grenzenloos magazine 1 - feb 2014
DESCRIPTION
Maandelijks magazine voor emigranten, expats en tweedehuisbezitters. Deze maand onder andere met een interview met oud-profvoetballer Michel Kreek en partner over wat een emigratie doet met je relatie.TRANSCRIPT
1
Voor emigranten, expats en tweedehuisbezitters
Ludique le Vert Over wonen op het Franse platteland
GRENZENLOOSMAGAZINE
LODGE OP CURAÇAOHet leven biedt zoveel meer
NR1
Feb 2014
Uitgeverij Grenzenloos
Grenzenloos.nl
EMIGRATIE EN RELATIEHet eerste jaar is alles opwindend
Michel KreekOver wat emigratie doet met je relatie
IK VERTREK...NOG NIETGevangen in je koopwoning
2
MAKKELIJKER GEZEGD DAN GEDAAN
Een tijdje in het buitenland gaan wonen. Een
paar maanden, of voor altijd. Het blijft voor veel
mensen niet alleen bij een eeuwige droom. Duizen-
den Nederlanders voegen elk jaar de daad bij het
woord. Maar voor je definitief de auto of het vliegtuig
kan instappen, valt er nog heel wat te regelen. ‘We
gaan in het buitenland wonen’ is makkelijker gezegd
dan gedaan.
Raak je tegenwoordig je huis nog wel kwijt? Zal je
relatie bestand zijn tegen de stress die emigreren met
zich meebrengt? Is het idee van een eigen B&B of
lodge eigenlijk wel haalbaar?
In dit eerste nummer van Grenzenloos Magazine
vindt u onder andere artikelen over deze vragen. En
daarnaast nog veel meer. Handige hulp en boeiende
inspiratie voor uw eigen plannen.
Grenzenloos Magazine verschijnt 12 x per jaar, elke
laatste vrijdag van de maand.
Veel leesplezier!
Eric Jan van Dorp - Uitgever/hoofdredacteur
Colofon
GRENZENLOOS MAGAZINEGratis online magazine voor emigranten,
expats en tweedehuisbezitters.
Verschijnt 12 x per jaar, elke laatste
vrijdag van de maand.
Een uitgave van Uitgeverij Grenzenloos,
een imprint van VanDorp Uitgevers
Voor meer informatie of adverteren,
kijk op www.grenzenloos.nl
of mail naar [email protected]
In dit nummer staan bijdragen van:
Ludique le Vert
Josie Kneepkens
Auk Dijkstra
Annemies Gort
Heidy van Beurden
Met dank aan belangenvereniging Mondi.
Copyright©2014 VanDorp Uitgevers
Op de teksten en foto’s in deze uitgave
rust auteursrecht. Niets uit deze uitgave
mag worden opgeslagen, gekopieerd
of op andere wijze dan ook worden
verveelvoudigd en/of verspreid,
zonder uitdrukkelijke en schrijftelijke
toestemming van de uitgever.
Welkom
3
Nieuws
Emigratie & relatie
Ik vertrek...nog niet
Een enkeltje Auckland please
Van vakantie tot emigratie
Wonen in Frankrijk
Een lodge op curaçao
4
6
10
16
17
18
22
Inhoudsopgave
4
Volgens Jeroen van der Werff van NextHome
heeft een artikel in de Telegraaf van vrijdag
31 januari (waarin vermeld werd dat tweede
huisbezitters in Oostenrijk in de problemen
konden komen) onnodige onrust veroorzaakt
bij de mensen die op zoek zijn naar een tweede
huis in Oostenrijk.
De Oostenrijkse regelgeving voor het
gebruik van een (tweede) huis is simpel.
Volgens Van der Werff zijn er grofweg drie
gebruikscategorieën:
Erholungsgebiet/recreatieve bestemmingHuizen of projecten waar deze bestemming aan
is toegekend hebben een verhuurverplichting.
Eigen gebruiksmogelijkheden voor bijvoorbeeld
vakanties zijn meestal flexibel en bij de meeste
projecten goed geregeld. De restrictie van
deze bestemming is dat men er niet mag gaan
wonen..
Zweitwohnsitz/tweede woningvergunningBij deze bestemming zijn er geen beperkingen
in het gebruik. Het huis kan gebruikt worden
voor vakantie, mag worden verhuurd of men
kan er langer verblijven of zelfs gaan wonen.
Hauptwohnsitz
Deze categorie wordt toegekend aan huizen
of projecten die primair bedoeld zijn voor de
eigen bevolking. Als men als niet-Oostenrijker
een Hauptwohnsitz koopt moet men er ook
gaan wonen en dat betekent uitschrijven uit
de basisadministratie in het eigen land en
inschrijven in
Oostenrijk. Een
Hauptwohnsitz mag dus
niet gebruikt worden als vakantiehuis of tweede
woning.
Van der Werff vervolgt: “Het Telegraaf artikel
gaat over deze laatste categorie. Helaas is er
in sommige gevallen door malafide partijen
misbruik gemaakt van de regelgeving en zijn de
kopers onjuist of niet geïnformeerd. Omdat de
Hauptwohnsitz bedoelt is voor huisvesting van
de lokale bevolking was deze vaak wat gunstiger
geprijsd of heeft het een mooie centrale ligging.
Aspirant-kopers die op zoek zijn tweede huis
of vakantiewoning in Oostenrijk hoeven
zich geen enkele zorgen te maken mits men
zich maar goed over het bestemmingsplan
laat informeren. De notaris welke de
kooptransactie afwikkelt kan de juiste
bestemming ook altijd bevestigen. Bonafide
makelaars of projectontwikkelaars van tweede
woningprojecten zijn van de Oostenrijkse
regelgeving uitstekend op de hoogte en passen
deze ook op de juiste wijze toe.
Bron: Mondi, Jeroen van der Werff
POTENTIËLE HUIZENKOPERS IN OOSTENRIJK HOEVEN ZICH GEEN ZORGEN TE MAKEN
Nieuws
Meer informatie over het aankopen en bezit
van een (tweede) huis in Oostenrijk vindt u
in het boek Wonen en kopen in Oostenrijk
5
Vanaf maandag 20 januari 2014 worden er
geen vingerafdrukken meer opgenomen bij de
aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart.
Bij de aanvraag van een paspoort worden dan
nog maar twee vingerafdrukken opgenomen in
plaats van vier.
Op 9 maart 2014 worden de paspoorten en
identiteitskaarten met een geldigheidsduur van
tien jaar voor volwassenen ingevoerd. Op dit
moment is een paspoort vijf jaar geldig.
Met de uitgave van de nieuwe paspoorten en
identiteitskaarten vanaf 9 maart veranderen
ook de (maximale) tarieven voor de
reisdocumenten. Een paspoort kost nu bij een
gemeente maximaal 50,35 euro en zal straks
voor mensen van 18 jaar en ouder 66,96 kosten.
Dit paspoort is dan wel twee keer zo lang geldig
als nu het geval is.
Een identiteitskaart die straks tien jaar geldig
is, kost dan voor volwassenen 52,95 euro. Het
kost nu 41,90 euro. De identiteitskaart kost voor
jongeren tot en met 13 jaar nu 31,85 euro. Met
ingang van 9 maart wordt het tarief voor alle
minderjarigen 28,36 euro.
Bron: Rijksoverheid.nl
PASPOORT VOORTAAN TWEE KEER ZO LANG GELDIG ID-KAART ZONDER AFDRUKKEN
ANIMO VOOR WERKEN OVER DE GRENS ENORM GEGROEID EEN VERTIENVOUDIGING VAN AANTAL WERKZOEKENDEN
Nederlanders zijn de laatste jaren
massaal op zoek naar werk in het
buitenland. In 3 jaar tijd is
het aantal mensen dat
bij het UWV staat
ingeschreven om
over de grens
aan de slag te
gaan, meer dan
vertienvoudigd.
In 2011 stonden 4.000 personen bij het
UWV ingeschreven als werkzoekende
over de grens, nu ligt dat aantal op
47.000 en komen er maandelijks 1.500
inschrijvingen bij.
