i maintain 01 2013

4
HIGHTECH MAINTENANCE INNOVEERT INDUSTRIE TIENDE JAARGANG – LOSSE VERKOOPPRIJS 16,- 01 13 www.i-maintain.nl

Upload: ingrid-rompa

Post on 18-Dec-2014

56 views

Category:

Documents


3 download

DESCRIPTION

De NVDO bestaat 50 jaar. Een mooie gelegenheid om terug te blikken met een aantal maintenance experts van het eerste uur.

TRANSCRIPT

Page 1: I Maintain 01 2013

HigHtecH maintenance innoveert industrie

tiende JAARGAnG – LOSSe VeRKOOPPRiJS € 16,-

0113

imaintain nr. 01 - 2013

www.i-maintain.nl

001_A_cover.indd 2 22-01-13 13:44

Page 2: I Maintain 01 2013

62 MaintNL 01 – 2013

50 jaar NVDO

Vijftig jaar NVDO betekent ook vijftig jaar ontwikkeling in onder-houd. De veranderingen die in de industrie hebben plaatsgevon-den zijn groot. Onderhoud is steeds meer een integraal onderdeel van de bedrijfsvoering geworden en efficiëntie en veiligheid zijn voorop komen te staan. Twee NVDO’ers van het eerste uur vertel-len over hoe onderhoud zich heeft ontwikkeld. Ingrid Rompa

Oud-voorzitter Arjo Klijn (77) is erelid van de NVDO. ‘Tijdens mijn voorzitterschap is de NVDO drastisch veranderd’, knikt hij. ‘Ik zat al helemaal op de koers van het preven-tief en conditieafhankelijk onderhoud. De NVDO is zich gaan richten op de oprichting van de Secties, want we realiseerden ons dat de specialisatie naar vakgebieden steeds groter werd.’Klijn werd bestuurslid rond 1985. Via het vicevoorzitterschap met als portefeuille internationale betrekkingen, werd hij een paar jaar later benoemd tot voorzitter van de NVDO. ‘Dat was van 1990 tot 1998; twee termijnen. Drie jaar later ging ik met pensioen.’Van oorsprong is Klijn werktuigbouwkundi-ge met als hoofdvak vliegtuigstraalmoto-ren. In 1966 trad hij in dienst bij de Gasunie. ‘Mijn eerste opdracht was het bouwen van een compressorstation in Ommen’, vertelt Klijn enthousiast. ‘Via een aantal andere functies werd ik in 1978 chef bedrijfsvoe-ring en onderhoud van de compressorstati-ons die ik in de loop der jaren had gebouwd. In die tijd ben ik betrokken geraakt bij de NVDO.’Een paar jaar later maakte hij een carrière-switch. Hij stapte binnen de Gasunie over naar de nieuwbouw van kantoorgebouwen. ‘Ja, het lijkt een gekke zaak dat een werk-tuigbouwkundige een kantoorgebouw gaat neerzetten, maar ik had de reputatie dat ik projecten binnen het budget kon houden en ook op tijd kon opleveren. En daarbij had ik gevoel voor onderhoud. In die tijd

waren dat belangrijke argumenten. Men was eind jaren 80 wel doordrongen van het feit dat onderhoud een wezenlijke kosten-post is van de exploitatie van een gebouw. De onderhoudswereld speelde dus een belangrijke rol in de benoeming in het pro-jectmanagement.’Een van Klijns taken was het beoordelen van bouwtekeningen op onderhoudsvriendelijk-heid. ‘En als zij dat niet waren, kreeg de architect de tekening terug. Het ergste voor een gebouw is dat het verloedert. En dat gebeurt als je niet bij zaken kunt komen die kapot gaan. Je moet makkelijke oplossingen zoeken voor moeilijke problemen. Dat bespaart kapitalen. Er is geen duurder onderhoud dan uitgesteld onderhoud.’ Dat geldt ook in tijden van crisis, aldus Klijn. ‘Als er geen geld voor is, moet je het toch vrijma-ken. Daar houd ik heel erg aan vast. En ook de NVDO is van dit aspect doordrongen.’ Voortschrijdend inzichtDie bewustwording van de kosten van onderhoud kun je rustig rangschikken onder de term voortschrijdend inzicht, meent Klijn. ‘Dat men zich hiervan bewust is geworden, is heel sterk beïnvloed door de NVDO. De NVDO is opgericht vanuit de wetenschap; de Universiteit van Eindhoven, professor Geraerds, heeft hier begin jaren 60 de aanzet toe gegeven. De wetenschap had behoefte aan terugkoppeling vanuit de praktijk, maar tegelijkertijd had de praktijk behoefte aan de wetenschap. Dat was dus een bundeling van krachten. En dat heeft

