hoe ook kansarmen talenten hebben … het verhaal van bs de suikerspin talentendag malle woensdag,...
TRANSCRIPT
Hoe ook kansarmen talenten hebben …Het verhaal van BS De Suikerspin
Talentendag Malle
Woensdag, 16 oktober 2013
Dieter Rodeyns
1. Het leven zoals het is …De Suikerspin
Het verhaal van Yunus
Ontwrichte thuissituatie
Huiselijk geweld
Gebrek aan liefde
Huiswerkproblemen
Dakloos
Financiële problemen
1. Het leven zoals het is …
‘Grimde’: kansarme buurt
2. Het leven zoals het is …
‘Grimde’: kansarme buurt
2. Het leven zoals het is …
Beschutte werkplaats
Doorstroom-woningen OCMW
2. Dagdagelijkse kansarmoede
Dialect
Werkloosheid en ziekte
Ruzie aan de schoolpoort
Te laat komen op school
Lege brooddoos
Gebroken families
2. Dagdagelijkse kansarmoede
Gebrekkige hygiëne
Onbetaalde facturen
Mama heeft geen geld …
Kinderen zorgen voor
kinderen
Moeilijk gedragdoor opvoedings-
problematiek
Taalbarrière
3. Situering van de school in cijfersBasisschool De Suikerspin heeft heel wat kansarme leerlingen.
Laten we dit even verduidelijken met wat cijfermateriaal.
Teldag: 1 februari 2013
Kleuteronderwijs: 104 leerlingen, 139 lestijden, 33 SES-lestijden
% op basis van vorig schooljaar
Aantal leerlingen
Lestijden per leerling
Aantal lestijden
Opleidingsniveau moeder 62 0,26710 16,5602
Thuistaal niet Nederlands 37 0,29116 10,77292
Schooltoelage 45,95 % 47,788 0,11917 5,694896
SES-lestijden kleuteronderwijs 33
3. Situering van de school in cijfers
Teldag: 1 februari 2013
Lager onderwijs: 118 leerlingen, 154 lestijden, 31 SES-lestijden
% op basis van vorig schooljaar
Aantal leerlingen
Lestijden per leerling
Aantal lestijden
Opleidingsniveau moeder 56 0,26710 14,9576
Thuistaal niet Nederlands 33 0,29116 9,60828
Schooltoelage 45,95 % 54,221 0,11917 6,4615166
SES-lestijden lager onderwijs 31
3. Wat hebben kansarme kinderen nodig?1. Zorg voor een warme school
De school moet voor kansarme kinderen een ‘warm nest’ zijn. Vaak missen
ze thuis liefde en geborgenheid. Pas wanneer een kind dat warme nest
ervaart, is het in staat zijn talenten te ontwikkelen.
2. Stel een vast en bekwaam zorgteam samen
Ken alle zorguren toe aan een beperkt aantal mensen. Zo krijgen de
‘zorgverantwoordelijken’ een gezicht en creëer je vertrouwen bij de
leerlingen.
3. Veroordeel niet, maar toon begrip
Als een kind dagelijks te laat komt of doodmoe in de klas zit, is
er meestal een onderliggende oorzaak.
3. Wat hebben kansarme kinderen nodig?4. Huiswerk maken? Lessen leren? Hoe doe je dat?
Huiswerk maken en lessen leren is niet voor elk kind vanzelfsprekend. Zorg
voor een goed huiswerkbeleid.
5. Leren met een lege boekentas
Alle materialen die een kind nodig heeft, koopt de school. Behalve een
boekentas, een turnpak en een zwempak.
6. Wees een flexibele, creatieve leerkracht
Kansarmoede vraagt een flexibele, creatieve aanpak van de teamleden bij
allerlei situaties die zich voordoen.
4. Werken met kansarme oudersWerken rond talenten is kinderen ‘kansen geven’. Het werken met
kansarmen heeft ervoor gezorgd dat wij als school het geweer
van schouder moesten veranderen, onze aanpak moest worden afgestemd
op ons doelpubliek. De samenwerking met kansarme ouders moest
helemaal anders verlopen.
