intro 28

40
Afzendadres: Sint-Franciskusziekenhuis, t.a.v. Dhr. Bormans, Pastoor Paquaylaan 129, 3550 Heusden-Zolder. NIEUW: labo 2 OK-zalen sterilisatie polikliniek intro Medisch informatieblad van het Sint-Franciskusziekenhuis Heusden-Zolder nr. 28 - oktober - november - december 2010 Driemaandelijks tijdschrift Hasselt mail P509331

Upload: sint-franciskus

Post on 28-Mar-2016

238 views

Category:

Documents


11 download

DESCRIPTION

nieuwe accommodatie

TRANSCRIPT

Page 1: Intro 28

Afze

ndad

res:

Sin

t-Fr

anci

skus

ziek

enhu

is, t

.a.v

. Dhr

. Bor

man

s, P

asto

or P

aqua

ylaa

n 12

9, 3

550

Heus

den-

Zold

er.

NIEUW:

• labo

• 2 OK-zalen

• sterilisatie

• polikliniek

introMedisch informatieblad van het Sint-Franciskusziekenhuis Heusden-Zolder

nr. 28 - oktober - november - december 2010Driemaandelijks tijdschriftHasselt mailP509331

Page 2: Intro 28

ColofonAlgemeenSint-FranciskusziekenhuisPastoor Paquaylaan 1293550 Heusden-Zolder

Medisch Centrum BeringenHospitaalstraat 273582 Beringen

telefoon:011 71 50 00 (algemeen)011 71 55 55 (polikliniek)011 71 56 00 (MC Beringen)fax: 011 71 50 01website: www.sfz.be

Medisch directeur: Dr. L. Geutjens

RedactieraadHoofdredactie: Dr. S. LoonbeekRedactie:Dr. L. GeutjensDr. N. Raus Dr. N. GuionMevr. D. Mombers

V.U.: Dr. L. Geutjens

Hebben meegewerkt:Dr. Joep KnolDr. Tom MullenersDr. André BellensDr. Johan VandermaesenDr. Kathleen VanbilsenDr. Nele RausDr. Ivan AmelootDr. Ruud van PuijenbroekDr. Fons HenckensDr. Heidi VanderstappenDr. Jean-Philippe CambierApr. Boris MahieuMevr. Els VanroyeDr. Leen De CuyperDr. Gevert GacomsDr. Luc BosmansDr. André Van den BerghDr. Luc TuylsDr. Michel SchellemansDr. Sven EstercamDr. Steven VanvolsemDr. Raf LeusDr. Guy VandaeleMevr. Krista Bogaerts

Foto’s:Dhr. K. DextersMevr. D. Mombers

introMedisch informatieblad van het Sint-Franciskusziekenhuis Heusden-Zolder

nr. 28 - oktober 2010Driemaandelijks

Op het ogenblik dat u deze INTRO leest, hopen wij dat de verhuis van een aantal diensten naar onze nieuwbouw goed verlopen is. Kwaliteitsvolle zorg plaatst de patiënt centraal. Het is dan ook in de eerste plaats ten behoeve van onze patiënten dat het Sint-Franciskusziekenhuis zeven jaar geleden een zorgstrategisch plan indiende bij de Vlaamse overheid. Ongeveer twee jaar later kregen wij de goedkeuring en na het indienen van een technisch-financieel plan de toezegging voor subsidiëring. Hierbij wordt ongeveer 60 % van de investeringen gespreid over twintig jaar ten laste genomen door het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden (VIPA).

De infrastructuur in de oude polikliniek van het ziekenhuis, daterend van 1985 toen er ongeveer 20 artsen werkzaam waren, voldeed reeds vele jaren niet meer aan de eigentijdse normen en verwachtingen. De nieuwe ruimten voor raad-plegingen en functiemetingen bevinden zich op het gelijk-vloers en de tweede verdieping van de nieuwbouw en zullen gebruikt worden door een vijftigtal poliklinisch actieve artsen en hun medewerkers. Zij zijn vlot toegankelijk vanuit de centrale inkomhal waarbij de patiënten- en bezoekers-stromen met betrekking tot de hospitalisatieafdelingen en deze voor ambulante raadplegingen nagenoeg volledig gescheiden verlopen. Enkel voor onderzoeken in de dienst medische beeldvorming zullen de ambulante patiënten nog op het gelijkvloers door de centrale ziekenhuiskern moeten.

Voor onze geriatrische patiënten werd op de eerste verdieping een volledig nieuwe afdeling in gebruik genomen met een maximale opnamecapaciteit van dertig bedden, therapie-

intro

2 introoktober 2010

Page 3: Intro 28

ruimten en een ruim geriatrisch dagzieken-huis. Het klinisch laboratorium krijgt een volledig nieuwe infrastructuur op de derde verdieping waar ook nieuwe burelen ondergebracht werden voor de directie en een aantal stafdiensten.

De uitbreiding van het operatiekwartier met twee zalen moet zeker ook gezien worden als een eerste stap naar nog meer comfort en veiligheid voor de heel-kundige patiënten. Deze zalen zijn volle-dig gedigitaliseerd, waarbij de chirurg binnen hand- en oogbereik toegang krijgt tot het patiëntendossier en alle digitale beelden, zowel van preoperatieve beeld-vorming als via microscoop, C-boog of endoscoop gedigitaliseerde beelden uit het operatieveld. Deze beelden kunnen ook digitaal opgeslagen worden. In een volgende fase zullen ook de oude operatiezalen helemaal vernieuwd en gedigitaliseerd worden.

Tevens worden er nu reeds plannen gemaakt om, mits goedkeuring tot subsi-diëring, het operatiekwartier verder uit te breiden met nog eens twee bijkomende operatiezalen met bijbehorende uitbrei-ding van de recovery. Tot slot is ook een volledig nieuwe centrale sterilisatie-

afdeling in gebruik genomen. Het feit dat deze afdeling nu vlak naast en met recht-streekse toegang tot het operatiekwartier ligt, zal ongetwijfeld bijdragen tot een nog betere samenwerking tussen beide diensten met efficiëntieverhoging van de ingezette middelen en mensen als gevolg. Wij hopen de lezers van dit tijd-schrift talrijk te mogen ontmoeten bij gelegenheid van de opendeurdag van zondag 24 oktober 2010. Het Sint-Franciskusziekenhuis beperkt zich niet alleen tot vernieuwing van de infrastructuur. Ook op het personele vlak doen er zich enkele wijzigingen voor. Algemeen directeur Erwin Bormans heeft ons verlaten voor een nieuwe uitdaging als algemeen directeur van het Ziekenhuis Oost-Limburg. Na zeven jaar als financieel verantwoordelijke tussen 1993 en 2000 en zeven jaar als algemeen directeur vanaf 2003 mogen wij samen-vattend stellen dat Erwin een zeer belang-rijke bijdrage heeft geleverd tot de uit-bouw van ons ziekenhuis. Zijn zeer belangrijke competenties bleven dan ook niet onopgemerkt met als gevolg dat hij aangezocht werd om in het ZOL Johan Hellings op te volgen. Bovendien heeft ook Patrick Siborgs, verpleegkundig para-

medisch directeur, na een loopbaan van tien jaar in het Sint-Franciskusziekenhuis een nieuwe uitdaging gevonden als algemeen directeur van een Limburgs consortium van rust- en verzorgings-tehuizen onder beheer van MSI. Wij danken beiden voor het mooie werk dat zij bij ons geleverd hebben en wensen hen een mooie professionele en persoonlijke toekomst toe. Het zal voor de nieuwe directieleden een uitdaging zijn om het voor het Sint-Franciskusziekenhuis uitge-tekende traject verder vorm en inhoud te geven binnen de missie “Kwaliteitsvolle en veilige zorg dicht bij huis”.

Verdere verjonging zien wij ten slotte bij het artsenkorps waar dokter Eva Vansummeren en apotheker bioloog Boris Mahieu sinds begin mei actief zijn, respectievelijk als derde psychiater en klinisch bioloog. Vanaf september vervoegt dokter Mieke Geelen als permanentiearts met brevet acute geneeskunde het team van de gespecia-liseerde spoed gevallen- en MUG-functie.

Dr. Luc Geutjens Medisch directeur

3introoktober 2010

Page 4: Intro 28

Labo

Nieuwe toepassingen in de laboratoriumdiagnostiek Apr. Biol. Boris Mahieu Klinisch bioloog

Gelijklopend met de gestage groei van het ziekenhuis kent het klinisch laboratorium de afgelopen jaren een significante groei van het aantal aanvragen voor laboratorium-diagnostiek. Om deze toegenomen activiteit op een kwalitatief hoogstaande manier te kunnen blijven garanderen, werd de associatie van klinisch biologen, bestaande uit Apr. Biol. Frans Paulussen en Dr. Guy Van Goethem, uitgebreid met een nieuwe collega, Apr. Biol. Boris Mahieu. Daarnaast werd een volledig nieuw modern laboratorium in gebruik genomen dat over voldoende oppervlakte beschikt om plaats te bieden aan de hedendaagse en toekomstige laboratoriumapparatuur. Hierdoor kan verder geïnvesteerd worden in de optimalisatie van de laboratoriumprocessen, in de automatisatie en consolidatie van analyses en in de kwaliteitsborging.

Flowcytometrische tellingEen van de nieuwe toepassingen binnen het laboratorium is de flowcytometrische telling van cellulaire componenten in urinestalen door middel van de urine- analyser UF500i (Sysmex). Naast de kwantitatieve bepaling van witte en rode bloedcellen en bacteriën, worden even-eens pathologische cylinders, epitheel-cellen, spermatozoa, gisten, kristallen, nierepitheelcellen en mucus aangetoond. Een kleiner monstervolume, toegenomen standaardisatie en een verkorting van de turnaround time per staal zijn enkele voordelen van dit geautomatiseerd onderzoek. In combinatie met een bio-chemische screening door middel van een dipstick en software die resultaten van beide technieken vergelijkt, leidt deze automatisatie bovendien tot een vermindering van het aantal uit te voeren microscopische analyses op het urine-sediment.

ConsolidatieVoortaan worden biochemische en immuno chemische analyses uitgevoerd op één toestel, de nieuwe chemie- analyser UniCel DxC880i (Beckman Coulter). Stalen worden eerst gepipet-teerd in het immunochemie gedeelte van het toestel waarna ze onmiddellijk vrijge-

geven worden aan het biochemie gedeelte. Daar deze testen vroeger op meerdere toestellen uitgevoerd werden, leidt deze consolidatie en automatisatie tot een verkorting van de turnaround time per staal en tot een vermindering van de werkdruk voor de laboranten waardoor tijd vrijkomt voor andere taken.

4 introoktober 2010

Page 5: Intro 28

Nieuwe softwareprogramma’sOok wordt er geïnvesteerd in het verder uitbouwen van de kwaliteitsborging door het in gebruik nemen van nieuwe soft-wareprogramma’s voor onder andere temperatuursmonitoring (Captos – Bitos) en monitoring van interne kwaliteits-controles (Unity Real Time – Biorad).

Dit laatste programma laat onder andere toe om de resultaten van de interne kwaliteitscontrole op ieder gewenst moment mondiaal te vergelijken met andere laboratoria die gebruik maken van dezelfde apparatuur.

Clean roomIn het kader van de nieuwe wetgeving van september 2009 voor banken voor menselijk materiaal en intermediaire structuren wordt in het nieuwe labora-torium een “clean room” voorzien om handelingen uit te voeren kaderend in het programma van kunstmatige insemi-natie. Op deze manier verleent het labo-

ratorium aan de dienst gynaecologie de noodzakelijke ondersteuning om intra-uteriene inseminaties binnen het zieken-huis uit te voeren.

Dienstverlening en samenwerkingDe bestaande laboratoriumapparatuur is op dergelijke wijze samengesteld dat de meeste courant aangevraagde analyses binnen het eigen laboratorium uitge-voerd kunnen worden. Voor esoterische en sommige sterk gespecialiseerde analyses hebben we een goede samen-werking met externe laboratoria, onder andere het laboratorium van het Jessaziekenhuis, waardoor de resultaten voor deze testen snel beschikbaar zijn. We streven ernaar om het laboratorium-pakket zo veel mogelijk uit te bouwen naar de noodzaak van de aanvragende artsen.

5introoktober 2010

Page 6: Intro 28

De toegenomen automatisering en invoe-ring van nieuwe technologieën maakten uitbreiding noodzakelijk. Dankzij deze uit-breiding, meer dan een verdubbeling ten opzichte van de huidige lokatie, kan ook onze organisatie aangepast worden met een scheiding van het administratief gedeelte (onthaal) van het labo en de analyse-afdelingen. Voor de microbiologie werd rekening gehouden met de nieuwe milieu- en veiligheidsnormen. Er werd getracht de meest routineuze bepalingen in het ‘core-lab’ te concentreren.

Dienstverlening naar afdelingen en ambulante patiëntenAmbulante patiënten kunnen zich aan-melden aan het onthaal vooraan in het labo. Voor ambulante patiënten is het noodzakelijk dat ze ingeschreven zijn (aan het onthaal van het ziekenhuis) en in het bezit zijn van een aanvraag voor laborato-riumdiagnostiek, getekend en gestempeld door de verwijzende arts. Net buiten het labo liggen ook twee volledig ingerichte

bloedafname-lokalen, waarin de laborant in een rustige omgeving patiënten kan ontvangen en begeleiden. Daarnaast worden stalen vanuit de diverse afdelingen via de recent ingerichte buizenpost ver-stuurd naar het labo.

Na het ingeven van de aanvragen aan het onthaal van het labo, worden de stalen, indien nodig, gecentrifugeerd en vervolgens verdeeld over de verschillende werkposten binnen het laboratorium.

Centraal kernlaboratoriumDe inrichting is gebaseerd op de verschil-lende processen binnen de klinische labo-ratoriumdiagnostiek, zoals hematologie, biochemie, immunologie, serologie,...Bij de indeling van dit labo werd rekening gehouden met het lean concept, dit wil zeggen een zo efficiënt mogelijk gebruik van oppervlakte met als doel het minimali-seren van overbodige handelingen en processen die geen meerwaarde geven aan het uiteindelijke laboratoriumresultaat.

Laboratorium microbiologieIn dit ruime labo, volledig gescheiden van de rest van het klinisch laboratorium, beschikken we over een aparte werkplek voor het enten en het aflezen van de stalen. Ook de discipline mycologie en parasitologie beschikken over aparte werkplekken.

Voorstelling van het nieuwe labo Els Vanroye Diensthoofd labo

Omwille van de steeds strengere normen binnen de klinische biologie is de inrichting van een volledig nieuw laboratorium voor ons een belangrijke uitdaging geweest. Na meer dan een jaar intensief bezig zijn, zijn we trots op hetgeen er gerealiseerd is. Bij deze wil ik iedereen uitnodigen om een kijkje te komen nemen op 24 oktober tijdens de algemene opendeurdag. Het nieuwe labo bevindt zich in de F-blok, in de nieuwe vleugel vooraan het ziekenhuis, op de derde verdieping.

6 introoktober 2010

Page 7: Intro 28

Mycobacteriën kweek of Bacil van Koch (BK)Voor het inzetten van culturen van Mycobacteriën is een speciaal ontworpen labo ingericht, volledig conform de vereiste bioveiligheidsnormen. Dit labo is door middel van een overgangssas vanuit het laboratorium microbiologie bereikbaar. In deze ruimte werd de laminaire flowkast geplaatst, waarin de bewerking van de stalen gebeurt. In dit labogedeelte staat ook een centrifuge, een broedstoof en een fluorescentiemicroscoop.