Dit alles blijkt uit de laatst
gepubliceerde cijfers van het UWV. Het
gaat daarbij niet alleen om werklozen,
maar ook werkenden die op zoek zijn
naar een nieuwe uitdaging.
Nieuws
6
In 2002 vertrekken Elliëtte en Michel Kreek met hun zoontje naar Athene.
Michel krijgt de kans om te gaan voetballen bij Athene AEK. Elliëtte is hoogzwanger. Na een avontuur van twee jaar keren ze terug naar Nederland. “We zagen elkaar heel veel. We waren tot elkaar veroordeeld.”
Elliëtte Kreek is een pionier. “Ik ben onder-
nemend, ik vind het leuk om van alles te
ontdekken. Dat deed ik in Athene ook. Ik ging
op zoek naar restaurantjes, naar speeltuintjes
voor de kinderen... Als je verlegen bent, red je
het niet in een ander land.”
Vrij plotseling vertrok ze in 2002 samen met
haar man en tweejarige zoontje naar Athene.
“Michel zat bij Vitesse en had aangegeven dat
hij wat anders wilde. Er waren een aantal opties
en Athene werd concreet. Ik was acht maanden
zwanger en ik stond er wel voor open om naar
het buitenland te gaan. Ik ben vrij snel na de
verhuizing bevallen in een Grieks ziekenhuis.
Via de club zijn we in contact gekomen met een
goede gynaecoloog en kon ik bevallen in een
moderne privékliniek. Dat vond ik fijn want in
Griekenland zijn ziekenhuizen niet hetzelfde als
in Nederland.
De bevalling zal ik niet snel vergeten. Michel
VOETBALLERS KIEZEN ALTIJD VOOR ZICHZELFWAT EEN EMIGRATIE DOET MET JE RELATIE
Emigratie & relatie
7
mocht er niet bij zijn, pas op het allerlaatste
moment. En na de bevalling moest ik verplicht
rusten. Mijn zoontje werd meteen weggehaald,
die zag ik pas de volgende ochtend. Ja, het was
heel anders dan in Nederland. Ik ben Nederland
veel meer gaan waarderen.”
Zoek je woonwijk zorgvuldig uit
De twee jaar in Griekenland waren soms best
zwaar voor Elliëtte. “Het klinkt romantisch om
naar Griekenland te gaan, maar dat was het
niet. Ik was veel alleen, keek tv. Ik zat met twee
kleine kinderen op een Grieks appartement.
De telefoonrekening was in die tijd heel hoog.
Michel was regelmatig ’s nachts weg voor een
trainingskamp.
In Nederland kun je met kinderen naar
speeltuintjes. In Griekenland zijn die er weinig.
En nergens is er een normale stoep. Dan liep
ik met de kinderwagen op straat, reed er weer
zo’n gek met zijn auto bijna de cellulitis van je
benen. De mentaliteit is verschrikkelijk. Als ik
met twee kleine kinderen een taxi wilde pakken
vanuit de stad naar Kifissia, werd ik vaak
afgepoeierd.
Ik had gelukkig onze huisbazin waar ik veel
contact mee had. Ik had ook contact met de
moeders van de school van mijn oudste zoontje.
Maar achteraf was een huis met een lift of een
huis op de begane grond makkelijker geweest!
Die kinderwagen steeds omhoog en omlaag
tillen, was een hele klus. Maar onze huisbazin
was echt een moederfiguur en daar heb ik veel
steun en gezelligheid aan gehad.”
Regel een oppas
Vanwege het warme weer trainde Michel of ’s
ochtends heel vroeg of ’s avonds. “We zagen
elkaar altijd overdag, we dronken koffie op
terrasjes in onze wijk. Ik dacht wel eens: kon ik
maar eens met iemand anders koffie drinken.
We zeiden het ook wel tegen elkaar. We waren
tot elkaar veroordeeld. Dan dacht ik: geef me
een afstandsbediening en zet er iemand anders
neer, de buurvrouw of zo. We botsten vaak,
maar daarna praatten we er wel altijd over.
Eens in de zoveel tijd ging ik een weekje met
de jongens naar Nederland, om op te laden.
Dat kon financieel, dat scheelt. En we hadden
ons huis in Nederland aangehouden, dat maakt
ook uit.” Ze adviseert andere jonge ouders om
meteen een goede oppas te regelen. “Dan je kun
je allebei je eigen dingen doen. In Nederland
kon ik terugvallen op onze ouders. Dat gemis
heeft veel impact in je dagelijks leven, in
Nederland breng je de kinderen makkelijker
even bij opa en oma. Daardoor waren we in
onze vrijheid beperkt.”
Pas je aan
Michel had het beter naar zijn zin in
Griekenland dan zijn vrouw. “Hij was minder
eenzaam, hij had zijn
voetbal en alle
contacten die
daarbij horen.
Bovendien was
het leven voor
hem heel
overzichtelijk.
‘DE MENTALITEIT IN HET GRIEKSE
VERKEER IS VERSCHRIKKELIJK’
Profvoetballer Michel Kreek
8
Emigratie & relatie
In Nederland ging ik de hort op, in Griekenland
was ik er altijd voor hem. Voor hem kwam
de moeilijke periode pas veel later, toen we
terug waren in Nederland en hij stopte met
voetballen. Tot die tijd was hij gewend dat
hij centraal stond in ons gezin. Alles stond
in het teken van zijn werk. Zo gaat dat bij
profvoetballers.
Als partner ben je altijd ondergeschikt aan de
carrière van je man. Voetballers hebben nooit
moeite om keuzes te maken want ze kiezen
altijd voor zichzelf, voor hun eigen carrière.
Maar toen hij stopte, veranderden voor mij
de voorwaarden. Ik heb tegen hem gezegd: nu
zijn alle gezinsleden gelijkwaardig. Ik wilde
bijvoorbeeld gaan werken. Hij heeft zich
moeten aanpassen en dat heeft hij gedaan. Hij
is een leukere man geworden.”
Gun elkaar baalmomenten
De basis van hun relatie is goed, weet Elliëtte
sinds ze in Griekenland heeft gewoond. “Anders
hadden we dit avontuur niet overleefd. Ik vind
dat we er sterker uitgekomen zijn. Als ik iemand
moest kiezen op een eenzaam eiland dan zou ik
voor Michel kiezen. Door zo’n avontuur word je
gedwongen om met elkaar te praten.
Communicatie is zo belangrijk. Je worstelt
allebei met hetzelfde. Je bent geneigd om alles
vanuit je eigen gezichtspunt te zien maar het
is belangrijk om je in de ander te verplaatsen.
En om elkaar de ruimte te geven om te balen,
om de ander baalmomenten te gunnen. Ik hoor
‘MICHEL IS NA ZIJN CARIERE EEN
LEUKERE MAN GEWORDEN’
9
Profvoetballer Michel Kreek
wel eens mensen zeggen: we gaan uit elkaar,
het werkt niet meer. Dan denk ik bij mezelf:
wat heb je eraan gedaan? Wij hebben ook
lastige periodes gehad. Maar we zijn bij een
gesprekscoach geweest en die heeft ons verder
geholpen.”
Ga naar een gesprekscoach
Elliëtte kan iedereen aanraden om met een
gesprekscoach te praten als je samen in
een moeilijke periode zit. “Hij heeft ons als
het ware gereset. Hij zet je weet terug in de
fabrieksinstellingen. Hij geeft je inzicht in jezelf
en in je relatie. Dan snap je wat je verkeerd hebt
gedaan.”
Elliëtte heeft geen moment spijt van het Griekse
avontuur. “Je wordt er als mens rijker van. De
tegenslagen die je oploopt, zijn weer lessen
in je leven. Je wordt op jezelf teruggeworpen
en daardoor leer je jezelf beter kennen. Ver-
wachtingen scheppen teleurstellingen, daarom
is het zo belangrijk om open minded te blijven
en je aan te passen aan de situatie. Ja, ik denk
dat dat het belangrijkste is als je zo’n avontuur
aangaat.”
