het kerndepartement van landbouw, natuur en ......2007/11/01 · elk onderdeel van het ministerie...
TRANSCRIPT
Doorlichting archiefbeheer van het kerndepartement van LNV
Erfgoedinspectie / Archieven November 2007
3 Erfgoedinspectie / Archieven
Inhoud
Algemeen beeld 5
1 Inleiding 7
1.1 De inspectie bij het kerndepartement van LNV 7 1.2 Leeswijzer 8
2 Juridisch en organisatorisch kader 9
2.1 Juridisch kader 9 2.2 Organisatorisch kader 10 2.3 Positionering informatiebeleid- en beheer 11
3 Analyse archiefbeheer 15
3.1 Archiefbeheer 15 3.1.1 Archiefvorming 16 3.1.2 Toegankelijkheid 20 3.1.3 Selectie en vernietiging 23 3.1.4 Overbrenging 26 3.1.5 Materiële duurzaamheid 27 3.1.6 Organisatieveranderingen 28 3.1.7 Aanbevelingen 30
3.2 Organisatie en middelen 30 3.2.1 Organisatie van de informatievoorziening 31 3.2.2 Kaders en verantwoording 34 3.2.3. Personeel 37 3.2.4 Archiefruimten 38
3.3 Aanbevelingen 40
Reactie van de secretaris-generaal 43
Nawoord van de hoofdinspecteur 45
Bronnen 47
Afkortingen 51
Colofon 53
Doorlichting archiefbeheer van het kerndepartement van LNV
4 Erfgoedinspectie / Archieven
5 Erfgoedinspectie / Archieven
Algemeen beeld
Digitalisering van de informatiehuishouding is – zoals bij elke overheidsorganisatie - een
cruciale ontwikkeling. Het ministerie van LNV heeft een duidelijke, samenhangende
beleidsvisie ontwikkeld op het digitaal beheren van haar informatie. Daarbij streeft LNV
actief het op orde krijgen van de informatiehuishouding na. Dat heeft onder meer geleid tot
een uitvoeringsprogramma. Een essentieel onderdeel daarvan is de concentratie van de
medewerkers van de documentaire informatievoorziening (DIV) in een DIV-Share. Een
ander onderdeel is het opstellen van ordeningsplannen en andere instrumenten voor
archiefbeheer. Over de beleidsvisie en het programma zijn wij positief, omdat we
verwachten dat op deze wijze een stevige basis wordt gelegd voor een goed
informatiebeheer. Zo kan naar onze verwachting de DIV-Share de algemene kwaliteit van
het archiefbeheer bij de directies verhogen. LNV zal echter bij het implementeren van het
digitale archiefbeheer nog veel aandacht moeten besteden aan de verdere ontwikkeling en
toepassing van adequate beheerafspraken en -instrumenten. Daarbij vragen we
uitdrukkelijk aandacht voor tekortkomingen die wij in de huidige organisatie en uitvoering
van het archiefbeheer hebben geconstateerd.
De medewerkers lijken zich nog onvoldoende bewust van het belang van goed
archiefbeheer uit een oogpunt van bedrijfsvoering en verantwoording. Er is binnen de
verschillende directies weinig uniformiteit in beheerafspraken over archivering, en het
management besteedt weinig structurele aandacht aan kwaliteitsbewaking op dit terrein.
Het ministerie beschikt weliswaar over een regeling archiefbeheer, maar leeft deze
onvoldoende na. Te veel wordt nog gedacht dat de uitvoering van de beheerafspraken een
zaak van DIV is, terwijl elke medewerker daarin een eigen verantwoordelijkheid heeft. In dit
verband pleiten we voor een regelmatige inhoudelijke toetsing van kernthema’s in de
informatievoorziening, naast de managementverantwoording in het kader van de planning
en control.
In het feitelijke beheer constateren wij onder meer dat de dossiervorming onvolledig is. Het
is van belang de medewerkers op hun rol in de archiefvorming aan te spreken en hen hierin
adequaat te ondersteunen. Momenteel blijven teveel archiefbescheiden buiten het formele
archiefbeheer. Draagvlak voor de maatregelen is onmisbaar. Hierbij benadrukken we
vooral een herkenbare koppeling tussen werk- en informatieproces.
De toegankelijkheid van, en de samenhang tussen archiefbescheiden en dossiers laat te
wensen over, hetgeen een risico vormt voor de bedrijfsvoering en de verantwoording. Bij de
inrichting van een digitale beheersomgeving dient LNV die functionaliteiten in te bouwen
waarmee alle in het beheerssysteem opgenomen documenten en data integraal en in
samenhang toegankelijk en raadpleegbaar zijn.
Doorlichting archiefbeheer van het kerndepartement van LNV
Een andere tekortkoming is dat in een aantal gevallen vernietiging van archiefbescheiden
plaatsvindt zonder toepassing van de vigerende selectielijst en dat vernietiging onvoldoende
in documenten wordt verantwoord.
Het ministerie heeft een grote achterstand opgelopen in de selectie van haar archieven.
Deze wordt weliswaar in 2008 naar verwachting ingelopen, maar voorkomen moet worden
dat nieuwe achterstanden ontstaan. Vroegtijdige selectie (‘aan de bron’) is daarbij de
oplossing. Overigens heeft LNV deze werkwijze al in de archiefbeheersregels vastgelegd.
Het komt ook hier aan op het algemeen in praktijk brengen daarvan.
In 2006 stemde de Tweede Kamer in met de kabinetsvisie Informatie op orde. Vindbare en
toegankelijke overheidsinformatie. Daarin hebben de ministeries uitgesproken een aantal
actielijnen uit te voeren, onder meer gericht op digitalisering, het opstellen van een
baseline en het inrichten van een controlfunctie. Een aantal van onze bevindingen bij deze
inspectie hangen direct samen met deze actielijnen. We bevelen het ministerie aan de
betreffende verbeteracties mede langs de lijn van de visienota te realiseren.
6 Erfgoedinspectie / Archieven
7 Erfgoedinspectie / Archieven
1 Inleiding
De Erfgoedinspectie houdt toezicht op de naleving van de archiefwetgeving en de kwaliteit
van het archiefbeheer. We winnen hiertoe op verschillende manieren informatie in, op
grond waarvan we de kwaliteit van het archiefbeheer bij de centrale overheid beoordelen.
Onderzoeken, gerichte inspecties, inspecties naar aanleiding van een incident,
doorlichtingen en een jaarlijkse enquête vormen ons takenpakket.
Met een doorlichting toetsen wij de kwaliteit van het archiefbeheer. Op basis van
interviews en waarnemingen vormen wij ons oordeel over het archiefbeheer. Het
doorlichten van het archiefbeheer vindt zo veel mogelijk gestandaardiseerd plaats. Op die
manier zijn de uitkomsten van de doorlichting goed met andere rapportages te vergelijken.
Deze doorlichting had tot doel een algemeen beeld te krijgen van het archiefbeheer bij het
kerndepartement van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV). Tot het
kerndepartement rekenen wij de minister, de ambtelijke leiding en de centrale, in Den
Haag gevestigde beleids- en stafdirecties. De uitvoerende diensten en de inspecties vallen
daarmee buiten het bereik van deze doorlichting. Alleen waar het om de
departementsbrede taakuitvoering door de directie IFZ gaat, stappen we over deze
afbakening van de inspectie heen. Dit is bijvoorbeeld het geval bij het digitaliseringbeleid.
In fte’s gemeten telt het kerndepartement iets minder dan een kwart van het totale aantal
ambtenaren bij LNV.
1.1 De inspectie bij het kerndepartement van LNV
Van maart tot mei 2007 legden we bezoeken af bij de directies Informatiebeleid en
Facilitaire Zaken (IFZ), Internationale Zaken, Landbouw en bij het bureau Bestuursraad.
Voor een overzicht van de gesprekspartners verwijzen wij naar het bronnenoverzicht
achter in dit rapport.
De resultaten van deze bezoeken en observaties hebben wij vastgelegd in een
conceptrapportage. Deze geeft de stand van zaken per half mei 2007 weer. De rapportage
hebben wij in juli 2007 voorgelegd aan onze contactpersoon bij LNV tijdens de doorlichting:
de heer drs. P.N. Tromp, senior medewerker bij de directie IFZ. We hebben hem gevraagd
de bevindingen te controleren op feitelijke onjuistheden, en eventueel aanvullingen te
geven op de tekst. Hierbij hebben we hem gevraagd zijn reactie af te stemmen met de
overige betrokkenen bij de doorlichting. Dit commentaar is in de definitieve
conceptrapportage verwerkt.
Doorlichting archiefbeheer van het kerndepartement van LNV
In oktober 2007 hebben we de definitieve conceptrapportage aan de secretaris-generaal
voorgelegd met het verzoek te reageren op de aanbevelingen in hoofdstuk 3. De reactie is
opgenomen als hoofdstuk 4 en voorzien van een nawoord van de hoofdinspecteur van de
sector Archieven van de Erfgoedinspectie in hoofdstuk 5.
1.2 Leeswijzer
Dit rapport geeft in hoofdstuk 2 het algemene kader weer, waarbinnen het archiefbeheer
van het kerndepartement van LNV plaatsvindt. In hoofdstuk 3 geven we een analyse van het
archiefbeheer bij het kerndepartement van LNV. Paragraaf 3.1.7 en 3.2.5 van dit hoofdstuk
bevatten onze aanbevelingen voor de verbetering van het beheer. In het algemene beeld
voorin dit rapport hebben we onze voornaamste bevindingen gegeven en enige - naar onze
mening wezenlijke- aanbevelingen gedaan.
De hoofdzaken van het rapport zijn in de volgende delen te vinden:
- het algemene beeld voor in het rapport;
- de aanbevelingen in paragraaf 3.1.7 en 3.2.5;
- de reactie van de secretaris-generaal in hoofdstuk 4 [toe te voegen in definitieve
versie];
- het nawoord van de hoofdinspecteur in hoofdstuk 5 [toe te voegen in definitieve
versie].
Deze delen zijn vooral bestemd voor het verantwoordelijke management. In de overige
delen van het rapport staan onze bevindingen en oordeelsvorming. Deze zijn vooral bedoeld
voor de informatiespecialisten.
8 Erfgoedinspectie / Archieven
9 Erfgoedinspectie / Archieven
2 Juridisch en organisatorisch kader
Allereerst beschrijven we in dit hoofdstuk het wettelijk kader van de doorlichting van het
archiefbeheer. Vanzelfsprekend horen - naast andere informatiewetten - de
hoofdbeginselen van de Archiefwet 1995, het Archiefbesluit 1995 en de ministeriële
regelingen in deze paragraaf thuis. Vervolgens besteden we kort aandacht aan de
organisatorische context waarbinnen het archiefbeheer bij het kerndepartement van LNV
plaatsvindt.
2.1 Juridisch kader
Met het beheren van overheidsinformatie zijn drie belangen gemoeid. Ten eerste draagt
een zorgvuldig archiefbeheer bij aan een effectieve en efficiënte bedrijfsvoering van het
overheidsorgaan. In het geval van het ministerie van LNV is bijvoorbeeld de
informatievoorziening rondom de Europese besluitvorming van groot belang.
Ten tweede behoren overheidsorganen verantwoording te kunnen afleggen over hun
handelen. Dat is bijvoorbeeld aan de orde bij het behandelen van een verzoek in het kader
van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob), bij structurele verantwoording, zoals bij de
VBTB (van beleidsbegroting tot beleidsverantwoording), en in het geval van een
parlementaire enquête. En ten derde behoort een deel van de archiefbescheiden van de
overheid tot ons cultureel erfgoed. Dat zijn de archieven die na twintig jaar worden
overgebracht naar een zogenaamde archiefbewaarplaats, waar ze blijvend voor iedereen
toegankelijk zijn.
Naleving van de Archiefwet 1995 zorgt ervoor dat deze drie belangen goed worden
gewaarborgd. De Archiefwet is namelijk de enige algemene wet die bepaalt op welke wijze
overheidsorganen met door hen opgemaakte of ontvangen informatie moeten omgaan.
Centraal beginsel is dat overheidsorganen hun archiefbescheiden in goede, geordende en
toegankelijke staat moeten brengen en bewaren. De wet, het Archiefbesluit 1995 en de
ministeriële regelingen werken deze zorgplicht verder uit. We noemen hier enkele cruciale
bepalingen die uit het hoofdbeginsel van de Archiefwet volgen:
• Een overheidsorgaan is verplicht om voldoende deskundig personeel in dienst te
hebben, zodat het archiefbeheer conform de wettelijke en interne eisen kan
plaatsvinden.
• Een volledig overzicht is vereist van de archieven die de organisatie beheert. Dat
overzicht en (geautomatiseerde) toegangen zorgen ervoor dat bekend is welke
informatie wordt beheerd en dat de informatie volledig toegankelijk en daardoor
raadpleegbaar is.
• Een overheidsorgaan is verplicht de stukken die tot het culturele erfgoed behoren
tijdig over te brengen naar een archiefbewaarplaats. Voor het kerndepartement
van LNV is dat het Nationaal Archief in Den Haag.
Doorlichting archiefbeheer van het kerndepartement van LNV
• Een overheidsorgaan is verplicht de organisatie van het archiefbeheer te regelen in
interne beheersregels. In het geval van het ministerie van LNV zijn dit de
Beheersregels documentaire informatievoorziening LNV 2003.
Met deze archiefbeheersregels bestaat er getrapte regelgeving voor het archiefbeheer:
• de Archiefwet 1995, het Archiefbesluit 1995 en de ministeriële regelingen1;
• de archiefbeheersregels waarin het ministerie verantwoordelijkheden regelt en de
basis voor het archiefbeheer legt;
• interne regelingen, zoals werkinstructies en procedures als handvatten voor de
dagelijkse werkzaamheden.
De Archiefwet is sinds de oprichting van het ministerie van Landbouw in 1935 van
toepassing op het archiefbeheer van de organisatie.