Extra ruimtesNaast het klinisch labo en bacteriologie beschikken wij ook over een afzonder-lijke koelkamer waardoor we stalen en reagentia optimaal kunnen bewaren. Een aparte vergaderzaal, voorraad-ruimte, afwasruimte en drie afzonderlijke kantoorruimtes zorgen voor extra werk-comfort.

Klinisch-biologen en medisch laboratoriumtechnologenKlinisch biologen behartigen de beschik-baarheid van de meest geschikte labo-ratoriumtests voor elk vakgebied. Ze waarborgen eveneens de kwaliteit van de uitgevoerde testen en staan ter beschikking voor diagnostisch advies.

Een team van medisch laboratorium-technologen zorgt voor het uitvoeren van alle aangevraagde testen. Zij maken daarbij gebruik van de nieuwste middelen en methodes, die continu op punt gesteld worden.

24 uur op 24 beschikbaarheidNet als een aantal andere diensten in het ziekenhuis, werkt het labo met een volcontinu systeem, dit wil zeggen dat het labo 24 uur op 24, 7 dagen op 7 operationeel is. Buiten de normale consultatie-uren is het labo uiteraard enkel beschikbaar voor spoedgevallen en opgenomen patiënten.

7introoktober 2010

Page 8: Intro 28

Interview Erwin Bormans

Diane Mombers Communicatieverantwoordelijke

Tijdens een van zijn laatste werkdagen als algemeen directeur, ontmoeten we Erwin Bormans voor een interview. Het wordt een dynamisch gesprek met een jonge enthousiaste directeur die al kan terugblikken op een rijk gevulde carrière. We zijn trots dat het Sint-Franciskusziekenhuis (SFZ) hierin een belangrijke rol speelt.

Je hebt een nieuwe uitdaging aangeno-men als directeur in het ZOL. Wat zijn je beweegredenen voor deze belangrijke stap?Initieel was ik niet van plan om deze stap te zetten, ik was dus zeker niet aan het uit-kijken naar een nieuwe job. Er was geen reden om afscheid te nemen van het Sint-Franciskusziekenhuis. Na zeven jaar vond ik nog steeds voldoende uitdagingen in mijn opdracht als algemeen directeur.

En toch heb je je kandidaat gesteld?De vacature in het ZOL te Genk was een opportuniteit die zich voordeed in een grotere organisatie, maar toch nog op een aanvaardbare afstand van mijn woon-plaats. In een proces dat enkele weken in beslag nam, heb ik alle voor- en nadelen zorgvuldig afgewogen. Het overwicht ging uiteindelijk naar de nieuwe kans waarin ik mijn kennis die ik opgedaan heb in een kleinere organisatie, ook in een grotere organisatie kan toepassen en uitbreiden. Bovendien krijg ik als één van de grotere spelers de kans om actiever te werken

aan de uitbouw van het gezondheidsbeleid en het ziekenhuislandschap in Limburg.Op 41-jarige leeftijd zit ik in mijn persoonlijk leven in een fase waar het haalbaar is om me toe te leggen op een nieuwe uitdaging. Deze kans doet zich misschien niet meer voor. Toch moet ik mijn ‘thuishaven’ na 14 jaar loslaten, kiezen is ook altijd een beetje verliezen… .

Kan je iets vertellen over je voorbije loop-baan?In 1991 studeerde ik af als licentiaat (master) in de handels- en financiële wetenschappen. Aanvankelijk wilde ik nog wat verder studeren in Mons, vooral om de Franse taal wat beter onder de knie te krijgen. Na enkele maanden begon het echter te kriebelen om in de praktijk aan de slag te gaan. Toen ik een telefoontje kreeg van het Virga Jesseziekenhuis of ik geen interesse had om mij kandidaat te stellen als stafmedewerker bij de algemene directie heb ik dan ook geen seconde getwijfeld. Bert De Bakker creëerde deze nieuwe functie ter ondersteuning van zijn

opdracht als algemeen directeur. Gezien hij zelf altijd docent was geweest, zocht hij mogelijke kandidaten in de groep van pas afgestudeerden. Uiteindelijk werd dit mijn eerste voeling met de ziekenhuissector, een sector die volledig nieuw voor mij was.

In deze eerste job kreeg ik de kans om mij volledig op de inhoud van de sector toe te leggen. Na twee jaar, in 1993, heb ik een nieuwe opdracht gevonden als financieel directeur in het SFZ. Naast mijn financiële verantwoordelijkheid kreeg ik een leiding-gevende opdracht over de administratieve diensten van het ziekenhuis. In 1999 werd ik als jongste directielid op 29-jarige leeftijd gevraagd om ad interim de functie van algemeen directeur waar te nemen toen Louis Mentens in Gasthuisberg ging werken. De omstandigheden van de toen-malige préfusie en het feit dat mijn functie toen maar ad-interim was, gaven aanleiding om mij kandidaat te stellen voor de job van administratief-economisch directeur in het ZOL.

8 introoktober 2010

Page 9: Intro 28

Van juni 2000 tot april 2003 droeg ik zorg voor het financieel, huishoudelijk en technisch departement, een groep van in totaal ruim 300 medewerkers. Begin 2003 ging het SFZ autonoom verder met een aparte directie en werd ik opnieuw gevraagd om de taak van algemeen direc-teur verder uit te bouwen. In deze functie heb ik gewerkt tot 14.09.2010, een periode waar ik met meer dan voldoening kan op terugblikken.

Mocht je opnieuw beginnen, zou je het anders aanpakken?Het is niet mogelijk om opnieuw een leven samen te stellen. Een aantal keuzes maak je bewust in het leven, andere keuzes worden soms gemaakt op basis van opportuniteiten die zich al dan niet voor-doen. Hoewel mijn opleiding eerder gericht is op een job in het bedrijfsleven, heb ik nooit spijt gehad van mijn keuze voor de ziekenhuissector. Het feit dat alles in onze sector door en voor mensen gebeurt en dat ik een bijdrage kan leveren tot de verbetering van de zorgen in de regio waarin ik actief ben, geeft een extra voldoening in mijn job. Hoewel ik dus initieel eerder financieel ben opgeleid, is mijn interesseveld in de loop der jaren sterk verruimd naar de andere beleidsdomeinen zoals HR, strategisch management, kwaliteitsbeleid, organisatie ontwikkeling enzovoort.

Van 1993 tot 2010 ben je actief in het SFZ (met een tussenpauze in ZOL). Op welke hoogtepunten kan je terugblikken?Dat is een moeilijke vraag. Er zijn immers tal van hoogtepunten geweest de laatste

jaren. In eerste instantie denk ik terug aan de moeilijke financiële situatie en het akkoord met de geneesheren in november 1993. Op dat ogenblik maakte het zieken-huis een eerste herstart, waarbij verdere activiteitsgroei een heel aantal jaren moest gekoppeld worden aan een streng financieel beleid en een aanzienlijke inbreng vanuit de geneesheren. Ook 2003 was in mijn ogen eveneens een belangrijk jaar. Toen de Raad van Bestuur de beslissing nam om met het Sint-Franciskusziekenhuis als autonoom zieken huis binnen de VZW CAZ Midden-Limburg verder te gaan ontstond er een nieuwe dynamiek in het ziekenhuis onder andere op vlak van regionale positionering, uitbouw van de medische activiteiten en uitbreiding van het aantal artsen. In zeven jaar tijd zijn we expansief gegroeid en staat het SFZ duidelijk op de kaart. In de sector staan we bekend als klein, maar zeer dynamisch.

Uiteindelijk is ook de ondertekening van een exclusieve overeenkomst met de Hasseltse ziekenhuizen in 2008 een belangrijke stap voor het SFZ om in de toekomst gespecialiseerde zorgen te kunnen blijven aanbieden. Ook de belang-rijke bouw- en uitbreidingswerken van de laatste jaren zijn niet onbelangrijk voor de toekomst van het ziekenhuis. Jarenlang werd de activiteitsgroei opgevangen in een te beperkte infrastructuur.

Wat vind je de sterke punten van een regionaal ziekenhuis? Zie je een gezonde toekomst voor het SFZ?Door de binding met Hasselt waardoor

zeer goede artsen kunnen aangetrokken worden, verdere specialisaties mogelijk zijn, kan toch de focus op het eigen ziekenhuis blijven liggen.

Op deze manier kan het SFZ toch de voordelen van een grote organisatie com-bineren met de voordelen van een kleiner ziekenhuis. We kunnen bij wijze van spreken genieten van bepaalde schaal-voordelen zonder geconfronteerd te worden met de schaalnadelen zoals langere communicatiestromen, complexe besluitvorming, onpersoonlijkheid, enz….

Deze ontwikkeling blijft mogelijk tenzij de overheid haar beleid nog meer op grotere ziekenhuizen zou gaan focussen. Door deze samenwerking blijft zelfs een toe-komstige fusie mogelijk indien de overheid dit beleidsmatig zou aansturen. Het groot aantal inwoners, de vergrijzing, de uit-bouw van de psychiatrie, beklemtonen de nood aan medische zorg dicht bij huis.Het feit dat het SFZ vroegtijdig haar enti-teit heeft aangenomen, is niet te onder-schatten.

Binnenkort zit je op de stoel van een groot ziekenhuis. Welke filosofie heb je over de autonome functie van kleinere ziekenhuizen?Ook het ZOL zit in een netwerk met kleinere ziekenhuizen zoals bijvoorbeeld met het ziekenhuis Maas en Kempen en de MS-kliniek. Ik ben en blijf ervan overtuigd dat er zeker een plaats is voor regionale ziekenhuizen met een focus op de dienstverlening voor de locale bevolking. Ik geloof ook niet dat continue schaal-

9introoktober 2010

Page 10: Intro 28

vergroting op zich tot kostenbesparing en kwaliteitsverbetering leidt. Het is wel essentieel dat deze kleinere ziekenhuizen een partnership aangaan met liefst één groot ziekenhuis. Op die manier kunnen er overkoepelende medische diensten ontstaan, waarbij het niet alleen makkelijker is voor de regionale ziekenhuizen om goede artsen aan te trekken. Het wordt ook mogelijk dat deze kleine ziekenhuizen, ingebed in de grotere structuur, sub-specialisaties kunnen uitbouwen dichtbij de bevolking. Als autonoom klein zieken-huis is dat immers zeer moeilijk.

De organisatiestructuur van een zieken-huis is bijzonder met een medische groep van zelfstandige geneesheren. Hoe ervaar je het stroomlijnen van twee hiër-archische structuren in een organisatie?Op de eerste plaats moet je als algemeen directeur een manager zijn, met sterke strategische doelen, die vooruit wil.Minstens even belangrijk is het leren diplomatisch overleggen, onderhandelen en participeren. Specialisten zijn high

professionals die hun deskundige inbreng hebben maar ook diverse accenten willen leggen. In een ziekenhuis met diverse artsenassociaties, die te vergelijken zijn met kleine KMO’s, is dit een complexe opdracht.

Als directeur sta je voor inzet maar ook als vader van drie kinderen. Hoe combineer je een drukke job in een directie functie met een gezin?Combineren is voortdurend zoeken naar evenwicht. Ik heb het voordeel dat ik weinig tijd verlies met verplaatsingen. Zowel Heusden als Genk zijn voor mij zeer makkelijk bereikbaar. Het bewaken van een goed georganiseerde agenda is eveneens noodzakelijk. Tijdens de week ben ik zeer weinig thuis, maar in het weekend probeer ik er maximaal te zijn voor mijn gezin.

Mijn oudste dochtertje Jana is 8 jaar en dan volgt de tweeling Eline en Wout van 5 jaar. Mijn echtgenote zorgt voor de opvang door de week en in het weekend

staan onze kinderen voor ons beiden centraal.

Het SFZ is in sterke ontwikkeling. De uitbreiding op diverse vlakken loopt als een sneltrein. De kers op de taart ga je net missen?Intern zijn we sterk gegroeid en ook de uitbreiding van de accommodatie moest dit mee ondersteunen. De eerste stap is gerealiseerd maar ik zal inderdaad niet meer naar de nieuwe kantoorruimten kunnen verhuizen. De nieuwe polikliniek, geriatrische afdeling en dagziekenhuis, nieuwe sterilisatie, OK-zalen en gloed-nieuw labo waren noodzakelijk. Ondertussen wordt al een volgend bouw-dossier voorbereid. Wees gerust, ik zal af en toe zeker nog eens binnenspringen en u mag mijn aanwezigheid zeker noteren voor de opendeurdagen eind oktober.

We wensen Erwin Bormans veel succes in zijn nieuwe functie en kijken uit naar zijn aanwezigheid op de officiële opening op 24.10.

10 introoktober 2010

Page 11: Intro 28

Tijdens de wereldbeker voetbal in Zuid-Afrika verscheen er in het dagblad « Le Monde » een kort artikel van de hand van de schrijver Pascal Bruckner* over het taalgebruik op het voetbalveld.

In de Franse ploeg, die roem-loos ten onder was gegaan tij-

dens de competitie, had een Franse spe-ler, Nicolas Anelka, zijn ploegtrainer Raymond Domenech een «h..rejong» genoemd. «Va te faire enculer, sale fils de pute!» had hij geschreeuwd. Vrij ver-taald: «De pot op, h..rejong!»

Pascal Bruckner stelt daarbij vast dat dit taalgebruik, oorspronkelijk in de mond van een marginale klasse uit de onder-wereld, geleidelijk aan gebanaliseerd werd en ook de elitaire klasse bereikt heeft. Zo liet de Franse president Sarkozy zich eens ontvallen tegenover een tegenstander: «Casse-toi, pauvre con!», wat zoveel betekent als «stap het af, arme kl..tzak.»

Niets doet me eraan twijfelen dat ook ons eigen taalgebruik door dergelijke uitspra-ken besmet is geraakt. Het gebruik van het beroemde f-woord in de Noord-Amerikaanse films en feuilletons is sche-ring en inslag en ontbreekt, vrees ik, ook niet in onze lokale soap-producties.

Pascal Bruckner besluit dat «wanneer onze elites beginnen te spreken zoals het gespuis, dan wordt de natie één groot plebs, van hoog tot laag, verenigd in eenzelfde geestestoestand, met een zelfde vulgariteit die de menselijke ver-houdingen verpest.

Beschaving en beleefdheid falen en zijn niet meer in staat om de menselijke agressiviteit in toom te houden.

Op die manier is de ruwheid of onbe-leefdheid niet alleen een gebrek aan opvoeding of zelfcontrole, maar ook een symptoom van een collectieve mislukking.»

Het komt er dus niet alleen op aan om het individu in vraag te stellen dat zulke uitspraken doet, maar ook collectief zich af te vragen in welke maatschappij we leven wanneer zulke uitspraken tot het banale taalgebruik zijn gaan behoren.

* «Fils de pute !» ou la banalisation de l’injure. Pascal Bruckner: Le Monde, 1 juli 2010.

Dr. André Bellens geeft als psychiater-emeritus een kritische kijk op de heden daagse maatschappij met haar actuele thematiek.

Voetbal en taal

Column

11introoktober 2010

Page 12: Intro 28

Agenda

Wanneer?Op donderdag 7-14-21-28 oktober en 4-18-25 november en woensdag 10 november 2010.

