geschreven pers en musicals haat- of liefdesverhouding?
TRANSCRIPT
1
Universiteit Gent
Academiejaar 2006-2007
Geschreven pers en musicals –
haat- of liefdesverhouding?
Onderzoek naar de invloed van de pers bij
afschaffing musicalafdeling
Koninklijk Ballet van Vlaanderen
Verhandeling voorgelegd aan de faculteit
Letteren en Wijsbegeerte
Vakgroep Kunst-, Muziek- en Theaterwetenschap
Voor het verkrijgen van de graad van licentiaat
Door Sven Vanrietvelde
Promotor: Dr. Bram van Oostveldt
2
Woord vooraf
Deze thesis had nooit tot stand kunnen komen zonder de hulp van enkele personen.
Allereerst wil ik zij bedanken bij van wie ik een interview heb mogen afnemen. Hoewel
sommige interviews naderhand geen enkel nut meer hadden voor deze thesis, hebben de
betrokkenen, door hun informatie, mij geholpen om een duidelijk zicht te krijgen op de
Vlaamse en Nederlandse musicalwereld: de ideale context voor deze thesis. Daarom dank ik
Frank Hoelen, Eddy Habbema en Deborah De Ridder voor hun tijd en energie die zij in onze
gesprekken hebben gestoken. Speciale dank gaat uit naar Bart Caron en Linda Lepomme die
mij de hele geschiedenis en problematiek rond de musicalafdeling van het Koninklijk Ballet
van Vlaanderen hebben uitgelegd.
Ik wil zeker ook Leen Cogghe bedanken die in het bezit is van het archief van de
musicalafdeling en mij alle artikels met extra wijze raad bezorgde voor deze thesis. Ook wil ik
Prof. Dr. Christel Stalpaert en mijn promotor Dr. Bram van Oostveldt bedanken, omdat zij mij
op weg hielpen om het juiste onderwerp te vinden voor deze scriptie.
Natuurlijk dank ik ook mijn ouders, mijn zus, mijn familie en vrienden die mij met raad en
steun bijstonden.
Last but not least dank ik Wilfried Eetezonne. Hij wees mij de weg in het Vlaamse
musicallandschap en bracht mij in contact met de juiste mensen. Ook dank ik hem voor de
steun en raadgevingen die hij mij gedurende een jaar gaf bij mijn werk voor deze thesis.
3
Inhoudstafel
Inleiding 7
Bronnenbespreking 9
1. Musical: een definitie 10
2. Het Koninklijk Ballet van Vlaanderen 12
2.1. Voorgeschiedenis: Teater Arena 12
2.2. Het Koninklijk Ballet van Vlaanderen 14
2.2.1. De Beginjaren 14
2.2.2. Zonder zorgen rij je door: de succesjaren 15
2.2.3. De Canvas van de musical 17
2.3. Problematiek afschaffing 20
2.3.1. De originele motieven 20
2.3.2. Culturele industrieën 23
3. Het KBvV in de pers 28
3.1. Inleiding 28
3.2. West Side Story 29
3.2.1. De Musical 29
3.2.1.1. Het verhaal 29
3.2.1.2. Originele Productie 30
3.2.1.3. De versie van het KBvV 31
3.2.2. West Side Story in de pers 32
3.2.2.1. Inleiding 32
3.2.2.2. Voor de première 33
Interviews 34
Ongeval 36
Andere 37
Conclusie 37
3.2.2.3. Première 38
Acteurs 39
4
Vertaling 41
Decor 42
Regie & Choreografie 42
Andere 44
3.2.2.4. De hernemingen 45
3.2.2.5. Conclusie 48
3.3 Dear Fox 49
3.3.1. Reynaert de Vos 49
3.3.2. De musical 49
3.3.2.1. Het verhaal 49
3.3.2.2. Productionele feiten 51
Crew 51
Cast 51
3.3.3. Dear Fox in de pers 52
3.3.3.1. Inleiding 52
3.3.3.2. Vóór de première 52
Internationale ambities 52
Dear Fox: Vlaams? 54
Interviews 55
3.3.3.3. De première 57
Acteurs 57
Muziek 59
Tekst 61
Regie 62
Hoe internationaal is nu deze musical? 63
Vooroordelen over musical 64
Vlaams karakter? 65
3.3.3.4. Hernemingen 67
Cast 67
De productie 67
Problematiek Nederland 68
3.3.3.5. Conclusie 69
5
3.4 A Little Night Music 70
3.4.1. De musical 70
3.4.1.1. Het verhaal 70
3.4.1.2. Productionele feiten 72
Artistiek Team 72
Cast 72
3.4.2. A Little Night Music in de pers 73
3.4.2.1. Voor de zomernacht viel 73
3.4.2.2. De première 77
Bekende Vlamingen 77
Het acteurstrio Lomme, Nieuwenhuijzen en Croiset 77
Send in the clowns 78
Vertaling 79
De kliffen van Sondheim 80
Het KBvV in het musicallandschap 81
Markante bijzonderheden 82
3.4.2.3. Conclusie 83
3.5. Portret van een Verloren Lente 84
3.5.1. De musical 84
3.5.1.1. Het verhaal 84
3.5.1.2. Productionele gegevens 85
3.5.2. „Portret van een Verloren Lente‟ in de pers 86
3.5.2.1. Vóór de première 86
3.5.2.2. De première 88
Muziek en tekst 89
Musical of muziektheater? 89
Opmerkingen 90
3.5.2.3. Conclusie 91
3.6. Vergelijking en evolutie 92
3.6.1. Inleiding 92
3.6.2. Interviews 92
3.6.3. Acteurs 93
3.6.4. De aard van de voorstellingen 94
3.6.5. Regie, decor en vertaling 95
6
3.6.6. De werking van het KBvV 96
3.6.7. De macht van de pers? 96
4. Conclusie 98
5. Bibliografie 100
6. Bijlagen 120
I. Cast en Crew West Side Story 121
II. Cast en Crew Dear Fox 124
III. Cast en Crew A Little Night Music 127
IV. Cast en Crew Portret van een Verloren Lente 129
7
Inleiding
Vlaanderen kent op dit moment geen vast gesubsidieerd musicalgezelschap. Het Vlaamse
publiek moet dan ook vooral genieten van commercieel gerichte musicalvoorstellingen.
Deze situatie bestaat echter nog maar een paar jaar. Tot vóór enkele jaren had het Koninklijk
Ballet van Vlaanderen een eigen gesubsidieerd musicalgezelschap. Deze werd door een
overheidsbeslissing opgedoekt en dit wegens artistiek niet vernieuwend genoeg. Het
musicalgenre werd geplaatst onder de werking van de culturele industrieën, CultuurInvest.
Eén van de argumenten voor deze overheidsbeslissing was dat de werking van de
musicalafdeling van het Koninklijk Ballet van Vlaanderen niet artistiek vernieuwend genoeg
was. Dit argument kan niet zomaar uit de lucht zijn gevallen. In deze thesis zal ik dan ook
proberen te zoeken naar het fundament van dit argument en dit vanuit de richting van de pers.
Wanneer een productie in première gaat, wordt deze namelijk beoordeeld door vakjournalisten.
Deze thesis wil onderzoeken of de overheidsbeslissing misschien enige invloed kan
ondervonden hebben van wat de pers schreef over de producties van het musicalgezelschap.
Voor dit onderzoek kan beginnen, zal ik eerst de geschiedenis van de musicalafdeling van het
Koninklijk Ballet van Vlaanderen bespreken. Zo kan ik een duidelijke context creëren. Hierbij
ga ik in op de voorlopers van dit gezelschap, zijn ontstaangeschiedenis en geef ik een korte
opsomming van de gespeelde producties mee. Vervolgens wordt de problematiek rond de
afschaffing van de musicalafdeling besproken en wordt het CultuurInvest onder de loepe
genomen.
Daarna leg ik de nadruk op het werk van de recensenten. Het is onmogelijk om alle recensies
van alle producties te onderzoeken en te bespreken. Daarom worden in deze scriptie vier
representatieve musicals uitgekozen en worden hiervan alle persartikels besproken. De keuze
die ik gemaakt heb, is enerzijds toevallig – om zo geen eigen richting te kunnen geven aan de
thesis – en anderzijds wel uitgekozen, omdat elke besproken musical een representatie is voor
een bepaalde periode uit de geschiedenis van het musicalgezelschap.
8
Ik bespreek volgende musicals: West Side Story, Dear Fox, A Little Night Music en Portret van
een Verloren Lente.
Elke productie zal in een apart hoofdstuk worden besproken. Daarna wordt er een vergelijking
gemaakt tussen de artikels van de vier musicals. Uiteindelijk worden de meningen van de
recensenten vergeleken met het oordeel van de overheid.
9
Bronnenbespreking
Wanneer er informatie over de geschiedenis van de Vlaamse musical moet opgezocht worden,
valt al snel op dat hierover weinig echte literatuur is verschenen. Gelukkig werden er aan deze
faculteit enkele thesissen geschreven die een goede uitvalbasis zijn voor beschrijving van de
werking van Teater Arena en het Koninklijk Ballet van Vlaanderen. Jammer genoeg stamt de
recentste thesis uit 1999, waardoor de laatste jaren van het musicalgezelschap nog niet op
papier te vinden zijn. Via de sites van het Vlaams Theater Instituut en de musicalrecensiesites
Musicalsite en Musicalfan kon ik toch voldoende informatie vinden over de producties.
Eén boek die informatie bevat over de eerste vijftien jaar van de musicalafdeling is Koninklijk
Ballet van Vlaanderen: 30 jaar ballet, 15 jaar musical. Hoewel deze een goed beeld geeft over
de werking van het musicalgezelschap, is er weinig informatie te vinden over de cast.
Bovendien hebben we ook te maken met een tamelijk subjectieve beschrijving van Rik
Lanckrock.
Via Mediargus kon ik voldoende goede bronnen vinden die de werking van CultuurInvest
bespreken. Ook de beleidsnota‟s van het Ministerie van Cultuur, die op hun site gratis kunnen
gedownload worden, bleken voldoende informatie te bevatten om mij op weg te helpen. De
beste bronnen voor de informatie rond de musicalafdeling en de beslissingen van de overheid
waren echter de gesprekken met Bart Caron en Linda Lepomme, hoewel deze zeker subjectief
gekleurd waren.
Zonder hulp van Leen Cogghe, die het archief van de musicalafdeling van het Koninklijk Ballet
van Vlaanderen beheert, was dit onderzoek onmogelijk geweest. Het archief van het Vlaams
Theater Instituut bracht te weinig bronnen naar voren om een degelijk onderzoek mogelijk te
maken. Het valt ook op dat rond het onderwerp musical bitter weinig te vinden is hun
bibliotheek.
Het archief van het Koninklijk Ballet van Vlaanderen bevatte echter genoeg Vlaamse en
Nederlandse tijdschriftartikels om mij goed op weg te helpen. Er moet wel vermeld worden dat
het hier gaat om kopieën van de originele artikels. Hierbij werd telkens de datum en de krant
van afkomst vermeld, maar de paginavermelding in de krant ontbreekt en soms is ook de auteur
van het artikel niet vermeld.
10
1. Musical: een definitie
Volgens Elseviers groot Operette- en musicalboek is de musical een „Amerikaanse
operettevorm die, nadat hij bevrijd was van Europese invloeden, zijn eigen weg is gegaan. Men
onderscheidt wel de musical comedy, waarin het verhaaltje soms alleen nog maar een
voorwendsel lijkt voor o.a. aan de revue ontleende „show‟-elementen, en de musical play,
waarin de muziek, de tekst en de handeling een eenheid vormen.‟1
Caroline Verhanneman2 neemt ook deze definitie van Elsevier over, maar vermeldt later in haar
beschrijving van de musicalgeschiedenis dat de musical play voortvloeide uit de musical
comedy. De musical comedy zou de eerste echte vorm van puur Amerikaans muziektheater zijn
geweest. In dit genre stond het book centraal met een duidelijke verhaallijn en functionele
songs. Dit laatste lijkt in tegenspraak te zijn met de definitie van musical comedy bij Elsevier.
Toen de theatervorm evolueerde en de songs hun eigen specifieke plaats en functie kregen in
het geheel, werd de term, volgens Verhanneman, veranderd naar musical play.3
Door de verscheidenheid in soorten voorstellingen die het musicalgenre rijk is, lijkt het beter
om toch vast te houden aan de definitie van Elsevier. Deze definitie lijdt echter aan een zekere
gedateerdheid: ze stamt uit 1972 en het genre heeft ondertussen een opmerkelijke evolutie
meegemaakt. Het onderscheid van het musicalgenre in twee grote categoriëen gaat dan ook,
volgens mij, niet meer op.
A. Aalders4 vindt het te moeilijk om een duidelijke definitie op te stellen. Volgens hem
ontstond de musical uit het overvloeien van verschillende theatervormen in een nieuwe
theatersoort waarin dans, muziek en dialoog een evenredig aandeel kregen in de
plotontwikkeling. Omdat het musicalgenre meerdere verschijningsvormen heeft en een
definitie bepaalde soorten musicals zou uitsluiten, weigert hij zich te wagen aan een definiëring
van het genre. Hij stelt liever vier criteria, waaraan een musical volgens hem moet voldoen, op.
1 BREDSCHNEYDER, Fred, Elseviers groot Operette- en Musicalboek, Elsevier Nederland B.V.,
Amsterdam/Brussel, 1972, p. 30 2 VERHANNEMAN, Caroline, Musicals in Vlaanderen, Gent, s.n., 1987, p. 4
3 VERHANNEMAN, Caroline, a.w., p. 11
4 AALDERS, A.A., “MADE IN HOLLAND” – Een onderzoek naar verschillen tussen de Nederlandse- en
Amerikaanse musical, Doctoraatscriptie, 28/12/1992, p. 13-15
11
Als eerste moet een musical een kwalitatief hoogstaande plot bevatten, waarin lijden en
emoties centraal staan. Als tweede criterium moet de musical een „realistische weergave geven
van de werkelijkheid op een epische wijze‟, waarbij de vierde wand moet doorbroken worden:
„Door het publiek rechtstreeks aan te spreken wordt zij op een veel indringender manier, dan
bij toneel gewoon is, betrokken bij de emotie zoals deze getoond worden op het toneel.‟5
Het derde criterium eist van het genre dat zang, dans en spel evenwaardig aan elkaar in
interactie treden. Ook de acteurs moeten zowel het acteren, het zingen als de dans perfect
onder de knie hebben. Als laatste wordt verwacht dat de dans en de zang voortvloeien uit de
spanning die voorkomt uit de handeling. Samen geven ze ook een extra emotionele laag aan het
geheel. Bij Aalders valt het op dat bij drie criteria het oproepen van emoties belangrijk zijn.
Wanneer we alle definities samen brengen, kunnen wij enkel concluderen dat een duidelijke
definitie van het musicalgenre moeilijk te geven is. Geen enkele definitie blijkt de veelheid van
het genre over de hele lijn te kunnen bevatten. Dit betekent echter niet dat ze geen grond van
waarheid bevatten, maar slechts een combinatie van deze definities lijkt het genre min of meer
te definiëren.
5 AALDERS, A.A., a.w., p. 15
12
2. Het Koninklijk Ballet van Vlaanderen
2.1 Voorgeschiedenis: Teater Arena
De Vlaamse musical is een tamelijk recent fenomeen. Zo kan Linda Berghmans in haar artikel
Musical in Vlaanderen en Nederland ons melden dat de eerste professionele musical in de
Benelux My Fair Lady was, met zijn première op 1 oktober 1960.6 Deze musical werd zowel in
Nederland als Vlaanderen opgevoerd, maar had in Vlaanderen minder succes.7 In de
daaropvolgende jaren werden vooral in Nederland – naast klassiekers zoals Oliver en The
Sound of Music – eigen musicals geproduceerd door John de Crane, met Harry Banninck
(muziek) en Annie M.G. Schmidt (tekst) als artistiek duo. Voorbeelden hiervan zijn Foxtrot en
En nu naar bed. Dit zorgde voor een aanvaarding van het genre in het Nederlandse
theatergebied.
In Vlaanderen ging dit veel moeizamer. Tot het begin van de jaren zeventig werden er slechts
sporadisch musicals opgevoerd. Zo zetten onder andere het NTG en het Mechels
Miniatuurtheater soms een musical op en brachten de studenten van de kleinkunstafdeling van
Studio Herman Teirlinck in 1975 de musical The Rocky Horror Show.8 Ook de Koninklijke
Vlaamse Opera bracht in de jaren zeventig enkele musicals zoals South Pacific, Anatevka, The
Sound of Music en Kiss me, Kate. In de jaren tachtig werd deze werking stilaan afgebouwd.9
Het is echter wachten op Teater Arena voor een vast musicalensemble. In het seizoen 1970-„71
brengen zij, onder regie van Dirk Decleir, Het leven van Bertold Brecht, een muzikale revue.
Het is maar vanaf Preservation, in het seizoen 1975-‟76, dat we kunnen spreken van het begin
van de musicaltraditie van Teater Arena. Nadine Goffaert, in haar thesis De geschiedenis van
Theater Arena - een onderzoek naar intenties wijst erop dat de productie van musicals pas echt
mogelijk was na de realisatie van het Theaterdecreet op 1 januari 1976. In dit decreet werden
de Vlaamse gezelschappen verdeeld over verschillende categorieën. Op deze manier kregen de
6 BERGHMANS, Linda, De musical in Vlaanderen en Nederland, in: Ons erfdeel.jg.36, 4 (sept/okt. 495-502),
1993, p. 495 7 VERHANNEMAN, Caroline, a.w., p. 25
8 BERGHMANS, Linda, a.w., p. 496
9 VERLINDEN, Sven, Les Misérables TM: een musicalrevolutie in Vlaanderen, Gent, s.n., 1999, p. 14
13
theaters een vaste subsidie en de acteurs een vaste wedde. Deze financiële steun was
broodnodig om de productie van het dure musicalgenre mogelijk te maken.10
Preservation was geen succes, onder andere door de onervarenheid van de acteurs met het
genre en de verschillende technische problemen. Directeur Jacques Veys vroeg echter aan de
pers om vijf jaar krediet te geven aan Arena om een kwaliteitsvol musicalgezelschap uit te
bouwen. Door een betere techniek, bijscholing van de acteurs – Daan van den Durpel liep stage
in Amerika om zich te vervolmaken in dans en zang – en het aannemen van nieuwe, beter
opgeleide acteurs – zoals Linda Lepomme die aan de afdeling musical van Studio Herman
Teirlinck had gestudeerd – werd de kwaliteit van de producties steeds hoger.
Waar er aanvankelijk in de eerste jaren een afwisseling was tussen gewoon teksttheater en
musical, zal in de daaropvolgende jaren het gewone theater op de achtergrond verdwijnen.
Naast minder gekende musicals en eigen creaties werden er ook internationale hits opgevoerd,
wel in eigen regie. Zo kon het Gentse publiek genieten van producties zoals The Rocky Horror
Show, The Fantasticks, Side by Side by Sondheim, Chicago en Company.
Uiteindelijk ging dit gezelschap ten onder aan financiële problemen. Het genre bleek te duur
voor hun te kleine zaal. Zo speelde Chicago telkens voor volle zalen, maar bleef de productie
toch verlieslatend.11
Teater Arena was daarbij ook een kamertheater, wat inhield dat de
productie niet reisde, maar enkel in eigen theater speelde. De theaterzaal had slechts 234
zitplaatsen, wat te weinig was om break even te spelen. Ook de subsidies, drieëntwintig
miljoen Belgische franken, en de elf miljoen eigen inkomsten waren niet genoeg om uit de
kosten te komen. Er waren 4.800.000 Belgische franken nodig om alle schulden af te betalen,
geld dat niet aanwezig was. Uiteindelijk hield Teater Arena in 1985 haar werking voor
bekeken.
10
GOFFAERT, Nadine, De geschiedenis van Theater Arena ; Een onderzoek naar intenties, Gent, 1983 p. 60 11
VERHANNEMAN, Caroline, a.w., p. 33
14
2.2 Het Koninklijk Ballet van Vlaanderen
2.2.1 De Beginjaren
Ook al hield Teater Arena op te bestaan, de geest van Arena zou toch blijven doorleven. Bijna
alle medewerkers en acteurs werden namelijk opgenomen in een nieuwe musicalafdeling in het
Koninklijk Ballet van Vlaanderen. Marcel Van Der Bruggen, toenmalig kabinetchef van
minister Poma, was ondervoorzitter van het Koninklijk Ballet van Vlaanderen (KBvV) en
lobbyde bij de minister om de musical te plaatsen onder het KBvV. Op dat moment werd er 60
miljoen Belgische franken toegevoegd aan de subsidies van het KBvV, dat toen voor zijn
balletwerking al 120 miljoen frank kreeg. In tegenstelling tot Teater Arena moest dit
gezelschap ook op verplaatsing spelen, zodat veel meer voorstellingen konden gespeeld worden
en er ook zo meer inkomsten waren. Het KBvV was een reisgezelschap en had dus de nodige
knowhow om de musicalafdeling optimaal te laten starten. Het was ook de bedoeling om de
dansers van de balletafdeling die de klassieke balletten fysiek niet meer aankonden, te laten
overplaatsen naar de musicalafdeling. Er zijn echter niet zoveel dansers kunnen doorstromen
als gehoopt, dit omdat het musicalgenre naast dans, ook een goede zang- en acteerprestatie
vereist.12
Aan actrice Linda Lepomme werd gevraagd om, eerst als adjunct artistiek directeur en daarna
als volwaardig artistiek directeur, de leiding van het gezelschap op zich te nemen.13
Om een te
hevige start wat te vermijden, werd in het eerste seizoen 1985-‟86 twee producties van Arena
overgenomen: Piaf van Pam Gens – met Erna Palstermans in de titelrol - en Jesus Christ
Superstar, in regie van Rufus Collins, die ook de regie van deze voorstelling had gedaan bij
Arena. Als derde productie werd een eigen versie van Little Shop of Horrors geproduceerd.
Piaf en Jesus Christ Superstar werden in de volgende seizoenen hernomen. Laatstgenoemde
werd in 1993-‟94 in een nieuwe regie van Frank van Laecke opnieuw opgevoerd.
Elk seizoen stonden er gemiddeld drie producties op het programma, waaronder hernemingen
van producties uit het vorige seizoen. Dit in tegenstelling tot Teater Arena die gemiddeld vijf
producties bracht per speeljaar. Het KBvV besloot minder producties per jaar op te stellen. Er
werd onder andere gedacht aan het kleinere Vlaanderen, waarin er slechts een tiental
12
Uit een interview met Linda Lepomme: 03/01/2007 13
BARBIER, Rina, Koninklijk Ballet van Vlaanderen : 30 jaar ballet, 15 jaar musical, Tielt, Lannoo, 1999, p.84
15
schouwburgen technisch bekwaam waren om de producties optimaal te kunnen ontvangen. De
meeste voorstellingen werden gespeeld in Nederland, wat soms zorgde voor controverse.
Mevrouw L. Lepomme verdedigt echter de keuze om meer in Nederland te spelen: de populatie
is groter en zelfs het kleinste dorp heeft er een prachtige schouwburg. Ze benadrukt wel dat de
uitkoopsommen – de vergoeding die een theater of schouwburg moet betalen om de
voorstelling te boeken aan het musicalgezelschap – voor de Nederlandse schouwburgen
opmerkelijk hoger lagen dan voor de Vlaamse. De Vlamingen betaalden namelijk al met hun
belastingsgeld.14
Het tweede seizoen, 1986-‟87, bracht twee musicalklassiekers naar Vlaanderen en Nederland.
Zo werd in regie van Stefan Janski My Fair Lady van Frederick Loewe en Alan Jay Lerner
opgevoerd. Rufus Collins regisseerde opnieuw een Webber-Rice musical, namelijk Evita, die
op 6 mei 1987 in Theater Carré (Amsterdam) in première ging. Rik Lanckrock, recensent en
voormalig lid van de Raad van Beheer van het KBvV, ziet dit premièremoment als het punt
waarop het ambitieuze doel van het KBvV was bereikt: „Met zinrijk kwaliteitswerk en met een
sterke eigen artistieke inzet werd een zeer ruim publiek aangesproken‟.15
Als derde productie
werd Jerry Girls opgevoerd, in regie van Harry Kümel en met bijkomende teksten van Hugo
Claus. De kostuumontwerpen voor deze musical werden toevertrouwd aan negen
laatstejaarsstudenten van de Antwerpse Academie. Er waren echter slechts zeven vertoningen.
2.2.2 Zonder zorgen rij je door: de succesjaren
In het derde seizoen, 1987-‟88, bracht het KBvV de musical Me and My Girl, in regie van Jean-
Pierre De Decker, en hernemingen van My Fair Lady, Jesus Christ Superstar en Evita. In
seizoen 1988-„89 werd er, naast hernemingen, ook een eigen productie van West Side Story van
Arthur Laurents, Leonard Bernstein en Stephen Sondheim gebracht. De regie was in handen
van Stefan Janski.
Jaak van de Velde, destijds actief bij Teater Arena, mocht in seizoen 1988-„89 een eigen regie
verzorgen van Chicago van John Kander en Fred Ebb, een musical die het Gentse
theatergezelschap ook had opgevoerd. Chicago speelde twee seizoenen.
14
Uit een interview met Linda Lepomme, 03/01/2007 15
BARBIER, Rina, a.w., p. 91
16
Het zesde seizoen, 1990-„91, bracht de eerste eigen creatie van het KBvV, namelijk Dear Fox
van Daniël Ditmar en Dirk Stuer. Deze musical was een mengeling van verschillende Reinaert-
verhalen in een regie van Eddy Habbema en werd in het volgende seizoen hernomen. In
datzelfde seizoen werd de revue Broadway Baby gebracht, een compilatie van songs en acts uit
verschillende gekende musicals, geschreven voor vijf acteurs. Het was de bedoeling om met
deze productie de kleinere theaters aan te doen, daar grotere producties er niet konden staan
omwille van de technische beperkingen.
Walter van Eysselinck bracht in het volgende seizoen een eigen regie van Anatevka (Fiddler on
the Roof) met onder andere Nolle Versyp in de hoofdrol van Tevye. Deze productie werd in het
daaropvolgende seizoen hernomen.
In seizoen 1992-„93 werd Hello Dolly opgevoerd in regie van Anthony Cornish en Hollywood
by Night, een compilatie uit verschillende musicalfilms. In het daaropvolgende seizoen werd
Man van La Mancha gespeeld, met Ramses Shaffy in de dubbelrol van Cervantes/Don
Quichote in een regie van André Ernotte. De rollen van knecht Sancho Pancha en
Aldonza/Dulcinea werden vertolkt door Werther Van Der Sarren en Janke Dekker. Deze
productie werd in het seizoen 1994-„95 hernomen, naast twee nieuwe creaties: Chess, van
Benny Anderson en Björn Ulvaeus in regie van André Ernotte, en Je Anne, een musicalversie
van het Dagboek van Anne Frank in regie van Franck Van Laecke.
Om het tienjarig bestaan van de afdeling te vieren werden de musicalklassieker The Sound of
Music, een voorstelling die de volgende twee jaar werd hernomen, en de eigen creatie Sacco en
Vanzetti geproduceerd. Deze voorstelling werd de allereerste musicalregie voor Stijn Coninx.
Frank Van Laecke schreef het verhaal, gesteund door Paul Berkenman. De muziek werd
gecomponeerd door Dirk Brossé. De cast van deze creatie bestond onder andere uit Tom Van
Landuyt, Hans Peter Janssens, Vera Mann en Nolle Versyp.
Hans Peter Janssens nam in het volgende seizoen de dubbelrol van Jekyll & Hyde op zich,
naast Rein Kolpa en Hilde Norga, in een regie van Frank Van Laecke. Het zou de eerste keer
zijn dat deze musical op het Europese vasteland werd opgevoerd. In datzelfde seizoen, 1997-
„98, werd eer gebracht aan Jacques Brel in Brel Blues. Het libretto van Elliot Tiber en André
Ernotte – die ook instond voor de regie - werd vertolkt door Jo Lemaire, Philippe Robrecht en
Erik Wouters.
17
De Vlaamse gemeenschap eiste dat de musicalafdeling ten minste 7,5 procent eigen inkomsten
had. Volgens Linda Lepomme haalde het KBvV rond 35, en zelfs soms 50, procent eigen
inkomsten. De financiële situatie verbeterde nog toen de subsidie verhoogd werd tot 85 miljoen
Belgische franken. Ook positief was het gegeven dat de musicalafdeling ook
gemeenschappelijke kosten had met de balletafdeling, zoals verwarming, kantine, atelier, en
behuizing. Vanaf 1998 kreeg het gezelschap ook een eigen theater: Theater ‟t Eilandje. Het
theater gaf plaats aan ongeveer 300 personen en bezat een eigen orkestbak. Het was een
positief gegeven voor het gezelschap, omdat er nu plots een ruimte beschikbaar was voor
repetitie en try-outvoorstellingen. Zo was de investeringsprijs in ongeveer 5 à 7 jaar
terugverdiend, omdat er geen theaters meer moesten afgehuurd worden voor de try-outs. In
Vlaanderen hadden zij trouwens nooit zulke theaters kunnen vinden. Meestal werden de
repetities en try-outs gehouden in Tilburg en Roosendaal.16
In het seizoen 1998-„99 brachten ze, naast de tweede herneming van The Sound of Music, een
andere musical van Rodgers en Hammerstein, namelijk The King and I. Stefan Janski stond
ook hier in voor de regie. Linda Lepomme en Jef Demedts vertolkten de hoofdrollen. Deze
productie werd in het volgende seizoen hernomen.
2.2.3 De Canvas van de musical
Stilaan ging men echter afstappen van de grote klassiekers. Dit door de invloed van Joop van
den Ende theaterproducties, die met allerlei grote hitmusicals zijn plaats in het Nederlandse
theaterdomein had verzekerd en de rechten van bijna alle grote musicals al had opgekocht.
Hierdoor moest het KBvV wel kiezen voor de minder gekende musicals.
Dit had echter ook zijn nadelen. Minder gekende musicals lokten opmerkelijk minder volk. Zo
werd men in steden als Den Gelder en Hoorn, die dicht bij de Nederlandse hoofdstad
Amsterdam liggen - waar sommige musicals maanden spelen - slechts voor één avond
geprogrammeerd. Vroeger werd het gezelschap er voor twee avonden geboekt. Elke bonus ging
dan ook verloren door de dure overnachting. Deze overnachting was veel interessanter wanneer
er twee avonden kon gespeeld worden. Het KBvV besloot zich echter meer toe te leggen op
onbekender werk om zo de Canvas van de musical te worden. 17
16
Uit een interview met Linda Lepomme, 03/01/2007 17
Uit een interview met Linda Lepomme, 03/01/2007
18
Het was dan ook onvermijdelijk dat uiteindelijk ook de musicals van Stephen Sondheim op het
programma kwamen te staan. De spits werd afgebeten in het speeljaar 1999-„00 met Company
in een regie van Caroline Frerichs, met onder andere Jan Schepens in de hoofdrol.
Laatstgenoemde zou ook de hoofdrol spelen in The Hired Man van Howard Goodall en
Melvynn Bragg, in het seizoen 2000-2001, toen er een andere Sondheim-klassieker werd
gebracht: Follies. Deze laatste musical werd in concertvorm uitgevoerd. In de cast kon onder
andere Chris Lomme en Jasperina De Jong opgemerkt worden. Als derde productie van dit
seizoen werd Jubilee 15 opgevoerd, een compilatie uit alle musicals die ooit waren opgevoerd
door het KBvV, in regie van Frank Van Laecke.
Het seizoen 2001-2002 bracht alweer een Sondheim-musical, A Little Night Music. De regie
was ook hier in handen van Caroline Frerichs. De hoofdrol werd vertolkt door Chris Lomme.
De andere productie van dat seizoen was De Préhistorie van de musical, in samenwerking met
Guy De Pré.