Een overheidsorgaan heeft bij het beheren van informatie ook te maken met andere
wetten. De bekendste wetten zijn de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) en de Wet
bescherming persoonsgegevens (Wbp). De Wbp stelt voorwaarden aan het beheren van
persoonsgegevens. De Wob geeft elke burger het recht om bij een overheidsorgaan
informatie op te vragen. Een informatieverzoek op grond van de Wob kan een
overheidsorgaan alleen zorgvuldig afhandelen als zijn informatie goed op orde is. En de
bescherming van persoonsgegevens is niet gewaarborgd als binnen een overheidsorgaan
niet bekend is op welke plaatsen (persoons-)gegevens beheerd worden. Vandaar dat de
Archiefwet ook bij de naleving van deze andere informatiewetten een cruciale rol speelt.
2.2 Organisatorisch kader
In deze paragraaf bespreken we de organisatie van het ministerie van LNV. Een korte
beschrijving van de organisatie is relevant voor een analyse van het archiefbeheer, omdat
elk onderdeel van het ministerie van LNV bij de uitvoering van zijn taak archiefbescheiden
opmaakt en ontvangt. Dat betekent dat al deze onderdelen archiefvormers zijn en dat hun
e-mail, interne notities, brieven en verslagen onder de werking van de Archiefwet 1995
vallen.
De hoofdstructuur van het ministerie bestaat momenteel uit de volgende onderdelen2:
1 Regeling duurzaamheid archiefbescheiden, Regeling geordende en toegankelijke staat archiefbescheiden,
Regeling bouw en inrichting archiefruimten en archiefbewaarplaatsen. 2 De volgende informatie is ontleend aan Dit is LNV, Introductiedossier ministerie LNV, pp. 119-120
(Overzicht van de organisatiestructuur), gepubliceerd op www.minlnv.nl.
10 Erfgoedinspectie / Archieven
Doorlichting archiefbeheer van het kerndepartement van LNV
• De politieke leiding (de minister);
• de algemene ambtelijke leiding, verenigd in de Bestuursraad;
• zes centrale stafdirecties;
• tien centrale beleidsdirecties;
• zes uitvoerende diensten en inspecties;
• drie projectdirecties;
• vertegenwoordigingen in het buitenland;
• (secretariaten) van onafhankelijke, niet-ambtelijke raden en commissies.
De minister wordt ondersteund door de ambtelijke leiding van het departement, de
Bestuursraad. Deze bestaat uit de secretaris-generaal en de drie directeuren-generaal. De
raad is verantwoordelijk voor de departementale beleidsontwikkeling, beleidsuitvoering en
bedrijfsvoering. De leden van de bestuursraad zijn samen verantwoordelijk voor het
departementale beleid, en afzonderlijk voor de sturing en het beheer op de hun toebedeelde
beleidsterreinen. De Stuurgroep Concern Bedrijfsvoering(SCB) adviseert de Bestuursraad
over bedrijfsvoeringzaken. In de SCB zijn de leden van de Bestuursraad, alle stafdirecties,
één uitvoeringsdirectie en één beleidsdirectie vertegenwoordigd. Op directieniveau is er ten
slotte het overleg van het managementteams, waaraan de hoofden bedrijfsvoering
deelnemen. De managementteams adviseren het Directeurenoverleg.
2.3 Positionering informatiebeleid- en beheer
In deze paragraaf beschrijven we hoe het informatiebeleid en -beheer bij het ministerie van
LNV is georganiseerd3. Eerst bespreken we de taken en verantwoordelijkheden van de
directies op dat terrein, daarna die van de ‘specialistische’ directies: de stafdirectie IFZ en
de dienst DICTU. Het gaat hier om de formeel organisatorische aspecten; in paragraaf 3.1
en 3.2 gaan we in op de werking van de organisatie.
Directies en uitvoering DIV
De directeuren van de staf- en beleidsdirecties zijn verantwoordelijk voor de documentaire
informatievoorziening binnen hun directie, dit binnen de gestelde externe en interne kaders
zoals archiefbeheersregels en richtlijnen van de directeur IFZ. De beheersregels geven de
directeuren een ruime verantwoordelijkheid. Hun verantwoordelijkheid voor de
informatievoorziening binnen hun directie is expliciet in de beheersregels omschreven en
omvat bijna alle beheerstaken. De directeuren moeten daarom voorzien in de drie
3 De informatie van deze paragraaf is onder meer ontleend aan enige besluiten van het Ministerie van LNV:
Een voorgenomen organisatiebesluit van de Directie IFZ i.o. (2004), Een voorgenomen organisatiebesluit van
de afdeling Uitvoering van de directie Informatiebeleid en Facilitaire Zaken (2006) en Beheersregels documentaire informatievoorziening LNV 2003.
11 Erfgoedinspectie / Archieven
Doorlichting archiefbeheer van het kerndepartement van LNV
basisvoorwaarden voor archiefbeheer: voldoende, deskundig personeel, geschikte
archiefruimte en voldoende budget.
Directie IFZ: beleid en coördinatie
De directie IFZ ontwikkelt beleid en adviseert de departementsleiding over ICT,
documentaire informatievoorziening, inkoop, huisvesting en andere facilitaire zaken.
Daarnaast heeft IFZ op deze gebieden nog uitvoerende taken, zowel voor het gehele
ministerie (concern) als voor het hoofdgebouw.
Informatiebeleid
Op het terrein van de informatievoorziening voert IFZ vooral beleid, zoals uit de
directienaam blijkt. De afdeling Informatiebeleid van de directie IFZ adviseert de
departementsleiding (in het bijzonder de SCB) op het gebied van de bedrijfsvoering. Het
beleid betreft zowel de documentaire als de digitale informatievoorziening en omvat het
opstellen - of aanvaarden - en coördineren van de uitvoering van:
• kaders en normen, zoals departementale beheersregels, standaarden en
richtlijnen;
• architectuurdocumenten en beleidsplannen, zoals recentelijk de I-strategie LNV
2006-2010 ‘Verbinden met informatie’ (2006).
Verder vertegenwoordigt de directie LNV in ambtelijke overlegorganen, zoals in het
Interdepartementaal Overleg van Directeuren informatievoorziening (IODI) en in de
Stuurgroep Informatie op Orde. Elektronische dienstverlening en standaarden hebben
daarbij de bijzondere belangstelling van LNV. De directie IFZ vertegenwoordigt LNV in
Interlab en is betrokken bij het ontwikkelen van interdepartementale standaarden
(bijvoorbeeld het ‘Kernmodel’). LNV heeft een programma voor elektronische
dienstverlening ingericht.
Uitvoering (documentaire) informatievoorziening
Omdat de lijn- en beleidsorganisatie primair verantwoordelijk is voor de uitvoering van de
informatievoorziening, is de bemoeienis van IFZ daarmee beperkt. Een van de weinige strikt
uitvoerende taken is het opstellen van selectielijsten. Hiernaast heeft IFZ - op
concernniveau – vooral coördinerende taken, zoals bij:
• onderhoud van de vastgestelde selectielijsten;
• opstellen van generieke modellen voor decentrale beheerinstrumenten, zoals
documentaire structuurplannen (zie § 3.1.2);
• sluiten van raamovereenkomsten met betrekking tot de documentaire
informatievoorziening (zie § 3.2.4).;
• opslag, bewerking en overbrenging van archief (zie § 3.1.4);
12 Erfgoedinspectie / Archieven
Doorlichting archiefbeheer van het kerndepartement van LNV
• functioneel applicatiebeheer van bedrijfsondersteunende systemen waarvan IFZ
‘eigenaar’ is (zie § 3.1.2);
• (sinds kort) het Programma Digitalisering Kerndepartement.
De unit Back-Office Concern van de afdeling Uitvoering voert deze taken uit in
samenwerking met de decentrale onderdelen binnen het kerndepartement. Veelal is hier
een relatie van gedeelde verantwoordelijkheid. De advies- en begeleidingstaak werd bij de
laatste reorganisatie sterk gereduceerd, dit als gevolg van een herpositionering van taken
en voorgenomen resultaatverbeteringen in het informatiebeheer.
Facility, planning en control
De afdeling Facilitair Beleid stelt eisen vast voor de huisvesting, waaronder archiefruimten,
en is betrokken bij de inkoop en aanbesteding van kantoorartikelen, waaronder
archiefmaterialen. Onder de afdeling Toezicht en Control vallen de clusters Toezicht en
Control en Bedrijfsvoering. De afdeling houdt zich onder meer bezig met het uitvoeren van
de bedrijfsvoeringsmonitor.
Dienst ICT Uitvoering
In opdracht van de directies en diensten is een aparte dienst belast met de uitvoerende ICT-
taken. Deze dienst, afgekort tot DICTU, werkt voor het gehele departement.
13 Erfgoedinspectie / Archieven
Doorlichting archiefbeheer van het kerndepartement van LNV
14 Erfgoedinspectie / Archieven
15 Erfgoedinspectie / Archieven
3 Analyse archiefbeheer
Dit hoofdstuk beschrijft en beoordeelt op hoofdlijnen de kwaliteit van de
informatievoorziening bij het kerndepartement van LNV. We hanteren hierbij twee
invalshoeken:
• De kwaliteit van de informatievoorziening zelf. Vanuit deze invalshoek beoordelen
we voornamelijk of het archiefbeheer volgens de archiefwettelijke eisen en
procedures plaatsvindt.
• Beleid, organisatie en middelen. Met deze invalshoek brengen we een aantal
belangrijke randvoorwaarden voor goed archiefbeheer in kaart. Een analyse van
deze randvoorwaarden kan tekortkomingen aan de kwaliteit van het archiefbeheer
helpen verklaren.
De hierna volgende paragrafen beschrijven telkens eerst het toetsingskader dat wij
hanteren bij de behandeling van een onderwerp, waarbij we uitleggen waarom we die norm
hanteren. Vervolgens beschrijven we de situatie bij het kerndepartement van LNV onder
het kopje 'bevindingen'. Elke paragraaf sluit af met een conclusie.
3.1 Archiefbeheer
Voordat we ingaan op de vraag of de kwaliteit van het archiefbeheer bij het
kerndepartement van LNV voldoet, staan we eerst kort stil bij de vraag wat we eigenlijk
onder de begrippen 'archief' en 'beheer' verstaan.
Archief
Voor de term archiefbescheiden verwijzen wij naar de definitie in artikel 1 van de
Archiefwet 1995. Ter verduidelijking geven we aan dat hierbij gaat om 'procesgebonden
informatie'. Dat wil zeggen dat het om informatie gaat die opgemaakt of ontvangen wordt
als neerslag van de werkprocessen van een overheidsorgaan4. Het begrip
archiefbescheiden beperkt zich dus niet tot de stukken die in een postregistratiesysteem
zijn ingeschreven. Ook de vorm is niet van belang. Zowel papieren als digitale documenten,
maar ook gegevens vastgelegd in informatiesystemen vallen onder het begrip
archiefbescheiden5.
4 Met 'proces' bedoelen we zowel het primaire proces als het beleidsproces en het ondersteunende proces. 5 Archiefwet 1995, art. 1, onder c.
Doorlichting archiefbeheer van het kerndepartement van LNV
Naast interne memo's kunnen ook e-mail, concepten en aantekeningen tot het archief van
een organisatie behoren. De vraag of de documenten een rol spelen of hebben gespeeld bij
een werkproces, is bepalend voor het duiden van een document als een archiefstuk.
Beheer
Het beheer omvat de feitelijke werkzaamheden om de archiefbescheiden in goede,
geordende en toegankelijke staat te brengen en te bewaren. Onder archiefbeheer rekenen
we in elk geval de volgende activiteiten:
• Het vormen van (digitale) archiefbescheiden (§ 3.1.1);
• het in toegankelijk staat brengen en houden van de archiefdocumenten (§ 3.1.2);
• het tijdig en volgens de juiste procedure selecteren en vernietigen van archief (§
3.1.3);
• het overbrengen van te bewaren archief naar een rijksarchiefbewaarplaats (§
3.1.4);
• het bewaken van de duurzaamheid van documenten (§ 3.1.5);
• het organiseren van de archiefoverdracht bij een organisatieverandering (§ 3.1.6).
De hierboven opgesomde punten worden in de navolgende paragrafen toegelicht.
3.1.1 Archiefvorming
Toetsingskader
In deze paragraaf beschrijven we de wijze waarop bij twee werkprocessen documenten na
het opstellen of ontvangen ervan worden behandeld: de archiefvorming. De werkprocessen
worden bij de directies Landbouw en Internationale Zaken uitgevoerd. Deze beschrijving is
van belang om vast te stellen hoe binnen het ministerie de archiefvorming verloopt en of op
alle stukken het formele beheerregime wordt toegepast.
Met het formele beheerregime bedoelen we de interne afspraken, procedures en werkwijze
voor het archiefbeheer. Deze afspraken staan primair in de beheersregels (§ 3.2.2) en
kunnen in een ordeningsplan (§ 3.1.2) of in afzonderlijke procedures en protocollen
uitgewerkt zijn. Als stukken niet volgens die afspraken beheerd worden, neemt de
betrouwbaarheid van de informatievoorziening als geheel af. Het leidt tot risico’s als
onvolledige dossiers en ongeoorloofde vernietiging. Uiteraard moet het beheerregime
binnen het wettelijke kader vallen.
We toetsen op drie punten:
• de aanwezigheid van een formeel beheerregime en de bekendheid daarmee;
• de conformiteit van het beheerregime met de wettelijke eisen;
• de toepassing in de praktijk.
16 Erfgoedinspectie / Archieven
Doorlichting archiefbeheer van het kerndepartement van LNV
Bevindingen
Het formele beheerregime
Het formele beheerregime van LNV voor de archiefvorming is vastgelegd in de
Beheersregels documentaire informatievoorziening LNV 2003. Bij een klein aantal directies
(vijf van de zestien) zijn de beheersregels uitgewerkt in een zogeheten ‘documentair
structuurplan’ (DSP). Dit is in een gezamenlijk project gebeurd, waaraan ook de directie
Landbouw deelnam.