Keuze uit 2 mogelijkheden:Ochtendsessie: van 09.15 tot 11.45 u.Avondsessie: van 17.30 tot 20.00 u.

Waar?Sint-FranciskusziekenhuisP.Paquaylaan 129, 3550 Heusden-Zolder

Bronvermelding: Het Belang Van Limburg 06/09/2010

Successcore SFZPatiënten tevredenheidsmeting

Mindfulness

Bevestig uw aanwezigheid voor 17 oktober bij de dienst communicatie 011 715 415 [email protected]

Uitnodiging opendeurdag zondagochtend 24 oktober 201009h45: Onthaal

10h00: Aanvang

Voor de huisartsen (accreditering is aangevraagd): Interactieve workshops en rondleiding Voor de studenten: Een jobbeurs met rondleiding

Voor paramedici: Workshops en rondleiding

12h00: Receptie

Bevestig uw aanwezigheid vóór 17 oktober bij dienst communicatie, 011 715 415 / [email protected]

Naam: .......................................................................................................................................................................................................................................................

Organisatie: ....................................................................................................................................................................................................................................

■ neemt deel aan het programma met ................. personen

■ neemt deel aan de receptie met ................. personen

52995_antwk_opendeur_2.indd 1 21/09/10 12:43

Opendeur 24 oktober 2010

12 introoktober 2010

Page 13: Intro 28

Voorstelling ambulante diensten

Dienst gynaecologie - verloskunde Dr. Luc Buekenhout Dr. Els Beckers Dr. Sven Schepers Dr. Nele Raus

De dienst gynaecologie-verloskunde is sinds 1 maart 2010, nadat dr. Schreurs om gezondheidsredenen de dienst verliet, nog vier man sterk. Gezien de jaarlijks toenemende workload, waaronder alweer een recordjaar met 860 bevallingen, zijn we druk op zoek naar twee nieuwe gynaecologen.

Vanaf eind september nemen ook wij onze intrek in de nieuwe consultatieruim-tes in het Sint-Franciskusziekenhuis. Dit betekent zeker een flinke verbetering naar een ruime en moderne infrastructuur.

In de nieuwe polikliniek behouden alle collega’s hun poliklinische activiteit zowel in het Medisch Centrum Beringen als in het Sint-Franciskusziekenhuis. Toch zullen we in hoofdzaak in het ziekenhuis raad-pleging doen, enkel na afspraak. Dit heeft tal van voordelen voor onszelf en onze patiënten: nog meer aanwezigheid in het ziekenhuis van verschillende gynaecolo-gen (zodat we steeds snel bij de verlos-kamer zijn bijvoorbeeld), centralisatie van het secretariaat, waardoor meer perma-nentie en efficiënte telefonische bereik-baarbeid. Het secretariaat gynaecologie is enkel bereikbaar op het nieuwe telefoon-nummer 011 71 58 09, doorlopend tijdens de werkdagen van 08h00 tot 19h00. Sinds kort werken we zo goed als ‘papierloos’, met zowel het gynaecologisch als verlos-kundig dossier dat elektronisch is en de opslag van echobeelden in ons elektro-

nisch medisch dossier.

Ook voor de gynaecologische raad-plegingen verkiezen we uitsluitend op afspraak te werken. Dit laat ons toe binnen de voorziene tijd om de nodige klinische en technische onderzoekingen uit te voeren, zoals abdominale en vaginale echografie, colposcopie...even-als voldoende tijd te kunnen besteden aan de bespreking van een senologisch bilan of een fertiliteitsonderzoek.

Voor een vlotte verwijzing, zie ook onze belangstellingsgebieden:• Prenatale diagnostiek en hoog -

risico-zwangerschappen: Nele Raus• Borstaandoeningen: Els Beckers• Vruchtbaarheidsstoornissen:

Luc Buekenhout• Urogynaecologie en prolaps-

problemen: Sven Schepers

NIEUW: Voortaan verloopt alle afsprakenbeheer uitsluitend via 011 71 58 09 (meerdere lijnen), permanent bereikbaar tussen 8u en 19u.

Nieuwe uitbreiding van de raadplegingNaast de gynaecologen wordt de raad-pleging uitgebreid door de vroedvrouwen van de kraamafdeling. Deze nieuwe vorm van ondersteuning biedt een aantal belangrijke voordelen:

• vragen van huisartsen kunnen sneller en efficiënter opgevangen worden

• wachttijden kunnen aanzienlijk vermin-derd worden

• de opvang van de zwangere patiënten verloopt georganiseerd

• de continuïteit in zorg voor de zwangere vrouw kan gegarandeerd worden door de vroedvrouwen die later bij de bevalling ook op de kraamafdeling aanwezig zijn.

• er kan sneller geanticipeerd worden op ongerustheid bij zwangerschap

• er is meer ruimte voor informatiever-strekking en persoonlijke aandacht voor de patiënte

De vroedvrouwen voorzien een 24/24 uur permanentie en zijn bereikbaarbaar op telefoonnummer 011 71 53 10. Tijdens de kantooruren vangen de vroed-vrouwen de zwangere vrouwen op in de nieuwe raadpleging. Naast de spreek-kamers van de gynaecologen beschikken zij over twee modern ingerichte onder-zoekskamers met foetale monitoring.

13introoktober 2010

Page 14: Intro 28

Een succesvolle realisatie is de uitbouw van het geriatrisch dagziekenhuis. Jaar na jaar zien we meer opnames of een bijna verdubbeling van het aantal patiënten, momenteel meer dan 1200 opnames per jaar.

Het dagziekenhuis biedt van maandag tot vrijdag een opnamemogelijkheid tussen 8u en 17u. De diagnostiek naar cogni-tieve stoornissen en de aanpak van osteoporose neemt het grootste aantal patiënten voor zijn rekening.

Op het geriatrisch dagziekenhuis werkt een selectief team van bachelors in de verpleegkunde, een ergotherapeut, een kinesist, een neuropsycholoog en een sociaal verpleegkundige. Bij elke opname wordt de patiënt begeleid door éénzelfde verpleegkundige, vanaf de inschrijving aan de balie, naar elk onder-zoek tot het afhalen bij ontslag. Dit verhoogt de service en het vertrouwen naar patiënt en familie.

Uit recente ervaring stellen wij vast dat het geriatrisch dagziekenhuis een bijzon-

dere meerwaarde creëert voor de hulp-verlening aan de oudere patiënt, de benadering van de familie, de contacten met de huisarts en/of de zorgverleners van de residentiële sector.

De infrastructuur in de nieuwe vleugel biedt ons prachtige en krachtige oppor-tuniteiten om geriatrische patiënten afzonderlijk van de verblijfsafdelingen op te vangen.

Er is een ruime dagzaal beschikbaar met comfortabele relaxzetels en een aparte ruimte om van de maaltijden te genieten. Er is ook een ruimte om de familieleden op te vangen. Er kan gebruik gemaakt worden van een kinezaal waar een groot aanbod van verschillende therapieën kunnen plaatsvinden.

Door al deze mogelijkheden kunnen we meer patiëntgericht, efficiënter en adequater beantwoorden aan de noden van de oudere patiënten, een uitdaging op zich.

Het geriatrisch dagziekenhuis in volle expansie Krista Bogaerts Verpleegkundig diensthoofd geriatrie 1

14 introoktober 2010

Page 15: Intro 28

• De raadpleging geriatrie wordt 2 halve dagen per week georganiseerd, deels in Heusden (dinsdag van 10.20 tot 13.30) en deels in het medisch centrum Beringen (donderdag van 15.00 tot 18.00).

• Het gaat hierbij grotendeels om alge-mene controles (jaarlijks of halfjaarlijks) en follow-up na recente hospitalisatie bij patiënten met hoge co-morbidiliteit.

• Ongeveer 20% van de patiënten zijn nieuw en worden voornamelijk verwezen omwille van cognitieve stoornissen.

Hierbij wordt een intakegesprek afgenomen met aanvullend klinisch onderzoek en een geheugenevaluatie dmv. een MMSE. Meestal moet er toch verder diag nostisch onderzoek gebeuren, hetgeen dan ingepland wordt via het geriatrisch daghospitaal.

• Ook valproblematiek met osteoporose en vertigo zijn hot topics in de geriatrie.

Dienst geriatrie Dr. Michel Schellemans Geriatrie

15introoktober 2010

Page 16: Intro 28

Door samenwerking met het Obesitas-centrum Hasselt zal de dienst zich vanaf 1 september 2010 ook toeleggen op de chirurgische behandeling van obesitas en dit als dusdanig aanbieden in het Sint-Franciskusziekenhuis. Het in kaart bren-gen van gewichtsproblemen en comor-biditeit, alsook het advies en keuze van definitieve behandeling, vraagt een multi-disciplinaire beoordeling. De start van een aparte Obesitasraadpleging moet dit traject efficiënter en meer patiëntvriende-lijk laten verlopen.

Om een patiënt in aanmerking te laten komen voor bariatrische heelkunde en daaraan gerelateerd ook een terugbeta-ling, moet aan nationale, wettelijke richtlij-nen zijn voldaan. Aangezien de richtlijnen veranderen vanaf 01-09-2010 geven wij graag een overzicht.

ObesitasObesitas is een ziekte waarvan de preva-lentie wereldwijd toeneemt en die voor-komt in alle leeftijdscategorieën. De Wereld Gezondheid Organisatie spreekt zelfs van een epidemie. Praktisch wordt bij het inschatten van een gewichtspro-bleem vooral gebruik gemaakt van de BMI-waarde (Body Mass Index) die bere-kend wordt door het gewicht (in kilogram) te delen door de lengte (in meter) in het kwadraat. Deze waarde bepaalt tot welke gewichtscategorie de patiënt hoort en wat zijn/haar gezondheidsrisico is.

Een hogere BMI-waarde leidt tot een gro-tere kans op Obesitas-gerelateerde comorbiditeiten, zoals diabetes, arteriële hypertensie, ischemisch hartlijden, leversteatose, artrose, borstkanker, endo-metrium- en colonkanker. Bij een vrouw met een BMI > 40 is het risico op diabetes bijvoorbeeld 40 maal hoger dan bij een leeftijdsgenoot met een normaal gewicht. Een belangrijke gewichtsreductie zorgt voor een opmerkelijke afname van het gezondheidsrisico.

De aanpak van obesitas zal in eerste instantie bestaan uit het opdrijven van fysieke inspanning, beperking van calorie-inname en inzicht in het eetgedrag. Begeleiding is hierbij wenselijk en bij toe-nemende BMI zelfs essentieel. Als de niet-chirurgische behandeling faalt, kan een deel van de patiënten in aanmerking komen voor een chirurgische behandeling van obesitas, bariatrische heelkunde.

Met een toenemend probleem van obesi-tas is er ook een toenemende vraag naar bariatrische chirurgie. De rol van de huis-arts in het identificeren van potentiële kandidaten voor bariatrische chirurgie en het opvolgen van deze patiënten na chi-rurgie zal dan ook in belangrijke mate toe-nemen. Kennis van de huidige richtlijnen is daarbij essentieel.

Algemene en abdominale Chirurgie Dr. Wim Bouckaert Dr. Johan De Gols Dr. Joep Knol Dr. Guido Vangertruyden

Sinds 01-01-2010 heeft Dr. Johan De Gols zijn dienst versterkt door associatie met enkele chirurgen van het Jessa Ziekenhuis te Hasselt. Daardoor is in het Sint-Franciskusziekenhuis verdere specialisatie mogelijk in alle aspecten van de algemene en abdominale heelkunde. Met de voltooiing van de nieuwbouw zullen ook de raadplegingsactiviteiten worden uitgebreid en zal de beschikbaarheid toenemen.

16 introoktober 2010

Page 17: Intro 28

Voorstelling dienst vaatheelkunde Dr. Jos Hoydonckx Dr. Pieter Van de Gender

Vaat- en Thoraxheelkunde worden in het Sint-Franciskusziekenhuis verzorgd door dokter Jos Hoydonckx en dokter Pieter Van de Gender. We zijn erg blij om de ver-jaardag van onze twee jaar samenwerking te vieren met een verhuis naar de nieuwe consultatieruimte. We kunnen de patiën-ten nu ontvangen in een ruimer en ‘lichter’ kader. Dit creëert voor de patiënt en ons-zelf een opener en aangenamer werk-klimaat.

We handhaven binnen onze praktijk een grotendeels minimaal invasieve behande-ling, maar Vaat- en Thoraxchirurgie lenen zich natuurlijk minder tot kleine ingrepen in een dokterskabinet. De consultatie is dan ook op te vatten als een diagnose-centrum. Meestal wordt dit omschreven als ‘Vaatlabo’. Zowel de arteriële als de veneuze pathologie kan grotendeels

ambulant onderzocht worden. We gebrui-ken hiervoor enkel/armindexmeting, dop-pler en/of duplexevaluatie van de halsva-ten, aorta en onderste ledematen. Mocht er onduidelijkheid, lees tegenstrijdigheid tussen anamnese en (technisch) onder-zoek blijven bestaan, hebben we de mogelijkheid tot inspanningstesten op de loopband, waarvoor we de infrastructuur van de revalidatieafdeling gebruiken. Dit alles vervangt natuurlijk niet de beeldvor-ming door angioCT en angioMR, maar laat een meer doelgericht gebruik van deze onderzoeken toe.

De nieuwe consultatieruimte stelt ons bovendien in de mogelijkheid om soepeler consultaties in te plannen, gezien we de ruimte nu elke dag kunnen gebruiken. Om wachttijden te vermijden blijven we enkel op afspraak werken.

Types van chirurgie• De bariatrische chirurgie is gebaseerd

op twee principes, namelijk restrictie en malabsorptie. Bij een restrictieve proce-dure wordt het maagvolume verkleind zodat minder voeding kan worden inge-nomen. Voorbeelden van deze procedu-res zijn de Vertical Banding Gastroplastie (VBG/Mason/McLean), (Adjustable) Gastric Banding (“Maagband”) en de Sleeve Gastrectomie. In onze dienst is er bij keuze voor een puur restrictieve pro-cedure voorkeur voor de Sleeve Gastrectomie.

• Bij een malabsorptieve procedure wordt de lengte van de darm, die in contact komt met de voeding, verminderd zodat er uiteindelijk minder calorieën worden opgenomen. Voorbeelden van ingrepen met de nadruk op malabsorptie zijn de Bilio-Digestieve Bypass (Scopinaro), Duodenal Switch en de Distale Gastric Bypass. Deze ingrepen worden zelden uitgevoerd in onze dienst.

• Bij een restrictieve malabsorptieve pro-cedure worden de twee principes

gecombineerd. Het belangrijkste voor-beeld in deze groep is de Gastric Bypass operatie. Dit wordt beschouwd als de gouden standaard en heeft ook in onze dienst de voorkeur.

Het doel van al deze ingrepen is om een belangrijk gewichtsverlies op lange termijn te verkrijgen met vermindering van de gewichtsgerelateerde morbiditeit. Dit moet leiden tot een langer en gezonder leven.