In het voorlaatste seizoen, 2002-2003, werden niet minder dan vier nieuwe musicals
opgevoerd. Drie daarvan werden onder de naam 3 Stuivers Musicalsuite uitgebracht. Let‟s Do
It werd geregisseerd door Lieven Debrauwer, die ook instond voor het concept. Acteurs van
dienst waren Kirsten Cools, Ann Van Den Broeck en Hans Pieter Herman. The Party‟s over
was een solo-programma voor Anne Mie Gils in regie van Jan Verbist.18
Het is echter vooral
Portret Van een Verloren Lente die van deze drie producties het grootste succes werd. David
Verbeeck speelde in deze musical zijn eigen overgrootvader. Hij was ook zelf verantwoordelijk
voor de verhaallijn.
In datzelfde seizoen was ook She Loves Me te zien van librettist Joe Masteroff en componist
Jerry Bock. De regie was in handen van Frank Van Laecke.
The Party‟s Over en Portret van een Verloren Lente werden in het laatste seizoen opnieuw
hernomen. Laatstgenoemde werd ook in het volgende seizoen hernomen, toen de officiële
werking van de musicalafdeling al afgelopen was. De musical werd ook in Engelstalige versie,
maar door de originele acteurs, opgevoerd in New York.
18
Informatie te vinden op site Vlaams Theater Instituut : http://www.vti.be/?q=node/7947
19
De productie waarmee de musicalafdeling haar werking beëindigde, was Merrily We Roll
Along van Stephen Sondheim in een regie van Martin Michel, met onder andere Jan Schepens
en Ara Halici in de hoofdrollen.
20
2.3 Problematiek afschaffing
2.3.1 De originele motieven
Op 12 februari 2003 kreeg de musicalafdeling via de pers te horen dat zij niet meer kon bestaan
onder de hoede van het KBvV.19
Wilfried Eetezonne laat ons weten dat deze afschaffing een hele voorgeschiedenis heeft in het
jaar 2002. In april van dat jaar wou minister van Cultuur Bert Anciaux steun geven aan kleinere
niet-commerciële musicals. Hierin zag hij een belangrijke taak voor het KBvV weggelegd.
Wanneer echter Paul Van Grembergen zijn functie overneemt, kijkt de musicalafdeling plots
aan tegen een subsidievermindering van 644.000 euro. Ook stelt de minister openlijk de
subsidies van de musical in vraag. Op 4 oktober van dat jaar zegt de minister niet te raken aan
de subsidies van de musical, maar wil hij wel een verandering in de artistieke koers van het
gezelschap.20
Vier maanden later zal er toch beslist worden om de musical- en de balletafdeling
van het KBvV te laten splitsen.
Bart Caron, toenmalig kabinetchef van beide ministers, kon de motieven voor deze beslissing
aangeven. Hij beklemtoont dat er slechts één gesubsidieerd gezelschap was - dit
hoogstwaarschijnlijk door de complexiteit van het genre - wat op zich een vreemde situatie
was, omdat zo het terrein quasi gemonopoliseerd werd. Dit toont ook de trivialiteit van het
genre aan: volgens Caron ligt het musicalgenre op de grenslijn tussen het populaire en de
kunsten, en zouden er meer gezelschappen zijn, als het een meer gerespecteerde kunstvorm was
geweest.21
Het feit dat de musicalafdeling van het KBvV het enige gesubsidieerde musicalgezelschap was,
zorgde er ook voor dat er weinig controle was. De vraag rees dan ook in welke mate het KBvV
goede tot heel goede musicals maakte, en of deze producties van het niveau waren dat subsidies
verdiende.
19
CLINCKERS, Eva, Musical in Vlaanderen: schets van een problematische situatie, Leuven, 2005, p. 36 20
EETEZONNE, Wilfried, „Het jaar van het gevecht‟, in: De Morgen, 30/12/2002 21
Uit een interview met Bart Caron, 13/11/2006
21
Volgens Caron was het KBvV te weinig artistiek vernieuwend: het stelde het genre te weinig in
vraag en betrad teveel de platgetreden paden. Deze bedenkingen zouden dan ook de artistieke
redenen geweest zijn voor de overheidsbeslissing.22
De bedoeling was om meer controle te krijgen op het musicalgenre. Dit kon alleen door ook het
KBvV onder deze controle te plaatsen, door ze evenwaardig te brengen met andere potentiële
subsidiekandidaten, zoals bijvoorbeeld de vzw‟s Backstage en Musicalhuis. Bart Caron
beklemtoont dat controle zeker niet door de overheid moet gebeuren, maar door
beoordelingscommissies die handelen in het Kunstendecreet.23
Deze kwaliteitsbeoordeling werd trouwens niet enkel voor het musicalgenre ingericht. Ook
vaste huizen zoals de Singel en het Muhka werden aan deze controle onderworpen via het
Kunstendecreet.
Er werd dus gevraagd om een splitsing voor te bereiden tussen de ballet- en de musicafdeling
van het KBvV. Een mogelijk musicalhiaat, die door deze splitsing zou plaatsvinden, moest
vermeden worden, maar dit lukte niet door de moeilijke financiële situatie waarin de regering
zich bevond. Ook was er een bestuurlijke wissel. Bert Anciaux werd door de moeilijkheden van
zijn partij Spirit vervangen door Paul van Grembergen. Zo was er onvoldoende geld aanwezig
om een mogelijke shock te vermijden.
De opgang en gedeeltelijke neergang van de commerciële musical, met ondernemingen zoals
Kuifje, Ben, en huizen zoals Music Hall, zorgden ervoor dat er tegen het einde van de vorige
legislatuur werd nagedacht over de mogelijkheid tot het uitwerken van culturele industrieën. Er
is namelijk in het musicalgenre nood aan een lange speeltijd en een grote publieksbezetting om
winst te kunnen maken. De culturele industrie zou dit financiële risico kunnen dekken.24
Hierbij moet zeker gewezen worden op de verschillen tussen het originele idee van de
hervormingen en de uiteindelijke uitvoering van deze culturele industrieën. Volgens Bart Caron
wilde men een situatie creëren waarin de cultuurindustrie de commerciële musicalsector zou
steunen, terwijl de meer artistieke musicals gebruik zouden kunnen maken van een subsidie in
22
Uit een interview met Bart Caron, 13/11/2006 23
Uit een interview met Bart Caron, 13/11/2006 24
Uit een interview met Bart Caron, 13/11/2006
22
het kader van het Kunstendecreet. Vier producenten dienden dan ook een aanvraag in.
Uiteindelijk werd door de commissie enkel Musicalhuis uitverkoren. Minister Bert Anciaux
besloot echter de hele regeling omver te gooien, en het musicalgenre geheel op te nemen in
CultuurInvest, de werking rond de culturele industrieën. Musicalhuis - onderdeel van Stihmul
(Stichting voor Hedendaagse Musical) - , mocht na gerechtelijke procedures toch genieten van
een subsidie van twee jaar, om een paar weken geleden deze subsidies te verliezen.
Bart Caron heeft zijn twijfels bij deze beslissing van minister Anciaux. Dit onder andere omdat
het bovenvermelde traject in vraag werd gesteld, en omdat zo het vertrouwen van de sector, die
geloofde in de inbrenging van het genre in het Kunstendecreet, werd geschaad. Wel
beklemtoont hij dat minister Anciaux ook projectsubsidies voorzag voor muziektheater, maar
dat de sector hier niet direct op inging.
Linda Lepomme heeft echter slechte ervaringen met deze projectsubsidies. Zo was alles
gepland om de productie Een perfecte God van Terrence MC Nally te brengen onder de nieuwe
werking Musical Vlaanderen. Er waren al dertig voorstellingen verkocht aan talrijke culturele
centra en schouwburgen. Deze productie werd echter kort voordien afgevoerd toen eind juni
het project niet werd goedgekeurd. Volgens Linda Lepomme zou dit ook problemen hebben
opgeleverd voor de culturele centra en schouwburgen die deze productie hadden besteld,
doordat zij plots met een hiaat in hun programmatie zaten.25
Zelf ziet mevrouw L. Lepomme het projectmatige werken niet meer zitten. Ze wil niet altijd
afhankelijk zijn van de goedkeuring door de overheid. Ook is het moeilijker om de rechten van
een bepaalde musical te kunnen verwerven, wanneer er geen zekerheid is op uitvoering.
Zo komen de projectmatige instellingen in een mindere positie ten opzichte van de grote
producenten die beschikken over een eigen zaal en zo kort op de bal kunnen spelen. Door een
grotere speelzekerheid kunnen zij ook sneller de rechten verwerven.
25
CLINCKERS, Eva, a.w.p. 36-37
23
2.3.2 Culturele industrieën
Wat houden deze culturele industrieën in? Volgens de beleidsnota 2004-2009 van het Vlaamse
ministerie van Cultuur, wil de Vlaamse overheid hiermee inspelen op de vermarkting van de
cultuur, die steeds groter wordt. Steeds meer commercieel gerichte spelers vullen de
cultuurmarkt op. De doelstellingen van deze manier van werken zijn als volgt verwoord:
„Vlaanderen zal in de internationale discussies over culturele diversiteit en de culturele industrieën, in
samenspraak met de leden van de Europese Unie en met culturele regio‟s buiten Europa, een actieve rol opnemen,
meer bepaald in het kader van de discussies die binnen de Wereldhandelorganisatie plaatsvinden met het oog op
de bescherming van de culturele diversiteit.
Ons uitgangspunt is dat de Vlaamse cultuuroverheid als belangrijkste taak heeft om enerzijds innovatie en
artistieke creativiteit in de luwte van de markt mogelijk te maken en anderzijds om voor de bevolking een
kwaliteitsvolle kunst- en cultuurbeleving en participatie te garanderen. Deze taak zal de Vlaamse overheid
vervullen door twee sporen te bewandelen:
het voortzetten en verder ontwikkelen van de cultuurpolitieke traditie die vorm krijgt in een cultureel
productie- en participatiebeleid, en wel door de ondersteuning van een gesubsidieerde sector en ook door
de projectmatige subsidiëring van commerciële actoren voor opdrachten van algemeen belang, zoals het
garanderen van de culturele diversiteit of het kansen geven aan jong talent;
door in het kader van de diversiteit een flankerend en marktcorrigerend beleid met betrekking tot de
culturele industrieën.
Tegelijk zal zij de opportuniteit en de effectiviteit onderzoeken van de oprichting van een culturele
investeringsmaatschappij waarmee de overheid de culturele industrie risicokapitaal kan verschaffen als
volwaardige aandeelhouder, met dezelfde rechten en plichten als de private aandeelhouders. Dat zou de overheid
toelaten om de rechtstreekse projectmatige subsidiëring van de culturele industrie toe te spitsen op innovatie,
artistieke creativiteit en diversiteit.”26
De beleidsnota beklemtoont dat er nog verder onderzoek moest verricht worden naar de
realisatie van deze industrieën. Toch kan zij ons laten weten dat deze industrie vooral gericht is
naar particuliere bedrijven die gericht zijn op financiële winst, dit in tegenstelling tot de
gesubsidieerde sector. Het is dus vooral belangrijk voor producenten van industrieel
reproduceerbare producten, zoals boeken, cd‟s, video‟s… en producenten van niet- of semi-
industrieel produceerbare goederen, zoals bijvoorbeeld de podiumkunsten, design en
architectuur. CultuurInvest beslaat dan ook volgende sectoren: musical, mode, pop, design,
beeldende kunsten, literatuur, games, gedrukte media en film. Producenten kunnen er een
beroep doen op een fonds voor een projectfinanciering, een kapitaalparticipatie of een
26
ANCIAUX, Bert, Beleidsnota 2004-2009 van Cultuur, 2004, p. 22
24
achtergestelde lening. Voor musicalproducenten houdt dit in dat men bijvoorbeeld een deel van
de pre-productiekosten kan gefinancierd krijgen. Wanneer er winst wordt gemaakt, moet die
financiële steun terugbetaald worden aan het CultuurInvest.
In samenwerking met het departement Economie zal er een intersectorale en
interdepartementale werkgroep worden opgericht die de verschillende mogelijkheden zal
onderzoeken. Ook wordt er gemeld dat de ondersteuning van de culturele industrieën in overleg
met de federale overheid moet plaatsvinden.27
Prof. Guido De Brabander van de UAMS ziet de cultuurindustrieën als een afweermiddel tegen
een beperkt aantal grote spelers die de markt in handen krijgen en zo de kleinere producenten
in de kiem smoren. Voor de musical betekent dit dat er minder musicals van eigen bodem
waren, ten opzichte van de steeds groter wordende aantal importmusicals. Dit zou kunnen
vermeden worden. Hierbij maakt De Brabander een vergelijking met onder andere Quebeq,
waar het de ideale steun was voor bijvoorbeeld Cirque du Soleil. Daar wordt er echter enkel
rekening gehouden met de economische voorwaarden. Zelf vindt hij ook dat de overheid, bij de
culturele industrieën, weg moet van een subsidiepolitiek. Deze richt zich vaak alleen op het
creatieve, maar heeft het moeilijk om er de economische effecten aan te koppelen. 28
Wat betekent dit nu voor het musicalgenre? De beleidsnota merkt op dat er in het verleden veel
pogingen zijn ondernomen om zonder overheidssteun professionele musicals op te zetten, maar
dat men hierbij soms moeilijk tot een evenwicht kon komen tussen artistieke ambities en
rentabiliteit, waarbij ook vaak de arbeidsvoorwaarden worden benadeeld.29
Zo is volgens Linda
Lepomme de musical de enige theatervorm waar sommigen niet altijd betaald worden voor de
repetities. De musicalafdeling van het KBvV was echter wel verplicht om het CAO van de
podiumkunsten als minimum te hanteren. Bekendere acteurs moesten wel meer betaald
worden, maar brachten ook een groter publiek naar de voorstelling. Zolang het KBvV er was,
moesten ook de andere musicalproducenten zich houden aan het CAO, anders kon men de
betere acteurs niet aan hun voorstellingen koppelen. Door het wegvallen van de
musicalafdeling is deze zekerheid, volgens L. Lepomme, verdwenen.30
27
ANCIAUX, Bert, a.w., p. 52 28
EETEZONNE, Wilfried, „De bedrijven zijn belangrijk, niet de kunstenaars‟, in: De Morgen, 06/07/2005 29
ANCIAUX, Bert, a.w., p. 27 30
Uit een interview met Linda Lepomme, 03/01/2007
25
De beleidsnota meldt ook dat met de loskoppeling van de musicalafdeling men kansen wou
creëren om het muziektheater een nieuw elan te geven. Ze geven hierin ook een belangrijke rol
aan de musicalsector zelf.31
Op het idee van culturele industrieën werd aanvankelijk vrij verdeeld gereageerd. In een artikel
uit De Morgen van 12 juli 2005 reageerden de verschillende musicalproducenten op deze
beslissing. Wouter Boits van het Musicalhuis merkte op dat een langetermijnvisie door deze
projectmatige werking onmogelijk was, en dat de criteria nu vooral economisch zullen zijn. Dit
vindt Geert Allaert van Music Hall dan weer een positief gegeven. De producenten zullen zo op
gelijke voet worden behandeld en het artistieke zal niet langer prioritair zijn. Volgens hem
zullen enkel de grote producenten overleven – in tegenstelling tot wat Guido De Brabander
postuleert. Als laatste vindt ook Studio 100 de culturele industrieën een positieve zaak.
Producties met een hoger risico zullen gemakkelijker kunnen genomen worden.32
Musicalrecensent Wilfried Eetezonne heeft zijn bedenkingen bij het plaatsen van de musical in
het CultuurInvest. Hierbij verwijst hij naar het rapport van de Vlerick Management School over
de culturele industrieën. Musical zou weinig tot niets bijdragen tot de groei van de
cultuurindustrieën, omdat de podiumkunsten geen industrie kunnen zijn.
„Een industrie brengt een product voort dat massaal kan gereproduceerd worden zoals cd‟s,
mode, film,… Bij musical zit daar een fameuze belemmering, want de consument – de
theaterbezoeker – moet op één bepaalde plaats, op één bepaald tijdstip zijn wil hij de
voorstelling kunnen zien. Dat is een van de redenen waarom musical – en podiumkunsten in het
algemeen – juist zo risicovol is.”33
Hij vreest ook, omdat er vooral gekeken zal worden naar de financiële haalbaarheid en niet
naar de artistieke waarden, dat de kleinere musicalproducties uit de boot zullen vallen en dat
jonge, beginnende musicalacteurs niet over de nodige knowhow zullen beschikken om het
financieel plan helemaal correct op te stellen.34
31
ANCIAUX, Bert, a.w., p.27 32
EETEZONNE, Wilfried, „Artistieke deel niet langer prioritair‟, in: De Morgen, 12/07/2005 33
EETEZONNE, Wilfried, Cultuurinvest: Goed of slecht voor de musical, tekst te vinden op Musicalsite:
www.musicalsite.be 34
EETEZONNE, Wilfried, a.w.
26
Ook mevrouw L. Lepomme heeft haar bedenkingen bij deze projectmatige werking. Musicals
verkoop je namelijk anderhalf jaar voor de eigenlijke première aan de verschillende
theaterzalen, die steeds vroeger hun programma voor de volgende seizoenen vastleggen. Dit is
quasi onmogelijk mee te delen als je nog niet zou weten welk stuk je zult spelen, met welk
artistiek team en met welke cast je zult werken… allerlei gegevens die zeker in de brochure van
de theaterzaal moeten aanwezig zijn. Dus moeten de rechten van het stuk al gekocht zijn, en
moeten er contracten zijn aangemaakt voor cast en crew. De vraag rijst dan ook met welk geld
dit allemaal moet bewerkstelligd worden.
L. Lepomme vindt het moeilijk om te aanvaarden dat alle theatervormen structureel worden
gesubsidieerd, met een eigen visie en meerjarenplan, terwijl dit niet mogelijk is voor het
musicalgenre. Zij had liever gehad dat er nog structurele subsidies werden gegeven voor ten
minste één gezelschap. Toch beklemtoont zij dat één gezelschap vrij weinig is, wanneer je
bedenkt dat er meerdere theatergebouwen en -gezelschappen zijn die gesubsidieerd worden.
Linda Lepomme had liever gehad dat zij een stap opzij moest zetten, maar dat er tenminste
gebruik werd gemaakt van het gezelschap en hun knowhow en infrastructuur.
Volgens mevrouw L. Lepomme haalde de overheid niet alleen veel potentiële arbeidsplaatsen
weg, de infrastructuur van Theater ‟t Eilandje werd ook niet meer gebruikt voor het
musicalgenre. Dit betreurt zij enorm, omdat het de ideale zaal was om zaken uit te testen, die
mogelijk stuk zouden lopen op de grote financiële kosten die de huur van grotere zalen met
zich meebrengen.
Ook is zij ervan overtuigd dat het innovatieve in het genre werd weggenomen, waardoor er nu
alleen nog maar plaats is voor amateurisme. Alles krijgt nu de noemer Musical, zelfs veredelde
theatervoorstellingen.
Mevrouw L. Lepomme hoopt dan ook dat er een minister van cultuur komt die inziet dat dit
genre moet gesubsidieerd worden. Zij verwijst naar de opera, waarin er meer subsidies werden
uitgetrokken om het genre te vernieuwen, en om buitenlandse regisseurs en goede zangers aan
te trekken. Ook Wilfried Eetezonne hoopt op structurele subsidies naast CultuurInvest, en vindt
27
ook dat de sector ernaar moet streven. Hij raadt ook iedereen aan om in dialoog te treden met
het CultuurInvest om zo tot een divers musicallandschap te komen.35
CultuurInvest moest in 2006 in werking zijn getreden, en zou door een gefaseerde invoering in
2008 ten volle actief zijn.36
Een jaar later dan verwacht, lijkt het er echter op dat de werking
operationeel wordt. Europa heeft intussen groen licht gegeven voor dit initiatief. Een eerste
schijf van drie miljoen euro is vrijgemaakt door Dirk Van Mechelen, Vlaams minister van
Begroting, en ook de banksector maakte tien miljoen euro vrij. Het fonds gaat van start met 20
miljoen euro, en moet in twee jaar opgetrokken worden tot 32,5 miljoen euro. Omdat het geld
moet terugvloeien naar het fonds en er zo een kettingreactie moet ontstaan, zou dit bedrag
uiteindelijk moeten stijgen tot 100 miljoen euro.37
In totaal mag het CultuurInvest tot 50
procent participeren in de productie.
Intussen zijn ook de eerste centen uitgedeeld. Zo ontvangt producent Zuiderkroon Events
350.000 euro38
voor enkele projecten. Zo komt er een muziek- en dansspektakel rond de
discotheek Studio 54. Ook de zomertournee van Laura Lynn behoort tot één van de projecten.
Op musicalvlak zal Zuiderkroon Events steun krijgen voor hun project The Prince of Africa van
dirigent Dirk Brossé en regisseur Frank Van Laecke, in samenwerking met het African
Childrens Choir.39
Ook Music Hall Group krijgt een prefinanciering van 375.000 euro, die ze
moet verdelen over drie projecten: de Suske en Wiske-musical De Circusbaronnen, een derde
herneming van de musical Peter Pan, en een productie rond Cyrano de Bergerac waarvan nog
niet zeker is of dit een musical of theatervoorstelling wordt. Het zou de bedoeling zijn dat deze
producties ook de culturele centra aandoen en bovendien rendabel zijn.40
35
EETEZONNE, Wilfried, a.w. 36
X, „Beleid cultuurindustrieën moet in 2006 in werking treden‟,in: De Tijd, 16/07/2005 37
EETEZONNE, Wilfried, a.w. 38
X, „ CultuurInvest deelt eerste centen uit‟, in: De Tijd, 06/07/2007 39
EETEZONNE, Wilfried, „CultuurInvest steunt Laura Lynn‟, in: De Morgen, 04/07/2007 40
EETEZONNE, Wilfried, a.w.
28
3. Het KBvV in de pers
3.1. Inleiding
Zoals voormalig kabinetchef Bart Caron ons meldde, werd de musicalafdeling van het
Koninklijk Ballet van Vlaanderen afgeschaft. Deze beslissing werd genomen door de overheid,
omdat de musicalafdeling niet artistiek vernieuwend genoeg was. Waar komt deze gedachte
vandaan?
Een mogelijke denkpiste zou kunnen zijn dat de kwaliteit van de musicalafdeling in de vakpers
gelaakt werd. Er wordt dan ook vaak gesproken over de macht van de media. Zou de pers
mogelijk hier invloed hebben gehad op de overheidsbeslissing?
Om hier een antwoord op te vinden, bekijken wij in het volgende hoofdstuk hoe de geschreven
pers de musicals van het KBvV in het licht bracht. Hierbij wordt bekeken hoe de producties in
de aankondigende tijdschriftartikels naar voor worden gebracht. Daarnaast bespreken wij de
recensies, waarbij wordt gekeken wat de recensenten van de producties vinden en welke
klemtonen zij leggen bij hun recensies.
De keuze werd gemaakt om niet alle musicalproducties van het KBvV te onderzoeken, maar de
nadruk te leggen op vier verschillende producties. Hierbij werd een deels willekeurige keuze
gemaakt - om zo geen bewust goede of slechte producties te behandelen – en deels een
goedbedachte keuze te maken – elke productie is een representatie van een bepaalde periode in
de geschiedenis van de musicalafdeling: West Side Story representeert de beginjaren van het
gezelschap, terwijl Dear Fox de nadruk legt op een nieuwe creatieve wind in het KBvV.
A Little Night Music geeft ons een blik op de Sondheim-periode van het KBvV, terwijl Portret
van een Verloren Lente als laatste productie de sfeer van het einde van het gezelschap mogelijk
kan weergeven.
29
3.2 West Side Story
3.2.1 De Musical
3.2.1.1 Het verhaal
Romeo & Julia in een New Yorkse setting: een simpelere beschrijving van West Side Story kan
er niet gegeven worden. In de sloppen van Manhattan heersen twee jeugdclans over de straten:
de Jets en de Sharks, respectievelijk Poolse en Puertoricaanse immigranten. De bendes worden
geleid door Riff en Bernardo.
Tony, oudleider van de Jets, besluit zich meer en meer van de clan te verwijderen, maar
ontmoet op een bal Maria, de zus van Bernardo. Het is liefde op het eerste gezicht. De
geliefden moeten echter elkaar telkens in het geheim ontmoeten, om zo niet de woede van hun
eigen clanleden op zich te halen.
Intussen beslissen de beide clans hun ruzie in een ultiem gevecht uit te strijden. Wanneer Maria
van dit gevecht hoort, smeekt ze Tony om de clans tegen te houden. Wanneer hij, tijdens het
gevecht, dit probeert bij Riff, wordt deze neergestoken door Bernardo. Uit pure woede vliegt
Tony op Bernardo af, en doodt hem.
De geliefden proberen te vluchten, maar Maria wordt gehinderd door een politieagent en vraagt
aan Anita, de geliefde van Bernardo, om Tony op de hoogte te brengen. Zij wordt echter
tegengehouden door de Jets en uit woede vertelt ze hen dat ze Tony moeten melden dat Maria
dood is.
Ondertussen is Chino, Bernardo‟s beste vriend, op zoek naar Tony, die wanhopig door de
zogezegde dood van Maria, de straat oploopt, schreeuwend om haar. Zij is intussen kunnen
wegglippen, en ontdekt Tony. Beide lopen naar elkaar toe, maar Chino, intussen ook
aangekomen, schiet Tony neer, die uiteindelijk in de armen van Maria sterft. De beide clans
hebben eindelijk door wat hun geruzie heeft veroorzaakt.
30
3.2.1.2 Originele Productie
West Side Story heeft een lange voorgeschiedenis. Op 6 januari 1949 ontstond het idee bij
Jerome Robbins en Leonard Bernstein om het verhaal van Shakespeare, Romeo en Julia, te
plaatsen in de moderne setting van de sloppen van Manhattan. Samen zouden ze het klassieke
drama omzetten naar een godsdienstige context: een katholieke jongen en een joods meisje
worden verliefd, maar mogen met elkaar niet omgaan en plegen zelfmoord.
Door Bernsteins drukke leven, komt het onderwerp pas in juni 1955 weer op de planning te
staan van de componist en wordt er afgestapt van het godsdienstige karakter van het
liefdesverhaal. Nu gaat het verhaal over twee rivaliserende jeugdclans in New York,
Puertoricanen tegenover Poolse Amerikanen. In 1956 vervoegt een jonge Stephen Sondheim
het creatieve team.41
Na een korte pauze vindt uiteindelijk op 26 september 1957 in het Winter
Garden Theatre te New York, de première plaats.42
De show was een succes. Volgens Johan
Ardesch ging een schok door het theaterlandschap, toen plots de „Büchnensprache‟ werd
vervangen door de „Language of the street‟.43
Voor het eerst werd ook een musical gebracht
waarin libretto, muziek, dans en zang zo op elkaar waren afgestemd. Alle aspecten waren deel
van het geheel en hadden niet meer hun eigen afzonderlijke functie.44
Het creatieve team
bestond uiteindelijk uit Arthur Laurents (dialogen), Stephen Sondheim (liedteksten), Leonard
Bernstein (muziek) en Jerome Robbins (regie en choreografie)
De musical werd later succesvol verfilmd door Jerome Robbins en Robert Wise. De film ging
op 18 oktober 1961 in première in New York en won 22 prijzen, waaronder 10 Oscars.45
De
hoofdrollen in deze filmversie werden vertolkt door Nathalie Wood (Maria), Richard Beymer
(Tony) en Rita Moreno (Anita).46
41
X, „Vlaams ballet zuchtend mooi in „West Side Story‟, in: Alkmaarse Courant, 04/09/1990 42
SCHOLTEN, Hilde, e.a., Musicals in Nederland, Warnsveld, Terra Lannoo, 2004, p.279-280 43
ARDESCH, Johan, „Fantastische Westside Story in Streekschouwburg‟, in: Nieuwe Winterswijkse Krant,
09/12/1988 44
POM, „West Side Story in Gentse opera‟, in: De Gentenaar, 17/11/88 45
Informatie te vinden op: http://www.imdb.com/title/tt0055614/awards 46
Informatie te vinden op: http://www.imdb.com/title/tt0055614/
31
3.2.1.3 De versie van het KBvV
Het kon niet uitblijven dat het Koninklijk Ballet van Vlaanderen na grote klassiekers zoals
Jesus Christ Superstar en Evita ook West Side Story zou programmeren. De regie werd
toevertrouwd aan Stefan Janski, die twee seizoenen daarvoor al had getekend voor My Fair
Lady, en die ook later The King and I zou regisseren voor de musicalafdeling. Yen Stolk had de
taak om de choreografie in een nieuw jasje te steken. Zij zou deze taak ook vervullen bij negen
andere producties van het KBvV waaronder Chess en The Sound of Music. De vertaling van
Sondheims en Laurents teksten werd verzorgd door Hans Albert Sleurink. Max Smeets was de
dirigent en verzorgde de arrangementen van deze productie. Dit zou hij ook voor elf andere
producties van het KBvV doen. Het decorontwerp was van de hand van Lee Preedy en de
kostuums werden ontworpen door Lotte Buytaert. Jaak Van de Velde was verantwoordelijk
voor het lichtontwerp.47
De cast van deze productie bestond onder andere uit Anne Clicteur (Maria), Daan Van Den
Durpel (Tony), Valérie Ven (Anita), Etienne Van Geel (Riff), James de Groot (Bernardo),
Richard Obdam (Chico), Marijn Devalck (Schrank) en Ward de Ravet (Doc). Laatstgenoemde
trad als vervanger op van Jan Monnen.48
De première vond plaats op 14 oktober 1988 in de
Koninklijke Vlaamse Opera te Antwerpen.
De musical werd in de twee volgende seizoenen hernomen, met telkens enkele castwissels. Zo
nam in het tweede seizoen Pia Douwes de rol van Maria over, naast understudy Linda
Lepomme, die deze rol ook al op zich nam in het eerste seizoen, en kreeg Daan van Den Durpel
Paul Kribbe als understudy. Neel Van Ishoven speelde Doc, en Schrank werd vertolkt door
Ronnie Commissaris. In het laatste seizoen werd de rol van Maria gespeeld door An
Lauwereins en nam Aafke Bruining de rol van Anybody‟s voor haar rekening.
47
BARBIER, Rina, a.w., p. 134-137 48
X, „De Musical van Vlaanderen zingt en danst «West Side Story», in: Waarheen te Hasselt, 07/12/1988
32
3.2.2 West Side Story in de pers
3.2.2.1 Inleiding
De West Side Story van de musicalafdeling van het Koninklijk Ballet van Vlaanderen werd met
grote interesse gevolgd door de pers. Er moet echter een onderscheid gemaakt worden tussen
de verschillende persartikelen over deze productie. Allereerst worden de artikels besproken die
als voorbereiding op de voorstelling werden uitgegeven. Deze bestaan uit artikels die als
aankondiging dienen voor West Side Story, berichten die verslag geven van een ongeval die
plaatsvond tijdens de repetities in de Bourla-schouwburg, en uiteindelijk artikels die de toen
heersende crisis in het gezelschap belichtten.
Vervolgens zullen de verschillende recensies over deze productie aan bod komen. Door het
tourkarakter van het gezelschap zijn deze recensies verspreid opgesteld over het gehele seizoen.
In een volgend deelhoofdstuk zal ik de recensies en artikels bespreken die handelen over de
hernemingen van West Side Story in de volgende twee theaterseizoenen.
Afsluitend zullen enkele concluderende elementen worden meegegeven.
33
3.2.2.2 Vóór de première
Ballet van Vlaanderen prezenteert : de musical onder alle musicals kopt Het Nieuwsblad op 17
september 1988. Ruim een maand voor de première kwam de reclamecampagne op gang.
Hoewel dit artikel zich vooral moet richten naar nieuwsgierige lezers om hen het theater in te
lokken, merken we toch een melding van de nodige problemen die de casting van deze
productie met zich meebracht. Vooral het vinden van een goede vertolkster voor de rol van
Maria bleek geen eenvoudige opdracht te zijn.49
Ook andere artikels meldden dit probleem.
Wanneer we het artikel uit de Antwerpse Morgen van 25 augustus 1988 bekijken, merken we
waarom de moeilijke casting van Maria een maand later nog herinnerd wordt.