In navolging van de Archiefwet maken de beheersregels geen onderscheid tussen de ‘vorm’
van de archiefbescheiden (papier, digitaal). De beheersregels trekken uit deze gelijkstelling
echter geen consequenties en bieden op dit punt weinig praktische handvatten voor het
beheer. Evenmin bieden de beheersregels toereikende aanwijzingen voor een in de praktijk
werkbare uitleg van het begrip archiefbescheiden. Aanwijzingen voor de registratie van
archiefbescheiden gaan niet veel verder dan het noemen van enige uitgangspunten6.
Daarmee bieden de beheersregels op dit punt een smalle basis voor een uitwerking daarvan
bij de directies.
De afspraken bij de directies7 richten zich primair op de ‘schriftelijke’, papieren
archiefbescheiden (de post) en op de processen die via secretariaat en DIV-eenheid lopen.
Daarnaast is er enige aandacht voor e-mail, zowel de centraal inkomende als de e-mail via
persoonlijke e-mailboxen. Aan de veelvormige archiefvorming door de medewerkers geeft
het DSP echter vrijwel geen aandacht. Hetzelfde geldt voor de niet- geregistreerde
archiefbescheiden, waardoor mogelijk de indruk ontstaat dat deze niet relevant zijn.
Bij de toetsing van de werkprocessen bleek dat de kennis van het formele beheerregime
beperkt is bij de DIV-medewerkers. De term beheersregels is bekend, maar de inhoud is
moeilijk te interpreteren. De afspraken van het formele beheerregime zijn vrijwel niet
bekend bij de beleidsmedewerkers met wie wij spraken.
Conformiteit met het wettelijke kader
Het formele beheerregime van LNV heeft een aantal beperkingen die geen recht doen aan
de intenties van de Archiefwet, namelijk om de ‘procesgebonden informatie’ op te slaan en
zolang te bewaren als nodig is. De Archiefwet maakt hierbij geen onderscheid naar
registraties, formele organisatie of vorm van de archiefbescheiden.
6 Beheersregels documentaire informatievoorziening LNV 2003, toelichting art. 1 en 3. 7 We baseerden ons op het DSP van de directie Landbouw (2006).
17 Erfgoedinspectie / Archieven
Doorlichting archiefbeheer van het kerndepartement van LNV
Twee werkprocessen
De toetsing vond plaats bij de volgende werkprocessen:
• het voorbereiden van de deelname van de minister in het deelnemen van de
minister aan de Europese ministerraad;
• het vormen van beleid op het gebied van dierenwelzijn.
Deze werkprocessen worden uitgevoerd door de directie Internationale Zaken en de
directie Landbouw. We spaken met leidinggevenden, beleidsmedewerkers en DIV-
medewerkers. Wij hebben inzage gehad in de archieven en de registratiesystemen. De
geïnspecteerde directies en werkprocessen werden in overleg met onze contactpersoon bij
het ministerie gekozen. Hierbij hebben we rekening gehouden met het al dan niet
gestructureerde karakter van de werkprocessen. Hoewel de bevindingen bij de getoetste
werkprocessen niet representatief zijn, beschouwen wij deze als een indicatie van het
archiefbeheer bij het kernministerie.
De praktijk
De risico’s die we hierboven aangaven, worden in de toetsen bevestigd. Medewerkers
ontvangen of genereren documenten in verschillende ‘domeinen’: in een groepsdomein
(geregistreerde en gedistribueerde post; de groepsschijf), en in een persoonlijk domein (e-
mailbox, persoonlijke ‘schijf’, naslagwerk / documentatie, werkdossier). De formele
beheerafspraken hebben vooral betrekking op één domein: de geregistreerde en
gedistribueerde post. De DIV-unit heeft geen bemoeienis met het beheer van gegevens op
de netwerkschijven. Digitale documenten (bijv. e-mail) komen alleen als print in het
domein van de DIV-unit terecht. In welke mate dit gebeurt, is afhankelijk van het oordeel
van de behandelaar. Bij de toetsing bleek dat beleidsmedewerkers niet eenvoudig kunnen
vaststellen of documenten moeten worden aangemerkt als archiefbescheiden. In enkele
gevallen wordt e-mail die juridische of financiële gevolgen heeft, aan de DIV-unit
overgedragen. De digitale opslagmogelijkheid, in combinatie met de grote hoeveelheden,
vormt echter geen stimulans tot het uitprinten van digitale archiefbescheiden en het
opnemen daarvan in een dossier voor de DIV-unit. Hierbij komt nog dat het beheerregime
evenmin daartoe uitnodigt. Bij de directie Landbouw troffen we in de dossiers bij de DIV-
unit niet-geregistreerde stukken en vrijwel geen emailberichten aan.
In de regel is niet bekend welke archiefbescheiden ter ondersteuning van een beleidsproces
in een dossier terecht moeten komen. Bij een gestructureerd proces is dat mogelijk
gemakkelijker dan bij een – veelal als ‘ongrijpbaar’ gekenschetst - beleidsproces. Bij de
directie Internationale Zaken zagen we een voorbeeld van een gestructureerd werk- en
informatieproces. Bij de voorbereiding van een EU-Landbouwraad stelt daar het betrokken
secretariaat het papieren dossier voor de minister en andere delegatieleden aan de hand
18 Erfgoedinspectie / Archieven
Doorlichting archiefbeheer van het kerndepartement van LNV
van een procesbeschrijving samen. Daarmee is een standaard voor de dossiervorming in dit
werkproces verkregen. Met een dergelijke checklist kan een organisatie de
informatiebehoefte in een werkproces vastleggen.
Het naast elkaar bestaan van verschillende domeinen impliceert het bestaan van
verschillende informatieverzamelingen. Ze impliceren ook bijna altijd verspreide, en
meestal onsamenhangende informatie. Het risico is groot dat archiefbescheiden
onvoldoende toegankelijk zijn of dat zij voortijdig verloren gaan. De directie IFZ erkent deze
situatie in een recent beleidsdocument en merkt daarbij op dat ‘schaduw- en werkdossiers
veel completer en vollediger zijn dan de binnen LNV bekende en toegankelijke dossiers.’8
Het ministerie is druk doende de tering naar de nering te zetten door een digitale
beheeromgeving te creëren en daarboven vele andere voordelen uit de digitale
werkomgeving te halen. De voordelen van een digitale beheeromgeving zullen volgens ons
vergezeld moeten gaan van nieuwe afspraken over het beheerregime.
Toetsing archiefbescheiden in rode streepprocedure
Op nadrukkelijk verzoek van het ministerie besteedden we ook aandacht aan de zogeheten
rode streepprocedure, dit voor zover het archiefwettelijke aspecten betrof.
De afdoening van bestuurlijke stukken vindt plaats binnen de rode streepprocedure, zo
genoemd omdat dat soort stukken vanouds met een rode streep gemarkeerd worden. De
procedure onderscheidt zich, behalve door het bestuurlijke belang van de documenten,
door een grote betrokkenheid van verschillende directies bij de afhandeling.
Bij de inspectie hebben wij vastgesteld dat de afdoening van bestuurlijke stukken
plaatsvindt over meerdere directies die ieder een eigen (archief)beheersomgeving hebben.
Voor de concernbrede bewaking van de afdoening van bestuurlijke stukken is een aparte
applicatie (Delphi) operationeel. Het uitwisselen van informatie tussen de afzonderlijke
beheersomgevingen gaat gepaard met een keten van administratieve handelingen die
volgens afspraak en in samenhang binnen een vastgestelde tijd moeten worden uitgevoerd
door verschillende medewerkers bij de betrokken directies. In de opzet en het verloop van
de procedure hebben wij geen zaken aangetroffen die in strijd zijn met archiefwettelijke
bepalingen.
Conclusie
In het archiefbeheer bij LNV constateren wij dat de dossiervorming onvolledig is. Dit is
deels het gevolg van het feit dat medewerkers documenten in hun ‘persoonlijk domein’
beheren, waardoor deze onttrokken zijn aan de formele dossiers. Hiermee vallen deze
8 Generieke documentmanagementstandaarden (2006).
19 Erfgoedinspectie / Archieven
Doorlichting archiefbeheer van het kerndepartement van LNV
buiten het formele archiefbeheer. Het risico is daardoor groot dat de organisatie zich
onvoldoende kan verantwoorden naar politiek en burger, en de bedrijfsvoering niet naar
behoren kan ondersteunen.
3.1.2 Toegankelijkheid
Toetsingskader
Om informatie te kunnen raadplegen, moet deze toegankelijk zijn. Dat wil zeggen dat er
zodanige afspraken zijn over de ordening van informatie, dat documenten binnen een
redelijke termijn te raadplegen zijn. Vanzelfsprekend geldt dit voor alle archiefbescheiden
die een organisatie beheert, ongeacht de vraag of documenten te bewaren of op termijn te
vernietigen zijn en ongeacht het type documenten. Ook het beheer van digitale informatie
op gemeenschappelijke en persoonlijke schijven moet op een gestructureerde manier en
conform afspraken plaatsvinden, zodat ook deze stukken binnen het formele beheerregime
komen te vallen.
Om te waarborgen dat alle informatie binnen een organisatie binnen een redelijke termijn
terug te vinden is, is het implementeren van drie instrumenten noodzakelijk:
• een ordeningsplan, waarin afspraken staan over de plaats waar documenten
worden opgeborgen of opgeslagen;
• één of meerdere toegangen, waarin de feitelijke aanwezigheid van
archiefbescheiden en dossiers wordt vastgelegd. Meestal heeft de toegang de vorm
van een post- en dossierregistratiesysteem;
• een bestandsoverzicht, gebaseerd op een ordeningsplan. Hierin staan gegevens als
een beschrijving van de archiefbestanden, gegevens over de omvang en de periode
van de verschillende archiefbestanddelen.
Een volledig overzicht is, samen met de toegangen, in meerdere opzichten van vitaal belang
voor een organisatie. Ten eerste krijgt een organisatie inzicht in de kennis en informatie die
zij beheert en kan gebruiken. Ten tweede is een goede verantwoording van activiteiten
alleen mogelijk als de 'neerslag' van die activiteiten vindbaar is aan de hand van zo'n
overzicht. En ten derde kan een organisatie de archieven alleen volgens de regels beheren,
als men weet om welke archieven het gaat. Zo kunnen stukken niet per abuis wegraken, of
onbedoeld in de openbaarheid komen.
In een digitale omgeving zijn plannen en overzichten overigens niet toereikend om een
goede toegankelijkheid te waarborgen. Afspraken over en controle op migratie, conversie,
de inrichting en vervanging van systemen zijn onontbeerlijk om ook digitale bestanden
duurzaam toegankelijk te houden.
20 Erfgoedinspectie / Archieven
Doorlichting archiefbeheer van het kerndepartement van LNV
We gaan na of het kerndepartement beschikt over de drie genoemde instrumenten en
kijken hierbij naar de volledigheid en kwaliteit van de instrumenten. Gelet op onze
constateringen in paragraaf 3.1.1, bieden de instrumenten uiteraard alleen een structuur
en een toegang voor de documenten die als ‘archiefbescheiden’ in het beheersysteem zijn
opgenomen. Tot slot kijken we nog kort naar de duurzame toegankelijkheid.
Bevindingen
Ordeningsplannen
Het kerndepartement beschikt sinds kort over vijf ordeningsplannen, die door afzonderlijke
directies van het kerndepartement zijn opgesteld. De overige directies hebben nog geen
ordeningsplan.
De ordeningsplannen vormen bij LNV de kern van de documentair structuurplannen
(DSP’s). Een DSP bevat ook procedures en andere beheerinstrumenten (zie § 3.1.2). Vanuit
de directie IFZ is hiervoor een generiek model opgesteld. Dit model is onder coördinatie van
IFZ door de directies verder uitgewerkt. De resterende directies van het kerndepartement
zullen specifieke ordeningsplannen opstellen als voorbereiding op het implementeren in het
generieke DMS9.
Post en dossierregistraties
Registratie is volgens de archiefbeheersregels verplicht. Het kerndepartement beschikt
over toegangen in de vorm van post en dossierregistratiesystemen en bedrijfssystemen.
Vanaf de jaren tachtig is het registratiesysteem Arend gefaseerd bij de directies
geïntroduceerd. De opvolger hiervan is Tracé. Ook dit systeem heeft een concernbrede
toepassing. Per directie is een aparte beheersomgeving ingericht. De applicatie Delphi
biedt inzicht in de verblijfplaats van bestuurlijke stukken die tussen de beheersomgevingen
worden uitgewisseld.
Voor zover de Regeling geordende en toegankelijke staat archiefbescheiden eisen stelt aan
de vindbaarheid via een beheersysteem, voldoet Tracé daaraan gedeeltelijk. Zo bleek bij
een praktijktoets bleek dat het systeem niet goed in staat is tot het leggen van relaties
tussen geregistreerde archiefbescheiden die tot dezelfde zaak behoren. Dit vormt geen
archiefwettelijk probleem zolang de samenhang tussen de archiefbescheiden binnen de
fysieke dossiers is aangebracht. Het zoeken met gecombineerde zoektermen bleek
omslachtig. Het gericht zoeken naar archiefbescheiden vraagt hierdoor veel kennis en
improvisatietalent van degenen die met het systeem moeten werken.
9 Reactie doorlichtingsonderzoek LNV, 12 september 2007, IFZ/2007/1307
21 Erfgoedinspectie / Archieven
Doorlichting archiefbeheer van het kerndepartement van LNV
LNV verwacht dat de vindbaarheid van archiefbescheiden sterk zal toenemen als gevolg van
het implementeren van een document management systeem10.
Bestandsoverzicht
Tijdens de inspectie bleek dat LNV nog geen volledig overzicht heeft van de
archiefbestanden die onder haar bestuurlijke verantwoordelijkheid vallen.
Het systeem Tracé en de voorloper Arend bieden beperkte mogelijkheden tot het
registreren van beheersmutaties zoals de vernietiging, vervreemding, verwerving en
overbrenging van archiefbescheiden. Met de applicatie Discoverer kan het systeem een
overzicht bieden van de geregistreerde archiefblokken. De ordeningsplannen, voor zover
deze zijn opgesteld, bieden een overzicht van de aanwezige archiefbestanddelen. Voor een
volledig en actueel overzicht van uitgeplaatste semistatische archieven zijn de directies nog
sterk afhankelijk van de overzichten die externe beheerders aanleveren. Dat zijn de
Centrale Archiefselectiedienst (CAS) in Winschoten en het commerciële opslagbedrijf
waarmee LNV een raamovereenkomst voor het gehele departement heeft gesloten (zie §
3.1.3).