Tekst: Auk Dijkstra & Annemies Gort
Foto’s: Elliëtte Kreek
Dit interview is samen met 16 andere
interviews van bekende en minder
bekende Nederlanders verschenen in het
boek ‘Het eerste jaar is alles opwindend’.
‘Het eerste jaar is alles opwindend’ is een
aanrader als je overweegt om voor korte
of lange tijd in het buitenland te gaan
wonen. Het boek bevat veel handige
tips van mensen die je zijn voorgegaan.
Daarnaast geven zes experts – van
emigratiecoach tot seksuoloog – adviezen
om je samen goed voor te bereiden.
Het eerste jaar is alles opwindendWat een emigratie doet met je relatie
Auk Dijkstra & Annemies Gort
UItgeverij GrenzenloosISBN 9789461850607
Prijs € 16,95
O.a. te koop bij: Bol.com en Emigratieboek.nl
‘DE GESPREKSCOACH HEEFT
ONS GERESET’
10
Ik vertrek...nog niet
GEVANGENIN JE KOOPWONING
11
Gevangen in je koopwoning
De 43-jarige John Regter en 39-jarige Paula
Regter wonen samen met hond Lars in
Huissen vlak bij Arnhem. Op de voordeur
heet een gietijzeren bordje in de vorm van een
eland hun visite Vilkommen. Bijna tien jaar
zijn ze inmiddels bezig met hun emigratie naar
Noorwegen.
Als eindelijk alle voorbereidingen getroffen zijn
en het besluit definitief gevallen, breekt de crisis
uit en stort de huizenmarkt in. Het bordje ‘Te
Koop’ in de voortuin van de dijkwoning kijkt
elke voorbijganger hoopvol aan, maar in de
ruim drie jaar dat het huis te koop staat zijn er
slechts drie mensen komen kijken. De dozen
zijn inmiddels weer uitgepakt.
Niet de Noorse bergen maar de uiterwaard-
en van de Rijn domineren het uitzicht vanuit
de woonkamer terwijl de goedlachse John en
Paula hun verhaal vertellen. John die al vijftien
jaar als adviseur bij een Nederlandse bank
werkt, gaat de laatste jaren met steeds meer
tegenzin naar zijn werk. “Het gaat in Nederland
vaak om carrière maken en een dure auto
hebben. Je werk lijkt te bepalen wie je bent.
In het bankwezen gaat het daarbij vooral om
verkooptargets halen en niet meer om de echte
wens van de klant. Dat staat me steeds meer
tegen.”
Paula vult aan: “Veel Nederlanders zijn bezig
met Kijk-eens-wat-ik-heb. In Noorwegen
werken mensen alleen maar om leuke dingen
te kunnen doen en hebben geen zin om zich
om meer druk te maken. De Noren zijn veel
meer bezig met samen dingen ondernemen.
Ieder weekend trekken ze er wel op uit om
met familie of vrienden naar een boshut te
gaan of te wandelen. Samen koffie drinken op
de veranda ook al is het min drie graden. Op
vrijdag stoppen ze bijvoorbeeld al om één uur
met werken. Winkels zijn nog wel open, maar
de mensen in kantoren zijn hun boeltje aan het
pakken. Tijd om weekend te vieren.”
Verliefd op Noorwegen
Paula: “In 2000 werd ik langdurig ziek. Van de
ene op de andere dag kreeg ik paniekaanvallen.
Acht maanden lang ben ik opgenomen geweest.
Dat was een heftige tijd. Achteraf bleek ik
gewoon te veel hooi op mijn vork te hebben
genomen.”
John: “Ik zat al die maanden alleen thuis en
langzaam groeide bij mij het besef dat er meer
moet zijn dan leven om te werken. Ik ben
van huis uit altijd erg op zekerheden gesteld
geweest. Je weet wel, vaste baan, een goed huis,
pensioentje voor later, maar nu besefte ik dat
12
Ik vertrek...nog niet
ik meer uit het leven wilde halen en samen met
Paula op avontuur wilde.
Vlak nadat ze weer thuis kwam, hoorde ik
toevallig via via dat er veel belangstelling
was voor emigratie naar Noorwegen. Na een
beetje zoeken over dit onderwerp kwam ik
voor het eerst op de website van Placement.
Deze site biedt heel veel informatie over de
mogelijkheden en moeilijkheden van het
emigreren naar Noorwegen. Mijn interesse
was gewekt en hoe meer ik las over het land
en de mensen die al geëmigreerd waren, hoe
nieuwsgieriger ik werd,” blikt John terug.
“Na het herstel van Paula besloten we in
de zomer van 2005 er eerst maar eens op
vakantie te gaan. Compleet verliefd kwamen
we terug. Wat een prachtig mooi land!”
Moeiteloos sommen Paula en John op wat
hen zo aanspreekt aan Noorwegen. “De
immense afstanden, de rust, elanden die de
weg oversteken, de prachtige bergen en blauwe
fjorden, watervallen, de stilte: schitterend!”
vullen ze elkaar enthousiast aan. “Ik voelde me
gelijk thuis,” benadrukt Paula.
“In Nederland blijken mensen vaak een
verkeerd beeld van het Noorse leven te hebben,”
vervolgt ze. “Veel Nederlanders denken dat het
er maanden donker is. Dat er in Noorwegen
alleen maar sombere mensen wonen die hele
dagen aan zelfmoord denken en aan de drank
zitten.” Ze lacht. “Maar de sneeuw geeft een
heel helder licht en zowel in de stad als in het
dorp is de bevolking heel sociaal en actief met
elkaar. Deze mentaliteit vind ik geweldig.”
‘DE NOORSE MENTALITEIT
VIND IK GEWELDIG’
13
Gevangen in je koopwoning
Toch heeft de sociaal ingestelde Paula het ook in
Nederland prima naar haar zin. “Ik ben een echt
mensen-mens en zal mijn familie en vrienden
dan ook heel erg gaan missen. Ook mijn werk
als ziekenverzorgende in de gehandicaptenzorg
past me.
Mijn liefde voor Noorwegen kwam door de
aanstekelijke verhalen van John. En inderdaad
nadat ik er eenmaal geweest was, leek het
me geweldig er te gaan wonen en werken.
Werken in de zorg is daar gelukkig geen enkel
probleem.”
Paula: “Toen we eenmaal het besluit genomen
hadden om te emigreren en het bord in de tuin
stond, ben ik direct verhuisdozen gaan halen bij
de bouwmarkt. In deze straat stonden huizen
namelijk nooit langer dan drie maanden te
koop. Ik pakte boeken in die ik al gelezen had,
cd’s die we toch niet draaiden, snuisterijen,
noem maar op!
Ruim drie jaar later heb ik ze maar weer
uitgepakt,” lacht ze. “Dat ging heel geleidelijk.
Soms was ik dingen kwijt en keek in de dozen.
Dan vond ik van alles dat ik weer een plekje in
huis gaf. En zo komt het dat de meeste dozen
weer leeg en ingeklapt in de kelder staan.”
Wachtstand
“We hebben in die drie jaar drie kijkers gehad,”
vertelt John. “Steeds ruim je het huis op en ga je
hopen dat dit hem is! Bij de laatste kijker zei ik
tegen Paula dat ik het zo graag wilde, dat ik wel
kon janken.”
Paula zelf zegt daar wat minder last van te
hebben: “Ik zet me er iets sneller overheen. Ik
denk ook dat het komt omdat ik daadwerkelijk
vertrekken wel spannend vind. Ik wil het wel
graag, maar eng vind ik het ook. Ik kan niet
goed overzien wat er allemaal op ons afkomt.
Wat moet er allemaal nog gebeuren? Wat
moeten we allemaal regelen?”