Indicaties voor Bariatrische chirurgieBMI en comorbiditeiten: Contra-indicaties:BMI > 40 of - zwangerschap BMI > 35 + diabetes mellitus of - patiënt met sterk verminderde intellectuele capaciteitenBMI > 35 + hypertensie (resistent aan 3 medicaties) of - overmatig alcohol- of druggebruik BMI > 35 + slaapapnoe (polysomnografie) of - andere ziektes, verantwoordelijk voor het overgewichtBMI > 35 + eerder falende bariatrische heelkunde

Algemene voorwaarden:- vanaf 18 jaar- minstens 1 jaar dieet gevolgd- bereidheid tot levenslange follow-up- na multidisciplinair overleg en met schriftelijk akkoord van endocrinoloog/gastro-enteroloog, psycholoog/psychiater en chirurg

Gastro-enterostomie en entero-enterostomie (100-150 cm meer distaal) Distale dunnedarm naar maagpouch

Gastric bypass operatie in stappen

17introoktober 2010

Page 18: Intro 28

Algemene- en Bariarische Heelkunde Dr. Guy Van Daele

In samenwerking met Dr. R. Ceulemans, Dr. I. Jacobs, Dr. M. Michielsen

Naast de klassieke heelkundige behandelingen hebben wij ons toegelegd op de chirurgische behandeling van gastroesofagale refluxpathologie en obesitasheel-kunde. In de bariatrische heelkunde hebben we 15 jaar ervaring en werden er nagenoeg 7000 patiënten behandeld.

Eveneens hebben we expertise opge-bouwd in de redo-bariatrische heel-kunde en de behandeling van verwikke-lingen na obesitasheelkunde.

Momenteel werken we mee aan multi-centrische studies zoals:• “Revisional laparascopic gastric

bypass after open vertical banded gastroplasty and gastric banding: a feasibility study”. De eerste resul-taten zijn voorgesteld op het EADS in Stockholm in 2008. Een publicatie is in voorbereiding.

• “Sleeve gastrectomie after failed gastric banding?”

Het obesitasprobleem wordt gestan-daard iseerd en multidisciplinair bena-derd: de klinische aanpak van de obese patiënt start met een grondige evaluatie tijdens een intakegesprek van nagenoeg 1u. Een geïndividuali-seerde observatieplanning wordt vervolgens opgesteld (diëtiste, psy-chiater, opsporen van comorbiditeit...).

Nadien volgt een teambespreking en wordt er aan de patiënt een individueel behandelingsprogramma voorgesteld.Dit behandelingsprogramma omvat ofwel eerst een conservatieve benadering, hiertoe wordt er samengewerkt met een eetpsycholoog, diëtiste, fitnesscentra. Desgevallend is er medicamenteuze ondersteuning.

Voor obesitas bij kinderen wordt er samengewerkt met gespecialiseerde centra. Voor de heelkundige indicatie-stelling volgen we de wetenschappelijke Sages-normen (www.sages.org), die niet identiek zijn aan de RIZIV terug-betalingscriteria.

Volgende bariatrische oplossingen worden binnen de dienst aangeboden:

IGB: gastroscopisch plaatsen ballon gevuld met 600 cc water. Verminderde eetlust. Soms oncomfortabel. Dient na 6 tot 9 maand verwijderd te worden.

Lap banding: restrictief. Vooral voor volume-eters, minder geschikt voor sweeters. Complicaties: zure reflux, pouching/slipping, erosie, veranderen van eetgewoontes met gewichtstoename tot gevolg. Wel omkeerbaar. Succesrate: 60 tot 70 %.

Lap sleeve gastrectomie: 75 % longitudi-nale resectie van de maag met bewaren van de antrale pomp. Naast restrictief ook een hormonaal effect via resectie van ghreline bevattende cellen (vermin-derde eetlust). Ook gunstig effect op DMII en andere comorbiditeiten. Complicaties: oa. tot 5% lekkage van de naad en dilatatie van de maagbuis met gewichtstoename als gevolg. Resultaten op lange termijn zijn onbekend.

Lap gastric bypass: (Roux en Y): gecombi-neerd restrictief en hormonaal (minder malabsorptief). Hormonaal via incretines (GLP-1, ghreline, GIP, PYY…) : eetlustrem-mend, vertragen maageva cuatie, verho-ging insuline secreties. Complicaties oa. lekkage tot 5%, interne herniatie, dumping… Resultaat na 15 jaar: 30% non responders.

Lap mini bypass: (of omega bypass): sleeve resectie gecombineerd met lange bilio pancreatische lis. Ongeveer zelfde werking als gastric bypass maar minder neven werkingen en complicaties, resultaten op lange termijn niet gekend.

Scopinaro en duodenal switch: zuiver malabsorptief. Omwille van de uitgespro-ken malabsoptie en hoge complicatie-graad, slechts occasioneel toegepast.

Meer info op: www.asmbs.org en www.sages.org

Follow-up bij deze patiënten is uiteraard belangrijk: volgen van gewichtsevolutie, de effecten op de comorbiditeiten, tijdig onderkennen van verwikkelingen, zo nodig tijdig bijsturen van de leefgewoontes… Hierbij is de taak van de eerste lijn van essentieel belang. Wij werken aan een opvolgingsschema voor de eerste lijn. Voor de huisarts en de patiënten zijn wij steeds bereikbaar (7 op 7) op tel: 011 42 08 72. Verdere contactnummers: 011 71 58 15, 011 71 58 61.

18 introoktober 2010

Page 19: Intro 28

Activiteiten van plastische reconstructieve – esthetische heelkunde Dr. Luc Bosmans Plastisch en esthetisch chirurg Reconstructief chirurg

De activiteiten van plastische reconstruc-tieve – esthetische heelkunde op de nieu-we polikliniek bestaan uit 4 luiken:

Een eerste luik is de klassieke raadple-ging met name alle preoperatieve consul-ten waar de patiënt minstens 20 minuten voldoende uitleg over de ingreep krijgt.

Een tweede pijler is de snelle nacontrole van de patiënten met brandwonden en schaafwonden die zich binnen de week hebben aangemeld op de dienst spoedge-vallen. De eerste nacontrole gebeurt op onze poliklinische activiteit met wond-zorg.

Een derde pijler is de klassieke postope-ratieve wondzorg, raadpleging van de uit-gevoerde ingrepen: dit zijn raadplegingen met intensieve verbandwissel, meestal uitgevoerd door onze verpleegkundige onder supervisie van de arts.

Een vierde luik betreft ingrepen onder lokale verdoving.Het grootste aantal ingrepen zijn RIZIV-

terugbetaalde ingrepen die verplicht binnen de muren van het ziekenhuis moe-ten gebeuren om een RIZIV-terugbetaling te krijgen. De ingrepen worden ambulant ingeschreven. Meestal betreft het een heelkundige behandeling: huidexcisie van tumoren ter hoogte van het gelaat: baso-cellulair carcinoom, spinocellulair carci-noom of een melanoom. Deze ingrepen kunnen binnen het uur worden afgewerkt en de patiënten moeten niet noodzakelijk nuchter zijn.

Het verdere principe van de afwerking van deze ingrepen verloopt volgens een-zelfde patroon als voor de ingrepen onder algemene narcose:

• Het installeren van de patiënt.• Aftekenen van de te excideren zone en

reconstructie door middel van een huid-flap

• Infiltratie met Xylocaïne 1 % met Adrenaline

• 5 minuten wachttijd• Afwerken van de ingreep met een

minimum aan coagulatie

• Afdekken van de operatiezone met enkele Steristrips eventueel aangevuld met een Opsite.

Deze ingrepen worden uitgevoerd in aan-wezigheid van een instrumenterende.

Deze poliklinische activiteit gebeurt tot grote tevredenheid van de patiënt die met een dergelijke organisatie nauwelijks het gevoel heeft dat hij/zij in een ziekenhuis behandeld wordt.

In bijlage vindt u een aantal foto’s van ingrepen en wondzorgpatronen.

19introoktober 2010

Page 20: Intro 28

Tijdens onze raadpleging richten onze medisch-technische tussenkomsten zich op de klassieke en esthetische dermatologie:

Klassieke dermatologieAlle dermatosen en cutane tumorenNagel- en haarziektenPUVA- en UVB-fototherapieKleine huidchirurgieVenereologieFlebologie- en sclerotherapieScreening pigmentnaeviAllergietesten: • priktesten

• patchtesten

Esthetische dermatologieDermatocosmetisch adviesglycolzuur peelingfillers met hyaluronzuurBotox injectieslasertherapie: • IPL laser: angiomen, couperose, lentigo’s

• non-ablatieve gefractioneerde laser (Starlux 500) - anti-aging - litteken (behalve keloïden) - acné littekens

Dermatologie Dr. Johan Vandermaesen Dr. Skröllan Tack

Dienst sterilisatie

20 introoktober 2010

Page 21: Intro 28

Gastro-enterologie-hepatologie-proctologie (maag- darm- en leverziekten;

ziekten van de aars en endeldarm)

Dr. Raf Leus Dr. Jo Swinnen Dr. Marc Willems

Doelstelling Dagelijks zijn we op afspraak beschikbaar voor de opvang van patienten met maag-, darm- en leverproblemen. Hierbij kunnen we gebruik maken van een aantal tech-nische onderzoeken van maag, darm en lever; evenals proctologisch nazicht

Techniciteiten • abdominale echografie en echogeleide

puncties• diagnostische en therapeutische

endoscopie• ademtesten, aderlatingen

• VANAF 2011: echo-endoscopie en transrectale echografie

Praktische weetjes• bij vermoeden van ziekte van de "bovenste"

gastro-intestinale tractus (bovenbuik): de patiënt NUCHTER verwijzen

• bij vermoeden van ziekte van de "onder-ste" gastro-intestinale tractus (onder-buik): patiënt moet niet nuchter zijn

• bij vermoeden van endoscopie met wens tot sedatie: graag de patiënten laten begeleiden door een persoon die een voertuig kan besturen, gezien de

patiënt zelf niet mag rijden na een onderzoek onder sedatie

Bijzondere interessesRaf Leus: abdominale oncologie, proctologie

Jo Swinnen: inflammatoir darmlijden (ziekte van Crohn/colitis ulcerosa), echo-endoscopie, therapeutische endoscopie

Marc Willems: leverziekten en galblaas- of galwegenpathologie, ERCP

21introoktober 2010

Page 22: Intro 28

Syncope dient te worden onderscheiden van andere oorzaken die bewustzijnsverlies of bewustzijnsvermindering kunnen veroor-zaken (epilepsie, intracraniële bloeding, commotio cerebri, hypoglycemie,…). In sommige gevallen zijn er prodromen aan-wezig (ijlhoofdigheid, duizeligheid, hevig transpireren, visuele stoornissen, nausea),

maar vaak ontstaat een syncope zonder enige waarschuwing. Men onderscheidt actueel drie ‘soorten’ syncopes: reflex (of neurocardiogene) syncope, orthostatische syncope en cardiogene syncope (tabel 1).

Reflexsyncope is de meest voorkomende vorm van syncope, op de tweede plaats

gevolgd door syncope door onderliggend cardiaal lijden. Bij jonge patiënten (<40jaar) is orthostatische syncope zeldzaam. Dit treedt meestal op in de oudere bevolkings-groep. Van alle patiënten die zich initieel presenteren zal één op drie binnen de drie jaar een nieuwe syncope doen.Bij de patiënt met een episode van bewust-

Aanpak van syncope in de dagelijkse praktijk Dienst Cardiologie Dr. Dirk Mertens Dr. Peter Put Dr. Luc Geutjens Dr. Tom Mulleners

De huidige definitie van syncope is een volledig bewustzijnsverlies veroorzaakt door een globale cerebrale hypoperfusie, met als kenmerken: een korte of afwezige prodromale fase, korte totale duur en volledige en snelle recuperatie nadien.

Introductie dienst fysische geneeskunde & revalidatie Dr. Filip Noë Dr. Carine Vanspauwen Dr. Kathleen Vanbilsen

Naast de ambulante raadpleging nemen wij ook deel aan verscheidene multidisciplinaire revalidatieteams.

Ambulante raadplegingDe ambulante raadpleging bestaat uit consultaties en het uitvoeren van electromyografisch onderzoek. Wij richten ons op de diagnose en de behandeling van aandoeningen van het bewegingsstelsel o.a. bot-, gewrichts-, spier-, pees- en zenuwaandoeningen en nek- en rugklachten.

In de zeer nabije toekomst zal ook opgestart worden met ESWT (extracorporal shock wave therapy) voor de behandeling van (calcifiërende) tendinopathieën en kunnen ook infiltraties onder echografiebegeleiding uitgevoerd worden. Patiënten kunnen bij ons ook terecht voor het voorschrijven van braces en aangepaste steunzolen.

RevalidatieOp vlak van revalidatie wordt er deelgenomen aan meerdere teams: pulmonaire revalidatie, cardiale revalidatie, neurologische revalidatie (CVA, CCT, ruggenmerglaesies,…), rugrevalidatie. De neurologische revalidatie is mogelijk zowel bij opgenomen als ambulante patiënten. Er is een nauwe samenwerking met de behandelende artsen en de diensten kinesitherapie, ergotherapie, logopedie, verpleegkunde, sociale werking en psychologie.

Ons team is ook erkend voor het opstellen van een multidisciplinair functioneringsrapport in het kader van aanvragen (elektronische) rolstoel, scooter,…

22 introoktober 2010

Page 23: Intro 28

zijnsverlies moet men zich twee belang-rijke vragen stellen:1. Is het een reële syncope?2. Zijn er argumenten voor onderliggend

cardiaal lijden?

Structureel hartlijden en primair aritmo-geen lijden zijn majeure risicofactoren voor plotse hartdood (‘sudden cardiac death’) en globale mortaliteit bij patiënten met syncope. Er zijn twee belangrijke, prognos-tische elementen die in acht genomen moeten worden: het mortaliteitsrisico of risico op levensbedreigende events en de frequentie en risico op fysieke schade. De

initiële evaluatie van een syn-cope omvat dus een screening naar mogelijk onder liggend cardiaal lijden: een nauwgezet-te anamnese, fysisch onder-zoek (inclusief bloeddruk lig-gend en staand) en een

elektrocardiogram. Op basis van deze bevindingen kunnen een aantal bijkomende onderzoeken worden gevraagd: carotismassage (bij patiënten ouder dan 40 jaar), echocardio-grafie, inspanningstest, TILT-test, Ajmaline- of Tambocor-provocatietest en eventueel een neurologisch of bio-chemisch onderzoek wanneer men denkt aan een non-syncopaal bewustzijns-verlies.

Tabel 2 geeft een overzicht van hoog risico criteria die een bijkomende intensere

investigatie (en eventueel hos-pitalisatie) vereisen.

Een TILT-test kan worden gebruikt om de diagnose van reflexsyncope te bevestigen, doch de waarde hiervan blijft erg beperkt. Bij een patiënt met onderliggende hartziekte en positieve TILT-test zal de voorkeursetiologie vaak nog aritmogeen zijn. In geval van een jonge patiënt zonder aange boren aritmogene of structurele cardiale afwijkin-gen zal, ondanks een negatie-ve TILT-test, een reflexsynco-pe de voorkeursdiagnose blij-ven. Een cardiale oorzaak kan enkel worden uitgesloten wanneer er op het moment

van de (pre)syncope geen aritmiën kunnen worden geregistreerd. In het ideale geval zou er dus op dat ogenblik een ECG moe-ten gebeuren. Dit is uiteraard in de meeste gevallen niet mogelijk. Daarom wordt er veel gebruikt ge maakt van holters. Hiermee kan het hartritme tot 96 uren worden geregi-streerd. Zelfs dit is vaak onvoldoende, zeker bij patiënten die maar sporadisch syncopes doen.

