een klein onderzoek naar het effect van de groene ... · directie enquête dat kinderen anders zijn...
TRANSCRIPT
2016
Charlotte Derriks
Contour de Twern & T-Primair
1-5-2016
Een klein onderzoek naar het effect van de groene schoolpleinen in Tilburg
1
Een klein onderzoek naar het effect van groene
schoolpleinen in Tilburg 2016
Datum: 26-5-2016
Auteur: Charlotte Derriks CAH Vilentum Almere
Opdrachtgever: Tineke Vermeer Contour de Twern en T-Primair
Begeleiding vanuit school: Robbert Boink CAH Vilentum Almere
Tilburg, 2016
2
Inhoud Voorwoord .............................................................................................................................................. 3
Samenvatting ........................................................................................................................................... 4
1. Inleiding ............................................................................................................................................... 5
1.1 Aanleiding ...................................................................................................................................... 5
1.2 Het project rondom de groene schoolpleinen .............................................................................. 5
1.3 Probleemstelling en vraagstelling ................................................................................................. 7
2. Gezond groen ...................................................................................................................................... 7
2.1 Definitie van gezondheid ............................................................................................................... 8
2.2 Definitie van groen ........................................................................................................................ 8
2.3 Groen schoolplein ......................................................................................................................... 8
2.4 Positieve groeneffecten ................................................................................................................ 9
2.5 Gezondheidseffecten van groen ................................................................................................... 9
3. Kleinschalig onderzoek ...................................................................................................................... 13
3.1 Onderzoeksopzet ......................................................................................................................... 13
3.2 De meewerkende scholen ........................................................................................................... 13
3.2.1 Basisschool het Wandelbos .................................................................................................. 14
3.2.2 Basisschool Jeanne d’Arc ...................................................................................................... 15
3.2.3 Basisschool Hubertus ........................................................................................................... 16
3.2.4 Basisschool de Triangel ........................................................................................................ 16
3.2.5 Basisschool Jan Ligthart Rendierhof ..................................................................................... 17
2.2.6 Basisschool De Zuidwester ................................................................................................... 17
3.3 De resultaten ............................................................................................................................... 18
3.3.1 Directies + leraren enquête .................................................................................................. 18
3.3.2 Leerlingen enquête ............................................................................................................... 19
4. Vergelijking grotere onderzoeken ..................................................................................................... 23
4.1 Onderzoek Jolanda Maas et all ................................................................................................... 23
4.2 Onderzoek Sjerp de Vries et al .................................................................................................... 25
5. Conclusies .......................................................................................................................................... 27
6. Aanbevelingen ................................................................................................................................... 28
7. Literatuurlijst ..................................................................................................................................... 30
Bijlage 8.1: Voorbeeldvragen GGD ..................................................................................................... 31
Bijlage 8.2: Volwassenen enquête ........................................................................................................ 34
Bijlage 8.3: Kinderenquête .................................................................................................................... 44
3
Voorwoord
Dit rapport is geschreven in het kader van een bedrijfsopdracht voor de opleiding Toegepaste
Biologie aan de CAH Vilentum Almere. Ik heb met veel plezier stage gelopen bij Tineke Vermeer van
Contour de Twern en T-primair. Zij heeft mij erg goed geholpen tijdens mijn stageperiode, hiervoor
wil ik haar in het bijzonder graag bedanken. Daarnaast wil ik graag twee docenten vanuit mijn
opleiding bedanken. Roos van Maanen omdat zij mij aan deze ontzettend leuke stage heeft geholpen
en Robbert Boink voor zijn feedback en begeleiding.
Als laatste wil ik graag de meewerkende scholen, de kinderen en directeuren bedanken die zo lief zijn
geweest om de enquêtes in te vullen.
Charlotte Derriks
4
Samenvatting Kinderen worden nauwelijks meer uitgedaagd op het schoolplein en moeten zichzelf vermaken met
een voetbal en een klimrek. Dit terwijl het schoolplein een steeds belangrijkere plek is geworden
omdat veel kinderen tegenwoordig een dagprogramma volgen. Door de opmars van steeds meer
groene onderzoeken en door een hoop eigen ervaringen, is er een project opgestart met als doel:
Het vergroenen van de schoolpleinen in Tilburg. Er wordt veel verteld over de goede ervaringen met
groene schoolpleinen in Tilburg. Maar om echt te kunnen meten wat de verschillende effecten in
Tilburg zijn, zal er onderzoek gedaan moeten worden. Dit brengt ons naar de hoofdvraag van dit
rapport: Wat zijn de effecten van groene schoolpleinen op de kinderen in Tilburg
Voor dit onderzoek zijn zowel kinderen als volwassenen ondervraagd. Er zijn directeuren en
leerkrachten geënquêteerd van in totaal 3 grijze en 3 groene scholen. Omdat er binnen de
onderzoeksperiode geen tijd was voor een grootschalig onderzoek, is er een kleinschalig onderzoek
gedaan om een beeld te krijgen van de tevredenheid en de effecten van de groene schoolpleinen in
Tilburg. Uit de enquêtes onder zowel de kinderen als de leraren bleek dat het nieuwe plein beter
scoort dan het oude grijze plein. De directie beoordeelde het nieuwe plein met een 8. Ook de
meerderheid van de kinderen liet blijken het nieuwe plein fijner te vinden dan het oude (57%). De
meerderheid van de directeuren laat weten dat het nieuwe plein meer functies heeft gekregen dan
het oude plein. Nu wordt het plein ook gebruikt voor educatieve doeleinde, tuinieren (Moestuintjes),
ontdekken, spelen en bewegen en het draagt nu bij aan de biodiversiteit in de wijk. De sociale
cohesie is nog niet toegenomen met de komst van het nieuwe plein, maar alle pleinen zijn nog niet
zo lang geleden vergroend. Uit de directeuren enquête blijkt daarnaast dat kinderen nu meer over de
natuur weten en meer interesse tonen voor de natuur om zich heen. Ook uit de kinderenquête blijkt
dat kinderen met een groen schoolplein niet zo bang zijn voor de natuur en dat de meerderheid
compassie heeft voor de natuur. Opvallend is dat zowel de leraren als kinderen laten blijken dat er
niet meer of minder ruzies zijn en dat er niet meer of minder wordt samen gespeeld. Wel blijkt uit de
directie enquête dat kinderen anders zijn gaan spelen. Ze bewegen meer en gebruiken het plein
anders dan voorheen. Dit komt overeen met de grotere schoolpleinonderzoeken van onder andere
Jolanda Maas en Sjerp de Vries.
De meerderheid van de kinderen zegt hun schoolplein erg belangrijk te vinden. Het is daarom erg
belangrijk om een speels schoolplein aan te leggen wat kinderen leuk vinden en waar zij uitdaging in
vinden. Alleen een groen schoolplein zal de kennis van de kinderen over de natuur niet verbeteren.
Het is heel erg belangrijk om het groene schoolplein de school in te trekken, in de vorm van
lespakketten etc. Een doorgaande leerlijn biedt mogelijkheden om verschillende vakken te verbinden
met het groene schoolplein. Het onderzoek in Tilburg is gedaan nadat de drie schoolpleinen al
vergroend waren en in een korte tijd. Om een duidelijker beeld te verkrijgen van de effecten zal er
een grootschaliger onderzoek gedaan moeten worden.
5
1. Inleiding
1.1 Aanleiding Het gemiddelde schoolplein is grijs betegeld met een voetbalveldje en een paar goedgekeurde
speeltoestellen. Hier en daar zijn een paar struiken bij het fietsenhok te vinden, maar veel meer
groen dan dit is er op veel schoolpleinen niet. Kinderen worden nauwelijks meer uitgedaagd op het
schoolplein en moeten zichzelf vermaken met een voetbal en koppeltjeduiken. Dit terwijl het
schoolplein een steeds belangrijkere plek is geworden. Vroeger gingen kinderen in de pauzes naar
huis, maar tegenwoordig bieden veel scholen een dagprogramma aan. Dit betekent dat kinderen de
hele dag op school verblijven en zich de hele dag moeten vermaken op een kaal schoolplein.
Daarnaast komen kinderen steeds minder in contact met groen. Veel kinderen hebben nog nooit met
hun handen in de aarde gezeten en sommige kinderen denken dat wortelen in de supermarkt
groeien.