Tijdens de inspectie bleek dat LNV werkt aan verbetering van het beheersoverzicht ‘op
metaniveau’. Zo heeft IFZ in het kader van het project Wegwerken Achterstanden
Archieven (PWAA) een departementsbrede aanvullende inventarisatie van de
archiefbestanddelen uitgevoerd. De gegevens worden verwerkt in een applicatie voor
inventarisbeheer van de producent Planon b.v. Met de invoering van dit beheerssysteem
verwacht IFZ een beter overzicht te krijgen van de archiefbestanddelen die zowel binnen
het ministerie aanwezig zijn als van de bestanddelen die zijn uitgeplaatst. De applicatie van
Planon wordt niet geïntegreerd of gekoppeld aan Tracé, een toekomstig
documentmanagementsysteem of de systemen die de CAS en de externe commerciële
aanbieders hanteren.
Duurzaamheid
Als laatste punt in het toetsingskader hierboven wordt de duurzame toegankelijkheid
genoemd.
Met de introductie van het documentmanagementsysteem Livelink ECM eDOCS van
OpenText Corporation (voorheen bekend als Hummingbird) zal de registratie in Tracé
geleidelijk komen te vervallen. Nieuwe registraties vinden plaats in eDOCS en Tracé blijft
volgens plan raadpleegbaar zolang dat noodzakelijk is. Conversie zal niet plaatsvinden. Dit
vormt geen archiefwettelijk probleem zolang de registratiegegevens behouden blijven
totdat selectie, vernietiging en overbrenging van de betrokken documenten heeft
10 Reactie doorlichtingsonderzoek LNV, 12 september 2007, IFZ/2007/1307
22 Erfgoedinspectie / Archieven
Doorlichting archiefbeheer van het kerndepartement van LNV
plaatsgevonden11. Het geleidelijk uitfaseren brengt met zich dat Tracé nog geruime tijd
technisch moet worden ondersteund om de registratiegegevens toegankelijk te houden. Dit
zal ook inhouden dat in de komende jaren onder het personeel voldoende kennis aanwezig
moet blijven om Tracé te kunnen raadplegen. Te verwachten is dat over enige jaren de
bekendheid met het systeem onder het personeel sterk zal afnemen. Dit vormt een risico
voor de toegankelijkheid van de gegevens. LNV verwacht dit risico te beperken door de
Oracledatabase met de gegevens beschikbaar te houden en toegankelijk te maken via een
DMS interface12. Dit is een intermediair tussen de database en het DMS.
Het beheer van digitale informatie op gemeenschappelijke en persoonlijke schijven vindt
niet op een gestructureerde manier plaats en conform beheersafspraken. Het beheer van
deze stukken valt daardoor buiten het formele beheerregime. LNV heeft dit probleem
erkend. Het onderbrengen binnen een beheerregime vormde een van de reden voor de start
van het digitaliseringproject.
Conclusie
De toegankelijkheid van archiefbescheiden en dossiers laat sterk te wensen over. Dat
vormt grote risico’s voor de vindbaarheid van en de vereiste samenhang tussen
archiefbescheiden en versterkt het effect van onvolledige dossiervorming (zie § 3.1.1). Op
het niveau van de archief- en bestandsregistratie is bestendige vooruitgang geboekt.
3.1.3 Selectie en vernietiging
Toetsingskader
Vernietiging van archiefbescheiden mag uitsluitend plaatsvinden op grond van een
vastgestelde en geldende vernietigings- of selectielijst. Ook persoonsgegevens of
archiefbescheiden die persoonsgegevens bevatten, mogen niet worden vernietigd als zij op
een vernietigings- of selectielijst als te bewaren zijn aangemerkt. Hetzelfde geldt voor de
vernietiging van andere vertrouwelijke stukken en voor de vernietiging uit
registratiesystemen. Het tijdig opstellen, bijhouden en implementeren van selectielijsten
beperkt het risico van onrechtmatige vernietiging van archiefbescheiden.
Tijdige vernietiging na het verstrijken van de bewaartermijnen is verplicht.
Archiefvernietiging moet verantwoord kunnen worden. Van elke vernietiging moet daarom
een verklaring van vernietiging worden opgemaakt, die ten minste een specificatie bevat
11 De overbrengingstermijn voor blijvend te bewaren archiefbescheiden is gesteld op 20 jaar. De over te
brengen bescheiden dienen in een toegankelijke staat te verkeren zoals art. 3 van de Archiefwet 1995 voorschrijft. 12 Reactie doorlichtingsonderzoek LNV, 12 september 2007, IFZ/2007/1307
23 Erfgoedinspectie / Archieven
Doorlichting archiefbeheer van het kerndepartement van LNV
van de vernietigde documenten. Verder moet in de verklaring van vernietiging staan, op
grond waarvan en hoe de vernietiging heeft plaatsgevonden.
Bevindingen
Selectielijsten
Het ministerie beschikt nog niet over een volledige set selectielijsten. Dit blijkt uit een door
IFZ bijgehouden overzicht van selectielijsten die vastgesteld of nog in behandeling zijn. Van
de lijsten die voor de primaire werkprocessen van LNV bestemd zijn, was ten tijde van de
inspectie ongeveer twee derde deel vastgesteld.
De afdeling IFZ onderkent het probleem en schrijft de stagnatie toe aan een beperkte
capaciteit. Het op korte termijn afronden van het selectieinstrumentarium heeft voor haar
prioriteit. LNV heeft daarom besloten het (verder) opstellen van de resterende
selectielijsten uit te besteden aan de organisatie van het interdepartementale Project
Wegwerken Achterstanden Archieven (PWAA). LNV heeft toegezegd dat de selectielijsten
nog in 2007 gereed komen13. IFZ hoopt zich door de uitbesteding meer te kunnen toeleggen
op het onderhouden en actualiseren van selectielijsten.
Achterstanden bij vernietiging. Waarom?
Het kernministerie heeft achterstanden bij het selecteren en vernietigen van
archiefbescheiden. Mogelijk ontstaan er achterstanden, doordat dossiers te lang op de
kamers van medewerkers blijven berusten. Het ontstaan van achterstanden blijkt ook te
worden veroorzaakt door het ontbreken van geldige selectielijsten. Dit tekort gold tien jaar
geleden nog meer dan nu. Een andere reden voor de achterstand is dat de selectielijsten
moeilijk toe te passen zijn, zo bleek bij ons bezoek aan de directies. IFZ bevestigt deze
bevinding14. De omschrijvingen in de selectielijsten sluiten niet altijd goed aan op de
werkprocessen bij de directies, of op de bestaande ordening. Ook komt het voor dat
medewerkers de lijsten niet toepassen doordat de formulering van de lijsten als te abstract
wordt ervaren. Speciale training van de DIV-medewerkers, vertaalslagen naar
afdelingsspecifieke lijsten en het toepassen van systemen15 lijken hierin geen verbetering
te hebben gebracht. Voorgaande opmerkingen betekenen niet dat de directies de ter
beschikking staande lijsten helemaal niet toepassen. Het bleek dat bij iedere LNV-directie
selectie plaatsvindt, ongeacht de bewerkingsafspraken gemaakt met de Centrale Archief
Selectiedienst en het Project Wegwerken Archiefachterstanden. Hierbij moet woprden
opgemerkt dat volgens zeggen van IFZ de overgrote meerderheid van de
13 Reactie doorlichtingsonderzoek LNV, 12 september 2007, IFZ/2007/1307
14 Reactie doorlichtingsonderzoek LNV, 12 september 2007, IFZ/2007/1307
15 Reactie doorlichtingsonderzoek LNV, 12 september 2007, IFZ/2007/1307
24 Erfgoedinspectie / Archieven
Doorlichting archiefbeheer van het kerndepartement van LNV
selectie(beslissingen) pas na overdracht aan de CAS plaatsvindt, en dus niet bij de directies
zelf.
Achterstanden bij vernietiging: stand van zaken
Op grond van voorgaande kan het ministerie geen precieze opgave doen van de omvang van
de achterstand van de archiefvernietiging. LNV beschikt volgens eigen opgave over 4.683
m1 archief van voor 1976 dat voor een selectie in aanmerking komt. Het betreft hier een
departementsbrede inventarisatie die ook betrekking heeft op de selectie ten behoeve van
overbrenging naar het Nationaal Archief. Voor de periode 1976-1995 bedraagt dit bestand
7.744 m1. Voor de periode van 1996 tot heden wordt de omvang van het te selecteren
archief geschat op bijna 29 km1. De inventarisatie die het ministerie recentelijk heeft
uitgevoerd, was aanvullend op de eerdere interdepartementale inventarisatie in het kader
van het PWAA-project. Momenteel vindt nog een inventarisatie bij alle ministeries plaats
van de digitale bestanden in de periode 1976-1999, dit in het kader van Informatie op Orde.
Wegwerken van achterstanden
De CAS en de interdepartementale projectorganisatie PWAA zullen de achterstanden tot
1976 bewerken. Daartoe is volgens LNV voldoende capaciteit. Volgens haar is deze
capaciteit zodanig dat ook de archieven van 1976-2000 aangepakt kunnen worden. Alle
directies van LNV participeren in deze inhaalacties. Het convenant met de PWAA-
organisatie over de bewerking van de achterstanden tot 1976 is medio mei 2007
ondertekend. Uitvoering zal in 2008 – vóór beëindiging van het PWAA-project in 2009 -
afgerond moeten worden. De selectie en vernietiging van de archieven van na 1996 zullen
naar verwachting door eigen medewerkers worden uitgevoerd.
Onrechtmatige vernietiging
In een aantal gevallen heeft onrechtmatige vernietiging plaatsgevonden. We bedoelen
hiermee dat de DIV-eenheid zonder een toepasselijke selectielijst of categorie (‘handeling’)
vernietigt. Wel wordt de beslissing over vernietiging of bewaring afgestemd met de
betrokken medewerker. Over het verdwijnen van archiefbescheiden als gevolg van
onvolledige archiefvorming spraken we al in paragraaf 3.1.1.
Verantwoording van de vernietiging
Volgens de beheersregels van LNV is de directeur namens de minister verantwoordelijk
voor vernietigingen binnen zijn directie. Bij de inspectie kon niet worden vastgesteld of in
alle voorkomende gevallen verklaringen van vernietiging zijn opgemaakt. Bij de
geïnspecteerde directies, waaronder IFZ, waren de verklaringen niet ‘als set’ te
produceren. Tijdens het inspectiebezoek bleek dat LNV als zorgdrager niet in staat is om
een overzicht te bieden van vernietigde archiefbescheiden.
25 Erfgoedinspectie / Archieven
Doorlichting archiefbeheer van het kerndepartement van LNV
In de twee gevallen waarin we wel inzage hebben gehad in verklaringen van vernietiging,
constateerden we dat deze niet voldeden aan de archiefwettelijke eisen met betrekking tot
specificatie, grondslag en de wijze van vernietiging. Voor het laatste zou een bijgevoegd
bewijs van vernietiging door het destructiebedrijf kunnen dienen. De beschrijvingen van de
te vernietigen dossiers vormen een aandachtspunt. Hierdoor voldoen de verklaringen
evenmin aan de archiefbeheersregels (zie bijvoorbeeld het model in bijlage 5).
Voorkomen van nieuwe achterstanden
Eerder in deze paragraaf (zie ‘achterstanden bij vernietiging’) signaleerden we dat de
maatregelen van LNV om de toepasbaarheid van selectielijsten te verhogen, nog niet tot
het gewenste resultaat hebben geleid. Dit komt volgens ons vooral doordat er nog geen
hanteerbare ‘interface’ tussen deze lijsten en de praktijk van de werkprocessen is gemaakt.
Ook in de recentelijk opgestelde DSP’s (zie § 3.1.2) komt deze niet voor.
‘Selectie aan de bron’ is een van de eisen die aan het nog in te voeren eDOCS gesteld
wordt16. Aan deze functionaliteit moet nog bij het ministerie handen en voeten gegeven
worden. Er zijn echter al directies waar het principe werkt, zoals we bij de directie
Landbouw constateerden. Daar is zowel in het post- en dossierregistratiesysteem Tracé als
op de archiefdozen de selectiebeslissing al aangebracht.
Conclusie
LNV geeft aan nog dit jaar over een volledige set selectielijsten te beschikken. Daarover
ben ik positief. Met instemming stel ik vast dat LNV voorbereidingen treft ook de
achterstand over de periode 1976 -1999 aan te pakken. Bezorgd heb ik echter moeten
constateren dat vernietiging niet altijd rechtmatig – volgens een geldige selectielijst -
plaatsvindt. Hierbij komt dat de verantwoording van de vernietiging niet conform de
wettelijke eisen en de interne beheersregels plaatsvindt.
3.1.4 Overbrenging
Toetsingskader
Het kerndepartement van LNV moet de blijvend te bewaren archiefbescheiden die ouder
zijn dan twintig jaar, op planmatige wijze overbrengen naar het Nationaal Archief. De
Archiefwet 1995 geeft daarbij een speling van tien jaar. Uiterlijk in 2007 moeten dus de
archieven zijn overgebracht uit de periode tot 1977. Zowel een tijdige selectie als een
adequate verantwoording daarvan wordt hierdoor sterk vergemakkelijkt.
16 Selectie aan de bron betekent dat al bij de archiefvorming of uiterlijk bij de archivering een
selectiebeslissing wordt toegekend.
26 Erfgoedinspectie / Archieven
Doorlichting archiefbeheer van het kerndepartement van LNV
Bevindingen
Het kernministerie van LNV beschikt over archiefbescheiden die voor overbrenging in
aanmerking komen. In het recente verleden zijn volgens IFZ archieven overgebracht.
