factsheet - knmibibliotheek.knmi.nl/klimaatbrochures/fs_regen.pdffactsheet regen risicosignalering...
TRANSCRIPT
FactsheetKNMI waarschuwingen regen
Factsheet Regen
Risicosignalering regenWanneer het weer om extra oplettendheid vraagt vanwege gladheid en winterse neerslag, onweer, regen, temperatuur, wind- en waterhozen, windstoten of slecht zicht dan geeft het KNMI een waarschuwing uit. Voor regen worden drie verschillende alarme-ringsfasen onderscheiden: • een waarschuwing voor gevaarlijk weer • een waarschuwing voor extreem weer • een weeralarmHet KNMI is de officiële instantie voor het geven van weerwaarschuwingen.
RegenIn Nederland valt het hele jaar door regen, bijna de helft van het aantal dagen vallen er wel een paar druppels. Gemiddeld regent het 8% van de tijd. Regen kan overlast en gevaar opleveren als er grote hoeveelheden vallen.In de winter valt de neerslag vaak gestaag tijdens perioden met bewolkt en nat weer. In de zomer ontwikkelen zich vaak in zeer korte tijd zware buien met veel regen, die mogelijk gepaard gaan met onweer, hagel en zware windstoten.
Wolkbreuk en zware neerslagValt er minimaal 25 millimeter in een uur, dan spreekt het KNMI van een wolkbreuk. Ook bij een neerslagintensiteit van ten minste 10 mm in 5 minuten is sprake van een wolkbreuk. Het zicht kan tijdens een wolkbreuk teruglopen tot minder dan 200 meter.
Als er op tenminste één KNMI station binnen 24 uur 50 mm neerslag valt, spreken we van ‘een dag met zware regen’. Wateroverlast wordt niet alleen veroorzaakt door de hoeveelheid en duur van neerslag, maar is ook afhankelijk van de landschap-pelijke karakteristieken als grondsoort, bebouwing, afvoermogelijkheden, de voorafgaande neerslag-hoeveelheden en het jaargetijde.
KlimatologieGemiddeld over Nederland valt er jaarlijks 847 millimeter neerslag (1981-2010). De gemiddelde maandelijkse hoeveelheid neerslag in een zomer-maand in De Bilt verschilt weinig van de hoeveel-heid in een wintermaand, maar in de wintermaanden duurt de neerslag wel gemiddeld twee keer zo lang als in de zomer (figuur 1). In de zomer valt de regen in veel kortere tijd, vaak tijdens zware buien.
figuur 1 Maandgemiddelde
neerslagsom en -duur De Bilt (1981-2010)
Bron: Bosatlas van het klimaat
0
60
7080
90
102030
40
50
0
60
7080
90
102030
40
50
gem
idde
lde
hoev
eelh
eden
in m
m
gem
idde
lde
duur
in u
ren
J F M A M J J A S O N Dmaand
Neerslagsom en neerslagduur
Gemiddelde hoeveelheid neerslagGemiddelde duur van de neerslag
stijgt de lucht tegen de Veluwe gedwongen omhoog. De lucht koelt daarbij af en er kunnen zich wolken vormen, waaruit het ook kan gaan regenen. Aan de andere kant van de heuvels valt gemiddeld minder neerslag.
Zware neerslagIn de zomermaanden tellen we het aantal dagen waarop op tenminste één KNMI-neerslagstation 50 millimeter of meer in een etmaal valt. Het laatste decennium laat een duidelijke stijging zien in het langjarig voortschrijdend gemiddelde van het aantal dagen met zware neerslag in Nederland (figuur 3).
SeizoenenDe seizoenen laten een duidelijk geografisch neerslagpatroon zien (figuur 2). De oorzaak van deze verschillen is dat het zeewater langzamer van temperatuur verandert dan het land. Na de winter is het zeewater in het voorjaar nog lang koud en ontstaan wolken en regen door convectie boven het opgewarmde land. In het najaar blijft het zeewater nog lang warm en ontstaan juist daar en in een brede kuststrook buien.