1.2 Het project rondom de groene schoolpleinen Volgens Tilburg kan dit anders. Door de opmars van steeds meer groene onderzoeken en door een
hoop eigen ervaringen, is er een project opgestart met als doel: Het vergroenen van de schoolpleinen
in Tilburg. Basisschool Wandelbos heeft als pilot een groen schoolplein gekregen. Dit beviel zo goed,
dat al snel door meer scholen werd gevraagd of ze mee mochten doen. Vanuit financiering van het
Tilburgs Akkoord is in 2014 het project ‘’Brede scholen als groen netwerk in de wijk’’ gestart. Het
doel van dit project is om niet alleen de schoolpleinen te vergroenen, maar ook het groen de school
en de wijk in te trekken in de vorm van verschillende groene lespakketten en leerroutes. De groene
leerroutes lopen door verschillende wijken en verbinden zo de scholen met het groen in de wijk. Zo
worden de groene scholen ook onderdeel van het groen in de wijk. Bij het onderwijs werd dit project
zo goed ontvangen dat er budget werd vrijgemaakt om 4 scholen per jaar te kunnen vergroenen. Er
wordt onder andere door de gemeente, T-primair en de opvang geïnvesteerd in talentontwikkeling
om kinderen meer kennis te laten maken met cultuur, natuur, wetenschap en techniek.
Een groen schoolplein en/of een schoolmoestuin en de leerroutes rondom de school, kunnen op elke
school aansluiten bij de lessen NME. Maar nog lang niet elke school heeft een doorgaande leerlijn
natuur en milieu. Er is voldoende aanbod, maar vaak onvoldoende tijd om te zoeken naar
programma’s die aansluiten bij de doelgroep van de school. Daarom wordt samen met de school
gekeken waar de accenten moeten komen te liggen en wordt door de projectmedewerker gezocht
naar lespakketten die daarbij aansluiten. Belangrijk hierbij blijft de verbinding met andere vakken en
er wordt een verbinding gemaakt met gezondheid, gezonde leefstijl en de invulling van thema’s van
de Gezonde school, om NME beter te kunnen borgen binnen het basisonderwijs. Zo zijn er scholen
die gaan werken met pakketten van het voedingscentrum, GGD, Ons groene schoolplein, Streekhuis
het Groene Woud, de Vlinderstichting of Greenpeace. In sommige gevallen worden de lessen
aangevuld met binnen en/of buitenschoolse activiteiten van NME-aanbieders uit Tilburg en de regio.
Door de aanbieders van NME-programma’s op te nemen in de nieuwe brochure ‘Brede
Talentenontwikkeling 0-13’ (Voorheen de CiST Bochure), raken de scholen steeds meer bekend met
het aanbod. Waarom kiezen voor brede talentenontwikkeling: Het gaat om een andere manier van
onderwijs geven, integratie van vakken, niet zozeer apart NME W&T of Cultuur, maar een manier van
lesgeven waar dit met elkaar verweven is. Een moestuin leent zich prima voor taal en rekenlessen:
6
Kinderen kunnen berekenen hoever plantjes uiteengezet moeten worden, kunnen een logboek
bijhouden over de groei van de planten, enz.1
Door samen met ouders, kinderen en de wijkbewoners te werken aan dit project worden niet alleen
kosten bespaard, maar krijgt ook de sociale cohesie in de wijken een flinke boost. De kinderen,
ouders en leraren van de scholen kunnen tijdens de voorbereidingen zelf aangeven wat zij graag
terug zien op hun eigen schoolplein. Met deze ideeën worden een aantal proefontwerpen gemaakt
met verschillende groen elementen erin zoals: Wilgentenentunnel, groene hut, speelboom, rioolbuis,
eigen moestuintjes en meer. Op deze verschillende ontwerpen kunnen de kinderen stemmen zodat
ze echt worden betrokken in het proces. Het definitieve ontwerp wordt verder uitgewerkt en
uiteindelijk gerealiseerd door de kinderen, ouders, leerkrachten en wijkbewoners zelf. Hiervoor
wordt vaak een dag georganiseerd waarbij iedereen mag meehelpen.
Door met zijn allen aan een groenere school te werken zorgt ervoor dat de kinderen en ouders het
echt als hun ‘eigen’ school gaan zien. Hierdoor gaan kinderen, ouders en wijkbewoners beter op
elkaar letten waardoor ook de sociale veiligheid op de scholen toeneemt. Door de verschillende
lespakketten en activiteiten rondom de groene schoolpleinen, leren de kinderen meer over hun
nieuwe groene speelomgeving. Ook zijn rondom een aantal scholen groene leerroutes uitgezet
waarbij kinderen spelenderwijs meer over natuur en milieu leren. Ook de gemeente helpt hierbij
mee door gekleurde paaltjes in de wijk te plaatsen. Momenteel zijn er al routes geplaatst in de
Drijflanen, Wandelbos, Westerpark, Stadspark Oude Dijk, Piushaven, Kromhoutpark en, in later
stadium, Rooseveldtplein. Hierdoor worden de groene plannen ook verder de wijk ingetrokken
doordat ook ouders en bewoners deze routes kunnen meelopen.
Omdat een basisschool een voorbeeldfunctie heeft en vaak een centraal meeting-punt in de wijk is,
zijn er veel partijen bij de inrichting van de nieuwe schoolpleinen betrokken. Niet alleen de
basisscholen, maar ook de gemeente, de GGD, T-primair, Tilburgs Platform en de wijkbewoners zijn
betrokken bij het project om de scholen te vergroenen. Elk jaar is er budget om 4 scholen op weg te
helpen naar een groen en duurzaam schoolplein. De scholen die al bezig zijn met een groen plein, zijn
in onderstaande tabel weergegeven.
Naam school Groen schoolplein gerealiseerd Bezig met groen schoolplein
Wandelbos 2014 Antares 2015 Hubertus 2015 Jeanne d’Arc 2015 Triangel 2016 Zuidwester 2016 St. Bernardschool 2015 Den Elzen 2016 Lochtenbergh 2016 JanLigthart Rendierhof 2016 Vlashof 2016 Den Bijstere Al langere tijd Aboe-el-Chayr 2014 JantjeBeton Regenboog 2014 JantjeBeton
1 Eindverslag voor het basisonderwijs in Tilburg, mei 2016, Tineke Vermeer, T-Primair
7
Cleijn Hasselt 2015 Meander Waarschijnlijk 2016-2017 Don Sarto 2016 Tilliander Al langere tijd
1.3 Probleemstelling en vraagstelling Steeds meer scholen laten weten dat ze positieve effecten ervaren van de groene schoolpleinen. Er
zijn al verschillende onderzoeken gedaan naar de effecten van groen op de gezondheid (zie
hoofdstuk 2). In Nederland zijn daarnaast ook een aantal specifieke onderzoeken gedaan naar de
effecten van groene schoolpleinen. Er wordt veel vertelt over de goede ervaringen met groene
schoolpleinen in Tilburg. Maar om echt te kunnen meten wat de verschillende effecten in Tilburg zijn,
zal er een methode ontwikkeld moeten worden voor een onderzoek. Dit brengt ons naar de
hoofdvraag van dit rapport: Wat zijn de effecten van groene schoolpleinen op de kinderen in Tilburg?
2. Gezond groen Mensen leefden vroeger in een wereld waar overleven af hing van de regels van de natuur. De mens
leefde vaak midden in/ of vlakbij het bos. Het bos was dan ook een bron van voedsel en
8
gereedschappen. Het was cruciaal om de balans tussen mens en natuur op orde te houden om te
kunnen overleven. Leven samen met de natuur was de basis voor bestaansmiddelen, leefstijl en
religie. Hierdoor bestaat er nog steeds een sterke band tussen mens en natuur2.
2.1 Definitie van gezondheid Gezondheid is een toestand van compleet welbevinden. Dat wil zeggen dat men niet alleen fysiek
gezond is, maar dat er ook sprake is van een geestelijk en sociaal welbevinden (WHO, 1948).
Compleet welbevinden is echter lastig, iedereen heeft weleens last van buikpijn, hoofdpijn of stress.
Dat betekent dat niemand echt gezond is. Arts-onderzoeker Machteld Huber heeft om die reden in
2009 een alternatieve omschrijving beschreven: het vermogen om zich aan te passen en een eigen
regie te voeren, in het licht van de fysieke, emotionele en sociale uitdagingen in het leven. Volgens
Huber is deze definitie van gezondheid te verdelen in zes dimensies: lichamelijke functies, mentale
functies en beleving, de spirituele/existentiële dimensie, kwaliteit van leven, sociaal-
maatschappelijke participatie en dagelijks functioneren.
2.2 Definitie van groen Als er aan natuur wordt gedacht, denkt men vaak aan grote natuurgebieden. Een wandeling langs de
duinen of in het bos geeft een rustgevend gevoel en wordt bijna door iedereen wel als groen
ervaren. Door middel van stadsparken en tuintjes kan men dagelijks in contact komen met groen.