goed gefunctioneerd tot in de jaren 80.’ Een ander voorbeeld is de visie van profes-sor en hoogleraar Van der Mooren, de voor-ganger van oud-NVDO-voorzitter Klijn. ‘Van hem hebben we geleerd dat je onderhoud al in je ontwerp moet stoppen. De terug-koppeling van werkvloer naar ontwerp is van essentieel belang.’Wat technieken betreft is er veel veranderd, meent Klijn. ‘In de jaren 70 was onderhoud bij de Gasunie veelal breakdown; wachten tot het kapot ging. En je had ook statistie-ken; een bepaald onderdeel gaat zo lang mee en dan vervangen we het een jaar eerder. Dat kalendergestuurde onderhoud bestaat niet meer. Er zijn nu online meet-technieken.’

‘Je moet makkelijke oplossingen zoeken voor moeilijke problemen. Dat bespaart kapitalen. Er is geen duurder onderhoud dan uitgesteld onderhoud.’

De technieken voor preventief onderhoud kwamen op in de jaren 80, herinnert Klijn zich nog goed. ‘Vanaf die tijd kon je de toe-stand van de apparatuur online, realtime meten en daarop meteen reageren. Toen gingen we pas vervangen of repareren wan-neer het nodig was; dus kort voordat het kapot ging. Dat gaf een enorme kapitaalbe-sparing. Nu is dit de gangbare praktijk in vrijwel de hele industrie. Ik heb me daar mijn hele werkzame leven voor ingezet.’Inmiddels heeft Klijn zich een beetje terug-getrokken uit de actieve wereld, maar in de tijd dat hij bij de Gasunie werkte, gaf hij regel-matig lezingen over dit onderwerp, onder

Onderhoud in vijftig jaar slimmer geworden

062_63_65_MO_NVDO-artikel.indd 62 22-01-13 14:56

Page 3: I Maintain 01 2013

MaintNL 01 – 2013 63

De kansen door versobering worden op een positieve en constructieve manier behandeld tijdens iMaintain INFRA op 1 november in Rotterdam. Dit congres wordt door iMaintain en de Sectie Infra van de NVDO georga-niseerd voor beslissers en beïnvloeders in de Nederlandse infrasector.De inhoud van het congresprogramma wordt samengesteld met medewer-king van aanbieders van werk en diensten. Zowel opdrachtgevers als aan-nemers komen bijeen om open aan te geven waar knelpunten zitten en gaan komen. Aan de hand van de knelpuntanalyse wordt het programma voor het congres op 1 november bepaald. Zie ook www.i-maintain.nl/infra

andere bij de NVDO. De NVDO is volgens Klijn nog steeds onmisbaar. ‘Al is het alleen maar omdat de politiek een horizon van vier jaar heeft. De continuïteit moet dus uit clubs als de NVDO komen. In ieder geval richting over-heid, maar ook richting bestuurskamers van bedrijven want ook daar wordt veel te snel gewisseld.’ Adviezen voor de huidige bestuur-ders heeft hij niet, want hij vindt dat ze het voortreffelijk doen. ‘Tijdens algemene leden-vergaderingen of bedrijfsbezoeken merk je dat men alert is, en dat is heel goed.’ Mensen en techniekAdri Voogdt (60) is met de NVDO in aanra-king gekomen in zijn functie als manager bij

asset owner Dow in Terneuzen. ‘Dow bepaalde als Amerikaans bedrijf wel een beetje z’n eigen richting, maar toch kreeg ik op een gegeven moment het lidmaatschap toegespeeld’, aldus Voogdt. Hij heeft het grootste deel van zijn loop-baan bij Dow in Terneuzen gewerkt. ‘Ik ben een aantal jaren werkzaam geweest in de inspectiegroep en daarna kreeg ik een lei-dinggevende functie. De laatste tientallen jaren in het maintenance management. Ik heb met veel mensen en met heel veel tech-niek te maken gehad.’Na zijn vertrek bij Dow in verband met ver-vroegd pensioen, wilde Voogdt graag betrokken blijven bij de onderhoudswereld.