Ruimtelijke VerschillenLokale verschillen in neerslaghoeveelheden kunnen ook ontstaan door de ligging. Met een westenwind
50
55
55
55 55
55
70 65
70
65
65
65
65
65 60
60
60 60
55
55
60
55
6060
60
60
65
70
105
110
100
100100 90 80
75
85
70
75
70
75
70
7075
75
65
75
8090
85
808580
80
80
8585
85
90
100
95
100
100
100
85
95
85
70
45 - 50
Neerslag in mm
50 - 55
55 - 60
60 - 65
65 - 70
70 - 75
minder dan 70
Neerslag in mm
70 - 75
75 - 80
80 - 85
85 - 90
90 - 95
95 - 100
100 - 105
105 of meer
Mei Oktober
Naamloos-1 1 17-4-2012 11:24:07
50
55
55
55 55
55
70 65
70
65
65
65
65
65 60
60
60 60
55
55
60
55
6060
60
60
65
70
105
110
100
100100 90 80
75
85
70
75
70
75
70
7075
75
65
75
8090
85
808580
80
80
8585
85
90
100
95
100
100
100
85
95
85
70
45 - 50
Neerslag in mm
50 - 55
55 - 60
60 - 65
65 - 70
70 - 75
minder dan 70
Neerslag in mm
70 - 75
75 - 80
80 - 85
85 - 90
90 - 95
95 - 100
100 - 105
105 of meer
Mei Oktober
Naamloos-1 1 17-4-2012 11:24:07
50
55
55
55 55
55
70 65
70
65
65
65
65
65 60
60
60 60
55
55
60
55
6060
60
60
65
70
105
110
100
100100 90 80
75
85
70
75
70
75
70
7075
75
65
75
8090
85
808580
80
80
8585
85
90
100
95
100
100
100
85
95
85
70
45 - 50
Neerslag in mm
50 - 55
55 - 60
60 - 65
65 - 70
70 - 75
minder dan 70
Neerslag in mm
70 - 75
75 - 80
80 - 85
85 - 90
90 - 95
95 - 100
100 - 105
105 of meer
Mei Oktober
Naamloos-1 1 17-4-2012 11:24:07
50
55
55
55 55
55
70 65
70
65
65
65
65
65 60
60
60 60
55
55
60
55
6060
60
60
65
70
105
110
100
100100 90 80
75
85
70
75
70
75
70
7075
75
65
75
8090
85
808580
80
80
8585
85
90
100
95
100
100
100
85
95
85
70
45 - 50
Neerslag in mm
50 - 55
55 - 60
60 - 65
65 - 70
70 - 75
minder dan 70
Neerslag in mm
70 - 75
75 - 80
80 - 85
85 - 90
90 - 95
95 - 100
100 - 105
105 of meer
Mei Oktober
Naamloos-1 1 17-4-2012 11:24:07
figuur 2 Gemiddelde neerslagsom
in voorjaar(mei) en najaar (oktober)(1981-2010)
Bron: Bosatlas van het klimaat
figuur 3 Aantal dagen in de zomer
met zware neerslag in Nederland
Bron: Bosatlas van het klimaat
2
0
4
6
8
14
12
10
aant
al d
agen
1951 1961 19661956 1971 1976 1981 1986 1991 1996 2001 2006
jaar
Zware neerslag > 50 mm
Zware neerslag in de zomer, 1951-2010
HerhalingstijdBij de extreme neerslaghoeveelheden kan gekeken worden hoe vaak dit voor kan komen. Hoe uitzon-derlijk is het als er veel regen in korte tijd valt? Uit onderzoek is gebleken dat een willekeurige plek in ons land gemiddeld eens in de vijf tot tien jaar met een wolkbreuk te maken krijgt.
Er zijn regionale verschillen geconstateerd bij extreme neerslaghoeveelheden, die vallen in een periode die 24 uur of langer duurt (figuur 4). In gebieden met een lage gebiedsfactor mag je gemiddeld eens in de 10 jaar, minstens 74 mm neerslag verwachten, binnen 4 etmalen. In gebieden met een hoge factor is dat minimaal 91 mm, bij dezelfde herhalingstijd en periode (figuur 5 en KNMI brochure neerslag-statistiek).
OverlastEen wolkbreuk kan het wegverkeer behoorlijk hin-deren: het zicht is beperkt, mede door opspattend water en bovendien bestaat er kans op aquaplaning. De regen kan ook schade veroorzaken aan wegen en gebouwen, waardoor gevaarlijke situaties kunnen optreden.