Overbrenging is echter afhankelijk van de aanwezigheid van selectielijsten. Zoals uit
paragraaf 3.1.3 bleek, zijn er achterstanden, zowel bij de selectielijsten als bij de selectie
voor vernietiging en overbrenging. Daardoor is ook de totale omvang van het uiteindelijk
over te brengen gedeelte niet bekend.
De achterstanden tot 1976 zullen volgens plan in 2008 via het PWAA-project weggewerkt
worden. Hierbij worden ook de achtstanden bij voormalige en inmiddels verzelfstandigde
diensten betrokken (zie ook § 3.1.6). IFZ onderzoekt de mogelijkheden blijvend te bewaren
archiefbescheiden voortijdig over te brengen naar het Nationaal Archief. Het betreft hier
archiefbescheiden van na 1976.
De directies van LNV zijn formeel verantwoordelijk voor het selecteren en overbrengen
naar het Nationaal Archief. IFZ coördineert de bewerking en overbrenging bij de CAS en
toetst hierbij vooral de voortgang. De toetsing op de kwaliteit van de bewerking vindt op
hoofdlijnen plaats. Dit is een bewuste keuze omdat het Nationaal Archief de
bewerkingsplannen heeft goedgekeurd en tijdens de bewerking toetst of de kwaliteit van de
archiefbewerking en de toegankelijkheid voldoet aan de gestelde eisen.
Conclusie
Hoewel de inhaalactie zorgvuldig is voorbereid, kan de relatief korte doorlooptijd daarvan
een knelpunt vormen.
3.1.5 Materiële duurzaamheid
Toetsingskader
In de paragraaf over toegankelijkheid (§ 3.1.2) benadrukten we het belang voor digitale
documenten extra voorzieningen te treffen. Dat geldt niet alleen voor de toegankelijkheid
van digitale documenten, maar ook voor de duurzaamheid van de gegevensdragers, zoals
CD-ROM’s, waarop deze documenten zijn opgeslagen. De Regeling duurzaamheid
archiefbescheiden stelt eisen aan de materialen voor te bewaren documenten en hun
verpakking. Deze regeling bevat ook eisen aan de meer traditionele informatiedragers en
schrijfwaren. Tot slot zijn er ook eisen gesteld aan de eisen voor de verpakking van blijvend
te bewaren materiaal.
Om aan al deze voorschriften te kunnen voldoen, is het noodzakelijk dat reeds bij creatie
van documenten de juiste materialen worden gebruikt en dat documenten zo snel mogelijk
worden verpakt in de voorgeschreven materialen. Alleen op die manier kan worden voldaan
27 Erfgoedinspectie / Archieven
Doorlichting archiefbeheer van het kerndepartement van LNV
aan de eis uit het Archiefbesluit dat aan de documenten tenminste honderd jaar geen
noemenswaardige achteruitgang zal zijn te constateren.
Documenten die in het verleden zijn opgemaakt en die onvoldoende duurzaam blijken, moet
het overheidsorgaan laten conserveren of vervangen door reproducties die wel aan de eisen
voldoen.
Bevindingen
Bij de praktijktoetsen bleek dat duurzame archiefmaterialen beperkt worden toegepast. Zo
constateerden wij bijvoorbeeld dat archiefdozen worden gebruikt met ijzeren onderdelen.
Het betreft hier archiefbescheiden waarvan nog niet is vastgesteld dat deze voor
vernietiging of voor blijvende bewaring in aanmerking komen. In die situatie is de Regeling
overigens ook op de eerste categorie van toepassing17. Een ander voorbeeld is het
printerpapier dat niet aan de norm voldoet.
Vanuit de afdeling Informatiebeleid wordt de afdeling Inkoop op de hoogte gehouden van de
wettelijke eisen aan duurzame archiefmaterialen. De in 2001 vastgestelde eisen hebben
niet direct geleid tot een aanpassing van de toen lopende raamovereenkomsten. Inmiddels
zijn deze overeenkomsten aangepast aan de eisen van de Regeling. De archiefmaterialen
worden interdepartementaal ingekocht via een aanbesteding, die verloopt via het Centraal
Inkoopbureau. Bij archiefbewerkingen is overigens volgens IFZ nog niet gebleken dat de
staat van archiefbescheiden zodanig slecht was, dat conservering, herstel of vervanging
nodig was. LNV liet weten dat bij de aanschaf van nieuwe materialen in het kader van de nu
spelende renovatie van het hoofdgebouw op de duurzaamheidseisen zal worden
aangesloten.
Conclusie
LNV gebruikt materialen die niet aan de wettelijk voorgeschreven duurzaamheidseisen
voldoen (papier, dozen, omslagen, hechtmechanieken en dergelijke). Bij de aanschaf van
nieuwe materialen zal LNV op de duurzaamheidseisen aansluiten.
3.1.6 Organisatieveranderingen
Toetsingskader
Verantwoording van gevoerd beleid moet ook na een organisatieverandering mogelijk zijn,
aan de hand van het archief uit de periode vóór de reorganisatie. Normen voor de
archiefoverdracht bij ministeries zijn neergelegd in de Archiefwet 1995, in het Besluit
17 We stemmen dan ook in met de toelichting op art. 9 van de LNV-beheersregels, Stcrt. 2003, nr. 204, pag.
23 bovenaan.
28 Erfgoedinspectie / Archieven
Doorlichting archiefbeheer van het kerndepartement van LNV
archiefoverdrachten rijksadministratie (1988) en in de Aanwijzingen voor de regelgeving,
voor zover deze de zelfstandige bestuursorganen betreffen. Zorgdragers dienen ervoor te
zorgen dat het archief van de oude organisatie wordt afgesloten en dat het ‘eigendom’ van
dit archief goed geregeld wordt. Vuistregel is dat het afgesloten archief onder de zorg blijft
van de organisatie die deze heeft gevormd.
Bevindingen
In algemene zin heeft de minister enkele voorwaardelijke voorzieningen getroffen voor de
archiefoverdracht bij organisatieveranderingen. Deze voldoen aan alle wettelijke en niet-
wettelijke regelingen:
Ten eerste heeft de minister van LNV in de beheersregels voorschriften voor het
departement vastgelegd. Minstens zo belangrijk is de afbakening van de archiefwettelijke
zorg van de minister van LNV. LNV heeft in een tweetal documenten de reikwijdte van de
zorg nauwkeurig omschreven en deze in mandaat toebedeeld aan de directeuren en andere
diensthoofden18, dit ter uitvoering van art. 2 van de departementale archiefbeheersregels.
Bij de uitvoering van de voorschriften heeft IFZ en haar voorgangster IFA meermalen
geadviseerd over de voorzieningen die bij een organisatieverandering voor het
archiefbeheer moeten worden getroffen. Dit is gebeurd bij de verzelfstandiging van de
Dienst Landbouwkundig Onderzoek (DLO) in 1999-2000. Verder bij de oprichting van de
Voedsel- en Warenautoriteit in 2004-2005 (ministeries van VWS én LNV) en eveneens bij de
opheffing van de Organisatie ter Verbetering van de Binnenvisserij (OVB) in 2006. Bij de
laatste organisatieverandering is op initiatief van IFZ een wettelijke regeling tot stand
gekomen die geheel voldoet aan de eisen zoals neergelegd in het Besluit
archiefoverdrachten rijksadministratie19. LNV erkent daarin de verantwoordelijkheid voor
het archiefbeheer van de opgeheven OVB. Naar aanleiding van deze recente ervaringen
onderzoeken IFZ en het Bureau Bestuursraad de mogelijkheden om de archiefoverdracht
en het archiefbeheer met betrekking tot de zelfstandige bestuursorganen structureel deel
te laten uitmaken van het sturingsarrangement van LNV. IFZ is in opdracht van de
aansturende beleidsdirecties verantwoordelijk voor het feitelijke beheer van archieven van
opgeheven zelfstandige bestuursorganen en stichtingen op de beleidsterreinen van LNV.
Ook beheert IFZ op overeenkomstige wijze de archieven die departementsonderdelen tot
hun verzelfstandiging hebben gevormd.
18 Zie bijlage 3 in de archiefbeheersregels en het document Reikwijdte archiefzorg LNV en de verkaveling van
het beheer. Het laatste document wordt ook voor andere toepassingen gebruikt, zoals recentelijk voor de invoering van het BSN en het BIN. Op pag. 15 van dit laatste document wordt verwezen naar een Stamboom
LNV op LNV-web voor de rechtsvoorgangers van de in 2003 geïnventariseerde organisatieonderdelen. 19 Zie Handelingen Eerste Kamer, vergaderjaar 2005-2006, 30 211, A en Wijziging van de Visserijwet 1963
in verband met het vervallen van de Organisatie ter Verbetering van de Binnenvisserij en de sportvisakte alsmede enkele ander wijzigingen in deze wet (Staatsblad 2006, 476), in het bijzonder art. 4.
29 Erfgoedinspectie / Archieven
Doorlichting archiefbeheer van het kerndepartement van LNV
Conclusie
LNV besteedt zorgvuldig aandacht aan het regelen van archiefoverdrachten bij
organisatieveranderingen.
3.1.7 Aanbevelingen
Het is van belang dat heldere instructies worden opgesteld voor de vorming en beheer van
dossiers, dat medewerkers hierop worden aangesproken en dat structureel de volledigheid
van dossiervorming wordt gecontroleerd. Het verdient aanbeveling daarbij vast te leggen
welke informatie per werkproces minimaal moet worden gearchiveerd.
Bij de inrichting van een digitale beheersomgeving dient de organisatie die functionaliteiten
in te bouwen waardoor alle in het beheerssysteem opgenomen documenten en data
integraal en in samenhang toegankelijk en raadpleegbaar zijn.
Het is noodzakelijk dat LNV de medewerkers uitdrukkelijk instrueert zich bij vernietiging
aan de daartoe gestelde wettelijke en interne voorschriften te houden en hierop ook
structureel te toetsen. Dit zelfde geldt voor de wijze waarop vernietiging wordt
verantwoord. Om toekomstige achterstanden te voorkomen, moet vroegtijdige selectie voor
vernietiging en overbrenging in het archiefbeheer geïmplementeerd worden.
Gelet op de korte doorlooptijd van de achterstallige bewerking van de archieven tot 1976,
geef ik LNV in overweging de administratieve afhandeling daarvan binnen LNV tijdig in te
plannen en te bewaken.
Ik dring er op aan dat LNV de wettelijk voorgeschreven materialen gebruikt bij de materiële
verzorging van de archieven.
Het voornemen van LNV de archiefoverdracht bestuurlijk in te bedden in de
reorganisatieplannen, heeft mijn volledige steun.
3.2 Organisatie en middelen
Artikel 14 van het Archiefbesluit 1995 schrijft voor dat overheidsorganen
archiefbeheersregels hebben, dat er voldoende ruimte is voor hun archiefbescheiden en dat
er voldoende deskundig personeel beschikbaar is voor het archiefbeheer. In deze paragraaf
gaan we in op de vraag in hoeverre deze randvoorwaarden voor het archiefbeheer bij het
kerndepartement van LNV aanwezig zijn. Een analyse van deze randvoorwaarden kan
tekortkomingen aan de kwaliteit van het archiefbeheer helpen verklaren.
30 Erfgoedinspectie / Archieven
Doorlichting archiefbeheer van het kerndepartement van LNV
3.2.1 Organisatie van de informatievoorziening
Toetsingskader
In paragraaf 2.3 beschreven we de wijze waarop de informatievoorziening binnen het
kerndepartement van LNV georganiseerd is. In deze paragraaf behandelen we de vraag of
de organisatie van de informatievoorziening voldoende garanties biedt voor verantwoord
archiefbeheer. Bij de beoordeling hiervan kiezen we het begrip integraal informatiebeleid
als uitgangspunt. We zijn van oordeel dat een integrale benadering van de
informatievoorziening essentieel is, omdat deze benadering waarborgt dat alle
archiefbescheiden binnen het formele beheerregime komen te vallen (zie § 3.1.1). De
mogelijkheid stukken te traceren voor bedrijfsvoering, verantwoording en in een later
stadium historisch onderzoek is daarmee gewaarborgd. Voordat we ingaan op de
organisatie van het beheer en beleid binnen het kerndepartement van LNV lichten we het
begrip ‘integraal informatiebeleid’ eerst kort toe.
In een integraal informatiebeleid worden bibliotheek, archief, automatisering en
informatisering niet langer als afzonderlijke terreinen beschouwd. Deze terreinen vormen
één vakgebied, met één beleidsplan en één optimale organisatie. Organisatorisch betekent
dit bijvoorbeeld dat ICT en archiefbeheer vanaf een zelfde niveau worden aangestuurd.
Integraal informatiebeleid maakt het mogelijk dat specifieke archivistische kennis wordt
benut, bijvoorbeeld bij de inrichting van document management systemen. Deze
betrekkelijk nieuwe gedachte is vooral een gevolg van de voortgaande automatisering van
de informatievoorziening. Nog niet zo lang geleden waren er alleen papieren documenten.
De archiefafdeling was de enige afdeling die binnen een organisatie belast was met het
beheren van documenten. Maar we moeten ook de bestanden die het departement beheert
tot het archief rekenen, zoals de data in geautomatiseerde financiële systemen. Ook in die
gevallen gaat het om 'procesgebonden informatie'.
De kaders van een integraal informatiebeleid moeten vastliggen in een integraal
beleidsplan voor de informatievoorziening. Een dergelijk plan beschrijft de richting waarin
de informatievoorziening zich de komende jaren moet ontwikkelen. Een uitgewerkt schema
van de feitelijke werkzaamheden die de informatiebeheerders in het komende jaar moeten
verrichten hoort thuis in jaarplannen. Het is van belang dat jaarplannen voor de
informatievoorziening meetbare doelen bevatten, zodat het management hier goed op kan
sturen. Verder vinden we het raadzaam dat jaarlijks een verslag wordt opgesteld waarin
over de uitvoering van het jaarplan wordt gerapporteerd. Ook hierdoor wordt de kwaliteit
van de informatievoorziening beter aanstuurbaar.
