inspiratieboek parkmanagement
TRANSCRIPT
Inspiratieboek parkmanagement
1
Inspiratieboek
parkmanagement
Voorbeelden uit de praktijk: samenwerking op bedrijventerreinen
Rotterdam, augustus 2011
Inspiratieboek parkmanagement
1
Inhoudsopgave
1 Inleiding 2
2 Collectieve terrein- en gebouwbeveiliging 3
3 Energie 6
4 Inkoop afvalinzameling en afvalverwerking 8
5 Brand, calamiteiten en arbo 10
6 Glasvezelnetwerk en communicatiediensten 13
7 Schoonmaak 16
8 Inkoop onderhoud gebouwen en of groen 18
9 Vervoersdiensten en bereikbaarheid 20
10 Bewegwijzering naar / op het terrein 23
11 Keurmerk Veilig Ondernemen 25
12 Lobby richting overheden 27
13 Kennisuitwisseling en innovatieontwikkeling 29
14 Bedrijven Investeringszone 31
15 Ondernemersfonds 31
16 Colofon 36
Inspiratieboek parkmanagement
2
1 Inleiding
Aanleiding
De Kamer van Koophandel Rotterdam jaagt de samenwerking op
bestaande bedrijventerreinen aan en startte hiervoor het project
‘Samen aanpakken, samen profiteren’. Investeringen op bestaande
bedrijventerreinen in Nederland gaan vanwege overheidsbezuini-
gingen teruglopen. Het project biedt kansen om de kwaliteit van de
terreinen te verbeteren of te behouden door gezamenlijke activitei-
ten te stimuleren. Om een snelle indruk te krijgen of parkmanage-
ment potentie heeft op een terrein en de thema’s waarop het
parkmanagement zich moet richten heeft de Kamer een quickscan
instrument ontwikkeld. Onderdeel van dit quickscaninstrument is
voorliggend inspiratieboek.
Doel
Dit inspiratieboek geeft beknopt de meest voorkomende onderwer-
pen weer waarop ondernemers op een terrein kunnen samenwer-
ken. Per onderwerp geeft het inspiratieboek helder en bondig weer
hoe bedrijven op desbetreffend thema’s kunnen samenwerken. Het
inspiratieboek gaat in op de mogelijke maatregelen en de effecten
voor bedrijven wanneer zij de activiteit collectief oppakken.
Inhoud
Het inspiratieboek gaat in op onder meer de diensten en producten
die bedrijven op een bedrijventerrein gezamenlijk kunnen inkopen
(bijvoorbeeld energie, afvalinzameling, beveiliging etc.). Daarnaast
is er een hoofdstuk over het Keurmerk Veilig Ondernemen en het
gezamenlijk organiseren van kennisuitwisseling en een lobby rich-
ting overheden.
Per behandeld thema is minimaal één best practice toegelicht,
kortom een bedrijventerrein waar de ondernemers al samenwerken
op het besproken onderwerp en waar deze samenwerking effectief
verloopt.
Contactgegevens
Voor meer informatie over het quickscaninstrument of voorliggend
inspiratieboek, kunt u contact opnemen met:
Linda van der Windt,
Beleidsadviseur Regiostimulering
Kamer van Koophandel Rotterdam
M: 06 467 481 29
I: www.kvk.nl
Inspiratieboek parkmanagement
3
2 Collectieve terrein- en gebouwbeveiliging
Algemeen
Terreinbeveiliging
Het collectief organiseren van terreinbeveiliging is een effectieve
maatregel wanneer ondernemers op een bedrijventerrein te maken
hebben met vernielingen, vandalisme, inbraken en/of een gevoel
van onveiligheid.
Collectieve terreinbeveiliging organiseren kan op verschillende
manieren, maar houdt voornamelijk in dat de ondernemers op een
bedrijventerrein gezamenlijk afspraken maken over de te nemen
maatregelen om de veiligheid en het veiligheidsgevoel op hun ter-
rein te vergroten. De ondernemers spreken af welke middelen ze
hiervoor inzetten. Welke maatregelen er zijn die zij door eigen inzet
kunnen verwezenlijken (denk aan het per tourbeurt een ronde over
het terrein rijden in de avond) en welke maatregelen er zijn waar-
voor ze externe partijen inschakelen (bijvoorbeeld camerabeveili-
ging).
Gebouwbeveiliging
Gebouwbeveiliging bestaat vaak uit een alarmsysteem en/of came-
ratoezicht. Beide middelen zetten ondernemers vaak in tegen in-
braak en vernieling van hun pand en andere eigendommen. Wan-
neer individuele alarmsystemen geschakeld worden, heeft de
maatregel potentie zich tot een terreinbreed veiligheidssysteem te
ontwikkelen. Hetzelfde geldt voor het strategisch plaatsen van
camera’s. Wanneer een camera niet alleen is gericht op de toe-
gangspoort van een bedrijf, maar ook doorgaand verkeer op de
weg registreert, draagt gebouwbeveiliging bij aan terreinbrede
beveiliging.
Vaak gaat terreinbeveiliging samen met gebouwbeveiliging. Ge-
bouwbeveiliging hoeft echter geen terreinbeveiliging te betekenen.
Als ondernemers op een terrein voornamelijk hun eigen panden
beveiligen en er op dit punt geen samenwerking is, zijn er voorde-
len te behalen wanneer ze de beveiliging gezamenlijk gaan oppak-
ken.
Door op een terrein op strategische plekken beveiligingsmaatrege-
len te nemen kan het bereik van de maatregel namelijk bedrijfover-
schrijdend zijn. Hierdoor profiteren meer ondernemers van een
maatregel.
Maatregelen
Er zijn verschillende manieren om gezamenlijke terreinbeveiliging
op te zetten:
cameratoezicht, kentekenregistratie bij entree terrein;
’s avonds en ’s nachts surveilleren, te voet of per auto;
controle op niet afgesloten ramen, deuren en hekwerk;
Inspiratieboek parkmanagement
4
SMS-alert;
meldpunt bedrijventerrein;
koppeling individuele alarmsystemen;
directe aansturing politie en brandweer;
noodverlichting bij calamiteiten;
opslag van juridische bewijslast 24/7.
In de praktijk
Op verschillende manieren kunnen ondernemers op een terrein
collectief terreinbeveiliging organiseren wanneer op het terrein een
ondernemersvereniging actief is:
De ondernemersvereniging vraagt offertes aan bij verschillende
beveiligingsbedrijven en sluit een (meerjarig) contract met de
leverancier met de beste voorwaarden;
De ondernemersvereniging maakt afspraken met de gemeente
en/of politie over terreinsurveillance op tijden dat de onderne-
mers zelf niet op het terrein aanwezig zijn;
De ondernemersvereniging besteedt terreinbeveiliging uit aan
een parkmanagementorganisatie.
Een beveiligingsbedrijf kan voor een terrein in kaart brengen welke
beveiligingsmaatregelen voor de specifieke situatie geschikt zijn en
de ondernemersvereniging of parkmanager hierover adviseren.
Gezamenlijke terreinbeveiliging, betekent ook gezamenlijk de kos-
ten hiervoor dragen. Er zijn diverse mogelijkheden om de geza-
menlijke financiering te regelen, zoals de opbrengsten van de re-
clamebelasting hiervoor inzetten, maar ook een toeslag op de ozb-
belasting is een mogelijkheid. Beide opties zijn alleen mogelijk in
samenwerking met de gemeente. In beide gevallen moet er over-
eengekomen worden dat een deel van de belasting die geïnd
wordt door de gemeente terugvloeit naar het ondernemersfonds
van waaruit het ondernemersfonds de veiligheidsmaatregelen fi-
nanciert.
Het gewenste resultaat van gezamenlijke terreinbeveiliging is min-
der criminaliteit in de vorm van vernieling, vandalisme en diefstal,
maar ook een vergroot veiligheidsgevoel van de ondernemers en
werknemers op het terrein.
Met collectieve terreinbeveiliging is er een grotere kans op vroeg-
tijdige detectie van verdachte situaties waardoor inbraken en van-
dalisme voorkomen worden. In het geval van een directe aanstu-
ring van de politie en brandweer zijn beide partijen in staat om
sneller te reageren op verdachte situaties. Daarnaast geeft came-
ratoezicht juridische bewijslast in de vorm van camerabeelden van
voor, tijdens en na de inbraak (afhankelijk van de overeengekomen
opslag van filmmateriaal met de leverancier).
Inspiratieboek parkmanagement
5
De maatregelen verkleinen de kans op vernieling en diefstal. Hier-
door zijn verschillende verzekeringsmaatschappijen bereid om
premiekorting te geven als ondernemer via een collectief voldoet
aan door de verzekering opgestelde veiligheidseisen.
Voorbeeldprojecten
Bedrijventerrein De Ooijk (Zaltbommel) 30 ha.
Het terrein heeft sinds begin 2011 collectieve beveiliging waarbij
de ondernemers met verschillende maatregelen inzetten op: Preventie - sms-alert, Website en VKB-Advies en een meldpunt
bedrijventerrein; Signalering - koppeling individuele alarmsystemen, proactief
cameratoezicht, vroegtijdige detectie door intelligente signaal-systemen;
Registratie - 24/7 opslag juridische bewijslast, Koppeling RTR Eindhoven/RAN en koppeling particuliere alarmcentrale;
Reactie - directe aansturing politie/brandweer, koppeling RAN-bewaking en noodverlichting bij calamiteiten.
De beveiliging van het bedrijventerrein bestaat uit drie ‘schillen’.
Schil 1 is beveiliging bij de ingangen van het terrein, zoals kente-
kenherkenning. Schil 2 is beveiliging van compartimenten op het
bedrijventerrein via onder andere camera’s. Schil 3 is de beveili-
ging van individuele bedrijventerreinen met bijvoorbeeld alarmsys-
temen. De maatregelen voor preventie, signalering, registratie en
reactie, worden uitgevoerd volgens het concept Regionale Toe-
zicht Ruimte (RTR). Een beveiligingsconcept dat Noord-Brabant
regionaal implementeert om het aantal freeriders te minimaliseren.
Enkele verzekeraars zijn aangesloten en geven bedrijven als ze
collectief beveiligd zijn volgens het beveiligingsconcept RTR.
Bij De Ooijk profiteren de bedrijven van 15 procent korting op ver-
zekeringspremies voor het gebouw, inventaris, voorraad en be-
drijfsstagnatie. Deze korting kan voor een ondernemer oplopen tot
honderden en soms enkele duizenden euro’s op jaarbasis.