De mate van overlast is mede afhankelijk van de bergingscapaciteit. In bebouwde gebieden kan het water in de regel moeilijker worden afgevoerd. Som-mige grondsoorten laten gemakkelijk water door, maar als neerslag langer aanhoudt, kan de bodem ook verzadigd raken.
Het KNMI geeft een ‘waterschapsalert’ uit, wanneer er in een waterschap binnen een bepaalde tijd veel water wordt verwacht. Afhankelijk van de specifieke bergingscapaciteit verschillen de drempelwaardes voor deze alerts. Waterbeheerders kunnen zo maat-regelen nemen, gemalen en pompen in werking stellen om overlast te voorkomen.
Waarschuwingen en weeralarmHet KNMI voorziet de Nederlandse maatschappij van verwachtingen en waarschuwingen in diverse vormen, variërend van de algemene weersverwach-ting tot het weeralarm (figuur 7).
CriteriaAls er meer dan 30 mm regen per uur valt en het verkeer daarvan hinder ondervindt, geeft het KNMI een waarschuwing voor gevaarlijk weer uit. Dit gebeurt in overleg met de verkeerspartners. Verwacht het KNMI meer dan 75 mm neerslag in 24 uur, voor een gebied van minimaal 50 x 50 km, dan gaat een waarschuwing voor extreem weer of een weeralarm uit.
Een waarschuwing voor gevaarlijk weer wordt op zijn vroegst uitgegeven, 48 uur voordat het verschijnsel met een zekerheid van minstens 60% plaatsvindt.
Groningen
Assen
Leeuwarden
ZwolleLelystad
Amsterdam
UtrechtDen Haag
Middelburg
Arnhem
’s-Hertogenbosch
Maastricht
Eindhoven
RotterdamNijmegen
Enschede
Laag
Gemiddeld
Hoog
Extra hoog
Gebiedsfactoren
Neerslagregimes
Naamloos-3 1 17-4-2012 11:27:53
0,1
1
10
100
jare
n
74 91200 40 60 80 100 120 140 160 180
neerslag in millimeter (liter/m2)
Laag
Gebiedsfactoren(voor ligging zie kaart 43F)
Gemiddeld
Hoog
Extra hoog
1 etmaal
4 etmalen
10 etmalen
Periode waarin neerslag valt
Herhalingstijd voor verschillende neerslaghoeveelheden en -duren
Bij een neerslagduur ≥ 24 uur
Naamloos-3 1 17-4-2012 11:27:53
figuur 4 Neerslagregimes
Bron: Bosatlas van het klimaat
figuur 5 Herhalingstijden voor
verschillende neerslagduren en -hoeveelheden
Bron: Bosatlas van het klimaat
figuur 6 Wolkbreuken leidden lokaal
tot wateroverlast
Foto: Robert Hoetink
In de periode van 12 tot 24 uur voorafgaand aan een weeralarm geeft het KNMI zo mogelijk een waar-schuwing voor extreem weer uit. De kans dat het tot een weeralarm komt is dan al minstens 60%. Een weeralarm is alleen van toepassing wanneer het weer gevaar oplevert en aanleiding kan geven tot grote overlast. Het weeralarm wordt op zijn vroegst 12 uur van tevoren uitgegeven. Het is dan voor min-stens 90% zeker dat het extreme weer ook echt volgt in een gebied van minimaal 50 bij 50 kilometer of in een coherente band met een lengte van 50 km.
Het weeralarm biedt naast gedetailleerde verwach-tingen ook informatie over risico’s en de mogelijke gevolgen van het zware weer.
Waarschuwingen voor gevaarlijk weer en extreem weer worden minstens elke drie uur geactualiseerd. Een weeralarm wordt elk uur geactualiseerd. Indien daar aanleiding voor is, worden de waarschuwingen nog frequenter aangepast.