Ze vervolgt openlijk: “In 2009 werd ik weer
ziek, een depressie. Daarom vindt mijn familie
het maar niks dat ik naar dat donkere noorden
ga. ‘Zou je dat wel doen? Is dat wel verstandig
voor jou?’ En omdat de deuren naar Noorwegen
gesloten bleven, begon ik er zelf ook aan te
twijfelen. Die twijfel heb ik niet meer. Ik weet
dat de manier van leven daar me juist meer rust
gaat geven. Mensen zijn ondanks de kou veel
buiten. Zodra het donker wordt gaat alles op
een lager pitje. Dan moet je uitkijken dat je niet
om vier uur ’s middags naar bed gaat.”
John: “In die wachtstand ga je zitten denken.
Is het alleen de instortende huizenmarkt die
ervoor zorgt dat we nog in Nederland zitten?
Of moeten wij nog iets hier? Ik ben op zich
behoorlijk nuchter, maar op den duur ga je
‘NA DRIE JAAR HEBBEN WE DE
VERHUIZDOZEN WEER UITGEPAKT’
14
Ik vertrek...nog niet
jezelf van alles afvragen.” Paula: “Ik denk wel
eens dat ik misschien voor mezelf eerst hier
nog wat uit te zoeken heb. Ik ga snel over mijn
eigen grenzen heen, zeg altijd ja, in plaats van
nee. Misschien is het de bedoeling dat ik daar
eerst mee leer omgaan voordat ik vertrek. En in
mijn eigen taal en omgeving is dat toch een stuk
makkelijker.”
“Soms lijkt het alsof je leven stilstaat,” zegt
John. “Nemen we wel of niet een nieuwe hond?
Gaat Paula in Nederland nog aan een nieuwe
opleiding beginnen en ik op zoek naar een
nieuwe baan, of toch maar even uitzitten tot we
weggaan? Maar hoe lang duurt dat nog? Ik heb
zelfs mijn groot rijbewijs gehaald omdat ik in
Noorwegen graag de transport in wil.
Dat is altijd al een jongensdroom
van me geweest. Mijn vader
werkte bij Van Gent en
Loos. Maar net nadat
ik het papiertje
gehaald had,
stortte ook
die markt in
Nederland
in. Ik heb
dus nog geen
meter ervaring
opgedaan en
om nu gelijk in
Noorwegen met een
tientonner op ijzel de
bergen af te glijden, lijkt
me niet zo’n goed idee.”
Paula: “Ik heb het gevoel dat ik in beide
landen niet echt leef. Het is alsof je in allebei
de werelden stilstaat, want ook in Noorwegen
kunnen we nog niks. Eerst moet het huis
verkocht zijn.”
Het lot kietelen
John en Paula lachen om de vraag ‘wat ze al
gedaan hebben om het lot te kietelen?’ “We
hebben al een Noors telefoonnummer! Om
zowel het universum als onze toekomstige
bazen daar te laten zien dat we echt serieus zijn,
hebben we dat aangevraagd,” vertelt Paula. “Als
we solliciteren hoeven de Noorse werkgevers
niet naar Nederland te bellen.” John: “Ik heb de
website www.wijgaanemigreren.nl opgezet om
ons verhaal te vertellen, maar ook om anderen
uit te nodigen dit te doen en we gaan om de
twee weken naar Noorse les.”
John vertelt verder hoe ze jarenlang een
abonnement gehad hebben op het
plaatselijke sufferdje: “Dat
leek ons goed voor de taal,
maar ook om het nieuws
bij te houden en de
advertenties. We
liepen de redactie
binnen en vroegen
een medewerker
of hij het krantje
naar Nederland
wilde sturen. Die
man vond dat zo
bijzonder. Voor
we er erg in hadden
stonden we buiten met
een fotograaf en een dag
later stonden we in de krant,”
‘SOMS LIJKT HET WEL ALSOF
JE LEVEN STILSTAAT’
15
Gevangen in je koopwoning
lacht hij. “Eenmaal thuis hebben we een tijdslijn
gemaakt met onder meer een vertrekdatum. Die
is inmiddels vier jaar geleden afgelopen.”
Even is het stil. Dan zegt John: “Stel dat
het helemaal niet door gaat. Dat ik als
gepensioneerd baasje achterom kijk en weet dat
het niet gelukt is? Dat zou ik dan toch wel zuur
vinden. Niet dat het leven dan ophoudt, maar
wel zuur.” Paula: “Emoties schommelen wat dat
betreft. Soms zijn we verdrietig en soms gaat
het leven gewoon door en zijn we er zelfs even
niet mee bezig.En regelmatig vragen we ons
af of er iets is dat we niet goed doen, maar de
conclusie is dat het is zoals het is,” zegt Paula.
“Het zijn krachten die je zelf niet in de hand
hebt.”
Toch weet het stel iedere teleurstelling weer
om te zetten in iets positiefs. “We gaan nu al
onze energie stoppen in het nog mooier maken
van onze woning. Je weet wel, puntjes op de i,
andere indeling, nieuwe foto’s,” licht Paula kort
en bondig toe. Op de vraag of ze nog vertrouwen
hebben dat de emigratie doorgaat zeggen John
en Paula in koor volmondig: “Ja!” “Wanneer
weten we niet,” vult Paula aan, “maar dat we
gaan is zeker!”
Tekst: Josie Kneepkens.
Foto’s: John Regter
DIt interview is samen met 13 andere
interviews van Nederlanders die ‘in de
wachtstand zitten’ verschenen in het
boek ‘Ik vertrek nog niet’.
‘Ik vertrek nog niet’ gaat over hen die
wachten op vertrek naar hun droomland.
De processen die ze doormaken. Hun
hoop, hun fantasieën, hun teleurstelling
en vragen. Persoonlijke inkijkjes in de
levens, dromen en gedachten van 14
emigranten in spe. Ontroerend, ont-
wapenend en soms erg geestig.
Ik vertrek nog nietEmigranten in spe in de wachtkamer
Josie Kneepkens
UItgeverij GrenzenloosISBN 9789461850492
Prijs € 16,95
O.a. te koop bij: Bol.com en Emigratieboek.nl
‘HET ZIJN KRACHTEN DIE JE ZELF
NIET IN DE HAND HEBT’
16
Nieuwe boeken
Een enkeltje Auckland pleaseOp weg naar het Nieuw-Zeeland visum
Marisa Garau
Uitgeverij GrenzenloosISBN 9789461850591
Prijs € 16,95
O.a. te koop bij: Bol.com en Emigratieboek.nl
EEN ENKELTJE AUCKLAND PLEASEOP WEG NAAR HET NIEUW-ZEELAND VISUM
In Een enkeltje Auckland please beschrijft
Marisa Garau, voormalig copywriter en ex-
stressverslaafde, op openhartige wijze hoe zij
besluit om haar snelle Amsterdamse leventje
in te ruilen voor een nieuw bestaan in Nieuw-
Zeeland. Bij gebrek aan informatie over de
hopes and fears waarmee elke aspirant-
emigrant te maken krijgt, besluit Marisa zelf
een boek te schrijven: van de eerste prille
emigratiekriebels tot het daadwerkelijke
enkeltje Auckland.
Naast praktische informatie over het nut
van een goede planning, de schimmige
rol van emigratiebureaus, het belang van
blinddoorzettingsvermogen
en de heilzame werking van geduld, is Een
enkeltje Auckland please vooral een persoonlijk
verslag over de emotionele kant van emigreren.
Dit onderhoudende, informatieve en
humoristische boek is bedoeld om iedereen die
naar een ander land verlangt, een hart onder de
riem te steken en te bewijzen dat al het gedoe
zeker de moeite waard is!
17
Nieuwe boeken
Van vakantie tot emigratieDe aantrekkingskracht van Zweden
Heiko Leugs
Uitgeverij GrenzenloosISBN 9789461851215
Prijs € 16,95
O.a. te koop bij: Bol.com en Emigratieboek.nl
VAN VAKANTIE TOT EMIGRATIEDE AANTREKKINGSKRACHT VAN ZWEDEN
Een weekje vakantie in Zweden kreeg voor Heiko en Joke
Leugs verstrekkende gevolgen. De rust en de ruimte, de vele
meren en de ontelbare bossen van dit mooie Scandinavische
land lokten het tweetal daarna voortdurend.