Bedrijventerreinen Veenendaal
In de gemeente Veenendaal is terreinbeveiliging gemeentebreed
geregeld door Stichting Ondernemersfonds. De collectieve bedrij-
venterreinbeveiliging wordt betaald uit de opbrengsten van recla-
mebelasting. De stichting zet dit geld in voor parkmanagement,
waaronder collectieve terreinbeveiliging.
In Veenendaal zijn de eerste resultaten van de collectieve terrein-
beveiliging zichtbaar. De politie nam tussen 2009 en 2010 een
daling van het aantal bedrijfsinbraken waar van 43.7 procent. Van
167 bedrijfsinbraken in 2009 naar 94 bedrijfsinbraken in 2010.
Inspiratieboek parkmanagement
6
3 Energie
Algemeen
Ondernemers kunnen gezamenlijk (groene) energie inkopen in
plaats van ieder afzonderlijk. Door gezamenlijk energie in te kopen
vormen de samenwerkende bedrijven een interessante klant voor
de desbetreffende energieleverancier, omdat deze verzekerd is
van een contractueel vastgelegde energieafname. Dit geeft de
leverancier ruimte om kortingsafspraken te maken. Hoe groter het
collectief is dat energie afneemt van de leverancier, des te groter
is de ruimte om kortingsafspraken te maken.
Maatregelen
Gezamenlijk energie inkopen wordt vaak geregeld door de onder-
nemersvereniging op een bedrijventerrein. Om als ondernemer
voordeel te hebben van de collectieve energie-inkoop moet zijn of
haar bedrijf lid zijn van de ondernemersvereniging of een andere
belangenorganisatie die zich inzet voor het bedrijventerrein. De
vereniging maakt vervolgens afspraken met een energieleveran-
cier en legt deze afspraken contractueel vast. Elk (nieuw) lid van
de vereniging maakt vervolgens gebruik van de afgesproken tarie-
ven. Wanneer een ondernemersvereniging werkt met een parkma-
nagementorganisatie, organiseert deze organisatie de collectieve
energie-inkoop in opdracht van de ondernemersvereniging.
In de praktijk
Om optimaal te profiteren van collectieve energie-inkoop is een
collectief van een relatief grote groep bedrijven, of met enkele be-
drijven die een grote energiebehoefte hebben het meest effectief.
Bij een grote energievraag, is de energieleverancier verzekerd van
een groot afzetvolume. De marge om de energie voordelig aan te
bieden wordt groter naar mate de (verzekerde) energieafname
groter is.
Een ondernemersvereniging of belangenvereniging kan collectieve
energie-inkoop het beste centraal organiseren voor een terrein. De
vereniging vraagt offertes aan bij verschillende energieleveranciers
en gaat vervolgens in gesprek met de partij die de beste
prijs/kwaliteit verhouding in de offerte biedt. Op basis hiervan
maakt de ondernemersvereniging afspraken met de leverancier
over het jaarlijks af te nemen energievolume. Hoe groter dit volu-
me, hoe groter de marge voor kortingen. De kostenbesparing voor
ondernemers door het collectief inkopen van energie hangt af van
de gemaakte afspraken met de leverancier.
Let op: vaak wordt tussen het collectief en de energieleverancier
een jaarlijks minimaal af te nemen energievolume contractueel
vastgelegd. Wanneer een bedrijf uit het collectief stapt (bijvoor-
beeld door faillissement) en daardoor het totale energiegebruik
Inspiratieboek parkmanagement
7
van het collectief onder de afgesproken minimumlimiet uitkomt,
betekent dit dat de overige bedrijven alsnog het ‘gat’ financieel
moeten dichten. Collectief energie inkopen brengt dus een onder-
linge afhankelijkheid met zich mee. Een ondernemersvereniging
met een groot bereik op het terrein (veel leden) met een goede
organisatiegraad is daarom een pre.
Voorbeeldprojecten
Bedrijventerrein Theodorushaven/Noordland/De Poort (Bergen op
Zoom) 406 ha, 120 bedrijven
Een aantal ondernemers op bedrijventerrein TNP is verenigd in de
bedrijvenvereniging TNP. De bedrijvenvereniging TNP koopt voor
de ondernemers gezamenlijk energie in. De energieleverancier
geeft vanwege het collectief een korting op de energiekosten van
15 procent. De collectieve energie-inkoop is onderdeel van het
parkmanagement op het terrein.
Op het bedrijventerrein is nog een aantal hectare onbebouwd.
Ondernemers die grond willen kopen om zich te vestigen op het
terrein moeten akkoord gaan met parkmanagement. Parkmana-
gement is namelijk een voorwaarde voor verkoop van de grond.
Deze maatregel is ingesteld omdat duurzaamheid hoog in het
vaandel staat op het terrein. Alle nieuwe bedrijven kunnen daar-
door ook aanspraak maken op de kortingsafspraken die zijn ge-
maakt met de energieleverancier.
Contact: De heer L. Polderman (voorzitter bedrijvenvereniging
TNP), via telefoonnummer (0164) 21 24 05, of per e-mail leenpol-
Inspiratieboek parkmanagement
8
4 Inkoop afvalinzameling en afvalverwerking
Algemeen
Op sommige bedrijventerreinen tast zwerfvuil de kwaliteit en uit-
straling van het terrein aan. Zwerfvuil ontstaat wanneer afval niet
frequent genoeg wordt ingezameld. Het inzamelen van afval ver-
oorzaakt op sommige terreinen verkeersoverlast wanneer er voor
individuele bedrijven op afzonderlijke tijden afval ingezameld
wordt. Als deze problemen zich voordoen op een bedrijventerrein
kan collectieve afvalinzameling een oplossing bieden en soms ook
een kostenreductie betekenen.
Collectieve afvalinzameling betekent het bundelen van afvalstro-
men. Gebundelde afvalstromen worden vervolgens op vooraf af-
gesproken tijden voor alle bedrijven samen (die lid zijn van de on-
dernemersvereniging) opgehaald en verwerkt.
Maatregelen
Het collectief inzamelen van afval is voor verschillende afvalcate-
gorieën mogelijk, waaronder:
bouw- en sloopafval;
elektrische apparatuur;
dierlijk afval;
groente-, fruit- en tuinafval;
klein chemisch afval;
metaal;
restafval, plastic, papier, glas;
pallets.
Voor bepaalde typen afval is het nodig om centrale inzamelplekken
op te zetten (bijvoorbeeld glas of vertrouwelijk papier), om op ef-
fectieve wijze collectief het afval in te zamelen. Bijvoorbeeld in de
vorm van ondergrondse afvalopslag.
In de praktijk
Gezamenlijke afvalinzameling en verwerking zitten vaak in het ta-
kenpakket van de ondernemersvereniging op een terrein. Zij orga-
niseren de gezamenlijke inkoop van afvaldiensten door offertes
aan te vragen bij verschillende afvalbedrijven. Vervolgens gaat de
vereniging met het bedrijf met de best passende aanbieding in
gesprek over de voorwaarden en andere details zoals frequentie
en tijd waarop het afval wordt opgehaald. Als de afspraken zijn
gemaakt worden deze contactueel vastgelegd.
Een belangenvereniging kan ook kiezen delen van dit traject via
een parkmanagementorganisatie te laten verlopen, bijvoorbeeld
het opvragen van offertes, opstellen van en onderhandelen over
leveringsvoorwaarden. Als een vereniging het zelf oppakt en geen
parkmanagementorganisatie in de arm neemt, is het zinvol een
werkgroep op te richten van enkele personen die verantwoordelijk
Inspiratieboek parkmanagement
9
zijn voor het organiseren van de collectieve afvalinzameling en
verwerking.
Door collectief afvalinzameling en verwerking in te kopen bij een
marktpartij, kan een ondernemersvereniging korting of een gunstig
tarief bedingen. De marktpartij is gegarandeerd van een vooraf
afgesproken volume aan afval om op te halen en/of te verwerken.
Als dit volume toeneemt, nemen ook de marges voor kortingstarie-
ven toe. Het collectief organiseren van afvalinzameling heeft daar-
om het meeste effect bij een redelijke omvang van de afvalstro-
men.
Naast eventuele kostenbesparingen is het centraal inkopen van
afvalinzameling en -verwerking bij één marktpartij ook gunstig om-
dat het aantal verkeersbewegingen op het terrein wordt beperkt.
Dit verbetert de verkeersveiligheid en de doorstroming op het ter-
rein. Dit maakt het terrein een aantrekkelijkere vestigingslocatie.
Voorbeeldprojecten
Bedrijventerreinen Halfweg en Molenwatering (Spijkenisse)
De ondernemers op de bedrijventerreinen Halfweg en Molenwa-
tering in Spijkenisse zijn georganiseerd in de Stichting Parkmana-
gement Bedrijventerrein Spijkenisse (SPBS). SPBS onderscheidt
drie thema’s, namelijk afval, veiligheid en personeel & organisatie.
Een parkmanagementorganisatie is ingeschakeld en voert uit.
Ze organiseren de afvalinzameling collectief en hebben hiervoor
een contract afgesloten met een bedrijf gespecialiseerd in afvalin-
zameling en verwerking en die, in lijn met de missie van de vereni-
ging, zoveel mogelijk op duurzame wijze haar bedrijfsactiviteiten
uitvoert. Op de bedrijventerreinen was eerst sprake van een situa-
tie waarbij soms in één straat op een dag vier verschillende vuil-
niswagens van vier verschillende bedrijven langskwamen om vuil-
containers te legen. Het ophalen van afval voert nu één bedrijf uit.
Op het bedrijventerrein worden nu veel minder verkeersbewegin-
gen gemaakt om het afval op te halen. Dit betekent minder ver-
keershinder veroorzaakt door vuilniswagens en ook minder milieu-
belasting, omdat de uitstoot, het brandstofgebruik en eventuele
geluidshinder afneemt naarmate de verkeersbewegingen afnemen.
Naast de positieve effecten op de doorstroming van het verkeer op
het terrein en de positieve milieueffecten is het ook goedkoper.
Door de afvalinzameling collectief te organiseren besparen de
ondernemers in totaal 30 procent op afvalinzameling en -
verwerking.
Contact: Parkmanager B.E. Bartels, Stichting SPBS, via telefoon-
nummer (010) 321 09 07. Parkmanagementorganisatie Ecoplanet,
via (010) 231 06 01 of per e-mail via [email protected]
Inspiratieboek parkmanagement
10
5 Brand, calamiteiten en arbo
Algemeen
Ongevallen kunnen op elk bedrijventerrein plaatsvinden. De kans
op ongevallen is wel mede afhankelijk van het type bedrijf dat op
een terrein gevestigd is, denk aan bedrijven waar gewerkt wordt
met chemische stoffen of zware machines. Voor ieder bedrijventer-
rein is het verstandig maatregelen te treffen om voorbereid te zijn
op calamiteiten zoals ongevallen of brand. Wanneer de bedrijven
op een bedrijventerrein deze maatregelen gezamenlijk treffen,
levert dit verschillende voordelen op, afhankelijk van de maatrege-
len die gezamenlijk opgepakt worden.