Onder de brede definitie van natuur wordt groen en water in stede, productiebossen, agrarisch
gebied, recreatiegebieden en natuurreservaten verstaan. Hoewel natuurbeleving voor iedereen
anders is. De een vindt dat een bos echt natuur is en de ander ervaart een voetbalveldje al als
natuur.3
2.3 Groen schoolplein Een groen schoolplein is bedoeld om kinderen de kans te geven op natuurbeleving4. De kinderen
kunnen diertjes zoeken, blaadjes plukken, met takken sjouwen of bloemen bewonderen. Het doel
van een groen schoolplein is het brengen van creativiteit, rust, ontdekking en beleving. Daarnaast
draagt een groen schoolplein bij aan het behoud van flora en fauna en biodiversiteit in de bebouwde
kom. Natuurlijke speelplaatsen vervullen drie belangrijke functies5. Ten eerste: bieden ze de
mogelijkheid om de natuur van dichtbij mee te maken en er een band mee te creëren. Ten tweede:
vervullen ze een educatieve functie. In een speelbos of natuurspeeltuin leren kinderen al
spelenderwijs de geheimen van de natuur kennen. Ten derde: de functie van natuurlijke
speelterreinen ligt in de veronderstelde gunstige effecten op de ontwikkeling en gezondheid van
kinderen. Ouders maken zich zorgen over het natuurtekort en zien de natuurlijke speelterreinen als
een effect middel hiertegen6. Een groen schoolplein bestaat niet alleen uit gras, maar uit
verschillende elementen die samen het groene schoolplein vormen. De groene elementen zorgen
ervoor dat het plein vol met belevingselementen staat. Hiermee wordt het plein avontuurlijk,
educatief en uitdagend. Deze elementen kunnen worden gecombineerd met elkaar om één plein te
maken. Voorbeelden van groen elementen op een groen schoolplein: - Reliëf (speelheuvel) - Bosjes -
2 K. Hyry et al., 1995 3 Natuur is gezond, http://www.hetgroenemedicijn.nl/natuur-en-gezondheid/, 2016 4 Jolanda Maas et al, Groene schoolpleinen, 2015 5 Lans, H.E., van der. (1998). Natuurspeelbossen: Recreatief groen voor stadskinderen. Rhee: Stichting ANO Fundatie. 6 Louv, Richard. (2008). Children and Nature Movement. Geraadpleegd op 7 december 2015, van http://richardlouv.com/books/last-child/children-naturemovement/
9
Modder - Dieren verblijven - Groen schoolplein grenzend aan klaslokalen - Lesmateriaal - Open
karakter - Groene oases - Natuurlijke speelaanleidingen - Water > alles met speelaanleidingen.
2.4 Positieve groeneffecten Natuur is onmisbaar. Zonder groen zou het bijna onmogelijk worden om te overleven. Natuur levert
de mens namelijk een aantal ecosysteemdiensten: productiediensten, regulerende diensten,
culturele diensten en ondersteunende diensten. Naast deze diensten zorgt groen in de stad
ook voor hitte reductie, het opvangen van fijnstof en waterberging.
Productiediensten = producten die door ecosystemen worden geleverd
o.a. zoet water, vis, voedsel, hout, genetische bronnen, geneesmiddelen, bouwmaterialen
Regulerende diensten = voordelen van regulerende processen van ecosystemen
o.a. bestuiving, plaagbestrijding, koolstof vastlegging, water regulatie, berging en zuivering, lucht zuivering, reinigend vermogen.
Culturele diensten = Niet- materiële voordelen van ecosystemen
o.a. cultuurhistorie, gezondheid, recreatie, toerisme, inspiratie, ontspanning.
Ondersteunende diensten= Diensten die essentieel zijn voor andere diensten
o.a. bodemvorming, primaire productie, nutriënten kringloop, fotosynthese, watercyclus.
Figuur 1: Voorbeelden van ecosystemen Nederland, www.blois.nl, 2016
2.5 Gezondheidseffecten van groen
10
62
64
66
68
70
72
74
76
veel groen redelijk weinig zeer
weinig
Percentage nog in leven
Figuur 3: Afbeelding onderzoek Tekano et al
Figuur 2: Levensverwachting mensen met en zonder ziekte
De wereld wordt steeds dichter bevolkt en meer en meer mensen gaan in de stad wonen. De
bevolkingsaantallen blijven nog steeds toenemen. Groen komt steeds meer in de verdrukking en
wordt hierdoor schaarser (De Vries, 2001). Daarnaast worden steeds minder mensen gezond oud.
We worden wel ouder, maar steeds meer mensen krijgen last van chronische ziektes.
In de geschiedenis zijn er al heel wat opvattingen over het effect van groen geweest7. Er is nog steeds
weinig onomstootbare informatie beschikbaar over de relatie tussen groen en gezondheid. Toch zijn
er twee studies waarin een directe link wordt gelegd tussen groen en gezondheid8. Beide studies
geven een positief verband weer tussen de hoeveelheid groen in de directe
leefomgeving en de gezondheid. Zo is in het onderzoek van Tekano et al
(2002) gekeken naar de sterfte van ouderen in groene en grijze wijken. Het
onderzoek is gedaan door gegevens uit het bevolkingsregister te halen, er is
niks aan de mensen zelf gevraagd. Ouderen die gedurende de 5 jaar van het
onderzoek groen op loopafstand in de buurt hadden, hadden uiteindelijk
volgens het onderzoek een grotere kans om nog in leven te zijn. De
resultaten waren gecorrigeerd voor sociaaleconomische status.
Volgens de Nederlandse Nota Ruimte (Ministerie van VROM, 2004) is de
kwaliteit en kwantiteit van groen in en rond steden sterk afgenomen.
Daarnaast hebben mensen steeds minder contact met de natuur. De gemiddelde Amerikaan brengt
ongeveer 90% van zijn of haar leven door binnen de muren van gebouwen. Dit geldt niet alleen voor
de Verenigde Staten, maar is ook vergelijkbaar met de rest van de wereld. Mensen brengen hun tijd
steeds vaker door achter de computer of bij de TV. Er is een onderzoek gedaan naar het verminderde
contact met natuur door de huidige technologie9. De band met de natuur kan om die reden niet
worden opgebouwd op de manier hoe deze bedoeld was: door buiten te spelen en de wereld te
verkennen. Teveel bezig zijn met technologie brengt een aantal problemen met zich mee, onder
andere: depressies, concentratiestoornissen en overgewicht vormen een groot probleem. Echter, tijd
7 Van den Berg, A. (2007, 29 december). Het laatste kind in het bos. Geraadpleegd van http://www.agnesvandenberg.nl/nederlandsdagblad.pdf 8 Takano et al, 2002, Urban residential environments and senior citizens’ longevity in megacity areas: the importance of walkable green spaces 9 Vanderpool, C. (z.j.). Losing our connection to Nature: is sustainability at risk? Geraadpleegd van http://www.triplepundit.com/2010/11/losing-our-connection-to-nature-is-sustainability-at-risk
11
doorbrengen in de natuur blijkt juist heel goed voor de gezondheid te zijn. Omdat de natuur uit
zoveel verschillende elementen bestaat, beweegt men in de natuur op meerdere manieren:
klimmen, klauteren, lopen, rennen, etc. Dit zorgt ervoor dat alle spieren gebruikt worden en
vermindert de kans op overgewicht. Ook verandert de natuur continue, wat de kans op depressies
vermindert10. Hoe meer groen, hoe gezonder mensen zijn. Volgens een Nederlands onderzoek van
Menzis denkt 97% van de Nederlanders dat groen een positief effect heeft op de gezondheid.
Figuur 4: Relatie tussen groene ruimte en gezondheid
Onderzoek heeft uitgewezen dat kinderen met ADHD (Attention Deficit Hyperactivity Disorder) zich
beter kunnen concentreren nadat zij in contact zijn geweest met de natuur11. Ook zorgt dit voor een
verbeterde cognitieve ontwikkeling en een verbeterd bewustzijn12. Spelen in de natuur gaat zelfs
pesten tegen13 en patiënten in het ziekenhuis genezen sneller en hebben minder stress14.
Over het algemeen ervaren mensen het dan ook als prettig wanneer zij zicht hebben op een
natuurlijke omgeving of er tijd in door brengen. Kellert en Wilson beschrijven dit fenomeen in de
Biophilia Hypothese. Volgens deze hypothese bestaat er een instinctieve band tussen mens, natuur
en andere levende wezens. Deze band wordt gevormd wanneer iemand geboren wordt en
gekoesterd wanneer men speelt en opgroeit in een natuurlijke omgeving15. Tijd doorbrengen in de
natuur zorgt voor een vermindering van boosheid, angst, stress en verhoogt aangename gevoelens.
Blootstelling aan groen zorgt er niet alleen voor dat men zich beter voelt, maar heeft ook invloed op
het fysieke welzijn: het verlaagt de bloeddruk en pols, de spierspanning en de productie van
stresshormonen.