VerspreidingWanneer het tot een extreem weer waarschuwing of een weeralarm dreigt te komen, informeert het KNMI naast weerbedrijven en particuliere weer-kundigen, ook instanties die zich bezighouden met calamiteitenbestrijding en voorlichting zoals verkeersdiensten, politie, brandweer en gemeenten. Bovendien zijn er nauwe contacten met de media, die verslag doen van het noodweer en de prognoses
• Gladheid door op- of aanvriezing of bevriezing van natte weggedeelten of sneeuwresten• Accumulatie winterse neerslag 0-3 cm/uur
• Accumulatie sneeuw >3 cm/uur of >10 cm/6 uur • Sneeuwval of driftsneeuw met wind > 40 km/uur• gladheid door ijzel of ijsregen
• Hinder voor het wegverkeer (uitsluitend na vermelding VIF-partners)
• >30 mm/uur
• >75 mm in 24 uur
• >1 ontlading in 5 minuten, al dan niet met hagel
• >500 ontladingen in 5 minuten, al dan niet met hagel
• >75 km per uur • >100 km per uur• >120 km per uur (winterperiode kuststrook)
• < 200 m• < 50 m• < 10 m
• Geen
• Extreem hoge temperatuur (na consultatie RIVM)
• Geen
• Waarneming wind- of waterhoos • Geen
Fenomeen
Gladheid enwinterseneerslag
Onweer
Regen
Temperatuur
Wind- enwaterhozen
Criterium waarschuwing gevaarlijk weer Criterium waarschuwing extreem weer en Weeralarm
Windstoten
Zicht
WeeralarmKans > 90%, gebied > SGG*Uitgifte door weeralarm-team na consultatie maatschappelijke partijen
Waarschuwing extreem weerKans > 60%, gebied > SGG*Uitgifte door expertteam na consultatie meteorologische partijen
Waarschuwing gevaarlijk weerKans > 60%, onafhankelijk van gebiedsgrootte. Uitgifte door meteoroloog
+ 48 + 24 + 12 00
Verwachtingstermijn (uren tot aan optreden van het fenomeen)
* SGG: Standaard Gebieds Grootte.Fenomeen opgetreden of verwacht in een gebied van minimaal 50x50 km of een coherente bandmet een lengte van tenminste 50 km bovenhet Nederlandse vasteland.
figuur 7 Tabel waarschuwing- en
weeralarmcriteria
doorgeven. Radio, televisie en teletekst (pagina 713) zijn belangrijke media voor het doorgeven van waarschuwingen.
Op de homepage van het KNMI staat in het midden, tussen een radarkaart en een weerkaart met de weersverwachting, een overzichtskaart van de waarschuwingen. Door op een provincie op de kaart te klikken, opent de desbetreffende waarschuwings-pagina. Deze bevat drie afzonderlijke landkaartjes voor de huidige dag (dag 0), de volgende dag (dag 1) en de dag daarna (dag 2). Onder de kaarten ver-schijnt de volgende informatie in tabelvorm: het type waarschuwing, het fenomeen en de tijd en duur van optreden.
Als een waarschuwing voor extreem weer of weeralarm van kracht wordt, geeft de homepage direct het waarschuwingsbericht, extra weer- en achtergrondinformatie, en het laatste nieuws over het extreme weer.
Recente voorbeeldenGrootschalige overlast in augustus 2010Op 26 augustus 2010 lag een regenstoring vrijwel stil over het midden van het land en in de middag en avond werden de Achterhoek en Twente getroffen door wolkbreuken. Lievelde registreerde 138 mm in een etmaal, gemiddeld valt er in de maand augustus ongeveer 80 mm neerslag. In een brede strook van west naar oost over het midden van het land viel 80 mm tot ruim 130 mm in 36 uur. Tunnels stonden blank en er ontstond op uitgebreide schaal water-overlast.
Schade in Hoogeveen in juni 2007Zware buien, met hagel en windstoten trokken op 14 juni 2007 in korte tijd over Hoogeveen. Er was veel schade door de combinatie van veel regen, zware windstoten en volle en natte bladerkruinen.
Wateroverlast in het WestlandIn het dicht bebouwde en laaggelegen Westland viel in het najaar van drie opeenvolgende jaren (1999, 2000 en 2001) in korte tijd veel regen. Bij deze gebeurtenissen werd vele tientallen miljoenen euro’s aan materiële schade geleden (figuur 8).