Naast calamiteiten zoals brand en bedrijfsongevallen heeft elke
ondernemer in zijn of haar loopbaan te maken met langdurig zieke
werknemers. Veel bedrijven hebben hiervoor sociale verzekerin-
gen afgesloten op onder meer arbodiensten. Ook op dit gebied kan
een ondernemersvereniging zich inzetten voor een collectieve
inkoop die voordelig is voor de ondernemers op het terrein.
Maatregelen
De volgende maatregelen zijn mogelijk bij het collectief organise-
ren van brandveiligheid en een collectieve organisatie van de om-
gang met calamiteiten:
terreinbreed het aantal bedrijfshulpverleners (bhv’ers) bepalen;
gezamenlijk bhv opleidingen financieren;
gezamenlijk AED’s aanschaffen;
evacuatieplan terrein ontwikkelen;
gezamenlijk diensten en producten inkopen bij een leverancier
van brandbeveiliging.
In de praktijk
Bedrijfshulpverleners
In de praktijk leiden veel bedrijven onder hun eigen personeel en-
kele mensen tot bhv’er op. De vuistregel voor het aantal verplichte
bhv’ers per bedrijf is;
minder dan 50 werknemers - 1 bhv’er;
tot 250 werknemers - 1 bhv’er per 50 werknemers;
Meer dan 250 werknemers - minimaal 5 bhv’ers.
De cursus tot bhv’er duurt gemiddeld twee dagen. Bij het behalen
van de opleiding zijn de cursisten een jaar lang bevoegd om als
bhv’er ingezet te worden bij calamiteiten. Vaak regelen bedrijven
dit zelf per bedrijf, maar het biedt mogelijkheden tot kostenbespa-
ring om gezamenlijk op terreinniveau afspraken te maken over het
aantal bhv’ers. Deze afspraken worden in overleg met de brand-
weer gemaakt. Door naar het heel bedrijventerrein te kijken kan
geconcludeerd worden dat er minder bhv’ers nodig zijn. Dit is vaak
het geval wanneer op een bedrijventerrein een mix van grote en
kleine bedrijven aanwezig is, omdat kleinere bedrijven in dat geval
Inspiratieboek parkmanagement
11
terug kunnen vallen op bhv’ers bij grotere buurbedrijven. Hierdoor
hoeven er minder mensen een opleiding tot BHV’er te volgen. De
bedrijven besparen kosten omdat ze minder opleidingstrajecten
hoeven te faciliteren.
AED (Automatische Externe Defibrilator)
De aanschaf van een AED is kostbaar (tussen de 1.000 en 1.500
euro per AED). Hierdoor is de drempel om een AED aan te schaf-
fen voor kleine bedrijven relatief hoog. Door collectief enkele
AED’s aan te schaffen en deze op strategische plekken op het
terrein aan te bieden heeft elk bedrijf toegang tot een AED, zonder
dat ze de volledige aanschafkosten kwijt zijn. De locatie van de
AED’s is afhankelijk van de tijd die de werknemers op het bedrij-
venterrein nodig hebben om de afstand tussen het slachtoffer en
de AED te overbruggen. Zes minuten is de maximale tijdsduur om
kans te maken op een succesvolle reanimatie. Het is daarom erg
belangrijk dat de AED’s op gemakkelijk te bereiken plaatsen han-
gen, de werknemers op de hoogte zijn van deze plaatsen en dat
op elke plek op het terrein binnen 6 minuten een AED voorhanden
is.
Materialen ter voorkoming en bestrijding van brand
Het nemen van maatregelen tegen brand bevat vaak de aanschaf
van brandwerend materiaal, brandbestrijdingsmaterialen (brandde-
kens, blusapparaten, etc.). In combinatie daarmee worden vaak
ook producten aangeschaft om eerste hulp te verlenen. Er bestaan
veel bedrijven die deze producten aanbieden. Deze bedrijven heb-
ben vaak kortingsacties bij de aanschaf van meerdere producten.
Het collectief aanschaffen van bovengenoemde producten is daar-
om kostenbesparend ten opzichte van het individueel aanschaffen
van deze producten.
Voorbeeldprojecten
Charloisse Poort (Rotterdam)
De Vereniging Parkmanagement Charloisse Poort licht haar leden
via nieuwsbrieven en via de website in over maatregelen die een
bedrijf kan nemen ter preventie van brand. De maatregelen die zij
adviseren zijn:
vrijhouden van nooduitgangen en brandgangen;
zorgen voor een ontruimingsplan;
bereikbaarheid voor brandweervoertuigen;
bereikbaarheid van aanwezige bluswatervoorzieningen;
frequent onderhoud van blusmiddelen;
voorkomen van opslag van brandbare goederen langs gevels;
voorkomen van open (afval-)containers langs gevels;
vluchten zonder gebruikmaking van losse voorwerpen naar de
openbare ruimte.
Daarnaast verstrekt de vereniging informatiebrochures over het
ontruimen van bedrijven en hebben ze een contactpersoon bij de
Inspiratieboek parkmanagement
12
brandweer die voor vragen over brandoefeningen en brandveilig-
heid bereikbaar is.
Ambacht/Nijverkamp (Veenendaal) 183 hectare, 375 ondernemin-
gen
Op bedrijventerrein Ambacht / Nijverkamp in Veenendaal is de
ondernemersvereniging actief bezig met een inventarisatie van de
mogelijkheden voor het collectief organiseren van AED’s. Ze kijken
eerst welke bedrijven al een AED in huis hebben, bij de bedrijven
die een AED hebben vragen ze aan de ondernemer of hij of zij de
AED ook beschikbaar wil stellen bij calamiteiten bij andere bedrij-
ven op het bedrijventerrein of in de openbare ruimte. Ze werken
met een 6-minutenzone. Voor de plekken van het terrein waar de
6-minutenzone niet dekkend is (dus niet binnen 6 minuten een
AED voorhanden is) wordt alsnog een AED aangeschaft. De co-
operatieve verenigingen zorgen voor de financiering van de nieuwe
AED’s.
Inspiratieboek parkmanagement
13
6 Glasvezelnetwerk en communicatiediensten
Algemeen
Tegenwoordig is internet niet meer weg te denken uit het werken-
de leven. Een goede internetverbinding met een hoge snelheid
werkt efficiënt en betrouwbaar en ondersteunt eventuele mogelijk-
heden voor het nieuwe werken (plaats- en tijdonafhankelijk wer-
ken). Internet via een glasvezelnetwerk is momenteel de snelste
verbinding. Het heeft een grote datacapaciteit waardoor snel grote
hoeveelheden data uitgewisseld kunnen worden en het onder-
steunt telecommunicatie zoals videoconferencing. Het aanleggen
van een glasvezelnetwerk is echter kostbaar. Veel internetverbin-
dingen worden via telefoonkabels aangeboden. De infrastructuur is
in dat geval al aanwezig. Voor een glasvezelnetwerk wordt een
nieuwe kabelinfrastructuur aangelegd. De aanlegkosten zijn hoog
en daardoor voor een klein tot middelgroot bedrijf een omvangrijke
investering. Om een glasvezelnetwerk tegen een relatief gunstige
prijs aan te leggen is het mogelijk voor bedrijven om de aanleg
collectief te realiseren en te financieren.
Maatregelen
Glasvezel kan op een kant-en-klare wijze geleverd worden, waarbij
één partij de aanleg en vervolgens de verbinding verzorgt. Daar-
naast kunnen ondernemers ook kiezen om zelf de infrastructuur
voor een glasvezelnetwerk aan te leggen, waarbij ze keuzevrijheid
houden betreft de aanbieder van het netwerk. Aanbieders bieden
elk andere producten aan (zoals bijvoorbeeld mogelijkheden voor
videoconferencing) en hanteren verschillende tarieven. Wanneer
een vereniging het netwerk in eigen regie houdt betekent dit dat ze
ook flexibiliteit behouden ten aanzien van productbehoeften en
tarieven.
Een ondernemersvereniging is de aangewezen partij om draagvlak
voor een glasvezelnetwerk te peilen. Bij voldoende draagvlak gaat
de vereniging in gesprek met een leverancier op basis van aange-
vraagde offertes. Een parkmanagementorganisatie kan deze za-
ken ook uitvoeren in opdracht van de ondernemersvereniging.
In de praktijk
Gezamenlijk een glasvezelnetwerk aanleggen betekent een be-
trouwbare internetverbinding tegen relatief lage kosten, omdat
bedrijven de aanlegkosten delen. De snelheid van het internet is
ook groter dan bij andere verbindingen. Kostenbesparingen op het
beheer van de verbinding zijn mogelijk. Vaak biedt de leverancier
van het glasvezelnetwerk bij de internetverbinding een servicecon-
tract aan. Bij goedkopere internetverbindingen wordt dit meestal
niet aangeboden. Dus naast sneller en betrouwbaarder internet is
er ook een grotere betrouwbaarheid van de uitvoer van reparaties.
Inspiratieboek parkmanagement
14
Daarnaast ondersteunt een goed digitaal netwerk de mogelijkhe-
den voor het nieuwe werken, omdat de snelheid en capaciteit van
het netwerk data-uitwisseling, beeld- en videocommunicatie onder-
steunt. Ook ondersteunt een glasvezelnetwerk toepassingen voor
bijvoorbeeld bedrijfs- en terreinbeveiliging.
Een bedrijf heeft te maken met eenmalige kosten om aangesloten
te worden op een glasvezelnetwerk en vervolgens komen daar
maandelijkse lasten bij. Deze maandelijkse lasten zijn veelal af-
hankelijk van de bandbreedte van het internet, de keuze voor de
router en de contractduur. Een indicatie: Aansluiting op een glas-
vezelnetwerk van KPN kost een bedrijf tussen de 1.000 en 1.350
euro. De maandelijkse lasten liggen tussen de 185 en de 740 euro.
Voorbeeldprojecten
Theodorushaven – Noordland – De Poort (Bergen op Zoom)
In Bergen op Zoom is parkmanagement in ontwikkeling. De stich-
ting voor parkmanagement is in oprichting maar er is al enkele
jaren geleden gestart met parkmanagementactiviteiten. In de stich-
ting nemen verschillende partijen plaats, zoals een vertegenwoor-
diger van bedrijventerreinen Oude Molen, TNP en Lage Meren,
politie, brandweer en de gemeente. De provincie heeft de parkma-
nagementactiviteiten gesubsidieerd in de jaren 2008 en 2009.