10 Maas, J (z.j.). Vitamin G : Green environments – Healthy environments. Geraadpleegd van http://www.nivel.nl/sites/default/files/bestanden/Proefschrift-Maas-Vitamine-G.pdf 11 Taylor et al., 2011, Could Exposure to Everyday Green Spaces Help Treat ADHD? Evidence from Children's Play Settings 12 Pyle, 2002, Interaction with Nature During the Middle Years: Its Importance to Children's Development & Nature's Future 13 Malone, Karen & Tranter, Paul (2003). Children's Environmental Learning and the Use, Design and Management of Schoolgrounds, Children, Youth and Environments, 13(2), Accessed June 9, 2004 from cye.colorado.edu 14 Roger S. Ulrich and others (1991), Stress recovery during exposure to natural and urban environments. 15 Edward O. Wilson, January 1986, Biophilia hypothesis, ISBN 9780674074422
12
Figuur 5: Welk mechanisme is hoe belangrijk (Wageningen UR)
Veel studies leggen voornamelijk de nadruk op vraagstukken die voortkomen uit het verband tussen
cognitieve vaardigheden, emoties en de mentale gezondheid wanneer mensen blootgesteld worden
aan de natuur. Hiervoor zijn er twee belangrijke theorieën: SRT (stress reduction theory) en ART
(attention restoration theory). Beide theorieën verklaren de herstellende kracht van de natuur en
baseren dit op de evolutietheorie. SRT geeft aan dat de helende kracht van de natuur ligt in een
onbewuste, autonome reactie op natuurlijke elementen. De reactie is het meest merkbaar bij
mensen die voor de ervaring zijn blootgesteld aan stress. Bepaalde natuurlijke plaatsen (vooral langs
de waterkant en met een zichtbare horizon) kunnen worden gezien als “safe haven-areas” waar de
mens vroeger een grotere kans op overleven had. De positieve affectieve reactie die men voelt in
deze ruimten is te danken aan deze gemeenschappelijke evolutionaire geschiedenis. Met andere
woorden: alleen het zien of aanwezig zijn in de natuur kan stress al verminderen door het
automatisch genereren van een fysiologische en psychologische respons.
De andere verklaringstheorie (ART) richt zich op de kracht van de natuur om bepaalde vormen van
aandacht te verbeteren. Dit door middel van onbewuste, cognitieve processen te stimuleren
wanneer men tijd doorbrengt in de natuurlijke landschappen. De interactie met de natuurlijke
omgeving herstelt het vermogen om zich te focussen en te concentreren.
Groen zou ook uitnodigen tot bewegen. In
groene buurten spelen kinderen 10% meer
buiten. Dit is zo’n 80 min per week meer. Dit zou
ook kunnen zijn omdat ouders tevredener zijn
over de veiligheid in groenere buurten. Meer
buiten spelen zorgt voor een lagere kans op
overgewicht. Uit een onderzoek van Kuo et all
(1998)16 bleek dat mensen in een groenere
omgeving meer gebruik maakten van de
buitenruimte dan bewoners met een minder
groene omgeving. Bewoners voelden zich veiliger
en doordat de buitenruimte meer gebruikt werd
had dit ook een positief effect op de sociale
cohesie. In een vervolgonderzoek (Kuo&Sullivan, 2001)17 werd ondervonden dat met een groenere
buitenruimte er ook minder agressie en geweld werd gerapporteerd. Volgens politierapporten bleek
ook dat bij een groenere flatomgeving er minder criminaliteit voor kwam.
Over welk mechanisme van groen nou eigenlijk zorgt voor een betere gezondheid is nog niet heel
veel bekend. Het meeste bewijs is er voor de theorie dat groen stress verlaagt, wat automatisch zorgt
voor een betere gesteldheid en daarmee gezondheid. Ook voor sociale samenhang in de buurt is veel
bewijs gevonden. Er zijn dus al veel bewijzen dat de natuur wel degelijk (een positief) effect heeft op
de gezondheid, maar er is nog weinig bekend over hoe dit precies werkt. Onderzoek hiernaar staat
nog in kinderschoenen
16 Kuo, F. E., Bacaicoa, M., & Sullivan, W. C. (1998). Transforming inner-city landscapes: Trees, sense of safety, and preference. Environment and Behavior, 30, 28-59. 17 Kuo, F. E., & Sullivan, W. C. (2001). Aggression and violence in the inner city: Impacts of environment and mental fatigue. Environment & Behavior, 33(4).
13
Figuur 6: Aantal kinderen van meewerkende scholen
3. Kleinschalig onderzoek
3.1 Onderzoeksopzet Omdat er binnen de onderzoeksperiode geen tijd was voor een grootschalig onderzoek, is er een
kleinschalig onderzoek gedaan om een beeld te krijgen van de tevredenheid en de effecten van de
groene schoolpleinen in Tilburg.
Voor dit onderzoek zijn zowel kinderen als volwassenen
ondervraagd. Er zijn directeuren en leerkrachten geënquêteerd
van in totaal 3 grijze en 3 groene scholen. Er zijn in totaal 6
reacties op die enquêtes teruggekomen. De enquête is online
verstuurd naar de directies en ook online ingevuld. De vragen zijn
zo ontworpen dat de respondenten met een grijs schoolplein alleen de vragen over de grijze
schoolpleinen konden invullen. Dit is gedaan door de vragen zo aan te passen dat bij bepaalde
antwoorden de respondenten automatisch doorgelinkt worden naar de juiste vervolgvraag. De
vragen bestonden voornamelijk uit gesloten meerkeuzevragen. Op sommige vragen was het mogelijk
om een cijfer van 1 tot 10 te geven, waarbij 1 heel slecht is en 10 heel goed.
De enquêtes voor de kinderen zijn afgeleid van
het onderzoek: ‘’Meer groen op het schoolplein:
een interventiestudie van Sjerp de Vries Et al’’.
Er is aan 3 groene scholen: Wandelbos, Jeanne
d’arc en Hubertus gevraagd of zij de enquête
door alle kinderen van groep 7 willen laten
invullen. De enquêtes zijn meerkeuze en zo
geformuleerd dat de kinderen deze zelf konden
invullen. In totaal hebben 75 kinderen van de
leeftijd 9 tot 12 jaar de enquête ingevuld. Van de
basisschool Jeanne d’arc heeft ook één klas van
groep 6 de enquête ingevuld. Dit was niet
gepland, maar de resultaten zijn toch
meegenomen in het onderzoek.
3.2 De meewerkende scholen Van de 6 deelnemende scholen hebben er al drie een grijs/groen schoolplein (Wandelbos, Jeanne
D’arc en Hubertus). De andere drie scholen hadden ten tijde van het onderzoek nog een grijs
schoolplein. 5 van de 6 scholen vallen onder de overkoepelende stichting Xpect Primair. Dit is een
stichting voor katholiek basisonderwijs waar 600 leerkrachten de zorg dragen voor 6400 scholieren
binnen +/- 20 scholen. Xpect Primair richt zich op de toekomst. De jongeren van nu zijn immers de
ouders van morgen. Groen, natuur en milieu educatie vinden zij dan ook erg belangrijk.
Grijze scholen Groene scholen
De Triangel Wandelbos
Jan Ligthart Jeanne d’arc
Zuid Wester Hubertus
14
Figuur 7: Foto's schoolplein Wandelbos
3.2.1 Basisschool het Wandelbos
De basisschool het wandelbos ligt in de gelijknamige groene wijk het Wandelbos. De school heeft +/-
134 leerlingen. De school betrekt de groene omgeving en het groene schoolplein zoveel mogelijk bij
de school. Ook maakt de school al uitgebreid gebruik van de NME-leerroutes. Van alle groene
scholen heeft het wandelbos het groenste en natuurlijkste speelplein. Er is zelfs een stukje bos bij het
schoolplein getrokken.
15
Figuur 8: Foto's schoolplein Jeanne d'Arc
3.2.2 Basisschool Jeanne d’Arc
Basisschool Jeanne d’Arc ligt midden in Het Zand op een steenworp afstand van de Westermarkt. Het
is een kleinschalige Jenaplanschool met +/- 143 leerlingen. De basisschool is net klaar met de
transitie van grijs naar grijs/groen schoolplein, de school is meer verstedelijkt dan het Wandelbos.
Ook deze basisschool maakt gebruik van de NME-leerroute
16
Figuur 10: Schoolplein De Triangel Foto van T Primair
Figuur 9: Foto's schoolplein Hubertus
3.2.3 Basisschool Hubertus
Ook basisschool Hubertus ligt in de wijk het Zand. De school heeft momenteel +/- 265 leerlingen. Ook
deze school heeft sinds kort een grijs/groen schoolplein.
3.2.4 Basisschool de Triangel
De Triangel is een basisschool met ongeveer 338 leerlingen. De school heeft nu nog een grijs
schoolplein maar krijg binnenkort ook een groen/grijs schoolplein.