Wat is belangrijk om weten bij het werken met kansarme ouders?
1. Kansarmen en onderwijs kunnen alleen toenadering vinden tot elkaar als
beide partijen échte luisterbereidheid, openheid en respect ervaren.
4. Werken met kansarme oudersWat is belangrijk om weten bij het werken met kansarme ouders?
2. Kansarme ouders krijgen vaak te horen dat ze allerlei dingen MOETEN
doen: ze moeten hun kind al heel vroeg naar de kinderopvang sturen, ze
moeten hun kind op 2,5 naar het kleuteronderwijs sturen, ze moeten zich
laten ondersteunen om te leren hoe ze de ontwikkeling van hun kind
kunnen ondersteunen, ze moeten zich beter informeren over het
schoolsysteem, ze moeten zus en zo…
4. Werken met kansarme ouders
Wat is belangrijk om weten bij het werken met kansarme ouders?
3. Al lijkt het niet altijd zo, toch is voor kansarme ouders de ontwikkeling van hun kinderen van cruciaal belang is. Zorgen dat hun kinderen een betere toekomst hebben, is voor kansarme ouders het allerbelangrijkste. Ze zouden alles voor hun kind doen, maar net dat houdt hen soms tegen. Als ze in de school of elders om ondersteuning vragen, hebben ze het gevoel dat zijzelf tekortschieten, en hun kind niet kunnen bieden wat het nodig heeft. Dan zijn ze bang dat hun kind afgenomen zal worden, dat ze tegen talige drempels aan zullen lopen en dat ze de leerkracht of ondersteuner onvoldoende zullen begrijpen. Dan weten ze niet meer wat er precies met hun kind gebeurt en worden ze terug geconfronteerd met hun eigen problematische verleden.
4. Werken met kansarme ouders
Wat is belangrijk om weten bij het werken met kansarme ouders?
4. We mogen de zorgen van kansarme ouders vooral niet negeren of weglachen. Alleen wie de zorgen van kansarme ouders erkent en er positief mee aan de slag gaat, kan écht het verschil maken. Alleen dan wordt de armoede geen generatie-armoede en bouwt een kind positief levensproject uit.
5. De stap voor kansarme ouders naar school is makkelijker als ze er mensen kennen die ze vertrouwen, die tevens makkelijk aanspreekbaar zijn.
5. Ouders willen betrokken zijn!Als je kinderen kansen wil geven om hun talenten te ontwikkelen, moet je
inzetten op ouderbetrokkenheid, Alleen door ouders mee in het verhaal te
nemen, zullen kinderen ook thuis gemotiveerd worden om in te zetten op
hun talenten.
Daarom hebben wij een aantal belangrijke pijlers binnen ons
kansarmoedebeleid:
1. Een respectvol, warm onthaal doet ouders terugkomen. Een positieve basishouding van teamleden laat kansarme ouders voelen dat ze welkom zijn.
2. De ouders vinden het belangrijk dat men op school de tijd neemt om naar hun verhaal en ervaringen te luisteren. Ze willen erkenning krijgen als ouders en au serieux genomen worden. Het is belangrijk dat teamleden actief luisteren, niet te vroeg oordelen en zich inleven in de zorgen van de ouders. Te vaak ervaren ouders dat ze als ‘slecht’ of ‘overbezorgd’ worden bestempeld.
5. Ouders willen betrokken zijn!Daarom hebben wij een aantal belangrijke pijlers binnen ons
kansarmoedebeleid:
3. Ouders verwachten inhoudelijke deskundigheid van leerkrachten, Ze willen advies en kennis op een begrijpelijke manier krijgen. Het lezen van brochures, brieven of websites lukt hen vaak niet, waardoor ze meer nood hebben aan mondelinge en concrete informatie over hun kind.