De idyllische plattelandsdorpjes met de vrolijk gekleurde
houten huizen in de provincie Småland gaven iedere vakantie een
gevoel van “thuiskomen”. Om deze reden besloot het stel dat hun
geliefde vakantieland hun nieuwe thuisland zou worden.
In zijn boek beschrijft Heiko de avonturen en het proces die hij en zijn vrouw
meemaakten, geïllustreerd met foto’s en compleet met handige tips en informatie.
18
Wonen in Frankrijk
Ludique is het pseudoniem van een oud-docent die na zijn pesionering samen
met zijn vrouw Maria (Lief) emigreerde naar Zuidwest-Frankrijk. Het tweetal woont en ‘werkt’ in en rond hun oude boerderij op het Franse platteland. Ludique is een begenadigd verteller/schrijver die anderen laat meegenieten van zijn dagelijkse belevenissen.
Lief en ik wilden een huis in Frankrijk. Wij
lazen daarom maandenlang kilo’s glanzende
tijdschriften vol wijze artikelen en columns
van specialisten die je, hoe dan ook, in alle
gevallen schijnt nodig te hebben. En geweldig
verstandige boeken over kopen, wonen, leven,
verbouwen en emigreren. We hingen dag en
nacht aan het internetinfuus en volgden allerlei
‘Ik vertrek’ rampen op de televisie. Rampen
verhogen namelijk de kijkcijfers, moet u weten.
Als alles goed gaat, is de lol er snel vanaf.
Afijn, het land hadden we dus al. Nu nog
de streek, want Frankrijk is tamelijk fors
uitgevallen. Als fervent zeiler ben ik nogal
waterig van aard en opteerde derhalve voor
de Atlantische kust. Zuidelijk, wel te verstaan,
want Lief en ik zijn kinderen van de zon en
tweederde van Frankrijk rekenen wij toch tot
dezelfde meteorologische categorie als geheel
België en Nederland. Verticaal oplopend
LUDIQUEHOE WIJ VERTROKKEN
19
Hoe wij vertrokken
druilerig. De Grote Bosatlas steunt ons
daarin, menen wij. Dat plan hebben we, heel
toepasselijk, laten varen. Het kustgebied, zo
vernamen wij al lezend en luisterend, wordt
periodiek overspoeld door miljoenen toeristen.
Een soort tsunami van binnenuit. Buiten die
juichseizoenen is echter driekwart van de
huizen, winkels en restaurants spookachtig
dichtgetimmerd. Geen hond te bekennen.
We schoven op naar het binnenland. Nog
binnen de zuidelijke klimaatzone en doken
de Limousin in. Nooit van gehoord, maar
lekker dunbevolkt, weinig toerisme, prachtig
natuurschoon en dat alles was bovendien ook
nog eens voor een scheet en drie knikkers te
koop.
Met deze frisse focus begon de zoektocht
opnieuw. Lief en ik wilden ‘en campagne’
wonen. Met spectaculaire vergezichten
en open luchten. Hoog en droog. Niet
in een dal. Vrienden van ons woonden
in een dal en wij noemden dat een
voyeuristische kuil omdat we ons
aldaar voortdurend vanuit de hoogte
begluurd waanden terwijl we zelf weinig
meer dan oprukkende heuvels konden
zien. Kuilen zijn ook vaak nat en nevelig.
Omhoog dus.
We pakten het verstandig aan. Terdege
geïnformeerd en voorbereid. Op internet
uit honderden een tweetal aantrekkelijke
immobiele objecten gevonden. Zo noemt
men die daar. We moesten nu ook maar eens
gaan kijken. Ter plekke. Makelaars gebeld
en afspraken gemaakt. We trokken er een
weekje Frankrijk voor uit. Huisje geregeld.
Autootje gehuurd. Dit omdat de onze met 26
jaar iets over datum leek. Een dag voor deze
huizenexpeditie belde de makelaar. Het ene
object was zojuist aan Engelsen verkocht en
van het andere bleek de eigenaar onvindbaar.
Tja. Doelloos naar Frankrijk? Geen sprake
van! Wij doken als op-rechte Nederlanders
opnieuw in de digitale uitverkoop van Franse
huizen. Beduidend minder kritisch vonden we
razendsnel nog zeven aanvaardbare objecten
en belden achter elkaar evenzoveel gretige
makelaars. Lief en ik vertrokken aldus toch nog
met een rijk gevulde agenda. Lief houdt van een
strakke planning. Bij een van de bezichtigingen
was een tweede Franse makelmevrouw
meegekomen die de Engelse taal zou beheersen.
Handig, want ons Frans reikt niet veel verder
dan halverwege ‘Sur le pont d’Avignon’ en
20
Wonen in Frankrijk
daarmee geraak je niet aan de overkant. We
spreken daarentegen wel prachtig Engels. Zo
prachtig zelfs dat de makelmevrouw met het
veronderstelde Engels brevet, gelijk met haar
collegiale reputatie, in volkomen onvermogen
verviel. Het werd dus taalkundig Pim-Pam-
Petten. Lollig, maar weinig verhelderend.
Het huis stond hoog aan de rand van een
vallei. Liever gezegd; een ravijn. De auto kon
net tussen huis en afgrond door. We stonden
doodsangsten uit en dat is niet bevorderlijk voor
een objectieve kijk op zaken. In ons beste Jip
& Janneke Frans/Engels vroegen wij waar dan
nu toch die twee hectare grond was gebleven.
Het makelaarsduo wees langs de vrijwel
verticale helling de diepte in. Twee hectare
rechtopstaand terrein. Leek ons lastig maaien.
Er was bovendien ook erg veel opdringerig bos
rondom het optrekje en ik houd niet van bos.
Lief wel.
Na zeven objecten, bestaande uit zeer complete
ruïnes, voor zichzelf overschattende klussers
hoogst interessante bouwvallen, alsook met
gipsplaat en plastic glanskozijnen tot bijna
Nederlandse Hans en Grietje doorzonwoningen
platgereno- veerde boerderijtjes, zag onze
‘eigen’ makelaar het even niet meer zitten met
ons. Lief en ik waren ook niet meer zo helder.
Onze week was bijna om en we hadden in
de omgeving nu al zevenhonderd kilometer
rondgetoerd. Tevergeefs. In een wanhopige,
laatste poging, toonde onze makelvriend nog
een stapel fotoboeken vol objecten. Bouwsels
waarin hijzelf niet makelde. Maar enfin, Franse
makelaars beschouwen in principe elk object tot
de persoonlijke handelsportefeuille.
We vonden het allemaal drie keer niks.
De plakboeken van onze huizenboer bood
enkel uitzicht op prijzige burgermanshuizen
met zwembaden, tennisbanen, trendy
gemetselde barbecues en nederzettingen vol
gepensioneerde medelanders. Dat alles paste
niet in ons denkraam. Lief en ik zijn niet van
de afdeling nieuw, aangeharkt en glossy. Wij
wilden traditioneel en authentiek Frans en geen
Hollandse bouwmarktbuitenwijk. “Ik bel wel
een collega”, riep hij geshockeerd zoals iemand
aankondigt 112 te zullen gaan bellen.
“Ik heb hier een Nederlands echtpaar dat
‘iets’ zoekt wat jij, denk ik, wel voor ze hebt”,
kondigde hij aan. Dat ‘iets’ klonk als een absurd
en uitzonderlijk object dat uitsluitend nog op
rommelmarkten te vinden zou kunnen zijn.
Het gesprek werd beëindigd met de
verzuchtende mededeling ‘het echtpaar’ dan
wel naar de collega te zullen doorsturen.
Wij voelden ons een onjuist bezorgd pakket
problemen. “Mijn collega heeft precies wat
u zoekt! Sterker nog, ze staat op dit moment
in het huis van uw dromen”, verklaarde hij
verheugd en reikte ons, ten teken van een snel
en vooral definitief afscheid, alvast de hand.