17
Figuur 11: Foto schoolplein Jan Ligthart foto van T primair
Figuur 12: Foto schoolplein De Zuidwester foto van T primair
3.2.5 Basisschool Jan Ligthart Rendierhof
De basisschool Jan Ligthart Rendierhof ligt in de wijk de Reit en heeft over de 700 leerlingen. Dit is de
grootste school van de 6 meewerkende scholen. Tijdens het onderzoek had de school nog een grijs
schoolplein. Momenteel heeft de school de eerste fase naar een groen schoolplein afgerond.
2.2.6 Basisschool De Zuidwester
De Zuidwester is een basisschool gelegen in de Korvel in Tilburg. De school heeft ongeveer 244
leerlingen. Tijdens het onderzoek had ook deze basisschool nog een grijs schoolplein. Ook deze
basisschool is nu bezig met het aanleggen van een groen schoolplein.
18
Figuur 13: Reden voor overstappen naar groen plein
Figuur 14: Functies van het nieuwe schoolplein
3.3 De resultaten In totaal hebben 6 volwassenen en 75 kinderen de enquête ingevuld. In de bijlage zijn alle uitslagen
terug te vinden.
3.3.1 Directies + leraren enquête
Onder de respondenten van de
enquête vallen 4 directeuren, 1
groepsleerkracht en de
trajectbegeleider van de groene
schoolpleinen. Elk van deze
respondenten is betrokken bij een van
de 6 meewerkende scholen.
Aan alle respondenten is gevraagd een
cijfer te geven voor het speelgedrag op
het oude grijze en nieuwe groene
schoolplein. Het oude schoolplein
kreeg gemiddeld een 5,2 en het
nieuwe gemiddeld een 7. Ook is naar
de reden voor het overstappen naar
een groen schoolplein gevraagd. Alle respondenten
geven aan dat de reden onder andere voor een
groenere omgeving is. Het vignet voor een gezonde school en ervaringen elders zijn niet bij alle
scholen de belangrijkste redenen geweest om te investeren in een groen schoolplein.
Daarnaast is naar de verwachtingen van een groen schoolplein gevraagd. Alle respondenten
verwachten dat kinderen zich beter voelen in een groene omgeving en dat het spelgedrag van de
kinderen positief zal gaan veranderen. De helft denkt dat er minder ruzie zal zijn en dat de natuur
nadrukkelijker in het lespakket aanwezig zal zijn. Slechts 1/3 van de respondenten denkt dat de
kinderen een gezondere leefstijl zullen ontwikkelen en beter zullen weten waar hun eten vandaan
komt. Van de respondenten zegt 50% dat de onderhoudskosten zijn toegenomen met de komst van
het nieuwe schoolplein.
Wel geven alle
respondenten aan dat het
nieuwe schoolplein meer
(60%) of evenveel functies
heeft dan het oude.
Ongeveer 83% van alle
respondenten zegt dat
spelen, bewegen en
ontdekken sowieso onder
de nieuwe functies van
het nieuwe plein behoren.
Ontmoeting en ouders
betrekken wordt niet door
19
alle respondenten als nieuwe functie gezien.
Er is ook gevraagd om een cijfer te geven voor de veiligheid op het oude en het nieuwe schoolplein.
Opvallend is dat beide pleinen van de respondenten gemiddeld een 7 krijgen. De helft geeft wel aan
dat er met de komst van het nieuwe plein meer regels zijn bijgekomen. Daarnaast is het aantal
ongelukken volgens de helft van de respondenten ook toegenomen.
De sociale cohesie is volgens 60% van de respondenten niet verbeterd. 80% geeft aan dat de sociale
cohesie in de wijk helemaal niet verbeterd is. Ook op de vraag of de sociale cohesie tussen ouders en
leraren is verbeterd zegt de meerderheid dat dit niet het geval is (60%). De samenhorigheid in de klas
is volgens de meerderheid van de respondenten ook niet veranderd met de komst van het nieuwe
schoolplein. Wel zegt 75% dat de kinderen zich meer verbonden voelen met het plein.
Volgens de respondenten is de kennis van de kinderen over de natuur toegenomen. Voorheen kreeg
de kennis van de kinderen over de natuur een 5, nu krijgt de kennis van de kinderen een gemiddelde
7. Ook de interesse van de kinderen in beestjes en plantjes krijgt momenteel een 7,5. De
respondenten geven daarnaast aan dat de kinderen meer respect voor de natuur tonen.
Verder vallen de klachten van ouders, over dat hun kind viezer thuis zou komen, aanzienlijk mee.
75% van de respondenten zegt helemaal geen klachten te krijgen. 100% van de respondenten laten
weten dat ouders zich positief uitlaten over het nieuwe schoolplein. Toch zegt 75% van de
respondenten dat ouders niet meer dan voorheen betrokken zijn bij de school.
De meerderheid (75%) van de respondenten zegt dat het speelgedrag van de kinderen is veranderd
sinds ze een groen schoolplein hebben. Onderling is het gedrag van de kinderen niet veranderd en
wordt er niet meer samen gespeeld door de kinderen (75%). Volgens de respondenten wordt er wel
veel intensiever gespeeld op het nieuwe plein. Desondanks zijn de kinderen niet rustiger in de klas
geworden volgens de meeste respondenten.
Opvallend is ook dat alle respondenten vertellen dat de leerprestaties van de kinderen niet beter zijn
geworden (100%). De kinderen gaan wel graag naar school volgens alle respondenten.
Tot slot werd gevraagd welk cijfer het oude en het nieuwe schoolplein krijgt. Het oude plein kreeg
van de respondenten een 5 en het nieuwe een 8. Alle respondenten laten weten dat de voordelen
van een groen schoolplein opwegen tegen de nadelen. Toch geeft 65% aan dat hun verwachtingen
over het nieuwe schoolpleinen nog niet verwezenlijkt zijn. De redenen hiervoor zijn vooral omdat het
groen nog niet helemaal gegroeid is naar behoren, en de kosten.
3.3.2 Leerlingen enquête
Alle 75 kinderen die de enquête hebben ingevuld, zitten op een basisschool die afgelopen periode
een groen schoolplein heeft gekregen. Van deze kinderen was 45% jongens en 55% meisjes. Een deel
van de enquête ging over het schoolplein en een deel over natuurbeleving.
Van alle kinderen geeft 84% aan thuis een tuin te hebben. En 36% dat ze bijna altijd buitenspelen
buiten schooltijd. Dit percentage ligt hoger dan het gemiddelde van Tilburg. In de wijkgegevens van
de GGD staat dat ongeveer 23% van de kinderen veel buiten speelt. Wel is opvallend dat er niet veel
op het schoolplein wordt gespeeld buiten schooltijd. Slechts 8% geeft aan vaak buiten schooltijd op
het schoolplein te spelen.
20
Figuur 15: Welk plein is fijner
Figuur 16: Wat vinden kinderen van het plein
64% van de ondervraagde kinderen zit op een sport waarvan 28% op een buitensport. Dat betekent
dat 36% niet aan een sport doet, dat is meer dan het gemiddelde van de kinderen tussen 0 en 13 jaar
van Tilburg. Uit GGD gegevens blijkt namelijk dat gemiddeld 29% van de kinderen uit Tilburg niet aan
een sport doet.
In de enquête zijn ook verschillende vragen over het nieuwe schoolplein gesteld. Er is onder andere
gevraagd welk plein de kinderen fijner vinden (zie figuur 15). Het nieuwe plein scoort onder de
meeste leerlingen beter dan het oude plein.
Naast of ze het plein fijner vonden zijn er ook specifiekere vragen over het schoolplein gesteld. Het
nieuwe schoolplein wordt door de meerderheid van de kinderen als leuk ervaren (71%). Toch is het
opvallend dat als er gevraagd wordt om te kiezen of het plein avontuurlijk of saai is, 39% van de
kinderen aangeeft dat ze het plein saai vinden. Het nieuwe plein wordt door 32% van de leerlingen
ook als vies ervaren. Gelukkig geeft de meerderheid van de kinderen wel aan dat ze het plein als
Mooi (58%), Groot (57%), Fijne plek (69%) en gezellig (76%) ervaren.
21
Verder is aan de kinderen gevraagd of ze vinden dat ze veel kunnen doen op het plein. 47% van de
kinderen geeft aan dat ze nu veel kunnen doen op het plein en 54% zegt zich nooit te vervelen op het
nieuwe plein. Opvallend is dat de kinderen, net als de directie, aangeven dat er nog evenveel of meer
regels zijn bijgekomen op het schoolplein. De helft van de kinderen (53%) zegt wel dat ze nu met
meer dingen op het nieuwe plein mogen spelen (zoals takken etc.). Slechts 32% zegt dat er nu bijna
nooit ruzie is op het schoolplein en 40% dat kinderen altijd aardig zijn voor elkaar. 39% van de
kinderen zegt dat er niks veranderd is en kinderen nog even aardig of vervelend zijn.