4. Ouders willen heel graag op de hoogte blijven van het ontwikkelingsproces van hun kinderen. Liefst in de vorm van persoonlijke gesprekken met de juf, meester, zorgcoördinator en directeur. Als ze tips krijgen rond opvoedingsondersteuning moet hen goed uitgelegd worden wat ze moeten doen, en waarom. Ze zijn bang om zelf vragen te stellen omdat ze vaak als ‘dom’ worden aanzien.
5. Ouders willen betrokken zijn!Daarom hebben wij een aantal belangrijke pijlers binnen ons
kansarmoedebeleid:
5. Als er continuïteit zit in de begeleiding (en geen voortdurende afwisseling van verschillende begeleiders), kan er een vertrouwensrelatie ontstaan. Ouders zijn ook zeer gevoelig voor de goede relatie tussen de begeleider en hun kind. De ouders vinden het erg belangrijk dat ze bij alle beslissingen rond het kind echte inspraak krijgen, en dat zij volwaardige partners blijven in de opvoeding van hun kind.
6. Ouders in armoede willen samenwerken met begeleiders en participeren in het begeleidingsproces. Ze willen mee-weten wat er met hun kind aan de hand is, wat er voor en met het kind gedaan wordt. Ze willen mee-denken en mee-beslissen over de hulp die hun kind geboden wordt. Een ondersteunende relatie is een relatie waarin kan worden samengewerkt in vertrouwen, waarbij ouders nauw betrokken worden en blijven omdat zij de ouders zijn, hun kind kennen en aanvoelen, betrokken zijn bij de ontwikkeling en toekomstperspectieven van hun kind.
6. Hoe krijgen wij onze ouders mee?Als we als school willen inzetten op talenten bij kinderen, is het noodzakelijk
om ouders mee te krijgen in het verhaal.
Dé randvoorwaarde is dus ouderbetrokkenheid.
Als school mogen we kinderen hopen kansen bieden om hun talenten te
ontdekken en te ontwikkelen, maar zonder de steun en begeleiding van hun
ouders wordt het veel moeilijker.
6.1. Drempelverlagend werken, verhoogt de ouderbetrokkenheid
Wij proberen als school ‘bereikbaar’ te zijn voor ouders. De teamleden zijn
zeer ‘aanspreekbaar’. We houden eraan om oog te hebben voor iedere
ouder, kansrijk of kansarm.
6. Hoe krijgen wij onze ouders mee?6.1. Drempelverlagend werken, verhoogt de ouderbetrokkenheid
We proberen kansarme ouders steeds het gevoel te geven dat ze met hun
problemen op school terecht kunnen.
We proberen als school vaak een brugfunctie te vervullen tussen ouders en
andere instanties:
- OCMW
- Thuisbegeleiding opstarten
- Aanvraag studietoelagen
- …
Ouders stellen op die manier vertrouwen in de school, wat de ontwikkeling van hun kind alleen maar ten goede komt.
6. Hoe krijgen wij onze ouders mee?6.2. Huisbezoeken
We horen vaak: “De ouders die we moeten zien, zien we nooit …”
Dat was en is in onze school eveneens het geval. Kansarme ouders willen
wel komen, maar zijn vaak niet in de mogelijkheid om te komen, of zijn bang
voor confrontatie.
Daar kunnen thuisbezoeken oplossing bieden:
- Niet op oudercontact telefoontje voor nieuwe afspraak thuisbezoek.
- Grote vakantie leerkracht bezoekt ‘nieuwe leerlingen’ op vraag van ouders.
Door op huisbezoek te gaan, zien teamleden vaak de thuiscontext waarin de kinderen opgroeien. Teamleden weten dan waarvoor ze vechten!
6. Hoe krijgen wij onze ouders mee?6.3. Aangepaste communicatie met ouders
Vaak is onze communicatie té moeilijk voor kansarme ouders.
Het verbaast ons dan dat ouders niet reageren op brieven.
- Daarom kiezen wij op school voor een duidelijke en eenvoudige
communicatie naar ouders, eventueel visueel versterkt met picto’s.
- Ouders weten dat ze terecht kunnen op school wanneer ze bepaalde
communicatie niet goed begrijpen.