31 Erfgoedinspectie / Archieven
Doorlichting archiefbeheer van het kerndepartement van LNV
Bevindingen
Met het formuleren van een integrale visie op het archiefbeheer van het ministerie is de
directie IFZ, afdeling Informatiebeleid belast. Deze werkt, zoals we in paragraaf 2.3 zagen,
departementsbreed. Hiermee is aan een van de voorwaarden voor een samenhangend
beleid voldaan. In haar rol als opdrachtgever stuurt IFZ ook de uitvoering van
gemeenschappelijke ICT-voorzieningen door de directie DICTU centraal aan.
Daarentegen zagen we dat de uitvoering van de informatievoorziening (zowel digitaal als
papier) volgens het decentrale bestuursmodel van ‘integraal management’ plaats vindt.
Naast voordelen heeft dit model ook nadelen. Zo kan door de kleinschaligheid het naleven
van de archiefwettelijke en interne departementale voorschriften in gevaar komen. Ook in
de toekomst blijft het decentrale model voor de uitvoering gehandhaafd. Wel wordt de
handelingsvrijheid van de integraal manager in de praktijk beperkter, doordat er een
hogere baseline in de vorm van gemeenschappelijke standaarden en werkwijzen komt.
Daarnaast wordt voor het kernministerie een shared service organisatie voor de DIV
ingevoerd. Digitalisering en DIV-Share zullen tot gevolg hebben dat de uitvoering bij de
directies uniformer wordt.
De voorziene veranderingen in de informatievoorziening zijn naar ons oordeel wel
overwogen. Sinds 2004 heeft het ministerie voor de informatievoorziening een breed
beleidsprogramma ontwikkeld en vastgesteld, bestaande uit een visie en een strategie (I-
strategie LNV 2006-2010: verbinden met informatie’, aug. 2006) en een
uitvoeringsprogramma (programma Modern Informatiebeheer en –gebruik of MIBG, jan.
2006). In een afzonderlijk document zijn de uitgangspunten en principes en voor LNV
geldende standaarden geformuleerd. Het geheel beoogt een informatiebeheer ‘onder
architectuur’ te realiseren. Met een digitalisering van de werkomgeving en daarmee de
informatievoorziening wil het departement een aantal doeleinden realiseren. Deze komen
neer op een verbetering en uitbreiding van de externe en interne informatie-uitwisseling,
van de dienstverlening aan burgers en bedrijven, van de interne kennisopslag en –gebruik
en van de actieve en passieve openbaarheid.
Het programma MIBG heeft drie resultaatgebieden gedefinieerd:
• standaarden en methoden voor informatiebeheer en –gebruik;
• realisering van een digitaal ‘documentenverkeer’ voor het kerndepartement;
• afstemming op projecten bij de uitvoerende diensten en informatiedeling.
De producten van het eerste resultaatgebied zijn inmiddels opgeleverd (Generieke
documentmanagement standaarden ofwel: G-DMS, 2006). Ze bevatten producten die
onmisbaar zijn bij het realiseren van de doelstelling van het tweede resultaatgebied. We
noemen hier het generieke ordeningsmodel en de LNV-metadataset. Hiermee voert LNV –
bij realisering - in het bijzonder eisen van Regeling geordende en toegankelijke staat
archiefbescheiden uit.
32 Erfgoedinspectie / Archieven
Doorlichting archiefbeheer van het kerndepartement van LNV
Het tweede en het derde resultaatgebied omvat een gefaseerde implementering van het
document managementsysteem (DMS) eDOCS in de periode 2006-2010. eDOCS wordt ook
als record management applicatie (RMA) ingericht. Het kernministerie wil met dit systeem
digitaal gaan archiveren en de openbaarheid van informatie vergroten door veel informatie
op het internet te publiceren. Op termijn zal eDOCS voor het kerndepartement met een
workflowapplicatie gecombineerd worden.
Een essentieel onderdeel van het MIBG-programma is de oprichting van een shared service
organisatie voor de (documentaire) informatievoorziening van het kerndepartement. Dit
houdt in dat de DIV-medewerkers, die nu bij de afzonderlijke diensten van het
kerndepartement werken, formatief per 1 januari 2008 bij de directie IFZ zijn
ondergebracht. Van daaruit worden ze volgens de huidige plannen bij de directies geplaatst
en aangestuurd (zie ook § 3.2.3). In dit verband constateerden we overigens bij een van de
directies enige huiver, omdat deze haar directe zeggenschap over het ondersteunende
(DIV-)personeel zou verliezen. Doel van de operatie is primair – door concentratie en
centrale aansturing – de algehele kwaliteit van de DIV-uitvoering bij het kernministerie te
verbeteren. DIV-Share wordt als een voorwaarde voor het slagen van de digitalisering bij
het kerndepartement gezien.
Zoals we al in paragraaf 3.1.1 aangaven, is het formele beheerregime voor de
documentaire informatievoorziening in de praktijk alleen van toepassing op de papieren
archiefbescheiden en –dossiers, voor zover deze bij of langs de DIV-eenheden komen. We
vinden daarom een digitale beheeromgeving voor digitaal opgemaakte en ontvangen
documenten nodig en urgent. In onze ogen is het slagen van een verantwoord
digitaliseringstraject dan ook belangrijk.
We hebben geen reden om, op basis van de geraadpleegde informatie aan te nemen dat aan
uitvoering van de digitalisering in zijn huidige opzet grote afbreukrisico’s verbonden zijn.
LNV heeft deze naar ons idee niet onderschat. Immers: er zijn de nodige testprojecten bij
verschillende directies uitgevoerd, er is programmageld beschikbaar en het programma
heeft de steun van het topmanagement. Er is ook aan twee andere belangrijke voorwaarden
voldaan, namelijk het voorzien in gemeenschappelijke standaarden en methodieken (G-
DSM) en het – op termijn - omscholen van informatiepersoneel (via DIV-Share). De
implementatietermijn van drie à vier jaar lijkt ons reëel.
Er zijn voor ons wel enige aandachtspunten. Zo is het niet duidelijk geworden hoe de
duurzame toegankelijkheid (beschikbaarheid) van de in het DMS opgeslagen
archiefbescheiden gerealiseerd wordt, anders dan door de aanschaf van de RMA-module. In
dit verband merken we nog op dat het ministerie nog geen aanvraag voor een machtiging
tot vervanging heeft ingediend bij het Nationaal Archief.
33 Erfgoedinspectie / Archieven
Doorlichting archiefbeheer van het kerndepartement van LNV
Een ander zorgpunt is de menselijke factor in het verandertraject. Onze
gesprekspartners hebben ons verzekerd dat daarin de nodige investeringen worden gedaan,
maar waartoe precies deze worden aangewend, is ons niet duidelijk geworden. Wij
constateerden tijdens de inspectie veel onduidelijkheid over de toekomstige rol van beleids-
en stafmedewerkers bij de digitale archiefvorming en wat dat betekent in termen van (hun)
bijscholing, ondersteuning en inbreng bij de herformulering van de werk- en
informatieprocessen. Het probleem doet zich volgens de IFZ-architect vooral voor bij de -
overwegend -ongestructureerde werkprocessen bij het kerndepartement, meer dan bij de
meer gekanaliseerde werkprocessen van de uitvoeringsdiensten. De relevante pilots
hebben overigens juist bij deze diensten plaatsgevonden. LNV heeft toegezegd om in 2008
de beleids- en stafmedewerkers bij de inrichting en de uitrol van het programma te
betrekken. De om- en bijscholing van DIV-medewerkers zal plaatsvinden in de eerste helft
van 2008 binnen het programma Digitalisering Kerndepartement20.
Een derde aandachtspunt is de audit van het traject. Verantwoording vindt plaats via de
gangbare managementlijnen en via het Management- en Controlsysteem (MCS), maar een
inhoudelijke toets is nog niet gepland. Voor de hand ligt dat de Auditdienst deze audit
uitvoert.
Conclusie
Organisatorische samenhang in het informatiebeleid is bij LNV gewaarborgd. Met het
vastgestelde beleidsprogramma bezit LNV naar mijn oordeel een solide basis voor een
succesvolle invoering van digitaal werken en informatiemanagement. Voldoende draagvlak
onder het personeel zal echter een cruciale voorwaarde daartoe vormen.
3.2.2 Kaders en verantwoording
Eerder in dit rapport, in paragraaf 2.1, behandelden we het juridische kader waarbinnen de
informatievoorziening van overheidsorganen moet worden vormgegeven. In deze paragraaf
behandelen we de kaders die het ministerie van LNV zelf moet neerzetten, te weten de
wettelijk verplichte archiefbeheersregels en de procedures en instructies die men in de
dagelijkse praktijk hanteert bij het informatiebeheer. Daarnaast gaan we in op de controles
die de organisatie uitoefent op het naleven van de vastgestelde regelingen en procedures.
Toetsingskader
Beheersregels zijn een belangrijk managementinstrument voor de eindverantwoordelijke
voor het archiefbeheer. Ze zijn als het ware een verlengstuk van de archiefwetgeving.
Hierin legt een zorgdrager het archiefbeheer specifiek voor de eigen organisatie op
hoofdlijnen vast, waardoor de aansturing goed mogelijk wordt. Voldoende draagvlak voor en
20 Reactie doorlichtingsonderzoek LNV, 12 september 2007, IFZ/2007/1307
34 Erfgoedinspectie / Archieven
Doorlichting archiefbeheer van het kerndepartement van LNV
bekendheid met de beheersregels zijn daarbij essentiële voorwaarden. Ook managers
moeten op de hoogte zijn van het bestaan van deze regels en zich verantwoordelijk voelen
voor naleving ervan.
Naast de beheersregels dringen we aan op het gebruik van procedures, voor de
beheershandelingen die zijn behandeld in paragraaf 3.1. Bewerking en beheer van
archieven kunnen aan de hand van de procedures op uniforme, zorgvuldige wijze
plaatsvinden. Procedures zorgen er daarnaast voor dat de dossiervorming en het beheer
controleerbaar zijn.
Het verdient de voorkeur dat procedures voor archiefbeheer in een breder kader worden
geplaatst, bijvoorbeeld binnen een kwaliteitszorgsysteem, en dat deze worden vastgesteld
door het management. We vinden een kwaliteitszorgsysteem een goed middel om een
efficiënte en betrouwbare informatievoorziening te waarborgen. Vaste procedures en
normen in combinatie met periodieke controles dragen bij tot een stabiele kwaliteit van de
werkzaamheden. Bovendien genereert een dergelijk systeem kengetallen en normen
waarop het management goed kan sturen. Bij voorkeur rapporteert een onafhankelijke
controleur rechtstreeks aan de departementsleiding. Ook zonder een systeem van
kwaliteitszorg vormen periodieke toetsingen een goed sturingsinstrument voor het
management.
Bevindingen
Archiefbeheersregels
Het ministerie van LNV beschikt met de Beheersregels documentaire informatievoorziening
LNV 2003 over archiefbeheersregels zoals bedoeld in art. 14 van het Archiefbesluit 1995.
De regeling is van toepassing op alle onderdelen van het ministerie.
Tijdens de inspectie hebben we vastgesteld dat de beheersregels bij een van de twee
onderzochte directies voor een deel waren geïmplementeerd in procedurebeschrijvingen en
werkinstructies. (Procedures en instructies zijn onderdeel van een recente set
documentaire structuurplannen.) De beheersregels hebben hiermee een beperkte
praktische toepassing en het werkingsgebied is beperkt tot het domein van IFZ en de
afzonderlijke DIV-eenheden. Hier blijkt de kennis over de inhoud en toepassing van de
regeling beperkt tot de hoofdzaken. Buiten het domein van IFZ en de afzonderlijke DIV-
eenheden is het bestaan van de regeling vrijwel overal onbekend. De geïnspecteerde
beleidsmedewerkers waren niet op de hoogte van regelingen, voor zover deze voor hen
relevant zijn, zoals dossiervorming, schoning en dossieroverdracht. Voorlichting over de
beheersregels wordt wel op introductiebijeenkomsten gegeven, maar is verder geen
continu proces. Voor IFZ zijn beeldvorming en beleving van archiefwettelijke regels zonder
meer een aandachtspunt.
35 Erfgoedinspectie / Archieven
Doorlichting archiefbeheer van het kerndepartement van LNV
De directeur IFZ is volgens de archiefbeheersregels bevoegd tot het opstellen van nadere
voorschriften voor het beheer van archiefbescheiden. Een nadere uitwerking van de
beheersregels in procedurebeschrijvingen, modellen en sjablonen bleek summier,
ontoereikend of niet voorhanden. Er is één richtlijn voor e-mailarchivering. Verder zijn nog
in het Handboek Crisisbeheersing richtlijnen over het archiefbeheer opgenomen. Wel zijn
er ‘kaderstellende documenten’, vooral op het gebied van ICT. Een overzicht hiervan is
opgenomen in het document Kaders informatievoorziening en ICT voor LNV.
IFZ wil binnenkort de archiefbeheersregels herzien. Ingrijpende organisatieveranderingen
sinds 2003 en de voorziene digitalisering, inclusief DIV-Share, vormen de voornaamste
redenen tot herziening. Hierdoor zullen de bestaande regels niet meer aansluiten op de
feitelijke of binnenkort te realiseren situatie. Andere aandachtspunten bij de herziening
zijn wat ons betreft:
• de verantwoordelijkheid van de directeuren voor het beheer van
gemeenschappelijke voorzieningen, zoals de archiefruimte;
• het archiefbeheer van LNV-vertegenwoordigers in het buitenland.
Kwaliteitszorg
De directeur IFZ is volgens de archiefbeheersregels verantwoordelijk voor het toetsen van
de kwaliteit van de DIV en het rapporteren daarover aan de Bestuursraad21. Deze toetsing
vond tot 2005 plaats in de vorm van audits, die deel uitmaakten van het
interdepartementaal ontwikkelde kwaliteitszorgsysteem IKZ-DIV. Dit speciaal voor de DIV
ontwikkelde kwaliteitszorgsysteem bleek te zijn opgeheven. LNV liet ons weten dat het niet
wenselijk was om naast de reguliere volgmiddelen een apart kwaliteitsinstrumentarium
voor het archiefbeheer in stand te houden. Tegen die achtergrond is de kwaliteitszorg voor
het archiefbeheer geïntegreerd in de reguliere managementrapportage22.