Daarnaast is door middel van waar of niet waar vragen te stellen ondervonden dat voor 56% van de
kinderen het schoolplein een beetje belangrijk is en voor 25% van de kinderen het schoolplein zelfs
heel erg belangrijk is. Wel geeft 29% aan dat het wel maar een plein is en vindt 43% van de kinderen
hun plein niet het allerbeste plein wat er is.
Er zijn ook een aantal natuur gerelateerde vragen gesteld aan alle kinderen. Zo is er onder andere
gevraagd hoe bang, leuk, vies en naar vindt je bepaalde aspecten die met de natuur te maken
hebben. In figuur 17 is af te lezen dat de meerderheid van de kinderen niet zo bang is voor
onweersbuien, brandnetels en muizen. De percentages liggen dichter bij elkaar bij de antwoorden op
de vragen of ze bang zijn voor wespen of bijen, uit een boom vallen of verdwalen in het bos.
Als er wordt gevraagd hoe leuk de kinderen het vinden om naar vogels te luisteren, te kijken naar de
wolken of een vlindertje zijn de resultaten erg gelijk verdeeld. Zo vindt 31% het niet leuk om naar de
wolken te kijken. 35% vindt het een beetje leuk en 34% heel erg leuk. 41% vindt het helemaal niet
leuk om naar een vlinder te kijken, maar 43% vindt het wel een beetje leuk om naar vogels te
luisteren.
De helft van de kinderen (49%) vindt het heel erg naar om vieze kleren te krijgen. Maar 20% geeft
aan het helemaal niet erg te vinden om vieze kleding te krijgen. Ook vliegen en muggen worden door
+/- de helft als heel naar ervaren. Door hoog nat gras lopen en flink nat worden door de regen wordt
over het algemeen als iets minder naar ervaren.
Figuur 17: Hoe bang zijn kinderen voor
22
Er is verder gevraagd hoe vies kinderen iets vinden (figuur 18). 76% van de kinderen vindt het heel
erg vies om in poep van een dier te stappen en een vlieg in je drinken te krijgen. 54% vindt
oorwurmen en pissebedden heel erg vies. Slechts 37% vindt een visje beetpakken heel erg vies.
Aan de kinderen zijn ook een aantal durfvragen gesteld. Meer dan 30% van de kinderen heeft ‘’dat
durf ik zeker niet’’ ingevuld op de vragen. Opvallend is dat slechts 8% van de kinderen aangeeft niet
tussen de koeien door te lopen op een weiland.
Ter afsluiting is gevraagd hoe zielig kinderen bepaalde handelingen omtrent verschillende dieren
vinden (Figuur 19). Meer dan de helft van de kinderen vindt het heel erg zielig om het huisje van een
slak kapot te trappen, een steentje naar een kat te gooien, een mier in brand steken en de poten uit
een spin te trekken.
Figuur 18: Hoe vies vinden kinderen de natuur
Figuur 19: Hoe zielig vinden kinderen
23
Figuur 20: Afbeelding onderzoek Jolanda Maas
4. Vergelijking grotere onderzoeken Omdat er tijdens de onderzoeksperiode geen tijd was voor een grootschalig onderzoek, is er een
klein onderzoekje gedaan. Er is aan 75 kinderen van drie basisscholen met een groen schoolplein een
enquête voorgelegd. Ook hebben leraren en directieleden van zowel 3 grijze als de 3 groene
schoolpleinen deze enquête ingevuld. In dit hoofdstuk zullen de resultaten van dit onderzoek
vergeleken worden met twee grootschaligere onderzoeken op het gebied van groene schoolpleinen
in Nederland. (‘Groene schoolpleinen, Een wetenschappelijk onderzoek naar de effecten voor
basisschoolleerlingen, Dr. Jolanda Maas et al’ En ’Meer groen op het schoolplein: een
interventiestudie van Sjerp de Vries Et al’). De onderzoeksperiode in Tilburg heeft zo’n 4 maanden in
beslag genomen. Het onderzoek van Jolanda Maas duurde één jaar en het onderzoek van Sjerp de
Vries duurde zelfs 4 jaar.
4.1 Onderzoek Jolanda Maas et all Bij het onderzoek van Jolanda Maas et all waren in totaal vijf basisscholen betrokken, waarvan één
school twee pleinen had. Al deze scholen hadden verschillende schoolpleinen. Twee schoolpleinen
waren groen, twee groen-grijze schoolpleinen en twee grijze schoolpleinen. Het onderzoek is
uitgevoerd tussen april 2012 en maart 2013 in Helmond.
Ook bij dit onderzoek zijn enquêtes gehouden onder leerkrachten (15), directeuren (5) en kinderen
(345). Maar bij dit onderzoek zijn ook vragen gesteld aan ouders (173). Daarnaast zijn bij dit
onderzoek de kinderen van zowel groep 4, 5 en 6 geënquêteerd. Ook is er een concentratietest bij de
kinderen afgenomen na de pauzes en zijn er video-opnames gemaakt van het speelgedrag van de
kinderen op de verschillende pleinen. Hieronder staan de belangrijkste resultaten uit het onderzoek
van Jolanda Maas et al.
Groene schoolpleinen worden meer gewaardeerd Uit het onderzoek bleek dat groene en groengrijze
schoolpleinen beter gewaardeerd werden dan grijze
schoolpleinen. Groene schoolpleinen kregen gemiddeld
een 8,5 en groengrijze pleinen een 7,5. Dit komt overeen
met het onderzoek in Tilburg. Leraren en directeuren
beoordeelde de groengrijze pleinen met gemiddelde 8.
Net als bij het onderzoek van Jolanda Maas werden de
grijze pleinen lager beoordeeld met een gemiddelde 5.
Ook de kinderen gaven in het Tilburgs onderzoek aan dat
zij het nieuwe groene plein fijner vonden (55%).
Groene schoolpleinen worden voor meer verschillende lessen gebruikt Groene pleinen hebben meer functies dan grijze schoolpleinen kwam in het onderzoek van Jolanda
Maas naar voren. Er zouden meer buitenlessen worden gegeven zoals gym, tekenen, natuurlessen en
soms ook taal en rekenen. Resultaten wijzen erop dat een groen schoolplein meer uitnodigen tot
gebruik als onderwijsleeromgeving. Ook in het Tilburgs onderzoek komt naar voren dat het plein nu
meer functies heeft gekregen dan voorheen. Vooral door de combinatie met de nieuwe lespakketten
en de NME-leerroutes worden er meer lessen besteed aan groen, natuur en milieueducatie.
24
Groengrijze schoolpleinen het meest veilig In het onderzoek van Jolanda Maas werden de groengrijze schoolpleinen als veiligst beoordeeld.
Grijze schoolpleinen worden niet altijd als veilig beoordeeld omdat er meer opstootjes kunnen zijn.
Groene schoolpleinen zouden onveiliger kunnen zijn omdat kinderen zich makkelijker aan het zicht
van de leraren kunnen onttrekken. In het Tilburgs onderzoek geven directeuren en leerkrachten aan
dat ze het grijze plein even veilig vinden als het nieuwe groengrijze schoolplein. Beide pleinen kregen
voor de veiligheid gemiddeld een 7. Daarnaast zijn volgens de directeuren en leerkrachten de
ongelukken op het plein toegenomen en de regels ook strenger geworden op het nieuwe groengrijze
plein.
Viezigheid van een groen en een groengrijs schoolplein Kinderen worden eerder vies op een groen en groengrijs schoolplein. Uit het onderzoek van Jolanda
Maas bleek dat ouders hier niet zoveel problemen mee hadden, maar leerkrachten wel het idee
hadden dat ouders dit misschien een probleem zouden vinden. Ook uit het Tilburgs onderzoek blijkt
dat ouders zich alleen maar positief uitlaten over het nieuwe schoolplein. Ook weinig ouders klagen
over dat hun kind viezer dan normaal thuis zou komen. 32% van de Tilburgse kinderen vindt het
vervelend om vies te worden. Dit is ongeveer net zoveel als in het onderzoek van Jolanda Maas waar
30% van de kinderen aangaf dat zij het vervelend vonden om vies te worden. In beide onderzoeken
geven de enquêteurs aan dat de voordelen van het groene plein opwegen tegen de nadelen.
Een groen schoolplein verbetert het welbevinden van jonge leerlingen Uit het onderzoek van Jolanda Maas bleek dat het welbevinden van leerlingen op een groen
schoolplein beter is. Een groen schoolplein zorgt ervoor dat kinderen school leuker vinden, ze meer
vrienden hebben en minder worden gepest. Uit het onderzoek onder de scholieren in Tilburg kwam
ook naar voren dat kinderen het plein leuker vinden. Daarnaast vindt de meerderheid van de
kinderen het plein Mooi (58%), Groot (57%), Fijne plek(69%) en gezellig(76%). Ook in het onderzoek
van Jolanda Maas werd aangeven dat kinderen het schoolplein leuker, avontuurlijker, mooier, fijner,
gezelliger en groter vinden.