Momenteel financiert de gemeente Bergen op Zoom de bedrijven
jaarlijks op basis van een jaarplan.
Het aanleggen van een glasvezelnetwerk is een van de eerste
activiteiten geweest die is opgepakt op het terrein TNP. De bedrij-
venterreinvereniging van TNP is in 2008 begonnen met het bekij-
ken van de mogelijkheden voor het gezamenlijk organiseren van
een glasvezelnetwerk. De vereniging heeft destijds bij vier partijen
een offerte gevraagd om collectief glasvezel aan te leggen. De
kosten per bedrijf kwamen ongeveer uit op het volgende:
Eénmalige aansluitkosten 1.500 euro;
Maandelijkse kosten van ongeveer 100 euro oplopend tot 350
euro afhankelijk van downloadsnelheid/datasnelheid (van 2 tot
50 MB).
Contact: De Heer W. Snijder, contactpersoon parkmanagement
Bergen op zoom, via telefoonnummer (013) 583 33 11, of per e-
mail [email protected]
Waalhaven-Zuid (Rotterdam)
De belangenvereniging Waalhaven-Zuid is een collectieve belan-
genvereniging van de gezamenlijke ondernemers in de directe
omgeving van Waalhaven-Zuid. De vereniging heeft in samenwer-
king met het Havenbedrijf Rotterdam en de politie Rijnmond een
projectteam ‘Veilig Ondernemen’ opgericht. Hieruit zijn enkele pro-
jecten voort
Inspiratieboek parkmanagement
15
gekomen die worden beheerd door de belangenvereniging Waal-
haven-Zuid.
De belangenvereniging heeft in dit kader recentelijk de opdracht
gegeven een camerabewakingssysteem aan te leggen. Dit sys-
teem werkt via het breedbandnetwerk en is sinds mei 2011 opge-
leverd en operationeel. De opdracht is verleend aan een aanbieder
van informatie- en communicatiediensten via breedbandverbindin-
gen. De aanbieder heeft zowel het onderliggende glasvezelnet-
werk aangelegd als de benodigde camera’s geplaatst. Het bedrijf
beheert het glasvezelnetwerk 24/7 vanuit een eigen Network Ope-
rations Centre in Almere. De camerabeelden gaan naar de meld-
kamer van het bedrijf, waar ze worden opgeslagen. Vanwege het
glasvezelnetwerk zijn de camerabeelden van hoge kwaliteit (hoge
resolutie, in kleur).
De bedrijven die zijn aangesloten bij de belangenvereniging van
Waalhaven-Zuid profiteren niet alleen van de veiligheidsdiensten,
maar hebben vanwege het glasvezelnetwerk ook toegang tot dien-
sten als Voice over IP, TV over IP, Alarm over IP, et cetera. De
bedrijven die zich inmiddels hebben aangesloten op het netwerk
geven aan dat het netwerk hen helpt om kwaliteit te blijven garan-
deren in de 24-uurs economie van de Rotterdamse haven, vanwe-
ge de stabiele en snelle verbinding.
Het aangelegde netwerk is een ‘open’ netwerk. Dit houdt in dat de
bedrijven diensten af kunnen nemen van elke willekeurige provider
en niet verplicht zijn de diensten van de netwerkbeheerder af te
nemen.
Inspiratieboek parkmanagement
16
7 Schoonmaak
Algemeen
Elk bedrijf heeft behoefte aan schoonmaakdiensten. Collectief
schoonmaakdiensten inkopen levert vaak kostenbesparing op voor
de bedrijven die lid zijn van het collectief. Op bedrijventerreinen
waar een schoonmaakbedrijf gehuisvest zit, hebben alle betrokken
partijen voordeel van een collectieve inkoop wanneer de diensten
geleverd worden door het bedrijf dat op het terrein zit. De bedrijven
kennen elkaar, wat ten goede komt aan de onderlinge betrouw-
baarheid. Het schoonmaakbedrijf creëert daarnaast een stabiele
markt in haar directe omgeving en kan daardoor snel leveren.
Elk bedrijf heeft behoefte heeft aan schoonmaakdiensten, daarom
is het altijd nuttig om de mogelijkheden te bekijken voor het collec-
tief inkopen van deze diensten. Ook als er niet direct in de omge-
ving een schoonmaakbedrijf gevestigd zit, zijn er nog altijd kosten-
besparingen te halen.
Maatregelen
Voor een ondernemersvereniging is het collectief inkopen van
schoonmaakdiensten op twee manieren mogelijk:
zelf bij schoonmaakbedrijven offertes opvragen en in gesprek
gaan met de beste aanbieding over de voorwaarden;
een parkmanagementorganisatie inschakelen die de collectieve
schoonmaak organiseert.
Wanneer een ondernemersvereniging zelf de collectieve inkoop
van schoonmaakdiensten organiseert is het effectief hier een
werkgroep voor op te richten die de verantwoordelijkheid draagt
voor het organiseren van de schoonmaak.
Naast het inkopen van schoonmaakdiensten kunnen er ook af-
spraken gemaakt worden met een leverancier van schoonmaak-
producten over product- of pakketkortingen die gelden voor de
leden van een ondernemersvereniging.
In de praktijk
De praktijk van het collectief inkopen van schoonmaakdiensten is
dat het een kostenbesparing oplevert. Zoals gemeld bij de alge-
mene beschrijving is het, indien mogelijk, efficiënt als er een
schoonmaakbedrijf op het bedrijventerrein zelf aanwezig is die de
schoonmaakdiensten aanbiedt. Het onderling vertrouwen tussen
ondernemers is in dat geval vaak groter wat het maken van af-
spraken makkelijker maakt. Voor de ondernemer met het schoon-
maakbedrijf betekent het dat hij of zij een stabiele vraag uit de
directe omgeving kan verwachten.
Inspiratieboek parkmanagement
17
Voorbeeldprojecten
Vereniging Bedrijven Hordijk (Rotterdam), 44 hectare, 120 bedrij-
ven
Bij de Vereniging Bedrijven Hordijk heeft de ondernemersvereni-
ging afspraken gemaakt met een bedrijf dat handelt in reinigings-
middelen, hulpmaterialen, gereedschappen en hygiëne producten.
Het bedrijf biedt de ondernemers van Vereniging Bedrijven Hordijk
vijf punten aan:
Inventarisatie van het assortiment van reinigingsmiddelen,
hulpmaterialen, gereedschappen en hygiëneproducten bij een
bedrijf. Op basis van de inventarisatie stelt het bedrijf een (aan-
trekkelijke) aanbieding op van deze producten, maar dan gele-
verd door henzelf. Hierbij neemt het bedrijf als uitgangspunt dat
hun alternatieve producten vriendelijker zijn voor het milieu.
In de zomer biedt het bedrijf regelmatig een opfrisactie aan
waarin ze de toiletruimtes van de aangesloten ondernemers op-
frissen.
Ze leveren de reinigingsmiddelen en overige producten voor
alle aangesloten ondernemers op bedrijventerrein Hordijk.
Ze rekenen geen voorrijkosten bij service en reparatie aan bij
henzelf gekochte gereedschappen en hygiëneproducten van
een specifiek merk voor alle aangesloten ondernemers.
Het bedrijf biedt de ondernemers op de Hordijk gratis gebruik
aan van hun e-commerce site waar klanten de volledige in-
koopbestel procedures kunnen managen van order tot factuur.
Inspiratieboek parkmanagement
18
8 Inkoop onderhoud gebouwen en of groen
Algemeen
Goed onderhoud van zowel de openbare ruimte als van het be-
drijfsvastgoed op een bedrijventerrein geeft het terrein een goede
uitstraling. Een goede uitstraling komt niet alleen positief over op
bezoekers, maar zorgt er ook voor dat het vastgoed beter haar
waarde behoudt en het bedrijventerrein een prettige werkplek is.
Onvrede over de uitstraling en kwaliteit van het groen op een be-
drijventerrein is vaak voor een ondernemersvereniging de aanlei-
ding om hier gezamenlijke activiteiten voor te ontwikkelen. Ook kan
de gemeente soms initiatiefnemer zijn, wanneer ze haar takenpak-
ket opnieuw vormgeeft en mogelijke taken bij bedrijven neer wil
leggen.
Maatregelen
Als de knelpunten ten aanzien van groenonderhoud of onderhoud
van het vastgoed niet op te lossen zijn met organisatorische aan-
passingen op het terrein, kunnen de ondernemers een collectief
project starten. De ondernemers moeten hierbij vastleggen over
welk gebied het precies gaat en welke objecten wel en niet mee-
genomen worden.
In de praktijk
Voor groenonderhoud is afstemming met de gemeente belangrijk.
De gemeente heeft gemeentelijke budgetten voor groenonder-
houd. Naast de beschikbare budgetten bij de gemeente moet de
parkmanagementorganisatie ook bekijken wat het benodigde bud-
get voor groenonderhoud is. Als het benodigde budget de beschik-
bare budgetten overschrijdt zullen de bedrijven dit gat moeten
dichten.
Uiteindelijk levert een verzorgde uitstraling van het bedrijventerrein
en de groenvoorzieningen in de openbare ruimtes vooral voor
waardebehoud van het vastgoed en komt het positief over op be-
zoekers zoals klanten. Ook ervaren de medewerkers hun werkplek
als prettiger indien er groenvoorzieningen nabij zijn. Deze aspec-
ten zijn belangrijk voor een gezonde bedrijfsvoering. Daarnaast is
een verzorgd bedrijventerrein belangrijk voor het maatschappelijk
draagvlak voor het bedrijventerrein. Een groen bedrijventerrein kan
daarnaast bijdragen aan doelstellingen op het gebied van maat-
schappelijk verantwoord en duurzaam ondernemen.
Voorbeeldprojecten
Bedrijventerrein Bijdorp Barendrecht
In Barendrecht op het terrein Bijdorp wordt het onderhoud aan
groenvoorzieningen en het opruimen van zwerfvuil op maatschap-
pelijk verantwoorde wijze aangepakt met het Tuinprojekt Groen-
service van de Stichting Pameijer. De Stichting is tevens gevestigd
Inspiratieboek parkmanagement
19
op het bedrijventerrein en met hen is een afspraak gemaakt om al
het zwerfvuil dat aanwezig is op het terrein, te verwijderen. Bijzon-
dere hieraan is dat de stichting Pameijer vindt dat mensen met een
verstandelijke beperking of psychiatrische problematiek thuishoren
in de samenleving, net als ieder ander. Zij zetten zich met buren,
met collega’s op het werk, met kinderen in het gewone onderwijs of
met clubgenoten van de sportvereniging dagelijks in voor ruim
2.000 medewerkers en 500 vrijwilligers om meer dan 4.000 cliën-
ten te ondersteunen op alle levensterreinen: wonen, werken, vrije
tijd en sociale contacten. Onder andere door hen werk te bieden
zoals het verwijderen van zwerfvuil en onderhouden van groen op
bedrijventerreinen.