Sinds enige tijd is het mogelijk om onder lokale verdoving een eventrecorder onder-huids (ter hoogte van de thoraxwand) te implanteren. Deze ICM’s (Implantable Cardiac Monitors) zijn kleine toestellen (grootte van een geheugenstick) die gedu-rende meerdere maanden tot enkele jaren ter plaatse blijven. Ze worden geprogram-meerd om pauzes en tachy-aritmiën op te slaan en kunnen in geval van een syncope vlot worden uitgelezen met traditionele pacemaker analyzers. Uit studies blijkt dat in 88% van de gevallen (in een goed geselecteerde populatie) na een gemid-delde van vijf maanden een symptoom-ECG correlatie wordt gevonden. Momenteel zijn er in België twee implan-teerbare loop recorders terugbetaald: Confirm® (St. Jude) en Reveal® (Medtronic). De indicatie voor implantatie is echter vrij strikt: herhaalde syncopes met negatieve neurologische en cardiale oppuntstelling, inclusief negatieve holter en TILT-test.

Uiteindelijk kan ook nog, in bepaalde gevallen, besloten worden over te gaan tot een elektrofysiologisch onderzoek. Hiermee kan de intra-atriale en intraventri-culaire geleiding worden nagegaan.

Tevens wordt er dan ook getest of ventricu-laire aritmiën kunnen worden uitgelokt. Elektrofysiologisch nazicht is niet aange-wezen bij patiënten met een normaal ECG, een structureel normaal hart en afwezigheid van palpitaties, tenzij ze een hoog risico beroep uitoe-fenen.

Tabel 1. Etiologie van syncope Tabel 2. Risicostratificatie bij syncope23intro

oktober 2010

Page 24: Intro 28

Diabetes en kinderen Dr. Fons Henckens, kinderarts Dr. Heidi Vanderstappen, endocrinologie

De kinder- en jeugdafdeling van ons ziekenhuis krijgt een volledigefacelift, de verbouwingen lopen over de tweede helft van 2010. Maar niet alleen architecturaal wordt er vernieuwd.

Team van kinderartsenMet twee nieuwe collega’s heeft de afdeling een duidelijke uitbreiding vanhaar activiteiten in het vizier.

Naast Dr. Fons Henckens (algemenepediatrie) en Dr. Rainer Kuhlins (cardiologie en algemene pediatrie)brengen Dr. Bettina Horlebein en Dr. Andreas Winter nieuwe elementen aan in de opvang van de kinderen. Naast hun algemene pediatrische hoofdactiviteit zijn ze erkende kinderendocrinologen/diabetologen. Daarnaast zijn ze opgeleid en ervaren in echografie bij kinderen.

Team van endocrionologenIn samenwerking met het bestaande diabetesteam voor volwassenen onder leiding van Dr. Katrien Laga en Dr. Heidi Vanderstappen, wordt de volledige begeleiding en behandeling van kinderen met diabetes aangeboden. Dit zowel op

therapeutisch, instructief, organisatorisch als psychologisch vlak.Alle andere endocrinologische problemen worden met hoogstaande expertise benaderd. Hierbij is er bovendien een nauwe samenwerking met het Jessa Ziekenhuis in Hasselt, waar onze endocrinologen ook consultatie-uren hebben naast het uitgebreide raad-plegingsaanbod in Heusden en Beringen.

Het volledige kinderartsenteam van het Sint-Franciscusziekenhuis staat garantvoor de algemeen-pediatrische verzorging van de allerkleinsten en de opgroeiende jeugd. Hiervoor staat een multidisciplinair team van artsen, verpleegkundigen, para-medici als kinesisten, spelbegeleiding, psycholoog en maatschappelijk assistente ter beschikking.

24 introoktober 2010

Page 25: Intro 28

Longfunctieonderzoek in de praktijk Dienst Pneumologie Dr. Dirk Degraeve Dr. Ruud van Puijenbroek

Longfunctieonderzoek wordt gebruikt bij het diagnosticeren en monitoren van verschillende longaandoeningen. Longfunctieonderzoek is gericht op het bepalen van de longvolumes, de luchtwegweerstand, de elasticiteit van het longweefsel en de diffusiecapaciteit.

SpirometrieLongfunctieonderzoek wordt vanouds ver-richt met behulp van spirometrie. Spirometrie is essentieel bij de diagnostiek van ziektebeelden als astma en ‘chronic obstructive pulmonary disease’ (COPD). Het is snel, goedkoop en weinig belastend voor de patiënt. In de kliniek wordt de pneumotachograaf het meest gebruikt. Door de patiënt eerst maximaal te laten uit-ademen en vervolgens maximaal te laten inademen is de inspiratoire vitale longca-paciteit (IVC) te meten. De IVC is meestal iets hoger dan de geforceerde vitale long-capaciteit (FVC), die wordt gemeten tijdens krachtig maximaal uitademen. Naast de vitale longcapaciteit (VC) kunnen ook het teugvolume (TV) en het geforceerde expi-ratoire volume in één seconde (FEV1) wor-den gemeten. De uitkomsten van deze metingen kunnen worden vergeleken met referentiewaarden voor lengte, leeftijd, geslacht en ras.

Flow-volumecurves. Aan de hand van gegevens over de lucht-stroomsnelheid op diverse tijdstippen wor-den dynamische en statische volumes berekend, die grafisch worden weergege-ven in flow-volumecurves. Een normale curve kenmerkt zich door een snelle opbouw van de maximale luchtstroom (piekstroom) gevolgd door een geleidelijk afnemende luchtstroom. Dit resulteert in een driehoekige uitademingscurve en een komvormige inademingscurve. De vorm van de flow-volumecurve geeft informatie over de aanwezigheid en de aard van long-afwijkingen.

Bij obstructieve longfunctiestoornissen zoals astma en COPD zijn de luchtwegen gedeeltelijk afgesloten. De inspiratoire curve is bij obstructieve longziekten nor-maal, aangezien tijdens het inademen de intrathoracale luchtwegen groter worden in diameter. Wanneer bij krachtig uitade-men de intrathoracale druk toeneemt, neemt de luchtstroom echter af, wat resul-teert in een concave (holle) expiratoire curve. Vanouds is het FEV1 de meest gebruikte maat bij het beoordelen en clas-sificeren van obstructieve longaandoenin-gen. Het FEV1 kan echter ook verlaagd zijn bij restrictieve longziekten: als de totale longcapaciteit (TLC) en de VC zijn verlaagd, blijft er immers minder lucht over om in één seconde uit te blazen. Daarom wordt als criterium gesteld dat de verhouding tussen het FEV1 en de FVC (de tiffeneau-index genoemd, die normaal 80% bedraagt) ook moet zijn verlaagd, voordat men mag stel-len dat het verlaagde FEV1 berust op een obstructieve longaandoening.

Bepalen van de totale longcapaciteitOm de TLC te kunnen bepalen is het nood-zakelijk om in aanvulling op het bepalen van de VC (door middel van spirometrie) te meten hoeveel gas in de longen achterblijft na maximale expiratie, het zogeheten resi-duele volume (RV). Hiervoor worden twee verschillende methoden gebruikt. De eer-ste methode berust op het bepalen van de TLC aan de hand van de verdunning van het edelgas helium, waarmee alleen de capaciteit van geventileerde longdelen wordt gemeten. De tweede methode is lichaamsplethysmografie, waarbij de totale

hoeveelheid gas in de thorax wordt bepaald. Lichaamsplethysmografie is nauwkeuriger bij patiënten bij wie helium zich niet gelijkmatig kan verdelen in de lon-gen, zoals bij patiënten met emfyseem.

Meten van de diffusiecapaciteitNaast het meten van de longvolumes en de gasstroomsnelheid wordt in het longfunc-tielaboratorium ook de diffusiecapaciteit bepaald. Hierbij wordt gekeken naar de doorgankelijkheid van de alveolocapillaire membranen met behulp van koolstofmo-noxide (CO). CO heeft een hoge bindingsaf-finiteit voor het hemoglobine in het bloed, wat het een ideaal testgas maakt voor het bepalen van de diffusiecapaciteit. De pas-sage van CO door de alveolocapillaire membraan is afhankelijk van de grootte en de dikte van het diffunderende oppervlak. Verlies van oppervlak wordt onder andere gezien bij een pneumonectomie, emfyseem en toegenomen membraandikte bij intersti-tiële afwijkingen als longfibrose.

25introoktober 2010

Page 26: Intro 28

Valkuilen bij 'neurologische screening' van kop tot teen (topographical view) Dr. Luc Tuyls Dr. Marika Doberenz

Een neuroloog is als een detective die tijdens zijn of haar onderzoek oog heeft voor de kleinste details. Een goed verhoor -lees anamnese- brengt de onderzoeker al ver in de diagnosestelling. Ieder symptoom of ‘clinical sign’ affirmeert of zwakt juist de vooropgestelde diagnose af.

Maar er zijn zo vele ‘pitfalls’ onderweg, die maken dat een goed medisch onderzoek nog steeds ‘an art’ blijft.Ter volledige confirmatie doen we een beroep op de technische onderzoeken (EEG, EMG, EP, LP, CT, MRI – angio – DaTscan).

Pitfalls in het klinisch neurologisch onderzoek

1. HOOFDPIJN Hoofdpijn presenteert zich het meest. De differentieel diagnose bij migraineuze hoofdpijn is een eerste hindernis.• Een vermoedelijke status migrainosus

die meer dan 3 dagen duurt kan wijzen op intracraniële hypertensie (ICH).

• Migraine met nekstijfheid wijst in de helft van de gevallen op subarachnoïdale bloeding (SAB) maar kan eerder zelden ook wijzen op een dissectie van de carotiden. Hiervoor volstaat niet altijd een duplex van de halsvaten maar is bij sterk vermoeden ook een CT angio halsvaten aangewezen.

• Migraine presenteert zich niet altijd unilateraal, zelfs in 1/3 der gevallen komt deze bilateraal voor.

Migraine accompagnée met motorische of sensibele aura kan vaak ook afhankelijk van de leeftijd een ‘Transient Ischemic Attack (TIA) zijn of een focaal epileptisch insult. Indien de migraine accompagnée gepaard gaat met sensoriële aura (reuk, smaak, auditief,

visueel) moet eerder ook aan focale epileptische toevallen gedacht worden.

• Bij migraine accompagnée sans migraine stelt het onderscheid zich vooral met focale epileptische toevallen.

• Migraine met bewustzijnsstoornissen, derealisatie (cfr. migraine psychose) moet onderscheiden worden van partieel complexe toevallen (cfr. déjà vu)

• Valsalva hoofdpijn, (toenemend bij hoesten, niezen, braken, persen, lachen) is bij meer dan één op drie patiënten secundaire hoofdpijn (Arnold Chiari, carotiden of vertebralis anomalieën of cerebrale aneurysmata).

• Inspanningsgebonden en/of percoïtale hoofdpijn: steeds bedacht zijn op subarachnoïdale bloeding. Zo in combinatie met unilaterale nekpijn, ook bedacht zijn op een dissectie van één van de carotiden.

• Peracute hoofdpijn als een donderslag: ‘thunderclap’ hoofdpijn kan een teken aan de wand zijn voor een subarachnoïdale bloeding, een sinus sagittalis superior of sinus transversus thrombose, vasculaire malformatie, dissectie, hypofyse bloeding, zelden een colloidcyste van de IIIe ventrikel.

• Drug Induced Headache: steeds aan denken bij persisteren meer dan twee maanden na stopzetten van allerlei

analgetica (klassieke, centrale analgetica).

• Migraine met een persisterende aura, meestal motorisch, soms ook sensibel, na meer dan één week: mogelijkheid van een herseninfarct moet overwogen worden.

Hoofd(pijn)klachten worden bij twijfel verder geïnvestigeerd door technische onderzoeken - meestal E.E.G. en CT schedel met of

zonder angio sequentie.- soms duplex halsvaten al dan niet met

CT angio halsvaten.- soms MRI schedel

2. AANGEZICHTSKLACHTEN• Een trigeminusneuralgie (V) met

gehoors- en/of evenwichtsklachten (VIII) en een ipsilaterale perifere facialisparese (VII) wijst haast altijd op een brughoektumor (acusticusneurinoma).

• Bij een perifere facialisparese zijn de 3 takken (de ramus, M. Frontalis, M. Orbicularis oculi en M. Orbicularis oris) aangetast (cfr. teken van Bell) en in 50% van de gevallen zijn er al bij de aanvang smaakstoornissen (dysgeusie) daar de smaakzin (chorda tympani) de enige sensoriële zenuw is die aftakt van de overwegend motorische N. Facialis.

• Bij een centrale facialis parese

26 introoktober 2010

Page 27: Intro 28

daarentegen is alleen de derde tak (Ramus orbicularis oris) aangepast en vaak is er ook arm-, soms beenparese (ipsilateraal)

• Ischemie en chirurgische decompressie van een perifere facialisparese is eerder zeldzaam (pijn na enkele dagen tot een week).

• Een neus-keel-oor onderzoek is nuttig om o.a. otitiden uit te sluiten.

• Bij een perifere facialis parese en enig vermoeden op de ziekte van Lyme (tekenbeet, erythema migrans, radiculitis, infectieuze tekens) is een lumbaal punctie (LP) aangewezen. (morbus Lyme heeft een hoge incidentie in Limburg)

• Bij een bilaterale perifere facialispare-se al dan niet met paresthesieën in onderste ledematen of parese moet een LP gebeuren om het syndroom van Guillain-Barré uit te sluiten.

• Bij een progressief opkomende perifere facialis parese met ipsilaterale N. Abducens parese (VI) moet een ponsglioma uitgesloten worden door middel van MRI.

• Een perifere facialisparese met aantasting van de onderste craniale zenuw ipsilateraal (IX - XII) met ischialgie is verdacht voor meningeale carcinomatosis: hiervoor kunnen LP en PET–scan bijkomende informatie geven.

Aangezichtsklachten worden bij twijfel verder geïnvestigeerd door technische onderzoeken zoals EMG van de N. Facialis, ‘Brain Stem Auditorial Evoked Potentials’ (BAEP), MRI fossa posterior, LP en soms ORL. 3. DUIZELIGHEID (VERTIGO)• Uiterst moeilijke anamnese

(zeer grondige anamnese!)• Objectief klinisch teken is Nystagmus (Ng)• Een instelnystagmus bij blik naar links

of rechts is niet pathologisch• Een horizontale nystagmus is vaak

perifeer vestibulair

• Een verticale nystagmus is centraal vestibulair (cerebellair – hersenstam)

• Een rotatoire nystagmus is vaak centraal maar kan ook een perifere component hebben.

• Vertigo met gehoorsdaling en tinnitus wijst meestal op de ziekte van Menière

• Vertigo met gehoorsdaling met een trigeminus (V) en/of ipsilaterale perifere N. Facialis parese (VII) is verdacht op een brughoekproces

• Diplopie is altijd verdacht op fossa posterior lijden of intracraniële hypertensie

Vertigo wordt best verder geïnvestigeerd door technische onderzoeken BAEP, MRI fossa posterior, ORL, soms LP

4. NEKKLACHTEN• Nekpijn is meestal banaal en te wijten

aan cervicartrose.Zelden, en dan eerder samen met hoofdpijn, kan het wijzen op een dissectie van de A. Carotis interna.