We stellen na inzage van de gestelde vragen vast dat de managementsrapportage is opgezet
als een enquête en niet meer de vorm heeft van een toetsing zoals bij de audits IKZ-DIV. De
reguliere managementrapportage bestaat uit een bedrijfsvoeringmonitor van het MCS. Dit
jaar is daarin een component voor het archiefbeheer aan toegevoegd. In de
bedrijfsvoeringmonitor zal drie maal per jaar - naast andere bedrijfsvoeringzaken - de staat
van de informatievoorziening inzichtelijk worden gemaakt, en kan op verbeterpunten
worden bijgestuurd. Volgens de gesprekspartners kan de secretaris-generaal daarmee zijn
eindverantwoordelijkheid waarmaken.
21 Beheersregels documentaire informatievoorziening LNV 2003., art. 17
22 Reactie doorlichtingsonderzoek LNV, 12 september 2007, IFZ/2007/1307
36 Erfgoedinspectie / Archieven
Doorlichting archiefbeheer van het kerndepartement van LNV
De directies worden over de informatievoorziening bevraagd op een tiental
archiefwettelijke aspecten, informatiebeveiliging en de bescherming van persoongegevens.
Indien de uitkomsten van de bedrijfsvoeringsmonitor daar aanleiding toe geven, verricht de
interne auditdienst een nader onderzoek. We stellen vast dat de gestelde vragen relevantie
hebben en op grond van enkele basiseisen uit de Archiefwet zijn geformuleerd.
Conclusie
Het hanteren van operationele en aanvullende normen is een belangrijk instrument bij de
aansturing en beheersing van de informatieprocessen. Ik vind het daarom positief dat het
ministerie de archiefbeheersregels onderhoudt en deze binnenkort herziet. Het
implementeren daarvan schiet echter sterk tekort. Wel is het een goede zaak dat de mate
van uitvoering van archiefwettelijke normen deel uitmaakt van de
managementverantwoording.
3.2.3. Personeel
Toetsingskader
Voldoende en deskundig personeel is een noodzakelijke voorwaarde voor het beheren van
archief. Deskundig personeel kan zorgen voor zodanig toegankelijke informatie, dat de
primaire processen optimaal ondersteund worden. Daarnaast zijn goed opgeleide
medewerkers essentieel voor het beheren van archief binnen de wettelijke kaders.
Bevindingen
Digitalisering en DIV-Share
De digitalisering van documentstromen heeft gevolgen voor de werkzaamheden van de DIV-
medewerkers, zoals directe digitale aanmaak en opslag in eDOCS van documenten door de
LNV-medewerkers, automatische toekenning van kenmerken aan documenten. Hierdoor
zullen de vertrouwde taken van DIV-ers deels verdwijnen. Andere, nieuwe taken komen
daarvoor in de plaats, hoewel de contouren daarvan nog niet helder zijn. Zeker is wel dat de
functie(s) en daarmee de competenties van de DIV-medewerkers grondig zullen
veranderen.
Capaciteit DIV-medewerkers
Het aantal uitvoerende DIV-medewerkers binnen het kerndepartement is de afgelopen
jaren sterk teruggelopen. Werkten er in 1992 nog ruim zestig DIV-medewerkers, in de
huidige bezetting zijn dat er circa dertig. Volgens de gesprekspartners is de omvang van de
taken gelijk gebleven, zodat veel werk blijft liggen. Hoewel betrouwbare kengetallen over
de inzet van DIV-personeel binnen het vakgebied ontbreken, maakt IFZ aan de hand van de
bezettingsgraad bij het ministerie van Verkeer en Waterstaat aannemelijk dat de kritische
37 Erfgoedinspectie / Archieven
Doorlichting archiefbeheer van het kerndepartement van LNV
ondergrens voor LNV is bereikt. IFZ heeft daarom bij de departementsleiding bedongen dat
de DIV-sector gedurende de digitalisering van personele kortingen is vrijgesteld.
Deskundigheid
Er zijn de laatste vijf jaren weinig opleidingen aan het uitvoerende DIV-personeel gegeven,
zo constateerden we. Wel is in de planvorming vooruitgelopen op de voorziene
digitalisering. Het huidige en het gewenste opleidings- en competentieniveau voor de DIV-
functies is in 2006 in het project ‘DIV-ontwikkeling’ in beeld gebracht. Aan de basis hiervan
liggen de uitkomsten van een ‘DIV-ontwikkelgame’, waaraan een vrij grote groep DIV-
medewerkers en secretariaatsmedewerkers uit verschillende delen van het ministerie
deelnamen. Bijscholing in toekomstverwachting, kennis en competenties is nodig, zo blijkt
uit de rapportages. ‘Kennen en kunnen’ moeten worden gericht op digitaal
informatiebeheer en werkprocessen. LNV verwacht het merendeel van de huidige DIV-
medewerkers te kunnen omvormen tot digitaal archiefvormers en digitaal
archiefbeheerders. Over de exacte invulling van de functies bestond tijdens het
inspectiebezoek nog geen zekerheid. In het project ‘DIV-ontwikkeling’ worden vanaf najaar
2007 de DIV-medewerkers van het kerndepartement bijgeschoold. Ook de overige DIV-
medewerkers krijgen de mogelijkheid een persoonlijk ontwikkelingsplan aan de hand van
het DIV-ontwikkelgame op te (laten) stellen. Een opleidingsplan bestond halverwege mei
2007 nog niet voorhanden.
Conclusie
De instelling van een gemeenschappelijke DIV-Share acht ik een ontwikkeling die het
algemene kwaliteitsniveau van het archiefbeheer kan verhogen. De noodzakelijke
investering in kennis en competenties van het DIV-personeel is gewaarborgd.
3.2.4 Archiefruimten
Toetsingskader
Blijvend te bewaren archiefbescheiden moeten worden beheerd in een archiefruimte die
aan de eisen in de Regeling bouw en inrichting archiefruimten en archiefbewaarplaatsen
voldoet. De hoofdeisen voor een archiefruimte staan in het Archiefbesluit. De archiefruimte
moet voldoende zijn beveiligd tegen brand, inbraak en wateroverlast. Verder moet het
klimaat goed zijn voor de langdurige bewaring van archiefstukken op papier, (micro-)film
en elektromagnetische materialen.
Op termijn te vernietigen archiefbescheiden hoeven niet in een archiefruimte in de zin van
de Archiefwet 1995 te staan. Voor deze bestanden geldt wel de eis dat ze in goede staat
moeten blijven tot op het moment dat zij vernietigd kunnen worden.
38 Erfgoedinspectie / Archieven
Doorlichting archiefbeheer van het kerndepartement van LNV
Bevindingen
Voor het hoofdgebouw aan de Bezuidenhoutseweg 73 heeft het kernministerie twee depots
tot archiefruimte bestemd: de ‘Compactus’ met rolstellingen en een nabij gelegen vertrek
met vaste stellingen. De ruimten liggen in het souterrain. Ze hebben de functie van een
tussendepot; als regel worden dossiers ouder dan tien jaar extern opgeslagen, of bij de CAS
of bij een particulier bedrijf. In het eerste geval gaat het in principe om bestanden met
blijvend te bewaren archiefbescheiden, in het tweede geval om op termijn te vernietigen
bescheiden. Omdat we de drie externe archieflocaties al eerder – bij andere inspecties –
hebben getoetst, lieten we een toetsing daarvan bij deze doorlichting achterwege. Deze
ruimten zijn niet geschikt voor de opslag van blijvend te bewaren archiefbescheiden.
Overigens konden onze gesprekspartners niet aantonen of de ruimten van derden aan de
archiefwettelijke eisen voldeden. Een toetsing op grond van de Regeling bouw en inrichting
archiefruimten en archiefbewaarplaatsen heeft volgens de gesprekspartners nog niet
plaatsgevonden.
Tekortkomingen archiefruimten
Zoals onze gesprekspartners bij LNV in een zelfevaluatie ook al hadden vastgesteld, voldoen
de archiefruimten niet aan de eisen van de regeling. Elementaire tekortkomingen zijn:
• de aanwezigheid van niet direct voor de ruimte functionele watervoerende en
elektrische leidingen;
• de aanwezigheid van ramen;
• de deuren zijn niet brandwerend, niet zelfsluitend en worden ook buiten
kantooruren niet afgesloten;
• watermelders ontbreken hoewel de ruimten deels ondergronds liggen;
• er zijn geen slanghaspels. Dit vormt een risico omdat de wel aanwezige
koolzuursneeuwblussers alleen beginnende brandjes kunnen blussen;
• de klimaatapparatuur bezit niet de vereiste componenten (luchtbehandeling en
ventilatie) en de klimaatbeheersing is niet meetbaar;
• de ruimte is stoffig en vervuild.
Gedeelde verantwoordelijkheid
In de DIV-beheersregels van LNV (art. 6) is vastgelegd dat de directies verantwoordelijk zijn
voor een ‘veilige en deugdelijke opslag’ van hun archiefbescheiden. IFZ heeft de kale
ruimten ter beschikking gesteld. Desondanks zijn volgens IFZ de betrokken directies
verantwoordelijk voor de archiefruimten: zowel voor de ‘hardware’ als voor de inrichting en
het beheer daarvan. Het gaat hier, anders dan bij verschillende andere beheerstaken, om
een gedeelde verantwoordelijkheid. Deze bijzondere situatie brengt risico’s met zich mee.
De directies hebben de uitvoering van deze verantwoordelijkheid niet aan IFZ opgedragen,
noch zijn hierover afspraken in het directeurenoverleg gemaakt. Voorafgaand aan de
inspectie hebben wij IFZ verzocht om de semi-statische archiefruimten aan de
39 Erfgoedinspectie / Archieven
Doorlichting archiefbeheer van het kerndepartement van LNV
Bezuidenhoutseweg 73 te toetsen. Bij de inspectie hebben we vastgesteld dat eerdere
toetsingen aan de archiefwettelijke eisen niet hebben plaatsgevonden.
Toekomstige archiefruimte
Naar verwachting wordt in 2009 een nieuwe archiefruimte in gebruik genomen. In het
programma van eisen voor de renovatie van het hoofdgebouw en het formele programma
van eisen van de toekomstige archiefruimten wordt alleen in algemene zin verwezen naar
de uitvoering van de Regeling bouw en inrichting archiefruimten en archiefbewaarplaatsen.
De concrete uitwerking is echter zeer beperkt. Zo wordt de afsluitbaarheid van de ruimte
extra benadrukt, dit in verband met de informatiebeveiliging en de brandbestrijding, terwijl
veel andere essentiële punten achterwege worden gelaten.
Conclusie
De archiefruimten in het hoofdgebouw van het bestuursdepartement voldoen niet aan de
Regeling bouw en inrichting archiefruimten en archiefbewaarplaatsen. We constateerden
ernstige tekortkomingen op het gebied van de (brand)veiligheid, de gegevensbescherming
en de beveiliging tegen waterschade. Over het feitelijke beheer van de ruimten zijn geen
beheerafspraken vastgelegd. Positief is dat LNV over enige jaren een nieuwe archiefruimte
inricht.
3.3 Aanbevelingen
Ik raad LNV dringend aan bij het implementeren van het digitale werken beleids- en
stafmedewerkers zorgvuldig te informeren, te instrueren en te betrekken bij de
herformulering van de werk- en informatieprocessen. Verder is het raadzaam om in een
vroegtijdig implementeringsstadium het functioneren van het digitale document
managementsysteem grondig te auditen.
Het is van belang dat de beheersregels in de dagelijkse praktijk worden toegepast. Ik raad
LNV aan een plan van aanpak op te stellen over de wijze van implementering. Een en ander
moet in relatie gezien worden met de baseline die momenteel in het kader van Informatie
op Orde ontwikkeld wordt.
Het is raadzaam om naast de managementverantwoording aanvullende audits te laten
uitvoeren, waarbij grote thema’s binnen de informatievoorziening worden onderzocht zoals
beveiliging, duurzame toegankelijkheid en openbaarheid van bestuur.
Ik dring er op aan om de wettelijke eisen in het programma van eisen voor de nieuwbouw
uit te werken. Dit is met het oog op het bewerkstelligen van een juiste uitvoering van de
40 Erfgoedinspectie / Archieven
Doorlichting archiefbeheer van het kerndepartement van LNV
Regeling bouw en inrichting archiefruimten. Verder raad ik LNV aan in het kader van de
DIV-Share beheersafspraken met de directies over de archiefruimten te maken.
41 Erfgoedinspectie / Archieven
Doorlichting archiefbeheer van het kerndepartement van LNV
42 Erfgoedinspectie / Archieven
43 Erfgoedinspectie / Archieven
Reactie van de secretaris-generaal
Op 10 oktober 2007 ontving ik uw 2e conceptrapportage "Doorlichting archiefbeheer van
het kerndepartement van LNV". De eerste rapportage is reeds besproken met vertegen-
woordigers van de directie iFZ. Het merendeel van hetgeen aldaar is besproken is in de 2e
conceptrapportage verwerkt. Desgevraagd reageer ik door middel van onderstaande tekst
op dit rapport.
Over het geheel genomen herkent het ministerie van LNV zich in de door de Erfgoed-
inspectie aangereikte observaties. Dit is voor mij aanleiding om uw aanbevelingen zoveel
mogelijk te laten opvolgen. Niettemin zijn er nog enkele verschillen in gezichtspunt die ik
graag in de eindversie aangepast zou willen zien.
Mijn opmerkingen betreffen, ten aanzien van het algemeen beeld:
Onrechtmatige vernietiging
Deze komt naar mijn mening nauwelijks substantieel voor. Door het gereed zijn van het
opstellen en het implementeren van selectielijsten, is vanaf dit jaar het risico van onrecht-
matige vernietiging van archiefbescheiden bovendien beperkt.
Bewustzijn belang goed archiefbeheer
'De organisatie lijkt zich nog onvoldoende bewust van het belang van goed archiefbeheer uit
een oogpunt van bedrijfsvoering en verantwoording'. Bewustzijn van goed archiefbeheer is
een belangrijk onderwerp. Juist tegen die achtergrond vinden vele initiatieven ter
vernieuwing van de (documentaire) informatievoorziening (DIV) plaats, initiatieven waar u
in uw rapportage terecht naar verwijst.