De volgende ochtend reden we met de
telefoonmakelaarster voor het eerst het erf op
van de onvindbare bezienswaardigheid. Lief en
ik keken verwonderd om ons heen en slaakten
een diepe zucht van verluchting. “We zijn
thuis”, spraken we gelijktijdig.
‘WE ZIJN THUIS, SPRAKEN WE
GELIJKTIJDIG’
‘TWEE HECTARE....
RECHTOPSTAAND TERREIN’
21
Hoe wij vertrokken
Nog diezelfde middag tekenden we het
voorlopig koopcontract. Ikzelf sputterde nog
wel wat, maar lief houdt van duidelijkheid
en aanpakken. Een doorzetter. Net als de
makeldame.
Onderweg terug naar Nederland. Lief belde
mobiel onze dochter om haar deel te maken van
onze nieuwe aanwinst. Voortdurend hoorde
ik lief daarbij zeggen: “Dat weet ik niet” Of:
“Geen idee!” Of: “Nee, niet gezien” Of: “Ja, best
mogelijk, niet op gelet” Enzovoort. Liefde maakt
blind. Want wat hadden we nu eigenlijk gezien?
En bovendien gekocht? Ja, een boerderij
met bijgebouwen en een erf. Er was water,
elektriciteit, telefoon en een douche plus toilet.
De voordeur kon op slot. De bouwkundige
staat? Geen idee. Geen zolders of kelders
bekeken. Vergeten! Daken? Ja, die zaten er
wel op. Vloeren, kozijnen? Riolering? Ik kreeg
visioenen van rampzalige televisieprogramma’s.
Lief deed een poging mij en zichzelf gerust
te stellen met de historische woorden: “Ach,
het staat er al een paar honderd jaar, dus
dan zal het voorlopig nog wel een poosje
overeind blijven.” En daar knapten we
zienderogen van op. Er volgden nog meer van
die ‘wijsheden’, geloof ik. Ik zag de kijkcijfers
al duizelingwekkende hoogten bereiken. Hoe
bedoelt u, verstandig?
Tekst & foto’s: Ludique le Vert
Dit verhaal is het eerste van een
bundel van 23 verhalen die Ludique
le Vert geschreven heeft over zijn
belevenissen in Frankrijk. De bundel
is een aaneenschakeling van de meest
hilarische gebeurtenissen, op een
ongekend geestige en aanstekelijke wijze
opgetekend.
Wie van Frankrijk en het Franse leven
houdt of wie overweegt om zelf een huis
in Frankrijk aan te schaffen, is ‘Hilarisch
Frankrijk’ absolute verplichte leeskost.
Hilarisch FrankrijkHoe wij vertrokken
Ludique le Vert
UItgeverij GrenzenloosISBN 9789461851024
Prijs € 16,95
O.a. te koop bij: Bol.com en Emigratieboek.nl
22
Curaçao
Het beginnen van een eigen B&B of hotel
of lodge. Het is een veelgehoorde droom
bij emigranten. Zo was dat ook bij Harald en
Caroline.
Als gepassioneerde duikers besloten ze jaren
terug op Curaçao te blijven. Ze openden er na
enkele jaren hun eigen hotel Scuba Lodge. Niet
alleen zweven ze voor hun werk af en toe in het
ongerepte blauwe water tussen de vissen; ook
genieten ze van de lokale ongedwongenheid.
Tijd om te beseffen hoe goed ze het voor elkaar
hebben, is er echter nauwelijks. ‘Kritisch blijven
is essentieel in dit vak.’
‘Harald is onder water’, vertelt Caroline over de
telefoon vanuit Curaçao. Op het laatste moment
kwam er nog een klant binnenlopen en dat
betekent dat onverwacht de duikspullen gepakt
kunnen worden voor een extra les. Harald
en Caroline hebben tien jaar lang een eigen
duikschool gerund, die ze in 2006 verkochten
omdat het geheel uit zijn voegen groeide. In
hun huidige kleinschalige familiehotel bieden ze
duiklessen wel als service aan voor hun gasten,
maar het is niet meer de hoofdzaak.
‘Als we nu het water ingaan, is dat een leuke
afwisseling. Die momenten zijn nu extra leuk,
als een klein cadeautje ‘, vertelt Caroline. Vlak
daarna klinkt er luid geraas door de telefoon.
ONDERNEMEN OP CURAÇAO‘HET LEVEN BIEDT ZOVEEL MEER’
23
Ondernemen op Curaçao
‘De kustwacht vliegt voorbij’, verklaart ze. Ook
verstoort af en toe het geruis van de wind het
gesprek. De setting van waar het tweetal woont
is duidelijk: zee, strand en het buitenleven.
Verslaving
In de jaren ‘90 kwam Harald voor het eerst naar
Curaçao voor een vakantie. Hij zou er slechts
kort blijven, maar toen zijn reisgenoot ziek werd
is hij blijven hangen en tegelijk wat nuttigs met
zijn tijd gaan doen. Hij heeft toen leren duiken
en had al direct door dat dit iets heel groots in
zijn leven zou worden. Het werd een verslaving,
zo machtig vond hij het. Hier moest hij iets
mee. In Nederland zat hij net tussen twee banen
in, wat hem makkelijker deed besluiten hier te
blijven. Op advies van eilandbewoners begon
hij zijn eigen duikschool, Scuba Do. In een klein
hutje.
Caroline kwam een paar jaar later, in 1997,
bij hem voor duiklessen. ‘Ik zou eigenlijk naar
Australië gaan voor het Great Barrier Reef.
Daarvoor wilde ik al kunnen duiken, daarom
ging ik eerst naar Curaçao’, vertelt zij. Haar
eerste ervaring met de onderwaterwereld was
echter minder overweldigend dan bij Harald.
‘Het was een drama. Ik heb ooit klem gezeten
onder een surfzeil, waarbij ik half gestikt naar
boven kwam. Het was dus een hele kunst om
mij onder water te krijgen.’ De tweede duik was
het wel raak. Ook Caroline voelde dat wat ook
voor haar een verslaving zou gaan worden. ‘Het
mooie en bizarre aan duiken is dat je in alle rust
gewichtloos in het blauw zweeft. Middenin een
puur stuk ongerepte natuur, waar de vissen zich
niet bewust zijn van jouw aanwezigheid. Het
grote verschil met snorkelen is dat je niet aan
de oppervlakte ligt, maar onder water zweeft. Je
bent er echt onderdeel van.’
Geen mantelpakje en
lippenstift
Tegelijkertijd was
Caroline onder
de indruk van
de vrijheid
van leven op
Curaçao. Ze
beschrijft die
tijd als een
periode waar
mensen met
een rugzakje naar
het eiland kwamen
en het niet uitmaakte hoe je
eruit zag of op wat voor stoel je zat. ‘Iedereen
kwam hier met niets om iets op te bouwen. Ik
was toen zelf 23 en net afgestudeerd. Ik stond
op het punt om aan een leven met mantelpakje
en lippenstift te beginnen. Liever wilde ik nog
een jaartje buitenspelen. Ik kon bij Scuba Do
werken en besloot binnen twee maanden terug
te komen.’
Het verhaal zou vanaf daar rozengeur en
maneschijn kunnen zijn tussen het tweetal.
Maar zo romantisch was het zeker niet. ‘De
eerste negen maanden dat we samenwerkten
hebben we oorlog gevoerd’, lacht Caroline. ‘Ik
heb twee keer ontslag genomen. Onder al die
ruzies smeulde er wel iets. Toen zeiden we:
‘laten we elkaar nou maar gewoon leuk gaan
vinden.’ Nog twee jaar lang heeft Caroline
vervolgens op de wip gezeten of ze alsnog terug
zou gaan naar Nederland voor die carrière
‘IN ALLE RUST GEWICHTLOOS IN
HET BLAUWE WATER ZWEVEN’
24
Curaçao
of definitief zou blijven. ‘Ik kwam er niet uit’,
vertelt ze. ‘Wat de doorslag gaf om te blijven,
was dat ik liever één ding goed wilde doen.