De stichting wil de cliënten laten participeren in de samenleving
waardoor zij op een gewone, natuurlijke manier contacten en rela-
ties met andere mensen kunnen ontwikkelen. De werkregio van de
stichting is de regio Rijnmond en de Zuid-Hollandse eilanden.
Bedrijventerrein van Biomassa Van Werven Energie, Biddinghui-
zen
Op het bedrijventerrein van Biomassa Van Werven Energie in Fle-
voland, was er een uitbreidingsbehoefte. Dit kon echter niet door-
dat het terrein grenst aan de ecologische hoofdstructuur (EHS) en
de lokale milieugroep bezwaar maakte tegen uitbreiding van het
terrein. Landschapsbeheer Flevoland heeft het bedrijventerrein
vervolgens begeleid om de beperkingen vanwege de EHS om te
zetten in kansen. Op het bedrijventerrein is een natuurstrook aan-
gelegd waar ondermeer een zwaluwwand van 300 nestgaten is
geplaatst. Door het aanleggen van de natuurstrook is de EHS ver-
sterkt, waardoor het bedrijventerrein ruimte kon creëren om uit te
breiden. Samen met het IVN natuur- en milieueducatie, de groep
die in eerste instantie bezwaar tekenden tegen de uitbreiding van
het terrein, is er een groep vrijwilligers opgezet die de oeverzwa-
luwwand onderhouden en de ontwikkelingen in de natuurstrook
monitoren.
Inspiratieboek parkmanagement
20
9 Vervoersdiensten en bereikbaarheid
Algemeen
Om congestie op terreinen tegen te gaan, de algehele verkeers-
druk te verminderen, bereikbaarheid te verbeteren of parkeerpro-
blemen tegen te gaan, kan een ondernemersvereniging naar ande-
re vervoerswijzen zoeken, waaronder het collectief inkopen of or-
ganiseren van een vervoersdienst waarmee mensen snel en be-
trouwbaar vervoer hebben tussen een centrale plaats en het be-
drijventerrein.
Maatregelen
Er zijn verschillende maatregelen die de bereikbaarheid van een
bedrijventerrein kunnen verbeteren. Een parkmanagementorgani-
satie pakt het organiseren van deze maatregelen op of een onder-
nemersvereniging gaat zelf in de vorm van een werkgroep aan de
slag met vervoer en bereikbaarheid. Maatregelen ten aanzien van
bereikbaarheid zijn onder meer:
combineren van vervoer van personen (collectief vervoer);
combineren van goederenvervoer zoals bijvoorbeeld het bunde-
len van afvalstromen;
stimuleren van andere vormen van personenvervoer (ov, fiets-
gebruik, carpoolen, et cetera);
gezamenlijk gebruik van parkeercapaciteit.
Verschillende manieren om collectief vervoer te regelen zijn:
Vanpoolen: een vorm van besloten vervoer waarbij een busje
voor het vervoer van de werknemers vanaf een centraal verza-
melpunt (station, of P+R bijvoorbeeld) naar het bedrijventerrein
rijdt.
Een ‘gesloten’ busverbinding voor alleen werknemers: een bus-
verbinding tussen twee plaatsen die langs het bedrijventerrein
komt. Vanaf beide plaatsen kunnen werknemers de bus naar
het bedrijventerrein pakken.
Een ‘open’ buslijn exploiteren in samenwerking met ov-
autoriteiten, gemeente en andere financiers en belanghebben-
den, waarbij niet alleen de werknemers, maar ook bezoekers en
andere mensen gebruik kunnen maken van de buslijn.
In de praktijk
Collectief vervoer heeft een aantal voordelen, namelijk een verkor-
te reistijd van personeel, betere bereikbaarheid voor klanten die
met het ov komen, een betere doorstroming van verkeer op het
bedrijventerrein, reductie van de vervoerskosten en een grotere
betrouwbaarheid ten aanzien van reistijden van werknemers en
bezoekers.
Collectief vervoer organiseren is niet gemakkelijk. Het reguliere ov
is gesubsidieerd en werkt met concessies waarvan de regels jaren
vastliggen. Het is makkelijker om besloten vervoer te organiseren.
Inspiratieboek parkmanagement
21
Dit is ongesubsidieerd en bezoekers mogen dan in principe niet
meereizen omdat de dienst alleen voor werknemers is opgezet.
Een ondernemersvereniging moet samenwerking zoeken met een
openbaarvervoeraanbieder en een systeem ontwikkelen waarbij er
voor beide partijen een win-winsituatie ontstaat om een ‘open’,
voor iedereen toegankelijke, busverbinding op te zetten. De manier
waarop dit georganiseerd wordt, is niet eenduidig. In onderstaand
voorbeeldproject is een aansprekend voorbeeld nader toegelicht.
Voorbeeldprojecten
Goudse Poort (Gouda),
Op bedrijventerrein de Goudse Poort werken 7.000 personen. Het
is een terrein dat ooit een toplocatie was, maar inmiddels is ver-
paupert. De provincie Zuid-Holland, gemeente Gouda, vastgoedei-
genaren en projectontwikkelaars hebben in 2008 het plan opgevat
om het terrein te revitaliseren, waarbij de ligging van het terrein
aan de A12 en A20 het grootste pluspunt van het terrein is. Het
terrein kampte echter met bereikbaarheids- en parkeerproblemen
waardoor de bedrijven en vastgoedexploitanten een beter collectief
vervoer wensten.
Om beter collectief vervoer te realiseren is in 2006 de Goudse
Poort Expresse gaan rijden. De stadsbus valt onder het reguliere
openbaar vervoer, maar het bedrijfsleven betaalt eraan mee.
Daarnaast is een deel gefinancierd uit een Europese Interreg-
subsidie van Optimum 2 (deze subsidie is in 2008 stopgezet). Elke
20 minuten vertrekt de bus vanaf het station in Gouda.
Voordat de Goudse Poort Expresse reed, reisde vijf procent van de
werknemers met een strippenkaart of sterabonnement met de bus
vanaf het station naar de Goudse Poort. Voor deze vijf procent
betalen de deelnemende bedrijven aan de Expresse nu een be-
drag aan de parkmanager die hiervan vervoer inkoopt bij een ver-
voersbedrijf (Connexxion). Al het personeel van de deelnemende
bedrijven ontvangt een Goudse Poort-kaart voor de bus. De bus
rijdt als officieel regulier openbaar vervoer en is daarom tegen
normaal tarief ook toegankelijk voor bezoekers en personeel van
werkgevers die niet meedoen.
De Goudse Poort-kaart wordt gesponsord door een mobiliteit ser-
viceprovider in Nederland die samen met de parkmanager voor de
administratie zorgt. De serviceprovider waardeert elke kaart op tot
een mobiliteitskaart die toegang geeft tot trein, taxi, ov-fiets, P+R-
parkeren en pool- en huurauto’s voor een extra betaling per kaart
van 30 euro.
De Goudse Poort Express wordt geëxploiteerd op basis van de ov-
subsidie en op basis van de bijdragen van het bedrijventerrein.
In de praktijk blijken vooral kleinere bedrijven enthousiast te zijn.
Bij grotere bedrijven duurt de implementatie wat langer, omdat zij
Inspiratieboek parkmanagement
22
te maken hebben met eigen vervoerregelingen en CAO-afspraken.
Voor vastgoedontwikkelaars is het voordeel dat zij de dienst aan-
bieden als onderdeel van het huurcontract. Voor nieuwe bedrijven
op de Goudse Poort is de mobiliteitskaart een uitkomst, omdat het
bedrijf dan geen eigen vervoerbeleid hoeft te ontwikkelen.
Aandachtspunten
Bij de Goudse Poort werken de ondernemers en de ov autoriteit
samen aan de busverbinding. Werkgevers betalen mee waardoor
zij er belang bij hebben dat hun personeel de bus gebruikt. Door
de Goudse Poort-kaart is de bus laagdrempelig.
Het opzetten van een samenwerking tussen overheden, werkne-
mers, werkgevers, vervoerder en vastgoedpartijen zoals in Gouda
is niet gebruikelijk. Dit heeft meerdere redenen:
Ov-exploitatie hangt af van reizigersopbrengsten en overheids-
bijdragen. Als andere partijen meebetalen stijgen de inkomsten,
maar is er ook het risico dat overheidssubsidies afnemen waar-
door het voordeel verdwijnt.
Er zijn verschillende belangen. Voor ov-autoriteiten geldt name-
lijk, meer ritten -> hogere kosten. Reizigersaantallen zijn lei-
dend in het opzetten van nieuwe lijnen en stopzetten van be-
staande lijnen. Voor werkgevers, vastgoedeigenaren en ge-
meenten is bereikbaarheid het belangrijkst en niet de reizigers-
aantallen. Kosten en baten zijn daardoor niet evenredig ver-
deeld over de belanghebbenden.
De belanghebbenden zijn niet gewend samen te werken. Ov-
aanbieders zijn gewend te werken met concessies en contrac-
ten. Om lokale initiatieven op te zetten vergt veel kennis van
zaken en lobbywerk van een ondernemersvereniging. De be-
langenvereniging Goudse Poort is opgericht door en voor vast-
goedeigenaren en vertegenwoordigd op circa 85 procent van
het terrein; een sterke basis voor onderhandelingen en lobbyac-
tiviteiten.
Inspiratieboek parkmanagement
23
10 Bewegwijzering naar / op het terrein
Algemeen
Op veel bedrijventerreinen is bewegwijzering aanwezig, maar deze
is niet altijd up-to-date, op onduidelijke plaatsen neergezet of niet
meer goed zichtbaar door groen of andere ontwikkelingen op het
terrein. Het is dan ook nuttig om de kwaliteit van de bestaande
straatnaamborden regelmatig kritisch te beoordelen op duidelijke
leesbaarheid en of ze (nog steeds) duidelijk verwijzen en wegwij-
zen.
De vindbaarheid van ondernemers, maar ook van bijvoorbeeld
parkeerplekken, op een bedrijventerrein kan aanzienlijk verbeteren
wanneer de ondernemers gezamenlijk zorg dragen voor goede
bewegwijzering. Dit kan een ondernemersvereniging oppakken
door het gezamenlijk organiseren van informatiepanelen en –
borden. Informatiepanelen bevatten verschillende soorten informa-
tie, zoals informatie over de op het terrein gevestigde bedrijven, al
dan niet met het adres erbij, en een eventuele routeomschrijving
op het bedrijventerrein (PCP). De keuze voor welke informatie op
de panelen weergegeven wordt, is aan de ondernemers en is af-
hankelijk van het knelpunt dat er is.