In het artikel Niet Linda Lepomme maar Anne Clicteur wordt „Maria‟50
wordt er
terugverwezen naar een eerder verschenen interview met artistiek directeur Linda Lepomme.
Dit artikel werd echter niet terug gevonden, maar het is wel bekend dat het destijds zorgde voor
een grote commotie, die ervoor zorgde dat niet mevrouw Lepomme, maar Anne Clicteur de rol
van Maria op zich nam. Een interview met actrice Lilianne Dorekens51
, die ook vermeld wordt
in het artikel van 25 augustus, legt de commotie grotendeels uit. Wat volgt is een ruzie tussen
Dorekens en Lepomme die in de pers werd uitgevochten.
Dorekens voelde zich benadeeld. Volgens haar werd de oude kern van Arena-acteurs die mee
overstapten naar het Koninklijk Ballet van Vlaanderen benadeeld voor nieuwe, vaak
Nederlandse acteurs. De oude kern moet vooral de bijrollen vertolken, en dat pikken ze niet
langer. Ze wil geen vedetten uit het buitenland, maar Vlaamse acteurs die groot kunnen worden
door de musicalafdeling: „Een naam moet je creëren, een persoonlijkheid is er, maar een
persoonlijkheid heeft publiciteit nodig, en die moet gemaakt worden.‟
Liliane Dorekens zal uiteindelijk niet de enige zijn die kritiek spuit op het beleid van Linda
Lepomme. In een artikel, dat op identieke wijze zowel in De Gentenaar, Het Nieuwsblad als
De Standaard – wel zonder foto - wordt uitgebracht, en dat gepubliceerd werd na de première
van West Side Story, worden de frustraties van verschillende acteurs opgenomen, allemaal
49
X, „Ballet van Vlaanderen prezenteert: de musical onder alle musicals ; “West Side Story” eindelijk op het
programma‟, in: Het Nieuwsblad, 17/09/88 50
X, „Niet Linda Lepomme maar Anne Clicteur wordt „Maria‟‟, in: De Antwerpse Morgen, 25/08/1988 51
WL, „Misschien is Lepomme te jong voor deze job ; interview met Liliane Dorekens‟, in: De Antwerpse
Morgen, 02/09/1988
34
acteurs die de deuren van het KBvV achter zich dichtslaan. 52
53
De namen die genoemd worden
zijn Norma Hendy, David Davidse, Vera Mann, Daan van den Durpel, Martin Ysebaert en Dirk
Meyendonck. De kritiek luidt dat de reiskosten niet betaald worden en dat de meeste vaste
acteurs weinig tot geen grote rollen krijgen. In datzelfde artikel slaat Lepomme echter terug:
„Grote akteurs weten dat de belangrijkheid van een rol niet afhangt van het aantal regels tekst,
maar van wat je ermee aanvangt op de scène. Zo eenvoudig is dat‟. Ook kijkt ze positief naar
het af en aanlopen van acteurs.
In een ander interview legt L. Lepomme uit dat ze altijd kritiek krijgt wanneer zij in de
mogelijkheid is om een bepaalde rol in te vullen. Over de zaak Maria vertelt zij dat er geen
enkele auditiekandidaat 100 procent overtuigend was. Eén van de mogelijkheden was dan ook
dat zij misschien de rol zou invullen. Uiteindelijk ging de keuze toch naar Anne Clicteur, die in
het interview door Linda Lepomme wordt geprezen. In de rest van het interview bespreekt zij
vooral haar privé-problemen met het directeursschap en haar carrière.54
Interviews
Dit brengt ons tot het volgende punt: de interviews. Wanneer we een ander interview met
mevrouw Lepomme bekijken, bemerken we dat de uitvalbasis voor het gesprek de productie is
van West Side Story, maar dat dit pad snel verlaten wordt, om het vervolgens over het
directeursschap van Linda Lepomme te hebben en de algemene musicalcultuur in Vlaanderen
en Nederland. West Side Story wordt niet meer vernoemd.55
Hetzelfde komen wij tegen in het Story-artikel Anne Clicteur speelt Maria in West Side Story.
Enkel het privé-leven van de hoofdrolspeelster wordt besproken. De titel, de affiche en een
aparte rubriek met de speeldata en reservatienummers laten ons weten waarom dit interview
plaatsvindt. Over de musical zelf wordt er niets inhoudelijks verteld.56
Een ander artikel uit het
Brugs Handelsblad van 2 september 1988 bespreekt ook het privé-leven van Anne Clicteur,
52
JD, „Leegloop bij Ballet van Vlaanderen‟, in: De Gentenaar/ Het Nieuwsblad, 25/11/1988 53
JDP, „Akteurs verlaten Musical bij Ballet van Vlaanderen‟, in: De Standaard, 25/11/1988 54
DE MEYERE, Walter, „West Side Story in première bij Ballet van Vlaanderen ; Linda Lepomme ; Vechten
tegen vooroordelen hoort bij elk nieuw project‟, in: Zondag Nieuws, 14/10/1988 55
SAVENIJE Hanneke, „De Vlaamse Linda Lepomme is met haar West Side Story nu in Nederland‟, in: VIVA,
28/10/1988 56
X, „Anne Clicteur speelt Maria in West Side Story ; Jammer dat mama dit niet meer kan meemaken‟, in: Story,
08/11/1988
35
maar legt toch de nadruk op haar ervaringen met de musicalproductie. Ook kunnen we er de
speeldata van de productie vinden.57
Wanneer we de interviews bekijken met Valérie Ven, zien we dat er toch een groter aandeel
weggelegd is voor West Side Story. In Voormalig zangeres Serious Desire timmert aan de weg,
legt zij uit hoe zij de repetities en de musical ervaart, maar toch zal ook hier niets inhoudelijks
worden verteld over de musical.58
Enkel in een interview met dirigent Max Smeets vinden we uitgebreidere informatie over de
productie. De lezer krijgt naast een interview ook een korte recensie die het gesprek voorafgaat.
Wanneer echter het gesprek van start gaat, verdwijnt alweer de musical op de achtergrond om
de ervaringen van de dirigent met het musicalgenre te bespreken.59
Slechts drie artikels geven iets meer informatie over de musical. In De Old-timer West Side
Story komen Daan van Den Durpel, Max Smeets en Linda Lepomme aan het woord. Er wordt
ingegaan op het acteren, het decor, de vertaling en de muziek. Ook de moeilijkheden die er
waren om een geschikte cast te vinden, komen aan bod.
Volgens mevrouw Lepomme was het moeilijk om goede allround-musicalacteurs te vinden:
mensen die kunnen zingen, dansen en acteren. Ook laat zij weten dat er ideeën waren om het
verhaal te hertalen naar Belgïe of Nederland, maar dat er uiteindelijk werd beslist om het
verhaal toch te laten plaatsvinden in New York.60
Beide topics komen nog uitgebreid in dit
hoofdstuk aan bod.
Een ander artikel dat ter gelegenheid van de opvoering van West Side Story in De Warande in
Turnhout werd geschreven, geeft ons een interview met regisseur Stefan Janski en choreografe
Yen Stolk. Het is het enige interview dat puur over de musical handelt. Zo wordt besproken
hoe beiden de musical hebben aangepakt.61
57
SLABBINCK, Yves, „Brugse zangeres in “ West Side Story” ; Anne Clicteur is Maria,Maria,Maria…‟ , in:
Brugsch Handelsblad, 02/09/1988 58
FRIJTERS, Jos, „Voormalig zangeres Serious Desire timmert aan de weg: „Dit is toch de droom van iedereen?‟,
in: De Stem, 14/10/1988 59
FRUSCH, Jos, „Max Smeets uit Roermon dirigeert en maakte arrangement ; West Side Story, wervelend
spektakel in schouwburg Heerlen‟, in: Limburgs Dagblad, 27/10/1988 60
LINDEN, Ellen van der, e.a., „De Old-timer West Side Story‟, in: Rond Carré, Oktober 1988 61
X, „West Side Story in de Warande Ekspres sprak met regisseur Stefan JANSKI,in: Ekspres, 27/10/1988
36
We kunnen dus concluderen dat in interviews de productie vaak op de achtergrond wordt
gehouden ten opzichte van de geïnterviewde.
Ongeval
Op 24 augustus 1988, tijdens de eerste repetities met het decor, viel een stalen stelling naar
beneden en verwondde enkele acteurs. Vooral danseres Martine van Dam was er zwaar aan toe.
Het is niet verwonderlijk dat dit ongeval uitgebreid in de pers naar voren kwam.
Alle gevonden artikels beschrijven het gebeuren en de gewonden. Toch zijn er enkele
verschillen te bemerken. In het artikel van De Gentenaar staat dat het decor al „reeds tientallen
malen‟ dienst had gedaan, zonder dat er een gebrek was vastgesteld.62
Waarom de stelling naar
beneden viel, zou een raadsel zijn.
De Antwerpse Morgen geeft een heel ander beeld. Volgens hen was het de eerste keer dat een
aantal specifieke passen op de stelling werden uitgevoerd. Ook vermeldden ze een discussie die
plaats vond tussen de aanwezigen over het mogelijks negeren van waarschuwingen van de
Technische Dienst van het Ballet, en over het mogelijk weghalen van een aantal
veiligheidsstutten. Linda Lepomme spreekt dit echter tegen. Toch geeft de krant ons een
dubbelzinnig beeld over het gebeuren, door de volgende zinsconstructie: „Volgens directeur
Linda Lepomme van de musical-afdeling van het Ballet, was er echter „voor zover zij wist’
niets aan de oorspronkelijke konstructie gewijzigd.‟63
Volgens het artikel zou de première wel
niet in het gedrang komen. Ook geeft het ons mee dat het hier ging om een voorlopige
constructie, een gegeven dat niet wordt vermeld in het artikel uit De Gentenaar.64
Het artikel uit De Nieuwe Gazet van 25 augustus 1988 vermeldt ook niet dat het hier ging over
een voorlopige constructie, maar wel dat het de eerste ingebruikname van het decor was. Ook
hebben zij het gerucht opgevangen dat bepaalde veiligheidsstutten zouden zijn verwijderd. Dit
artikel legt echter ook de schuld bij de theaterzaal: „De Bourlaschouwburg is immers de jongste
tijd een struikelsteen geworden, die om theatertechnische redenen zou moeten bewaard blijven,
62
DM, „Tijdens KBVV-repetitie in Bourla-schouwburg ; Stelling in musicaldecor stort in: ballerina zeer erg
gewond‟, in: De Gentenaar, 25/08/2988 63
Aangeduide tekst is eigen inbreng, en stond niet extra aangeduid in originele tekst 64
RK, „Danseres zwaar gewond door kantelend dekor‟, in: De Antwerpse Morgen, 25/08/1988
37
maar waarvoor niet meteen een zinvolle oplossing wordt gevonden.‟ 65
Het is ook het enigste
artikel dat nog bijkomende informatie verstrekt over de musical (premièredatum, regisseur en
choreograaf).
Andere
Als laatste wil ik nog melding maken van enkele artikels die handelen over twee
benefietavonden die gespeeld werden door het KBvV ten voordele van enerzijds Unicef, en
anderzijds de Koninklijke Footballclub Brasschaat. Hierbij valt op te merken dat bij de meeste
artikels enkel een korte vermelding van de productie wordt gegeven met de speeldatum, de
kostprijs, de plaats van de voorstelling en uitleg over de reservaties. Enkel een artikel van de
Antwerpse Post geeft ook nog inhoudelijk wat informatie over de productie.66
De andere
artikels handelen vooral over ofwel de verschillende acties van Unicef, ofwel de geschiedenis
van KFC Brasschaat.
Conclusie
Wanneer we de artikels, die als voorbereiding op de voorstellingen in de pers verschenen,
bekijken, kan er opgemerkt worden dat vooral de (vaak) ongewilde gebeurtenissen, zoals de
interne crisis en het ongeval, en de aan deze productie verbonden personen, in de schijnwerpers
komen te staan, ten nadele van een mogelijke inhoudelijke bespreking van de musical.
65
GORIS, P, „Vallend decor bedelft dansers – In Antwerpse Bourlaschouwburg‟, in: De Nieuwe Gazet,
25/08/1988 66
X, „West Side Story in Elisabethzaal‟, in: Antwerpse Post, 20/03/1991
38
3.2.2.3 Première
“Ik blijf zweren bij het “impossibilium nulla obligatio est”, d.w.z. dat niemand tot het
onmogelijke kan verplicht worden. Bijgevolg moet men redelijk blijven, ook op kritisch vlak.
Men vergelijkt niet wat vergelijkbaar is. Dat is onbillijk. Anders uitgedrukt: voor een
Hollywoodproduktie, die over nagenoeg onbeperkte middelen en mogelijkheden beschikt,
althans naar onze maatstaven, legt men niet dezelfde normen aan als voor een Vlaamse
montering.”67
Rik Lanckrock kaart hier direct één van de belangrijkste kenmerken aan van enkele recensies:
de productie van het KBvV wordt enorm vaak vergeleken met de originele theater- en
filmproductie.
De meeste recensenten zijn er dan ook van overtuigd dat de musical van Leonard Bernstein en
co. één van de beste musicals aller tijden is. Tom Ruijfrok noemt het de meest intrigerende
musical aller tijden68
, en Jacques J. d‟Ancona is ervan overtuigd dat West Side Story van alle
tijden zal blijven.69
Men is dan ook zeker dat het opzetten van deze musical de grootste uitdaging ooit is voor de
musicalafdeling van het KBvV. De meningen of deze musical de uitdaging aankon, zijn dan ook
tamelijk verdeeld.
Patrick van den Hanenberg noemt de poging van het KBvV „het beklimmen van de Himalaya-
top‟ en „een verkapte vorm van zelfmoord‟.70
Ook Henk van Gelder geeft toe dat het KBvV
nooit de impact kan geven van de originele versie. Toen werden de taal en de agressie van de
straat voor het eerst overgebracht naar het musicaltheater en liet het genre voor het eerst de
snerpende tonen toe van een ander soort muziek. Nu blijft enkel het libretto, de zangteksten en
67
LANCKROCK, Rik, „Podium ; A Story‟, in: De Reus van Gent, januari 1989 68
RUIJFROK, Tom, „Musical als een trein‟, in: De Graafschapsbode, 09/12/1988 69
d‟ANCONA, Jacques J., „Vlaamse West Side Story : slepend en meeslepend‟, in: Nieuwsblad van het Noorden,
07/12/1988 70
HANENBERG, Patrick van den, „Herinneringen belastend voor West Side Story‟, in: De Volkskrant,
26/10/1988
39
de muziek over. De grote impact is geschiedenis geworden.71
Toch is de recensent vrij positief
over deze productie.
Acteurs
Bijna iedereen is het ermee eens dat hoofdrolspelers Anne Clicteur en Daan van den Durpel
een opmerkelijke gelijkenis vertonen met Nathalie Wood en Richard Beymer, de
hoofdrolspelers uit de bovenvermelde filmversie. Wanneer het echter over de
musicalkwaliteiten gaat van beide, zijn de meningen erg verdeeld.
Als waarschuwing naar andere recensenten zegt Rik Lanckrock het volgende: „Vlaanderen
beschikt immers allesbehalve over teaterkrachten die tegelijk onberispelijk kunnen dansen,
voorbeeldig kunnen zingen en ook uitmuntend kunnen akteren. Die witte raven zijn eerder
uitzonderlijk. Dat betekent dat men bij zo‟n zware klus als “West Side Story” zonder enige
moeite venijnige kritiek kan neerpennen.‟72
En die kritiek is aanwezig in de gevonden
recensies. Toch zijn niet alle meningen gelijk aan elkaar.
De Telegraaf kopt met Ballet van Vlaanderen heeft problemen met bezetting, en laat ons weten
wat dit probleem inhoudt: „de een zingt goed maar is als speler een te zichtbare debutant, de
ander speelt prima maar zingt of danst onder de maat, een derde danst uitstekend maar komt
er weer te weinig aan te pas als acteur.‟73
De Rode Vaan zegt het onomwonden: Daan Van den Durpel als Tony is een misbezetting: „Een
meer mannelijk type was hier zeker aangewezen.‟ Ook zijn vocaliteit wordt niet geprezen.74
De
Antwerpse Morgen laat ons weten dat hij vocaal faalt in zijn solonummers.75
Ook in andere
artikels wordt de zang van Van den Durpel zwaar bekritiseerd. Toch zijn niet alle artikels
negatief. Marjan Mes prijst het acteren en de zang van Van den Durpel en laat het zelfs niet om
een vergelijking te maken met de film-Tony, een vergelijking die Daan Van den Durpel met
71
GELDER,Henk van, „Nederlandse versie West Side Story bij Ballet Vlaanderen ; Kippevel bij overtuigende
musical‟,in: NRC Handelsblad, 10/11/1988 72
LANCKROCK, Rik, a.w. 73
LIEFHEBBER, Peter, „Ballet van Vlaanderen heeft problemen met bezetting, maar: West Side Story nog steeds
actueel‟, in: De Telegraaf, 29/10/1988 74
W.M., X, in: Rode Vaan, 10/11/1988 75
WL, „ „West Side Story‟ suksesvol gestart in Nederland‟, in: De Antwerpse Morgen, 31/10/1988
40
glans overleeft.76
Het Dagblad Tubantia noemt Van den Durpel zelfs de „enigste acteur die
kan voldoen aan de slopende eis van driezijdigheid die de musical nu eenmaal stelt‟.77
Ook de meningen over Anne Clicteur zijn wisselend. De Antwerpse Morgen, die ook de
gebreken van de producties legt bij het niet volledig onder de knie hebben van de drie
musicaldisciplines bij de cast, looft de zang van Clicteur, maar noemt haar acteertalent
onbestaande.78
Het Volk hekelt ook haar acteerprestaties, maar vindt het onbegrijpelijk dat
Clicteur net in de laatste scène „zich (…) profileert tot een dominerende tragédienne die
iedereen in de schaduw dringt‟.79
Ook Het Laatste Nieuws en De Nieuwe Gazet prijzen haar
laatste scène.80
Toch bekritiseren de meeste recensies het acteertalent van Anne Clicteur – naast
haar voortreffelijke zang – alhoewel Henk Van Gelder net het acteren van zowel Clicteur als
Van den Durpel prijst.81
Wat de andere acteurs betreft, worden vooral Valérie Ven als Anita en Ward de Ravet als
invallende Doc geprezen.82
Ook James De Groot en Etienne van Geel als Bernardo en Riff
worden geprezen, maar hier vooral voor hun dans.83
We kunnen dus concluderen dat de recensenten weten wat ze moeten verwachten van een
goede allround-musicalacteur: de perfecte beheersing van zowel zang, dans als acteren. Jammer
genoeg vinden ze dit niet terug bij de hoofdrollen van West Side Story.
76
MES, Marjan, „Ouderwetse versie van Kon. Ballet van Vlaanderen ; Weerzien met „West Side Story‟‟, in: De
Stem, 03/11/1988 77
ROSIE, Dirk Willem, „West Side: Vlamingen hebben te veel op acteurs bezuinigd‟, in: Dagblad Tubantia,
29/10/1988 78
LA ROCHE, Monique, „West Side Story: in de buurt, maar in wankel evenwicht‟, in: De Antwerpse Morgen,
17/10/1988 79
A.B., „Musical door Ballet van Vlaanderen ; West Side Story boeiend ondanks tekortkomingen‟, in: Het Volk,
17/10/1988 80
F.P., „«West Side Story»: onverwoestbaar!‟, in: Het Laatste Nieuws / De Nieuwe Gazet, 17/10/1988 81
GELDER,Henk van, a.w. 82
F.P., a.w. 83
GELDER, a.w.
41
Vertaling
Zoals hierboven vermeld, kreeg deze versie van West Side Story een Nederlandse vertaling
verzorgd door Hans Albert Sleurinck. Henk Van Gelder ziet echter in dat door de vertaling er
toch een deel van de oorspronkelijke couleur locale weggevallen is.84
Johan Ardesch noemt het een prima vertaling, maar vindt dat het niet altijd aansloot bij het
origineel. Ook zou het in sommige songs wel iets te oppervlakkig zijn van vorm.85
De
Volkskrant beweert dan weer het tegenovergestelde door te melden dat de Nederlandse
vertaling zich krampachtig vasthoudt aan het origineel „waardoor er nogal wat gekunstelde
zinnetjes ontstaan: “Vannacht, vannacht, de wereld is vol pracht”.‟86
Jo van Damme, die al in het begin van het artikel het medium musical hekelt – „Musicals
hebben iets grondig belachelijks, en de charme ervan zal mij wellicht nooit helemaal duidelijk
worden‟ – besteedt een hele alinea aan de vertaling, maar kan ook hier de kritiek niet laten:
„ In het Nederlands? Jawel, klassiek geworden songs zoals Maria America (waar ik vandaan kom, werd dat
destijds geïnterpreteerd als “een Beatle in een pyjama”) en Tonight, werden door Hans Albert Sleurinck van
Nederlandse teksten voorzien en zo kun je nu Daan van den Durpel, die de rol van Tony speelt, “Vannacht,
vannacht, de avond is vol pracht” horen zingen. En van I feel pretty maakt Anne Clicteur (Maria) “‟k Ben
betoverd”. Maar geen nood, ze krijgen het over hun lippen zonder in lachen uit te barsten, en het publiek stoort er
zich kennelijk niet aan.‟
Van Damme blijft echter wel eerlijk en laat ook het publiek en Linda Lepomme aan het woord
over deze vertaling. Het publiek heeft niets tegen het Nederlands – „We horen al genoeg Engels
op TV‟- en mevrouw Lepomme legt uit dat het onder andere allemaal te maken heeft met de
auteursrechten – „Als wij in het Engels willen spelen, dan wordt dat veel méér dan een
Nederlandstalige versie beschouwd als concurrentie.‟ Ook zou men publiek afschrikken met
een Engelstalige versie.87
84
VAN GELDER, Henk, a.w. 85
ARDESCH, Johan, „Fantastische Westside Story in Streekschouwburg‟, in: Nieuwe Winterswijkse Krant,
09/12/1988 86
HANENBERG, Patrick van den, „Herinneringen belastend voor West Side Story‟, in: De Volkskrant,
26/10/1988 87
VAN DAMME, Jo, „De Avond is vol pracht – West Side Story op z‟n Vlaams‟, in: Panorama, 6/12/1988
42
Ook andere artikels hekelen vooral de vertaling van Tonight, maar hebben over het algemeen
lof voor de vertaling.
We kunnen hier dan ook concluderen dat ook bij het bespreken van de vertaling, linken worden
gelegd met de originele productie. Hierbij komen de originele teksten vaak als de beste naar
voren.
Decor
Ook over het decor van Lee Preedy zijn de meningen verdeeld. Rik Lanckrock vindt dat het
indrukwekkende en zware decor te veel ruimte eist en niet handig is voor een reisproductie.88
Wil Grisnigt vindt dat het decor te klein blijkt om de dansers echt genoeg ruimte te kunnen
geven.89
Deze gedachte wordt door bijna alle andere recensenten gedeeld. Zo kunnen wij in Het
Laatste Nieuws lezen dat het decor de juiste sfeer brengt, en vaak erg functioneel is, maar de
bewegingsruimte zodanig beperkt dat de dansers de massascènes niet tot de vereiste
ontplooiing kunnen brengen.90
Jan D‟Haese laat ons weten dat, volgens zijn eigen mening, de zijstukken de groepsevoluties
belemmeren. Hij suggereert dan ook om deze weg te laten nemen.91
Volgens Marjan Mes doen
de ijzeren trappen dan weer denken aan de filmversie.92
Regie & Choreografie
„Aan de regie dienen weinig woorden besteed, die was er niet‟93
. Het zijn harde woorden. De
kritiek in Het Volk luidt dan ook dat de Engelsman Stefan Janski het Nederlandse tekstdebiet
en -interpretatie niet kan regisseren, waardoor de acteerprestaties mager uitvallen.
Toch zal het vooral de vergelijking met de originele versie zijn, die als maatstaf wordt gebruikt
bij het bespreken van de regie. De recensenten geraken er niet echt uit: wordt het origineel
88
LANCKROCK, Rik, a.w. 89
GRISNIGT, Wil, „Nostalgie in theater met West Side Story‟, X,X 90
F.P., a.w. 91
D‟HAESE, Jan, „Ballet van Vlaanderen ; Musical ; West Side Story‟, in: ‟t Pallieterke, 27/10/1988 92
MES, Marjan, a.w. 93
A.B., a.w.
43
slaafs gevolgd of krijgen we hier een vernieuwende regie? Deze vragen worden ook gesteld bij
de choreografie van Yen Stolk.
Zo lezen wij in De Standaard dat zowel regie als choreografie geen kopieën zijn van het
origineel, maar toch dezelfde richting op gaan. Toch heeft het geheel een eigen persoonlijke
toets. Dit door het verplaatsen van het nummer Hee, wijkagent Krupke van het tweede naar het
eerste deel, en het feit dat er geen extra stem wordt gebruikt in Somewhere.94
Volgens De Antwerpse Morgen legt Janski te vaak melodramatische accenten aan het geheel,
wat met de gegeven acteurs af te raden is. Wel wordt het verstandig van Stolk gevonden om het
choreografisch concept zo eenvoudig mogelijk te houden.95
Het Laatste Nieuws prijst de persoonlijke stempel van Stolks choreografie en begrijpt niet
waarom Janski tevreden was met het decor dat deze choreografie zo hindert.96
Een stuk minder positief is de recensie uit de Knack van 26 oktober 1988. Na een verwijzing
naar de Romeo & Julia-versie van Dirk Tanghe – een verwijzing die bijvoorbeeld ook gegeven
wordt in een artikel uit het Limburgs Dagblad97
- waarin de vernieuwende aanpak ervan wordt
geprezen, wordt er gekeken naar deze productie van West Side Story als een klassiek
geschiedenisboek, waarbij een vertaalde kopie van het origineel wordt gemaakt. Volgens de
recensent is dit trouwens een soort van traditie bij het gezelschap. Als soort van onderhuidse
kritiek wordt ook nog even verwezen naar het aantal subsidies die het gezelschap krijgt (45
miljoen Belgische franken). Dit is echter geen kritiek op het gezelschap zelf, want verder in het
artikel komt de volgende passage voor: „Idem voor regie en koreografie van Stefan Janski en
Yen Stolk. Ze hebben goed naar de Engelse versies gekeken en prezenteren daar nu hun kloon
van. Gedwongen rekening houdend natuurlijk met de financiële en ruimtelijke beperkingen van
het tot reizen verplichte gezelschap.‟98
Dit zorgt ervoor dat ondanks de slaafse vertolking van
het origineel, het geheel de recensent toch tamelijk koud laat: de emoties komen bijna nooit
over.
94
EFM, „Meest ambitieus projekt van Musicalafdeling KBvV ; West Side Story in het Nederlands‟, in: De
Standaard, 18/10/1988 95
LA ROCHE, Monique, a.w. 96
F.P., a.w. 97
FRUSCH, Jos, „Max Smeets uit Roermond dirigeert en maakte arrangement ; West Side Story, wervelend
spektakel in schouwburg Heerlen‟, in: Limburgs Dagblad, 27/10/1988 98
VAN HEER, Edward, „De avond is vol pracht ; “West Side Story” door de Musical-afdeling van het Koninklijk
Ballet van Vlaanderen‟, in: Knack, 26/10/1988
44
Ook over de beginscène bestaan er verschillende meningen. Anita Löwerhardt heeft het over
wondermooie beginbeelden99
, terwijl De Antwerpse Morgen de beginscènes tamelijk rommelig
vindt.100
Maar wat was nu de eigen keuze van de regisseur? In een gesprek in de Ekspres (een
plaatselijke krant uit regio Turnhout) geeft hij volgende uitleg, wanneer hem wordt gevraagd of
hij nooit aan een hertaling naar Belgïe of Nederland dacht: „In plaats van het gebeuren te
vermoderniseren en het bijvoorbeeld in de hip-hop situatie te plaatsen, of de
Vlaamse/Nederlands-tegenstellingen te behandelen, werd het produktieteam getroffen door de
toonaard van de muziek die zonder twijfel typisch jaren vijftig is.‟101
In datzelfde artikel werd
er gevraagd aan Yen Stolk of de filmversie haar niet dwarszat: „We hadden een onderlinge
afspraak niet over de film te praten of er naar te verwijzen. (…) De film laat evenwel in de
eerste plaats de kamera bewegen en dat binnen een wijdse ruimte. We werkten binnen een
beperkte ruimte en konden dus met een fris opzet beginnen.‟ De vraag is of deze uitleg
voldoende is om de kritiek van de recensenten tegen te spreken.
Andere
Als laatste kunnen er nog enkele kleine zaken worden vermeld die bijna spontaan in elk artikel
aanwezig zijn. Zo vinden we telkens een verwijzing naar Romeo & Julia. Ook is elke recensent
lovend over het veertienkoppig orkest onder leiding van Max Smeets.
99
LOWERHARDT, Anita, „Vlaamse produktie „West Side Story‟ bijna vlekkeloos‟, in: Trouw, 18/10/1988 100
WL, „ „West Side Story‟ suksesvol gestart in Nederland‟, in: De Antwerpse Morgen, 31/10/1988 101
X, „West Side Story in de Warande ; Ekspres sprak met regisseur Stefan JANSKI‟, in: Ekspres, 27/10/1988
45
3.2.2.4 De hernemingen
Zoals eerder vermeld, bleef West Side Story ook in de twee volgende seizoenen op het
programma staan. Dit met telkens enkele castwissels. Reden genoeg om ook hier enkele
recensies aan te wijden. We bemerken hier wel vaak dezelfde argumenten als bij de
premièreverslagen.
Allereerst bekijken wij hoe er toen over de hoofdrolspelers werd geschreven. Het Brabants
Dagblad lijkt een positieve noot te slaan: „Er wordt fantastisch gezongen en gedanst en tot in
de kleinste bijrollen uitstekend geacteerd.‟102
De kritiek die het vorige jaar werd gemaakt op de
cast - dat zij telkens wel een gebrek vertoonden in één of andere musicaldiscipline - lijkt hier
van de baan. Lof is er voor Pia Douwes – „bezit een prachtige heldere stem en is formidabel in
songs …‟103
–, An Lauwereins – „(…) beweegt zich heel natuurlijk in de Maria-rol. Vocaal
heeft zij ook niet de minste moeite om zich over gans de lijn te handhaven met vaak een helder
sopraan-geluid‟104
– en Linda Lepomme – „(…) maakt van Maria een meisje met ruggegraat
en temperament en ze zingt zuiver‟105
- die in de twee volgende seizoenen de rol van Maria
zullen vertolken. Opvallend is het feit dat in geen enkel artikel de naam van Anne Clicteur naar
voren komt als oorspronkelijke Maria. Zo wordt Linda Lepomme in een artikel uit Het
Nieuwsblad zelfs vernoemd als de Maria van bij de creatie.106
Datzelfde artikel verwijst plots
ook naar Vera Mann die uit de bezetting zou zijn verdwenen. In geen enkel ander artikel wordt
echter ooit haar naam vernoemd.
Over Paul Kribbe, die vanaf het tweede seizoen de rol van Tony deelt met Daan van den
Durpel zijn de meningen verdeeld. Volgens de Arnhemse Courant beschikt hij over een
uitstekende stem, maar blijft hij te soft in de vechtscènes.107
Het Volk daarentegen prijst zijn
acteertalent, maar volgens hen klinkt zijn zingen vaak wat geforceerd.108
Het Brabants
102
SWINKELS, Niels, „Produktie Koninklijk Ballet van Vlaanderen – Nederlandse West Side Story copie van
film‟, in: Brabants Dagblad, april 1991. 103
SCHULTE, Douwes, „Keurige „West Side Story‟ uit Vlaanderen‟, in: Arnhemse Courant, 05/04/1990 104
A.D.S., „Vlotte en boeiende West-Side-Story‟, in: Het Volk, 25/03/1991 105
EFM, „West Side Story met meer pit‟, in: De Standaard, 28/03/1990 106
PV, „West Side Story opnieuw op BvV-repertorium ; Sopraan An Lauwereins vervangt Linda Lepomme voor
de rol van Maria‟, in: Het Nieuwsblad, 13/05/1991 107
SCHULTE, Douwe, „Keurige „West Side Story‟ uit Vlaanderen‟, in: Arnhemse Courant, 05/04/1990 108
A.D.S., a.w.