• (Per)acute nekpijn en occipitale hoofdpijn is verdacht voor een meningiaal syndroom:

• met koorts: meningitis • met of zonder subfebrillitas:

subarachnoidale bloeding • Nekstijfheid: enkel sagittaal met Kernig

positief en Brudzinski positief wijst op een meningiaal syndroom in tegenstelling met nekstijfheid zowel in het frontale als sagittale vlak eerder duidt op cervicartrose

• Progressieve nekklachten tesamen met een positief L’Hermitte teken duiden ofwel op Multiple Sclerose (MS) ofwel op een cervicale myelopathie (waarvoor cervicale laminectomie)

Nekklachten worden vaak verder geïnvestigeerd door volgende aanvullende technische onderzoeken

5. LAGE RUGKLACHTENLage rugklachten komen zeer vaak voor in alle disciplines.De clinicus met neurologische oriëntatie is meer geïnteresseerd in lumboïschialgie, gangstoornissen en zal letten op het acute of chronische karakter, op symmetrie of net assymetrie in de symptomenen of de peesreflexen dan wel eerder verzwakt of afwezig zijn danwel eerder te levendig met clonus en Babinski.

Lumboïschialgieën, gangstoornissen, pijnklachten in de onderste ledematen vereisen verdere technische onderzoeken.

6. PERIFERE NEUROPATHIE (bovenste ledematen)

• Cervicobrachialgieën komen vaak voor: EMG en CT/MRI cervicaal zijn richtinggevend.

• Drophand (N. Radialisparese) • Perifeer: drukverlamming

(‘Saturday night palsy’, ‘paralyse des amoureux ou des ivrognes’) door een verminderd terugtrekre-flex van de arm met compressie op de bovenarm

• Centraal: thv de cerebrale convexiteit (A. Cerebri media) meestal aanwezige piramidale tekens in bovenste ledematen zoals Hofmann-Trömner en positief Wartenbergreflex

Vaak is er dan ook een lichte facialisparese ipsilateraal (cheiro-oraal)Qua technische onderzoeken primeert bij pijn of parese in de arm

7. PERIFERE NEUROPATHIE (onderste lidmaat)

• Lumboïschialgieën komen vaak voor: EMG en CT/MRI lumbaal zijn richtinggevend

• Dropvoet (N. Peroneus parese) • Perifeer: drukverlamming thv het

caput fibulae door narcose, te strak aangespannen gips, gehurkte houding, bij vloerders, erg magere personen

• In tegenstelling met centraal: piramidale tekens, Babinski en een lichte arm parese

Qua technische onderzoeken komen aan bod voor beenpijnen of been parese

CONCLUSIE“A good physician is like a good detective”: hij zoekt naar de ontbrekende schakels in de puzzel en heeft hij deze alle gevonden, confirmeert hij alles nog eens met aanvullende technische onderzoeken (labo, elektrofysiologie, medische beeldvorming)

27introoktober 2010

Page 28: Intro 28

Nucleaire geneeskunde in het Sint-Franciskusziekenhuis Dr. Axel Jacobs Dr. Jean-Philippe Cambier Dr. Michel Ingels

De afdeling nucleaire geneeskunde in het Sint-Franciskusziekenhuis werd in mei 1996 opgestart in het kader van een samen-werkingsovereenkomenst met het Virga Jesseziekenhuis in Hasselt. Intussen vormt ze één geheel, samen met onze 2 afdelingen in het Jessa Ziekenhuis (campus Virga Jesse en campus Salvator). In het kader van het LPC (Limburgs PET-Centrum),

Gedurende 3 dagen per week, en dit afwisselend op maandag, woensdag en vrijdag en maandag, dinsdag en donder-dag, worden in het Sint-Franciskus-ziekenhuis nucleair-geneeskundige onderzoeken uitgevoerd onder super-visie van afwisselend dr. Axel Jacobs, dr. Michel Ingels en dr. Jean-Philippe Cambier. Het gaat hierbij om de meeste, niet-PET in vivo nucleair-geneeskundige procedures. Hiertoe beschikt onze afde-ling over een all-round 2-kops-gamma-camera bestemd voor de uitvoering van dynamische-, statische-, total-body- en SPECT-opnamen.

Wat de diagnostische technieken betreft, zijn de voornaamste uitgevoerde onderzoeken scintigrafieën na de toedie-ning van een 99mTc-radiofarmacon, in het bijzonder botscintigrafie, schild-klierscintigrafie, SPECT van de hersen-perfusie, myocardiale SPECT, longventi-latie/perfusiescintigrafie, nierscintigrafie (nefrogram en DMSA-scan) en gastro-intestinale onderzoeken (in het bijzonder maaglediging en opsporing divertikel van Meckel). Voor de evaluatie van een mogelijk Parkinson-syndroom wordt gebruik gemaakt van een 123-jodium gemerkte tracer (DaTSCAN) en worden SPECT-opnamen van de schedel (striatale dopaminerge functie) verricht.

Daarnaast worden ook ademtesten uitge-voerd op basis van het gebruik van 13C-gemerkte substraten, in het bijzonder 13C-ureum voor de opsporing van een infectie met Helicobacter pylori, 13C-aminopyrine voor de meting van de hepatische microsomiale enzymactiviteit en 13C-mengtriglyceriden voor de evalua-tie van de pancreatische lipase-activiteit.

Ten slotte is er het onderdeel therapie, met name de behandeling van niet-onco-logische schildklieraandoeningen (hyper-thyreoïdie) met lage dosissen 131-jodium.

Tijdens de maand november 2010 zal onze huidige camera vervangen worden door een nieuw, zogenaamd SPECT/CT-systeem dat naast alle actuele mogelijkheden ook aanvullende CT-opnamen zal kunnen ver-richten.

De camera die in het Sint-Franciskus-ziekenhuis zal worden geïnstalleerd is vrijwel identiek aan het toestel dat in april 2010 in het Virga Jesse ziekenhuis in gebruik werd genomen en aan het appa-raat dat ook nog dit jaar in het Salvator ziekenhuis in werking zal worden gesteld. Zodoende wordt ons streefdoel gereali-seerd om in het Jessa Ziekenhuis en het Sint-Franciskusziekenhuis een equivalen-te kwaliteit op het vlak van nucleaire geneeskunde te garanderen. Het SPECT/CT-systeem (“Philips Brightview XCT”) waarvoor wij hebben gekozen, is een combinatie van een 2-kops total body / SPECT gammacamera en een zogenaam-de flat panel CT, gemonteerd op 1 pantry.Deze SPECT/CT beoogt hoofdzakelijk een preciezere anatomische lokalisatie van allerlei scintigrafische afwijkingen. Hiertoe is dit type dusdanig geconcipieerd dat het CT-gedeelte van het onderzoek plaats-vindt binnen het gezichtsveld van de SPECT-acquisitie, hetgeen een correcte ruimtelijke fit tussen scintigrafische- en CT-informatie verzekert en de kans op mogelijke interferentie tgv. patiëntbewe-ging aanzienlijk verkleint.

Zoals bekend vormt de botscintigrafie een omvangrijk deel van het aantal onderzoe-ken in een dienst nucleaire geneeskunde. Dit vloeit voort uit de door clinici gekende hoge gevoeligheid van de botscan voor een brede waaier aan pathologieën die gepaard gaan met botlijden. Als aanvul-ling op de botscintigrafie vormen de SPECT/CT-opnamen met de Brightview XCT een krachtig diagnostisch instrument. Het SPECT-gedeelte resulteert namelijk in beelden gekenmerkt door een hoge reso-lutie en lesie/achtergrond-contrast. Daarenboven is de CT-kwaliteit, meer

bepaald voor evaluatie van perifere delen van het skelet, bijzonder hoog (met een isotrope ruimtelijke resolutie tot 0,33 mm); voor deze toepassing overstijgt de perfor-mantie de louter lokaliserende functie van de techniek, aangezien beelden kunnen worden gegenereerd die bruikbaar zijn om door radiologen te worden geproto-colleerd. Een belangrijk praktisch aspect hiervan is dat voor meerdere patiënten/indicaties de op deze wijze bekomen diagnostische informatie toelaat om in één tijd een antwoord te geven op de kli-nische vraag.

De praktische regeling binnen onze afdeling is als volgt:

Voor het regelen van een afspraak: - Binnen de werkuren: telefoonnummer

011 71 59 52; tijdens de 2 werkdagen wanneer de afdeling meestal gesloten is, is een doorschakeling naar een mobiele telefoon geregeld.

- Buiten de werkuren: bij gebruik van vorig telefoonnummer, mogelijkheid tot aanvragen van een afspraak via voice-mail, waarna de patiënt en/of de aan-vragende arts later door ons zo spoedig mogelijk wordt gecontacteerd.

Bereikbaarheid van de artsen:- In het Sint-Franciskusziekenhuis:

telefoonnummer 011 71 59 49- Bij afwezigheid in het Sint-

Franciskusziekenhuis: mogelijkheid tot telefonisch contact in het Jessa Ziekenhuis:

. Campus Virga Jesse: 011 309832 of 011 309831 (secretariaat)

. Campus Salvator: 011 283596 of 011 289727 (secretariaat)

28 introoktober 2010

Page 29: Intro 28

Neurochirurgie Dr. G. Bessemans Dr. S. Vanvolsem

Op enkele jaren tijd groeide de dienst Neurochirurgie van het Sint-Franciskusziekenhuis tot een goed uitgebouwde dienst met inmiddels meer dan 2400 ambulante patiëntencontacten per jaar en twee vaste stafleden die verbonden zijn aan het Sint-Franciskus ziekenhuis. In associatie met de collegae van het Jessa Ziekenhuis (Campus Salvator) wordt het hele spectrum van de neuro chirurgie op kwaliteitsvolle wijze en tegelijkertijd op mensenmaat aangeboden.

Daardoor is het mogelijk geworden om zowel gewone als hoogtechnologische neurochirurgische behandelingen dicht bij huis aan te bieden. Centraal in deze zorg staat het klinisch-diagnostisch patiëntencontact tijdens de raadpleging.

Hier wordt op basis van de klacht en een zorgvuldig neurologisch onderzoek een diagnose gedistilleerd en wordt in over-leg en met respect voor elke patiënt een weloverwogen individueel aangepast behandelingsplan uitgewerkt en opge-volgd. De gestage toename van de acti-viteiten vereiste een aanpassing en uit-breiding van de infrastructuur. Naast het vernieuwde operatiekwartier is de

nieuwe poliklinek dan ook meer dan welkom. Met de intrek in de nieuwe raadplegingslokalen zullen wij nog beter dan voorheen in staat zijn elke patiënt in een optimaal aangepaste omgeving te ontvangen, niet alleen in het diagnos-tisch stadium, maar ook voor de follow- up en de nazorg en voor diverse kleinere technische handelingen zoals bijvoor-beeld voor het bijsturen en aanpassen van de chronische pijntherapieën (stimulatoren en pijnpompen) maar ook voor diverse infiltraties. Dankzij de uitgebreide consultatietijden zal ook flexibeler kunnen gepland worden.

Tijdens de maand november zal in de dienst nucleaire geneeskunde een nieuwe SPECT/CT-camera in gebruik worden genomen. Gedurende een periode van 4 à 5 weken zullen er geen scintigrafieën in SFZ kunnen worden uitgevoerd. Als streef datum voor de ingebruikname van het nieuwe systeem wordt 15/11/2010 aangenomen.

Tijdens deze periode vragen we aan onze verwijzers om de nucleair-genees-kundige onderzoeken, die normaal in SFZ zouden worden verricht, te laten uit-voeren in het Jessa Ziekenhuis in Hasselt (Campus Virga Jesse en campus Salvator).Ook tijdens de sluitingsperiode kunt u voor afspraken terecht in het Sint-Franciskus ziekenhuis op 011 71 59 52 of in campus Virga Jesse op 011 30 98 31 (secretariaat) of in campus Salvator 011 28 97 27 (secretariaat).

In geval van dringende medische problemen vragen we de clinici om rechtstreeks een nuclearist te contac teren ten einde een zo optimaal moge lijke regeling van een onderzoek te verzekeren indien nodig, en dit binnen onze praktische mogelijkheden, ook op een tijdstip buiten onze vaste aanwezig-heid in het Sint-Franciskusziekenhuis.

29introoktober 2010

Page 30: Intro 28

Neus- Keel- en Oordiagnostiek Dr. Erik Devue Dr. Leen De Cuyper Dr. Lea Suykerbuyk

In de diagnostiek van neus-, keel- en ooraandoeningen wordt gebruik gemaakt van heel wat verschillende poliklinische technische onderzoeken. Otologie, rhinologie en laryngologie hebben telkens een eigen diagnostische aanpak.

Otomicroscopie: voor een nauwkeurige visualisatie van de gehoorgang, het trommelvlies, de middenoorstructuren.

Tonale audiometrie: gehoordrempelbe-paling van 125 -8000 Hz, voor lucht- en beengeleiding.

Tympanometrie en stapediusreflexme-ting: impedantiemeting van het midden-oor.

Elektronystagmografie of videonystagmografie: voor perifeer vestibulaire functiemeting.

Indirecte flexibele laryngoscopie: voor morfologische evaluatie van de larynx en functionele slikevaluatie. Om te komen tot een correcte diagnose bij rhinologische pathologie, wordt op de consultatie gebruik gemaakt van volgende essentiële onderzoeken:

Anterieure rhinoscopieMet neusspeculum en voorhoofdslamp: voor een eerste evaluatie van het neusvestibulum, het anterieure deel van het neustussenschot, evaluatie van de conchae inferiores, de aanwezigheid van secreties of zwellingen.

NeusendoscopieMet behulp van een rigide optiek (0°/ 30°) kunnen structuren dieper in de neus en in de nasofarynx goed worden onderzocht. Dit onderzoek kan met en zonder verdoving van het neusslijmvlies worden uitgevoerd.

In de neus wordt speciaal aandacht besteed aan:

• het neustussenschot• de neusschelpen• het uitzicht van het slijmvlies• de afvoergangen van de paranasale

sinussen: middenste meatus, sfeno-ethmoidale recessus

• eventuele abnormale zwellingen, vb neuspoliepen

• abnormale secreties In de nasofarynx worden de volgende structuren beoordeeld:• het adenoid (neusamandel)• de uitgangen van de tubae Eustachii• eventuele ruimte innemende

processen

Indien nodig kunnen tijdens dit onderzoek onder lokale anesthesie biopsies genomen worden.

30 introoktober 2010

Page 31: Intro 28

Onderstaande afbeeldingen geven een endoscopisch beeld van:

AllergietestenOm een klinisch vermoeden van allergische rhinitis te bevestigen, wordt gebruik gemaakt van huidtesten, meer bepaald priktesten. De meest frequente aerogene allergenen worden getest: huisstofmijt, voorjaarsbomen, berk, graspollen, zomerkruiden, bijvoet, katten, honden, paarden, cavia en schimmels.

Op de volaire zijde van de onderarmen worden de verschillende allergenen aangebracht. Met een scherp naaldje wordt doorheen de druppel in de huid geprikt, zodat het allergeen intracutaan aangebracht wordt. Dit geeft aanleiding tot reactie met specifiek IgE op mastcellen, mastceldegranulatie en vrijzetting van histamine met de typische lokale roodheid en zwelling. Na 15 tot 20 minuten kan het resultaat afgelezen worden door vergelijking met een positieve en negatieve controle. De test is snel en vrijwel pijnloos, zodat deze ook bij kinderen kan uitgevoerd worden.Akoestische rhinometrie is een objectief onderzoek van de endonasale morfologie. Er wordt een akoestische puls in de neus gebracht, waarvan de weerkaatsingen in de neusholte bestudeerd worden. Na computeranalyse wordt het kaliber van de neusholte op elk niveau op een curve uit-gezet: vanaf de nares tot en met de choanae.