Wateroverlast in LimburgIn het zuiden van Limburg viel rond 13 november 2010 in ruim een etmaal plaatselijk meer dan 90 mm regen. De hoogteverschillende verergerde de overlast. Doordat ook in het Belgische stroom-gebied zware neerslag optrad, bereikte de Maas een hoogwaterpeil (figuur 9).
figuur 8 Wateroverlast in
het Westland
figuur 9 Wateroverlast
in Limburg
15151530
30
30
45
45
4530
3030
3030
30
45
45
6075
6060
60
60
6045
15
15 - 30
0 - 15
30 - 45
45 - 60
60 - 75
75 - 90
90 of meer
8 tot 10 november 2000in mm
15
1515
15
30
30
30
45
45
4560
60
60
6075
75 9075
75
12 tot 14 november 2010in mm
15 - 30
0 - 15
30 - 45
45 - 60
60 - 75
75 - 90
90 of meer
Klimaatverandering In Nederland is de jaarlijkse neerslaghoeveelheid vanaf 1910 toegenomen met 25%. Deze stijging is vooral het gevolg van meer neerslag in het winterhalfjaar. Deze toename wordt gedeeltelijk veroorzaakt doordat de warmere lucht in het al opgewarmde klimaat meer waterdamp kan bevatten. Ook het feit dat de luchtstroming meer westelijk is geworden, speelt een rol. Opvallend is de sterkere toename van de hoeveelheid neerslag langs de kust. Mogelijk is dit het gevolg van de opwarming van het Noordzee water.In de periode 1981-2010 is ook het aantal natte dagen - dagen met 10 mm neerslag of meer - toegenomen ten opzichte van 1951-1980. Ook het aantal dagen met zware neerslag (50 mm of meer op 1 of meer-dere KNMI-stations) lijkt de afgelopen 60 jaar te zijn toegenomen (figuur 3).
Het KNMI heeft in 2006 vier klimaatscenario’s gepubliceerd voor rond het jaar 2050 en 2100. Deze KNMI’06 scenario’s zijn consistente en plausibele beelden van een mogelijk toekomstig klimaat. In 2009 heeft het KNMI een brochure uitgebracht met aanvullingen op de scenario’s uit 2006, zoals infor-matie voor meerdere seizoenen en per maand. In
2013 brengt het KNMI nieuwe klimaatscenario’s uit, die de scenario’s uit 2006 zullen opvolgen.Kenmerkend voor alle vier de KNMI’06 scenario’s is dat de winters gemiddeld natter worden. De extreme neerslaghoeveelheden nemen ongeveer even veel toe als de gemiddelde neerslag. De verandering in de gemiddelde neerslag in de zomer is nog onzeker. Volgens de klimaatscenario’s hoort in ons land zowel een lichte toename als een forse afname van de zomerneerslag tot de mogelijk-heden.
In de zomer neemt in alle KNMI’06 scenario’s de hevigheid van extreme regenbuien toe, maar het aantal regendagen wordt juist minder. De inten-siteit van extreme uurneerslag in de zomer zal waarschijnlijk sterker toenemen dan de extreme neerslaghoeveelheid per dag. Bij het gebruik van de G+ en W+ scenario’s wordt de invloed van het warmer wordende zeewater op de extreme neerslag in de zomer in de kustzone (tot ongeveer 30 km landinwaarts) waarschijnlijk onderschat. De verandering in extreme neerslag in de zomer, zoals beschreven in de G en W scenario’s, lijkt een goede bovengrens voor de verandering in de kustzone in de G+ en W+ scenario’s.
Verder lezenActuele verwachting en waarschuwingenwww.knmi.nl/waarschuwingen_en_verwachtingen
KNMI brochure neerslagstatistiekwww.knmi.nl/klimatologie/achtergrondinformatie/neerslagstatistiek.pdf
Nader verklaard dossier weeralarmwww.knmi.nl/cms/content/35237/weeralarm
Klimatologie, het weer in het verledenwww.knmi.nl/klimatologie
Nader verklaard dossier neerslagwww.knmi.nl/VinkCMS/dossier_detail.jsp?id=160
KNMI klimaatscenario’swww.knmi.nl/klimaatscenarios/knmi06/gegevens/neerslag/index.html
Klimaatverandering in Nederland, Aanvullingen op de KNMI’06 scenario’swww.knmi.nl/klimaatscenarios/verderlezen/brochure09.php
Deze brochure is een uitgave van:
Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut
Postbus 201 | 3730 ae De Bilt T +31 (0) 30 220 69 11 | www.knmi.nl © KNMI | mei 2012