46
Nieuwblad noemt hem dan weer een ideale musicalvertolker.109
Over de vertolking van Valérie
Ven blijven de recensies unaniem lovend.
De meest vernietigende recensie komt echter van Jacques J. d‟Ancona: „Het opzeggerige
acteren in een aantal belangrijke rollen was amateuristisch-zwak, het zingen op een enkele
uitzondering na idem dito, de geloofwaardigheid nihil, het danswerk slapjes, het geluid dun en
metalig.‟ Na de pauze was er echter plots „geen gespeelde, maar echte emotie, plotseling ook
de vonk van heftige spanning en zuivere, niet gechargeerde intensiteit‟.110
Hij verbaast zich
hierover, maar een kritisch oog merkt op dat hij deze verwondering reeds in zijn eerste artikel,
twee jaar vroeger, ook al uitte.111
Over de regie blijft men over het algemeen vrij negatief. Het Brabants Dagblad heeft het over
een copie van de film112
, iets wat ook wordt aangegeven in het aankondigende artikel uit Het
Volk.113
De Arnhemse Courant vraagt dan ook om een meer actuele regie, met aanpassingen in
tekst en voordracht om zo de musical maatschappijkritischer te maken.114
Blijvende lof is er voor het orkest onder Max Smeets, het decor en de choreografie. Over de
vertaling is men minder positief. „d Ancona noemt het een zielloze vertaling115
, en De Stem
noemt het erg cliché-achtig116
. Het Brabants Nieuwsblad is daarentegen wel positief over het
werk van Hans Albert Sleurink.117
De productie kan dus nog altijd de vergelijking met het originele werk en de film niet aan. Zo
schrijft Ad But in de Winschoter Courant dat door vooral de film „elke nieuwe vertolking
automatisch van een minder gehalte [is]‟.118
Ondanks de goede kwaliteit kan de cast het
origineel dan ook niet doen vergeten. De Arnhemse Courant raadt dan ook het publiek aan om
109
WATERSCHOOT, Peter van, „Een beetje West End‟, in: Brabants Nieuwsblad, 11/04/1990 110
d‟ANCONA, Jacques J., „West Side Story en „t wonder na de pauze‟, in: Nieuwsblad van het Noorden,
01/05/1991 111
d‟ANCONA, Jacques J., „Vlaamse West Side Story : slepend en meeslepend‟, in: Nieuwsblad van het Noorden,
05/12/1988 112
SWINKELS, Niels, a.w. 113
A.A., „Ballet van Vlaanderen hervat West Side Story‟, in: Het Volk / De Nieuwe Gazet, 22/05/1991 114
SCHULTE, Douwe, „„West Side‟ moet feller‟, in: Arnhemse Courant / Nijmeegs Dagblad, 24/04/1991 115
d‟ANCONA, Jacques J., „West Side Story en „t wonder na de pauze‟, in: Nieuwsblad van het Noorden,
01/05/1991 116
X, „West Side Story: een muzikale uitblinker‟, in: De Stem, 11/04/1990 117
WATERSCHOOT, Peter van, a.w. 118
BUT, Ad, „Brave „West Side Story‟ in gedateerde enscenering‟, in: Winschoter Courant, 01/05/1991
47
de film uit het geheugen te bannen en vooral naar de talentvolle persoonlijkheden in de
bezetting te kijken.119
Als laatste kan vermeld worden dat veel artikels die geschreven zijn naar aanleiding van de
hernemingen, puur aankondigingen van de productie zijn, die geen echte recensies bieden. Zo
beschrijft Het Nieuwsblad enkel de wisselende rolbezetting120
en behandelt de Alkmaarse
Courant het hele ontstaansverhaal van de musical zonder eigenlijk in te gaan op de versie van
het KBvV121
. In een ander artikel van het Nieuwsblad wordt ook een aankondiging gemaakt
voor „één van de meest suksesvolle van de musicalafdeling‟, maar wordt ook de problematiek
van de weinige Vlaamse voorstellingen van deze productie onder handen genomen. Marcel
Vander Bruggen legt echter in dit kort interview uit dat dit komt door een te kort aan geschikte
zalen en Vlaamse musicalopleidingen.122
119
SCHULTE, Douwe, „Keurige „West Side Story‟ uit Vlaanderen‟, in: Arnhemse Courant, 05/04/1990 120
PV, a.w. 121
X, „Vlaams Ballet zuchtend mooi in „West Side Story‟, in: Alkmaarse Courant, 04/09/1990 122
PV, „Laatste kans voor musicalliefhebbers ; Ballet van Vlaanderen brengt opnieuw West Side Story‟, in: Het
Nieuwsblad, 09/05/1990
48
3.2.2.5 Conclusie
Wanneer we alle recensies overlopen, merken we op dat er twee centrale tendensen zijn.
Allereerst stellen we vast dat deze productie van West Side Story moet opbotsen tegen de vaste
herinneringen die de originele productie en de film blijvend heeft achtergelaten bij de
recensenten, die deze voorstelling als een grote uitdaging voor het KBvV beschouwden. De
vergelijking die dan ook wordt gemaakt, loopt negatief af voor het KBvV. Algemeen wordt er
gevonden dat de vertaling het origineel oneer aandoet. Het decor belemmert de dans, die
volgens sommigen, samen met de regie, teveel naar het origineel verwijst. Deze gedachten
blijven ook aanwezig bij de recensies over de hernemingen.
De vraag kan gesteld worden waarom er zo krampachtig wordt vergeleken met de filmversie en
de productie niet louter op zichzelf wordt bekeken. Een mogelijke verklaring kan misschien
gevonden worden in het feit dat wij hier met een beginnende musicaltraditie en dus ook
musicalrecensietraditie te maken hebben.
Ook over de acteurs zijn de meningen vaak negatief. De drie vereiste musicaldisciplines
worden meestal niet gecombineerd. Vaak wordt bij de hoofdrolspelers één van de disciplines
geprezen, maar wordt een ander afgekraakt. Zo spreekt men over de mindere zangkwaliteiten
van Daan Van Den Durpel, terwijl men het houterige acteren van Anne Clicteur bespreekt.
Over het acteertalent van Van Den Durpels en het zangtalent van Clicteur is men daarentegen
heel lovend. Bij de hernemingen prijst men echter de musical-allroundheid van de nieuwe
vertolksters van Maria – Linda Lepomme, Pia Douwes en An Lauwereins.
Ondanks alle negatieve opmerkingen, blijft de musical wel overeind staan, hoewel vele
journalisten dit vooral het werk vinden van het originele team.
49
3.3. Dear Fox
3.3.1 Reynaert de Vos
Dear Fox, de musical van Dirk Stuer en Daniël Ditmar, is een vrije interpretatie op de talloze
Reynaert-verhalen. Deze stammen hoofdzakelijk uit de Middeleeuwen. De eerste geschreven
versies van het Reynaert-verhaal vinden we in de Franse teksten Le Roman de renart, Renart le
bestourné van Rutebeuf, Le couronnement de renard en Renart le nouvel (1281) van
Jacquemart Gielée.
In onze contreien is vooral Van den vos reynaerde - waarvan het auteursschap niet zeker is
(Willem van Bodelo of Magister Wilhelmus Physicus) – bekend. In de veertiende eeuw (tussen
1375 en 1400) wordt hierop een vervolg geschreven in Reynaerts historie. Volgens Rik Van
Daele was de vos in de laat-middeleeuwse literatuur en iconografie een symbool van het
kwaad, de list, de hypocrisie en de leugen. Door de eeuwen heen bleef de Reynaert-figuur
populair in verschillende gedaantes.123
3.3.2. De musical
3.3.2.1. Het verhaal
Een gedetailleerde beschrijving van het verhaal vinden wij in Documenta van 8 maart 1991:
„Het verhaal begint op de vooravond van Pinksteren. Er heerst chaos in Ermenrijk, het land van koning Nobel.
We maken kennis met ongure figuren die stelen en helen en mekaar bedriegen en die zich bewegen tussen casino‟s
en bordelen. Ineens vlucht de ongure bende weg: Reinaart is op komst. Alleen de wolvin Hersinde en de raaf
Tiercelijn, kaas in de bek, blijven. Rein eigent zich het achtergelaten gestolen goed onmiddellijk toe en bemerkt
zijn minnares Hersinde. Tiercelijn, spelbreker, moet weg en dat gebeurt nadat Reinaart hem zijn kaas afhandig
heeft gemaakt door op zijn ijdelheid in te spelen. Reinaart en Hersinde spelen hun spel. En dit terwijl Hermelijn
thuis braafjes zit te wachten op de echtgenoot en terwijl aan Nobels hof de vermoorde kip Coppe, vrouw van
Cantecleer, wordt binnengebracht. Onder impuls van hoorndrager Isegrim – hij wil de vos laten hangen – wordt
beslist een bode naar Reinaart te sturen. Ook de kerkelijke overheid (Butseel en Belijn) doet haar best om de vos
te laten verdwijnen. De vos moet zich verantwoorden voor zijn moorddadig gedrag. Ondertussen snelt Grimbeert
123
VAN DAELE, Rik, „Reynaert regeert ; Nieuwe vossenavonturen in Dear Fox‟, in: Documenta, 08/03/1991, p.
153-155
50
de das naar zijn vriend Reinaart om hem op de hoogte te brengen van het nakende ongeluk. Reinaart verblijft bij
de koningin van Onderland, de demonische Ruckenau. Ruckenau bezit magische krachten, voorspelt de toekomst –
zo aan Leona de koningin: de troon is in gevaar! – en spreekt bezweringsformules uit. Reinaart heeft het best naar
zijn zin bij de sensuele slangen haar drie onweerstaanbare helpsters, de poema Bafana, de jaguar Botsima en de
lynx Buba.
Bruuns bodetocht loopt slecht af. Hij laat zich drogeren en in een wilde honingdroom bekent hij zijn liefde voor
koningin Leona. Het gevolg van deze majesteitsschennis is een vreselijke afranseling. Ook Tybert, de tweede
koningsbode, mislukt. In het Boek der Wijsheid leest ze dat ze een hoogmoedig wezen is dat ten val moet komen.
Uiteindelijk is het de das die de vos mee naar het hof krijgt. Reinaart verschijnt niet onmiddellijk. Pas nadat
Ruckenau de massa “behekst” heeft en het hoffeest tot een hellefeest heeft omgetoverd, komt de vos tevoorschijn.
Reinaart wordt door de koning tot de galg veroordeeld zonder enige vorm van proces. Het afscheid van de
geliefde Hersinde valt zwaar. Reinaart weet de scheve situatie toch nog recht te zetten door in zijn laatste
woorden te gewagen van een complot tegen de koning en een goudschat. Hij belooft iedereen een deel van dit
gouden kalf. Alleen Isegrim heeft de vos door. Het komt tot een duel. Tijdens de nacht wordt de wolf
klaargestoomd door Bruun en Tybert. Reinaart ziet in een visioen zijn vier vrouwen, wordt door Ruckenau
betoverd met de magische spreuk „Blaerde scaeye con sal penis carby gor sous abe firnis” en krijgt de opdracht
“Scheer je kaal en maak je glad met olie, tussen kop en gat”. Hij moet zich met zijn eigen urine besprenkelen. De
toverspreuk en een aantal ongeoorloofde trucs helpen de vos aan de overwinning. Isegrim en companen worden
gekerkerd. Hersinde kiest voor haar echtgenoot. Reinaart krijgt genade en wordt gelauwerd. En zijn naam wordt
ingeschreven in het “Gouden boek der Macht”. De vos keert terug naar zijn vrouw Hermelijn.‟124
124
VAN DAELE, Rik, a.w, p. 157-159
51
3.2.2.2 Productionele feiten
Crew
Dear Fox werd geschreven door Dirk Stuer en Daniël Ditmar. Beiden verzorgden de tekst,
terwijl Stuer ook instond voor de muziek en Ditmar de dramaturgie op zich nam. De regie was
oorspronkelijk in handen van Achiel van Malderen, maar werd laattijdig in het repetitieproces
overgenomen door Eddy Habbema. De choreografie was in handen van Yen Stolk.
Karina Lambert stond garant voor het decor en Erna Siebens had de verantwoordelijkheid over
de kostuums. De grime werd ontworpen door Jean-Paul Pollet en Rob Scheers. Het
lichtontwerp was van de hand van Jaak Van de Velde en tijdens de voorstelling nam Dirk Stuer
de muzikale leiding voor zijn rekening.
Cast
De rol van de sluwe vos werd vertolkt door Bill van Dijk. In het tweede seizoen werd de rol
overgenomen door Gerardo Jak, omdat van Dijk zich toen in de Nederlandse cast van Les
Misérables bevond. Marloes van den Heuvel nam de rol van wolvin Hersinde op zich, terwijl
Victor van Swaay de rol van haar echtgenoot Isegrim voor zijn rekening nam.
Daan van den Durpel trad op als Grimbeert de das, terwijl Marc Meersman als Bruun de beer
zijn eerste musicalrol speelde. De rol van Hermelijn, de vrouw van Reinaart, werd het eerste
seizoen vertolkt door Linda Lepomme, maar werd in het tweede seizoen gespeeld door An
Lauwerijns. De rol van Ruckenau werd in het eerste seizoen gespeeld door Vera Mann, maar
werd in het volgende speeljaar - door de deelname van Mann aan Les Misérables –
overgenomen door Léonce Wapelhorst.
De interpretatie van het koningspaar lag in de handen van Leslie De Gruyter (Koning Nobel)
en Brigitte Derks (Leona). Frank Robert Freeman nam in het volgende seizoen de rol van
Nobel over. Bruun de Beer werd vertolkt door Marc Meersman en Lulu Aertgeerts was
Tybert.125
125
Volledige cast-lijst in bijlage II
52
3.3.3 Dear Fox in de pers
3.3.3.1 Inleiding
Ook deze artikels kunnen wij in drie subgroepen verdelen. Allereerst komen de
nieuwsberichten en interviews aan bod die als voorbereiding op deze voorstelling werden
gemaakt. Vervolgens bespreken wij de recensies van deze productie om aansluitend in te gaan
op artikels die de hernemingen van Dear Fox behandelen. Als laatste volgt een kleine conclusie
over de kenmerken die deze tijdschriftartikels bevatten.
3.3.3.2 Vóór de première
Allereerst zullen wij de artikels bespreken die uitgebracht werden vóór de première. Hierbij is
het telkens de bedoeling van het KBvV om via deze artikels de show te promoten naar het
toekomstige publiek. Hoewel gepubliceerd in verschillende vormen en in verschillende
kranten, vinden we enkele opmerkelijke gelijkenissen.
Internationale ambities
„Wereldcreatie voor Musical Ballet van Vlaanderen‟: Antwerpen positief maakt ons direct
duidelijk wat de bedoelingen zijn van deze creatie van Dear Fox: een eerste internationale hit
creëren. Niet voor niets wordt hier gebruik gemaakt van de term Wereldcreatie.126
Eén en ander wordt ook bewerkstelligd door het KBvV zelf. Niet zonder enige reden spreekt ‟t
Pallieterke in hun recensie over de gemaakte tamtam rond de voorstelling.127
Zo geeft L. Lepomme in Marie-Claire aan dat Dear Fox alles in zich heeft om een
internationale hit te worden, in de traditie van Evita en The Phantom of the Opera: helemaal
gezongen.128
In de Nieuws van de Dag vertelt ze dat het verhaal Europese allures heeft en dat
126
BOGAERT, Inge Van, „Wereldcreatie voor Musical Ballet van Vlaanderen! ; «Dear Fox» Reinaert in een
modern, maar menselijk kleedje‟, in: Antwerpen Positief, 28/08/1990 127
X, „Ballet van Vlaanderen-Musical ; Dear Fox‟, in: ‟t Pallieterke, 19/09/1990 128
MERTENS, Martien, „Linda Lepomme: «Musical is een vak», in: Marie-Claire, 09/1990
53
zij niet verbaasd zou zijn dat deze musical over enkele jaren in de Londense West End zou
staan.129
Uit, een blad van de VTB-VAB brengt naar voren dat deze musical aan geen grenzen gebonden
is: „Gezongen van a tot z en in een grensoverschrijdende vormgeving spreekt het een
wereldtaal‟.130
De formule „aan geen enkele grens gebonden‟ vinden we trouwens ook terug bij
het Algemeen Dagblad131
, terwijl L. Lepomme het in een interview met Flair132
ook heeft over
„een muzikaal spektakel dat van a tot z gezongen wordt‟.
Hierbij valt – net als in andere artikels - het gebruik van de term spektakel op, een term die
typisch blijkt voor een musical, en zorgt voor het populaire karakter dat de musical zo
kenmerkt, maar die oneer aandoet aan de artistieke kwaliteiten van het genre.
Deze gedachte wordt gedeeltelijk versterkt door de ambities van het KBvV die in het artikel
Linda Lepomme – Musical song in hitparade? naar voren komt:
„(…) Daaruit is dan weer de single getrokken evenals de single-cd wat we dan weer op radio en televisie kunnen
promoten. Hans Kusters heeft dat in zijn stal genomen en hij weet toch de weg hoe je iets moet promoten.
Daardoor willen we een beetje het effekt bekomen zoals Don‟t cry for me Argentina dat al een grote hit was voor
Evita op de bühne kwam. Iedereen kende dat al zonder zelfs te weten dat het uit Evita kwam. Ik hoop dat iedereen
«Liefde en Trouw» zal kennen.‟133
Deze promotie kan als een positief gegeven worden beschouwd, maar brengt het genre toch
meer in het populaire circuit. We kunnen hier echter ook verwijzen naar de woorden van
mevrouw Lepomme in het tweede hoofdstuk, waarin zij ons laat weten dat minder gekende
musicals opmerkelijk minder volk naar het theater lokken.134
129
X, „Moderne coupe voor slimme Reintje de Vos‟, in: Nieuws van de Dag, 24/08/1990 130
X, „Dear Fox‟, in: Uit, 09/1990 131
X, „Reinaert de Vos als musical‟, in: Algemeen Dagblad, 20/09/1990 132
X, „Nu naar de nieuwe musical met Linda Lepomme ; Linda Lepomme ; “Dit is een andere musical, met pop en
funk, spanning en emoties”‟, in: Flair, 14/09/1990 133
ROSSEL, Peter, „Linda Lepomme ; Musical song in hitparade‟, X,X 134
Uit een interview met Linda Lepomme, 03/01/2007
54
Dear Fox: Vlaams?
Ondanks het feit dat Dear Fox internationale ambities heeft, wordt door het KBvV toch de
nadruk gelegd op het Vlaamse karakter van de musical. In een interview met Antwerpen
Positief beschouwt Dirk Stuer Van den vos Reynaerde als onze eigenste, Vlaamse Bijbel, die
het enigste grote meesterwerk kan genoemd worden uit de Nederlandse taalcultuur van de
Middeleeuwen. Dat het verhaal eigenlijk een Franse roots heeft, wordt niet vermeld in dit
artikel. Het gebruik van verschillende talen doorheen het libretto wijst volgens de makers ook
op het Vlaamse aspect: „ Onze taal is immers doorspekt met buitenlandse invloeden. Ook het
Latijn speelt een belangrijke rol in deze musical, het is immers een taal die tot op vandaag nog
in onze cultuur is geworteld en steeds een plechtig effect teweegbrengt.‟135
De keuze om
gebruik te maken van een Engelse titel zou te maken hebben met het moderne aspect van de
musical - „Van den Vos Reinaerde heeft zo‟n schools en ouderwetse klank‟136
- en de
internationale ambities van deze productie.
De productie mag dan Vlaams zijn, Martien Mertens bemerkt de talrijke aanwezigheid van
Nederlandse acteurs en actrices in het gezelschap. Wanneer ze dit naar voren brengt in haar
interview met Linda Lepomme, weet laatstgenoemde hier een antwoord op:
„Je zet je audities open voor mensen die kwaliteiten hebben en als ze dan toevallig de Nederlandse nationaliteit
hebben, ga je ze om die reden toch niet weigeren als ze goed zijn? Wij spelen trouwens tweederde van onze
voorstellingen in Nederland.
Er is hier ook niet echt een musicalopleiding. Acteurs onderschatten het genre ook, men neemt het zingen en
dansen er wel «even» bij. (…) Musical is een vak en dat vergeet men vaak.‟137
In ditzelfde interview brengt mevrouw Lepomme ook de toen heersende problematiek van de
weinige repetitie-ruimtes naar voren – Theater ‟t Eilandje zou maar acht jaar laten zijn deuren
openen – en legt hiermee uit waarom er soms in Nederland wordt gerepeteerd.
135
BOGAERT, Inge Van, a.w. 136
X,„Nu naar de nieuwe musical met Linda Lepomme ; Linda Lepomme ; “Dit is een andere musical, met pop en
funk, spanning en emoties”‟, in: Flair, 14/09/1990 137
MERTENS, Martien, a.w.
55
Interviews
Opvallend in laatstgenoemd interview is dat de aanleiding voor dit artikel de productie Dear
Fox is, maar dat enkel de laatste vraag over de inhoud van deze musical handelt. De andere
vragen gaan over het musicalgezelschap zelf en de ervaringen van Linda Lepomme als artistiek
directeur.
Wanneer we kijken naar andere artikels merken we zelfs op dat vooral de persoon van Linda
Lepomme naar voren komt: een feit dat ons al eerder was opgevallen bij de interviews naar
aanleiding van West Side Story. Zo handelt het artikel Linda Lepomme – Musicalsong in
hitparade? vooral over de zangcarrière van L. Lepomme en haar ervaringen met het
Songfestival en de Soundmixshow. Bij deze laatste vermeldt zij wel dat zij vaak tijdens deze
uitzendingen op zoek gaat naar mogelijke kandidaten voor audities voor een productie van het
KBvV. Slechts het laatste onderdeel van de tekst handelt over Dear Fox, maar bevat weinig
inhoudelijke informatie: de successen van het KBvV worden besproken, we krijgen een heel
korte inhoud van de musical, naast de cast, de speeldata en informatie over de cd-single.
Opmerkelijk is de afwezigheid van de namen van Stuer en Ditmar in het artikel.138
Het artikel Dear Fox – Ambitieus ja, maar daarom geen harde tante vermeldt Dear Fox in de
inleiding en geeft op het einde ook de speeldata mee, maar richt haar vragen vooral op het
privé-leven van de artistieke directrice.139
Een laatste artikel, uit het Nieuwsblad van het Noorden, bespreekt vooral de carrière van Linda
Lepomme en haar mening over het musicalklimaat in Vlaanderen en Nederland. Slechts op het
einde van het gesprek merken we iets op over Dear Fox: „De structuur van „Dear Fox‟ is
dusdanig dat we er de Europese markt mee op kunnen. De voorstelling laat zich makkelijk
vertalen. We hebben de ambitie om met een Franse en Duitse en misschien wel een Engelse
versie te komen‟. Hier komen de internationale ambities van het KBvV naar voren, maar verder
vinden we geen inhoudelijke informatie over de productie, geen vermelding van Stuer en
Ditmar of de speeldata.140
138
ROSSEL, Peter, „Linda Lepomme ; Musical song in hitparade‟, X,X 139
MERTENS, Christel, „ Dear Fox ; Ambitieus ja, maar geen harde tante‟, in: Zie, 13/10/1990 140
X, „Linda Lepomme, musical-directeur in Vlaanderen: „Musical eist discipline en leven voor het vak‟, in:
Nieuwsblad van het Noorden, 06/10/1990
56
Het valt te betwijfelen of de schuld voor deze tamelijk grote afwezigheid van de productie in de
interviews te wijten is aan mevrouw Lepomme zelf. De vragen worden natuurlijk door de
aanwezige journalisten gesteld. We kunnen ons misschien beter de vraag stellen in welke mate
zij interesse tonen in de productie zelf.
57
3.3.3.3. De première
Het lijkt wel alsof Rik Lanckrock in elke recensie een boodschap wil meegeven aan zijn
mederecensenten. In zijn recensie van Dear Fox vinden we namelijk volgende paragraaf:
„Het is nooit moeilijk een produktie de hemel in te prijzen of ze met de grond gelijk te maken. In het ene geval
steekt men enkel en alleen de loftrompet over het goede, in het andere geval zeurt men over de tekortkomingen en
gebruikt men een voorhamer. Wat voor mij telt is de globale indruk en die was uiterst positief. De formidabele
ovatie bij de première in de Opera van Antwerpen loog er niet om: nog steeds een betere waardemeter dan de
mening van één recensent, hoe geleerd, bevoegd of gevoelig hij/zij ook zijn mag (wat lang niet altijd het geval
is).‟141
Hierbij moeten we rekening houden met het feit dat Lankrock een zetel had in Raad van
Beheer van het KBvV.
Acteurs
Over de acteurs vinden wij bijna niets anders dan lovende woorden. Hierbij valt op dat, in
tegenstelling tot de recensies over West Side Story, de allroundheid van de acteurs wordt
geprezen. Zo looft Hanny van der Harst het spel – „een geloofwaardige combinatie van Don
Juan en Tijl Uilenspiegel‟- en de zang – „Hij kan met zijn stem alle kanten op, laat haar
sensueel grommen om dan in één adem door treiterig gierend uit te halen.‟- van Bill van
Dijk.142
Opmerkelijk is dat de achternaam van van Dijk niet in elk artikel hetzelfde geschreven
wordt. Zo heeft De Standaard het plots over Bill van Dijck.143
Het Brabants Dagblad heeft het dan weer over Bill van Dijk, en prijst vooral zijn menselijke
aanpak van het personage. Ook wordt vermeld dat hij volgend jaar een hoofdrol zal spelen in
Les Misérables - wat ook vermeld wordt bij Vera Mann.144
Bijna alle artikels prijzen van Dijks interpretatie van de vosfiguur, maar toch kunnen we in
twee artikels wat lichte kritiek ontdekken. Maxim P. Bezembinder vindt van Dijk meer een
zanger dan een acteur, „aber was für ein Sänger!‟145
. De Telegraaf vraagt dan weer voor een
141
LANCKROCK, Rik, „Grootse Lustrum-produktie «Dear Fox»‟, in: De Geus van Gent, 10/1990 142
HARST, Hanny van der, „ „Dear Fox‟ verdrinkt in citeerlust ondanks formidabele zang‟, in: Trouw, 17/10/1990 143
X, „Tip Musical ; Dear Fox‟, in: De Standaard, 19/10/1990 144
KAMPHOVEN, Ruud, „Wereldpremière „Dear Fox‟ Ballet van Vlaanderen een spektakelshow ; Sluwe
Reinaert als held in musical‟, in: Brabants Dagblad,19/09/1990 145
BEZEMBINDER, Maxim P., „Dear Fox ; Das erste flämische Musical‟,in: Das Musical, December 1990
58
meer meedogenloze doortraptheid in het personage. 146
De vraag is of dit niet meer te wijten is
aan de regie dan aan de individuele acteerprestaties. Zo kan de Artsenkrant in een inleidend
artikel ons melden dat de schalksheid en de sluwheid van Reinaert, gebleven zijn, maar dat het
beeld positiever is opgesteld.147
In een interview voor Antwerpen Positief geeft Dirk Stuer ook
toe dat ze Reinaert sympathieker gemaakt hebben, door onder andere een grotere rol toe te
kennen aan de vrouwen in het leven van Reinaert.148
Deze vier vrouwen personifiëren dan ook
de echtelijke trouw (Hermelijn), de overspelige liefde (Hersinde), de geheime beschermvrouw
(Leona) en de sensuele raadgeefster (Ruckenau).149
Ruckenau is echter de belangrijkste vrouw in deze voorstelling. Dit personage kwam niet voor
in het oorspronkelijke Van den vos reynaerde, maar werd voor het eerst vernoemd in Reynaerts
historie, waarin zij nog een soort apin, de tante van Reynaert is.150
In Dear Fox wordt zij naar
voren gebracht als een sensuele slang, gespeeld door Vera Mann, die niets anders dan lof krijgt
voor haar vertolking. Zo vermeldt het ‟t Pallieterke dat zij met een nadrukkelijk applaus werd
beloond.151
Maxim Bezembinder noemt haar de nieuwe Nina Hagen152
en Ruud Meijer vindt
zelfs dat ze zich soms als meerdere kan tonen ten opzichte van Bill van Dijk.153
Als laatste kan
dit citaat van Patrick van den Hanenberg worden vernoemd:
„Als zij haar mond opent duwt zij zelfs Kate Bush in een hoek en stroomt de Niagara-waterval
de zaal in. Met haar slangenbewegingen weet zij zelfs een ijsblok te verleiden.‟154
Slecht één keer vinden we een kleine vorm van kritiek, wanneer de recensent van Het Volk wat
moeite heeft met haar soms hard aankomende schrille stem. Hij vermeldt er wel bij dat Mann
open doekjes kreeg van het aanwezige publiek voor haar vertolking van Ruckenau.155
Ook al worden vooral van Dijk en Mann geprezen, toch blijft de lof voor de rest van de cast
niet uit. Jacques J. d‟Ancona : „Er ging nog nooit een musical door het land waarin de
146
LIEFHEBBER, Peter, „Lustrum-succes voor Ballet van Vlaanderen ; Reintje de vos scoort als musical‟, in: De
Telegraaf, 21/09/1990 147
G.T. , „Dear Fox ; Vos zonder streken‟, in: Artsenkrant, 11/09/1990 148
BOGAERT, Inge Van, a.w. 149
VAN DAELE, Rik, a.w., p.160 150
VAN DAELE, Rik, a.w., p.159 151
X, „Ballet van Vlaanderen-Musical ; Dear Fox‟, in: ‟t Pallieterke, 19/09/1990 152
BEZEMBINDER, Maxim P., a.w. 153
MEIJER, Ruud, „Dear Fox adembenemend spektakel‟, in: Algemeen Dagblad, 01/10/1990 154
HANENBERG, Patrick van den, „Slimme Reintje bladert gretig in internationaal musical-archief‟, in:
Volkskrant, 03/10/1990 155
A.A., „Vlaamse musical “Dear Fox” ; “Reinaert de vos” in moderne versie‟, in: Het Volk / De Nieuwe Gazet,
17/09/1990
59
combinatie van zingen en acteren zó ideaal was als bij „Dear Fox‟‟.156
De Gelderlander prijst
dan weer het grote geloof van de cast in de onderneming.157
Speciale vermeldingen zijn er vooral voor Marc Meersman, die in De Standaard omwille van
zijn warmte als mooiste stem wordt uitgeroepen.158
Het Brabants Dagblad prijst dan weer zijn
voortreffelijk spel. Victor van Swaay wordt door hen ook als een positieve invloed voor het
geheel beschouwd.159
Ook in andere artikels worden zij samen met andere castleden geprezen.