Maatregelen
De ondernemersvereniging of belangenvereniging kan dit als een
project oppakken in haar takenveld, of uitbesteden bij een parkma-
nagementorganisatie. Indien de vereniging het zelf oppakt begint
het proces met een inventarisatie van de huidige bewegwijzering
en wat daar aan schort (onduidelijk, verouderd). De punten waarop
verbetering nodig is, worden vervolgens aan alle betrokkenen
voorgelegd zodat er draagvlak ontstaat voor de veranderingen die
nodig zijn.
De vervolgstap is om in detail vast te leggen welke stappen onder-
nomen worden, welke maatregelen bedrijven individueel oppakken
en welke gezamenlijk. De afbakening van het gebied waarvoor
bewegwijzering wordt opgezet is ook een belangrijke beslissing;
welke straten worden op welke wijze aangegeven, is hier een
rangorde in aan te brengen, welke parkeerplaatsen worden aan-
gegeven, et cetera.
In de praktijk
Bij nieuwe terreinen is de gemeente, in overleg met de doelgroep,
de initiatiefnemer voor gezamenlijke bewegwijzering. Bij de aanleg
van een nieuw terrein is het ook het makkelijkst om goede beweg-
wijzering mee te nemen in de fysieke realisatie van het terrein. Het
lastige bij oudere terreinen is dat er niet altijd sprake is van een
heldere structuur. Het belang van goede bewegwijzering is dan wel
groter. Bij een bestaand terrein zijn de ondernemers vaak wel al-
Inspiratieboek parkmanagement
24
leen bereid zich in te zetten voor verbeterde bewegwijzering wan-
neer ze ook daadwerkelijk een knelpunt ervaren op dit punt.
Een bereikbaar bedrijventerrein met een heldere bewegwijzering is
prettig voor personen die niet dagelijks op het terrein komen. Dit
zijn de klanten van de ondernemers op het terrein. Een goede
bewegwijzering maakt ook dat je als bedrijf zichtbaar bent voor
bezoekers van het terrein die niet specifiek voor jouw bedrijf ko-
men, maar mogelijk potentiële klanten zijn. Zichtbare en heldere
bedrijfsuitingen zijn daarvoor een pre. Naast de herkenbaarheid
van bedrijven en het vergemakkelijken van de route voor klanten,
helpt duidelijke bewegwijzering mee aan een kwalitatief bedrijven-
terrein en dito uitstraling.
Een ander voordeel van goede bewegwijzering, die overeenkomt
met de routebeschrijving van navigatiesystemen, is dat het zoe-
kend rijgedrag voorkomt en daardoor de verkeersveiligheid ver-
groot.
Voorbeeldprojecten
Havenschap Moerdijk
Het industrieterrein van het Havenschap Moerdijk is een proeftuin
voor projecten ten aanzien van duurzaamheid en bedrijventerrei-
nen. Om het terrein duurzamer te maken zijn er ook initiatieven op
het gebied van bereikbaarheid, waaronder het verbeteren van de
bewegwijzering. Het is een groot bedrijventerrein waarvan de be-
reikbaarheid niet overal optimaal is. Om het verkeer in goede ba-
nen te leiden is er een bewegwijzeringsplan gemaakt. De nieuwe
bewegwijzering leidt bezoekers direct naar de juiste locatie waar-
door ook de verkeersveiligheid is verbeterd op het terrein.
Bedrijventerrein Marslanden te Zwolle
Op bedrijventerrein Marslanden in Zwolle is in 2008 een nieuw
systeem bedacht. De bewegwijzering op bedrijventerrein Marslan-
den in Zwolle was gedateerd en onvolledig. Het nieuwe systeem
maakt niet langer gebruik van bedrijfsnamen of straatnamen, maar
van kleur en een letter/cijfercombinatie. Het bedrijventerrein is
opgedeeld in verschillende deelgebieden. Deze deelgebieden en
de kleinere deelgebieden hierin worden met een kleur, letter en
cijfer aangegeven. De kleur en letter staan voor de verschillende
deelgebieden, het cijfer staat voor een straat of deelgebiedje. Een
bedrijf zit bijvoorbeeld op G1, H2, J3 etc. De bezoeker zal zich in
eerste instantie oriënteren op kleurstelling en deelgebied en kan
daarna eenvoudig op basis van een cijfer het betreffende bedrijf
vinden. De vindbaarheid van de bedrijven is verbeterd. Het werkt
optimaal wanneer bedrijven ook in hun communicatie-uitingen de
codes van de verwijsborden gebruiken.
Inspiratieboek parkmanagement
25
11 Keurmerk Veilig Ondernemen
Algemeen
Het Keurmerk Veilig Ondernemen (KVO) is ontwikkeld om op een
structurele wijze de criminaliteit en onveiligheid op bedrijventerrei-
nen aan te pakken. Jaarlijks wordt er veel schade geleden door
ondernemers door criminaliteit en onveiligheid. Het KVO biedt een
structuur voor het opbouwen van een samenwerking tussen on-
dernemers, de gemeente, politie en brandweer waarbij overlast en
criminaliteit worden aangepakt en de veiligheid in een gebied wordt
vergroot. Er is een keurmerk voor bedrijventerreinen (KVO-B) en
één voor winkelgebieden (KVO-W).
Het Keurmerk Veilig Ondernemen houdt in dat verschillende partij-
en (bijvoorbeeld: ondernemersvereniging, gemeente, politie,
brandweer, MKB Nederland) zich gezamenlijk gaan inzetten om
een bedrijventerrein veiliger te maken en verloedering tegen te
gaan door onder andere afspraken te maken over het structureel
aanpakken van criminaliteit en overlast. Landelijk zijn er momen-
teel 380 bedrijventerreinen met KVO actief.
KVO in het kort:
simpele maatregelen met goede kosten-batenverhouding;
veel aandacht voor preventie;
integrale aanpak;
continuïteit, structureel hoger veiligheidsniveau.
Maatregelen
Om KVO op te zetten zijn er verschillende stappen te nemen. Het
stappenplan voor het halen van het KVO ziet er als volgt uit:
samenwerking vormgeven: werkgroep formeren en intentiever-
klaring tekenen;
veiligheid analyseren: o.a. nulmeting uitvoeren en cijfers inter-
preteren;
plan van aanpak opstellen en convenant tekenen;
KVO-B aanvragen: audit en certificaat Basis Samenwerken
(twee jaar geldig);
uitvoeren maatregelen en activiteiten uit plan van aanpak;
evaluatie: bijstellen analyse en plan van aanpak;
plan van aanpak vernieuwen;
hercertificering aanvragen: audit en certificaat Continu Samen-
werken (twee jaar geldig).
Voor het KVO worden er integraal afspraken gemaakt waarin iede-
re deelnemende partij de intentie vastlegt om de veiligheid op een
terrein structureel te verbeteren door gerichte maatregelen te ne-
men.
In de praktijk
Inspiratieboek parkmanagement
26
Het gewenste resultaat van het KVO is een structureel hoger vei-
ligheidsniveau, geen verdere verloedering en een integrale sa-
menwerking, waardoor kosten en inspanning over veel partijen
worden gedeeld. Om het KVO te halen moeten ondernemers wel
menskracht en middelen beschikbaar stellen. Zo zijn er kosten
verbonden aan het aanvragen van het Certificaat Basis Samen-
werking en het certificaat Continu Samenwerken (de hercertifice-
ring na twee jaar). Deze kosten bedragen ongeveer 1.850 euro.
Daarnaast komen er bijvoorbeeld vergaderkosten en portokosten
bij voor de ondernemers die zich inzetten voor het KVO.
Voorbeeldprojecten
Keurmerk Veilig Ondernemen (KVO) op bedrijventerreinen opge-
waardeerd, een opmaat naar een nog beter en veiliger onderne-
mersklimaat in Helmond.
In Helmond is het voortdurend werken aan een beter en veiliger
ondernemersklimaat op de verschillende bedrijventerreinen be-
loond met het Keurmerk Veilig Ondernemen (KVO) Continue Sa-
menwerking. De Stichting Bedrijventerreinen werkt samen met de
bedrijventerreinen de Stichting Collectieve Beveiliging Groot
Schooten, BZOB, Hoogeind en de Weijer op het gebied van KVO.
Zij zitten in een koepelorganisatie waarin naast de bedrijventerrei-
nen ook de gemeente Helmond, politie en brandweer vertegen-
woordigd zijn. Er zijn drie afzonderlijke werkgroepen van de ver-
schillende terreinen. De samenwerking van deze afzonderlijke
werkgroepen verhoogt de effectiviteit en kennisuitwisseling onder
ondernemers. De Stichting heeft inmiddels een plan van aanpak
opgesteld met grote uitdagingen om in 2012 een nog beter en vei-
liger ondernemersklimaat te realiseren op de verschillende bedrij-
venterreinen in Helmond.
Eén van de acties uit het nieuwe plan van aanpak is het realiseren
van intelligent cameratoezicht op de industrieterreinen. Hiermee
moet de veiligheid op de terreinen aanzienlijk worden vergroot.
Goed voor alle partijen; minder overlast, veilig gevoel en besparing
op de kosten voor het bedrijfsleven maar ook voor de overheid!
Vanuit MKB-Nederland is het proces tot het KVO begeleid.
Inspiratieboek parkmanagement
27
12 Lobby richting overheden
Algemeen
Bedrijventerreinen hebben te maken met verschillende zones en
normen zoals geluidszones en milieunormen. De uitgangspunten
voor de normen worden nationaal vastgesteld en de lokale over-
heden moeten deze normen aanhouden in hun ruimtelijke plannen.
Zo mag er geen woonfunctie ontwikkeld worden naast een bedrij-
venterrein als rond het terrein een zware milieuzone ligt.
Het probleem dat ondernemers op bedrijventerreinen regelmatig
ervaren is dat gemeenten aan de randen van deze zones andere
functies ontwikkelen. Mochten bedrijven op het bedrijventerrein
willen uitbreiden, dan moeten zij dit doen zonder dat ze daarmee
de milieuzone vergroten. De groeimogelijkheden van bedrijven op
bedrijventerreinen worden door dit soort problematiek vaak inge-
damd. Om dit te voorkomen is een sterke lobby vanuit de bedrij-
venterreinen richting lokale overheden noodzakelijk. Door te lob-
byen kunnen ondernemers voortijdig hun stem laten gelden in het
opstellen van ruimtelijke plannen en beleidskaders ten aanzien van
bedrijventerreinen.