Kwatiteitsbewaking
Uw bevinding:'het management besteedt weinig structurele aandacht aan kwaliteits-
bewaking op dit terrein' wordt weersproken doordat IKZ DIV niet is verdwenen maar is
opgegaan in het LNV-planproces.
De gang van zaken rond kwaliteitsbewaking is sinds enkele jaren als volgt: Toetsing en
toezicht vinden plaats conform de procedure van de Planning en Control-cyclus (met als
hulpmiddel de zgn. 'Bedrijfsvoeringsmonitor'): de rapportage van een dienstonderdeel
wordt door iFZ getoetst en beoordeeld. De bevindingen worden vervolgens aan mij
gerapporteerd, waarna ik deze met de directeur van het betreffende onderdeel bespreek.
Als gevolg daarvan kan een eventuele audit op DIV-activiteiten door de Auditdienst plaats
vinden. Genoemde standaardcontrole vindt driemaal per jaar plaats.
Toegankelijkheid
Doorlichting archiefbeheer van het kerndepartement van LNV
Uw conclusie 'De toegankelijkheid van archiefbescheiden en dossiers laat sterk te wensen
over’ acht ik te sterk uitgedrukt en wordt niet onderbouwd door klachten van gebruikers
van deze bescheiden.
3.1.3 Selectie en vernietiging
Uw conclusie 'De precieze rolverdeling tussen IFZ en de primair verantwoordelijke directies
is echter onduidelijk' is een scherpere formulering dan in versie 1 van uw rapportage. De
aanleiding tot deze aanscherping ontgaat mij. U is duidelijk gemaakt dat IFZ de lijsten
opstelt of dat laat doen door de Projectorganisatie Wegwerken Archief Achterstanden
(PWAA). De LNV-dienstonderdelen passen vervolgens de goedgekeurde lijsten toe.
Uw bevinding dat 'de door ons bezochte DlV-eenheden alle een of meer selectielijsten
bleken toe te passen' is mijns inziens een terechte. Deze constatering mag worden
verruimd, in die zin, 'dat bij iedere LNV-directie selectie plaatsvindt, ongeacht de
bewerkingsafspraken gemaakt met de Centrale Archief Selectiedienst (CAS.) en PWAA'. Dit
inzicht blijkt ook uit het overzicht van nog resterende over te brengen meters archief van
vóór 1976, voor zover nog aanwezig bij LNV. Dat aantal is met <1200 ml aanzienlijk minder
dan tot voor enkele jaren werd geraamd!
3.1.5 Materiële duurzaamheid
Uw conclusie dot 'LNV materialen gebruikt die niet aan de wettelijk voorgeschreven
duurzaamheidseisen voldoen (papier, dozen, omslagen, hechtmechanieken en dergelijke)'
zie ik graag genuanceerd door de toevoeging, 'dat bij de aanschaf van nieuwe materialen in
het kader van de nu spelende renovatie van het hoofdgebouw, op deze eisen zal worden
aangesloten'. Zoals reeds aan u is aangegeven, worden erin ieder geval geen archiefdozen
met ijzeren onderdelen langdurig bewaard, noch als zodanig aan het NA overgedragen,
zodat daardoor archiefbescheiden zouden kunnen worden beschadigd.
Ik vertrouw erop dat u deze opmerkingen in uw eindversie zult opnemen.
44 Erfgoedinspectie / Archieven
45 Erfgoedinspectie / Archieven
Nawoord van de hoofdinspecteur
Het is positief dat het ministerie van LNV zich herkent in het merendeel van onze
bevindingen en onze aanbevelingen zo veel mogelijk overneemt. Graag zou ik uiterlijk 1
maart 2008 door u geïnformeerd willen worden op welke wijze en binnen welke termijnen u
de verbeteracties gaat realiseren.
Specifiek heeft u enkele verschillen in gezichtspunten aangegeven met het verzoek de
eindversie hierop aan te passen.
Ten aanzien van de toegankelijkheid van de bescheiden en dossiers geeft u aan dat
gebruikers binnen LNV hierover geen klachten hebben. Niettemin heb ik moeten
constateren dat niet alle bescheiden in het formele beheersregime worden ondergebracht
en dat de toegankelijkheid op zaaksniveau op dit moment kwetsbaar is. Ik heb daaraan
toegevoegd dat LNV substantiële verbetering verwacht bij de beoogde implementatie van
een document management systeem.
Waar ik sprak over ‘onvoldoende bewust’ had dat met name betrekking op de medewerkers
in het primaire proces. Terecht verwijst u naar de initiatieven van LNV om tot verbetering
van de kwaliteit van de informatievoorziening te komen en de bewustwording bij de
medewerkers hiervoor te versterken. Dat juich ik zonder meer toe. In die zin heeft het
management zeker oog voor de kwaliteit van de informatiehuishouding. Ik zal de tekst op
dit punt aanpassen. Aandachtspunt blijft voor mij wel dat het systeem van control en audit
zodanig is ingericht dat de relevante risico’s in de in formatiehuishouding tijdig aan het licht
komen.
Met betrekking tot uw overige opmerkingen zal de tekst in het rapport worden
genuanceerd.
Doorlichting archiefbeheer van het kerndepartement van LNV
46 Erfgoedinspectie / Archieven
47 Erfgoedinspectie / Archieven
Bronnen
Gesprekspartners bij het kerndepartement
Mevr. ing. L. van Beek, afdelingshoofd Informatiebeleid, directie IFZ
Mevr. A.P. Bishesar, medewerker Ondersteuning Documenten Ministerraad, Bureau BBR
Mevr. P.W. Boone-Diepraam, beheerder DIV, directie Landbouw
Mevr. drs. B. Bouw, beleidsmedewerker, directie IZ
Dhr. A. Eymael, senior beleidstoetser, directie IFZ
Dhr. A.A. Freichmann, medewerker informatievoorziening, directie IFZ
Mevr. K. de Graaff, locatiemanager BZH, directie IFZ
Dhr. H.H. Hamberg, programmamanager MIBG, directie IFZ
Dhr. T.B. Hebing, beleidsondersteunend medewerker DIV, Bureau Bestuursraad
Dhr. drs. R.H.M. Heijnders RA, wnd. hoofd Bedrijfsvoering, directie Landbouw
Dhr. Ing. D.J. Langendoen, directeur Informatiebeleid en Facilitaire Zaken
Dhr. ir. R.P. Lapperre, hoofd afdeling Gemeenschappelijk Landbouwbeleid, directie IZ.
Dhr. P.J.M. Mallens, senior beleidscoördinator, concernarchitect, directie IFZ
Dhr. A.M.G. Nolde, manager Backoffice Concern, tevens programmamanager
digitalisering, directie IFZ
Dhr. G. Stiemsma, beleidsondersteunend medewerker, directie IFZ
Dhr. drs. P.N. Tromp, medewerker, directie IFZ
Mevr. G. Veenstra, senior medewerker informatievoorziening, directie IFZ
Dhr. R.C. Natoewal, controller, bureau Bestuursraad
Dhr. R.P.A. Maduro, beleidsmedewerker, directie IFZ
Mevr. M.G. Marchal-van Middendorp, medewerker informatievoorziening, directie IFZ
Dhr. A.J. van der Stokker, coördinator Unit Informatievoorziening, directie IZ
Mevr. drs. A.C.J. Vergossen-Otten, beleidsmedewerker welzijn dieren, directie Landbouw
Doorlichting archiefbeheer van het kerndepartement van LNV
Schriftelijke bronnen
Ministerie van LNV, IFZ, I-strategie LNV 2006-2010 ‘Verbinden met informatie’, aug. 2006.
Idem, IFZ, Reikwijdte archiefzorg LNV en verkaveling van het beheer, maart 2004.
Ministerie van LNV, Werkgids sturingscyclus 2007. Eenvoudig sturen, [2007].
Ministerie van LNV, Een voorgenomen organisatiebesluit van de Directie IFZ i.o., 2004.
Ministerie van LNV, Een voorgenomen organisatiebesluit van de afdeling Uitvoering van de
Directie Informatiebeleid en Facilitaire Zaken, juli 2006.
Diverse organisatieschema’s LNV, 2007.
Overzicht van blokken / bestanden t.b.v. PWAA-project.
IFZ, Twee overzichten van selectielijsten, stand van zaken eind 2006.
Richtlijn archivering e-mail.
IFZ, Functioneel programma van eisen. Advies inrichting centrale archiefruimte
renovatie hoofdgebouw BZH73. 18 oktober 2006.
Dit is LNV. Introductiedossier van het ministerie van Landbouw, Natuur en
Voedselkwaliteit, februari 2007.
Organisatieschema ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Stand van zaken
per 22-02-2007.
DIV-Ontwikkelgame Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, augustus 2006.
Vragenlijst bedrijfsvoeringsmonitor, versie 22 mei 2007.
Verklaringen van vernietiging van archiefbescheiden, 1997 en2006.
Business case Digitalisering Documentverkeer kerndepartement, 22 november 2006.
Programma Modern informatiebeheer en gebruik, 22 november 2006.
48 Erfgoedinspectie / Archieven
Doorlichting archiefbeheer van het kerndepartement van LNV
Programma Modern informatiebeheer en gebruik, LNV op weg naar helemaal digitaal,
versie 1.0, januari 2006.
Nota van de secretaris generaal aan de directeuren van de beleids- en stafdirecties
betreffende de opdracht tot realisering van een DIV-Share voor het kerndepartement,
Zonder datum.
Oprichtingsnotitie DIV-Share kerndepartement met bijlage 1 en 2, 14 maart 2007.
Nota van de directeur IFZ aan de stuurgroep Concern Bedrijfsvoering betreffende de
oprichtingsnotitie DIV-Share kerndepartement, 14 maart 2007, IFZ/2007/347.
Beheersregels documentaire informatievoorziening LNV 2003, Staatscourant, nr. 204.
Beleidskader voor de huisvesting van LNV 2004, april 2004.
Bureau bestuursraad, Werkproces documentenbeheer, 18 mei 2005.
Business case digitalisering documentenverkeer kerndepartement, 22 november 2006.
Programma modern informatiebeheer en gebruik. Planperiode 2006 t/m 2008, LNV op weg
naar helemaal digitaal.
Schouwresultaat archiefachterstanden LNV-onderdelen, 22 maart 2007,
IFZ/2007/4121696.
IFZ/i-beleid, Kaders informatievoorziening en ICT voor LNV, [2006].
Nota van de directeur internationale zaken aan de minister betreffende het dossier
Landbouwraad van 19 -20 maart 2007 in Brussel, 15 maart 2007. IZ.2007/578,
trcdep/2007/1077.
Generieke documentmanagement standaarden:
IFZ, G-DMS Startarchitectuur, 0.7 concept.
LNV en KB&P, Toelichting op het generieke ordeningsmodel, versie 2.0, december 2006.
LNV en KB&P , Voorstel generieke metadataset, versie 1.0, december 2006.
Projectteam input- en output management, Input management Model generiek scannen en
faxen. versie 1.1, 15 mei 2006.
Dienst ICT Uitvoering, Hummingbird. Functionele aspecten van de technische
infrastructuur. 10 juni 2006.
49 Erfgoedinspectie / Archieven
Doorlichting archiefbeheer van het kerndepartement van LNV
Dienst ICT Uitvoering, Richtlijn Koppeling met Hummingbird, concept. 13 november 2006.
Dienst ICT Uitvoering /IFZ, Beheersplan documentmanagementsysteem met behulp van
Hummingbird. 27 april 2006.
Project invoering DMS, Ontwikkelpad voor documentmanagement bij diensten en directies
van LNV, handleiding voor invoering. 28 juni 2006.
Documentair Structuurplannen van:
• Directie Landbouw, maart 2006
• Directie Industrie en Handel, maart 2006
• Directie voedselkwaliteit en Diergezondheid, maart 2006
• Directie Visserij, maart 2006
• Directie Juridische Zaken, maart 2006.
50 Erfgoedinspectie / Archieven
51 Erfgoedinspectie / Archieven
Afkortingen
CAS Centrale Archief Selectiedienst
DIV Documentaire Informatievoorziening
DMS Document management systeem
DSP Documentair Structuurplan
DICTU Directie
G-DMS Generiek DMS
ICT Informatie- en communicatietechnologie
IFZ (Directie) Informatiebeleid en Facilitaire Zaken
IKZ Integrale Kwaliteitszorg
IODI Interdepartementaal Overlegorgaan Directeuren
Informatievoorziening
IZ (Directie) Internationale Zaken
I-strategie Strategie voor informatiebeheer
LNV (Ministerie van) Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
MIBG Programma Modern Informatiebeheer en -Gebruik
MCS Management- en Controlsysteem
OVB Organisatie ter Verbetering van de Binnenvisserij
RMA Records management applicatie
PWAA Project Wegwerken Archiefachterstanden
SCB Stuurgroep Concernbeleid
VBTB Van beleidsbegroting tot beleidsverantwoording
Wbp Wet bescherming persoonsgegevens
Wob Wet openbaarheid van bestuur
53 Erfgoedinspectie / Archieven
Colofon
Uitgave
Erfgoedinspectie / Archieven
Hoftoren, Rijnstraat 50
Postbus 16478 (IPC 3500)
2500 BL Den Haag
Algemeen telefoonnummer +31 (0)70 – 412 4012
Fax +31 (0)70 – 412 4014
E-mail [email protected]
Website www.erfgoedinspectie.nl
Den Haag, november 2007
Over de Erfgoedinspectie / Archieven
De sector Archieven houdt toezicht op de vorming en op het beheer en behoud van de
archieven van de centrale overheid op basis van de Archiefwet 1995.
De sector Archieven toetst de registratie, toegankelijkheid, veilige en duurzame opslag,
selectie en vernietiging van archiefstukken.
Ook inspecteert de sector Archieven of archieven die voor blijvende bewaring geselecteerd
zijn, adequaat worden bewerkt en als erfgoed naar de openbare archieven worden
overgebracht.