Muziek
„(…) een epos als vertrekpunt nemen voor een musical – een opera?‟160
. Ook de recensenten
geraken er niet helemaal wijs uit: bracht het KBvV een musical, een opera, of – zoals de auteurs
het zelf noemen – een operal.161
De Telegraaf stelt de vraag of Dear Fox niet eerder een lichte opera kan genoemd worden:
„Gesproken teksten ontbreken vrijwel geheel en de muzikale composities zijn zo zwaar als
lichte muziek maar zijn kan; ik bedoel dit niet negatief. Niet alleen dat meedeiners en
meeklappers al helemaal ontbreken, maar zelfs een komisch intermezzo (…) blijft in „Dear
Fox‟ achterwege.‟162
Koos Tuitjer vindt dat deze musical onmiskenbare operatrekjes heeft, maar dat er van
gekunsteldheid geen sprake is. De muziek klinkt wel aanvankelijk wat bombastisch.163
De
Rode Vaan prijst het gevarieerd muzikaal palet van de muziek, maar geeft toe dat het allemaal
niet zo origineel is. Ze vindt ook dat deze musical sterk aanleunt bij die van Andrew Lloyd
Webber.164
Opvallend is dat deze naam in meer dan één artikel wordt vernoemd, meestal nog in
combinatie met de naam van Leonard Bernstein. Zo noemt men deze namen in Het Brabants
156
d‟ANCONA, Jacques J., „ „Dear Fox‟ is een monumentale opera-musical‟, in: Nieuwsblad van het Noorden,
01/10/1990 157
TUITJER, Koos, „ „Dear Fox‟: avontuurlijk theaterspektakel ; Vlamingen maken opera-musical van
vertellingen over Reinaart de Vos‟, in: De Gelderlander, 01/10/1990 158
X, „Tip Musical – Dear Fox‟,in: De Standaard, 19/10/1990 159
KAMPHOVEN, Ruud, a.w. 160
LANCKROCK, Rik, a.w. 161
Olivier, „Musical du Ballet de Flander: «Dear Fox»‟, in : La Semaine d‟ Anvers, 28/09/1990 162
LIEFHEBBER, Peter, a.w. 163
TUITJER, Koos, a.w. 164
X, „Bij de creatie van «Dear Fox» ; Hoe Vlaams is deze Vlaamse musical?‟, in: De Rode Vaan, 12/10/1990
60
Dagblad, De Trouw en De Volkskrant, en komt Webbers naam ook nog voor in onder andere
Le Semaine d‟ Anvers en De Standaard.
Deze verbanden met bekende musicalcomponisten betekenen echter niet dat iedereen vol lof is
over de muziek. Hoewel het Dagblad Tubantia het heeft over doordachte muziek en ijzersterke
composities165
, heeft Hanny van der Harst het over „nauwelijks beklijvende melodieën‟ en „in
citeerlust verdrinkende arrangementen‟.166
De Morgen is van mening dat er te veel zoete
liefdesmelodietjes aanwezig zijn en - ondanks de vaak prachtige muziek - er te veel
finalenummers zijn, waardoor het publiek moet afhaken.167
De Gentenaar is nog negatiever: „“Dear Fox” mag dan bij wijze van spreken vandaag
geschreven zijn, de muziek is van eergisteren. De slappe afkooksels van tien, twintig of dertig
jaar oude musicaldeuntjes volgen elkaar ononderbroken op.‟168
We moeten hier wel op wijzen
dat deze journalist enkele uitspraken over het musicalgenre doet, die in een volgend
deelhoofdstuk aan bod komen.
Toch zijn vele recensenten ook positief over het muzikale gehalte van de musical. Zo vindt De
Standaard dat we hier te maken krijgen met gemakkelijk in het oor liggende muziek, die een
staalkaart biedt van allerlei tendensen en invloeden, zoals de filmmuziek en de opera. De
musical heeft ook sterke nummers en „wijsjes die blijven nazinderen en vlug meezingers zullen
worden‟.169
Als laatste vermelden we het NRC Handelsblad die het heeft over veelzijdige
muziek.170
165
ROSIE, Dirk Willem, „Bill van Dijk „homme fatal‟ in sterke musical‟,in: Dagblad Tubantia, X 166
HARST, Hanny van der, a.w. 167
PFISTER, Thomas, „Onzinnige „Fox‟-versie ; Twee akteurs van formaat: Bill Van Dijk en Vera Mann‟, in: De
Morgen, 17/09/1990 168
SVB, „Reinaert was een rijmelaar‟, in: De Gentenaar, 27/10/1990 169
METDEPENNINGHEN, Erna, „ “Dear Fox” is musical met vaart‟,in: De Standaard, 17/09/1990 170
GELDER, Henk van, „Volksheld vos bestrijdt vorst, vorstin en alles wat voois is‟, in: NRC Handelsblad,
21/11/1990
61
Tekst
„De door Stuer en Ditmar geproduceerde tekst is bijzonder pakkend. (Bij nalezen blijkt zij
meesterlijk van eenvoud)‟171
. Deze uitspraak van Koos Tuitjer staat haaks tegenover die van
De Standaard, die de tekst prijst om zijn spitsigheid, en zijn plezierige pointes. Ze doet volgens
hen ook een beroep op de intelligentie en de culturele bagage van het publiek.172
Ook De Telegraaf noemt de tekst pittig literair en volgens hen bevat ze „subtiliteiten die bij
lezing bewondering afdwingen, maar op het eerste gehoor vrij gemakkelijk aan de aandacht
ontsnappen‟.173
Ook Het Brabants Dagblad is heel lovend over de tekst. Ze geeft wel toe dat
op papier de tekst aardig goed in mekaar zit – „met hedendaags taalgebruik waarin zelfs de
Satanic Verses van Rushdie en de Perestrojka van Gorbarsjov voorkomen, gekruid met de
nodige humor, direct en recht op de man af‟ - maar dat ze in de uitvoering niet volledig tot zijn
recht komt, door de slechte aansluiting van de muziek op de tekst.174
Echter niet alle recensenten zijn even enthousiast over het tekstuele gedeelte van de musical.
Zo heeft Dagblad Tubantia het over „soms wat vermoeiend virtuoze teksten‟175
, en spreekt De
Trouw van „vaak kreupel rijmende teksten‟176
. De Morgen hekelt dan weer het gebruik van
verschillende talen in de tekst, zodat het enige dier dat een vreemde taal moet spreken, het
hondje Courtois, naar de achtergrond wordt verdrukt.177
De Gentenaar, ook al pittig in zijn
kritiek op de muziek van Dear Fox, blijkt ook tamelijk wat kritiek te hebben op de tekst:
„Wanneer je zowat een derde van de hele tekst op voorhand zelf kan verzinnen – omdat “hou” altijd op “trouw”
rijmt en “doen” op “zoen” – dan is er iets niet pluis. Dan is die Reinaert een rijmelaar. De oneindige lijst
woordspelletjes die de schrijvers opdissen maakt na korte tijd ook niet meer vrolijk.‟178
Het NRC Handelsblad vindt echter dat de gekunstelde passages goedgemaakt worden door de
intelligente verwijzingen.179
171
TUITJES, Koos „ „Dear Fox‟: avontuurlijk theaterspektakel ; Vlaminen maken opera-musical van vertellingen
over Reinaart de Vos‟, in: De Gelderlander, 01/10/1990 172
X, „Tip Musical ; Dear Fox‟, in: De Standaard, 19/10/1990 173
LIEFHEBBER, Peter,„Lustrum-succes voor Ballet van Vlaanderen ; Reintje de Vos scoort als musical‟, in: De
Telegraaf, 21/09/1990 174
KAMPHOVEN, Ruud, a.w. 175
ROSIE, Dirk Willem, a.w. 176
HARST, Hanny van der, a.w. 177
PFISTER, Thomas, a.w. 178
SVB, a.w. 179
GELDER, Henk Van, a.w.
62
Regie
In De Standaard vinden we lof voor de regie van Habbema: „(…) maakte van Dear Fox een
professioneel spektakel met tempo en vaart.‟180
Ook De Rode Vaan heeft het over een vinnige
enscenering.181
De Morgen is echter minder positief wanneer zij het heeft over chaotische massascènes en een
weinig op het lijf hebbende regie.182
Het Volk183
heeft kritiek op de ietwat schrale uittekening,
en De Telegraaf meent dat het eerste deel zeker nog aan scherpte kan winnen.184
Een kleine merkwaardigheid is het feit dat er verschillende redenen worden gegeven voor het
vertrek van regisseur Achiel van Malderen. Volgens het Algemeen Dagblad moest van
Malderen zijn werkzaamheden stoppen door ziekte.185
Ook Rik Lanckrock vermeldt de ziekte
van van Malderen als reden van de benoeming van Eddy Habbema als regisseur.186
Dit strookt echter niet met wat Maxim P. Bezembinder meldt in Das Musical: „(…) denn Eddy
Habbema hatte die Regie von Achiel van Malderen übernommen, der drei Wochen nach
Probenbeginn aufgrund unüberwindlicher Differenzen mit dem restlichen Kreativ-Team
ausgeschieden war.‟187
Hier wordt dus melding gemaakt van een meningsverschil. Ook in De
Morgen lezen we dat Habbema in razend tempo de klus moest klaren toen van Malderen zich
ziek meldde.188
180
X, „Tip Musical ; Dear Fox‟, in: De Standaard, 19/10/1990 181
X, „Bij de creatie van «Dear Fox» ; Hoe Vlaams is deze Vlaamse musical?‟, in: De Rode Vaan, 12/10/1990 182
PFISTER, Thomas, a.w. 183
A.A., „Vlaamse Musical “Dear Fox” ; “Reinaert de vos” in moderne versie‟, in: Het Volk, 17/09/1990 184
LIEFHEBBER, Peter, a.w. 185
X, „Reinaert de vos als musical‟, Algemeen Dagblad, 20/09/1990 186
LANCKROCK, Rik, a.w. 187
BEZEMBINDER, Maxim P., a.w. 188
PFISTER, Thomas, a.w.
63
Hoe internationaal is nu deze musical?
Zoals hierboven vermeld, had het KBvV grootse internationale plannen voor Dear Fox. Maar
zijn de recensenten hiermee akkoord? De Knack is er alvast van overtuigd dat deze voorstelling
naar Vlaamse normen een superproductie is.189
De Gay Krant vindt dat de musical internationale allures heeft, wat te merken is in het
taalgebruik. Zo wordt er verwezen naar het feit dat het verhaal van de vos in het universeel
medium van musical wordt gegoten en dat het zo de wereld wordt ingestuurd. Ze vertelt ons
ook dat de musical aan geen grenzen gebonden is, toevallig een zinsnede die ook al in vroegere
artikels werd gebruikt. Toch is deze krant niet louter positief. Ze geeft aan dat deze musical op
hoog niveau gemaakt is, maar vraagt zich toch af of Dear Fox ooit de internationale
musicalwereld zal betreden.190
Maxim Bezembinder noemt de musical althans „ein Musical mit internationalem Niveau‟, een
handige uitspraak in een Duits musicalmagazine.191
De Volkskrant zal het KBvV ook niet
tegenhouden in hun internationale ambities: „Als er een behoorlijke vertaler aan wordt gezet is
er geen enkele zinnige reden te bedenken waarom de tournee van Dear Fox aan de grens van
het Nederlandse taalgebied zou moeten ophouden.‟192
De Nieuwe Gazet ziet het echter minder rooskleurig. Zij vindt dat Dear Fox dé hit mist die het
over de wereld moet dragen, waarbij ze verwijzen naar Evita en Cats, die wereldberoemd
werden door de songs Don‟t cry for me Argentina en Memory.193
Deze gedachte wordt gedeeld
door het NRC Handelsblad.194
Veel wordt er gewezen op de internationale ambities van het KBvV zonder dat hierover een
oordeel wordt geveld door de journalisten. Zo vertelt de Gazet van Antwerpen op het einde van
189
ARTEEL, Roger, „Een volwassen vos ; De Musicalafdeling van het Ballet van Vlaanderen creëert “Dear Fox”,
in: Knack, 26/09/1990 190
SMETS, Eric, „Vlaamse Musical op eigen benen‟, in: De Gay Krant, 06/10/1990 191
BEZEMBINDER, Maxim, a.w. 192
HANENBERG, Patrick van den, „Slimme Reintje bladert gretig in internationaal musical-archief‟, in: De
Volkskrant, 03/10/1990 193
PAPON, Fernand, „Reinaert, een held van alle tijden; Van middeleeuwse mooiprater tot hippe yuppie‟, in: De
Nieuwe Gazet, 18/09/1990 194
GELDER, Henk van, a.w.
64
het artikel dat de Engelse titel en de Engelse vertaling van liedteksten op het boekje bij de
uitgebrachte CD de ambities van het KBvV verraden.195
Vooroordelen over musical
In deze recensies vinden we opvallend veel opmerkingen die getuigen van bepaalde
vooroordelen over het musicalgenre. Zo heeft Rik Lanckrock het over het verhaal van de vos
dat beschikt over een rijke inhoud, iets wat minder gebruikelijk is in de musicalwereld.196
De
Standaard ziet Dear Fox als het betere in het genre, dat „veel te lijden heeft van verregaande
commercialisering‟. Ze hopen dan ook dat het KBvV niet voor een deel afhankelijk moet gaan
worden van sponsoring, omdat het dan misschien moeilijker zal zijn om kwaliteit te laten
primeren.197
Een ander typisch vooroordeel over het musicalgenre wordt geuit in De Gentenaar:
„Musicals oogsten in de eerste plaats sukses op een oppervlakkig niveau. Een resem hoge noten, imposante koren,
wervelende koreografieën, donderslagen uit de orkestbak, fraaie kostuums en een flinke lik sentiment zijn voor
vele musicalliefhebbers voldoende om niet ontevreden huiswaarts te keren.‟198
Deze vernislaag wordt handig opgezet door het KBvV, maar volgens deze krant sneuvelt ze in
het opzetten van een goed verhaal en het brengen van prachtige muziek. De krant geeft echter
nog een vooroordeel weer, dat ons doet denken aan het artikel over de gedachte op een
mogelijke song in de hitparade in het artikel van Peter Rossel: „Musical is een populair genre,
het minste wat je van een Vlaamse musical uit 1990 mag verwachten is dat er toch minstens
één nummertje een plaats in Tien Om Te Zien zou verdienen‟. Kan het genre serieus genomen
worden, als men eist dat er minstens één lied in een populair muziekprogramma komt?
Het Volk meent, door de verschillende invloeden die te merken zijn in de muziek van Dear
Fox, dat er van grote originaliteit geen sprake kan zijn: „Misschien is dit wel eigen aan het
genre musical‟.199
195
HOFLACK, Marijke, „ “Dear Fox” eerste creatie van musicalafdeling Ballet van Vlaanderen; De vos op het
goede pad‟, in: Gazet van Antwerpen, 17/09/1990 196
LANCKROCK, Rik, a.w. 197
ARTEEL, Roger, a.w. 198
SVB, a.w.
65
Als laatste kunnen nog twee uitspraken uit Het Brabants Dagblad en De Volkskrant worden
aangehaald. Eerstgenoemde meent dat een musical vraagt om „veel romantiek, meer drama en
een spetterend slot‟200
, De Volkskrant vindt dat het verhaal „volgens de musicalwetten‟ simpel
werd gehouden.201
Vlaams karakter?
Zoals hierboven al gesteld, werd door de makers van Dear Fox vooral het Vlaamse aspect
aangetoond van deze productie. Maar zijn de recensenten het eens met deze Vlaamse origine
die toegeschreven wordt aan Dear Fox?
Volgens Rik Lanckrock is alles aan de productie Vlaams: choreografie, decor, kostuums, orkest
en belichting. Maar hoe zit het met de cast?
De Rode Vaan ziet de situatie minder positief in: „Nogmaals werd aan het licht gebracht hoe
armzalig het met de musical vertolkers in Vlaanderen gesteld is. Voor elke tien kandidaten
waren er acht Nederlanders en amper twee Belgen. Er is dus blijkbaar tussen de Nederlanders
sterk gesnoeid om toch nog de huidige 50/50 verhouding te komen.‟ Het tijdschrift merkt wel
op dat door het gezongen aspect van de musical, de verschillen in uitspraak niet zo opvielen.
Dus is er hier toch lof voor de werking van het KBvV.202
De Rode Vaan stelt echter wel de
Vlaamse titel van de musical in vraag: waarom een Engelse titel als het voor een Nederlands
publiek bedoeld is? Deze kritiek wordt ook geuit door La Semaine d‟Anvers.203
Het Volk ziet dan weer in de tekst iets Vlaams, omdat de nadruk zou liggen op de klinkers.204
Als laatste spreekt Maxim Bezembinder liever over een Belgische atmosfeer: „There is a
distinct Belgian atmosphere about it, like the use of latin in the church-like scenes and the use
199
A.A., a.w. 200
KAMPHOVEN, Ruud, a.w. 201
HANENBERG, Patrick van den, a.w. 202
X, „Bij de creatie van «Dear Fox» - Hoe Vlaams is deze Vlaamse musical?‟, in: De Rode Vaan, 12/10/1990 203
Olivier, „Musical du Ballet de Flandre: «Dear Fox»‟, in : La Semaine d‟Anvers, 28/09/1990 204
A.A., a.w.
66
of other languages in the production, like French and English.‟205
Opmerkelijk is wel dat deze
voorbeelden werden gegeven door Dirk Stuer in het artikel uit Antwerpen Positief.206
205
BEZEMBINDER, Maxim P., „Dear Fox the first Flemish musical‟, Das Musical, 09/1990 206
BOGAERT, Inge Van, „Wereldcreatie voor Musical Ballet van Vlaanderen! - «Dear Fox» Reinaert in een
modern, maar menselijk kleedje‟, Antwerpen Positief, 28/08/1990
67
3.3.3.4. Hernemingen
Cast
Het KBvV hernam Dear Fox in het seizoen 1991-1992. Door hun aanwezigheid in de
Nederlandse productie van Les Misérables, moesten Vera Mann en Bill van Dijk verstek geven
voor deze herneming. Hun rollen werden overgenomen door Gerardo Jak en Léonce
Wapelhorst. Over het algemeen zijn de recensenten van mening dat beide acteurs de vertolking
van Mann en van Dijk niet kunnen doen vergeten. Zo meldt De Standaard ons dat Jak niet
overtuigt in spel en zang. Wapelhorst wordt wel geprezen voor haar zang, maar blijkt niet
dezelfde toneelbeheersing te hebben als Mann.207
De Gazet van Antwerpen prijst de prestaties van de nieuwkomers, maar vindt dat Jak vooral in
het acteren te kort komt. Zijn zang wordt wel als positief beschouwt. Wapelhorst kan volgens
hen ook niet tippen aan de vertolking van Ruckenau door Mann.
De Nieuwe Gazet is daarentegen over de gehele lijn tevreden over de cast en behandelt in haar
recensie vooral de nieuwkomers. Speciale vermelding is er voor de goede Nederlandse dictie
van Amerikaan Frank Robert Freeman als Koning Nobel.208
De productie
Ook deze recensies blijven vrij lovend over de productie. Zo heeft De Nieuwe Gazet het over
een mooi uitgebalanceerd werkstuk209
, terwijl Peter van Waterschoot vindt dat dit Vlaams-
Hollands monument kan wedijveren met „welke buitenlandse produktie dan ook‟.210
Het
Brabants Dagblad blijft dan weer over heel de lijn lovend over de productie.211
Toch is niet alles positief. Zo vertelt De Standaard ons dat het geheel nog altijd te veel
verdeeld is in korte tafereeltjes die de spanning niet kunnen volhouden, en dat het decor van
207
EFM, „Koninklijk Ballet van Vlaanderen trekt opnieuw rond met “Dear Fox”‟, in: De Standaard, 21/03/1992 208
PAPON, Fernand, „Reintje is terug thuis ; Nokvolle opera erg blij met herverschijning van moderne versie van
dierenepos‟, in: De Nieuwe Gazet, 30/04/1992 209
PAPON, Fernand, „Reintje roert zijn staart ; Ballet van Vlaanderen weer op ronde door Nederland en
Vlaanderen met «Dear Fox»‟, in: De Nieuwe Gazet, 25/02/1992 210
WATERSCHOOT, Peter van, „Musical „Dear Fox‟ op herhaling: Smaakvol en eigentijds‟, in: Brabants
Nieuwsblad, 28/02/1992 211
LINDEN, Bert van der, „Musical Dear Fox: zinnelijk en subtiel‟, in: Brabants Dagblad, 30/03/1992
68
Karina Lambert er niet sfeervoller is op geworden. Wel is er lof voor de kostuums en de
grime.212
Marijke Hoflack vindt dat de musical nog altijd tamelijk moeilijk op gang komt.213
Problematiek Nederland
Een jaar na de première kan er ook beter gekeken worden of de internationale ambities van de
musicalafdeling mogelijk zullen uitkomen. Het Nieuwsblad brengt echter weinig positief
nieuws: „In Nederland kent hij [Dear Fox] geringere belangstelling, wat ongetwijfeld te wijten
is aan de minder bekendheid van het verhaal.‟214
Helemaal negatief is het bericht uit het
Nieuwsblad van het Noorden waarin vermeld wordt dat in Groningen zelfs een voorstelling
moest geschrapt worden wegens te geringe belangstelling. Dit zou volgens de krant niet te
wijten zijn aan slechte recensies, want ook bij onze noorderburen werd de productie vooral
geprezen, zoals hierboven al duidelijk mag blijken. De schuld zou voornamelijk bij het KBvV
en de Groningse schouwburg te vinden zijn. Zo zou het KBvV meer naar buiten moeten
brengen dat zij een musicalafdeling bezitten, want bij minder gekende titels zou het grote
publiek blijven denken dat het om een balletopvoering gaat. De afdeling publiciteit van de
Groningse schouwburg zou ook meer uitleg moeten verstrekken over het gehele concept – een
originele musical in de Nederlandse taal – en begaat de fout om recensies te gebruiken die nog
de prestaties bespreken van Bill van Dijk en Vera Mann, die intussen de productie al hebben
verlaten.
212
EFM, „Koninklijk Ballet van Vlaanderen trekt opnieuw rond met “Dear Fox”‟, in: De Standaard, 21/03/1992 213
HOFLACK, Marijke, „Koninklijk Ballet van Vlaanderen: “Dear Fox” ; De vos opnieuw op de versiertoer‟, in:
Gazet van Antwerpen, 30/03/1992 214
PV, „Reinaert de vos terug in Antwerpen‟, in: Het Nieuwsblad, 15/04/1992
69
3.3.3.5 Conclusie
Verschillende meningen heersen bij de besproken recensies. Zo is er twijfel of de productie een
musical, een opera, of iets ertussen is. Ook zijn de journalisten niet zeker of zij te maken
hebben met een geniale tekst of eerder wat rijmelarij. Ook de meningen over de regie zijn
verschillend. Hierbij zijn ook de verschillende versies over de afwezigheid van Achiel van
Malderen opvallend.
Toch kunnen wij in de onderzochte artikels enkele gelijkenissen vinden. Zo handelen de meeste
interviews, die ter gelegenheid van Dear Fox werden gemaakt, vooral over het privé-leven van
Linda Lepomme en haar meningen op het musicalklimaat. De productie komt meer op de
achtergrond te staan.
In de recensies vinden wij grote lof voor de cast. Over de acteurs die in het tweede seizoen
enkele rollen overnemen, zoals Gerardo Jak en Léonce Wapelhorst zijn de recensenten wel iets
minder lovend.
Een oplettend oog kan, bij het onderzoeken van de artikels, ook tal van vooroordelen ten
opzichte van het musicalgenre opmerken. Toch staan de recensenten zeker niet negatief
tegenover de productie. Zij nemen dan ook het Vlaamse karakter – die de makers aan het stuk
geven – en de internationale ambities van het KBvV over. Toch stelt men zich vragen bij dit
Vlaams karakter – hierbij krijgen we vaak kritiek te lezen op de Vlaamse titel en het Vlaamse
musicalklimaat – maar geloven bijna alle journalisten in het internationale succes, dat Dear
Fox kon worden in de volgende jaren. De realiteit – en op zich al de Nederlandse tournee van
de productie – bracht echter een minder positief beeld van de productie.
70
3.4 A Little Night Music
3.4.1 De musical
3.4.1.1. Het verhaal
In de programmabrochure van A Little Night Music vinden we volgende literaire samenvatting
van de plot van deze musical:
“Alle personages in A Little Night Music hebben problemen. Voornamelijk in de liefde. Frederik is bijna een jaar
getrouwd met An, maar An wil nog steeds niet met hem naar bed. Zijn zoon Henrik bereidt zich voor om toe te
treden tot een kloosterorde, terwijl een ontluikende seksualiteit juist met zijn leeftijd gepaard gaat. Een heimelijke
liefde voor zijn stiefmoeder An maakt alles er niet makkelijker op. Désirée reist van stad naar stad en van theater
naar theater. Een eenzaam bestaan dat af en toe wordt „opgevrolijkt‟ door de getrouwde en belachelijk jaloerse
Carl-Magnus. Maar dat is niet wat ze wil. Ze wil vastigheid, een basis.
Charlotte, de vrouw van Carl-Magnus, heeft zich inmiddels neergelegd bij de eeuwige ontrouw van haar man. Het
enige wat zij nog kan doen is het plaatsen van vlijmscherpe opmerkingen om zo haar afkeur te laten blijken. Het is
duidelijk: bijna alle personages zijn totaal gefrustreerd in de liefde. Maar er staat iets te gebeuren...
Er staat iets te gebeuren in de zomernacht, zoals Madame Armfeldt voorspelt. De Liebeslieder zangers
beschrijven de tergend lange tocht naar de nacht, in een land waar de zon maar niet onder wil gaan.
De nacht kent geen dwang
De schemer duurt niet meer zo lang
De nachtegaal staakt zijn gezang
Hoe wrang maar bijzonder
Zo‟n eeuwige zonsondergang…
Het lijkt haast of dit groepje zangers de nacht tegenhoudt. En als de nacht dan toch gevallen is, voeren zij hun
ritueel uit. Dit groepje verandert van een vrolijk koor dat het publiek van de ene situatie naar de andere leidt in
een heksenkring, een groep samenzweerders die de gebeurtenissen in de nacht besturen. Er zijn een paar
personages waar de zomernacht geen vat op heeft. Deze personages zijn ook allerminst gefrustreerd in de liefde.
Allereerst Madame Armfeldt, die de kaarten schudt en haast in de kaarten leest dat de nacht drie keer zal lachen.
En dat de laatste lach voor haar bedoeld zal zijn. Zij blikt enkel terug en heeft de ware liefde nooit gevonden. Zij
onderging de liefde in de vorm van „liaisons‟. Liefde was een afspraak:
Want seks wordt veel te veel verward met een gevoel
En bij gevoelens dan komt vaak de hulp te laat
Een overeenkomst zonder hart maar met een doel
71
Een onvoorstelbaar fijn vermaak
Met optelbaar resultaat.
Niemand meer die daarvoor staat.
„k Hoop maar dat die waanzin heel snel overgaat.
De kleine Frederika is nog veel te jong om de zomernacht te zien lachen, maar neemt wel veel van de wijsheid van
haar grootmoeder over. Ook op Petra, de meid van de familie Egerman, heeft de zomernacht geen invloed. Zij ziet
een huwelijk als haar onvermijdelijk lot. Maar zo lang dat lot haar nog niet ten deel gevallen is, zal zij genieten.
Zal zij het leven omhelzen. Zij bezit in feite de vrijheid die alle personages zouden willen hebben. Zij is zo
promiscue als alle andere personages zouden willen zijn. Maar haar motto is duidelijk:
Na de lol van het dollen
En wat rollen in het stro
Dan hoor ik de Quick Fantastic
Een wolk van confetti
In mijn petticoats zit zo een gat
Het duurt kort met z‟n twee
Van de flirt op zijn tijd
Tot zijn hand op je dij tijdens eten
En die kerel waarmee jij je leven lang slijt
Ziet jou meer als zijn meid dan zijn schat
Ondertussen,
Moeten monden gekust
Moeten monden gevoed
Moet mijn hitte geblust
Moeten mannen ontmoet
Goed, ik mis veel. Ja, dus?
Als ik sterf weet ik goed wat ik had!
Dus omhels alles wat je nog tegenkomt
Op je pad…
De dreiging van de zomernacht wordt ook binnen het decor duidelijk. Waar de gehele eerste akte zich enkel
binnenshuis afspeelt, is de locatie van het gehele tweede bedrijf het bos, op het landgoed van Madame Armfeldt.
En het bos biedt duizend en een mogelijkheden. Niemand weet wat er gaat gebeuren. Met alle koffers gepakt gaat
iedereen op weg. Op weg, hun lotsbestemming tegemoet met hun ziel onder de arm.
Langzaam maar zeker vinden alle personages in de nacht hun juiste pad, hun richting. Deze ontwikkeling wordt
zelfs binnen de kostuums weergegeven. Een goed voorbeeld hiervan is An. Zij begint als jonge maagd van
negentien, maar naarmate het stuk vordert, laat zij steeds meer van zichzelf zien.
72
Het lachen van de zomernacht biedt inzicht. Iedereen vraagt zich op zijn beurt af waar ze nu eigenlijk mee bezig
zijn. Een groot gevolg hiervan is eerlijkheid. Henrik die zijn liefde voor zijn stiefmoeder verklaart. Désirée die
hetzelfde doet tegenover Frederik. De graaf en de gravin die eindelijk weer het licht in elkaars ogen kunnen
bewonderen in plaats van het dood te staren. Iedereen gaat in deze musical zijn lot tegemoet en hoe pijnlijk dat
ook is, het lucht ook op. Dat is de kracht van de liefde en de kracht van een lachende zomernacht.‟215
3.4.1.2 Productionele feiten
Artistiek Team
De regie van A Little Night Music was in de handen van Caroline Frerichs die voor het KBvV
ook een andere Sondheim-musical, Company, had geregisseerd. Zij werd bij A Little Night
Music geassisteerd door Melanie Vonk. Aletta Collins, bijgestaan door Valerie Masquilier,
verzorgden de musical staging.
De muziek van Sondheim werd aangepast aan het KBvV-orkest door Max Smeets, die ook het
dirigeerstokje opnam. De tekst van Sondheim werd vertaald door Allard Blom, die ook de drie
andere Sondheim-musicals van het KBvV zou herwerken naar de Nederlandse taal.
Herman van Elteren stond garant voor het decor en de kostuums, terwijl Harold Mertens de
verantwoordelijkheid droeg over de pruiken en de grime. Het licht en de klank werden
respectievelijk door Erik Verdick en Charles Van Houtte ontworpen.216
Cast
De hoofdrol van Désirée Armfeldt werd vertolkt door Chris Lomme, terwijl de rol van haar
moeder (Madame Armfeldt) gespeeld werd door Annet Nieuwenhuijzen. De twee mannen die
strijden om de liefde van Désirée waren Jules Croiset (Frederik Egerman) en Stan Lambregts
(Graaf Carl-Magnus Malcolm). De dochter van Désirée, Frederika, werd vertolkt door Veerle
Casteleyn.
215
FRERICHS, Caroline; Allard Blom, „De kracht van de liefde‟, in: Musical Koninklijk Ballet van Vlaanderen
presenteert Stephen Sondheims A Little Night Music, Drukkerij Favorit, Hoboken, X 216
FRERICHS, Caroline, e.a. , a.w.
73
Het gezin Egerman bestond, naast Croiset, uit David Verbeeck (Henrik Egerman), Vivienne
van den Berg (An Egerman) en Kirsten Cools (dienstmeisje Petra). Stan Lambregts kreeg
Frédérique Sluyterman van Loo in de rol van echtgenote Gravin Charlotte Malcolm als
tegenspeelster.
Het Quintet, een groep buitenstaanders die de situatie becommentariëren, bestond uit Ann Van
den Broeck (Mrs. Anderssen), Axel Steven Everaert (Mr. Erlanson), Hans Pieter Herman (Mr.
Lindquist), Eveline Karssen (Mrs. Nordstrom) en Wieneke Remmers (Mrs. Segstrom).
Het ensemble bestond uit Stephane Croughs (Frid), David Sam (Bertrand), Greetje Anthoni
(Osa) en Katrijn van Geenhoven (Malla). Lien van de Kelder en Paul Walthaus stonden als
understudy standby bij problemen.
3.4.2 A Little Night Music in de pers
3.4.2.1. Vóór de zomernacht viel
Eerst worden de artikels die ter promotie voor de voorstelling gemaakt werden, bekeken. Het
valt op dat dit enkel interviews zijn. Een ander opmerkelijk verschijnsel is dat, in tegenstelling
tot de hierboven besproken producties, geen interviews met artistiek directrice Linda Lepomme
aanwezig zijn. Behalve één interview met dirigent Max Smeets, worden alle interviews
gegeven door Chris Lomme, Veerle Casteleyn en Annet Nieuwenhuijzen.
In deze interviews wordt er vaak de klemtoon gelegd op de carrières van bovengenoemde
personen. Toch komt A Little Night Music niet helemaal op de achtergrond te staan.
