De doelen van PAO zijn:
- De acquisitie van specialistische kennis en
bekwaamheid
- Verdiepen en verbreden van kennis zodat
professionals hun prestaties kunnen verbeteren
- Bijhouden van ontwikkelingen in het veld van
de deelnemers.
TSM Business SchoolTSM Business School ontwerpt leerprogramma’s.
Daarmee ondersteunt TSM mensen en organisaties
bij hun ontwikkeling op het gebied van leiderschap en
ondernemerschap ten behoeve van innovatie en een
duurzame ontwikkeling van onze maatschappij.
TSM Business School, ontstaan vanuit de samenwer-
king van de Universiteit Twente en het bedrijfsleven,
verzorgt sinds 1967 managementprogramma’s. Nu is
TSM dé business school voor een nieuwe generatie
leiders die bijdragen aan een duurzame ontwikkeling
van onze maatschappij. De business school is een
netwerkorganisatie binnen universiteiten, met een
academische verankering bij
de Universiteit Twente. TSM
heeft hechte verbindingen
met hogescholen, bedrijven
en instellingen.
Jaarverslag 2010 > Vernieuwing Bouw44
Van den Heuvel WerkendamVan den Heuvel Werkendam is een professioneel fami-
liebedrijf, actief in het bouw- en woonrijp maken van
terreinen, dijkenbouw, bodemsanering en landmeten.
Ze is vooral werkzaam in het midden en zuiden van het
land.
Als familie- en MKB-bedrijf in de infrasector investeert
Van den Heuvel Werkendam in duurzame relaties met
zowel personeel als klanten. Ze onderscheidt zich
daarbij in betrokkenheid,
betrouwbaarheid en vakman-
schap.
VolkerWesselsVolkerWessels is een hecht samenwerkende groep
van bedrijven in binnen- en buitenland. Partner bij de
inrichting van de samenleving op het gebied van bouw,
mobiliteit, energie- en communicatievoorzieningen;
partner bij ontwikkelen, ontwerpen, realiseren, beheren
en exploiteren.
VolkerWessels is een Nederlands concern, met 16.600
medewerkers in 125 werkmaatschappijen. Behalve in
Nederland zijn er vestigingen in België, Duitsland, het
Verenigd Koninkrijk, Canada en de Verenigde Sta-
ten. Het zwaartepunt van VolkerWessels’ werk ligt in
Nederland. De projecten van de werkmaatschappijen
vinden op wereldwijde schaal
plaats. Het thema is ‘Samen
bouwen aan wonen, werken
en mobiliteit.’
Vaessen Algemeen BouwbedrijfVaessen Algemeen Bouwbedrijf BV ontwerpt, ontwik-
kelt en realiseert maatschappelijk vastgoed. De middel-
grote omvang en platte organisatie staan garant voor
flexibiliteit en daadkracht. Projecten worden in heel
Nederland op basis van uiteenlopende contractvor-
men gerealiseerd. Van “design and build” tot “Publiek
Private Samenwerking”.
De toegevoegde waarde van Vaessen ligt in onder
andere:
- specialistische kennis en ervaring
- bouwbedrijf en architectenbureau onder één dak
- een ervaren en stabiel personeelsbestand
- een topnetwerk van leveranciers en partners
- uitdagend ondernemerschap.
Van Dijk MaaslandVan Dijk Maasland bestaat nu een halve eeuw. Het be-
drijf heeft zijn wortels in de grond-, weg- en waterbouw.
Maar inmiddels kan het ook een groot aantal aanver-
wante werkzaamheden tot de kernactiviteiten rekenen,
zoals lichtfunderingstechnieken, funderingsherstel,
productie en verwerking van schuimbeton, milieutech-
niek, groenvoorziening, buitenruimte management en
civiele en utiliteitsbouw.
Van Dijk is in meerdere opzichten een bedrijf van Hol-
landse bodem. Dat gaat namelijk niet alleen op voor
hun markt, maar ook voor de manier waarop ze zaken
doen: recht door zee, betrouwbaar en flexibel.
Van Dijk kan putten uit een
brede ervaring en biedt com-
plete dienstverlening.
Vernieuwing Bouw < Jaarverslag 2010 45
Martin van Pernis voorzitter Voormalig Voorzitter
Raad van Bestuur
Siemens Nederland N.V.
Jan Hendrik DronkersDG Rijkswaterstaat
Margriet Drijver Bestuurder Com•Wonen
Scarlett Kwekkeboom Directeur Janse & Janse
Dick van den Heuvel Directeur Van den Heuvel
Werkendam B.V.
Peter JägersDG Rijksgebouwendienst
Onno van VeldhuizenBurgemeester Hoorn
Rob van Wingerden Lid Raad van Bestuur
Koninklijke BAM Groep N.V.
Gert Dral Group Director;
member executive committee
Grontmij N.V.
Hans de Jonge Hoogleraar Vastgoedbeheer
en Ontwikkeling TU Delft en
Directievoorzitter Brink Groep
BESTUUR
Jaarverslag 2010 > Vernieuwing Bouw46
Jacqueline Schlangendirecteur Sinds 1 januari 2010
Karin Bolhuis-Lemmenscontrol & bedrijfsvoering Sinds 1 januari 2010
Menno Lammersprocesmanager Sinds 1 april 2010
Jeannette Krascommunicatiemedewerker Sinds 15 oktober 2010
Anita Holst-Schillemansprocesmanager Sinds 1 december 2010
Chantal Shawayssecretaresse Sinds 1 januari 2010
Ton Lohmanprocesmanager Van 1 januari tot
31 december 2010
Ilse van den BergcommunicatieadviseurSinds 1 mei 2010
Basten Kolthofprocesmanager Sinds 1 november 2010
Kathy Westendorpsecretaresse Sinds 1 januari 2010
Patricia Ponssecretaresse Sinds 1 januari 2010
TEAM
Het team van Vernieuwing Bouw bestond in 2010 uit de volgende mensen:
Ilja Werkhovenprocesmanager Sinds 1 januari 2010
Vernieuwing Bouw < Jaarverslag 2010 47
Uitgave
Dit is een uitgave van Vernieuwing Bouw
Vormgeving
Studio Steenbergen, BNO
Tekst
Vernieuwing Bouw
Fotografie
Henk Snaterse
Hans Kuiper
Shutterstock
Drukwerk
Twigt Grafisch Facilitair
Oplage
3500 stuks
Vernieuwing Bouw
Zilverstraat 69
2718 RP Zoetermeer
Postbus 662
2700 AR Zoetermeer
www.vernieuwingbouw.nl
April 2011
Disclaimer
Copyright van deze publicatie berust bij Vernieuwing
Bouw. Niets uit deze publicatie mag worden verveel-
voudigd of openbaar gemaakt zonder schriftelijke
toestemming van Vernieuwing Bouw.
COLOFON
Jaarverslag 2010 > Vernieuwing Bouw48
COLOFON
Vernieuwing Bouw < Jaarverslag 2010 001
Wij bouwen aan vernieuwing
Uit de steigers
Jaarverslag 2010
Zilverstraat 69Postbus 6622700 AR ZoetermeerT 079 - 3 25 24 23E [email protected] I www.vernieuwingbouw.nlTwitter www.twitter.com/vernieuwingbouw