Maatregelen
Betrokkenheid bij de omgeving en eensgezindheid onder de on-
dernemers zijn belangrijke ingrediënten voor een succesvolle lobby
richting overheden. De lobbyist, al dan niet een ondernemer of
iemand die door de ondernemers is ingehuurd, kan het meest be-
reiken als de discussiepunten breed gedragen worden onder de
ondernemers. Een actieve ondernemersvereniging met een groot
ledenbestand is hierbij een sterk vertrekpunt. Als een hoge organi-
satiegraad ontbreekt bij de ondernemers is het belangrijk dat er
een ondernemer bereid is een stevige voortrekkersrol te spelen,
om de andere ondernemers mee te krijgen.
In de praktijk
Ondernemers zijn over het algemeen goed op de hoogte van de
risico’s van het ondernemerschap en ontwikkelingen die hun bedrijf
mogelijk negatief beïnvloeden. Ondernemers die niet lid zijn van
een branchevereniging of ondernemersvereniging en tegen een
probleem aanlopen, zoals geplande woningbouw naast het terrein
waardoor zij toekomstige uitbreidingsplannen niet meer kunnen
realiseren, vallen vaak terug op het netwerk dat zij in de loop der
jaren hebben opgebouwd. Indien ze tegen problemen aanlopen die
ze niet alleen kunnen oplossen gaan ze vaak een tijdelijke samen-
werking aan met andere ondernemers die het probleem herken-
nen. In de praktijk blijkt dat bedrijven die een probleem ervaren
vaak snel kunnen schakelen en in staat zijn medestanders te vin-
den. Het tijdelijk inhuren van een lobbyist is dan ook een van de
mogelijkheden.
Inspiratieboek parkmanagement
28
In bovenstaande beschrijving reageren de ondernemers op knel-
punten die zich voordoen. Met een effectieve lobby kan echter
preventief gewerkt worden aan het voorkomen van knelpunten.
Door goede contacten te onderhouden met de lokale overheden
weten zowel de ondernemers wat er speelt in de bestuurlijke arena
als ook de bestuurders wat er speelt bij de ondernemers.
Wanneer een ondernemersvereniging besluit een lobbyist in te
huren zitten er uiteraard kosten aan verbonden. Indien een onder-
nemer deze rol oppakt is het vooral een tijdsinvestering. Afspraken
over of, en indien ja hoe deze tijdsinvestering eventueel gecom-
penseerd wordt, moeten door de ondernemersvereniging gemaakt
worden.
Voorbeeldprojecten
Contactgroep Bedrijven Oostzaan (CBO)
Het CBO voert twee keer per jaar overleg met het college van
W&B van de gemeente Oostzaan. Naast lokaal overleg, heeft de
CBO ook contacten met andere overheden over infrastructuur,
milieuzaken, energieprijzen, onroerend zaakbelasting of over ver-
keersvoorzieningen en -plannen. De CBO is eigenlijk niet een spe-
cifieke bedrijventerreinvereniging, CBO behartigt de belangen van
alle Oostzaanse ondernemingen, ook die in het centrum gevestigd
zijn. Het CBO heeft in de afgelopen jaren verschillende dingen op
de bestuurlijke agenda gezet. Zo hebben ze ooit door middel van
een enquête aangetoond, dat er een bedrijventerrein moest komen
aan de rand van Oostzaan, omdat het vrachtverkeer door het cen-
trum van Oostzaan toenam. Uit de daaropvolgende lobby is bedrij-
venterrein De Ambacht voortgekomen.
Behalve betrokken te zijn bij fysieke ontwikkelingen in Oostzaan,
heeft de CBO zich ook sterk gemaakt voor snellere service van de
gemeente. Er is nu één gemeentelijk loket waar de ondernemers
uit Oostzaan terecht kunnen met alle vragen over regelgeving etc.
De betrokken wethouder zit bij het bestuurlijk overleg van de CBO,
waardoor de lijnen korter zijn. De gemeenteverkiezingen in 2010
heeft de CBO aangegrepen om haar standpunten en wensen ken-
baar te maken bij de gemeente door middel van een tienpunten-
lijst. Afgezien van het gevoel dat heerst bij de CBO dat de ge-
meente hier ook daadwerkelijk iets mee heeft gedaan, heeft het in
ieder geval geholpen bij het verbeteren van de contacten met de
gemeente.
Inspiratieboek parkmanagement
29
13 Kennisuitwisseling en innovatieontwikkeling
Algemeen
Bedrijven op een bedrijventerrein kunnen van elkaars aanwezig-
heid profiteren door niet alleen gezamenlijk diensten in te kopen,
maar ook door hun kennis met elkaar te delen en gezamenlijk aan
innovatieontwikkeling te doen.
Er zijn verschillende manieren om kennisuitwisseling vorm te ge-
ven. Bijvoorbeeld op informele wijze door ontmoetingen te creëren
bij borrels en netwerkbijeenkomsten, of kijkdagen bij bedrijven te
organiseren waardoor ondernemers leren van elkaars bedrijfsacti-
viteiten en eventuele samenwerkingsmogelijkheden geïdentificeerd
worden.
Kennisuitwisseling kan ook op een bredere schaal plaatsvinden,
waarbij de ondernemers op een bedrijventerrein de samenwerking
zoeken met onderwijsinstellingen of onderzoeksinstituten. Deze
samenwerking bestaat vaak uit meeloopdagen op het bedrijf,
workshops, presentaties of een inhoudelijke bijdrage van een on-
dernemer aan carrièredagen en/of loopbaanontwikkeling.
Maatregelen
Voor een effectieve kennisuitwisseling of innovatieontwikkeling is
het belangrijk dat er voldoende sociale infrastructuur aanwezig is
op een bedrijventerrein. Met sociale infrastructuur bedoelen we de
mogelijkheden die de ondernemers hebben en krijgen om elkaar te
leren kennen. Een tweede stap is het opbouwen van onderling
vertrouwen. Bij een goed functionerende en actieve ondernemers-
vereniging is er vaak al een basis gecreëerd van wederzijdse ken-
nis en vertrouwen. Een ondernemersvereniging weet vaak wat de
knelpunten zijn op het bedrijventerrein en heeft bij goed functione-
ren al eerdere knelpunten aangepakt. Ondernemers hebben hier-
door het signaal gekregen dat hun ‘buren’ zich sterk maken voor
het terrein en zal de bereidheid groter zijn om elkaar te ondersteu-
nen door kennis uit te wisselen.
Indien er nog geen gedegen basis is en de ondernemers op een
terrein elkaar nog niet goed kennen, is het belangrijk klein te be-
ginnen met het bij elkaar brengen van de ondernemers en het pei-
len waar hun behoeften liggen en wat zij hierin voor elkaar kunnen
betekenen. Voordat ondernemers daadwerkelijk tot kennisuitwisse-
ling overgaan, moeten zij hier zelf meerwaarde in zien en het ver-
trouwen hebben dat hun kennis op een juiste manier wordt ge-
bruikt en ingezet door collega ondernemers op het terrein.
In de praktijk
Het opzetten van een sociale infrastructuur kan door ontmoetingen
te organiseren en creëren. Een ondernemersvereniging initieert
daarvoor bijvoorbeeld (netwerk)bijeenkomsten en kijkdagen. Ook
Inspiratieboek parkmanagement
30
behoort het tot de mogelijkheden om een digitale omgeving op te
zetten waar ondernemers zichzelf kunnen profileren en nader ken-
nismaken met elkaar. Er zijn (beperkte) kosten aan verbonden om
een digitale sociale infrastructuur op te zetten. Vaak is deze digita-
le infrastructuur nog niet voorhanden en moet dit speciaal voor de
ondernemers ontwikkeld worden. Het opzetten van (net-
werk)bijeenkomsten en kijkdagen kost vooral tijd, omdat vaak za-
ken als een vergaderruimte voorhanden zijn bij een van de onder-
nemers. Door het beschikbaar stellen van de eigen voorzieningen
brengt het opzetten van een real time sociale infrastructuur slechts
beperkte kosten met zich mee.
Voorbeeldprojecten
Werkgevers Drechtsteden
In 2010 is de ‘Werkgevers Drechtsteden sphere’ opgezet. De
sphere is een digitale omgeving die zoveel als mogelijk een per-
soonlijk gesprek kan benaderen. De sphere is een internettoepas-
sing die de juiste context kan creëren voor een vooraf geselecteer-
de doelgroep. In de sphere wordt gelijk aan een website informatie
verstrekt, maar kunnen de deelnemers actief input leveren en met
elkaar communiceren. De sphere van de Werkgevers Drechtste-
den is opgebouwd uit een verzameling profielen. Hierdoor is het
met de Werkgevers Drechtsteden sphere mogelijk om:
het bedrijf te presenteren;
eigen producten te presenteren;
bedrijfspresentaties te bekijken;
contactpersonen te vinden;
op een plattegrond alle leden te zien (of alle leden binnen een
gebied);
per e-mail of telefonisch contact te leggen met collega-
bedrijven;
deel te nemen aan specifieke deelgroepen;
een indruk te krijgen van de activiteiten en producten van een
onderneming;
een virtuele rondleiding te doen;
kennis en documenten te delen;
te ontdekken welke bedrijven in welke branches werkzaam zijn.
Inspiratieboek parkmanagement
31
14 Ondernemersfonds
Algemeen
Op een bedrijventerrein ontstaat vaak de behoefte aan aanvullen-
de activiteiten op het takenpakket van de gemeente om de kwaliteit
van een bedrijventerrein te behouden of te verbeteren. Deze activi-
teiten vallen vaak onder parkmanagement of centrummanagement
en zijn activiteiten als het organiseren van beveiliging, evenemen-
ten, promotie, bereikbaarheid, et cetera.
Niet alle ondernemers op een terrein willen echter investeren in dit
soort maatregelen en delen niet mee in de kosten, maar wel in de
voordelen. Door deze ‘freeriders’ stagneert vaak de ontwikkeling
op terreinen, omdat de investeringsbereidheid van andere onder-
nemers hierdoor afneemt.
Het ondernemersfonds is hier een oplossing voor. Het onderne-
mersfonds bestaat uit gelden die de gemeente ontvangt via een
voor alle ondernemers verplichte heffing. ‘Freeriders’ worden zo
uitgesloten.
Maatregelen
Niet voor elke gemeente en elk bedrijventerrein is het instellen van
een ondernemersfonds geschikt. Deskundige hulp bij het eventu-
eel opzetten van een ondernemersfonds is vaak niet overbodig,
omdat er keuzes gemaakt moeten worden. Keuzes ten aanzien
van de partijen die erbij betrokken zijn, wat zijn de belangrijkste
doelstellingen van het fonds, welke voor- en nadelen doen zich
voor bij het instellen van een fonds? Op deze vragen moeten on-
dernemers en gemeenten eerst een passend antwoord vinden
voordat definitief tot een ondernemersfonds besloten wordt.