In een artikel uit De Gazet van Antwerpen217
krijgen we vooral een zicht op hoe Chris Lomme
zich begeeft in het theatermilieu: welke criteria een rol moet aan voldoen om door haar
gespeeld te worden, wat zij het liefst heeft gedaan en waar ze nog van droomt. Ook andere
persoonlijke vragen worden gesteld. Enkel de eerste vier vragen zijn musicalgericht. Hierbij
krijgen we een korte verwijzing naar haar rol en de hit Send in the clowns die Lomme mag
zingen. Vervolgens worden de vragen weer behoorlijk persoonlijk. Zo wordt er gevraagd of
217
DONINCK, Herman Van, „”Ik stop vooraleer ik op retour ben” ; Chris Lomme speelt hoofdrol in musical „A
Little Night Music‟, in: Gazet van Antwerpen, 10/11/2001
74
Chris Lomme kan zingen en wat haar lievelingsmusicals zijn. Er blijft dus weinig plaats over
voor informatie over de productie, behalve de titelvermelding, de speeldata in Antwerpen, het
reserveringsnummer en de lof van Lomme voor de jongere acteurs in de productie. Paradoxaal
genoeg vermeldt de interviewer in één van zijn vragen het volgende: „Je geeft vooral interviews
om de productie in de schijnwerpers te plaatsen, zeker niet jezelf‟. Uit dit artikel blijkt enkel
het tegenovergestelde. Ook in een artikel uit Zone 03 wordt er vooral gevraagd naar
persoonlijke gegevens. A Little Night Music komt eenmalig aan bod wanneer aan Lomme
wordt gevraagd hoe zij in deze musical terecht kwam. Dit gebeurt in de eerste vraag waarna
enkel nog vragen worden gesteld over haar carrière. Slechts één maal kan Chris Lomme in haar
antwoord verwijzen naar haar rol van Désirée, wanneer iets over haar poëzieprogramma wordt
gevraagd. Op het einde van het artikel worden wel nog enkele korte gegevens over de productie
meegegeven aan de lezer, waaronder speeldata en het reserveringsnummer.218
Gelukkig wordt er in een ander interview met Chris Lomme in Tijd Cultuur meer de nadruk
gelegd op A Little Night Music. Zo krijgen wij informatie over de oorspronkelijke productie
van deze musical en over het personage Désirée Armfeldt. Ook de namen van Jules Croiset en
Annet Nieuwenhuijzen worden genoemd. Lomme prijst ook de aanpak van het creatieve team
van deze KBvV-productie: „De podiuminvulling is erg goed. Hier worden geen pathetische
registers opengetrokken met bombastische decors. Wat Herman van Elteren (decor en
kostuums) en Caroline Frerichs (regie) neerzetten, is af en leidt de acteurs perfect door het
stuk‟.219
Vervolgens wordt ingegaan op het toenmalige Vlaamse musicallandschap en op Nand
Buyl. Op het einde van het artikel vinden we wel de Antwerpse speeldata en het
reserveringsnummer.
Een laatste artikel uit Story bespreekt kort Lommes ervaringen met A Little Night Music en gaat
dan vooral verder in op haar relatie met Nand Buyl. Wel worden alle Vlaamse speeldata
meegegeven met de nodige nuttige telefoonnummers.220
218
LALEMAN, Elke, „Chris Lomme op musicalexpeditie in „A Little Night Music‟‟, in: Zone 03, 14/11/2001 219
MOSSEVELDE, Pol Van, „Ballet van Vlaanderen brengt nieuwe musical ; Een tijdloze
midzomernachtsdroom‟, in: Tijd Cultuur, 14/11/2001 220
VEREYKEN, Bert, „Voor de eerste keer speelt ze de hoofdrol in een musical ; Chris Lomme ; Ik ben nog niet
uitgeblust,ik blijf uitdagingen zoeken‟, in: Story, 15/11/2001
75
Opvallend is dat alle interviews met Chris Lomme nadruk leggen op het feit dat dit de eerste
hoofdrol van de actrice is in een musical. Een duidelijke klemtoon die ook wordt overgenomen
in de recensies.
De twee interviews met Veerle Casteleyn leggen twee identieke klemtonen: de carrière van
Casteleyn en haar ervaringen met Chris Lomme. Zo vertelt Veerle over haar ervaringen op het
Engelse musicalterrein. Ook vertelt zij dat ze blij is met haar rol en dat ze opkijkt naar Lomme.
Enkel op het einde van het artikel krijgen we wat korte informatie, namelijk de Gentse221
en
Antwerpse222
speeldata en de telefoonnummers.
Wanneer we de interviews met Annet Nieuwenhuijzen bekijken, bemerken we een grotere
nadruk op de musical. Het valt ook op dat enkel Nederlandse kranten een interview met deze
actrice hebben. Het is vooral bij het NRC Handelsblad dat we uitgebreide informatie krijgen
over de musical. Zo krijgen we naast wat korte informatie over de musicalcarrière van
Nieuwenhuijzen, de motieven van haar deelname, en haar moeilijkheden met de muzikale
aspecten van de rol, te lezen waar Sondheim de basis haalde voor zijn musical, namelijk
Ingmar Bergmans film Glimlach van een Zomernacht. Ook bespreekt zij de inkleding en sfeer
die rond de musical hangt. Nieuwenhuijzen geeft daarbij een uitgebreide beschrijving van haar
personage, Madame Armfeldt.223
In De Telegraaf vinden we wel een meer persoonlijk getint interview. Nieuwenhuijzen
beschrijft nog heel uitvoerig haar personage en haar ervaringen bij het KBvV, maar vertelt toch
vooral over haar omgang met het theaterleven.224
Als laatste kan het artikel met Max Smeets besproken worden. Hier wordt vooral de nadruk
gelegd op het dirigeren van musicals en de problematiek van degelijke orkesten bij musicals.
Toch krijgen we ook hier promotie voor de KBvV-productie, wanneer Smeets de muziek van
Sondheim, en vooral die van A Little Night Music, prijst: „A Little Night Music is dé opera
onder de Sondheim-musicals. Makkelijkheidshalve wordt wel eens gezegd dat A Little Night
221
CLAEYS, Jan, ‟23-jarige Oost-Vlaamse Veerle Casteleyn schittert in musical naast Chris Lomme ;
«Fantastisch dat ik het dochtertje van zo‟n grote dame mag spelen»‟, in: Het Laatste Nieuws - Editie Gent,
03/01/2002 222
DONINCK, Herman Van, „Veerle Casteleyn wordt dochter van Chris Lomme ; “Dansen is mijn grootste
passie”‟, in: Gazet van Antwerpen, 14/11/2001 223
TELGENHOF, Gerda, „Annet Nieuwenhuijzen over A Little Night Music‟, in: NRC Handelsblad, 19/11/2001 224
KLEUVER, Esther, „Annet Nieuwenhuijzen speelt in musical „A Little Night Music‟; Gesloten boek weer
geopend‟, in: De Telegraaf, 23/11/2001
76
Music helemaal in driekwartsmaat werd gecomponeerd, maar er zit meer in. Hij componeert
een redelijk eenvoudige melodie, met daaronder nog een redelijk eenvoudige bas. Wat
daartussen zit, is waanzinnig complex, maar het klopt allemaal.‟225
225
EETEZONNE, Wilfried, „ „A Little Night Music‟ wordt 25ste
musical voor dirigent Max Smeets‟; „Dit is dé
opera van Sondheim‟,in: De Morgen, 10/11/2001
77
3.4.2.2. De première
Bekende Vlamingen
Tussen alle recensies vallen er twee artikels op. Hier wordt namelijk de stijl van het Eén-
programma De Rode Loper gehanteerd, waarin Bekende Vlamingen (BV) hun meningen geven
over de productie. In Story226
valt dit vooral op door de verschillende foto‟s van de genodigden.
Zoals van deze BV‟s wordt verwacht, krijgen we enkel lofbetuigingen op het gebeuren en de
prestaties van Chris Lomme. Dit kan dan ook als een promotiestunt voor A Little Night Music
worden bekeken. In het artikel vinden we aansluitend de verschillende speeldata in Vlaanderen.
Ook in Het Laatste Nieuws227
vinden we de lofbetuigingen voor Chris Lomme van onder
andere Jo De Poorter en Terry van Ginderen.
Het acteurstrio Lomme, Nieuwenhuijzen en Croiset
Zoals al eerder vermeld, werd er bij deze musicalproductie gebruik gemaakt van de talenten
van drie grote namen in het acteursmilieu: Chris Lomme, Annet Nieuwenhuijzen en Jules
Croiset. Dat zij de grote aantrekkingspool van deze productie zijn, is zeker te merken in de
verschillende recensies. In het artikel van De Standaard, wordt bijvoorbeeld enkel de prestatie
van dit acteurstrio besproken. De andere acteurs worden niet vernoemd.228
In de Leeuwarder
Courant worden zij als enige vernoemd. Slechts Lomme en Croiset worden uitgebreid
besproken.229
Wanneer de andere spelers toch vermeld worden, blijven zij in de schaduw van
bovenvernoemde acteurs staan. Zo prijst De Telegraaf de prestaties van Veerle Casteleyn en
Frédérique Sluyterman van Loo, maar worden beiden in eenzelfde zin vernoemd, terwijl
Lomme en Nieuwenhuijzen elk in een eigen alinea worden besproken.230
Meestal worden ook
maar één of twee andere acteurs vernoemd. Zo krijgen we vaak een vermelding van Frédérique
226
X, „Musical „A Little Night Music‟ in première ; Typisch Chris…Lomme!‟, in: Story, 29/11/2001 227
VGB, „De wereldklasse van «A little night music» ; Iedereen verliefd op Chris Lomme‟, in: Het Laatste
Nieuws, 17/11/2001 228
JACOBS, Peter, „Wij zijn allemaal clowns‟, in: De Standaard, 19/11/2001 229
VERVOORT, Wim, „Lichtvoetig getob in „A little night music‟, in: Leeuwarder Courant, 29/11/2001 230
LIEFHEBBER, Peter, „Klassespel in kiene musical Sondheim ; Chris Lomme en Annet Nieuwenhuijzen
excelleren‟, in: De Telegraaf, 26/11/2001
78
Sluyterman van Loo en Stan Lambregts als het gezin Malcolm, bijvoorbeeld in het NRC
Handelsblad231
en De Gelderlander232
.
Als laatste kan vermeld worden dat de recensies telkens de acteerprestaties van het
bovenvermelde acteurstrio prijzen. Wanneer echter hun zang wordt besproken, zijn de
meningen minder gelijk. Zo hekelt het Leidsch Dagblad de zangprestaties van Lomme en
Croiset – „Croiset valt vocaal door de mand in het cynische „En dat was zo mooi geweest‟ een
duet met zijn rivaal Hans Pieter Hermans [understudy van Stan Lambregts], die wèl kan
zingen, en Lomme helpt het prachtige „Waar zijn de clowns?‟ eigenlijk om zeep‟.233
Over de
interpretatie van Send in the clowns wordt hieronder meer verteld, maar over de interpretatie
van Croiset kunnen we nog vermelden dat de Leeuwarder Courant234
en De Telegraaf 235
zijn
versie van bovenstaand duet En dat was zo mooi geweest prijzen. Opmerkelijk is wel dat de
Leeuwarder Courant meldt dat dit duet wordt gezongen met Stan Lambregts, terwijl De
Telegraaf het plots heeft over een duet met rivaal David Verbeeck. Bij deze laatste recensie
zullen we eerder met een fout te maken hebben.
Send in the clowns
Is het niet gek?
Zijn wij een paar?
Ik sta ineens waar jij stond
Maar jij zweeft daar
Waar zijn de clowns?
Deze vertaling van misschien wel het bekendste nummer van Stephen Sondheim, Send in the
clowns, brengt ons bij een volgend aandachtspunt. In bijna elk artikel wordt deze song vermeld
en vaak geeft men extra aandacht aan de vertolking ervan door Chris Lomme.
De Gazet van Antwerpen vindt dat La Lomme het nummer goed interpreteert236
en ook De
Standaard is van mening dat de actrice in haar vertolking de juiste snaar treft met haar
231
GELDER, Henk van, „Musical van Sondheim is een elegant spel‟, in: NRC Handelsblad, 26/11/2001 232
HERMENS, Martin, „Acteurs zegevieren in Sondheim-klassieker‟, in: De Gelderlander, 29/11/2001 233
LAMMERS, Susanne, „A Little Night Music mist vooral evenwicht‟, in: Leidsch Dagblad, 12/01/2002 234
VERVOORT, Wim, a.w. 235
LIEFHEBBER, Peter, a.w. 236
DONINCK, Herman Van, „Acteurs tillen Sondheim-musical naar hoger niveau‟, in: Gazet van Antwerpen,
17/11/2001
79
krasserig en breekbare versie van het lied. Bij deze opmerking krijgen we ook de informatie dat
Sondheim het lied aanvankelijk voor een actrice heeft geschreven die nauwelijks kon zingen,
maar dat het later door Barbra Streisand en Frank Sinatra meer melodieus werd herwerkt. Wie
hun versie in gedachten heeft, zou de interpretatie van Lomme als een misser kunnen
beschouwen.237
Ook andere tijdschriften brengen Sondheims echte bedoeling van Send in the
clowns. Slechts twee recensies zouden misschien tot deze missers kunnen beschouwd worden.
Zo vindt de Gay Krant238
dat Lomme er niet in slaagt de song dragelijk neer te zetten, en zoals
hierboven aangehaald, is ook het Leidsch Dagblad239
niet te spreken over de zangkwaliteiten
van Lomme. Dit zijn slechts twee negatieve commentaren, ten opzichte van vele positieve
recensies.
De Leeuwarder Courant vindt bijvoorbeeld dat door Lommes hese stem, de song de juiste
betekenis binnen het verhaal krijgt240
en het Algemeen Dagblad meldt ons dat Chris Lomme de
song brengt „met zo‟n intensiteit dat haar pijn je als een vuistslag raakt‟.
Vertaling
Verstaanbaarheid is vaak een moeilijk te verkrijgen vaardigheid in het musicalgenre. Zeker
wanneer je aan een Sondheim-musical begint. Zo ook bij deze productie van de
musicalafdeling. Volgens Wim Vervoort zijn vooral de commentaren onverstaanbaar. Dit zou
enerzijds door de acteurs komen, maar ook „omdat Sondheim in zijn teksten altijd veel kwijt wil
en vertaler Allard Blom dus ook hele reeksen woorden in korte noten moest onderbrengen‟.241
Ook andere recensies bekritiseren de onverstaanbaarheid van bovenvernoemd kwintet. Peter
Liefhebber zegt dan ook in De Telegraaf het volgende:
„ (…) Lang niet alles is te volgen. Inderdaad: het muzikale ritme is niet altijd even simpel, en de vertaling legt het
onvermijdelijk soms af tegen het luistergemak van het origineel, maar er glijdt meer onbegrepen langs me heen
dan strikt noodzakelijk lijkt. Vooral als het kwintet echte zangers aan bod is.‟
237
JACOBS, Peter, a.w. 238
VELDE, Hans van, „De somberheid van liefde‟, in: Gay Krant, 08/12/2001 239
LAMMERS, Susanne, a.w. 240
VERVOORT, Wim, a.w. 241
VERVOORT, Wim, a.w.
80
We merken hier dus ook kritiek op het geluidsontwerp, alsook op Sondheim en Blom. Toch is
er vooral lof voor de vertaling. Martin Hermens242
noemt de vertaling raak – weliswaar „op de
momenten dat de teksten verstaanbaar zijn‟ – en Pieter Bots vindt dat Allard Blom de
oorpronkelijke tekst spitsvondig overbrengt.243
Andere lofbetuigingen vinden we onder andere
in De Morgen244
, La Semaine245
en het Algemeen Dagblad246
.
De kliffen van Sondheim
In niet minder dan drie artikels voor drie verschillende tijdschriften - maar met telkens dezelfde
tekst - heeft René van der Velden het over de klippen van Sondheim. Wat bedoelt hij hiermee?
„Enkele songs schurken tegen operette aan en het spel valt af en toe in de categorie klucht.
Voorwaar geen aantrekkelijke vooruitzichten voor een avondje uit. Het verhaal heeft bovendien
als nadeel dat het er op papier ingewikkeld uitziet en in de praktijk traag op gang komt.‟ 247
Zo merkt het online magazine Showbizzsite op dat het eerste kwartier enorm moeilijk te volgen
is. Wanneer Chris Lomme en Jules Croiset het hele verhaal uit de doeken doen, wordt alles
duidelijker.248
Ook Mirjam Keunen vindt dat het verhaal traag op gang komt tot de ontmoeting
tussen Frederik Egerman en Désirée Armfeldt plaatsvindt.249
Deze en andere kliffen van Sondheim worden volgens van der Velden prachtig opgelost door
regisseuse Caroline Frerichs. Ook Showbizzsite heeft het over een voortreffelijke regie in een
sober, maar uiterst functioneel decor.250
Het Brabants Dagblad heeft het over de integere interpretatie en de hoge mate van
vakmanschap bij deze productie. Wel wordt het decor armtierig genoemd.251
Ook De Morgen
242
HERMENS, Martin, a.w. 243
BOTS, Pieter, „Een blijmoedige grimmigheid in A little night music‟, in: Het Parool, 10/12/2001 244
EETEZONNE, Wilfried, „Gracieuze zomernachtsdroom‟, in: De Morgen, 20/11/2001 245
Olivier, „«Little Night Music» de Sondheim au Ballet van Vlaanderen‟, in : La Semaine, 23/11/2001 246
KEUNEN, Mirjam, „Musical mijdt de bombast‟, in: Algemeen Dagblad, 26/11/2001 247
VELDEN, René van der Velden, „Ervaren cast omzeilt klippen van Sondheim‟, in: Brabants Dagblad,
17/11/2001 248
X, „KBvV-musical „A Little Night Music‟: een verademing‟, op: De Showbizzsite
(http://www.showbizzsite.com), 15/11/2001 249
KEUNEN, Mirjam, a.w. 250
X, „KBvV-musical „A Little Night Music‟: een verademing‟, op: De Showbizzsite
(http://www.showbizzsite.com), 15/11/2001
81
vindt dat het uitklapbare decor niet de nodige allure heeft die de personages in het eerste deel
verlangen, maar dat de gestileerde kasteeltuin wel past in het geheel.252
Over het werk van Caroline Frerich vermeldt De Standaard dat er gewerkt wordt met een
sobere en „to the point‟-regie, die een goede sfeer brengt in samenwerking met het
multifunctionele decor, de kostuums en de pruiken.253
De Gelderlander is echter minder tevreden over regie en decor. Zo vindt Martin Hermens dat
de regie „te rommelig [is] om echt te overtuigen‟ en het decor foeilelijk.254
Het KBvV in het musicallandschap
Bijna iedereen is het eens: in een musicalwereld waar de producties steeds spectaculairder
moeten zijn, is A Little Night Music een verademing. Zo looft het Brabants Dagblad255
de
keuze van het KBvV om deze productie te brengen en denkt Pieter Bots dat het schrale decor
een mogelijk statement kan zijn tegen het superlatieventheater van Joop van den Ende. De
naam van de Nederlandse musicalkoning zal nog vaak genoemd worden als deze materie wordt
besproken.256
Zo kunnen we in het Algemeen Dagblad het volgende lezen: „Daarom is het te
prijzen dat het Koninklijk Ballet van Vlaanderen tussen alle commerciële spektakels van Joop
van den Ende dit seizoen alweer de laatste productie brengt in een drieluik over Sondheim‟.257
De Leeuwarder Courant prijst de keuze van het KBvV omdat Sondheim geen echte
publiekstrekker is.258
Ook het NRC Handelsblad geeft toe dat het brengen van deze Sondheim-
klassieker naast artistiek, ook commercieel een waagstuk is.259
Jacques J. d‟Ancona is er echter van overtuigd dat er „óók publiek [is] dat niet binnenkomt om
zich te vergapen aan technische hoogstandjes (…)‟. Een onderhuidse kritiek dus op het huidige
musicalklimaat die we ook vinden in volgend citaat: „De rest van het Sondheim-repertoire
251
VELDEN, René van der Velden, a.w. 252
EETEZONNE, Wilfried, a.w. 253
JACOBS, Peter, a.w. 254
HERMENS, Martin, a.w. 255
VELDEN, René van der, a.w. 256
BOTS, PIETER, a.w. 257
KEUNEN, Mirjam, a.w. 258
VERVOORT, Wim, a.w. 259
GELDER, Henk van, „Musical van Sondheim is een elegant spel‟, in: NRC Handelsblad, 26/11/2001
82
wordt uitgebracht door het Koninklijk Ballet van Vlaanderen. Dat doen ze niet om te „scoren‟,
dat doen ze uit liefde voor het vak en op grond daarvan verdienen ze niet alleen respect, maar
ook nog een keer volle zalen.‟260
Wilfried Eetezonne concludeert dan ook dat met deze productie het KBvV zijn plaats in het
huidige musicallandschap bevestigt.261
Markante bijzonderheden
Bij veel recensies krijgen we achtergrondinformatie over deze musical van Sondheim. Vaak
krijgen we ook dezelfde informatie. Zo wordt bijna overal verwezen naar de film waarop
Stephen Sondheim zich baseerde, namelijk Glimlach van een Zomernacht van Ingmar
Bergmans. Af en toe kunnen we ook lezen waarom de musicalcomponist deze musical
uitbracht. In De Volkskrant kunnen we bijvoorbeeld het volgende lezen: „(…) Maar met twee
artistieke toppers, maar commerciële flops Company en Follies was het einde van zijn krediet
bij geldschieters in zicht en zag Sondheim de noodzaak van goedgevulde zalen wel in.‟262
Deze
informatie vinden we ook in het Rotterdams Dagblad263
en in de programmabrochure van deze
productie.264
Ook wordt naar deze musical vaak verwezen als derde luik in de Sondheim-
trilogie van het KBvV.
Als laatste kunnen wij vermelden dat de recensies vaak verwijzen naar de „driekwartsmaat‟ die
overal aanwezig is in de muziek. Verwijzingen hierna vinden we in het NRC Handelsblad265
,
het Nieuwsblad van het Noorden266
en het Rotterdams Dagblad267
.
260
d‟ANCONA, Jacques J., „ „A little night music‟ is ultieme musicalkunst‟, in: Nieuwsblad van het Noorden,
29/11/2001 261
EETEZONNE, Wilfried, a.w. 262
HANENBERG, Patrick van den, „Eindelijk trekt musical Broadway volle zalen‟, in: De Volkskrant, 24/11/2001 263
BELDER, Hans, „Betoverende Little Night Music‟, in: Rotterdams Dagblad, 21/02/2002 264
FRERICHS, Caroline, e.a. , a.w. 265
GELDER, Henk van, a.w. 266
d‟ANCONA, Jacques J., a.w. 267
BELDER, Hans, „Betoverende Little Night Music‟, in: Rotterdams dagblad, 21/02/2002
83
3.4.2.3 Conclusie
Het valt ons op dat de artikels rond A Little Night Music toch vaak de populistische toer op
gaan. Zo krijgen we veel interviews met grote namen zoals Chris Lomme en Annet
Nieuwenhuijzen. Vooral bij Chris Lomme wordt er meer ingegaan op haar privé-leven dan op
de productie.
Ook bij de recensies krijgen we meer nadruk op Lomme. Zo vinden we artikels waarin enkel
Bekende Vlamingen hun mening geven over de productie, wat vaak uitkomt op een lofrede
voor C. Lomme. Ook bij het oordeel van de vakspecialisten, komt de nadruk vaak te liggen op
de acteerprestaties van de drie grote acteurs in het stuk: Chris Lomme – met een opmerkelijke
klemtoon op Send in the Clowns - , Jules Croiset en Annet Nieuwenhuijzen. De andere acteurs
krijgen hier een mindere rol toebedeeld, hoewel men ervan overtuigd is dat de hele cast een
prachtige prestatie heeft geleverd.
Toch weten de journalisten waar ze over spreken. Het werk van Sondheim is hen niet onbekend
en ze weten dat het KBvV een grote uitdaging aangaat om de kliffen van Sondheim te
vermijden. Hierin is de musicalafdeling, volgens de recensenten, in het algemeen goed
geslaagd. Af en toe krijgen we wel wat kritiek te lezen over het nogal eenvoudige decor en de
onverstaanbaarheid van sommige spelers. Regie en vertaling krijgen doorgaans een positieve
beoordeling.
84
3.5 Portret van een Verloren Lente
3.5.1. De musical
3.5.1.1. Het verhaal
De Telegraaf geeft ons een mooie samenvatting van het verhaal van deze voorstelling:
„Zijn joodse betovergrootouders Chaja Zimmerman en Mozes Kalter proberen aan het eind van de 19e eeuw het
miserabele Oekraïne te ontvluchten. Armoede, ontluikende jodenhaat en een vrouw die droomt van Amerika,
overtuigen uiteindelijk de wat lankmoedige Mozes de reis te aanvaarden. Ziekte, zwangerschap en een gebrekkige
communicatie brengen het stel echter niet verder dan de havenstad Antwerpen. „Portret Van Een Verloren Lente‟
herbergt een bijna hopeloos verlangen naar de „American Dream‟ die Chaja continu verwoordt met twee kreten
die ze uitbundig beheerst: „Now York!‟ en „Guut Mooning!‟. (…) Mozes ontpopt zich als een rommelende
twijfelaar terwijl Chaja met al haar opportunisme de moed erin houdt. (…) De kaartjes voor de veerpont Red Star
Line blijken vals te zijn en Mozes geeft zijn loopbaan als kunstsschilder op voor de bedelbaan van
marskramer.‟268
Uiteindelijk sterft Mozes, en enkele jaren later wordt Chaja in de woelige tijden van
Wereldoorlog II weggevoerd naar Ausswitch.
Het verhaal wordt volledig gespeeld als een soort reconstructie van een brief van Mozes
geadresseerd aan zijn vrouw, waarin hij de belangrijkste gebeurtenissen van hun leven vertelt.
Waarom dit verhaal? De Nieuwe Gazet kan ons een korte samenvatting geven van de motieven
voor deze voorstelling en de voorbereiding die eraan vooraf ging:
„Na in Oostende heel toevallig de namen van z‟n beide betovergrootouders te hebben aangetroffen in het
„Jodenregister‟ uit 1938, besluit acteur David Verbeeck bij zijn familie op zoek te gaan naar meer informatie over
deze mensen. Omdat niemand hem kan helpen, duikt Verbeeck het verleden in. In stadsarchieven en bij de Dienst
voor Oorlogsslachtoffers stoot hij op paspoorten, overlijdensaktes en foto‟s. Zijn zoektocht brengt hem langsheen
joodse kerkhoven, musea en Oekraïense stadjes naar het verleden: het Rusland van het begin van vorige eeuw en
268
HECK, Jean Paul, „Portret van onvoorwaardelijke liefde‟, in: De Telegraaf, 18/10/2004
85
de jodenvervolging van ‟40-‟45. Alle puzzelstukjes samen leverden geen duidelijk afgelijnd verhaal op, maar wel
genoeg stof voor een aangrijpende voorstelling.‟269
3.5.1.2. Productionele gegevens
Het verhaal werd geschreven na een zoektocht van David Verbeeck. Dit onderzoek werd
uitgevoerd om zo realistisch mogelijk het verhaal van zijn voorouders te vertellen. Bij het
schrijven van deze voorstelling werd hij geholpen door Griet De Wolf. De muziek voor Portret
van een Verloren Lente werd geschreven door Wim Verhoeven.
Het decorbeeld werd versterkt met projecties gecreëerd door digitaal scenograaf Harry De
Neve (Quidam).
David Verbeeck nam de rol van zijn voorvader Mozes zelf voor zijn rekening, gesteund door
Ann De Winne als Chaja.
269
SCHOLLIERS, Sofie, „Koninklijk Ballet van Vlaanderen brengt „Portret van een Verloren Lente‟ ; Gewone
mensen in ongewone omstandigheden‟, in: De Nieuwe Gazet, 25/02/2003
86
3.5.2. „Portret van een Verloren Lente‟ in de pers
3.5.2.1. Vóór de première
Wanneer we de artikels bekijken die vooraf gaan aan de première van Portret van een Verloren
Lente, valt het op dat we telkens te maken krijgen met een interview met David Verbeeck. In
de twee artikels waarin dit niet gebeurt, wordt toch grote nadruk gelegd op Verbeeck en de
zoektocht die leidde tot het schrijven van deze musical. We moeten ons hier niet over verbazen.
Portret behandelt namelijk de zoektocht van Verbeeck naar zijn voorouders. Hij is dan ook de
uitgelezen persoon voor de pers.
Elk artikel behandelt de uitgebreide zoektocht die voorafgaat aan de productie. Hierbij vallen
enkele gelijkenissen op in de artikels. Dit hoogstwaarschijnlijk omdat alle artikels geschreven
zijn na een interview met David Verbeeck die normaliter aan iedereen hetzelfde verhaal zal
verteld hebben. Zo vinden we in elk artikel terug dat de reden waarom Chaja en Mozes nooit
verder dan Antwerpen geraakt zijn, onbekend is.
Gelukkig leggen de interviewers verschillende klemtonen in hun gesprek met Verbeeck. Zo
vinden we in Zone 03 een vraag over de joodse opvoeding van Verbeeck.270
De Morgen
verwijst dan weer naar de vorige voorstelling van deze musicalacteur, Niet alle bloemkolen zijn
wit, met de vraag of Portret geen prequel is van deze voorstelling.271
Toch krijgen we in de
antwoorden van David dezelfde informatie te horen. Zo vertelt hij in zijn antwoord voor de
Zone 03 over zijn vrees als kind dat Hitler aan zijn deur zou staan, en dat hij zich nergens thuis
voelde, behalve in Antwerpen, toevallig niet ver van de plaats waar Mozes en Chaja hadden
gewoond. De informatie over de vrees voor Hitler vinden we ook terug in de vraag over de
prequel in De Morgen. Over Antwerpen heeft Verbeeck het in een andere vraag in het De
Morgen-interview. Ook in Het Nieuwsblad komt Davids gevoel voor Antwerpen naar voren.272
David Verbeeck maakt in deze interviews ook vaak duidelijk dat er met de ruwe data geen
voorstelling kon gemaakt worden. „Daarom heb ik over het leven van die mensen een verhaal
270
GVR, „David Verbeeck op zoek naar zijn joodse verleden ; „Pas in Antwerpen voelde ik me thuis‟, in: Zone 03,
05/03/2003 271
EETEZONNE, „Een obsessie voor de roots‟, in: De Morgen, 13/03/2003 272
KADM, „Antwerpen mythische plek in zoektocht naar familieverleden ; Musical-acteur speelt eigen
betovergrootvader‟, in: Het Nieuwblad, 11/03/2003
87
gefantaseerd‟, zegt hij in de Gazet van Antwerpen273
en dit wordt ook bevestigd in Het
Nieuwsblad274
en De Morgen.275
Dat dit echter niet mag leiden tot een té dramatisch geheel,
maakt Verbeeck ons duidelijk in Zone 03: „Maar ik wou zeker niet in de val van droefenis alom
trappen. Dus geen dramatische sterfscènes waaraan sommige musicals zich al eens durven
bezondigen.‟276
Opmerkelijk is dat D. Verbeeck hier al verwijst naar een Engelse versie die er zeker zal
komen.277
Het zal nog drie jaar duren vooraleer deze voorstelling in New York zal staan.
273
HAEX, Peter, „ “Deze musical is een obsessie” ; David Verbeeck schreef en speelt „Portret van een verloren
lente‟, in: Gazet van Antwerpen, 08/03/2003 274
KADM, a.w. 275
EETEZONNE, Wilfried, a.w. 276
GVR, a.w. 277
GVR, a.w.
88
3.5.2.2 De première
De kranten zijn het zeker: deze voorstelling raakt je van top tot teen. Wilfried Eetezonne heeft
het in De Morgen over de Beste musical van 2003278
, en Zone 09 heeft het over een ingetogen
pareltje279
.