‘Dat doe ik in de vorm van adviseren en consulteren.’ Het NVDO-lidmaatschap heeft hij behouden op persoonlijke titel. ‘De bun-deling van krachten en het gezamenlijk sterk maken voor onderhoud is hiervoor een belangrijke reden. De NVDO probeert jonge mensen constant te activeren en ik juich dat van harte toe.’ Wezenlijk gevaarVeel bedrijven komen op het moment in de problemen door gebrek aan technische kennis, stelt Voogdt. ‘Er wordt wel heel veel geprofessionaliseerd, maar een aantal zaken lijkt door te schieten in de digitalise-ring van het pakket. Hierdoor dreigt het

Arjo Klein: ‘Als er ergens geen geld voor is, moet je het toch vrijmaken. Daar houd ik heel erg aan vast. En ook de NVDO is van dit aspect door-drongen.’

Adri Voogdt: ‘De omslag naar preventief en predictief onderhoud vind ik heel positief.’

062_63_65_MO_NVDO-artikel.indd 63 22-01-13 14:56

Page 4: I Maintain 01 2013

MaintNL 01 – 2013 65

echte onderhoudswerk - de technische ondergrond en onderbouwing - verloren te gaan.’ Voogdt is bang dat maintenance management in de toekomst alleen maar papieren management wordt. ‘Ik ben bang dat de techneuten, ook op hoger niveau, straks te veel theoretisch geschoold en te weinig praktisch onderbouwd zullen zijn. Dat is een wezenlijk gevaar.’

‘Het uitbesteden op zich is niet zo’n probleem, maar wanneer je ook alle kennis dreigt kwijt te raken, word je als asset owner heel kwetsbaar en afhankelijk.’

 Wat hem ook zorgen baart, is het feit dat de grote en middelgrote asset owners hun gehele maintenancepakket - inclusief alle kennis - gaan uitbesteden. ‘En dat bete-kent dat eigenaren van de apparatuur straks met een geweldige dip in hun main-tenancekennis komen te zitten. Het uitbe-steden op zich is niet zo’n probleem, maar wanneer je ook alle kennis dreigt kwijt te

raken, word je als asset owner heel kwets-baar en afhankelijk. De kennis moet zowel bij de serviceprovider als bij de asset owner aanwezig blijven, ook op organisa-torisch vlak. Je moét weten hoe je een onderhoudsstop moet organiseren. Zonder kennis van zaken, zal je budget al snel overschreden worden.’In de loop van de tijd is de aandacht voor onderhoud drastisch veranderd, meent Voogdt. ‘Er is een enorme financiële druk ont-staan, en die richt zich ook op onder-houd. Gelukkig heeft dit niet alleen nade-lige gevolgen. De omslag naar preventief en predictief onderhoud vind ik heel posi-tief. Men moest niet alleen langetermijn-oplossingen bedenken om de onder-houdskosten te drukken, maar men moest ook slimme verbeteringen aanbrengen in de manier waarop je onderhoud pleegt, zowel technisch als organisatorisch. Met conditioned based maintenance en moni-toring kun je goed predictief onderhoud doen. Hierdoor kun je ook shutdowns beter inplannen.’ VeiligheidWat veiligheid betreft moet de focus vooral gericht zijn op de bedrijfs- en procesveilig-heid, stelt Voogdt. ‘Als je door gebrek aan

onderhoudsstructuur, organisatorisch en technisch, achterstallig of kwalitatief slecht onderhoud krijgt aan je apparatuur, kunnen de gevolgen rampzalig zijn. Als manager heb je te maken met het hele pakket: bedrijfsvei-ligheid, procesveiligheid en persoonlijke veiligheid. In dat totaalplaatje moet je vaak keuzes maken. Uiteraard is het belangrijk de nadruk te leggen op persoonlijke veiligheid van de werknemers. Mogelijke ongevallen zijn echter goed te meten en - zoals gebleken - ook dikwijls te voorkomen. Onvoldoende aandacht voor onderhoud is daarentegen veel lastiger te traceren en kan op termijn voor grote problemen zorgen.’Ook de publieke opinie heeft volgens Voogdt een stempel gedrukt op de bedrijfs-voering en hoe je met persoonlijke veilig-heid omgaat. ‘En ik kan dat alleen maar toejuichen. Ik heb nog meegemaakt dat er best veel ongevallen gebeurden tijdens shutdowns. Toen werd dat veel makkelijker geaccepteerd. In de procesindustrie is men zeker op de goede weg met het terugdrin-gen van het aantal ongevallen. Mega-shutdowns met vele honderden werkuren zijn tegenwoordig dikwijls zo goed als ongevalsvrij.’ Een prestatie op wereldni-veau, vindt Voogdt. ‘Nu gaan we dit ‘gewoon’ volhouden en dan wel in alle bedrijfstakken.’ n

062_63_65_MO_NVDO-artikel.indd 65 22-01-13 14:56