- We maken ook vaak gebruik van tolken (PASTA).
6. Hoe krijgen wij onze ouders mee?6.4. Samenwerking met Centrum voor Basiseducatie (CBE)
Wij hebben een samenwerking met CBE Open School. Als basisschool
vervullen wij een brugfunctie om kansarme, ongeschoolde ouders in contact
te brengen met het CBE.
Als je leert, sta je sterker!
In onze maatschappij is het belangrijk om informatie te kunnen vinden en gebruiken. Dat heb je nodig om:
◾ je te kunnen ontplooien en zelfstandig te functioneren.
◾ mee te kunnen met nieuwe evoluties in de samenleving.
◾ verdere vormingen en (beroeps-)opleidingen te kunnen volgen.
◾ je kinderen te kunnen ondersteunen bij hun schoolontwikkeling.
6. Hoe krijgen wij onze ouders mee?6.4. Samenwerking met Centrum voor Basiseducatie (CBE)
Hoger opgeleide mensen hebben sowieso een stapje voor.
Zij hebben meer en betere toegang tot informatie.
Als ouders moeite hebben met basisvaardigheden (zoals lezen, schrijven, rekenen, met een computer werken), hebben ze die toegang niet. Ze hebben het dan veel moeilijker, raken geïsoleerd en vallen uit de boot.
De Centra voor Basiseducatie kunnen deze kansarme helpen!
Zij proberen de laaggeletterdheid en laaggecijferdheid in Vlaanderen weg te werken.
6. Hoe krijgen wij onze ouders mee?6.5. Verteltassen in de kleuterschool
Wat is een verteltas
Een verteltas is een tas met daarin een mooi prentenboek.
Een thema uit het boek is uitgewerkt met behulp van een informatief boek,
een educatief spelletje, een cd, attributen, een feedbackschriftje,...
Doelstelling van de verteltas
Ouderparticipatie en ouderbetrokkenheid
Het belangrijkste doel van de verteltasmethode is het betrekken van ouders
bij het onderwijs en bij de ontwikkeling van hun kind. Daarnaast dragen de
verteltassen bij aan integratie en maatschappelijke participatie.
6. Hoe krijgen wij onze ouders mee?6.5. Verteltassen in de kleuterschool
Doelstelling van de verteltas
Taalontwikkeling van ouder en kind
De verteltassen bieden veel materialen aan om op een speelse wijze de
woordenschat, het taalbegrip en het taalgebruik van kind en ouder
bevorderen.
Lees- en voorleesplezier vergroten
Door de verteltassen wordt de leesbeleving van kind en ouder gestimuleerd
en geprikkeld. Kinderen ervaren boeken op een plezierige, spannende
manier. Dat stimuleert kinderen om meer te lezen en ouders meer voor te
lezen.
6. Hoe krijgen wij onze ouders mee?6.5. Verteltassen in de kleuterschool
Welke verteltassen?
De plastas, de verjaardagstas, de taaltas, de rekentas, de kleurentas, de
ontdektas, …
6. Hoe krijgen wij onze ouders mee?6.6. Koffie- en theeochtenden
We organiseren op frequente basis een koffie- en theeochtend op school.
Doel:
- Gezellige samenkomsten met ouders
- Werking van de school wordt besproken
- Verschillende thema’s komen aan bod: aanwezigheden, aanvraag studietoelagen, werking met verteltassen, werking rond talenten, overgang K3 naar L1 …
- Ouders krijgen de kans om zelf thema’s te bespreken, om vragen te stellen.
7. Waarom werken aan talenten?Als school werken wij sinds twee schooljaren veel intensiever rond
talenten, omwille van drie kenmerken:
1. OP LEERLINGNIVEAU
Het werken rond talenten begint vanuit de kinderen zelf. We gaan de nadruk leggen op de groeikracht of de betrokkenheid van de kinderen zelf.