Allereerst is er lof voor het acteerspel van David Verbeeck en Ann de Winne. Zo kunnen we in
De Morgen het volgende lezen: „Verbeeck bejubelt zijn personages niet of heeft er geen
nodeloos medelijden mee. Hij toont hen in hun geluk, in hun frustratie met hun humor, domheid
en liefde. Zelden hadden musicalpersonages zoveel eerlijke menselijke schoonheid. De twee
acteurs halen dat bovendien overtuigend naar voren.‟280
Ook de online musicalrecensie-site Musicalfan, roemt het integer spel van beide acteurs. 281
Volgens het Brabants Dagblad zijn beide acteurs aan elkaar gewaagd.282
Bij deze recensies valt vooral op hoe de journalisten de sfeer van de voorstelling proberen weer
te geven aan het publiek. Zo heeft De Telegraaf het over een soort film noir die „aan je voorbij
trekt en pijnlijk de valse dromen en de moeizame integratie van een arm joods gezin schetst‟.283
Deze krant verwijst ook naar de erg beklemmende eindscène, iets waar ook naar terugverwezen
wordt in het artikel van Zone 09.
Ook de eenvoud van deze productie wordt geprezen. Zo wordt door Musicalfan het warme
sobere toneelbeeld vernoemd, dat nog beter zou overkomen als de afleidende projectiebeelden
zouden verwijderd worden.284
Ook het Brabants Dagblad roemt de eenvoud en puurheid van
de voorstelling, maar vindt dat de productie niet mag staan in een grote schouwburg, want
„[een immens toneel] blijkt funest te zijn voor de emotionele momenten van het verhaal‟.
278
EETEZONNE, Wilfried, „ „Portret van een verloren lente‟ is een meesterwerk ; Beste musical van 2003‟, in:
De Morgen, 15/03/2003 279
GVR, „Ingetogen pareltje in de Backstage; Portret van een verloren lente‟, in: Zone 09, 19/11/2003 280
EETEZONNE, Wilfried, a.w. 281
DE GRAAF, Marinus, „Achter de schermen ; Showcase „Red Star Line‟ (Portret van een verloren lente)‟, op:
Musicalfan (http://www.musicalfan.net), 15/10/2003 282
HERMENS, Martin, „Integer „Red Star Line‟ verzuipt‟, in: Brabants Dagblad, 14/10/2004 283
HECK, Jean Paul, „Portret van onvoorwaardelijke liefde‟, in: De Telegraaf, 18/10/2004 284
DE GRAAF, Marinus, a.w.
89
Muziek en tekst
De Gazet van Antwerpen heeft het over de prachtige muziek van Wim Verhoeven en de soms
heel poëtische teksten van Griet De Wolf285
, De Morgen spreekt van de heldere, poëtische
manier van verklanken van De Wolf en over de ontroerend eenvoudige muziek van
Verhoeven286
: het is duidelijk dat ook in het tekstuele en het muzische de voorstelling de juiste
snaren treft. Ook Zone 09 en Musicalfan zijn uitermate positief over het werk van De Wolf en
Verhoeven.
Slechts in De Telegraaf vinden we enige kritiek op de „tere song met een voorspelbare en soms
haast bloedeloze begeleiding‟, maar noemt het „een kleine dissonant in een (…) mooi
uitgevoerde (…) musical‟.
Musical of muziektheater?
Waar de recensenten bij Dear Fox niet wisten of zij te maken hadden met een musical of met
een opera, twijfelen de journalisten bij Portret van een Verloren Lente of de productie een
musical of een muziektheatervoorstelling is. Het Brabants Dagblad is alvast zeker dat het hier
om muziektheater gaat.287
Ook Marinus de Graaf vindt dat de voorstelling opmerkelijk weinig
muziek gebruikt – waardoor sommige scènes wel aan impact winnen - maar noemt de
productie nog altijd een musical.
Wilfried Eetezonne maakt in zijn verslag duidelijk dat hij de voorstelling wel als een musical
ziet. Zo noemt hij Mozes en Chaja de musicalpersonages met eerlijke menselijke schoonheid.
Ook het verhaal trekt hij mee in zijn betoog, en dan vooral de huidige Belgische
migratieproblemen waarbij dit verhaal kan aanleunen:
„In Knack van deze week valt nog te lezen dat een beweging van joden, met Oekraïense roots, blijkbaar weinig
problemen heeft met het Vlaams Blok. Musical, louter een vrijblijvend genre? Ach, lazer toch op.‟288
285
DONINCK, Herman van, „Portret van een verloren lente ; Alsof je er zelf bij was‟, in: Gazet van Antwerpen,
15/03/2003 286
EETEZONNE, Wilfried, a.w. 287
HERMENS, Martin, a.w. 288
EETEZONNE, Wilfried, a.w.
90
Opmerkingen
Het is opmerkelijk dat er slechts zeven recensies over deze musical aanwezig zijn in het archief
van de musicalafdeling van het Koninklijk Ballet van Vlaanderen. In het archief van het
Vlaams Theater Instituut vinden we zelfs een kleiner aantal recensies. Hierbij moet ook
vermeld worden dat de recensies verdeeld zijn over twee jaar. De eerste artikels werden
uitgebracht op 15 maart 2003 na de wereldpremière in Theater ‟t Eilandje. De drie volgende
persberichten verschenen pas in oktober en november van dit zelfde jaar. De Telegraaf en het
Brabants Dagblad zullen slechts in oktober 2004 over deze productie een recensie klaar
hebben.
Wanneer Portret van een Verloren Lente plots in de prijzen valt bij de Vlaamse Musicalprijzen,
bemerken we een achttal artikels die de productie - weliswaar in het grotere onderwerp van de
Vlaamse Musicalprijzen – vermeldden. Bij deze prijzen won de voorstelling de prijs van „Beste
Musical van 2004‟. Naast de gewone naamvermeldingen, kreeg Portret ook een apart artikel in
De Morgen van 1 december 2004. Daarin wordt aan David Verbeeck gevraagd naar zijn reactie
en als hij plannen heeft met deze musical. In een antwoord van Verbeeck blijkt dat hij in 2006
zijn musical wou opvoeren in New York. In een artikel in dezelfde krant op 5 februari 2005
blijkt dat de cultuurschepen van Antwerpen, Philip Heylen, de toestemming voor een
opvoering in New York heeft gekregen289
. Op 27 oktober 2006 vond in het Abron Arts Center
de première plaats van Portrait of a stolen spring, met wederom David Verbeeck en Ann De
Winne als Mozes en Chaja.290
Volgens L. Lepomme zal deze voorstelling zijn vervolg krijgen
in een Amerikaanse tournee.291
Ook Merrily We Roll Along – de laatste productie van de musicalafdeling van het KBvV viel
meermaals in de prijzen bij deze eerste Vlaamse Musicalprijzen. Linda Lepomme werd geëerd
voor haar jarenlange bijdrage aan de Vlaamse musical. Intussen was deze musicalafdeling al
ontbonden en slechts een omgeslagen pagina in de Vlaamse musicalgeschiedenis geworden.
289
ArP, „Antwerpse schepen Heylen over de Red Star Line-projecten in Antwerpen en New York ; „We mogen de
musical van David Verbeeck op Ellis Island opvoeren‟, in: De Morgen, 05/02/2005 290
Persbericht Portrait of a Stolen Spring, te vinden op Musicalsite: http://www.musicalsite.be/report.php?id=160 291
Uit een interview met Linda Lepomme, 03/01/2007
91
3.5.2.3. Conclusie
Ondanks het feit dat de aankondigende artikels voor deze productie vooral bestaan uit
interviews met David Verbeeck, krijgen we deze keer veel informatie over de voorstelling – in
tegenstelling tot de andere besproken voorstellingen. Deze informatie wordt gemengd met
persoonlijke meningen en informatie van David Verbeeck. Dat er hier toch een grote nadruk
ligt op de voorstelling, zal hoogstwaarschijnlijk te maken hebben met de grote betrokkenheid
van Verbeeck met het onderwerp. Ondanks de verschillende klemtonen die er in de gesprekken
worden gelegd door de journalisten, zal toch vaak dezelfde informatie naar voren komen.
Hoewel het aantal recensies, in vergelijking met de andere besproken producties, tamelijk klein
is, zijn ze toch representief genoeg voor de lof die deze productie van de recensenten ontvangt.
Ann de Winne en David Verbeeck krijgen goede commentaren voor hun realistisch spel, en
ook de eenvoud van de gehele productie wordt geprezen. Enkele recensenten betwijfelen echter
of er hier nog sprake is van een musical.
Toch wordt deze voorstelling uitgeroepen tot Beste Musical van 2004, en krijgt ze een
Amerikaans vervolg: feiten die wel uitgebreid in de pers verschijnen.
92
3.6. Vergelijking en evolutie
3.6.1. Inleiding
In dit laatste hoofdstuk zullen we de gelijkenissen, verschillen, tendensen en evoluties proberen
te ontdekken die naar voren komen bij een vergelijking van de artikels over deze vier
producties.
Allereerst bespreken wij de tendens bij de interviews, om daarna in te gaan op de verschillen en
gelijkenissen in de verschillende recensies van de voorstellingen. Hierbij kijken we zowel naar
de inhoudelijke opmerkingen over de musicals als naar hoe er werd gerecenseerd.
Uiteindelijk toetsen we de algemene mening van de recensenten met de – in het tweede
hoofdstuk vermelde – mening van de overheid, verwoord door voormalig kabinetchef Bart
Caron.
3.6.2. Interviews
Wanneer we alle interviews bekijken, merken we op dat er maar weinig tot zelden inhoudelijke
informatie over de producties wordt meegegeven. Bij West Side Story krijgen wij vooral
persoonlijke interviews die peilen naar het privé-leven van de ondervraagde of hun meningen
over de musicalwereld. Vooral Linda Lepomme zal vaak dit laatste onderwerp in haar
gesprekken belichten. Ook wordt er vooral melding gemaakt van een ongeval tijdens de
repetities en een crisis in de musicalafdeling zelf.
Bij Dear Fox vinden we vooral interviews met L. Lepomme waarin, net zoals bij West Side
Story, vooral haar privé-leven en haar persoonlijke ervaringen met en meningen over het
musicalklimaat in de Benelux worden besproken. Dit resulteert soms in gesprekken waarbij de
namen van de componist en de tekstschrijver van deze musical zelfs niet eens worden vermeld.
Bij de volgende besproken productie, A Little Night Music, verdwijnt mevrouw Lepomme
geheel van het toneel om plaats te maken voor Chris Lomme, Veerle Casteleyn en Annet
Nieuwenhuijzen. Bij Lomme en Casteleyn merken we nog veel persoonlijke informatie op.
Annet Nieuwenhuijzen zal echter meer inhoudelijke informatie geven over de productie.
93
Als laatste merken we bij het gesprek met David Verbeeck, naar aanleiding van Portret van een
Verloren Lente, zowel inhoudelijke als persoonlijke informatie op. Deze persoonlijke
informatie wordt echter ook in verband gebracht met de voorstelling, omdat D. Verbeeck, door
de familieband met de hoofdpersonages, erg betrokken is bij de materie van deze productie.
We merken dus altijd een heel populistische tendens op in de interviews. Telkens wordt er
gevraagd naar het privé-leven van de geïnterviewde. Toch zullen we in de latere interviews
meer inhoudelijke informatie vinden over de onderwerpen, bijvoorbeeld bij de gesprekken met
A. Nieuwenhuijzen en D. Verbeeck.
3.6.3. Acteurs
Als we de besprekingen van de acteurs bij deze vier voorstellingen vergelijken, zien we een
opmerkelijke evolutie. Bij West Side Story krijgen we telkens kritiek op één of meerdere
hoofdrolspeler(s) omdat zij de veeleisendheid van het genre – de combinatie zang, dans en spel
– niet helemaal aankunnen. Zo is er kritiek op het spel van Anne Clicteur en vinden vele
recensenten de zang van Daan van den Durpel ondermaats. Ook de algemene acteerprestaties
van de cast worden niet altijd als positief ondervonden.
Heel wat minder kritiek is er te vinden bij de recensies van Dear Fox. Zelden vinden wij
negatieve opmerkingen over de prestaties van de cast. Gerardo Jak en Léonce Wapelhorst
kunnen echter als de vervangers van Bill van Dijk en Vera Mann minder overtuigen in het
tweede seizoen.
Bij A Little Night Music komt het zangaspect bij de prestaties van de acteurs op de achtergrond,
maar dit wordt, volgens de recensenten, perfect opgelost door het schitterende spel van onder
andere Chris Lomme en Jules Croiset.
Als laatste wordt ook bij Portret van een Verloren Lente de perfecte casting van de beide rollen
geprezen.
Na een moeizame start leek het KBvV vanaf de jaren negentig dus te beschikken over een
goede cast. Opvallend is ook dat nooit tot zelden de gehele cast wordt vernoemd. Vooral de
hoofdrollen worden besproken, naast enkele bijrollen die speciaal opvallen.
94
3.6.4. De aard van de voorstellingen
Drie van de vier besproken producties lijken zich op de grens van de musical met andere
theatervormen te begeven. Dat West Side Story een musical is, zal niemand tegenspreken, maar
over Dear Fox zijn de meningen verdeeld. Omdat de musical hier doorgecomponeerd is, en het
tamelijk zware composities bevat, twijfelen de recensenten of ze hier met een musical, of met
een opera te maken hebben. Dirk Stuer en Daniël Ditmar noemen hun creatie liever operal, een
soort kruising tussen beide genres.
Ook Sondheims klassieker lijkt op de grens tussen musical en opera/operette te balanceren.
Dirigent Max Smeets noemt het de opera van Sondheim292
, terwijl René van der Velden van
mening is dat sommigen songs schurken tegen operette aan.293
Portret van een Verloren Lente zou volgens sommigen – door zijn beperkt aantal muzikale
nummers – beter een muziektheatervoorstelling worden genoemd, terwijl andere recensenten
met trots de voorstelling een musical noemen.
292
EETEZONNE, Wilfried, „ „A Little Night Music‟ wordt 25ste
musical voor dirigent Max Smeets ; „Dit is dé
opera van Sondheim‟, in: De Morgen, 10/11/2001 293
VELDEN, René van der, „Ervaren cast omzeilt klippen van Sondheim‟, in: Brabants Dagblad, 17/11/2001
95
3.6.5. Regie, decor en vertaling
De regie, het decor en de vertaling zijn drie klemtonen die bij elke productie wel worden
besproken door de recensenten. Allereerst onderzoeken wij wat de journalisten vinden van de
geleverde tekst. Deze teksten kunnen onderverdeeld worden in vertalingen van bestaande
Engelse teksten – bij West Side Story en A Little Night Music- en de creatie van eigen teksten –
bij Dear Fox en Portret van een Verloren Lente.
Zowel bij de vertalingen als bij de nieuw geleverde teksten merken we een positieve evolutie
op. Wanneer we de meningen bekijken van de kranten over de vertaling van West Side Story,
bemerken we weinig positieve berichten. Vaak wordt hierbij de vergelijking gemaakt met de
originele tekst. Dit wordt ook gedaan bij Sondheims musical, maar hier merken we meer
bewondering voor het werk van Allard Blom.
Bij de nieuwe creaties is het opvallend dat bij Dear Fox de meningen over de geleverde tekst
nogal verschillend zijn. Sommigen spreken van een pittig literaire tekst294
, terwijl anderen de
eenvoudige rijmpjes - die de makers volgens hen gebruiken - negatief beoordelen.
Bij Portret van een Verloren Lente looft men het poëtische karakter van de geleverde tekst van
Griet De Wolf.
Het is dus duidelijk dat we, zowel in vertaling als originele Nederlandse teksten, met een
positieve evolutie te maken hebben. Is dit ook zo bij de regie en het decor?
De meningen hierover zijn behoorlijk verdeeld. Bij Bernsteins klassieker twijfelt men of beide
theateraspecten nu wel of niet trouw blijven aan het originele concept, en of dit goed of slecht
kan beschouwd worden. Ook bij Dear Fox zijn de meningen behoorlijk verdeeld.
Caroline Frerichs wordt geprezen voor haar bewerking van A Little Night Music, waarin zij de
kliffen van Sondheim kan ontkomen. Het decor wordt echter vaak als te eenvoudig bevonden.
Net deze eenvoud wordt dan weer geprezen bij zowel regie als decor van de eigen creatie van
294
LIEFHEBBER, Peter, „Lustrum-succes voor Ballet van Vlaanderen ; Reintje de vos scoort als musical‟, in: De
Telegraaf, 21/09/1990
96
David Verbeeck, waarbij we slechts een kleine opmerking vinden over de afleidende werking
van de videoprojecties.
3.6.6. De werking van het KBvV
Hoewel deze vier stukken deels willekeurig zijn uitgekozen, merken we dat voor elke productie
de pers lof heeft, en dan vooral voor de uitdaging die het musicalgezelschap met deze musicals
aangaat. Zo ziet men het opzetten van West Side Story als de grootste uitdaging ooit voor het
KBvV. Velen zijn er van overtuigd dat de musicalafdeling hierin toch zijn petje te boven is
gegaan.
Bij Dear Fox steunen zij echter de internationale ambities van de musical en uit de recensies
mag ook blijken dat de pers zeker gelooft in de kansen van de voorstelling in het buitenland.
Ook de productie van A Little Night Music wordt als een positief gegeven voor het
musicalgezelschap beschouwd. Vooral de keuze van het gezelschap om een Sondheim-musical
op eenvoudige wijze te brengen in een musicallandschap dat steeds spectaculairdere producties
opzet, wordt geprezen door de journalisten.
Portret van een Verloren Lente werd om zijn eenvoud en puurheid geprezen, en werd door een
vakjury – waarvan enkele musicalrecensenten deel uitmaken - uitverkozen tot Beste Musical
van 2004 bij de eerste Vlaamse Musicalprijzen.
3.6.7. De macht van de pers?
Zoals in het tweede hoofdstuk werd aangebracht, was de Vlaamse Overheid niet tevreden met
het toenmalige musicalklimaat. Volgens Bart Caron moest er meer controle komen op de
musicalafdeling. Dit kon enkel door deze afdeling te splitsen van zijn moederorganisatie, het
KBvV, en de gehele werking onder de molen van een kwaliteitsbeoordeling te laten gaan.
De artistieke redenen voor deze beslissing bestonden volgens Caron uit het feit dat het
Ministerie van Cultuur de werking van het KBvV te weinig artistiek vernieuwend vond.
Ik heb in bovenstaande tekst kunnen aantonen dat deze mening zeker niet gedeeld werd door de
pers. Wanneer wij alle artikels bij elkaar leggen, kunnen wij niet anders dan concluderen dat de
97
verzamelde pers redelijk tot heel tevreden was over de prestaties van het KBvV. Vooral de
keuze van de stukken werd positief beoordeeld. We moeten er hier natuurlijk op wijzen dat we
enkel vier producties besproken hebben, en daarmee geen allesomvattende uitspraak kunnen
maken, maar toch lijkt het hier dat het oordeel van de overheid over de artistieke kwaliteiten
van het KBvV niet in overeenstemming was met de mening van de pers.
Dit wordt versterkt door Bart Caron zelf, wanneer wij hem vragen naar een mogelijk verband
tussen de overheidskeuze en de mening van de pers over de werking van het KBvV:
„(…) er is inderdaad een verband, maar ik kan echter niet oordelen of dat verband sterk is. Kijk, de afschaffing
van de musicalafdeling in de huidige vorm is zeker het gevolg van een matige artistieke beoordeling. Die
appreciatie wordt mede gekleurd door de media. Maar dan ook weer niet in die mate dat ze op een directe manier
hebben geleid tot de afbouw/afschaffing. We hebben onze beslissing daar niet op gebaseerd. Om het tegendeel
zelfs aan te halen: sommige recensenten meenden dat het niveau in de meeste gevallen wel voldoende hoog was ....
We wilden een meer hedendaagse en artistieke sterkere aanpak. Daarom die stap.
Dat er ondertussen geen waardig alternatief is opgestaan, dat door de filter van de beoordelingscommissie kwam,
bewijst het eerder zwakke niveau van de musical in Vlaanderen.‟295
Volgens Caron werd de appreciatie van het gezelschap gekleurd door de media. Dat dit niet
negatief kan gekleurd zijn door de recensies, lijkt ons nu wel duidelijk. Een mogelijke
denkpiste kan echter zijn dat de musical ook in de pers als té populistisch werd beschouwd, wat
misschien kan leiden tot een verkeerde appreciatie door de overheid.
Zo werd in deze thesis verwezen naar de aard van de interviews, waarin vaak het privé-leven
van de geïnterviewde interessanter leek dan de voorstelling. Ook in de recensies zelf vinden we
soms populistische tendensen. Zo werd bij West Side Story de nadruk gelegd op de vergelijking
met de filmversie, die door jong en oud gekend is. Bij A Little Night Music krijgen vooral de
gekende actrices, zoals Chris Lomme en Annet Nieuwenhuijzen vermeldingen in de recensies.
Wanneer dan een kleinere musical wordt gespeeld, zoals Portret van een Verloren Lente, krijgt
deze opmerkelijk minder aandacht in de media.
Dit is natuurlijk een mogelijke denkpiste; er zijn er nog andere.
295
Correspondentie Bart Caron
98
4. Conclusie
Ruim dertig jaar lang kende Vlaanderen de werking van een gesubsidieerd musicalgezelschap,
eerst bij Teater Arena en daarna bij het Koninklijk Ballet van Vlaanderen. In 2004 werd
laatstgenoemd musicalgezelschap afgeschaft en werd het musicalgenre onder de werking van
de culturele industrieën, onder de term CultuurInvest, geplaatst.
Deze ingrijpende verandering kwam er na een beslissing van ministers van Cultuur Bert
Anciaux en Paul van Grembergen. Volgens hun voormalige kabinetchef, Bart Caron, was de
werking van de musicalafdeling van het KBvV niet artistiek vernieuwend genoeg meer, en
moest zij onder de controle komen van een bevoegde commissie.
In deze thesis werd op zoek gegaan naar een mogelijke verklaring voor deze mindere
appreciatie van de overheid voor de werking van het musicalgezelschap. We zochten dit bij de
media. Via de artikels over vier musicalproducties van het Ballet van Vlaanderen probeerden
wij te onderzoeken of de overheidsbeslissing misschien beïnvloed werd door de mening van de
pers.
Over West Side Story waren de meningen tamelijk verdeeld. Vooral prestaties van de cast en de
regie kregen negatieve kritieken. Zo werd het acteren van hoofdrolspeelster Anne Clicteur fel
bekritiseerd, en ook de zang van Daan van Den Durpel kon vaak op weinig bijval rekenen. De
regie werd vaak vergeleken met de originele productie en de filmversie van deze
musicalklassieker, waarbij de versie van het KBvV vaak als mindere uit de bus kwam. We
hadden hier echter te maken met de beginjaren van de musicalrecensie, waardoor op alle
aspecten een vergelijking werd gemaakt met de film en de originele Amerikaanse versie.
Bij Dear Fox waren de meningen minder negatief. Zo werd de cast, met Bill van Dijk en Vera
Mann voorop, geprezen om hun goede prestaties. Over het aandeel van Daniël Ditmar en Dirk
Stuer waren de meningen tamelijk verdeeld, maar toch voldoende positief. De pers steunde dan
ook de internationale ambities die het KBvV met deze productie koesterde. Af en toe werd wel
het Vlaamse karakter van deze musical in vraag gesteld.
Wanneer de musicalafdeling zich aan het moeilijkere werk van Stephen Sondheim waagde en
een productie van A Little Night Music op poten zette, kreeg zij hiervoor niets dan lof van de
99
pers. Deze vinden dat het KBvV een prachtige tegenbalans vormt voor de grote,
spectaculairdere voorstellingen die gebracht worden door andere producenten. Vooral de
acteerprestaties van onder andere Chris Lomme werden geprezen, maar ook de regie van
Caroline Frerichs werd als een positief aspect van de voorstelling bevonden. Over het decor
zijn de meningen eerder negatief.
Als laatste productie werd Portret van een Verloren Lente in deze thesis opgenomen. Deze
voorstelling kwam opvallend minder in de belangstelling te staan, maar werd daarentegen wel
door de aanwezige pers unaniem lovend ontvangen, vooral voor de soberheid die deze
productie kenmerkte, zowel in de personages als het toneelbeeld.
Ondanks het feit dat hier slechts vier voorstellingen werden besproken, mag toch blijken dat de
pers niet negatief stond ten opzichte van de werking van het Koninklijk Ballet van Vlaanderen.
Vaak werd de durf van het musicalgezelschap om nieuwe of gewaagde producties op poten te
zetten, geprezen.
We kunnen dus concluderen dat de pers zeker niet schuldig is aan de beslissing van de
overheid. Deze lijkt haar beslissing op eigen houtje te hebben genomen. Intussen is de werking
van CultuurInvest begonnen, en zijn ook al enkele musicals geholpen door projectsubsidies. De
Vlaamse musical begint stilaan weer op te staan. Een hoopvol signaal?!