Niet meer of minder ruzies op groene schoolpleinen In het onderzoek van Jolanda Maas staat dat er niet meer of minder ruzies zijn op de verschillende
schoolpleinen en dat het sociaal gedrag niet veranderd is. Dit blijkt ook uit het Tilburgs onderzoek. De
meerderheid van de leraren en de directeuren liet weten dat het sociale gedrag tussen de kinderen
onderling niet was veranderd (75%). Ook blijkt uit beide onderzoeken dat kinderen gevarieerder en
intensiever bewegen en spelen op het schoolplein. Het spelgedrag van de kinderen is veranderd met
komst van het nieuwe plein.
In het onderzoek van Jolanda Maas hadden alle scholen al een tijdje hetzelfde schoolplein. Alle
schoolpleinen waren al minimaal 2 jaar hetzelfde en één van de scholen had zelfs al 25 jaar een
groen schoolplein. Toch zijn er nu al overeenkomsten tussen de resultaten te vinden. Het onderzoek
van Jolanda Maas et al is wel beter wetenschappelijk onderbouwd doordat er:
1. meerdere kinderen, leeraren, directeuren en ouders zijn ondervraagd. 2. kinderen tijdens langere tijd zijn ondervraagd én geobserveerd d.m.v. videobeelden. 3. meerdere testen zijn afgenomen bij de kinderen, waaronder een concentratietest.
25
4.2 Onderzoek Sjerp de Vries et al Bij het onderzoek van Sjerp de Vries et al zijn 5 Rotterdamse scholen gemonitord tijdens een periode
van 4 jaar (2009-2013). Vier van de vijf scholen werden heringericht en één school diende als
controleschool, hier veranderde niets.
Er is onderzoek gedaan naar kinderen van groep 3, 4 en 5. In totaal zijn er meer dan 300 kinderen
geïnterviewd voor dit onderzoek. Naast de interviews zijn er video-opnamen gemaakt van het
speelgedrag van de kinderen tijdens de ochtendpauzes. Ook zijn de leraren van de betreffende
klassen geïnterviewd en zijn er concentratietesten afgenomen bij de kinderen. Hieronder staan een
aantal resultaten uit het onderzoek van Sjerp de Vries et al:
Een succesvolle groene herinrichting leidt tot een fijner plein met een beter sociaal klimaat. Uit het onderzoek van Sjerp de Vries et al bleek dat de meeste kinderen het nieuwe heringerichte
plein fijner vonden dan het oude grijze plein. Wel bestonden er flink wat verschillen tussen kinderen,
sommige kinderen vonden het oude plein namelijk wel fijner dan het nieuwe plein. Meestal had dit
te maken met het niet of beperkt terug komen van bepaalde speelmogelijkheden die het oude plein
bood. Vaak ging dit om speelmogelijkheden die aardig wat ruimte vragen, zoals voetballen. Ook
bleek uit dit onderzoek dat kinderen minder ruzie maakten en minder vervelend tegen elkaar deden.
In het Tilburgs onderzoek werd het nieuwe groene plein ook positiever beoordeeld maar was het
onderlinge gedrag tussen de kinderen niet verbeterd. Het speelgedrag ansicht was wel verbeterd.
Het aantal regels is toegenomen Op een aantal van de scholen was in de beleving van de kinderen het aantal regels omtrent het
gebruik van het schoolplein toegenomen. Dit bleek ook uit de interviews met de leerkrachten. Op de
Theresiaschool is in de beleving van de kinderen het aantal regels omtrent gedrag op en gebruik van
het schoolplein toegenomen (alleen bij vergelijking van dezelfde leeftijdsgroepen (andere kinderen)).
De interviews met de leerkrachten ondersteunen dit. Uit het Tilburgs onderzoek kwam dit ook naar
voren.
Op een aantal scholen hebben kinderen nu iets meer compassie met natuur Op een van de heringerichte scholen kwam duidelijk naar voren dat kinderen nu iets meer compassie
voor natuur bleken te hebben. Daarnaast waren kinderen aan het einde van de onderzoeksperiode
minder bang voor de natuur. Dit was enkel bij de scholen die veel gebruik maakten van het groene
schoolplein tijdens buitenlessen of moestuinlessen. De meerderheid van de kinderen uit het Tilburgs
onderzoek heeft ook flink wat compassie met de natuur. Dit is niet te vergelijken met voorheen i.v.m.
de onderzoeks-tijd. Alle kinderen hadden ten tijde van het onderzoek al een groen schoolplein.
Een aantrekkelijker schoolplein met een beter sociaal klimaat verbetert op termijn het algehele welzijn van het kind. De aantrekkelijkheid van het plein en het sociale klimaat ervan hangen positief samen het algehele
welzijn, het zelfbeeld en het concentratievermogen van het kind. Er werd daarnaast een verandering
gevonden voor het algehele welzijn. Het sociale klimaat is volgens het Tilburgs onderzoek niet veel
verbeterd met de komst van het nieuwe schoolplein. Wel voelen de kinderen zich prettiger en meer
verbonden op/met het nieuwe schoolplein.
26
De kans op een succesvolle herinrichting is groter als de bij kinderen gewekte verwachtingen ten aanzien van het nieuwe plein worden waargemaakt. Het plein wordt positiever beoordeeld door de kinderen als ze betrokken worden bij de herinrichting
van het plein en hun verwachtingen worden waar gemaakt. Als er elementen worden wegbezuinigd
zal dit resulteren in een negatievere beoordeling van het plein. In het Tilburgs onderzoek zijn alle
kinderen betrokken geweest bij het herinrichten van het plein. Beide onderzoeken geven aan dat de
band van de kinderen met het plein sterker is geworden
De kans op een succesvolle herinrichting is groter als voorheen populaire spelvormen op het nieuwe plein nog steeds goed mogelijk zijn. Als bepaalde spelvormen die op het oude plein wel mogelijk waren op het nieuwe plein niet meer
vermindert dit de aantrekkelijkheid van het nieuwe plein. Dit geldt waarschijnlijk vooral voor
kinderen die de betreffende spelvormen graag beoefenen, zoals voetballen.
Ook tussen het onderzoek van Sjerp de Vries et al en het Tilburgs onderzoek zijn er een aantal
overeenkomsten te vinden. Wel was dit onderzoek veel uitgebreider met veel uiteenlopendere
resultaten die niet vergelijkbaar zijn met het Tilburgs onderzoek. Wel opvallend is dat het onderzoek
van Sjerp de Vries aangeeft dat vooral het sociale klimaat is verbeterd, terwijl bij het onderzoek van
Jolanda Maas en Tilburg dit niet het geval was of hier maar heel weinig bewijs voor was.
27
5. Conclusies Aan het eind van dit rapport over de groene schoolpleinen in Tilburg kunnen er een aantal conclusies
getrokken worden.
Het nieuwe groene schoolplein wordt het best beoordeeld door zowel leraren als kinderen Uit de enquêtes onder zowel de kinderen als de leraren bleek dat het nieuwe plein beter scoort dan
het oude grijze plein. De directie beoordeelde het nieuwe plein met een 8. Ook de meerderheid van
de kinderen liet blijken het nieuwe plein fijner te vinden dan het oude (57%).
Nieuwe schoolplein heeft meer functies De meerderheid van de directeuren laat weten dat het nieuwe plein meer functies heeft gekregen
dan het oude plein. Nu wordt het plein ook gebruikt voor educatieve doeleinde, tuinieren
(moestuintjes), ontdekken, spelen en bewegen en het draagt nu bij aan de biodiversiteit in de wijk.
De sociale cohesie is nog niet toegenomen met de komst van het nieuwe plein, maar alle pleinen zijn
nog niet zo lang geleden vergroend.
Kinderen tonen meer interesse in en compassie met de natuur Uit de directeuren enquête blijkt dat kinderen nu meer over de natuur weten en meer interesse
tonen voor de natuur om zich heen. Ook uit de kinder-enquête blijkt dat kinderen met een groen
schoolplein niet zo bang zijn voor de natuur en dat de meerderheid compassie heeft voor de natuur.
Kinderen spelen niet meer of minder samen, maar spelen wel anders op het plein Zowel de leraren als kinderen laten blijken dat er niet meer of minder ruzies zijn en dat er niet meer
of minder wordt samen gespeeld. Wel blijkt uit de directie enquête dat kinderen anders zijn gaan
spelen. Ze bewegen meer en gebruiken het plein anders dan voorheen.
Kinderen vinden het schoolplein belangrijk De meerderheid van de kinderen zegt hun schoolplein erg belangrijk te vinden. Het is daarom erg
belangrijk om een speels schoolplein aan te leggen wat kinderen leuk vinden en uitdaging in vinden.