In de praktijk
Een ondernemersfonds kan op basis van verschillende heffings-
grondslagen tot stand gebracht worden. Voorbeelden van instru-
menten die zijn ingezet om het fonds op te zetten en mee te finan-
cieren zijn:
de algemene middelen;
de baatbelasting;
Kamer van Koophandelheffing;
onroerende zaak belasting;
precariobelasting;
reclamebelasting.
Voor het toepassen van elk van bovenstaande instrumenten is een
goede publiek-private samenwerking nodig. De lokale overheid
moet namelijk de gelden innen en deze vervolgens in het onder-
nemersfonds storen. Voor een goede samenwerking is het daarom
belangrijk om voorafgaand aan het instellen van het ondernemers-
fonds de taakverdeling en de bevoegdheden vast te leggen.
Inspiratieboek parkmanagement
32
Omdat een ondernemersfonds over het algemeen moeilijk van de
grond komt zijn er verschillende organisaties die hierbij kunnen
ondersteunen, zoals MKB Nederland en VNO-NCW. Beide partijen
hebben, in samenwerking met de Vereniging van Nederlandse
Gemeenten en het ministerie van Economische Zaken (nu Econo-
mie, Landbouw en Innovatie), een instrument ontwikkeld, namelijk
de bedrijfgerichte gebiedsverbetering. Dit initiatief heeft in mei
2009 geleid tot de experimentwet bedrijfsgerichte gebiedsverbete-
ring, oftewel de Bedrijven Investeringszone.
Voor meer informatie over ondernemersfondsen zie:
www.ondernemersfonds.nl
Voorbeeldprojecten
Bedrijventerrein Gouwespoor Gouda.
Alle ondernemers en eigenaren van bedrijfspanden in Gouda beta-
len met ingang van 2009 een opslag van 5% op hun ozb-aanslag.
Die meeropbrengst van de OZB wordt in een fonds gestort dat ten
goede komt aan ondernemers en wordt beheerd door de Stichting
OndernemersFonds Gouda. De gemeenteraad van Gouda heeft
besloten dit fonds voor een periode van drie jaar in het leven te
roepen. Voor het einde van die periode wordt geëvalueerd en
wordt besloten om er wel of geen vervolg aan te geven.
Het doel van het fonds is het versterken van het ondernemerskli-
maat voor en door collectieve ondernemers in de stad. Onderne-
mers hebben immers naast individuele belangen ook collectieve
belangen. Hierbij kan gedacht worden aan collectieve beveiliging
op een bedrijventerrein, promotie van een winkelcentrum, maar
ook de feestverlichting, de intocht van de Sint of een marketing-
campagne voor een bepaald extra koopmoment.
Alleen collectief georganiseerde initiatieven kunnen een beroep
doen op het fonds. Dat wordt een trekkingsrecht genoemd. Dat is
de kracht van het fonds. Daarmee wordt het gedrag van
"freeriders" doorbroken.
Inspiratieboek parkmanagement
33
15 Bedrijven Investeringszone
Algemeen
Een Bedrijven Investeringszone (BIZ) is een gebied waarbinnen de
ondernemers die er gevestigd zitten een private organisatie oprich-
ten (vereniging of stichting) waarbinnen ze zorg dragen voor veilig-
heid, leefbaarheid en kwaliteit op het bedrijventerrein of winkelge-
bied. Om investeringen te doen binnen de BIZ-zone wordt een
gebiedsgerichte bestemmingsheffing geheven onder de onderne-
mers.
Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de draagvlakmeting onder
ondernemers en kunnen bij voldoende draagvlak een heffing in-
stellen voor het betreffende gebied. Deze heffing kan maximaal vijf
jaar van kracht zijn en is gebaseerd op de waarde van de onroe-
rende zaken.
Momenteel is er geen ruimte voor nieuwe BIZ-initiatieven, omdat
wettelijk tot afgelopen 5 mei gemeenten een BIZ-verordening kon-
den goedkeuren. Daarna volgt pas de stemming en draagvlakme-
ting. Ondanks dat de regeling inmiddels gesloten is, is het een
belangrijke regeling voor bedrijventerreinen (geweest) waarvan
nog veel bedrijventerreinen invloed ondervinden. Daarom behan-
delen we de BIZ hier alsnog.
Maatregelen
Ondernemers of gemeenten kunnen met het idee komen een BIZ
op te starten. In eerste instantie vindt er veel overleg plaats tussen
ondernemers en tussen ondernemers en gemeenten om onder
andere de volgende punten vast te stellen:
Wat is de beoogde BIZ (geografische afbakening)?
Welke activiteiten willen we oppakken in de BIZ?
Welke middelen hebben we hiervoor nodig?
Hoe pakken we de organisatie en uitvoering aan?
Als de ondernemers naar aanleiding hiervan besluiten door te
gaan richten zij een vereniging of stichting op die de activiteiten zal
uitvoeren. De afspraken worden omgezet in een verordening en
overeenkomst tussen ondernemers en gemeente. Deze verorde-
ning moet vastgesteld worden door de gemeenteraad, maar treed
pas in werking wanneer er voldoende draagvlak onder onderne-
mers voor is. Hiervoor doet de gemeente een draagvlakmeting.
Er is wettelijk vastgelegd wanneer er voldoende draagvlak onder
ondernemers is voor een BIZ. Alle ondernemers moeten de gele-
genheid krijgen om voor of tegen de BIZ te stemmen. Minimaal de
helft van de ondernemers die bijdrageplichtig zijn moet gestemd
hebben en zij moeten minimaal de helft van de WOZ-waarde op
Inspiratieboek parkmanagement
34
het terrein vertegenwoordigen. Als hiervan tweederde voor het
invoeren van een BIZ stemt is er voldoende draagvlak. En kan er
een wettelijk vastgelegde heffing ingevoerd worden voor alle on-
dernemers in de BIZ.
Als er sprake is van een BIZ dan is de vereniging vervolgens ver-
antwoordelijk voor de uitvoering van de afgesproken activiteiten en
een jaarlijkse verantwoording naar de gemeente en de onderne-
mers in de BIZ.
In de praktijk
In een BIZ worden activiteiten uitgevoerd in aanvulling op de activi-
teiten van de gemeente. Dit zijn voornamelijk activiteiten die ook in
dit inspiratieboek staan beschreven, zoals:
bewegwijzering;
groenvoorzieningen;
schoonmaak;
brandveiligheid;
verbeteren van verkeersvoorzieningen.
Als de BIZ eenmaal is toegewezen krijgt de stichting of vereniging
een voorschot op de subsidie waarmee ze aan de slag kunnen.
Zolang de vereniging/stichting activiteiten volgens het afgesproken
plan uitvoert, voldoen ze aan de subsidievoorwaarden.
De BIZ kan op drie verschillende manieren stoppen:
1) Er is een moment in de verordening vastgelegd waarop de BIZ
opgeheven wordt.
2) Het draagvlak voor een BIZ kan afnemen. Wanneer dit blijkt uit
een hernieuwde draagvlakmeting kunnen de ondernemers de
BIZ besluiten op te heffen.
3) Juli 2015 loopt de BIZ-wet af. De BIZ die er zijn houden op dat
moment op te bestaan.
In 2013 wordt de wet echter geëvalueerd. Blijkt het een succes dan
is het mogelijk dat de wet een permanent karakter krijgt.
Om de BIZ te financieren wordt er naar rato een verplichte heffing
ingesteld op basis van de WOZ waarde van het kantoor- of be-
drijfspand. Op deze manier voorkomen de ondernemers ‘freeriders’
die niet investeren maar wel de vruchten plukken van de activitei-
ten die ontwikkeld worden door collega-ondernemers. De heffing
bedraagt meestal enkele honderden euro’s per jaar. Hoe hoger de
WOZ waarde, hoe hoger de bijdrage aan de BIZ.
Voorbeeldprojecten
BIZ-zone Havens van Stellendam (Binnenhaven) en Korteweg
Eind 2010 heeft de ondernemersvereniging Goedereede een in-
formatiebijeenkomst over de BIZ georganiseerd waar ruim 40 on-
Inspiratieboek parkmanagement
35
dernemers op af kwamen. Tijdens de bijeenkomst hebben de on-
dernemers gesproken over de financiële en praktische gevolgen
van het invoeren van de BIZ. In november is een draagvlakmeting
uitgevoerd door de gemeente die positief is uitgevallen. Uiteindelijk
is er per 1 januari 2011 sprake van een BIZ-zone Havens van Stel-
lendam (Binnenhaven) en Korteweg.
Vooral de veiligheid op de bedrijventerreinen Havens van Stellen-
dam en Korteweg is een aandachtspunt binnen de BIZ. Het aantal
inbraken en andere vormen van criminaliteit is de afgelopen jaren
flink gestegen op de terreinen. Volgens het plan van de BIZ zijn er
inmiddels de stappen genomen om het volgende te bereiken:
hekken rond het terrein;
mededelingsborden over de veiligheid op het terrein;
camera’s bij de hekken.
De BIZ wordt naar rato gefinancierd door alle, op de terreinen ge-
vestigde, bedrijven. Waardoor er geen ‘freeriders’ kunnen zijn.
Afhankelijk van inschaling op basis van de WOZ betalen onderne-
mers circa 280 euro (WOZ maximaal 300.000 euro) tot circa 725
euro per jaar (WOZ minimaal 800.000 euro). De gemeente Goe-
dereede is medefinancier voor Є 50.000.
Contactpersoon: Bert Visser, telefoonnummer 06 53 88 21 27, e-
mail [email protected] of Bert de Boer, telefoonnummer 06 51 34
31 60, e-mail [email protected]
Kijk op http://www.biz-nl.nl/ voor meer informatie over de BIZ
Inspiratieboek parkmanagement
36
16 Colofon
Deze publicatie is opgesteld in opdracht van:
Kamer van Koophandel Rotterdam
Blaak 40
Postbus 450
3000 AL Rotterdam
Contactpersoon:
Linda van der Windt
beleidsadviseur Regiostimulering
06-46748129
Heeft u vragen of opmerkingen naar aanleiding van deze publica-
tie? Neem dan contact op met de hiervoor genoemde contactper-
soon van de Kamer van Koophandel Rotterdam.
© juli 2011 Kamer van Koophandel Rotterdam
Het auteursrecht van deze publicatie berust bij de Kamer van Koop-
handel Rotterdam. Gedeeltelijke overname van teksten is toegestaan
mits daarbij de bron wordt vermeld.
Deze publicatie is in samenwerking ontwikkeld met:
Decisio | Economisch onderzoek en advies
Valkenburgerstraat 212
1011 ND Amsterdam