100
5. Bibliografie
Koninklijk Ballet van Vlaanderen
AALDERS, A.A., “MADE IN HOLLAND” – Een onderzoek naar verschillen tussen de
Nederlandse- en Amerikaanse musical, Doctoraatscriptie, 28/12/1992
ANCIAUX, Bert, Beleidsnota 2004-2009 van Cultuur, 2004
BARBIER, Rina, Koninklijke Ballet van Vlaanderen : 30 jaar ballet, 15 jaar musical, Tielt,
Lannoo, 1999
BERGHMANS, Linda, „De musical in Vlaanderen en Nederland‟, in: Ons erfdeel, jg.36, 4
(sept/okt.495-502), 1993
BREDSCHNEYDER, Fred, Elseviers groot Operette- en Musicalboek, Elsevier Nederland
B.V., Amsterdam/Brussel, 1972
CLINCKERS, Eva, Musical in Vlaanderen: schets van een problematische situatie, Leuven,
2005
EETEZONNE, Wilfried, „Artistieke deel niet langer prioritair‟, in: De Morgen, 12/07/2005
EETEZONNE, Wilfried, „De bedrijven zijn belangrijk, niet de kunstenaars‟, in: De Morgen,
06/07/2005
EETEZONNE, Wilfried, Cultuurinvest: Goed of slecht voor de musical, tekst te vinden op
Musicalsite: www.musicalsite.be
EETEZONNE, Wilfried, „CultuurInvest steunt Laura Lynn‟, in: De Morgen, 04/07/2007
EETEZONNE, Wilfried, „Het jaar van het gevecht‟, in: De Morgen, 30/12/2002
GOFFAERT, Nadine, De geschiedenis van Theater Arena; Een onderzoek naar intenties, Gent,
1983
VERHANNEMAN, Caroline, Musicals in Vlaanderen, Gent, s.n., 1987
VERLINDEN, Sven, Les Misérables TM: een musicalrevolutie in Vlaanderen, Gent, s.n., 1999
X, „Beleid cultuurindustrieën moet in 2006 in werking treden‟, in: De Tijd, 16/07/2005
X, „CultuurInvest deelt eerste centen uit‟, in: De Tijd, 06/07/2007
101
Vlaams Theater Instituut : http://www.vti.be/?q=node/7947
West Side Story
Inleiding
The Internet Movie Database : http://www.imdb.com/title/tt0055614/
Vóór de première
A.B., „Ballet van Vlaanderen-musical; Vlaamse creatie van West Side Story‟, in: Het Volk,
29/09/1988
BOOT, Fred, „„Leven is zoveel meer dan alleen het theater‟; Musical talenten zonder
pretenties‟, in: Studentenkrant, april 1990
BVH, RMK, „Voetbalklub viert 80-jarig bestaan met West Side Story‟, in: Het Nieuwsblad,
26/03/1991
DE MEYERE, Walter, „West Side Story in première bij Ballet van Vlaanderen; Linda
Lepomme: Vechten tegen vooroordelen hoort bij elk nieuw project‟, in: Zondag Nieuws,
14/10/1988
DM, „Tijdens KBVV-repetitie in Bourla-schouwburg ; Stelling in musicaldecor stort in:
ballerina zeer erg gewond.‟, in: De Gentenaar, 25/08/1988
FRIJTERS, Jos, „Voormalig zangeres Serious Desire timmert aan de weg: „Dit is toch de
droom van iedereen?‟, in: De Stem, 14/10/1988
FRUSCH, Jos, „Max Smeets uit Roermond dirigeert en maakte arrangement; West Side Story,
wervelend spektakel in schouwburg Heerlen‟, in: Limburgs Dagblad, 27/10/1988
102
GORIS, R., „Vallend decor bedelft dansers ; In Antwerpse Bourlaschouwburg‟, in: De Nieuwe
Gazet, 25/08/1988
GRISNIGT, Wil, „Valerie Ven straalt in musical‟, X, X
HRV, „Daan en Valérie: of Tony en Anita‟, in: Het Nieuwsblad, 03/11/1988
JDP, „Akteurs verlaten Musical bij Ballet van Vlaanderen‟, in: De Standaard, 25/11/1988
JD, „Leegloop bij Ballet van Vlaanderen‟, in: De Gentenaar/ Het Nieuwsblad, 25/11/1988
LINDEN, Ellen van der, e.a., „De Old-timer West Side Story‟, in: Rond Carré, oktober 1988
MISSELYN, Jon, „ Stadsschouwburg ; 10 & 11 november; Anne Clicteur in West Side Story‟,
in: Uitkrant Brugge, november 1988
PV, „Ballet van Vlaanderen prezenteert: de musical onder alle musicals ; “West Side Story”
eindelijk op het programma‟, in: Het Nieuwsblad, 17/09/1988
PV, „ “West Side Story” als grote uitdaging ; Première op 14 oktober in de Antwerpse Opera‟,
in: Het Nieuwsblad, 10/10/1988
R.G., „ «West Side Story» ten bate van Unicef‟, in: De Nieuwe Gazet, 22/11/1988
RK, „Ongeval in Bourla ; Danseres zwaar gewond door kantelend dekor‟, in: De Antwerpse
Morgen, 25/08/1988
S.A., „ Veertig jaar Unicef Antwerpen ; Postkaarten en ballet‟, in: Het Volk, 19/11/1988
SAVENIJE, Hanneke, „De Vlaamse Linda Lepomme is met haar West Side Story nu in
Nederland ; „Ik ben o zo blij dat we bij jullie kunnen spelen‟‟, in: VIVA, 28/10/1988
SCHELLENS, Edward, „Bourla-ongeval: foto verkeerd‟, in: De Antwerpse Morgen,
26/08/1988
103
SLABBINCK, Yves, „Brugse zangeres in “West Side Story”; Anne Clicteur is
Maria,Maria,Maria…‟, in: Brugs Handelsblad, 02/09/1988
VAN GILS, Jack, „Jullie zullen meteen verliefd op haar zijn‟, in: De Antwerpse Morgen,
21/09/1988
WL, „Misschien is Lepomme te jong voor deze job ; Interview met Liliane Dorekens‟, in: De
Antwerpse Morgen, 02/09/1988
X, „Anne Clicteur speelt Maria in West Side Story; Jammer dat mama dit niet meer kan
meemaken…‟, in: Story, 08/11/1988
X, „Daan van den Durpel; West-Side-Story wordt mijn laatste rol…‟, in: Story, 15/11/1988
X, „Niet Linda Lepomme maar Anne Clicteur wordt „Maria‟‟, in: De Antwerpse Morgen,
25/08/1988
X,X, Programma 1988-1989, Stadsschouwburg Utrecht, 1988
X, „West Side Story in Elisabethzaal‟, in: Antwerpse Post, 20/03/1991
X, „West Side Story in De Warande‟, in: Het Nieuwsblad, 03/11/1988
X, „West Side Story in de Warande ; Ekspres sprak met regisseur Stefan JANSKI‟, in: Ekspres,
27/10/1988
X, West Side Wens, in: Rauw, X
104
Première
A.B., „Linda Lepomme vervangt zieke Anne Clicteur‟, in: Het Volk, 25/10/1988
A.B., „Musical door Ballet van Vlaanderen; West Side Story boeiend ondanks
tekortkomingen‟, in: Het Volk, 17/10/1988
ARDESCH, Johan, „Fantastische Westside Story in Streekschouwburg‟, in: Nieuwe
Winterwijkse krant, 09/12/1988
BROMET, Joop, „Tijd voor familie-entertainment‟, in: Alliance, december 1988
D‟ANCONA, Jacques J., „Vlaamse West Side Story : slepend en meeslepend.‟, in: Nieuwsblad
van het Noorden, 07/12/1988
D‟HAESE, Jan, „Ballet van Vlaanderen; Musical; West Side Story‟, in: „t Pallieterke,
27/10/1988
EFM, „Meest ambitieus projekt van Musicalafdeling KBvV ; West Side Story in het
Nederlands‟, in: De Standaard, 18/10/1988
F.P., «West Side Story»: onverwoestbaar!‟, in: Het Laatste Nieuws/De Nieuwe Gazet,
17/10/1988
GRISNIGT, Wil, „Nostalgie in theater met West Side Story‟, X, X
GROOTENBOER, Doris, „West Side Story; Terug naar de jaren zestig; Vlaamse versie van
musical feest voor het oog‟, in: Algemeen Dagblad, 29/10/1988
HANENBERG, Patrick van den, „Herinneringen belastend voor West Side Story‟, in: De
Volkskrant, 26/10/1988
HOENEN, John, „Ontroerend mooie West Side Story van Vlaams Ballet‟, in: De Limburger,
02/11/1988
105
KAMPHOVEN, Ruud, „Musicalafdeling Koninklijk Ballet van Vlaanderen – West Side Story
goede afgewogen voorstelling‟, in: Brabants Dagblad, 27/10/1988
LANCKROCK, Rik, “Podium; A Story‟, in: De Geus van Gent, Januari 1989
LA ROCHE, Monique, „West Side Story: in de buurt, maar in wankel evenwicht‟, in: De
Antwerpse Morgen, 17/10/1988
LIEFHEBBER, Peter, „Ballet van Vlaanderen heeft problemen met bezetting, maar: West Side
Story nog steeds actueel‟, in: De Telegraaf, 29/10/1988
LOWENHARDT, Anita, „Vlaamse productie „West Side Story‟ bijna vlekkeloos‟, in: Trouw,
18/10/1988
MES, Marjan, „Ouderwetse versie van Kon. Ballet van Vlaanderen; Weerzien met „West Side
Story‟, in: De Stem, 03/11/1988
N.V.S., „Première van West Side Story in KVO Antwerpen; Het verhaal van de onmogelijke
liefde blijft ontroeren‟, in: Gazet van Antwerpen, 17/10/1988
POM, „Musical ; West Side Story in Gentse Opera‟, in: De Gentenaar, 17/11/1988
ROSIE, Dirk Willem, „West Side: Vlamingen hebben te veel op acteurs bezuinigd‟, in:
Dagblad Tubantia, 29/10/1988
RUIJFROK, Tom, „Musical als een trein‟, in: De Graafschapsbode, 09/12/1988
VAN DAMME, Jo, „De avond is vol pracht! ; West Side Story op z‟n Vlaams‟, in: Panorama,
06/12/1988
VAN GELDER, Henk, „Nederlandse versie West Side Story bij Ballet Vlaanderen; Kippevel
bij overtuigende musical‟, in: NRC Handelsblad, 10/11/1988
106
VAN HEER, Edward, „ De avond is vol pracht ; “West Side Story” door Musical-afdeling van
het Koninklijk Ballet van Vlaanderen‟, in: Knack, 26/10/1988
WL, „„West Side Story‟ suksesvol gestart in Nederland‟, in: De Antwerpse Morgen,
31/10/1988
W.M., X, in: Rode Vaan, 10/10/1988
X, „De musical van Vlaanderen zingt en danst «West Side Story»‟, in: Waarheen te Hasselt,
07/12/1988
X, Inge, „ Musical‟, in: The Yuppie, 15/01/1989
Hernemingen
A.A., „Ballet van Vlaanderen hervat West Side Story‟, in: Het Volk / De Nieuwe Gazet,
22/05/1991
A.D.S., „Vlotte en boeiende West-Side-Story‟, in: Het Volk, 25/03/1991
BUT, Ad, „Brave „West Side Story‟ in gedateerde enscenering‟, in: Winschoter Courant,
01/05/1991
D‟ANCONA, Jacques J., „West Side Story en‟t wonder na de pauze‟, in: Nieuwsblad van het
Noorden, 01/05/1991
EFM, „ West Side Story met meer pit‟, in: De Standaard, 29/03/1990
F.D.B., „Musical «West Side Story», in: De Nieuwe Gazet, 18/05/1991
PV, „Laatste kans voor musicalliefhebbers – Ballet van Vlaanderen brengt opnieuw West Side
Story‟, in: Het Nieuwsblad, 09/05/1990
107
PV, „West Side Story opnieuw op BvV-repertorium ; Sopraan An Lauwereins vervangt Linda
Lepomme voor de rol van Maria‟, in: Het Nieuwsblad, 13/05/1991
SCHULTE, Douwe, „Keurige „West Side Story‟ uit Vlaanderen‟, in: Arnhemse Courant,
05/04/1990
SCHULTE, Douwe, „„West Side‟ moet feller‟, in: Arnhemse Courant / Nijmeegs Dagblad,
24/04/1991
SWINKELS, Niels, „Produktie Koninklijk Ballet van Vlaanderen - Nederlandse West Side
Story copie van film‟, in: Brabants Dagblad, X
WATERSCHOOT, Peter van, „Een beetje West End‟, in: Brabants Nieuwblad, 11/04/1990
X, „Vlaams ballet zuchtend mooi in „West Side Story‟‟, in: Alkmaarse Courant, 04/07/1990
X, „West Side Story: een muzikale uitblinker‟, in: De Stem, 11/04/1990
108
Dear Fox
Vóór de première
BOGAERT, Inge van, „Wereldcreatie voor Musical Ballet van Vlaanderen! ; «Dear Fox»,
Reinaert in een modern, maar menselijk kleedje‟, in: Antwerpen Positief, 28/08/1990
G.T., „Dear Fox – Vos zonder streken‟, in: Artsenkrant, 11/09/1990
KAMPHOVEN, Ruud, „Musicals in de maak‟, in: Brabants Dagblad, 11/09/1990
KAMPHOVEN, Ruud, „Musicals in de maak ; Les Misérables, groot spektakel‟, in: Het
Nieuwsblad, 11/09/1990
MERTENS, Christel, „Dear Fox; Ambitieus ja, maar daarom geen harde tante‟, in: Zie,
13/10/1990
MERTENS, Martien, „Linda Lepomme: «Musical is een vak»‟, in: Marie-Claire, 09/1990
ROSSEL, Peter, „Linda Lepomme ; Musical song in hitparade?‟, X,X
X, „Ballet van Vlaanderen brengt wereldpremière van Vlaamse Musical!; Dear Fox‟, in: Story,
14/09/1990
X, „Dear Fox‟, in: Uit, 09/1990
X, „Linda Lepomme, musical-directeur in Vlaanderen: „Musical eist discipline en leven voor
het vak‟‟, in: Nieuwsblad van het Noorden, 06/10/1990
X, „Nu naar de nieuwe musical met Linda Lepomme ; Linda Lepomme ; “Dit is een àndere
musical, met pop en funk, spanning en emoties”‟, in: Flair, 14/09/1990
X, „Moderne coupe voor slimme Reintje de vos‟, in: Nieuws van de dag, 24/08/1990
109
X, „Musical Dear Fox‟, in: Parool, 20/09/1990
X, „Reinaert de vos als musical‟, in: Algemeen Dagblad, 20/09/1990
Première
A.A., „Vlaamse musical “Dear Fox” ; “Reinaert de vos” in moderne versie‟, in: Het Volk / De
Nieuwe Gazet, 17/09/1990
d‟ANCONA, Jacques J., „„Dear Fox‟ : opera-musical van monumentale allure‟, in: Helderse
Courant, X,X
d‟ANCONA, Jacques J, „„Dear Fox‟ is een monumentale opera-musical‟, in: Nieuwsblad van
het Noorden, 01/10/1990
ARTEEL, Roger, „Een volwassen vos; De Musicalafdeling van het Ballet van Vlaanderen
creëert “Dear Fox”‟, in: Knack, 26/09/1990
BEZEMBINDER, Maxim P., „Dear Fox; Das erste flämische Musical‟, in: Das Musical,
12/1990
DESLOOVERE, Martin, „Dear Fox‟, in: Documenta, 08/03/1991, p. 161-162
GELDER, Henk van, „Volksheld vos bestrijdt vorst, vorstin, en alles wat voois is‟, in: NRC
Handelsblad, 21/11/1990
HANENBERG, Patrick van den, „Slimme Reintje bladert gretig in internationaal musical-
archief‟, in: Volkskrant, 03/10/1990
HARST, Hanny Van der, „„Dear Fox‟ verdrinkt in citeerlust ondanks formidabele zang‟, in:
Trouw, 17/10/1990
HOFLACK, Marijke, „ “Dear Fox” eerste creatie van musicalafdeling Ballet van Vlaanderen ;
De vos op het goede pad‟, in: Gazet van Antwerpen, 17/09/1990
110
KAMPHOVEN, Ruud, „Wereldpremière „Dear Fox‟ Ballet van Vlaanderen een spektakelshow
; Sluwe Reinaert als held in musical‟, in: Brabants Dagblad, 19/09/1990
LANCKROCK, Rik, „Grootse Lustrum-produktie «Dear Fox»‟, in: De Geus van Gent, 10/1990
LIEFHEBBER, Peter, „Lustrum-succes voor Ballet van Vlaanderen ; Reintje de vos scoort als
musical‟, in: De Telegraaf, 21/09/1990
METDEPENNINGHEN, Erna, „ “Dear Fox” is musical met vaart, in: De Standaard,
17/09/1990
MEIJER, Ruud, „Dear Fox adembenemend spektakel‟, in: Algemeen Dagblad, 01/10/1990
Olivier, „Musical du Ballet de Flandre: «Dear Fox»‟, in : La Semaine d‟Anvers, 28/09/1990
PAPON, Fernand, „Reinaert, een held van alle tijden; Van middeleeuwse mooiprater tot hippe
yuppie‟, in: AS / De Nieuwe Gazet, 18/09/1990
PFISTER, Thomas, „Musical. „Dear Fox‟ in het KBvV ; Onzinnige „Fox‟-versie ; Twee akteurs
van format: Bill Van Dijk en Vera Mann‟, in: De Morgen, 17/09/1990
ROSIE, Dirk Willem, „Bill van Dijk „homme fatal‟ in sterke musical‟, in : Dagblad Tubantia,
1990
ROSIERS, Ief, „Vol meeslepende vossestreken; Vlaamse musicalcreatie «Dear Fox» naar «Van
den vos Reynaerde» scoort bijzonder hoog‟, X, X
SMETS, Erik, „Vlaamse Musical op eigen benen‟, in: De Gay Krant, 06/10/1990
SVB, „ Reinaert was een rijmelaar‟, in: De Gentenaar, 27/10/1990
TIECELIJN, H.H., „ “Dear Fox”: Een eigenzinnig beest, eigenzinnig bekeken‟, in: Tiecelijn,
10/1990
111
TUITJER, Koos, „ „Dear Fox‟ : avontuurlijk theaterspektakel ; Vlamingen maken opera-
musical van vertellingen over Reinaart de Vos‟, in: De Gelderlander, 01/10/1990
VAN DAELE, Rik, „Reynaert regeert; Nieuwe vossenavonturen in Dear Fox‟, in: Documenta,
08/03/1991, p. 154-160
X, „Ballet van Vlaanderen-Musical; Dear Fox‟, in: ‟t Pallieterke, 19/09/1990
X, „Ballet van Vlaanderen speelt musical Dear Fox‟, in: Emmer Courant, 01/10/1990
X, „Bij de creatie van «Dear Fox»; Hoe Vlaams is deze Vlaamse musical?‟, In: De Rode Vaan,
12/10/1990
X, „Dear Fox, meeslepende musical‟, in: Exclusief, 09/1990
X, „Tip Musical ; Dear Fox‟, in: De Standaard, 19/10/1990
112
Hernemingen
A.A., „Nieuwkomers tijdens herneming “Dear Fox”, in: Het Volk, 24/04/1992
EFM, „Koninklijk Ballet van Vlaanderen trekt opnieuw rond met “Dear Fox”‟, in: De
Standaard, 21/03/1992
GROOTE, Elisabeth de, „Dear Fox – VTB-VAB Toneelauteurprijs 1990 voor Dirk Stuer en
Daniël Ditmar‟, in: De Scène, november 1991
HOFLACK, Marijke, „Koninklijk Ballet van Vlaanderen:”Dear Fox” – De vos opnieuw op de
versiertoer‟, in: Gazet van Antwerpen, 30/03/1992
LINDEN, Bert van der, „Musical Dear Fox: zinnelijk en subtiel‟, in: Brabants Dagblad,
30/03/1992
KUILDER, Hans, „ “Dear Fox” is een Vlaamse musical van hoog niveau‟, in: Regio Oss, 01/
05/1992
PAPON, Fernand, „Reintje is terug thuis ; Nokvolle opera erg blij met herverschijning van
moderne versie van dierenepos‟, in: De Nieuwe Gazet, 30/04/1992
PAPON, Fernand, „Reintje roert zijn staart ; Ballet van Vlaanderen weer op ronde door
Nederland en Vlaanderen met «Dear Fox»‟, in: De Nieuwe Gazet, 25/02/1992
PV, „Reinaert de Vos terug in Antwerpen‟, in: Het Nieuwsblad, 15/04/1992
WATERSCHOOT, Peter van, „Musical „Dear Fox‟ op herhaling: Smaakvol en eigentijds‟, in:
Brabants Nieuwsblad, 28/02/1992
X, „Dear Fox is terug‟, in: De Nieuwe Gazet, 25/02/1992
X, „Groninger schouwburg niet echt bij de tijd‟, in: Nieuwsblad van het Noorden, 18/05/1992
113
A Little Night Music
Vóór de première
CLAEYS, Jan, ‟23-jarige Oost-Vlaamse Veerle Casteleyn schittert in musical naast Chris
Lomme ; «Fantastisch dat ik het dochtertje van zo‟n grote dame mag spelen»‟, in: Het Laatste
Nieuws – Editie Gent, 03/01/2002
DONINCK, Herman van, „ “Ik stop vooraleer ik op retour ben” ; Chris Lomme speelt hoofdrol
in musical „A Little Night Music‟, in: Gazet van Antwerpen, 10/11/2001
DONINCK, Herman van, „Veerle Casteleyn wordt dochter van Chris Lomme – “Dansen is
mijn grootste passie”, in: Gazet van Antwerpen, 14/11/2001
EETEZONNE, Wilfried, „ „A Little Night Music‟ wordt 25ste
musical voor dirigent Max
Smeets ; „Dit is dé opera van Sondheim‟, in: De Morgen, 10/11/2001
LALEMAN, Elke, „Chris Lomme op musicalexpeditie in „ A Little Night Music‟ ; „Soms voel
ik me net een handelsreiziger in cultuur‟, in: Zone 03, 14/11/2001, p.3-4
KLEUVER, Esther, „Annet Nieuwenhuijzen speelt in musical „A Little Night Music‟ ;
Gesloten boek weer geopend‟, in: De Telegraaf, 23/11/2001
MOSSEVELDE, Pol van, „Ballet van Vlaanderen brengt nieuwe musical ; Een tijdloze
midzomernachtsdroom‟, in: Tijd Cultuur, 14/11/2001
RUITER, Truus, „Première ; Feestje voor vreemde dame‟, in: De Volkskrant, 22/11/2001
TELGENHOF, Gerda, „Annet Nieuwenhuijzen over A Little Night Music‟, in: NRC
Handelsblad, 19/11/2001
VEREYKEN, Bert, „Voor de eerste keer speelt ze de hoofdrol in een musical ; Chris Lomme ;
Ik ben nog niet uitgeblust, ik blijf uitdaging zoeken!‟, in: Story, 15/11/2001
114
Première
„d ANCONA, Jacques J., „A little night music‟ is ultieme musicalkunst‟, in : Nieuwsblad van
het Noorden, 29/11/2001
BELDER , Hans, „Betoverende Little Night Music‟, in: Rotterdams Dagblad, 21/02/2002
BOTS, Pieter, „Een blijmoedige grimmigheid in A little night music‟, in: Het Parool,
10/12/2001
COUWENBERGH, Marc, „Musical zonder bombarie‟, in: Goudsche Courant, 17/01/2002
DONINCK, Herman van, „Acteurs tillen Sondheim-musical naar hoger niveau‟, in: Gazet van
Antwerpen, 17/11/2001
DONINCK, Herman van, „Chris Lomme in musical‟, in: Het Belang van Limburg, 17/11/2001
EETEZONNE, Wilfried, „Gracieuze zomernachtsdroom‟, in: De Morgen, 20/11/2001
FROLICH, Jack, „De kracht van liefde in eenvoudig decor‟, in: Fries Dagblad, 29/11/2001
GELDER, Henk van, „Musical van Sondheim is een elegant spel‟, in: NRC Handelsblad,
26/11/2001
HANENBERG, Patrick van den, „Eindelijk trekt musical Broadway volle zalen‟, in: De
Volkskrant, 24/11/2001
HERMENS, Martin, „Acteurs zegevieren in Sondheim-klassieker‟, in: De Gelderlander,
29/11/2001
JACOBS, Peter, „We zijn allemaal clowns‟, in: De Standaard, 19/11/2001
KEUNEN, Mirjam, „Musical mijdt de bombast‟, in: Algemeen dagblad, 26/11/2001
115
LAMMERS, Susanne, „A Little Night Music mist vooral evenwicht‟, in: Leidsch Dagblad,
12/01/2002
LIEFHEBBER, Peter, „Chris Lomme en Annet Niewenhuijzen excelleren; Klassespel in kiene
musical Sondheim‟, in: De Telegraaf, 26/11/2001
Olivier, „«A Little Night Music» de Sondheim au Ballet van Vlaanderen‟, in : La Semaine,
23/11/2001
VELDE, Hans van, „ De somberheid van liefde‟, in: Gay Krant, 08/12/2001
VELDEN, René van der, „ „A little night music‟ dwingt bewondering af‟, in: Alkmaarsche
Courant, 21/11/2002
VELDEN, René van der, „Ervaren cast omzeilt klippen van Sondheim‟, in: Brabants Dagblad,
17/11/2001
VELDEN, René van der, „Klippen van Stephen Sondheim omzeild‟, in: Eindhovens dagblad,
05/12/2001
VERVOORT, Wim, „Lichtvoetig getob in „A little night music‟, in: Leeuwarder Courant,
29/11/2001
VGB, „De wereldklasse van «A little night music», Iedereen verliefd op Chris Lomme‟, in: Het
Laatste Nieuws, 17/11/2001
X, „ „A Little Night Music ; Koninklijk Ballet van Vlaanderen ; Minirecensie op
www.moose.nl‟, in: De Morgen, 18/12/2001
X, „KBvV-musical „A Little Night Music‟: een verademing‟, op: De Showbizzsite –
www.showbizzsite.com, 15/11/2001
X, „Musical „A Little Night Music‟ in première ; Typisch Chris… Lomme‟, in: Story,
29/11/2001
116
X, „Recensies Antwerpen‟, in: Opera Gazet, 18/11/2001
Musical Awards
ANP, „Nominaties voor Musical Awards‟, in: NRC Handelsblad, 15/03/2002
EETEZONNE, Wilfried, „Chris Lomme genomineerd voor Musical Award‟, in: De Morgen,
16/03/2002
EETEZONNE, Wilfried, „Frederique Sluyterman van Loo „Vlaamse‟ winnaar Musical
Awards‟, in: De Morgen, 24/04/2002
KL, „Musical Awards ; Bijna prijs voor Chris Lomme‟, in: Het Nieuwsblad, 16/03/2002
X, „Aida wint drie Musical Awards‟, in: Gazet van Antwerpen, 24/04/2002
X, „ „Little Night Music‟ genomineerd‟, in: Gazet van Antwerpen, 16/03/2002
X, „Nominaties musical awards, Mijn favorieten‟, in: De Telegraaf, 15/03/2002
Extra
FRERICHS, Caroline, e.a. , Musical Koninklijk Ballet van Vlaanderen presenteert Stephen
Sondheims A Little Night Music, Drukkerij Favorit, Hoboken, X
117
Portret van een Verloren Lente
Vóór de première
DONINCK, Herman van, „Portret van een Verloren Lente ; Alsof je er zelf bij was‟, Gazet van
Antwerpen, 15/03/2003
EETEZONNE, Wilfried, „David Verbeeck over „Portret van een verloren lente‟; Een obsessie
voor de roots‟, in: De Morgen, 13/03/2003
GVR, „David Verbeeck op zoek naar zijn joodse verleden ; „Pas in Antwerpen voelde ik me
thuis‟, in: Zone 03, 05/03/2003
HAEX, Peter, „ “Deze musical is een obsessie” ; David Verbeeck schreef en speelt „Portret van
een verloren lente‟, in: Gazet van Antwerpen, 08/03/2003
KADM, „Antwerpen mythische plek in zoektocht naar familieverleden ; Musical-acteur speelt
eigen betovergrootvader‟, Het Nieuwsblad, 11/03/2003
MILIO, Luc, „Tekst interview David Verbeeck‟, VRT-Radio, 21/03/2003
SCHOLLIERS, Sofie, „Koninklijk Ballet van Vlaanderen brengt „Portret van een Verloren
Lente‟, in: De Nieuwe Gazet, 25/02/2003
X, „Een aangrijpend verhaal : Portret van een Verloren Lente‟, in: Belgisch Israëlitisch
weekblad, 28/02/2003
118
Première
DE GRAAF, Marinus, „Achter de schermen ; Showcase „Red Star Line‟ (Portret van een
Verloren Lente), op: Musicalfan (www.musicalfan.net), 15/10/2003
EETEZONNE, Wilfried, „ „Portret van een verloren lente‟ is een meesterwerk ; Beste musical
van 2003‟, in: De Morgen, 15/03/2003
GVR, „Ingetogen pareltje in de Backstage ; Portret van een Verloren Lente‟, in Zone 09,
19/11/2003
HECK, Jean Paul, „Portret van onvoorwaardelijke liefde‟, in: De Telegraaf, 18/10/2004
HERMENS, Martin, „Integer „Red Star Line‟ verzuipt‟, in: Brabants Dagblad, „14/10/2004
X, „Bespreking Portret van een Verloren Lente‟, in: Theater Uit Vlaanderen
(www.theateruitvlaanderen.nl), 16/10/2003
X, „Ontroerende musical brengt zeer persoonlijk verhaal ; Portret van een Verloren Lente‟, in:
De Gentenaar, 21/11/2003
119
Extra
DONINCK, Herman van, „Koninklijk Ballet triomfeert ; Chadia Cambie en Jan Schepens
eerste musicalprijzen‟, in: Gazet van Antwerpen, X
GSE, „Ballet van Vlaanderen domineert eerste musicalprijzen‟, in: De Standaard, 30/11/2004
HVDo, „Chadia Cambie en Jan Schepens grijpen eerste Vlaamse musicalprijzen‟, in: Het
Belang van Limburg, 30/11/2004
KL, „ „Portret van een verloren lente‟ beste musical‟, in: Het Nieuwsblad/De Gentenaar,
30/11/2004
PERRE, Patrick van de, „Antwerpen organiseert expo in New York en krijgt ruime steun voor
migratiemuseum ; Amerikanen stappen in Red Star Line‟, in: Gazet van Antwerpen,
12/11/2004
PHT, „Amerikaans geld voor migratiemuseum‟, in: De Nieuwe Gazet, 15/11/2004
PLOTTIER, Armand, „Antwerpse schepen Heylen over de Red Star Line-projecten in
Antwerpen en New York ; „ We mogen de musical van David Verbeeck op Ellis Island
opvoeren‟, in: De Morgen, 05/02/2005
PLOTTIER, Armand, „ „De Morgen‟-prijs bekroont beste musical‟, in: De Morgen, 13/11/2005
PLOTTIER, Armand, „ „Ik wil mijn musical opvoeren op Ellis Island‟‟, in: De Morgen,
01/12/2004
WWW, „Eerste Musicalprijzen zijn ode aan de eenvoud‟, in: De Nieuwe Gazet, 01/12/2004
WWW, „Portret van een verloren lente ; Beste Vlaamse musical‟, in: Het Laatste Nieuws / De
Nieuwe Gazet, 30/11/2004
X, „ „Portret van een verloren lente‟ is Beste Musical 2004‟, in: De Standaard, 01/12/2004
120
6 Bijlagen
Inhoudstafel
I. Cast en Crew West Side Story 121
II. Cast en Crew Dear Fox 124
III. Cast en Crew A Little Night Music 127
IV. Cast en Crew Portret van een Verloren Lente 129
121
I. Cast en Crew West Side Story
(Bron: Musicalfan: http://www.musicalfan.net/index.cfm?id=101&mid=11)
Producent:
Koninklijk Ballet van Vlaanderen
Première:
14 oktober 1988 Vlaamse Opera Antwerpen
Laatste opvoering:
26 mei 1991 Vlaamse Opera Antwerpen
Creative team:
Regie: Stefan Janski
Muziek: Leonard Bernstein
Vertaling: Hans Albert Sleurinck
Dirigent: Max Smeets
Tekst: Stephen Sondheim
Libretto: Arthur Laurents
122
Cast:
[in alfabetische volgorde, de drie seizoenen door elkaar]
Consuelo: Lulu Aertgeerts
Rosalia: Marjan Claudette Austin
Brenda: Monique Bakker
Clarice: Elsa Bosma
Anybody's: Aafke Bruining
Nibbles: Ivan Cameron
Maria: Anne Clicteur
Glad Hand: Chris Corens
Alternate Gee-Tar: Ruth De Bruyne
Pepe: Walter De Cock
Action: Marc De Coninck
Big Deal: Jacob de Graaf
Bernardo: James de Groot
Francisca: Brigitte Derks
Diesel: Karel Deruwe
Schrank: Marijn Devalck
Juano / Alternate Bernardo: Perry Dossett
Anxious: Miguel Espin
Marguerita: Candy Gail Fea
Chino: Aldrico Felida
Juano: Anderson Figueiredo De Santana
Marguerita: Marianne Guthmann
Minnie: Hilde Gysbrechts
Snowboy: Stefan Hamblok
Diesel: Frank Hoelen
Schrank: Guido Horckmans
Francisca / Alternate Consulelo / Understudy Sharkgirls: Jorita Janssens
Minnie / Understudy Anybody's: Ellen Jasper
Baby-John / Alternate Mouthpiece: Christophe Kinds
Mouthpiece: Peter Kongs
123
Alternate Tony: Paul Kribbe
Maria: An Lauwereins
Alternate Maria: Linda Lepomme
Teresita: Mieke Limpens
Estella: Haya Maëla
Luis: Gerry Maes
Gee-Tar: Chris Meyten
Doc: Jan Moonen
Consuelo / Alternate Francisca: Hilde Norga
Chino: Richard Obdam
Clarice: Elise Pragt
Anybody's: Anne-Mieke Ruyten
Brenda: Ilse Schellens
Luis: Michele Tesoro
Velma: Annick Van Dam
Tony: Daan Van den Durpel
Krupke: Joris Van den Eynde
Rosalia: Carola Van Der Weyde
Riff: Etienne Van Geel
Doc: Neel Van Ishoven
Nibbles: Fons van Kraay
Big Deal: Victor van Swaay
Anita: Valérie Ven
Mouthpiece / Alternate Juano / Baby-John: Didier Verleyen
Krupke: Rudolf Vervliet
Graziella: Hilde Weber
A-Rab / Understudy Jetboys: Werner Welsau
124
II. Cast en Crew Dear Fox
(Bron Musicalfan: http://www.musicalfan.net/index.cfm?id=101&mid=13)
Producent:
Koninklijk Ballet van Vlaanderen
Première:
15 september 1990 Vlaamse Opera Antwerpen
Laatste opvoering:
14 mei 1992 Cultureel Centrum Strombeek-Bever
Aantal voorstellingen: 92
Creative team:
Regie: Eddy Habbema
Muziek: Dirk Stuer
Dirigent: Max Smeets, Dirk Stuer
Tekst: Daniël Ditmar
125
Cast:
[in alfabetische volgorde, de twee seizoenen door elkaar]
Tybert: Lulu Aertgeerts
Buba: Mona Alleman
Pinte: Myriam Bronzwaar
Kuu: Kim Claesswinnen
Courtois: Chris Corens
Sproet / Lure: Ruth De Bruyne
Tyrcelyn: Walter De Cock
Belijn / Understudy Grimbert: Marc De Coninck
Nobel: Leslie de Gruyter
Forcondet: Jan De Wieuw
Butseel: Vera Demil
Leona: Brigitte Derks
Panser: John Desmet
Cleenbejag: Miguel Espin
Nobel: Frank Robert Freeman
Coppe / Criel: Hilde Gijsbrechts
Hawi: Stefan Hamblok
Kuke: Zoë in het Panhuis
Reinaert: Gerardo Jak
Butseel: Wanda Joosten
Hermelijn: An Lauwereins
Hermelijn: Linda Lepomme
Buba: Mieke Limpens
Forcondet: Paul Maes
Ruckenau: Vera Mann
Bruun: Marc Meersman
Sproet / Understudy Hermelijn: Meike Staring
Botsima: Anick Van Dam
Grimbert / Understudy Reinaert: Daan Van den Durpel
Rosseel: Judith Van den Eynde
126
Hersinde: Marloes Van den Heuvel
Reinaart: Bill van Dijk
Canteclaar: Etienne Van Geel
Belijn: Ernst Van Looy
Isegrim: Victor Van Swaay
Pinte: Hilde Vanhulle
Kuwaart: David Verbeeck
Ruckenau / Rosseel: Léonce Wapelhorst
Bafama: Hilde Weber
Kuwaart: Werner Welsau
127
III. Cast en Crew A Little Night Music
(Bron: Musicalfan, http://www.musicalfan.net/index.cfm?id=101&mid=135)
Producent:
Koninklijk Ballet van Vlaanderen
Première:
15 november 2001 Theater 't Eilandje Antwerpen
Creative team:
Regie: Caroline Frerichs
Muziek: Stephen Sondheim
Vertaling: Allard Blom
Dirigent: Max Smeets
Tekst: Stephen Sondheim
128
Cast:
[in alfabetische volgorde]
Osa / Understudy Mrs. Anderssen en Mrs. Nordstrom: Greetje Anthoni
Frederika Armfeldt: Veerle Casteleyn
Petra: Kirsten Cools
Frederik Egerman: Jules Croiset
Frid / Understudy Henrik: Stephane Croughs
Mrs. Nordstrom: Eveline Karssen
Graaf Carl-Magnus Malcolm: Stan Lambregts
Désirée Armfeldt: Chris Lomme
Madame Armfeldt: Annet Nieuwenhuijzen
Mr. Lindquist / Understudy Graaf: Hans Pieter Herman
Mrs. Segstrom / Understudy Petra / Understudy Gravin: Wieneke Remmers
Bertrand / Understudy Mr. Lindquist: David Sam
Gravin Charlotte Malcolm: Frédérique Sluyterman van Loo
Mr. Erlanson: Axel Steven Everaert
Understudy Frederika: Lien Van de Kelder
An Egerman: Vivienne van den Berg
Mrs. Anderssen / Understudy An: Ann Van den Broeck
Malla / Understudy Mrs. Segstrom: Katrijn Van Geenhoven
Henrik Egerman: David Verbeeck
Understudy Mr. Erlanson en Frid: Paul Walthaus
129
IV Cast en Crew Portret van een Verloren Lente
(Bron: Vlaams Theater Instituut, http://www.vti.be/?q=node/473)
Ann De Winne met [acteur : Mozes]
David Verbeeck met [acteur : Chaja]
Wim Verhoeven componist
Wim Verhoeven muzikant
Griet Dewolf regie
Griet Dewolf tekst
David Verbeeck tekst
Harry De Neve scenografie
Stefan De Reese geluid
Stefan De Reese geluidsontwerp