Een aantal uitkomsten van het onderzoek komen overeen met het onderzoek van Jolanda Maas Hoewel dit onderzoek niet zo uitgebreid is gedaan als het bekende onderzoek van Jolanda Maas, zijn
er opvallend genoeg wel een aantal overeenkomsten te vinden. In grote lijnen komen de meeste
resultaten wel overeen.
Doorgaande leerlijn is belangrijk Alleen een groen schoolplein zal de kennis van de kinderen over de natuur niet verbeteren. Het is
heel erg belangrijk om het groene schoolplein de school in te trekken, in de vorm van lespakketten
etc. Een doorgaande leerlijn biedt mogelijkheden om verschillende vakken te verbinden met het
groene schoolplein.
Om meer effecten te kunnen meten zal grootschaliger onderzoek gedaan moeten worden Het onderzoek in Tilburg is gedaan nadat de drie schoolpleinen al vergroend waren. Om betere
resultaten te verkrijgen zal er een grootschaliger onderzoek gedaan moeten worden.
28
6. Aanbevelingen Naar aanleiding van dit rapport worden er in dit hoofdstuk een aantal aanbevelingen gedaan omtrent
verbeteringen en vervolgonderzoek.
Doorgaande leerlijn doorzetten Niet alleen een groen schoolplein is belangrijk, maar ook het groen doortrekken de school in door
middel van een doorgaande leerlijn. Een doorgaande leerlijn biedt mogelijkheden om verschillende
vakken met elkaar te verbinden. Zo kunnen taal en rekenlessen gecombineerd worden met de
buitenlessen in de moestuintjes. Denk aan taal (plantenlogboek bijhouden), rekenen (afstand en
lengte plantjes meten) en Wereld Oriëntatie (waar komen de plantjes vandaan). Ook kunnen er met
excursies linken gezocht worden met cultureel erfgoed. Door de komst van het groene schoolplein
kunnen kinderen ook meer klimmen/klauteren en meer in beweging komen. Zo kunnen er ook
sportlessen buiten gegeven worden of wandelingen rondom de school (door middel van de NME
leerroutes). Ook door pakketten van de GGD (Gezonde school) mee te nemen, kan er gedacht
worden aan een gezondere leefstijl, door bijvoorbeeld kooklessen met de zelf gekweekte groentes.
Verbeteren van methode Om echt een reëel beeld te krijgen van de effecten van groene schoolpleinen in Tilburg, zal
langduriger en uitgebreider onderzoek gedaan moeten worden. Door een aantal scholen te volgen
tijdens het proces van een grijs naar een groen schoolplein, kan er onderzoek gedaan worden ten
tijde van het grijze plein en het nieuwe vergroende plein. Het is slim om hiervoor een aantal scholen
te volgen (min. 3) en een controle school mee te volgen (een school die niet door dit
vergroeningsproces heen gaat). Ook is het slim om niet alleen kinderen en directie leden te
ondervragen, maar ook ouders en leraren.
Er zijn verschillende effecten van groen, die allemaal op verschillende manieren te meten zijn. Zo zijn
er:
- Sociale effecten
- Fysieke effecten (meer beweging)
- Fysieke gezondheidseffecten (betere algehele gezondheid en voeding)
- Leereffecten
De sociale effecten kunnen gemeten worden door specifiekere vragen te stellen. Door enquêtes te
houden onder leerkrachten, kinderen, ouders en directeuren voor en na de vergroening, kan
vergeleken worden of de sociale cohesie beter is geworden. Dit kunnen vragen zijn omtrent sfeer,
gezelligheid en of de ouders zich meer betrokken voelen bij de school.
Of de kinderen meer zijn gaan bewegen met de komst van een groen schoolplein, kan onderzocht
worden met beeldmateriaal of interviews met de leerkrachten. De leerkrachten observeren de
kinderen tijdens de pauzes en kunnen noteren of de kinderen intensiever zijn gaan spelen op het
plein. Dit zou ook gedaan kunnen worden met videobeeldmateriaal.
Lichamelijke gezondheidseffecten zouden gemeten kunnen worden door de GGD. De GGD doet
namelijk elk jaar een gezondheidscontrole bij kinderen uit groep 3 en groep 7. Door deze
gezondheidsresultaten te vergelijken met de resultaten vóór en na de komst van het groene
29
schoolplein. Er zouden eventueel extra vragen gesteld kunnen worden met betrekking tot het
schoolplein zoals:
- Speel je graag op het schoolplein?
- Wat vindt je van het plein? Leuk, stom, groot etc.
- Hoe belangrijk is het schoolplein voor je?
‘’Zie bijlage voor meer vragen betreft het schoolplein, het is slim om gesloten vragen te
stellen met meerdere antwoordkeuzes’’
En vragen met betrekking tot de geestelijke gezondheid:
- Hoe gaat het op school?
- Hoe voel je je op school? Bang, verdrietig, boos, ik maak me zorgen.
- Heb je moeite met slapen of in slaap komen?
- Wordt je gepest/zijn kinderen wel lief voor elkaar?
- Kun je goed opletten tijdens de les?
- Onthoud je dingen makkelijk en snel?
- Ga je graag naar school?
- Heb je genoeg vriendjes/vriendinnetjes?
- Ben je goed in sport?
Door afbeeldingen toe te voegen bij de vragen zijn de vragen makkelijker te beantwoorden voor de
kinderen. In de bijlage zijn de vragen te vinden die gebruikt zijn voor het Tilburgs onderzoek en een
opzet van voorbeeld vragen voor de GGD om te stellen.
Of het groene schoolplein ook een effect heeft op het leervermogen van de kinderen zou onderzocht
kunnen worden met behulp van een toets. Door uitslagen van bijvoorbeeld de CITO toets te
vergelijken. Een andere manier zou kunnen zijn door de leraren te vragen of de kinderen nu beter
presteren dan voorheen.
Er zou in het volgende onderzoek ook meer aandacht besteed kunnen worden aan natuurbeleving en
waardering door de kinderen.
30
7. Literatuurlijst Eindverslag voor het basisonderwijs in Tilburg, mei 2016:”Schoolomgeving = ontdekken + onderzoeken”, Tineke Vermeer, Contourdetwern/ T-Primair K. Hyry et al., 1995 Natuur is gezond, http://www.hetgroenemedicijn.nl/natuur-en-gezondheid/, 2016 Jolanda Maas et al, Groene schoolpleinen, 2015 Lans, H.E., van der. (1998). Natuurspeelbossen: Recreatief groen voor stadskinderen. Rhee: Stichting ANO Fundatie. Louv, Richard. (2008). Children and Nature Movement. Geraadpleegd op 7 december 2015, van http://richardlouv.com/books/last-child/children-naturemovement/ Van den Berg, A. (2007, 29 december). Het laatste kind in het bos. Geraadpleegd van http://www.agnesvandenberg.nl/nederlandsdagblad.pdf Takano et al, 2002, Urban residential environments and senior citizens’ longevity in megacity areas: the importance of walkable green spaces Vanderpool, C. (z.j.). Losing our connection to Nature: is sustainability at risk? Geraadpleegd van http://www.triplepundit.com/2010/11/losing-our-connection-to-nature-is-sustainability-at-risk Maas, J (z.j.). Vitamin G : Green environments – Healthy environments. Geraadpleegd van http://www.nivel.nl/sites/default/files/bestanden/Proefschrift-Maas-Vitamine-G.pdf Taylor et al., 2011, Could Exposure to Everyday Green Spaces Help Treat ADHD? Evidence from Children's Play Settings Pyle, 2002, Interaction with Nature During the Middle Years: Its Importance to Children's Development & Nature's Future Malone, Karen & Tranter, Paul (2003). Children's Environmental Learning and the Use, Design and Management of Schoolgrounds, Children, Youth and Environments, 13(2), Accessed June 9, 2004 from cye.colorado.edu Roger S. Ulrich and others (1991), Stress recovery during exposure to natural and urban environments. Edward O. Wilson, January 1986, Biophilia hypothesis, ISBN 9780674074422
Kuo, F. E., Bacaicoa, M., & Sullivan, W. C. (1998). Transforming inner-city landscapes: Trees, sense of safety, and preference. Environment and Behavior, 30, 28-59. Kuo, F. E., & Sullivan, W. C. (2001). Aggression and violence in the inner city: Impacts of environment
and mental fatigue. Environment & Behavior, 33(4)
31
Bijlage 8.1: Voorbeeldvragen GGD
_________________________________________
Speel je graag op het schoolplein?
________________________________________________________
Het schoolplein is
32
Hoe belangrijk is het schoolplein?
________________________________________________________
Hoe gaat het op school?
Goed/ niet zo goed
Het is maar
een plein
Een beetje
belangrijk
Heel
belangrijk
33
34
Bijlage 8.2: Volwassenen enquête
35
36
37
38
39
40
41
42
43
44
Bijlage 8.3: Kinderenquête
45
46
47
48
49
50
51