Scuba Do begon toen aan een groeiproces en
breidde snel uit. Heel lang was het hobby, maar
nu kon ik er echt voor kiezen. Achteraf kan ik
zeggen dat dat toen mijn carrière werd.’
Harald en Caroline zijn inmiddels elf jaar
samen en drie jaar getrouwd.
Scuba Do groeide groter en groter, tot het
moment dat er zowel ’s ochtends als ’s middags
een shift van 50 duikers was. Ze wisten niet
meer wie aan de balie hun klant was en wie
niet. Daarbij groeide de aan- en verkoop van
duik- en snorkelmateriaal, dus zetten ze ook
een groothandel in duikspullen op. ‘Zo’n grote
duikschool was nooit de intentie geweest’,
vertelt Caroline eerlijk. ‘Eigenlijk vonden we
het helemaal niet leuk. Toen we in januari
2006 iemand vonden die het over wilde nemen,
twijfelden we geen moment. We verkochten
alles en zijn op reis gegaan.’
Ze bezochten India en Thailand, twee landen
die ze geweldig fascinerend vonden om ‘jezelf in
onder te dompelen’. Toch waren beide landen
geen optie voor serieuze toekomstplannen.
Curaçao bleef het meest trekken. Vanwege het
fijne klimaat, de taal en omdat ze er al een keer
een bedrijf hadden opgezet. ‘We kenden de
weg.’
Ranzig oud hotelletje
‘We wilden wel weer de duikwereld in’, vertelt
Caroline. ‘Maar dit keer kleinschaliger. We
wilden geen bemoeienis meer van resorts die
‘CURAÇAO BLEEF TOCH HET
MEEST TREKKEN ’
25
Ondernemen op Curaçao
eisen stellen zonder verstand van duiken te
hebben. Ze verwachten bijvoorbeeld een gratis
proefduik in het zwembad voor hun gasten en
als je daar niet aan mee wilt werken, gaan ze
naar een ander. Daarmee word je toch onder
druk gezet. Wij besloten daarom onze eigen
accommodatie te bouwen en duiklessen vooral
aan onze gasten aan te bieden. Deze kamers
zijn nu core business en de duikinkomsten zijn
mooi meegenomen. Omdat we op eigen grond
zitten met onze eigen business, hebben we met
niemand meer iets te maken en genieten we
van de vrijheid die dat met zich mee brengt. We
hoeven geen blad meer voor de mond te nemen
of tactische uitspraken te doen om mensen blij
te houden. We doen ons eigen ding op onze
eigen manier.’
Op zoek naar de ideale locatie, had het tweetal
het hele eiland al zes keer bekeken. Op een
ochtend werd Caroline wakker met het gevoel:
we moeten naar de Penstraat. ‘Dat was heel
raar’, vertelt ze. ‘Ik was daar nog nooit geweest,
we konden het eerst ook niet vinden. Maar er
stond wel een bord met ‘grond te koop’. Iets
verderop stond een ranzig oud hotelletje dat
bij navraag ook te koop bleek te staan. We
wisten het meteen. Het was heel bizar, maar wij
werken altijd redelijk intuïtief.’
Flinke kater
Het ging om een oude koopmanswoning uit
1850, die deels onder Monumentenzorg viel
met vergelijkbare regels en verplichtingen
als in Nederland. Er volgden anderhalf jaar
renovatie (‘we zijn anderhalf jaar full-time
bouwvakker geweest’) waarbij de buitenkant
moest blijven zoals die was. Wel mochten ze
een houten galerij plaatsen waardoor iedere
kamer buitenom een eigen ingang kreeg.
Caroline: ‘Aanvankelijk was men hierop tegen,
maar omdat het pand zo smal is en er zonder
deze wijziging commercieel weinig mee te
beginnen was, is er een uitzondering gemaakt.’
Inpandig was er meer vrijheid en konden
kamers bij elkaar getrokken worden. Het deel
dat niet tot het monument behoorde, is vanaf
de grond opnieuw opgebouwd. Het huis kreeg
een knalblauwe gevel, zoals past bij alle vrolijk
gekleurde huizen op het eiland. Het stuk grond
eromheen veranderde in een tropische tuin, van
waaruit gasten iedere avond de zonsondergang
kunnen zien.
De Nederlanders hadden geen aannemer en
architect in dienst genomen, maar deden alles
met eigen bouwvakkers die ze via via kenden.
Caroline: ‘Als we rechtstreeks uit Nederland
waren gekomen en dit project hadden gedaan,
dan was het nooit gelukt.’
‘WE HEBBEN MET NIEMAND
IETS TE MAKEN’
26
Curaçao
‘De bouwstijl en –materialen zijn bijvoor-beeld
volslagen anders. Er zijn veel valkuilen als je
daarvan niet op de hoogte bent. Het kost hier
tijd om materialen te bestellen en de juiste
mensen te regelen. Contacten zijn essentieel.
Aannemers staan er bijvoorbeeld om bekend
dat je ze nooit geld vooruit moet betalen om
materiaal te kopen. Dat geld maken ze op
aan andere dingen en grote kans dat je het
onherroepelijk kwijt bent. Het gebeurt niet
moedwillig, maar het gebeurt wel. Ook moet
je bouwvakkers op vrijdag uitbetalen, niet
doordeweeks. Dan kun je er donder op zeggen
dat ze de volgende dag niet meer op komen
dagen wegens een flinke kater. Als je dat niet
weet, sta je raar te kijken. Een ander punt is
dat loodgieters vaak meerdere jobs tegelijk
aannemen. Zouden ze dat niet doen, dan wordt
het voor hen moeilijk om een inkomen bij
elkaar te schrapen. ‘s Lands wijs, ‘s lands eer.
Boos worden als de betonblokken op zijn doe
je eenvoudig niet. Je lacht en vraagt vriendelijk
wanneer je ze dan wel kunt krijgen. Het eiland
is te klein om mensen tegen je in het harnas te
jagen. Verslijt je op die manier vijf loodgieters,
dan houdt het toch een keer op. En wat is toch
het nut van al die boosheid, vragen wij ons
geregeld af als we weer een vers aangekomen
Nederlander met schuim op zijn mond zien
vertellen hoe het volgens hem zou moeten.’
Handen in de blubber
Het moment waarop ze voor het eerst
opengingen, nu ruim een jaar geleden, vond
Caroline doodeng. ‘Ik herinner me nog goed dat
ik middenin de tuin stond met de eerste gasten
en dacht ‘dit is het dan’. Ik was bloednerveus,
straks zou iedereen het afschuwelijk vinden.
Het liefst stopte ik mijn vingers in mijn
oren om geen kritiek te hoeven horen. Een
opgelucht moment van ‘we hebben ons doel
bereikt’ hebben we nooit gehad. We zijn allebei
tamelijk kritisch. Onze focus ligt op continueren
en verbeteren. Er zijn over de hele wereld
miljoenen vakantiebestemmingen, dus is het
heel speciaal als mensen voor ons kiezen.
Kritisch blijven in dit vak is essentieel. De eerste
gasten moesten heel hard
lachen toen ik nog met mijn handen in de
blubber plantjes aan het zetten was. Ik doe dat
nog steeds zelf; voor mij is het een leuk moment
om een praatje te maken met de gasten.’
Caroline heeft er sowieso moeite mee om als
eigenaar van het hotel te worden gezien. Zodra
iemand haar hotelier noemt, wordt ze nerveus.
Liever zegt ze bescheiden: ‘Ik werk hier ook een
beetje.’ Caroline: ‘Ik wil voorkomen dat mensen
een vooroordeel hebben op basis van wat ik doe
of wat ik heb. Harald is de oudste, die wordt
gelukkig vaak als opperhoofd gezien. Ik kan nog
‘HET HEBBEN VAN CONTACTEN
IS ESSENTIEEL HIER’
27
Ondernemen op Curaçao
28
Ondernemen
wel eens doen alsof ik de stagiair ben.’