Akoestische rhinometrie geeft een objec-tieve evaluatie van neusobstructie en kan het resultaat van een behandeling op een objectieve manier evalueren. Het kan zowel voor als na nasale decongestie uit-gevoerd worden.

Aan de hand van deze onderzoeken kan bij de meeste rhinologische aandoeningen een duidelijke diagnose worden gesteld. Zo nodig wordt dit aangevuld met bijko-mende beeldvorming van de paranasale sinussen (CT), bv preoperatief.

neustussenschotdeviatie naar links graad III(impactie thv de laterale neuswand)

acute sinusitis: linker neusholte: drainage van etter vanuit de middelste meatus

poliposis nasi: linker neusholte poliposis nasi vanuit het achterste ethmoid graad III (tot aan de onderzijde van de middelste neusschelp)

31introoktober 2010

Page 32: Intro 28

Het chronisch open hoek glaucoom Dr. André Van den Bergh Oftalmoloog

In het kader van de opening van de nieuwe polikliniek, is het interessant de huidige benadering van een zeer ernstige oogaandoening toe te lichten, namelijk het chronisch open hoek glaucoom of primary open-angle glaucoma (=POAG ).

Te meer daar deze aandoening voorna-melijk consultatief behandeld wordt.Recente inzichten leren ons dat de diag-nose toch complexer is dan alleen het vervullen van de volgende drie voor-waarden, namelijk het optreden van een verhoogde oogdruk, het optreden van gezichtsveldamputaties en het optreden van glaucomateuse papilveranderingen (bij oftalmoscopie ). Ook de behandeling is meer dan alleen de verhoogde oog-druk doen dalen.

Bij glaucoom sterven de oogzenuwcellen (de. retinale gangioncellen ter hoogte

van de retinale zenuwvezellaag) lang-zaam af door een slechte of onvoldoen-de doorbloeding. Dit is het gevolg van een onvoldoende oculaire perfusiedruk (het verschil tussen de arteriële bloed-druk en de oogdruk). Dit is meestal te wijten aan een verhoogde oogdruk, maar kan soms ook te wijten zijn aan een slechte doorbloeding van het netvlies (bvb. bij arteriële hypotensie bij een patiënt met normale oogdruk).

Tot op heden kunnen deze dode zenuw-cellen nog niet vervangen worden en is dit verlies onherroepelijk en definitief.

Uiteindelijk leidt dit tot een totale blind-heid.

Het is een sluipende en verraderlijke aandoening maar ook een moeilijk te diagnosticeren en te behandelen aan-doening. Waarom? De aanvang en het initiële verloop zijn klachtenvrij. Het is geen pijnlijke aandoening. Het geeft zelfs geen drukgevoel ter hoogte van de ogen. Bovendien blijft de gezichtsscherpte heel lang bewaard (lange tijd treedt er geen wazig zicht op en blijven de kleinste details zichtbaar).

Pas na verloop van tijd gaan er amputa-ties ter hoogte van het perifere gezichts-veld optreden (niet centraal). Deze ampu-taties worden door de patiënt niet opge-merkt, omdat ze niet als zwarte vlekken in het gezichtsveld voorkomen, maar ook door het feit dat de hersenen gedurende lange tijd de ontbrekende informatie aan-vullen aan de hand van informatie uit de omliggende intacte hersenzones. Deze amputaties worden bij een patiënt pas opgemerkt als vrijwel het volledige gezichtsveld verloren is en uiteindelijk ook de centrale gezichtsscherpte bedreigd wordt.

32 introoktober 2010

Page 33: Intro 28

Uiteindelijk treedt een volledige onom-keerbare blindheid op. Deze perifere gezichtsveldamputaties kunnen het best gedetecteerd en opgevolgd worden aan de hand van een statische geautomati-seerde (computergeassisteerde) perime-trie, type Octopus of Humphrey. Ook een beoordeling naar het aspect en evolutie van de papil is zeer moeilijk. In het bij-zonder beoordelen we de verandering of toename van de excavatiegrootte of cupping, het verloop van de bloedvaten in de cuppingrand, het optreden van papillaire of parapapillaire bloedingen, het optreden van asymmetrie in de cupping maar ook de symmetrie in cupping ratio tussen beide ogen.

De oogdruk volgt een diurnaal ritme, met een piek ‘s morgens tussen 8u. en 11u. en ‘s nachts tussen middernacht en 2u. ‘s morgens de laagste druk. Bij glaucoom is de diurnale variatie groter dan bij niet aan-getaste patiënten. Daarentegen verandert de oogdoorbloeding in de loop van de dag, dit doordat ’s nachts de bloeddruk lager is dan overdag. Deze doorbloeding kan nog extra verlaagd worden indien antihyper-tensieve medicatie voor het slapen toege-diend wordt, waardoor de bloedperfusie t.h.v. het netvlies nog lager zal zijn.

Sedert kort weten we ook dat de oogdruk-meting door aplanatie onderschat of over-schat kan worden. De oogdrukmeting is afhankelijk van de indrukbaarheid van het hoornvlies. Deze laatste is onder andere afhankelijk van de dikte van de cornea, namelijk een dunne cornea is gemakkelijker

indrukbaar (geeft een lagere oogdrukme-ting) dan een dikke cornea welke minder gemakkelijk indrukbaar is (geeft hogere oogdrukmeting). Daarom is de bepaling van de corneadikte dmv pachymetrie belangrijk, vermits de standaarddikte bij aplanatie ingesteld werd op 550 à 555 micron.

Om de diagnose nog complexer te maken weten we dat de gezichtsveldveranderin-gen genoteerd met perimetrie ook nog geaccentueerd worden indien tegelijker-tijd lensvertroebelingen (staar) voorko-men. Dit maakt het nog moeilijker om uit te maken of de gezichtsveldamputaties te wijten zijn aan een slecht gestabiliseerd glaucoom of aan de staar.

Glaucoom heeft een sterk erfelijke com-ponent, komt frequenter voor bij myopen en negroïde patiënten. Ook de toename van levensverwachting zal meer patiënten aantasten. Daarenboven wordt de oog-druk steeds hoger bij toenemende leef-tijd. Ook bestaat er nog een andere enti-teit namelijk low tension glaucoma (glau-coomaantasting met voorkomen van steeds normale oogdrukmetingen).

De compliance of de therapietrouw door de patiënten laat veel te wensen over.Enerzijds zijn de patiënten lang klachten-vrij, begrijpen zij hun ziektebeeld niet en zien zij het nut van hun therapie niet in, maar anderzijds weten we ook dat de compliance afneemt in functie van de frequentie van toediening (hoe frequenter hoe meer ontrouw). Om deze reden dient men een maximale oogdrukafname na te

streven eerst in monotherapie en in een volgende stap (maximaal) door de medicatie 2 maal per dag toe te dienen.

Bij therapie–ontrouwe patiënten kan een lasertrabeculoplastie (ook tijdelijk effect) of een glaucoominterventie overwogen worden en dit in functie van de ernst van de aantasting. Ook het moment van indruppelen is belangrijk. Ieder type van medicatie heeft bij eenmalige indruppe-ling een maximaal oogdrukverlagend effect en dit gezien over 24 uren.

Zo hebben de prostaglandines (xalatan / travatan / lumigan) en hun combinatie-producten (xalacom / duotrav) een maxi-maal effect in monotherapie bij indruppelen voor het slapengaan. Daartegenover hebben de betablokkers (timolol enz) een maximaal effect bij indruppelen ‘s morgens. Na verloop van tijd treedt er een gewenningseffect op aan de medicatie en dient men de dosis aan te passen.

ConclusieVermits we weten dat POAG zich meestal begint te manifesteren vanaf veertigjarige leeftijd en in frequentie zal toenemen met toenemende leeftijd is vanaf deze leeftijd een oogartsenonderzoek aangewezen.

33introoktober 2010

Page 34: Intro 28

De dienst urologie

POLIKLINIEK UROLOGIE

RAADPLEGINGENDr. Stragier J.Dr. Dilen K.

Algemene UrologieUrologische GezwelziektenBekkenbodemkliniek – incontinentieUrolithiasisKinderurologieMannelijke sterilisatie

UROLOGISCHE FUNCTIEMETINGENMevr. Joosten K.

IncontinentieverpleegkundigeOncologische verpleegkundigeProstaatverpleegkundige

Van links naar rechts: Karen Joosten, Ann Fourier, Dr. Kurt Dilen, Vera Cruts, Dr. Jo Stragier, Doren Bakelants.

34 introoktober 2010

Page 35: Intro 28

De dienst orthopedie

Dr. Yves Van Asch Dr. Guy Veldeman Dr. Ivan Ameloot

Met de nieuwbouw is een nieuwe polikliniek en een nieuwe digitale operatiezaal met laminaire flow, specifiek voor ortho-pedische ingrepen voorzien. Dit biedt de mogelijkheid aan de patiënt om onder locoregionale anesthesie via perifere schermen de ingreep te volgen. Dit geeft een nieuw elan aan de poliklinische activiteiten.

Dankzij de architectonische infrastructuur kan bij de consultaties vlot overgegaan worden tot technische handelingen in de aanpalende technische ruimte/gipszaal. Daarenboven is ervoor gezorgd dat de consultatie orthopedie aanpalend ligt aan de spoedgevallendienst, wat onze dienstverlening globaal zal verbeteren.De raadplegingen worden ook meer pathologie-specifiek georganiseerd, zoals te vinden in bijgevoegd overzicht. Hierbij is er een betere afstemming op de specifieke interesses en competenties van de verschillende orthopedisten.

Dankzij de uitgebreide digitalisatie van onder andere de radiologie, zijn wij steeds bereikbaar voor het geven van advies bij orthopedische problemen en traumatologie in spoedgevallen. Deze techniek stelt ons ook in staat om deze dienstverlening extra-muros te garanderen.

De technische orthopedie (steun zolen, corsetten, apparaten, braces, steunver-banden …) wordt georganiseerd op dinsdag- en donderdagvoormiddag of na afspraak. Dit gebeurt in aanwezigheid van de orthopedische technieker, zodat een betere afstemming mogelijk is.

In samenspraak met de dienst endo-crinologie wordt ook de diabetische voetproblematiek behandeld op af spraak. Om de wachttijden te vermin-deren kan via het secretariaat (telefoon 011 71 58 06) rechtstreeks de nodige regelingen getroffen worden voor patiënten bij wie een heelkundige ingreep noodzakelijk is of een dringende behandeling of advies aangewezen is.

Dr. I. Ameloot ([email protected])Algemene orthopedie, met inbegrip van de zeldzamere entrapment neuropathieën: pernoneus, ulnaris, radialis, pronator teres syndroom, suprascapularis entrapment,…

• Heelkunde van de knie: Prothese chirurgie: Totale knie -

unicondylaire, patellofemoraal - revisies, Ligamentaire chirurgie, Arthro sco pische ingrepen, kraakbeen-transplantaties, kraakbeensustituties (TrueFit), osteotomieën …

• Enkel- en voetchirurgie• Traumatologie• Sportletsels• Medico-legale expertises

Dr. G. Veldeman ([email protected])

• Algemene orthopedie• Heelkunde van de schouder: Prothesechirurgie, ligamentaire

chirurgie, arthroscopische ingrepen• Rugchirurgie en orthopedische

behandelingen van rugproblematiek (infiltraties/brace)

• Hand en polschirurgie• Traumatologie

Dr. Y. Van Asch ([email protected])

• Algemene orthopedie Heelkunde van de heup: Heelkunde

van de heup: Prothesechirurgie: Totale Heup - Recurfacing - revisies

Arthroscopische ingrepen intra- en periarticulair en heupgerelateerde musculaire imbalance.

• Traumatologie• Pediatrische orthopedie• Sportletsels

35introoktober 2010

Page 36: Intro 28

De cone-beam CT in de mond-, kaak- en aangezichtchirurgie Dienst stomatologie, mond-, kaak en aangezichtschirurgie Dr. Gevert Gacoms Dr. Anne Struelens

De laatste jaren heeft een nieuwe techniek zijn intrede gedaan in de maxillofaciale diagnostic, namelijk de Cone-Beam CT.

Met de klassieke CT-scanner (Computed Tomography) gebruikt men een eendi-mensionale detector die verschillende rotaties maakt rond de patiënt. Hierdoor bekomt men van een voorwerp een aan-tal opeenvolgende tweedimensionale beelden (vlakke doorsneden) die dan kun-nen worden samengevoegd om tot een driedimensionale visualisatie te komen (volume CT).

Echte volume CT-scanning is pas mogelijk met de Cone-Beam CT Scan (CBCT), waar de stralenbron kegelvormig is en een tweedimensionale detector wordt gebruikt die één rotatie maakt zodat een ‘volume’ aan gegevens wordt bekomen. Via reconstructietechnieken creëert men dan een driedimensionaal volume dat gelijk is aan de vele aanliggende beelden die met een klassieke CT worden beko-men. Het bekomen volume kan vanuit elke invalshoek worden bekeken, doch er kunnen bovendien doorheen het volume

doorsneden worden gemaakt, dewelke op ware grootte kunnen worden gevisua-liseerd zodat men als het ware doorheen het model beweegt.

De Cone Beam CT Scan laat toe om volwaardige driedimensionale beelden te maken van hoofd en hals met een spectaculair lagere stralingsdosis in vergelijking met de conventionele CT Scan. De stralingsdosis is zestig keer kleiner dan de vroeger routinematig gebruikte stralingsdosis en zes keer lager dan ‘lage dosis CT’. Maar de bekomen

informatie via CBCT is vele malen superieur. Door de lage stralingsdosis worden repetitieve CT-onderzoeken ethisch aanvaardbaar.

Een bijkomend voordeel is dat er bij een Cone-Beam CT minder artefacten zijn ter hoogte van de tandbogen, bijvoorbeeld veroorzaakt door tandvullingen of ortho-dontische slotjes. Bovendien kunnen objectieve metingen van zowel de weke delen als de onderliggende beenderige structuren voor en na de ingreep uitge-voerd worden en evidence-based data opleveren.

Een ander voordeel van CBCT is dat de patiënt in staande houding kan worden onderzocht. Hierdoor worden de weke delen van het aangezicht en de hals niet langer vervormd door de liggende hou-ding, zoals bij een klassieke CT het geval is. Ook niveaubeelden in de sinussen (NKO, pneumologie) kunnen door de staande houding beter worden herkend. CBCT met onderzoek in de staande hou-ding is ook een absolute doorbraak in de driedimensionale (3D) planning van gecombineerde profielcorrectie ingrepen (osteotomieën) en bij de voorbereiding voor het plaatsen van implantaten.Bovendien worden de beelden sneller gerealiseerd gezien slechts één rotatie van stralenbron en detector rond het hoofd van de patiënt nodig is. De onder-zoeksduur kan beperkt worden tot

Klassieke CT-scanner Cone-Beam CT scan

36 introoktober 2010

Page 37: Intro 28

ongeveer 30 seconden. Nadelen die ver-bonden zijn aan het gebruik van deze techniek zijn het verhoogde aantal arte-facten en de hogere ruis. Gezien het beperkte oppervlak van de detector en de zwakkere stralenbron blijven de toepas-singen vandaag beperkt tot het onderzoek van botstructuren zoals de aangezichts-schedel, sinussen, onderkaak en boven-kaak en kaakkopjes.