7. Waarom werken aan talenten?Als school werken wij sinds twee schooljaren veel intensiever rond
talenten, omwille van drie kenmerken:
2. OP LEERKRACHTENNIVEAU
Het werken rond talenten, stimuleert teamleden om met een andere bril naar
kinderen te kijken. Waar teamleden in het verleden té veel waren gefocust
op het observeren van tekorten bij kinderen, worden ze nu meesters in het
opmerken van talenten.
7. Waarom werken aan talenten?Als school werken wij sinds twee schooljaren veel intensiever rond
talenten, omwille van drie kenmerken:
3. OP SCHOOLNIVEAU
Werken rond talenten is niet eventjes een ‘leuk’ randfenomeen of een
tijdelijk project, maar het is fundamenteel kiezen voor
onderwijsvernieuwing: een vernieuwing waarin kinderen positief oriënteren
en kansen geven steeds centraal staan.
8. Werkvormen in BS De Suikerspin
8.1. Talentenster en talentenweide
Reeds in de kleuterschool werken we heel veel rond talenten.
De talentenster gebruiken we in de kleuterschool om positief gedrag te
benoemen als ‘talent’,
K1Focustalent: Vriendjes zijn
8. Werkvormen in BS De Suikerspin
8.1. Talentenster en talentenweide
K1Andere
focustalenten: Flink naar toilet, jas
aandoen, goed eten, fruit eten, …
8. Werkvormen in BS De Suikerspin
8.2. Talentenweide in kleuterschool en lagere school
Van kleuterschool tot en met 4e leerjaar wordt er ook gewerkt met de
talentenweide. Ieder kind heeft in de klas een bloemenhartje waarrond
bloemblaadjes met hun talenten worden opgehangen.
Kleuterschool: Vaste talenten: Vrienden zijn, luisteren, praten met elkaar, puzzelen, knippen, kleuren, knutselen, turnen,
computeren, …
L1-L2: Vaste talenten: Taal, rekenen, W.O., muziek, toneel, dans,
turnen, …
L3-L4: Kinderen schrijven de talenten zelf op de bloemblaadjes.
Elkaar talenten geven!
8. Werkvormen in BS De Suikerspin
8.2. Talentenweide
8. Werkvormen in BS De Suikerspin
8.2. Talentenweide
8. Werkvormen in BS De Suikerspin
8.2. Talentenweide
8. Werkvormen in BS De Suikerspin
8.3. MY DIGITAL ME Junior in L5 en L6
MY DIGITAL ME wil op een speelse manier uitzoeken wat toptalenten en
droomtalenten van de kinderen zijn en waarin ze nog verder zou willen
groeien. Via groepsactiviteiten en activiteiten die ze alleen uitvoeren, leren
ze zichzelf, maar ook de andere klasgenoten beter kennen.
Ze ontwerpen digitaal eigen T-shirts waarmee ze trots kunnen tonen wie ze
zijn, wat hen interesseert en wat ze allemaal nog willen bereiken.
8. Werkvormen in BS De Suikerspin
8.4. Talentenkring
Om de 14 dagen is er in elke klas een talentenkring, De talentenkring is
gekoppeld aan de talentenster, de talentenweide en MY DIGITAL ME.
Het is de uitlezen kans om kinderen over talenten te laten spreken:
Welke zijn je eigen talenten? Waarom vind je dat?
Welke talenten hebben anderen? Waarom vind je dat?
Het is ook een plaats waar kinderen talenten kunnen tonen.
8. Werkvormen in BS De Suikerspin8.5. Muzische en sportieve talenten
Kansarme kinderen hebben het vaak moeilijker met taal en rekenen.
Succeservaringen zijn cruciaal in de ontwikkeling van die kinderen.
Daarom benoemen we vaak hun succeservaringen als ‘een talent’:
“Dat heb je schitterend gedaan Jan, jij hebt een talent voor rekenen!”
Omdat taal en rekenen vaak wat stroever gaan, proberen we zeker ook in te
zetten op muzische en sportieve talenten. Je merkt vaak dat kansarme
kinderen zeer getalenteerd zijn op muzisch en/of sportief vlak.