Dat ze voor haar gasten ook een voorbeeld-
functie kan vervullen (wie wil er niet zo’n leven
als zij), dringt nauwelijks tot Caroline door.
Ze vindt het ook niet zo belangrijk. ‘Natuurlijk
vertellen we ons verhaal als gasten daar
naar vragen. Maar het ligt samsam met hoe
geïnteresseerd wij in hun leven zijn. Het draait
namelijk helemaal niet om ons, het draait om
de gast. Die instelling komt ook een beetje voort
uit het duiken. Onder water bestaan wij niet en
draait het, ook vanwege de veiligheid, alleen
maar om de ander. Als de gasten niet centraal
staan, kunnen ze in ieder hotel verblijven.’
En dus hanteren Harald en Caroline geen
officiële incheckprocedure. Wie met z’n koffers
aankomt, mag eerst aan de bar een cocktail
gaan drinken. Eerst even lekker zitten. ‘Het is
jouw vakantie’, aldus Caroline.
Douchewater door plafond
Die ongedwongenheid en persoonlijke
benadering maakt dat gasten veel kunnen
hebben. Ook op ‘crisismomenten’. Caroline:
‘Toen we net twee maanden open waren, kwam
er in de bar die vol mensen zat, douchewater
van de kamer erboven door het plafond heen.
Het stortte werkelijk naar beneden en iedereen
ging gelijk meehelpen. Omdat het hotel zo
kleinschalig is, zien ze dat je er alles aan doet
om zaken goed te regelen. Dan nemen ze je dit
soort dingen niet persoonlijk kwalijk. Minder
leuke dingen eindigen zo toch vaak heel leuk.
We hebben hier ook een keer een oude man
gehad, John, die keihard begon te huilen
toen hij aankwam. Hij bezocht een ernstig
zieke vriend en hij verbleef in een naargeestig
appartement op Curaçao.
29
Ook bij de helft van de gasten heeft hij
uitgehuild. Uiteindelijk heeft iedereen hem
omarmd en bloeide hij op van een verloren
vogeltje tot de gast met het hoogste woord.
Opa John mailt nog af en toe. Dat is voor ons
de kern. We zouden om die reden nooit willen
uitbreiden naar meer kamers.’
Voor alle zaken in het hotel zoals het ont-
vangen van de nieuwe gasten, het ontbijt en het
schoonmaken hanteert het echtpaar per dag een
logische flexibiliteit.
Niemand heeft vaste taken. ‘Iedereen rommelt
maar wat’, lacht Caroline. Er werken twee
duikinstructeurs fulltime mee in het hotel. Twee
anderen gaan binnenkort in opleiding.
Een gemiddelde dag begint voor Harald en
Caroline tussen half zeven en half acht in de
ochtend.
‘Dan springen we in de auto om naar de
supermarkt te gaan voor verse spullen. Een half
uurtje in de file. We hebben hier ook files, maar
het grote verschil met Nederland is dat hier
iedereen met een grote grijns en een vriendelijk
handgebaar ritst.’
‘Na het ontbijt kijken we of er die dag gedoken
moet worden en vervult iedereen als vanzelf de
overige taken die er liggen. De contracten met
touroperators, emails, palmbladeren afzagen,
reparaties.’ Binnen werktijd hebben Harald en
Caroline geen tijd voor elkaar. ‘Dan zijn we niet
meer dan collega’s. Zo hebben we elkaar ook
leren kennen.’
Niet naar muren staren
Essentieel voor het werkplezier van het
tweetal is dat hun dag zich grotendeels buiten
afspeelt. In een T-shirt en op slippertjes. ‘Wij
staan op met de ramen open.’ Het klimaat op
Curaçao is overdag vaak te heet om normaal
te functioneren (‘als je met de honden gaat
wandelen krijg je een zonnesteek’). Toch
hebben de twee Nederlanders dit honderd keer
liever dan het miezerige klimaat in Nederland.
Harald heeft een bloedhekel aan grijze luchten
en regen, Caroline vindt het afschuwelijk om
met een graad of vijftien binnen op de bank te
zitten. ‘Dat naar de muur staren heb je hier niet.
Hier hoef je geen leuke bank te hebben met
bijpassende poster erboven. Interieurtrends
boeien niet; als je maar een hangmat hebt.’
Ook de goedlachse mentaliteit van Curaçao
maakt dat Harald en Caroline zich helemaal
thuis voelen. ‘Als je iemand bij een officiële
instantie nodig hebt, kun je rustig met een
grapje beginnen’, vertelt Caroline. ‘Ik hoor
wel eens van mensen uit Nederland dat het
logisch is dat iedereen in de tropen vriendelijk
is. Ik draai dat om: waarom zou je in een
stadsomgeving níet vriendelijk zijn? Ik was
laatst weer in Nederland en ik vond het
ronduit schokkend om te ervaren hoe daar met
elkaar wordt omgegaan. Iedereen is daar zo
gefixeerd op zijn eigen rechten. Maar zijn die
werkelijk zo belangrijk om daarvoor een ander
uit te foeteren? Hier is de mentaliteit gewoon
compleet anders. Wij zien daar het nut niet
van in. Al moet ik wel eerlijk zeggen dat het
ook op Curaçao, helaas, aan het veranderen
is. Er komen hier steeds meer mensen met de
dure euro voor een tweede huis naartoe die
‘IN DE FILE RITST IEDEREEN MET
EEN GRIJNS EN VRIENDELIJK’
Ondernemen op Curaçao
30
Curaçao
31
Ondernemen op Curaçao
wél een materialistische standaard handhaven
en alles beter denken te weten. Mensen die
bijvoorbeeld een parkeerwachter uitlachen om
de bespottelijke 50 cent parkeergeld en niet
inzien dat je iedereen gewoon in zijn waarde
moet laten.’
‘Je moet op Curaçao voorzichtig zijn met het
onderscheid tussen Nederlanders en lokalen,
want ook blanken kunnen lokalen en hier
geboren zijn. Makamba betekent zoiets als ‘wit’.
Het is een term die de slaven vroeger gebruikten
voor de blanken. Er zit een hele geschiedenis
aan vast, gerelateerd aan huidskleur. Wij voelen
ons in ieder geval steeds minder makamba.’
Tekst: Heidy van Beurden.
Foto’s: Caroline en Harold Ferweda
DIt verhaal is een van de 17 interviews
uit het boek ‘We doen het gewoon’,
waarin landgenoten vertellen over
de B&B, hotel of lodge die zij in het
buitenland begonnen. Leerzame
ervaringen over ondernemers, van
Spanje tot Noorwegen en van Brazilie
tot Nieuw-Zeeland.
‘Een rijk geïllustreerd leesboek met
sfeervolle interviews voor iedereen die
graag over passies leest en inspirerend
voor mensen die zelf grensverleggende
ambities hebben.’ - De Telegraaf -
We doen het gewoonB&B’s, hotels en lodges van
Nederlanders wereldwijd
Heidy van Beurden
UItgeverij VanDorp EducatiefISBN 9789077698600
Prijs € 19,95
O.a. te koop bij:
Bol.com en Emigratieboek.nl
‘WE VOELEN ONS IN IEDER GEVAL
STEEDS MINDER MAKAMBA’
Meer informatie over het aankopen en bezit
van een (tweede) huis op Curaçao vindt u in
het boek Wonen en kopen op Curaçao
32
Het volgende nummer van Grenzenloos Magazine verschijnt op 28 februari
Schrijf u in op Grenzenloos.nl om op de dag van uitkomen een e-mail als herinnering te krijgen.
GIDSEN TAALCURSUSSEN ERVARINGSVERHALEN
Kijk regelmatig op Emigratieboek.nl en ontvang ook onze wekelijkse nieuwsbrief Volg ons op Twitter (@emigratieboek) en Facebook (fb.com/emigratieboek)
Emigratieboek.nlBOEKHANDEL VOOR LANDVERHUIZERS