De Cone-Beam CT Scan is onder meer geïndiceerd bij:• pre-chirurgische implantaatplanning :

nagaan van de beschikbare hoeveelheid kaakbot ter hoogte van de te implante-ren zone en evaluatie van de toestand van vroeger geplaatste implantaten

• pre-chirurgische planning van kaakosteotomieën

• vervaardigen van driedimensionale modellen van de aangezichtsbeenderen

• onderzoek van de beenderige componenten van de kaakgewrichten

• evaluatie van geïmpacteerde gebitselementen en hun relatie ten opzichte van omliggende structuren

• onderzoek van infectieuze botaantasting• visualisatie van de sinus maxillaris en

evaluatie van een ingestelde sinusitis-behandeling

• nagaan van de vrije ademruimte (slaap-apnoe)

• planning van esthetische aangezichtscorrecties

• pre-orthodontische evaluatie en cephalometrische analyse

De dienst stomatologie - maxillofaciale chi-rurgie zal één van de belangrijkste aanvra-gers zijn voor Cone-Beam CT onderzoeken. Ook de diensten pneumologie, NKO-ziekten en plastische chirurgie zullen regelmatig gebruik maken van deze nieuwe techniek. Daarom wordt het toestel aangekocht samen met en geplaatst op de dienst medische beeldvorming. Door de korte

onderzoekstijd en de mogelijkheid om het onderzoek staand uit te voeren (snel positioneren van de patiënt) kunnen CBCT-onderzoeken ambulant en snel worden uitgevoerd.

Prechirurgische implantaatplanning

Visualiseren van osseuze veranderingen thv de kaakkop

Evaluatie van geïmpacteerde gebitselementen en hun relatie ten opzichte van omliggende structuren

37introoktober 2010

Page 38: Intro 28

Het ambulante psychiatrieaanbod in het Sint-Franciskusziekenhuis Dr. Sven Estercam

Psychiater

Zoals in tussentijd door iedereen gekend, is het opnameaanbod sinds ongeveer een jaar uitgebreid van 22 naar 37 A-bedden. Dat dit geleid heeft tot een snellere opna-memogelijkheid en hierdoor betere crisis-opvang, spreekt voor zich. De gemiddelde ligdagduur blijkt niet verlengd, doch de wachtlijst voor opname werd tot nage-noeg nul herleid. Omdat psychische problemen vaak acute opvang vragen, maar niet steeds een opname vergen, werd ook het ambulante deel van de opvangmogelijkheden het voorbije jaar herbekeken. Op die manier kon een nog ruimer zorgaanbod voor mensen met psy-chische en emotionele problemen voor-zien worden.

Deze noodzaak blijkt andermaal gezien recent in de media verscheen dat het aantal suïcides weer toeneemt en nu ongeveer 3 mensen per dag in Vlaanderen zich van het leven beroven.

In eerste instantie werd het psychiatrisch aanbod uitgebreid met psychologische ondersteuning door één van de psycholo-gen die ook verbonden is aan het A-dagzieken huis. Mevr. Cindy Schultz kreeg, naast haar activiteiten in het dag-ziekenhuis, ook een deeltijdse ambulante functie waarbij de mogelijkheid gegeven werd om mensen intensiever psycholo-gisch te begeleiden. Deze verwijsmoge-lijkheid wordt wel voorbehouden aan mensen die door één van de psychiaters van het Sint-Franciskusziekenhuis gezien werden en waarbij de nadruk in het behandelplan eerder psychotherapeutisch

dan psychiatrisch dient te gebeuren. Doordat de psychologe ook verbonden is aan de opnamedienst is snel informeel overleg mogelijk waardoor de behande-ling steeds kan bijgestuurd worden.

De wachtlijst voor de consultatie psychiatrie werd hierdoor slechts beperkt ingekort, waardoor gezocht werd naar een verdere uitbreiding van het aantal ambulante consultatie-uren. Omdat de reeds aanwezige psychiaters, dr. Sven Estercam en dr. Gert Neirinck dit niet op zich konden nemen omdat dan de kwali-teit van de residentiële zorg in het gedrang zou komen, werd dr. Eva Vansummeren aangetrokken. Dr. Vansummeren deed eerdere ervaring op als huisarts en genoot daarna in Maastricht een opleiding psychiatrie. Door haar aanvankelijke ervaring als eerder somatisch arts, is zij de geschikte kandidate om ook de liaisonpsychiatrie op zich te nemen. Sinds juni dit jaar kan voor patiënten die opgenomen zijn voor een somatische problematiek, maar met co-morbiede psychiatrische proble-men, een beroep op haar gedaan worden. Daarnaast is zij vooral betrokken bij de uit-bouw van het ambu-lante zorgaanbod zowel in het Sint-Franciskusziekenhuis als in het Medisch Centrum Beringen.

De dienst psychiatrie tracht op deze wijze een zo volledig mogelijk aanbod te voor-zien: crisisopname met kortdurende behandeling, dagziekenhuis, ambulante psychiatrische en psychologische opvol-ging. Hierdoor kan ook na een opname de behandeling vaak met dezelfde hulpverle-ners verder gezet worden, wat de meest efficiënte wijze van behandeling geeft. Daarnaast wordt getracht verdere samen-werking uit te bouwen met andere hulp-verleningsdiensten: OCMW’s, Beschut Wonen, Dagactiviteitencentra, CGGZ, Psychiatrische Ziekenhuizen enzovoort.

In al deze netwerken speelt ook de sociale dienst een belangrijke rol. Vanuit deze optiek trachten wij een zo volledig mogelijke biopsychosociale begeleiding aan te bieden.

38 introoktober 2010

Page 39: Intro 28

Voorstelling nieuwe directeur

De Raad van Bestuur heeft beslist om dokter Marc Geboers aan te stellen alsnieuwe algemeen directeur van het Sint-Franciskusziekenhuis, in opvolging van Erwin Bormans. Dr. Geboers, 49 jaar, is cardioloog van opleiding. Hij heeft een specialisatie in

Ziekenhuisbeleid en -Management en is tevens NIAZ-auditor. Sedert 2002 is hij Medisch Directeur, eerst in het AZ Maria Middelares (Sint-Niklaas) en sinds de fusie per 1/1/2007 van het AZ Nikolaas in dezelfde stad. Hij is ook voorzitter van de ethische commissie van Zorgnet

Vlaanderen. Er dient nog even onder-handeld over de datum waarop hij deze nieuwe uitdaging kan aannemen.

Wij hopen u dit ten spoedigste te kunnen meedelen.

Voorstelling 3 nieuwe artsen Apr. Biol. Boris Mahieu werd op 17 januari 1980 gebo-ren te Schoten. Hij volgde Latijn-wetenschappen aan het Sint-Jan Berchmanscollege in Merksem en

studeerde nadien farmaceutische weten-schappen aan de Universiteit Antwerpen

waar hij in 2003 promoveerde. Zijn oplei-ding klinische biologie genoot hij in het Universitair Zieken huis Antwerpen, AZ Groeninge te Kortrijk, ZNA Stuiven berg te Antwerpen en AZ Sint-Augustinus te Wilrijk, waarbij hij zich naast de algeme-ne klinische biologie verdiepte in de onco-hematologische en toxicolo gische diagnostiek. Na zijn opleiding werkte hij als klinisch bioloog gedurende 20 maanden in het Virga Jesseziekenhuis waar hij binnen

het klinisch laboratorium verantwoordelijk was voor de afdeling medische bio-chemie en toxicologie.

Sinds 1 mei 2010 vervoegde hij Dr. Guy Van Goethem en Apr. Biol. Frans Paulussen binnen het klinisch labo-ratorium van het Sint-Franciskus-zieken-huis. Hier werkt hij mee aan de verdere uitbouw, optimalisatie en kwaliteits-borging van de dienst klinische biologie.

Dr. Eva Van-summeren werd op 6 spril 1974 geboren te Gent. Zij volgde Latijn-weten-schappen te Geel in het Sint-Dimpna-lyceum.

Nadien studeerde zij geneeskunde aan het LUC en KU Leuven. Zij werkte een periode als huisarts en specialiseerde zich van 2005 tot 2009 in de psychiatrie bij Prof. J. Van Os en Dr. J. à Campo te Maastricht. Dr. Vansummeren volgde een aantal bijkomende opleidingen in de

neurochirurgie, psychotherapie en cognitieve gedragstherapie.

Zij is gehuwd met Pascal Vanelderen, anesthesioloog, samen hebben ze een elfjarige zoon, Viktor.

Dr. Mieke Geelen werd geboren op 21 april 1983 in Maaseik.

Ze studeerde Wiskunde-weten-

schappen aan de stedelijke humaniora te Dilsen. Ze startte haar studies genees-kunde aan de KULeuven waar ze in 2008 afstudeerde als arts en in 2010 als huisarts. De huisartsenstage liep ze in het ZOL te Genk. Intussen volgde ze ook de lessen voor het brevet acute

geneeskunde en deed ze haar stage op de dienst spoed gevallen in het SFZ waar ze sinds september als spoedarts werkzaam is.

39introoktober 2010

Page 40: Intro 28

Bezoek gezondheidszone Panzi in kader van project “ziekenhuis voor ziekenhuis”. Dr. Luc Geutjens Medisch directeur

Tussen 22 mei en 5 juni 2010 kregen wij de kans om met een vierkoppige delegatie uit Heusden-Zolder ons partnerziekenhuis in Panzi te bezoeken.

In het kader van het project “ziekenhuis voor ziekenhuis” heeft het Sint-Francis-kusziekenhuis sedert 2005 een partnerschap aangegaan met de gezondheidszone en het Hôpital general de Référence (HGR) van Panzi, gelegen in het zuiden van de provin-cie Bandundu, niet ver van de grens tussen de Democratische Republiek Congo en Angola. Dankzij tal van initiatieven en de inzet van vele tientallen vrijwilligers zijn wij erin geslaagd jaarlijks € 12500 over te maken aan Memisa, aangevuld met een bij-drage vanuit de officiële Belgische ontwik-kelingshulp in een verhouding van 20 en 80 %. Dit budget werd door Memisa besteed aan structurele steun voor de gezondheids-zone en het ziekenhuis.

Tijdens onze reis maakten wij kennis met een aantal van de immense noden en uitda-gingen waarvoor Congo staat: extreme armoede, totaal gebrek aan infrastructuur en organisatie, een overheid die wel ver-plichtingen oplegt maar geen middelen ter beschikking stelt en ondernemerschap eer-der ontmoedigdt door het heffen van taksen op elk initiatief. Daarentegen mochten wij kennis maken met de professionele wijze waarop MEMISA de beschikbare en beperkte middelen brengt daar waar zij moeten zijn, namelijk bij de patiënten. Bovendien wordt er door de plaatselijke verantwoordelijken ook daadwerkelijk con-trole uitgeoefend op het naleven van de gemaakte afspraken. In het bijzonder gaat er veel aandacht naar het bereiken van een zo hoog mogelijke kwaliteit van zorg ondanks de beperkte middelen. Een van onze delegatieleden die reeds in 2007 een bezoek bracht aan Panzi kon met eigen ogen vaststellen dat dankzij een gerichte investering de uitrusting en werking van het ziekenhuislaboratorium beduidend verbe-

terd was. In een land waar vele zaken eer-der achteruitgaan moet dit zeker gezien worden als een positieve evolutie. Niettemin moesten wij vaststellen dat de zeer beperkte diagnostische en therapeuti-sche mogelijkheden waarover onze colle-gae artsen en verpleegkundigen in Congo beschikken tot gevolg hebben dat voor vele en ook zeer jonge patiënten, in tegenstel-ling tot hier bij ons, vaak geen genezing mogelijk is.

Een van de voornaamste problemen in Panzi is ongetwijfeld de armoede van de plaatselijke bevolking. Een belangrijke oor-zaak voor deze armoede is het nagenoeg volledig ontbreken van enige economische activiteit, hetgeen zeker in verband kan gebracht worden met het isolement van de regio, wat leidt tot belangrijke prijsstijgin-gen. Bijna alle verplaatsingen gebeuren te voet, lasten worden gedragen op het hoofd of voortgeduwd op een fiets. Tijdens onze vierdaagse verplaatsing per jeep tussen Kikwit en Panzi heen en terug over een afstand van meer dan duizend kilometer kwamen wij welgeteld één rijdend voertuig tegen. Onderweg passeerden wij wel drie vrachtwagens en een jeep die in panne stonden. Door de hoge kost van het vervoer over de door erosie zwaar vervormde zand-wegen en bospaden zijn de prijzen van vrij-wel alle aan te voeren goederen tot 2,5 maal hoger dan in Kinshasa. Gelukkig zorgt de vruchtbare grond en het aangename kli-maat met koele nachten in deze op een pla-teau gelegen streek ervoor dat er geen echt tekort is aan voedsel, dat soms wel eenzijdig is. Als bron van proteïnes eet de plaatselijke bevolking graag rupsen en (levende) vliegende mieren.

Ondanks de zware beperkingen en beproe-vingen voor de bevolking waren wij aange-naam verrast tijdens ons verblijf vele bekwame en zeer gemotiveerde Congolezen te ontmoeten, niet in het minst bij de equi-pes van Memisa in Kinshasa en Kikwit.

Dr. Mathieu Bikoko, verantwoordelijke arts binnen de Memisa-equipe in Kikwit voor de acht gezondheidszones in de Kwangu, heeft ons op een zeer professionele wijze bege-leid tijdens onze trip naar Panzi. Als vroege-re hoofdgeneesheer van de zone Kasongo-Lunda beschikt hij niet alleen over een grote medische expertise maar slaagt hij er ook in de vastgestelde problemen te bespreken met de plaatselijke verantwoor-delijken en hen op een diplomatische maar duidelijke wijze bij te sturen waar nodig. Zo legde hij er de nadruk op dat het door Memisa voorgestelde forfaitaire systeem voor een eerste raadpleging, een bevalling en een keizersnede vooral tot doel heeft de toegankelijkheid tot de zorg te verhogen en dat de patiënten centraal moeten staan en niet de structuren.

Samengevat hebben wij met eigen ogen kunnen vaststellen dat de structurele steun, welke Memisa in 36 gezondheidszones van de D.R. Congo biedt, zijn doel niet mist en dat het juiste gebruik van de beperkte mid-delen ook echt gecontroleerd wordt door hun zeer goed geselecteerde en bekwame Congolese medewerkers. Hopelijk vinden nog meer ziekenhuizen de weg naar een partnerschap en zal Memisa zijn steun ook op lange termijn kunnen bestendigen mits ook de Belgische ontwikkelingssamenwer-king haar steentje blijft bijdragen voor de basisgezondheidszorg in Congo.

Wij zijn uit Congo teruggekeerd met een schat aan ervaringen en indrukken maar ook heel wat beeld- en geluidsmateriaal die wij zullen omzetten in verhalen, montages en presentaties. Geïnteresseerden kunnen met ons contact opnemen voor het plannen van een voorstelling, waarvan de eventuele opbrengst weer ten goede kan komen van ons project.

Namens de delegatie uit Heusden-Zolder.