8. Werkvormen in BS De Suikerspin8.5. Muzische en sportieve talenten
Kinderen ‘muzisch’ prikkelen
- De school geeft alle leerlingen de kans om 3 toneelvoorstellingen per schooljaar bij te wonen vanaf K2. Dit gebeurt uit eigen middelen!
- De school werkt samen met Jeugd en Muziek. Vanaf K3 maakt elke klas kennis met een muziekinstrument.
- Gedegen aanbod van alle muzische domeinen.
- De viering van de jarigen wordt muzisch aangepakt. Elke maand bereidt een klas de viering van de jarigen voor. Deze viering wordt volledig opgebouwd rond de talenten van de kinderen in de voorbereidende klas
“De Suikerspin’s got talent”.
8. Werkvormen in BS De Suikerspin8.5. Muzische en sportieve talenten
Kinderen ‘muzisch’ prikkelen
8. Werkvormen in BS De Suikerspin8.5. Muzische en sportieve talenten
Kinderen ‘muzisch’ prikkelen
8. Werkvormen in BS De Suikerspin8.5. Muzische en sportieve talenten
Kinderen ‘sportief’ prikkelen
Naast een gedegen aanbod binnen de lessen L.O., laten we de kinderen in de lagere school kennismaken met een waaier aan sporten door volgende activiteiten:
- De organisatie van sportinitiaties door verscheidene verenigingen.- De organisatie van middagsport op frequente basis.- De organisatie van 12 SVS-activiteiten op woensdagnamiddag.
8. Werkvormen in BS De Suikerspin8.5. Muzische en sportieve talenten
Kinderen ‘sportief’ prikkelen
8. Werkvormen in BS De Suikerspin8.5. Muzische en sportieve talenten
Als we als school muzische of sportieve talenten herkennen bij kinderen,
spelen we kort op de bal:
- Een gesprek met ouders over de talenten.
- Ouders de weg wijzen naar clubs, academies, …
- Ouders vergezellen bij een eerste bezoek aan een club of academie.
- Helpen om tussenkomsten aan te vragen bij het ziekenfonds, e.d.
9. Kansen voor talentenGelijke onderwijskansen is kinderen gelijke kansen geven.
Om kinderen gelijke kansen te geven, moeten we ze ongelijk behandelen.
Als school moeten we kinderen en hun gezinnen ‘op maat’ zorg verlenen
om hen optimale kansen te geven om hun talenten te ontdekken en te
ontwikkelen.
10. Het verhaal van AlperAlper kwam in 2006 met zijn gezin terecht in België. Fedasil besliste dat zij zich in Tienen moesten vestigen in een doorstroomwoning van het OCMW.
Deze woning ligt in dezelfde straat als de school, dus al snel kwamen zijn
ouders hem inschrijven. Alper kwam bij mij terecht in het 3e leerjaar.
Het gezin was zeer kansarm. De ouders konden niet gaan werken zonder papieren, zijn vader had zware Parkinson, zijn broertje zwaar autisme.
Alper had het zeer moeilijk met taal en rekenen, maar had een enorme aanleg voor sport.
Hij werd op school enorm aangespoord om zijn talent te ontwikkelen en al gauw schreven zijn ouders hem in bij een Tiense voetbalclub.
10. Het verhaal van AlperAlper werd steeds beter in voetbal en kreeg de kans op bij de jeugd in Genk te gaan spelen. Jammer genoeg moest het gezin uit praktische overwegingen verhuizen naar Genk.
In maart was ik supertrots
toen ik de krant las …
10. Het verhaal van Alper
10. Het verhaal van AlperDe school en de leerkracht maken dus wel degelijk het verschil.
Spoor kinderen aan om hun talenten te ontdekken, te ontwikkelen en hun
dromen te volgen!
Hoe ook kansarmen talenten hebben …Het verhaal van BS De Suikerspin
Talentendag Malle
Woensdag, 16 oktober 2013
Dieter Rodeyns